Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van...

135
Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt in besluitvorming en zelfmanagement Blokcoördinatoren: Mw. Dr. A.H. Pieterse Medische Besliskunde, LUMC E-mail: [email protected] Prof.dr. M.E. Numans Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, LUMC E-mail: [email protected] BLOKBOEK Bachelor Geneeskunde, derde jaar Cursusjaar 2014-2015

Transcript of Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van...

Page 1: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

Patient Empowerment:

versterking van de rol van de patiënt in besluitvorming en

zelfmanagement

Blokcoördinatoren: Mw. Dr. A.H. Pieterse Medische Besliskunde, LUMC E-mail: [email protected] Prof.dr. M.E. Numans Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, LUMC E-mail: [email protected]

B L O K B O E K

Bachelor Geneeskunde, derde jaar Cursusjaar 2014-2015

Page 2: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

© 2014 Alle rechten voorbehouden LUMC Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, web-publishing of op welke andere wijze dan ook en evenmin in een gegevensopzoeksysteem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van de copyrights. Voor vragen of informatie kunt u contact opnemen met: Directoraat Onderwijs en Opleidingen, PB 9600, 2300 RC Leiden

Page 3: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

Inhoud Blokcommissie en docenten 1

1. Algemene inleiding 3

1.1. Centrale begrippen 3

1.2. Leerdoelen 6

1.3. Voorkennis 8

1.4. Plaats in de opleiding 9

1.5. Literatuur en leermiddelen 9

1.6. Blackboard 11

1.7. Toetsing 11

1.8. Rooster/tabel per week 18

WG-1 Algemene Introductie 23

2. Thema I: Samen beslissen in de zorg 23

SO-1 Patiëntgerichte zorg (patient-centered care) en inleiding op gedeelde besluitvorming 24

SO-2 Gedeelde besluitvorming en typen beslissingen 25

WG-2 Besluitvorming 26

Klinische illustratie-1 (Mee)Beslissen in de zorg 27

WG-3 Vaardigheden 1 Gedeelde besluitvorming 28

SO-3 Reflectie op vaardighedentraining 28

SO-4 Culturele competenties en cultureel interview 29

WG-4 Culturele competenties 30

SO-5 Een arts van de wereld 31

WG-5 Vaardigheden-2 Cultureel interview en interculturele communicatie 32

SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33

SO-7 Maagklachten in de huisartsenpraktijk 34

Klinische illustratie-2 Gedeelde besluitvorming in de klinische praktijk 35

Klinische illustratie-3 Casus maagklachten in de huisartspraktijk 35

Wetenschappelijke illustratie-1 Communicatieonderzoek naar gedeelde besluitvorming 36

WG-6 Vaardigheden-3 Gedeelde besluitvorming 36

SO-8 Normatieve aspecten en informatievoorziening met betrekking tot besluitvorming 37

Klinische Illustratie 4/SO-9 Consulten observeren: presentatie en verslag 39

Klinische Illustratie 5/SO-10 Participerende observatie in een gezondheidszorgpraktijk (mini-stage) 40

WG-7 Consulten 41

WG-8 Mini-stages: Terugkoppeling 42

SO-11 Risicogegevens 42

Klinische illustratie-6 Risicopredictiemodellen 45

Page 4: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

WG-9 Risico’s 45

SO-12 Onvergetelijke arts-patiënt ervaringen: interviews 46

SO-13 Geïnformeerde beslissingen 48

SO-14 Wel of niet laten vaccineren? 49

WG-10 Vaccinatie: Debat 50

SO-15 Het Preventieconsult 50

Wetenschappelijke illustratie-2 Kwetsbare groepen en het preventieconsult 51

SO-16 De patiënt helpen kiezen: keuzehulpen 51

WG-11 Vaardigheden-4 Risicocommunicatie 52

WG-12 Keuzehulpen 53

SO-17 Health literacy 53

TOETS GEDEELDE BESLUITVORMING 55

SO-18 Analyseopdracht Kwetsbare groepen 55

Klinische illustratie 7: De rol van de verpleegkundige en Zorgpaden Nierziekten 57

SO-19 Implementatie van gedeelde besluitvorming in de praktijk 57

Wetenschappelijke illustratie-3 Health literacy 58

Wetenschappelijke illustratie-4: Implementatieonderzoek naar gedeelde besluitvorming 59

SO-20 Voorlopige vraagstelling 59

3. Thema II: Gedragsverandering en zelfmanagement 61

WG-13 Introductie thema gedragsverandering en zelfmanagement 61

SO-21 Assessment: Het meten van (on)gezond gedrag 62

SO-22 Assessment: oriëntatie op interventie 63

WG-14 Meten: Het meten van (on)gezond gedrag 64

WG-15 Introductie zelfmanagement 65

Klinische illustratie-8 Zelfmanagement in de praktijk 65

SO-23 Zelfmanagement en respiratoire aandoeningen 66

WG-16 Respiratoire aandoeningen: Interventies 67

SO-24 Orientatie op onderwerp: ziektecognities 68

WG-17 Verkoudheid: Culturele interpretaties van ziekte 68

SO-25 Model opstellen voor zelfmanagement interventie 69

WG-18 Modellen van gedragsverandering 70

WG-19 e-Health: Ondersteuning van zelfmanagement 71

SO-26 E-health ter ondersteuning van zelfmanagement 72

SO-27 Ontwerp E-health zelfmanagement interventie 73

WG-20 Presentatie zelfmanagementinterventies 73

WG-21 PatientCoach 73

Page 5: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

SO-28 Motiverende Gespreksvoering (zie Blackboard) 74

WG-22 Motiverende Gespreksvoering (zie Blackboard) 74

Dit onderdeel wordt nog apart op blackboard geplaatst. 74

SO-29 HvZ 74

Wetenschappelijke illustratie 5: zelfmanagement hart- en vaatziekten bij allochtone groepen 75

SO-30 Psychologische belemmeringen bij zelfmanagement 76

WG-23 Psychologische belemmeringen bij zelfmanagement 77

Klinische illustratie 9: zelfmanagement bij Diabetes Mellitus 78

SO-31 Gedragsverandering: het 5A’s-Model 78

WG-24 Het 5 A’s model toepassen bij gedragsverandering 80

SO-32 Zelfmanagement interventiestudie opzet maken 80

SO-33 Zelfmanagement interventie uitvoeren 83

WG-25 Tussenrapportage zelfmanagement interventie 84

TOETS MOTIVERENDE GESPREKSVOERING 85

Klinische illustratie-10 Longrevalidatie in het Rijnlands Revalidatie Centrum Leiden 85

Klinische illustratie-11 Omgaan met respiratoire aandoeningen 86

SO-34 Interventiestudie – follow-up en nameting 87

SO-35 Interventiestudie - verslag 87

Klinische illustratie 12- Migranten in de huisartsenpraktijk 89

SO-36 Beslissingen als het einde nadert 90

KENNISTOETS 92

WG-26 Voorlopige vraagstelling 92

SO-37 Onderzoeksvraag en outline 93

Wetensch Ill-6 Onderzoeksaanvragen schrijven 94

Klinische illustratie 13- Patiëntenvertegenwoordiger 94

SO-38 Voorbereiden redactievergadering 95

WG-27 Redactievergadering 96

SO-39 Schriftelijke onderzoeksaanvraag 97

Klinische illustratie- 14 STEPP-principe (zie Blackboard) 98

Klinische Illustratie 15/SO-40 Observatieverslag ”Een dag uit de praktijk” 98

WG-28 Eindpresentatie onderzoeksaanvraag 100

Eindgesprekken 101

WG-29 Generale discussie 101

WG-30 Afsluiting 102

Bijlagen 103

Bijlage 1: Feedback 104

Page 6: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

Bijlage 2: Observatielijst AMC 107 Bijlage 3: Observatielijst MISHCE 108 Bijlage 4: Vragenlijst 109 Bijlage 5: Resultaten van vragenlijstonderzoek 117 Bijlage 6: Zoektermen PUBMED “Informeren en beslissen in de spreekkamer” 119 Bijlage 7: Werkblad zelfmanagement astma (SO-24) 120 Bijlage 8: Werkblad zelfmanagement COPD (SO-24) 121 Bijlage 9: Literatuuronderzoek 122 Bijlage 10: Regels literatuurreferenties 123

Page 7: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

1

Blokcommissie en docenten Blokcoördinator(en) Dr. A.H Pieterse Medische Besliskunde [email protected] 071 – 52 65880 / 61529

Prof.dr. M.E. Numans Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde [email protected] 071 – 52 68446 / 68259

Regieassistent Mw. M.G. Ottenhof Ondersteuning Blokcoördinatoren1ste jaar GNK [email protected] Blokcommissie Mw. Dr. Arwen Pieterse [email protected] 071 – 52 65880 / 61529

Medische Besliskunde, kamer J10-89 Mw. Dr. Margreet Scharloo [email protected] 071 – 52 68756 Onderwijs Expertise Centrum DOO, kamer V-07-22 Mw. prof. dr. Anne Stiggelbout [email protected] 071 – 52 64574 Medische Besliskunde, kamer J10-81 Mw. prof. dr. Ria Reis [email protected] 071- 5268402 Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, kamer V-07-62 Dr. Jaap K. Sont [email protected] 071-5264578 Medische Besliskunde, kamer J10-8 Secretariaat Mw. N. Nauta-Kaat Medische Besliskunde

Page 8: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

2

[email protected] 071 – 52 61529 Docenten Mw. Dr. A.H. Pieterse Prof.dr. M.E. Numans Mw. Prof.dr. A.M. Stiggelbout Mw. Dr. M. Scharloo Mw. Prof.dr. R. Reis Mw. Drs. A.Y. de Voogd Mw. Dr. F. Gärtner Mw. Dr. S. van Dijk Mw. Dr. S.D. Huisman Dr. J.K. Sont Mw. Dr. A. Sanders-van Lennep Prof.dr. R. Pelger Mw. Drs. C. Meppelink Mw. N. Berkhout Mw. M. Baas-Thijssen Mw. Drs. I. Groenenberg Mw. Drs. J. Ben Meftah Mw. Dr. L. van Bodegom Prof.dr. P. van den Boog Dr. L.N.A. Willems Dr. R. Starmans Mw. Ir.. P. Hoogendoorn Prof.dr. J.F. Hamming Mw. Dr. M. Schroijen

Mw. drs. J.B. Snoeck-Stroband

Page 9: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

3

1. Algemene inleiding Patiëntgerichtheid is in de moderne gezondheidszorg een centraal begrip geworden. Het klinkt zo logisch, dat je altijd patientgericht werkt, maar de praktijk laat zien dat het niet altijd en zelfs vaak niet gebeurt. Een reden hiervoor is dat het niet altijd duidelijk is wat het precies betekent, patientgerichtheid. Maar ook dat gewoontes en cultuur zo ingeslepen zijn, dat men zich er niet eens bewust van is hoe patiënt-onvriendelijk de zorg soms is. Het perspectief van de patiënt innemen kan soms heel verrassend (en zelfs shockerend) werken. Een manier om aan meer patiëntgerichtheid vorm te geven, is door het versterken van de positie en rol van de patiënt (patient empowerment) o.a. door gedeelde besluitvorming (shared decision making) en ondersteuning van gezondere levensstijl en zelfmanagement. Het eerste deel van de minor richt zich vooral op arts-patiënt besluitvorming: het verstrekken van informatie (waaronder die over risico’s en voorkeuren) en de rol die artsen en patiënten op zich kunnen nemen bij het nemen van beslissingen in de zorg. Het tweede deel gaat vooral in op het versterken van de eigen regie van de patiënt in het voorkomen en verminderen van klachten en het slagen van de behandeling (gedragsverandering en zelfmanagement), waarbij bijvoorbeeld leefstijl en therapietrouw een rol spelen. In beide onderdelen komen culturele competenties aan bod, met betrekking tot bijvoorbeeld de sociale betekenis van ziekte, opvattingen over wat gezond is, wat men van de arts en van de behandeling verwacht, en hoe culturele afstand in klinische interacties kan worden overbrugd. Met deze minor hopen we de toekomstige artsen die het vak kozen omdat ze patiënten wilden helpen, inzicht te geven in wat patiëntgerichtheid zoal kan betekenen, hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

1.1. Centrale begrippen

Patient empowerment

Empowerment staat oorspronkelijk voor pogingen om onderdrukte groepen weerbaarder te maken, zodat zij zelf voor hun rechten kunnen opkomen. Het doel van patient empowerment is dat zorgverleners en patiënten meer gelijkwaardige partners worden bij de besluitvorming over een behandeling. Het staat voor voorlichting aan patiënten, zodat ze hun standpunten beter kunnen bepalen en naar voren kunnen brengen. En het gaat over het verleggen van een eenzijdige beslissing van de dokter naar een gedeeld besluit van arts én patiënt, waardoor ook niet-medische overwegingen − die het leven van de patiënt aangaan − een rol kunnen spelen bij de keuze van wel of niet behandelen, en welke behandeling dan? Echter, de betekenis van patient empowerment is aan het verschuiven. Patient empowerment wordt ook gepromoot omdat op deze manier de patiënt zorg en behandeling meer in eigen hand kan nemen. Het gaat daarbij niet alleen om het nastreven van een gelijkwaardige relatie of het delen van de beslismacht. Het gaat ook om het ontlasten van de zorgverleners en het vergroten van de therapietrouw.

Zelfmanagement

In de simpelste vorm verwijst zelfmanagement naar zorgen voor jezelf, los van ziekte of gezondheid. Het oorspronkelijke doel ervan is patiënten zelf de regie te laten voeren over hun leven en om behandeldoelen af

Page 10: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

4

te stemmen op hun eigen, individuele voorkeuren. Maar zelfmanagement staat tegenwoordig ook voor activiteiten die de patiënt overneemt van professionele zorgverleners, niet in de laatste plaats omdat dit voordelig is. Denk hierbij aan hartpatiënten die dagelijks hun bloeddruk en hartslag meten en de resultaten − via de computer − doorgeven aan het ziekenhuis.

Informeren en beslissen in de spreekkamer Van veel gesprekken tussen arts en patiënt in de spreekkamer is de besluitvorming over het beleid het belangrijkste doel. Hoe komt deze besluitvorming tot stand en welke rol spelen zowel de arts als de patiënt daarin? Hoe kunt u als arts uw patiënten het beste informeren over behandelopties met bijbehorende risico’s? Wanneer en op welke manier betrekt u uw patiënten bij de besluitvorming? Een goed proces van informatieoverdracht en besluitvorming heeft verschillende voordelen. Patiënten die beter geïnformeerd worden en meer betrokken worden bij de besluitvorming houden zich meer aan de ingestelde therapie, waardoor zij sneller genezen en ook tevredener zijn met het consult. Snellere genezing kan weer gunstige effecten hebben op de kosten van de gezondheidszorg. Ook blijken artsen meer tevreden met een meer gelijkwaardig consult en worden eventuele juridische gevolgen ingeperkt.

Gedeelde besluitvorming Binnen onze huidige samenleving wensen patiënten meer en meer inspraak en hebben patiënten ook recht op informatie. Deze ontwikkelingen zien we ook terug in de visies op de arts- patiënt relatie waar vaak gesproken wordt over “patiëntgerichtheid” en “gedeelde besluitvorming”. Met het meer egalitair worden van de samenleving is er in de afgelopen decennia veel veranderd in de spreekkamer. De paternalistische arts die de patiënt meedeelt wat er gaat gebeuren, zonder verder veel informatie te geven, past niet meer goed in deze tijd.

Het ideaal lijkt dus dat de arts en de patiënt samen overleggen en beslissen over de behandeling. Dit ideaal lijken echter niet alle patiënten te onderschrijven. Daarnaast is het ook niet altijd de meest succesvolle manier om te beslissen, of is het gewoon niet altijd nodig. Denk aan een ernstig zieke patiënt die niet meer in staat is om mee te denken met de arts en alleen maar beter wil worden. Of denk aan een aandoening waar een duidelijke effectieve behandeling voor is, zoals antibiotica bij meningitis. Het is belangrijk dat u als arts op de hoogte bent van de verschillende manieren waarop arts en patiënt met elkaar kunnen omgaan en dat een geschikte omgangsvorm afhangt van verschillende factoren zoals de fase in het consult, het soort patiënt en de aandoening. Daarnaast zult u als arts ook zelf een zekere voorkeur hebben voor een bepaalde manier van omgaan met patiënten. Wel is het daarbij van belang te beseffen dat er in een consult onuitgesproken veronderstellingen kunnen meespelen, die soms maken dat een patiënt niet de ruimte krijgt die hij of zij graag zou willen krijgen.

Page 11: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

5

Risicocommunicatie Het geven van informatie is een belangrijk onderdeel van de arts-patiënt relatie. Deze informatie zal voor een groot deel gaan over de mogelijke gevolgen van een ziekte en de behandeling daarvan. “Zal ik last krijgen van een opgezwollen arm als alle lymfklieren uit de oksel worden verwijderd?” “Wat gebeurt er als ik me niet laat opereren aan mijn aneurysma?” Dit betreft informatie over de kans op negatieve gevolgen, oftewel risico’s. De vraag is vaak welke risico’s verteld moeten worden, en op welke manier en hoe dit overkomt op de patiënt? Zo werd een arts veroordeeld na een rugoperatie ter correctie van een scoliose waarbij een dwarslaesie optrad, wegens het verzaken van zijn informatieplicht. Hij had over een “neurologische verslechtering” gesproken i.p.v. over een verlamming. Men kan zich ook afvragen of men zeer kleine kansen altijd aan een patiënt moet vertellen, of dat dit alleen onnodige onrust veroorzaakt? En als men deze kans vertelt, vertelt men dan de kans in percentages (bijvoorbeeld 3%), of zou men beter kunnen spreken over een kans dat het 3 van de 100 personen zal overkomen? Of kan men beter zeggen dat het 97 van de 100 personen niet zal overkomen? Kunnen patiënten dergelijke kansen begrijpen, of is het nodig om de kansen ook grafisch te illustreren? Allemaal vragen waarover informatie bekend is uit empirisch onderzoek. Kennis van deze literatuur is belangrijk om een goede keuze te kunnen maken uit de verschillende manieren waarop men risico’s aan patiënten kunt communiceren. Maar daarnaast is het ook belangrijk om de eigen positie te bepalen t.a.v. de vraag in welke situaties en hoe men de patiënt wil informeren over bepaalde risico’s en of men de patiënt zelf zou moeten laten beslissen. Gedragsverandering U bent de arts van Mevr. De Boer. Zij is 50 jaar oud en komt de laatste 5 jaar elke winter zo’n 3 keer bij u op het spreekuur met een scheurende hoest. Meestal vraagt zij dan om “een kuurtje”. Het valt u op dat zij nogal aan de forse kant is en dat zij erg naar rook ruikt. U besluit Mevr. De Boer te bewegen tot het stoppen met roken (als ze dat al doet), en eventueel tot een poging om haar gewicht te laten afnemen. Maar ja, waar en hoe (en waaraan) gaat u beginnen? Voor veel ziekten zijn de oorzaken nog onbekend. Wel is inmiddels bekend dat een beperkt aantal ongezonde gedragingen de belangrijkste veroorzakers zijn van ziekte, sterfte, en verlies van kwaliteit van leven. Gebrek aan beweging, ongezonde eetgewoonten, roken en overmatig alcoholgebruik zijn de duidelijkste (meest onderzochte en meest consistente) boosdoeners. Voor een aantal ziekten zijn ook aanwijzingen gevonden dat psychosociale factoren bijdragen aan het ontstaan en/of beloop van ziekte. Vanuit de wetenschap dat leefstijlen en psychosociale factoren een belangrijke rol spelen bij de progressie van chronische ziekten is er de laatste jaren veel onderzoek verricht naar de meest effectieve manieren om

Page 12: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

6

deze factoren te beïnvloeden. Alleen het informeren en adviseren van patiënten blijkt meestal niet tot (voldoende) veranderingen te leiden. In dit deel van de minor komt aan de orde welke leefstijlfactoren en welke psychosociale factoren van invloed zijn op het beloop van chronische ziekten. De bijdrage van gedragsmatige en psychosociale kennis en technieken aan de patiëntenzorg zal worden uitgediept met behulp van theoretische en empirische studies over zelfmanagement bij chronische ziekten. Een voor behandelaars in de (huis)artsenpraktijk bruikbaar model voor het veranderen van leefstijlfactoren zal worden geïntroduceerd en van de studenten wordt gevraagd dat zij dit model praktisch gaan toepassen in een eigen n=1 veranderstudie bij iemand in hun omgeving.

Culturele competenties Informatie is meer effectief als er een goede aansluiting is bij de achtergrond en preferenties van de patiënt, en dat geldt ook voor gedeelde besluitvorming en zelfmanagement. Zowel onder patiënten als onder hulpverleners in Nederland neemt de culturele diversiteit toe. Er zijn grote culturele verschillen in hoe mensen hun lichaam, gezondheid en ziekte ervaren, de verwachtingen die patiënten van hun zorgverleners hebben, hun risicoperceptie en de beslissingen die zij nemen ten aanzien van hun gezondheid. Culturele afstand tussen patiënt en zorgverlener kan tot problemen in de communicatie en in de behandeling leiden. Culturele competenties kunnen helpen die afstand te overbruggen. Culturele competenties staan hier voor de combinatie van kennis, attituden en vaardigheden die een zorgverlener nodig heeft om effectief om te kunnen gaan met etnische en culturele diversiteit.

1.2. Leerdoelen

In deze minor leren de studenten algemene aspecten van patiëntgerichtheid kennen. Deze worden uiteindelijk toegespitst op arts-patiënt besluitvorming (deel 1) en gedragsverandering en zelfmanagement (deel 2). Aan de hand van studieopdrachten en werkgroepen met video-illustraties en debat, als ook illustratieve activiteiten in de (poli)kliniek en discussies met clinici en patiënten, worden de studenten met het thema

Page 13: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

7

bekend gemaakt. Aan de hand van rollenspellen oefenen de studenten in het toepassen van communicatievaardigheden gericht op gedeelde besluitvorming en ondersteuning van zelfmanagement. De studenten zullen over een eigen n=1 veranderstudie een Engelstalig wetenschappelijk verslag schrijven en zullen over een zelf gekozen aspect van gedeelde besluitvorming of risicocommunicatie een verkorte Engelstalige onderzoeksaanvraag schrijven en presenteren. Algemene leerdoelen en competenties Algemene leerdoelen op het gebied van academische en wetenschappelijke vorming: De student …

• Kan relevante literatuur m.b.t. een thema of specifieke onderzoeksvraag vinden in PubMed • Kan een kritische reflectie geven op de adequaatheid van de gehanteerde onderzoeksmethoden en de

correctheid van de getrokken conclusies in de gevonden literatuur • Kan een theoretisch onderbouwde interventie vormgeven en uitvoeren • Kan een Engelstalig onderzoeksverslag schrijven in de vorm van een wetenschappelijk artikel • Kan een onderzoeksvraag formueren en onderbouwen, die voortbouwt op gevonden literatuur • Kan een onderzoeksvraag vertalen naar een verkorte schriftelijke onderzoeksaanvraag in het Engels

en kan deze presenteren

Specifieke leerdoelen en competenties Aan het einde van de minor …: Analyse van arts-patiënt consulten 1. Kan de student besluitvorming in transcripten van opgenomen arts-patiënt consulten typeren a.d.h.v.

bestaande besluitvormingsmodellen en de relatie leggen tussen het begrip impliciete normativiteit en besluitvorming (communicator, medisch deskundige)

2. Kan de student herkennen wanneer een beslissing in de zorg preferentiegevoelig is en dit onderbouwen (medisch deskundige, beroepsbeoefenaar)

3. Kan de student tenminste drie ethische argumenten noemen vóór het toepassen van gedeelde besluitvorming (beroepsbeoefenaar)

4. Kan de student de stappen onderscheiden in de consultvoering van een gedeeld besluitvormingsproces en uitleggen hoe de uitvoering van de stappen in de praktijk op bezwaren kan stuiten (communicator)

Eigen vaardigheid in arts-patiëntcommunicatie 5. Kan de student eenzelfde kans op een uitkomst van behandeling op drie kwalitatief verschillende

manieren communiceren en beredeneerd kiezen welke van deze vormen van risicocommunicatie het meest geschikt is/zijn afhankelijk van de specifieke situatie (medisch deskundige, communicator)

6. Kan de student de basisvaardigheden van gedeelde besluitvorming toepassen in een rollenspel (communicator, gezondheidsbevorderaar)

7. Toont de student dat hij/zij een behandelingsbeslissing kan bespreken met een simulatiepatiënt in een rollenspel, rekening houdend met de culturele achtergrond van de patiënt (communicator, gezondheidsbevorderaar)

8. Past de student motiverende gesprekstechnieken toe in een casus en een rollenspel (communicator, gezondheidbevorderaar)

Page 14: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

8

Zelfmanagement en culturele adaptatie 9. Kan de student uit wetenschappelijke interventiestudies de elementen selecteren die belangrijk zijn

voor het stimuleren van zelfmanagement bij veelvoorkomende respiratoire aandoeningen en deze gebruiken voor het samen met anderen opstellen van een zelfmanagementprogramma voor patiënten met een respiratoire aandoening (academicus, gezondheidsbevorderaar, medisch deskundige, samenwerker).

10. Kent de student een aantal voorbeelden van de toepassing van gedragsmatige en psychosociale kennis en technieken op het terrein van gezondheid en ziekte en voert hij/ zij argumenten aan voor/tegen de waarde van deze toepassingen (gezondheidsbevorderaar).

11. Kan de student het begrip culturele afstand definiëren en met drie voorbeelden beschrijven hoe culturele afstand van invloed is op besluitvorming m.b.t. screening, diagnostiek en/of behandeling (medisch deskundige, communicator)

12. Kan de student verschillen benoemen in de beleving van het lichaam en opvattingen over ziekte en beschrijven hoe deze van invloed zijn op risicoperceptie en zelfmanagement (medisch deskundige, communicator, gezondheidsbevorderaar)

13. Kan de student in een oefensituatie een culturele diagnose stellen en informatie op maat verstrekken vanuit het perspectief van de patiënt, daarbij diens culturele en etnische achtergrond betrekkend (gezondheidsbevorderaar, communicator)

Evidence-based medicine 14. Kan de student een systematisch literatuuronderzoek van beperkte omvang uitvoeren naar leefstijl en

psychosociale factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van leven en het ziektebeloop van patiënten met een chronische aandoening, evanals naar een onderwerp naar eigen keuze, en een literatuurlijst opstellen van voldoende kwaliteit, kwantiteit en relevantie (academicus).

15. Kan de student een theoretisch onderbouwde en methodologisch verantwoorde opzet voor een interventie ontwerpen om zelfgekozen aspecten van leefstijl/psychosociale factoren te beïnvloeden bij een patiënt met een chronische aandoening en de daarbij passende evaluatiematen voor het effect/de effecten van de interventie selecteren (academicus).

16. Kan de student een beperkt empirisch onderzoek (een n=1 interventiestudie) uitvoeren bij een patiënt met een chronische aandoening, waarbij de student de eigen (zie bij 15) interventie gaat toepassen om zelfmanagement van de patiënt te versterken en de effecten van de interventie te meten (communicator, gezondheidsbevorderaar, academicus).

17. Kan de student de bevindingen uit het eigen onderzoek schriftelijk in een Engelstalig verslag presenteren (academicus, communicator).

18. Kan de student een onderzoeksvraag formuleren die voortbouwt op het reeds uitgevoerde systematische literatuuronderzoek, schriftelijk onderbouwen waarom deze vraag vernieuwend en relevant is en een onderzoeksopzet voorstellen, dit alles in de vorm van een verkorte onderzoeksaanvraag bij een subsidiegever en kan deze onderzoeksaanvraag tevens mondeling in het Engels presenteren (academicus, communicator).

1.3. Voorkennis

Dit blok bouwt voort op de eerste 2 jaar van de studie Geneeskunde. In de blokken in het eerste jaar is mondjesmaat aandacht besteed aan gedragsfactoren: roken als

determinant van ziekte (blok van Basis tot Homeostase), en een forumdiscussie over voeding (blok Sturing en Stofwisseling).

Page 15: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

9

In het tweede jaar is incidenteel aandacht besteed aan screening keuzes en behandelingsvoorkeuren bij kanker (blok Ziektemechanismen-2), en komen vooral in de blokken Vraagstukken (blokken Bewegen, Buik, Borst en Nier) de volgende onderwerpen (een beetje) aan de orde: informeren van patiënten, kwaliteit van leven, het bevorderen van lichamelijke activiteit, preventie gericht op het individu, de behandeling van overgewicht, bespreken van behandelopties en prognose, leefstijladvies, zelfmanagement en web-based ondersteunde gedragsverandering. In de minor zullen deze onderwerpen (veel) uitvoeriger aan bod komen en staan de vaardigheden die nodig zijn om de (papieren casus) kennis over deze onderwerpen in te zetten voor patient empowerment centraal.

Daarnaast is in de lijn Beroepsvorming aandacht besteed aan culturele diversiteit, reflectie, de arts-patiëntrelatie en het patiëntenperspectief. Basale academisch-wetenschappelijke vaardigheden zoals het vinden van literatuur, schrijven van een samenvatting/verslag en het uitvoeren van een statistische analyse zijn behandeld in ‘Academische en Wetenschappelijke Vorming-1’. In AWV-2 zijn critical reading skills en presentatietechnieken aan de orde gekomen. Deze vaardigheden worden verder aangescherpt in de diverse SO’s en toegepast in deze minor.

1.4. Plaats in de opleiding

In het derde jaar van de bachelor (en vooral in de masterfase) zullen de vaardigheden die in deze minor geoefend worden en de kennis over gedeelde besluitvorming en zelfmanagement toegepast kunnen worden in een klinische setting. Ervaringen opgedaan met het schrijven van een artikel (het eindverslag) en het opstellen van een onderzoeksaanvraag zijn bij de opbouw van een wetenschappelijke carrière voor toekomstige artsen van belang. Plaats van het blok Patient Empowerment in het Bachelor Curriculum Geneeskunde

1.5. Literatuur en leermiddelen

Literatuur (links ook op blackboard zie onder course documents) • Bodenheimer T, Lorig K, Holman H, Grumbach K. Patient self-management of chronic disease in

primary care. JAMA 2002, 288: 2469-75. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:12435261

Page 16: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

10

• Bodenheimer T, MacGregor K, Sharifi C. Helping patients manage their chronic conditions. Oakland: California Health Care Foundation, 2005. Available also from: http://www.chcf.org/topics/chronicdisease/index.cfm?itemID=111768

• Fredriksen B, Mengshoel AM. The effect of static traction and orthoses in the treatment of knee contractures in preschool children with juvenile chronic arthritis: a single subject design. Arthritis Care Res 2000, 13, 352-9. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:14635310

• Goldstein MG, Whitlock EP, DePue J, and the Planning Committee of the Adressing Multiple Behavioral Risk Factors in Primary Care Project. Multiple Behavioral Risk Factor Interventions in Primary Care: summary of research evidence. Am J Prev Med 2004, 27: S61-S79. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:15275675

• Lorig KR, Holman H. Self-management education: history, definition, outcomes, and mechanisms. Ann Behav Med 2003, 26: 1-7. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:12867348

• Petrie KJ, Weinman J. Why illness perceptions matter. Clin Med 2006, 6: 536-9. • Leesstuk “Motiverende Gespreksvoering” Bewerkt en ingekort artikel, oorspronkelijk van G. M.

Schippers & J. de Jonge, Maandblad Geestelijke Volksgezondheid 57 (2002), p. 250-265.

Belangrijke websites www.thuisarts.nl www.kanker.nl http://www.zegelgezond.nl/ http://www.med-decs.org/ www.adjuvantonline.com http://www.zonmw.nl/nl/actueel/nieuws/detail/item/kennissynthese-goed-geinformeerde-keuze/ www.nierziekten.nl Bij SO-21 & SO-22 (links staan ook op BB) http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/determinanten-van-gezondheid/ http://www.cdc.gov/brfss/questionnaires.htm https://www.monitorgezondheid.nl/ http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/measuringinstruments http://www.nhg.org/thema/patientenvoorlichting http://patienteducation.stanford.edu/research/ Bij SO-25 & SO-31 (links staan ook op BB) Informatiemateriaal voor patiënten: http://www.patient.co.uk/pils.asp http://familydoctor.org/familydoctor/en.html http://faculty.mercer.edu/summervill_j/patienteducationontheweb.htm http://www.guideline.gov/resources/patient-education.aspx http://www.thuisarts.nl/ Zelfmanagement dagboeken voor patiënten: https://www.zorgportaalrijnmond.nl/zelf-management-dagboeken Free apps voor educatie van patiënten: http://appcrawlr.com/app/search?price=&max=15&category=Education&topic=patient+education&topicId=1&_src=ymal_1&q=

Page 17: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

11

Van alles over preventie: http://www.ahrq.gov/consumer/ Zoeken naar documenten over zelf-management & richtlijnen voor diverse aandoeningen: http://www.guideline.gov/search/advanced-search.aspx?term=self-management Educatiemateriaal voor zelfmanagement bij diabetes: http://www.caldiabetes.org/categories.cfm?categoriesID=57

1.6. Blackboard

Blackboard wordt tijdens het blok voor de volgende zaken gebruikt: − actualiteiten, zoals rooster- of zaalwijzigingen; − aanvullend materiaal voor de uitvoering van SO’s of werkgroepen; − een overzicht van gemaakte afspraken m.b.t. bespreking outline en individuele feedback gesprekken. − aanbieden lijst met hyperlinks naar de literatuur en de websites (zie 1.5)

1.7. Toetsing

Toetsmatrijs

Soort toets Kennistoets Vaardigheidstoetsen Artikel Presentatie

Toetsvorm:

Examen met open vragen

1. gedeelde besluitvorming 2. motiverende gespreksvoering

Verslag in de vorm van wetenschappelijk artikel over eigen onderzoek

Korte presentatie onderzoeksaan-vraag n.a.v. schriftelijke versie

Domein Kennis Kennis, vaardigheden en professioneel gedrag

Vaardigheden en kennis

Kennis, vaardigheden

Tijdstip:

17 oktober 1. 18 september 2. 8 oktober

Week 8 Week 10

Duur

Tijdens werkgroep (2 uur)

Beide toetsen 15 min per toets (individueel )

30 uur schrijven 40 uur opstellen onderzoeksvraag, schrijven aanvraag + voorbereiden presentatie

Gewicht (% van cijfer)

10% Samen 20% 40%

30%

Samenwerking Individueel Individueel In duo’s, becijfering aangepast aan individuele bijdrage

Individueel

Beoordeeld door:

Stiggelbout, Pieterse & Scharloo

1.: Stiggelbout/ Pieterse/Gärtner 2. van Dijk/ Huisman/ Scharloo

mbv beoordelings- formulier en werklogboek van Dijk / Scharloo

mbv beoordelings- formulier Stiggelbout/ Pieterse

Aantal vragen

10 open vragen

nvt nvt nvt

Page 18: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

12

Verdere uitsplitsing toetsen naar leerdoelen Soort toets Kennis-

toets Vaardigheids- toets

Eind- verslag

Presentatie

Verschillende modellen van arts-patiënt besluitvorming kennen en de verschillen tussen de modellen en de relatie tussen het begrip impliciete normativiteit en de besluitvormingsmodellen

x

Herkennen wanneer een beslissing in de zorg preferentiegevoelig is en dit onderbouwen

x

Tenminste drie ethische argumenten kunnen noemen vóór het toepassen van gedeelde besluitvorming

x

De stappen onderscheiden in de consultvoering van een gedeeld besluitvormingsproces en praktische bezwaren kunnen noemen en herkennen voor de uitvoering van de stappen in de praktijk

x

Eenzelfde kans op drie kwalitatief verschillende manieren communiceren en tenminste één argument vóór en één argument tegen elk van deze vormen van risicocommunicatie noemen afhankelijk van de context

x

Basisvaardigheden van gedeelde besluitvorming toepassen in een rollenspel

x

Een behandelingsbeslissing bespreken met een simulatie- patiënt in een rollenspel, rekening houdend met de culturele achtergrond van de patiënt

x

Elementen uit studies selecteren die belangrijk zijn voor het stimuleren van zelfmanagement bij veelvoorkomende respiratoire aandoeningen

x

Toepassingen van gedragsmatige en psychosociale kennis en technieken op het terrein van gezondheid en ziekte kennen

x

Het begrip culturele afstand definiëren en met drie voorbeelden beschrijven hoe culturele afstand van invloed is op besluitvorming m.b.t. screening, diagnostiek en/of behandeling

x

Verschillen benoemen in de beleving van het lichaam en opvattingen over ziekte en beschrijven hoe deze van invloed zijn op risicoperceptie en zelfmanagement

x

Page 19: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

13

Motiverende gesprekstechnieken toepassen in een casus en een rollenspel

x

Een systematisch literatuuronderzoek van beperkte omvang uitvoeren naar leefstijlen en psychosociale factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van leven en het ziektebeloop van patiënten met een chronische aandoening en naar een onderwerp naar eigen kleuze m.b.t. gedeelde besluitvorming of risicocommunicatie, en een literatuurlijst opstellen van voldoende kwaliteit, kwantiteit en relevantie

x

x

Een theoretisch onderbouwde en methodologisch verantwoorde opzet voor een interventie ontwerpen om zelfgekozen aspecten van leefstijl/psychosociale factoren te beïnvloeden bij een patiënt met een chronische aandoening en passende evaluatiematen voor het effect/de effecten van de interventie selecteren

x

Een beperkt empirisch onderzoek (een n=1 interventiestudie) uitvoeren bij een patiënt met een chronische aandoening, waarbij de student de eigen interventie gaat toepassen om de zelfmanagement van de patiënt te versterken en de uitkomsten van de interventie gaat meten

x

De bevindingen uit het eigen onderzoek schriftelijk in een Engelstalig artikel presenteren

x

Een vernieuwende onderzoeksvraag formuleren op grond van het reeds uitgevoerde systematische literatuuronderzoek, schriftelijk onderbouwen waarom deze vraag vernieuwend en relevant is in de vorm van een vooraanmelding bij een subsidiegever en dit mondeling in het Engels presenteren

x

Uitgebreide beschrijving toetsen en beoordelingen Het summatieve toetsplan bestaat uit: Kennistoets 2 vaardigheidstoetsen Eindopdracht schriftelijk verslag Eindopdracht mondelinge presentatie 9 aanvullende eisen

Page 20: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

14

Kennistoets De toets bestaat uit 10 open vragen. Beoordeling: cijfer 1-10 Beoordeeld door: werkgroep docenten week 1-7 Vaardigheidstoetsen (rollenspelen) 1. Gedeelde besluitvorming Beoordeling: cijfer 1-10 Beoordelingsformulier: zie bijlage 2 (observatielijst AMC) Beoordeeld door: 2 docenten MBESLIS (Gärtner en Pieterse en/of Stiggelbout) Beoordelingscriteria: zie observatielijst AMC Berekening cijfer: gemiddelde van tenminste 2 beoordelaars/ hoogst behaalde score x 10 2. Motiverende gespreksvoering Beoordeling: cijfer 1-10 Beoordelingsformulier: zie bijlage 3 (MISHCE beoordelingslijst) Beoordeeld door: 2 docenten (Scharloo en/of Van Dijk) Beoordelingscriteria: zie observatielijst MISHCE Berekening cijfer: gemiddelde van tenminste 2 beoordelaars/ hoogst behaalde score x 10 Eindverslag In week 8 moeten de studenten de definitieve versie van hun eindverslag inleveren. Het eindverslag bestaat uit een per duo geschreven Engelstalig wetenschappelijk artikel over de door dit duo uitgevoerde n=1 interventiestudie (inclusief PubMed abstract, introduction, patient and methods, tables and figures, results, discussion, references). Beoordeling: cijfer 1-10 Beoordelingsformulier: aangepast Rubrics formulier “Advice” (zie Blackboard) Beoordeeld door: Scharloo & v. Dijk Beoordelingscriteria: meegewogen wordt of de studenten in staat zijn de eerdere feedback gegeven in week 5 (opzet interventiestudie), week 6 (literatuurlijst en inleiding), week 7 (1e versie artikel) te verwerken in de eindversie. Voor verdere criteria zie aangepast Rubrics formulier “Advice” op Blackboard. Mondelinge presentatie In week 10 presenteren de studenten hun onderzoeksaanvraag. Deze onderzoeksaanvraag wordt door de studenten schriftelijk voorbereid (in de vorm van een verkorte onderzoeksaanvraag bij een subsidiegever) en zal mondeling in het Engels gepresenteerd worden. Beoordeling: cijfer 1-10 Beoordelingsformulier: Rubrics formulier “Presentation” (zie Blackboard) Beoordeeld door: Stiggelbout & Pieterse Beoordelingscriteria: meegewogen wordt of de student het commentaar op de onderzoeksvraag (week 8) en het onderzoeksdesign en de schriftelijke versie van de onderzoeksaanvraag (week 10) verwerken in de eindpresentatie. De presentatie wordt beoordeeld door collega-studenten en twee docenten aan de hand van het Rubrics formulier ‘Presentation”. De kwaliteit van de schriftelijke vooraanmelding zal meewegen in het eindcijfer voor deze opdracht. Voor verdere criteria zie Blackboard.

