Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen...

33
1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status: concept versie 0.1 Wetterskip Fryslân Postbus 36, 8900 AA Leeuwarden Telefoon 058-292 22 22 – Fax: 058-292 22 23

Transcript of Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen...

Page 1: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

1

Toelichting Peilbesluit Groote Wielen

Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen

Datum: 28 augustus 2014 Status: concept versie 0.1

Wetterskip Fryslân

Postbus 36, 8900 AA Leeuwarden Telefoon 058-292 22 22 – Fax: 058-292 22 23

Page 2: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

2

1 INLEIDING ................................................................................................................... 3

1.1 WAAROM EEN PEILBESLUIT? ................................................................................................ 3 1.2 BELEIDSKADER PEILBESLUITEN ........................................................................................... 3 1.3 VAN WATERGEBIEDSPLAN NAAR PEILBESLUIT ..................................................................... 4 1.4 LEESWIJZER ......................................................................................................................... 4

2 PROCEDURE ............................................................................................................... 5

2.1 VOORLICHTING EN COMMUNICATIE ..................................................................................... 5 2.2 INSPRAAKPROCEDURE .......................................................................................................... 5 2.3 BESLUITVORMING, ZIENSWIJZEN EN BEROEP, ZELFSTANDIG SCHADEBESLUIT. ..................... 5 2.4 LOOPTIJD EN INWERKINGTREDING ....................................................................................... 5

3 PLANGEBIED ...............................................................................................................6

3.1 LIGGING ............................................................................................................................... 6 3.2 GEBIEDSKENMERKEN ........................................................................................................... 6 3.3 WATERSYSTEEM .................................................................................................................. 9 3.4 VERZILTING ....................................................................................................................... 13 3.5 WATERKWALITEIT EN ECOLOGIE ....................................................................................... 13

4 WAT WORDT HET PEIL? ............................................................................................. 15

4.1 GEWENST PEILBEHEER ....................................................................................................... 15 4.2 DOELREALISATIE NATUUR ................................................................................................. 15 4.3 DOELREALISATIE LANDBOUW ............................................................................................ 15 4.4 PEILVOORSTELLEN ............................................................................................................. 16 4.5 TOEKOMSTIGE NATUURPEIL BINNEMIEDE- EN WEESHUISPOLDER ..................................... 16

5 EFFECTEN VAN DE PEILWIJZIGINGEN ........................................................................ 20

5.1 MAATREGELEN .................................................................................................................. 20 5.2 EFFECTEN OP HET WATERSYSTEEM .................................................................................... 22 5.3 ECOLOGISCHE EN FYSISCH-CHEMISCHE WATERKWALITEIT ................................................ 24 5.4 LOZINGEN EN HANDHAVING ............................................................................................... 24 5.5 EFFECTEN OP DE VEILIGHEID .............................................................................................. 24 5.6 EFFECTEN OP DE GEBRUIKSFUNCTIES ................................................................................. 24 5.7 EFFECTEN OP DE NATUUR................................................................................................... 25 5.8 OVERIGE EFFECTEN ............................................................................................................ 25

6 TOETSING AAN BELEID EN REGELGEVING................................................................. 27

6.1 (INTER)NATIONAAL BELEID ................................................................................................ 27 6.2 PROVINCIAAL BELEID ......................................................................................................... 27 6.3 WATERSCHAPSBELEID ....................................................................................................... 27 6.4 GEMEENTELIJK BELEID ...................................................................................................... 27

7 CONCLUSIE ............................................................................................................... 28

Bijlagen:

1. Tabel met peilen van alle peilgebieden 2. Peilenkaart volgens vigerend peilbesluit 3. Peilenkaart huidige situatie (praktijksituatie) 4. Peilenkaart toekomstige situatie

Page 3: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

3

1 INLEIDING

1.1 Waarom een peilbesluit?

Wetterskip Fryslân is verantwoordelijk voor het waterbeheer in de provincie Fryslân en een gedeelte van de provincie Groningen. Fryslân ligt grotendeels onder de zeespiegel. Zonder peilbeheer zouden onze steden, dorpen en polders onbewoonbaar zijn. Peilbeheer is een complex samenspel van belangen. Binnen één gebied, bijvoorbeeld een polder, gebruiken mensen de grond voor verschillende functies, zoals wonen, recreatie, landbouw en industrie. De bewoners van een gebied hebben graag een droge kruipruimte onder hun huis, agrariërs in datzelfde gebied willen een ideale (grond)waterstand voor hun gewassen en natuurbeheerders willen bijvoorbeeld de unieke plasdrasvegetatie behouden waar juist relatief hoge waterstanden voor nodig zijn. Daarom legt het waterschap in een integraal peilbesluit per peilgebied een peil en de marges vast waarbinnen het waterpeil mag variëren. Een peilbesluit geeft de bewoners en gebruikers van een gebied duidelijkheid en zekerheid over de waterpeilen die door het waterschap worden nagestreefd. Er zijn echter omstandigheden (extreme weersomstandigheden, calamiteiten), waarin het vastgestelde peil tijdelijk niet kan worden gehandhaafd. Het is vanzelfsprekend dat het waterschap bij deze buitengewone omstandigheden er naar streeft om zo snel mogelijk de vastgestelde waterpeilen te herstellen. Het peilbeheer dat wenselijk is voor de diverse functies in een peilgebied ligt ten grondslag aan een peilbesluit.

1.2 Beleidskader peilbesluiten

1.2.1 Waterwet

Als waterbeheerder is het Wetterskip Fryslân op grond van de Waterwet en het waterhuishoudingsplan verplicht peilbesluiten vast te stellen voor de gebieden onder haar beheer. Een peilbesluit is een door de waterbeheerder, op basis van een integrale afweging van belangen, opgesteld besluit, waarin de gewenste oppervlaktewaterpeilen zijn vastgelegd.

1.2.2 Provinciaal waterhuishoudingsplan (WHP)

In het plan staan doelen die de provincie Fryslân in de planperiode wil bereiken. Het plan geeft kaders voor het waterbeheer, dat door het waterschap, gemeenten en andere partijen wordt uitgevoerd. Het waterhuishoudingsplan is in nauw overleg met Wetterskip Fryslân opgesteld. Met het WHP bepalen de Provinciale staten aan welke eisen het watersysteem moet voldoen. Normeringen en strategische keuzes zijn het Waterhuishoudingsplan en bijbehorende Waterverordening vastgelegd. De functies in het Waterhuishoudingsplan zijn maatgevend voor peilbesluiten. Voor het voldoen aan de normering behoort het heroverwegen van functies tot de mogelijkheden.

Page 4: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

4

1.2.3 Waterbeheerplan (WBP)

De Waterwet schrijft ook voor dat alle waterbeheerders een Waterbeheerplan (WBP) voor een periode van zes jaar, van 2010 tot en met 2015, vaststellen. In het WBP staan de maatregelen die Wetterskip Fryslân van 2010-2015 neemt om het watersysteem op orde te houden en te verbeteren: schoon water en droge voeten in het beheersgebied. In de beheerperiode van 2010-2015 wordt de analyse naar het Gewenst Peilbeheer uitgevoerd in watergebiedsplannen. Wijziging van het peilbeheer voor het oplossen van de knelpunten in het watersysteem worden vastgesteld in het peilbesluit. Voor dit peilbesluit is het watergebiedsplan Groote Wielen van belang.

1.3 Van watergebiedsplan naar peilbesluit

In het Watergebiedsplan Groote Wielen dat door het algemeen bestuur is vastgesteld op 15 oktober 2013, is onderzocht of voor de verschillende vormen van grondgebruik het zogenaamde gewenste grondwater- en oppervlaktewaterregiem (GGOR) wordt gerealiseerd. Met andere woorden: is het bedieningsniveau van het waterbeheer voor bijvoorbeeld landbouw en natuur voldoende? Dit proces van het zoeken naar het gewenste peilbeheer is uitgebreid in de streek aan de orde geweest bij de ontwikkeling van het watergebiedsplan. Op basis van het gewenste peilbeheer, zoals dat in het watergebiedsplan is opgeschreven, gaat het bestuur van het waterschap de peilen in dit plangebied formeel vastleggen in een peilbesluit. Het vormt het sluitstuk van het Watergebiedsplan dat de kaders voor de vast te stellen peilen bevat.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 1 is de aanleiding, het beleidskader en de relatie met watergebiedsplannen voor dit het peilbesluit beschreven. Hoe de procedure eruit ziet is beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 volgt een korte gebiedsbeschrijving van de huidige situatie. Hoofdstuk 4 geeft de doelrealisatie en knelpunten uit het watergebiedsplan weer, waarna de peilvoorstellen zijn beschreven. In hoofdstuk 5 zijn de effecten van de toekomstige peilen op de functies bebouwing en infrastructuur, landbouw, natuur, waterkwaliteit, beheer en onderhoud en archeologie en cultuurhistorische waarden nader uitgewerkt en beschreven. De toetsing aan beleid en regelgeving komt in hoofdstuk 6 aan de orde. In hoofdstuk 7 volgt de conclusie. Het kaartmateriaal is in de bijlagen toegevoegd en eveneens digitaal in te zien op de internetsite van Wetterskip Fryslân.

