Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor...

143
Propedeuse metawerk: basishandleiding Overzicht programma metawerk propedeuse Thema : Beheersing Nederlands taal Thema : Kennismaking Thema: De rolwisseling van leerling naar leraar Thema: Portfolio Thema: Competenties Thema: Leerstijlen Thema: Reflectie Thema: Formuleren van leerdoelen: SMARTI-model Thema: Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) Thema: Feedback Thema: Afsluiting metawerk 1 en 2 Thema: Bekwaamheidsproef1: Hoofdfasebekwaam. Portfolio-assessment jaar 1 2 6 8 10 19 27 46 50 55 57 73 85 88

Transcript of Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor...

Page 1: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Propedeuse metawerk: basishandleiding

Overzicht programma metawerk propedeuse

Thema : Beheersing Nederlands taal

Thema : Kennismaking

Thema: De rolwisseling van leerling naar leraar

Thema: Portfolio

Thema: Competenties

Thema: Leerstijlen

Thema: Reflectie

Thema: Formuleren van leerdoelen: SMARTI-model

Thema: Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP)

Thema: Feedback

Thema: Afsluiting metawerk 1 en 2

Thema: Bekwaamheidsproef1: Hoofdfasebekwaam. Portfolio-assessment jaar 1

2

6

8

10

19

27

46

50

55

57

73

85

88

Page 2: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Overzicht programma metawerk propedeuse

Metawerk jaar 1

Overzicht activiteiten en opdrachten

Semester 1 3 ect

Periode 1a:- Introductie EHvA-concept (incl. Portfolio en assessment)- Bekijken en bespreken van voorbeeldportfolio’s- Maken en presenteren van een (papieren) startportfolio:

wat maakt mij een aantrekkelijke student? Welke competenties heb ik al?

- Introductie competentieoverzicht: competenties en kenmerkende situaties (vanuit eigen concrete beelden van leraarschap die studenten hebben naar abstracte competenties). Hierbij kan de SBL-cdrom gebruikt worden.

- Centraal in jaar 1 staat de zelfbetrokkenheid:* Leerstijlen, zicht op eigen leren* Rolwisseling* oriëntatie op beroep: expliciteren van eigen beelden van leren, onderwijzen, schoolvak en leerling (gekoppeld aan competenties)

- Voorbereiding van studenten op keuze duaal/niet-duaal- Individuele kennismakingsgesprekken met mentor

Periode 1b: - ICT-portfolio in computerlokaal- Ruimte voor opleidingsspecifiek metawerk (bijv.

voorbereiding voortgangstoetsing, Afdeling Talen: taalportfolio)

- Selfassessment en peer assessment / feedback geven en ontvangen (i.v.m. beoordelen portfoliopresentaties)

- Handleiding wpl jaar 1 bespreken - Eind semester 1: Maken Opdracht Beginsituatie tav

competenties (zie POP-traject)Afsluiting metawerk 1: Portfolio-presentatie

Presentatie metawerkgroep. Eisen portfolio:- homepage- CV- Producten (met toelichting) van semester 1- Persoonlijke beeld van leraarschap

Opdracht Beginsituatie competentiesLet op: Gekwalificeerde studiepunten!

Semester 2 3 ect

Semester 2a- Bespreken: kenmerkende situaties jaar 1 in relatie tot

werkplekleren. Welke kenmerkende situaties komen studenten tegen en welke competenties heb je daarvoor nodig?

- Uitwisselen van en reflecteren op stage-ervaringen: leren werken met de reflectiecirkel van Korthagen

- Wekelijks een PAP schrijven en bespreken, leervragen

2

Page 3: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

leren formuleren.- Ruimte voor opleidingsspecifiek metawerk- Pre-advies BAS vóór 1-2 ; Individuele gesprekken.- Aan het eind van periode 2a schrijven studenten een

POP voor het werkpleklerenSemester 2b:

- Week 1/2: Start ontwikkeling visie op onderwijs/beroepsidentiteit1 n.a.v. werkplekleren 1. Centrale vragen hierbij zijn: * wat is goed onderwijzen* wanneer leren leerlingen?* hoe kijk ik in dit opzicht aan tegen het schoolvak* wat is een goede schoolomgeving?* wat trekt mij wel/niet aan in docentschap?* kies ik wel/niet voor het beroep van leraar?

- Uitvoeren POP, kiezen van activiteiten passend bij POP - (terugkijken en vooruitkijken, leerdoelen formuleren)- Voorbereiden Portfolio-assessment (o.a. wat is goed

bewijsmateriaal)- Ruimte voor opleidingsspecifiek metawerk

Afsluiting metawerk 2: portfolio-assessment

Zie (opleidingsgebonden) eisen portfolio/assessment.Let op: Gekwalificeerde studiepunten!

1 Studenten moeten hier vanuit een integratie van persoonlijke beelden (periode 1), praktijkervaringen (als leerling /eigen schoolloopbaan én als aankomend docent tijdens werkplekleren 1) en theorie (o.a. bij ABV Psychologie) komen tot een volgende stap in hun visieontwikkeling. Om deze reden is het ook belangrijk in periode 1 deze persoonlijke beelden te expliciteren.

3

Page 4: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Doelen Metawerk propedeuse

Semester 1

1. De student is op de hoogte van het EHvA-onderwijsconcept en kent de doelen en werkwijze van portfolio en bekwaamheidsproeven;

2. De student bekijkt voorbeeldportfolio’s;

3. De student maakt een startportfolio en presenteert dit in de metawerkgroep

4. De student is op de hoogte van de competentiebeschrijvingen en kan relaties leggen tussen concrete beelden van leraarschap en (abstracte) competentiebeschrijvingen;

5. De student heeft zicht op zijn eigen leerstijl en formuleert op grond daarvan voornemens m.b.t. zijn eigen leergedrag;

6. De student formuleert zijn eigen beelden/ideeën over leren, onderwijzen, zijn schoolvak en leerlingen;

7. De student neemt kennis van de handleiding werkplekleren 1;

8. De student kiest voor een duale, een niet-duale of een uitgebreid niet-duale stage;

9. De student kan werken met het digitale portfolio en plaatst het vereiste materiaal in zijn portfolio;

10.De student presenteert zijn portfolio in de metawerkgroep;

11.De student formuleert een eigen beoordeling van zijn portfolio;

12.De student formuleert feedback op portfolio’s van medestudenten;

13.De student maakt de opdracht Beginsituatie voor de start van werkplekleren.

4

Page 5: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Semester 2

1. De student analyseert kenmerkende situatie die hij tegenkomt / kan komen op de stageschool en legt een relatie met de competenties die in die situatie nodig zijn;

2. De student reflecteert, alleen en met medestudenten, op stage-ervaringen en maakt daarbij gebruik van een reflectie model (bv van Korthagen);

3. De student geeft en ontvangt feedback aan/van medestudenten n.a.v. stage-ervaringen;

4. De student formuleert leervragen en verwerkt deze in een POP en PAP’s;

5. De student formuleert een visie op onderwijs en het beroep van leraar en legt daarin een relatie met zijn ervaringen tijdens het werkplekleren;

6. De student vult zijn portfolio met het vereiste materiaal;

7. De student bereidt zich voor op het portfolio-assessment.

5

Page 6: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Beheersing Nederlandse taal

Belang van beheersing van het Nederlands als je komt studeren aan de lerarenopleiding EHvA.

Voor een student die komt studeren aan de lerarenopleiding van de EHvA en leraar wil worden in het VO /BVE, is het van belang een goede beheersing van Nederlands te hebben voor alle vier de taalvaardigheden (spreken, luisteren, lezen en schrijven) om de volgende redenen: Een docent/stagiaire

- leest wetenschappelijke literatuur, vat deze samen en past deze toe in zijn lessen;- heeft dagelijks contact met zo’n 100 tot 250 personen die allen Nederlands

spreken of behoren te spreken;- verzorgt in die contacten lessen die voor een groot deel bestaan uit instructie,

uitleg, verhelderende vragen stellen;- maakt gedurende die lessen corrigerende en/of stimulerende opmerkingen over

het (leer)gedrag van leerlingen;- heeft gesprekken met vakcollega’s over de eigen gegeven of voorbereide lessen,

het programma, de toetsen, het gedrag en het leren van leerling;- heeft van tijd tot tijd gesprekken met andere medewerkers in de school zoals

mensen die werken voor administratie, de conciërges, de schoolleiding, de coach en/of schoolbegeleider;

- heeft van tijd tot tijd individuele gesprekken met leerlingen over hun leren en hun gedrag;

- schrijft van tijd tot tijd een verslag voor collega’s, een brief aan ouders zonder spellingsfouten en grammaticale fouten;

- schrijft vele stukken voor het portfolio in zorgvuldig Nederlands zonder spellingsfouten en grammaticale fouten.

- ………….

Ondersteuning

Al deze activiteiten in de Nederlandse taal vragen van je dat je Nederlands niet alleen beheerst op niveau van Nederlands als thuistaal, maar op het niveau van Nederlands als school- en vaktaal.

De opleiding kan studenten ondersteunen door extra aandacht voor Nederlands in Voorbereiding Werkplekleren jaar 1 en door de cursus Nederlands voor studenten met een buitenlands diploma. Ook logopedisten kunnen ondersteuning geven bij taal- en uitspraakproblemen. (Fransje van Luin, [email protected] en Alet Wildman, [email protected]).Verder veronderstellen we dat je zelf hard aan je Nederlands werkt indien daar nog lacunes worden geconstateerd door docenten en mentor.

6

Page 7: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Je kunt het volgende gaan doen: 1. Zorgen voor een goede spelling van het Nederlands door het spellingsprogramma

op de EHvA-site te doen. 2. Kwaliteitskranten lezen: een krantenartikel per dag met een woordenboek erbij en

woordenlijsten maken. Je bewaart artikelen en woordenlijsten in een map (=bewijs) en leert de woorden.

3. Relevante artikelen uit vaktijdschriften lezen en samenvatten (bijvoorbeeld voor talenstudenten: Levende Talen).

4. Gezegden en uitdrukkingen leren. 5. Uitspraken van leerlingen noteren die tot misverstanden leiden of waarover je zelf

onzeker bent of je ze wel begrijpt en deze uitspraken bespreken met je coach. 6. Samenwerken met een Nederlandse student uit de eigen groep om de volgende

zaken te doen: a. elkaars Nederlands verbeteren (mondeling en schriftelijk)b. de uitspraken van leerlingen ook samen doorsprekenc. de verplichte boeken en artikelen voor de verschillende modules lezen en

samen bespreken op zoek naar woorden en zinnen die onduidelijk zijn. 7. Een afspraak maken met één van de NT2-docenten Margreet Verboog

([email protected] ) of Tineke Bunnik ([email protected] ) om je huidige niveau van de vier vaardigheden voor Nederlands vast te laten stellen en ook hoe je moet remediëren om op het gewenste HBO-niveau voor Nederlands te komen.

Verder maak je individueel een taalwerkplan als onderdeel van je POP jaar 1, waarin je voor elk van de vier taalvaardigheden (spreken, luisteren, lezen en schrijven) s/z-analyse, leerdoelen, aanpak volgens SMARTI, en bewijzen beschrijft zodat je eind van het studiejaar op het gewenste niveau bent voor Nederlands. Dit niveau kan worden getoetst.

7

Page 8: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Kennismaking voor voltijd studentenIn de eerste periode voert iedere student een individueel kennismakingsgesprek met de mentor. Dit gesprek bereid je voor door het schrijven van een brief aan de mentor.

KENNISMAKINGSBRIEFSchrijf een brief (in Word) aan je mentor waarin je informatie geeft over de onderstaande punten.Als je bepaalde onderwerpen liever mondeling aan de orde wilt stellen kan dat in het individuele mentorgesprek.

Feitelijke gegevens: naam, adres, tel.nr. emailadres, geboortedatum, schoolopleiding (ook niet afgemaakte opleidingen), vakkenpakket

Ben je meteen na de middelbare school naar deze opleiding gekomen of heb je nog iets anders tussendoor gedaan (werk, reizen, au pair etc)?

Hoe is je woonsituatie (op kamers, zoekend, thuiswonend)? Lange reistijd?

Werk je (waar, wanneer en hoeveel uren per week)? Is Nederlands je moedertaal? Zo niet, welke taal dan wel? Hoe is je

Nederlandse taalvaardigheid? Heb je eventueel taalbegeleiding nodig?

Wat is je motivatie om deze opleiding te kiezen? Zijn er punten die jij met je mentor wilt bespreken? Zo ja, vermeld

die dan kort.

Maak een afspraak met je mentor om deze brief te bespreken.

Thema: Kennismaking voor deeltijd studentenIn de eerste periode voert iedere student een individueel kennismakingsgesprek met de mentor. Dit gesprek bereid je voor door het schrijven van een brief aan de mentor.

KENNISMAKINGSBRIEFSchrijf een brief (in Word) aan je mentor waarin je informatie geeft over de onderstaande punten.Als je bepaalde onderwerpen liever mondeling aan de orde wilt stellen kan dat in het individuele mentorgesprek.

Feitelijke gegevens: naam, adres, tel.nr. emailadres, geboortedatum, schoolopleiding (ook niet afgemaakte opleidingen), vakkenpakket

Wat ben je na de middelbare school gaan doen? Verder gaan leren en⁄of gaan werken?

8

Page 9: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Welke werkzaamheden die je in het dagelijks leven uitvoert zijn van nut bij docentwerkzaamheden?

Is Nederlands je moedertaal? Zo niet, welke taal dan wel? Hoe is je Nederlandse taalvaardigheid? Heb je eventueel taalbegeleiding nodig?

Wat is je motivatie om deze opleiding te kiezen? Waarom denk je dat je geschikt bent voor het onderwijs? Zijn er punten die jij met je mentor wilt bespreken? Zo ja, vermeld

die dan kort.

Maak een afspraak met je mentor om deze brief te bespreken.

9

Page 10: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: De rolwisseling van leerling naar leraar

VOORUITBLIK WPL, BEELDEN VAN LERAREN, LEERLINGEN EN SCHOLEN A. DRIE OPDRACHTEN

1. BEELDEN VAN LERARENWerkvorm in groepjes, plenaire rapportage en discussie, individueelHulpmiddelen papier, bord of flapoverBenodigde tijd 20’

Opdracht: Werk in groepjes. Inventariseer op grond van schoolherinneringen kenmerken van de ‘ideale’

leraar, in termen van zowel didactische als pedagogische en relationele vaardigheden. Geef vervolgens aan welke daarvan volgens jullie trainbaar of leerbaar zijn, en welke niet (zet

er T of NT achter) Werk zelfstandig. Stel vast welke eigenschappen je zelf denkt te bezitten. Kruis ze aan. Hou ze

voor jezelf en vermeld de gegevens in je logboek. Welke heb je niet maar zou je willen hebben? Vermeld die in je reflectieverslag van deze periode.

EIGENSCHAPPEN IDEALE LERAAR T/NT EIGEN EIGENSCHAPPEN

2. BEELDEN VAN LEERLINGEN

10

Page 11: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Werkvorm plenaire informatierondeHulpmiddel bord of flapoverBenodigde tijd 15’

Opdracht: Probeer antwoord te geven op de volgende vragen: Wat voor beelden hebben leraren van leerlingen volgens jou? In hoeverre herken je deze beelden bij jezelf op dit moment? Is er verschil tussen jouw

leerlingbeelden en die van ‘echte’ leraren?

De mentor schrijft deze beelden in trefwoorden op het bord of de flapover. De trefwoorden kunnen ook bij de volgende opdracht gebruikt worden.

3. SCHOOLBEELDEN

BENODIGDE TIJD: 20’

a. Werkvorm individueel, inventarisatieHulpmiddel potlood en papier

Opdracht: Beschrijf je eigen school in trefwoorden.

b. Werkvorm plenair, inventarisatieHulpmiddel bord, flapover

Opdracht: Inventariseer de trefwoorden met zijn allen. Schrijf ze op het bord of de flapover.

c. Werkvorm groepjes van 3 - 4 studenten, discussie

Opdracht: Beschrijf jullie ideale school. Probeer tot overeenstemming te komen over jullie beschrijving. Gebruik de gegevens uit de inventarisatierondes.

Wat voor type leraar wil ik in de klas zijn?

Doelen:Je toont inzicht in welk type leraar je het liefst wil zijn: een leraar met het accent op het vak of een leraar met het accent op de begeleiding van en omgaan met leerlingen.

Werkwijze:Docent licht onderstaande toe:

In deze les gaat het concreet om de competenties die je in jaar 1 dient te beheersen.Competenties die je als aankomend leraar in de klas binnen jullie stage gaan verwerven.Het gaat ook om de competenties die je dit schooljaar in de klas of een groep, zoals de projectgroep, verwerft of verworden hebt. Deze competenties zijn de competenties met de zogenoemde “dubbele bodem”. Dat zijn competenties die je als student hier hanteert maar ook straks als leraar in de klas. Lees dus in de bijlage als je ‘ leerling’ ziet staan ‘ medestudent’ en als je ‘ ik’ ziet staan ‘ student’ in het geval dat je nog niet weet of ervaren hebt wat je als leraar ervan zou vinden.Bijvoorbeeld: Bij kaartje nummer 14 ‘ Ik zorg voor een ordelijk werkklimaat’ kun je ‘ Ik’ invullen als leraar want je hebt afgelopen week voor de klas gestaan en juist daarop gelet,

11

Page 12: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

maar je kunt ook ‘ student’ invullen en dan denk je aan je projectgroep waarin jij als medelid of voorzitter, juist hierop let en de projectgroep in stuurt. Bijvoorbeeld bij kaartje nummer 12 ‘ Ik toon interesse in de achtergrond van leerlingen’ kun je ‘ Ik’ als student invullen en ‘ leerlingen’ zien als medestudenten.( 10 min.)

Opdracht 1: - Selecteer eerst de kaartjes die voor jou van toepassing zijn; zet een streep door de kaartjes die

niet van toepassing zijn.- Zet daarna alle nummers van de kaartjes in de rechterkolom in volgorde van belangrijkheid.

Bovenaan zet je de belangrijkste. - Welk accent leg jij? Op het vak (kaartjes met het nummer 4, 6, 7, 9 en 16; eventueel 2 en 14),

of op het omgaan met leerlingen ( kaartjes met de nummers 1, 8, 10, 11, 12, 13, 15, eventueel 2, 3 en 5).

- Wissel je eigen lijstje uit met drie andere studenten (dus in subgroepjes van vier studenten) en motiveer je keuzes.

- De subgroep discussieert en maakt een lijst met gemiddelden, een consensuslijstje. - De docent vraagt telkens een subgroep de gemiddelde uitkomst op het bord te zetten zodat er

een groepsoverzicht ontstaat. Welke nummers zijn het meest op nummer 1 genoemd, welke op nummer 2 etc.. Dit resulteert in een groepsconsensus van het lijstje.

- Studenten nemen het resultaat van het klassenoverzicht over met de pen in de Bijlage groepsconsensus TOP 18.

- Totaal 60 min.

Opdracht 2:Neem je eigen oorspronkelijke lijstje ‘ Kaartjes over wat voor type leraar ik wil zijn’ (maak even een kopie) mee naar de stage en observeer (zo goed als je kunt) je stagedocent op al deze punten. Kies vier kaartjes die je aan je stagedocent voorlegt en waarbij je nieuwsgierig bent naar hoe hij/zij deze competentie verworven heeft of zich eigen gemaakt heeft. Vraag hem dit en noteer dit. Blijkt uit je observaties en eventueel uit de antwoorden van de stagedocent of hij het accent legt op het vak of op de begeleiding van de leerlingen.

12

Page 13: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Bijlage: Kaartjes over wat voor type leraar ik wil zijn

1. Ik creëer een veilige en open sfeer die uitnodigend werkt

2. Mijn presentaties zijn helder en gestructureerd

3. Ik luister naar vragen en reageer hier effectief op

4. Ik toon enthousiasme voor mijn vak

5. Ik kan omgaan met kritiek geven en ontvangen

6. Het is voor mij een uitdaging om mijn vak interessant te maken voor mijn leerlingen

7. Ik vind er voldoening in om het schoolvak op het niveau van leerlingen te geven

8. Ik heb er plezier in om leerlingen iets te leren

9. Ik maak gebruik van een goed uitgewerkte voorbereiding

10. Ik kan verschillen in de manier van leren benoemen en daarop reageren

11. Ik zeg wat ik van de leerling verwacht en spreek hem er ook op aan

12. Ik toon interesse in de achtergrond van leerlingen

13. Ik gebruik verschillende manieren om contact te maken met de leerling

14. Ik zorg voor een ordelijk werkklimaat

15. Ik zeg dat ik hoge verwachtingen heb van de prestaties van leerlingen

16. Ik laat mijn leerlingen zien dat mijn vak zinvol is voor hun toekomst

17. Ik ben bereid moeilijke zaken nogmaals uit te leggen

18………..vul zelf in

13

Page 14: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Bijlage: Groepsconsensus van de kaartjes TOP 18

1.

2. 3.

4. 5. 6.

7. 8. 9.

10. 11. 12.

13. 14. 15.

16. 17. 18.

14

Page 15: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Perspectiefwisseling: van leerling naar leraar

Doelen: 1. Je weet of je later met pubers wilt werken (zeg je nu).2. Je kunt aangeven met wie je je het meest identificeert: met de leerling of met de leraar.

Werkwijze: Bespreking van het huiswerk, opdracht 2: De docent nodigt een aantal van jullie uit om in de

groep het leukste verhaal achter een van de vier kaartjes te vertellen. (15 min) We gaan met zijn allen doen: “ Kruip in de huid van een puber”. In groepjes van vier

studenten kruip je in de huid van een puber. Elke groep krijgt een flap-over/groot vel papier met viltstiften. Kruip twee minuten in de huid van een puber: welke associaties komen in je op in woord en beeld. Maak met zijn vieren een tekening in woord en beeld over de wereld van een puber. Welke plaats neemt de school daarin in? Maak dit visueel, maak gebruik van kleuren, graffiti, overdrijvingen, woordbeelden (bv. B__r__e__e__d) humor, schetsmatig e.d. (15 min)

De flappen worden opgehangen op de muren en toegelicht. Tegelijkertijd vertaalt de docent de associaties in kenmerken van pubers op het bord (bijvoorbeeld ‘cool’= jongerentaal, bijvoorbeeld blozen= onzeker). Hij haalt deze uit de tekeningen en geeft er toelichting op

Neem de kenmerken van het bord over en zet ze gelijk in de kolommen Bijlage ‘leuk’ en ‘niet leuk’. Het gaat erom dat jij het kenmerk ‘ leuk’ of ‘ niet leuk’ van toepassing vindt bij pubers als leerlingen. Vul de lijst verder aan om hem zo compleet mogelijk te maken.

Klassikaal bespreken jullie een aantal van de volgende stellingen: zijn ze waar of niet waar?- Als het derde uur uitvalt omdat de docent ziek is, en het vierde uur is de laatste les, dan

wacht ik daar niet op; ik ga meteen naar huis. - Waarom zou je meer doen als het met minder ook kan?- Als ik weet dat ik goede feedback krijg op mijn inspanningen, stimuleert mij dat om het goed te doen en mij ook de volgende keer opnieuw in te spannen. - Tijdens de ramadan vraag je als autochtoon wanneer je onder allochtonen bent of het

stoort als je een mandarijn eet, net als bij roken. - Zonder contact te hebben met leerlingen kun je geen lesgeven.

Opdracht 3:Vul vervolgens de Bijlage ‘ Kenmerken in kolommen zetten toen-nu-straks’ in. Gebruik hiertoe de informatie uit de module ‘Opgroeien in de stad’.In de kolom ‘Ik als puber’ de kenmerken die jij herkent en zelf ook had toen je een puber was. Bijvoorbeeld ‘slordig’.Vul in de kolom ‘ Ik als student nu’ de kenmerken in die je nu nog hebt. Bijvoorbeeld ook ‘slordig’.Vul in de kolom ‘ Ik als leraar straks: belemmerende kenmerken’ de kenmerken in die jou als leraar straks vermoedelijk zullen belemmeren in je functie. Bijvoorbeeld: ‘slordig’; ik mag in mijn voorbeeldfunctie van leraar niet ‘slordig’ zijn voor leerlingen. Vul in de kolom ‘ Ik als leraar straks: maakt makkelijk- kenmerken’ de kenmerken in die jouw functie van leraar straks vermoedelijk vergemakkelijken (bijvoorbeeld het kenmerk ‘jong’ : je bent zelf jong en daardoor sta je nog dicht bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen) Motiveer op papier twee kenmerken uit de kolom ‘ belemmerend’ en twee uit de kolom‘maakt makkelijk’. Denk bij het maken van deze opdracht ook aan je ervaringen in de stage: waren er momenten waarbij je je kon voorstellen dat pubers zich zo gedragen en de rol als leraar in het gedrang komt?

