Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei...

39
Peilbesluit Eemland Toelichting Toelichting peilbesluit Eemland 2013

Transcript of Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei...

Page 1: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Peilbesluit Eemland

Toelichting

Toelichting peilbesluit Eemland 2013

Page 2: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Waterschap Vallei en Veluwe, Postbus 4142, 7320 AC Apeldoorn, internet: www.vallei-veluwe.nl

Peilbesluit Eemland

Toelichting

status: Definitief

versie: 3.0

datum: mei 2013

kernwoorden: peilbesluit, Eemland, inventarisatie, waterpeilen, belangen, afweging

opdrachtgever: Jos Athmer

projectgroep: Michiel Nieuwenhuis

Almer Bolman

Wietske Terpstra

Versie Datum Doel oplevering Opgeleverd aan

1.0 10-01-2013 Behandeling in D&H D&H

2.0 07-02-2013 Ter inzage voor inspraakperiode

3.0 22-04-2013 Behandeling in D&H en AB D&H, AB

Toelichting peilbesluit Eemland 2013

Page 3: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

3

Inhoud

1 Inleiding 5

1.1 Aanleiding 5

1.2 Doel en werkwijze 6

1.3 Leeswijzer 7

2 Gebiedsbeschrijving 9

2.1 Begrenzing 9

2.2 Grondgebruik 9

2.3 Eigendommen 10

2.4 Ontstaansgeschiedenis en landschapsvormen 10

2.5 Bodemopbouw en grondwater 11

2.6 Hoogteligging en bodemdaling 11

2.7 Ecologie en natuurwaarden 12

2.8 Cultuurhistorie en archeologie 12

2.9 Keringen 13

3 Uitgangspunten en belangen 15

3.1 Uitgangspunten 15

3.2 Belangen 18

4 Peilafweging 23

4.1 Inleiding 23

4.2 Soesterpolder 27

4.3 Polder Zeldert 28

4.4 Polder De Haar 29

4.5 Bikkerspolder 30

4.6 Oosterpolder 31

4.7 Noordpolder te Veld, Noordpolder te Veen en Maatpolder 33

4.8 Zuidpolder te Veld en Zuidpolder te Veen 35

5 Maatregelen 37

5.1 Verplaatsen stuw in Oosterpolder 37

5.2 Verbeteren wateraanvoer en –afvoer in Zuiderpolder te Veen 37

5.3 Aanpak overlast rondom Geerenweg 38

5.4 Lokale knelpunten en onderhoud 38

Page 4: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

4

Page 5: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

5

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor het beheer van het water en de

waterkeringen in het gebied tussen de IJssel, Nederrijn, Utrechtse Heuvelrug en Randmeren.

Centraal in het gebied ligt de Veluwe met de hoge zandgronden. Aan de randen van de

Veluwe gaan deze hogere zandgronden langzaam over in de poldergebieden met klei en

veen in de ondergrond. De poldergebieden liggen beneden NAP en dit zijn dan ook de

gebieden die voor de afwatering afhankelijk zijn van bemaling.

Als beheerder van het oppervlaktewater is Waterschap Vallei en Veluwe volgens de Water-

wet (artikel 5.2) verplicht peilbesluiten vast te stellen voor de daartoe aangewezen

gebieden onder zijn beheer. De aangewezen gebieden zijn de gebieden waar normaliter het

hele jaar het waterpeil gehandhaafd kan worden, deze zijn opgenomen in de provinciale

waterverordening Waterschap Vallei en Veluwe. Het gaat om poldergebieden als Eemland,

Arkemheen, Terwolde, Oosterwolde/Oldebroek, Hattem. Hier kan namelijk zowel water

worden afgevoerd via de gemalen als water worden ingelaten via de verschillende inlaat-

punten. Hierdoor worden de waterpeilen in de polders gehandhaafd. Een vastgesteld

peilbesluit biedt aan belanghebbenden duidelijkheid en rechtszekerheid over de te handha-

ven peilen onder normale omstandigheden in het betreffende gebied. De peilbesluiten

moeten elke 10 jaar worden herzien.

In een peilbesluit stelt het waterschap de gewenste oppervlaktewaterpeilen vast voor het

gebied waarvoor het besluit geldt. Dit gebied kan onderverdeeld zijn in meerdere peilgebie-

den, met voor elke peilgebied een ander peil. Het peilbesluit zelf geeft in ieder geval aan op

welk gebied het besluit betrekking heeft, welk(e) peil(en) daar geld(t)(en) en de periode

waarvoor de in het peilbesluit opgenomen waterstanden gelden.

Het peilbesluit van Eemland is aan herziening toe. Voor het gebied van Eemland is het meest

recente peilbesluit vastgesteld in 2003. Eemland bestaat uit de volgende tien polders:

- Soesterpolder

- Polder Zeldert

- Polder de Haar

- Bikkerspolder

- Oosterpolder

- Noordpolder te Veld

- Noordpolder te Veen

- Zuidpolder te Veld

- Zuidpolder te Veen

- Maatpolder

Page 6: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

6

De stedelijke kernen Eemnes, Bunschoten en Amersfoort zijn geen onderdeel van het peil-

besluit Eemland.

Figuur 1 Overzichtskaart van de polders uit het peilbesluit Eemland uit 2003

1.2 Doel en werkwijze

Met de peilbesluiten voor Eemland legt Waterschap Vallei en Veluwe voor de komende tien

jaar de na te streven waterpeilen in Eemland vast. In deze toelichting op de peilbesluiten

wordt duidelijkheid gegeven hoe deze waterpeilen bepaald zijn en welke belangen en func-

ties daarbij zijn afgewogen. In de peilbesluiten zijn de gebieden van Eemland opgenomen

waar het waterschap normaliter het hele jaar het waterpeil kan handhaven. De nieuwe

peilbesluiten ondersteunen de gebruiksfuncties in het gebied en zijn tot stand gekomen in

overleg met de belanghebbenden in het gebied. Bij de peilafweging is gewerkt volgens de

GGOR-systematiek (Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime) om de optimale water-

standen te bepalen.

Om tot een gedegen onderbouwing te komen voor het peilbesluit van Eemland zijn drie

stappen doorlopen:

1. Gebiedsinventarisatie: de inventarisatie bestaat uit een gebiedsbeschrijving van de

huidige situatie met aandacht voor landgebruik, hoogteligging, bodemopbouw etc.

Daarnaast worden de huidige waterhuishoudkundige situatie en de geïnventari-

seerde wensen en knelpunten beschreven.

Page 7: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

7

2. Gebiedsproces en belangenafweging: in samenspraak met vertegenwoordigers van

de belanghebbenden maakt het waterschap een belangenafweging. Op basis van

deze belangenafweging worden de waterpeilen vastgesteld, met daarbij een be-

schrijving van de nieuwe situatie en benodigde maatregelen.

3. Vaststellen peilbesluit: na de inspraakperiode van het ontwerp-peilbesluit en het

verwerken van de zienswijzen wordt het definitieve peilbesluit uiteindelijk vastge-

steld door het Algemeen Bestuur van het waterschap. Tegen het definitieve

peilbesluit kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank.

Het peilbesluit van Eemland is opgesteld door een projectgroep van het waterschap. Daar-

naast zijn vertegenwoordigers van de belanghebbenden betrokken. De samenwerking met

de verschillende partijen is belangrijk om tot een door het gebied gedragen peilbesluit te

komen. De vertegenwoordigers van de belanghebbenden vormen samen de klankbordgroep

voor het peilbesluit (zie bijlage A). De klankbordgroep is op belangrijke momenten in het

proces betrokken.

1.3 Leeswijzer

Naast deze inleiding bevat dit rapport de volgende hoofdstukken:

Hoofdstuk 2 – “Gebiedsbeschrijving”: beknopte beschrijving van Eemland met de belangrijk-

ste gebiedskenmerken.

Hoofdstuk 3– “Uitgangspunten en belangen”: beschrijving van de uitgangspunten en belan-

gen waar het peilbesluit mee te maken heeft. De uitgangspunten zijn voornamelijk

afkomstig van het beleid en de wetgeving, de belangen gaan uit van het watersysteem en

van de gebruiksfuncties in het gebied. De uitgangspunten en belangen zijn een belangrijke

basis voor de afweging van de waterpeilen in het nieuwe peilbesluit.

Hoofdstuk 4– “Peilafweging”: beschrijving van het nieuwe peilenvoorstel. Daarnaast is

beschreven welke belangen zijn meegewogen en hoe die tegen elkaar zijn afgewogen (in-

dien er meerdere belangen aanwezig waren).

Hoofdstuk 5 – “Maatregelen”: beschrijving van de benodigde (onderzoeks)maatregelen om

het nieuwe peilbesluit in te kunnen stellen.

In deze toelichting op de peilbesluiten Eemland zijn de meest relevante onderdelen uit de

achtergronddocumenten beschreven. Voor nadere informatie wordt dan ook verwezen naar

de volgende achtergronddocumenten uit 2013 van Waterschap Vallei en Veluwe:

- Inventarisatierapport: De eerste stap voor het vaststellen van het peilbesluit was

het opstellen van een inventarisatierapport waarin de huidige situatie is beschre-

ven, met daarin opgenomen de knelpunten en wensen van het gebied.

- Rapport peilafweging: De tweede stap was het opstellen van een rapport waarin de

verschillende belangen, de afweging daarvan, het peilenvoorstel en de onderbou-

wing daarbij zijn opgenomen.

Page 8: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

8

Page 9: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

9

2 Gebiedsbeschrijving

2.1 Begrenzing

Eemland is gelegen in de provincie Utrecht en is circa 7.500 ha groot. Het gebied is omringd

door een aantal stedelijke kernen: Amersfoort in het zuidoosten, Bunschoten-Spakenburg in

het oosten, Eemnes in het westen en Baarn en Soest in het zuiden.

Het Waterschap Vallei en Veluwe is belast met de zorg voor zowel de waterkwantiteit als

waterkwaliteit in het gebied van Eemland. Eemland is gelegen in het noordwesten van het

beheersgebied van het Waterschap Vallei en Veluwe.

