Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse...

52
Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraad

Transcript of Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse...

Page 1: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Project jongerenambassadeursvan de Vlaamse Jeugdraad

Page 2: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

EINDREDACTIE:

KATRIEN CRISPEYN

VORMGEVING:

KENZO DE BRUYN

REDACTIE:

JO VAN DE WALLE

LIES ROELS

Page 3: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 4: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

VLAAMSE JEUGDRAADDe Vlaamse Jeugdraad is de officiële adviesraad voor de Vlaamse regering over alle domeinen die kinderen, jongeren en hun orga-nisaties in Vlaanderen aanbelangen. De Vlaamse Jeugdraad zorgt ervoor dat de stem van kinderen en jongeren tot bij beleids- makers reikt en verdedigt de belangen van jeugdwerkorganisaties in Vlaanderen en Europa.

De Vlaamse ministers moeten het advies van de Vlaamse Jeugdraad vragen telkens zij beslissingen willen nemen die invloed hebben op kinderen en jongeren. Maar de Vlaamse Jeugdraad brengt ook op eigen initiatief advies uit. In commissies, werkgroepen en op andere bijeenkomsten bereidt de Raad zijn standpunten en adviezen voor. Deze passeren dan op de maandelijkse vergadering, waarna de Vlaamse Jeugdraad het eindresultaat aan de Vlaamse regering bezorgt. Zo kan iedereen rekening houden met de wensen en noden van de Vlaamse jeugd en de belangen van het jeugdwerk. En dit met één specifiek doel: het beleid jeugdvriendelijker maken.

DE EXPERTS EN BELEIDSMAKERSJan De Duytsche (Uit de Marge), Dries Cardoen (Universiteit Gent), Tijani Bounaana (Minderhedenforum), Gaëlle Buysschaert (Unicef), Zakayo Wandoloh (Formaat), Carolien Patyn (Netwerk tegen armoede), Najib Chakouh (Spijbelambtenaar), Luc Claessens (Afdeling onderwijsbeleid Antwerpen), Ghislain Plunus (Université de Liège), Frederik Verhaeghe (Jobkot), Jean-Francois Guillaume (Université de Liège), Veerle Stroobants (Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting), Mieke Nolf (Uit de Marge), Maarten Levecque (JIM tv, Youthlabs), Hedwig Seutens (VDAB), Gunther Mattheussens (Kabinet Monica De Coninck), Bram Spruyt (VUB: Vrije Universiteit Brussel), Koenraad Vandenbussche (GO! gemeenschapsonderwijs), Elke Decruynaere (Schepen Jeugd stad Gent), Pascal Smet (Minister van Onderwijs, Gelijke kansen, Jeugd).

25 JONGEREN-AMBASSADEURSJongerenambassadeurs zijn een groep van ongeveer 25 jongeren die doen, durven en denken over maatschappelijke thema’s die jongeren aanbelangen. Zo kwa-men jongerenambassadeurs op geregelde tijdstippen samen om persoonlijke inzichten in groep te delen en de dialoog aan te gaan met experten en beleidsmakers. Ook nemen zij een ambassa-deursrol op voor jongeren in Vlaanderen en dragen zij de inzichten uit die voortkomen uit onze bevragingen en discussies.

Sara, Natalia, Stefanie, Julie, Nozizwe, Bram, Rocio, Marieke, Julie, Isaac, Lara, Elien, Lotte, Nore, Guillaume, Reinout, Janne, Lotta, Yannick, Marleen, Aida, Glenn, Saartje, Tim, Glenn.

Page 5: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

GESTRUCTUREERDE DIALOOGVanaf januari 2013 staat het triovoorzitterschap Ierland-Litouwen-Griekenland aan het roer van de EU. Tijdens de periode januari 2013 tot juni 2014 voeren jongeren en beleidsmakers een dialoog over sociale inclusie.

Daarnaast legt elk voorzitterschap ook een eigen inhoudelijke focus. Voor Ierland is dit ‘Quality youth work;’ onder Litouws voor-zitterschap ligt de focus op NEET’s (young people not in education, employment or training) en het Grieks voorzitterschap schuift ‘the role of youth entrepreneurship in promoting social inclusion’ naar voor. Onder elk voorzitterschap kwamen jongerenvertegen- woordigers en vertegenwoordigers van de overheden van de 27 lidstaten bijeen op een Europese Jeugdconferentie om te werken aan gezamenlijke aanbevelingen. Dit werk mondde uit in een reso-lutie van de Raad van Ministers voor jeugd. Onder Grieks voorzitter-schap komt er ook een gezamenlijke resolutie over sociale inclusie.

ONLINE BEVRAGING BIJ 500 JONGERENOp basis van de inzichten die verzameld werden tijdens de focus-gesprekken werden 5 belangrijke thema’s naar voor geschoven:

Waardering van studierichtingen

Rol van de leerkracht en begeleiding op school

Overgang onderwijs – arbeidsmarkt

Discriminatie op de arbeidsmarkt

Jongeren in de publieke ruimte

Over deze vijf thema’s bevroegen we nog 500 jongeren via een online enquête.

FOCUSGESPREKKENMET 251 JONGERENConcreet werd er nagedacht over:

Wat is onderwijs? Wat is werk? Wat is vrije tijd?

Waarom zijn onderwijs, werk en vrije tijd belangrijk voor mij?

Welke drempels zijn er om ten volle te kunnen genieten van de voordelen van onder-wijs, werk en vrije tijd?

Welke oplossingen zien we voor deze moeilijkheden?

Page 6: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

De jongerenambassadeurs deden een kwalitatieve bevra-ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid over heel Vlaanderen. Jongeren deelden hun mening, hun verhaal en hun ideeën rond sociale inclusie. Binnen deze focusgesprekken werd ruimte gemaakt om te polsen naar de moeilijkheden die jongeren ondervinden binnen de belangrijke levensdo-meinen werk, onderwijs en vrije tijd. Het benoemen van concrete barrières en het delen van ervaringen vormden het uit-gangspunt om samen na te denken over constructieve oplossingen.

Aan de hand van de inzichten uit de focusgesprekken bevroegen we nog 500 jongeren via een online enquête. Het grootste deel van de jongeren is tussen de 17 en 21 jaar oud, zit in het laatste jaar secundair onder-wijs (ASO en TSO) of maakte net de stap naar het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt. Ondervertegenwoordigd in deze bevraging zijn jongeren met een etnisch diverse achtergrond, jongens (60% van de respon-denten zijn meisjes) en jonge-ren die beroeps georiënteerde (deeltijdse) studies of buiten- gewoon secundair onderwijs volgen. Deze tekorten wer-den echter goed opgevangen door de diverse groep be-vraagde jongeren tijdens de focusgesprekken.

Op basis van de focusgesprek-ken, de enquête en de gesprek-ken die jongerenambassadeurs deden met experten en beleids- makers formuleerden de jongerenambassadeurs aanbe-velingen over sociale inclusie van jongeren binnen de levens-domeinen onderwijs, werk en vrije tijd. Deze aanbevelingen vind je achteraan in dit rapport.

