Plan van Aanpak - Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen · Kwantiteit: het verhogen van de...
Transcript of Plan van Aanpak - Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen · Kwantiteit: het verhogen van de...
Ondernemers, Onderwijs en Overheid
Plan van Aanpak
Ten behoeve van de subsidieaanvraag Regionaal Investeringsfonds MBO door de partners van het CIV Smart Technology onder penvoerderschap van ID College.
Versie 1.0 30 januari 2015
│2
COLOFON
Dit document is opgesteld door de partners van
het CIV Smart Technology onder penvoerderschap van ID.
Contactgegevens penvoerder ID College:
H. de Jong
Directeur domein Techniek & ICT
www.idcollege.nl
│3
Inhoudsopgave
1 Managementsamenvatting 6
2 Inleiding 9
2.1 Inleiding Smart Technology 9 2.2 Betrokken partners 10 2.3 Beleidskader 11 2.4 Aanvraag Regionaal investeringsfonds mbo 11
3 Het CIV Smart Technology 12
3.1 Visie: waar willen we naar toe? 12 3.2 Missie: voor wie doen we wat en hoe doen we dat? 12 3.3 Bestaansrecht 13 3.4 Strategische doelstellingen 14 3.5 Het CIV Smart Technology-huis 15 3.6 Profilering 16
4 Businessmodel 17
4.1 Inleiding 17 4.2 Veronderstellingen 17 4.3 Businessmodelkeuzes 17 4.4 Toegevoegde waarde (waardeproposities) 18 4.5 Kernactiviteiten op hoofdlijnen 19 4.6 Partners en overige relevante partijen 20 4.7 Belangrijkste hulpbronnen 22
5 Impact op onderwijs 23
5.1 Achtergrond 23 5.2 Flex-ID van ID College 23 5.3 Topdocenten zijn de motor van het onderwijs 24 5.4 Betrokken kwalificaties ID College 25 5.5 Aansluiting van Da Vinci College op CIV 26 5.6 Innovatieve (slimme) lesvormen 27 5.7 Doorlopende leerlijn vmbo-mbo-hbo 27
6 Activiteiten en planning 28
6.1 Smart-doelstellingen 28 6.2 Mijlpalen en activiteiten in fase 0 28 6.3 Mijlpalen en activiteiten in fase 1 29 6.4 Activiteiten in fase 2 32 6.5 Groeistrategie 33 6.6 Borging duurzame karakter van het CIV 34
7 Inrichting van de organisatie 35
7.1 Richtlijnen voor inrichting van de organisatie 35 7.2 Belangrijkste elementen uit de organisatie-inrichting 35 7.3 Samenwerkingsprincipes 36 7.4 Tussentijdse evaluatie en bijsturing (planning- en control cyclus) 37
8 Risicoanalyse 39
8.1 Risicoanalyse 39 8.2 SWOT-analyse 43
│4
9 Begroting op hoofdlijnen 44
9.1 Inleiding op de begroting 44 9.2 Cijfers begroting op hoofdlijnen 45
Overzicht bijlagen 47
Bijlage 1: Samenvatting regionale visie CIV Smart Technology 48 Bijlage 2: Businessmodellen 50 Bijlage 3: Rolbeschrijving organisatieonderdelen 53 Bijlage 4: Profielschets CIV-programmamanager 55 Bijlage 5: Introductie van partners 56 Bijlage 6: Sfeerimpressies werkconferenties en werksessie 66
│5
“Het zorgen voor voldoende goede, technisch opgeleide jongeren is een gedeelde verantwoordelijkheid die vraagt om gezamenlijke
investeringen van Onderwijs, Ondernemers en Overheid”
Jet Bussemaker, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
"De technologische ontwikkelingen gaan zo snel dat we fors moeten investeren.”
Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter FME
"Het Industrial Internet of Things zal het huidige werk niet alleen uitbreiden, maar zal resulteren in een meer virtuele en collaboratieve
werkomgeving en tegelijkertijd geheel nieuwe werkgelegenheid bieden.”
Paul Daugherty, Chief Technology Officer Accenture
│6
1 Managementsamenvatting
Aanleiding
Slimme technologische oplossingen volgen elkaar in rap tempo op. De grens tussen ICT en techniek vervaagt en
verandert onze wereld drastisch. Smart Technology draait om het slim combineren en integreren van bestaande
en nieuwe technologieën met ICT. Dit leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact
op ons leven en werk. De ontwikkeling van Smart Technology versnelt en is niet meer te stuiten.
Ondernemingen, Overheden en ook het Onderwijs moeten een antwoord vinden op de kansen en uitdagingen die
deze ontwikkeling met zich meebrengt. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology brengt de
drie O's samen in de cirkel van Alphen aan den Rijn, Woerden, Gouda en Zoetermeer. Zo krijgen bedrijven,
opleidingen en studenten in de regio de kans krijgen om te werken aan innovatieve processen, producten en
diensten. Met als gevolg een sterke en slimme regio die aansluit bij het topsectoren beleid van het kabinet met
een focus op de drie topsectoren: High Tech Materials & Systems, Life Science & Health en Energy plus 'de
ontbrekende topsector' ICT.
Strategische doelen
ID College is intensief in gesprek gegaan met lokale gemeentes, koepelorganisaties, bedrijven en
onderwijsinstellingen om het CIV gezamenlijk vorm te geven. Met de circa 20 partners vanuit de drie O’s zijn een
vijftal strategische doelstellingen geformuleerd. Gezamenlijk vormen deze vijf doelstellingen het CIV-huis.
Het CIV-huis rust op drie pijlers: kwaliteit, kwantiteit, leven lang leren.
Samenwerking is het fundament, promotie vormt het dak.
1. Kwaliteit: het integreren van Smart Technology in middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 4)
2. Kwantiteit: het verhogen van de instroom en de doorstroom van jongeren in technische opleidingen (met
Smart Technology-elementen)
3. Leven lang leren: het realiseren van bij-, om-, en herscholing van bestaand personeel (leven lang leren)
rondom Smart Technology
4. Samenwerking: een excellente samenwerking en kennisuitwisseling faciliteren tussen ondernemingen,
overheden en onderwijs in een netwerkorganisatie
5. Promotie: het stimuleren en promoten van innovatief vakmanschap en een passie voor (slimme) techniek.
Verschillende onderzoeken van o.a. Techniek Pact, Smart Industry, het UWV, maar ook de opinies van Captains
of Industry en lokale ondernemers onderstrepen het belang van de gekozen strategisch doelstellingen.
Toegevoegde waarde
Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat ondernemingen, overheden en onderwijs slim en vooral ook
duurzaam samenwerken aan de strategische doelstellingen en realiseert hiermee toegevoegde waarde voor de
drie doelgroepen van het CIV, zodat:
1. Bedrijven sneller en slimmer kunnen inspelen op de kansen en uitdagingen die Smart Technology het
bedrijfsleven biedt.
2. Onderwijs sneller en slimmer kan inspelen op de kwalitatieve en kwantitatieve vraag naar Smart
Technology-personeel uit het bedrijfsleven.
│7
3. Studenten met veel beleving een uitstekende technische opleiding kunnen volgen die aansluit op de
laatste Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale arbeidsmarkt.
Activiteiten
Het CIV Smart Technology opereert als een netwerkorganisatie met een klein centraal regelorgaan en in nauwe
samenwerking met rond dan 25 partners. De kernactiviteiten van het CIV Smart Technology bestaan o.a. uit:
co-creatie Smart Technology-opleiding, modules en vakken
betrokkenheid bij de uitvoering van onderwijs
het beschikbaar stellen van technologiefaciliteiten
begeleiding van studenten
opleiden van topdocenten
marketing van Smart Technology gericht op (aspirant)studenten
vermarkten en uitvoeren van cursussen en maatwerktrajecten rondom leven lang leren
faciliteren van netwerkbijeenkomsten
De activiteiten en planning is ingericht naar de indeling van het CIV-huis, de begroting is opgebouwd uit
activiteiten die terug te leiden zijn naar de pijlers. In de planning onderscheiden we drie fasen. Fase 0 zal zich
voornamelijk afspelen in de eerste helft van 2015 en heeft vooral betrekking op het praktisch opstarten van het
CIV. Fase 1 beslaat de periode van vier jaar van 2015 t/m 2018. Fase 2 beslaat de tweede periode van vier jaar
van 2019 t/m 2022.
Organisatiestructuur
Om deze activiteiten vorm te kunnen geven, is een eenvoudige organisatiestructuur opgericht. De dagelijkse
leiding van het CIV ligt bij de programmamanager. Deze wordt aangestuurd door een stuurgroep die de kaders
van het CIV uitzet en bewaakt. Een adviesgroep zal de programmamanager, de projectleiders en de projectteams
vooral op inhoud ondersteunen. Naarmate het CIV zich verder ontwikkelt, kan de organisatie-inrichting worden
aangepast.
Impact op onderwijs
De oprichting van het CIV Smart Technology zal een grote impact hebben op het onderwijs binnen het domein
Techniek & ICT van ID College en dan primair op niveau 4-opleidingen. Binnen alle opleidingen wordt straks een
vaste of een keuzemodule ‘Smart Technology’ aangeboden. Ook wordt een nieuwe opleiding Smart Technology
opgestart. Zodoende worden studenten opgeleid tot middenkader-engineers die in staat zijn bestaande en nieuwe
technologieën met ICT te verbinden. Daarnaast werkt ID College parallel aan het vernieuwen en verbeteren van
de opleiding in algemene zin zoals beschreven in de businesscase “Duurzaam, Energie(k) en Smart Integration”.
Hierdoor versterkt het CIV Smart Technology het reeds ingezette beleid binnen ID College en de transitie zoals
deze is beschreven in de businesscase.
Het Da Vinci College, de MBO partner van ID College binnen het CIV benadrukt in het strategisch beleidsplan dat
opleiden voor een beroep iets is wat je samen doet. De komende jaren wil het Da Vinci College de samenwerking
met het regionale bedrijfsleven en instellingen daarom verder versterken en vernieuwen. Deze samenwerking
binnen het CIV met bedrijven en instellingen is gericht op het verhogen van de kwaliteit , vloeiende aansluiting op
de arbeidsmarkt en op het gezamenlijk uitwerken, neerzetten en financieren van infrastructuur die dit mogelijk
maakt. De impact van Smart Technology zal met name betrekking hebben op een vijftal opleidingen binnen de
domeinen Technologie en Bouw en wonen.
│8
Regionaal investeringsfonds mbo
Om het CIV te realiseren wordt een subsidieaanvraag ingediend bij het Regionaal investeringsfonds mbo van
€ 1.024.912. Deze subsidie ondersteunt de oprichting, uitvoering en verduurzaming van het CIV Smart
Technology in de eerste vier jaar van haar bestaan.
Tot slot
Door de inbreng van partners en de investering van Regionaal investeringsfonds mbo kan het CIV Smart
Technology ervoor zorgen dat onderwijs continu wordt ontwikkeld in gezamenlijkheid met het bedrijfsleven. Zo is
er straks echt sprake vakmanschap en voldoende goed gekwalificeerd personeel. Hierdoor kunnen technische
bedrijven hun kernactiviteiten beter uitvoeren, hun innovatiekracht vergroten en inspelen op de kansen die Smart
Technology biedt, nu en in de toekomst. Jongeren hebben hierdoor vervolgens uitstekende vooruitzichten op een
boeiende technische carrière. Uiteindelijk profiteert de hele regio wanneer er slim wordt samengewerkt rondom
Smart Technology in het CIV.
│9
2 Inleiding
2.1 Inleiding Smart Technology
Slimme technologische oplossingen verschijnen in rap tempo in ons werk en leven. Oplossingen waarbij de grens
tussen ICT en techniek vervaagt en soms zelfs verdwijnt. De snelle veranderingen kenmerken zich door een
steeds verdergaande integratie van software, hardware en machines. Het afgelopen jaar heeft deze ontwikkeling
op landelijk niveau veel aandacht ontvangen, vaak onder de noemer ‘Smart Technology’. Volledig terecht, want
de toepassingen van Smart Technology zijn eindeloos. Experts uit bedrijfsleven en overheid zijn het er dan ook
over eens dat Smart Technology onze wereld drastisch zal gaan veranderen.
Deze ontwikkelingen in de markt vragen dan ook om een betere aansluiting van technische opleidingen met het
bedrijfsleven én een nieuw type medewerker. Een middenkader-technieker die in staat is bestaande en nieuwe
technologieën met ICT te verbinden waardoor innovatieve processen, producten of diensten ontstaan. Of te wel:
een medewerker met verstand van Smart Technology.
De primaire taak van het onderwijs is om deze medewerkers op te leiden. Medewerkers die voldoen aan de eisen
die door het bedrijfsleven worden gesteld en daardoor een directe bijdrage kunnen leveren aan onze
maatschappij. Een uitdagende opdracht waaraan ID College graag gehoor geeft, maar tevens een opdracht die
zij niet solo succesvol kan uitvoeren.
Gesterkt door de uitspraak van minister van OCW, Jet Bussemaker: “Het zorgen voor voldoende goede,
technisch opgeleide jongeren is een gedeelde verantwoordelijkheid die vraagt om gezamenlijke investeringen van
Onderwijs, Ondernemers en Overheid” is ID College intensief in gesprek gegaan met lokale gemeentes,
koepelorganisaties, bedrijven en onderwijsinstellingen. Gezamenlijk zijn we tot de conclusie gekomen dat:
de beschikbaarheid van voldoende (kwantiteit) goed geschoold (kwaliteit) personeel nu en in de toekomst,
gezien de snelle ontwikkelingen van Smart Technology, zorgelijk is.
bestaand personeel behoefte heeft aan om-, her- en bijscholing zodat er voldoende kennis en vaardigheden
rondom ‘Smart Technology’ zijn.
het technische onderwijs en opleidingsaanbod vernieuwd moeten worden om te kunnen voldoen aan de
huidige en toekomstige vraag uit het bedrijfsleven.
de promotie van (slimme) technologie en technologische opleidingen gestimuleerd moet worden onder
jongeren.
de regio economisch gestimuleerd wordt door het tijdig en kwalitatief omarmen van Smart Technology.
De partners zijn er van doordrongen dat een intensieve samenwerking noodzakelijk is om de uitdagingen rondom
Smart Technology tijdig en succesvol aan te gaan. Om versnelling van het wordingsproces en duurzaamheid van
de samenwerking te bewerkstelligen, zijn de samenwerkende partijen tot de conclusie gekomen dat zij dit willen
realiseren door een Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology op te richten. We hanteren daarbij
de volgende definitie voor Smart Technology:
│10
Smart Technology is het slim combineren en integreren van verschillende bestaande en nieuwe
technologieën met ICT. Dit leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact
op leven en werk.
Dit visie op het CIV Smart Technology en het hier uit voortvloeiende plan van aanpak is tot stand gekomen door
de gezamenlijke inspanning en expertise van de samenwerkingspartners. Een daadwerkelijke co-creatie. Hiertoe
zijn tientallen interviews afgenomen en meerdere werksessies en werkconferenties gehouden over een langere
periode. Een samenvatting van de regiovisie, waarop de het plan van aanpak het vervolg is, is opgenomen in
bijlage 1. Het ID College treedt op als penvoerder.
2.2 Betrokken partners
Na een intensief contact met het bedrijfsleven heeft ID College het voortouw genomen om te komen tot oprichting
van een publiek-private samenwerking: het CIV Smart Technology. De regiovisie, het plan van aanpak, de
begroting en de samenwerkingsovereenkomsten zijn dan ook in co-creatie tot stand gekomen. Zo hebben alle
partijen alvast kunnen leren wat het betekent om met elkaar samen te werken. Een sfeer impressie van deze druk
bezochte werkconferenties en de werksessies zijn terug te vinden in bijlage 6. Wij danken de vele partijen die
zich ver voor het tekenen van de samenwerkingsovereenkomsten al hebben opgesteld als constructieve en soms
ook kritische partner.
Deze publiek-private samenwerking (PPS) bestaat uit partners uit het bedrijfsleven (zowel bedrijven als
koepelorganisaties), lokale overheden en onderwijsinstellingen. ID College fungeert als penvoeder van het CIV
ST. Voor alle partners geldt dat ze daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het CIV ST. Deze bijdrage is
vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Het CIV ST wordt vormgegeven door de volgende partners:
Tabel 1: Partners van CIV Smart Technology
Bedrijven Koepelorganisaties Overheden Onderwijsinstellingen
2Sides
BoschRexroth
Complex
Croda
Electude
FENELAB
Flec Nederland BV
Microsoft
Siemens NV
SMC pneumatics
Technolution
Unica Industrial Projects
Van den Pol Elektrotechniek BV
Van Dorp Installaties BV
FME
Koninklijke Metaalunie
OTIB/Uneto-vni
Gouda onderneemt (SOG/RHID)
WTT, Woerdens Techniek Talent
Gemeente Alphen aan den Rijn
Gemeente Gouda
Gemeente Woerden
Gemeente Zoetermeer
RPA Rijn Gouwe
HHS, De Haagse Hogeschool
HU, Hogeschool Utrecht
ID College
Oranje Nassau College, Zoetermeer
Stedelijk College Zoetermeer
ROC Da Vinci
Schoonhovens college
Vmbo de Meander, Gouda
In bijlage 5 is een overzicht van de partners opgenomen met een korte toelichting op hun kernactiviteiten en op
hoe zij bijdragen vanuit hun expertise en capaciteit aan het CIV. In de toelichting op de begroting, de begroting
zelf en de samenwerkingsovereenkomsten worden deze bijdragen gekwantificeerd.
│11
2.3 Beleidskader
De oprichting van het CIV Smart Technology sluit uitstekend aan bij het reeds ingezette beleid binnen ID College
en kan daardoor op veel steun rekenen vanuit de directie. Binnen het Domein Techniek & ICT van ID College
heeft afgelopen jaar een heroriëntatie op de visie rond opleidingen plaatsgevonden. Deze is uitgevoerd op basis
van het topsectorenbeleid van het ministerie van Economische Zaken.