15

Page 16: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Bijlage: Kenmerken die ik ‘ leuk’ en ‘niet leuk’ vind bij pubers

Leuk Niet leuk

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

………………………………………………..

16

Page 17: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Bijlage: Kenmerken in kolommen zetten ‘ toen-nu-straks’

Ik als puber toen Ik als student nu Ik als leraar straks: belemmerende kenmerken

Ik als leraar straks: maakt mij makkelijkkenmerken

KENMERKEN

17

Page 18: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Met pubers werken en enthousiasme voor het vak

Doelen:1. Je kunt benoemen welke kenmerken belemmerend en welke vergemakkelijkend werken

voor jou als toekomstig leraar.2. Je kunt zeggen waarom je met pubers wilt werken (zeg je nu).3. Je toont enthousiasme voor beroep en vak.4. Je weet of je later leraar ‘in het door jou gekozen vak’ wilt zijn en niet leraar in

een ander vak (zeg je nu).

Werkwijze: Je wisselt in groepen van vier studenten opdracht 3 uit. Je vult je schema aan met

kenmerken die je medestudenten je aanreiken en waar jij niet aan gedacht hebt. Licht jouw keuzes toe aan je medestudenten.Heb je in de stage pubergedrag gezien dat je niet verwacht had? Bijvoorbeeld: 2VMBO-ers zijn niet alleen dwars en ongeïnteresseerd maar ook coöperatief.(15min.)

Trek als subgroep conclusies over de kenmerken op papier. De conclusies worden klassikaal besproken. Benoem ook de niet verwachte ontdekkingen. Deze worden ook klassikaal besproken (15 min.).

Schrijf in het schema ‘Waarom ik met pubers wil werken’ voor jezelf minimaal vijf redenen op waarin je bovenstaande opdrachten en stage-ervaringen verwerkt(15 min.).

Je vormt dezelfde groep als aan het begin van de les. Je drie medestudenten lezen jouw redenen en keuren deze op de vraag: ben je enthousiast genoeg over het beroep? Je geeft elkaar tips over hoe je nog enthousiaster kunt zijn. (10 min.).

18

Page 19: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: PortfolioPORTFOLIO: waarom en wat

Waarom portfolio’s?

In het hoger onderwijs vindt een verschuiving plaats van kennen naar kunnen. Het doel van opleidingen is steeds vaker dat studenten vaardigheden of competenties verwerven die noodzakelijk zijn voor het zelfstandig functioneren als academicus en/of professional.

Een reden voor die verschuiving is de groeiende vraag van de samenleving naar afgestudeerden die adequaat kunnen handelen in gevarieerde, nieuwe situaties. Afgestudeerden dienen niet alleen over vakkennis en vakvaardigheden te beschikken, maar worden ook geacht goed te kunnen communiceren, samenwerken, problemen oplossen, enzovoorts.Een consequentie is dat bij het ontwerpen van curricula meer nadruk komt te liggen op de ontwikkeling van vaardigheden en competenties. Daarbij spelen beginsituatie, leerwensen en leerstijl van de individuele cursist een rol. Bovendien is het belangrijk dat wordt geleerd in authentieke beroepssituaties. Deze ontwikkelingen in het hoger onderwijs leiden tot de behoefte aan instrumenten waarmee de student zijn individuele ontwikkeling zichtbaar kan maken. Met deze instrumenten kan de student vaststellen wat hij al kan en waar nog extra aandacht nodig is. Daarnaast is er behoefte aan instrumenten waarmee de student tussentijds en aan het eind van de opleiding zijn niveau kan aantonen zodat duidelijk wordt of hij over het gewenste niveau beschikt.

Wat is een portfolio?

Het concept portfolio is afkomstig uit de wereld van de kunst en architectuur. Kunstenaars en architecten verzamelen eigen werk of foto’s van dat werk in grote mappen die portfolio’s worden genoemd. Ze nemen ook vaak krantenknipsels en recensies over hun werk op in hun portfolio. Met behulp van dergelijke portfolio’s proberen ze vervolgens potentiële opdrachtgevers van de kwaliteit van hun werk te overtuigen.Portfolio’s die in het onderwijs gebruikt worden, bevatten vaak de volgende elementen:

overzichten - Overzichten hebben bijvoorbeeld de vorm van curricula vitae of tabellen. De student maakt daarin duidelijk in welke context hij waaraan heeft gewerkt, welke opleidingen hij waar en wanneer heeft gevolgd.

materiaal - De student kan materiaal verzamelen in zijn portfolio. Het gaat dan om eigen werk, evaluaties door anderen, video-opnamen enzovoorts. Soms zijn studenten vrij in de keuze van het materiaal, soms wordt voorgeschreven welk materiaal in het portfolio terug te vinden moet zijn. De student geeft met dit materiaal zicht op de kwaliteit van zijn handelen.

19

Page 20: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

beschouwingen of reflecties– De student reflecteert hierin op de eigen competenties of vaardigheden en het eigen professioneel en/of academisch profiel.

De combinatie van de verschillende elementen in het portfolio heeft meerwaarde ten opzichte van ieder van die elementen afzonderlijk. Reflecties krijgen meerwaarde door systematische onderbouwing met materiaal. Materiaal krijgt betekenis doordat duidelijk wordt gemaakt uit welke fase van de ontwikkeling van de student het afkomstig is en wat het volgens de student zelf zegt over het door hem bereikte niveau.

Het portfolio maakt de unieke ontwikkeling van de student of het resultaat van die ontwikkeling.

Waarom elektronisch?Steeds vaker wordt in het hoger onderwijs gekozen voor een elektronisch portfolio in plaats van een portfolio op papier. Hier is een aantal redenen voor:

Door het gebruik van hyperlinks kunnen eenvoudig verbanden worden gelegd tussen de verschillende elementen in het portfolio;

Een elektronisch portfolio is compacter en daardoor gemakkelijker te bewaren en te transporteren dan een portfolio op papier, dat vaak de vorm krijgt van een omvangrijke map;

Een elektronisch portfolio kan tegelijkertijd door meerdere personen bekeken worden via een website of via een eenvoudig te dupliceren CD. Een papieren portfolio, dat doorgaans ook ingebonden werkstukken bevat, moet in zijn geheel gekopieerd worden;

Veel studenten vinden het maken en laten zien van een elektronisch portfolio leuk. Het elektronische portfolio is meestal opgezet als een persoonlijke website, waar een aantrekkelijk product van gemaakt kan worden;

Het werken met een elektronisch portfolio kan bijdragen aan de ontwikkeling van vaardigheden in het gebruik van Informatie en Communicatie Technologie (ICT) van studenten èn docenten;

Studenten zijn geneigd in een elektronisch portfolio compacter te schrijven en meer nadruk te leggen op structuur dan in een portfolio op papier. De teksten moeten immers van het scherm gelezen kunnen worden. Voor begeleiders die veel portfolio’s doornemen blijkt dat een pluspunt.

Het portfolioproces: verzamelen, reflecteren, selecteren en presenterenHet vullen van het webgebaseerde portfolio gebeurt in vier stappen. Naarmate het studiejaar vordert zul je steeds meer met de verschillende stappen tegelijk bezig zijn.

Stap 1 VerzamelenBij deze stap gaat het om het verzamelen van allerlei materiaal dat iets laat zien over jou als persoon en/of over het leerproces dat je doorloopt. Je kunt denken aan de 'bronnen' van het lijstje hieronder. Stel jezelf tijdens het verzamelen aldoor de vraag: Waarom zou

20

Page 21: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

dit voor mijn portfolio relevant kunnen zijn, oftewel welke competentie of ontwikkeling van mezelf zou ik kunnen illustreren met deze bron? Bronnen kunnen zijn:

- (eind)producten van modules plus feedback van de docent- tentamens van modules plus feedback van de docent- beschrijving van wat je met de feedback van docent hebt gedaan- verwijzingen naar collegeaantekeningen- logboeken, reflectieverslagen bij bepaalde studieonderdelen- passages uit boeken- video-opnamen - krantenknipsels- werkervaringen- verslag dat je zelf maakt van het mentorgesprek- enzovoort

Het is belangrijk dat je al je producten digitaal bewaart om ze later in je portfolio te zetten.

Stap 2 ReflecterenReflecteren betekent dat je je eigen leerproces onder de loep neemt: je legt een relatie tussen je eigen leerervaringen en de competenties. De volgende vragen structureren de reflectie:

1 Wat is er gebeurd? Wat heb ik gedaan? Wat wilde ik? Wat dacht ik? Wat voelde ik?

2 Wat vond ik hierin belangrijk en waarom?3 Tot welke voornemens of leerwensen leidt deze ervaring? Hoe

wil ik verder?Om te kunnen reflecteren heb je je eigen producten en tentamenresultaten nodig, maar vooral ook de feedback die je tijdens de les of n.a.v. van het tentamen of product hebt gevraagd en gekregen van medestudenten en docenten. Daarnaast kan inzicht in je eigen leerstijl helpen bij de reflectie op je leerervaringen.

Stap 3 SelecterenOmdat je portfolio ook overzichtelijk en hanteerbaar moet zijn is het belangrijk te gaan selecteren. Je dient je nu af te vragen welke ervaring of welk product het allerbeste weergeeft wat je geleerd hebt. Zo ontstaat er vanzelf een selectie van producten en reflecties bij elke competentie. Selecteer daarnaast ook producten of feedback die concreet maken op welke onderdelen je nog veel oefening nodig hebt Dat zijn dus je zwakke kanten. Het is belangrijk je bewijsmateriaal zo te selecteren dat je groei en ontwikkeling kunt aantonen.

Stap 4 Presenteren en portfolioEen belangrijk onderdeel van het portfolioproces is het presenteren. Je presenteert datgene wat je gedurende een bepaalde periode verzameld en geselecteerd hebt en waarop je gereflecteerd hebt om te ontdekken wat voor jou belangrijke leerervaringen

21

Page 22: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

zijn geweest. Gedurende deze opleiding vragen wij jou vier keer de balans op te maken van je leerproces:1. een presentatie van jezelf bij de start van de opleiding: Wie ben ik en wat kan ik al?2. een presentatie aan het eind van de propedeuse: Ben ik hoofdfasevaardig?3. een presentatie voor je de LIO-stage2 ingaat: Ben ik LIO-vaardig?4. een presentatie als afsluiting van de opleiding: Ben ik startbekwaam voor het

leraarsberoep?

De presentaties maken deel uit van de beoordelingen die op drie momenten tijdens de opleiding plaats vinden. Deze beoordelingen noemen we op de EHvA Bekwaamheidsproeven. Vanaf de start van het jaar verzamel je allerlei zaken om in je portfolio op te nemen. Je selecteert datgene wat het meest belangrijk voor jou is en legt uit waarom dat zo is. In de tweede helft van semester 1 leer je dit alles in je digitale portfolio te zetten en presenteer je jezelf m.b.v. het digitale portfolio aan je metawerkgroep.

Voorbeeldopdrachten introductie portfolio start semester 1

Oefening ‘Life in a bag’

In deze oefening is de tas een metafoor van de portfoliomap en het leven van de student datgene waar materiaal over wordt verzameld. Iedere student selecteert uit zijn tas één voorwerp dat het best zijn persoon representeert. De student denkt erover na waarom hij juist dit voorwerp selecteert en zet deze reflectie in maximaal 10 regels op papier. Voorwerp en reflectie worden aan de groep gepresenteerd.

Aan de hand van deze oefening kan het begrip portfolio en het portfolioproces (verzamelen, selecteren, reflecteren, presenteren) duidelijk gemaakt worden.In de tas zit op dit moment een min of meer toevallige verzameling, die wél iets zegt over het leven van de student. De student wordt erop gewezen dat, om doelbewust te kunnen selecteren uit een verzameling voorwerpen, hij een aantal perspectieven in ogenschouw moet nemen. Wat wil ik laten zien van mezelf? Hij moet nadenken over zichzelf als persoon, hoe anderen hem (zullen) zien en hoe hij wil dat anderen hem zien. Dit nadenken is een zelfreflectie en bepaalt de meerwaarde van het portfolio. Het portfolioproces eindigt met een presentatie.

Een portfolio is een doelbewuste verzameling: een constant proces van selecteren en reflecteren, waarbij de uitkomsten van het reflectieproces toegevoegd worden aan het portfolio.

Een alternatief is om de student meer voorwerpen te laten presenteren; in dat geval krijgt het selectieproces en de reflectie daarop minder waarde: hoe meer je mag selecteren, hoe minder het uitmaakt dat er ook iets onbeduidends bij zit. Als de student slechts één voorwerp mag selecteren moet hij keuzes maken.

2 De LIO-stage is de stage in het vierde opleidingsjaar, waarin je zelfstandig voor een klas staat.

22

Page 23: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Introduceer deze oefening door het zelf voor te doen! In mijn tas zit bijvoorbeeld: een sleutel met foto’s van mijn kinderen, Volkskrant, boek over portfolio’s, appel, tennispasje. Wat laat ik zien van mezelf, welke keuze maak ik? Alles laten zien is makkelijker dan kiezen; en wat ik laat zien is afhankelijk van het doel.waarvoor ik een portfolio maak. Benadruk het belang van het selecteren en reflecteren.

Voorbeelden van portfolio’sLaat voorbeelden van portfolio’s zien; niet alleen van EHvA-studenten, maar ook van andere instellingen (zie op infosite). Misschien heb je thuis ook nog wel andersoortige portfolio’s, die je tot nu toe nooit als zodanig gezien hebt. Bijvoorbeeld een map met kindertekeningen, verzameld door de docent van groep1/2. De verzameling op zich is al leuk, maar juist de opmerkingen die de docent er af en toe bij gezet heeft geven betekenis aan het geheel. De verschillende data laten de ontwikkeling van het kind op het gebied van tekenen zien; de ‘titels’van de tekeningen (door het kind bedacht en opgeschreven door de juf) laten iets zien over de wereld van het kind. Heb jij al eerder een portfolio gemaakt (zonder het zo te noemen) en met welk doel was dat?

Opdracht Startportfolio als kennismaking

Maak een (papieren) portfolio waarin je laat zien wat je meebrengt op het gebied van: Leraarschap, het vakgebied dat ik gekozen heb en ikzelf.

Wie ben ik en wat kan ik al? Richtlijnen voor het samenstellen van je eerste portfolioHulpmiddelen o.a.:- kennismakingsbrief- startniveau competenties en persoonlijke leerdoelen- competenties en ervaringen van buiten de opleiding- (taalportfolio )- leerstijlentest

In dit eerste portfolio ga je in op een aantal door de opleiding gestelde vragen; tegelijkertijd probeer je ook een persoonlijk beeld te schetsen: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat denk ik? Wat kan ik? Wat voel ik? Het portfolio is een persoonlijk document, waarin je kunt laten zien wat jou maakt tot wie je bent. Laat zien wat je al kunt, wat zijn je sterke kanten, welke competenties heb je al? Wat maakt jou voor ons een aantrekkelijke student? Een student Nederlands laat hier bijvoorbeeld de gedichten zien die hij zelf schrijft, een student biologie vertelt iets over het vogelkijken dat hij van huis uit meegekregen heeft, of een willekeurige student vertelt over de voetbalclub die hij traint.

Met behulp van onderstaande opdrachten kun je aan de slag. Je presenteert jezelf m.b.v. je portfolio in de groep.

Opdracht 1 Een beeld van jezelf:

23

Page 24: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Noteer 10 voorwerpen, personen of ervaringen uit je leven die erg belangrijk voor je zijn (of zijn geweest) en die in je portfolio kunnen illustreren wie jij bent. Denk aan hobbies, vrijwilligersactiviteiten, werkervaring, familie, vrienden, een werkstuk, tekening, gedicht of iets anders uit je middelbare schoolperiode, je woonomgeving, diploma's, een belangrijke gebeurtenis of ervaring in je leven of iets wat voor jou een uitdaging vormt. 12345678910

Beschrijf voor elk punt kort waarom dit belangrijk voor je is.Bedenk een manier waarop je deze 10 dingen in je portfolio kunt opnemen; denk aan foto's, stukjes tekst, geluidsfragmenten. Selecteer vervolgens minimaal drie dingen die je daadwerkelijk in je portfolio opneemt. Leg in je portfolio ook uit waarom je deze dingen geselecteerd hebt.

Opdracht 2: VerwachtingenBeantwoord de volgende vragen, nadat je ze met een medestudent besproken hebt:- Welke verwachtingen heb je van deze opleiding? Dus: Wat denk je hier te leren? Hoe

verwacht je dat het onderwijs er uitziet?- Welke verwachtingen heb je van jezelf in de studie? Ben je iemand die hard werkt,

die initiatieven neemt? Welke inzet toon je? Wat wil je leren?

Opdracht 3: MotivatieBeantwoord de volgende vragen, nadat je ze met een medestudent besproken hebt:Wat is je motivatie voor deze opleiding, voor het vak dat je studeert en voor het beroep van leraar? Welke ervaringen, inzichten, gebeurtenissen hebben tot deze keuze geleid?

Opdracht 4: Taalportfolio (alleen voor talenstudenten)Vul het taalportfolio in en bepaal welk niveau jij volgens jezelf hebt voor de vier taalvaardigheden voor minimaal Nederlands, je eventueel afwijkende thuistaal, en voor de taal die je hier op de opleiding studeert (indien niet Nederlands). Bij welke competentie kun je deze gegevens als bewijsmateriaal gebruiken?

Opdracht 4: Bedenk een toepasselijke titel waarmee je kort en krachtig de essentie van je portfolio weergeeft.

24

Page 25: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

INHOUD PORTFOLIO

Inleiding op het portfolio: de kennismakingsbrief Wat is je motivatie voor de keuze voor een de lerarenopleiding? welke ervaringen heb je al die mogelijk van belang zijn voor het

leraarschap? wie ben je? Geef een korte karakterisering van jezelf. Wat verwacht je van de opleiding? Wat voor leraar zou je willen worden?

1. Curriculum Vitae (CV) 2. Kopieën van vakrelevante diploma’s, certificaten, referenties etc. 3. Voer de Quickscan uit en maak de opdracht. Zie voor de volledige beschrijving

van deze opdracht het bestand Quickscan_opdracht en bekijk de website: www.lerarenweb.nl

4. Beschrijf je beginsituatie aan de hand van de competenties. Om een goed idee te krijgen van de inhoud van de competenties en de competentieniveaus is de Quickscan

5. Op welke manier leer je? Beschrijf je leerstijl aan de hand van de leerstijlen van Vermunt (zie bestand Leerstijlentest_Vermunt). Geef daarop je reactie op het testresultaat.

6. Schrijf een persoonlijk ontwikkelingsplan: zie bestand pop17. Eindig het POP met je persoonlijke leerdoelen. Werk de leerdoelen uit aan de

hand van het SMARTI-model (zie thema Formuleren van leerdoelen). 8. Dossier en opdrachten werkplekleren (stage): zie handleiding Werkplekleren. 9. Inhoudelijke producten (verslagen en opdrachten) en de terugkoppeling daarvan

naar de competenties. 10. Per studiejaar 3 tot 4 reflectieverslagen. Zie bestand reflectieverslag. Ter

voorbereiding van een reflectieverslag is het goed om de competenties die op dit gebied worden gevraagd van leraar nog eens extra te bekijken en je logboek (zie bestand LOGBOEK_reflectietraining)

11. Voorbereiding bekwaamheidsproef: zelfevaluatie en analyse video lesgeven aan de hand van de “Zeven punten voor competent lesgeven”.

12. Afleggen van de Bekwaamheidsproef 1: student neemt initiatief voor afspraak datum.

13. Bijstelling van het POP: zie bestand POP 214. Ga nu weer verder vanaf punt 7.

25

Page 26: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

QUICKSCAN

Toelichting

De Quickscan Bekwaamheid komt overeen met de competenties in de Handleiding Werkplekleren. Deze quickscan en de resultaten vormen het uitgangspunt tijdens het mentoraat en je stage/ werkplekleren. Het is de bedoeling dat je regelmatig met een of meerdere medestudenten je competenties bespreekt. Op deze manier krijg en geef je feedback op je leerproces.

I QUICKSCAN BEKWAAMHEID

Ga naar www.lerarenweb.nl -> kies bekwaamheid Voer de Quickscan uit Save of print het resultaat Beschrijf in maximaal 400 woorden (1 A-viertje) of het resultaat overeenkomt

met je eigen verwachtingen Leg het resultaat ook eens voor aan enkele mensen die je beter kennen en

vraag om feedback.

II Formuleer op basis van het voorgaande minimaal drie leervragen waaraan je de komende tijd gaat werken. In je reflectieverslagen aan het eind van een periode refereer je hier telkens aan, je beschrijft dan je vorderingen op dit gebied.

III Maak een plan van aanpak.

26

Page 27: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Competenties

competenties en beheersingsniveausOnder competenties verstaan wij de vakoverstijgende, algemene beroepscompetenties van het leraarsvak in het VO en BVE-veld. Ze drukken de bekwaamheden uit die een docent als professional bezit en die hij steeds verder ontwikkelt. Bij het afstuderen bezitten studenten de bekwaamheden minstens op beginnersniveau. Als professionals zullen zij hun competenties tijdens hun loopbaan verder ontwikkelen tot een gevorderd dan wel een excellent niveau. De competenties worden geleerd en ontwikkeld binnen alle onderdelen van de opleiding: de algemene beroepsvoorbereiding, het vak, werkplekleren en metawerk. De rode draad van de EHvA-visie op het onderwijs op de lerarenopleiding loopt door al die onderdelen heen. De kern van die visie is:

1. competentiegericht: door verbinding van de algemene beroepsvoorbereiding, profilering, metawerk en vak met het werkplekleren kunnen studenten de competenties verwerven;

2. activerend: het ontlokt, verleidt, nodigt uit tot actieve kennisconstructie en het opbouwen van bekwaamheden;

3. procesgericht: het besteedt aandacht aan het leerproces van leerlingen, aan leerstijlen en het opbouwen van de vaardigheden die nodig zijn voor het zelfverantwoordelijk leren;

4. benadrukt de congruentie die bestaat tussen het leren van docenten en het leren van studenten en van leerlingen;

5. legt nadruk op de rol en taak van de docent in de context van de grote stadproblematiek.

competentiesWe beschouwen competenties als bekwaamheden die aan de persoon van de beroepsbeoefenaar gekoppeld zijn: iedere docent laat in de beroepspraktijk een eigen, unieke interpretatie van de beroepscompetenties zien. Competenties zijn persoonlijke bekwaamheden die je kunt waarnemen: men ziet/hoort/merkt welke competenties een (aankomende of zittende) docent heeft en in welke mate. Hoe competenties zijn opgebouwd en waarop ze gebaseerd zijn, kan worden verduidelijkt met de ijsbergmetafoor. De competenties als waarneembaar gedrag vormen dat deel van de ijsberg dat zich boven water bevindt. Deze competentie berust echter op min of meer moeilijk grijpbare en op minder direct waarneembare dingen: de ijsberg onder water. De competente leraar, in de hoedanigheid van docent, of leerlingbegeleider, of coach, bezit kennis van zijn/haar vak, van pedagogiek en didactiek, beschikt over relevante vaardigheden, vertoont een bij het vak passende houding en heeft bepaalde persoonlijke kwaliteiten.

