raak cultuurwijsheid

20
Versie 26-09-09 Twee conferenties Good Practices Cultuurwijsheid 1. Startconferentie Culturele instellingen Hengelo Begin 2008 zijn de belangrijkste uitgangspunten voor het RAAK- project ‘Cultuurwijsheid’ geformuleerd in een conceptversie van het document ‘Analysekader Cultureel Erfgoed’. In een eerste bijeenkomst met educatieve medewerkers van alle Hengelose culturele instellingen zijn enkele essentiële uitgangspunten getoetst op hun praktische bruikbaarheid. We kiezen bewust voor medewerkers van Hengelose instellingen omdat het feitelijke project wordt uitgevoerd met 2 grote Enschedese culturele instellingen, de TwentseWelle en het Rijksmuseum Twenthe; we willen nu de transfermogelijkheden naar een andere context onderzoeken. De basisscholen in Hengelo zijn bij culturele activiteiten geclusterd in 4 stadswijken. Doel Bij de toelichting op de doelstelling voor deze bijeenkomst is verduidelijkt dat culturele instellingen in staat dienen te zijn in te spelen op vragen vanuit scholen die betrekking hebben op het verkrijgen van meer samenhang tussen het reguliere curriculum en de cultuurontmoetingen. In deze bijeenkomst toetsen we met name de praktische bruikbaarheid van: - de 3 scenario’s uit de nota ‘Hart(d) voor cultuur’ - de leerlijnen TULE die ontwikkeld zijn door de SLO Globaal verloop De meeste aanwezigen herkennen uit eigen ervaring de door ons geschetste problemen rond vraag (vanuit de scholen) en aanbod (vanuit de instellingen). We discussiëren voor de pauze over o.a. de volgende onderwerpen: - de beoordelingen door leraren van de cultuurontmoetingen zijn meestal positief, dus wat willen we nog meer! - scholen formuleren in het algemeen geen of weinig vragen - werken met het hele team betekent vraaggericht bezig zijn - vooroverleg met scholen is vaak niet mogelijk - scholen maken wisselend gebruik van het begeleidend materiaal bij een cultuurontmoeting De instellingen zien het belang van meer samenhang tussen binnen- en buitenschoolse activiteiten, vooral bij de ‘scenario 2’ scholen. We introduceren de 3 scenario’s uit de nota ‘Hart(d) voor cultuur’ en TULE ( Tussendoelen & leerlijnen), zie http://tule.slo.nl/ ) voor 1

description

eindrapport edith stein

Transcript of raak cultuurwijsheid

Page 1: raak cultuurwijsheid

Versie 26-09-09Twee conferenties Good Practices Cultuurwijsheid

1. Startconferentie

Culturele instellingen HengeloBegin 2008 zijn de belangrijkste uitgangspunten voor het RAAK-project ‘Cultuurwijsheid’ geformuleerd in een conceptversie van het document ‘Analysekader Cultureel Erfgoed’. In een eerste bijeenkomst met educatieve medewerkers van alle Hengelose culturele instellingen zijn enkele essentiële uitgangspunten getoetst op hun praktische bruikbaarheid. We kiezen bewust voor medewerkers van Hengelose instellingen omdat het feitelijke project wordt uitgevoerd met 2 grote Enschedese culturele instellingen, de TwentseWelle en het Rijksmuseum Twenthe; we willen nu de transfermogelijkheden naar een andere context onderzoeken.De basisscholen in Hengelo zijn bij culturele activiteiten geclusterd in 4 stadswijken.

DoelBij de toelichting op de doelstelling voor deze bijeenkomst is verduidelijkt dat culturele instellingen in staat dienen te zijn in te spelen op vragen vanuit scholen die betrekking hebben op het verkrijgen van meer samenhang tussen het reguliere curriculum en de cultuurontmoetingen. In deze bijeenkomst toetsen we met name de praktische bruikbaarheid van:

- de 3 scenario’s uit de nota ‘Hart(d) voor cultuur’ - de leerlijnen TULE die ontwikkeld zijn door de SLO

Globaal verloopDe meeste aanwezigen herkennen uit eigen ervaring de door ons geschetste problemen rond vraag (vanuit de scholen) en aanbod (vanuit de instellingen). We discussiëren voor de pauze over o.a. de volgende onderwerpen:

- de beoordelingen door leraren van de cultuurontmoetingen zijn meestal positief, dus wat willen we nog meer!

- scholen formuleren in het algemeen geen of weinig vragen- werken met het hele team betekent vraaggericht bezig zijn- vooroverleg met scholen is vaak niet mogelijk- scholen maken wisselend gebruik van het begeleidend materiaal bij een

cultuurontmoetingDe instellingen zien het belang van meer samenhang tussen binnen- en buitenschoolse activiteiten, vooral bij de ‘scenario 2’ scholen.We introduceren de 3 scenario’s uit de nota ‘Hart(d) voor cultuur’ en TULE ( Tussendoelen & leerlijnen), zie http://tule.slo.nl/) voor de vakgebieden Oriëntatie op Jezelf en de Wereld, Kunstzinnige Oriëntatie en Nederlandse Taal. Veel aanwezigen zijn niet of nauwelijks op de hoogte van beide documenten. We bespreken de mogelijkheden ervan om te komen tot het dichten van de kloof tussen vraag en aanbod. Vervolgens discussiëren we over de mogelijke consequenties voor de instellingen. Na de pauze nemen we in groepjes plaats achter de computer en bestuderen TULE voor de eigen discipline. We proberen een eventueel al uitgevoerde activiteit met een groep te koppelen aan de tussendoelen van een leerlijn. Van hieruit maken we uitstapjes naar andere disciplines. Kerndoel 56 - een containerkerndoel voor cultureel erfgoed - wordt in samenhang gebracht met andere kerndoelen voor vakken die gerelateerd zijn aan cultureel erfgoed.