2.2 Grondgebruik

Het grootste gedeelte van de gronden in Eemland wordt agrarisch gebruikt, daarbij gaat het

om overwegend grasland ten behoeve van grondgebonden veeteelt. Verspreid in het gebied

is een aantal maïspercelen aanwezig, met name op de wat hoger gelegen gronden.

In het gebied heeft ruilverkaveling plaats gevonden. De eerste aanvraag voor een ruilverka-

veling in Eemland dateert van oktober 1963. De aanleiding hiervoor was dat veel

boerderijen de huiskavel in de dorpskern hadden, waardoor geen efficiënte bedrijfsvoering

kon plaatsvinden. In 1977 is de voorbereiding gestart, in 1988 is het proces afgesloten

waarna de uitvoering is begonnen. De ruilverkaveling heeft geleid tot een verbetering van

de structuur van het gebied, hierbij is ook de waterstructuur verbeterd en zijn hoofdwater-

gangen en gemalen op de nieuwe peilen gedimensioneerd. In grote delen van Eemland is,

ook in de huidige situatie na de ruilverkaveling, door de aanwezigheid van laaggelegen veen-

en kleigronden, sprake van een smalle verkaveling.

Tijdens de ruilverkaveling in Eemland is besloten de natuurfunctie te scheiden van de agrari-

sche functie. Er zijn reservaatsgebieden aangewezen voor natuur die apart beheerd worden.

Het grootste reservaatsgebied bevindt zich in de Maatpolder en de Noordpolder te Veld aan

weerzijden van de aanwezige zomerdijk. Verder zijn voornamelijk langs de Eem enkele

reservaatsgebieden aanwezig voor natuur.

Naast de agrarische gebieden en natuurgebieden is ook bebouwing aanwezig in de polders

van Eemland. Die concentreert zich met name langs de Wakkerendijk en de Meentweg en in

Page 10: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

10

de kleine woonkernen Eemdijk en Eembrugge. Verspreid over het gebied bevinden zich ook

agrarische bedrijven.

2.3 Eigendommen

Het grootste gedeelte van de percelen in Eemland is in bezit van particulieren. Zoals reeds

aangegeven zijn in de Maatpolder en de Noordpolder te Veld, aan weerzijden van de aan-

wezige zomerdijk, en lokaal langs de Eem enkele reservaatsgebieden aanwezig voor natuur.

Veel percelen in deze reservaatsgebieden zijn aangekocht door Natuurmonumenten, enkele

percelen zijn in eigendom van Staatsbosbeheer. Op dit moment worden voor de meeste

percelen in de reservaatgebieden agrariërs ingezet voor het beheer.

Ook Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) heeft enkele percelen in bezit, deze gronden

bevinden zich met name ten noorden van de rijksweg A1 in de Noordpolder te Veld en de

Zuidpolder te Veld. Verder betreft het ook nog enkele percelen in de Bikkerpolder en de

Oosterpolder. Deze gronden worden op dit moment vooral aan particulieren verpacht.

De overige percelen/gronden zijn met name in bezit van overheden (gemeente, provincie,

Rijkswaterstaat). De gronden die in het bezit zijn van gemeenten zullen vooral dienen voor

de uitbreiding van de stedelijke kernen van Bunschoten (woonwijk Rengerswetering) en

Amersfoort (Vathorst).

2.4 Ontstaansgeschiedenis en landschapsvormen

In het Saalien (130.000 – 240.000 jaren geleden) werd een groot gedeelte van Nederland en

ook Eemland overdekt met ijs. Door het ijs werden de stuwwallen van de Utrechtse Heuvel-

rug en de Veluwe gevormd. De Gelderse Vallei ontstond hier tussenin als glaciaal bekken en

bij het wegtrekken van het ijs ontstond een diepe vallei.

In het Eemien (120.000 – 130.000 jaren geleden) steeg de zeespiegel tot ongeveer 4-6 meter

boven het huidige niveau. Hierdoor zijn in Eemland mariene klei- en zandlagen afgezet

(Eem-formatie). In de Gelderse Vallei is vooral klei afgezet. De huidige grondwaterstroming

wordt sterk beïnvloed door het wel of niet voorkomen van Eemklei in de ondergrond.

Het Eemien wordt opgevolgd door het Weichselien (10.000 – 120.000 jaren geleden). In

deze periode werd Nederland niet bedekt door ijs, maar heerste er een poolwoestijn. Door

de beperkte vegetatie en de drooggevallen Noordzee kwam er veel zand los te liggen. Langs

de zuidrand van Eemland komen dekzanden aan het oppervlak die door de wind zijn afge-

zet.

Het Holoceen (10.000 jaren gelden tot heden) wordt gekenmerkt door veenvorming, sedi-

mentatie van kleilagen en de invloed van de mens. De aanwezigheid en dikte van de

kleilagen hangt samen met de ontginningsgeschiedenis van de polders. Het ontginnen van

een polder ging samen met het beschermen van de polder tegen overstromingen vanuit de

Page 11: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

11

Eem. Zodra een polder ontgonnen is, is de sedimentatie van klei afgelopen. De gebieden die

als eerste ontgonnen zijn hebben daarom geen of een dunne kleilaag. Dit geldt bijvoorbeeld

voor de Noordpolder te Veen, Bikkerspolder en Oosterpolder. De Noordpolder te Veld,

Zuidpolder te Veld en de Maatpolder zijn langer buitendijks gebied gebleven en hier is de

kleilaag daarom dikker.

2.5 Bodemopbouw en grondwater

De bodemopbouw binnen Eemland is globaal te verdelen in drie hoofdtypen:

- Klei op zand (zeekleigronden): direct langs de Eem wordt zeeklei aangetroffen. De

gronden zijn ontstaan in de tijd dat de Zuiderzee de laaggelegen vlakte van de monding

van de Eem overstroomde;

- Zandgronden met een teellaag: langs de west- en zuidrand van het gebied worden

zandgronden aangetroffen. Deze gronden vormen de overgang van het poldergebied

naar de heuvelrug;

- Klei op veen op zand (veen - en moerige gronden): het grootste gedeelte van de Eem-

land, het gebied tussen de Eemdelta en de heuvelrug, bestaat uit veengronden of

moerige gronden. Ten westen van de Eem worden de veengronden nog doorkruist door

een stuifduin die door de wind is afgezet tijdens de laatste ijstijd het Weichselien.

Over het algemeen is de veendikte in Eemland beperkt tot minder dan 1 meter, maar vooral

in de Bikkerspolder kan de dikte toenemen tot maximaal 5 meter. De dikte van het totale

veenpakket wordt meegewogen bij het vaststellen van de nieuwe waterpeilen. In een groot

deel van Eemland bestaat een licht kwellende situatie met hoge grondwaterstanden. Er

kwelt water op uit de Utrechtse Heuvelrug. In het zuiden van Soesterpolder en de polders

westelijk van de A27 bestaat een lichte infiltratie van water. In het gebied dat rond NAP ligt

bestaat infiltratie noch kwel.

2.6 Hoogteligging en bodemdaling

In Eemland is sprake van een duidelijke overgang van de hoger gelegen gronden langs de

Utrechtse Heuvelrug naar de laaggelegen poldergebieden langs de Eem. De hoogste gron-

den bevinden zich ten zuiden van de spoorlijn Amersfoort-Amsterdam, ten noorden van

Hoogland bij Amersfoort en ten westen van de Wakkerendijk. Een hoogtekaart van het

gebied is opgenomen in het Inventarisatierapport.

In de Eemdelta, daar waar kleigronden worden aangetroffen, ligt het maaiveldniveau rond

NAP. Als gevolg van de aanwezigheid van veen in de ondergrond is in het verleden in de rest

van het poldergebied maaivelddaling opgetreden, waardoor het maaiveldniveau onder NAP

ligt. De stuifduin die ten westen van de Eem het veenlandschap doorkruist is niet gevoelig

voor maaivelddaling.

De recente bodemdaling in Eemland is in grote delen van het gebied zeer beperkt. De ge-

middelde bodemdaling is per peilgebied bepaald door hoogtegegevens uit de jaren ’70 te

Page 12: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

12

vergelijken met hoogtegegevens uit 2010. De bodemdaling is voor de meeste peilgebieden

minder dan 2,5 mm/jaar. Alleen in de Maatpolder is de bodemdaling groter, hier is de bo-

demdaling ongeveer 3-4 mm/jaar. Daarnaast zou de bodemdaling in de zuidwesthoek van

de Noordpolder te Veld op basis van bovenstaande vergelijking ook meer dan 2,5 mm/jaar

zijn, dit is echter niet te verklaren vanwege de zandige ondergrond.

2.7 Ecologie en natuurwaarden

Eemland is een belangrijk weidevogelgebied, de voornamelijk open weidegebieden zijn van

grote waarde voor weidevogels en vegetatie. Eemland is onderdeel van de ecologische

hoofdstructuur (EHS) en onderdeel van het nationaal landschap Arkemheen-Eemland. Het

Eemmeer ten noorden van Eemland is een Natura 2000-gebied.

De belangrijkste natuurgebieden binnen de EHS zijn de reservaatgebieden in de Noordpol-

der te Veld en de Maatpolder, de Slaag en de Valse Bosjes. Verder zijn er nog diverse

kleinere natuurgebieden langs de Eem die ook onderdeel uitmaken van de EHS.

Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Deze kaderrichtlijn heeft

tot doel om in 2015 de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa op orde te

hebben. In Eemland zijn een aantal KRW-lichamen aangewezen. Het grootste waterlichaam

is de Eem. Daarnaast zijn er in de Noordpolder te Veld, Zuidpolder te Veld, Bikkerspolder en

Polder de Haar drie waterlichamen aangewezen: de Eemnesservaart, Noorderwetering en

Haarse Wetering.

In en door de Provincie Utrecht zijn natuurgebieden aangewezen die de komende jaren

extra aandacht krijgen, zogenaamde TOP-gebieden. TOP-gebieden zijn verdroogde gebie-

den, zij kampen met te weinig water of water van mindere kwaliteit. De natuur lijdt dan

schade door de slechte kwaliteit van dit water. Het gebied Valse Bosjes in de uiterste

noordwest hoek van het gebied Eemland is een TOP-gebied en ligt op de overgang van de

hoger gelegen zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug naar de lager gelegen veengronden

van Eemland. In het gebied komt kwel voor, afkomstig uit de Heuvelrug.