Page 21: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

15

BEREKENING EINDCIJFER Een korte beschrijving van de wijze waarop het eindcijfer wordt bepaald en welke aanvullende voorwaarden er zijn voor het vrijgeven van het eindcijfer. Het eindcijfer van de halve minor moet >5.5 zijn. - Kennistoets = 10% - Vaardigheidstoets 1 + Vaardigheidstoets 2 = samen 20% - Eindartikel = 40% - Presentatie = 30% AANVULLENDE EISEN Een beschrijving van overige verplichtingen waaraan de student moet voldoen om een eindoordeel van de onderwijseenheid te kunnen ontvangen (bv aanwezigheidsverplichting) 1. Verslagen consultobservaties (SO-9) / mini-stage culturele competenties (SO-10) in week 2 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: betrokken docenten Beoordelingscriteria: mate waarin aandachtspunten zijn belicht (informatievoorziening + culturele competenties) 2. Werkgroep/discussie participatie week 3 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: werkgroepdocenten week 3 Beoordelingscriteria: werkgroep participatieformulier 3. Werkgroep/discussie participatie week 4 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: werkgroepdocenten week 4 Beoordelingscriteria: werkgroep participatieformulier 4. Ontwerp I-G-X-Y model week 4 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: Scharloo Beoordelingscriteria: volledigheid & empirische onderbouwing van model: interventie (I), gedrag (G), mediërende factor (X), probleem van de patiënt (Y). 5. Uitgewerkte opzet interventiestudie week 5 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: Scharloo & van Dijk Beoordelingscriteria: kwaliteit meetinstrumenten, volledigheid van alle onderdelen van 5-A model, aandacht voor motiverende aspecten en informatievoorziening 6. Verslag Kwetsbare groepen week 7 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: betrokken docenten Beoordelingscriteria: kwaliteit uitwerking van gekozen onderwerp, integratie van aspecten specifiek voor kwetsbare patiëntengroepen 7. Verslag interviews Onvergetelijke ervaringen Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: Pieterse & Hoogendoorn Beoordelingscriteria: kwaliteit uitwerking van interviews, kwaliteit integratie met besproken onderwerpen uit week 1-3

Page 22: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

16

8. Uitgewerkte opzet verkorte schriftelijke onderzoeksaanvraag week 9 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: Stiggelbout/ Pieterse Beoordelingscriteria: kwaliteit beperkte literatuuronderzoek, volledigheid & empirische onderbouwing van de onderzoeksvraag en design onderzoeksopzet 9. Observatieverslag huisartsenpraktijk week 10 Beoordeling: Pass/Fail Beoordeeld door: Scharloo / Van Dijk/ Pieterse Beoordelingscriteria: mate waarin aandachtspunten zijn belicht (gezondheidsvaardigheden, culturele competenties, besluitvorming, zelfmanagement/leefstijl) Aanwezigheidsverplichtingen Aanwezigheid tijdens de halve minor wordt geregistreerd. In geval van absentie zonder bericht moet een vervangende opdracht worden gedaan. In geval van afwezigheid bij een formatieve toets moet ook een vervangende opdracht worden gedaan. HERKANSING Regelingen die voorzien in herkansingen van toetsen/beoordelingen en het alsnog voldoen aan aanvullende eisen. Het eindverslag of de presentatie (poster i.p.v. presentatie) kan herkanst worden als het eindcijfer <5.5. FEEDBACK EN FORMATIEVE TOETSING

• Vaardigheidstraining SDM (week 1 en week 2) – Oefening voor vaardigheidstoets SDM (week 3). Feedback a.d.h.v. beoordeling m.b.v. AMC formulier (zie bijlage 2) aansluitend op oefenen.

• Vaardigheidstraining MI (week 5) – Oefening voor vaardigheidstoets MI (week 6). Feedback a.d.h.v. beoordeling m.b.v. MISHCE formulier (zie bijlage 3) aansluitend op oefenen.

• Werkgroep participatie – Studenten worden beoordeeld op actieve deelname aan de (discussie in) de werkgroepen (week 3) en ontvangen feedback op het werkgroep participatieformulier – in week 4 worden beoordelingen herhaald (door andere docenten) en wordt gecheckt of er met de feedback iets is gedaan.

• Bespreking in WG van presentatie consultobservaties (SO-9) en verslagen mini-stage culturele competenties (SO-10) in week 2; verslag observaties in week 10

• Ter voorbereiding op en waarborging van de kwaliteit van de interventie en het eindverslag zijn de volgende onderdelen in de minor opgenomen: A. Opstellen ontwerp I-G-X-Y model (week 4) + aansluitend feedback in eerstvolgende werkgroep, B. Uitgebreide opzet van eigen zelfmanagementinterventie (week 5) + aansluitend feedback per e-mail (go/no go voor interventie mits aangepast) C. Werkgroep tussenrapportage (week 6), individuele knelpuntenbespreking en bespreking richtlijnen verslag/artikel D. Feedback op kwaliteit van inleiding en literatuurlijst (week 7) E. Feedback op 1e versie artikel (week 8)

• Ter voorbereiding op en waarborging van de kwaliteit van de presentaties zijn de volgende onderdelen in de minor opgenomen: A. Feedback op onderzoeksaanvraag (week 8) B. Wetenschappelijke illustratie: onderzoeksaanvragen schrijven (week 8) C. Feedback op schriftelijke vooraanmelding (week 10)

Page 23: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

17

Page 24: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

18

1.8. Rooster/tabel per week

Week 1 maandag 1/9 dinsdag 2/9 woensdag 3/9 donderdag 4/9 vrijdag 5/9 08:30-09:30

Lezen introductie in

blokboek

SO 2

8:30-10:30

SO 4 SO 4 vervolg

09:30-12:00

WG-1 Introductie

V6-45

WG-2 Besluitvorming

10:30-11:30

V2-44

WG-4 Culturele

competenties

09:30-11:30

V4-68

WG-5 Vaardigheden 2

V2-10

V2-14

12:00-13:00

SO 1

12:30-17:00

Klin Illustratie 1

11:30-13:00

V2-44

SO 5

11:30-17:00

(uiterlijk 17:00

indienen) 13:00-14:00

WG-3 Vaardigheden 1

13:30-15:30

V4-62

Onderwijsvrij

14:00-15:30

15:30-17:00 SO 3

(uiterlijk SO 3 om

17:30 indienen)

Week 2 maandag 8/9

dinsdag 9/9 woensdag 10/9 donderdag 11/9 vrijdag 12/9

08:30-09:30

SO 6 + 7

(uiterlijk 14:30

indienen SO 6)

Wet Illustratie 1

9:00-10:30

V3-18

Klin Illustratie-4:

Consultobservaties

Of

Klin. Illustratie-5:

Ministage

Klin Illustratie-4:

Consultobservaties

Of

Klin. Illustratie-5:

Ministage

SO 9 presentatie

+ SO 10

8:30-10:30

09:30-12:00

WG-6 Vaardigheden 3

10:30-12:30

V3-18

V3-22

WG-7 Consulten

10:30-12:30

V3-12 12:00-13:00

13:00-14:30

SO 8

13:00-17:30

WG-8 Ministages

13:00-14:30

V2-14

14:30-15:30

Klin Illustratie 2

V2-10

SO 9 verslag

14:30-17:00

15:30-17:00

Klin Illustratie 3

V2-10

Page 25: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

19

Week 3 maandag 15/9 dinsdag 16/9 woensdag 17/9 donderdag 18/9 vrijdag 19/9 08:30-09:30

Indienen verslag

SO 9

(uiterlijk 09.00 uur)

SO 11

08:30-14:00

SO 13+14 SO 16 Vaardigheidstoets

GB

V4-68

09:00-13.00

+

SO 18+19

09:30-12:00

WG-11 Vaardigheden 4

09:00-11:30

V3-14

V3-46

Wet Illustratie-3

09:30-11:00

V4-68

12:00-13:00 WG-12 Keuzehulpen

11:30-13:00

V6-39

Wet Illustratie-4

11:00-12:30

V4-68

13:00-14:00

WG-10 Debat

13:00-14:30

V3-46

SO 17 + voorbereiden op

vaardigheidstoets GB

13:30-17:30

Klin Illustratie-7

13:30-15:00

V4-68

Vervolg SO 18

en start SO 20

13:00-17:30

14:00-15:30

Klin Illustratie-6

14:00-15:00

V2-10

SO 15

14:30-16:00

15:30-17:00

WG-9 Risico’s

15:00-17:00

V2-10

Start SO 12

Wet Illustratie 2

16:00-17:30

J1-78

SO 19

15:00-17:30

Week 4

maandag 22/9 dinsdag 23/9 woensdag 24/9 donderdag 25/9 vrijdag 26/9

08:30-09:30

WG-14 Meten

09:00-11:00

V3-26

Voortgangstoets

V3-36

SO 24

08:30-10:30

WG-18 Modellen

08:30-10:30

V4-30

09:30-12:00

WG-13 Introductie thema II

09:30-12:30

V2-26

WG-15 Zelf-

management

11:00-12:00

V3-26

WG-17 Verkoudheid

10:30-11:30

V2-26

WG-19 e-Health

10:30-12:30

V4-30

12:00-13:00

Klin Illustratie 8

V3-12

WG-17 vervolg

11:30-12:30

V2-26

13:00-14:00

SO 21

13:00-15:00

SO 23 WG-16 Respiratoire

aandoeningen

V2-22

SO 25

(uiterlijk 17u.

indienen SO 25)

SO 26

13:30-15:30

14:00-15:30

15:30-17:00 SO 22

15:00-17:00

(uiterlijk 17u. indienen SO 21)

WG-19 vervolg

V4-68

Page 26: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

20

Week 5 maandag 29/9 dinsdag 30/9 woensdag 1/10 donderdag 2/10 vrijdag 3/10 08:30-09:30

SO 27

08:30-10:30

SO 28

08:30-10:00

SO 30

8:30-10:00

WG-24 Het 5 A’s

model

09:00-12:00

V3-30

Onderwijsvrij

09:30-12:00

WG-20 e-Health ZM

interventies

10:30-12:00

V4-68

WG-22 Motiverende

gespreksvoering

10:00-13:00

J1-28

WG-23

Psychologische

belemmeringen

10:00-12:00

V3-22

12:00-13:00

Klin Illustratie 9

V3-22

SO 32

(uiterlijk 18.00

insturen) 13:00-14:00

WG-21 PatientCoach

13:00-17:30

J1-84

SO 29

13.30-14.30

SO 31

14:00-15:30

Wet Illustratie 5

14:30-17:00

V3-14

15:30-17:00

Week 6 maandag 6/10 dinsdag 7/10 woensdag 8/10 donderdag 9/10 vrijdag 10/10 08:30-09:30

SO 33 WG-25 Tussen-

rapportage

V2-44

09:00-12.00

Voorbereiden op

vaardigheidstoets MI

8:30-10:30

V2-14

Klin. Illustratie 10

08:30-17:00

+

SO PICO RRC

Vervolg Klin.

Illustratie 10

08:30-12:00

09:30-12:00

TOETS

10:30-16:00

V7-41

+

Vervolg SO 12

(uiterlijk 17.30

insturen SO 12)

12:00-13:00

Vervolg SO 33

13:00-14:00

Klin Illustratie 11

J1-78/geb. 1

13.00-15.00 14:00-15:30

15:30-17:00 Vervolg SO 33

(uiterlijk 17u.

insturen 1 e versie

inleiding &

literatuurlijst)

Page 27: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

21

Week 7 maandag 13/10 dinsdag 14/10 woensdag 15/10 donderdag16/10 vrijdag 17/10 Op afspraak Feedback op inleiding

en literatuurlijst

(per duo; op afspraak)

08:30-09:30

SO 34

+

SO 35

08:30-13:00

Vervolg SO 34 +

SO 35

08:30-17:30

Vervolg SO 35

8:30-17:30

Vervolg SO 35

Uiterlijk 17.00

insturen:

1e versie SO 35

Voorbereiden toets

08.30-11:00

09:30-12:00

TOETS

11:00-13:00

V3-36 12:00-13:00

13:00-14:00

Klin Illustratie 12

13:30-15:30

V2-44

14:00-15:30

Vervolg SO-20

(uiterlijk 17.00

insturen)

15:30-17:30 SO 36

15:30-17:30

uiterlijk 17.30

insturen SO 36

Week 8 maandag 20/10 dinsdag 21/10 woensdag 22/10 donderdag23/10 vrijdag 24/10 Op afspraak Feedback

1e versie artikel

08:30-09:30

SO-37 (outline

onderzoeksvraag)

Vervolg SO-35

(Feedback

verwerken)

08:30-13:30

Vervolg SO-35

(Feedback

verwerken)

SO-35 Eindversie

verslag uiterlijk

17.30 insturen

09:30-12:00

Nabespreking toets

11:00-13:00

V4-68

Wet Illustratie 6

9:30-11:00

V2-44

12:00-13:00

Vervolg SO-35

(Feedback

verwerken)

11:00-17:30 13:00-14:00

WG-26 Voorlopige

vraagstelling

13:30-17:00

V4-68

Klin Illustratie 13

13:30-15:30

V3-14 14:00-15:30

15:30-17:00 SO-37 uiterlijk 17.30

insturen

Feedback op SO-37

(outline)

(op afspraak)

Page 28: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

22

Week 9 maandag 27/10 dinsdag 28/10 woensdag 29/10 Donderdag30/10 vrijdag 31/10 08:30-09:30

SO-38

Voorbereiden

redactievergadering

SO-39

(Schriftelijke

onderzoeksaanvraag)

Vervolg SO-39

(Schriftelijke

onderzoeksaanvraag)

Klin. Illustratie 15

09:30-12:00

Klin Illustratie 14

09:30-11:00

V3-18

12:00-13:00

Feedback &

becijfering artikel

11:00-13:00 (op

afspraak, per duo)

Vervolg SO-39

(uiterlijk 17.30

insturen)

13:00-14:00

14:00-15:30

WG-27 Redactie-

vergadering

14:00-17:30

V2-22

V2-26

15:30-17:00

Week 10 maandag 3/11 dinsdag 4/11 woensdag 5/11 donderdag 6/11 vrijdag 7/11 08:30-09:30

SO-40

(uiterlijk 17:00

insturen)

Feedback op SO-39

(op afspraak tussen

11:00-13.00)

Voorbereiden

eindpresentatie

WG-28

PRESENTATIES

onderzoeksvraag 1-6

S0-22

Vervolg WG-28

PRESENTATIES

onderzoeksvraag 7-12

V3-46

Eindcijfers en

eindgesprekken

08:30-14:30

op afspraak

+

Voorbereiden

Algemene discussie

08:30-14:30

09:30-12:00

12:00-13:00

13:00-14:00

Voorbereiden

eindpresentatie

13:00-17:00

(SO-40 uiterlijk

17:00 insturen)

WG-29 Algemene

discussie met

clinici

14:30-16:00

V3-26/30

WG-30 afsluiting

16:00-16:30

V3-26/30

BORREL 16:30-18:30

V3-26/30

14:00-15:30

15:30-17:00

Page 29: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

23

WG-1 Algemene Introductie Docenten Dr. A.H. Pieterse Prof.dr. M. Numans Dr. M. Scharloo Prof. dr. A.M. Stiggelbout Dr. A.Y. de Voogd Dr. J. Sont Dr. S. van Dijk Achtergrond Toelichting In de inleidende bijeenkomst vindt de eerste kennismaking plaats met de groep en de docenten. Tevens worden de opzet en werkwijze van de halve minor toegelicht. Een beknopte inleiding op de onderwerpen patient empowerment, patiëntgerichtheid, gedeelde besluitvorming, culturele competenties, gedragsverandering, zelfmanagement en e-health vindt plaats, waarbij teruggegrepen zal worden op de voorkennis, opgedaan in jaar 1 en 2.

Voorbereiding Doorlezen van de “Algemene inleiding” en “Centrale begrippen” (1.1) uit het blokboek.

2. Thema I: Samen beslissen in de zorg De ontwikkeling in de arts-patiënt relatie in de spreekkamer in de afgelopen decennia kenmerkt zich door een steeds grotere nadruk op de wensen van de individuele patiënt. Waar een aantal decennia geleden de arts vooral bepaalde welke zorg de patiënt kreeg, ligt de nadruk nu op de autonomie en individuele voorkeuren van de patiënt. Deze beweging van zogeheten “doctor-centred” medicine naar “patient-centred” medicine of patiëntgerichte geneeskunde heeft de arts-patiënt relatie ingrijpend veranderd (voor meer informatie kunt u dit nalezen in: Bensing J. Bridging the gap, the separate worlds of evidence-based medicine and patient-centered medicine. Patient Educ Couns 2000; 39:17-25 (http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:11013544 ) en Stewart M. Towards a global definition of patient centred care. The patient should be the judge of patient centred care; BMJ 2001; 322:444-445)( http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:11222407) U heeft in het blok Start tot arts al kennisgemaakt met een aantal omschrijvingen van de arts-patiënt relatie. Een klassieke indeling is die van Emanuel en Emanuel (Four models of the physician-patient relationship. JAMA 1992; 267:2221-2226) (http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:1556799) en sinds het verschijnen van dat klassieke artikel is zeer veel geschreven over de arts-patiënt relatie, in het bijzonder over de verschuiving in de richting van een meer gedeelde besluitvorming of “shared decision making”. Het betrekken van de gezonde individuen en patiënten in medische beslissingen is een proces. In dit proces dient de arts ook rekening te houden met verschillen in culturele achtergrond tussen de arts en de persoon die hij of zij voor zich heeft. In het eerste deel van dit blok zullen we ingaan op wat gedeelde besluitvorming is, wat de noodzaak ervoor is, wat ervoor nodig is en hoe dit in de praktijk te doen, rekening houdend met de culturele achtergrond van de arts en de patiënt.

Page 30: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

24

SO-1 Patiëntgerichte zorg (patient-centered care) en inleiding op gedeelde besluitvorming

Achtergrond Het LUMC wil zorgverleners opleiden die patiëntgerichte zorg bieden, zorg die afgestemd is op de noden, behoeften en wensen van individuele patiënten en hun naasten. Onder patiëntgerichte zorg wordt zorg verstaan waarin de behoeften, verwachtingen en voorkeuren van patiënten en hun naasten leidend zijn, nu en in de toekomst. Patiënten en hun naasten worden door zorgverleners behandeld als partners, zowel bij de individuele zorgprocessen als bij de inrichting van de zorg en krijgen de voorlichting en ondersteuning die zij nodig hebben om beslissingen te kunnen nemen en te kunnen participeren in hun eigen zorg (Institute of Medicine/CBO; http://www.cbo.nl/themas/patient-als-partner). Patiëntgerichte zorg vormt de context waarin gedeelde besluitvorming een plaats krijgt. Leerdoelen • De student kan dimensies van patiëntgerichte zorg benoemen, beargumenteerd een rangordening

aangeven en voor elk van deze dimensies voorbeelden geven van patiëntgerichte en niet-patiëntgerichte situaties.

• De student kan kritisch reflecteren op het handelen van de arts ten aanzien van gedeelde besluitvorming • De student kan herkennen en toelichten hoe het al dan niet plaatsvinden van gedeelde besluitvorming en

kenmerken van arts en patiënt met elkaar samenhangen Instructie 1. Lees het artikel van Barry and Edgman-Levitan “Shared Decision Making – The pinnacle of Patient-

Centered Care” (NEJM 2012; 366;9:780-1) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:22375967. In dit artikel worden acht dimensies van patiëntgerichtheid genoemd. . a. Zet deze dimensie in een rangordening van meest belangrijk naar minst belangrijk voor het

bewerkstelligen van patiëntgerichte zorg en beargumenteer uw keuze. b. Geef voor elke dimensie een voorbeeld van een patiëntgerichte en een niet-patiëntgerichte situatie.

2. Lees het artikel van Stiggelbout et al. “Shared decision making: really putting patients at the center of healthcare” (BMJ 2012; 344:e256) en p.186-187 van Godolphin “Shared Decision-Making” (Healthc Q 2009; 12:186-190) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:22286508 & http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:19667767 en beantwoord de volgende vragen: a. Wat is uw visie op de overeenkomsten en verschillen tussen de 8 stappen/vereisten uit het stuk van

Godolphin in vergelijking met de 4 stappen van Stiggelbout et al.? b. Denk aan een recent bezoek dat u zelf heeft gebracht aan een arts, of een naaste waarbij u aanwezig

was, of een consult dat u als student bijwoonde, waarbij een beslissing is genomen (over verandering in leefstijl of het starten, voortzetten of stoppen van een gezondheidsinterventie, dus preventie, screening, diagnostiek of behandeling). In hoeverre was er sprake van gedeelde besluitvorming volgens de modellen van Stiggelbout et al en Godolphin? Wat had de arts kunnen doen om u meer te betrekken in de besluitvorming? Wat had u zelf kunnen doen om meer betrokken te zijn in de besluitvorming?

4 SBU

Page 31: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

25

3. Lees van het inmiddels klassieke artikel van O'Connor (Risk communication in practice: the contribution of decision aids; BMJ 2003;327:736–740; https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/14512487) de paragraaf getiteld ”Effective” versus “preference sensitive” decisions en bestudeer Figuren 1 en 2 en de Summary Points. Beantwoord de volgende vragen.

a. Geef aan wat de twee situaties zijn waarin men spreekt van een preferentie-gevoelige beslissing. Vindt u voor beide situaties de inbreng van de patiënt even juist?

b. Wat vindt u van de manieren om een consult te voeren als beschreven in Figuren 1 en 2? Zijn er factoren die de ene en/of de andere vorm van consultvoering zouden kunnen vergemakkelijken of juist moeilijker maken?

Product Het antwoord op de vragen uit de instructie.

Nabespreking In WG-2, Klinische illustraties 1 en 3 en in WG-7 consulten wordt deze opdracht verweven met, respectievelijk, de ervaring van een huisarts met gedeelde besluitvorming in de praktijk en de discussie over de geobserveerde consulten.

SO-2 Gedeelde besluitvorming en typen beslissingen

Achtergrond Huisartsen communiceren doelgericht (Veldhuizen W: Challenging the patient-centered paradigm. Maastricht: Maastricht University; 2001, proefschift). Op deze inzichten is het nieuwe arts-patiënt communicatieonderwijs van de huisartsenopleiding in Nederland gebaseerd (Eindrapportage APC project Huisartsopleidingen ‘Van APC curriculum naar implementatie …’ Projectgroep Communicatie Huisartsopleiding Nederland, mei 2014). Maar welke doelen hebben hulpverleners tijdens de communicatie met patiënten? En welke doelen hebben patiënten? In hoeverre komen deze overeen en tot op welke hoogte verstaan ze elkaar? Leerdoelen

• De student kan de (vermoedelijke) drijfveren voor communicatieve handelingen van artsen (en patiënten) herkennen

• De student kan uitleggen op welke niveaus artsen de communicatie kunnen sturen • De student kan in theorie en aan de hand van praktijkvoorbeelden benoemen welke elementen van

gedeelde besluitvorming betrekking hebben op welk sturingsniveau Instructie 1. Lees het artikel van Lee & Garvin (Moving from information transfer to information exchange in health

and health care, Soc Sci Med 2003, 56:449-464) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:12570966 , met name waar dit gaat over de directe communicatie tussen hulpverlener en patiënt. Welke doelen hebben hulpverleners tijdens een consult? En welke doelen hebben patiënten? Waar komen deze overeen? En waar lopen ze uit elkaar? Maak een overzicht van doelen en hun overeenkomsten en verschillen.

2 SBU

Page 32: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

26

2. Arts-patiënt communicatie vindt plaats op 3 niveaus. In de huisartsenopleiding trainen we de huisartsen-in-opleiding om op deze 3 niveaus sturing te geven. De 3 niveaus die we daarbij onderscheiden zijn:

a. Inhoudsniveau; dat wil zeggen alles wat me de klacht van de patiënt te maken heeft; b. Proces niveau; daarmee bedoelen we voortgang van het proces van de consultatie, dus eerst de

opening en het vraaggesprek, zo nodig gevolgd door een lichamelijk onderzoek, daarna het delen van de bevindingen en bespreken van de diagnose en tot slot het bepalen van het beleid en de afronding;

c. Relatie niveau; in een consult gaan de arts en patiënt een relatie aan en onderhouden deze. Bijvoorbeeld als de arts opent met de opmerking: ”wat fijn dat u er bent.”, dan bedoelt zij niet dat de komst van de patiënt op zichzelf prettig is maar probeert ze een veilig klimaat te scheppen voor de patiënt. Deze veiligheid kan ze bewerkstelligen door de juiste relatie aan te gaan met de patiënt. Om de huisartsen-in-opleiding uit te leggen hoe ze in de interactie met de patiënt een veilig klimaat kunnen onderhouden, wordt gebruik gemaakt van de Roos van Leary (zie voor een korte uitleg (http://nl.wikipedia.org/wiki/Roos_van_Leary). Als de relatie niet voldoende veiligheid biedt voor de patiënt, raakt de communicatie over de inhoud van de klacht gestoord (zie Van Dulmen S, Bensing J: In en uit de witte jas, machtsverschuivingen in de spreekkamer. Medisch Contact 2002, 57(51/52):1900-1903). Bijvoorbeeld: als de zelfbewuste patiënt door een vaderlijke arts iets wordt geadviseerd, is de kans groot dat deze patiënt dit advies niet zal opvolgen.

Tijdens de besluitvormende fase van het consult spelen deze drie niveaus van communiceren ook een rol. Probeer nu aan de hand van de stukken van Stiggelbout en Godolphin (zie SO 1) te herleiden welke elementen van gedeelde besluitvorming effect hebben op welk van deze drie niveaus. Noteer dit en neem het mee naar de werkgroep (Klinische illustratie-1).

3. Wat is een veel voorkomende relatie tussen artsen en patiënten tijdens de besluitvormende fase van een

consultatie? Welk type relatie is wenselijk om gedeelde besluitvorming te bevorderen? Wat is er volgens u nodig om een dergelijke relatie te bewerkstellingen? Noteer uw antwoorden en neem ze mee naar de werkgroep (Klinische illustratie-1). Ter illustratie kunt u het artikel van Smits & Meekes (Huisarts en Wetenschap 2007, 50:18-19) met tips over de communicatie aan huisartsen raadplegen..

Product Het antwoord op de vragen uit deze instructie. Nabespreking Deze SO dient als voorbereiding op Klinische Illustratie-1.

WG-2 Besluitvorming Docent Dr. A.H. Pieterse Achtergrond In deze werkgroep wordt een uitwerking gegeven van het thema gedeelde besluitvorming. Gezamenlijk zal gezocht worden naar verschillende medische situaties waarin de verschillende arts-patiënt besluitvormingsmodellen meer of minder geschikt zijn en naar voorbeelden van effectieve en

Page 33: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

27

preferentiegevoelige beslissingen. Aan de hand van verslagen van echte consulten, wordt besproken hoe het proces van gedeelde besluitvorming vorm krijgt vanaf de start van het consult. Leerdoelen • De student kent de verschillende arts-patiënt modellen en kan aangeven in welke situaties de betreffende

modellen geschikt zijn en wat belangrijke factoren zijn in het aannemen van een bepaalde rol of het creëren van een bepaalde relatie met de patiënt.

• De student kent het onderscheid tussen effectieve en preferentiegevoelige beslissingen en kan voorbeelden van beide geven, en kan aangeven op welke wijze de consultvoering bij beide typen idealiter plaatsvindt.

• De student kan aangeven wat de voordelen kunnen zijn als de patiënt participeert in de besluitvorming en in welke zin dit afhangt van het type beslissing.

Werkwijze De docent zal een korte presentatie houden over bestaande modellen voor besluitvorming, waarna situaties besproken worden waarin de modellen bij uitstek geschikt zijn. Aan de hand van een artikel over het patiëntperspectief op de operatie voor een asymptomatisch abdominaal aneurysma (Berman L, Curry L, Gusberg R, et al. Informed consent for abdominal aortic aneurysm repair: The patient’s perspective. J Vasc Surg 2008; 48:296-302.e1. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:18572357 ; voorbereiding optioneel) zal gediscussieerd worden over de wijze waarop de besluitvorming in de praktijk vaak plaatsvindt en wat de voors en tegens hiervan zijn.

Klinische illustratie-1 (Mee)Beslissen in de zorg Docent A. Sanders-van Lennep, Huisarts De achtergrond en leerdoelen zijn hetzelfde als de bijbehorende SO 2. Werkwijze Mw. Sanders-van Lennep is huisarts en docent aan de huisartsen opleiding en als zodanig betrokken bij een onderzoek waarbij zij ervaren huisartsen getraind heeft in gedeelde besluitvorming. Vanuit die ervaring zal zij aan de hand van de bestudeerde literatuur (SO 2), opdrachten, videomateriaal, reflectie en discussie valkuilen laten zien voor huisartsen in het toepassen van gedeelde besluitvorming in de praktijk . Het toepassen van gedeelde besluitvorming zal worden gerelateerd aan doelstellingen en niveaus van communicatie.

Page 34: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

28

WG-3 Vaardigheden 1 Gedeelde besluitvorming Docenten Dr. A.H. Pieterse Dr. F. Gärtner Achtergrond Tijdens dit Practicum worden de vaardigheden geoefendn die het proces van gedeelde besluitvorming met een patiënt ondersteunen. Leerdoel • De student kan de basisvaardigheden van gedeelde besluitvorming toepassen in een oefensituatie. Werkwijze Aan de hand van een casus zal geoefend worden met de basisvaardigheden in een rollenspel. Aan de hand van een observatieformulier zal er gelegenheid zijn om feedback te ontvangen van elkaar en van de docent. De rollenspelen zullen worden opgenomen zodat deze later kunnen worden teruggeluisterd.

SO-3 Reflectie op vaardighedentraining

Achtergrond Het beheersen van de basisvaardigheden voor gedeelde besluitvorming vergt oefening. Om dit leerproces te bevorderen, is het raadzaam om het eigen optreden kritisch te beoordelen. Leerdoel • De student kan reflecteren op welke aspecten van het in praktijk brengen van gedeelde besluitvorming

hij of zij lastig vindt en welke letterlijke uitspraken of gedragingen het proces kunnen ondersteunen Instructie

1. Bestudeer van het artikel van Van Staveren “Gezamenlijke Besluitvorming in de Praktijk” (NTVG 2011;155:A3777) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:22027468 de tabellen, waarin suggesties staan voor letterlijke vragen/uitspraken die de patiënt kunnen uitnodigen te participeren in het consult. Lees van het artikel van Elwyn et al. “SDM: a model for clinical practice” (JGIM 2012:27: 1361-7) de rechterkolom van blz. 3 en bestudeer Box 1-3 en Figuur 1. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:22618581

2. Beluister / bekijk de opname van de eigen rol als arts in het rollenspel. Welke stappen zoals beschreven door Elwyn et al heeft u tijdens het rollenspel naar uw mening doorlopen? Noteer aan welke uitingen u de stappen herkent.

3. Herkent u voorbeeldzinnen (zie vraag 1) die u heeft gebruikt? Meer in het algemeen: Welke uitspraken en (non-verbale) gedragingen die u tijdens het rollenspel heeft gebruikt hebben naar uw mening het proces van gedeelde besluitvorming ondersteund? Welke niet? Illustreer dit voor twee situaties waarin het proces van gedeelde besluitvorming werd bevorderd en twee situaties waarin het werd belemmerd a.d.h.v. letterlijke uitspraken van uzelf en (uitingen / antwoorden / reacties van) de patiënt. Voor de situaties waarin het proces van gedeelde besluitvorming werd belemmerd: geef

2 SBU

Page 35: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

29

letterlijke suggesties voor uitspraken en/of non-verbaal gedrag dat u had kunnen doen / vertonen die behulpzamer waren geweest en leg uit waarom. U kunt hierin meenemen hoe doelen en niveaus van communicatie (Klinische Illustratie-1) mogelijk een rol hebben gespeeld.

4. Vat de feedback die u mondeling en schriftelijk tijdens de WG-Vaardigheden-1 hebt ontvangen samen. Bent u het ermee eens? Waarom wel, waarom niet? Noteer een specifiek leerdoel met betrekking tot het bewerkstelligen van gedeelde besluitvorming in een rollenspel voor de volgende vaardigheidstraining gedeelde besluitvorming (WG-6 Vaardigheden-3) .

Product Het antwoord op de vragen uit de instructie. Nabespreking Stuur de antwoorden op de vragen uiterlijk op woensdag 3 september om 17.30 uur op per e-mail naar dr. Pieterse ([email protected]) en dr. Gärtner ([email protected]). Het product van deze opdracht kan worden gebruikt ter voorbereiding op WG-6 Vaardigheden 3 (gedeelde besluitvorming).

SO-4 Culturele competenties en cultureel interview

Achtergrond De toenemende etnische diversiteit in de medische praktijk stelt eisen aan een zorgverlener die patiëntgericht wil werken. Welke aandoeningen centraal staan, de mate waarin mensen denken zelf iets aan preventie of management te kunnen doen en de manier waarop ze tegen hun eigen rol en die van de arts aankijken, wordt mede beinvloed door hun etnische en culturele achtergrond. In de arts-patiënt relatie kunnen etnische en culturele verschillen de communicatie en samenwerking bemoeilijken. Om inzicht te krijgen in dergelijke problemen is het belangrijk thuis te zijn in centrale begrippen, zoals cultuur, culturele verschillen in verklaringen van ziekte, diversiteit, migratie en culturele afstand.

In de Lijn Beroepsvorming heeft u reeds kennis genomen van het concept cultureel interview. Het cultureel interview is een uitnodiging aan de patiënt om met de hulpverlener in gesprek te gaan over zijn wereldbeeld en leefsituatie. Het biedt relevante informatie over de omgang van de patiënt met cultuur en context ten behoeve van diagnostiek en behandeling. Het geef inzicht in factoren die de werkrelatie en de hulpverlening kunnen compliceren en het draagt bij aan de therapeutische alliantie en de ontwikkeling van een gedeelde visie op klachten en problemen en de behandeling ervan.

Leerdoelen • De student heeft kennis genomen van centrale begrippen met betrekking tot etnische en culturele

diversiteit en culturele competenties • De student kan een omschrijving geven van zijn/haar ervaringen en kennis met betrekking tot

culturele verschillen • De student is bekend met het doel en de opzet van het cultureel interview • De student kan beschrijven welke communicatieve vaardigheden een arts moet kunnen inzetten om

tot een door de arts en de patiënt gedeelde visie op de ervaren klachten en/of het medisch probleem te komen

2 SBU

Page 36: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

30

Instructie A. Neem ter voorbereiding van WG-4 (Culturele competenties) nogmaals (herhaling van de lijn

beroepsvorming jaar 1) kort de inleiding van het boek Een arts van de wereld door (de tabellen mogen worden overgeslagen). 1. Beschrijf kort uw eerste herinneringen aan een of meer personen die u destijds als “cultureel

anders” ervaren heeft. Het moet gaan om herinneringen die indruk op u gemaakt hebben of die nog steeds belangrijk voor u zijn.

2. Geef met behulp van een aantal begrippen aan wat voor u de kenmerken zijn van uw eigen samenleving en cultuur en vergelijk deze kenmerken met de cultuur van de ander die u hebt beschreven.

B. Neem ter voorbereiding op WG-5 (Vaardigheden-2 Cultureel interview en interculturele communicatie) hoofdstuk 7 uit Lloyd, M, Bor, R. Communication skills for medicine nog eens door en bestudeer het gedeelte van het lijnboek jaar 2, waarin het Cultureel Interview wordt beschreven. Dit gedeelte van het lijnboek staat op Blackboard. Maak aantekeningen die je tijdens WG-5 kan raadplegen als leidraad bij het afnemen van een cultureel interview.

