Programma van toetsing en doorstroming -...

Programma van toetsing en doorstroming

CURSUSJAAR 2018-2019

Leerweg: K Klas: 1

Vak: M&N NT Methode: NOVA

Toetsnr Wat moet je voor de toetsing doen? Kerndoelen* Soort +

tijd Weging

1.1.1

OVZ boekje lengtematen / oppervlaktematen / Inhoudsmaten (1BKT-H0-R1) Je:

Weet wat lengtematen zijn

Weet wat eenheden van lengtematen zijn

Kan van de ene lengtemaat naar een andere lengtemaat omrekenen

Weet wat oppervlaktematen zijn

Weet wat de eenheden van oppervlaktematen zijn

Kan omrekenen van de ene naar de andere oppervlakte maat

Weet wat inhoudsmaten zijn

Weet wat eenheden van inhoudsmaten zijn

Kan van de ene inhoudsmaat naar de andere omrekenen.

2

3

4 Schriftelijk

Rep

1 lesuur

2

1.0.1

Nask/nr: 1K-H2-S1 Hst2.1+2.2+Extra

Je:

Kunt verschillende stoffen en materialen benoemen en herkennen.

Weet wat en welke stofeigenschappen er zijn.

Kunt werken met tabellen van stofeigenschappen.

Weet hoe een Teclubrander werkt en onderdelen benoemen.

Kunt een maatglas aflezen.

Weet het verschil en kent de eigenschappen tussen oplossing, emulsie en suspensie.

Weet wat bezinksel en emulgator is.

Weet wat extraheren en filtreren is.

Kunt berekenen van dichtheid

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1



Kunt de dompelmethode toepassem.

1.0.2

Nask/nr 1K-H2-S2 Hst 2.3 t/m 2.5 + Extra. Je

Weet het verschil tussen massa en volume.

Volume en dichtheid van een stof kunnen berekenen.

Benoemen en herkennen van groot- en eenheden.

Weet wat SI eenheden zijn

Weet verschil tussen residu en filtraat.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

1.2.1

Practicum schaalverdelingen Je: Gaat praktisch aan de slag met het werken met en aflezen van verschillende schaalverdelingen

1

5

Praktisch

2 lesuren

1

1.2.2 Je: Maakt enkele werkstukken bij techniek

6 Praktisch 0,8

1.1.2

Nask/nr 1K-H2-R1 Hfst 2. Afsluitende toets over gehele hoofdstuk.

2

3

4

Schriftelijk Rep

1 lesuur 2

Einde rapportperiode 1.

2.0.1

Nask/nr 1K-H3-S1 Hfst 3.1 t/m 3.3 +Extra. Je

Kunt benoemen in welke 3 fasen en aanverwanten voor kan komen.

Kunt benoemen bij welke temperaturen er een faseovergang plaats vindt.

Kunt deze faseovergangen benoemen.

Weet waaruit een thermometer bestaat.

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1



Weet hoe een temperatuur bepaald wordt.

Kunt benoemen wat kookpunt en het smeltpunt.

Weet wat kristallisering is en hoe het eruit ziet.

Weet wat de 3 temperatuuraanduidingen zijn.

Kunt omrekenen van Celsius naar Kelvin en visa versa.

Weet de vormen van verbranding en uitstoot verbaranding en hun natuurkundige benamingen.

Weet verschil tussen C-CO-CO2.

2

3

4

2.0.2

Nask/nr 1K-H3-S2 Hfst 3.4+3.5 + Extra. Je

Weet dat water als een oplossing gebruikt kan worden.

Weet welk deel van oplossing het oplosmiddel is.

Weet waaruit lucht bestaat.

Weet wat luchtdruk en vacuüm is.

Kunt omgaan met tabellen smeltpunt en kookpunt.

Weet hoe een koelkast werkt en kunt de hoofdonderdelen benoemen.

Kunt atoom en molecuul tekenen en benoemen.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

2.2.1

Practicum waterkoken

Je gaat praktisch aan de slag met een teclubrander, thermostaat ,stopwatch maatbeker en gaat water koken, je

meet de resultaten.

1

5

Praktisch

2 lesuur

0,8

2.2.2

Je maakt enkele werkstukken bij techniek.

6 Praktisch 0,8

2.1.1

Nask/nr 1K-H3-R1 Hfst 3 Afsluitende toets over gehele hoofdstuk.

2

3

4

Schriftelijk Rep

1 lesuur 2




3.0.1

Nask/nr 1K-H4-S1 Hfst 4.

Je

Weet de wet van Ohm en kan hem toepassen.

Weet wat spanning stroom weerstand en vermogen is.

Weet waaruit ze uitgedrukt worden en met welke letter.

Je kunt een elektrocircuit opzetten en tekenen.

Je kent enkel elektrische symbolen.

Kan een serie en parallelschakeling en weet het verschil.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

3.0.2

Nask/nr 1K-H4-S2 Hfst 4 Je

Weet de Wet van Ohm en kan hem toepassen.

Weet en benoemen Vermogen en KiloWattuur.

Berekening kunnen maken kosten kilowattuur.(verbruik)

Weet de werking van zekering(en) en aardlekschakelaar.

Weet het verschil tussen kortsluiting en overbelasting.

Weet wat een elektriciteitscentrale; dynamo; generator; hoogspanning; transformatoren; groepenkast; groep en meterkast; stopcontact; randaarde; schakelaar; noodvoorziening en magnetisme is.

Weet verschillende soorten energieopwekkingen.(wind zon water kern)

Weet de voor en nadelen van kernenergie.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

3.2.1

Hfst 4: Je gaat een elektrocircuit opzetten bestaande uit een serie en een parallelschakeling en hieraan verricht je

metingen.

1

5

Praktisch

2 lesuren

1

3.2.2 Je maakt verschillende elektronische opdrachten waarbij begrippen als voedingen weerstanden condensatoren diode’s LED en transistoren aan de orde komen.

1

5

Praktisch

6 lesuren

1



3.0.3 Nask/nr: 1K-H4-S3 Je maakt een verslag van een thuisopdracht betreffende eigen huisinstallatie.

2

3

4

Schriftelijk 1

3.2.3 Je maakt enkele werkstukken bij techniek.

6 Praktisch 0,8

3.1.1 Nak/nr: 1K-H4-R1 Hfst4: Afsluitende toets over gehele hoofdstuk.

2

3

4

Schriftelijk Rep

1 lesuur 2


Kerndoelen onderbouw:

1 De leerling leert vragen over natuurwetenschappelijke, technologische en zorggerelateerde onderwerpen om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek

over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren

.

2. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze

sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.

3. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke

toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

4. De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie

met omgeving en milieu.



5 De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht,

beweging, energie en materie.

6. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op

planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken.

7. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische

gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen.

8 De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen,

leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.



Leerweg: BB Klas: 2

Vak:MNNT Methode: NOVA

Toetsnr Wat moet je voor de toetsing doen?

Kerndoelen

*

Soort +

tijd

Weging

1.0.1

Hfdst 5 Warmte : (5.1 – 5.3) (2B-H5N-S1) Je:

Weet dat er verschillende warmtebronnen zijn en dat daar verschillende brandstoffen voor nodig zijn

Weet wanneer er sprake is van een volledige en wanneer van een onvolledige verbranding. Kent de gevaren van een onvolledige verbranding.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

1.2.2 Je:

Maakt enkele werkstukken bij techniek

6 Praktisch 0,8

1.0.2

Hfdst 5 Warmte: (5.4 – 5.8) (2B-H5N-S2) Je:

Weet dat er drie manieren van warmtetransport zijn.

Weet deze te benoemen en te herkennen.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

1.1.2

Hfdst 5 Warmte (2B-H5N-R1)

Afsluitende toets over gehele hoofdstuk

2

3

4

Schriftelijk

Rep

1 lesuur

2



1.0.3

Hoofdstuk 6 Kracht en beweging (6.1 – 6.3) (2B-H6N-S1) Je:

Weet waar de snelheden in uitgedrukt worden.

Kan het omrekenen van Km/h naar m/s en visa versa.

Weet de begrippen snelheid; snelheidsverandering; versnelde beweging; constante beweging en vertraagde beweging.

Weet de verschillen tussen meewerkende; tegenwerkende en de overblijvende of Netto kracht.

De leerlingen kan ook krachten bereken en tekenen.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1


2.0.1

Hoofdstuk 6 Kracht en beweging (6.4 – 6.6) (2B-H6N-S2) Je:

Kan een diagram uitlezen betreffende afgelegde weg; versnelling; vertraging; stopafstand.

Kent de begrippen: wrijving; remweg; luchtweerstand; stroomlijn; reactietijd.

Kan de stopafstand bepalen.

Kent de begrippen: hoofdsteunen; veiligheidsgordels; airbags; kreukelzones; kooiconstructies en whiplash.

Kan bereken maken uit een grafiek zoals afgelegde weg; stopafstand en versnelling vertraging en remafstand bij verschillende snelheden en gemiddelde afstand.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

2.1.1

Hoofdstuk 6 Kracht en beweging (2B-H6N-R1) Afsluitende toets over gehele hoofdstuk

2

3

4

Schriftelijk

Rep

1 lesuur

2

2.2.1 Je:


5 Praktisch 0,8

2.0.2 Hoofdstuk 7 Geluid (7.1 – 7.3) (2B-H7N-S1) Je:

2 Schriftelijk 1



Weet wat geluidsbronnen zijn en weet er enkele te benoemen

Weet hoe je geluid kunt horen en wat een tussenstof is

Weet hoe de binnenkant van een oor er uitziet

Weet wat de onderdelen van een luidspreker zijn

Kent de snelheid van geluid

3

4

SO

1 lesuur

2.0.3

Hoofdstuk 7 Geluid (7.4 – 7.6) (2B-H7N-S2) Je:

Weet wat toonhoogte is

Weet hoe de toonhoogte veranderd bij snaren

Weet wat het begrip frequentie is en de bijbehorende eenheid

Weet wat geluidhinder is en wanneer geluid je gehoor kan beschadigen.

Weet wat de begrippen decibel, gehoorgrens, pingrens en gehoorschade inhouden.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1


3.1.1

Hoofdstuk 7 Geluid (2B-H7N-R1)


2

3

4

Schriftelijk

Rep

1 lesuur

2

3.0.2

Hoofdstuk 8 Licht (8.1 – 8.3) (2B-H8N-S1) Je :

Weet wat een lichtbron is en kunt er enkele benoemen

Weet waarom je iets kunt zien

Weet wat weerkaatsen van licht is

Weet wat een lichtbundel is

Weet welke kleuren je kunt zien en waarom je een bepaalde kleur ziet

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1



Weet welke kleuren ontstaan als je kleuren mengt

Weet hoe licht beweegt

Weet wat schaduw is en hoe het ontstaat

Kunt een schaduw en een schaduwbeeld tekenen

Weet wat een spiegelbeeld is en kunt dit tekenen

3.2.1 Je:


6 Praktisch 0,8

3.0.3

Hoofdstuk 8 Licht (8.4 – 8.6) (2B-H8N-S2)

Je:

Weet wat lichtbreking is

Weet hoe lenzen werken

Weet wat een brandpunt van een lens is

Weet hoe je een beeld kunt construeren bij lenzen

Weet hoe een menselijk oog er uitziet

Weet wat UV en Infraroodstraling is

2

3

4 Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

3.1.2

Hoofdstuk 8 Warmte (2B-H8N-R1)


2

3

4

Schriftelijk

Rep

1 lesuur

2





1. De leerling leert vragen over natuurwetenschappelijke, technologische en zorg gerelateerde onderwerpen om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een

natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.

2. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te

verbinden met situaties in het dagelijks leven.

3. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de

duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

4. De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met

omgeving en milieu.

5. De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging,

energie en materie.



6. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige

wijze een technisch product te ontwerpen en te maken.

7. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid,

en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen.

8. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren,

werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.



Leerweg: K. Klas: 2

Vak: M&N ns/tc Methode: NOVA

Rapportnr

Toetsnr Wat moet je voor de toetsing doen? Kerndoelen* Soort+tijd Weging

1.0.1

Nask/nr: 2K-H5-S1. Hfst 5.1 t/m 5.3 Extra Warmte:

Je

Herkent energiebronnen en kunt ze omzetten naar andere energiebronnen.

Energietabellen omrekenen.

Ontledingsreacties van stoffen aantonen.

Weet werking en benoemt onderdelen van cv installatie.

Weet de voorwaarden van een verbrandings- en blusproces.

Weet de begrippen van broeikaseffect, zoals zure regen en smog.

Weet wat een ontledingsreactie is.

Weet een aantal fossiele brandstoffen.

Weet eigenschappen van brandmelders.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

1.0.2

Nask/nr: 2K-H5-S2. Hfst 5.4 t/m 5.7 Extra Warmte:

Je

Herkent warmtegeleiders en isolatoren.

Herkent warmtetransporten, zoals convectie, warmtestraling en stroming.

Weet wat absorberen is

Weet de werking en herkent het bolletje van s’ Gravenzande.

Weet het begrip uitzettingscoëfficiënt.

Weet het aantal Joules te berekenen.

Weet het begrip Joules en Kilojoules.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1



Weet diverse manieren van eten te bereiden.

1.1.1

Nask/nr: 2K-H5-R1. Hfst 5

Afsluitende toets over gehele hoofdstuk.

2

3

4

Schriftelijk Rep

1 lesuur 2

1.0.3

Nask/nr: 2K-H6-S1. Hfst 6.1+6.2 Bewegen.

Je

Kan omrekenen van Km/h naar m/s en visa versa.

Weet en kan benoemen begrippen als stroboscopisch effect en maken van finish foto’s.

Kan een afstand-tijddiagram aflezen en berekenen van afstanden d.m.v. routeplanners.

Weet wat meewerkende en tegenwerkende Netto kracht is.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1


2.0.1

Nask/nr: 2K-H6-S2. Hfst 6.3+6.4 +Extra:

Je

Weet de begrippen: wrijving; luchtweerstand; stroomlijn; reactietijd; remweg massa vrachtwagens

Weet de stopafstand te berekenen; Stopafstand=reactietijd + remweg.

Weet begrippen: hoofdsteunen; veiligheidsgordels; airbags; kreukelzones; kooiconstructies en whiplash.

Weet verschil tussen soortenschaatsen.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

2.1.1 Nask/nr: 2K-H6-R1. Hfst 6 2 Schriftelijk 2



Afsluitende toets over gehele hoofdstuk 6+ extra..

3

4

Rep

1 lesuur

2.2.1 Je maakt enkele werkstukken techniek 6 . Praktisch 1

2.0.2

Nask/nr: 2K-H7-S1. Hfst7.1+ 7.2.

Je

Weet wat een oscilloscoop, toongenerator en stemvork is.

Weet verschil en weet te tekenen tussen hoge en lage tonen

Weet bij snaarinstrument hoe je hoge en lage tonen kunt maken.

Weet de begrippen: Trillingen Frequentie; Hertz amplitude ultrasoon geluid.

Weet de snelheden van licht, geluid in diverse vormen.

Weet het begrip dB decibel, amplitude, hard en zacht geluid.

Weet het verschil tussen hard en zacht geluid en hoog en laag tonen.

Weet verschil tussen microfoon en luidspeaker en kent de onderdelen.

Kan een luidspeaker of luidspeakerboks tekenen.

Weet wat bas –mid en tweeter is.

Weet de frequenties om te rekenen.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

2.0.3

Nask/nr: 2K-H7-S2. Hfst 7.3t/m7.5 + Extra:

Je

Weet alles hfst 7.1+7.2

Weet wat geluidsoverlast is

Weet wat gehoordrempel is

Weet wat reductiewaarden is.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1



2.1.2

Nask/nr: 2K-H7-R1. Hfst 7


2

3

4

Schriftelijk

Rep

1 lesuur

2


3.0.1

Nask/nr: 2K-H8-S1 Hfst 8

Je

Weet de begrippen natuurlijk en kunstmatig licht; prisma; kleurenspectrum; infrarood en ultraviolet licht.

Weet de begrippen accommoderen; lichtbreking; schaduw en invalshoek.

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

3.0.2

Nask/nr: 2K-H8-S2. Hfst 8

Je

Weet het verschil en tussen evenwijdige lichtbundel; Convergerende lichtbundel; Divergerende lichtbundel.

Weet wat een prisma met licht doet.

Je kent alle kleuren van de regenboog.

Weet wat lichtbreking is.

Weet wat lichtstralen doen.

Weet de onderdelen van je oog.

Weet hoe schaduw getekend wordt op en vlak.

Weet hoe je bij holle en bolle lenzen het resultaat kunt tekenen.

Weet de begrippen brandpuntafstand en middellijn hoofdas. .

2

3

4

Schriftelijk

SO

1 lesuur

1

3.1.1 Nask/nr: 2K-H8-R1.Hfst 8: 2 Schriftelijk Rep

2



Afsluitende toets over gehele hoofdstuk. 3

4

1 lesuur

3.3.1 Hfst 8.

Practicum lichtbrekingen betreffende holle bolle lenzen en spiegels.

5 Praktisch 0,8

3.2.2 Maakt enkele werkstukken bij techniek. 6

Praktisch

1,5



1 De leerling leert vragen over natuurwetenschappelijke, technologische en zorggerelateerde onderwerpen om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek

over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren

.

2. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze

sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.

3. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke

toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

4. De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie

met omgeving en milieu.



5 De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht,

beweging, energie en materie.

6. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op

planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken.

7. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische

gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen.

8. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties

(wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.

Programma van toetsing en doorstroming -...

Documents

Transcript of Programma van toetsing en doorstroming -...