Post Planjer #65

28
NR 65 DEC 2011

description

Met dit bulletin informeert de stichting een breed publiek gratis over de gebouwde omgeving. Post Planjer brengt actuele ontwikkelingen binnen de Utrechtse stedenbouw en architectuur, onder de aandacht en plaatst ze in een breder (nationaal) kader.

Transcript of Post Planjer #65

NR 65 DEC 2011

INHOUDSOPGAVE

4 I ScHOOlwONINGEN IN EEN VOOrmAlIG GymNASIUm Mascha van DaMMe

10 I wE VErPlAAtSEN ONS IN DE GEbrUIkErMark heDriks

16 ScHOOlGEbOUw UNIc

18 I DE rElAtIVItEItS-PrAktIjkMarc nolDen

cOlOFONPost Planjer is een onafhankelijke kwartaal­uitgave van Stichting Post Planjer

reDactieMartine Bakker, Mascha van Damme, Timon Doorenbos, Mark Hendriks, Froukje van der Meulen, Anne Seghers

aan Dit niuMMer werkte MeeMarc Nolden

vorMgevingWilko Edens

aDresAchter de Dom 14, 3512 JP [email protected], www.postplanjer.nl

fotografieZecc, p. 27, cover, Lindy Schuin p. 23, Nadine van den Berg, p. 20, 21, Kopi Susu, p. 18,www.vanbelkomproducties.nl, p. 4, 6, 7, 9

coverGymzaalwoning in het voormalig gymnasium, ontwerp Zecc

verspreiDingPost Planjer verschijnt in een oplage van 1000 en wordt kostenloos verspreid. Belangstellenden die het bulletin thuis willen ontvangen, kunnen zich aanmelden op het redactie­adres.

financieringDe uitgave van dit nummer is tot stand geko­men dankzij Gemeente Utrecht, Jurriëns Bouw en de Pijlers en Planjerianen. Ter ondersteuning van de uitgave van het bulletin staat het een ieder vrij een financiële bijdrage te leveren. Voor de mogelijkheid tot structurele onder­steuning kijk op pagina 25. Eenmalige giften, waarvoor bij voorbaat dank, kunnen worden overgemaakt op C&E Bank 69.91.50.604.

Jan planJerJan Planjer drukte in de jaren twintig van de vorige eeuw als gemeentearchitect discreet maar onuitwisbaar zijn stempel op de stad met gebouwen als de school aan het Maasplein en de politiepost aan het Ledig Erf.

Het copyright van de afgebeelde foto’s berust bij de afzonder­lijke fotografen. Ondanks intensieve naspeuringen konden niet alle auteursrechten vastgesteld worden. Belanghebbenden worden verzocht zich te melden.

22 I mEt DE VINGEr wIjZEN IS UIt DE tIjDMartine bakker

4

een voormalig gymnasium langs de oudegracht is verbouwd tot appartementen. het lastige

gepuzzel met woningen heeft een variatie aan woonruimten opgeleverd die allemaal anders van

afmeting en oriëntatie zijn. afhankelijk van de keuze (en het beroep) van de bewoners is een eigen

ontwerp gemaakt, een architectenbureau ingeschakeld of zijn de mogelijkheden die de ontwik-

kelaar bood aangegrepen.

4 I ScHOOlwONINGEN IN EEN VOOrmAlIG GymNASIUm Mascha van DaMMe

De voormalige Paus Adrianusschool werd in 1915­1916 gebouwd naar een ontwerp van M.J. Rietbergen als rooms­katholieke ULO voor meisjes. De school maakte onderdeel uit van een katholieke enclave tussen de Oudegracht ter hoogte van Brouwerij De Boog en de voormalige stadswal langs de Singel, de huidige Pelmolenweg. De Boog was lange tijd in handen van het rooms­katho­lieke Armbestuur dat het complex van een kinderloze katholiek had geërfd en in 1842 op het achtergelegen fabrieksterrein een aantal

arbeidershuisjes liet bouwen voor de kinder­rijke, katholieke gezinnen. Tussen 1842 en 1867 liet het Armbestuur nog eens honderd woningen bouwen aan de nieuw aangelegde Moutstraat, Boogstraat en Brouwersstraat, nu drie van de Zeven Steegjes.

katholieke eMancipatieHet was het eerste katholieke woningbouw­project in lange tijd. Sinds de reformatie was de katholieke eredienst officieel verboden en moesten de katholieken hun toevlucht nemen

penthouse

tot schuilkerken. Pas vanaf 1853 mocht de bisschoppelijke hiërarchie worden hersteld en verrezen er grote katholieke instellingen en bouwwerken, zoals het nabijgelegen St. Andreasgasthuis en op een steenworp afstand verrees eind negentiende eeuw de rij­zige St. Martinuskerk die de bekroning vorm­de van de katholieke emancipatie.