Page 5: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

5

2 PROCEDURE

2.1 Voorlichting en communicatie

Voor het watergebiedsplan zijn een aantal informatieavonden gehouden. Ook is er gelegenheid geweest om zienswijzen in te dienen op het ontwerp-watergebiedsplan. Het algemeen bestuur van het waterschap heeft vervolgens het watergebiedsplan vastgesteld en daarmee ook de kaders voor dit peilbesluit.

2.2 Inspraakprocedure

Het ontwerp-peilbesluit wordt voorgelegd aan inwoners en grondgebruikers. Deze belanghebbenden krijgen de gelegenheid op zowel het watergebiedsplan als op het ontwerp-peilbesluit een schriftelijke of mondelinge zienswijze in te dienen. Dit wordt de inspraakperiode genoemd. Deze inspraakperiode wordt bekend gemaakt op de internetsite van de overheid via www.overheid.nl (zie voor informatie op

www.wetterskipfryslan.nl/bekendmakingen ). De ingediende zienswijzen worden beoordeeld en de indiener wordt de gelegenheid geboden om op een hoorzitting de zienswijze nader toe te lichten. De beoordeling van de zienswijzen wordt vastgelegd in een antwoordnota.

2.3 Besluitvorming, zienswijzen en beroep, zelfstandig schadebesluit.

Na beoordeling van de eventuele zienswijzen wordt het ontwerp-peilbesluit met de antwoordnota ter vaststelling voorgelegd aan het algemeen bestuur van het waterschap. Na vaststelling van het peilbesluit kan eventueel beroep tegen het peilbesluit bij de rechtbank worden aangetekend. Indien een belanghebbende meent dat hij, ondanks de belangenafweging door het waterschap, onevenredige schade lijdt of zal lijden ten gevolge van dit peilbesluit, dan kan hij op basis van artikel 7.14 Waterwet een verzoek tot schadevergoeding indienen bij het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân. In een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit (zelfstandig schadebesluit) wordt vervolgens een beslissing genomen op het ingediende verzoek. Tegen het plan zelf kan via de peilbesluitprocedure geen bezwaar worden gemaakt.

2.4 Looptijd en inwerkingtreding

Het peilbesluit heeft een geldigheidsduur van 10 jaar. Na 10 jaar volgt een volgende herziening van het peilbesluit. In deze herziening zullen ook alle peilwijzigingen worden beoordeeld die tijdelijk aan de hand van een vergunning zijn gerealiseerd. Het peilbesluit treedt in werking op de 7e dag na vaststelling door het Algemeen bestuur of na uitvoering van de benodigde maatregelen. Dit zal op de website van Wetterskip Fryslân bekend worden gemaakt.

Page 6: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

6

3 PLANGEBIED

3.1 Ligging

Het plangebied Groote Wielen ligt in het noordelijk deel van Fryslân, ten noordoosten van de stad Leeuwarden [zie figuur 3.1]. Het gebied wordt ingesloten door de N355 (zuidzijde), de Ouddeel (westkant), de Ryd (noordkant) en de Westerdijk aan de oostkant. Het peilbesluit Groote Wielen ligt in het grondgebied van de gemeenten Leeuwarden en Tytsjerksteradiel. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt ruim 600 ha.

Figuur 3.1 Overzichtskaart Groote Wielen

Het plangebied bestaat voor circa 90% uit het gelijknamige Natura 2000-gebied en het is vrijwel geheel in beheer bij It Fryske Gea. Daarnaast maakt ook de uiterste oostpunt van de geplande nieuwbouwwijk Blitsaerd en vier kleine exclaves (van het Natura 2000-gebied) aan de oost- en zuidkant onderdeel uit van het plangebied. Het plangebied en Natura 2000-gebied zijn weergegeven in figuur 3.4. De begrenzing van het plangebied heeft vrijwel dezelfde begrenzing als het Natura-2000 gebied de Groote Wielen. In latere figuren wordt steeds de grens van het Natura 2000-gebied aangehouden, omdat de voorgenomen maatregelen daarbinnen zijn gepland.

3.2 Gebiedskenmerken

Maaiveldhoogte

Afbeelding 3.2 toont de maaiveldhoogteligging van het gebied. Deze gegevens zijn ontleend aan de Algemene Hoogtekaart Nederland (AHN).

Page 7: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

7

Figuur 3.2 Maaiveldhoogte

Figuur 3.2 toont de maaiveldhoogteligging van het gebied. Hierin is aan de groene en blauwe kleuren te zien dat het maaiveld binnen het plangebied hoofdzakelijk beneden Nieuw Amsterdams Peil (NAP) ligt. In de Binnemiede- en Weeshuispolder ligt het maaiveld doorgaans circa -0,80 m NAP. De maaiveldhoogte van de Rijperkerksterpolder ligt grotendeels -0,20 tot -0,80 m NAP. De hogere gronden bevinden zich ten zuidwesten en (noord)oosten van de Groote Wielen en ter plaatse van Leeuwarden en Gytsjerk. Deze gebieden zijn met gele en oranje kleuren aangegeven. Gytsjerk is gelegen op de hogere zandgronden. Het gedeelte van Leeuwarden binnen dit watergebiedsplan bestaat voornamelijk uit opgehoogd gebied. Ook ten oosten van de Groote Wielen komen hogere gronden (boven NAP) voor. Naar het oosten toe loopt de maaiveldhoogte licht op. Binnen de grenzen van de Groote Wielen komt veel open water voor. Veel van dit water heeft een streefpeil van -0,52 m NAP (boezempeil). De lager gelegen polders zijn duidelijk te herkennen in figuur 3.2: het zijn de met een blauwe kleur aangegeven gebieden.

Bodemdaling

In de Weeshuispolder wordt als gevolg van veenoxydatie een maaivelddaling van 20 – 25 cm verwacht over de periode 1995-2045. Dit komt neer op een maaivelddaling van circa 0,5 cm/jaar. De bodemdaling als gevolg van gaswinning is in de orde van 2 – 4 cm over de periode van 2010 – 2050 in de zuidoostelijke helft (Rijperkerksterpolder) van het projectgebied.

Bodemopbouw

Ten behoeve van het overzicht is een aantal soortgelijke bodemtypes in een kleiner aantal samenvattende bodemtypes ondergebracht. Afbeelding 3.3 toont de (bewerkte) bodemkaart. De afbeelding laat zien dat de zandgronden voornamelijk in het noordoostelijke en oostelijk deel liggen en dat de veengronden voornamelijk in het

Page 8: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

8

middengedeelte gelegen zijn. Binnen de grenzen van plangebied Groote Wielen komen voornamelijk veengronden voor.

Figuur 3.3 Bodemkaart

Landgebruik

Vrijwel het gehele oppervlak van plangebied Groote Wielen heeft de functie natuur. In de meeste gevallen is sprake van ‘open begroeid natuurgebied’. Ten oosten van de Houtwielen en Groote Wielen komt veel rietvegetatie voor. Landbouwpercelen (grasland) komen nog verspreid in het gebied voor. Deze percelen hebben in het bestemmingsplan en Waterhuishoudingsplan 2010-2015 al wel de functie natuur. Er zijn ook natuurgronden die via verpachting landbouwkundig worden gebruikt. Figuur 3.4 toont de landgebruikskaart van de Groote Wielen. In deze afbeelding zijn de particuliere landbouwpercelen niet direct te herkennen. De landbouwpercelen bevinden zich westelijk van het Sierdswiel in de Binnemiede- en Weeshuispolder. Een overig landbouwperceel bevindt zich in de Rijperkerkster zomerpolder.

