Praktijkvoorbeelden valpreventie

13
Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie

description

Praktijkvoorbeelden valpreventie

Transcript of Praktijkvoorbeelden valpreventie

Page 1: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden

Valpreventie

Page 2: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie 1

Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en Consument en Veiligheid zetten zich gezamenlijk in om het aantal valincidenten onder ouderen te verminderen. In deze brochure zijn zeven praktijkvoorbeelden beschreven van effectieve valpreventieprogramma’s.

Jaarlijks worden ruim 70.000 65-plussers behandeld op Spoedeisende Hulp afdelingen van Nederlandse ziekenhuizen naar aanleiding van een val.

Bijna de helft van deze slachtoffers wordt vervolgens in het ziekenhuis opgenomen. Door vallen vermindert de zelfredzaamheid van ouderen,

waardoor ze in een sociaal isolement terecht kunnen komen. Daarnaast zijn de jaarlijkse medische kosten die gepaard gaan met de valpartijen

bij zelfstandig wonende ouderen hoog.

Ouderen die een evidence based (effectief bewezen) valprogramma volgden, hebben aantoonbaar minder valongelukken en staan letterlijk en

figuurlijk steviger in hun schoenen. Als 10 procent van de senioren zou deelnemen aan een van de beweegprogramma’s in deze brochure, kan dit

al leiden tot een forse besparing aan medische kosten. Ook voorlichting gericht op verantwoord beperken van het medicijngebruik in overleg

met de huisarts blijkt effectief om vallen te voorkomen. Voorlichting kan zich ook richten op het aanbrengen van veiligheidsvoorzieningen in de

woning, bijvoorbeeld door veiligheidsadviseurs de woonomgeving aan de hand van een checklist te laten doornemen.

In deze brochure zijn zeven praktijkvoorbeelden beschreven van zeven effectieve valpreventieprogramma’s:

• InBalans

• Bewegenvaltgoed!

• Halt!Uvalt

• Blijfstaan

• VallenVerledenTijd

• Veiligheidsadviseur

• Zichtopevenwicht

Wij hopen u hiermee te inspireren en nieuwsgierig te maken naar de mogelijkheden.

Goede praktijkvoorbeelden

Valpreventie

Page 3: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie 32

| 1. In Balans 4

|2.Bewegenvaltgoed! 6

|3.Halt!Uvalt 9

| 4. Blijf staan 12

|5.VallenVerledenTijd 14

| 6. Veiligheidsadviseur 16

|7.Zichtopevenwicht 18

INHOUD

Page 4: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie1 a

3

54

DOelgrOepDe cursus is bedoeld voor 70-plussers die geregeld vallen of angst

hebben om te vallen. Deze kan gegeven worden door zorgverleners,

welzijnsprofessionals, preventiewerkers en sport- en bewegingsdes-

kundigen. “We hebben een paar keer de cursus ‘In Balans’ gege-

ven. Vervolgens zijn we met een aantal deelnemers een gymgroep

gestart, die wekelijks bij elkaar komt. Dit is een stabiele groep van

achttienpersonen.Zowelmannenalsvrouwen.Zezijnonzekerop

straat, omdat ze bang zijn om te vallen’’, vertelt Vanessa Houthuizen.

DOelDe specifieke doelen van de cursus zijn:

• Meerpositieveervaringenmetbewegencreëren.

• Mensenlerenwatzezelfkunnendoenomvallentevoorkomen.

• Deelnemers latendoorstromennaar het bestaande aanbod aan

bewegingsactiviteiten, in dit geval de gymgroep.

Uiteindelijkleidtdittot:

• Verbeteringvangezondheidengevoelvanwelzijn.

• Zolangmogelijkbehoudvanzelfstandigheidenzelfredzaamheid.

• Verminderingvansociaalisolementofdepressie.

• Het bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl op het

niveau van de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen.

Vanessa Houthuizen: “De gymgroep houdt de ouderen in beweging.

Hierdoor blijven ze fit, worden hun spieren sterker, waardoor ze

minder vallen. De deelnemers willen op hun eigen niveau, met hun

beperking, werken aan hun conditie.’’

MetHODeDe interventie is vooral gericht op gedragsverandering, waardoor

valincidenten worden voorkomen. De training geeft een uitgebrei-

de analyse van de belangrijkste oorzaken en een duidelijke uitleg

over de keuze van methodieken om dit aan te pakken. Deze aanpak

bestaat uit een viertrap: informatie, bewustwording, training en

onderhoud.

Welnúh organiseerde in 2005 en 2006 de cursus ‘In Balans .́ Dit

gebeurde in drie fases: een informatiebijeenkomst, drie voorlich-

tingsbijeenkomsten en zestien aaneensluitende trainingsweken.

Elke week twee trainingen van één uur. De laatste jaren is de wel-

zijnsstichting alleen actief met de gymgroep. Deze krijgt les van

eenmbvo-docent.Mbvostaatvoor:meerbewegenvoorouderen.De

docent richt zich met de lessen vooral op:

• Verbeteringvandeconditie.

• Balansverbeterendeoefeningen.

• Spierenengewrichten.

• TaiChi(Chineseevenwichtsoefeningen).

Daarnaast is persoonlijk contact een belangrijk onderdeel van de

gymgroep. “Door de gesprekken leren de ouderen elkaar beter kennen

en ontstaan sociale contacten. Dit bevordert het vertrouwen, waar-

door de ouderen makkelijker aan elkaar of aan de docent vertellen

over hun problemen en angsten’’, zegt Vanessa Houthuizen.

effecteNEeneffectevaluatiedoordeVrijeUniversiteitAmsterdamtoontaan

datmetditprogrammaeenvalreductievan61%mogelijkis!Vanessa

Houthuizenvoegthieraantoe:“Zowelbijdestartvandegymgroep,

als aan het einde van elk jaar, meten we het effect aan de hand van

eenbalanstest.Totnutoeboektiedereenvooruitgang.’’

SaMeNwerkINgSpartNerSWelnúhwerktsamenmetStichtingSportserviceMiddenNederland

(SSMN),eenservicebureaudatondersteuningbiedtophetgebied

vansportenbewegenindeprovincieUtrecht.ZobemiddeltSSMN

bij het zoeken naar een mbvo-docent en leidt deze op om de gym-

lessen te kunnen geven. Welnúh coördineert de organisatie: de

inschrijving,hetfinanciëlegedeelteendelocatie.

BIjScHOlINg DOceNteN ‘IN BalaNS’De bijscholing van docenten voor de interventie ‘In Balans’ bestaat

uit een theoretisch en praktisch gedeelte. Het Nederlands Instituut

voor Sport en Bewegen (NISB) geeft deze scholing. Dit gebeurt op

maat of middels open inschrijving. De open inschrijving vindt plaats

bij NISB in Ede. Aan de cursus kunnen minimaal twaalf en maximaal

achttien personen deelnemen. Om tot deze scholing toegelaten te

worden, dient men in het bezit te zijn van minstens één van onder-

staande diploma’s:

• Begeleid(st)erMeerBewegenvoorOuderenGymnastiek

• Sport-enBewegingsleidersenioren

• Fysiotherapie(hoeftnietBIG-geregistreerd)

• OefentherapeutMensendieckofCesar(hoeftnietBIG-geregistreerd)

Kijk op www.nisbconsult.nl voor meer informatie en het actuele ‘In

Balans’ scholingsaanbod.

fINaNcIëNDe kosten van een gymgroep zijn beperkt. Welnúh betaalt €22,50

per uur voor de mbvo-docent en €30,- per les voor de accommodatie.

