Radar Magazine

24
G roene s T room I n ru I m T es T a TI on A u T o’s vo LG en m I erens P oor A von T uren I n A mer IK a +s P ec I a L : TU T oe K oms TK ran T André Kuipers - Sebastiaan de Vet vwo-magazine van de TU Delft • nummer 5 • oktober 2004

description

Populair wetenschappelijk magazine voor vwo-ers

Transcript of Radar Magazine

Page 1: Radar Magazine

Groene sTroom In ruImTesTaTIon

AuTo’s voLGen mIerensPoor

AvonTuren In AmerIKa

+sPecIaL: TU ToeKomsTKranT

André Kuipers - Sebast iaan de Vet

v w o - m a g a z i n e v a n d e T U D e l f t • n u m m e r 5 • o k t o b e r 2 0 0 4

Page 2: Radar Magazine

DeLTaPLan

Na de watersnoodramp in 1953 werd Nederland weinig tijd gegund om

te rouwen. Met het oog op de toekomst moest ons land beschermd

worden tegen het water. In relatief korte tijd werd het Deltaplan op

poten gezet. Het Deltaplan leverde in 1958 als eerste onderdeel de

stormvloedkering in de Hollandse IJssel op. Bijna 30 jaar later werd

de stormvloedkering in de Oosterschelde afgerond waarna koningin

Beatrix in 1997 het sluitstuk opende, de Maeslantkering in de Nieuwe

Waterweg. De Deltawerken waren voltooid. Vanzelfsprekend speelden

veel (Delftse) ingenieurs een grote rol in de strijd tegen het water.

Ruim vijftig jaar later leeft er wederom een Deltaplan in Nederland.

Dit keer niet als strijd tegen het water maar juist als stimulans om

jongeren te interesseren voor techniek. En dus op te leiden tot de

ingenieur die later zowel kleine als grote deltaplannen ontwikkelt.

Maar ook de ingenieur die onderzoek verricht, nieuwe bedrijven start

of kennis overdraagt aan toekomstige generaties. Kortom, Nederland

moet op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie tot de

voorhoede van Europa gaan behoren. Om dit te realiseren zijn er

natuurlijk wel alumni nodig die ons land richting die voorhoede

stuwen. Eén van de doelstellingen van het Deltaplan Bèta en Techniek

is dan ook de instroom van studenten in een technische opleiding met

15% toe te laten nemen.

Na een periode waarin techniek niet zozeer als «hip» werd ervaren

ziet de instroom de afgelopen twee jaren er weer iets rooskleu-

riger uit. Het is te vroeg om dit resultaat aan het Deltaplan Bèta

en Techniek toe te schrijven. Hoewel het ministerie van Onderwijs

Cultuur en Wetenschappen in het kader van het Deltaplan wel van zich

laat horen. Enkele weken geleden kondigde de minister aan dat aan

enkele opleidingen een zogenaamde «bètabeurs» gekoppeld wordt.

Studenten die voldoende resultaat hebben behaald beloont de minister

in het laatste studiejaar met een bonus, die overigens wel een studie-

gerelateerde bestemming moet krijgen.

Nu vraagt Radar zich af of dit soort maatregelen helpen. Zijn vwo’ers

te verleiden tot een studiekeuze in de wetenschap dat na een paar

jaar buffelen een geldbedrag op hen wacht? Laat het weten aan Radar

via [email protected]. Geef tegelijkertijd aan welk middel vwo’ers wel

stimuleert tot het maken van een technische studiekeuze. De 5 leukste

tips worden beloond met het boekje «Warm water bevriest sneller

dan koud water» (zie Kort om Delft). Misschien dat jouw tip wel

bijdraagt aan het Deltaplan van de 21e eeuw waarin de strijd tegen

het water wordt vervangen door de strijd voor de techniek. In het lage

Nederland ook in de toekomst onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Veel plezier met Radar vijf!

D e r e d a c t i e

2

Dana Wiersma (24) Bouwkunde (r)

Dien Wiersma (21) Bouwkunde (l)

Zussen

Dana: Ik ben via een nichtje terechtgekomen op de TU Delft . Zi j dacht

dat Industr ieel Ontwerpen wel wat voor mij zou z i jn, maar na een jaar

ben ik overgestapt op bouwkunde omdat ik dat toch leuker vond.

Dien: Ik wi lde at i jd al bouwkunde gaan doen, maar nadat Dana over-

gestapt was twij fe lde ik of ik wel dezelfde opleiding als mijn zus moest

volgen. Toch ben ik het gaan doen, en het is gelukkig erg gezel l ig

met elkaar. We komen elkaar vaak tegen op de faculteit , eten vaak bi j

e lkaar en z i t ten al lebei in het promotieteam van Bouwkunde. Omdat

Dana zulke lekkere broodjes maakt, zeg ik alt i jd dat ik bi j lunchroom

Dana ga eten.

Dana: Na het eten gaan we vaak sporten; in de winter schaatsen we

al lebei en we hebben net afgesproken dat we samen op spinning gaan.

We zien elkaar dus heel vaak maar gelukkig is het alt i jd gezel l ig.

f amilie

2

radactioneel

Page 3: Radar Magazine

Colofon

©2004 TU Delft Radar is een uitgave van de Technische Universiteit Delft bestemd voor vwo-scholieren.

Redactie: Marketing en Communicatie Eindredactie: Ron de Koning Fotografie [tenzij anders vermeld]: Sam Rentmeester, TU Delft

Aan deze Radar werkten mee: Matthijs van Baarsel, Wouter Bijl, Michel Heesen, Sebastiaan de Vet, Renske Rutgers, Martijn Krenn, Eva Hoeks, Floris Mantz

Vormgeving: MultiMedia Services, Delft Druk: DeltaHage, Den Haag

3

Radactioneel.2 Deltawerken Kort om Delft.4 Imagine .. en win een reis | Hema ontwerpwedstrijd |

Luchtvaartstudenten bouwen vliegtuig | Olympisch zilver voor TU-roeier Kampus: Groene stroom in

ruimtestation.6 Eerstejaarsstudenten bij lancering eigen ruimte-experiment Radarwerk: Auto’s

volgen mierenspoor.8 Routeplanner op basis van mierengedrag Kampus: Oranje robots

in Lissabon.10 Studenten spelen op WK robotvoetbal Alumnus.11 Oud TU-student ontwerpt auto’s

voor Smart Radarwerk: Vliegtuig repareert vleugel.12 Amerikaans onderzoeker ontwerpt

zelfreparerende vleugel Buitengaats.14 TU-studenten beleven avonturen in Noord- en Zuid-Amerika

Agenda.17 Kampus: Ontwerpen, bouwen en racen.18 TU-studenten bouwen raceauto

Column: Haastige spoed….19 Philip zoekt balans Radarwerk: Donuts en tentakels.20

Ingenieuze ontwikkeling maakt darmonderzoek draaglijk Voorlichting: VoorlichtingsDagen TU

Delft.22 Donderdag 4 en vrijdag 5 november Serie: Familie.2-9-13-17

4

6

20

3

in deze

Page 4: Radar Magazine

4

k ort om delft

Verbeter de wereld, begin

bij je . . . profielwerkstuk!

Maak een profielwerkstuk voor Imagine... en win een reis naar

een ontwikkelingsland!

De middelbare scholieren Dorine Duives (Maurick College, Vught),

Adine Rooyackers (Christelijk Gymnasium Sorghvliet, Den Haag)

en Reshtrie Sheombarsing (Helen Parkhurst, Almere) voelden zich

aangesproken door bovenstaande woorden en besloten mee te doen

aan Imagine… 2003-2004. Dit betekende dat ze een profielwerkstuk

moesten schrijven met een projectvoorstel van een wetenschapper

als onderwerp. Al deze voorstellen hadden te maken met hoe je

biotechnologie gebruikt om de bevolking van een ontwikkelingsland te

helpen. Zo kun je denken aan brandstof maken voor auto’s met behulp

van algen, of nieuwe geneesmiddelen halen uit planten.

Wat hebben jullie de afgelopen maanden allemaal gedaan?

Dorine: «We zijn een aantal keren op universiteiten geweest, onder

andere om biodiesel te maken. We hebben ook een bezoek gebracht

aan het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden voor een landen-

markt. Hier waren mensen aanwezig die zelf in verschillende ontwik-

kelingslanden zijn geweest. Zij konden ons veel vertellen over de gang

van zaken in zo’n land. Na al deze bezoeken hebben we een business-

plan geschreven dat we in De Doelen in Rotterdam gaan presenteren.»

Wat vinden jullie leuk aan Imagine?

Adine: «Ons bezoek aan Groningen was erg leuk: we hebben

overnacht op een camping en in een cultureel centrum gegeten waar

gekookt werd door twee mensen uit Sierra Leone. Ook is het idee om

naar Afrika te gaan als ons project uitgevoerd gaat worden erg gaaf!»

Reshtrie: «Je verricht grotendeels zelfstandig een compleet onderzoek

en je stelt daar zelf een plan bij op dat echt uitgevoerd zou kunnen

gaan worden.» Dorine: «Het leuke aan Imagine is dat het zoveel

verschillende kanten heeft.»

Waarom moeten scholieren zich opgeven voor Imagine…

2004-2005?

Reshtrie: «Het is erg moeilijk om een leuk, interessant en origineel

onderwerp voor een profielwerkstuk te vinden. Imagine… is de

uitkomst! Het is iets totaal anders dan school. Het is iets nieuws en

uitdagends waarbij je zowel praktisch als theoretisch bezig bent.»

Adine: «De onderwerpen van de projectvoorstellen waaruit je kunt

kiezen zijn erg interessant.» Dorine: «Imagine… geeft je de kans om

rond te kijken op universiteiten. Je doet bovendien iets voor mensen

in een ontwikkelingsland, terwijl je zelf een profielwerkstuk maakt.

Ben je enthousiast geworden? Op www.kluyvercentre.nl/imagine vind

je meer informatie over Imagine… en kun je het inschrijfformulier

downloaden. Vul het in en stuur vóór 1 oktober op!

Vragen? Bel of mail Marije Blomjous: 015-2786654,

[email protected].

Hema-prijzen voor

TU-studenten

Ontwerp een servies luidde de opdracht van de jaarlijkse

Hema-ontwerpwedstrijd. Meer dan 100 studenten leverden

een ontwerp in. De TU Delft scoorde dit jaar goed.

Zowel de eerste, tweede als derde prijs gingen naar studenten van de

opleiding Industrieel Ontwerpen.

Winnaar werd Jurre Groenenboom met zijn servies «Tuit». De jury

oordeelde unaniem en zeer enthousiast over het fraai vormgegeven

servies: «Binnen de eenvoud van het servies zorgt de tuit voor

dynamiek en leent zich voor meerdere gebruiksmogelijkheden.» Jurre

heeft voor zijn servies met tuit vier functies bedacht: schenken, eten

(denk aan elegant nuttigen van het laatste beetje soep uit een bord),

handgreepfunctie én met de tuit kan een lepeltje bij het drinken van

koffie «vastgezet» worden in de tuit van de mok en het vorkje leg je

na het eten van een gebakje in de tuit van het bordje. De tweede prijs

was voor het servies «Turn» van Lisa Stroux en de derde prijs ging

naar Renske Solkesz voor haar servies «Bol». Zou het toeval zijn dat

twee prijswinaars de TU verwerkt hebben in hun productnaam?

