Het grote boerderijen boek

16
BOERDERIJEN HET GROTE BOEK BEN KOOIJ JUDITH TOEBAST HET GROTE

description

 

Transcript of Het grote boerderijen boek

Page 1: Het grote boerderijen boek

In deze reeks verschenen eerder

Het Grote 40-45 Boek

René Kok en Erik Somers

in samenwerking met het niod

Het Grote Jaren 50 Boek

Paul Brood, René Kok en

Erik Somers

in samenwerking met het

Nationaal Archief

w w w . w b o o k s . c o m

H et Grote Boerderijen Boek geeft een gevarieerd beeld van de

Nederlandse boerderijen vroeger en nu. Alle hoofdtypen

boerderijen in Nederland komen aan bod. Ook is er aandacht

voor bijgebouwen, interieurs, het werk van de boer en boerin, de

bewoners en bezoekers en het dagelijks leven op de boerderij.

Tot slot is er een reeks kunstwerken uit de rijkscollectie over

boerderijen in dit boek opgenomen. Verschillende auteurs belichten

bouwhistorische, historisch-landschappelijke en archeologische

aspecten van het agrarisch erfgoed. Het Grote Boerderijen Boek is

een prachtig fotoboek en een must voor iedereen die iets met

boerderijen heeft.

B O E R D E R I J E Nh E t g R Ot E

BO E kB O E R D E R I J E N

h E t g R O t E

B O E kben kooij

judith toebast

BO

ER

DE

RIJ

EN

hE

t gR

Ot

E

BO

Ek

Ben Kooij is specialist bouw-

historie en Judith Toebast is

specialist landelijke bouwkunst.

Zij werken bij de Rijksdienst voor

het Cultureel Erfgoed en voerden

samen de redactie over Het Grote

Boerderijen Boek.

Page 2: Het grote boerderijen boek
Page 3: Het grote boerderijen boek

Kleurrijk klompenrek in Staphorst jaartal onbekend

rce - fotograaf onbekend

I N h O u D

Woord vooraf 4

Inleiding 6

1 O N D E R z O E k E N B R O N N E N 10

2 c O N s t R u c t I E s E N m a t E R I a l E N 30

3 B O E R O p h E t s p O O R 46

4 D E N O O R D E l I J k E h u I s g R O E p 70

5 D E h a l l E h u I s g R O E p E N l a N g g E v E l -

B O E R D E R I J E N 106

6 D E z u I D w E s t - N E D E R l a N D s E B O E R D E R I J E N 212

7 D E z u I D - l I m B u R g s E B O E R D E R I J E N 240

8 m O D E R N E B O E R D E R I J E N 256

9 D E B O E R E N z I J N w E R k 274

1 0 D E B O E R I N E N h a a R w E R k 300

1 1 h E t l E v E N O p D E B O E R D E R I J 316

1 2 D E B O E R D E R I J D I E R E N 334

1 3 B O E R z O E k t k u N s t 348

Bijlage: De boer op 380

Colofon 384

Page 4: Het grote boerderijen boek
Page 5: Het grote boerderijen boek

Ruim tachtig procent van de Nederlandse bevolking leeft in ste-

den, maar de belangstelling voor de historische boerderij en het

boerenleven is onverminderd groot. Een tv-programma als Boer

zoekt vrouw is ongekend populair. Kamperen op de boerderij

trekt recreanten van alle leeftijden aan. Hoe laat zich dat verkla-

ren? Oude boerderijen hebben een eigen schoonheid, al kunnen

ze onderling sterk verschillen per landstreek en ouderdom. Het

zijn huizen en bedrijven tegelijk, plaatsen die zijn omgeven met

een eigen leef- en werkcultuur. Een cultuur die sterk verschilt

van het stadse leven dat miljoenen landgenoten dagelijks leiden.

