QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

168
Quid Pro Quo De wereld rond in 1460 dagen 9x lekker lang lezen social design: Wat een sneaker! Mini-dossier: duurzame communicatie Sander Tideman: van bankier tot boeddhist Het grote geluksnummer: met onder meer: Een kans op de kermis nummer 2 - juni 2010 - jaargang 1 Het nieuwe ondernemen

description

QPQ is the first glossy worldwide about social entrepreneurship. In the quartely you'll find 200 page with inspiring interviews with social entrepreneurs, exciting stories about changemakers and interesting information for venture philanthropists and other investors. This issues theme is happiness. What makes people happy and how does social entrepreneurship add to that? QPQ is another social changing idea of bureau goedgeefs

Transcript of QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Page 1: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Quid Pro Quo

De wereld rond in 1460 dagen 9x lekker lang lezen

social design: Wat een sneaker! Mini-dossier: duurzame communicatie

Sander Tideman: van bankier tot boeddhist

Het grote geluksnummer: met onder meer: Een kans op de kermis

nummer 2 - juni 2010 - jaargang 1

Het nieuwe ondernemen

Page 2: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

www.fi at.nl

L E S S I S M O R E , L E S S I S B E T T E R , L E S S I S G E N I U S .

Ook Fiat gelooft in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het is namelijk de gedachte achter onze Less is Genius-fi losofi e. Door het produceren van kleine, effi ciënte auto’s geven we de bestuurder maximaal rijplezier met minimaal gebruik van middelen en ruimte. En daarom heeft Fiat de laagste gemiddelde uitstoot van Europa*. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor uw portemonnee. Want door deze slimme technieken betaalt u bijvoorbeeld geen BPM, geen wegen-

belasting en maar 14% bijtelling voor de Fiat Panda en de Fiat 500. Ga dus snel naar de Fiat-dealer bij u in de buurt of kijk op fi at.nl. Gem. brandstofverbruik: 4,4 - 6,6 l/100 km (1 op 15,2 - 22,7). CO2: 110 - 155 gr/km.Fiat. De laagste gemiddelde CO2-uitstoot van Europa.

Fiat. De laagste gemiddelde CO2-uitstoot van Europa.*

*Bron: JATO Dynamics. Gebaseerd op de volumegerelateerde gemiddelde CO2-uitstoot (g/km) van de 25 best verkochte Europese automerken in 2009.

070_Fiat_QPQ_V3.indd 1 3/19/10 6:00:26 PM

Page 3: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

www.fi at.nl

L E S S I S M O R E , L E S S I S B E T T E R , L E S S I S G E N I U S .

Ook Fiat gelooft in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het is namelijk de gedachte achter onze Less is Genius-fi losofi e. Door het produceren van kleine, effi ciënte auto’s geven we de bestuurder maximaal rijplezier met minimaal gebruik van middelen en ruimte. En daarom heeft Fiat de laagste gemiddelde uitstoot van Europa*. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor uw portemonnee. Want door deze slimme technieken betaalt u bijvoorbeeld geen BPM, geen wegen-

belasting en maar 14% bijtelling voor de Fiat Panda en de Fiat 500. Ga dus snel naar de Fiat-dealer bij u in de buurt of kijk op fi at.nl. Gem. brandstofverbruik: 4,4 - 6,6 l/100 km (1 op 15,2 - 22,7). CO2: 110 - 155 gr/km.Fiat. De laagste gemiddelde CO2-uitstoot van Europa.

Fiat. De laagste gemiddelde CO2-uitstoot van Europa.*

*Bron: JATO Dynamics. Gebaseerd op de volumegerelateerde gemiddelde CO2-uitstoot (g/km) van de 25 best verkochte Europese automerken in 2009.

070_Fiat_QPQ_V3.indd 1 3/19/10 6:00:26 PM

Page 4: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Wat een sneaker!

Stel je voor: creatieve talenten uit Burkina Faso een kans geven door duurzame schoenen te fabriceren. !SYOU, een mix van design, durf en duurzaamheid, flikt het. Dat is sociaal ondernemen op internationaal niveau.

Kermisbaas Frans Stuy had last van hangjongeren op zijn kermis. In plaats van ruzie te maken, zette hij ze aan het werk op zijn kermis. Het werd een groot succes. Nu vraagt iedereen of hij niet nog meer jongens een baantje kan geven.

Kleine dingen leiden naar groot geluk | Thema Geluk

De wereld rond in 1460 dagen

Geluk zit in een klein hoekje. Vier sociaal ondernemers vertellen over wat zij doen om dat geluk de wereld in te brengen. “Of ik er zelf geluk-kig van word? Natuurlijk, daarom doe ik het.”

In je zelfgemaakte zonnemobiel de wereld rond op weg naar spontante ontmoetingen. Ingrid van den Boogaard droomde erover. Inmiddels staat het voertuig klaar en kan ze ieder moment vertrekken. “Wat er ook gebeurt, het hoort bij de reis.”

Een veelgeprezen product leidt niet per definitie naar een makkelijke financiering. Treemagotchi schakelde na de succesvolle pilot in korte tijd om van subsidies naar social investors om haar voortbestaan te garanderen. En met succes.

De succesvolle bankier Sander Tideman gooide compleet het roer om. “In China zag ik dat ons economische model andere waarden vernie-tigd.” Nu is hij op zoek naar een duurzaam economisch model dat wel werkt.

Door de bomen het bos zien

48

83 130

134

10

Een kans op de kermis | Thema Geluk

Van bankier tot boeddhist

144

inhoud

4 QPQ | 2 • 2010

Page 5: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Ondernemen is altijd sociaalWat heeft een investeerder aan SROI?

Ondernemend zorgen of verzorgend ondernemen?Evelien Tonkes en Loek Winter over marktwerking in de zorg

Samen voor ons eigen... | Thema GelukWat maakt een persoon gelukkig? Wat maakt een samenleving

gelukkig? En welke invloed heb je op elkaars geluk?

Enkel de euro maakt niet gelukkig | Thema GelukEen verkenningstocht langs ruilsystemen, nieuwe munteenheden

en rentevrije handelsnetwerken.

Geluk uit een potje? | Thema Geluk5 sociaal ondernemers over wat hen gelukkig maakt

Lekker leesvoer voor de zomer9 keer lekker lang lezen

Mini-dossier: Duurzame CommunicatieOnderzoek naar eerlijke en verantwoorde communicatie

Gezocht: Het kabinet van de toekomstDe politiek heeft nog heel wat stappen te maken.

Door de bomen het bos zienTreemagotchi: innovatief van subsidies naar social investors

Van bankier tot boeddhistVoormalig bankdirecteur Sander Tideman over kapitalisme

In ieder nummerHoofdredactioneel commentaar 6QPQ Team 7Drijfveren en Estafette 8, 166Win some, lose some 29Nobody is perfect 45Column Paul Iske 46Column Annemarie de Jong 88180° 109Column Tatiana Glad 130Leven, liefde & lol – Good & Green Guide 157Geleijnse en Van Benthem eten uit 162Volgende maand 167

Neem nu een jaarabonnement of geef QPQ, het nieuwe ondernemen, cadeau! ...en ontvang het boek ‘Hoe verander je de wereld’ van David Bornstein, als welkomsgeschenk.

10

22

62

68

75

91

95

110

134

144

5

Page 6: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Domweg gelukkig?overdonderd zijn we door alle positieve reacties die we hebben ont-

vangen op de eerste QPQ. Superlatieven te over. Een paar reacties:

“Wat krijgen we nou, dacht ik ... zo’n gelikte glossy voor het toch bij

uitstek niet-glossy terrein van sociaal ondernemen. Met enige reserve

ben ik aan mijn bureau gaan zitten met een kop koffie en QPQ. Binnen

een minuut was ik verkocht.”

“Wat heb je een geweldig blad gemaakt!” “ontzettend veel nieuws:

inspirerend!!” “Vind het een verademing onder de bladen. het ziet er

goed uit en het is hier niet van al die snelle mannen en vrouwen.”

onze mailbox stroomde over. uiteraard hebben we alles gelezen – altijd

fijn om complimenten te krijgen nietwaar. En tips. Via deze weg bedank

ik daarom iedereen. Want we hebben geen tijd gehad om alle mail te

antwoorden. Zou een dagtaak geweest zijn, en er moest natuurlijk hard

gewerkt worden aan het komende nummer, deze editie dus.

het Grote Geluksnumer. Met de voortdurende recessie lees je steeds

vaker dat mensen ongelukkig worden als ze geen werk hebben, depres-

siever. Werkloosheid leidt ook, met name bij jongeren, tot ‘hanggedrag’

en daar wordt de rest van de samenleving weer minder gelukkig van.

Rasechte Amsterdammer Frans Stuy heeft daar een simpele en heel

effectieve oplossing voor gevonden: op zijn kermis biedt hij die groep

werk. heel veel vliegen in een klap: Stuy gelukkig, de jongeren gelukkig

en wij gelukkig.

uit een onderzoek van verzekeraar Reaal, dat deze maand gepubli-

ceerd wordt, blijkt dat de helft van de ondernemers hun werk leuk

vindt. Gecombineerd met onderzoek dat mensen gelukkig worden van

altruïstisch gedrag, kan het niet anders dan dat sociaal ondernemers de

gelukkigste mensen zijn. in een fotoreportage vertellen er vijf wat hen

gelukkig maakt.

En dat geld niet gelukkig maakt, dat wisten we al. Maar welke ruil-

systemen kun je dan wel gebruiken?

Maar natuurlijk is er meer, veel meer. Een kleine greep.

Tegen de tijd dat je dit nummer leest, is het luidruchtige verkiezings-

spektakel achter de rug en het grote formeren begonnen. ik heb geen

glazen bol, dus een voorspelling durf ik niet te doen. QPQ’s Willemijn

van Benthem is op onderzoek gegaan naar de vraag wie sociaal onder-

nemers graag in het kabinet zien. opvallende namen? Wat dacht je van

dance-festival ondernemer duncan Stutterheim van id&T? om de poli-

tiek een nieuw imago te geven. Laten we in ieder geval hopen dat het

nieuwe kabinet het voorbeeld van Barack obama volgt en een office of

Social innovation opzet.

Een paar nieuwe rubrieken hebben we ook. in ‘180˚’ vertellen mensen

het moment dat hun leven omdraaide, en in ‘nobody is perfect’ ver-

klappen sociaal ondernemers hun zonde.

Mocht je na het lezen van deze QPQ nog tijd overhebben, kijk dan

eens bij onze vakantieboekentop: de favoriete boeken van de QPQ-

redacteuren. Zit vast een inspirerend boek bij.

Petra Kroon, hoofdredacteur QPQ

Reageren? Mail naar: [email protected]

PS. of QPQ ook op duurzame manier gemaakt is, kreeg ik vaak als vraag. Want

zo’n mooi papier en zulke heldere kleuren dat kan toch onmogelijk op een verant-

woorde manier, was de ondertoon. om iedereen die met die brandende vraag leeft

gerust te stellen: Tuurlijk, QPQ is superverantwoord. ‘Goed’ papier, bio-inkt, zo mijn

mogelijk chemisch middelen, Co2-neutraal en met groen stroom.

QPQ, het nieuwe ondernemenQPQ is een initiatief van Uitgeverij Flexx in samenwerking met de Stichting Sociaal Ondernemen (SSO).

Uitgeverij Flexx BVPostbus 13665200 BK ’s Hertogenboscht 073-613 20 34e [email protected]

Hoofdredactie: Petra Kroone [email protected]

Eindredactie: Esther Bernart

Advertentieacquisitie: Frank Madere [email protected]

Adviesraad: Emmy Jansen, Edgar Neo, Nathalie Verdonschot, Jasper van Impelen

Coverfoto: Jacqueline Dersjant

Oplage: 3.000 exemplaren

Drukkerij: Antilope NVwww.antilope.be

Vormgeving en opmaakDe VormstrateegPostbus 13665200 BK ’s Hertogenboscht 073-613 20 34e [email protected]

Info disclaimerAlle auteurs- en/of databankrechten worden uitdrukkelijk voorbehouden. Behoudens de in de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave van QPQ zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd, opgeslagen in enig geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enigerlei vorm of op enige wijze. Aan de verstrekte informatie in deze uitgave van QPQ kunnen geen rechten worden ontleend. Hoewel aan het samenstellen en het totstandkomen van deze uitgave van QPQ de uiterste zorg is besteed, kan de afwezigheid van (druk)fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden niet worden gegarandeerd en aanvaarden de auteur(s), de redacteur(en) en de uitgever geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel voorkomende (druk)fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden, noch ook voor de gevolgen hiervan. De uitgever legt de gegevens van de ontvangers van QPQ vast voor toezending van de uitgaven QPQ, welke zodanige gegevens ook door de uitgever kunnen worden gebruikt om hen informatie te verstrekken over relevante producten en diensten. Bij bezwaar daartegen kan contact worden opgenomen met de uitgever.

Colofon

6 QPQ | 2 • 2010

Page 7: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Domweg gelukkig? Noor Backers | redacteur

“Mensen spreken graag over wat geluk persoonlijk voor hen betekent. Vaak is dat toch het volgen van hun hart, werken aan dat wat hen werkelijk boeit en beweegt. Daar komen geweldige initiatieven uit voort.”

Jolanda Breur | redacteur

“Duurzame communicatie is een ongrijpbaar begrip. Maar tijdens de interviews met professionals kwam toch een definitie bovendrijven: duurzaam communiceren doe je door duurzaam te deugen.”

Annemarie Geleijnse | redacteur

“Hoewel de krakende skype-verbinding een echt inter-view vrijwel onmogelijk maken; bracht het aanstekelijke enthousiasme van François Ouédraogo me in een klap in Burkina Faso.”

René Ebbeng | ontwerper

“De ontwerpfase van QPQ 2 was een periode vol inspiratie en energie. De aansprekende artikelen en rijke beelden vertellen een schitterend verhaal!”

Moniek Jakobs | redactiecoördinator “Kleine dingen leiden naar groot geluk. Dat geldt zonder meer voor de vier projecten die in deze gelukseditie uitgelicht worden, deze goede ideeën moeten zeker gepromoot en gestimuleerd worden!”

Vivian Keulards | fotograaf

“Wat een gaaf bedrijf, GreenGraffiti! Zo eenvoudig, slim, duurzaam, creatief en hip! Vraag om hun briljante bedrijfs brochure en je vergeet ze nooit meer!”

Isabel Nabuurs | fotograaf

“De studenten van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam zijn geweldig op weg met hun bruisende breinen. Mooi om de verschillende benaderingen te zien!”

Fot

ogra

fie:

B

ouw

e va

n de

n E

nde

QPQ TEAM

Redacteuren Noor BackersWillemijn van BenthemJolanda BreurAnnemarie Geleijnse Roos MenkhorstEva PrinsCatrien SpijkermanMarieke van der Velden

Columnisten Annemarie de JongPaul IskeTatjana Glad

Redactiecoördinatie Moniek Jakobs

SalesFrank Mader

Marketing Koos de Bie

Vormgeving René Ebbeng

Fotografie Jacqueline DersjantAnja DierixFrank GroelikenVivian KeulardsIsabel Nabuurs

7

Page 8: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Tekst: Petra Kroon | Fotografie: Jacqueline Dersjant

Duurzaamheid is leukniet André van duin-leuk maar gewoon mooi, positief, genieten

8 QPQ | 2 • 2010

Page 9: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

dRijFVEREn

“Dat het anders moest, drong jaren ge - le den tot me door toen ik tijdens mijn wereldreis ging duiken op de Galapagos-eilanden. Zo mooi. Zoveel vissen. Zoveel leven. Ik vroeg me af waarom dat in andere wateren zoveel minder was. Daar ben ik over gaan lezen en zo is bij mij het inzicht ontstaan over duurzaamheid. Dat we niet meer verder kunnen op die oude, verspillende manier. Tot voor een paar jaar terug belandde je dan direct in de geitenwollen sokken- en consuminderen-sfeer. Dat is tegenwoordig - gelukkig - niet meer het geval.

Duurzaamheid is leuk. Niet André van Duin-leuk maar gewoon mooi, positief, genieten.

Met Green Inc. probeer ik dat ook duidelijk te maken. Ik sla een brug tus-sen groen weten en groen doen. Tussen bedrijven die groene innovaties ont-wikkelen maar dat niet goed kunnen overbrengen en bedrijven die wel groen willen maar niet weten hoe. Wat bij die laatste groep opvalt, is dat duurzaamheid vaak niet in hun prioriteitenlijst staat. Kom je bij zo’n echte ondernemer bin-nen, zegt ‘ie dat het bij hem enkel draait

om omzet. Zeg ik: “Concentreren we ons eerst daarop. Beginnen we bijvoorbeeld bij verlichting.” Dan reken ik voor dat het gebruik van ledlampen zich in 1,5 jaar terugverdient, is ‘ie gauw om hoor. Duurzaam kapitalisme, noem ik dat.

Waarom ik me op duurzaamheid richt? Het is een cliché, maar daarom niet min-der waar: aan het eind van mijn leven wil ik mijn kinderen recht kunnen aankij-ken en zeggen dat ik de wereld beter heb geprobeerd te maken.” ◆

Ynzo van Zanten is oprichter van Green Inc. dat bedrijven adviseert over duurzaamheid.

9

Page 10: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

sneaker! Wat een

De mix van sociaal ondernemerschap en design van !SYOU

10 QPQ | 2 • 2010

Tekst: Annemarie Geleijnse

Page 11: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Tekst: Annemarie Geleijnse |Foto:xxxxxxxxxxxxxxsneaker! Wat een

11

Page 12: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Samen met jong creatief talent uit ontwikkelingslanden een

sneaker op de markt zetten, die niet alleen spectaculair mooi

en goed is, maar ook nog eens de lokale creatieve industrie

stimuleert en een internationale kruisbestuiving bewerkstelligt.

!SYOU mixt sociaal ondernemerschap met design en flikte het!

Wat een sneaker!

12 QPQ | 2 • 2010

Stel je voor. Je bent een kunstenaar die waanzinnig mooie dingen maakt. Kunst die gezien mag worden.

De metershoge muurschilderingen die je in Burkina Faso maakt ten spijt lukt dat op grote schaal niet. Totdat een Nederlandse dame ergens een piepklein tekeningetje van je ziet, je opspoort en vraagt mee te doen aan !SYOU. En dan gaat het balletje rollen. Je ontwerpen prijken op een nieuwe revolutionaire sneaker en op de verpakkingen. In coproduc-tie met Nederlandse creatieven kom je tot nieuwe initiatieven. Het verhaal achter de schoen wordt rondverteld, in Nederland, maar ook daarbuiten. Jouw profiel komt op de !SYOU-site en je kunt een langgekoesterde wens om kunstlessen te geven aan kinderen gaan waarmaken. Je krijgt een deel van de opbrengst van iedere verkochte sneaker. In de toekomst kom je ook nog eens in contact met kunstenaars in andere landen die ook in !SYOU gaan participeren.

I see youStel je voor! Voor Wilfried de Paul werd dit werkelijkheid.

Dankzij !SYOU is één ding zeker: hij wordt gezien. Dat is dan ook de filosofie achter deze sneaker met de goedgetrof-fen naam; het klinkt als ‘shoe’ maar staat voor ‘I See You’. De naam komt uit de koker van initiatiefnemer Merijn ten Thije zelf. Gezeten op een leeg biervat in het tijdelijke kantoor aan de Amsterdamse Vijzelgracht vertelt hij enthousiast over de bete-kenis van !SYOU. “Wij zien overal talenten”, stelt hij. Juist de DAC-landen, landen die door de OESO erkend zijn als ontwik-kelingsland, vormen zijn inspiratiebron.

Het idee om dat creatieve talent in ontwikkelingslanden te koppelen aan sneakers werd geboren tijdens zijn studie Bedrijfskunde. Tijdens een stage in Afrika zag hij hoeveel mogelijkheden dat continent bood. Tegelijkertijd constateerde hij dat de sneakermarkt behoorlijk gesloten was en hunkerde naar iets nieuws.

Ten Thije bedacht een sneakerrevolutie waarbij niet alleen in cocreatie met talent uit DAC-landen aan verrassende ontwerpen wordt gewerkt, maar waarbij een teruggeefmo-del ervoor zorgt dat de creatieve industrie in het DAC-land wordt gestimuleerd en creatieve talenten als Wilfried de Paul ook persoonlijk delen in de opbrengst. “Ik wil een sneaker-merk neerzetten dat vanuit bepaalde idealen zo goed moge-lijk gemaakt wordt.”

Design voor ontwikkelingNa diverse grote NGO’s te hebben benaderd met zijn idee,

vond hij gehoor bij Hester Ezra van het kleinere, maatwerk leverende Butterfly Works. “Sindsdien hebben we heel wat uurtjes samen doorgebracht”, lacht Hester Ezra aan de andere kant van de tafel. Ze vertelt hoe Ten Thije bij Butterfly Works kwam, geïnspireerd door het verhaal van Katja Schuurman met haar Return to Sender. “In het idee van Merijn zagen we meteen wat. Het sluit heel erg aan bij de filosofie van Butterfly Works om design te gebruiken om ontwikkeling tot stand te brengen. Merijn ging zelf ook direct uit van het idee van cocre-eren, het gelijkwaardig samenwerken met talenten.”

Het zoeken van talenten is voor Ezra gesneden koek. Zelf ont-werper, reist ze voor Butterfly Works al tien jaar de wereld over om talent te vinden voor diverse projecten. Voor !SYOU rende ze in Burkina Faso “als een dolle tien dagen heen en weer”. Doel was het vinden van drie talenten: een ontwerper, een foto-graaf en een copywriter. Ze lichtte haar netwerk in, sprak en bezocht zoveel mogelijk mensen en struikelde uiteindelijk bij toeval over een tekeningetje van tien bij vijftien centimeter. “Ik wist het meteen, hem moeten we hebben!” Na een zoektocht van twee dagen, overal vragend wie de man van dat kleine teke-ningetje was, vond ze hem: Wilfried de Paul. Aan de muur van het Amsterdamse kantoor hangen voorbeelden van zijn grafisch aandoende tekeningen.

Page 13: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Wij kiezen juist voor de landen die niet erg standaard zijn. Landen waarin creatief talent wel degelijk aanwezig is, maar weinig kansen krijgt.

13

Page 14: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 15: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

15

Petrovsky & RamoneStel je voor. Je bent een talentvol fotograaf in Burkina Faso. Wat zou

het mooi zijn als je foto’s ook internationaal gezien worden. Stel je voor.Ook voor François Ouédraogo betekende !SYOU een enorme

stap in zijn carrière. Hij deed mee aan een pitch, presenteerde een rake proefopdracht en werd gevraagd als fotograaf voor de eer-ste sneakereditie. De opkomende Nederlandse modefotografen Petrovsky & Ramone kwamen een week over naar Ouagadougou om samen met hem ter plekke de fotoshoot te doen.

De krakerige, galmende telefoonverbinding maakt het lastig om het verhaal van Ouédraogo zelf goed op te tekenen. Maar dat hij enthousiast is, is overduidelijk. “Magnifique”, was het. En nee, al kende hij de Nederlandse dames vooraf niet, hij was direct onder de indruk van hun werk. Vooraf had hij met Hester Ezra doorgenomen wat hij graag zou leren, zodat de komst van het Nederlandse duo ook direct voor enige bijscho-ling kon zorgen. “Hun stijl van fotograferen is heel anders dan die van mij”, vertelt Ouédraogo. “Dat was voor mij inspirerend: het kan allemaal wat losser. Verder heb ik heel veel geleerd over de belichting.” Op de vraag wat de Nederlandse dames van hem hebben geleerd, volgt een bulderende lach. “Daar waag ik me niet aan. Dat durf ik echt niet te zeggen.”

Op sleeptouwTen Thije wijst erop dat los van die ene week ware cocreatie

er ook een verdere uitwisseling op gang is gebracht. Hij vindt het geweldig om te zien dat Petrovsky & Ramone op Facebook

het teruggeefmodel van !SYouEen sneaker van !SYou kost 150 euro. Van dat geld gaat tien procent

terug naar het jonge talent. Tien euro krijgen de talenten rechtstreeks,

vijf euro wordt besteed aan het begeleiden van het talent. de deelne-

mende ontwerpers, fotografen, tekstschrijvers en eventueel ook ander

creatief talent schrijven een businessplan om hun eigen creatieve busi-

ness een impuls te geven. Voorwaarde is dat zij daarmee ook minstens

150 anderen in hun omgeving moeten beïnvloeden. de kunstenaar

Wilfried de Paul wil dit bijvoorbeeld gaan doen door zich op het kunst-

onderwijs te richten.

Page 16: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

!SYOU sluit heel erg aan bij de filosofie van Butterfly Works om design te gebruiken om ontwikkeling tot stand te brengen.

QPQ | 2 • 201016

Page 17: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

TEdxCeci n’est pas un sac! niet zomaar een tas, maar een tas gemaakt in

Burkina Faso van biokatoen, bedrukt met het artwork van de lokale kun-

stenaar Wilfried de Paul in een plaatselijke zeefdrukkerij. daarmee trok

!SYou in november 2009 de aandacht van een bijzonder publiek. Alle 550

binnen- en buitenlandse bezoekers van TEdx, de eerste nederlandse

editie van het in Amerika befaamde congres over Technologie,

Entertainment en design (TEd), kregen bij binnenkomst de tas cadeau.

“This is not a bag, this is cocreation”, zegt Merijn Ten Thije. “Waanzinnig

dat al die mensen nu het resultaat daarvan in handen hadden.”

aan François laten weten dat hij in Amsterdam kan deelnemen aan een fotowedstrijd. “Hij heeft die dames daar een week mee op sleeptouw genomen. Talent meets talent. Je ziet dat er dan echte uitwisseling ontstaat.” Hij vertelt hoe ook de copywriter daar constant teksten “heen en weer pingpongt” met iemand hier in Nederland. “Supermooi dat dat kan.”

Ezra en Ten Thije tonen het resultaat van de fotoshoot en de beelden die zijn gemaakt van de shoot zelf. Want het verhaal van de wording, dat komt ook weer op de site. Ten Thije: “We willen het verhaal vertellen van het product, het talent voorstel-len. Dat is ook de reden dat de sneaker alleen online verkrijg-baar is. Op de site kun je, ondersteund door filmpjes en foto’s, heel goed laten zien wat de filosofie achter deze sneaker is.”

Hoe mooi die filosofie in elkaar steekt, wordt in dit Amsterdamse tijdelijke kantoor prachtig duidelijk. Met filmpjes en foto’s ondersteunen Ten Thije en Ezra hun verhaal waar-bij keer op keer gewezen wordt op de mooie coproductie. We zien hoe in Burkina Faso in een zeefdrukkerij tassen van bio-katoen bedrukt worden die de TEDx-bezoekers kregen. Het design is van Wilfried de Paul, het etiket is ontworpen door het Nederlandse bureau DAY. Ten Thije wijst op een tekening aan de muur van kartonnen kokers met daarop het grafische werk van De Paul. “Dat worden onze schoenendozen. De kokers gaan vervolgens in een gezeefdrukte tas van biokatoen.”

ZeefdrukkerijEzra benadrukt dat !SYOU op kleine schaal de zeefdrukin-

dustrie - in Afrika zwaar onder druk door goedkope Chinese producten – probeert te stimuleren. Datzelfde geldt voor het biokatoen: Er is nog te weinig vraag naar waardoor fabrieken niet het hele productiesysteem willen aanpassen. Ezra vond een samenwerkingspartner die het wel met hart en ziel doet. “Je kunt zeggen dat !SYOU een druppel op de gloeiende plaat is, maar we doen het wel. Vanuit Nederland komt er een hele sub-tiele boodschap. Je laat zien dat kwaliteit in biokatoen mogelijk is. We zagen ook bij Return to Sender hoe ongelooflijk veel dat kan doen met de public awareness in Nederland.”

In Burkina Faso zelf is zo’n boodschap ook niet overbodig. Het gevoel dat de creatieve sector een belangrijk onderdeel kan zijn van de economie leeft daar nauwelijks. De kanga’s met afdruk-ken van de president erop die veel vrouwen daar bij officiële bij-

17

Page 18: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 19: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

eenkomsten dragen, laat de president in China drukken. Ezra: “Dat geeft geen impuls aan de lokale creatieve industrie. Het is geen teken van waardering van het ontwerptalent en de vak-kennis die in het land wel degelijk aanwezig is. Die boodschap willen we met !SYOU, hoe subtiel ook, wel afgeven.”

ColombiaStel je voor. Je bent jong, woont in Colombia en barst van het

talent. Je zoekt naar wegen om gezien te worden; binnen maar ook buiten Colombia.

Ook in Colombia krijgen jonge creatieven de kans om te laten zien wat ze kunnen. Na de aftrap in Burkina Faso is Colombia het volgende land dat !SYOU aandoet. Op een eerste oproep in lokale kranten en universiteitsbladen zijn heel veel aanmeldingen binnengekomen. De verwachting is dat in Colombia niet wordt ingezet op biokatoen maar op leer. Het is de bedoeling om straks het jonge talent in Burkina Faso in contact te brengen met de !SYOU-talenten uit Colombia. Ezra: “We gaan Zuid-Zuid met elkaar verbin-den. Die olievlek zal steeds verder groeien naarmate er meer landen mee gaan doen.”

Ten Thije kan niet wachten tot de volgende edities uit nieuwe landen uit de gespecialiseerde fabriek in Portugal rollen. Hij toont de sneakers – erg mooi trouwens – en wijst op een detail

in de schoen. Het is gemaakt van gevlochten hergebruikt plastic uit Burkina Faso. De veters komen uit de zeefdrukkerij. Voor de koperen oogjes lukte dit niet. In de gieterij die Ezra bezocht, werd op badslippertjes zonder enige bescherming gewerkt met het kokende materiaal. Ten Thije: “We willen een kwaliteits-product waarbij we zeker weten dat het onder eerlijke omstan-digheden wordt gemaakt. We willen dat de consument het ver-haal achter de schoen kent en een warm hart toedraagt, maar vooral ook de schoenen koopt omdat ze gewoon waanzinnig mooi zijn en lekker zitten.”

Hij vertelt hoe hij na zijn studie aanbiedingen voor mooie banen afsloeg omdat dit is wat hij wilde doen: het bewerkstel-ligen van een sneakerrevolutie en daarmee ook nog eens iets betekenen voor ontwikkelingslanden. Bloed, zweet en tranen, heeft hij erin zitten. Nachten doorwerken. Hij straalt als hij vertelt over wat het oplevert. Bijvoorbeeld de enorme boost die het geeft aan een kunstenaar als Wilfried de Paul om zijn ontwerpen op sneakers gedrukt te zien, op affiches, schoenen-kokers, tasjes.

BeeldvormingTen Thije wil de beeldvorming over ontwikkelingslanden te

veranderen. Noem de schoen dan ook vooral geen ‘sneaker tegen armoede’ wat dat slaat de plank totaal mis. “We doen niet

19

Page 20: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

We doen niet aan klassieke armoedebestrijding. We willen de wereld niet redden. Wat wij doen is samenwerken met het enorme talent uit die landen.

20 QPQ | 2 • 2010

Page 21: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

aan klassieke armoedebestrijding. We willen de wereld niet red-den. Wat wij doen is samenwerken met het enorme talent uit die landen.” Hij toont prachtige foto’s van François Ouédraogo waarop een groep modern geklede jonge Afrikanen opgewekt rondhangt. “Het laat zien dat het groepsgevoel, de passie voor muziek en mode, hetzelfde is als wij dat hier kennen. Een totaal ander beeld dan dat van een kind met een vlieg in het oog.”

Zo hoopt hij ook voor Colombia, het land dat toch vooral wordt geassocieerd met drugs en geweld, iets te kunnen kan-telen in de beeldvorming. “Wij kiezen juist voor de landen die niet erg standaard zijn. Landen waarin creatief talent wel dege-lijk aanwezig is, maar weinig kansen krijgt.”

Als het !SYOU aanslaat bij de consument kan het groot wor-den, denkt Ten Thije. Hoe meer landen betrokken worden, hoe groter het internationale netwerk dat ontstaat. “We zijn nu nog een echte Calimero. Super klein maar met grote ambi-ties. Ik doe alles wat binnen mijn macht ligt om het tot een succes te maken.”

De eerste sneakers zijn in een oplage van 600 sinds medio mei online verkrijgbaar. Op de site www.isyou.com kun je zien waar je de schoen kunt gaan passen. Ten Thije: “Het doel is natuur-lijk om na de kleine eerste oplage steeds verder uit te groeien. Als de sneaker goed gaat lopen, kunnen we steeds meer talent gaan ondersteunen. Uiteindelijk is het aan de consument hoe-veel we voor anderen kunnen betekenen.” ◆

Butterfly WorksButterfly Works is een social design agency

waarin design leidend is voor het beantwoor-

den van internationale sociale vraagstuk-

ken. Een team van creatieve geesten koppelt

design aan inhoud. het bureau kreeg - onder

meer - bekendheid als een van de founding

fathers van Katja’s Schuurmans ‘Return To

Sender’. dit project koopt tegen een eer-

lijke prijs bijzondere producten in de armste

gebieden van de wereld om die in de hema

te verkopen. de winst gaat terug naar lokale

producenten en educatieve projecten. het

bureau bestaat sinds 1999 en is opgericht

door hester Ezra samen met Emer Beamer en

ineke Aquarius. naast een social design afde-

ling is er ook een learning afdeling waar social

media wordt ingezet voor duurzame verbete-

ring. het bureau ontving in de afgelopen jaren

diverse nationale en internationale prijzen als

erkenning voor hun innovatieve visie. Voor

meer informatie: www.butterflyworks.org

21

Page 22: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Wat is de impact van de barbecue op de straat? Er zijn vast ook straten die dringender geld nodig hebben om nader tot elkaar te komen en daardoor meer rendement leveren.

22 QPQ | 2 • 2010

Page 23: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Onder- nemenis altijd sociaal

Tekst: Willemijn van Benthem

“ SROI toont aan wat de financiële

en de sociale opbrengsten zijn van

initiatieven. Je wilt dat het bedrijf

efficiënt en serieus met de investering

omgaat.”

23

Page 24: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Voor wat, hoort wat. Helemaal in de huidige kredietcrisis is het belangrijk om investeerders te laten weten wat ze kunnen verwachten van hun investering. Je steekt toch geld in een orga-nisatie. En hard gezegd, wat levert dat de investeerder uiteinde-lijk op? Peter Scholten van bureau Scholten & Franssen is een van de ontwerpers van de SROI-methode. Zoals hij de methode zelf omschrijft: een gestructureerde manier om voor investeer-ders te tonen wat de impact is van sociaal ondernemen.

Normaliter staat in het financiële plan van een onderneming de post ROI genoemd, ofwel, het return on investment. Wat verdien je op de investering die je doet? Wat is het rendement daarvan. Een belangrijke post, want het is de graadmeter die berekent of een bedrijf goed onderneemt met het geld. Bij een sociaal onder-nemer is dat volgens Scholten lastiger om uit te rekenen.

Hij noemt het voorbeeld van Valid Express, het koeriersbe-drijf waar mensen werken met een lichamelijke handicap of chronische ziekte, opgezet door sociaal ondernemer Nicolette Mak. “Dat bedrijf kan niet dezelfde omzet draaien als een ‘gewoon’ koeriersbedrijf. Alleen al door hun werknemers krij-gen ze te maken met hogere kosten om de auto’s zodanig aan te passen dat de gehandicapte koeriers ze kunnen besturen. En ze kiezen bewust voor gehandicapte mensen en niet voor winst-maximalisatie.”

Dat hoeft voor investeerders geen probleem te zijn, want die kunnen ervoor kiezen in een dergelijk bedrijf geld te steken om sociale doelen na te streven. Volgens Scholten is het ech-ter gezond voor investeerders om te weten wat het hen oplevert. Alleen, hoe bereken je dat? Scholten: “Mensen willen vaak zaken in geld proberen uit te drukken, want geld is ons meetinstru-ment.” SROI toont aan wat de financiële en de sociale opbrengs-ten zijn van initiatieven. Wat de impact is van de investering, heeft het nut gehad? Zijn prestaties verbeterd? “Je wilt toch dat het bedrijf efficiënt en serieus met de investering omgaat.”

ProjectenkerkhofScholten legt het begrip SROI uit aan de hand van een

simpel voorbeeld: de zomerse barbecue die jaarlijks door de bewoners van zijn straat wordt georganiseerd. Sinds kort wordt dit evenement ondersteund door een gemeentelijke subsidie. Scholten: “Best raar natuurlijk, want wij hebben die subsidie eigenlijk niet nodig.” Maar nog vreemder vindt hij het dat je niet hoeft aan te tonen wat met die feestelijke avond wordt bereikt. Wat is de impact van de barbecue op de straat? Scholten vertelt dat hij en zijn straatgenoten al jaren goed met elkaar omgaan. “Maar er zijn vast ook straten die dringender geld nodig hebben om nader tot elkaar te komen en daardoor meer rendement leveren.”

