Radar december 2014

24
Even een time-out om daarna het leven weer op te pakken CENTRUM VOOR GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG JAARGANG 19 - NUMMER 4 - DECEMBER 2014 Het begint pas echt als je afgekickt uit de kliniek komt Het voelt bijna alsof ik onderdeel van Emergis ben

description

Radar is een magazine voor medewerkers en relaties van Emergis, centrum voor geestelijke gezondheidszorg in Zeeland. Radar verschijnt vier maal per jaar.

Transcript of Radar december 2014

Page 1: Radar december 2014

Even een time-out om daarna het leven weer op te pakken

C E N T R U M V O O R G E E S T E L I J K E G E Z O N D H E I D S Z O R GJ A A R G A N G 1 9 - N U M M E R 4 - D E C E M B E R 2 0 1 4

Het begint pas echt als je afgekickt uit de kliniek komt

Het voelt bijna alsof ik onderdeel van Emergis ben

Page 2: Radar december 2014

2 – radar 4 – 2014

Emergis en de persSoms heb je het gevoel dat je moet tennissen met twee handen op je rug. Ook een niet-sporter weet: dat is vrijwel onmogelijk. In de pers valselijk beschuldigd worden van zaken die je als organisatie achterwege zou hebben gelaten (onderzoek naar een incident) dan wel zou hebben gedaan (zwijggeld betalen) geeft je dat gevoel.Een ieder die zich bij Emergis meldt en persoonlijke zaken met ons deelt moet immers weten dat wij daar nooit en te nimmer iets over in de pers zullen melden. Ook niet als de cliënt in kwestie dat wel doet. Wij zullen altijd alleen in algemene zin kunnen en willen reageren.Vervolgens is het aan de journalist om te bepalen hoe hij hiermee omgaat. Wij willen als Emergis graag goede verhoudingen met de pers. Daar is wel voor nodig dat beide partijen zich daarvoor inspannen.

Rick Mentjoxraad van bestuur

EMERGIS EN ZORGINKOOP Verzekeraars, zorgkantoor en gemeenten betalen de zorg die Emergis levert. Hoe verlopen de onderhandelingen over inkoop en afspraken? PAGINA 6

EEN TEVREDEN MENS Alcohol maakt meer kapot dan je lief is. Frans de Nooyer verloor zijn gezondheid, baan, huis en vrouw. Na een lang gevecht kan hij eindelijk zichzelf zijn. PAGINA 12

COLOFON

Radar is een magazine voor

medewerkers en relaties

van Emergis/centrum voor

geestelijke gezondheids-

zorg. Radar verschijnt vier

maal per jaar. Oud-mede-

werkers en relaties van

langdurig opgenomen

cliënten van Emergis

kunnen Radar op verzoek

ontvangen.

Redactie

Els de Blok-Vos, Jannie

Bouwense, Anoeska Gijzel,

Ruud de Munck, Mitchell

Tiber, Rieky Trommelen,

Jeannette van der Zwaag.

Met medewerking van

Elian van ’t Westeinde,

Inge Heuff en Sven van den

Dries, Manon Stoutjesdijk

Hoofdredactie

Nanon Doeland

Secretariaat

Heleen Geus

Fotografie

Marcelle Davidse, Eddy

Westveer, Ingrid Borger

Ontwerp en vormgeving

DE FABRIEK Communicatie-

werken, Amsterdam

Druk

Jumbo Offset, Goes

Informatie

Inzending kopij aan de

dienst communicatie

Emergis, Postbus 253,

4460 AR Goes

o.v.v. secretariaat Radar.

Kopij bij voorkeur

aanleveren per e-mail:

[email protected].

Inlichtingen kunnen

worden ingewonnen bij

de dienst communicatie,

telefoon 0113 26 72 31 of

26 72 32.

Inleveren kopij voor het vol-

gende nummer van Radar

vóór 20 januari 2015.

INHOUD

TRAUMA & CLUSTER B Zorgprogramma en zorgpa-den voor mensen met impulsief gedrag en instabili-teit op het gebied van emoties, identiteit en interper-soonlijke relaties. PAGINA 8

ZORG THUIS De ambulantisering neemt toe en daarmee het werk voor medewerkers die ambulante geestelijke gezondheidszorg aan huis leveren. Drie medewerkers over hun werk. PAGINA 16

EN VERDER: Een blik vooruit PAGINA 14 Korte berichten PAGINA 15 De buitenwacht: politieagent Jan Witte PAGINA 20 Spotlight PAGINA 22 Resultaten lezersonderzoek PAGINA 24

C O L U M N

Page 3: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 3

VRIJWILLIGERS TEKST INGE HEUFF BEELD INGRID BORGER

Nieuwe vrijwilligerscoördinator gaat werven en samenwerkenSinds 1 september is Wim van Goch behalve geestelijk verzorger ook de coördinator voor alle vrijwilligers

bij Emergis. Niet eerder werd al het vrijwilligerswerk door één persoon gecoördineerd. Het werk is Wim niet

onbekend, de dienst geestelijke verzorging (DGV) beschikt sinds jaar en dag over veel vrijwilligers.

“Een groot deel van het vrij-willigersbestand, zo’n 55 van de ruim honderd zet zich in voor de DGV’’, rekent Wim

uit. “Daarnaast zijn veel vrijwilligers actief

voor de werkleerbedrijven en afdelingen. Dan heb ik het niet over cliënten of stagiai-res die zich als vrijwilliger inzetten, want die zijn er ook.’’

Het verschil makenVrijwilligers worden steeds belangrijker voor Emergis nu de participatiemaatschap-pij voor de deur staat. “De zorg versobert, terwijl de zorgvraag in de kliniek zwaarder wordt omdat wie dat aankan, ambulant wordt’’, constateert Wim. “De professionals houden weinig tijd over voor wat extra aandacht. Vrijwilligers kunnen het verschil maken door samen met een cliënt iets te ondernemen. Denk aan samen de krant lezen, wandelen of een museum bezoeken. Veel van onze vrijwilligers trekken een-op-een met een cliënt op, al zijn er ook die een afdeling bezoeken. Wat de vrijwilligers niet doen, is de zorg overnemen; zij zijn geen hulpverlener. Het is zowel voor de vrijwilli-ger als voor de cliënt de kunst om die balans te vinden.’’

DrempelEmergis kent een gestage instroom van vrijwilligers, er is echter ook altijd een uitstroom. Wim ziet het als zijn taak om ac-tiever te gaan werven. “De selectie gebeurt door de medewerkers die de vrijwilligers aansturen. Zij kennen de vraag en hebben een beeld van de vrijwilliger die ze zoeken. Ik kan wel ondersteunen. Bij DGV is de screening streng ook al realiseer ik me dat mensen vaak een drempel moeten nemen om vrijwilligerswerk voor Emergis te gaan doen. Wie die drempel eenmaal heeft genomen, ervaart hoe boeiend dit vrijwilli-gerswerk kan zijn.’’

SelecterenNiet iedere kandidaat is geschikt. Een goede selectie moet teleurstelling bij beide par-tijen voorkomen. Daarvoor zijn drie criteria vastgesteld. “Je moet communicatief zijn en zowel kunnen luisteren als je eigen grenzen stellen. Je moet ook geduld hebben omdat het tijd kan kosten om een band op te bouwen en je moet over zelfreflectie beschikken, dus je eigen handelen kunnen en willen overdenken.’’

SamenwerkenEmergis organiseert en betaalt zelf het vrijwilligerswerk binnen de kliniek. Vrijwilli-gers krijgen begeleiding, een reiskostenver-goeding en een eindejaarsattentie en ze zijn verzekerd voor ongevallen en aansprake-lijkheid. Buiten de kliniek gebeurt dat door gemeentelijke instellingen. Cliënten worden echter steeds mobieler. “Er zijn cliënten die afwisselend in of buiten de kliniek verblij-ven. En we gaan steeds meer ambulante zorg verlenen. Juist die cliënten hebben vaak behoefte aan een ‘maatje’ omdat de structuur van de kliniek wegvalt. Daarom heb ik contact gezocht met het SMWO Vrijwilligerspunt in Goes en met Porthos op Walcheren. Door samen te werken kunnen we het belang van de cliënt en de vrijwilliger leidend laten zijn. SMWO heeft inmiddels zijn vrijwilligerscursussen ook opengesteld voor vrijwilligers van ons.’’

Nieuwe vormenWim verwacht dat er ook andere, nieuwe vormen van vrijwilligerswerk ontstaan. “Denk aan mensen die voor een kortere tijd of specifiek op projectbasis hun inzet aanbieden. Dat vraagt om een nieuwe aanpak. Voor mij zijn dat uitdagende ontwikkelingen.’’

Vrijwilliger worden? Neem contact op met Wim van Goch, coördinator vrijwilligers. Telefoon 0113 26 75 21 of e-mail, [email protected] meer informatie kijk op: www.emergis.nl/werken-leren-vrijwilligers/vrijwilligerswerk

Page 4: Radar december 2014

4 – radar 4 – 2014

VRIJWILLIGERS

Vrijwilligerswerk was tot voor kort voor Han de Ronde on-bekend terrein. Zijn

werk als coach en kwaliteitsma-nager, zijn gezin en zijn eigen in-teresses vulden zijn leven meer dan voldoende. “Dat veranderde toen ik thuis kwam te zitten, het leven werd me te rustig’’, vertelt Han in het restaurant van Emer-gis. “Ik woon min of meer om de hoek bij Emergis. Als ik vroeger na mijn werk naar huis reed, zag ik geregeld cliënten van Emergis lopen. En realiseerde ik me altijd opnieuw dat er ook nog een andere wereld bestaat dan die waar ik dagelijks in verkeer.’’

