Promulgatie Nederlands

50
GENERAL CHAPTER GEROEPEN DOOR GOD, GEZONDEN NAAR DE NAASTE EN TOEGEWIJD OM EEN TEKEN TE ZIJN VAN GODS LIEFDE IN DE WERELD XXII ste Generaal Kapittel 2012 PROMULGATIE Broeders van Liefde

description

Dit is de promulgatie Nederlands.

Transcript of Promulgatie Nederlands

GENERAL CHAPTERBrothers of Charity

2012

GEROEPEN DOOR GOD,GEZONDEN NAAR DE NAASTE

EN TOEGEWIJDOM EEN TEKEN TE ZIJN

VAN GODS LIEFDE IN DE WERELD

XXIIste Generaal Kapittel 2012

PROMULGATIE

Broeders van Liefde

Brothers of Charity • Broeders van LiefdeFrères de la Charité • Fratelli della Carità

Via Giambattista Pagano, 3500167 - Roma - Italy

www.brothersofcharity.org

1 - Promulgatie GENERAL CHAPTERBrothers of Charity

2012

GEROEPEN DOOR GOD,GEZONDEN NAAR DE NAASTE

EN TOEGEWIJDOM EEN TEKEN TE ZIJN

VAN GODS LIEFDE IN DE WERELD

PROMULGATIEXXIIste Generaal Kapittel 2012

Broeders van Liefde

Generaal Kapittel 2012 - 2

3 - Promulgatie

Inleiding

Beminde Medebroeders,Beste Aangesloten Leden,

“Geroepen door God, gezonden naar de naaste en toege-wijd om een teken te zijn van Gods liefde in de wereld”. Met dit thema werd het 22ste generaal kapittel van 2012 bij de Broeders van Liefde ingeleid en voorbereid.

Een aantal realiteiten werden overduidelijk tijdens dit kapittel.

Vooreerst het feit dat we een internationale congregatie zijn, met groeipolen in het Zuiden en in het Oosten en een smelt-kroes van diverse culturen die mekaar vinden in het charisma van de caritas. “Eenheid in verscheidenheid” en “Cor unum, anima una” werden als nooit tevoren aangevoeld als grote opgaven binnen de congregatie, en iedereen wordt opge-roepen om daaraan gestalte te geven en actief mee te wer-ken. Werken aan eenheid vloeit over in de aandacht voor de wereldwijde solidariteit die zich op verschillende vlakken zal manifesteren: op het vlak van onderlinge ondersteuning in de ontwikkeling van de apostolaatswerken, in het geza-menlijk zoeken hoe men de financiële leefbaarheid kan ver-hogen en in de gezamenlijke bekommernis voor een goede spirituele en professionele vorming van al onze leden. Maar ook gemeenschappen worden in verschillende regio’s meer internationaal en een nieuwe missionaire geest groeit binnen de continenten met een grotere bereidheid van de broeders om uitgezonden te worden om ook in nieuwe gebieden het charisma van de caritas te brengen. Laat ons met dankbaar-heid terugkijken naar de broeders van het eerste uur die, op een eenvoudige vraag van de Stichter Vader Triest, alles ach-terlieten om voor de armsten te gaan zorgen in Gent en la-

Generaal Kapittel 2012 - 4

ten we eveneens onze eerste missionarissen piëteitsvol blijven gedenken die een eerste aanzet hebben gegeven opdat de congregatie internationaal zou uitgroeien, vandaag aanwe-zig in 31 landen. Onze gezamenlijke inzet voor de verdere uit-bouw van de congregatie op internationaal vlak is de beste dank die we kunnen brengen aan onze Stichter, aan onze eerste broeders en aan onze eerste missionarissen.

De congregatie mag vele jongeren in haar rangen verwelko-men, en daarin zit een grote opgave deze jongeren goed op te vangen, goed te begeleiden, een goede vorming te ge-ven, zowel spiritueel als professioneel. De broederroeping blijft een unieke roeping in de Kerk, en we mogen God dankbaar zijn dat Hij jongeren blijft roepen om zich totaal te wijden aan God en de mensen als godgewijde broeder. Als congregatie hebben we een unieke en dringende opgave de broeder-roeping kenbaar te maken in de wereld en in de Kerk, en dat door ons woord en door ons doorleefd voorbeeld, opdat al-len mogen begrijpen hoe levensvervullend een religieuze roe-ping als Broeder van Liefde is en hoe dienstbaar deze blijft voor de vele armen in de maatschappij met een uniek aan-bod van caritas. Het blijft derhalve de opdracht over onze identiteit na te denken en onze levenswijze te enten op de pijlers die zo typisch zijn voor elk godgewijd leven: broeder zijn van Jezus, broeder zijn van mekaar en broeder worden van de armen en dat als teken van universeel broederschap in de Kerk en in de wereld.

De congregatie telt vandaag ook een groeiend aantal aan-gesloten leden, en we mogen dankbaar zijn dat deze in onze congregatie het goede kader kunnen vinden om hun levens-roeping tot persoonlijke heiligheid en inzet voor de armen vorm te geven. Tegelijk is hun komst een uitdaging om ook met hen echt “congregatie” te vormen en samen met hen naar passende vormen te zoeken om ons gebedsleven, ons

5 - Promulgatie

gemeenschapsleven en ons apostolaat met hen te delen. Te-recht kwam de opmerking dat we ook onze vele medewerkers in het apostolaat niet mogen vergeten die wereldwijd met de broeders en de aangesloten leden de zorg voor de caritas delen. Zij hebben recht op goede modellen van godsliefde en naastenliefde en naast de aandacht voor hun professio-nele vorming die ze op de caritas zullen blijven enten, blijft het onze plicht hen te helpen in de zo belangrijke vorming van het hart. In de mate dat we onze spiritualiteit verder verfijnen kan en zal deze ook een bron van inspiratie worden en blijven van onze vele medewerkers.