Conclusies Tijdens de afsluiting wordt nog eens het belang benadrukt van het vooroverleg tussen de instelling en de school, die zich wil ontwikkelen richting scenario 2. Belangrijk bij dergelijke contacten is het spreken van eenzelfde taal en het zich richten op gemeenschappelijke inhouden voor zowel binnen- als buitenschoolse culturele activiteiten. De scenario’s en TULE

1

Page 2: raak cultuurwijsheid

worden gezien als bruikbare middelen. Bij deelnemers zijn goede ideeën ontstaan om tot meer samenhang te komen in de eigen culturele praktijk.

DeelnameVoor de volledigheid geven we een opsomming van de betrokken Hengelose culturele instellingen: muziekschool, crea, AkkuH, bibliotheek, Rabotheater, techniekmuseum ’t Heim Historisch Museum. Ook de gemeente is vertegenwoordigd.In totaal zijn 29 personen aanwezig, gespreid over 2 bijeenkomsten.

Bijlage: programma startconferentie

Hengelose Culturele instellingen en scholen Primair Onderwijs

Bijeenkomst met educatieve medewerkersHogeschool Edith Stein 12 en 19 februari (voor muziekschool) 2008, 9.00 -12.00 uur

Ben Blanken, Jaap Besteman, Ronald von Piekartz

Programma:

9.10 - 9.151. Doel bijeenkomst:

9.15 - 9.452. Opening, voorstellen en Introductie innovatieproject

9.45 - 10.153. Hart(d) voor cultuur: vraag en aanbod(zie bijlage)

• Scenario’s • leerlijnen TULE als middel • consequenties rol instellingen

10.15 - 10.30Pauze

10.30 - 11.154. Leerlijnen Tule: uitwerking KO, OJW, NedT(zie bijlage, boekje SLO)

11.15 - 12.00 5. Afsluiting en eventuele vervolgafspraken

Ook gebruikte PP Video Ronald

2. Overdrachtsconferentie: toetsing van het prototype van 3 good practices.

VervolgbijeenkomstBij de start van het huidige schooljaar 2009/10 is een vervolgbijeenkomst georganiseerd voor educatieve medewerkers van de culturele instellingen. Ook

2

Page 3: raak cultuurwijsheid

de brede schoolcoördinatoren en vertegenwoordigers uit de 3 onderwijskoepels voor het basisonderwijs (de voorzitters van de stadswijken) zijn aanwezig. Aan de orde zijn het gehele ‘Analysekader Cultureel Erfgoed’, de Visual Knowledge Building (VKB) en de 3 good practices op basis van het analysekader en de VKB. (Ronald hier link naar analyse kader en link naar VKBwebsite)DoelBij de toelichting op doelstelling ligt dit keer het accent op:- de componenten van het ‘çurriculum-spinnenweb’ van Van den Akker (2003)- TULE als middel om de samenhang tussen basisschoolcurriculum en cultuurontmoetingen te bevorderen, vooral bij thematisch/project onderwijs- de bruikbaarheid van het ontwikkelde product in een andere context; niet alleen voor een andere stad, maar ook voor die cultuurdisciplines die binnen ‘cultuurwijsheid’ niet aan de orde zijn- een eerste kennismaking met Visual Knowledge Building, met enkele praktische consequenties ervan.

Globaal verloopWe starten met het in herinnering roepen van de belangrijkste punten uit de eerste conferentie, ook omdat er een aantal nieuwe deelnemers aanwezig zijn. Hierna volgt een beknopte presentatie van het project Cultuurwijsheid met de 3 good practices.Vervolgens komt het programma van na de pauze aan de orde; een discussie n.a.v. de 2 good practices rond de Enschedese instellingen. De groep wordt gesplitst. - Good Practice Rijksmuseum Twenthe: Een medewerker van het museum en de betrokken leraar van de basisschool nemen deel aan het gesprek. Filmfragmenten die betrekking hebben op de in de doelstelling aangegeven aspecten,worden besproken en in de Hengelose context geplaatst. De transfer naar de eigen instelling lukt wonderwel. De consequenties voor de eigen instelling worden duidelijk. Het ‘prototype’ blijkt te voldoen en enkele haperingen worden op de koop toe genomen. - Good Practice TwentseWelle: Een medewerker van het museum en een leraar van een betrokken school nemen ook hier deel aan het gesprek. Tijdens dit gesprek komt al snel naar voren dat transfer naar de eigen instellingen zeker haalbaar is. Op basis van de ervaringen binnen de groep komen de deelnemers tot de conclusie dat het falen van eerdere pogingen om nader tot elkaar te komen, voornamelijk ligt aan het ontbreken van een duidelijke attitudeveranderinghet .de onbekendheid met elkaars wensen en mogelijkheden. Scholen en instellingen moeten zich bewuster zijn van de ander en diens wensen. Alleen denken vanuit de eigen visie belemmert het werken vanuit scenario 2. De aanwezige instellingen en scholen nemen zich voor hier in de nabije toekomst serieus mee om te gaan.

ConclusiesDe aanwezigen zijn erg content met de conceptversie van het door ons ontwikkelde product good practices. De toepassing in de Hengelose context levert geen probleem op bij grote instellingen die met ‘Enschede’ vergelijkbare disciplines vertegenwoordigen, ook niet bij disciplinesals dans en drama die door educatieve medewerkers op school in de klassen worden uitgevoerd. We spreken af dat de resultaten van deze conferentie besproken worden met de Interne Cultuurcoördinatoren – ICC’ers, basisschoolleraren met deze taak - van Hengelo op woensdag 14 oktober,2009. Het gaat hier immers om het ontwikkelen van een gezamenlijk referentiekader voor culturele instellingen en basisscholen.

DeelnameIn totaal zijn 25 personen aanwezig.