Niet vrijblijvendVoordat Han als vrijwilliger bij Emergis terechtkwam, heeft hij ook bij andere organisaties gekeken. “Je moet je keuze niet lichtvaardig maken, vrijwilli-

gerswerk is niet vrijblijvend. Ik heb fysieke beperkingen, dan ligt administratief werk voor de hand. Alleen haal ik daar weinig voldoening uit. Bij Zorggroep Ter Weel kon ik koffie schenken en helpen bij activiteiten. Maar dat is ook niet echt wat mij ligt. Ik hou meer van een rechtstreeks contact met mensen waaruit een binding ontstaat en ik voor iemand iets kan betekenen.’’

MachteloosheidHet werd uiteindelijk zowel Amnesty International als Emer-gis, met als bindende factor de machteloosheid die mensen kan overkomen. “Als jou je vrijheid wordt ontnomen, heb je geen regie meer over je eigen leven. Voor de cliënten van Emergis geldt dat ook; in hun hoofd is het zo druk dat ze er machteloos van worden.’’

FietsmaatjeDe eerste match bij Emergis mis-lukte. Han zou als fietsmaatje aan de slag gaan, maar het klikte niet. De tweede match, opnieuw als fietsmaatje, lijkt beter aan te slaan. “Deze man is erg gesloten en legt moeizaam contact, maar zelf heb ik wel een bepaalde klik met hem. We fietsen één keer in de twee weken. We kiezen telkens een andere route uit van een uur of iets langer. Hij kent de omgeving niet en vindt het leuk om deze te ontdekken. Hij zegt misschien weinig, maar ik ervaar dat hij intelligent is en enorm oplettend. Hij ziet en hoort alles en komt er later, op zijn eigen tijd, op terug. Voor mij is dit een boeiend proces, ik leer

er veel van. Ondanks dat iemand anders lijkt te zijn, hebben we toch ook veel gemeen.’’

Naar buiten“Ik vind het lastig in te schatten of de man nu daadwerkelijk behoefte heeft aan een fiets- maatje, dat moet ik uit kleine dingen proberen te halen’’, ver-volgt Han. “Maar eerlijk gezegd denk ik dat zelfs als hij er geen echte behoefte aan heeft, het toch voor iedereen goed is dat je af en toe buiten komt, uit de instelling, en een ander verhaal hoort. Ik hoef er niets voor te-rug, geen glimlach of dankjewel. Het doet me goed als ik zie dat hij plezier heeft, maar dat is niet noodzakelijk.’’

Er voor iemand zijn

Nadat hij door een zenuwaandoening in zijn rug

uiteindelijk arbeidsongeschikt werd verklaard, werd

het leven voor Han de Ronde uit Kloetinge wel erg

rustig. En dus ging hij op zoek naar vrijwilligerswerk.

Inmiddels zet hij zijn kwaliteiten in voor Amnesty

International en voor een cliënt van Emergis.

Han de Ronde

Page 5: Radar december 2014

De Ferleman is niet zo’n grote locatie, er zijn zeventien bewoners verdeeld

over de begane grond en ‘boven’. Er zijn gezamenlijke activitei-ten, maar ook per verdieping en Bep is overal inzetbaar. Zo nodig springt ze even bij als een bewoner begeleid moet worden bij het bloedprikken in het zie-kenhuis dat vlakbij is. “En ik ga ook wel eens met een bewoner naar het theater. Samen naar Jan Smit, dat is leuk!’’

Spelletjes doenBep komt alle dagen een dagdeel, behalve donderdag.

Haar vrijwilligersweek begint op maandagmiddag met het zetten van koffie en thee. Samen met de bewoners drinkt ze een kopje mee. Daarna helpt ze de activi-teitenbegeleider en eventuele stagiaires met de spelletjes die de bewoners boven willen doen. “We hebben allerlei spelletjes, maar ‘Alle Negen’ is wel heel populair’’, vertelt Bep. “Als het aan de bewoners ligt, spelen we alleen dat spel. Maar we doen ook wel eens iets anders ter variatie.’’

Gewoon meedoenOp dinsdag- en vrijdagochtend helpt Bep bewoners met het

verschonen van het bed en aan kant maken van de kamer. “Zoveel werk is dat niet, daarna gaan we koffie drinken en vervolgens is het tijd voor yoga of gym. Ik doe ook gewoon mee. En als het weer goed genoeg is, gaan we even wandelen.’’ Op woensdag staat De Ferleman ’s avonds in haar agenda. Ook dan is het koffie drinken en een praatje maken. “Vroeger deden we wel spelletjes, maar nu wil-len de bewoners liever tv kijken.’’Inmiddels heeft de vrijwilligster een band met de bewoners opgebouwd. Als ze met vakantie of ziek is, wordt ze gemist. “En ik mis de bewoners. Dit werk

maakt echt deel uit van mijn leven, ik hoop het nog lang te kunnen doen.’’

Onder de mensenDat was zes jaar geleden wel anders. “Mijn man is in 2008 overleden. Ook toen kende ik De Ferleman al, want mijn man – die manisch-depressief was – logeerde hier wel eens zodat ik naar mijn moeder kon. Na zijn overlijden viel ik in een diep gat en kwam ik nauwelijks meer buiten. Mijn huisarts verwees me door naar Menno Bult, de psychiatrisch verpleegkundige die ook mijn man had begeleid. Menno vroeg op zeker moment of ik geen vrijwilligerswerk wilde doen. En zo ben ik bij De Ferleman begonnen en kwam ik weer wat onder de mensen.’’

Het beste adviesBep, die zichzelf als een echt verzorgend type omschrijft, vindt het werken met oudere bewoners heel plezierig. “Ik heb vroeger in de thuiszorg gewerkt en door mijn man weet ik wel een beetje wat ik kan verwach-ten. Ik vind het mooi en dank-baar werk, maar het moet je wel liggen. Je moet je openstellen voor de mensen en hen nemen zoals ze zijn. Ik had geen beter advies kunnen krijgen om uit die donkere periode te komen.’’

2014 – radar 4 – 5

VRIJWILLIGERS

Neem de mensen zoals ze zijnDoor de week stapt Bep de Putter uit Terneuzen bijna dagelijks op haar fiets om naar De Ferleman

te fietsen. Op deze locatie voor ouderenpsychiatrie van Emergis is Bep al weer een jaar of vijf een van

de meest actieve vrijwilligers. Koffie zetten, spelletjes doen of even met een bewoner naar buiten,

het zijn die extra handjes die zo gewaardeerd worden.

Bep de Putter (links) speelt een

spelletje mee.

Page 6: Radar december 2014

6 – radar 4 – 2014

Binnen Emergis voert een aantal personen onderhandelingen met zorginkopers. De samenstelling van de teams is verschillend. Uiteraard zit bij alle gesprekken een financiële man. Afhankelijk van het thema schuift een inhoudelijk specialist aan. Zo voeren Jack Elenbaas (directeur specialistische behandeling), Jac van Meer (directeur bedrijfsvoering) en Ruud van den Barselaar (hoofd planning & control) de onderhandelingen met alle zorgverzekeraars. Ook gaan zij in beraad met het zorgkantoor over de zorg die betaald wordt uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de AWBZ.Als de gesprekken gaan over jeugdpsychiatrie schuiven aan: Paul Cüsters (directeur kinder- en jeugdpsychiatrie), Jac van Meer (directeur bedrijfsvoering) en Ruud van den Barselaar (hoofd planning & control). Voor onderhandelingen over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zitten Jan van der Hallen (directeur maatschappelijke zorg) en Marianne Stijnman (accountmanager Wmo) aan de onderhandelingstafel.

Ruud van den Barselaar

Page 7: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 7

“Alle afspraken die wij met verschillende partijen maken,

leggen we vast in contracten”, zegt Ruud van den Barselaar, hoofd planning & control bij Emergis. “Voor volgend jaar zijn we al een heel eind rond met het maken van afspraken.”Emergis levert psychiatrische zorg en begeleiding aan mensen met een psychische aandoening. Verzekeraars, zorgkantoren en gemeenten kopen behande-lingen in voor hun verzeker-den en inwoners. Daarnaast onderhandelt Emergis met Justitie voor forensische zorg en maakt het afspraken met een aantal andere kleinere partijen. Omdat steeds meer partijen zorg inkopen, moeten voor 2015 bijna twintig contracten worden ondertekend. De voorgaande jaren waren dat er drie of vier volgens Ruud. “Vroeger maakte zorgverzekeraar CZ met ons afspraken die voor alle verzeke-raars in Nederland golden. Door alle veranderingen in de zorg moeten we nu met alle zes ver-zekeraars apart onderhandelen en contracten afsluiten. En dat twee keer. Eén keer over de basis ggz en één keer voor afspraken over specialistische ggz. Die ge-sprekken zijn bijna rond. Verder hebben we in Zeeland met der-tien verschillende gemeenten te maken die zorg inkopen.”

ContractenVanaf 1 januari 2015 zijn ge-meenten verantwoordelijk voor de jeugdpsychiatrische zorg. Daarnaast krijgen gemeenten via de Wet maatschappelijke on-dersteuning (Wmo) een belang-

rijke taak in de zorg voor mensen met psychiatrische problemen. Daarom hebben alle Zeeuwse gemeenten (zelfstandig of in een samenwerkingsverband) de afgelopen maanden met Emer-gis om de onderhandelingstafel gezeten. De contracten voor jeugdpsychiatrische zorg zijn al in oktober ondertekend. “Zeeland loopt daarin voor-op”, zegt Ruud. “Bij heel veel gemeenten in het land is nog helemaal niets ondertekend.”Emergis is nog wel met de gemeenten in gesprek over extramurale zorg, beschermd wonen, dagbesteding en andere zorg binnen de Wmo die pro-fessionals bieden aan mensen die daardoor zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.