De 11 moties die U worden aangeboden als vrucht van ons Generaal Kapittel staan onder de hoofding: “Christus als de eenmakende kracht in ons leven”. Het is zinvol om alles wat volgt steeds aan deze titel te relateren, want het is inderdaad Christus die aan de oorsprong staat van de congregatie, van ons leven als broeder en aangesloten lid, het is Christus die de motivatie is van ons leven en ons ook de kracht geeft door zijn genade om ons charisma ten volle te beleven en het is Christus die het doel is van ons leven en daarom willen we ons leven heiligen en daarmee de wereld heiligen. De titel houdt ook een oproep in om ons geestelijk leven te verdiepen en om echt te worden wat we pretenderen te zijn: godgewijd als religieuze broeder en diep spirituele mensen als aangesloten lid en dit vanuit en met het charisma dat ons vanaf de aan-vang van de congregatie werd geschonken als unieke gave van de heilige Geest en via de persoon van de Stichter Vader Triest.

Onze roeping en zending, waarover de eerste vier moties gaan, moeten steeds een veruitwendiging blijven van hetgeen ons als motto werd meegegeven door onze Stichter: “God is liefde”. Alleen als we vol zijn van Gods liefde, kunnen we deze liefde in onze zending laten schijnen in de wereld, en we mogen hopen dat het deze liefde is die heel ons bestaan als congrega-

Generaal Kapittel 2012 - 6

tie richting mag geven.

De volgende motie gaat over de roeping en de vorming, met een dringende oproep om het vormingsplan, waaraan met zo-veel zorg werd gewerkt gedurende de voorbije kapittelperiode, tot volledige implementatie te brengen.

De volgende vier moties gaan over de internationalisatie, het bestuur, de solidariteit en daarin de werking van Fracarita In-ternational. Het weze het meer praktische luik van onze kapit-telbesluiten waarbij de diverse besturen worden aangespoord vandaag wijs en voorzichtig te beheren en tegelijk inventief en innovatief te blijven, zonder de band met de Voorzienigheid te verliezen en gedurfd op zoek te gaan naar nieuwe wegen van financiering, en tegelijk de nieuwe regio’s aan te moedigen om hun eigen draagkracht te verhogen.

Het generaal kapittel heeft zijn ogen niet gesloten voor een pijn-lijke pagina in het boek van de congregatie en een oproep ge-lanceerd om met nog grotere aandacht en vastberadenheid iedere vorm van misbruik te bannen en vooral preventief een klimaat te creëren waarbij gekozen wordt voor een onvoor-waardelijk respect voor de personen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd.

Ten slotte werd de vraag gesteld om de opportuniteit te onder-zoeken naar een mogelijke aanpassing van de leefregel in het licht van de vernieuwde visies die zich de laatste 50 jaar hebben ontwikkeld op het vlak van het godgewijde leven, en ook in het licht van het diepere inzicht dat de congregatie heeft ontvan-gen op het vlak van haar spiritualiteit.

Beminde Medebroeders en beste Aangesloten Leden, op het einde van het generaal kapittel hebben we vier woorden ge-bruikt die o.i. zeer goed de geest weergeven waarmee dit kapit-tel werd gehouden: eenheid, solidariteit, spiritualiteit en caritas.

7 - Promulgatie

Inderdaad, we zullen de volgende jaren veel energie moeten steken om de eenheid in de congregatie te versterken en dat in het licht van de groei op internationaal vlak. Het charisma blijft onze bindende factor, en in de mate dat we erin slagen ons charisma intens en authentiek te beleven, zal de eenheid groeien tussen de broeders, tussen de broeders en de aange-sloten leden, tussen de gemeenschappen, tussen de regio’s en provincies.

Solidariteit blijft een grote waarde in onze congregatie, en vandaag klinkt de nood aan solidariteit op vele vlakken, van het financiële tot het versterken van de eigen draagkracht door een meer inhoudelijke ondersteuning. Het doel van de solidariteit blijft steeds dat de armen en allen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd een kwaliteitsvolle zorg en begelei-ding mogen krijgen opdat hun menselijke waardigheid geres-pecteerd, versterkt en eventueel hersteld mag worden.“De 21ste eeuw zal spiritueel zijn, of ze zal niet zijn”, klonk het ooit als een profetische uitspraak. Dit geldt evenzeer voor onze congregatie: deze zal spiritueel moeten zijn, of ze zal er niet meer zijn. Ik geloof sterk dat alleen de spirituele groei van onze broeders en onze aangesloten leden ons als congrega-tie in staat zal stellen, niet alleen te overleven maar ten volle te leven, en dat in welbehagen voor God en de mens.“De revolutie van de caritas moet verder gaan”, was één van de gesmaakte uitdrukkingen tijdens het kapittel. Als de cari-tas echt is, uitdrukking van de goddelijke liefde, en erin slaagt om in iedere medemens Christus zelf te zien, te ontmoeten en lief te hebben, zal deze revolutionair blijven. Dat blijft onze zending als congregatie en op zoveel plaatsen blijft men met aandrang uitkijken dat onze caritas echt mag branden in vu-righeid!

Als generaal bestuur is het ons een groot genoegen deze mo-ties af te kondigen als geldend voor de hele congregatie en als richtlijn, te samen met onze leefregel en directoria, om het

Generaal Kapittel 2012 - 8

leven van de congregatie gedurende de volgende zes jaar gestalte te geven. We vragen daarover Gods zegen en zijn genade, we vragen uw steun en gebed en uw heel persoon-lijke inspanning om datgene te realiseren dat werd voorop-gesteld: “Geroepen door God, gezonden naar de naaste en toegewijd om een teken te zijn van Gods liefde in de wereld”.

Broederlijk genegen in de Heer,

Rome, 21 september 2012

Br. René StockmanGenerale overste

9 - Promulgatie

Christus als de eenmakende kracht

in ons levenDoorheen onze roeping als Broeders van Liefde, beleefd in dynamische trouw aan ons charisma, verkondigen wij de centrale plaats van Christus in ons leven. Doorheen de lezing van de Schrift, het ontvangen van de sacra-menten, het beluisteren wat de Kerk ons voorhoudt, onze eigen ervaring en onze ontmoeting met de naaste wordt ons het ware gelaat van Christus onthult en kunnen we ons charisma authentiek beleven. We worden uitgeno-digd door God, individueel en als gemeenschap, om te groeien in onze relatie met Hem en met elkaar, om een zichtbaar teken te zijn van zijn aanwezigheid in onze omgeving.