3

Page 4: raak cultuurwijsheid

Bijlage: programma overdrachtsconferentie ‘Meer dan applaus …!’Project Cultuurwijsheid

Bijeenkomst met educatieve medewerkers van Hengelose culturele instellingen, brede schoolcoördinatoren en wijkvoorzittersHogeschool Edith Stein: 27 augustus 2009, 9.00 -12.00 uur

Wilt u de vorig jaar uitgereikte SLO brochure ‘TULE - kunstzinnige oriëntatie’ meenemen

Programma:

9.00 – 9.15Inloop met koffie en thee

9.15 - 9.201. Opening, voorstellen

9.20 - 9.302. Doel bijeenkomst:Via enkele good practices kennisnemen van:- Inbedding cultuurontmoetingen in basisschoolcurriculum- Cultuurontmoetingen in samenhang met diverse vak- en vormingsgebieden- Visuele Kennis Constructie: het leren van en met beelden

9.30 - 9.453. Samenvatting bijeenkomst 12/19 febr. 2008

• Gemeente Hengelo: kunstmenu en wijkgericht werken met korte lijnen tussen scholen en culturele instellingen (meer vraaggericht werken)

• Uitgangspunt ‘Hart(d) voor cultuur’: -overbruggen kloof tussen vraag en aanbod

-3 scenario’s• Vervagen grens tussen binnen- en buitenschools (naschools)• Leerlijnen TULE als middel voor samenhang met curriculum en bepaling verrijkend of

vervangend (zie o.a.SLO-brochure)• Consequenties rol instellingen: kwaliteit aanbod(inspelen op de vraag, did.materiaal etc)

9.35 - 10.154. Raakproject Cultuurwijsheid(zie ook bijlage ‘analysekader cultureel erfgoed’ en ‘visual knowledge building’)

Presentatie aspecten RAAK-project: ‘analysekader cultureel erfgoed’ en ‘visual knowledge building’ met 2 good practices

Centaal staan:• Inbedding cultuurontmoetingen in basisschool curriculum• Samenhang tussen de diverse vak- en vormingsgebieden• Visual Knowledge Building: het leren van en met beelden

Good practice: TwentseWelle (kort filmfragment)Good practice: Rijksmuseum (kort filmfragment)Toelichting programma na de pauzeVormen 2 subgroepen rond een good practice

10.15 - 10.30Pauze

4

Page 5: raak cultuurwijsheid

10.30 - 11.455. Twee good practices en plaatsing binnen de Hengelose context

Plenaire inleiding

Subgroep A:Good practice: TwentseWelle Subgroep B:Good practice: Rijksmuseum Twenthe

Bespreking videofragmenten mbt. :• de voorbereidende les(sen) op basisschool• de museumles• de verwerking en toetsing en• vooroverleg tussen instelling en basisschool

En daarbinnen:• rol leerkracht en museumdocent• leerinhouden in samenhang op basisschool (zie tussendoelen relevante vakken)• rol van de Visuele Kennisconstructie

Eventuele andere aspecten die besproken kunnen worden:- groepering leerlingen- kwaliteit materiaal en bronnen- rationale (visie en ambitie van instellingen en scholen) (zie componenten ‘curriculum-spinnenweb’)

De Hengelose context:• Welke aanpassingen kunnen de good practices nog versterken?• Welke elementen uit de good practices zijn bruikbaar voor ons als Hengelose instelling?

11.45 - 12.00 6. Afsluiting - korte uitwisseling conclusies

Aansluitend lunch

Ook gebruikte PP van Ellen Video Ronald

Good practices in wording

Het project Cultuurwijsheid is gestart met een curriculumanalyse gebaseerd op het curriculaire spinnenweb, (http://www.slo.nl/organisatie/overmissie/missie/), de scenario’s voor cultuureducatie en de kern- en tussendoelen primair onderwijs http://tule.slo.nl/. Voor de good practices waarover in dit verslag gerapporteerd wordt zijn vooral de analyses van de Twentse Welle en het Rijksmuseum Twente van belang.De curriculumanalyse heeft richting gegeven aan de vormgeving van de good practices. Er is gekozen om scenario 2 als uitgangspunt te nemen.

5

Page 6: raak cultuurwijsheid

In het schema hieronder staan de scenario’s nog en keer krot samengevat. Voor een volledig overzicht verwijzen we naar http://www.cultuurbereik.nl/Cultuur_en_school/docs/eindrapport.pdf.

Schema 1: Scenario’s

A. scenario 1: komen en gaanHiermee worden scholen bedoeld die gebruik maken van cultureel aanbod op momenten dat er een cultuurontmoeting ‘langs’ komt en er ruimte is in het lesrooster. Cultuurontmoetingen hebben vaak een ad hoc karakter.

B. scenario 2: vragen en aanbiedenHiermee worden scholen bedoeld die vanuit een behoefte vanuit het curriculum vragen stellen aan de culturele instelling. Deze moet daardoor het aanbod meer afstemmen op de wensen van de school.

C. scenario 3: leren en ervarenHiermee worden scholen bedoeld die vanuit een duidelijk omschreven visie op leren komen tot een integratie van cultuur binnen het totale curriculum. Cultuur vormt de basis vormen voor het gehele curriculum. Cultuurontmoetingen vormen een onderdeel van een integrale leeromgeving. Er is geen scheiding meer tussen binnen- en buitenschools.

Het vinden van een balans tussen de innovatieve aspiraties van het projectteam en de huidige situatie binnen musea en basisscholen was de opgave voor het projectteam. Scenario 2 biedt hiervoor het beste kader. Scenario 1 weerspiegelt de huidige situatie voor een belangrijk deel.De curriculumanalyse heeft een rol gespeeld bij de voorbereiding van de good practices, maar zeker ook bij het samenstellen van een digitale weerslag ervan in rich media cases. Het analysekader zie bijlage of hyperlinken) vormde een goed referentiekader om beelden te selecteren en van een adequate toelichting te voorzien.

Om tot good practices te komen is een goed voorbereiding bijzonder belangrijk. In de volgende paragrafen geven w weer hoe dit gebeurd is. We belichten daarbij de kant van de musea en van de scholen.