RekenwerkAan het ondertekenen van een contract gaan heel wat uurtjes rekenen en praten vooraf. In de gesprekken tussen zorg- inkopers en Emergis komen alle behandelingen aan bod: klini-sche behandelingen, ambulante behandelingen, deeltijdbehan-delingen, maatschappelijke opvang, de basis ggz. Maar het grootste pakket is de specialis-tische ggz die wordt ingezet bij ernstige psychische of psychia-trische klachten.Zorginkopers leggen in de onderhandelingen bepaalde wensen op tafel. Op zijn beurt bepaalt Emergis vooraf wat noodzakelijk is om goede zorg te kunnen blijven leveren. Ergens in het midden vinden partijen elkaar. Ook gaan zorginkopers uit van het verleden van een zorgaanbieder. Wat kosten de behandelingen? Zijn die duur of

juist goedkoop vergeleken met andere zorgaanbieders? Zijn de behandelingen doelmatig? Een meetinstrument daarbij is Routine Outcome Monitoring (ROM), het routinematig vaststel-len van de resultaten van de zorg.

Bestuurlijk akkoordEen ander uitgangspunt voor de onderhandelingen is het Bestuurlijk akkoord toekomst ggz 2013-2014. Zorgaanbieders, zorgverzekeraars, beroepsvereni-gingen en cliëntenvertegenwoor-digers hebben daarin afspraken gemaakt over het organiseren van geestelijke gezondheidszorg. In vervolg op dit akkoord zijn nieuwe afspraken gemaakt voor de jaren 2014-2017. “Het doel is dat geestelijke gezondheidszorg in Nederland betaalbaar blijft”, zegt Ruud. “Een van de afspraken is dat het aantal bedden of ver-blijfsdagen in de kliniek omlaag gaat. De verzekeraars bepalen uiteindelijk hoeveel daarvan overblijft. Wij kijken of we daarin mee kunnen gaan. We hebben immers een bepaald aantal bed-den op een afdeling nodig om verantwoorde zorg te kunnen verlenen. Als we niet kunnen krimpen in een afdeling kan het voorkomen dat we een complete afdeling sluiten.”

Kwaliteit“Enerzijds moeten we volgend jaar beperkt afbouwen om-dat we minder geld tot onze beschikking hebben”, zegt Ruud. “Anderzijds krijgen we extra geld voor nieuwe initiatieven zoals de High & Intensive Care. Deze HIC neemt mensen op die in ernstige psychiatrische nood verkeren. Ze krijgen een tijdelij-

ke, intensieve behandeling.” Dit jaar is CZ begonnen met selectieve inkoop van zorg. Daarbij kijkt de verzekeraar niet alleen naar de prijs, maar ook naar de kwaliteit. De instrumen-ten waarmee de verzekeraar het aanbod beoordeelt verbeteren. Daarom verwacht Ruud dat deze ontwikkeling in de toekomst doorzet. “CZ heeft het zorgpro-gramma voor eetstoornissen en ernstige persoonlijkheids-stoornissen zorgvuldig in kaart gebracht. Op beide scoren we hoog. Daardoor mogen we ook volgend jaar die zorg blijven leveren. Als we laag hadden gescoord, had de verzekeraar die zorg mogelijk bij een andere zorgverlener ingekocht.”

Zorgprogramma’sBij de zorginkoop staat krimp centraal, maar ook de beheer-sing van kosten is belangrijk. Verzekeraars kijken naar de kos-ten per behandeling en verzeker-de. “Een lastig punt”, zegt Ruud. “Vooraf is moeilijk te voorspel-len wat een behandeling precies kost. Heb je een gebroken arm, dan weet je dat de arts röntgen-foto’s maakt, gips om de arm doet en nog een of twee con-troles afspreekt. Voor iemand met een depressie is het veelal onduidelijk hoeveel gesprekken hij precies nodig heeft. Daarom zijn onze zorgprogramma’s belangrijke instrumenten. Die geven richting aan de beheer-sing van de kosten. Daarin staat welke behandeling mensen moeten krijgen om zich beter te voelen. We zijn er dan ook volop mee bezig om die zorgprogram-ma’s van inhoud te vertalen naar financiën.”

Emergis behandelt en begeleidt jaarlijks duizenden kinderen, jongeren en volwassenen

met een psychische aandoening, een verslaving of met problemen thuis. Maar die zorg

moet worden betaald. Dat doen verzekeraars, zorgkantoor en gemeenten. Zij kopen de zorg

in. Om erop toe te zien dat het geld goed terechtkomt, maken deze zorginkopers elk jaar

opnieuw afspraken met Emergis over de zorg die cliënten nodig hebben en hoeveel dat

kost. TEKST ELIAN VAN ’T WESTEINDE BEELD INGRID BORGER

Page 8: Radar december 2014

8 – radar 4 – 2014

’S Avonds bij het gezamenlijk tele-visiekijken gaan de kaarsjes aan. Dan pruttelt het koffiezetappa-raat en klinken er stemmen. Nu,

vlak na de lunch, is het er stil. Zo op het eer-ste gezicht lijkt de afdeling Trauma & Cluster B aan de rand van het Emergisterrein in Goes een doorsnee woning waarvan de bewoners naar hun werk zijn. Alleen de flip-over in de huiskamer verraadt dat aan de lange eettafel regelmatig een groep mensen bij elkaar komt. Verpleegkundige Klazien van Pagee (25) slaat de met viltstift beschreven bladen om. “Ha kijk, het G-schema met de vijf G’s. Dat gebruiken we vaak om samen met cliënten gebeurtenissen te kunnen relati-veren. Een gebeurtenis leidt tot bepaalde gedachten, die leiden tot bepaalde gevoe-lens. Deze gevoelens bepalen vervolgens ons gedrag en de daarbij behorende gevolgen.”Aan de kliniek zijn vier vaste verpleegkundi-gen verbonden. Ze werken samen met vier vaktherapeuten, een verpleegkundig spe-cialist en een psychiater. Ook versterkt elk

jaar een klinisch psycholoog in opleiding het team. Klazien werkt hier nu vier jaar, sinds de start van de afdeling. “Boeken vol kan ik erover schrijven. Over het werk, de mensen, de behandelmethoden. We begonnen met niets. Na veel vallen en opstaan hebben we nu een goed programma voor een duidelijk omschreven doelgroep.”

ComplexHet zorgprogramma Trauma & Cluster B bestaat uit drie zorgpaden. Ambulante zorg, dagbehandeling en klinische behan-deling op de afdeling. De behandelingen binnen de zorgpaden sluiten goed op elkaar aan volgens verpleegkundig specialist en zorgprogrammacoördinator Tina Matthys. “Op deze manier spelen we flexibel in op de zorgvraag. Vroeger was het heel lastig om cliënten op te nemen. Nu gaat dat makkelij-ker. Dat komt omdat de psychiater en ik op de drie zorgpaden tegelijk werken. Daardoor kunnen we snel mensen doorverwijzen naar een ander zorgpad.”

De behandeling op de afdeling is gericht op volwassenen tussen 18 en 65 jaar met een trauma of een cluster B persoonlijk-heidsstoornis. Vaak hebben ze een border- line persoonlijkheidsstoornis. Soms in combinatie met antisociale, theatrale en narcistische persoonlijkheidstrekken. Meestal is sprake van impulsief gedrag en instabiliteit op het gebied van emoties, identiteit en interpersoonlijke relaties. “Dat uit zich in theatraal, dramatisch, emo-tioneel of grillig gedrag”, zegt Klazien “Ook krijgen we op de afdeling veel mensen met complexe posttraumatische stressstoor-nis. De opgenomen cliënten hebben zeer complexe problemen. Soms gaat het er hier heftig aan toe. Cliënten komen bij ons als ze thuis vastlopen. Door financiële problemen, relatieproblemen of als ze in de maatschap-pij stranden. Ze hebben moeilijkheden op hun werk en psychiatrische problemen. Vaak laten ze acting out gedrag zien. Zoals suïcidepogingen en automutilatie, waarbij ze zichzelf verwonden.”

Cliënten zo goed en zo comfortabel

mogelijk weer deel laten uitmaken

van de samenleving en ervoor

zorgen dat ze met ambulante zorg

of dagbehandeling verder kunnen.

Dat is het doel van een opname

in de kliniek Trauma & Cluster B

van Emergis. Een luisterend oor,

regelmaat, rust en therapie helpt

de meeste cliënten hun leven weer

op de rails te krijgen.

TEKST ELIAN VAN ’T WESTEINDE BEELD MARCELLE DAVIDSE

Page 9: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 9

VertrouwenTina heeft een rotsvast vertrouwen in het succes van de behandelingen. “Onze cliën-ten hebben een zwaar leven. De oorzaak is vaak een combinatie van factoren. Hun verleden, de leefomgeving, een psychia-trische aandoening. Ze hebben problemen die niet uit slechte wil voortkomen, maar uit ziekte en onmacht. In de maatschap-pij stuiten ze vaak op onbegrip. Dat is kwetsend en kan nog meer beschadigin-gen opleveren. Ik ben ervan overtuigd dat ook deze mensen comfortabeler door het leven kunnen gaan. Niet zozeer door ze te genezen, maar door ze te leren omgaan met hun ziekte.” In de kliniek is plaats voor zes cliënten. “Op een groep van rond de achthonderd is dat weinig”, stelt Tina. “Dat heeft zo zijn redenen. De groepsdynamiek dwingt ons ertoe de afdeling klein te houden. Vaak zijn deze mensen manipulatief en leggen ze innerlijke conflicten neer in hun omgeving. Dat willen we zoveel mogelijk voorkomen.”