Oude boerderijen, vaak omgeven door moderne bedrijfsgebou-

wen en installaties, ingebed in groensingels en uitgedost met

weelderige bloementuinen, staan symbool voor waarden die er

kennelijk steeds meer toe doen: bestendigheid, aardsheid, ijver

en oorspronkelijkheid. Voor aanpassingsvermogen zonder ver-

lies van eigenheid. En voor lokale kracht in een globaliserende

wereld. Deze monumenten van ons agrarische verleden spreken

daarom zeer tot onze verbeelding.

Maar sinds een halve eeuw verkeert de historische boerderij in

een spanningsveld. De wereldwijde voedselmarkt en agrarische

productiewijzen ontwikkelden zich steeds verder. Wetten en re-

gelingen zijn uitgebreid om agrarische, ruimtelijke, ecologische

en recreatieve belangen te dienen. En veel boerenbedrijven zijn

bedrijfseconomisch een afwijkende route ingeslagen. Konden de

boer en boerin met hun gezin in vroeger tijden rondkomen van

een middelgroot gemengd bedrijf met veeteelt en akkerbouw,

tegenwoordig ligt dit anders. Met veel ondernemingszin worden

daarom alternatieve inkomstenbronnen aangeboord. Zo worden

nieuwe producten geteeld en zien we de boer terug als winkelier

van streekproducten, beheerder van een kleine camping, opzich-

ter van een natuurgebied en ook als producent van duurzame

energie.

Ondertussen houdt de monumentale boerderij stand. Van tijd tot

tijd zijn er ingrepen nodig voor nieuwe bedrijvigheid. Zolang deze

het wezen van de boerderij geen geweld aandoen is hiervoor ook

ruimte. Maar het vereist zorgvuldigheid en kennis van zaken om

de cultuurhistorische waarde van gebouwen, erf en omgeving

duurzaam te beschermen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erf-

goed zet zich in voor dit behoud, geeft voorlichting en advies, en

stelt kennis en informatie beschikbaar. We willen het agrarisch

erfgoed genietbaar maken voor bewoners, bezoekers, scholieren

en passanten. En u als lezer een blik gunnen in de fascinerende

landbouwgeschiedenis van ons land. Ik nodig u daarom graag uit

om met ons de boer op te gaan!

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Dr. Jet Bussemaker

5

w O O R D v O O R a f

h et grote bo e rd e rij e n bo e k woord vooraf

Sint nicolaasga 2003 Paardenstal

rce – theo baart

Page 6: Het grote boerderijen boek

onderzoek en bronnen h et grote bo e rd e rij e n bo e k22

geven tot het kerkterrein, maar het is ook goed mogelijk dat de

poort in werkelijkheid toegang gaf tot het terrein waar de stinze-

boerderij stond. Dat zien we wel vaker bij boerderijen met een

adellijk verleden. Op de plek waar de boerderij verwacht kan

worden, staat op de prent inderdaad een opstal die als boerderij

geïnterpreteerd kan worden. We zien nog net een stenen tuit-

gevel van een naar schatting eenlaags gebouw met schoorsteen

boven het kreupelhout uitsteken. De stins zelf was dan wel afge-

broken, maar het lijkt erop dat de bijbehorende boerderij of een

opvolger daarvan in de 17de eeuw nog bestond.

Marum omstreeks 1700

Groninger Archieven

Een kloosterboerderij

Op deze afbeelding van het terrein van het voormalige Kartuizer

klooster Nieuwlicht bij Utrecht stond binnen een ommuring rond

1840 een grote herenboerderij met bijgebouwen en hooibergen.

De plaat werd vervaardigd door Nicolaas van der Monde (1799-

1848), boekverkoper en uitgever te Utrecht, maar ook fervent

amateur-historicus. Van der Monde geeft het complex in vogel-

vlucht weer, zodat er goed overzicht is op de diverse gebouwen.

Meest in het oog springend is de grote herenboerenwoning op

de voorgrond, met daarachter schuren en stallen, hooibergen en

diverse andere bijgebouwen. Rechts daarvan, onderdeel uitma-

kend van de ommuring, een poortgebouw.