Voorbereiding Musea

- Rijksmuseum Twenthe, museum voor beeldende kunst en kunstnijverheid filmpje Ronald

Keuze museumWe kiezen het museum vanwege het visuele karakter van beeldende kunst en kunstnijverheid. Ook het feit dat het museum een actieve educatieve afdeling heeft, waar wij als hogeschool goede contacten mee onderhouden, speelt een belangrijke rol. Bovendien heeft het museum een regionale functie. De nabijheid van de TwentseWelle het Rijksmuseum Twenthe (RMT) in verband met onderlinge contactlegging speelt ook mee. Het RMT was aanwezig bij de kick off van het project cultuurwijsheid.

Oriëntatie

6

Edith Stein, 28-09-09,
Toch zowel TwentseWelle al RMT?
Page 7: raak cultuurwijsheid

Het museum heeft voor schoolklassen 3 aanbod gerichte rondleidingen ontwikkeld voor de vaste collectie kunstwerken. Deze zijn bestemd voor onder-, midden- en bovenbouw van het basisonderwijs. Daarnaast is er ook educatief materiaal aanwezig voor tijdelijke tentoonstellingen of specifieke thema’s.In een oriënterend gesprek is de nota ‘Hhart(d) voor cultuur’ aan de orde geweest. Het belang om tegemoet te komen aan de wensen van scholen die meer willen dan culturele uitjes was het centrale thema. Ook bij het museum leeft deze wens. Van hieruit zijn de kerndoelen met tussendoelen besproken als ; middelen om leerinhouden op af te stemmen, zowel voor museum als school. In een good practice worden deze uitgangspunten concreet gemaakt. De reactie van de educatieve medewerkster is positief. Zij gaat in overleg met haar directeur. Ook deze blijkt positief te reageren.In een vervolggesprek bekijken nog eens de inhoudelijke eisen voor deze good practice aan de hand van het ‘analysekader voor cultureel erfgoed’ (zie curriculumanalyse) en de theoretische uitgangspunten voor Visual Knowledge Building. We bespreken wat de personele inzet vanuit het museum kan zijn en wat er aan uren beschikbaar is vanuit het RAAK-project. Hoewel dDe periode waarbinnen het totaal gerealiseerd moet worden is nogal krap; er kunnen er, toch met enige moeite, moeilijk museummedewerkers vrijgemaakt worden. Maar de intentie om mee te doen blijft. Vanzelfsprekend moet er nader overleg plaats hebben binnen de museumorganisatie. We besluiten ook de Alfonsusschool te polsen om mee te werken, deze school was eveneens aanwezig op de kick off. Enkele weken later zegt de Alfonsusschool haar medewerking toe.

ConcretiseringInmiddels heeft het museum aanvullende menskracht ingehuurd om over het te ontwikkelen materiaal mee te denken en het ook uit te werken. In de projectgroep zitten 2 educatieve medewerkers van het museum, 2 leraren van de basschool en 1 medewerker van de hogeschool.In een vervolggesprek tussen het museum, de Alfonsusschool en de hogeschool nemen we het besluit nieuw materiaal te ontwikkelen voor de middenbouw. Deze keuze voor de middenbouw sluit zowel aan op de wens van het museum als op die van de school om iets te doen met groep 4, de groep van de ICC’er. We bepalen heel globaal welke kunstwerken geschikt zijn voor groep 4. Hiervan wordt ruime ‘digitale’collectie samengesteld, ook met het oog op de Visual Knowledge Building.Vanaf dit moment beleggen we in het museum nog 3 gezamenlijke bijeenkomsten om de voortgang van de te ontwikkelen museumles te bespreken. Vanuit de hogeschool ligt daarbij het accent op het ‘çurriculum-spinneweb’ met inbegrip van TULE en enkele belangrijke principes van VKB. De basisschool kiest er voor de totale activiteit te plaatsen binnen de storyline approach, dit spreekt de leerlingen ongetwijfeld aan.Tussen de gezamenlijke bijeenkomsten door zijn ICC’er en adjunct nog een aantal keren in het museum aanwezig om samen met museummedewerkers de kunstwerken te selecteren en te bespreken. Tijdens onze laatste gezamenlijke bijeenkomst leggen we exacte tijdstippen vast van de voorbereidende lessen, de museumles en de verwerking/toetsing. We spreken af welke objecten en welk digitaal materiaal vanuit het museum naar school gaat en wanneer, welke rol de leraar speelt in het museum tijdens de museumles etc. Ook de organisatie rondom de videoverslagen t.b.v. het eindproduct wordt doorgenomen. Het regelmatige overleg tussen de betrokken instellingen is van cruciaal belang geweest. Alle partijen hebben toegewerkt naar een positief eindresultaat.

- - TwentseWelle, cultuurhistorisch museum voor deze regio

Keuze museumWe kiezen voor de TwentseWelle om een aantal redenen. Ten eerste heeft het museum op het gebied van educatie al ervaring met het opzetten van lesprogramma’s die gekoppeld zijn aan kern- en tussendoelen. De programma’s sluiten beter aan bij de methodes en hebben en verrijkend karakter. Ten tweede heeft het museum een regionale functie. Basisscholen uit

7

Page 8: raak cultuurwijsheid

een ruime straal rond Enschede bezoeken het museum. Een ideale plek om het scenario 2 principe beter bekend te maken bij de basisscholen.

OriëntatieDe TwentseWelle heeft drie aanbodgerichte programma’s opgezet. Het programma voor de groepen 5 en 6 gaat over de tijd van jagers en boeren. Het programma sluit aan bij de eerste hoofdstukken in diverse methodes over de inhoud van het eerste tijdvak van De Rooy. De leerlingen leren door middel van het verzamelen van (visuele) informatie meer over de levensomstandigheden in dit tijdvak. Het programma voor groep 6 en 7 gaat over de industriële samenleving. De ontwikkeling van de industrie en levensomstandigheden in Twente staat centraal. Het programma voor groep 7 en 8 zal gaan over het veranderende Twentse landschap. Dit programma is nu nog in ontwikkeling. In overleg met de educatief medewerkers van het museum en een aantal basisscholen is besloten om het programma voor de groepen 5 en 6 te gebruiken voor de good practice.