Product Een korte beschrijving van persoonlijke herinneringen aan cultuurverschillen en een schematisch overzicht van cultuurkenmerken. Een overzicht van de vragen en onderwerpen die tijdens het culturele interview gesteld kunnen worden.

Nabespreking Deel A wordt nabesproken in WG-4 (Culturele competenties). Deel B wordt gebruikt tijdens WG-5 (Vaardigheden-2 Cultureel interview en interculturele communicatie).

WG-4 Culturele competenties Achtergrond Culturele verschillen dienen zich in de praktijk van de gezondheidszorg dikwijls aan als probleem. Problemen die zorgverleners ervaren bij zorg aan mensen die van elders afkomstig zijn, worden vaak toegedicht aan de ‘cultuur’ waaruit zij afkomstig zijn. Van cultuur zijn vele definities bekend, maar in de kern gaat het bij cultuur om de bril waardoor we de wereld bezien. Dat wil zeggen, cultuur is het geheel van waarden, normen, regels, gebruiken en opvattingen waarin mensen worden opgevoed en waarmee zij hun (samen)leven vorm geven. Culturen zijn echter niet statisch. Binnen etnische groepen en culturen (ook de Nederlandse cultuur) zijn veel verschillen; naast vele andere factoren zijn leeftijd, opleiding en sociale en economische positie en familieachtergrond van invloed op iemands opvattingen. De verschillen tussen etnische groepen worden vaak onnodig uitvergroot. Bovendien hoeven knelpunten in de zorgverlening aan mensen die van elders afkomstig zijn niet altijd cultureel van aard te zijn. De oorzaak van problemen kan bijvoorbeeld ook liggen in taalproblemen, onbekendheid met het Nederlandse zorgsysteem, de leefomstandigheden van migranten of in de interactie tussen arts en patiënt. Om samen met patiënten beslissingen te kunnen nemen moet de zorgverlener op adequate wijze rekening houden met verschillen in geslacht, leeftijd, levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging. Om cultureel competent te zijn moet de arts zicht hebben op zijn of haar eigen culturele opvattingen, normen, waarden en vooroordelen, want onbewuste normatieve opvattingen over andere culturen kunnen de zogenoemde open houding van de arts in de weg staan en het contact met collega’s en andere werkers in de gezondheidszorg bemoeilijken. Een aantal

Page 37: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

31

kernbegrippen uit de medische antropologie kan helpen om dieper inzicht te krijgen in de invloed van culturele verschillen op diagnostische en therapeutische processen. Via de omweg van inzicht in andere culturen kunnen we ook onze eigen culturele vooronderstellingen bij gezondheid en ziekte beter in het vizier krijgen. Leerdoelen • De student kan sociaal-culturele verklaringen geven voor verschillen tussen en binnen etnische groepen

in ziekteverklaringen, ziektebeleving, ziektegedrag, hulpzoekgedrag, presentatie van klachten en therapie-(on)trouw.

• De student kan aangeven wat de betekenis is van cultuur voor hoe mensen ziekte interpreteren en ermee omgaan

Werkwijze De docent geeft met behulp van kernbegrippen een interactieve inleiding over culturele verschillen in hoe mensen met gezondheid en ziekte omgaan. Specifieke onderwerpen die aan de orde komen zijn verschillen in ziekteverklaringen, de sociale betekenis van ziekten (verantwoordelijkheid, schuld, schaamte, stigma), de positie vd patiënt (rol van familie), wat naar een hulpverlener wordt gecommuniceerd en wat men van de dokter en van de behandeling verwacht.

SO-5 Een arts van de wereld

Achtergrond De bundel Een arts van de wereld is speciaal geschreven om culturele competenties bij geneeskundestudenten te ontwikkelen. In elk hoofdstuk wordt een casus rond de zorgverlening aan een allochtone patiënt uitgewerkt. De casuïstiek die wordt gepresenteerd berust op waargebeurde situaties en is verkregen uit verschillende medische specialismen. Ze geven weer wat er werkelijk gebeurde, en ze dienen daarom niet als voorbeelden van good practice maar om artsen bewust te maken van de manier waarop etnische en culturele diversiteit zich kan vertalen in de praktijk van het arts-patiënt contact. De verschillende hoofdstukken bieden kennis aan die op de casus van toepassing is en handvatten om met situaties van diversiteit om te gaan.

Leerdoelen • De student heeft voor een specifieke casus inzicht in hoe etnische of culturele verschillen zich

vertalen in het zorgproces. • De student kan aangeven welke kennis (begrippen), attituden en vaardigheden van belang zijn voor

een antwoord op de casus.

Instructie 1. Lees een van de hoofdstukken uit het boek Een arts van de wereld. (de verdeling wordt eerder in het

blok afgesproken, en een kopie van het hoofdstuk wordt uitgereikt) 2. Bereid volgens vast format dat u wordt uitgereikt een korte powerpoint presentatie van drie dia’s

voor over het hoofdstuk waarin u de casus zeer kort samenvat, en de thema’s (m.b.t. kennis, vaardigheden en attituden) en belangrijkste boodschap benoemt die bij de casus aan de orde komen.

3. Stuur deze presentatie vandaag (donderdag 4 september) om uiterlijk 17.00 u. voor uw docenten en medestudenten naar blackboard.

5 SBU

Page 38: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

32

Product Een gezamenlijke samenvatting in powerpoint over 16 hoofdstukken. Nabespreking De samenvattingen dienen als voorbereiding op Klinische Illustratie-5 Ministage (woensdag 10/9 of do’dag 11/9) en worden verweven in het verslag (SO 10) en discussie daarover in WG- 8 Ministages.

WG-5 Vaardigheden-2 Cultureel interview en interculturele communicatie

Docenten Prof. dr. R. Reis Drs. A.Y. de Voogd

Achtergrond Ieder van ons maakt deel uit van verschillende sociale verbanden, groepen en categorieën. Deze sociale eenheden worden in de systeemtheorie sociale systemen genoemd. Voorbeelden zijn gezin, families, vrienden, mannen, vrouwen, medisch studenten, etc. Elk van deze sociale systemen kenmerkt zich door een zekere cultuur. De culturen van de sociale systemen waarvan wij deel uitmaken hebben invloed op onze communicatie en daarmee spelen culturele verschillen en culturele overeenkomsten een rol in iedere ontmoeting tussen twee mensen en niet alleen tussen twee mensen van een totaal verschillende achtergrond1. Culturele afstand verwijst naar de mate van culturele overeenkomsten en verschillen die bestaan tussen twee mensen. Is deze afstand groter dan vraagt de onderlinge communicatie meer aandacht, omdat misverstanden, misinterpretaties en verkeerde vooronderstellingen op de loer liggen. In de arts patiënt relatie kan dat leiden tot misdiagnose, onjuist ingezet beleid, onvoldoende commitment aan de behandeling en tot ontevredenheid bij zowel arts als patiënt over de onderlinge relatie. Als een arts in staat is om culturele afstand te overbruggen, zal dat een positieve invloed hebben op diagnose, besluitvorming, therapietrouw en de arts patiënt relatie. Het cultureel interview is een manier waarmee een arts culturele afstand kan overbruggen. Zoals je tijdens het maken van de SO hebt gelezen, is het cultureel interview een uitnodiging aan de patiënt om met de hulpverlener in gesprek te gaan over zijn wereldbeeld en leefsituatie. Het biedt relevante informatie over de omgang van de patiënt met cultuur en context ten behoeve van diagnostiek en behandeling. Het geef inzicht in factoren die de werkrelatie en de hulpverlening kunnen compliceren en het draagt bij aan de therapeutische alliantie en de ontwikkeling van een gedeelde visie op klachten en problemen en de behandeling ervan.

Leerdoelen • De student heeft gereflecteerd op en nagedacht over zijn eigen culturele achtergrond en de invloed

daarvan op onderlinge communicatie met anderen • De student kan in een oefensituatie een cultureel interview afnemen in een rollenspel met een

medestudent en in een rollenspel met de docent.

Werkwijze In eerste instantie zal een theoretisch kader geschetst worden, waarin de belangrijkste begrippen besproken worden die een rol spelen bij interculturele communicatie en in het bijzonder bij interculturele communicatie tussen arts en patiënt. Aansluitend zal met behulp van rollenspellen verschillende facetten van het cultureel interview geoefend worden. 1 Hoffman, E. Interculturele gesprekvoering. Houten, 2002

Page 39: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

33

SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten Achtergrond In onderzoek naar de mate waarin gedeelde besluitvorming heeft plaatsgevonden tijdens een arts-patiënt consult, wordt onder meer gebruik gemaakt van codeersystemen, waarmee uitingen van artsen en patiënten worden gecategoriseerd. Op deze manier worden allerlei aspecten van de verbale communicatie tijdens het consult, die meer of minder bijdragen aan een gedeelde besluitvormingsproces, in kaart gebracht. Aan de hand van transcripten van opgenomen arts-patiënt consulten, zal kennis worden gemaakt met deze wijze van wetenschappelijk onderzoek. Leerdoel • De student maakt kennis met het opstellen van een codeerschema om aspecten van de gedeelde

besluitvorming te meten en werkt hierin samen met een collega-student. Instructie Deze opdracht maakt u in duo’s.

1. Lees ieder voor zich één voor één de transcripten (zie Blackboard) door en markeer gedeelten van de tekst (uitspraken van arts én patiënt) die naar uw mening relevant zijn in het kader van een gedeeld besluitvormingsproces.

2. Ontwerp samen op basis van de behandelde theorie over gedeelde besluitvorming een codeersysteem om (aspecten van) gedeelde besluitvorming te coderen. Onderscheid verschillende categorieën per aspect als dit naar uw idee relevant is.

3. Kies samen één van de transcripten die u gaat gebruiken om het codeersysteem verder te ontwikkelen. Bekijk ieder voor zich de uitspraken die u gemarkeerd heeft en vul uw codeersysteem aan indien uitspraken nog niet middels uw systeem gecodeerd kunnen worden. Vergelijk vervolgens de aspecten en categorieën die u heeft geïdentificeerd. Maak op grond van de twee voorstellen één codeersysteem. Is dit codeersysteem voldoende compleet om de uitspraken die relevant zijn in het kader van gedeelde besluitvorming uit het transcript te vatten? Zo niet, vul uw codeersysteem aan.

4. Werk het codeersysteem uit in een ‘codeerblad’ (een lijst die gebruikt kan worden om aspecten en categorieën per transcript aan te vinken/in te vullen) en een toelichting op uw codeersysteem, of ‘codeer manual’ (voor elke aspect/elke categorie toelichten waar nodig de betekenis van de categorie en voor elk een voorbeeld van een of meer uitspraken noteren, die u vindt in de transcripten of, zo niet, die in de categorie zou passen).

5. Noteer voor uzelf tenminste drie zaken die u zijn opgevallen en die u met een betrokken specialist zou willen bespreken.

6. Noteer voor uzelf tenminste drie zaken die u zijn opgevallen en die aanleiding geven tot vragen die u met een patiënt zou willen bespreken.

Product Het antwoord op de vragen uit de instructie. Dien uw codeersheet en de coder manual in per e-mail aan dr. Pieterse ([email protected]) en drs. Kunneman ([email protected]) uiterlijk op maandag 8 september om 14.30 uur. Nabespreking

5 SBU

Page 40: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

34

Het product van deze opdracht wordt besproken tijdens de Klinische Illustratie-2, Wetenschappelijke Illustratie-1 en WG-9 Risico’s.

SO-7 Maagklachten in de huisartsenpraktijk Achtergrond Bij de huisarts komen geregeld patiënten vanwege aanhoudende maagklachten. Bij maagklachten spelen een aantal zaken: ongeveer een kwart van de mensen met maagklachten komt bij de huisarts; de meeste mensen zijn “ongerust”; driekwart van de mensen die met maagklachten bij de huisarts komt is na een half jaar weer klachtenvrij onafhankelijk van wel/geen medicamenteuze interventie; relatief veel mensen krijgen (te) vroeg “protonpompremmers” (PPI’s, sterke zuurremmers) van de huisarts voorgeschreven en het grootste deel van deze mensen gebruikt jaren later nog steeds iedere dag PPIs. Bij het bespreken van maagklachten in de huisartsenpraktijk dient de huisarts te weten wanneer medicatie aan de orde is en welke medicatie, welke diagnostiek informatief is, wanneer en waarom het aanbevolen is minder of geen “protonpompremmers” (PPI’s) te gebruiken, en bij wie. Leerdoelen

• De student herkent van situaties uit de dagelijkse praktijk met een lage urgentie waarin communicatieve vaardigheden voor het delen van beslissingen nodig zijn.

• De student raakt vertrouwd met het overbruggen van theorie naar praktijk, vertalen van medische kennis naar voor patienten bruikbare informatie

Instructie

1. Lees de derde revisie van de NHG Standaard Maagklachten (2013) https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-maagklachten-derde-herziening Overige relevante literatuur is (literatuur is facultatief): Van der Velden AW et al, Pharmacological dependency in chronic treatment of gastroesophageal reflux disease: a randomized controlled clinical trial. Digestion. 2010;81(1):43-52 (over het stoppen met PPI’s); http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:20029208 Numans ME, Lau J, de Wit NJ, Bonis PA. Short term treatment with Proton Pump Inhibitors as a diagnostic test for Gastro Esophageal Reflux Disease, a meta-analysis of diagnostic test characteristics. Ann Int Med 2004(140);518-27 (over diagnostiek met PPI’s) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:15068979 ; en Laheij RJ, Sturkenboom MC, Hassing RJ, Dieleman J, Stricker BH, Jansen JB. Risk of community-acquired pneumonia and use of gastric acid-suppressive drugs. JAMA. 2004 Oct 27;292(16):1955-60 (over bijwerkingen van PPI gebruik) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:15507580 .

2. Noteer voor uzelf argumenten voor- en tegen het starten met PPI’s bij een persoon die voor eht eerst met maagklachten komt bij de huisarts. Noteer tevens argumenten voor- en tegen het stoppen met PPI’s bij een patiënt die al langdurig PPI’s gebruikt.

Product Het antwoord op de vragen in de instructie.

1 SBU

Page 41: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

35

Nabespreking In de Klinische illustratie-3 wordt deze opdracht gebruikt in het bespreken van de contacten met patiënten over maagklachten in de huisartspraktijk.

Klinische illustratie-2 Gedeelde besluitvorming in de

klinische praktijk Docent Radiotherapeut, LUMC De achtergrond en het leerdoel zijn hetzelfde als van de bijbehorende SO-6. Werkwijze De specialist zal diens ervaringen met gedeelde besluitvorming in de praktijk vertellen. De studenten zullen opvallende zaken uit de transcripten aan de specialist voorleggen en bediscussiëren.

Klinische illustratie-3 Casus maagklachten in de

huisartspraktijk Docent Prof.dr. M.E. Numans, Huisarts Achtergrond Bij maagklachten schrijft de huisarts vaak PPIs voor. Stoppen met PPIs is moeilijk i.v.m. gewenning en “rebound” klachten, te vroeg beginnen is onhandig om dezelfde redenen en omdat diagnostiek van wat er werkelijk aan de hand is (H pylori infectie, functionele klachten) dan moeilijker wordt. In het gesprek met de patiënt moet de huisarts uitleggen wat voor- en nadelen van starten met medicatie of aanvragen van diagnostiek zijn, als iemand al langere tijd PPI’s gebruikt, moet de huisarts bespreken hoe en waarom hiermee zou kunnen worden gestopt. Veel huisartsen komen niet toe aan dit soort overleg. Dit heeft tot gevolg dat 3% van de Nederlandse bevolking vrijwel dagelijks PPI’s gebruikt. Leerdoelen • De student kan situaties uit de dagelijkse huisartsenpraktijk herkennen waarbij sprake is van lage urgentie

en het van belang is om beslissingen samen met de patiënt te nemen • De student uitleggen hoe het betrekken van patiënten bij de besluitvorming over beleid kan leiden tot

beslissingen die niet “evidence-based” zijn en daar voorbeelden van geven • De student kan voorbeelden geven van manieren waarop medische kennis kan worden vertaald naar

informatie die voor patiënten bruikbaar is Werkwijze Professor Numans is huisarts, begeleider van studenten, coassistenten, promovendi en huisartsen in opleiding en al jaren actief in het vertalen van onderzoek op het gebied van maagklachten (Helicobacter pylori, refluxziekte, gebruik van zuurremmers, diagnostische tests) naar de dagelijkse praktijk in de vorm van

Page 42: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

36

standaarden, richtlijnen, onderzoek en scholingen daarover. Met deze ervaring zal hij casuïstiek aanreiken en wordt dit besproken. Hierbij zal worden ingegaan op het overwinnen van weerstand en op het inzetten van gedeelde besluitvormingsvaardigheden om de “evidence-based” behandeling van alledaagse klachten te verhogen.

Wetenschappelijke illustratie-1 Communicatieonderzoek naar gedeelde besluitvorming

Docent Drs. M. Kunneman De achtergrond en het leerdoel zijn hetzelfde als van de bijbehorende SO 6. Werkwijze De studenten zullen ingaan op wat hen opviel bij het toepassen van hun codeersysteem op de transcripten (SO 6). Overeenkomsten en verschillen tussen codeersystemen zullen worden besproken. Hoe dit type onderzoek kan bijdragen aan inzicht in de betekenis en toepassing van gedeelde besluitvorming zal worden bediscussieerd.

WG-6 Vaardigheden-3 Gedeelde besluitvorming Docenten Dr. A.H. Pieterse Dr. F. Gärtner Achtergrond In deze werkgroep wordt voortgebouwd op de ervaring opgedaan in WG-vaardigheden-1 en verder geoefend met vaardigheden die het proces van gedeelde besluitvorming met een patiënt ondersteunen. De leerdoelen die de studenten hebben geformuleerd en de reflectie op het eigen oefenen (SO-3) zal de leidraard vormen voor de feedback tijdens de werkgroep. Leerdoel • De student kan de basisvaardigheden van gedeelde besluitvorming toepassen in een oefensituatie. Werkwijze Aan de hand van een casus zal geoefend worden met de basisvaardigheden in een rollenspel. Aan de hand van een observatieformulier zal er gelegenheid zijn om feedback te ontvangen van elkaar en van de docent.

Page 43: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

37

SO-8 Normatieve aspecten en informatievoorziening met betrekking tot besluitvorming

Achtergrond Van veel gesprekken tussen arts en patiënt in de spreekkamer is de besluitvorming over de behandeling het belangrijkste doel. Hoe komt deze besluitvorming tot stand en welke rol spelen zowel de arts als de patiënt daarin? Dit zijn vragen die u zult gaan onderzoeken aan de hand van consult-observaties op een poli van het LUMC of in een huisartsenpraktijk (woensdag 10/ donderdag 11 september). Deze SO vormt naast de eerdere SOs over gedeelde besluitvorming een ondersteuning bij deze consult-observaties. Bij deze minor gaat het vaak niet om ‘de waarheid’, het is niet zo dat het ene arts-patiënt model goed is en het andere fout of dat de ene wijze van patiënt betrekken in de besluitvorming altijd beter is dan de andere. Verschillende visies kunnen naast elkaar bestaan, visies hangen ook af van de cultuur waarbinnen arts en patiënt opereren (denk aan WG-Culturele competenties), de normen en waarden die arts en patiënt hebben, maar ook de specifieke context. Met cultuur bedoelen wij hier de bredere, heersende cultuur maar ook bijvoorbeeld de cultuur binnen een bepaald specialisme. Normen kunnen onderling verschillen en veranderen ook over de tijd. Hoe worden patiënten geïnformeerd over behandelopties? Wanneer risicogegevens bekend zijn, moeten deze aan de patiënt verteld worden, waarom wel of niet? In deze SO komen drie aspecten van informatievoorziening van de arts aan bod die allen een effectief proces van gedeelde besluitvorming kunnen beïnvloeden: impliciete normativiteit, keuze m.b.t. welke informatie te delen met de patiënt en risicocommunicatie. Leerdoelen • De student kan een aantal normatieve aspecten benoemen die verbonden zijn aan het thema arts-patiënt

relatie en kan zich daar een weloverwogen oordeel over vormen. • De student kan aangeven wat de wettelijke minimumeisen aan het informeren van de patiënt zijn. • De student kan zijn of haar mening weergeven over de balans tussen het ideaal van een geïnformeerde

besluitvorming en de praktische belemmeringen daarbij. • De student heeft kennisgenomen van een aantal best practices op het gebied van de risicocommunicatie. Instructie Impliciete normativiteit 1. Charles, Gafni en Whelan schreven het inmiddels klassieke stuk “Decision-making in the physician-

patient encounter: revisiting the shared treatment decision-making model” (Soc Sci Med 1999; 49:651-661) en stellen daarin een aantal vragen die nog altijd actueel zijn. Op veel vragen is geen eenduidig antwoord te geven. Probeer uw eigen positie/mening te bepalen met betrekking tot de onderstaande vragen (overgenomen uit het artikel). Noteer per vraag uw mening en geef daarvoor uw belangrijkste argument(en). a. Should physicians try to influence the treatment decision-making process and outcome or should the

clinical role be limited to transferring relevant treatment information to the patient? b. If a patient and her physician both prefer a paternalistic approach, is there anything 'wrong' with

making the decision in this manner? c. If a physician prefers that a patient makes the treatment decision (the informed model), should the

patient be 'forced' to do so, even if she does not want to?

4 SBU

Page 44: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

38

2. In het artikel“Physician as partner or salesman? Shared decision-making in real-time encounters” (Soc

Sci Med 2009; 69:1-8) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:19464097 beschrijven Karnieli-Miller and Eisikovits een analyse van het proces van besluitvorming in consulten en interviews en benoemen zij wat wij ook wel zgn. impliciete normativiteit genoemd hebben (Molewijk et al. Z Evid Fortbild Qual Gesundhwes 2008; 102:415-420) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:19209568 . a. Noteer de acht genoemde strategieën om een behandeling ‘te verkopen’ en probeer voor een drietal

strategieën een casus te bedenken waar u verwacht dat deze strategie veel gebruikt wordt, of waar u iemand die hebt zien gebruiken (liefst bij uw eigen consultobservaties).

b. Kunt u voor uzelf aangeven in welke mate u elke strategie geëigend vindt en verschilt dit gegeven de context? Zo ja, kunt u aangeven in welke context u deze wel dan niet geëigend vindt?

Informatievoorziening door de arts 1. Lees het artikel van Knops et al. (Eur J Endovasc Surg 2010; 39:708-713)

http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:20347601 en beantwoord de volgende vragen:

a. Welke vijf elementen dient goede informatie wettelijk te bevatten? b. Wat vindt u van de verschillen in informatieverschaffing tussen de twee groepen patiënten

(Tabel 2)? Zou u dit zelf ook zo doen? c. Welke witte vakjes in Tabel 3 vind u het meest opvallend en zou u zelf als chirurg zwart

willen hebben?

2. Lees het artikel van Ubbink et al. (Ned Tijdschr Geneeskd 2009; 153:B344) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:19785821 . De auteurs poneren vrij stellig een aantal adviezen. Beantwoord de volgende vragen:

a. Wat vind u van het gebruik van een figuur als die in Figuur 1. Zou u als patiënt het prettig vinden als uw arts u op deze wijze zou proberen te helpen risico’s te interpreteren?

b. Zou u een figuur als Figuur 2 willen gebruiken om het effect van adjuvante chemotherapie bij borstkanker te communiceren, indien 5 van de 100 patiënten baat hebben van de adjuvante therapie, 10 patiënten zouden overlijden ondanks de chemotherapie en 85 ook zonder chemotherapie al genezen zouden zijn? Waarom wel, waarom niet?

c. Wat vindt u zelf inmiddels van het gebruik van de NNT in de communicatie met een patiënt?

Risicocommunicatie 1 Lees het artikel “Helping patients decide: then steps to better risk communication” van Fagerlin et al

(JCNI 2011; 103:1-8). http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:21931068 Noteer uit elke paragraaf (voor elke aanbeveling) de belangrijkste punten, zodat u dit kunt gebruiken bij het observeren van de consulten.

2 Bestudeer Figuur 2 uit “Development and evaluation of a risk communication curriculum for medical students” van Han et al. (Patient Educ Couns 2014; 94: 43-49) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:24128795 . Vertaal hiervan wat voorbeelden die u zinvol lijken om te gebruiken bij het communiceren van risico’s aan patiënten

Vaststellen besluitvormingsproces Loop de door u gecodeerde transcripten (SO 6) nu nogmaals langs, met het voorafgaande in uw achterhoofd:

Page 45: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

39

a) Probeer te achterhalen of er in dit consult voorbeelden zijn van impliciete normativiteit. Noteer deze voor uzelf.

b) Zou u uw codeersysteem aanpassen m.b.t. informatievoorziening van de arts? Zo ja, hoe? c) Zou u uw codeersysteem aanpassen m.b.t. risicocommunicatie? Zo ja, hoe?

Product Een beredeneerd antwoord op de vraag in hoeverre artsen mogen/horen te sturen. Dit antwoord geeft een beargumenteerd standpunt in de discussie over normatieve aspecten van de besluitvorming en over noodzakelijke informatievoorziening. Verder levert het een overzicht met aandachtspunten voor risicocommunicatie en enkele praktische handvatten voor het communiceren van kwantiatieve risico’s. Tot slot draagt het bij aan verdere reflectie op een geschikt codeeersysteem om gedeelde besluitvorming te meten. Nabespreking Het product van deze opdracht kan worden gebruikt voor het schriftelijke verslag van de consultobservaties (SO-9) en wordt besproken in WG-7 Consulten. Deze voorbereiding kan verder worden gebruikt in de rollenspellen (WG-Vaardigheden-4).

Klinische Illustratie 4/SO-9 Consulten observeren: presentatie en verslag

Achtergrond Van veel gesprekken in de spreekkamer is de besluitvorming over het te volgen beleid het belangrijkste doel. Niet altijd is het echter de patient duidelijk dat er een beslissing genomen moet worden en wordt de beslissing zeer verkapt genomen. Soms wordt dit wel als ‘agendapunt’ benoemt, maar is de beslissing feitelijk al vooraf genomen, bijvoorbeeld in een multidisciplinair overleg. Zoals we eerder al zagen, zijn patiënten die beter geïnformeerd worden en meer betrokken worden bij de besluitvorming in het algemeen meer tevreden met het consult en vertonen betere therapietrouw. therapie Leerdoelen • De student woont praktijkvoorbeelden bij van gesprekken tussen arts en patiënt en ziet (hopelijk!) hoe

gedeelde besluitvorming in de praktijk te realiseren is en welke barrières hierbij eventueel kunnen optreden.

• De student observeert ook de hierbij behorende risicocommunicatie en begrijpt de mogelijkheden en barrières voor risicocommunicatie in de spreekkamer.

Instructie U woont een (dag)deel van een poli bij, waarbij u hopelijk minimaal twee consulten zult treffen waarin sprake is van besluitvorming. De indeling is gemaakt tijdens de voorafgaande werkgroep. U scoort elk van de besluitvormingsconsulten aan de hand van het beoordelingsformulier van het AMC en de SDM-Q9 (vanuit patiënt perspectief; zie Blackboard). U kunt dit, afhankelijk van de situatie ter plekke, tijdens het consult doen of direct na afloop (niet wachten tot na het spreekuur!). Voor uw verslag beantwoordt u voor de twee consulten de volgende vragen, mede aan de hand van de scores op de lijst:

2 SBU

Page 46: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

40

• Wordt er een te nemen besluit wat betreft bijvoorbeeld behandelmogelijkheden besproken? Zo ja, welk besluit / welke besluiten worden besproken?

• In hoeverre is er sprake van gedeelde besluitvorming? In hoeverre betrekt de arts bijvoorbeeld de patiënt in het gesprek, hoe gebeurt dit en hoe goed gaat dit? Indien dit niet gebeurt, kunt u aangeven waaraan dat naar uw idee ligt?

• Worden er ook risico’s besproken, en zo ja, welke risico’s worden er besproken? • Vindt u de risicocommunicatie geslaagd? • Had u zelf het consult als arts ook zo gevoerd, of had u het op een andere wijze gedaan? Presentatie 1. Bereid een zeer korte presentatie (max 2 minuten, 2 powerpoint dias) voor van een geschikte casus voor

deze minor, waarin één of meer van de thema’s uit de voorgaande SOs aan de orde komt/komen. Deze presentatie zult u geven tijdens de WG-7 Consulten.

Verslag 2. Maak aan de hand van bovengenoemde punten en de AMC lijst een kort observatieverslag (maximaal ½

-1 A4 per consult). 3. Wat zou je buiten het analyseren van de communicatie tijdens het consult nog willen meten (bij patiënt

en/of zorgverlener) om beter inzicht te krijgen in het fenomeen gedeelde besluitvorming? Zoek daarvoor twee verschillende bestaande meetinstrumenten en bespreek hun voor- en nadelen.

4. Geef tenslotte een korte algemene beschouwing over belemmerende en stimulerende factoren voor gedeelde besluitvorming en risicocommunicatie in de spreekkamer. Betrek hierin uw kennis uit de eerdere SOs en uw oordeel over de scores op de AMC lijst (bijvoorbeeld of het een bezwaar is als een arts laag scoort op bepaalde vragen van deze lijst). Dit verslag (vraag 2 en 3) en de bijbehorende ingevulde lijsten, dient u uiterlijk aan het begin van week 2 (op maandag 15 september) om 09.00 uur aan dr. Pieterse ([email protected]) en prof. Stiggelbout ([email protected]) te mailen.

Product Twee powerpoint dias, een observatieverslag en ingevulde lijsten, zie het rooster voor de informatie over hoe en wanneer u dit verslag dient in te leveren. Nabespreking De geobserveerde consulten worden besproken tijdens de WG-7 Consulten.

Klinische Illustratie 5/SO-10 Participerende observatie

in een gezondheidszorgpraktijk (mini-stage) Achtergrond De student maakt tijdens een bezoek aan een instantie kennis met de rol die cultuurverschillen in de praktijk van de gezondheidszorg spelen en hoe daar mee omgegaan wordt. De student volgt de hulpverlener bij zijn/haar activiteiten en voert zo mogelijk gesprekken met zowel hulpverlener(s) als patiënt(en). U identificeert tijdens uw bezoek wat de communicatie en besluitvorming in interculturele context al dan niet ‘anders' maakt. Voorbeelden van mogelijke ministages zijn:

2 SBU

Page 47: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

41

- psychiatrische zorg voor vluchtelingen - huisartsenzorg - preventieve zorg - interculturele bemiddeling - migrantenvoorlichting Leerdoelen • De student kan in een praktijksituatie identificeren wat het specifieke van interculturele communicatie en

besluitvorming is, c.q. zou kunnen of moeten zijn. • De student kan met behulp van een voorbeeld aangeven welke kennis en vaardigheden de arts zou

moeten bezitten om culturele afstand te overbruggen. Product Een schriftelijk verslag van de bevindingen tijdens de ministage waarin ingegaan wordt op de manier waarop culturele afstand van invloed is op de communicatie en besluitvorming en hoe de arts deze afstand kan overbruggen. Dit verslag moet tijdens de terugkoppeling (WG-8 Ministages) worden ingeleverd bij de docent.

WG-7 Consulten Docent Prof. dr. A.M. Stiggelbout Achtergrond Deze WG richt zich op het bespreken van de geobserveerde consulten, mede aan de hand van de instructies in SO-9. Leerdoelen • De student kan de kansen en barrières benoemen voor gedeelde besluitvorming inclusief

risicocommunicatie tussen arts en patiënt in de spreekkamer. • De student kan kritisch reflecteren op mogelijke redenen waarom gedeelde besluitvorming nog slechts

weinig voorkomt. • De student kan zijn of haar visie beargumenteren op het gebruik van (impliciete) normativiteit binnen het

consult. Werkwijze In deze werkgroep discussieert u met elkaar over de door u geobserveerde consulten en de vraag in hoeverre u aspecten uit de eerdere SOs terug heeft gezien in de consulten. Aan de hand van de verschillende door u verzamelde voorbeelden van goed verlopende gedeelde besluitvorming en van de barrières hierbij, maakt u gezamenlijk een overzicht van kansen en barrières voor goed verlopende gedeelde besluitvorming in de spreekkamer. U kunt dit overzicht gebruiken bij SO-19.

Page 48: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

42

WG-8 Mini-stages: Terugkoppeling Docenten Prof.dr. R. Reis Drs. A.Y. de Voogd Werkwijze De studenten doen schriftelijk verslag van hun bevindingen tijdens de ministage en sturen dit verslag digitaal op naar de docenten en naar hun medestudenten (half tot 1 A4). Daarin wordt aangegeven wat naar hun mening culturele afstand voor de besluitvorming in de betreffende klinische praktijk betekent.

SO-11 Risicogegevens

Achtergrond In de afgelopen jaren zijn epidemiologie en ‘evidence-based medicine’ steeds belangrijker geworden in de geneeskunde. Hierdoor is steeds meer bekend geworden over de kans op negatieve gevolgen bij ziekte en medisch handelen. Een kans op een negatief gevolg wordt een risico genoemd. Er bestaan verschillende manieren om zogenaamde objectieve risico’s weer te geven. Deze objectieve risico’s zijn gebaseerd op gegevens over het optreden van ziekten/risicofactoren in groepen mensen in een bepaalde tijdsperiode, zogenaamde frequentistische gegevens. Naast de toename van risicogegevens in de medisch wetenschappelijke literatuur, komt de laatste jaren steeds meer medische informatie op het internet. Niet alleen is deze informatie voor artsen toegankelijker geworden, maar ook voor patiënten. De vragen die dan ontstaan, zijn: Wat is de relevante kansinformatie? Hoe kun je kansinformatie duidelijk overbrengen? Is de informatie die op internet de vinden betrouwbaar en waar zou je dat uit kunnen afleiden? Is de informatie relevant voor de individuele patiënt en zo ja, hoe moet je deze interpreteren? Leerdoelen • De student kan risicoinformatie vinden op internet, onderbouwen waarom een bron betrouwbaar lijkt of

niet, en kan een patiënt ondersteuning bieden in het gebruik van deze risicogegevens. • De student kan verschillende vormen van risicocommunicatie benoemen en gebruiken en de verschillen

en overeenkomsten tussen soorten representaties aangeven. • De student kan de mogelijke effecten van deze vormen van representaties op de besluitvorming

beargumenteren. • De student kan kritisch reflecteren op de voor- en nadelen van de output van Adjuvant online! • De student kan aangeven op welke wijze onderzoek wordt uitgevoerd op het terrein van

risicorepresentaties. Instructie Risicoinformatie op internet 1 Op het internet staat veel informatie over gezondheid en ziekte. Het is ook één van de meest

geraadpleegde onderwerpen op het internet. Helaas bieden veel sites geen betrouwbare informatie. In

5 SBU

Page 49: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

43

Nederland ontstaan ook steeds meer zogenaamde “portalen” (beheerde sites van erkende instanties, “filtering tools”) voor gezondheidsinformatie. Bijvoorbeeld www.thuisarts.nl en www.kanker.nl. Daarnaast ontstaan er ook accreditatie sites (bijv. het Zegel Gezond systeem van TNO, zie http://www.zegelgezond.nl/). Bezoek deze sites. Zou u uw patiënt naar deze sites verwijzen? Waarom wel of waarom niet?

Risicopredictiemodellen 2 Tegenwoordig zijn er ook websites waarop geïndividualiseerde risico’s berekend kunnen worden. Voor

patienten bijvoorbeeld: http://www.testuwrisico.nl/. Ga naar deze site, en vul de calculator in voor een denkbeeldige vrouw van 58 jaar, 1.75 m lang en 75 kg, rookster, hartvaatziekte in de familie, geen diabetes, een buikomtrek van boven de 90. Wat vindt u van de site en de conclusie?

3 In de Nederlandse oncologische praktijk wordt de volgende risico-calculator veel gebruikt: www.adjuvantonline.com. Registreer u als professional op de site en ga naar de borstkanker module. Vul de calculator in voor een fictieve patient, noteer voor uzelf welke waarden u voor de parameters gebruikt hebt. Wat vindt u van de output die AO! geeft? Zou u deze aan uw patient geven? Waarom wel, waarom niet? Zou u hem zelf als patient (of partner van een patiënt) willen gebruiken? Waarom wel, waarom niet?

Representatie van risicogegevens 1 Lees het artikel van Zikmund-Fisher et al (Med Decis Making 2010; 30:661-671)

http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:20375419 . Vorm, in het licht van alles wat u hiervoor geleerd hebt over risicocommunicatie en besluitvorming, uw mening over dit artikel en de oplossing van de auteurs voor het communiceren van cijfers uit Adjuvant! Online. Wat zou wat u betreft de beste weergave zijn van de kansen uit Adjuvant! Online, als u deze aan de patiënt wilt laten zien?

2 In werkgroep 2 is de opdracht “Formats voor het communiceren van risico’s en baten van behandeling” uitgedeeld. Beantwoord de vra(a)g(en) n.a.v. de casus.

5. Hoe denkt u dat numerieke vs. verbale representaties de besluitvorming kan beïnvloeden? 6. U hebt inmiddels een aantal vormen van grafische risicocommunicatie gezien. Lees van het artikel van

Feldman-Stewart et al (Med Decis Making 2007; 27; 34-43) de abstract en bestudeer Figuur 1. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:17237451 Dit is slechts een voorbeeld van vele onderzoeken die gedaan zijn naar dit onderwerp. Stel dat u clinicus bent die regelmatig kansen moet communiceren. Op basis van alles wat u nu tegengekomen bent, welke vorm van grafische presentatie zou u graag paraat hebben om in spreekkamer te gebruiken, om bijvoorbeeld: a. De kans op een kind met Down syndroom aan een vrouw van 37 te communiceren? b. Het effect van adjuvante chemotherapie bij borstkanker uit te leggen c. De 2-jaars overleving van een aneurysmapatient met en zonder plaatsen van een broekprothese? d. De gevolgen van roken op het risico op hart-en vaatziekten aan een verstokte roker te

communiceren? 7. Wat is uw algemene evaluatie van de grafische manieren om risico’s te communiceren? Denkt u dat deze

manieren verbale en/of numerieke weergaven aanvullen of zelfs kunnen vervangen? Zouden grafische weergaven juist bij bepaalde soorten patiënten goed kunnen werken? Zou u zelf als arts gebruik maken van grafische representaties?