Klazien van Pagee.

Page 10: Radar december 2014

10 – radar 4 – 2014

Verder hanteert Trauma & Cluster B de stelregel dat cliënten in principe niet wor-den opgenomen. “Omdat we vinden dat een opname in veel gevallen risico’s met zich meebrengt”, legt Tina uit. “Cliënten nemen bij een opname minder hun eigen verantwoordelijkheid, maar leggen die bij de verpleging neer. Het risico op regressie is groot waardoor ze soms zieker worden. Opname is de ultieme remedie wanneer cliënten - om welke reden dan ook - niet in staat zijn om in hun thuissituatie te blijven. Om diezelfde reden proberen we de opname zo kort mogelijk te houden.”Voorafgaand aan de opname onderzoekt het behandelteam of bij cliënten voldoende draagkracht aanwezig is voor een verblijf in de kliniek. Zo moet er bereidheid zijn tijdelijk in een groep te wonen en duidelijke afspraken te maken. Verder is belangrijk dat cliënten tijdens de weekenden of time-out- perioden naar huis kunnen. Zo houden ze voeling met familie en huisgenoten. Tegelij-kertijd kunnen ze orde op zaken stellen.Voor ggz-cliënten die het thuis even niet meer zien zitten, biedt de afdeling boven-dien bed op recept. “Deze cliënten krijgen geen behandeling”, zegt Klazien. “Natuurlijk kunnen ze bij ons wel hun hart luchten of advies vragen. Iemand met verslavingspro-blemen waarbij thuis de spanning oploopt en de zucht naar middelen toeneemt, kan hier even tot rust komen. Even thuis weg kan helpen deze mensen weer op de rit te krijgen.”

Rust, regelmaat, structuurEen opname op Trauma & Cluster B duurt maximaal drie maanden. Het behandelpro-gramma op de afdeling Trauma & Cluster B verloopt wekelijks volgens een vaste planning. De dag begint met een ontbijt om 8.15 uur en eindigt om 20.00 uur met koffiedrinken in de huiskamer. “Wij bieden een mix van therapieën, rust, regelmaat en structuur”, zegt Tina. “Dag en nacht, zeven dagen in de week. Onze cliënten doorlopen samen het vastomlijnde behandelpro-gramma. Daarnaast is ruimte voor indivi-duele gesprekken op therapievrije momen-ten. Het programma zit niet propvol. Ook dat is een bewuste keuze. We laten ruimte voor lege momenten. Zo kunnen cliënten aan de slag met de oefeningen uit de therapieën om bijvoorbeeld op een andere manier met emoties te leren omgaan. Dat moeten ze ook kunnen als ze thuis zijn. Op de afdeling proberen we die situatie zoveel mogelijk na te bootsen. Daarnaast is het belangrijk om onderdelen uit het aanbod te leren toepassen. Om het geleerde te laten bezinken.”Als cliënten eenmaal thuis zijn worden ze niet aan hun lot overgelaten. Ze krijgen altijd ambulante zorg of dagbehandeling.

Schijf van vijfTijdens de opname krijgen cliënten ver-schillende behandelmodules aangeboden waaronder sport, sociale vaardigheden, psychotherapie, groepsgesprek, balanstrai-

ning. De verpleegkundigen van de afdeling werken met Bouwstenen Levenskwaliteit. Een soort schijf van vijf. De thema’s zijn: aangename woonruimte, een vast inkomen, lichamelijke gezondheid, een goede tijdsbe-steding, voldoende aangename contacten. “De praktijk wijst uit dat mensen een tevre-den leven leiden als ze doelen blijven nastre-ven”, zegt Klazien. “Samen met de cliënten bepalen we deze doelen. Misschien vormen bepaalde onderdelen van de bouwstenen bij een cliënt geen probleem. Bijvoorbeeld als de woonruimte goed is. Of als hij voldoende sociale contacten heeft. Dan is dat prima. Is er ontevredenheid over een ander punt, dan besteden we daar aandacht aan. Heeft ie-mand onvoldoende lichaamsbeweging, dan proberen we dat te stimuleren. Of eet een cliënt ongezond, dan gaan we daarmee aan de slag. We gaan ervan uit dat mensen die de moeilijkheden van elke dag aankunnen makkelijker eventuele problemen te boven komen.”

Open afdelingTrauma & Cluster B is een open afdeling. Dat wil zeggen dat cliënten de maximale verantwoording houden over zichzelf en hun gedrag. “Dat werkt beter dan de sfeer van ‘heers en controleer’”, zegt Tina. “Mensen die zichzelf willen verwonden weten hoe dan ook een weg te vinden om dat te doen. Wij maken ons niet de illusie dat we dat voorkomen door het wegnemen van allerlei scherpe voorwerpen. Wat we voornamelijk

Page 11: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 11

Tina Matthys

Marieke komt uit het midden van het land. Sinds een jaar of vijf woont ze in Zeeland. Ze heeft een lange geschiedenis van therapieën en gesprekken achter de rug. Vorig jaar is ze opgenomen geweest op de afdeling Trauma & Cluster B. Ook maakte ze daarna een paar keer gebruik van bed op recept en telefoon op recept. Marieke is niet haar echte naam. De bijna dertiger werkt graag mee aan een artikel voor Radar, maar wil liever haar verhaal anoniem doen.Al op jonge leeftijd krijgt Marieke last van angst- en paniek-aanvallen. “Thuis was het moeilijk. Ik voelde me daar niet veilig. Kon geen kind zijn. Op de basisschool werd ik gepest. Toen overleed mijn vader. Ik was veertien. Omdat ik daar veel moeite mee had, kreeg ik begeleiding bij de rouwver-werking. ” Pas tijdens haar huwelijk komt tot uiting dat Marieke anders reageert op situaties. Ze is onzeker en heeft faalangst. “Er kwam borderlinegedrag naar voren. Dat uitte zich met name in heftige stemmingswisselingen en overweldigende emoties. Ook vertrouwde ik bijna niemand, zelfs mijn man niet. Bij alles wat hij zei, schoot ik direct in de verdediging. Ik moest alles op alles zetten om staande te blijven en keerde me daardoor vaak in mijzelf terug. Ik kon niet anders. Voor mijn man was die periode ook erg zwaar.”Er volgen gesprekken bij Emergis met verschillende psycholo-gen. Als Marieke haar verhaal heeft gedaan bij de een, komt ze bij de volgende. Als ook die hulpverlener verdwijnt naar een andere afdeling, heeft ze een afspraak op het spreekuur van verpleegkundig specialist Tina Matthijs. Daar kan ze haar verhaal goed kwijt. “Tijdens een van mijn bezoeken aan Tina bleek dat ik er helemaal niet meer uitkwam. Een uur later was ik opgenomen. Ik ging helemaal door het lint. Daardoor hadden ze nog meer redenen om me daar te houden.”Ondanks het begrip van de verzorging, heeft Marieke het ‘pittig’ op de afdeling. “Samenleven met zes of acht vrouwen is niet makkelijk. Als je constant bij elkaar zit, ontstaan er wel eens irritaties en meningsverschillen. Laat staan als die men-sen last hebben van borderline. Ook is het wel eens moeilijk om interesse op te brengen voor de verhalen van anderen. Ik had al genoeg aan mezelf. Bovendien wisselt zo’n groep steeds van samenstelling. Dat is heel lastig.” Vooral in het begin voelt Marieke zich erg verloren en alleen. In eerste instantie wordt van haar verwacht dat ze alle therapieën en groepsgesprekken bijwoont. Als later blijkt dat dat niet haalbaar is, mag ze soms wegblijven. “Ik lijd ook aan het chronisch vermoeidheidssyndroom. Soms was ik zo moe. Dan kon ik niet meer. Voor sommige groepsleden was dat lastig, dat zij wél ‘moesten’ en ik dan niet. Maar na uitleg ging dat stukken beter. Verder heb ik daar erg veel geleerd. Maar vooral kon ik er tot rust komen omdat ik fijn een eigen kamer had waarin ik mezelf steeds kon terugtrekken. De drempel naar het kantoortje van de verpleegkundigen werd ook steeds lager voor me. De gesprekken daar hebben me enorm goed gedaan.” Een opname op afdeling Trauma & Cluster B duurt maxi-maal drie maanden, toch is het voor Marieke uiteindelijk vijf maanden geworden. “Ik was nog niet toe aan thuis. Te moe om de boel op de rit te krijgen. En helemaal niet in balans.”Inmiddels gaat het goed met Marieke. Onlangs beviel ze van een zoon. Als het nodig is, kan ze terugvallen op bed op recept of telefoon op recept. “De wetenschap dat ik een paar dagen tot rust kan komen als dat nodig is, biedt me al steun. Ook mag ik altijd bellen om even te praten. Dat is geweldig.”

doen is kijken hoe we kunnen helpen. Als iemand vijf keer met zijn hoofd tegen een muur wil bonken en hij voorkomt daarmee dat hij onder een trein springt, wie ben ik dan om te zeggen dat hij niet mag bonken? Soms moet je de minst slechte keuze maken. Mensen die zichzelf jarenlang verminken doordat ze emotioneel in de war zijn en alleen op een destructieve manier met hun emoties kunnen omgaan, kan je niet weigeren voor een opname. Dat is hetzelfde als zeggen: je moet genezen zijn voordat je een behandeling krijgt.”