Prent van Marum

In de 17de en 18de eeuw werden talloze prenten gemaakt van het

Nederlandse landschap en de gebouwen daarin. Vooral kerken en

kastelen werden op grote schaal vastgelegd. In zekere zin waren

tekenaars als Jacobus Stellingwerff (1667-1727) en Cornelis Pronk

(1691-1759) de ‘fotografen’ van hun tijd.

Stellingwerff was eigenlijk goudsmid van beroep. Hij werd op late-

re leeftijd tekenaar en kopiist, die in opdracht tekeningen maakte.

Oudheidkundigen Matheus Brouërius van Nidek (1641-1682) en

Andries Schoemaker (1660-1735) leverden Stellingwerff schetsen

aan en daar maakte hij zijn prenten naar. Die schetsen zullen niet

altijd even betrouwbaar zijn geweest, want de tekeningen van

Stellingwerf wijken geregeld behoorlijk af van de werkelijkheid.

Reden om er in onderzoek voorzichtig mee om te springen.

Niettemin kunnen Stellingwerffs prenten interessante informa-

tie bevatten. Dat blijkt wel uit een prent van de kerk van Marum.

Onlangs is er op het terrein ten westen van de Marumer kerk

archeologisch booronderzoek gedaan, aangezien er aanwijzin-

gen waren dat het hier een stins zou hebben gestaan. Op het ter-

rein ligt namelijk een circa drie meter hoge bult met daarnaast

een licht bollend terrein. Daarmee lijkt het sterk op Coutum in

Friesland, dat eerder al aan de orde is geweest. Het booronder-

zoek wees uit dat het hier inderdaad om een stinzeterrein gaat,

waarbij een bakstenen toren op de bult heeft gestaan en op het

bollende terrein daarnaast de boerderij. De stins is waarschijnlijk

al in de 14de eeuw afgebroken, maar van de boerderij weten we

verder niets, behalve dat hij er ooit gestaan moet hebben.

Op de prent van Stellingwerff lijkt het poortgebouw toegang te

Page 7: Het grote boerderijen boek

Kloosterboerderij 19de eeuw

N. van der Monde, Overzicht van het terrein van het Kartuizer

klooster Nieuwlicht te Utrecht.

Utrechts Archief

Kloosterboerderij bij het voormalige klooster

Nieuwlicht te Utrecht 2012

erfgoedfoto.nl

Klooster Nieuwlicht werd in 1392 gesticht, maar in de woelige

jaren van de Reformatie opgeheven en successievelijk afgebro-

ken. Wat overbleef was de hofstede van waaruit de landerijen

van het voormalige klooster werden geëxploiteerd.

De plaat laat goed zien hoe de omgeving in de loop der jaren kan

veranderen. Lag in de tijd van Van der Monde de hofstede nog in

het open land, in 1906 kocht de gemeente Utrecht de hofstede op

om op de landerijen de nieuwe wijk Ondiep aan te leggen. Zowel

de boerderij als het poortgebouw zijn ondanks alles in gewijzigde

staat gespaard gebleven. Ze vormen nu een markante enclave in

de stad. Als men thans bij deze gebouwen staat is de situatie

zoals Van der Monde hem zag nauwelijks voor te stellen.

h et grote bo e rd e rij e n bo e k onderzoek en bronnen 23

Page 8: Het grote boerderijen boek

de noordelijke huisgroep h et grote bo e rd e rij e n bo e k100

Page 9: Het grote boerderijen boek

h et grote bo e rd e rij e n bo e k de noordelijke huisgroep 101

Boerderij in Venhuizen 1921 De vierkantconstructie van de

stolpboerderijen zorgt voor een piramidevormig dak. Bij grote

wel varende bedrijven bestond de constructie soms uit twee vier-

kanten naast elkaar. Dit is zichtbaar aan de nok die niet in een

punt loopt, maar een lange nok heeft. De boerderij op de foto is

zo’n welvarend bedrijf. De bedrijfsvoering was geheel op de kaas-

makerij gericht. De foto dateert uit 1921. De boerderij is later door

brand verwoest.

