paraveterinair - Wikiwijs€¦ · bedrijf stage.) - Maak het in verslag-/verhaalvorm; dus niet...
Transcript of paraveterinair - Wikiwijs€¦ · bedrijf stage.) - Maak het in verslag-/verhaalvorm; dus niet...
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 1
SCHAPENSTAGE schooljaar 2014-2015
paraveterinair
Wellantcollege Houten Randhoeve 2 3990 XH Houten 030-6377024 www.wellant.nl
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 2
Inhoudsopgave
Voorwaarden/ regels schapenstage blz. 3
Opdrachten blz. 6
Gespreksformulieren blz. 27
Urenregistratie blz. 37
Evaluatieformulier blz. 39
Afsluiting schapenstage blz. 41
Checklist verslag blz. 43
Voorstelformulieren (3x) blz. 45
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 3
Voorwaarden/ regels schapenstage
Dit schooljaar staat voor jou de schapenstage op het programma. Je loopt 15 dagen stage
op een schapenhouderij. Dit is INTERN! Dat houdt in dat je op het bedrijf blijft slapen, zodat
je meekrijgt dat er niet alleen tussen 9 en 17u gewerkt wordt.
De periode waarin je stage gaat lopen is blok 3; dus ergens tussen 7 februari en 27 april
2015. In deze periode loop je ook nog andere stages. Dat betekent dat je zelf duidelijke
afspraken met de bedrijven maakt (en met school) wanneer je waar bent! Zorg echt dat dat
op tijd voor iedereen helder is.
In blok 3 heb je elke week een terugkomdag op school. Omdat de schapenstage intern is,
hoef je tijdens déze stage niet naar de terugkomdag. Je moet wel checken wat je aan lesstof
gemist hebt en dit in eigen tijd bijwerken. Je geeft exact de juiste data op dat je op het
schapenbedrijf bent. Als je niet op het schapenbedrijf bent, wordt je dus geacht aanwezig te
zijn op school op de terugkomdag.
De 15 dagen schapenstage mogen niet aaneengesloten zijn. Je wordt geadviseerd om 3x 5
dagen te gaan en tussendoor naar huis te gaan. Het is verplicht om minimaal 1x 2 dagen
naar huis te gaan.
Het bedrijf waar je stage gaat lopen, regel je zelf. Het bedrijf zou je kunnen zoeken via
www.aequor.nl (zoeken via ‘sector: veehouderij’ en ‘branche: schapenhouderij’). Het hoeft
niet Aequor erkend te zijn, het bedrijf moet wel minimaal 75 schapen hebben!
Schapenstage lopen op een geitenbedrijf mag niet zonder toestemming van de docent
‘Voortplanting’.
Het is helaas niet mogelijk om in het buitenland schapenstage te lopen.
Bedrijf gevonden? 3 Verschillende voorstelformulieren invullen!
- 1 voor het bedrijf
- 1 voor jezelf
- 1 voor school (voor de docent ‘Voortplanting’)
Het voorstelformulier ‘voor de docent’ lever je uiterlijk de eerste dag ná de
kerstvakantie in (dus uiterlijk 5 januari 2015) bij de docent ‘Voortplanting’. Zorg dat iedereen
het juiste voorstelformulier krijgt, zodat iedereen de juiste informatie heeft.
Als je geen voorstelformulier hebt ingeleverd op 5 januari 2015, krijg je je cijfer niet voor het
vak Voortplanting. Dit heeft gevolgen voor je Proeve van Bekwaamheid!
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 4
Het is handig om een keer bij het bedrijf te gaan kijken, voordat je er gaat stage lopen (niet
verplicht). Neem dan dit schapenstagepakket mee om te laten zien, vul alvast samen het
introductieformulier in (zie gespreksformulieren) en als het nog niet gebeurd is de
voorstelformulieren.
Tijdens de schapenstage ga je aan de slag met opdrachten die je kunt vinden in dit pakket
(zorg dat je dit pakket dus bij je hebt). Deze opdrachten verwerk je in een verslag. Dit verslag
lever je op tijd in bij de docent ‘Voortplanting’. Een van de opdrachten is het maken van een
fotoreportage; neem dus een fototoestel mee of gebruik hiervoor je telefoon.
Het is ook verstandig om het boekje van de GD mee te nemen.
Datum inleveren verslag schapenstage: vóór 12 mei 2015, dus direct na de
meivakantie! Inleveren mag natuurlijk ook eerder.
Het verslag moet voldoen aan ‘Hoe maak ik een verslag’. Ook de volgende regels zijn van
toepassing:
- Je maakt het verslag zelf! Dus niet samen met iemand anders! (Ook al loop je op hetzelfde
bedrijf stage.)
- Maak het in verslag-/verhaalvorm; dus niet alleen vragen beantwoorden!
- Geen ‘copy-paste’ van internet; denk aan een juiste bronvermelding!
- Denk aan spellingscontrole of laat je verslag nalezen.
- Het verslag lever je in een snelhechter in. Gebruik geen insteekhoezen!