Generaal Kapittel 2012 - 10

11 - Promulgatie

1. We zijn geroepen door God

1.1. We moeten ons ervan bewust zijn dat we op weg gaan en leven in de aanwezigheid van God, de God die liefde is. We beantwoorden de liefdevol-le aanwezigheid van God met een leven waarin ons gebed, ons werk, onze stilte, ons lezen van de Bijbel en onze meditatie zich vermengen in een harmoni-euze beweging van openheid naar God, de naaste en de wereld om ons heen.

MotiEs

1.1.1. Zowel op individueel als op gemeenschappelijk vlak die-nen we een spiritueel leven te ontwikkelen en te groeien in spi-ritualiteit. Om dit te bevorderen, dienen er initiatieven te wor-den ontwikkeld op generaal, provinciaal en regionaal niveau binnen de congregatie. Onze persoonlijke groei moet worden gesteund door regionale en provinciale animatieprogramma’s.

1.1.2.We moeten opnieuw de nadruk leggen op het belang van de blijvende groei van ons leven als godgewijde, religieuze broe-ders. We roepen alle broeders op om hun persoonlijke verant-woordelijkheid op te nemen voor het verder uitdiepen van hun spirituele leven en een programma te ontwikkelen zodat dit op een consequente manier kan gebeuren. Concrete ideeën hieromtrent worden gunstig onthaald tijdens communiteitsvergaderingen en andere aangelegenheden voor broederlijk samenzijn.

Generaal Kapittel 2012 - 12

We vragen regionale oversten aandachtig te zijn voor de kwa-liteit van het gemeenschappelijk gebed (eucharistie, commu-niedienst, getijdengebed, aanbidding, recollectie, jaarlijkse re-traite en rozenkrans). We moeten openstaan voor een creatieve benadering van ons gebed, dat wat het animeert en zin geeft verwelkomen en de gevaren van de routine vermijden.

Onze toewijding aan het individueel en gemeenschappelijk gebed blijft niet beperkt tot de voorziene tijdstippen van de dagindeling, maar het zal ook een invloed hebben op onze da-gelijkse verantwoordelijkheden en ons in staat stellen om onze missie moedig te vervullen.

1.1.3. De spirituele groei van onze gemeenschappen en van elke broeder moet worden opgevolgd en geëvalueerd en, in-dien nodig, worden herbekeken op generaal, provinciaal en regionaal niveau.

13 - Promulgatie

1.2. identiteit en roeping

Als gelovigen zijn wij geroepen elkaar lief te heb-ben. in deze liefde kunnen mensen zin in hun le-ven vinden. Als broeders weten we dat deze liefde ons werd geschonken door God zonder beperking. Deze liefde zal ons verenigen in ons leven en in ons werk. onze roeping als Broeders van Liefde zal haar eigen bijzonder perspectief hebben, gebaseerd op onze specifieke identiteit. Deze identiteit is niet iets statisch maar een dynamisch proces. De leden van de gemeenschap willen elkaar mogelijkheden en ruimte bieden om dit proces te bevorderen.

MotiEs 1.2.1. We vragen een duidelijkere definiëring van het religieuze broederschap in de Kerk vandaag.

1.2.2. Onze identiteit is verbonden met de Vincentiaanse spi-ritualiteit. We vragen de broeders zich hiervan bewust te zijn en initiatieven te nemen op zowel individueel als op gemeen-schappelijk vlak voor reflectie op de geschriften van Sint-Vin-centius en onze stichter P.J. Triest, en op onze leefregel tijdens communiteitsvergaderingen, recollecties, enz.

Generaal Kapittel 2012 - 14

15 - Promulgatie

2. We zijn gezonden naar de naaste

2.1. ons charisma, professionaliteit en vorming

Vorming, persoonlijke ontmoetingen met Christus en een blijvende bekering zorgen voor een stimulans voor een nabijer volgen van Christus. We moeten leerlingen en profeten worden en gezondenen door Christus. Het profeet-zijn spoort ons aan om keuzes te maken, keuzes met betrekking tot de volgende elementen: onze toewijding aan de Kerk; radicaliteit in onze keuzes; momenten waarop de menselijke waardigheid in het gevaar komt; een voortdurende spanning tussen het verkondigen van het Woord en het veroordelen van onrecht.

Als broeders en aangesloten leden zijn we geroe-pen om ons charisma op een authentieke manier te beleven op de plaats waar we ons bevinden en met de mogelijkheden die iedere broeder en ieder aangesloten lid heeft.

Generaal Kapittel 2012 - 16

MotiEs2.1.1. De keuzes die we maken dienen steeds gericht te zijn op de emancipatie van de naaste. In het spanningsveld tussen de politiek en het pastoraal dient men tactvol te handelen. Er wor-den initiatieven genomen op generaal, provinciaal en regionaal niveau.

2.1.2. Een verder bestuderen van ons charisma is noodzake-lijk voor broeders en aangesloten leden. Het plaatsen van het charisma en onze beleving ervan in een hedendaagse context vormt een specifieke uitdaging. Initiatieven hieromtrent op provinciaal en regionaal niveau zijn wenselijk.

2.1.3. Een professionele vorming is een wezenlijke vereiste om goede zorg en goed onderwijs te kunnen voorzien. Indien mo-gelijk dient vorming te worden georganiseerd in de eigen regio of provincie. Er worden initiatieven genomen op generaal, pro-vinciaal en regionaal niveau.

2.1.4. We vragen dat elke broeder die werd benoemd voor een specifieke rol een duidelijk en goed gedefinieerde missie, voor-bereiding en oriëntering mag krijgen. Hij moet beschikken over de nodige kwaliteiten en vorming voor zijn opdracht.