Page 7: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Bij aanvang van de focus- gesprekken vroegen we de deelnemers om zichzelf en hun groep te benoemen in enkelekernwoorden.

Deze kernwoorden gaven ons een idee van de identiteit van de bevraagde groep alsook van ie van de jongere zelf.

Ook doet het jongeren naden-ken over de gemeenschap-pelijkheden en de verschillen binnen hun groep.

We hebben de belangrijkste kernwoorden samengevat en geheel willekeurig geordend.

Page 8: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 9: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 10: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“ONDERWIJS? DA’S BOUWEN AAN JEZELF”

Wanneer jongeren over onderwijs spreken, associëren zij dit met allerlei aspecten: een diploma, lessen, leerkrachten, examens, studeren, presteren, ervaring, vakantie… Jongeren staan doorgaans vrij positief tegenover school, maar sommigen hebben er eerder nega-tieve ervaringen mee: ‘te saai’, ‘vroeg opstaan’, ‘slecht systeem’, ‘tijd verdoen’, ‘niet leuk’, ‘stress’, ‘school is een gevangenis’, ‘we moeten naar school’…

Toch blijft school voor bijna alle jongeren belang-rijk. Het is dé plaats om kennis op te doen en competenties te ontwikkelen. Jongeren leren er discipline, kunnen over allerlei dingen iets op- steken en ontwikkelen er hun talenten… Voor veel jongeren is onderwijs ook belangrijk voor hun toekomst, om een zelfstandig leven uit te bouwen en om een plaats in deze samenleving te vinden.

Bijleren over zichzelf en verder bouwen aan een eigen identiteit zijn nog dingen die jongeren asso-ciëren met school: ‘jezelf zijn’, ‘ontdekken wat je goed kan en wat je graag doet’.

Tot slot vinden zij het sociale aspect een belangrijk onderdeel van onderwijs. Jongeren gaan graag naar school dankzij het sociaal con-tact met anderen. De school is een plaats om vrienden te zien en nieuwe vrienden te maken. Ook is het een goede leerschool om de nodige sociale vaardigheden te kweken: ‘omgaan met conflict’, ‘samenwerken’, ‘assertiviteit’, ‘durven spreken voor een groep’...

Page 11: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“Stap voor stap bijleren over de wereld rondom ons. School is belangrijk omdat

we zonder opvoeding en educatie niets betekenen in deze moderne maatschappij.”(VDAB Jongerenpanel)

Page 12: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

In bijna alle gesprekken gaven jongeren aan dat de druk die ze voelen en de verwachtings- patronen waarmee ze geconfronteerd worden zowat de belangrijkste drempels zijn binnen het onderwijs. Deze druk komt uit verschillende hoeken:

School en leerkrachten

Ouders

De maatschappij

Jongeren delen verschillende verhalen waar-bij ze botsen op bepaalde verwachtingen die leerkrachten en/of scholen van hen hebben. Bij sommigen liggen de verwachtingen te hoog. Vooral ASO-leerlingen geven aan dat de focus sterk ligt op presteren en dat je als ASO’er al vroeg moet weten wat je na het secundair onderwijs gaat doen.

Toch zijn de meeste verhalen over negatieve sturing en lage verwachtingen van leerkrachten of scholen ten opzichte van jongeren. Zij worden vaak afgerekend op de zaken die ze niet goed kunnen en vragen om meer aandacht voor hun talenten. Slecht presterende studenten missen de nodige begeleiding om boven water te blijven. De stap naar doorverwijzing of veranderen van studie-richting wordt sneller gezet bij sommige jongeren.

Opvallend is dat vooral jongeren uit het BUSO en jongeren met een andere etnisch-culturele achtergrond geconfronteerd worden met lagere

verwachtingspatronen en negatieve sturing, terwijl studenten uit het ASO spreken over teveel druk en te hoge prestatiedrang.

Een te hoge werklast en volle lessenroosters geeft voor sommige jongeren – vooral in het ASO – extra druk. Vakken zijn vaak niet op elkaar afgestemd en jongeren krijgen regelmatig toetsen of taken op hetzelfde moment.

Druk en sturing komen verder ook uit de hoek van de ouders. Voor sommige jongeren is de school- of studiekeuze volledig bepaald door de ouders. Die willen dikwijls dat hun kinderen zo goed mogelijk presteren en in hun studiekeuze zo hoog mogelijk mikken. Daarbij worden Latijn als de hoogste en een BUSO-studierichting als de laagste richting gezien. Het omgekeerde gebeurt ook: jongeren geven aan dat ze leiden onder een gebrek aan steun van hun ouders. Jongeren snakken naar positieve sturing, onder-steuning en stimulans van hun ouders, maar krijgen deze door uiteenlopende redenen niet altijd.

Een derde vorm van druk komt vanuit de maat-schappij. Jongeren geven aan wakker te liggen van de dingen die vandaag de dag rondom hen gebeuren. Ze voelen een sterke maatschappelijke druk op hun schouders, waarbij ze als jongeren constant worden gewezen op de uitdagingen op korte en lange termijn. Dit bezorgt hen veel onzekerheid en stress. Opvallende thema’s zijn werkloosheid, een job vinden, prestatiegericht-heid, van alle markten thuis zijn, een huis kopen, een lening aangaan en pensioensparen.

“SCHOOL IS EEN LAST OP MIJN SCHOUDERS”

Page 13: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“DAT HATELIJK ZINNEKE: WAT GA JE VERDER STUDEREN? JE MOET WEL VERDER STUDEREN, JE KAN TOCH NIETS ANDERS DOEN.” (Katholieke Hogeschool Leuven)

“ALS EEN KINDJE NAAR SCHOOL KOMT EN FRANS EN NEDERLANDS SPREEKT, KIJKEN LEERKRACHTEN ER NAAR OP. IK BEN IN HET NEDERLANDS, FRANS EN MAROKKAANS OPGEVOED THUIS. BIJ MIJ SPREKEN ZE PLOTS VAN TAALACHTERSTAND.”(Youth@Change, Gent)

“MIJN OUDERS BESLISTEN WAT IK MOEST DOEN. MIJN BROER DEED LATIJN EN IK MOEST MAAR VOLGEN. IK DEED DIT NIET GRAAG, DUS HEB MIJ LATEN BUIZEN.”(Leonardo Lyceum, Antwerpen)

“ALS IK ZIE HOEVEEL EEN EIGEN HUIS ALLEMAAL KOST, DAN KAN IK BETER IN EEN CARAVAN WONEN IN DE TUIN VAN ONS MA.”(VTST, Beerse)

Page 14: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

De inhoud van het onderwijs ligt onder vuur en veel jongeren geven aan ze er niet uit halen wat ze nodig hebben. Onderwijs is voor veel jongeren niet concreet genoeg en veel vakken zijn te algemeen of te theoretisch. Vooral de roep naar meer prak-tijk en stages is groot bij alle bevraagde groepen. Jongeren geven aan dingen beter te leren wanneer ze toegepast worden in de praktijk. De sterke focus op studeren en examens geeft voor sommigen extra druk.