Zo heeft een competente leraar vakkennis op het gebied van de didactiek, de pedagogiek en het schoolvak. Hij/zij is vaardig op die verschillende terreinen: hij kan bijvoorbeeld leerlingen leren te leren, contact leggen en onderhouden met vervolgopleidingen binnen

27

Page 28: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

het ROC, of leerlingen coachen in een leerwerktraject. Hij/zij vindt het leuk om met jongeren te werken en hen bijvoorbeeld te coachen bij het maken van een digitaal portfolio. Hij/zij vindt het belangrijk een bijdrage te leveren aan de multiculturele samenleving. De bij een competente leraar passende persoonlijke kwaliteiten zijn bijvoorbeeld inlevingsvermogen, geduld en gevoel voor humor.

de ijsbergmetafoor in schema:

de ijsberg boven waterhet

waarneembare meer of minder competente gedrag

de ijsberg onder water

1. het weten: toetsbare kennis2. het kunnen: toetsbare vaardigheden3. het willen: zich ontwikkelende houdingen4. het zijn: zich ontwikkelende persoonlijke kwaliteiten

Juist die unieke mix die elke student en (aankomende) docent heeft van al die onderdelen (kennis, vaardigheden, houdingen en kwaliteiten), maakt dat competenties persoonlijke bekwaamheden zijn: ze zijn per persoon anders en dus aan de persoon gekoppeld. Die persoon doet er een professioneel leven over om competenties verder te ontwikkelen, want ermee klaar ben je nooit.

persoonlijk en zelfgestuurdCompetenties kunnen niet van de één op de ander worden overgedragen: je kunt informatie krijgen over de competentie van iemand anders, maar je kunt nooit zijn/haar competentie overnemen of imiteren. Je kunt de kunst wel afkijken, maar uiteindelijk maak je er, in combinatie met je eerder verworven competenties en je kennis, vaardigheden, houdingen en kwaliteiten je eigen competenties van. Juist omdat het om een persoonlijk proces gaat, ligt de volgende aanname aan het competentiedenken ten grondslag: mensen ontwikkelen alleen die competenties die ze willen ontwikkelen en ze leren alleen als ze willen leren. Competentieleren is dus een zelfgestuurd proces. De context van het werkplekleren plaatst de aankomende docent in een authentieke werksituatie, die op realistische wijze uitnodigt tot competentieontwikkeling en tot leren. Op de werkplek voltrekken zich leerprocessen die vele malen krachtiger zijn dan die in kunstmatig georganiseerde ‘lessen’ in opleidingen. (Aankomende) docenten maken de vorderingen in hun competenties zichtbaar in hun portfolio: daar doen zij verslag van de stapsgewijze verbeteringen en vernieuwingen van hun didactische en pedagogische aanpakken. Die verbeteringen en vernieuwingen zijn op

28

Page 29: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

zich van belang, maar zij vormen niet de kern van waar het bij competentieontwikkeling om gaat. De kern ligt bij het zich ontwikkelende vermogen dergelijke verbeteringen en vernieuwingen te realiseren, hierover te communiceren, erop te reflecteren en er rekenschap van af te leggen.

competenties ontwikkel je niet alleen De ontwikkeling van competenties vindt vooral plaats door handelen in authentieke situaties. Reflectie hierop geeft inzicht in de wijze waarop praktische ervaringen worden verbonden met de eigen interpretatie van de situatie (hoe analyseer ik dit als beginnende-gevorderde-bijna afgestudeerde student?), met de eerder verworven competenties en met min of meer theoretische kennis (wat is er vanuit ervaring van anderen en vanuit de wetenschap hierover bekend?). Zo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, hoe je met leerlingen en collega’s wilt omgaan en wat de rol van het vak hierbinnen is; we zeggen ook wel dat je een eigen subjectief werkconcept ontwikkelt. Maar om dat te bereiken zijn anderen nodig: andere (aankomende) docenten die feedback geven, vragen stellen, hun ervaringen delen, uitdagingen aangaan en hierover rapporteren. Het delen van ervaringen met anderen scherpt het eigen denken en handelen: men wordt zich bewust van eigen sterke en zwakke kanten en ervaart een behoefte zwakke kanten aan te pakken en zich te verheugen over wat sterke kanten blijken te zijn. Delen van ervaringen met anderen maakt de beroepsbeoefenaar meer bewust van eigen handelen en aanpak (Oh, deed ik dat? Deed ik dat zo?), hij/zij leert zich ook meer en meer spiegelen aan ervaringen van anderen en aan min of meer geobjectiveerde kennis. Tenslotte wordt meer en meer de eigen visie ontwikkeld en aangescherpt.

29

Page 30: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

het competentiemodelHet hieronder gepresenteerde competentiemodel gaat uit van een zo klein mogelijk aantal competenties, die samen het leraarsvak in de hele breedte beschrijven. Elk van deze competenties heeft een algemene vakoverstijgende kant: dat is dat deel van de competenties, dat eigen is aan het beroep van leraar, ongeacht het schoolvak. Elke competentie heeft ook een kant die te maken heeft met het specifieke schoolvak. We onderscheiden zeven competenties:

beroeps-contexten

competenties

werken met leerlingen

werken in en met het team/ de organisatie

werken met en in de omgeving

werken aan de eigen beroeps-identiteit

interpersoonlijke competentie

competentie 1zorgen voor een goede sfeer van omgaan met en samenwerken tussen leerlingen competentie 5

zorgen dat het werk afgestemd is op dat van collega’s; bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie

competentie 6een relatie opbouwen met ouders, buurt, bedrijven en instellingen door deze waar mogelijk bij het onderwijs te betrekken

competentie 7door te reflecteren op het handelen en na te denken over beroeps-opvattingen jezelf blijven ontwikkelen en professionaliseren

pedagogische competentie

competentie 2zorgen voor een veilige leeromgeving

vak- en vakdidactische competentie

competentie 3zorgen voor een krachtige leeromgeving

organisatorische competentie

competentie 4zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving

competenties en niveausDeze competenties zijn ontwikkeld door het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL) 3 in samenwerking met scholen; de competenties worden landelijk gehanteerd door veel lerarenopleidingen en in het kader van hun personeelsbeleid in toenemende mate ook door scholen voor VO en BVE. Door het SBL zijn de competenties omschreven op het startbekwaamheidsniveau (het niveau waaraan een beginnende docent moet voldoen) en op excellent niveau. Voor opleidingsdoelen heeft EHvA daarvan twee lagere competentieniveaus afgeleid, namelijk niveau 1 (hoofdfasebekwaam) en niveau 2 (LiO4-bekwaam).

3 Zie ook www.lerarenweb.nl 4 LiO = Leraar in opleiding; in deze laatste fase van de opleiding werkt de student zelfstandig (met begeleiding op afstand) met een groep leerlingen in hun leerproces.

30

Page 31: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Samengevat:

niveau 1 hoofdfasebekwaam EHvA niveau 2 LiO-bekwaam EHvA niveau 3 startbekwaam (SBL-standaard) niveau 4 excellent (SBL-standaard)

De principes die ten grondslag liggen aan de bepaling van het niveau zijn:

a. Van begeleid naar zelfstandig:

Toename van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, vermindering van begeleiding.Dit houdt in dat studenten die een competentie beter gaan beheersen meer zelfstandigheid tonen en die ook van anderen krijgen.

b. Verandering in de complexiteit van het handelen Dit houdt in dat studenten die een competentie beter gaan beheersen ook andere

activiteiten gaan verrichten:

niveau 1, hoofdfasebekwaam: oriënterend, observerend, assisterend, actief meewerkend, handelend

niveau 2, LiO-bekwaam: analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend handelen

niveau 3, startbekwaam: standpuntbepalend, professioneel alternatieven overwegend, zowel individueel als in overleg met anderen handelend

Dit betekent bijvoorbeeld dat een LiO-bekwame student theorie en praktijk in toenemende mate integreert en een in de praktijk ervaren probleem kan analyseren met gebruik van theoretische concepten. Voor de startbekwame docent betekent complex handelen dat hij verschillende theorieën naast elkaar kan zetten en een visie op het beroep kan formuleren op grond waarvan hij gemaakte keuzes kan verantwoorden.

c. Van eenvoudige naar complexe situatiesDit houdt dat de kenmerkende situaties waarin studenten moeten kunnen functioneren steeds complexer worden. Op niveau 1 voert de student deeltaken uit of delen van lessen in een gereduceerde situatie, bijvoorbeeld in een kleine groep leerlingen. De LiO-bekwame docent op niveau 2 voert complexe taken uit onder verantwoordelijkheid van de begeleidende docent. De startbekwame docent draagt zelf eindverantwoordelijkheid.

competentieniveaus in voltijd en in deeltijdDe niveaus geven aan aan welk type leerdoelen en leerwerktaken een student geacht wordt te werken in een bepaalde fase van de opleiding. Hoe die leerdoelen en leerwerktaken er voor elke individuele student precies uitzien is afhankelijk van zowel het persoonlijke leerproces van de student als van de school waar de student werkt, c.q. een leerwerktraject loopt.

31

Page 32: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

In een regulier, niet-versneld studietraject van vier jaar leggen studenten aan het eind van de propedeuse de bekwaamheidsproef Hoofdfasebekwaam (op niveau 1) af; de bekwaamheidsproef LiO-bekwaam (op niveau 2) vindt plaats aan het eind van jaar 3, vóórdat de studenten aan de LiO-stage beginnen. Dit is het standaardtraject voor de meeste voltijdstudenten; deze studenten beschikken over het algemeen over weinig eerder verworven competenties (EVC’s). Studenten, zowel vt als dt, die wel over EVC’s beschikken kunnen hun studie versnellen en bekwaamheidsproeven op een eerder moment afleggen. Dit zal in de praktijk vooral voor deeltijdstudenten het geval zijn. Bij de start van de opleiding doorloopt elke deeltijdstudent een intakeprocedure, met als resultaat een bindend studiecontract. Deeltijdstudenten nemen heel verschillende EVC’s mee: de éne student is bijvoorbeeld op het gebied van lesgeven bekwaam, de andere student bezit al veel kennis en vaardigheden op het gebied van het vak.

omschrijving van de competenties, met voorbeelden van gedragsindicatoren Hieronder volgt per competentie een korte algemene omschrijving. Daaronder staan steeds enkele voorbeelden (ongeveer drie tot vijf) van gedragsindicatoren. Een gedragsindicator geeft aan hoe competentie zichtbaar wordt in waarneembaar gedrag. De voorbeelden zijn niet meer dan dat: ze vormen geen afvinklijstje of checklist. Ze zijn bedoeld voor studenten (en begeleiders) om zich een beeld te vormen van hoe een competentie er in de praktijk uit kan zien. Steeds staan er per gedragsindicator uitwerkingen die horen bij de hoofdfasebekwaamheid (observeren en assisteren) en de LiO-bekwaamheid (zelfstandig complexe taken kunnen uitvoeren). Het is aan de student om te zoeken naar gedragsindicatoren en uitwerkingen daarvan die duidelijk maken op welke unieke wijze déze student inhoud aan het leraarschap geeft. Ook moeten studenten de algemeen geformuleerde competenties inkleuren voor het schoolvak c.q. leergebied, waar zij een bevoegdheid voor willen krijgen.

32

Page 33: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

1. De interpersoonlijke competentie

omschrijving van de competentie:De leraar VO/BVE heeft de verantwoordelijkheid om groepen leerlingen zo te leiden dat er een prettig leef- en werkklimaat heerst. Hij zorgt voor een open communicatie, geeft op een prettige manier leiding aan de leerlingen en zorgt ervoor dat er een vriendelijke en coöperatieve sfeer is in de groep. Van de leraar VO/BVE wordt verwacht dat hij zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid erkent, zich bewust is van eigen houding en gedrag én de invloed daarvan op de leerlingen. De leraar geeft op een zodanige wijze vorm aan groepsprocessen en communicatie dat hij een goede samenwerking met en tussen de leerlingen tot stand brengt. De leraar is zich bewust van de eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op leerlingen.

De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in de groep) en aan het leerproces. Zo’n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Bijvoorbeeld, zo’n leraar:

leidt en begeleidt stuurt en volgt confronteert en verzoent corrigeert en stimuleert.

gedragsindicatoren, enkele voorbeelden:

De student spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag en beloont gewenst gedrag

niveau 1: de student…..

observeert docenten in het omgaan met leerlingen

is vriendelijk tegen leerlingen

benadert leerlingen positief

niveau 2: de student …..

is vriendelijk en beslist tegen leerlingen

complimenteert gewenst gedrag

schat gedrag van leerlingen goed in en communiceert hierover met de begeleider

weet op grensoverschrijdend leerlinggedrag passend te handelen

herkent en signaleert probleemgedrag van individuele leerlingen of van de groep en kan hier adequaat op inspringen

niveau 3: de student……

stelt regels en bespreekt deze met de leerlingen

kan flexibel omgaan met regels en beschikt over handelingsalternatieven

kan zijn gedrag vanuit theoretische en methodische inzichten verantwoorden

heeft een visie op klassenmanagement

De student bouwt een band op met individuele en met groepen leerlingen

niveau 1: de student….. niveau 2: de student….. niveau 3: de student…..

33

Page 34: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

heeft een belangstellende houding

gebruikt deze belangstelling bij het ontwikkelen van een relatie met leerlingen.

staat open voor inbreng van leerlingen

is gespreksvaardig voert persoonlijke

gesprekjes met leerlingen voor of na de les

communiceert effectief door het hanteren van verbale en non-verbale technieken

herkent en benoemt gedragspatronen van individuele leerlingen en groepen en maakt deze inzichtelijk voor leerlingen. Hij weet hoe hij een en ander zonodig kan verbeteren

kan verantwoorden hoe hij met zijn groepen en individuele leerlingen omgaat. Hij maakt daarbij gebruik van relevante theoretische en methodische inzichten.

De student is een voorbeeld in sociaal gedrag voor leerlingen

niveau 1: de student…..

houdt zich aan afspraken is respectvol houdt zich aan regels van de

school

niveau 2: de student…..

stelt zich professioneel op: kan feedback ontvangen en geven

kan samenwerken en is hulpvaardig

niveau 3: de student…..

zorgt ervoor dat leerlingen respect opbrengen voor hem en voor elkaar

bespreekt communicatie en omgangsvormen

bevordert effectieve communicatie door bijv. te luisterren, samen te vatten en door te vragen zowel op inhouds- als betrekkingsniveau

De student….. enz.

34

Page 35: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

2. De pedagogische competentie

omschrijving van de competentie:De leraar VO/BVE heeft de verantwoordelijkheid om zijn/haar leerlingen te helpen zelfstandig en zelfverantwoordelijk te worden in relatie tot anderen en in relatie tot hun (Ieer-)taken. Hij streeft naar het welbevinden van zijn leerlingen. Van de leraar VO/BVE wordt verwacht dat hij zijn pedagogische verantwoordelijkheid erkent en dat hij op een professionele, planmatige manier een veilige leeromgeving tot stand brengt: voor een hele klas of groep maar ook voor een individuele leerling.

De pedagogisch competente leraar creëert een veilige leeromgeving in de klas en op school. Zo’n leraar zorgt er bijvoorbeeld voor dat leerlingen

weten dat ze erbij horen en welkom zijn weten dat ze gewaardeerd worden op een respectvolle manier met elkaar omgaan uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken hun affiniteiten en ambities leren ontdekken en op basis hiervan keuzes kunnen

maken met betrekking tot hun studie en loopbaan.

gedragsindicatoren, enkele voorbeelden:

De student sluit aan bij leefwereld van leerlingen

niveau 1: de student…..

vraagt leerlingen naar hun interesses en thuiswereld

toont deze belangstelling bij het ontwikkelen van een relatie met leerlingen.

observeert kenmerken van de leerling-populatie op de school

vormt zich een beeld van hun sociale en culturele achtergrond

kan de rol van de school in het leven van de jongeren beschrijven

niveau 2: de student…..

speelt in op de leefwereld van leerlingen

spreekt met individuele leerlingen over hun individuele interesses.

bevordert een sfeer van respect en belangstelling voor elkaar door leerlingen gelijkwaardig te behandelen

niveau 3: de docent…..

houdt rekening met verschillen tussen leerlingen in sociaal, emotioneel en cultureel opzicht

De student waardeert de inbreng van leerlingen en is nieuwsgierig naar hun ideeën

niveau 1: de student…..

complimenteert leerlingen

niveau 2: de student…..

hanteert werkvormen waarbij leerlingen eigen ervaringen en ideeën kunnen inbrengen

stimuleert en geeft positieve feedback

erkent verschillen tussen

niveau 3: de docent…..

maakt in zijn pedagogisch handelen een goed gebruik van verschillen tussen leerlingen

helpt deelnemers (BVE) bij de ontwikkeling van hun beroepsidentiteit

35

Page 36: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

leerlingen gebruikt op systematische wijze de input van leerlingen in het onderwijsleerproces

De student brengt eigen opvattingen in verband met de pedagogische opdracht van de school

niveau 1: de student…..

verkent en onderzoekt het pedagogische klimaat in de school

toont aan hoe dit onderzoek een rol speelt in zich ontwikkelende eigen opvattingen

houdt in het contact met leerlingen rekening met de regels van de school

niveau 2: de student…..

werkt binnen het kader van de schoolregels met een eigen pedagogische visie

laat die visie tot uiting komen in omgang met individuele en groepen leerlingen

hanteert op consequente wijze regels en procedures in de klas

niveau 3: de docent…..

is zich bewust van de eigen beroepsopvattingen, waarden en normen en laat dat merken aan leerlingen en collega’s

kan zijn pedagogische opvattingen en de gekozen aanpak verantwoorden en maakt daarbij gebruik van relevante theoretische en methodische inzichten

De student stimuleert leerlingen kritisch na te denken over eigen gedrag en het groepsgedrag en daarover in de klas te communiceren

niveau 1: de student…..

stelt leerlingen vragen over hun gedrag

niveau 2: de student…..

spreekt aan op ongewenst gedrag

spreekt een groep aan op groepsgedrag

houdt een klassengesprek over ongewenst en gewenst gedrag

niveau 3: de docent…..

stimuleert leerlingen regelmatig kritisch na te denken over hun opvattingen en gedrag en stimuleert leerlingen om daarover in de groep te communiceren

daagt leerlingen uit mee te denken over hun eigen ontwikkelings- en leerprocessen

De student …. enz.

3. De vakinhoudelijke en (vak-)didactische competentie

omschrijving van de competentie:De leraar VO/BVE heeft de verantwoordelijkheid om zijn/haar leerlingen te helpen zich beroepsgerichte kennis, vakkennis en kennis van leergebieden eigen te maken en vertrouwd te worden met de wijze waarop deze kennis wordt gebruikt in het dagelijkse leven en de wereld van het werken. Op deze wijze helpt de leraar leerlingen de school als zinvol en betekenisvol te ervaren, waarbij hij aansluit bij de belevingswereld van kinderen en put uit een modern (vak)didactisch repertoire. Van de leraar VO/BVE wordt verwacht dat hij zijn didactische verantwoordelijkheid erkent en dat hij op een eigentijdse, professionele, planmatige manier een krachtige leeromgeving voor de

36

Page 37: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

leerlingen tot stand brengt.

De (vak)didactisch competente leraar ontwerpt een krachtige leeromgeving, waarbinnen leerlingen zich basiskennis en vaardigheden van vakken en leergebieden eigen maken en vertrouwd worden met de manier waarop deze kennis en vaardigheden in het dagelijkse leven en in de wereld van het werk gebruikt worden. Zo’n leraar:

leert leerlingen te leren en te kiezen bevordert hun zelfstandigheid stemt leerinhouden af op de leerlingen houdt rekening met individuele verschillen bepaalt met de leerling diens (individuele) leertraject, met bijvoorbeeld

mogelijkheden voor leren in en buiten de school en leren in de context van de beroepsuitoefening

daagt leerlingen uit er het beste van te maken helpt hen succeservaringen te bereiken.

gedragsindicatoren, enkele voorbeelden:

De student gebruikt een repertoire aan didactische strategieën en werkvormen, zoals pgo, natuurlijk leren, klassikaal leren, sociaal en samenwerkend leren

niveau 1: de student

kan verschillende didactische strategieën op de school beschrijven

assisteert in lessen van één of meer docenten op school

toont waardering voor coöperatief gedrag

toont interesse in vormen van samenwerkend leren

betoont zich coöperatief door steun aan te bieden.

niveau 2: de student

gebruikt didactische strategieën behorende bij een klassikale aanpak

idem bij onderzoekend leren

weet de begeleidende docent op school alternatieve strategieën aan te reiken

ontwikkelt en begeleidt projecten voor natuurlijk leren

kiest werkvormen die samenwerking stimuleren en de vaardigheden van leerlingen ontwikkelen

stuurt in de klas op coöperatief gedrag

zet verschillende werkvormen effectief in.

niveau 3: de docent…..

kan zijn vakinhoudelijke en didactische opvattingen verantwoorden

kan verantwoorden hoe hij een groep leerlingen aangepakt heeft en maakt daarbij gebruik van actuele theoretische en methodische inzichten

ontwerpt leeractiviteiten die in het perspectief van de loopbaan van de leerling/deelnemer betekenisvol zijn

De student maakt gebruik van moderne audiovisuele en ict-leermiddelen

niveau 1: de student

onderzoekt de mogelijkheden van de school om deze middelen te

niveau 2: de student

maakt doelbewust en effectief gebruik van moderne leermiddelen

niveau 3: de docent…..

past bestaande middelen zelf aan en breidt ze uit met eigen inbreng (vragen,

37

Page 38: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

gebruiken assisteert en stimuleert

leerlingen bij het gebruik van moderne middelen

reikt de school ideeën aan voor het gebruik van moderne middelen in de les

suggesties, voorbeelden, av- en ict-middelen)

De student helpt leerlingen vak-, leer- en beroepsvaardigheden te ontwikkelen

niveau 1: de student

assisteert de docent bij het aanleren van eenvoudige vaardigheden

begeleidt leerlingen bij hun huiswerk en reflecteert daarbij op leervaardigheden

niveau 2: de student

ontwerpt gevarieerde leertaken voor het vak/leergebied

leert leerlingen leervaardigheden aan (bv leren voor het proefwerk, samenvatten)

bespreekt proefwerken na op reflectieve wijze

bevordert zelfstandigheid van leerlingen

praat met leerlingen over hun competenties

niveau 3: de docent…..

stimuleert de leerling om zelf zijn leerproces vorm te geven

ondersteunt de leerlingen in hun leerproces, door leervragen en leerproblemen te signaleren, te benoemen en erop te reageren

reflecteert systematisch met de leerlingen op het leerresultaat en het bijbehorende proces

analyseert (vakspecifieke) leerproblemen en speelt adequaat daarop in met gerichte opdrachten en vragen

De student houdt rekening met verschillen

niveau 1: de student

onderzoekt verschillen tussen leerlingen

en de wijze waarop docenten op school omgaan met deze verschillen

niveau 2: de student

houdt in de didactische aanpak rekening met verschillen tussen leerlingen wat betreft niveau,leeftijd, sekse en culturele achtergrond

kan het niveau van leerlingen inschatten en geeft opbouwende feedback

niveau 3: de docent…..

creëert de randvoorwaarden (sfeer, organisatie, opdrachten, materialen en machines) die de leerlingen in staat stellen zelfstandig te kunnen werken, zodat zij in hun eigen tempo en op eigen wijze kunnen leren

kent de sterke en zwakke kanten van individuele leerlingen en weet hoe hij hun leren moet bevorderen

ontwerpt verschillende leertrajecten en om tegemoet te komen aan verschillen tussen leerlingen

De student gebruikt verschillende manieren van toetsen, assessment en evaluatie

niveau 1: de student niveau 2: de student niveau 3: de docent…..

38

Page 39: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

kijkt toetsen na surveilleert

ontwikkelt en kijkt toetsen na

begeleidt en beoordeelt prestaties/leertaken

begeleidt en beoordeelt een portfolio

ontwikkelt in samenwerking met collega’s beoordelingsinstrumenten

kan zijn keuzes voor bepaalde toetsvormen onderbouwen

evalueert het leerproces en de leerresultaten van leerlingen

De student ….. enz.

4. De organisatorische competentie

omschrijving van de competentie:De leraar VO/BVE heeft de verantwoordelijkheid voor alle organisatorische aspecten en aspecten van klassenmanagement die samenhangen met zijn onderwijs.Van de leraar VO/BVE wordt verwacht dat hij zijn organisatorische verantwoordelijkheid erkent en dat hij in de klas en in de les een goed leef- en werkklimaat tot stand kan brengen. Het wordt als vanzelfsprekend geacht dat hij dit op een professionele, planmatige manier doet, overzichtelijk, ordelijk en taakgericht te werk gaat en in alle opzichten voor zichzelf, zijn collega's en vooral voor alle leerlingen helder is.

De organisatorisch competente leraar zorgt voor alle organisatorische zaken die met het onderwijs in vak, leergebieden en/of projecten samenhangen. Zo’n leraar

weet zijn eigen werk te organiseren zorgt ervoor dat leerlingen weten wat ze moeten (of kunnen) doen, hoe en met

welk doel ze dat moeten (of kunnen) doen zorgt ervoor dat leerlingen weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben

voor eigen initiatief.