Tuit

Turn

Bol

Page 5: Radar Magazine

5

Olympisch zilver voor

TU-alumnus

In de medailleregen van Athene heeft roeier en TU-alumnus

Gerritjan Eggenkamp samen met zijn collega’s de zilveren

medaille gewonnen in de «Holland Acht».

Eggenkamp studeerde Technische Informatica in Delft en is lid van

de Delftse studentenroeivereniging Proteus Eretes.

Eggenkamp is al jaren een Nederlandse toproeier. In 2000 maakte

hij ook al deel uit van de Holland Acht op de Olympische Spelen in

Sydney Twee jaar geleden maakte hij een droom waar toen hij als

eerste Nederlander deelnam aan ‹The Boatrace›, de legendarische

wedstrijd tussen de universiteitsachten van Cambridge en Oxford.

Op de website van Proteus Eretes (www.proteus.tudelft.nl) brengt

Gerritjan verslag uit van zijn ervaringen in Athene.

Studenten herbouwen

historisch vliegtuig

In Nederland worden weer vliegtuigen gebouwd. Dat wil zeggen;

geen productielijn maar een replica. Het vliegtuig dat de

studenten van de opleiding Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek

hebben nagebouwd stamt uit 1937 en is ontworpen door de

Delftse natuurkundig ingenieur Hugo Lambach.

Lambach bouwde de tweedekker speciaal voor acrobatievluchten.

Helaas ging het vliegtuig verloren tijdens een bombardement in 1940.

Ter gelegenheid van het negende lustrum van de studievereniging

Leonardo da Vinci herbouwden studenten de «Lambach HL II» in 1990.

Sinds 1997 staat het toestel echter aan de grond wegens een ernstig

defect aan de ophanging van de vleugels. Dankzij uitgebreid onderzoek

naar het historische ontwerp én door toepassing van kennis die aanwezig

is op de faculteit voerden de studenten de herbouw uit. Eind 2004 moet

de Lambach weer opstijgen.

De studenten zijn verenigd in de Stichting Studenten Vliegtuigontwik-

keling, -bouw en –beheer (SSVOBB). Deze stichting biedt studenten

van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek een aanvulling

op hun studie door de theorie uit de collegezalen aan te vullen met

de praktijk van de vliegtuigbouw. Om dit te bereiken ontwerpt, bouwt

en onderhoudt de stichting momenteel 2 vliegtuigen; de historische

Lambach HL II en de moderne Impuls. Wil je meer weten, kijk dan op

www.lr.tudelft.nl/ssvobb.

foto

: R

og

ier

van

Ste

en

nis

«Warm water bevriest sneller

dan koud water» is een

bloemlezing van de aardigste

en interessantste vragen die

lezers van het dagblad De

Telegraaf over hun waar-

nemingen van alledag stelden

aan wetenschappers van de

TU Delft. Moeilijke vragen met

soms verrassend eenvoudige

antwoorden, geïllustreerd met

onderhoudende wetenswaardig-

heden. Met deze bon krijg je

¤ 2,50 korting bij boekhandel

en warenhuis.

Bij inlevering van deze bon bij boekhandel of warenhuis

krijg je ¤ 2,50 korting op de verkoopprijs van «Warm water

bevriest sneller dan koud water» samengesteld door de

TU Delft en de Telegraaf.

Normale prijs: ¤ 13,50

Korting: ¤ 2,50

Actieprijs: ¤ 11,00

Actienr.: 900-64500

ISBN: 9045300060

EAN 13 barcode: 0000090064500

Naam boekhandel:…………………………………………………………………………

Deze actie is geldig van 29-09-2004 t/m 31-12-2004

Bol

Page 6: Radar Magazine

In de maanden voor de lancering hebben we

hard gewerkt om ons experiment, genaamd

BugNRG (uitgesproken als Bug-energy)

klaar te maken voor de ruimtevlucht.

Toevallig was dat ook de vlucht waarmee de

Nederlandse ESA-astronaut André Kuipers

meevloog, mét de bijbehorende mediahype

eromheen. BugNRG haalde zodoende

meerdere malen de landelijke media als

«studentenproef uitgevoerd door André

Kuipers». Kuipers zou ons experiment gaan

uitvoeren aan boord van het internationaal

ruimtestation ISS, dat in anderhalf uur in

een baan om de aarde draait.

B a t t e r i j o p s u i k e r

Aan boord van het ISS wordt veel onderzoek

gedaan naar de invloed van microzwaar-

tekracht (gewichtloosheid) op allerlei

processen. Het is een van de weinige

plaatsen waar langdurig gebruik kan worden

gemaakt van deze unieke omstandig-

heden. Het studentenexperiment BugNRG

onderzoekt de invloed van gewichtloosheid

op een bacteriële brandstofcel, een soort

batterij op suiker.

In deze batterij zitten bacteriën die

onder de juiste omstandigheden glucose

(suiker) omzetten in energie. Het principe

Maandag 19 april 2004

Lokale t i jd 09:19 uur. Kazakstan, Baikonour. Terwij l de meeste

Nederlanders nog op één oor l iggen (het t i jdsverschi l met Nederland is

4 uur), staan wij op zo’n 800 meter van het lanceerplatform. We zi jn

moe – de afgelopen 24 uur was er geen t i jd om te s lapen omdat we ter

plaatse in een provisor isch inger icht laborator ium de laatste voorberei-

dingen getroffen hebben. De hele nacht z i jn we in touw geweest – tot

enkele uren voor de lancer ing is het lanceerplatform nog toegankel i jk

voor publ iek en kun je z ien hoe de brandstoftanks worden gevuld. In

een sni jdende vr ieskou met een i jz ige wind, dat houdt ons wakker. Maar

voor ons is het een unieke gebeurtenis, dan ga je niet s lapen maar gr i jp

je je kans om het van dichtbi j mee te maken.

Nu is het dan zover. Ons experiment is off ic ieel overgedragen aan

de Russen, dus we kunnen niets meer doen dan toeki jken. Langzaam

zien we hoe de armen die de raket vasthouden worden losgekoppeld.

Journal isten controleren voor de laatste maal hun apparatuur. En dan

ineens (de Russen doen niet aan aftel len, die gaan gewoon) z ien we

hoe de raket als een reusacht ig gevaarte opst i jgt. Even l i jkt het alsof de

raket bewegingsloos boven het lanceerplatform bl i j f t hangen. En dan een

enorme vuurmassa; met een donderend geraas dat we al lemaal tot in

onze maag voelen tr i l len, baant de raket z ich een weg naar de ruimte.

Na je eindexamen maak je vol goede moed een nieuw

begin op de universiteit. Dus bereid je je voor op een

jaar van colleges. Dat zo’n studiejaar wel eens heel

anders kan verlopen dan voorzien merkten

Sebastiaan de Vet (20) en Renske Rutgers (18).

Afgelopen jaar waren zij eerstejaarsstudenten aan de

TU Delft en de Universiteit Utrecht; hun eerste

collegejaar bracht ze uiteindelijk op een Russische

lanceerbasis in Kazakstan. Daar zagen zij hoe hun eigen

ruimte-experiment werd gelanceerd.

maakt gebruik van een slimmigheidje: de

aanwezige bacteriën kunnen hun voedsel

namelijk alleen maar omzetten als er een

elektron-acceptor aanwezig is waaraan bij

het proces vrijkomende elektronen kunnen

worden afgestaan. Door ervoor te zorgen

dat de vrijkomende elektronen worden

toegevoegd aan een elektrode kan er een

potentiaalverschil worden gecreëerd en is

de bacteriebatterij een feit.

G e w i c h t l o o s h e i d

Op aarde leverde het ons al een werkend

systeem op. Maar ook in de ruimte heeft het

systeem gewerkt. Toch hadden we gehoopt

dat we in de ruimte een hogere stroom en

spanning zouden verkrijgen door de invloed

van gewichtloosheid op de bacteriën in de

batterij. De meetgegevens die de proef

heeft opgeleverd zijn niettemin interessant;

het zijn de eerste meetgegevens ooit van

een bacteriële brandstofcel in langdurige

gewichtloosheid. Aan bacteriële brandstof-

cellen wordt wereldwijd door veel meer

teams gewerkt en een toepassing in de

6

Groene sTroom In ruImTesTaTIon

0302

01

6

k ampus

Page 7: Radar Magazine

ruimtevaart ligt mogelijk in het verschiet.

Denk daarbij aan toepassingen aan boord

van het ruimtestation, waar het van groot

belang is zo goed en nuttig mogelijk gebruik

te maken van afvalstoffen.

Daarnaast is bijvoorbeeld aan de meet-

gegevens goed te zien wanneer André

onze bacteriebatterij heeft verplaatst; er is

dan een piek in de output zichtbaar. Voor

conclusies is het echter in dit stadium nog

te vroeg. We werken momenteel nog aan

een referentie-experiment op aarde.

We d s t r i j d

Al met al zijn we sinds oktober 2003 bezig

met BugNRG. Alle voorbereidingen voor

het maken van het experiment zijn gedaan

in overleg met de Europese ruimtevaart-

organisatie ESA. De wedstrijd «experimen-

[email protected]», georganiseerd

door het Ministerie van OCW, stond aan

de wieg van het hele project. In oktober

stuurden we ons eigen onderzoeksvoorstel

in naar ESA. Na een selectieronde werd ons

voorstel uitverkoren om ook daadwerkelijk

ten uitvoer te worden gebracht aan boord

van het ruimtestation. Het voorstel, dat

tot eind 2003 alleen nog maar op papier

bestond, moesten we nu in enkele maanden

tijd daadwerkelijk gaan bouwen. Dat wil

zeggen; de techniek (het bouwen van de

experimentfaciliteit), maar ook de bacterie-

batterij zelf moest daadwerkelijk in elkaar

worden gezet. Het Spacelab bij de faculteit

Lucht- en Ruimtevaarttechniek kwam daarbij

goed van pas. Hier is de experimentfaciliteit

grotendeels gebouwd. Gelukkig kregen we

daarbij hulp van onder meer de mensen van

de werkplaats van de faculteit waar een

aantal onderdelen konden worden gedraaid

op de draaibank. Ook de Vrije Universiteit in

Amsterdam werd bij het project betrokken.

We konden er gebruikmaken van de

aanwezige kennis en faciliteiten op de

afdeling Moleculaire Celfysiologie. Tot slot

hebben we ook het bedrijfsleven bij het

project betrokken. Want zie maar eens in

korte tijd te komen aan allerhande appara-

tuur die op de betrokken universiteiten

niet beschikbaar is. We zijn uiteindelijk

flink gesponsord. Maar we moesten het wel

allemaal zélf regelen!

H o o g t e p u n t

We hebben allebei naast onze studie

behoorlijk veel andere interesses. Dat

komt natuurlijk goed van pas bij zo’n

uniek project als BugNRG. In ons eerste

jaar aan de universiteit stonden we op de

Kazakstaanse steppe de lancering van een

Nederlandse astronaut te bekijken. Een

geweldige ervaring natuurlijk! Ons devies:

je moet gewoon overal je neus in steken.

Het afgelopen jaar was voor ons een

absoluut hoogtepunt. Maar… Het wordt nu

echter toch weer hoog tijd om de neven-

activiteiten op een laag pitje te zetten.

Voorlopig gaat de studie weer even voor.

Alles op zijn tijd…!