Page 12: Radar december 2014

12 – radar 4 – 2014

Frans de Nooijer is

een tevreden mens.

Tevreden omdat hij

zijn leven weer in

eigen hand heeft.

Zijn leven, waar tot

15 september 2009

in toenemende mate

de alcohol het ritme

van de dag bepaalde.

Met als gevolg dat

Frans zijn baan,

vrouw en huis moest

opgeven. Tot hij

accepteerde dat

hij echt nooit meer

één druppel alcohol

mag drinken.

TEKST INGE HEUFF

BEELD EDDY WESTVEER

Page 13: Radar december 2014

Het besef en de acceptatie kwa-men niet vanzelf. “Accepteren dat je nooit meer mag drinken, was ongelooflijk moeilijk. Nu

denk ik er niet meer bij na’’, vertelt Frans in zijn appartement in Goes. “Het duurde ook wel even voordat ik erachter kwam dat nooit meer drinken de enige oplos-sing is. Ik ben eerst een week bij Emergis in de detox geweest om te ontgiften. Maar daar pak je het werkelijke probleem niet mee aan. Na die week sta je weer buiten en kun je het zelf uitzoeken. En dus bleef ik drinken.’’

Einde verhaalNa de detox ging het dan ook niet beter met Frans. Hij kreeg een schorsing en een herkansing van zijn werkgever de Belastingdienst. Er volgde opnieuw een opname bij Emergis verslavingszorg. “Dan mag je dus echt niet drinken. Maar bij mij was het kwartje nog niet gevallen en dus ging ik de fout in. Dat kan, maar de tweede keer stond ik buiten en was het einde verhaal. Dat snap ik wel, je moet ergens een grens trekken.’’ Ook voor de Belastingdienst was de maat vol en Frans kreeg na 38 dienstjaren ontslag. Een echt-scheiding en daarmee de verkoop van het huis maakten de malaise compleet.

Een nieuw levenOp 15 september 2009 stond Frans op-nieuw voor de poort van Emergis versla-vingszorg. Deze keer drong de boodschap wel tot hem door; het lukte hem om af te kicken. En hij wilde op zijn eigen wijze weer wat maken van zijn leven. Daarmee heeft hij zijn leven ook een nieuwe draai kunnen geven. Frans de Nooijer is name-lijk vooral een aimabel mens. Hij heeft nooit een geheim van zijn verslaving gemaakt. Ook als alcoholverslaafde heeft hij contact weten te houden met diege-nen die er toe doen in zijn leven. En in zijn nieuwe leven hebben nieuwe mensen zich extra ingespannen voor hem.

Contact met anderenBijvoorbeeld Patricia de Meulmees-ter. Patricia kwam op zijn pad door de beroepskeuzetest die hij op aandringen van zijn psychologe deed. Frans: “Daar

kwam uit dat ik extreem hoog scoorde op de zorg en heel laag op administratieve belangstelling. Dat klinkt vreemd voor iemand die bijna veertig jaar bij de Belas-tingdienst heeft gewerkt. Maar toen ik daar begon, voerden we al het werk nog handmatig uit en hadden we veel contact met mensen. Je kon echt wat betekenen. Door automatisering en managers veran-derde de manier van werken. Er ontstond onvrede, de sfeer werd slechter en ik ging er in mee.’’

VrijwilligerswerkTerug naar Patricia. “Frans wilde via sta-ges onderzoeken of de uitslag van de test klopte’’, vertelt Patricia. “Ik zat destijds in het team voor activering en re-integratie bij Emergis verslavingszorg en de psycho-loge meende dat ik wel wat voor Frans kon betekenen. Er was meteen een klik en samen zijn we op zoek gegaan naar passend vrijwilligerswerk. Hij kon aan de slag bij zowel verpleeghuis Ter Valcke als op het activiteitencentrum van Gors. Daarnaast volgde hij dagbesteding bij Emergis verslavingszorg. Op die manier ontstond er structuur in zijn leven.’’“Ik vond het geweldig om wat voor andere mensen te kunnen betekenen”, vult Frans aan. “Bij Ter Valcke kreeg ik alle ruimte. Op enig moment kreeg ik de mo-gelijkheid om een teken- en schildersclub op te zetten. Deze bestaat nog steeds.’’

Betaald werkFrans was tevreden met zijn nieuwe leven. Hij was van de drank af, voelde zich stukken beter en was weer onder de mensen. Emergis was door de gemeente Goes aangetrokken om mensen naar arbeid te leiden en Patricia zag mogelijk-heden voor Frans. “Ik heb altijd in Frans geloofd, nog steeds, en we zijn ervoor gegaan.’’Bij Ter Valcke was geen uitzicht op werk, maar bij Gors kwam een vacature als invalkracht. De toenmalige unitmanager Rien was zeer positief over Frans, alleen ontbrak de juiste opleiding. Daarom wilde Rien Frans laten instromen in een BBL- (beroepsbegeleidende leerweg) traject. Patricia: “Frans was 58 jaar, niet direct de doelgroep voor dergelijke trajecten waar

de gemeente - vanuit de re-integratie - aan mee zou betalen. Die reageerde dan ook niet enthousiast.’’ Ook bij Gors, dat toen twaalf BBL-plaatsen had, viel hij buiten de boot. “Dat was heel frustrerend voor alle partijen en eerlijk gezegd is dat zo’n moment waarop mensen vaak terug kunnen vallen, Frans gelukkig niet.’’

Opnieuw naar schoolPatricia liet het er niet bij zitten en maakte voor Frans een afspraak bij de gemeente. “Frans had zijn geboorteda-tum tegen, hij moest een gezicht krijgen. En dat werkte uiteindelijk, zij het heel erg moeizaam.’’ Ondertussen had Rien bij Gors toch een stageplaats weten te bemachtigen voor Frans en zo ging Frans opnieuw naar school.“Ik moest een kwalificatietest doen en ik ben geen moment zenuwachtig geweest. Ik kon alleen maar winnen. De opleiding was op niveau 3, de test wees uit dat ik prima niveau 4 aankon. Uiteindelijk heb ik de opleiding op niveau 4 binnen twee jaar met goed gevolg afgerond. Ik ben nu medewerker maatschappelijk zorg.’’

Vaste baanNog was hij er niet. Terwijl hem vanuit de BBL een vast contract in het vooruitzicht was gesteld, kon Frans afgestudeerd en wel met een jaarcontract verder. En dat werd niet verlengd. Rien werkte inmid-dels in een woonvorm voor mensen met een lichamelijke beperking. Hij belde Frans met de vraag of hij misschien in Middelburg wilde komen werken. “Sinds 1 juli werk ik daar 26 uur per week en ik heb het uitstekend naar mijn zin. Zowel het team als de cliëntenraad wilde graag dat ik een vast contract kreeg. Rien heeft dat uiteindelijk kunnen bewerkstelligen.’’

Autonoom Ook privé gaat het goed. Met zijn ex-vrouw heeft Frans tegenwoordig een latrelatie. “Ik probeer autonoom te leven. Dan is het goed om naast mijn relatie ook een plek voor mezelf te hebben. Een plek waar ik me niet hoef aan te passen aan of beïnvloed wordt door mijn omgeving. Eigenlijk ben ik nu pas degene die ik in mijn hart altijd ben geweest.’’

2014 – radar 4 – 13

Page 14: Radar december 2014

14 – radar 4 – 2014

Een blik vooruit Bestuurders Rick Mentjox en

Paul de Schipper presenteren de koers voor 2015. Ze nemen u in hoofdlijnen mee in hun

plannen, verwachtingen en begroting voor volgend jaar. TEKST NANON DOELAND

De zorgIn nauwe samenwerking met anderen zoals gemeenten en verzekeraars gaat Emergis voor 2015 voor een breed aanbod van maatschappelijke opvang, klinische en ambulante zorg, wonen en werken.

Het streven is ook volgend jaar meer cliënten ambulant van dienst te zijn en het aantal klinische ligdagen terug te dringen. Hiertoe breiden we onze capaciteit voor intensieve behandeling aan huis verder uit

en beginnen we een high and intensive care unit. Zo kunnen we cliënten die zeer intensieve zorg nodig hebben van zorg op maat voorzien.

De marktDe transities in de jeugdzorg, langdurige zorg en maatschappelijke opvang brengen veel veranderingen met zich mee. Nederland verandert en de zorg verandert mee. Vanaf 1 januari 2015 zijn begeleiding, dagbesteding, jeugdzorg en beschermd wonen taken van de gemeente. De zorgverzekeraars nemen

de ambulante psychiatrische zorg en de eerste drie jaar klinische opname voor hun rekening. Inmiddels is het convenant voor de jeugdzorg getekend en verwachten we op korte termijn de onderhandelingen over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) af te ronden. 2015 wordt voor alle betrokken partijen een jaar van elkaar nog

beter leren kennen en in nauw overleg oplossingen zoeken voor onverwachte transitieproblemen. De gesprekken met de zorgverzekeraars zijn vrijwel helemaal afgerond waardoor de continuïteit van zorg voor hun verzekerden zeker is gesteld.