- Check zelf of alle verslagonderdelen aanwezig zijn. Gebruik hiervoor de checklist, die je in
dit pakket kunt vinden. Deze lever je ingevuld in met je verslag. Als de checklist niet klopt
of niet compleet is, wordt je verslag niet nagekeken.
Voeg aan het verslag de volgende formulieren toe:
- Gespreksformulieren (beide ingevuld + ondertekend door praktijkopleider + door jou):
* formulier introductiegesprek
* formulier eindbeoordelingsgesprek
- Urenregistratie schapenstage (ingevuld + ondertekend door praktijkopleider + door jou)
- Evaluatieformulier (ingevuld + graag ondertekend door praktijkopleider)
- Afsluiting schapenstage (NIET ingevuld!)
- Checklist verslag (ingevuld door student + als allerlaatste invoegen, dus echt helemaal
achteraan in het verslag)
Het is de bedoeling dat je de dagen dat je schapenstage loopt bijhoudt op het
urenregistratieformulier dat in dit pakket zit. Het formulier moet ondertekend worden door de
praktijkopleider en door jou!
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 5
Het verslag wordt beoordeeld met Goed, Ruim Voldoende, Voldoende of Onvoldoende. Niet
op tijd ingeleverd wordt meegenomen bij de beoordeling! Goed wordt ruim voldoende,
ruim voldoende wordt voldoende, voldoende wordt onvoldoende. Bij een onvoldoende
beoordeling volgen nieuwe opdrachten. Het zou zonde zijn als dat gebeurt; je bent tenslotte
bezig met examenmateriaal!
De schapenstage is een onderdeel van kerntaak 3 ‘Voert en verzorgt gezonde dieren
en begeleidt geboorteproces’ en hoort bij het werkprocesexamen 590-1 Begeleiden
geboorteproces.
Op school zal tijdens de lessen aandacht besteed worden aan ‘hygiëne tijdens de
schapenstage’.
Mochten er nog vragen of onduidelijkheden zijn, dan kun je natuurlijk terecht bij de docent
‘Voortplanting’.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 6
Opdrachten schapenstage
Inleiding Bij de verzorging van schapen neemt het aflammeren een centrale plaats in. De schapenrassen welke veel gehouden worden, en dan met name de Texelaar, worden vooral richting een hoge groei en veel vlees gefokt. Het zogenaamde fokken van slachtlammeren. Dit heeft tot gevolg gehad dat grove, grote lammeren met een redelijk dikke kop en kont gewenst zijn. Daarnaast heeft men binnen de schapenhouderij nooit echt geselecteerd op het eenvoudig aflammeren. Door deze 2 ontwikkelingen, het fokdoel en de selectie, kennen we bij schapen veel geboorteproblemen. In de praktijk betekent dit dat de mens vaak moet helpen bij het aflammeren. Dit is zeker zo gewenst omdat de lammeren de opbrengst betekenen binnen deze tak van veehouderij. Een goede verzorging rond het aflammeren is dus noodzakelijk. De opdrachten hierbij zijn: 1.1 Observatie 1.2 Verlossing 1.3 Materialen 1.4 Afwijkende liggingen 1.5 Inrichting geboorteomgeving 1.6 Nazorg 2.1 Registratie 2.2 Ooienkaart 3.1 Gezondheidszorg 4.1 PowerPoint Ga bij het maken van de opdrachten als volgt te werk:
Spreek met je praktijkopleider af welke opdracht je gaat maken.
Lees de opdracht eerst goed door.
Vraag aan je praktijkopleider waar of van wie je de nodige informatie kan krijgen.
Maak de opdracht op de daarvoor bestemde werkbladen of voer de werkzaamheden uit. Uiteindelijk verwerk je alle opdrachten (behalve opdracht 4.1) in één verslag. Het is niet de bedoeling om de werkbladen zelf toe te voegen aan het verslag; deze zijn alleen om aantekeningen op te maken!