Sebastiaan de Vet en Renske Rutgers zijn

geen studiegenoten. Zij kennen elkaar van een

wetenschapsconferentie in Tsjechië waar zij

hun profielwerkstuk presenteerden. Sebastiaan

koos na de middelbare school voor de opleiding

Lucht- en Ruimtevaarttechniek aan de TU Delft en

Renske koos voor Economie aan de Universiteit

Utrecht.

7

Groene sTroom In ruImTesTaTIon 02. Ready for take off .

01. André Kuipers zweeft.

05

04

03. Ready for take off . . . met de bus.

05. BugNRG de ruimte in.

04. Sojoez lanceerraket.

7

Page 8: Radar Magazine

Robotredding

Drs. Dr Leon Rothkrantz werkt aan meer innovat ies op het gebied van

calamiteiten. Zo doet hi j samen met andere univers i te i ten onderzoek

naar een robotreddingshond die s lachtoffers kan local iseren wanneer

het voor hulpver leners te gevaarl i jk is. Basis voor de robotreddingshond

vormt de Aibo die voor tweeduizend euro in de winkel te koop is. Een

standaard Aibo uit de fabr iek beschikt s lechts over software die hem laat

kwispelen en blaffen. De wetenschappers van de TU Delft s loopten de

standaard software eruit en verrui lden deze voor intel l igente software.

Met de nieuwe software doet de Aibo mee in de World Aibo Soccer

League, een wereldwijde competit ie waarin de robothondjes tegen elkaar

voetbal len (blz.10). Via oren, ogen en voetsensoren kunnen de Aibo’s

hun posit ie ten opzichte van elkaar en de bal bepalen. «Geluiddetect ie

werkt het beste», volgens Rothkrantz. «Visuele detect ie is last iger omdat

l icht in iedere ruimte anders is. Voor geluid geldt dat ook, maar storende

echo’s z i jn beter te herkennen: echo’s k l inken alt i jd zachter dan de

geluidbron.» Echt voetbal len kan de Aibo nog niet. «Voordat we dat in

de software hebben geïntegreerd z i jn we zo een paar jaar verder»,

schat Rothkrantz.

De wetenschapper gebruikt zel f een Aibo in z i jn huis als waakhond

en babysitter. «Ik heb een basisstat ion in mijn huis voor draadloze

communicat ie. Vanaf mijn werkplek kan ik een e-mai l sturen naar mijn

Aibo en de opdracht geven een foto te nemen in de keuken om te

z ien wat mijn kinderen uitspoken.» Al op heterdaad betrapt hoe ze de

koekjestrommel leegden? «Ze hebben inmiddels door dat ze gewoon een

handdoek over het beest kunnen gooien.»

Bestaande routeplanners rekenen moeiteloos de snelste

route van Amsterdam naar Groningen uit. Maar wat als

de reis wordt vertraagd door files, omgevallen bomen

of wegwerkzaamheden? Mieren geven het antwoord:

zij weten altijd de snelste weg naar de jampot te vinden.

M I C H E L H E E S E N

Openstaande jampotten, geknoeide suiker

of hagelslag, mieren weten ze snel te

vinden. Wie wel eens picknickt zal bovendien

opvallen dat vrijwel alle mieren via dezelfde

route lopen. Blokkeer de route en de mieren

zijn slechts kort de weg kwijt om al snel

weer een nieuwe karavaan te vormen. Hoe

doen die kleine beestjes dat?

Tijdens zijn zoektocht naar voedsel scheidt

een mier feromonen af, geurstoffen die

door zijn collega’s worden herkend. Het

geurspoor aan het begin van een langzame

route tussen voedsel en nest is minder vers.

Bovendien zal de mier die de kortste route

bewandelt vaker heen en weer lopen en

dus meer geursporen trekken. Zijn collega’s

volgen het sterkste spoor en kiezen zo

vanzelfsprekend de kortste route.

M i e r e n g e d r a g

Een wiskundige beschrijving van dit

mierengedrag werd eind jaren negentig

geleverd door de Nederlander Ruud

Schoonderwoerd en de Italiaan Marco

Dorigo. Schoonderwoerd gebruikte het Ant

Based Control Algorithm in een model voor

de routing van telefoongesprekken, Dorigo

beschreef met de vergelijkingen het reis-

gedrag van zakenmensen.

Wetenschappers van de TU Delft gebruiken

het mierengedrag bij de ontwikkeling van

software voor GPS-routeplanners. Bestaande

routeplanners zijn statisch: ze houden

nauwelijks rekening met veranderingen

onderweg zoals een file, een omgewaaide

boom of wegwerkzaamheden. Mieren

doen dat wel. Iedere mier laat een beetje

informatie achter (feromonen) en houdt zich

aan een simpele opdracht (volg het sterkste

feromonenspoor). Gezamenlijk vormen de

mieren een dynamische routeplanner die snel

en gemakkelijk op veranderingen reageert.

Promovendus Bogdan Tatomir maakt op

basis van het mierengedrag een routeplanner

voor weggebruikers in Rotterdam. De

AuTo ’s voLGen mIerensPoor

8

radarwerk

Page 9: Radar Magazine

Nel Platzek (52) Technische Bestuurskunde

Frank Platzek (23) Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek

Moeder en zoon

Nel: Oorspronkel i jk ben ik opgeleid tot biologisch anal iste, maar nadat

ik was gestopt met werken om voor de kinderen te zorgen, heb ik een

baan op de univers i te i t gevonden. Eerst a ls secretaresse en nu ben ik

communicat iemedewerker voor Technische Bestuurskunde. Omdat ik op

de univers i te i t werkte en we daar veel vr ienden hebben, heeft Frank al

vroeg kennisgemaakt met techniek.

Frank: Eerst vond ik bouwkunde leuk, daarna Civ ie le Techniek en na

een keer proefstuderen bi j luchtvaart- en ruimtevaarttechniek wist

ik het zeker. Dit wi l ik studeren. Mijn ouders hebben me zeker wel

gest imuleerd om te gaan ki jken maar uite indel i jk heb ik zel f gekozen.

Vaak komen we elkaar niet tegen op de univers i te i t , dat komt omdat

we al lebei in een ander gebouw zitten. Soms lunchen we wel eens

samen maar we z ien elkaar het meest op de hockeyclub. Mijn vader is

voorzitter dus daar ben ik prakt isch opgegroeid.

f amilie

AuTo ’s voLGen mIerensPoorRoemeen heeft zelf geen auto, maar op

reis met vrienden is hij degene die moet

kaartlezen. «Ik herinner me een vakantie in

Budapest waarbij ik ‘s avonds niet te veel

mocht drinken omdat we anders het hotel

niet meer zouden vinden.»

In zijn model bewegen gele, blauwe en

groene stipjes over de Rotterdamse wegen.

«De gele stipjes zijn bussen», licht Tatomir

toe. «Bussen volgen een vastgestelde route.

Blauwe stipjes zijn auto’s met routeplanners

die tijdens de reis geen nieuwe informatie

ontvangen. Groene stipjes zijn auto’s die

hun route uitstippelen zoals mieren: ze

ontvangen continu informatie waarmee ze de

route kunnen aanpassen.» De groene auto’s

beschikken over een Sharp PDA Zaurus, een

splinternieuw Japans apparaatje dat zo’n

duizend euro kost en de afmetingen heeft

van een afstandbediening. Het zilverkleurig

stuk elektronica kan draadloos communi-

ceren met soortgenoten. «Er bestaan

vergelijkbare apparaten, maar de software

van Zaurus werkt op besturingssysteem

Linux en dat werkt een stuk beter.», volgens

Tatomir.

B r e d e t o e p a s s i n g

Zijn model is beperkt tot Rotterdam.

«Mierengedrag is ongeschikt voor grote

netwerken», volgens de onderzoeker. «Bij

meer dan vijfhonderd kruispunten wordt

het gebied te groot, dan duurt het te lang

voordat de mieren terugkeren.» Meerdere

modellen op verschillende schaalniveau’s

kunnen die beperking ondervangen. «Zodra

je in de buurt komt van een snelweg

ontvangt de routeplanner informatie over het

snelwegnetwerk op grotere schaal, rekening

houdend met de hiërarchie in wegen.»

Bedoeling is het model volgend jaar toe te

passen in een echte situatie: de routing van

taxi’s en bussen in Berlijn.

Tatomir doet zijn promotie-onderzoek bij de

vakgroep Data en Kennissystemen waartoe

ook universitair hoofddocent drs.dr. Leon

Rothkrantz behoort. Rothkrantz ziet in het

gedecentraliseerde besluitvormingsmodel

van mieren een brede toepassing. «Zo’n

model kun je bijvoorbeeld toepassen bij

evacuaties uit gevaarlijk gebied waarbij

routes en nooduitgangen zijn geblokkeerd,

maar ook in organisaties. Denk aan de

ramp met de Twin Towers in New York.

Mobiele communicatie was toen niet mogelijk

waardoor geïsoleerde brandweerlieden maar

weinig informatie hadden, net als de mieren

in het model.»

Bogdan Tatomir

9

Page 10: Radar Magazine

k ampus

In de eerste week van juli 2004, dus tijdens

Euro 2004, werd in Lissabon ook het wereld-

kampioenschap robotvoetbal gehouden.

Ruim 1600 deelnemers uit 37 landen over de

hele wereld kwamen bijeen om hun robots

tegen elkaar te laten voetballen.

Dit gebeurde in verschillende leagues, met

kleine, grote en gesimuleerde robots. Maar

ook met robothondjes. Twee teams van

vier robothondjes voetballen twee keer 10

minuten op een klein veld. Iedereen voetbalt

met dezelfde robot (Sony Aibo), en program-

meert die zelf. Het team dat zijn robots het

best programmeert wint dus.

In het kader van mijn afstuderen bij

Technische Natuurkunde speel ik tijdens

het kampioenschap in het Dutch Aibo team.

Samen met drie studenten uit Utrecht, een

TU Delft-collega en twee begeleiders. Dit

was de eerste keer dat het Dutch Aibo team

meedeed aan het toernooi.

W a r m l o p e n

Op zaterdag een beetje wennen in Lissabon,

op zondag onszelf installeren in de enorme

hal waar de robots voetballen, en op

maandag twee oefenwedstrijden. In de

wedstrijden viel al snel op dat onze robotjes

dezelfde grote fout maken die mensen ook

zo vaak maken; ze waren aan het denken

in plaats van voetballen. Gelukkig hadden

we na de oefenpotjes (twee keer verloren

zonder zelf te scoren) nog ruim een dag over

tot de eerste echte wedstrijd, dus gingen

we aan de slag. We hebben de hersens van

de robots goed doorgespit en gezorgd dat

hij voortaan niet meer denkt over allerlei

moeilijke dingen, maar zich beperkt tot wat

hij moet doen: naar de bal lopen, pakken,

draaien en schieten.

Dit werkte verrassend goed. Onze eerste

wedstrijd wonnen we met 6-0 en de tweede

verloren we nipt met 2-4 van de uiteindelijke

nummer twee van het toernooi.