Een andere belangrijke vraag is of het bedrijf überhaupt levensvatbaar is. Volgens Scholten nemen mensen vaak toch al genoegen met het goede gevoel dat ze krijgen door te investeren in een ‘goede’ onderneming. “Nederland is inmiddels een projectenkerkhof. Voor iedere doelgroep zijn tien projecten opgezet, maar wat doen ze, hoe dragen ze daadwerkelijk bij?”

Scholten vindt dat goed moet worden onderzocht waar behoefte aan is. Hij noemt het voorbeeld van waterputten in Afrika. Scholten: “Willen de bewoners die waterputten wel? Want het is vaak genoeg gebleken dat vrouwen liever naar de rivier lopen om daar te kunnen bijpraten. Met de waterputten midden in het dorp, hebben ze een sociale ontmoetingsplaats verloren.” Het is niet dat Scholten motieven wantrouwt van sociaal ondernemers, maar hij wil juist de kosten en baten op een rijtje zetten omdat hij de maatschappelijke waarde op de kaart wil zetten. “Een balans is een weergave van het bedrijf. Een restaurant zet ook de goodwill op zijn balans. Met SROI kun je het rendement berekenen van de maatschappelijke investeringen.”

Sociaal ondernemers roepen investeerders op in hen te

investeren. Hun motivatie? Dat het investeerders behalve

ROI, ofwel geld, ook SROI oplevert, het zogeheten

Social Return On Investment. Impact dus. Maar wat

heeft een investeerder daar aan?

24 QPQ | 2 • 2010

Page 25: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Sociale risico’sAls investeerder heeft Mark Hillen direct met rendement te

maken. Hij werkte meer dan twee decennia als consultant bij Accenture toen hij besloot voor zichzelf te beginnen. Hij kent het begrip SROI natuurlijk. En nee, hij vindt het geen onzin, maar is wél van mening dat sociaal ondernemers net zo goed rendement – ROI – moeten leveren als ‘gewone’ ondernemers. “Alle ondernemers moeten efficiënt werken. En daarbij ken ik weinig ‘gewone’ ondernemers die winstmaximalisatie als eerste doel hebben. De meeste mensen gaan in eerste instantie voor het product dat er uiteindelijk moet komen, dat heeft meer te maken met passie.”

Hij spreekt liever niet over sociaal ondernemers als speciale groep, omdat het dan net lijkt of een sociaal ondernemer niet op het geld hoeft te letten. “Dat is onzin. Geld is de zuurstof van een ondernemer. Als je structureel minder geld binnen krijgt dan eruit gaat, loopt het bedrijf niet goed en maak je minder winst. Dan ben je eerder een goed doel.” Hij noemt de naam Ruud Koornstra van Tendris. “Hét voorbeeld van een goéd en van een sociáál ondernemer.”

Hillen maakt liever een ander onderscheid, namelijk tussen sociale ondernemers en asociale ondernemers. De laatste groep bestaat naar zijn idee uit ondernemers die bijvoorbeeld willens en wetens in negatieve zin met kinderarbeid en milieuvervui-ling te maken hebben. “Je hebt daar duidelijke voorbeelden van. Neem een Shell, dat bedrijf heeft jarenlang zwavel gestopt in benzine omdat het voor hun goedkoper was. Maar daardoor werd de lucht enorm vervuild met directe gevolgen voor de volksgezondheid. Dus zo goedkoop is dat uiteindelijk niet voor de maatschappij.”

In dat soort bedrijven investeert Hillen niet. “Je kijkt als investeerder naar meer zaken dan alleen ROI. Je wilt ook mee-werken aan vooruitgang, in de breedste zin van het woord.”

Daarom zal hij bij bepaalde investeringen niet per se een hoog rendement verwachten. Zoals bij beginnende bedrij-ven. “De maatstaf is niet zozeer de hoogte van het rendement, maar het risico dat je neemt en de uiteindelijke eindopbrengst.” Hij noemt het voorbeeld van een uitvindersbedrijf waarin hij investeert. Dat bedrijf heeft een centrifuge ontwikkeld die een belangrijke bijdrage kan leveren aan het oplossen van het mest-probleem en bij het kweken en oogsten van algen. Hillen: “Ik investeer in een uitvinding. Dat kán veel geld opleveren, net als elke andere investering.”

Informatieve balanspostBijzonder hoogleraar duurzaamheid en financiële instellin-

gen Bert Scholtens van de Universiteit in Groningen is het met de redenering van Hillen eens. Scholtens: “Als bedrijven geen winst maken, houdt het gauw op. Anderzijds ken ik geen voor-beeld van een bedrijf dat louter winst wil maken. Een bedrijf moet proberen duidelijk te maken hoe het belangen als conti-nuïteit, winst en klant tegen elkaar afweegt. Daarnaast hoort bij ondernemen een sociaal gedrag, dat geldt voor alle onderne-mers.”

Wel vindt hij het verstandig om de niet-financiële prestaties in kaart te brengen, maar ook dat geldt weer voor alle onder-nemers. De post SROI kan daarom wat hem betreft als aparte post op de balans komen te staan. “SROI biedt in principe meer informatie en de investeerder kan daarmee betere beslis-singen nemen.”

Maar of SROI belangrijk is, hangt van de investeerder af, vindt Scholtens. “Maatschappelijke impact is natuurlijk rele-vant omdat niet alles in de prijs van producten en de bedrijfsre-sultaten verwerkt zit. Maar het is dan wel belangrijk om goede – lees ‘valide’ - maatstaven te ontwikkelen. Met SROI is men op de goede weg, maar de validiteit is nog niet overtuigend

Je kijkt als investeerder naar meer zaken dan alleen ROI. Je wilt ook meewerken aan vooruitgang, in de breedste zin van het woord.

25

Page 26: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 27: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

bewezen. SROI staat nog niet officieel op de financiële balans. Maar je kunt daardoor wel inzicht geven dat er meer telt dan alleen geld.”

Volgens de hoogleraar moet er eerst meer aandacht worden besteed aan de externe effecten van de productie, zorgen dat die effecten (zoals luchtvervuiling) worden meegenomen bij het maken van beslissingen. Zowel op het niveau van individuele huishoudens als op het niveau van de overheid.

Meer inzicht, betere wereldPeter Scholten heeft geduld. “Over de term ROI hebben we

ook 200 jaar gedaan, dus het duurt natuurlijk nog eventjes voor SROI een vaste plek heeft gevonden in het financieel jaarver-slag. Maar het is groeiende.” Hij ziet een trend in de samenle-ving, dat steeds meer aannemelijk moet worden gemaakt dat je waarde creëert op welke wijze dan ook. En ja, een sociale onder-neming moet praktisch uitvoerbaar zijn en haalbaar. Scholten: “Daarnaast zijn mensen geneigd meer te investeren als ze zien wat het oplevert. Nu worden vaak alleen de kosten nog in beeld gebracht.” Zijn doel is duidelijk, en overigens is dat doel ook van-uit een sociale overweging als uitgangspunt genomen: “Als orga-nisaties beter in staat zijn om hun toegevoegde waarde zichtbaar te maken, en dus efficiënter en effectiever hun geld besteden, heb ik bijgedragen aan een betere wereld.” ◆

SROI moet als aparte post op de balans komen te staan. Het biedt meer informatie en de investeerder kan daarmee betere beslissingen nemen.

27

Page 28: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

PROEF ZE ALLEMAAL IN HET PROEFLOKAAL

WWW.DEPRAEL.NL

Page 29: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Win SoME, LoSE SoME

Maria van der heijden Women on Wings

Internationaal ondernemen is meer in het moment zijn, minder plannen

Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Anja Dierix

Wat heb je moeten opgegeven om sociaal ondernemer te zijn?

Maar, belangrijker: Wat heb je ervoor teruggekregen? In iedere

QPQ vertelt een sociaal ondernemer over winst en verlies.

Win some?“Ik houd me vast aan een uitspraak van Loesje: ‘Stel je doelen

groot, dan mis je ze niet’. In 2017 - tien jaar na onze oprich-ting - willen wij, mijn zakenpartner Ellen Tacoma en ik, en onze vele vrijwilligers, één miljoen vrouwen op het platteland van India aan werk helpen. Dat doen we in samenwerking met verschillende Indiase NGO’s en bedrijven. Nu zijn er al 1500 vrouwen aan het werk, maar we zijn ervan overtuigd dat het er veel meer kunnen worden.”

“Ik was 46 toen ik begon met Women on Wings. Ik heb twintig jaar in het bedrijfsleven gewerkt en alle mogelijkheden gehad. Zelfstandig zijn geeft je een hoop vrijheid, maar in India zijn de keuzes - zeker voor veel vrouwen - beperkt. Met onze organisatie willen we de vrouwen op het platteland een stuk vrijheid geven. Het geeft mij inspiratie een bijdrage te leveren aan zoiets goeds.”

Lose some?“Geld. Maar dat was een bewuste keuze. Ik doe daarom

ook nog commerciële opdrachten – MVO – gerelateerd – in Nederland, om een basissalaris te kunnen verdienen. Daarnaast vraagt het internationaal ondernemerschap veel meer creativi-teit: je moet meer in het moment zijn, en minder plannen. Dat is af en toe lastig. Afspraken zijn flexibel, en alles kan opeens anders zijn. Daar staat tegenover dat je, doordat er weinig vast-staat, heel veel kunt doen in een korte tijd, er is ruimte voor spontaniteit.” ◆

Kijk voor meer informatie op www.womenonwings.nl

29

Page 30: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Ondernemend zorgen of… verzorgend ondernemen?

30 QPQ | 2 • 2010

Page 31: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Evelien Tonkens | Loek Winter

“Marktwerking genereert

meer bureaucratie, is duur,

demotiverend en miskent

dat zorg een proces is en

geen product.”

“Kwaliteit gaat hand in

hand met het gevecht om

de gunst van de klant.

Waarom mag je daar niet

meer geld voor vragen?”

31

Tekst: Willemijn van Benthem | Fotografie: Jacqueline Dersjant

hET dEBAT

Page 32: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Hoogleraar Evelien Tonkens en ondernemer

en ziekenhuisdirecteur Loek Winter praten

over de marktwerking van de zorg. Waar ligt

de verantwoordelijkheid van de overheid en

waar van de patiënt zelf? En hoe kunnen

sociaal ondernemers daar een rol in spelen?

Vroeger stond een professional in dienst van een hoger doel: het bevorderen van de gezondheid, het voorkomen van ziektes.

Je zou denken dat het er niet toe doet hoe de kantoren van hoogleraar Evelien Tonkens aan de Universiteit van Amsterdam en van directeur en mede-eigenaar Loek Winter van de IJsselmeerziekenhuizen erbij liggen. En toch laat dat juist de verschillen zien tussen de twee personen.

Tonkens, die tegen marktwerking is van de gezondheidszorg, huist overdag veelal in een klein kantoor van een rommelig pand van de Universiteit van Amsterdam. Kasten en tafels zijn bezaaid met boeken en overal staan planten. De loten daarvan worden tegen de muur omhoog geleid met prikkertjes. Tonkens geneert zich niet op haar overvolle bureau te stappen om een stengel nog hoger te duwen. Ze vindt planten gezellig, wil niet het gevoel hebben dat ze in een kantoor zit.

Tonkens heeft haast, ze moet zo door naar een vergadering van de raad van toezicht van Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Ze schuift haar boek over de tafel, Mondige bur-gers, getemde professionals. Ze bladert naar het hoofdstuk dat gelezen moet worden in verband met dit interview. De eerste zin luidt: ‘Onze overheden zijn als dikke mensen, die moeten leren om af te slanken. Ze moeten minder eten en meer bewegen. In plaats daarvan hakken ze, als ze krap bij kas zijn, een paar vin-gers en tenen af.’ Het is een citaat van de Amerikaanse adviseurs David Osborne en Ted Gaebler. Zij wilden ‘de bureaucratische instituties omvormen tot ondernemende instituties’.

Volgens Tonkens sloeg het boek enorm aan in de jaren negen-tig, het markeerde de opkomst van het geloof in de marktwer-king in de publieke sector. En dat is precies waarin de tweede gesprekspartner Loek Winter gelooft.

Loek Winter, de ambitieuze zorgondernemer, zoals hij eer-der door de pers werd betiteld. Zijn kantoor huist in een statig herenhuis aan de rand van Bussum. Een Jaguar staat voor de deur. De hal is zwart-wit betegeld, in de hoek staat een stoel-tje. Net als Tonkens, heeft Winter weinig tijd. En net als bij Tonkens, loopt de afspraak voorafgaand aan het interview uit, bijna een kwartier.

Winter is van oorsprong radioloog, maar liep in de zieken-huizen waar hij werkte van frustratie tegen de muren op. Hij vond het tempo te traag waarmee veranderingen werden door-gevoerd. Met een collega zette hij het Diagnostisch Centrum Amsterdam op en daarnaast is hij medisch directeur van het Medisch Centrum Jan van Goyen en inmiddels mede-eigenaar van de IJsselmeerziekenhuizen.

32 QPQ | 2 • 2010

Page 33: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Waar Tonkens woorden te kort komt om haar ongenoegen uit te drukken over de marktwerking in de zorg, kan Winter heel kort zijn over de voordelen van het fenomeen. “Je kúnt niet tegen marktwerking zijn!”

Ondernemen in de zorgLoek Winter loopt de vergaderkamer binnen terwijl hij op zijn

horloge kijkt. “Tijd is de grootste vijand”, zegt hij zonder naden-ken. Hij lijkt met die opmerking het probleem in de zorg raak te schetsen. Een mooi moment om de eerste vraag te stellen, het ijs te breken: tijd is toch sowieso een probleem in de zorg? Zijn ant-woord is wederom kort: “Dat weet ik niet, maar wel bij mij.”

Winter gaat zitten, pakt zijn notitieblok erbij, legt zijn pen klaar. Hij praat vanzelf, heeft eigenlijk geen vragen nodig. De vraag – wat het grootste voordeel van marktwerking is – wuift hij weg. “Laten we zo snel mogelijk tot de kern komen. Ik word misselijk als ik mezelf steeds hetzelfde hoor zeggen.”

Volgende vraag dan: kunnen sociaal ondernemers in deze vorm van ondernemen duiken? “Laat het woord sociaal maar weg. Sociaal, duurzaam, al die voorzetsels zijn niet relevant, omdat je daarmee een slap aftreksel maakt van de eigenschap die nodig is. Die kerneigenschap is ondernemen. Een onderne-

mer zal een resultaat willen bewerkstelligen dat door zijn klan-ten geapprecieerd wordt. Als je succesvol onderneemt, krijg je een goed rapportcijfer van je klanten. En wat laat dat rapport-cijfer zien? Dat je iets gecreëerd hebt voor een doelgroep, voor je consument.”

Hij vindt dat je de consument ter wille moet zijn. “Dat is cruciaal”, zegt hij. Nogmaals: “Daarmee geef je aan dat je niet tegen marktwerking kán zijn.” Hij heeft zijn eigen logica. Door meerdere aanbieders, door ondernemers in competitie te laten gaan voor de gunsten van de klanten, wordt een instituut vol-gens hem beter. Altijd. “Daar kún je niet tegen zijn, tenzij je perverse motieven hebt.”

Maar de banken dan, die streden toch ook om producten te verkopen aan klanten, zoals leningen tegen torenhoge rentes, veel te hoge hypotheken? We hebben toch gezien hoe dat is afgelopen? Juist het afgelopen jaar komen mensen terug van de voordelen van het kapitalisme. Winter is daar niet van onder de indruk: “Dan heb je nog niet het scenario geschetst wat er gebeurd zou zijn zónder competitie. Wellicht waren we toen nog veel duurder uit. Het is niet voor niets dat het oude com-munisme wereldwijd in verval is geraakt. Kennelijk werkt dat systeem niet meer.”

Patiënten kunnen alleen over de bejegening oordelen, niet over overige professionele kwaliteiten. Hoe kun je als patiënt nou beoordelen of de behandeling zinvol is?

33

Page 34: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Artsen worden aan gespoord zoveel mogelijk te produceren omdat ze medeverantwoordelijk zijn voor de omzet. Dat is slecht voor de kwaliteit en het stuwt de kosten op. Gezondheidszorg moet niet gaan over een hogere omzet, maar over optimale zorg.

QPQ | 2 • 201034

Page 35: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

35

Page 36: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

welcome to the d� ert

www.knowmads.nlwww.knowmads.nlwww.knowmads.nlapply for

team 2

we are looking for

change makers

a business school for the world

Knowmadsad_QPQ_final.indd 1 19-03-2010 17:02:58

Page 37: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Goed is geldEvelien Tonkens is het niet met Winter

eens op dit punt. Althans, ze zegt niets over het communisme, maar ze ziet marktwerking absoluut niet als oplos-sing. “Het grootste nadeel van markt-werking is dat het demotiverend werkt. Studenten van mij doen onderzoek naar de effecten van marktwerking in de zorg. Het meest zorgelijke is dat professionals in die instellingen hun idee over wat een goede professional is, langzaam aanpas-sen. Vroeger stond een professional in dienst van een hoger doel: het bevorde-ren van de gezondheid, het voorkomen van ziektes.”

Dat is nu anders, blijkt uit het onder-zoek, aldus Tonkens. Artsen zouden worden aangespoord zoveel mogelijk te produceren omdat ze medeverantwoor-delijk worden gemaakt voor de omzet in een ziekenhuis. “Dat is slecht voor de kwaliteit en het stuwt de kosten op. Gezondheidszorg moet niet gaan over een hogere omzet, maar over optimale zorg.”

Kwaliteit naar keuzeVolgens Winter zal de kwaliteit van

de zorg vanzelf toenemen als er onder-nemender met de zorg wordt omge-gaan. “Kwaliteit gaat hand in hand met het gevecht om de gunst van de klant.

Waarom mag je daar niet meer geld voor vragen? Gij zult en gij moet. Laat de mensen lekker.”

Hij haalt een voorbeeld aan over auto’s, gedurende de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog. “In het Oostblok hadden we de Trabant met ellenlange wachtlijsten en een lage kwaliteit, zeker als je die verge-leek met de BMW uit West-Duitsland.” Natuurlijk kent hij het recente voorbeeld uit Japan, waar Toyota steeds weer hybride auto’s moet terughalen omdat ze niet goed zijn gefabriceerd. Zijn reactie daarop: “Ja, er gaat van alles mis in een marktecono-mie, maar in een planeconomie zou er nog veel meer misgaan. Het gaat er om dat autokopers zelf kunnen bepalen welke auto ze aanschaffen: de Trabant of de BMW.”

Tonkens vindt vrije artsenkeuze heel belangrijk, maar volgens haar moet de kwaliteit van zorg eerst worden opge-splitst in bejegening en medisch inhou-delijke kwaliteit. Tonkens: “Want patiën-ten kunnen alleen over de bejegening oordelen, niet over overige professionele kwaliteiten. Ik sprak gisteren iemand die naar een specialist moest. Het ging vol-gens de huisarts om één specifiek onder-zoek. Eenmaal bij de specialist, werden ácht onderzoeken gedaan. Hoe kun je als patiënt nou beoordelen of dat zinvol is?”

de debatanten Evelien Tonkens (1961) is socioloog en

voormalig politicus. Zij zat van 2002 tot 2005

voor GroenLinks in de Tweede Kamer. Ze is

columnist voor de Volkskrant en auteur van

diverse boeken, zoals ‘Mondige burgers,

getemde professionals’ en ‘Marktwerking

en professionaliteit in de publieke sector’.

Tonkens is hoogleraar Actief Burgerschap aan

de universiteit van Amsterdam.

Loek Winter (1959) is medicus en onder-

nemer. na zijn medicijnenstudie werkte hij

jarenlang als radioloog bij het onze Lieve

Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. in 1995 zette

hij met een collega het diagnostisch Centrum

Amsterdam op. daarnaast is Winter medisch

directeur van het Medisch Centrum jan van

Goyen in Amsterdam en mede-eigenaar van

de ijsselmeerziekenhuizen.

Ik heb altijd gewerkt zonder dat geld me een fluit kon schelen. Mensen die geld belangrijk vinden, worden plastisch chirurg.

37

Page 38: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 39: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Ze vindt het een fundamentele vergissing dat door markt-werking de zorg verbetert. “Je vergeet dat in de markt par-tijen bezig zijn om zoveel mogelijk mensen te behandelen. Ze moeten produceren. Dat staat haaks op wat het beste is voor de patiënt, voor hem zou het beter zijn om zo min mogelijk behan-deld te worden.” Volgens Tonkens is juist marktwerking duur, vanwege de stimulans om zoveel mogelijk te produceren.

Daarnaast zullen doktoren zich volgens Tonkens meer toeleg-gen op de gemakkelijke behandelingen, waar snel geld mee kan worden verdiend. “Ik sprak laatst een groep artsen en vroeg of ze total body scans zouden doen als de patiënt dat wil. Dat onderzoek is medisch gezien onzinnig, daarover waren ze het eens. Toch zouden ze dat wél uitvoeren, vanwege de noodzaak van omzetvergroting door de marktwerking.”

PaternalistischWinter vindt dat patiënten zelf een beoordeling kunnen

maken. “Waarom die paternalistische attitude, die slaat toch nergens op? Er hoeft toch geen arts tussen te zitten die zegt naar welke dermatoloog je bijvoorbeeld moet. Mensen willen zelf kiezen welke persoon bij hen past en ze kunnen juist prima kiezen als de aanbiedende partij goed communiceert en goede kwaliteit biedt.”

Daarom, zegt hij weer, kun je niet tegen markteconomie zijn. Hij haalt een voorbeeld aan van een ondernemend ziekenhuis. “In het Prinsengracht Ziekenhuis in Amsterdam had je diag-nostiekfuncties met 1.3 miljoen euro omzet, een jarenlang ver-lies van vier ton per jaar en zestien man personeel. Wij hebben daar 250 meter vandaan een privaat centrum opgezet met iden-tieke functies, 1.3 miljoen euro omzet, drie ton winst, jaar in, jaar uit. En in plaats van drie weken wachttijd, kunnen mensen daar nog dezelfde dag naar toe. Dat is planeconomie versus markteconomie.”

Het ligt niet aan salarissen dat het beter gaat, zegt Winter. “Ik heb altijd gewerkt zonder dat geld me een fluit kon schelen. Mensen die geld belangrijk vinden, worden plastisch chirurg.” Hij gelooft niet in de enorme bonuscultuur zoals de bankenwe-reld, al lijkt enige prikkel hem niet verkeerd. Een goed lopend ziekenhuis bereik je vooral door efficiënt te werken, door niet teveel mensen aan te nemen bijvoorbeeld. “Hoe leveren we zo veel mogelijk diensten tegen zo min mogelijk geld? Daar gaat het om. Planeconomie is alleen mogelijk als je unlimited resources hebt, maar die hebben we niet.”

Winter wil een nuancering toevoegen aan zijn verhaal, want het is niet zo dat hij alles wil vercommercialiseren. “Inderdaad, het heeft pas zin om mensen in competitie te laten strijden om de gunsten van een klant, als je een doelgroep hebt van een zekere omvang.” Hij noemt het voorbeeld van een eerste hulp in Zeeland. Die moet er komen, al maken weinig men-sen gebruik van die afdeling. Een eerste hulp heeft namelijk een collectieve functie, net als bijvoorbeeld een goed beveiligde gevangenis. Winter: “Daar moet de discussie over gaan: hoe-veel procent van de zorg komt in aanmerking voor marktwer-king? Niet over óf we marktwerking moeten doen. Ons aanbod is nu eenmaal schaars en daar tegenover staat veel vraag. Dan moet je rationeel zijn, hoeveel kun je betalen voor de patiënt en hoeveel laat je betalen?”

Volgens hem moet de discussie niet gaan over zaken als research, onderwijs, opleiding, zeldzame aandoeningen, een brandwondencentrum of kinderoncologie. “Daar kun je geen competitie in voeren omdat die aandoeningen niet vaak genoeg

39

Page 40: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

40 QPQ | 2 • 2010

Page 41: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Door meerdere aanbieders, door ondernemers in competitie te laten gaan voor de gunsten van de klanten, wordt een instituut beter. Daar kún je niet tegen zijn, tenzij je perverse motieven hebt.

41

Page 42: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

add_zonnefabriekfinal_QPQ.indd 1 23-03-2010 10:21:53

Page 43: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

voorkomen. Dus dat kost altijd geld en daar moet de overheid in investeren. Maar zaken als diabetes, huisartsen, fertiliteit: het grote pakket. Daarin kan de markt zijn werk doen. Luister naar de klant, de klant bepaalt de markt, de markt bepaalt de waarde, de klant heeft gelijk.”

Gezondheid centraalTonkens tekent aan dat marktwerking pas interessant wordt

bij een koopkrachtige vraag. Volgens haar werkt marktwerking daarom niet in de gezondheidszorg. “De patiënt betaalt niet voor de zorg, dat doen de verzekeraars. Maar die verhalen de kosten weer op de overheid en de premiebetaler. Patiënt en ver-zekeraar winkelen dus eigenlijk met een ongelimiteerde credit-card, met als gevolg dat de kosten alleen maar stijgen.”

Daarnaast vindt Tonkens ‘de klant centraal laten staan’ geen verhelderende slogan. “De kwaliteit van de gezondheids-zorg en de gezondheid moeten centraal staan. Ik vraag me af over welke klant of patiënt dit gaat. Patiënten die echt ziek zijn, in een ziekenhuis liggen, zijn bang en wanhopig. Hen moet verteld worden wat er moet gebeuren.” Tonkens is het wél met Winter eens dat er meer naar patiënten moet worden geluisterd. “Laatst had ik een voordeel bedacht van markt-werking. Er was al een ontwikkeling gaande dat de klassieke, autoritaire, in zichzelf gekeerde ik-weet-het-beter-arts van zijn voetstuk was gevallen, ook omdat er meer vrouwen werkzaam zijn in deze sector. Artsen worden steeds meer gedwongen om zich klantvriendelijker op te stellen. Daar zijn ziekenhuizen nu al mee bezig. Maar dan heb je nog alle andere zaken die ik nadelig vindt, zoals de enorme reclamebudgetten waar ik niet vrolijk van word. Marktwerking genereert meer bureaucratie, is duur, demotiverend en miskent dat zorg een proces is en geen

product.” En, zegt ze, wie meet dan de kwaliteit van de zorg? Winter veert op om zijn theorie uit te leggen. “Je hebt een raamwerk nodig om te zien of het financieel haalbaar is, of er genoeg beschikbaarheid is, of het ethisch, wettelijk en moreel klopt. Iedere markteconomie heeft behoefte aan checks en balances.” Maar wie gaat het raamwerk bedenken? “Dat is interessant. Daar moeten we over nadenken.”

ConsensusJe zou kunnen zeggen dat Tonkens en Winter het in grote

lijnen eens zijn over de problemen in de zorg. Ze willen betere zorg. Ze willen dat er goed naar de patiënt wordt geluisterd.

Want ook Tonkens meent dat je niet eindeloos ziekenhuizen kunt subsidiëren. Ze noemt een voorbeeld waar ze zich jaren aan geërgerd heeft. “De IJsselmeerziekenhuizen liepen al jaren niet meer. De politiek durfde maar geen keuze te maken, want ja, een ziekenhuis is toch een emotionele zaak. Er is altijd wel iemand geboren, overleden of beter gemaakt. Dan is het toch harteloos om zo’n instantie sluiten? Er is eindeloos geld in gestopt, de laatste keer nog achttien miljoen euro door de pro-vincie. En voor wat? Om onder andere de afdeling gynaecologie 24 uur per dag bereikbaar te houden, terwijl er mensen duimen zitten te draaien.”

Kunnen sociaal ondernemers volgens Tonkens een rol spelen in het ondernemen in de zorg? “In zekere zin passen ondernemers die niet per se winst willen maken bij mijn idee van hoe het wél moet. Want ook de overheid is geen ideale partij.” Het belangrijkste vindt ze, dat het een partij is die uitgaat van het publieke en niet het individueel economische belang. “Je kunt in ziekenhuizen geen winst toelaten. Daar kan niets goeds van komen.” ◆

43

Page 44: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 45: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Een auto als gerijpte rode wijn

Tekst: Eva Prins | Foto: Frank Groeliken

noBodY iS PERFECT

Paul Tienkamp runt een duurzame, klimaatneutrale camping annex galerie, maar rijdt in wat hij zelf noemt ‘een dikke volvo’. “Soms knaagt het wel.”

“Sinds ruim drie jaar heb ik een Volvo 945 stationcar. Dat is de grootste Volvo die ooit is gemaakt. Deze auto is een bewuste keus. Voor de camping en de galerie moet ik vaak grote dingen vervoeren of gasten met bagage van het station halen. Daarvoor heb ik een ruime auto nodig.

Deze is heel praktisch: ruim, degelijk, veilig, betrouwbaar. Maar ik geef toe: ik heb hem ook omdat ik ‘m heel mooi vind. Hij is twaalf jaar oud, maar heeft nog een beetje dat ouderwetse koekblikachtige model. Het is nostalgie: deze auto is gerijpt als een rode wijn.

Maar toch: een flitsende sportauto vind ik ook heel mooi, maar zou ik nooit kopen. Ik zou me echt schamen als ik een auto alleen voor de fun zou hebben. Deze volvo kan ik wel voor mezelf verantwoorden.

De auto rijdt op gas, de gereden kilometers compenseer ik en ik heb een cursus ‘Het Nieuwe Rijden’ gevolgd waardoor ik nog zuiniger rijd. Bovendien is er optimaal gebruik van gemaakt - hij heeft 400.000 kilowmeter op de teller. Dat vind ik ook een vorm van duurzaamheid.

Op dit moment weet ik dan ook geen beter alternatief, maar soms knaagt het wel. Zeker als er fietsers naar de camping komen die hun hele leven al zonder auto doen. Dan voel ik wel enige gêne.” ◆

Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: [email protected]

Zelfs de meest duurzame mensen hebben een zwakte:

een niet-duurzame liefhebberij die ze niet willen missen.

Wat is jouw zonde?

45

Page 46: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Wereldwijd werken financiële en econo-

mische experts aan het bezweren van de

kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende

economische recessie. iedereen is het er over

eens dat er unieke aspecten aan deze situatie

kleven, zoals de snelheid waarmee deze zich

uitbreidt en het feit dat geen enkele regio

op aarde zich eraan kan onttrekken – onder

meer als gevolg van globalisering. hierdoor

kan het toepassen van lessen uit het verleden

geen garantie bieden voor succes. het wordt

dus tijd voor een paradigmashift in de manier

waarop naar oplossingen wordt gezocht en

waarin vorm kan worden gegeven aan een

nieuwe financiële orde. Zei Einstein niet: “je

hebt nieuwe manieren van denken nodig om

de problemen op te lossen die veroorzaakt

zijn door de oude manieren van denken.” Als

dat zo is, dan lijkt het naïef te geloven dat

de antwoorden voor de huidige vraagstuk-

ken gevonden kunnen worden binnen uit-

sluitend de traditionele disciplines die zich

bezig houden met de financiële economie.

de economen hebben de huidige situatie niet

goed voorspeld en in ieder geval niet kunnen

voorkomen. het wordt dus tijd voor ‘neue

Kombinationen’, ofwel het aanhaken van

andere disciplines.

op het gebied van innovatie zien we dat dit

tot vruchtbare situaties leidt: vrijwel geen

enkele recente relevante innovatie is volledig

door een enkele partij gerealiseerd. open

innovatie, waarin partijen met verschillende

achtergronden met elkaar samenwerken,

wordt steeds beter begrepen en vaker toege-

past. drijvende kracht achter deze ontwikke-

lingen is de zogenaamde ‘Wisdom of Crowds’,

waarbij de combinatie van kennis van velen

uiteindelijk tot significant nieuwe inzichten en

resultaten kan leiden.

En nieuwe inzichten en resultaten heb-

ben we nu juist nodig! dus het lijkt hoog tijd

dezelfde aanpak te proberen om de huidige

uitdagingen aan te pakken. het idee is dus om

partijen bij elkaar te zetten die elkaar normaal

gesproken niet treffen om over dit soort

onderwerpen te ‘samendenken’. ik heb een

paar suggesties: Topontwikkelaars van bestu-

ringssystemen, zoals Microsoft Windows.

ook deze systemen, die zeer complex van

aard zijn en daardoor een zekere mate van

onvoorspelbaar gedrag vertonen, crashen wel

eens, zoals de meeste gebruikers uit ervaring

weten. Echter, de ellende is niet altijd onom-

keerbaar, onder meer door een systeemhulp-

programma, ‘Systeemherstel’ genoemd,

DivErsiTEiT in acTiE

Paul Iske is Chief Dialogues Officer bij ABN AMRO en oprichter van het Instituut voor Briljante Mislukkingen. Voor QPQ schrijft hij columns over de veran-derende maatschappij.

Tekst: Paul Iske

46 QPQ | 2 • 2010

Page 47: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

waardoor het systeem weer teruggebracht

kan worden in een eerdere staat, toen het

probleem zich nog niet voordeed. Wellicht

dat het financiële ‘systeem’ deels ontworpen

kan worden op een manier dat gedeeltelijk

systeemherstel mogelijk is. Lehman Brothers

failliet? oeps! Even een ‘system restore’. of

misschien wel juist ontwikkelaars uit de open

Source gemeenschap. Zij zijn niet belast met

de erfenis van jarenlang systemen uitbreiden

en oplappen. overigens is dit enigszins te ver-

gelijken met alternatieve economische model-

len, zoals die nu op grass-root-achtige wijze

ontstaan in bijvoorbeeld Afrika en Azië. daar

hebben mensen goedkope en simpele, maar

soms verbluffend effectieve concepten ont-

wikkeld, zoals bijvoorbeeld onderlinge betalin-

gen door uitwisseling van telefoontegoeden.

Maar ook andere experts op het gebied

van het gedrag van complexe systemen zijn

in te zetten. Zoals professor de Roos van de

universiteit van Amsterdam, die zich bezig

houdt met de dynamiek van systemen van

diersoorten in relatie tot hun omgeving, zoals

roofvissen en hun prooi. hij weet veel van de

visstand en hoe dit systeem binnen zekere

grenzen te laten functioneren. of misschien

experts uit de game-industrie? iedere fout

kost je een leven en bij verlies van drie levens

doe je niet meer mee. dan moet je een nieu-

we identiteit aanschaffen. of een componist

die het financieel-economisch systeem ver-

taalt in een stuk muziek. Klinkt het wel mooi

of zit het vol met valse noten en overdreven

fortissimo’s, gericht op goedkoop succes? is

het stuk wel in balans en bevat het welluiden-

de contrapunten als metafoor voor de belan-

gen van diverse stakeholders die tegelijkertijd

bediend moeten worden? of jonge mensen

die moeten bepalen of zij de inrichting van

het systeem vinden voldoen aan hun normen

en waarden? Tenslotte kunnen we ook denken

aan het inschakelen van een oosterse filosoof,

onder het motto: ‘Less is More’. Als laatste

suggesties doe ik de beroemde immunoloog

Professor jon van Rood, met zijn kennis van

systemen die al dan niet zelf herstellen van

verstoringen van buitenaf, een rechtsfilosoof

die kan bepalen of het systeem ‘eerlijk’ en

consistent is, een estheticus die de ‘schoon-

heid’ bepaalt en een fysicus die verstand

heeft van behoudswetten (die in de huidige

economie nog wel eens geschonden lijken te

worden) en/of de chaostheorie. En – last but

not least – een psycholoog en socioloog die

kunnen aangeven of het systeem ook nog

eens door mensen in de praktijk kan worden

gebracht, iets wat voor bijvoorbeeld het com-

munisme onmogelijk is gebleken.

de lijst is uiteraard veel verder uit te breiden.

ik stel dus voor zo’n multidisciplinair team

samen te stellen en deze constellatie te laten

komen tot een unieke aanpak van deze unieke

situatie. het spreekt voor zich dat van zo’n

pluriforme groep alleen succes mag wor-

den verwacht als daar de beste aanpakken en

technieken qua faciliteren en samenwerking

worden toegepast. naast persoonlijke ont-

moetingen denk ik hierbij aan online tools als

‘jamming’ (een online brainstorming en deci-

sion-support methodologie, toegepast door

iBM), maar ook Wikipedia-achtige systemen en

sociale-netwerkomgevingen als Twitter, waar-

bij heel snel ideeën kunnen worden verspreid

en aangevuld.

Als experiment is deze aanpak sowieso

interessant, en met de huidige inzichten is

het zeker niet kansloos om via echte diversi-

teit te komen tot een radicale innovatie van

het financiële stelsel. daar kan geen World

Economic Forum of G7- of G20-top tegenop! ◆

CoLuMn

Een unieke crisis vraagt om een unieke aanpak

47

Page 48: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Tekst: Catrien Spijkerman | Fotografie: Jaqueline Dersjant

48 QPQ | 2 • 2010

Page 49: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Een kans

op de kermis

De Amsterdamse kermisbaas Frans Stuy biedt

kansarme jongeren een baantje op de kermis. Zo

veroorzaken ze geen overlast meer, én ze hebben

wat te doen. “Moeten ze dan voor altijd op straat

hangen? Als je ze geen kans geeft, worden het

beesten.”