Laat de opdrachten nakijken door je praktijkopleider.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 7
Opdracht 1.1 Observatie Doel: De student kent de tekenen van een naderende geboorte en weet hoe het aflamproces verloopt. Motivatie: Om de ooi en de lammeren efficiënt te kunnen bijstaan bij het risicovolle aflamproces is het zaak op tijd te kunnen vaststellen dat de ooi daadwerkelijk gaat aflammeren. Men kan dan alle benodigde verzorging afstemmen op het juiste moment. Voor de begeleiding van het aflammeren is het verder zaak dat je precies weet wat er gebeurt en gaat gebeuren, zodat je ook weet wanneer hulp eventueel geboden is. Opdracht: Observeer een werpende ooi. Schrijf op wat de gedragingen zijn en wat er gebeurt in de diverse geboortestadia, te weten: voorbereidingsfase, ontsluitingsfase, uitdrijvingsfase en nageboortefase. Uitwerking: Vermeld puntsgewijs per fase wat er gebeurt op het werkblad 1.1 Observatie. Neem de tijd voor deze opdracht. Ga er rustig bij zitten en kijk toe zonder de schapen te storen. Maak ondertussen korte aantekeningen. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de juistheid van je observatie
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 8
Werkblad 1.1 Observatie
Voorbereidingsfase
Ontsluitingsfase
Uitdrijvingsfase
Nageboortefase
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 9
Opdracht 1.2 Verlossing Doel: De student weet welke handelingen er bij een verlossing op het bedrijf uitgevoerd moeten worden en kan deze ook uitvoeren. Motivatie: Iedere schapenhouder heeft zijn eigen werkwijze bij het verlossen van schapen. Het is dus belangrijk voor een stagiaire om volgens de eisen van het bedrijf te werk te gaan om de optimale verzorging aan het schaap en de lammeren te kunnen bieden. De eerste verlossing is altijd de moeilijkste, omdat je niet weet wat je te wachten staat. Onder begeleiding en met hulp van je praktijkopleider kun je deze ervaring eens opdoen, zonder dat er direct eisen aan je gesteld worden. Het is wel zaak om meerdere verlossingen uit te voeren, omdat elke verlossing weer anders is en om training op te doen zodat je uiteindelijk zelfstandig het schaap alle mogelijke hulp kunt bieden. Opdracht: Beschrijf op welke wijze een verlossing op het bedrijf plaats vindt. Vermeld wanneer en hoe hulp wordt geboden. Beschrijf ook je eigen ervaringen opgedaan bij het verlossen tijdens de BPV-periode. Wat is je opgevallen en wat was hierbij je beleving? Uitwerking: Maak beide beschrijvingen op de werkbladen 1.2 Verlossing. Opdracht: Maak daarnaast een fotoreportage van de geboorte van een lam. Dit proces leg je vast van begin tot eind. Dus vanaf het moment dat de eerste geboorteverschijnselen er zijn totdat het lam en de ooi in het kraamhok zitten. Daarbij leg je bij iedere foto duidelijk uit wat je erop ziet en wat eventueel jouw rol is in dit proces. Zorg dat je zelf op meerdere foto’s in actie te zien bent! Anders wordt je verslag sowieso afgekeurd en kun je het Werkprocesexamen 590-1 ‘Begeleiden geboorteproces’ niet halen. Uitwerking: Maak een complete fotoreportage op 1 tot 2 A4-tjes en beschrijf onder elke foto wat je ziet en wat jouw rol is geweest. Voor informatie kun je terecht bij je praktijkopleider. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de volledigheid van je beschrijving en de fotoreportage
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 10
Werkblad 1.2 Verlossing
Beschrijving verlossing:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 11
Werkblad 1.2 Verlossing
Beschrijving eigen ervaringen:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 12
Opdracht 1.3 Materialen Doel: De student weet welke materialen noodzakelijk zijn bij een verlossing en kent de functie van deze materialen. Motivatie: Bij het verlossen van lammeren gebruiken we materialen om dit verlossen eenvoudiger te kunnen uitvoeren of om noodzakelijke extra zorg te kunnen uitvoeren. Deze materialen moeten bij het aflammeren niet alleen aanwezig zijn, maar je moet ook weten hoe en wanneer ze te gebruiken. Opdracht: Vermeld welke materialen op het bedrijf gebruikt worden of aanwezig zijn om de verlossing bij schapen zo goed mogelijk te laten verlopen. Geef van deze materialen:
de benaming,
een tekening (voor zover mogelijk: warm water is moeilijk te tekenen, maar een emmer natuurlijk wel),
de functie (wanneer en waarom wordt dit gebruikt). Zorg dat je zo volledig mogelijk de zaken beschrijft en een nette duidelijke tekening maakt. Op het werkblad is ruimte voor 10 materialen. Zijn er op het bedrijf meer in gebruik voeg dan een extra A4-tje toe. Uitwerking: Gebruik bij deze opdracht het werkblad 1.3 Materialen. Voeg eventueel een extra A4-tje toe. Voor informatie kun je terecht bij je praktijkopleider. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op: - de juistheid en volledigheid van de verstrekte informatie
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 13
Werkblad 1.3 Materialen
Materiaal Functies
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 14
Opdracht 1.4. Afwijkende liggingen Doel: De student weet wat afwijkende liggingen zijn en weet hoe te handelen wanneer zich dit voordoet. Motivatie: Een belangrijke factor bij de moeilijkheidsgraad van aflammeren is de wijze waarop het lam in de baarmoeder ligt en naar buiten komt. De minste weerstand ondervindt het lam wanneer het met z’n kop op de voorpootjes door de geboorte weg gaat. Het dier is dan op z’n smalst en de geboorte weg hoeft niet extreem worden opgerekt. De achterpootjes moeten dan wel naar achter gestrekt zijn en de ruggengraat van het lam moet omhoog liggen. Dit is lang niet altijd het geval. Er kan nogal wat afwijken van deze meest gunstige ligging, namelijk:
het lam kan achterstevoren liggen,
de achterpoten kunnen opgetrokken zijn,
de voorpoten kunnen naar achter geslagen liggen,
de kop kan teruggeslagen zijn,
het lam kan ondersteboven liggen, etc. Het is dan zaak om het lam in de baarmoeder in de meest gunstige ligging te leggen zonder de baarmoeder te beschadigen. Opdracht: Beantwoord de volgende vragen:
Welke liggingen komen het meest voor op het bedrijf?