O r a n j e

Na deze goede resultaten was het zaak

ons hoofd op andere belangrijke dingen

te richten. Op woensdag speelde het

Nederlands elftal de halve finale van het EK

tegen Portugal en wij moesten daar natuur-

lijk bij zijn. Met een beetje geluk en een

hoop geld was het gelukt! Samen met de

Utrechtse studenten zat ik zowaar in Estadio

José Alvalade, met 15000 Nederlanders

en 45000 uitzinnige Portugezen om ons

heen. Al ben ik voor Nederland, toch was

het waanzinnig om mee te maken hoe de

Portugezen hun overwinning vierden. Die

avond zijn ruim een miljoen Portugezen de

straat op gegaan om te feesten. Wij liepen

ertussen en werden behandeld als helden;

Portugezen zijn kennelijk allemaal fan van

Nederland.

Terug naar robotvoetbal. Uiteindelijk zijn

we in onze poule van zes teams vierde

geworden door drie spannende wedstrijden

te verliezen en twee dik te winnen.

We konden als verreweg de beste debutant

het toernooi verlaten, met opgeheven hoofd

en met goede ideeën voor het toernooi van

volgend jaar in Japan.

Kortom, een fantastische ervaring die ik

nooit had willen missen!

Meer informatie vind je op:

Robocup: http://www.robocup.org

Dutch Aibo team: http://aibo.cs.uu.nl

oranje robots in Lissabon F L O R I S M A N T ZF L O R I S M A N T Z

01. Wk Stadion Lissabon.

02.03.04. Aibo.

02

04

03

01

10

Page 11: Radar Magazine

F L O R I S M A N T ZF L O R I S M A N T Z

N a a m : S a r k i s B e n l i y a n

O p l e i d i n g : I n d u s t r i e e l O n t w e r p e n

B e r o e p : O n t w e r p e r b i j S m a r t

S t a r W a r s

«Mijn droomberoep verschilde niet veel van

dat van mijn mannelijke leeftijdgenootjes:

astronaut of piloot. Ik tekende als kleine

jongen in ieder geval veel vliegtuigen en star

wars ruimteschepen. Maar als ik terugdenk

twijfelde ik op het vwo tussen een techni-

sche opleiding en biologie. Nog steeds

trekt de romantiek van maritieme biologie

me aan. Uiteindelijk heb ik toch gekozen

voor de opleiding Industrieel Ontwerpen.

Tijdens een voorlichtingsdag slenterde ik

over de informatiemarkt en liep de stand

binnen van deze opleiding. De presentatie

op de voorlichtingsdag gaf de impressie dat

er vele mogelijkheden waren om dingen te

doen. Je wordt geen specialistische techneut

maar meer een multidisciplinaire ingenieur.

Tijdens de praktische ontwerpopdrachten

van mijn opleiding wist ik dat ik op de juiste

plek was. De theoretische vakken waren

allemaal te doen, maar interesseerden me

eigenlijk minder omdat ze de praktische

aansluiting met de ontwerppraktijk misten.

De ontwerpopdrachten daarentegen werden

leuker en leuker.»

M o t o r f i e t s e n

«Als afstudeerproject heb ik gekozen voor

een motorfietsconcept. Ja, ik moet toegeven

dat het heel hoog gegrepen was. Maar ik heb

doorgezet en een afstudeerpositie bij BMW

motorfietsen in München gekregen.

Ik wilde perse een dergelijk project doen

omdat een voertuig een complex product

is om te ontwerpen. Er komen namelijk

nogal veel disciplines bij kijken. Ik was

vooral geïnteresseerd in de samenhang van

techniek en vormgeving. Naast een goede

leerervaring was de tijd bij BMW te gek

omdat je alle motorfietsen ziet ontstaan.

Op het gebied van vormgeven loop je als

TU’er achter op de jongens (veel vrouwelijke

auto-ontwerpers zijn er niet, dus kom op

meiden, tekenen!) die aan een van de grote

auto-ontwerpopleidingen hebben gestudeerd.

Ik heb doorgezet en kreeg de overtuiging dat

voertuigontwerpen het werk was dat ik wilde

doen na mijn afstuderen.»

A u t o ’ s

«Na mijn afstuderen heb ik een master-

opleiding gevolgd aan het Royal College

of Art (RCA) in Londen om mijn ontwerp-

vaardigheden in het voertuigontwerpen te

verbeteren. Het was een prachtige opleiding

als aanvulling op mijn TU opleiding. Mijn

huidige werkgever kwam naar mijn afstudeer-

presentatie kijken. Daar raakten we in

gesprek en van het een kwam het ander want

nu zit ik al bijna drie jaar bij Smart. Auto-

ontwerpen is niet alleen mooie autootjes

tekenen. Heel veel technische problemen

moeten opgelost worden voordat je een

voertuig van het papier op straat krijgt.

Fabriceerbaarheid, ergonomie, vormgeving

en veiligheid gaan hand in hand. Daarbij

moet je niet de indruk krijgen dat ik alleen

aan een auto werk. Integendeel; een groot

team van mensen maakt de auto! Samen met

collega-ontwerpers maak ik tekeningen en

begeleid de modelbouw én probeer daarbij

alle technische informatie van alle ingenieurs

te verwerken. Het vraagt veel begrip voor

het vakgebied van elkaar en daarom is een

technische achtergrond echt noodzakelijk.»

C o o l

«Binnen het bedrijf heerst natuurlijk het

bewustzijn dat we een jonge firma zijn

zonder een lange historie. Nog niet alles in

onze vormentaal is gedefinieerd, dat maakt

het interessant hier te werken. Vooral in het

begin was het spannend, maar hoe langer ik

hier werk merk ik dat het bedrijf zich in een

bepaalde richting beweegt. Oké, de Smart

wordt als een trendy image verkocht, maar

de oplossingen met plastic body panelen

en een stalen chassis die wij in de Smart

verwerkt hebben waren in eerste instantie

geen «style», ze hadden een functie! En je

moet niet vergeten dat de marketeers de

boodschap van «trendiness» uitdragen.

Mij interesseert het «coole» imago niet echt.

Het gaat mij eerder om innovatieve en goed

doordachte auto’s te ontwerpen. Zo heb ik

wel een beetje van mijn hobby mijn werk

gemaakt.»

S m a r t r i j d e r

«Toen ik klaar was met mijn studie had

ik helemaal geen autorijbewijs, wel een

motorrijbewijs overigens. Tijdens mijn

sollicitatiegesprek bij Smart kwam de vraag

naar voren welke auto ik reed en waarom.

Ik heb toen uitgelegd dat ik geen rijbewijs

had en gebruik maakte van het openbaar

vervoer. Dit vond men heel grappig, zeker

omdat ik solliciteerde voor een positie als

auto-ontwerper. Toch ben ik van mening

dat ik juist daardoor met andere ogen naar

het object «auto» kijk; anders dan de echte

autofreaks. Een paar weken geleden is het

eerste productie project waaraan ik heb

meegewerkt afgerond, een week later reed ik

af voor mijn rijbewijs! Het loopt soms anders

dan je denkt: eerst bouwen, dan pas rijden.

Overigens bezit ik nog steeds geen auto

maar overweeg een Smartje te kopen.»

A d v i e s

«Geniet van je studententijd! Doe dingen

naast je opleiding die je leuk vindt en niet

direct met werk te maken hebben. Want

werken doe je na je studie nog minstens

30 jaar. Vanuit mijn opleiding kan ik de

studenten Industrieel Ontwerpen adviseren

tijdens de eerste jaren de verplichte

vakken niet te verslonzen. Ook die vakken

wegwerken dus! Want aan het eind wordt

Industrieel Ontwerpen nog interessanter,

dan ga je namelijk de leuke praktische

ontwerpprojecten en stages doen.»

11

a lumnus

11

Page 12: Radar Magazine

Vliegtuigen slijten tijdens gebruik zonder dat

je het merkt. In de lucht wordt een vliegtuig

namelijk stevig belast door wind en ijs en

zelfs stenen of vogels. Eenmaal terug op

vaste grond krijgt het vliegtuig nog meer

klappen te verwerken: het taxiën kan een

hobbelige rit zijn, waardoor de constructie

flink klappert en schudt. Natuurlijk is de

constructie stevig genoeg om deze krachten

op te vangen, maar langzaam maar zeker

ontstaan microscopisch kleine beschadi-

gingen in het metaal. Deze kleine slijtage-

scheurtjes in vleugel of romp blijven lang

onopgemerkt.

Hoe klein de scheurtjes ook zijn, ze kunnen

grote problemen veroorzaken. Na een vlucht

controleren technici met het blote oog het

vliegtuig op slijtage. Een grondiger controle

op kleine scheurtjes is tijdrovend en duur,

dus gebeurt weinig en vaak te laat. Kleine

scheurtjes worden groot en kunnen uiteinde-

lijk de romp of vleugel doen breken tijdens

een vlucht.

Het materiaal waar vliegtuigen van gemaakt

zijn laat lichte slijtage niet zien. Ook kun je

het verergeren van een kleine beschadiging

tijdens het vliegen niet voorkomen. Een

piloot weet pas als hij terug is aan de grond

dat zijn vliegtuig minder veilig is geworden.

En al had hij dit geweten, had hij er tijdens

de vlucht niets aan kunnen doen.

V l e u g e l s m e t z e n u w e n

Ron Barrett, gastdocent aan de opleiding

Luchtvaart- & Ruimtevaarttechniek, legt uit

dat ingenieurs voor de oplossing van dit

probleem goed hebben gekeken naar de

natuur. «Het menselijk lichaam kan kleine

slijtage goed opvangen. Als je je enkel

verstuikt geeft je voet een signaal af van

pijn. Deze prikkel wordt in de hersenen

verwerkt en je hersenen zorgen ervoor dat

je je voet anders of helemaal niet meer gaat

belasten. Onderzoekers dachten; wat het

menselijk lichaam kan moet een vliegtuig

ook kunnen. Een vleugel of stuk romp zou

een te hoge belasting of slijtage moeten

‹voelen›, als er dan iets mis is kan het

vliegtuig de zwakke plek ontzien.’

Vleugels van intelligente materialen hebben

een soort zenuwen en spieren. Barrett

verbetert zichzelf: «Eigenlijk is ‹zich aan-

passende structuren› een betere term,

want het zijn constructies die een prikkel

uit de omgeving kunnen opvangen en die

zich vervolgens aanpassen. Als de structuur

beschadigt, geeft dit plaatselijke hoge

belasting. Een netwerk van vezels in het

materiaal ‹voelt› de spanning en geeft een

signaal door aan een computer aan boord

van het vliegtuig. Deze geeft een signaal

terug dat de constructie net als een spier

moet samentrekken of juist rekken. Hiermee

kan het scheurtje tijdelijk worden gedicht.

Een zich aanpassende structuur kan voelen

en reageren omdat het is gemaakt van een

zogenaamd piëzo-elektrisch materiaal. Dit

is een metaal met de bijzondere eigenschap

dat als je het belast, er een kleine elektri-

sche spanning ontstaat en het een kleine

stroom afgeeft. Ook andersom; als je stroom

door het metaal stuurt, wordt het plaatse-

lijk samengetrokken of opgerekt. Piëzo-

elektrisch materiaal kom je bijvoorbeeld

tegen in tiptoetsen die een piepje geven als

je ze indrukt.

vLIeGTuIG rePareerT vLeuGeL

Als je fiets een lekke band heeft, moet je deze plakken.

Je fietsband is helaas niet zo intelligent dat die dit zelf

doet. Sommige vliegtuigvleugels kunnen zichzelf wél

herstellen. Deze zijn gemaakt van intelligente materialen

(smart materials) en kunnen slijtage «voelen» en zelfs

tijdelijk repareren. Hiermee worden vliegtuigen een stuk

veiliger. Hoe maak je een vliegtuigvleugel zo slim en

welke problemen kun je er nog meer mee oplossen?