2.1.5. De zorg voor oudere en zieke broeders dient een con-stante bekommernis te blijven, met speciale aandacht om hen zoveel mogelijk te blijven betrekken bij het charisma. De zorg voor broeders in moeilijkheden dient eveneens een constante bekommernis te blijven voor de congregatie. Het kapittel wil herhalen dat overplaatsen van een broeder met problemen naar een andere regio geen oplossing is. De generale raad, in overleg met provincies en regio’s, dient een gepaste manier te vinden om met dergelijke broeders om te gaan.

17 - Promulgatie

2.1.6. Onze activiteiten zijn een uitdrukking van de manier waarop we ons charisma beleven. Ontwikkelingen binnen een provincie dienen te worden ondernomen enkel na het waarne-men van een plaatselijke behoefte waarop de provincie, in dia-loog, beslist dat het een gepast antwoord kan geven. Als apos-tolische religieuze broeders dienen wij onze werken op een professionele manier uit te voeren, en nieuwe stichtingen te evalueren vanuit het standpunt van de aanwezige mankracht, de nood aan consolidering en het welzijn van alle betrokkenen.

2.1.7. In alle regio’s is een blijvende aandacht nodig voor het se-cularisatieproces, alsook voor de mogelijkheden en uitdaging die eruit voortkomen.

2.1.8. Er dienen initiatieven te worden genomen op provinci-aal, regionaal en lokaal niveau om ons charisma en spirituali-teit te kunnen delen met onze aangesloten leden, medewerkers, vrijwilligers, partners, vrienden en anderen. Naast het voor-beeld van hun levenswijze zullen de broeders hun lekencol-lega’s aanmoedigen om de figuur van Christus te ontdekken in diegenen die zij dienen.

Generaal Kapittel 2012 - 18

19 - Promulgatie

3. We zijn toegewijd 3.1. Geloften - bekering – leven in gemeenschap

De geloften bevinden zich in het hart van ons leven als Broeders van Liefde en beïnvloeden onze missie, de manier waarop we ons charisma, de gemeen-schap, ons leiderschap, enz. vormgeven. Het bele-ven van onze geloften en onze visie op de geloften, zoals we ze begrijpen en ervaren als individu en als gemeenschap, zijn de concrete manieren waarop we onze toewijding aan God uitdrukken. Bijgevolg spoort de ontwikkeling van een vernieuwde visie op onze geloften ons aan om te komen tot een eigen-tijdse beleving van onze geloften.

MotiEs3.1.1. Er is nood aan vorming voor onze oversten. Zij dienen spirituele leiderschapsvaardigheden te verwerven. Er worden initiatieven genomen op generaal, provinciaal en regionaal ni-veau.

3.1.2. Onze gemeenschappen dienen te worden ontwikkeld op basis van solide spirituele warden. Er worden initiatieven ge-nomen op provinciaal en regionaal niveau.

3.1.3. Broeders dienen de congregationele en kerkelijke docu-menten te lezen en zich eigen te maken. Er worden initiatieven genomen op provinciaal en regionaal niveau.

Generaal Kapittel 2012 - 20

3.1.4. We moeten kiezen voor een leven van eenvoud en so-berheid in onze omgang met moderne technologieën en de schaarse grondstoffen op aarde. Er worden initiatieven geno-men op provinciaal en regionaal niveau.

3.2. Aangesloten leden

We erkennen dat de positieve relatie die reeds be-staat tussen broeders en aangesloten leden verder ontwikkeld dient te worden in lijn met de Constituties en de statuten van de aangesloten leden. We willen de roeping van aangesloten leden in onze congre-gatie bekrachtigen: Alle mensen zijn geroepen door God en delen in de roeping tot heiligheid. Broeders en aangesloten leden hebben gekozen voor de Broeders van Liefde als de plaats waar zij hun roe-ping willen beleven op basis van ons charisma en onze spiritualiteit.

MotiEs3.2.1. De specifieke eigenheid van zowel broeders als aangesloten leden dienen te worden gerespecteerd.

3.2.2. De initiële en verdere vorming, oriëntering en begeleiding van aangesloten leden dienen verder te worden ontwikkeld op regionaal en provinciaal niveau.

21 - Promulgatie

3.2.3. Daar waar het aantal aangesloten leden stijgt, zal er een regionale en/of lokale structuur worden ontwikkeld om de wer-king van de aangesloten leden op een effectieve en efficiënte ma-nier te vereenvoudigen. Wanneer dit gebeurt, dient men zich wel te behoeden voor overstructurering.

3.2.4. Voor de volgende kapittelperiode dient ieder bestuursni-veau een procedure te ontwikkelen voor het delegeren van aan-gesloten leden voor de respectievelijke kapittels.

3.2.5. Het Generaal Kapittel bevestigt en bemoedigt aangeslo-ten leden in hun engagement en looft het werk van onze mede-werkers in hun blijvend ontwikkelen van het charisma in hun dagelijks werk binnen de congregatie. Iedere regio, in haar ei-gen culturele context, wordt gevraagd om concrete stappen te ondernemen naar deze bevestiging, door zinvolle beslissingen, dialoog, vorming en toepassing.

3.2.6. Aangezien het aangesloten lidmaatschap zich nog in een beginnende ontwikkelingsfase bevindt in de meeste delen van de congregatie dient de promotie van het lidmaatschap grotendeels de taak te blijven van het regionale niveau, daarbij gebruikma-kend van de reeds beschikbare documenten en in respect met de inbreng van de aangesloten leden zelf.

3.2.7. Op generaal niveau wordt een vorm van communicatie opgezet om het delen van informatie tussen vertegenwoordi-gers van de aangesloten leden uit de verschillende regio’s mo-gelijk te maken.

3.2.8. Aangesloten leden en broeders dienen zo duidelijk mo-gelijk te zijn over hun onderlinge verwachtingen en bekom-mernissen.

Generaal Kapittel 2012 - 22

3.3. Medewerkers

Vanaf het begin van de congregatie hebben broe-ders samengewerkt met leken en er was steeds een goede mentaliteit in deze werkomgevingen. Het lekenkarakter van de congregatie heeft voor een spontane band gezorgd tussen broeders en leken. Vandaag en op vele plaatsen in de congregatie zijn leken zijn toegewijde en vakkundige medewerkers geworden en delen zijn de verantwoordelijkheid voor de apostolaatswerken binnen de congregatie.