De nieuwe school bood speciaal onderwijs voor meisjes en werd vernoemd naar de enige Nederlandse en in Utrecht geboren en geto­gen paus Adrianus V. De plattegrond van de school bestaat uit twee haaks geplaatste, rechthoekige vleugels. De ene vleugel ligt parallel aan en achter de bebouwing van de Oudegracht. De andere staat er haaks op en ligt langs het pakhuis van de voormalige brou­werij, zodat de kopse kant de voorgevel vormt aan de gracht. Beide vleugels zijn verbonden door een mooi en bijzonder ruim trappenhuis met glas­in­loodramen en twee gangen die de lokalen ontsluiten. Grenzend aan de school werden twee speelplaatsen (lichthoven) en een schooltuin ingericht. Rond 1953 is de school flink verbouwd en met een verdieping verhoogd. De twee topgevels aan de Oudegracht werden vervangen door een volwaardige verdieping en de voorgevel kreeg zijn huidige brede en horizontale gele­ding met typische wederopbouwkunstwerken in de borstwering van de tweede bouwlaag. In de achterliggende vleugel werd op de begane grond een gymzaal ingericht met aparte kleedkamers en karakteristieke ronde ramen. De school was een tijd in gebruik als St. Martinusschool De Riggel, een vormings­centrum voor jongens en deed van 1992­2008 dienst als dependance van het om de hoek gelegen Christelijk Gymnasium aan de Diaconessenstraat.

geMeenschappeliJke fitnessruiMteNadat het Gymnasium het pand had verlaten, is de school opgekocht door ontwikkelaar David Ros, van Rossence, die aanvankelijk veertien appartementen in het schoolgedeel­te wilde onderbrengen en een bedrijfsruimte

op de begane grond in de voormalige gym­zaal. De meeste woningen aan de achterzijde worden via het trappenhuis ontsloten. De balkons van deze zes appartementen geven een inkijkje in de Zeven Steegjes. De andere vier hebben een tuintje. De doorzichten in het trappenhuis geven een prachtig zicht op de Domtoren en het ruime trappenhuis zelf is door enkele bewoners gemeenschappelijk in gebruik als fitnessruimte.De bewoners van het penthouse onder de kap aan de voorzijde dat met een eigen trap­penhuis wordt ontsloten heeft het Utrechtse bureau Kubik architecture & interior gevraagd een ontwerp te maken voor het interieur. Een strakke houten trappartij vormt de verbinding tussen woonruimte en de vliering.

plafonDhoge keukenkastenTwee woningen op de begane grond van de vleugel achter de Oudegracht hebben hun voordeur aan een van de twee lichthoven van de voormalige school. Charlotte Ernst en haar man kochten hier een van de kleinste woon­ruimtes in het pand. De hal achter de voordeur geeft toegang tot de woonkamer, het toilet, de badkamer en de opgang naar de brede gang en entresol. De als architect werkzame bewoonster stond vrij snel voor ogen hoe de woning moest worden ingericht. Zij koos voor een element in het midden van de hoofdruim­te dat voor de zithoek als opbergwand fun­geert en als kookeiland voor de eethoek aan de raamkant. De ramen zijn met behoud van de granito vensterbanken lager doorgetrok­ken (het was vroeger niet de bedoeling dat de leerlingen naar buiten keken). De bijna vijf meter plafondhoge keukenkasten lopen door in de entresol. Deze is met een dichte balustrade van de woonruimte gescheiden, waardoor een grote, maar toch intieme slaap­ruimte is ontstaan. De gang boven is een aan­gename en zeer lichte ruimte die in gebruik is als werkkamer. De grote ramen kijken uit op de bergruimten buiten waarop met subsidie van de gemeente een sedumdak is aangebracht ter compensatie van de bomen die het veld moesten ruimen voor deze uitbreiding.

penthouse

8

gevel ouDegracht

8

9

De gymzaal, kleedkamers en lerarenkamer wer­den als laatste ontwikkeld. Hier was eerst een fotogalerie gepland, maar deze plannen kwa­men niet van de grond. Uiteindelijk is besloten om de relatief smalle en diepe ruimte met een oppervlakte van ruim driehonderd vierkante meter tot woning te bestemmen. De gelukkige kopers zijn Alette Pak en Kees Masop die Zecc architecten aantrokken om de grote, hoge ruimtes leefbaar en sfeervol in te delen. Het is een typisch Zecc­project geworden dat is afge­stemd op de wensen van de bewoners en zoals veel van hun Utrechtse projecten, waaronder de Woonkapel en Woonkerk, nauwelijks van invloed is op het straalbeeld.