M A R T I J N K R E N N

radarwerk

Naam: Ron Barrett

Komt uit: Verenigde Staten - Kansas,

waar hi j heeft gestudeerd en is gepromo-

veerd.

Is in Nederland:

• s inds jul i vor ig jaar,

• docent bi j Luchtvaart- &

Ruimtevaarttechniek

• onderzoeker van z ich aanpassende

mater ia len in de luchtvaart.

Heeft Delft gekozen omdat:

• Delft het Mekka is voor luchtvaart-

techniek,

• Je hier een hal vol v l iegtuigen hebt waar

studenten in en aan mogen zitten.

12

Page 13: Radar Magazine

O n w e e r s b u i

Door toepassing van vliegtuigonderdelen die

zichzelf kunnen controleren en herstellen

wordt vliegen veiliger en kost onderhoud de

helft minder tijd en geld. Toch moeten we

nog zo’n 25 jaar wachten tot de techniek

wordt gebruikt in normale vliegtuigen.

Onderzoekers willen zeker weten of de

techniek betrouwbaar genoeg is voordat er

passagiers aan boord gaan. En stel je voor

wat er kan gebeuren als het vliegtuig een

onweersbui tegenkomt en de bliksem slaat

in. Een dergelijke enorme stroomstoot moet

de vleugels natuurlijk niet onbeheersbaar

laten vervormen. Daarom gebruiken we zich

aanpassende materialen nu vooral nog in

onbemande vliegtuigen.

B r u g g e n e n b o t t e n

De vliegtuigindustrie is niet het enige terrein

waar we zich aanpassende materialen en

structuren kunnen gebruiken. Barrett weet

genoeg andere toepassingen; bijvoorbeeld

een brug die zichzelf repareert bij slijtage.

De Amerikaanse Carolyn Dry ontwierp een

betonnen brug met daarin een glazen buisjes

gevuld met lijm. Als het beton scheurt door

te grote belasting breekt ook een buisje

open. In contact met lucht droogt de lijm op

en helpt de scheur te dichten.

Nog dichter bij het menselijk lichaam ligt de

toepassing in protheses. Als we protheses

zo intelligent kunnen maken dat ze een

beschadiging kunnen herstellen kunnen we

een menselijk bot bijna namaken.

Ondertussen gaat het onderzoek naar zich

aanpassende structuren en materialen door.

Met deze technieken kunnen we bestaande

producten verbeteren en heersende

problemen verzachten of oplossen. Barrett:

«De natuur blijft hierbij een inspiratiebron

en leermeester. De natuur heeft tenslotte

zo’n 4 miljard jaar ervaring in het verbeteren

van de wereld.» Door hier goed naar te

kijken kunnen we vliegtuigen en bruggen

veiliger maken én komt die fietsband die

zichzelf plakt er ook vast wel!

vLIeGTuIG rePareerT vLeuGeL

Raymond (l) en Vincent (r) van Sabben (23) Bouwkunde

Eeneiige tweeling

Vincent: Dat we al lebei bouwkunde studeren is niet toeval l ig, we z i jn

beide geïnteresseerd in architectuur. Wie als eerste besloten had om

naar Delft te gaan weet ik eigenl i jk niet. We hebben elkaar wederzi jds

gest imuleerd om in Delft te gaan studeren.

Raymond: Niet al leen wat betreft studeren doen we dezelfde dingen,

we z i jn bi jvoorbeeld al lebei l id geworden van studentenvereniging

Virgie l . Nu Vincent in het bestuur van Virgie l z i t , z ien we elkaar daar

regelmatig. Omdat we op bouwkunde alt i jd in verschi l lende project-

groepen z i tten, komen we elkaar daar minder vaak tegen. We wonen

niet bi j e lkaar, a l heeft Vincent in het begin van de studie toen hi j nog

geen kamer had 3 maanden bi j mij gelogeerd.

Vincent: Veel discussies hebben we niet, a l kunnen we over architectuur

nog wel eens f l ink van mening verschi l len. Daar worden we wel eens

moe van, maar het is ook erg leuk om met elkaar te discussieren.

f amilie

13

Page 14: Radar Magazine

Aan de stad leek geen einde te komen. Op

weg naar Sao Paulo vlogen we laag over de

immense zee van flats die over de heuvels

uitgespreid lagen. Zelfs vanuit het vliegtuig

was er geen horizon te zien waar geen stad

te zien was. ‘Mijn God’, dacht ik, ‘waar ben

ik nu weer aan begonnen?’

Waar ik aan begonnen was, was het volgen

van twee architectuursemesters (een studie-

jaar) aan de Universidade de Sao Paulo.

Zo’n drie maanden ervoor kwam het plan

om een jaar in Brazilië te gaan studeren. Na

erg veel gedoe met visums, verzekeringen

en andere officiële papieren, vele hopeloos

gestamelde telefoongesprekjes (ik sprak

nog geen Portugees, de mensen daar geen

Engels) was eigenlijk mijn enige zekerheid

een ticket. Desalniettemin was ik vol enthou-

siasme op het vliegtuig gestapt, en pas toen

ik vanuit het vliegtuigraampje keek naar

mijn nieuwe thuis en de 18 miljoen nieuwe

stadsgenoten onder me, drong het pas echt

tot me door dat ik echt weg was.

Een tijdlang in het buitenland studeren is

eigenlijk veel leuker dan reizen, omdat je

echt in een ander land woont, boodschappen

doet en de was doet. En tegelijkertijd vakken

volgt, samenwerkt met medestudenten, en

onder het mom van studie-excursies zoveel

mogelijk uitstapjes maakt. A vida louca. Na

een tijdje leek Nederland net zo buitenland

als Sao Paulo.

Het studeren in Sao Paulo ging er nogal

anders aan toe dan ik in Delft gewend was.

Zo begon bijvoorbeeld niets op tijd. Iedereen

was altijd en overal te laat. Maar dat soort

gewoontes zijn heel (te?) gemakkelijk over

te nemen, wat me nu, eenmaal terug in

Nederland, af en toe behoorlijk opbreekt.

Ten tweede is de Braziliaanse cultuur zo

anders, dat het af en toe net leek alsof ik

in Nederland een totaal andere studie had

gevolgd. Soms tot wanhopen toe heb ik

daar dus wel erg veel van geleerd. Maar het

meest beviel me de ongelofelijk ontspannen

manier van studeren en lesgeven en leven.

Misschien zijn de Brazilianen wel de meest

relaxedte mensen ter wereld. In een van de

grootste steden ter wereld, waar de vaart

van het leven ongelofelijk hoog lag, waar je

op de onmogelijkste plekken in urenlange

files terecht kon komen en waar je overal

met armoede geconfronteerd wordt, waren

de mensen zelf het toonbeeld van rust,

vrolijkheid en relaxedheid. Of, zoals ze dat in

het Portugees noemen, alegria. Altijd waren

mensen bereid me te helpen als ik weer eens

hopeloos verdwaald was, of wanneer ik in

het begin in een stamelend mengelmoesje

van talen en handgebaren iets probeerde te

vragen.

Tijdens en na mijn studieperiode heb ik

vooral de ‘omgeving’ bezocht. Dat waren

de op reis reisjes. Sao Paulo ligt behoorlijk

gunstig om met de bus een aantal andere

steden en plekken ‘in de buurt’ te bezoeken.

Ik ga zelf liever een stad bezoeken dan een

natuurpark, en dus pakte ik in weekenden

en vakanties de bus naar onder andere

Buenos Aires, Montevideo, Asuncion en Rio

de Janeiro. Vaak per bus meer dan 30 uur,

maar zeker de moeite waard. Alleen Rio lag

slechts 6 uur van Sao Paulo. En elke keer als

ik weer terugkwam, had ik het gevoel thuis

te komen.

Inmiddels ben ik zo’n twee maanden terug

in Nederland. Toen ik terugvloog en weer

over de stad neerkeek, wist ik weer precies

hoe ik me voelde toen ik 11 maanden ervoor

aankwam. Maar inmiddels kende ik mensen

in de verschillende wijken, had ik in de

parken liggen slapen en op de snelwegen in

de file gestaan.

S a n d e r T r o o s t

s t u d e n t B o u w k u n d e

In ieder nummer van Radar schrijven studenten van de

TU over hun buitenlandse avonturen in het kader van

stage of afstudeerproject. Dit keer in Buitengaats drie

verschillende verhalen uit Amerika, zowel Noord als Zuid.

A vIDa Louca !

14

b uitengaats

Page 15: Radar Magazine

B a s B i n a s • d o o r M a t t h i j s v a n B a a r s e l

Sinds begin mei loop ik stage bij de Universi-

dad Católica Boliviana in Cochabamba,

Bolivia. Op de afdeling waar ik werk houden

ze zich bezig met het meten van de lucht-

vervuiling in de stad. Mijn taak bestaat uit

het herontwerpen van een internetpagina

en een computerprogramma waarmee

resultaten van metingen beschikbaar gesteld

worden voor inwoners, wetenschappers en

journalisten. Op de universiteit kunnen ze

goed programmeren, maar grafische kennis

is er nauwelijks. Vandaar dat ik als student

Industrieel Ontwerpen veel heb kunnen

verbeteren aan vormgeving en gebruiks-

vriendelijkheid.

Toen mijn ontwerp een maand geleden

af was, had ik nog geen zin om naar

huis te gaan. Gelukkig is er hier als IO-

er genoeg te doen. Inmiddels ben ik dan

ook in twee andere projecten gerold. Zo

werk ik momenteel voor een

werkplaats waar zonneovens

worden geproduceerd. Dit

zijn ovens die alleen maar op

zonnewarmte werken; een

groot voordeel in een land

waar de zon altijd schijnt en

erosie door het gebruik van

brandhout een steeds groter

probleem wordt.

Verder werk ik mee aan een

project voor een indianenstam

in de jungle. Hun manier

van leven wordt bedreigd

doordat kolonisten (o.a.

cocaboeren) steeds meer

leefgebied in beslag nemen.

Het doel is nu om producten

te bedenken die de kolonisten

kunnen fabriceren, zodat

ze met minder landgebruik

meer winst kunnen maken.

Dit project heeft al voor

een aantal bijzondere ervaringen gezorgd;

zoals tot diep in de nacht drinken met een

stamhoofd in een dorpje diep in het oerwoud

dat slechts met de kano te bereiken is.

Gelukkig heb ik naast dit alles nog genoeg

tijd over om te genieten van het goede

leven in Cochabamba. Moet je als student

in Nederland vaak op een houtje bijten;

in het op-één-na armste land van Zuid-

Amerika kan je met je studiefinanciering

prima rondkomen. Een goedvullende twee-

gangen lunch kost je zestig eurocent, een

glas versgeperst sinaasappelsap vijftien cent,

acht bananen krijg je voor tien cent mee

en een spijkerbroek volgens de nieuwste

Boliviaanse mode kost je een euro of zeven.

Wat het meest opvalt aan het leven in

Cochabamba zijn de enorme tegenstellingen.

Aan de ene kant van de stad wordt het

straatbeeld bepaald door indianenvrouwen

met hun traditionele vlechten, rokken en

hoedjes en word je overspoeld door schoen-

poetsers en lijmsnuivende bedelaartjes.