Onderzoek naar risicorepresentatie In de volgende opdrachten maakt u kennis met de wijze waarop onderzoek wordt uitgevoerd naar risicorepresentaties.

Page 50: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

44

In Bijlage 4 staat de vragenlijst “Kansen: cijfers en woorden”. Hierin staan 10 verschillende kanswoorden, waarbij de kans op twee verschillende aandoeningen (griep en hersenvliesontsteking) moet worden geschat. Vult u deze vragenlijst in. 1 Gaat u naar Bijlage 5 waar de resultaten staan vermeld van 44 mensen die in een onderzoek de

vragenlijst “Kansen: cijfers en woorden” hebben ingevuld. Beantwoordt u de volgende vragen met behulp van de resultaten in Bijlage 5. a. Wat is de relatie tussen de kanswoorden en de numerieke inschatting daarvan? Gebruik de

beschrijvende gegevens van de variabelen KANS1-KANS10 uit Bijlage 5. Maak bijvoorbeeld, grafieken/tabellen om overeenkomsten/verschil tussen woorden en cijfers te illustreren.

b. Wat is het effect van kansen schatten voor griep vs. hersenvliesontsteking? Gebruik hiervoor de toetsende gegevens uit Bijlage 5.

2 Wat is uw oordeel over deze vorm van onderzoek naar het effect van risicorepresentatie? In hoeverre

denkt u dat dit generaliseerbaar is naar het effect van risicoformats op de interpretatie van risicogegevens door patiënten? Heeft u suggesties voor alternatieve onderzoeksdesigns om het effect van risicorepresentatie op risico-interpretatie te onderzoeken en zo ja, welke? Wat zijn daarvan de voor- en nadelen?

Risicointerpretatie 1 Tijdens WG-7 Consulten zijn de “Oefeningen risico-interpretatie” uitgedeeld. Voert u de daar

beschreven oefeningen uit. Vult u duidelijk uw keuze(s) in bij elke oefening. Deze worden namelijk geïnventariseerd in WG-9 Risico’s.

2 Lees het artikel van Epstein, Alper en Quill (JAMA 2004; 291:2359-2366). http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:15150208 Dit geeft een nog altijd actueel mooi overzicht van de wijze waarop men de patiënt in de besluitvorming kan betrekken en de nuances die spelen bij het communiceren van risico’s. Het lezen van dit artikel is facultatief. Lees in elk geval wel Box 2. “Steps for discussing evidence”. Hoe staat u tegenover het communiceren van de bestaande onzekerheid in Step 3? Dit onderwerp werd eerder reeds aangeroerd door Fagerlin et al (SO 8), op pagina 2, eerste kolom.

Product De antwoorden op de taken in bovenstaande instructie. Nabespreking De antwoorden op de opdrachten worden besproken in WG-9 Risico’s. Deze voorbereiding kunt u verder gebruiken voor WG-11 Vaardigheden-4 waarin specifiek het communiceren van kansen geoefend zal worden.

Page 51: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

45

Klinische illustratie-6 Risicopredictiemodellen Docent Prof.dr. R. Pelger Achtergrond In deze Illustratie zal de mogelijkheid geboden worden om de discussie over risicocommunicatie in het algemeen en risicopredictiemodellen (Kattan nomogram) in het bijzonder, in de klinische praktijk met een specialist. Leerdoel • De student kan voorbeelden uit de Nederlandse klinische praktijk noemen met betrekking tot

risicocommunicatie en het gebruik van risicopredictiemodellen. Werkwijze De specialist zal vertellen over risicocommunicatie met patiënten uit eigen praktijkervaring en de studenten krijgen de gelegenheid daar vragen over te stellen en erover te discussiëren.

WG-9 Risico’s Docent Dr. A.H. Pieterse Achtergrond Het bespreken van risico’s kent een aantal stappen. Eerst moet risicoinformatie worden verzameld, dan moet besloten worden welke risico’s wel of niet te vertellen, dan volgt de beslissing op welke wijze risico’s het beste verteld kunnen worden en tot slot is de vraag van belang of de boodschap duidelijk en zoals bedoeld door de ander (de patiënt) begrepen is. In WG-2 Besluitvorming is besproken wanneer risicogegevens verteld moeten worden, als deel van de eerste stappen van dit proces. SO 11 dient verder als voorbereiding op de discussie tijdens deze werkgroep. Leerdoelen • De student kent de problemen van het opzoeken van risicogegevens op het internet en kan enkele

oplossingen voor deze problemen aangeven. • De student kan beargumenteren dat aan de numerieke weergave van objectieve risico’s ook keuzes ten

grondslag liggen die de besluitvorming kunnen beïnvloeden. • De student kan discussiëren over de vraag of risico’s redelijkerwijze aan de patiënt verteld dienen te

worden. • De student kan beredeneerd een keuze maken uit numerieke, verbale en grafische manieren om risico’s

te communiceren. • De student beseft dat de subjectieve interpretatie van risico’s door de patiënt de besluitvorming en

handelwijze van de patiënt stuurt en niet de objectieve risico’s. • De student kan uitleggen hoe verschillende vormen van risicorepresentatie de interpretatie van risico’s

kleuren en welke “fouten” hierbij kunnen optreden.

Page 52: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

46

Werkwijze In deze werkgroep wordt SO 11 besproken. Deze richt zich op (a) het verzamelen van risicogegevens en (b) het weergeven van numerieke risico’s. Beide vormen de eerste stap van de communicatie van risico’s, namelijk het verzamelen van risicogegevens en de vraag of deze gegevens verteld moeten worden aan een patiënt. Deze eerste stap benoemen we als “objectieve” risico’s. Vervolgens gaat deze werkgroep in op de vraag (c) hoe risicogegevens gepresenteerd kunnen worden indien besloten is om de gegevens te vertellen aan de patiënt. Hierbij wordt een overzicht gemaakt van de verschillende grafische, verbale en numerieke methoden om risico’s te communiceren. Gediscussieerd zal worden over het gebruik van de verschillende representaties tijdens het consult met een patiënt. In het tweede deel van deze werkgroep wordt (d) de interpretatie van risico’s door patiënten en de mogelijke “fouten” die daarin kunnen optreden nabesproken, wat je kunt zien als de laatste stap in het proces van risicocommunicatie tussen arts en patiënt. Het artikel van Epstein bevat a.h.w. een samenvatting van het voorafgaande.

SO-12 Onvergetelijke arts-patiënt ervaringen: interviews Achtergrond Op de ouderdag 2014 is drie keer een interactieve workshop ‘Onvergetelijke arts-ervaringen’ gegeven. Dit wordt appreciative inquiry genoemd. De focus lag niet op wat ging er fout ging, maar: wat ging er goed? Wat is voor patiënten en naasten in positieve zin onvergetelijk? En we vroegen ons met het M.F.L.S.-bestuur af, zouden dat ook voor artsen onvergetelijke ervaringen met patiënten en naasten zijn? Zou het misschien zelfs wat zeggen over waarom artsen ooit arts wilden worden? Zoals we in een artikel in Predoctor aangeven, willen we daar in deze halve minor met een vervolgonderzoek bij ouders en artsen meer inzicht in krijgen. De workshops begonnen met een filmpje van Cleveland Clinic. In dit filmpje, wat u kunt bekijken via https://www.youtube.com/watch?v=1e1JxPCDme4, vertellen een aantal artsen en collega’s van Cleveland Clinic hoe een eigen stevige patiëntervaring hun gedrag naar patiënten en naasten heeft veranderd. ‘Horen is vergeten, zien is onthouden, doen is begrijpen’ zegt een Chinees spreekwoord. In deze opdracht vragen we u uw ouders en artsen te vragen naar hun onvergetelijke arts-ervaringen als patiënt of naaste van een patiënt. Leerdoelen • De student is in lijn met het Raamplan artsopleiding (‘beter en waar mogelijk met meer werkplezier’) in

staat een doeltreffende relatie aan te gaan en te onderhouden met patiënten en hun naasten en (medisch) communicatieve vaardigheden te gebruiken om hooggekwalificeerde zorg te bieden.

• De student oefent vaardigheden in wetenschappelijk onderzoek en draagt daarmee in deze halve minor en daarna bij aan beoordeling, opbouw en begrip van kennis en kunde van de gezondheidszorg.

Instructie U neemt een interview af met (een van) uw ouders en met twee artsen over in positieve zin meest onvergetelijke arts-patiënt consultervaringen.

3 SBU

Page 53: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

47

1. Stel de vragen op die u in het interview gaat stellen. Het interview heeft als doel om antwoord te

krijgen op de volgende drie hoofdvragen: (a) Wat is de in positieve zin meest onvergetelijke arts-patiënt ervaring tijdens een consult die

de geïnterviewde heeft meegemaakt (dit kan ook een ervaring als naaste van een patiënt zijn)?

(b) Wat maakt de ervaring onvergetelijk? (c) Wat heeft deze ervaring (de persoon) opgeleverd? (denk bijvoorbeeld aan gezondheidswinst,

kosten, etc…). Let op dat u de vragen open stelt en zo min mogelijk de antwoorden stuurt. Stel naast de hoofdvragen van het interview, extra vragen op die u zo nodig kunt stellen om de geïnterviewde te helpen antwoord te geven op de vragen.

2. Interview (één van) uw ouders, vraag hierbij toestemming het interview op te nemen zodat u het bij het uitwerken kunt terugluisteren en we de kans hebben - mochten de resultaten daartoe aanleiding geven - er achteraf een artikel van te maken. Geef de geïnterviewde een paar minuten de tijd om na denken voordat hij/zij antwoord geeft (m.n. m.b.t. de eerste hoofdvraag) en kondig dit aan. U kunt daarnaast papier en pen geven zodat de geïnterviewde voor zichzelf aantekeningen kan maken. Vraag door totdat u zo concreet mogelijk antwoord heeft op de vraag welk (verbale en/of non-verbale) gedrag van de arts maakte dat de ervaring onvergetelijk was.

3. Interview twee artsen naar eigen keuze. Volg dezelfde procedure als hierboven en vraag door totdat u zo concreet mogelijk antwoord heeft op de vraag welk (verbale en/of non-verbale) gedrag van de patiënt of naaste maakte dat de ervaring onvergetelijk was. Toets daarna of er een link is met de reden waarom de betreffende arts ooit arts wilde worden.

4. Maak een verslag van de interviews waarin u a) toelicht hoe u tot de keuze van de twee artsen bent gekomen; b) de resultaten integreert: Zijn er overeenkomsten te noemen in de ervaringen? Ziet u verschillen?; en waar mogelijk aanvult met uw eigen in positieve zin meest onvergetelijke arts-ervaring als patiënt of naaste in een consult en of die ervaring een relatie heeft met uw studiekeuze; en tot slot c) aangeeft hoe de ‘opbrengst’ van onvergetelijke ervaringen wetenschappelijk zou kunnen worden onderzocht en gekwantificeerd. Voeg uw interviewschema als bijlage toe. Het verslag dient maximaal 2 A4-tjes te zijn, excl. bijlage.

Product U dient uw verslag per e-mail in week 6 (op 8 oktober) om uiterlijk 17.30 uur in te sturen naar dr. Pieterse ([email protected]).

Nabespreking In Klinische illustratie 13 wordt deze opdracht besproken.

Page 54: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

48

SO-13 Geïnformeerde beslissingen Achtergrond Een term die veel opgeld doet de laatste jaren, met name in het kader van vaccinatie en screening (Public Health) is de zogenaamde geïnformeerde beslissing. Instructie Prof. Daniëlle Timmermans, hoogleraar Risicocommunicatie en Patiëntenbesluitvorming aan VUmc schetst in een kennissynthese voor ZonMw de wetenschappelijke stand van zaken over geinformeerde keuzen en over de processen die eraan ten grondslag liggen. Zij geeft aanbevelingen voor beleid en onderzoek die nodig zijn om geïnformeerde keuzes te bevorderen. Lees van de kennissynthese (op http://www.zonmw.nl/nl/actueel/nieuws/detail/item/kennissynthese-goed-geinformeerde-keuze/ ) allereerst de inleiding en de paragraaf “Nudging: tussen paternalisme en autonomie” (pag 16 e.v.). 1. Wat vindt u van het principte van nudging? Wanneer vindt u dat het mag, wanneer niet? Een belangrijke term in met name de Publieke Volksgezondheid is de term “geïnformeerde beslissing”. Lees hierover het hoofdstuk “Weloverwogen keuzes: betere gezondheid? (hoofdstuk 7 van het bovengenoemde rapport). Uit dit hoofdstuk: “Een veel gebruikte definitie van een geïnformeerde keuze legt de nadruk op de rationele afweging: … “Informed decision making is defined as occurring when an individual understands the nature of the disease or condition being addressed; understands the clinical service and its likely consequences, including risks, limitations, benefits, alternatives, and uncertainties; has considered his/her preferences as appropriate; . . . and makes a decision consistent with his/her other preferences and values . . (referentie 193). Een vergelijkbare definitie is van Bekker en collega’s (referentie 167): “An informed decision is made when an individual evaluates the relevant information about the advantages and disadvantages of all the possible courses of action, in accord with their beliefs, to reach a decision . . . .” (167). 2. Wat betekent voor de door de overheid aangeboden programma’s als het Rijksvaccinatieprogramma en

de diverse bevolkingsonderzoeken de term “geinformeerde keuze”. Wanneer spreekt men van een geinformeerde keuze, wanneer niet?

3. Ga naar de site van het RIVM over het bevolkinsonderzoek naar darmkanker (http://www.rivm.nl/Onderwerpen/B/Bevolkingsonderzoek_darmkanker). Hier vindt u zeer veel informatie over dit onderwerp, gericht op potentiële deelnemers aan dit bevolkingsonderzoek. Lees onder de pagina “Wel of niet meedoen” de voor- en nadelen van deelname. Stelt u zich voor dat u 61 jaar bent en u krijgt de informatie over het bevolkingsonderzoek toegestuurd. Zou u wel of niet meedoen? En als u huisarts was en een mannelijke patient van 61 kwam met de brief bij u op consult met de vraag om advies. Wat zou u hem adviseren?

Lees tenslotte de Samenvatting van de kennissynthese en bestudeer de Figuren 3.1 en 4.1. 4. Denk terug aan uw meest recente grote aankoop (bijv. PC, tablet, fiets) en aan uw meest recente

medische beslissing (of als u zich die niet meer kunt herinneren, die van een vriend of familielid). Op welke wijze uit figuur 3.1 denkt u dat u beide beslissingen genomen hebt. Als u hierop terugkijkt, was dit voor u de ideale manier? Waarom wel, waarom niet?

3 SBU

Page 55: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

49

Als u terugkijkt op een van de twee beslissingen uit SO-9 “Consulten observeren”, herkent u dan de stappen uit het keuzeproces die in Figuur 4.1 beschreven staan? Beschrijf voor elke stap uit de figuur wat u in het consult ervan hebt teruggezien. Beschrijf ook voor elke stap de ideale situatie in het betreffende consult indien u de arts was en u uw patient zelf zou willen laten beslissen. Hoe zou u de patiënt hierin ondersteunen? Product De antwoorden op de taken in bovenstaande instructie. Nabespreking De resultaten van de opdracht dienen als voorbereiding op WG-10 Vaccinatie debat.

SO-14 Wel of niet laten vaccineren? Achtergrond De meeste mensen staan op een gegeven moment voor de beslissing om zichzelf wel of niet te laten vaccineren. Dit geldt bijvoorbeeld voor de griepprik. Idealiter wordt deze beslissing weloverwogen genomen en is dan een geïnformeerde beslissing. Zorgverleners staan voor deze beslissing, niet zozeer om zichzelf te beschermen als wel de mensen te beschermen waar zij voor zorgen in hun werk. In een keuze voor of tegen vaccinatie spelen ook bij zorgverleners zowel medisch inhoudelijke als levensbeschouwelijke argumenten een rol. Leerdoelen • Studenten verwerven inzicht in redeneringen die ten grondslag liggen aan de keuze voor wel of niet

vaccineren en de invloed van levensbeschouwing op dergelijke keuzen. Instructie Studenten worden ingedeeld in vier groepen en worden gevraagd zich voor te stellen dat zij zorgverleners in een ziekenhuis zijn. Twee groepen zijn voor vaccinatie, om medisch inhoudelijke dan wel levensbeschouwelijke redenen. Twee groepen zijn tegen vaccinatie, eveneens om medisch inhoudelijke dan wel levensbeschouwelijke redenen. Elke groep krijgt apart geschreven instructie over de achtergrond van haar overwegingen tegen of voor vaccinatie. Sommige groepen krijgen in hun instructie ruimte om hun keuze te veranderen bij goede tegenargumenten. Elke groep bereid gezamenlijk de discussie voor en kiest een woordvoerder die het debat zal voeren. Product De vier woordvoerders geven een korte uiteenzetting over wie zij vertegenwoordigen en waar hun standpunt op neerkomt. Daarna voeren zij, gesoufleerd door de andere studenten, een debat over de vraag of zorgverleners zich dienen te vaccineren. Nabespreking Tijdens WG-10 Vaccinatie debat voert u debat met uw collega- studenten over uw standpunten.

1 SBU

Page 56: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

50

WG-10 Vaccinatie: Debat Docenten Prof.dr. R. Reis Prof.dr. A.M. Stiggelbout De achtergrond en leerdoelen komen overeen met die van de bijbehorende SO-14. Bovendien oefenen enkele studenten met het voorzitten van een debat. Werkwijze De studenten voeren een debat waarbij de vier woordvoerders het woord voeren en daarbij worden geassisteerd door de studenten uit hun groep. Het debat wordt door een of meerdere studenten geleid, die elkaar afwisselen.

SO-15 Het Preventieconsult Achtergrond Momenteel worden zogenaamde health checks ontwikkeld die mensen helpen beslissen of ze al dan niet hun (ongezonde) leefgewoonten moeten veranderen of medicijnen moeten gaan slikken om zo hun risico op hart- en vaatziekten, diabetes en nierziekten te verkleinen. In Nederland heeft men de NHG Standaard ‘Het Preventieconsult, module cardiometabool risico’ en in Engeland de ‘NHS Health Check’. De ervaring leert dat dit soort initiatieven sommige mensen makkelijker bereikt dan anderen. Helaas is het zelfs zo dat het meestal de mensen bereikt die er het minste baat bij zouden hebben (ook wel de ‘worried well’ genoemd), terwijl kwetsbare groepen met een hoog risico op deze ziekten juist niet goed bereikt kunnen worden. Het gaat dan om mensen met een onder andere een lage sociaal-economische status en sommige groepen allochtonen. Een reden waarom het tot nu toe niet lukt, zou kunnen zijn dat deze gezondheidsinitiatieven niet goed aansluiten bij hoe mensen denken over gezondheid, bij hun verwachtingen of bij wat ze precies willen. Er is nog weinig onderzoek naar wijze waarop mensen hierover denken. Leerdoelen • De student heeft kennis van het initiatief ‘Preventieconsult’ en kan uitleggen wat het doel hiervan is. • De student kan tenminste vijf determinanten noemen die deelname aan cardiometabole screening

beïnvloeden.

Instructie Lees ter voorbereiding op Wetenschappelijke Illustratie-2 de volgende 3 artikelen: Assendelft 2012: Bridging the gap between public health and primary care in prevention of

cardiometabolic diseases; background of and experiences with the Prevention Consultation in The Netherlands. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3296474/

Groenenberg 2014: ‘Check it out!’ Decision-making of vulnerable groups about participation in a two-stage cardiometabolic health check: a qualitative study (wordt uitgereikt)

Burgess 2014: Influences on individuals’ decisions to take up the offer of a health check: a qualitative study. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:24889817

1,5 SBU

Page 57: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

51

Nabespreking In Wetenschappelijke Illustratie-2 zal worden voortgebouwd op de bestudeerde stof.

Wetenschappelijke illustratie-2 Kwetsbare groepen en het preventieconsult

Docent Drs. I. Groenenberg De achtergrond is dezelfde als die behorende bij SO-15. Leerdoelen • De student heeft kennis van het onderzoek CHECK’D en kan het doel en de studieopzet toelichten. • De student kan tenminste vijf suggesties doen om huidige materialen en/of combinaties van

uitnodigingsstrategieën cultureel aan te passen. • De student kan reflecteren op de haalbaarheid van het cultureel aanpassen van materialen en/of

uitnodigingsstrategieën. Werkwijze De docent zal een korte presentatie geven met betrekking tot (onderzoek naar) het bereiken van kwetsbare groepen voor cardiometabole screening, waaronder de CHECK’D studie en het Preventieconsult toelichten. Huidige materialen over cardiometabole screening zullen worden getoond, zoals ook www.testuwrisico.nl. de studenten zullen brainstormen over het cultureel aanpassen van het huidige Preventieconsult alsook de haalbaarheid daarvan. SO-18 (SPSS opdracht) zal worden toegelicht.

SO-16 De patiënt helpen kiezen: keuzehulpen Achtergrond In SO-1 en WG-2 Besluitvorming is gesproken over effectieve en preferentie-gevoelige beslissingen. Verschillende typen beslissingen vereisen verschillende strategieën om risico's te communiceren en de beslissing te ondersteunen. Deze SO gaat over dit onderscheid en over de mogelijke rol van de patiënt in deze twee situaties. De laatste jaren is er vooral voor het tweede type beslissingen veel onderzoek gedaan naar het gebruik van beslissingsondersteuning (“decision aids” of keuzehulpen). Hiermee kunnen artsen (of de overheid, of andere gezondheidsorganisaties) op gestandaardiseerde wijze informatie aan de patiënt doorgeven. Dit betreft vaak informatie over de risico’s en de voordelen die aan behandelingen zijn verbonden. Een ander belangrijk aspect van keuzehulpen is dat patiënten moeten nagaan hoeveel waarde zij aan bepaalde gezondheidstoestanden en behandelingen hechten. Doel van keuzehulpen is ook de patiënt te helpen bij het zich actief opstellen in het arts-patiënt contact. In deze SO zult u ook voorbeelden zien van dergelijke keuzehulpen. Leerdoelen • De student kan de werking van keuzehulpen samenvatten en kan een aantal voor- en nadelen hiervan

benoemen.

1 SBU

Page 58: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

52

Instructie 1 Ga naar http://www.med-decs.org/ en bekijk deze site. Ga via de link “Prostaatkanker (OHRI): meerdere

keuzehulpen over behandelmogelijkheden (EN)” naar de site van het Ottawa Health Research Institute, waarop veel keuzehulpen beschreven worden. Ga naar een van de keuzehulpen van Healthwise, bijvoorbeeld “should I have a PSA test?”. Bekijk de verschillende Tabs en met name de zogenaamde waarden-elicitatietaak, of “values clarification exercise”, bij Healthwise keuzehulpen meestal iets als “Your Feelings”. Doe deze taak voor u als fictieve man van boven de 50, of voor een familielid. a) Hielp de waarden-elicitatie taak u bij het vormen van een mening/voorkeur? Waarom wel, waarom

niet? b) Zou u zelf als patiënt gebruik maken van dergelijke keuzehulpen? En zou u ze als clinicus aan uw

patiënt aanbevelen? Waarom wel, waarom niet? Op de OHRI-site kunt u ook via de "A-Z inventory of decision aids" zoeken, mocht u hierin nog verder geïnteresseerd zijn.

Product Het antwoord op de vragen zoals geformuleerd in de instructie. Nabespreking Deze SO zal nabesproken worden in WG-12 Keuzehulpen.

WG-11 Vaardigheden-4 Risicocommunicatie Docenten Prof.dr. A.M. Stiggelbout Dr. F. Gärtner Achtergrond Tijdens dit Practicum wordt de mogelijkheid geboden om vaardigheden te oefenen in het effectief communiceren van risico’s aan patiënten. Leerdoel • De student kan de basisvaardigheden van effectieve risicocommunicatie toepassen in een oefensituatie. Werkwijze Aan de hand van een casus zal geoefend worden met de basisvaardigheden in een rollenspel. De rollenspelen kunnen worden opgenomen zodat dit later kan worden teruggeluisterd.

Page 59: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

53

WG-12 Keuzehulpen Docenten Prof.dr. A.M. Stiggelbout Achtergrond In SO-1 en WG-2 Besluitvorming is gesproken over effectieve en preferentie-gevoelige beslissingen. Verschillende typen beslissingen vereisen verschillende strategieën om risico's te communiceren en de beslissing te ondersteunen. De laatste jaren is er vooral voor het tweede type beslissingen veel onderzoek gedaan naar het gebruik van beslissingsondersteuning (“decision aids” of keuzehulpen). Hiermee kunnen artsen (of de overheid, of andere gezondheidsorganisaties) op gestandaardiseerde wijze informatie aan de patiënt doorgeven. Dit betreft vaak informatie over de risico’s en de voordelen die aan behandelingen zijn verbonden. Een ander belangrijk aspect van keuzehulpen is dat patiënten moeten nagaan hoeveel waarde zij aan bepaalde gezondheidstoestanden en behandelingen hechten. Doel van keuzehulpen is ook de patiënt te helpen bij het zich actief opstellen in het arts-patiënt contact. In deze werkgroep zult u voorbeelden zien van dergelijke keuzehulpen en de verschillende onderdelen waaruit zij zijn opgebouwd. Leerdoelen • De student kan aangeven waaruit keuzehulpen zijn opgebouwd en kan een aantal voor- en nadelen ervan

benoemen. • De student kan aangeven waar de IPDAS criteria voor staan en beargumenteren wat de voor- en nadelen

ervan zijn. • De student kan de effecten van keuzehulpen samenvatten.

Werkwijze Na een korte inleiding door de docent zullen de studenten in tweetallen met eigen laptop kennismaken met een aantal keuzehulpen en met de internationale criteria waaraan keuzehulpen zouden moeten voldoen. Plenair worden de bevindingen hierna bediscussieerd.

SO-17 Health literacy Achtergrond Health literacy, of gezondheidsvaardigheden, heeft betrekking op ‘iemands vermogen om gezondheidsinformatie tot zich te nemen, dit te verwerken, te begrijpen en hierover te communiceren en zodoende geïnformeerde keuzes te maken’ (Berkman, Davis, & McCormack, 2010). Het concept is sterk in beweging en de definities van health literacy lopen dan ook uiteen. Oorspronkelijk had het vooral betrekking op functionele geletterdheid (het kunnen lezen en schrijven). Tegenwoordig omvat het ook andere aspecten zoals communicatieve vaardigheden en het vermogen om informatie kritisch te beoordelen. Het meten van gezondheidsvaardigheden is daardoor lastig. Toch hebben vele studies aangetoond de mate waarin iemand “gezondheidsvaardig” is, samenhangt met onder andere kwaliteit van zelfmanagement, ziekenhuis opnames en deelname aan preventieprogramma’s. Het is daarmee dus een belangrijk concept met betrekking tot gezondheid. Leerdoelen

4 SBU

Page 60: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

54

• De student kan het begrip gezondheidsvaardigheden en de antecedenten en consequenties van beperkte gezondheidsvaardigheden beschrijven.

• De student kan reflecteren op de verschillende aspecten van het concept gezondheidsvaardigheden en de ontwikkeling van het concept door de jaren heen.

• De student kan herkennen hoe geschreven gezondheidsvoorlichting een barrière kan vormen voor mensen met lage gezondheidsvaardigheden en kan suggesties doen om voorlichtingsmateriaal toegankelijker te maken.

Instructie

1. Lees het review artikel van Sørensen en collega’s over gezondheidsvaardigheden (Sørensen, Van den Broucke, et al., BMC Public Health 2012;12:80) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:22276600 . Noteer de antwoorden op de volgende vragen: a) Op welke manier heeft het concept health literacy zich door de tijd ontwikkeld? b) Wat zijn globaal de oorzaken en consequenties van (beperkte) gezondheidsvaardigheden? c) We kunnen gezondheidsvaardigheden beschouwen op verschillende niveaus, variërend van

gezondheidsvaardigheden die vooral van belang zijn voor de patiënt in de spreekkamer tot gezondheidsvaardigheden die vooral van belang zijn voor de volksgezondheid. Sørensen onderscheidt daarom ‘domeinen van health literacy’. Welke domeinen zijn dit? Geef van elk domein een voorbeeld en geef daarbij aan op welke manier gezondheidsvaardigheden een rol spelen.

d) Er bestaan vele definities van health literacy. Hoe zou u, na het lezen van dit artikel, het concept gezondheidsvaardigheden in uw eigen woorden omschrijven?

Neem de antwoorden op de vragen mee naar de Wetenschapelijke illustratie-3.

2. Bestudeer de folder over de landelijke darmkankerscreening: http://www.rivm.nl/dsresource?type=pdf&disposition=inline&objectid=rivmp:215334&versionid=&subobjectname. Deze folder veronderstelt bepaalde gezondheidsvaardigheden (bijvoorbeeld voorkennis) bij de ontvanger. Noteer voor uzelf welke dit zijn.

3. Doe minimaal 3 suggesties voor aanpassing van de folder om deze toegankelijker te maken voor mensen met lage gezondheidsvaardigheden. Geef daarbij aan, aan welke aspecten u heeft getracht extra aandacht te besteden en hoe de folder met uw aanpassingen naar uw idee afwijkt van de bestaande folder. Neem dit mee naar de Wetenschapelijke illustratie-3.

Product Het antwoord op de vragen uit de instructie. Nabespreking Het product van deze opdracht dient ter voorbereiding op de Wetenschapelijke illustratie-3.

Page 61: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

55

TOETS GEDEELDE BESLUITVORMING Datum: donderdag 18 september Tijd: op afspraak tussen 09.00 – 13.00 uur Duur: 15 minuten, incl. feedback Plaats: vaardigheden lokaal 2 docenten / beoordelaars: Dr. A.H. Pieterse Dr. F. Gärtner Prof.dr. A.M. Stiggelbout Gesprekken worden op video vastgelegd.

SO-18 Analyseopdracht Kwetsbare groepen

Achtergrond Momenteel worden zogenaamde health checks ontwikkeld die mensen helpen beslissen of ze al dan niet hun (ongezonde) leefgewoonten moeten veranderen of medicijnen moeten gaan slikken om zo hun risico op hart- en vaatziekten, diabetes en nierziekten te verkleinen. In Nederland heeft men de NHG Standaard ‘Het Preventieconsult, module cardiometabool risico’ en in Engeland de ‘NHS Health Check’. De ervaring leert dat dit soort initiatieven sommige mensen makkelijker bereikt dan anderen. Helaas is het zelfs zo dat het meestal de mensen bereikt die er het minste baat bij zouden hebben (ook wel de ‘worried well’ genoemd), terwijl kwetsbare groepen met een hoog risico op deze ziekten juist niet goed bereikt kunnen worden. Het gaat dan om mensen met een onder andere een lage sociaal-economische status en sommige groepen allochtonen. Een reden waarom het tot nu toe niet lukt, zou kunnen zijn dat deze gezondheidsinitiatieven niet goed aansluiten bij hoe mensen denken over gezondheid, bij hun verwachtingen of bij wat ze precies willen. In het kader van het CHECK’D onderzoek zijn data verzameld. Met deze data zijn verschillen naar etniciteit in bereik en deelname te achterhalen. Dat is wat de student in deze opdracht gaat doen. Leerdoel • De student kan eenvoudige berekeningen (ANOVA, logistische regressie) uitvoeren met SPSS Achtergrondliteratuur (facultatief) Andy Field, Discovering statistics using SPSS Alphons de Vocht, Basishandboek SPSS Anke Slotboom, Statistiek in woorden Instructie Open de SPSS file. De data in de file is verzameld in het kader van het CHECK’D onderzoek. D.m.v. deze opdracht wordt achterhaald a) hoeveel deelnemers zijn bereikt m.b.v. de cultureel aangepaste uitnodigingsstrategieën, b) hoeveel hebben deelgenomen aan de risicotest en c) hoeveel hebben deelgenomen aan de praktijkconsulten. Ook wordt nagegaan of er verschillen naar etniciteit waren en of confounders een rol speelden.

8 SBU

Page 62: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

56

A. Hoeveel deelnemers zijn in totaal uitgenodigd voor CHECK’D? Maak een overzicht van hun

geslacht en leeftijd, uitgesplitst naar nationaliteit. Test, bijvoorbeeld d.m.v. ANOVA, of er verschillen in de verdeling van geslacht en leeftijd zit tussen de etnische groepen.

B. Hoeveel mensen hebben we in totaal bereikt (variabele: ‘Response’)? Dit zijn mensen die gereageerd hebben op onze oproep (zowel positief als negatief), zij hebben dus aangegeven of ze wel of niet mee wilden doen. Niet bereikt betekent dat we geen reactie hebben ontvangen, bijvoorbeeld omdat er geen contactgegevens bekend waren. En hoeveel per uitnodigingsstrategie (variabelen: ‘Sresp’ voor schriftelijk, ‘Tresp’ voor telefonisch en ‘Presp’ voor face-to-face)?

C. Hebben we bepaalde nationaliteiten beter bereikt dan andere? Om deze vraag te beantwoorden voer je een binomiale logistische regressie uit. Gebruik de variabele ‘Response’ als uitkomstmaat. Doe vervolgens hetzelfde voor schriftelijk en telefonisch bereik. Face-to-face bereik nemen we niet mee, waarom niet?

D. Hebben we een bepaald geslacht beter bereikt dan het andere? Zijn er verschillen tussen leeftijdsgroepen in bereik? Als er verschillen naar geslacht en/of leeftijd zijn gevonden, voeg ze dan toe aan de modellen die je hebt gemaakt bij C. Verschillen in geslacht en/of leeftijd kunnen eigenlijk de etnische verschillen verklaren die je hebt gevonden onder C. Als dat zo is dan noemen we deze factoren ‘confounders’. Wat zijn nu je uitkomsten m.b.t. etnische verschillen in bereik?

E. Hoeveel van de mensen die we hebben bereikt doen daadwerkelijke mee aan de risicotest (variabele: ‘Participation’)? En hoeveel per uitnodigingsstrategie (‘HRArespS’ voor schriftelijk, ‘HRArespT’ voor telefonisch, ‘HRArespP’ voor face-to-face)?

F. Doen bepaalde nationaliteiten vaker mee aan de risicotest dan andere? Om deze vraag te beantwoorden voer je een binomiale logistische regressie uit. Gebruik de variabele ‘Participation’ als uitkomstmaat. Doe vervolgens hetzelfde voor schriftelijke en telefonische deelname.

G. Doet een bepaald geslacht vaker mee aan de risicotest dan het andere? Zijn er verschillen tussen leeftijdsgroepen in deelname? Als er verschillen naar geslacht en/of leeftijd zijn gevonden, voeg ze dan toe aan de modellen die je hebt gemaakt bij F. Wat zijn nu je uitkomsten m.b.t. etnische verschillen in deelname aan de risicotest?

H. Hoeveel mensen hadden een hoog risico n.a.v. de risicotest (variabele: ‘HRArisico’)? Waren er verschillen tussen nationaliteiten in risicoscore? Waren er verschillen tussen geslachten en leeftijdsgroepen in risicoscore? Voeg eventuele confounders toe aan je model. Verandert dit je conclusie over verschillen tussen nationaliteiten in risicoscore?

I. Doe hetzelfde als onder H. voor deelname van de hoog-risico patiënten aan de praktijkconsulten (variabele: ‘PCresp’).

J. Formuleer conclusies over bereik, deelname aan risicotest en deelname aan praktijkconsulten en neem daarbij verschillen naar uitnodigingsstrategie, nationaliteit, geslacht en leeftijd mee.

Product Het antwoord op de vragen uit de instructie. Nabespreking De opdracht zal worden besproken tijdens Wetenschappelijke Illustratie-5.

Page 63: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

57

Klinische illustratie 7: De rol van de verpleegkundige en Zorgpaden Nierziekten

Docenten Mw. M. Baas-Thijssen, verpleegkundig expert Gedeelde besluitvorming Mw. N. Berkhout –Byrne, verpleegkundig specialist Nierziekten

Achtergrond Bij chronische ziekten (b.v. nierziekten) is de evidence voor het aanbieden van multidisciplinaire zorg sterk (Goldstein, Yassa et al. American Journal of Kidney Diseases 2004;44:706-714) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:15384022 . Ook bij andere aandoeningen waarbij sprake is van een zwaar en/of langdurig behandeltraject (b.v. oncologie) krijgt een patiënt te maken met meerdere disciplines. Gedurende het ziekteproces nemen veelal artsen en/of artsen en patiënten samen, behandelbeslissingen. Verpleegkundigen zijn daarbij een belangrijke schakel tussen arts en patiënt. Welke specifieke rol hebben verpleegkundigen voorafgaand, tijdens en na een gedeeld besluitvormingsproces? Welke competenties mogen van hen verwacht worden? Welke impact heeft dit op de organisatie van acute en chronische patiëntenzorg?

Voorbereiding Bezoek de website Nierstichting.nl.

Leerdoelen • De student kan toelichten hoe verpleegkundigen het proces van gedeelde besluitvorming kunnen

ondersteunen. • De student herkent beslismomenten in het zorgplan voor patiënten met een chronische (nier)ziekte. • De student kan uitleggen hoe de ondersteuning van een verpleegkundige met betrekking tot gedeelde

besluitvorming versus zelfmanagement verschilt.

Werkwijze Noeleen Berkhout is als verpleegkundig specialist nauw betrokken bij de zorg voor pre-dialyse patiënten en heeft hiervoor een zorgplan ontwikkeld. Monique Baas is naast oncologieverpleegkundige, verpleegkundig expert op het gebied van gedeelde besluitvorming. Na een korte introductie van de visie op de verpleegkundige zorg voor zowel (chronische) nierziekten als (acute) oncologie, zal op interactieve wijze de rol van de verpleegkundige bij de verschillende stappen van gedeelde besluitvorming onder de loep genomen worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van filmmateriaal en praktijkvoorbeelden.

SO-19 Implementatie van gedeelde besluitvorming in de praktijk

Achtergrond In deze werkgroep wordt gekeken hoe gedeelde besluitvorming in de klinische praktijk daadwerkelijk vorm kan krijgen. Eerst wordt een algemeen model voor implementatie van vernieuwing besproken. Vervolgens zal dit model gezamenlijk worden ingevuld voor de implementatie van gedeelde besluitvorming. De nadruk zal hierbij liggen op het identificeren factoren die het toepassen van gedeelde besluitvorming in de praktijk bevorderen dan wel belemmeren.

