Phaxx 1/2013

24
Meer kennis over dementie noodzakelijk ‘Er zijn mensen die meteen denken dat iemand gek is geworden’ Dagelijkse gevolgen van besnijdenis Weerbaarheidstrainingen voor kwetsbare kinderen Somatisch onverklaarde klachten van Turkse vrouwen vakblad pharos – kennis- en adviescentrum migranten, vluchtelingen en gezondheid 1.13

description

Het vakblad van Pharos

Transcript of Phaxx 1/2013

Page 1: Phaxx 1/2013

Meer kennis over dementie noodzakelijk‘Er zijn mensen die meteen denken dat iemand gek is geworden’

Dagelijkse gevolgen van besnijdenis

Weerbaarheidstrainingen voor kwetsbare kinderen

Somatisch onverklaarde klachten van Turkse vrouwen

v a k b l a d p h a r o s – k e n n i s - e n a d v i e s c e n t r u m m i g r a n t e n , v l u c h t e l i n g e n e n g e z o n d h e i d

1.13

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 1

Page 2: Phaxx 1/2013

| 2 | p h a x x nummer 1 . 1 3

Foto omslag: Amaury Miller/hh

Het aantal oudere migranten met dementie zal de

komende jaren flink stijgen: van 13.750 in 2010 tot

30.750 in 2020.

3 pharos-nieuws

5 dementie en mantelzorgZorgen voor je ouders is een manier van leven

is de titel van een onderzoek onder mantelzor-

gers van ouderen met dementie. Projectleider

Nies van Grondelle sprak met Turkse, Marok-

kaanse en Surinaamse mantelzorgers. Hoe er-

varen zij hun mantelzorgtaken en wat kunnen

zorgprofessionals bijdragen aan ondersteu-

ning?

8 gevolgen van besnijdenisDe openlijke strijd tegen vrouwelijke genitale

verminking heeft taboes doorbroken. Steeds

meer vrouwen durven erover te praten. Daarom

komt er ook meer zicht op de problemen als

gevolg van besnijdenis. Journaliste Somajeh

Ghaeminia besteedt aandacht aan enkele

proefprojecten voor besneden vrouwen met

klachten.

10 weerbaarheidstrainingenvoor kinderen die pas innederland zijnKinderen die nieuw aankomen in Nederland

vormen een kwetsbare groep. Ze zijn vaak on-

voldoende weerbaar en kunnen daarom eerder

te maken krijgen met pesten en misbruik. Weer-

baarheidstrainingen kunnen kinderen steviger

in hun schoenen laten staan. Pharos-medewer-

ker Bram Tuk onderzocht of deze trainingen ge-

schikt zijn voor deze specifieke groep kinderen.

12 impressies uit degezondheidszorg in noord-marokkoEind 2012 vertrok een groep huisartsen, prak-

tijkondersteuners, tolken en Pharos-medewer-

kers naar Noordoost-Marokko. Doel was om

meer inzicht te krijgen in de gezondheidszorg in

Marokko. Manon Stockmann en Hester van

Bommel, beiden werkzaam bij Pharos, beschrij-

ven enkele opvallende verschillen en overeen-

komsten tussen de zorg in Nederland en

Marokko.

14 turkse vrouwen over hunonverklaarde klachtenOnder migrantengroepen komen somatisch

onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten

(solk) vaker voor. De behandeling verloopt

meestal moeizaam en heeft weinig succes.

Medisch antropologe Merlijn van Schayk sprak

met een tiental Turkse vrouwen over hun klach-

ten en ontdekte de wereld die erachter schuil

gaat. Samen met Karen Hosper van Pharos

schreef ze er een artikel over.

16 pharos-project in de etalageBestaande obesitasinterventies zijn vooral ge-

richt op autochtone jongeren en missen een

directe aansluiting met jongeren met een mi-

grantenachtergrond. Daarom heeft Pharos de

bestaande obesitas interventie Kids Power cul-

tuursensitiever gemaakt. Shobha Kamisetti en

Joanna Kruzycka geven de stand van zaken

weer.

17 good practiceMet het programma ‘Klaar voor een kind’ wil de

Gemeente Rotterdam de babysterfte in de stad

in tien jaar tijd terugbrengen naar het landelijke

gemiddelde. ‘Een kick om iets voor die vrouwen

te hebben betekend.’

18 academisch kwartier

20 informatie- en adviespunt

20 kortom

22 boeken uitgelicht

23 pharos trainingen

24 uitgaven pharos

14

12

10

8

5

v a k b l a d p h a r o s – k e n n i s e n a d v i e s c e n t r u m

1.13

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 2

Page 3: Phaxx 1/2013

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 3 |

aanpak kindermishandelingen weerbaarheid nieuw-komers- en asielzoekers-jeugd

● Jaarlijks komen er duizenden kinderennaar Nederland; naast asielzoekers-

kinderen zijn dat voor een aanzienlijk deelkinderen uit Midden- en Oost-Europa. Dezenieuwkomers zijn de eerste jaren na aankomstkwetsbaar voor pesten, grensoverschrijdendgedrag en ander vormen van kindermis-handeling. Er zijn veel aangrijpingspunten om kindermis-handeling te voorkomen en te stoppen. Tijdigsignaleren, in gesprek gaan en sociale omstan-digheden verbeteren kunnen al tot snelle ver-beteringen leiden. Ook het ondersteunen vanouders bij opvoeden, het informeren over rech-ten/plichten en het weerbaar maken van kinde-ren kan helpen. Dit vraagt een actieve en effec-tieve aanpak van iedereen die met jongenieuwkomers te maken heeft. Dat is nog nietvanzelfsprekend. In dit kader heeft Pharos eenaantal activiteiten ontwikkeld:� Op basis van de in Utrecht intensief gebruik-te weerbaarheidstraining voor basisscholen'Kom op voor jezelf' heeft Pharos de publicatieWeerbaarheidstrainingen voor kinderen dienieuw in Nederland zijn gemaakt. Deze is be-doeld voor weerbaarheidstrainers die een trai-ning voor asielzoekerskinderen, kinderen uitMidden- en Oost-Europa en/of andere nieuw-komers (gaan) uitvoeren. Managers, leerkrach-ten en deelnemers van zorgteams kunnen hetboekje gebruiken als zij weerbaarheidstrainin-gen willen laten geven in het eerste-opvangon-derwijs en op asielzoekersscholen. De publica-tie is digitaal beschikbaar op dePharos-website, www.pharos.nl. Zie ook het ar-tikel van Bram Tuk in dit nummer. � Pharos heeft de introductie van de meld-code kindermishandeling en huiselijk geweld

gemonitord en beschreven. Organisaties alscoa, pga en eerste-opvangscholen zijn ge-adviseerd hoe zij de meldcode kunnen imple-menteren. Op eerste-opvangscholen wordtvaak met eigen protocollen gewerkt en spelenzorgteams een belangrijke rol. De implementa-tie van de meldcode vraagt echter nog aan-dacht. De Meldcode kindermishandeling enhuiselijk geweld op scholen met asielzoekersen nieuwkomers is digitaal te vinden opwww.pharos.nl. � Pharos biedt trainingen aan rond dit onder-werp. Dit voorjaar zal bijvoorbeeld de training

‘Kindermishandeling bespreekbaar maken metmigrantenouders' worden gegeven.Kinderpostzegels en Skanfonds financierendeze activiteiten.

allochtoon en kanker in de huisartsenpraktijk

● Allochtone patiënten hebben doorculturele verschillen dikwijls andere op-

vattingen over ziekte, gezondheid en gezond-heidszorg. Binnen veel culturen wordt het

>>> pharos-nieuws

● Sociaaleconomische gezondheids-verschillen (segv’s) zijn terug op de

landelijke politieke agenda. De verwachtingis dat het ministerie van vws dit onderwerpmee zal nemen in het Nationaal ProgrammaPreventie, dat eind maart naar de TweedeKamer gaat. De gezondheidsverschillen nemen niet af.Laagopgeleiden hebben zo’n zestien mindergezonde levensjaren dan hoogopgeleiden enleven zo’n zeven jaar korter. Het is niet voor het eerst dat er nagedachtwordt over landelijk beleid rondom de so-ciaaleconomische gezondheidsverschillen.Vanaf de negentiger jaren is er regelmatigaandacht voor geweest in dit land. Maar delaatste jaren was het onderwerp van de poli-tieke agenda verdwenen. Lokaal echter niet!Daar bleven veel zorgverleners in krachtwij-ken, al dan niet gesteund door hun gemeente,inspirerende initiatieven nemen om met wijk-bewoners na te gaan hoe zij hun gezondheidzelf konden verbeteren. Voor een deel metaantoonbaar effect. Overgewicht liep in som-mige wijken terug, voedingsgewoonten vaneen deel van de bewoners verbeterden, men-sen gingen meer bewegen en kregen zelf meergrip op hun gezondheid. Ook uit het buiten-land (onder andere de vs, Engeland, België enCanada) kennen we succesvolle en effectieveinterventies voor deze groepen, bijvoorbeeldrondom de preventie van diabetes. Professionals horen we nogal eens zeggen dater geen interventies zijn die effectief zijn voorgroepen met een lage ses (sociaaleconomi-sche status). Dat klopt dus niet. We zouden ernog veel meer willen hebben, maar er is alaardig wat bekend over wat de werkzame ele-menten zijn. Een van de kenmerken van suc-ces blijkt: intensief samen met bewoners/pa-tiënten nagaan wat in hùn situatie werkt, wathen helpt de regie over hun gezondheid meerin eigen hand te krijgen. Het gaat hierbij dusniet om ‘one size fits all’- interventies, maar

interventies afgestemd op de persoonlijke encollectieve omstandigheden van mensen. Eendergelijke aanpak vraagt extra tijd en aan-dacht van professionals. Zaken die ook in definanciering meegenomen moeten worden.Populatiegerichte bekostiging zou daarin eenenorme stimulans zijn. We weten allemaal dat een deel van de ver-schillen veroorzaakt worden door andere za-ken dan we in de gezondheidszorg kunnentackelen. Zaken als: opleiding, werk, woon-omstandigheden en de impact van migratie.Daarom is in veel wijken voor een brede, inter-sectorale aanpak gekozen. Stimuleren om eenopleiding te doen, werk te vinden en schuldente saneren, gaan daar hand in hand met ge-zondheidsbevorderende activiteiten. Omdeze brede aanpakken duurzaam te laten zijn,is het belangrijk dat gemeenten en verzeke-raars samen hiervoor goede voorwaardencreëren. We kunnen de gezondheidsverschillen in onsland niet helemaal terugdringen, maar wekunnen er wel iets aan doen, is gebleken. Hoemeer we ons laten inspireren door de succes-volle lokale aanpakken en deze op bredeschaal inzetten, des te meer zal dat lonen.

Monica van BerkumDirecteur Pharos

gezondheidsverschillen: kunnen we er wat aan doen?

illu

str

ati

e: s

tud

io c

asp

er k

laa

sse

foto

: g

oed

ele

mo

nn

ens

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 3

Page 4: Phaxx 1/2013

bijvoorbeeld niet wenselijk geacht openlijkte spreken over ernstige ziekten. Dit komtvoort uit het idee dat je mensen met een zeerernstige ziekte niet wilt belasten door eroverte praten. Dit maakt het werk voor huisartsenin wijken met grote migrantengroepen lastig.Goede communicatie over het onderwerpdraagt uiteindelijk bij aan meer vertrouwen eneen beter ervaren zorg.Samen met kwf Kankerbestrijding zal Pharosmateriaal ontwikkelen om huisartsen in huncommunicatie met migranten en patiënten metlage gezondheidsvaardigheden te ondersteu-nen. Het project ‘Allochtoon en Kanker in deHuisartsenpraktijk’ zal resulteren in een dvd eneen aantal internetfilmpjes. De aanpak en in-houd zullen onder andere bepaald worden viaeen expertmeeting en focusgroepgesprekken. Tips en adviezen rondom communicatie metmigranten zijn al te vinden op www.huisarts-migrant.nl.

kanker bespreekbaar maken in marokkaanse en turksegemeenschap

● Kanker is vooral bij veel Marokkanen enTurken nog een taboeonderwerp. De er-

varing leert dat voorlichting via sleutelperso-nen een effectieve manier is om gevoeligeonderwerpen bespreekbaar te maken. Voor-lichting blijkt doeltreffend als deze verdeeld isover meerdere bijeenkomsten, en in een kleinekring van mensen die elkaar kennen, door de-zelfde persoon, gegeven wordt.Met financiële steun van kwf Kankerbestrijdinggaat Pharos een training ontwikkelen om sleu-telpersonen hiervoor op te leiden. Het project‘Meer dan 100 soorten kanker’ heeft tot doel ommigrantenorganisaties te laten beschikken overgoed opgeleide peers (mensen met vergelijkba-re achtergrond, in dit geval migranten) die infor-matie en advies geven over kanker en over eenlange periode inzetbaar zijn. Ook zullen migran-tenorganisaties en reguliere patiëntenorgani-saties meer gaan samenwerken op het gebiedvan informatieverstrekking over kanker.Pharos is verantwoordelijk voor de coördinatieen enkele inhoudelijke aspecten (inventarisa-tie, inhoud voorlichtingen en training). Bij de

opzet van de trainingen zal gebruik worden ge-maakt van elementen uit reeds ontwikkeldemethodieken van nfk (Nederlandse Federatievan Kankerpatiëntenorganisaties), Borstkan-kervereniging Nederland, kwf Kankerbestrij-ding, nigz, Stiom, stichting Mammarosa enStichting Allochtonen en Kanker.

werkboek psychosocialebegeleiding bij hervestigdevluchtelingen

● Sinds juli 2011 gaan hervestigde vluchte-lingen (voorheen: uitgenodigde vluchte-

lingen) meteen na aankomst naar de gemeen-te waar ze komen te wonen. Een nieuwe startmaken in een nieuw land is geen sinecure. Re-gelmatig worden begeleiders van Vluchtelin-genWerk geconfronteerd met psychosociale-en opvoedingsproblemen van deze vluchtelin-gen. Pharos schreef in opdracht van Vluchte-lingenWerk Nederland de publicatie Gun onsde tijd… Werkboek psychosociale begeleidingbij hervestigde vluchtelingen. Hervestiging heeft tot doel vluchtelingen te hel-pen van wie het leven, de veiligheid of de men-senrechten in gevaar zijn in de landen waarnaarze in eerste instantie gevlucht zijn. Hervestigingis ook een duurzame oplossing, omdat landenelkaar zo helpen om de lasten van de opvangvan vluchtelingen te verdelen. Het merendeelvan mensen die hun land ontvluchten wordt im-mers opgevangen in de buurlanden. Sinds 2010 komen hervestigde vluchtelingenmeteen na aankomst in Nederland in hun nieu-we woonplaats terecht. Voorheen werden dezevluchtelingen een tijd lang in de centrale op-vang van het coa opgevangen. Tegenwoordigis het meestal de verantwoordelijkheid van delokale begeleiders van VluchtingenWerk omhervestigde vluchtelingen op te vangen en tebegeleiden zodra ze in hun gemeente arrive-ren. Dit werkboek is bedoeld voor begeleidersvan hervestigde vluchtelingen die tijdens hunwerk met deze vluchtelingen geconfronteerdworden met psychosociale problemen. Gun ons de tijd… Werkboek psychosocialebegeleiding bij hervestigde vluchtelingen Evert Bloemen, Erick Vloeberghs, 2013.Gratis te downloaden via www.pharos.nl

| 4 | p h a x x nummer 1 . 1 3

niet gek maar dement

foto

: ee

lco

go

rte

r

+ Het aantal ouderen met dementie zalde komende jaren flink stijgen. De

kans op dementie wordt groter naarmate deleeftijd vordert. Dit geldt zowel voor oude-ren met een migranten achtergrond alsautochtone ouderen. Binnen migranten-groepen is er echter minder bekend over de-mentie als ziekte. Dat iemand niet ‘gek’ is maar dement, is noglang niet overal doorgedrongen. Dit maakthet omgaan met dementie binnen deze groe-pen extra moeizaam. Senior projectleider bijPharos, Nies van Grondelle, sprak in het ka-der van haar project met Turkse, Marokkaan-se en Surinaamse mantelzorgers van demen-terende familieleden. In haar artikel in dezePhaxx Je bent twee maal kind en eenmaal vol-wassen doet zij verslag van haar bevindin-gen. Zelf werd ik vooral getroffen door wat iklas over de enorme inzet van deze mantelzor-gers en hun wens om de patiënt zolang mo-gelijk thuis te verplegen. Zelfs als ze hierbijtegen hun eigen grenzen aanlopen. Dit laat-ste mede door onbekendheid met mogelijk-heden tot ondersteuning zoals bijvoorbeeldde Alzheimer theehuizen die op verschillendeplaatsen in Nederland zijn gestart. Door on-wetendheid over de ziekte kunnen schaamte-gevoelens welig tieren. Zowel bij de patiënt

als de rest van de familie. Soms wordt er he-lemaal niet over gepraat uit angst voor rod-dels. Al gauw ontstaat het beeld dat iemand‘gek’ is en dat wil de familie kost wat het kostvermijden. Door dit vermijdende gedrag ligtisolement op de loer. Zowel voor de patiëntzelf als de familie. Gelukkig dat kennis overdementie ook steeds meer migrantengroe-pen bereikt. Door kennis ontstaat immers hetbegrip dat omgaan met de dementerendeiets lichter maakt. Broodnodig. Want het is alzwaar genoeg.

Claudia BiegelHoofdredacteur Phaxx

>>> pharos-nieuws

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 4

Page 5: Phaxx 1/2013

et aantal oudere migranten met dementie zalde komende jaren flink stijgen. Van 13.750 in2010 tot 30.750 in 2020 (zie kader Achter-grondcijfers). Van alle ouderen met dementie

krijgt 70 procent thuis verzorging. Bij migranten ligt ditpercentage hoger, namelijk 99 procent. Uit verschillen-de onderzoeken blijkt dat het verzorgen van iemandmet dementie een zware belasting is. Zo’n 82 procentvan de mantelzorgers voelt zich overbelast of loopt risi-co op overbelasting. Zorg bij dementie betekent 24 uur

per dag, 7 dagen per week zorg verlenen. Zorg die, hoe-wel geleidelijk, in zwaarte toeneemt. De belasting vanmantelzorgers met een migrantenachtergrond is door-gaans groter dan van autochtonen. Een aantal factorenzijn hiervoor verantwoordelijk zoals onbekendheid metdementie, hoge eisen uit de omgeving en beperkt ge-bruik van zorg- en welzijnsvoorzieningen.

In het onderzoek van Pharos zijn focusgroepge-sprekken gehouden met Turkse, Marokkaanse en cre-ools-Surinaamse mantelzorgers (zie kader Het on-

‘je bent tweemaal kind en eenmaal volwassen’Dementie doet groot beroep op mantelzorger

foto

: a

rie

kie

vit

/hh

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 5 |

� Dagverzorging kan

dienen als bron van in-

formatie en lotgenoten-

contact. nb: De perso-

nen afgebeeld op deze

foto zijn geen demen-

tiepatiënten.

n i e s v an g rond e l l e – Eind 2012 heeft Pharos onderzoek gedaan naar de situatie van migrantenmantelzorgers die zich

inzetten voor familie of vrienden met dementie. Hoe ervaren zij hun mantelzorgtaken en hoe kunnen zorgprofessionals en

organisaties hen ondersteunen?

h

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 5

Page 6: Phaxx 1/2013

derzoek). Onbekendheid met dementie blijkt onderalle drie deze groepen een veelvoorkomend verschijn-sel. ‘Er zijn mensen die denken dat iemand gek geworden is.Geestelijk niet meer in orde is (…). Zij denken niet dat ie-mand ziek is en vergeetachtig, maar bestempelen diegeneals gek.’ (Marokkaanse mantelzorger)

Deze onbekendheid heeft onder andere tot gevolg datde gang naar de huisarts niet zo vanzelfsprekend is.Ook niet als zich problemen voordoen. En als dit welgebeurt, gaat het consult meestal over fysieke klachtenen niet over het veranderende gedrag. Hierdoor valt dediagnose dementie pas in een laat stadium. Met als ge-volg dat ook de ondersteuning pas laat kan starten.

negatieve reactiesEen groot aantal mantelzorgers uit de focusgroepenstuit op negatieve reacties wanneer professionele hulpwordt ingeschakeld. ‘Toen mijn vader in de dagzorg werd opgenomen, hebbensommige mensen het contact verbroken. Zo erg was het (…).Sommige familieleden van mij zijn, toen mijn vader over-leed, met opzet mij niet komen condoleren, omdat ik ervoorgezorgd had dat mijn vader in een verzorgingshuis geplaatstwerd.’ (Turkse mantelzorger)

Ook de patiënt zelf kan het inschakelen van professio-nele hulp als negatief ervaren.‘Ik adviseerde hem om gebruik te maken van verschillendedoctoren en een psycholoog, maar hij weigerde iedere keer(…). Ik ben niet gek, zei hij, ik ga niet naar een gekkendok-ter.’ (Turkse mantelzorger)

tot het uitersteDe meeste Turkse en Marokkaanse respondenten me-nen dat je tot het uiterste moet gaan alvorens hulp ‘vanbuiten’ in te schakelen. Voor een aantal ligt de grenszelfs bij: ‘Als ik dood ben.’

Bovendien denken veel mantelzorgers dat goeddoen in dit leven leidt tot beloning in het hiernamaals. ‘Mijn geloof, maar ook de cultuur van het Zuidoosten vanTurkije verwacht dit van mij. Wij kennen niet het fenomeendat wij onze ouders in een bejaardenhuis plaatsen. Oudersblijven tot de dood bij ons, je dient zorg te verlenen. Natuur-lijk zul je hierdoor vermoeid raken (…). Als je echt geduldhebt zal Allah jou hiervoor belonen.’ (Turkse mantelzorger)

Aan de andere kant leeft onder mantelzorgers ook hetidee dat je verplicht bent hulp in te schakelen zodra jeziet dat het mis gaat. Bijvoorbeeld wanneer de zieke 24uur per dag zorg en verpleging nodig heeft. Enkelemantelzorgers stellen dat er ook vanuit het geloof eengrens is. ‘Het geloof zegt wel: zorg voor je ouders en je familie. Maaruit mijn eigen ervaring kan ik zeggen: als je het niet aankan,kijkt God naar jouw intenties. Bij mij kon mijn lichaam hetniet langer aan.’ (Marokkaanse mantelzorger)

Evenals de Turkse en Marokkaanse mantelzorgers ziende Surinaamse deelnemers van de focusgroep het alshun plicht om voor familieleden te zorgen als zij lijdenaan dementie. Ruim de helft van de Surinaamse man-

telzorgers maakt echter wel gebruik van verschillendevormen van professionele hulp, bijvoorbeeld de thuis-zorg, dagverzorging of een verzorgingshuis. Dat oude-ren ‘kindsi’ (kinds) kunnen worden is meer algemeengeaccepteerd. Surinaamse deelneemsters omschrevendit als volgt: ‘Je bent in je leven tweemaal kind en een-maal volwassen.’

Als professionele zorg noodzakelijk wordt, zeggende Turkse en Marokkaanse mantelzorgers daarentegendat thuiszorg voor hen (bijna) de enige optie is. Zorgaan huis werkt zowel voor de patiënt als de mantelzor-ger geruststellend. Omdat de mantelzorger in de buurtblijft, houdt deze de controle en het zicht op wat erthuis gebeurt. De Surinaamse mantelzorgers stellen ophun beurt dat ouderen het vaak vervelend vinden als ereen vreemde in huis komt. Zij maken daarom liever ge-bruik van dagverzorging.

Intramurale opname stuit binnen de Turkse en Ma-rokkaanse gemeenschap op grote bezwaren. De erva-ringen hiermee zijn niet goed. De zorg zou onder demaat zijn, niet passend en de zorgverleners zouden teweinig aandacht en tijd besteden aan patiënten. Ditbeeld bijstellen is niet gemakkelijk. Toch zien enkeleSurinaamse en Marokkaanse mantelzorgers een kente-ring in de meningsvorming over intramurale zorg. Hetzou langzamerhand meer geaccepteerd worden. Ookomdat het zorgaanbod tegenwoordig beter aansluit bijde behoeften van migranten.

schaamte en isolementVeel mantelzorgers spreken niet openlijk met de ziekeover wat er met hem aan de hand is. Dit heeft voorna-

‘je bent tweemaal kind en eenmaal volwassen’

Meer kennis over dementie kan ertoe bijdragen datmantelzorgers makkelijker ondersteuning vinden

| 6 | p h a x x nummer 1 . 1 3

foto

: p

eter

hil

z/h

h

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 6

Page 7: Phaxx 1/2013

melijk te maken met schaamte bij de patiënt zelf. Hijherkent of erkent de ziekte niet en om frustraties tevoorkomen en hem niet te kwetsen wordt erover ge-zwegen. Het gevaar bestaat dan wel dat zowel de de-menterende oudere als de mantelzorger in een isole-ment raakt. Zeker wanneer het gezin niet met anderenspreekt over de dementie en niet verklaart waarom ie-mand zich ineens ‘vreemd’ of ‘gek’ gedraagt. Zonderuitleg over wat er aan de hand is, ontstaan er al gauwroddels in de gemeenschap. Plus schaamte bij de fami-lie voor het onverklaarde gedrag van de patiënt. Het isniet zozeer dat men zich schaamt over de dementeren-de oudere zelf. Het gaat eerder over de lastige situatiesdie ontstaan door het veranderde gedrag van de oudere,variërend van het stelen van koekjes tot agressie. Meerkennis en informatie over dementie kan ertoe bijdra-gen dat mantelzorgers makkelijker over de ziekte pra-ten, zowel met anderen als met de patiënt zelf. Op dezemanier ontstaat er meer begrip in bredere kring. Metalle positieve gevolgen voor het acceptatieproces van dedementerende van dien.

cultuursensitieve zorgVoor professionele zorgverleners zoals de huisarts,thuiszorgverleners of de ouderenadviseur is het be-langrijk om na te gaan welke opvattingen er binnen eenfamilie heersen over dementie. Zijn de familieleden

bekend met de ziekte? Willen en kunnen ze er in alleopenheid over praten?

Professionele dementiezorg kan een welkome ver-lichting bieden mits deze goed is afgestemd op de be-hoefte van de dementerende en zijn familie. Ook hier iscultuursensitieve zorg geëigend. Hoe ervaren patiënten familie de (beginnende) dementie? Welke positieneemt de mantelzorger in? Een grote familie betekentniet automatisch dat de zorg gelijkelijk over alle fami-lieleden wordt verdeeld. En: binnen één cultuur be-staan verschillende opvattingen, ga dus na wat dezespecifieke familie vindt. Zoals hiervoor al opgemerkt,willen de meeste migrantenmantelzorgers een actieverol houden en betrokken blijven bij de zorg. Ook als erprofessionele hulp is ingeschakeld. Dit geldt zowelvoor thuis- als intramurale zorg. Vrijwel alle mantelzor-gers benoemen dat als essentiële voorwaarde om ‘ande-ren’ toe te laten. Deze insteek vraagt afstemming, inle-ving en tijd om aan elkaar te wennen. Met als resultaat:meer vertrouwen, minder spanning en last but not leastbetere zorg.

meer kennis cruciaalMeer kennis over dementie binnen de verschillendemigrantengemeenschappen in Nederland is wenselijkvoor alle betrokkenen. Het kan immers vroegsignale-ring bevorderen en daarmee tijdige behandeling van depatiënt en ondersteuning van de mantelzorgers. Daar-naast kan meer kennis het steunend vermogen van demigrantengemeenschappen vergroten. Dat wil zeggen:meer begrip kweken en angst reduceren. Informatieblijkt voor de meeste mantelzorgers de basis voor ac-ceptatie en bespreekbaarheid van dementie. Naarmatede ziekte vordert, ontstaat er een groeiende behoefteaan advies over omgaan met de dementerende oudere.Daarnaast ook aan informatie over het ziekteverloop oplangere termijn. Kennis is dus cruciaal, in alle stadiavan de ziekte. Hier dient breed op ingezet te worden.Zo kunnen professionele zorgverleners uit de eerstelijn (huisarts, thuiszorg, ouderenadviseur, etc.) patiën-ten en mantelzorgers basisinformatie geven en wijzenop speciale voorlichtingsbijeenkomsten. Ook zelforga-nisaties, moskeeën of het ouderenwerk kunnen voor-lichtingsbijeenkomsten organiseren.

Speciale voorlichtingsprogramma’s over migrantenen dementie zijn verkrijgbaar bij organisaties als Alz-heimer Nederland, noom (Netwerk van Organisatiesvan Oudere Migranten) en Pluspunt Rotterdam. Ookde dagverzorging kan dienen als bron van informatieen daarnaast lotgenotencontact bieden. Veel Surinaam-se mantelzorgers maken gebruik van het internet. Ma-rokkaanse mantelzorgers zouden juist graag een ‘fysie-ke hulpplek’ hebben waar ze terecht kunnen voorinformatie en ondersteuning. Een mogelijkheid daar-toe vormen de Alzheimer theehuizen die inmiddels opzes plaatsen in Nederland zijn gestart, of de mantel-zorgsteunpunten.

Door langs verschillende kanalen informatie aan tebieden, zullen migranten meer bekend raken met de-mentie. Dat zal de openheid over dementie en supportaan mantelzorgers bevorderen.

Nies van Grondelle is senior projectleider bij Pharos.

het onderzoek

Zorgen voor je ouders is een manier van leven is een onderzoek onder mantelzor-gers van Turkse, Marokkaanse en creools-Surinaamse ouderen met dementie. Detien Turkse en twaalf Marokkaanse mantelzorgers waren verdeeld in twee focus-groepen per etnische groep, een in de Nederlandse taal en een in de eigen taal. Inde drie Surinaamse groepen (met acht deelnemers in totaal) werd Nederlands ge-sproken. De topiclijst is afgestemd met het lopende onderzoek naar het voorlich-tingsprogramma ‘Weten over vergeten’ van Alzheimer Nederland, uitgevoerd doorNienke van Wezel. De uitkomsten van het Pharos-onderzoek zullen daarin wordenverwerkt.Zorgen voor je ouders is een manier van leven. Een kwalitatief onderzoek ondermantelzorgers van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen met dementieM.M. Hootzen, N. Rozema & N.J. van Grondelle – Pharos, 2012.Dit onderzoek is te downloaden via www.pharos.nl.

achtergrondcijfers

2010 2020Totaal aantal mensen met dementie 235.000 292.000Niet-westers allochtoon 13.750 30.750Turkse Nederlanders 2.800 6.276Marokkaanse Nederlanders 2.534 5.990Surinaamse Nederlanders 4.387 8.338

Bron: M. Willemse & N. van Wezel, Dementie bij oudere migranten. Denkbeeld, oktober 2011.

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 7 |

Onbekendheid met dementie heeft tot gevolg datde gang naar de huisarts niet vanzelfsprekend is

� Zo’n 82 procent van

de mantelzorgers voelt

zich overbelast of loopt

risico op overbelasting.

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 7

Page 8: Phaxx 1/2013

ls verloskundige heeft de uit Somalië ge-vluchte Khadija Ali (43) de meest ingewikkel-de bevallingen begeleid van vrouwen die alsmeisje zijn besneden. ‘Die vrouwen moesten

heftige ingrepen ondergaan, vaak in situaties waargeen goede medische zorg was.’ Maar ook na hun be-vallingen kampen veel vrouwen tot op hoge leeftijd meternstige problemen als gevolg van de besnijdenis: in-fecties, vergroeiingen, problemen met plassen, en sek-suologische en psychische klachten.

Ali is ruim acht jaar als getrainde ‘sleutelpersoon’ ac-tief binnen de Somalische gemeenschap in Nederland.Ze geeft voorlichting over vrouwelijke genitale vermin-king (vgv) en sprak erover met honderden vrouwen.‘Veel vrouwen durven geen hulp te zoeken voor hunklachten, omdat ze zich schamen of omdat ze bang zijneen mannelijke arts te treffen. Zij hebben echt specifie-

ke zorg nodig.’ Khadija Ali heeft zelf als meisje gelukgehad met de kennis die haar moeder – eveneens ver-loskundige – had over de consequenties van meisjesbe-snijdenis. ‘Zij wist wat voor ellende een besnijdenis te-weegbrengt. Maar onder druk van de gemeenschapheeft ze mij wel laten besnijden. Het bleef gelukkigheel klein en symbolisch. Hier in Nederland vraag ik devrouwen naar hun klachten en leg ik ze voor: wil je ditjouw dochter ook aandoen?’

proefprojectenDe zorg voor besneden vrouwen is nu, na jarenlangeurgente aandacht voor preventie, meer in beeld geko-

| 8 | p h a x x nummer 1 . 1 3

spreekuren voor besnedenvrouwen van start

GGD Nederland, FSAN en Pharos zetten volgende stap

soma j e h g h a em i n i a – De openlijke strijd tegen vrouwelijke genitale verminking (meisjesbesnijdenis) heeft het taboe om

hierover te spreken doorbroken. Veel vrouwen durven nu ook te vertellen over de dagelijkse gevolgen van hun besnijdenis. Hulp

vragen is echter vaak een stap te ver. ggd Nederland en fsan (Federatie Somalische Associaties Nederland) zetten samen met

Pharos een volgende stap naar passende zorg voor besneden vrouwen.

foto

:ev

elyn

eja

cq/h

ha � Werd in Somalië be-

snijdenis gezien als iets

om trots op te zijn, in

Nederland is het abnor-

maal.

‘Veel vrouwen durven geen hulp te zoeken, omdat ze bang zijn een mannelijke arts te treffen’

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 8

Page 9: Phaxx 1/2013

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 9 |

foto

: ev

elyn

e ja

cq/h

h

men. Dat was hard nodig, merken sleutelfiguren alsKhadija Ali. Want praten over het voorkómen van meis-jesbesnijdenis bij dochters, bracht bij veel vrouwenherinneringen boven aan de traumatische ervaring vanhun eigen besnijdenis. En in het verlengde daarvan deproblemen die ze nog altijd daarvan ondervinden. Ver-der speelt de migratie een rol. Werd in het land van her-komst besneden zijn gezien als iets om trots op te zijn,in Nederland is het abnormaal. Dat conflict draagt bijaan psychische problemen.

Daarom werkt een aantal ggd’en onder coördinatievan ggd Nederland samen met fsan de komendetweeënhalf jaar aan een aantal proefprojecten voor be-sneden vrouwen met klachten. Doel is om deze vrou-wen via speciaal opgezette spreekuren naar de juistezorg toe te leiden. Pharos zal de ervaringen met en re-sultaten van de spreekuren monitoren. Door fsan ge-trainde sleutelpersonen uit de risicogemeenschappengaan besneden vrouwen met klachten wijzen op despreekuren. Speciaal opgeleide hulpverleners staandaar klaar om te achterhalen hoe de vrouwen het bestgeholpen kunnen worden en zullen hen vervolgensdoorverwijzen naar de juiste specialist.

‘De hulpverlener die het spreekuur verzorgt, moetvoldoende kennis hebben van meisjesbesnijdenis, vaninterculturele gesprekstechnieken en van de socialekaart’, licht projectleider Tosca Hummeling van ggdNederland toe. ‘Om uit te vinden hoe we de vrouwen hetbest kunnen helpen, worden in de proefperiode verschil-lende werkwijzen uitgeprobeerd. Daarbij zorgen wevoor voldoende tijd om met de vrouwen te praten’, aldusHummeling. ‘Soms zullen meerdere gesprekken nodigzijn.’ De bedoeling is dat na tweeënhalf jaar de zorg voorbesneden vrouwen organisatorisch en financieel wordtopgenomen in het reguliere zorgaanbod en dat de vrou-wen de weg naar deze zorg dan zelf weten te vinden.

In Den Haag en Tilburg zijn al spreekuren van start ge-gaan. De andere regio’s zijn bezig met de voorbereidin-gen. Er wordt bijvoorbeeld uitgezocht hoe men de huis-artsen bij dit project kan betrekken. ‘In Den Haagwordt de huisarts op de hoogte gesteld als een vrouwhet spreekuur heeft bezocht’, vertelt Hummeling. ‘Alsde verpleegkundige daar merkt dat een huisarts weinigkennis heeft van meisjesbesnijdenis, komt ze in actieen biedt ze de arts extra informatie aan of organiseertze een bijeenkomst over dit onderwerp.’

aandacht voor zorgPharos is al meer dan twintig jaar actief met activiteitenop het gebied van vgv. In 2005 is Pharos aangewezenals het nationale Focal point meisjesbesnijdenis. ‘Van-af die tijd zorgen we onder andere voor informatievoor-ziening en deskundigheidsbevordering bij professio-nals. Toch is het zo dat te weinig hulpverleners genoegafweten van meisjesbesnijdenis’, vertelt Marjan Groef-sema, programmamanager vgv bij Pharos.

‘Met inzet op preventie is al veel bereikt. De laatstejaren besteden we meer aandacht aan de zorg aan vrou-wen die als meisje besneden zijn.’ Daarnaast stimu-leert Pharos opleidingen in de (psychosociale) zorg omstructureel aandacht te besteden aan meisjesbesnijde-nis. Zo heeft de opleiding Verpleegkunde van de Hoge-school Utrecht meisjesbesnijdenis al opgenomen inhet curriculum. ‘We zullen dit uitbreiden naar artsen-opleidingen en opleidingen voor psychosociale en sek-suologische hulpverlening’, aldus Groefsema. In sa-menwerking met fsan, zelforganisaties en ggdNederland onderzoekt Pharos hoe de vrouwen die be-sneden zijn beter kunnen worden bereikt. Naast de in-zet van de sleutelpersonen kijken de organisaties naarhet ontwikkelen van nieuwe laagdrempelige folders enspotjes op de lokale radio en televisie. ‘En we oriënterenons ook op digitale informatievoorziening zoals websi-tes’, voegt Groefsema toe.

gemeenschap onmisbaarNiet alleen de vrouwen, ook de mannen moeten wor-den voorgelicht, benadrukt Zahra Naleie, senior pro-grammamanager vgv bij fsan. Sinds 2006 staat ze aanhet hoofd van een succesvol preventieprogramma.‘Meisjesbesnijdenis is niet alleen een vrouwenpro-bleem, maar een probleem van de hele gemeenschap.Ook als het gaat om nazorg. De man heeft een belang-rijke rol in het gezin, ook hij moet goede informatiehebben. Daarom trainen wij mannelijke sleutelfigurendie in gesprek gaan met de mannen in de Afrikaansegemeenschappen.’

De gemeenschappen zelf zijn er klaar voor, denktNaleie. ‘Vijftien jaar geleden was het onderwerp meis-jesbesnijdenis nog een taboe. Door intensieve campag-nes, kennisvergroting van het onderwerp en samen-werking met vooral de ggd’en in verschillende steden,asielzoekerscentra en Pharos is veel bereikt. Erover pra-ten is een begin. We zijn toe aan de volgende stap: vrou-wen bewust maken van het feit dat veel klachten sa-menhangen met de besnijdenis en ervoor zorgen dat zetevreden zijn over de hulp die ze krijgen.’

Somajeh Ghaeminia is journalist en tekstschrijver.

In Nederland wonen bijna 70.000 vrouwen die afkomstig zijn uit een land waar vgvvoorkomt. Niet al deze vrouwen zijn besneden. Het percentage besneden vrouwenvarieert ook in de landen van herkomst. Degelijk onderbouwd en compleet onder-zoek naar de kwantitatieve omvang van vgv ontbrak. In 2012 heeft Pharos in sa-menwerking met het Erasmus Medisch Centrum en met subsidie van het ministe-rie van vws onderzoek uitgevoerd naar de situatievan vgv in Nederland. Hoeveel meisjes en vrouwenwonen in Nederland die mogelijk besneden zijn enhoe groot is de kans dat meisjes in Nederland be-sneden worden? De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs in Lei-den gepresenteerd op 6 februari, Zero ToleranceDay 2013. Zie ook de rubriek Academisch Kwartier(p. 19) onder Verslag bijeenkomsten. Female Genital Mutilation in the Netherlands. Pre-valence, incidence and determinants M. Exterkate –Ministerie van vws/Pharos, 2013.Het rapport is te downloaden via www.pharos.nl.

vgv in nederland

‘Meisjesbesnijdenis is niet alleen een probleemvan vrouwen maar van de hele gemeenschap’

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 9

Page 10: Phaxx 1/2013

| 1 0 | p h a x x nummer 1 . 1 3

p de Nederlandse basisscholen zitten iederjaar ongeveer 10.000 leerlingen die nieuwzijn in Nederland. Het gaat met name omasielzoekerskinderen, kinderen uit Oost- en

Midden-Europese landen, of kinderen die in het kadervan gezinsvorming of gezinshereniging naar Neder-land zijn gekomen. Hoewel deze kinderen over het alge-meen veerkrachtig en sociaal zijn, blijkt uit onderzoekdat zij in vergelijking met andere kinderen in Neder-land minder sterk in hun schoenen staan. Dat maakthen extra kwetsbaar voor pesten en misbruik. Boven-dien levert het bestaan in Nederland hun ouders vaakveel stress op. Bijvoorbeeld omdat ze in de asielproce-

dure zitten of moeten wennen aan allerlei nieuwe om-standigheden. Kinderen van gestreste ouders lopenmeer kans op mishandeling dan andere kinderen. Devraag is wat we hiertegen kunnen doen.

kom op voor jezelfMet een weerbaarheidsprogramma of weerbaarheids-training leren kinderen voor zichzelf opkomen en be-dreigende situaties het hoofd te bieden. Kinderen wor-den weerbaarder tegen sociale druk, pestgedrag en(seksueel) misbruik door volwassenen en andere kinde-ren.

Een van de bekendste en meest effectieve weerbaar-

nieuw én weerbaar in nederland

Ondersteuning voor kinderen die pas in Nederland zi jn

b r am t uk – Kinderen die nieuw aankomen in Nederland, vormen de eerste jaren een kwetsbare groep. Ze leren meestal

snel Nederlands, maar heimwee, het wennen aan Nederland en het missen van vriendjes en familieleden maken hen

kwetsbaar. Ze zijn vaak onvoldoende weerbaar en kunnen daardoor eerder te maken krijgen met pesten en misbruik. Weer-

baarheidstrainingen kunnen kinderen steviger maken. Maar zijn die trainingen wel geschikt voor deze groep kinderen?

foto

: r

ozi

ng

h/h

o � Weerbaarheidstrai-

ningen leren kinderen

voor zichzelf opkomen

en bedreigende situ-

aties het hoofd te bie-

den.

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 10

Page 11: Phaxx 1/2013

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 1 1 |

heidstrainingen zijn de Marietje Kessels Projecten,ontwikkeld in Tilburg. Door groepsgesprekken, fysieke(zelfverdedigings)oefeningen, rollenspellen en op-drachten leren kinderen situaties van machtsmisbruikte herkennen en zich weerbaar op te stellen.

Een variant van de Marietje Kessels Projecten, ‘Komop voor jezelf’, is de weerbaarheidstraining die doorgg&gd Utrecht wordt aangeboden. In deze training le-ren kinderen op een passende manier voor zichzelf opte komen met respect voor de ander. De lessen wordenonder schooltijd gegeven aan leerlingen van groep 7 of 8van de basisschool. De meisjes en jongens worden intwee groepen gesplitst. Bij de lessen is een leerkrachtvan de school aanwezig. In alle lessen en lesonderdelenzitten drie aspecten: denken én voelen én handelen. Delesonderdelen bestaan uit groepsgesprekken, fysieke(zelfverdedigings)oefeningen, rollenspellen, vertrou-wens- en samenwerkingsspelletjes en een (huis)werk-schrift. Ongeveer halverwege de training is er een ou-deravond en de training wordt afgesloten met eenexamenles.

de pilotHoewel ‘Kom op voor jezelf’ al langere tijd wordt gege-ven op Utrechtse basisscholen, was niet bekend of detraining ook bruikbaar is voor jonge nieuwkomers. Hetgaat hier om kinderen die beperkt Nederlands sprekenen verschillende culturele achtergronden hebben.Daarom is de training uitgeprobeerd op taalschool HetMozaïek in Utrecht in een klas met kinderen die maxi-maal twee jaar in Nederland zijn. De bedoeling was omna te gaan of deze nieuwkomers in vergelijking met an-dere leerlingen even veel baat hebben bij deze weer-baarheidstraining. Een tweede vraag luidde: zijn eraanpassingen nodig en zo ja, welke? Op basis van ob-servaties en evaluaties met de trainers en leerkrachtenkwamen de volgende leerpunten naar voren: • Tijdens de lessen bleek dat er onderwerpen zijn waarnieuwkomers minder vanaf weten. Bijvoorbeeld dat

kinderen slachtoffer kunnen worden van seksueel mis-bruik. • Omdat deze leerlingen in vergelijking tot veel Neder-landse kinderen kwetsbaarder zijn, is het – ook volgensde betrokken leerkrachten – des te belangrijker dat zijleren praten over onderwerpen als kindermishandelingen seksuele intimidatie. • De leerlingen gingen, op een enkel moment na, metveel interesse in op de vaste onderwerpen. Ook de fysie-ke oefeningen sloegen erg aan. Het hoogtepunt was hetdoorslaan van een plankje tijdens de examenles. • Een weerbaarheidstraining als ‘Kom op voor jezelf’vraagt een behoorlijke beheersing van het Nederlands.Maar een eenvoudiger variant maken draagt het risicoin zich dat het ten koste gaat van de effectiviteit. • Trainers en leerkrachten zullen intensiever dan algebruikelijk bij dit soort trainingen moeten samenwer-ken om te zorgen dat de leerlingen alle onderdelengoed begrijpen. En dat de training vergelijkbare effec-ten heeft als bij andere kinderen die dergelijke trainin-gen volgen. Leerkrachten kunnen bijvoorbeeld onder-werpen voorbespreken zodat kinderen zich nieuwetermen alvast eigen kunnen maken. • Weerbaarheidstrainingen gaan uit van de betrok-kenheid van ouders in de vorm van aanwezigheid bijeen informatieavond en het examen. In Utrecht gingdat niet goed genoeg. Bij de evaluatie zijn aanbevelin-gen gedaan om de opkomst de volgende keer te verbete-ren: doe extra je best om ouders te betrekken, en begindaar al mee voordat de training begint. Zorg er bijvoor-beeld voor dat ouders een beeld hebben van een weer-baarheidstraining door plaatjes van een vorige trainingin een folder of schoolgids op te nemen. • Bespreek vooral ook met de leerlingen hoe de trainingthuis ‘valt’ en stimuleer ze om er thuis over te vertellen.Door daarnaar te blijven vragen, krijgen trainers en leer-krachten een beeld van de betrokkenheid van de ouders.

beheersing taal doorslaggevendDe belangrijkste les uit de pilot is dat het draagvlak opde school erg belangrijk is. Dat houdt veel meer in dantijd en lokalen beschikbaar stellen. Vertrouwen hebbenin elkaar, leerkrachten die enthousiast aan de trainingmeedoen en feedback geven zijn belangrijke aspecten.Op scholen voor nieuwkomers hebben de medewer-kers veel aandacht voor de sociaal-emotionele achter-gronden van de leerlingen, waardoor goede samenwer-king tussen trainers en leerkrachten in potentiemogelijk is.

De verwachting bij dit soort trainingen met veel fy-sieke oefeningen is vaak dat ze goed bruikbaar zijn voorkinderen die nog beperkt Nederlands spreken. Die ver-wachting bleek onterecht. Ondanks de nadruk op non-verbale elementen, was er extra tijd nodig om de lessengoed te kunnen begrijpen. Trainers en leerkrachtenwaren daar heel duidelijk over. Een stevige beheersingvan de taal bleek ook voor deze training noodzakelijk.

Samengevat zijn weerbaarheidstrainingen zoals‘Kom op voor jezelf’ zeker bruikbaar voor nieuwko-mers, mits zij voldoende Nederlands spreken.

Bram Tuk is senior adviseur/preventiefunctionaris bijPharos.

weerbaarheidstrainingen voor kinderen

Weerbaarheidstrainingen voor kinderen die nieuwin Nederland zijn B. Tuk – Pharos, 2012. Dezepublicatie is te downloaden via www.pharos.nl.Pharos heeft, gefinancierd door Kinderpostzegelsen Skanfonds, een aantal projecten uitgevoerd enbeschreven die als doel hebben de kans op kinder-mishandeling van asielzoekerskinderen te verklei-nen. Dit boekje over weerbaarheidstrainingen voorjonge nieuwkomers maakt hier deel van uit. Het isgebaseerd op de uitvoering van de weerbaarheids-training ‘Kom op voor jezelf’ op de taalschool HetMozaïek in Utrecht door twee trainers van de gg&gdUtrecht in het schooljaar 2011-2012.Deze publicatie biedt weerbaarheidsdocenten veel achtergrondinformatie en prak-tische tips voor trainingen aan nieuwkomers. De beschrijving van de lessen met bij-voorbeeld de reacties van de kinderen maken de beschrijving compleet. Medewer-kers van scholen met nieuwkomers kunnen de publicatie gebruiken als zij eentraining voorbereiden of aanwezig zijn bij deze trainingen.

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 11

Page 12: Phaxx 1/2013

| 1 2 | p h a x x nummer 1 . 1 3

oel van de studiereis was enerzijds om zorg-verleners bewust te maken van de invloed vancultuur op ziekte en gezondheid. Anderzijdswas de reis bedoeld om nader zicht te krijgen

op de overeenkomsten en verschillen in de gezond-heidszorg in Marokko en Nederland. Centraal stondomgaan met diabetes, kanker en psychiatrische proble-matiek. Tijdens conferenties, workshops en werkbe-zoeken aan gezondheidszorginstellingen vonden velegesprekken plaats tussen Marokkaanse en Nederland-se zorgverleners. Dit leverde niet alleen kennis op overde genoemde aandoeningen maar ook meer zicht op degezondheidssituatie en leefwijze in Noordoost-Marok-ko, het Rifgebergte. Uit dit gebied komt ruim 79 pro-cent van de Marokkaanse Nederlanders. Marokko kentdrie soorten gezondheidszorginstellingen: (1) door deoverheid gefinancierde zorg, (2) privaat gefinancierdezorg, en (3) speciale instellingen waarmee Nederlandsezorgverzekeraars samenwerken. Vanwege de beperktelengte van dit artikel beschrijven we maar enkele ver-schillen en overeenkomsten met de zorg in Nederland.Deze zijn uit de praktijk verkregen en slechts geba-seerd op de door ons bezochte, door de overheid gefi-nancierde zorginstellingen in Noordoost-Marokko.

overeenkomstenMensen overtuigen van het belang van een gezondeleefstijl is in Marokko niet makkelijker dan in Neder-land. ‘Ik doe het huishouden, dat is toch al bewegen’, iseen vaak gehoorde uitspraak. Ook al speelt er geen taal-probleem, elkaar verstaan is iets anders dan elkaar be-grijpen. Veel diabetespatiënten kampen met overge-wicht, met name de vrouwen. Artsen werkzaam inMarokkaanse gezondheidscentra proberen hun patiën-ten duidelijk te maken dat ze hun eetgewoonten en be-weegpatroon moeten aanpassen. In de praktijk blijktdit vaak lastig voor de patiënten.

Een van de artsen geeft aan dat groepsvoorlichtinggeorganiseerd door intermediairs die eenzelfde sociaal-economische status hebben als de patiënten, beterwerkt dan voorlichting door een arts. Effectief blijkt ook

het verstrekken van medicijnen in het gezondheidscen-trum: ‘Je moet patiënten laten inzien dat ze wat krijgenals ze op controle komen, bijvoorbeeld gratis medicatie,dan komen ze wel.’

therapietrouwDe diabeteszorg blijkt in Marokko niet wezenlijk an-ders georganiseerd te zijn dan in Nederland. Patiëntengaan eerst naar een arts, bijvoorbeeld in een gezond-

impressies gezondheids-zorg in noord-marokkoOvereenkomsten en verschillen met de Nederlandse zorg

h e s t e r v an bomme l , manon s to ckmann – Zorgverleners geven dikwijls aan moeite te hebben met het verlenen van

adequate zorg aan Marokkaanse Nederlanders met aandoeningen als diabetes of kanker, of met psychiatrische problemen.

Op zoek naar meer achtergrondinformatie en advies om het zorgaanbod beter op hen te laten aansluiten, vertrok eind 2012

een groep huisartsen, praktijkondersteuners, tolken en medewerkers van Pharos naar Noordoost-Marokko.

d

enkele cijfers uit de praktijk

• Marokko heeft ongeveer 37 miljoen inwoners. Daarvan wonen 23 miljoen mensenin steden en 14 miljoen op het platteland.

• De gezondheidszorg in Marokko is verdeeld in de publieke en private sector.Mensen die een ziektekostenverzekering hebben kunnen gebruikmaken van deprivé-instellingen. Mensen die geen verzekering hebben maken gebruik van deoverheidsinstellingen, de zogenoemde staatsziekenhuizen/zorginstellingen.Zorg is voor lang niet iedereen goed bereikbaar: 27 procent van de bevolkingmoet meer dan 20 km reizen naar de dichtstbijzijnde instelling.

• In 2012 is de Ramed (Régime d'assistance médicale) ingevoerd, een zorgverzeke-ring voor de allerarmsten. Zij krijgen hiermee gratis medicatie en zorg in over-heidsinstellingen. Mensen zonder verzekering moeten de medicijnen zelf beta-len. Ongeveer 8,5 miljoen inwoners van Marokko komen voor de Ramed inaanmerking.

• In het Rifgebied is 67 procent van de vrouwen en 45 procent van de mannen anal-fabeet en gaat 35 procent van de meisjes naar school.

• Naar schatting 2 miljoen mensen hebben diabetes in Marokko, waarvan naarschatting 35 procent zorg krijgt.

• Een van de speerpunten van het Marokkaanse gezondheidsbeleid is het strevenom 50 procent van de diabetespatiënten in zorg te krijgen.

• 61 procent van het medicijnbudget van een gemiddeld lokaal gezondheidscen-trum wordt besteed aan medicatie voor diabetes.

• De levensverwachting van Marokkanen is gestegen van 47 jaar in 1962 naar 71jaar in 2010.

De diabeteszorg in Marokko is niet wezenlijkanders georganiseerd dan in Nederland

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 12

Page 13: Phaxx 1/2013

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 1 3 |

heidscentrum, en zo nodig naar een specialist. Tot slotvolgt registratie in het landelijke diabetesregister; eengroot ‘logboek’ waarin met de hand wordt bijgehoudenwie er diabetes heeft.

Eens per maand komen patiënten naar het gezond-heidscentrum voor hun medicatie. Elke zes maandenvindt er een controle plaats. Desgevraagd blijkt therapie-ontrouw ook in Marokko een bekend verschijnsel tezijn. Dit wordt deels ‘opgelost’ door onverzekerden nade controles gratis medicijnen te geven. Of de medicatiedaadwerkelijk (en volgens de voorschriften) wordt inge-nomen, trekken de Marokkaanse artsen sterk in twijfel.

moeder- en kindzorgDe moeder- en kindzorg is in veel lokale gezondheids-centra goed georganiseerd en krijgt veel aandacht om-dat het een landelijk speerpunt is. De kinderen wordenbijna allemaal gevaccineerd volgens een vast program-ma. In een van de centra die buiten de stad ligt, gaan de

artsen en verpleegkundigen zelfs op huisbezoek om opdie manier alle kinderen te vaccineren. De gegevensvan de kinderen worden, net als in Nederland, bijge-houden in een groeiboekje en -curve.

verschillenTijdens het werkbezoek aan diverse lokale gezond-heidscentra viel op dat er nauwelijks aandacht wordtbesteed aan psychosomatiek. De artsen richten zichvoornamelijk op het somatische aspect en er is weinigtijd om in te gaan op ervaringen van patiënten in deprivésfeer. Artsen in een lokaal gezondheidscentrumzien gemiddeld zo’n honderd patiënten per dag.

Binnen deze setting vallen er nog meer aspecten op,zoals het grote tekort aan medicatie, en tekorten aanmedisch personeel en middelen zoals oordopjes vooreen thermometer. Alleen van chronisch zieken zijn erpatiëntendossiers. Andere patiënten nemen een eigenschrift mee, waarin de arts de diagnose of medicatie op-schrijft. Ook zijn er nauwelijks computers beschikbaarin de centra. Alles gebeurt met pen en papier.

taboe op kankerAlhoewel er nog steeds een taboe rust op de ziekte kan-ker komen er steeds meer oncologiecentra in Marokko.Zo ook in het Rifgebied. Voor mensen die van ver ko-men, zijn er bij de oncologiecentra logeerhuizen metaparte mannen- en vrouwenafdelingen. Deze ontwik-keling wordt gesteund door de vrouw van de Koning,die beschermvrouwe is van de kankerbestrijding. Zo-wel Marokkaanse artsen als familieleden van patiëntenvragen zich steeds vaker af of de patiënt in kwestie nietmoet weten wat hem mankeert. De artsen die wij spra-ken konden geen aantallen geven maar schatten dat 90procent van de kankerpatiënten niet weet welke ziektehij heeft. Er wordt bij kankerpatiënten veelal in bedektetermen over de ziekte gesproken, zoals ‘het is een nareziekte’ of ‘u heeft een ontsteking’. Ondertussen is dediscussie gaande of de patiënt het recht moet hebbenom te weten wat hij mankeert. Zodat hij onder anderetijdig en bewust afscheid kan nemen van zijn naasten.Aan de andere kant speelt de vraag of het niet beter isom met zo min mogelijk zorgen verder te leven. Ook defamilie weet soms niet dat een familielid ernstig ziek is.Als de patiënt dan plotseling overlijdt, kan dit zeer in-grijpend zijn.

palliatieve zorgPalliatieve zorg staat nog in de kinderschoenen inNoordoost-Marokko. Artsen moeten in de praktijk uit-vinden hoe het werkt, aangezien er nog geen scholingbestaat. Vanuit de islam leeft de opvatting dat God hetleven heeft gegeven en ook het leven neemt. Vanuit datperspectief is het niet aan de arts of patiënt om over heteinde te beslissen. Thuiszorg, hospices of verpleeghui-zen bestaan als zodanig niet in Marokko. Palliatievezorg wordt vooral gegeven door iemands naasten en fa-milie, soms met verlichtende pijnmedicatie verstrektdoor een arts.

Hester van Bommel is onderzoeker en projectmedewerkerbij Pharos. Manon Stockmann is programmamanager bijPharos.

foto

’s:

hes

ter

va

n b

om

mel

� Patiënten nemeneen eigen schrift mee,waarin de arts de diag-nose of medicatie op-schrijft. Alles gebeurtmet pen en papier.(onder) Artsen in eenlokaal gezondheids-centrum zien gemid-deld zo’n honderdpatiënten per dag.

Artsen schatten dat 90 procent van de kanker-patiënten niet weet welke ziekte hij heeft

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:19 Pagina 13

Page 14: Phaxx 1/2013

urkse Nederlanders ervaren hun gezondheidgemiddeld als slechter dan autochtone Ne-derlanders. Ze komen vaker bij de huisartsmet lichamelijke klachten waarvoor geen me-

dische oorzaak wordt gevonden. Uit onderzoek is be-kend dat migranten in groten getale te kampen hebbenmet deze zogenoemde SOLK-problematiek. Dit geldtmeer voor vrouwen dan voor mannen. De behandelingvan deze klachten is een moeizaam proces. Vaak zon-der veel resultaat, wat frustrerend is voor zowel arts alspatiënt. Overigens bestaat dit fenomeen niet alleen inNederland maar in meerdere landen. De verklaringvoor deze klachten wordt met name gezocht in het le-ven als migrant en de migratiegeschiedenis. Een com-binatie van deze factoren leidt dikwijls tot een verhoog-de mate van emotionele stress. Een manier om dezestress te uiten is somatisatie: dat wil zeggen psychischeoverbelasting die zich manifesteert in lichamelijke

klachten. Somatisatie is een algemeen bekend ver-schijnsel. Minder bekend is hoe patiënten zelf tegenhun medisch onverklaarbare klachten aankijken. Op-merkelijk, want juist door meer te weten te komen overde patiënt en diens belevingswereld, zouden interven-ties wel eens succesvoller kunnen verlopen.

migratiestressBinnen het betreffende onderzoek zijn semigestructu-reerde interviews gehouden met een tiental Turksevrouwen. Allen kampen al jaren met medisch onver-klaarbare klachten zoals pijn in nek, hoofd of buik. In degesprekken geven de vrouwen aan dat zij zich onderdruk voelen staan. Als belangrijkste stressoren noemen

| 1 4 | p h a x x nummer 1 . 1 3

turkse vrouwen over hunonverklaarde klachten

‘ In Nederland hou je alle s binnen en word je ziek’

mer l i j n v a n s c h a yk , k a r e n hos p e r – Bij migrantengroepen komen Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke

Klachten (solk) vaker voor dan bij autochtone Nederlanders. De behandeling verloopt meestal moeizaam. Medisch antropolo-

ge Merlijn van Schayk sprak met een tiental Turkse vrouwen over hun klachten en ontdekte de wereld die erachter schuilgaat.

foto

:p

eter

hil

z/h

ht � Vrouwen hebben va-

ker dan mannen te

kampen met Somatisch

Onvoldoende verklaar-

de Lichamelijke Klach-

ten.

Interventies succesvoller door meer kennis over patiënten en hun belevingswereld

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 14

Page 15: Phaxx 1/2013

ze: de komst naar Nederland, de omstandigheden waar-onder dit verliep en de gevolgen die dit had voor hun le-ven. Hun migratiegeschiedenis staat in het teken van te-leurstellingen. Familierelaties veranderden en eengroot aantal vrouwen verloor het eigen sociale netwerk.Sommige huwelijken werden heel snel gesloten, metals gevolg dat de vrouwen binnen korte tijd de overstapmaakten van Turkije naar Nederland. Alle vrouwen be-nadrukken dan ook hun gevoel van eenzaamheid.

‘In Turkije zijn anderen belangrijk, belangrijker dan jij bent.Vrouwen eten en drinken altijd met andere vrouwen. Dan pra-ten ze en houden ze dingen niet binnen. Maar dat is erg moei-lijk in Nederland Je kunt niet zo vaak gaan eten en drinkenmet anderen, daarom hou je alles binnen en word je ziek.’

Ondanks dat de Turkse gemeenschap in het oog vanbuitenstaanders een hechte indruk maakt, beleven devrouwen dit niet zo. De sociale controle is sterk. Daar-naast heerst er grote angst voor roddel en het schadenvan de familie-eer. Een andere bron van stress vormthet verlies van de eigen identiteit. Door hun komst naarNederland veranderde de rol van een aantal vrouwen.Zonder familie of sociaal netwerk werden zij erg afhan-kelijk van hun schoonfamilie. Eigen dromen en ideeënvoor de toekomst konden niet meer worden waarge-maakt. Hun afhankelijkheid van onder andere deschoonfamilie zorgde ervoor dat zij het gevoel kregengeen controle meer te hebben over hun leven.

louter lichamelijk Alle betrokken vrouwen hebben zicht op de stressoren inhun leven. Het leggen van verbindingen tussen de licha-melijke klachten en de ervaren spanning is voor een ge-deelte van de vrouwen echter moeilijk. Deze vrouwen er-

varen de oorzaken van hun klachten als louter lichame-lijk. Dat psychische klachten lichamelijke gevolgen kun-nen hebben, begrijpen ze vaak niet. Hun manier van kij-ken naar gezondheid en ziekte valt goed te verklaren opgrond van een aantal onderliggende factoren. Binnen deTurkse gemeenschap rust een taboe op psychische of psy-chiatrische klachten. Stigmatisatie en roddel liggen algauw op de loer. Met als bijkomende angst het schendenvan de familie-eer. Kortom, het uiten van geestelijke noodis voor veel vrouwen niet acceptabel. Een lichamelijkeziekte wordt als een ‘echte’ ziekte gezien. Niet iets waar-voor iemand zich hoeft te schamen. Sterker nog, ziek zijnroept steun en hulpvaardigheid vanuit de omgeving op.Medicatie is het ultieme bewijs naar de buitenwereld toedat er echt iets schort en de patiënt niet gek is.

Een andere achterliggende factor is dat veel Turksevrouwen in Nederland afkomstig zijn uit plattelandsge-bieden. Geestelijke gezondheidszorg was daar afwezigof onderontwikkeld. Voor huwelijksproblemen, menta-le of godsdienstige kwesties ging men naar een traditio-nele genezer of imam. Door het gebrek aan kennis vanhet Nederlands en het Nederlandse gezondheidszorg-systeem, en de geïsoleerde positie waarin veel vrouwenzich bevinden, is dit beeld van de gezondheidszorgnauwelijks veranderd. Veel vrouwen hanteren nogsteeds het uitgangspunt dat je alleen naar de doktergaat voor je lichamelijke klachten.

‘Ik kan niet begrijpen dat wat ik heb geestelijk is. Ik beginsoms te trillen en mijn hart gaat sneller kloppen, mijn benentrillen. Ze hebben een hartfilmpje gemaakt en een longfoto,maar het is nog steeds een mysterie. Ze hebben niets kun-nen vinden. Geestelijk is voor mij als ik me boos of opge-wonden voel. Zoals het woord eigenlijk al zegt heeft het metdenken te maken. Met te veel denken. De huisarts zegt datik bang ben door grote dingen die in mijn leven gebeurd zijn.Ik persoonlijk geloof in een lichamelijke oorzaak.’

tijd en vertrouwenDeze verhalen van de vrouwen geven aan hoe belang-rijk het is om de sociale achtergrondsituatie te betrek-ken bij de behandeling van solk-problematiek. Voorzorgverleners kan juist deze context helpen om de be-langrijkste stressoren te achterhalen en zodoende aan-grijpingspunten voor behandeling te vinden. Om hethele verhaal van de vrouwen boven tafel te krijgen zijnechter tijd en vertrouwen nodig. Essentieel voor het op-bouwen van een vertrouwensband is interesse tonen inwie de patiënt is en waar zij vandaan komt.

Met name het verlies van het sociale netwerk en deeigen identiteit kwamen uit de interviews naar vorenals belangrijke stressoren. Deze zouden dan ook moe-ten dienen als uitgangspunt voor interventies. Want zolang deze factoren in het leven van de vrouwen nietworden aangepakt, zullen hun onverklaarde lichame-lijk klachten aanhouden.

Merlijn van Schayk is freelancer en medisch antropologe. Zij voerde dit onderzoek uit in het kader van haar afstude-ren aan de Universiteit van Nijmegen. De literatuurstudieverrichtte ze aan de University of Berkeley in de VerenigdeStaten. Meer informatie over het onderzoek: [email protected]. Karen Hosper is projectleider bij Pharos.

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 1 5 |

foto

: p

eter

hil

z/h

h

Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (solk) is de term die ge-hanteerd wordt om lichamelijke klachten aan te duiden die langer dan enkele we-ken aanhouden. Het gaat om klachten waarvoor na adequaat medisch onderzoekgeen somatische aandoening gevonden wordt die voldoende verklaring biedt.solk is trouwens niet per se gerelateerd aan migranten. Ook autochtone Nederlan-ders uit lagere sociaaleconomische klassen vertonen eenzelfde gedragspatroon.

wat is solk?

Voor het onderzoek zijn in totaal tien Turkse vrouwen geïnterviewd, van wie zevenvan de eerste generatie en drie van de tweede generatie. Sommige vrouwen zijntwee of drie keer geïnterviewd om hun levensverhalen diepgaander in kaart tebrengen. Meer informatie over solk en het uitgevoerde onderzoek is te vinden inhet artikel Medically unexplained physical complaints among Turkish migrant wo-men: exploring their illness experience and the underlying causes of their distress,M. van Schayk & K. Hosper – Pharos, 2012. Dit artikel is te downloaden viawww.pharos.nl.

over het onderzoek

Binnen de Turkse gemeenschap rust een taboe op psychische of psychiatrische klachten

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 15

Page 16: Phaxx 1/2013

| 1 6 | p h a x x nummer 1 . 1 3

vergewicht en zeker obesitas kunnen tot ern-stige gezondheidsproblemen leiden. Behalvede lichamelijke gezondheidsrisico’s zijn ook

de psychosociale gevolgen van overgewicht ingrijpend.Er valt belangrijke gezondheidswinst te behalen doorovergewicht al jong tegen te gaan. Bestaande obesitas-interventies zijn allemaal gericht op autochtone jonge-ren en missen een directe aansluiting met jongerenmet een migrantenachtergrond. Samen met abCesar,gevestigd in Gezondheidscentrum Kanaleneiland, isPharos daarom begonnen met het doorontwikkelenvan de obesitas interventie Kids Power. Doel is om dezeinterventie geschikt te maken voor Turkse en Marok-kaanse jongeren van 12 tot 19 jaar.

chips of fruit?Zowel met professionals van het gezondheidscentrum,als met Turkse en Marokkaanse jongeren en hun ou-ders zijn gesprekken gevoerd. Veel Marokkaanse enTurkse jongeren bleken niet te ontbijten. Na een paaruur op school speelde de trek behoorlijk op en werd diegedempt met patat, kebab of iets anders met een hoogvetgehalte. Dat betekende dat er extra aandacht moestkomen voor het ontbijt. Waarom is ontbijten zo belang-rijk? Hoe maak je een gezond ontbijt klaar? Ook de rela-tie tussen vet eten en overgewicht was niet vanzelfspre-kend bekend. Zo vroeg een meisje of er verschil bestond

tussen het eten van chips of fruit. Een jongen at driekeer per dag kip met rijst en had er geen idee van hoe-veel calorieën hij daardoor binnenkreeg.

Opvallend was dat alle jongeren aangaven te willenafvallen maar zich niet realiseerden welke gevolgen ditzou hebben. Afvallen betekende voor veel jongeren hetvolgen van een kortlopend crashdieet en niet een lange-termijnverandering in eetgewoonten. Uit de gesprek-ken bleek voorts dat zowel ouders als kinderen minderaffiniteit hadden met bewegen. Moeders hielden hunkinderen liever binnen uit angst voor gevaren van destraatcultuur, zoals hangjongeren of criminaliteit. Oversportscholen of sportverenigingen was vaak weinig be-kend en bovendien vormde de afstand daarheen eenbelangrijk struikelblok.

cultuursensitieve brilGezien de belangrijke rol van voedsel bij obesitas enhet gebrek aan kennis hierover bij de doelgroep, is hetbelangrijk om hier goed bij stil te staan. Maar dan welmet oog voor de bestaande eetcultuur. Dat betekent sa-men met ouders en kinderen nagaan wat er thuiswordt gegeten en wat de dikmakers zijn. Daarna kandan worden gezocht naar gezonde vervangers. Essen-tieel is om die vervangers te vinden binnen de van huisuit bekende keuken én te letten op de prijs. Mensenmet een smalle beurs kunnen geen dure reformartike-len aanschaffen. In het verlengde hiervan hebben ad-viezen over bewegen alleen nut als tegelijkertijd reke-ning wordt gehouden met de houding ten aanzien vanbewegen binnen de doelgroep. Voor menig autochtoonkind is het misschien vanzelfsprekend om met de fietsnaar school te gaan, maar dit geldt niet voor alle kinde-ren in Nederland. En laat het huishoudboekje toe datkinderen een sportschool bezoeken en hoe komen zedaar?

De voornaamste conclusie op grond van de ervarin-gen tot nu toe, is dat een bestaande interventie als KidsPower goed kan werken voor migrantenjongeren. Mitsernaar is gekeken door een cultuursensitieve bril.

>>> pharos project in de etalage

cultuursensitief obesitas aanpakken

shobha k am i s e t t i , j o a nna k ru z y ck a –

Overgewicht komt twee keer zo vaak voor bij kinde-

ren van Turkse en Marokkaanse afkomst dan bij au-

tochtone kinderen. Van de Turkse jongens en meis-

jes is volgens tno 32 procent te zwaar, van de

Marokkaanse kinderen 27 procent en van de autocht-

one kinderen 14 procent (cijfers uit 2010). Hoewel

overgewicht meer voorkomt bij migrantenkinderen,

bestaan er tot nu toe geen cultuursensitieve inter-

venties. Samen met oefentherapeuten van abCesar

in Utrecht is Pharos begonnen de bestaande obesi-

tasinterventie Kids Power cultuursensitief te maken.

o

project in het kort

� Naam Cultuursensitieve interventie overgewicht� Aanleiding Overgewicht komt twee keer zo vaak voor bij kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst � Projectleider Shobha Kamisetti, Pharos� Projectmedewerker Joanna Kruzycka, Pharos� Samenwerkingspartner abCesar� Looptijd Oktober 2012 – mei 2013� Meer informatie Shobha Kamisetti, [email protected]

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 16

Page 17: Phaxx 1/2013

oliumzuur slikken moet? Wist ik niet... Haal ikgelijk in huis!’ Voorlichtster Fadua El Bouazzouiis blij met dit soort reacties: ‘Vrouwen zetten

onze adviezen gelijk om in daden. Precies onze bedoe-ling.’ In Rotterdam sterven gemiddeld meer baby’s enmaakt één op de zes een slechte start: te vroeg geboren,te licht, of een aangeboren afwijking. Om deze cijfers tereduceren startte de Gemeente Rotterdam in 2009 hetprogramma ‘Klaar voor een kind’, gecoördineerd doorhet Erasmus mc en de ggd Rotterdam-Rijnmond.Vrouwen uit de doelgroep (onder andere van Marok-kaanse en Antilliaanse afkomst) werden geworven enopgeleid tot Voorlichter Perinatale Gezondheid. Zij ge-ven nu voorlichtingsbijeenkomsten aan vrouwen uithun omgeving, die zwanger zijn of dit willen worden.

huiskamersfeerAls gastvrouw bij ‘tupperwareparty-achtige’ huisbe-zoeken, of tijdens bijeenkomsten in buurthuizen envrouwenclubs, vertellen zij over risicofactoren rondzwangerschap. Zij wijzen op de noodzaak van folium-zuur ter voorkoming van een open ruggetje en advise-ren om direct na een positieve zwangerschapstest deverloskundige te bezoeken. Zij signaleren problemen

en voeren zo nodig individuele gesprekken, om tijdigdoor te kunnen verwijzen.

De adviezen worden gegeven aan de hand van eenmemoryspel dat de kennis test en uitnodigt tot het stel-len van vragen en het uitwisselen van ervaringen. Ookoma’s en tantes doen mee. ‘Binnen veel migrantencul-turen hebben oudere vrouwen gezag’, zegt Fadua ElBouazzoui. ‘Daarom is het belangrijk dat zij de juistekennis doorgeven. Traditionele gewoonten kunnen zijdoorbreken, als ze overtuigd zijn van de gevaren ervan.Een voorbeeld is het geven van honing aan baby’s, ter-wijl dit een bacterie bevat waarvan baby’s dodelijk ziekkunnen worden.’

De vertrouwelijke, open huiskamersfeer maakt datvrouwen hun vragen durven stellen, merkt El Bouaz-zoui: ‘Veel migrantenvrouwen vinden het moeilijk omover onderwerpen zoals miskramen te praten. Dathoud je voor jezelf, is de gedachte. Maar tijdens de bij-eenkomsten wordt het toch bespreekbaar en krijgen zijtips over een gezonde zwangerschap.’

‘magic’El Bouazzoui ondersteunt de vrouwen met tips en ad-viezen. ‘Sommige vrouwen,’ merkt zij, ‘roepen geenmedische hulp in als zij denken dat er iets mis is, om-dat ze bang zijn dat zij verloskundigen of gynaecologenvoor niets lastigvallen. Dat kan fataal aflopen. Ik drukze op het hart bij twijfel toch altijd te bellen.’

Dit soort informatie geven deelneemsters door aanandere vrouwen, die meekomen naar volgende bijeen-komsten. ‘In zo’n groep ontstaat een gevoel alsof ieder-een elkaar al jaren kent’, constateert El Bouazzoui. ‘Wenoemen dat magic. Een kick om iets voor die vrouwente hebben betekend.’ Volgens Danielle van Veen (Eras-mus mc) is het nog te vroeg om te constateren of hetbabysterftecijfer in Rotterdam als gevolg van het pro-ject is gedaald: ‘In april worden de eerste voorlopige re-sultaten gepresenteerd.’ De voorlichtingen lijken in ie-der geval aan te slaan. In vijftien maanden werden3000 vrouwen bereikt. In Schiedam zijn ook al voor-lichtsters aan het werk. Hoewel het voorlichtingson-derdeel in Rotterdam officieel is afgerond, blijkt de be-hoefte zo groot dat de voorlichtsters doorgaan vanuitde Stichting Voorlichters Gezondheid. ‘We kunnen ernog niet van leven,’ zegt El Bouazzoui, ‘maar dat heb-ben we ervoor over.’ Iets voor anderen betekenen is al-tijd haar hartenwens geweest: ‘Mijn broer is arts, mijnzus is apothekersassistente. Ik had leuk werk als com-mercieel medewerker bij de kpn, maar ik wilde tochhetzelfde als mijn familie. Ik was erg blij toen eenvriendin mij op het spoor zette om deze opleiding tevolgen.’

Ineke Westbroek is journaliste en tekstschrijver.

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 1 7 |

>>> good practice

zwangerschapsvoorlichtingin de huiskamer

i n e k e w e s t b ro ek – Met het programma ‘Klaar voor een kind’ wil de

Gemeente Rotterdam de babysterfte in de stad in tien jaar tijd terugbren-

gen naar het landelijke gemiddelde. Onderdeel van het door de ggd

Rotterdam-Rijnmond en Erasmus mc georganiseerde programma vormt

de voorlichting door acht vrouwen aan stadgenotes van verschillende

etnische achtergronden. ‘Een kick om iets voor die vrouwen te hebben

betekend.’

Meer informatie: www.klaarvooreenkind.nlwww.voorlichtersgezondheid.nl

‘f

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 17

Page 18: Phaxx 1/2013

Nieuws uit de Academische Werkplaats Migranten en

Gezondheid(szorg). Met het oog op onderzoek (co-

lumn van Walter Devillé), bespreking van boeken of

onderzoeksrapporten en verslagen van bijeenkom-

sten. Meer informatie over de Academische Werk-

plaats: www.pharos.nl.

uit de academische werkplaats

chronische stress slijptpaden in de hersenen

›› Pijn in het hele lichaam, duizeligheid,misselijkheid, moeheid – vervelende

klachten waar veel mensen regelmatig lastvan hebben. Wanneer deze klachten lang be-staan, mensen er vaak mee naar de dokter ko-men en er toch geen ziekte wordt gevonden,spreken we van Somatisch Onvoldoende ver-klaarde Lichamelijke Klachten (solk). Huisart-sen vinden het vaak moeilijk om patiënten metsolk goed te helpen. En patiënten met solkzijn nogal eens ontevreden over hun artsen.Onderzoekers houden zich bezig met de vraagwaardoor solk worden veroorzaakt en welkebehandeling of benadering het beste helpt.Chronische stress lijkt een belangrijke oorzaak

van solk en dat verklaart waarom ook veel mi-granten hier last van hebben. Tijdens de laatste bijeenkomst van de Acade-mische Werkplaats (december jongstleden)werd solk vanuit verschillende kanten belicht.Eerst hield prof. dr. Henriette van der Horst eeninleiding. Zij is hoogleraar huisartsgeneeskun-de aan de VU, waar een speciale polikliniekvoor mensen met solk is. Daarna volgden drie presentaties over specifie-ke interventies, respectievelijk door SandraBijl, huisarts in Rotterdam; Marijke Lutjenhuis,huisarts in Den Haag; en Dorine van Ravens-berg, programmaleider Kwaliteit en Doelmatig-heid van het npi (Nederlands Paramedisch In-stituut). Opvallend was dat de gepresenteerde solk-in-terventies een heel eigen insteek hadden maarallemaal hun kern vonden in het patiëntgerichtwerken. In een aantal interventies stond debrede klachtexploratie centraal. In de andere:empowerment van de patiënt op het gebiedvan bewegen of door te (leren) kiezen voor ietswat je zelf graag doet. Nog niet alle interventieszijn onderzocht op hun effectiviteit. Wel is er in-zicht in de contactfrequentie, welke afnam nade interventies. De wisselwerking tussen we-tenschap en praktijk bleek opnieuw een extra

dimensie toe te voegen. Terwijl er vanuit onder-zoek weinig reden lijkt om voor migranten spe-cifieke interventies te ontwikkelen, komt uit depraktijk een ander beeld naar voren. Daarspeelt dat migranten toch vaak specifieke pro-blemen hebben die tot chronisch stress leiden.En dat de huisarts daar wel degelijk rekeningmee moet houden, met name bij de vragen diehij stelt. Wetenschappers en hulpverleners wa-ren het erover eens dat in de behandeling hetaccent moet liggen op het doorbreken van defactoren die de klachten in stand houden. Enniet zozeer op het vinden van een oorzaak voorde klachten. Mensen activeren, hun gevoel vaneigenwaarde verhogen – vooral bij vrouwelijkemigranten – blijkt het best te werken om klach-ten te verminderen en mensen weer meer ener-gie te geven. Gewapend met deze kennis uitonderzoek en praktijk kan Pharos verder wer-ken aan het ontwikkelen van een effectieve entoepasbare aanpak voor migrantenpatiëntenmet solk bij de huisarts.

Karen Hosper, Maria van den Muijsenbergh

Coördinatoren Academische Werkplaats

Meer informatie over solk in artikel op p. 14van deze Phaxx

>>> academisch kwartier

›› Wanneer we onderzoek doen naar oor-zaken van ziekten dan willen we als

epidemiologen graag groepen mensen verge-lijken die onderling verschillen. Althans in demate dat ze blootgesteld zijn aan factoren dietot ziekte kunnen leiden. Die factoren kunnenpersoonskenmerken zijn zoals genetisch ma-teriaal maar ook externe factoren zoals leef-stijlfactoren en omgevingsfactoren. Kortom:de bekende discussie over het belang van‘nature’ en ‘nurture’ als oorzaken van ziekteen sterfte. Bevolkingsgroepen in aparte de-len van de wereld verschillen in blootstellingaan mixen van risicofactoren. Een paar decennia terug leek het allemaaleenvoudig: het armere deel van de wereldhad te maken met infectieziekten. Het rijkeregedeelte met chronische ziekten. In de loopder tijd kreeg het armere gedeelte echter temaken met een epidemiologische transitievan infectie naar chronische ziekten. Migran-ten migreren vanuit een gebied met een lo-kale blootstelling aan factoren naar een nieuwgebied. Daar worden ze blootgesteld aan an-dere mixen aan factoren. Ze migreren als hetware van een hogere blootstelling aan risicof-actoren voor infectieziekten naar een hogereblootstelling aan risicofactoren voor chroni-

sche ziekten. Een transitie in een hogere ver-snelling. Regelmatig heeft men het over het‘healthy migrant effect’. Migranten zijn in hetbegin gezonder dan de lokale bevolking. Alsverklaring hiervoor geldt dat het juist gezon-dere, sterkere en meer ondernemende men-sen zijn die migreren. Tegelijkertijd groeit hetvoorkomen van bepaalde chronische ziektenzoals diabetes of kanker toe naar het niveauin de lokale bevolking naarmate migrantenlanger in het gastland verblijven. Misschien is er ook een andere verklaringvoor het ‘healthy migrant effect’, de ‘Hispanicparadox’ (in de us: lage ses, toch gezonder)of de ‘Moroccan paradox’ (lage ses, mindercardiovasculaire risico’s) [eigen definitie]. Na-melijk: de snellere transitie in blootstelling.Risico’s op infectieziekten verdwijnen bijnabij aankomst in het gastland en chronischeziekten nemen maar langzaam toe. Vandaareen tijdelijke (?) gezondheidswinst ten op-zichte van de lokale bevolking! Deze hypo-these wordt verder uitgewerkt in hetproefschrift van Melina Arnold*. Longitudi-nale prospectieve studies waarbij een groepmigranten wordt gevolgd vóór migratie toteen hele tijd na het migreren zou veel kunnenleren over blootstelling aan risicofactoren

die leiden toe ziektes en het relatieve belangvan ‘nature’ en ‘nurture’. Maar wie gaat datbetalen?

Walter Devillé

Bijzonder hoogleraar Vluchtelingen en Gezond-

heid, Universiteit van Amsterdam/Pharos

* Arnold, M. (2012). Ethnic heterogeneity ofcancer in Europe. Proefschrift Erasmus Uni-versity Rotterdam.

migratie als natuurlijk experiment

een blik op onderzoek

| 1 8 | p h a x x nummer 1 . 1 3

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 18

Page 19: Phaxx 1/2013

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 1 9 |

boekbespreking

een arts van de wereld

›› Deze tweede herziene versie van hetleerboek Een arts van de wereld biedt

een schat aan onderwijsmateriaal gericht op toenemende etnische en culturele diversi-teit onder patiënten. Het eerste hoofdstukgeeft een overzicht van de gebruikte termino-logie. Zo wordt het verschil tussen etniciteit en cultuur, migrant en allochtoon belicht. Je vindt er feiten en cijfers over migranten inNederland inclusief de groeiende groep vanwesterse migranten. Het wordt daardoor deste meer duidelijk dat ‘de’ allochtoon nietbestaat. Aan de hand van casuïstiek geeft het boek in-zicht in de culturele competenties die artsenvolgens het raamplan van de medische oplei-ding (2009) moeten bezitten. Artsen dienenzich bewust te zijn van de manier waarop etni-sche herkomst van de patiënt een rol speelt bijziekte en gezondheidszorg. Dit boek reikthandvatten aan om de zorg af te stemmen opverschillende etnische groepen.In 22 hoofdstukken zijn de medische verhalenopgeschreven van mensen uit dertien verschil-lende landen. Zij hebben verschillende (migra-tie)achtergronden, zoals een eerste generatiegastarbeider, een Afrikaanse vluchteling of eenechtpaar uit Armenië zonder verblijfsvergun-

ning. De verhalen gaan over medische aandoe-ningen en psychische problemen maar ookover het migrantenbestaan. Ze zijn zo opge-

schreven dat ze gebruikt kunnen worden alslesmateriaal voor toekomstige artsen. Ookvoor ervaren artsen, andere zorgprofessionalsen voor patiënten bieden de verhalen veelwaardevolle informatie.Wie meer wil weten over vitamine D-gebrek,diabetes, sikkelcelziekte of hoge bloeddrukkan met dit boek uit de voeten, al is de kennisniet erg diepgaand. Terecht wordt er veel aan-dacht besteed aan het verhaal van de patiënt.Hoe beleeft die zijn ziekte en hoe haalbaar zijnde adviezen van de dokter? Naast medische in-formatie staat het boek vol goede adviezen ophet gebied van communicatie. Met een open enrespectvolle houding en wat extra tijd kun jealle cultuurverschillen overbruggen en weder-zijds begrip bereiken tussen zorgverlener enpatiënt. Dit is een zeer belangrijk onderdeelvan goede gezondheidszorg.De opzet van het boek, met patiëntenverhalenals uitgangspunt, maakt het heel geschikt vooronderwijsdoelen, maar wat minder geschiktom iets op te zoeken. Ook leidt deze opzet totwat overlap en versnipperde informatie. Maardat is dan ook het enige minpuntje. Het is eenprachtig boek, dat een aanwinst is voor ieder-een die te maken heeft met gezondheidszorgaan verschillende etnische groepen in Neder-land.

Marga Vintges

Arts en senior onderzoeker bij Pharos

verslag bijeenkomsten

zero tolerance day tegenvrouwelijke genitale vermin-king 2013: 10-jarig jubileum

›› Het Platform 6/2 organiseert elk jaar op6 februari een conferentie om in Neder-

land meer bekendheid te geven aan Vrouwelij-ke Genitale Verminking (vgv )en discussie tevoeren over de wijze waarop vgv bestredenkan worden. De conferentie stond dit jaar inhet teken van 10 jaar Zero Tolerance Day tegenVrouwelijke Genitale Verminking, waarbij zo-wel de aanpak in Nederland als daarbuitenwerd belicht. Primeur vormde het onderzoek van Pharosnaar vgv in Nederland, dat is uitgevoerd metsubsidie van het Ministerie van Volksgezond-heid, Welzijn en Sport (vws). Resultaten van ditonderzoek zijn op de conferentie voor het eerstgepresenteerd.Jaarlijks blijken veertig tot vijftig meisjes het ri-sico te lopen om besneden te worden, vooralals het herkomstland wordt bezocht. Zonder debeleidsmaatregelen van de afgelopen jarenzou dat aantal waarschijnlijk hoger zijn. Tachtigprocent van de meisjes in Nederland die het ri-sico loopt besneden te worden is afkomstig uit

Somalië en Egypte. Verder blijken in Nederlandnaar schatting dertigduizend vrouwen te wo-nen die besneden zijn. Tachtig procent vandeze vrouwen komt uit Somalië, Egypte, Ethio-pië/Eritrea en de Koerdische autonome regio inIrak. Het merendeel is tussen de 20 en 49 jaaroud. Aangezien vgv medische en psychosocialeklachten kan veroorzaken, vormen besnedenvrouwen een belangrijke doelgroep voor de ge-zondheidszorg. Het onderzoeksrapport geeft goed onderbouw-de schattingen over aantallen in Nederlandwoonachtige vrouwen en meisjes die besnedenzijn of het risico lopen op een besnijdenis. Uithet onderzoek blijkt dat het overheidsbeleid,een combinatie van voorlichting, preventie enstrafbaarheid, heeft gewerkt. Zonder dat beleidzouden de aantallen hoger komen te liggen. Omin de toekomst niet opnieuw met hogere aantal-len geconfronteerd te worden, blijft voortzet-ting en borging van het beleid noodzakelijk.Vooral vanwege de onomkeerbaarheid van vgven de gevolgen voor de gezondheid van dezevrouwen. Daarom intensiveert Pharos, in sa-menwerking met andere organisaties, haar acti-viteiten gericht op medische en psychosocialezorg voor vrouwen die besneden zijn.Platform 6/2 bestaat uit de volgende organisa-

ties: Defence for Children, fsan (Federatie So-malische Associaties Nederland), Pharos enVluchtelingen-Organisaties Nederland (von).

Fatiha Laouikili

Communicatiemedewerker bij Pharos

Meer informatie over vgv en de activiteitenvan Pharos in het kader van dit thema vindtu in de brochure Focal Point meisjes-besnijdenis. De brochure is gratis tedownloaden via www.pharos.nl

Een arts van de wereld. Etnische diversiteit in de

medische praktijk J. Suurmond, C. Seeleman, K.

Stronks & M.L. Essink-Bot – Bohn Stafleu van

Loghum, Houten, 2012 (tweede, herziene druk),

220 p., € 44,99, isbn 978-90-313-9146-2.

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 19

Page 20: Phaxx 1/2013

| 2 0 | p h a x x nummer 1 . 1 3

>> vraagDe vraag van Bureau Jeugdzorg is hoe meerrust te krijgen binnen dit gezin. De mede-werker van het I&A-punt neemt telefonischcontact op met Bureau Jeugdzorg. Het blijktdat de kinderen (een jongen en een meisje)vrijwel dagelijks getuige zijn van het geweld.Vaak zijn de verschillen in ideeën rondomde opvoeding van de kinderen de aanleidingvoor verbaal geweld, wat zich daarna somsomzet in fysiek geweld tussen de ouders. Va-der en moeder denken duidelijk anders overde opvoeding van de kinderen. Vader vindtvooral dat de kinderen op dezelfde manieropgevoed moeten worden; er is voor hemgeen significant verschil tussen de opvoe-ding van een meisje of van een jongen. Moe-der daarentegen vindt dat de zoon zijn eigenkeuzes mag maken (bijvoorbeeld over wel ofniet naar school gaan en hoe laat thuis ko-men ’s avonds). Maar haar dochter mag vanhaar na het avondeten niet meer weg, en nietzelf beslissen of ze naar school gaat of niet.Ook moet zij een deel van de huishoudelijketaken op zich nemen en haar moeder enbroer bedienen als een van hen daar omvraagt.

Het gevolg van deze verschillen in opvoe-dingsstijl is dat beide kinderen de mazenzoeken in het net. De zoon spijbelt regelma-tig van school en de dochter speelt de ouderstegen elkaar uit. Vaak gebruiken de kinde-ren deze verschillen in ideeën rondom re-gels om hun zin te krijgen. Ze zeggen bij-voorbeeld vaak: ‘Maar van papa/mama maghet wel.’ Vervolgens krijgen de ouders hierweer onenigheid over. Er is een onveilige,ongezonde situatie ontstaan thuis. Wat nu?

>> adviesHet is bekend dat ouders met een verschil-lende culturele achtergrond anders aan kun-nen kijken tegen onder andere de opvoedingvan de kinderen. Als ouders daarover met el-kaar in gesprek blijven, en één lijn trekkentegenover de kinderen, is er niet zo veel aande hand. In dit geval hebben de kinderen lastvan de situatie die ontstaat door verschil vanopvatting over opvoeding van hun ouders envooral van het feit dat de ouders elkaar aan-

spreken op de verschillen in het bijzijn vande kinderen.

De medewerker I&A-punt stelt een ver-wijzing van de ouders voor naar een relatie-therapeut die ervaring heeft met intercultu-rele huwelijken. Het doel van de therapie isom van beide kanten een beter inzicht te krij-gen in de ideeën over opvoeding. Vanuit ditinzicht kan dan begrip ontstaan, waarna deouders afspraken kunnen maken over hoehet probleem gezamenlijk aan te pakken.Beide partijen zullen wat water bij de wijnmoeten doen, en mede leidend is de visieover opvoeden en opgroeien in het land waarmen woont. Je hoeft je dan niet te conforme-ren aan gewoonten die volledig indruisen te-gen jouw ideeën van ethiek en opvoeding,maar je kunt wel met je partner en kind ingesprek gaan over wat acceptabel is binnenjouw grenzen.

De ouders staan open voor deze interven-tie en zullen op korte termijn een afspraakhebben met de relatietherapeut. Ondertus-sen is er vast met beide kinderen afgespro-ken dat er niet gespijbeld wordt, en dat als deene ouder iets zegt, de ander het (in ieder ge-val in het bijzijn van de kinderen) hiermeeeens is.

foto

: g

oed

ele

mo

nn

ens

>>> informatie- en adviespunt pharos

een intercultureel huwelijk

Bereikbaarheid U kunt uw vragen stellen aan

het I&A-punt via de mail ([email protected])

of het webformulier op www.pharos.nl.

Dit kan 7 dagen per week en 24 uur per dag.

Wie beantwoordt uw vraag? Charo Soccodato-

Magán Smit heeft bij verschillende GBI’s gewerkt.

Zij werkt ruim negen jaar bij Pharos, waarvan de

laatste vier jaar op het I&A punt.

Bij het Informatie- en adviespunt komt een mail binnen van Bureau Jeugdzorg.

Het gaat om meldingen over onrust in een gezin waarin de moeder uit Senegal

komt en de vader een Nederlander is. De meldingen gaan over fysiek en verbaal

geweld tussen de ouders. De ouders hebben een tweeling van 16 jaar. De kinde-

ren zijn regelmatig getuige van het geweld tussen de ouders.

Kort nieuws van langs de zijlijn. Berichten voor deze

rubriek kunt u zenden aan de redactie.

onderzoek verhuizingenasielzoekerskinderen

+ Asielzoekerskinderen moeten zeer vaakverhuizen. Dat is schadelijk voor hun ont-

wikkeling, onnodig en in strijd met het Kinder-rechtenverdrag. Dit valt te lezen in Ontheemd.De verhuizingen van asielzoekerskinderen inNederland. Ontheemd is het resultaat van nieuw onderzoeknaar de verhuizingen van asielzoekerskinderen,in opdracht van de Werkgroep Kind in azc. Daar-uit blijkt dat asielzoekerskinderen zeer vaakmoeten verhuizen: gemiddeld één keer per jaar.Steeds opnieuw moeten zij hun vertrouwde om-geving, hun vrienden, school, onderwijzers ensportclubs achterlaten. De vele verhuizingenzijn aantoonbaar schadelijk voor de ontwikke-ling en de psychische gezondheid van asielzoe-kerskinderen en zijn daarmee in strijd met hetInternationale Kinderrechtenverdrag. Veel kin-deren krijgen depressieve klachten, gedrags-problemen en ontwikkelingsachterstanden. Zeraken achter op school, willen zich niet meeraan nieuwe mensen hechten en maken lievergeen nieuwe vrienden. De Werkgroep Kind inazc roept de Nederlandse regering op een eindete maken aan het vele verhuizen van asielzoe-kerskinderen. Ze dringt erop aan om gezinnenmet kinderen op één plek op te vangen vanafhet moment van binnenkomst in Nederland totaan het vertrek naar een reguliere woning of deterugkeer naar het land van herkomst. Ontheemd. De verhuizingen van asielzoekers-kinderen in Nederland, Werkgroep Kind in azc,januari 2013. Te downloaden via www.kind-in-azc.nl.

seksuele beleving jongerencultureel bepaald

+ Marokkaanse, Turkse, Antilliaanse en Su-rinaamse jongeren tussen de 11 en 22 jaar

geven een andere betekenis aan hun ervarin-gen met seksualiteit, seks en liefde dan au-tochtone jongeren. Dat blijkt uit het onderzoek

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 20

Page 21: Phaxx 1/2013

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 2 1 |

Laveren tussen autonomie en loyaliteit. Sek-suele ontwikkeling en beleving van allochtonejongeren van Rutgers wpf. Veel jongeren worstelen in hun puberteit methet vinden van hun weg op het vlak van seksu-aliteit en liefde. Daarin verschillen migrantenniet van autochtone jongeren. Jongeren meteen migrantenachtergrond voelen zich echtermeer dan autochtone jongeren verbonden methun ouders en de leefregels die ze van thuismeekrijgen. Autochtone jongeren krijgen van huis uit vooralmee dat ieder individu, ook jongeren, recht heb-ben op het maken van eigen keuzes, en dat seksoké is als je eraan toe bent. Migranten krijgenvaak een hele andere boodschap mee. Seksu-aliteit wordt meer in het volwassen leven ge-plaatst, als iets waar je als jongere niet mee be-zig zou moeten zijn. Of seks wordt gekoppeldaan risico’s. Van seks komen kinderen en dangaat je loopbaan eraan, krijgen meisjes én jon-gens te horen. Meisjes krijgen ook vaak alsleefregel mee dat ze hun goede naam en dievan hun familie niet op het spel mogen zettenen dat ze hun eigenwaarde moeten behoudendoor niet te ‘gemakkelijk’ te zijn.Het onderzoek belicht zes manieren van den-ken die (migranten)jongeren meekrijgen engaat in op hoe zij daarmee omgaan. Het onderzoek Laveren tussen autonomie enloyaliteit is verricht in opdracht van FondsWetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit(fwos). Het rapport is te downloaden viawww.rutgerswpf.nl.

l ager opgeleiden meerkans op psychischestoornis

+ Jaarlijks ontwikkelen naar schatting191.400 mensen voor het eerst een psy-

chische aandoening, zoals een angststoornis,stemmingsstoornis of middelenstoornis. Jon-geren, lager opgeleiden en mensen met een la-ger inkomen lopen een verhoogd risico. Datblijkt uit de eerste resultaten van de tweedemeting van nemesis-2: de Netherlands MentalHealth Survey and Incidence Study-2. nemesis-2 is een onderzoek naar de psychischegezondheid van volwassenen van 18-64 jaar inde algemene bevolking. In de meting is onder-zocht hoe vaak in een periode van drie jaar psy-chische stoornissen voor het eerst ontstaan. Uitde eerste resultaten blijkt dat 8,9 procent vande respondenten in die periode voor het eersteen psychische stoornis kreeg. Dat zijn jaarlijksnaar schatting 191.400 mensen. Angststoornissen en stemmingsstoornissenkomen het vaakst voor, gevolgd door midde-lenstoornissen. Vrouwen, jongere responden-ten, lager opgeleiden, mensen met een lagerinkomen, mensen die een scheiding of het

overlijden van hun partner meemaken, mensendie hun werk verliezen en mensen die een be-duidende inkomensdaling meemaken, hebbeneen grotere kans op een stemmingsstoornis zo-als depressie.Een middelenstoornis komt vaker voor bij man-nen, jongeren, lager opgeleiden, mensen meteen lager inkomen en mensen die een schei-ding of het overlijden van hun partner meema-ken. De invloed van eerdere stoornissen op hetlatere ontstaan van andere psychische proble-matiek is ook onderzocht. Zowel een eerdereangststoornis als een middelenstoornis voor-spelde het latere ontstaan van een stemmings-stoornis. De uitkomsten zijn van belang voorhet ontwikkelen van effectieve preventie- en in-terventieactiviteiten gericht op het verminde-ren van de last die psychische aandoeningenmet zich meebrengen voor de persoon zelf,voor haar of zijn familieleden en vrienden, voor

de samenleving en voor het zorgsysteem. R. de Graaf, M. ten Have, M. Tuithof & S. vanDorsselaer, Incidentie van psychische aandoe-ningen. Opzet en eerste resultaten van detweede meting van de studie nemesis-2. Trim-bos-instituut, Utrecht, 2012. Het rapport is tedownloaden via www.trimbos.nl.

migranten hebben taal-problemen in apotheek

+ Turkse en Chinese ouderen hebben demeeste problemen in de apotheek, voor-

al vanwege taalbarrières. Dat blijkt uit een on-derzoek onder 186 ouderen met een migran-tenachtergrond dat is uitgevoerd door hetInstituut voor Verantwoord Medicijnengebruik(ivm), onderzoeksinstituut nivel en het Far-maceutisch Bureau Amsterdam (fba).Studenten interviewden voor het onderzoekbijna 200 Amsterdamse ouderen met een Chi-nese, Turkse en Surinaamse achtergrond. Degemiddelde leeftijd was 66 jaar. Drieënnegen-tig procent ging nog zelf naar de apotheek,meestal vier tot zes keer per jaar. Turkse oude-ren bezoeken de apotheek het vaakst, tussende zeven en twaalf keer per jaar. De taalproble-men bij de apotheek zijn voor Chinese ouderenhet grootst, omdat zij de apothekers meestalniet kunnen verstaan en de etiketten, bijslui-ters en andere voorlichtingsmaterialen nietkunnen lezen.

>>> kortom

+ Het Erfocentrum heeft de folder Eengezonde baby. Kinderen uit familie-

huwelijken uitgebracht. Klaas Dolsma, direc-teur van het Erfocentrum: ‘Artsen denkenvaak dat de risico’s door familiehuwelijkentaboeonderwerp zijn bij migranten. Maarveel stellen blijken dit thema juist te willenbespreken. Deze folder helpt daarbij.’Als man en vrouw gemeenschappelijke voor-ouders hebben, lopen zij meer risico op eenziek kind. Twee verwante echtgenoten kunnennamelijk, zonder dat zij het weten, drager zijnvan dezelfde ziekte. Als dat zo is, hebben zijeen veel grotere kans (25 procent) op een ziekkind. Door de komst van migrantengroepennaar Nederland komen huwelijken tussen ver-wanten vaker voor dan voorheen. Het gaatmeestal om huwelijken tussen (achter)neef en(achter)nicht. In deze nieuwe folder,geschreven voor Turkse en Marokkaanse Ne-derlanders, komen in begrijpelijke taal de mo-gelijke erfelijke risico's van neef-nichthuwelij-ken aan de orde. Ook staan er verwijzingen invoor paren met een kinderwens die meer wil-

len weten over het risico dat hun toekomstigekinderen hebben op een erfelijke aandoening.Deze folder is door het Erfocentrum ontwik-keld in samenwerking met de Vrije Universi-teit Amsterdam (vu), het VU medisch centrum(VUmc) en csg (Centre for Society and the LifeSciences). Er zijn tevens nieuwe webtekstenontwikkeld met een animatie waarin duidelijkwordt hoe erfelijke ziektes worden doorgege-ven. De folder is te downloaden viawww.erfelijkheid.nl/familiehuwelijken of tebestellen via e-mail: [email protected].

erfelijke risico’s neef-nichthuwelijken

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 21

Page 22: Phaxx 1/2013

| 2 2 | p h a x x nummer 1 . 1 3

>>> boeken uitgelicht

Divers gestuurd. Advies tot verankeringvan maatwerk in zorg voor jeugdR. Gilsing, M. de Gruijter & T. Pels – Verwey-Jon-ker Instituut, Utrecht, 2012, 40 p.isbn 978-90-5830-527-5

� In deze publicatie is onderzocht hoe er inde (preventieve) zorg voor de jeugd structu-rele aandacht voor diversiteit kan komen.Migrantengezinnen worden ondanks dedecennia lange inspanningen voor intercul-turalisering nog steeds minder goed bereikten bediend dan andere gezinnen. Dit is tewijten aan gebrek aan sturing, zowel in in-stellingen als door de overheid. Als finan-ciering en aandacht verdwijnen, gaan ookde – met veel moeite opgebouwde – structu-ren en expertise verloren. Van verankeringvan diversiteitsbeleid is vaak nauwelijkssprake. In de meeste instellingen ontbreekteen (doordachte) visie op diversiteit en is ergeen systematische aandacht voor diversi-teit in personeelsbeleid, aanbod, werkwij-zen en (zelf)monitoring. Ook gemeentenzijn amper bezig met de vraag hoe te sturenop diversiteitsbeleid; ze laten dit vraagstukdoorgaans aan instellingen over.

Dit advies richt zich op deze impasse, diealleen doorbroken kan worden als overheiden instellingen hun verantwoordelijkheidnemen voor het bedienen van álle doelgroe-pen. De auteurs doen aanbevelingen om sys-teemverantwoordelijkheid te bevorderen viawet- en regelgeving. Daardoor zullen ge-meenten en instellingen sterker kunnensturen op maatwerk in de zorg voor de jeugd.

Ethnic heterogeneity of cancer in Europe.Lessons from registry-based studies inmigrants M. Arnold – Proefschrift Erasmus UniversiteitRotterdam, 2012, 207 p. isbn 978-94-6169-318-1

� Migratie kan vanuit epidemiologisch oog-punt gezien worden als een grootschalig, na-tuurlijk experiment. Een experiment methet potentieel om ons te leren over de krachtvan kankerpreventie en om oorzaken van

kanker te verklaren. Zo laat een aantal stu-dies zien dat er etnische verschillen bestaanin de draaglast van kanker. Niet-westerse mi-granten in Europa zijn vatbaarder voor infec-tiegerelateerde vormen van kanker. Maar zijhebben een lager risico op vormen van kan-ker gerelateerd aan een westerse levensstijl,zoals darm-, borst- en prostaatkanker. Debijdrage van omgevings- en gedragsdeter-minanten bij de ontwikkeling van verschil-lende vormen van kanker wordt tegenwoor-dig groter geschat dan eerder gedacht.

Persoonlijke levensstijlkeuzes zijn be-langrijke indicatoren voor het ontstaan vankanker en de belangrijkste sleutel tot de pre-ventie van de ziekte. Het aantal nieuwgediagnosticeerde gevallen van kanker ineen jaar stijgt nog steeds, ondanks een da-ling in de mortaliteit de afgelopen twee totdrie decennia in bijna alle Westerse landen.Maar dit is grotendeels te wijten aan devergrijzing. Het kan mogelijk ook toege-schreven worden aan de nog niet optimaleuitvoering van (effectieve) preventiepro-gramma’s en aanhoudende hiaten in dekennis over kanker. Studies onder migran-ten hebben het potentieel om de kennisover de oorzaken van kanker te verfijnen endeze kennis in gerichte preventiestrate-gieën te vertalen. Daarnaast vereist eengroeiend aantal oudere allochtonen in deWest-Europese samenlevingen een her-overweging van de huidige praktijk: name-lijk een meer op migranten toegespitste enmigrantgevoelige gezondheidszorg.

nivel Overzichtsstudies – Preventie kaneffectiever! Deelnamebereidheid en deel-nametrouw aan preventieprogramma’s inde zorgJ. Korevaar, M. Nielen, P. Verhaak et al. – nivel,Utrecht, 2012, 81 p.isbn 978-94-61221-66-7

� Bestaande preventieprogramma’s, zoalsde griepprik, het uitstrijkje, de borstkan-kerscreening of leefstijlprogramma’s heb-

ben geen optimaal effect. De onderzoekerspleiten voor een maatschappelijk debat overpreventie. Mag de overheid ingrijpen in deleefstijl van mensen? Mag de zorgverzeke-raar mensen die ongezond leven een hogerepremie laten betalen? Preventie kan een gro-te bijdrage leveren aan een gezonder Neder-land. Maar slechts een deel van de doelgroepwordt met preventieprogramma’s bereikten veel mensen haken af. Lastig is ook dathet (onzekere) resultaat pas zichtbaar wordtop de langere termijn. Terwijl de inspan-ning geleverd moet worden op een momentdat iemand nog nergens last van heeft.

Zorgverleners blijken wel in te zijn voorpreventie, maar zijn huiverig door de onze-kere financiering en het wisselende beleid.Maar zodra de overheid en zorgverzekeraarsdie continuïteit bieden, lijken veel huisart-sen en andere zorgverleners bereid zich in tespannen voor preventieprogramma’s.

Samenwerken in diversiteit. Een hand-reiking voor de gemeente als regisseurE. Gerritsma, J. Goedee & R. Ramsaran – forum,Utrecht, 2012, 68 p. isbn 978-90-5714-177-5

� Integratiebeleid heeft de laatste tijd eenverschuiving ondergaan van het specifiekbenaderen van bepaalde groepen naar eengenerieke aanpak voor alle burgers. Tochzijn er thema’s of problemen die zich in ver-sterkte mate bij specifieke groepen voor-doen. De onevenredig hoge werkloosheidonder migrantenjongeren bijvoorbeeld. Bo-vendien is deze groep oververtegenwoor-digd in justitiële jeugdinstellingen en wor-den deze jongeren niet voldoende bereiktmet preventieve en ‘lichtere’ vormen vanjeugdzorg.

Voor het beleidsmatig ‘inbouwen’ van di-versiteit in denken en doen, is een goede sa-menwerking essentieel. De handreikingSamenwerken in diversiteit is vooral bestemdvoor gemeenteambtenaren die betrokkenzijn bij het organiseren van ‘samenwerkenaan diversiteit’.

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 22

Page 23: Phaxx 1/2013

cultuursensitieve hulp-verlening tbc

Veel tbc cliënten hebben een migrantenach-tergrond. Bovendien is er vaak sprake van eentaalbarrière en zijn hun gezondheidsvaardig-heden beperkt. Zij hebben weinig jaren schoolgehad en zijn veelal laaggeletterd. Pharosheeft voor medewerkers in de tbc bestrijdingvan ggd Hart voor Brabant en ggd West Bra-bant twee trainingsdagen verzorgd over cul-tuursensitieve hulpverlening.Vooraf voerde trainer Marjan Mensinga een in-takegesprek. Hieruit kwamen veel vragen naarvoren over Somalische cliënten. In de trainingis daarom extra aandacht besteed aan dezegroep. Deze op maat gemaakte training boodeen afwisselend programma met veel ruimtevoor eigen casuïstiekbespreking en uitwisse-ling van ervaringen. Voor een aantal zeer erva-ren deelnemers was het een prettige opfrisser.Voor anderen bevatte deze training veel nieu-we informatie en bruikbare tips.

BeoordelingDe studiedag krijgt een goede boordeling. Meteen gemiddeld cijfer van een 7,9 en 7,6.

Deelnemers over de studiedag‘Leuk, prettig en open, blijft verfrissend, aantalgoede tips gehoord.’ ‘Het verschil in naar eendokter gaan in Nederland of elders, was voormij een eyeopener.’ ‘Er zijn handvatten aan-gereikt om allochtonen beter te kunnenbegrijpen.’ ‘Ik kreeg veel namen en adressenvoor verwijzingen.’

nummer 1 . 1 3 p h a x x | 2 3 |

c o l o f o n

Phaxx is een uitgave van Pharos – kennis- en adviescentrumJaargang 20, nummer 1/2013

Redactieadres Postbus 13318 3507 lh UtrechtTelefoon 030 234 98 00 Fax 030 236 45 60E-mail [email protected] Wilt u een abonnement?

Ga naar www.pharos.nl, bel: 030 234 98 00 of e-mail: [email protected]. Abonnementsprijs €18,–. Losse nummers: € 5,–Verschijnt 4 keer per jaar.

Hoofdredacteur Claudia BiegelRedactie Naïma Abouri, Marjan Mensinga,Clemy de RooyEindredactionele medewerking Nel van BeelenAan dit nummer werkten verder mee Hester van

Bommel, Walter Devillé, Somajeh Ghaeminia,Eelco Gorter, Nies van Grondelle, Karen Hosper,Shoba Kamisetti, Joanna Kruzycka, MarianMoons, Maria van den Muijsenbergh, Merlijnvan Schayk, Simone Schoonings, CharoSoccodato-Magán Smit, Manon Stockmann,Bram Tuk, Marga Vintges, Philip van der Walt,Ineke Westbroek

Vormgeving Studio Casper Klaasse

Druk ADMercurius, Almere

Redactiebepalingen De redactie is verantwoor-delijk voor de samenstelling van het blad enbeslist over plaatsing van ingezonden kopij. De imhoud geeft niet per se de opvatting vanPharos weer.Voor overname van artikelen kunt u contactopnemen met de redactie. issn 0929-9300

>>> pharos trainingen

trainingsagenda open inschrijving eerste helft 2013

21 maart 2013 Cultuursensitief werken in de wijk: Voor verpleegkundigen van project Zichtbare Schakel

28 maart 2013 Werken met migrantengezinnen. Voor medewerkers Centra Jeugd en Gezin3 en 10 april 2013 Bespreekbaar maken van kindermishandeling met migrantenouders

(tweedaagse training)4 en 11 april 2013 Heb ik het goed uitgelegd? Effectief communiceren met migranten met

lage scholing en beperkt Nederlands (training van twee dagdelen)30 mei en 6 juni 2013 Cultuursensitieve zorg: communicatie rond zorg en ziektebeleving

(tweedaagse training)

19 juni 2013 NIEUW! Cultuursensitieve leefstijladvisering: motiveren tot gedragsverandering

Heeft u specifieke wensen voor uw organisatie of team? Pharos verzorgt graag incompanytrainingen passend bij uw wensen en organisatie. Meer informatie en inschrijving: www.pharos.nl

foto

: ee

lco

go

rte

r

Omdat ik zelf werk als sociaal psychia-trisch verpleegkundige en veel mi-

grantencliënten zie, kan ik mijn praktijkerva-ring inbrengen tijdens trainingen. Juist diewisselwerking tussen theorie en praktijkmaakt het extra boeiend. Ik wil met nameoverbrengen hoe belangrijk het is om als

hulpverlener open te staan voor cliënten enbelangstelling te tonen. Iemand uitnodigenom te praten. Kennis van de achtergrondenvan mensen is belangrijk natuurlijk, maar inde eerste plaats komt de vertrouwensbanddie je probeert op te bouwen. Wat ik altijd eenerg leuk onderdeel vind van trainingen is deuitwisseling. Daar leer ik zelf van en daarnaasthoop ik iets te kunnen meegeven. De komen-de tijd ga ik me vooral bezighouden met hettrainen van wijkverpleegkundigen. Dat is zo’nessentiële beroepsgroep. Zij komen achter devoordeur en hebben daardoor beter zicht opwat er echt speelt bij cliënten. Daarnaast ver-zorg ik trainingen voor doktersassistenten enverpleegkundigen. Bij alle trainingen hanteerik het uitgangspunt dat je als professionelezorgverlener in staat moet zijn om met ieder-een om te gaan. Ongeacht herkomst,religie of opleiding.

Selectie opdrachtgevers Avans Plus, post hbo onderwijs • Centrum 45, traumabehandeling en trau-maonderzoek • Cogis, Kenniscentrum vervolging, oorlog en geweld • gc a, Gezondheidszorg Asiel-zoekers • ggd Hart van Brabant afdeling gezondheidsbevordering • ggd Nederland • HogeschoolArnhem Nijmegen, Sport en Bewegen • Hogeschool Utrecht, Faculteit gezondheid • kncv Tuberculose-fonds • Koninklijke Visio, Expertisecentrum voor blinden en slechtzienden • Lize landelijk inspraak-orgaan Zuid-Europese landen • nhg, Nederlands Huisartsen Genootschap • nidos • nvda Nederlandsevereniging voor doktersassistenten • tno • Trajectum, geïndiceerde jeugdgezondheidszorg • v&vn,Beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden

meet en greet trainer marjan mensinga

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 23

Page 24: Phaxx 1/2013

>>> publicaties pharos

het culturele interview –in gesprek met de hulp-vrager over cultuur encontext

ⓦ Tien jaar geleden is het Culturele Interviewgeïntroduceerd in de geestelijke gezondheids-zorg. Inmiddels wordt het op vele plaatsen toe-gepast, niet alleen in de ggz, maar ook in dejeugdzorg, de maatschappelijke opvang, huis-artsenpraktijk en in het (medisch) onderwijs. Deervaringen met het Culturele Interview zijn posi-

tief. Het biedt niet alleen inzicht in de achter-grond van de patiënt maar is ook relevant voordiagnostiek en behandeling. Bovendien heefthet een positieve uitwerking op de behandelre-latie. Het Culturele Interview - In gesprek met dehulpvrager over cultuur en context Rob van Dijk,Huub Beijers, Simon Groen (red.) Deel 1 – praktijkervaringen, 2012, isbn 987-90-75955-77-4, 261 pagina’s, bestelnummer9P2012.04, € 25,–Deel 2 – beschouwingen (70 p.) 2012, isbn 987-90-75955-78-1, 73 pagina’s, bestelnummer9P2012.05, € 10,–

oudere migranten in feitenen cijfers

ⓦ Het aantal 65-plussers in Nederland zal dekomende jaren oplopen van zestien procent(2010) naar vijfentwintig procent van de bevol-king (2050). Het aantal ouderen met een mi-grantenachtergrond stijgt mee. Hoewel veel ou-dere migranten een terugkeerwens koesteren,voegt slechts een klein deel de daad bij hetwoord. De meesten blijven in Nederland. Eenuitdaging voor beleidsmakers en zorgprofessio-nals om hun aanbod te laten aansluiten bij dediversiteit aan plussers. Veel zorg- en welzijns-organisaties houden in hun aanbod al rekeningmet migrantenouderen. Migratie en gezond-heid 2012 – Feiten en cijfers biedt een overzichtvan de gezondheidstoestand en het welbevin-den van ouderen met een migrantenachter-grond, hun zorggebruik en wensen of behoef-ten. Ook komen goede initiatieven aan de orde

die zijn ontwikkeld om de diverse ouderenpop-ulatie een fijne oude dag te bezorgen.isbn 978-90-75955-79-8, 109 pagina’s, bestel-nummer 9P2012.07, € 15,–

folders over hulp bijpsychische klachten

ⓦ De folders voor asielzoekers over hulp bijpsychische klachten zijn volledig herzien enherdrukt. Het gaat om vier folders. Onderwer-pen zijn: waar hulp te vinden, wat te doen bijlangdurige stressklachten, bij concentratiepro-blemen, nachtmerries, angst en somberheid ofbij klachten die met meisjesbesnijdenis te ma-ken hebben. De folders zijn tweetalig. Een deelis in het Nederlands en het andere deel in: Ara-bisch, Sorani, Engels, Frans, Farsi en Somali. De folders zijn gratis te downloaden viawww.pharos.nl onder brochures.

Alle publicaties zijn te bestellen via www.pharos.nl

ⓦ Jaarlijks blijken 40 tot 50 meisjes het risicote lopen om besneden te worden, vooral alshet herkomstland wordt bezocht. Zonder debeleidsmaatregelen van de afgelopen jarenzou het aantal waarschijnlijk hoger zijn. Ditonderzoeksrapport geeft goed onderbouwdeschattingen over aantallen in Nederlandwoonachtige vrouwen en meisjes die besne-den zijn of het risico lopen op een besnijdenis.Uit het onderzoek blijkt dat het overheidsbe-leid, een combinatie van voorlichting, preven-tie en strafbaarheid heeft gewerkt. Zonderdat beleid zouden de aantallen hoger komente liggen. Om in de toekomst niet opnieuwmet hogere aantallen geconfronteerd te wor-den, blijft voortzetting en borging van het be-leid noodzakelijk, vooral vanwege de onom-keerbaarheid van vgv en de gevolgen voor degezondheid van deze vrouwen.Het onderzoek is in beknopte versie in het

Nederlands en als volledig onderzoeksrap-port in het Engels gratis te downloaden viawww.pharos.nl

vrouwelijke genitale verminking in nederland

ⓦ Kinderen die nieuw zijn in Nederland zijnkwetsbaar. Zij hebben bijvoorbeeld vaker temaken met kindermishandeling en huiselijkgeweld dan andere kinderen. Door trainin-gen kunnen deze kinderen leren zich men-taal en fysiek weerbaarder op te stellen.Deze trainingen kunnen het best wordengegeven op scholen. Weerbaarheidstrai-ning voor kinderen die nieuw zijn in Neder-land biedt weerbaarheidsdocenten enleerkrachten achtergrondinformatie enpraktische tips voor trainingen op de basis-school. Gratis te downloaden als pdf viawww.pharos.nl

weerbaarheidstraining voor kinderen die nieuw zijn in nederland

| 2 4 | p h a x x nummer 1 . 1 3

Phaxx 1/2013 nw 26-02-2013 16:20 Pagina 24