49

GELuK

Page 50: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

50 QPQ | 2 • 2010

Page 51: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

In groepjes hingen ze rond. Ze blowden wat, ze dronken wat, ze vochten, ze jatten hier en daar, en af en toe vernielden ze een attractie. Zo is het begonnen: kermisbaas Frans Stuy (49) uit Osdorp had last van de jongeren die op zijn kermis hingen. “Ik heb met de politie gepraat, met imams, met Marokkaanse buurtvaders, en met de jongeren zelf”, vertelt Stuy. De oplos-sing was even simpel als logisch, vond hij. Voortaan gingen die-zelfde jongeren die hem overlast brachten, voor hem werken.

Ruim twintig jongens heeft hij in dienst, ze reizen met de kermis mee van het ene Amsterdamse stadsdeel naar het vol-gende. Nog eens veertig jongens werken voor hem wanneer de kermis in hun eigen buurt staat. Zo hebben de jongens wat om handen, en ze verdienen er zo’n acht euro per uur mee. Stuy doet het nu al bijna tien jaar zo. “De politie hoeft hier zelden te komen”, verzekert hij, terwijl hij statig over het terrein stapt. Netjes in pak, zijn lange haren in een paardestaart, onafschei-delijk van zijn sigaar.”Wij lossen alles zelf op.”

“Juist de allergrootste etterbak van een groepje rondhangen-de jongens biedt Stuy een baantje aan”, vertelt Sliman Frindi (39), een brede spierbundel met lieve ogen. Frindi werkt al acht jaar voor Stuy. Hij is hoofd toezichthouder en begeleidt de jongens in hun werk. “Die etterbak weet ik er meteen uit te pik-ken. Tegen die oproerkraaier zeg ik: ‘Heb je niks beters te doen ofzo? In plaats van hier te staan niksen en geld kwijt te raken, kan je bij ons geld verdienen.’ De rest van de groep denkt: hé, hij heeft een leuk baantje, en geld. Die andere jongens gaan dus hun best doen om hier in een goed blaadje te komen, zodat ze misschien ook mogen werken.”

De lichten, de muziek, de chickies.

De hele sfeer is goed.

51

Page 52: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

ENJOY TODAY, cARE FOR TOMORROW.

HOTEL CON CORAZóN IS A SMALL HOTEL IN THE CENTER OF GRANADA IN NICARAGUA. AN IDEAL SPOT TO CALL YOUR HOME AWAY FROM HOME. IT OFFERS A RELAXING NIGHT’S SLEEP AND MUCH MORE...

HOTEL CON CORAZóN ISN’T jUST SOME HOTEL; IT HAS A HEART. IT CONTRIbUTES TO THE SUSTAINAbLE DEvELOPMENT OF NICARAGUA, bY INvESTING ITS PROFITS IN EDUCATION AND WORk. WITH THE HOTEL AS THE INSPIRING HEART.

HOTELCONCORAZON.COM

SLEEP CON CORAZON.

Page 53: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Voldoening door werkBij de botsautootjes loopt Mohammed Beija (18) kalm de

baan op. Het gekrijs van de jonge meisjes en het agressieve rijgedrag van de vaders deert hem niet: hij is hier de baas. Nonchalant springt hij achterop de rubberen bumper van een autootje van een klein jongetje dat zich heeft klemgereden. Behendigd stuurt hij de auto weer de baan op. Met grote ogen kijkt het jongetje naar hem op. Mohammed houdt van de ker-mis. “De lichten, de muziek, de chickies. De hele sfeer is goed.” Hij werkt al twee jaar voor Stuy. Twee jaar geleden vulde hij zijn dagen met niksen. “Je weet toch, een beetje hangen enzo.” Hij heeft geen diploma, want tijdens een stage in de horeca ging het mis. “Toen ben ik maar niet meer naar school gegaan, het was toch niks voor mij.”

De aanpak van Stuy werpt niet alleen voor de kermis zijn vruchten af. Een baantje op de kermis heeft ook op de jongeren een goede invloed. Stuy: “Ik zie ze groeien. Ze leren wat wer-ken is, ik zorg ervoor dat ze aan het einde van de dag niets meer kunnen, alleen nog op de bank ploffen. Dat geeft je voldoening hoor, als je iets nuttigs hebt gedaan. Regelmatig kom ik ouders tegen, ze zeggen dat ik hun zoon gered heb.”

Werken maakt gelukkig, blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek. Professor arbeidspsychologie aan de Rotterdamse Erasmusuniversiteit Arnold Bakker roept het al jaren: van niets doen ga je je miserabel voelen, de dagen worden leeg. Werk geeft daarentegen structuur en doel aan het leven, blijkt uit zijn onderzoek. Het betekent ontplooing, sociale contacten, en zingeving. Ook ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven van de Erasmusuniversiteit deed dergelijke conclusies: er is een sterk verband tussen levensgeluk en ‘actief zijn’. Drie keer sterker overigens dan levensgeluk en geld.

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Frindi weet er alles van. “Ik kan wel zeggen dat ik gelukki-ger ben sinds ik hier werk, ja. Ik heb in ieder geval een doel.” Frindi was zelf “ook zo iemand die ze nergens kwijt konden”, zegt hij. “Geen diploma en een slecht verleden. Geen verkla-ring van goed gedrag, laten we het daar op houden. Via de sociale dienst probeerden ze me wel in allerlei baantjes te stop-pen, maar ik verzon altijd weer een excuus.” Toen hij bij Stuy terecht kwam, dacht hij dat hij ook daar wel weer onderuit zou komen. “Ik had van tevoren mijn smoezen al bedacht: dat mijn rug het niet aan kon ofzo.” Maar Frindi bleef.

53

ENJOY TODAY, cARE FOR TOMORROW.

HOTEL CON CORAZóN IS A SMALL HOTEL IN THE CENTER OF GRANADA IN NICARAGUA. AN IDEAL SPOT TO CALL YOUR HOME AWAY FROM HOME. IT OFFERS A RELAXING NIGHT’S SLEEP AND MUCH MORE...

HOTEL CON CORAZóN ISN’T jUST SOME HOTEL; IT HAS A HEART. IT CONTRIbUTES TO THE SUSTAINAbLE DEvELOPMENT OF NICARAGUA, bY INvESTING ITS PROFITS IN EDUCATION AND WORk. WITH THE HOTEL AS THE INSPIRING HEART.

HOTELCONCORAZON.COM

SLEEP CON CORAZON.

Page 54: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Er is een sterk verband tussen levensgeluk en werken. Drie keer sterker overigens dan levensgeluk en geld.

54 QPQ | 2 • 2010

Page 55: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

55

Page 56: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Maatschappelijke impactdoor de jongens voor hem te laten werken,

heeft Frans Stuy op zijn kermis nauwelijks nog

last van hangjongeren die rotzooi trappen en

bezoekers afschrikken. Goed voor zijn bedrijf,

en goed voor de jongens die nu wat om han-

den hebben en geld verdienen. Wat levert

deze aanpak nog meer op? Bedrijfseconoom

Peter Scholten introduceerde in nederland de

Social Return on investment (SRoi) metho-

diek, die de maatschappelijke impact van een

onderneming meet.

de kermis van Stuy zou zich volgens

Scholten goed lenen voor een SRoi-analyse.

daar is uitgebreid onderzoek voor nodig, maar

Scholten kan wel wat voorzetten geven. “de

maatschappelijke opbrengst bestaat uit twee

delen”, zegt hij. “Ten eerste levert het kosten-

besparing voor de maatschappij op. Minder

overlast betekent minder politiekosten, en

jongeren die een baan hebben, hoeven geen

uitkering te krijgen. Als ze door hun werk uit

de criminaliteit worden gehouden, scheelt dat

ook veel maatschappelijke kosten.”

“het is hierbij wel belangrijk te bepalen over

welke termijn we het hebben”, zegt Scholten.

“Een tijdelijk baantje voor een paar uur in

de week heeft natuurlijk andere impact dan

een vaste baan met toekomstperspectief.”

Bovendien bepaalt ook het doel van de onder-

neming de analyse. “Wil Stuy puur uit eigen-

belang alleen zijn eigen overlast bestrijden, of

is er überhaupt minder overlast in de wijken

doordat de jongens voor hem werken?”

het tweede deel van de maatschappelijke

opbrengst bestaat volgens Scholten uit per-

soonlijke winst voor de jongeren. “doordat

ze een baan hebben, krijgen ze wellicht meer

zelfvertrouwen en een beter zelfbeeld. Ze

raken meer betrokken bij de maatschappij en

krijgen verantwoordelijkheid. Misschien leidt

hun werkervaring ertoe dat ze meer perspec-

tief hebben op een volgende baan. het is

hiervoor ook belangrijk te bepalen hoeveel ze

leren tijdens hun werk.” Botsautootjes aan de

kant zetten is immers wat anders dan praktijk-

ervaring opdoen als toezichthouder.

56 QPQ | 2 • 2010

Page 57: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Bij de botsautootjes loopt Mohammed kalm de baan op. Het gekrijs van de jonge meisjes en het agressieve rijgedrag van de vaders deert hem niet: hij is hier de baas.

“Het was zwaar werk, maar hier lieten ze me tenminste met

rust”, zegt hij. “Frans zeurt niet. Ik mocht zelf mijn tijd inde-len, als het werk maar gedaan was. Er zat een soort vrijheid in die me aanstond. Als ik een keer niet kon komen, ruilde ik mijn dienst met een ander. Frans wilde het niet eens horen. ‘Zoek het zelf maar uit’, zei hij dan. Ik kreeg verantwoordelijkheid. En vertrouwen. Dat was me nog nooit overkomen. Bovendien is het werk gevarieerd. Van negen tot vijf, dat is niets voor mij. Met de kermis kom je steeds in een andere buurt, met een ander publiek. Het is niet saai, er gebeurt altijd wat.”

Duidelijkheid en respect zijn de belangrijkste ingrediënten van Stuys aanpak. “Je weet wat er van je verwacht wordt, en afspraak is afspraak”, zegt Stuy. “Als je je daar niet aan houdt: ook goed, maar dan weet je dat je wordt aangepakt.” Toch houdt Stuy de touwtjes niet strak, zegt Frindi. “Hij stimuleert op een vrije manier. Als iemand niet komt opdagen gaat ie niet opbellen ‘godverdomme je bent te laat, je hoeft niet meer terug te komen.’ Nee, hij zegt: ‘waar ben je, je zou toch werken?’ Je krijgt er een schuldgevoel van. Maar hij laat het je wel voelen hoor, de volgende keer mag je dan het zware werk doen. Dan denk je: shit, nu betaal ik ervoor terug. Hij laat je gaan en trekt je terug.”

“Je moet die jongens ook leren nadenken”, zegt Stuy. “Als we vroeg beginnen met opbouwen, bel ik om acht uur ’s ochtends alle jongens waarvan ik weet dat ze niet goed op tijd kunnen komen. ‘Ben je al wakker?’ Je moet ze een beetje opvoeden.” Zelf groeide hij ook op de kermis op. “Maar ik had een vader die me constant in de gaten hield. Ik kreeg echt niet de kans om

57

Page 58: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

58 QPQ | 2 • 2010

Page 59: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Momoney geeft een duwtje in de rugMomoney is een ‘uitzendbureau plus’. het bedrijf geeft

jongeren van 18 tot 27 jaar – met of zonder diploma – een

duwtje in de rug om de arbeidsmarkt op te komen. “Als

je al een paar keer hebt geprobeerd aan werk te komen,

maar het liep steeds op niets uit, wordt je na een tijdje

sceptisch en onzeker”, zegt manager Ludwig Caupain. “Bij

een ‘normaal’ uitzendbureau voelen ze dat meteen aan:

weinig motivatie. Ze zullen daardoor minder moeite voor

die jongeren doen.”

Momoney bespreekt uitvoerig met de jongeren wat ze

graag zouden willen, en waar hun kwaliteiten liggen. ook

krijgen de jongeren cursussen waar ze bijvoorbeeld leren

solliciteren, en zijn er coaches die hen begeleiden wan-

neer ze eenmaal aan het werk zijn. Caupain benadrukt dat

de jongeren het wel zelf moeten doen. “Wij helpen ze aan

een baan, en brengen ze basale vaardigheden bij, maar ze

moeten zich tegenover hun werkgever zelf bewijzen. We

zijn geen zorginstelling.”

Toch is het belangrijk dat de opdrachtgever weet waar

Momoney voor staat, zegt Caupain. “Werkgevers moe-

ten begrijpen dat sommige jongeren een tweede, derde

of zelfs vierde kans nodig hebben.” het is dan ook niet

gemakkelijk om opdrachten binnen te halen. “Werkgevers

zien het maatschappelijke belang er wel van in, maar zeker

in tijden van crisis is men huiverig.”

Momoney is een samenwerking van uitzendbureau

TempoTeam en Gemeente Amsterdam. het bedrijf krijgt

geen subsidie, maar werkt wel met de gemeente samen

en maakt gebruik van gemeentelijke bedrijfsruimte.

Momoney bestaat sinds oktober 2009. “Momenteel zijn

29 jongeren via ons aan het werk”, zegt Caupain. hij weet

niet hoeveel jongeren Momoney tot nu toe aan het werk

heeft geholpen, omdat sommige jongeren ook direct bij

de werkgever een baan hebben gekregen. “daar verdienen

we welliswaar niets aan, maar dat is ook niet ons primaire

doel.”

Er is altijd één échte etterbak in zo’n groepje jongens. Ik weet hem er meteen uit te pikken.

iets te jatten. Dan had hij m’n oren eraf getrokken. Als ik hem niet had gehad, had ik waarschijnlijk ook veel stomme dingen gedaan.”

Jongens met een ‘vlekje’Critici van Stuys aanpak zeggen dat hij crimineel gedrag

beloont met een baan. Een derde van zijn werknemers zou een strafblad hebben. Stuy zelf bevestigt dat hij jongens in dienst heeft met een ‘vlekje’, zoals hij de criminele smet op hun verle-den noemt. “Maar als ik merk dat ze fout bezig zijn, trap ik ze eruit. Zo had ik een jongen met een wietplantage. Toen ik daar-achter kwam, heb ik hem zelf aangegeven. Ik ga mijn reputatie niet voor dat soort figuren op het spel zetten. Negen maanden heeft hij gezeten. Toen hij vrijkwam heeft hij hier staan huilen. Ik heb hem nog een kans gegeven. Wat moet ik doen? Als ze hun straf hebben uitgezeten, moeten ze dan voor altijd op straat hangen? Als je ze geen kans geeft, gaat het van kwaad tot erger. Dan worden het beesten. Dat moet je tegenhouden.”

Yamel El Mabrouk (21) kreeg zo’n kans. “Wel vijftig sollicita-ties had ik gedaan. Supermarkten, schoenenwinkels, café’s, nie-mand wilde me. Soms was mijn strafblad de reden, soms kwam het denk ik doordat ik Marokkaan ben”, zegt hij. Die achter-grond komt in zijn huidige baan juist goed van pas. Op de ker-mis werkt hij als ‘beveiliger’. “Rondlopen en jongens aanspre-ken, soms bij een vechtpartijtje ertussen springen”, omschrijft hij zijn werkzaamheden. “Als je echte beveiligers neerzet, van die ingehuurde mannen in het zwart met een V’tje op hun borst, dan krijg je pas echt problemen. Die lopen met opgehe-ven hoofd belangrijk te doen, dat leidt tot weerstand. Zij spre-ken die jongens niet aan zoals ik. Ik kan dat beter, want ik ben één van hen. Ik ben zelf ook een straatjongen, voor mij hebben die jongens respect.”

Steeds weer bewijzenYamel is een goede werknemer, vindt Stuy. “Je moet natuurlijk

niet alleen kansarm zijn om voor mij te werken, je moet wel wat

59

Page 60: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 61: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

kunnen”, zegt hij. Het stoort hem dat zijn werkwijze in eerste instantie zo argwanend bekeken wordt. “Ik moet constant vech-ten voor mijn zaak, steeds weer bewijzen dat het werkt. Mensen zijn bang voor dit concept.” In Amsterdam heeft hij zich na jaren wel bewezen: drie keer werd hij Amsterdammer van het jaar, politici als Achmed Marcouch en Job Cohen lopen met hem weg. Maar toen hij vorige zomer met het idee naar Rotterdam kwam, stond die hele stad op zijn kop. “Ik werd daar echt behandeld alsof ik van een andere planeet kwam. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om met die jongens te gaan werken!”

Langzaam maar zeker won hij het vertrouwen van Dominic Schrijer, destijds als wethouder onder meer verantwoordelijk voor werkgelegenheid, sociale zaken en het grote steden beleid. En de kermis werd ook in Rotterdam een succes. “Tien dagen lang werkten 110 van die jongens voor mij. Voor het begon kwam een Rotterdamse politieagent naar me toe. Hij zei: ‘Als het goed gaat, mag je volgend jaar terugkomen. Zo niet, dan trap ik je persoonlijk terug dat 020 in.’ Na tien dagen kwam hij terug: ‘Tot volgend jaar’.” In Rotterdam wordt de werkwijze in de toekomst ook bij andere grote evenementen ingezet.

PretparkJammer dat het allemaal maar tijdelijk is, vindt Stuy. “De ker-

mis is er alleen in de zomer, en dan nog is het aantal plaatsen beperkt.” Hij loopt al jaren rond met plannen om een pretpark op te zetten in Amsterdam. Net als zijn kermis, wordt ook het pretpark een commercieel bedrijf. Voor de werkplekken die hij de kansarme jongeren biedt, krijgt hij namelijk geen subsidie. Het pretpark zou 1500 tot 2000 permanente werkplekken cre-eren. Stuy is hard op zoek naar een locatie. Zijn oog is gevallen op stadsdeel Noord. “Er zit schot in de zaak. Ik heb inmiddels goede contacten met de stadsdeelvoorzitter daar.” De stads-deelvoorzitter zelf wil nog niet op de plannen ingaan: “De gesprekken moeten nog beginnen.”

Tot dat pretpark er is, zal Stuy de gemeente en buurtre-gisseurs nog vaak moeten teleurstellen. De Dienst Werk en Inkomen van Amsterdam weet hem inmiddels goed te vinden. “Ze bellen dagelijks of ze niet wat jongens bij me kwijt kunnen, maar ik zit vol.” Zonde vindt hij, want het is inmiddels een per-soonlijke missie geworden juist die jongens onder zijn hoede te nemen die nergens anders willen ‘lukken’. “Ik kom nooit meer van ze af”, zegt hij met een scheef lachje, terwijl hij knikt naar de horde jongetjes die altijd om hem heen zwerf. Ze hebben petjes en sigaretjes, en allemaal willen ze voor hem werken. “Ze kosten me heel wat aspirines hoor”, zegt hij cynisch. Maar zijn ogen twinkelen. ◆

Vluchtelingen aan het werkGoedWerk is een uitzendbureau speciaal voor vluchtelingen in

Amsterdam. het bedrijf begeleidt vluchtelingen naar een baan.

Wanneer GoedWerk heeft bemiddeld tussen werkgever en vluchteling,

gaat de vluchteling eerst zes maanden in proeftijd. hierdoor kunnen

werkgever en werknemer aan elkaar wennen. Als dit goed verloopt,

krijgt de vluchteling een vaste baan aangeboden.

de begeleiding van GoedWerk houdt niet op na de bemiddeling.

GoedWerk voelt zich er ook verantwoordelijk voor te zorgen dat de

proefperiode goed verloopt. Zo coacht het uitzendbureau de vluchtelin-

gen, en biedt hen cursussen en trainingen aan.

oprichter Elias Brhane vluchtte zelf op 19-jarige leeftijd uit Ethiopië

naar nederland. Toen hij eenmaal een verblijfsvergunning had, begon hij

al snel een eigen kledingzaak. hij maakte goede carrière met verschillen-

de ondernemingen, maar na twintig jaar besloot hij zijn zakelijke ervaring

te gebruiken om andere vluchtelingen te helpen.

in augustus 2007 richtte Brhane daarom GoedWerk op, met een

startkapitaal van Vluchtelingenwerk nederland, en een partnerschap

met TempoTeam, die zorgt voor de werkplek. GoedWerk is een sociale

onderneming, die als doel heeft iedere jaar minstens 120 vluchtelingen

aan werk te helpen.

Regelmatig kom ik

ouders tegen, ze zeggen

dat ik hun zoon gered

heb.

61

Page 62: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Hoezo gelukkig?

samen voor ons eigen...Tekst: Roos Menkhorst

62 QPQ | 2 • 2010

Page 63: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De geluksindustrie draait op volle toe-ren. Gelukkig zijn is de norm. Ieder jaar verschijnt er weer een rapport waar-uit blijkt dat wij Nederlanders over het algemeen heel gelukkig zijn; gemiddeld beoordelen Nederlanders hun leven zelfs met een 7,9 op de schaal van tien.

Mooi, zou je zeggen. Maar dat ‘grote geluk’ wordt vergezeld door een flink stuk chagrijn. Heel veel Nederlanders lijken wat dat betreft compleet de weg kwijt. Ons vertrouwen in de overheid daalt ieder jaar weer een stukje: zo had het eerste kwartaal van dit jaar nog maar 52 procent van de bevolking vertrouwen in de regering. En je kunt de tv niet aan-zetten of je krijgt weer een ontevreden, mopperende, zeurende marktkoopman, kaasboer, café-eigenaar of ‘hardwerken-de Nederlander’ te zien.

Gelukkig zijn kun je lerenJe zou bijna gaan denken dat ‘geluk-

kig zijn’ aan deze schreeuwende burgers niet besteed is. Maar daar zijn volgens de ‘geluksmakers’ oplossingen voor. Gelukkig zijn kun je leren, is het idee. Je moet er alleen wel wat voor doen. Google ‘gelukkig worden’ en je stuit op bijna 5 miljoen hits.

Noem het maar op en het is er: van zelfhulpsites en –boeken tot work-shops over bijvoorbeeld ‘Onbeperkt jezelf zijn’, van heuse gelukstherapie-en tot een je eigen personal coach die je tot grote gelukshoogte zal brengen. Steevast gaat het om het vinden van een balans, om bewustwording, rela-ties en geluk. En waar vind je al dat geluk? Dat vind je uiteindelijk gewoon in jezelf.

GELuK

Google ‘gelukkig worden’ en je stuit op bijna 5 miljoen hits.

Ondanks het hoge gelukscijfer van de gemiddelde

Nederlander lijken we steeds meer te zijn gaan klagen.

Gelukkig zijn en tegelijkertijd alles wantrouwen dat met de

overheid te maken heeft, gaan meer dan ooit hand in hand.

63

Page 64: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Wat is geluk?Maar wat is geluk eigenlijk? Geluksprofessor Ruut Veenhoven,

verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, wordt sinds jaar en dag in kranten en bladen geciteerd als het om die vraag gaat. Volgens hem is geluk simpelweg levensvoldoening, je lek-ker voelen dus. “Geluk is een bijverschijnsel van het gebruik van onze vermogens. We voelen ons daarom prettig als we lek-ker bezig zijn”, aldus Veenhoven.

Al jaren houdt de professor de World Database of Happiness bij. In deze database meet Veenhoven geluk door mensen te vragen naar hoe gelukkig ze zijn op een schaal van 1 tot 10. Inmiddels weten we dat van 150 landen.

Uit de database blijkt dat mensen in rijke landen gemiddeld gelukkiger zijn. In Nederland is de welvaart sinds 1970 flink gestegen, maar het geluksniveau blijft vrij constant. Volgens Veenhoven kun je geluk dus niet puur uitdrukken in materi-ele welvaart, ook zaken die daarmee samen gaan als vrijheid, gelijkheid, geen corruptie en rechtszekerheid, zijn volgens hem van invloed.

Het Nederlands onbehagenDit alles lijkt echter bestemd voor dovemansoren als je de

ontevreden massa moet geloven. Zij is begonnen met schreeu-wen en houdt niet meer op. Uit alle hoeken en gaten van Nederland klinkt een gezamenlijke kreet: Dit kan zo niet lan-ger! Wij eisen geluk.

PVV-voorman Geert Wilders maakt gretig gebruik van die gevoelens van onvrede, en hij geeft een duidelijke boodschap: ‘Jullie worden onderdrukt door een kleine elite. Daarnaast staan de moslims op de loer, als je even niet oppast nemen zij het over: jullie huizen, banen en de toekomst van jullie kinderen.’

Wilders’ Henk en Ingrid zitten daarom iedere avond bibbe-

rend voor de televisie in hun Vinex-huis. Ze durven de deur niet uit, want dan worden ze direct belaagd door een groep los-geslagen straatterroristen. Gelukkig weet de PVV-er ook wat er moet gebeuren. Daar was hij in zijn verkiezingsprogramma heel kort over: ‘Wij verklaren ons weer onafhankelijk van de elites en hun ‘idealen’. Laat ons volk zich maar uitspreken; samen weten burgers het beter dan de linkse kliek.’

Noem het maar op en het is er: van zelfhulpsites en –boeken tot workshops over bijvoorbeeld ‘Onbeperkt jezelf zijn’, van heuse gelukstherapieën tot een je eigen personal coach die je tot grote gelukshoogte zal brengen.

64 QPQ | 2 • 2010

Page 65: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Als een ware gelukscoach presenteert hij zich aan de burger. De ontevreden, wantrouwende Nederlander loodst hij met zijn woorden rechtstreeks naar de overkant. Naar het Holland van vroeger, toen we nog heersten over de zeeën, en de gastarbei-ders veilig in hun eigen land zaten.

Wat is er gebeurd? Dat vragen de ‘weldenkende’ politici, columnisten en schouwburgdirecteuren zich na al die jaren opeens af. Een tijd lang hebben ze gedacht: dit waait wel over. En stilletjes trokken ze zich terug in hun eigen restaurants en wijken.

Maar nee, het nieuwe Nederlandse onbehagen is helaas een blijvertje. Dat besef groeit steeds meer. Iedere week wordt er daarom wel weer een debat of een discussie-avond georganiseerd, meestal op plekken als de Balie of Felix Meritis in Amsterdam. Op die avonden gaat het om de vraag: waar komt dat onbehagen van die burgers toch opeens vandaan? En vooral: Gaat het ooit nog weg? Orerend en jaknikkend kabbelt de intellectuele elite van de hoofdstad zo’n debat door: ze zijn het immers volslagen met elkaar eens.

Collectief egoïsme Dat er een grote groep mensen is die hun geluk zoeken in

een partij als de PVV, vindt volgens verschillende sociologen en filosofen zijn oorsprong in de jaren zestig en zeventig. Het moment waarop vader, kerk en staat hun greep begonnen te verliezen op het individu. De samenleving brak open, maar tegelijkertijd brachten de verworvenheden een groot aantal onzekerheden met zich mee.

Door de groeiende welvaart en emancipatie ontstonden er talloze mogelijkheden om het eigen leven vorm te geven. De verantwoordelijkheid voor het eigen leven werd groter, en daar-mee ook de druk om je leven te laten slagen. De wekelijkse gang naar de kerk werd ingeruild voor een persoonlijke zoektocht naar zingeving en geluk.

De toegenomen individualisering heeft volgens socioloog Dick Pels het ‘collectief egoïsme’ als grote schaduwzijde. Tijdens een lezing in Utrecht over de opkomst van het populisme, schetst hij het Nederland van de klagende en verwende burger: “de grijpgrage consument, die – opgevoed door de Telegraaf – zijn gelijk komt halen.” Onder deze burgers bestaat volgens hem een

GELuK

65

Page 66: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Powered by i.s.m. Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Nieuw West

Derkinderenstraat 94 1061 VX Amsterdam

T 020 613 60 25F 020 613 65 85

[email protected] www.momoney.nu

MoMoney is een uitzendbureau plus, gericht op jongeren die extra begeleiding op weg naar de arbeidsmarkt kunnen gebruiken. MoMoney is een initiatief van Tempo-Team en de gemeente Amsterdam en heeft geen winstoogmerk. Onze intercedenten zijn in dienst van Tempo-Team en hebben ruime ervaring in de uitzendbranche en/of met het coachen van jongeren.

Terugdringen jeugdwerkloosheidDe belangrijkste doelstelling van MoMoney is het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Wij doen dit door actief te investeren in jongeren, nog voordat ze bij opdrachtgevers aan de slag gaan. We vergroten hun kansen op een succesvolle loopbaan onder andere door het geven van sollicitatietrainingen en begeleiding in de vorm van job- en carrière coaching. Daarnaast bieden we jongeren vanuit het uitgebreide netwerk van Tempo-Team interessante werkervaringsplaatsen, passend bij hun competenties en opleiding.

Kwalitatief goede en betrouwbare dienstverleningMoMoney ontvangt geen subsidies, maar onderneemt vanuit eigen kracht. Voor ons staat de kwaliteit en betrouwbaarheid van onze dienstverlening voorop. Opdrachtgevers kunnen rekenen op medewerkers die goed uitgerust zijn voor de taken

die aan hen worden toevertrouwd. Wij maken daarvoor onder meer gebruik van de kennis en expertise die aanwezig is binnen Tempo-Team.

Social ReturnDankzij onze samenwerking met de gemeente Amsterdam bieden wij als eerste publiek- private onderneming opdrachtgevers extra diensten en garanties. Leveranciers van de gemeente Amsterdam voldoen bijvoorbeeld aan hun Social Return verplichting wanneer ze medewerkers inhuren via MoMoney.

Helpt u mee?MoMoney is op zoek naar opdrachtgevers die samen met ons jongeren een kans willen geven. Wij werken met jongeren met verschillende competenties, opleidingniveaus en achtergronden. U kunt daarom bij ons terecht voor de invulling van allerlei vacatures. Of u nu op zoek bent naar tijdelijk of vast personeel, MoMoney gaat met veel plezier voor u aan de slag.

Meer informatieHeeft u openstaande vacatures, vragen over onze dienstverlening of bent u geïnteresseerd in een kennismakingsgesprek, neem dan contact op met MoMoney.

Page 67: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

GELuK

67

grote angst voor het verlies van onze culturele en materiële zekerheden. Deze groep wil daarom alles wat ‘vreemd’ is buiten de deur houden.

De wantrouwende burger eist van de overheid, en van iedereen die iets te vertellen heeft, dat hij gelukkig gemaakt wordt. Hiermee doen de klagers afstand van hun eigen verantwoordelijkheid om gelukkig te worden.

Deze opvatting lijkt overigens in tegenspraak met wat Veenhoven stelt. Volgens hem gaan geluk en tevredenheid over de samenleving niet per se hand in hand: “Mensen weten uit ervaring hoe het met henzelf gaat, maar hun mening over de maatschap-pij wordt vooral bepaald door wat ze in de krant lezen. Goed nieuws is geen nieuws, dus ze lezen vooral veel negatieve dingen. Mensen krijgen dan de indruk dat er veel mis is.”

Ook al is er blijkbaar geen verband tussen je per-soonlijk welbevinden en de staat van de maatschap-pij, de opkomst van een wantrouwende, chagrijni-ge en schreeuwende massa stemt niet optimistisch.

Dat Jan uit Volendam op zondag gezellig en met een gelukzalige glimlach de barbecue aanmaakt, zal best zo zijn. Maar als hij de rest van de week zich op internetfora en in het openbare leven te pas en te onpas uitlaat over 'die vervelende buitenlanders', werkt hij niet mee aan het levensgeluk van de ander.

Wie goed doet…En dat die ander heel belangrijk is bewijst psychia-

ter Martin Seligman, auteur van het boek Authentic Happiness, met een experiment ‘goed bezig zijn’. Het laat zien dat goed bezig zijn een grotere kick geeft dan bijvoorbeeld een middagje barbecuen met vrienden. Ook al kost het extra moeite omdat je extra aandacht moet geven aan de positieve dingen in het leven. Je wordt er wel gelukkiger van.

Je zou kunnen zeggen dat sociaal ondernemers in dat opzicht een streepje voor hebben op de meeste anderen. Voor hen is goed doen veel meer een van-zelfsprekendheid, en kost het waarschijnlijk ook minder moeite.

Een cynicus zou hiertegen in kunnen brengen dat de sociaal ondernemer in ruil hiervoor wel op een houtje moet bijten. Maar ook daar zit het geluk niet in. Geld maakt – oh zo cliché – namelijk niet per definitie gelukkig, stelt Veenhoven. Een financiële meevaller is volgens hem maar even van invloed op je geluksgevoel. Uiteindelijk draait het gewoon om thema’s als liefde, gezondheid, werk en zingeving. ◆

World Database of Happiness: http://worlddatabaseofhappiness.eur.nl/

Eerste citaat Ruut Veenhoven: de Volkskrant, 09.01.2010,

‘Welzijn Geluk: Gammacanon (2)’, Ruut Veenhoven.

Tweede citaat Ruut Veenhoven: Trouw, 26.10.2004,

‘Minder vrije tijd en toch gelukkig’, Marlise Hamaker.

Lezing Dick Pels over de opkomst van het populisme, 22.04. 2010, Utrecht.

Page 68: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Tekst: Jolanda Breur

Het draait niet meer om geld alleen

Enkel de EurO maakt niet gelukkig

68 QPQ | 2 • 2010

Page 69: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

GELuK

Filosoof Karl Marx zei het al: ons geldsysteem is de bron van het kwaad. Het vervreemdt mensen van hun werk, hun voort-brengselen én andere mensen. Daarnaast kent geld kwaliteit toe aan zijn bezitters. Heb je er veel van, dan deed je vast iets goed en ben je succesvol. Zo komt kwaliteit gelijk te staan aan kwantiteit.

Door de laatste economische crisis zijn meer mensen gaan twijfelen aan het Westerse muntstelsel. Het stof wordt van Marx en zijn levenswerk Het Kapitaal afgeblazen. Onlangs ver-scheen een herziene vertaling en een biografie. Moeten we op zoek naar een alternatief voor ons systeem?

“Nee”, zegt Bernard Lietaer, hoogleraar economie, ex-topma-nager van de Belgische Nationale Bank en auteur van het boek Het Geld van de Toekomst. “Dat lost het probleem niet op. Een systeem zonder diversiteit is instabiel.” En dat is volgens hem nu juist de zwakte van ons huidige muntstelsel. “Het is als een monocultuur in de landbouw, slechts gespecialiseerd in één product. Wanneer je alleen aardappelen verbouwt en de oogst wordt verwoest door een aardappelziekte, dan heb je crisis. Zoals de recente economische teruggang. Zonder het huidige systeem hadden we geen industriële revolutie gehad, maar de crisis van 2008 was volgens de Wereldbank de 98e in 25 jaar.”

Aanvullende systemen voor verschillende doelen bieden uitkomst, denkt Lietaer. “Geld zorgt bijvoorbeeld niet voor gemeenschapszin. Integendeel. Leg bij een willekeurige fami-lie één miljoen euro op tafel en kom na een week terug. Dan zijn er geheid problemen. Geld veroorzaakt 90 procent van moeilijkheden binnen families. Daarnaast ontstaat er ook geen relatie als je een pak melk koopt in de supermarkt. En wat krijg je liever van je partner, 100 euro of een mooi, persoonlijk cadeau?”

De economische crisis doet mensen twijfelen aan het Westerse

geldsysteem. Moeten we het niet over een andere boeg gooien?

De experts zien onze euro niet zomaar verdwijnen. Toch

denken ze dat andere, al bestaande systemen een grotere rol

gaan spelen.

Betrokken en milieuvriendelijkRuilkringen dateren al uit de prehistorie en nog zijn ze wereldwijd

populair. deelnemers aan een LETS (Local Exchange Trading System)

ruilen diensten of goederen en besparen zo geld. Ze zijn zich bewus-

ter van de ander en de economische handeling die ze verrichten dan

wanneer ze een product in de winkel kopen. En het systeem draait

om wederkerigheid: ik doe iets voor jou en jij voor mij. dat zorgt voor

betrokkenheid en is bovendien nog milieuvriendelijk ook.

69

Page 70: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Eco-economieVoor gemeenschapszin of bijvoorbeeld een beter milieu zijn

andere stelsels geschikter, stelt Lietaer. “Overheden pakken de milieuproblematiek nu op twee manieren aan: met maat-regelen en subsidies. Het nadeel van regulering is dat de lob-by’s altijd klaar staan om hier een stokje voor te steken. En voor subsidies is steeds minder geld. Deze hindernissen zijn te omzeilen door een nieuwe munteenheid. Laten we die de Eco noemen. Stel dat de stad Amsterdam deze munt uitgeeft en haar inwoners jaarlijks een bijdrage van 100 eco vraagt, per huishouden. De inwoners kunnen eco’s verdienen door milieuvriendelijke activiteiten te verrichten.” De econoom noemt energie besparen, de bus nemen en de auto laten staan of een ecologisch groentetuintje op het dak van je woning. De stad stelt aan de hand van het aantal huishoudens en het soort activiteit een lijst op met eco-waarden. “Bijvoorbeeld 1 eco voor 1 kWh aan energiebesparing of een eco voor 1 m² ecologische tuin.” Medewerkers van een lokale organisa-tie lichten de inwoners voor en controleren of die vierkante meters tuin er daadwerkelijk zijn. Zij verdienen op die manier eco’s. Daarnaast kan de gemeente weekenden organiseren waarin Amsterdammers de stad schoonmaken. En ook daar-mee vallen eco’s te verwerven.