39

Page 40: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

gedragsindicatoren, enkele voorbeelden:

De student bevordert taakgericht werken

niveau 1: de student

helpt leerlingen opdrachten en instructies uit te voeren

heeft eigen spullen op orde: opdrachten op tijd en bij de hand

niveau 2: de student

biedt helder gestructureerde leeractiviteiten aan

vervult een voorbeeldrol (heeft bijv.lesmateriaal in orde)

geeft op tijd en op niveau feedback op leerlingwerk: cijfers, geschreven beoordelingen, feedback op portfolio

niveau 3: de docent…..

biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen

hanteert procedures op een consequente manier

kan zijn aanpak van klassenmanagement en de organisatie van zijn onderwijs verantwoorden

De student kan prioriteiten stellen en de beschikbare tijd efficiënt over taken verdelen

niveau 1: de student

komt afspraken na observeert docenten wat

betreft planning en organisatie van verschillende werkvormen

start en eindigt de eigen les volgens de lesplanning

doet opdrachten op tijd

niveau 2: de student

maakt adequate tijdsplanning voor de eigen lessen en houdt zich hier ook aan

evalueert tijdsplanning heeft opdrachten op tijd

af neemt niet meer taken op

zich dan hij/zij aan kan

niveau 3: de docent…..

improviseert in onverwachte situaties op een professionele manier en stelt daarbij duidelijke prioriteiten

stelt prioriteiten en verdeelt de beschikbare tijd efficiën t zowel voor hem zelf als de leerlingen

bewaakt de planning samen met de leerlingen

De student draagt bij aan schoolactiviteiten

niveau 1: de student

neemt initiatieven om deel te nemen aan activiteiten

assisteert bij begeleiden van activiteiten

niveau 2: de student

begeleidt schoolactiviteiten

participeert in de organisatie van bijv werkweken/sportdagen

niveau 3: de docent…..

neemt initiatieven en doet voorstellen

De student ….enz.

40

Page 41: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

5. Samenwerken in een team

omschrijving van de competentie:De leraar VO/BVE heeft de verantwoordelijkheid voor de afstemming van zijn werk met zijn collega's en is medeverantwoordelijk voor het goed functioneren van de schoolorganisatie.Van de leraar VO/BVE wordt verwacht dat hij zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega's erkent en dat hij een professionele bijdrage levert aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.De leraar die competent is op het gebied van het samenwerken in het team draagt bij aan het goed functioneren van het schoolteam en de schoolorganisatie. Zo’n leraar

draagt bij aan een veilig en open klimaat in het team draagt bij aan het goed functioneren van team of sectie draagt bij aan organisatie van teamactiviteiten.

gedragsindicatoren, enkele voorbeelden:

De student deelt kennis met het team en leert van collega’s

niveau 1: de student

observeert bij medestudenten en bij docenten en reflecteert op en bespreekt datgene dat is waargenomen

geeft feedback aan en ontvangt feedback van collega’s op de school

geeft feedback aan en ontvangt feedback van medestudenten

niveau 2: de student

brengt ervaringen in tijdens intervisie en collegiale consultatie

ontwikkelt voornemens naar aanleiding van ervaringen van zichzelf en van anderen

deelt lesmateriaal met collega’s

niveau 3: de docent…..

vraagt hulp en biedt hulp aan collega’s

stelt teambelang boven eigenbelang

verantwoordt zijn opvattingen en werkwijze aangaande samenwerken met collega’s binnen de schoolorganisatie

De student levert een bijdrage aan samenwerkingsprojecten in het team: zowel binnen het vak en

leergebieden als vakoverstijgend

niveau 1: de student

onderzoekt welke projecten er zijn op de school

assisteert bij de uitvoering van projecten op school

neemt deel aan projecten op de opleiding en

niveau 2: de student

draagt bij aan constructief teamoverleg

draagt bij aan ontwikkeling van lesmateriaal

neemt deel aan de

niveau 3: de docent…..

neemt verantwoordelijkheid voor de taak (van anderen)

41

Page 42: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

experimenteert met rollen en taken

organisatie van projecten

neemt initiatieven

De student draagt bij aan het denken over onderwijsinnovatie

niveau 1: de student

onderzoekt op de school activiteiten wat betreft onderwijsvernieuwing

stelt zich op de hoogte van landelijke innovaties

niveau 2: de student

draagt bij aan de uitvoering van de onderwijsinnovatie op de school

neemt initiatieven om het onderwijs te verbeteren door het voorstellen van (vak)didactische vernieuwingen

niveau 3: de docent…..

levert een bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school

De student participeert in algemene onderwijstaken

niveau 1: de student

surveilleert kijkt toetsen na

niveau 2: de student

neemt deel aan team- en sectieoverleg en draagt bij aan taken daarin

participeert in rapportvergaderingen

niveau 3: de docent…..

werkt volgens de in de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen, bijv. leerlingvolgsysteem

De student …. enz.

6. Samenwerken met de omgeving

omschrijving van de competentie:De leraar VO/BVE heeft de verantwoordelijkheid voor het contact met de ouders of verzorgers van de leerlingen en voor de afstemming van zijn zorg voor de leerlingen met die van anderen buiten de school. Bovendien is hij medeverantwoordelijk voor het goed functioneren van de samenwerking van zijn school met andere (buurt)instellingen, stage- en leerbedrijven. Van de leraar VO/BVE wordt verwacht dat hij zijn verantwoordelijkheid het samenwerken met de omgeving van de school erkent en dat hij goed samenwerkt met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen en bij de school.

De leraar die competent is op het gebied van samenwerken in de omgeving draagt bij aan goede relaties van de school met ouders, vervolgonderwijs, en met instellingen en bedrijven in de fysieke omgeving van de school. Bijvoorbeeld, zo’n leraar:

42

Page 43: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

draagt bij aan het onderhouden van relaties met externe belanghebbenden, vooral met ouders

gebruikt de omgeving als onderdeel van een krachtige leeromgeving.

Gedragsindicatoren, enkele voorbeelden: De student gebruikt de omgeving van de school als kennisbron en als toepassingsmogelijkheid van

kennis en vaardigheden

niveau 1: de student

onderzoekt hoe de school werkt aan omgevingsonderwijs

doet een voorstel voor een eenvoudig project met het eigen vak in de omgeving van de school

niveau 2: de student

onderzoekt de omgeving van de school op toepassingen van het eigen vak/leergebied

ontwikkelt en voert projecten uit met medewerking van instellingen/bedrijven waarin leerlingen het vak/leergebied kunnen toepassen

houdt contact met personen/instellingen die fungeren als opdrachtgevers in het kader van het natuurlijk leren

niveau 3: de docent…..

De student onderhoudt contacten met ouders en verzorgers van leerlingen

niveau 1: de student

onderzoekt op welke wijze de school contact onderhoudt met ouders

niveau 2: de student

observeert bij en voert zo mogelijk gesprekken met ouders

niveau 3: de docent…..

voert oudergesprekken en hanteert daarbij relevante gespreksvaardigheden en technieken

raadpleegt reeds aanwezige informatie, registreert nieuwe informatie en stelt anderen in de gelegenheid hier gebruik van te maken

verantwoordt professionele opvattingen aan ouders en andere belanghebbenden en past zonodig in gezamenlijk overleg zijn werk aan.

De student …..enz.

43

Page 44: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

7. Werken aan de eigen beroepsidentiteit; competent in reflectie en ontwikkeling

omschrijving van de competentie:De leraar VO/BVE is verantwoordelijk voor zijn eigen professionele ontwikkeling.Van de leraar VO/BVE wordt verwacht dat hij zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling erkent en dat hij zowel zijn opvattingen over het leraarschap als ook zijn eigen bekwaamheid onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt.De leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling werkt voortdurend aan eigen professionalisering. Bijvoorbeeld, zo’n leraar:

weet goed wat hij/zij belangrijk vindt in het leraarschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige visie hij/zij uitgaat

heeft een goed beeld van eigen competenties en de eigen sterke en zwakke kanten

werkt op en planmatige wijze aan de eigen ontwikkeling.

gedragsindicatoren, enkele voorbeelden: De student maakt een eigen Persoonlijk OntwikkelingsPlan

niveau 1: de student

reflecteert op eigen sterke en zwakke kanten

beschrijft leerdoelen voor de hoofdfase

niveau 2: de student

reflecteert op eigen sterke en zwakke kanten op basis van ervaring en visie

reflecteert op persoonlijke kwaliteiten

niveau 3: de docent…..

werkt planmatig aan zijn ontwikkeling en maakt daarbij gebruik van de kaders die de school biedt (bijv. POP. Teamontwikkelingsplan, IBP)

brengt onder woorden wat hij belangrijk vindt in het docentschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat.

De student vindt een evenwicht tussen betrokkenheid en professionele distantie

niveau 1: de student

analyseert situaties vanuit docentperspectief en niet meer vanuit leerlingperspectief

is zich bewust van deze perspectiefwisseling

handelt vanuit de docentrol in een groep leerlingen

niveau 2: de student

is begaan met leerlingen, maar neemt geen verantwoordelijkheden van leerlingen over

kent de grenzen van de eigen invloed

verwijst leerlingen met problemen tijdig door zonder zelf de rol van hulpverlener op zich te nemen

niveau 3: de docent…..

De student bouwt aan en onderhoudt een relevant netwerk van collega’s

44

Page 45: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

niveau 1: de student

onderhoudt contacten met eigen jaargroep en medestagiaires

niveau 2: de student

onderhoudt contacten met studenten van eigen opleiding en medestagiaires

leest vakliteratuur bezoekt (regionale)

bijeenkomsten over onderwijsproblematiek.

niveau 3: de docent…..

benut verschillende mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen, zoals het bijhouden van vakliteratuur, het volgen van trainingen en opleidingen, maar ook het deelnemen aan vernieuwingsprojecten en onderzoek en het oppakken van nieuwe taken.

staat open voor andere visies en ideeën en probeert die daadwerkelijk uit.

De student kijkt kritisch naar zijn werk en gebruikt evaluatie, reflectie en feedback van anderen om zich verder te ontwikkelen

niveau 1: de student

geeft en ontvangt feedback

niveau 2: de student

neemt actief deel aan collegiale consultatie en intervisie

niveau 3: de docent…..

stemt zijn ontwikkeling af op het beleid van de school

De student …. enz.

45

Page 46: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Leerstijlen

The

maTty

Dromers(divergeerders)

Zijn goed in en hebben een voorkeur voor concreet ervaren en reflectief observeren. Zij zoeken leersituaties op waarin zij zelf kunnen meemaken hoe iets in de praktijk uitpakt, zodat zij daar gericht kunnen zien hoe iets werkt.

Denkers(assimileerders)

Combineren het reflectief observeren en het abstract conceptualiseren. Zij zijn het liefst bezig met observaties te vertalen in theorieën en hypothesen (theoriebouwers).

Beslissers(convergeerders)

Zijn goed in en hebben een voorkeur voor abstract conceptualiseren en actief experimenteren. Zij gaan het liefst bestaande theorieën uitproberen in de praktijk of in gerichte experimenten.

Doeners(accomodeerders)

Vertonen de combinatie van actief experimenteren en concreet ervaren. Zij hebben voorkeur voor situaties waarin ze zo snel mogelijk aan de slag kunnen met het toepassen en gebruiken van beproefde theorieën.

Bron: Boekaerts, M.Simons, P.R-J., Leen en instructie. Psychologie van de leerling en het leerproces.Assen: Dekker & van de Vegt, 1993. ISBN 90 255 0078 1

46

abstractconceptualiseren

concreteervaring

reflectieveobservatie

actiefexperimenteren

DENKERassimileerder

BESLISSERconvergeerder

DOENERaccomodeerder

DROMERdivergeerder

conc

reet

abst

ract

reflectiefactief

Page 47: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

De leerstijltest

Hierna volgen negen rijen met steeds horizontaal vier begrippen die aangeven op welke manier je iets kunt leren of hoe je een probleem kunt oplossen. Per rij geef je met een cijfer aan welke van de vier weergegeven woorden het meest of het minst passen bij jouw manier van leren. Het meest passende woord krijgt een 4, het minst passende woord krijgt een 1. De 2 en 3 zitten er tussenin. Ieder cijfer kan per rij maar éénmaal toegekend worden aan een woord.

Let wel: het ene woord is niet ‘beter’ dan het andere. Het gaat erom dat je inzicht krijgt in je eigen leerstijl. De waarde van de test is het grootst wanneer je intuïtief scoort en niet te lang nadenkt over de juiste score.

score kolom 1 scor

e kolom 2 score kolom 3 scor

e kolom 4

a selectief verkennend betrokken praktisch

b ontvankelijk relevant analytisch neutraal

c voelend bekijkend denkend al doende

d accepterend

risiconemend beoordelend bewust

e intuïtief productief logisch vragend

f abstract beschouwend concreet actief

g gericht op heden reflecterend toekomstgeric

ht pragmatisch

h ervaring observatie begripsvorming proefneming

i intens terughoudend rationeel verantwoordelij

k

De cijfers die je in elke kolom hebt ingevuld vormen een score behorend bij de vier dimensies in de leercyclus:

Concrete Ervaring (CE-score) Reflectieve Observatie (RO-score) Abstract Conceptualiseren (AC-score) Actief Experimenteren (AE-score)

47

Bron: www.nijghversluys.nl . Op deze website vindt je een programma waarmee je interactief de test kunt doen. Het programma geeft na afloop de resultaten grafisch weer.Daar wordt ook verwezen naar:H. de Koning, Leren zelfstandig leren.Nijgh Versluys. ISBN 90 425 0587 7

Page 48: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Hoe meer punten je op een bepaalde score hebt, hoe sterker die leerdimensie voor jou geldt.Let op: niet alle cijfers tellen mee voor de score!

De vier scores bereken je als volgt:

Kolom berekening score

kolom 1 b + c + d + e + g + h = CE-score

kolom 2 a + c + f + g + h + i = RO-score

kolom 3 b + c + d + e + h + i = AC-score

kolom 4 a + c + f + g + h + i = AE-score

Neem de scores over op de ‘schietschijf’ op de volgende bladzijde. Verbind de vier punten met elkaar. Het vlak tussen de vier lijnen geeft dan aan welke leerdimensies bij jou sterker en minder sterk aanwezig zijn.

Om erachter te komen welke leerstijl bij jou het sterkste is, bereken je nu je leerstijlprofiel. Daarvoor trek je de vier scores op de volgende wijze van elkaar af (de uitkomsten kunnen ook negatief zijn):

AC-score min CE-score = AC/CE-scoreAE-score min RO-score = AE/RO-score

Teken deze twee scores op de twee assen van het profiel op de volgende bladzijde en verbind de twee punten. Zo ontstaat een driehoek in één van de kwadranten. Dat is het kwadrant met de voor jou sterkste leerstijl. Hoe groter de driehoek, hoe sterker dat leerstijlprofiel voor jou geldt.

48

Bron: Boekaerts, M., Simons, P. R-J., Leren en instructie. Psychologie van de leerling en het leerproces.Assen: Dekker & van de Vegt, 1993. ISBN 90 255 0078 1

Page 49: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

49

2040

6080

100 %

2040

60

80100 %

CE - concrete ervaring

AC – abstract conceptualiseren

RO

–re

flect

ieve

obse

rvat

ie

AE –

actie

fexp

erim

ente

ren

24

16

13

7

14

22

12162411 15 22

Schietschijf

Profiel

AE – RO

AC –

CE

16

7

0

-7

717 0 -73

50 0100

50

0Concreet

Abstract

Actief Reflectief

DENKERassimileerder

BESLISSERconvergeerder

DOENERaccomodeerder

DROMERdivergeerder

Page 50: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Reflectie

Leren reflecteren

In dit hoofdstuk staat het leren reflecteren centraal. Aan de hand van een fasemodel beschrijven we hoe het reflectieproces verloopt.

Reflectie

Leraren leren onder andere van hun ervaringen door daarop te reflecteren. Hier volgt een werkdefinitie: je reflecteert als je, terugblikkend op een ervaring, probeert die ervaring vanuit verschillende invalshoeken te bekijken en te herstructureren (op nieuw ordenen). Je kunt bijvoorbeeld reflecteren op je houding in een bepaalde situatie, op wat jij en de leerlingen feitelijk deden, op wat je wel en niet zag in de les, op het gevoel dat een bepaalde situatie opriep, op de waarden en normen die je hanteert, of op de kennis die je over een bepaalde situatie hebt.

Het reflectieproces

Reflecteren heeft dus te maken met structuur. Wij hanteren de volgende structuur: terugblikken op een ervaring of een situatie, analyseren wat belangrijk was voor jou en vervolgens kijken naar mogelijke alternatieven voor je handelen in die situatie. Het ideale reflectieproces kun je als volgt in verschillende fasen met behulp van een model (zie figuur).

handelen(ervaringopdoen)

terugblikken ophet handelen

315

2

bewustwording(eventueelformuleren)

van essentiëleaspecten

alternatieven ontwikkelenvoor de aanpak en

daaruit kiezen

uitproberen innieuwe situatie

4

(reflectiemodel van Korthagen, 1983)

Het eerste punt van de cyclus is fase 1: handelen. Dat kan een hele les zijn, een gedeelte van een les, een gesprek met een leerling of met een ouder enzovoort. Die ervaring vormt het uitgangspunt voor fase 2, het terugblikken. Daar ga je na wat er nu eigenlijk gebeurde. Wat deed jij, wat deed de ander? Wat was je intentie? Wat was de intentie van de ander; Enzovoort. In fase 3 sta je vervolgens stil bij de vraag wat voor jou essentieel was in die situatie, wat de kern was waar het om draaide. Fase 3 is belangrijk om te komen tot fase 4: onderzoeken welke

50

Page 51: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

alternatieven je zou kunnen vinden voor je handelen en een (gefundeerde) keuze maken voor een voor jou haalbaar alternatief of haalbare oplossing (en dat kan ook zijn: niets veranderen).Deze figuur beschrijft in feite meer dan één cyclus. Na het uitproberen van een nieuw alternatief volgt weer een fase van observeren (waarnemen), van analyseren (bewust worden) en een fase waarin nieuwe alternatieven geformuleerd en beoordeeld worden. In elke cyclus leer je wat bij. Er is dus in feite sprake van een spiraalvormig ontwikkelingsproces. Het model wordt daarom ook wel de reflectiespiraal genoemd.

Reflectievragen Welke vragen stelt een leraar zichzelf die een dergelijk reflectieproces doorloopt? Hier volgen een paar voorbeelden.

Bij fase 2 Wat wilde ik bereiken? Wat deed ik? Wat deden de leerlingen? Wat dacht ik? Wat voelde ik daarbij? Wat denk ik dat de leerlingen dachten en voelden?

Bij fase 3 Kan ik begrijpen wat er nu eigenlijk aan de hand was? Wat was belangrijk voor mij in deze situatie? Waarom is dat voor mij zo belangrijk? Wat zegt de theorie over deze situatie en wat vind ik van die theorie?

Bij fase 4 Wil of moet ik dingen anders doen of anders gaan zien? Welke voornemens voor de volgende keer kan ik nu formuleren? Hoe en wanneer ga ik een van de voornemens uitproberen? Waar ga ik dan speciaal op letten?

Uiteraard zijn niet al deze vragen in elke situatie relevant. En het is zeker niet bedoeld als verplicht rijtje dat je iedere keer moet nalopen. De komende tijd zul je tijdens verschillende bijeenkomsten leren werken met deze vragen en het bijbehorende model. Je leert reflecteren.In deze basisreader en (o.a.) in het boekje Leren van Lesgeven (zie voetnoot 1) tref je een aantal oefeningen aan die je in het kader van het leren reflecteren kunt doen. Het zijn oefeningen die steeds een persoonlijke component hebben en een component van uitwisselen van ervaringen. Je doet de oefeningen soms individueel en soms met elkaar in de opleidingsgroep. Je mentor kan je hierover meer informatie geven.

Referenties

Korthagen, F.A.). (1983). Leren reflecteren als basis voor de lerarenopleiding. SVO-reeks 67, Harlingen.Korthagen, F.A.). (1993a). Het logboek als middel om reflectie door a.s. leraren te bevorderen. VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 15 (1), p. 27-34.

51

Page 52: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Aanwijzingen bij het reflectieverslag DoelOngeveer drie of vier keer per studiejaar schrijf je een reflectieverslag, telkens na afloop van een periode (half semester). In dit verslag kijk je terug op wat je geleerd hebt, en formuleer je je voornemens voor de volgende studieperiode en/ of voor je stage/ werkplekleren/ werk. In een leerverslag ligt het accent op vaardigheden, je persoonlijke ontwikkeling en je studieresultaat. Aan de hand van deze drie categorieën blik je terug. Het resultaat is een reflectieverslag waarin je aangeeft wat je gaat/wilt verbeteren/ veranderen en hoe je dat gaat doen.

ToelichtingGoed kunnen reflecteren betekent twee dingen:1. Een analyse maken aan de hand van de vragen: Wat zijn de consequenties voor mijn

gedrag als (toekomstige) docent? Waaraan ga je werken? Ben je tevreden over je vorderingen?

2. Plannen en leervragen maken voor de volgende fase.

Het leerverslag voldoet aan de volgende eisen:Vorm : getypt in Word, lettertype 12 punts-letter Times New Roman of 10-punts-

letter ArialOmvang : + 800 woorden Inhoud : zie hieronder

VaardighedenIn dit gedeelte van het verslag besteed je aandacht aan de vaardigheden waarop in deze periode het accent lag.1. In hoeverre ben je tevreden over de manier waarop je aan de colleges en

leeractiviteiten hebt deelgenomen? 2. In hoeverre ben je tevreden over je functioneren en ontwikkeling op de stageplaats/

werkplek? 3. Ken je je sterke en zwakke kanten en in hoeverre denk je dat je in staat bent om je

kwaliteiten en competenties te vermeerderen?

Leerinhoud en resultaten op de EHvA1. Waren de colleges interessant? Zetten ze aan tot nadenken? 2. Zette de literatuur je aan tot nadenken? 3. Sloten de opdrachten goed aan bij de literatuur en de colleges?

Houding en persoonlijke ontwikkelingIn dit gedeelte besteed je aandacht aan je eigen houding en ontwikkeling.1. Is er verandering of ‘beweging’ gekomen in je denken over het thema van de module?2. Wat waren je eigen leervragen (opschrijven) en wat heb je daaraan gedaan? Welke

vorderingen heb je gemaakt?

52

Page 53: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Logboek Reflectietraining

datum: ......................

Vooraf

Thema van de les is ........................................................................................

Wat wil ik leren over dit thema (leerdoel)

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

Welke vragen heb ik over het thema (wat moet je weten om het leerdoel te bereiken)

1. ..........................................................................................................................

2. ..........................................................................................................................

3. ..........................................................................................................................

4. ..........................................................................................................................

Wat weet ik al over dit thema ? (maak je eigen kennis over het onderwerp actief)

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

Ik wil dit leren omdat ..... (motivatie voor jezelf helder krijgen)

..............................................................................................................................

..............................................................................................................................

53

Page 54: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

vragen voor het logboek na de les (datum + thema ……………………………………………………………………………………………………………………………)Heb ik het leerdoel bereikt ? (controle)………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………Zijn de vragen die ik vooraf had, beantwoord ? (ga het vraag voor vraag na)1. ………………………………………………………………………….

2. ………………………………………………………………………….Hoe heb ik de antwoorden gevonden (bijvoorbeeld door over het onderwerp te praten, door een werkstuk te maken, door te luisteren naar de docent of medecursisten)1. ………………………………………………………………………2. ……………………………………………………………………...3. ………………………………………………………………………Welke vragen zijn blijven staan ? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………Wil ik er nog een antwoord op gaan zoeken ? (ja/nee en waarom)

…………………………………………………………………………..Heb ik de goede vragen gesteld om het leerdoel te bereiken ?…………………………………………………………………………..………………………………………………………………………….………………………………………………………………………….Ik heb actief / passief meegedaan met de les omdat

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………Wat wil ik nog zeggen over deze les

…………………………………………………………………………….…………………………………………………………………………….

