Post Planjer nr 71

26
- 01 ZOMER 2014 NUMMER 71

description

 

Transcript of Post Planjer nr 71

Page 1: Post Planjer nr 71

- 01

ZOM

ER 2014

nu

MM

ER 71

Page 2: Post Planjer nr 71

- 02

- 03

COlOfOnPost Planjer is een onafhankelijk Utrechts architectuurtijdschrift en verschijnt sinds 1993.Post Planjer volgt de actuele ontwikkeling van de lokale architectuur, stedenbouw en openbare ruimte. De naam van het bulletin verwijst naar de Utrechtse stadsarchitect Jan Planjer (1891-1966), een bescheiden man die ons een prachtig oeuvre naliet.

Bulletin en websiteDe website van Post Planjer bevat artikelen, recensies, beeld reportages en het Post Planjerarchief. Het bulletin verschijnt tweemaal per jaar.

RedactieMartine Bakker, Mathijs Cremers, Mascha van Damme, Timon Doorenbos, Froukje van der Meulen, Marti Michielse, Anne Seghers, Zineb Seghrouchni, Lotte Zaaijer

OntwerpStudio AIRPORT, www.studio-airport.nl

Medewerkers aan dit nummerArjen Oosterman, Jacob Voorthuis

fotografieRuud Bakker, Mathijs Cremers, Lindy Schuin

DrukLibertas, Bunnik

Oplage1250

[email protected], www.postplanjer.nl

Thuis ontvangenU kunt Post Planjer toegestuurd krijgen voor 10 euro per jaar als tegemoetkoming aan de druk- en portokosten. Graag aanmelden via www.postplanjer.nl

Met dank aanArchitectuurcentrum Aorta / Dag van de Architectuur, Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie, K.F. Hein Fonds, VSB Fonds, Elise Mathilde Fonds, Projectorganisatie Stationsgebied, Fentener van Vlissingenfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Carel Nengermanfonds, Gemeente Utrecht (Dienst Stadsontwikkeling en Projectbureau Leidsche Rijn) en de Pijlers en Planjerianen die Post Planjer ondersteunden met een jaarlijkse bijdrage.

Giften zijn welkomRedactie en vormgevers zetten zich kosteloos in, waar-door Post Planjer slechts een kleine begroting heeft. Om die te dekken zoeken we sponsoren. Wij verheugen ons over iedere bijdrage. Giften kunnen worden overge-maakt naar bankrekening NL70FVLB0699150604 t.n.v. Stichting Post Planjer.

Het copyright van de afgebeelde foto’s berust bij de afzonderlijke fotografen. Ondanks intensieve naspeuringen konden niet alle auteursrechten worden vastgesteld. Belanghebbenden worden verzocht zich te melden.

Page 3: Post Planjer nr 71

mensen maken de stad

TRaDiTiEGETROuw kOMT POsT PlanjER MET EEn DaG van DE aRChiTECTuuR-uiTGavE. DiT jaaR kEnT DEZE lanDElijkE aRChiTECTuuRManifEsTaTiE hET ThEMa MEnsEn MakEn DE sTaD.

- 00

4

De aanwezigheid van kleinschalige initiatieven die ’van onderaf’ de stad vormgeven, is allang geen vluchtige trend meer. Stedelingen zitten steeds vaker zelf aan de knoppen van hun gebouwde omgeving. Ook in Utrecht is deze ontwikkeling zichtbaar. Zo formuleren creatieve gebruikers van het Werkspoorkwartier in Utrecht zelf een ontwikkelingsvisie, organisch en passend bij de kwaliteiten van het gebied. Op het Westplein is Paviljoen pOp verschenen, waar temidden van alle bouwhectiek alvast gepionierd wordt op deze veelbelovende plek. Dat bewoners zich ook heel goed profes-sioneel kunnen opstellen, bewijst de Vlinderhof in Leidsche Rijn, waarvoor bewoners Nederlands grootste tuinarchitect, Piet Oudolf, wisten aan te trekken. De gemeente Utrecht is zich steeds bewuster van de kansen en krachten van bewonersinitiatieven. Daartoe stelde zij als proef een stadsmakelaar aan die initiatieven door gemeentelijke barrières loodst en zo hun slagkracht vergroot.

Ook Post Planjer is een stadsmaker die op eigen initiatief bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van Utrecht. Niet door fysiek in te grijpen in de stedelijke omgeving, maar door in te zetten op een krachtig debat over ruimtelijke ontwikkelingen. Al meer dan twintig jaar slaagt Post Planjer erin om met een gratis bulletin stadsbewoners, professionals en andere geïnteresseerden te informeren over wat er in de stad en regio gebeurt op het vlak van architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. Post Planjer was hierbij altijd onafhankelijk en positief kritisch. Op 21 mei 2014 veranderde het format. Post Planjer vierde die avond in Kapitaal haar 21-jarig bestaan rond het thema (UN)WEB en lanceerde een nieuwe website. De site functioneert als een volwaardig digitaal tijdschrift. Dit komt niet in plaats van de gedrukte editie, maar vormt hier een inhoude-lijke aanvulling op. Met de website voldoet Post Planjer nog meer aan haar doelstelling om een breed publiek gratis te informeren over ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Voor het maken en toegestuurd krijgen van de papieren versie wordt voortaan een kleine vergoeding gevraagd. Als redactie hopen we op deze manier nog meer mensen te enthousiasmeren over het ruimtelijke wel en wee in de stad en de discussie te blijven voeden.

Anne Seghers

HET BLOKKENSCHEMA ACHTERIN DEZE POST PLANJER TOONT EEN OVERZICHT VAN ALLE ACTIVITEITEN DIE TIJDENS DE DAG VAN DE ARCHITECTUUR OP 21 EN 22 JUNI PLAATSVINDEN

- 00

5

Page 4: Post Planjer nr 71

- 06

- 07

DE STADSMAKERSMuntpark

Page 5: Post Planjer nr 71

post planjernummer 71inhoudsopgave

008 plaatselijk nieuws 010 unweb-avond over verwondering en veelheid 012 plethora, volheid, ik vul 016 een muZiekmaChine rijker

- 00

8

- 09

020 bottom-uppen in het werkspoor- kwartier 030 de vlinderhof 034 in een ideale wereld Zijn we allemaal stadsmakelaar 042 paviljoen pop verZamelt mensen, meningen en muZiek 048 tijdsChema programma dvda

- 00

9

Page 6: Post Planjer nr 71

- 01

0

- 01

1

plaatselijk nieuws

jE BEnT jOnG, BEGinnEnD kunsThisTORiCa Of sTaDsGEOGRaaf Of nOG iETs anDERs OP hET kRuisPunT van RuiMTE, CulTuuR En OnTwERP, jE vinDT DaT DE kwaliTEiT van aRChiTECTuuR En PuBliEkE RuiMTE ER TOE DOET – TE BEGinnEn in jE EiGEn sTaD – En jE BEsluiT in 1993 EEn TijDsChRifT OP TE ZETTEn OM DaaR aanDaChT aan TE BEsTEDEn.

Arjen Oosterman - Hoofdredacteur Volume

Want zelfs een stad als Utrecht verdient het dat het gesprek over hedendaagse architectuur gevoerd wordt. Zoals in elke grotere stad was er in Utrecht van alles aan de hand – probleemwijken, de omgang met de binnenstad, de Jaarbeurs en omgeving, vervuilde grond en nog veel meer – maar in die tijd leek het of de hedendaagse architectuur aan de stad voorbij ging. Toegegeven, er werden enkele fraaie, kleinere projecten gerealiseerd binnen de gemeentegrenzen en de iets eerder ingestelde Rietveldprijs (ter bevordering van de kwaliteit van de gebouwde omgeving) kwam vanaf 1991 daadwerkelijk elke twee jaar tot een keuze, maar Utrecht was geen (ik werkte in die tijd als redacteur bij Archis) wekelijks terugkerend gespreksonderwerp aan de redac-tietafel. Twee jaar later kwam Aorta er bij en begon er zich iets van een archiculturele infrastructuur in Utrecht af te tekenen.

