Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9...

29
‘Redelijk handelen’ en titel 7.17 BW: een verborgen criterium in het huidige verzekeringsrecht Prof. dr. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS)

Transcript of Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9...

Page 1: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

‘Redelijk handelen’ en titel 7.17 BW: een verborgen criterium in het huidige verzekeringsrecht

Prof. dr. M.L. Hendrikse

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS)

Page 2: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Typ hier de footer 2

Inleiding (1)

!  In zijn arrest van 19 mei 1978, NJ 1978, 607 (Hotel Wilhelmina) introduceert de Hoge Raad de norm van de‘’redelijk handelend verzekeraar‘ in het kader van het leerstuk verzwijging.

!  Uit de Parl. Gesch titel 7.17 BW (zie p. 27 en p. 39) wordt duidelijk dat deze norm ook het uitgangspunt is voor de verzwijgingsregeling ex art. 7:928-931 BW.

Page 3: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Inleiding (2)

!  ‘Redelijk handelend verzekeraar’ en ‘gemiddelde verzekeraar’ zijn geen synoniemen. Zo is het in het kader van het leerstuk van de verzwijging mogelijk dat een individuele verzekeraar toch als redelijk handelend verzekeraar wordt aangemerkt ook al wijkt zijn acceptatiebeleid af van hetgeen in de verzekeringsbranche gebruikelijk is (beleid van de gemiddelde verzekeraar). Voorwaarde is dan wel dat de verzekeraar dit individuele, afwijkende beleid duidelijk communiceert aan de (aspirant-) verzekeringnemer in de precontractuele fase. Zie ook Parl. Gesch titel 7.17, p. 39.

Typ hier de footer 3

Page 4: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Inleiding (3)

!  Mijn stelling van vandaag is dat het criterium‘redelijk handelend verzekeraar’ ook buiten het leerstuk van de verzwijging van betekenis is en dat de ‘redelijk handelen’-norm ook toepasbaar is op de verzekeringnemer, de verzekerde, de derde-benadeelde en de tussenpersoon. De onderhavige norm is een verscholen criterium in het verzekeringsrecht. Deze norm kan in vele gevallen sturing geven. Een voorbeeld van een dergelijk geval is de toepassing van het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid in het verzekeringsrecht. Daarover gaat deze voordracht.

Typ hier de footer 4

Page 5: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Wat is ‘redelijk handelen’? (1)

!  Het begrip ‘redelijk handelen’ brengt ons al snel bij de ethiek.

!  Het woord ethiek is immers een samenstelling van de (oud-)griekse woorden ‘ευ’ (goed) en ‘θειν’ (doen/handelen).

!  Voor de onderhavige kwestie biedt de ethiek van Kant interessante aanknopingspunten.

!  Een onderdeel van de ethiek van Kant is de categorische imperatief.

Typ hier de footer 5

Page 6: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Wat is ‘redelijk handelen’? (2)

!  De categorische imperatief van Kant kan als volgt verwoord worden: men dient alleen te handelen volgens de maxime waarvan men kan zeggen dat deze een algemene wet wordt. Of anders gezegd: men dient te handelen volgens de wijze waarop men zou willen dat iedereen zo zou handelen. Zie I. Kant, Grundlegung zur Metaphysik der Sitten, 1786, p. 44.

Typ hier de footer 6

Page 7: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van redelijkheid en de billijkheid in het verzekeringsrecht (1)

!  Het onderhavige leerstuk speelt in het verzekeringsrecht een (steeds) grote(re) rol.

!  Bij de toepassing van het leerstuk wordt aangehaakt bij rechtsbeginselen en uitgangspunten.

!  Deze rechtsbeginselen en uitgangspunten sluiten niet altijd goed aan bij het bijzondere karakter van het handelsrecht.

Typ hier de footer 7

Page 8: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid in het verzekeringsrecht (2) !  Een goed voorbeeld van dit laatste is het

proportionaliteitsbeginsel. Dat sluit goed aan bij het burgerlijk recht – het consumentenverzekeringsrecht maakt daar bijv. deel van uit - dat gericht is op bescherming van het individueel belang maar minder bij het handelsrecht (het transportverzekeringsrecht maakt daar bijv. deel van uit) - in welk rechtsgebied het collectief belang van een efficiënt en effectief handelsverkeer en betalingsverkeer voorop staat. Zie van Huizen 2016, p. 1-2.