54

Page 55: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Formuleren van leerdoelen: SMARTI-modelZoals de naam leerdoelen al zegt gaat het hier om gedrag dat je nog niet beheerst, dat je nog moet leren. In je ontwikkelingsplan kan je je leerdoelen ook in vraagvorm opstellen, dan spreken we van leervragen. Om nieuw gedrag te kunnen aanleren, moet je leren werken met ‘geoperationaliseerde’ leerdoelen. Dat betekent dat je het gedrag, waarmee je wilt oefenen zo beschrijft, dat je weet wat je concreet moet doen. Voorbeeld: ‘Leren beter te communiceren’ is een te abstracte formulering die geen aanwijzing bevat voor het concrete gedrag, waarmee je moet experimenteren. Beter is b.v.: ‘Leren de ander aan te kijken als ik iets tegen hem zeg’. Om te kunnen vaststellen of je je leerdoel hebt bereikt is het nodig feedback te krijgen van anderen. Voorbeeld: Je kunt zelf niet vaststellen of je goed hebt geluisterd en begrepen hebt wat een ander bedoelt. Door zijn mening in eigen woorden samen te vatten kan de ander hierover uitsluitsel geven.

Richtlijnen voor het formuleren van leerdoelen

Voor elk leerdoel kies je een observeerbare activiteit of verrichting die je wilt uitvoeren (=concreet waarneembaar gedrag), waarin duidelijk wordt aangegeven:

doel wat je wilt bereiken en waarom inhoud waar gaat het precies om leerweg hoe ga je daaraan werken tijdpad hoelang je erover mag doen evaluatie resultaat: “als ik mijn leerdoel heb behaald dan kan ik tenminste….., dit

wordt aangetoond door…..

Het formuleren van persoonlijke leerdoelen

Een hulpmiddel voor het formuleren van goede leerdoelen is het SMARTI-model.Een goed leerdoel is:

S Specifiek geeft precies aan wat je wilt ontwikkelenM Meetbaar het resultaat is meetbaarA Activerend geformuleerd in activiteiten, een actieplanR Realistisch haalbaar gezien omstandighedenT in Tijd gezet voorzien van een tijdsplanningI Inspirerend motiveert je, is aantrekkelijk voor je

SpecifiekEen doel is alleen nuttig als het beschrijft watje wil gaan doen, hoe je dat denkt te doen en wanneer of waar. Voorbeelden van niet specifieke, dus vage leerdoelen zijn:

Ik wil een beter teamlid wordenIk wil leren leidinggeven.

Vage doelen hebben meer het karakter van een wens: je kunt er wel vanuit starten, maar om ze te bereiken moetje ze specifieker maken, bijvoorbeeld:

55

Page 56: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Wens DoelIk wil een beter teamlid worden Ik wil in de volgende groep meer betrokken zijn door...Ik wil leren leidinggeven In de volgende projectgroep wil ik een aantal

vergaderingen voorzitten en daarbij...MeetbaarZorg dat je op een gegeven moment kunt vast stellen dat je je doel bereikt hebt; dan weet je ook of je voortgang boekt. Voorbeeld:Niet meetbaar: Ik wil in vergaderingen minder tijd verspillen Meetbaar: Ik maak aan het begin een tijdsplanning en beëindig een vergadering op

het afgesproken tijdstip met het afgesproken resultaat

ActiverendEen goed doel heeft een actieplan dat concreet aangeeft wat je gaat doen: welke activiteiten ga je ondernemen om het doel in de gestelde tijd te halen?Het is niet voldoende om een methode te noemen, bijvoorbeeld: ik ga vaker het voorzitterschap op me nemen. Belangrijk is in de activiteit ook een gewenst resultaat op te nemen, bijvoorbeeld: Over drie maanden wil ik drie vergaderingen hebben geleid en mijn rol daarin hebben geëvalueerd o.a aan de hand van de feedback van de deelnemers.Een voorbeeld van een weinig activerend doel: Ik ga minder de kantjes er vanaf lopen. Positief geformuleerde doelen geven richting, negatieve leiden makkelijk tot passiviteit en de vraag: als ik dit niet meer doe, wat dan wel ? Een positief, activerend doel is bijvoorbeeld: Ik wil drie keer een taak op me nemen en die zodanig uitvoeren dat de andere groepsleden daarover tevreden zijn. Ook hier geldt: je kunt best starten vanuit een besluit om met iets te stoppen, mits je dat voortzet in een positief alternatief.

RealistischWeinig is zo demotiverend als een onhaalbaar doel; en weinig zo motiverend als een succes. Ga dus na of:- je over alle middelen beschikt om je doel te halen - de omstandigheden j e niet in de weg staan - de prijs om het doel te halen niet te hoog is.Ga na wat je nodig hebt, check wat er mis kan gaan en hoe je dat voorkomt.

TijdsplanningDoelen zonder tijdspad lopen het risico uitgesteld te worden tot er niets meer van komt. Een tijdsplanning is ook een check op de haalbaarheid van het doel.

InspirerendDoelen waarvan jij persoonlijk het nut niet ziet, worden nooit gehaald. Vraag jezelf in alle eerlijkheid af. formuleer ik dit doel, omdat anderen dat graag willen of wil ik het ook echt zelf? Met andere woorden: zit er voor mij aantrekkelijks in of gehoorzaam ik alleen aan wat ik denk, dat ik moet doen. Soms merk je dat al bij het praten over het doel: zeg je "ik moet... " of zeg je "ik wil....... "?

Tot slotBespreek met een medestudent aan de hand van het bovenstaande je leerdoelen; bespreek samen of alle doelen SMARTI geformuleerd zijn. … Bedenk samen ook eens mogelijke excuses.

56

Page 57: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) In de opleiding tot leraar aan de EHvA schrijf je tenminste elk jaar een POP en houd je je portfolio bij. Een POP maak je aan het begin van elke nieuwe fase in de studie; met een portfolio sluit je een fase af. Uitgangspunt bij POP en portfolio zijn de beroepscompetenties voor het beroep van leraar en de bijbehorende competentieniveaus voor de verschillende fasen van de opleiding. In een POP kijk je vooruit en in portfolio kijk je terug. Bij het vooruitkijken ga je na wat je nog wilt leren (hoe je je verder wilt ontwikkelen – vandaar ‘ontwikkelingsplan’) en hoe je dat gaat aanpakken.Bij het terugkijken ga je na welke ontwikkeling je hebt doorgemaakt en hoe ver je gevorderd bent op weg naar competent leraarsgedrag; deze sterkte/zwakteanalyse of zelfevaluatie neem je op in het competentiedeel van je portfolio. Uiteraard is het noodzakelijk bij het maken van plannen voor verdere ontwikkeling aan te sluiten bij het competentieniveau dat je bereikt hebt. Op die manier hangen terugkijken en vooruitkijken met elkaar samen.Het POP speelt een belangrijke rol bij het werkplekleren. In je POP leg je in overleg met je mentor én met je begeleider op de stageschool vast aan welke leerdoelen je gaat werken en op welke wijze je dat doet. Dit betekent dat het POP geschreven of herschreven moet worden aan het begin van elke stageperiode.

Het POP-trajectHet POP-traject is een cyclisch proces van het kijken naar je eigen functioneren en het op basis van geconstateerde sterktes en zwaktes leerdoelen formuleren en een bijbehorend leertraject vaststellen. In schema:

1. self assessment 2. 360° feedback

6. POP uitvoeren (PAP) 3. portfolio 5. POP vaststellen 4. POP-concept

Het geschetste POP-traject bestaat uit een aantal stappen:

1 Hoe schat ik mijzelf in? (zelfevaluatie of self assessment per competentie)Per beroepscompetentie beschrijf je je vorderingen en niveau en geef je aan op grond waarvan je denkt te beschikken over dit competentieniveau. Je kunt hierbij gebruik maken van de Quickscan (zie www.lerarenweb.nl ) Je verwijst naar producten in het portfolio en geeft daarbij per product aan waarom je juist dít product hebt uitgekozen als bewijsmateriaal met het oog op een bepaalde competentie. Als eerstejaars student heb je nog niet eerder stage gelopen; datmaakt het moeilijk om je vorderingen per competentie te bespreken. Eerstejaarsstudenten maken voor deze zelfevaluatie gebruik van het formulier: beginsituatie werkplekleren.

2 Je verwijst naar feedback: wat vonden anderen van je functioneren? Als je stage loopt is dat feedback van zowel stagedocenten als leerlingen. De feedback is een verplicht onderdeel. Je maakt een overzicht van alle feedback (per competentie) die je van de verschillende betrokkenen hebt verkregen.

Vergelijk de tekst over de Beheersingsniveaus per beroepscompetentie.

57

Page 58: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

3 Portfolio:In je portfolio neem je bij het competentiedeel het resultaat van stap 1 en 2 op.

4 Het POP:a. Wat wil ik nog meer/beter kunnen? (persoonlijke leerdoelen). In dit onderdeel beredeneer je hoe je je verder wilt ontwikkelen. Je geeft aan waar je je nog op wilt toeleggen. b. Wat voor soort leertaken passen bij deze leerdoelen? Hoe zou ik aan deze leerdoelen kunnen werken?c. Hoe kan ik aantonen dat ik mijn doelen gerealiseerd heb?

5 Vaststelling POP:

Je bespreekt het POP met je metawerkbegeleider en met je begeleider op de stageschool en stelt het zonodig bij. In de hogere studiejaar moet dit POP in het begin van het studiejaar klaar zijn, want het geeft richting aan je studie. In jaar 1 beginnen we pas in het tweede semester met het schrijven van een POP.

6 Uitvoering POP: zowel op het instituut als op de school. Een hulpmiddel bij het uitvoeren van het POP is het PAP: het persoonlijke activiteitenplan. In een PAP concretiseer je voor een korte periode (bijvoorbeeld elke 2 weken) op welke wijze je aan je leerdoelen gaat werken en reflecteer je op je ervaringen.

7 Regelmatig maak je de balans op: hoe staat het met de uitvoering van mijn leertaken en mijn competentieontwikkeling, in hoeverre heb ik mijn leerdoelen gerealiseerd, kan ik nieuwe leerdoelen formuleren. In feite start de cyclus weer opnieuw: stap 1: selfassessment et cetera.

In jaar 1 leer je tijdens metawerk te werken met een POP en PAP. Je bekijkt voorbeelden van een POP en PAP, je geeft feedback aan je studiegenoten en schrijft zelf een POP. Je maakt PAP’s voor het werkplekleren.

58

Page 59: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Opdracht Beginsituatie Werkplekleren in jaar 1

Beschrijf je beginsituatie bij elk van de volgende competenties, en geef daarbij ook aan hoe je jezelf daarbij inschat op de schaal zwak / matig / goed / sterk, of eventueel: weet niet. Probeer je voor te stellen waarin je goed zou (kunnen) zijn. Gebruik vooral ook eventuele ervaringen in het werken met (jonge) mensen in andere situaties dan het onderwijs; denk daarbij aan sport, vereniging, hobby’s, baan, eerdere opleiding enz. Probeer de daar opgedane ervaringen te “vertalen” naar een onderwijssituatie. In de Bijlage vind je een uitgewerkt voorbeeld.

naam student …………. opleiding ………….school …………. Datum ………….

werken met leerlingen en/of (jonge) mensen1. Interpersoonlijk handelen

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet (omcirkelen)

werken met leerlingen en/of (jonge) mensen2. Pedagogisch handelen

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet (omcirkelen)

werken met leerlingen en/of (jonge) mensen3. Vakdidactisch handelen

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet (omcirkelen)

werken met leerlingen en/of (jonge) mensen4. Organisatorisch handelen

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet (omcirkelen)

59

Page 60: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

werken in een schoolorganisatie5. Participeren als teamlid in een schoolorganisatie

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet (omcirkelen)

werken in een schoolorganisatie6. werken met de omgeving van de school

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet (omcirkelen)

werken aan je eigen ontwikkeling7. Jezelf kunnen verbeteren

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet (omcirkelen)

60

Page 61: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Opdracht POP

Het POP dat je aan het begin van het studiejaar schrijft bestaat uit twee onderdelen:

1. Wat wil ik nog meer/beter kunnen? (persoonlijke leervragen of -doelen). In dit onderdeel beredeneer je hoe je je verder wilt ontwikkelen op basis van je sterktezwakteanalyse. Je baseert je hierbij op je beginsituatie voor wat betreft de competentieontwikkeling (opdracht beginsituatie werkplekleren). Je geeft aan (per competentie) waaraan je wilt werken om te voldoen aan de niveau-eisen per competentie. Vragen: Hoe ver ben ik en wat wil ik leren? Waarom is het voor mij belangrijk aan dit thema te werken en wat wil ik daardoor bereiken? Wat zijn mijn persoonlijk leerdoelen?

2. Wat ga ik daarvoor doen (leertaken) en hoe ga ik aantonen dat ik mijn doelen bereikt heb?In dit onderdeel beschrijf je één of meer mogelijke leertaken waarmee je aan je persoonlijke leerdoelen kunt werken. Ten slotte geef je aan hoe je straks gaat bewijzen dat je je leerdoel gerealiseerd hebt. Dit doe je voor elk persoonlijk leerdoel.Dus: welke leertaken kan ik uitvoeren om mijn verschillende leerdoelen te bereiken?Bewijs: Wanneer heb ik voldoende gedaan? Waaraan kan ik zelf zien dat ik mijn leerdoel bereikt heb en hoe laat ik dat aan anderen zien?

Je kunt daarbij gebruik maken van het schema op de volgende pagina:

61

Page 62: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Opdracht POP Naam: Opleiding:School: Datum:

Interpersoonlijke competentieWat kan ik al?

Leerdoelen:

Mogelijke leertaken:

Bewijsmateriaal:

Pedagogische competentieWat kan ik al?

Leerdoelen:

Mogelijke leertaken:

Bewijsmateriaal:

(Vak-)didactische competentieWat kan ik al?

Leerdoelen:

Mogelijke leertaken:

Bewijsmateriaal:

Organisatorische competentieWat kan ik al?

Leerdoelen:

Mogelijke leertaken:

Bewijsmateriaal:

Competentie Werken in en met het teamWat kan ik al?

Leervragen:

Mogelijke leertaken:

Bewijsmateriaal:

Competentie Werken met en in de omgevingWat kan ik al?

Leerdoelen:

Mogelijke leertaken:

Bewijsmateriaal:

Competentie Werken aan de eigen beroepsidentiteitWat kan ik al?

Leerdoelen:

Mogelijke leertaken:

Bewijsmateriaal:

62

Page 63: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

De criteria waaraan een POP moet voldoen: - Foutloos Engels /foutloos Nederlands- Het POP betreft de hele opleiding (niet alleen het werkplekleren5)- Het POP betreft alle competentiegebieden - In het POP moet duidelijk worden dat de student inzicht heeft in de verschillende

competenties- Het POP is persoonlijk: leerdoelen zijn gerelateerd aan eerder leren van de student: ‘Hoe

ver ben ik?’ - Leerdoelen zijn bedoeld voor een langere periode- Het POP is concreet: in gedragstermen- In het POP staat aangegeven met welke mogelijke leertaken de student gaat werken aan

de leerdoelen en hoe de student gaat aantonen dat de leerdoelen bereikt zijn- Het POP is volgens een vast format opgebouwd

Bewijsmateriaal moet aan de volgende eisen voldoen:- De student bewijst zijn vorderingen door het direct te koppelen aan concreet materiaal of

feedback- 360° feedback is onderdeel ervan- het moet zichtbaar maken dat de student het gedrag daadwerkelijk beheerst- het moet geen ‘toevalstreffer’ zijn; de student moet aantonen dat hij het betreffende

gedrag bewust kan inzetten- het is opgenomen in het portfolio

NB: Het POP is een dynamisch document! Aan het eind van elk semester is er een tussen/eindevaluatie van de stage en zijn er allerlei afsluitende toetsen e.d. op de opleiding. Het POP moet bijgesteld worden n.a.v. de resultaten en de ontvangen feedback. Dit betekent dat het POP jaarlijks minimaal één keer herschreven moet worden. Het bijgestelde POP wordt weer met de mentor en o.a. de begeleiders op de school besproken.

5 Eerstejaarsstudenten hoeven alleen een POP voor jaar 1 te maken .

63

Page 64: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Opdracht PAP

Het PAP (het Persoonlijk Activiteitenplan) is een hulpmiddel bij het uitvoeren van het POP.

Een POP is een plan voor de hele breedte van de opleiding voor een langere periode, bijvoorbeeld een half jaar. Een PAP is een uitwerking van het POP voor een bepaald studieonderdeel voor een kortere periode.

Voorbeelden:- Je kunt wekelijks een PAP maken voor het werkplekleren. In het PAP geef je dan aan wat je

precies die week gaat doen tijdens het werkplekleren en hoe je dat gaat doen. Aan het eind van die week reflecteer je op je ervaringen en maak je een nieuw PAP voor de komende week. Het maken van een PAP is een cyclisch proces.

- Een talenstudent kan maandelijks een PAP maken om te werken aan de eigen taalontwikkeling. Maandelijks reflecteert de student op die ontwikkeling en stelt de leerdoelen bij en kiest desgewenst andere leeractiviteiten.

De criteria waaraan een PAP moet voldoen:

- Leerdoelen en –activiteiten zijn SMARTI geformuleerd- Leerdoelen kunnen in een relatief korte periode gerealiseerd worden - De student reflecteert wekelijks systematisch op ervaringen en stelt aan de hand daarvan

de leerdoelen bij.

64

Page 65: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Educatieve Hogeschool van AmsterdamPAP (Persoonlijk ActiviteitenPlan)

werkplekleren jaar 1

volgens de gemaakte afspraken inleveren bij de werkbegeleider op de school en de EHvA-begeleider

naam student …………. opleiding ………….naam school …………. datum ………….

Leerwerkactiviteiten komende week:Met welke leerdoelen of leervragen wil ik komende week op de school aan de slag?Bij welke competentie(s) passen deze leerdoelen?

Welke leerwerkactiviteiten ga ik uitvoeren ? Hoe en wanneer precies?

Hoe ga ik deze activiteiten voorbereiden? Wie of wat heb ik daarbij nodig?

Wat voor portfoliomateriaal (producten, feedback, bewijzen) kan ik daarbij verzamelen?

Reflectie op de leerwerkactiviteiten van de vorige week: Wat deed ik, wat wilde ik, wat dacht ik, wat voelde ik? Wat gaat goed en wat moet anders? Waar moet ik verder nog rekening mee houden?

65

Page 66: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Bijlage 1 VOORBEELD opdracht beginsituatie

Dit is een voorbeeld van een goed uitgewerkte beginsituatie m.b.t. de zeven competenties. Deze student probeert zich een voorstelling te maken van wat de competenties inhouden en of hij/zij daarin sterk of juist zwak zal zijn in de concrete situatie van het eerstejaars werkplekleren. De student verwijst waar mogelijk naar ervaringen die elders zijn opgedaan en te maken hebben met de competenties. Die ervaringen vonden weliswaar plaats in een andere situatie, maar er wordt duidelijk geprobeerd die ervaringen te vertalen naar de context van een school. Wanneer de student zich nog weinig kan voorstellen bij een competentie of geen ervaringen heeft op een vergelijkbaar terrein kan dit ook gewoon vermeld worden.

1. Interpersoonlijk handelen luisteren en communiceren

met een open houding zowel leiden als begeleiden

van leerlingen leerlingen feedback geven

op hun gedrag

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak/matig/goed/sterk

eigen ervaring:Ik denk dat ik aardig goed ben in de omgang met mensen. Ik heb een jaar gewerkt in een winkel en kreeg daar 3 weken de leiding omdat mijn baas op vakantie was. Door mezelf open op te stellen en te luisteren naar eventuele problemen bleef de winkel gedurende die 3 weken goed draaien. Een ander voorbeeld is dat twee goede vriendinnen van mij ruzie met elkaar hadden. Eén van hen kwam toe naar mij toe voor advies. Door haar het gevoel te geven dat ze alles kon zeggen tegen mij en dat het tussen ons zou blijven voelde ze zich op haar gemak en kon ze haar verhaal kwijt. Als gevolg daarvan raakte ze haar boze gevoel een beetje kwijt en konden de twee vriendinnen om de tafel gaan zitten om het uit te praten.Of ik dit ook bij leerlingen kan toepassen weet ik natuurlijk nog niet. Maar ik denk dat ik vrij goed in staat ben de leerlingen het gevoel te geven dat ik er ben om ze te helpen en dat ze met vragen bij mij terecht kunnen.

2. Pedagogisch handelen een veilige en open sfeer

creëren stimuleren van respect voor

elkaar interesse in leerlingen tonen

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak/matig/goed/sterk

Zelf vind ik de pedagogische kant van het docent zijn heel belangrijk. Ik denk dat je geen goede les kan geven als het in je klas ontbreekt aan een goede sfeer, respect voor elkaar, en respect voor jou als docent. Ik denk dat dit me ook wel redelijk af zal gaan. Ik heb er geen directe ervaring mee, maar in mijn omgeving heb ik er wel af en toe mee te maken. Op de middelbare school zag je hoe er op verschillende manier werd les gegeven. Dit bepaalt voor een groot deel de sfeer in de klas en de betrokkenheid van de leerlingen bij de les. Verder heb ik nog een jonger zusje dat nu in de brugklas zit. Uit haar

66

Page 67: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

verhalen hoor ik hoe er op haar school met de klas wordt omgegaan en hoe zij daar op reageert. Ik hoor soms verhalen over leraren waarvan ik denk "zo zou ik dat niet doen!"

3. Vakdidactisch handelen overzicht over het

schoolvak hebben informatie overdragen leerlingen motiveren en

ondersteunen bij het leren gebruik maken van de

belevingswereld van leerlingen

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak/matig/goed/sterk

Iets van je vak kunnen uitleggen is natuurlijk heel belangrijk voor een leraar. Het lijkt me leuk hierin vaardigheid te ontwikkelen. Op mijn eigen middelbare school heb ik met een andere leerling samen een profielwerkstuk gemaakt. Dit was een computerprogramma, dat het wiskundige probleem ‘vergelijking oplossen’ uitlegde aan 2de klas leerlingen. We hebben met dit programma ook echt een les verzorgd aan een klein groepje van 2 vmbo. Dit ging heel goed en hier heb ik veel van geleerd. Verder help ik mijn zusje regelmatig met het uitleggen van problemen die ze oploopt bij haar huiswerk. Dat lukt redelijk, als je het maar stap voor stap doet en niet te snel gaat. Maar het lijkt me wel lastig om goed het niveau van leerlingen in te schatten, en hoe om te gaan met minder geïnteresseerde leerlingen.

4. Organisatorisch handelen zorgen voor structuur in

lesopbouw ordelijk omgaan met

voorbereiding, lesmateriaal, afspraken enz.

het eigen werk effectief organiseren

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak/matig/goed/sterk

Van nature ben ik vrij chaotisch. Ik heb gemerkt dat ik het moeilijk vind om een duidelijke structuur aan te brengen in mijn eigen schoolwerk cq studie, waardoor ik nogal eens iets vergeet te doen. Het zal dus een uitdaging voor mij worden om goed lessen te organiseren. Ik begin vaak vrij ordelijk aan een klus (bv een werkstuk), maar naarmate het vordert laat ik dat schieten. Het lijkt me niet handig als dat in een les gebeurt. Dit is dus echt iets waar ik veel aandacht aan moet besteden.

5. Participeren als teamlid in een schoolorganisatie samenwerken met

medestudenten actief participeren in

activiteiten, in en buiten de lessen

kennis hebben van de onderwijs-opvattingen van de school, de schoolorganisatie enz.

ondersteuning geven aan

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak/matig/goed/sterk

De samenwerking met medestudenten is me tot nu toe goed af gegaan. Ik sta open voor contact. Ik ben geïnteresseerd in het vak van de docent. Het lijkt me ook belangrijk als je weet op wat voor soort school je terecht komt. Ik ben enthousiast dus ik denk dat ik in een docententeam wel goed zou kunnen functioneren. Hier gebruik ik ook weer het voorbeeld van competentie 1. Door op mijn werk in die winkel met mijn collega´s samen te werken en klaar te staan voor ze op momenten dat het iets minder goed ging, zijn de drie weken dat mijn baas afwezig

67

Page 68: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

het team of de vakgroep was goed verlopen.

6. Werken met de omgeving van de school kennis hebben van de

relaties van de school met de buitenwereld

bijdragen aan externe contacten, bijvoorbeeld ouders

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak/matig/goed/sterk

Hier heb ik nog nauwelijks een idee van. Ik begrijp natuurlijk wel dat een school contacten heeft met de "buitenwereld", vooral ouders. Maar ik weet niet hoe dat werkt en wat leraren op dit gebied doen. Ik ben wel van plan hierover meer te weten te komen door een onderzoekje of door gesprekken.