Welke liggingen noemt de praktijkopleider afwijkend? Waarom?
Wat is het percentage afwijkende geboortes dit jaar?
Wat is het percentage afwijkende geboortes van vorig jaar?
Wat is de eventuele reden waarom het percentage afwijkende geboortes afwijkt van vorig jaar?
Wanneer besluit je praktijkopleider om de dierenarts of veeverloskundige erbij te halen?
Beschrijf welke acties er op het bedrijf ondernomen worden wanneer er sprake is van een afwijkende geboorte. Doe dit puntsgewijs en in de goede volgorde. Uitwerking: Verwerk de antwoorden op de vragen en de puntsgewijze beschrijving op het werkblad 1.4. Afwijkende liggingen. Voor informatie kun je terecht bij je praktijkopleider. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de juistheid en volledigheid van de gegevens
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 15
Werkblad 1.4 Afwijkende liggingen
1. Welke liggingen komen het meest voor?
2. Welke liggingen noemt de praktijkopleider afwijkend? Waarom?
3. Beschrijving acties bij afwijkende geboorte:
4 Wanneer wordt de dierenarts of veeverloskundige ingeschakeld?
5.Geef het % afwijkende geboortes aan van dit jaar en vergelijk dit met vorig jaar; geef ook aan wat de mogelijke oorzaak is voor dit verschil.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 16
Opdracht 1.5 Inrichting geboorteomgeving Doel: De student kent de functie van het kraamhok en weet welke voorzieningen hierin aanwezig zijn. Motivatie: Vlak na het werpen is het zaak dat moeder en jong(en) aan elkaar kunnen wennen en weten dat ze bij elkaar horen (moeder-lam-binding). Hier moeten ze in alle rust de tijd voor krijgen. Verder is de ooi na het werpen niet direct in topfitte conditie en vereist zij met haar lammeren extra zorg. Om dit te kunnen bieden worden ooien die net gelammerd hebben apart geplaatst in zogenaamde kraamhokken. Eventueel kunnen ze in zo’n hok in alle rust werpen. Aangezien de bezetting van dit hok altijd bestaat uit dieren in een niet optimale conditie, eisen we het nodige van zo’n kraamhok. Opdracht: Inventariseer bij een kraamhok welke voorzieningen er zoal in aanwezig zijn. Bepaal hierbij hoeveel oppervlakte er voor de ooi met lammeren aanwezig is. Beantwoord daarna de volgende vragen.
Hoe lang staat een ooi in het kraamhok en waarvan is dit afhankelijk?
Waarom worden ooien met lammeren in een kraamhok gehouden?
Hoeveel kraamhokken zijn er?
Voldoet het kraamhok; gelet op ruimte en voorzieningen?
Hoe zorg je voor de juiste hygiënische maatregelen rond de geboorte en waarom is dat zo belangrijk?
Uitwerking: Verwerk de gegevens en antwoorden op de vragen op het werkblad 1.5 Kraamhok. Voor informatie kun je bij je praktijkopleider terecht. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de juistheid en volledigheid van de gegevens en antwoorden
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 17
Werkblad 1.5 Kraamhok 1. Hoe lang staat een ooi gemiddeld in het kraamhok?