Aan de andere kant van de stad leven de

bewoners zo westers mogelijk in grote villa’s

met dure auto’s. Deze jetset gaat naar

disco’s die qua interieur, muziek en hipheid

van de bezoekers weinig onderdoen voor

een club in Rotterdam. De interesse voor

Europeanen is onder deze groep zo groot dat

alle Delftse studenten hier al wel eens met

een foto in een plaatselijk roddelblaadje zijn

verschenen.

Op andere plaatsen in de stad wordt er in

het weekend gedanst in schuurachtige-

disco’s met golfplaten daken onder het genot

van het typische Boliviaanse maïsdrankje

Chicha, geserveerd in plastic emmers.

Ook daar blijf je als blauwogig meisje niet

onopgemerkt en moet je, netjes in rijen

dansend, de folkloristische dansen onder de

knie proberen te krijgen.

Misschien nog wel groter zijn de verschillen

in de adembenemende landschappen van

Bolivia. Het ene moment zwem je tussen de

krokodillen in een rivier in het regenwoud,

een week later rijd je, ingepakt in drie

broeken, vijf truien, twee mutsen en een

sjaal, langs besneeuwde bergtoppen, wild

spuwende geisers en zoutvlaktes.

Nog een week of zes mag ik genieten van dit

bijzondere land vol tegenstellingen, daarna

zal ik de Boliviaanse lente moeten inruilen

voor de Hollandse herfst…..

H e l e e n W i l l e m s e n

s t u d e n t I n d u s t r i e e l O n t w e r p e n

DrInKen meT HeT sTamHooFD

15

Page 16: Radar Magazine

Hieronder volgt een kleine greep uit

het programma van een studiereis in

de zomer van 2004 naar de Verenigde

Staten van Amerika. De reis werd

georganiseerd door de Vereniging voor

Technische Physica, de studievereniging

van de studie Technische Natuurkunde.

De 28 deelnemende studenten en vier

professoren zijn een kleine vier weken

weggeweest. De reis stond in het teken

van renewable energies.

2 8 j u n i , B o s t o n , M a s s a c h u s e t t s

Vis i t at Massachusetts Inst i tute of Technology

(MIT)

Het eerste voorbeeld van ongekende mogel i jk-

heden; een «simpele» univers i te i t d ie geheel

voor eigen onderzoek een experimentele

kernfusiereactor heeft opgebouwd. De reactor

werkt volgens het Tokamak pr incipe. In een

donutvormige reactor wordt een mengsel van

deuter ium (verzwaard waterstof) en tr i t ium

op een temperatuur van enkele mi l joenen

Kelv ins gebracht, waarna in het ontstane

plasma een fusie van de kernen van deze twee

atomen optreedt. Dit plasma wordt in bedwang

gehouden door een aantal enorme magneet-

velden die evenveel vermogen gebruiken als

een kle ine Amerikaans stad. De tokamak-

reactor is één van de meest extreme apparaten

op deze planeet. Binnen een afstand van orde

1 meter wordt een temperatuurgradiënt gehaald

van zo’n 10 mi l joen˚C naar zo’n -270˚C! Een

wereldwijd samenwerkingsverband is in gang

gezet om de tokamak-reactor uite indel i jk

commercieel te kunnen gaan toepassen.

3 0 j u n i , N e w Y o r k C i t y

Vis i t at Bel l Laborator ies

Bel l Labs is zonder twij fe l één van de meest

bekende natuurkunde laborator ia ter wereld,

met baanbrekende ontdekkingen op hun

naam zoals de transistor, de laser en digita le

encrypt ie. Het is een ongeloof l i jk indrukwek-

kend lab waar ongeveer 2000 onderzoekers

werken, met daaromheen 8000 onderzoekers bi j

gel ieerde instant ies. Recente doorbraken z i jn

bi jvoorbeeld de toepassing van softswitches

als de «brains» in netwerken, smart antennas

en de eerste breedband ( infrarood) halfgelei-

der laser.

1 3 j u l i , S a n F r a n c i s c o , C a l i f o r n i a

Vis i t at Lawrence Livermore Nat ional Laboratory

(LLNL)

Het LLNL is één van de acht laborator ia in de

VS die onder de mantel van het minister ie van

Energie onderzoek doen naar renewables en

aanverwante zaken. Het was al snel duidel i jk

dat LLNL z ich voornamel i jk bezig houdt met de

aanverwante zaken. Het lab is opgericht met

als enig doel de Amerikaanse voorsprong op

wapengebied te behouden. LLNL is de plaats

waar het «Manhattan Project» (ontwikkel ing

van de atoombom) in 1943 is opgestart.

Er wordt onderzoek gedaan naar al ler le i soorten

atoomwapens, maar ook naar biologische en

convent ionele wapens. Ook al komt er een

heleboel zeer interessante fys ica bi j k i jken was

toch niet iedereen in onze groep even gechar-

meerd van de bezigheden van dit bedri j f . De

managing director kon de meeste studenten dan

ook niet overtuigen met z i jn argument: «Wel l ,

i f we don’t do i t , somebody else wi l l». Op wat

voor manier dan ook, dit bezoek heeft in ieder

geval op iedereen een grote indruk gemaakt.

Dit was s lechts een kle in deel van het

uitgebreide reisprogramma, maar geeft in ieder

geval een indruk hoe ongeloof l i jk breed en

interessant de wereld van een technisch natuur-

kundige kan z i jn. Uite indel i jk is er maar één

manier om dat echt in te z ien en dat is door het

zel f te ervaren.

S t i j n v a n D o r p

s t u d e n t T e c h n i s c h e N a t u u r k u n d e

sTuDIeverenIGInG In De USA

16

a gendab uitengaats

Page 17: Radar Magazine

f amilie

t o t e n m e t 7 o k t o b e r 2 0 0 4

Een abstract stripverhaal, een andere architectuurbenaderingHedendaagse architectuur als inspriratiebron

voor de kunstenaar of architect die geïnspi-

reerd wordt door de kunst. Tentoonstelling

in de vorm van een stripverhaal laat in 25

tekeningen de andere kant van architectuur

zien.

Faculteit Bouwkunde, Berlageweg 1, Delft

s e p t e m b e r 2 0 0 4 - s e p t e m b e r 2 0 0 5

Jaar van de BrugIn het kader van het jaar van de brug

worden vele activiteiten georganiseerd, waar

ook jij aan kunt deelnemen.

meer informatie via www.jaarvandebrug.nl

2 4 o k t o b e r 2 0 0 4

Wetenschapsdag DelftTijdens de Wetenschapsdag Delft kun je bij

verschillende bedrijven en instellingen een

kijkje achter de schermen nemen en veel

leuke activiteiten beleven.

De TU Delft stelt op deze dag twee

locaties open; het Techniek Museum en de

Botanische Tuin.

meer informatie via

www.wetenschapsdag.tudelft.nl

4 & 5 n o v e m b e r 2 0 0 4

VoorlichtingsDagen TU Delftmeer informatie en aanmelden via

www.studeertechniek.nl

3 0 d e c e m b e r 2 0 0 4

Ontwerp je eigen chipMasterclass Elektrotechniek voor 5 en 6

vwo’ers met Natuurkunde.

meer informatie via

www.studeertechniek.nl, bachelor

Elektrotechniek, voorlichting

2 0 j a n u a r i 2 0 0 5

Wiskunde in actieWorkshops voor 5 en 6 vwo’ers met N&T

of N&G en hun docenten bij de opleiding

Technische Wiskunde.

meer informatie via

www.studeertechniek.nl, bachelor

Technische Wiskunde, voorlichting

2 2 j a n u a r i 2 0 0 5

OriëntatieDag TU DelftAls je een eerste indruk wilt krijgen van

de opleidingen die de TU Delft je te

bieden heeft, ben je van harte welkom op

de OriëntatieDag. Daar presenteren alle

bacheloropleidingen zich.

Te zijner tijd meer informatie en

aanmelden via www.studeertechniek.nl

1 4 e n 1 5 a p r i l 2 0 0 5

VoorlichtingsDagen TU DelftTe zijner tijd meer informatie en

aanmelden via www.studeertechniek.nl

(l) Nanne Schriek (25) en (r) Thomas Schriek (23)

Broers bij Technische Bestuurskunde

Nanne: Na de havo ben ik overgestapt op het vwo. Ik wilde altijd

al een logistieke opleiding volgen en de hogeschool voor toerisme

leek daarvoor het meest geschikt. Maar met een vwo-diploma lonkt

de universiteit toch ook. Toen kwam ik erachter dat de opleiding

Technische Bestuurskunde een richting transport en logistiek heeft.

Thomas: Ik wilde uiteraard niet hetzelfde doen als mijn broer. Dus

ben ik eerst met geneeskunde begonnen maar dat duurde niet lang.

Mijn vakkenpakket leidde toch wel naar een technische opleiding. Via

via heb ik toen informatie ingewonnen en raakte in gesprek met een

student. Hij maakte me enthousiast voor Technische Bestuurskunde.

Achteraf bleek het een vriend van mijn broer te zijn die mij niets-

vermoedend dezelfde richting als mijn broer in praatte.

We wonen niet samen; dat zou te ver gaan. We spreken ook niet vaak

af. Maar Delft is klein, dus we komen elkaar wel vaak tegen. Op de

studentenvereniging, studievereniging of gewoon op straat.

Nanne: We zaten op de dezelfde middelbare school en voetbalden

ook nog samen. Hoewel we beiden gestopt zijn met voetbal hebben

we vorig jaar nog tegen elkaar gespeeld met de studentenhuizen.

Glansrijke overwinning voor mijn huis natuurlijk.

17

a genda

Page 18: Radar Magazine

OnTwerPen, Bouwen en racen ! Vier jaar geleden las een TU student

in een Engels tijdschrift over Formula

Student. “Daar moeten op de TU toch meer

mensen warm voor lopen”: dacht hij. Na

een rondgang langs faculteiten trof hij bij

Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek een

enthousiaste professor die bereid was te

helpen bij het opzetten van een Delfts team.

Enkele uren laten ontving de professor een

Lucht- en Ruimtevaart student die op zoek

was naar een afstudeeropdracht. Eén en

één is…., dacht de professor en bood de

student aan een zelfdragende koolstofepoxy

monocoque te ontwikkelen. Als onderdeel

van de afstudeeropdracht kon hij dan ook

het DUT Formula Student Racing Team

managen. En zo ontstond het eerste Delftse

team dat zich inschreef voor de Formula

Student competitie.

I n t e r f a c u l t a i r

Formula Student is een internationale

ontwerpcompetitie waarbij centraal staat dat

studenten de raceauto ontwerpen, bouwen

en testen. De teams moeten zich aan een

aantal regels houden. De motor mag een

inhoud hebben van maximaal 610 cc met een

inlaatrestrictor van 20 mm, de wielbasis van

de auto moet minstens 1525 mm zijn en de

auto moet open wielen en een open cockpit

hebben.