Page 9: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

9

Figuur 3.4 Landgebruikskaart (bron: LGN4).

3.3 Watersysteem

3.3.1 Oppervlaktewater

In het gebied komen drie soorten watersystemen voor, te weten: boezemwater/

boezemland, zomerpolders en winterpolders. Tot de Friese boezem behoren ondermeer

de drie plassen Groote Wielen, de Houtwielen en het Sierdswiel. De Ryd en de

Rijperkerksterpolder Feart behoren eveneens tot de Friese boezem. Aan de west- en

oostzijde van de plassen bevinden zich respectievelijk de Binnemiede- en Weeshuispolder

en de Rijperkerksterpolder. Laatstgenoemde polder wordt aan de noordzijde begrensd

door polder De Warren.

De Groote Wielen bestaat voor een groot deel uit open water; dit is onderdeel van de

Friese boezem. De aangrenzende polders liggen relatief laag en zijn nat. Een deel van

deze polders is zomerpolder. Een voorbeeld hiervan is polder De Warren. Een

zomerpolder wordt in de zomer bemalen, maar heeft ’s winters hetzelfde peil als de

boezem. In de winter staan de zomerpolders meestal onder water.

Het plangebied heeft ook een aantal winterpolders: deze worden het gehele jaar door

bemalen. Enkele voorbeelden zijn de Binnemiede- en Weeshuispolder en de

Page 10: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

10

Rijperkerkster-winterpolder. Binnen het plangebied komt ook nog een klein oppervlak boezemland voor. De gehanteerde oppervlaktewaterpeilen (in m t.o.v. NAP) in het gebied zijn weergegeven in bijlage 4. In de meeste gevallen liggen het zomer- en winterpeil in de buurt van -1.0 m NAP. De zomerpolders zijn herkenbaar met een winterpeil van -0.52 m NAP. In totaal heeft het peilbesluit Groote Wielen volgens het vigerende peilbesluit 19 peilgebieden. Binnen de vigerende peilvakken vallen ook 4 beheerste boezems. In de praktijk kent het Natura 2000 gebied 23 peilvakken. Twee peilvakken daarvan worden volledig door It Fryske Gea beheerd, Wetterskip Fryslân heeft hier dus geen verantwoordelijkheid om deze peilen te handhaven. Verder liggen in het projectgebied nog 4 beheerste boezems. Op een groot aantal plaatsen kan water ingelaten worden in de polders vanuit de boezem. Het projectgebied de Groote Wielen voert af naar verschillende gemalen [zie figuur 3.5]. Polder de Warren voert via een onderleider af richting de Binnemiede- en weeshuispolder. Deze polder voert het water vervolgens af via een stuw af richting het peilvak ten noorden van de Groote Wielen. Dit peilvak wordt op haar beurt bemalen door het gemaal De Murk dat het water uitslaat op de boezemwatergang De Moark. Het peilvak ten zuidwesten van het meer de Groote Wielen wordt bemalen door een particulier afvoergemaal dat het water uitslaat op de boezemwatergang Bonkefeart. De Rijperkerksterpolder voert gestuwd af naar een peilvak ten oosten van het projectgebied. Uiteindelijk wordt dit water buiten het plangebied door het gemaal Rijperker uitgeslagen op de boezem Rijperkerksterpolder Feart. Daarnaast zijn er nog twee peilvakken die door een particuliere windmolen worden bemalen.

Figuur 3.5 Afvoerrichting van de verschillende peilvakken in het projectgebied.

3.3.2 Drooglegging

Figuur 3.6 toont de huidige drooglegging van het gebied in de zomerperiode. Op plaatsen waar het winterpeil verschilt van het zomerpeil is in de zomer de drooglegging doorgaans

Page 11: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

11

kleiner dan in de winter. Dit geldt overigens niet voor de zomerpolders binnen de grenzen van de Groote Wielen. Deze polders worden in de zomerperiode (1 april-31 september) bemalen en komen in de winterperiode (1 oktober-31 maart) vrij voor de boezem te liggen.

Figuur 3.6 Drooglegging, zomer (in meters)

3.3.3 Grondwater

Om de hydrologische omstandigheden goed in beeld te hebben is in het watergebiedsplan Groote Wielen gebruik gemaakt van een grondwatermodel. De volgende afbeeldingen zijn gebaseerd op deze modelresultaten. Figuur 3.7 toont de berekende grondwaterstand (het gemiddelde gedurende de periode 1992-2001) ten opzichte van maaiveld. In het grootste gedeelte van het gebied bevindt de grondwaterstand zich op een diepte van 30-50 cm ten opzichte van het maaiveld. Ter plaatse van de hogere delen buiten de Groote Wielen (Giekerk, Leeuwarden) ligt grondwaterstand echter dieper, tot ca. 2,5 m-mv. In het de rapportage van het Watergebiedsplan Groote Wielen zijn ook de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG), de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) en de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand (GVG) opgenomen. Daarin valt vooral op dat de grondwaterstanden ten opzichte van het maaiveld binnen het plangebied aanmerkelijke hoger liggen dan buiten de Groote Wielen. Binnen de Groote Wielen zijn voornamelijk de delen aan de oostkant van het gebied (Polder de Warren en boezemlanden ten zuiden van Rijperkerkster polder) erg nat met een GVG van 0-0,2 m-mv. De Rijperkerkster polder is wat droger met voorjaarsgrondwaterstanden van 0,20-1,0 m-mv. De westkant van de Groote Wielen (Binnemiede- en Weeshuispolder) heeft een GVG van 0,1-0,4 m-mv. Buiten de grenzen

Page 12: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

12

van de Groote Wielen varieert de GVG, afhankelijk van het grondgebruik, tussen de 0,3 en

1,5 m-mv. Op de hogere gronden komen voorjaarsgrondwaterstanden tot 2,5 m-mv voor.

Figuur 3.7 Berekende grondwaterstand (t.o.v. maaiveld)

3.3.4 Kwel en infiltratie

Figuur 3.8 toont de berekende kwel/infiltratiesituatie voor de jaargemiddelde situatie in

en nabij het plangebied. Uit deze afbeelding blijkt dat in het grootste deel van het

weergegeven gebied gemiddeld (periode 1992-2001) sprake is van een infiltratiesituatie.

Figuur 3.8 Berekende kwel/infiltratiesituatie (jaargemiddelde situatie)

Page 13: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

13

Ten noorden van de Giekerkervaart is echter sprake van een behoorlijke kwel. Ook in het meest oostelijk gedeelte van het weergegeven gebied en in een strook ten noorden van De Rijd is sprake van flinke kwel (> 1,2 mm/d). Ter plaatse van de Kobbekooi (eendenkooi) en in een smalle stook in de Binnemiedepolder is dit ook het geval. De kwel/ infiltratie situatie kan per seizoen sterk verschillen. Bij de uitwerking van het Watergebiedsplan zijn dan ook de kwel/infiltratie situaties in de zomer- en de wintersituatie in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat de infiltratie in de zomer sterk afneemt. Dit is voornamelijk te verklaren door de geringere neerslag en hogere verdamping in de zomermaanden. De hoeveelheid kwel neemt over het algemeen licht toe in de zomerperiode. In de wintermaanden neemt de infiltratie flink toe ten opzichte van de zomer- en gemiddelde situatie. De hoeveelheid kwel neemt echter licht af.

3.4 Verzilting

In het plangebied komt geen ondiep zout grondwater voor.

3.5 Waterkwaliteit en ecologie

3.5.1 Natuurwaarden en Natura 2000

Binnen het Natura 2000-gebied Groote Wielen zijn diverse natuurwaarden aanwezig. Het beheer en de inrichting van het natuurgebied richten zich op het in stand houden en ontwikkelen van de meest waardevolle natuurwaarden in termen van bepaalde diersoorten (zogenaamde instandhoudingsdoelen). Dit zijn habitatsoorten zoals Bittervoorn, broedvogelsoorten zoals Kemphaan en Porceleinhoen en voor dit gebied niet-broedvogelsoorten. Niet-broedvogelsoorten zijn vogelsoorten die elders broeden; de Groote Wielen heeft voor deze soorten juist buiten de broedperiode een belangrijke functie. Vanuit de instandhoudingdoelstellingen blijkt dat er een opgaaf aanwezig is voor het vergroten en versterken van het leefgebied van de Kemphaan en de Noordse woelmuis. Voor de overige soorten is behoud van leefgebied en populatie de doelstelling. Voor de Noordse woelmuis is er tevens een wateropgaaf ten behoeve van het herstel van grote oppervlakten/brede zones overjarig riet, inclusief waterriet. Dit kan gerealiseerd worden door herstel van natuurlijke peildynamiek en tegengaan verdroging. Naast de instandhoudingsdoelen Natura 2000 zijn overige natuurwaarden in het gebied aanwezig. Deze zijn onderverdeeld in aquatische en terrestrische natuurwaarden. It Fryske Gea tracht al die waarden zo goed mogelijk te beheren en te behouden.