ingebouwDe woonMeubelsDe lerarenkamer aan de straatzijde bleef gro­tendeels in tact, met toevoeging van grote, zwartgeschilderde radiotoren die de koudeval van de glas­in­loodramen moeten opvangen. In de gymzaal en de kleedkamers aan de ach­terzijde werden als het ware twee ‘woonmeu­bels’ ingebouwd. Het wandrek uit de gymzaal kreeg een nieuw plekje tegen het voorste woonmeubel met daarin de hal en de badka­

mer en er bovenop een knusse speelhoek.De daklichten van de gymzaal waren dichtge­maakt om voor de erboven gelegen apparte­menten dakterrassen te realiseren. Een van de belangrijkste ingrepen om toch meer daglicht in het diepe ‘kavel’ te krijgen is een inpandige patio met glazen schuifwanden. De fundering van de kleedkamers was verzakt, waardoor dit deel helemaal gesloopt en opnieuw gebouwd moest worden. Het karakteristieke ronde raam uit de achtergevel is bewaard en vormt nu de lichtbron voor een van de twee kinderkamers. De achterste kinderkamer heeft een raam aan de tegen de Zeven Steegjes gelegen buiten­ruimte. Ertussen is een badkamer voor de kin­deren. Een trap in het tweede woonmeubel geeft toegang tot een ruim dakterras op dit lagere deel.

Binnenkort neemt de laatste bewoner zijn intrek in de herbestemde school. Aan de voorgevel aan de Oudegracht valt dat niet te merken. Alleen de hoeveelheid brieven­bussen en twee glazen dakkapellen geven prijs dat het gebouw door meerdere mensen bewoond wordt.

apparteMent charlotte ernst

9

10

Casper Schuuring hoeft niet lang na te den­ken over de vraag wat het betekent om de Rietveldprijs te winnen: ‘Dat je als Utrechts bureau deze oude en prestigieuze prijs mag ontvangen, is een hele eer. We staan in een illuster rijtje met Mart van Schijndel, Koen van Velsen, Enric Miralles en Rem Koolhaas.’Straalt dat al op jullie af?Schuuring: ‘Zeker. We merken dat de prijs meer vertrouwen geeft. Nieuwe opdrachtge­vers durven sneller voor ons te kiezen.’

Gent&Monk Architecten ontstaat in 2010 uit de fusie tussen de Utrechtse bureaus Feekes & Colijn en Monk architecten. In hun kan­toor in het Cartesiuskwartier vertellen Casper Schuuring en partner Rene van Gent dat een dergelijke bundeling van krachten niet van­zelfsprekend is. ‘Het is in architectenland zelfs vrij ongebruikelijk. Architecten zijn eigenge­reide figuren die het niet meteen zien zitten om met een ander bureau samen te gaan.’Omstandigheden dwongen beide bureaus tot

10 I wE VErPlAAtSEN ONS IN DE GEbrUIkEr in gesprek Met gent&Monk architecten Mark henDriks

gent&Monk architecten ontving eind november de prestigieuze rietveldprijs voor het ontwerp van

kantorencomplex creative valley in papendorp. het bureau van casper schuuring en rene van gent

hecht grote waarde aan het betrekken van gebruikers bij het ontwerp: ‘nog voor een streep op

papier staat, gaan we in gesprek met de gebruikers.’

rené van gent casper schuuring

actie. Monk had te maken met een teruglo­pende orderportefeuille, Feekes & Colijn met organisatorische veranderingen. ‘We waren op zoek naar een bureau om mee samen te gaan’, licht Van Gent toe, in die tijd directeur bij Feekes & Colijn. ‘We schakelden een headhunter in om te kijken welke bureaus interessant zouden zijn. Monk was een gega­digde.’‘Ik reageerde niet meteen enthousiast’, herin­nert Schuuring zich. ‘Ik had meerdere toe­komstscenario’s in mijn hoofd en fuseren had niet direct mijn voorkeur. Maar goed: een gesprek kon geen kwaad. Het bleek aardig te klikken en we zijn samen elkaars projecten gaan bekijken. Tijdens die tripjes discussi­eerden we open en eerlijk over elkaars werk. Scherp, maar met respect. Toen dacht ik: dit kan wel wat worden.’Is respect voor elkaars werk voldoende voor een fusie?Van Gent: ‘Je zoekt naar raakvlakken: hoe kijk je naar architectuur, wat is je aanpak? In ons geval was er ook een noodzaak. We moesten iets doen om überhaupt als bureau te overle­