7. Jezelf kunnen verbeteren analyseren van sterke en

zwakke punten gebruik maken van

feedback eigen gedrag sturen en

verbeteren via reflectie

Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak/matig/goed/sterk

Ik ben gemotiveerd om een goede docent te worden, dus lijkt het mij dat ik niet zonder feedback van de ervaren docenten kan. En ook niet zonder de feedback van mijn medestudenten. Maar ik moet wel zeggen dat ik in het verleden wel eens moeite had met feedback van anderen. Ik had de neiging het als iets negatiefs, als kritiek op te vatten. Zo is het meestal niet bedoeld, maar het is soms lastig me over dat gevoel heen te zetten.Ik denk dat ik mijn eigen sterke en zwakke punten wel redelijk goed ken, in ieder geval probeer ik daarin eerlijk tegenover mijzelf te zijn. Maar om die punten goed te analyseren en te bedenken hoe ik zwakke punten moet verbeteren, dat is een ander verhaal. Wat dat betreft heb ik nog wel wat te leren denk ik.

68

Page 69: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Bijlage 2 Voorbeeld POP jaar 1

InleidingNa zelf jaren achtereen zelf in de schoolbanken gezeten te hebben, komt er voor mij nu een tijd, waarin die rol langzaamaan zal omdraaien naar voor de klas staan. De keuze voor deze rolwisseling heb ik bewust genomen; gesprekken, boeken en veel piekeren hebben uiteindelijk mijn keuze bevestigd. Met mensen werken was voor mij sowieso een voorwaarde voor een fijne baan, het liefst eigenlijk ook nog met een beetje lastige mensen (ik hou van afwisseling en uitdaging) en daarnaast zijn praten en kennis overdragen ook nog activiteiten waar ik veel plezier en dankbaarheid aan beleef. Mijn doel is nu geworden om over 4 jaar een goede startbekwaam docent te zijn. Om dit doel te bereiken heb ik mij ingeschreven aan de Educatieve Faculteit van Amsterdam. De opleiding, waar ik inmiddels alweer een half jaar mee bezig ben. Het bevalt me prima; het vak boeit me namelijk enorm en het stukje pedagogiek binnen de opleiding vind ik interessant. Om te laten zien welke competenties ik inmiddels al onder de knie heb (uitgaande van meer dan alleen het afgelopen half jaar) (schaalindeling: zwak/ matig/ goed/ sterk/ weet niet) en waar ik binnen de komende stage aandacht aan wil gaan besteden kunt u hieronder lezen per competentie. A Wat kan ik al?

1 Interpersoonlijk competent weet nietContact maken met leerlingen is in het onderwijs natuurlijk van groot belang. Hoe leerlingen op mij, maar ook hoe ik op leerlingen reageer is voor mij een vraag. Door mijn vorige stage en opleiding in de volwassen hulpverlening weet ik dat ik een sociaal en makkelijk aanpasbaar persoon ben, ik ben benieuwd of dit in de komende stage ook zal blijken. Van de docenten zelf is het natuurlijk fijn meer te leren van groepsdynamica en communicatie met leerlingen en hoe zij een leef- en werkklimaat realiseren dat gekenmerkt wordt door samengaan en samenwerken.

2 Pedagogisch competent weet niet

Omdat ik zelf alleen nog maar met presentaties voor de klas heb gestaan, weet ik nog niet van mezelf hoe competent ik ben in het creëren van een sociaal klimaat binnen een groep. Om dit proces bij mezelf op te starten wil ik graag observeren hoe ervaren docenten dit aanpakken. Op deze manier doe ik waarschijnlijk veel kennis en ideeën op die in mijn verdere “loopbaan” vast van pas komen. Misschien bestaat er binnen de onderwijsinstelling wel een begeleidingsprogramma waarin o.a. duidelijkheid wordt gegeven over normen en waarden, onderling respect, waardering om wie je bent en realistische waardering om wat je doet, leren van fouten enz. Door observatie en het doornemen van het begeleidingsprogramma probeer ik daar achter te komen.

69

Page 70: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

3 Vak en didactisch competent weet niet

Elke docent schijnt zijn lessen op een andere manier voor te bereiden. Het lijkt me leerzaam dat proces van dichtbij mee te maken. Ook wil ik graag door observatie ontdekken hoe er sturing plaats kan vinden bij de leerlingen in de wijze waarop zij de leerstof beheersen en zelf sturing kunnen geven aan hun activiteiten. Ik denk bij deze competentie ook aan de interactie met de leerlingen. Ik wil zelf graag contact maken met de leerlingen bijv. door kleine “interviews” (kan ik ook gebruiken bij de volgende competentie).

4 Organisatorisch competent matig Doordat ik vers uit de schoolbanken kom, weet ik prima wat voor een les georganiseerd en voorbereid is en wat voor een effect dat heeft op leerlingen. Toch is dit voor elke docent een punt om evenwicht in te zoeken. Waar licht dat evenwicht?

5 Competent in het samenwerken met collega’s matig Wat er in een lerarenkamer allemaal gebeurt en wordt gezegd weet ik natuurlijk nog niet. Docenten die een bijdrage leveren aan het realiseren en het ontwikkelen van het pedagogisch/didactisch klimaat van de school en de kwaliteit van de werkverhoudingen en de organisatie van de school zijn erg belangrijk voor de school en daarom kan dat een beginneling als ik inspireren.

6 Competent in het samenwerken met de omgeving matigAls leerling weet je denk ik maar half wat voor een contacten een school in de “buitenwereld” heeft. Op school is hier al e.e.a. aan aandacht besteed, dus ik weet er al wel iets vanaf.

7 Competent in reflectie en ontwikkeling goed De afgelopen jaren heb ik voor mijn Mbo-opleiding al erg veel moeten reflecteren, van stages tot samenwerkingshoudingen, veel heb ik daardoor al geleerd. Ik ben benieuwd hoe het me op het HBO vergaat wat dat betreft. Ik besef dat zelfonderzoek en zelfontwikkeling voor een goede leraar cruciaal is. Bij een stageschool is het denk ik ook interessant om te zien hoe het schoolbeleid ten aanzien van onderwijsverbetering en schoolontwikkeling is vorm gegeven.

B leervragen en mogelijke leertakenNa deze beginsituatieschets volgt hier welke leervragen ik wil gaan werken de komende stage. Met als uiteindelijk hoofddoel: voldoende kennis van de onderwijspraktijk en de leerlingen hebben opgedaan om in de daaropvolgende praktijkervaringen met voldoende bagage te kunnen starten met het lesgeven.

70

Page 71: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Ik zie mijzelf als een kuiken nog veilig binnen het nest van de opleiding, omdat ik over 4 jaar volledig zelfstandig vliegende docente wil zijn, moet ik groeien in kennis, ervaring en vaardigheden, ik zie de komende stage daarvoor als plek bij uitstek. Mijn voornemen is dan ook met een nieuwsgierige houding de basis van het docent-zijn te ontdekken. Hiervoor heb ik een aantal concrete leervragen en -taken opgesteld die volgens mij essentieel zijn om het door mij beschreven niveau te bereiken. Ook zal ik per leervraag proberen aan te geven bij welk van de bovengenoemde competentiegebieden deze thuishoort.

1 Interpersoonlijk competent• Contact maken met leerlingen en hun belevingswereld leren kennen (hierbij denk ik

aan de kleine “interviewtjes”). • Ontdekken hoe leerlingen op mij reageren, maar ook hoe ik op leerlingen reageer

(hierbij denk ik eveneens aan de kleine “interviewtjes”). • Meer leren over groepsdynamica en communicatie met leerlingen (gesprekken over

dit thema voeren met een ervaren docent).• Leren hoe docenten een leef- en werkklimaat realiseren dat gekenmerkt wordt door

samengaan en samenwerken (gesprekken over dit thema voeren met een ervaren docent).

2 Pedagogisch competent• Observeren hoe minstens 3 docenten een sociaal klimaat creëren binnen een groep.• Door observatie van diverse lessen en het doornemen van het begeleidingsprogramma

de invloeden van een dergelijk programma ontdekken.

3 Vak en didactisch competent• Het proces van lesvoorbereiding bij minstens 3 verschillende docenten van dichtbij

meemaken.• Ontdekken hoe sturing door minstens 3 docenten goed plaats kan vinden.

4 Organisatorisch competent• Leren door observatie en medeorganisatie hoe een goed georganiseerde les eruit hoort

te zien.

71

Page 72: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

5 Competent in het samenwerken met collega’s• Inspiratie krijgen van docenten die gemotiveerd hun werk doen, maar daarnaast ook

meelopen met de diverse andere functies die binnen de school actief zijn hierbij denk ik bijvoorbeeld aan meeloopdagen bij de administratie, conciërge, directie, decanaat enz.).

6 Competent in het samenwerken met de omgeving• Meer overzicht krijgen in de buitenschoolse contacten van de school (soort van

sociale kaart voor mijzelf opstellen).

7 Competent in reflectie en ontwikkeling• Inzien wat mijn reflectieniveau op het HBO is. • Mijzelf verdiepen in de onderwijsverbetering en de schoolontwikkeling door mijn

stageschool, hiervoor wil ik graag vergaderingen bijwonen en stukken inzien.

Het POP-traject is een cyclisch proces van het kijken naar je eigen functioneren en het op basis van geconstateerde sterktes en zwaktes leerdoelen formuleren en een bijbehorend leertraject vaststellen. In schema:

1. self assessment 2. 360° feedback

6. POP uitvoeren 3. portfolio 5. POP vaststellen 4. POP-concept

72

Page 73: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Thema: Feedback

Hierna volgen twee artikelen die gaan over feedback. Feedback betekent letterlijk terugkoppeling of reactie naar aanleiding van vertoond gedrag of geleverde prestaties. Het eerste artikel ‘Het geven en ontvangen van commentaar’ bespreekt het geven van commentaar in algemene zin, zoals dat in iedere (werk)situatie kan voorkomen. Het tweede artikel ‘Richtlijnen voor het geven van terugkoppeling’ bespreekt het geven van commentaar door de leraar op prestaties van de leerling. Wat hier staat gaat natuurlijk niet alleen op voor de specifieke leraar-leerling situatie, maar voor alle leersituaties, ook die waarbij studenten elkaar beoordelen.

Het geven en ontvangen van commentaar (naar: Caroline Boogaard)

Kritiek geven

1. Vraag jezelf eerst af of je kritiek geeft om het contact te verbeteren of om revanche te nemen, te straffen, omdat je een ander niet mag (enz.). Dit is belangrijk omdat je actie vrijwel direct een (specifieke) reactie oproept.

2. Geef kritiek op het juiste moment. In het algemeen geldt: hoe eerder, hoe effectiever. Vraag wel eerst of en wanneer de ander de kritiek wil horen. Soms is het beter op het moment zelf geen commentaar te geven. Bijvoorbeeld: “ Ik wil met je praten over iets dat me irriteert, heb je nu tijd?” of “Ik wil met je praten over wat dinsdag gebeurde, wanneer kun je?”

3. Beschrijf het gedrag dat je hebt waargenomen, niet wat je erover denkt of interpreteert. Bijvoorbeeld: “Ik heb gemerkt dat je vaak niet bereikbaar bent...”

4. Houd het bij aspecten van veranderbaar gedrag. Houdt rekening met de mogelijkheden van de ander.Een voorbeeld: Marleen heeft een klierziekte, verspreidt een sterke okselgeur en is allergisch voor zeep en deodorant. Zij kan het niet helpen dat ze ruikt zoals ze ruikt. Ze weet zelf ook wel dat ze niet echt fris geurt en vindt het vervelend maar ze kan er niets aan veranderen. Het heeft dan geen zin om commentaar te geven op haar lichaamsverzorging als je bovenstaande informatie hebt. Heb je die niet dan kun je vragen wat er aan de hand is met Marleen.

5. Geef je interpretatie weer. Wees je ervan bewust dat het jouw idee is. Bijvoorbeeld: “Ik heb het vermoeden dat je met van alles bezig bent, behalve met je werk...”. Kritiek geven zegt in wezen meer over jezelf en je ideeën, dan over de ander.

6. Geef je reactie weer. Bijvoorbeeld: “Ik erger me daar behoorlijk aan”.7. Geef het effect op jou aan. Bijvoorbeeld: “Het maakt dat ik geweldig op je ga mopperen en je

ga ontwijken”.8. Geef je wens aan. Bijvoorbeeld: “Ik zou willen dat je ervoor zorgt vaker op je werkplek te

zitten of in ieder geval bereikbaar te zijn”. 9. Ga na of de ontvanger je boodschap op de juiste manier begrijpt. Bij communicatie zijn

misverstanden eerder regel dan uitzondering. Controleer of je bedoelingen goed zijn overgekomen en zo niet: probeer het op een andere manier.

Het is hierbij belangrijk om:- concreet en to the point te zijn (geef voorbeelden, wanneer, hoe, welk gedrag)- gevoelens, waarnemingen en ideeën te onderscheiden: ga er niet vanuit dat je gelijk

hebt met je interpretaties/ideeën.- zinnen met ‘ik’ en ‘mij’ te gebruiken. Wijs niet direct naar de ander. Bijvoorbeeld: “Ik

vind het vervelend als je zegt dat..” in plaats van: “Jij irriteert me altijd als je zegt dat...”. Of: “Ik voel me aangevallen als je dat en dat doet...” in plaats van: “je valt me

73

Page 74: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

aan als je...”. Neem verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens. Geef de ander niet de schuld dat jij op een bepaalde manier op hem/haar reageert.

- stempels te vermijden. Bijvoorbeeld: jij bent hooghartig, autoritair, overgevoelig enz.- kritiek op een serieuze manier te geven. Je boodschap komt dan beter over.- je af te vragen hoe je het anders zou willen hebben (een alternatief aanbieden)

Kritiek ontvangen

1. Interpreteer commentaar als iets waar je van kunt leren (en niet als een aanval op jou als persoon). Bedenk dat de ander je iets wil vertellen waar je misschien uit kan leren. Ga ervan uit dat de geleverde kritiek slecht één aspect van je gedrag of werk betreft en niets zegt over de waarde van jou als persoon.

2. Luister naar het commentaar (schiet niet onmiddellijk in de verdediging). Blijf rustig luisteren en ga daarna voor jezelf na in hoeverre je de inhoud van de boodschap herkent. Adem in 3 tellen in en in 8 tellen uit. Vertel wat het je doet om dit te horen

3. Vraag door naar wat de ander precies bedoelt. Specifiek commentaar geven is niet gemakkelijk. Als je het commentaar serieus wilt nemen en er iets van wilt leren, vraag dan door totdat je precies weet wat de ander bedoelt.

4. Reageer niet gelijk met zelfkritiek of verontschuldigingen. Je hebt het recht om dingen anders te doen en het recht om fouten te maken.

5. Toon waardering voor het commentaar.6. Wees je ervan bewust dat met het geven van kritiek, de ander ook veel zegt over zichzelf.

Positief commentaar geven

1. Geef aan wat je waardeert in iemands gedrag. Het motto: “ik zeg het wel als het fout gaat” is wel erg negatief en niet stimulerend. Probeer goede dingen te benadrukken.

2. Houd (non-verbaal) contact (oogcontact, lichaamshouding, helder stemgebruik). Daarmee geef je aan dat je het serieus bedoeld en niet als een lachertje of zomaar (tenzij je dat laatste bedoelt natuurlijk, maar dan geef je geen serieus compliment).

3. Help de ander bij het accepteren van complimenten/waardering. Neem er de tijd voor, ga niet in op rationalisaties of “weggevertjes” (dat komt door Jan, dat is toch logisch enz.).

4. Probeer voor jezelf de goede dingen te zien en te benoemen van de ander.5. Geef jezelf ook vaak een compliment!

Positief commentaar ontvangen

1. Blijf rustig (ademhalen, de ander aankijken enz.). Ga niet meteen andere dingen doen of je zitten schamen.

2. Accepteer de waardering (probeer het in ieder geval). Het is een waarneming en gevoel van de ander. Als het positief is dan kun je er beter van genieten en ervan leren (vaker doen bijvoorbeeld).

3. Ga niet rationaliseren of doorschuiven. Bijvoorbeeld: “Dat komt door....”, ”Ja, maar....”, “Dat is niks...”.

4. Ga ook niet relativeren of vertellen dat je je best doet. De opmerking: “ach, ik doe m’n best...” ontneemt de kracht van het positieve.

74

Page 75: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

5. Als het waardering betreft dat ècht niet aan jou toekomt, vertel dan aan wie wel (verwijzen) of deel de waardering (bijvoorbeeld: goede notulen waar je niet aan gewerkt hebt).

6. Waardeer de inspanning van de ander (je kunt ook gewoon bedanken).7. Vraag naar verbetering of tips als je die wilt.8. Geniet er maar gewoon van.....

Richtlijnen voor het geven van terugkoppeling

Terugkoppeling is zo oud als het onderwijs zelf. De docent die leerstof overhoort en daarvoor een cijfer geeft, die een goedkeurend knikje geeft na een goed antwoord, die fouten bespreekt etc. is bezig leerlingen terugkoppeling te verschaffen over hun gedrag. Dit gedrag zal meestal leerprestaties betreffen, maar het kan ook zijn dat het sociale gedrag van de leerling onderwerp van de terugkoppeling vormt. Met andere woorden terugkoppeling kan gegeven worden over de cognitieve, affectief-sociale en motorische kanten van het gedrag. De terugkoppeling kan mondeling, schriftelijk dan wel non-verbaal (een knipoog, een opgestoken duim e.d.) kenbaar worden gemaakt. Ook kan de terugkoppelingsinformatie audiovisueel vastgelegd worden, bijvoorbeeld op video.

Het verschaffen van terugkoppelingsinformatie heeft als oogmerk de studenten of leerlingen bij te sturen in de richting van de gewenste gedragingen. Deze gewenste gedragingen of leerresultaten zijn belichaamd in de onderwijsdoelen. Omdat na het onderwijs studenten of leerlingen op eigen wieken verder moeten, dient alle onderwijs er op gericht te zijn de zelfstandigheid van de leerlingen te bevorderen. In het verlengde van deze constatering kan gesteld worden dat alle terugkoppeling uiteindelijk op zelfevaluatie moet uitlopen. Later, na de schoolopleiding, zal de student of leerling zelf moeten kunnen inschatten wat hij waard is, hoe zijn gedrag bij andere mensen overkomt, wat zijn prestaties waard zijn. Kortom, hij moet zelfkennis bezitten en ten toon spreiden. Feedback moet helpen die zelfkennis te vergroten.

Inzake feedback zijn allereerst het volgende tweetal onderscheidingen van belang:- positieve en negatieve terugkoppeling- gedragsgerichte en persoonsgerichte terugkoppeling.

Als de docent of een medestudent feedback geeft komen de onderscheiden soorten feedback gecombineerd voor: positieve gedragsgerichte feedback: “Je sprak rustig”. of “Je had voldoende oogcontact met

alle aanwezigen”. negatieve gedragsgerichte feedback: “Dit antwoord is onjuist”. of “Je zat de hele tijd aan je

haar te friemelen tijdens je presentatie”. positieve persoonsgerichte feedback: “Je hebt een prettige uitstraling als je voor een groep

staat”. negatieve persoonsgerichte feedback: “Dat heb je onhandig aangepakt”.

Hiernaast kan feedback:- sturend of vrijblijvend aangeboden worden- als tweerichtingsverkeer of als monoloog gestalte krijgen - op veranderbare of op stabiele factoren zijn gericht- produkt- en/of procesgericht zijn- gedetailleerd of bondig zijn- onmiddellijk worden verschaft of uitgesteld

75

Page 76: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Gewapend met deze onderscheidingen, die in de werkelijkheid minder duidelijk onderscheidbaar zijn dan op papier, formuleren we de belangrijkste vuistregels voor het geven van goede feedback.

Uit de feedback gedragsgericht en zo positief mogelijk.In het algemeen heeft positieve feedback een gunstiger effect op leerprestaties en sociaal gedrag dan negatief getinte feedback. Als er sprake is van gedrag dat niet door de beugel kan, bereikt men veelal meer met een schouderklopje (als beloning voor gewenst gedrag: positieve versterking) dan met het dreigen met een draai om de oren.Behalve te letten op mogelijk ongewenst gedrag is het dus ook van belang attent te zijn op gewenst gedrag en dit te belonen. (Belonen kan zowel verbaal als non-verbaal ‘uitgesproken’ worden; een knik met het hoofd, een glimlach, een wenk met de hand verrichten soms wonderen.)

Negatieve, persoonsgerichte feedback zou men moeten vermijden. Opmerkingen als “Jij kunt er weer niks van”. “Sufferd” en dergelijke, of sarcastische sneren (“Jij zult het nog ver schoppen”.) horen in de school niet thuis. Zulk commentaar werkt ego-bedreigend, lokt defensieve reacties uit (bijv. onverschilligheid), terwijl aanknopingspunten voor verbetering van prestaties of sociaal gedrag niet worden bijgeleverd. Met name faalangstige en zwakke studenten zijn overgevoelig voor zulk commentaar.

Sommige mensen hebben de gewoonte alleen de zwakke punten in het (leer)gedrag van studenten of leerlingen naar voren te halen en de positieve punten te laten voor wat ze zijn. Goede feedback veronderstelt echter dat ook de sterke kanten worden belicht. Het uiten van positieve verwachtingen omtrent toekomstige prestaties (“Ik reken er op dat de volgende presentatie weer een stuk beter zal gaan”.) of sociaal gedrag van studenten of leerlingen kan het effect van positieve terugkoppeling versterken.

Geef aanwijzingen voor de gewenste bijsturing.Terugkoppeling die bestaat uit het aangeven van datgene wat fout was, is op z’n minst onvolledig. Behalve weet willen hebben van wat er fout en goed is gegaan heeft de student of leerling behoefte aan aanwijzingen voor verbetering. Het moet duidelijk worden in welke richting hij het gewenste gedrag moet zoeken en waarom. Men kan de student of leerling bij dit zoeken betrekken. De norm waaraan de student of leerling moet voldoen dient zo duidelijk mogelijk uit de verf te komen.

Geef gelegenheid voor tweerichtingsverkeer.Goede feedback verdraagt zich niet met het uitspreken van belerende en moraliserende boodschappen van de docent aan het adres van de student of leerling. Er moet gelegenheid zijn te reageren op zowel mondeling als schriftelijk verstrekte terugkoppeling. De student of leerling moet zijn eigen opvattingen over zijn gedrag en de terugkoppeling daarop kenbaar kunnen maken en hij moet vragen kunnen stellen als hij de terugkoppeling niet begrijpt.

Richt de terugkoppeling op gedrag waaraan de student of leerling iets kan verbeteren.Men kan verschillende factoren onderscheiden waaraan succes of mislukking toegeschreven worden namelijk: aanleg, moeilijkheidsgraad van de taak, toeval (geluk of pech), omstandigheden (individuele hulp, situatie thuis e.d.) en de geleverde inspanning.Het beeld dat een student of leerling heeft van zijn eigen bekwaamheid wordt beïnvloed door de factoren die hij kiest voor het verklaren van zijn prestaties. Van belang hierbij is dat er eigenlijk maar één factor is waarop de studenten of leerlingen invloed kunnen uitoefenen, te weten de factor inzet. Wanneer studenten of leerlingen hun onvoldoende prestaties toeschrijven aan de hoge moeilijkheidsgraad van de leerstof, hun geringe aanleg, de pech die ze hebben gehad, de

76

Page 77: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

ongunstige omstandigheden waarin ze verkeren, dan zijn dat factoren waarop ze geen invloed kunnen uitoefenen. In hun ogen is er dan ook geen manier om aan deze slechte resultaten in de toekomst iets te veranderen. Slechts wanneer de student of leerling onvoldoende prestaties (geheel of gedeeltelijk) toeschrijft aan de geleverde inspanning kan de idee postvatten dat zijn prestaties te verbeteren zijn door vergroting van de inzet. Feedback moet derhalve met name gericht zijn op de inzetfactor.

Betrek in de terugkoppeling zowel het resultaat als het leerproces.Het gaat er bij goede feedback niet alleen om dat de student of leerling zicht krijgt op hetgeen fout was maar ook dat de student of leerling weet waar hij in de fout ging. Bij de foutenanalyse is het zaak de door de student of leerling gehanteerde werkwijzen en oplossingsmethoden te achterhalen. Wees of uw hoede voor subjectieve interpretaties.