ConcretiseringOm de invulling van de good practice zo goed mogelijk vorm te kunnen geven, besluit de TwentseWelle om haar digitale collectie beschikbaar te stellen als voorbereidend lesmateriaal voor de meewerkende basisscholen. De leerlingen kunnen alle zichtbare materialen in de tentoonstelling al vast bekijken en gebruiken. De scholen krijgen toestemming om ook zelf foto’s te maken in het museum. Studenten, via stage verbonden aan de scholen, zullen afspraken maken met het museum voor een bezoek.

Voorbereiding Scholen- Alfonsusschool Enschede

Keuze basisschoolDe Alfonsusschool staat bekend als een basisschool die regelmatig culturele activiteiten organiseert, zowel binnen- als buitenschools. Hun ICC’er heeft de cursus voor cultuurcoordinatoren aan onze hogeschool gevolgd. Hierdoor kan gemakkelijk contact gelegd worden.

OriëntatieTijdens het eerste gesprek is naast de ICC’er ook de adjunct-directeur aanwezig, eveneens sterk geïnteresseerd in cultuur. De bedoeling en globale opzet van een good practice komen aan de orde. In principe is de school bereid deel te nemen aan de good practice voor het Rijksmuseum Twenthe (RMT) en voor die van de TwentseWelle (TW). Wel ontstaat enige twijfel over de haalbaarheid binnen de schoolorganisatie i.v.m. de uitvoering van het project in de laatste maand van het schooljaar. De week erop wordt een en ander besproken met de directeur. In een tweede gesprek brengen we de praktische consequenties voor de school in kaart. De school zal zorgen voor vervangende leraren om ICC’er en adjunct voor een beperkt aantal uren vrij te maken. Voor het RMT is groep 4 beschikbaar en voor de TW groep 6/7. Medewerking verlenen aan 2 good practices vergt nogal wat overleg, intern en extern.

ConcretiseringBij de voorbereiding en uitvoering van de 3 fasen zijn enkele studenten inhoudelijk ondersteunend. Ook de organisatie rond de VKB is in handen van de studenten.Tot slot zorgen ze voor video-opnamen van de voorbereidende lessen en van de verwerking/toetsing.

8

Edith Stein, 28-09-09,
komen die hier een beetje uit de lucht vallen
Edith Stein, 28-09-09,
referentie
Page 9: raak cultuurwijsheid

De inhoudelijke samenhang tussen de 3 fasen komt tot stand door de activiteiten in deze fasen te richten op TULE. Daarom kunnen bij de opdrachten tijdens de verwerking/toetsing leerinhouden aan de orde gesteld worden uit alle fasen.Door de keuze voor de storyline approach worden de kunstbeschouwingactiviteiten vooral in de voorbereidende lessen in samenhang gebracht met andere vakken. Het gaat met name om Nederlandse taal, rekenen, levensbeschouwing, aardrijkskunde, geschiedenis en de beeldende vakken. Hierdoor wordt cultuureducatie sterk verweven met het reguliere curriculum.Maar samenhang ontstaat ook door bespreking in de klas van voor de leerlingen herkenbaar museummateriaal. Het gaat hier om voorwerpen, (digitaal) beeldmateriaal van kunstwerken en een filmpje van het gebouw.Bovendien wordt de samenhang versterkt doordat de leraar in het museum ook een sturende/inhoudelijke taak krijgt, als aanvulling op de experttaak van de museumdocent.

Door het tekortschieten van de digitale middelen op de basisschool wordt de digitale ondersteuning van de VKB bij de leerlingen aangepast. Leerlingen zullen zich daardoor tijdens de verwerking/toetsing bedienen van het ‘ouderwetse’ knip- en plakwerk.

- Overige scholen

Keuze basisscholenIn eerste instantie kijken we naar een aantal basisscholen waar op dit moment stagiaires aanwezig zijn in de groepen 5 en 6. Tevens moeten het scholen zijn die nog kans zien te participeren in dit project. Aan het eind van het schooljaar is dit moeilijk, maar desondanks zijn een aantal scholen bereid mee te doen. Kijkend naar het aantal uren dat geïnvesteerd moet worden, ontstaan er twee groepen deelnemende scholen; een groep gaat zowel de voorbereiding op school, een bezoek aan het museum en een evaluatie op school uitvoeren en een groep zal alleen de voorbereidende les uitvoeren.

OriëntatieDe beginsituaties op de scholen is divers. Enkele scholen behandelen het onderdeel over jagers en boeren in groep 5, op andere scholen vindt dit in groep 6 plaats. De aanwezige studenten inventariseren de beginsituatie en fungeren als contactpersonen tussen school, museum en projectgroep. De studenten worden tijdens een aantal bijeenkomsten geïnformeerd over de wijze waarop de voorbereidende les op school vorm kan krijgen.Concretisering

Scenario 2 in uitvoering(voor verder achtergrondinformatie verwijzen we naar de nota Hart(d) voor Cultuur, het Curiculum-spinnenweb en Analysekader cultureel erfgoed)

AlgemeenHart(d) voor cultuurEen landelijke taakgroep heeft een analyse gemaakt van de situatie m.b.t. cultuureducatie in het primair onderwijs en met name de rol van culturele instellingen is daarbij in kaart gebracht. Het belang dat de school hecht aan cultuureducatie komt tot uitdrukking in 3 mogelijke scenario’s. Hier volgt een beknopt overzicht van deze 3 scenario’s met de daarop aansluitende rollen van culturele instellingen en scholen.

a. Scenario 1: komen en gaan

9

Edith Stein, 28-09-09,
hier url opnemen
Page 10: raak cultuurwijsheid

Hiertoe behoren scholen die gebruik maken van cultureel aanbod op momenten dat er een cultuurontmoeting ‘langs’ komt en er plaats is in het lesrooster. Zo’n ontmoeting heeft in de regel een ad hoc karakter.Een instelling ontwikkelt het aanbod op basis van eigen collectie of expertise. De school is afnemer.

