Wachtebeke - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · port arthurlaan 11 B-9000 gent tel 32 (9)...

port arthurlaan 11 �� B-9000 gent � tel 32 (9) 251 22 22 � fax 32 (9) 251 22 28 � e-mail [email protected] � www.veneco.be

Wachtebeke

Voorontwerp RUP “Lokaal bedrijventerrein

Walderdonk”

Verzoek tot raadpleging

Gent 23 –– 06 –– 2010

Gemeentelijk RUP �Lokaal bedrijventerrein Walderdonk� – verzoek tot raadpleging

Inhoudstabel

1 INLEIDING..........................................................................................................................................................1

2 INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN INITIATIEFNEMER EN OPDRACHTHOUDER ................................2

3 BESCHRIJVING EN VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN ..........................................................................3

3.1 BESLISSING TOT OPMAAK...............................................................................................................................3

3.2 FASE VAN OPMAAK VAN HET PLAN OF PROGRAMMA .........................................................................................3

3.3 KADEREND IN GRS .......................................................................................................................................3

3.4 PLAN- EN PROCESEVOLUTIE: MOGELIJKHEID TOT PLANBIJSTURINGEN EN MATE VAN FLEXIBILITEIT .....................3

3.5 SITUERING VAN HET PLANGEBIED ...................................................................................................................4

3.6 RUIMTELIJK – ECONOMISCHE CONTEXT ....................................................................................................... 13

3.7 DOELSTELLING........................................................................................................................................... 17

3.8 VISIE ......................................................................................................................................................... 18

3.9 VOORGESCHIEDENIS EN EVENTUEEL REEDS GENOMEN BESLISSINGEN .......................................................... 21

4 AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN - MERPLICHT.....................................24

4.1 BEPALING VAN DE PLICHT TOT OPMAAK VAN EEN PLAN - MER........................................................................ 24

5 ALGEMEEN – NULALTERNATIEF – ANDERE ALTERNATIEVEN...........................................................25

5.1 NULATERNATIEF......................................................................................................................................... 25

5.2 LOCATIE – ALTERNATIEVEN ........................................................................................................................ 26

6 EEN BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN

VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA ..............................................................................28

6.1 BEOORDELING OF HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA GRENSOVERSCHRIJDENDE OF GEWESTOVERSCHRIJDENDE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN KAN HEBBEN. ................................................. 28

6.2 ALGEMENE METHODIEK .............................................................................................................................. 28

6.3 BESCHRIJVING EN INSCHATTING PER DISCIPLINE .......................................................................................... 29

6.4 OVERZICHT VAN DE BEOORDELING VAN DE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN ................................................... 57

7 DE SAMENHANG TUSSEN DE GENOEMDE FACTOREN.........................................................................58

8 DISCIPLINE OVERSCHRIJDENDE CONCLUSIE ONDERZOEK MILIEU-EFFECTEN ............................59

9 BIJLAGEN........................................................................................................................................................61

Gemeentelijk RUP �Lokaal bedrijventerrein Walderdonk� – verzoek tot raadpleging 1

1 Inleiding

Met de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 is er meer

duidelijkheid geschapen omtrent de integratie van milieueffectenrapportage (mer) in het planproces

van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).

Ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen onder het toepassingsgebied van de planmer - regelgeving.

Dit betekent dat de initiatiefnemer van een plan heel vroeg in het planningsproces zal moeten

nagaan of er aanzienlijke milieueffecten zijn die door de uitvoering van het RUP kunnen teweeg

gebracht worden.

Dit onderzoek gebeurt in onderhavige nota. Het integratiespoor wordt niet toegepast.


2 Inlichtingen en coördinaten initiatiefnemer en opdrachthouder

INITIATIEFNEMER

Gemeentebestuur Wachtebeke

Dorp 61 9185 Wachtebeke Contactpersoon: Rony [email protected]/337.77.24

OPDRACHTHOUDER

Veneco2

Port Arthurlaan 11 9000 Gent tel : 09/251.22.22 fax : 09/251.22.28 Contactpersonen: Annelies De Clercq

[email protected] Tina Verschueren [email protected]


3 Beschrijving en verduidelijking van het plan

3.1 Beslissing tot opmaak

Gemeenteraadsbeslissing tot opmaak RUP ‘Lokaal bedrijventerrein Walderdonk’ dd. 27/01/2010.

In dezelfde gemeenteraadsbeslissing dd. 27/01/2010 werd Veneco2 aangesteld als ontwerper van

het RUP.

3.2 Fase van opmaak van het plan of programma

Fase

Schetsontwerp X

Voorontwerp

Ontwerp

Besluit

3.3 Kaderend in GRS

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) werd door de deputatie goedgekeurd bij besluit van 13 augustus 2009. Het goedkeuringsbesluit werd op 14 september 2009 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

In de bindende bepalingen wordt de opmaak van een RUP en een inrichtingsplan voor het nieuwe lokale bedrijventerrein en het gemeentelijk containerpark opgelegd, als één van de acties om de gewenste ruimtelijk – economische structuur voor Wachtebeke te realiseren.

3.4 Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit

Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van opmerkingen:

- vanuit de verschillende adviserende instanties in kader van de screening (raadpleging

betrokken instanties)

- vanuit de plenaire vergadering

- vanuit het openbaar onderzoek


3.5 Situering van het plangebied

3.5.1 Macroniveau

De gemeente Wachtebeke is gelegen in het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen, vlak aan de Nederlandse grens. De gemeente behoort tot het arrondissement Gent, en heeft als buurgemeenten Moerbeke, Lokeren, Lochristi, Gent, Zelzate en het Nederlandse Terneuzen. Ten westen van de gemeente strekt zich het havengebied van Gent uit.


3.5.2 Mesoniveau

Het grondgebied van de gemeente Wachtebeke heeft een hoofdzakelijk onbebouwd karakter, waar

de open ruimte nadrukkelijk aanwezig is in het landschap. Vanuit de bebouwde kern vertrekken

een aantal residentiële woonlinten langsheen historische verbindingswegen richting de

buurgemeenten. Op de kruispunten van deze linten hebben zich in de loop der tijd gehuchten en

bebouwingsconcentraties gevormd. Tussen de woonlinten overheerst de open ruimte, met daarin

een sterke ruimtelijke differentiatie. Zo komen er graslanden, agrarische gebieden, bossen en

polders voor. Enkel ter hoogte van het centrum hebben zich de laatste decennia in de gebieden

tussen de woonlinten, woonwijken ontwikkeld.

Wachtebeke is een bosrijke gemeente, met o.a. het Heidebos en het Kloosterbos. In het zuiden

van de gemeente is het Provinciaal Domein Puyenbroeck gelegen, een toeristisch – recreatief

domein waar ook verblijfsgelegenheid aanwezig is. Een aantal waterlopen doorkruisen de

gemeente, waaronder de Moervaart, de Langelede en de Voortbeek. In het noorden van de


gemeente, nabij de grens met Nederland, bevinden zich de polders, met o.a. de St. – Elooiskreek

en de Overslagkreek.

De gemeente Wachtebeke wordt optimaal ontsloten op bovenlokale schaal door de E34

Antwerpen – Knokke en de R4. De N449 zorgt voor de verbinding tussen R4 en E17.

Het RUP ‘Lokaal bedrijventerrein Walderdonk’ situeert zich zo’n 600 meter ten westen van de kern

van Wachtebeke, langsheen Walderdonk (N449). Het plangebied heeft een oppervlakte van

ongeveer 7,6 ha.

Ter hoogte van het toekomstige bedrijventerrein vertoont Walderdonk een zeer verweven karakter.

Vermengd met nog enkele woningen komen er vooral handelsfuncties en bedrijven voor, zoals de

dierenspeciaalzaak ‘Vogelparadijs’ en ‘Autoparts Coppens’. Het plangebied bevindt zich op de

overgang tussen open ruimte en bebouwing langsheen Walderdonk.

Naast de toekomstige zone voor nieuwe lokale bedrijvigheid en een containerpark, bevindt zich

reeds een serrebedrijf. Ten noordwesten van het plangebied is het naaldbos Kloosterbos

gesitueerd. Ten zuiden strekt zich een open landbouwgebied uit.

Gemeentelijk RUP ‘Lokaal bedrijventerrein Walderdonk’ – verzoek tot raadpleging 8

3.5.3 Situering binnen ruimtelijke deelstructuren

De bewoning in de gemeente Wachtebeke is voornamelijk geconcentreerd in kleinere kernen en linten, waarvan de inplanting en de ruimtelijke kenmerken sterk bepaald werden door de eigenschappen van de bodem en het landschap. Zo komt ter hoogte van de polders en de Moervaartdepressie, met natte graslanden, bijna geen bebouwing voor.

Het plangebied is gelegen op zo’n 600 meter van de kern van Wachtebeke, langsheen de N449. De projectzone bevindt zich op het einde van een residentiële uitloper van de woonkern, met aan de overzijde van de straat nog enkele woningen, maar voornamelijk handelszaken en/of bedrijven.