Maar er zou handel kunnen ontstaan in deze aanvullende munteenheid. Een inwoner heeft geen zin in de activiteiten en wil zijn benzineslurpende auto best even aan de buurman met een verantwoord groentetuintje uitlenen. Tegen eco’s. “Geen probleem”, zegt Lietaer. “Dit is de economie van de eco. Je kunt ze kopen en verkopen, daar bemoeit de stad zich verder

Economie zonder ‘echt’ geldC3 ofwel een Commercial Credit Circuit is een netwerk op lokaal of

regionaal niveau waarin bedrijven en consumenten onderling met

elkaar afrekenen in eigen eenheden. daar komt geen traditionele munt

aan te pas. deelnemers die van hun eenheden af willen, kunnen ze

tegen een commissie omwisselen voor gangbaar geld. Banken en ver-

zekeringsmaatschappijen staan daar garant voor. C3 zorgt onder meer

voor lagere prijzen en meer werkgelegenheid. Meer informatie over dit

systeem kun je vinden op de website van STRo: www.strohalm.nl

Geld zorgt niet voor gemeen-schaps-zin. Leg bij een familie één miljoen euro op tafel en kom na een week terug. Dan zijn er geheid problemen.

70 QPQ | 2 • 2010

Page 71: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

niet mee. De buurman kan wel 200 m² tuin hebben en daarmee 200 eco verdiend. De jaarlijkse bijdrage aan de stad is 100 eco, dus hij kan de helft van zijn eco’s missen.” Voor de stad, legt de econoom uit, is het belangrijk dat die 200 m² tuin er zijn. Wie daar voor zorgt, doet er niet toe. Hij benadrukt wel dat de stad geen eco’s kan innen bij mensen die niet ecologisch actief kun-nen zijn, zoals fysiek beperkten.

Dit eco-stelsel kan, naast de traditionele munteenheid, ook landelijk en zelfs internationaal worden ingevoerd. Dat geldt volgens Lietaer niet voor LET-systemen ofwel ruilkringen waarin mensen goederen of diensten uitwisselen. “Ruilkringen bestonden al in de prehistorie en zijn er nog steeds. Toch zul-len ze nooit uit veel meer dan 500 mensen bestaan. Dat komt omdat er geen eenheid van waarde is, geen standaard. Want hoeveel appels zijn een auto waard? En wat als iemand mijn appels wil maar ik zijn auto niet kan gebruiken? Deze uitwis-selingen zijn te ingewikkeld voor op grote schaal.” Ruilkringen horen er wel bij, meent hij. “Vergelijk ze met haarvaten. Ook die zijn nodig in het lichaam, hoewel ze niet de capaciteit heb-ben van slagaders. Gezamenlijk zorgen ze wel voor een goede bloedsomloop.”

Eigen muntRob van Hilten is minder enthousiast over ruilkringen. Hij

was in 1993 initiatiefnemer van de nog altijd bestaande ruil-kring Noppes en zette een aantal andere LET-systemen op. “Ruilkringen draaien op goedbedoeld enthousiasme. De orga-nisatoren steken er veel tijd en geld in, maar verdienen er geen boterham aan. Zo blijft het vrijwilligerswerk en verdwijnt na

een paar jaar de geestdrift. Dat gebeurt wereldwijd met ruil-kringen. De basis is te zwak en ze lossen geen maatschappelijke problemen op.”

Van Hilten werkt voor STRO (Social TRade Organization), een organisatie die in Latijns-Amerika op regionaal niveau de economie probeert aan te jagen. STRO ontwikkelt daar-voor rentevrije handelsnetwerken met een eigen munt. Zo worden lokaal vraag en aanbod tussen consument, kleine en middelgrote bedrijven en de publieke sector samengebracht. En met succes. Inmiddels bestaan er netwerken in Honduras en Brazilië.

In Uruguay is eind 2009 zelfs een landelijk STRO-systeem ingevoerd. Bedrijven die meedoen aan dit zogeheten C3-net-werk (Commercial Credit Circuit) verrekenen hun transac-ties onderling in een eigen munt. Van Hilten: “C3 werkt wél op grote schaal, daar is Uruguay een voorbeeld van. Het is een modern land dat de financiën goed op orde heeft, maar wei-nig te exporteren. Daardoor hebben banken weinig geld om te investeren en zijn bedrijven op zichzelf teruggeworpen.” STRO pompt geld in een C3-netwerk dat binnen dat netwerk blijft cir-culeren waardoor de omloopsnelheid verhoogt. Dat zorgt voor lagere prijzen en meer werkgelegenheid. En daarmee heeft het netwerk een sterkere concurrentiepositie naar de buitenwereld. De eigen munt of verrekeneenheid van het netwerk is terug te wisselen naar de conventionele munteenheid. Daarvoor staan banken garant. “Dat is het grote voordeel. C3 sluit aan op de gangbare economie.”

STRO denkt dat C3 ook internationaal kan werken, door transacties tussen netwerken in verschillende landen. Zo worden

GELuK

71

Page 72: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 73: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

schuldenlanden onafhankelijker van het IMF en de Wereldbank. STRO probeert ook in Europa voet aan de grond te krijgen met dit systeem.

“C3 is zeker een goede oplossing”, stemt hoogleraar Bernard Lietaer in. “De werkloosheid loopt de aankomende vijf jaar ver-der op. Met alle sociale problemen van dien. Het C3-systeem zorgt voor werkgelegenheid en lage prijzen, oftewel welvaart voor gemeenschappen die anders in armoede zouden leven. Enig nadeel van C3 is dat je er geen belasting mee kunt beta-len. Of regeringen zouden C3-eenheden moeten accepteren.”

Het gaat om aandachtOok trendanalist Justien Marseille denkt dat het huidige geld-

systeem niet zomaar verdwijnt, maar wel zijn langste tijd gehad heeft. Het C3-systeem en het Eco-stelsel van Lietaer gaan uit van aanwezige capaciteit als arbeidskracht en grondstoffen waarmee een economie aangejaagd kan worden. De schaarste van het reguliere geld speelt daarbij nauwelijks een rol. En dat is volgens Marseille de truc. “We moeten stoppen met denken in schaarste. Er is overschot. Maar monopolies als die van het geld dicteren al eeuwen waar we waarde aan moeten hechten.” Dat gaat veranderen, meent Marseille, het individu bepaalt steeds meer zelf wat hij belangrijk vindt. En daarmee verliest het oude systeem uiteindelijk zijn betekenis. “Van LET-syste-men tot Kudos die mensen op internet uitdelen als blijk van waardering, het zijn vormen van belonen. Het gaat om aan-dacht krijgen, zoals het aantal bezoekers op je website.” En vele individuen samen krijgen de kracht van één grote. Marseille noemt de zoekactie naar de Amerikaanse avonturier Steve Fossett in 2007. “Hij verdween met zijn vliegtuig boven de Nevada woestijn en 50.000 mensen met een internetverbinding zochten via de satellietbeelden van Google Earth mee”, vertelt ze. En daar viel geen cent mee te verdienen. “Mensen willen elkaar helpen.” Dit soort grote netwerken die gebruik maken van de nieuwste technologie hebben volgens Marseille de toe-komst. Het wachten is op de massa voor wie de laatste techni-sche snufjes eerst binnen handbereik moeten komen.

Met die nieuwe techniek wordt nu vooral veel gecontroleerd en weinig gefaciliteerd, zegt de trendanalist. “Jammer, er gaat veel energie naar het opslaan van bijvoorbeeld persoonsgege-vens en het checken daarvan. Men gaat uit van fouten. Dat voedt wantrouwen en angst voor straf. Maar deze energie zal meer gebruikt gaan worden om mensen met elkaar te ver-binden, om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Want de Nevada woestijn uitkammen met Google Earth in plaats van tanks, helikopers en mensen; dát scheelt pas tijd, geld en ver-vuiling.” ◆

Geld veroorzaakt 90 procent van de moeilijkheden binnen families.

Waardebepaling achteraf: een oplossing.Waardebepaling achteraf (WBA) is geen vervanging van ons geldsy-

steem, maar zou uitwassen ervan kunnen voorkomen. door je klant zelf

na levering van dienst of product te laten bepalen wat het hem waard

is, ontstaat een hechtere relatie met de opdrachtgever. Een prima

systeem, volgens hoogleraar economie Bernard Lietaer. “Maar enkel op

kleine schaal.”

nils Roemen brengt het in de praktijk. hij adviseerde zijn klanten

twaalf jaar tegen een tarief en ontdekte dat hij in tien minuten soms

meer waard was dan in een heel dagdeel. hij ging het anders aanpak-

ken. Roemen denkt mee met mensen die iets voor elkaar proberen te

krijgen. Zoals een blindeninstituut dat blinden wil mobiliseren, tot een

groep zzp’ers met het plan samen te werken aan een project. Ze beta-

len hem wat ze willen. “Er is geen peil op te trekken”, aldus Roemen.

“Soms denk ik: ‘dit ging fantastisch’, maar ga ik met een fles wijn naar

huis. Een andere keer vraag ik me af wat ik kon betekenen en mag ik

een flinke factuur sturen.” Roemen verdient zo een modaal inkomen.

op zijn website staat een verlanglijstje voor potentiële klanten. “Mensen

kunnen op meer manieren iets voor me betekenen.” Een klant onder-

houdt de website en hij kreeg ook treinkaartjes en een beamer. “ik wil

laagdrempelig zijn voor mensen met een laag inkomen. iemand met

een uitkering kan een topprogrammeur zijn met een gigantisch net-

werk. het kan toch niet zo zijn dat de inhoud van je portemonnee je

waarde bepaalt?”

GELuK

73

Page 74: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 75: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

“ Kleuren, vormen, structuren en spannende details geven mij een goed gevoel.”

Petra de Boer is als bestuurslid en communicatieadviseur betrokken bij Hotel con Corazón in Granada. Door te investeren in educatie en werkgelegenheid draagt het hotel bij aan een betere toekomst voor de Nicaraguanen.

“Samen met anderen iets neerzetten, waarbij je elkaar over en weer inspireert. Zonder onderlinge concurrentie een mooi resultaat neerzetten. Iets tastbaars creëren wat nog beter is doordat je het met een team hebt gedaan; daar word ik heel erg geluk-kig van. Vooral als het om duurzaamheid gaat, dat is mijn drijfveer en ultieme doel. Communicatie, mijn werkterrein, is slechts een middel om dat doel te bereiken. Toch word ik ook blij van een mooi vers geurend blad dat net van de drukker komt. Beroepsmatig ben ik veel bezig met beeldtaal en privé geniet ik van beeldende kunst. Bij beide geven kleuren, vormen, structuren en spannende details mij een goed gevoel. Een groot geluksgevoel ervaar-de ik ook, toen ik begin 2010 voor ’t eerst Hotel con Corazón binnenliep. De tranen sprongen in mijn ogen toen ik het resultaat zag van twee jaar werk van initiatiefnemers Onno Oostveen en Marcel Zuidhof en de rest van het Corazón-team. Het hotel is prach-tig geworden en draagt op allerlei manieren bij aan duurzame lokale ontwikkeling. Er wordt gebruik gemaakt van lokale producten en leveranciers; de winst gaat naar educatieprojecten voor jongeren en medewerkers worden gestimuleerd weer naar school te gaan. Bovendien zorgt het hotel voor lokale werk-gelegenheid.” ◆

FoToREPoRTAGE

Geluk uit een potje?Zo verschillend als mensen zijn, zo veel gelukservaringen zijn er. Maar, je moet zelf op zoek naar wat jou gelukkig maakt. We kopen tenslotte geluk niet in de winkel. Om je op weg te helpen vroeg QPQ vijf sociaal ondernemers waar zij gelukkig van worden. “We kunnen allemaal een flow ervaren.”

Tekst: Noor Backers | Fotografie: Vivian Keulards

75

Page 76: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

“ Le petit bonheur, daar geniet ik van”

Marja Baas is initiatiefneemster van Goodforall, een webwinkel waar consumenten leuke duurzame spullen kunnen kopen. Daarnaast voert Goodforall haar eigen merk, produceert zij producten voor andere merken en zet zij webwinkels op voor bijvoorbeeld tijdschriften.

“Van de onverwachte genoegens en de kleine dingen in het leven, daar word ik heel erg blij van. De Fransen omschrijven het prachtig: ‘le petit bonheur’. Een gelukkig gevoel krijg ik als ik opsta en mijn twaalf-jarige zoon Floyd al uitgebreid de ontbijttafel heeft gedekt. Maar ook van het lekkere kopje koffie dat ik van een collega krijg, en de zon die schijnt en zorgt voor een mooi lichtspel. Er zijn plekken op de wereld die zo bruisend en tegelijkertijd zo zuiver zijn, waar ik me helemaal één en verbonden voel met alles om mij heen. Zo’n plek ken ik in Italië, daar ervaar ik het grote geluk extra sterk. De verbinding met mensen, privé en beroepsmatig, levert voor mij vaak mooie cirkels op, positieve opwaartse spiralen. Bijvoorbeeld talentvolle Nederlandse ontwerpers en fair trade producenten die samenwerken en tot prachtige resultaten komen. Die mogen wij dan weer bij Goodforall met veel passie verkopen. Dat versterkt elkaar. Zo’n produ-centengemeenschap in bijvoorbeeld Calcutta bloeit op en wordt steeds sterker. Op mijn reizen waar ik producenten bezoek, valt alles op zijn plek. Ik smelt dan simpelweg van de glimlach van een blij jongetje, omdat zijn familie het beter heeft door het verkregen werk van zijn vader of moeder. Hun verhaal en hun beweegredenen inspireren mij enorm.” ◆

76 QPQ | 2 • 2010

Page 77: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

“ Daar kom ik elke ochtend mijn bed voor uit.”

Jim Bowes, oprichter van GreenGraffiti®, biedt een milieuvriendelijke vorm van buitenreclame aan. Met behulp van sjabloon, water en hogedrukspuit wordt het straatvuil verwijderd en wordt de reclameboodschap zichtbaar op de grond.

“Elke dag ben ik weer ontzettend gelukkig met mijn gezin. Ik heb een fantastische vrouw en een geweldige dochter. Ik doe graag iets voor anderen, iets wat voor hen van betekenis is én voor mij. En nog mooier, als dat wat ik doe, zorgt voor verbete-ringen op sociaal vlak en milieugebied. Dat kunnen zijn voor mijn gezin en GreenGraffiti®, die maken mij blij. Daar kom ik elke ochtend mijn bed voor uit. Vijfentwintig jaar heb ik in de reclame- en com-municatiewereld gewerkt, maar ik ben nog nooit zo gelukkig geweest als nu. Ik ben veel rijker dan voor-heen. Niet in financiële zin, maar dat weegt volledig op tegen het extreem goede gevoel dat ik nu heb. Dat wordt nog eens versterkt door de positieve reac-ties op GreenGraffiti® van het publiek en van grote bedrijven die, inmiddels internationaal, gebruik maken van onze diensten. En dat terwijl bij de start nog veel mensen dachten dat dit soort activiteiten niet groots zouden aanslaan en ook niet voor winst kunnen zorgen. Ik geloof er dan ook heilig in dat hoe meer je ergens instopt, hoe meer het je oplevert en dat geldt ook voor sociaal ondernemers. Je snapt waarschijnlijk wel dat ik een gelukkig mens ben.” ◆

FoToREPoRTAGE

77

Page 78: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Bureau voor design en communicatie

Design- en communicatieadvies • Product branding • Jaarverslagen

Brochures • Huisstijl- en logo-ontwikkeling • Powerpointpresentaties

Websites • Magazines • Journalistiek werkzaamheden

De Vormstrateeg | Hinthamerstraat 162 | 5211 MV | ’s-HertogenboschPostbus 1366 | 5200 BK | ’s-Hertogenbosch | T 073 613 20 34 | [email protected]

Kijk voor onze portfolio: www.vormstrateeg.nl

Page 79: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De Vormstrateeg | Hinthamerstraat 162 | 5211 MV | ’s-HertogenboschPostbus 1366 | 5200 BK | ’s-Hertogenbosch | T 073 613 20 34 | [email protected]

Kijk voor onze portfolio: www.vormstrateeg.nl

“ Het zit ‘m in de kleine dingen.”

Caroline Ligtenberg is oprichtster en directeur van Duurzame Vacaturebank, Duurzame Stagebank, MVO Recruitment en Spirituele Vacaturebank.

“Het bijeenbrengen van mensen, hen aan elkaar koppelen en iedereen tot zijn recht laten komen. Daar word ik nou heel gelukkig van. Ook buiten mijn werk onderneem en organiseer ik dat met veel plezier en ben ik graag in gezelschap van familie en vrienden. Spontaan doe ik dan wat ik leuk vind: een koppe-ling tot stand brengen en zorgen dat iedereen zich op zijn of haar plek voelt en sprankelt. Ik zie snel of mensen doen wat ze gelukkig maakt. En dat ligt vaak besloten in de kleine dingen, ook bij mij. Een mooi voorbeeld dat zich dit voorjaar bij mij voor de deur afspeelde: Een klein meisje viel, ik zette haar weer op haar benen en kwam in gesprek met een ander meis-je. Alleen maar door haar een complimentje te geven dat zij de buurt met haar krijttekeningen opknapte, voelde het kleine hummeltje zich erkent. Ook bij vol-wassenen heb je niet veel woorden nodig om hen dat gevoel te geven. Ik ben heel mensgericht en vind het fijn als mensen elkaar vinden en vooral dat ik daar een bijdrage aan kan leveren op terreinen waar ik belang aan hecht. En gelukkig velen met mij. Het lijkt wel een uitbreidende olievlek te zijn van mensen die werk willen doen dat hen vervult.” ◆

FoToREPoRTAGE

79

Page 80: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Bel nu voor meer informatie

De resultaten van de service Band op Spanning

Concreet, succesvol en tegen kostprijs

Het milieu te sparenHELP NU!

Meer dan de helft van alle auto’s rijdt met te lage bandenspanning. Daardoor wordt extra brandstof verbruikt, slijten de banden versneld en wordt het milieu vervuild. Medewerkers van de service Band op Spanning controleren op locatie de bandenspanning en indien nodig verhogen zij die naar de voorgeschreven spanning. Door de bandenspanning te verbeteren:

Stoot je minder CO• 2 uit en verbeter je de luchtkwaliteit. Verbeter je de verkeersveiligheid•Bespaar je direct kosten, al snel tot 100 euro per jaar•

Band op Spanning heeft inmiddels ruim 100.000 auto’s van een juiste bandenspanning voorzien. Wij werken met veel succes bij ruim 35 grote en kleine gemeenten en provincies, bij meer dan 100 bedrijven en vele evenementen in heel Nederland. Graag komen wij met nog meer organisaties in contact om ook met veel enthousiasme voor hun medewerkers en bezoekers of wellicht uw eigen collega’s aan de slag te gaan.

Wij zijn u graag van dienst en vinden altijd een werkwijze en actie die goed past bij uw wensen of situatie. Heeft u een goed idee, een tip voor een actie of zoekt u meer informatie, neem dan nu contact op dan helpen wij u direct.

Telefoon: 030-2306910E-mail: [email protected]: bandopspanning.nl

De service Band op Spanning wordt zonder winstoogmerk en tegen kostprijs uitgevoerd door Stichting De Groene Garage. Wij werken voor grote bedrijven, wagenparkbeheerders en organisaties waar veel autobezoekers komen. Hun medewerkers en bezoekers waarderen onze service sterk. Onze opdrachtgevers levert het naast dit enthousiasme, een concrete kostenbesparing op die vaak drie tot vier keer zo groot is als de kosten van de inzet van onze service.

Tot slot draagt u met de inzet van onze service een concreet steentje bij aan een schoner milieu, een betere verkeersveiligheid en pakt u het klimaatprobleem aan.

80 QPQ | 2 • 2010

Page 81: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

“ Tijdens het ontplooien van talenten kom ik in een flow terecht.”

Aart van Veller is oprichter van Wij Zijn Koel, een bureau dat organisaties helpt om klimaatneutraal, duurzaam en kostenbesparend te werken.

“Er is veel mogelijk in het leven, het is mooi, niet altijd makkelijk, maar wel heel leuk. Kortom, ik word gelukkig van het leven. Helemaal als ik zie dat mensen hun dromen durven najagen. Dat zij ergens in geloven en het ook creëren en daarbij uitgaan van kansen en niet van doemscenario’s. Dat probeer ik zo goed en zo kwaad als dat gaat op mijn eigen leven toe te passen. Ik voel me ondernemer en wil dingen creëren die de wereld een stukje mooier maken. Op het moment dat ik bij mijzelf, en bij anderen, merk dat ik mijn talenten kan ontplooien, kom ik in een soort flow terecht. Ik geloof dat iedereen op aarde bepaalde talenten en passies heeft die passen bij ‘waarvoor zij gemaakt zijn’ en dat wij allemaal zo’n flow kunnen ervaren. Op zo’n moment zie je de authenticiteit van personen goed. Met Wij Zijn Koel proberen we onze klanten ook dichter bij henzelf te brengen en een duurzame identiteit te geven. Dat klinkt spiritueler dan het is. Om als bedrijf duur-zaamheid te kunnen inzetten, moet je heel open, eerlijk en transparant communiceren over wat je al onderneemt, wat je ambities zijn en welke strategie je daarvoor volgt. Dat is in het begin best eng, maar wel de enige manier om echt toegevoegde waarde te creëren voor de samenleving en dus bestaansrecht te hebben. Groen leven en ondernemen is niet alleen noodzakelijk, het is ook ontzettend leuk en kan bovendien winstgevend zijn.” ◆

FoToREPoRTAGE

81

Page 82: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Kleine dingenleiden naargrootgeluk

Geluk zit in kleine dingen. Een universele wijsheid

die iedereen kent. Maar wat doe je er eigenlijk

mee? Hoe draag je bij aan een gelukkige wereld?

QPQ presenteert vier projecten die helpen geluk te

verspreiden. Want eigenlijk is gelukkig worden heel

leuk en makkelijk.

82 QPQ | 2 • 2010

Page 83: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

GELuK

“Doe je iets om de wereld te redden, of doe je niets? Met die keus wil ik mensen confronteren. Iedereen heeft zijn eigen wereldreddend verlangen. Wij zijn een actieplatform met een website. We claimen niet het alleenrecht te hebben op het red-den van de wereld. Iedereen heeft daarvoor zijn eigen truc, list of idee. Goede ideeën zijn goede ideeën en die moet je promo-ten. Via deWereldRedden.nl kunnen we van elkaar leren hoe die uit te voeren. Uiteindelijk willen we groeien tot een groot sociaal platform van wereldredders. De planeet in zijn geheel is te groot om in je eentje te redden. Maar binnen je eigen leefwe-reld kun je wel degelijk iets doen.”

Alledaags geluk“Armoede, milieu, vrede, duurzaamheid. De ‘uitdagingen’ op

de site begeven zich op allerlei terrein. Bijdragen aan alledaags geluk zijn er volop te vinden. Een mooi voorbeeld vind ik zelf ‘Aardig tegen buitenlanders’: de handleiding van de 16-jarige Maya. Zij maakte tijdens een maatschappelijke stage bij ons een filmpje waarin ze in verschillende talen een begroeting laat horen. Zo kun je als je een broodje koopt bij je Turkse bakker in het Turks gedag zeggen. Een sympathieke manier om barrières te slechten.”

Levensvisie“Het is voor mij niet alleen maar werk, maar een levensvi-

sie waarbij je, zoals Maya het beter zegt, alleen jezelf nodig hebt en de moed om anderen aan te spreken. We zijn ontstaan vanuit het creatieve bureau Wonder, maar sinds Valentijnsdag hebben we een eigen stichting genaamd Terra Futura. Met de verkoop van een Wereldredspel en t-shirts proberen we geld te genere-ren. Maar we verkopen ook Niets. Niks dus. Voor 20 euro kun je Niets kopen, krijg je Niets thuisgestuurd. We willen daarmee een signaal afgeven tegen consumentengedrag.”

Iets doen“Of ik er zelf gelukkig van word? Natuurlijk, daarom doe ik

het. Ik ben sociaal wetenschapper en dit is wat mij drijft. Ik heb ooit de keuze gemaakt iets te doen en ben daar nooit meer mee gestopt. Ik ben gelukkig en trots dat ik mensen kan faciliteren in het redden van de wereld op een manier die zij zelf kiezen. Dat is de mooiste baan die je kunt hebben.” ◆

Handleidingen voor wereldreddende actiesEen biologische kroegentocht. Een pinapparaat met blijbiljetten. Koken met restjes. Op www.dewereldredden.nl staan tientallen videohandleidingen met sympathieke acties. Iedereen die een goed idee heeft en dat uitvoert, kan een verslag daarvan op de website plaatsen. Liefst in de vorm van een zelfgemaakt filmpje met een stappenplan zodat andere wereldredders er ook mee aan de gang kunnen. De site telt meer dan 700 redders en 35 uitdagingen die al ruim zesduizend keer werden uitgevoerd. Initiatiefnemer is directeur Tjerk Feitsma.

Tekst: Annemarie Geleijnse, Eva Prins

Iedereen heeft zijn eigen wereldreddend verlangen. Via dewereldredden.nl kunnen we van elkaar leren hoe die uit te voeren.

Kleine dingenleiden naargrootgeluk

83

Page 84: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

84 QPQ | 2 • 2010

Page 85: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

“Met Globalicious willen we mensen op een andere, positie-vere, manier naar de wereld laten kijken en naar het aandeel dat ze er zelf in kunnen hebben om die een beetje mooier te maken. Dat kan zijn door een kindertehuis op te zetten in een ontwik-kelingsland, maar ook door een taart voor je buurvrouw te bak-ken. Wij willen laten zien dat het leuk is om lief te zijn, om goed te doen.”

Millenniumdoelen“Onze ‘kapstok’ zijn de Millenniumdoelen omdat dat hele

concrete doelen zijn die de wereld beter maken. Helaas zijn er maar weinig mensen die ze kennen. Dat willen wij verande-ren door daar op een vrolijke, originele manier informatie over te geven. Dat doen we vooral op festivals en in (Millennium)gemeenten.”

“Er moet wel iets veranderd zijn als wij zijn geweest. Ik geloof niet zo in een losstaand evenement. Daarom werken we altijd samen met lokale bedrijven en organisaties die we ook aan elkaar koppelen, zodat het beklijft.”

Verliefd“Een betere wereld begint bij jezelf. Dat nemen wij heel letter-

lijk. Ik geloof er echt in dat je eerst van jezelf moet houden, voor je ruimte hebt om te geven. Daarom bieden wij bijna standaard op onze evenementen ‘liefdestherapie’ en de mogelijkheid om aan iemand een liefdesbrief te schrijven. Dat werkt fantastisch – je ziet mensen echt weer verliefd worden.”

Blij“Mijn belangrijkste drive is misschien wel dat ik er zelf heel

gelukkig van word. Als ik op een festival als Mysteryland van die gasten zie die aan onze bar de Millenniumdoelen aan het schilderen zijn – daar word ik heel blij van. Dat is ook wat ik predik: je moet het vooral doen omdat je er zelf blij van wordt. Dat is volgens mij namelijk de enige manier waarop het werkt.”

Liefdesbrieven voor een betere wereldZware onderwerpen hoef je niet zwaar te brengen. Globalicious vraagt op een creatieve, vrolijke én duurzame manier aandacht voor de Millenniumdoelen om zo realisatie een stukje dichterbij te brengen. Oprichtster en directeur Cindy Pielstroom: “We willen enthousiasmeren en dingen in gang zetten.” Het motto: iedereen kan een bijdrage leveren aan een mooiere wereld.

Als ik op een festival als Mysteryland van die gasten zie die aan onze bar de Millenniumdoelen aan het schilderen zijn – daar word ik heel blij van.

GELuK

85

Page 86: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

“Rozen, chocolade en juwelen zijn producten die vaak worden geassocieerd met de liefde, maar ook heel omstreden zijn in de manier waarop ze worden geproduceerd. Ik wil juist rondom deze producten een vredesmerk opbouwen. Ik wil dat consu-menten kunnen kiezen voor duurzame bloemen, chocolade of juwelen waaraan een dichtregel hangt die over vrede gaat. Zo kun je allemaal deelnemen aan de vredesgedachte.”

Supermarkt“In de toekomst hoop ik via de webshop eerlijke producten

met gedichten te kunnen verkopen. Maar vooral hoop ik dat het label in iedere supermarkt komt te liggen. Het is een vol-gende stap in Valentine Peace Proces, waarin ik sinds vijf jaar gedichten met bloemen laat uitdelen in Amsterdam maar ook in andere wereldsteden.”

Sexy“De tijd is er rijp voor. Ik zie het als een vorm van sociaal

ondernemerschap waarbij je business combineert met een levensvisie. Mijn doel is om vrede onder de aandacht te bren-gen van mensen, om ze gevoelig te maken voor de vredesge-

dachte. Ik wil het idee van vrede populair maken; het een face-lift geven, meer modern en sexy maken. Peace is fun. Wat we eerder hebben zien gebeuren met begrippen als ‘duurzaam’ wil ik voor ‘vrede’ bereiken. Het is toch prachtig dat je door bloe-men te kopen een bijdrage kunt leveren aan de vrede.”

“Critici vinden dat ik het begrip vrede daarmee uithol, dat ik het alleen maar sentimenteel maak. Maar ik zie het als manier om mensen die nooit bewust over vrede nadenken erbij te trek-ken. Dat zal tijd nodig hebben, maar kan heel groot worden.”

Geluk“Ik word erg gelukkig van iets wat zo persoonlijk is als een

gedicht te verbinden aan de wereldmarkt. Dat vind ik een opwindend idee. Ik zie dat ook als rol van sociaal onderne-mers: wij moeten het zakelijke verbinden aan het persoonlijke. Als dat op grote schaal gebeurt zijn we weer een stap verder richting vrede.”

Bloemen met gedichten voor vredeValentine Peace Proces stimuleert scholen, buurthuizen en andere organisaties over de hele wereld om rondom Valentijnsdag en Internationale Vredesdag (1 september) een creatieve dialoog over vrede en liefde op gang te brengen. Persoonlijke gedichten uit̀ de hele wereld worden aan bloemen gehangen en uitgedeeld aan voorbijgangers. Daar blijft het niet bij, als het aan oprichter Federico Hewson ligt. De kunstenaar werkt uiteindelijk toe naar een wereld-vredesmerk.

86 QPQ | 2 • 2010

Page 87: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

“Als je er verzorgd uitziet, word je in deze maatschappij snel-ler geaccepteerd. Een goed kapsel is daar een onderdeel van. Het maakt bijvoorbeeld solliciteren makkelijker. Het idee voor Barbers on the Run is ontstaan toen ik een straat-krantenverkoper zag met een heel goed kapsel. Dat viel op: het gaf gelijk een andere indruk. Marrit en ik wilden al langer vrijwilligerswerk doen en toen dachten we: waarom gaan we niet gewoon doen wat we goed kunnen om anderen te helpen.”

Bij elkaar gesprokkeld “Onze bus, een mooie oude camper, hebben we van een klant

gekregen. Twee vrienden hebben hem helemaal omgebouwd tot kapsalon. Tot nu toe hebben we alles via via bij elkaar gesprok-keld: gekregen of zelf verdiend door te knippen op feestjes en festivals.”

Kleine glimlach“Iedereen is altijd enthousiast als we komen, maar één erva-

ring is me echt bij gebleven. Dat was in een opvangtehuis voor mensen die verslaafd zijn én psychiatrische problemen hebben. Daar was een man die al in geen anderhalf jaar in de recrea-tieruimte was geweest: hij was bang dat er dan iets ergs zou gebeuren. Maar voor ons kwam hij. Dat was een heel bijzonder moment. We hebben hem een totale metamorfose gegeven: zijn lange baard ging eraf en zijn haar werd kort. Het enige dat hij ons na afloop gaf, was een kleine glimlach, maar die zei heel veel.”

Gelukkig“Het is heel leuk om iets wat je goed kan te delen en anderen

daar blij mee te maken. Na zo’n dag knippen, heb ik een heel voldaan gevoel. Je ziet dat de mensen er gelukkig van worden en daar word je zelf ook gelukkig van. Heel simpel.”

Als je haar maar goed zitEen gratis knipbeurt voor Amsterdammers in een (financiële) achterstandspositie. Dat is het idee achter de stichting Barbers on te Run, een initiatief van de kapsters Sonya Langedijk en Marrit Ottens. Met een tot kapsalon omgebouwde bus gaan ze eens per maand op pad langs opvang- en zorgcentra. Sonya Langedijk aan het woord over geluk.

GELuK

87

Page 88: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Een week nadat ‘Sex and the City, the movie

part 1’ in 2008 in première ging, heb ik hem

samen met m’n zusje in new York gezien. We

keken onze ogen uit, temidden van de gil-

lende meiden die zich kluivend aan de chicken

wings vereenzelfigden met een van de hoofd-

personen.

Vier vrouwen in new York City, eind dertig,

succesvol in hun werkende en sociale leven,

zijn op zoek naar het ultieme geluk. Voor het

gemak is geluk teruggebracht tot Mr. Big: die

ene grote liefde. de boodschap is helder: het

is even worstelen, vallen en weer opstaan,

maar aan het einde van de horizon gloort

geluk. Een stralende hoofdpersoon aan de

telefoon met Mr Big, temidden van stromen

mensen in Manhattan, vormt het eindshot van

de film. Ze leefden nog lang en gelukkig, dat

zien we graag. Al zal het er in ‘SatC deel 2’ vast

nog even om spannen, we kunnen ongetwij-

feld opgelucht ademhalen bij de aftiteling.

in Schiedam zag ik onlangs op een

overzichtstentoonstelling van Alex van

Warmerdam allerlei fragmenten van zijn films

terug zoals Abel, ober en de noorderlingen.

de film ‘de noordelingen’ laat een nieuw-

bouwwijk in de jaren ’50 zien, waarin het leven

van de bewoners laveert tussen de hoop van

jong geluk en de troosteloosheid van die

zoektocht, omdat geluk zich in die omgeving

maar moeilijk laat vinden. in al zijn films gaat

het over die zoektocht. En dat ziet er vaak

heel ongelukkig uit.

Moffelt Sex and the City het ongeluk van die

zoektocht glamoureus weg onder designer

kleding en cocktails, Alex van Warmerdam laat

er geen enkel misverstand over bestaan: het

leven is wel erg veel gedoe voor een paar krui-

mels geluk.

GELuK GEzOchT

Annemarie de Jong is directeur van De Baak Change en columniste bij het Financieele Dagblad. Voor QPQ schrijft ze over de nieuwe tijd.

Tekst: Annemarie de Jong

88 QPQ | 2 • 2010

Page 89: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Er is er geen ontkomen aan. We zoeken nu

eenmaal naar geluk. de explosie aan zelfhulp-

boeken, cursussen en ‘reizen naar binnen’, laat

zien dat we onderweg naar geluk eindeloos

op zoek gaan naar onszelf. Een route met

verhelderende en niet altijd even blijmoedige

ontdekkingen.

Geluk laat zich niet vinden. Geluk overvalt.

Gedachteloos. op die momenten ben ik totaal

niet bezig met mezelf en waarom ik ben wie

ik ben. Zoals verliefdheid je overvalt als je het

totaal niet verwacht en je al helemaal niet

begrijpt waarom juist op die persoon.

ik fiets door mijn stad met Thievery

Corporation op mijn iPod. ik kijk om me heen

en los op in het décor waar ik me doorheen

beweeg. Gewichts- en tijdloos voelt het bijna.

heel even.

En Mr. Big? die belt wel weer. ◆

CoLuMn

Alex van Warmerdam laat er geen enkel misverstand over bestaan: het leven is wel erg veel gedoe voor een paar kruimels geluk.

89

Page 90: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De Dakdokters | Wibautstraat 150 II | 1091 GR | Amsterdam020-8208251 | [email protected] | www.dakdokters.nl

de dakdokterswij maken uw dak gezond!

Wilt u ook een groene oase in de stad?

qpq_mei_03.indd 1 5/25/10 2:41:17 PM

Page 91: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De vakantie breekt aan, dat betekent vaak extra tijd om te lezen. Daarom vroegen we de QPQ-redactie: ‘Wat is jouw favoriete boek?’. Het antwoord is een verrassende reeks inspiratievolle, spannende, humoristische en avontuurlijke boeken. Stuk voor stuk titels die niet mogen ontbreken in je reiskoffer dit jaar – en als het niet meer past, zijn ze komende winter ook nog heel lekker te lezen!