De organisatieOmdat we de synergie tussen verschillende vormen van ambulante en klinische behandeling willen vergroten, is het voornemen per 1 juli 2015 de sectoren op te heffen. Emergis wordt dan als één geheel aangestuurd door de raad van bestuur en drie directeuren. De drie directeuren omvatten één directeur zorg, één directeur dagelijkse bedrijfsvoering

en één directeur financiën en beheer. De directeur zorg wordt door twee personen als duobaan ingevuld zodat zij ook als hoofdbehandelaar actief kunnen blijven. Met het opheffen van de sectoren en het verkleinen van de directie kunnen we sneller op veranderingen en operationele uitdagingen inspringen. Overheadkosten gaan omlaag en er komt meer

verantwoordelijkheid bij de zorgeenheden en zorgprogramma’s te liggen. De eerste helft van 2015 gebruiken we om te bepalen hoe we zorgeenheden en zorgprogramma’s vanaf de tweede helft van 2015 willen gaan organiseren. Ook hierbij gaan we uit van het vergroten van de synergie en het verlagen van de overheadkosten.

Indigo en kinder- en jeugdpsychiatrieEmergis, kinder- en jeugdpsychiatrie is en blijft in 2015 onderdeel van de VOF

Emergis-Lucertis. Voor Indigo gaan we bekijken of het onderdeel wordt van een

zorgeenheid binnen Emergis of van een bovenregionaal geheel.

De begrotingHet beoogde resultaat op de begroting van 2015 is 897.772 euro positief.

Het procesHet jaarplan 2015 Een blik vooruit is in concept klaar en voorgelegd aan de OR, de CCE en de raad van toezicht. De jaarplannen van de sectoren moeten

nog worden toegevoegd. Het volledige plan moet vastgesteld worden door de raad van bestuur en goedgekeurd worden door de raad van toezicht. Onderwerpen uit

het jaarplan die adviesplichtig zijn worden vanzelfsprekend voorgelegd aan de OR dan wel de Centrale Cliëntenraad Emergis.

Page 15: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 15

KORTE BERICHTEN

Emergis betaalt nooit zwijggeld

Eind oktober kwam Emergis negatief in het nieuws. De Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) liet weten dat onze instelling na een ernstig incident in de zomer van 2013 zwijggeld zou hebben betaald. Wij willen benadrukken dat we omwille van privacy en beroepsgeheim nooit op individuele gevallen kunnen ingaan. Meer in het algemeen kunnen we wel melden dat, als er zich een ernstig incident of calamiteit voordoet in onze instelling, we dit melden bij de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) en een intern onderzoek houden. In specifieke gevallen wordt in het geval van mogelijke materiële of immateriële schade een schadevergoeding overeengekomen.

De resultaten van het interne onderzoek worden gedeeld met de Inspectie en de betrokkenen. De IGZ velt tevens een eigen oordeel over het incident of de calamiteit en ziet toe op eventuele verbetermaatregelen.Als er een schadevergoeding wordt overeengekomen dan wordt dit in een vaststellingsovereenkomst vastgelegd. Het is gebruikelijk om in deze overeenkomst op te nemen dat partijen over en weer geheimhouding betrachten ten aanzien van de overeenkomst. Cliënten worden hiermee niet gedwongen het incident geheim te houden. Emergis betaalt nooit zwijggeld.

Door de berichtgeving in de PZC voelde de IGZ zich genoodzaakt nader onderzoek in te stellen. De IGZ wilde weten of er na het incident intern onderzoek is gedaan en of er sprake is van het betalen van zwijggeld. In een brief aan Emergis liet de IGZ weten dat er wel degelijk een intern onderzoek is gedaan en dat er een verbeterplan is opgesteld om de kwaliteit van zorg op de betreffende afdeling te verbeteren. De IGZ constateerde tevens dat uit de tekst van de vaststellingsovereenkomst blijkt dat het gaat om een schadevergoeding voor geleden materiële en immateriële schade en niet om zwijggeld. De Inspectie sluit het signaal af.

Innovaties in de psychosezorgSymposium | 19 maart 2015 | Emergis | Kloetinge

Het is een spannende tijd in de psychosezorg; het landschap wordt gekenmerkt door allerlei nieuwe ontwikkelingen en organisatorische veranderingen. We moeten efficiënt werken en willen kwalitatief gezien zo goed mogelijke zorg verlenen aan mensen met psychosegevoeligheid. Hoe rijmen we dat met elkaar? Kan technologie hieraan een bijdrage leveren? En hoe zorgen we ervoor dat Soteria-principes als ‘persoonlijke benadering’ voorop blijven staan? Tijdens dit symposium gaan diverse sprekers hierop in, onder wie Philippe Delespaul, David van den Berg, Eddo Velders, Bert Dorrestijn, Irene van de Giessen en Jennifer Kanary. Daarnaast is er een psychosesimulator aanwezig en is er een kunstproject over zorg en innovaties. Meer informatie en aanmelden via www.emergis.nl.

Page 16: Radar december 2014

16 – radar 4 – 2014

De werkdag starten op kantoor of thuis, met administratie en het afhandelen van e-mails. Daarna op pad:

cliënten bezoeken en met hen meegaan naar specialisten, winkels of instanties. Tussendoor een boterham-

metje eten in de auto en soms op een vrije dag nog wel eens een telefoontje naar een cliënt. Het ken-

merkt het werk van de medewerkers die ambulante geestelijke gezondheidszorg aan huis leveren. Dit eerste

deel van een tweeluik geeft een impressie van de sociaal-maatschappelijke verslavingszorg, volledig pak-

ket thuis en kinder- en jeugdpsychiatrische intensieve thuisbehandeling. TEKST ANOESKA GIJZEL BEELD MARCELLE DAVIDSE

Page 17: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 17

Wat wij doen: “Onze cliënten hebben problemen op allerlei leefgebieden, zoals gezondheid, financiën, en huisvesting. Dikwijls hebben ze geen sociale contacten en verwaarlozen ze zichzelf. Deze mensen hebben vaak geen vertrouwen meer in hulpverleners en mijden zorg. Ons eerste doel is dan ook: contact maken en vertrouwen winnen. Dat kan een paar weken duren maar ook wel een jaar. Zo meldde de woningbouw-vereniging eens een cliënt aan die regelmatig voor overlast zorgde. Hij dronk veel, gooide dingen van zijn balkon, plaste in portieken en was onberekenbaar door angst en alcohol-gebruik. Hij kon niet lezen en schrijven, wat hem erg achterdochtig maakte. Na een aantal maanden proberen lukte het ons om contact met hem te maken en binnen te komen. We bereikten dat hij met ons naar de huisarts ging voor zijn lichamelijke klachten. Zijn huis was in die tijd zo smerig dat we soms bijna moesten braken. Nu zijn we tweeënhalf jaar verder. De cliënt gaat zelf naar de huisarts als het nodig is, hij heeft huishoudelijke hulp en de klachten uit de buurt zijn afgenomen. Zijn bestaan is menswaardiger geworden en daar doen wij het voor.”

Wat het werk boeiend maakt: “Soms lijkt het alsof je in een film zit: je stapt andere werelden binnen en ontmoet mensen die een heftige geschiedenis hebben. Het gaat dan twee stappen vooruit, drie stappen terug en weer eentje vooruit. In ons werk

moet je dus blij zijn met kleine dingen, met lichtpuntjes in iemands leven. Dat een cliënt weer eens lacht is vaak een hele over-winning. Het geeft voldoening als iemand die door de maatschappij was opgegeven toch weet op te krabbelen. Tegelijkertijd weten we dat de situatie kwetsbaar blijft. Een kleine tegenslag kan ervoor zorgen dat omvalt wat is opgebouwd.”

Wat je ervoor nodig hebt: “Humor, flexibi-liteit en kennis zijn belangrijk, net als een hele grote dosis geduld. Onze belangrijkste taak is mensen motiveren en hen op welk gebied dan ook ondersteunen. Daarom moet je een allrounder zijn, veel ervaring hebben en positieve aspecten kunnen zien op momenten dat andere partijen al lang afgehaakt zijn.”

Zoeken naar kleine lichtpuntjes

Naam Aukje de Vries, Olga BerithuFunctie senior maatschappelijk werkerOnderdeel sociaal-maatschappelijke verslavingszorgWerkgebied heel ZeelandDoelgroep zorgmijders met langdurige verslavingsproblematiek en vaak kenmerken die duiden op een persoonlijkheidsstoornisAantal cliënten tien tot vijftien

Olga Berithu op stap met mevrouw Andel-Van

den Berg.

Samen naar ’t Hof van Thee en Leut.

Page 18: Radar december 2014

18 – radar 4 – 2014

Wat wij doen: “Wij bieden cliënten met een psychiatrische problematiek ondersteuning op allerlei gebieden met als doel een opna-me in de kliniek te voorkomen of de duur van een opname te verkorten. Bij volledig pakket thuis krijgen mensen in hun eigen woonom-geving begeleiding die vergelijkbaar is met begeleiding in een beschermende woon-vorm. Ze hebben hiervoor een indicatie voor zorg met verblijf nodig en betalen een eigen bijdrage. Een bezoek aan een cliënt duurt gemiddeld twee uur; in totaal zo’n negen tot vijftien uur per week. We richten ons met name op het structureren van de week en psycho-educatie. We overleggen met de cliënt wat zijn/haar daginvulling wordt en doen samen die dingen waar de cliënt zich moeilijk toe kan zetten. Huishoudelijke taken bijvoorbeeld, of boodschappen doen. Maar we gaan ook wel eens een stukje wandelen. Ontspanning is immers ook een belangrijk

onderdeel van iemands dagritme. En wan-neer je samen iets doet, kom je gemakkelij-ker tot een gesprek.”