Ten westen van de gemeente Wachtebeke wordt de bebouwing gedomineerd door de grootschalige industriële activiteiten van de Gentse kanaalzone.

Het plangebied is net ten zuiden van de dekzandrug van Maldegem – Stekene gelegen. Deze open ruimtestructuur loopt van west naar oost doorheen de gemeente en vormt een eerder gesloten compartimentenlandschap met talrijke (naald)boscomplexen, zoals het Kloosterbos. In het gebied van de dekzandrug komen verschillende functies voor in verweving met elkaar : bossen, open akkerlanden en weilanden, residentiële bebouwing, ... Het microreliëf van de centrale dekzandrug bestaat uit kleine duinen en uitwaaiingskommetjes, en ligt gemiddeld 2,5 meter hoger boven de zeespiegel dan de rest van de gemeente, die een nagenoeg vlak reliëf kent. Het RUP ligt specifieker in een deellandschap van de centrale dekzandrug, namelijk ‘de omgeving van de Voortbeek’. Dit landschap vormt een overgang tussen de dekzandrug en de Moervaartdepressie. Het deellandschap wordt gekenmerkt door een open landbouwgebied met een beperkt aantal kleine landschapselementen. Verscheidene opgaande bomenrijen

Gemeentelijk RUP ‘Lokaal bedrijventerrein Walderdonk’ – verzoek tot raadpleging 9

kenmerken het landschap. Het zijn voornamelijk populieren of knotwilgen die langs wegen, beken en grachten zijn ingeplant. De landbouw in de omgeving is voornamelijk kleinschalig en grondgebonden. Naast het plangebied is een serrebedrijf gesitueerd, zoals er rond de kern van Wachtebeke nog een aantal terug te vinden zijn. De gemeente Wachtebeke wordt optimaal ontsloten op bovenlokale schaal door de E34 Antwerpen – Knokke en de R4. De N449 zorgt voor de verbinding tussen R4 en E17.

Het plangebied is gelegen langsheen Walderdonk of de N449.


In Wachtebeke bevindt zich één

industrieterrein, namelijk ‘Kloosterbos’. Het

terrein is gelegen in het westen van de

gemeente, net ten noorden van de E34/N49.

Kloosterbos is ca. 5 ha groot en is volledig

ingenomen.

Verweven met het wonen komen verspreid

over het grondgebied van de gemeente tal

van kleinere bedrijven voor. Ze situeren zich

vooral in de woonlinten langs de lokale

verbindingswegen.

Een grotere concentratie van bedrijvigheid

komt voor langs Walderdonk, waar de

economische activiteiten plaatselijk sterker

aanwezig zijn dan het wonen. Hier heeft zich

een gemengd lint gevormd van wonen en

bedrijvigheid.

Bron : GRS Wachtebeke (informatief gedeelte)


3.5.4 Microniveau


Het huidige grondgebruik in het plangebied bestaat uit landbouwgrond en weiland. Ten zuiden van

het plangebied situeert zich een beek, waarin een aantal noord – zuidgerichte afwateringsgrachten,

parallel aan de landbouwpercelen uitmonden. De beek takt aan op de Voortbeek, een onbevaarbare

waterloop van 2e categorie, en tevens zijwaterloop van de Langelede.

Sommige van de afwateringsgrachtengrachten worden geflankeerd door houtkanten of laag

struikgewas.

Ten oosten van het plangebied bevindt zich het serrebedrijf Ilona. Dit bedrijf plant in de toekomst

een containerveld aan te leggen tussen de serre en het nieuwe bedrijventerrein.

In de noordoostelijke hoek bevindt zich een woning, die echter verkrot is en niet meer bewoond

wordt.

In het noorden wordt het plangebied begrensd door de N449 Walderdonk, waarlangs zich

verschillende bedrijven bevinden, vermengd met een aantal woningen.

In het oosten wordt het GRUP geflankeerd door een bestaand serrebedrijf met bijhorende

infrastructuur. Er bevindt zich tevens een toegangsweg naar achterliggende landbouwpercelen.

Het plangebied wordt in het zuiden begrensd door een beek, met aan de overzijde

landbouwgronden.

In het westen wordt het plangebied begrensd door weiland en landbouwgronden.


3.6 Ruimtelijk – economische context

3.6.1 Inventarisatie bestaande bedrijventerreinen

Een grotere concentratie van bedrijvigheid komt voor langs Walderdonk, waar de economische

activiteiten sterker aanwezig zijn dan het wonen. Hier heeft zich een gemengd lint gevormd van

wonen en bedrijvigheid.

In Wachtebeke bevindt zich één industrieterrein. Het industrieterrein ‘Kloosterbos’ is gelegen in het

westen van de gemeente, net ten noorden van de E34/N49. Het terrein is ca. 5 ha groot en is

volledig ingenomen.

Verweven met het wonen komen verspreid over het grondgebied van de gemeente tal van kleinere

bedrijven voor. Ze situeren zich vooral in de woonlinten langs de lokale verbindingswegen.


3.6.2 Taakstelling bedrijvigheid

3.6.2.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Volgens het RSV behoort Wachtebeke tot het buitengebied. Het buitengebied is dat gebied waarin

de open ruimte overweegt. Er wordt een buitengebiedbeleid gevoerd waarin het vrijwaren van het

gebied voor haar essentiële functies, nl. landbouw, natuur en bos, voorop staat. Door de selectie

als buitengebiedgemeente vormt Wachtebeke geen economisch knooppunt.

Wat betreft de taakstelling aan bijkomende bedrijvigheid, bepaalt het RSV dat tussen 1994 en 2007 in Oost – Vlaanderen 1.715 ha bijkomende ruimte voor economische activiteiten voorzien kan worden. Van deze nieuwe bedrijventerreinen dient 77 – 82 % gerealiseerd te worden in economische knooppunten, en 18 – 23% in gemeenten buiten de economische knooppunten. In deze laatste gemeenten kunnen echter enkel lokale bedrijventerreinen (max. 5ha) gerealiseerd worden, in aansluiting bij een hoofddorp.

3.6.2.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost - Vlaanderen

Wachtebeke wordt in het PRS geselecteerd als hoofddorp. Dit wil zeggen dat de gemeente van structureel belang is binnen de provinciale nederzettingsstructuur. Ze vullen de stedelijke gebieden aan als centrale plaatsen op lokaal niveau. Hoofddorpen onderscheiden zich van woonkernen omdat zij als een mogelijke locatie voor een lokaal bedrijventerrein beschouwd worden.

Overeenkomstig het RSV kan in Oost - Vlaanderen in de periode 1994 – 2007 maximaal 394 ha

(23%) bijkomende oppervlakte voor lokale bedrijvigheid in gemeenten buiten de economische

knooppunten voorzien worden. Dit totale pakket wordt door de provincie niet verder verdeeld over

de gemeenten van het buitengebied, doch wordt per gemeente een richtcijfer gehanteerd van 5 ha.

Wachtebeke is geen economisch knooppunt. In de gemeente kan bijgevolg een nieuw lokaal bedrijventerrein voorzien worden met een richtcijfer van 5 ha. De nood aan bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid moet wel kwalitatief en kwantitatief voldoende en volledig verantwoord worden.

Een lokaal bedrijventerrein buiten een economisch knooppunt, kan enkel aangelegd worden bij een hoofddorp of bij een bestaand bedrijventerrein. Daarnaast kan de gemeente ook een oplossing bieden aan de problematiek van de zonevreemde bedrijven of de uitbreiding van bestaande bedrijven.

3.6.3 Behoefte bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid

De onderstaande raming van de behoefte aan bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid in Wachtebeke is gebaseerd op de toetsstenen uit het PRS Oost-Vlaanderen.

3.6.3.1 Kwantitatieve en kwalitatieve analyse van het aanbod in de gemeente

TOESTAND VAN DE BEDRIJVIGHEID IN DE GEMEENTE

Momenteel is er in Wachtebeke één gebied bestemd al industriegebied op het gewestplan: het industriegebied �Kloosterbos�, met een oppervlakte van 5,1 ha.

• Het industriegebied bevindt zich op de grens met de gemeente Zelzate, net ten noorden van de N49/E34. Het beschikt over een toegang via de verkeerswisselaar R4-oost – N49/E34.

• Het industrieterrein is eigendom van één bedrijf, die gebouwen verhuurt aan verschillende bedrijven (ca. 30). Deze bedrijven stellen samen ca. 150 mensen tewerk.

• Het industriegebied is volledig ingenomen. Op het terrein bevinden zich enkele grote bouwvolumes, waarin de verschillende bedrijven gevestigd zijn.

Er is in de gemeente geen bijkomende ruimte bestemd voor bedrijvigheid na 1/1/1994.


In Wachtebeke zijn er 11 zonevreemde bedrijven. Deze nemen samen ca. 10 ha in beslag. Het grootste gedeelte hiervan (ca. 6 ha) wordt ingenomen door het zonevreemde gedeelte van het industriegebied �Kloosterbos. De overige zonevreemde bedrijven zijn heel wat kleiner (meestal < 0,5 ha).