2.8 Cultuurhistorie en archeologie

In Eemland zijn het verkavelingspatroon en het vestigingspatroon van cultuurhistorisch

belang. Het verkavelingspatroon wordt gekenmerkt door smalle, lange percelen die door

sloten van elkaar gescheiden zijn. Het smalle verkavelingspatroon zorgt voor de aanwezig-

heid van een kenmerkend vestigingspatroon – de lintbebouwing. In het gebied zijn enkele

boerderijlinten te vinden, de meest kenmerkende lintbebouwing bevindt zicht langs de

Wakkerendijk/Meentweg, plaatselijk langs de Eemdijk en in de polder Zeldert.

Naast een kenmerkend verkavelings- en vestigingspatroon vormt het westelijke deel van de

Grebbelinie met de bijbehorende militaire objecten een belangrijk cultuurhistorisch element

in het zuiden van het gebied. Ook de aanwezige waaien langs de (voormalige) primaire

waterkering van de Eem vormen een cultuurhistorisch element in het gebied.

Page 13: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

13

Binnen Eemland zijn diverse vindplaatsen aangewezen als terreinen van hoge archeologi-

sche waarde. Het gaat daarbij veelal om sporen van vroegere bewoning uit de steentijd of

resten van een huisterp uit de Middeleeuwen. Twee van deze terreinen zijn zelfs aangewe-

zen als rijksmonument. Dit betreft de resten van fort en kasteel ‘Huis ter Eem’ bij

Eembrugge en het terrein met (overblijfselen van) de boerderij en het versterkte huis

Hoogerhorst.

2.9 Keringen

Binnen het gebied van Eemland zijn twee dijkringgebieden (dijkring 45 en 46) aangewezen.

Dijkringgebieden worden omsloten door primaire waterkeringen en hoge gronden. De

primaire keringen hebben een beschermingsniveau van 1/1250 jaar. De volgende polders

liggen in dijkring 45: Bikkerspolder, Oosterpolder, Polder de Haar en Polder Zeldert. Zij

worden beschermd door de waterkering net ten oosten van de Eem en de waterkeringen

langs het Eemmeer. Dijkring 46 bestaat uit de Noordpolder te Veen en Zuidpolder te Veen

en omsluit het deel van Eemland ten westen van de Wakkerendijk.

Regionale waterkeringen hebben een lager beschermingsniveau dan primaire keringen. De

keringen aan westkant van de Eem hebben een beschermingsniveau van 1/300 jaar en de

keringen langs de Laak hebben een beschermingsniveau van 1/30 jaar. Het gebied tusse de

de Eem en de Wakkerendijk wordt beschermd door een regionale waterkering, waardoor er

officieel sprake is van buitendijks gebied. Ditzelfde geldt voor de Soesterpolder.

Page 14: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

14

Page 15: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

15

3 Uitgangspunten en belangen

3.1 Uitgangspunten

In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste beleidskaders en belangen opgenomen, waar rekening

mee is gehouden bij de peilafweging. Hieronder is een samenvatting op hoofdlijnen weer-

gegeven van uitgangspunten vanuit wetgeving en beleid. Als laatste zijn in deze paragraaf

de in het provinciaal waterplan onderscheiden functies in Eemland beschreven.

Vanuit wetgeving

Wetten en verordeningen zijn instrumenten voor overheden om bepaalde doelen te halen.

De relevante wetten en verordeningen voor deze studie zijn de volgende:

- In de Waterwet is bepaald dat de waterbeheerder verplicht is peilbesluiten vast te

stellen voor de daartoe aangewezen gebieden onder zijn beheer;

- In de Waterverordening van Waterschap Vallei en Veluwe is bepaald dat voor de pol-

dergebieden Eemland en Arkemheen een peilbesluit moet worden opgesteld. In de

verordening is ook bepaald dat het peilbesluit moet bestaan uit een tabel en kaart, en

een geschreven toelichting hierop;

- De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van inheemse planten- en diersoorten.

Het peilbesluit van Eemland mag niet leiden tot verstoring van deze soorten op welke

manier dan ook.

Vanuit beleid

In het beleid zijn de doelen van overheden verwoord. Het kan worden ingedeeld in de

verschillende overheidsniveaus, van Europees tot gemeentelijk beleid.

- In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is de waterkwaliteitsdoelstelling voor Euro-

pese wateren vastgelegd. Het peilbesluit mag geen verslechtering van de waterkwaliteit

van de waterlichamen in Eemland (Eemnesvaart, Haarse Wetering, Noorderwetering)

opleveren.

- In het Verdrag van Malta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden

vastgelegd.

- In de Nota Ruimte is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) opgenomen, een deel van

Eemland is daarin aangewezen als EHS-gebied. Verder zijn in de Nota Ruimte de vol-

gende voor Eemland relevante punten met betrekking tot waterbeheer en peilbesluiten

genoemd:

Page 16: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

16

o Het creëren van meer mogelijkheden voor waterberging om watertekort en –

overlast te voorkomen.

o Het hanteren van een drietrapsstrategie voor de waterkwaliteit: voorkomen (van

vervuiling), scheiden (van schone en vuile waterstromen) en zuiveren.

o Ruimtelijke besluiten en peilverlagingen mogen niet leiden tot bodemdaling in ge-

bieden met veen.

o Het waterbeheer dient te worden afgestemd op de aangewezen EHS-gebieden.

Peilverlagingen in omringende gebieden mogen het waterpeil in deze ecologische

gebieden niet beïnvloeden.

o Waar mogelijk moeten combinaties worden gezocht van waterbeheer met andere

functies om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren.

- In het NBW (Nationaal Bestuursakkoord Water) - Actueel is vastgelegd dat de water-

schappen de komende jaren GGOR’s (Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime)

gaan opstellen voor hun beheersgebied en dat GGOR wordt gebruikt voor het afstem-

men van de waterpeilen. Dit moet leiden tot een duurzaam ingericht watersysteem

waarin de toegekende functies voldoende worden ondersteund. Bovendien mag het

peilbesluit niet strijdig zijn met het behalen van de doelen uit het NBW – Actueel (wa-

teroverlast, watertekort, waterkwaliteit en stedelijke wateropgave). Waar mogelijk

levert het peilbesluit een bijdrage aan het behalen van deze doelen.

- Het Nationaal Waterplan is een eerste uitwerking van het Deltaprogramma, dat als doel

heeft een duurzame waterveiligheid en zoetwatervoorziening te realiseren. Binnen het

plangebied geldt dit voor de dijken langs de Randmeren en de inlaatvoorzieningen in de

polders. Een belangrijke ontwikkeling is een nieuw peilbesluit voor het IJsselmeer en de

ontkoppeling van het Markermeer en de Veluwerandmeren.

- Het provinciaal waterplan van Utrecht (2010-2015): Richting Robuust geeft kaders voor

het peilbesluit. Hierin zijn onder andere een functiekaart en de bijbehorende functiebe-

schrijvingen opgenomen. Deze vormen voor het peilbesluit een belangrijk vertrekpunt

voor de afweging van de waterpeilen.

- De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 – 2028 (ontwerp) beschrijft het ruimtelij-

ke beleid van de provincie Utrecht. Er wordt geen nieuw waterbeleid geformuleerd in

de Structuurvisie. Het peilbesluit Eemland wordt afgestemd op de provinciale ruimtelij-

ke doelstellingen, zoals de kernkwaliteiten van het landschap van Eemland, het

veenweidekarakter van Eemland, een klimaatbestendige leefomgeving en de Ecologi-

sche Hoofdstructuur.

- In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het waterschap hoe het zijn drie kernta-

ken gaat vervullen: veiligheid, optimale waterstanden en schoon water. Belangrijke

onderdelen voor de peilbesluiten zijn:

o Verschil tussen zomer- en winterpeil wordt zoveel als mogelijk teruggebracht;

o In natuurgebieden wordt een natuurlijk waterpeil ingesteld (hoog in de winter en

laag in de zomer);

o In toekomstige natuurgebieden die momenteel nog landbouwgrond zijn, stemmen

we de waterbeheersing af op de natuur wanneer het gebied grotendeels (> 80 pro-

cent) van landbouwgrond is omgezet in natuur.

Page 17: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

17

- In het Waterbeheersplan 2010-2015 is beschreven dat bij het opstellen van peilbeslui-

ten gebruik wordt gemaakt van de GGOR-methodiek. Dit betekent dat voor de

verschillende functies wordt gezocht naar de optimale waterstanden. Voor landbouw is

dit vooral een economische afweging, waarin opbrengst van gewassen centraal staat.

Voor natuur wordt een koppeling gemaakt met natuurbeheerplannen.

- In de Keur van het waterschap is opgenomen het verboden is zonder vergunning van

het bestuur de waterstand te brengen en te houden op een ander peil dan voor de be-

treffende watergang is vastgesteld of gangbaar is (artikel 4.2 lid 1b). In de beleidsregels

is daarnaast opgenomen dat in poldergebieden in principe geen onderbemalingen wor-

den toegestaan (regel 3.1.4).

- In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Eemland uit 2005 is door de gemeenten

Baarn, Bunschoten, Eemnes en Soest een visie beschreven op het landschap. Hierin is

een aantal opgaven voor het watersysteem benoemd:

o Voor het open slagenlandschap en de overgangslandschap is dat een uitwerking ge-

ven aan duurzaam waterbeheer door herstel van de natuurlijke waterhuishouding

(bijvoorbeeld: herstel watersystemen, bestrijding verdroging en vermesting, beper-

ken risico’s van hoogwater en wateroverlast door dijkverbetering, verbetering

kwaliteit grond- en oppervlaktewater).

o Voor het rivierlandschap van de Eem is dat de facilitering van de regionale beroeps-

vaart in combinatie met hoge ecologische doelstellingen. Recreatief medegebruik is

wenselijk, mits dit geen obstructie betekent voor het voorgaande.

Functies in Eemland volgens Provinciaal Waterplan (2010-2015)

In Eemland zijn drie basisfuncties aanwezig, dit zijn: Landbouw, Natuur en Stedelijk Gebied.

