LERAAR IN DE PRAKTIJK

16
LERAAR IN DE PRAKTIJK Gesprekken met leerkrachten die geloven in hun werk Onder redactie van Rolf Robbe Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Transcript of LERAAR IN DE PRAKTIJK

Page 1: LERAAR IN DE PRAKTIJK

LERAARIN DEPRAKTIJKGesprekken met leerkrachtendie geloven in hun werk

Onder redactie van Rolf Robbe

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Page 2: LERAAR IN DE PRAKTIJK

Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat hetkeurmerk Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Bij dit papier ishet zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook ishet papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt.

ISBN 978 90 239 7076 7NUR 840

Vormgeving: Anton Sinke, www.antonsinke.nl

© 2016 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeerwww.uitgeverijboekencentrum.nl

Alle rechten voorbehouden

Page 3: LERAAR IN DE PRAKTIJK

INHOUD

Ten geleide 9

KENNIS VAN HET VAK

Portret: Jannie Dekker 121 Onmisbare kennis 14

Portret: Emma de Bruijne 212 Kennis overbrengen 22

Samenvatting 26

KUNDE IN DE KLAS

3 Betekenis van ‘Er zijn’ 30Portret: Jurjen de Boer 35

4 Verschillen 36Portret: Christian van den Dool 42

5 Motiveren 44Portret: Chris de Man 50

6 Mens leren zijn 527 Alles eruit halen 56

Portret: Nelleke Kramer 618 Toetsen nodig? 629 De klas managen 67

Samenvatting 72

Page 4: LERAAR IN DE PRAKTIJK
Page 5: LERAAR IN DE PRAKTIJK

KUNDE IN EN ROND DE SCHOOL

10 Verantwoording 76Portret: Gerte Offeringa 82

11 Het beste eruit halen 84Portret: Ludie de Velde 91

12 Vernieuwing 92Portret: Klaas Veldman 99

13 Ouders 100Samenvatting 104

PERSOONLIJK MEESTERSCHAP

14 Inspiratie 108Portret: Marleen van Winkelen 112

15 Identiteit 11416 Geloof in de klas 118

Portret: Hendrie Voortman 12217 Geloofsopvoeding 124

Portret: Diepkelina Nijenhuis 12818 Energiebalans 130

Portret: Nienke van Buren 13719 Leermomenten 138

Portret: Griselda Knoll-Brakke 14420 Ideale school 146

Samenvatting 151

Slotanalyse 153

Gebruiksaanwijzing 165

Page 6: LERAAR IN DE PRAKTIJK
Page 7: LERAAR IN DE PRAKTIJK

TEN GELEIDE

ALS JE GELOOFTIN JE WERKHoe is het om als leraar te werken in het christelijk basison-derwijs? Heel Nederland heeft een mening over de kwaliteitvan het werken van leraren, maar wat houdt dat werk nu ei-genlijk in? In dit boek krijg je een kijkje in de praktijk van al-ledag en wat het leraar zijn zo mooi maakt (en soms ookmoeilijk). Het interessante van werken in het onderwijs iszonder twijfel de omgang met de kinderen en de collega’s opschool, helemaal als je gelooft in je werk.Dit boek geeft leraren, ouders en andere geïnteresseerdeneen indruk van het werk als leraar aan een christelijke basis-school. Daar spelen alle actuele thema’s die op andere scho-len in Nederland spelen en nog een paar extra. Tegelijk is hetchristelijk onderwijs een kleurrijk palet van heel verschil-lende scholen. Dat merk je aan de antwoorden op vragen als

- Hoe is het om leraar te zijn op een dorpsschool met 60 leer-lingen, of juist op een megaschool met 750?

- Hoe gaat dat, kinderen leren rekenen met tablets? - Hoe zorg je ervoor dat al die verschillende kinderen aan huntrekken komen?

- Is toetsen wel ergens goed voor? - Is het werk op een school in Amsterdam met kinderen uit

9

Page 8: LERAAR IN DE PRAKTIJK

tientallen verschillende kerkelijke achtergronden anders danaan een school met de Bijbel in Noordwest-Overijssel?

- Hoe laat je aan je leerlingen, elkaar en de ouders zien dat jeeen christelijke school bent? En hoe doe je dat in Zuid-Lim-burg?

In dit boek laten veertien leraren zien hoe gevarieerd hetwerken in het christelijk onderwijs is en wat hen daarbij in-spireert. Ze zijn geïnterviewd rond de thema’s

- Kennis van het vak: wat moet je weten in je vak als leraar?- Kunde in de klas: wat moet je kunnen om je klas goed te run-nen?