Wat het werk boeiend maakt: “Als je aanbelt bij iemand, weet je nooit wat je gaat aantreffen. Dat maakt het werk boeiend. De meeste cliënten zijn alleenstaand en vinden het leuk dat je komt. Ze kunnen in hun eigen omgeving zichzelf zijn en hoeven zich niet te schikken naar de structuur van een groep of afdeling. Voor mij als hulpverlener betekent dat dat ik aansluiting moet vinden bij de cliënt. Wil ik het gedrag van de cliënt kunnen beïnvloeden, dan zal ik eerst een goed contact met de cliënt moeten opbou-wen. Vertrouwen winnen, daar gaat het om. Langzaam deelgenoot worden van iemands leven en de cliënt helpen om dat leven iets aangenamer te maken.”

Wat je ervoor nodig hebt: “Je bent altijd alleen op pad. Dus moet je solistisch kunnen werken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen. Bij een cliënt thuis zijn er geen colle-ga’s met wie je ter plekke kunt overleggen. Dat kun je pas later doen, in het periodiek overleg met het multidisciplinaire team van waaruit we werken. Daarnaast moet je een groot invoelend vermogen hebben en voortdurend kijken naar hoe je verder kunt versterken wat al goed gaat. Dat is een groot verschil met werken in een kliniek, waar de aandacht in eerste instantie gaat naar het verminderen van symptomen. Het geeft mij veel voldoening wanneer een cliënt de stap maakt van de kliniek naar huis en daar met begeleiding goed kan functioneren.”

Aansluiting vinden bij de cliënt

Naam Karel VoorbachFunctie verpleegkundigeOnderdeel volledig pakket thuis (VPT) en psychiatrische zorg thuis (PZT)Werkgebied De BevelandenDoelgroep mensen van 65 jaar en ouder met uiteenlopende psychische problemen, al dan niet langdurigAantal cliënten vier voor VPT, twintig voor PZT

Page 19: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 19

In de eerste Radar van 2015 vindt u het tweede deel van dit tweeluik. Met daarin een impressie van psychiatrische zorg thuis, woonbegeleiding ambulant en FACT.

Wat wij doen: “Elke ouder loopt tegen op-voedingsvragen aan, maar ouders van kin-deren met een psychiatrische stoornis extra vaak. Wij bieden hen een behandeling ín het gezin. In drie observatiebezoeken pro-beren we het probleem achter de hulpvraag te achterhalen. Vervolgens maken wij een werkplan om het gezin in zes weken hand-vatten te geven voor het omgaan met las-tige situaties. Bijvoorbeeld met afspraken maken en nakomen, boos en onacceptabel gedrag, niet willen eten, interactie tussen kinderen in het gezin, een negatieve sfeer in huis, of het experimenteren met alcohol of drugs. In de bezoeken bieden we de ouders en het kind oefeningen en bespreken we

hoe die oefeningen in praktijk werken. De regie laten we zo veel mogelijk bij de ouders zelf liggen. We nemen niets over.”

Wat het werk boeiend maakt: “Keer op keer ervaar ik weer dat er geen verschil is tussen hulpvrager en hulpverlener. We zijn allemaal mensen en worstelen allemaal met dezelfde levensvragen of problemen. Samen ga je op zoek naar wat werkt in dat specifieke gezin. Ik doe dat vanuit mijn deskundigheid, vanuit het psychiatrisch beeld, en ouders doen dat vanuit hun eigen deskundigheid. Er is geen situatie hetzelfde. Elk gezin heeft zijn kwaliteiten. Boeiend is om elke keer weer op zoek te gaan naar die

kwaliteiten die het gezin zelf misschien uit het oog verloren is.”

Wat je ervoor nodig hebt: “Aansluiting vinden bij een gezin, dat is de kunst van het vak. Je vindt aansluiting door anderen in hun waarde te laten, goed te luisteren, en je eigen doelen op een tweede plaats te zet-ten. Zorg ervoor dat ouders zich gehoord en serieus genomen voelen, bouw vertrouwen op. Daarnaast moet je flexibel zijn, ook als het gaat om je dagindeling. Soms sta ik om 07.00 uur bij iemand voor de deur en heb ik een lange en hectische dag. Daar staat te-genover dat ik zelf mijn dag kan indelen.”

Samen op zoek gaan naar wat werkt

Naam Monique SchipperFunctie medewerker kinder- en jeugdpsychiatrische intensieve thuisbehandelingOnderdeel KITWerkgebied OosterschelderegioDoelgroep gezinnen met een kind tussen zes en zestien jaar met (vermoedelijk) psychiatrische problematiekAantal cliënten momenteel zes gezinnen

Page 20: Radar december 2014

20 – radar 4 – 2014

1. Wat zijn uw ervaringen met de geestelijke gezondheidszorg en/of verslavingszorg?Door mijn politiewerk kom ik veel in aanraking met mensen die een verslaving of psychische proble-men hebben. Regelmatig word ik opgeroepen wanneer er iets voorvalt. De meldingen varië-ren enorm: de ene keer is er een voorval bij mensen die beschermd wonen, een andere keer is er een poging tot zelfdoding en op weer een ander moment is het drugsge-bruik waarvoor je wordt opgeroe-pen. Wat vaak voorkomt, is dat er iemand verward over straat loopt en vreemde dingen doet of zegt. In zo’n geval wordt de politie gebeld. Wij nemen deze persoon dan mee, waarna hij of zij wordt beoordeeld. Wanneer blijkt dat de persoon psychisch in de war is, wordt deze al dan niet vrijwillig bij Emergis gebracht. Ik denk dat de politie in de toe-komst steeds meer de wijken in moet. Deels omdat het aantal bed-den in de ggz wordt afgebouwd, maar ook omdat het gebruik van verdovende middelen steeds nor-maler lijkt te worden in de huidige samenleving.

2. Op welke manier heeft u te maken met Emergis? Als contactpersoon van de politie ben ik vaak op het terrein van Emergis te vinden. Ik onderhoud het contact tussen Emergis en

de politie en zorg voor een goede samenwerking. Een interessante voorbeeldsitua-tie waarbij de hulp van de politie wordt ingeroepen, is wanneer een medewerker door een cliënt wordt geslagen. Dit is iets wat vaak ter discussie staat: moet je als je werkzaam bent in de geestelijke gezondheidszorg aangifte doen als je geslagen wordt door een cliënt? Of is dit het ‘risico van het vak’? Wij als politie zeggen: natuurlijk moet je aangifte doen. Toch is aangifte doen tegen een cliënt iets waar veel medewerkers moeite mee hebben. Als politie proberen we dit makkelijker te maken door de aangifte bij Emergis zelf af te handelen. Na de aangifte bepalen we in overleg met een psychiater en de afdeling of de cliënt in staat is om verhoord te worden.Als dat het geval is, krijgt de cliënt een advocaat toegewezen. Er is altijd contact met het openbaar ministerie. Vaak gaat het om lichte vergrijpen en kan de zaak afgehan-deld worden bij Emergis zelf. We zitten dan in de bestuurskamer met een officier van justitie en een advocaat. Bij het bepalen van de straf wordt er altijd rekening gehouden met de geestelijke gezondheid van de cliënt. Door de aanwezigheid van en de samen-werking met de politie, leren cliën-ten dat er serieuze consequenties zitten aan hun gedrag. Ook heerst er veel meer rust op de afdelingen.

Jan Witte is politieagent en was de afgelopen vier jaar samen met zijn collega

Michelle Westerbeke werkzaam als contactpersoon van Emergis. In zijn werk als

politieagent krijgt hij regelmatig te maken met mensen die een verslaving of psychische

problemen hebben. Goede afspraken maken tussen de politie en Emergis is een van

zijn belangrijkste taken geweest de afgelopen jaren. Ook wanneer er iets voorviel

bij Emergis, was Jan ter plaatse. In Radar vertelt hij kort voor zijn aftreden over de

ervaringen die hij als contactpersoon heeft opgedaan. TEKST MANON STOUTJESDIJK BEELD EDDY WESTVEER

Page 21: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 21

Medewerkers en cliënten weten waar ze aan toe zijn. Uiteindelijk zorgt de samenwerking voor een gemoedelijke sfeer, waarbij zowel de medewerker als de cliënt zich goed voelt.

3. Hoe vindt u dat Emergis het doet? Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Er zitten veel cultuur-verschillen tussen de politie en

de ggz. Hierdoor heerst er nog weleens wat onbegrip over wat wel en niet mag en het is soms best lastig daarmee om te gaan. De politie heeft voor veel dingen andere richtlijnen dan de medewerkers van Emergis. Mag je iemand wel of niet vastpakken, bijvoorbeeld? Het contact tussen de politie en Emergis verloopt echter goed. In de afgelopen vier jaar hebben

we samen grote vorderingen gemaakt. Vroeger kreeg de politie een melding en ging naar Emergis wanneer er een incident was. Er was bijna geen overleg en alleen het noodzakelijke werd gedaan. Tegenwoordig voelt het bijna alsof ik onderdeel van Emergis ben. Er is sprake van werkvloeroverleg: ik loop gewoon binnen bij afdelingen en maak een praatje over hoe

het allemaal loopt. In het begin schrok men als ik binnenkwam als politieagent. Nu komen cli-enten juist gedag zeggen en een praatje met me maken.

4. Emergis wil: samen wer-ken aan een goede geestelijke gezondheid van alle mensen in Zeeland. Wat vindt u daarvan?In mijn ogen is dit een kreet die door een hip marketingbureau is

verzonnen, maar het is natuur-lijk wel een uitgangspunt dat klopt: je wilt voor alle mensen het beste! Het is echter lastig om dit te realiseren. Denk hierbij aan wereldvrede: het lukt ook maar niet om dat te bereiken. Ik denk dat dit ook geldt voor een goede geestelijke gezondheid van alle mensen in Zeeland. Dit neemt niet weg dat het een hartstikke mooi streven is om dit met goede zorg te verwezen-lijken.