2. Waarom is het noodzakelijk de ooi met pasgeboren lammeren in een kraamhok te houden?
3. Hoeveel kraamhokken zijn er? 4. Kraamhok Aanwezige voorzieningen
m2/ooi
5. Voldoet de ruimte aan de eisen, gelet op ruimte en voorzieningen?
6. Hoe zorg je voor de juiste hygiënische maatregelen rond de geboorte en waarom is dat zo belangrijk?
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 18
Opdracht 1.6 Nazorg Doel: De student kan op de juiste manier de vereiste nazorg aan de ooi met lammeren op het bedrijf geven. Motivatie: Na het werpen houdt de zorg voor een ooi niet op. Het aflammeren is met recht een “zware bevalling” en eist zijn tol van moeder en kinderen. De weerstand is niet alleen nog laag waardoor eenvoudig ziekten en aandoeningen kunnen optreden, ook heeft het de nodige energie gevraagd of heeft het aflammeren zelfs “sporen” achtergelaten op ooi en/of lammeren. De nodige zorg moet dus ook nu optimaal zijn. Opdracht: Beschrijf puntsgewijs de werkzaamheden of handelingen welke na de geboorte onder de noemer nazorg bij ooien en lammeren op het bedrijf gedaan worden. Denk hierbij aan:
huisvesting
voeding
gezondheidszorg Noem en beschrijf de handelingen en vermeld erbij met welk doel deze handelingen uitgevoerd worden. Voer deze handelingen ook zelf, eventueel met begeleiding en zeker na begeleiding, uit. Beschrijf kort wat je hierbij opvalt en hoe je dit ervaart. Uitwerking: Vermeld de verstrekte nazorg puntsgewijs, zo volledig mogelijk en in de juiste volgorde, op het werkblad 1.6 Nazorg. Voor informatie kun je terecht bij je praktijkopleider. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de juistheid en volledigheid van de gegevens
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 19
Werkblad 1.6 Nazorg
Nazorghandelingen Doel
Eigen ervaringen verrichtte nazorg:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 20
Opdracht 2.1 Registratie Doel: De student weet welke gegevens er geregistreerd worden op het bedrijf en weet wat er met deze gegevens gedaan wordt. Motivatie: Elk bedrijf heeft zijn eigen werkmethoden. Zo ook met het registreren. De één verzamelt gegevens op de achterkant van een pakje vloeitjes een ander slaat ze direct op in zijn laptop. Ook het gebruik van de verzamelde gegevens kent zo zijn uitersten. Het is zaak om te weten wat er zoal op het bedrijf geregistreerd wordt, te meer omdat jij dan ook tijdens je BPV-periode hier je bijdrage aan kunt leveren. Opdracht: Bespreek met je praktijkopleider wat, hoe en waar er geregistreerd wordt op het bedrijf ten aanzien van de schapen. Beschrijf daarnaast wat er met de verkregen gegevens gedaan wordt. Uitwerking: Maak bij deze opdracht gebruik van het werkblad 2.1 Registratie Voor informatie kun je terecht bij je praktijkopleider. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de juistheid en volledigheid van de gegevens
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 21
Werkblad 2.1 Registratie
Geregistreerd wordt: Hoe en waar bijgehouden?
Wat wordt er met de geregistreerde gegevens gedaan?
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 22
Opdracht 2.2 Ooienkaart Doel: De student kan volgens een vaste methode de registratie van meegemaakte worpen en verlossingen bijhouden. Motivatie: Doordat schapen vaak in grote getale bedrijfsmatig gehouden worden krijg je te maken met een veelvoud aan individuen en gegevens. Wanneer na verloop van tijd je nog iets wilt weten (b.v. de voortplantingsgegevens in verband met het uitselecteren) is het handig als je deze gegevens gekoppeld aan de individuen over-zichtelijk terug kunt vinden. De ooienkaart is een systeem waarbij je de gegevens omtrent de voortplanting overzichtelijk kunt bijhouden. Opdracht: Houd gedurende de gehele BPV-periode de gegevens, welke op de ooienkaart (zie werkblad 2.2) vermeld staan, bij van de ooien waarvan je het aflammeren hebt meegemaakt. Wanneer je er meer hebt meegemaakt dan er op het werkblad passen, stop je zodra het blad vol is. Wanneer de gegevens op het bedrijf niet worden bijgehouden, betekent dit NIET dat jij de gegevens niet bij kunt houden! Beknopte uitleg ooienkaart:
nummer = identificatienummer ooi.
dekdata 1 en 2 = de data van dekking en eventuele herdekking (voor zover bekend).
ram nummer = welke ram heeft deze ooi gedekt.
verw. werpdatum= de verwachte werpdatum berekend op basis van de dekdata.
werpdatum= de feitelijke datum van werpen.
geboorteverloop = bij zware of moeilijke bevallingen of evt. afwijkende liggingen kan dit vermeld worden.
opmerkingen/behandelingen = aandoeningen/behandelingen die resulteren uit het werpen.
selectiecriteria = een aanduiding om het selecteren te vergemakkelijken (bv X = moet uitgeselecteerd).
worpgrootte = 1 getal wat de hoeveelheid lammeren aanduidt.
levend/dood = vermelding van D of _ voor lammeren die dood zijn geboren (zie volgende).
ooi/ram = vermelding ooi (=0) of ram (=R) onder elkaar (maximaal 3 op deze kaart) (ervoor kan dus D of _ staan).
Lamnr(s).= het nummer dat het levende lam gekregen heeft. Uitwerking: Gebruik bij deze opdracht werkblad 2.2 Ooienkaart. Voor informatie kan je terecht bij je praktijkopleider. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de juistheid en volledigheid van de gegevens
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 23
Werkblad 2.2 Ooienkaart
Num
me
r
Dekd
ata
1,
2
Ram
nu
mm
er
Ve
rw w
erp
da
tum
We
rpd
ata
Ge
boo
rte
ve
rlo
op
Op
me
rkin
gen
be
ha
nde
ling
en
Se
lectie c
rite
ria
Wo
rp g
roo
tte
Le
ven
d / d
oo
d
Oo
i / ra
m
La
m n
r(s).
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 24
Opdracht 3.1. Gezondheidszorg Doel: De student weet wat zwoegerziekte is en weet welke gezondheidszorg er zoal toegepast kan worden bij schapen. Motivatie: Bepaalde ziekten wil men zoveel mogelijk uitbannen. Zwoegerziekte is er zo een. Deze ziekte heeft op latere leeftijd bij het schaap zo’n conditieverslechtering tot gevolg dat het dier sterft. Omdat de ziekte pas later optreedt en besmetting vrij eenvoudig is, verleent men bedrijven waar deze ziekte niet voorkomt het predikaat “zwoegervrij”. Dit geldt dan voor alle schapen op het bedrijf en heeft ook tot gevolg dat de dieren meer geld waard zijn. Andere ziekten die zich voor doen moet men natuurlijk ook goed bijhouden om een goede behandeling te kunnen geven. Het is zaak om dit goed bij te houden, anders heeft men geen inzicht en overzicht meer. Opdracht: Beantwoord de volgende vragen:
Is het bedrijf “zwoegervrij”? Waarom wel/niet?