De heroriëntatie heeft geleid tot een businesscase voor het domein genaamd “Duurzaam, Energie(k) en Smart
Integration”. Hierin zijn oude en nieuwe opleidingen verdeeld en heringedeeld naar de topsectoren: Energy &
Environment, High Tech Systems & Materials, Life Science & Health. Binnen het domein zal ICT als verbinder
van de drie topsectoren fungeren.
De keuze voor deze onderwijsclusters is tot stand gekomen op basis van:
gesprekken met (MKB-)bedrijven in de regio, brancheorganisaties, regionale platforms en koepelorganisaties
deskresearch aangaande ROA-, RPA- en brancherapportages, waarbij nadrukkelijk het
werkgelegenheidspotentieel is onderzocht
synergie met bestaande lokale initiatieven zoals onder andere 'Zoetermeer maakt het', 'Masterplan MEI'
onderzoek door de afdeling Marketing & Communicatie aangaande de markt en ook de activiteiten van de
collega-ROC’s
overleg met vmbo’s en hbo’s in verband met de doorlopende leerlijnen
In de afronding van de totstandkoming van de businesscase is de daarin beschreven koers door accountancy- en
adviesorganisatie PWC gevalideerd.
2.4 Aanvraag Regionaal investeringsfonds mbo
Om het CIV te realiseren, willen wij gebruikmaken van de mogelijkheid die Regionaal investeringsfonds mbo biedt
om subsidie aan te vragen. Het CIV Smart Technology vraagt een bijdrage van € 1.024.912 om oprichting,
uitvoering en verduurzaming van het CIV Smart Technology te ondersteunen in de eerste vier jaar van haar
bestaan. Mede dankzij inbreng van de partners en het Regionaal investeringsfonds mbo zal het CIV Smart
Technology haar strategische doelstellingen bewerkstelligen en inrichten zodat ze lang na de eerste vier jaar een
strategische bijdrage kan leveren voor haar partners.
│12
3 Het CIV Smart Technology
3.1 Visie: waar willen we naar toe?
Techniek en de aanwezigheid van technische bedrijven vormen de slagader van onze regio. De opkomst van
Smart Technology biedt dan ook grote kansen en uitdagingen voor ondernemingen, onderwijs en overheden. Met
het CIV Smart Technology beogen we een sterke en slimme regio waarin Smart Technology – door de excellente
samenwerking tussen ondernemingen, onderwijs en overheden – zorgt voor de groei van welvaart én welzijn.
Het CIV Smart Technology zet zich in voor de continue ontwikkeling van onderwijs in gezamenlijkheid met het
bedrijfsleven. Op die manier verwezenlijken we het ware vakmanschap en zorgen we voor voldoende
gekwalificeerd personeel. Dit biedt technische bedrijven de mogelijkheid om hun kernactiviteiten beter uit te
voeren, hun innovatiekracht te vergroten en in te spelen op de kansen die Smart Technology nu en in de
toekomst biedt. Bovendien geeft het jongeren uitstekende vooruitzichten op een boeiende technische carrière
waarbinnen passie voor (slimme) technologie alom aanwezig is. Uiteindelijk profiteert de hele regio wanneer er
slim wordt samengewerkt rondom Smart Technology.
Het CIV Smart Technology groeit uit tot een volwassen en duurzame PPS. Het draagt direct bij aan de
doelstellingen van de betrokken partijen. Het verdienmodel maakt het bovendien mogelijk om ook na afloop van
de subsidieperiode de kosten van het CIV te dragen. Daarnaast is het onze insteek dat de manier van
samenwerken en de best practices zich als een olievlek zullen verspreiden binnen de betrokken
onderwijsinstellingen, over de grenzen van opleidingen en domeinen heen. Het CIV Smart Technology wordt
daarmee een voorbeeld voor hoe ondernemingen, overheden en het onderwijs slim met elkaar kunnen
samenwerken rondom een actueel en afgebakend thema zoals Smart Technology.
Ons visiestatement luidt dan ook:
Smart Technology brengt het bedrijf in de school en de school
in het bedrijf waardoor iedereen in de regio profiteert
3.2 Missie: voor wie doen we wat en hoe doen we dat?
Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat ondernemingen, overheden en onderwijs slim samenwerken aan
Smart Technology, zodat:
bedrijven sneller en slimmer kunnen inspelen op de kansen en uitdagingen die Smart Technology biedt.
onderwijs sneller en slimmer kan inspelen op de kwalitatieve en kwantitatieve vraag naar Smart Technology-
personeel uit het bedrijfsleven.
studenten met veel beleving een uitstekende technische opleiding kunnen volgen die aansluit op de laatste
Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale arbeidsmarkt.
We realiseren dit vanuit een kleine netwerkorganisatie met een centraal regelorgaan en in nauwe samenwerking
met de partners. Daarbij richten we ons primair op het verbeteren van de aansluiting van niveau-4-studenten
│13
Techniek en ICT op de arbeidsmarkt van bedrijven die zich actief bezighouden met Smart Technology. Drie pijlers
zijn daarbij belangrijk: vakmanschap (kwaliteit), in- en doorstroom (kwantiteit), en om-, her-, en bijscholing van
bestaand personeel (leven lang leren).
In gezamenlijkheid ontwikkelen we masterclasses, vakken en opleidingen. Docentenstages en trainingen zorgen
ervoor dat het niveau van docenten verbetert. Uitdagende casussen, praktijkopdrachten, projecten, excursies,
stages in en met gemotiveerde bedrijven waarborgen de continue interactie tussen studenten en bedrijven.
Studenten kunnen in de regio gebruikmaken van een netwerk van aantrekkelijke (satelliet)labs met state-of-the-
art-apparatuur en kennismaken met nieuwe technologieën. Na het afronden van hun opleiding zijn studenten dan
ook bekend en vertrouwd met de apparatuur en de technologie van Smart Technology-bedrijven.
De (satelliet)labs zijn bovendien bewust binnen bedrijven gestationeerd om zo de verbinding tussen het
bedrijfsleven en het onderwijs verder te versterken. De labs bieden aspirant-studenten tevens de kans om bekend
te raken en warm te lopen voor technische opleidingen. Het netwerk dat ontstaat door het CIV Smart Technology
zal verder worden ingezet om multidisciplinaire bedrijven met elkaar in contact te brengen en van elkaar te leren.
Samengevat draagt het CIV Smart Technology bij aan het opleiden van toekomstige en bestaande medewerkers
die bedreven zijn in het slim combineren en integreren van verschillende bestaande en nieuwe technologieën met
ICT. Dit leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op ons leven en werk.
Ons missiestatement is dan ook:
Slim samenwerken aan Smart Technology biedt bedrijven, opleidingen en studenten in de regio de
kans om te werken aan innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op leven en
werk.
3.3 Bestaansrecht
Verbinden van bestaande technologieën met ICT
Het CIV Smart Technology onderscheidt zich van veel andere CIV’s door zich niet puur en alleen op één
topsector te focussen. Wij richten ons op technologische opleidingen die voortkomen uit én te herleiden zijn naar
drie reeds benoemde topsectoren. Wij verbinden
deze sectoren met ICT.
Tot op heden zijn bij veel mbo's
techniekopleidingen niet of vrijwel niet verbonden
met ICT-opleidingen, laat staan dat er sprake is
van echte integratie. Het zijn veelal op zichzelf
staande opleidingen. Smart Technology vraag juist
om het slim combineren en integreren van
verschillende bestaande en nieuwe technologieën
met ICT. Dit is precies wat binnen het domein
Techniek & ICT van ID College gaat gebeuren en
waarin het CIV Smart Technology zal fungeren als
aanjager.
Met een breed scala aan activiteiten en nieuwe modules worden de Techniek- en ICT-opleidingen vernieuwd,
verbeterd en verrijkt met Smart Technology. Daarnaast ontwikkelen we een specialistenopleiding Smart
Figuur 1: Crossovers topsectoren en ICT
│14
Technology. Dit leidt tot voldoende gekwalificeerde medewerkers met uitstekende arbeidsperspectieven. Een
vooruitzicht waar de partners in het CIV graag aan willen meewerken en bijdragen om dat gekwalificeerd
personeel essentieel is voor het succes van hun onderneming. Het CIV Smart Technology maakt dit mogelijk.
Verduurzaming van samenwerking
Het CIV Smart Technology zorgt voor een verbetering en verduurzaming van samenwerking in de regio. In het
verleden losten de afzonderlijke partners veelal hun ‘eigen problemen’ op. Samenwerking vond vooral ad hoc
plaats. De partners van het CIV geven aan dat dit een onwenselijke situatie is. We kunnen elkaar en de regio
alleen versterken door met vereende krachten slim samen te werken. Deze wens wordt breed gedragen en is
terug te zien in allerlei initiatieven die de laatste jaren zijn ontstaan. Landelijke initiatieven als Techniek Pact en
Platform Bèta Techniek, maar ook lokale initiatieven als Woerdens Techniek Talent en ‘Zoetermeer maakt het’
zijn daar sprekende voorbeelden van. Het CIV Smart Technology maakt dit mogelijk voor bedrijven in de regio die
zich bezighouden met Smart Technology.
Focus op de markt
Uit de vele interviews met mogelijke partners en de eerste werkconferentie komt duidelijk naar voren dat er grote
belangstelling is om nu en in de toekomst in de regio rondom het thema Smart Technology op structurele basis
samen te werken. De beperkte beschikbaarheid van goed geschoold personeel ligt daaraan ten grondslag. De
doelstellingen van het CIV zijn dan ook afgestemd op de vragen die er leven bij het bedrijfsleven. Gezien de
sterke focus op de markt, en de snelle ontwikkeling en het groeiende belang van Smart Technology is het onze
overtuiging dat deze behoefte om slim samen te werken rondom Smart Technology ook de komende jaren zich
verder zal ontwikkelen. Het CIV Smart Technology maakt dit mogelijk.
3.4 Strategische doelstellingen
De verkennende gesprekken, de interviews, de werksessies en de werkconferenties hebben uiteindelijk geleid tot
een gezamenlijk beeld van de belangrijkste vragen die er leven bij de partners. Deze vragen zijn vervolgens in co-
creatie vertaald naar vijf strategische doelstellingen:
1. Kwaliteit: het integreren van Smart Technology in middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 4)
2. Kwantiteit: het verhogen van de instroom en de doorstroom van jongeren in technische opleidingen
(met Smart Technology-elementen)
3. Leven lang leren: het realiseren van bij-, om-, en herscholing van bestaand personeel (leven lang leren)
rondom Smart Technology
4. Samenwerking: een excellente samenwerking en kennisuitwisseling faciliteren tussen ondernemingen,
overheden en onderwijs in een netwerkorganisatie
5. Promotie: het stimuleren en promoten van innovatief vakmanschap en een passie voor (slimme)
techniek
De doelstellingen worden SMART uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Activiteiten en planning’ en staan volledig ten
dienste van de drie waardeproposities
1. Het CIV Smart Technology helpt bedrijven om sneller en slimmer te kunnen inspelen op kansen en
uitdagingen die Smart Technology het bedrijfsleven biedt. Dit doet het CIV Smart Technology door:
2. Het CIV Smart Technology helpt het onderwijs sneller en slimmer in te spelen op de kwalitatieve en
kwantitatieve vraag naar Smart Technology-personeel door het bedrijfsleven. Dit doet het CIV Smart
Technology door:
│15
3. Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat studenten met veel beleving een uitstekende technische
opleiding kunnen volgen die aansluit om de laatste Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale
arbeidsmarkt. Dit doet het CIV Smart Technology door:
De waardeproposities worden verder uitgewerkt in het volgende hoofdstuk 'Businessmodel'.
3.5 Het CIV Smart Technology-huis
Na aanleiding van de strategische doelstellingen is het CIV-huis ontwikkeld. Het CIV-huis is een vertolking van de
strategische doelstellingen en draagt bij aan een gemeenschappelijke taal en visie onder de partners. Het CIV-
huis bestaat uit het fundament (samenwerking), drie pijlers (kwaliteit, kwantiteit, leven lang leren) en het dak
(promotie).
Figuur 2: Het CIV Huis
Het fundament van het CIV-huis is ‘samenwerking’. Excellente samenwerking is een voorwaarde om
kennisuitwisseling tussen ondernemingen, overheden en onderwijs in het netwerk te faciliteren.
Op het fundament rusten drie pijlers:
Pijler 1 is ‘kwaliteit’. De doelstelling van pijler 1 is het integreren van Smart Technology in middelbaar
beroepsonderwijs (op niveau 4).
Pijler 2 is kwantiteit. De doelstelling van pijler 2 is het verhogen van de instroom en doorstroom van jongeren in
technische opleidingen (met Smart Technology elementen).
Pijler 3 is ‘leven lang leren’. De doelstelling van pijler 3 is het realiseren van bij-, om- en herscholing van bestaand
personeel rondom Smart Technology.
Het fundament en de pijlers dragen gezamenlijk het dak van het CIV-huis. Het dak is gericht op het stimuleren en
promoten van innovatief vakmanschap en passie opwekken voor (slimme) techniek.
De activiteiten en planning is ingericht naar de indeling van het CIV-huis, de begroting is opgebouwd uit
activiteiten die terug te leiden zijn naar de pijlers.
│16
3.6 Profilering
Het CIV Smart Technology profileert zich in lijn met de opbouw van de regio (weinig grote steden) en Smart
Technology zelf (alles verbinden met elkaar) als een netwerk. Hierbij zal de programmamanager als boegbeeld
dienen, maar kan het CIV net zo goed worden vertegenwoordigd door een of meerdere van haar partners. Zo
wordt het brede draagvlak vertaald naar echt eigenaarschap. Uiteindelijk is het CIV immers van de gezamenlijke
partners.
Binnen het CIV wordt slim samengewerkt aan Smart Technology. Dit betekent dat het CIV –anders dan andere
(netwerk)initiatieven – actief toewerkt naar het behalen van concrete doelstellingen. Het CIV Smart Technology
wil dan ook een echt merk in de regio worden dat staat voor dé plek waar ondernemingen, onderwijs en overheid
slim samenwerken rondom het thema Smart Technology.
Het CIV Smart Technology zal zich naar buiten profileren als een samenwerkingsverband tussen haar partners
waarbij steeds opnieuw de nadruk ligt op het slim combineren en integreren van verschillende bestaande en
nieuwe technologieën met ICT, wat leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op
leven en werk. Dit gebeurt in eerste instantie met een focus op de ‘maakkant’ van Smart Technology, maar zal
naarmate het CIV zich ontwikkelt ook steeds vaker gericht zijn op de ‘gebruikerskant’ van Smart Technology.
│17
4 Businessmodel
4.1 Inleiding
Het businessmodel beschrijft de grondgedachte van hoe het CIV Smart Technology waarde creëert, levert en
behoudt. Om het businessmodel inzichtelijk te maken, is er voor gekozen om gebruik te maken van het
Businessmodel Canvas. Het Businessmodel Canvas is een handige manier om voor een PPS inzichtelijk te
maken welke onderdelen in het businessmodel een rol spelen en hoe deze zich tot elkaar verhouden. In dit
hoofdstuk kijken we specifiek naar de doelgroepen, de waardeproposities, de kernactiviteiten en ten slotte kort
naar de benodigde middelen. De gebundelde businessmodel canvassen zijn terug te vinden in bijlage 2 van dit
document.
4.2 Veronderstellingen
Ten grondslag aan de diverse uitgewerkte businessmodel canvassen van het CIV Smart Technology liggen een
tweetal belangrijke veronderstellingen:
Ten eerste zijn er drie primaire doelgroepen bepaald, te weten: het bedrijfsleven, het onderwijs en de studenten.
Met bedrijfsleven doelen we op drie soorten technische of ICT bedrijven: klein MKB in de regio met vaak
enkele medewerkers, regulier en groot MKB in de regio met enkele tientallen tot enkele honderden
medewerkers en tot slot multinationals.
Met het onderwijs doelen we op MBO instellingen, maar ook op VMBO's en HBO's in de regio. Gezamenlijk
vormen zij de opleidingsketen die bedrijven in de regio moet voorzien van voldoende goed gekwalificeerd
personeel. Een zeer belangrijk onderdeel van deze doelgroep zijn de docenten welke uitgebreid worden
beschreven in het hoofdstuk 'Impact op onderwijs'.
Met studenten doelen we primair op MBO niveau 4 studenten of aspirant MBO niveau 4 studenten die
voortkomen uit het VMBO.
De tweede veronderstelling is dat het CIV Smart Technology geld kan verdienen door Smart Technology-
cursussen aan te bieden aan het bedrijfsleven, zowel in gestandaardiseerde als door middel van
maatwerktrajecten. Ook gaan we er vanuit dat er geld kan worden verdiend door ontwikkeld onderwijs
beschikbaar te stellen aan andere onderwijsinstellingen. Beide vooronderstellingen moeten in de komende
periode verder worden getest bij het bedrijfsleven en het onderwijs.
4.3 Businessmodelkeuzes
Om als PPS duurzaam succesvol te zijn, moeten partners voldoende voordeel behalen uit de samenwerking. Met
name ondernemingen die in de regel een primaire focus hebben op het runnen van het bedrijf moeten een goede
‘reden’ hebben om tijd, geld en energie af te wenden van de reguliere bedrijfsvoering en deze te besteden aan
een CIV.
Om te komen tot een scherpe formulering van waardeproposities is er voor gekozen om voor elk van de
doelgroepen (bedrijfsleven, opleidingen en studenten) een eigen Businessmodel Canvas te ontwikkelen. Door het
zorgvuldig op elkaar afstemmen van de waardeproposities is het mogelijk om door een beperkt aantal
│18
kernactiviteiten gelijktijdig waarde te creëren voor alle drie de doelgroepen. Deze aanpak zorgt ervoor dat partijen
veel winst ervaren en dat een duurzame samenwerking gefaciliteerd wordt. Bij het merendeel van de
waardeproposities is “operational excellence” de primaire focus.
De businessmodel canvassen van het CIV Smart Technology komen op hoofdlijnen veelal overeen met die van
andere PPS-en (en met name CIV's) in die zin dat ze een sterke focus hebben op kwaliteitsverbeteringen, van het
primaire onderwijs, van de instroomverhoging op het technische onderwijs en oplossingen rondom leven lang
leren.