2 SBU

Page 64: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

58

Leerdoelen • De student maakt kennis met de verschillende stappen die genomen moeten worden bij de implementatie

van een vernieuwing en kan uitleggen hoe deze stappen toe te passen voor de implementatie van gedeelde besluitvorming in de klinische praktijk.

• De student kan bevorderende en belemmerende factoren voor de implementatie van gedeelde besluitvorming te identificeren.

Instructie 1. Lees §23.2 en §23.5 van hoofdstuk 23 ‘Implementatieonderzoek’ van Grol & Wensing uit het handboek

‘Gezondheidszorgonderzoek’ (dit wordt op papier uitgedeeld) ter voorbereiding op de Wetenschappelijke Illustratie-4.

2. Lees het review artikel van Joseph-Williams et al (Patient Educ Couns 2014, 94:291-309) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:24305642 m.b.t. bevorderende en belemmerende factoren die patiënten ervaren bij gedeelde besluitvorming. Lees het review artikel van Légaré et al (Patient Educ Couns 2008, 73:526-535) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:18752915 m.b.t. bevorderende en belemmerende factoren die artsen ervaren bij de implementatie van gedeelde besluitvorming in de praktijk. Voor beide artikelen geldt: Tabellen behoren niet tot de verplichte leesstof.

3. Ga terug naar de transcripten die u heeft gecodeerd, het verslag van de consulten die u heeft geobserveerd en het verslag van uw mini-stage. Ga in deze klinische situaties na welke bevorderende en belemmerende factoren u herkent bij de patiënten, de artsen en in de klinisch context (de klinische casus, organisatie van de zorg, etc).

4. Noteer voor uzelf deze bevorderende en belemmerende factoren en in hoeverre u denkt dat deze zich wel of niet vaker voordoen. Neem dit overzicht mee naar de Wetenschappelijke illustratie-4.

Product Het antwoord op de vragen uit deze instructie.

Nabespreking Deze SO dient als voorbereiding op de Wetenschappelijke Illustratie-4

Wetenschappelijke illustratie-3 Health literacy Docent Drs. C. Meppelink, UvA De achtergrond is hetzelfde als van de bijbehorende SO-17. Leerdoel • De student heeft kennis van de prevalentie van beperkte gezondheidsvaardigheden in de praktijk en

kan tenminste drie kenmerken noemen waaraan patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden in de spreekkamer te herkennen zijn.

• De student kan aangeven hoe meetinstrumenten voor gezondheidsvaardigheden van elkaar verschillen en uitleggen hoe dit samenhangt met het totale construct health literacy.

Page 65: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

59

• De student heeft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van recent onderzoek op het gebied van gezondheidsvaardigheden.

Werkwijze De studenten zullen verschillende meetinstrumenten voor health literacy met elkaar vergelijken en aangeven welk aspect van gezondheidsvaardigheden met het instrument gemeten wordt. Overeenkomsten en verschillen tussen de meetinstrumenten zullen worden besproken. Ook wordt bediscussieerd hoe onderzoek naar gezondheidsvaardigheden er in de praktijk uit kan zien en op welke wijze voorlichtingsmateriaal toegankelijk kan worden gemaakt voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.

Wetenschappelijke illustratie-4: Implementatieonderzoek naar gedeelde besluitvorming

Docent Dr. L. van Bodegom-Vos De achtergrond en leerdoelen zijn hetzelfde als voor SO-19. Werkwijze In deze Illustratie zult u kennis maken met de implementatie van gedeelde besluitvorming in de praktijk. U zult de stappen van een implementatieproces doorlopen. Voor elke stap van het implementatieproces zal worden nagegaan hoe dit kan worden onderzocht. Met de stap waarin bevorderende en belemmerende factoren in kaart gebracht worden, gaat u concreet aan de slag. Aan de hand van de bevorderende en belemmerende factoren die u heeft geïdentificeerd in de transcripten die u heeft gecodeerd, het verslag van de consulten die u heeft geobserveerd en het verslag van uw mini-stage, zult u brainstormen over de wijze waarop deze kunnen worden opgelost.

SO-20 Voorlopige vraagstelling

Achtergrond Nadat SO-1 tot en met SO-19 heeft afgerond bent u voldoende geïnformeerd om op het gebied van gedeelde besluitvorming, risicocommunicatie of gezondheidsvaardigheden een vraagstelling te ontwikkelen die met behulp van empirisch onderzoek kan worden beantwoord. Leerdoelen • De student kan een onderzoeksvraag formuleren op het gebied van gedeelde besluitvorming,

risicocommunicatie, keuzehulpen of gezondheidsvaardigheden (naar eigen keuze) die voortbouwt op de literatuur die is aangeboden in week 1 t/m 3 van de halve minor.

Instructie

2 SBU

Page 66: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

60

1. U maakt een eerste keuze van een onderwerp op het gebied van gedeelde besluitvorming, risicocommunicatie, keuzehulpen en/of gezondheidsvaardigheden (naar eigen keuze) die u zou willen onderzoeken.

2. U formuleert één of twee voorlopige onderzoeksvragen over een aspect van het gekozen onderwerp. Houd bij het formuleren van de onderzoeksvraag rekening met de mate waarin de vraag a) vernieuwend, b) maatschappelijk relevant en c) empirisch te onderzoeken is.

3. U zoekt kort op PubMed naar empirische studies en/of review artikelen die geschikt zouden zijn om als onderbouwing te dienen voor uw onderzoeksvraag. Dit om alvast een indruk te krijgen of u een relevante vraag heeft geformuleerd. U noteert minimaal twee geschikte referenties (auteur, titel, bron, jaartal).

4. Stuur uw onderzoeksvraag en referenties per e-mail naar dr. Pieterse ([email protected]) en prof. Stiggelbout ([email protected]) uiterlijk aan het eind van week 7, op vrijdag 17 oktober om 17.00 uur.

Product Het antwoord op de vragen uit de instructie. Nabespreking In WG-26 Voorlopige vraagstelling (maandag 20 oktober) wordt uw voorlopige vraagstelling besproken. Rekening houdend met de bespreking in WG-Voorlopige vraagstelling kiest u voor een definitieve vraagstelling.

Page 67: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

61

3. Thema II: Gedragsverandering en zelfmanagement

Zelfmanagement is een proces waarin patiënten zelf verantwoordelijkheid nemen voor het veranderen van hun gezondheidsgedrag, kennis verwerven over hun aandoening en de behandeling daarvan, en de symptomen en fysieke en psychosociale gevolgen van hun aandoening managen. Het gaat over het zelf regie voeren over het leven met een aandoening.

Zorgverleners kunnen patiënten ondersteunen bij het uitvoeren van zelfmanagement door voorlichting en educatie, door patiënten te motiveren voor gedragsverandering, door hen te ondersteunen bij de uitvoering en door te zorgen voor een infrastructuur. Daarnaast heeft internet een enorm potentieel op het gebied van de patiëntenvoorlichting, onderwijs en zelfhulpprogramma's. Er is een groeiend aantal interventies beschikbaar gericht op patiënt empowerment via internet.

Het versterken van zelfmanagement en daarmee het bevorderen van de eigen regie van patiënten is een nastrevenswaardig doel. Echter, patiënten en zorgverleners moeten de rollen van zelfmanagement uitvoerder en ondersteuner wel kunnen en willen vervullen. Van professionele zorgverleners wordt gevraagd zich op te stellen als coach van patiënten en hen te stimuleren tot het nemen van een actieve, participerende rol in de zorg voor hun eigen ziekte. Dit vereist andere competenties en vaardigheden dan zij tot nu toe gewend zijn.

In het tweede deel van dit blok zullen we ingaan op wat zelfmanagement precies is, wat ervoor nodig is om zelfmanagement te bevorderen (inclusief motiverende gespreksvoering en e-health) en hoe dit in de praktijk te doen.

WG-13 Introductie thema gedragsverandering en zelfmanagement

Docenten Dr. S. van Dijk Dr. M. Scharloo Achtergrond De bijdrage van de gedragswetenschappen aan kennis en technieken op het terrein van de beïnvloeding van ziekte en gezondheid is breed en divers. Het veld van de “gedragsgeneeskunde” (dit woord bestaat niet in de Nederlandse taal, vandaar dat we de Engelse term gebruiken: behavioural medicine) strekt zich uit van onderzoek naar de fundamentele mechanismen tussen gedrag en biologische processen (b.v. het effect van stress op wondgenezing) tot ziektepreventie en gezondheidsvoorlichting op nationale en internationale schaal. In deze halve minor komen vooral bevindingen aan de orde die van belang zijn voor de behandelpraktijk van (toekomstige) artsen. Het gaat dan om onderwerpen als: determinanten van chronische ziekten, gedragsmatige interventies in de somatische gezondheidszorg, zelfmanagement, het meten van factoren die gezondheid beïnvloeden en het meten van behandeluitkomsten.

Page 68: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

62

Leerdoelen • De student kent een aantal voorbeelden van de toepassing van gedragsmatige kennis en technieken

op het terrein van gezondheid en ziekte en hij/ zij voert argumenten aan voor/tegen de waarde van deze toepassingen (gezondheidsbevorderaar).

Werkwijze In het eerste deel van deze werkgroep verzorgen de docenten de inleiding op het onderwerp. Daarna gaat u zelf aan de slag met het zoeken van onderzoek waarin gedragsbeïnvloeding van invloed is op de uitkomsten van preventie, diagnostiek, behandeling en revalidatie bij somatische aandoeningen.

SO-21 Assessment: Het meten van (on)gezond gedrag

Achtergrond Tot op heden is het niet gebruikelijk om patiënten voorafgaand aan een consult een screeningsinstrument voor leefstijlfactoren en psychosociale factoren voor te leggen. Ook aan het meten van het resultaat van een behandeling wordt in het algemeen weinig aandacht besteed. Assessment is nodig om tot een meer gerichte en efficiënte (en meer op preventie gerichte) behandeling van patiënten te komen.

Leerdoel • De student kan een vragenlijst ontwerpen voor het opsporen van patiënten die door hun leefstijl en

psychosociale situatie een gezondheidsrisico lopen.

Instructie en taken 1. Stel een vragenlijst op voor het meten van leefstijlfactoren en psychosociale factoren die gezondheid

beïnvloeden. Concentreer u op gedragingen die van invloed zijn op de (lange termijn) gezondheid van een medestudent (dus een ± 20-jarige)! Gebruik hiervoor (ook) de websites die op blackboard bij deze SO zijn aangegeven.

2. Ontwerp de lijst zo dat die aantrekkelijk is voor patiënten die 10 minuten in de wachtkamer zitten (voorafgaand aan een eerste consult). Vergeet de inleiding en instructie niet!

3. Houd er bij het opstellen van de scoringscategorieën voor de vragen rekening mee dat de lijst inzicht moet geven in welke student (extra) risico loopt. Wat zijn dus de criteria voor ongezond/ gezond? Wat is (on)gezonde voeding? Wanneer is iemand te dik? Vanaf hoeveel eenheden wordt alcoholgebruik ongezond? Aanwijzingen voor Nederlandse normen/ richtlijnen zijn te vinden in de NHG-standaarden en patiënteninformatie (patiëntenbrieven) op de website van het Nederlands Huisartsen Genootschap (http://www.nhg.org/richtlijnen-praktijk en http://www.nhg.org/thema/patientenvoorlichting

4. Stuur uw vragenlijst per e-mail aan: [email protected] uiterlijk 17.00 u. maandag 22 sept. In Wg-14 Meten (morgenochtend) gaan medestudenten uw vragenlijst invullen.

Resultaat Een bruikbare vragenlijst voor het meten van leefstijlfactoren en psychosociale factoren die gezondheid beïnvloeden.

2 SBU

Page 69: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

63

Nabespreking De nabespreking vindt plaats tijdens het eerste gedeelte van WG-14 Meten.

SO-22 Assessment: oriëntatie op interventie Achtergrond Het eindverslag van deze minor zal bestaan uit een artikel waarin u samen met een andere student een interventie beschrijft die gericht is op het veranderen van gedrag bij een patiënt met een chronische aandoening. Deze patiënt moet in de eigen kring van (en door) de student gezocht worden. Om vast te kunnen stellen welk gedrag van belang is voor het verbeteren van de (resterende)gezondheid van deze patiënt moet de wetenschappelijke literatuur worden geraadpleegd. Voor welke veranderingen in leefstijlfactoren (en eventueel psychosociale factoren) bestaat er wetenschappelijke evidentie dat zij kunnen leiden tot een betere gezondheid voor deze patiënt / bij deze aandoening? Deze evidentie is uiteraard erg belangrijk om de patiënt (en uzelf) te motiveren om iets te veranderen. Daarnaast moet u te weten komen in hoeverre de patiënt zich al aan het gewenste gedrag houdt. Leerdoel • De student kan een vragenlijst ontwerpen waarin de voor aandoening X relevante gedragingen/

psychosociale factoren zijn opgenomen.

Instructie en taken Kies een persoon uit in uw omgeving met chronische aandoening X bij wie u de interventie gaat uitvoeren. 1. Zoek wetenschappelijke (Pub-Med!, Cochrane reviews!) literatuur die inzicht geeft in welke

leefstijlfactoren en psychosociale factoren van invloed zijn op aandoening X. Raadpleeg hiervoor ook de standaarden van de Nederlandse huisartsen (http://www.nhg.org/richtlijnen-praktijk).

2. Zoek voor deze leefstijlfactoren en psychosociale factoren bestaande vragenlijsten. Kijk voor specifieke op chronische ziekten gerichte vragenlijsten ook op: http://patienteducation.stanford.edu/research/

3. Komt u in de literatuur uitkomsten tegen waarvan u ook bij uw patiënt mag verwachten dat deze door de gedragsverandering verbeteren? Hoe/ waarmee zijn die uitkomsten gemeten? Kunt u die instrumenten (vragenlijsten?) ook gebruiken? Denk hierbij niet alleen aan het meten van het directe gedrag dat u wilt veranderen, maar ook aan het meten van (lichamelijke, QoL, psychosociale) veranderingen die het gevolg zouden kunnen zijn (dit moet wel onderbouwd kunnen worden met wetenschappelijke literatuur!) van de gedragsverandering (bv. niet meer roken – meer uithoudingsvermogen – betere QoL; vaker controleren bloedsuikers – minder hypo’s – minder depressie). Probeer deze vragenlijsten (in de volledige versie, inclusief beschrijving en scoringsinstructies) te downloaden! (dan kunt u die later eenvoudig gebruiken voor uw interventie).

Resultaat Vragenlijst(en) om de voor aandoening X relevante gedragingen/ psychosociale factoren te meten. Nabespreking De nabespreking vindt plaats tijdens het tweede gedeelte van WG-14 Meten.

2 SBU

Page 70: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

64

WG-14 Meten: Het meten van (on)gezond gedrag Docent Mw. Dr. M. Scharloo Achtergrond In deze werkgroep worden SO-21 en SO-22 nabesproken. De mogelijkheden voor gezondheidspreventie worden door de studenten m.b.v. het afnemen van de vragenlijst gemaakt bij SO-21 ook bij elkaar gemeten. Daarnaast worden strategieën besproken en tips uitgewisseld om aan de benodigde vragenlijsten voor de gekozen patiënt te komen. Leerdoelen • De student toetst in hoeverre de bij SO-21 ontwikkelde vragenlijst bruikbaar is. • De studenten geven elkaar informatie over welke leefstijlfactoren en psychosociale factoren van invloed

zijn bij verschillende ziekten. Werkwijze Deze werkgroep bestaat uit 2 delen.

1. Bespreking SO-21. De bij SO-21 gemaakte vragenlijsten worden beoordeeld. Studenten vullen elkaars vragenlijst in, en beoordelen elkaars vragenlijst op de volgende punten: - is het een aantrekkelijke, uitnodigende vragenlijst? - is de instructie en bedoeling van de lijst duidelijk? - zijn belangrijke (on)gezondheidsgedragingen erin opgenomen? Zijn ze relevant voor de student die

de vragenlijst heeft ingevuld? - pikt de vragenlijst de ongezonde (elementen uit de) leefstijl van de student eruit? Studenten stellen n.a.v. de antwoorden op de vragenlijst voor de medestudent(e) een “risicoprofiel” op: welk (risico)gedrag zou in aanmerking komen om te veranderen? De resultaten worden plenair nabesproken. 2. Bespreking SO-22 De bij SO-22 gevonden vragenlijsten worden plenair besproken. De volgende punten komen aan de orde: - Op welke ziekten richten de interventies zich? - Is er evidentie te vinden voor de invloed van leefstijlfactoren en psychosociale factoren bij deze

ziekten? - Zijn er in de literatuur bruikbare instrumenten te vinden voor het meten van uitkomsten?

Page 71: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

65

WG-15 Introductie zelfmanagement Docent Mw. Dr. S. van Dijk

Achtergrond Zelfmanagement is het zodanig omgaan met een chronische aandoening (symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en bijbehorende aanpassingen in leefstijl) dat de aandoening optimaal wordt ingepast in het leven. Dat betekent dat zelfmanagement niet alleen om zelfzorg gaat die direct met het beheersen van ziekte te maken heeft, zoals het meten van bloedsuiker bij diabetes. Zelfmanagement is veel breder dan dat: adequaat zelfmanagement betekent ook dat patiënten om moeten gaan met de emotionele en sociale gevolgen van hun chronische ziekte en beslissingen moeten nemen over het veranderen van hun leefstijl. Dat laatste is vaak moeilijker dan het lijkt. Vaak kunnen mensen wel op korte termijn ongezonde gewoontes aanpassen, maar lukt het niet om deze aanpassingen op de langere termijn vol te houden. Een theorie die gedragsverandering verklaart is Self-Regulation Theory. Deze theorie maakt inzichtelijk welke barrières moeten worden overwonnen en hoe zorgverleners adequate ondersteuning kunnen bieden. Leerdoelen

• De student kent principes van zelfmanagement en zelfmonitoring. • De student kan onderscheid maken tussen verschillende fasen van gedragsverandering en kent

determinanten van gedragsverandering zoals beschreven worden in Self-Regulation Theory (gezondheidsbevorderaar).

Werkwijze De docent verzorgt een inleiding op het onderwerp. Daarna volgt een klinische illustratie over hoe patiënten actief kunnen worden betrokken bij hun eigen zorg via zelfmonitoring van kreatinine.

Klinische illustratie-8 Zelfmanagement in de praktijk Docenten Dr. P. van der Boog Mw. Dr. S. van Dijk

Achtergrond E-health technologie maakt het steeds eenvoudiger voor patiënten met een nierziekte om actief betrokken te zijn bij hun behandeling en om hun leefstijl te veranderen. Er zijn steeds meer mogelijkheden om zelf allerlei zaken te monitoren, zoals het thuis meten van bloeddruk, het bijhouden van beweging via apps en het monitoren van dieet via speciale websites. In deze klinische illustratie wordt zelfmonitoring na een niertransplantatie toegelicht. Een belangrijk risico na transplantatie is acute afstoting van de donornier. Aangezien het eerste jaar na transplantatie de kans op afstoting het grootst is, wordt de nierfunctie van transplantatiepatiënten daarom gedurende het eerste jaar intensief gemonitord om een eventuele afstoting in een zo vroeg mogelijk stadium op te kunnen sporen en te behandelen. Tot voor kort kon het kreatinine in het bloed, wat een maat is voor de nierfunctie is, alleen in het klinisch chemisch lab bepaald worden. Met de introductie van een kreatinine handmeter is het voor patiënten echter ook mogelijk geworden om thuis de kreatinine te bepalen. Het in gebruik nemen van een meter betekent echter niet direct dat de patiëntenzorg direct anders wordt. Zo is er bijvoorbeeld een disease management systeem nodig waarin mensen hun waarden kunnen invoeren en geautomatiseerde feedback ontvangen en moeten artsen zich comfortabel

Page 72: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

66

voelen om poliafspraken te vervangen door telefonische consulten waarin zij de meetwaarden bespreken die patiënten zelf gemeten hebben.

Leerdoelen De student maakt kennis met concrete toepassingen van zelfmonitoring en zelfmanagement volgens Self-Regulation Theory. De student leert randvoorwaarden voor de implementatie van zelfmonitoring in de klinische praktijk.

Werkwijze Paul van der Boog is nefroloog en IT-expert. Hij heeft de website ‘mijnnierinzicht.nl’ ontwikkeld waarin patiënten ondersteund worden met zelfmonitoren van allerlei parameters, zoals bloeddruk en dieet. In een nieuwe applicatie van de website worden patiënten stapsgewijs ondersteund in het verminderen van hun zoutinname op basis van de principes van Self-Regulation Theory. In deze klinische illustratie wordt de website geïllustreerd en wordt ingezoomd op de ontwikkeling van een disease management systeem voor het monitoren van kreatine na een niertransplantatie. Een patiënt vertelt over de persoonlijke ervaringen met het zelf monitoren van kreatinine en bloeddruk na een niertransplantatie.

SO-23 Zelfmanagement en respiratoire aandoeningen

Achtergrond Uit overzichtsstudies naar de effectiviteit van zelfmanagement programma's bij chronisch zieken komen een aantal elementen naar voren die essentieel lijken voor het verbeteren van de uitkomsten van dergelijke interventies. Welke elementen zijn belangrijk bij zelfmanagement interventies voor respiratoire aandoeningen? Welke taken hebben de patiënten? Wat houden de programma’s in?

Leerdoelen • De student kan aangeven welke elementen belangrijk zijn voor zelfmanagement van veelvoorkomende

respiratoire aandoeningen. • De student kan aangeven hoe zelfmanagement gestimuleerd kan worden.

Instructie en taken A. Ga via Pub-Med op zoek naar één studie over een interventie die gericht is op het verbeteren van

zelfmanagement bij volwassen astma patiënten, en één over hetzelfde bij COPD. Download de artikelen als PDF-bestand, print ze uit en neem ze mee naar WG-16 Respiratoire aandoeningen morgenmiddag. Er zal gevraagd worden de artikelen voor de andere studenten kort samen te vatten. Beantwoord de vragen op deel A van de werkbladen “zelfmanagement” (zie blokboek bijlagen voor astma en voor COPD).

B. Open de link op Blackboard (of die hieronder) en lees het artikel van Lorig & Holman ( Self-

management education: history, definition, outcomes, and mechanisms. Ann Behav Med 2003, 26, 1-7) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:12867348 . Beantwoord nu ook de vragen op deel B van de werkbladen “zelfmanagement”

3 SBU

Page 73: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

67

Resultaat Een ingevuld werkblad met daarin een overzicht van de inhoud en werkzaamheid van een zelfmanagement interventie bij astma en COPD. Een overzicht van de taken en vaardigheden die een rol spelen bij zelfmanagement in astma en COPD.

Nabespreking De nabespreking vindt plaats tijdens het eerste gedeelte van WG-16 Respiratoire aandoeningen.

WG-16 Respiratoire aandoeningen: Interventies Docent Mw. Dr. M. Scharloo Achtergrond In deze werkgroep wordt SO-23 nabesproken. Om een goede interventie te kunnen ontwerpen moet duidelijk zijn welk gedrag/ welke taken/ welke vaardigheden patiënten nodig hebben om hun situatie te verbeteren. Interventies moeten vervolgens zo worden opgezet dat deze onderdelen beïnvloed worden. Daarbij is essentieel dat de kans op gedragsverandering vergroot wordt. Uit diverse onderzoeken is namelijk gebleken dat alleen het informeren en adviseren van patiënten over leefstijlen en psychosociale factoren niet tot (voldoende) veranderingen leiden. Voor het daadwerkelijk veranderen van gedrag is meer nodig! “A government survey reveals that 43 percent of Americans with emphysema continue to smoke after they are diagnosed. The survey also found that 22 percent of people with asthma, 21 percent of stroke victims and 20 percent of people with cardiovascular problems say they continue to smoke”. Jessie Gruman. President and Executive Director Center for the Advancement of Health. GoodBehavior! DECEMBER 2005

Leerdoel • De student is in staat een effectieve zelfmanagement interventie te ontwerpen.

Werkwijze Deze werkgroep bestaat uit twee delen: 1. Bespreking SO-23. De studenten werken in groepen en stellen een lijst op met de zelfmanagement taken en

zelfmanagement vaardigheden voor patiënten met astma en patiënten met COPD. Vervolgens wordt de in SO-23 opgedane kennis gebruikt om een effectieve zelfmanagement interventie voor patiënten met COPD en astma te ontwerpen . Per groep worden de volgende vragen uitgewerkt:

- Op welke uitkomsten gaat de interventie zich richten? Wat gaat er verbeteren? - Uit welke onderdelen gaat de interventie bestaan? - In welke setting gaat de interventie uitgevoerd worden? (thuis/ziekenhuis/revalidatiecentrum?) - Welke “health professionals” gaan eraan deelnemen? - Hoe stellen we vast of de interventie effect heeft? Wat gaat er gemeten worden?

2. De groepen presenteren hun interventies aan de studenten van de andere groepen en verdedigen hun ontwerp.

Page 74: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

68

SO-24 Orientatie op onderwerp: ziektecognities

Achtergrond De theorie die aan het begrip “ziektecognities” ten grondslag ligt gaat ervan uit dat mensen een actief informatieverwerkingssysteem hebben dat hen ertoe aanzet ideeën over oorzaken, gevolgen, genezing e.d. van ziekte te produceren. Onderzoek heeft aangetoond dat ziektecognities het (gezondheids)gedrag van mensen sturen. Voor het veranderen van gedrag is inzicht in de ziektebeleving van de patiënt dus van groot belang. Wat zijn ziektecognities precies en hoe komen we deze cognities te weten?

Leerdoel • De student is in staat vragen te formuleren die inzicht verschaffen in het ziektemodel van de patiënt.

Instructie en taken Open de link op Blackboard (of de link hieronder) en lees het artikel “Why illness perceptions matter” van Petrie & Weinman uit: Clinical Medicine, 2006, 6: 536-539 http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:17228551 . Maak een lijst met vragen die een arts kan stellen om inzicht te krijgen in de verschillende componenten van het ziektemodel van een patiënt.

Resultaat Kennis over de rol die ziektecognities spelen in gedrag van patiënten. Voorbeelden van vragen die aan patiënten gesteld zouden kunnen worden om inzicht te krijgen in de ziektecognities van patiënten.

Nabespreking De vragen gaan gebruikt worden tijdens WG-17 Verkoudheid van vanochtend. Neem de opgestelde vragen dus mee naar de werkgroep!

WG-17 Verkoudheid: Culturele interpretaties van ziekte

Docenten Mw. Prof.dr. R. Reis Mw. Dr. A.Y. de Voogd Achtergrond Er is veel literatuur voorhanden mensen over hoe mensen in verschillende culturen ziekte interpreteren en classificeren en hoe ze daar hun behandeling op baseren en de effectiviteit van die behandeling evalueren. Vaak gaat het daarbij om niet-westerse culturen. Zo is er eigenlijk weinig bekend over hoe gewone Nederlanders over ziekte denken, vooral niet waar het gaat om eenvoudige ziekten. In deze illustratie gaan we op zoek naar hoe Nederlandse leken “kou vatten” begrijpen en wat de rol van cultuur daarin is. Daartoe zullen de studenten in het eerste uur erop uitgaan om onder niet-medici korte interviews te houden over hoe mensen over “kou vatten” praten, de oorzaken die zij benoemen, en hun ervaringen met behandelingen. In

2 SBU

Page 75: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

69

het tweede uur bouwen de studenten samen met de docent aan een overzicht van verklaringsmodellen voor “een simpele verkoudheid” bij Nederlanders.

Leerdoelen • De student kan vragen naar culturele interpretaties van ziekte • De student heeft inzicht in de complexiteit van verklaringsmodellen m.b.t. een eenvoudige aandoening.

Werkwijze - Studenten bereiden in groepjes van twee vragen voor, vinden een of twee niet medisch geschoolde personen bereid tot een kort interview over kou vatten en voeren met hen korte interviews uit. - Studenten houden notities bij van de gesprekken die zullen worden gebruikt in de nabespreking Product - In de nabespreking combineren de studenten met hulp van de docent de bevindingen tot een algemeen beeld van de manier waarop Nederlanders over ‘kou vatten’ denken.

SO-25 Model opstellen voor zelfmanagement interventie Achtergrond If a theory proposes that changing factor X will cause a change in outcome Y and an Intervention I is designed to test this prediction, then it is important to test not only the effects of the intervention on the outcome (I Y) but also to test whether the intervention affected the outcome because it changed the behavior and this in turn changed the hypothesized mediating factor (i.e., I G X Y). Vrij naar: Michie S, Rothman AJ, Sheeran P. Current issues and new directions in psychology and health: Advancing the science of behavior change. Psychol & Health 2007, 2: p. 250. Het opzetten van een interventiestudie kost voorbereiding en denk/opzoekwerk. Stapsgewijs begint het nadenken over een opzet als volgt: 1) de identificatie van het probleem (de “Y”)van de patiënt waar wat aan moet gebeuren (bv. klachten zoals vermoeidheid bij type II diabetes en misschien nog andere problemen op het gebied van kwaliteit van leven door de vermoeidheid?) . 2) het doornemen van de wetenschappelijke literatuur om vast te stellen wat de vermoeidheid kan veroorzaken (de “X”) (bv. te hoge bloedsuikerspiegel). Kan overigens natuurlijk ook een verstoord slaappatroon zijn. 3) het doornemen van de wetenschappelijke literatuur om vast te stellen welke (gedrags) verandering(en) nodig zijn om de bloedsuikerspiegel omlaag te krijgen ( de “G”) (bv. tabletten, gewichtsdaling en meer spierweefsel). 4) het ontwerpen van een interventie ( de “I”) die de kans op de gewenste gedragsverandering(en) optimaliseert (bv. een pillendoos met beeper, een 30-dagen dieetrecepten boekje en 2 x per week naar de sportschool). 5) het uitzoeken (ontwerpen) van meetinstrumenten die veranderingen in het gedrag, de bloedsuikerspiegel, en het probleem kunnen meten. Een eenvoudig model van deze studie zou er zo uitzien: I (de interventie: pillendoos met beeper, een 30-dagen dieetrecepten boekje en 2 x per week naar de sportschool) → G (compliance met tabletten, dieet en bewegen)→ X (verlagen bloedsuikerspiegel) →Y (minder vermoeidheid/ betere QoL). De “mediating

4 SBU

Page 76: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

70

factor” in dit model is de verlaging van de bloedsuikerspiegel. Kort gezegd: I (interventie) leidt via G (compliance met tabletten, dieet en bewegen) en X (verlaging bloedsuikerspiegel) tot Y (minder vermoeidheid/ betere QoL). Als de interventie niet leidt tot compliance met tabletten en dieet, maar wel de mate van bewegen verhoogt en de bloedsuikerspiegel zakt toch zou je kunnen concluderen dat niet de tabletten en het dieet, maar wel het bewegen belangrijk is (en kun je je patiënten de vieze pillen en karige maaltijden besparen ). Alleen als je zowel G als X (en uiteraard Y) meet kun je dit soort conclusies trekken. Leerdoelen • De student kan een I→ G→X→Y model opstellen van zijn / haar interventie studie (interventie voor het

versterken van zelfmanagement bij een patiënt met een chronische aandoening) • De student kan een wetenschappelijk correcte studieopzet maken en de referentielijst opstellen volgens

de richtlijnen van het International Committee of Medical Journal Editors Uniform Requirements for Manuscripts Submitted to Biomedical Journals.

Instructie en taken A. Kies een persoon uit in uw omgeving met een chronische aandoening bij wie u de interventie gaat

uitvoeren. Vul het formulier “Template voor SO-25: I_G_X_Y model” (te vinden op Blackboard onder course documents) in met de volgende gegevens: 1. het (meetbare!) probleem/ de (meetbare!) problemen van uw patiënt ( = de “Y”) 2. de (meetbare!) mediërende factor (= de “X”). 3. de (meetbare!) gedragsverandering(en) die tot verbetering van het probleem moet(en) leiden (= de

“G”) 4. de inhoud van de interventie (= de “I”) 5. de meetinstrumenten die u gaat gebruiken om Y, X, en G te meten 6. de referenties van de wetenschappelijke artikelen die u heeft gebruikt. Gebruik voor de correcte

notering van de referenties de bijlage (bijlage 10) uit het blokboek. Mail het formuliertje naar de docent ([email protected]). Het formulier met het model van uw onderzoek (het studiemodel) moet vandaag 25 september om uiterlijk 17.00u. worden ingestuurd.

Resultaat Een document met het studiemodel van uw interventie.

Nabespreking De nabespreking van de studiemodellen vindt plaats tijdens WG-18 Modellen.

WG-18 Modellen van gedragsverandering

Docent Mw. Dr. M. Scharloo

Achtergrond Zie SO-25 Leerdoelen

• De student kan feedback geven op de gepresenteerde studiemodellen • De student krijgt inzicht in het opstellen van een wetenschappelijk correcte studieopzet

Page 77: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

71

Werkwijze In deze werkgroep worden de bij SO-25 gemaakte studiemodellen plenair besproken. De docent presenteert een overzicht van de studiemodellen en de studenten dragen actief bij aan het verbeteren van elkaars studiemodellen.

WG-19 e-Health: Ondersteuning van zelfmanagement Docent Dr. J. Sont

Achtergrond eHealth wordt steeds vaker ingezet in de gezondheidszorg ter ondersteuning van het samen werken van patiënten met hun zorgverleners aan hun gezondheid. Een veel gebruikte definitie is: “eHealth is het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, en met name internet-technologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren.” eHealth wordt gezien als middel voor het mondig maken van patiënten (Europese Commissie, 2012). Een mondige patiënt is beter in staat tot zelfmanagement. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn gezondheid, zoekt alleen actief zorg indien nodig en voelt zich in staat te participeren in besluitvorming met zijn zorgverleners.

Bij eHealth ter ondersteuning van zelfmanagement valt te denken aan toepassingen die erop gericht zijn om de patiënt meer actief te betrekken bij het zorgproces. De patiënten bepalen samen met hun zorgverlener waarop ze zich willen richten, welke kwaliteit van leven haalbaar is, en wat dit betekent voor hun gezondheid, leefstijl en gedrag. Ze vertalen hun wensen in gezondheidsdoelen waarmee ze aan de slag gaan. Hoeveel ondersteuning ze daarbij krijgen hangt af van hun draagkracht en draaglast. Zelfmanagement is een interactief proces tussen drie partijen: iemand met een chronische aandoening, zijn behandelaar(s) en de mensen uit de omgeving die ondersteuning kunnen bieden. Het is bovendien een proces dat zich steeds herhaalt. Dit gebeurt volgens de cyclus van plannen – doen – controleren – aanpassen (PDCA-kwaliteitscirkel volgens Deming). De afspraken over wie wat doet, kunnen worden vastgelegd in een individueel zorgplan (IZP) dat in een eHealth applicatie kan worden vormgegeven. Hierbij valt verder te denken aan het verstrekken van goede gezondheidsinformatie, het inzage bieden in het dossier, de mogelijkheid om zelf gezondheidsgegevens te meten en/of bij te houden, de mogelijkheid om makkelijker informatie te verstrekken aan zorgverleners, met als ultieme doel de ondersteuning van patiënten zodat zij ondanks ziekte of beperking maatschappelijk optimaal kunnen functioneren en een zo goed mogelijke kwaliteit van leven bereiken of behouden.

Leerdoelen • De student kan de rol en plaats van eHealth ter ondersteuning van zelfmanagement benoemen • De student kan aangeven wat de betekenis is van eHealth voor zelfmanagement in het zorgproces.

Werkwijze Deze werkgroep bestaat uit 4 delen. Het eerste uur van deze werkgroep zal bestaan uit een introductie op het onderwerp door de docent. In het tweede uur zullen de eHealth applicaties MijnNierInzicht en PatientCoach worden gedemonstreerd. In het derde uur (na SO-26) zal de literatuur van zelfstudie opdracht SO-26 worden nabesproken. Het resterende gedeelte van de werkgroep zal worden besteed aan het voorbespreken van SO- 27: Ontwerp E-health zelfmanagement interventie

Page 78: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

72

SO-26 E-health ter ondersteuning van zelfmanagement

Achtergrond Zelfde als bij WG-19 Leerdoelen • De student kan verschillende aspecten van eHealth ter ondersteuning van zelfmanagement benoemen • De student kan de mogelijke effecten van eHealth ter ondersteuning van zelfmanagement

beargumenteren • De student kan kritisch reflecteren op de voor- en nadelen van eHealth ter ondersteuning van

zelfmanagement • De student kan aangeven op welke wijze onderzoek wordt uitgevoerd op het terrein van eHealth ter

ondersteuning van zelfmanagement. Instructie en taken Literatuur over de achtergrond en de effectiviteit van eHealth ter ondersteuning van zelfmanagement

• Johansen MA, Henriksen E. The Evolution of Personal Health Records and their Role for Self-Management: A Literature Review. Stud Health Technol Inform. 2014;205:458-62. http://ebooks.iospress.nl/publication/37528

• McManus RJ et al. Effect of self-monitoring and medication self-titration on systolic blood pressure in hypertensive patients at high risk of cardiovascular disease: the TASMIN-SR randomized clinical trial. JAMA. 2014 Aug 27;312(8):799-808. + editorial http://jama.jamanetwork.com/article.aspx?articleid=1899205 http://jama.jamanetwork.com/article.aspx?articleid=1899182

• van der Meer V, Bakker MJ, van den Hout WB, Rabe KF, Sterk PJ, Kievit J, Assendelft WJ, Sont JK; SMASHING Study Group. Internet-based self-management plus education compared with usual care in asthma: a randomized trial. Ann Intern Med. 2009 Jul 21;151(2):110-20. http://annals.org/article.aspx?articleid=744598

• Goldstein RS, O'Hoski S. Telemedicine in COPD: time to pause. Chest. 2014 May;145(5):945-9. http://journal.publications.chestnet.org/article.aspx?articleid=1865309

• van Vugt M, de Wit M, Cleijne WH, Snoek FJ. Use of behavioral change techniques in web-based self-management programs for type 2 diabetes patients: systematic review. J Med Internet Res. 2013 Dec 13;15(12):e279. http://www.jmir.org/2013/12/e279/

• Coördinatie platform Zorgstandaarden voor chronische ziekten. Raamwerk Individueel Zorgplan. Maart 2012. http://www.zorgstandaarden.nl/fileadmin/www.zorgstandaardindepraktijk.nl/Raamwerk_Individueel_Zorgplan.pdf

4 SBU

Page 79: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

73

SO-27 Ontwerp E-health zelfmanagement interventie

Achtergrond De doelstelling van dit onderdeel is om een interventie te ontwerpen zodat de patiënt (met een chronische aandoening en/of beperkingen) samen met zorgverleners kan werken aan een zo goed mogelijke kwaliteit van leven, een zelfstandig en actief leven, zo lang mogelijk in hun eigen omgeving. Hierbij kunnen we de volgende aspecten onderscheiden (PDCA-cyclus): - het signaleren en analyseren van problemen in de integrale gezondheidstoestand, m.a.w. het zorg- en

zelfmanagementprofiel van de patiënt - het opstellen zelfmanagement ondersteuning als onderdeel van een individueel zorgplan, passend bij de

doelen en competenties van de patiënt - het ondersteunen van behandelonderdelen vanuit patiënten perspectief - het monitoren van de voortgang en feedback voor de patiënt en zorgverleners - het kunnen overleggen en bijstellen van zorgplan en doelen

Instructie en taken De studenten dienen zelf aan de slag te gaan om voor de patiënt die zij in de komende weken zullen begeleiden een eHealth interventie ter ondersteuning van zelfmanagement te ontwerpen die is gebaseerd op de modellen voor een zelfmanagement interventie uit SO-25 en WG-18.