Het onzichtbare label

Perspectief

op duurzaam

handelen

Evert-jan Quak

Zhang Hui is een van de 5 500 arbeiders van de Giant Wireless

fabriek in het Chinese Shenzhen die onderdelen maakt voor onder

andere mobiele telefoons. ‘Ik voel me een machine, een werktuig,’

zegt Hui. ‘Mijn werk is het oranje draadje en de gele in minder dan

drie seconden aan elkaar vast solderen. Het weigeren van overwerk

of afwezigheid wordt gestraft met een boete van drie onbetaalde

werkdagen.’

Veel mensen zijn zich bewust van de grote structurele problemen

die er bestaan in de internationale productie en handel. Maar

willen we een bijdrage leveren aan een betere wereld dan lopen

we al gauw tegen grote dilemma’s aan. Want door onze eigen

consumptiepatronen houden we misstanden ook weer in stand.

De benodigde informatie blijkt onbetrouwbaar en voor veel

producten is er gewoon geen duurzaam alternatief. De schade

aan mens en aarde blijft zodoende onzichtbaar op de labels van

bijvoorbeeld onze mobiele telefoons, spijkerbroeken

en medicijnen.

De mens is naast consument ook werknemer, spaarder en misschien

zelfs belegger – in ieder geval een burger. Hij of zij kan daarom op

verschillende manieren invloed uitoefenen op keuzes van bedrijven

en overheden die de wereld schoner en eerlijker kunnen maken.

Dit boek neemt je mee in het doolhof van conflicterende belangen

en versnipperde verantwoordelijkheden. Het laat zien dat de huidige

regels, wetten en gedragscodes niet afdoende zijn om te komen tot

werkelijk eerlijke, duurzame en ethische productievormen. Het

boek biedt instrumenten en daagt bewuste burgers, managers en

beleidsmakers uit om duurzaam te handelen, zodat ook Zhang Hui

een betere toekomst tegemoet gaat.

Een lekker leesbaar en goed met vele voorbeelden onderbouwd pleidooi voor strengere

regelgeving op het gebied van MVO (iets wat ik van harte onderschrijf) en een

sympathieke leidraad voor de kritische burger/consument/werknemer die zelf ook de

handen uit de mouwen wil steken.

henk van der kolk, voorzitter fnv bondgenoten

SOMO en Evert-jan Quak slagen er met dit boek in te laten zien dat de burger wel

degelijk macht heeft om de wereld te veranderen, als we maar willen. En het boek

is een aansporing voor maatschappelijke organisaties om nu eens hun leden aan te

spreken op hun gedrag.

marleen janssen groesbeek, het financieele dagblad en auteur van o.a. duurzamer ondernemen

In het kritisch volgen en analyseren van overheden, bedrijven en internationale

organisaties verrast SOMO door oog te houden voor de dilemma’s die zich in de

praktijk voordoen. Daarmee wordt zij een interessante gesprekspartner voor allen die

zij tegelijkertijd het vuur aan de schenen legt. Dat is slechts weinigen gegeven.

harry hummels, directeur sns asset management en hoogleraar ethiek, organisaties en samenleving, universiteit maastricht

SOMO laat met dit boek prachtig zien hoe mensen zoals jij en ik een bijdrage

kunnen leveren aan de oplossing van schijnbaar onoplosbare problemen als armoede

en mensenrechtenschendingen. Het boek maakt een wereld van armoede zichtbaar

achter de producten die wij dagelijks consumeren. Door het geven van betrouwbare

informatie over de productie van o.a. kleding, elektronica, grondstoffen en financiële

diensten vervult SOMO een belangrijke rol in de strijd tegen onrecht en kunnen

burgers in het dagelijks leven daadwerkelijk duurzame keuzes maken.

farah karimi, algemeen directeur oxfam novib

Verantwoord ondernemen moet naar een hoger niveau getild worden. Dit boek

brengt heel leesbaar een aantal van de dilemma’s in beeld waar de maatschappelijk

betrokken consument en producent vandaag de dag voor staat. Het is een kritisch

en van tijd tot tijd provocerend exposé geworden, waaruit heel duidelijk naar

voren komt dat de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid bij iedereen ligt: bij

ondernemingen, overheden en de burgers/consumenten. Het boek vormt tevens een

welverdiend eerbetoon aan het werk van SOMO.

rob van tulder, hoogleraar rotterdam school of management/erasmus universiteit

Het onzichtbare label

Evert-jan Quak

Omslag Ontmaskering14.indd 1 21-07-2009 18:53:09

De keuze van: Roos Menkhorst

Mama Tandoori: gratis is goedTitel: Mama TandooriAuteur: Ernest van der KwastUitgeverij: Nijgh & Van Ditmar

Herman Koch noemt het boek van Ernest van der Kwast: “Nu al het gees-tigste en ontroerendste boek dat ik dit jaar heb gelezen.” Het is een groot com-pliment, zeker voor een jonge schrij-ver als Van der Kwast. Maar dat het boek geestig is, dat staat vast. In Mama Tandoori beschrijft Van der Kwast zijn jeugd, maar vooral zijn Indiase moeder. Deze vrouw leeft bij het motto ‘gratis is goed’. Ze dingt af op huizen, kattenvoer en reisjes naar het buitenland. Als de vader van Ernest - onderzoeker aan de universiteit - zich terugtrekt op de wc om artikelen door te nemen, weet ze het nog klaar te spelen hem daarvan te weerhou-den. Alles gaat zoals zij dat wil, dat is een ding dat zeker is. Dat het autobiografisch is, maakt de verbazing na iedere pagina alleen maar groter.

De keuze van: Noor Backers

Het onzichtbare label zet aan tot duurzaam handelenTitel: Het Onzichtbare LabelAuteur: Evert-Jan Quak Uitgeverij: KIT Publishers

Misschien ben ik een beetje bevoor-oordeeld omdat ik zelf aan het boek heb meegewerkt, maar deze titel mag niet ontbreken in je boekenkast. Hoewel Het Onzichtbare Label complexe onderwer-pen als duurzaamheid en globalisering behandelt, lezen de hoofdstukken mak-kelijk weg en laat het je niet los. De auteur geeft inzicht in en pakkende voorbeelden van de sociale, economische en ecologische problemen achter de producten die wij alle-maal gebruiken: zoals elektronica, kleding en medicijnen. Maar ook bij supermark-ten en banken kan je verstrikt raken in het doolhof van tegenstrijdige belangen. Er valt geen klip-en-klare oplossing te presente-ren, maar dit boek zorgt wel voor bewust-wording van je eigen mogelijke invloed. Of je nu handelt in de rol van consument, beleidsmaker, manager of investeerder, de besproken dilemma’s zetten je aan het den-ken en dat resulteert hopelijk in een eigen strategie om duurzaam te handelen.

Lekker leesvoer voor de zomer

De keuze van: Willemijn van Benthem

Verloren illusiesTitel: Verloren IllusiesAuteur: Honoré de BalzacUitgeverij: Oorschot BV

Titel: Niemand ontbijt meer met een glas wijnAuteur: Louis Sébastien MercierUitgeverij: De Arbeiderspers

Misschien is het omdat ik in Parijs heb gewoond, maar mijn favoriete boeken zijn van Parijse auteurs. Verloren Illusies van Honoré de Balzac is een prachti-ge weergave van de uitgeverswereld in de 19e eeuw. De hoofdpersoon, dich-ter Lucien Chardon, verovert met zijn jeugdige schoonheid in ijltempo het hart van Parijs. Het verhaal gaat over roem en vergankelijkheid, inhalige uitgevers, ambitieuze schrijvers, cynische recensen-ten en arme drukkers. Net zo tijdloos is Niemand ontbijt meer met een glas wijn van Louis Sébastien Mercier, een bundel messcherpe observaties over het Parijs van net voor de Revolutie. Relativerend en inspirerend tegelijk, want de mens lijkt nauwelijks veranderd.

BoEKEn

91De Dakdokters | Wibautstraat 150 II | 1091 GR | Amsterdam020-8208251 | [email protected] | www.dakdokters.nl

de dakdokterswij maken uw dak gezond!

Wilt u ook een groene oase in de stad?

qpq_mei_03.indd 1 5/25/10 2:41:17 PM

Page 92: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De keuze van: Catrien Spijkerman

Bizar pact met de duivelTitel: De Meester en MargaritaAuteur: Michail BoelgakovUitgeverij: o.a. Oorschot BV

De duivel himself bezoekt het Moskou in de jaren onder Stalin. De Meester en Margarita van Michail Boelgakov staat vol merkwaardige schepsels en bizarre gebeurtenissen, maar beschrijft de rea-liteit van de Sovjetrepubliek. Hebzucht, censuur, corruptie, vreemdelingenhaat, verbod op religie – het komt allemaal aan bod. En de liefde, want Margarita sluit een pact met de duivel om haar verdwe-nen geliefde, de Meester, terug te vin-den. De Meester schreef een boek over de veroordeling van Jezus door Pontius Pilatus, maar zijn werk werd verboden, en hij werd bedreigd. Verschillende ver-haallijnen doorkruisen elkaar, en iedere gebeurtenis is zwanger van symboliek. Ingewikkeld? Ja. En ik weet zeker dat een hoop me is ontgaan, maar zelden las ik een boek dat zo explosief is. Absurd en humoristisch, en toch zo echt.

De keuze van: Tatiana Glad

Time is on my sideTitel: In Search of TimeAuteur: Dan FalkUitgeverij: McClelland & Stewart Ltd.

Ever since ancient times, the human race has been obsessed with time – and how to keep time. Falk explores the age-old question ‘What is time?’ and delves into the diversity of time systems that have existed on our planet to discover that it is not only the way clocks and calendars have differed, but that difference also exists in the very nature of how time is experienced by different cultures and civilizations. Addressing how we have separated time from nature, he moves into the science of time to help us under-stand our modern day quest for being in flow. In this book, we are taken through the journey of how our ‘culture of time’ has evolved - and shifted - as the scien-tific age, industrial age, and more recent cosmological perspectives have emerged. This is a thought-provoking book that calls us to live more deeply in the present, “for us believing physicists, the distinc-tion between past, present and future is only a stubbornly persistent illusion.”

De keuze van: Annemarie Geleijnse

Ebbenhout: 29 Afrikaanse ontmoetingen Titel: EbbenhoutAuteur: Ryszard KapuscincskiUitgeverij: De Arbeiderspers

Korte verhalen. Meestal niet mijn genre. Maar de Poolse journalist Ryszard Kapuscincski toont zich in Ebbenhout een ware meester in de korte bocht. In 29 duizelingwekkende verhalen beschrijft hij zijn ‘Afrikaanse ontmoe-tingen’. Hij struikelt door heel Afrika over honger, conflicten, staatsgrepen en burgeroorlogen. Maar het zijn voor-al ook zijn scherpe en adembenemend mooi opgeschreven observaties van het dagelijkse leven die indruk maken. Zo zal ik de modderkuil in het Nigeriaanse Onitsha nooit vergeten: Een diepe kuil in de weg verandert een doods straatje in een dynamische buurt. Reddingsploegen trekken auto’s uit het modderbad. Er komen straathandelaren, kappers, gara-ges en zelfs hotels. Wat een vloek is voor de chauffeurs, blijkt een zegen voor de initiatiefrijke bewoners van deze buurt.

92 QPQ | 2 • 2010

Page 93: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De keuze van: Jolanda Breur Koning Arthur en het oergevoelTitel: Koning ArthurAuteur: Jaap ter HaarUitgeverij: Callenbach

Als kind van twaalf was ik zwaar onder de indruk van Koning Arthur van Jaap ter Haar. Ik las het boek nadat ik de film over deze Britse held uit de zesde eeuw had gezien. Beide keren moest ik menig traantje wegpinken. Het draait in de eeuwenoude legende om tijdloze zaken als avontuur, liefde en magie. En daarin wilde ik graag geloven. Helaas bleken de gebeurtenissen op weinig historische fei-ten gebaseerd; een teleurstelling. Maar ik bleef verhalen verslinden over tovenaar Merlijn, ridder Lancelot en de zoektocht naar de Heilige Graal. En velen gingen mij voor in de afgelopen eeuwen. Koning Arthur raakt aan een oergevoel.

De keuze van: Eva Prins Op een tractor naar de ZuidpoolTitel: Op de tractor naar de ZuidpoolAuteur: Manon OssevoortUitgeverij: De Geus

Ontwapenend en moedig. Dat is the-atermaakster Manon Ossevoort. Onder het motto: ‘dromen moet je doen!’ reisde ze alleen, op haar tractor, dwars door Europa en dwars door Afrika. Inmiddels is ze alweer een tijdje in Nederland om geld te verzamelen voor de laatste etap-pe: de oversteek van Zuid-Afrika naar de Zuidpool.

Over het eerste deel van haar reis schreef ze Op de tractor naar de Zuidpool. Het is geen literair meester-werk, maar wel een eerlijk en openhartig verslag van een bijzondere en indruk-wekkende reis. En bovenal: inspirerend. Immers: als je op een tractor naar de Zuidpool kan, dan kan alles!

De keuze van: Petra Kroon

Zwarte satire over greenwashing

Titel: This Other EdenAuteur: Ben EltonUitgeverij: Transworld Publishers Ltd.

Ben Eltons This Other Eden is een git-zwarte satire over milieuclubs, bedrijven die aan MVO doen en klimaatmarketing. De ingrediënten: onze aarde die op het punt staat ten onder te gaan aan mense-lijke uitbuiting, burgers die niet schoner leven maar ‘Claustrospheres’ - een soort grote tent die de aarde nabootst - kopen, de nietsontziende producent daarvan, een reclamemaker en eco-terroristen die tegen de Claustrophere’s strijden. Burgers moeten milieuvriendelijke maat-regelen nemen in plaats van mini-aar-des kopen. Er ontspint zich een com-plot dat de meesten zelfs in hun meest donkere fantasie niet zouden bedenken. This Other Eden is een superspannend boek, dat leest als een trein en je kijk op milieuclubs, MVO-bedrijven en green-washing voor langere tijd geheel over-hoop gooit.

BoEKEn

93

Page 94: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 95: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Mini DOssiEr: duuRZAME CoMMuniCATiE

Wat is duurzame communicatie, wie brengt dit in de praktijk en

hoe? Om daar achter te komen, gaven wij van QPQ aanstormend

reclametalent de opdracht een campagne te maken voor een sociaal

ondernemer. We staken ook ons licht op bij gevestigde creatieven en

marketeers. In dit mini-dossier lees je over de zoektocht van de jonge

teams en de opvattingen van het establishment. “Duurzaam duurt, is

niet vluchtig en als er iets snel verandert, is het wel communicatie.”

Mini DossierDuurzamecommunicatie

Tekst: Jolanda Breur | Fotografie: Isabel Nabuurs

95

Page 96: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Hoe kijken toekomstige reclamemakers naar duurzame

communicatie? QPQ bracht sociaal ondernemers in

contact met reclamestudenten aan de Willem de Kooning

Academie in Rotterdam. Eigenlijk hadden ze er nog nooit

zo over nagedacht, maar aan duurzame creativiteit geen

gebrek bij de studenten.

“Deze clip is strak. Qua sfeer en nog goeie muziek ook.” De student deint mee op klanken uit zijn laptop. Hij en zeven andere mannen van begin twintig volgen het vak ‘adcom’ aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Iedere maandag brengen studenten advertising en grafische vormge-ving hier het geleerde in praktijk. Voor echte opdrachtgevers.

“Hallo, ik ben Juliette.” Een vrouw betreedt het lokaal en laat weten dat er werk aan de winkel is. Vandaag wenst Stichting Kunstenaars & Co een advertorial om een deel-tijdopleiding te promoten. “Ik heb beeldmateriaal en tekst.” Docent Bastiaan Strunk (36): “Jullie weten wat een adverto-rial is?” Na het juiste antwoord gaan de studenten achter aan-een geschoven zwarte tafels aan de slag. In teams van twee verwerken ze het materiaal op hun Apple laptops. “Dit is voor hen een technische klus”, aldus Strunk. “Normaal zijn ze bezig met het bedenken van een concept.”

En dat is wat de teams deden voor de sociaal ondernemer die QPQ selecteerde. De opdracht was duurzaam te commu-niceren. Strunk brainstormde met QPQ en de teams voor de aftrap van het project over deze insteek. Hij ziet vooral een praktische kant. “Media kunnen hiervoor op duurzame dra-gers publiceren. Mond-tot-mondreclame is pas echt duur-

zaam.” Als voorbeeld daarvan noemt hij de viral. Een marke-tingtechniek waarbij de boodschap via sociale netwerken op internet verspreid wordt, als een virale epidemie. Goedkoop en relatief ‘schoon’.

“Een inhoudelijk duurzame boodschap moet waar zijn”, zegt hij. “Anders gaat je kop eraf.” Naarmate de brainstorm vordert, wordt Strunk steeds filosofischer over duurzaam communiceren. Maar de oplossing ligt volgens hem niet in de creatieve hoek. “Uiteindelijk bepaalt de gemeenschap wat aanslaat. En wanneer de klant zijn wensen kenbaar heeft gemaakt, gaan wij aan de slag. Dan verdwijnen deze filoso-fische bespiegelingen naar de achtergrond. Het gaat klanten tenslotte toch om de verkoop en wij kijken wat haalbaar is met hun budget.”

De docent, die tien jaar voor reclamebureaus werkte en de Rietveld Academie deed, laat zijn studenten kennisma-ken met ‘de techniek en politiek’ van het vak. “Ze krijgen te maken met aanlevereisen waaraan een echt product moet voldoen. Daarnaast kan een klant altijd nog nee zeggen tegen een concept. “Denkt een student dan: laat maar of probeert hij het aan te passen aan de wensen van de klant? En wat als klanten druk zijn en geen interesse tonen in hun eigen vraag, ga je dan door?”

De consumentregeert

96 QPQ | 2 • 2010

Page 97: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De consumentregeert

97

Page 98: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Lucky Bracelets brengen letterlijk geluk. Voor jou omdat je een prachtige

armband draagt. En voor de makers in Nepal, want er is weer werk aan

de winkel. Elk sieraad wordt met veel zorg, aandacht en passie hand-

gemaakt. A Beautiful Story smeedt vakmanschap van over de hele wereld

samen tot de hipste producten en brengt die op de markt. Alles uiteraard sociaal

en/of milieu verantwoord geproduceerd. www.abeautifulstory.nl for you

Ga snel naar abeautifulstory.nl, plaats je bestelling o.v.v. QPQ10 en ontvang je eigen dosis geluk van € 199,95 voor € 159,95

Je eigen Lucky Bracelet met

20% korting bestellen?

Naamloos-2 1 15-03-2010 22:31:25

Page 99: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Mini DOssiEr: duuRZAME CoMMuniCATiE

Een inhoudelijk duurzame boodschap moet waar zijn. Anders gaat je kop eraf.

Print was geen optieStudenten Nick Philipse (23) en Pieter Schouten (23) hoef-

den deze overwegingen niet te maken voor hun QPQ-klant. Zij bedachten een billboardcampagne voor i-did, een duurzaam modelabel. Schouten: “De klant kwam met een gericht verzoek waarbij de nadruk op duurzaamheid moest liggen. Dan ga je anders denken. Een advertentie in print was geen optie meer, want niet duurzaam en dus niet geloofwaardig. We namen het unieke aan i-did als uitgangspunt.”

De mode die i-did via internet aanbiedt, is ambachtelijk gemaakt door allochtone en door bejaarde vrouwen. “Vrouwen aan de rand van de samenleving met een verhaal”, vertelt Schouten. “Dat willen we vast leggen als ze een groot bill-board met i-did-logo aan het breien zijn.” Van deze documen-taire voor de website zetten de studenten een verkorte versie op YouTube.

De korte variant mag volgens Schouten niet langer worden dan zes minuten. Anders haken kijkers af. “Nou”, zegt Philipse, “ik bekijk op YouTube wel eens filmpjes van tien minuten.” Het gebreide billboard willen ze door het land laten reizen. Philipse: “Eén exemplaar op verschillende plaatsen gebruiken is ook duurzaam. Ik zie het helemaal voor me, met die vrouwen bij de lancering. Maar misschien willen ze dat wel niet.”

De twee hebben met veel plezier aan hun opdracht gewerkt. “Het kan zo onze portefeuille in”, meent Schouten, “hoe-wel, het kan altijd nog beter.” Gewapend met een stappenplan bezoeken ze binnenkort i-did.

Het team vond het ‘goed’ om eens na te denken over duur-zaam communiceren. “Een antwoord hebben we niet gevon-den”, zegt Philipse. Schouten: “Print kan bij hergebruik toch duurzaam zijn.”

“Een viral is duurzaam.”“Nee, dat is een kortstondige hype. Het gaat om het product

en de afzender, om imago. Dat moet je verduurzamen.”

24% FatimaHet tweede team ontwierp i-did second live, een besloten

website waar i-did-dragers hun kleding te koop kunnen aanbie-den wanneer ze er op uitgekeken zijn. “De deelnemers bepa-len zelf de waarde van de kleding”, vertelt Wesley Visseren (23). “En de koper krijgt direct het verhaal bij die jurk of trui,

want zo’n product heeft voor iedereen een andere betekenis.” Teamgenoot Kees van Ardenne (24) vult aan: “Dit hergebruik van die i-did kleding onderstreept duurzaamheid en laat zien dat het niet enkel om winst gaat.”

Een advertentiecampagne haalde het niet bij de opdrachtge-ver. “Omdat we konden adverteren in QPQ dachten we direct aan print. Maar i-did zag het liever meer duurzaam.” Wel in de smaak viel hun kledinglabel. Daarop is niet af te lezen hoe-veel procent wol of katoen het product bevat, maar het aan-deel dat de vrouwen leverden; ‘24 % Fatima, made in Holland’. Visseren: “Sommige dingen kunnen we niet zelf, zoals een webshop bouwen. Daar moet een externe partij voor aangetrok-ken worden. Maar eerst stemmen we ons concept af met het andere team en maken we een stappenplan.”

In de roos“Ze begrepen direct dat dit label niet in de binnenstad naast

het Kruidvat thuishoort.” Mireille Geijsen, oprichtster van i-did, is dik tevreden over de resultaten van de studenten. i-did wilde met deze campagne naamsbekendheid vergroten en kle-ding verkopen. “Omdat ons label duurzaam is, keken zij of je de campagne daardoor anders moest aanpakken dan gebruikelijk. Wij kennen onze doelgroep goed en daar sloten ze direct bij aan. Het was meer dat we elkaar vonden in een gedachte dan dat i-did een wens aan hen moest overbrengen.” De doelgroep van i-did wil niets voorgeschoteld krijgen en ontdekt graag zelf, licht Geijsen toe. “Het zijn vrouwen tussen de 30 en 45 jaar met goede banen, die bewust kiezen.”

i-did laat de kleding bewust niet in lagelonenlanden produ-ceren. “Nederland heeft genoeg potentie, mensen die niet zo snel aan een baan komen. Denk aan allochtone vrouwen met een taalachterstand of oudere vrouwen die achter de geraniums wegkwijnen.” Daarnaast gebruikt i-did zo veel mogelijk duur-zame materialen.

De teams en hun opdrachtgever hebben elkaar drie keer ont-moet. “De eerste keer hebben wij ons gepresenteerd en daarna volgden zij met hun plannen.” Geijsen deed zelf ooit de kunst-academie en weet dat dit soort projecten ‘mooie dingen’ kan opleveren. “We willen plannen van beide teams uivoeren. Ze begrepen dat de campagne voor een eigenwijs label creatief en gek moest zijn. Hun ideeën zijn een schot midden in de roos.”

99

Page 100: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 101: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

101

Het jonge team wil het gebreide billboard door het land laten reizen. Eén exem-plaar op verschillende plaatsen gebruiken, is duurzaam.

Page 102: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

102 QPQ | 2 • 2010

Als je maatschappelijk verantwoord bezig bent, mag dat best breed uitgemeten. Zolang het de kern van het bedrijf raakt.

Page 103: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

103

Waar de toekomstige vakmensen, de studenten van de

Willem de Kooning Academie, vooral zochten naar duurzame

communicatiekanalen en -producten, wijzen de huidige

deskundigen uit het werkveld vooral op de duurzaamheid van

de boodschap die van belang is om communicatie duurzaam

te maken. Vijf visies op duurzaam communiceren van ‘ouwe

rotten in het vak’.

Mini DOssiEr: duuRZAME CoMMuniCATiE

Duurzaam communiceren is duurzaam deugen

Begrijpelijk en eerlijk“Zet een bos bloemen voor het raam en je bent duurzaam.

Windowdressing.” Jan Driessen, directeur communicatie bij Aegon en voorzitter van de Bond van Adverteerders (BVA), heeft het niet op ‘duurzaam’. “Het is een modewoord.” Hij gebruikt voor het begrip duurzame communicatie liever verant-woorde communicatie. Daar maakt de BVA zich volgens hem hard voor. “Op een begrijpelijke en eerlijke manier je bood-schap uitdragen. En als je maatschappelijk verantwoord bezig

bent, mag dat best breed uitgemeten. Zolang het de kern van het bedrijf raakt. Dus niet een paar goede doelen die je steunt, maar wel zoals Heineken het deed met paginagrote adverten-ties.” Daarin waarschuwde de bierbrouwer voor de gevaren van alcohol voor jongeren onder de zestien jaar.

Hiermee maak je wel goede sier bij de consument en dat is goed voor de verkoop. “Daar is toch niets mis mee?”, vindt Driessen. “De beste verantwoorde communicatie is een win-win-winsituatie voor het bedrijf, de klant en de maatschap

Page 104: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 105: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

105

Er zijn nog vele klanten te winnen voor ondernemingen die duurzaamheid links laten liggen. Zeker als ze het nu oppakken en daarmee in hun branche voorop lopen.

pij. Maar ten eerste hoort het hart van je bedrijf doortrokken te zijn van die zogenoemde duurzaamheid. Een verzekeraar zal goed moeten beleggen en Nike moet kinderarbeid buiten de deur houden. Zo niet, dan straffen consumenten je daar ongenadig voor af, want die hebben tegenwoordig veel macht. Ze zijn goed geïnformeerd, breed georiënteerd en organiseren zich snel op internet. Zorg dat je deugt anders overleef je niet.”

Aegon wil Nederland financieel bewuster en wijzer maken, volgens Driessen. “Deze verantwoordelijkheid willen we in elk haarvat van het bedrijf doorvoeren. We verkopen niet meer enkel financiële producten.” Vroeger, zegt hij, dacht men dat deze mentaliteitsverandering van de politiek moest komen of van organisaties als Greenpeace. “Zij hebben druk op de ketel gezet, maar het moet van de – internationale – bedrijven zelf komen. En dat gebeurt nu.”

Maar geloven consumenten deze goede bedoelingen? Ook bij Aegon ging wel eens wat mis. “Je zit altijd in een spagaat tussen verleden en toekomst. Wanneer er iets fout gaat met een van onze zeven miljoen polissen, dan gaat het vaak om de uitein-delijke consequenties van die polis. Neem een auto van twintig jaar oud. Die voldoet milieu- en veiligheidstechnisch ook niet aan de huidige wetgeving. Een bedrijf moet wel zijn verant-woordelijkheid nemen voor de problemen die uit het verleden voortkomen. Maar voor sommigen is dat nooit genoeg.”

Met openheid komt alles goed? “Na een misser herstel je het vertrouwen alleen door ruiterlijk toe te geven dát er iets fout ging. Wat dat betreft ziet mijn wereld er overzichtelijk uit.”

Bedrijven zijn net kinderenOok film- en reclameregisseur Johan Kramer zet vraagtekens

bij het begrip ‘duurzame communicatie’. “Duurzaam duurt, is niet vluchtig en als er iets snel verandert, is het wel communica-tie.” Het merk van gisteren ‘praat’ volgens hem anders dan het

merk van morgen. Eerlijke of open communicatie vindt hij een betere term.

Net als Driessen vindt Kramer dat de basis van een bedrijf duurzaam moet zijn. En daarvoor hoeft het zich niet ‘op de borst te slaan’. “Bedrijven zijn net kinderen. Als ze iets goed doen, schreeuwen ze dat direct van de daken: kijk ons eens groen zijn.” Kramer wantrouwt deze boodschap en heeft de indruk dat bedrijven die al duurzaam opereren dit niet over-dreven communiceren. “Zoals duurzaam kledingmerk Kuyichi of Green Mountain Coffee. Een bedrijf als Aegon, dat preten-deert eerlijk te zijn, komt op mij ongeloofwaardiger over. In het verleden is daar gerommeld met onduidelijke producten. Wel interessant. Via communicatie probeert het zich een beter imago aan te meten, de omgekeerde wereld. Als ze het nu ook nog waarmaken...”

Kramer denkt eveneens dat ondernemingen niet anders meer kunnen dan eerlijk zijn. “Consumenten schurken dicht tegen hen aan via sociale netwerken op internet. Met greenwashing - je als bedrijf ‘groener’ voordoen dan je bent - blaas je jezelf op, daar prikken ze zo doorheen.”

Menselijke merken “Duurzame communicatie? Lastig.” Matthijs Jaspers, een van

de drie mannen achter reclamebureau Nobla, denkt niet dat je een boodschap duurzaam kunt overbrengen. “Het blijft com-municatie. Wel moet het verhaal goed zijn en de belofte waar.”

Een bedrijf dat winst niet als doel heeft, is ten dode opge-schreven, volgens Jaspers. “Maar stel je als merk menselijk op. Merken mogen wel eens wat terug doen voor de maat-schappij. En net zoals bij mensen, is iets voor een ander doen ook goed voor jezelf. Al voel je jezelf er enkel beter door. Daarnaast, aardige mensen worden ook aardig gevonden.” In het DNA van een onderneming zit altijd een haakje waaraan

Mini DOssiEr: duuRZAME CoMMuniCATiE

Page 106: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

106 QPQ | 2 • 2010

je activiteiten kunt ophangen om de wereld een beetje beter te maken, vertelt hij. Het levert toch ook wat op? “Zeker, het is een win-winsituatie en daarmee krijgen we bedrijven over de streep.” Jaspers vraagt zich af hoe kwalijk greenwa-shing is. “Microsoft maakte voor elke download van Internet Explorer een bedrag over voor daklozen in de VS. Je kunt vinden dat het show is, maar zo is toch een half miljoen dol-lar bij de daklozen terecht gekomen.”

Nobla heeft besloten geen producten meer aan de man te brengen waarvan niet zeker is of ze gezond of goed zijn. “Voor een fabrikant van mobieltjes zoeken we bijvoorbeeld naar een manier om oude telefoons te hergebruiken. Dus niet weer een nieuw model de markt op slingeren.” Zo heeft Nobla’s klant Summum.nl, een online reisbureau, zijn dure brochure over-boord gezet. Reizen worden alleen nog via internet aangebo-den. Daardoor werden de reizen goedkoper. “Dat hebben we de klanten in een mailing laten weten.” Daarbij werd terloops gemeld dat stoppen met de brochure ook een heel bos uit-spaarde. Summum.nl wil bovendien samen gaan werken met Unesco. Iedere reis zal werelderfgoed aandoen en Summum doneert daarvoor per reis een bedrag. Jaspers: “Het helpt dit erfgoed te behouden voor onze kleinkinderen. Toch een vorm van duurzaam reizen.”

Extra groenNet als Nobla probeert Ellen Vereijken van OAK geen onver-

antwoorde producten aan de man te brengen. De art-director en vormgever werkt voor onder meer Hema, Intratuin en KPN en bedenkt nu duurzame concepten. Voor een pensioenfonds ontwierp ze een tijdloze huisstijl die ieder jaar opgefrist kan worden met een andere kleur. “Als je een hele nieuwe huistijl ontwikkelt, moet de klant het oude materiaal weggooien. Een enkele wijziging kan langzaam doorgevoerd worden.” Niet iede-

re klant wil duurzaamheid communiceren volgens Vereijken. “Hema heeft een duurzame lijn, Naturally Hema, maar was drie jaar geleden nog bang voor kannibalisme. Wanneer deze lijn zo ‘groen’ is, zullen klanten denken dat de andere produc-ten dat helemaal niet zijn en die niet meer kopen. Op het laatste moment werd het woordje ‘extra’ toegevoegd aan uitdrukkin-gen als ‘goed voor het milieu’. Tegenwoordig gaat Hema daar veel vrijer mee om, dat is leuk om te zien.”

Een groot telecombedrijf, zo hoorde ze van een medewer-ker, is helemaal niét bezig met duurzaamheid. “Er zijn nog vele klanten te winnen voor ondernemingen die duurzaamheid links laten liggen. Zeker als ze het nu oppakken en daarmee in hun branche voorop lopen.”

Oprechte communicatieTwee jaar geleden werd er nog gegniffeld als grafisch ontwer-

per Fridy Visser Knof met duurzame papiersoorten aankwam bij een klant. Tegenwoordig is het normaal dat ze samen met die klant bij iedere stap in het ontwerpproces nadenkt over de meest duurzame mogelijkheden. Ze presenteert haar werk op een laptop en print het niet uit. Logo’s ontwerpt ze zo dat deze niet na vijf jaar vernieuwd hoeven te worden. Klanten bezoeken doet ze met het openbaar vervoer. “Om duurzaamheid te com-municeren gebruik ik geen specifieke vormgeving zoals de kleur groen. Het logo van olieconcern BP is groen met geel en krijgt daardoor een zweem van duurzaamheid. De cijfers spreken helaas anders. Wanneer een bedrijf een warm logo heeft en ver-volgens word je afgeblaft door iemand van hun callcenter, krijg het geen goed imago. Sociale media zorgen dat nieuws zich snel verspreid.” Inhoudelijk duurzame communicatie geeft volgens Visser Knof weer wat een onderneming aan duurzame kernac-tiviteiten verricht. “Het is oprechte communicatie, die laat zien wat er werkelijk gebeurt.” ◆

Met greenwashing - je als bedrijf ‘groener’ voordoen dan je bent - blaas je jezelf op.

Page 107: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Mini DOssiEr: duuRZAME CoMMuniCATiE

107

Page 108: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Nieuwe Kansen voor Nieuwe Nederlanders! Goed Werk is een sociale onderneming met als doel: vluchtelingen en migranten bemiddelen naar werk. Hiermee streeft Goed Werk zowel naar een financieel als een maatschappelijk rendement. Goed Werk is het eerste uitzendbureau speciaal voor vluchtelingen en migranten in Amsterdam, opgericht in augustus 2007. Wij begeleiden onze cliënten niet alleen op het gebied van arbeidsbemiddeling, maar combineren onze kennis en kunde ook met de maatschappelijke begeleiding van onze cliënten. De winst van Goed werk gaat naar nieuwe sociale initiatieven voor en door vluchtelingen en migranten. Goed Werk heeft in Tempo-Team een strategische samenwerkings-partner gevonden. Uitgangspunt van Goed Werk is een duurzame arbeidsrelatie tussen werknemer en werkgever. Om dit resultaat te bereiken werkt Goed Werk samen met bedrijven waar de werknemers na een half jaar in dienst kunnen treden. In deze periode kunnen werkgever en werknemer elkaar leren kennen en vertrouwen. Goed Werk biedt de nodige ondersteuning en bijsturing. Naast de rol als intermediair initieert Goed Werk ook projecten om de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen en migranten te verbeteren. Projecten die recentelijk zijn afgesloten zijn een traject voor hoogopgeleide inburgeraars en een traject richting etnisch ondernemerschap. Goed Werk, werkt goed! Werkt u mee? Wij gaan graag met u in gesprek om te kijken hoe uw organisatie (nog) kleurrijker kan worden! Kijk voor meer informatie op www.goed-werk.nl of bel 020-6964086.

Powered by

Page 109: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

dE dRuPPEL

Tekst: Eva Prins | Foto: Frank Groeliken

Laamia Elyounoussi (30) is oprichtster en directeur van Schone Zaak!, een ecologisch schoonmaakbedrijf waar de ontwikkeling van de werknemers voorop staat. Haar bedrijf bestaat sinds september 2009 en heeft twaalf men-sen in dienst.

“De liefde voor de schoonmaak heb ik van huis uit meegekregen. Mijn vader had een schoonmaakbedrijf en mijn tante ook. Ik heb altijd veel meegeholpen – op alle afdelingen. Zo heb ik de kneepjes van het vak geleerd.

Bij mijn tante werken veel schoonmakers via reïntegratie-bedrijven, vaak langdurig werklozen. Zo ontdekte ik hoe slecht deze mensen vanuit het reïntegratiebedrijf worden begeleid. Ik herinner me een gesprek met een coach waarin ik probeerde meer informatie over een van de schoonmakers te krijgen. Hij zei

letterlijk: ‘Het zijn niet mijn vrienden, maar mensen die ik wegzet bij een bedrijf.’ Hij wist niets van ze en wilde dat ook niet weten.

Dat was de ommekeer. Ik dacht: dit kan ik honderd keer beter. Niet als individu, maar wel als bedrijf, als ondernemer. Op dat moment besloot ik: in mijn schoonmaakbedrijf zet ik de ont-wikkeling van deze mensen voorop.

