Informatieverwerking

• Bombardement van informatie.

• 30 seconden in de hersenen rondcirkelen.

• Uitwissen; plaatsmaken voor nieuwe informatie

of

doorsturen; naar korte termijngeheugen voor verdere bewerking

• Proces van onderbewuste beoordeling; belangrijkheid, aanwezige kennis

• 20 minuten van voor verwerken, bewerken, filteren en wissen

• Dat wat overblijft komt in het lange termijngeheugen (blijvend)

• Van invloed zijn:waarneming (horen, lezen, ruiken, voelen, zien)eenduidigheidmens; aandacht

1

De verschillen

• Werken met woordassociaties

– Op een logische wijze koppelen van iets dat je weet met

iets wat je niet weet

• Samenvoegen van beelden

– Samenvoegen (verbinden) op een niet-logische wijze van

een helder plaatje van iets dat je niet weet aan een ander

plaatje van iets wat je niet weet

2

Werkwijze in de praktijk1.Omschrijf exact wat je wilt.

– Schrijf positief op wat je weer wilt weten

2.Ga terug naar de situatie waarvan je nog zeker weet dat het er is. – Je gaat op zoek naar het wanneer (kapstok)

3.Beschrijf zo gedetailleerd mogelijk de situatie– Wie - wat - waar -welke - hoe– Stel de vragen hardop, luid en duidelijk

4.Beschrijf het gevoel van de situatie– Zo gedetailleerd mogelijk

5. Begin opnieuw met vragen - vragen - vragen

3