EVOLUTIE VAN DE BEDRIJVIGHEID IN DE GEMEENTE

Het industrieterrein ‘Kloosterbos’ werd in 1979 ingevuld door één bedrijf, die de gebouwen

verhuurt. Sedertdien zijn er geen grondverkopen gebeurd op het terrein.

POTENTIES VOOR BEDRIJVIGHEID IN DE GEMEENTE

De bedrijfsgebouwen van het industriegebied ‘Kloosterbos’ nemen ca. 60% van de totale

oppervlakte in. Een deel van de onbebouwde ruimte is verhard in functie van toegangen, opslag en

parking. De rest van het terrein is ingevuld met groenvoorzieningen. Er zijn geen reserves in

eigendom van de bedrijven.

Er zijn geen bouwrijpe en verkoopbare percelen. Er zijn geen onbenutte terreinen of percelen. Er is

geen permanente leegstand van bedrijven. Er zijn geen vervuilde terreinen gekend.

OVERZICHT

Op het bestaande bedrijventerrein is er geen ruimte om bijkomende lokale bedrijven op te

nemen. Er is in Wachtebeke geen aanbod aan ruimte voor bijkomende lokale bedrijvigheid.

Dit ruimtegebrek legt een hypotheek op de economische ontwikkeling van de gemeente.

3.6.3.2 Analyse van de vraag naar ruimte voor lokale bedrijvigheid in de gemeente

De analyse van de vraag naar lokale bedrijfsgrond in Wachtebeke gebeurt op basis van kennis van

de lokale situatie en op basis van de enquête, die de gemeente in 2004 uitgevoerd heeft i.v.m.

zonevreemde bedrijven. Bij deze enquête werden alle bedrijven van de gemeente aangeschreven,

met de vraag om hun bestaande toestand (naam, activiteit, oppervlakte, bebouwing, bestemming,

...) weer te geven en de toekomstige ruimtebehoeften in te schatten.

De vraag naar ruimte voor lokale bedrijvigheid in de gemeente wordt bepaald aan de hand van

twee elementen :

• de oppervlakte van de bedrijven, die de gemeente tijdens de voorbije jaren verlaten

hebben, omwille van het gebrek aan beschikbare percelen voor bedrijvigheid in

Wachtebeke zelf;

• de oppervlakte van de bestaande bedrijven die zich zouden willen herlokaliseren op een

lokaal bedrijventerrein.

Tijdens de voorbij jaren hebben verschillende bedrijven de gemeente Wachtebeke verlaten. Het

gaat om bedrijven die zich niet meer verder konden ontwikkelen op de bestaande locatie, hetzij

omdat ze geen uitbreidingsmogelijkheden meer hadden in woongebied, hetzij omdat ze

zonevreemd lagen of werden bij uitbreiding. Deze bedrijven hebben noodgedwongen een nieuwe

locatie gezocht buiten de gemeente, omdat er geen beschikbare percelen zijn voor bedrijvigheid in

Wachtebeke zelf. Het gaat over een totale oppervlakte van 3,4 ha.

Ten tweede zijn er verschillende bedrijven van Wachtebeke, die vragende partij zijn om zich te

vestigen op een bedrijventerrein. Het gaat hierbij zowel om bedrijven in woongebied als om

zonevreemde bedrijven. Het gaat in totaal over een oppervlakte van 4,8 ha.

Er bestaat in Wachtebeke dus een latente vraag van ca. 8,2 ha aan bijkomende ruimte voor

bedrijvigheid. Specifiek voor lokale bedrijvigheid bestaat er een vraag van 4,8 ha.


3.6.3.3 De behoefte aan ruimte voor lokale bedrijvigheid in de gemeente

Vermits er momenteel geen enkel aanbod aan ruimte voor bedrijvigheid beschikbaar is in de

gemeente, kan men uitgaan van de veronderstelling dat de vraag ook de behoefte is aan ruimte

voor lokale bedrijvigheid in de gemeente. In eerste instantie wordt uitgegaan van de vraag van

bestaande bedrijven in Wachtebeke.

De behoefte aan bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid kan dan geraamd worden op

ca. 4,8 ha.

Deze (kwantitatieve) behoefte wordt verder ondersteund door de recente evolutie van bedrijvigheid

in de gemeente :

• De lokale economie van Wachtebeke bevindt zich in een dalende trend voor wat betreft

het aantal bedrijven en de werkgelegenheidscoëfficiënt. Het aantal bedrijven is gedaald

van 406 in 1999 tot 378 in 2004. De werkgelegenheidscoëfficiënt is eveneens gedaald van

0,411 in 1997 tot 0,375 in 2003.

• De werkgelegenheidscoëfficiënt van Wachtebeke ligt bovendien lager dan deze van de

omliggende gemeenten in het buitengebied.

Het voorzien van bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid kan dus bijdragen tot de stabilisatie

en heropleving van de economische situatie in Wachtebeke.

3.6.4 Behoefte voorzieningen

Tegen 2010 moet de werking van het gemeentelijke containerpark op de huidige locatie in de

Stationsstraat worden stopgezet. Het huidige containerpark is namelijk zonevreemd gelegen in

woonuitbreidingsgebied en de buffer naar de omgeving is niet toereikend. Het terrein is bovendien

te klein en heeft een slechte bereikbaarheid.

De gemeente zoekt naar een nieuwe locatie om het containerpark te lokaliseren. Voor de

oppervlakte geldt een richtcijfer van 2 ha.

3.6.5 Totale behoefte

Telt men de bijkomende behoefte aan ruimte voor lokale bedrijvigheid, zo�n 4,8 ha, op bij de behoefte aan ruimte nodig voor het nieuwe containerpark, zo�n 2 ha, dan komt men tot een gezamenlijke behoefte van 6,8 ha.

Gezien er binnen de gemeente geen aanbod aan ruimte beschikbaar is voor bijkomende bedrijvigheid, en er een latente vraag is van 4,8 ha, kan het aansnijden van open ruimte voor de realisatie van een lokaal bedrijventerrein van ca. 5 ha verantwoord worden, zij het op een locatie nabij het hoofddorp. De oppervlakte past ook in het richtcijfer dat aan buitengebiedgemeenten wordt opgelegd in het PRS Oost – Vlaanderen.

Het bundelen van lokaal bedrijventerrein en containerpark op één locatie biedt voordelen op vlak van efficiënt ruimtegebruik en synergie.

Het bestemmen van 7,6 ha bedrijventerrein binnen het RUP kan vanuit deze optiek verantwoord worden. De overige 0,6 ha (7,6 ha – 5 ha – 2 ha) kan benut worden voor de opslag van gemeentelijk materiaal, de aanleg van buffers, wegenis en retentiezones, de toekomstige uitbreiding van het bedrijventerrein, ...


3.7 Doelstelling

Met onderhavig GRUP wenst de gemeente Wachtebeke volgende beleidsopties te realiseren :

1. Het voorzien van bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid.

Om de lokale bedrijvigheid ruimtelijk te ondersteunen wordt in Wachtebeke een nieuw lokaal

bedrijventerrein voorzien van 5 ha. Dit bedrijventerrein is bestemd voor de herlokalisatie van

lokale bedrijven, die momenteel aanwezig zijn in de gemeente, en voor de inplanting van

nieuwe lokale bedrijven.

2. Het inrichten van een nieuwe locatie voor het gemeentelijk containerpark.

Aansluitend bij het lokale bedrijventerrein wil de gemeente het nieuwe gemeentelijke

containerpark realiseren. Het huidige containerpark heeft op haar locatie in de Stationstraat te

kampen met een aantal nadelen. Zo is het terrein te klein, is er te weinig mogelijkheid tot

opslag van het materiaal van de technische dienst, en is het slecht bereikbaar. Het park is ook

zonevreemd gelegen in woonuitbreidingsgebied en het heeft een te beperkte buffer naar de

omgeving toe. Het nieuwe containerpark moet een voldoende grote oppervlakte hebben,

namelijk zo’n 2 ha, zodat een afdoende buffer kan gerealiseerd worden en zodat er voldoende

ruimte is voor opslag. Op het nieuwe terrein kan ook compostbehandeling plaatsvinden,

aangezien het verder van een woongebied gelegen is.

Het plangebied beslaat ongeveer 7,6 ha.


3.8 Visie

3.8.1 Ruimtelijk – economische structuur

Het RUP houdt volgende belangrijke principes voor de gewenste ruimtelijk – economische

structuur voor ogen:

1. ontwikkelen van lokale bedrijvigheid los van de Gentse kanaalzone.

Op het vlak van tewerkstelling is Wachtebeke momenteel bijna volledig afhankelijk van andere

gemeenten, en in hoofdzaak van de Gentse kanaalzone. De aanwezigheid van bedrijvigheid in

de gemeente zelf is heel beperkt. De gemeente wenst ruimte te bieden voor een evenwichtige,

lokale, economische dynamiek. In Wachtebeke moeten bedrijven, diensten en handelszaken

zich kunnen ontwikkelen op het niveau van de gemeente. Hiermee streeft Wachtebeke naar

een relatief autonome positie in de lokale economie van het noordelijk open – ruimtegebied

van Oost – Vlaanderen.