b. Scenario 2: vragen en aanbiedenHiertoe behoren scholen die gebruik maken van cultureel aanbod vanuit een behoefte vanuit het curriculum. Ze stellen vragen aan de culturele instelling die vervolgens het aanbod meer afstemt op de wensen van de school.In dit geval zijn scholen en instellingen partners die elkaar ondersteunen. Cultuureducatie moet aansluiten op het pedagogisch/onderwijskundig profiel van scholen. Cultuurontmoetingen zijn een verrijking voor het curriculum en kunnen ook vervangend zijn voor delen van het reguliere curriculum.

c. Scenario 3: leren en ervarenHiertoe behoren scholen die gebruik maken van cultureel aanbod vanuit een duidelijk omschreven visie op leren. Cultuur wordt binnen het gehele curriculum geïntegreerd en vormt als het ware de motor voor het leerproces van de leerling. Er is geen scheiding meer tussen binnen- en buitenschools. Leer- en leefomgeving gaan in elkaar over.De school wordt een geïntegreerd geheel van maatschappelijke en culturele organisaties. Cultuureducatie vindt plaats vanuit een integrale visie op educatie van kinderen van 0 tot 12 jaar in een rijke leeromgeving.

Scenario 2 als uitgangspuntIn de nota ‘Hart(d) voor cultuur’ lezen we dat het overgrote deel van de scholen en instellingen zich op scenario 1 niveau bevindt. In de regio Twente is de situatie niet veel anders. Wel zien we in deze regio flinke aanzetten richting scenario 2. Vanwege deze beginsituatie mikken we in het project Cultuurwijsheid op die scholen en instellingen die zich op een consistente manier willen ontwikkelen richting scenario 2.Samenhang cultuurontmoeting en curriculumDe voor scenario 2 noodzakelijke samenhang tussen de cultuurontmoeting en het basisschoolcurriculum zijn in de 2 good practices rond de beide musea vormgegeven door de fasering: voorbereidende les(sen) – museumles - verwerking/toetsing.Andere daaruit voortvloeiende aspecten, ontleend aan ‘hart(d) voor cultuur’ en ‘curriculum- spinnenweb’, zijn binnen deze fasering geconcretiseerd. Deze samenhang is in beide good practices gerealiseerd, maar omdat de uitwerking verschillend is bespreken we beide afzonderlijk.

1. Good practice Rijksmuseum Twenthe

Voorbereidende les(sen) De samenhang tussen museumles en basisschoolvakken start al in de eerste fase door verband te leggen met de aanverwante beeldende vakken. De activiteiten voor de betreffende groep 4 hebben in alle 3 fasen minimaal betrekking op de tussendoelen TULE voor kerndoel 56, 55 en 54.Via de keuze van de school voor de storyline approach komt - naast de beeldende vakken - samenhang tot stand met vakken als taal, rekenen, levensbeschouwing, geschiedenis en aardrijkskunde. De story;ine approach is een vorm van verhalend ontwerpen van onderwijs. Het vehaal vormt het anker waaraan verschillende inhoudsdomeinen gekoppeld worden. Hiervoor zijn concrete lessen ontwikkeld en uitgevoerd. De lessen voor de verschillende vakken sluiten aan op de lotgevallen en de verzameling objecten van de ontdekkingsreiziger-verzamelaar, de hoofdpersoon uit het verhaal. Bronnen hiervoor zijn methodelessen en uitzendingen in het kader van schoolTV ? controlerenTijdens deze eerste fase komt regelmatig het bezoek aan het RMT aan de orde. De leerlingen maken kennis met objecten uit de ‘verzameling’ en aan het einde van deze fase kijken de leerlingen naar een filmpje over het gebouw.

10

Edith Stein, 28-09-09,
hier wellicht filmje achter zetten.
Page 11: raak cultuurwijsheid

MuseumlesHet is vanzelfsprekend onmogelijk alle tussendoelen voor groep 3/4 m.b.t. de 3 genoemde kerndoelen in één museumles aan de orde te stellen. Door bij de ontwikkeling van de museumles ‘De kunst van het verzamelen’ van te voren de tussendoelen van de kerndoelen te raadplegen, zijn er in het museum wel bepaalde accenten geplaatst, die in vorige museumroutes niet voorkwamen. Ook werkt groep 4 aan enkele tussendoelen voor groep 5/6; ze sluiten aan op de door de school gekozen aanpak via de storyline approach. In het geval van het RMT gebeurt dat door expliciet in te gaan op tussendoelen rond ‘objecten vroeger en nu’ en ‘verhalen rond objecten’. Omdat het ook van belang is dat de kwaliteiten van het museum tot hun recht komen, worden tussendoelen behandeld rond ‘verschillende kunstdisciplines’ en ‘autonome en toegepaste kunst’. In de voorbereidende lessen zijn enkele van bovengenoemde aspecten al kort besproken. De leerlingen herkennen het museum vanuit de voorbereiding en dat werkt erg motiverend.In een vooroverleg tussen leraar en museumdocent educatief medewerker van het museum is afgesproken welke sturing/inhouden voor rekening van de leraar komen. Tijdens de uitvoering blijkt dit geen overbodige luxe. Het grote voordeel van deze aanpak is het gemakkelijke terugkoppelen naar de voorbereidende lessen en de vooruitblik naar de laatste fase. Vanuit het perspectief van de leerlingen spreken beiden over hetzelfde.

Verwerking/toetsingNa de museumles worden deze tussendoelen in een andere context opnieuw behandeld tijdens de verwerking/toetsing op school. Ter verdieping van de tussendoelen bij kerndoel 55 en 56 voor groep 3/4 en 5/6 wordt door de leraar op school een schilderij uit de museumroute besproken. Het gaat dan om aspecten als ‘verhalen van kinderen bij kunstwerken’, ‘verhaal vanuit het perspectief van het kind’ en ’relaties tussen betekenis en vormgeving’.Vervolgens gaan de leerlingen in groepsopdrachten met afbeeldingen van kunstwerken aan de slag. Voor een deel zijn deze afkomstig uit het museum. De opdrachten hebben betrekking op aspecten van tussendoelen die in de voorbereidende lessen, in de museumles zelf en tijdens de verdiepende activiteiten besproken zijn. De leerlingen worden ook regelmatig herinnerd aan voorgaande fasen.In deze laatste fase krijgen de leerlingen ook een doe-opdracht. Bij deze opdracht komen betekenisvolle onderwerpen, beeldaspecten en beeldende technieken aan de orde waarmee in het museum is kennis gemaakt. Hierdoor werken leerlingen aan tussendoelen van kerndoel 54.