RCE – Klaas Uilkema

Boerderij in Blokker 1948 Boerderij De Barmhartige Sama-

ritaan, een rijk uitgevoerde stolp, werd in 1659 gebouwd in op-

dracht van een koopman uit Hoorn. Hij bewoonde de boerderij

niet zelf, maar verbleef af en toe in de ‘heerschapskamer’ aan

de voorzijde. De voordeur diende alleen voor bijzondere gelegen-

heden, zoals huwelijk en overlijden. De woonvertrekken bevon-

den zich achter het grote schuifvenster en aan de linkerzijgevel.

Het smalle raampje behoort bij een klein vertrek boven de kaas-

kelder. Kenmerkend voor de boerderijen in West-Friesland zijn

de deeldeuren aan de openbare weg. De boer moest over de weg

om zijn landerijen te bereiken.

SHBO – S.J. Bouma

Duinboerderij bij Schoorl jaartal onbekend Ook op de

schrale Noord-Hollandse duingronden vestigden zich boeren, die

er een gemengd bedrijf voerden. De grotere boerderijen waren

vrijwel alle stolpen, zoals dit bijzondere voorbeeld op de oude

zandafgraving aan het Hargergat. Opvallend zijn de lange nok,

die wijst op een grote tasruimte en mogelijk een ‘dubbel vier-

kant’ bevat. Zoals de schoorsteen aangeeft ligt het woongedeelte

aan deze zijde. Daar bevinden zich ook de grote dwarsdeuren.

Achter de lage wanden liggen de stallen. Het gedeelte onder het

aparte zadeldak met de houten topgevel en staldeur is een typi-

sche combinatie van stal en zomerhuis.

RCE

Page 10: Het grote boerderijen boek

de hallehuisgroep en langgevelboerderijen h et grote bo e rd e rij e n bo e k144

Boerderij in Zelhem 1978 Gelderland ten oosten van de IJssel

is te onderscheiden in het westelijk rivierkleigebied en de oos-

telijke zandgronden. De boerderijen volgen deze verdeling. Dit

voorbeeld uit de omgeving van Zelhem ligt op de overgang van

beide gebieden, waarbij de kenmerken van het westelijk deel

overheersen. Het dak heeft een wolfeind aan de voorzijde. De op-

zet is elementair met alle functies onder één dak.

Op de foto linksmidden is de spoelkeuken met kelder te zien.

In de kelder staan de wekflessen voor het inmaken van groente

en fruit. De rechter foto toont de brandmuur waar zich de bed-

steden bevinden. De vloer is bedekte met plavuizen, die direct

op het zand werden gelegd. De foto linksonder toont dezelfde

ruimte richting voorgevel. Slapen en wonen gebeurde in dezelfde

ruimte.

RCE – A.J. van der Wal

Pachtboerderij in Meddo jaartal onbekend Winterswijk heeft

vier havezathen gekend. Eén van de havezathen was De Buurse

in het buurtschap Meddo. De eigenaren van De Buurse bezaten

naast bossen en landerijen ook pachtboerderijen, waarvan het

Thijshuis er een is geweest. In tegenstelling tot de meeste Gel-

derse boerderijen is deze boerderij voorzien van een laag dak met

terugliggende deuren.

RCE – SHBO

Page 11: Het grote boerderijen boek
Page 12: Het grote boerderijen boek
Page 13: Het grote boerderijen boek

h et grote bo e rd e rij e n bo e k de zuid-limburgse boerderijen 249

Boerderij in Etzenrade 1965 In de rechter topgevel is het

jaartal 1712 genoteerd. Dit jaartal zal op de bouw van de boer-

derij duiden. Het in de sluitsteen boven de poort opgenomen

jaartal 1715 heeft vermoedelijk betrekking op de voltooiing er-

van. De boerderij is opgetrokken met de voor Limburg karakte-

ristieke bruin gekleurde veldbrandstenen. Deze stenen zijn groot

en enigszins onregelmatig van vorm. Strak en zorgvuldig uit-

gevoerd metselwerk komt in Limburg vrij weinig voor. Ook in het

baksteengebruik wijkt Limburg af ten opzichte van de rest van

Neder land. De grote op kloostermoppen lijkende bakstenen wer-

den nog tot ver in de 19de eeuw toegepast. Dit in tegenstelling

tot het westen van Nederland, waar reeds omstreeks 1400 stenen

werden toegepast met een formaat dat te vergelijken is met het

thans toegepaste waalformaat.