Wat doet men als men zwoeger bij de schapen constateert? Maak daarnaast een overzicht van de ziektes die bij de schapen op jouw bedrijf voorkwamen tijdens je BPV-periode. Vermeld van elke ziekte:
de verschijnselen,
door wie behandeld werd,
waarmee er behandeld werd,
tot welk resultaat dit leidde. Uitwerking: Maak de registratie van de geboden gezondheidszorg op het werkblad 3.1 gezondheidszorg Beantwoord de vragen ook op dit werkblad. Voor informatie kun je terecht bij je praktijkopleider. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
de juistheid van de verstrekte gegevens
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 25
Werkblad 3.1 Gezondheidszorg
1. Geef aan of het bedrijf “zwoegervrij” is en leg uit waarom wel/niet.
2. Wat doet men als men zwoeger constateert?
3. ziekte verschijnselen behandeld door
behandeld met
resultaat
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 26
Opdracht 4.1 PowerPoint Inleiding Tijdens de schapenstage maak je veel indrukwekkende en leerzame momenten mee. Het is leuk en leerzaam om een fotoreportage te maken tijdens je schapenstage waarbij het verloop van de geboorte voorop staat. Dit proces leg je vast van begin tot eind. Dus vanaf het moment dat de eerste geboorteverschijnselen er zijn totdat de ooi en het lam in het kraamhok zitten. Daarbij leg je bij iedere foto duidelijk uit wat je erop ziet en wat eventueel jouw rol is in dit proces. Dit heb je al gedaan voor opdracht 1.2; deze foto’s mag je natuurlijk gebruiken voor deze powerpoint. Tevens leg je uit welke materialen je wanneer gebruikt voor, tijdens, en na het aflammeren. Doel: De student laat aan de hand van een PowerPoint zien wat hij/zij tijdens de schapenstage heeft meegemaakt en heeft geleerd. Motivatie: Door het maken van een fotoreportage tijdens je schapenstage, waarna je het vervolgens gaat verwerken in een PowerPoint, krijg je een mooi naslag werk voor jezelf en kun je aan je medestudenten duidelijk laten zien wat jij zoal hebt meegemaakt tijdens je schapenstage. Opdracht: Maak een PowerPoint van het verloop van de schapenstage waarbij het belangrijk is dat je zoveel mogelijk zelfgemaakt fotomateriaal hierin verwerkt. Denk hierbij aan:
Het maken van mooie en representatieve foto’s
Het beschrijven van het geboorteproces van begin tot eind: dus vanaf het moment dat de eerste geboorteverschijnselen er zijn totdat het lam en de ooi in het kraamhok zitten.
Daarbij leg je bij iedere foto duidelijk uit wat je erop ziet en wat eventueel jouw rol is in dit proces.
Tevens leg je uit welke materialen je wanneer gebruikt voor, tijdens, en na het aflammeren
Nog iets bijzonders meegemaakt? Leuk om te delen met je medestudenten! Uitwerking: De PowerPoint dient op een nader te bepalen moment gepresenteerd te worden aan de klas en hoeft dus niet toegevoegd te worden aan het verslag. Zoals het er nu uitziet, worden de presentaties gepland in de eerste week na de meivakantie. Hou hier alvast rekening mee. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op:
Opbouw en inhoud van de PowerPoint
Het gebruik van illustratief fotomateriaal gemaakt tijdens de schapenstage
De manier van presenteren
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 27
Gespreksformulieren
Introductiegesprek
Eindbeoordelingsgesprek
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 28
Formulier Introductiegesprek BPV periode schapenstage
Datum ……………………………………………. Deelnemers ……………………………………………..
…………………………………………….. Gesprekspunten
1. Wat verwacht de student van de komende BPV periode ?
2. Wat verwacht de praktijkopleider van de komende BPV periode?
3. Welke leerdoelen wil de student op het BPV bedrijf halen?
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 29
4. Welke leerdoelen kan de praktijkopleider op het BPV bedrijf aanbieden?
5. Zijn de te verrichten BPV handelingen en opdrachten uit dit BPV opleidingsboek goed doorgenomen door student en praktijkopleider? Bespreek goed welke handelingen en opdrachten wel/ niet op dit BPV bedrijf gedaan kunnen worden.
6. Hoe is de begeleiding op het BPV bedrijf georganiseerd?
7. Welke aspecten en regels van het BPV bedrijf dient de student op voorhand te weten?
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 30
8. Hoe ziet de komende BPV periode eruit met betrekking tot de invulling van het aantal
BPV dagen?