Uit de ‘beeldende toetsing’ gebaseerd op VKB, blijkt dat de fasering in voorbereidende les(sen), museumles en verwerking/toetsing tot een gewenst resultaat heeft geleid. De leerlingen presteren boven verwachting en bijna allen blijven gemotiveerd. Helaas zijn de digitale middelen op school ontoereikend voor een digitale beeldende toetsing. Knip- en plakwerk met ‘ouderwetse’ schaar en lijm brengt moet uitkomst brengen.

2. Good practice TwentseWelleVoorbereidende les(sen)De scholen die participeren in deze good practice hebben zich zichin grote lijnen op dezelfde wijze voorbereid.allen op een eigen wijze voorbereid. Toch zijn er een flink aantal overeenkomsten. De voorbereiding bestaat uit twee gedeeltes; eerst gaat de groep gaat aan het werk met het (digitale) beeldmateriaal dat hoort bij het onderwerp jagers en boeren. De les is tevens de voorbereiding op het komende museumbezoek. Daarom volgt er een korte introductiefilm die laat zien wat er allemaal in het museum te doen is.De scholen werken allen met methodes waarin in groep 5 of 6 het onderwerp jagers en boeren wordt behandeld. Toch gebeurt dit maar summier. De meeste methodes behandelen

11

Edith Stein, 28-09-09,
Hier wat foto’achter of tussen zetten?
Page 12: raak cultuurwijsheid

het onderwerp in slechts twee of drie pagina’s. met veel plaatjes en weinig tekst. De plaatjes gaan vaak over de deelonderwerpen voeding, huisvesting en klimaat.Daarom maken de studenten en scholen naast de methodes voor uitbreiding en verdieping ook gebruik van de digitale collectie van de TwentseWelle. Alle voorwerpen die tentoongesteld zijn in het open depot zijn terug te vinden in deze collectie. Het werken met dit materiaal heeft een dubbele functie. Enerzijds leren de leerlingen om het materiaal te gebruiken voor de beeldvorming over de tijd van jagers en boeren, anderzijds worden de voorwerpen herkend bij het museumbezoek zelf.Naast bovengenoemde bronnen kunnen de leerlingen gebruik maken van internet om aanvullend beeldmateriaal te verzamelen.De bedoeling is dat de leerlingen alle materialen gaan gebruiken om een mindmap te creëren over het onderwerp jager en boeren. Het doel van deze mindmap is om de beginsituatie en kennis over het onderwerp in kaart te brengen. De leerlingen nemen de mindmap mee naar het museum en bekijken hoe ze deze kunnen aanvullen.

MuseumbezoekEind mei en begin juni gaan een drietal deelnemende scholen op bezoek in het museum. De leerlingen weten vanuit de voorbereidende les wat ze kunnen verwachten. Wederom is de aanpak gedifferentieerd. Twee scholen kiezen er voor om het aangeboden museumprogramma te doorlopen. De derde school kiest er voor om via een onderwijsleergesprek de kinderen in de museumomgeving te verrijken in het thema en aansluitend het programma te draaien? Filmmateriaal van deze aanpak is verwerkt in het onderdeel good practice.Bij binnenkomst krijgen de leraren en stagiaires een korte instructie over de leskar horende bij het thema jagers en boeren. De leerlingen worden van te voren het museum ingestuurd om zich te oriënteren. Daarna kunnen de leerkrachten kunnen zelf het programma dat bij de leskar hoort, toelichten aan de leerlingen. Dit gebeurt met de gehele groep. De bedoeling is om via een aantal zoekopdrachten te komen tot beeld van de leefomgeving van een fictieve jager of boer. De leerlingen zijn hier ongeveer een half uur mee bezig.Naast deze opdracht gaan de leerlingen ook zelf foto’s maken die ze gebruiken als aanvullend materiaal voor de mindmap. Goed kijken en zelf keuzes maken uit het vele materiaal, maakt de leerlingen nog meer enthousiast voor het thema en het museum.

Verwerking/toetsingNa het bezoek aan het museum wordt een evaluatieles gepland. De leerlingen moeten aan de hand van de gemaakte mindmap en het verzamelde aanvullend materiaal, duidelijk kunnen maken of de tussendoelen behorende bij de kerndoelen van geschiedenis behaald zijn. Volgens deze kerndoelen kunnen leerlingen werken met historisch materiaal, kunnen ze een koppeling maken met het tijdvak van De Rooy en kunnen ze een link leggen met een venster uit de canon. De leerlingen werken aan een uitbreiding van de mindmap met nieuw materiaal uit het museum. De aangevulde mindmap kan als basis dienen voor het uiteindelijke digitale mediaproduct dat de kinderen zullen samenstellen. Dit product zal er uit zien als een slideshow met voice over. Het gehele thema jagers en boeren zal in een aantal beelden worden samengevat. (werking programma zie Ronald!!!!!!!!!!!!!!!!!)Het mediaprogramma dat voor de evaluatie/toetsing aan de scholen is aangeboden, blijkt in de praktijk toch erg moeilijk te zijn. Niet alle leerlingen bezitten de juiste vaardigheden om zelfstandig met het programma om te kunnen gaan. Ook het ontbreken van de juiste apparatuur om het programma te kunnen draaien is een probleem. Verouderde computers of het ontbreken van voldoende computers maakt het dat slechts een klein deel van de leerlingen het mediaproduct heeft samengesteld. De resultaten zijn zichtbaar in het filmmateriaal van de good practice.