Belangrijk is dat Formula Student (in

Delft) uit interfacultaire samenwerking

bestaat. Wat gebeurt er wanneer een

raceauto wordt ontworpen door studenten

van één opleiding. Pieter Commandeur,

teamleider van het racing team 2004 legt

met lichte spot uit: “Studenten Luchtvaart

en Ruimtevaarttechniek zetten een straal-

jager neer, halen de vleugels eraf en zetten

er wielen onder. Studenten Industrieel

Ontwerpen produceren een goed en vooral

leuk ding; kijk naar de nieuwe Volkswagen

Beetle. Werktuigbouwkundigen letten vooral

op vermogen en kracht. Een enorme motor

dus waarna de rest zo stevig mogelijk wordt

gemaakt. Maar als je de studenten van

verschillende opleidingen samen laat werken

ontstaat er een lichtgewicht en aërodynami-

sche raceauto met voldoende vermogen en

produceerbaar.”

W e d s t r i j d

Formula Student is ontstaan in de Verenigde

Staten. Daar organiseert de Society of

Automotive Engineers (SAE) al sinds 1981 de

Formula SAE competitie. Aan deze competitie

doen ongeveer 100 internationale universi-

teiten mee. Bijna tien jaar geleden werd de

competitie met dezelfde regels geïntrodu-

ceerd in Europa. Op een oud vliegveld in de

buurt van Leicester (Engeland) strijden de

teams op verschillende onderdelen tegen

elkaar. Zo gaat het niet alleen om snelheid

maar tellen vormgeving, kosten, presen-

tatietechniek, weggedrag en acceleratie

ook mee in de eindscore. Het team dat het

beste scoort op alle onderdelen mag zich de

winnaar noemen van de competitie.

Zonder ervaring begonnen de studenten van

het eerste uur aan de zware test en kwamen

thuis met de “Runner Up Rookie Award” voor

de beste nieuwkomer. Het jaar daarop sloot

het team af op een 16e plaats. Vorig jaar

won het Formula Student team de presti-

gieuze ontwerpprijs. Dit was onder meer

te danken aan het gewicht van de bolide.

Slechts 135 kilo woog de carbonfiber auto

met aluminium spaceframe, ongeveer 70 kilo

lichter dan de lichtste auto na Delft. Helaas

blies het team in de laatste test de motor op

waardoor in de eindstand de 21e plaats werd

bezet.

Een raceauto ontwerpen en daarmee ook nog echte

wedstrijden rijden. Voor velen is het ooit een jongens- of

meisjesdroom geweest. Voor studenten van de TU Delft

bleef het daar niet bij. Zij bouwen ieder jaar een nieuwe

raceauto en doen mee aan de Formula Student competitie.

DuT 04 Gewicht: 125 kg, Massaverhouding voor-/achterkant: 45/55

Monocoque is uit één stuk (Motor zit aan het chassis vast) en gemaakt van koolstofvezel (stevig en extra licht)

Para-aramide neus (Goede crash eigenschappen)

Yamaha WR450F,Één cilinder449 cc, 40 PKToerental 10.500 rpmVloeistof gekoeld

LeCont 16” Supersoft Banden

Dubbele composieten A-armen, speciaal lichtgewicht gemaakte vering en Risse dampers

Ladder chassis. De constructie heeft iets weg van een “ladder”, 2 opstaande randen met stevige verbindingen. Voordeel is dat het chassis lager ligt en goed met de hand te produceren is.

Wielen 10”, met composieten velgen. Wijdte voor is 6” achter 7”

18

kampus

Page 19: Radar Magazine

OnTwerPen, Bouwen en racen !

T o e k o m s t

De gewichtsbesparing zette zich dit jaar voort.

Door ook het chassis geheel uit carbonfiber

te fabriceren is het gewicht van de auto tot

127 kilo gereduceerd. Bovendien zijn de

wielen kleiner gemaakt waardoor de banden

sneller opwarmen en de grip verbetert. Ook

de vormgeving is aangepakt waardoor de auto

hoekiger toont dan de voorgangers. Met deze

verbeteringen haalde het team de hoogste

notering in hun nog jonge bestaan, de tiende

plaats.

Natuurlijk wil Formula Student nu de top tien

induiken. Ongeveer 45 studenten storten zich

voor 2005 op het ontwerp en de bouw van een

raceauto die nog lichter, aërodynamischer en

sneller is. Volgend jaar kunnen we lezen of zij

daarin geslaagd zijn. En wie weet bouw jij over

een paar jaar wel mee aan een revolutionaire

raceauto waar Michael Shumacher ook wel een

rondje in wil maken.

Meer informatie vind je op www.dutracing.nl

c olumn

HaasTIGe sPoeD…Sinds ik in Delft woon ben ik bezig de grens te ontdekken tussen

studie en ontspanning. Het is belangrijk om te weten waar die ligt,

omdat teveel werk voor stress zorgt en te weinig voor een waardeloze

studievooruitgang. Natuurlijk is het ook een stuk leuker en gezelliger

om van feest naar feest te lopen. En wie ben ik om daar niet aan mee

te doen.

Hoe dan ook, na een half jaar kwam ik tot de conclusie, dat er wel

genoeg was gefeest en het tijd was voor een omslag. En dan ben

je in Delft aan het goede adres. Volop sportgelegenheden bij het

sportcentrum, veel cursussen bij het Cultureel centrum en dan zijn er

nog vele mogelijkheden om daarnaast aan activiteiten mee te doen.

Zelf ben ik lid geworden van windsurfvereniging Plankenkoorts.

Overigens niet voordat ik in de zomer mezelf de basics had

aangeleerd. Eigenlijk is het een van de leukste verenigingen; al zeg ik

het zelf. Geen regels en veel enthousiaste mensen die graag laten zien

hoe het moet. Uiteraard met een wekelijkse borrelavond en 2 keer per

jaar een kamp.

Dit jaar komt daar nog een voetbalcompetitie bij, samen met vrienden

een team oprichten en kansloos verliezen in de competitie tegen

superieure teams. Maar dat maakt niet uit, meedoen met een paar

vrienden is al leuk genoeg.

Nu ik dit typ staat de OWee weer voor de deur, de introdagen van

alle verenigingen in Delft. En het leuke is dat ik er dit jaar ook mag

staan als vertegenwoordiger van Plankenkoorts. Daarnaast is het voor

mij als ouderejaars ook nog eens leuk om te proberen bij de andere

verenigingen binnen te komen, altijd moeilijk maar niet onmogelijk.

Door de goede mensen op de goede plekken te kennen is het namelijk

niet noodzakelijk om een toegangskaartje te hebben. Alleen eerste-

jaars krijgen die namelijk en die zijn dan ook erg gewild.

Eigenlijk blijft iedereen op zoek naar die magische grens, maar of

die ooit gevonden zal worden blijft de vraag. Wijze mensen zeggen

wel eens dat studeren de leukste tijd van je leven is en daar hebben

ze volkomen gelijk in. Waarom zou je dan je best doen het zo snel

mogelijk aan je voorbij te laten trekken zonder zelf mee te doen?

De kansen zijn er en het is aan jou om ze te grijpen.

PHILIP TroosT

student Industrieel Ontwerpen

19

Page 20: Radar Magazine

«Achter een goede chirurg staat steeds

vaker een goede ingenieur» stond er te

lezen in een advertentie van de TU Delft.

Medische wetenschap en techniek

vormen een sterk team. Artsen doen

er vanzelfsprekend alles aan om

lichamelijke onder-zoeken

voor hun patiënten zo

draaglijk mogelijk te

maken. Verbeterde

technieken en nieuwe

instrumenten moeten

de artsen daarbij

helpen. Artsen hebben

vaak echter niet genoeg

kennis van mechanica om

medische instrumenten zelf te

bedenken en te maken. Daarvoor worden

werktuigbouwkundig ingenieurs ingescha-

keld. Prachtige instrumenten om mee in het

menselijk lichaam te kijken zijn door hen

ontwikkeld. Een van de laatste aanwinsten

op dit gebied is de darmwandelaar: een

apparaatje dat voorzien van een camera

«zelfstandig» door de darmen kan wandelen.

Darmkanker is doodsoorzaak nummer

twee in de westerse wereld. Als je bij een

arts komt met darmklachten en bloed in

de ontlasting, word je over het algemeen

onderworpen aan röntgenfoto’s en een

colonoscopie, een vorm van endoscopie.

Endo betekent «in» en scopie staat voor

«kijken». Colonoscopie (colon = dikke darm)

houdt in dat een soort tuinslag van 1 a 1,5

meter met aan het eind een cameraatje

door de anus naar binnen wordt gebracht

en de dikke darm van binnenuit gecontro-

leerd wordt op afwijkingen en gezwellen. De

tuinslang is ook voorzien van een lichtbron

en een biopsie-instrument. Met dat biopsie-

instrumentje wordt een klein stukje weefsel

weggehaald dat buiten de darmen onder de

microscoop onderzocht kan worden.

Het grootste probleem bij

zo’n darmonderzoek is dat

de darm heel erg kronkelig

is en vol zit met vernauwingen.

Het uiteinde van de slang kan

makkelijk blijven steken. Als de arts

dan iets te hard doorduwt, maakt de

slang een lus. De darm wordt hierdoor

pijnlijk opgerekt en kan zelfs beschadigen.

De endoscopist bestuurt de colonoscooptip

met behulp van draaiknoppen, maar met

al die scherpe bochten in de darmen is dat

meer dan lastig. Het moeilijkste aan deze

werkwijze is dat de arts de tip van de slang

moet sturen en tegelijkertijd voorwaarts

moet bewegen door de slang zachtjes

vooruit te duwen. Probeer dat maar eens

met anderhalve meter tuinslang!

Zoals je zult begrijpen zitten artsen

te springen om nieuwe apparatuur die

dit soort onderzoeken voor hun patiënten

minder pijnlijk kan maken. Ingenieurs

kunnen daarbij helpen!

G l i b b e r i g

Een tweetal onderzoekers van de faculteit

Werktuigbouwkunde van de TU Delft

probeert een apparaatje te ontwikkelen

dat zichzelf in de darmen voortbeweegt.

Een apparaatje dat rekening houdt met de

typische eigenschappen van de darmen.

Darmen zijn flexibel, rekbaar, glibberig

en kwetsbaar. Dat vraagt om heel nieuwe

voortbewegingsmechanismen!

Om het voortbewegingsprobleem op te

kunnen lossen, hebben de onderzoekers

goed gekeken naar de manier waarop

verschillende dieren zoals slakken,

inktvissen, slangen en insecten zich

voortbewegen. «We hopen dat daar een

voortbewegingsmethode tussen zit

die we kunnen nabootsen», aldus

onderzoeker dr.ir. Paul Breedveld.

«Maar hoewel we in eerste

instantie dachten aan iets dat

op een insect lijkt, hebben

we ontdekt dat dingen met

pootjes een puntkracht op de

darmwand uitoefenen. Zo’n

puntkracht kan weer leiden

tot beschadigingen.»

Al snel werd gedacht aan iets dat aan

alle kanten contact maakt met de darm.

Een soort rupsband rondom. Je kent ze

misschien wel: van die soort holle rubber

zakjes gevuld met water die je door je

handen kunt laten «glijden»; de afgelopen

jaren volop te koop in de speelgoedzaken.

Om de pezen in het menselijk lichaam zit

ook zoiets: de peesschede. Zo’n manier van

(voort)bewegen maakt optimaal gebruik van

Onderzoek aan de ingewanden: de meeste mensen staan niet

te juichen bij het idee. Een röntgenfoto of MRI-scan is nog wel

te overleven, maar inwendig onderzoek is vervelend en vaak

pijnlijk en kan soms zelfs risico’s met zich meebrengen. Vooral

darmonderzoek is geen pretje. Een donut biedt verlichting!