In sommige groepen kwam aan bod dat het onderwijs verzaakt aan zijn kerntaak tot het voorbereiden van jongeren tot zelfstandig leven en tot de arbeidsmarkt. Er is geen ruimte voor zaken zoals solliciteren, belastingbrief invullen, basiselektriciteit, actualiteit, enz.

Vakken als Esthetica, Geschiedenis, Aardrijkskunde & PAV vinden jongeren niet altijd even zinvol. Ze zien liever keuzevakken of algemeen praktische kennis (dagdagelijkse dingen) in de plaats komen. Anderzijds geven enkele studenten uit het BSO aan dat zij door hun opleiding echt te weinig basiskennis bezitten, hetgeen een hypotheek legt op hun toekomstig werkleven. Zij roepen op tot een goede basis Wiskunde, Nederlands, talen en Economie.

Daarnaast geven jongeren aan dat er soms te weinig aandacht gaat naar het ontwikkelen van een goede studiemethode. Er is te weinig voor-bereiding op het studeren aan een universiteit of

hogeschool: hoe examens maken, de juisteblokmethode, studieplanning…

Ook een gebrek aan variatie in de manier van lesgeven zien jongeren als een gemiste kans. Meer inzetten op lessen in spelvorm, werk- of discussiegroepen en multimedia zijn een must. Nieuwe manieren van leren buiten de school dringen zich op en zijn voor sommige jongeren een betere/noodzakelijke aanvulling op het bestaande aanbod van de school. Voor sommige jongeren sluit avondschool meer aan op hun manier van leren. Het is meer individueel en op maat, waardoor je je eigen tempo volgt en niet dat van de sterkste leerling van de klas. Sommige jongeren vinden de weg naar online leerplatformen.

“DE SCHOOL GEEFT MIJ NIET WAT IK NODIG HEB”

Page 15: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“GRADEN OF PUNTEN ZOUDEN ZOGEZEGD MOETEN BEPALEN WELKE COMPETENTIES JE HEBT BEHAALD, MAAR IN REALI-TEIT IS DAT NIET WAAR. HET TOONT GEWOON DAT JE GOED KAN BLOKKEN.” (Katholieke Hogeschool Leuven)

“WE MOETEN DINGEN LEREN ZOALS EEN CV OPSTELLEN OF EEN MOTIVATIEBRIEF SCHRIJVEN EN HEBBEN OOK NOOD AAN MEER INFORMATIE OVER VERDERE STUDIES. HET IS TYPISCH ASO DAT JE GEEN VOORBEREIDING EN INFO KRIJGT.”(SASK, Brugge)

“VEEL BELANGRIJKE VAKKEN KRIJGEN WE NIET MEER, BEDRIJFSBEHEER BIJVOORBEELD, VOOR ALS WE ZELFSTANDIGE WILLEN WORDEN. ZE ZOUDEN DIT MOETEN AANBIEDEN ALS KEUZEVAK.”(Don Bosco Sint-Pieters-Woluwe)

Page 16: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Veel van de bevraagde jongeren stellen zich vragen bij het huidige onderwijssysteem en hebben het moeilijk met de opsplitsing ASO-TSO-BSO of het zogenoemde watervalsysteem. Vooral het waarde- oordeel dat gekoppeld is aan deze opsplitsing maakt het voor jongeren moeilijk. Dit waarde- oordeel leeft vooral nog bij ouders en in het maat-schappijbeeld en in mindere mate bij de jongeren zelf. Enkelen onder hen ondervonden dit aan den lijve en ervaren de overstap naar TSO of BSO niet per sé als een negatieve keuze.

Jongeren spreken over het grote verschil in lesinhoud tussen ASO en BSO. Het zou geen kwestie mogen zijn van minder leerstof in BSO, maar eerder van dezelfde basisleerstof, maar dan toegankelijker en met meer begeleiding. Jongeren worden te weinig gestimuleerd en de verwachtingen liggen te laag in BSO en BUSO.Sommige jongeren weten al op jonge leeftijd welk beroep ze willen uitoefenen en vinden het jammer dat dit hun studieniveau bepaalt.

Andere jongeren geven dan weer aan dat ze tijdens hun opleiding de kans willen krijgen om van verschillende beroepen te proeven, alvorens ze definitief moeten beslissen.

Het diploma van jongeren mag geen weer- spiegeling zijn van de reputatie van scholen. Jongeren brachten dit onderwerp aan naar aan-leiding van een school met een ‘slechte naam’. Zij ondervonden meer moeilijkheden bij het vinden van een stageplek omdat werkgevers of stage- plaatsen bepaalde vooroordelen hadden tegenover de school en dus moeilijker leerlingen aanvaardden.

“ASO IS BETER DAN BSO”

Page 17: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“HET IS EEN PROBLEEM VAN ONZE MAATSCHAPPIJ DAT IEMAND DIE GOED KAN REKENEN GEZIEN WORDT ALS SLIM-MER DAN IEMAND DIE HUIZEN KAN BOUWEN.” (Youth@Change, Gent)

“BSO EN TSO WORDEN VOORAL DOOR OUDERS NOG ALTIJD GEZIEN ALS MINDERWAARDIG DAN ASO” (Leonardo Lyceum, Antwerpen)

“BSO HEEFT EEN SLECHTE REPUTATIE. HET IS VOOR ONS MOEILIJKER OM WERK TE VINDEN DAN VOOR STUDENTEN MET EEN HOGER DIPLOMA” (LEJO, Gent)

“JONGEREN HEBBEN BEPAALDE VERWACHTINGEN VAN DE ARBEIDSMARKT. HET PROBLEEM IS DAT JE PAS LAAT MOET KIEZEN EN DAT JE DAN NIETS ANDERS KAN PROBEREN.” (De Varens, Brugge)

Page 18: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Voor jongeren is naar school gaan een sociaal gegeven. Een plaats waar je met vrienden samen kan zijn, waar je nieuwe mensen leert kennen en waar je sociale contacten kunt onderhouden. Toch merken we dat jongeren geregeld gecon-fronteerd worden met bepaalde verwachtingen van leerkrachten en werkgevers die gebaseerd zijn op hun achtergrond, in plaats van op hun competenties.

De jongeren vinden het niet correct dat de lat voor sommige leerlingen lager wordt gelegd. Wie extra begeleiding nodig heeft, moet die krijgen.

Ook pesten blijft een belangrijk probleem dat jongeren ervaren op school. Pesten tast volgens jongeren het zelfvertrouwen aan en heeft effect op de studieresultaten.

Dat school meer is dan een plaats om kennis op te doen en te leren is voor vele jongeren een evidentie. Het is ook een taak van de school om jongeren zo goed mogelijk te ondersteunen, te begeleiden en op te voeden tot volwaardige burgers in de samenleving. Toch zien we dat de school zijn pedagogische taak soms uit het oog verliest of dat deze niet aansluit bij de noden van de leerlingen. Jongeren zijn over het algemeen weinig positief over de begeleiding die ze krijgen en nodig hebben van een school.