ven. Samen zijn we breder, met meer ervaring, kennis en kracht.’Qua architectuurstijl bestond er een groot verschil. Feekes en Colijn was degelijk en tra­ditioneel. Monk stond voor spanning en durf.Schuuring: ‘Inderdaad. Feekes en Colijn was vooral actief in dorpen en kleine steden. In hun architectuur zochten zij naar aansluiting bij bestaande structuren en de omgeving. Monk zocht in grootstedelijke gebieden juist het contrast met de omgeving op.’ Hij wijst naar een maquette van een woning in fort Blauwkapel. ‘De moderne vormgeving con­trasteert met de historische en landschap­pelijke omgeving van het fort, maar daardoor gaan ze wel een relatie aan.’Hoe is jullie gezamenlijke ontwerpstijl te omschrijven?Van Gent: ‘We zijn breder inzetbaar. We doen kantoren, onderwijsgebouwen, enzovoort. En in onze woningbouwprojecten zoeken we nog steeds naar aansluiting met de omgeving, maar we proberen er een twist aan te geven, iets brutaals te doen.’

woon- zorgcoMplex, transwiJk

12

Gent&Monk werkt aan een Utrechts oeuvre. In Transwijk bouwt het bureau een woon­zorgcomplex, in Leidsche Rijn ontwierp het voor de zorgstichting Albrona een woonhuis voor verstandelijk gehandicapten en er ligt een plan voor de vernieuwing van het buurtje rondom de Stieltjesstraat bij het Griftpark. Van Gent: ‘Het idee is om daar woningen te reno­veren en te vervangen, zodat een gediffe­rentieerd woningaanbod ontstaat. Daarnaast moeten de straten een nieuw profiel krijgen, korter en met andere doorzichten.’Schuuring: ‘Het Albrona­huis in Leidsche Rijn staat naast een historische boerderij – nu een brasserie waar de bewoners overdag werken. In de positionering van de nieuwbouw heb­ben we rekening gehouden met de oorspron­kelijke erfstructuur.’ Gent&Monk werkt verder aan het kantoorpro­ject Taats, een flexibel complex van werk units boven een parkeergarage op Papendorp. Qua benadering doet dit project denken aan Creative Valley, het gebouw waarmee het bureau de Rietveldprijs won.

Wat is het geheim van het succes van Creative Valley?Schuuring: ‘Het ontwerpconcept speelt in op urgente maatschappelijke problemen, zoals leegstand en de hedendaagse omgang met woon­ en werkomgevingen. In deze roerige tijden is dat hetgeen waar opdrachtgevers naar op zoek zijn.’ Van Gent: ‘In het ontwerp van Creative Valley hebben de gebruikers centraal gestaan. Ze hebben echt invloed gehad op het plan.’Dat zegt iedere architect.Schuuring: ‘We hebben ons werkelijk ver­plaatst in de gebruikers en aangevoeld wat ze nodig hebben. En we keken naar de toe­komst, waren ons bewust van mogelijke ver­anderingen in het gebruik.’ Hij vervolgt: ‘Het is een van de redenen waarom in Nederland nu 7 miljoen vierkante meter kantooropper­vlak leeg staat. Die kantoren zijn neergezet vanuit speculatieve overwegingen. Het zijn monofunctionele gebouwen waar in het ont­werpproces, als dat er al was, geen aandacht is geweest voor gebruikers en de toekomst.’

zorgstichting albrona, woonhuis voor verstanDeliJk gehanDicapten, leiDsche riJn

sfeeriMpressie koopwoningen

Hoe is dat bij Creative Valley gegaan? Dat verplaatsen in de gebruiker?Schuuring: ‘Nog voor een streep op papier stond, zijn we samen met adviesbureau Ynno met de toekomstige gebruikers in gesprek gegaan. Het gaat dan om kleine en succes­volle bedrijfjes, met twintig tot dertig man personeel, die behoefte hebben aan wis­selwerking en vaak opereren in netwerken. Omdat de huurders vanaf de start betrokken waren komen de principes voor het gebouw rechtstreeks voort uit hun wensen en behoef­ten: het delen van voorzieningen, vrije werk­plekken, mogelijkheden voor interactie.’ Hij pakt een papiertje en tekent een soort orga­nogram. ‘Dit is het concept voor Creative Valley: een staander waar werkruimtes “aan hangen”. Er is een lift, maar die is verstopt, zodat mensen zo vaak mogelijk de publieke ruimten gebruiken. Er zijn genoeg mogelijk­heden om van werkplek te wisselen – waar­door je zomaar naast iemand van een ander bedrijf komt te zitten.’