Er komen geen verweven functies voor, daarmee zijn de verschillende functies in het gebied

van elkaar gescheiden (zie kaart 16 in het achtergrondrapport met de peilafweging). De

natuurgebieden bevinden zich vooral langs de Eem en de het Eemmeer. De kernen van

Eemnes, Bunschoten, Amersfoort, Eemdijk en Eembrugge zijn als stedelijk gebied aangewe-

zen. De rest van het gebied heeft een landbouwfunctie.

Naast deze basisfunctie worden er nog andere aanduidingen onderscheiden waar doelstel-

lingen aan verbonden zijn. De onderstaande twee zijn van belang voor het peilbesluit

Eemland.

- Veengebied: een groot gedeelte van het landbouwgebied is ook aangewezen als veen-

gebied. Dit betekent dat er veen in de ondergrond aanwezig is en er aandacht moet

worden besteed aan het beperken van bodemdaling.

- Natte ecologische verbindingszones: binnen het peilbesluitgebied is een gedeelte van

de Dijkwetering in de Noordpolder aangewezen als natte ecologische verbindingszone.

Ecologische verbindingszones zijn gericht op het verbeteren van de mogelijkheden voor

verplaatsing van planten en dieren tussen de verschillende, vaak verspreid liggende, na-

tuurgebieden. Hier moet rekening mee gehouden worden bij het opstellen van het

nieuwe peilbesluit, bijvoorbeeld wanneer er een extra peilvakgrens geïntroduceerd zou

worden.

Page 18: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

18

3.2 Belangen

In deze paragraaf zijn de verschillende belangen in Eemland beschreven. De belangen zijn

onder te verdelen in belangen vanuit het watersysteem (wateraan- en afvoer, waterconser-

vering, waterkwaliteit en ecologie) en belangen vanuit gebruiksfuncties (landbouw,

veenweidegebied, natuur/weidevogels, recreatie).

Vanuit watersysteem

Wateraan- en afvoer: robuuste peilgebieden en open afvoerroutes

Om de wateraanvoer en afvoer in de polder op een goede manier te kunnen regelen is het

wenselijk om robuuste peilgebieden te creëren. Robuuste peilgebieden zijn gebieden van

een aanzienlijke omvang. Daarbinnen staat het water in open verbinding en kan zich “vrij”

bewegen. Meerdere locaties om water aan en af te voeren zijn gewenst om bij lokale knel-

punten of calamiteiten in te kunnen grijpen. Op deze manier kan het waterpeil goed

gehandhaafd worden.

De afvoerroutes in het gebied en naar het gemaal moeten open blijven. Lokale knelpunten

in de waterafvoer door te hoge duikers of aanwezige dammen zijn niet gewenst. Hierdoor

kan te veel opstuwing ontstaan waardoor de vastgelegde waterpeilen niet gehandhaafd

kunnen worden.

Waterconservering: hanteren van een bandbreedte rondom het waterpeil

Voor de waterconservering is het wenselijk om te werken met een minimum en maximum

waterpeil die enigszins uit elkaar liggen. Het hanteren van een vast strak waterpeil betekent

namelijk dat veel water moet worden afgevoerd, maar ook dat veel water moet worden

aangevoerd. Met een bandbreedte rondom het waterpeil kan worden ingespeeld op het te

verwachten weer. Bij hevige neerslag kan vast worden voorgemalen en wanneer droogte

wordt verwacht kan nog extra water worden vastgehouden. Op deze manier wordt op een

duurzame manier met het watersysteem omgegaan. Uitgangspunt voor het waterschap is

een bandbreedte van 20 cm, bij deze bandbreedte is het waterbeheer op een efficiënte

manier uit te voeren.

Waterkwaliteit en KRW: droogval voorkomen, goed inlaatbeheer, natuurlijk peilbeheer

Het peilbeheer is een belangrijke factor waarmee de waterkwaliteit wordt gestuurd, daarom

zal in de peilbesluiten rekening gehouden moeten worden met de KRW doelen. Er zijn

vooral twee aspecten van belang: het voorkomen van droogval en een goed inlaatbeheer.

Sloten kunnen droogvallen in de winter omdat het winterpeil te laag is, of omdat er een laag

bagger aanwezig is. Droogval in de winter is slecht voor de waterkwaliteit, zowel chemisch

als biologisch. Door oxidatie van organisch materiaal of veen in de drooggevallen slibbodem

kan veel fosfaat vrijkomen. Wanneer het waterpeil weer stijgt zullen hoge fosfaatconcentra-

ties voorkomen in het oppervlaktewater. Bij droogval zullen tevens veel planten en

diersoorten de winter niet overleven. Daarnaast is de kans op bevriezing kleiner bij een

grotere waterdiepte. Dit betekent dat een grotere waterdiepte bijdraagt aan de mogelijkhe-

Page 19: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

19

den voor overwintering door vissen. Voldoende waterdiepte draagt daarmee dus bij aan een

betere ecologie.

Het peilbeheer bepaalt hoeveel inlaatwater er nodig is. Een vast waterpeil met een kleine

bandbreedte betekent dat er regelmatig water moet worden ingelaten om het uitzakken

van het waterpeil te voorkomen. Wanneer het waterpeil wat meer mag fluctueren dan

hoeft er minder water te worden ingelaten. De kwaliteit van het water in het gebied wordt

beïnvloed door de hoeveelheid water die moet worden ingelaten en uiteraard ook door de

kwaliteit van het inlaatwater. Daarom wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk water uit

de polders zelf te benutten en dit eventueel aan te vullen met water vanuit bovenstrooms

gelegen gebieden of de Eem.

Voor de waterkwaliteit is het wenselijk om zoveel mogelijk een natuurlijk peilbeheer te

hanteren. Met een natuurlijk peilbeheer wordt bedoeld: hogere peilen in de winter dan in

de zomer en minder verschil tussen het waterpeil in de zomer en in de winter. Daarnaast is

ook het moment waarop wordt overgegaan van het hoge naar het lage waterpeil belangrijk.

Het is namelijk belangrijk dat watergangen zo laat mogelijk droogvallen in het najaar. De

temperatuur is dan lager waardoor bodemprocessen langzamer verlopen. Deze bodempro-

cessen zorgen er voor dat de er nutriënten (met name fosfaat) vrijkomen. Het is daarom

wenselijk om het lagere waterpeil in de winter zo laat mogelijk (vanaf december) in te

stellen.

Ecologie: natuurlijk peilbeheer en aangepast maaibeheer

Een natuurlijk peilbeheer is goed voor de ecologische kwaliteit. Wanneer een natuurlijk

peilbeheer niet mogelijk is kan alsnog kritisch gekeken worden naar de periode van het

minimum- en maximumwaterpeil. De negatieve effecten op de waterkwaliteit en ecologie

van een laag waterpeil in de winter zijn groter naarmate het waterpeil eerder verlaagd

wordt. In het najaar graven larven en andere kleine waterdieren zich namelijk in de oever

onder het waterniveau in voor het winterseizoen. Bij het verlagen van het waterpeil in het

najaar is er minder oever beschikbaar of sterft de reeds ingegraven waterfauna. Wanneer

ook het maximum waterpeil eerder weer ingesteld wordt, duurt de tegennatuurlijke situatie

van een laag waterpeil in de winter zo kort mogelijk.

Bovendien is het wenselijk om gedurende de zomer het hoge peil verder uit te laten zakken

voordat het weer op streefpeil wordt gebracht. Droogval in de zomer is een essentieel

proces voor veel oeverplanten. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan het laten

uitzakken van het waterpeil tot ongeveer 10 cm onder het streefpeil alvorens het weer op

peil gebracht wordt.

KRW doelen kunnen gehaald worden door aanpassing van het maaibeheer in weteringen.

Om de vishabitats te verbeteren is meer vegetatie gewenst, dit heeft echter een negatief

effect op de afvoer van een watergang omdat het verhang toeneemt. De ontwikkeling van

de oevervegetatie kan daarnaast nog bevorderd worden door een kleiner peilverschil,

hierdoor wordt de zuiverende werking van het watersysteem versterkt.

Page 20: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

20

Vanuit gebruikersfuncties

Landbouw: voldoende drooglegging

In Eemland zijn de meeste landbouwpercelen in gebruik als grasland. Voldoende droogleg-

ging is nodig om het gras te laten groeien. Daarnaast is de landbouw gebaat bij een lager

waterpeil in de winter en het vroege voorjaar. Voor het schonen van sloten in het najaar is

een lager waterpeil wenselijk. Het waterpeil mag echter niet te laag zijn, omdat dan te veel

bagger meekomt met het schonen. Een goede waterkwaliteit is van belang voor de gezond-

heid van grazend vee. Daarnaast kunnen watervoerende sloten voor veedrenking en

veekering gebruikt worden.

Behalve grasland wordt er ook maïs verbouwd in Eemland. Dit gebeurt lokaal, maar wel

verspreid over het hele gebied. De waterpeilen worden daarom in principe niet specifiek

afgestemd op de maïsteelt. Op hogere percelen zal maïsteelt echter goed mogelijk zijn.

In Eemland heeft ruilverkaveling plaats gevonden. Bij de ruilverkaveling zijn afspraken

gemaakt over de benodigde drooglegging in het gebied. Deze afspraken zijn meegenomen

bij het opstellen van het peilbesluit in 1991 en in 2003. In een aantal peilvakken is de uitein-

delijke drooglegging wat kleiner dan deze normen. In de toelichting bij het peilbesluit uit

1991 zijn de volgende droogleggingsnormen voor de winterperiode opgenomen:

- Kleigronden: 90-110 cm

- Klei op veengronden: 85-105 cm

- Zandgronden: 75-95 cm

Het peilbesluit uit 2003 is een belangrijk vertrekpunt geweest voor het nieuwe ontwerp-

peilbesluit. Dit betekent dat de drooglegging bij het peilbesluit uit 2003 een belangrijk

vertrekpunt is voor de nieuwe drooglegging.

Veenweidegebied

Een groot gedeelte van Eemland is aangewezen als veenweidegebied. In het Provinciaal

Waterplan is opgenomen dat bij het opstellen van peilbesluiten voor deze gebieden extra

aandacht nodig is voor het beperken van bodemdaling. In een veenweidegebied daalt de

bodem doordat het veen zet, inklinkt en oxideert als gevolg van ontwatering. Het veen daalt

niet overal even snel. Behalve met de ontwateringstoestand hangt dit ook samen met het

soort veen. In natte natuurgebieden gaat de bodemdaling minder snel dan in de drogere

landbouw- en natuurgebieden, waardoor het hoogteverschil toeneemt.