Typ hier de footer 8

Page 9: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid in het verzekeringsrecht (3) !  Men zal dus terughoudend dienen te zijn met de toepassing

van rechtsbeginselen en uitgangspunten die niet goed aansluiten bij het eigen karakter van het handelsrecht.

!  Een en ander betekent niet dat het leerstuk van de redelijkheid en de billijkheid voor het handelsrecht van geringe betekenis is: ’De (beperkende werking van) de redelijkheid en de billijkheid is in het handelsverkeer ook van niet te onderschatten belang in tijden die gekenmerkt worden door ingrijpende veranderingen’’ Zie Mendel Preadvies Ver. Handelsrecht 2000, p. 227. Zie voor een verzekeringsrechtelijke toepassing in dezen bijvoorbeeld HR 7 juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde).

Typ hier de footer 9

Page 10: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid in het verzekeringsrecht (4)

!  De norm ‘redelijk handelen’ kan een brug slaan tussen het (abstracte) rechtsbeginsel/uitgangspunt en de betrokken casuspositie waardoor de toepassing van het leerstuk van de redelijkheid en billijkheid een goed (dogmatisch) fundament krijgt. Het woord ‘redelijk’ in het begrip ‘redelijk handelen’ maakt ook een duidelijke verbinding met het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Het woord ‘handelen’ in de onderhavige combinatie is meer verbonden met de casuspositie, met de praktijk.

Typ hier de footer 10

Page 11: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en de (verzekerings)praktijk (1) !  Toepassing van de norm ‘redelijk handelen’ impliceert dus oog voor

de (verzekerings)praktijk. Zie voor dit laatste in algemene zin al Hijmans in zijn oratie uit 1910: ‘’ De werkelijkheid te leeren kennen in hare bonte verscheidenheid, in hare dooreengeweefde samenstelling van bedrijven en beroepen, van arbeid en verkeer, van persoonlijke en maatschappelijke verhoudingen, ziehier dus de eerste taak van den rechtsgeleerde. Wie eenmaal dien kijk heeft gekregen, zal bij de rechtszoeking geheel anders te werk gaan, als tevoren. Voor hem wordt de verhouding tusschen het recht der werkelijkheid en dat der wet een geheel andere. Niet eens meer zal hij spreken van lacunes in de wet, die de wetgever dan bij wijze van gunst verlooft aan te vullen, onder voorwaarde nog wel dat die aanvulling zooveel mogelijk in zijn geest geschiedt.

Typ hier de footer 11

Page 12: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en de (verzekerings)praktijk (2) !  Neen, steeds en overal, ook waar de wet spreekt, zal in de

eerste plaats worden gezocht naar het recht, dat uit de werkelijkheid zelve voortvloeit, en al heel sterk zal de stem van de wet moeten zijn, om over de eischen der werkelijkheid te kunnen triumpheeren. (...) Maar gewoonlijk zal het aldus verkregen recht dat zijn, hetwelk de werkelijkheid heeft verlangd, en gemeend door opstelling van wetsbepalingen te moeten bevorderen." Hijmans 1910, p. 14-15.

!  Een en ander sluit goed aan bij het uitgangspunt dat het handelsrecht een dienende functie heeft. Zie o.a. Boonk TVR 2007-4, p. 92.

Typ hier de footer 12

Page 13: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en de (verzekerings)praktijk (3) !  Stadermann heeft in zijn proefschrift uit 2011

overtuigend aangetoond dat in belangrijke uitspraken van de Hoge Raad van de afgelopen jaren de (verzekerings)praktijk een centrale rol heeft gespeeld bij het beantwoorden van verzekeringsrechtelijke vragen. Zie Stadermann 2011, p. 28-32. Zie onder andere HR 17 februari 2006, NJ 2006, 378 (Polygram) HR 18 april 2003, NJ 2004, 634 (Vliegbrevet) en HR 16 mei 2008, NJ 2008, 284 (Chubb/Dagenstaed).

Typ hier de footer 13

Page 14: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en de (verzekerings)praktijk (4)

!  Dit betekent overigens niet dat men blind de (verzekerings)praktijk dient te volgen. Het is heel wel mogelijk dat er in de verzekeringsbranche een algemeen beleid op een bepaald punt door verzekeraars wordt gevoerd maar dat dat beleid evenwel moeilijk als redelijk kan worden gezien met als gevolg dat handelen volgens dat beleid niet meebrengt dat de verzekeraar als een ‘redelijk handelend’ verzekeraar is aan te merken. Een goed voorbeeld is de ‘’woekerpolis’’-problematiek.

Typ hier de footer 14

Page 15: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en de (verzekerings)praktijk (5) !  Een en ander brengt mee dat bij de beantwoording van de

vraag of een verzekeraar handelt volgens de ‘redelijk handelen‘-norm er altijd zowel naar de dagelijkse (verzekerings)praktijk kant als de ethische en/of rechtsbeginselen kant van de kwestie moet worden gekeken. Zo zal in geval een bepaalde handelwijze wordt ondersteund door het feit dat deze handelwijze in de verzekeringsbranche algemeen wordt aanvaard vervolgens dienen te worden getoetst of de handelwijze ook gedragen wordt door ethische grondslagen of rechtsbeginselen.

Typ hier de footer 15

Page 16: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ en de (verzekerings)praktijk (6)

!  In het algemeen kan naar mijn mening worden opgemerkt dat ingeval een verzekeraar handelt conform hetgeen in de verzekeringsbranche gebruikelijk is en men vaststelt dat dit een handelwijze is waarop men zou willen dat iedereen zo zou handelen – de categorische imperatief van Kant – in ieder geval sprake is van een handelen van de verzekeraar volgens de ‘redelijk handelen’-norm.

Typ hier de footer 16

Page 17: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

De norm ‘redelijk handelen’ als sturingsinstrument in het kader van de toepassing van het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid in het verzekeringsrecht

!  In de praktijk komt het nogal eens voor dat er sprake is van een toepassing van het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid in het verzekeringsrecht waarbij enige van de in het geding zijnde rechtsbeginselen/uitgangspunten met elkaar botsen. Aan de hand van een voorbeeld zal nu onderzocht worden in hoeverre de norm ‘redelijk handelen’ een rol kan spelen als rechtvaardiging voor de gekozen oplossing in de genoemde ‘botsingsvraagstukken’

Typ hier de footer 17

Page 18: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (1)

!  Art. 7:941 lid 5 BW bepaalt – kortweg gezegd - dat het recht op uitkering van de verzekerde in geval van fraude bij de vaststelling van de omvang van de uitkering in beginsel in zijn geheel komt te vervallen. De onderhavige bepaling is strikt genomen niet van toepassing op de situatie waarin een derde-benadeelde fraudeert bij de afhandeling van een WAM-schade met een WAM-verzekeraar van de aansprakelijke WAM-verzekerde. Ook kent de WAM geen bijzondere (aanvullende) bepaling op dit punt. Betekent een en ander nu dat ingeval de derde-benadeelde bij de afwikkeling van de WAM-schade fraudeert en tegen de lamp loopt deze alsnog recht houdt op vergoeding van de daadwerkelijke schade?

Typ hier de footer 18

Page 19: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (2) !  Voor de eminente Bregstein zou deze vraag betrekkelijk eenvoudig te

beantwoorden zijn. In zijn indrukwekkende UvA-diesrede uit 1952 leest men onder andere: ‘’Tegenover de woorden der wet komt hem (bedoeld is de rechter, MLH) echter een grote vrijheid toe. Hij is dus niet ‘’la bouche de la loi’’, tenzij men daaronder verstaat ‘’la bouche de l’esprit de la loi’’. Hij mag niet slechts ‘’praeter legem’’ maar zelfs ‘’contra legem’’ interpreteren, wanneer men althans onder ‘’contra legem’’ verstaat: ‘’tegen de woorden der wet’’ en niet ‘’tegen de de zin der wet’’. Dat laatste staat hem juist niet vrij!’’ Bregstein spreekt in dit verband treffend van de verplichting ‘de wet ten einde denken’. Zie Verzameld werk I, p. 3-4 en p. 17. ‘Ten einde denken’ van art. 7:941 lid 5 BW zou naar mijn mening meebrengen dat ook de derde-benadeelde zijn recht op uitkering verspeelt in geval van fraude. De wetgever heeft niet bewust in dezen de derde-benadeelde uitgezonderd. Het past ‘in de geest van de bepaling’ de verval van recht-sanctie ook op deze te betrekken in geval van fraude. Ik laat deze methode nu verder rusten.

Typ hier de footer 19

Page 20: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (3) !  GC Kifid 2009/94: ‘’De Commissie is van oordeel dat de beperkende werking

van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:2 BW) in dit geval een geheel verval van het recht op uitkering voor Consument meebrengt: voornoemd handelen van Consument jegens Aangeslotene rechtvaardigt het gehele verval van zijn recht op uitkering van de door hem geleden schade. Artikel 7:941 lid 5 BW (….) kan in dit geval naar analogie worden toegepast. Naar het oordeel van de Commissie geldt voor een derde-benadeelde die een schade afhandelt met de verzekeraar van de aansprakelijke verzekerde hetzelfde als voor een verzekerde die in een contractuele relatie met de verzekeraar staat. Artikel 7:941 lid 5 BW geeft immers uiting aan het algemeen geldende rechtsbeginsel ‘fraus omnia corrumpit’.’’

Typ hier de footer 20

Page 21: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (4) !  Nadere bestudering van de casus leert dat er in

casu (minimaal) nog een ander rechtsbeginsel/uitgangspunt speelt: het uitgangspunt van slachtofferbescherming bij een WAM-verzekering. De grondgedachte van de WAM is te waarborgen dat schade toegebracht door een gemotoriseerde weggebruiker, de aansprakelijke WAM-verzekerde, zoveel mogelijk door de derde-benadeelde kan worden verhaald.

Typ hier de footer 21

Page 22: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (5) !  De norm ‘redelijk handelen’ kan naar mijn mening uitkomst bieden bij

de rechtvaardiging van de in dezen gekozen oplossing voor de onderhavige botsing van rechtsbeginselen/uitgangspunten.

!  Het uitgangspunt van slachtofferbescherming bij een WAM-verzekering brengt mee dat voor het verval van het recht op uitkering van de derde-benadeelde een bijzondere rechtvaardiging vereist is. Deze rechtvaardiging is naar mijn mening aanwezig bij fraude door de derde-benadeelde in geval van afwikkeling van een WAM-schade: van een ‘redelijk handelende derde-benadeelde’ is geen sprake ingeval deze fraudeert bij de afwikkeling van een WAM-schade met de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke verzekerde.

Typ hier de footer 22

Page 23: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (6) !  Door Van Tiggele-Van der Velde is opgemerkt

dat de onderhavige benadering het ongewenste gevolg zou kunnen hebben dat de frauderende benadeelde die nul op rekest krijgt van de aangesproken WAM-verzekeraar zich bij de verzekerde meldt voor de schade. Die zou dan volgens haar moeten betalen met als gevolg dat de verzekerde gestraft wordt voor het gedrag van de frauderende benadeelde. Zie AV&S 2017-1, p. 45 en Trema 2015, p. 261.

Typ hier de footer 23

Page 24: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (6) !  Ik ben het met Van Tiggele-van der Velde eens dat het genoemde

gevaar onwenselijk is, maar het gevaar doet zich naar mijn mening niet voor. Het beginsel dat niemand mag profiteren van zijn wandaden (‘’crime does not pay’’) in combinatie met het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid staan er aan in de weg dat de frauderende benadeelde na zijn ontdekte fraude bij de WAM-verzekeraar de schade alsnog gaat verhalen bij de verzekerde: hij kan zijn vorderingsrecht onder de gegeven omstandigheden niet uitoefenen tegen de verzekerde. Onderhavig beginsel werd al eerder toegepast door de Hoge Raad in het arrest Auto in Kanaal, HR 10 december 1976, NJ 1978, 114. Zie voor het huidige recht art. 7:973 BW.

Typ hier de footer 24

Page 25: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (7) !  Uit ethisch oogpunt kan worden opgemerkt dat het

geheel verval van het recht op uitkering in geval van fraude bij de afwikkeling van een WAM-schade door een derde-benadeelde naar mijn mening voldoet aan de categorische imperatief van Kant. Verzekeringsfraude is onder alle omstandigheden ongewenst gedrag: een ieder wil dat men dergelijk gedrag nalaat en dat dergelijk gedrag niet onbestraft blijft.

Typ hier de footer 25

Page 26: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Voorbeeld 1: Fraude door een derde-benadeelde bij de afwikkeling van een WAM-schade (8) !  Een geheel verval van het recht op uitkering sluit ook goed aan bij de

(verzekerings)praktijk. Het rechtsbeginsel ‘fraus omnia corrumpit’ is een uitwerking van het meer algemene vertrouwensbeginsel. Een verzekeraar moet bij de afwikkeling van een schade kunnen vertrouwen op de juistheid van de informatie die verstrekt wordt door de verzekerde of de derde-benadeelde omdat de verzekeraar in de praktijk in hoge mate afhankelijk is van die informatie. In geval van fraude bij de vaststelling van de omvang van de uitkering door een verzekerde of derde-benadeelde ontvalt in feite de basis van de verzekeringsovereenkomst c.q. de verplichting van de WAM-verzekeraar om de WAM-schade met de derde-benadeelde af te handelen.

Typ hier de footer 26

Page 27: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Conclusie (1) !  In deze voordracht heb ik aan de hand van een voorbeeld

aangetoond dat de norm ‘redelijk handelend verzekeraar’ ook buiten het verzwijgingsleerstuk van betekenis is, dat de ‘redelijk handelen’-norm ook toepasbaar is op de verzekeringnemer, de verzekerde, de derde-benadeelde en de verzekeringstussenpersoon, en dat de norm ‘redelijk handelen’ in vele gevallen sturing kan geven aan toepassing van het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid.

Typ hier de footer 27

Page 28: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Conclusie (2)

!  Uiteraard is de onderhavige norm geen tovermiddel maar voorkomt het in ieder geval een fragmentarische toepassing van het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid omdat bij de toepassing van de onderhavige norm aansluiting wordt gezocht bij de systematiek en de grondslagen van het verzekeringsrecht en daarnaast ook een verbinding wordt gemaakt met de (verzekerings)praktijk.

Typ hier de footer 28

Page 29: Prof. dr. M.L. Hendrikse - UvA...juni 2013, NJ 2013, 511 (Wasserij De Blinde). Typ hier de footer 9 De norm ‘redelijk handelen’ en het leerstuk van de beperkende werking van de

Conclusie (3)

!  De ‘redelijk handelen’-norm speelt in het verzekeringsrecht dus een belangrijke rol. Een en ander brengt naar mijn mening een procesvoering mee die (nog) meer gericht is op de feiten van het concrete geval en de verzekeringspraktijk in het algemeen. In het kader van mijn laatste opmerking wijs ik op de volgende woorden van Hijmans in zijn oratie uit 1910, p. 23-24, die de lijn nog verder doortrekt: "Vinding daarvan is alleen mogelijk door inductie, door redeneeringen, welke haar oorsprong nemen in de ervaring, in een zoo alzijdig mogelijke waarneming van de feiten der werkelijkheid. Inductie dus voor de opsporing van de door geschillen vereischte beslissing, inductie voor het door de wetenschap zoeken van de regelmaat in het maatschappelijk leven, teneinde deze als rechtsordening daar te stellen, en inductie bovenal bij de schepping van nieuw recht! Zoo is dus de inductieve methode de drijvende kracht in het recht der werkelijkheid."

Typ hier de footer 29