Voor bijna niemand is de schoonmaak een keus. Mensen komen er in terecht omdat ze vanwege een lage opleiding of taalbarrière nergens anders aan de bak komen. Ik stimuleer en faciliteer mijn mensen, met begeleiding en opleidingen, om, als ze dat willen, op een hoger niveau te komen. Opdat ze meer kansen hebben, in of buiten de schoonmaak.” ◆

Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: [email protected]

Schoonmakers helpen hogerop te komen

180º

Het was al latent aanwezig in je onderbewuste, schurend,

knagend wellicht, maar je deed er nooit iets mee. En dan, die

ene gebeurtenis, persoon, gedachte of aanblik is de druppel.

Ineens besef je dat het anders moet en ga je aan de slag…

109

Page 110: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Gezocht: Het kabinetvan de toekomstTekst: Willemijn van Benthem

110 QPQ | 2 • 2010

Page 111: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De vraag rijst of het kapitalisme wel het ideale economische systeem

is in de 21e eeuw. Volgens sommigen geeft de kredietcrisis daar het

antwoord al op. Maar wat willen sociaal ondernemers? Hoe moet het

politieke landschap er volgens hen uitzien de komende vier jaar? Wie

zouden er in het nieuwe kabinet moeten zitten om het land vooruit

te helpen op het gebied van sociaal ondernemerschap? Sterker nog:

volgen we het voorbeeld van Barack Obama?

111

Page 112: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De verkiezingen zijn geweest, een stemadvies gaat dit dus niet worden, en toch besteedt QPQ aandacht aan de verkiezingsprogramma’s. Het is natuurlijk wel zo inte-ressant om te weten hoe hoog sociaal ondernemen op de agenda van de verschillende partijen staat. Vooral nu pre-sident Obama van de Verenigde Staten voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis een speciaal Office of Social Innovation heeft opgezet. De prominente Sonal Shah is zojuist aangewezen om dit nieuwe departement in goede banen te leiden. Deze econome zou extreem getalenteerd zijn en was eerder directeur van de filantropische poot van internetbedrijf Google. Het doel van deze post is om de regering te helpen het werk van sociaal innovatieve onder-nemers beter te coördineren, om ze te ondersteunen en hun invloed te vergroten.

Sociaal ondernemers zijn inspirerend, maar soms is een overheid nodig om grotere stappen te kunnen nemen. Amerika loopt hierin voor op Nederland, dat is al jaren dui-delijk. Maar wat gaat Nederland doen? Pakt zij haar kans om innoverend vooruit te kijken? Om andere Eurolanden een stap voor te zijn? De gloednieuwe Groene Kieswijzer voor deze verkiezingen was een stap in de goede richting, maar die wijzer liet alleen zien welke partijen duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan. Er is daarom nog steeds ruimte voor social entrepreneurs die social change nastreven, om in de woorden van Obama te spreken, zodat er in samenwerking met andere partijen écht wat kan en gaat veranderen.

Sociaal of duurzaam?Wat samenwerking betreft is het moeilijkste nog maar net

begonnen: het grote formeren waarbij de partijprogramma’s voor de toekomst centraal staan. Ook al zullen er, zeker in ons polderlandje, compromissen gesloten worden.

Wat kunnen sociaal ondernemers en sociaal investeerders de komende vier jaar verwachten van de politiek? Het bleek niet gemakkelijk uit te zoeken. Als je politieke partijen belt met de vraag wat ze voor sociaal ondernemers op het verkiezingspro-gramma hebben staan, antwoorden ze steevast – ongeacht poli-tieke kleur of ideologie – iets in de trant van duurzame energie, gezondheidszorg, MVO, participatie van minderheden of de onderkant van de arbeidsmarkt. Tenminste, daar had het vaag wat van weg toen een paar partijen gewillig waren te antwoorden.

Het woord sociaal ondernemer valt nog niet onder het voca-bulaire van politici. Opmerkelijk, want sociaal ondernemers hebben zelf het idee dat ze al volledig bestaansrecht hebben. Dat valt dus best tegen. Althans, dat valt tegen bij politieke partijen. GroenLinks is erg voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, en de VVD wil zich – geheel in stijl van het libe-ralisme - niet met ondernemen bemoeien. Ondernemers zijn belangrijk, de zuurstof voor deze economie, maar de partij laat de manier waarop ondernemers het willen doen los.

Wij hebben de vrijheid genomen om uit de verkiezingspro-gramma’s te kiezen wat een sociaal ondernemer zou aantrek-ken. En waar we deze vier jaar wat de politiek betreft op kunnen hopen. Soms zijn de teksten iets ingekort, wegens ruimtegebrek.

De Groene Kieswijzer was een stap in de goede richting, maar er is nog steeds ruimte voor social entrepreneurs die social change nastreven.

112 QPQ | 2 • 2010

Page 113: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

GroenLinksGroenLinks kijkt naar de toekomst en schetst een ideale wereld.

De termijn is 20 jaar, hoe ziet Nederland eruit in 2030? Een slim-me zet, want daarmee geeft de partij een heel positieve insteek aan de komende 4 jaar. Hoewel ook deze partij niet rept over sociaal ondernemers, benoemen ze wel winst en ondernemen. Niet alles draait om winst. Wel om ondernemen. De punten:

– Er is geen Europese verzorgingsstaat. de landen van de Eu bepa-

len hun eigen werk- en inkomensbeleid, onder de voorwaarde dat zij

uitsluiting bestrijden en de sociale grondrechten respecteren. Toch

onderscheidt Europa zich van de rest van de wereld met goede soci-

ale voorzieningen. Wie werkloos raakt, heeft recht op een opleiding,

een stage of een baan, zo nodig gesubsidieerd.

– de Eu is een strenge marktmeester. Zij treedt hard op tegen bedrij-

ven die hun marktmacht misbruiken.

– Europa gooit niet alles op de markt. de lidstaten bepalen zelf welke

voorzieningen in overheidshanden blijven, van onderwijs tot drink-

water. ook Brussel investeert in publieke dienstverlening. Zij beheert

de grensoverschrijdende infrastructuur die per se niet mag falen,

zoals hogesnelheidsspoor, navigatiesatellieten en het supernet voor

groene stroom.

– Winst maken is niet meer de enige drijfveer van ondernemers. in

de nieuwe economie slaan mensen steeds vaker de handen ineen

om diensten en producten op de markt te brengen die het publiek

belang dienen. Crèches voor en door ouders. natuurgebieden die

particulieren gezamenlijk verwerven, beheren en ontsluiten voor

wandelaars.

– Europese banken doen waarvoor zij zijn opgericht: geld van mensen

die sparen uitlenen aan mensen die willen ondernemen. hoe duurza-

mer het investeringsplan, hoe meer kans op financiering. de banken

staan onder streng toezicht. daardoor stroomt veel kapitaal naar de

Eu en is de euro een gewilde munt.

PvdADe PvdA stelt dat ondernemerschap cruciaal is voor een

sterke economie en werkgelegenheid. Daarom zegt de partij de komende 4 jaar ondernemerschap te willen stimuleren. Maar hoe staat het ervoor ten aanzien van sociaal ondernemerschap? We zoeken naar punten die enigszins aansluiten bij onze vraag:

– de PvdA vindt dat bedrijven minimaal horen te voldoen aan de oESo-

richtlijnen voor multinationale ondernemingen (oESo: organisatie

voor Economische Samenwerking en ontwikkeling). hierin staan

de basisnormen voor arbeidsomstandigheden, mensenrechten en

milieu verwoord. ook openheid en transparantie over productiewij-

zen zijn nodig. openbaarheid van naleving is belangrijk.

– deelname aan handel in ‘conflictdiamanten’ die burgeroorlogen in

Afrika in stand houden, het misbruik maken van kinderarbeid, het

gebruik van wrakkige olietankers voor goedkoop vervoer zijn niet

toelaatbaar.

– Bij Maatschappelijk Verantwoord ondernemen (MVo) gaat het niet

om de reputatie van bedrijven, maar om het complete beleid van een

bedrijf en hoe het product tot stand komt.

– de PvdA vindt dat bedrijven maatschappelijke verantwoordelijkheid

hebben. ondernemen is gericht op winst maken, maar dit gebeurt

altijd binnen een samenleving. immers, zonder die nationale en inter-

nationale samenleving ook geen onderneming.

113

Page 114: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

WW&W biedt jongeren van alle etnische geledingen en seksen die het risico lopen onder de groep “kansarm” te vallen betaalde arbeid en op maat gesneden opleiding en begeleiding aan. Hierdoor krijgen deze jongeren structureel betere kansen op een goede toekomst in onze maatschappij.

WW&W levert hiermee een duurzame maatschappelijke bijdrage en zij voert dit uit zonder subsidie op commerciële basis. Zo kunnen sociale doel- stellingen op maatschappelijk verantwoorde wijze gecombineerd worden met commerciële belangen.

WW&W gelooft dat de publiekprivate combinatie van overheid, woningbouw corporaties, onderwijs en het bedrijfsleven het ideale platform is om het maatschappelijke probleem van jeugdwerkloosheid aan te pakken.

Een dergelijke combinatie garandeert een bundeling van kennis en mogelijkheden die noodzakelijk zijn om jeugdwerkeloosheid duurzaam op te lossen.

Voor alle deelnemende partijen wordensociale en commerciële voordelen behaald.

Voor meer informatie kijk opwww.wonenenwerkenindewijk.nl of bel 088-4636999

Advertentie-www.indd 1 23-03-2010 16:36:03

Page 115: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

CDAIn het programma van het CDA valt

niets specifieks te vinden over sociaal ondernemen. Wel hebben ze een para-graaf geschreven over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO):

– Bij MVo hebben ondernemingen behalve

aandacht voor het rendement ook aan-

dacht voor mensen, milieu en maatschap-

pij. Binnen het bedrijfsleven speelt MVo een

steeds grotere rol. het CdA juicht deze ont-

wikkeling toe, en wil dat MVo in de toekomst

tot de kern van ieder bedrijfsproces gaat

behoren. door hele concrete afspraken op

het gebied van MVo op te nemen in CAo’s

kunnen bijvoorbeeld Wajongers aan stage-

plaatsen of werk geholpen worden.

– Voor de overheid ligt op dit gebied een

belangrijke taak. Zij moet het belang van

MVo steeds weer onder de aandacht bren-

gen. daarvoor moet de dialoog worden

gezocht met alle belanghebbende partijen.

dit zijn dus niet alleen ondernemingen,

maar ook milieuorganisaties, consumenten

en de vakbeweging. de overheid heeft hier-

bij een controlerende en stimulerende rol,

maar zij dient zich terughoudend op te stel-

len bij het maken van wetten op dit gebied.

Vrijwilligheid staat voorop, maar dit mag niet

leiden tot vrijblijvendheid.

– ondernemingen moeten duidelijk zichtbaar

maken op welke manier zij MVo invullen. de

consument moet bijvoorbeeld direct kun-

nen zien of gekochte producten op een ver-

antwoorde manier tot stand zijn gekomen.

Consumenten dienen hier zelf ook kritisch

op te zijn bij elk product dat ze aanschaffen.

VVDOp de website van Ton Elias van de

VVD, staat een zogeheten 40 puntenlijst voor ondernemers. Hierin is één keer het woord sociaal te vinden, maar dat gaat over ontslagrecht. Niet over ondernemers. Wel staan punten opgenomen over MVO:

– de VVd is er principieel op tegen om onder-

nemers in een MVo-keurslijf te dwingen,

zoals de linkse partijen en het CdA wil-

len. Bedrijven en instellingen moeten zich

volgens de VVd in de markt onderschei-

den door maatschappelijk verantwoord te

ondernemen – en alleen als ze dat zelf wil-

len.

– Wat heeft het voor zin om bedrijven te

dwingen te rapporteren over de resultaten

van hun MVo-beleid? de VVd vindt dat wan-

neer direct betrokkenen (aandeelhouders,

consumenten en investeerders) behoefte

hebben aan inzicht in de maatschappe-

lijke aspecten van een onderneming en de

inspanningen die deze op dit terrein ver-

richt, zij hun wensen kunnen afdwingen.

Consumenten stemmen immers met hun

voeten – een effectiever instrument dan

alle overheidsbeleidsprogramma’s bij elkaar.

– de overheid moet zelf klant worden van

duurzame innovatieve producten, vaak ook

de eerste nieuwe klant van een product

(launching customer). de VVd heeft er in

2006 al een politieke meerderheid voor

gevonden dat in 2010 alle aankopen en

investeringen van het Rijk ‘duurzaam’ moe-

ten zijn. hiermee kan een nieuw idee net dat

duwtje in de rug krijgen dat het nodig heeft

om op de markt te kunnen slagen.

– de overheid moet haar subsidiereflex

bedwingen, door niet altijd een zak met

geld klaar te zetten, maar soms zelf garant

te staan of als partij te investeren bij innova-

tieve toepassingen

115

Page 116: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Ministerie van TalentEen ander vernieuwend voorstel is het opzetten van een

ministerie voor talentontwikkeling. Hiervoor zouden topsport-coaches in aanmerking komen: Joop Alberda, Mark Lammers en bijvoorbeeld Guus Hiddink. Deze mannen worden geroemd vanwege hun no-nonsense gedrag en hun kracht om anderen te inspireren, talenten te herkennen en vooral ook die talenten te érkennen. Dit ministerie zou ervoor moeten zorgen dat burgers weer op zoek gaan naar hun talenten en daardoor weer plezier krijgen in wat ze doen, zowel wat hun werk betreft als in hun privé-leven. Dit voorstel is overigens niet geheel filantropisch. Doordat mensen weer doen wat ze willen doen, zou de produc-tiviteit hoger worden en de kosten van de zorg vanzelf omlaag gaan.

Ook vernieuwend is de adviesraad waar alleen gehandicapten een zetel in hebben. “Omdat zij met een eerlijke en heldere blik op eigen wijze simpele oplossingen bedenken voor complexe problemen. Dan zijn we eindelijk in staat om bijvoorbeeld autis-ten werk te laten doen dat wij zelf niet kunnen.”

Charisma is leidendVoor de leidende figuur komen meerdere sociaal ondernemers

uit op Job Cohen. Hij voelt als een vaderfiguur en beschikt over veel charisma. En natuurlijk is hij ook sociaal, gezien zijn partij: PvdA.

Charisma blijkt erg belangrijk te zijn, maar een politiek leider zou ook goed moeten weten wat sociaal ondernemen inhoudt en internationaal moeten kunnen denken. Daarom wordt ook de naam Muhammad Yunus genoemd, de Nobelprijswinnaar voor de Vrede die een bank voor de armen oprichtte. “Hij heeft bewezen dat er een goede balans kan zijn tussen goed, sociaal én gezond kapitalistisch ondernemen. Vraag en aanbod moeten

namelijk wél op elkaar worden afgestemd.” En hij is een persoon die kijkt naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden.

Zie daar, de positieve invalshoeken van de sociaal onderne-mers die van Nederland een ondernemersland willen maken. Een land van mogelijkheden en kansen, om zoveel mogelijk talenten positief te benutten. En het land weer te kunnen laten groeien.

Nieuw imago, veilige staatskasDoor de sociaal ondernemers wordt een nieuw ministe-

rie voorgesteld: een ministerie van duurzaamheid. Hiervoor wordt de naam Herman Wijffels genoemd, dankzij zijn post van hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verande-ring. Andere namen die voor dit ministerie in aanmerking zouden komen, zijn Ingeborg Niestroy vanwege haar huidige inzet als secretaris-generaal van de vereniging van Europese Duurzaamheidsraden en Rinske van Noortwijk (directeur GreenWish), “omdat ze een originele denker is en ervoor vecht om het sociale rendement van ondernemen serieus te nemen”. Ook Femke Halsema wordt door meerdere sociaal ondernemers als wenselijk kabinetslid genoemd. Woorden die haar omschrij-ven: innovatief, duurzaam, groen en sociaal.

Voor het bewaken van de staatskas komen de namen Wouter Bos en Gerrit Zalm naar boven, vanwege hun roemruchte ken-nis van financiën. Sociaal ondernemers weten als geen ander hoe belangrijk een goede balans is voor een gezond bedrijf. Wie het financieel niet overleeft, doet dat sociaal ook niet.

Eén sociaal ondernemer oppert om de politiek een nieuw ima-go te geven en stelt daarom dance festival ondernemer Duncan Stutterheim voor van ID&T. “Hij is iemand die in de gaten heeft dat er nog een publiek te bedienen is, maar is tegelijkertijd ook weer geen slappe populist.”

Wat wordt het nieuwe kabinet volgens sociaal ondernemers?Sociaal ondernemers kiezen hun eigen kabinet. We vroegen sociaal ondernemers wie ze graag in het kabi-

net hadden willen zien. Wie zien Nicolette Mak (Valid Group), Caroli Buitenhuis (Tassenbol), Ronald Ligtenberg

(Skyway), Erlijn Sie (Microkrediet voor Moeders) graag als ‘s lands leiders? Ze kiezen niet alleen uit de politieke

kringen, maar ook uit het bedrijfsleven, onafhankelijk van politieke kleur.

Een vernieu wend voorstel van de sociaal ondernemers is het opzetten van een mini sterie voor talent ontwik keling.

116 QPQ | 2 • 2010

Page 117: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

D66Het verkiezingsprogramma van D66 werd door televisiepro-

gramma EenVandaag als beste beoordeeld op durf, duidelijk-heid en haalbaarheid. Wat de partij tot 2014 voor sociaal onder-nemers wil doen, is nauwelijks vindbaar. D66 zet vooral in op innovatie en verandering:

– de overheid draagt zorg voor een excellent onderwijssysteem en sti-

muleert innovatief ondernemerschap. Echte innovatie komt uiteinde-

lijk tot stand door MKB-ondernemers en ZZP’ers die met hun flexibili-

teit bijdragen aan een dynamische ontwikkeling van de economie.

– innovatie en ondernemerschap zijn de motor van onze economie. de

aanvoerleiding van kennis, kenniswerkers en ondernemers is echter

dichtgeslibd. Er zijn veel goede maar weinig excellente studenten,

vele maar kleine onderzoekfondsen, talrijke maar weinig effectieve

subsidieregelingen voor innovatief ondernemerschap en veel aan-

bodgerichte maar weinig vraaggedreven bestuurs- en beleidsorga-

nen en instellingen. Versnippering en nivellering belemmeren het

kennispotentieel.

– d66 wil dat de mogelijkheid van microfinanciering zo breed mogelijk

beschikbaar wordt. door deze financiering komen kleine onderne-

mers, waaronder ZZP’ers, makkelijker aan een startkapitaal.

SPDe Socialistische Partij houdt verkiezingen voor de sociaalste

ondernemer van het jaar. Dus dat is een stap in de goede rich-ting. Toch sprak ook deze partij in haar verkiezingsprogramma voor 2010 niet over sociaal ondernemen, maar over MVO, over duurzaam en eerlijk ondernemen zonder schade te berokkenen aan derden. Opvallend voor deze arbeiderspartij is wel dat de SP achter ondernemers zegt te staan, vooral achter de kleine ondernemers. Zie hier de punten:

– nederland telt bijna 700.000 – vooral kleine – bedrijven. het midden-

en kleinbedrijf heeft met recht de naam de motor van de economie

te zijn en de plek waar de meeste banen worden gemaakt. Kleine

ondernemers zijn van grote waarde voor de economie, maar het star-

ten van een onderneming is onnodig moeilijk. Er is te veel bureaucra-

tie en nauwelijks sociale zekerheid. de SP wil dat er structurele maat-

regelen worden genomen om kleine ondernemers te ondersteunen.

– Allereerst moet er een nationale investeringsbank komen, die onder-

nemers kan ondersteunen met kredieten. daarnaast moet de klein-

schaligheidaftrek fors worden verhoogd en het belastingtarief over

de eerste 41.000 euro winst moet worden verlaagd.

– Veel nederlandse bedrijven doen goede zaken met het buitenland.

Maar helaas komt er in veel landen ver weg ook schending van men-

sen-, arbeids- of milieurechten voor. de SP wil dat er regels worden

gemaakt voor bedrijven die overzee zaken doen.

– Alle middelgrote en grote nederlandse ondernemingen rapporteren

ieder jaar over wat ze doen om hun productie en import menswaar-

dig en milieuvriendelijk te krijgen of te houden. daarnaast moeten ze

jaarlijks de transparantie in hun keten van toeleveranciers verbeteren.

Zo wordt voor consumenten ook duidelijk wat ze kopen.

– Bedrijven die in aanmerking willen komen voor financiële steun van

de overheid, bijvoorbeeld een subsidie, moeten aantonen dat zij

belangrijke arbeidsrechten in den vreemde, zoals het niet gebruik

maken van dwangarbeid en het toestaan van vrijheid van vereniging

van werknemers (vrijheid van vakbond) respecteren en waar moge-

lijk actief bevorderen. Ze moeten ook werk maken van verantwoord

ondernemen.

117

Page 118: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 119: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

PvdDDe Partij voor de Dieren richt zich nog steeds op een samen-

leving waarin dieren meer rechten krijgen. Maar daarnaast is een sociale leefomgeving een speerpunt. Wat betreft onderne-men heeft de partij luttele punten opgenomen:

– de partij kiest ervoor aandacht te verleggen door niet een menscen-

traal programma maar een planeetbreed programma te presenteren.

Een programma waarin dieren, natuur en milieu, persoonlijke vrijheid

en persoonlijke verantwoordelijkheid centraal staan.

– het oprichten van een eigen bedrijf dient gestimuleerd te wor-

den door een vrijstelling van de winstbelasting in de startfase van

de onderneming indien voldaan wordt aan de door de overheid op

te stellen criteria op het gebied van maatschappelijk verantwoord

ondernemen.

– het zou kleine ondernemers makkelijker gemaakt moeten worden

om uitvallers uit het arbeidsproces te reïntegreren. Kleine onderne-

mers mogen niet langer de dupe worden van situaties van heruitval.

PVVIn het programma van de PVV is het woord MVO of duur-

zaam in ieder geval niet (of moeilijk?) te vinden. Daardoor is er ook geen sprake van begripverwarring, dat is wel weer een voordeel.

– het woord sociaal komt drie keer voor: een keer in de inhoud, een

keer in de intro en een keer in de titel van het hoofdstuk over de

verzorgingsstaat, die de PVV wil verdedigen. Maar dat is dan wel van-

uit de motivatie van de partij om te pleiten voor het stopzetten van

de immigratie uit islamitische landen om zo de verzorgingsstaat te

beschermen.

– omdat de PVV zegt dat het milieutechnisch zeer goed gaat in

nederland, hebben ze ook geen punten opgenomen die gaan over

duurzaamheid of bijdragen aan milieu.

– Wel willen ze de tweede belastingschijf voor burgers en ondernemers

verlagen met twee procent. dat is gunstig voor alle ondernemers. ChristenUnieHet woord sociaal ondernemen is niet te vinden in het poli-

tieke programma van de ChristenUnie, wel wordt ruimte gebo-den aan MVO en duurzaamheid. Vanuit een sociaal oogpunt: “Bedrijven ondernemen menswaardig en milieubewust en zijn het vertrouwen van hun klanten waard. Dat is christelijk-soci-ale politiek en biedt perspectief op een dienstbare overheid en een bloeiende samenleving.” De punten in het programma:

– nederland is de zestiende economie ter wereld en groot in inter-

nationale handel. ondernemingen zijn van groot belang. Ten eerste

omdat zij werkgelegenheid genereren. Werk is goed voor mensen.

het geeft eigenwaarde en biedt inkomen. ondernemingen zijn ook

de aanjager van product- en procesinnovatie. iedereen profiteert dus

van een sterk bedrijfsleven.

– MVo is het ondernemen van de toekomst. Veel nederlandse onder-

nemingen besteden daar gericht aandacht aan. Van de honderd

grootste nederlandse ondernemingen rapporteert al meer dan de

helft over ketenbeheer. de verschillen tussen bedrijven zijn nog wel

groot. daarom blijft aandacht voor MVo belangrijk.

– de WTo-akkoorden leggen onacceptabele beperkingen op aan het

stellen van maatschappelijk verantwoorde eisen aan producten en

diensten.

– Sociale rechtvaardigheid en zorg voor de Schepping zijn kernwaar-

den voor de Christenunie. de normen van ethisch verantwoord leven

beperken zich niet tot ons privé-leven, maar strekken zich uit over

ons leven als burger, consument, werknemer, ondernemer. Bedrijven

van de toekomst ondernemen menswaardig en milieubewust en zijn

het vertrouwen van hun klanten waard. ◆

De verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen op of via hun website

Het woord sociaal ondernemer valt nog niet onder het vocabulaire van politici.

119

Page 120: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Tekst: Catrien Spijkerman | Fotografie: Frank Groeliken

120 QPQ | 2 • 2010120 QPQ | 2 • 2010

Page 121: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De wereld

rond in 1460 dagen

REPoRTAGE

Op zonne-energie, in een zelfgemaakt

voertuig de hele wereld over. Het doel: vier

jaar reizen, ontmoetingen, en alles wat

daaruit voortkomt. Kunstenares Ingrid van

den Boogaard leeft haar droom.Tekst: Catrien Spijkerman | Fotografie: Frank Groeliken

121121

Page 122: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Ik rijd in een raar, langzaam karretje met een caravan erachter. Dat trekt bekijks, mensen willen er alles over weten. Zo kom je makkelijk in contact.

Het begon met een droom. Ingrid van den Boogaard (43) zag in haar slaap hoe zij in een auto op zonne-energie de wereld over reed. Ze ontmoette veel mensen, ze maakte filmpjes, foto’s en muziek – net als in haar dagelijks leven, maar dan onderweg. De droom was echter dan de dag die erop volgde. Sterker nog, de realiteit van de dag verbleekte bij haar droom.

Vier jaar later is het al lang niet meer alleen een droom. Ingrid van den Boogaard vertrekt. In haar zonnemobiel, de eerste en enige ter wereld, een rondje om de aarde. Vijfentwintig kilome-ter per uur, vier jaar lang, louter op zonne-energie. ‘I am one world’, heeft ze haar onderneming gedoopt. De precieze ver-trekdatum is nog onbekend: ze gaat wanneer er zon is, in mei of in juni. Wanneer ze zin heeft. “Ik zou een evenement kunnen organiseren, met media-aandacht en mensen die me uitzwaai-en, maar dat past niet bij de aard van het project. Het is groot, maar het is kleinschalig. Het is persoonlijk. Ik doe dit niet om in het Guinness Book of Records te komen, het gaat om het proces. Ik wil mensen ontmoeten, en kijken wat daaruit voort-komt. Je kan wel alles gaan plannen en voorbereiden, maar er zijn altijd factoren waar je geen invloed op hebt. Zoals het weer, en het politieke klimaat in het land.”

Van den Boogaard heeft een route uitgestippeld, maar niets staat echt vast. De reis is namelijk zelf het doel. Eén gedachte is daarbij haar ‘leitmotiv’: alles is met elkaar verbonden. “Je kunt het zien als een geloof. Het is het idee van het ‘butterfly effect’: als een vlinder aan de ene kant van de wereld met zijn vleugels klapwiekt, veroorzaakt dat een tornado aan de andere kant van de wereld. In een soort kettingreactie leidt de ene gebeurte-nis tot een andere. Dat besef wil ik in mijn reis uitdragen. Als mensen zich meer zouden realiseren dat alles één is, zouden ze anders in het leven staan. Duurzaamheid is daar een goed voor-beeld van. Als we beseffen dat alles wat we doen van invloed is op mensen, dieren en omgeving, gaan we anders met de zaken om.”

De kracht van mensenHoe indrukwekkend haar droom ook was, Van den Boogaard

liet hem in eerste instantie liggen. “Een half jaar heb ik er niets mee gedaan. Een soort incubatietijd. Om te testen of het later nog steeds zo voelde.” Na een half jaar ‘rijpen’ kwam ze in actie. Ze vond een zonnepanelenbedrijf in de buurt, en ze praatte met iedereen die het maar horen wilde over haar plan. “Als mensen eenmaal enthousiast worden van een idee, is de vervolgstap simpel”, zegt ze. “Er is dan altijd een manier waar-

122 QPQ | 2 • 2010

Page 123: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

123

Page 124: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

www.heifer.nl/boerzoektkoe

Helpt u een boerengezin aan een onafhankelijke toekomst?

Doneer op:

Giro 4663HEN Stoppertjes 2009 266x398 FC.indd 1 09-11-2009 12:25:23

Page 125: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

op ze je kunnen en willen helpen. Ik ga uit van de kracht van mensen. Je kan de helft van je geld besteden om mensen in te huren, maar je kunt ook kijken of je mensen bereid vindt je te helpen.” De lange lijst van meer dan zestig namen van ‘co-creaters’ op haar website, getuigt hiervan.

Bregje Paulussen (37) staat ook in die lijst. Ze hoorde Van den Boogaard op een borrel vertellen over haar project. “Ik bood meteen aan te helpen”, zegt Paulussen. “Ik ben dol op dit soort wilde plannen. ‘Welke gek gaat nou zoiets uit-voeren?’, dacht ik. Ik vond het meteen fantastisch.” Wekenlang hielp Paulussen met schuren in de werkplaats, vijf kilo viel ze ervan af. “Ik help met alles wat langskomt. Ingrid bespreekt veel met mij. Het is een groot project, dan is het goed dat ze af en toe haar verhaal kan doen.”

Timing is heel belangrijk, verzekert Van den Boogaard. De juiste personen op het juiste moment tegenkomen, het gevoel dat alles op zijn plaats valt – dan zit je goed. “Ik hield een presentatie in Den Bosch over mijn project. Het was in de fase dat het mobiel nog bijna hele-maal gebouwd moest worden. Na afloop stapte iemand uit het publiek naar me toe en zei: ik ken iemand die jou heel goed zou kunnen helpen. Als hij wil, zal ik de reiskosten betalen.”

Die ‘iemand’ was Hein Hendriks (69), en hij wilde. Toen hij kwam, stond er alleen een buizenframe in de werkplaats. Toen hij ging, was het hele mechani-sche gedeelte van de wagen geassem-bleerd. “Er zitten zeventien accu’s in die wagen, die moesten allemaal een plaats krijgen”, legt Hendriks uit. “Ik heb rek-jes gemaakt waar ze in zitten en ook de twaalf zonnepanelen heb ik een plaats gegeven. Ik heb altijd in de metaalsec-tor gewerkt, dus ik heb een technische achtergrond.” Met nadruk: “Dit zonne-mobiel is geen productiemodel, hè. Het is een prototype, we moesten veel zelf uitvinden. Een prachtig project.”

Loslaten en vertrouwenHendriks was precies wie Van den

Boogaard nodig had, en hij kwam zomaar op het juiste moment uit de lucht vallen. Een goed voorbeeld van hoe alles met elkaar verbonden is, meent Van den Boogaard. “Dat kun je niet

125

Page 126: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

voorzien, je moet erop leren vertrouwen.” Maar dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. “Er zijn heus tegenslagen geweest. Door de economische crisis in 2008 werden er ineens lange tijd geen onderdelen meer geleverd. Aangezien dit voer-tuig het eerste en enige ter wereld is, konden we niet zomaar overal onderdelen vandaan halen. We importeerden ze uit een fabriek in Italië. Daar was de helft van de werknemers door de economische malaise ontslagen. We hebben veel vertraging opgelopen. Eigenlijk wilde ik een jaar eerder vertrekken.”

Van den Boogaard heeft goed leren ‘loslaten’. “Ik ben trouw gebleven aan de essentie van mijn droom, maar al het andere heb ik laten varen. Ik had ideeën over hoe het proces zich zou voltrekken, wie zouden helpen, en wanneer het ongeveer klaar zou zijn. Het verloopt altijd anders. Er waren momenten dat ik het helemaal niet meer zag zitten – die zullen er nog wel meer komen. Maar dat is nodig om doorzettingsvermogen te kweken.”

“Ik zoek regelmatig de grenzen van mijn comfortzone op. Daarmee daag ik mijn vertrouwen uit.” Wil ze met haar reis het lot tarten? Wat nu als haar voertuig er bijvoorbeeld midden in de woestijn mee ophoudt? “Dan zou ik onderzoeken of je dat kan oplossen met de verbondenheid tussen mensen”, zegt ze triomfantelijk. “Ik zou bijvoorbeeld een twitterbericht kunnen sturen, wie weet is er wel een technisch persoon die meteen weet waar het probleem zit.” Van den Boogaard is niet bang.

Ze vertrouwt op haar intuïtie en de goedheid van de mens. Dat deed ze ook tijdens eerdere reizen, toen ze waarschuwingen in de wind sloeg, en van de ene naar de andere plek liftte. Het ging altijd goed. “Wat er ook gebeurt, het hoort bij de reis.”

Virtueel verbonden “Verbondenheid via internet is een heel belangrijk onderdeel

van mijn project. Aan de ene kant ben ik heel erg aan plaats en tijd gebonden: ik rijd alleen als er zon is, en ga ook nog eens heel langzaam. Aan de andere kant ben ik virtueel verbonden met de rest van de wereld. Ik kan raad vragen en mijn ervarin-gen delen. Via twitter, mijn blog en een e-zine hou ik iedereen op de hoogte.”

Wietse Veenstra (27) helpt haar daarbij. Hij is één van haar zogenaamde ‘nerds of the north’, studenten van de hoge-school in Leeuwarden die Van den Boogaard vroeg haar te helpen bij het opzetten van een website. Inmiddels is Veenstra afgestudeerd, en heeft hij een eigen bedrijf als webdeveloper, maar nog steeds steekt hij ‘af en toe en paar uurtjes’ in Van den Boogaards project. “Ik heb een webapplicatie ontworpen, waarmee Ingrid op een landkaart kan laten zien welke route ze al heeft afgelegd. De plaatsen waar ze iets heeft gemaakt, een filmpje of muziek, kan ze linken aan dat punt op de kaart. Die applicatie wil ik als mijn eigen product gaan lanceren, ik test hem uit op Ingrid.”

Ik ben trouw gebleven aan de essentie van mijn droom, maar al het andere heb ik laten varen. Het verloopt altijd anders.

126 QPQ | 2 • 2010

Page 127: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Net als Hendriks, stuurt Veenstra Van den Boogaard geen facturen. “Ik vind het een nobel idee, mensen over de hele wereld met elkaar in verbinding brengen”, zegt hij. “Bovendien hou ik er zelf ook wat aan over: ik draai mijn pilot, en ik ont-moet interessante nieuwe mensen. Dat leidt soms tot nieuwe opdrachten voor mijn bedrijf.”

In het begin vond Veenstra Van den Boogaard wel ‘een beetje zweverig’. “Ik ben zelf een nuchtere Fries, ik kijk anders tegen dingen aan. Maar ik heb altijd vertrouwen gehad in het project. Ingrid weet heel goed waar ze mee bezig is.”

WapenfeitEr zullen vast mensen in haar omgeving zijn geweest die

dachten dat het een bevlieging was, die dachten dat het voer-

tuig noch de reis er ooit zouden komen. Van den Boogaard is het wel gewend. “Ik ben kunstenares, het gebeurt vaker dat ik een beeld voor ogen heb dat voor anderen nog heel abstract is. Pas wanneer het is omgezet naar iets tastbaars, wordt het voor hen concreet. Het voertuig is een wapenfeit, daar kan niemand omheen.”

Dat blijkt al tijdens de proefritten door Brabant. “Ik rijd in een raar, langzaam karretje rond met een caravan erachter. Dat trekt bekijks, mensen willen er alles over weten. Zo kom je makkelijk in contact.” Met die ontmoetingen zit het dus wel goed. “Desnoods stuur ik een twitterbericht: ‘Ik zit nu daar en daar, heeft er iemand zin om koffie te komen drinken? En neem je instrument mee.’ Wie weet wat er dan op mijn pad komt.” ◆

127

Page 128: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 129: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Financieringoké, je besluit je droom na te jagen. je volgt je intuïtie, je vertrouwt op de goedheid

van mensen. Maar je hebt óók geld nodig. Van den Boogaard zocht het in eerste

instantie bij de welbekende partijen: ze struinde banken en grote bedrijven af, op

zoek naar sponsors en investeerders. “dat voelde niet goed. het past niet bij het

persoonlijke en kleinschalige karakter van het project. ik wilde niet in een auto gaan

rijden met grote logo’s erop.” dat kon anders, meende Van den Boogaard.

het moest toch ook mogelijk zijn zonder enorme subsidies en sponsorcontracten

een droom te realiseren? Ze vond haar heil bij ‘crowdfunding’: niet één grote partij

met een zak geld, maar heel veel mensen die allemaal kleine beetjes bijdragen.

Van den Boogaard verzon een aandelensysteem: geïnteresseerden kunnen letterlijk

een aandeel hebben in het project, door een ‘share’ te kopen. Geen marktaandeel,

maar een belevingsaandeel. Waarom zouden mensen dat doen? “omdat ze zich

kunnen vinden in het project, en het belangrijk vinden dat een goed idee werke-

lijkheid wordt.” Shareholders mogen een kunstwerk uitkiezen, dat kunstenaars ter

beschikking van het project hebben gesteld. Bovendien kunnen ze hun naam op het

voertuig schrijven. “ik ga rondrijden in een mobiel zonder logo’s, maar met namen

van echte mensen.”

“Alle hulp en bijdragen komen voort uit ontmoetingen en menselijk contact”, zegt

Van den Boogaard. “Zelfs subsidie heb ik op die manier gekregen. ik heb daar nooit

aanvragen voor gedaan. ik sprak een keer met een vrouw die in de subsidiewereld

werkt. Zij vond mijn project zó bijzonder, dat ze zelf is gaan regelen dat er subsidie

kwam.”

Van den Boogaard heeft meerdere manieren om aan geld te komen. “ik noem het een

hybride model. Een deel komt uit crowdfunding, een deel uit sponsoring, subsidie en

donaties, en een groot deel uit de verkoop van mijn werk.” Van den Boogaard bedruipt

zichzelf al jaren als muzikant en filmmaakster, en gaat dat ook de komende vier jaren

onderweg doen. Een paar grote projecten staan al op de planning. Zo gaat ze voor de

provincie Brabant films en foto’s maken over duurzaamheid om te helpen de Babantse

stedenregio te profileren en in 2018 Culturele hoofdstad te worden.

ook is ze bezig met een project om bibliotheken wereldwijd te verbinden, ‘iamone-

library’. “Tijdens mijn reis maak ik portretten van bibliotheken. Van Groenland, tot

Santiago, tot japan. hoe zien de bibliotheken er uit, welke mensen komen er, hoe

is de sfeer? die foto’s en filmpjes zullen worden tentoongesteld in andere biblio-

theken over de wereld, onder meer in de bibliotheek van den Bosch.” op dezelfde

manier wil Van den Boogaard ook andere projecten opzetten, zoals ‘iamoneschool’.

“En ik kan natuurlijk ook onderweg opdrachten verzamelen en werk verkopen.”

Een financieel overzicht heeft ze niet. “Geen idee hoeveel het tot nu toe gekost

heeft, welk deel wordt betaald door crowdfunding, en hoeveel geld nog nodig is. ik

ga het nog wel op een rijtje zetten, maar dat vind ik nu niet het belangrijkste.” het

is tekenend voor de manier waarop ze te werk gaat. “ik begin niet door te zeggen:

ik wil dit, dan heb ik een miljoen nodig. ik draai het om. dit zijn de middelen op dit

moment, dat betekent dat ik dat en dat kan realiseren. het is een organisch proces,

dingen hebben hun eigen ritme. Wanneer er energie vrijkomt in de vorm van men-

sen, materialen of geld, dan kun je weer verder.”

Op www.iamoneworld.com kun je de reis van Ingrid van den Boogaard volgen, shareholder worden of je opgeven voor het e-zine. Bij aanmelding ontvang je het gratis e-book ‘De bouw van de zonnemobiel’. Vanaf nr 3 kun je in iedere QPQ over Ingrids bijzondere ontmoetingen lezen.

129

Page 130: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

A friend recently shared with me the dutch

expression zoals het klokje thuis tikt, tikt

het nergens which comes just in time for me

to enjoy some at-home-time planting my lit-

tle herb garden to welcome the freshness of

summer in the city. i have been thinking about

time a lot recently – about what is time? What

is our experience of time? About why is my

experience of time in this city so different

from my experience of time in other places i

have lived?

And, how we can step outside of time?

it has been my experience in this busy lit-

tle city of Amsterdam over the past years

that time is always an issue, and one that has

profound implications for how we expe-

rience happiness in the city – and in the

many aspects of our busy lives that we try to

manage by agenda. But it seems the more we

have time systems to more efficiently orga-

nize ourselves, the less time we find!

Time is embedded in our language here:

de toekomst is een boek met zeven sloten;

langs de straat van straks komt men aan

het huis van nooit; de zon gaat zinloos

onder, morgen moet zij toch weer op;

de molen gaat niet om met wind die

voorbij is.

And in these times of uncertainty in the

world, we talk about things speeding up – and

things slowing down. Slow food. Slow money.

Slow travel. The Slow Movement aims to

address the issue of ‘time poverty’ through

making connections. Connecting to the

places we are in. Connecting to each other.

Connecting to ourselves.

have you ever thought about what your

relationship to time systems is? or how much

our shared concept of how we behave with

time may be the great unspoken social col-

lusion? it is in this subtle transition into sum-

mer weather, when we turn our heads to

warm our faces in the sun – on café terraces,

along the canals and even from our office

windows – that we find the perfect moment

of being “outside of time”. Momentary lapses

of presence in the city, of happiness with just

what is right now. And those feel absolutely

fabulous.

Last year on the Rietveld Academie

designblog, Bregje Sliepenbeek shares that

the “Slow Movement is also a strategy artists

insiDE TiME

Tatiana Glad is a social entrepreneur and sustainability practitioner. She is a partner in two social enterprises, Engage! InterAct in The Netherlands and Waterlution in Canada, and is co-initiator of The Hubs Amsterdam and Rotterdam. Passionate about how meaningful conversations can turn into meaningful action, Tatiana is committed to big change, small differences, and making the most of slow time in the [email protected]

Tekst: Tatiana Glad

130 QPQ | 2 • 2010

Page 131: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

use to explore a new world, parallel to the real

one. By examining and exploring the decelera-

ted movement, you experience a completely

new place that tells a totally different story

than the movement would in a regular pace.”

And as I speak to people about how they are

experiencing time in the city, and inquire into

what are those times that they find themsel-

ves ‘lost’ in happiness, they describe fleet-

ing moments that sometimes occur in the

midst of chaos – like catching a timeless

feather caught in the wind in the midst of

International Pillowfight Day on the Damrak,

or catching oneself stopped by the side of a

canal taken by the stunning stillness of the

water. Or simple moments of breath between

agenda commitments when someone is con-

veniently late for a next appointment.

And perhaps as legends live on in end-

less time, Johan Cruijff has the simplest and

most helpful observation about how time

works in our day-to-day lives: Soms moet

er iets gebeuren voordat er iets gebeurt

(Sometimes something’s got to happen befo-

re something is going to happen).

What are you taking time for today? ◆

CoLuMn

As I speak to people about how they are experiencing time in the city, they describe fleeting moments that sometimes occur in the midst of chaos.

131

Page 132: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Piet Hein Eek collectie

Met de verkoop van fairtrade producten investeert de

Wereldwinkel in een leefbare wereld voor iedereen. Elk

product uit het assortiment is met zorg en volgens fair-

trade criteria geproduceerd en ingekocht. Zoo ok deze

opvallende manden en schalen van palmhout uit de col-

lectie van Piet hein Eek. deze werden ontworpen samen

met houtbewerkers in Vietnam. Palmhout is voor de

Vietnamese houtbewerkers een mooie en snelgroeien-

de grondstof. nadeel is dat het snel krom trekt. Met een

speciaal ontwerp loste Piet hein Eek dit probleem op. de

manden zijn opgebouwd uit dunne aan elkaar geregen lat-

jes. deze kunnen krimpen en uitzetten wat ze willen, het

product blijft intact!

Piet hein Eek schaal M € 65,-

Piet hein Eek schaal L € 69,-

Piet hein Eek schaal op voet €125,-

Piet hein Eek dienblad € 69,-

Piet hein Eek mand laag €135,-

Piet hein Eek mand hoog € 89,-

Piet hein Eek onderzetter € 25,-

Kijk voor meer informatie op www.wereldwinkels.nl

No House Wine

‘for every sip you take a donation is made’

GeschenkmetVerhaal laat zich al 12 jaar wereldwijd inspi-

reren tot het samenstellen van een zeer gevarieerde col-

lectie maatschappelijk verantwoorde relatiegeschenken.

Verrassende, fairtrade en duurzame geschenken met een

goed verhaal. het verhaal gaat over de makers, de afkomst

van het geschenk en hoe het gemaakt wordt. Bovendien

wordt het project of goede doel nog eens extra onder-

steund doordat een deel van de opbrengst teruggestort

wordt. Zo smaakt deze fairtrade rosé, witte en rode wijn

niet alleen heerlijk, ook gaat voor elke druppel die je drinkt

een bijdrage naar dakloze kinderen van hiV-besmette

families in Zuid-Afrika. de huizen die met de opbrengst

gebouwd worden, zijn bestemd voor de zogenaamde ‘kin-

douders’ die zorgen voor hun jongere broertjes en zusjes.

nhW in fraaie kartonnen geschenkverpakking € 5,90 excl.

btw. ook verkrijgbaar in 2/3-vaks houten kisten of karton-

nen giftsets.

www.geschenkmetverhaal.nl

Piet hein Eek

vanaf

€25,-

no houSE WinE

‘FoR EVERY

SiP You TAKE A

donATion

iS MAdE’

GaDGET TO GET

132 QPQ | 2 • 2010

Page 133: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Wrap itde Filipijnse wrap is een heel bijzonder product. de wraps worden

gemaakt van vezels van de bananenplant en zijn op zeer veel verschil-

lende manieren te dragen, bijvoorbeeld als feestelijk topje, jurk of rok.

de gebruikte stof heet Abaca en wordt volgens een eeuwen oude tra-

ditie gewoven. door industrialisatie is deze traditie bijna verdwenen. Tot

de locale ontwerpster dita Sandico ong speciaal voor gebruik van deze

stof de wraps is gaan ontwikkelen. de traditie blijft hierdoor behouden

en er is meer werkgelegenheid en scholing op het platteland voor de

wevers. Bovendien zijn de werkplekken sterk verbeterd.

Wraps zijn verkrijgbaar vanaf €69,- en zijn te koop bij the hubshop (the-

hubshop.blogspot.com) en via www.tag-accessories.com

Filipijnse

wrap

€69,–

Pharox Flame

LEdLAMP

€18,99

Duurzaam sfeerlicht

het nederlandse bedrijf Lemnis Lighting heeft de Pharox Flame

ledlamp op de nederlandse markt gebracht. deze lamp vervangt de

40 W flame gloeilamp. de nieuwe 5 W flame ledlamp speelt in op de

behoefte van veel consumenten die écht warm licht in hun huiskamer

willen. uit eerder onderzoek dat werd uitgevoerd door intomart GfK,

in opdracht van Lemnis Lighting, bleek dat 53% van de mensen die een

ledlamp aanschaffen hem gebruiken in de woonkamer. deze nieuwe

flame ledlamp leent zich uitstekend om gezellig een boek bij te lezen.

hij geeft warm en zacht licht. de 5 W flame ledlamp bespaart tot 85%

aan energie. uitgaande van vier branduren per dag bespaart hij zo’n

twaalf euro op de totale energierekening. de lamp gaat minimaal 15

jaar mee.

in de winkel is de nieuwe Pharox Flame ledlamp te koop voor 18,99

euro. Voor meer informatie www.mijnpharox.nl

uiT dE MARKT

133

Page 134: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Tekst: Noor Backers | Fotografie: Vivian Keulards

134 QPQ | 2 • 2010

Page 135: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Door de bomen het bos zien

Treemagotchi groeit

Een eerste zeer succesvolle pilot met goede resultaten,

veel aandacht, lof en prijzen geeft geen garantie op

financiers voor de lancering van versie 2.0. Dat heeft

Treemagotchi, een online initiatief om een duurzame

levensstijl te ondersteunen, wel gemerkt. En dan?

Hoe brei je de financiën dan toch recht?

135

Page 136: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Eerder dit jaar stond al een interview gepland met Egon de Bruin, medeoprichter van Treemagotchi, voor nummer 1 van QPQ. Vlak voor de afspraak belde De Bruin op. Er was paniek omdat Treemagotchi niet de verwachtte subsidie kreeg. ‘Te weinig inno-vatief’ was het commentaar. Op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. De online tool is gericht op gedragsverandering. Het verbindt kennis over duurzaam leven aan leuke laagdrempelige acties. En het com-bineert ook nog eens elementen uit de gedragspsychologie met een bedrijfsmatige en ondernemende aanpak. Dus hoezo niet innovatief?

Hoe dan ook moest De Bruin als de wiedeweerga op zoek naar aanvullende financiering. Als we nu met hem spreken blijkt dat het goed is gekomen. “Sneller dan gepland is de focus van onze bron van inkomsten verschoven: van subsidies naar social investors. En met succes. Ook de deelname van bedrijven willen wij snel uitbreiden. Zaken ontwikkelen zich soms anders dan je in het begin verwachtte.”

Het begint echt bij jezelfIn Rwanda plantte De Bruin, samen met medeoprichter

Moniek Zegers, figuurlijk het eerste zaadje voor een duurzame-re wereld. Zij woonden en werkten daar bijna twee jaar als vrij-willigers. De Bruin: “Die ervaring heeft onze kijk op de wereld compleet veranderd. De meest structurele manier om armoede op te lossen ligt namelijk bij ons. Een betere wereld begint écht bij jezelf. Omdat je als Nederlander elke dag thee koopt die op duurzame wijze geproduceerd wordt in bijvoorbeeld Rwanda, lever je een kleine bijdrage aan een duurzame wereld. Of door te stemmen op een partij die de handelsbarrières voor ontwik-kelingslanden wil opheffen.”

Beetje bij beetje veranderden De Bruin en Zegers hun eigen dagelijkse gewoontes. Met het bekijken en aanpassen van hun eigen consumptiegedrag, maar ook door het stellen van vragen aan winkeliers over de productie. Ze zijn niet in groene hei-lige boontjes veranderd, maar maken op een aantal terreinen bewustere keuzes.

Psychologie en bedrijfskunde Zegers en De Bruin zijn een stel, beroepsmatig en in

de liefde. Hij is psycholoog, docent en gespecialiseerd in gedragsveranderingmodellen. Zij is gespecialiseerd in beleid en management en jarenlang projectleider geweest. De Bruin: “In onze zoektocht naar een duurzamer leven von-

hoe werkt Treemagotchi?Treemagotchi helpt mensen om samen met anderen de

duurzame dingen te doen die ze stiekem al van plan waren

maar waar ze nooit aan toekwamen. daarmee dragen ze

op een leuke, snelle en makkelijke manier hun steentje bij

aan een betere wereld.

op de vrolijk vormgegeven site van Treemagotchi krijg je

bij aanmelding een beukennootje. Als je die digitaal plant,

groeit er een heuse boom. doe je mee aan de online acties

dan groeit je boom. Elke twee weken krijg je via e-mail een

oproep om deel te nemen. Acties bijvoorbeeld om je af te

melden voor de papieren versie van de telefoongids, restjes

uit de koelkast op te eten, een petitie te ondertekenen voor

verbetering van de arbeidsomstandigheden van de makers

van je mobiele telefoon of om over te stappen op groene

stroom. Met een paar muisclicks voltooi je de actie(s).

Maar je kunt meer doen door ook deel te nemen aan de

bikkelacties, waarbij je bijvoorbeeld naar een winkel gaat

om een duurzaam product te kopen en een bepaalde

vraag moet stellen aan de winkelier. Zo kun je je boom nog

mooier maken met bijvoorbeeld een appel, eekhoorn of

regenboog. doe je helemaal niets, dan staat je boom er

kaal en met hangende takken bij.

ook de mogelijkheid om je eigen boom te plaatsen op

hyves en Facebook maakt het aantrekkelijk en draagt bij

aan de virale groei van Treemagotchi. heel eenvoudig

nodig je al je vrienden uit ook een boompje te planten. dit

resultaat staat dan in je eigen ‘stamboom’.

Resultaten

Aan de eerste editie namen ruim 16.000 mensen in alle

leeftijdscategorieën deel, die samen meer dan 80.000

acties uitvoerden. En met resultaat; een ruime meer-

derheid van de actieve Treemagotchi-deelnemers heeft

door de acties haar gedrag aangepast. uit onderzoek

blijkt dat zij onder andere meer energie besparen, min-

der vlees eten en het nieuwe Rijden toepassen. 55% van

de ondervraagden zegt enkele dingen nu echt anders te

doen en 4% doet veel dingen echt anders. Begin april is

Treemagotchi 2.0 gelanceerd.

136 QPQ | 2 • 2010

Page 137: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

137

Page 138: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Geef kinderen met een levensbedreiGende ziekte de kracht om kind te zijn. steun doe een wens.

Niek (7) wil graag met het vliegtuig naar Legoland. Dat heeft een magisch effect op ieder kind, maar op Niek in het bijzonder. Het geeft Niek, die vanwege zijn longaandoening te vaak vooral patiënt is, de kracht om kind te zijn. Het verwezenlijken van zijn droom kan voor Niek’s toekomst een wereld van verschil betekenen. Om wensen te vervullen steunt Doe Een Wens op donateurs. Meer donaties betekent dat meer wensen in vervulling gaan. Niek rekent op u. Doe Een Wens Stichting Nederland, bankrekening 36.60.21.222.

Ik ben CF-patiënt

grat

is a

dver

tent

ie

Page 139: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

den we op internet vooral lijstjes met duurzaamheidtips. Noodzakelijk, maar er is meer nodig voor gedragsverande-ring, dachten wij. Steeds meer mensen zien weliswaar in dat als je deel van het probleem bent, je ook deel van de oplossing kunt zijn. Maar weten bete-kent nog niet doen. Mensen ervaren namelijk allerlei drempels. ‘Te druk’, ‘te veel aanbod’, ‘niet weten hoe’, ‘wat maakt mijn individuele actie nou uit?’. Voor die groep wilden wij het mak-kelijker én leuker maken om dingen anders te doen. Uitgegaan van onze eigen kennis, ervaring en kracht zijn we bij vrienden en ons netwerk te rade gegaan.”

En zo werd Treemagotchi geboren. Al onderzoekend pasten ze sociaal- psychologische gedragsmodellen uit de gezondheidszorg toe, maar wel vanuit een ondernemende, bedrijfsmatige aan-pak. De Bruin: “Wij geloven dat mensen door te doen juist hun gedrag veranderen en niet andersom. Het gaat ons om actief leren en het leren van voorbeelden van anderen, zoals je dat in Treemagotchi en in ons businessmodel terugziet.”

doelgroepenEen punt van kritiek op Treemagotchi is dat het alleen

die mensen bereikt die toch al duurzaam willen zijn.

Medeoprichter Egon de Bruin: “We pretenderen ook niet

dat wij de groep ‘die niet wil’ benaderen en bereiken. Wij

benaderen de markt juist vanuit de vraagkant, daar valt nog

ontzettend veel te winnen.”

dat blijkt, want ook bedrijven tonen nu interesse in

Treemagotchi. Bijvoorbeeld als MVo- of hR-tool voor intern

gebruik onder medewerkers of voor externe communicatie.

“het is nu al een geweldig marketingkanaal waar bedrijven

bij een voor hen interessante doelgroep hun producten

en diensten onder de aandacht kunnen brengen. Wij wil-

len graag het Treemagotchi-bos uitbreiden.” Treemagotchi

levert bovendien interessante informatie op over een rele-

vante doelgroep voor marketeers: de cultural creatives.

Vanzelfsprekend verhandelt Treemagotchi geen per-

soonlijke gegevens. “Wij bieden slechts geaggregeerde

informatie aan en bedrijven en organisaties mogen het

Treemagotchi-testpanel inzetten voor het testen van pro-

ducten of diensten. Belangrijk bij deze ontwikkelingen blijft

onze onafhankelijkheid. Bedrijven waar wij mee werken,

moeten aantoonbaar beter scoren op het gebied van duur-

zaamheid dan hun concurrenten.”

139

Page 140: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

140 QPQ | 2 • 2010

Page 141: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Cruciale momentenPrijzengeld blijkt voor startende soci-

aal ondernemingen, en dus ook voor

Treemagotchi, een belangrijke financie-

ringsbron. na een uitgebreide pitch begin

2009, won Treemagotchi de wedstrijd van

de digitale Pioniers Academie. Als beste van

twaalf deelnemende projecten ontving zij

25.000 euro. Later dat jaar won het initiatief

20.000 euro met de ASn Bank Wereldprijs,

gekozen als winnaar uit bijna vijfhonderd

ideeën. Als winnaar van de Terres des Femmes

prijs (van Yves Rocher) ontving medeoprich-

ter Moniek Zegers 2.500 euro. Volgens Egon

de Bruin, de andere oprichter, zit de waarde

van de prijzen niet alleen in het geld. “hoewel

de prijzen een aanzienlijk bedrag vormen, zijn

zij niet het grootste deel van onze begroting.

uiteraard kunnen we niet zonder. Maar ze

zijn ook heel belangrijk omdat ze met goede

adviezen voor ons businessmodel gepaard

gingen. de prijzen kwamen op cruciale

momenten. Momenten waarop het voor ons

erop of eronder was.” dankzij de prijzen kon-

den zij de continuïteit waarborgen en liep het

project geen vertragingen op.

de Bruin: “de prijzengelden kennen slechts

enkele verplichtingen, zoals het zoeken van

extra investeerders, het ontwikkelen en ver-

beteren van de tweede editie en om inter-

nationaal te gaan. Maar die dingen voelen

natuurlijk niet als een verplichting, het brengt

ons ideaal van een duurzamere wereld juist

dichterbij.”

StartkapitaalHoewel De Bruin en Zegers er naar streven financieel onaf-

hankelijk te zijn, is dat volgens De Bruin in de beginfase niet mogelijk. Iedere onderneming heeft startkapitaal nodig. “Subsidies kunnen in de opstartfase een cruciale steun zijn voor sociaal ondernemers. Ons verdienmodel is al doende en lerende ontwikkeld. Het bestond de eerste periode uit subsi-dies en onze eigen persoonlijke inbreng door een jaar onbe-taald te werken. Dit werd later aangevuld met bijdragen van onze contentpartners. Deze partners hebben wij gevraagd bij te dragen naar draagkracht. Ook nu bij versie 2.0 hanteren we de draagkrachtregeling. We passen daarvoor een driedeling in de tarievenkaart toe die afhankelijk is van het type organisatie – of die commercieel is of niet-commercieel -, het aantal fte’s en draagkracht. Voor alle partners geldt dat zij veel voordeel heb-ben van deelname aan Treemagotchi. Dat heeft de eerste editie al wel bewezen.”

Risicomijdend gedragOndanks het vernieuwende concept, het grote succes, alle

positieve media-aandacht en het winnen van prijzen heeft Treemagotchi een lange aanlooptijd nodig gehad voordat finan-ciers haar daadwerkelijk vonden. Deels verklaart De Bruin het uitblijven daarvan doordat Treemagotchi gebaseerd is op concepten uit diverse sectoren. “We gebruiken een groeimodel gebaseerd op andere internetinitiatieven, sociaal-psychologi-sche modellen en bedrijfskunde. Het is een nieuw en vernieu-wend concept, gebaseerd op modellen die in deze internetcon-text slechts deels wetenschappelijk getoetst zijn.” En wat nog niet bekend en bewezen is, zorgt volgens De Bruin voor risi-comijdend gedrag bij financiers. Zo wilde ondanks de innova-tieve en bedrijfsmatige aanpak en de succesvolle pilot een van Nederlands ethische banken geen financiering verstrekken. Zeer verrassend. “Veel startende sociale ondernemingen krij-gen hier mee te maken. Een duidelijke andere verklaring dan het risicomijdende gedrag heb ik daarvoor nog niet gevonden. Gelukkig is de financiële kant nu goed op orde en kijk ik terug op een boeiende en leerzame periode.”

Ondanks de innovatieve en bedrijfsmatige aanpak én een succesvolle pilot, wilde een ethische bank geen financiering geven. Zeer verrassend.

141

Page 142: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

laatGroen

aandacht trekkenjouw

Ze is mooi. Ze verrast je op de meest onverwachte momenten met bijzondere gebeurtenissen. Ze maakt wat in je los.

Kijk, luister, proef en ontdek. Geniet van de geuren, de warmte, de wind en de kleuren.

Natuur in Nederland vraagt om je aandacht! En wij helpen haar daar graag bij. Stichting Bomen Over Leven laat mensen van de natuur genieten en de natuur van de mensen.

Ben je nieuwsgierig geworden? Kijk dan op www.bomenoverleven.nl of neem contact met ons op: Postbus 7124 2701 AC Zoetermeer Telefoon: 079 - 3 515 423 E-mail: [email protected]

Bomen Over Levens t i c h t i n g

Bomen Over Levens t i c h t i n g

*

**

Page 143: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Careholders zijn onmisbaarDat de financiële kant nu goed op orde is, is ook te danken

aan het ontwikkelen van creatieve verdienmodellen. De Bruin: “Om niet te lang afhankelijk te blijven van subsidies, giften en prijzen zijn we sneller dan gepland op zoek gegaan naar social investors. Voor hen organiseerden wij een speciale avond die direct een kring van careholders opleverde.”

In The Hub Amsterdam – waar Treemagotchi kantoor houdt - wordt de term careholder veel gebruikt. Het is een afgeleide van shareholder. “Careholders zijn verstrekkers van zogenaamde Tante Agaath leningen, waarvoor wij 0 tot maximaal 3% rente betalen. Deze meerdere, relatief kleine leningen maken ons als onderneming minder kwetsbaar. Zonder aandeelhouder te zijn, waardoor wij onze onafhankelijkheid behouden, voorzien de careholders ons van adviezen over bijvoorbeeld bedrijfsvoering en maken zij onze financiële continuïteit mogelijk. Zeker nu we gegroeid zijn tot een achtkoppig team is dit nog belangrijker. Het gewaagde en korte-termijn-begroten van het eerste uur ligt achter ons.”

Internationale uitrolVanuit het buitenland bestaat grote interesse in de digitale,

interactieve boom met bijbehorende kabouter en grappige visuals. Noorwegen, België en Zweden hebben voor drie jaar een licentie gekocht om aldaar Treemagotchi-pilots op te zetten. Daarvoor is Kairos Tools (de Stichting achter Treemagotchi) de samenwerking met het internationale Global Action Plan (GAP) aangegaan. De Bruin: “Met onze internet gedragstool en hun kennis en ervaring op het terrein van gedragsverandering en duurzaamheid, sluiten we mooi op elkaar aan. Zodra de organisaties in andere landen omzet maken, ontvangen wij daar een percentage van. Zaak is je partnerlanden en -organisaties goed uit te zoeken. In elk land zijn wij nauw betrokken bij de uitrol, zowel organisatorisch als inhou-delijk. Per land wordt het design, de inhoud en het verdienmo-del waar nodig aangepast. Bovendien wordt een landenplatform opgericht om van elkaar te leren.” Eind dit jaar gaat Treemagotchi in Zweden van start, gevolgd door België en Noorwegen. Daarna volgen Engelstalige landen. ◆

Tante Agaath leningde ‘Tante Agaath lening’ is de meest bekende vorm van startkapitaal. hoewel er in

de volksmond nog steeds gesproken wordt over Tante Agaath, is die naam officieel

komen te vervallen; in de belastingboeken heet deze lening gewoon durf- of startka-

pitaal. Er zijn nog wel steeds dezelfde voorwaarden en voordelen aan verbonden.

de Tante Agaath lening is een lening van een extern persoon, die niet per se een

tante of ander familielid hoeft te zijn, aan een startende ondernemer. Samen maken

zij een voorstel waarbij wordt omschreven hoeveel geld (minimaal 2269 euro) er

geleend wordt en met wat voor doel. het voorstel moet goedgekeurd worden door

de belastingdienst. Want alleen dan is er sprake van een echte Tante Agaath lening.

uiteraard betaalt de startende ondernemer rente, dat is de wettelijk geldende rente.

Voor de geldverstrekker heeft deze lening fiscale voordelen, tot een maximum van

ruim 55.000 euro.

Meer info: www.belastingdienst.nl/zakelijk

BV of stichting?Kairos Tools wil laagdrempelige, slimme tools ontwikkelen om mensen structureel

hun gedrag te laten veranderen voor een duurzamere levensstijl. Treemagotchi is

hun eerste grote project. “Kairos Tools is een stichting. Een bewuste keuze die moest

zorgen voor een goede uitstraling, laagdrempeligheid en vertrouwen. We wilden

dat ook nGo’s bij ons zouden aankloppen. het streven naar winstmaximalisatie bij

een BV-vorm zou in het begin wel eens teveel kunnen afschrikken en bovendien is

winstmaximalisatie niet ons primaire doel. Toch kan ik me voorstellen dat we in de

toekomst overstappen naar een Stichting-BV-constructie, waarbij de BV ten dienste

komt te staan van Kairos Tools. het nadeel van een stichting? je valt buiten de borg-

stelling van de gemeente en die heb je nodig om financiering bij banken te krijgen.

Zonder borgstelling wordt dat heel lastig, zeker als organisatie zonder voorraad en

onderpand. Veel internetprojecten zoeken daarom andere manieren van financie-

ring, zoals crowdfunding. daarbij brengt het publiek via internet haar geld en krach-

ten samen om andermans initiatieven of organisaties financieel te ondersteunen.

Steeds meer mensen zien dat als je deel van het probleem bent, je ook deel van de oplossing kunt zijn.

143

Page 144: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

144 QPQ | 2 • 2010

Page 145: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Leven in het teken van een andere economie

van bankier tot Boeddhist

ViSionAiR

Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Isabel Nabuurs145

Page 146: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

”We moeten af van het korte termijn denken, het denken in cijfertjes en omzetten.” Het zijn wijze woorden, die een extra lading krijgen als je ze uit de mond hoort van een voormalig bankdirecteur.

Sander Tideman (1959) werkte bijna tien jaar bij de ABN AMRO toen het begon te ‘knellen’. In zijn baan vond hij niet meer wat hij zocht. Hij had in China bij de bank gewerkt en daar gezien dat het een keer mis móest gaan. Bij terugkomst in Nederland kreeg hij steeds meer het gevoel dat er iets niet klop-te. De stap naar ‘buiten’ was voor Tideman daarom onvermij-delijk, vertelt hij in zijn huiskamer in Bussum.

Dat hij is gestopt bij de bank heeft zeker ook te maken met zijn boeddhistische idealen. Die vielen uiteindelijk niet meer te rijmen met die van de bank. “Door mijn boeddhistische studie vertrouwde ik op een ander soort wetmatigheid: als je maar je hart volgt, en doet wat je het liefste wil dan komt het altijd wel goed.”

En dat is ook gebeurd. Want sinds het begin van deze eeuw staat zijn leven in het teken van een ‘andere economie’. Een die is gebaseerd op duurzaamheid en sociale waarden. Als consu-lent en oprichter van de Global Leaders Academy (GLA) is hij bezig een mondiaal netwerk op te richten van mensen die - net als hij - streven naar verandering. Zo organiseerde hij voor de GLA verschillende conferenties waar onder anderen de Dalai Lama in hoogsteigen persoon, Ruud Lubbers en Herman Wijffels kwamen spreken.

Ziet u reden voor optimisme nu het ‘zeepbelkapitalisme’ is geknapt?

“Toen ik bij de bank werkte sprak ik mijn baas een keer over mijn ideeën omtrent duurzaamheid. Zijn antwoord was: ‘Joh, vergeet dat. Als je hogerop wilt komen, moet je aan de kant zitten waar geld wordt verdiend en niet daar waar geld wordt

uitgegeven’. Zo schetste hij toen het dilemma. En eerlijk gezegd denk ik dat er nog steeds heel veel mensen zijn die daar - mis-schien stiekem - hetzelfde over denken. Ze hebben alleen geleerd er anders over te praten. En binnen de huidige spelre-gels van het kapitalisme geef ik ze niet echt ongelijk.”

“Als jij het goed wilt doen bij een groot bedrijf, dan is geld verdienen nog steeds je eerste prioriteit, want daar word je op afgerekend. We sluiten collectief onze ogen voor deze werkelijk-heid, en daarmee ook voor al die mensen die aan de verkeerde kant van de streep staan.” Is er volgens u dan zo weinig veranderd?

“Door de ineenstorting van de financiële markten is het veel mensen duidelijk geworden dat er iets niet klopt. Maar ik merk dat er wezenlijk maar heel weinig verandert. Dat heeft vooral te maken met onze leiders en overheden, die vinden het vervelend dat ze het systeem moeten gaan omgooien. Ze hopen dat ze het ‘spelletje’ snel weer op dezelfde manier kunnen spelen. Die manier van denken zie ik steeds meer als mijn tegenstander.”

Maar als bankier heeft u dat spel zelf ook lang gespeeld. Wat is er gebeurd?

“In de jaren negentig werkte ik bij ABN AMRO in Azië, dage-lijks ging het over groei en omzet. Zelf deed ik daar natuurlijk hard aan mee. Maar in China zag ik voor het eerst dat het eco-nomische model waar wij hier in het westen voor staan, andere waarden vernietigt.”

“Het werd mij duidelijk dat de olietanker van het kapitalisme een keer tegen een ijsberg aan moest komen. Ik zag in China, en in andere Aziatische landen waar ik werkte, hoe dat systeem van korOok publiceerde hij verschillende boeken, waaronder ‘Mind over matter. Van zeepbelkapitalisme naar economie met een hart’. Hierin analyseert Tideman de fouten van ons kapita-listisch systeem, en komt hij met oplossingen.

Ruim tien jaar was hij vooraanstaand bankier toen Sander Tideman

aan het begin van deze eeuw het roer compleet omgooide. Sindsdien

pleit hij voor een andere economie, een die is gebaseerd op

duurzaamheid en sociale waarden. Door de ineenstorting van de

financiële wereld is zijn visie actueler dan ooit. “Het kan anders, we

kunnen dit fiksen, we kunnen het zelfs veel beter maken.”

146 QPQ | 2 • 2010

Page 147: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

De olietanker van het kapitalisme moest een keer tegen een ijsberg aankomen.

147

Page 148: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Gezocht: Maatjes m/vDiana: “Hans raakte door zijn ziekte in een isolement. Nu gaan we er samen op uit. En als hij zich wat minder voelt, dan doen we thuis iets leuk.” Diana is Maatje. Ook u kunt Maatje zijn, bijvoorbeeld voor een tienermoeder, een vluchteling

of iemand met een beperking. Gewoon om diegene tijdelijk een steuntje in de rug te geven. Als mentor, als coach, als Maatje! Ontdek, net als Diana, dat dit voor allebei hele leuke momenten oplevert.

Zoek waar u nodig bent: www.ikwordmaatje.nl

Ik wil meer zijndan alleen patiënt

Ik neem je mee op pad

Page 149: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Ziet u reden voor optimisme nu het ‘zeepbelkapitalisme’ is geknapt?

“Toen ik bij de bank werkte sprak ik mijn baas een keer over mijn ideeën omtrent duurzaamheid. Zijn antwoord was: ‘Joh, vergeet dat. Als je hogerop wilt komen, moet je aan de kant zitten waar geld wordt verdiend en niet daar waar geld wordt uitgegeven’. Zo schetste hij toen het dilemma. En eerlijk gezegd denk ik dat er nog steeds heel veel mensen zijn die daar - mis-schien stiekem - hetzelfde over denken. Ze hebben alleen geleerd er anders over te praten. En binnen de huidige spelre-gels van het kapitalisme geef ik ze niet echt ongelijk.”

“Als jij het goed wilt doen bij een groot bedrijf, dan is geld verdienen nog steeds je eerste prioriteit, want daar word je op afgerekend. We sluiten collectief onze ogen voor deze werkelijk-heid, en daarmee ook voor al die mensen die aan de verkeerde kant van de streep staan.”

Is er volgens u dan zo weinig veranderd?“Door de ineenstorting van de financiële markten is het veel

mensen duidelijk geworden dat er iets niet klopt. Maar ik merk dat er wezenlijk maar heel weinig verandert. Dat heeft vooral te maken met onze leiders en overheden, die vinden het vervelend dat ze het systeem moeten gaan omgooien. Ze hopen dat ze het ‘ spelletje’ snel weer op dezelfde manier kunnen spelen. Die manier van denken zie ik steeds meer als mijn tegenstander.”

Maar als bankier heeft u dat spel zelf ook lang gespeeld. Wat is er gebeurd?

“In de jaren negentig werkte ik bij ABN AMRO in Azië, dage-lijks ging het over groei en omzet. Zelf deed ik daar natuurlijk hard aan mee. Maar in China zag ik voor het eerst dat het

economische model waar wij hier in het westen voor staan, andere waarden vernietigt.”

“Het werd mij duidelijk dat de olietanker van het kapitalisme een keer tegen een ijsberg aan moest komen. Ik zag in China, en in andere Aziatische landen waar ik werkte, hoe dat systeem van korte termijn denken de natuur opslokte en ook letterlijk vernietigde. Samenlevingen werden ontwricht. Mensen wer-den in eerste instantie wel uit een bepaald niveau van armoede gehaald, maar het verschil tussen arm en rijk werd gelijk veel groter.”

Is er een bepaald punt geweest dat u zich dit realiseerde?“Ik herinner me het moment dat de schellen echt van mijn

ogen gevallen zijn: Als vertegenwoordiger van de bank was ik in gesprek met de burgermeester van Shanghai. Die zei: ‘Ziet u dat gebied daar achter ons?’ De gemeenteambtenaren wezen op een stuk grond dat ongeveer zo groot was als de provincie Utrecht. ‘Daar gaan we een speciale economische zone bou-wen’, vervolgden ze. Maar er was nog niks: er woonden boeren die met ossenkarren het land bewerkten, hier en daar stond een taoïstisch tempeltje. Ik dacht nog: dat zal zo’n vaart niet lopen, maar zes maanden later was dat hele stuk grond platge-walst, geasfalteerd, en stonden er fabrieken van Philips en Akzo Nobel.”