- Kunde in en rond de school: wat heb je nodig om goed metcollega’s, ouders en buurtgenoten om te gaan?

- Persoonlijk meesterschap: wat heb je als persoon aan kwali-teiten nodig om een goede leraar te zijn?

De geïnterviewde leraren werken allen aan een basisschoolmaar wel in een verschillende context en omgeving. Descholen hebben een identiteit binnen het brede palet vanchristelijke scholen, scholen met de Bijbel, reformatorischeen gereformeerde scholen. Lees hun verrassende verhalen alseen spiegel voor je eigen werk als leraar of gebruik het in jeteam om met elkaar in gesprek te komen over de kern van jewerk. Voor dat laatste zijn een paar suggesties opgenomen inhet hoofdstuk Gebruiksaanwijzing.

In een beschouwend slothoofdstuk worden de belangrijksteconclusies uit de interviews verbonden met de actuele ont-wikkelingen in het onderwijs en voorzien van aanbevelingenvoor het christelijk onderwijs.

10

Page 9: LERAAR IN DE PRAKTIJK

KENNISVAN HET

VAKIn het onderwijs breng je veel inhoudelijke

kennis over. Het gaat over vakken alsrekenen en taal, aardrijkskunde en

(bijbelse) geschiedenis. Er is veel druk opde scholen om nog meer kennis over tebrengen. Het ene na het andere actuele

onderwerp wordt over de schutting van descholen gegooid. Je kunt niet alles doen.Maar wat is de kern? En wat vraagt het

van jou als leraar en jouw ontwikkelings-niveau, jouw kijk op wereld en samen-

leving om deze kennis goed over hetvoetlicht te brengen bij je leerlingen?

Page 10: LERAAR IN DE PRAKTIJK

JANNIEDEKKER

Ik werk als groepsleerkracht op de Eben Haëzer in Ossenzijl, eendorp in de kop van Overijssel. Wij hebben op onze school één on-derwijsruimte gecreëerd waar de circa dertig leerlingen vangroep 3 tot en met 8 bij en door elkaar zitten. De groep wordt be-geleid door twee leerkrachten. Om aan hun doelen te werkenmaken de leerlingen veel gebruik van digitale middelen. Zo kun-nen ze zich ontwikkelen in hun eigen tempo en op hun eigen ni-veau. Een heel verschil met hoe ik begon in 1977. Tien jaar langwerkte ik met veel plezier aan twee scholen in Stadskanaal. Natwaalf jaar gemeenteraadswerk en studie begon ik weer met in-valwerk in de bovenbouw op verschillende scholen in de regio.Tot ik op mijn huidige school terechtkwam.Het werk als groepsleerkracht houdtbij ons in: efficiënte coaching enbegeleiding van de kinderen,zowel individueel als in kleinegroepen. Er is tijd voor weke-lijkse gesprekjes om doelen tebespreken. Door onze wijzevan werken doen alle kinde-ren succeservaringen op. Destap die ze zetten in hun leer-proces is nooit te groot of teklein. Elke dag leren we met envan elkaar. Elke dag is een nieuweuitdaging met heel veel goudenmomentjes: een lachend kind, een gemotiveerd kind en geen frustraties.

12

Elke dag lerenwe met en van

elkaar.

Page 11: LERAAR IN DE PRAKTIJK
Page 12: LERAAR IN DE PRAKTIJK

1 ONMIS-BARE

KENNISWelke kennis acht je onmisbaar vooreen leraar?

Jannie Dekker

De vraag welke kennis ik wil overbrengen, roept bij mijmeteen een andere vraag op: ben je er met kennisover-dracht of is het belangrijker dat leerlingen de vaardigheidleren zélf hun kennis te vergroten, op hun eigen niveau enmanier? Ik vind het belangrijk aan te sluiten bij wat de leer-ling kan en nodig heeft om later gelukkig en succesvol tezijn en lekker te kunnen meedraaien in onze samenleving.Laat de leerling zichzelf leren kennen: wat kan ik al en watheb ik nog nodig om mijn vervolgtraject op het voortgezetonderwijs goed te kunnen doorlopen. Ja, dan zal de leerlingwel ervaren dat kennis vergaren niet alleen een mogenmaar ook soms een moeten is om je doel te bereiken.