Daarnaast duurt het opzetten ervan ongeveer twintig uur. Als de

groep eenmaal aan de gang is, is een medewerker slechts een uur per

week kwijt aan de voortgang.

De welzijnsstichting werkt kostendekkend en wordt door de

gemeente gesubsidieerd. De deelnemers betalen €16,- voor een

5-lessenkaart. Deze kan de deelnemer naar eigen wens gebruiker.

Vanessa Houthuizen: “Een jaar lang elke week een les volgen en

vooruit betalen vinden de deelnemers soms te veel en te lang om

te overzien.”

tIpSDe cursus ‘In Balans’ is volgens Vanessa Houthuizen een mooie gele-

genheid om de interesse voor een gymgroep te peilen. De 5-les-

senkaart is volgens haar de sleutel voor het succes: “Die vonden de

deelnemersuitdekunst!’’

cONtactgegeveNSNadere informatie over de inhoud van de cursus kunt u

opvragen bij:

NISBConsult,www.nisbconsult.nl

[email protected]

Telefoonnummer:0318-490900

Welzijnsorganisatie Welnúh, www.welnuh.nl

Vanessa Houthuizen, [email protected]

Telefoonnummer:0343-430039

BeOOrDelINg‘In Balans’ is erkend als theoretisch goed onderbouwd. In 2007

behaalde het project een gedeelde tweede plaats bij de Preffi-prijs.

Dit is een prijs voor het meest veelbelovende gezondheids-bevor-

derings- of preventieproject in Nederland. Volgens het juryrapport

is ‘In Balans’ een origineel project met veel effectieve elementen,

dat goed geïmplementeerd is en landelijk op de kaart staat. De jury

was vooral onder de indruk van de koppeling van wetenschappelijk

onderzoek aan het project.

| 1. In Balans‘In Balans’ is een cursus voor 70-plussers met een valrisico. De deelnemers krijgen uitgebreide voorlichting en gerich-te training, die bij hen leiden tot meer dan halvering van het aantal valincidenten. Bij welzijnsstichting Welnúh heeft deze interventie een bijzonder gevolg gekregen: een wekelijkse gymgroep. Zoals Vanessa Houthuizen, consu-lent Welzijn, Zorg en Wonen van deze stichting verklaart: “Nieuwe vaardigheden leer je het beste door herhaling.’’

Page 5: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie2 a

76

DOelgrOepHet project richt zich op niet-westerse allochtone ouderen vanaf 45

jaar, een over het algemeen moeilijk te bereiken doelgroep. De eerste

pilotswarengerichtopTurkseenMarokkaansevrouwenenmannen.

DOelDebelangrijkstedoelenvan‘Bewegenvaltgoed!’zijnhetstimule-

ren van bewegen en een gezonde leefstijl en achterliggend het ver-

minderenvanhetaantalvalincidenten.Maarookhetvergrotenvan

de kennis over het belang van bewegen voor ouderen is een doel.

Geerdink: “Verder wilden we in Delfshaven de beweegbehoefte van

de doelgroep in kaart brengen. Samen met de deelnemers kijken we

welke beweegactiviteiten en sporten ze leuk vinden.”

MetHODe‘Bewegenvaltgoed!’gaatuitvaneencommunity-aanpak,dieaan-

sluitbijdewerkwijzevanCommunitiesinBewegingvanhetNeder-

lands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Dit betekent dat er

gewerkt wordt met een bestaande groep mensen, een groep waarbin-

nen iedereen elkaar kent. Bijvoorbeeld een groep vrouwen die met

elkaar op taalles zit. Bij het project staat plezier maken centraal en

er wordt vraaggericht gewerkt. De deelnemers worden gestimuleerd

tot actieve participatie.

In Delfshaven zijn verschillende docenten bij het project betrokken,

onder andere een fysiotherapeut die als beweegdocent optreedt en

een dansdocent. De beweegdocent werkt met de deelnemers aan

coördinatie, kracht, conditie en uithoudingsvermogen. De dans-

docent doet pilatesoefeningen en beweegoefeningen op muziek.

Zij werkt onder andere aan de versterking van de spieren en de

lichaamshouding. “Veel deelnemers gebruiken hun spieren in hun

armen en rug niet goed”, aldus Geerdink. De deelnemers krijgen der-

tig weken achtereen een uur per week les op verschillende locaties

in Delfshaven: onder andere in recreatieruimtes van stichtingen,

buurthuizen en woonzorgcentra. De deelnemers krijgen oefeningen

mee voor thuis.

wervINg Om deelnemers te werven, is Ineke Geerdink volgens de community-

aanpak uitgegaan van bestaande gemeenschappen. Ze benaderde

mensen die dichtbij de doelgroep staan en de doelgroep dus goed

kennen, zoals vertegenwoordigers van een moskee en voorzitters

van stichtingen. Daarbij had Geerdink het geluk dat ze veel men-

sen kende vanuit haar vroegere werk als deelraadslid van de deel-

gemeente Delfshaven. “Het is belangrijk om via de juiste mensen

te netwerken, bijvoorbeeld welzijns-, opbouw- en ouderenwerkers.”

DeSMDDwerktookmetgroepsbegeleiders.Dezespeleneenbelang-

rijkerolinhetmotiverenenstimulerenvandedeelnemers.“Uiter-

aard is het voor deze doelgroep ook belangrijk dat vrouwen les krijgen

van een vrouw en dat vrouwen alleen in het gezelschap van vrouwen

sporten”, zegt Geerdink. “Dat zijn de belangrijkste voorwaarden.”

fySIeke effecteNDe effecten van de interventie zijn enorm. TNO deed tijdens het

eerste pilotproject een voor- en nameting onder 130 deelnemers,

verspreid over vier interventies in het land. De resultaten zijn posi-

tief.Doordeelnameaan‘Bewegenvaltgoed!’zegtdedoelgroep:

• meertegaanbewegen(toenamevan37%);

• vakervanplantezijnmaatregelentenemenomvallentevoorko-

men(toenamevan5%);

• eengoedegezondheidtehebben(gestegenvan22%tot34%).

De ervaringen in Rotterdam onderschrijven dit onderzoek. De resul-

taten na de dertig weken van de cursus: de deelnemers voelen zich

fitter, hun pijnklachten verminderen, ze hebben minder stress en

meerbehoefteaanbewegen.“Zewarenzelfszoenthousiastdatze

andere sporten wilden gaan doen. Bijvoorbeeld zwemmen en fiet-

sen”, aldus Geerdink. “Daarom ontwikkelde ik vanuit een andere

stichting – Vrouwen in Beweging Delfshaven - in aansluiting op deze

interventie verschillende projecten voor de doelgroep, zoals spor-

tiefwandeleneneenfitnessprojectinsamenwerkingmethetCity

College. Op deze middelbare school is in 2007 een fitnessruimte

gerealiseerd, waarvan de vrouwen in de avonduren gebruikmaken.”

MeNtale effecteN VerderzietGeerdinkeenmentaleveranderingbijdevrouwen.“Ze

zijn zelfbewuster, lopen rechter op en hebben meer zin om dingen

te ondernemen.” De projectleider is erg tevreden met de resultaten.

“Het mooie is dat het project verdergaat dan bewegen en valpreven-

tie. Het gaat ook om participatie. Deelnemers stromen vanuit de

interventie door naar bijvoorbeeld taallessen en andere welzijnsac-

tiviteiten. Dat de effecten zo groot zouden zijn, had ik nooit kunnen

dromen.”