Wees bondig.Ellenlange verhalen van de docent over wat hij er allemaal van vindt zijn uit den boze. Terugkoppeling moet ertoe leiden dat de student of leerling een bondig overzicht krijgt van zijn sterke en zwakke punten. De docent moet er zich van vergewissen dat de gegeven feedback door de student of leerling begrepen wordt.

Laat de feedback zo spoedig mogelijk volgen op de geleverde prestaties of het vertoonde gedrag.

Uitstel leidt ertoe dat het gedrag waarop de feedback betrekking heeft teruggezocht moet worden uit het geheugen. Belangrijke elementen kunnen worden vergeten. Bovendien is de verankering van de terugkoppelingsinformatie in het geheugen gebaat bij een onmiddellijke associatie tussen gedrag en feedback op dit gedrag. Alleen al hierom is het gewenst, werk van studenten of leerlingen snel na te kijken en na te bespreken.

Pas de frequentie van de feedback aan, aan kenmerken van de student of leerling.In de beginfase van leerprocessen is de behoefte aan terugkoppeling het grootst. De student of leerling moet tonen wat hij waard is op een gebied dat hij nog niet eerder had betreden. Op den duur zal de frequentie van terugkoppeling teruggeschroefd kunnen worden naarmate de zelfkennis van de student of leerling omtrent zijn kennis en kunde op het betreffende terrein toeneemt.Speciale aandacht moet worden geschonken aan faalangstige studenten of leerlingen: zij hebben vaak terugkoppeling nodig. Faalangstige student of leerlingen zijn geneigd problemen met de leerstof toe te schrijven aan gebrek aan aanleg. De student of leerling met een positief zelfbeeld zal, wanneer hij een onvoldoende haalt, dit eerder wijten aan de hoge moeilijkheidsgraad van de taak, de geringe hulp van de docent, pech of luiheid. Aan zijn aanleg twijfelt hij niet zo gauw. Als faalangstige studenten of leerlingen goed presteren hebben ze de neiging hun succes toe te schrijven aan de gemakkelijkheid van de taak (‘De vragen waren deze keer makkelijk’), de hulp van de docent (‘Het was ook zo duidelijk uitgelegd’), gelukkig toeval (‘Als andere vragen waren gesteld had ik het niet geweten’) of geleverde inspanning (‘Ik heb extra mijn best gedaan’). Zo gauw het weer iets minder gaat, komt de gedachte ‘zie je wel, ik kan het niet’ weer naar boven. De eigen onbekwaamheid wordt gezien als oorzaak van het falen. Hij schrijft zichzelf gebrek aan capaciteiten toe: ‘Ik leer het toch nooit’. Frequente terugkoppeling kan een bijdrage leveren deze neerwaartse spiraalwerking om te buigen in positieve richting.

Opdrachten Feedback geven:

Opdracht 1

77

Page 78: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Hieronder staat een lijstje met kenmerken van slechte, afbrekende kritiek. Feedback dus, zoals deze niet hoort te zijn. Formuleer onder Opbouwende kritiek de eisen waaraan goede feedback dient te voldoen.

Opbouwende kritiek Afbrekende kritiekGaat over het (verre) verleden

Gaat over de persoon (wie je bent)

Interpreterend, veroordelend, psychologiserend

Algemeen en abstract

Mening namens anderen of mening als een feit

Gaat over onveranderbaar gedrag

Onduidelijk over het belang van de gever, verschuilt zich achter anderen

Wordt opgedrongen

Opdracht 2Hieronder zie je vier regels voor het geven van feedback. Bij elk is een negatief voorbeeld ingevuld. Bedenk goede voorbeelden van feedback in plaats van de gegeven voorbeelden.1 Geef specifiek beschrijvend commentaar.

Zeg: Zeg:Zeg niet: 'Je bent een luie donder of je doet niets' (interpreterend)

2 Geef de consequenties weer.Zeg:Zeg:Zeg niet: 'Het is jouw schuld als we het niet halen'

3 Geef weer wat het voor jou betekent.Zeg:Zeg:Zeg niet: 'Ik krijg je nog wei'

4 Toets het effect.

Opdracht 3 Feedback geven en ontvangenVul de onderstaande checklist in. Het invullen kan je helpen om de regels voor het geven en ontvangen van feedback nog eens in het geheugen op te frissen en je te realiseren waar je als persoon vooral op moet letten.

Checklist feedback geven en ontvangenZet een kruisje in het vakje als je denkt dat je die regel toepast (of een cijfer van 1-5)

78

Page 79: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Regels voor het geven van feedback

1 Ik kan gedrag concreet beschrijven. (Ik ga uit van feiten i.p.v. interpreteren, beoordelen of moraliseren.)

2 Ik vertel erbij wat het me doet. Naast beschrijving van feiten vertel ik wat ik van die feiten vind, hoe ik me erbij voel, en welk effect het op me heeft.

3 In mijn feedback ben ik uitnodigend. Ik maak duidelijk dat het om mijn mening gaat en dat de ander er best anders tegenover kan staan.

4 Ik geef feedback op gedrag dat te veranderen is

5 Ik doseer mijn feedback. Ik geef niet teveel ineens.

6 Ik ben steeds zo kort mogelijk, om de essentie van de feedback niet te laten missen.

Regels voor het ontvangen van feedback

Als ik feedback krijg ……………

1 kan ik goed luisteren, i.p.v. dat ik op zo’n moment ga argumenteren, me ga verdedigen, etc.

2 ga ik na of ik de ander begrijp, bijvoorbeeld door samen te vatten.

3 vraag ik door op algemene of vage informatie.

4 vraag ik eventueel na bij anderen, vooral als de feedbackgever nieuw of vreemd voor me is. (NB: ik gebruik dit echter niet als een truc om de feedbackgever de wind uit de zeilen te nemen.)

5 Vraag ik naar de betekenis die mijn gedrag voor de ander heeft.

6 ben ik me ervan bewust dat accepteren niet betekent dat ik het er mee eens ben.

7 Laat ik blijken wat het me doet.

8 Bepaal ik zelf of ik mijn gedrag wil veranderen.

2.2 (nadat de groep in drietallen is verdeeld)Schrijf voor de andere twee personen van het drietal volgens de regels voor feedback op: Een positief punt met betrekking tot zijn functioneren in de mentorgroep. Een punt dat voor verbetering vatbaar is.

Ieder benoemt om beurten de positieve en kritische punten. Er mag wel om verduidelijking gevraagd worden, maar geen discussie of verdediging volgen.

Feedback geven en ontvangenFeedback betekent zoiets als teruggeven, letterlijk terugvoeden. Je zegt tegen anderen wat je aan hen is opgevallen, hoe jij hen ziet, wat voor indruk zij op je maken. Je kunt zelf ook feedback krijgen en dan hoor je van anderen wat ze over jou denken.

79

Page 80: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Door feedback wordt het beeld dat je van jezelf hebt bevestigd of bijgestuurd. Overigens kun je die grens tussen wat je wel en niet weet van jezelf zelden precies aangeven. Soms weet je bepaalde dingen over jezelf maar heel vaag en worden die pas duidelijk als anderen dat hardop zeggen. Soms weet je eigenlijk wel iets van jezelf maar vind je dat zo angstig of vervelend dat je dat liever wegdrukt en dan kan het heel vervelend zijn als anderen je daar weer aan herinneren. Ook al kunnen er dus gevaren zitten aan het geven en krijgen van feedback, toch heeft ieder mens feedback nodig.Positieve feedback kan je het gevoel geven iets waard te zijn voor anderen. Hierdoor kun je het gevoel krijgen ook iets waard te zijn voor jezelf, waardoor het leven de moeite waard wordtFeedback kan zowel met woorden, als ook non-verbaal, met gebaren en gezichtsuitdrukkingen gegeven worden. Als iemand voortdurend zit te gapen of te lachen als je een serieus verhaal vertelt, krijg je ook feedback. De belangrijkste feedback in het leven krijg je niet met woorden maar door daden, de houding van iemand, de manier waarop hij of zij je benadert. Het is namelijk moeilijker om te liegen met je houding en je lichaam dan met woorden. Je kunt feedback geven over de inhoud van de communicatie, of over de relatie tussen degenen die communiceren. Als iemand in de teambespreking uitvoerig bespreekt dat hij vindt dat jij te soepel met de regels omgaat, kun je op twee manieren reageren:a. 'Dus je vindt dat ik me strakker aan de afgesproken regels moet houden.'b. 'Dus jij begint je aardig aan mij te ergeren.'De eerste manier van reageren is feedback over de inhoud, de tweede manier is feedback over de relatie.Men kan ook tegelijkertijd feedback over de inhoud en de relatie geven. Een cliënt kan bijvoorbeeld tegen je zeggen: 'Vroeger bij de andere groepsleidster was het heel gezellig'. Je kunt bijvoorbeeld tegen een collega zeggen: 'Wat zie jij er vandaag moe uit.' Je zegt dan dat je uit zijn houding of gezicht opmaakt dat hij moe is, maar, afhankelijk van je toon, kun je er ook mee zeggen dat je je zorgen over hem maakt, of dat je boos bent dat hij gisteren niet eerder naar bed is gegaan, zodat hij niet fit is en niet hard genoeg werkt. Je kunt met één zin dus heel verschillende soorten feedback geven, zonder dat voor de ander meteen duidelijk is welke boodschap hij nou moet oppikken. Bij het geven van onduidelijke feedback moet de ander blijven raden en heeft feedback weinig zin. De bedoeling van feedback is immers iemand iets duidelijk maken.Wat er bij feedback op relatieniveau gebeurt, is wellicht duidelijk te maken aan de hand van het zogenaamde Johari-venster, genoemd naar de makers ervan: Joseph Luft en Harry lngham.

Bekend aan mijzelf Onbekend aan mijzelf

Bekend aan anderen

Onbekend aan anderen

Afhankelijk van de vraag of iets over jezelf bekend is aan jezelf en/of aan anderen, krijg je zo vier verschillende mogelijkheden.Gebied A is zowel bekend aan jezelf als aan anderen. Het zijn de kanten van jezelf waar je makkelijk over kunt praten en die ook voor anderen bespreekbaar zijn, zonder dat je je daar onprettig bij zult voelen. Het zijn wellicht ook die kanten van jezelf die je min of meer hebt

80

A

Vrij ruimte

C

Blinde vlekBPrivé-persoonVerborgen ik

D

Onbekende zelf

Page 81: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

geaccepteerd en waar je redelijk mee overweg kunt. Dat betekent niet dat het altijd positieve kanten zijn. Je kunt bijvoorbeeld zeer slordig zijn en er het voordeel van zijn gaan zien doordat jeaan opruimen minder energie hoeft te besteden en anderen dat ook niet meer van je verwachten. Gebied B is dat deel van jezelf waar je je wel bewust van bent maar dat niet aan de anderen metwie je op dat moment te maken hebt bekend is. Naarmate je mensen in de loop van de tijd beter leert kennen, zal dat gebied kleiner worden.Gebied C is dat deel van jezelf dat je niet of nog niet kent of waarvan je je nog niet bewust bent, maar dat anderen wel zien en kennen. Het zijn die kanten van je waar anderen blijkbaar niet zo gemakkelijk met je over durven of willen praten want dan zou je dat zelf ook wel weten. Eenandere mogelijkheid is dat anderen je daar wel feedback over hebben gegeven maar dat je dat niet hebt opgepikt omdat je dat niet belangrijk vond of omdat je dat liever niet wilde horen.Gebied D is datgene waarvan je zelf geen weet hebt en dat anderen ook niet kennen. Dat kunnen bijvoorbeeld allerlei ervaringen van vroeger zijn die je min of meer verdrongen hebt maar die wel je gedragingen bepalen.Wat er bij feedback gebeurt, is dat vakje A, de vrije ruimte, groter wordt en vakje B en C kleiner. Je raakt dus wat van je blinde vlekken kwijt en dat is soms pijnlijk. Als je je bijvoorbeeld bewust gaat worden dat je nogal zakelijk bij mensen overkomt terwijl je juist hartelijk zou willen zijn, is dat niet leuk en veranderen is makkelijker gezegd dan gedaan.Het is niet verstandig om zo maar in het wilde weg feedback te geven. Ten eerste kun je mensen in pijnlijke situaties brengen. Ten tweede kunnen bepaalde eigenschappen en gedragingen moeilijk te veranderen zijn. Het is weinig zinvol om iemand te laten weten dat bijvoorbeeld zijn gezicht je niet aanstaat want daar kan hij geen verandering in aanbrengen. Dan kwets je mensen alleen maar. Ten derde moet je een goede relatie met iemand hebben om bepaalde zaken te kunnen zeggen. Vooral als het gaat om feedback over zaken zie je niet zo positief vindt zal de ander dat al gauw alleenmaar als verwijt of erger nog als een afwijzing aan zijn hele persoon ervaren.Alleen als je een redelijke relatie met iemand hebt, zal hij de negatieve feedback niet per definitie als een afwijzing ervaren omdat bij dan weet dat je hem ondanks die negatieve punten accepteert zoals hij is.Ten slotte is het niet zo verstandig om alles te vertellen wat jij van iemand vindt. Wat jij van deander vindt zegt meestal net zoveel van jou als van die ander. Mensen ergeren zich vaak groen engeel aan een bepaalde eigenschap van de ander die ze zelf ook hebben, maar niet accepteren.

Samengevat kan men de volgende criteria voor feedback geven:- Feedback moet betrekking hebben op concrete en aanwijsbare gedragingen.- Probeer feedback op gedrag te richten en niet op de gehele persoon. Gedrag is veranderbaar,

een gehele persoon niet.- Realiseer je bij feedback dat wat je over de ander zegt je eigen visie en interpretatie is. Dat

kan overeenkomen met de interpretatie van anderen, maar dat hoeft niet.- Feedback is effectiever naarmate er minder tijd is verstreken tussen de feedback en het

bedrag waarover het gaat. Vaak kun je dan precies aangeven wat je hebt gezien en heeft ook de ander een en ander nog beter is het geheugen.

- Het heeft meestal geen zin feedback te geven over iets waaraan de ander toch niets kanveranderen.

- Het is meestal zinvoller feedback te geven in de vorm van een wens dan in de vorm van eenverwijt. Door oude koeien uit de sloot te halen maak je wel duidelijk wat je niet bevalt, maar nog niet wat je dan wèl wilt.

Voorbeeld opdrachten voor het geven van feedback geven op elkaars portfolio

In deze paragraaf zijn een aantal opdrachten opgenomen waarin studenten elkaars portfolio bekijken en elkaar feedback geven.

81

Page 82: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Opdracht 1 Feedback geven op de vorderingen op een competentie van een fictieve medestudent

In dit voorbeeld is gekozen voor de competentie 5: Werken in en met het team/de organisatie.Het verslag moet aan de volgende eisen voldoen:- De student laat per competentie zien aan de hand van concrete producten en ervaringen dat

hij/zij het vereiste niveau bereikt heeft (=bewijsmateriaal)- De student laat zien welke vooruitgang hij/zij heeft geboekt met betrekking tot de bovengenoemde competenties - De student benoemt sterke en zwakke punten in zijn competenties en formuleert leerdoelen een leertaken voor eventuele hiaten in de competenties. - De student verwijst naar beoordelingen/ feedback en betrekt deze bij de beschrijving van zijn/haar ontwikkeling.

David heeft in zijn portfolio bij de competentie 5 het onderstaande verslag opgenomen (onderstreepte woorden zijn hyperlinks). Co-operating with each other: I would like to talk on this competency evaluating and shedding light on My strengths and weaknesses. Self-Evaluation: Working in a team with my classmates is still small hindrance that has to be overcome. Actually, I think the co-operation is getting worse and worse and everyone is complaining about it. Whenever there were no done assignments, the major excuse was/still is no working together. I worked in groups on some assignments like doing a research on a subject (Our subject was, this assignment was a part of the module Profession orientation in the Second Block of this year.) I have worked also on other projects for ICT module (We had to make a tabloid) and City Tour module (We had to use the Internet and all other tourist’s sources to collect information about a city). I would like to mention here that planning what to do, making appointments was a part of the whole work. We passed all these assignments with fair grades and that was the result of the work we put in. Strengths and Weaknesses: You can understand from above that working together is still a hurdle that was a big weakness, that includes me as well. Being on time is also a problem. Always one of the team comes late or had to work, therefore we put sometimes off our work to another time. But we did manage to cross to the end. According to the feedback we got, We still have a long way to go. Our mentors are witnesses of what is going on. My action plan is to be as co-operative as a I can and therefore I need support from my classmates and they need it from me as well and we have to be on time as well if we made an appointment.. Conclusion: Working together is a very important factor in education. Teachers who are majoring in a subject like ESL should or must work together if they want to call them English Teachers.

Beantwoord de volgende vragen:- Wat is niet helder; welke vragen wil je David ter verduidelijking stellen?- Heeft David het niveau bereikt zoals omschreven in de competentie? Waar zie je dat aan?- Voldoet zijn verslag aan de eisen? Waar zie je dat aan?- Geef David feedback en maak daarbij gebruik van de regels voor het geven van feedback.

Opdracht 2 Competenties: elkaar feedback geven- Kies een competentie. - Bekijk in groepjes dit deel van elkaars portfolio

82

Page 83: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

- Elkaar feedback geven: hanteer hiervoor dezelfde procedure als in de vorige opdracht (dus: kijk naar het vereiste niveau en de eisen voor het verslag, stel elkaar vragen, hanteer de feedbackregels)

- Plenair: presentatie met toelichting op het portfolio waarin het betreffende competentiedeel het best uitgewerkt is.

Opdracht 3 Producten: feedback geven- Bekijk een bepaald product in het portfolio en/of procesverslag bij een product - Stel elkaar vragen en geef elkaar feedback- Verwerk de gekregen feedback in je portfolio - Als leerstijlen besproken zijn: zegt dit product iets over de leerstijl van de student? Waar zie

je dat aan? Welk studieadvies zou je deze medestudent geven?

Opdracht 4 Beeld en portfolio Bekijk elkaars portfolio met als vraag: Welk beeld schep je van jezelf met dit portfolio? Welk beeld wil je scheppen naar respectievelijk studenten, docenten, vrienden, assessoren? Let in deze fase vooral op:- vormgeving (kleur, gebruik beeldmateriaal etc.)- de communicatie en gerichtheid naar buiten (wat is bijvoorbeeld het effect van de boodschap

'welkom op mijn homepagina') Geef elkaar feedback.

Opdracht 5 Feedback op vormgeving en navigatieStudenten formuleren gezamenlijk criteria voor vormgeving van en navigatie door het portfolio. Aan de hand van de opgestelde criterialijst gaan studenten in groepjes van drie elkaars portfolio bekijken en elkaar feedback geven. De eindopdracht is dat iedere groep het beste portfolio aan de klas presenteert. Daarbij beargumenteren zij waarom dit portfolio de beste is en wat er nog aan ontbreekt.Presentatie: voor de klas met een beamer.

83

Page 84: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Na het werkplekleren: Beelden van leraren, leerlingen en de school: in hoeverre zijn ze veranderd? Werk in groepjes. Bespreek op grond van je stage-ervaringen in hoeverre de beelden die jij hebt van leraren, leerlingen en de schoolveranderd zijn. Geef daarbij ook aan in hoeverre dat jouw idee over het beroep van leraar positief of negatief veranderd heeft.

Veranderingen in het beeld dat je van leraren hebt

Positief Negatief

12345

Veranderingen in het beeld dat je van leerlingen hebt

Positief Negatief

12345

Veranderingen in het beeld dat je van de school hebt

Positief Negatief

12345

Welke 3 eigenschappen zou je als leraar zeker niet willen hebben?123

Welke 3 eigenschappen zou je als leraar zeker wel willen hebben?123

84

Page 85: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Afsluiting metawerk 1 semester 1: Portfolio Presentatie

Tijdens jaar 1 leg je een digitaal portfolio aan. Dit portfolio is bedoeld om de producten die je in de loop van het studiejaar vervaardigt in op te bergen en aan de hand van die verzameling producten een selectie te maken van die producten waarmee je je vorderingen op verschillende competenties kunt aantonen.Aan het eind van semester 1 presenteer je je Portfolio aan je medestudenten en je mentor, met de bedoeling feedback te krijgen op je werk. Houd bij de voorbereiding van deze presentatie rekening met het volgende.

Waar ga je beginnen (Competenties en bewijzen)?1. Doel van de portfolio presentatie is het leveren van bewijs van vordering op de

verschillende competenties. Je eerste vraag kan dus zijn: aan welke competenties heb ik dit jaar (het meest) gewerkt?

2. In welke producten is dat zichtbaar?3. Welke producten laten deze competenties het beste zien?4. Zorg dat in je portfolio links zijn aangebracht tussen de producten en de

competentiebeschrijvingen. Bekijk daarom nog eens de instructie over wat het portfolio minimaal moet bevatten

5. Overigens is het natuurlijk mogelijk dat je competenties hebt verworven buiten de opleiding. Neem deze ook op in je portfolio.

Hoe gaat de presentatie in zijn werk?1. Je wordt tijdens de metawerkles ingedeeld in groepen van vier studenten2. Je geeft elkaar feedback op elkaars portfolio. Je zorgt dat deze feedback schriftelijk

zichbaar is voor de mentor. En je laat zien wat deze feedback voor jou betekent.3. De mentor voorziet elk portfolio van zijn of haar feedback.

Waarop is feedback belangrijk in deze fase van je studie?1. Op je beschrijving van je beginsituatie2. Op je S/Z analyse3. Op tenminste 4 competenties waarop je vorderingen zichtbaar maakt

Samenvattend:Aan welke eisen moet je portfolio voldoen aan het eind van semester 1?Opgenomen moeten zijn:

1. beschrijving van je beginsituatie (zie opdracht)2. S/Z analyse3. Tenminste 4 competenties en je vorderingen daarop

Feedback medestudenten en mentor en jouw verwerking daarvan

85

Page 86: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Beoordelingsformulier PORTFOLIO PRESENTATIE

semester 1, Metawerk 1

Naam Student: Naam Mentor:Eindoordeel: Handtekening Mentor: Datum:

Onderdeel Beschrijving Vold/Onvold.

Opmerkingen:

Home page Introductie van jezelf als persoon en van je portfolio

CV Curriculum vitae (relevant, helder en foutloos, met inachtneming van conventies)

Producten Maak links naar alle relevante digitale producten, inclusief WPL (werkplekleren) Elk product krijgt een korte introductie, waarin staat:

wat het product is en wanneer, waarvoor, hoe en waarom je het hebt gemaakt;

de feedback die je van de docent en medestudenten hebt gekregen op het product;

je eigen commentaar op het product, met welke aspecten ervan je tevreden bent, wat je er precies van geleerd hebt, en wat je een volgende keer anders zult aanpakken.

Onderdeel Beschrijving Vold/

Onvold.Opmerkingen:

CompetentiesSchrijf je persoonlijke reflectie op je vorderingen wat betreft ten minste vier competenties: Gebruik bewijsmateriaal uit je modules om de verschillen (en je vorderingen) aan te tonen.

86

Page 87: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Onderdeel Beschrijving Vold/Onvold.

Opmerkingen:

Links Persoonlijke links en links die met je studie en het beroep van leerkracht te maken hebben, met een eenregelige uitleg over de doelen waarvoor je deze links gebruikt.

Presentaties Schrijf hier je POP = persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin je reflecteert op wat je al of niet bereikt hebt dit jaar:

1. Maak een sterkte/zwakte/kansen/bedreigingen- analyse: SZKB (SWOT analysis) en trek conclusies wat betreft het studieprogramma

2. Gebruik de SZKB (SWOT) om je leerdoelen voor volgend jaar te formuleren. Wees specifiek. (Als je vertrekt, schrijf je op wat je voor die tijd wilt bereiken.)