Vanuit het Provinciaal Waterplan geldt in veenweidegebieden het volgende vertrekpunt met

betrekking tot bodemdaling: ‘Substantieel afremmen van de bodemdaling binnen een ro-

buust en klimaatbestendig watersysteem, zodanig dat het op lange termijn goed betaalbaar

en beheersbaar is en dat rekening wordt gehouden met behoud en ontwikkeling van de

landschappelijke kernkwaliteiten’.

Page 21: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

21

Dit is vertaald in de volgende twee provinciale richtlijnen:

- In veengebieden een maximale drooglegging van 60 cm (gemiddeld per peilgebied). Dit

behoudens eerder gemaakte afspraken in het kader van de landinrichtingsprojecten Lo-

pikerwaard en Eemland. Gevraagd wordt om bij nieuwe peilbesluiten te streven naar

waar mogelijk de drooglegging te beperken tot 60 cm;

- In veengebieden geen vergroting van de drooglegging, tenzij dit noodzakelijk is voor het

duurzaam uitoefenen van de functie;

Natuur: weidevogels, beschermde soorten en ecologische verbindingen

Eemland is een zeer belangrijk weidevogelgebied in Nederland. Weidevogels houden in het

algemeen van open tot zeer open, vochtige tot natte graslandgebieden die overwegend

extensief tot matig intensief gebruikt worden en waar geen of weinig ‘storingsbronnen’

aanwezig zijn in de vorm van wegen en bebouwing. De meeste weidevogels zijn gebaat bij

een relatief hoge grondwaterstand, dat wil zeggen dat het grondwater niet te ver onder het

maaiveld staat (40-50 cm in het voorjaar). Onder die omstandigheden droogt de bodem niet

uit en is het voedsel voor de weidevogels goed bereikbaar. Daarnaast is een late maaidatum

van belang, om eieren te leggen en hun jongen te verzorgen is maaien voor begin juni niet

wenselijk1. In heel Eemland zijn veel weidevogels aanwezig, maar specifiek het reservaatge-

bied in de Noordpolder/Maatpolder en De Slaag zijn speciaal ingericht voor weidevogels.

De Flora- en faunawet beschermt de in het wild voorkomende planten en dieren. Voor het

peilbesluit betekent dit dat de belangen en de mogelijke effecten van peilwijzigingen op

(beschermde) flora en fauna meegenomen moeten worden.

De volgende aspecten zijn van belang voor het peilbesluit:

- Het aantal peilgebieden. Voor de aanwezige beschermde vissen is het van belang dat de

migratiemogelijkheden niet verminderen. Deze kunnen verminderen doordat de be-

grenzing van peilgebieden wijzigt of doordat het aantal peilgebieden toeneemt.

- Natuurlijk peilbeheer. Voor de meeste beschermde soorten is het met name van belang

dat de vegetatieontwikkeling en mogelijkheden tot verlanding worden gestimuleerd.

Soorten als Kleine en Grote Modderkruiper en Bittervoorn zijn bijvoorbeeld afhankelijk

van een goed ontwikkelde vegetatie of verlanding. Waterpeilen hebben invloed op de

ontwikkeling hiervan. Een natuurlijk peilbeheer beïnvloedt de vegetatieontwikkeling

positief.

- Peilwijzingen. Abrupte stijgingen en verlagingen van de waterpeilen dienen zoveel

mogelijk vermeden te worden. In het broedseizoen kunnen hierdoor bijvoorbeeld vo-

gelnesten verdrinken, ook kunnen onnatuurlijke stijgingen en verlagingen de

ontwikkeling van vegetatie (leefgebied van beschermde soorten) negatief beïnvloeden.

- Beheer. Extensief beheer van de watergangen is over het algemeen goed voor de aan-

wezige beschermde soorten. Mogelijkheden om het beheer extensiever uit te voeren

dienen bij de peilafweging te worden onderzocht en zoveel mogelijk benut te worden.

1 Bron: www.natuurkennis.nl

Page 22: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

22

- Inlaatwater. Het inlaten van gebiedsvreemd water kan exoten met zich meebrengen die

een negatieve invloed kunnen hebben op de bestaande flora en fauna. Daarnaast heeft

de kwaliteit van het inlaatwater invloed op de aanwezige flora en fauna.

In Eemland is een ecologische verbindingszone aanwezig in de Noordpolder te Veld/ Maat-

polder. Het streefbeeld hiervoor is een zone die bestaat uit natuurgebiedjes met moeras,

schraalland, vochtige ruigte en struweel en op de hogere delen bloemrijk grasland. Doel-

soorten zijn voornamelijk de plant- en diersoorten die vochtige tot natte omstandigheden

nodig hebben als leefgebied en/ of voor migratiedoeleinden. De bestaande wielen en plasjes

in het gebied (zoetwatergemeenschappen) fungeren hierbij voor veel soorten als stapsteen.

Recreatie

De polders van Eemland worden veel gebruikt door recreanten, dit zijn met name fietsers en

wandelaars. Het recreatief gebruik van de polders stelt geen eisen aan het te hanteren

waterpeil en wordt daarom ook niet meegenomen in de peilafweging. Wel kan bij de reali-

satie bijvoorbeeld een nieuwe stuw recreatief gebruik meegenomen worden door de stuw

passeerbaar te maken voor wandelaars.

Page 23: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

23

4 Peilafweging

4.1 Inleiding

In de volgende paragrafen wordt per polder beschreven waarin het ontwerp-peilbesluit

verschilt met het peilbesluit uit 2003 en welke afwegingen daaraan ten grondslag liggen. Het

peilenvoorstel komt voor een groot gedeelte overeen met het vigerende peilbesluit. Wel is

het peilenvoorstel op een aantal locaties aangepast aan de huidige praktijksituatie, dit geldt

voornamelijk voor de begrenzing van een aantal peilgebieden. Er zijn een paar algemene

keuzes gemaakt waar het peilenvoorstel op gebaseerd is. Deze keuzes worden hieronder

toegelicht.

Peilgebieden zonder wateraanvoer

In Eemland zijn verschillende peilgebieden aanwezig waar het niet mogelijk is om water aan

te voeren. Deze peilgebieden liggen op de overgang naar de hoger gelegen zandgronden ten

westen van de A27 in de Noord- en Zuidpolder te Veen en ten zuiden van de spoorlijn in de

Soesterpolder. Vanwege het ontbreken van wateraanvoer kan het uitzakken van het water-

peil in de zomer niet voorkomen worden. Daarom worden voor deze peilgebieden geen

minimum waterpeilen opgenomen in het peilbesluit. De maximum waterpeilen geven aan

welke waterpeilen onder normale omstandigheden verwacht kunnen worden. In een twee-

tal peilgebieden in de Soesterpolder (nr. 112 en 114) wordt in de winter een lager waterpeil

gehanteerd dan het maximum waterpeil om wateroverlast te voorkomen. Op deze manier

wordt inzichtelijk gemaakt welke waterpeilen de gebruikers in de gebieden kunnen ver-

wachten.

Compensatie bodemdaling

In het inventarisatierapport is op kaart 6b de bodemdaling in Eemland weergegeven. Op

basis van die kaart kan geconstateerd worden dat de bodemdaling in Eemland in de afgelo-

pen 10 jaar niet meer dan 2,5 cm (of 2,5 mm/jaar) is geweest. Alleen in de Maatpolder is

een grotere bodemdaling geconstateerd. De waterpeilen in de peilvakken 701 en 702 kun-

nen aangepast worden om de bodemdaling van de afgelopen 10 jaar te compenseren. Bij de

peilafweging voor dit peilbesluit wordt er echter voor gekozen om deze compensatie voor

peilvak 701 nu niet door te voeren, zoals hieronder verder wordt toegelicht.

Het aanpassen van de waterpeilen in het peilbesluit gebeurt over het algemeen per 5 cm.

Dit is vanwege de praktische uitvoerbaarheid en sluit aan bij de nauwkeurigheid van het

Page 24: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

24

peilbeheer in de praktijk. De gemalen kunnen uiteraard op de centimeter nauwkeurig aan-

gestuurd worden, maar door de onnauwkeurigheid in de metingen en tijdelijke afwijkingen

(bv. het scheefhangen van een vlotter) is een nauwkeurigheid van 1 cm niet te garanderen.

Om verkeerde verwachting te voorkomen en om bovendien te kunnen spreken van een

significante verandering bij peilaanpassingen worden daarom de waterpeilen alleen per 5

cm aangepast. Aangezien de bodemdaling in het gebied aanzienlijk kleiner is dan deze 5 cm

wordt deze nu niet gecompenseerd.

Wanneer het peilbesluit over 10 jaar herzien wordt zal de bodemdaling sinds 2003 opnieuw

meegenomen worden in de afweging van de waterpeilen. Dit betekent dat bij de herziening

van het peilbesluit in 2023 de bodemdaling sinds 2003 meegenomen in de peilafweging. De

bodemdaling over de afgelopen tien jaar wordt daarmee niet verwaarloosd, zodat ook op de

lange termijn er voldoende drooglegging in het gebied gegarandeerd blijft.

In de Maatpolder (peilgebied 701) is de afgelopen tien jaar een lager waterpeil gevoerd dan

officieel was opgenomen in het peilbesluit. Dit lagere praktijk waterpeil wordt nu opgeno-

men in het peilbesluit, maar er wordt geen extra compensatie toegepast voor de

bodemdaling.

Flexibel peilbeheer

In de polders van Eemland wordt een flexibel peilbeheer toegepast. Het flexibel peilbeheer

wordt als middel ingezet om met de oppervlakte- en grondwaterstanden de aanwezige

functies in het gebied zo goed mogelijk te ondersteunen. Dit komt overeen met het peilbe-

sluit uit 2003 waarin dit ook was opgenomen in de vorm van minimum- en maximum

waterpeilen. De definitie van een flexibel waterpeil is in onderstaand kader opgenomen.