Kwaliteit, architectonische kwaliteit, is een precaire kwestie. Want hoe komt die tot stand? Er valt zelden een direct verband te leggen tussen bijvoorbeeld een uitkomst, een gebouw, en een beleid. Toch wordt het Nederlandse architectuurbeleid steeds internationaal geroemd en algemeen gezien als een belangrijke voorwaarde voor het internationale succes van meer dan één generatie Nederlandse architecten. Er wordt hierbij gewezen op de nationale infrastructuur: architectuurnota’s, subsidiefondsen, het (voormalige) Nederlands Architectuurinstituut, het Berlage

met minimale middelen geeft post planjer al twintig jaar

voeding aan het gesprek over architectuur

Instituut. De lokale schaal krijgt gewoonlijk veel minder aandacht. Toch is Nederland ook hierin tamelijk uniek met nu circa 46 lokale archi-tectuurcentra door het hele land. Of de analogie met topsport (voor een kwalitatief sterke top heb je een brede basis nodig) helemaal op gaat is de vraag, maar dat nationaal beleid pas betekenisvol wordt als er lokaal aan-dacht is voor toepassing en uitwerking lijkt geen gewaagde bewering.

In dat opzicht is Post Planjer een cadeautje. Aan het palet presentatie- en debatinstrumenten voegt het de lokale publicatie toe. En dat met een eigen aanpak en stijl. Post Planjer richt zich primair op het gebouwde en bespreekt de kwaliteiten daar van, maar er kan ook ‘uitgezoomd’ worden naar de stedenbouwkundige schaal. De kwaliteit wordt niet primair gezocht in het uitzonderlijke of grensverleg-gende, maar allereerst in de bijdrage aan de stad.

Vanuit die invalshoek kan Post Planjer bescheiden projecten aandacht geven of een vergelijkend warenonderzoek opzetten, waarbij bijvoorbeeld

verschillende woningbouwprojecten op hun architectonische en stedelijke merites worden beoordeeld en tegen elkaar afgewogen. Klassieke archi-tectonische waarden (stijl, betekenis) moeten dan concurreren met sociale waarden. Zeker zo eigen is de ontspan-nen manier waarop de kritieken gefor-muleerd worden. Eerder nieuwsgierig dan (ver)oordelend, waarbij een milde ironie als ondertoon opvalt. Soms kan Post Planjer een licht wanhopige verzuchting niet onderdrukken; het valt niet altijd mee je met lokale kwaliteit tevreden te moeten stellen.

Wat dat betreft loopt Post Planjer tegen haar eigen grenzen aan. De materie is lokaal (wat al lang niet meer hoofdzakelijk ‘van eigen bodem’ is), maar de criteria worden ook gevoed door wat zich elders afspeelt. Utrecht moet en wil de vergelijking met andere steden aan. Om die dimensie recht te doen is het voornamelijk lokaal verspreide papieren tijdschrift niet genoeg. Dan moet er ook in een zekere wisselwerking met andere plekken en ervaringen geopereerd kunnen worden. Hopelijk biedt de vernieuwde website die mogelijkheid.

Page 7: Post Planjer nr 71

- 01

2

- 01

3

Klaske Havik, redacteur van architec-tuurtijdschrift Oase, kiest redactio-nele thema's vanuit haar persoonlijke verwondering en onderzoekt deze vervolgens. Zo'n onderzoek duurt ruim een jaar - diepgang gaat bij Oase voor actualiteit. De artikelen zijn gedegen en tijdloos, waardoor abonnees het soms pas jaren later uit de kast trekken voor net dat ene stuk. Oase fungeert dan

unweb-avond over verwondering en veelheid

OP 21 MEi 2014 viERDE POsT PlanjER OnDER DE nOEMER unwEB haaR 21-jaRiG BEsTaan. DE fEEsTlOCaTiE, GRafisCh BOlwERk kaPiTaal, is DEZE avOnD hET PODiuM vOOR DE lanCERinG van DE niEuwE wEBsiTE En vORMT hET DECOR vOOR EEn DisCussiE OvER aRChiTECTuuRkRiTiEk in EEn DiGiTalE wERElD. DRiE sPECialE GasTEn BEliChTEn hun DRijfvEREn OM OP vRijwilliGE Basis inhOuD TE GEvEn aan aRChiTECTuuRkRiTiEk. OnDER lEiDinG van fRisO wiERsuM Gaan Zij in GEsPREk OvER DE vERsChillEn TussEn vluChTiGE MEDia vERsus GEDEGEn OnDERZOEksjOuRnalisTiEk. vERwOnDERinG BlijkT DE GEMEnE DElER.

ook vaak als naslagwerk voor studen-ten. De thema's mogen poëtisch zijn, vindt Havik. 'Hoe kan ongrijpbaarheid productief zijn?', is dan bijvoorbeeld een van de vragen die zijn weerslag vindt in een Oase over de invloed van onzekerheid op het ruimtelijk werkveld - aangaande partners, geld, planning en vertrouwen.

Voor twitteraar Vincent Houtman, alias 1/030's, was verwondering een reden om te gaan fotograferen. Om die verwondering vervolgens te delen zette hij zijn foto's op tumblr. Al is dat ook een beetje bedoeld als portfolio. Hij fotografeert bijzondere lijnen van muren en balkons in de stad, opval-lende kleuren en verrassende functiecombinaties - alles in ongebruikelijke uitsneden. Houtman legt uit dat hij wat hem opvalt wil isoleren zodat zijn verwondering sterker overkomt en zo uitdaagt tot het vormen van nieuwe inzichten. Juist doordat hij geen architect is, kan hij dit soort foto’s maken. Vertrekkend vanuit een idee over het gebruik, of de betekenis, bespeelt hij een gebouw met zijn foto’s zonder gehinderd te worden door de bedoelin-gen van de architect. Of dit architectuurkritiek is durft hij niet te zeggen. Het is in ieder geval niet zijn bedoeling. Hij houdt vooral van eigenwijs struinen en kijken.

Klaske Havik vindt verwondering een goede basis om met architectuurkri-tiek bezig te zijn. Zij beaamt dat Oase een langzaam medium is, maar merkt op dat de foto's van 1/030's een soort notities zijn in een verge-lijkbaar langlopend onderzoek. Houtman vult aan dat hij alleen niet van tevoren weet om welk thema het draait. De patronen tekenen zich pas af als hij alle foto's naast elkaar legt. Vervolgens gaat Jacob Voorthuis in zijn lezing in op veelheid, want 'er is ook zo veel'. Hij denkt dat er sprake is van diepgang wanneer er zich patronen ontvouwen in de veelheid. Maar de beste diepgang put je volgens hem uit het gesprek. En dat gesprek voer je eventueel zelfs door te blaffen. MB/as

ELLA DE RIJKE DOET VERSLAG VAN DE AVOND OP WWW.POSTPLANJER.NL

Page 8: Post Planjer nr 71

- 01

4

- 01

5

plethora, volheid, ik vulDE OnGEDiffEREnTiEERDE En OvERwElDi-GEnDE vEElhEiD van OnZE OMGEvinG BiEDT allEREERsT sTRuCTuuR nOCh BETEkEnis. hET inTERnET is ZiCh Gaan GEDRaGEn als DE viRTuElE vOORTZETTinG van DiE OMGE-vinG. hET hEEfT DE vORM van EEn GREn-ZElOOs COllECTiEf GEhEuGEn, waaRin allEs BEklijfT: hET BElanGRijkE, hET DiEPE, hET BanalE En hET OPPERvlakkiGE. OMDaT POsT PlanjER ZiCh in DiE vEElhEiD BEGEEfT MET EEn EiGEn wEBsiTE, vRaaGT hET ZiCh af hOE hET ZiCh DaaR sTaanDE MOET hOuDEn.