SaMeNwerkINgSpartNerSDe Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Delfshaven werkt

met verschillende partners samen: opbouwwerk, welzijnswerk, zelf-

organisaties, de GGD, de dienst Sport & Recreatie van de gemeente

Rotterdam en de deelgemeente Delfshaven. Juist die veelheid aan

partners is volgens Ineke Geerdink, die als spin in het web de ver-

schillende partijen bij elkaar brengt, de kracht. “Op deze manier kun

je ieders kwaliteiten en netwerk benutten. Bovendien stimuleert

zo’n project de samenwerking en motiveren alle partijen elkaar,

zeker als de resultaten zo positief zijn.”

ScHOlINgDe beweeg- en dansdocenten werken vanuit hun eigen kennis en

ervaring. Daarnaast heeft de fysiotherapeut een bijscholing voor

beweegbegeleiders ‘Bewegen valt goed!’ bij NISB gevolgd. De

onderwerpen die tijdens de bijscholing aan bod komen, zijn:

• introductieproject‘Bewegenvaltgoed!’

• introductievalpreventie(project‘Halt!Uvalt’)

• introductieCiB-werkprincipes

• werkenmetniet-westerseallochtoneouderen

• begeleidenvanfocusgroepgesprekken

• bevorderenvaneenactieveleefstijl

• combinerenvanvalpreventie-enbeweegactiviteten

In de bijscholing wordt veel gebruik gemaakt van interactieve

werkvormen en is ruimte voor ervaringsuitwisseling, vragen en

discussie.

fINaNcIëN In de eerste jaren draaide het project in Delfshaven op gelden van

fondsen, een zorgverzekeraar en incidentele subsidies van de deel-

gemeente. Voor de interventie is echter in Delfshaven nog geen

structurele subsidie. De begroting voor dit project is in Delfshaven

€15.000,-. Dat is inclusief de coördinatie, de kosten van de bege-

leiding en administratieve kosten. Op basis van dit budget kunnen

jaarlijks vier groepen, van ongeveer zestig à zeventig mensen, een

cursus volgen. In Delfshaven betalen de deelnemers een eigen bij-

drage van één euro per les.

|2.Bewegenvaltgoed!Veel ouderen zijn niet goed op de hoogte van de gevolgen van te weinig bewegen. Onder niet-westerse ouderen is dit probleem nog groter. Daarnaast hebben veel Turkse en Marokkaanse vrouwen klachten aan het bewegingsapparaat. Om daar verandering in te brengen, startten Consument en Veiligheid en NISB in 2006 in vier gemeenten met het project ‘Bewegen valt goed!’. In Rotterdam draait het project in de deelgemeente Delfshaven. Ineke Geerdink is voor de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Delfshaven (SMDD) en Vrouwen in Beweging Delfshaven (VIBD) trekker van het project.

Page 6: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie33

98

tIpS“Probeer te zorgen dat het project gemeentelijk ingebed wordt in

het sport- en beweegbeleid”, zegt Ineke Geerdink. “Structurele sub-

sidie is erg belangrijk om dit succesvolle project voort te zetten.”

InRotterdam isGeerdinkdaarvoorhardaanhet lobbyen.Zijpleit

ervoor dat ‘Bewegen valt goed!’ in meerdere Rotterdamse deel-

gemeenten gaat draaien. Ook benadrukt Geerdink het belang van

samenwerking met partners. “Om de doelgroepen te bereiken, zijn

ingangen erg belangrijk. Laat je introduceren door mensen die dicht

op de doelgroep staan. En laat zien dat je er bent en wat het belang

van de interventie is. Dat belang zit nog lang niet bij iedereen tus-

sen de oren.”

cONtactgegeveNSMeerinformatieoverdecursus?KijkdanopNISBConsult,

www.nisbconsult.nl.Ukuntookvrijblijvendcontact

opnemenmetNISBConsult,[email protected].

Telefoonnummer:0318-490900

ConsumentenVeiligheid

MereiLugtenberg

Telefoonnummer:020-5114511

MeerhorenoverdeervaringvandeSMDDenVrouwenin

BewegingDelfshavenmetdecursus?Neemdancontactopmet:

StichtingMaatschappelijkeDienstverleningDelfshaven

Beleidsmedewerker Ivo Brandsen of Ineke Geerdink,

project-leider‘Bewegenvaltgoed!’

Telefoonnummer:010-2448244

Stichting Vrouwen in Beweging Delfshaven

Ineke Geerdink, [email protected]

Telefoonnummer:06-23356732

keUrMerk‘Bewegenvaltgoed!’isdoorhetRIVMCentrumGezondLeven(CGL)

erkend als theoretisch goed onderbouwd. Hiermee is Bewegen valt

goed!eenvanderuimtwintiginterventiesdieopditniveauerkend

zijn. Meer informatie over het certificeringsysteem van het CGL

vindt u op www.loketgezondleven.nl.

DOelDoel van ‘Halt! U valt’ is om via een integrale lokale aanpak het

aantal valincidenten onder – met name – 75-plussers te vermin-

deren, en daarmee de kosten door ongevallen te reduceren. Gezien

het toenemende aantal ouderen de komende jaren, is dit van extra

groot belang.

DOelgrOep Het project richt zich niet alleen op 75-plussers die al enige beper-

kingen hebben, maar óók op 65-plussers. “Want het heeft veel tijd

nodig om mensen bewust te maken van de noodzaak om preventieve

maatregelen te nemen”, weet Lotty de Weert uit ervaring. “Boven-

dien is het belangrijk om vooruit te denken.” Daarmee doelt ze op

maatregelen die mensen in hun woning kunnen nemen om valinci-

denten te voorkomen.

MetHODeBij ‘Halt!Uvalt’ is ernietalleenaandachtvoor (hetbelangvan)

bewegen, maar ook voor maatregelen die mensen in hun woning

kunnen nemen om valincidenten te voorkomen. Daarnaast komen

ook medicijngebruik, hulpmiddelen en het beperken van risicovolle

handelingenaandeorde.“Metkleineaanpassingenkunnenmensen

al veel ellendevoorkomen”, aldusDeWeert.Hoewel ‘Halt!Uvalt’

een methodiek is met voorgeschreven onderdelen, kan iedere initi-

atiefnemer op lokaal of regionaal niveau er een eigen invulling aan

geven. In de regio Gelre-IJssel worden in een gemeente gedurende

een periode van ongeveer anderhalf jaar verschillende bijeenkom-

sten georganiseerd, die ieder afgestemd zijn op een bepaalde doel-

groep.Tijdenszo’nbijeenkomstkrijgendeelnemersachtergrondin-

formatie en leren ze kleine fysieke oefeningen waarmee ze zelf thuis

aan de slag kunnen. Ook krijgen ze uitleg over hulpmiddelen die

helpen bij het voorkomen van valincidenten.

cOMBINatIe vaN actIvIteIteNDe Weert: “Hoe de interventie wordt ingevuld, hangt af van de wensen

en behoeften van de doelgroep. Het kan een informatiemarkt zijn,

maar bijvoorbeeld ook een veiligheidsbingo, een rollatortest, maar

meestal een combinatie van meerdere activiteiten.”

Per gemeente wordt een voorlichtingspool samengesteld, die de

voorlichting op dergelijke bijeenkomsten verzorgt. De pool bestaat

meestal uit wijkverpleegkundigen en fysiotherapeuten. “Belangrijk

is in ieder geval dat deze personen herkenbaar zijn voor de doel-

groep”,zegtDeWeert.“Zohoudjededrempellaag.”

wervINg Om deelnemers te werven, schrijft de GGD Gelre-IJssel verschillende

gemeenten binnen haar gebied aan. “We gaan dan eerst met verte-

genwoordigers van zo’n gemeente om tafel om te kijken hoe we het

project in kunnen passen in het lokale gezondheidsbeleid”, aldus

De Weert. “Vervolgens verzorgen we voor verschillende partijen een

startbijeenkomst: ouderenbonden, thuiszorg, welzijnsorganisaties.