2. stimuleren van zorgvuldig ruimtegebruik en goed nabuurschap

Wachtebeke wenst de nadruk te leggen op een kwalitatieve ontwikkeling van de bestaande en

toekomstige bedrijvigheid. Hierbij gaat de aandacht in de eerste plaats naar een zorgvuldig

ruimtegebruik en een goed nabuurschap.

Zorgvuldig ruimtegebruik houdt in dat er maatregelen genomen worden om het ruimtegebruik

te intensifiëren (verdichten, stapelen, meervoudig ruimtegebruik, ...) binnen de

randvoorwaarden van de ruimtelijke kwaliteit en het economisch functioneren. Om een goed

nabuurschap te creëren worden gepaste overgangen gerealiseerd van de bedrijven naar de

omgeving toe, zodat eventuele hinder voor omwonenden of voor de open ruimte tot een

minimum beperkt wordt.

3. oplossen van de problematiek van zonevreemde bedrijven

In Wachtebeke zijn een aantal bedrijven zonevreemd gelegen in de open ruimte. Het

gemeentebestuur wenst voor deze zonevreemde bedrijvigheid een oplossing aan te reiken.

Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen de wenselijkheid tot herlokalisatie en het bieden

van ontwikkelingsmogelijkheden op de bestaande locatie.

4. aangepast beleid voor bedrijvigheid in verweving met wonen

De verwevenheid van lokale, niet-hinderlijke bedrijven met het wonen wordt behouden. Deze

bedrijven kunnen behouden blijven en zich verder ontwikkelen, op voorwaarde dat de

bedrijfsactiviteiten qua schaal en qua aard verenigbaar zijn met de onmiddellijke

woonomgeving. De impact op de open ruimte moet tot een minimum herleid worden. Nieuwe

bedrijven kunnen zich ontwikkelen indien ze voldoen aan dezelfde voorwaarden. In de

woonzones blijft het wonen echter de hoofdfunctie, die niet verstoord of verdrongen mag

worden door industrie.

De bestaande verwevenheid tussen wonen, lokale bedrijvigheid en

gemeenschapsvoorzieningen in het woonlint Walderdonk kan op deze plaats behouden blijven,

op voorwaarde dat de verschillende functies verenigbaar zijn met het wonen. Een ontwikkeling

van commerciële activiteiten in dit woonlint is niet wenselijk. Voor de zonevreemde functies en

gebouwen wordt een behoudend beleid vooropgesteld. Bestaande vergunde gebouwen en

functies kunnen beperkte ontwikkelingsmogelijkheden krijgen, op voorwaarde dat ze

functioneren op lokaal niveau en dat een goede landschappelijke inpassing gerealiseerd wordt.

Een verdere uitbouw van het woonlint buiten het woongebied op het gewestplan is in elk geval

niet aanvaardbaar.


Bij de concrete inplanting van het lokale bedrijventerrein ten zuiden van Walderdonk (N449) wordt

rekening gehouden met volgende elementen :

• Het bedrijventerrein en het containerpark worden aangelegd zo dicht mogelijk

tegen de Groenstraat, zodat ze ruimtelijk aansluiten bij het hoofddorp. Het

containerpark wordt voorzien tussen de woningen van het hoofddorp en het

lokale bedrijventerrein.

• De zuidelijke begrenzing van het bedrijventerrein en het containerpark wordt

gevormd door de aanwezige beek. Hierdoor blijft de directe omgeving van de

Voortbeek gevrijwaard als open ruimte.

• De landbouwpercelen achter de woningen langs de Groenstraat zijn

noodzakelijk voor het functioneren van de aanwezige landbouwbedrijven en

moeten behouden blijven.

• De bestaande serre en het bijhorende perceel worden eveneens best

behouden zodat het tuinbouwbedrijf kan blijven functioneren op de huidige

locatie.

• De aanleg van het bedrijventerrein en het containerpark houdt rekening met

de huidige perceelsstructuur dwars op de N449.

Bij de inrichting van het nieuwe lokale bedrijventerrein staan de volgende algemene principes

voorop :

• Er wordt gestreefd naar een zuinig ruimtegebruik. Dit moet overbodige ruimte-

inname beperken, zonder de groeimogelijkheden van de bedrijven zelf te

hypothekeren. De mogelijkheden tot meervoudig ruimtegebruik moeten

onderzocht en toegepast worden (gemeenschappelijk gebruik van parkings,

uitbouw van gemeenschappelijke voorzieningen, aaneengesloten bebouwing,

stapelbouw, ...)

• De perceelsgrootte moet afgestemd zijn op lokale bedrijven. Eventuele

reserveterreinen staan in verhouding tot de omvang en de dynamiek van de

bedrijven. Er kunnen voorschriften opgesteld worden i.v.m.

bouwverplichtingen.

• De woonomgeving mag geen hinder ondervinden van de aanwezige

bedrijvigheid. Daartoe worden buffers of ruimtelijke overgangszones voorzien

en worden hinderlijke bedrijven geweerd. Een kwalitatieve inrichting van het

openbaar domein en een verzorgde architecturale vormgeving dragen bij tot

de ruimtelijke inpassing van de bedrijven. Ook ten opzichte van de openbare

ruimte wordt voldoende buffering voorzien.

• De ontsluiting van het bedrijventerrein gebeurt via een aantakking op de N449.

De veilige en leefbare bereikbaarheid voor openbaar vervoer, fietsers en

voetgangers moet verzekerd worden.

• De ontwikkeling van het bedrijventerrein gebeurt op basis van een globaal

inrichtingsplan, dat voor gans het terrein de inrichtingsprincipes vastlegt. Hierin

moeten bovenstaande principes verwerkt en gemotiveerd worden.


3.8.2 Open ruimtestructuur

Het RUP houdt volgende belangrijke principes voor de gewenste landschappelijke en agrarische

structuur voor ogen:

1. landschappelijk verdichten van landbouwgebied rond de Voortbeek

De beboste overgangszone tussen de Gentse kanaalzone en de meest westelijke

woongebieden van Wachtebeke, met daarin het plangebied van onderhavig RUP, vervult een

bufferende functie voor de woonzones en de open ruimte van Wachtebeke ten opzichte van

de regionale bedrijvigheid van de Gentse kanaalzone. De bufferende functie wordt versterkt

door een visuele en landschappelijke verdichting van de ruimte door de gerichte inplanting

van groenelementen : bossen, bosuitbreidingen, groenbuffers, (hoogstammige) bomenrijen,

kleine landschapselementen, ... Zeker in het landbouwgebied in de omgeving van de

Voortbeek is deze verdichting aangewezen.

Binnen dit ruimtelijk kader kunnen zich enkele andere functies ontwikkelen, o.a. bedrijvigheid,

recreatie en landbouw, op voorwaarde dat ze de globale bufferende functie van het gebied

niet in het gedrang brengen en dat ze landschappelijk ingepast worden in de omgeving.


3.9 Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen

3.9.1 Structureel overleg dd. 03-11-2009

Voorafgaandelijk aan de opmaak van het RUP was het belangrijk uitsluitsel te hebben over de

exacte locatie van het nieuwe lokale bedrijventerrein en het containerpark. Ook moest er

duidelijkheid komen in verband met de vergunningstoestand en de vergunbaarheid van het

serrebedrijf Ilona en of het bedrijf al dan niet kon opgenomen worden in het RUP. Omtrent deze

problematiek vond op 3 november 2009 een structureel vooroverleg plaats, waarop de

gemeente, de provincie, het Vlaams Gewest en Veneco2 aanwezig waren.

3.9.1.1 Inplanting

De gemeente Wachtebeke wil in de omgeving van het nieuwe lokale bedrijventerrein langsheen

Walderdonk tevens een nieuw containerpark realiseren. In het GRS is een structuurschets

opgenomen waarbij containerpark en bedrijventerrein weliswaar in dezelfde omgeving liggen, maar

niet aaneengesloten zijn.

De gemeente verkiest echter beide zaken te bundelen, omdat dit zowel op vlak van

verkeersafwikkeling als milieuhygiëne meer voordelen heeft.


Veneco2 werkte op vraag van de gemeente twee scenario’s uit :

1. containerpark en bedrijventerrein zijn van elkaar gescheiden door het bestaande

serrebedrijf Illona;

2. containerpark en bedrijventerrein liggen gebundeld aan de westelijke zijde van het

serrebedrijf.

De hierboven afgebeelde scenario’s zijn slechts inrichtingsvoorstellen en stellen bijgevolg geen definitief ontwerp voor.


De gemeente verkoos voorstel 2, omwille van de verschillende voordelen :

� zowel bedrijventerrein als containerpark kunnen gebruik maken van dezelfde

infrastructuur (wegenis, parkeermogelijkheden, ...);

� er komt slechts één aantakking op de Walderdonkstraat;

� door de bundeling is er minder versnippering van open ruimte en

landbouwgronden;

� de mogelijks hinderlijke activiteiten worden gebundeld, op een grotere afstand van

de woonkern.