Christian van den Dool

In de eerste plaats is de kennis van Gods Woord, de Bijbel,onmisbaar. In de Bijbel staan zo ontzettend veel handvattenover hoe wij moeten functioneren in de maatschappij –zoals liefde tot je naaste, nederig zijn en ijverig zijn. Vanuitonszelf kunnen wij ons aan geen van deze handvatten hou-

14

Page 13: LERAAR IN DE PRAKTIJK

den, maar we moeten elke dag weer bidden of God onsdaarbij wil helpen. Daarnaast is het ook belangrijk dat weelke dag weer beseffen wie God is. Dat wij het van onzekant alleen maar verkeerd kunnen doen, maar dat God uitpure genade nog naar ons wil omzien en dat wij door zijnZoon Jezus Christus nog zalig kunnen worden. Ik acht hetvoor een leraar onmisbaar om hier kennis van te hebben.

Griselda Knoll

Kennis van de lesstof, rekenen, taal, spelling, lezen, ge-schiedenis et cetera. Om kennis te kunnen overdragen, ishet noodzakelijk om boven de lesstof te staan. De wereldvan nu zit complex in elkaar. Je moet van alles weten oververschillende culturen, de digitale wereld en ICT, van deontwikkeling van een kleuter en een schoolkind: hoewerkt het in die ‘koppies’ en hoe sluit ik daarbij aan. Ookgespreksvaardigheden zijn belangrijk: hoe breng ik eenboodschap over. Je moet weten hoe je ouders kunt latenmeedenken in de ontwikkeling van hun kind. En je hebtkennis van jezelf nodig.In je klas zitten veel verschillende kinderen: knappe kop-pies, handige handen, grote harten, ‘sterke’ kinderen,kwetsbare kinderen, kinderen met een diagnose. Kennisvan die verschillen is nodig om aan te sluiten bij de onder-wijsbehoeften.

Jurjen de Boer

De kennis die nodig is om kinderen te bereiken en te moti-veren. De kennis om talent te herkennen en te stimuleren.

Emma de Bruijne

De kennis waar ik vanuit mijn opleiding nu dagelijks nogveel aan heb, is toch vooral wat ik leerde tijdens de collegesover leerproblemen, psychologie en pedagogiek, en het sa-menwerken met collega’s en ouders. Natuurlijk is basis-kennis erg belangrijk en al die taal- en rekenlessen warenook onmisbaar. Het belangrijkste is misschien wel te wetendat je nooit genoeg kennis hebt. Dat er altijd een collega,een ouder of zelfs een kind is die iets beter weet en dat jedaar dan weer van kunt leren.

15

Page 14: LERAAR IN DE PRAKTIJK

Nienke van Buren

Ik vind het onmisbaar kennis te hebben over verschillendeaspecten van kinderen en hoe ik kinderen de veiligheidkan bieden die nodig is. Ik vind het belangrijk te wetenwaar gedrag vandaan komt, wat het betekent voor eenkind om een beperking/stoornis te hebben en om zorg tedragen voor een klas. Wat betekent het voor mij om samenmet mijn collega’s een school te vormen en kinderen zichzo te laten ontwikkelen dat zij het beste uit zichzelf halen?In scores van toetsen wordt gekeken naar gedrag, maarwat zit er nou achter? Wat maakt dat een kind een be-paalde reactie geeft, op een bepaalde manier tot lerenkomt? Ik heb als leerkracht kennis nodig om het kind vol-ledig in beeld te krijgen en veiligheid voor hem te creëren.

Chris de Man

Kennis van leerlijnen en van de kerndoelen: waar willen wede kinderen hebben? Dat zijn relevante zaken. Als je hethebt over vakinhoudelijke kennis dan vind ik dat iedereleerkracht die kennis moet beheersen en kunnen door-gronden van groep 1 tot 8. Je moet weten waar je als schoolmee bezig bent en wat je aflevert. Je moet een heldere kijkhebben op de samenleving en weten wat er speelt, zodat jeook op een goede manier kunt aansluiten bij de belevings-wereld van het kind. Daarnaast vind ik het ook gaaf om dekinderen aan te leren om verder te kijken dan internet entv. Dat vergt van jezelf wel dat je weet wat er speelt en datje niet gelijk je mening hebt klaarliggen of die klakkeloosoverneemt van de media.