3.5.2 Aquatische natuurwaarden

In bepaalde gebieden is sprake van verhoogde aquatische natuurwaarden. Hierbij valt te denken aan krabbenscheer en fonteinkruiden. Het voorkomen en de verspreiding van aquatische natuurwaarden zal ondermeer worden beïnvloed door de waterkwaliteit. De waterkwaliteit wordt onder andere beïnvloed de kwel en het inlaatwater. Ook kunnen sommige maatregelen rechtstreeks invloed hebben op de aquatische natuurwaarden of de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld baggeren of het aanleggen van natuurvriendelijke oevers.

3.5.3 Terrestrische natuurwaarden

Het areaal aan verhoogde terrestrische natuurwaarden heeft een beperkte oppervlakte. Op lokale schaal komt blauwgrasland voor. De van belang zijnde hydrologische parameters zijn kwel, Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) en Gemiddelde Voorjaars Grondwaterstand (GVG).

Page 14: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

14

3.5.4 Schoon water en Europese Kaderrichtlijn Water

Wetterskip Fryslân maakt bij ’Schoon Water’ onderscheid in de fysisch-chemische

waterkwaliteit en de biologische waterkwaliteit. De fysisch-chemische waterkwaliteit

wordt vooral bepaald door het gehalte aan opgeloste stoffen, zoals stikstof, fosfaat,

chloride en zuurstof en de zuurgraad en het doorzicht (helderheid) van het water. Bij de

biologische waterkwaliteit gaat het vooral om de hoeveelheid en soorten algen,

waterplanten, macrofauna (kleine waterdiertjes) en vissen. Vanuit de Kaderrichtlijn Water

zijn hiervoor ecologische doelen (opgaven) gesteld.

Voor het plangebied Groote Wielen zijn de fysisch-chemische en biologische

waterkwaliteit nauwkeurig in beeld gebracht. Om de waterkwaliteit te beoordelen in

termen van ‘goed’ of ‘slecht’ worden de normen en beoordelingsmethoden van de

Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) gebruikt, zie tabel 3.1 (oranje = ontoereikend; geel =

matig; groen = goed; SV = sterk veranderd water; KRW type M14 = ondiepe gebufferde

meren). Het Goede Ecologische Potentieel (GEP) geldt als te bereiken

waterkwaliteitsniveau.

Tabel 3.1 Huidige oppervlaktewaterkwaliteit volgens de KRW methode.

De tabel laat zien dat de huidige fysisch-chemische waterkwaliteit als goed beoordeeld

wordt voor fosfaat, zuurstof, temperatuur, chloride en zuurgraad. Het stikstofgehalte in

het water wordt als matig beoordeeld en het doorzicht in het water als ontoereikend. De

ecologische waterkwaliteit wordt voor alle biologische groepen (algen, waterplanten,

macrofauna en vissen) als ontoereikend beschouwd. Zo is er is te veel witvis. Die vissen,

vooral brasem, eten watervlooien en woelen de bodem om waardoor het water troebel

blijft.

Tevens is bekend dat hydromorfologische kwaliteitselementen ook slecht scoren. Er is

sprake van een vast peil en er vindt voortdurend aan- en afvoer van water plaats met een

wisselende kwaliteit. Inundatiezones (boezemlanden) zijn grotendeels verdwenen. Een

deel van de oevers is redelijk steil en/of beschoeid, zodat de oorspronkelijk geleidelijke

overgangen van land naar water verdwenen zijn. Bovendien is de diepteverdeling veelal

niet optimaal.

Page 15: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

15

4 WAT WORDT HET PEIL? Wetterskip Fryslân heeft haar visie op peilbeheer vastgelegd in de Richtlijn Peilbeheer (Wetterskip Fryslân, 2012). Belangrijke afweging ten aanzien van het aanpassen van het peil is het verbeteren van functiebediening (landbouw en natuur). Waar de functiebediening kan worden verbeterd is onderzocht in het watergebiedsplan, het zogenaamde Gewenst Peilbeheer. In dit peilbesluit worden de wijzigingen die zijn voorgesteld in het Gewenst Peilbeheer formeel vastgesteld. Naast deze wijzigingen omvat dit peilbesluit ook eventuele correctie van fouten en onvolkomenheden in het vigerende peilbesluit. Tekentechnisch is de peilenkaart voor de toekomstige situatie afgestemd op de ontwatering en hoogteligging van het gebied. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan met de kaart van het vigerend peilbesluit, dit is alleen een verschil op de kaart en niet in het veld. Dit peilbesluit is gebiedsdekkend, zodat alle bestaande peilbesluiten binnen de grenzen van dit peilbesluit worden vervangen door onderhavig peilbesluit. In dit gebied is geen vigerende peilbesluit aanwezig. Het peilbeheer van It Fryske Gea is in de praktijk goed afgestemd met de boeren. De huidige peilen zijn dus in de praktijk op de belangen afgestemd.

4.1 Gewenst peilbeheer

Om inzicht te krijgen in het Gewenst peilbeheer is in het Watergebiedsplan onderzocht of de grondwaterstanden goed zijn afgestemd op het bestaande landgebruik en of het peilbeheer moet worden aangepast. Daarbij is zo goed mogelijk rekening gehouden met de verschillende belangen van landbouw en natuur.

4.2 Doelrealisatie natuur

Binnen het plangebied Groote Wielen heeft circa ruim 90% van het oppervlak de functie Natuur. Om te komen tot een optimaal grond- en oppervlaktewaterregime (OGOR) natuur is daarom gekeken naar de te onderscheiden natuurwaarden zoals deze kort zijn gegeven in paragraaf 3.5. In de rapportage van het Watergebiedsplan en in het Beheerplan Natura 2000 zijn de te onderscheiden natuurwaarden uitgebreider beschreven. Vanwege het Beheerplan is bij het opstellen van het GGOR veel aandacht besteed aan de habitat-eisen van de verschillende soorten instandhoudingsdoelen. Een knelpunt is het ontbreken van grote oppervlakten/brede zones overjarig riet, inclusief waterriet. Dit komt mede door het ontbreken van een natuurlijke peildynamiek (zie paragraaf 3.5 , Beheerplan Natura 2000 en het WGP Groote Wielen voor een onderbouwing).

4.3 Doelrealisatie landbouw

Binnen het plangebied bevindt zich een beperkt aantal particuliere landbouwgebieden. Voor deze landbouwgebieden geldt een vrijheid van teeltkeuze. In de Groote Wielen komt dit neer op grasland. In het watergebiedsplan is de doelrealisatie voor de landbouw percelen gemodelleerd. Hieruit blijkt dat de in de Binnemiede- en Weeshuispolder gelegen landbouwgebieden een

Page 16: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

16

doelrealisatie hebben die ligt tussen de 40% en 80%. In de meeste gevallen bedraagt de doelrealisatie 50%-70%. Volgens de uitgangspunten van het Wetterskip is dit een situatie die niet voldoet aan de algemeen geldende uitgangspunten voor doelrealisatie landbouw. Voor de landbouw in plangebied de Groote Wielen geldt echter dat de agrariërs bekend zijn en leven met de nattere omstandigheden in dit gebied en de nattere omstandigheden accepteren.