Allemaal partijen die contact hebben met de doelgroep. We vertel-

len dan over het doel van de interventie en hoe wij denken het in

diespecifiekegemeenteuittevoeren.”Metvertegenwoordigersvan

de aanwezige partijen vormt de GGD een projectgroep die de doel-

|3.Halt!UvaltStel, iemand is 70 jaar, vitaal en nog kerngezond. De wereld van rollators en minder mobiel zijn lijkt nog ver weg. Aan ‘vallen’ wordt nog helemaal niet gedacht. Toch is het belangrijk mensen in die fase al bewust te maken van valpreventie. Om die bewustwording te vergroten, is de methodiek ‘Halt! U valt’ in het leven geroepen. Lotty de Weert, gezondheidsfunctionaris bij GGD Gelre-IJssel, werkt met het project.

Page 7: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie

a

31110

groep benadert – meestal bestaande groepen – en voorlichtings-

activiteiten organiseert.

vOOrBereIDINg eN UItvOerINg Volgens De Weert is ongeveer een halfjaar voorbereidingstijd nodig

om met de lokale projectgroep de bestaande voorzieningen van

valpreventie in kaart te brengen en nieuwe voorlichtingsactivitei-

ten in gang te zetten. De uitvoering neemt in de regio Gelre-IJssel

zo’n anderhalf jaar in beslag. De bijeenkomsten – vier tot twaalf per

gemeente – vinden plaats op verschillende plekken in een gemeen-

te,variërendvanzorgcentratotkerkenenbuurthuizen.

effecteN De meeste ouderen reageren positief op hun deelname aan de

activiteiten en bijeenkomsten. De Weert: “Natuurlijk krijg je ook

reacties als: ‘maar dat wist ik allang’. Maar over het algemeen

steken de deelnemers er altijd wat van op. Van de voorbeeldtest-

jes of balansoefeningen leren ze veel. En ze maken kennis met

hulpmiddelen waar ze voorheen het bestaan niet van wisten, zoals

grijphandjes en opvouwbare stokken. Daarnaast weten ze na hun

deelname waar ze terecht kunnen als er wat is.” Ook stromen deel-

nemers soms door naar valpreventiecursussen gericht op bewe-

ging, zoals ‘In Balans’ of ‘Vallen verleden tijd’. “Je brengt ze op

ideeën.Wewijzendeelnemersbijvoorbeeldookopouderenzwem-

men en de zorgwinkel”, zegt De Weert.

Er loopt momenteel een aantal onderzoeken naar de resultaten van

deinterventie.ZoisdeGGDGelre-IJsselbezigmethetverwerken

van de gegevens uit de ouderenmonitor. Consument & Veiligheid

heeft een landelijk onderzoek gehouden onder de oudere deelnemers.

MeerinformatiekuntuopvragenbijLottydeWeert.

SaMeNwerkINgSpartNerSGGD Gelre-IJssel werkt in deze interventie samen met verschillen-

de lokale partners. Dit zijn ouderenbonden, welzijnsorganisaties,

thuiszorg, Wmo-loketten, huisartsen, fysiotherapeuten en wijkver-

pleegkundigen. De GGD voert de projectcoördinatie uit en brengt

de verschillende partners samen. Tijdens de uitvoerende fase van

‘Halt!Uvalt’houdtdeGGDzichopdeachtergrond;deverschillende

betrokken partijen verzorgen de voorlichting. Wie deze personen

zijn, is afhankelijk van de behoeften van de betreffende groep.

ScHOlINgConsument en Veiligheid biedt cursussen aan voor de organisatie

van‘Halt!Uvalt’–projecten.OokorganiseertConsumentenVeilig-

heid cursussen voor seniorenadviseurs die huisbezoeken bij ouderen

afleggen voor een huistest. “Want we sturen er op aan dat senio-

renadviseurs ook bij mensen thuis langsgaan om ze te informeren

over wat ze in huis kunnen doen om valincidenten te voorkomen”,

aldus De Weert. Waar en wanneer deze cursussen plaatsvinden, is te

lezenopdewebsitevanConsument&Veiligheid.Inhetkadervan

een‘Halt!UValt-project’wordtookaltijdaandachtbesteedaanval-

preventie in de bij- en nascholing van thuiszorgmedewerkers.

fINaNcIëNGGD Gelre-IJssel bekostigt zelf een deel van de interventie. Dit

zijn met name organisatiekosten. Aanvullend leveren gemeenten,

provincie en fondsen vaak een financiële bijdrage.Hoehoogde

kosten voor het uitvoeren van ‘Halt! U valt’ zijn, verschilt per

gemeente. “Het is maar net hoeveel activiteiten je kunt organi-

seren”,zegtDeWeert.“Meestaldraaiteenprojectzo’ntweejaar

en komt de projectgroep tien keer bij elkaar. Wil je de interventie

opzetten, dan moet je daar wel een beetje formatie voor hebben.”

Deelname aan een voorlichtingsbijeenkomst van ‘Halt! U valt’ is

gratis, maar voor cursussen gericht op beweging wordt wel een

bijdrage gevraagd.

tIpDesleutelachterhetsuccesvan‘Halt!Uvalt’isvolgensDeWeert

de lokale samenwerking. “De partijen enthousiasmeren elkaar en

beseffen door dit project hoeveel ze aan elkaar hebben. Door inten-

sief samen te werken kun je ook bij de doelgroepen het meest voor

elkaar krijgen.”

cONtactgegeveNSMeerwetenover‘Halt!Uvalt’?Kijkdanop:

www.veiligheid.nl/ouderen/halt-u-valt-zelfstandig-wonende-

ouderen.

Nadere informatie kunt u ook opvragen bij Stichting

ConsumentenVeiligheid.

Ilse Volkstedt, [email protected]

Telefoonnummer:020-5114511

MeerhorenoverdeervaringvanGGDGelre-IJsselmet

‘Halt!Uvalt’?NeemdancontactopmetLottydeWeert:

[email protected]

Telefoonnummer:088-4433373

of

Karin Aalbers:

[email protected]

Telefoonnummer:088-4433101

keUrMerk‘Halt!Uvalt’isdoorhetRIVMCentrumGezondLeven(CGL)erkend

alstheoretischgoedonderbouwd.Hiermeeis‘Halt!Uvalt!’eenvan

de ruim twintig interventies die op dit niveau erkend zijn. Meer

informatie over het certificeringsysteem van het CGL vindt u op

www.loketgezondleven.nl.

Page 8: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie4a

3

1312

DOelgrOepOuderen die in een zorginstelling (verpleeg-, verzorgingshuis of

aanleunwoning) wonen.

DOel‘Blijf Staan’ heeft tot doel het aantal valongevallen en de ernst van

letsel door valongevallen in zorginstellingen te verlagen.

MetHODeDe deelnemers van ‘Blijf Staan’ doorlopen vijf stappen, die zijn uit-

gewerkt in het handboek ‘Blijf Staan’:

• Stap1.Inventarisatievalrisico’s.

• Stap2.Planvanaanpak:maatregelenbedenken.

• Stap3.Uitvoerenplanvanaanpak.

• Stap4.Evaluatievandeeffecten.

• Stap 5. Continuering: de valpreventie een vaste plaats geven

binnen het beleid.