Waar zit de flexibiliteit naar de toekomst?Van Gent: ‘Het is mogelijk er een winkelcen­trum van te maken, of een school.’Schuuring: ‘Het is mogelijk om makkelijk intern te verhuizen. De eigenaar denkt aan huurcontracten voor een jaar in plaats van de standaard vijf. Maar daar willen veel banken nog niet aan.’

Voor het Cartesiuskwartier, waar Gent&Monk kantoor houdt, heeft de gemeente ambiti­euze plannen. Het moet een creatief en ste­delijk woon­ en werkmilieu worden. ‘Het kan zeker een inspirerend stadsdeel worden’, stelt Van Gent. ‘De industriële panden bieden vol­doende kansen voor hergebruik.’ ‘Maar de ambities van de gemeente liggen mijlenver van het dagelijkse handelen’, voegt Schuuring toe. ‘Ze roepen van alles, maar als een partij initiatief neemt, blijkt vrij weinig mogelijk.’Waar blijkt dat uit?‘Schuuring: ‘Het idee is dat kleine en creatieve bedrijfjes hier aan de gang gaan. Ondertussen heeft de Sligro interesse getoond om een fili­

14

creative valley, papenDorp

aal te openen – een bedrijf dat niet bij het gewenste profiel past. We hebben zelf een aanvraag ingediend om op de kop van het terrein een nieuw werkgebouw neer te zetten. Nu is het wachten hoe de gemeente reageert. Ze moeten met de billen bloot.’In het Dynamisch Stedelijk Masterplan wordt het Cartesiuskwartier aangemerkt als kansrijk.Schuuring: ‘Dat lijkt zo, maar in dit plan is alleen het rangeerterrein aangemerkt, waar

vanuit regelgeving erg weinig mag.’ Van Gent: ‘Het gebied biedt uitgelezen kan­sen om in te spelen op het thema “stad en land” van Culturele Hoofdstad van Europa, dat Utrecht in 2018 wil zijn. Laat het platteland binnenkomen, een vorm van stadslandbouw. Gebruik die hallen voor de productie van voedsel en verkoop die dan op een nieuwe stadmarkt.’

15houten schootshuis, blauwkapel

16

Vroeger hadden klaslokalen alleen ramen hoog boven ooghoogte. Leerlingen zouden anders te snel worden afgeleid door alles wat zich buiten afspeelt. Door de jaren heen zijn ideeën over de ideale leeromgeving sterk veranderd. Leerlingen zijn niet langer pas­sieve ontvangers maar actieve ondernemers met eigen verantwoordelijkheid en zelfstan­digheid. Een traditioneel schoolgebouw staat dit onderwijsconcept in de weg. Op de plek van de vroegere buurtspeeltuin aan de Van Bijnkershoeklaan in Transwijk staat sinds najaar 2010 het trotse nieuwe onderko­men van het UniC. Hier zijn geen klaslokalen, geen vaste docenten en geen vastomlijnde vakken of lesboeken, maar leerlingen die voor een groot deel zelf bepalen hoe en wat ze leren. Het is een van de eerste gebouwen die tot stand is gekomen binnen de Ruimtelijke Visie Transwijk die een groene setting met gebouwen als losse elementen nastreeft. Met dit ontwerp is een flitsende start gegeven aan deze visie, waarmee de toon is gezet voor de volgende kandidaat in Transwijk.

In het ontwerp versmelten de onderwijsvorm en idealen van UniC met de opzet en inrich­ting van het gebouw. Kenmerkend aan de rechthoekige school is de krachtige route die vanaf het schoolplein achter de school steeds

verder omhoog voert naar de aula, langs de hoger gelegen verdiepingen en eindigt op het buitenterras op de derde verdieping. Het is een openbare straat die met grote vides en veel dakopeningen heel licht en open is vormgegeven, waardoor vanaf de ingang een zichtlijn diep het gebouw in ontstaat. Door de koppeling van open ruimtes, waar leerlingen zelfstandig werken, aan de centrale route is er veel contact mogelijk tussen de leerlingen en docenten. Daarnaast zijn er op elke verdie­ping meer besloten ruimtes voor workshops of om in stilte te werken.

De gevels van het schoolgebouw hebben een strakke, metalen uitstraling. Voor de zuidgevel zijn metalen spankabels gemonteerd die met klimplanten begroeid moesten raken. Deze groene gevel zou uiteindelijk niet alleen voor een zachtere overgang met de aangrenzen­de ruimte zorgen, maar ook voor natuurlijke zonwering. Na oplevering bleek dit concept niet uitvoerbaar. De bekabeling moet sterk worden uitgebreid worden om voldoende te begroeien. Daarom laat de school het con­cept los en wordt inwendige zonwering aan­gebracht. AS

ScHOOlGEbOUw UNIc

locatie: van bijnkershoeklaan 2, utrechtontwerp: ector hoogstad architectenopdrachtgever: stichting nuovotype project: nieuwbouwfunctie: school voor voortgezet onderwijs havo / vwo, voor 600 leerlingenaannemer: van norel bouwgroep, epe

1717

18 I DE rElAtIVItEItSPrAktIjkMarc nolDen

Ik zit in een café in de Utrechtse wijk Lombok. Een plek waar ik wel vaker columns schrijf. De juiste ambiance. Een tafel bij het raam. Goeie koffie. Het is december 2011. De regen slaat tegen de ramen. Een verdwaalde Sinterklaas fietst naar huis.