3. Schrijf een plan om je persoonlijke leerdoelen te bereiken. Beschrijf je concrete gedrag, activiteiten, en maak een tijdsplanning. (SMART)

87

Page 88: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Bekwaamheidsproef 1: Hoofdfasebekwaam. Portfolioassessment jaar 1

Inleiding

Tijdens het portfolioassessment6 toont de student aan dat hij voldoende competent is om de studie met succes in de hoofdfase te kunnen voortzetten. Niveau 1 van de competenties vormt daarbij het uitgangspunt voor de beoordeling door de assessor(en). Op grond van portfolio en gesprek schatten de assessoren zo goed mogelijk in in hoeverre zij niveau 1 bereikt achten, en leggen hun bevindingen schriftelijk vast. Het portfolioassessment is gekoppeld aan de metawerkpunten; dit zijn in jaar 1 gekwalificeerde punten. Het portfolioassessment vormt de afsluiting van metawerk 2; deelname hieraan is verplicht. Studenten die zakken krijgen een leercontract en één herkansing. Studenten die dit onderdeel niet tijdig afgesloten hebben, krijgen een BAS.

Onderdelen1. Een portfolio met daarin:

- Een POP op basis van en als onderdeel van het portfolio (bestaande uit relevant door student geselecteerd bewijs). - De motivatie voor het beroep van leraar

2. De bekwaamheidsproef zelf: een presentatie door de student, gevolgd door een gesprek met de assessoren. De opzet en invulling van de presentatie worden door de student en opleiding vastgelegd.

InstapvoorwaardeStudenten die deel willen nemen aan het portfolioassessment moeten:

- het portfolio geschreven hebben volgens de richtlijnen van de afdeling (inclusief POP, motivatie, beschrijving kenmerkende situaties)

- voldoende niveau aangetoond hebben wat betreft basiskennis en –vaardigheden vak (dit kan bijvoorbeeld door het afleggen van kennistoets of door het behalen van voldoende vakpunten)

- voldoende niveau Nederlands aangetoond hebben- de remediëring afgerond hebben- het eigen portfolio en dat van een medestudent beoordelen aan de hand van de

beoordelingscriteria (voor jaar 1 geldt beheersingsniveau 1).

Uitvoering

Voorbeeld van een mogelijke opzet binnen de gestelde uren (portfolio-assessment: 3,5 uur per student voor 2 assessoren):

6 Het portfolioassessment binnen de V.O.-opleidingen is géén hard assessment meer; dit betekent dat studenten niet meer een propedeuseverklaring kunnen krijgen door het deelnemen aan het portfolioassessment, zonder dat zij 60 ECTS hebben.

88

Page 89: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Nog even op een rij:

Aan het eind van een fase schrijf je als EHvA-student een ‘zelfevaluatie’: een tekst waaruit blijkt hoe geschikt je jezelf acht voor de volgende fase van de opleiding. Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie. Je schrijft een brief waarin je uitlegt hoe geschikt of bekwaam je jezelf acht op dit moment met het oog op het leraarschap. Je probeert dat te doen door niet alleen maar over jezelf te zeggen ‘ik ben erg goed’, maar ook door zoveel mogelijk te verwijzen naar waarneembare gegevens: opleiding, werkervaring, andere activiteiten, etc. Je evalueert op je studie en je reflecteert op je eigen leerproces.

‘Solliciteren’ Je schrijft een zelfevaluatie in de vorm van een brief, gericht aan de assessoren. Ga er daarbij vanuit dat de assessoren niet weten wat je gedaan hebt. Overtuig hen ervan dat je geschikt bent voor de volgende fase.De brief wordt opgenomen in je portfolio. Je verwijst naar materiaal in je portfolio waarvan je denkt dat ze goed bewijsmateriaal van competenties zijn.Schrijf je brief met passages over de volgende onderwerpen:

1. Op welke niveaus ben je bekwaam Je begint je brief met uiteen te zetten dat je graag wilt worden toegelaten tot de volgende fase van je studie. Je beweert bekwaam te zijn voor de volgende fase. Waaruit blijkt dat? Beschrijf je competenties in algemene termen (je hoeft niet alles te herhalen, je kunt verwijzen naar eerdere documenten). De assessoren zullen bekijken of je zelfevaluatie ten aanzien van de beroepskwalificaties overtuigend is. Ze zullen bekijken of je voldoende bewijsmateriaal aanvoert voor je competenties. Het bewijs kan niet alleen bestaan uit beweringen van jezelf, maar je moet ook gebruik maken van oordelen van anderen over jou: je docenten, je medestudenten, je stagebegeleider (zowel van de EHvA als van de stageschool, etc.)

2. Eigen kwaliteitenIn een sollicitatiebrief behoor je niet alleen ‘voldoende’ kwaliteiten te tonen, je moet ook laten zien waar je goed in bent. Schrijf dus ook een passage over de zaken waarin je het best bent of over zaken waarin je volgens jou het meest vooruitgegaan bent (ook al ben je er nog lang niet goed genoeg in). Vooruitgang is eigenlijk het beste waarnaar je kunt verwijzen als het om een studie gaat. Leg uit hoe je begon aan de studie en waar je nu staat. Verwijs naar producten waar je het meest trots op bent. Of naar versies van producten waar een duidelijke vooruitgang in zit, omdat eerdere versies veel minder waren dan latere.

3. Nog veel te leren Je solliciteert naar een volgende fase van een opleiding. Dat betekent natuurlijk ook dat je nog veel te leren hebt. Maak duidelijk wat je vooral goed wilt leren of nog hoopt te leren. Het ligt voor de hand dat dat dingen zijn waarin je nu nog niet zo goed bent. Maar misschien wil je ook juist veel erbij leren op terreinen waar je wel goed in bent, juist omdat je dat leuk vindt en er erg ver in wilt komen. Zeg hierbij ook iets over wat je je voorstelt van de stages (werkplekleren) die je gaat lopen.

89

Page 90: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Slot: kenmerkende situaties Je kunt je brief verder maken zoals jij wilt. Beschouw de bovenstaande indeling als een algemene richtlijn. Aan het einde van je brief verwijs je naar kenmerkende situaties in de videofragmenten (met de analyse) die je hebt als bewijs. Centraal staat in de analyse de volgende vraag: hoe heb je theoretische kennis en je ervaringen tijdens de stage/ werkplekleren met elkaar weten te combineren? Op welke competenties werd in deze situaties een beroep gedaan. Wat lukte, wat niet, hoe kwam dat? Aan welke eigen leerdoelen wil je in de hoofdfase graag aandacht besteden?

OmvangDe zelfevaluatiebrief hoeft geen herhaling te zijn van wat je elders in het portfolio al beschreven hebt. Het is een bondige presentatie van jezelf en een voorbereiding van de assessoren op je videopresentatie. Daarom moet je denken aan een omvang van minimaal 700 en maximaal 1000 woorden.

VOORBEELDBRIEF ZELFEVALUATIE (motivatiebrief)

Hieronder vind je een voorbeeld van een zelfevaluatiebrief voor het vak geschiedenis. Deze brief is GEEN model maar bedoeld ter inspiratie voor je eigen zelfevaluatiebrief.

Beste assessoren,

Door middel van deze brief probeer ik u een overzicht te geven van mijn portfolio. Wat zijn naar mijn mening de belangrijkste producten, de best beschreven competenties en op welke gebieden ben ik het meest gevorderd. Verder moet ik uiteenzetten, waarom ik zo graag wil worden toegelaten tot de hoofdfase. Hierover kan ik heel duidelijk zijn; ik ben één van de weinige studenten die leraar wil worden (én dus op de EFA wil studeren) en daarom lijkt het mij verstandig dat ik word toegelaten tot de hoofdfase. Met een schreeuwend leraren tekort en het vele ziekteverzuim in deze sector, is het dan ook zaak de meest gemotiveerde studenten tot de hoofdfase toe te laten. Behoor ik tot deze studenten? Ook over deze vraag kan ik kort zijn, absoluut. Ik ben duaal aan het studeren, doe dus ervaring op met lesgeven en het functioneren in schoolorganisatie, heb al mijn tentamens hoog en één keer gehaald en kan op een duidelijke manier presenteren. Goed, laat ik eens systematisch de competentiegebieden afgaan.

90

Page 91: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

A beheersing van het schoolvak geschiedenis. In dit gedeelte van de zelfevaluatie moet ik laten zien dat ik het schoolvak Geschiedenis beheers.Toen ik aan deze opleiding begon wist ik weinig over de geschiedenis, ik begon dus vrij blanco te studeren. Geschiedenis heeft wel altijd mijn interesse gehad, maar de studie heeft mij pas echt enthousiast gemaakt. Alle geschiedenis periodes hebben mijn interesse. De oudheid (2900 v. Chr. tot 476 n. Chr.) met haar klassieke beschavingen en polytheïstische staatsgodsdiensten. Eeuwig bedreigd door mysteriegodsdiensten. Het oude Egypte van 2900-332 (komst van Alexander de Gr.) was een boeiende periode om te bestuderen. De absolute macht van de farao in het Oude Rijk (met ma-at principe) deed het volk door middel van herendiensten piramides bouwen. In het Midden Rijkbrokkelde de macht van de farao af door de opkomst van de gouwvorsten en in het Nieuwe Rijk kwam de farao Echnaton. Hij liet een strijd ontketen tussen de Amon priesters en die van Aton cultus. Ook de Griekse Tijd was interessant met haar poleis en plaatselijke culten, als Dionysus (God van de wijn). Deze periode eindigde door de komst van de Romeinen met hun Republiek (Rome was een democratie), Principaat (Rome kende een verbloemde alleenheerser; de princeps) en Dominaat (Rome had een onverbloemde alleenheerser; dominus). De Middeleeuwen was ook een boeiende periode. Met als grootste kenmerk de feodaliteit (een politiek stelsel opgebouwd uit privaatrechtelijke contracten). Het verbond tussen de vorst, als leenheer/suzerein en zijn edelen, in de vorm van een leenheer/vazal. Interessant om te zien hoe de vorst zich langzaam losmaakte van de, voor hem steeds nadelig wordende, feodaliteit en zijn plek als soeverein heerser weer innam. Hij doet dit door het ontwikkelen van een bestuursapparaat (de kroon)en de heervaart (de militaire taak van de vazal) wordt vervangen door een geldelijk bedrag. De Europese Omslag werd voor mij een wat bekendere periode. Voor mijn toelatingstoets had ik onderwerpen als de tachtigjarige oorlog bestudeerd en me verdiept in het Habsburgse en Osmaanse Rijk. Onderwerpen als de Franse Revolutie en de strijd om het machtsevenwicht (met Willem III als dé tegenstrever van Lodewijk de XIV). De nieuwste Geschiedenis heeft voor mij absolute hoogtepunten, zoals de Eerste Wereldoorlog. Een vergeten oorlog, geschiedenis boeken gaan er kort op in of noemen alleen de Vrede van Versailles. Ik kan zeggen dat ik een behoorlijk inzicht heb verkregen in de Geschiedenis. Ik kan verbanden leggen, bijvoorbeeld de Vrede van Versailles vergelijken met het Congres van Wenen. Ook ben ik goed in het schrijven over geschiedkundige onderwerpen. Zie mijn essays, in de map producten van Europese omslag. Zie mijn uitgewerkte hoofdvragen van de Nieuwste Geschiedenis. Zie mijn hoofdstuk voor het AGV werkstuk. Zie voor verdere vorderingen en voornemens; competentie 1 hoofd en competentie 2 hoofd (waar ik beschrijf hoe ik d.m.v. het vak Bronnen een kritische houding heb ontwikkeld ten aanzien van nieuws en andere bronnen).

B Pedagogisch en didactisch handelen Op dit gebied heb ik een aantal vorderingen gemaakt. Ik kan op een goede heldere manier een verhaal houden. Ik kan op een vlotte manier presenteren. Helaas, heb ik geen

91

Page 92: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

schriftelijk commentaar van docenten gehad. Wel heb ik een positieve mondelinge feedback gehad van docenten, op de EFA, op mijn presentaties. Ik heb een aantal keren lesgegeven op mijn stageschool en vooral veel begeleid. Daar heb ik geleerd dat je voor een VBO klas geen verhalen van een half uur moet houden, maar in tien minuten een kort en bondig verhaal moet houden. Om ze dan vervolgens zelfstandig aan het werk te zetten. Op mijn stageschool heb ik geen gebruik kunnen maken van een overheadprojector, laat staan dat een powerpoint presentatie tot de mogelijkheden behoorde. Gewoon het bord gebruiken en een verhaal houden met veel interactie om leerlingen te prikkelen. Verder ben ik erachter gekomen dat een presentatie houden voor EFA studenten gemakkelijker is dan les geven aan VBO leerlingen.Reden hiervoor is dat EFA studenten over het algemeen vrij geïnteresseerd zijn en in ieder geval hun mond houden. Daarom gingen de presentaties op de EFA ook goed, terwijl ik op mijn stageschool soms alle zeilen heb moeten bijzetten. Naast het lesgeven heb ik op mijn stageschool een proefwerk en handleidingen gemaakt voor bijvoorbeeld werkstukken. Ik verwijs u dan ook naar mijn stageverslag in Stage/Duaal traject. Voor een powerpointpresentatie verwijs ik u naar schoolinzicht. Voor vorderingen en voornemens verwijs ik u naar competentie 9 hoofd. C Functioneren in een schoolorganisatie

Moeilijk om dit te beoordelen hoe ver ik daar in ben gevorderd. Op mijn stage ben ik met een beperkt aantal docenten omgegaan en kwam maar één keer per week op school. Mijn functioneren is dan ook niet schoolorganisatie verband te belichten, maar meer op het persoonlijk vlak met leraren. Op dat gebied heb ik goede ervaringen. Ervaringen als het samen een les bespreken. Samen een plan van aanpak verzinnen voor een bepaalde periode en het verdelen van nakijk werk. Natuurlijk heb ik wel gezien hoe mijn stageschool georganiseerd is. Door te praten met docenten hoor je waar de knelpunten zitten. Bijvoorbeeld, de slechte communicatie tussen de docenten en de directie. De kritiek op het nieuwe lesrooster etc. Samenwerken met medestudenten ging over het algemeen goed. Je moet wel weten met wie je wil en kan samenwerken. Meestal heb je een voortrekker en je hebt de wat volgzamere studenten. Zij vinden het wel best, maar ze doen wel hun werk en houden zich aan afspraken.

D Professionalisering Als ik eerlijk ben heb ik dit jaar weinig kritiek gehad. Niet echt van de EFA docenten en studenten en ook niet echt van de stage docenten. Wel ben ik kritisch op mezelf. Ik wil beter worden in schrijven, wil misschien ook wel iets journalistieks gaan doen. Verder wil veel beter worden in het lesgeven aan 'pubers'.

Conclusie Hopelijk heeft u zo een beeld van mijn vorderingen gekregen en laat u mij toe tot de hoofdfase. [Hier kan je nog een aantal punten noemen of een aantal competenties samenvatten. Voorbeelden geven hoeft niet meer die staan hierboven in de brief of daarna heb je verwezen ]

92

Page 93: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Kenmerkende situaties

Wat zijn dat? Hoe deze op te stellen? Lees onderstaande beschrijving nauwkeurig en oriënteer je aan de hand van het voorbeeld.

Wat is een kenmerkende situatie? In het eerste studiejaar is het de bedoeling dat je een goed beeld krijgt wat het leraarschap allemaal inhoudt. Het leraarsberoep is een veelzijdig beroep waarin veel handelingen en gedrag samenkomen, vaak tegelijkertijd. Dat maakt het beroep boeiend en afwisselend maar ook gecompliceerd. De handelingen en gedrag die horen bij het leraarsberoep zijn vastgelegd in competenties. Een kenmerkende situatie is een gebeurtenis die typerend is voor het leraarsberoep. In een kenmerkende situatie beschrijf je dus een situatie die een leraar in zijn werk kan meemaken en waarmee hij op een professionele wijze moet omgaan. Bijvoorbeeld hoe reageer je als leraar op een brutale leerling, op een faalangstige leerling of op een cynische collega-leraar. Een kenmerkende situatie speelt af zich tijdens het werk op school en er wordt een beroep gedaan op meerdere competenties, meestal tegelijkertijd. Competenties worden zichtbaar in die ene adequate handeling die van de leraar op een bepaald moment wordt verwacht. Zo wordt er bij een brutale leerling in de klas zeker op drie competenties tegelijkertijd een beroep gedaan: een leraar moet pedagogisch reageren op een brutale leerling maar tegelijkertijd moet ook leerproces doorgang vinden en er worden ook goede communicatievaardigheden verwacht. Elke student heeft in de stage dergelijke kenmerkende situaties geobserveerd en soms zelf ondervonden. Het is de bedoeling dat je een kenmerkende situatie beschrijft die je hebt meegemaakt in je stage.

Hoe kies je een kenmerkende situatie? Is het een situatie waarmee je in het echte (leraars)bestaan ook te maken zou kunnen krijgen of is het een zeer uitzonderlijke situatie of uitzonderlijk voorval? De bedoeling van de kenmerkende situatie is te kiezen voor een zoveel mogelijk authentieke beroepssituatie. Weet je niet zeker of je keuze juist is? Leg de situatie voor aan je medestudenten en/of bespreek het met je mentor.

Hoe beschrijf je een kenmerkende situatie? Een kenmerkende situatie beschrijft een gebeurtenis waarin verschillende competentiegebieden een rol spelen, zoals:

o beheersing van het schoolvako pedagogisch en/of didactisch handelen (dus iets waarbij kennis van leerlingen,

groepen, e.d. een rol speelt, dan wel iets waarbij in enigerlei vorm is van didactische vertaling, al was het maar in de vorm van een te geven presentatie)

o nog een derde, die zou kunnen bestaan uit: samenwerken, ict beheersen, organisatorische vaardigheden, iets met onderwijs of het schoolsysteem in het algemeen… etc.

Aanwijzingen en tips: - Bestudeer je logboek en je stagedossier. Kies een situatie die je hebt meegemaakt op je

stageschool tijdens het “werkplekleren” waarin de componenten geïntegreerd aan bod komen, dus niet een opdracht die bestaat uit een optelsom van niet met elkaar samenhangende losse onderdelen;

- Bespreek met je medestudenten je keuze voor een bepaalde situatie. - Wat gebeurde er precies, beschrijf en analyseer de situatie nauwkeurig. - Hoe handelde de leraar, wat deed jij? - Op welke verschillende competenties werd (tegelijkertijd) een beroep wordt gedaan? - Wat was de reactie en het gedrag van de leraar?

93

Page 94: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

- Wat deed jij en zou je het de volgende keer weer zo aanpakken? Of in het geval da je de situatie geobserveerd hebt: zou jij ook het zo aanpakken als de leraar?

- Wat heb je ervan geleerd? Geef ook zo goed mogelijk aan uit welk (zichtbaar) gedrag blijken of je de desbetreffende competentie beheerst

Voorbeeld van een kenmerkende situatie

Patrick of Michael

Tijdens mijn stage heeft zich de volgende kritische situatie voorgedaan. Het was een normale “CWI” dag (CWI staat voor centrum voor werk en inkomen de leerlingen worden opgeleid om later als consulent bij het CWI of een andere instantie te werken.) “Normaal” houdt in dat de leerlingen in een lokaal zitten waar ze praktijk situaties simuleren. Zo goed als iedereen was bezig met het maken van de opdrachten die ze voor die dag hadden opgekregen. Op het moment dat ik een leerling aan het helpen was met een bepaalde vraag stormde er als het waren een jongen de klas binnen. Hij begon verschillende leerlingen aan te spreken. De jongen volgt ook het vak CWI maar dan in een andere klas. Hij vroeg de leerlingen in de klas of hij de opdrachten die zij al gemaakt hadden mocht kopiëren. Ik hoorde dit en vond zijn manier van een klas binnen komen behoorlijk onbeschaafd.Voordat iemand zijn werk aan hem gaf vroeg ik of hij in deze klas zit.

Hij zei heel bijdehand: “Nee wat gaat jou dat aan”. Ik zei dat ik stagiair ben en er op toe zie dat iedereen rustig aan het werk kan. “Ja wat heb ik daarmee te maken zei hij”. Ik vertelde hem dat hij mensen afleidt en dat het beter was als hij weer terug naar zijn eigen klas zou gaan. Hij zei morrend: “Dat bepaal ik zelf wel”. Ik vroeg met een verheven stem om zijn naam. Hij zei: “ Mijn naam is Patrick”. Ik zei okay dankjewel dan mag je alsnog vertrekken. Hij liep hoofdschuddend de klas uit en de leerlingen gingen gewoon weer aan het werk.

Voor mij was dit een “kenmerkende situatie”. Het was de eerste keer dat ik een leerling die nota bene niet eens bij mij in de klas zit, moest aanspreken op zijn gedrag. Maar het hoort bij de taak van een docent. Ik was hierbij wel gespannen maar ik denk dat dat normaal is op het moment dat je dat voor het eerst moet doen. Ik denk dat ik achteraf redelijk goed gehandeld heb. Het is voor de leerlingen vrij duidelijk dat ze niet zomaar een les kunnen komen binnen vallen. Dit geldt ook voor Patrick. Hij had geen goede reden om zo maar de les binnen te vallen. Ik was alleen wel verbaasd over de manier hoe hij “Nee, wat gaat jou dat aan” tegen me zei.

Ik heb de leerling uitgelegd wat mijn functie was en dat ik er niet van gediend was dat hij de werkzaamheden van de leerlingen verstoorde. Ik maakte hem duidelijk dat het beter was om te vertrekken. Toen hij zei: “Dat bepaal ik zelf wel” heb ik met een verheven stem om zijn naam gevraagd. Ik had het idee dat hij schrok. Hij zei hierdoor tenminste wel meteen zijn naam. Hierna heb ik hem nogmaals duidelijk gemaakt dat het beter zou zijn als hij zou vertrekken. Ik ben blij dat hij dit deed.

De volgende week liep ik naast mijn beleidster door de wandelgangen. We liepen Patrick tegen het lijf. Mijn begeleidster zei: “Hé Michael, ik krijg nog een opdracht van je. Ik keek Patrick vragend aan. Echt zo van….. Hoezo wordt jij Michael genoemd terwijl je tegen mij zei dat je Patrick heet. Ik heb er voor gekozen om dit niet aan beleidster te melden. Maar de volgende keer dat ik hem tegen kwam op school zei ik luid: Hé Patrick. Hij keek me toen een beetje beschaamd aan. Ik weet zeker dat hij heel goed begreep wat ik bedoelde. Ik ben blij met de manier waarop ik gehandeld

94

Page 95: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

heb. Het is nu net alsof ik hem heb behoed voor tekst en uitleg over zijn eigen gedrag.

In mijn presentatie voor de assessoren en de groep tijdens de Bekwaamheidsproef 1 zal ik dit voorval in relatie brengen met de docenten-competenties die in de beschreven situatie gevraagd worden

95

Page 96: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

Portfolio—assessment

Portfolio-assessment Studenten AssessorenRonde 1: beoordelen zelfevaluaties/POP in portfolioMinimaal 2 dagen voor assessmentdag

Verwerken van feedback

Lezen en schriftelijke feedback geven op portfolio (45 min per assessor per student)

Ronde 2: portfoliopresentatie en beoordelingsgesprek9.00-9.45 De student presenteert

het portfolio (10 min.) gevolgd door een vraaggesprek

Assessoren observeren en leiden gesprek

Ronde 3: Assessorenberaad 9.45- 10.00 Assessoren trekken conclusies

en formuleren schriftelijk feedback en beoordelingsadviezen met gebruik van het standaardbeoordelingsformulier

PauzeHerhaling Ronde 2 t/m 3 voor student

De assessoren nemen van tevoren kennis van het portfolio. Zij reageren hierop uiterlijk twee dagen vóór de datum van het beoordelingsgesprek. De student bereidt mede aan de hand van deze reacties een presentatie voor.

96

Page 97: Propedeuse metawerk - XS4ALL€¦  · Web viewZo word je in toenemende mate bewust van wat voor leraar je eigenlijk wilt zijn, ... Het is vergelijkbaar met een soort sollicitatie.

De uitslag:Er zijn twee beoordelingen mogelijk:

- Voldoende. Met de feedback van de assessoren stelt student de onderdelen van het portfolio bij (onder begeleiding van de mentor)

- Onvoldoende. Student krijgt een leercontract. Als aan de eisen hiervan voldaan is, kan een nieuw portfolioassessment plaatsvinden. De student is niet toelaatbaar tot de hoofdfase. Als de uitslag onvoldoende blijft krijgt de student een BAS omdat het geoormerkte studiepunten betreft.

Assessoren:De assessoren zijn in principe twee docenten van het eigen team. Assessorentijd: per student 3,5 uur voor 2 assessoren samen.

Tijdstip portfolioassessment:Dit vindt plaats aan het einde van jaar 1; maximaal één herkansing is mogelijk binnen een half jaar.

97