‘Blijf Staan’ is de afgelopen jaren al vele malen effectief toegepast

in verpleeg- en verzorgingshuizen. Inmiddels is ‘Blijf Staan’ door

ConsumentenVeiligheidopgenomenalsgeïntegreerdemodulein

‘Veiligheid in de V&V, methode voor veiligheidsmanagement’.

eIgeN aaNpakIedere organisatie is vrij om een eigen invulling te geven aan val-

preventie.ZoverteltAnitaWolfs,helpendeinverzorgingshuisSint

Gerlachus, dat zij niet kozen voor een cursus voor bewoners: “Daar

is geen interesse voor. Als je met veel moeite een groepje van zes

bereidvindtommeetedoen,haaktdehelftopdedagzelfaf.Ze

hebben geen zin, zijn moe of voelen zich niet lekker.”

Het was geen reden om het hierbij te laten. Anita Wolfs en haar

collega’s zochten naar een andere aanpak en kwamen via internet

ophetideevaneen ‘huisinspectie’:“Metdelocatiemanager,twee

teamleidsters, twee bewoners en iemand van de technische dienst

maakten we een rondje door het gebouw en keken we waar mensen

vaakvallen.Meteenvoudigeaanpassingenhebbenwedezeknelpun-

ten aangepast.’’

Daarnaast organiseren ze ieder jaar een inloopmiddag voor de bewo-

ners. Een fysiotherapeut, orthopeed, opticien, audicien, pedicure

en apotheker beantwoorden één op één vragen van bewoners.

Bovendien worden de bewoners gecontroleerd op manier van bewe-

gen, zicht, gehoor en medicijngebruik. Anita Wolfs: “En zo gebeurt

het dat sommige bewoners worden doorverwezen naar de huisarts

voor het verwijderen van een oorprop of het aanpassen van hun

medicatie.’’

Nu komen Anita en haar collega’s, waaronder een fysio- en ergothe-

rapeut, elke twee maanden bij elkaar voor overleg. Daar bespreken

ze recente valincidenten en zoeken ze naar oplossingen.

effecteN‘Blijf Staan’ is in 2002 en 2003 getest in zes verpleeg- en verzor-

gingshuizen. De evaluatie resulteerde in een overzicht van suc-

cesfactoren en verbeterpunten. Deze bevindingen zijn gebruikt om

‘Blijf Staan’ geschikt te maken voor landelijke invoering. De reductie

vanvalongevallenkannietmetcijferswordenhardgemaakt.Maarde

Meldingen Incidenten Cliënten (MIC) registreerde binnen een jaar

20% minder valincidenten. Bovendien is het aantal valmeldingen,

waarbij als oorzaak (verkeerd) medicijngebruik werd aangegeven,

met 40% afgenomen.

SaMeNwerkINgSpartNerSAnitaWolfsverteltdatMosaeZorggroepSintGerlachusnietsamen-

werkt met andere zorginstellingen of welzijnsorganisaties: “We

zijn onderdeel van een hele grote zorggroep met vijf locaties en

een eigen thuiszorgorganisatie. Informatie en ervaringen worden

onderling gedeeld.’’ Voor de inloopmiddagen werken ze wel samen

met derden, zoals hierboven onder ‘Eigen aanpak’ staat beschre-

ven: een fysiotherapeut, orthopeed, opticien, audicien, pedicure

en apotheker.

ScHOlINgDe training Projectcoördinator ‘Blijf Staan’ is bedoeld voor mensen

die in een zorginstelling het valpreventieproject gaan coördineren.

Ditzijnbijvoorbeeldkwaliteitsmanagers,ledenvandeMIC-commis-

sie, teamleiders, maar ook fysiotherapeuten en ergotherapeuten.

StichtingConsumentenVeiligheidgeeftdetraininginUtrechten

deze duurt van 10.00 tot 15.00 uur. Voor het actuele aanbod kunt

u een kijkje nemen op de website: www.veiligheid.nl. Deelname

aan de training kost €75,-, inclusief lunch. Het bijbehorende hand-

boek voor de uitvoering kost inclusief de 4 themabrochures €25,-.

Genoemde prijzen zijn inclusief btw (en onder voorbehoud van prijs-

wijzigingen).

fINaNcIëNHet vijfkoppige valpreventieteam van Anita Wolfs heeft geen

eigenbudget.Zijverklaartdatalseenmaatregelnoodzakelijkis,

de directie om goedkeuring wordt gevraagd. De professionals die

helpen tijdens de inloopmiddag, zoals de fysiotherapeut, opticien

en apothekers, doen dit op vrijwillige basis.

tIpAnita Wolfs wil geïnteresseerden nog iets op het hart drukken:

“Organiseer zo’n inloopmiddag. Het is bij ons een groot succes.

Ouderen waarderen vooral de vrijblijvendheid ervan.”

cONtactgegeveNSVia www.veiligheid.nl is algemene informatie te vinden en

zijn alle materialen te downloaden.

StichtingConsumentenVeiligheid,www.veiligheid.nl

MereiLugtenberg,[email protected]

Telefoonnummer:020-5114511

Voor meer informatie over praktijkervaringen:

MosaZorggroepSintGerlachus,www.mosaezorggroep.nl

Anita Wolfs, [email protected]

Telefoonnummer:043-3549200

| 4. Blijf StaanStichting Consument en Veiligheid ontwikkelde samen met TNO Preventie en Gezondheid en brancheorganisatie ActiZ een programma om het aantal valincidenten in verpleeg- en verzorgingshuizen te verminderen. De interventie ‘Blijf Staan’ biedt praktische handvatten, waarmee management, verzorgend personeel en de bewoners van ver-zorgingshuizen gezamenlijk aan valpreventie kunnen werken. Centraal daarbij staat het tegelijkertijd aanpakken van verschillende oorzaken van valongelukken. Bij de Mosae Zorggroep Sint Gerlachus in Maastricht doen ze dit onder meer met een inloopmiddag voor bewoners.

Page 9: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie5 a

3

1514

DOelgrOep65-plussers, die nog mobiel zijn, bij voorkeur zelfstandig wonen en

minstens een kwartier zonder stok of rollator kunnen lopen. Richtje

Hermans: “Wij richten ons nu ook op de groep die wel met hulp-

middelen loopt. Deze ouderen hebben namelijk een nog grotere

kans om te vallen, omdat ze nog minder stabiel zijn. We hebben het

trainingsprogramma daarom aangepast.”

DOelStellINgHet doel is om ouderen te leren omgaan met lastige situaties, die zij

dagelijks in en om hun woning tegenkomen en die de kans op vallen

vergroten. Denk hierbij aan losliggende kleedjes, scheve stoeptegels,

natte bladeren en trappen.

MetHODeNAlle ouderen die deelnemen, hebben voor de start van de training

een afspraak met de begeleidende fysiotherapeut. Tijdens deze

afspraak neemt de fysiotherapeut enkele loop- en balanstesten af.

Naafloopvandetrainingwordendezetestenherhaald.Zosteltde

fysiotherapeut vast welk effect de training heeft.

Bij Medisch Centrum Leeuwarden duurt ‘Vallen Verleden Tijd’ vijf

weken. Iedere week komen de deelnemers twee keer één of ander-

half uur bij elkaar. Deze bijeenkomsten worden gehouden in de

sporthal van het ziekenhuis. In de training komen vier onderdelen

aan de orde:

1. Een sport- en spelgedeelte om veilig te leren bewegen in een

drukke omgeving.

2. Een valtraining om veilig te leren vallen met behulp van judo-

oefeningen.