Jacob Voorhtuis

Wanneer zich patronen ontvouwen in de veelheid krijgen we een volgende veelheid, de zogeheten diepgang. Diepgang weet de veelheid te structureren, organiseren, contextualiseren en bekritiseren voor gebruik. Dit vindt zijn weerslag in academische artikelen. Anderzijds heb-ben we het gekwetter en het uiterlijk vertoon van twitter, tumblr, facebook, flickr. Dit is een veelheid die zich als spetters op de oppervlakte manifesteert. Deze veelheid is gemakkelijk te negeren. We moeten er dan ook voor oppassen te snel te zijn met ons oordeel, want de wegen van de academische diepgang kennen hun oppervlak-kigheid - er is veel oppervlakkig en verwaarloosbaar onderzoek - terwijl het gekeuvel aan de oppervlakte juist ook een onmetelijk diepgang kent of biedt.

Uiteindelijk moet iedere daad van kritiek zichzelf bewijzen. De kwaliteit van architectuur en architectuurkritiek meet je nooit aan objectieve criteria, ook nooit aan subjectieve criteria. Men meet kwaliteit in de worsteling van het gesprek. Kwaliteit is goed meetbaar, maar behoeft een gezichtspunt, een perspectief - het liefst een die de diepte van de ervaring blootlegt.

Page 9: Post Planjer nr 71

- 01

6

- 01

7

het gesprekHet gesprek is de enige methode die de complexiteit en de veelheid van de wereld aankan. En dat komt omdat het noch objectief is noch subjectief, maar transcendent aan beiden. Het is interactief en het corrigeert zichzelf voortdurend in de dynamiek van het gesprek. Het ontstijgt het persoonlijke, omdat taal in welke vorm dan ook, in de vorm van de tekening, de tekst, het gebaar, de wiskundige berekening, altijd uitgaat van de communis, de gemeenschap waarin communicatie mogelijk wordt. Het gesprek ís de productie van gemeenschap. En Post Planjer is een platvorm om dat gesprek aan te gaan.

Veelheid is in de eerste plaats altijd een oordeel over onze ervaring van de wereld. Als de veelheid onopgemerkt blijft is hij er niet in onze ervaring. De leegte is ook een oordeel over onze omgeving. Leegheid is een vreemd soort oordeel, het behoeft immers een blik die de alom aanwezige volheid ómzet in leegte. Maar wanneer de wereld leeg voor je is, is er echt wat met je aan de hand. Volheid is overwel-digend, maar leegte is pas echt eng. Net zoals het kwaad van Simone Weil is de leegte teisterend eentonig, voorspel-baar dom en veelal geboren uit verve-ling of uit de strenge verkaveling van de wereld tot een piepklein universum.

less is moreWanneer wij echter leegte als goedkeu-rend esthetisch oordeel inzetten, van bijvoorbeeld een gebouw, dan bedoelen wij met die leegte een speciale vorm

van volheid. Dit is de volheid die resoneert in gebouwen waar de leegte zich presenteert - een volheid die zich openbaart in diepgang, in het verder kijken. Dit heet vaak less is more. Less is more ís diepgang, het open-baart zich niet in het mindere maar in de realisatie dat volheid overal te vinden is, op iedere schaal, in iedere categorie. Men hoeft slechts vérder te kijken. Ook bij twitter en tumblr is het mogelijk verder te kijken, diepgang te zoeken. In die diepgang ontstaat de ruimte voor het detail, de textuur, de kleur, de contingentie van het moment, het geluk van de schoonheid.

Bij iedere volheid overkomt mij een frenetische blijdschap, de vreugde van de ongelooflijke veelheid van dingen, in alle richtingen van waar ik kijken, horen, voelen, ruiken en proeven kan. Ik leer met minder diepgang om te gaan, de veelheid op mij af te laten komen, en zie, de wereld wordt één in die veelheid. Het is een ervaring waarin de veelheid zich manifesteert als in een groots en meesterlijk, wel bijna goddelijk tapijt. Het zien wordt anders. Het ziet geen diepgang maar de veel-heid zelf.

Volheid is niet alleen de verant-woordelijkheid van de architect en zijn opdrachtgever, hij is ook mijn verantwoordelijkheid. Onze omgeving wordt vooral lelijk in ons onvermogen om schoonheid te zien in de veelheid waar wij geen raad mee weten. Ik wil u herinneren aan de titel van mijn betoog: Plethora. Dit is Latijn en komt van het Griekse woord pletho: Ik vul. Ik vul mijn wereld.

DIT IS EEN BEWERKING VAN DE VOORDRACHT VAN ARCHITECTUURFILOSOOF JACOB VOORTHUIS OP 21 MEI 2014 TIJDENS UNWEB

Kijk voor de volledige en onbewerkte lezing (waarin Voorthuis onder meer meningen vergelijkt met kakkerlakken) op:

www.postplanjer.nl

volheid is overweldigend, maar leegte is pas echt eng

Page 10: Post Planjer nr 71

- 01

8

- 01

9

projeCt tivolivredenburg

ontwerp architectuurstudio hh,jo Coenen en Co (ronda),architectuurcentrale thijs asselbergs (Cloud nine),nl architects (pandora)

loCatie hoek vredenburg/rijnkade (vredenburgkade 11)

realisatie 2003-2014 (bestaande bouwdeel 1978)

opdraChtgever gemeente utrecht, pos

funCtie multifunctioneel muziekgebouw met vijf zalen

een muziekmachine rijker

TivOlivREDEnBuRG is af. hET GEBOuw GinG als EEn hETE aaRD-aPPEl DOOR DE hanDEn van DE REDaCTiElEDEn. wE wisTEn niET GOED waT ERvan TE vinDEn. hET sTOnD ZO POnTifiCaal EEn BOuw-sEl TE Zijn. En Dan DiE klEuREn. DE TuRquOisE ROnDinG DiE uiT DE GEvEl sTEEkT ZiET ER GOEDkOOP uiT. saMEn MET DE fElRODE, insPRin-GEnDE DaklijsT hEEfT hET iETs van DE POsTMODERnE jaREn TaChTiG. EEn ERG aanwEZiG GEBOuw, DaaR DEED ZElfs DE Ruis van wEGOMlEG-GinGEn En BETOnBlOkkEn niETs aan af. En TOEn waREn inEEns DE laMPEn BinnEn GEREGElD aan. GROEPjEs MEnsEn liEPEn ROnD En sChOvEn OP DE ROlTRaPPEn sChuin DOOR DE RuiMTE. OP 3 MEi sTOnD ER ZElfs EEn Rij EnThOusiasTElinGEn vOOR DE inGanG.

