Partners in de praktijk

3
17 tekst Anouk MiddelkAMp beeld hAns oostruM fotogrAfie Partners in de praktijk Artsen begrijpen elkaar als geen ander, daarom zoeken ze elkaar vaak op als het om een relatie gaat. Een relatie kan veel voordelen hebben, maar er schuilen ook gevaren in. “Een arts die na een lange dag in het ziekenhuis thuiskomt, heeft meestal geen behoefte aan een collega-dokter, maar aan een partner”, stelt Nina Bouw van relatiebemiddelingsbureau Medmatch. T oen huisartsen Ernst van Grondelle en Carin Littooij uit Driebergen trouwden, zinspeelden familie en vrienden al tijdens de bruiloft op een gezamenlijke praktijk; een IKEA-tent was ingericht als gezamenlijke prak- tijkruimte en ook de sketches gingen over hun beider vak, de geneeskunde. Toen konden ze nog niet bevroeden dat ze een paar jaar later daadwerkelijk samen een maatschap zouden oprichten. “Toen ik tijdens mijn geneeskunde- opleiding Ernst leerde kennen, was ik nog niet geheel zeker van de huisartsengeneeskunde”, vertelt Littooij. “Ook een opleiding tot psychi- ater behoorde tot de mogelijkheden. Dat ver- anderde toen Ernst zijn solopraktijk begon en er al snel achter kwam dat hij er niet in geloofde dat hij in z’n een eentje een praktijk zou runnen en dan ook nog tijd zou hebben voor een gezin. Hij liet mij toen de vrijheid: als ik de psychiatrie inging, ging hij iets anders zoeken.” Littooij koos voor de gezamenlijke praktijk: “Op die manier konden we zowel werk als gezin delen. Het is een keuze waar ik nooit spijt van heb gehad.” PRIVÉZAKEN Chantal van der Horst, hoogleraar plastische chirurgie in het AMC, maakte in eerste instan- tie de keuze om juist niet samen te werken met haar echtgenoot, traumatoloog Jan Luitse. “We hebben elkaar ontmoet tijdens de opleiding chirurgie, maar al heel snel was duidelijk dat ik mijn vervolgopleiding plastische chirurgie in Rotterdam ging volgen. Daarna ben ik in het AMC gaan werken. Jan ging naar het OLVG, dus we zouden elkaar op werkgebied nauwe- lijks tegenkomen. Een enkele keer verwees Jan patiënten door naar het AMC, maar dat was nooit een probleem.” Na vijftien jaar wilde haar echtgenoot Luitse graag iets anders en kreeg hij een aanbieding voor een baan in het AMC, als traumatoloog. “Omdat we inmid- dels allebei een andere specialisatie hadden en dus in andere maatschappen werkten, zagen we dit niet als een groot probleem”, zegt Van der Horst. “We komen elkaar soms tegen, maar dan zijn we gewoon collega’s.” Van der Horst en Luitse hebben vanaf het begin een heel duidelijke grens getrokken tus- sen privé en werk. “We stellen ons op het werk professioneel op”, zegt Van der Horst. “Heel lang hebben mijn collega’s niet geweten dat ik getrouwd was met een chirurg”, lacht ze. “Ik vond het ook eigenlijk geen onderwerp, ik praatte tijdens de borrel op het werk sowieso niet zo snel over privézaken.” Van der Horst vindt het belangrijk om haar meisjesnaam te kunnen gebruiken, zodat ze niet zou wordt gezien als ‘echtgenote van’. “Het was destijds nog lastig om voor elkaar te krijgen. Ik heb veel moeite moeten doen om in alle systemen als dokter Van der Horst opgenomen te worden.” Die grens tussen werk en privé werd altijd goed bewaakt. Luitse: “Dat betekent bijvoorbeeld dat we niet aan de ontbijttafel nog een patiëntencasus bespraken. Ook naar collega’s toe waren we daar duidelijk over. Een enkele keer gebeurde het wel eens dat een collega een vraag had op Chantals vakgebied of dat hij een patiënt sneller wilde doorsturen. Dan kwam de vraag weleens of ik dat niet met mijn vrouw kon regelen. Dat hebben we vanaf het begin afgehouden. Ook collega’s moeten het officiële pad bewandelen door contact op te nemen met de vakgroep, vanuit daar wordt doorverwijzing geregeld.” Huisartsenechtpaar Van Grondelle en Littooij heeft die grens niet zo duidelijk bepaald, dat is ook haast onmogelijk in een gezamenlijke prak- tijk. “Patiënten weten vaak wel dat we getrouwd zijn en dat is prima. Vaak horen we dat ze heel bewust kiezen voor een van ons, omdat we iets verschillen in onze aanpak. Ik ben bijvoorbeeld directiever dan Ernst, sommige patiënten waar- deren die duidelijkheid. Anderen kiezen heel bewust voor hem. Ik begrijp ook precies waarom, omdat ik hem zo goed ken. Deze aan- pak past goed bij onze visie op het vak, namelijk dat huisartsenwerk maatwerk is. Die gezamen- lijke visie moet je wel hebben, anders red je het niet samen in een praktijk.” STEMVERHOUDING De huisartsen hebben direct toen Littooij bij Van Grondelle in de praktijk kwam, duidelijke afspraken gemaakt over wat er bijvoorbeeld met de praktijk gebeurt in het geval van een echtscheiding. Ook legden ze met collega’s uit de Hagro een stemverhouding vast. “De angst was dat we anders samen een te grote stem zouden krijgen in de Hagro”, vertelt Littooij. Ze ziet vooral voordelen van de intensieve samenwerking. “We hebben gedeelde belan- gen, zowel thuis als op de praktijk. Je hoeft nooit uit te leggen waarom je later bent, waarom je nog even naar die ene patiënt wilt. De ander kent de patiënt immers ook.” Traumatoloog Luitse ervaart het ook als voor- deel dat hij en zijn echtgenote in hetzelfde vak zitten. “We kunnen eventuele problemen met elkaar delen; we zijn elkaars klankbord. Niet alleen op het gebied van de patiëntenzorg, maar ook bij het opleiden. Daarnaast hebben we allebei een leidinggevende functie, waarin De voor- en naDelen van een relatie met een collega

Transcript of Partners in de praktijk

Page 1: Partners in de praktijk

  17 tekst Anouk MiddelkAMp beeld hAns oostruM fotogrAfie

Partners in de praktijkArtsen begrijpen elkaar als geen ander, daarom zoeken ze elkaar vaak op als het om een relatie gaat. Een relatie kan veel voordelen hebben, maar er schuilen ook gevaren in. “Een arts die na een lange dag in het ziekenhuis thuiskomt, heeft meestal geen behoefte aan een collega-dokter, maar aan een partner”, stelt Nina Bouw van relatiebemiddelingsbureau Medmatch.

Toen huisartsen Ernst van Grondelle en Carin Littooij uit Driebergen trouwden,

zinspeelden familie en vrienden al tijdens de bruiloft op een gezamenlijke praktijk; een IKEA-tent was ingericht als gezamenlijke prak-tijkruimte en ook de sketches gingen over hun beider vak, de geneeskunde. Toen konden ze nog niet bevroeden dat ze een paar jaar later daadwerkelijk samen een maatschap zouden oprichten. “Toen ik tijdens mijn geneeskunde-opleiding Ernst leerde kennen, was ik nog niet geheel zeker van de huisartsengeneeskunde”, vertelt Littooij. “Ook een opleiding tot psychi-ater behoorde tot de mogelijkheden. Dat ver-anderde toen Ernst zijn solopraktijk begon en er al snel achter kwam dat hij er niet in geloofde dat hij in z’n een eentje een praktijk zou runnen en dan ook nog tijd zou hebben voor een gezin. Hij liet mij toen de vrijheid: als ik de psychiatrie inging, ging hij iets anders zoeken.” Littooij koos voor de gezamenlijke praktijk: “Op die manier konden we zowel werk als gezin delen. Het is een keuze waar ik nooit spijt van heb gehad.”

PrivézakenChantal van der Horst, hoogleraar plastische chirurgie in het AMC, maakte in eerste instan-tie de keuze om juist niet samen te werken met haar echtgenoot, traumatoloog Jan Luitse. “We hebben elkaar ontmoet tijdens de opleiding chirurgie, maar al heel snel was duidelijk dat ik mijn vervolgopleiding plastische chirurgie in Rotterdam ging volgen. Daarna ben ik in het AMC gaan werken. Jan ging naar het OLVG, dus we zouden elkaar op werkgebied nauwe-lijks tegenkomen. Een enkele keer verwees Jan patiënten door naar het AMC, maar dat was

nooit een probleem.” Na vijftien jaar wilde haar echtgenoot Luitse graag iets anders en kreeg hij een aanbieding voor een baan in het AMC, als traumatoloog. “Omdat we inmid-dels allebei een andere specialisatie hadden en dus in andere maatschappen werkten, zagen we dit niet als een groot probleem”, zegt Van der Horst. “We komen elkaar soms tegen, maar dan zijn we gewoon collega’s.”Van der Horst en Luitse hebben vanaf het begin een heel duidelijke grens getrokken tus-sen privé en werk. “We stellen ons op het werk professioneel op”, zegt Van der Horst. “Heel lang hebben mijn collega’s niet geweten dat ik getrouwd was met een chirurg”, lacht ze. “Ik vond het ook eigenlijk geen onderwerp, ik praatte tijdens de borrel op het werk sowieso niet zo snel over privézaken.” Van der Horst vindt het belangrijk om haar meisjesnaam te kunnen gebruiken, zodat ze niet zou wordt gezien als ‘echtgenote van’. “Het was destijds nog lastig om voor elkaar te krijgen. Ik heb veel moeite moeten doen om in alle systemen als dokter Van der Horst opgenomen te worden.” Die grens tussen werk en privé werd altijd goed bewaakt. Luitse: “Dat betekent bijvoorbeeld dat we niet aan de ontbijttafel nog een patiëntencasus bespraken. Ook naar collega’s toe waren we daar duidelijk over. Een enkele keer gebeurde het wel eens dat een collega een vraag had op Chantals vakgebied of dat hij een patiënt sneller wilde doorsturen. Dan kwam de vraag weleens of ik dat niet met mijn vrouw kon regelen. Dat hebben we vanaf het begin afgehouden. Ook collega’s moeten het officiële pad bewandelen door contact op te nemen met de vakgroep, vanuit daar wordt doorverwijzing geregeld.”

Huisartsenechtpaar Van Grondelle en Littooij heeft die grens niet zo duidelijk bepaald, dat is ook haast onmogelijk in een gezamenlijke prak-tijk. “Patiënten weten vaak wel dat we getrouwd zijn en dat is prima. Vaak horen we dat ze heel bewust kiezen voor een van ons, omdat we iets verschillen in onze aanpak. Ik ben bijvoorbeeld directiever dan Ernst, sommige patiënten waar-deren die duidelijkheid. Anderen kiezen heel bewust voor hem. Ik begrijp ook precies waarom, omdat ik hem zo goed ken. Deze aan-pak past goed bij onze visie op het vak, namelijk dat huisartsenwerk maatwerk is. Die gezamen-lijke visie moet je wel hebben, anders red je het niet samen in een praktijk.”

StemverhoudingDe huisartsen hebben direct toen Littooij bij Van Grondelle in de praktijk kwam, duidelijke afspraken gemaakt over wat er bijvoorbeeld met de praktijk gebeurt in het geval van een echtscheiding. Ook legden ze met collega’s uit de Hagro een stemverhouding vast. “De angst was dat we anders samen een te grote stem zouden krijgen in de Hagro”, vertelt Littooij. Ze ziet vooral voordelen van de intensieve samenwerking. “We hebben gedeelde belan-gen, zowel thuis als op de praktijk. Je hoeft nooit uit te leggen waarom je later bent, waarom je nog even naar die ene patiënt wilt. De ander kent de patiënt immers ook.”Traumatoloog Luitse ervaart het ook als voor-deel dat hij en zijn echtgenote in hetzelfde vak zitten. “We kunnen eventuele problemen met elkaar delen; we zijn elkaars klankbord. Niet alleen op het gebied van de patiëntenzorg, maar ook bij het opleiden. Daarnaast hebben we allebei een leidinggevende functie, waarin

De voor- en naDelen van een relatie met een collega

Page 2: Partners in de praktijk

Advertentie is verwijderd

Page 3: Partners in de praktijk

  19 

we ook weleens tegen lastige zaken aanlopen. Dat begrijpen we precies van elkaar.”Het onderlinge begrip is vaak een van de rede-nen dat er relaties tussen artsen ontstaan, weet Nina Bouw, eigenaar van Medmatch, een rela-tiebemiddelingsbureau voor artsen. “In de gezondheidszorg werken mensen met een enorme passie. Ze ervaren vaak een hoge werk-druk met stress maar ook veel emoties. Er gebeurt een hoop. Dan is het zo prettig om begrip bij elkaar te vinden.”Tegelijkertijd schuilt daar ook een gevaar in. “Een arts die na een lange dag in het zieken-huis thuiskomt, heeft meestal geen behoefte aan een collega-dokter, maar aan een partner.” Ze geeft een voorbeeld: “Als je een rotdag op de OK hebt gehad en de patiënt ondanks jouw inspanningen toch is overleden, wil je graag wat begrip van je partner. Maar dokters heb-ben nogal de neiging om dan door te gaan op de inhoud en ze willen alles weten over die ingreep, zonder oog te hebben voor de emotie. Ik zeg dan ook altijd: probeer je werk in het ziekenhuis of in de praktijk te houden: met collega’s kun je de ingreep analyseren, thuis moet je ook gewoon tegen iemand aan kunnen hangen.” Soms is het ook prettig om ook eens een ander verhaal te horen, vertelt Bouw. “Laatst sprak ik een jonge SEH-arts. Ze had een paar heftige situaties meegemaakt op haar werk en precies in die periode hadden wij een ontmoeting voor haar met een man uit het zakenleven. Ze vond het heerlijk om even geen medische verhalen te horen, maar naar zijn verhaal over zakenreizen naar het buitenland te luisteren.”

WerkschemaEen belangrijk punt in de relatie tussen twee dokters is het combineren van twee drukke werkschema’s. Chirurgen Van der Horst en Luitse hadden daar weleens moeite mee. “We werkten allebei fulltime en hebben drie kinde-ren, dus dat was soms ingewikkeld met onze roosters”, zegt Luitse. “Gelukkig hadden we toen de kinderen kleiner waren ook veel colle-ga’s in dezelfde levensfase. Zij waren flexibel en zo konden we veel voor elkaar oplossen.” Zijn echtgenote vult hem aan: “Het is een kwestie van heel goed plannen. Al heel lang van tevo-ren een vakantie vastleggen bijvoorbeeld.”Huisartsen Littooij en Van Grondelle ervaren

ook op dit gebied veel voordelen van hun geza-menlijke praktijk. “We hebben nooit discussies over werktijden en diensten, we hebben dezelfde belangen. Als een van onze kinderen ziek is, regelen we zonder problemen dat de één werkt en de ander thuisblijft. Dat geeft nooit irritaties.”Huisarts Littooij ervoer in 2008 wel de andere kant van de medaille toen haar echtgenoot een motorongeluk kreeg. “Toen heb ik het wel zwaar gehad; man in de kreukels, kinderen bezorgd en alleen de verantwoordelijkheid voor de praktijk. Toen merkte ik extra hoe we in ons leven op alle fronten alles verdelen, tot aan het huishouden toe.”Volgens Nina Bouw van Medmatch is de ver-houding tussen werk en privé soms moeilijk in een relatie tussen twee artsen. “Van jonge art-sen horen we vaak dat het lastig is om het moment te kiezen om een gezin te stichten. Tegen de tijd dat ze klaar zijn met hun oplei-ding en misschien ook al gepromoveerd zijn, zijn ze halverwege de dertig jaar. Dan gaat de

kinderwens spelen en die is lastig in te plannen in twee drukke carrières.”Toch is Bouw ervan overtuigd dat een relatie tussen twee artsen ook prima kan werken. “Als je maar duidelijke afspraken maakt en het werk zoveel mogelijk op het werk houdt. En respect hebt voor elkaars carrière.”Dat is ook een tip die Luitse en Van der Horst hebben: elkaar keuzes altijd respecteren. Van der Horst: “Wij hebben altijd evenveel gewerkt en evenveel voor de kinderen gezorgd. Dat is altijd goed gegaan omdat we elkaar de ruimte hebben gegeven. Soms moesten we accepteren dat we met twee zulke drukke car-rières concessies moesten doen. We hebben bijvoorbeeld tijdelijk een au-pair gehad. En we hebben nu eenmaal minder tijd voor ons-zelf.” Ook huisarts Littooij heeft eenzelfde advies: “Samen een praktijk voeren is goed voor het werk en het gezin en het kan prima als je maar goede afspraken maakt en open blijft communiceren.”