De pedagogische functie van scholen kan volgens jongeren beter. In het gesprek met de studenten Maatschappelijke Advisering van de Katholieke Hogeschool Leuven werd ver- wezen naar het concept van ‘brede scholen’ in

Nederland. In deze scholen zijn taken niet alleen gericht op het overbrengen van kennis maar wordt er veel meer aandacht besteed aan alle levensdomeinen. Begeleiding en aandacht voor verschillende domeinen zijn volgens sommige jongeren beter in het buitengewoon onderwijs. Het gewoon onderwijs kan volgens hen nog veel leren van het buitengewoon onderwijs.

Elke school zou moeten streven naar een veilige sfeer waarin jongeren zich op hun gemak voelen en steun kunnen vinden bij elkaar. Leuke groeps-activiteiten en teambuilding kunnen hiertoe bijdragen.

Jongeren vragen ook om meer vertrouwen te krijgen van leerkrachten. Wie aangeeft dat het thuis moeilijk gaat, zal dit niet verzinnen. Ze vragen ook om bij testen rekening te houden met moeilijke thuissituaties. Een herkansingstoets op een ander moment zien ze als een goede oplos-sing. Sommige leerlingen hebben nood aan meer beschikbare leerkrachten die ze in vertrouwen kunnen nemen.

DISCRIMINATIE EN VOOROORDELEN OP SCHOOL

Page 19: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“IK MOCHT NIET BEGINNEN OP MIJN STAGE OMDAT IK MAROKKAAN BEN. WE ZATEN IN DE WACHTZAAL EN TOEN KWAM ER IEMAND BINNEN DIE ONS VAN KOP TOT TEEN BEKEEK, MET NADIEN DE BOODSCHAP: SORRY, WE HEBBEN GEEN STAGEPLAATS VOOR JULLIE.” (Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe)

“ALS EEN LEERLING THUIS PROBLEMEN HEEFT IS HET NIET ALTIJD EENVOUDIG OM EROVER TE SPREKEN. SOMS LIGT HET PROBLEEM GEVOELIG OF VRAAGT HET NIET OM BESPREKING. HET MAG DAN OOK NIET VANZELFSPREKEND ZIJN DAT MENSEN HUN GEVOELENS ZOMAAR BLOOTGEVEN”(Sint-Pieters Instituut, Turnhout)

“ER IS EEN GEBREK AAN LEERLINGENBEGELEIDING. ER IS WEL IEMAND BIJ WIE JE TERECHT KAN, MAAR DIT IS GEEN VERTROUWENSPERSOON. BETER IEMAND DIE NIET MET DE SCHOOL VERBONDEN IS, IN DE VRIJE TIJDSFEER.” (Sint-Lievens College, Gent)

Page 20: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

In de eerste plaats werken jongeren om geld te verdienen. Geld dat ze niet alleen nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien of om zelfstandig te wonen, maar ook geld om dingen te kopen of om zaken te doen die ze leuk vinden in hun vrije tijd. Verder in dit rapport zal blijken dat aan deze vrije tijd een stevig kostenplaatje hangt, waardoor voor sommige jongeren bij- klussen of werken een noodzaak is.

Toch werken jongeren niet uitsluitend voor het geld. Voldoening halen uit je job, vaardigheden opdoen en plezier beleven zijn ook belangrijke facetten. De uitdaging en het sociale aspect van werk spelen hier een belangrijke rol. Dagelijks contact met collega’s en vrienden motiveert jongeren om te werken. Zij zien werk als een kans om ervaring op te doen en van het echte leven te proeven. Werk zorgt voor meer persoonlijke ontplooiing.

Werk zorgt ook voor stabiliteit en heeft een maatschappelijk nut. Jongeren zien werk als een bijdrage aan de samenleving en een manier om geaccepteerd te worden in deze maatschappij. Werk is voor hen een verplichting, iets wat je moet doen, maar ook iets waar je recht op hebt. Jongeren zien werken als bouwen aan hun eigen toekomst en streven dan ook naar een zo goed mogelijk leven. Een goede job is voor veel jongeren de eerste stap naar meer vrijheid en voldoende levenskwaliteit.

“WERK IS DE EERSTE STAP NAAR VRIJHEID”

Page 21: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“Goed werk is een levenskwaliteit en een belangrijk deel van je tijd.

Je spendeert meer tijd met je collega’s dan met je eigen vrienden of partner.”(VDAB Jongerenpanel)

Page 22: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Net zoals bij onderwijs liggen jongeren sterk onder druk van ouders, school of de maatschap-pij als het op werken aankomt. De economische crisis biedt weinig perspectieven aan jonge mensen om gemakkelijk een job te vinden en zowel op school als thuis worden jongeren geconfronteerd met sombere vooruitzichten: hoge jeugdwerkloosheid, veel ontslagen, con-stante besparingen, zelfstandig leven kost veel geld, de woonprijzen vliegen de pan uit… Jongeren ervaren dit als een last op hun schouders en het brengt de nodige stress met zich mee.

Een deel van de druk die jongeren ervaren komt voort uit de verschillende verwachtingen van zowel de werknemers als de werkgevers. De eisen liggen hoog bij werkgevers en zij vragen steeds meer ervaring, diploma’s en competen-ties in hun vacatures. Jongeren moeten van alle markten thuis zijn en werkgevers willen zo weinig mogelijk investeren in het opleiden van jongeren op de werkvloer.

Jongeren roepen op voor meer begrip van werk-gevers en meer tijd en mogelijkheden om zich te bewijzen. Onrealistische verwachtingen van jonge starters en onmenselijke deadlines vormen een belemmering en zetten jongeren steeds meer onder druk.

De zoektocht naar werk loopt voor veel jongeren niet al te vlot en brengt veel onzekerheden en frustraties met zich mee.

Zoals eerder aan bod kwam is voor veel jonge-ren een diploma ontzettend belangrijk. Het zorgt voor zekerheid en is een toegangsticket tot een leuke job. Toch hebben jongeren enkele beden-kingen of vaststellingen als het over diploma’s gaat.