Ook in het goedkeuringsbesluit van de deputatie omtrent het GRS van Wachtebeke (dd.

13/08/2009) wordt voorgesteld om het containerpark te herlokaliseren aansluitend bij het nieuwe

bedrijventerrein. Dit wordt gemotiveerd vanuit het gegeven dat deze zones gelijkaardige

kenmerken hebben op het vlak van ruimtegebruik, inrichting en mobiliteit.

3.9.1.2 Opname serrebedrijf

In het GRS van Wachtebeke staat te lezen dat de bestaande serre en het bijhorende perceel

behouden dienen te blijven, zodanig dat het tuinbouwbedrijf kan blijven functioneren op de huidige

locatie. In dat opzicht zou het opportuun zijn het bedrijf mee op te nemen in het RUP, waardoor de

bestemming, inrichting en beheer kan vastgelegd worden in stedenbouwkundige voorschriften.

Op het serrebedrijf rust echter een bouwovertreding en is er een rechtspraak bij de Raad van State

aanhangig. Het bedrijf, dat oorspronkelijk vergund werd als een tuinbouwbedrijf, heeft namelijk

zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning een functiewijziging doorgevoerd van

tuinbouwactiviteit naar verkoopsactiviteit.

Het serrebedrijf is door de Raad van State volledig vrijgesproken, wat betekent dat zij hun

verkoopsactiviteit kunnen verder zetten, zonder link met een tuinbouwactiviteit. Ondertussen blijkt

dat het bedrijf toch weer wil overschakelen op het kweken van planten. Ze wensen immers een

nieuw containerveld aan te leggen.

3.9.1.3 Structureel overleg - conclusie

Noch de Vlaamse overheid, noch de provincie hadden bezwaar tegen het bundelen van beide

functies. Op het overleg werd wel gesteld dat geen verdere uitbreiding van het bedrijventerrein

naar het westen is toegestaan. De grenslijn, voorgesteld op de twee scenario’s van Veneco2, moet

de maximale westelijke grens zijn.

De opname van het serrebedrijf is niet mogelijk, gezien de verkoopsactiviteit niet vergund is.

Kleinhandelsfunctie op deze locatie, namelijk landbouwgebied, is niet wenselijk, en kan niet

vergund worden, ook als is het gedeeltelijk. De uitspraak van de Raad van State dat de activiteiten

kunnen verder gezet worden, speelt hierin geen rol.

Na dit overleg werd de afbakeningslijn definitief vastgelegd. Tussen het serrebedrijf en het nieuwe

lokale bedrijventerrein dient een afstand van 45 meter gerespecteerd te worden, zodanig dat het

bedrijf aldaar een containerveld kan aanleggen. Het containerveld kan moeilijk aan de oostelijke

zijde van de serre worden gerealiseerd aangezien daar een jonge boer actief is en reeds alle

infrastructuur van de serre (verhardingen, ...) aan de westelijke zijde is gesitueerd.

3.9.2 Locatie – onderzoek

Voorafgaand aan de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Wachtebeke werd door de ontwerpers van Veneco2 reeds een onderzoek opgestart naar de mogelijke locaties om een nieuw lokaal bedrijventerrein te realiseren. De resultaten van dit onderzoek worden verder besproken onder paragraaf 5.2 Locatie – alternatieven.


4 Afbakening van het toepassingsgebied en de plan - merplicht

4.1 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan - mer

Bij plannen en programma’s die “van rechtswege” onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er

geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze

plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee

groepen van plannen en programma’s:

a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd:

• een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I

en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004

opgesomde projecten

• niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een

kleine wijziging inhouden

• betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer,

afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke

ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.);

b) plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle

effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1,

tweede lid D.A.B.M.).

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader

voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit

van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een klein gebied op lokaal

niveau en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening.

In de buurt van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden zodat

er geen passende beoordeling vereist is.

Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.


5 Algemeen – nulalternatief – andere alternatieven

5.1 Nulaternatief

5.1.1 Gewestplan

De ontwikkelingen die in het plangebied van het RUP ‘Lokaal bedrijventerrein Walderdonk’

mogelijk zijn zonder dat voorliggend RUP in werking treedt, zijn de bestemmingen zoals aangeduid

door het gewestplan Eeklo - Aalter (KB 24/03/1978).

Het plangebied is volledig gelegen in

agrarisch gebied.

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere

bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het landbouwbedrijf

noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten en verblijfsgelegenheid voor zover deze

een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken. Binnen agrarische gebieden zijn eveneens

para – agrarische bedrijven toegelaten. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden

agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts worden

opgericht op ten minste van 300 meter van een woongebied of op ten minste 100 meter van een

woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van

300 en 100 meter geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van een bestaand bedrijf.

>> De ontwikkeling van het lokale bedrijventerrein Walderdonk en het containerpark zou conform

de bestemming volgens het gewestplan niet kunnen plaatsvinden.


5.2 Locatie – alternatieven

In het richtinggevend gedeelte van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Wachtebeke wordt een afweging gemaakt van verschillende mogelijke locaties voor de inplanting van een nieuw bedrijventerrein. Er worden 16 mogelijke locaties aangeduid die voldoen aan de twee basisvoorwaarden :

• er is voldoende ruimte om een lokaal bedrijventerrein te voorzien van 7 ha;

• de locatie sluit ruimtelijk aan bij het hoofddorp of bij een bestaand bedrijventerrein.

1. Walderdonk Noord

2. Langelede – spoorweg

3. Melkerijstraat – Noord

4. Stationsstraat – Noord

5. De Bergen – Oost

6. Stationsstraat – Oost

7. Molenhoek – Zuid

8. De Reepkens – Oost

9. Meersstraat – Oost

10. Meersstraat – West

11. Warande – Zuid

12. Warande – Oost

13. Walderdonk – Groenstraat

14. Walderdonk – Zuid

15. Kloosterbos – Noord

16. Kloosterbos - Zuid

De ruimtelijke afweging van de locaties gebeurt op gemeentelijk niveau en houdt rekening met

volgende aspecten :

• de relatie met Wachtebeke – centrum;

• de relatie met de omliggende kernen;

• de landschappelijke impact;

• de impact op natuur en landbouw;

• de bereikbaarheid voor vracht – en autoverkeer;

• de bereikbaarheid voor fietsers en voetgangers.

Voor de afweging van alle locaties, zie bijlage 1.


Op basis van deze afweging werden vier locaties weerhouden en verder afgewogen ten opzichte

van elkaar op het niveau van de directe omgeving. Volgende criteria zijn hierbij van belang :

• de ruimte – inname

• de impact op de open ruimte, landbouw en recreatie

• de bereikbaarheid vrachtwagens, auto’s, fietsers en voetgangers

• de beeldkwaliteit

1. Walderdonk – Zuid

2. Walderdonk – Noord

3. Walderdonk – Groenstraat

4. Stationsstraat - Oost

Uiteindelijk gaat de voorkeur van het gemeentebestuur uit naar de inplanting van een nieuw lokaal

bedrijventerrein op locatie 1 : de site ten zuiden van Walderdonk en ten westen van de

Groenstraat, omwille van volgende redenen :

• het terrein is voldoende groot;

• er is een logische begrenzing van het gebied mogelijk op basis van de

perceelstructuur;

• de landschappelijke impact is relatief groot, maar te nuanceren door de

aanwezigheid van de Gentse kanaalzone op de achtergrond;

• enkel inname van landbouwgrond, niet van natuurgebied;

• geen impact op de recreatieve waarde aangezien het gebied geen

uitgesproken recreatieve waarde heeft;

• het terrein is goed bereikbaar voor auto – en vrachtverkeer;

• het terrein is relatief goed bereikbaar voor fietsers en voetgangers;

• verbetering van de bestaande situatie qua beeldkwaliteit;

Samengevat kan men stellen dat een bedrijventerrein ten zuiden van Walderdonk en ten westen

van de Groenstraat een verderzetting betekent van de typische ruimtelijke structuur van

Wachtebeke – centrum met een afwisseling van open en bebouwde ruimtes langsheen

hoofdassen.


6 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of programma

6.1 Beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

Het RUP wordt opgemaakt ter realisatie van een nieuw lokaal bedrijventerrein en containerpark ter

hoogte van Walderdonk.

Gezien de ligging en de aard van het RUP zijn er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten

die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.

6.2 Algemene methodiek

Onderstaand wordt een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke

milieueffecten van het voorgenomen plan op volgende verschillende disciplines gegeven:

� de gezondheid en veiligheid van de mens;

� de ruimtelijke ordening;

� de biodiversiteit, fauna en flora;

� de energie- en grondstoffenvoorraden;

� de bodem;

� het oppervlakte- en grondwater;

� de atmosfeer en de klimatologische factoren;

� het geluid en de trillingen;

� het licht;

� de stoffelijke goederen en het cultureel erfgoed (met inbegrip van het architectonisch

en archeologisch erfgoed);

� het landschap;

� de mobiliteit;

De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden dieper

uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de

ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele

leemten in de kennis.

Daarna volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.


6.3 Beschrijving en inschatting per discipline

DE GEZONDHEID EN DE VEILIGHEID VAN DE MENS

Referentiesituatie Het plangebied is onbebouwd, met uitzondering van een woning in de noord – oostelij

wordt niet meer bewoond. Het huidige ruimtegebruik bestaat uit landbouwgrond en weilan

Het plangebied bevindt zich langsheen Walderdonk, een straat waarin zich een mix

gemeenschapsvoorzieningen bevindt. De densiteit ligt er niet bepaald hoog.

Walderdonk (N449) is een invalsweg naar het centrum van Wachtebeke en tevens een

De weg krijgt op dit moment heel wat bestemmings – en doorgaand verkeer te slikken.

De Genste kanaalzone is ruimtelijk sterk aanwezig binnen de gemeente, ook al is er in

aanwezig. De fabrieken en rookpluimen zijn vaak zichtbaar op de achtergrond van het lan

Mogelijke effecten Als gevolg van de ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein en het containerpark kun

op het vlak van geur en lawaai. De kavelgrootte op het bedrijventerrein wordt echter

waardoor zich enkel kleine en lokale bedrijven kunnen vestigen, met uitzondering van b

Wachtebeke die zich wensen te herlokaliseren. Hinderlijke inrichtingen die geur – en/of

worden niet toegelaten, alsook geen Seveso - bedrijven. De veiligheid en de gezondheid

Het containerpark kan daarentegen wel overlast veroorzaken voor de omwonenden. Voo

met zich meebrengen.

De omgeving zal weinig hinder ondervinden van bijkomende mobiliteit. Het extra person

afgeleid worden richting R4, waardoor de woonkern van Wachtebeke gespaard

verkeersveiligheid – en leefbaarheid blijft dus gegarandeerd. Bovendien is er door de g

bedrijventerrein slechts één nieuwe aansluiting vereist op Walderdonk, wat ten goede ko

De bewoners van Wachtebeke zullen ook weinig (extra) visuele hinder ondervinden van

bedrijventerrein en het containerpark sluiten zowel ruimtelijk als visueel aan bij de besta

Het nieuwe bedrijventerrein zal bovendien van een veel kleinere schaal zijn dan de groot

Door de beperkte omvang en de kleinschaligheid van het bedrijventerrein, in combinatie

woningen met bedrijven in Walderdonk, is het verantwoord een nieuw lokaal bedrijventer

Milderende maatregelen In de stedenbouwkundige voorschriften zal opgenomen worden dat hinderlijke inrichtinge

op het bedrijventerrein. Op die manier zullen vervuilende emissies beperkt blijven en

omwonenden gegarandeerd worden.


Wat betreft de geurhinder afkomstig van het containerpark, zullen de meest hinderlijke a

zo ver mogelijk van de bewoning. Het lokale bedrijventerrein kan ook als buffer die

bewoning langsheen Walderdonk.

Rondom het bedrijventerrein worden groene buffers aangelegd, die geluiden afkomstig v

bijkomende hinder voor de omwonenden ten opzichte van het nulalternatief zal dus be

natuurlijke overgang tussen de open ruimte en het bedrijventerrein, waardoor de visuele

In de stedenbouwkundige voorschriften zullen ook beperkingen opgelegd qua bou

schoorstenen worden niet toegelaten op het lokale bedrijventerrein. De openheid van het

Aanzienlijk milieueffect Nee


DE GEZONDHEID EN DE VEILIGHEID VAN DE MENS


RUIMTELIJKE ORDENING

Referentiesituatie Het plangebied is volledig gelegen in landbouwgebied volgens het gewestplan Gentse en

Het plangebied is niet gelegen binnen een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan, e

verkavelingsvergunning of een nog geldend BPA.

Mogelijke effecten Nihil, het RUP ondersteunt en is een uitvoering van de doelen vooropgesteld in het geme

In tegenstelling tot de bepalingen opgenomen in het GRS (i.v.m. de inplanting van bedrijv

3.9 ‘Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen) worden bedrijventer

westen van het bestaande serrebedrijf. Deze bundeling biedt heel wat voordelen op vla

principes die voorop staan binnen het GRS. Er treedt namelijk minder versnippering

containerpark kunnen gezamenlijk gebruik maken van infrastructuren (parkeermoge

Tussen de bedrijven en het containerpark kan er ook synergie ontstaan. Bovendien kom

wat ten goede komt van de verkeersveiligheid.

De bundeling biedt ook voordelen op het vlak van milieuhygiëne. De mogelijks hinder

grotere afstand van de woonkern.

De inplanting voldoet aan de principes van de goede ruimtelijke ordening, door de ligg

secundaire weg type II.

Aangezien er enkel lokale en niet – hinderlijke activiteiten worden toegelaten op het terr

qua aard verenigbaar met de onmiddellijke woonomgeving. De ontwikkeling van het loka

ruimtegebruik, namelijk een open landbouwgebied.

Milderende maatregelen Niet alleen ten opzichte van de woonomgeving, maar ook ten opzichte van de open rui

moet een gepaste overgang creëren tussen het lokale bedrijventerrein en het open lan

de bepalingen in het richtinggevend gedeelte van het GRS, hoogstammig groen bevatten

in die zone die de gemeente Wachtebeke landschappelijk wil verdichten om een buffer t

de woonkern van Wachtebeke.

Een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein en een verzorgde architecturale

inpassing van de bedrijven.



RUIMTELIJKE ORDENING


BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA

Referentiesituatie Voor het grootste deel bestaat het grondgebruik in het plangebied uit landbouwgrond of

weide of grasland.

Parallel aan de landbouwpercelen lopen verschillende noord – zuidgerichte afwateringsg

plangebied. Sommige van deze grachten worden geflankeerd door houtkanten of laag str

Het plangebied of de onmiddellijke omgeving ervan wordt op de biologische waard

waardevol gebied. In de ruimere omgeving zijn het Kloosterbos, de omgeving van

landbouwgebieden ten zuiden en oosten van het plangebied wel biologisch waardevol te

Er bevinden zich geen VEN –, vogelrichtlijn – of habitatrichtlijngebieden binnen het plan

ervan, alsook geen broedgebieden, slaapplaatsen of vogeltrekroutes.

Mogelijke effecten Met de komst van het lokale bedrijventerrein en het containerpark kan er door d

biotoopwijziging plaatsvinden. Vermits het landbouwgebied echter weinig biologisch wa

impact op de fauna en flora beperkt blijven.

Wanneer de nieuwe bedrijven milieubelastend van aard zijn, kunnen ze een verstor

aanwezige fauna en flora met zich meebrengen.

Milderende maatregelen Voor de bedrijven die zich vestigen op het nieuwe bedrijventerrein gelden de bep

milieuwetgeving, omtrent vervuilende emissies die schadelijk zijn voor het milieu. Ook

opgelegd in de Vlarem – wetgeving.

In de stedenbouwkundige voorschriften zal ook opgenomen worden dat hinderlijke inrich

zijn op het bedrijventerrein. Op die manier zullen vervuilende emissies beperkt blijven als

Als compensatie voor de inname van het landbouwgebied en de mogelijke ecotoopwijz

een groene buffer aangelegd. Ook binnen het bedrijventerrein zal aandacht besteed wo

van het openbaar domein.



BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA


ENERGIE - EN GRONDSTOFFENVOORRADEN

Referentiesituatie In de omgeving van het plangebied ligt een ontginningsgebied. De ontginningen zij

natuurgebied is gerealiseerd. De vroegere ontginningsputten doen nu dienst als vijvers.

Mogelijke effecten Nihil.

Milderende maatregelen Via de stedenbouwkundige voorschriften kan het gebruik van energiebesparende m

bouwen, ...) door de toekomstig te ontwikkelen bedrijven gestimuleerd worden.

Op het bedrijventerrein zal ook een CO2 – neutraliteit worden nagestreefd, waarb

elektriciteitsverbruik wordt geëist. Het principe kan gerealiseerd worden door de aankoo

de bedrijven. Groene stroom betreft elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronn

energie, biomassa, biogas en waterkracht.

Ook rationeel omspringen met energie, duurzaam bouwen, zelf investeren in duurzame

van de CO2 – neutraliteit.



BODEM

Referentiesituatie Het plangebied is gelegen in de zandstreek van de Vlaamse Vallei. Deze streek is een lDe hoogte wisselt tussen 4 en 10 meter. Het plangebied bevindt zich specifieker in een dde dekzandrug Maldegem – Stekene.

De bodem bestaat uit een vochtige zandstructuur. Op de drainagekaart is te zien dat heDe grote doorlaatbaarheid van de zandbodem zorgt voor een goede drainering van het g

Uit de bodemerosiekaart valt af te leiden dat het plangebied niet gevoelig is voor erosie.

In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, stelde de Vlaamse overheid natuur en bos op voor verschillende buitengebiedregio’s, waaronder de regio Waasland.kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande ggebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. In het operationeel uitvgewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden.

Het plangebied is gelegen in de deelregio ‘Vlaamse Vallei’, meer bepaald binnen het samvan Wachtebeke, tussen Langelede en Heidebos. De landbouw is hier de hoofdfunctie.

Buiten de herbevestiging van het gewestplan werden voor het gebied geen uitvoeringsprogramma.

Mogelijke effecten Door de ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein en het containerpark – de bouw

wegenis en verhardingen, ... – kan het bodemprofiel en de bodemstructuur wijzigen als g

De toename van verharde oppervlakte heeft tevens nadelige gevolgen op het grondwate

de bodem daalt. Ook bemalingen tijdens de werken en grondwaterwinningen door d

wijzigen en bodemzettingen veroorzaken.

De kans op bodemerosie als gevolg van de afnemende infiltratiecapaciteit is gering, ge

omgeving ervan niet erosiegevoelig is. Bodemzettingen of wijzigingen van het grondwa

op de doorgaans grote infiltratiepotentie van zandige ondergronden.

De nieuwe activiteiten op het terrein – industrie en ambacht, maar vooral het containerpa

– en/of grondwaterverontreiniging met zich meebrengen. Ook het voorzien van on

(stookolietanks, ...) kan een negatieve invloed hebben op de structuur en de kwaliteit van

Is de bodem van het nieuwe lokale bedrijventerrein reeds verontreinigd, dan besta

verontreiniging ten gevolge van grondverzet.

Milderende maatregelen Voorafgaand aan de werken zal een onderzoek naar de bodemstructuur – en kwalit


resultaten kunnen dan de gepaste maatregelen genomen worden en eventueel aangepas

Ter compensatie van de bijkomende verharde oppervlakten en het verlies aan infiltrati

waterretentiezone worden ingericht. Deze zone kan de vorm aannemen van een bufferb

een combinatie van beide. Het regenwater zal in de grachten en/of het bekken opgevan

de bodem. In combinatie met het gebruik van waterdoorlatende verharding waar m

groenzones zal de infiltratiepotentie van de bodem nauwelijks afnemen ten opzichte van

Ook zullen aan de bedrijven individuele maatregelen worden opgelegd in verband met

van regenwater. Hierbij kan verwezen worden naar de vigerende wetgeving in verband m

zijnde de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infilt

gescheiden lozing van afval – en hemelwater (BVR 1/10/2004).

Voor de bedrijven die zich vestigen op het nieuwe bedrijventerrein gelden de bep

milieuwetgeving, inzake afval - en afvalwaterbehandeling, teneinde verontreiniging

vermijden. In de stedenbouwkundige voorschriften zal ook opgenomen worden dat hind

toegelaten zijn op het bedrijventerrein.

Voor het containerpark gelden de regels opgelegd in de Vlarem – wetgevi

oppervlaktewaterbehandeling.



BODEM


WATER

Referentiesituatie Ten zuiden van het plangebied loopt een beek, die afwatert naar de Voortbeek. De onbevaarbare waterloop van categorie 2. De beek, grenzend aan het plangebied, is zuidgerichte afwateringsgrachten parallel aan de landbouwpercelen.

Het plangebied behoort tot bekken van de Gentse Kanalen, en daarin tot het deelbekken

Het plangebied behoort niet tot een grond – of oppervlaktewaterwingebied of een besche

Wat betreft de watertoets kunnen voor het plangebied volgende vaststellingen gedaan wo

• het plangebied is niet overstromingsgevoelig

• het plangebied is infiltratiegevoelig

• het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstromingen

• het plangebied ligt lager dan het niveau van Walderdonk

• het plangebied bevindt zich niet nabij het winterbed van een rivier

De grondwaterkwetsbaarheid van het gebied ligt zeer hoog.

Het RUP ligt in het centraal gebied op het zoneringsplan. Dit wil zeggen dat hzuiveringsstation.

Mogelijke effecten Door de ontwikkeling van het nieuwe lokale bedrijventerrein en het containerpark, zullen

gerealiseerd, o.a. de verhardingen bij bedrijfsgebouwen, interne wegenis, parkings, ..

verhard of bebouwd worden. Hierdoor neemt de infiltratiecapaciteit van de bodem af en

Regenwater kan moeilijker infiltreren en stroomt af naar lager gelegen gebieden met

Zoals reeds vermeld bij de afdeling ‘Bodem’ zullen bodemerosie of wateroverlast niet fre

– en drainagecapaciteit van de zandige ondergrond en de beperkte erosiegevoeligheid va

Door bemaling, afstromend hemelwater, bedrijfsafvalwater, ... kan de kwaliteit van gro

factor is belangrijk daar de grondwaterkwetsbaarheid in het gebied zeer hoog ligt. Aange

niet – hinderlijke bedrijven toegelaten worden, is de kans op verontreinigende activiteit

bedrijventerrein een gescheiden rioleringstelsel gerealiseerd worden waarbij het regenwa

zuiden van het bedrijventerrein, en waarbij het afvalwater aangesloten wordt op de besta

De activiteiten van het containerpark kunnen daarentegen wel de kwaliteit van grond

omzichtig omgesprongen wordt met afvalwater en afstromend regenwater.

De realisatie van ondergrondse constructies kan effecten hebben op het grondwaters

afhankelijk van het type ondergrondse constructie en zijn bijgevolg moeilijk te voorspellen


Milderende maatregelen Ter compensatie van de bijkomende verharde oppervlakten en het verlies aan infiltrati

waterretentiezone worden ingericht. Deze zone kan de vorm aannemen van een b

(mogelijks te enten op de bestaande afwateringsgrachten), of van een combinatie van

grachten en/of het bekken opgevangen worden en geleidelijk aan infiltreren in de bodem

afgevoerd naar de Voortbeek. Het bufferbekken en/of de grachten worden zoda

bergingscapaciteit is, zodat de kans op wateroverlast aanzienlijk verkleind. De exact

waterbergingszone zal tijdens de inrichtingsstudie van het bedrijventerrein gebeuren in ee

In combinatie met het voorzien van verschillende groenzones zal de infiltratiepotenti

opzichte van de referentiesituatie. Waar mogelijk kan ook waterdoorlatende verhardin

oplevert voor grond – of oppervlaktewaterverontreiniging.

Aan de bedrijven zullen ook individuele maatregelen worden opgelegd in verband met

van regenwater. Hierbij kan verwezen worden naar de vigerende wetgeving in verband m

zijnde de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infilt

gescheiden lozing van afval – en hemelwater (BVR 1/10/2004).

In het ruimtelijk uitvoeringsplan moet gestreefd worden naar het voorkomen en

waterschadelijke en milieugevaarlijke stoffen die via de diffuse verspreiding in het w

containerpark moeten hieromtrent voldoen aan de bepalingen en criteria opgelegd in

afstroomt van oppervlaktes waarop verontreinigende activiteiten plaatsvinden, zal ge

afstromen naar de zuidelijke beek.

Bij de realisatie van een ondergrondse constructie zal de aanvrager de impact op

aantonen bij de vergunningsaanvraag.



WATER


WATER

Kaart 9 : Overstromingsgevoeligheid Kaart 10 : Infiltratiegevoeligheid


WATER

Kaart 11 : Grondwaterstroming Kaart 12 : Hellingenkaart


WATER

Kaart 13 : Grondwaterkwetsbaarheid


WATER


ATMOSFEER EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN

Referentiesituatie De huidige wegenis, woningen, bedrijven en landbouwpercelen oefenen geen significan

klimatologische factoren.

Mogelijke effecten Ten gevolge van de nieuwe bedrijfsactiviteiten en de activiteiten op het containerpark k

ten opzichte van het nulalternatief. De hoedanigheid en de grootteorde van deze e

screeningsnota echter moeilijk ingeschat worden. Wel kan gesteld worden dat d

kleinschaligheid van het bedrijventerrein.

Milderende maatregelen Stedenbouwkundige voorschriften vormen niet het geschikte instrument om maa

luchtvervuiling. Hiervoor dient verwezen te worden naar de vigerende milieuregelgeving h

Op het bedrijventerrein zal CO2 – neutraliteit worden nagestreefd, waarbij van de bedrijv

wordt geëist. Het principe kan gerealiseerd worden door de aankoop of de productie van

stroom betreft elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, zoals daar zijn :

biogas en waterkracht. Ook rationeel omspringen met energie, duurzaam bouwen, z

elementen ter bevordering van de CO2 – neutraliteit.


GELUID

Referentiesituatie De huidige bedrijven, wegenis, woningen en landbouwactiviteiten in en rondom het

geluidshinder.

Mogelijke effecten De toename van het vracht – en personenverkeer, als direct gevolg van de realisatie v

hinder veroorzaken voor de omwonenden, niet alleen op vlak van verkeersveiligheid – e

Bovendien zal door de toename van bedrijfsactiviteiten het omgevingsgeluid verhogen.

Ten opzichte van het nulalternatief – het geluid van de bestaande bedrijven en voorzien

langs Walderdonk – zal de extra geluidshinder echter beperkt blijven, aangezien op he

kleinschalige activiteiten worden toegelaten.