4.4 Peilvoorstellen

In tabel 4.1 zijn die peilvakken weergegeven waarin een wijziging plaatsvindt ten opzichte van het vigerende peil of ten opzichte van het werkelijke peil. Tevens is de toekomstige situatie van deze peilgebieden in de tabel beschreven. Per peilgebied, waar een peilwijziging optreedt, wordt beschreven welke peilverandering wordt doorgevoerd. Een uitgebreide onderbouwing van de peilwijzigingen is beschreven in het Watergebiedsplan. Voor dit peilbesluit geldt dat de winterpeilen ongeveer een maand later worden ingesteld dan gebruikelijk. Over het algemeen gelden de winterpeilen in de periode september tot april en de zomerpeilen in de periode april tot september. In de Groote Wielen zullen de in de maand oktober de winterpeilen worden ingesteld. De meeste peilgebieden in dit peilbesluit blijven ongewijzigd, ten opzichte van het vigerende peilbesluit. De peilgebieden die niet in overeenstemming waren met het gewenste peilbeheer zijn in het watergebiedsplan behandeld en worden, waar mogelijk met dit peilbesluit beter afgestemd op het gebruik en / of de functie. Ook zijn er in de loop der jaren peilwijzigingen in het veld doorgevoerd die door middel van een tijdelijke vergunning zijn gerealiseerd. Alle wijzigingen worden met dit peilbesluit geformaliseerd. De peilen van alle peilgebieden zijn in bijlage 1 in tabelvorm en op de peilenkaarten in bijlage 2 t/m 4 weergegeven.

4.5 Toekomstig natuurpeil Binnemiede- en Weeshuispolder

Bij de Binnemiedepolder-Noord en Weeshuispolder is met de huidige eigenaren van de landbouwpercelen afgesproken dat het bestaande peil gehandhaafd blijft. Als de aanwezige landbouwgronden van functie wijzigen of als de huidige eigenaren hun landbouwpercelen verkopen, dan zal een natuurlijk peil worden ingesteld. De reden voor deze afspraak is dat:

• de aanwezige natuurwaarden baat hebben bij een peilverhoging en in de zomer een flexibel peil;

• voor de aanwezige landbouwpercelen de doelrealisatie onaanvaardbaar zal verlagen als het natuurpeil wordt ingesteld.

Page 17: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

Tabel 4.1 overzicht peilwijzigingen

peilvak code

peil vlgs peilbesluit (m NAP)

werkelijk peil (m NAP)

Doelrealisatie werkelijk peil (%)

toekomstig peil (m NAP)

toekomstige doelrealisatie (%)

opper vlakte (ha.)

Omschrijving wijziging

De Murk (Binnemiede- en Weeshuispolder)

GW-02 ZP -1,05 WP -1,25

ZP -1,05 WP -0,95

50-70% ZP -1,05 WP -1,25 ZP -0,95 – tot -1,10 WP -0,85

- 2) 49,1 Voorlopig blijft het huidige streefpeil gehandhaafd, dat is voor de zomer -1,05 m NAP en voor de winter -0,95 m NAP. Na aankoop van de landbouwgronden door de provincie en functiewijziging van de landbouwgronden naar natuur, dan zal een natuurlijk peil worden ingesteld. In de zomer zal dan een flexibel peil worden ingesteld waarbij onder invloed van verdamping het peil kan dalen tot -1,10 m NAP.

GW-04 ZP -1,05 WP -0,95

ZP -1,05 WP -0,95

50-70% ZP -0,95 – tot -1,10 WP -0,85

- 2) 65,4 Peilwijziging: Peil wordt hoger en zomerpeil flexibel voor natuurbehoud en ontwikkeling.

GW-16 ZP -1,30 WP -0,52

ZP -1,30 WP -0,52

- 1) ZP -1,00 tot -1,20 WP -0,52

- 1) 49,8 Peilwijziging naar flexibel zomerpeil. Dit kan worden ingesteld na realisatie van een stuw bij de

VP -0,52 - 1) onderleider onder de watergang tussen Sierdswiel en De Rijd. Onder invloed van verdamping kan het peil in de zomer uitzakken tot -1,20 m NAP.

GW-20 ZP -1,30 WP -0,52

ZP -0,80 WP -0,52

- 1) ZP -1,00 tot -1,20 WP -0,52

- 1) 5,5 Het peilbesluit peil voor dit gebied wordt gelijk gesteld aan peilvak GW-16. Dit gebiedje wordt beheerd door IFG. Peilvak staat in de winter voor de boezem. In de zomer zakt het peil onder invloed van verdamping en infiltratie ongeveer 30 cm uit tot ongeveer -0,8m m NAP. Als het peil in dit peilvak te hoog wordt, dan kan het via een vast stuwtje afstromen richting GW-16.

Page 18: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

18

peilvak code

peil vlgs peilbesluit (m NAP)

werkelijk peil (m NAP)

Doelrealisatie werkelijk peil (%)

toekomstig peil (m NAP)

toekomstige doelrealisatie (%)

opper vlakte (ha.)

Omschrijving wijziging

De Murk (Binnemiede- en Weeshuispolder)

GW-21 ZP -1,05 WP -1,25

ZP -1,05 WP -1,25

50-70% ZP -1,05 WP -1,25 ZP -0,95 – tot -1,10 WP -0,85

- 2) 45,3 Voorlopig blijft het huidige streefpeil gehandhaafd, dat is voor de zomer -1,05 m NAP en voor de winter -0,95 m NAP. Na aankoop van de landbouwgronden door de provincie en functiewijziging van de landbouwgronden naar natuur, dan zal een natuurlijk peil worden ingesteld. In de zomer zal dan een flexibel peil worden ingesteld waarbij onder invloed van verdamping het peil kan dalen tot -1,10 m NAP.

Bonkefeart

23 VP -1,40 ZP - 1,40 WP -0,52

- 1) ZP - 1,40 WP -0,52

- 1) 34,9 Aanpassing peilbesluit aan werkelijke situatie.

Gemaal Rijperker (Rijperkerksterpolder)

12 ZP -1,02 WP -1,16

ZP -1,02 WP -1,16

- 1) ZP -1,05 WP -0,95

- 1) 52,6 Peilwijziging. Hier wordt een natuurlijker peil ingesteld door het winterpeil ongeveer 20 cm te verhogen.

Windmolen 1

14 VP -0,52 VP -1,00 - VP -0,52 - 6,9 Particuliere polder (It Fryske Gea) bemalen door een`windmolen’. Het peil mag hier lager worden bemalen door IFG. De ‘kaden’ liggen zo laag dat bij hoge boezemwaterstanden dit gebied onder water zal lopen.

Page 19: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

19

Verklaring afkortingen en terminologie tabel: 1. Binnen een aantal peilvakken berekent het Waternoodinstrumentarium geen doelrealisatie. Bijvoorbeeld in het landbouwgebied in de

Rijperkerksterpolder. Dit duidt er op dat in dit gebied sprake is van een weinig voorkomende combinatie van bodemtypes en hydrologische omstandigheden waarin de Help-tabellen niet voorzien.

2. De toekomstige doelrealisatie is niet bepaald. De nieuwe peilen zullen pas worden ingesteld als de landbouwgronden zijn aangekocht en de functie is veranderd in natuur. De doelrealisatie voor de landbouw verandert dus niet. De toekomstige peilwijziging geeft een natuurlijker peilbeheer, waardoor de doelrealisatie voor de natuur zal verbeteren [zie hoofdstuk 5].

In stedelijk gebied wordt voor het gewenste peilbeheer de drooglegging gebruikt in plaats de doelrealisatie. De doelrealisatie is alleen benoemd waar een wijziging t.o.v. de werkelijke situatie plaats vindt.

• ZP / WP = Seizoensgebonden peilbeheer met een zomerpeil en een winterpeil en een beheermarge van +/- 5 cm. Bij een seizoensgebonden peil is het eerstgenoemde peil het zomerpeil. Voor dit peilbesluit ligt de periode waarin wordt overgegaan van zomer- op winterpeil in de maand oktober. In het algemeen is deze wisseling in september. De periode waarop de peilen overgaan van het winter- naar het zomerpeil ligt in de maand april.

• VP met beheermarge = Bij nieuwe peilbesluiten hanteren we het uitgangspunt dat bij een bandbreedte van meer dan 10 cm het peil wordt vastgelegd als een flexibel peil, waarbij de boven- en ondergrens op de peilenkaart wordt vastgelegd.

• Bp= bovenpeil, Op=onderpeil. Samen vallen ze onder het flexibel peilbeheer. Indien alleen een bovenpeil is vermeld, is er geen aanvoer van oppervlaktewater.