WG-20 Presentatie zelfmanagementinterventies Docent Dr. J. Sont Presentatie eHealth zelfmanagement interventies De eHealth/zelfmanagement interventies zullen centraal worden gepresenteerd en bediscussieerd, waarna zonodig bijstelling kan plaatsvinden. Leerdoelen

• De student kan feedback geven op gepresenteerde eHealth zelfmanagement interventies • De student krijgt inzicht in het ontwerpen van een eHealth zelfmanagement interventie

WG-21 PatientCoach Docenten Dr. J. Sont Mw. drs. J.B. Snoeck-Stroband Achtergrond PatientCoach is een generiek platform voor ondersteuning van zelfmanagement (www.PatientCoach.nl). PatientCoach faciliteert de interactie tussen patiënten en zorgverleners en heeft modules voor

2 SBU

Page 80: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

74

(thuis)monitoren van gezondheidsklachten en het volgen van leefstijl- of andere streefdoelen. Daarnaast bestaan modules voor feedback en informatie op maat.

Werkwijze In het eerste deel van deze werkgroep zal worden ingegaan hoe in PatientCoach interventies ter ondersteuning van zelfmanagement kunnen worden vormgegeven. De studenten krijgen hiertoe een eigen PatientCoach account (N.B. studenten hebben DigID nodig om in te loggen in PatientCoach, aanmelden www.digid.nl). In het tweede deel richten de studenten zich in duo’s op het inrichten/samenstellen van account voor zelfmanagement in de webapplicatie PatientCoach. De studenten kunnen in een eigen PatientCoach account de eHealth/zelfmanagement interventie inrichten en samenstellen voor de patiënt die zij in de komende week/weken zullen begeleiden.

SO-28 Motiverende Gespreksvoering (zie Blackboard)

Dit onderdeel wordt nog apart op blackboard geplaatst.

WG-22 Motiverende Gespreksvoering (zie Blackboard) Dit onderdeel wordt nog apart op blackboard geplaatst.

SO-29 HvZ Achtergrond Door de snelle stijging van het aantal individuen met chronische ziekten zal de focus van ons zorgstelsel van curatie naar preventie verschuiven, o.a. door het opsporen van mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (HVZ), Diabetes Mellitus type II (DM II) en nierziekten. Met name niet-Westerse immigranten hebben een (zeer) verhoogd risico op deze chronische ziekten. Helaas worden deze groepen echter nauwelijks bereikt door de huidige screening in de huisartspraktijk. Effectieve vervolginterventies zijn noodzakelijk om volledig van de health check informatie te profiteren door een ongezonde leefstijl aan te passen. Community Health Workers (CHW’s) die ervaring hebben met Motiverende Gesprekstechnieken kunnen mogelijk het starten en volhouden van gezond gedrag, therapie-trouw en zelf-controle vergroten bij niet-Westerse patiënten. In Nederland bestaat de rol van de CHW nog niet. Uit de literatuur lijkt een veelbelovende aanpak er één te zijn waarbij CHW’s individuen met een verhoogd risico helpen hun omgeving te herstructureren en helpen bij het stellen en naleven van haalbare gezondheidsdoelen. Leerdoelen

• De student heeft kennis van de rol van een zogenoemde ‘Community Health Worker’ in het begeleiden van patiënten die hun leefstijl aanpassen.

• De student heeft inzicht in aspecten die een rol spelen bij het hebben van een verhoogd risico op cardiometabole aandoeningen en het starten en volhouden van gezond gedrag.

1 SBU

1 SBU

Page 81: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

75

Instructie 1. Lees artikel over de rol van een zogenoemde ‘Community Health Worker’ in het begeleiden van

patiënten met een verhoogd risico op cardiometabole aandoeningen die hun leefstijl moeten aanpassen: Balcazar 2011: Salud para su corazon (health for your heart) Community Health Worker model. Community and clinical approached for addressing cardiovascular disease risk reduction in Hispanics/Latinos. http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:21914992 2. Tijdens de werkgroep zal een patiënt te gast zijn. Bereid twee vragen voor deze patiënt voor. De patiënt

heeft een verhoogd risico op cardiometabole aandoeningen en doet mee aan een zelfmanagement leefstijl interventie o.b.v. een Community Health Worker (CHW) om gezond gedrag te starten en vol te houden.

Product Het antwoord op de vragen in de instructie. Nabespreking In Wetenschappelijke Illustratie-5 zal worden voortgebouwd op de bestudeerde literatuur en een patiënt te gast zijn.

Wetenschappelijke illustratie 5: zelfmanagement hart- en

vaatziekten bij allochtone groepen Docent Mw. Drs. J. Ben Meftah Achtergrond Door de snelle stijging van het aantal individuen met chronische ziekten zal de focus van ons zorgstelsel van curatie naar preventie verschuiven, o.a. door het opsporen van mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (HVZ), Diabetes Mellitus type II (DM II) en nierziekten. Met name niet-Westerse immigranten hebben een (zeer) verhoogd risico op deze chronische ziekten. Helaas worden deze groepen echter nauwelijks bereikt door de huidige screening in de huisartspraktijk. Effectieve vervolginterventies zijn noodzakelijk om volledig van de health check informatie te profiteren door een ongezonde leefstijl aan te passen. Community Health Workers (CHW’s) die ervaring hebben met Motiverende Gesprekstechnieken kunnen mogelijk het starten en volhouden van gezond gedrag, therapie-trouw en zelf-controle vergroten bij niet-Westerse patiënten. In Nederland bestaat de rol van de CHW nog niet. Uit de literatuur lijkt een veelbelovende aanpak er één te zijn waarbij CHW’s individuen met een verhoogd risico helpen hun omgeving te herstructureren en helpen bij het stellen en naleven van haalbare gezondheidsdoelen. Leerdoelen • De student toont inlevingsvermogen in de situatie van een patiënt met een verhoogd risico op

cardiometabole aandoeningen door tenminste twee relevante en passende vragen te kunnen stellen. • De student kan het doel en de opzet van het onderzoek COACH’D toelichten. • De student kan een PICO zoekstrategie formuleren.

Page 82: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

76

Werkwijze De docent zal eerst de SPSS studieopdracht (SO-18) bespreken. De juiste syntax wordt beschikbaar gesteld en er is ruimte voor vragen. Dan zal een patiënt met een verhoogd risico op cardiometabole aandoeningen te gast zijn. De patiënt vertelt wat over diens achtergrond zichzelf waarna tijd is voor (voorbereide) vragen. Dan zal aan de hand van een Community Health Worker achtergrondinformatie over zelfmanagement leefstijlinterventies worden besproken en de studie COACH’D worden geïntroduceerd. De studenten zullen dan in een PICO zoekstrategie formuleren voor een (beknopte!) systematische review over CHW interventies.

SO-30 Psychologische belemmeringen bij zelfmanagement

Achtergrond Bij een ziekte als diabetes is het overduidelijk dat slechts een heel klein gedeelte van de benodigde ‘zorg’ (<2%) plaatsvindt in het ziekenhuis of bij de huisarts. Een zorgprofessional (internist, verpleegkundige, huisarts) geeft advies, tips en steun, maar de dagelijkse zorg voor het goed managen van iemand’s diabetes komt op het bordje van een patient zelf. Die dagelijkse diabetes zelfzorg (bloedglucosen controleren, insuline spuiten, medicatie slikken, gezond eten, bewegen e.d.) ervaren veel patienten als ‘normaal’. Toch weten we uit onderzoek dat je flink wat kennis en vaardigheden in huis moet hebben om die diabetes zelfzorg optimaal uit te voeren. Wanneer het iemand is gelukt om de dagelijkse diabetes zelfzorg goed en duurzaam in te passen in het leven, heeft hij/zij ongemerkt al veel ‘management’ kwaliteiten laten zien. Zo is het goed kunnen uitvoeren van alle belangrijke handelingen (controleren, meten, gezond eten, bewegen e.d.) al best een klus. Maar al deze zelfzorg kunnen uitvoeren IN COMBINATIE met de drukte van het dagelijkse leven: dàt is een kunst! Uitgerekend tijdens die belangrijke vergadering je bloedglucose moeten controleren, of net als je op de sportschool staat een hypo moeten managen, of steeds maar weerstand moeten bieden aan al die lekkere snacks op feestjes omdat je op je gewicht moet letten.

Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat zelfmanagement betekent dat je doet wat nodig is voor je diabetes terwijl je een ‘gewoon’ en prettig leven probeert te leiden. En hoe eenvoudig dat misschien ook mag klinken, dat is het niet! Zoals gezegd moet je flink wat kennis en vaardigheden in huis hebben om ‘gewoon en prettig’ te leven en te doen wat nodig is voor je diabetes. Niet alleen moet je het nodige weten over bijv. glucosen, koolhydraten, insuline, hypo’s, hyper’s en beweging, ook moet je goed kunnen plannen, vooruit kijken, reageren en communiceren. En dat alles ongeacht je stemming of humeur; dus op goede èn op minder goede dagen. Geen wonder dus dat sommige mensen met diabetes worstelen met zelfmanagement. Het lukt ze niet om te doen wat nodig is voor hun diabetes EN prettig te leven. Vaak uiten deze worstelingen zich in OF een minder goede gezondheid dan wenselijk OF een lagere ervaren kwaliteit van leven. In dit blok wordt kennis gemaakt met de uitdagingen en valkuilen die bestaan t.a.v. het optimaal ondersteunen van zelfmanagement van chronische ziekten. Specifieke aandacht wordt besteed aan zelfmanagement van diabetes (type 1). Welke rol kunnen zorgprofessionals spelen in het ondersteunen van zelfmanagement van diabetes? Wat zijn de do’s en don’ts? En waar moeten ze specifiek op letten?

Leerdoel • De student heeft inzicht in mogelijke psychosociale barrierès die bestaan tav. zelf-management en/of

de behandeling van diabetes.

1,5 SBU

Page 83: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

77

Instructie en taken Lees het review artikel ‘Barriers to self-management of diabetes’ van Ahola en Groop (2012) op: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/dme.12105/pdf en het artikel ‘Psychological screening in adolescents with type 1 diabetes predicts outcomes one year later’ van Hilliard et.al. (2011) op: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3192912/

1. Welke psychosociale barrières zou jij als arts graag (laten) screenen wanneer je op je poli geconfronteerd wordt met een jonge vrouw (20 jr.) met type 1 diabetes, een sterk verhoogd HbA1c (92 mmol/mol) en beginnende retinopathie, die niet altijd haar insuline spuit?

2. a) Hoe zou je deze screening (laten) doen? Zou je bijv. standaard bij alle patienten screenen op een x-aantal factoren (en welke dan?), of alleen bij bepaalde aanwijzingen (zoja, welke dan?) b) Welke disciplines zou je bij deze screening betrekken? (arts, diabetesverpleegkundige, dietist, medisch psycholoog, maatschappelijk werk, psychiater en/of anderen?)

Schrijf het antwoord op deze vragen op en neem ze mee naar de werkgroep. Nabespreking De nabespreking vindt plaats tijdens WG 23 Psychologische belemmeringen bij zelfmanagement (vanmiddag).

WG-23 Psychologische belemmeringen bij zelfmanagement

Docent Mw. Dr. S. D. Huisman

Achtergrond In deze werkgroep wordt gekeken naar de rol van psychosociale barrières bij zelfmanagement van diabetes (en andere chronische aandoeningen). Veel voorkomende psychosociale barrières bij (diabetes) zelfmanagement worden besproken. Mogelijkheden tot herkennen, screenen en behandelen van deze psychosociale barrierès worden besproken nav SO 30.

Leerdoelen • De student heeft kennis over mogelijkheden tot screening/herkennen van deze psychosociale

barrières • De student heeft kennis over mogelijke (multidisciplinaire) interventies tav deze psycho-sociale

barrières

Werkwijze Deze werkgroep bestaat uit drie delen. 1. Introductie psychologische belemmeringen, negatieve invloeden en psychopathologie bij

zelfmanagement 2. Interventies bij negatieve invloeden, belemmeringen en psychopathologie bij zelfmanagement 3. Zelfmanagement bij Diabetes Mellitus (Klinische Illustratie): casus van een jonge patiënte met een

gecompliceerde type 1 diabetes.

Page 84: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

78

Klinische illustratie 9: zelfmanagement bij Diabetes Mellitus

Docenten Dr. M.A. Schroijen (Endocrinoloog) Dr. S.D. Huisman (Medisch psycholoog)

Achtergrond In deze Klinische Illustratie zal een casus worden ingebracht van een jonge patiente met een gecompliceerde type 1 diabetes. De arts en medisch psycholoog schetsen de uitgangspunten en multidisciplinaire behandeling van een dergelijke casus. Welke rol is hierbij weggelegd voor de behandelend arts? Welke rol bestaat er voor de andere disciplines in het team? En hoe werken zij zo optimaal mogelijk samen om een dergelijke patiente zo goed mogelijk te begeleiden? Leerdoel • De student heeft inzicht in de multidisciplinaire benadering tav psychosociale barrières bij diabetes

zelfmanagement Werkwijze Interactieve bespreking van een casus.

SO-31 Gedragsverandering: het 5A’s-Model

Achtergrond Gebaseerd op de gunstige effecten van (sommige) interventies in de huisartsenpraktijk gericht op het beïnvloeden van lichamelijke activiteit, eetgewoonten/overgewicht, roken, en alcoholgebruik en ervan uitgaande dat (huis)artsen een belangrijke rol zouden kunnen spelen bij primaire, maar vooral ook bij secundaire preventie, adviseert de United States Preventive Services Task Force Counseling and Behavioral Interventions Work Group het gebruik van het 5A’s model.

Leerdoelen • De student kan preciseren welke elementen in een consult belangrijk zijn om een patiënt tot beter

zelfmanagement te laten komen. • De student kan een patiënt uitnodigen/ motiveren om aan een zelfmanagement interventie deel te nemen. • De student kan aangeven wat de onderdelen van het 5A’s model zijn en wat ze inhouden.

Instructie en taken A. Open de link op Blackboard (of klik op de link hieronder) en lees het artikel: “Patient self-

management of chronic disease in primary care” van Bodenheimer, Lorig, Holman, & Grumbach (JAMA 2002, 288: 2469-75) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:12435261

Beantwoord de volgende vragen (op papier):

4 SBU

Page 85: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

79

1. Waarom is de vraag “wat is uw belangrijkste probleem?” belangrijk in een consult? 2. Welke 3 taken hebben mensen met chronische aandoeningen? 3. Hoe meet u “self-efficacy”? 4. Wat is een “action plan”? 5. Wat is de belangrijkste boodschap van het artikel? B. Open de link op Blackboard (of klik op de link hieronder) en lees het artikel “Multiple Behavioral

Risk Factor Interventions in Primary Care: summary of research evidence” van Goldstein, Whitlock, DePue, & the Planning Committee of the Adressing Multiple Behavioral Risk Factors in Primary Care Project (Am J Prev Med 2004, 27: S61-S79) http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:15275675

Beantwoord de volgende vragen (op papier): 1. Welke elementen uit meer-bewegen-programma’s zijn effectief? 2. Welke elementen uit gezonder-eten-programma’s zijn effectief? 3. Welke elementen uit programma’s gericht op gewichtsvermindering zijn effectief? 4. Welke elementen uit stop/minder-roken-programma’s zijn effectief? 5. Welke elementen uit stop/minder-alcohol-programma’s zijn effectief? 6. Welke elementen uit programma’s gericht op het behandelen van meerdere risicofactoren tegelijk zijn effectief? 7. Wat houdt het 5A’s model in? C. Schrijf op 1 A’4 tje een motiverend verhaal waarmee u een patiënt uitnodigt/overhaalt om aan een zelfmanagement interventie deel te nemen. Gebruik daarbij argumenten uit de artikelen en leg uit waarin de interventie afwijkt van de gebruikelijke zorg. Neem het A’4 tje mee naar WG-24 Het 5 A’s model. C. Open de link op Blackboard (of open de onderstaande link) en bestudeer “Helping Patients Manage

Their Chronic Conditions” van Bodenheimer, MacGregor, & Sharifi http://www.chcf.org/topics/chronicdisease/index.cfm?itemID=111768

Beantwoord de volgende vraag op papier: 1. Wat houden de “five strategies for clinical practice” in? E. Zorg ervoor dat u alles paraat heeft (het risicoprofiel van uw medestudent: zie WG-14 Meten, het A’4 tje met de uitnodiging: zie bovenstaande opdracht (C), hulpmiddelen, kennis, vragen e.d.) om tijdens WG-24 het 5 A’s model een interventieoefening te kunnen uitvoeren bij een medestudent. De interventie bij uw medestudent zal eruit bestaan dat u in tweetallen probeert het (m.b.v. de bij WG-14 Meten afgenomen vragenlijst = de bij SO-21 gemaakte lijst) geïdentificeerde gezondheidsgedrag te veranderen bij elkaar, gebruikmakend van de stappen van het 5 A’s model.

Resultaat Een bruikbare tekst voor het uitnodigen van patiënten om aan een zelfmanagement interventie deel te nemen en een opzet voor het uitvoeren van een interventie met behulp van de 5 stappen uit het 5A’s model.

Nabespreking De nabespreking/ het toetsen van uw resultaat vindt plaats tijdens WG-24 Het 5 A’s model.

Page 86: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

80

WG-24 Het 5 A’s model toepassen bij

gedragsverandering Docent Mw. Dr. M. Scharloo

Achtergrond In deze werkgroep wordt SO-31 nabesproken.

Leerdoelen De student kan de stappen van het 5A’s model toepassen bij het veranderen van gezondheidsgedrag van een medestudent.

Werkwijze Deze werkgroep bestaat uit drie delen.

1. Ter ondersteuning van het praktisch oefenen met het toepassen van de “five strategies for clinical practice” wordt een video getoond: “Better chronic disease care: Coaching patients for successful self-management” (Californian Health Care Foundation)

2. Het toetsen of de geschreven uitnodiging (tekst voor het uitnodigen van patiënten om aan een zelfmanagement interventie deel te nemen – SO-31, onderdeel C) “werkt”. De studenten vormen wederom tweetallen (dezelfde als bij WG-14 Meten). Beurtelings beoordelen de studenten elkaars uitnodiging om aan een zelfmanagement interventie deel te nemen. Beoordelingscriteria zijn: - is het daadwerkelijk een aantrekkelijke uitnodiging? - worden argumenten onderbouwd door wetenschappelijke resultaten? - is het de beoordelaar duidelijk wat er precies van hem/haar verlangd wordt (concreet!) en

waarom? - is de uitnodiging “jargon”-loos? De resultaten worden plenair nabesproken.

3. In dezelfde tweetallen proberen de studenten het (m.b.v. de bij WG-14 Meten afgenomen vragenlijst) geïdentificeerde gezondheidsgedrag te veranderen bij elkaar, zij volgen daarbij de stappen van het 5A’s model en gebruiken de “five strategies for clinical practice”. De resultaten worden plenair nabesproken.

SO-32 Zelfmanagement interventiestudie opzet maken

Achtergrond Na het maken van de SO’s en volgen van de werkgroepen van de afgelopen weken bent u voldoende geïnformeerd en in staat om een opzet te maken voor het uitvoeren van een interventie om zelfmanagement te versterken bij een patiënt met een chronische aandoening.

5 SBU

Page 87: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

81

De interventiestudie dient in week 6 en 7 uitgevoerd te worden en de opzet en de resultaten van uw studie vormen het inhoudelijke materiaal dat u gaat gebruiken om uw eindverslag (een artikel) te schrijven.

Leerdoel • De student is in staat de structuur van het 5A’s model te volgen bij het maken van een uitgebreide

opzet voor een zelfmanagement interventie.

Instructie en taken Kies een persoon uit in uw omgeving met chronische aandoening X bij wie u de interventie gaat uitvoeren. Maak gebruik van uw tekst voor het uitnodigen van patiënten om aan een zelfmanagement interventie deel te nemen (SO-31, onderdeel C). Plan een afspraak met die persoon voor het uitvoeren van de interventie (weekend 4-5 oktober of maandag 6 oktober) en een afspraak voor de follow-up en nameting (weekend 11-12 oktober of maandag 13 oktober, of dinsdag 14 oktober – kijk in het rooster!). Volg de 5 A’s voor het plannen van de interventie:

A. Assess Als het goed is heeft u bij SO-22 en SO-24 al het nodige voorwerk gedaan voor dit punt: het vragen naar/ meten van leefstijlfactoren en psychosociale factoren die van invloed zijn op de gezondheid van uw patiënt. Pas uw eerste opzet daar waar nodig aan en inventariseer wat de ideeën (‘beliefs’), motivaties, en voorkeuren van patiënten zijn m.b.t. ziekte, behandeling, en leefstijlfactoren 1. Zoek literatuur die inzicht geeft in welke leefstijlfactoren en psychosociale factoren van invloed zijn

op aandoening X. Raadpleeg hiervoor ook de standaarden van het Nederlands Huisartsen Genootschap (http://www.nhg.org/richtlijnen-praktijk).

2. Zoek of maak voor deze leefstijlfactoren en psychosociale factoren een vragenlijst. In het algemeen meten ziektespecifieke vragenlijsten veranderingen beter, dus zoek vooral ook naar zo’n vragenlijst. Kijk voor meer specifieke op chronische ziekten gerichte vragenlijsten ook op: http://patienteducation.stanford.edu/research/

3. Zet de (open!) vragen op papier waarmee de ideeën (‘beliefs’), motivatie, en voorkeuren van de patiënt m.b.t. ziekte, behandeling, en leefstijlfactoren geïnventariseerd kunnen worden.

4. Zijn er uitkomsten waarvan u verwacht/ hoopt/ vindt dat deze zouden moeten veranderen? Hoe/ waarmee gaat u die meten? (vooraf en bij de nameting). Denk hierbij niet alleen aan het directe gedrag dat u wilt veranderen (hoe gaat u laten bijhouden of uw patiënt zich houdt aan de afgesproken gedragsveranderingen?), maar ook aan het meten van (lichamelijke, QoL, psychosociale) veranderingen die het gevolg zouden kunnen zijn (dit moet wel onderbouwd kunnen worden met wetenschappelijke literatuur!) van de gedragsverandering (bv. niet meer roken – meer uithoudingsvermogen; vaker controleren bloedsuikers – minder hypo’s).

Let er bij de formulering van de vragen op dat uw interventieperiode slechts (maximaal) 1 week beslaat! (bij de hermeting vragen naar de afgelopen maand is dus NIET zinvol)

B. Advise Geef adviezen die aansluiten bij de persoonlijke beleving van de patiënt. Geef informatie over hoe het gedrag van de betreffende patiënt zijn/haar gezondheid beïnvloedt. Benadruk dat gedragsveranderingen een belangrijk onderdeel van de behandeling vormen. Betrek in het advies de symptomen, ‘beliefs’, zorgen en voorkeuren die de patiënt heeft aangegeven. Bereidt u voor op het geven van duidelijke, specifieke, en op de betreffende patiënt toegesneden adviezen. 1. Zorg voor beeldmateriaal over aandoening X.

Page 88: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

82

2. Zorg ervoor dat u informatie paraat hebt over hoe het gedrag van de patiënt zijn/haar gezondheid beïnvloedt.

Raadpleeg bv. deze sites: http://www.guideline.gov/resources/patient-education.aspx http://www.ahrq.gov/consumer/ http://www.thuisarts.nl/

C. Agree Kom met de patiënt tot overeenstemming over de gewenste en noodzakelijke gedragsveranderingen en methoden om die doelen te bereiken (‘shared decision making’). Baseer de gekozen doelen en methoden op de interesse en bereidheid van de patiënt om het gedrag te veranderen. Open nogmaals de link op Blackboard en lees pagina 8-13: “Collaborative Decision Making: Assessing Readiness to Change” uit: Bodenheimer T, MacGregor K, Sharifi C. Helping patients manage their chronic conditions. Oakland: California Health Care Foundation, 2005. Verdiep u in de “tricks” die de kansen verhogen dat u de patiënt kunt overhalen en motiveren!

D. Assist Help de patiënt bij het ontwikkelen van een specifiek plan voor de gewenste gedragsverandering. Identificeer en bespreek mogelijke barrières in de uitvoering van het plan, en hoe die barrières kunnen worden aangepakt. Inventariseer en versterk (of organiseer versterking van) de vaardigheden, het zelfvertrouwen, en de sociale hulpbronnen van de patiënt welke nodig zijn om het gewenste gedrag aan te leren en vol te houden. Open de link op Blackboard en lees nogmaals pagina 13-15 : “Collaborative Decision Making: Goal Setting” uit: Bodenheimer T, MacGregor K, Sharifi C. Helping patients manage their chronic conditions. Oakland: California Health Care Foundation, 2005. Bereidt u voor op het geven van informatie over welke zelfhulpgroepen er eventueel voor de patiënt in de regio voorhanden zijn en hoe die te bereiken zijn/ wat ze doen. Denk ook terug aan de werkgroepen over E-health ondersteuning. Voorbeelden actieplannen: http://decisionaid.ohri.ca/opdg_video.html http://decisionaid.ohri.ca/index.html http://www.ucdmc.ucdavis.edu/chronicdisease/asthmaeducation/asthma_action_plan.pdf http://www.ucdmc.ucdavis.edu/livinghealthy/asthmaeducation/whatisasthma.html http://www.ucdmc.ucdavis.edu/livinghealthy/asthmaeducation/asthma_action_plan.pdf http://www.internationalcopd.org/documents/English/COPD_Action_Plan.pdf

E. Arrange Maak een specifiek plan voor een follow-up contact en kijk tijdens dat follow-up contact of er aanpassingen nodig zijn in het actieplan en/of de patiënt moet worden doorverwezen. Bereid de vragen voor die u zou willen stellen/ vragenlijst die u zou willen gebruiken/ waarheen kunt u de patiënt doorverwijzen?

Resultaat Een document met de opzet van de interventiestudie met daarin:

Page 89: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

83

- planning: wie, wanneer interventie, wanneer follow-up? - welke uitkomstmaten? Hoe te meten? - vragenlijst leefstijlfactoren en psychosociale factoren - lijst met open vragen waarmee de ideeën (‘beliefs’), motivatie, en voorkeuren van de patiënt m.b.t.

ziekte, behandeling, en leefstijlfactoren geïnventariseerd kunnen worden - beeldmateriaal over aandoening X - informatie over hoe het gedrag van de patiënt zijn/haar gezondheid beïnvloedt - websites/ folders over eventuele zelfhulp- of patiëntengroepen/ activiteiten/ e-health ondersteuning.

Nabespreking De opzet van het onderzoek (de ontwerp-interventie) moet donderdagmiddag 2 oktober om uiterlijk 18.00u. per e-mail worden ingeleverd bij de docent ([email protected]). De docent beoordeelt de ontwerpen en zal in het weekend via e-mail reageren met reacties/ voorstellen voor wijzigingen/ aanvullingen. N.B.: de interventie pas uitvoeren NA (het verwerken van) deze reactie!

SO-33 Zelfmanagement interventie uitvoeren

Achtergrond U heeft de opzet voor de interventie en het materiaal dat u daarbij gaat gebruiken gereed. U heeft twee afspraken gemaakt met een persoon uit uw omgeving met chronische aandoening X bij wie u de interventie gaat uitvoeren. U bent klaar om de interventie daadwerkelijk uit te gaan voeren.

Leerdoelen • De student is in staat de structuur van het 5A’s model te volgen bij het uitvoeren van een

zelfmanagement interventie. • De student is in staat een baseline meting te verrichten van relevante uitkomstma(a)t(en).

Instructie en taken A. Om te kunnen beoordelen of uw interventie effect heeft legt u voorafgaand aan de interventie uw

vragen/vragenlijst/andere metingen voor, die u bij uw follow-up meting wederom gaat voorleggen om te kijken of er iets veranderd is.

B U neemt uw vragenlijst over leefstijlfactoren en psychosociale factoren af bij de patiënt. C. U begint uw interventie met het stellen van de (open) vragen waarmee de ideeën (‘beliefs’),

motivatie, en voorkeuren van de patiënt m.b.t. ziekte, behandeling, en leefstijlfactoren geïnventariseerd worden en stuurt het gesprek volgens het gemaakte interventieplan.

D. U stelt samen met de patiënt een actieplan op schrift. Om de uitwerking van het gesprek en het maken van het verslag te vergemakkelijken kunt u gebruik maken van opnameapparatuur (voicerecorder o.i.d.). Daarvoor vraagt u eerst toestemming aan de patiënt! D. U werkt het gesprek uit . E. U gaat beginnen met het schrijfwerk voor uw verslag. Allereerst de inleiding:

15 SBU

Page 90: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

84

Onderdelen van het onderzoeksverslag en hun functies

Inleiding Geeft het kader aan

Hier legt u uit wat uw onderzoeksdoel is, waarom uw onderzoek belangrijk is en hoe het zich verhoudt tot eerder onderzoek op het betreffende vakgebied.

Gewoonlijk zijn dit de stappen die men daarbij zet:

1. het onderwerp aankondigen 2. samenvatten wat er al bekend is uit eerdere studies; de ‘stand van het onderzoek’ aangeven 3. eigen onderzoek presenteren als (onmisbare) aanvulling, door het ‘gat’ in de kennis aan te geven 4. het eigenlijke onderzoek inleiden door vraag- en doelstelling te presenteren

de Inleiding voert de lezer van ‘buiten’ naar ‘binnen’ in een specifiek onderdeel van het vakgebied en presenteert hem dan met een tot nu toe onbeantwoorde vraag

De eerste versie van uw inleiding levert u op vrijdag 10 oktober 2014 om uiterlijk 17.00u. in per e-mail bij de docent ([email protected]). Deze tekst voorziet u van literatuurverwijzingen. Vermeld in de tekst alleen de nummers en nummer de referenties in de referentielijst in de volgorde waarin ze het eerst in de tekst gebruikt worden . Vermeld de literatuur in de referentielijst op de correcte manier (zie blokboek Bijlage 10)

Resultaat Een baseline meting van een relevante uitkomstmaat. Een ingevulde vragenlijst over leefstijlfactoren en psychosociale factoren. Eventueel een geluidsopname van uw interventie. Een op schrift gesteld actieplan. De eerste versie van uw inleiding.

Nabespreking De nabespreking van A t/m D vindt plaats tijdens WG-25 Tussenrapportage. Commentaar /feedback op de door u ingestuurde inleiding krijgt u in week 7 op maandag 13 oktober of dinsdag 14 oktober (afhankelijk van het tijdstip van uw follow-up meting). Per duo maakt u hiervoor een afspraak met de docent(en).

WG-25 Tussenrapportage zelfmanagement interventie Docent Mw. Dr. M. Scharloo

Leerdoelen • De student kan de praktische problemen die hij/zij is tegengekomen bij het uitvoeren van de interventie

formuleren en reflecteren over het eigen handelen en mogelijke oplossingen. • De student verwerft kennis over de structuur van het eindverslag/ het schrijven van een

wetenschappelijk artikel.

Werkwijze Deze werkgroep bestaat uit twee delen: 1. Bespreking SO-33.

Page 91: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

85

In deze werkgroep wordt SO-33 nabesproken. Iedere student heeft circa 5 minuten beschikbaar om kort aan te geven wat zijn/ haar ervaringen zijn bij het uitvoeren van de interventie. Wat ging er goed, wat werkte, wat niet, hoe zou het beter kunnen? Wat kan er in het follow-up gesprek verwacht worden?

De medestudenten denken mee over eventuele oplossingen en geven suggesties. 2. Introductie verslag schrijven. Bespreking van de structuur van een verslag aan de hand van

voorbeeldartikelen. Voor de studenten die het (nog) nodig vinden na deze bijeenkomst is het mogelijk om in aansluiting op de werkgroep een individuele afspraak te hebben met de blokcoördinator (tot 13.00u.).

TOETS MOTIVERENDE GESPREKSVOERING Datum: woensdag 8 oktober Tijd: individueel op afspraak tussen 10.30u. – 16.00 u. Plaats: vaardigheden lokaal 2 docenten/beoordelaars: Mw. Dr. S. van Dijk Mw. Dr. S. D. Huisman Gesprekken worden op video vastgelegd

Klinische illustratie-10 Longrevalidatie in het Rijnlands

Revalidatie Centrum Leiden (onder voorbehoud: studentenduo’s lopen aantal uur mee met een behandelaar uit het revalidatieteam)

Docenten Mw. Drs. M. Kamp Mw. Dr. M. Scharloo

Achtergrond Bij reguliere revalidatieprogramma’s voor patiënten met longaandoeningen zijn vele beroepsgroepen in de gezondheidszorg betrokken: fysiotherapeuten, (long)artsen, diëtisten, psychologen, maatschappelijk werkers en (long)verpleegkundigen. Samen bieden zij de patiënten een uitgebreid programma aan dat bestaat uit training (duur, kracht, ademhaling), educatie, het omgaan met emoties en het oefenen van nieuw gedrag. De psychosociale en gedragsmatige bijdragen concentreren zich op stressmanagement, relaxatieoefeningen en educatie, en op het organiseren en begeleiden van groepen. In deze groepen steunen patiënten elkaar in het omgaan met de problemen die de ziekte met zich meebrengt: angst, depressie, seksuele problemen, moeilijke familie- en werkomstandigheden. De patiënten worden gestimuleerd bij (het volhouden van) de lichamelijke oefeningen en het stoppen met roken, krijgen aanwijzingen over goede voeding bij over- en ondergewicht,

Page 92: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

86

leren met hun beperkte energie om te gaan en nieuwe doelen te stellen, leren hoe zij hun medicijnen moeten innemen en wat zij moeten doen in geval van exacerbaties. De programma’s worden aangeboden in speciale centra en poliklinieken (dagbehandeling of opname) voor een beperkte duur (gewoonlijk twaalf weken), waarna de patiënten weer terugkeren onder de behandeling van hun huisarts of longarts. De revalidatiecentra streven er uiteindelijk naar om de zelfmanagementvaardigheden van de patiënt te verbeteren, zodat deze ook op de lange(re) termijn een betere kwaliteit van leven zal ervaren en minder gebruik zal hoeven maken van de gezondheidszorg.

Leerdoel • De studenten vormen zich enerzijds een beeld van wat werken in een revalidatiecentrum inhoudt,

anderzijds wat het betekent om als patiënt aan een revalidatieprogramma deel te nemen in een speciale setting.

Werkwijze De studenten bezoeken in duo’s het RRC en lopen een aantal uren mee met een behandelaar uit het revalidatieteam. De duo’s verzamelen zich op het afgesproken tijdstip bij de hoofdingang van het Rijnlands Revalidatie Centrum. Adres: Wassenaarseweg 501, Leiden.

Opdracht De opdracht behorende bij deze illustratieve activiteit (een PICO) zal worden opgesteld door de behandelaars van het RRC. Kijk voor de opdracht en verdere instructies op Blackboard

Klinische illustratie-11 Omgaan met respiratoire aandoeningen

Docenten Dhr. Dr. L. Willems Mw. Dr. M. Scharloo Patiënt Leerdoel • De studenten zijn in staat zich met behulp van de in SO-23 en WG-16 verkregen kennis en de informatie

van de longarts en de patiënt een beeld te vormen van zelfmanagement in de klinische praktijk. Werkwijze Deze illustratieve activiteit bestaat uit twee delen. 1. Assessment (13.00 u. – 13.30 u.)

De studenten maken gezamenlijk een lijst met vragen die zij zullen stellen aan de patiënt. Deze vragen zijn gericht op het verzamelen van informatie over: a) de voor het beloop van de ziekte relevante leefstijlfactoren en psychosociale factoren b) hoe de patiënt omgaat met de bij SO-23 en WG-16 opgestelde lijst van taken en vaardigheden m.b.t. zelfmanagement c) de ideeën, motivatie, en voorkeuren van de patiënt m.b.t. ziekte, behandeling en leefstijlfactoren d) voorkeuren van de patiënt w.b. shared decision making e) dilemma’s wat betreft moeilijke keuzemomenten/ risicocommunicatie

Page 93: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

87

f) culturele achtergrond van de patiënt 2. Patiëntdemonstratie (13.30 u. tot uiterlijk 15.00 u.)

De longarts geeft een korte inleiding voor de patiëntdemonstratie. De studenten stellen vervolgens om de beurt de geprepareerde vragen waarmee zij zicht krijgen op de punten genoemd onder 1.

SO-34 Interventiestudie – follow-up en nameting

Achtergrond Het follow-up gesprek is in de eerste plaats bedoeld om te kijken/ meten of er aanpassingen nodig zijn in het opgestelde actieplan en/ of de patiënt moet worden doorverwezen. In dit geval verricht u tijdens dit contact ook de nameting om vast te stellen of uw interventie in de (waarschijnlijk te) korte tussenliggende periode effect heeft gehad op een door u relevant geachte uitkomstmaat. Dezelfde maat heeft u al afgenomen bij uw eerste contact.

Leerdoelen • De student is in staat de werkzaamheid van het opgestelde actieplan te beoordelen in een follow-up

contact. • De student is in staat een nameting te verrichten van een relevante uitkomstmaat.