9. Wanneer zal een tussentijds evaluatiegesprek plaatsvinden?
Tekenen voor akkoord Datum …………………………………….. Praktijkopleider ……………………………………… Student ………………………………………
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 31
Formulier Eindbeoordelingsgesprek
BPV periode schapenstage
Datum ……………………………………………. Deelnemers ……………………………………………..
…………………………………………….. Gesprekspunten
1. Zijn de overeengekomen praktijkleerdoelen in de afgelopen periode behaald?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht Opmerkingen:
2. In welke mate blijkt de student inzicht te hebben in de taken en verantwoordelijkheden van een medewerker met nadruk op schapen verlossen op dit BPV bedrijf?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 32
3. Met welk resultaat heeft de student de BPV handelingen en opdrachten uitgevoerd?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht Opmerkingen:
4. In welke mate blijkt de student competent te zijn in de omgang met dieren?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
5. In welke mate houdt de student zich aan zijn/ haar afspraken?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
6. In welke mate toont de student initiatief?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 33
7. In welke mate werkt de student voldoende zelfstandig?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
8. In welke mate toont de student dat hij/ zij kan omgaan met zijn/ haar verantwoordelijkheden?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
9. Welk oordeel geeft de praktijkopleider omtrent het huidige werktempo?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
10. Welk oordeel geeft de praktijkopleider omtrent de zorgvuldigheid met betrekking tot de werkzaamheden?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 34
11. In welke mate gaat de student om met kritiek en/ of feedback?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
12. In welke mate toont de student voldoende competenties met betrekking tot de samenwerking met collega’s
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
13. Wat is de eindbeoordeling van de student met betrekking tot dit BPV bedrijf: Is de student in staat om als (beginnend) medewerker met nadruk op schapen verlossen zelfstandig en goed te functioneren?
Zeer goed
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
Opmerkingen:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 35
Tot Slot Geef aan in welke competenties de student uitblinkt en daarnaast welke competenties de student in de toekomst als aandachtspunt dient te zien voor zijn/ haar functioneren als medewerker op een agrarisch bedrijf met nadruk op schapen verlossen.
Uitblinkers:
Aandachtspunten:
Tekenen voor akkoord Datum …………………………………….. Praktijkopleider ……………………………………… Student ………………………………………
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 36
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 37
Urenregistratie Beroepspraktijkvorming Schapenstage 2014-2015
Student: Klas:
2015
Week Datum MA DI WO DO VR ZA ZO Totaal Uren
7 9-2
8 16-2
9 23-2
10 2-3
11 9-3
12 16-3
13 23-3
14 30-3
15 6-4
16 13-4
17 20-4
Totaal
Datum:
Handtekening student: Handtekening praktijkopleider: MBO-raad heeft bepaald:
Art. 7.2.4, negende lid: De studielast van elke opleiding wordt uitgedrukt in normatieve studiejaren. Een normatief studiejaar telt 40 weken van elk 40 uren studie, daaronder mede begrepen het onderricht in de praktijk. Voor een stageweek rekenen wij dus altijd maximaal 40 uren, maximaal 8 uur per dag.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 38
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 39
Evaluatieformulier BPV Periode schapenstage
1=helemaal oneens 2=oneens 3=geen mening 4=eens 5=helemaal eens
Geef uw mening over de volgende onderwerpen
Kruis het hokje aan dat uw mening het beste weergeeft
De opleiding 1 2 3 4 5
1. Ik ben tevreden over de theoretische kennis van de stagiaire
Begeleiding van BPV periode
1. Vanaf het begin van de stage had ik een duidelijk beeld wat er van mij verwacht werd
2. De werkzaamheden/ opdrachten die er van de stagiaire verwacht worden zijn duidelijk
3. Ik ben tevreden over de communicatie over de BPV vanuit het Wellantcollege
4. De tijdsinvestering die deze BPV periode van mij als praktijkopleider gevraagd heeft is redelijk
5. Ik ben tevreden over de opzet en het verloop van de stage als geheel
Beoordeling van de BPV periode
1. De BPV handelingen zijn zinvol en relevant voor het werk in de praktijk
2. Het aantal BPV opdrachten is goed en sluit aan bij de BPV handelingen
3. De wijze van beoordelen van de BPV handelingen is duidelijk
4. Ik ben tevreden over de manier waarop de beoordeling tot stand komt
Indien u het ergens niet mee eens bent, zou het fijn zijn als u aan kunt geven waarom niet. Alle tips zijn welkom!
Dit jaar zijn de leerlingen van onze school 15 dagen ipv 10 dagen op schapenstage geweest. Ik hoor graag hoe u dat ervaren heeft.
Handtekening:
Bedankt voor uw medewerking!
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 40
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 41
Afsluiting schapenstage
Student: Klas:
BPV bedrijf: BPV periode:
Naam opleiding: Paraveterinair
Niveau: IV
Blok en thema: Blok 3, Schapenstage
Werkprocesexamen: 590-1 Begeleiden geboorteproces
Beoordeling verslag:
Beoordeling praktijk:
Presentie (minimaal 85%):
(Bij teveel absentie volgt een extra opdracht.)