Waarom raakte u dit zo?“Banken en bedrijven die op dat terrein werkzaam waren,

rapporteerden alleen maar winsten, iedereen was waanzinnig enthousiast. Maar als je daar rondliep en je bezocht die gebie-den, dan zag je ook veel schade: binnen een jaar was er gigan-tische lucht- en watervervuiling. En de boeren die eerst op de rijstvelden werkten, zaten nu in fabrieken waar ze het daglicht niet meer zagen. Die schaduwzijde zag je nergens in al die sta-tistieken terugkomen. Die wilden we als bank ook niet zien: een groot commercieel bedrijf bestaat immers dankzij dat principe. Maar ik besefte me dat dit systeem eindig moest zijn, vanaf dat moment ben ik me steeds meer gaan verdiepen in duurzame ontwikkeling.”

Helemaal onverwacht kwam deze ommezwaai in denken voor Tideman niet. Zijn eerste ‘ommekeermoment’ had hij toen hij tijdens zijn studietijd met een vriend een reis maakte naar India en Tibet. Daar zag hij Tibetaanse vluchtelingen, die ondanks alle ellende, toch hoopvol waren. Ook ontmoette hij tijdens die reis de Dalai Lama, dat maakte grote indruk.

Sander TidemanSander Tideman studeerde internationaal economisch recht in

utrecht en Londen. nadien werkte hij in de advocatuur en de bankwe-

reld. hij was onder meer landenmanager van ABn AMRo Bank in China.

hij werkte ook als internationaal fondsmanager bij Triodos Bank. Sinds

2001 is hij adviseur bij grote ondernemingen op het vlak van duurzaam-

heid en leiderschap. ook richtte hij de Stichting Bridge Fund op, die

duurzame ontwikkeling ondersteunt in Tibet en China. Sinds 2007 leidt

hij de Global Leaders Academy, een wereldwijd netwerk voor leidingge-

venden rondom duurzaam ondernemen.

Wij subsidiëren het onverantwoorde gedrag van de speculanten.

149

Page 150: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Na zijn reis verdiepte Tideman zich steeds meer in het boed-dhisme. In de zelfde tijd begon hij als bankier en maakte snel carrière in de bankenwereld. Tideman was voorbestemd voor de top. ‘De enige weg is omhoog’, hoorde hij voortdurend. Na vijf jaar werken als Chief Representative voor de ABN AMRO in China keerde hij terug naar in Amsterdam. Daar merkte hij dat zijn idealen hem flink in de weg gingen zitten.

Hoe valt het beroep van bankier te rijmen met uw boed-dhistische idealen?

“Boeddhisme is een innerlijk pad. Wat voor werk je doet, dat doet er eigenlijk niet toe. Maar ik kan me voorstellen dat het lastiger wordt als je werkt als slachter of in een casino.”

Verklaarden ze u bij de bank niet voor gek als u zich even terugtrok om te mediteren?

“In het begin ben je gewoon jong en veelbelovend, dan dach-ten ze: die doet wat rare dingen erbij, maar die krijgen we wel in het gareel, of zoiets. Maar toen ik terugkwam in Nederland, en ik opeens honderd procent ‘bankwerk’ moest doen, begon het echt te knellen.”

“Met een klein groepje was ik op weg naar een hogere functie. We moesten duidelijk maken wat we binnen de groep konden bijdragen, anders word je niet meer geaccepteerd. Ik dacht: er zijn zoveel jongens die op mijn stoel willen zitten, en ik wil het niet eens echt. Dit is niet eerlijk.”U doet in uw laatste boek een oproep voor een nieuwe, andere economie. Heeft het kapitalisme voor u afgedaan?

“Ik geloof dat een aantal principes van het kapitalisme heel goed werkt, maar er zitten ook grote ontwerpfouten in. Hoe meet je bijvoorbeeld groei? We zijn puur en alleen omzet aan het meten, maar daarmee meet je niet de gezondheid van een systeem. Als je alleen maar meet hoeveel je eet, en niet wát je eet. Tja, dat is een beetje dom. De huidige economie werkt zo heel kortzichtig. Het meetsysteem moet anders. We moeten ook gaan kijken naar andere dingen. Hoe zitten mensen in hun vel? Wat is de sfeer op de werkvloer? Dat kun je allemaal al meten, het gebeurt alleen nog niet op grote schaal.”

“Ook het geldsysteem moet anders. Door de financiële crisis is een bedrag met twaalf nullen verdampt en het systeem wordt nu weer gewoon opgestart. Hoe gaan ze dat oplossen? Door mensen zoals jij en ik meer te belasten. Naar mijn idee is dit een grote onethische ontwerpfout.”

Hoe zou het dan anders kunnen?“Je zou een kapitalistisch systeem kunnen bedenken waarbij er

een aansprakelijkheidsrelatie bestaat tussen banken en de overheid. Consumenten en overheden houden dan zeggenschap over het systeem. Nu is het algemeen heersende beeld: we moeten de vrije markt weer zijn werk laten doen. Maar die markt is helemaal niet vrij! Zonder onze toestemming subsidiëren wij het onverantwoorde gedrag van de speculanten.” (in de vorm van belasting, red.)Waarom zegt u niet gewoon dat het kapitalisme niet deugt?

“Ik vind het best dat banken kredieten uitzetten en dat er methodes zijn waardoor ze snel geld heen en weer kunnen sluizen, dat is allemaal prima. Ik ben niet tegen banken of de vrijheid van kapitaal. Maar dat geld is niet exclusief van ban-ken. Het is ook van de samenleving. Dus je moet tegelijkertijd regels creëren zodat de samenleving er niet onder kan leiden,

In China zag ik voor het eerst dat het economische model waar wij hier in het Westen voor staan, andere waarden vernietigt.

150 QPQ | 2 • 2010

Page 151: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Bruto nationaal Gelukde regering van Bhutan vroeg Sander Tideman hen te adviseren bij

hun economische motto ‘Bruto nationaal Geluk’, dat leidde in 2004 tot

de eerste BnG Conferentie in Bhutan.

op de ranglijst van rijkste landen ter wereld staat Bhutan op de 192e

plaats, het BnP per hoofd van de bevolking is meer dan twintig keer

zo laag als in nederland. Tideman: ”het land is heel lang een geïso-

leerd landje geweest, pas een jaar of vijftien geleden werden de eer-

ste westerse economen toegelaten. die zeiden: jullie zijn een vreselijk

arm land, vergelijkbaar met een derde wereld land. Maar de koning

van Bhutan zei toen: wij vinden dat BnP van jou helemaal niet zo inte-

ressant, het meet niet de dingen die wij belangrijk vinden. Wij meten

geluk. Zo kwam de term BnG in de wereld, als een tegenhanger van

het BnP.”

Bhutan kreeg vanuit het westen veel kritiek te verduren, vertelt

Tideman. Maar hij moedigde ze juist aan om hun BnG te promoten:

“ik zei: jullie BnG is van een hogere orde. in het westen zitten we

nog op het niveau van het meten van materiële omzet, bij jullie gaat

het om duurzaamheid en welzijn. Vervolgens vroegen ze Tideman een

conferentie te organiseren over het BnG, inmiddels zijn er al meerdere

conferenties geweest.

“het interessante is tegelijkertijd ook het tragische: er is heel veel ken-

nis over hoe je geluk kunt meten, maar waarom houdt alleen Bhutan en

een provincie van Canada zich daarmee bezig? Sarkozy heeft gepro-

beerd het in te voeren, maar stuitte op allerlei weerstand. Een nieuw

systeem invoeren werd te duur bevonden. Maar wie doet het dan wel?”

je kunt de vraag stellen of de mensen in het arme Bhutan wel geluk-

kig zijn. is daar niet meer voor nodig dan boeddhistische leefregels?

Tideman erkent dat er in Bhutan zeker nog veel moet gebeuren. Zo

wisten de leiders bij de conferentie in 2004 nog niet precies hoe ze dat

gingen doen: geluk meten.

Maar voor Tideman gaat het om de boodschap die erachter schuilt:

“Een goede werksfeer op kantoor en werk doen dat je leuk vindt. het

wordt steeds belangrijker gevonden. Maar als je daar als leider niet op

stuurt dan verandert er niks, en daar heb je die indicatoren voor nodig.

dat is niet iets oosters, wat ver weg in Bhutan gebeurt, maar het is iets

dat in ons zit. je hoeft het alleen te ontwaken.”

151

Page 152: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

giro 300www.hartstichting.nl

Page 153: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

dat is eigenlijk alles. Je hoeft niet het hele systeem op z’n kop zetten, al zullen banken natuurlijk gelijk zeggen dat je toornt aan de basisbeginselen.”

“Ik denk dat het mogelijk is met onze intelligentie als mens om een systeem te vinden dat het beste van het kapitalisme en het beste van het socialisme kan verenigen. Het kan anders, we kunnen het fiksen, we kunnen het zelfs veel beter maken. We moeten niet terug naar het verleden.”

Wie gaat dat voor ons doen? U?“Dit vraagstuk is mijn levenswerk geworden, maar ik geloof

dat het niet zo snel zal gaan. Generaties na mij zullen zich er ook nog mee bezig moeten houden.” Hij lacht verlegen en ver-volgt dan: “Ik geloof dat iedereen een bijdrage kan leveren, maar we wachten nu allemaal een beetje op elkaar. Het is in zekere zin daarom echt een leiderschapsvraagstuk.”

Wachten we op iemand die ons de weg wijst?“Ja! Ik geloof dat er veel behoefte is aan een bepaald soort

leiderschap. Maar de leiders staan niet op, of durven niet op te staan. Dat is ook heel eng: Mijn generatie - de babyboomers - heeft alleen maar groei gezien. Zij zijn nu aan de macht, en denken: Ga ik nu, tegen de bierkaai in, vernietigen waar ik al die jaren in heb geloofd?”

Hoe ziet de nieuwe leider er volgens u uit?“Het gaat erom dat we talenten anders gaan benutten. We

moeten het innerlijk proces meer gaan stimuleren, daar worden we zeker creatiever door. En vanuit creativiteit vinden we de oplossingen voor de problemen die er nu zijn. Met de Global Leaders Academy houd ik mij hiermee bezig, en ik hoop dat deze beweging ook maatschappelijk gaat plaatsvinden.”

“In het westen hebben we nog steeds niet de connectie tus-sen leiderschap en persoonlijke ontwikkeling gemaakt. Met de GLA willen we mensen trainen dat wel te doen: wat is je ver-antwoordelijkheid als leider precies? Het gaat daarbij om veel meer dan targets halen en winsten maximaliseren. Het gaat om ethiek en bewustzijnsprocessen.”

Begint dat besef niet steeds meer door te dringen in de samenleving?

“Ja, het gebeurt al. Bijvoorbeeld door opkomst van zoiets als Twitter. Als je ziet hoeveel creatieve ideeën daar rondvliegen. Dat was tien jaar geleden ondenkbaar geweest. Mensen worden wakker. Ze gaan niet meer wachten tot hun bazen het allemaal hebben uitgevogeld, ze willen het zelf doen.”

“Maar dat proces moet de overheid naar mijn idee veel radica-ler ondersteunen. Ze moeten het creatieve oplossingspotentieel dat er onder de Nederlandse bevolking leeft aanzwengelen. Ik zou zelfs zeggen: Overheid, dat is je taak numero een.” ◆

Ons systeem van korte termijn denken vernietigt de natuur. Letterlijk. Samenlevingen worden ontwricht, het verschil tussen arm en rijk wordt vergroot.

153

Page 154: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

154 QPQ | 2 • 2010

Page 155: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

155

Page 156: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer
Page 157: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Good & Green Guide amsterdam

Tekst: Marieke van der Velden

157

LEVEn, LiEFdE & LoL

Page 158: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

1

2

3

4

5

106

7

8

7 km

9

11

12

1314

15

17

18

19

20

21

22

Waar kun je terecht om goed te doen voor jezelf en een ander? Op een groene manier natuurlijk en in de breedste zin van het woord? Waar koop je biologisch eten, waar verhuren ze elektrische vervoersmiddelen, waar vind je gelijkgestemden en waar koop je schoenen die het milieu niet belasten?In Leven, Liefde & Lol vind je in iedere QPQ adressen uit één bepaalde stad. Deze keer: Amsterdam. In samenwerking met de Good & Green Guide Amsterdam, de gids die het je makkelijk maakt te genieten, goed te doen en groen bezig te zijn. Dat het steeds makkelijker wordt om goed en groen te zijn, blijkt uit het enorme aanbod in deze gids: fair trade winkels, biologisch eten, ecokleding, natuurlijke cosmetica, vegeta-rische restaurants en groene hotels. Rotterdam, Utrecht en Den Haag zijn de volgend steden waarvoor een Good&Green Guide in de maak is.

158 QPQ | 2 • 2010

Page 159: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

16

01 Amsterdam Elektrische TaxistandplaatsPrins Hendrikplantsoen (het busplatform t.o. Centraal Station)1012 LG Amsterdam (nabij CS)

02 Zero Bikes AmsterdamH.J.E. Wenckebachweg 6651096 AK AmsterdamT 020 4624957www.zerobikesamsterdam.nl

03 Boot Huren AmsterdamKorte Prinsengracht 481013 GT AmsterdamT 020 6247635www.boothurenamsterdam.com

04 Lovers Fuel Cell Boat Prins Hendrikkade 251012 TM AmsterdamT 020 5305412www.lovers.nl

Fitness Snackbar Jacky Simons www.fitnesssnackbar.blogspot.com

05 Bioscoop Het Ketelhuis Cultuurpark Westergasfabriek Pazzanistraat 41014 DB AmsterdamT 020 6840090 www.ketelhuis.nl

06 Utrechtsestraat, Klimaatstraat www.amsterdamsmartcity.nl

De groene fietsroute: Ontdek Amsterdam, de stad van de fietsers Te downloaden op:

www.fietsen.123.nl/entry/8044/ontdek- amsterdam-de-stad-van-de-fietsers

Boek een daklozentour met Ed www.daklozentour.nlT 06 43643047

07 Eco-logisch Van Slingelandtplein 91051 DD AmsterdamT 020 6823707 www.eco-logisch.nl

08 DecorumHerwijk 121046 BC AmsterdamT 020 6117905 www.decorum.nl

09 Lien en Giel Prinsenstraat 11 1015 DA Amsterdam T 020 4234544 www.lienengiel.nl

10 Lien en Giel Utrechtsestraat 50

1017 VP AmsterdamT 020 6205524www.lienengiel.nl

11 De Loenatix ShopJan Pieter Heijestraat 1291054 ME Amsterdam T 020 3302320 www.loenatix.nl

12 Loenatique Jan Pieter Heijestraat 79-811053 GM AmsterdamT 020 3301833www.loenatique.nl

13 Fates Herenstraat 19 1015 BZ Amsterdam T 020 6240500www.fates.nl

14 Vega-Life Blauwburgwal 13 1015 AS AmsterdamT 020 6204097www.vega-life.nl

15 Estafette, de biologische eetwinkel2e Hugo de Grootstraat 9-11 1052 LA AmsterdamT 020 6842940 www.estafettewinkel.nl

16 Estafette, de biologische eetwinkel Oostelijke Handelskade 1043

1019 BW AmsterdamT 020 4199800www.estafettewinkel.nl

17 The Hub Westerstraat 1871015 MA AmsterdamT 020 4274283 http://amsterdam.the-hub.net/public/

18 Openbare Bibliotheek Amsterdam Oosterdokskade 1431011 DL AmsterdamT 020 5230709 www.oba.nl

19 Coffee Company Ceintuurbaanhoek Ceintuurbaan / van Woustraat 92 1073 LP Amsterdam T 020 4706736 www.coffeecompany.nl

20 Coffee Company Ferdinand Bolstraat Ferdinand Bolstraat 38 1072 LK Amsterdam T 020 5730000www.coffeecompany.nl

21 Grand Café De Balie (niet in Good & Green Guide)Kleine-Gartmanplantsoen 10 1017 RR Amsterdam T 020 5535151www.debalie.nl

22 Cafe -Restaurant Dauphine (niet in Good & Green Guide)Prins Bernhardplein 175 1097 BL Amsterdam T 020 4621646www.caferestaurantdauphine.nl

LEVEn, LiEFdE & LoL

159

Page 160: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Vervoer

01 Amsterdam Elektrische TaxistandplaatsTwee elektrische Tuk-Tuks, twee elektrische Clean Cabs en

een elektrische Motor Cab vormen samen de uitrusting van de elektrische taxistandplaats tussen het Centraal Station en het Victoria Hotel. Een prima oplossing voor korte en schone ritjes in het centrum van Amsterdam. Elektriciteit wordt geleverd via MisterGreen (www.mistergreen.nl) en Elektrobay, een slim elektrisch oplaadpunt op openbare locaties.

02 Zero Bikes AmsterdamOntdek Amsterdam op een elektrische scooter. Charmant, prak-

tisch en zonder uitstoot. Wat wil je nog meer? Neem rijbewijs en creditcard mee.

03 Boot Huren AmsterdamEen boot huren, zelf door de grachten varen, 100% CO2-neu-

traal? Dat kan via dit bedrijf. Alle CO2 wordt gecompenseerd middels gecertificeerde CO2-reductie programma’s.

04 Lovers Fuel Cell Boat Een wereldprimeur in de Amsterdamse grachten: Rederij

Lovers introduceert een emissievrije rondvaartboot. De Nemo H2 is speciaal ontworpen en gebouwd voor het varen op water-stof en produceert geen stank, lawaai of CO2. Voor meer infor-matie kijk op de website of vraag naar Freek Vermeulen.

Een bijzondere ervaring

Fitness Snackbar Jacky Simons Energie opwekken terwijl je sport? Een sinaasappel uitper-

sen terwijl je fietst, een smoothie produceren terwijl je roeit. Probeer het in de FitnessSnackbar, een mobiele fitness stu-dio die beweging omzet in energie en vervolgens in gezonde snacks. Oprichtster Jacky Simons: “Ik raakte gefascineerd door de verspilling van energie in een sportschool. De energie die wordt opgewekt moet toch ergens nuttig voor zijn?” Inmiddels is er ook een waterfietsbioscoop en een heetwatertandem. De mobiele fitnesssnackbar is te huur.

05 Bioscoop Het Ketelhuis Vooral Nederlandse films en Europese arthouse. Met mede-

werking van het creatieve platform Strawberry Earth in 2009 omgevormd tot ecovriendelijke bioscoop. Hard op weg nog eco-vriendelijker te worden: de energiekosten die de komende tien jaar bespaard worden door de ecomake-over gaan rechtstreeks naar milieuvriendelijke doelen. Buiten al dit groens is het ook vooral een stijlvol ingerichte en gezellige plek om af te spreken.

06 Utrechtsestraat, Klimaatstraat Een typisch Amsterdamse winkelstraat - smal, druk, bomvol

winkels, horeca, mensen en verkeer - omvormen tot een klimaat-straat? Een aantal plaatselijke instellingen buigt zich sinds juni 2009 over de vraag welke technologieën en samenwerkingsver-banden het beste werken om op grote schaal stedelijke straten te verduurzamen. Zowel zichtbaar als achter de schermen wordt de straat, beetje bij beetje, getransformeerd. Let eens op afvalcon-tainers, straat- en gevelverlichting en tramhaltes.

De groene fietsroute: Ontdek Amsterdam, de stad van de fietsersTe downloaden op: www.fietsen.123.nl/entry/8044/ontdek-amster-dam-de-stad-van-de-fietsers

De groene fietsroute gaat door de historische binnenstad en een aantal stadswijken en laat zien dat Amsterdam een groe-ne stad is. Fietsen en Amsterdam horen bij elkaar. De tekst geeft informatie over Amsterdam en over de maatregelen die zijn genomen om fietsen in de stad zo prettig en veilig moge-lijk te maken. De route is 37 km en begint en eindigt in het Vondelpark.

Boek een daklozentour met Ed Ed vertelt: “Ik ben dakloos maar blijf lachen en knokken voor

een beter bestaan en daarom ben ik daklozentour.nl begon-nen.” Zijn rondleidingen bieden je een kijkje in het leven van een dakloze en laten je tegelijkertijd de verschillende gezichten van Amsterdam zien.

Voor kantoor en thuis

07 Eco-logisch Winkel, webwinkel en groothandel met milieuvriendelij-

ke producten voor in en rond je huis en bedrijf. Inclusief een bouwmarkt met online ecokennisbank, discussieforum en bedrijfsoplossingen.

08 DecorumHuren in plaats van kopen is een duurzame oplossing voor de inrichting van werkplekken. Decorum verhuurt tijdelijke kan-toorinrichting voor kantoor, beurzen en evenementen, en ver-koopt gebruikt kantoormeubilair. Een deel van de collectie is al gebaseerd op het cradle to cradle principe: design op basis van volledig afbreekbare materialen die steeds weer teruggegeven kunnen worden aan technische of biologische kringlopen. Zo wordt afval weer voedsel en blijven materialen eindeloos her-bruikbaar.

Tekst: Marieke van der Velden

160 QPQ | 2 • 2010

Page 161: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Winkelen

09-10 Lien en Giel Kleurrijke mode voor een goede prijs, gemaakt in ontwik-

kelingslanden. Fair trade maar niet gecertificeerd. In hun col-lectie ook speciale bloemenlaarzen, die op kuitmaat gemaakt kunnen worden.

11-12 De Loenatix Shop / Loenatique Crazy shirts for Crazy people: Loenatix verkoopt produc-

ten die door de eigen medewerkers - langdurig werklozen en mensen met een psychische beperking - bedacht, ontworpen en vervaardigd zijn. Alles gebeurt in eigen beheer: van vormgeving en webdesign tot ontwerpen en bedrukken van producten en inrichting. Een paar deuren verderop zit hun tweede creatieve winkel: Loenatique. Hier worden zelfgemaakte of gepimpte dames- en kinderkleding, jassen, tassen, sieraden en keramiek verkocht. Wil je kennis maken met het creatieve atelier en de projecten, bel dan Brigitte Rood voor een afspraak.

13 Fates Fair trade- en ecotassen, sjaals en sieraden. Het doel van

Fates is eenvoudig: verkopen van mooie en exclusieve mode-accessoires, gemaakt met oog en zorg voor mens, dier en milieu. De eerste winkel van Fates werd in oktober 2005 geopend in Leiden, in 2006 en 2007 volgden Amsterdam en Zwitserland.

14 Vega-Life (Web)winkel met gevarieerd, vegetarisch verantwoord assor-

timent, van schoenen tot boeken, van persoonlijke verzor-ging tot dierenvoer. De meeste producten zijn ook veganis-tisch, zoveel mogelijk biologisch en fair trade. Je kunt je er over verbazen - want wat precies is een vegetarische schoen? - maar hier ligt die dus in de schappen. Het materiaal van zo’n schoen is veel minder milieubelastend dan leer, want om leer te looien worden veel zware metalen gebruikt. De schoen heeft een katoenen basis waardoor die voor 75 pro-cent afbreekbaar is. Misschien niet superhip maar zeker wel modern en helemaal van deze tijd. Hoog tijd dus, nu er voor veel ongezonde materialen een groen alternatief bestaat, dat er meer van dit soort winkels komen. En dan voor elke smaak wat wils.

15-16 Estafette, de biologische eetwinkelEetwinkels met uitgebreid assortiment dagelijkse boodschap-

pen; alle producten zijn afkomstig uit de biologische en biolo-gisch-dynamische landbouw. Uitgestald op een manier die je het water in de mond doet lopen.

Ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers

Wat is de top 5 van ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers in Amsterdam? Waar heb je grote kans andere sociaal ondernemers te treffen? En welke locaties zijn goed bereikbaar, werkbaar èn gezellig, met goede koffie en als het even meezit ook Wi-Fi?

17 The Hub Ontmoetings- en werkplek voor sociaal ondernemers. Hier

komen ruimte, middelen, connecties, kennis en ervaring samen om goede ideeën te verwezenlijken. Ben je lid van The Hub dan kun je wereldwijd terecht: online contact met andere leden en offline in andere steden. Ook als niet-lid kun je hier werken, je betaalt per dagdeel.

18 Openbare Bibliotheek Amsterdam De OBA heeft in 2008 de prijs gewonnen voor het meest

duurzame publiek toegankelijke gebouw van Amsterdam. Het is groot en modern ingericht; overal zitten mensen te lezen en te werken. Het restaurant op de bovenste verdieping biedt eer-steklas uitzicht over de stad. Ook vergaderzalen te huur.

Coffee Company Zeventien filialen in Amsterdam waaronder:

19-20 Coffee Company De koffie die hier wordt geserveerd is gemaakt met respect

voor mens en natuur. De Coffee Companies scoren goed bij zzp’ers omdat je hier (meestal) rustig kunt praten en dus prima kunt afspreken voor zakelijk overleg, en vanwege de lekkere koffie in de juiste afmeting - een flinke bak, geen gedoe - en de strakke en stoere inrichting.

21 Grand Café De Balie (niet in Good & Green Guide)Op de begane grond van De Balie zit het Grand Café waar

behalve diverse koffie, biologische sappen en speciaal bier van Brouwerij ’t IJ ook lunch en diner geserveerd worden. Creatieve en eigenzinnige sfeer, goede setting voor afspraken.

22 Café-Restaurant Dauphine (niet in Good & Green Guide)Dauphine - de naam refereert aan de jaren ’50 Renault auto

- is gevestigd in de voormalige Renault-garage tegenover het Amstel Station. Een populaire ontmoetingsplek met kosmo-politische uitstraling. In hetzelfde gebouw zijn onder meer ook Het Financieele Dagblad en BNR Nieuwsradio gevestigd.

161

LEVEn, LiEFdE & LoL

Page 162: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Restaurant As, Amsterdam

Alle groenten worden geleverd door boeren en kassen uit de regio, de vis komt vers uit het Franse Bretagne, de kazen en worsten uit Italië.

162 QPQ | 2 • 2010

Page 163: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

GELEijnSE En VAn BEnThEM ETEn uiT

Goed eten vult niet alleen de maag, maar ook de geest

“Ham en salami! Met olijfjes en radijsjes.” Enigszins nonchalant

zet het bedienende meisje een bord tussen ons in. Het onop-

gesmukte past goed bij de ongedwongen sfeer van het biologische

en duurzame restaurant As in de voormalige kerk van een oud

klooster. Drie jaar geleden werd As opgezet door chef-kok Sander

Overeinder. Eerder werkte hij bij restaurant Vermeer en was hij

medeoprichter van restaurant Club 11 in Amsterdam. Hij was toe

aan een eigen zaak met een eigen invalshoek. Eigen is het zeker.

Mooi ook.

Tekst: Annemarie Geleijnse en Willemijn van Benthem

163

Page 164: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

01 AangenaamKleine Houtstraat 105

2011 DK Haarlem

+31 (0)23 531 7403

[email protected]

www.aangenaametenendrinken.nl

02 The Colour KitchenJan Evertsenstraat 7471061 XZ AMSTERDAMJoske Paumen+31 (0)20 448 [email protected]

03 FifteenJollemanhof 91019 GW Amsterdam 0900-343 [email protected]

04 De Witte UylFrans Halsstraat 261072 BR AmsterdamAnnemieke den Uijl en Chefkok Han Schuiten+31 (0)20 670 [email protected]

05 FreudSpaarndammerstraat 4241013 SZ Amsterdam+31 (0)20 688 [email protected]

06 Betty'sRijnstraat 751079 GX AmsterdamGido Schweitzer+31 (0)20 644 [email protected]

07 Beddington'sUtrechtsedwarsstraat 1411017 WE Amsterdam+31 (0)20 620 7393www.beddington.nl

08 De KasKamerlingh Onneslaan 31097 DE AmsterdamGert Jan Hageman, owner+31 (0)20 462 [email protected]

09 Le Pain QuotidienCornelis Troostplein 4hs1072 JK Amsterdam+31 (0)20 675 [email protected]

10 ToscaniniLindengracht 751015 KD Amsterdam+31 (0)20 623 [email protected]

Top-10 restaurantsGeselecteerd uit 67 restautants. Mei, 2010

Waar is Restaurant As? Restaurant As Prinses Irenestraat 19 1077 WT AmsterdamReserveren: 020-6440100 [email protected] www.restaurantas.nl

164 QPQ | 2 • 2010

Page 165: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Wie hier komt eten, krijgt standaard koud vlees en olijven voorgeschoteld. De Culatello-ham op het bord is fluwelig rood en laat een intens geroosterde smaak na. De ham is overigens niet van eigen maak, al had dat zo gekund. Want achter het res-taurant lopen twee nog jonge en slanke varkens rond te wroe-ten. Het zijn de afvalverwerkers van As. Eerder op de avond bracht souschef Nick Groenewoud de varkens een grote bak met groente- en broodafval. Groenewoud: “Geen vlees, want dat kannibalisme vinden we toch raar.” Restaurant As gaat efficiënt (duurzaam) om met dood na leven, leven na dood, zoals ze zelf mooi verwoorden op hun website. Want na een jaar wordt het jaarlijkse, grote Varkensfeest gehouden. Van kop tot staart worden de varkens verwerkt in worsten, patés en stoof-potten.

Parijse sferen In dit restaurant wordt geen menukaart gebruikt, de keuken

bekijkt per dag wat er op tafel komt. Alle groenten worden gele-verd door boeren en kassen uit de regio, de vis komt vers uit het Franse Bretagne, de kazen en worsten uit Italië. Gasten kunnen allergieën of onsmakelijkheden van tevoren doorgeven, maar eten daarna wat de pot schaft. Als we het knapperige brood in de vergine olijfolie dopen (zo scherp dat die in de keel prikt), wanen we ons in het Parijse Parc Luxembourg: De felle zon, het gele zand en de ijzeren stoelen aan de tafels van hardhout. Gasten zitten bij elkaar aan tafel en vormen een exotisch internationaal gezelschap van En-gelsen, Nederlanders en Spanjaarden. De meesten zijn omhult met het parfum van de hoofdkantoren aan de Zuid-As.

Voorgerecht Vandaag krijgen we twee voorgerechten. Het is een Spaanse

Escabeche: in citroen gegaarde makreel, besprenkeld met ven-kel, krentjes en pijnboompitten. Een mediterraan hapje dat het met afstand verliest van het andere voorgerecht, de gefrituurde courgettebloemen. Het deeg en de courgette hebben precies genoeg bite. De inhoud van ricotta, munt en courgettebloem is een streling voor de tong. Dat je de munt niet meer proeft, is de kok vergeven. Vooral omdat we weten dat Groenewoud de courgettes eigenhandig – “met mijn knieën in de blubber” – heeft bestuift in de kas, omdat ze anders krom groeien in plaats van mooi recht.

De courgettecombinatie ligt op een bed van gemarineerde sla. De structuur van de slablaadjes is opvallend knapperig. “Het doet me denken aan de salades die we vroeger bij mijn oma kre-gen!”, roept Van Benthem verrukt uit terwijl Geleijnse herin-neringen ophaalt aan die perfecte courgettebloemen die zij ooit

in Italië geserveerd kreeg. Goed eten vult niet alleen de maag, maar ook de geest.

TussengerechtDe huisgemaakte varkensworstjes die volgen, zijn bijna

patéachtig van structuur, zo grof is het vlees van de knappe-rig gebakken worstjes. En daardoor vol smaak, zoals freelance kok Pieter Damen (Le Garage, Spring) later die avond uitlegt. De worstjes liggen op botermalse asperges met daar omheen gebrande hazelnootjes en wilde spinazie. De laatste vinden wij een wat ver gezochte speler in het palet, want de smaak van de spinazie kan niet tegen de asperges op. Wel steken de bladeren mooi af bij het geel en bruin van de andere ingrediënten.

Hoofdgerecht Als een recensie alleen maar juichend is, lijkt die verkocht.

Gelukkig maar dat de tarbot niet helemaal gaar is. Misschien ligt het aan de steenoven in de keuken, waarin alles langzaam wordt gegaard (70 graden). Het voordeel van het langzaam garen – slowcooking - is dat de structuur van het vissenvlees mooi mals blijft en dat is bij dit flinke stuk tarbot zeker het geval. De bovenkant is perfect zacht, dus we laten het ongare deel aan het bot zonder morren zitten.

De steenoven is overigens gigantisch, warm genoeg om de buitenkeuken te verwarmen in de winter. Naast de enorme steenoven staat een origineel Krefft-fornuis waarin het brood dagelijks wordt gebakken. Het fornuis komt nog uit de tijd dat het complex nog een klooster was. Over duurzaam gesproken...

Onder onze vis ligt nog wat Hollandse boerenkool, zoals de serveerster uitlegt. Hollands is boerenkool volgens ons altijd. Wat deze bijzonder maakt is de jeugdige leeftijd. Daardoor kan de boerenkool bijna rauw gegeten worden. De gebakken aard-appeltjes zwemmen in de goed vette Hollandaise saus waardoor we nog lang in de pan blijven prikken. We weten alleen niet of het handig is om hier met je baas van een Zuid-As-bedrijf te gaan eten. Wie schept dan op? Hij of jij?

DessertAls dessert nemen we de Franse taarten (harde en dunne

bodem): één met chocolade, de ander met zuidvruchten. De koffie is perfect, test Geleijnse met een grijns, vlak voor ze uit de doeken doet hoe zij zelf koffiebonen zou kunnen branden. De ober mengt zich in het gesprek. Hij is de perfecte ober, geeft plaagstootjes als we twijfelen over het dessert, lacht keurig zijn tanden bloot en stuurt ons zwaaiend op de fiets de Prinses Irenestraat uit, terug naar het drukke Amsterdam. Au revoir!

Waar is Restaurant As? Restaurant As Prinses Irenestraat 19 1077 WT AmsterdamReserveren: 020-6440100 [email protected] www.restaurantas.nl

Recept courgettebloemIngrediënten:

4 courgettebloemen (vrouwelijke)

100 gram ricotta

50 gram jonge courgette

½ citroen

1 takje munt

2 salie bladeren

1 citroen

Beslag:

100 gram bloem

1 ½ dl pilsner bier

1 ei

1 snuf zout

Mix de bloem, het bier, het ei en beetje

zout tot een beslag.

Voorbereidingen:

snij de courgette in blokjes

snij de blaadjes munt en de salie fijn

rasp de schil van de halve citroen (Zest)

Meng de ricotta met de blokjes cour-

gette, fijn gesneden blaadjes munt en

salie en citroenzest in een mengkom.

doe dit mengsel vervolgens in een

spuitzak. Verwarm de frituur tot 180

graden. Vul de courgettebloem met

het mengsel, haal het door het beslag

(niet de steel) en frituur het in een paar

minuten tot het resultaat goudbruin is!

165

Page 166: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

ESTAFETTE

“Wat Ritsaart met The New Motion doet, vind ik een mooi voorbeeld van hoe duurzaamheid niet ten koste hoeft te gaan van levensvreugde: met zijn bedrijf The New Motion zet hij elektrische mobiliteit in de markt. Dat gaat verder dan simpelweg een elektrische auto verkopen.

We rijden al 100 jaar op motoren die olie verbruiken en daar is tot voor kort nooit iets aan veranderd. Ritsaart ziet dat het nu anders kan. Dat het ook verder gaat dan alleen die ‘oliemotor’. Hij biedt, samen met zijn collega’s, een totaalpakket: de auto - uiteraard! -, financiering daarvoor, onderhoud, dienstverlening en de laadpunten.

Wat ik zo goed vind is dat The New Motion alledaagsheid combineert met iets heel innovatiefs. Mensen vinden innovaties vaak eng, omdat het nieuw en onbekend is, maar ze stappen wel iedere dag in een auto. The New Motion verlaagt, door die com-binatie van oud en nieuw, de drempel om aan duurzaamheid te doen.”◆

Ynzo van Zanten geeft het stokje door aan... Ritsaart van Montfrans

Duurzaamheid & levensvreugde: prima combinatie

Ritsaart van Montfrans is de oprichter van The new Motion,

dat elektrische mobiliteit mogelijk maakt.

Tekst: Petra Kroon | Fotografie: Jaqueline Dersjant

166 QPQ | 2 • 2010

Page 167: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Thema: Dominee of koopman? Social venturing in Indonesië: ondernemende samenwerking voor duurzame ontwikkeling

Het ministerie van ontwikkelingssamenwerking eist meer bedrijfsmatigheid van NGO’s maar verstrekt alleen subsidie aan stichtingen. Oftewel: de creatie van een paradox

The new radicals:

over mensen die het roer omgooien

Hoe Geschenk met Verhaal de traditionele markt van relatiegeschenken heeft veranderd

Je goed verdiende geld goed laten werken. Hoe doe je dat?

Leven, Liefde, Lol in Rotterdam

VoLGEndE KEER in QPQ

QPQ nr.3 verschijnt in september 2010

Page 168: QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

advertentie mediakaart.pdf 19-05-2010 13:54:22