Instructie en taken A. U inventariseert eerst of de patiënt zich aan zijn/haar actieplan heeft kunnen houden/ het plan heeft uitgevoerd. Op grond van wat de patiënt u vertelt beslist u samen met de patiënt of het actieplan moet worden aangepast. Zo ja, dan volgt u opnieuw de stappen van het 5A’s model om tot een nieuw actieplan te komen. B. U sluit het gesprek af met een samenvattend verslag van de 2 bijeenkomsten, vraagt naar hoe de patiënt de bijeenkomsten heeft ervaren en verricht de uitkomstmeting. Tip: maak gebruik van opnameapparatuur. Daarvoor vraagt u wel eerst toestemming aan de patiënt!

Resultaat Een nameting van een relevante uitkomstmaat. Eventueel een geluidsopname van uw follow-up gesprek. Indien van toepassing: een op schrift gesteld (en gewijzigd) actieplan.

SO-35 Interventiestudie - verslag

Achtergrond “Wie schrijft, die blijft” is het motto in de wetenschappelijke wereld. Voor de academische geneeskunde is dat niet anders. Een belangrijke voorwaarde om als arts in een academisch ziekenhuis te kunnen functioneren is dat men in staat is om een wetenschappelijk artikel te schrijven in het Engels. Men begint uiteraard bij het

8 SBU

34 SBU

Page 94: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

88

begin: het schrijven van de inleiding en het tegelijkertijd bijhouden van de literatuurlijst van de gebruikte artikelen. Een goed hulpmiddel is een al bestaand artikel te volgen wat betreft lay-out en opbouw.

Leerdoelen • De student is in staat schriftelijk te rapporteren over de gevolgde werkwijze bij de interventie. • De student is in staat de bevindingen en conclusies op schrift te stellen.

Omvang verslag De Engelstalige tekst van het verslag beslaat in totaal 8-10 pagina’s A4, dubbele regelafstand, 12 punts Times Roman lettertype (dit is dus exclusief gebruikte vragenlijsten, opgesteld actieplan, en referenties).

Instructie en taken Schrijf een verslag in de vorm van een Engelstalig artikel. Een goed voorbeeldartikel is “The effect of static traction and orthoses in the treatment of knee contractures in preschool children with juvenile chronic arthritis: a single subject design (Arthritis Care and Research 2000, 13, 352-9) van Fredrikson & Mengshoel (open de link op Blackboard of deze: http://sfx.leidenuniv.nl/sfx_local?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:14635310). Neem ook het document onder “schrijfhulp” op Blackboard door. Hier vind u veel nuttige (en basale) informatie over de vorm waarin u (ook) uw (toekomstige) artikel(en) moet gieten. Neem in het verslag i.i.g. de volgende onderdelen op (en kijk voor een meer volledige lijst de powerpoint van WG-25 Tussenrapportage nog een keer door -zie blackboard) - Titelblad met de titel van het artikel en de auteursnamen - Samenvatting in de vorm zoals die op PubMed gebruikelijk is: doel, methode, resultaten, conclusie - Inleiding (wetenschappelijke literatuur over zelfmanagement bij aandoening X: welk gedrag zou

moeten veranderen en waarom) - Patiënt en methoden (geanonimiseerde beschrijving van patiënt, beschrijving van de opzet, de inhoud

van de interventie, de uitkomstmaten + informatie over de gebruikte vragenlijsten, de “berekening” van de resultaten)

- Resultaten: beschrijving actieplan(nen) en uitkomsten. Presenteer de resultaten zoveel mogelijk in tabellen en figuren + beschrijf in de tekst wat daarin te zien is/ uit af te lezen valt.

- Discussie met daarin belangrijkste conclusie en sterke + minder sterke punten van interventie. De meest waardevolle discussie voor de lezer is die waarin de auteur probeert de eigen resultaten te vergelijken met die van andere gepubliceerde onderzoeken! (en dus zijn/haar eigen resultaten vergelijkt met die hij/zij in de inleiding heeft beschreven).

- Referentielijst (gebruikte – wetenschappelijke!- literatuur). Vermeld de referenties op de correcte manier en nummer de referenties in de referentielijst in de volgorde waarin ze het eerst in de tekst gebruikt worden. Vermeld in de tekst alleen de nummers (zie blokboek Bijlage 10).

In een aparte bijlage: opgestelde actieplan(nen) & volledige versie gebruikte vragenlijst(en)

Inleveren a. Het eerste deel van het verslag (de inleiding en de literatuurlijst) is reeds ingeleverd. b. De eerste complete versie van het verslag dient donderdag 16 oktober om uiterlijk 17.00 uur per mail ([email protected]) te worden ingeleverd. c. De eindversie van het verslag dient vrijdag 24 oktober om uiterlijk 17.30 uur per mail

([email protected]) te worden ingeleverd. De eindversie moet ook worden opgestuurd aan de

Page 95: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

89

studenten die ingedeeld zijn bij de groep met wie de redactievergadering zal plaatsvinden (zie bij WG-Redactievergadering).

Feedback Feedback op het artikel: a.) wordt mondeling gegeven op maandag 13 oktober of dinsdag 14 oktober (per duo op afspraak) b.) wordt mondeling gegeven op dinsdag 21 oktober (per duo op afspraak) c.) wordt mondeling gegeven op donderdag 30 oktober (per duo op afspraak)

Eindbeoordeling De eindbeoordeling vindt plaats op basis van de punten zoals opgenomen in het aangepast Rubrics formulier “Advice” (zie Blackboard)

Klinische illustratie 12- Migranten in de huisartsenpraktijk

Docent Dr. R. Starmans Dr. Richard Starmans heeft sinds 1988 onder andere gewerkt als huisarts, district arts en als hoofd huisartsopleiding. Sinds1997 is hij werkzaam als huisarts in de Schilderswijk in Den Haag en momenteel is hij verbonden aan het Gezondheidscentrum Vaillantplein in Den Haag. In dit centrum is ca. 85% van de ingeschreven patiënten allochtoon. Daarnaast wordt zorg verleend aan illegalen en dak- en thuislozen. In het centrum zijn de volgende disciplines/medewerkers aanwezig (waarmee wordt samengewerkt): fysiotherapie, diabetes verpleegkundige, sociaal-psychiatrische verpleegkundige, algemeen maatschappelijk werk, medewerker verslavingszorg, migrantenwerkers, consultatiebureau zuigelingen en peuters, diëtisten en opvoedkundig steunpunt. Achtergrond Werken met mensen uit andere culturen kan boeiend zijn voor de huisarts, maar stelt de huisarts ook vaak voor moeilijkheden. Mensen uit andere culturen hebben soms een andere gezondheidsbeleving; andere opvattingen over ziekte en gezondheid, andere leefgewoonten, maar ook andere verwachtingen van de huisarts. Deze verschillen in opvattingen en beleving kunnen leiden tot frequente spreekuurbezoeken en, voor de huisarts, onduidelijke of oneigenlijke hulpvragen. Vaak hangt dit samen met communicatieproblemen. Deze onderwerpen zullen bij deze illustratie aan de orde komen. Leerdoelen • De student heeft meer inzicht in andere culturele denkkaders. • De student kan aangeven welke problemen een huisarts kan tegen komen in het werken met migranten. Werkwijze De docent zal in de inleiding iets vertellen over de Schilderswijk, de bevolkingssamenstelling en het gezondheidscentrum. Vervolgens zal hij het thema 'migranten en gezondheidsproblemen' bespreken. Onderwerpen die hierbij aanbod komen zijn onder andere: gezondheidsbeleving, invloed van cultuur op zelfmanagement.

Page 96: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

90

In kleine groepjes zal casuïstiek worden uitgewerkt en dit vervolgens plenair terugkoppelen, Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de communicatie tussen arts en migrant-patiënt.

SO-36 Beslissingen als het einde nadert

Achtergrond In het artikel ‘de arts staat in de behandelmodus’ (Medisch Contact, 2012) http://medischcontact.artsennet.nl/archief-6/tijdschriftartikel/115839/de-arts-staat-in-de-behandelmodus.htm blijkt dat 62% van de respondenten van een online onderzoek van Medisch Contact en de KNMG de stelling onderschrijft dat artsen in de laatste levensfase langer doorbehandelen dan wenselijk is – palliatieve behandelingen niet meegerekend. 82% van de artsen staat wel eens voor de keuze al dan niet doorbehandelen. 72% zegt dat de mening van de patiënt ‘altijd’ of vaak bepaalt hoe de beslissing uitvalt. Toch vindt 64% van deze artsen het ‘soms’ moeilijk om met een patiënt over het naderend levenseinde te praten. Maar liefst 67% van alle respondenten vinden dat artsen er te lang mee wachten. Job Kievit, chirurg en hoogleraar medisch besliskunde LUMC zegt in het artikel dat nogal wat artsen dat gesprek eng vinden. ‘Het raakt hun eigen angst. Ben je zelf minder bang voor de dood, dan praat je er ook met anderen makkelijker over. Prof. dr. Manu Keirse, emeritus hoogleraar verliesverwerking, Faculteit Geneeskunde KU Leuven benadrukt in zijn boek “aan weerszijden van de stethoscoop” (over kwaliteit van zorg en communicatie) aan dat uit onderzoek in België (Keirse et al., 2009) dat ook al is het slecht nieuws zeer zwaar voor de patiënt, correcte informatie zeer belangrijk is om hem toe te laten zijn toekomst behoorlijk te plannen. Patiënten en hun naasten weten vaak niet wat hun te wachten staat bij een levensbedreigende ziekte, omdat er veel meer aandacht gaat naar de diagnose en behandeling dan naar de prognose en globale ziekteverloop. Artsen weten dat wel als ze zelf terminaal patiënt worden. Het artikel ‘how doctors die’ suggereert dat ze heel andere keuzes maken dan de behandelingen die ze patiënten voorstellen. The (1999) stelde in onderzoek vast dat patiënten het kortetermijnperspectief van de ziekte, namelijk ‘er is iets aan te doen’, ten onrechte als langetermijnperspectief interpreteren en niet de gelegenheid krijgen zich in te stellen op het fatale karakter van de aandoening en de naderende dood. Artsen zouden bang zijn hoop te ontnemen. Hoop is echter niet iets dat wordt ontnomen maar aangepast aan de gezondheidstoestand volgens Keirse. Een arts draagt daaraan bij door hem/haar op de hoogte te houden van zijn/haar gezondheidstoestand. Wederom in het kader van het Chinese spreekwoord ‘horen is vergeten, zien is onthouden en doen is begrijpen’ (zie SO 12) vraagt deze studieopdracht je je te oriënteren op je eigen houding t.a.v. het artsenvak, en dan met name op keuzes die gemaakt worden aan het einde van het leven.

Leerdoel De student kent de eigen opvattingen over ziekte en gezondheid en kan beschrijven hoe deze van invloed zijn op de eigen beslissingen m.b.t. zelfmanagement/zelfbeschikking/behandelkeuzes.

Instructie en taken Lees als voorbereiding op opdracht A of B eerst de onderstaande 2 artikelen op internet door: 1. Het artikel op internet: “ How Doctors Die: Showing Others the Way”.

2 SBU

Page 97: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

91

In dit internetartikel staat de keuze beschreven van Dr. McKinley, een 53 jarige internist uit Cleveland die na 17 jaar strijd tegen haar borstkanker besluit te stoppen met vechten Zie: http://www.nytimes.com/2013/11/20/your-money/how-doctors-die.html?pagewanted=all&_r=0 Het artikel uit Medisch Contact van 26 juni 2014 “ Elke dag is er één, maar kwaliteit is voorwaarde” In dit artikel schrijft de inmiddels overleden huisarts en kankerpatiënt Hans van den Bosch zijn oncoloog een brief over zijn keuze niet te behandelen. Zie: http://medischcontact.artsennet.nl/archief-6/tijdschriftartikel/145311/elke-dag-is-er-een-maar-kwaliteit-is-voorwaarde.htm

2. Maak een keuze uit de volgende twee opdrachten:

Opdracht A. Denk na over wat belangrijk is voor je in je eigen leven. Wat je graag nog zou willen doen, bijvoorbeeld met behulp van www.bucketlist.org. Maar loop ook gewoon eens door je huidige week. Vraag je voor wat je al doet af waar je het meest van geniet. Wat je graag zo lang mogelijk zou willen blijven doen als je met een aandoening wordt geconfronteerd. Wat betekent dat wat voor jou belangrijk is met je kennis die je nu al hebt opgedaan over behandelingen als je zelf voor behandelkeuzes zou staan. Stel bij de diagnose hersentumor. Wij hebben er bewust voor gekozen om waar mogelijk leuke dingen te doen, herinneringen te creëren. Een reis naar Afrika, waar we zijn getrouwd tussen de giraffen waarvan er één nog steeds zijn naam draagt. Een diner voor 850 mensen in de straat, maar ook kleine dingen. De kans op karakterverandering zo beperkt mogelijk houden, een keertje naar het zwembad, gewoon willen blijven werken bijvoorbeeld. Wat er toe leidde dat we schijnbaar als eerste tegen de professor zeiden dat we niet wilden kiezen tussen een baan en een behandeling. Er zijn diverse films die dit onderwerp belichten, waaronder de bucket list met Jack Nicholson en Morgan Freeman en naar verluid en nu in de bioscoop the fault in our stars. Opdracht B Organiseer een diner met wat je daarvoor wordt aangereikt op de website www.deathoverdinner.org Waar opdracht A. gaat over wat je wil met de rest van je leven, helpt het materiaal op deze website op een luchtige en bijzondere manier met mensen die je na staan bespreekbaar te maken wat je wel en niet wilt met betrekking tot je levenseinde. Een gesprek wat nu regelmatig niet wordt gevoerd en zo kan leiden tot bijvoorbeeld het nodige onbegrip in de omgeving en angst en onnodig lijden bij de patiënt. Beschrijf voor opdracht A of B in maximaal twee A4’tjes: 1) je ervaringen met de door jou gekozen opdracht 2) wat jouw boodschap (en evt. aanpak) richting je behandelend arts in het consult zou zijn 3) wat je daaruit meeneemt voor je rol als arts.

Stuur het verslag per e-mail aan dr. Pieterse ([email protected]), uiterlijk dinsdag 14 oktober 17.30u.

Resultaat Verslag waarin je reflecteert op de keuzes die je zelf zou maken als je nadenkt over je levenseinde.

Nabespreking De nabespreking vindt plaats tijdens de Klinische Illustratie-13

Page 98: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

92

KENNISTOETS Kennistoets SDM, risicocommunicatie, keuzehulpen, zelfmanagement, gedragsverandering, culturele competenties . De toets zal bestaan uit 10 open vragen. Datum: vrijdag 17 oktober Tijd: tussen 11.00u. – 13.00 u. Vorm: 10 open vragen Nabespreking: maandag 20 oktober

WG-26 Voorlopige vraagstelling Docent Prof. dr. A.M. Stiggelbout De achtergrond is hetzelfde als voor SO-20. Leerdoelen • De student kan een onderzoeksvraag formuleren die voortbouwt op de literatuur die is aangeboden in

week 1 t/m 3 van de halve minor. • De student kan met de kennis die tijdens de halve minor is opgedaan kritisch reflecteren op de

wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van onderzoeksvragen binnen het thema gedeelde besluitvorming, risicocommunicatie, keuzehulpen en/of gezondheidsvaardigheden

Werkwijze In deze werkgroep geeft de docent een overzicht van de onderzoeksvragen die de studenten hebben opgesteld. Deze worden bekritiseerd door de studenten en docent. Hierbij zal rekening worden gehouden met hoe vernieuwend de vraag is, of deze ook maatschappelijk relevant is en empirisch is te onderzoeken. Er zullen suggesties worden gedaan waar nodig om vragen aan te passen of aan te scherpen. Doel is om op deze manier inzicht te krijgen in aspecten die een goede vraagstelling bevorderen en om de eigen onderzoeksvraag verder aan te scherpen. Vervolgens wordt kort ingegaan op het opzetten van een zoekstrategie. Aan het eind van dit onderdeel beschikken de studenten over mogelijke strategieën en zoektermen om literatuur te zoeken die relevant is omn een onderzoeksvraag op het gebied van gedeelde besluitvorming, risicocommunicatie of gezondheidsvaardigheden te beantwoorden. De outline, de schriftelijke onderzoeksaanvraag en de mondelinge presentatie waaraan in de komende twee weken gewerkt dient te worden, worden toegelicht. Er zullen afspraken gemaakt worden over het inleveren van de outline (dinsdag 21 oktober uiterlijk om 17.30 uur) en voor de feedbackgesprekken (donderdag 23 oktober op afspraak).

Page 99: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

93

SO-37 Onderzoeksvraag en outline

Achtergrond In de werkgroep Voorlopige vraagstellingen heeft u een voorlopige onderzoeksvraag gekozen die m.b.v. een empirische studie beantwoord zou kunnen worden. Deze onderzoeksvraag dient u in de komende twee weken verder uit te werken in de vorm van een verkorte subsidieaanvraag in het Engels (het precieze format zal op Blackboard worden geplaatst) en dit gaat u mondeling in het Engels presenteren. De kwaliteit van een onderzoeksaanvraag is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de vraagstelling. Daarom wordt in deze SO geoefend met het formuleren van een beantwoordbare definitieve vraagstelling en een handige zoekstrategie. In deze SO wordt u gevraagd een kort overzicht te geven van de definitieve onderzoeksvraag, de voorlopige onderbouwing daarvoor op grond van literatuur en het voorstel voor een geschikt onderzoeksdesign. Aan de hand van de outline kunnen de volgende vragen worden beantwoord: in hoeverre vult de onderzoeksvraag een leemte in bestaande kennis aan? Moet de vraagstelling aangepast te worden? Is de zoekstrategie voor achtergrond literatuur toereikend? Is het onderzoeksdesign adequaat? Leerdoelen • De student kan een onderzoeksvraag formuleren in het Engels op het gebied van gedeelde

besluitvorming, risicocommunicatie, keuzehulpen en/of gezondheidsvaardigheden (naar eigen keuze) die voortbouwt op de literatuur die is aangeboden in week 1 t/m 3 van de halve minor aangevuld met eigen literatuuronderzoek.

• De student kan beschrijven op welke bestaande kennis de onderzoeksvraag voortbouwt en onderbouwen waarom de onderzoeksvraag relevant en vernieuwend in relatie tot de gebruikte literatuur is

• De student kan een onderzoeksdesign kiezen en beschrijven voor een empirische studie de gekozen onderzoeksvraag zou beantwoorden (incl. aantallen deelnemers)

Instructie 1. U gaat uit van de voorlopige vraagstelling waartoe in de werkgroep Voorlopige vraagstellingen besloten

is. 2. U voert een systematisch literatuuronderzoek uit van beperkte omvang in PubMed naar relevante

literatuur, om de gebruikte literatuur uit de halve minor aan te vullen. Op grond hiervan formuleert u een uiteindelijke onderzoeksvraag.

3. U documenteert uw zoekstrategie a.d.h.v. het Sjabloon documenteren van literatuuronderzoek van de Walaeus bibliotheek (zie Blackboard). Vermeld welke in- en exclusiecriteria u heeft gebruikt om relevante literatuur te selecteren. Als hulpmiddel hebben wij voor u een aantal geschikte zoektermen voor het onderwerp gedeelde besluitvorming op een rijtje gezet. Deze termen zijn zogenaamde MESH-termen om te zoeken in de database Pubmed. U vindt deze zoektermen in Bijlage 6 “Zoektermen Pubmed” in het blokboek. U scherpt uw onderzoeksvraag aan, aan de hand van de gevonden literatuur.

4. U beschrijft het onderzoeksdesign waarmee naar uw mening de vraag adequaat kan worden beantwoorden, inclusief geschikte meetinstrumenten en meet momenten en het benodigde aantal deelnemers. U kiest bestaande meetinstrumenten en neemt daar referenties naar op.

5. U mailt uw outline, bestaande uit: de definitieve onderzoeksvraag, de bijbehorende zoekstrategie met tenminste 5

8 SBU

Page 100: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

94

6. n) behorende bij de onderzoeksvraag en een opzet voor de studie (het onderzoeksdesign, inclusief de benodigde meetinstrumenten met bijbehorende referenties + abstracts en het aantal deelnemers) (dit alles in 1 WORD-document) naar dr. Pieterse ([email protected]) en prof. Stiggelbout ([email protected]) uiterlijk op woensdag 22 oktober om 17.30.

Product Het antwoord op de vragen uit de instructie. Nabespreking De opdracht wordt besproken tijdens de outline besprekingen op donderdag 23 oktober. Er vindt dan een gesprek plaats over de vraagstelling met bijbehorende outline met één van de docenten (zie het rooster en de tijdens een eerdere WG gemaakte indeling op Blackboard voor meer details). De gesprekken duren ongeveer 20 minuten.

Wetensch Ill-6 Onderzoeksaanvragen schrijven Docent Dhr. Dr. J. Sont

Leerdoel • De student kan mogelijkheden voor de opzet van een wetenschappelijke studie beschrijven en een

beredeneerde keuze maken voor een passende studieopzet passend bij een specifieke onderzoeksvraag

Werkwijze In de werkgroep worden eerst in een kort bestek de mogelijkheden voor de opzet van een wetenschappelijke studie verkend. Hierbij zullen m.n. quasi-experimentele en pragmatische experimentele studies aan de orde komen. De studenten gaan vervolgens in subgroepen uiteen om een voorstel voor een onderzoeksopzet passend bij hun eigen onderzoeksvraag te formuleren. Een aantal voorstellen voor onderzoeksopzetten worden kort plenair gepresenteerd en besproken.

Klinische illustratie 13- Patiëntenvertegenwoordiger Docenten Dr. A.H Pieterse Mw. Ir. A. P. Y. Hoogendoorn Vandaag is Petra Hoogendoorn te gast. Haar man en vader van hun 3 jonge kinderen is in 2012 op 40-jarige leeftijd overleden aan een hersentumor. Zij is in de medische apps beland met als doel meer quality of life instrumenten voor patient en familie in de gereedschapskist van de arts te brengen en werkt onder meer samen met VUmc en Harvard. In 2013 heeft zij met haar quality of life monitor app de open health community award met als thema empowering cancer patients gewonnen, een initiatief van Achmea.

Page 101: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

95

Achtergrond Petra: “ mijn overgrootmoeder mocht niet met de man trouwen die ze graag wilde, want beneden haar stand. Haar dochter niet omdat het geloof verschilde. Mijn overgrootvader mocht geen dierenarts worden want hij moest als oudste de boerderij overnemen. Zijn schoonzoon trof eenzelfde lot en mocht geen piloot worden. Vogels in de lucht, vissen in het water en hij zou met zijn poten in de Brabantse klei blijven. Hij heeft nooit gevlogen”. Waar er vroeger nauwelijks keuzes waren en je leven al van tevoren behoorlijk was uitgestippeld zijn er nu steeds meer keuzes en ook meer ruimte om zelf je keuzes te maken. Keuzes in partner, studie, werk, werkgever, woonplaats, vrijetijdsbesteding tot en met potjes pindakaas in de supermarkt. Ook in behandelingen zijn er steeds meer keuzes. En zoals we allemaal onze eigen keuzes maken in partners, studies tot en met potjes pindakaas, is het zomaar waarschijnlijk dat we ook verschillende keuzes zouden maken in behandelingen. Het is tenslotte ieders eigen lijf en eigen leven. Naast het traditionele wel en niet behandelen (ja ook dat is een keuze), zijn er ook binnen het behandelscala allerlei keuzemogelijkheden met een roep om patient empowerment. Hoe kom je tot de juiste keuze? Wat heb je daarvoor nodig? Hoe zorg je dat je zo optimaal mogelijk leeft met een dergelijke diagnose en evt. bijwerkingen en schade van behandelingen? En hoe doe je dat als arts?

Leerdoel • De student verwerft inzicht in de denkkaders en belevingswereld van patiënten en hun familieleden.

Werkwijze De docent zal in de inleiding iets vertellen over haar ervaringen in de gezondheidszorg. Daarna wisselen de studenten hun ervaringen uit met de bij SO 12 en SO 36 gemaakte verslagen.

SO-38 Voorbereiden redactievergadering

Achtergrond Tijdens uw wetenschappelijke carrière gaat er niet alleen van u verlangd worden dat u publiceert, maar u gaat ook door wetenschappelijke tijdschriften gevraagd worden om het werk van anderen te beoordelen (u bent dan “ reviewer” voor een tijdschrift). Daarnaast moet u als clinicus in het kader van “Evidence Based “ werken straks de gepubliceerde literatuur over behandelingen beoordelen op bruikbaarheid voor uw individuele patiënt. Voor dit doel zijn er zogenaamde Critical Appraisal Tools (CAT’s) beschikbaar voor de diverse types onderzoeksliteratuur (reviews, practice guidelines, RCT’s, case-control studies enz.). Ook voor een single case study bestaat zo’n CAT. In deze SO gaat u 2 artikelen van uw medestudenten beoordelen met de CAT-criteria die u hieronder aantreft.

Leerdoel De studenten oefenen met het kritisch beoordelen van artikelen.

4 SBU

Page 102: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

96

Instructie U heeft van uw medestudenten 2 artikelen toegestuurd gekregen. Lees de artikelen en beoordeel ze volgens de onderstaande criteria. Maak aantekeningen zodat u in WG 27 Redactievergadering een gefundeerd oordeel kunt geven over het artikel aan de auteur(s).

Critical Appraisal Guidelines for Single Case Studies Element Evaluation criteria

Way of communicating

• Are the aims and objectives of the study clearly stated? • Are limitations to the study acknowledged and described? • Does the study suggest if and how the findings might be transferable to other settings? • Is sufficient detail given to allow readers to evaluate the potential transferability of the research to

other contexts? • Does the report identify questions or issues for future research? • Is the presentation of the research appropriate to the intended audience? • Could this research potentially make a contribution to the work of practitioners? • Does the research provide new insights into some aspect of working with patients? • Is the research presented in such a way that there is evidence of logical rigour throughout the study? • Does the study place the findings in the context of self-management practice? • Does the study place the findings in the context of self-management research? • Is the research process open to scrutiny?

Product Een gefundeerd oordeel over de te beoordelen artikelen. Nabespreking De opdracht wordt besproken tijdens WG-27 Redactievergadering waarbij de studenten met elkaar de artikelen zullen beoordelen.

WG-27 Redactievergadering Docent Mw. Dr. M. Scharloo

Leerdoelen • De student kan een (eigen) wetenschappelijk artikel kritisch beoordelen.

Werkwijze Deze werkgroep bestaat uit twee delen: 1. Bespreking SO-38. In deze werkgroep worden twee groepen gevormd die met elkaar de toegzonden artikelen zullen

bespreken aan de hand van de CAT-criteria uit SO-38. Elk artikel zal door minimaal 3 en maximaal 5 reviewers van commentaar worden voorzien. De aangewezen editor(s) notuleren en bepalen gezamenlijk met de reviewers of het artikel voor publicatie geschikt is.

Page 103: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

97

2. Plenair zal/zullen bij elk artikel de editor(s) op grond van het commentaar van de reviewers meedelen aan de auteurs wat het oordeel van de redactie is en (kort) waarom.

SO-39 Schriftelijke onderzoeksaanvraag

Leerdoelen • De student kan een onderzoeksvraag formuleren in het Engels op het gebied van gedeelde

besluitvorming, risicocommunicatie, keuzehulpen en/ of gezondheidsvaardigheden (naar eigen keuze) die voortbouwt op de literatuur die is aangeboden in week 1 t/m 3 van de halve minor aangevuld met eigen literatuuronderzoek.

• De student kan beschrijven op welke bestaande kennis de onderzoeksvraag voortbouwt en onderbouwen waarom de onderzoeksvraag relevant en vernieuwend in relatie tot de gebruikte literatuur is

• De student kan een onderzoeksdesign kiezen en beschrijven voor een empirische studie de gekozen onderzoeksvraag zou beantwoorden (incl. aantallen deelnemers)

• De student kan een verkorte schriftelijke onderzoeksaanvraag opstellen volgens het gegeven format met daarin tenminste de volgende onderdelen: de onderzoeksvraag, de onderbouwing daarvoor op grond van relevante literatuur, een beschrijving van de maatschappelijke relevantie van de vraag, de beschrijving van het en een beschrijving van de impact van de verwachtte resultaten op de praktijk.

Instructie 1. U past uw onderzoeksvraag en/of zoekstrategie voor literatuur zo nodig aan, aan de hand van de

feedback die u heeft ontvangen op de outline. 2. U stelt de onderzoeksaanvraag op in het gegeven format voor een verkorte subsidieaanvraag (zie

Blackboard). U dient alle onderdelen van het formulier in te vullen, inclusief tenminste 5 relevante referenties ter onderbouwing van de achtergrond voor de onderzoeksvraag, de gekozen meetinstrumenten, meetmomenten en aantallen benodigde deelnemers (een powercalculatie is facultatief).

3. U mailt de schriftelijke aanvraag naar dr. Pieterse ([email protected]) en prof. Stiggelbout ([email protected]) uiterlijk op donderdag 30 oktober om 17.30.

Voortgang Wanneer u tussentijds tegen onvoorziene problemen aanloopt die u niet zelf op kunt lossen, kunt u altijd een van de docenten mailen of bellen. Product Het antwoord op de vragen uit de instructie. Nabespreking U krijgt individueel feedback op maandag 3 november. De gesprekken duren ongeveer 20 minuten.

22 SBU

Page 104: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

98

Klinische illustratie- 14 STEPP-principe (zie Blackboard)

Klinische Illustratie 15/SO-40 Observatieverslag ”Een dag uit de praktijk”

Achtergrond Gesprekken in de huisartsenpraktijk zijn van zeer uiteenlopende aard – door het soort klachten dat wordt besproken, het doel van het consult, hoe goed de patiënt en de huisarts elkaar kennen. Alle elementen die aan bod zijn geweest in deze halve minor kunnen en rol spelen: Is het een nieuwe klacht, een terugkerende klacht, een chronische klacht? Begrijpt de patiënt de informatie goed? Wordt leefstijl en/of therapietrouw besproken en in hoeverre wordt de patiënt aangemoedigd dit te verbeteren? Moet er een beslissing worden genomen over het starten, aanpassen of stoppen met behandeling? In hoeverre wordt de patiënt betrokken in het bepalen van het beleid? In hoeverre is er sprake van lage gezondheidsvaardigheden? In hoeverre spelen culturele verschillen een beslissende rol in de interactie tussen huisarts en patiënt en in de omgang van de patiënt met diens situatie?

Leerdoel • De student woont praktijkvoorbeelden bij van gesprekken tussen huisartsen en patiënt en doet

verslag van de mate waarin verschillende thema’s die aan bod zijn gekomen tijdens de halve minor in de praktijk vorm krijgen in de interactie tussen de zorgverlener en de patiënt

Instructie 1. U selecteert tenminste drie consulten uit de consulten die u heeft bijgewoond voor het beantwoorden

van onderstaande vragen. U let daarbij op variatie in type klacht, in patiëntkenmerken en in doel van het consult. Geef een algemene beschrijving van het geheel van consulten dat u heeft gezien en geef aan hoe u tot deze selectie van 3 consulten bent gekomen.

2. Beschrijf voor elk geselecteerde consult kort de patiënt, de (inhoud van de) klacht die in het consult is besproken en wat volgens u het doel van het consult was voor de arts en wat het doel was voor de patiënt (denk daarbij aan SO-2 en Klinische Illustratie-1).

3. Beantwoordt de volgende vragen over deze consulten en geef aan welke overeenkomsten en welke verschillen u zag tussen de geselecteerde consulten met betrekking hiertoe:

3.1 Gezondheidsvaardigheden

In hoeverre was naar uw idee sprake van patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden? Waaraan dacht u de lage gezondheidsvaardigheden te herkennen? In hoeverre had u de indruk dat de huisarts rekening hield met deze beperkte gezondheidsvaardigheden en waaruit bleek dat? Hoe had de huisarts deze patiënt (nog) beter kunnen begeleiden tijdens het consult en, indien aan de orde, daarbuiten? Denk daarbij aan SO-17 en Wetenschappelijke Illustratie-3.

3.2 Ziektebeleving en Culturele competenties

Hebben de huisarts en patiënt gesproken over de wijze waarop de patiënt diens klacht / ziekte beleeft? Had u de indruk dat er verschillen waren in de ziektecognities tussen arts en patiënt? In hoeverre was er naar uw

6 SBU

Page 105: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

99

idee sprake van culturele afstand tussen arts en patiënt? Waaruit bleek dat? Denk daarbij aan eventuele verschillen tussen huisarts en patiënt in ziekteverklaring en hoe naar uw idee de patiënt diens klachten beleeft en ermee omgaat. Hoe is de huisarts met die afstand omgegaan in de communicatie? Wat had de arts kunnen doen om de afstand (beter) te overbruggen? Denk daarbij aan WG-4, WG-17 en het culturele interview dat u heeft geoefend in WG-5.

3.3 Besluitvorming

Zijn er tijdens het consult beslissingen genomen? Kies tenminste drie beslissingen die zijn genomen, bij voorkeur één uit elk consult. Waarover is er besloten? Hoe zou u de besluitvorming typeren? Denk daarbij aan arts-patiënt modellen van besluitvorming en geïnformeerde beslissingen. Zijn kansen aan bod geweest die relevant waren voor de beslissingen? Zo ja, zijn deze op een adequate manier besproken volgens u en waaruit bleek dat? Zo niet, welke kansen hadden besproken kunnen worden? Denk daarbij aan WG-9 en Vaardigheden-4. Van welke eventuele barrières voor gedeelde besluitvorming was naar uw idee sprake aan de kant van de patiënt en/of de huisarts en waaruit bleek dat? Denk daarbij aan Wetenschappelijke Illustratie-4. "Welke hulpmiddelen hadden kunnen bijdragen aan een (nog) grotere betrokkenheid van de patiënt in de beslissing en waarom?" 3.4 Zelfmanagement / leefstijlveranderingen Heeft de huisarts aangestuurd op leefstijlverandering (denk aan roken, drinken, bewegen, dieet e.d., maar ook aan veranderingen in het sociale leven: steun zoeken, aansluiting zoeken bij lotgenoten e.d.) bij de patiënt? Of was dat naar uw mening wel nodig geweest en gebeurde dat juist niet? Waarom niet volgens u? Heeft de huisarts (elementen van) motiverende gespreksvoering gebruikt? Denk aan SO 28 en WG 22). Hoe reageerde de patiënt? Was er sprake van afweer? Kwam er in het consult naar voren dat de patiënt zelfmanagementtaken onvoldoende ten uitvoer bracht en werd besproken hoe dat kwam? Werd er aandacht besteedt aan zelfmanagementvaardigheden? Was er sprake van e-health oplossingen/toepassingen ter ondersteuning van zelfmanagement? Welke?

3.5 Verbetering van zorg Kies een aspect van de interactie tussen huisarts en patiënt die u is opgevallen dat naar uw idee beter zou kunnen in de praktijk, ook afgaande op de praktijkervaring die u nu heeft opgedaan bij het observeren van consulten. Welke stappen zouden kunnen worden ondernomen om dit structureel te verbeteren? Welke drie (of meer) barrières en welke drie (of meer) faciliterende factoren spelen hierin naar uw idee een rol? Beschrijf voor tenmiste twee barrières en twee facilitatoren hoe daarop zou kunnen worden ingespeeld.

Product Maak aan de hand van bovengenoemde vragen een kort observatieverslag (max. ½ A4 per onderwerp). Stuur dit verslag uiterlijk op maandag 3 november om 17.00 uur per e-mail naar dr. Pieterse ([email protected]) en dr. Scharloo ([email protected]).

Nabespreking De geobserveerde consulten dienen ter voorbereiding op de algemene discussie met clinici op 7 november.

Page 106: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

100

WG-28 Eindpresentatie onderzoeksaanvraag Docenten Dr. A.H. Pieterse Prof. Dr. A.M. Stiggelbout

Leerdoelen • De student kan mondeling rapporteren in het Engels over de wetenschappelijke en maatschappelijke

relevantie van de vraagstelling, de studieopzet en de adequaatheid daarvan, alsook over de praktische implicaties van de verwachte resultaten.

• De student kan met de kennis die tijdens de halve minor is opgedaan kritisch reflecteren op de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van onderzoeksvragen binnen het thema gedeelde besluitvorming, risicocommunicatie, keuzehulpen en/of gezondheidsvaardigheden.

Duur presentatie Elke student heeft 12 minuten voor de presentatie. Er zijn 10 minuten gereserveerd voor de discussie. Dit is een beperkte tijd.

Faciliteiten Van u wordt verwacht dat u een Powerpoint presentatie voorbereidt. Indien u voor de presentatie gebruik wilt maken van andere faciliteiten (flipover, diaprojector, video) dient u contact op te nemen met de docenten.

Instructie U presenteert uw onderzoeksaanvraag ten overstaan van een wetenschappelijke commissie die zal bestaand uit medestudenten en twee docenten. In de presentatie dient u de feedback die u heeft ontvangen op de schriftelijke onderzoeksaanvraag te hebben verwerkt. De presentatie geeft een overzicht van de volgende onderdelen: een korte schets van de bredere context voor de onderzoeksvraag, de wetenschappelijke onderbouwing van de onderzoeksvraag, de exacte onderzoeksvraag, het design van de studie die deze vraag zou kunnen beantwoorden, inclusief de gekozen meetinstrumenten, meetmomenten en aantallen benodigde deelnemers, en een beschrijving van de impact van de verwachtte resultaten op de praktijk.

Feedback Na afloop van de presentatie wordt mondeling feedback gegeven door medestudenten en de docent. Bij iedere presentatie vullen twee medestudenten en de docent een feedbackformulier.

Beoordelingscriteria De beoordeling vindt plaats op basis van de punten zoals opgenomen in het feedbackformulier ‘Rubric presentation’ (zie Blackboard).

Page 107: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

101

Eindgesprekken Docenten Dr. A.H. Pieterse Prof. Dr. A.M. Stiggelbout

Voorbereiding door studenten U bereid een lijstje voor met aandachtspunten waar u extra op gaat letten bij een volgende vergelijkbare opdracht, zoals bijv. de bachelorscriptie. Dit lijstje bespreken we tijdens de eindgesprekken.

Werkwijze Aan elke student wordt in een 10 minuten gesprek met één van de docenten feedback gegeven op het functioneren van de studenten m.b.t. participatie in de halve minor en de presentatie. Het schriftelijke verslag is in week 9 al besproken met de betrokken docent.