Het jaar 2012 staat voor de deur. Het jaar dat we er allemaal aan gaan. Tenminste, volgens de Maya’s. En volgens Nostradamus (met zijn strakke groene broek). Het einde der tijden. Op 21 december 2012 zal een 26.000 jaar durende kosmische cyclus eindigen en een nieuwe beginnen. Dat zou gepaard gaan met hellevuren en zondvloeden.

Tja.Ik heb het niet zo met die voorspellingen, of met vierduizend jaar oude kalenders. Tuurlijk; het klimaat verandert, de rampfrequentie neemt toe, wereldmachten verschuiven en economieën kraken. Er is wel íets aan de hand, maar dat dat het einde van de wereld inluidt, is wel een erg neerslachtige gedach­te. Doemscenario’s zijn voor bange mensen. Draai de gedachte om: we zijn scheppers van onze éigen wereld, we nemen zélf positie in ten opzichte van die wereld, wíj handelen daarin, élke dag, we creëren zélf de toekomst.

Hoe dan ook.Gedachten over ronddraaiende sterrenstel­

18

19

sels en ritmes in het heelal intrigeren me. Al jaren. Laatst zag ik een documen­taire over de zoektocht naar buitenaards leven. Amerikaanse topwetenschappers van het SETI­instituut zoeken al vijftig jaar, in samenwerking met de NASA en de Universiteit van Californië, naar buitenaardse intelligentie. Honderden radiotelescopen scannen dag en nacht de kosmos af.

Hun gedachte is dat het aantal planeten in het heelal overeen komt met het aan­tal zandkorrels op onze stranden. Het is een erg onwaarschijnlijke gedachte dat wij de enige zandkorrel zijn waarop intel­ligent leven is. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de aarde uniek, of zelfs een wonder, is. Onze situatie en omstandigheden kunnen ook elders voorkomen. Er moet haast wel buiten­aards leven zijn.

Ik vind dat hele interessante materie. Het maakt je nietig. En bewust. Wie zijn wij eigenlijk? Wat betekenen wij? Waarom doen wij wat we doen? Waar leidt dit allemaal toe?

Als ik met die gedachte de krant open­sla, schaam ik me altijd een beetje. Wij zijn helemaal niet met het grote geheel bezig. We zijn alleen maar met elkaar bezig. En hoe! We maken ruzie over voetbal, over geld, macht, geloof. We onderdrukken elkaar en slaan elkaar de hersens in: man tegen man, land tegen land, continent tegen continent. Er zwe­ven honderden satellieten en wapens in een baan om de aarde. Niet om ons te beschermen tegen mogelijke bedrei­ging van buitenaf, maar om elkaar kapot te kunnen schieten.

Hoe interessant ook, dat metafysische denken maakt dingen betrekkelijk. In het augustusnummer van tijdschrift Blauwe Kamer stond een kritisch stuk

over het ontbreken van een overkoepe­lend stedenbouwkundig verhaal van de stad Utrecht.. 'Utrecht is het middelpunt van forenzend Nederland’, stond daarin te lezen, ‘centrum van een dynamische stadsregio, speler in de Amsterdamse metropoolregio, maar het gedraagt zich als een dorp. Utrecht faciliteert tal van stedelijke projecten op allerlei plekken in de stad zonder een overkoepelende gedachte, of een perspectief. Is Utrecht een ongeleid projectiel?'

Een ontzettend goed stuk. Utrecht moet in deze tijd een verhaal hebben, de stad opnieuw uitvinden en zich niet verschui­len achter een restclubje initiatiefne­mers en grondeigenaren. Kin omhoog, koers bepalen, agenda opstellen en dooooooorrrrrrrrrrrrr. Hoofd steden­bouw Utrecht, Anco Schut, reageerde in het oktobernummer teleurstellend met een ambtelijk en algemeen verhaal vol containers als 'inzetten op kennis en cul­tuur' en 'het meebewegen van vragen en behoeftes uit de markt'.

Het leeft.Maar aan de andere kant denk ik: ' Hoe slecht is het nu werkelijk met Utrecht gesteld? Dit is West­Europa. Is geen verhaal hebben werkelijk desas­treus? België bleef zonder regering ook gewoon België. En sowieso: hoe rele­vant is het 'verhaal’ van een piepklein plekje op een zandkorrel, dat (voorals­nog) eenzaam en doelloos, geheel zón­der verhaal, door een oneindige koude zwarte leegte zweeft?'

Weet u?Ik woon al jaren in Utrecht, met veel plezier. Dit is mijn stad, mijn leven. Met of zonder stedenbouwkundig kompas, desnoods. Ik geef zélf richting aan mijn leefomgeving. Ik wacht niet op ander­mans verhalen. Ik creëer zelf. Ik eigen toe. U ook?

COLUMN

20

21

COLUMN

22

22 I mEt DE VINGEr wIjZEN IS UIt DE tIjDMartine bakker

‘De politiek moet een mening hebben over leegstand’, betoogt Arjen Sikkema tijdens Laat duizend blokken bloeien, een avond over kantorenleegstand. ‘Leegstand zou ver­boden moeten worden!’ Als hoofd huisvesting van de Universiteit Utrecht was Sikkema de motor achter spraakmakende nieuwbouw op De Uithof. Dit zijn gebouwen die hun archi­tectonische faam ongetwijfeld zullen behou­den, maar ineens een beetje iconisch over­komen. Vanavond lijken het overblijfselen uit een andere tijd. Wanneer hij de overheid wil wijzen op haar verantwoordelijkheden, wordt hij vriendelijk teruggefloten. 'Daar komen we niet verder mee', stellen de jonge ontwerpers en ontwikkelaars in de voor­malige kantine van de SOL, tegenwoordig het ‘buurtcafé’ van de 192 studenten die in het pand wonen. De reactie van Sikkema geeft volgens Luc de Wit precies aan waardoor transformatie soms niet van de grond komt. ‘Er wordt teveel met vingertjes gewezen’. De Wit bouwde in Houten appartementen in

een kantoorpand en weet uit ervaring dat het loont om zelf initiatief te nemen en met eige­naren of de gemeente te gaan praten. 'Als je iets wilt laten gebeuren, moet je het zelf aan­pakken: zelf een plan maken, hier partners bij zoeken en allianties smeden. Zelf de boel in gang zetten en alle betrokkenen gedurende het hele bouw­ of transformatieproces betrok­ken houden. Er zijn genoeg mogelijkheden in de wet.'Uit alle presentaties blijkt dat de tijd een belangrijke rol heeft in het transformatie­proces. Rikkert Paauw van De Vechtclub in Overvecht vertelt over het proces van crowdfunding waarmee de aankoop van hun XL­filiaal in Transwijk rondkwam. Het gaat om beleggingen die in 2015 zullen worden terugbetaald met veertien procent rente. Parcifal van den Berg laat plannen zien voor het Merwedekwartier in Kanaleneiland­Zuid, dat is opgedeeld in vlakken. In het plan is aangegeven welke vlakken als eerste getrans­formeerd zouden moeten worden, voor een

Debat: laat DuizenD blokken bloeien

presentaties: igor sanJee (provincie utrecht), tsaiJer cheng & hein De haan

(bounDary unliMiteD), luc De wit (viDes transforMatie &

ontwikkeling), bart theunissen & parcifal van Den berg

(leegstanD van zaken), rikkert paauw (De vechtclub),

Jean baptiste benraaD (transforMatie teaM)

gespreksleiDing: bart cosiJn (urban Dialogue)

organisatie: architectuurcentruM aorta

locatie en DatuM: archiMeDeslaan 16, kantorenpark riJnsweerD,

7 DeceMber 2011

2323

succesvolle transformatie van het geheel. Het Merwedekwartier zou een gemengd pro­gramma kunnen krijgen. Aan het water kun­nen woningen komen, maar meer hoeft er niet gezegd te worden over het programma. Het programma dat zich aandient op het moment dat een bepaald vlak ontwikkeld wordt is per definitie adequaat marktconform. Wanneer wordt opgemerkt dat er voor archi­tecten bij transformatie niet meer overblijft dan schuiven met plattegronden is de ver­baasde reactie van een architect dat hij het nadenken over plattegronden juist de basis van zijn vak vindt. Hoe de gevel er precies uitziet is wat hem betreft een bijzaak. Het moge duidelijk zijn, bouwopgaven worden tegenwoordig anders geïnitieerd en gedefini­eerd. Al met al is het een prikkelende avond, waarna ik met een positieve toekomstver­wachting via de zielsverlaten fietspaden van Rijnsweerd huiswaarts keer.