RCE – G.Th. Delemarre

Boerderijen in Urmond 1918 Een foto maken was vroeger een

bijzondere activiteit. Een groot statief, daarop een grote kist, de

fotograaf erachter onder een zwart doek. Tijd genoeg om de bu-

ren te waarschuwen. We zijn in de Grote straat van Urmond, ge-

legen aan de Ur, een beek die hier in de Maas uitmondt. Er is nog

een klein stuk van de Ur te zien. Door de aanleg van het Juliana-

kanaal is er geen sprake meer van een actieve beek. Een deel van

het stadje is nog zo mooi dat het is aangewezen als beschermd

stads- en dorpsgezicht. Het heeft veel te lijden gehad van verzak-

kingen die veroorzaakt zijn door instortende mijngangen. Op de

achtergrond de hervormde kerk uit 1685 en daarnaast een fraai

gebouw met trapgevel. De kerk staat op een terp en is geheel

door een muur omgeven. Aan de dubbele deuren en inrij poorten

in de gevels zijn de stadboerderijen te herkennen. De mestvaalt

in de stad was toen ook nog de normaalste zaak van de wereld.

[AH]

RCE – C. Steenbergh

Page 14: Het grote boerderijen boek

de boerderijdieren h et grote bo e rd e rij e n bo e k342

knechten en trekpaarden jaartal onbekend De arbeidsverhoudingen op de boer-

derij waren helder. Meiden en knechten hoorden tot de hulpkrachten die boeren en

boerinnen inzetten. Ze hadden duidelijke taken. Knechten waren vooral bezig met het

bewerken van het land. Op de foto halen de knechten de paarden van Erve Brunink in

Twekkelo tevoorschijn. De boer, boerin en meid kijken toe.

Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers

Page 15: Het grote boerderijen boek

h et grote bo e rd e rij e n bo e k de boerderijdieren 343

KOEBORSTEL 2011 Bij moderne stallen kan een bezoeker een

zoge noemde koeborstel tegenkomen. Deze massageborstel gaat

van zelf roteren als er een dier tegenaan gaat staan. De borstel

helpt tegen jeuk en verwijdert ingedroogde mest, huidschilfers

en eventuele parasieten. Vele dieren zijn dol op deze massagero-

bot. Sommige kwijlen zelfs van genoegen als ze onder de borstel

staan. De foto is gemaakt op een biologische boerderij in Afferden.

Marcel van den Bergh

LIGBOXSTAL OF LOOPSTAL 2011 Beweging is voor koeien belang-

rijk, zowel voor hun gezondheid als voor de melkproductie. In

tegenstelling tot de ouderwetse grupstallen waar koeien het hele

winter seizoen op hun plek staan, kunnen koeien in ligboxen-

stallen gaan en staan waar ze willen. De mest die zij produceren

valt via een rooster in een kelderruimte onder de stalruimte. De

dieren liggen op een soort watermatrassen waarop stro of zaag-

sel is gespreid. In een aparte melkstal worden zij gemolken. Het

grote voordeel van ligboxstallen is de kostenbesparing, zowel in

arbeid als in geld, die het oplevert. Pas vanaf de jaren zeventig

van de vorige eeuw zijn ligboxstallen in zwang. De ligboxenstal

op de foto staat in Blijham.

Marcel van den Bergh

Page 16: Het grote boerderijen boek

380 bijlage: de boer op h et grote bo e rd e rij e n bo e k

Nieuwerkerk aan den IJssel 2004

rce – G.J. Dukker