E V A H O E K S

DonuTs en TenTaKeLs D a n K z I J n I e u w e I n s T r u m e n T e n m I n d e r P I J n B I J D a r m o n D e r z o e K

01

02

03

20

radarwerk

Page 21: Radar Magazine

de wrijvingskracht

van de darm. De

materiaalkeuze is dan

wel iets om bij stil te

staan. Het rubber van het

speelgoedje zou totaal ongeschikt

zijn voor voortbewegen in de darmen: het is

veel te glad. Materiaal met een gaasstruc-

tuur is in dit geval beter, zo is uit proeven op

dierlijk weefsel gebleken.

T e n t a k e l s

Die voorkeur voor een gaasstructuur en

het willen voorkomen van «lussen» tijdens

de colonoscopie heeft nu geleid tot de

ontwikkeling van de «rollende donut».

Dit apparaatje bestaat uit drie stents, die

om de tip van de endoscoop (de camera)

zijn gebogen. Stents zijn een soort gazen

«buisjes» die bijvoorbeeld gebruikt worden

om in geval van een gezwel de slokdarm

open te houden. De «rollende donut»

heeft een gaasstructuur die voldoende grip

heeft op de darmwand zodat de colono-

scoop langzaam vooruit getrokken wordt.

Dit wordt gecombineerd met een zacht

duwende beweging van buitenaf. «Omdat de

stents ook onafhankelijk van elkaar kunnen

draaien, is kans op doorslippen op het

glibberige darmoppervlak minimaal», vertelt

Paul Breedveld. «En de donut kan dankzij de

allerlaatste ontwikkelingen in het sturings-

mechanisme, dat losjes is gebaseerd op de

spiersamentrekkingen van de tentakel van

een inktvis, naar alle kanten buigen.»

Het in productie nemen van de rollende

donut is geen verre toekomst meer.

Het eerste prototype op ware grootte is

momenteel in ontwikkeling. Als het aan de

Delftse onderzoekers ligt, zijn de problemen

van de artsen en de pijn van de patiënten

bij darmonderzoek in ieder geval snel

verleden tijd!

Biomedische werktuigbouwkunde

Zoals je nu wel begrijpt worden de instrumenten van artsen niet

zomaar even bedacht. Jarenlang onderzoek en uitvoerig overleg

tussen artsen, werktuigbouwkundigen, biologen en onderzoekers

van de medische faculteiten van verschillende universiteiten is

de basis voor het ontwikkelen van medische instrumenten en

apparaten. Dit heeft de laatste jaren geleid tot een aantal mooie

(Delftse) vindingen.

De Endo-Periscoop is een daarvan. Deze endoscoop, die is

opgebouwd uit spiraalveren en trekdraden, zorgt ervoor dat de

chirurg onder alle hoeken de ingewanden van een patiënt kan

bekijken. In de buikholte van de patiënt wordt gas geblazen,

zodat deze opzwelt. Vervolgens maakt de chirurg een aantal

kleine sneetjes en met behulp van de endoscoop, lange, dunne

operatietangen en een monitor wordt de operatie uitgevoerd. Dit

wordt ook wel minimale invasieve chirurgie of een sleutelgat-

operatie genoemd en wordt vooral toegepast bij l iesbreuken en

galblaasoperaties. Ook veel van de chirurgische instrumenten die

bij deze operaties gebruikt worden, zoals knijpertjes en schaar-

tjes, zijn in Delft ontwikkeld.

Zo’n sleutelgatoperatie uitvoeren is best lastig. De chirurg moet

de 2-dimensionale beelden van de monitor omzetten naar een 3-

dimensionale beweging. Om chirurgen de mogelijkheid te bieden

deze beweging te oefenen, is daarom ook een simulatiepro-

gramma ontwikkeld.

Allemaal ingenieuze systemen die door technici worden

bedacht om het leed van mensen te verzachten. En de meeste

Biomedische ingenieurs vinden het prachtig om te werken op dit

spanningsveld tussen mens en machine!

Relevante opleidingen:

Bachelor: Werktuigbouwkunde

Master: Biomedical Engineering

02

03

04

01. De kop van de rol lende donut.

02. De dr ie delen z i jn goed te z ien.

03. De donut bestaat uit drie van deze stents.

04. Tradit ionele colonoscoop.

21

Page 22: Radar Magazine

Bij het kiezen van een opleiding kan je net zo staan twijfelen.

Hbo, universiteit? Leiden, Groningen, Delft? En dan nog eens

de keuze uit die enorme hoeveelheid opleidingen.

Gelukkig kan je komen voorproeven! Op 4 en 5 november

aanstaande zetten de bacheloropleidingen van de TU Delft

hun deuren open. Bekijk collegezalen en laboratoria, doe mee

aan workshops en minicolleges en kom alles te weten over de

inhoud van de opleiding. Proef de sfeer en kies je eigen smaak!

W e l k o m

Na een kopje koffie of thee begint om 10.15 uur in het Auditorium van

het Aula Congrescentrum het welkomstprogramma. Hierin onder meer

informatie over de TU Delft, studeren in Delft en andere zaken die

belangrijk en interessant zijn als je een studiekeuze moet maken.

B i j d e o p l e i d i n g e n

Alle opleidingen verzorgen tijdens de VoorlichtingsDagen een ochtend-

en middagprogramma. Aan de hand van workshops, presentaties,

minicolleges en rondleidingen krijg je een goede indruk van de inhoud

en de sfeer van de opleiding. Je hebt ruimschoots de tijd studenten,

docenten en studieadviseurs vragen te stellen en jouw studiekeuze

te bespreken. En na het ochtendprogramma eet je gezellig met de

studenten en docenten een broodje mee.

A l g e m e n e - i n f o - p r o g r a m m a

Van 15.00 uur tot 17.00 uur krijg je in de Aula antwoord op vragen

als: «hoe kom ik aan een kamer’, «kan ik mijn sport hier ook

beoefenen’, «kan ik blijven toneelspelen’, «wat moet ik doen om

studiefinanciering te krijgen’, «hoe is het om in Delft te studeren’…

Alle instellingen die te maken hebben met studiefinanciering, wonen,

sport en cultuur zijn hier vertegenwoordigd. Eerder weggaan bij het

middagopleidingsprogramma is niet nodig; ook na 16.00 uur kan je

nog alle info verzamelen!!

S t u d e n t t o u r s

De dertien Delftse studentenverenigingen organiseren voor jou de

Studenttours. Na het middagopleidingsprogramma ga je de stad in.

Je bekijkt historisch Delft en ziet de gezelligste plekjes. Je brengt een

bezoek aan een sociëteit en een studentenhuis en kunt daarna eten

bij één van de eettafels. Bijna alle studentenverenigingen hebben een

eettafel, waar je voor weinig geld een goede maaltijd kunt krijgen. De

eettafels zijn een ideaal alternatief voor zelf koken en natuurlijk veel

gezonder dan de dichtstbijzijnde snackbar. Om dit zelf te ondervinden

kan je tijdens het studentenprogramma, tegen een kleine vergoeding,

aanschuiven bij een van de eettafels.

B e r e i k b a a r h e i d

M e t h e t o p e n b a a r v e r v o e r

Tijdens de VoorlichtingsDagen rijden er gratis bussen van en naar het

station Delft CS tussen 9.00 en 10.30 uur, van 13.00 tot 14.00 uur en

van 15.30 tot 17.30 uur.

Bus gemist? Geen nood. De loopafstand tussen het station en de

TU-wijk is ongeveer vijftien minuten. «Gewoon» met de bus komen

Jij hebt vast en zeker ook wel eens bij een schaal

bonbons staan twijfelen. Ze zien er allemaal even lekker

uit, maar welke smaak kies je? Puur, melk of toch liever

zo’n lekkere grote witte met een noot? Een bonbon met

een roomvulling of neig je meer naar iets met marsepein?

Eigenlijk zou je ze allemaal wel eerst even willen proeven

voordat je je definitieve keuze maakt…

VoorlichtingsDagen Technische Universiteit Delft

donderdag 4 & vrijdag 5 november 2004

Kies je eigen smaak

v oorlichting

22

Page 23: Radar Magazine

kan natuurlijk ook. Vanaf het station Delft CS rijden Connexxion-

bussen 63, 121 en 129 naar de TU-wijk. Halte «Aula» is waar je moet

uitstappen.

Alle opleidingen zijn makkelijk lopend vanaf de Aula (Mekelweg 5) te

bereiken. Voor de iets verder gelegen opleidingen rijden er TU-pendel-

bussen.

M e t e i g e n v e r v o e r

Met de auto neem je op de A13 de afrit Delft Zuid/TU Delft. Ga

rechtsaf de Schoemakerstraat in en ga bij de tweede weg links

(Stieltjesweg). Aan het einde rechts (Mekelweg). Het tweede gebouw

aan de rechterkant is Aula Congrescentrum (Mekelweg 5). Bij de Aula

is parkeergelegenheid.

VoorlichtingsDagen Technische Universiteit Delft

donderdag 4 & vrijdag 5 november 2004

P r o g r a m m a d o n d e r d a g 4 & v r i j d a g 5 n o v e m b e r

1 0 . 0 0 – 1 0 . 1 5 u u r ontvangst met koffie/thee in het

Aula Congrescentrum

1 0 . 1 5 – 1 0 . 4 5 u u r welkomstwoord in het Aula

Congrescentrum

1 1 . 0 0 – 1 3 . 3 0 u u r ochtendopleidingsprogramma met

aansluitend lunch bij de opleiding

1 4 . 0 0 – 1 6 . 0 0 u u r middagopleidingsprogramma

1 5 . 0 0 – 1 7 . 0 0 u u r alles over wonen, sport, cultuur

en studeren in Delft in het Aula

Congrescentrum

v . a . 1 6 . 0 0 u u r Studenttours

A a n g e m e l d ? N o t e e r h i e r j e k e u z e t e r h e r i n n e r i n g .

donderdag 4 november vrijdag 5 novemberOpleiding Opleiding

…………………………………ochtend …………………………………ochtend

…………………………………middag …………………………………middag

23

A a n m e l d e n : surf naar www.studeertechniek.nl en vul het aanmeldformulier in. Meer weten: bel met 015 278 5404 of mail naar [email protected]

H o e i s h e t o m i n D e l f t t e s t u d e r e n …

Het beste antwoord op deze vraag kun je natuurlijk krijgen van

studenten die je op de VoorlichtingsDagen ontmoet; zij spreken

uit ervaring.

Dat het leven van een student er heel anders uit ziet dan dat van

een vwo-scholier, spreekt natuurlijk voor zich. Je zult zelf moeten

zorgen dat je te eten krijgt, op tijd schone kleding in de kast

hebt hangen en dat niet halverwege de maand je geld op is. Daar

staat natuurlijk wel veel tegenover; een andere stad, een leuke

studie, aardige huisgenoten, nieuwe vrienden. Kortom, het echte

studentenleven!

Heb je vragen over het Delftse Studentenleven?

Mail naar [email protected] of [email protected].

Of kijk op www.vera.tudelft.nl.

Page 24: Radar Magazine

VoorlichtingsDagen Technische Universiteit Delft

donderdag 4 & vrijdag 5 november 2004

Kies je eigen smaak

Voorproeven?Meld je aan via www.studeertechniek.nl of bel 015 278 54 04