24 I AOrtA architectuurcentruM

architectuurcentrum aorta biedt informatie over ontwikkelingen op het gebied van stedenbouw, architectuur en aan-verwante disciplines in de regio utrecht. Dit gebeurt met activiteiten die een tijdelijk karakter hebben, zoals exposities, manifestaties, rondleidingen, discussies en lezingen. in aorta zijn inlichtingen te krijgen over architectuur in utrecht en omstreken. in de zomermaanden worden elk weekend verschillende rondleidingen gehouden voor individuele inschrijvers, en op verzoek van groepen het hele jaar door. De verschillende thema’s en onderwerpen en de data van de rondleidingen staan op de website www.aorta.nu

architectuurcentruM aortaachter De DoM 14 | 3512 Jp utrecht telefonisch bereikbaar ma t/m vr 9-17 uur

geopenD: woensdag t/m vrijdag : 12.00 - 17.00 uur toegang gratis www.aorta.nu

IdeeënprIjsvraag veemarkt Utrecht

Op het terrein van de huidige Veemarkthallen in Utrecht worden de komende vijf jaar 550 woningen gebouwd. Bij de ontwikkeling van de Veemarkt krijgen particulier opdrachtgeverschap (PO) en collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) volop de ruimte. Dit betekent dat zowel individuele opdrachtgevers als groepen die iets willen bouwen, terecht kunnen op de Veemarkt. Pas als dat niet lukt, kunnen andere partijen aan de slag.

Op initiatief van de vereniging CPO Veemarkt organiseerde Architectuurcentrum AORTA de ideeënprijs­vraag Veemarkt Utrecht. Begin 2012 worden de inzendingen tentoongesteld en beoordeeld door Roelof Bleker (dijkgraaf), Anco Schut (afdeling stedenbouw en monumenten gemeente Utrecht), Herald Roelevink (Dolte stedenbouw), Adrie van den Muysenberg (Vereniging CPO Veemarkt) en Jurgen van der Ploeg (FARO Architecten). De winnaars worden maart 2012 bekend gemaakt. Zij krijgen geldbedragen ter waarde van 7000 en 3000 euro

de thermometer

Tot en met vrijdag 11 januari presenteert Architectuurcentrum Aorta De Thermometer, een programma over de ontwikkelingen, de inrichting en het functioneren van de stad. Aan de hand van thematische weblogs biedt Aorta informatie en inspiratie. Komend jaar kijkt Aorta naar een aantal thema’s en locaties in Utrecht en de regio, zoals het Veemarktterrein, waar collectief particulier opdrachtgeverschap een grote rol speelt, de omgang met de leegstaande kantoren en de transformatie van industrieterrein Cartesiusweg.

planJerianenMelD u aan en worD planJeriaan!

post planjer verschijnt vier keer per jaar en

kan rekenen op een groeiend lezersbestand

van geïnteresseerden in architectuur en

stedenbouw.

graag willen we ons werk in de toekomst

voortzetten en u over de ontwikkelingen

in utrecht en de regio blijven informeren.

Daarvoor hebben we uw steun hard nodig.

Meld u aan en word planjeriaan! vul de bon

in en ondersteun ons met een structurele

jaarlijkse bijdrage van 15,- euro.

Ja! ik worD planJeriaan.

naam

adres

postcode plaats

telefoon

e-mail

Mijn rekeningnummer is:

handtekening:

ik Machtig postplanJer oM tot weDeropzegging Met ingang van 2012 JaarliJks 15 euro van MiJn rekening af te schriJven.

piJlerMelD u aan en worD piJler van post planJer!

onder de lezers van post planjer bevinden zich talrijke instellingen en bedrijven die graag op de hoogte blijven van de ontwik-kelingen op het gebied van, architectuur en stedenbouw in utrecht.

bent u één van deze bedrijven of instellin-gen met interesse voor ruimtelijke ontwik-keling en draagt u ons initiatief een warm hart toe? ondersteunt u ons dan met een jaarlijks bedrag van 150,- euro. uw naam wordt desgewenst opgenomen in de lijst van pijlers van post planjer in elk nummer. vul onderstaande bon in, bel of stuur ons een e-mail, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ja! ik worD Donateur van post planJer.

beDriJf

naaM

aDres

postcoDe plaats

telefoon

e-Mail

Mijn rekeningnummer is:

handtekening:

ik Machtig post planJer oM tot weDeropzegging Met ingang van 2012 JaarliJks 150 euro van MiJn rekening af te schriJven.

post planJerachter de Dom 14 3512 Jp utrecht

post planJerachter de Dom 14 3512 Jp utrecht

voorMalig gyMnasiuM, apparteMent, ontwerp zecc