Flexibel waterpeil: een peilbeheer waarbij het waterpeil varieert tussen een boven- en een

ondergrens. Het waterpeil is daarbij afhankelijk van de weersomstandigheden en de grond-

waterstanden om de functies in het gebied zo goed mogelijk te ondersteunen.

Het flexibel peilbeheer betekent dat er geen vaste periodes zijn met een hoger of lager

waterpeil, zoals in het verleden het geval was met een zomer- en winterpeil. Het waterpeil

wordt namelijk afgestemd op de weersomstandigheden en de grondwaterstanden in het

gebied. Het waterpeil in de polders zal daarbij variëren tussen het maximum en minimum

waterpeil. Dit betekent overigens niet dat het peilbeheer volledig anders gaat worden, over

het algemeen zullen de waterpeilen in de polder in droge perioden hoger zijn en in natte

perioden lager. Dit laatste geldt echter niet in de natuurgebieden waar een meer natuurlijk

en dus tegengesteld waterpeil wordt gevoerd.

Bij het flexibele peilbeheer worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- In de winterperiode wordt in principe een waterpeil van 5 cm boven het minimum

waterpeil gehandhaafd, alleen bij aanzienlijke neerslag en tijdens het schonen van de

sloten wordt het minimum waterpeil gehanteerd;

Page 25: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

25

- In de zomerperiode wordt in principe een waterpeil van 5 cm onder het maximum

waterpeil gehandhaafd, alleen bij aanzienlijke droogte wordt het maximum waterpeil

gehanteerd;

- De overgang van de winter naar de zomer en andersom verloopt heel geleidelijk met

een verandering van maximaal 5 cm per week.

Door deze uitgangspunten toe te passen wordt een positieve bijdrage geleverd aan een

aantal aspecten van het waterbeheer in Eemland: droogval wordt meer voorkomen, de

waterkwaliteit verbetert, begroeiing in het voorjaar wordt beperkt, wateroverlast in de

zomer vermindert en KRW doelen worden ondersteund.

Figuur 2 Verloop van het streefpeil in een theoretisch jaar op basis van de uitgangspunten bij het nieuwe peilre-

gime in Eemland. De overgang van het lagere waterpeil in de winter naar het hogere waterpeil in de zomer is niet

vastgelegd met een bepaalde datum, maar hangt af van de weersomstandigheden en grondwaterstanden.

1-j

an

1-f

eb

1-m

rt

1-a

pr

1-m

ei

1-j

un

1-j

ul

1-a

ug

1-s

ep

1-o

kt

1-n

ov

1-d

ec

Aan

zie

nli

jke

ne

ers

lag

Aan

zie

nli

jke

ne

ers

lag

Aan

zie

nli

jke

dro

ogt

e

Sch

on

en

slo

ten

Maximum waterpeil

Minimum waterpeil

20 c

m5 c

m

Ove

rgan

gsp

erio

de

Ove

rgan

gsp

erio

de

Page 26: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

26

Page 27: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

27

4.2 Soesterpolder

In Tabel 1 is het peilenvoorstel voor de Soesterpolder weergegeven. De waterpeilen in alle

peilgebieden in de Soesterpolder zijn afgestemd op de functie Landbouw.

De belangrijkste verandering ten opzichte van het peilbesluit uit 2003 is dat alleen voor de

peilgebieden 101, 102 en 103 een minimum waterpeil is opgenomen. De andere peilgebie-

den liggen allemaal aan de zuidkant van de spoorlijn en daar kan geen water aangevoerd

worden. Voor deze peilgebieden is daarom geen minimumwaterpeil opgenomen. De maxi-

mum waterpeilen van twee peilgebieden (103 en 114) wijken af van het peilbesluit 2003.

Hier is namelijk het praktijk waterpeil opgenomen in het peilenvoorstel, omdat er geen

problemen zijn geconstateerd met de praktijkpeilen. De peilgebieden 105 en 108 zijn res-

pectievelijk bij de peilgebieden 106 en 107 gevoegd. Hiermee is het peilbesluit aangepast

aan de praktijksituatie.

Tabel 1 Peilenvoorstel 2013, verschil met 2003 en gemiddelde drooglegging Soesterpolder. V-’03 (cm) is het

verschil in centimeters ten opzichte van het waterpeil uit het peilbesluit 2003, DL (cm) is de drooglegging in

centimeters.

Peilge-

bied

Maximum Minimum

2013 V-‘03 (cm) DL (cm) 2013 V-‘03 (cm) DL (cm)

101 -0,55 - 92 -0,75 - 112

102 -0,30 - 120 -0,50 - 140

103 0,80 + 20 118 0,60 - 138

104 -0,35 - 145 n.v.t. - -

1062 -0,15 - 119 n.v.t. - -

1073 -0,15 - 151 n.v.t. - -

109 -0,05 - 209 n.v.t. - -

110 0,60 - 134 n.v.t. - -

111 0,05 - 151 n.v.t. - -

112 1,50 - 178 n.v.t. - -

113 0,40 - 126 n.v.t. - -

114 0,90 +15 204 n.v.t. - -

2 Peilvak 105 is bij peilvak 106 gevoegd, dit komt overeen met de praktijksituatie.

3 Peilvak 108 is bij peilvak 107 gevoegd, dit komt overeen met de praktijksituatie.

Page 28: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

28

4.3 Polder Zeldert

In Tabel 2 is het peilenvoorstel voor de Polder Zeldert weergegeven. In drie peilgebieden

zijn de waterpeilen afgestemd op de functie natuur, dit is het gebied De Slaag (peilgebied

201 en 204) en Zuivereind (peilgebied 208). Het peilgebied 207 is een hoogwatervoorziening

voor de aanwezige bebouwing. De waterpeilen worden in een hoogwatervoorziening afge-

stemd op het beschermen van de fundering van de bebouwing en zijn over het algemeen

hoger dan in de rest van de polder. De waterpeilen van de andere peilgebieden in de Polder

Zeldert zijn afgestemd op de functie Landbouw.

De peilgebieden van Polder De Haar ten zuiden van de A1 zijn bij Polder Zeldert getrokken,

omdat zij horen bij het bemalingsgebied van gemaal Zeldert. Dit heeft betrekking op de

peilgebieden die nu 207, 208 en 209 zijn genoemd. Daarnaast is in de polder Zeldert peilge-

bied 210 er bijgekomen. In praktijk werd er in dit gebied al een ander waterpeil gevoerd dan

in peilgebied 202, hiermee is het peilbesluit is aangepast aan de praktijksituatie.

De peilgebieden 201 en 204 krijgen een lager minimum waterpeil. Beide peilgebieden heb-

ben betrekking op het natuurgebied De Slaag. Daar wordt in principe het hele jaar een hoog

waterpeil gehandhaafd, deze natte omstandigheden worden gecreëerd voor de weidevo-

gels. Het minimum waterpeil wordt alleen ingesteld voor het maaien en bewerken van de

percelen. Dit gebeurt slechts een korte periode op het eind van de zomer.

De twee peilgebieden 205 en 206 worden bemalen door gemaal Malesluis. De waterpeilen

in de peilgebieden veranderen niet ten opzichte van het peilbesluit uit 2003.

Tabel 2 Peilenvoorstel 2013, verschil met 2003 en gemiddelde drooglegging Polder Zelder. De peilgebieden met

“(na)” achter de code zijn afgestemd op natuur, de peilgebieden met “(hw)” zijn een hoogwatervoorziening. V-’03

is het verschil in centimeters t.o.v. het waterpeil uit het peilbesluit 2003, DL is de drooglegging in centimeters.

Peilgebied Maximum Minimum

2013 V-‘03 (cm) DL (cm) 2013 V-‘03 (cm) DL (cm)

201 (na) -0,35 - 27 -0,80 -30 72

202 -1,00 - 84 -1,20 - 104

203 -0,70 - 113 -0,90 - 133

204 (na) -0,15 - 14 -0,80 -50 79

205 -0,65 - 128 -0,75 - 138

206 -0,40 - 128 -0,60 - 148

2074 (hw) -0,80 - 129 -1,00 - 8

2085 (na) 0,20 - 21 n.v.t. - -

2096 -1,10 - 84 -1,30 - 104

2107 -0,90 +10 69 -1,10 +10 89

4 In peilbesluit 2003 werd dit peilvak aangeduid met de code 302.

5 In peilbesluit 2003 werd dit peilvak aangeduid met de code 303

6 In peilbesluit 2003 was dit peilvak onderdeel van peilvak 301

7 In peilbesluit 2003 was dit peilvak onderdeel van peilvak 202

Page 29: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

29

4.4 Polder De Haar

In Tabel 3 is het peilenvoorstel voor de Polder De Haar weergegeven. Het peilgebied 302 is

een hoogwatervoorziening voor de aanwezige bebouwing. De waterpeilen in peilgebied 301

zijn afgestemd op de functie Landbouw.

In het peilbesluit uit 2003 bestond polder De Haar uit meer peilgebieden, maar zoals ook in

voorgaande paragraaf is beschreven zijn de peilgebieden ten zuiden van A1 bij polder

Zeldert gevoegd. Alleen het bemalingsgebied van gemaal De Haar is nu opgenomen met

slechts twee peilgebieden. De waterpeilen in de polder zijn niet veranderd ten opzichte van

het peilbesluit uit 2003.

Tabel 3 Peilenvoorstel 2013, verschil met 2003 en gemiddelde drooglegging Polder De Haar. De peilgebieden met

“(na)” achter de code zijn afgestemd op natuur, de peilgebieden met “(hw)” zijn een hoogwatervoorziening. V-’03

(cm) is het verschil in centimeters ten opzichte van het waterpeil uit het peilbesluit 2003, DL (cm) is de droogleg-

ging in centimeters.

Peilgebied Maximum Minimum

2013 V-‘03 (cm) DL (cm) 2013 V-‘03 (cm) DL (cm)

301 -1,10 - 74 -1,30 - 94

302 (hw) -0,80 - 86 -1,00 - 106

Page 30: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

30

4.5 Bikkerspolder

In Tabel 4 is het peilenvoorstel voor de Bikkerspolder weergegeven. De waterpeilen in de

peilgebieden 401, 402 en 404 zijn afgestemd op de functie Landbouw. Deze drie peilgebie-

den beslaan samen het grootste gedeelte van de Bikkerspolder. Aan de noordkant zijn er

nog twee peilgebieden (403 en 408) waar de waterpeilen zijn afgestemd op de natuurfunc-

tie op het terrein van drinkwaterbedrijf Vitens. Ook in de gebieden Zwartenoord (405) en

Eembrugge (406) zijn de waterpeilen afgestemd op de natuurfunctie. Daarnaast worden er

nog verschillende hoogwatervoorzieningen onderscheiden (407 en 409) rondom bebouwing

in de polder.