Milderende maatregelen De stedenbouwkundige voorschriften kunnen geen limieten opleggen wat betreft to

verwezen naar de huidige regelgeving hieromtrent in Vlarem II.

De geluidsemissies van de bedrijfsactiviteiten kunnen indirect wel verminderd worden do


Door gebouwen ruimtelijk aaneen te sluiten of door de aanplant van groene structuren

beperkt worden.


LICHT

Referentiesituatie De huidige bedrijven, wegenis, woningen en landbouwactiviteiten in en rondom het

lichthinder.

Mogelijke effecten Door de komst van de nieuwe activiteiten, kan de lichthinder toenemen ten opzichte van

Milderende maatregelen Via de stedenbouwkundige voorschriften zal de toegestane lichtreclame op bedrijfsgebou


STOFFELIJKE GOEDEREN EN CULTUREEL ERFGOED

Referentiesituatie Binnen of in de directe omgeving van het plangebied komen geen beschermde sta

ankerplaatsen en punt – of lijnrelicten. De dichtstbij gelegen relictzone is ‘Kloosterbos

plangebied.

Binnen het plangebied liggen ook geen gebouwen met een erfgoedwaarde, die opg

Erfgoed, die vastgesteld werd op 14 september 2009.

Mogelijke effecten Gezien binnen het RUP geen gebouwen of zones liggen met een erfgoedwaarde, zal h

ook geen negatieve effecten veroorzaken.

Milderende maatregelen Niet van toepassing



STOFFELIJKE GOEDEREN EN CULTUREEL ERFGOED


LANDSCHAP

Referentiesituatie Het plangebied is gelegen binnen de dekzandrug van Maldegem – Stekene. Deze ope

doorheen de gemeente en vormt een eerder gesloten compartimentenlandschap me

Kloosterbos. In het gebied van de dekzandrug komen verschillende functies voor

akkerlanden en weilanden, residentiële bebouwing, ... Het microreliëf van de centrale

uitwaaiingskommetjes, en ligt gemiddeld 2,5 meter hoger boven de zeespiegel dan de

vlak reliëf kent.

Het RUP ligt specifieker in een deellandschap van de centrale dekzandrug, namelijk ‘de o

vormt een overgang tussen de dekzandrug en de Moervaartdepressie. Het deelland

landbouwgebied met een beperkt aantal kleine landschapselementen. Verscheiden

landschap. Het zijn voornamelijk populieren of knotwilgen die langs wegen, beken en g

het plangebied aan een beekje, dat een vertakking is van de Voortbeek.

Het plangebied behoort tot het traditionele landschap ‘Moervaartdepressie’, dat ge

plaatselijke compartimenten van kleine bossen. Binnen dit landschap zijn verre en s

kanaalzone is echter ruimtelijk sterk aanwezig binnen de gemeente, ook al is er in d

aanwezig. De fabrieken en rookpluimen zijn vaak zichtbaar op de achtergrond van het lan

Het ruimtegebruik in het gebied betreft voornamelijk akkerlanden. De landbouw in de

grondgebonden.

In de omgeving van het plangebied wenst de gemeente een specifiek ruimtelijk b

overgangszone tussen de havenzone en de woonkern van Wachtebeke, waarvan men

als overgang naar de kanaalzone. Door middel van de gerichte inplanting van hoogst

gesloten karakter krijgen, in aansluiting bij het Kloosterbos. Samen met het Kloosterbo

buffer tussen de Gentse kanaalzone en de gemeente Wachtebeke.

Mogelijke effecten Het nieuwe lokale bedrijventerrein en het containerpark zullen open ruimte innemen,

bestaande bedrijvigheid langsheen Walderdonk. De inplanting respecteert bovendien de

langs Walderdonk. De bouwlijn van het nieuwe bedrijventerrein komt overeen met die v

van de straat. Het bedrijventerrein vormt, komende vanaf de R4, een toegangspoort tot W

Bovendien past het plan binnen het vernoemde ruimtelijk beleid dat de gemeente w

ruimtelijk kader van landschappelijke verdichting tussen de Gentse kanaalzone en het d

ontwikkelen, zoals o.a. bedrijvigheid, op voorwaarde dat ze globale bufferende functie v

en dat ze landschappelijk ingepast worden in de omgeving. Rondom het bedrijventerrein


buffer aangelegd, met mogelijks hoogstammig groen. Deze buffer zal de bufferende

vergroten en zal bovendien een natuurlijke en landschappelijke overgang tussen bedrijve

Aangezien de ruimtelijke inpassing van de bedrijven in het landschap een belangrijk gege

aan de architecturale vormgeving van de gebouwen en aan de inrichting van de openbar

De hoge torens en bedrijfsgebouwen binnen de havenzone zijn dominant aanwezig bin

van de gemeente. Het nieuwe bedrijventerrein en het containerpark sluiten visueel aan

kanaalzone, maar zullen de landschapsbeleving niet of nauwelijks verstoren gezien d

gebouwen en schoorstenen worden niet toegelaten.

Milderende maatregelen In de stedenbouwkundige voorschriften kunnen maatregelen opgelegd in verband met

bufferzone. Soorten en groeihoogtes kunnen gesuggereerd worden.

In de stedenbouwkundige voorschriften kunnen beperkingen opgelegd worden in verban

van de volumes.



LANDSCHAP


MOBILITEIT

Referentiesituatie Het plangebied is gelegen langsheen Walderdonk of de N449. Deze weg is een 2x1 – w

zijden (buiten het centrum) en met rechtstreekse perceeltoegangen. Dagelijks rijden

Gemeentelijk Mobiliteitsplan Wachtebeke, 2005). Langs de N449 is een streekbuslijn

gelegen.

Het verkeer dat Walderdonk aandoet, is ofwel bestemmingsverkeer voor de bedrijven

richting de kern van Wachtebeke of naburige kernen.

Mogelijke effecten Door de realisatie van het lokale bedrijventerrein en het containerpark zal extra verkeer

Dit zal zowel personenverkeer (werknemers/klanten) als vrachtverkeer (vrachtwag

verkeersstromen voor het bedrijventerrein zijn vooral te verwachten tussen 8u ’s morgen

zal de verkeerspiek op weekavonden en zaterdagen liggen. Aangezien het bestemming

mogelijk naar de R4 zal afgeleid worden en aangezien de verkeerspieken van beide ac

voor de bewoners van Walderdonk en de kern van Wachtebeke beperkt blijven.

Milderende maatregelen Vermits de gemeente Wachtebeke met het nieuwe lokale bedrijventerrein doelt op he

gemeente, zal de uitbouw van de openbaar vervoer – en fietsbereikbaarheid zeer b

openbaar vervoerverkeer zal de extra verkeersbelasting op Walderdonk beperkt blijven.

Het huidige profiel van Walderdonk zal in de toekomst heraangelegd worden met een

manier wordt de verkeersveiligheid van de nieuw te ontwikkelen functionele fietsrou

Bovendien wordt ter hoogte van het nieuwe bedrijventerrein een oversteekplaats voorzie

Ter hoogte van het bedrijventerrein zullen verkeersremmende maatregelen i

snelheidsvermindering van 70 km/u naar 50 km/u.



6.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten

Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/neen

Effect op

de gezondheid en veiligheid van de mens Nee

de ruimtelijke ordening Nee

de biodiversiteit, fauna en flora Nee

de energie- en grondstoffenvoorraden Nee

de bodem Nee

het oppervlakte- en grondwater Nee

de atmosfeer en de klimatologische factoren Nee

het geluid en de trillingen Nee

het licht Nee

de stoffelijke goederen en het cultureel erfgoed Nee

het landschap Nee

de mobiliteit Nee

Het RUP beoogt de realisatie van een lokaal bedrijventerrein en een containerpark. Beide

activiteiten functioneren op lokaal niveau en zijn bijgevolg qua schaal en qua aard verenigbaar met

de omgeving, op voorwaarde dat een goede landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd. Door

de kleinschaligheid van de geplande activiteiten zijn weinig tot geen effecten met een grote

invloed te verwachten.


7 De samenhang tussen de genoemde factoren

De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte

beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve

effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande.


8 Discipline overschrijdende conclusie onderzoek milieu-effecten

Op basis van de beschikbare informatie kan worden besloten dat t.g.v. het RUP ‘Lokaal

bedrijventerrein Walderdonk’ geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het RUP valt

bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007.

De milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verwerkt in het

ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan.

Er wordt geen planMER nodig geacht.


BIJLAGEN Bijlage 1 : Locatie – onderzoek : Afweging mogelijke locaties voor een lokaal bedrijventerrein Bijlage 2 : Locatie – onderzoek : Afweging 4 goede locaties voor een lokaal bedrijventerrein


Bijlage 1 : Locatie – onderzoek – Afweging mogelijke locaties voor een lokaal bedrijventerrein


Bijlage 2 : Locatie – onderzoek : Afweging 4 goede locaties voor een lokaal bedrijventerrein

Wachtebeke - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · port arthurlaan 11 B-9000 gent tel 32 (9)...

Documents

Transcript of Wachtebeke - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · port arthurlaan 11 B-9000 gent tel 32 (9)...