12

Edith Stein, 28-09-09,
Begrijp dit niet helemaal?
Edith Stein, 28-09-09,
??
Edith Stein, 28-09-09,
Opname of link naar zo’n mindmap
Page 13: raak cultuurwijsheid

ROLLEN (kan ook naar REFLECTIE)Nog verwerken …………………………….……………………………..Mede doordat de partijen elkaar kennen vanuit andere werksituaties, verloopt het overleg in een positieve sfeer. Voor de realisatie van de good practices is een dergelijk overleg tussen de betrokken onderwijsinstellingen en het RMT van cruciaal belang. In eerste instantie immers is elke instelling gefocust op eigen mogelijkheden en belangen. Tijdens een van de eerste gezamenlijke bijeenkomsten is dit ook een gesprekspunt geweest.In beknopte vorm beschrijven we de specifieke rollen van de instellingen tijdens de besprekingen.

- Rol basisschool……………………………….- Rol museum………………………………………..- Rol Lerarenopleiding…………………………………………………….

Alfonsus ook meegewerkt aan TwentseWelle met groep 7/8

Paul voor accenten Twentse Welle en andere scholen/studenten

Reflectie………….……….Generieke aanbevelingen voor culturele activiteiten binnen scenario 2

De hieronder geformuleerde aanbevelingen met toelichting zijn geformuleerd vanuit ervaringen met beide bij het project betrokken culturele instellingen, leraren van scholen en studenten. Eveneens zijn de conclusies uit de 2 conferenties verwerkt.

- Een optimale leeromgeving van leerlingen kent een sterke samenhang tussen cultuurontmoeting en basisschoolcurriculum

Toelichting:Bij samenhang denken we vanzelfsprekend aan de samenhang tussen de cultuurontmoeting en de daaraan gerelateerde vakken, maar ook kan samenhang tot stand komen via andere vakken als rekenen en taal. Het aanbrengen van samenhang zal ten goede komen aan de leeropbrengst bij de leerlingen.

- De kerndoelen met leerlijnen en tussendoelen zijn uitgangspunt bij het tot stand brengen van de bedoelde samenhangToelichting:

Het is voor zowel leraar als educatieve medewerker lastig om aan de hand van methodelessen vast te stellen of een cultuurontmoeting methodevervangend of methodeverrijkend is. Kerndoelen met tussendoelen zijn op een hoger abstractieniveau geformuleerd en kunnen daardoor gemakkelijker door school en instelling als referentiepunt gehanteerd worden. Verder zijn ze o.a. ondersteunend bij het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal.

13

Page 14: raak cultuurwijsheid

- Een cultuuractiviteit voor scenario 2 scholen bestaat minimaal uit 3 fasen: a. de voorbereidende les(sen) op school b. de museumles (of andersoortige cultuurontmoeting) c. de verwerking/toetsing op school

Toelichting: Het is van belang dat de leerling de samenhang ervaart tussen een cultuurontmoeting en basisschoolvakken. Alleen dan kan zo’n culturele activiteit meer zijn dan een uitje. De bovengenoemde 3 fasen zorgen voor een degelijke inbedding in het reguliere curriculum, zeker als bij verwerking/toetsing ook de voorbereidende activiteiten worden betrokken. Vanzelfsprekend wordt in alle 3 fasen gewerkt aan relevante leerlijnen met tussendoelen. Met name in de eerste en laatste fase kan de samenhang met andere vakken tot stand komen.

- Tijdens de 3 fasen wordt er - indien mogelijk - regelmatig ‘geschakeld’ naar school of instellingToelichting:………………………………………De leerling zal de samenhang tussen de 3 fasen sterker ervaren als de leraar en de educatieve medewerkers op gezette tijden terugkoppelen naar de voorafgaande fase(n) en vooruit blikken. ………………………………………………….

In alle 3 fasen van ….. didactisch materiaal, iets in herinnering roepen,…………………………

- De leraar is - indien mogelijk - ook actief tijdens de uitvoering van de cultuurontmoeting

Toelichting:Het is wenselijk dat de rol van de leraar zich in deze fase niet beperkt tot het houden van toezicht. Een leraar die in de ogen van leerlingen interesse heeft (en competent is) voor de betreffende cultuurontmoeting zal - voor zover de cultuurdiscipline dat toelaat – ook een inhoudelijke bijdrage moeten leveren. Bovendien zal de inhoudelijke samenhang tussen de 3 fasen hierdoor vanuit het perspectief van de leerling versterkt worden.

- Bij bepaalde cultuurontmoetingen is de ‘groepering van leerlingen’ belangrijk Toelichting:

School en instelling moeten tijdens cultuurontmoetingen als tentoonstellingbezoek waarbij leerlingen opdrachten gaan uitvoeren, nadenken over de eventuele opsplitsing van de groep. Een grote groep levert problemen op bij het intensief bekijken van relatief kleine objecten. Wanneer er slechts een educatief medewerker beschikbaar is kan nagedacht worden over een rolverdeling tussen museumdocent en leraar tijdens (een deel van) de activiteit. Tijdens bijvoorbeeld het beluisteren van concerten speelt dit probleem natuurlijk niet.

- De Visual Knowledge Building biedt mogelijkheden om door middel van beelden tot kennisconstructie te komen

Toelichting:Kennisconstructie binnen kunst- en cultuureducatie is gebaat bij gebruikmaking van inzichten rond VKB. Het beeldende karakter van kunst- en cultuureducatie sluit hier goed op aan. Informatie verwerking verloopt bij leerlingen beter indien beeld, tekst en geluid op een goede manier op elkaar afgestemd zijn. Om deze goede afstemming te realiseren is de inzet van digitale tools een erg belangrijk hulpmiddel.

- Het vooroverleg tussen school (leraar) en de educatief medewerker is van cruciaal belang om bovenstaande punten te realiseren

14

Page 15: raak cultuurwijsheid

Toelichting:………………………

Boven genoemde aanbevelingen hebben nauwelijks resultaat als er geen effectief vooroverleg plaats heeft.

Attitudeverandering ………………………………….

15