De waterpeilen in de Bikkerspolder zijn niet aangepast ten opzichte van het peilbesluit 2003.

Er is alleen een peilgebied bijgekomen en dat is peilgebied 409 in de noordoosthoek. De

grenzen uit het peilbesluit 2003 klopten hier niet met de praktijksituatie, daar is het peilbe-

sluit op aangepast.

Tabel 4 Peilenvoorstel 2013, verschil met 2003 en gemiddelde drooglegging Bikkerspolder. De peilgebieden met

“(na)” achter de code zijn afgestemd op natuur, de peilgebieden met “(hw)” zijn een hoogwatervoorziening. V-’03

(cm) is het verschil in centimeters ten opzichte van het waterpeil uit het peilbesluit 2003, DL (cm) is de droogleg-

ging in centimeters.

Peilgebied Maximum Minimum

2013 V-‘03 (cm) DL (cm) 2013 V-‘03 (cm) DL (cm)

401 -0,80 - 86 -1,00 - 106

402 -1,00 - 56 -1,20 - 76

403 (na) -0,80 - 98 -0,80 - 98

404 -0,60 - 95 -0,80 - 115

405 (na) -0,10 - 9 n.v.t. - -

406 (na) 0,00 - 30 n.v.t. - -

407 (hw) -0,80 - 95 -1,00 - 115

408 (na) -1,00 - 111 -1,00 - 111

4098 (hw) -0,80 +20 131 -1,00 +20 151

8 In peilbesluit 2003 was peilvak 409 onderdeel van peilvak 402

Page 31: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

31

4.6 Oosterpolder

In Tabel 5 is het peilenvoorstel voor de Oosterpolder weergegeven. Het peilgebied 503 is

een hoogwatervoorziening voor de aanwezige bebouwing. De waterpeilen in peilgebied 501

en 502 zijn afgestemd op de functie Landbouw.

De grens tussen peilgebied 501 en 502 is naar het zuiden opgeschoven (zie Figuur 3). Dit

heeft te maken met de ontwikkelingen rondom de Laakzone en het bevaarbaar maken van

de Laak. Om de peilgebiedgrens naar het zuiden te verplaatsen moet de aanwezige stuw

verplaatst worden en zijn compenserende maatregelen nodig (zie ook H5). Dit zal gebeuren

op initiatief van het Laakzoneproject als onderdeel van de uitvoering van het gehele project.

Dit betekent dat de huidige peilgebiedgrens nog gehandhaafd wordt tot het moment dat

het Laakzone project daadwerkelijk in uitvoering gaat.

De peilgebiedgrenzen van 501 en 502 zijn aangepast aan de ruimtelijke ontwikkelingen

Haarbrug Zuid en Rengerswetering. Deze uitbreidingen van Bunschoten worden niet mee-

genomen in dit peilbesluit. In 2016 wordt het peilbesluit voor het stedelijk gebied van

Bunschoten vervangen. Op dat moment worden de uitbreidingen in het nieuwe peilbesluit

voor Bunschoten opgenomen.

Het minimum waterpeil in peilgebied 502 wordt 10 cm verhoogd, in de praktijk werd het

minimum waterpeil van het peilbesluit 2003 nooit ingesteld, omdat er dan te veel sloten

droog zouden vallen. Daarom wordt in het peilbesluit het waterpeil van -1,10 mNAP opge-

nomen.

Page 32: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

32

Figuur 3 Peilgebiedsgrenzen van het peilbesluit 2003 (stippellijn) en van het nieuwe ontwerp-peilbesluit

voor de peilgebieden 501 (groen) en 502 (blauw)

Tabel 5 Peilenvoorstel 2013, verschil met 2003 en gemiddelde drooglegging Oosterpolder. De peilgebieden met

“(na)” achter de code zijn afgestemd op natuur, de peilgebieden met “(hw)” zijn een hoogwatervoorziening. V-’03

(cm) is het verschil in centimeters ten opzichte van het waterpeil uit het peilbesluit 2003, DL (cm) is de droogleg-

ging in centimeters.

Peilgebied Maximum Minimum

2013 V-‘03 (cm) DL (cm) 2013 V-‘03 (cm) DL (cm)

501 -1,00 - 66 -1,20 - 86

502 -0,90 - 82 -1,10 +10 102

503 (hw) -0,80 - 94 -1,00 - 114

Page 33: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

33

4.7 Noordpolder te Veld, Noordpolder te Veen en Maatpolder

In Tabel 6 is het peilenvoorstel voor de Noordpolder te Veld, Noordpolder te Veen en de

Maatpolder weergegeven. In de drie polders zijn verschillende natuurgebieden aanwezig:

Maatpolder/Noordpolder (602, 703, 704 en 708), Eemdijk (706 en 707), Valse Bosjes (902 en

905) en Buitenvaart Noord (705). Hier zijn de waterpeilen afgestemd op de verschillende

natuurdoelen. Er zijn geen hoogwatervoorzieningen aanwezig en dat betekent dat de wa-

terpeilen in de overige peilgebieden zijn afgestemd op de functie Landbouw.

De waterpeilen van de verschillende natuurgebieden zijn aangepast. In het natuurgebied

Maatpolder/Noordpolder is een extra peilgebied geïntroduceerd met een hoger waterpeil.

In het gehele gebied worden in principe het hele jaar een hoog waterpeil gehandhaafd, deze

natte omstandigheden worden gecreëerd speciaal voor de weidevogels. De minimum wa-

terpeilen in het gebied zijn echter verlaagd, om het maaien en bewerken van de percelen

mogelijk te maken. Dit gebeurt slechts een korte periode op het eind van de zomer. Voor de

Valse Bosjes geldt dat de waterpeilen zijn aangepast op basis van het inrichtingsplan dat

voor het gebied is opgesteld. In het gebied van Buitenvaart Noord is het maximum waterpeil

aanzienlijk verhoogd en in overeenstemming gebracht met de praktijksituatie.

In het peilgebied 701 is de afgelopen tien jaar in werkelijkheid waterpeilen gehandhaafd die

5 cm lager waren dan de waterpeilen in het peilbesluit 2003. In het nieuwe ontwerp-

peilbesluit wordt het waterpeil uit de praktijk overgenomen en officieel wordt het waterpeil

daarmee 5 cm verlaagd. Deze verlaging is de compensatie voor de bodemdaling in het

peilgebied. Er wordt geen aanvullende compensatie toegepast voor de bodemdaling, dus in

de praktijk veranderen de waterpeilen niet. In het peilgebied 702 wordt de compensatie van

de bodemdaling wel toegepast, hier worden de waterpeilen met 5 cm naar beneden bijge-

steld.

Voor de peilgebieden ten westen van de A27 (903 en 904) wordt geen minimum waterpeil

meer opgenomen in het peilbesluit. In deze gebieden is het niet mogelijk om water aan te

voeren en daarom is het niet te voorkomen dat hier de waterpeil ten tijde van droogte

uitzakken.

Page 34: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

34

Tabel 6 Peilenvoorstel 2013, verschil met 2003 en gemiddelde drooglegging Noordpolder te Veld, Noordpolder te

Veen en Maatpolder. De peilgebieden met “(na)” achter de code zijn afgestemd op natuur, de peilgebieden met

“(hw)” zijn een hoogwatervoorziening. V-’03 (cm) is het verschil in centimeters ten opzichte van het waterpeil uit

het peilbesluit 2003, DL (cm) is de drooglegging in centimeters.

Peilgebied Maximum Minimum

2013 V-‘03 (cm) DL (cm) 2013 V-‘03 (cm) DL (cm)

601 -0,90 - 59 -1,10 - 79

602 (na) -0,40 +5 17 -0,85 -25 62

6039 -0,95 - 60 -1,15 - 80

901 -0,70 - 79 -0,90 - 99

902 (na) -0,50 +20 99 -0,50 +40 99

903 -0,45 - 158 n.v.t. - -

904 0,45 - 150 n.v.t. - -

90510 (na) -0,30 +40 27 -0,50 +40 47

701 -0,95 -5 91 -1,15 -5 111

702 -1,15 -5 91 -1,15 -5 91

703 (na) -0,05 +5 22 -0,55 -20 72

704 (na) -0,25 -10 21 -0,75 -45 71

705 (na) -0,20 +40 10 -0,60 - 50

706 (na) 0,00 - 53 n.v.t. - -

707 (na) -0,10 - 53 -0,50 - 93

70811 (na) -0,15 -5 20 -0,65 -30 70

9 In peilbesluit 2003 werd dit peilvak aangeduid met de code 805 en was dit peilvak onderdeel van de Zuidpolder

te Veld, het peilvak wordt echter bemalen door gemaal Eemnes en daarom in dit peilbesluit toegerekend

aan de Noordpolder te Veld. 10

In peilbesluit 2003 was dit peilvak onderdeel van peilvak 902 11

In peilbesluit 2003 was dit peilvak onderdeel van peilvak 703

Page 35: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

35

4.8 Zuidpolder te Veld en Zuidpolder te Veen

In Tabel 7 is het peilenvoorstel voor de Zuidpolder te Veld en Zuidpolder te Veen weergege-

ven. In de Zuidpolder is een natuurgebied aanwezig: Buitenvaart Zuid (804). Hier zijn de

waterpeilen afgestemd op het natuurdoel: zilt- en overstromingsgrasland. Er zijn geen

hoogwatervoorzieningen aanwezig en dat betekent dat de waterpeilen in de andere peilge-

bieden zijn afgestemd op de functie Landbouw.

De waterpeilen in de Zuidpolder zijn niet aangepast ten opzichte van het peilbesluit uit

2003. Peilgebied 1002 is bij het peilgebied 1001 gevoegd, hiermee is het peilbesluit over-

eenkomstig de praktijksituatie aangepast.