Er wordt dus gebruikgemaakt van een zogenaamd ‘opleidingshuis’-scenario, waarbij de ontwikkeling naar meer
vraaggestuurd en excellent onderwijs door onderwijsinstellingen in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven
plaatsvindt. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijs bij de
reguliere kennisinstelling(en) ligt, is dit businessmodelscenario erop gericht om de onderwijsinstellingen continu te
ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering van vraaggestuurd onderwijs. De output van dit scenario is met
name maatschappelijke output: excellent en vraaggestuurd onderwijs.
Verdienmodel
Omdat dit scenario geen winst genereert, is er voor gekozen om dit te combineren met een ‘leven lang leren’-
scenario. Bedrijfsleven en onderwijsinstellingen ontwikkelen binnen het ‘opleidingshuis’-scenario gezamenlijk
standaardcursussen en maatwerktrajecten die ze binnen de publiek-private samenwerking aan partners en
derden vermarkten in het kader van een leven lang leren. Gedurende de eerste periode van het CIV zal verder
onderzoek plaatsvinden naar dit verdienmodel en of dit voldoende oplevert om een deel van de kosten na de
eerste vier jaar te kunnen dragen.
Naast het vermarkten van de cursussen en maatwerktrajecten aan partners en derden zijn er twee alternatieve
verdienmodellen geïdentificeerd. Ten eerste: abonnementsbijdragen van de partners aan het CIV. Echter,
onderzoek bij andere PPS’en heeft aangetoond dat daartoe eerst de toegevoegde waarde van de PPS voor de
partners duidelijk moet zijn aangetoond. Dit verdienmodel heeft meer kans naar mate de PPS zich verder heeft
ontwikkeld. Ten tweede: de verhuur van eigen labs of ruimtes aan derden, bijvoorbeeld particulieren, zzp’ers,
start-ups of klein MKB. Uit onderzoek bij andere labs blijkt dat het nog niet eenvoudig is om deze labs rendabel te
vermarkten. Beide verdienmodellen kunnen pas nader worden verkend als het CIV zich verder heeft ontwikkeld.
4.4 Toegevoegde waarde (waardeproposities)
Een twintigtal interviews en een werkconferentie hebben gediend als input voor het co creëren van het
Businessmodel Canvas. Tijdens een werksessie en een tweede werkconferentie zijn de opgestelde
businessmodel canvassen vervolgens gevalideerd en beoordeeld op toegevoegde waarde.
Dit heeft geresulteerd in drie waardeproposities die laten zien wat de toegevoegde waarde van het CIV Smart
Technology is voor iedere klant of doelgroep. Voor elk van de drie klanten is gekozen om te werken met een
overkoepelende waardepropositie en om deze vervolgens uit te splitsen.
De overkoepelende waardepropositie voor bedrijven is:
Het CIV Smart Technology helpt bedrijven om sneller en slimmer te kunnen inspelen op kansen en uitdagingen
die Smart Technology het bedrijfsleven biedt. Dit doet het CIV Smart Technology door:
bedrijven directe invloed te verlenen op het eindniveau van de niveau-4-student, met een focus op Smart
Technology
bedrijven betere toegang te verlenen tot gediplomeerden op niveau-4 met kennis van Smart Technology
bedrijven een effectieve ‘leven lang leren’-oplossing rondom Smart Technology te bieden
│19
bedrijven te verbinden in een multidisciplinair Smart Technology-netwerk
De overkoepelende waardepropositie voor onderwijs is:
Het CIV Smart Technology helpt het onderwijs sneller en slimmer in te spelen op de kwalitatieve en kwantitatieve
vraag naar Smart Technology-personeel door het bedrijfsleven. Dit doet het CIV Smart Technology door:
innovatief onderwijs te ontwikkelen waar docenten trots op kunnen zijn
het benutten van kansen voor om-, her- en bijscholing op het gebied van Smart Technology
het vergroten van de instroom in techniekonderwijs door betere aansluiting op de arbeidsmarkt en het
creëren van kwalitatief goede opleidingen
het ontwikkelen van docenten naar topdocenten
het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn VMBO-MBO-HBO
het vergroten van de aantrekkingskracht van Smart Technology op docenten
De overkoepelende waardepropositie voor studenten is:
Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat studenten met veel beleving een uitstekende technische opleiding
kunnen volgen die aansluit om de laatste Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale arbeidsmarkt. Dit doet
het CIV Smart Technology door:
de basis van de opleiding uitstekend voor elkaar te hebben
het creëren van de juiste randvoorwaarden
een positieve kennismaking te faciliteren met techniek en Smart Technology, in het bijzonder bij bedrijven die
directe invloed uitoefenen op het eindniveau van de niveau-4-student
ontwikkelen van '21st century skills' bij studenten
goede doorstroom naar van VMBO en naar HBO
4.5 Kernactiviteiten op hoofdlijnen
De kernactiviteiten van het CIV Smart Technology zijn:
co-creatie Smart Technology-opleiding, modules en vakken
betrokkenheid bij de uitvoering van onderwijs
het beschikbaar stellen van technologiefaciliteiten
begeleiding van studenten
opleiden van topdocenten
marketing van Smart Technology gericht op (aspirant)studenten
vermarkten en uitvoeren van cursussen en maatwerktrajecten
faciliteren van netwerkbijeenkomsten rondom Smart Technology
De businessmodel canvassen laten zien welke activiteiten bijdragen aan de verschillende waardeproposities voor
de drie doelgroepen.
Aanvankelijk zal de focus van het CIV Smart Technology met name liggen op het ontwikkelen van het nieuwe
Smart Technology-onderwijs en het creëren van de juiste randvoorwaarden om dit ook effectief ten uitvoer te
brengen. Deze twee activiteiten zijn kritiek, omdat het ‘opleidingshuis’-businessmodel hierop is gestoeld.
Benodigde faciliteiten en technologieën kunnen kostbaar zijn. Deze worden in eerste instantie ingebracht door
partners. Door gebruik te maken van satellietlabs (faciliteiten en technologieën bij bedrijven intern) kunnen kosten
worden bespaard en kan er gebruik worden gemaakt van state-of-the-art-faciliteiten en technologieën.
│20
Indien partners faciliteiten en technologieën niet in kind kunnen inbrengen, zal er een zorgvuldige afweging
worden gemaakt of bijbehorende kosten moeten worden gemaakt. Uitgangspunt bij in cash-investeringen door
partners van het CIV Smart Technology is dat deze tegen kostprijs moeten worden aangeboden. Het CIV Smart
Technology is niet bedoeld als een winstbron voor de partners.
Een volledige uitwerking van de activiteiten en de tijdslijn waarop deze plaatsvinden, staan in hoofdstuk 6
‘Activiteiten en planning’.
4.6 Partners en overige relevante partijen
Om te komen tot een evenwichtig en duurzaam CIV is ervoor gekozen om alle drie de O’s daarin te betrekken.
Ondernemingen
Onder de noemer ‘ondernemingen’ vallen koepelorganisaties en bedrijven. De koepelorganisaties hebben een
directe relatie met de opleidingen van het domein Techniek & ICT. Zij kunnen problematiek en trends onder hun
leden inzichtelijk maken. Ook kunnen ze hun leden inschakelen en verbinden met het CIV.
Drie categorieën bedrijven zijn benaderd: klein MKB met vaak enkele medewerkers, regulier en groot MKB met
enkele tientallen tot enkele honderden medewerkers en ook zijn enkele multinationals aangehaakt. De
verschillende typen bedrijven zorgen voor een dynamisch CIV waarbij ieder vanuit de eigen kracht kan bijdragen.
Overheden
Onder de noemer ‘overheden’ is aansluiting gezocht bij de vier belangrijke gemeentes in de regio van het CIV. Dit
zijn Gouda, Alphen aan de Rijn, Woerden en Zoetermeer. Daarnaast zijn verschillende regionale initiatieven
aangehaakt die ieder hun eigen expertise inbrengen.
Onderwijs
Onder de noemer ‘onderwijs’ is aansluiting gezocht bij zowel het vmbo- als het hbo-onderwijs. Deze
onderwijsinstellingen dragen bij aan het ontwikkelen en het ten uitvoer brengen van een doorlopende leerlijn.
Daarnaast zijn binnen het MBO, de domein directeuren en de docenten belangrijke partners, deze zijn dan ook
betrokken geweest in het projectteam en in verschillende werksessies.
Met diverse partners is er al geruime tijd contact op bestuurlijke en minder bestuurlijke niveaus. Zo wordt in het
masterplan MEI reeds samengewerkt met verschillende van deze partners. Echter waren veel van deze
contacten tot vóór de oprichting van het CIV vooral incidenteel en praktisch van aard. Het CIV Smart Technology
zorgt dus voor een duidelijke verdieping van deze relaties en realiseert een doorlopende en duurzame
strategische samenwerking.
Om toewijding te creëren binnen de publiek-private samenwerking, dragen alle partners naar vermogen in kind of
in cash bij aan het CIV Smart Technology. Het is niet mogelijk om partner te zijn van het CIV zonder een bijdrage
te leveren.
Overzicht relevante partijen en relatie tot CIV
Om te komen tot een gedragen CIV Smart Technology is er een intensieve weg afgelegd van gesprekken met
relevante partijen. Dit heeft geresulteerd in een overzicht van partijen die wel en sommige die niet of nog niet zijn
aangehaakt. In het onderstaande overzicht is een onderverdeling gemaakt van deze partijen in drie categorieën:
warm, lauw en koud.
Warm: Partijen die daadwerkelijk hebben toegezegd te participeren in het CIV Smart Technology door
middel van een samenwerkingsovereenkomst. De uitwerking van de exacte bijdragen van de verschillende
partners is terug te vinden in de begroting.
│21
Lauw: Partijen die om diverse redenen nog niet zijn toegetreden als partner in het CIV Smart Technology.
Met name de tijdsdruk speelt hierin een rol. Deze partijen hebben de intentie om dit in een later stadium wel
te doen of op de hoogte willen worden gehouden.
Koud: Partijen die afwachtend zijn of geen interesse hebben in het CIV Smart Technology
Tabel 2: Benaderde partijen en hun reactie op CIV Smart Technology
Partijen Warm: Samenwerking vastgelegd
Lauw: Interesse in samenwerking
Koud: (Nog) geen interesse in samenwerking
2Sides X
BoschRexroth X
Centric X
Complex X
Croda X
Electude X
FENELAB X
Flec Nederland BV X
FME X
Gemeente Alphen aan den Rijn
x
Gemeente Gouda X
Gemeente Woerden X
Gemeente Zoetermeer X
Gouda onderneemt( GOS/RHID)
X
HHS, De Haagse Hogeschool X
HU, Hogeschool Utrecht X
ID College X
IMTECH X
Kamer van Koophandel X
KPN X
LIS, Leidse Instrumentmakers School
X
Metaalunie X
Microsoft Nederland X
Oranje Nassau College, Zoetermeer
X
OTIB/Uneto-vni X
Pon BV X
Rabobank X
ROC Da Vinci X
RPA Rijn Gouwe X
Schoonhovens college X
Siemens NV X
Stedelijk College Zoetermeer X
SMC pneumatics X
Technolution X
Unica Industrial Projects X
Van den Pol Elektrotechniek BV
X
Van Dorp Installaties BV X
Vmbo de Meander, Gouda X
WTT, Woerdens Techniek Talent
X
Zetacom BV X
In bijlage 5 is een overzicht van de partners opgenomen met een korte toelichting op hun kernactiviteiten en op
hoe zij bijdragen vanuit hun expertise en capaciteit aan het CIV. In de begroting en
samenwerkingsovereenkomsten worden deze bijdragen gekwantificeerd.
│22
4.7 Belangrijkste hulpbronnen
Om daadwerkelijk waarde te kunnen leveren aan de klanten van het CIV zijn diverse middelen, faciliteiten,
infrastructuur en capaciteit noodzakelijk. De belangrijkste hulpbronnen zijn:
de studenten die een opleiding doen waar Smart Technology in voorkomt (module of afstudeerrichting)
de bijdrage van docenten en onderwijspersoneel aan het ontwikkelen van nieuw en vernieuwend onderwijs,
promoten van techniek, begeleiden van labs, onderwijsuitwisseling, het doen van docentenstages of door
andersoortige activiteiten
een lean projectbureau bestaande uit een programmamanager en secretariële ondersteuning en tevens een
kantoorruimte waarvanuit zij kunnen werken
de bijdrage van professionals uit partnerbedrijven door middel van co-creatie van onderwijs, gastlessen,
faciliteren van docentenstages, begeleiden van labs, etc.
de beschikbare lab-apparatuur bij onderwijsinstellingen, maar vooral ook bij bedrijven. Denk aan Siemens,
Fenelab, 2Sides en Electude. Zo ontstaat er een netwerk van labs waarbinnen het bedrijfsleven en het
onderwijs continu met elkaar in aanraking zijn. Naast de labs zet het CIV zich in om in elk van de gemeenten
die partner zijn (Alphen aan den Rijn, Gouda, Woerden, Zoetermeer) een eigen lab te ontwikkelen
de reguliere onderwijsfaciliteiten zoals deze worden ingebracht door de onderwijsinstellingen
de financiën om out-of-pocket-kosten te kunnen dekken die het CIV maakt.
Benutting van de hulpbronnen en de effectiviteit daarvan wordt geëvalueerd en bijgestuurd door de stuurgroep.
Deze komt vier keer per jaar bijeen. De rol van de stuurgroep en de inrichting van de planning- en control cyclus
is verder uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Inrichting van de organisatie’.
│23
5 Impact op onderwijs
5.1 Achtergrond
Onderwijs wordt sinds jaar en dag vormgegeven door mensen uit het onderwijs. Op het allerhoogste
definitieniveau is er inbreng vanuit de ondernemingen in paritaire commissies. De veel gehoorde klacht van
bedrijven is en blijft dat opleidingen vaak onvoldoende niveau hebben en meestal niet goed aansluiten. Daarnaast
wordt door veel bedrijven het onderwijs te rigide gevonden. De veel gehoorde klacht vanuit het onderwijs is dat er
onvoldoende sprake is van een doorlopende leerlijn.
Het CIV Smart Technology biedt bedrijven de kans om daadwerkelijk impact te hebben op de inrichting, het
ontwerp en de uitvoering van onderwijs. De bereidheid om kennis te delen en betrokken te raken is groot bij
bedrijven. Er is echter ook sprake van enige reservering omdat eerder initiatieven tot intensievere samenwerking
te vaak zijn uitgelopen op een teleurstelling. Het CIV zal de samenwerking tussen bedrijfsleven en het onderwijs
moeten faciliteren en biedt hiervoor een uitstekende context. Daarnaast biedt het CIV de verschillende
onderwijspartners binnen het CIV de mogelijkheid om gericht aan een doorlopende leerlijn te werken.
Binnen het CIV werken ID College en Da Vinci College intensief samen als MBO instelling om samen met alle
overige partners vorm te geven aan het CIV Smart Technology.
5.2 Flex-ID van ID College
De wensen van het bedrijfsleven sluiten goed aan op het nieuwe onderwijsmodel van ID College genaamd Flex-
ID. Een onderwijsmodel dat helemaal gericht is op het ontwikkelen van de talenten van een student. In Flex-ID
staat de praktijk centraal in het onderwijs. De student krijgt authentieke leeractiviteiten waarin hij intensief bezig is
met de beroepspraktijk. Deze opdrachten kan hij binnen de school uitvoeren, maar ook in een bedrijf of instelling.
Rondom deze authentieke leeractiviteiten groeperen we kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte
trainingen. Die kennis en vaardigheden die een student hierin opdoet, kan hij meteen toepassen in de authentieke
leeractiviteiten. Zo leert hij zijn toekomstige beroep goed kennen.
Er zit een opbouw in deze authentieke leeractiviteiten van een lage naar hogere moeilijkheidsgraad. De eerste
activiteit voert de student met veel sturing en begeleiding door de docent uit; daarna neemt de sturing en
begeleiding af en moet de student steeds meer zelfstandig werken. Een volledige opleiding bestaat uit meerdere
clusters van dit type activiteiten, cursussen en vaardigheidstrainingen. Op het hoogste komt het niveau van
complexiteit overeen met het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. Na afsluiting van het laatste cluster
van activiteiten ontvangt de student zijn diploma.
Flex-ID geeft de student daarnaast de ruimte om keuzes te maken. Hij kan keuzeblokken kiezen extra
beroepspraktijkvorming doen, in het buitenland beroepspraktijkvorming doen. Ook kan hij verbreden, verdiepen,
versnellen en vertragen. Zo leert hij de kennis en vaardigheden die passen bij zijn karakter, ambities en
mogelijkheden.
│24
De wensen van het bedrijfsleven en de plannen van het CIV sluiten goed aan op het nieuwe onderwijsmodel van
ID College. Een belangrijke voorwaarde om er voor te zorgen dat de plannen van het CIV ook gerealiseerd
kunnen worden.
5.3 Topdocenten zijn de motor van het onderwijs
De inzet van docenten is cruciaal voor het succes van het CIV. Zij zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor
het concreet vormgeven van de gewenste verandering van het domein Techniek & ICT. Om dat te realiseren,
zullen zij moeten beschikken over de kennis, houding en vaardigheden om Smart Technology-modules te
ontwikkelen en vervolgens te vervlechten in de opleidingen. Alleen als ze goed worden toegerust, kunnen zij
studenten optimaal voorbereiden op de arbeidsmarkt. Een verandering waarop zowel vanuit het domein als door
het CIV wordt gestuurd.
Aansturing vanuit CIV
Het CIV Smart Technology zet in op het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling van docenten op het gebied
van kennis en vaardigheden. Docenten maken kennis met nieuwe onderwijsvormen. Ook is er vanuit het CIV
aandacht voor een ‘leven lang leren’. Er wordt nadrukkelijk ingezet op de verbinding en wisselwerking tussen
bedrijfsleven en onderwijs. Er zal zowel intern als extern uitwisseling plaatsvinden tussen docenten en experts.
Bovendien krijgen docenten de gelegenheid om stage te lopen bij bedrijven.
Aansturing vanuit het domein
Vanuit het domein wordt een projectleider aangesteld om de transitie in goede banen te leiden. Een investering
voor meerdere jaren die docenten de kans geeft zich te ontwikkelen tot topdocent. In samenwerking met het CIV
wordt ook fors ingezet op ontwikkeling en scholing van medewerkers. Daarnaast zullen nieuwe topdocenten
worden aangenomen. Topdocenten bezitten de volgende eigenschappen:
1. Vakinhoudelijk gepassioneerd
Topdocenten zijn gepassioneerd over hun vak en hebben veel kennis daarover. Ze hebben minimaal 5 jaar
ervaring in het bedrijfsleven en verdiepen zich continu in de laatste ontwikkelingen binnen de techniek, ICT en
Smart Technology in het bijzonder. Bovendien weten ze deze kennis op een heldere en enthousiaste manier te
vertalen naar het onderwijs.
2. Brede oriëntatie
Topdocenten zijn niet gericht op één specialiteit binnen de techniek en/of ICT, maar zien de samenhang tussen
de verschillende disciplines en begrijpen hoe Smart Technology daarbij een belangrijke rol speelt. Vanwege deze
brede oriëntatie zijn ze flexibel inzetbaar binnen het onderwijsprogramma.
3. Sterke affiniteit met ICT
Topdocenten beheersen een breed scala aan ICT-toepassingen en weten deze effectief toe te passen in het
onderwijs. Voor hen gaan onderwijs en het gebruik van ICT hand in hand. E-learning gaat daarin een belangrijke
rol spelen.
4. Innovatiekracht en creativiteit
Topdocenten hebben een neus voor innovatie. Ze zijn in staat om de ontwikkelingen in hun vakgebied te
signaleren en te vertalen naar het onderwijs. Topdocenten zijn creatief en denken in oplossingen in plaats van
problemen.
5. Betrokken in netwerk
Topdocenten hebben een intern en extern netwerk dat zij kunnen inzetten voor hun werkzaamheden. Ze richten
zich actief op een (duurzame) relatie met het bedrijfsleven en relevante onderwijsinstellingen.
│25
6. Teamplayers
Topdocenten zijn organisatorisch sterk en in staat om binnen een team te functioneren dat onderdeel uitmaakt
van een grote procesorganisatie. Zij begrijpen dat de verschillende teams, domeinen en diensten afhankelijk zijn
van elkaar en onderdeel uitmaken van een groter geheel.
Uit een analyse blijkt dat in het huidige personeelsbestand (73 fte) al diverse docenten voldoen aan de
kwalificatie voor topdocent. Er is echter ruimte voor verbetering. De samenwerking tussen het domein Techniek &
ICT en het CIV Smart Technology kan deze transitie van docent naar topdocent op een aantal terreinen
versterken zoals weergegeven in onderstaand schema:
Tabel 3: Overlap CIV Smart Technology & transitie Domein Techniek & ICT
Eigenschappen topdocenten
CIV Smart Technology
Domein Techniek & ICT
ID College
Sprake van versterking
(overlap)
Docentstages Ja
Intensieve wisselwerking bedrijfsleven Ja
Uitwisseling tussen docenten en experts Ja
Betrokkenheid bij leven lang leren Ja
Vakinhoudelijke ontwikkeling en passie Ja Ja Ja
Brede oriëntatie, samenhang disciplines Ja Ja Ja
Sterke affiniteit met ICT Ja Ja Ja
Innovatiekracht en creativiteit Ja
Betrokken in netwerk Ja Ja Ja
Teamplayer Ja
5.4 Betrokken kwalificaties ID College
Alle niveau 4 opleidingen uit het domein Techniek & ICT worden betrokken in de plannen van het CIV Smart
Technology zoals weergegeven in figuur 1. Afhankelijk van de vakrichting van de opleiding komt Smart
Technologie meer of minder aan de orde. In alle niveau 4 opleidingen komen trajecten, keuze of vaste trajecten,
Smart Technology. Tevens wordt er binnen de ICT opleiding applicatieontwikkelaar een specialistische opleiding
Smart Technology ontwikkeld.
De verankering van Smart Technology in de opleidingen, het ontwerpen en een gedeelte van de uitvoer maken
onderdeel van het CIV Smart Technology.
Het CIV Smart Technology richt zich secundair op alle andere mbo-opleidingen op niveau 4, namelijk: economie,
gezondheidszorg, welzijn, dienstverlening en sport waarbij ook slimme technologie een steeds belangrijkere rol
speelt. Hierbij ligt de focus op de gebruikerskant van Smart Technology.
Op de volgende beroepsopleidingen en hun kwalificaties heeft het CIV Smart Technology in ieder geval
betrekking op:
94421: Middenkader Engineer, met de differentiaties: Mechatronica, Elektrotechniek,
Installatietechniek(werktuigkundige), Home comfort & Care Technologie en Industrial Design
94051: Middenkaderopleiding Bouw
93430: Technisch Specialist Personenauto’s
95311: De opleiding ICT Applicatieontwikkelaar, gaan we binnen de mogelijkheden die het
kwalificatiedossier biedt herdefiniëren naar Smart Technology.
│26
Figuur 3: Impact van Smart Technology op domein Techniek & ICT van ID College
5.5 Aansluiting van Da Vinci College op CIV
Het Da Vinci College benadrukt in het strategisch beleidsplan dat opleiden voor een beroep iets is wat je samen
doet. De komende jaren wil het Da Vinci College de samenwerking met het regionale bedrijfsleven en instellingen
daarom verder versterken en vernieuwen. De kwaliteit van het onderwijs gaat verder dan alleen het afleveren van
studenten met een diploma. Het Da Vinci College zet in op competentiegericht en praktijkgericht leren, om zo een
goede aansluiting op de arbeidsmarkt te realiseren.
Deze samenwerking met bedrijven en instellingen is gericht op de kwaliteit van het onderwijs en op een vloeiende
aansluiting daarvan op de arbeidsmarkt. Daarnaast richt de samenwerking zich op de kwaliteit van de
onderwijsketen, op het gezamenlijk uitwerken, neerzetten en financieren van infrastructuur en op het uitwisselen
van menskracht.
Het Da Vinci College voorziet dat de vraag naar personeel op mbo-niveau 4 het komende decennium groter zal
zijn dan het aanbod en wil er alles aan doen om de mis match te verkleinen. De visie op onderwijs, de keuze om
intensief samen te werken met het bedrijfsleven en de onderkenning van het belang van niveau 4-opleidingen
maakt dat het CIV Smart Technology goed aansluit bij het Da Vinci College. Het Da Vinci College investeert dan
ook fors mee in het CIV.
Het CIV Smart Technology heeft in elk geval betrekking op de volgende beroepsopleidingen en hun kwalificaties:
94051: Middenkaderopleiding Bouw
94262: Technicus Mechatronica
94421: Middenkader Engineer
93430: Middenkader Mobiliteit Technisch specialist Personenauto’s
95311: Applicatieontwikkelaar
EL
EC
TR
OT
EC
HN
IEK
INS
TA
LLA
TIE
TE
CH
NIE
K
IND
US
TR
IAL
DE
SIG
N
HO
ME
CA
RE
TE
CH
NO
LO
GY
ME
CH
AT
RO
NIC
A
BO
UW
ICT
MO
TO
R /
VO
ER
TU
IGE
N
TE
CH
NIE
K
NIV
EA
U 4
OP
LE
IDIN
G
NIV
EA
U 4
OP
LE
IDIN
G
Domein Techniek & ICT niveau 4 opleidingen
Middenkader engineering
Andere
domeinen
SMART TECHNOLOGY MODULES
│27
5.6 Innovatieve (slimme) lesvormen
Smart Technology heeft niet alleen impact op techniek of de gezondheidszorg. Een van de gebieden waar naar
verwachting Smart Technology ook een enorme impact gaat hebben is het onderwijs zelf. Een CIV Smart
Technology zou zichzelf niet serieus kunnen nemen wanneer het ook niet haar eigen onderwijs nog eens grondig
tegen het 'Smart Technology licht' zou houden. Het CIV zal dan ook actief op zoek gaan naar innovatieve
lesvormen. Hierbij moet gedacht worden aan onder andere inzet van e-learning, online learning communities,
online lessen, learning games, learning app's, etc. Om deze redenen zijn ook enkele partners aangehaakt met
veel ervaring en kennis op het gebied van innovatief onderwijs.
5.7 Doorlopende leerlijn vmbo-mbo-hbo
Het CIV streeft naar een sterke doorlopende lijn rondom het thema Smart Technology. Deze doorlopende leerlijn
heeft diverse voordelen:
het levert studenten een betere kans op om op het hoogst haalbare niveau een diploma te halen
het levert bedrijven meer en beter gekwalificeerd personeel op
het levert het onderwijs meer instroom en minder uitval op.
Het CIV is dan ook zeer content met de partnerschappen op vmbo-, mbo- en hbo-niveau.
De doorlopende leerlijn wordt aan de hand van drie aspecten vormgegeven:
gezamenlijke onderwijsontwikkeling
afstemming van onderwijs
delen van faciliteiten en kennis
Onderwijsontwikkeling
De inhoud van de opleidingen en modules Smart Technology worden samen met het bedrijfsleven en de
onderwijspartners uit het vmbo en hbo ontwikkeld. De partners krijgen zo (mede)zeggenschap over de opleiding
en onderwijs sluit zodoende goed aan op voor- en vervolgonderwijs.
Afstemming van onderwijs
De curricula worden beter en logischer op elkaar afgestemd. Dit zorgt voor een soepelere overgang tussen de
onderwijsniveaus. Studenten krijgen tevens de kans om alvast onderwijs van de vervolgopleiding te volgen. Zo
besparen ze studietijd en leren ze de 'nieuwe school' alvast kennen.
Delen van faciliteiten en kennis
Het CIV zet (satelliet)labs op scholen en binnen bedrijven in de regio in voor het mbo, maar ook voor de partners
van het vmbo en hbo. Ook docenten en experts gaan aan de slag bij de verschillende onderwijspartners. De
tegenprestatie hiervoor bestaat primair uit in kind-bijdragen. Wanneer sprake is van exploitatiekosten kan dit ook
een in cash-bijdrage zijn.
│28
6 Activiteiten en planning
De activiteiten en planning is ingericht naar de indeling van het CIV-huis en is een afspiegeling van de vijf
strategische doelstellingen. Het CIV-huis bestaat uit het fundament (samenwerking), drie pijlers (kwaliteit,
kwantiteit, leven lang leren) en het dak (promotie).
6.1 Smart-doelstellingen
1. Kwaliteit: Smart Technology heeft voor het einde van 2018 een vaste plaats in het middelbaar
beroepsonderwijs (op niveau 4). Hiertoe worden een opleiding Smart Technology en in totaal 9 modules voor
technische en niet-technische domeinen ontwikkeld.
2. Kwantiteit: Voor het einde van 2018 wordt de instroom van BOL-studenten op niveau 4 binnen het
technische domein verhoogd met 10 procent ten opzichte van de reguliere verwachting. Vijftig procent van de
studenten neemt deel aan de opleiding Smart Technology en 50 procent van alle technische studenten krijgt
of kiest voor een module Smart Technology.
3. Leven lang leren: Voor het einde van 2018 zijn er 9 om-, her- en bijscholingsmodules voor bestaand
personeel (leven lang leren) rondom Smart Technology ontwikkeld en uitgevoerd.
4. Samenwerking: Voor het einde van 2018 is er sprake van een excellente samenwerking tussen
ondernemingen, overheden en onderwijs in een netwerkorganisatie die zichtbaar wordt in hoge
aanwezigheid van partners bij werkconferenties (gemiddeld 65%) en een gemiddeld rapportcijfer voor het
CIV van een 7.
5. Promotie: Voor het einde van 2018 is er een netwerk van 8 labs en jaarlijks één grote actie/evenement
geweest in het kader van promotie voor vakmanschap en een passie voor (slimme) techniek.
6.2 Mijlpalen en activiteiten in fase 0
In de planning maken we onderscheid tussen drie fasen. Fase 0 zal zich voornamelijk afspelen in de eerste helft
van 2015 en heeft vooral betrekking op het praktisch opstarten van het CIV. Fase 1 beslaat de periode van vier
jaar van 2015 t/m 2018. Fase 2 beslaat de tweede periode van vier jaar van 2019 t/m 2022.
Voor fase 0 zijn per doelstelling een aantal mijlpalen benoemd.
Tabel 4: Doelstellingen fase 0
Doelstelling Eerste helft van 2015
1. Feitelijke start van het CIV Gedragen regiovisie, plan van aanpak en begroting
Toewijding partners vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten
Aanvraag RIF ingediend
Officiële startbijeenkomst
2. Inrichting governance-
structuur
Aanstelling programmamanager
Invulling stuurgroep en adviesgroep
3. Realiseren
randvoorwaarden
Website ontwikkeld
Huisstijl ontwikkeld
Marketingmateriaal ontwikkeld
Opstellen detailplanning
│29
4. Opstart activiteiten op de
vijf elementen van CIV-huis
Opstarten eerste projectgroepen
Inplannen activiteiten voor netwerk en promotie
Inplannen meetings voor CIV organen
6.3 Mijlpalen en activiteiten in fase 1
De bijdragen van de partners zijn vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst en vertaald naar de begroting.
De manier waarop deze activiteiten worden uitgevoerd wordt besproken in de toelichting op de begroting.
Daarnaast wordt in bijlage 5 op een kwalitatieve manier beschreven van welke partners aan welke activiteiten
bijdragen. Dit gezegd hebbende volstaan we hier met een overzicht van de mijlpalen en activiteiten in fase 1
opgesplitst in mijlpalen die in 2015-2016 en in 2017-2018 worden bereikt.
Noot: De voortgang op de mijlpalen wordt nadrukkelijk gemonitord zodat tijdige bijsturing mogelijk is daar waar
nodig. In hoofdstuk 7 'Inrichting van de organisatie' wordt in detail ingegaan op hoe de evaluatie en bijsturing
plaats zal vinden.
Tabel 5a: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1
Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 Mijlpalen 2017-2018
1. Kwaliteit:
Voor eind 2018 wordt Smart Technology in middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 4) geïntrigeerd door het ontwikkelen van een netwerk van 8 labs en door het ontwikkelen een opleiding Smart Technology en in totaal 9 modules voor technische en niet technische domeinen.
1. Ontwikkelen 3-jarige opleiding Smart Technology
Jaar 1 en 2 opleiding is ontwikkeld
Jaar 3 van opleiding is ontwikkeld
2. Ontwikkelen module Smart Technology voor techniek opleidingen
3 modules ST zijn ontwikkeld voor technische domein
Verbeterslag op 3 modules techniek
3. Ontwikkelen module Smart Technology voor niet-techniek-opleidingen
3 modules ST zijn ontwikkeld voor andere domeinen
3 modules ST zijn ontwikkeld voor andere domeinen, verbeterslag op 3 bestaande modules
4. Ontwikkelen leeropdrachten
10 leeropdrachten ST zijn ontwikkeld
10 leeropdrachten ST zijn ontwikkeld
5. Ontwikkelen leermiddelen/e-learning
Leeropdrachten en les content uit 1,2,3 en 4 op e-learning platform
Leeropdrachten en les content uit 1,2,3 en 4 op e-learning platform
6. Beschikbaar stellen faciliteiten voor o.a. satallietlabs
4 labs zijn gerealiseerd 4 labs zijn gerealiseerd
7. Verzorgen gastlessen 14 gastlessen ST 28 gastlessen ST
8. Verzorgen training voor docenten
25 docenten volgen een training ST
40 docenten volgen training ST
9. Verzorgen docentstages
25 docentstages 40 docentstages
10. Deelnemen aan flexibele schil van docenten/instructeurs
60 deelnemers 120 deelnemers
Hoe wordt onderwijs ontwikkeld?
Het ontwikkelen van onderwijs is een van de grootste investeringen die het CIV maakt. Daarom hier nog een
korte toelichting hoe dit proces in zijn werk gaat.
De opleiding Smart Technology wordt ontwikkeld door vier ontwikkelaars vanuit het bedrijfsleven en drie
ontwikkelaars vanuit de ROC’s. Op basis van ervaring schatten we in dat elke ontwikkelaar jaarlijks 120 uur
besteedt aan onderwijsontwikkeling. Gedurende de opleiding zullen evaluatiemomenten plaatsvinden en wordt
gekeken naar verdere innovatiemogelijkheden. Hier is een ontwikkelaar 30 uur per jaar mee bezig. Vanwege de
deelname van diverse ontwikkelaars in het bedrijfsleven is het van belang dat vanuit het onderwijs nadrukkelijk de
regie wordt genomen.
│30
De losse modules Smart Technology worden ontwikkeld door drie ontwikkelaars vanuit het bedrijfsleven en drie
ontwikkelaars vanuit het onderwijs. Een ontwikkelaar van het bedrijfsleven is er 20 uur mee bezig en een
ontwikkelaar vanuit het onderwijs 30. Voor het bijstellen en innoveren, wordt per ontwikkelaar nog eens 10 uur
gerekend. Het onderwijs neemt de regie.
Tabel 5b: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1
Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 Mijlpalen 2017-2018
2. Kwantiteit:
Voor eind 2018 wordt de instroom van BOL studenten op niveau 4 binnen het technische domein verhoogd met 10% ten opzichte van de reguliere verwachting, 50 studenten zitten in de opleiding Smart Technology en 50% van alle technische studenten krijgt of kiest voor een module Smart Technology.
1. Deelnemen aan open dagen
10 bedrijven 10 bedrijven
2. Doorlopende leerlijn (vmbo-mbo)
Inrichting/ontwerp doorlopende leerlijn
Uitvoer doorlopende leerlijn
3. Ontwikkelen aansluiting op hbo (AD)
Inrichting/ontwerp doorlopende leerlijn
Associate Degree Smart Technology gereed, in cutover, in aanbod.
Hoe wordt kwantiteit vormgegeven?
Naast promotie ligt de focus in pijler 2 op het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn en goede aansluiting op
het HBO. Op basis van ervaring binnen het ID College is een schatting gemaakt dat partners hiervoor 20 uur per
jaar moeten investeren. Er wordt gericht gewerkt aan het realiseren van de doorlopende leerlijn doormiddel van
een projectteam.