Peilvakcode = correspondeert met de peilvaknummering op de peilenkaart. Peilaanpassing vindt periodiek plaats bij zettinggevoelige bodems om ervoor te zorgen dat het waterpeil gelijke tred houdt met de autonome daling. Van peilverlaging wordt gesproken indien de drooglegging vergroot wordt in verband met gewenst peilbeheer, bij voorbeeld om de productieomstandigheden voor de landbouw te verbeteren. Hierdoor wordt vooral in veengebieden het proces van de maaivelddaling en van verlaging van de grondwaterstand versneld.

Page 20: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

20

5 EFFECTEN VAN DE PEILWIJZIGINGEN De peilwijzigingen, zoals deze in het vorige hoofdstuk beschreven zijn, brengen een aantal effecten met zich mee. In dit hoofdstuk worden de mogelijke effecten op het watersysteem (paragraaf 5.1) en de gebruiksfuncties (paragraaf 5.2) in beeld gebracht. Om de effecten van verschillende maatregelpakketten en peilwijzigingen te beoordelen, is in het Watergebiedsplan onder andere een grondwatermodel gebruikt. Met dit model zijn 2 varianten doorgerekend. Op basis van die twee varianten en andere afwegingen is vervolgens een voorlopige voorkeursvariant bepaald. Deze voorlopige voorkeursvariant is ook gemodelleerd. Op basis van voortschrijdend inzicht is ten slotte besloten om in de definitieve voorkeursvariant het peil in de Rijperkerkster winterpolder nog aan te passen [zie tabel

5.1]. Deze aanpassing is gunstig voor de daar gewenste vegetatie en (broed)vogels. Tabel 5.1 Aanpassing peil Rijperkerkster winterpolder voor definitieve voorkeursvariant

Voorlopige voorkeursvariant

[m NAP]

Definitieve voorkeursvariant

[m NAP]

Zomerpeil -0,92 -1,05

Winterpeil -1,06 -0,95

De definitieve voorkeursvariant is niet opnieuw gemodelleerd. Hiervoor is gekozen, omdat een nieuwe berekening geen toegevoegde waarde heeft. Op basis van de modellering van de voorlopige voorkeursvariant kunnen experts de effecten van de definitieve voorkeursvariant bepalen. De afbeeldingen in dit hoofdstuk zijn dus gebaseerd op de berekening van de voorlopige voorkeursvariant. Bij de afbeeldingen kunt u dus telkens bedenken dat u naar de resultaten van de voorlopige voorkeursvariant kijkt. Het peilvoorstel dat voor u ligt is echter de definitieve voorkeursvariant uit het Watergebiedsplan. Het peilvoorstel heeft dus voor de natuur gunstiger waarden in de Rijperkerkster winterpolder dan de afbeeldingen, tabellen en tekst tonen.

5.1 Maatregelen

In peilgebied De Warren is een extra stuw nodig bij de onderleider [zie figuur 5.1].

Page 21: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

21

Figuur 5.1 Locatie nieuwe stuw bij polder De Warren

Behalve een stuw zal ook een inlaat aangebracht moeten worden. Deze inlaat is nodig

voor de tijdelijke situatie waarin de landbouwpercelen in de Binnemiedepolder en

Weeshuispolder nog niet zijn aangekocht door de provincie [zie figuur 5.2]. Deze inlaat

was niet voorzien in het WGP.

Page 22: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

22

Figuur 5.2 Locatie tijdelijke inlaat t.b.v. voeden landbouwpercelen in zomer periode

5.2 Effecten op het watersysteem

De belangrijkste hydrologische effecten van de voorgestelde peilwijzigingen zijn

onderstaand beschreven.

5.2.1 Peilvakken en peilbeheer

Het voorgestelde peilbesluit heeft geen relevante wijziging van het aantal peilvakken tot

gevolg. Op de korte termijn zullen er 20 peilvakken zijn. Na het aankopen en de

functiewijziging van de landbouwpercelen in de Weeshuispolder en Binnemiedepolder-

noord zal het aantal peilvakken afnemen naar 18. Dat betekent dus een afname van 2

peilvakken ten opzichte van het vigerend peilbesluit en een afname van 3 ten opzichte van

het huidige werkelijke peil. Daar komen in de praktijk nog twee ‘peilvakken’ bij waar IFG

ruimte heeft om een ander peil te voeren.

5.2.2 Waterberging

De grootste winst is dat in de winter het boezemoppervlak met 16,7 ha (peilvak 11)

toeneemt. Verder hebben de voorgestelde peilwijzigingen geen invloed op de

waterbergingsopgave.

5.2.3 Peilbeheer en onderhoud

Voor peilgebied De Warren is een extra stuw nodig die onder de verantwoordelijkheid van

Wetterskip Fryslân valt. Daarnaast zal een tijdelijke inlaat gerealiseerd worden tussen de

Weeshuispolder en Binnemiedepolder-noord. Beide kunstwerken zijn nodig om de

functies in het plangebied optimaal te bedienen. Bij de plaatsing van de kunstwerken zal

aandacht zijn voor de bereikbaarheid en of de kunstwerken op een verantwoordelijke

manier te onderhouden zijn door medewerkers van Wetterskip Fryslân.

Page 23: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

23

5.2.4 Grondwaterstand, kwel en infiltratie

De mate van kwel en infiltratie en de grondwaterstand hebben een grote invloed op het

realiseren van de instandhoudingsdoelen voor Natura 2000 en andere natuurdoelen.

Daarom is bij het uitwerken van het Watergebiedsplan een model gemaakt om te

onderzoeken welke invloed de peilwijzigingen zullen hebben op de kwel, infiltratie en

grondwaterstanden. Vervolgens is in overleg met de experts vastgesteld of de wijzigingen

een positieve, neutrale, negatieve of onbekende invloed hebben op de Natura 2000

instandhoudingsdoelen en andere natuur doelstellingen. Hieruit blijkt dat over het

algemeen de wijzigingen een positieve invloed hebben op de natuur doelstellingen.

Figuur 3.8 laat de jaargemiddelde kwel en infiltratie in de huidige situatie zien, zoals deze

is berekend met het grondwatermodel. Figuur 5.3 toont voor de voorgestelde

peilwijzigingen de berekende verandering in de kwel/infiltratiesituatie ten opzichte van de

huidige situatie.

Figuur 5.3 Voorkeursvariant versus AGOR: verandering jaargemiddelde kwel/infiltratie

In figuur 5. is de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand na instellen van de voorgestelde

peilen gegeven.

Page 24: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

24

Figuur 5.4 Voorlopige voorkeursvariant, berekende Gemiddelde Voorjaarsgrondwaterstand (GVG)

5.3 Ecologische en fysisch-chemische waterkwaliteit

De effecten van de peilwijzigingen op de ecologische en fysisch-chemische waterkwaliteit

zijn behandeld bij de beschrijving van de effecten op de natuur. In dit geval ligt deze keuze

voor de hand, omdat het hier een Natura 2000 gebied betreft, waar de ecologische en

fysisch-chemische waterkwaliteit dienen ter ondersteuning van de Natura 2000

instandhoudingsdoelen. De ecologische en fysisch-chemische waterkwaliteit zijn daarom

gelijktijdig beschreven.

5.4 Lozingen en handhaving

De peilwijzigingen hebben geen effect op lozingen. In de Binnemiede- en Weeshuispolder

zijn geen lozingen aanwezig. Langs de oostelijke rand van de Rijperkerkster polder liggen

wel een aantal woningen langs de Westerdijk. Deze woningen zijn echter aangesloten op

een persleiding. Wel is bij Westerdyk 3a een overstort aanwezig. Deze overstort loost

echter buiten de peilvakken waar een peilwijziging wordt doorgevoerd.

5.5 Effecten op de veiligheid

De voorgestelde peilwijzigingen hebben geen onmiddellijk effect op de veiligheid van de

in het gebied aanwezige kaden.

Wel zal in de toekomst, na aankoop en functiewijziging, het peil in het noordelijk deel van

de Binnemiede- en Weeshuispolder worden aangepast. Dan ontstaat een kans om de

regionale kade van de Weeshuis- en Binnemiedepolder om te zetten in een lokale kade. In

de rapportage van het Watergebiedsplan is dit verder uitgewerkt.

5.6 Effecten op de gebruiksfuncties

5.6.1 Bebouwing en infrastructuur

Er zijn geen relevante gevolgen voor de bebouwing en infrastructuur. De drooglegging

blijft bij de infrastructuur waar peilwijzigingen zijn voorgenomen ruim voldoende. Bij de

woning in de Rijperkerksterpolder blijft de drooglegging groter dan 1,10 m. De

Page 25: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

25

drooglegging van de Westerdijk ruim 1,10 m, terwijl volgens de normering 70 cm voor verharding voldoende is. Wel heeft de Kooiweg in de Binnemiede- en Weeshuispolder een drooglegging van minder dan 70 cm. Om twee redenen is dit echter geen reden om het gewenste peil aan te passen: 1. het is een onverhard pad, waar in feite de normering niet voor opgaat; 2. voor het grootste deel van de Kooiweg zal het nieuwe peil pas worden ingesteld na

aankoop en functiewijziging. In het deel waarvoor nu al wel het nieuwe peil zal worden ingesteld zijn geen landbouwgronden aanwezig.

5.6.2 Landbouw

In vrijwel het gehele landbouwgebied wordt in de huidige situatie een doelrealisatie kleiner dan 70% berekend [zie paragraaf 4.3]. Ook in de toekomstige situatie zal de doelrealisatie voor de landbouw lager liggen dan 70%. Het bleek niet mogelijk om met haalbare en betaalbare maatregelen de doelrealisatie voor de landbouw te verhogen zonder negatieve effecten op de Natura 2000 instandhoudingsdoelen. Voor de landbouwpercelen in het noordelijke deel van de Binnemiede- en Weeshuispolder is daarom afgesproken om de nieuwe peilen pas in te stellen na aankoop en functieverandering van de landbouwpercelen.

5.7 Effecten op de natuur

De effecten van de peilwijzigingen op de Natura 2000 instandhoudingsdoelen zijn overwegend positief. Alleen voor de Bittervoorn zijn de maatregelen licht negatief en voor de Meervleermuis zijn ze neutraal. De effecten op twee natuurdoeltypen (krabbenscheervegetatie en blauwgrasland) zijn niet met zekerheid te voorspellen, maar zullen in elk geval niet sterk negatief of positief zijn.

5.8 Overige effecten

5.8.1 Archeologische - en Cultuurhistorische waarden

Voor een indicatie van de archeologische waarden is gebruik gemaakt van de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). FAMKE is gebaseerd op twee bestaande landelijke kaarten: de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). De provincie beveelt dan aan om bij ingrepen van meer 5000 m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten. Voor het peilbesluit is geen karterend onderzoek nodig, omdat hier geen ingrepen van meer dan 5000 m2 nodig. Een mogelijk risico voor aanwezige archeologische artefacten in de bodem is dat extra oxidatie daarvan optreedt indien door de peilmaatregelen de gemiddeld laagste grondwaterstanden lager zouden worden dan in het verleden. Uit de grondwatermodelberekeningen blijkt dat de gemiddeld laagste grondwaterstanden in de Groote Wielen in het algemeen hoger zullen zijn dan in de actuele situatie. Slechts op enkele locaties laat het model een daling van 1-5 cm zien. Deze afname is zo gering en de oppervlakten waar dit voor geldt zijn zo klein, dat er geen negatieve gevolgen voor archeologische waarden worden verwacht. Verder zijn er twee eendenkooien aanwezig, waarvan één in een peilvak dat in de toekomst zal wijzigen (peilvak 2, noordzijde Binnemiede- en Weeshuispolder). De peilwijziging heeft geen effect op de eendenkooi. De beide in het gebied aanwezige

Page 26: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

26

windmolens staan beide op een plek waar het peil niet wordt gewijzigd. Het peilvoorstel heeft dus geen invloed op de windmolens.

5.8.2 Recreatie

De peilwijzigingen hebben een indirect positief effect op de recreatieve functie in het gebied. De natuurwaarden nemen immers toe, waardoor de recreatieve waarde toeneemt.

Page 27: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

27

6 TOETSING AAN BELEID EN REGELGEVING Dit hoofdstuk beschrijft in hoeverre dit peilbesluit spoort met het beleid ten aanzien van het waterbeheer, het ruimtelijk beleid en het milieubeleid.

6.1 (Inter)nationaal beleid

Het peilbesluit voldoet aan het Europese en nationaal beleid t.a.v. de:

• Europese Kaderrichtlijn Water: De in dit peilbesluit vastgestelde peilwijzigingen hebben geen negatieve invloed op de te behalen KRW-doelen.

• Natura 2000: De toekomstige peilen zijn gericht op het verbeteren van de Natura 2000 instandhoudingsdoelen.

• Flora- en Faunawet: De inrichtingsmaatregelen worden uitgevoerd volgens de gedragscode Flora- en Faunawet.

• MER: Uit de toetsing blijkt dat er geen MER nodig is voor de uitvoering van dit peilbesluit, omdat er geen peilverlagingen van meer dan 16 cm zijn voorgesteld.

• Verdrag van Malta: De peilwijzigingen hebben geen negatieve effecten op mogelijk aanwezige archeologische monumenten.

6.2 Provinciaal beleid

Het peilbesluit past in het provinciale beleid t.a.v.:

• Het Provinciaal Waterhuishoudingsplan: De grond- en oppervlaktewaterpeilen zijn afgestemd op de functies van het gebied.

6.3 Waterschapsbeleid

Het peilbesluit past in het waterschapsbeleid t.a.v.:

• Het Waterbeheerplan: Voor ieder peilvak is een peil vastgelegd dat overeenkomt met de situatie in het veld.

• NBW normering: De peilwijzigingen hebben geen negatieve invloed op de NBW normen op de polders in dit gebied. Het boezemoppervlak wordt uitgebreid. Dit verlaagt de overstromingskans vanuit de boezem. In het Watergebiedsplan is daarnaast opgenomen dat Polder Wielzicht en Binnemiede- en Weeshuispolder mogelijk in de periode 2016 -2027 een retentiepolder worden. Dit hangt af van het eventuele aankopen en de functie wijziging van landbouwpercelen in dit gebied door de provincie.

6.4 Gemeentelijk beleid

Het peilbesluit past in het gemeentelijk beleid t.a.v.:

• Bij het opstellen van het Watergebiedsplan heeft afstemming plaats gevonden met de gemeente Leeuwarden en de gemeente Tytsjerksteradiel.

Page 28: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

28

7 CONCLUSIE Peilbesluit Groote Wielen overlapt met het Natura 2000 gebied Groote Wielen. Alleen in het zuidwestelijk deel is een peilvak aanwezig dat buiten het Natura 2000 gebied valt. De voorgestelde peilen zijn daarom afgestemd op de Natura 2000 instandhoudingsdoelen. Daarnaast is rekening gehouden met de wensen van It Fryske Gea om aansluitende natuurontwikkelingsdoelen mogelijk te maken. De nieuwe peilen betreffen daarom het vastleggen van de actuele praktijksituatie, of een wijziging om de natuurwaarden te versterken. Voor de Rijperkerksterpolder kunnen de gewenste peilen direct na vaststelling worden ingesteld. De voorgestelde peilen in polder de Warren en het zuidelijk deel van de Binnemiedepolder kunnen ingesteld worden na realisatie van een stuw voor polder de Warren en een inlaat voor Binnemiedepolder-zuid. Voor het noordelijke deel van de Binnemiedepolder en voor de Weeshuispolder kunnen de nieuwe peilen nog niet worden ingesteld. In deze peilvakken zijn nog een aantal landbouwpercelen aanwezig. Een hoger peil zal een te groot nadeel zijn voor deze percelen. De peilen in deze peilvakken zullen daarom pas worden aangepast nadat deze percelen zijn gekocht door de provincie en de functie natuur hebben gekregen.

Page 29: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

29

Bijlage 1 Tabel met peilen van alle peilgebieden

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het peilenvoorstel voor alle peilvakken in het plangebied waarvoor dit peilbesluit geldt.

Code

peilvak

Peil

volgens

peilbesluit

(m NAP)

Werkelijk

peil

(m NAP)

Toekomstig peil

(m NAP)

Toelichting

(verlaging of aanpassing)

De Murk (Binnemiede- en Weeshuispolder

GW-01 ZP -1,05

WP -1,25

ZP -1,05

WP -1,25

ZP -1,05

WP -1,25

GW-02 ZP -1,05

WP -1,25

ZP -1,05

WP -0,95

ZP -1,05

WP -0,95

ZP -0,95 – tot -1,10

WP -0,85

Voorlopig blijft het huidige streefpeil gehandhaafd, dat is voor de zomer -1,05 m NAP en voor

de winter -0,95 m NAP.

Na aankoop van de landbouwgronden door de provincie en functiewijziging van de

landbouwgronden naar natuur, dan zal een natuurlijk peil worden ingesteld. In de zomer zal

dan een flexibel peil worden ingesteld waarbij onder invloed van verdamping het peil kan

dalen tot -1,10 m NAP.

GW-03 ZP -1,35

WP -1,00

ZP -1,35

WP -1,00

ZP -1,35

WP -1,00

GW-04 ZP -1,05

WP -0,95

ZP -1,05

WP -0,95

ZP -0,95 – tot -1,10

WP -0,85

Peilwijziging: Peil wordt hoger en zomerpeil flexibel voor natuurbehoud en ontwikkeling.

Onder invloed van verdamping kan het peil in de zomer uitzakken tot -1,20 m NAP.

Dit peil kan worden ingesteld na realisatie van een inlaat tussen de Weeshuispolder en

Binnemiedepolder-noord.

Page 30: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

30

Code

peilvak

Peil

volgens

peilbesluit

(m NAP)

Werkelijk

peil

(m NAP)

Toekomstig peil

(m NAP)

Toelichting

(verlaging of aanpassing)

De Murk (Binnemiede- en Weeshuispolder

GW-21 ZP -1,05

WP -1,25

ZP -1,05

WP -1,25

ZP -1,05

WP -1,25

ZP -0,95 – tot -1,10

WP -0,85

Voorlopig blijft het streefpeil voor de zomer -1,05 m NAP en voor de winter -1,25 m NAP.

Na aankoop van de landbouwgronden door de provincie en functiewijziging van de

landbouwgronden naar natuur, dan zal een natuurlijk peil worden ingesteld. In de zomer zal

dan een flexibel peil worden ingesteld waarbij onder invloed van verdamping het peil kan

dalen tot -1,10 m NAP.

GW-13 ZP -0,95

WP -0,52

ZP -0,95

WP -0,52

ZP -0,95

WP -0,52

Geen peilwijziging. Zomerpolder.

GW-16 ZP -1,30

WP -0,52

ZP -1,30

WP -0,52

ZP -1,00 tot -1,20

WP -0,52

Peilwijziging naar flexibel zomerpeil. Dit kan worden ingesteld na realisatie van een stuw bij

de onderleider onder de watergang tussen Sierdswiel en De Rijd.

Onder invloed van verdamping kan het peil in de zomer uitzakken tot -1,20 m NAP.

GW-18 VP -1,30 VP -1,30 VP -1,30

GW-20 ZP -1,30

WP -0,52

ZP -0,80

WP -0,52

ZP -1,10 tot -1,20

WP -0,52

Het peilbesluit peil voor dit gebiedje wordt gelijk gesteld aan peilvak GW-16. Dit gebiedje

wordt beheerd door IFG. Peilvak staat in de winter voor de boezem. In de zomer zakt het peil

onder invloed van verdamping en infiltratie ongeveer 30 cm uit tot ongeveer -0,8m m NAP.

Als het peil in dit peilvak te hoog wordt, dan kan het via een vast stuwtje afstromen richting

GW-16.

Bonkefeart

GW-05 VP -1,40 VP -1,40 VP -1,40

GW-23 VP -1,40 ZP -1,40

WP -0,52

ZP -1,40

WP -0,52

Aanpassen peilbesluit aan werkelijke situatie.

Page 31: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

31

Code

peilvak

Peil

volgens

peilbesluit

(m NAP)

Werkelijk

peil

(m NAP)

Toekomstig peil

(m NAP)

Toelichting

(verlaging of aanpassing)

Gemaal Rijperker

GW-06 VP -0,8 VP -0,8 VP -0,8

GW-07 VP -0,52 VP -0,52 VP -0,52 Geen peilwijziging. Beheerste boezem.

GW-08 VP -1,40 VP -1,40 VP -1,40

GW-10 ZP -1,00

WP -0,52

ZP -1,00

WP -0,52

ZP -1,00

WP -0,52

Geen peilwijziging. Bestaande zomerpolder. Watert in de zomer af via een onderleider naar

het noordelijke peilvak (nr. GW-11).

GW-11 ZP -1,10

WP -1,25

ZP -1,10

WP -1,25

ZP -1,10

WP -0,52

Peilwijziging. Nieuwe zomerpolder. Watert in de zomer via een stuw af op een peilvak ten

oosten van het plangebied.

GW-12 ZP -1,02

WP -1,16

ZP -1,02

WP -1,16

ZP -1,05

WP -0,95

Peilwijziging. Hier wordt een natuurlijker peil ingesteld door het winterpeil ongeveer 20 cm te

verhogen.

Windmolen 1

GW-09 ZP -1,10

WP -0,52

ZP -1,10

WP -0,52

ZP -1,10

WP -0,52

Geen peilwijziging. Bestaand particuliere zomerpolder (It Fryske Gea) bemalen door een

windmolen.

Windmolen 2

GW-14 VP -0,52 VP -1,00 VP -0,52 Particuliere polder (It Fryske Gea) bemalen door een windmolen. Het peil mag hier lager

worden bemalen door IFG. De ‘kaden’ liggen zo laag dat bij hoge boezemwaterstanden dit

gebied onder water zal lopen.

Page 32: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

32

De kolom ‘Toekomstig peil’ geeft het peil dat wordt voorgesteld in dit peilbesluit. In de laatste kolom is aangegeven hoe het peil verandert ten opzichte van

het vorige peilbesluit. Tevens is in deze kolom aangegeven of het gaat om een peilaanpassing dan wel een peilverlaging.

Verklaring afkortingen en terminologie tabel:

• ZP / WP = Seizoensgebonden peilbeheer met een zomerpeil en een winterpeil en een beheermarge van +/- 5 cm. Bij een seizoensgebonden peil is het

eerstgenoemde peil het zomerpeil. Voor dit peilbesluit ligt de periode waarin wordt overgegaan van zomer- op winterpeil in de maand oktober. In

het algemeen is deze wisseling in september. De periode waarop de peilen overgaan van het winter- naar het zomerpeil ligt in de maand april.

• Bp= bovenpeil, Op=onderpeil. Samen vallen ze onder het flexibel peilbeheer.

• VP met beheermarge = Normaal gesproken wordt uitgegaan van een beheermarge van +/- 0,05 m bij een vast peil. In het vigerende peilbesluit is een

beheermarge van 0,10 m gebruikt. Om duidelijkheid te scheppen wordt tegenwoordig bij een grotere beheermarge dan 0,05 m, een boven- en

onderpeil gebruikt.

• De peilvakcode correspondeert met de nummering op de peilenkaart.

• Peilaanpassing vindt periodiek plaats bij zettinggevoelige bodems om ervoor te zorgen dat het waterpeil gelijke tred houdt met de autonome daling.

Code

peilvak

Peil

volgens

peilbesluit

(m NAP)

Werkelijk

peil

(m NAP)

Toekomstig peil

(m NAP)

Toelichting

(verlaging of aanpassing)

Beheerste boezem

GW-15 VP -0,50 VP -0,50 VP -0,50 Geen peilwijziging. Beheerste opvaart.

GW-17 VP -0,50 VP -0,50 VP -0,50 Geen peilwijziging. Beheerste opvaart.

GW-19 VP -0,50 VP -0,50 VP -0,50 Geen peilwijziging. Beheerste opvaart.

Boezem

GW-20 VP -0,52 VP -0,52 VP -0,52 Boezem

Page 33: Toelichting Peilbesluit Groote Wielen · 2015-06-17 · 1 Toelichting Peilbesluit Groote Wielen Peilbesluit n.a.v. het Watergebiedsplan Groote Wielen Datum: 28 augustus 2014 Status:

33

• Van peilverlaging wordt gesproken indien de drooglegging vergroot wordt in verband met gewenst peilbeheer, bij voorbeeld om de

productieomstandigheden voor de landbouw te verbeteren. Hierdoor wordt met name in veengebieden het proces van de maaivelddaling en van

verlaging van de grondwaterstand versneld.

• De rijen in de tabel met grijze achtergrond zijn peilvakken waar het peil wijzigt.