Martine Bakker

Page 11: Post Planjer nr 71

- 02

0

- 02

1

Officieel gaat het nieuwe muziekge-bouw 21 juni open. Voor de nodige buzz kon je er al eerder terecht voor try-outs en rondleidingen. Ik liet St. Paul’s Pop-O-Matic in Pandora schieten, maar bezocht wel het pianoconcert van Ralph van Raat in de Hertz. Hertz? Pandora? Zo heten de nieuwe zalen van het complex. In totaal zijn er vijf. Waaronder de Grote zaal van het oude muziekcentrum. Deze zaal (1717 stoelen) is door Herman Hertzberger en Patrick Fransen (Architectuurstudio HH) helemaal gerenoveerd. Gelukkig bleef de lichtkoepel behouden - de rest van het gebouw vouwt zich er omheen. De foyers rond de Grote zaal kregen strakke witte muren en vloeren en pilaren met blauwe en paarse banen. In het frisse nieuwe geheel doet de monumentale zaal propperig en geda-teerd aan. Als een verdwaald artefact uit de jaren zeventig. Vanuit de nieuwe kleine zalen - Hertz, Pandora en Cloud Nine - kijk je uit op de stad of op de centrale hal. Hertz (543 stoelen) werd ontworpen door Patrick Fransen, Pandora (700 stoelen) is een ontwerp van NL Architects. Thijs Asselbergs ontwierp Cloud Nine, dat behalve een zaal (400 stoelen) bestaat uit een café (175 stoelen) en kleine ruimten voor jamsessies. Hij wilde er een ‘jazz-machine’ van maken die drie verdiepingen met elkaar verbindt en waarin de muzikanten net als het publiek radertjes zijn.

Tivoli’s nieuwe onderkomen aan het Vredenburg heet Ronda (2000 plaatsen). Radio 3FM merkte bij het allereerste testconcert op dat de zaal kleiner lijkt dan het oude Tivoli, terwijl er twee keer zoveel mensen in kunnen. Net zoaIs Hertz steekt de zaal deels uit de gevel - Hertz heeft een ronding van turquoise polyester, Ronda is bekleed met bronzen gevelplaten. Het ontwerp is van Jo Coenen, die de perforaties in de wand - voor een goeie droge sound - in islamitische motieven ordende. ‘Dat zouden wij nooit doen’, zei Patrick Fransen daar op 20 april over in het televisieprogramma Kunststof. ‘Het is fantastisch dat de verschillen tussen de zalen zo groot zijn.’ Dat allereerste testconcert van Knalland, Mister and Mississippi en John Coffey is nu al legendarisch. Muzikanten gleden over de handen en hoofden van het publiek tot achterin de zaal en het podium stond vol bezoekers. Een van de bezoekers zou zelfs vanaf de zesde verdieping naar beneden hebben geplast. Was het hem allemaal iets te spiksplinternieuw of ging het om een dierlijk staaltje toe-eigening? Tivoli heeft wat punk betreft een naam hoog te houden. Herman Hertzberger hoeft zijn naam niet hoog te houden. Toen er in Kunststof een foto van het oude mu-ziekcentrum werd getoond flapte hij er spontaan uit: ‘Ontzettend lelijk hè’. Op zijn eigen, ontwapenende wijze lichtte hij toe dat het oude muziekcentrum

nooit mooi bedoeld was. Het was gewoon een onderdeel van de stad. En dat kun je van het nieuwe muziekgebouw ook zeggen. De keuze voor vier verschillende architecten had een strategische achtergrond - geen van de podia wilde in de toekomstige rolverdeling ondergesneeuwd raken - maar pakte architectonisch goed uit. Weer ging het niet om mooi. Hertzberger liet iedereen zijn gang gaan en heeft naar eigen zeggen alleen geprobeerd alles onder een kap te brengen. De circulatieruimten en de hal zijn terughoudend vormgegeven. Het wordt pas uitgesproken bij de foyers van de nieuwe zalen. Mooi is het in dit deel van de stad überhaupt niet. Stedelijk des te meer. Te midden van het stadsgebeuren is TivoliVredenburg de muzikale variant op Le Corbusier’s machine-à-habiter. Een enorme muziekmachine met split-levels, vides, balkons en roltrappen in het interieur en uitstekende zaaldelen, ramen, verschillende gevels en een wirwar van trappen aan het exterieur. En belangrijk: in het Cloud Nine-café kun je ook buiten de voorstellingen terecht. De werktitel Muziekpaleis was best goed gekozen. Door het fantastische uitzicht waan je je koning. Utrecht is in een klap groter en grootser. Mits de machine blijft lopen.

tivoli heeft wat punk betreft

een naam hoog te houden

Page 12: Post Planjer nr 71

- 02

2

- 02

3

bottom-uppen in het werkspoor- kwartier Het Werkspoorkwartier ligt grofweg tus-

sen de Cartesiusweg, het Amsterdam-Rijnkanaal en het spoortracé naar Amsterdam en Rotterdam. In de eerste helft van de twintigste eeuw waren hier grote ondernemingen gevestigd, zoals staalfabriek Demka en machinefabriek Werkspoor. Na het vertrek van deze grootschalige industrie is een diffuus bedrijventerrein ontstaan. Het gebied kent een onalledaagse mix aan bedrij-vigheid, die voor een flink deel bestaat

OnDanks DE CEnTRalE liGGinG in DE sTaD En aan hET waTER is hET vOORMaliGE GEBiED van wERksPOOR vOOR vEEl uTREChTERs OnBEkEnD TERREin. OnZiChTBaaR vOOR DE aRGElOZE BEZOEkER is hET GEBiED vOlOP in BEwEGinG; nET als ROTsOORD En DE MERwEDEkanaalZOnE is hET EEn BROEDPlaaTs vOOR DE nOG alTijD GROEiEnDE CREaTiEvE inDusTRiE in uTREChT. hOE vERhOuDT hET GEvOEl van vRijPlaaTs ZiCh TOT sTuRinG DOOR DE GEMEEnTE? En wan-nEER wORDT DE TRansiTiE ZiChTBaaR vOOR EEn GROTER PuBliEk?

uit creatieve industrie en zakelijke dienstverlening. Grote spelers zoals bol.com hebben er hun onderkomen, maar ook kleine bureaus zoals GENT & MONK architecten. Fragmenten van het industrieel erfgoed zijn nog in het gebied te vinden, zoals het schoorste-nenlandschap van blikvanger NUON en de meer verscholen voormalige machinefabriek van Werkspoor, ook wel de Werkspoorkathedraal genoemd, met de achterliggende havenkom.

Mascha van Damme

Page 13: Post Planjer nr 71

- 02

4

- 02

5

Voor Utrechters zijn de meest bekende en toegankelijke plekken het gemeentelijk afvaldepot, All Inn Squash, KidZcity en de Vlampijpateliers langs het spoor. Het gebied heeft verder ogenschijnlijk weinig te bieden. Het is vooral bezaaid met nietszeggende bedrijfsdozen op vaak ruim bemeten, met strekkende meters hekwerk omsloten, kavels. De openbare ruimte is sleets en de ruimte rond de bedrijfspanden is hoofdzakelijk ingericht als parkeerplek, waar tussen de stenen het onkruid welig tiert. Verder is er weinig groen in het gebied te bekennen.