Opmerkingen docent:
Datum:
Handtekening docent:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 42
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 43
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 44
Toelichting plagiaat Bij het gebruik maken van bronnen zoals informatie uit boeken, internet, tijdschriften etc. moet voldaan worden aan een aantal regels. Indien deze regels niet in acht worden genomen spreekt men van plagiaat. Let hierbij op de volgende punten: - neem alleen informatie over die FUNCTIONEEL is voor je verslag - informatie die algemeen bekend is (feiten, algemene zaken), zelfs als die nieuw is voor jezelf, behoeft GÉÉN bronvermelding. Dit betreft bijv. informatie uit lesboeken, readers, encyclopedieën. - bij informatie die meningen, conclusies, ideeën, getallen, percentages bevat moet ALTIJD de bron vermeld worden. - onderstreep de informatie uit de bron die van belang is en geef IN JE EIGEN WOORDEN weer, zodat de stijl van schrijven hetzelfde blijft als de rest van je verslag. Geef aan het eind van de informatie die je gebruikt hebt de bron aan m.b.v. een voetnoot. Het kopiëren van een internettekst met daarbij bronvermelding van de pagina is OOK plagiaat (behalve in de bijlagen)! Wat is plagiaat? “Het woordelijk overnemen van (passages uit) het werk van een ander zonder aan te geven dat het andermans woorden zijn en/of zonder vermelding van de precieze vindplaats van de passage. Het parafraseren van (passages uit) het werk van anderen, zonder daarbij aan te geven dat de gedachtegang door iemand anders is bedacht en zonder de vindplaats van de gedachtegang aan te geven. Het overnemen van ideeën uit andermans werk zonder daarbij aan te geven dat het de ideeën van iemand anders zijn.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 45
Voorstelformulier SCHAPENSTAGE
(exemplaar voor de student)
Ingeleverd op (in te vullen door docent):
Gegevens student
Achternaam: __________________________________________________
Roepnaam: __________________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________________
Klas: __________________________________________________
Mijn BPV-adres wordt
Naam bedrijf: __________________________________________________
Adres: __________________________________________________
Postcode + plaats: __________________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________________
Contactpersoon: __________________________________________________
Emailadres __________________________________________________
Aequor erkenningnr: __________________________________________________
Stageperiode 1: van_____________________tot________________________
Stageperiode 2: van_____________________tot________________________
Stageperiode 3: van_____________________tot________________________
Plaats: Datum:
Handtekening student: Handtekening praktijkopleider:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 46
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 47
Voorstelformulier SCHAPENSTAGE
(exemplaar voor de docent)
Gegevens student
Achternaam: __________________________________________________
Roepnaam: __________________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________________
Klas: __________________________________________________
Het BPV-adres wordt
Naam bedrijf: __________________________________________________
Adres: __________________________________________________
Postcode + plaats: __________________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________________
Contactpersoon: __________________________________________________
Emailadres __________________________________________________
Aequor erkenningnr: __________________________________________________
Stageperiode 1: van_____________________tot________________________
Stageperiode 2: van_____________________tot________________________
Stageperiode 3: van_____________________tot________________________
Het kan natuurlijk zijn dat u (het bedrijf) nog graag informatie zou willen van de
contactpersoon van school betreffende de schapenstage (Janneke Buijsrogge) voor aanvang
van de stageperiode. Misschien is dit de eerste keer dat u stagiaires (van onze school) gaat
begeleiden of zijn er andere vragen/ onduidelijkheden.
In dat geval kunt u dat op de achterzijde van dit formulier aangeven (doorkruisen wat niet
van toepassing is).
z.o.z.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 48
Graag informatie van de contactpersoon schapenstage voor aanvang van de stageperiode?
Ja/ nee. Indien ja, emailadres of telefoonnummer invullen_____________________
Plaats: Datum:
Handtekening student: Handtekening praktijkopleider:
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 49
Voorstelformulier SCHAPENSTAGE
(exemplaar voor het bedrijf)
Gegevens student
Achternaam: __________________________________________________
Roepnaam: __________________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________________
Klas: __________________________________________________
Contactpersoon thuis tijdens de stage (in geval van nood)
Naam: __________________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________________
Het BPV-adres wordt
Naam bedrijf: __________________________________________________
Adres: __________________________________________________
Postcode + plaats: __________________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________________
Contactpersoon: __________________________________________________
Aequor erkenningnr: __________________________________________________
Stageperiode 1: van_____________________tot________________________
Stageperiode 2: van_____________________tot________________________
Stageperiode 3: van_____________________tot________________________
Mocht het nodig zijn om de contactpersoon van school betreffende de schapenstage te
bereiken (Janneke Buijsrogge) dan is dat het makkelijkst via het volgende emailadres:
z.o.z.
Schapenstage
Wellantcollege Houten Pagina 50
Het lukt helaas niet om de studenten te bezoeken tijdens de schapenstage. Wel zal over
iedere student telefonisch contact met u worden opgenomen (zoveel mogelijk tijdens het
verblijf van de student op uw bedrijf).
Plaats: Datum:
Handtekening student: Handtekening praktijkopleider: