PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING HAVO 5 … · CKV; Inleiding Je bezoekt 5 verschillende...

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

HAVO 5

SCHOOLJAAR 2018-2019

EXAMENPERIODE 2017-2019

EXAMENJAAR 2019

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 Examenjaar 2019

PROGRAMMA van TOETSING en AFSLUITING

Havo Aardrijkskunde

Inleiding We maken gebruik van de methode “De wereld van”. Het eindcijfer van de schoolexamens is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de schoolexamens in leerjaar 4 en 5. Opmerking Het op één decimaal afgeronde eindcijfer van leerjaar 4 gaat als SE- cijfer met wegingsfactor 30 mee naar het eindexamenjaar.

Schoolexamens Twee schoolexamens met wegingsfactor 35.

Handelingsdelen Het vak aardrijkskunde kent geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Basispakket, woordenboek Nederlands en de Grote Bosatlas 55e druk

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 Examenjaar 2019 Toets-/inlever-

moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE

Magistercode Herkansbaar Tijdsduur in

minuten leerjaar Periode

(1-2-3)

4 3 VSG van HAVO 4: *Toets Het Amerikaans-Mexicaanse grensgebied *Proefwerk Het Amerikaans-Mexicaanse grensgebied H1 *Toets Platentektoniek *Proefwerk Natuur en Landschap H2 *Toets vraagstukken in Nederland *Proefwerk vraagstukken Nederland

A, B, C, E

SE 30 SE01 NEE

5 1 Globalisering H1 Vraagstukken in Nederland H4 (Boek Havo 4)

A, B, E

Wereld

Leefom-geving

SE 35 SE02 JA 100

5 3 Endogene en Exogene krachten H2 Brazilië H3

A, C, D

Aarde

Ontwik-kelings-land

SE 35 SE03 JA 100



Havo Biologie

Inleiding In 4 en 5 Havo wordt er gewerkt met de methode Biologie voor jou 4a Havo en 4b Havo en Biologie voor jou 5a Havo en 5b havo, 5de druk. Het eerste SE-cijfer is het VSG van H4.

Leerlingen die van Havo 5 naar Vwo 5 opstromen hebben een groot deel van het Vwo programma reeds bestudeerd, echter met minder verdieping. Het SE1 cijfer is in geval van opstromen het eindexamencijfer (gemiddelde SE-eind + CE) ipv het VSG Vwo 5.

Opmerking Het VSG van Havo 4 bepaald 20% van het SE biologie, de overige 80% van dit cohort zal in Havo 5 worden behaald.

Schoolexamens In havo 5 zijn er twee theoretische schoolexamens die ieder voor 30% meetellen en een practicum tijdens een SE-week die voor 20% meetelt.

Leerlingen die instromen van Vwo 5 naar Havo 5 hebben de lesstof van Havo 4 met meer verdieping bestudeerd, daarnaast zijn er de onderwerpen die in periode 1 en 2 van Vwo 5 behandeld worden stof van Havo 5. Het SE1 in Havo 5 wordt in dit geval als volgt bepaald: 0,5+((7xVSG Vwo 4 + gemiddelde periode 3 Vwo 5)/8)

Handelingsdelen Het vak biologie kent geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine en Binas 6e editie en geo-driehoek

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 Examenjaar 2019 Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Domein Toetsvo

rm

Gewicht SE


minuten leerjaar periode(1-2-3)

4 3 VSG HAVO 4 Behandelde Stof: 1. Inleiding in de biologie 2. Cellen 3. Voortplanting 4. Erfelijkheid 6. Regeling en waarneming 7. Ecologie 5. Evolutie 8. Gedrag

A5, A11, A13, A14, B2, B3, B4,B7, B8,C1, C2, C3, D2, D3, D4, E1, E2, E3,E4, F1, F2, F3

SE 20 SE01 NEE nvt

5 1 Schriftelijk Biologie voor jou: HAVO 4a Th1 (inleiding in de biologie) HAVO 4a Th 2 (cellen). HAVO 4a Th4 (erfelijkheid), HAVO 4b Th5 (evolutie) HAVO 5a Th1 (stofwisseling) HAVO 5a Th2 (DNA)

• A5, A11,

A13, A14, B2

• B2.1, B2.2, B3.1, C1.2, C2, E1, E2

• E4.1, F1.1, F1.3

• B2.1, B3.1, F1.1, F1.2, F1.4, F2.1, F2.2, F2.3, F3

• B2.3, B31, B3.2, B3.3, B3.6

• B1, B2.1, C1.1, C1.2, D1, E1, F1.2

SE 30 SE02 JA 100

5 2 Practicum + verslaglegging tijdens de SE periode

A1 t/m A9 PO 20 PO01 NEE 120


5 3 Schriftelijk Biologie voor jou: HAVO 5a Th3 (Mens&milieu), HAVO 4b Th6 (regeling en waarneming) HAVO 4b Th7 (ecologie) HAVO 5b Th4 (voeding), HAVO 5b Th5 (transport) HAVO 5b Th6 (gaswisseling & uitscheiding), HAVO 5b Th7 (bescherming & evenwicht)

• B2.3, B8.1,

B8.2, B8.3, C2, C3, D4.1, D4.2, F3

• B4.2, B4.3,B6, B7.1, B7.2, B7.3

• B8.1, B8.2, B8.3, C3, D4.1, D4.2

• B3.1, B3.4 • B3.1, B3.6 • B3.1, B3.3,

B3.5, B4.1 • B3.1, B4.1,

B5.1

SE 30 SE03 JA 100

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 examenjaar 2019


Havo CKV

Inleiding Je bezoekt 5 verschillende kunstzinnige activiteiten op het gebied van kunst en cultuur (dans, muziek, film, beeldende kunst, architectuur, theater e.d.). Van deze activiteiten wordt verslag gedaan in verschillende vormen. Deze vind je in onderstaand schema. In de les besteden we aandacht aan achtergrondinformatie van de verschillende disciplines. Het vak is een verplicht onderdeel van alle profielen.

Opmerking CKV wordt in havo 4 afgerond. Het eindcijfer vormt samen met de eindcijfers van levensbeschouwing, maatschappijleer en het profielwerkstuk, het combinatiecijfer.

Schoolexamens In 4H zijn er zes praktische opdrachten. Er zijn geen schoolexamens. De beoordelingscriteria voor deze opdrachten staan in het pakketje dat leerlingen zowel op papier krijgen en in de ELO kunnen vinden.

Handelingsdelen Het vak CKV heeft geen handelingsdelen.

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 examenjaar 2019 Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



4 1 Kunstzinnig zelfportret – verslag Domein A: verkennen

PO 10 PO01 nee Tijdens de les

4 1 KA 1 + KA 2 – vlog Domein B: verbreden

PO 15 PO02 nee Tijdens de les +

activiteitenweek

4 2 KA3 – dialoog (groepsopdracht) Domein B: verbreden

PO 15 PO03 Nee Tijdens de les +

bezoek voorstelling

4 3 KA 4 + KA 5 – vergelijking Domein B: verbreden


bezoek KA’s

4 3 Meesterproef – verslag + presentatie (groepsopdracht)

Domein C: verdiepen


activiteitenweek

4 3 pitch – mondeling Domein D: verbinden

PO 20 PO06 nee Tijdens de les + in

proefwerkweek



Havo Duits

Inleiding: Voor het vak Duits gebruiken we in de examenklas geen methode meer, maar werken we met eigen materiaal en materiaal van het Cito. In havo 5 behandelingen we de vaardigheden: Lezen, schrijven, spreken, kijken/ luisteren.

Opmerking: Geen

Schoolexamens: De schoolexamens bepalen de helft van het eindcijfer.

Handelingsdelen: Het vak Duits heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen: Woordenboeken N-D en D-N. SE02 en SE05 worden digitaal gemaakt en hierbij is een digitaal woordenboek toegestaan.

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 Examenjaar 2019 Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



4 3 VSG* van HAVO 4 A/B/C/D/E

SE 10 SE01 NEE

5 1 Dit SE bestaat uit 2 delen, literatuur en schrijfvaardigheid. (Weging 1:1) De leerlingen krijgen opdrachten over een literair (jeugd)werk. Daarnaast krijgen ze een informele brief die voortvloeit uit het literaire (jeugd)werk. Zij maken de brief op de computer.

D en E SE 15 SE02 Ja 150

5 2 Kijk- en Luistervaardigheid. De leerlingen beantwoorden vragen over Duits gesproken teksten (audio/video)

B SE 30 SE03 Ja 100

5 2 Spreekvaardigheid. De leerlingen kunnen een tekst in het Duits samenvatten, vragen daarover beantwoorden. De leerlingen kunnen vragen over Duitse literaire (jeugd)werken beantwoorden.

C en E SE 30 SE04 Ja ±40

5 3 Schrijfvaardigheid: De leerlingen kunnen in correct Duits een formele brief schrijven. Zij maken de brief op de computer.

D SE 15 SE05 Ja 100

* Het VSG bestaat uit de volgende onderdelen:

1. 6x proefwerk Idiom + Grammatik, weging 2 en niet herkansbaar. 2. 3x proefwerk Kijk- en Luistervaardigheid, weging 2 en niet herkansbaar. 3. 3x proefwerk Tekstverklaring, weging 3 en niet herkansbaar. 4. 1x proefwerk Literatuur (schriftelijke toets over klassikaal gelezen boek), weging 2 en niet herkansbaar. 5. 1x mondeling Literatuur (mondelinge toets over individueel gelezen boek), weging 2 en niet herkansbaar.



Havo Economie

Inleiding

Voor het vak economie gebruiken we de lesbrieven van de methode LWEO. In havo 4 behandelingen we de lesbrieven Vervoer (domeinen A en D) Jong & Oud (domeinen A, E, F,G , H en I) Werk & Werkloosheid (keuze lesbrief) en delen van de lesbrief Crisis (domein A,B en C) en Geldzaken (keuze lesbrief). In havo 5 behandelen we de lesbrieven Markt & Overheid (domeinen A,D,F en G), Verdienen & Uitgeven (domeinen A, H en I) en de lesbrief Europa (domeinen A,E, F, H en I)

Opmerking N.v.t.

Schoolexamens SE01 is behaald door middel van het VSG eind havo 4. SE03, zal worden afgenomen tijdens de SE-week van kijken luistervaardigheden.

Handelingsdelen N.v.t.

Toegestane hulpmiddelen Niet-grafische rekenmachine, geodriehoek, markeerstiften, potlood, pen en woordenboek Nederlands


Gewicht SE



4 3 VSG van HAVO 4 A, B, C, D, E, F, G, H, I

SE 25 SE01 NEE

5 1 Lesbrief Jong & Oud (onder voorbehoud) Lesbrief Vervoer Lesbrief Markt en Overheid

A, D, E, F, G, H, I

SE 25 SE02 JA 100

5 2 Lesbrief Crisis Lesbrief Jong & Oud Lesbrief Werk en Werkeloosheid Lesbrief Geldzaken Lesbrief Vervoer (onder voorbehoud)

A, B, C, D, E, F, G, H, I

SE 25 SE03 JA 100

5 3 Lesbrief Verdienen & Uitgeven Lesbrief Europa

A, E, F, H, I

SE 25 SE04 JA 100



Havo Engels

Inleiding Voor het vak Engels in leerjaar 5 wordt geen vaste methode gebruikt. Er wordt gewerkt met wisselende korte verhalen naar aanleiding waarvan een zogenaamd “reader response” logboek geschreven wordt. Voor de overige schoolexamens wordt gewerkt met losse hand-outs met instructie en het materiaal dat door het CITO ter beschikking gesteld wordt. Informatie over de materialen en de eisen is te vinden op de ELO.

Opmerking Het schoolexamen mondeling is zodanig opgebouwd dat de leerling de kans krijgt zijn of haar sterke punten zo goed mogelijk te laten zien. De opbouw loopt van volledig voorbereid tot volledig spontaan. Het examen bestaat uit een gesprek in tweetallen over een tweetal artikelen. Het grootste gedeelte van het examen gaat over deze artikelen, maar de laatste 5 minuten mogen de leerlingen vrij praten over wat hen interesseert. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een rubric.

Schoolexamens Bij de schoolexamens ligt het zwaartepunt op de landelijk afgenomen kijk-luistervaardigheidstoets. Hiermee wordt de objectiviteit van het punt gewaarborgd. De presentatie voor PO2 mag gaan over een zelf gekozen onderwerp. Dat kan literatuur zijn, maar het kan ook een hobby of uitleg over de gewenste studie na de middelbare school zijn.

Voor SE4 wordt klassikaal een boek gelezen. Voor de schrijfopdracht die bij dit SE hoort, mogen de leerlingen kiezen uit een aantal verschillende brief-opdrachten die uitgewerkt kunnen worden.

Handelingsdelen Het vak Engels heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek EN-NE, NE-EN.


Gewicht SE



4 3 VSG van HAVO 4 A, B, C, D, E

SE 10 SE01 NEE

5 1 Reading Log volgens richtlijnen van de docenten Engels met diverse opdrachten over een aantal korte verhalen. Moet uiterlijk op de laatste lesdag voorafgaand aan SE-week 1 ingeleverd zijn.

A,D,E PO 10 PO01 NEE

5 1 Een presentatie over het eerste zelf gekozen onderwerp.

C,E,F PO 5 PO02 NEE 10

5 2 De kijken luistertoets van het Cito B SE 35 SE02 JA 100

5 2 Mondeling in tweetallen over teksten die door de docent zijn gekozen. Voorbereiding vooraf 20 minuten, dan een gesprek/examen van 20 minuten.

C SE 20 SE03 JA 40

5 3 Een schrijfopdracht over het klassikale boek, bijvoorbeeld brief of lange email.

D,E SE 20 SE04 JA 100



Havo Engels IB/CAE

Inleiding Voor het vak Engels in leerjaar 5 wordt geen vaste methode gebruikt. Er wordt gewerkt aan de hand van het IB Language and Literature A programma. In leerjaar 5 worden daarvoor 2 literaire werken klassikaal behandeld en geanalyseerd. Verder wordt er gewerkt aan de hand van een aantal readers die klassikaal behandeld worden.. Voor de landelijke examens wordt gewerkt met het materiaal dat door het CITO ter beschikking gesteld wordt. Informatie over de materialen en de eisen is te vinden op de ELO.

Opmerking Het mondeling schoolexamen bestaat uit een gesproken analyse van één pagina uit de gelezen werken in het 5e leerjaar. Dit schoolexamen is tevens onderdeel van het IB examenprogramma. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de door het IB opgestelde rubric. Naar aanleiding van deze score wordt het punt voor het reguliere schoolexamen bepaald.

Schoolexamens Bij de schoolexamens ligt het zwaartepunt op de landelijk afgenomen kijk-luistervaardigheidstoets. Hiermee wordt de objectiviteit van het punt gewaarborgd. De overige schoolexamens bestaan uit een toets over de theorie die hoort bij het lezen en begrijpen van poëzie. Deze stof wordt aangeboden in een reader geschreven door de sectie Engels. De overige schoolexamens zijn IB examens uit eerdere jaren, die aan de hand van de IB rubrics beoordeeld worden.

Handelingsdelen Het vak Engels heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek EN-NE, NE-EN.


Gewicht SE



4 3 VSG van HAVO 4 A, B, C, D, E

SE 10 SE01 NEE

5 1 Het schrijven van een vergelijkende tekstanalyse, Paper 1, IB model

A,D,E SE 15 SE02 JA 100

5 2 De kijken luistertoets van het Cito B SE 30 SE03 JA 100

5 2 Een toets over “Poetry” zoals behandeld in de klas.

A,D,E PO 10 PO01 NEE 100

5 2 Individueel mondeling over de boeken gelezen in klas 5. Tevens IB examenonderdeel

A,C,E SE 20 SE04 JA 40

5 3 Het schrijven van een essay over de boeken gelezen in leerjaar 4, Paper 2, IB model

A,D,E PO 15 PO2 NEE 100



Havo Frans

Inleiding

Voor het vak Frans gebruiken we de methode d’Accord. Er wordt gewerkt met een jaarcijfer, waarbij alle deelvaardigheden aan bod komen met daarin verwerkt de onderliggende basisvaardigheden als grammatica en vocabulaire. Verder zijn er door de Franse sectie materialen voor leesvaardigheidstraining ontwikkeld. Deze worden uitgedeeld tijdens de les en/of via de ELO. Ook wordt gebruik gemaakt van idioomlijsten F-N ter bevordering van de leesvaardigheid. Deze worden cumulatief getoetst in een les voorafgaand aan een SE, gepland als toets in Magister door de docent. Het cijfer voor idioom wordt geïntegreerd in elk SE-cijfer in havo 5.

Opmerking 10% van het SE-cijfer is reeds behaald in HAVO 4.

Schoolexamens Schoolexamens hebben betrekking op een of meerdere vaardigheden, incl. opgedane basiskennis wat betreft grammatica en vocabulaire.

Handelingsdelen n.v.t.

Toegestane hulpmiddelen Afhankelijk van het SE (woordenboek FN, NF, laptop, websites)


Gewicht SE

Magistercode

Herkansbaar Tijdsduur in


4 1-2-3 VSG van HAVO 4, bestaande uit: 6x SO (1x) + 3x PW (2x) + 3x PWW (3x) + 2x vrije opdracht (1x)

A t/m E SE 10 SE01 NEE

5 1 (nov.) Dit SE bestaat uit 2 onderdelen: literatuur (volgens uitgedeeld materiaal+eigen aantekeningen) en schrijfvaardigheid (volgens d’Accord) + apart onderdeel idioom H.1-2, getoetst in de les

D, E SE 25 SE02 JA*

(idioom is niet herkansbaar)

100

5 2 (jan./febr.) Kijk- en luistervaardigheid Kandidaten beantwoorden vragen bij Frans gesproken teksten van Cito (audio/video) + apart onderdeel idioom H.1-4, getoetst in de les

B SE 25 SE03 JA*


100

5 2 (mrt.) Spreekvaardigheid Kandidaten leggen in tweetallen een toets af, gebaseerd op D’Accord 5havo unité 3 en zelfgekozen nieuwsartikelen + apart onderdeel idioom H.8-9, getoetst in de les

C SE 25 SE04 JA*


±40

per tweetal

5 3 (mrt./apr.) Schrijfvaardigheid + literatuur Kandidaten schrijven een tekst gebaseerd op D’Accord 5havo unité 1 en los materiaal ‘tour de la littérature’. De te schrijven tekst kan een beschrijving, commentaar of brief zijn. Kandidaten maken gebruik van een computer + apart onderdeel idioom H.8-9-15-20

D, E SE 15 SE05 JA*


100



Havo Geschiedenis Inleiding Voor het vak geschiedenis gebruiken we twee, door de vakgroep gekozen, methoden.

Opmerking De overige 40% van dit cohort is in havo 4 al behaald. Alle onderdelen en SE’s worden schriftelijk afgenomen.

Schoolexamens SE01 is behaald in havo 4 door middel van het VSG en daarnaast is PO01 ook behaald in havo 4.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek Nederlands



Gewicht SE



(1-2-3)

4 2 Een van de 49 kenmerkende aspecten uit tijdvak 1 t/m 10 (van prehistorie tot ± 2000) uitwerken in de vorm van een verslag, volgens aparte richtlijn (20 slu)

A, B, C, D

PO 10 PO01 NEE

4 3 VSG van HAVO 4 Historisch besef ( Domein A) + Oriëntatie (Domein B): Tijdvak 1 t/m 8 Thema Verlichting en Revoluties(Domein C) Thema Industriële Revoluties(Domein C) Thema Staatsinrichting(Domein D)

A, B, C, D

SE 30 SE01 NEE

5 1 Tijdvak 9 + 10 : Propaganda, totalitarisme, WO I, economische crisis, WO II, Jodenvervolging, Duitse bezetting, verzet tegen imperialisme, dekolonisatie, Koude oorlog, Europese eenwording, multiculturele samenleving.(Domein A, Domein B)

A, B SE 30 SE02 JA 100

5 3 (Domein A, Domein B): Historische contexten: - De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. 1515-1648. - Duitsland. 1871-1945. - De Koude Oorlog. 1945 – 1991. - Herhaling tijdvakken 5 t/m 10.

A, B SE 30 SE03 JA 100



Havo Informatie Inleiding Er wordt gebruik gemaakt van de methode Instruct Online voor de theoretische delen. Een uitgebreide studiewijzer is te vinden op Magister.

Opmerking Voor de exacte gegevens van het vierde schooljaar zie het betreffende PTA.

Schoolexamens Het onderdeel Database ontwerpen omvat het volledig uitwerken van een ERD en de taal SQL. De interactieve website zal worden gemaakt in HTML, CSS, PHP en SQL. Excellente leerlingen kunnen eventueel met een andere programmeertaal aan de slag. Het laatste SE omvat het betreffende hoofdstuk van de theorie methode Instruct Online.

Informatica is een schoolexamenvak. Indien de leerling het vak in het examenjaar met een 7 of hoger afsluit maar het examenjaar moet overdoen kan er een vrijstelling worden aangevraagd voor het complete vak. Dit geld voor havo en vwo.

Doorstromen na het succesvol behalen van een havo diploma naar het vwo dient het complete vak te worden gevolgd, ook als de leerling op de havo informatica al heeft afgesloten ongeacht het behaalde cijfer. Gezien er geen informatica is in het vierde leerjaar van het vwo is er geen achterstand en dus geen inhaalprogramma nodig.

Gezien de indeling van de schoolexamens en onderwerpen bij het havo en vwo hetzelfde zijn veroorzaakt opstromen of afstromen geen grote problemen. Het vwo bied meer verdieping op de onderwerpen. Bij het instromen van vwo naar havo zal er voor elk schoolexamen 1.0 punt op het cijfer worden bijgeteld, gezien de stof van de havo minder verdiepend en dus makkelijker is.


Toegestane hulpmiddelen Nederlands woordenboek



Gewicht SE



(1-2-3)

4 1 Maken van een website B PO 20 PO01 NEE

4 3 VSG van 4 havo A, B, C SE 15 SE01 NEE

4 3 Basis programmeren B PO 10 PO02 NEE

5 1 Database ontwerpen Afnamemoment is de eerste SE week van het schooljaar. Einde van periode 1. Exacte datum zal bekend worden gemaakt via bit.ly/mollerhavo5. Op deze locatie zal ook alle stof en benodigde presentaties staan.

C SE 20 SEO2 JA 100

5 2 Interactieve website met daaraan gekoppelde database Afnamemoment is de tweede SE week, oftewel de practicum week. Einde van periode 2. Exacte datum zal bekend worden gemaakt via bit.ly/mollerhavo5

D PO 15 PO03 NEE 150

5 3 Instruct-Online: netwerken Afnamemoment is de tweede SE week, oftewel de practicum week. Einde van periode 2. Exacte datum zal bekend worden gemaakt via bit.ly/mollerhavo5. Op deze locatie zal ook alle stof en benodigde presentaties staan.

C SE 20 SE03 JA 50

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 Examenjaar 2019 Herexamen Indien na afronding van de herkansingen na periode 3 blijkt dat voor het vak wiD, informatica, maatschappijleer en levensbeschouwing een eindcijfer 6 of lager is behaald, kan de kandidaat opnieuw schoolexamen afleggen. Het betreft een herkansing aanvullend op de 4 herkansingen zoals bedoeld bij de herkansingsperiodes 1 t/m 3. Het herexamen heeft in principe betrekking op de gehele examenstof, maar de school kan voldoende resultaten die eerder werden behaald op onderdelen, betrekken in de cijferbepaling. Het herexamen omvat in beginsel één zitting/toets; maar meerdere zittingen zijn mogelijk. Indien een kandidaat gebruik maakt van de mogelijkheid te herkansen voor een vak waarvoor alleen schoolexamen wordt afgelegd, wordt voor de afname van de herkansing door de betreffende adjunct-directeur, na overleg met de betreffende vaksectie, schriftelijk vastgelegd over welke stof de kandidaat geëxamineerd wordt, welke onderdelen die voldoende zijn afgesloten alsnog meetellen voor het eindcijfer en op welke wijze het eindcijfer wordt bepaald. Voor het vak informatica dat afgesloten wordt in het examenjaar geldt het volgende:

- Leerlingen die als eindcijfer onder de 6 hebben gescoord moeten een herexamen maken. - Leerlingen tussen de 6 en 6,4 wordt een herexamen aangeboden. De leerlingen worden actief benaderd door de vakdocent. - Het hoogste cijfer telt. - In de week aansluitend aan de herkansingen van periode 3 vindt het herexamen plaats



Havo Kunst

Inleiding Het vak Kunst bestaat uit Kunst-Beeldend en Kunst-Algemeen. Kunst-Beeldend wordt afgerond met een schoolexamen waarna Kunst-Algemeen wordt afgerond met een landelijk schriftelijk examen. Beide zijn samen opgenomen in het PTA.

Opmerking De overige 40% van dit cohort is al behaald in havo 4.

Schoolexamens Er zijn zowel PO’s als SE’s. De beoordelingscriteria voor de PO’s staan in de opdrachtomschrijving die leerlingen op papier krijgen en in de ELO kunnen vinden.

Handelingsdelen Het vak kubv heeft geen Handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen

Woordenboek



Gewicht SE



(1-2-3)

4 2 Praktisch werk: expositie van beeldend werk met de onderdelen: A voorstudies en eindwerkstuk(ken) B reflectie (werkmap + reflectiemodel) Onderwerp: Procesmatig werken

KU-B Domein A, B, C

PO 10 PO01 NEE Tijdens de les

4 3 Praktisch werk: expositie van beeldend werk met de onderdelen: A voorstudies en eindwerkstuk(ken) – voorstudies tijdens excursie B reflectie (werkmap + reflectiemodel) Onderwerp: Massacultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw

KU-B Domein A, B, C


4 3 Theorie: Massacultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw

KU-A Domein A en B


4 3 VSG Kunst Havo 4 KU-B + KU-A Domein A, B, C

SE 10 SE01 NEE Tijdens de les

5 1 Praktisch werk: expositie van beeldend werk met de onderdelen: A voorstudies en reflectie (dummy) B eindwerkstuk(ken) Onderwerp: Cultuur van romantiek en realisme in de 19e eeuw

KU-B Domein A, B, C


5 1 Theorie: Cultuur van romantiek en realisme in de 19e eeuw

KU-A Domein A, B 1t/m 6, C

SE 10 SE02 NEE 100


5 3 Praktisch werk: expositie van beeldend werk met de onderdelen: A voorstudies en reflectie (dummy) B eindwerkstuk(ken) Onderwerp: Cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw

KU-B Domein A, B, C


5 3 Theorie: Cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw + Cultuur van romantiek en realisme in de 19e eeuw

KU-A Domein A, B 1t/m 6, C

SE 10 SE03 NEE 100



Havo Lichamelijke opvoeding Inleiding Het vak LO behelst alleen praktische opdrachten die naar vermogen met een "V" (voldoende) moeten worden afgesloten.

Opmerking N.v.t.

Schoolexamens Het schoolexamencijfer is in havo 4 al behaald.

Handelingsdelen Het vak LO heeft in havo 5 één handelingsdeel in de vorm van het ‘Sportoriëntatie Lichamelijke Opvoeding, keuzeprogramma’ (SOLO).

Toegestane hulpmiddelen N.v.t.

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 Examenjaar 2019 Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Examen-

eenheid Toetsvorm

Gewicht SE



4 3 Atletiek: - Werpen: discuswerpen ( weging 1 ) - Springen: hoogspringen ( weging 1 ) - Lopen: 100 meter sprint ( weging 1 ) - Lopen: shuttlerun ( weging 1) Turnen: - Balanceren: acrogym ( weging 1 ) - Springen: Reutherplank met kast ( weging 1 ) Spel: - Voetbal ( weging 1 ) - Softbal ( weging 1 ) - Basketbal ( weging 1 ) - Volleybal ( weging 1) Bewegen en regelen: - Praktische samenwerkingsopdracht ( weging 1 ) Attitude: - Houding en inzet ( weging 3 ) ( 3 beoordelingen per jaar )

SE 100 SE01 NEE

5 2 SOLO: - Sportoriëntatie Lichamelijke Opvoeding, keuzeprogramma, 80% aanwezigheidsplicht NB: Indien niet aan deze eis wordt voldaan kan het vak LO niet worden afgesloten!

HO 0 HO01



Havo Management en organisatie

Inleiding

Voor het vak M&O gebruiken we de lesbrieven van Uitgeverij Stoffels.

In Havo-4 behandelden we de lesbrieven Eenmanszaak deel 1 Hoofdstuk 1 t/m 4 (domein A, B, C, E), Stichting & Vereniging Hoofdstuk 1 t/m 3 (domein A, B, C, E) en Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1 t/m 3 (domein A, B, D, E). Toetsen buiten de proefwerkweektoetsen (100 minuten) hebben een duur van 50 minuten. Alle toetsen hebben weging 2.

In Havo-5 behandelen we de lesbrieven Eenmanszaak deel 1 Hoofdstuk 5 (domein A, B, C, E), Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 4 (domein A, B, E) en Naamloze Vennootschap (domein A, B, D, C, G). Toetsen in de schoolexamenperioden hebben een duur van 100 minuten.

Opmerking N.v.t.

Schoolexamens 25% van het schoolexamencijfer is in Havo-4 behaald, 75% van het schoolexamencijfer in Havo-5.


Toegestane hulpmiddelen Niet-grafische rekenmachine, geodriehoek, markeerstiften, potlood, pen en woordenboek Nederlands


Gewicht SE



4 3 VSG van HAVO 4 A, B, C, D, E, F

SE 25 SE01 NEE

5 1 Lesbrieven Stoffels: Stichting en Vereniging Lesbrieven Stoffels: De Eenmanszaak 1

A, B, C, E

SE 25 SE02 JA 100

5 2 Lesbrieven Stoffels: De Eenmanszaak 2 Lesbrieven Stoffels: De Naamloze Vennootschap

A, B, C, D, E, F, G

SE 25 SE03 JA 100

5 3 Lesbrieven Stoffels: De Eenmanszaak 1 en 2 Lesbrieven Stoffels: De Naamloze Vennootschap

A, B, C, D, E, G

SE 25 SE04 JA 100



Havo Maatschappijleer Inleiding

Opmerking Maatschappijleer wordt in havo 4 afgerond. Het eindcijfer vormt samen met de eindcijfers van levensbeschouwing, CKV en het profielwerkstuk, het combinatiecijfer.

Opmerking Het vak Maatschappijleer is in havo 4 afgesloten.

Schoolexamens N.v.t. Handelingsdelen N.v.t.

Toegestane hulpmiddelen N.v.t.


Gewicht SE



4 1 Domein B + C: Rechtsstaat en parlementaire democratie (1)

A, B, C SE 33 SE01 JA 50

4 2 Domein B + C: Rechtsstaat en parlementaire democratie (2)

A, B, C SE 33 SE02 JA 50

4 3 Domen D + E: Verzorgingsstaat en Pluriforme samenleving

A, D, E SE 34 SE03 JA 50



Havo Natuurkunde Inleiding We maken gebruik van de methode 'Overal Natuurkunde' 4e editie en een door de sectie gemaakte studiewijzer. De leerling beschikt over het papieren H5-boek.

Opmerking De digitale methode bevat ook het boek uit leerjaar 4.

Instromers vanuit vwo 5: SE01 is het VSG van V5 + 1,0; inhoud van V4 bevat het volledige programma van H4. Instromers vanuit V6-niveau kunnen zonder problemen deelnemen aan het CSE, aangezien heel de stof van H5 onderdeel is van het examenprogramma V6.

Schoolexamens Er zijn drie schoolexamens, 2 schriftelijk en 1 praktisch (dat uit twee onderdelen bestaat) die gezamenlijk 90% van het SE-cijfer uitmaken. De overige 10% van het SE cijfer is in HAVO 4 behaald (VSG). *

Handelingsdelen Het vak heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, Binas 6e editie, gewone rekenmachine type (dus geen grafische)

* Doubleurs havo 5 krijgen wederom het VSG van H4 als SE01-cijfer


Gewicht SE



4 3 VSG van HAVO 4 Dit is het gemiddelde van 3 (of 4) deeltoetsen gewichtsfactor 1 2 (of 3) experimenten gewichtsfactor 2 waaronder: onderzoeken, technisch ontwerpen 3 – 6 Opdrachten gewichtsfactor 1 waaronder: onderzoeken, technisch ontwerpen, 3 pww gewichtsfactor 3

A

B1, B2

C1, C2

D1, D2

E1

G1

H

I1, I2, I3

divers 10 SE01 NEE 5400

5 1 Uit: Overal Natuurkunde deel 1 + 2 Straling Hoofdstuk 5 en 10 Trillingen Hoofdstuk 4 t/m 4.3 en 9 Materialen par. 6.4 en 6.5; hfdst 7 (-/- 7.4) Extra (periode 1): Uit: Overal Natuurkunde deel 1 + 2 Medische beeldvorming: h5, h10 Informatieoverdracht: h4 t/m 4.3, h9 Materialen: h6.4, h6.5, h7 (-/- 7.4) 3-5 toetsmomenten: experiment met uitwerkbladen, deeltoets. Goed voor 5% bovenop SEO2 (bij cijfer >= 6,0)

B1, B2

D1, D2

SE 30 SE02 100


5 2 3 experimenten uit verschillende domeinen + 2 experimenten uit het domein B2 (onder voorbehoud: afhankelijk van RUU-ISP)

B1, B2, B3, C1, C2, D1, D2, G1

PO* 30 PO01 NEE 100 + 150

5 3 Uit: Overal Natuurkunde deel 1 + 2 + keuzemodule TA Beweging en energie Hoofdstuk 1,3,4.4,6,8,11 Elektriciteit Hoofdstuk 2, 7.4 en Technische automatisering Extra (periode 2+3) Uit: Overal Natuurkunde deel 1 + 2 + keuzemodule TA Beweging en energie h1, h3, h4.4, h6, h8, h11 Meten en regelen: h2, h7.4, Technische automatisering. 3-5 toetsmomenten: experiment met uitwerkbladen, so. Goed voor 5% bovenop SEO3 (bij cijfer >= 6,0)

C1, C2,

E1

G1, G2

SE 30 SE03 150

• Samengesteld uit 2 onderdelen: ISP (100 min) en 3 schoolexperimenten (150 min). o ISP: 3 opdrachten, hiervan 2 naar keuze inleveren, werken in tweetallen, gezamenlijk uitwerken practicumbladen; inleverdatum:

week na practicum); telt 25% mee voor PO-cijfer. Indien ISP geen doorgang kan vinden, is er geen vervanging. o 3 schoolexperimenten: individueel werken; uitwerkbladen na experiment inleveren; telt voor 75% mee voor PO-cijfer (indien geen

ISP, dan 100 %)



Havo Nederlands Inleiding We maken gebruik van eigen materiaal.

Opmerking De overige 20% van dit cohort is havo 4 behaald.

Schoolexamens Het eindcijfer in havo 5 is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de voortgangstoetsen, zoals hieronder vermeld. De inhoudelijke eisen voor de beoordeling zijn vermeld in de betreffende opdrachten en worden vooraf aan de leerlingen ter beschikking gesteld.

Handelingsdelen Het vak Nederlands heeft geen handelingsdelen.



Gewicht SE



4 3 VSG van havo 4 3x SO (1), 1x presentatie (2), 3x PW (3), 2x verwerkingsopdracht (2), 1x schriftelijk betoog (2)

[A]/[B]/[C]/[D]/[E]

SE 20 SE01 NEE

5 1 Debat. De kandidaten debatteren over een stelling. Zij voeren dit debat in groepjes van 4 (twee voorstanders en twee tegenstanders) over een stelling die zij thuis kunnen voorbereiden.

[A]/[B]/[C]/[D]

SE 25 SE02 JA 150

5 2 Schrijfvaardigheidstoets. De kandidaten schrijven een betoog aan de hand van een schrijfdossier dat zij (gedeeltelijk) zelf hebben samengesteld over een gemeenschappelijk onderwerp.

[A]/[C]/[D]

SE 30 SE03 JA 150

5 3 Literatuur. Een mondelinge toets waarbij de acht gelezen werken aan bod komen. Groepsgesprek met individuele beoordeling.

[A]/[B]/[C]/[D]/[E]

SE 25 SE04 JA 30



Havo Rekenen

Inleiding Indien de leerling in het vooreindexamenjaar nog niet heeft deelgenomen aan de rekentoets 3F, dan is deelname in het eindexamenjaar verplicht.

Opmerking De leerling krijgt in het examenjaar 2 kansen om deel te nemen aan de rekentoets. Indien de leerling een doubleur is in 5 Havo, dient de rekentoets opnieuw te worden afgelegd.

Een leerling die instroomt in havo 5 vanuit vwo5 mag het cijfer behouden. Leerling mag cijfer wel proberen te verbeteren.

Schoolexamens De rekentoetsen zullen worden afgenomen in januari en maart 2019. Deelname aan de toets is voldoende. Een behaalde onvoldoende heeft geen consequenties voor het behalen van een diploma. Indien de leerling in 4 Havo heeft deelgenomen aan de rekentoets 3F, dan hoeft de leerling niet meer in 5 Havo deel te nemen (uitzondering: doublerende leerling).

Handelingsdelen Het vak rekenen heeft geen handelingsdelen.


Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Examen-eenheid

Toetsvorm

Gewicht SE



4 2 Rekentoets 3F Digitaal examen

JA 120

4 3 Rekentoets 3F Digitaal examen

NEE 120



Havo Scheikunde Inleiding We maken gebruik van de methode Chemie overal en de door de sectie gemaakte jaarplanning.

Opmerking De overige 25% van dit cohort zal in havo 4 worden behaald.

Schoolexamens Het rapportcijfer in 4H is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de voortgangstoetsen. SE02, SE03 en het PO01 worden in 5H getoetst.

Instroom: Voor lln die instromen van 5 vwo in havo 5 zal SE01 worden bepaald door het vwo 5 te verhogen met 1,0 Voor lln die instromen van 6 vwo in havo 5 zal SE01 worden bepaald door het vwo 6 te verhogen met 1,0

Opstroom: Aangezien het PTA VWO in jaar 5 start is er geen speciaal programma voor opstromers van 5Havo naar 5VWO

Handelingsdelen Het vak scheikunde heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, gewone rekenmachine, Binas 6e editie


Gewicht SE



4 3 VSG van HAVO 4 (Chemie overal: Hoofdstuk 1-2-3-4-5-6-7) Na ieder afgesloten hoofdstuk volgt een toets.

A1-A15 B1-B5 C1-4,C6, C7 D1, D2, D4 E1 F1 G1, G2

SE 25 SE01 NEE

5 1 Chemie overal: Hoofdstuk 1-2-3-4-5-6-7-8 A1 t/m A15, B1 t/m B5, C1 t/m C7, D1, E1, F1, G1, G2

SE 30 SE02 JA 100

5 2 Practicum: kwalitatief en kwantitatief chemisch onderzoek naar melk of cola (beschrijving onderzoek aanwezig in sectie)

A5, A6, A8

PO 15 PO01 NEE 150

5 3 Chemie overal: Hoofdstuk 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11

A1 t/m A15

B1 t/m B5

C1 t/m C8

D1 t/m D4

E1 t/m E3

F1 t/m F5

G1 t/m G5

SE 30 SE03 JA 100



Havo Wiskunde A

Inleiding We bestuderen de stof vanuit Havo A delen van de methode Getal en Ruimte en gebruiken daarbij een lessenplanning.

Opmerking De domeinen A en B1,2 zullen in de opgaven impliciet worden getoetst.

Schoolexamens Het rapportcijfer in 4 Havo is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de voortgangstoetsen en de PO. M.b.t. de PO: inhoudelijke eisen voor de beoordeling zijn vermeld in de betreffende opdracht.

Handelingsdelen Het vak wiskunde A heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, grafische rekenmachine type: TI-84 plus CET

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 examenjaar 2019 Toets-/inlever-


Gewicht SE



(1-2-3)

4 1, 2, 3

2

Er worden 4 proefwerken met weging 2, 3 proefwerken met weging 3 en 1 SO met weging 1 afgenomen over de volgende onderwerpen: - Rekenregels en verhoudingen - Verwerken van data - Tabellen en grafieken - Handig tellen - Lineaire verbanden - Statistiek en beslissingen -Veranderingen Daarnaast is er 1 PO met weging 2. De PO is een ict-opdracht, die in groepjes wordt uitgevoerd. Er wordt een werkstuk, zowel geprint als digitaal, ingeleverd uiterlijk op vrijdag 12 april 2019. De instructies worden door de docent uitgedeeld uiterlijk in week 9. Het gemiddelde van bovenstaande toetsen op 1 decimaal is SE01

B E C B C E D E

SE 30 SE01 Nee 5x50 minuten

3x100

minuten

5 1 Havo A2: H5 Lineaire verbanden Havo A3: H9 Exponentiële verbanden Vaardigheden Grafische rekenmachine

C C A

SE 35 SE02 Ja 100 minuten

5 3 Havo A3: H10 Statistische variabelen Havo A3: H11 Formules en variabelen

E C




Havo Wiskunde B

Inleiding We bestuderen de stof vanuit Havo B delen van de methode Getal en Ruimte en gebruiken daarbij een lessenplanning.

Opmerking Het domein A zal in de opgaven impliciet worden getoetst.

Schoolexamens Het rapportcijfer in 4 Havo is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de voortgangstoetsen.

Handelingsdelen Het vak wiskunde B heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, grafische rekenmachine type: TI-84 plus CET

Schooljaar 2018-2019 Cohort 2017-2019 havo 5 examenjaar 2019 Toets-/inlever-


Gewicht SE



(1-2-3)

4 1, 2, 3

Er worden 3 proefwerken met weging 3, 1 proefwerk met weging 2 en 4 SO’s met weging 1 afgenomen over de volgende onderwerpen: - Formules, grafieken en vergelijkingen - Veranderingen - Hoeken en afstanden - Werken met formules - Machten, exponenten en logaritmen - De afgeleide functie -Lijnen en cirkels Het gemiddelde van bovenstaande toetsen op 1 decimaal is SE01

B D C B B D C

SE 30 SE01 Nee 5x50 minuten

3x100

minuten

5 1 Havo B2: H5 Machten, exponenten en logaritmen H6 De afgeleide functie H7 Lijnen en cirkels H8 Goniometrie

B D C

B


5 3 Havo B3: H9 Exponentiele verbanden H10 Meetkundige berekeningen H11 Verbanden en functies

B C

B,D




Havo Wiskunde D programma voor instromers uit vwo 5/6

Inleiding We bestuderen de stof vanuit de wiskunde D-delen deel van de methode Getal en Ruimte en gebruiken daarbij een lessenplanning.

Opmerking Een deel van de stof is in klas 4 en 5 vwo bestudeerd uit de boeken vwo D delen 1 t/m 4. De cijfers over relevante onderdelen op het vwo zullen worden omgerekend en zijn niet herkansbaar (zie onder “schoolexamens”).

De eindtermen beschreven in domein A zijn verweven in de opgaven van de toetsen en worden dus geëxamineerd.

Schoolexamens De cijfers van de schriftelijke toetsen behaald op het vwo, die betrekking hebben op het examen wiskunde D HAVO, zullen worden omgerekend door 1 punt op te tellen bij het behaalde cijfer op het vwo. Uitzondering is de toets “complexe getallen”. Dit cijfer zal met 1,5 punt worden verhoogd vanwege het hogere abstractieniveau. Het cijfer voor het onderdeel “deelname wiskunde-olympiade” dat is behaald op het vwo zal worden omgerekend met cijfer(havo) = 0,8 x cijfer(vwo) + 2. Het cijfer SE03 is het gemiddelde van 5 toetsen van 50 minuten, alle met weging 1.

Handelingsdelen Het vak wiskunde D heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, grafische rekenmachine type: TI-84 PLUS CET

Herexamen Voor de vakken wiskunde D en informatica die afgesloten worden in het examenjaar geldt het volgende:

- Leerlingen die als eindcijfer onder de 6 hebben gescoord moeten een herexamen maken. - Leerlingen tussen de 6 en 6,4 wordt een herexamen aangeboden. De leerlingen worden actief benaderd door de vakdocent. - Het hoogste cijfer telt. - In de week aansluitend aan de herkansingen van periode 3 vindt het herexamen plaats.


Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



5 vwo en/of

5 havo

2 Deelname wiskunde-olympiade E SE 20 SE01 Ja* 120 minuten

5 vwo 3 Complexe getallen D SE 10 SE02 Nee 50 minuten

5 vwo

5 havo

5 vwo: 1, 2, 3

5 havo: 2

4 toetsen in 5 vwo (iedere toets weging 1): - combinatoriek - kansrekening - discrete kansverdelingen - continue kansverdelingen 1 toets in 5 havo (weging 1): - toetsen van hypothesen

B SE 40 SE03 Nee 5 vwo: 4x50

minuten

5 havo: 50

minuten

5 havo 2 Boek Havo D deel 1: H2: oppervlakte en inhoud H4: aanzichten en doorsneden Boek Havo D deel 2: H6: vectormeetkunde

C SE 30 SE04 Ja 100 minuten

*Deelname aan de wiskunde-olympiade is slechts 1x per jaar mogelijk.

Huisreglement schoolexamens Dr.Molllercollege

2018 – 2019

In aanvulling op: - Programma van Toetsing en Afsluiting - Examenreglement scholengroep De Langstraat

Huisregels schoolexamens mavo/havo/vwo Voor u liggen de huisregels schoolexamens van het Dr. Mollercollege te Waalwijk. De regels dienen ter verduidelijking van en aanvulling op het examenreglement van OMO Scholengroep De Langstraat en het Programma van Toetsing en Afsluiting. Regel 1 – Mandatering

1) Het Dr.Mollercollege maakt deel uit van de OMO scholengroep de Langstraat.

2) De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, d.i. het bestuur van de vereniging O.M.O., het eindexamen af.

3) Waar in dit reglement sprake is van de directeur, wordt daaronder ook diens

plaatsvervanger verstaan.

4) De directeur wijst een of meerdere van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. Secretaris voor het eindexamen is de heer M. Dekker.

Regel 2 – Examencommissie De examencommissie bestaat uit: Dhr. M. Dekker secretaris van het eindexamen Mevr. R. Melfor adjunct-directeur havo Dhr. J. Dierx adjunct-directeur vwo Regel 3 – Afname schoolexamens

1) De schoolexamens worden in de eindexamenjaren, net als de voorgaande leerjaren, afgenomen in een leslokaal. Het rooster wordt gecommuniceerd via de site Toetsweek en/of via de Magister e-mail.

2) Bij afname van de schoolexamens nemen de leerling met tijdverlenging plaats in een ander lokaal dan de leerlingen zonder tijdverlenging. Bij een één-uurswerk krijgt de leerling 15 minuten tijdverlenging; bij twee- of meer-uurswerken 30 minuten. Kijk- en luistertoetsen worden ook afgenomen in een apart lokaal.

3) Tijdens het maken van schoolexamens zijn mobiele telefoons, smartwatches en andere digitale hulpmiddelen uitgeschakeld en zitten in de tas of het kluisje. De tassen staan voorin het lokaal.

Regel 4 – Ziekmelding

1) De kandidaten zijn verplicht op tijd aanwezig te zijn en deel te nemen aan alle onderdelen die tot het schoolexamen en centraal schriftelijk examen behoren.

2) Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet kan deelnemen aan één of meer onderdelen van het examen, moet dit vóór of uiterlijk op de dag van het schoolexamen vóór aanvang van het schoolexamen door de ouders, verzorgers of voogd worden gemeld aan het leerlingenloket. Dit dient tevens binnen 2 werkdagen ook schriftelijk bevestigd te worden aan de examensecretaris. Hiervoor moeten ouders, verzorgers of de voogd een formulier ondertekenen dat klaarligt bij de leerlingenbalie.

3) Gemiste schoolexamens moeten zo spoedig mogelijk gemaakt / afgelegd worden.

Daartoe neemt de kandidaat contact op met de afdelingscoördinator. Niet tijdig gemaakt of zonder geldige reden niet ingeleverd werk wordt beschouwd als onregelmatigheid. Alsdan kan het gestelde in artikel 5 (zie examenreglement SG De Langstraat) van toepassing zijn.

Regel 5 – Instroom Havo 4 Bij instroom in 4 havo vanuit de mavo-opleiding gelden de volgende regels:

1) Het is voor de kandidaat niet mogelijk om cijfers uit het examendossier mavo mee te nemen.

2) Heeft de kandidaat reeds een rekentoets op niveau 3F gemaakt, dan mag hij/zij het

betreffende cijfer meenemen en de kandidaat hoeft deze niet opnieuw af te leggen.

Vwo 5 Bij instroom in 5 vwo vanuit de havo-opleiding gelden de volgende regels:

1) Voor het vak levensbeschouwing mag het eindcijfers havo meegenomen worden vanuit het examendossier havo. Het eindcijfer havo 5 vormt het SE-1 cijfer in 5 vwo.

2) Voor het vak culturele kunstzinnige vorming mogen de behaalde cijfers meegenomen

worden vanuit het examendossier havo.

3) Het vak maatschappijleer dient de kandidaat een verdiepend assessment te maken. Informatie zal aan de leerlingen worden verstrekt door de betreffende vakdocent.

4) Het cijfer voor de rekentoets 3F mag worden meegenomen en de kandidaat hoeft deze

niet opnieuw af te leggen. Regel 6 – Doubleren Bij doubleren gelden de volgende uitgangspunten:

1) De kandidaat kan vrijstelling krijgen voor een afgesloten vak (CKV, Maatschappijleer, Levensbeschouwing, PWS), mits hij/zij een 6,5 of hoger heeft gehaald als eindcijfer in het examendossier voor het betreffende vak.

2) Bij doubleren in het eindexamenjaar worden aan het begin van het schooljaar

individuele afspraken gemaakt tussen de kandidaat, afdelingscoördinator en examencommissie.

Regel 7 – Afstroom Aan het begin van het schooljaar worden individuele afspraken gemaakt tussen de kandidaat, leerjaarcoördinator/teamcoach en examencommissie.

Regel 8 - Maatwerk In alle gevallen waarin regel 5 tot en met 7 niet dekkend zijn wordt maatwerk afgesproken in samenspraak met de kandidaat, afdelingscoördinator en examencommissie. Regel 9- Herkansing schoolexamen

• Kandidaten hebben in het examenjaar het recht om maximaal 4 toetsen te herkansen.

• Een kandidaat heeft na de 1e schoolexamenperiode in het eindexamenjaar het recht één toets uit de 1e schoolexamenperiode te herkansen. De herkansing vindt plaats aansluitend aan de se-week.

• Na schoolexamenperiode 2 heeft een kandidaat recht op herkansing van 1 toets uit de 2e schoolexamenperiode. De herkansing vindt plaats aansluitend aan de se-week.

• Na de 3e schoolexamenperiode heeft een kandidaat recht op herkansing van maximaal 2 toetsen uit de 3e schoolexamenperiode.

• Voor kandidaten die door omstandigheden een examen gespreid afronden geldt dat er per schoolexamenperiode respectievelijk 1 (periode 1 van het 1e en 2e

examenjaar), 1 (periode 2 van het 1e en 2e examenjaar ) en 2 (periode 3 van het 1e en 2e examenjaar ) toetsen herkanst kunnen worden.

• Voor iedere herkansingsperiode kan een kandidaat schriftelijk aangeven voor welk vak hij wenst te herkansen. Hij dient dit te doen op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier, vóór de daarop aangegeven datum/tijdstip.

• Indien een kandidaat voor enig onderdeel van het schriftelijk examen niet aan een herkansing kan deelnemen, vervalt de mogelijkheid om het vak op een ander tijdstip te herkansen.

• De examencommissie kan in uitzonderlijke gevallen een extra herkansing toewijzen.

• Indien na afronding van de herkansingen na periode 3 blijkt dat voor het vak wiD, informatica, maatschappijleer en levensbeschouwing een eindcijfer 6 of lager is behaald, kan de kandidaat opnieuw schoolexamen afleggen. Het betreft een herkansing aanvullend op de 4 herkansingen zoals bedoeld bij de herkansingsperiodes 1 t/m 3. Het herexamen heeft in principe betrekking op de gehele examenstof, maar de school kan voldoende resultaten die eerder werden behaald op onderdelen, betrekken in de cijferbepaling. Het herexamen omvat in beginsel één zitting/toets; maar meerdere zittingen zijn mogelijk. Indien een kandidaat gebruik maakt van de mogelijkheid te herkansen voor een vak waarvoor alleen schoolexamen wordt afgelegd, wordt voor de afname van de herkansing door de betreffende adjunct-directeur, na overleg met de betreffende vaksectie, schriftelijk vastgelegd over welke stof de kandidaat geëxamineerd wordt, welke onderdelen die voldoende zijn afgesloten alsnog meetellen voor het eindcijfer en op welke wijze het eindcijfer wordt bepaald.

Voor de vakken wiskunde D en informatica die afgesloten worden in het examenjaar geldt het volgende:

- Leerlingen die als eindcijfer onder de 6 hebben gescoord moeten

een herexamen maken. - Leerlingen tussen de 6 en 6,4 wordt een herexamen aangeboden. De leerlingen

worden actief benaderd door de vakdocent. - Het hoogste cijfer telt. - In de week aansluitend aan de herkansingen van periode 3 vindt het herexamen

plaats.

Voor de vakken levensbeschouwing en maatschappijleer die afgesloten worden voor aanvang van het examenjaar geldt het volgende: - Leerlingen die als eindcijfer onder de 6 hebben gescoord moeten

een herexamen maken. - Leerlingen tussen de 6 en 6,4 wordt een herexamen aangeboden. De leerlingen

worden actief benaderd door de vakdocent. - Alle andere leerlingen krijgen de kans om een herexamen te maken. - Het hoogste cijfer telt.

Specifiek havo 4 (lb en ma): - Lb: Tot en met de maand mei zal het schoolexamen in de les worden afgenomen. - Ma: in pww1 en pww 2 wordt een se afgenomen, in periode 3 gebeurt dit tijdens de

lessen. - Het herexamen vindt plaats in pww3. Specifiek vwo 4 (ma): - In pww1 en pww 2 wordt een se afgenomen, in periode 3 gebeurt dit tijdens de

lessen. - Het herexamen vindt plaats in pww3.

Specifiek vwo 5 (lb): - Tot en met de maand mei zal het schoolexamen in de les worden afgenomen. - Het herexamen vindt plaats in pww3. Voor het vak ckv in havo 4 en vwo 4 dat afgesloten wordt voor aanvang van het examenjaar geldt het volgend: - Leerlingen die als eindcijfer lager dan een 6 hebben gescoord moeten een

aanvullende opdracht maken; - Leerlingen maken in de eerste SE-week (havo 5) of toetsweek (vwo 5) de

aanvullende opdracht voor het eindcijfer voor CKV van het vorige jaar. - De aanvullende opdracht bestaat uit een opdracht waarbij twee korte films met

elkaar vergeleken worden. - De aanvullende opdracht duurt 3 lesuren. Leerlingen moeten minimaal 2 lesuren

aanwezig zijn in het lokaal. - De aanvullende opdracht vindt plaats in het computerlokaal, zodat leerlingen

(fragmenten van) de films nog eens kunnen bekijken en extra informatie online op kunnen zoeken voor hun opdracht.

- Leerlingen mogen bij het maken van deze opdracht hun CKV-map van vorig schooljaar gebruiken met daarin hun opdrachten en begrippenlijsten.

- De aanvullende opdracht heeft elementen in zich van PO4, de vergelijkingsopdracht voor film, maar zal aangevuld worden met onderdelen uit andere opdrachten.

- In de aanvullende opdracht kunnen de volgende dimensies aan de orde komen: Feit en fictie, Amusement en engagement, Herkenning en vervreemding, Individueel en coöperatief.

- Voor de aanvullende opdracht krijgt de leerling een cijfer dat gegeven wordt door de CKV-docent van het jaar ervoor, mits deze nog op het Dr. Mollercollege werkzaam is. Zo niet, kijkt de sectievoorzitter het werk na.

- Het cijfer voor de aanvullende opdracht wordt gemiddeld met het eindcijfer van CKV dat in het vierde jaar is behaald.

- Indien het cijfer voor de aanvullende opdracht lager is dan het eindcijfer uit schooljaar waarin het vak ckv is aangeboden, blijft het eindcijfer staan.

- Een leerling heeft alleen recht op een aanvullende opdracht bij een cijfer lager dan 6,0.

- Bij doubleren mogen leerlingen die een eindcijfer hadden tussen de 5,5 en 6,4 ook een aanvullende opdracht maken. Wanneer zij gemiddeld aan een 6,5 komen krijgen zij hun vrijstelling. Tot de herkansing volgen zij echter gewoon de lessen.

- Bij doubleren mogen leerlingen met een lager eindcijfer dan een 5,4 geen aanvullende opdracht maken.

In de tabel kun je zien welk se bij welke periode hoort. HAVO 5 2018-2019 Vak Periode 1 Periode 2 Periode 3 AARDRIJKSKUNDE SE02 - SE03 BIOLOGIE SE02 - SE03 DUITS SE02 SE03, SE04 SE05 ECONOMIE SE02 SE03 SE04 ENGELS - SE02, SE03 SE04 ENGELS IB/CAE SE02 SE03, SE04 - FRANS SE02 SE03, SE04 SE05 GESCHIEDENIS SE02 - SE03 INFORMATICA SE02 - SE03 KUNST - - - M&O SE02 SE03 SE04 NATUURKUNDE SE02 - SE03 NEDERLANDS SE02 SE03 SE04 SCHEIKUNDE SE02 - SE03 WISKUNDE A SE02 - SE03 WISKUNDE B SE02 - SE03 WISKUNDE D - SE01 SE04

VWO 6 2018-2019 Vak Periode 1 Periode 2 Periode 3 AARDRIJKSKUNDE SE02 - SE03 BIOLOGIE SE02 - SE03 DUITS SE02 SE03, SE04 SE05 ECONOMIE SE02 SE03 SE04 ENGELS - SE02, SE03 SE04 ENGELS IB/CAE SE02 SE03, SE04 - FRANS SE02 SE03, SE04 SE05 GESCHIEDENIS SE03 - SE04 GRIEKS SE02 - SE03 INFORMATICA SE02 - SE03 KUNST - - - LATIJN SE02 - SE03 M&O SE02 SE03 SE04 NATUURKUNDE SE02 - SE03 NEDERLANDS SE02 SE03 SE04 SCHEIKUNDE SE02 - SE03 WISKUNDE A SE02 - SE03 WISKUNDE B SE02 - SE03 WISKUNDE C SE02 - SE03 WISKUNDE D SE03 - SE04

1 v a n 3 2

Profielwerkstuk

Handleiding

2018-2019

Naam: ………………………………………………………………………

………………………………………………………………………

Begeleider: ………………………………………………………………………

© Dr. Mollercollege september 2018

2 v a n 3 2

Dit boekje is een belangrijk document voor het profielwerkstuk. Gebruik het

zorgvuldig. Zorg ervoor dat alle onderdelen die van belang zijn voor de beoordeling

goed bijgehouden worden. Laat jullie begeleider de benodigde onderdelen invullen,

houd het logboek bij en gebruik de rubrics om te checken of alles gedaan is en op de

juiste manier.

Wanneer je dit boekje goed gebruikt, hebben jullie een leidraad die helpt bij het

proces dat hoort bij het afleveren van een verantwoord profielwerkstuk.

Veel succes!

A. Weijenberg PWS-coördinator havo

3 v a n 3 2

Inhoudsopgave

blz. I. Inleiding 4

II. Tijdspad 6

III. Vormeisen 7

IV. Het stappenplan en beoordelingsmomenten 10

4 v a n 3 2

I. INLEIDING: Wat is een profielwerkstuk?

Alle leerlingen in de bovenbouw van het HAVO en het VWO zijn verplicht in het

examenjaar een profielwerkstuk te maken. Het profielwerkstuk moet je zien als de

afsluiting van het gekozen profiel. Je krijgt daarbij hulp van een begeleidend docent.

Het profielwerkstuk is een afsluitend werkstuk waarmee de leerling aantoont het op

school geleerde in de praktijk te kunnen brengen. Het is in feite de proef die

duidelijk maakt dat je klaar bent voor je vervolgopleiding. Daarbij gaat het er

natuurlijk niet om dat je al inhoudelijk op HBO/WO niveau werkt, maar wel dat je

kennis, inzichten en vaardigheden bezit om in zo’n studie te kunnen functioneren.

De studielast van het PWS moet minimaal uit 80 klokuren per persoon bestaan.

Het doel van een PWS is het opzetten en uitvoeren van een eigen onderzoek,

waarbij naast de theoretische verdieping ook vaardigheden als informatie

verzamelen en verwerken, onderzoeks- en ontwerpvaardigheden, samenwerken en

presenteren vereist zijn.

Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. Dat cijfer is één van de cijfers

van het combinatiecijfer, dat op je eindlijst wordt vermeld. Dit cijfer telt mee in de

slaag-zakregeling. Het cijfer dat je voor je profielwerkstuk haalt, mag niet gelijk of

lager zijn dan een 3,4. Bij een lagere score ben je automatisch gezakt. Het cijfer van

het profielwerkstuk kan pas op de lijst worden vermeld als het profielwerkstuk in zijn

geheel is afgerond. Een onaf werkstuk kan niet worden beoordeeld. Aan een onaf

werkstuk kan het cijfer 1,0 toegekend worden, met alle consequenties van dien. Het

eindcijfer is opgebouwd uit een gewogen gemiddelde van vijf

beoordelingsmomenten, in de verhouding 1 : 1 : 1 : 1 : 4.

Ieder beoordelingsmoment moet met minimaal het cijfer 4 worden afgerond. Indien

dit niet het geval is, volgt er een “STOP” en werk je iedere dag tot 16:30 uur op

school aan je PWS, totdat je weer een “GO” krijgt van je begeleider.

5 v a n 3 2

Het maken van het profielwerkstuk doe je in fasen. We benadrukken hierbij dat het

profielwerkstuk een proces is, veel meer zelfs dan een eindproduct. Daarom dien je

een logboek bij te houden. Het logboek is voor jou het hulpmiddel bij het

systematisch verzamelen van informatie en voor je docent is het een hulpmiddel om

snel inzicht te krijgen in het gevolgde werkproces. Overleg met je begeleider is

vereist. Er zullen meerdere overlegmomenten zijn. Houd er rekening mee dat je

docent meerdere leerlingen moet begeleiden en dus niet altijd als het jou uitkomt op

afroep beschikbaar kan zijn. Goede afspraken maken en die afspraken nakomen

zijn belangrijke voorwaarden voor succes.

Tips Aanpak, onderwerpen en stappenplanning http://www.hogeschoolrotterdam.nl/studeren/profielwerkstuk http://www.profielwerkstukonderwerpen.com/ Onderwerpen: http://www.rug.nl/education/scholierenacademie/scholieren/profielwerkstuk/gammasteunpunt/subjects/onderwerpen/ Een blog over PWS: http://udenscollegepws.blogspot.com/ En met een beetje googlen vinden jullie natuurlijk nog veel meer. Succes en veel onderzoekplezier!

Leuk weetje Er zijn leuke prijzen te winnen met je PWS. De waarde van deze prijzen varieert van

een geldbedrag tot gratis studietoelage. Laat je PWS dus een toegevoegde waarde

hebben voor de maatschappij. Per vak worden de beste profielwerkstukken in april

2016 geselecteerd door de begeleiders. Hieruit wordt één werkstuk gekozen dat kan

meedingen voor de OMO-profielwerkstukprijs (hieraan is een geldbedrag van €

1.000 verbonden!). Het kan zijn dat je dan je onderzoek moet presenteren aan

derden.

http://www.hogeschoolrotterdam.nl/studeren/profielwerkstuk

http://www.profielwerkstukonderwerpen.com/

http://www.rug.nl/education/scholierenacademie/scholieren/profielwerkstuk/gammasteunpunt/subjects/onderwerpen/

http://www.rug.nl/education/scholierenacademie/scholieren/profielwerkstuk/gammasteunpunt/subjects/onderwerpen/

http://udenscollegepws.blogspot.com/

6 v a n 3 2

II. TIJDSPAD

a. PWS-middag en dinsdag 28 augustus

Inleveren beoordelingsmoment 1 7e en 8e lesuur

b. PWS-middag en dinsdag 4 september

Inleveren beoordelingsmoment 2 6e, 7e en 8e lesuur

c. Inleveren beoordelingsmoment 3 maandag 19 november

d. Spreekuur PWS donderdag 29 november

e. Inleveren beoordelingsmoment 4 vrijdag 11 januari

f. Inleveren definitieve versie vrijdag 22 februari

7 v a n 3 2

III. VORMEISEN

Het profielwerkstuk moet aan de volgende eisen voldoen.

Lay-out

Het verslag is getypt in een 12-punts lettertype, niet cursief. Elk nieuw

onderdeel (hoofdstuk of paragraaf) begint met een titel.

Tabellen en diagrammen worden eveneens voorzien van een titel en - indien

nodig - van een bronvermelding.

Citaten worden ook als citaten opgenomen, d.w.z. tussen aanhalingstekens

(“) en in cursief lettertype, bij voorkeur met een noot.

Bijvoorbeeld: “Op school viel ik tussen de andere kinderen op door mijn ijver

en doorzettingsvermogen en daardoor ben ik van de eerste tot en met de

laatste klas (...) altijd tot klasse oudste gekozen.”1)

De bronvermelding van dit citaat plaats je onder aan de pagina of achterin

het werkstuk. Dat ziet er dan zo uit: 1) Jeltsin, B., Getuigenis van een opposant, blz. 23, Baarn 1990.

De bronvermelding van de theorie doe je conform APA. Verwijs in de

hoofdtekst naar de bron en werk daarnaast de bron in de literatuurlijst

volledig uit. Hoe je dit handig kunt doen in Word wordt stap voor stap

uitgelegd in dit YouTube-filmpje:

https://www.youtube.com/watch?v=Rxv9JxRx2uQ

(of zoek naar APA in Word op YouTube)


8 v a n 3 2

Indeling

Het profielwerkstuk is als volgt opgebouwd:

1 Omslag (titel van het werkstuk, namen, klas(sen), profielvak(ken), datum,

begeleidend docent).

2 Inhoudsopgave, uitgewerkt tot op hoofdstuk- of paragraafniveau met

bladzijdenummering. In Word kun je ook heel gemakkelijk automatisch een

inhoudsopgave laten maken. Zie bijvoorbeeld deze link of zoek zelf even op

YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=BA4D2Wf9qkM

3 Inhoud van het werkstuk:

- inleiding/verantwoording voor de onderwerpskeuze

- onderzoeksvraag (hoofd- en deelvragen)

- hypothese

- werkplan

- onderzoeksgegevens

- conclusie (het antwoord op hoofd- en deelvragen; vergelijking met

hypothese;)

- discussie (stel je conclusie ter discussie; is er sprake van onbetrouwbare

meetgegevens, verklaringen voor eventuele verschillen met hypothese;

heb je de juiste onderzoeksmethode gevolgd?)

4 Samenvatting

https://www.youtube.com/watch?v=BA4D2Wf9qkM

9 v a n 3 2

5 Bronvermelding volgens APA

Van elke bron achtereenvolgens: auteur (achternaam, voornaam afgekort tot

één letter), titel, plaats van uitgave, uitgever, publicatiejaar. Hier zie je

voorbeelden van literatuuropgave van een boek van één auteur, een boek

van drie auteurs, een boek van meer dan drie auteurs en een

tijdschriftenartikel.

- Kloos, P., Popcultuur, Utrecht, Lems, 1992

- Tims, L., Romme, T. en Van Peer, K., De bedrijfspresentatie, Eindhoven,

Gaudamer, 1998

- Linningen, W. e.a., De geschiedenis van de kinderopvang, Delft, Sloks-

uitgeverij, 1996

- Bakker, F., ‘Wat is Limburgs?’, in: Onze Taal 66, 1997, nr. 5, pp. 107-109.

(Let op: je schrijft ‘p’ als je naar één pagina verwijst en ‘pp’ als je naar

meerdere pagina’s verwijst).

Taalgebruik

Het werkstuk wordt tevens beoordeeld op:

- stijl, die zakelijk en helder moet zijn;

- spelling;

- interpunctie.

Het is gebruikelijk dat verslagen in de lijdende vorm geschreven worden. Dus niet:

‘ik meet de temperatuur’ maar ‘de temperatuur wordt gemeten’.

1 0 v a n 3 2

III. HET STAPPENPLAN - Beoordelingsmoment 1

Voor beoordelingsmoment 1 ga je een onderwerp kiezen, het onderwerp afbakenen,

je oriënteren op een onderzoeksvraag en je stelt de hypothese plus deelvragen op.

Tevens ga je een plan van aanpak opstellen.

Hulp bij beoordelingsmoment 1 Het logboek

Houd het logboek bij voorkeur netjes en overzichtelijk; ook het logboek wordt in de

beoordeling betrokken. Het logboek is individueel en geeft ook de totale

studielasturen weer.

Het logboek zou je bijvoorbeeld zo kunnen opbouwen:

Datum

Tijd in minuten

plaats

verrichte werkzaamheden

Opmerkingen

Afspraken

7-10

10

school

overleg met docent

31-10: voortgangs-gesprek

8-10

50

bibliotheek

informatie over ..... gezocht

niet gevonden

Onderwerp afbakenen en onderzoeksvraag formuleren

Zodra eenmaal bekend is welk onderwerp je hebt gekozen ga je proberen een

onderzoeksvraag te formuleren. Deze onderzoeksvraag is een wezenlijk onderdeel

van je profielwerkstuk. Hiermee geef je namelijk aan wat het doel is van je

onderzoek. Een scherp geformuleerde en goed afgebakende onderzoeksvraag kun

je alleen opstellen als je al behoorlijk wat informatie over je onderwerp verzameld

hebt.

Deze stap is wellicht de belangrijkste en moeilijkste. Het formuleren van ‘behapbare’

onderzoeksvragen bepaalt voor een groot deel het succes. De onderzoeksvraag en

de deelvragen bespreek je dan ook uitgebreid met je begeleidend docent. Een

onderzoeksvraag is altijd een open vraag (hoe? waardoor? welke? wat is …?).

Het opstellen van de hypothese

1 1 v a n 3 2

Een hypothese is het antwoord dat je verwacht op de onderzoeksvraag. Je

hypothese moet gebaseerd zijn op de resultaten van je vooronderzoek of op eigen

kennis en ervaring.

Het opstellen van een werkplan

Het werkplan bestaat uit twee delen: een onderzoeksplan en een tijdsplanning.

In het onderzoeksplan zet je:

- de hoofdvraag;

- de deelvragen;

- de verwachtingen over het antwoord op de hoofd- en deelvragen;

- de werkwijze van het uit te voeren onderzoek;

- de informatiebronnen en hulpmiddelen/materialen die je denkt te gaan gebruiken;

- bij werken in tweetallen: de taakverdeling.

In het tijdplan staat hoe lang een bepaalde activiteit duurt en - indien van

toepassing - wie deze uitvoert en wanneer. Het hele plan van aanpak hoeft niet

meer dan één pagina A4 te omvatten.

Je vindt op de volgende pagina een voorbeeld van een onderzoeksplan met tijdplan.

NB: het is heel goed mogelijk dat je je plan in een latere fase aanpast. Het gaat er in

deze fase niet om dat je elke stap voor de eeuwigheid vastlegt. Wél moet je

concreet vastgesteld hebben wat je gaat doen en hoe je dat gaat aanpakken, zodat

je met het einddoel voor ogen aan je profielwerkstuk begint.

1 2 v a n 3 2

Een voorbeeld van een onderzoeks- en tijdplan

Onderzoeksplan van: Fred Jansen en Ivo Smits

hoofdvraag Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen de beurskrach van 1929 en die van 1987?

Deelvragen - Wat ging er vooraf aan de beurskrach van 1929 resp. 1987? - Hoe werden de beleggingen gefinancierd voorafgaande aan beide jaren? - Waarom was de beurskrach van 1929 het begin van de grote depressie van de dertiger jaren, terwijl die van 1987 geen merkbare invloed had op de economie?

verwachting We verwachten dat de beleggingen in en voor 1929 vooral gefinancierd werden met geleend geld terwijl er in 1987 geen reden was om in paniek te raken.

Werkwijze We gaan eerst literatuur verzamelen in de Openbare Bibliotheek en op de Internetsites van de NRC en de Volkskrant. We gaan ook diverse beleggers interviewen over hun beleggingsstrategie en hun gedrag als belegger indien ze een beurskrach zien aankomen. Ook interviewen we de beleggingsanalist (de oom van Ivo) van de ING-bank te Eindhoven.

Informatie Uit boeken. De Beurskracht van 1929 van Drs. H. Bolk. Alles wat je altijd al wilde weten over economie maar het nooit durfde te vragen van Drs. R. Geboers. Tijdschriften: Elsevier, november 1988: Het hoe en waarom van de beurskrach van oktober 1987. Krantenarchief NRC en de Volkskrant. Diverse beleggers en de beleggingsanalist ING-bank voor de interviews.

taakverdeling Fred stort zich op de beurskrach van 1929; Ivo doet die van 1987. Vervolgens overleggen we over verschillen en overeenkomsten. Dit stuk schrijven we samen, evenals inleiding, conclusie, inhoudsopgave en literatuurlijst. Ivo doet het interview op de ING-bank; de overige interviews doen we samen.

presentatievorm Schriftelijk verslag Tijdplan Activiteit Hoe lang? Wanneer? Wie? Informatie verzamelen uit de literatuur en inlezen

30 uur Juni tot en met september

Samen

Gegevens ordenen; interviews afnemen

20 uur Oktober en november Samen; interview ING-bank door Ivo; interview beleggers samen

Gegevens ordenen en verwerken; schrijven werkstuk

24 uur December en januari Samen

Afronding werkstuk 6 uur Eind januari Samen

1 3 v a n 3 2

Controlelijst voor beoordelingsmoment 1 (leerling) gedaan

Stap (1): Keuze van vak en onderwerp

Stap (2): Onderwerp afbakenen en onderzoeksvraag formuleren

Stap(3): Het opstellen van de hypothese

Stap (4): Het opstellen van een werkplan

Voor de beoordeling maakt de docent gebruik van de bijbehorende rubric (blz. 15).

Kijk dus goed of je aan alle eisen hebt voldaan.

Dit zijn mijn hulpvragen aan mijn begeleider:

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

……………………………………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………………………...

1 4 v a n 3 2

Controlelijst voor beoordelingsmoment 1 (docent)

Stappen 1 + 2 + 3 + 4 akkoord niet akkoord

Onderzoeksvragen gesteld, hoofd- en deelvragen

Info gezocht en start gemaakt literatuurlijst

(Voorlopig) plan van aanpak gemaakt

Logboek bijgehouden

Beoordeling 1 (in cijfer; op basis van rubric) goed (8-9-10) voldoende (6-7) matig (5,5) onvoldoende (1-2-3-4-5)

(voor elke dag te laat inleveren wordt een punt afgetrokken)

beoordeling

Afspraken/aanwijzingen:

datum paraaf

Verplicht Datum: STOP / GO (Indien nodig) versie 2 Datum: STOP / GO

1 5 v a n 3 2

Beoordeling 1 onvoldoende

0 Voldoende

1 goed

2 weging

score docent

Opzet onderzoek

1. Onderwerp Het onderwerp is te breed en/of nauwelijks afgebakend.

Het onderwerp is helder, maar het is niet precies duidelijk hoe het is begrensd.

Het onderwerp is helder en goed afgebakend. 1x

2.Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag is slecht geformuleerd. De onderzoeksvraag heeft weinig diepgang. En/of is niet afgestemd op het onderwerp.

De onderzoeksvraag is juist geformuleerd en is afgestemd op het onderwerp.

De onderzoeksvraag is goed geformuleerd (specifiek en open), van voldoende vakinhoudelijk niveau en is afgestemd op het onderwerp.

2x

3. a. Hypothese De hypothese ontbreekt of is genoemd, maar onvoldoende verwoord.

De hypothese is goed verwoord maar onvoldoende gestaafd door vooronderzoek/ eigen kennis .

De hypothese is goed verwoord en voldoende gestaafd door vooronderzoek/ eigen kennis.

1x

b. Deelvragen De deelvragen zijn slecht geformuleerd. Inhoudelijk overlappen de deelvragen elkaar.

De deelvragen zijn juist geformuleerd en zijn afgestemd op het onderwerp. Er is wel enigszins sprake van overlap of onvolledigheid.

De deelvragen zijn helder qua formulering; ze zijn complementair; ze dekken de hoofdvraag maar overlappen elkaar niet en zijn afgestemd op het onderwerp.

1x

4. Werkplan (plan van aanpak, PvA)

Er is geen werkplan gemaakt, of het werkplan is onvolledig.

Het werkplan is volledig, maar niet erg gedetailleerd en realistisch.

Het werkplan is volledig, gedetailleerd en realistisch. 1x

5. Voortgangsgesprek met de begeleider

Er heeft geen voortgangsgesprek plaatsgevonden of het voortgangsgesprek is uiterst moeizaam verlopen.

De leerlingen waren enigszins voorbereid op het voortgangsgesprek. De hulpvragen waren redelijk van niveau. Het gesprek heeft geleid tot afspraken voor de uitvoering (beoordelingsmoment 2).

De leerlingen waren goed voorbereid op het voortgangsgesprek en namen tijdens het gesprek een actieve houding aan. De hulpvragen waren goed en het gesprek heeft geleid tot meer inzicht en afspraken voor de uitvoering (beoordelingsmoment 2).

2x

6. Keuze onderzoeksactiviteiten

De gekozen onderzoeksactiviteiten (praktisch werk en literatuurstudie) sluiten nauwelijks aan op de onderzoeksvragen.

De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed op de onderzoeksvragen aan, maar zijn nog niet volledig.

De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed aan op de onderzoeksvragen; ze leveren een volledig antwoord op de onderzoeksvragen.

1x

Logboek Niet of nauwelijks bijgehouden. Is bijgehouden, maar niet overzichtelijk (schematisch) en te beknopt.

Goed individueel ingevuld in een schema met duidelijke omschrijvingen van activiteiten.

1x

totaalscore

1 6 v a n 3 2

cijfer voorbereiding: totaalscore/20 x 9 + 1

1 7 v a n 3 2

BEOORDELINGSMOMENT 2: Definitief plan van aanpak

Het opstellen van een definitief plan van aanpak

Na bespreking van het werkplan met je begeleidend docent is het wellicht nodig

om een verbeterde versie van het werkplan te maken.

Mindmap literatuur

Verder moet je voor dit beoordelingsmoment een rode draad hebben aangebracht

in je onderzoek. Weet je al welke richting je op wilt met je literatuuronderzoek?

Welke onderwerpen wil je wel en welke wil je niet behandelen? Probeer een

begrippenstructuur aan te maken (mindmap) aan de hand van de gevonden

literatuur en je deelvragen. Zie hieronder de twee voorbeelden van een mindmap.

1 8 v a n 3 2


Stap (5): Afspraken en aanwijzingen beoordelingsmoment 1 verwerkt

Stap (6): Definitief plan van aanpak gemaakt

Stap (7): Bronnen gezocht/geselecteerd/gelezen + mindmap gemaakt

Stap (8): Logboek bijgehouden




.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

……………………………………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………………………...

1 9 v a n 3 2


Stappen 5 + 6 + 7 + 8

akkoord niet

akkoord

Afspraken/aanwijzingen van beoordelingsmoment 1 gevolgd

Definitief plan van aanpak gemaakt

Informatie is opgezocht + verwerkt, mindmap gemaakt

Logboek bijgehouden



beoordeling


Datum paraaf


2 0 v a n 3 2


0 Voldoende

1 Goed

2 weging

score docent

Verloop onderzoek

Literatuurstudie

De gebruikte informatiebronnen voldoen aan één (of geen) van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd. En/of de leerlingen heeft een bron gekozen die hij/zij niet snapt.

De gebruikte informatiebronnen voldoen aan twee van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd. En de leerlingen heeft bronnen gekozen die hij/zij snapt.

De gebruikte informatiebronnen zijn (1) divers, (2) betrouwbaar en (3) overstijgen het niveau van het voortgezet onderwijs. En de leerlingen heeft bronnen gekozen die hij/zij snapt.

2x

Mindmap Er is geen mindmap gemaakt en/of van weinig toegevoegde waarde.

Er is een mindmap gemaakt en die heeft duidelijk relevantie met het onderwerp en de bronnen, maar verheldert het onderzoek nog niet voldoende

Er is een duidelijke mindmap gemaakt op basis van de bronnen en die geeft ook inzicht in het (literatuur)onderzoek.

2x

Verwerking aanpassingen n.a.v. begeleider

Er zijn niet of nauwelijks aanpassingen gedaan zoals aangegeven door de begeleider.

De aanpassingen aan het werkplan zijn gedaan en geven een duidelijk beeld van het onderzoek, maar moeten nog enigszins worden aangepast i.v.m. praktische uitvoerbaarheid.

De aanpassingen zijn duidelijk verwerkt en het definitieve werkplan is helder en praktisch uitvoerbaar.

1x

P lanning/ samenwerking

Planning in het werkplan De planning is niet realistisch. Naleving van de planning lijkt moeilijk. Praktisch onderzoek wordt niet of nauwelijks gemotiveerd.

De planning is realistisch en lijkt mogelijk. Praktisch onderzoek wordt uitgelegd en gemotiveerd, maar kent nog enkele verbeterpunten.

De planning is realistisch en kan worden uitgevoerd. Het praktisch onderzoek is goed onderbouwd en is haalbaar.

2x

Taakverdeling Er was sprake van één (of geen) van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.

Er was sprake van twee van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.

Er was sprake van (1) een heldere taakverdeling, (2) een evenwichtige werkverdeling en (3) een goede onderlinge communicatie.

2x

Communicatie met begeleider

Er is nauwelijks contact geweest met de begeleider. Afspraken werden vaak niet nagekomen. Er is geen gebruik gemaakt van hulpvragen aan de begeleider

Er is regelmatig contact geweest met de begeleider. Afspraken werden meestal nagekomen en de hulpvragen zijn doorgegeven aan de begeleider.

Er is veelvuldig en constructief met de begeleiders gecommuniceerd. Afspraken werden altijd nagekomen en de hulpvragen waren duidelijk en verhelderend voor het verloop van het onderzoek.

2x

Inzet en zelfstandigheid

Inzet De betrokkenheid bij het onderzoek was minimaal. De inzet was matig.

Er is met betrokkenheid gewerkt. De inzet was voldoende.

Er is met veel enthousiasme en betrokkenheid gewerkt. Leerlingen hebben elkaar en anderen gestimuleerd.

3x

Sturing Er was veel begeleiding en sturing van de docenten nodig. Het lukte nauwelijks om zelf oplossingen voor problemen te bedenken.

Er was een normale (gemiddelde) hoeveelheid begeleiding en sturing nodig.

Er was weinig begeleiding nodig. Leerlingen hebben zelf oplossingen gezocht voor problemen.

1x

2 1 v a n 3 2

Beoordeling 2 (vervolg)

onvoldoende 0

Voldoende 1

goed 2

weging score

docent

Creativiteit en originaliteit De invulling van het onderzoek was erg voor de hand liggend.

Er is ook gebruik gemaakt van eigen ideeën.

De invulling van het onderzoek was erg origineel. Er was veel eigen inbreng. 1x

Reflectie De leerlingen vonden het moeilijk om met kritiek om te gaan.

Op kritiek werd goed gereageerd. Het reflectieve vermogen is nog in ontwikkeling.

Het reflectieve vermogen van de leerlingen was groot. Op kritiek werd volwassen gereageerd.

1x

Logboek

Opzet Het logboek is onoverzichtelijk en niet volledig.

Het logboek is redelijk gestructureerd en nagenoeg volledig.

Het logboek is zeer gestructureerd, overzichtelijk en volledig. 2x

Inhoud Het logboek laat nauwelijks iets zien van de keuzes die gemaakt zijn. Het logboek is nauwelijks gebruikt in de communicatie met de begeleider.

Het logboek geeft in grote lijnen ‘het denken’ van de leerlingen weer. Het logboek is ook ingezet bij de communicatie met de begeleider.

Het logboek geeft duidelijk inzicht in de keuzes die gemaakt zijn en de overwegingen die daarbij een rol hebben gespeeld. Het logboek is veelvuldig ingezet bij de communicatie met de begeleider.

2x

totaalscore proces cijfer proces: totaalscore/42 x 9 + 1

2 2 v a n 3 2

BEOORDELINGSMOMENT 3: Het theoretisch kader

Het theoretisch onderzoek uitvoeren

Deze fase zal met het praktisch gedeelte het meeste tijd vergen.

Als het goed is heb je in de vorige fase al voldoende relevante informatiebronnen

gevonden en deels geraadpleegd. Op basis van de mindmap ga je de

hoofdstukstructuur van het theoretisch kader opstellen en vervolgens uitwerken. Je

eerder gestelde deelvragen kunnen je hierbij helpen.

Feitelijk ga je stap voor stap alle achtergrondinformatie die je nodig hebt om je

onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, in een logische volgorde uitwerken.

Anders gezegd, je probeert vanuit de theorie een antwoord te vinden op de

gestelde deel- en hoofdvragen. Gebruik niet alle informatie die je tegenkomt maar

selecteer op basis van betrouwbaarheid en relevantie voor je onderzoek.

Wees niet bang om tijdens dit literatuuronderzoek vragen aan te passen als dit een

beter onderzoek en dus een beter werkstuk oplevert. Blijf jezelf afvragen of je

vooruit komt, of je naar je doel toewerkt, of de uitvoering doelgericht is. Leg de

problemen die je niet op kunt lossen tijdig voor aan je begeleider.

Voor de lezer moet het theoretisch kader een begrijpelijk en aan elkaar geschreven

geheel worden, waarbij je wel rekening houdt met een wetenschappelijke

schrijfstijl. Vermijd dus persoonlijke voornaamwoorden en maak veel gebruik van

passieve zinnen.

Denk aan het op juiste wijze vermelden van bronnen in je hoofdtekst en in je

literatuurlijst. In het volgende YouTube filmpje wordt dit op eenvoudige wijze

uitgelegd: https://www.youtube.com/watch?v=Rxv9JxRx2uQ

NB. Als je naast het theoretisch onderzoek ook veel praktisch werk hebt, start je in

deze fase ook met je praktisch onderzoek. Zorg dan wel dat je begeleider de

werkwijze helemaal heeft goedgekeurd.


2 3 v a n 3 2


Stap (9): Afspraken en aanwijzingen beoordelingsmoment 2 verwerkt

Stap (10): Hoofdstukindeling theorie gemaakt op basis van mindmap

Stap (11): Bronnen gelezen en theoretisch kader uitgewerkt





.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

……………………………………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………………………...

2 4 v a n 3 2


Stappen 9 + 10 + 11 + 12

akkoord niet

akkoord

Afspraken en aanwijzingen beoordelingsmoment 2 verwerkt

Hoofdstukindeling theorie gemaakt op basis van mindmap

Bronnen gelezen en theoretisch kader uitgewerkt

De bronnen zijn relevant en betrouwbaar

Logboek bijgehouden



beoordeling


Datum paraaf


2 5 v a n 3 2


0 Voldoende

1 goed

2 weging

score docent

Verloop onderzoek

Opbouw theoretisch kader Het theoretisch kader is een samenvatting van bronnen zonder duidelijke samenhang. Er is geen of weinig diepgang.

Het theoretisch kader vertoont wel samenhang, maar is nog onvoldoende toegespitst op de onderzoeksvraag en is nog te oppervlakkig.

Het theoretisch kader vertoont een duidelijke samenhang en richting, is toegespitst op de onderzoeksvraag en wordt met voldoende diepgang behandeld.

2x

Mindmapverwerking Er is niet met een mindmap gewerkt en/of er is weinig hiervan terug te zien in de verwerking van de hoofdstukkenverdeling.

Er is met de mindmap gewerkt en dat is terug te vinden in de verwerking van de hoofdstukkenverdeling. De structuur van het onderzoeksverslag kan wat verbetering gebruiken.

Er is met de mindmap gewerkt en dat is terug te vinden in de verwerking van de hoofdstukkenverdeling en geeft een duidelijke structuur aan het onderzoeksverslag.

2x

Bronverwerking

Er zijn niet of nauwelijks gewerkt met (eerder gevonden) bronnen en/of de bronnen zijn niet relevant voor het onderzoek.

Er zijn voldoende bronnen gebruikt, maar ze zijn onvoldoende relevant voor het onderwerp en/of niet dekkend voor alle deelvragen/hoofdstukken van het onderzoek.

Er zijn goede bronnen gebruikt en deze zijn dekkend voor alle deelvragen/hoofdstukken van het onderzoek.

1x

P lanning/ samenwerking

Planning in het werkplan De planning is niet realistisch. Naleving van de planning lijkt moeilijk. Praktisch onderzoek wordt niet nauwelijks gemotiveerd.

De planning is realistisch en lijkt mogelijk. De planning lijkt haalbaar en praktisch onderzoek wordt uitgelegd en gemotiveerd, maar kent nog enkele verbeterpunten.

De planning is realistisch en kan worden uitgevoerd. Het praktisch onderzoek is goed onderbouwt en is goed haalbaar.

2x

Taakverdeling Er was sprake van één (of geen) van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.

Er was sprake van twee van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.

Er was sprake van (1) een heldere taakverdeling, (2) een evenwichtige werkverdeling en (3) een goede onderlinge communicatie.

2x

Communicatie met begeleider

Er is nauwelijks contact geweest met de begeleider. Afspraken werden vaak niet nagekomen. Er is geen gebruik gemaakt van hulpvragen aan de begeleider

Er is regelmatig contact geweest met de begeleider. Afspraken werden meestal nagekomen en de hulpvragen zijn doorgegeven aan de begeleider.

Er is veelvuldig en constructief met de begeleiders gecommuniceerd. Afspraken werden altijd nagekomen en de hulpvragen waren duidelijke en verhelderend voor het verloop van het onderzoek.

2x

Inzet en zelfstandigheid

Inzet De betrokkenheid bij het onderzoek was minimaal. De inzet was matig.

Er is met betrokkenheid gewerkt. De inzet was voldoende.

Er is met veel enthousiasme en betrokkenheid gewerkt. Leerlingen hebben elkaar en anderen gestimuleerd.

3x

Sturing Er was veel begeleiding en sturing van de docenten nodig. Het lukte nauwelijks om zelf oplossingen voor problemen te

Er was een normale (gemiddelde) hoeveelheid begeleiding en sturing nodig.

Er was weinig begeleiding nodig. Leerlingen hebben zelf oplossingen gezocht voor problemen.

1x

2 6 v a n 3 2

bedenken.

Beoordeling 3 (vervolg)

onvoldoende 0

Voldoende 1

Goed 2

weging score

docent

Creativiteit en originaliteit De invulling van het onderzoek was erg voor de hand liggend.

Er is ook gebruik gemaakt van eigen ideeën.

De invulling van het onderzoek was erg origineel. Er was veel eigen inbreng. 1x

Reflectie De leerlingen vonden het moeilijk om met kritiek om te gaan.

Op kritiek werd goed gereageerd. Het reflectieve vermogen is nog in ontwikkeling.

Het reflectieve vermogen van de leerlingen was groot. Op kritiek werd volwassen gereageerd.

1x

Logboek

Opzet Het logboek is onoverzichtelijk en niet volledig.

Het logboek is redelijk gestructureerd en nagenoeg volledig.

Het logboek is zeer gestructureerd, overzichtelijk en volledig. 2x

Inhoud Het logboek laat nauwelijks iets zien van de keuzes die gemaakt zijn. Het logboek is nauwelijks gebruikt in de communicatie met de begeleiders.

Het logboek geeft in grote lijnen ‘het denken’ van de leerlingen weer. Het logboek is ook ingezet bij de communicatie met de begeleiders.

Het logboek geeft duidelijk inzicht in de keuzes die gemaakt zijn en de overwegingen die daarbij een rol hebben gespeeld. Het logboek is veelvuldig ingezet bij de communicatie met de begeleiders.

2x

totaalscore proces cijfer proces: totaalscore/42 x 9 + 1

2 7 v a n 3 2

BEOORDELINGSMOMENT 4: Resultatenverwerking en proefversie

In deze fase rond je het praktisch gedeelte van je onderzoek af, verwerk je de

resultaten conform de vakeisen, trek je conclusies en ga je kritisch kijken naar de

door jullie gevolgde werkwijze en de gevonden resultaten. Aan het eind van deze

fase lever je je bevindingen in als proefversie van je PWS in de vorm van een

schriftelijk verslag. De opbouw van een dergelijk verslag (de vormeisen) dient zo

dicht mogelijk de opbouw van relevante vakliteratuur te benaderen, zoals je die

ook op een vervolgstudie tegen gaat komen (zie hoofdstuk IV). Vraag je begeleider

eventueel om specifieke tips.

Het praktisch onderzoek uitvoeren en verwerken

Zorg dat je het praktisch werk nauwkeurig beschrijft zodat het stap voor stap te

herhalen is door derden. Bedenk vooraf hoe je de resultaten gaat verkrijgen,

verwerken en weergeven. Beschrijf je belangrijkste resultaten in je verslag zonder

conclusies te trekken.

Conclusie(s) trekken

Je moet in de conclusie van het verslag antwoord geven op de in de inleiding

vermelde onderzoeksvraag. Vermeld tevens of je conclusie afwijkt van of

overeenkomt met je hypothese.

Discussie

Tevens is het gebruikelijk bij het doen van onderzoek dat je terugblikt op zowel de

gebruikte methode als op de gevonden resultaten. Je kijkt hierbij kritisch naar in

welke mate de getrokken conclusie betrouwbaar en/of juist is, of er fouten zijn

gemaakt bij de werkwijze en hoe je die zou kunnen verbeteren, welke

vervolgonderzoeken nodig zijn, of de resultaten logisch zijn op basis van wat je

eerder hebt gevonden in de theorie, welke kanttekeningen je bij de getrokken

2 8 v a n 3 2

conclusie dient te maken, etc. Je reflecteert dus eigenlijk op je eigen onderzoek en

stelt je resultaten ter discussie.

Controlelijst voor beoordelingsmoment 4 en 5(leerling) gedaan

Stap (13): Afspraken en aanwijzingen beoordelingsmoment 3 en 4 verwerkt

Stap (14): Alle deelvragen zijn beantwoord.

Stap (15): De conclusie is geschreven.

Stap (16): In de conclusie staat een antwoord op de hoofdvraag.

Stap (17): In de conclusie staat een terugkoppeling op de hypothese.

Stap (18): In de conclusie wordt kritisch teruggeblikt op de gevolgde

werkwijze.

Stap (19): In de conclusie worden de gevonden resultaten bediscussieerd.

Stap (20): De versie voldoet aan de gestelde eisen m.b.t. de opmaak.





.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

2 9 v a n 3 2

.....................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................

Controlelijst voor beoordelingsmoment 4 en 5(docent)

Stappen 13 t/m 21

akkoord niet

akkoord

Afspraken en aanwijzingen beoordelingsmoment 3 c.q. 4

verwerkt

Alle deelvragen zijn voldoende beantwoord

Er is een juiste conclusie getrokken

Er is een juiste terugkoppeling m.b.t. tot de hypothese

Er is kritische reflectie op werkwijze

Er is kritische reflectie op gevonden resultaten

De opmaak voldoet aan de gestelde eisen

Logboek is bijgehouden

Beoordeling 4 c.q. 5 (in cijfer; op basis van rubric) goed (8-9-10) voldoende (6-7) matig (5,5) onvoldoende (1-2-3-4-5)


Beoordeling


Datum Paraaf

3 0 v a n 3 2


3 1 v a n 3 2

Beoordeling 4 c.q. 5 Onvoldoende

0 Voldoende

1 goed

2 weging

score docent

Verzorging

Aantrekkelijkheid Het werkstuk ziet er slecht verzorgd uit. Het nodigt niet uit tot lezen. Het werkstuk ziet er verzorgd uit. Het werkstuk ziet er zeer verzorgd uit

en is uitnodigend om te lezen. 1 x

Afwerking

De lay-out is rommelig (de indeling in alinea’s is bijvoorbeeld onduidelijk of onlogisch). De tekst is soms niet goed leesbaar of de afbeeldingen zijn slecht zichtbaar.

De lay-out is redelijk helder. De tekst is goed leesbaar, de afbeeldingen zijn goed zichtbaar.

De tekst is goed leesbaar, de afbeeldingen zijn goed zichtbaar. De lay-out is erg helder.

1 x

Stroomlijning

Pagina’s en hoofdstukken zijn niet genummerd. In de tekst wordt niet altijd naar afbeeldingen, tabellen en grafieken verwezen, of deze zijn niet voorzien van een bijschrift.

Pagina’s en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt meestal naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die voorzien zijn van bijschrift) verwezen.

Pagina’s, paragrafen en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die altijd voorzien zijn van bijschrift) verwezen.

1 x

Inhoud

Structuur (op niveau van werkstuk)

De opbouw van het werkstuk is niet helder. Een rode lijn ontbreekt: de afzonderlijke delen sluiten niet op elkaar aan.

Het werkstuk is opgebouwd uit een inleiding, een middenstuk en een einde. Er is een rode lijn, maar de afzonderlijke delen sluiten niet altijd goed op elkaar aan.

De structuur is helder. Er is een inleiding, een geordend middenstuk en een samenvattend einde. De afzonderlijke delen sluiten goed op elkaar aan: er is een duidelijke rode lijn.

1 x

Structuur (op niveau van hoofdstuk en paragraaf)

De afzonderlijke delen (hoofdstukken of paragrafen) zijn ongestructureerd. Het verhaal springt van de hak op de tak.

De afzonderlijke delen (hoofdstukken of paragrafen) zijn redelijk duidelijk qua structuur.

De afzonderlijke delen (hoofdstukken of paragrafen) zijn zeer duidelijk qua structuur. Het verhaal wordt stap voor stap opgebouwd.

1 x

Taalgebruik (rekeninghoudend met de doelgroep)

De tekst is niet in eigen woorden geschreven. Het taalgebruik is te simpel of juist te ingewikkeld.

De tekst is in eigen woorden geschreven en redelijk duidelijk. Het taalgebruik is redelijk goed.

De tekst is duidelijk en in eigen woorden geschreven. Het taalgebruik sluit goed aan bij de doelgroep.

1 x

Inhoudelijk De onderzoeksvraag en de deelvragen worden niet of maar ten dele beantwoord. De conclusies sluiten niet goed aan bij de onderzoeksvraag.

De onderzoeksvraag en de deelvragen worden grotendeels beantwoord (of i.i.g. behandeld). De conclusies sluiten bij de onderzoeksvraag aan.

De onderzoeksvraag en de deelvragen worden beantwoord (of i.i.g. behandeld). De conclusies volgen uit het voorgaande en sluiten goed aan bij de onderzoeksvraag.

2 x

3 2 v a n 3 2

Beoordeling 4 c.q. 5 (vervolg)

onvoldoende 0

voldoende 1

goed 2

weging Score

docent

Kritische houding Een kritische houding ten aanzien van bronnen en resultaten ontbreekt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.

Bronnen (en ook eigen resultaten) worden soms kritisch behandeld. Er wordt soms wel onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.

Bronnen (en ook eigen resultaten) zijn kritisch behandeld. Er is duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen. Er is een foutenanalyse gemaakt.

2 x

Tabellen en grafieken De resultaten worden niet (of slecht) gepresenteerd. Tabellen en grafieken worden niet in de tekst toegelicht.

De resultaten zijn over het algemeen helder weergegeven. Tabellen en grafieken worden meestal toegelicht in de tekst.

De resultaten zijn helder weergegeven m.b.v. tabellen en/of grafieken. Tabellen en grafieken worden toegelicht in de tekst.

1 x

Afbeeldingen De afbeeldingen voegen inhoudelijk niets (of weinig) toe aan de tekst.

De afbeeldingen voegen inhoudelijk wel iets toe aan de tekst.

De afbeeldingen zijn zorgvuldig gekozen en geven heldere, aanvullende informatie.

1 x

Hoeveelheid tekst De totale hoeveelheid is te weinig alles bij elkaar is het summier. De totale hoeveelheid tekst is teveel en niet relevant meer.

De totale hoeveelheid tekst is genoeg om het onderwerp toe te lichten en te snappen.

De totale hoeveelheid tekst is ruime genoeg. Alle onderwerpen zijn toegelicht en voldoende uitgediept.

1 x

Bronnen (indien niet letterlijk gekopieerd) De bronvermelding is onvolledig De bronvermelding is redelijk volledig.

De bronvermelding is volledig. Citaten in de tekst zijn voorzien van bronvermelding.

2 x

gesprek met de begeleider Er heeft geen eindgesprek plaatsgevonden of het eindgesprek is uiterst moeizaam verlopen.

De leerlingen waren enigszins voorbereid op het voortgangsgesprek.

De leerlingen waren goed voorbereid op het voortgangsgesprek en namen tijdens het gesprek een actieve houding aan.

1 x

totaalscore proces cijfer: totaalscore/ [32] x 9 + 1

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING HAVO 5 … · CKV; Inleiding Je bezoekt 5 verschillende...

Documents

Transcript of PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING HAVO 5 … · CKV; Inleiding Je bezoekt 5 verschillende...