HOGE VERWACHTINGEN OP DE WERKVLOER

Page 23: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“FULLTIME WERKEN IS DE ENIGE SUCCESVOLLE WEG EN ALS JE GEEN WERK HEBT, DAN VOEL JE JE NIET GOED WANT DAN VAL JE BUITEN DAT MAATSCHAPPIJBEELD!” (VDAB Jongerenpanel)

“WERKGEVERS ZIJN OP ZOEK NAAR DE PERFECTE SOLLICI-TANT MET EEN ONREALISTISCH PROFIEL. VAAK GEVEN ZE DE VOORKEUR AAN IEMAND MET MEER ERVARING, DIE BOVENDIEN ONMIDDELLIJK BESCHIKBAAR IS.”(VDAB Jongerenpanel)

“ERVARING KAN JE NIET ECHT BEWIJZEN, EEN DIPLOMA IS WEL EEN BEWIJS!” (De Varens, Brugge)

“VOOR DE MEESTE JOBS HEB JE EEN DIPLOMA NODIG, MAAR IN BUSO KRIJG JE GEEN DIPLOMA. EEN EXTRA PAPIERKE IS NODIG (ABO JAAR) VOOR EEN GELIJKSTELLING MET HET GEWOON ONDERWIJS.” (De Varens, Brugge)

Page 24: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Ook het gebrek aan de nodige ervaring speelt jongeren parten. De verwachtingen van werkgevers liggen hoog en ervaring wordt meer en meer een vereiste als starter op de arbeidsmarkt.

In hun zoektocht naar werk botsen jongeren dus op een gebrek aan ervaring en de beperkingen van een specifiek diploma. Ze vragen om meer kansen te krijgen van werkgevers. Volgens sommigen moet de overheid de werkgevers zelfs verplichten om school-verlaters aan te nemen.

Naast moeilijkheden met diploma en ervaring zijn helaas discriminatie en vooroordelen ook nog belang-rijke pijnpunten die jongeren ervaren in hun zoektocht naar werk. Verschillende jongeren uit de bevraging deelden verhalen over een directe en persoonlijke confrontatie met discriminatie en vooroordelen van o.a. leerkrachten en werkgevers.

Het afrekenen van jongeren op basis van uiterlijk, afkomst, beperking of diploma komt opvallend veel voor bij jongeren met een diploma BSO of BUSO en bij jongeren met een etnisch-culturele achtergrond. Jongeren zelf geven dit aan als strijdpunt, gezien dis-criminatie de motivatie om werk te vinden sterk doet afnemen en het zelfvertrouwen schaadt.

De optie van anoniem solliciteren werd besproken. De meningen hierover waren verdeeld. Sommige jongeren zien anoniem solliciteren als een oplossing, terwijl anderen minder positief staan tegenover de maatregel. Discriminatie gaat volgens hen verder dan alleen een sollicitatie.

DISCRIMINATIE DOOR DE WERKGEVER

Page 25: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“ALS JE TIJDENS HET SOLLICITEREN ERVARING IN JE VRIJE TIJD BEGINT OP TE BOUWEN, BEN JE AL VEEL TE LAAT!” (Katholieke Hogeschool Leuven)

“ER ZOU EEN REGEL MOETEN ZIJN WAARBIJ DE WERKGEVER VERPLICHT IS JONGE SCHOOLVERLATERS EEN JAAR TE LATEN WERKEN ZONDER DAT HIJ ZE ZOMAAR KAN BUITENGOOIEN.”(VTST, Beerse)

“IK HEB IN EEN CALL CENTER GEWERKT. WANNEER IK NAAR BEDRIJVEN BELDE, MOEST IK EEN BELGISCHE NAAM GEBRUIKEN EN NIET MIJN ECHTE NAAM.” (Youth@Change, Gent)

“IK BEN NIET GEKOZEN OMDAT IK ZWART BEN, MAAR IK HEB ALLES WAT DIE WERKGEVER WIL: HET JUISTE DIPLOMA, VOLDOENDE VAKKENNIS EN VEEL MOTIVATIE.”(VDAB Jongerenpanel)

“DISCRIMINATIE, DAAR KAN JE NIETS TEGEN BEGINNEN. GEWOON SLIKKEN EN VERDER GAAN. VERLIES ZO WEINIG MOGELIJK TIJD.” (VDAB Jongerenpanel)

Page 26: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Een veelvuldig besproken thema in het verhaal van jongeren over werk is het solliciteren en de moeilijkheden die jongeren hiermee ervaren. Velen missen een degelijke voorbereiding in hoe ze kunnen solliciteren en krijgen niet de juiste tools aangereikt om dit op een goede manier aan te pakken. Zij benoemen werk zoeken als een business, waarbij de persoon die zich het beste kan verkopen de job krijgt, ongeacht of deze de meest geschikte kandidaat zou zijn. Enerzijds geven jongeren aan dat ze onvoldoende wor-den voorbereid op dit proces en vragen ze meer ondersteuning vanuit school of organisaties zoals VDAB, anderzijds spreken jongeren ook over vooroordelen en vormen van discriminatie van werkgevers.

Als jongeren dan een job vinden gaat het vaak om tijdelijke contracten of interim contracten. Er is weinig houvast en jongeren kunnen niet rekenen op de nodige werkzekerheid. De constante dreiging van het verliezen van je job maakt het voor jongeren extra moeilijk.

Jongeren hebben ook weinig vertrouwen in inte-rimkantoren. Ze bieden te weinig ondersteuning bij het vinden van een gepaste job of een leuke studentenjob.

Ook voelen jongeren sterk de druk om vakantie- werk of studentenjobs al in functie van hun toe-komstig werkleven te kiezen. Vaak gaat dit om onbetaalde stages of vrijwilligerswerk. Dit vraagt een grote investering van jonge mensen, wat zich

niet altijd vertaalt in meer jobzekerheid.Toch blijft de mening onder jongeren verdeeld over het nut van tijdelijke contracten. Wat voor de één onzekerheid betekent, is voor de ander meer flexibiliteit en vrijheid.

SOLLICITEREN IS BUSINESS

Page 27: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“HET IS TEGENWOORDIG ECHT EEN BUSINESS GEWORDEN. JE WORDT ALLEEN MAAR GEKOZEN OM WIE JE BENT EN NIET OM WAT JE KAN OF WAT JE GAAT DOEN.” (VDAB Jongerenpanel)

“INTERIMKANTOREN ZORGEN NIET VOOR JOBS, ENKEL VOOR DAGCONTRACTEN EN KORTE OPDRACHTEN.”(Leonardo Lyceum, Antwerpen)

“ALS JOBSTUDENT ZIT JE IN EEN KWETSBARE POSITIE: JE BENT NIET VOLDOENDE OP DE HOOGTE VAN DE WETGEVING MAAR MOET WEL ALLES HANDTEKENEN ZONDER DAT JE TIJD HEBT OM HET NA TE LEZEN.”(SASK, Brugge)

“JOBS DIE VROEGER VOORBESTEMD WAREN VOOR STARTERS, WORDEN NU MEER EN MEER INGEVULD DOOR STAGIAIRS. OP DE WEBSITE VAN CULTUURNET EN 11.BE ZIJN DE HELFT VAN DE VACATURES VOOR VRIJWILLIGERS OF STAGIAIRS.”(VDAB Jongerenpanel)

Page 28: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Een belangrijk onderdeel van de problemen bij jongeren zit in een slechte afstemming tussen onderwijs en werk. Jongeren erkennen dat school te weinig georiënteerd is naar de arbeidsmarkt en zijn met andere woorden niet voldoende voorbereid op de realiteit van het werkleven. Een eerste punt is een duidelijke oproep naar meer informatie.

Wat uitgebreid aan bod kwam binnen het thema onderwijs was dat stages voor veel jongeren essentieel zijn om voeling te krijgen met het werkveld en om vaardigheden aan te leren die ze niet van op de schoolbanken kunnen oppikken. Het implementeren van voldoende stage-uren in het lessenpakket geeft jongeren een goede voor-bereiding, informatie en zelfvertrouwen om de overstap van onderwijs naar werk vlot te maken.

De lat ligt hoog voor jongeren, ze moeten van alle markten thuis zijn en moeten zich constant bijscholen. In de gesprekken werd dan ook regelmatig verwezen naar bijscholing. Opvallend is dat jongeren de ambitie hebben om zich zo goed mogelijk te vormen en dat zij op zoek gaan naar mogelijkheden om dat te doen. Voorbeeld hiervan zijn de Franstalige leerlingen uit Don Bosco Sint-Pieters-Woluwe in Brussel, die hun keuze voor een Nederlandstalige school zien als een pluspunt op de arbeidsmarkt. Toch merken we enkele moeilijkheden. Enerzijds geven jonge-ren aan dat werkgevers vaak de tijd en energie niet hebben om jongeren op te leiden. Zeker in de technische beroepen is de druk van de economische crisis voelbaar en moet alles zo efficiënt mogelijk gebeuren. Vaak blijft er dan nog

weinig tijd over om jongeren van een goede ‘on the job’ training te voorzien.

Anderzijds zien we dat bijkomende opleiding bij jongeren niet altijd resulteert in meer mogelijk-heden op de arbeidsmarkt. Het tegendeel blijkt soms waar te zijn, want overkwalificering blijkt steeds meer een minpunt op de arbeidsmarkt te worden.

VAN DE SCHOOLBANKEN NAAR DE ARBEIDSMARKT

Page 29: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“JONGEREN MOETEN OP JONGE LEEFTIJD AL KIEZEN VOOR EEN BEPAALDE RICHTING BINNEN HET ONDERWIJS. ZE HEBBEN IEMAND NODIG DIE HEN HELPT DE JUISTE KEUZES TE MAKEN.” (VDAB Jongerenpanel)

“WERKGEVERS NEMEN NIET MEER DE TIJD OF WILLEN NIET MEER INVESTEREN IN HET OPLEIDEN VAN JONGEREN IN HUN BEDRIJF.”(VDAB Jongerenpanel)

“DEELTIJDS ONDERWIJS IS EEN GOEDE MANIER OM DE JUISTE ERVARING AAN TE LEREN. MET WAT IK HIER OP SCHOOL LEER, BEN JE NIETS OP DE WERKVLOER.”(VTST, Beerse)

“IK BEZIT TWEE MASTER DIPLOMA’S EN HEB LANG GELEEFD MET HET IDEE DAT IK OP DIE MANIER ECHT WEL SNEL WERK ZOU VINDEN, MAAR BLIJKBAAR IS DAT OP DE ARBEIDS-MARKT EEN MINPUNT. DAAR BEREIDEN ZE JE NIET OP VOOR TIJDENS JE OPLEIDING!”(VDAB Jongerenpanel)

Page 30: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

De invulling van de vrije tijd is voor iedere jongere persoonlijk. En toch is vrije tijd voor iedereen een moment waarin je kan ontspannen, relaxen, stoom afblazen. Jongeren doen dingen die ze leuk vinden en waar ze anders weinig tijd voor hebben tijdens de week. Het moet gaan om een vrije keuze en is dus niet verplicht. Vaak is vrije tijd ook goed om met vrienden af te spreken en sociaal contact te onderhouden. Andere jongeren hebben dan weer nood aan stilte en rust en gebruiken hun vrije tijd om goed uit te rusten en even alleen te zijn. Opvallend is dat jongeren uit de bevraging een heel duidelijke lijn trekken tussen werktijd, schooltijd en vrije tijd. Voor enkelen betekenen weekendwerk of vrijwilli-gerswerk ook vrije tijd. Meestal beargumenteren zij dit door aan te geven dat zij hier bewust voor kiezen en dat dit voor hen een ontspannende activiteit is, waar ze weinig verplichtingen in ervaren.

Op basis van de bevragingen kunnen we een onderscheid maken tussen twee soorten vrije tijd: de georganiseerde en de niet-georganiseerde vrije tijd. De georganiseerde vrije tijd staat voor het verenigingsleven, vrijwilligerswerk, jeugdbe-weging, sportclubs,… kortom het deelnemen, begeleiden of ondersteunen van organisaties waar jongeren lid van zijn.

De niet-georganiseerde vrije tijd gaat veelal over activiteiten als naar de cinema gaan, winkelen, op café, gamen, uitgaan, rondhangen in het park, skaten… Activiteiten die oa. geen lidmaat-schap vereisen of die niet in clubverband worden uitgeoefend.

STOOM AFBLAZEN IN DE VRIJE TIJD

Page 31: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

een moment waarin je kan ontspannen, relaxen, stoom afblazen.

Jongeren doen dingen waar ze weinig tijd voor hebben tijdens de week.

(focusgesprekken)

Page 32: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Een eerste, vrij fundamenteel probleem is dat jongeren aangeven dat zij niet voldoende vrije tijd hebben. Jongeren spenderen veel van hun tijd op school of op het werk, waardoor er soms weinig tijd overblijft om hun vrije tijd goed in te vullen. De druk vanuit onderwijs en werk is hoog en vraagt een grote investering van jongeren. Naast het tijdrovende pendelen met het openbaar vervoer binnen de schooltijd of werktijd, wordt ook ingebroken op de vrije tijd door extra huis-werk, ex mens, stages, weekendwerk, opleidin-gen, solliciteren, studiebegeleiding, strafwerk…

Ook de draaglast van het gezinsleven kan een belangrijke factor zijn in het beperken van de vrije tijd. De vrije tijd gaat op aan het huishouden, verzorging van broers of zussen, koken, bijklussen…

Een van de grootste obstakels die jongeren on-dervinden bij het zinvol invullen van hun vrije tijd is dat alles op één of andere manier geld kost.

De dingen die jongeren graag doen zijn vaak bet lend en de kostprijs ligt vaak te hoog. Eén van de meest gebruikte voorbeelden was naar de cinema gaan, waar je al snel meer dan 10 euro betaalt voor een ticket. Ook zijn er de festivals in de zomer, waar je je niet alleen blauw betaalt aan inkom, maar eveneens veel geld uitgeeft aan drinken of eten.

De jongeren pleiten voor meer kortingen voor alle jongeren, want op dit moment zijn deze voor-namelijk gericht op jongeren die verder stude-ren aan hogescholen of universiteiten, terwijl

pas-afgestudeerden van beroeps of deeltijds onderwijs meestal de volle pot moeten betalen. Ook een vereenvoudiging van het systeem van kortingskaarten met één universele jongerenkaart of studentenkaart werd als oplossing naar voor geschoven.

TE WEINIG VRIJE TIJD, TE DURE OPTIES

Page 33: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“SCHOOL NEEMT VEEL TIJD WEG! ALS KAPSTER HEBBEN WE VEEL WERK VOOR SCHOOL EN VAAK WERKEN WE BUITEN DE UREN OM OOK NOG EEN CENTJE BIJ TE VERDIENEN. ER BLIJFT WEINIG TIJD OVER VOOR VRIJE TIJD.” (Don Bosco, Genk)

“WAT KAN JE VANDAAG NOG DOEN MET 1 EURO?”(Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe)

“ER ZIJN VEEL KORTINGEN VOOR STUDENTEN AAN DE UNIVERSITEIT OF HOGESCHOOL, MAAR VOOR ONS NIET!”(Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe)

“IK WIL GRAAG BOOGSCHIETEN, MAAR JE MOET EEN BOOG OP MAAT LATEN MAKEN WANT ANDERS MAG JE NIET MEEDOEN.”(De Mast, Merksplas)

Page 34: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Voor verschillende jongeren uit de bevraging blijkt het geen gemakkelijke opdracht om hun vrije tijd goed in te vullen. Er is een groot verschil tussen jongeren die in de stad wonen en jongeren die buiten de stad wonen. Voor jongeren buiten de stad ligt de drempel naar een goede vrijetijds- invulling veel hoger. Het aanbod is beperkter, op zondag sluit alles en er rijden weinig of geen bussen. Jongeren die in een gemeente of dorp wonen geven aan dat de opties voor hen wel erg beperkt zijn. Vaak moeten ze op zoek naar alternatieve manieren om hun vrije tijd in te vullen. Als ze dan echt willen genieten van een leuk en ruim aanbod, moeten ze de stad intrekken. Maar ook dat blijkt niet eenvoudig. Door de beperkte busregeling in het weekend raken jongeren bijna nergens en zijn ze genoodzaakt zich te beroepen op een auto om zich te verplaatsen.

Door een steeds beperkter aanbod en een steeds duurdere kostprijs, zoeken jongeren vaker de publieke ruimte op om hun vrije tijd in te vullen. Jongeren gaan flexibel om met bovenstaande moeilijkheden en gaan op zoek naar een plaats waar ze samen met vrienden kunnen rondhan-gen, ontspannen, jong zijn… Dit zorgt dan weer voor de nodige spanningen. Nog teveel worden jongeren gezien als overlast en krijgen zij niet de toestemming om te doen waar ze zin in hebben in de publieke ruimte. Jongeren hebben het gevoel gestigmatiseerd te worden en vinden dat zij telkens over dezelfde kam worden geschoren. Rondhangen wordt verkeerdelijk bestempeld als vandalisme, drugs dealen of bendevorming, terwijl jongeren gewoon aangeven dat zij plezier vinden in het rustig ‘chillen’ met hun vrienden op

een bankje in het park. De spanningen komen voort uit de sociale controle die jongeren ervaren en het contact met politie die vaak vanuit een negatieve dialoog vertrekt.

Enkele van de bevraagde jongeren wonen in wijken waar de spanningen tussen jongeren en politie hoog oplopen en waar jongeren zich constant onveilig voelen. Contact met politie is vaak repressief en verhalen over de frequen-te paspoortcontroles komen geregeld voor bij jongeren met een andere etnisch-culturele achtergrond.

DREMPELS VOOR JONGEREN IN PUBLIEKE RUIMTE

Page 35: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“ALS IK IN HET WEEKEND IETS WIL DOEN MOET IK EERST 5 KM FIETSEN ALVORENS EEN BUS TE KUNNEN NEMEN WANT ER RIJDT MAAR 1 BUS IN HET WEEKEND. DE CHAUFFEUR DURFT ZELFS MIJN HALTE OVER TE SLAAN OMDAT HIJ DIE ONBENULLIG VINDT.” (Sint-Lievens College, Gent)

“WE KOMEN TOE BIJ EEN FIETSENSTALLING EN BLIJVEN EEN BEETJE BABBELEN. PLOTS KOMT DE POLITIE LANGS EN ZEGT DAT WE FIETSEN KOMEN STELEN.” (De Varens, Brugge)

“IK WORD GEMAKKELIJKE 3-4 KEER PER WEEK GECONTROLEERD DOOR DEZELFDE AGENT. GEWOON OMDAT DIE ZICH VERVEELT!” (Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe)

“IN DE LOUISALAAN IS ALLES MOOI EN HANGEN ER OVERAL CAMERA’S, MAAR ALS JE IN MIJN WIJK KOMT HANGEN NERGENS CAMERA’S EN WERKEN DE LICHTEN NAUWELIJKS. EN DAN ZEGGEN ZE: IEDEREEN IS GELIJK!”(Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe)

Page 36: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Jongeren hebben nood aan een breed aanbod van toegankelijke en betaalbare activiteiten. Het organi-seren van verschillende buurtactiviteiten versterkt de sociale cohesie in de wijk en zorgt ervoor dat jongeren op een positieve manier de publieke ruimte kunnen delen met volwassenen. Helaas worden veel van deze initiatieven afgeschaft door de crisis.

Jongeren zien soelaas in jeugdhuizen om de span-ningen binnen de publieke ruimte weg te nemen. De bestaande jeugdhuizen beschikken vaak over te weinig ruimte en middelen om jongeren goed te accommoderen op verschillende tijdstippen. Een jeugdhuis kan een plaats zijn waar zij ongestoord kunnen hangen en waar zij niet geconfronteerd worden met het toeziend oog van volwassenen of politie. Toch laten jongeren het toe dat er enige vorm van controle is om te vermijden dat sommige jongeren deze vrijheden zouden misbruiken en het op die manier voor de andere jongeren kunnen verpesten.

De verhalen van jongeren in de publieke ruimte zijn voornamelijk een pleidooi voor meer vertrouwen in jongeren en minder negatieve beeldvorming. Jongeren hebben het moeilijk met het feit dat zij telkens gewezen worden op regelgevingen en verplichtingen, waardoor hun ‘vrije tijd’ toch niet zo vrij blijkt te zijn. Wel zijn jongeren voorstanders van meer dialoog en vragen zij naar meer betrokkenheid op lokaal niveau bij het uitwerken van buurtactivi-teiten, het uitbouwen van (jongvriendelijke) publieke ruimtes, jeugdhuizen…

Ook moet de communicatie tussen jongeren en politie versterkt worden en moet het contact met politie niet altijd vanuit een negatieve of repressieve invalshoek vertrekken. Jongeren spreken over veel vooroordelen bij politie, naar aanleiding van huids-kleur, kleding, houding, enz. Anderzijds zien wij dat jongeren ook een sterk stereotiep beeld hebben van de politie.

RUIMTE VOOR VRIJE TIJD

Page 37: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“ALS JONGEREN NIETS TE DOEN HEBBEN, DOEN ZE ANDERE DINGEN ZOALS OVERLAST CREËREN OF STELEN.” (Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe)

“ZE ZOUDEN EEN SOORT VAN SUPERGROOT JEUGDHUIS MOE-TEN VOORZIEN, DAT 7 DAGEN OPEN IS, WAAR JE RUSTIG MET JE VRIENDEN KAN HANGEN, WAAR INTERNET EN ZETELS ZIJN. EN DAN MOGEN DAAR ZEKER CAMERA’S HANGEN OM ALLES TE CONTROLEREN.” (VTST, Beerse)

“ER MOET MEER VERTROUWEN ZIJN IN JONGEREN: ALS ER AL EEN LEUKE PLAATS IS, WORDT DEZE GESLOTEN OF OPGEDOEKT WANNEER ER ÉÉN KEER IETS GEBEURT.” (VTST, Beerse)

“VOLWASSENEN ONDERNEMEN ALLERLEI INITIATIEVEN(OMDAT ZE ‘TOF’ ZIJN), MAAR HOUDEN GEEN REKENING MET WAT JONGEREN ECHT LEUK VINDEN.”(LEJO, Gent)

Page 38: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 39: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 40: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

Belangrijk om op te merken is dat deze enquête peilde bij een 500-tal jongeren over thema’s rond onderwijs, openbare ruimte en de transitie van onderwijs naar werk.

De jongeren die de enquête ingevuld hebben zijn niet representatief voor jongeren in Vlaanderen. Het zijn voornamelijk jongeren in het laatste jaar secundair onderwijs (met een oververtegen- woordiging van aso en tso) en jongeren die net de stap naar hoger onderwijs (universiteit of ho-geschool) of de arbeidsmarkt maakten. De groot-ste groep bevindt zich tussen de 17 en 21 jaar.

Ondervertegenwoordigd in de data blijven: jonge-ren van een etnisch diverse achtergrond, jon-gens (60% van de respondenten zijn meisjes) en jongeren die beroeps georiënteerde (deeltijdse) studies of buitengewoon secundair onderwijs volgen. Waarom vooral meisjes de enquête invulden is niet duidelijk. De enquête slaagde er onvoldoende tot niet in om jongeren uit het bijzonder en beroepsgericht onderwijs te bereiken, alsook jongeren die het Nederlands niet als thuistaal hadden (etnische diverse achter- grond). Deze jongeren werden wel bereikt via focusgesprekken.

Niettegenstaande de inherente beperkingen van een dergelijke online-enquête, biedt de enquête wel een blik op waar jongeren van wakker liggen en wat ze te zeggen hebben over sociale uitsluiting op school, in de wijk en op de arbeids-markt. De enquête dient eerder beschouwd te worden als spreekbuis dan als onderzoeks- instrument. De Vlaamse Jeugdraad is immers

geen onderzoeksinstelling. We willen in de eerste plaats jongeren een mogelijkheid bieden om hun meningen kenbaar te maken. Jongeren hebben vaak niet de ruimte om hun mening kenbaar te maken en al zeker niet met de betrekking tot de centrale thema’s van de enquête (onderwijs, openbare ruimte, werk).

Het doel van de enquête was om complementaire info te genereren voor de rijke groepsgesprekken die we met 250 jongeren voerden. Bijkomend had de enquête als doel om te peilen naar enkele mogelijke oplossingen voor de uitdagingen en problemen die in de focusgroepen naar boven kwamen. Nuancering, duiding en diepgang dienen in de eerste plaats gezocht te worden in de data van deze focusgroepen. Het cijfer- materiaal uit de enquête dient dan ook gebruikt te worden ter versterking en bekracht- iging van de inzichten die voortkomen uit onze groepsgesprekken.

Aan de slag gaan rond een thema sociale inclusie is een moeilijke oefening, vooral omdat het een vaag en breed begrip is. We kozen ervoor om onze vraagstelling niet te vernauwen naar onder-zoek over sociale in- en/of uitsluitings- mechanismen, maar willen vooral vertrekken van wat jongeren zelf bezig houdt en waar ze wakker van liggen. In dat opzicht geeft ons project een bundeling gedeelde en verdeelde ervaringen en meningen over de thema’s onderwijs, openbare ruimte en werk.

SPREEKBUIS

Page 41: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“MIJN STUDIERICHTING IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS KREEG WEINIG OF GEEN WAARDERING.”

BSO ASO

1 OP 4 ZEGT:

BIJ BSO IS DAT 1 OP 2 BIJ ASO IS DAT 1 OP 6

“JONGEREN MOETEN OP SCHOOL DE KANS HEBBEN OM TECHNISCHE, BEROEPSGERICHTE EN ALGEMENE VAKKEN TE COMBINEREN.”

“WIJ WILLEN KEUZEVAKKEN DIE BREDER GAAN DAN ONZE STUDIERICHTING.”

“DISCRIMINATIE MOET DRINGEND AANGEPAKT WORDEN.”

“IK OF EEN PERSOONLIJKE KENNIS WERD AL EENS GEDISCRIMINEERD.”*

*OP WELKE BASIS ONDERVOND JE DISCRIMINATIE?

Page 42: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“ER MOETEN MEER PRAKTIJKSTAGES KOMEN IN ALLE STUDIERICHTINGEN.”

90% BINNEN DE GROEP WERKENDE JONGEREN

75% ALGEMEEN GEMIDDELDE

STUDENTEN

WERKENDEN

WERKZOEKENDEN

“IK WIL MEER INFOMOMENTEN IN ALLE STUDIERICHTINGEN OVER DE ARBEIDSMARKT OF VERDER STUDEREN.”

“IK KEN DE DIENSTVERLENING VAN DE VDAB GOED.”

“PRAKTIJKSTAGES MOETEN TIJDENS DE STUDIE VALLEN.”

“PRAKTIJKSTAGES MOGEN VERPLICHT WORDEN.”

“PRAKTIJKSTAGES MOGEN ONTBETAALD ZIJN.”

3 OP 4 ZEGT:

Page 43: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

“WIE LAGE PUNTEN HEEFT, MOET NIET VAN STUDIERICHTING VERANDEREN.“

DE OVERLAST DIE JONGEREN TEGENKOMEN IN HUN VRIJE TIJD HEEFT TE MAKEN MET:

“LEERKRACHTEN MOETEN LEERLINGEN DIE NIET KUNNEN VOLGENEXTRA BEGELEIDEN.”

“BLIJVEN ZITTEN IS GEEN GOEDE OPLOSSING VOOR JONGEREN DIENIET GOED MEEKUNNEN OP SCHOOL.”

“DE VDAB HELPT JONGEREN ECHT AAN EEN JOB.”

slechte fietspaden

overvollebussen

drukverkeer

afvalin de buurt

onveiligestraten

Page 44: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 45: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 46: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 47: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 48: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 49: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 50: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid

AANBEVELINGEN

Page 51: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid
Page 52: Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraadjongerenaanhetwoord.be/rapport_sociale_inclusie.pdf · ging bij 251 jongeren uit tien scholen en vijf organisaties, verspreid