3. Een hindernisbaan waarop geoefend wordt met obstakels uit het

dagelijks leven.

4. Een onderdeel kracht- en conditietraining.

Richtje Hermans: “We voegen aan de oefeningen diverse dubbel-

takentoeomeenrealistischesituatietecreëren.Dubbeltakenwil

zeggen dat je twee dingen op hetzelfde moment doet, bijvoorbeeld

lopen en tegelijkertijd naar iemand luisteren. Ouderen hebben daar

moeitemee.Zijmoetenzichzoconcentrerenophetlopen,datpra-

ten, luisteren of een onverwachtse gebeurtenis hen afleidt en zorgt

voor valincidenten.’’

De valoefeningen uit de originele training zijn ontleend aan de

judosport. Richtje Hermans en haar collega’s hebben deze oefening

in hun training aangepast: “De ouderen met wie wij werken heb-

ben vaak een nieuwe kunstheup of -knie of last van osteoporose en

zouden juist door de judo-oefeningen iets kunnen breken of zich

blesseren. Daarom doen we lig-, zit- en kruipoefeningen op de dikke

mat.Zolerenzehoezenaeenvalderustbewaren,naareenstoel

kunnen bewegen en zichzelf overeind kunnen helpen.”

Bijna alle deelnemers zijn doorverwezen vanuit de valpolikliniek.

DezebevindtzichookinhetMedischCentrumLeeuwarden.Richt-

je Hermans verklaart: “Dat is voor ons een kort lijntje. We hebben

geprobeerd om ouderen te bereiken via de gemeente en ouderen-

organisaties, maar daar kwam niet veel uit. Dat komt misschien door

de locatie. Een ziekenhuis zien mensen eerder als een plek waar je

naartoe gaat als je ziek bent, niet om een cursus te volgen.’’

effecteNDeSintMaartenskliniekheeftdeeffectiviteitvanhetvalpreven-

tieprogramma‘VallenVerledenTijd’wetenschappelijkonderzocht

en kwam tot een aantal mooie conclusies. Het aantal valinci-

denten vermindert bijvoorbeeld met maar liefst 46%. Bovendien

geven deelnemers aan na het programma meer zelfvertrouwen te

hebben en minder bang te zijn om te vallen. Ook kunnen ze moge-

lijke gevaren beter herkennen en hier beter mee omgaan. Richtje

Hermans voegt hier aan toe: “Wij hebben gemerkt dat de oefenin-

gen ook een positief effect hebben op mensen met de ziekte van

Parkinson.’’

SaMeNwerkINgSpartNerSRichtje Hermans: “Wij zouden graag zien dat onze cursisten na

afloop de bewegingsoefeningen blijven uitvoeren. Daarom zijn wij

op dit moment met eerstelijnszorgaanbieders binnen de gemeente

in overleg, om te kijken in welke vorm dit kan plaatsvinden.’’

ScHOlINgHet Nederlands Paramedisch Instituut (NPI) verzorgt in samenwer-

kingmetdeSintMaartenskliniekdeopleidingvanfysiotherapeuten

die de training ‘Vallen Verleden Tijd’ gaangeven.Nade cursus is

de fysiotherapeut in staat om een valpreventie- en valtrainingspro-

gramma op te zetten en er praktisch invulling aan te geven. Deze

cursusisgeaccrediteerddoorhetKNGF(16puntenvoorhetregis-

terAlgemeenfysiotherapeut)endoordeNVFG(16puntenvoorhet

register Geriatriefysiotherapeut).

fINaNcIëNHetMedischCentrumLeeuwardenheeftinheteerstejaar€17.000,-

uitgetrokkenomhetprogramma‘VallenVerledenTijd’optekunnen

zetten. Van dat bedrag is €5.000,- uitgegeven aan materiaalkosten

voor het obstakelparcours. De overige €12.000,- dekte de trainings-

kosten voor fysiotherapeuten en alle personeels- en bijkomende

kosten voor het implementeren van de cursus.

Voordeuitvoeringvan ‘VallenVerledenTijd’zijntweefysiothera-

peuten één tot anderhalf uur per les bezig met voorbereiden, trai-

nen en opruimen. Omdat er soms meer dan twee personen nodig zijn

om alle deelnemers te kunnen begeleiden, zet hetMCL af en toe

stagiaires fysiotherapie in.

De ouderen die de training volgen, krijgen de kosten vergoed via

hun zorgverzekering. De training valt namelijk onder de reguliere

vergoeding voor fysiotherapie.

tIpRichtje Hermans heeft tot slot nog een tip: “Kijk goed uit in welke

vijver je vist om deelnemers te werven. Eigenlijk moeten de deel-

nemers minimaal een kwartier zonder hulpmiddelen kunnen lopen.

Maar de meeste ouderen die worden doorverwezen kunnen dit

niet, waardoor het lastig is om aan voldoende aantal deelnemers

te komen. Doordat wij de training hebben aangepast, kunnen ook

ouderen met een stok of rollator deelnemen.’’

cONtactgegeveNSNadere informatie over de inhoud van de cursus kunt u

opvragen bij:

Nederlands Paramedisch Instituut (NPI), www.paramedisch.nl

Joke Smit (algemene vragen), [email protected]

Hans Bult (inhoudelijke vragen), [email protected]

Telefoonnummer:033-4216100

ZorggroepNoorderbreedte/MedischCentrumLeeuwarden,

www.znb.nl, Richtje Hermans, [email protected]

Telefoonnummer:058-2863151/2866426

|5.VallenVerledenTijd‘Vallen Verleden Tijd’ is bedoeld voor ouderen. In tien sessies leren zij om te gaan met verschillende valoorzaken. De training wordt gegeven door fysiotherapeuten, zoals Richtje Hermans van Medisch Centrum Leeuwarden (MCL). De Sint Maartenskliniek in Nijmegen heeft het effect van ‘Vallen Verleden Tijd’ wetenschappelijk onderzocht. Hieruit blijkt dat de ouderen er veel baat bij hebben.

Page 10: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie6a

3

1716

DOelgrOepZelfstandigwonende65-plussers.

DOelDe gecertificeerde veiligheidsadviseur spoort in een woning val-

risico’s op en adviseert de bewoners over preventieve maatre-

gelen om valincidenten voorkomen. De Kort: “Het gaat vaak om

eenvoudige dingen. Denk aan het weghalen van een vloerkleed

waar je over kunt struikelen, of het aanpassen van de verlich-

ting op de trap. We geven geenmedische adviezen.” Merkt de

veiligheidsadviseur van SVHE dat het vallen waarschijnlijk een

medische oorzaak heeft, dan verwijst hij door naar de profes-

sionele zorg.

MetHODeSVHE werkt met een klussendienst, die alleen uit vrijwilligers

bestaat.Zelfstandigwonende65-plusserskunnenvoor€2,50 per

half uur gebruik maken van hun diensten. Dat varieert van het

ophangen van een fotolijstje tot het ontstoppen van de gootsteen.

Deze laagdrempelige service zorgt ervoor dat de vrijwilligers op

eigen verzoek van de bewoners de woningen binnenkomen. Dit is

volgens De Kort gelijk een uitgelezen kans om het huis van bin-

nen te inspecteren op mogelijke valrisico’s: “Ouderen laten niet

makkelijk hun woning inspecteren. Wat dat betreft hebben wij een

ideale combinatie met onze klussendienst, want wij komen met

een andere reden bij ze binnen.” Een kopje koffie en een gezellig

gesprek schept vertrouwen en zo kan de vrijwilliger tussendoor

nog wat preventieve tips geven.