leegloop en transformatieEnkele goedlopende bedrijven ten spijt, vormt de toenemende leegstand al jaren een probleem door de beperkte aansluiting op infrastructuur en aangescherpte milieunormen. Om verdere uitbreiding van lege vierkante meters kantoorruimte te voorkomen is nieuwbouw in Utrecht slechts toegestaan op enkele bedrijventerreinen, waar het Werkspoorkwartier niet toe behoort. Hierdoor is het vertrek van enkele grote bedrijven op handen en komen nog meer ruime bedrijfspanden en kavels beschikbaar. Exponentieel uitbreiden van het aantal woningen in het gebied zit er vanwege allerlei milieu- en geluidsnormen ook niet in. Bovendien is een dynamische woonwijk met een hoge dichtheid bedacht aan de andere kant van de Cartesiusweg, in de Cartesiusdriehoek. En dus moet er iets anders in het Werkspoorgebied gebeuren om verder verval van dit markante binnenstedelijke gebied te voorkomen. ‘Bottom-up’ lijkt het toverwoord en is zelfs de nieuwe standaard geworden.Verschillende gemeenten zetten de creatieve industrie in om ontwikkelingen van de grond te krijgen in lastig te transformeren gebieden. In Arnhem is handig ingespeeld op de onderscheidende kracht van de stad, de modeaca-demie, om de verloederde wijk Klarendal met succes te veranderen in het bruisende Modekwartier. In Zaandam wordt het Hembrugterrein, een ontruimd militair terrein waar in het geheim munitie werd vervaardigd en getest, rijp gemaakt voor ambachtelijke en creatieve bedrijven die ontwerpen, produceren en hun producten etaleren. Iets dergelijks staat de Gemeente Utrecht met de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier voor ogen. Dankzij de relatief lage huren, voldoende ruimte, weinig risico op geluidsoverlast en verrassend weinig toezicht oefent het gebied aantrekkingskracht uit op ondernemers die er vrij hun eigen ding willen doen. Vooralsnog gaan de meeste creatieve zaken schuil in de grote, in zichzelf gekeerde bedrijfspanden en weet nie-mand precies wie waar zit. Het is de bedoeling dat het Werkspoorkwartier een sterk merk wordt, met een onderscheidende collectieve kwaliteit die zichtbare creatieve bedrijven en maakindustrie trekt, zonder de bestaande

gebruikers af te schrikken. In tegen-stelling tot de gemeente Zaandam, die een flinke sturende rol heeft bij de ontwikkeling van het Hembrugterrein omdat het in bezit is van Het Rijks-vastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, heeft de Gemeente Utrecht te maken met allerlei particuliere eigenaren. De gemeente heeft zelf alleen een strook grond langs het spoor naar Amsterdam in eigendom.

De vraag is hoe je dan initiatieven op gang krijgt en hoe er een goede verbinding gelegd kan worden tussen

(mogelijke) gebruikers en ideeën terwijl er veel verschillende belangen en be-trokkenen zijn. De afgelopen maanden heeft de Gemeente Utrecht sessies met buurtbewoners, creatieve initiatieven en bedrijven georganiseerd om de verschil-lende behoeften in kaart te brengen. Om bestaande en potentiële gebruikers samen te krijgen is de Cartesiustafel in het leven geroepen. Bij dit maandelijk-se, vrij toegankelijke, informele overleg in de Werkspoorkathedraal kan iedere gebruiker uit het gebied aanschuiven om ideeën te delen en hulp vragen of bieden bij de realisatie ervan.

er kan direct gestartworden met het inzaaien vaneen bloemenveldje, de bouw

van containerateliers en een mobiel restaurant

Page 14: Post Planjer nr 71

- 02

6

- 02

7

Locatie Werkspoorkwartier Foto Lindy Schuin

Foto: Denise Vrolijk

wie bedenkt wat en waar? - En wie gaat daarover?Overheden worstelen soms met de vraag hoe je het kaf van het koren moet scheiden bij burgerinitiatieven. ‘Heel veel mensen kunnen helemaal niet bottom-uppen’ werd geconstateerd tijdens de bijeenkomst ‘Bottom-up is not enough’ in het Nieuwe Instituut (ArchiNed, 7 mei 2014). Volgens de Vriendinnen van Cartesius, die meer reuring in het Werkspoorterrein willen bereiken, ontstaat er vanzelf een schifting in de burgerinitiatieven; diegenen zonder lange adem of vastomlijnd idee dat ze zelf verder kunnen dragen, komen vanzelf niet meer opdagen. Toen de Vriendinnen begonnen met het orga-niseren van activiteiten was het vooral belangrijk om zo snel mogelijk leven in de brouwerij te krijgen. Kortstondige evenementen, zoals een drive-in bioscoop of een theatrale audiotour voor een Culturele Zondag, kunnen de aan-trekkingskracht van het gebied vergroten en meer initiatieven genereren. Het kan ook helpen de fiducie van bestaande bedrijven in de transformatieplannen te vergroten. Met hetzelfde idee is de stichting Cartesius Museum opgericht. Verschillende curatoren zorgen voor de nodige stedelijke dynamiek in het gebied met bijvoorbeeld kunstroutes of locatietheater. Het in het gebied gevestigde visuele communicatiebureau Autobahn was al snel overtuigd van de potentie van het Werkspoorterrein als het toekomstige verbindende centrum tussen de oude en de nieuwe stad.

Page 15: Post Planjer nr 71

- 02

8

- 02

9

Zij anticipeerden met het plan Basecamp Cartesius op Utrecht als culturele hoofdstad in 2018. Hoewel dat laatste niet gaat gebeuren, is het plan van Autobahn hartelijk omarmd. Het heeft in ieder geval geresulteerd in de website Playground Cartesius waar dromers, denkers en doeners ideeën kunnen aanmelden en bekijken welke andere plannen spelen of zelfs al zijn uitgevoerd.

Al deze projecten en activiteiten geven het imago van het Werkspoorgebied een levendige, kleurrijke en kunstzinnige impuls, maar zijn bijna allemaal tijdelijk van aard. Er moet veel meer gebeuren om een fysieke transformatie te bewerkstelligen. Aanvankelijk zorgde de tegenstelling tussen ‘vrijplaats’ en ‘regie op de ontwikkelrichting’ voor de nodige strubbelingen bij een daadwerkelijke transformatie. Het bleek nog knap lastig om plannen, die in de ogen van de initiatiefnemers levensvatbaar waren, daadwerkelijk van de grond te krijgen. De visie van de gemeente bood weliswaar genoeg aanknopingspunten, maar het bestemmingsplan sloot er nog niet goed op aan, waardoor veel initiatiefnemers stukliepen op de regels.

De transformatie krijgt vormVia Playground Cartesius heeft de gemeente een oproep gedaan voor plannen die tot eind februari konden worden ingediend. Alle plannen moeten wel door een adviescommissie beoor-deeld worden en dan voor een officieel akkoord naar het college van B&W. Een plan dat op het moment van schrij-ven op het punt staat om goedgekeurd te worden is ‘t Hof van Cartesius. De bedoeling is dat een collectieve tuin wordt ingericht en gecombineerd met volkstuinen en ateliers langs het spoor. Er kan direct gestart worden met het inzaaien van een bloemenveldje, de bouw van containerateliers en een mobiel restaurant om daarmee de organische ontwikkeling die de bedenkers voor ogen staat op gang te brengen. Ook het creatieve hart, de machinefabriek van Werkspoor, staat op het punt om aangepakt te worden. De magistrale Werkspoorkathedraal is een gemeentelijk monument en vergelijkbaar met de NDSM hal in Amsterdam-Noord. Het gebouw is gekocht door drie initiatiefnemers, die met een ‘open mind’ en zonder allesomvattend plan, de tijd willen nemen om het gebouw gefaseerd andere functies te geven. Ze hebben GENT & MONK architecten gevraagd hun bestaande plannen voor de industriële kolos verder uit te werken. Het bureau is sinds zijn vestiging in het gebied vijf jaar geleden al betrokken bij de herontwikkeling en transfor-matie van de wijk. Het idee is om het aangebouwde magazijn te slopen en te vervangen door een in staalprofielen

gevatte glazen gevel die doorzicht biedt naar de hal, de binnenhaven en de nog te realiseren tuin. Het ontwerp voor de Werkspoorkathedraal laat ruimte voor commentaar van de huidige gebrui-kers, want de hal staat beslist niet leeg. De HKU heeft er ateliers voor studen-ten en er vinden allerlei evenementen plaats. Deze zomer al staat in ieder geval het gevelherstel op de rol, om het gebouw wind-, water- en duivendicht te maken. Op termijn kan er misschien een restaurant met een terras aan het water worden gerealiseerd, of een mooie geveltuin met aardbeien. Ideeën genoeg om er wat moois van te maken, dus wordt vervolgd.