Nelleke Kramer

Ik vind dat de leerkracht goede vakinhoudelijke kennisnodig heeft. Je moet als leerkracht sterk in je schoenenstaan als het gaat om de leerstof. De leerkracht moet goedboven de stof staan. Ook vind ik het belangrijk dat eenleerkracht didactisch sterk is. Hoe breng je iets over? Eenleerkracht mag niet slaafs een methode volgen maar moetzijn eigen passie en enthousiasme overbrengen op de leer-lingen. Leerlingen hebben direct door of de leerkracht erzin in heeft of niet. Ook vind ik dat een leerkracht kennismoet hebben van het pedagogische klimaat in de klas en

16

Page 15: LERAAR IN DE PRAKTIJK

welke invloed de leerkracht hierop uitoefent. Een leer-kracht kan het jaar maken of breken. Een goede kennis vande leerlingen is ook van groot belang. De leerkracht moetbij een nieuwe groep op zoek naar achtergrondinformatieover zijn klas en leerlingen. Waarom wordt Pietje zo snelboos en waarom is Jantje zo afwezig?

Diepkelina Nijenhuis

Er zijn verschillende soorten kennis nodig: mensenkennisen kennis van hoe kinderen in elkaar zitten: wat zie je aaneen kind, hoe zit het in de klas en hoe speelt het op hetplein. Maar ook kennis over de didactiek: hoe breng ik ietsover? En pedagogische kennis: hoe gaan we met kinderenom?

Gerte Offeringa

Voor het overbrengen van levenservaringen heb je devaardigheid nodig om jezelf te zijn en om je kwetsbaar tekunnen opstellen. De kennis die je dan overbrengt, krijgteen extra betekenis. De juf/meester heeft het in het echtmeegemaakt, ervaren, gezien of beleefd. Vertellen over jeeigen jeugd kan kinderen ook enorm boeien. Zij identifice-ren zich dan met hun juf/meester en zaken gaan leven.Ook kunnen kinderen zich beter begrepen voelen (wat ikvoel is niet erg, dat is normaal. De juf/meester had hetvroeger ook.) De vakken lezen, taal en rekenen en alle an-dere vakken zijn ook erg belangrijk. Daarom ben je leraar!Ik wil de kinderen iets leren en vind het geweldig dat dekinderen moeilijke dingen gaan begrijpen door mijn in-spanning.

Klaas Veldman

Een goede leraar staat flink boven de stof die hij aan deleerlingen wil overbrengen. Hij heeft kennis van didactiek.Hij kan een goede les maken en op creatieve wijze het doelvan de les bereiken. Hij heeft kennis van pedagogiek. Kin-deren zijn allemaal verschillend en het is essentieel om aante voelen wat in een bepaalde situatie voor een kind vanbelang is. Als het welbevinden van een kind of een klasonder druk staat, heeft dat een negatief effect op de be-trokkenheid en het kunnen presteren. Een leraar moet

17

Page 16: LERAAR IN DE PRAKTIJK

steeds kunnen kiezen in het belang van het kind. En eengoede leraar heeft kennis van zichzelf nodig. Hij kent zijnsterke kanten en ontwikkelkanten en kent de principes vanhet reflecteren. Hij weet dat ‘een leven lang leren’ zekervoor een leraar van toepassing is.

Ludie de Velde

Als je met kinderen werkt en ze ten volle wilt helpen ont-plooien, moet je de verschillen tussen leerlingen kunnenzien en begrijpen. Elk kind is een uniek schepsel uit Godshand. In elk kind ligt een rijke schat aan ontwikkelings-mogelijkheden, ook bij de kinderen bij wie dat niet altijdzichtbaar is. Daarvoor heb je kennis nodig van ontwikke-lingslijnen en van de onderwijsbehoeften van de leerlingenin je klas: wat gaat er om in die koppies en hoe leren ze hetbeste? Welke mogelijkheden kun je creëren om hieraan tevoldoen? Wat hierbij essentieel is, is het zien van de leerlin-gen. Hoe observeer ik zo objectief mogelijk, hoe signaleerof analyseer ik belangrijke dingen en hoe anticipeer ikdaarop?

Hendrie Voortman

Een brede algemene basiskennis van de wereld om je heen.Je moet weten wat er in de wereld speelt. Op die manierhoud je je lessen actueel en interessant. Daarnaast moet jeals leerkracht boven de lesstof staan. Kennis is voor mijook het kennen en toepassen van waarden en normen. Hoega je met elkaar om en wie ben je als persoon? Het gaat nietalleen om feiten, maar ook om vaardigheden.

Marleen van Winkelen

Dat is in eerste instantie de kennis over wie je zelf bent,waar je voor staat en wie God voor je is. Van daaruit kun jede kinderen stimuleren om zichzelf te leren kennen. Huneigen talenten, maar ook hun valkuilen. Uiteraard vind ikook dat je ‘boven de lesstof moet staan’ en dat je ‘op dehoogte bent van’. Maar onlangs zag ik een poster waaropstond: ‘Een goede leraar leert tijdens het lesgeven…’

18