Zelf OpleIDeNDoor de beperkte financiëlemiddelenworden de vrijwilligers van

SVHE door een van de eigen gecertificeerde veiligheidsadviseurs

intern getraind en jaarlijks bijgeschoold. Hierdoor worden zij geen

officiëleveiligheidsadviseursenontvangenzijookgeencertificaat.

Zijbeschikkenechterovervoldoendekennisenkunde.

DeKort:“Tijdenseenjaarlijksoverlegdelenweelkaarservaringen

en praten we de vrijwilligers bij over nieuwe ontwikkelingen. Ook

vragenweprofessionalsalsspreker.Zogafdebrandweeraleensuit-

leg over de werking en voordelen van rookmelders.” De mensen van

de klussendienst krijgen ook een lijst met de meest voorkomende

valoorzaken. Hiermee kunnen ze makkelijk elke woning inspecteren,

zonder iets over het hoofd te zien.

effectDe huisbezoeken, gesprekken en daar uit voortgekomen adviezen

van SVHE, zorgen voor minder valincidenten in de woning. Als oude-

ren minder vallen, zullen zij minder in aanraking komen met lang-

durige zorg en/of revalidatie en is de kans kleiner dat zij moeten

verhuizen naar een verzorgingshuis. Ouderen kunnen dus langer

zelfstandig blijven wonen.

De training heeft ook een positief effect op de vrijwilligers van de

klussendienst. Volgens De Kort is het enthousiasme groot: “Eerst

was er weinig interesse. Onze vrijwilligers waren bang om met las-

tigeregelgevingtemakentekrijgen.Maardoordetrainingginghet

leven en waren ze er helemaal klaar voor.” Dit zorgt ervoor dat de

veiligheidsadviseurs het doorvertellen, waardoor ook andere vrij-

willigers interesse krijgen om de training te volgen.

ScHOlINgDe training tot gecertificeerd veiligheidsadviseur wordt verzorgd

door Stichting Consument en Veiligheid in Utrecht. Deze cursus

duurt één dag.

Totdedoelgroepvandetraining,endaardoordefunctievanvei-

ligheidsadviseur, behoren zowel betaalde medewerkers als vrijwil-

ligers van welzijns- en/of thuiszorgorganisaties. Ook leden van een

ouderenbondkunnenindezerolaandeslag.FransdeKortvertelt

dat SVHE alleen met vrijwilligers werkt: “We begonnen een paar jaar

geleden met drie man om veiligheidsadviezen te geven. Inmiddels

zijn het er elf.” Het zijn allemaal vrijwilligers van de klussendienst

van SVHE. Als ze door ouderen worden gevraagd voor een klusje in

huis, hebben ze gelijk de kans om te kijken of er gevaarlijke punten

in de woning zijn.

Tijdensde trainingkrijgtmen inzicht inhetongevalprobleem,de

veiligheidsbeleving van senioren en de relatie tussen bewegen en

valpreventie. De cursisten krijgen uitleg over de veiligheidscheck-

list en mogelijke beweegactiviteiten. Er wordt aandacht besteed aan

gesprekstechnieken en -vaardigheden en er wordt geoefend met het

huisbezoek.

Na afloop van de training hebben de deelnemers een terugkombij-

eenkomst.Zewisselendanervaringenuitenlosseneventueleknel-

punten op. De deelnemers ontvangen vervolgens een certificaat.

Voor de veiligheidsadviseurs moet er wel een lokale coördinator en

aanspreekpunt zijn. Dit waarborgt de ondersteuning van de veilig-

heidsadviseurs voor, tijdens en na de huisbezoeken.

SVHE zorgt zelf voor de training en jaarlijkse bijscholing van haar

vrijwilligers.

fINaNcIëNDeofficiëletrainingviaStichtingConsument&Veiligheidkost€120,-

(inclusief koffie, thee, 1x lunch, cursusmap en terugkombijeenkomst).

DeGGDOost-Brabant biedt SVHE vaakde financiële bijdrage voor

de opleiding en bijscholing van de gecertificeerde veiligheidsadvi-

seurs. Omdat SVHE zelf een vrijwilligersorganisatie met onbetaalde

krachten is en budgetneutraal werkt, hebben ze geen kosten om hun

vrijwilligers op te leiden. Ook de voorlichting richting de ouderen

gebeurt geheel kosteloos.

tIpSDe Kort heeft voor de uitvoering een advies: “Pak het niet te zwaar

aan. Ouderen hebben schroom om hun woning te laten inspecteren.

Ze vertellen het zelfs hun kinderen niet, omdat ze bang zijn dat

ze dan naar een bejaardenhuis te moeten. Ouderen willen graag de

regie van hun eigen leven in handen hebben.

cONtactgegeveNSMeerinformatieoverdetraining?

Kijk dan op www.veiligheid.nl

OfneemcontactopmetConsumentenVeiligheid:

Ilse Volkstedt, [email protected]

Telefoonnummer:020-5114511

MeerhorenoverdeervaringvanSVHE?

Neem dan contact op met:

Stichting Vrijwillige Hulpdienst Eersel

FransdeKort,[email protected]

Telefoonnummer:0497-514196

| 6. VeiligheidsadviseurFrans de Kort is veiligheidsadviseur bij de Stichting Vrijwillige Hulpdienst Eersel (SVHE). Hij volgde hiervoor de training ‘Veiligheidsadviseur’ van Stichting Consument en Veiligheid. Hier leerde hij om aan de hand van een huisbezoek bij ouderen, advies te geven over eenvoudige maatregelen om het risico van vallen in de woning te voorkomen. Volgens De Kort staat er één risicofactor met stip bovenaan: “De trap, vooral als er een loper op ligt.”

Page 11: Praktijkvoorbeelden valpreventie

Goede praktijkvoorbeelden Valpreventie7a

3

1918

DOelgrOep‘ZichtopEvenwicht’isbedoeldvoor70-plussersdiekorteafstanden

kunnen lopen, eventueel met behulp van een rollator of wandelstok.

STMG richt zichdaarbij, vanuitde thuiszorg,opouderendie zelf-

standig wonen en 65-plus zijn.

DOelHet belangrijkste doel is het verminderen van valangst. Daarnaast zor-

gen bewegingsoefeningen ervoor dat spierkracht en balans toenemen,

waardoor de deelnemers zich zekerder voelen en minder zullen vallen.

MetHODeDe cursus bestaat uit acht wekelijkse groepsbijeenkomsten en een

terugkombijeenkomst. Iedere bijeenkomst duurt twee uur. De groep

bestaatuittienpersonen.Tijdensdelessenlerendedeelnemers:

• hoezeomkunnengaanmethunangstomtevallen

• overhetbelangvanlichaamsbeweging

• hoezekunnenvoorkomendatzevallen

• overrisicovolenveiliggedragenoverrisico’sinenomhethuis

Vanaf de derde les krijgen de deelnemers bewegingsoefeningen.

MargrietvandeWaeterlegtuitwathetdoelisvandezeoefeningen:

“Bewegen maakt ze fitter, hun spieren worden sterker en verbetert

hetevenwicht,waardoorzemindervallen.”Tijdensdeterugkombij-

eenkomst wordt gekeken of de ouderen de verbetering weten vast te

houden en of de angst om te vallen is afgenomen.

wervINgSTMGwerftdecursistensamenmetwelzijnsorganisatiesvooroude-

ren. De meeste deelnemers worden geworven via ouderenadviseurs

en wijkverpleegkundigen. Zij kennen de mensen doordat ze hen

regelmatigbezoeken.VandeWaeter:“Mensenmetvalangstkomen

niet snel naar een groepsbijeenkomst. Werving via de eerstelijns-

zorg en via welzijn werkt hier dan ook het beste.” Na aanmelding

voert de cursusleider (een wijkverpleegkundige) eerst een gesprek

met de deelnemer. Daarbij kijken ze samen of de cursus zinvol is, of

dat er andere maatregelen nodig zijn. Niet alleen wijkverpleegkun-

digenverwijzenouderendoornaardecursus ‘ZichtopEvenwicht’.