Page 16: Post Planjer nr 71

- 03

0

- 03

1

DE STADSMAKERSPaviljoen pOp (l)Metaalkathedraal (r)

Page 17: Post Planjer nr 71

- 03

2

- 03

3

projeCt vlinderhof

ontwerp piet oudolf

loCatie máximapark (ter hoogte van trekveer, alendorperweg 44)

realisatie 2013-2014

opdraChtgever aanleg- en beheergroep van de vlinderhof in het máximapark

funCtie publieke tuin

devlinderhof

aan DE RanD van hET MáxiMaPaRk in lEiDsChE Rijn is DiT vOORjaaR EEn vasTE PlanTEnTuin GEOPEnD, DE vlinDERhOf. DEZE ´hORTus COnClusus´ is EEn BEwOnERsiniTiaTiEf MET lEiDsChE Rij-nER MaRC kikkERT als TREkkER. vEEl BEwOnERsiniTiaTiEvEn hEBBEn EEn ZEkER hOuTjE-TOuwTjE kaRakTER, MaaR DaaR is in DE vlinDERhOf GEEn sPRakE van. inTEGEnDEEl. kikkERT wisT PiET OuDOlf, DE GROOTsTE TuinOnTwERPER DiE nEDERlanD Rijk is, aan TE TREkkEn vOOR hET OnTwERP.

Anne Seghers

Page 18: Post Planjer nr 71

- 03

4

- 03

5

In de planvorming van het Máximapark was oorspronkelijk een rosarium bedacht op de plek van de huidige Vlinderhof. Marc Kikkert vond dit geen passend idee en nam het initiatief om zijn droom te verwezenlijken: een openbare tuin van Piet Oudolf in Leidsche Rijn. Oudolf is vooral bekend van zijn ontwerpen voor de High Line in New York en het Luriepark in Chicago. Zijn oeuvre aan publieke tuinen in Nederland is bewust beperkt. Hij mist volharding, doorzettingskracht en enthousiasme bij veel Nederlandse publieke opdrachtgevers, waardoor processen ontzettend lang duren of helemaal niet voltooid raken en waarbij het tuinonderhoud te wensen over laat. Dat Oudolf wel zijn signatuur aan de Vlinderhof wilde geven is daarom extra bijzonder. Het enthousiasme en de daadkracht van Kikkert waren niet alleen doorslaggevend, maar zelfs voorwaarden voor zijn toezegging. Oudolf legt de lat hoog en wil zekerheid over de mate van betrokkenheid, onder-houd en beheer van de tuin. Daarover wilde hij afspraken met Marc Kikkert en de betrokken bewoners. Oudolf is daarin – terecht – uiterst zorgvuldig: als een tuin niet goed wordt onderhouden, is dat slecht voor zijn naam. De inzet van Kikkert werd beloond; de profes-sionele houding van de bewoners, de hoeveelheid vrijwilligers en de media-aandacht gaven Oudolf het benodigde vertrouwen dat aan zijn wensen wordt voldaan. Zo kreeg Leidsche Rijn met de Vlinderhof een eigen Piet Oudolf-tuin.

De Vlinderhof bestaat uit achttien orga-nisch vormgegeven plantvakken waar-tussen looppaden liggen. Deze opzet creëert enerzijds een hofjesgevoel als bezoekers tussen de plantvakken wan-delen, anderzijds geeft deze structuur elk plantvak een eigen microklimaat wat een diversiteit aan beplantings-mogelijkheden opent. Oudolf heeft voor elk plantvak een zorgvuldig palet van planten en bloemen opgetekend. In totaal zijn er vijftienduizend planten in de Vlinderhof, verdeeld over bijna honderd verschillende soorten vaste planten en siergrassen. De tuin is nu nog erg jong en pril, maar over zo’n vijf jaar zal de tuin geheel volgroeid zijn. Dan zal de Vlinderhof elke twee weken veranderen, meebewegend met de bloei en groei van de seizoenen, en zullen er circa vijftig soorten vlinders in de tuin te vinden zijn.

De aansluiting tussen de Vlinderhof en het Máximapark is tot stand geko-men door nauwe samenwerking tussen Piet Oudolf en West 8, de ontwerper en supervisor van het Máximapark. Deze verbinding is zowel uitgewerkt op macroniveau als op het allerkleinste schaalniveau.Zo zijn de aanwezige taluds ontworpen door West 8. Ze werken als terrassen waar vandaan bezoekers de gehele tuin kunnen over-zien en waar gepicknickt kan worden. Ze maken de tuin bovendien toeganke-lijk voor mindervaliden. De omheining van groene hagen is een vertaling van het ruimtelijk ontwerpkader van West 8 om een besloten tuin te creëren.

Momenteel is het bewonerscollectief druk bezig met het werven van financiën voor een mooi en passend beheergebouw. De huidige tijdelijke bouwketen vallen immers uit de toon. De eerste ontwerpschetsen voor het paviljoentje zijn van het Utrechtse bureau Cita Architecten. Dit gebouw zal niet alleen fungeren als opslag voor tuingereedschap, maar het zal ook een plek zijn waar vrijwilligers kunnen lunchen of schuilen voor de regen. Het gebouw zal ook dienst doen als uitvalsbasis voor het educatieve programma voor scholen dat de bewoners hebben ontwikkeld.

Al met al is de tuin een kleurrijke oase in het Máximapark die zeker een bezoek waard is. Dat vinden meer mensen, want vanuit het hele land en zelfs vanuit het buitenland is interesse om de Oudolf-tuin te bezoeken. Geheel terecht!

de tuin is een kleurrijke oase in

het máximapark

Page 19: Post Planjer nr 71

- 03

6

- 03

7

in een ideale wereld Zijn we allemaalstadsmakelaar

Page 20: Post Planjer nr 71

- 03

8

- 03

9

interview met stadsmakelaar en wijkregisseur

uTREChT hOuDT DiT vOORjaaR EEn PROEf MET EEn sTaDsMakElaaR. RuuD nijvElD naM DE funCTiE OP ZiCh. hij COMBinEERT hET sTaDsMa-kElEn MET Zijn wERk Bij DE DiEnsT ECOnOMisChE ZakEn, waaR hij ZiCh BEZiGhOuDT MET DE TRansiTiE van lEEGsTaanD vasTGOED. DE TijDE-lijkE funCTiE is MEDE BEDOElD OM vERBETERPunTEn TE fORMulEREn vOOR hET faCiliTEREn van iniTia-TiEvEn uiT DE sTaD. in DE ZOMER wORDT DE funCTiE GEëvaluEERD. POsT PlanjER sPRak MET RuuD nijvElD En ina MassOP, wijkREGis-sEuR lEiDsChE Rijn.