MotiE3.3.1. De getuigenis van trouw aan onze missie gegeven door de vele duizenden medewerkers van de Broeders van Liefde wereldwijd is een vorm van vereniging die een speciale erken-ning in de Generale Kapittels verdient.

23 - Promulgatie

4. We zijn een teken van Gods liefde in de wereld

4.1. De realiteit van de Gods liefde is de vreugde van de verrijzenis. Geen uitgestelde vreugde voor later, maar een realiteit die nu van start gaat. Als broeders en aangesloten leden worden we uitge-daagd om hier en nu te bouwen aan het koninkrijk van God.

Globalisering, interreligieuze dialoog en internatio-nalisering worden steeds belangrijker in de wereld. Hoe kunnen wij als religieuze gemeenschap van Broeders van Liefde een hoopvol antwoord geven op deze tekenen van de tijd? We kunnen ons laten inspireren door de Pinkster-ervaring: ieder kan groei-en in zijn eigen identiteit terwijl we elkaar steeds te-rugvinden in de eenheid van Pinksteren als een ge-schenk van de heilige Geest.

MotiEs4.1.1. De congregatie vraagt iedere broeder persoonlijk de evangelische raden en het gemeenschapsleven strikt na te leven als tekenen van onze toewijding aan God.

Generaal Kapittel 2012 - 24

4.1.2. Internationale en interculturele gemeenschappen zijn een positief resultaat van de globalisering. In deze gemeen-schappen zien we dat de belangrijkste uitdagingen het leven in gemeenschap en de missie zijn. De nieuwe vormen van gemeenschap vragen om een grotere openheid van iedereen, en daar is dialoog essentieel voor – dialoog met elkaar, maar ook dialoog met het evangelie, die de cultuur kan uitzuiveren. Er worden nieuwe initiatieven genomen zodat het mogelijk wordt om internationale gemeenschappen op te richten die een hoopvol antwoord vormen op de tekenen van de tijd. Er wor-den initiatieven genomen op generaal, provinciaal en regionaal niveau.

25 - Promulgatie

5. Roeping en vorming5.1. Het Generaal Kapittel wil het gedane werk voor de herziening van ons vormingsplan van de con-gregatie bevestigen. We vragen de nauwkeurige en bestendige implementering van elk deel van het plan in iedere regio.

MotiEs5.1.1. We sporen de regio’s en provincies aan alle moderne communicatiemiddelen aan te wenden ter promotie van de congregatie en ter bevordering van roepingen.

5.1.2. Het vormingsplan en de methode betreffende spirituele begeleiding die werden ontwikkeld, dienen te worden geïmple-menteerd. We vragen de overste van iedere relevante gemeen-schap om in te staan voor de begeleiding voor de spirituele groei van de broeders. Er worden initiatieven genomen op ge-neraal, provinciaal en regionaal niveau.

5.1.3. We dienen een onafgebroken aandacht te hebben voor de vorming van onze internationale vormingsteams. Daarom dienen we de nodige vormingssessies te organiseren in lijn met het vormingsplan. Er worden initiatieven genomen op gene-raal, provinciaal en regionaal niveau.

5.1.4. We vragen dat er speciale aandacht zou gaan naar de blijvende vorming van alle broeders. Er worden initiatieven ge-nomen op regionaal niveau.

Generaal Kapittel 2012 - 26

5.1.5. Het doorlichten van kandidaten dient te worden voort-gezet in lijn met het vormingsplan. Er worden initiatieven ge-nomen op regionaal en provinciaal niveau.

5.1.6. We vragen de congregatie om de aandacht voor aange-sloten leden op te nemen in het vormingsplan.

5.1.7. Wanneer een broeder een aanvraag doet voor een her-nieuwing van de professie of voor een eeuwige professie dient er ernstig rekening te worden gehouden met de inzichten en meningen van lokale en regionale raden waar hij verblijft.

5.1.8. Het Generaal Kapittel vraagt om een intensieve en blij-vende betrokkenheid van de regionale oversten, of hun afge-vaardigden, bij de dialoog en de planning van de professionele opleiding en studies van hun broeders. Voor bepaalde regio’s dient het probleem van erkenning van diploma’s te worden aangepakt ter bevordering van de regio’s.

5.2. International Institute Canon Triest

om de initiële en blijvende vorming in de congre-gatie voort te zetten, werd in 2000 het international institute Canon triest opgericht. Dit instituut ontwik-kelt programma’s op zowel spiritueel als professi-oneel vlak, alleen of in samenwerking met andere opleidingsinstituten en universiteiten, en verzorgt de organisatie van verschillende vormingshuizen. Deze programma’s zijn eerst en vooral gericht op onze broeders, maar ook medewerkers en andere groe-pen kunnen er gebruik van maken onder specifie-

27 - Promulgatie

ke voorwaarden. Het Generaal Kapittel bevestigt de activiteiten van het international institute Canon Triest in lijn met de financiële middelen die beschik-baar zijn en totaal in lijn met de missie van de con-gregatie.

MotiEs5.2.1. Een duidelijk kader dient te worden opgemaakt dat defi-nieert welke vorming het International Institute Canon Triest biedt. Er worden initiatieven genomen op generaal niveau.

5.2.2. Het management van het IICT, het verslag van zijn wer-king en het financieel beleid dient transparant te zijn. Het ge-neraal bestuur zal hierover verslag uitbrengen tijdens de jaar-lijkse vergadering van de generale raad met de provinciale en regionale oversten.

5.2.3. Het doel van het IICT is de vorming van onze eigen broeders, medewerkers en aangesloten leden. Andere deelne-mers van buiten de congregatie dienen de reële kosten van deze vorming te betalen.

5.2.4. Een jaarlijks budget dient vooraf te worden vastgelegd en de bijdrage van de verschillende regio’s dient te worden be-paald in overleg met de regio’s. Er worden initiatieven geno-men op generaal niveau.

