PROTOCOL

tussen

Hilde Crevits. Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van onderwijs.

en

Joke Schauvliege. Vlaams minister van Omgeving. Natuur en landbouw

Op voordracht van:

OVAM, vertegenwoordigd door Henny De Baets, administrateur generaal.

GO!. vertegenwoordigd door Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder,

komen

Hilde Crevits, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs,

en

Joke Schauvliege, Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,

het volgende overeen:

Voorwerp

Artikell Dit protocol heeft betrekking op acties die door de OVAM en het GO! zullen genomen worden ten aanzien van de scholen uit het gemeenschapsonderwijs (kleuter, lager en secundair onderwijs, internaten en ClS's), die onderzoeks- en/of saneringsplichtig kunnen worden overeenkomstig het bodemdecreet. De uitvoering van de acties loopt over de periode vanaf ondertekening van het protocol tot 30 juni 2023 .

. ",,) Van de toepassing van dit protocol worden evenwel uitgesloten: de (delen van) terreinen waarop gebouwd wordt in het kader van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur.

Instrumenten - Stappenplan

Art 2. Sensibiliserings- en informatieronde Na ondertekening van het protocol wordt gedurende 3 maanden een senslbilisatle- en informatieronde gehouden door OVAM. De scholen worden (per mail of brief) op de hoogte gebracht van dit protocol, Hierin wordt het doel van deze overeenkomst toegelicht en de voordelen voor de scholen verduidelijkt (ondersteuning en financiële tussenkomst door de OVAM!. Eventueel worden infosessies georganiseerd om de belangstellende scholen of scholengroepen bijkomend te informeren.

Ook na de voormelde periode van drie maanden kunnen op initiatief van het GO! en de OVAM nog sensibilisatiemaatregelen genomen worden.

Pagina 1 van 3

Art 3. Oproep De OVAM en het GO! organiseren gezamenlijk een oproep, met vaststelling van een aanmeldingstermijn, voor de scholen om zich aan te melden voor de programmatische aanpak. Het GO! en de OVAM ontwerpen hiervoor een standaard aanmeldingsformulier. De OVAM zal instaan voor de technische aspecten en het GO! voor de administratieve elementen.

Art 4. Aanmelding en beoordeling dossiers De belangstellende scholen laten binnen de aanmeldingstermijn via het standaard aanmeldingsformulier weten zich te willen inschrijven in het programma. Het formulier wordt ingediend bij het GO!. De ingediende dossiers worden gecontroleerd op hun administratieve ontvankelijkheid (volledigheid invulling) en het voldoen aan dit protocol (DBFM voorwaarden bijv.l. De beslissing wordt meegedeeld aan de betrokkenen.

Binnen hetjaar na aanvaarding van de aanmelding wordt in opdracht van de school een -----or"lenterena5ödemonderzoelC1013UlUifgevöerêrêrï1îëeVersrag èrvanbîTaeù\7A1Wlngeëfi'eTïâ-. c

Indien een school reeds een OBO of navolgende bodemstudies of zelfs gedeeltelijke bodemsaneringswerken heeft uitgevoerd buiten het protocol. kan de school zich ook nog aanmelden. In dit geval is de financiele tussenkomst niet retroactief, maar is ze wel van toepassing voor de volgende onderzoeksfase en/of (aanvullende) saneringswerken waar de OVAM en het GO! ook opdrachtgever van zijn/worden. Er moet geen nieuw OBO worden opgemaakt.

Op basis van een tussen de OVAM en het GO! nog sarnen op te stellen prioriteitenindex, zal de OVAM in overeenstemming met het GO! en de scholengroep, een rangschikking opmaken met de volgorde waarin de beschrijvende bodemonderzoeken (BBO's), bodemsaneringsprojecten (ßSP's) en bodemsaneringswerken op de verschillende locaties zullen opgestart worden. Deze index biedt de mogelijkheid om op basis van de beschikbare middelen een correcte en beheersbare aanpak uit te rollen.

Art 5. Vervolgtraject: beschrijvend bodemonderzoek en bodemsanering In het klassieke scenario gebeurt de uitvoering van het vervolgtraject door de OVAM en het ÇjO! op basis van een uitdrukkelijke machtiging daartoe door de school. Er wordt een BBO opgesteld door de OVAM en het GO! waarin geoordeeld wordt of verdere saneringsmaatregelen nodig zijn.

Op basis van de rangschikking worden de dossiers uitgerold in jaarprogramma's. volgens de middelen, waarbij de meerjarenplanning duidelijk wordt.

Uitgangspunt is dat bij eenvoudige saneringsdossiers, voor het bekomen van interne en externe goedkeuringen (wetgeving overheidsopdrachten en vergunningen), één jaar moet voorzien worden tussen de start van het BBO en de start van de werken. In geval van hoge urgentie of een noodzakelijke afstemming op bouwplannen, engageert de OVAM zich om deze termijnen maximaal te minimaliseren.

Structuur

Art 6. Er wordt een stuurgroep opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van het GO! en de OVAM. Binnen deze stuurgroep kunnen leden van de kabinetten van de beide ministers uitgenodigd worden.

De stuurgroep heeft tot doel de werking van het protocol te evalueren. verbeteringen te introduceren en desgevallend aan de beide ministers aanpassingen aan het protocol voor te stellen.

Pagina 2 van 3

De stuurgroep bevestigt unaniem het voldoen van de aanmeldingsdossiers aan de criteria van de samenwerking. de (financiële) planning en de prioriteiten gegeven aan de dossiers.

Het overleg tussen de leden van de stuurgroep kan op verzoek via e-mail verlopen.

Fi nancieri ng

Art 7. Oriënterend bodemonderzoek (OBO) De opmaak van een OBO valt ten laste van de school - saneringsplichtige. Het OBO wordt niet gesubsidieerd vanuit de OVAM. Wel kan de OVAM (op vraag) ondersteuning geven via codes van goede praktijk en via het beschikbaar stellen van raamcontracten en voorbeeldbestekken via de website.

----·----------AfC-a:-BeSClirijvenëJ-l5oëlemonderZè5ëlctBBüt-elî--b-odems-anering-------~-----~----------~--------­ Indien verontreiniging wordt vastgesteld waarvoor verdere maatregelen nodig zijn en indien de school zich heeft ingeschreven in de programmatische aanpak. wordt het vervolgtraject aanbesteed door de OVAM. Dit gebeurt conform de wetgeving op de overheidsopdrachten en in naam van de OVAM en het GO!. De OVAM en het GO! worden dan samen bouwheer. De OVAM komt voor 60% tussen in de kosten van de beschrijvende bodemonderzoeken. de bodemsaneringsprojecten en alle diensten en werken die rechtstreeks verband houden met de saneringswerken. De overige 40% wordt gefinancierd door de inrichtende macht.

De maximaal beschikbare middelen binnen dit specifieke en afgebakende protocol bedragen 6.000.000 euro. Hiervan wordt 3.600.000_euro vanuit het Bodembeschermingsfonds / gesubsidieerd a rato van de voorzi tussenkomst (incl. alle kosteril. te spreiden o';J€r 6

___ ) Viceminis r-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs

Pagina 3 van 3