5. Wat kan de geestelijke gezondheidszorg van u als poli-tieagent leren? Ik denk dat de politie en de ggz vooral veel met elkaar moeten samenwerken. We hebben twee heel verschillende werkwijzen, waarmee we elkaar soms in de weg zitten. Door begrip voor elkaar te hebben en deze werk-wijzen te respecteren, komen we samen een heel eind! Als we onze krachten bundelen, wor-den onze gezamenlijke doelen makkelijker behaald.

Vanwege verandering van werkplek zijn Jan Witte en Michelle Westerbeke per 1 november afgetreden als contactpersonen van Emergis. Hun collega’s Johan Kurvink, Ingrid Kerkhove en Tom Enkelaar hebben deze taak overgenomen.

Page 22: Radar december 2014

22 - radar 4-2014

SPOTLIGHT

Op 2 oktober 1967 werd Antje gebo-ren in Weissenfels, een klein Duits stadje in de buurt

van Leipzig. Ze groeide op als enig kind in de voormalige DDR.

Opleiding tot artsIn 1985 startte Antje aan de opleiding tot arts. “Het was een praktische opleiding waar je alle kanten mee op kon”, legt Antje uit. “Dit vond ik prettig omdat ik op dat moment nog geen idee had wat ik wilde worden.” In het eerste jaar deed Antje al van alles in het ziekenhuis. Zo hielp ze met de verpleging en maakte ze schoon. Ook kwam ze voor het eerst in aanraking met de psychiatrie. “Dat was eigenlijk puur toeval. Iedereen werd willekeurig bij een specia-lisme ondergebracht. Ik kwam terecht bij psychiatrie, maar had ook bijvoorbeeld bij ortho-pedie of neurologie kunnen worden ingedeeld.”

Afdeling psychiatrie “Mijn eerste werkdag op de afdeling psychiatrie maakte veel indruk op mij. Omdat niemand van de afdeling tijd voor me had werd ik door een cliënt ingewerkt. Vol verbazing, nieuwsgierigheid en een beetje angst liep ik met hem mee”, zegt Antje.

Specialisatie tot psychiater en psychotherapeutDe fascinatie van haar eerste werkdag liet haar niet meer los. “Nadat ik de opleiding tot arts had afgerond specialiseerde ik me in de psychiatrie en psy-chotherapie. In het laatste jaar van mijn specialisatie werkte ik in een ziekenhuis nabij de Duits-Nederlandse grens. Hier heb ik mijn huidige partner ontmoet die daar als verpleeg-kundige werkte. Na vier jaar had ik mijn specialisatie afge-rond en niet veel later vond ik een baan in een privékliniek in Zuid-Duitsland.”

Privékliniek“In deze privékliniek behandel-de ik vooral mensen met een burn-out , angstklachten of per-soonlijkheidsstoornissen. Naast de reguliere behandelmethodes maakte ik regelmatig gebruik van een klimtuin. Hoog boven de grond liet ik cliënten angsten overwinnen en hielp ik ze hun

vertrouwen terug te krijgen. Hoewel ik het goed naar mijn zin had, merkte ik na verloop van tijd dat het werk me niet meer uitdaagde. Na 13 jaar was het tijd voor wat nieuws.”

Naar ZeelandIn 2012 vertrok Antje met haar gezin naar Zeeland. Ze kwam bij toeval een vacature tegen van de afdeling eetstoornissen van Emergis. “Ik heb direct

gesolliciteerd en werd niet veel later aangenomen”, zegt Antje. “Ook bij Emergis begon mijn eerste werkdag met een verrassing. Door veranderingen in de taakverdeling kwam ik in het zorgprogramma Trauma & Cluster B terecht. Hoewel ik in eerste instantie verbaasd was dat ik op een andere afdeling kwam, ben ik de uitdaging toch aangegaan. Ik ben namelijk van mening dat in elke verrassing ook iets goeds zit. Achteraf ben ik blij dat het zo gelopen is want ik wil hier niet meer weg!”

Balans acceptatie en veranderingAls psychiater Trauma & Cluster B behandelt Antje cliënten die een traumatische ervaring hebben opgedaan en cliënten met een persoonlijkheids-stoornis. “De oorzaak van deze ziektebeelden zijn verschillend, maar de klachten lijken vaak op elkaar. Voor de cliënt is het belangrijk dat ze hun verhaal bij

je kwijt kunnen en dat ze zich serieus genomen voelen. Ik help cliënten om een evenwicht te vinden in acceptatie en veran-dering. Deze balans is belangrijk omdat bij te veel verandering de cliënt blokkeert, en bij te veel acceptatie de cliënt het gevoel heeft dat er niks veran-dert waardoor hij ontevreden wordt.”

Veranderingen in de zorgDe veranderingen in de zorg baart Antje zorgen. Als voor-beeld noemt ze de veranderen-de eisen van zorgverzekeraars en de bezuinigingen binnen Emergis. “We proberen creatief met de veranderingen om te gaan. Toch kunnen we soms niet voorkomen dat cliënten geen snelle vervolgbehandeling of sociale ondersteuning krij-gen. Deze cliënten hebben een vergrote kans om uiteindelijk alsnog in een crisis te raken.”

Kennis in huis“Deze en nog veel meer veran-deringen raken ons allemaal. Om hier sterker uit te kunnen komen moet Emergis naast een korte termijnvisie, ook een lan-gere termijnvisie ontwikkelen. Ik vind dat Emergis zich moet en kan positioneren als unieke ggz-instelling die veel specialis-tische kennis in huis heeft. Deze positie nemen we nu nog te weinig in”, zegt Antje.

Zeeland als thuishavenOp dit moment woont Antje samen met haar Nederland-se man en twee kinderen in Goes. Wanneer ze niet aan het werk is, geniet ze graag van de natuur. “Ik vind het heerlijk om samen met mijn gezin en drie honden te wandelen over het strand. Ondanks mijn Duitse achtergrond heb ik in Zeeland een fijne thuishaven gevonden.”

Na 45 jaar in Duitsland te hebben gewoond besloot Antje Pijl in 2012 te verhuizen naar

Zeeland. Bij Emergis vond ze haar huidige functie als psychiater Trauma & Cluster B.

In Spotlight vertelt ze haar verhaal. TEKST SVEN VAN DEN DRIES BEELD INGRID BORGER

Page 23: Radar december 2014

2014 – radar 4 – 23

Page 24: Radar december 2014

Resultaten lezersonderzoek RadarWat vindt u van Radar en andere communicatiemiddelen van Emergis? Deze vragen stelden we drie maanden geleden aan alle ontvangers van Radar. Hieronder vindt u een samenvat-ting van de resultaten. In de volgende Radar presenteert de redactie hoe zij, op basis van deze resultaten, Radar wil aanpassen.

Deelnemersn 358 medewerkersn 131 niet-medewerkers:

n 24 oud-medewerkersn 21 huisartsenn 22 medewerkers van andere

zorginstellingenn diverse cliënten, familieleden van

cliënten, vrijwilligers, beleidsmakers, politiemedewerkers en anderen.

n 35% is mann 63% is vrouw n 2% onbekend

n 58% is tussen 40 en 59 jaar oud

Inhoud, kwaliteit en frequentie

83% vindt de variatie in onderwerpen voldoende

60% vindt de actualiteit van onderwerpen voldoende

75% vindt de diepgang van de artikelen voldoende

61% vindt de begrijpelijkheid van de teksten goed

60% vindt de kwaliteit van de foto’s goed

79% vindt de frequentie van vier keer per jaar genoeg

Bewaren en doorgevenNiet-medewerkers bewaren Radar vaker dan medewerkers en geven hem ook vaker door aan anderen.

Radar doorgeven aan anderen:

Gewenste communicatiemiddelenCirca de helft van alle deelnemers wil informatie van Emergis ontvangen via een papieren Radar of een digitale e-mailnieuws-brief. Informatie via een digitale Radar en de website komen op de tweede plaats. Informatie via een bedrijfsjournaal of een aparte krant zijn het minst in trek.

R

adar

pap

ier

R

adar

dig

itaa

l

N

ieu

wsb

rief

pap

ier

Nie

uw

sbri

ef d

igit

aal

Web

site

Soci

al m

edia

Bed

rijf

sjou

rnaa

l You

tub

e

Ap

arte

kra

nt

51%

24%

12%

48%

26%

10%4% 5%

Medewerkers1. Kritische noten2. Radar in andere vorm aanbie-

den/verspreiden3. Actuele ontwikkelingen binnen

Emergis, ggz en zorg algemeen4. Informatie over afdelingen/

diensten: wie zijn we en waar-mee zijn we bezig

5. a) Verhalen medewerkers: werk, studie, hobby; b) Personeelszaken: scholing, lief en leed, in en uit dienst

Niet-medewerkers1. Verhalen van cliënten2. Kritische noten3. Informatie over afdelingen4. a) Actuele ontwikkelingen

binnen Emergis, ggz en zorg algemeen; b) Familiebeleid; c) Samenwerking partners; d) Personeel in en uit dienst

Wat mist u en wat kan beter?

Cijfer Medewerkers Niet-medewerkers

7,1 7,5

78%

17%35%

34%

18%

13%

Medewerkers Niet-medewerkers

2%3%

n Nooitn Soms n Altijd n Onbekend

358

131

35%

63%

2%