5.2.5. De verdere ontwikkeling op provinciaal en/of regionaal niveau en de oprichting van een interregionale expertise pool in de sectoren waar de congregatie actief is, hangt af van de uitvoering van de vier bovenvermelde moties. Er worden initi-atieven genomen op generaal niveau.

Generaal Kapittel 2012 - 28

29 - Promulgatie

6. Internationalisering

De internationalisering in de congregatie is een nieuwe realiteit die zeer snel groeit. We moeten dit beschouwen als een positieve evolutie met nieuwe mogelijkheden inzake groei en uitwisseling. De sa-menstelling van internationale gemeenschappen wordt een nieuwe getuigenis van broederlijke liefde in de huidige Kerk en samenleving. Dankzij de in-ternationalisering kunnen regio’s met minder roe-pingen worden gesteund om hun apostolaatswer-ken te kunnen voortzetten met aanwezigheid van broeders. Er kunnen ook nieuwe initiatieven worden genomen in landen waar de congregatie nog niet aanwezig is dankzij de mogelijkheid sommige broe-ders vanuit het buitenland te zenden.

MotiEs6.1. Om de internationalisering van onze missie en ons apos-tolaat te versterken, vragen we de congregatie om de zendings-dimensie en de internationaliteit van onze gemeenschappen te promoten door bijvoorbeeld een groep van vertegenwoordi-gers vanuit alle provincies op te richten om een visie en richt-lijnen te ontwikkelen voor de internationalisering van onze gemeenschappen.

Generaal Kapittel 2012 - 30

6.2. Aangezien internationalisering een nieuwe uitdaging vormt voor de congregatie, moedigt het Generaal Kapittel de broeders aan om zich voor te bereiden om open te zijn en klaar te zijn om antwoorden te geven op de noden op verschillende plaatsen. Het Kapittel vraagt de congregatie om steeds te trach-ten de broeders die op missie gaan naar andere landen op een adequate manier voor te bereiden. Er wordt vorming georga-niseerd voor broeders en aangesloten leden om een dialoog mogelijk te maken tussen culturen en nationaliteiten binnen de congregatie. Er worden initiatieven genomen op generaal, provinciaal en regionaal niveau.

6.3. Verzoeken gedaan bij een regionale overste voor het over-plaatsen van een broeder naar een andere regio om te voldoen aan de behoeften van het apostolaat dienen steeds door hem in overweging te worden genomen in overleg met de broeder en de relevante andere regionale overste. Dit omvat, maar is niet beperkt tot: bereidwilligheid wat betreft de taak, duur van het verblijf, erkenning van diploma’s en culturele gevoeligheid. Er wordt speciale aandacht gevraagd voor moeilijke situaties. Re-gelmatige evaluatie is nodig.

31 - Promulgatie

7. Bestuur, structuur en subsidiariteit

subsidiariteit is een kernprincipe van het bestuur van de congregatie en manifesteert zich in het leider-schap, in het functioneren als team, in transparantie en in open dialoog.

MotiEs7.1. We vragen de correcte implementering van het subsidi-ariteitsprincipe op elk niveau van de congregatie in lijn met de Constituties en het Algemeen Directorium. Het Generaal Kapittel vraagt dat het generaal bestuur de taak om de groei en de gehele ontwikkeling van de congregatie te op te volgen zeer ernstig neemt, en enkel na uitvoerig overleg en met grote zorg en voorzichtigheid tot beslissingen komt. Structuren voor een regelmatige evaluatie zijn hierbij nodig.

7.2. We vragen de rol of de speciale missie van de generale as-sistenten te verduidelijken. Het beste zou zijn dat de assistenten een verantwoordelijkheid zouden hebben volgens een thema, en dit in harmonie met de rol van de provinciale en regionale oversten. Er worden initiatieven genomen op generaal niveau.

7.3. De concrete manier van werken van de provinciale over-ste wordt besproken in de provinciale raad in overleg met de generale raad en in lijn met de Constituties en het Algemeen Directorium. Deze rol dient te worden geëvalueerd in de loop van het mandaat, en waar nodig, aangepast. Er worden initia-tieven genomen op generaal, provinciaal en regionaal niveau.

Generaal Kapittel 2012 - 32

7.4. Het Generaal Kapittel vraagt een onderzoek van alle be-sluitvormende structuren in de congregatie, inclusief externe congregatiegerelateerde instanties met het oog op een eventu-ele herziening van hun organisatorische en operationele struc-turen, om een uitgebreidere onderlinge dialoog te garanderen en om hun verdere evolutie te bepalen. Het Generaal Kapittel vraagt de generale raad om een actieve rol op te nemen in dit proces.

7.5. De provinciale oversten, als hogere oversten, dienen op een actieve manier betrokken te zijn bij het beleid van de con-gregatie. Er worden initiatieven genomen op generaal niveau.

33 - Promulgatie

8. Financiën en solidariteit De financiële situatie van de congregatie is vrij ern-stig. In deze onzekere financiële tijden blijven uitga-ven de inkomsten overtreffen op vele vlakken van het budget. om de solvabiliteit van de beperkte congregationele middelen te garanderen om in de toekomstige noden te voorzien, is het wezenlijk dat we beslissingen nemen ten gunste van consolidering in plaats van expansie. We dienen bedachtzaam de gebieden te bekijken waar het budget kan worden gereduceerd of hoe de congregatie haar inkom-sten kan verhogen via goed geplande en risicovrije inkomstengenererende activiteiten die steeds wor-den uitgevoerd in lijn met de structuren zoals deze rechtmatig zijn vastgelegd in onze Constituties en Directoria. We dienen eveneens te bekijken of het mogelijk is om bepaalde uitgaven te elimineren op het niveau van het generaal bestuur en andere or-ganisaties die verbonden zijn met de congregatie, alsook in individuele provincies en regio’s.

Het solidariteitsprincipe is breed en omvat vele vor-men van onderlinge steun. We benadrukken het feit dat solidariteit binnen de congregatie van noord naar zuid en van west naar oost ononderbroken voortgezet dient te worden. samen dragen we de

Generaal Kapittel 2012 - 34

verantwoordelijkheid voor het spirituele en materi-ele welzijn van de congregatie.

Het Kapittel vraagt ook dat de provincies die reke-nen op de solidariteit van andere regio’s om te kun-nen functioneren maatregelen nemen om zich te versterken en die hen in staat zullen stellen om zelf-bedruipend te worden in de nabije toekomst. initia-tieven op generaal, provinciaal en regionaal niveau zijn vereist.

MotiEs 8.1. Solidariteit tussen alle delen van de congregatie dienen voortdurend te worden gepromoot door de hogere oversten en de generale raad, en worden gehandhaafd en versterkt door alle leden. De hogere oversten zullen er daarom voor instaan dat participatiestructuren van kracht zijn om deze solidariteit te bevorderen voor de ontwikkeling en financiering van alle facetten van het leven en de missie van de congregatie.

8.2. Het generaal bestuur dient een permanente financiële commissie van experten en broeders op te richten. De broe-ders zullen de meerderheid vormen en de generale econoom zal een sleutelrol vervullen. Broeders uit alle provincies dienen te worden betrokken. De commissie zal advies geven aan de generale raad en dient een totaal overzicht te hebben van de fi-nanciële middelen van de congregatie: generaal bestuur, regio’s en provincies, internationale en nationale organisaties, ngo’s en de apostolaatswerken. De commissie zal concrete aanbevelin-

35 - Promulgatie

gen maken aan het generaal bestuur, die vastberaden actie zal ondernemen, met inachtneming van de specifieke taken uit-eengezet in de moties van het Generaal Kapittel 2006. De hui-dige financiële situatie moet dringend worden aangepakt en er dient een financieel hervormingsplan te komen. Er wordt een regelmatige evaluatie van de vooruitgang van deze inspannin-gen door zowel het generaal bestuur gehouden.

8.3. We vragen dat er voor iedere provincie en iedere regio een begroting wordt opgesteld en dat er stappen worden onderno-men om iedere regio en provincie zelfbedruipend te maken. Er worden initiatieven genomen op generaal, provinciaal en regionaal niveau.

8.4. Het Generaal Kapittel vraagt dat er informatie wordt uit-gewisseld wat betreft de mogelijkheden voor geldinzameling. De gegevens zouden moeten worden gecentraliseerd en be-schikbaar zijn voor de regio’s waar ze nodig zijn.

8.5. Het Kapittel vraagt dat er een nieuwe manier zou komen om de bijdrages van de broeders aan het generaal bestuur te berekenen. Indien er regio’s zijn die meer kunnen en willen bij-dragen dan dat zij nu doen, dan kunnen zij zich melden om dit te doen. Het is niet meer mogelijk om het bedrag te verhogen aangezien de regio’s het moeilijk hebben om bestaande beta-lingen te doen.

Generaal Kapittel 2012 - 36

37 - Promulgatie

9. Fracarita Internationalom nieuwe manieren van fondsenwerving te vinden en om de congregatie op het internationale niveau te vertegenwoordigen werd Fracarita international opgericht. Met deze nieuwe structuur wil de congre-gatie de betrokkenheid van de verschillende regio’s bij de ontwikkeling van apostolaatswerken verho-gen. Zelfvoorziening is een belangrijk doel in de ver-dere ontwikkeling van de congregatie wereldwijd. Het Generaal Kapittel bevestigt de activiteiten van Fracarita international en wenst de volgende moties toe te voegen.

MotiEs9.1. We vragen dat de congregatie Fracarita International blijft ontwikkelen in lijn met de congregationele structuur, indachtig de belangrijke structurele veranderingen die zijn doorgevoerd binnen de congregatie met de creatie van de nieuwe provincies en regio’s en de blijvende ontwikkeling van verbonden instan-ties zoals naamloze vennootschappen en ngo’s vanaf het begin van het nieuwe millennium. Er is nood aan verduidelijking wat betreft de taken van de uitvoerende comités, regionale coördi-natoren, etc.; het voorleggen van een compleet financieel rap-port vanaf het begin tot nu; de benoeming van medewerkers in overleg met de provinciale en regionale oversten; de op-richting van regionale managementteams voor het apostolaat; advies aan de regio’s in de ontwikkeling van fondsenwerving en inkomstengenererende activiteiten; de focus op kostenver-

Generaal Kapittel 2012 - 38

lagende projecten; en de verdere ontwikkeling van regionale en provinciale projectbureaus.

Er dient een structuurcommissie te worden opgericht die deze veranderingen bekijkt. In deze structuurbeoordelingscommis-sie dienen broeders te zetelen uit het noorden en het zuiden, alsook externe experten op dit gebied die hun werk zullen uit-voeren in overleg met de regionale, provinciale en generale be-sturen en aanbevelingen zullen maken voor de volgende jaar-lijkse vergadering van de Generale Raad met de provinciale en regionale oversten.

9.2. Het Generaal Kapittel bevestigt de verwezenlijkingen van Fracarita International inzake de opleiding van regionale coör-dinatoren en de steun voor het vinden van potentiële financiële bronnen. Het Generaal Kapittel vraagt dat het doel van Fraca-rita International op een duidelijke manier zou worden gede-finieerd en gericht op fondsenwerving als ondersteuning van de projecten in de diverse regio’s van de congregatie en de rol die ze vervult als pleitbezorger op het niveau van de Verenigde Naties in naam van de congregatie. Andere functies die buiten deze doelstellingen vallen of niet duidelijk in de lijn liggen van deze doelstellingen dienen te worden stopgezet. Bijgevolg zal een herstructurering van de organisatie noodzakelijk zijn en dit na wezenlijke gesprekken tussen de verschillende sectoren van de congregatie.

9.3. Ngo’s en andere gelijkaardige instanties die zijn bedoeld om over regio’s, provincies en de gehele congregatie heen te functioneren, zullen enkel worden opgericht na uitvoerig over-leg met vertegenwoordigers die tot de congregatie behoren en na professioneel advies van betrouwbare deskundigen. De re-

39 - Promulgatie

latie van dergelijke instanties met de verschillende niveaus van de congregatie worden duidelijk gedefinieerd en afgesproken voor de oprichting van deze instanties.