Martine Bakker

Pop-up huisPop-up Huis maakt een persoonlijke woon-werksituatie manifest. Urban Pilots + gezin (man, vrouw, kinderen) willen met een groep mobiel wonen, werken en een moestuin, restaurant of muziekplek á la Kytopia (laat dat aan de Zeedijk nu net zijn opgedoekt) onderhouden. Het Pop-up Huis levert impliciet commentaar op standaard woonwijken en woonvormen, op lange wachttijden voor huurwoningen en hoge huren in de particu-liere sector. Daarmee komt het dicht in de buurt van de idealen van de kraakbeweging. Net als de krakers indertijd maakt Urban Pilots zich geen zorgen over regels en vergunningen. Tijdens de Dag van de Architectuur worden alvast locaties verkend. MB

Hapje initiatiefTijdens Hapje Initiatief nemen initiatieven, ambtenaren en andere geïnteresseerden informeel de praktijk van het stadsmaken door. In januari was de eerste bijeenkomst over onder meer de conceptversie van het Kompas voor Initiatief. De tweede bijeenkomst in de Metaalkathedraal ging over ruimte, crowdfunding, nieuwe verdienmodellen en initiatief030. Hapje Initiatief komt uit de koker van het Team Stadsmakelaar en het gemeentelijke Kenniscentrum participatie en initiatief. De laatste zette ook het Makelpunt (vraag/aanbod vastgoed) en de website Jij maakt

Utrecht (vraag/aanbod initiatieven) op. Het kenniscentrum wil naar aanleiding van Hapje Initiatief onderzoeken welke rol de gemeente kan spelen bij crowdfunding en hoe zij het beste om kan gaan met de kennis en ervaring van de groeiende groep bewoners annex zzp-ers. MB

KnallandWachten, dat kan iedereen. Daar is geen kunst aan. De creatieve, tijdelijke bewoners van Kanaleneiland hebben aan wachten geen boodschap. Zij weten met zekerheid dat hun huis binnen afzienbare tijd tegen de grond gaat. In het grauw-betonnen decor van af-braakflats lopen zij de deur van elkaars thuisstudio’s plat om nieuwe universums te schep-pen in de vorm van liedjes, artwork en filmmateriaal. Met Knalland is een platform voor community art geboren. Kunst voor en door een gemeenschap van gelijkgestemden. Hoe dit zich gaat ontwikkelen, hangt volledig af van het scheppende vermogen van die gemeen-schap. www.knalland.nl

Hoe Utrechts is het stadsmakelen?RN De stadsmakelaar komt direct voort uit een motie in de gemeenteraad. De motie stelde: ‘er is plek voor elk goed idee’. De raad vindt dat er beter moet worden omgegaan met ideeën uit de stad, dat er meer spontaan moet kunnen gebeuren. Vervolgens gaat het natuurlijk over de vraag: ‘Is elk idee een goed idee, heeft elk idee draagvlak voor?’

En?RN Je onderzoekt het draagvlak voor een idee, kijkt naar eventuele risico’s en naar de aansprakelijkheid. Dan verwijs je door naar bijvoorbeeld de wijkregisseur. Er kloppen ook mensen aan van wie het initiatief is vastgelopen of die al aan veel loketten zijn geweest. Daarvoor is de stadsmakelaar een aanspreekpunt. Dan word je een soort ombudsman. Maar deze gevallen zijn in de minderheid. IM Zonder de stadsmakelaar werd en wordt er ook al ‘gestadsmakeld’, door wijkbureaus, gebiedsmanagers,

- 03

9

Page 21: Post Planjer nr 71

- 04

0

- 04

1

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving - afhankelijk van het initia-tief. Maar het kan natuurlijk altijd beter en op sommige punten stagneert het. Daar is de functie van Stadsmakelaar voor in het leven geroepen.

Kun je een voorbeeld geven van structurele problemen?RN Het is lastig om initiatieven op te pakken die halverwege de begro-tingsperiode binnen komen vliegen. Die initiatieven zijn per definitie niet begroot, je kunt er moeilijk tijd en geld voor vrijmaken. Een ander voorbeeld is het aanbestedingsbeleid, dat verplicht tot een enorme papiermolen en open in-schrijving, terwijl soms van begin af aan duidelijk is dat de initiatiefnemers de aangewezen partij zijn om de opdracht uit te voeren.

Wat was de achtergrond van de motie?RN De motie werd breed gedragen en had te maken met geluiden dat goede ideeën geen kans zouden krijgen in Utrecht. Er werd een zekere urgentie gevoeld om dit op te lossen, want de Utrechtse politiek hecht aan burgerparticipatie en -initiatieven. Het is niet zo dat de gemeente goede sier wil maken met ideeën van bewoners.

- 04

0

De ideeën moeten van de bewoners en ondernemers zelf komen. Er gebeurt al heel veel in de stad. Dat is nu zo en dat moet vooral zo blijven.

Hoe komt het dat ideeën spaak lopen als de raad er in principe voor is? Binnen de begroting zijn er toch ook posten speciaal bestemd voor dergelijke bewonersinitiatieven?IM Je kan bijvoorbeeld aanlopen tegen een onduidelijke grens tussen publieke en private buitenruimte. Of er kan spanning zijn omdat een betrokken bewoner eigenlijk ook professioneel betrokken is. De betrokkenen kun-nen tegengestelde belangen hebben. Criteria van het Leefbaarheidsbudget blijken hun beperkingen te hebben. Ook loop je soms tegen gestelde regels aan. Het zou helpen als wij de vrijheid zouden hebben om niet alle regeltjes precies tot op de letter te hoeven navolgen. De stadsmakelaar is er ook om dit expliciet bespreekbaar te maken. RN Het is lastig om projecten rond te krijgen die met verschillende afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie te maken hebben. Een moestuin kan bijvoorbeeld te maken hebben met wonen, werk en met economische zaken.

- 04

1

OosterspoorbaanSinds 1874 scheert de Oosterspoorbaan langs de oostzijde van het Utrechtse stadscentrum. Sinds 2012 rijden er over het zuidelijke trajectdeel geen treinen meer. Stichting Oosterspoorbaan Utrecht en Happyland Collective sloegen de handen ineen om hier met gesloten beurs duurzame gebiedsont-wikkeling op gang te brengen. Zij probeerden alvast draag-kracht te creëren en gingen op zoek naar financiering en ideeën voor het programma. Zij streven naar een collectief gedragen plan dat de histori-sche verbinding tussen stad en landschap herstelt en een publieke functie heeft. Zij heb-ben behoefte aan kennis op het gebied van nieuwe geldstro-men en mogelijkheden voor crowdfunding. De gemeente Utrecht ziet voor zichzelf een rol als faciliteerder. LZ

DE STADSMAKERSOosterspoorbaan

Page 22: Post Planjer nr 71

- 04

2

- 04

3

- 04

2

Vraagt dit om een mentaliteitsverandering binnen de gemeente of is er meer nodig?RN Daarom willen we niet alleen concrete verbeterpunten opsommen, maar ook een algemeen voorstel doen over hoe je het beste kunt werken. We willen het proces opnieuw vormgeven.IM De gemeente is zich ervan bewust dat de samenleving verwacht dat zij ‘open, wendbaar, scherp en betrouw-baar’ is – zoals ze het zelf formuleert.RN Het Ministerie van Binnen-landse Zaken noemt het ‘van vinken naar vonken’. Bij de ambtenaren in Utrecht merk ik dat de mindset aan het veranderen is.

In de persberichten over de motie werd de stadsmakelaar een ‘doorzettings-macht’ genoemd.RN Dat stond inderdaad in de motie, maar die doorzettingsmacht heb ik niet hoor. Wat bedoeld werd was een ambtenaar die losstaat van de gemeentelijke organisatie. Iemand die gemakkelijk en snel mensen binnen de organisatie kan spreken en zaken kan agenderen, zodat gebeurt wat gebeuren moet. De wijkregisseurs hadden deze positie overigens al. Het gaat om een zekere vrijheid om te handelen en over vertrouwen van leidinggevenden

Superlight 2030Architectenbureau Sluijmer en van Leeuwen ontwikkelt een module voor een duurzame en betaalbare cataloguswoning. De welstandcommissie vindt dat het resultaat altijd mooi uitpakt, welke combinatie van modules je ook kiest. Projectbureau Leidsche Rijn biedt voor een symbolisch be-drag vijf jaar lang een kavel in Terwijde aan om het prototype te etaleren. Alleen Bouw- en woningtoezicht lijkt niet goed uit de voeten te kunnen met het innovatieve ontwerp. De bouwvergunning is tweemaal aangevraagd en afgewezen. Een constructiebedrijf onderzoekt nu of de gelijmde elementen verstevigd moeten worden met schroeven en hoeveel schroeven er dan nodig zijn. In juli wordt de vergunning opnieuw aangevraagd. MB

- 04

3

en collega’s. Een doorzettingsmacht zou raar zijn, want de bewoners die een initiatief aandragen moeten het juist zelf realiseren. De stadsmakelaar stelt zich bij de aangedragen projecten vooral de vraag: ‘Kan ik afwijken van de gebaande paden?’