Voor de peilgebieden ten westen van de A27 (1004 en 1005) wordt geen minimum water-

peil meer opgenomen in het peilbesluit. In deze gebieden is het niet mogelijk om water aan

te voeren en daarom is het niet te voorkomen dat hier de waterpeilen ten tijde van droogte

uitzakken. In het peilgebied 1001 is wel een minimum waterpeil opgenomen, maar er is op

dit moment geen mogelijkheid aanwezig om water aan te voeren. Deze mogelijkheid zal op

de dezelfde manier gerealiseerd worden als in het gebied ten noorden van Eemnes. Dit

betekent dat er bij de stuw die het waterpeil regelt een opvoerpomp komt.

In peilgebied 801 is een knelpunt rond de Geerenweg geconstateerd. Wanneer in de polder

de maximum waterpeilen gehanteerd worden treedt in dit gebied snel overlast door hoge

waterstanden op. In het ontwerp-peilbesluit worden de waterpeilen voor peilgebied 801

niet aangepast.

Wel worden er in 2013 en 2014 twee onderzoeken opgestart om de knelpunten rond de

Geerenweg verder te onderzoeken en op te lossen. In 2013 wordt onderzocht hoe gevoelig

dit gebied is voor wateroverlast, dit gebeurt met een rekenmodel in het kader van de NBW

toetsing.

Daarna zal er in 2014 een jaar lang een proef gedaan worden met een maximum waterpeil

van -1,10 mNAP voor het gehele peilgebied 801. Er wordt dan onderzocht of dat waterpeil

problemen oplevert voor het westelijk deel van het peilgebied. In 2014 worden de onder-

zoeken afgerond en bepaald of het nodig is om binnen het peilgebied 801 verschillende

waterpeilen te voeren. Wanneer blijkt dat het nodig is om het peilgebied op te splitsen zal

er waarschijnlijk een extra stuw gemaakt worden. De nieuwe waterpeilen worden vervol-

gens vastgelegd in een projectplan die in het kader van dit werk opgesteld zal worden.

Page 36: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

36

Tabel 7 Peilenvoorstel 2013, verschil met 2003 en gemiddelde drooglegging Zuidpolder te Veld en Zuidpolder te

Veen. De peilgebieden met “(na)” achter de code zijn afgestemd op natuur, de peilgebieden met “(hw)” zijn een

hoogwatervoorziening. V-’03 (cm) is het verschil in centimeters ten opzichte van het waterpeil uit het peilbesluit

2003, DL (cm) is de drooglegging in centimeters.

Peilgebied Maximum Minimum

2013 V-‘03 (cm) DL (cm) 2013 V-‘03 (cm) DL (cm)

801 -1,00 - 66 -1,20 - 86

802 -0,80 - 64 -1,00 84

803 -0,80 - 64 -1,00 - 84

804 (na) 0,20 - -6 -0,20 - 34

100112 -0,70 - / -5 137 -0,90 - / -5 157

1003 -0,35 - 103 -0,35 - 103

1004 0,70 - 237 n.v.t. - -

1005 1,10 - 203 n.v.t. - -

12

Peilvak 1002 is bij peilvak 1001 gevoegd. Het waterpeil in peilvak 1002 was in peilbesluit 2003 5 cm hoger dan

in peilvak 1001. In de praktijk was er geen peilscheiding aanwezig en hadden beide peilgebieden hetzelfde

waterpeil van peilvak 1001.

Page 37: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

37

5 Maatregelen Om het ontwerp-peilbesluit uit te kunnen voeren is een aantal maatregelen nodig. Het gaat

om uitvoeringsmaatregelen, waarbij kunstwerken of watergangen aangepast worden.

Daarnaast is er ook een aantal onderzoeksmaatregelen nodig. Deze leiden nog niet direct

tot aanpassingen in het watersysteem, maar moeten er voor zorgen dat de waterpeilen uit

het peilbesluit in de toekomst beter gehandhaafd kunnen worden.

5.1 Verplaatsen stuw in Oosterpolder

De grens tussen peilgebied 501 en 502 is naar het zuiden opgeschoven. Dit heeft te maken

met de ontwikkelingen rondom de Laakzone en het bevaarbaar maken van de Laak. Om de

peilgebiedgrens naar het zuiden te verplaatsen moet de aanwezige stuw verplaatst worden.

Dit zal gebeuren op initiatief van het Laakzoneproject als onderdeel van de uitvoering van

het gehele project. Dit betekent dat de huidige peilgebiedgrens nog gehandhaafd wordt tot

het moment dat het Laakzoneproject daadwerkelijk in uitvoering gaat.

Er zijn twee locaties in de Oosterpolder waar de verplaatsing van de peilgebiedsgrens nega-

tieve gevolgen kan hebben. Hier kan de sloot droog vallen of minder diep worden. Voor

deze twee locaties worden compenserende maatregelen genomen indien in overleg met de

belanghebbenden knelpunten worden geconstateerd. In eerste instantie wordt ingezet op

het uitdiepen van de sloten, als dat geen werkbare oplossing blijkt te zijn kunnen bijvoor-

beeld afrastering en drinkbakken worden geplaatst.

5.2 Verbeteren wateraanvoer en –afvoer in Zuiderpolder te Veen

In de Zuidpolder te Veen is zowel een knelpunt met de wateraanvoer als met de wateraf-

voer geconstateerd. Op dit moment is het niet mogelijk om water aan te voeren naar het

gebied ten zuiden van Eemnes. Er is geconstateerd dat de waterpeilen daardoor regelmatig

uitzakken. Om dit te voorkomen is het nodig om een opvoerpomp te plaatsen bij de stuw in

de Jonge Jaapesloot. Eenzelfde constructie is ook aanwezig om het gebied ten noorden van

Eemnes van water te voorzien.

Daarnaast zijn er regelmatig peilstijgingen geconstateerd bij neerslag. Het water blijft lang in

het gebied hangen, door een beperkte afvoercapaciteit van de secundaire afvoersloot

richting de stuw in de Jonge Jaapesloot. Om de afvoer te verbeteren moet de watergang

opgeknapt worden. Naar verwachting zullen beide maatregelen in 2014 uitgevoerd worden.

Page 38: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

Toelichting peilbesluit Eemland

mei 2013

38

5.3 Aanpak overlast rondom Geerenweg

In de periodes waarin het maximum waterpeil in de Zuidpolder is ingesteld, treedt er

rondom de Geerenweg snel overlast door hoge waterstanden op. In 2013 wordt onderzocht

hoe gevoelig dit gebied is voor wateroverlast, dit gebeurt met een rekenmodel in het kader

van de NBW toetsing. Als er in het gebied te vaak sprake is van wateroverlast, worden er in

het kader van het NBW programma maatregelen getroffen.

Daarnaast zal er in de periode 2013/2014 met een praktijktoets onderzocht worden of het

mogelijk is om in het gehele peilgebied een lager waterpeil te voeren in een droge periode.

Een belangrijk aandachtspunt daarbij zijn de hoger gelegen gronden. Voorkomen moet

worden dat er te veel sloten droog gaan vallen tijdens de droge periodes.

In 2014 worden de onderzoeken afgerond en wordt bepaald of het nodig is om maatregelen

te treffen. Het opknippen van het peilgebied lijkt dan een kansrijke oplossing te zijn. De

waterpeilen die zijn opgenomen in dit peilbesluit bieden voldoende ruimte om deze oplos-

sing ook daadwerkelijk te realiseren.

5.4 Lokale knelpunten en onderhoud

Er is een aantal locaties in Eemland waar op dit moment de waterpeilen niet optimaal

gehandhaafd kunnen worden. Dit heeft te maken met lokale knelpunten zoals bijvoorbeeld

een duiker die te hoog ligt. Maar het onderhoud van de sloten speelt hier ook een heel

belangrijke rol in. Het gaat om sloten die door het waterschap onderhouden worden, maar

ook om sloten die door de ingelanden of andere partijen onderhouden worden.

De aangedragen knelpunten uit het inventarisatierapport die te maken hebben met deze

lokale knelpunten of het onderhoud worden beschreven in een verbeterplan. In dit plan

wordt per locatie aangegeven wie verantwoordelijk is voor welke activiteiten. Locaties die

bijvoorbeeld opgenomen worden in dit verbeterplan zijn de percelen in de Noordpolder te

Veld, Bikkerspolder en polder Zeldert. Het verbeterplan wordt in 2014 door het waterschap

in samenspraak met de betrokken eigenaren opgesteld.

Page 39: Peilbesluit Eemland - Vallei en Veluwe · 2017. 12. 28. · Toelichting peilbesluit Eemland mei 2013 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Waterschap Vallei en Veluwe is verantwoordelijk voor

39

Bijlage A – Deelnemers klankbordgroep In onderstaande tabel zijn de deelnemers aan de klankbordgroep weergegeven.

Organisatie Deelnemer klankbordgroep

Waterschap Vallei en Veluwe Dick Veldhuizen (voorzitter)

LTO Utrecht Johan Eek

Alfons Breij

ANV Ark en Eemlandschap Kees van Valkengoed

Natuurmonumenten Jan Roodhart

Vogelwerkgroep het Gooi e.o. Jan Mooij

Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei Jaap Floor

Provincie Utrecht Hans Mankor

Gemeente Eemnes Theo Leys

Gemeente Bunschoten René Gmelig Meyling

Aad Voorwinden

Gemeente Soest Alice van Halsema

De gemeente Baarn en Amersfoort en de Natuur- en Milieufederatie Utrecht hebben besloten om

geen deel te nemen aan de werkgroep.

In onderstaande tabel zijn de overlegmomenten van de klankbordgroep weergegeven.

Werkoverleg Datum Agenda

1 20 april 2012 Kennismaking, rolverdeling, procedure, inventarisatiefase

2 12 juli 2012 Toelichting resultaten inventarisatiefase, voorbereiden infor-

matieavonden

3 4 oktober 2012 Afronden inventarisatiefase, randvoorwaarden peilafweging

4 22 november 2012 Toelichting en discussie voorontwerp-peilbesluit

5 17 januari 2013 Toelichting en discussie ontwerp-peilbesluit

6 15 april 2013 Bespreken verwerking zienswijzen op het ontwerp-peilbesluit