Ookdehuisarts,fysiotherapeutendevalkliniekvanhetZiekenhuis

Rijnstate in Arnhem worden bij de werving betrokken.

lOcatIeDe cursus wordt zo dicht mogelijk bij de doelgroep gegeven. In wijk-

gebouwen van STMG of op locaties van welzijnsorganisaties. Van

de Waeter: “De deelnemers vinden het prettig dat ze de locatie of

omgeving kennen. Het is ook handig voor eventuele samenwerking

met andere organisaties in de buurt.”

effectRixt Zijlstra van de Universiteit Maastricht voerde in de periode

2002-2006 onder 540 ouderen een effectonderzoek uit. ‘Zicht op

Evenwicht’ bleek positieve effecten te hebben op ‘het voorkomen

van vallen’ en ‘het verminderen van valangst’. Ouderen zijn na de

cursus minder bang om te vallen, vermijden minder activiteiten en

zijn actiever in het dagelijks leven, denken positiever over vallen en

ervaren dat ze controle over het vallen hebben. Ook blijkt dat als

ouderen minder bang zijn om te vallen, dit ook daadwerkelijk minder

vaak gebeurt. Daarnaast hebben ze minder depressieve klachten en

ondervinden meer sociale steun.

VolgensVandeWaetermerktSTMGookpositieveeffecten:“Ouderen

leren een betere inschatting te maken van wat ze nog wel en wat ze

niet meer kunnen. Daarmee wordt de kans op vallen flink verkleind.”

Veel resultaten waren al zichtbaar direct na afloop van de cursus.

Positief is dat ook zes en twaalf maanden na afloop van de cursus

de deelnemers nog steeds minder bang zijn om te vallen en con-

trole ervaren over vallen. Een tevreden reactie van een 77-jarige

deelneemster: “Ik ben nog steeds bang om te vallen, maar laat me

nietmeer leidendoor angst.Mijn stok ismijnbeste vrienden ik

let overal en altijd op steunpunten. Ik heb de controle weer terug.”

SaMeNwerkINgSpartNerSTMG organiseert en coördineert de cursus. Voor het werven van

cursisten en vinden van geschikte locaties in de buurt van de doel-

groep, werkt STMG samenmet welzijnsorganisaties voor ouderen.

ScHOlINgHetTrimbosInstituut traintdecursusleiders indeuitvoeringvan

decursus ‘ZichtopEvenwicht’.Dezetrainingduurteendag,vindt

plaatsbijhetTrimbosInstituutinUtrechtenbehandeltdevolgende

onderwerpen:

• Bespreken van doelgroep, doelstellingen, randvoorwaarden en

werving.

• Valangstendegevolgenvoorhetfunctioneren.

• Uitlegvancognitievegedragstherapieenderoldaarvanbinnen

de cursus.

• Uitvoeringvandecursus‘ZichtopEvenwicht’.

De training is bedoeld voor professionals met een hbo-opleiding, die

werkzaam zijn in de zorg voor ouderen, zoals wijkverpleegkundigen,

fysiotherapeutenenergotherapeuten. Zijhebbenervaringmetde

doelgroep, affiniteit met de onderwerpen valangst en valpreventie,

en zijn in staat om de cognitief gedragstherapeutische technieken

uit te leggen.

fINaNcIëNDe training van de cursusleiders bij het Trimbos-Instituut kost

€275,- euro (inclusief handleiding, werkboek en lunch). De training

duurteendag(8uur,exclusiefreistijd).Verderisvoorhetuitvoe-

ren van een cursus een tijdsinvestering van ongeveer 36 uur nodig.

Ditisexclusiefdetijdvoordewervingenintakegesprekken.STMG

ontvangt via de subsidie ‘preventiekracht dicht bij huis’ van het

ministerie van VWS een bijdrage. Hiervan worden de uren van de

cursusleiders bekostigd. Om de cursus te volgen betalen de ouderen

eenmalig €25,- voor het deelnemersmateriaal.

tIpSBepaal vooraf waar de doelgroep zit en of er partijen in die buurt

zijn om mee samen te werken voor de werving en locatie. Persoon-

lijke werving via wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs is erg

belangrijk voor deze cursus.

|7.ZichtopEvenwichtRuim de helft van de 70-plussers is bang om te vallen en vermijdt daarom activiteiten. De cursus ‘Zicht op Evenwicht’ van het Trimbos-Instituut helpt om valangst te verminderen. Naast bewegingsoefeningen ligt de nadruk vooral op het achterhalen waar deze angst vandaan komt en hoe hiermee om te gaan. Margriet van de Waeter, preventie-functionaris bij Stichting Thuiszorg Midden Gelderland (STMG), zag mogelijkheden voor haar organisatie en ging met de cursus aan de slag: “De eerste en de moeilijkste stap is toegeven dat de angst om te vallen je belemmert in het dagelijks leven.’’

Page 12: Praktijkvoorbeelden valpreventie

20

ColofonNederlands Instituut voor Sport en Bewegen

Postbus 643, 6710 BP Ede

T(0318)490900

F(0318)490995

E [email protected]

W www.nisb.nl

ConsumentenVeiligheid

Bezoekadres

Rijswijkstraat2,1059GKAmsterdam

Postadres

Postbus75169,1070ADAmsterdam

Telefoonalgemeen:020-5114511

Servicedesk:020-5114567(mat/mvr9.00-13.00)

Faxnummer:020-6692831

E-mail: [email protected]

Tekst- en eindredactie

IrenedeSwart,Tekstschrijvers.nl

Fotografie

VoermansVanBreeFotografie,Arnhem

WillemMesPhotography,Utrecht

Vormgeving en productie

VUURWERK,communicatieenvormgeving,Arnhem

Drukwerk

Drukmotief

© NISB, mei 2011

cONtactgegeveNSMeerinformatieoverdecursusendetrainingvancursus-

leiders?Kijkdanopwww.zichtopevenwicht.nl.

OfneemcontactopmethetTrimbos-Instituut:

MarthadeJonge,[email protected]

MeerhorenoverdeervaringvanSTMGmetdecursus?

NeemdancontactopmetSTMG:StichtingThuiszorgMidden

Gelderland

MargrietvandeWaeter,[email protected]

Telefoonnummer:026-3761739(maandag,dinsdagendon-

derdag tot 15.00 uur)

keUrMerkZichtopEvenwicht isdoorhetRIVMCentrumGezondLeven(CGL)

gecertificeerd en heeft de beoordeling ‘Waarschijnlijk effectief’

ontvangen.Hiermeeis‘ZichtopEvenwicht’dehoogstbeoordeelde

cursusophetgebiedvanvalpreventie.Meerinformatieoverhetcer-

tificeringsysteemvanhetCGLvindtuopwww.loketgezondleven.nl.

Page 13: Praktijkvoorbeelden valpreventie

NISB is het Nederlands kennis- en innovatie-instituut dat aanzet tot sport en bewegen om participatie, leefbaarheid en gezondheid te bevorderen

Horapark4,6717LZEdep Postbus 643, 6710 BP Ede t (0318)490900f (0318)490995e [email protected] w www.nisb.nl