9.4. Er zullen geen commerciële initiatieven worden genomen in naam van de congregatie of haar aanverwante entiteiten zonder een nauwgezette studie en breed overleg van de inhe-rente risico’s.

Generaal Kapittel 2012 - 40

41 - Promulgatie

10. Misbruik

De Broeders van Liefde bevorderen de menselijke waardigheid in iedere situatie en willen iedere geval van misbruik voorkomen, in het bijzonder van kin-deren en kwetsbare volwassenen die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Het generaal bestuur van de con-gregatie heeft belangrijke stappen ondernomen om het probleem van misbruik waarmee we werden ge-confronteerd aan te pakken. Een uiterst belangrijk document werd opgemaakt met een structuur voor het garanderen van een rechtvaardig en barmhar-tig antwoord. Het Generaal Kapittel wenst het werk te bevestigen van zij die dit beleidsdocument heb-ben voorbereid en wil de opdracht om dit te imple-menteren op regionaal niveau in iedere regio van de congregatie sterk benadrukken. Het Generaal Kapittel onderstreept het belang van preventie in het gehele programma van iedere regio. Dit behelst uiteraard de gedragsnormen die worden vereist van broeders en medewerkers in onze apostolaatswer-ken en religieuze huizen.

Generaal Kapittel 2012 - 42

MotiEs10.1. Het Generaal Kapittel vraagt dat het document ‘De be-scherming van kinderen en kwetsbare volwassenen tegen mis-bruik’ het officiële document van de congregatie wordt voor wat betreft het probleem van misbruik en om die reden wordt geïm-plementeerd in de gehele congregatie.

10.2. We willen dat dit document wordt herzien en aangepast vanuit het standpunt van de slachtoffers van het misbruik.

10.3. Een gedelegeerde van de generale overste, meer bepaald een generale assistent, zal worden benoemd om het protocol in verband met gevallen van misbruik in de verschillende provin-cies en regio’s op te volgen.

10.4. Er dient een grotere aandacht te worden besteed aan de seksuele rijpheid, geaardheid en het evenwicht op dit vlak bij de selectie van kandidaten. Tijdens de vorming van postulan-ten, novicen en jonge broeders moet zowel de seksuele groei, het leren omgaan met de eigen seksualiteit en met de seksua-liteit van anderen een bijzondere aandacht krijgen, zodat men zich een duidelijke houding weet aan te nemen tegenover alle vormen van misbruik. Ook het thema ‘seksueel misbruik’ als dusdanig dient grondig onderwezen te worden.

10.5. De broeders moeten meer bewust worden van de grote en positieve waarde van hun leven in godgewijd celibaat en het beleven van de gelofte van zuiverheid. Ze moeten daarentegen ook inzien welke gevolgen een machtsverhouding naar onder-geschikten toe kan veroorzaken en welke blijvende kwetsuren een misbruik kan teweegbrengen

43 - Promulgatie

10.6. Er moeten duidelijke procedures worden uitgewerkt hoe men omgaat met broeders die van seksueel misbruik worden beschuldigd en wat de houding is van de congregatie wanneer dit misbruik bewezen is. Komt men tot wegzending of zal men hen in de gemeenschap behouden met de nodige beschermen-de maatregelen, begeleiding en restricties?

10.7. Een broeder die werd beschuldigd van seksueel misbruik maar niet vervolgd, dient te worden verwijderd uit het aposto-laat, onder supervisie te worden geplaatst en zijn bewegings-vrijheid dient te worden ingeperkt en gecontroleerd terwijl de zaak wordt onderzocht door de congregatie. Het al dan niet voortzetten van de sancties zal afhangen van het resultaat van het onderzoek.

10.8. Er dienen eveneens duidelijke procedures te worden uit-gewerkt, die in lijn zijn met het congregationele document ‘De bescherming van kinderen en kwetsbare volwassenen tegen misbruik’, voor medewerkers in het apostolaat die van seksueel misbruik worden beschuldigd, in lijn met de wettelijke bepa-lingen die in ieder land van kracht zijn.

Generaal Kapittel 2012 - 44

45 - Promulgatie

11. Constituties en DirectoriumHet Generaal Kapittel bevestigt dat de huidige Con-stituties zijn geschreven met een diep theologische en spirituele basis. De volledig nieuwe visie van Vati-canum ii op het godgewijde leven werd op een ge-heel aangepaste wijze vertaald voor onze congre-gatie. Na 50 jaar werden er enkele nieuwe ideeën ontwikkeld, vooral tijdens de synode over het God-gewijde Leven en in de exhortatie ‘Vita consecrata’. De context van de congregatie veranderde ook, voornamelijk op internationaal niveau, en er werd de voorbije jaren een dieper inzicht in het charisma ontwikkeld, voornamelijk dankzij de geschriften van de stichter en de spiritualiteit van Vincentius a Paulo. Het Generaal Kapittel vraagt dat deze nieuwe ele-menten als referentie worden genomen voor onze Constituties.

MotiE11.1. Er zal een commissie worden opgericht die zal nagaan of het inspirerende gedeelte van de Constituties dient te worden herschreven in lijn met de internationalisering van de congre-gatie, de Vincentiaanse spiritualiteit en de nieuwe nuances en inzichten in het charisma van onze Stichter. De commissie zal tijdens haar overleg rekening houden met zaken die worden aangekaart in het Compendium van de Sociale Leer van de

Generaal Kapittel 2012 - 46

Kerk en in andere relevante kerkelijke documenten zoals im-migratie, gendervraagstukken, rechtvaardigheid en vrede. In-dien de commissie het noodzakelijk acht om de Constituties te herwerken, zal het een concreet voorstel doen over hoe dit kan gebeuren, rekening houdend met het werk dat reeds is gedaan voor het signaleren van inconsistenties in inhoud en vertaling.

47 - Promulgatie

Generaal Kapittel 2012 - 48

Brothers of Charity • Broeders van LiefdeFrères de la Charité • Fratelli della Carità

Via Giambattista Pagano, 3500167 - Roma - Italy

www.brothersofcharity.org