Tabel 5c: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1
Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 Mijlpalen 2017-2018
3. Leven lang leren:
Voor eind 2018 zijn er 9 bij-, om-, en herscholing modules voor bestaand personeel (leven lang leren) rondom Smart Technology ontwikkeld en uitgevoerd.
Ontwikkelen bij-, om- en herscholingstrajecten
9 cursussen ontwikkeld 9 cursussen uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld tot volgend aanbod.
Hoe wordt leven lang leren ontwikkeld?
Er zullen modules Smart Technology worden ontwikkeld voor bestaand personeel die actief zijn in de
verschillende topsectoren. De modules worden ontworpen in teams van drie ontwikkelaars vanuit het
bedrijfsleven en drie ontwikkelaars vanuit het onderwijs. Een ontwikkelaar van het bedrijfsleven is er 20 uur mee
bezig en een ontwikkelaar vanuit het onderwijs 30. Voor het bijstellen en innoveren, wordt per ontwikkelaar nog
eens 10 uur gerekend. Voorkeur is om het bedrijfsleven de regie te laten voeren, mogelijk met ondersteuning
vanuit het onderwijs.
│31
Tabel 5d: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1
Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 Mijlpalen 2017-2018
4. Samenwerking:
Voor eind 2018 is er sprake van een excellente samenwerking tussen ondernemingen, overheden en onderwijs in een netwerkorganisatie die zichtbaar wordt in hoge aanwezigheid van partners bij werkconferentie (gemiddeld 65%) en een gemiddeld rapportcijfer voor het CIV van een 7.
Deelnemen aan werkconferentie
Alle partners nemen in principe deel. Als ondergrens houden we 65% aan.
Alle partners nemen in principe deel. Als ondergrens houden we 65% aan.
Oprichten bedrijvenkring Een vijftal partners zorgt voor de oprichting van de bedrijvenkring rondom CiV- Smart Technologie
Continueren
Deelnemen aan bedrijvenkring
Alle bedrijven/ondernemingen nemen deel aan de bedrijvenkring. Bij aanvang is dat 61% van de partners.
Per jaar willen we uitbreiden met 10 bedrijven.
Hoe wordt een excellente samenwerking bevorderd?
Om partners optimaal gebruik te laten maken van het CIV-netwerk en de samenwerking te blijven bevorderen
wordt twee keer per jaar een werkconferentie gehouden. Hierin komen de ontwikkeling van het CIV en andere
relevante thema’s voor de partners aan de orde. Daarnaast zal voor bedrijven, koepelorganisaties en gemeenten
die participeren in het CIV een bedrijvenkring worden opgericht. Hierin komen thema’s aan de orde die in het
bijzonder relevant zijn voor de toekomstige werkgevers van de studenten Smart Technology.
Tabel 5e: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1
Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 Mijlpalen 2017-2018
5. Promotie:
Voor eind 2018 is er jaarlijks één grote actie/evenement geweest in het kader van promotie voor vakmanschap en een passie voor (slimme) techniek en 60 bedrijfsbezoeken
Organiseren bedrijfsbezoeken voor studenten
20 bedrijfsbezoeken 20 bedrijfsbezoeken
Grote promotionele activiteit
2 activiteiten 2 activiteiten
Analyseren/onderzoeken arbeidsmarkt
1 herijkingonderzoek 1 herijkingonderzoek
Bezoeken bedrijven die nog niet bekend zijn met CIV ST
30 bedrijfsbezoeken 30 bedrijfsbezoeken
Hoe wordt promotie vormgegeven?
Onder promotionele activiteiten verstaan we activiteiten die tot doel hebben het CIV, Smart Technology en
techniek in het algemeen te promoten. Partners leveren een bijdrage aan de promotie van het CIV binnen hun
eigen netwerk en nemen deel aan open dagen, stellen hun bedrijf open en nemen deel aan andere grote
promotionele activiteiten. Lokale overheden en koepelorganisatie doen naast promotie tevens een stuk
onderzoek zodat het CIV zich optimaal kan afstemmen met ontwikkelingen in de markt.
│32
6.4 Activiteiten in fase 2
In de tweede fase zullen diverse nieuwe activiteiten worden ontwikkeld. Aangezien de ontwikkeling van Smart
Technology zich in hoog tempo afspeelt, is een precieze beschrijving van deze activiteiten moeilijk te maken.
Daarom is op elke van de pijler een globale doelstelling geformuleerd met enkele daaraan gekoppelde
activiteiten.
Tabel 6: Overzicht doelstellingen op hoofdlijnen fase 2
Globale doelstelling Activiteiten
1: Kwaliteit:
Smart Technology dwingt ons door de steeds maar
versnellende ontwikkelingen tot het continue
aanpassen van het onderwijs.
Het permanent onderhouden en innoveren van
de opleiding en modulen Smart Technology aan
de hand van de snelle ontwikkelen van Smart
Technology
Het formuleren van actuele leeropdrachten en
onderzoeksvragen
Uitbreiden gastlessen, docentstages en
trainingen
Upgraden en uitbreiden van (satelliet)labs
2: Kwantiteit:
Het laten toenemen van het aantal studenten in
Technische Opleidingen op MBO en HBO door de
aansluiting tussen de onderwijssoorten te
verbeteren en door gerichte promotie
Verbeteren AD programma en doorstroom naar
AD vergroten
Labs breder toegankelijk maken buiten de
partners o.a. particulieren, start-ups, klein MKB
Een jaarlijks actieplan om leerlingen van het PO
te laten kennismaken met Technology in de vele
Lab’s
Andere activiteiten i.c.m. de promotieagenda
3: Leven lang leren:
Het hebben van een permanent aanbod van
cursussen en trainingen dat actueel is waardoor
bestaand personeel zich permanent kunnen
bekwamen en ontwikkelen om aan te blijven sluiten
bij de vraag van de bedrijven en de arbeidsmarkt.
Uitbreiden en verbeteren van aanbod cursussen
en trainingen
Het continue aanbieden van scholing en training
voor bestaand personeel van bedrijven en
werkzoekenden
4: Samenwerking:
Het onderhouden en uitbreiden van samenwerking
tussen bestaande en nieuwe partners.
Het continue verbinden van Onderwijs,
Ondernemingen en Overheden.
Continuering van de werkconferenties
Het door ontwikkelen en uitbreiden van de
bedrijvenkring Smart Technology
Vanuit de bedrijvenkring bedrijven elkaar laten
vinden zodat ook op MBO niveau
innovatiekringen ontstaan
Uitgroeien tot kenniscentrum
Impact in regio vergroten en ontwikkelen van
'Smart Technology merk' voor de regio
De fieldlab’s uit de FME Smart Industry kring
combineren met de CIV- Lab’s
5: Promotie:
Het stimuleren en promoten van toekomstig
werknemer schap, innovatief vakmanschap.
Een jaarlijkse promotieagenda opstellen en onder
de aandacht brengen van de regio
Studenten en bedrijven actief betrekken in de
promotie
│33
Het stimuleren en promoten van Slimme
Techniek/Smart Technology.
Het organiseren en houden van een Open dag
van de (Smart)Technolgy in de regio. Bedrijven
openen de poorten en zijn die dag gastheer.
Smart Technology gastlessen verzorgen op
basisonderwijs.
Het uitschijven en organiseren van Smart TECH
games en wedstijden
Organiseren van grote promotieactiviteiten die
veel aandacht genereren
6.5 Groeistrategie
Smart Technology ontwikkelt zich in hoog tempo. Nieuwe kansen en bedreigingen zullen zich dan ook steeds
opnieuw voordoen. Het CIV Smart Technology richt zich te midden van dit dynamische speelveld op een drietal
assen:
1. Kwantitatieve groei
Het aantal aangesloten partners van het CIV zal groeien, maar niet ten koste van de effectiviteit van het CIV.
Bij het betrekken en aantrekken van nieuwe partners is met name de toegevoegde waarde van deze partners
van belang. Het CIV ziet met name drie soorten potentiële partners toetreden:
a. Technische partners met belang in Smart Technology aan de maakkant.
b. Niet-technische partners uit andere domeinen die voornamelijk te maken hebben met de gebruikerskant
van Smart Technology. Deze groep is vooralsnog niet vertegenwoordigd in het CIV.
c. Onderwijsinstellingen die willen aanhaken of gebruik willen maken van ontwikkelde faciliteiten, modules
of kennis.
2. Kwalitatieve groei
Het CIV gaat kwalitatief groeien. In overeenstemming met de lessen die zijn opgedaan bij de eerste
generatie CIV’s en CoE’s (Centres of Expertise) is ervoor gekozen om snel te starten en gaandeweg zaken
zoals werkwijze, organisatie-inrichting en strategie aan te passen. Het uitvoeren van deze continue
verbeterslagen is een belangrijke taak van de CIV-programmamanager. Ze zullen moeten leiden tot een
duurzame PPS waarbij op een efficiënte manier wordt samengewerkt en er duidelijke ‘wins’ zijn voor de
partners.
3. Impact vergroten
Het CIV gaat haar impact vergroten. Naast de invloed op de technische opleidingen ziet het CIV nog een
aantal kansen:
a. Het delen van ontwikkelde Smart Technology-modules en -opleidingen met andere technische domeinen
van mbo’s.
b. Het delen van ontwikkelde Smart Technology-modules met andere niet-technische domeinen van mbo’s.
c. Het aanbieden van cursussen en maatwerktrajecten met bedrijven uit andere domeinen die voornamelijk
te maken hebben met de gebruikerskant van Smart Technology.
d. Het verder verbeteren van de (satelliet)labs door middel van betere apparatuur en randvoorwaarden.
e. Het breder toegankelijk maken van de (satelliet)labs voor scholieren, studenten, particulieren, start-up’s
en bedrijven.
│34
6.6 Borging duurzame karakter van het CIV
Het CIV Smart Technology is door de partners gestart met een langetermijnvisie. Om er voor te zorgen dat het
CIV ook daadwerkelijk duurzaam zal zijn ver voorbij het einde van de subsidieperiode is een aantal maatregelen
genomen die regelmatig in het Plan van Aanpak terugkomen:
Keuze voor het duurzame thema ‘Smart Technology’ dat naar verwachting de komende 10 tot 20 jaar de
technische wereld gaat beheersen.
Een strategie die gericht is op het realiseren van toegevoegde waarde voor partners zodat deelname
aantrekkelijk is en blijft.
De samenwerking rust niet op grote financiële verplichtingen waardoor terugtrekking van een partner geen
grote financiële gevolgen heeft voor het CIV.
De samenwerking is evenredig verdeeld over de partijen aan de hand van expertise en capaciteit. Hierdoor
legt de inbreng niet te veel druk op partners en heeft eventuele terugtrekking geen grote gevolgen voor het
CIV.
De grote mate van synergie tussen het CIV en de ontwikkelingen op de aangesloten mbo’s maakt het CIV tot
een goede investering.
De ontwikkeling van een groeistrategie rondom het aantrekken van nieuwe partners.
De ontwikkeling van een realistisch verdienmodel rondom ‘leven lang leren’ zorgt voor een duurzame manier
om out of pocket-kosten ook in de toekomst te kunnen financieren.
Een open houding ten opzichte van de organisatie-inrichting maakt het CIV flexibel om in te spelen op
wijzigingen in de markt of vragen van partners.
De verduurzaming van het CIV is een terugkerend thema op de stuurgroep agenda, zodat tijdig kan worden
ingegrepen indien nodig.
De verduurzaming van het CIV is een terugkerend thema op de agenda van een van de twee jaarlijkse
werkconferenties zodat tijdig kan worden bijgestuurd indien nodig.
De bepaling in de samenwerkingsovereenkomst waarin partijen het duurzame karakter van de samenwerking
onderschrijven en de intentie om de samenwerking te continueren na afloop van de eerste 4 jaar.
De bepaling in de samenwerkingsovereenkomst dat partijen 6 maanden voor het einde van de eerste 4 jaar
in overleg gaan over verlenging van de looptijd van de overeenkomst.
Deze maatregelen en keuzes dragen in belangrijke mate bij aan een succesvolle en duurzame samenwerking.
│35
7 Inrichting van de organisatie
7.1 Richtlijnen voor inrichting van de organisatie
Uit de interviews, gesprekken en werksessie met partners zijn een aantal richtlijnen voortgekomen die leidend zijn
geweest bij het inrichten van de organisatie. Wij benoemen de vijf belangrijkste richtlijnen:
1. Een dynamische organisatie die continu meebeweegt met de vragen uit de markt.
2. Een organisatie met weinig bureaucratie, die zich focust op actie en pragmatisme, en waar wordt gewerkt
aan concrete producten en diensten. Kortom: lean and mean.
3. Geen vrijblijvendheid maar toewijding van partners aan de visie, de doelstellingen en de uitvoering van het
CIV Smart Technology.
4. Een organisatie waarin lef en durf wordt getoond. Waarin op innovatieve manieren wordt samengewerkt.
5. Een organisatie waarbinnen onderling vertrouwen, openheid en samenwerking kernwaarden zijn.
7.2 Belangrijkste elementen uit de organisatie-inrichting
Er is voor gekozen om snel te komen tot een organisatie-inrichting. Naarmate het CIV zich ontwikkelt, kan deze
worden aangepast om tegemoet te komen aan de kansen en uitdagingen van het CIV. De organisatie-inrichting
kan dan ook worden gezien als een vertrekpunt.
De organisatie-inrichting kent de volgende elementen:
De partners
Dit zijn alle partners die middels een samenwerkingsovereenkomst zijn verbonden aan het CIV. Deze komen
minimaal tweemaal per jaar samen tijdens een werkconferentie.
De stuurgroep
Dit is een representatie van de partners die gezamenlijk de kaders van het CIV uitzetten en bewaken. De
stuurgroep komt minimaal viermaal per jaar samen tijdens een stuurgroep overleg.
De adviesgroep
Dit is een representatie van de partners maar met grote afvaardiging vanuit het bedrijfsleven om zo focus op
inhoud te kunnen geven aan de programmamanager van het CIV en projectleiders van onderliggende
projecten. De adviesgroep komt minimaal viermaal per jaar samen tijdens het adviesgroep overleg.
De CIV-programmamanager
De programmamanager is verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van de door de stuurgroep
uitgezette kaders en de door de adviesgroep uitgezette inhoudelijke lijn. De programmamanager stuurt de
projectleiders van onderliggende projecten aan, monitort voortgang en stuurt bij waar nodig. De
programmamanager schuift aan als gast bij de stuurgroep en de adviesgroep. Door middel van bila’s en een
projectleidersoverleg heeft de programmamanager contact met de andere projectleiders. De rol van de
programmamanager is dermate belangrijk dat er een profielschets is opgesteld. Zie hiervoor bijlage 4.De
directeur van het domein Techniek & ICT zal als interim-programmamanager fungeren tot dat de
programmamanager is aangesteld. De eerste gesprekken zijn inmiddels gevoerd. De programmamanager is
begroot op 4 dagen.
│36
De projectleiders
De projectleiders geven leiding aan projectteams, verantwoordelijk voor projecten die bijdragen aan de
doelstellingen van het CIV. De projectleiders kunnen uit elk van de drie O’s voortkomen.
De projectteams
De projectteams bestaan uit diverse partners die van toegevoegde waarde zijn voor het betreffende project.
De projectteams hebben geen vast vergaderritme. De vergaderfrequentie is afhankelijk van het type project
en de fase waarin het project zich verkeert.
De uitwerking van de diverse rollen staan uitgebreid beschreven in bijlage 3. De relatie tussen de verschillende
organen wordt in onderstaand schema weergegeven.
Figuur 4: Overzicht organisatie inrichting
7.3 Samenwerkingsprincipes
Om te komen tot een goede samenwerking zullen alle partijen bestaande competenties inzetten en nieuwe
competenties ontwikkelen.
Ondernemingen
Het pragmatisme, de actiegerichtheid en de innovatiegerichtheid van het bedrijfsleven zijn bijzonder nuttig om
versnelling aan te brengen in de ontwikkeling van het CIV. Het CIV kan bovendien de kennis en vaardigheden op
het gebied van Smart Technology goed gebruiken als input voor onderwijsontwikkeling en -uitvoering.
Overheid
Het netwerk en het inzicht in de regio waarover lokale overheden beschikken, komen uitstekend van pas om
verbindingen te leggen tussen de partners en zo de netwerkfunctie van het CIV te versterken.
Onderwijs
De kennis van onderwijsinstellingen over onderwijs kan het CIV aanwenden om nieuwe opleidingen, modules en
vakken te realiseren.
│37
Belangrijk is dat alle partijen competenties ontwikkelen die een goede samenwerking faciliteren met partners uit
een andere ‘O’. Tijdens de interviews en werkconferenties is regelmatig gebleken dat bedrijven, overheden en
onderwijsinstellingen hun eigen taal en werkwijze hebben. In gezamenlijkheid met de partners zal een eigen CIV-
cultuur, -taal en -werkwijze moeten ontstaan.
Tijdens een van de werksessies is er gebrainstormd over hoe we binnen het CIV met elkaar willen samenwerken.
Dit heeft geleid tot een viertal principes:
1. Het CIV Smart Technology is een kleine, doelgerichte organisatie met duidelijke structuur en zo min mogelijk
bureaucratie.
2. We werken samen aan een gedeelde visie op basis van vertrouwen en openheid.
3. We zijn oprecht en concreet betrokken partners, dus geen vrijblijvendheid.
4. Wij zijn marktgericht, dynamisch en innovatief.
7.4 Tussentijdse evaluatie en bijsturing (planning- en control cyclus)
Om te komen tot een optimale samenwerking is tussentijdse evaluatie en ook bijsturing noodzakelijk. Evaluatie
vindt plaats op diverse niveaus:
1. Functioneren van CIV-projecten
2. Functioneren van organen (stuurgroep, adviesgroep en programmabureau)
3. Functioneren van het CIV in zijn totaliteit
4. Verduurzaming van het CIV
1. Evaluatie en bijsturing CIV-projecten
De partijen die samenwerken in deelprojecten zullen onder leiding van de projectleider op gezette tijden
evalueren om tijdig te kunnen bijsturen. De projectleider licht de programmamanager in over de evaluaties. De
programmamanager zal verslag doen van deze evaluaties aan de stuurgroep:
Start van het project: Aan de start van elk project worden de doelstellingen, mijlpalen en beoogde resultaten
vastgelegd.
Tijdens het project: Gedurende het project wordt ten minste elk half jaar geëvalueerd. De voortgang op
doelstellingen, mijlpalen, beoogde resultaten en samenwerking op de vier principes van het CIV wordt
geëvalueerd en hierop wordt bijgestuurd.
Eind van het project: Aan het einde van elk project worden de doelstellingen en de beoogde resultaten
geëvalueerd. Tevens wordt de samenwerking geëvalueerd op de vier principes van het CIV. Tot slot worden
leerpunten en aanbevelingen voor volgende projecten verzameld en gedeeld.
Naast de ingeplande evaluatiemomenten zal de projectleider gedurende het project bijsturen waar nodig en de
programmamanager inlichten over de voortgang van het project en omtrent significante wijzigingen.
2. Functioneren van organen
De stuurgroep en adviesgroep komen minimaal vier keer per jaar samen. De organen evalueren zichzelf ten
minste eenmaal per jaar op doelstellingen, mijlpalen, beoogde resultaten en samenwerking op de vier principes
van het CIV. Dit wordt vastgelegd in een korte rapportage. De evaluatie van hun eigen functioneren wordt middels
de jaarlijkse evaluatie van het CIV in totaliteit voorgelegd aan alle partners in een van de twee werkconferenties.
De partners kunnen vervolgens input geven op de bevindingen en wijzigingen voorstellen.
Het functioneren van de programmamanager wordt twee keer per jaar geëvalueerd door de stuurgroep op de
voortgang op doelstellingen, mijlpalen, beoogde resultaten en samenwerking op de vier principes van het CIV. De
stuurgroep kan indien nodig hierop bijsturen. Daar waar nodig kan dit ook buiten de twee jaarlijkse ingeplande
evaluatiemomenten om.
│38
3. Functioneren van het CIV in zijn totaliteit
De stuurgroep zal jaarlijks de voortgang van het CIV evalueren om waar nodig te kunnen bijsturen op de
doelstellingen, aanpak en werkwijze. Aan de basis van deze evaluatie liggen de projectevaluaties, de
voortgangsrapporten, de orgaanevaluaties en de ontwikkelingen die plaats vinden in de markt en binnen Smart
Technology. De stuurgroep zal haar bevindingen voorleggen tijdens een van de twee werkconferenties aan alle
partners. Partners kunnen vervolgens input geven op de bevindingen van de stuurgroep. De stuurgroep stelt
indien nodig, naar aanleiding van haar eigen bevindingen en de input van de partners, de koers bij.
4. Verduurzaming van het CIV
Naast het functioneren van het CIV in zijn totaliteit wordt ook jaarlijks verslag gedaan van de progressie die het
CIV maakt om te volgroeien tot een duurzame en zelfstandige organisatie. In dit kader brengt de stuurgroep
verslag uit over de progressie, geeft het aanbevelingen en stuurt het daar waar nodig bij.
│39
8 Risicoanalyse
Het CIV Smart Technology is een netwerksamenwerkingsverband van bedrijven, brancheorganisaties, overheden
en onderwijsinstellingen onder penvoerderschap van ID College. In dit verband leveren alle partners een bijdrage
aan het CIV, dat afhankelijk is van beschikbare expertise, middelen en capaciteiten. De samenwerking betreft een
publiek-private samenwerking (PPS). De opgedane kennis rondom PPS’en laat zien dat de successen van de
PPS-constructies sterk wisselen. Een risico- en een SWOT-analyse met deze opgedane kennis in gedachten
geeft dan ook een goed beeld van de risico's waarmee het CIV Smart Technology rekening moet houden.
8.1 Risicoanalyse
De risicoanalyse is uitgevoerd op 8 thema’s waarbij 22 risico’s zijn geïdentificeerd met acties die het CIV kan
ondernemen om deze risico's te ondervangen of te beperken. Kans en impact zijn beoordeeld op een score van
1-3. Waarbij 3 de grootste kans of impact betreft. Het totaal is de uitkomst van de vermenigvuldiging van de score
van kans en impact.
Tabel 7: Risico analyse
Th
em
a
Ris
ico
Acti
e
Kan
s
Imp
ac
t
To
taa
l
1 .
Pa
rtn
ers
1. Geen gedeeld eigenaarschap: met ID
College als penvoeder kan
eigenaarschap te veel gaan liggen bij
ID College. Het CIV moet geen
‘onderwijs’- project worden.
2. Ineffectieve samenwerking: de drie O's
hebben veelal een hele verschillende
cultuur, taal en werkwijze.
3. Onbalans tussen bedrijven: geen
evenwicht tussen grote, middelgrote en
kleine bedrijven.
1. Partners en met name bedrijfsleven
krijgen voldoende vertegenwoordiging
in stuurgroep, adviesgroep en
projectteams om sturing te geven en
verantwoordelijk te nemen.
Programmamanager wordt
aangenomen met affiniteit met
bedrijfsleven.
2. Programmamanager neemt de lead om
de drie O's binnen het CIV samen te
laten werken aan een eigen cultuur,
taal en werkwijze waarbij gebruik moet
worden gemaakt van de kracht van
iedere O.
3. Bij selectie van nieuwe partners wordt
de samenstelling van bedrijfsleven
meegewogen. Geen
oververtegenwoordiging van een
bepaald formaat bedrijven of type
2
2
1
2
2
2
4
4
2
│40
4. Geen intern draagvlak: iedere partner
moet intern in de eigen organisatie het
CIV ‘verkopen’ om middelen en
collega's mee te krijgen.
5. Geen draagvlak onder docenten:
docenten zijn de motor achter het CIV
en dienen aangehaakt te zijn.
bedrijf om optimale betrokkenheid te
borgen.
4. Het CIV moet bij partners zowel contact
leggen op bestuurlijk als operationeel
niveau. Partners moeten door het CIV
worden ondersteund bij het meekrijgen
van de interne organisatie.
5. Aanstellen van interne ambassadeur
(docent met invloed) bij MBO instelling
en deze zitting laten nemen in
adviesgroep. Interne ambassadeur zet
programma op om docenten blijvend
aan te haken
2
2
3
3
6
6
2.
Inri
ch
tin
g o
rga
nis
ati
e
6. Te lichte trekker: een startende
onderneming is sterk afhankelijk van de
kwaliteit van het management of de
ondernemer.
7. Verdeelde stuurgroep: stuurgroep moet
de CIV-pet kunnen opzetten en eigen
belangen kunnen loslaten.
8. Veel praten weinig doen: met name het
technische bedrijfsleven is zeer
praktisch ingesteld en houdt niet van
veel gepraat of vertraging.
6. Duidelijke profielschets waarbij gezocht
wordt naar een sterke kandidaat die
voldoende FTE moet krijgen om het
CIV te realiseren en die goed wordt
ondersteund door de stuurgroep.
7. Goede selectie maken van leden voor
stuurgroep die verschillende
bloedgroepen goed vertegenwoordigen
maar ook in het belang van CIV kunnen
denken. Jaarlijkse stuurgroep
evaluatie.
8. Bedrijfsleven wordt grote rol gegeven in
de adviesgroep die de
programmamanager ondersteunt.
1
2
1
2
1
3
2
2
3
3.
Pro
file
rin
g &
po
sit
ion
eri
ng
9. Onvoldoende profilering: bekendheid
blijft achter in de regio doordat het CIV
onvoldoende bekend wordt gemaakt.
10. Onduidelijke positionering: het CIV
probeert te veel alles voor iedereen te
zijn.
9. Marketingmateriaal ontwikkelen voor
onderwijs, overheden en bedrijfsleven,
waaronder eigen website en huisstijl.
Organiseren van één groot publiek
evenement per jaar om CIV verder
bekend te maken.
10. Duidelijk kiezen waar het CIV voor
staat. SMART Technology. Opdracht
aan stuurgroep om dit te bewaken.
Besef bij partners creëren dan niet alle
wensen van partners binnen het CIV
een plek kunnen krijgen.
1
1
3
3
3
3
│41
4.
Eff
ec
tiv
ite
it
11. Onvoldoende toegevoegde waarde:
inzet van partners moet tot concrete
toegevoegde waarde leiden voor de
individuele partners.
12. Geen concrete resultaten: te veel
praten en te weinig actie leidt tot geen
of vertraagde resultaten.
13. Verlies van marktfocus: te veel focus
op eigen doelstellingen en te weinig
open voor nieuwe vragen uit de markt.
11. Het CIV is alleen duurzaam wanneer
partners voldoende toegevoegde
waarde halen uit het CIV. In evaluatie
en bijsturing van projecten en het CIV
in totaliteit worden de resultaten
geëvalueerd en bijgestuurd
12. Werken in kleine teams aan concrete
activiteiten onder aanvoering van één
of meerdere projectleiders moet zorgen
voor concrete en tijdige resultaten.
13. De snel veranderende markt van Smart
Technology vraagt om regelmatige
afstemming met bedrijfsleven. Naast de
werkconferenties zorgt adviesgroep
voor voldoende kennis van
ontwikkelingen in de markt.
2
1
1
3
2
2
6
2
2
5.
Fin
an
cie
rin
g
14. Zwakke liquiditeitspositie: doordat
partners met name een in kind-bijdrage
leveren, blijft de liquiditeitspositie zwak.
15. Verdienmodel brengt onvoldoende op:
inkomsten komen nu primair uit ‘leven
lang leren’.
16. Financiering vanuit ID College wordt
beperkt: door verschuivingen binnen ID
College of door wijzigingen vanuit het
ministerie.
14. Keuze om geen vergoeding te geven
voor de bijdrage van partners aan het
CIV. Jaarlijkse rapportage van
stuurgroep op progressie naar
duurzaam en zelfstandig CIV. Subsidie
voorziet in fase 1 voor extra liquiditeit.
15. In fase 1 wordt marktonderzoek verricht
en wordt het verdienmodel uitgetest om
te valideren of de resultaten voldoende
zijn. Zo nodig moeten andere
verdienmodellen worden onderzocht en
uitgetest zodat de liquiditeitspositie
voor fase 2 is gewaarborgd. Jaarlijkse
evaluatie door stuurgroep rondom
progressie verdienmodel en
duurzaamheid CIV.
16. Overleg met CvB en planning en
control over bijdrage ID College
halfjaarlijks op de agenda van
programmamanager. Samenwerking
met Da Vinci College verminderd de
druk op ID College.
2
2
1
2
3
3
4
6
3
6.
Co
nc
urr
en
tiev
el d
17. Smart Technology wordt gemeengoed:
meerdere onderwijsinstellingen gaan
zich profileren met Smart Technology.
17. Optimaal gebruik maken van first-
moveren-advantage door snel
resultaten te boeken en deze te
profileren. Gezien de regionale functie
van mbo's is het tevens van belang met
2
1
2
│42
18. Een overvloed aan
samenwerkingsverbanden legt te veel
druk op het bedrijfsleven.
lokale concurrenten afstemming dan
wel samenwerking te bewerkstelligen.
18. Door opkomst van Pc’s en
netwerkverbanden is het van belang
partners toegevoegde waarde te blijven
leveren en tevredenheid van partners
te monitoren om daar waar nodig bij te
sturen. Opname in jaarlijkse evaluatie
tijdens werkconferentie.
2
2
4
7.
Ec
on
om
isch
e k
lim
aa
t 19. Een negatief economisch klimaat
beïnvloedt Smart Technology-
bedrijven: de bereidheid om bij te
dragen neemt af.
20. Een gunstig economisch klimaat
beïnvloedt Smart Technology-
bedrijven: de bereidheid om bij te
dragen neemt af.
19. Door druk op de kosten wordt gebruik
van apparatuur en medewerkers
beperkt. Door afspraken vast te leggen
in samenwerkingsovereenkomsten
wordt vrijblijvendheid beperkt. Door
voldoende bedrijven te betrekken in het
CIV worden risico's gespreid.
20. Door verhoogde vraag zijn apparatuur
en medewerkers beperkter
beschikbaar. Door afspraken vast te
leggen in
samenwerkingsovereenkomsten wordt
vrijblijvendheid beperkt. Door
voldoende bedrijven te betrekken in het
CIV worden risico's gespreid.
1
2
3
2
3
4
8.
Po
liti
ek
klim
aat 21. Minder investeringen in onderwijs:
onderwijsinstellingen moeten
bezuinigen en snijden in kosten.
22. Beperking van subsidiemogelijkheden
voor PPS: mogelijk door het volwassen
worden van PPS-constructies.
21. Beperken van de noodzaak van out of
pocket-inbreng van ID College door
verdienmodellen uit te bouwen. Tevens
toegevoegde waarde voor partners
omzetten in in-cash bijdragen.
Alternatieve financieringen
onderzoeken.
22. Toewerken naar een CIV met hoge
toegevoegde waarde voor partners
waardoor partners ook in cash willen
investeren en een verdienmodel dat out
of pocket-kosten kan dekken.
1
1
3
1
6
1
│43
8.2 SWOT-analyse
De SWOT-analyse maakt de belangrijkste interne sterkten en zwakten en de externe kansen en bedreigingen
inzichtelijk. De SWOT heeft gediend als input voor de gekozen strategie zoals deze in het plan van aanpak naar
voren komt. Tevens dienst de SWOT als een controle op de gekozen strategie om te voorkomen dat belangrijke
aspecten over het hoofd worden gezien.
Tabel 8: SWOT-analyse
Intern Extern
Sterkten
Groot enthousiasme en breed gedragen
visie voor het CIV onder de drie O's
Hoge betrokkenheid van partners in het
voortraject om te komen tot het CIV
Vertaling van marktvragen naar concrete
activiteiten die het CIV gaat uitvoeren
Het CIV versterkt de transformatie van het
domein Techniek & ICT
Kansen
Veel belangstelling voor Smart Technology
bij burgers, studenten, bedrijven en
overheden
Toenemende belangstelling onder jongeren
voor techniek
Goede arbeidsvooruitzichten voor technisch
personeel en met name Smart Technology
Nog geen/weinig andere initiatieven in de
regio rondom Smart Technology
Zwakten
Afhankelijk van inbreng van partners in
vormgeven en uitvoeren van plannen CIV
Liquiditeitspositie bij mislopen van subsidie
Trackrecord van succesvolle samenwerking
met drie O's ontbreekt
Gezamenlijke cultuur, taal en werkwijze
ontbreekt onder de drie O's
Bedreigingen
Vertraging in transitie domein Techniek &
ICT
Concurrenten die zich gaan profileren op het
terrein van Smart Technology
Draagvlak van docenten die uitvoering
geven aan veel van de CIV activiteiten
Wijzigingen in politieke/economisch klimaat
die de bijdrage van partners onder druk zet
│44
9 Begroting op hoofdlijnen
9.1 Inleiding op de begroting
De begroting is opgebouwd naar voorbeeld van het CIV-huis waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen zes
categorieën van activiteiten:
1. Activiteiten die de kwaliteit van het onderwijs verhogen (pijler 1)
2. Activiteiten die de kwantiteit van instroom en doorstroom verhogen (pijler 2)
3. Activiteiten gerelateerd aan het ontwerpen en uitvoeren van ‘leven lang leren’ (pijler 3)
4. Activiteiten die bijdragen aan een excellente samenwerking/netwerk (fundament)
5. Activiteiten die een passie voor techniek promoten (dak)
6. Activiteiten die nodig zijn om de organisatie te laten functioneren
Elk van deze categorieën bestaan uit een verzameling van activiteiten die ervoor zorgen dat de doelstellingen op
de activiteiten worden behaald. Tabel 9 geeft een overzicht van activiteiten per categorie.
Noot: Deze activiteiten worden uitvoerig besproken in de toelichting op de begroting. De kosten die gemaakt
worden op elk van deze activiteiten worden tevens in de begroting uitgesplitst.
Tabel 9: Activiteiten per activiteiten categorie
Kwaliteit (pijler 1) ontwikkelen 3-jarige opleiding Smart Technology
evalueren 3-jarige opleiding
ontwikkelen module Smart Technology voor techniekopleidingen
evalueren module
ontwikkelen module Smart Technology voor niet-techniekopleidingen
evalueren module
ontwikkelen leeropdrachten
evalueren leeropdrachten
ontwikkelen leermiddelen/e-learning
beschikbaar stellen faciliteiten voor o.a. lab’s
verzorgen gastlessen
verzorgen training voor docenten
verzorgen docentstages
deelnemen aan flexibele schil van docenten/instructeurs
Kwantiteit (pijler 2) deelnemen aan Open dagen
doorlopende leerlijn (vmbo-mbo)
ontwikkelen aansluiting op hbo/AD
Leven lang leren (pijler 3) ontwikkelen om-, her- en bijscholingstrajecten
evalueren
Samenwerking (fundament)
deelnemen aan werkconferentie
oprichten bedrijvenkring
deelnemen aan bedrijvenkring
Promotie (dak) organiseren bedrijfsbezoeken
onderzoek naar en opzetten van labs
analyseren/onderzoeken arbeidsmarkt
bezoeken bedrijven die nog niet bekend zijn met CIV Smart Technology
algemene promotionele activiteiten binnen eigen netwerk (m.n. gemeenten)
Organisatie deelnemen aan de stuurgroep
deelnemen aan de programmaraad
leveren werkgroep leider
│45
9.2 Cijfers begroting op hoofdlijnen
Tabel 10 geeft een overzicht van de begroting op hoofdlijnen. De totale begroting voor het CIV voor de eerste vier
jaar bedraagt € 3.591.337,-. In de begroting zelf wordt per jaar de bijdragen van bedrijven, overheden en
onderwijsinstellingen uitgesplitst.
Tabel 10: Begroting opgesplitst naar activiteitstypes binnen het 'CIV Huis'
Kosten 2015 - 2018 2015 2016 2017 2018
Onderwijsontwikkeling € 672.914,-
€ 146.365,-
€ 198.633,-
€ 184.763,-
€ 143.153,-
(Satelliet)labs/ Machines aparatuur
€ 451.152,-
€ 124.788,-
€ 108.788,-
€ 108.788,-
€ 108.788,-
Ondersteuning onderwijsuitvoering
€ 584.000,-
€ 98.404,-
€ 149.212,-
€ 166.732,-
€ 169.652,-
Promotie activiteiten € 362.296,-
€ 132.089,-
€ 77.709,-
€ 77.709,-
€ 74.789,-
Netwerk activiteiten € 324.915,-
€ 83.439,-
€ 80.492,-
€ 80.492,-
€ 80.492,-
Kwantiteit € 42.340,-
€ 10.585,-
€ 10.585,-
€ 10.585,-
€ 10.585,-
Projectorganisatie € 1.153.644,-
€ 288.411,-
€ 288.411,-
€ 288.411,-
€ 288.411,-
Totalen € 3.591.337,-
€ 884.081,-
€ 913.830,-
€ 917.480,-
€ 875.870,-
Tabel 11 geeft een overzicht van de kosten per partnersoort zoals deze zijn opgenomen in de begroting. Hierbij is
er voor het mbo onderscheid tussen subsidiabele kosten en niet-subsidiabele kosten. Subsidiabele kosten
kunnen worden betaald vanuit ontvangen subsidiegelden. Niet-subsidiabele kosten mogen niet worden betaald
vanuit ontvangen subsidiegelden.
Tabel 11: Overzicht kosten van partners per categorie
Kosten per partnersoort Kosten in Euro's
Totale kosten voor bedrijven € 1.537.291,-
Totale kosten voor overheid € 385.805,-
Totale kosten voor VMBO instellingen € 84.096,-
Totale kosten voor HBO instellingen € 42.632,-
Totale kosten MBO's subsidiabel € 2.097,-
Totale kosten MBO's niet-subsidiabel € 514.504,-
Subsidie Regionaal investeringsfonds € 1.024.912,-
Totaal € 3.591.337,-
Tabel 12 geeft een overzicht van de berekening van de hoogte van de aangevraagde subsidie. De hoogte van de
subsidie is € 1.024.912 en bedraagt een derde van de begroting inclusief inbreng bedrijven en overheden (incl.
niet MBO onderwijs) en exclusief inbreng MBO.
│46
Tabel 12: Overzicht berekening subsidie op basis van inbreng bedrijven en overheden
Inbreng per partnersoort Euro's Percentage
Totale inbreng door bedrijven € 1.537.291,- 50%
Totale inbreng door overheid (incl. niet MBO onderwijs)
€ 512.533,- 16%
Subsidie Regionaal investeringsfonds € 1.024.912,- 33%
Te bekostigen door MBO's € 516.601,- Nvt
Totaal (incl niet subsidiabele deel) € 3.591.337,- Nvt
De exacte inbreng per partij is tevens opgenomen in de begroting. Een omschrijving van de activiteiten waarop
partners bijdragen aan het CIV is opgenomen in bijlage 5.
│47
Overzicht bijlagen
Bijlage 1: Samenvatting van regiovisie CIV Smart Technology
Bijlage 2: Businessmodellen
Bijlage 3: Rolbeschrijving organisatieonderdelen
Bijlage 4: Profielschets programmamanager CIV
Bijlage 5: Introductie van partners en omschrijving van bijdrage
Bijlage 6: Sfeer impressie werkconferenties en werksessie
│48
Bijlage 1: Samenvatting regionale visie CIV Smart Technology
De aanleiding voor het oprichten van een CIV Smart Technology komt voort uit een uitgebreide analyse van de
regio. Deze is terug te vinden in de regiovisie, die is gebaseerd op een twintigtal rapporten en tal van interviews,
werksessies en werkconferenties. In dit hoofdstuk volstaan we met een korte introductie op de aanleiding om het
CIV Smart Technology op te richten. Wanneer u reeds bekend bent met de regiovisie kunt u dit hoofdstuk
overslaan.
Nationale ontwikkelingen
Het Techniek Pact geeft een helder beeld van de uitdagingen waar Nederland, maar ook de regio van het CIV
Smart Technology voor staat. Het stelt dat het tekort aan goed opgeleide technici de komende jaren oploopt.
Daar zijn verschillende oorzaken voor:
Een grote groep oudere werknemers verlaat de arbeidsmarkt en te weinig jongeren kiezen voor een
technische opleiding.
Te weinig jongeren komen na een technische opleiding daadwerkelijk in een technische baan terecht.
Er staan nog altijd werknemers met een technische achtergrond langs de kant – of zij dreigen langs de kant
te komen staan – terwijl de vraag naar technici in bepaalde sectoren het aanbod overtreft.
Krapte kan leiden tot stijgende lonen. Dat maakt het weliswaar aantrekkelijker om in de techniek te werken,
maar hogere loonkosten kunnen leiden tot verslechtering van de concurrentiepositie van bedrijven.
Het rapport ‘Smart Industry' beschrijft de transitie van de industrie naar een digitale wereld waarin ICT diep
doordringt in alle facetten van het productieproces. Deze ontwikkeling vraagt volgens het rapport veel van
medewerkers op het gebeid van kennis en vaardigheden. Het rapport benoemt onder andere belang van leven
lang leren, multidisciplinariteit, nadruk op processen in plaats van enkel vakmanschap en geïntegreerd ICT
doormiddel van technische ICT-ers.
Uit een recente analyse van UWV komt een zelfde beeld naar voren. Met name in specifieke technische functies
en ICT-functies is er weinig aanbod van personeel. UWV constateert dat door verdergaande innovatie en
automatisering het door werkgevers gevraagde opleidingsniveau geleidelijk aan verschuift van de lagere naar de
hogere mbo-niveaus. Met name de opleidingen in het cluster Techniek en Procesindustrie vormen een
aandachtspunt. In deze sectoren zijn relatief goede kansen op werk, maar het aantal studenten neemt af. UWV
stelt dan ook terecht: “Techniek biedt de beste kansen.”
De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) bevestigt dit beeld. Op de website
www.kansopwerk.nl krijgen beroepen als Middenkader Engineering en ICT-applicatieontwikkelaar de hoogste
score voor kansen op werk. Goed nieuws voor studenten, maar tegelijkertijd stelt dit bedrijven voor de
uitdagingen die hierboven ook al zijn geschetst door het Techniek Pact.
Regionale ontwikkelingen
Bedrijfsleven
In de regio van het CIV zien we vergelijkbare ontwikkelingen. Sommige trends zijn zelfs nog iets sterker doordat
er in de regio relatief veel industriële bedrijven aanwezig zijn. Regionale werkgevers geven duidelijk aan dat het
gewenste opleidingsniveau van afgestudeerde mbo-4-studenten te wensen over laat en onvoldoende is om aan
de toekomstige technologische ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden. Er zijn en blijven te weinig mbo’ers
met technische niveau-4-opleidingen. Bovendien beschikken afgestudeerde studenten over te weinig kennis en
vaardigheden rondom Smart Technology. Het opleidingsniveau van zittend personeel en toekomstig personeel
moet toenemen.
│49
Bedrijven geven verder aan dat de behoefte aan mbo’ers op niveau 2 en 3 afneemt. Er is een groeiende behoefte
aan afgestudeerde mbo’ers op niveau 4 vanwege de toenemende complexiteit binnen de technologie. Er is
behoefte aan “brede” vaardigheden en competenties.
Hoewel sommige arbeidsmonitors een overschot laten zien aan werkzoekenden, spreken werkgevers in de regio
duidelijk uit dat er een tekort is aan goed personeel. Er is dan ook sprake van een kwalitatieve frictie. De opkomst
van Smart Technology zal deze frictie verder versterken, omdat nieuwe en bestaande medewerkers onvoldoende
worden opgeleid in de kennis en vaardigheden van Smart Technology.
Lokale overheden
Lokale overheden willen binnen de regio graag aansluiten op het topsectorenbeleid. Op die manier kunnen ze
verdere economische groei stimuleren en zich als regio meer profileren naar de eigen burgers en bedrijven, maar
ook naar de rest van Nederland. Thema’s als ‘duurzaamheid’ en ‘omgaan met de vervangingsvraag door
vergrijzing’ spelen hierbij een prominente rol. Lokale overheden zoeken hierin steeds nadrukkelijker de
samenwerking met het bedrijfsleven en het onderwijs.
ID College
ID College onderkent de uitdagingen van het bedrijfsleven en ziet het als haar plicht om bij te dragen aan een
oplossing. Het zoekt dan ook steeds meer de verbinding met het bedrijfsleven en probeert te komen tot
structurele samenwerking. ID College wil het opleidingsaanbod actualiseren en inhoudelijk verbeteren en heeft
hiervoor inmiddels een businesscase ontwikkeld. De opleidingen zullen daardoor beter aansluiten op moderne
technologie. Ook de passie van studenten en docenten voor Smart Technology zal worden gestimuleerd. Het CIV
kan als versneller van deze transitie van grote waarde zijn.
Lokale PPS-en
In de regio’s zijn meerdere samenwerkingsverbanden, waaronder publiek-private samenwerkingen, actief. Een
overzicht van deze PPS-en staat in de regiovisie. In dit overzicht wordt tevens aangegeven hoe het CIV Smart
Technology verbinding zoekt met deze PPS-en om te komen tot samenwerking dan wel kennisuitwisseling. Het
CIV Smart Technology heeft onder andere nadrukkelijk aansluiting gezocht bij Masterplan MEI.
Technologische versnelling
Echte innovatie vindt vaak plaats op het snijvlak van twee of meerdere disciplines. Smart Technology brengt
bestaande en nieuwe technologie samen. Snellere processoren, big data, Internet of Things, kunstmatige
intelligentie en het toenemend aantal sensoren maken het belang en de potentie van Smart Technology almaar
groter. De snelheid van veranderingen in techniek en ICT nemen de komende jaren alleen maar toe. Juist
daarom draait het bij dit CIV om deze ontwikkeling: Smart Technology.
Afbakening van de regio
De primaire focus van het CIV Smart Technology is het
gebied waarin de meeste partners zich bevinden,
namelijk de cirkel Alphen aan den Rijn, Woerden, Gouda
en Zoetermeer. Dit betreft de binnenste cirkel en deze
regio wordt in dit document aangeduid als ‘onze regio’ of
als ‘onze primaire regio’.
De buitenste cirkel betreft het
spreidingsgebied/wervingsgebied van ID College. Dit is
tevens het gebied waarin veel van onze regionale
partners uit de binnenste cirkel zaken doen. Dit gebied
duiden we als ‘onze secundaire regio’.
│50
Bijlage 2: Businessmodellen
│51
│52
│53
Bijlage 3: Rolbeschrijving organisatieonderdelen
CIV-partners
CIV-partners bestaan uit ondernemingen, overheden en onderwijs. De CIV-partners komen twee keer per jaar
samen in een algemene werkconferentie waarin wordt teruggeblikt en vooruitgekeken.
Rol CIV-partners:
Partners zijn de (maatschappelijke) aandeelhouders van het CIV.
Partners geven gezamenlijk richting, vorm en inhoud aan het CIV.
Partners dragen bij aan stuurgroep, adviesgroep en projecten.
Stuurgroep
De stuurgroep bestaat uit een afvaardiging van strategische partners en komt vier keer per jaar bij elkaar. De
CIV-programmamanager sluit aan als gast bij de stuurgroep.
Rol stuurgroep:
Vaststellen van de koers op hoofdlijnen en uitzetten van strategische kaders (inhoudelijk, financieel, juridisch)
voor doorontwikkeling van het CIV Smart Technology.
Ambassadeur/promotor legt verbindingen binnen de regio, signaleert kansen en ontwikkelingen.
Vaststellen meerjarig programma, jaarplan en begroting en jaarverslag CIV Smart Technology.
Goedkeuren van nieuwe projecten en assisteren bij het verzamelen van benodigde middelen, mensen en
financiën.
Adviesgroep
De adviesgroep bestaat uit een afvaardiging van strategische partners met inhoudelijke kennis van Smart
Technology en komt vier keer per jaar bij elkaar. De CIV-programmamanager maakt deel uit van de adviesgroep.
Rol adviesgroep:
Adviseren en input leveren vanuit inhoud m.b.t. jaarplan en begroting.
Adviseren en input leveren vanuit inhoud m.b.t. nieuwe projecten.
Monitoren en bijsturen van voortgang, kwaliteit en impact van projecten met focus op de inhoud.
Strategische ontwikkelingen afstemmen met experts uit beroepspraktijk (tweemaal per jaar).
Informeren van elkaar op strategische ontwikkelingen.
CIV-programmamanager
De CIV-programmamanager geeft praktisch leiding aan het CIV Smart Technology.
Rol programmamanager:
Doorontwikkeling van CIV Smart Technology
Boegbeeld en aanspreekpunt voor ondernemingen, overheden en onderwijsinstellingen.
Business development: acquisitie van relevante (regionale) partners.
CIV Smart Technology uitbouwen tot een duurzame PPS.
Uitvoering van plan van aanpak van het CIV Smart Technology
Stimuleren en faciliteren van de ontwikkeling van (nieuwe) projecten onder partners met aansluiting op drie
pijlers.
Creëren van juiste randvoorwaarden voor hoog eindniveau (o.a. labs, faciliteiten, stages).
Promotie van het CIV Smart Technology en (slimme) technologie in brede zin
Excellente samenwerking en kennisdeling onder partners in netwerk stimuleren en faciliteren.
│54
Doorlopende operationele activiteiten van het CIV Smart Technology
Onderhouden van contacten met partners.
Monitoren en bijsturen van voortgang, kwaliteit en impact van activiteiten van het CIV Smart Technology.
Opstellen meerjarig programma, jaarplan en begroting en jaarverslag van het CIV Smart Technology.
Bedrijfsvoering van het CIV Smart Technology (o.a. P/C-cyclus, personeelsbeleid, kwaliteitsborging,
communicatie, promotie).
Projectleider/projectteam
Projectteams voeren de activiteiten van het CIV uit. Projectgroepen bestaan uit partners van ten minste twee van
de drie O’s. Projectteams komen afhankelijk van de fase waarin het project zit meer of minder vaak samen. Het
projectteam kan worden aangestuurd door een projectleider.
Rol projectteam:
Uitvoeren van de activiteit die bijdraagt aan de doelstellingen van het CIV Smart Technology.
Rapporteren aan de programmamanager en de adviesgroep.
│55
Bijlage 4: Profielschets CIV-programmamanager
De rol van de CIV-programmamanager is dermate cruciaal dat er een profielschets is opgesteld. De volgende vijf
eisen zijn in de profielschets opgenomen:
1. Ondernemend van natuur
Ervaringen van andere CIV’s en CoE’s laten zien dat een ondernemende houding noodzakelijk is om de
verbinding te kunnen leggen met het bedrijfsleven en om de uitdagingen – horend bij een PPS – te kunnen
overwinnen.
2. Programmamanagementvaardigheden
Om de doelstellingen van het CIV te bereiken, is het feitelijk kunnen managen van een programma van groot
belang. Hieronder vallen onder andere het coördineren en aansturen van projectleiders en -teams, het
monitoren en bijsturen van de voortgang, de kwaliteit en impact, de communicatie en promotie.
3. Onderwijskennis en -ervaring
Omdat de primaire activiteiten te maken hebben met het ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs is kennis en
ervaring in het onderwijs van groot belang.
4. Regionaal netwerk met sterke netwerkcompetenties
Aangezien het CIV een regionaal centrum is en er contacten met ondernemingen, overheden en onderwijs
moeten worden gelegd, zijn een bestaand regionaal netwerk of ten minste sterke netwerkcompetenties
onontbeerlijk.
5. Technische achtergrond of duidelijke affiniteit met techniek
Om het gesprek aan te kunnen met docenten, ondernemers en professionals is een technische achtergrond
een pre. Affiniteit met techniek en Smart Technology zijn in het bijzonder van belang om passie en energie
over te kunnen brengen op partners en andere partijen.
│56
Bijlage 5: Introductie van partners
Bedrijven
Partner Omschrijving kernactiviteiten Omschrijving bijdrage aan CIV
Bosch / www.boschrexroth.com
Als globale partner ondersteunt Bosch Rexroth de wereldwijde machine- en installatiebouw met technologische topprestaties en een unieke kennis van de desbetreffende sector. Meer dan 38.000 medewerkers wereldwijd werken aan veilige en milieuvriendelijke oplossingen op maat. Bosch Rexroth zorgt vooral voor een eenvoudige omgang met technologie-overkoepelende automatiseringsoplossingen: dankzij voorgedefinieerde functionaliteiten en algemene engineering-tools.
Bijdrage aan:
- Onderwijsontwikkeling - Ondersteuning
onderwijsuitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname stuurgroep - Deelname adviesgroep
Complex / www.complex.nl
Complex is in 1998 opgericht en sindsdien uitgegroeid tot een middelgroot installatiebedrijf met klanten in midden- en kleinbedrijf, gemeentelijke overheden, rijksorganen, bouwwereld, aannemerij en luxe woningbouw. Complex E-techniek B.V. is een erkend installatiebedrijf dat oplossingen biedt op het gebied van elektrotechniek, beveiliging, ICT- en telecom en klimaat. Wij zijn een totaalinstallateur die meedenkt met onze relaties en alle mogelijke oplossingen bedenkt voor technische vraagstukken waar onze klanten mee verder kunnen.
Bijdrage aan:
- Onderwijsontwikkeling - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
Croda www.croda.com
Croda is wereldwijd een groeiende en dynamische leverancier van speciale halffabricaten gebaseerd op natuurlijke oliën en vetten. Deze producten worden verwerkt in onder andere coatings, plastics, smeermiddelen, polymeren, wasmiddelen en persoonlijke verzorgingsproducten.
Bijdrage aan:
- Onderwijsontwikkeling - Ondersteuning
onderwijsuitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
Electude / www.electude.nl
Electude is sinds 1994 actief met het geven van nascholingstrainingen voor verschillende bedrijven in de Automotive-sector. Wij verzorgen de Branche Opleidingen Motovoertuigentechniek bestaande uit alle opleidingen voor monteurs en op het gebied van
Bijdrage aan: Grote bijdrage aan de onderwijsontwikkeling en substantiële bijdrage aan de Fieldlabs
│57
elektronica en diagnose. Daarnaast kunnen monteurs in de autoschadebranche bij Electude hun deelcertificaten voor het nieuwe functieprofiel van Autoschadetechnicus behalen. Allemaal via onze unieke e-learning methode Argo.
Fenelab / www.fenelab.nl
Fenelab is dé branchevereniging voor geaccrediteerde laboratoria en kalibratie- en inspectie-instellingen in Nederland.
Fenelab verenigt private en publieke bedrijven en instellingen die actief zijn op het vakgebied van meten, testen, inspecteren en onderzoeken. Fenelab maakt zich sterk voor de gemeenschappelijke belangen van de leden op het gebied van o.a. accreditatie, kalibratie, normering, onderwijs & arbeid, arbo en public relations. Fenelab vertegenwoordigt:
- meer dan 80% van de private labs
- ruim 5,5 miljard omzet - ruim 5.000 full time
arbeidsplaatsen
Bijdrage aan:
- Onderwijsontwikkeling - Grote bijdrage aan de
fieldlabs - Ondersteuning onderwijs
uitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Optie: deelname aan
stuurgroep
FLEC Nederland BV / www.flecnederland.nl
FLEC Nederland
Na de oprichting in 1986 is FLEC Nederland bekend geworden in het onderwijs als adviseur over en leverancier c.q. producent van technische les ondersteunende materialen en meubilair. Met een breed scala aan gangbare producten in ons assortiment kunnen wij veel aanvragen direct invullen, maar daarnaast ontwikkelen en produceren wij ook op maat naar klantenwens en leerlingniveau.
Bijdrage aan:
- Onderwijsontwikkeling - Promotie - Netwerkactiviteiten
Microsoft Nederland / www.mircosoft.com
Meer dan 100.000 Microsoft-collega’s uit ruim 60 landen werken dagelijks aan het inlossen van onze belofte om iedereen - zowel consumenten, MKB, grootzakelijke bedrijven als overheden - te helpen het beste uit zichzelf te halen. Microsoft Nederland is verantwoordelijk voor de verkoop, marketing en ondersteuning van Microsoft-technologie in Nederland. Er werken 500 mensen in vaste dienst. Onze missie is om mensen en organisaties te helpen bij het verwezenlijken van hun doelen, dromen en ambities. Dat
Bijdrage aan
- Ondersteuning onderwijsuitvoering
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname aan
stuurgroep
│58
doen we door onze technologie vóór ze te laten werken. Zo leggen we de basis voor hun succes, dat van onze partners, en dat van onszelf.
Siemens NV / www.siemens.nl
In Nederland is Siemens al actief vanaf 1879. Met een omzet van ruim € 1,0 miljard en bijna 3000 medewerkers behoort de Siemens Groep tot de grootste onderneming op elektrotechnisch en technologisch gebied in ons land. In Nederland levert Siemens Nederland N.V. zowel producten, systemen, installaties als diensten. Het gevarieerde leveringsprogramma bestrijkt vrijwel alle terreinen van de elektrotechniek en de elektronica.
Bijdrage aan: - Grote bijdrage aan
onderwijsontwikkeling - Fieldlabs - Ondersteuning
onderwijsuitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname aan
stuurgroep - Projectleider
SMC pneumatics / www.smc.eu
SMC Pneumatics BV is onderdeel van het wereldwijd opererende SMC Corporation. SMC Corporation heeft 15.000 werknemers en een omzet van 3,9 miljard dollar. SMC is vertegenwoordigd in 67 landen en heeft productiefaciliteiten in 27 verschillende landen. In ons programma zitten meer dan 11.000 basisproducten die in zo'n 630.000 uitvoeringen leverbaar zijn. SMC is op wereldschaal de grootste leverancier van pneumatische componenten. SMC is continu op zoek naar nieuwe toepassingen en ontwerpt voortdurend producten met hogere prestatieniveaus.
Bijdrage aan: - Onderwijsontwikkeling - Ondersteuning
onderwijsuitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
Technolution / www.technolution.nl
Technolution is een technologiepartner voor organisaties uit verschillende domeinen. Onze organisatie telt 150 collega’s. Een van onze kernwaarden is ‘groeien door klein te blijven’. Daarom bestaat onze organisatie uit drie netwerkgroepen die samenwerken, elk vanuit zijn eigen expertise. De groepen versterken elkaar en werken grensoverschrijdend. Kennis en professionals worden uitgewisseld om tot een optimale oplossing te komen voor onze klanten. Wij maken de vertaalslag van uw business naar een goed passende technologische oplossing.
Bijdrage aan:
- Ondersteuning onderwijsuitvoering
- Promotie - netwerkactiviteiten
│59
2sides / www.2sides.nl
2Sides Education is opgericht in juli 2009 en is als Cisco specialist volledig gespecialiseerd in het geven van trainingen en advies op het gebied van ICT in het algemeen en netwerken in het bijzonder.
Bijdrage aan:
- Grote bijdrage aan de onderwijsontwikkeling
- Fieldlabs - Ondersteuning
onderwijsuitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
Unica Industrial Projects / www.unica.nl
Unica is al 80 jaar een zelfstandige technische dienstverlener met specifieke kennis en ervaring van en in de industrie. Met 7 gespecialiseerde business units en ruim 1550 toegewijde medewerkers is Unica een solide partner voor technische installaties voor de proces- en de maakindustrie in de waterbranche. Bovendien is Unica door haar landelijke spreiding van 14 vestigingen altijd dichtbij. Unica Industrial Projects ontzorgt de procesindustrie, waterbranche en maakindustrie met nieuwbouw, upgrades en migraties van technische installaties. Efficiëntie, Duurzaamheid en veiligheid staan voorop. In alle takken van de industriële branche kunt u Unica tegenkomen.
Bijdrage aan:
- Grote bijdrage aan onderwijsontwikkeling
- Ondersteuning onderwijsuitvoering
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
Van den Pol Elektrotechniek BV / www.vandenpol.com
In 1935 begonnen als klein familiebedrijf en inmiddels uitgegroeid tot een grote speler in de markt. Van den Pol is sterk in verschillende branches: utiliteitsbouw, beveiliging en ICT, gebouwbeheer, industriële automatisering, retail en woningbouw. Door onze jarenlange ervaring zijn we specialist in alle elektrotechnische installaties en zijn we toonaangevend in de verschillende branches.
Bijdrage aan:
- Onderwijsontwikkeling - Ondersteuning
onderwijsuitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
Van Dorp Installaties BV / www.vdi.nl
Van Dorp Installaties is een landelijk werkende totaalinstallateur. Het bedrijf heeft 13 vestigingen en telt circa 900 medewerkers. Als totaalinstallateur biedt Van Dorp een totaalpakket aan technische diensten. Alle techniek in gebouwen wordt zelfstandig ontworpen, gerealiseerd en beheerd.
Bijdrage aan:
- Onderwijsontwikkeling - Ondersteuning
onderwijsuitvoering - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
│60
Koepelorganisaties
Partner Omschrijving kernactiviteiten
Omschrijving bijdrage aan CIV
FME / www.fme.nl
FME is Nederlands grootste ondernemersorganisatie in de technologische industrie. FME is actief belangenbehartiger voor haar leden op nationaal en internationaal niveau, biedt dienstverlening aan individuele lidbedrijven en aan clusters van lidbedrijven en ondersteuning aan 105 brancheorganisaties.
Bijdrage aan:
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
Metaalunie / www.metaalunie.nl
Koninklijke Metaalunie is de ondernemersorganisatie voor het midden- en kleinbedrijf in de metaal en telt landelijk meer dan 13.000 leden in alle sectoren van de metaal en techniek.
Bijdrage aan:
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
OTIB / www.otib.nl
OTIB is het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf. De technische installatiebranche is met bijna 10.000 werkgevers en ruim 120.000 werknemers één van de grootste branches van Nederland. OTIB ondersteunt werkgevers en werknemers uit de branche bij het (verder) ontwikkelen van hun kennis en vakmanschap. Ook wil OTIB jong en oud kennis laten maken met de branche.
Bijdrage aan:
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
RHID / Goudse Ondernemers / www.rhid.nl
De RHID is dé ondernemerskring van Gouda en omstreken. Zij is in 1980 opgericht en meer dan 110 Goudse bedrijven zijn lid. De RHID werkt aan een goed ondernemersklimaat in Gouda. Zij behartigt de belangen van haar leden in allerlei overlegstructuren met de overheid en maatschappelijke organen. Onder andere met de gemeente, de Kamer van Koophandel, VNO-NCW en andere ondernemersverenigingen in de regio. Veelal gaat het dan om de verbetering van bestaande of de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen en om infrastructuur.
Bijdrage aan: - Promotie - netwerkactiviteiten
│61
Samenwerkende Ondernemingsverenigingen Gouda
In de Goudse binnenstad is de S.O.G. als overkoepeling van de daar gevestigde ondernemers actief als spreekbuis, als belangenbehartiger en als aanjager van nieuwe initiatieven. Verderop in deze website wordt aandacht besteed aan de meest belangrijke zaken waarmee de S.O.G. bezig is.
Bijdrage aan:
- Promotie - netwerkactiviteiten
Woerdens Techniek Talent Woerdens Techniek Talent is een samenwerkingsverband van bedrijven en onderwijsinstellingen uit de regio Woerden, de gemeenten Montfoort, Oudewater, Bodegraven-Reeuwijk en Woerden.
Onze doelstelling is de instroom van leerlingen in het technisch onderwijs te bevorderen en de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs te verbeteren. Woerdens Techniek Talent maakt jongeren enthousiast voor techniek. In ons dagelijks leven is techniek overal. Daarom is leren en werken in de techniek voor iedereen uitdagend en boeiend.
Bijdrage aan:
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname stuurgroep - Deelname adviesgroep - Projectleider
│62
Gemeenten
Partner Omschrijving kernactiviteiten Omschrijving bijdrage aan CIV
Gemeente Alphen ad Rijn / www.alphenaanderijn.nl
Alphen aan den Rijn is een gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland, aan de Oude Rijn tussen Leiden, Gouda, Bodeg raven en Ter Aar. Buiten de grootste plaats binnen de gemeente, Alphen aan den Rijn, bestaat de gemeente uit de kernen Aarlanderveen, Benthuizen , Boskoop, Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk,Koudekerk aan den Rijn en Zwammerdam. De oppervlakte van de gemeente Alphen aan den Rijn bedraagt 132,49 km², waarvan 5,91 km² water. Per 1 mei 2014 had de gemeente een inwoneraantal van 107.117 (CBS).
Burgemeester van Alphen aan den Rijn is sinds 15 december 2014 de in Alphen geboren Liesbeth Spies (CDA). De wethouders vertegenwoordigen het CDA (2x), Nieuw Elan, VVD en de Christen Unie.
Bijdrage aan:
- Promotie - Netwerkactiviteiten
Gemeente Gouda / www.gouda.nl Gouda is een stad en gemeente in
de provincie Zuid-Holland in Nederland. De stad ligt in het stedelijk gebied de Randstad en is in inwonertal de 48e gemeente van Nederland en de 12e gemeente van Zuid-Holland. De gemeente telt 70.939 inwoners (1 mei 2014, CBS) op een grondgebied van 16,92 km². Gouda heeft een regiofunctie binnen het Groene Hart, waar het qua inwoners de op één na grootste gemeente is.
De burgemeester van Gouda is sinds december 2012 Milo Schoenmaker (VVD). Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 werd een college gevormd van vijf partijen: D66, Gouda Positief, Partij van de Arbeid, VVD en GroenLinks.
Bijdrage aan:
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname stuurgroep - Deelname adviesgroep - Projectleider beschikbaar
Gemeente Woerden / www.woerden.nl
Woerden is een stad en gemeente in het westen van de Nederlandse provincie Utrecht, in het oosten van het Groene Hart. De gemeente bestaat uit de kernen Woerden, Harmelen, Kamerik en Z egveld. De gemeente Woerden heeft 50.593 inwoners (1 mei
Bijdrage aan:
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Projectleider
│63
2014, CBS) en de stad Woerden heeft 36.310 inwoners (1 januari 2014).
Het College van burgemeester en wethouders bestaat uit: Burgemeester Victor Molkenboer (PvdA) en vijf wethouders die de partijen D66, Progressief Woerden, ChristenUnie/SGP, VVD en STERK Woerden vertegenwoordigen.
Gemeente Zoetermeer / www.zoetermeer.nl Zoetermeer is een gemeente in de
provincie Zuid-Holland in Nederland. De gemeente Zoetermeer maakt deel uit van het kaderwetgebied Haaglanden en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, en telt 123.784 inwoners (1 mei 2014, CBS) op een grondgebied van 37,06 km². In 1962 werd Zoetermeer aangewezen als groeikern van Den Haag. In korte tijd is het dorp Zoetermeer in inwoneraantal uitgegroeid tot de derde gemeente van de provincie Zuid-Holland.
Per 3 september 2012 is Charlie Aptroot (VVD) de burgemeester van de gemeente Zoetermeer. De wethouders vertegenwoordigen : LHN, D66 (2x) VVD en PvdA
Bijdrage aan:
- - - -
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname Stuurgroep Projectleider beschikbaar
RPA Rijn Gouwe In 2006 is in de regio Rijn Gouwe een Leerwerkloket opgericht. De regio Rijn Gouwe bestaat uit Holland Rijnland (Lisse, Leiden en Alphen ad Rijn) en Midden-Holland (Gouda e.o.). Het is het gebied met de meeste MKB bedrijven. 80% van alle bedrijvigheid zit in het MKB en dan vooral in de brede maakindustrie (Techniek, metaal, ambachten etc.) RPA Rijn Gouwe wil in een onafhankelijk orgaan een inspirerende ontmoetingsplaats zijn op de arbeids- en onderwijsmarkt van de regio Rijn Gouwe. Het platform wil lokale, sectorale en regionale partijen die in actief zijn in het werkgebied stimuleren en versterken bij het gezamenlijk oplossen van discrepanties met betrekking tot vraag en aanbod van de lokale arbeids- en onderwijsmarkt.
Bijdrage aan:
- - -
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname stuurgroep
│64
VMBO – MBO – HBO
Partner Omschrijving kernactiviteiten Omschrijving bijdrage aan CIV
Da Vinci College / www.davinci.nl
We bieden verspreid over de regio (o.a. Ridderkerk, Zwijndrecht, Dordrecht) diverse mbo-opleidingen aan in uiteenlopende branches en verzorgen bedrijfsopleidingen en trainingen voor volwassenen. Daarnaast bieden we educatie- en inburgeringsopleidingen, vavo en enkele hbo-opleidingen aan.
(niet subsidiabele bijdrage)
- Substantiële bijdrage aan Onderwijsontwikkeling
- Excellent netwerk - Deelname stuurgroep - Projectleider
HHS, De Haagse Hogeschool / www.dehaagsehogeschool.nl
De Haagse Hogeschool bestaat uit faculteiten, lectoraten en diensten. Een overzicht hiervan staat in het organogram. Ruim 25.000 studenten volgen in, vier vestigingen, een bachelor, een master of post-hbo-opleiding. Er werken ruim 1900 medewerkers op De Haagse Hogeschool, waarvan 65% in een onderwijzende en 35% in een ondersteunende functie.
Bijdrage aan:
- Kwantiteit (doorstroom agenda)
- Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname adviesgroep
ID College / www.idcollege.nl ID College is een regionaal opleidingscentrum met vestigingen in Alphen aan den Rijn, Gouda, Katwijk, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Woerden en Zoetermeer. Behalve middelbaar beroepsonderwijs verzorgen we ook cursussen voor volwassenen.
De letters ID staan voor individualiteit en identiteit. Studenten leren bij ons niet alleen een vak, maar ontwikkelen zich ook persoonlijk en leren hun weg te vinden in de maatschappij.
(niet subsidiabele bijdrage)
Penvoerder van de subsidieaanvraag
Hogeschool Utrecht / www.hu.nl Aan Hogeschool Utrecht zijn zo’n 3.500 medewerkers en 36.500 studenten verbonden, verdeeld over zes faculteiten en twee steden: Utrecht en Amersfoort. We hebben een breed opleidingsaanbod dat vrijwel alle beroepssectoren bestrijkt en zijn een van de grootste aanbieders van post-initieel onderwijs en masterstudies. Het uitgangspunt van onze werkzaamheden: de beroepspraktijk.
│65
Oranje Nassau College / www.onc.nl
Het Oranje Nassau College Zoetermeer is een brede scholengemeenschap met twee vestigingen. Het ONC maakt deel uit van de Unicoz onderwijsgroep. De Unicoz onderwijsgroep is de grootste onderwijsorganisatie in Zoetermeer en omstreken. Het bestaat uit 23 basisscholen (waaronder een school voor speciaal basisonderwijs) en het ONC.
Bijdrage aan:
- Kwantiteit (doorstroom) - Promotie - Netwerkactiviteiten - Deelname Stuurgroep
Schoonhovens College / www.schoonhovenscollege.nl
Het Schoonhovens College biedt onderwijs van vmbo-basisberoepsgericht tot en met (tweetalig) vwo. Het geeft ruimte aan de talenten van leerlingen en bereidt leerlingen voor op hun plek in de maatschappij vanuit een veilige, kleinschalige setting.
Bijdrage aan:
- Kwantiteit - Promotie - Netwerkactiviteiten
SCZ / www.scholencombinatiezoetermeer.nl
Het SCZ vormt samen met Het Atrium (school voor praktijkonderwijs) de Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer (SSVOZ).
De school aan het Van Doornenplantsoen heet het Stedelijk College en de scholen aan de Paltelaan en Schubertrode Picasso Lyceum. Eigen scholen met een eigen karakter en een eigen naam!
Het Picasso Lyceum is een school voor gymnasium, atheneum, havo en TOPmavo. Het Stedelijk College is een school voor VMBO opleidingen.
Bijdrage aan:
- Kwantiteit - Promotie - Netwerkactiviteiten
VMBO de Meander / www.demeandergouda.nl
De Meander is een VMBO gevestigd in Gouda. De Meander is een vakcollege. We werken samen met het MBO en het bedrijfsleven.
Bijdrage aan:
- Kwantiteit - Promotie - Netwerkactiviteiten
│66
Bijlage 6: Sfeerimpressies werkconferenties en werksessie
Eerste werkconferentie op 25 november 2014 bij de Rabobank Gouda
│67
Werksessie 11 december 2014 bij ID College Gouda
│68
Tweede werkconferentie op 15 januari 2015 bij Unica in Bodegraven