Bewoners en ondernemers wisten de stadsmakelaar meteen te vinden. De website wordt druk bezocht en binnen twee maanden was een groot aantal plannen aangemeld. Speelt de huidige economische situatie daarbij ook een rol? Hoe ziet de toekomst eruit?RN De economische situatie is wel van invloed, maar ik verwacht in de toekomst evenveel initiatieven. Er komen er denk ik nog veel meer op het gebied van wonen en zorg.IM Ik vind ‘doe-democratie’ een mooie term. Mijn ideaal is dat er straks geen stadsmakelaar meer nodig is omdat de regels zijn veranderd, of omdat ze anders geïnterpreteerd worden. In een ideale wereld zijn we allemaal stadsmakelaar.

StadsmakersparagraafDe Ruimtemakers manifes-teren zich via een facebook-pagina. ‘Eigenlijk zijn we net begonnen en moeten we zelfs nog uitzoeken wie of wat we zijn’, aldus Ruimtemaker Marit Overbeek. Hoofdzaak is het delen van kennis en ervaring met elkaar en met de gemeente. Op uitnodiging van Marte Kappert (Procesmanager Gemeente Utrecht) dachten de Ruimtemakers begin dit jaar mee over de taken en opdracht van de stadsmakelaar. Na de gemeenteraadsverkiezingen boden zij lokale politici de Stadsmakersparagraaf aan en spraken zij met verkiezingswin-naar D66. Er kwam uiteindelijk een akkoord op hoofdlijnen maar het heet wel Samen ma-ken wij de stad en de bewoners zijn middels Stadsgesprekken bij de inhoud betrokken. MB

DE STADSMAKERSKoningshof

Page 23: Post Planjer nr 71

- 04

4

- 04

5

projeCt paviljoen pop

ontwerp edda, Önen architectuur, e.a.

loCatie westplein

realisatie 2014

opdraChtgever stichting maanzaad

funCtie café, expositie, energievoorlichting, bijeenkomsten, etc.

paviljoen pop verZamelt mensen, meningen en muZiek

sinDs BEGin januaRi sTaaT PaviljOEn POP MiDDEn OP hET wEsTPlEin. hET sTaaT OP DE PlEk waaR jE als fiETsER Of vOETGanGER vROEGER EvEn DE TijD naM OM jE kans in TE sChaTTEn vOOR DE vOlGEnDE viER BanEn - naDaT jE nET DE TRaMBaan haD OvERlEEfD. DE TRaMBaan is inMiDDEls vERDwEnEn En hET PaviljOEn lEiDT PassanTEn nET GEnOEG af OM TOCh MaaR EvEn OP DaT RODE liChT TE REaGEREn.

Mathijs Cremers

Page 24: Post Planjer nr 71

- 04

6

- 04

7

Het is namelijk een raar gebouwtje. Het doet vermoeden uit een antroposofische bodem ontsproten te zijn, maar er zijn te veel stijlbreuken om dat te bevestigen. Het lijkt op een De Waard tent, al heeft het in plaats van fijne scheer-lijnen grove gegalvaniseerde kokers die duidelijk niet alleen op trek zijn belast. En dan zijn er nog de vreemde ornamenten op het dakvlak.

Ik stoorde me een beetje aan het paviljoen. En wilde onderzoeken waarom dat zo was. Er zijn genoeg bouw-werken die ik niet zo fraai vind, en dat is maar goed ook. Het paviljoen heeft een amateuristische uitstraling, maar eerlijk is eerlijk, er zijn professionals op het Westplein bezig geweest die harder uit de bocht vlogen. Het Westplein was en is nog steeds een behoorlijke bende. En omdat het paviljoen er is gekomen om over de nieuwe planvorming van het plein te praten, is het jammer dat het aan die verrommeling meedoet. Toch wringt de schoen hier eigenlijk niet zo, het gaat misschien niet eens echt over dít paviljoen.

De opkomst van stadsmakers, stadsmakelaars, burgerini-tiatieven en participatiemaatschappij past in deze tijd. We hebben nu de technologie om dit op poten te zetten. We reageren op de voorafgaande twintig jaar, waarin bou-wen, ontwikkelen en verdelen een onbegaanbaar terrein leek voor de amateur (en eindgebruiker). En bovenal zorgt een economische crisis voor adempauze. Het is dit laatste waar we misschien scherp moeten zijn. Ook de over-heid heeft het zwaar. Die moet meer doen, met minder mensen. En hier passen de stadsmakers natuurlijk prima. Beleid en visies maken zonder de stedelingen hierbij te

het is nog steeds de taak van de overheid om de

beste mensen met de beste plannen te laten komen

betrekken is één, maar beleid en visies laten maken door stedelingen is iets anders. Het is nog steeds de taak van de overheid om de beste mensen met de beste plannen te laten komen. En bewoners zouden op hun beurt iets beter in moeten zien dat hun inbreng en participatie bij een complexe ruimtelijke opgave meestal maar tot een bepaald niveau bruikbaar is.

Ik ging op bezoek bij pOp. Voor het eerst. Na een warm welkom en een stevige discussie over het bovenstaande begint pOp haar plek bij me af te dwingen. ‘POp gaat over ontmoeten’, legt een vrijwilligster me uit, ‘en kunst is het middel’. Er is van alles te zien en van alles te doen. Dat pluriforme, bijna ambivalente gevoel van het gebouw blijkt... het doel. Er zijn vijf verschil-lende ontwerpers met het plan bezig geweest. ‘Het is ook een informatiepunt voor duurzame energie’. En die dingen

op het dak? Het logo van de stichting. Zoveel mogelijk mensen, meningen, muziek en plannen willen ze verza-melen. Deze werkwijze levert nu (nog) niet de beste ontwerpen op, maar het is de vraag of dat nou zo erg is. De initiatiefnemers zijn niet op zoek naar dat ontwerp, maar naar het gesprek hierover. En dat gebeurt met een enorme betrokkenheid en een enorm uithoudingsvermogen.

Architectuurfilosoof Jacob Voorthuis schrijft in Het Ontwerpgesprek (2012): ‘Weten wat je wilt is weten waar je op hoopt’.

Ik hoop dat de gemeente deze mensen niet laat zitten. Ik hoop dat ze hen omringt met het beste team wat er in Nederland (of verder!) te vinden is. Ik hoop dat de gevierde veelheid hier dadelijk een plek zal vinden in heldere, oeverloze ruimte.

POP IS MAANDAG TOT EN MET ZATERDAG GEOPEND Verse koffie, gratis wifi en geheid een leuk gesprek.

Page 25: Post Planjer nr 71

- 04

8

- 04

9

DE STADSMAKERSMeer Merwede

DE STADSMAKERS is een fotoreportage van Ruud Bakker en Lindy Schuin.

Kijk voor de volledige reportage op:

www.postplanjer.nl

Page 26: Post Planjer nr 71

- 0

50d

ag

va

n d

e a

rc

hit

ec

tuu

r

20,2

1,22

ju

ni

2014

tijd

sch

ema

pr

og

ra

mm

a

Voor

inho

udel

ijke

besc

hrijv

inge

n, a

dres

sen

en r

eser

veri

ngen

: www.aorta.nu