WG-29 Generale discussie Docenten Dr. A.H. Pieterse Dr. M. Scharloo Prof. Dr. A.M. Stiggelbout

Achtergrond Als afsluiting van de halve minor zullen de thema’s besluitvorming, risicocommunicatie, culturele competenties, gezondheidsbevordering, zelfmanagement en eHealth worden bediscussieerd met een aantal artsen. Deze artsen kunnen vanuit hun klinische ervaring toelichten hoe deze thema's gestalte krijgen in het dagelijkse consult en welke problemen er zich kunnen voordoen.

Leerdoel • De student kan aangeven hoe in de praktijk de thema’s die aan bod zijn gekomen tijdens de halve minor

gestalte krijgen en in hoeverre dit afhankelijk is van het soort specialisme van de arts (en dus van het soort medische aandoening).

Werkwijze U bereid specifieke vragen voor die u wilt stellen aan de betrokken clinici. Bereid voor elke clinicus een vraag voor, waarbij u ook vor elke vraag kunt toelichten wat de achtergrond ervan is. De docenten zullen stellingen voorbereiden en deze vooreleggen aan de artsen en de studenten

Page 108: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

102

WG-30 Afsluiting Docenten Dr. A.H. Pieterse Dr. M. Scharloo

Werkwijze In deze afsluitende bijeenkomst wordt besproken welke punten verbeterd kunnen worden en welke punten gehandhaafd kunnen blijven binnen deze halve minor.

Page 109: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

103

Bijlagen

Page 110: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

104

Bijlage 1: Feedback

Het woord 'feedback' betekent letterlijk 'terugkoppeling'. Feedback geeft informatie over wat er goed ging en over wat er minder goed ging en geeft daarmee aan welke werkwijze of welk gedrag behouden moet blijven en welke werkwijze of welk gedrag verbeterd moet worden om een beter resultaat te verkrijgen. Tijdens onderwijsbijeenkomsten wordt regelmatig feedback gegeven (en ontvangen), bijvoorbeeld bij het bespreken van taken en presentaties. Hierbij kan de volgende procedure worden gehanteerd: 1 Als eerste wordt de student zelf gevraagd wat hij goed vond gaan en wat hij minder goed vond gaan. 2 Daarna wordt de groep gevraagd positieve en negatieve feedback te geven. 3 Als laatste geeft de docent aanvullingen en een samenvatting.

Het geven van feedback Bij het geven van feedback is het van belang dat begonnen wordt met de positieve aspecten (minimaal 3 punten). Deze vormen een wezenlijk leermoment. Het is immers belangrijk te weten wat goed gaat en geen aanpassingen behoeft. In geval van veel negatieve feedback kan het raadzaam zijn de feedback te richten op drie of vier hoofdpunten. Het geven van feedback is alleen effectief als het op de juiste manier gebeurt. Op de eerste plaats moet feedback betrekking hebben op recente zaken en gekoppeld worden aan concreet gedrag. Wanneer het geven van feedback te lang wordt uitgesteld, bestaat het gevaar dat de situatie niet goed meer voor de geest gehaald kan worden of dat de situatie niet meer zo belangrijk wordt gevonden. Regels voor het geven van feedback − Beschrijf het gedrag concreet zonder te interpreteren − Vertel erbij wat het effect van het gedrag is − Geef de gelegenheid voor een reactie − Bespreek suggesties voor verbetering Beschrijf concreet gedrag Probeer het gedrag zo specifiek en zo objectief mogelijk weer te geven ("Ik zie dat je …" in plaats van "Volgens mij …"). Geef zoveel mogelijk feedback vanuit de "ik" situatie: "Ik vind dat je" of "Ik zie…. " in plaats van: "Jij hebt …" of "Jij doet …". De ander is dan minder snel geneigd in de verdediging te schieten. Ook kun je kiezen voor: "Zou het kunnen dat je …" of "Is het mogelijk dat je …". De feedback moet betrekking hebben op aspecten die de persoon voor wie de feedback is bedoeld kan veranderen (dus niet de hoogte van de stem of stotteren). Voorbeelden: 1 Ik vind dat je veel gebruik maakt van ondersteunende gebaren, zoals handbewegingen en

gezichtsmimiek. 2 Ik miste bij de presentatie een inleiding waarin werd aangegeven wat besproken zou gaan worden. 3 Ik vind dat je conceptbijdrage aan het verslag nog niet de afgesproken omvang heeft. Beschrijf het effect Naast een beschrijving van de feiten is het belangrijk te vertellen wat het effect ervan is. Voorbeelden: 1 Dit maakt het verhaal heel levendig en hield mijn aandacht bij de presentatie.

Page 111: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

105

2 Hierdoor kon ik de lijn van de presentatie niet goed volgen en merkte ik dat ik mijn interesse verloor. 3 Het geeft mij de indruk dat je weinig tijd aan ons gezamenlijk verslag hebt besteed. Dat vind ik erg

jammer. (Bespreek hoe het komt en hoe het opgelost kan worden.) Gelegenheid voor een reactie Geef de ontvanger van de feedback de gelegenheid om te reageren. Wellicht heeft deze vragen ter verduidelijking of wil hij er meer over weten. Bespreek suggesties Dit geldt vooral bij negatieve feedback. De suggesties kunnen afkomstig zijn van de docent of kunnen (na een korte brainstorm) door de groep worden gedaan. Geef concreet aan hoe een verbetering bereikt kan worden, maar laat daarbij ruimte voor de ander: "Ik zou in die situatie geneigd zijn om …" of "Het lijkt me duidelijker als …" in plaats van:"Dat moet je zo doen". Het ontvangen van feedback Maak bij het ontvangen van feedback met een open en luisterende houding duidelijk dat de opmerkingen serieus worden genomen. Regels voor het ontvangen van feedback 1 Luister 2 Ga na of je de ander goed begrijpt, vraag eventueel door 3 Bepaal wat je met de feedback doet Luister Probeer zo open en onbevangen mogelijk te luisteren. Val de ander niet te snel in de rede. Ga niet meteen argumenteren of jezelf verdedigen. Ga na of je de ander goed begrijpt Bij twijfel kan je de kern van de opmerkingen in eigen woorden samenvatten ("Je bedoelt dat ik … en dat heeft het effect…" of "Als ik het goed begrijp dan vind je dat …"). Wanneer de informatie te algemeen of te vaag is, vraag dan naar verdere concretisering. Bepaal wat je met de feedback doet Feedback geeft altijd de visie van de ander weer. Accepteer dat de ander er zo over denkt en bepaal daarna wat je met de feedback doet. Beoordeel de suggesties die worden gegeven en evalueer of je hier je voordeel mee kunt doen.

Page 112: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.
Page 113: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

Bijlage 2: Observatielijst AMC

Copyright AMC, Medische Psychologie, V-onderwijs 3e jaar 2013/2014

Groep: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Student: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Collkrtnr: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Beoordelaar: . . . . . . . . . . . . . . . Patiënt: . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

9 10 (Boven verwacht niv.) 6 7 8 (Verwacht niv.) 4 5 (Onder verwacht niv.)

Fats

oen&

resp

ect

Onder verwacht niveau Verwacht niveau Boven verwacht niveau Basishouding O Beleefdheid [voor en achternaam gebruiken, stoel aanbieden, vousvoyeren tenzij anders afgesproken] O Non-verbaal gedrag [luisterhouding, oogcontact, afstand/nabijheid, positie van handen] O Open houding [interesse tonen, ruimte voor reacties/vragen van de patiënt, patiënt actief aanmoedigen] Toelichting oordeel:

Info

rmat

ie&

besl

uitv

orm

ing

Onder verwacht niveau Verwacht niveau Boven verwacht niveau Adequaat informatie geven O Nagaan voorkennis patiënt (bijv. folder gelezen?), reactie vragen eerder consult O Helder onderscheid tussen de behandelopties O Balans tussen hoofdlijnen en details O Hoeveelheid informatie klopt (behapbare blokken informatie begrijpelijk voor de patiënt) O Begrijpelijk taalgebruik (toegankelijk taalgebruik, geen jargon) O Effectief communiceren over risico’s O Checken of informatie is begrepen Toelichting oordeel:

Onder verwacht niveau Verwacht niveau Boven verwacht niveau Tot een gedeelde beslissing komen O Overwegingen en waardering verkennen O Voorkeur verkennen O Beslissingsparticipatie achterhalen O Omgaan met evt. emotionele reacties Toelichting oordeel:

Stru

ctuu

r

Onder verwacht niveau Verwacht niveau Boven verwacht niveau Structureren van de communicatie O Start van gesprek (uitleg doel van dit consult) O Agenderen/paragraferen (aankondigen nieuw onderwerp) O Proces van aanbevolen fasering van de besluitvorming wordt gevolgd O Samenvatten (incl. overwegingen en evt.voorkeur /beslissing behandeling) O Afsluiting (verder beloop/vervolgafspraak, heeft de patiënt nog vragen?) Toelichting oordeel:

Page 114: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

108

Bijlage 3: Observatielijst MISHCE

Page 115: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

109

Bijlage 4: Vragenlijst

DATUM CODE

VRAGENLIJST

KANSEN: CIJFERS EN WOORDEN

versie I

Page 116: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

110

Sectie Medische Besliskunde Leids Universitair Medisch Centrum Postbus 9600, 2300 RC Leiden tel. 071-526.4575 (526.4574) Geachte meneer, mevrouw, Dit onderzoek gaat over de verschillende manieren waarop kansen en risico’s op ziekten verteld kunnen worden. Wij willen graag weten hoe kanswoorden (zoals zeer waarschijnlijk) begrepen worden in termen van cijfers. Daarom vragen wij u mee te werken aan dit onderzoek. Het invullen van de vragenlijst kost u ongeveer 10 minuten. Alle antwoorden die u geeft worden anoniem behandeld, oftewel wij weten niet dat uw naam bij deze antwoorden hoort. Wij kennen alleen de code die op de voorkant van deze vragenlijst staat. Probeert u zo eerlijk mogelijk alle vragen te beantwoorden. Er bestaan geen goede of foute antwoorden: het gaat alleen om uw eigen mening! Wij bedanken u voor de moeite en wensen u veel succes! Met hoogachting, Mw. Prof.dr. A.M. Stiggelbout Sectie Medische besliskunde Leids Universitair Medisch Centrum

Page 117: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

111

Hieronder ziet u tien woorden die een kans omschrijven. Wij vragen u per kanswoord een percentage op te schrijven dat volgens u het beste de betekenis van het kanswoord weergeeft. De percentages lopen van 0% (gebeurt zeker niet) tot 100% (gebeurt zeker wel). Stelt u zich voor dat de onderstaande woorden de kans op griep beschrijven. U moet hierbij denken aan een griep die anderhalve week duurt, met hoofdpijn en pijn in de gewrichten, koorts, en een zware verkoudheid. Wij vragen u om het woord dat de kans op griep beschrijft om te zetten in een percentage.

behoorlijk hoog .....................% redelijk .....................% waarschijnlijk .....................% klein .....................% mogelijk .....................% groot .....................% onwaarschijnlijk .....................% uiterst gering .....................% niet uitgesloten .....................% erg klein .....................%

Page 118: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

112

Hieronder ziet u nogmaals de tien woorden die een kans omschrijven. Wij vragen u wederom per kanswoord een percentage op te schrijven dat volgens u het beste de betekenis van het kanswoord weergeeft. Stelt u zich ditmaal voor dat de onderstaande woorden de kans op hersenvliesontsteking beschrijven. U moet hierbij denken aan hoge koorts, sufheid, de nek niet kunnen buigen (“nekkramp”), met mogelijk zeer ernstige gevolgen, waaronder overlijden. Wij vragen u om het woord dat de kans op hersenvliesontsteking beschrijft om te zetten in een percentage.

behoorlijk hoog .....................% redelijk .....................% waarschijnlijk .....................% klein .....................% mogelijk .....................% groot .....................% onwaarschijnlijk .....................% uiterst gering .....................% niet uitgesloten .....................% erg klein .....................%

Page 119: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

113

DATUM

CODE

VRAGENLIJST

KANSEN: CIJFERS EN WOORDEN

versie II Sectie Medische Besliskunde

Page 120: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

114

Leids Universitair Medisch Centrum Postbus 9600, 2300 RC Leiden tel. 071-526.4576 (526.4574) Geachte meneer, mevrouw, Dit onderzoek gaat over de verschillende manieren waarop kansen en risico’s op ziekten verteld kunnen worden. Wij willen graag weten hoe kanswoorden (zoals zeer waarschijnlijk) begrepen worden in termen van cijfers. Daarom vragen wij u mee te werken aan dit onderzoek. Het invullen van de vragenlijst kost u ongeveer 10 minuten. Alle antwoorden die u geeft worden anoniem behandeld, oftewel wij weten niet dat uw naam bij deze antwoorden hoort. Wij kennen alleen de code die op de voorkant van deze vragenlijst staat. Probeert u zo eerlijk mogelijk alle vragen te beantwoorden. Er bestaan geen goede of foute antwoorden: het gaat alleen om uw eigen mening! Wij bedanken u voor de moeite en wensen u veel succes! Met hoogachting, Mw. Dr. A.M. Stiggelbout Sectie Medische besliskunde Leids Universitair Medisch Centrum

Page 121: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

115

Hieronder ziet u tien woorden die een kans omschrijven. Wij vragen u per kanswoord op te schrijven wat volgens u de betekenis van dit kanswoord is in termen van hoeveel van de 100 mensen het overkomt. Bij 0 van de 100 mensen overkomt het niemand en bij 100 van de 100 mensen overkomt het iedereen. Stelt u zich voor dat de onderstaande woorden de kans op griep beschrijven. U moet hierbij denken aan een griep die anderhalve week duurt, met hoofdpijn en pijn in de gewrichten, koorts, en een zware verkoudheid. Wij vragen u om het woord dat de kans op griep beschrijft om te zetten in hoeveel van de 100 mensen dit overkomt.

behoorlijk hoog .............................. van de 100 mensen redelijk .............................. van de 100 mensen waarschijnlijk .............................. van de 100 mensen klein .............................. van de 100 mensen mogelijk .............................. van de 100 mensen groot .............................. van de 100 mensen onwaarschijnlijk .............................. van de 100 mensen uiterst gering .............................. van de 100 mensen niet uitgesloten .............................. van de 100 mensen erg klein .............................. van de 100 mensen

Page 122: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

116

Hieronder ziet u nogmaals de tien woorden die een kans omschrijven. Wij vragen u wederom per kanswoord op te schrijven wat volgens u de betekenis van dit kanswoord is in termen van hoeveel van de 100 mensen het overkomt. Stelt u zich ditmaal voor dat de onderstaande woorden de kans op hersenvliesontsteking beschrijven. U moet hierbij denken aan hoge koorts, sufheid, de nek niet kunnen buigen (“nekkramp”), met mogelijk zeer ernstige gevolgen, waaronder overlijden. Wij vragen u om het woord dat de kans op hersenvliesontsteking beschrijft om te zetten in hoeveel van de 100 mensen dit overkomt.

behoorlijk hoog .............................. van de 100 mensen redelijk .............................. van de 100 mensen waarschijnlijk .............................. van de 100 mensen klein .............................. van de 100 mensen mogelijk .............................. van de 100 mensen groot .............................. van de 100 mensen onwaarschijnlijk .............................. van de 100 mensen uiterst gering .............................. van de 100 mensen niet uitgesloten .............................. van de 100 mensen erg klein .............................. van de 100 mensen

Page 123: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

117

Bijlage 5: Resultaten van vragenlijstonderzoek

De resultaten van het vragenlijstonderzoek die hier gepresenteerd worden zijn verzameld door de studenten die dit keuzeblok in juni 2003 volgden. In totaal hadden zij 44 mensen gevraagd de vragenlijst in te vullen. Hieronder staan de belangrijkste gegevens. Beschrijvende gegevens De beschrijvende gegevens zijn: gemiddelde, standaarddeviatie, minimum, maximum, percentielen (10e, 25e, 50e = mediaan, 75e, 90e). De tien kansen voor griep zijn de variabelen KANSA1 t/m KANSA10, en de tien kansen voor hersenvliesontsteking zijn de variabelen KANSB1 t/m KANSB10. Vervolgens zijn per kanswoord (bijv. “behoorlijk hoog”) de schattingen voor griep en hersenvliesontsteking gemiddeld, zodat ongeacht de aandoening een gemiddelde schatting voor dat kanswoord bekend is (bijv. (kansa1+kansb1)/2). Deze gemiddelde schattingen per kanswoord hebben de variabele namen KANS1 t/m KANS10 gekregen. De beschrijvende gegevens van deze 10 variabelen staan in onderstaande tabel. Dus KANS1 is de percentage schatting voor het woord “behoorlijk hoog”, ongeacht of het voor griep of hersenvliesontsteking werd geschat.

Mean

Std dev

Min

Max

10e perc

25e perc

50e perc

75e perc

90e perc

KANS1 59,93 22,74 0,50 98,50 33,25 43,13 60,25 76,88 85,00

KANS2 40,05 19,75 2,00 80,00 15,00 22,38 40,00 55,00 67,50

KANS3 59,60 26,33 2,75 95,00 9,50 50,00 68,75 80,00 87,75

KANS4 11,75 12,95 0,55 82,50 2,88 5,00 8,75 14,75 22,50

KANS5 26,51 17,04 2,75 72,50 10,00 16,50 20,00 38,75 55,00

KANS6 62,59 21,02 0,00 100,00 37,50 50,00 70,00 77,50 85,00

KANS7 5,79 9,80 0,00 60,00 0,0005 1,00 2,75 7,38 11,25

KANS8 3,77 7,77 0,01 52,50 0,50 1,00 2,50 4,00 5,88

KANS9 14,34 17,71 0,50 90,00 1,75 4,00 7,75 15,00 31,50

KANS10 5,13 7,07 0,06 45,00 1,00 1,50 3,00 5,50 10,00

Toetsende gegevens Er zijn paarsgewijze t-toetsen uitgevoerd om te kijken of de kansschattingen voor griep verschilden van de schattingen voor hersenvliesontsteking. Bij deze toetsen dient u te kijken naar het significantieniveau van de t-test, en deze moet kleiner zijn dan .05, oftewel p < .05. Hiertoe werd gebruik gemaakt van de variabelen KANSA1-KANSA10 en KANSB1-KANSB10.

Page 124: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

118

Mean Std dev Mean Std dev t p

KANSA1 70,09 20,18 KANSB1 49,77 31,36 5,05 0,000

KANSA2 48,59 20,36 KANSB2 31,50 24,88 5,04 0,000

KANSA3 65,18 25,60 KANSB3 54,01 31,03 3,44 0,001

KANSA4 13,25 11,31 KANSB4 10,26 16,04 1,99 0,053

KANSA5 32,05 19,94 KANSB5 20,97 19,16 3,83 0,000

KANSA6 72,66 19,50 KANSB6 52,52 29,99 4,75 0,000

KANSA7 6,04 7,50 KANSB7 5,53 14,04 0,31 0,760

KANSA8 3,64 4,33 KANSB8 3,90 12,01 0,19 0,851

KANSA9 16,72 19,24 KANSB9 11,96 17,40 3,32 0,002

KANSA10 5,64 4,50 KANSB10 4,62 11,50 0,66 0,512

Page 125: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

119

Bijlage 6: Zoektermen PUBMED “Informeren en beslissen in de spreekkamer”

Hieronder staan een aantal geschikte MESH (MEdical Subject Headings) termen voor het zoeken in PUBMED. Die kun je vinden via de MESH-browser in pubmed. Je kunt ook combi's maken (#x AND #y) tussen zoekresultaten. Handige manieren om vervolgens in te perken zijn jaar van publicatie (via Preview/Index en AND). Begin bij meest recente. Een supergeschikt artikel gevonden, klik dan op "related articles". Je kunt ook je eigen onderwerp (termen) gebruiken om te combineren met een serie zoekresultaten om in te dikken. Zoektermen die niet gespecificeerd zijn worden automatisch gezocht in titel/abstract. De MESH browser is ook erg geschikt om termen te vinden, want deze geeft suggesties en related terms als iets niet gevonden kan worden. Tips voor geschikte MESH-termen: JUDGMENT DECISION MAKING INTERPERSONAL RELATIONS

PHYSICIAN-PATIENT RELATIONS PROFESSIONAL-PATIENT RELATIONS PROFESSIONAL-FAMILY RELATIONS

ATTITUDE ATTITUDE OF HEALTH PERSONNEL ATTITUDE TO HEALTH

REFUSAL TO TREAT PATIENT REFUSAL OF TREATMENT ROLE

PHYSICIAN’S ROLE SICK ROLE

PROFESSIONAL PRACTICE PROFESSIONAL AUTONOMY PATIENT SATISFACTION COMMUNICATION (valt weer veel onder) PATIENT PARTICIPATION RISK PROBABILITY BEHAVIOR (valt weer veel onder) COGNITION PERCEPTION (MN social perception, time perception) MOTIVATION MORALS SOCIAL VALUES TRUTH DISCLOSURE ETHICS of ETHICS, MEDICAL of ETHICS, PROFESSIONAL CHILD of ADULT of ADOLESCENCE JURISPRUDENCE LIABILITY, LEGAL INFORMED CONSENT PATIENT ADVOCACY

Page 126: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

120

Bijlage 7: Werkblad zelfmanagement astma (SO-24) Deel A Astma Wie is de eerste auteur van het artikel? Wat is de titel? In welk tijdschrift is het onderzoek gepubliceerd? In welk jaar? Waaruit bestaat de interventie? Welke meetinstrumenten/ vragenlijsten worden gebruikt? Wat meten ze?

Op welke uitkomsten heeft de interventie effect?

Deel B Astma Op welke zelfmanagement taken is de interventie gericht?

Op welke zelfmanagement vaardigheden is de interventie gericht?

Page 127: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

121

Bijlage 8: Werkblad zelfmanagement COPD (SO-24) Deel A COPD Wie is de eerste auteur van het artikel? Wat is de titel? In welk tijdschrift is het onderzoek gepubliceerd? In welk jaar? Waaruit bestaat de interventie? Welke meetinstrumenten/ vragenlijsten worden gebruikt? Wat meten ze?

Op welke uitkomsten heeft de interventie effect?

Deel B COPD Op welke zelfmanagement taken is de interventie gericht?

Op welke zelfmanagement vaardigheden is de interventie gericht?

Page 128: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

122

Bijlage 9: Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek is een vorm van wetenschappelijk onderzoek. Het moet op een systematische wijze worden uitgevoerd en het moet reproduceerbaar zijn. Hoe je systematisch kunt zoeken in de databank PubMed hebben jullie geleerd tijdens het zoekpracticum in het blok "Van individu tot populatie". Kort samengevat betekent het dat je:

- Een goede zoekvraag formuleert mbv de PICO structuur

- Je inleest in het onderwerp zodat je het onderwerp goed begrijpt en bekend raakt met de (Engelse!) terminologie

- Componenten uit je zoekvraag selecteert om mee te zoeken

- Per component een zoekstrategie bouwt die je samenstelt uit MeSH-terms, vrije tekst voorzien van de juiste veldcodes, de juiste Booleaanse operatoren en haken.

- De zoekstrategieën per component combineert tot één zoekstrategie

- De gevonden referenties beoordeelt op aantal en relevantie

- Zo nodig op adequate wijze probeert het aantal referenties te reduceren (extra component, Majr MeSH-terms en zoeken in titels, Clinical Queries, subheadings)

- Zo nodig de zoekactie uitbreidt dmv het doorzoeken van referentielijsten ("sneeuwbalmethode"), zoeken in andere databanken (Embase, Web of Science, PsycINFO, CINAHL etc.) en het zoeken in "grijze literatuur" (richtlijnen, overheidsrapporten, Trials Registers etc.)

- Je zoekactie goed documenteert.

In deze minor gaan jullie een literatuuronderzoek uitvoeren. De zoekmethode die je moet gebruiken wordt beschreven in de Handleiding Literatuuronderzoek die je kunt vinden op de Blackboardsite van de Walaeus Bibliotheek. Voor het documenteren van je literatuuronderzoek /kunnen jullie gebruik maken van het Sjabloon voor het documenteren van literatuuronderzoek Dit sjabloon staat eveneens op Blackboard. Dit "zoekverslag" kun je als bijlage toevoegen aan de verslagen voor deze minor. Belangrijk is verder dat je op correcte wijze refereert aan de informatiebronnen die je hebt gebruikt. Hoe je dit kunt doen, staat in het document Refereren voor Studenten dat je eveneens op Blackboard vindt. Wie hulp nodig heeft bij het literatuuronderzoek, kan terecht bij de informatiebalie of de informatiespecialisten van de Walaeus Bibliotheek. Voor de hulp van een informatiespecialist is over het algemeen een afspraak nodig die je kunt aanvragen via het formulier Hulp bij literatuuronderzoek aanvragen op de website van de Walaeus Bibliotheek. Doe dit tijdig!

Page 129: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

123

Bijlage 10: Regels literatuurreferenties International Committee of Medical Journal Editors (ICMJE) Uniform Requirements for Manuscripts Submitted to Biomedical Journals: Sample References

Wat zet je in de tekst van het artikel?

In the citation-sequence system, numbers are used to refer to the reference list. References

are numbered in the list in the order they first appear in the text. For example, if a reference

by Zelinski is the first one referred to in the text, then the Zelinski reference is number one in

the list.

Voor alle regels op een rijtje kijk hier:

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK7256/

Articles in Journals

1. Standard journal article

List the first six authors:

Halpern SD, Ubel PA, Caplan AL. Solid-organ transplantation in HIV-infected patients. N Engl J Med. 2002 Jul 25;347(4):284-7.

As an option, if a journal carries continuous pagination throughout a volume (as many medical journals do) the month and issue number may be omitted.

Halpern SD, Ubel PA, Caplan AL. Solid-organ transplantation in HIV-infected patients. N Engl J Med. 2002;347:284-7.

More than six authors: list the first six authors followed by et al.

Rose ME, Huerbin MB, Melick J, Marion DW, Palmer AM, Schiding JK, et al. Regulation of interstitial excitatory amino acid concentrations after cortical contusion injury. Brain Res. 2002;935(1-2):40-6.

2. Organization as author

Diabetes Prevention Program Research Group. Hypertension, insulin, and proinsulin in participants with impaired glucose tolerance. Hypertension. 2002;40(5):679-86.

Page 130: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

124

3. Both personal authors and organization as author (List all as they appear in the byline.)

Vallancien G, Emberton M, Harving N, van Moorselaar RJ; Alf-One Study Group. Sexual dysfunction in 1,274 European men suffering from lower urinary tract symptoms. J Urol. 2003;169(6):2257-61.

Margulies EH, Blanchette M; NISC Comparative Sequencing Program, Haussler D, Green ED. Identification and characterization of multi-species conserved sequences. Genome Res. 2003 Dec;13(12):2507-18.

4. No author given

21st century heart solution may have a sting in the tail. BMJ. 2002;325(7357):184.

5. Article not in English

Ellingsen AE, Wilhelmsen I. Sykdomsangst blant medisin- og jusstudenter. Tidsskr Nor Laegeforen. 2002;122(8):785-7. Norwegian.

Optional translation of article title (MEDLINE/PubMed practice):

Ellingsen AE, Wilhelmsen I. [Disease anxiety among medical students and law students]. Tidsskr Nor Laegeforen. 2002 Mar 20;122(8):785-7. Norwegian.

6. Volume with supplement

Geraud G, Spierings EL, Keywood C. Tolerability and safety of frovatriptan with short- and long-term use for treatment of migraine and in comparison with sumatriptan. Headache. 2002;42 Suppl 2:S93-9.

7. Issue with supplement

Glauser TA. Integrating clinical trial data into clinical practice. Neurology. 2002;58(12 Suppl 7):S6-12.

8. Volume with part

Abend SM, Kulish N. The psychoanalytic method from an epistemological viewpoint. Int J Psychoanal. 2002;83(Pt 2):491-5.

9. Issue with part

Ahrar K, Madoff DC, Gupta S, Wallace MJ, Price RE, Wright KC. Development of a large animal model for lung tumors. J Vasc Interv Radiol. 2002;13(9 Pt 1):923-8.

10. Issue with no volume

Page 131: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

125

Banit DM, Kaufer H, Hartford JM. Intraoperative frozen section analysis in revision total joint arthroplasty. Clin Orthop. 2002;(401):230-8.

11. No volume or issue

Outreach: bringing HIV-positive individuals into care. HRSA Careaction. 2002 Jun:1-6.

12. Pagination in roman numerals

Chadwick R, Schuklenk U. The politics of ethical consensus finding. Bioethics. 2002;16(2):iii-v.

13. Type of article indicated as needed

Tor M, Turker H. International approaches to the prescription of long-term oxygen therapy [letter]. Eur Respir J. 2002;20(1):242.

Lofwall MR, Strain EC, Brooner RK, Kindbom KA, Bigelow GE. Characteristics of older methadone maintenance (MM) patients [abstract]. Drug Alcohol Depend. 2002;66 Suppl 1:S105.

18. Article published electronically ahead of the print version

Yu WM, Hawley TS, Hawley RG, Qu CK. Immortalization of yolk sac-derived precursor cells. Blood. 2002 Nov 15;100(10):3828-31. Epub 2002 Jul 5.

Books and Other Monographs

19. Personal author(s)

Murray PR, Rosenthal KS, Kobayashi GS, Pfaller MA. Medical microbiology. 4th ed. St. Louis: Mosby; 2002.

20. Editor(s), compiler(s) as author

Gilstrap LC 3rd, Cunningham FG, VanDorsten JP, editors. Operative obstetrics. 2nd ed. New York: McGraw-Hill; 2002.

21. Author(s) and editor(s)

Breedlove GK, Schorfheide AM. Adolescent pregnancy. 2nd ed. Wieczorek RR, editor. White Plains (NY): March of Dimes Education Services; 2001.

22. Organization(s) as author

Page 132: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

126

Advanced Life Support Group. Acute medical emergencies: the practical approach. London: BMJ Books; 2001. 454 p.

American Occupational Therapy Association, Ad Hoc Committee on Occupational Therapy Manpower. Occupational therapy manpower: a plan for progress. Rockville (MD): The Association; 1985 Apr. 84 p.

National Lawyer's Guild AIDs Network (US); National Gay Rights Advocates (US). AIDS practice manual: a legal and educational guide. 2nd ed. San Francisco: The Network; 1988.

23. Chapter in a book

Meltzer PS, Kallioniemi A, Trent JM. Chromosome alterations in human solid tumors. In: Vogelstein B, Kinzler KW, editors. The genetic basis of human cancer. New York: McGraw-Hill; 2002. p. 93-113.

24. Conference proceedings

Harnden P, Joffe JK, Jones WG, editors. Germ cell tumours V. Proceedings of the 5th Germ Cell Tumour Conference; 2001 Sep 13-15; Leeds, UK. New York: Springer; 2002.

25. Conference paper

Christensen S, Oppacher F. An analysis of Koza's computational effort statistic for genetic programming. In: Foster JA, Lutton E, Miller J, Ryan C, Tettamanzi AG, editors. Genetic programming. EuroGP 2002: Proceedings of the 5th European Conference on Genetic Programming; 2002 Apr 3-5; Kinsdale, Ireland. Berlin: Springer; 2002. p. 182-91.

26. Scientific or technical report

Issued by funding/sponsoring agency:

Yen GG (Oklahoma State University, School of Electrical and Computer Engineering, Stillwater, OK). Health monitoring on vibration signatures. Final report. Arlington (VA): Air Force Office of Scientific Research (US), Air Force Research Laboratory; 2002 Feb. Report No.: AFRLSRBLTR020123. Contract No.: F496209810049.

Issued by performing agency:

Russell ML, Goth-Goldstein R, Apte MG, Fisk WJ. Method for measuring the size distribution of airborne Rhinovirus. Berkeley (CA): Lawrence Berkeley National Laboratory, Environmental Energy Technologies Division; 2002 Jan. Report No.: LBNL49574. Contract No.: DEAC0376SF00098. Sponsored by the Department of Energy.

27. Dissertation

Page 133: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

127

Borkowski MM. Infant sleep and feeding: a telephone survey of Hispanic Americans [dissertation]. Mount Pleasant (MI): Central Michigan University; 2002.

Other Published Material

29. Newspaper article

Tynan T. Medical improvements lower homicide rate: study sees drop in assault rate. The Washington Post. 2002 Aug 12;Sect. A:2 (col. 4).

30. Audiovisual material

Chason KW, Sallustio S. Hospital preparedness for bioterrorism [videocassette]. Secaucus (NJ): Network for Continuing Medical Education; 2002.

33. Dictionary and similar references

Dorland's illustrated medical dictionary. 29th ed. Philadelphia: W.B. Saunders; 2000. Filamin; p. 675.

Electronic Material

35. CD-ROM

Anderson SC, Poulsen KB. Anderson's electronic atlas of hematology [CD-ROM]. Philadelphia: Lippincott Williams & Wilkins; 2002.

36. Journal article on the Internet

Abood S. Quality improvement initiative in nursing homes: the ANA acts in an advisory role. Am J Nurs [Internet]. 2002 Jun [cited 2002 Aug 12];102(6):[about 1 p.]. Available from: http://www.nursingworld.org/AJN/2002/june/Wawatch.htmArticle

Optional presentation (omits bracketed phrase that qualifies the journal title abbreviation):

Abood S. Quality improvement initiative in nursing homes: the ANA acts in an advisory role. Am J Nurs. 2002 Jun [cited 2002 Aug 12];102(6):[about 1 p.]. Available from: http://www.nursingworld.org/AJN/2002/june/Wawatch.htmArticle

Article published on the Internet ahead of the print version: See # 18.

Optional formats used by NLM in MEDLINE/PubMed:

Page 134: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

128

Article with document number in place of traditional pagination:

Williams JS, Brown SM, Conlin PR. Videos in clinical medicine. Blood-pressure measurement. N Engl J Med. 2009 Jan 29;360(5):e6. PubMed PMID: 19179309.

Article with a Digital Object Identifier (DOI):

Zhang M, Holman CD, Price SD, Sanfilippo FM, Preen DB, Bulsara MK. Comorbidity and repeat admission to hospital for adverse drug reactions in older adults: retrospective cohort study. BMJ. 2009 Jan 7;338:a2752. doi: 10.1136/bmj.a2752. PubMed PMID: 19129307; PubMed Central PMCID: PMC2615549.

Article with unique publisher item identifier (pii) in place of traditional pagination or DOI:

Tegnell A, Dillner J, Andrae B. Introduction of human papillomavirus (HPV) vaccination in Sweden. Euro Surveill. 2009 Feb 12;14(6). pii: 19119. PubMed PMID: 19215721.

37. Monograph on the Internet

Foley KM, Gelband H, editors. Improving palliative care for cancer [Internet]. Washington: National Academy Press; 2001 [cited 2002 Jul 9]. Available from: http://www.nap.edu/books/0309074029/html/.

38. Homepage/Web site

Cancer-Pain.org [Internet]. New York: Association of Cancer Online Resources, Inc.; c2000-01 [updated 2002 May 16; cited 2002 Jul 9]. Available from: http://www.cancer-pain.org/.

39. Part of a homepage/Web site

American Medical Association [Internet]. Chicago: The Association; c1995-2002 [updated 2001 Aug 23; cited 2002 Aug 12]. AMA Office of Group Practice Liaison; [about 2 screens]. Available from: http://www.ama-assn.org/ama/pub/category/1736.html

40. Database on the Internet

Open database: Who's Certified [Internet]. Evanston (IL): The American Board of Medical Specialists. c2000 - [cited 2001 Mar 8]. Available from: http://www.abms.org/newsearch.asp

Closed database: Jablonski S. Online Multiple Congenital Anomaly/Mental Retardation (MCA/MR) Syndromes [Internet]. Bethesda (MD): National Library of Medicine (US); c1999 [updated 2001 Nov 20; cited 2002 Aug 12]. Available from: http://www.nlm.nih.gov/archive//20061212/mesh/jablonski/syndrome_title.html

Page 135: Patient Empowerment: versterking van de rol van de patiënt ... · SO-6 Ontwikkelen van codeersysteem voor consulten 33 ... hoe het soms beter kan en hoe het het werkplezier kan verhogen.

ERROR! NO TEXT OF SPECIFIED STYLE IN DOCUMENT.

129

41. Part of a database on the Internet

MeSH Browser [Internet]. Bethesda (MD): National Library of Medicine (US); 2002 - . Meta-analysis [cited 2008 Jul 24]; [about 2 p.]. Available from: http://www.nlm.nih.gov/cgi/mesh/2008/MB_cgi?mode=&index=16408&view=concept MeSH Unique ID: D017418.

42. Blogs

Holt M. The Health Care Blog [Internet]. San Francisco: Matthew Holt. 2003 Oct - [cited 2009 Feb 13]. Available from: http://www.thehealthcareblog.com/the_health_care_blog/.

KidneyNotes.com [Internet]. New York: KidneyNotes. c2006 - [cited 2009 Feb 13]. Available from: http://www.kidneynotes.com/.

Wall Street Journal. HEALTH BLOG: WSJ's blog on health and the business of health [Internet]. Hensley S, editor. New York: Dow Jones & Company, Inc. c2007 - [cited 2009 Feb 13]. Available from: http://blogs.wsj.com/health/.

Contribution to a blog:

Mantone J. Head trauma haunts many, researchers say. 2008 Jan 29 [cited 2009 Feb 13]. In: Wall Street Journal. HEALTH BLOG [Internet]. New York: Dow Jones & Company, Inc. c2008 - . [about 1 screen]. Available from: http://blogs.wsj.com/health/2008/01/29/head-trauma-haunts-many-researchers-say/.

Campbell A. Diabetes and alcohol: do the two mix? (Part 2). 2008 Jan 28 [cited 2009 Feb 13]. In: Diabetes Self-Management Blog [Internet]. New York: Diabetes Self-Management. [2006 Aug 14] - . 2 p. Available from: http://www.diabetesselfmanagement.com/blog/Amy_Campbell/Diabetes_and_Alcohol_Do_the_Two_Mix_Part_2

Reider J. Docnotes: Health, Technology, Family Medicine and other observations [Internet]. [place unknown]: Jacob Reider. 1999 - . CRP again ...; 2004 Apr 2 [cited 2009 Feb 13]; [about 1 screen]. Available from: http://www.docnotes.com/2004/04/crp-again.html

More detailed information on how to cite references can be found in Citing Medicine http://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK7256/