panorama - European Commissionec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/... · gebruik van het...

panorama

Het Regionaal Beleid van de EU

de prestaties voor zich laten spreken

inforegio

32Winter 2009/2010

nl

contents

3

28

4–7

27

8–11

12–13

24–26

14–17

18–19

20

2322–23

13–15

9–12

4–8

3

19

18

20

21 REGIONALE AANGELEGENHEDENDe toekomst van het Cohesiebeleid

IN ONZE PROJECTENHet Musikpark, Mannheim – Het Centre for NanoHealth, Swansea

NETWERKENOpen Dagen 2009 – Vertegenwoordigingen geven hun visie over communicatie

AGENDA

LAAT UW STEM HOREN

MEER WETEN

GEMEENSCHAPPELIJK BELANGElk woord telt

PROBLEMEN OPLOSSENAan uw communicatievereisten voldoen

16–17 IEDEREEN DOET MEEFietstochten zorgen voor frisse wind door Toulouse

OP HET TERREINProgramma’s in de ether in Portugal – Een frisse aanpak voor stadsvernieuwing in Gent en Vlaanderen Polen – wedstrijden om de boodschap te verspreiden

INTERVIEWSDiana Chepisheva – Eva Martinez Orosa – Giedrius Surplys – Patrizia Lenzarini

HOOFDARTIKELDirk Ahner

OVERZICHTRegionaal beleid – een verhaal van iedereen

InHoUD

Foto’s (pagina’s):Omslag: Beheersautoriteit Oosten van NederlandPagina’s 6, 7, 9, 12, 18, 19, 21, 24-25, 26: © ECPagina’s 5, 10 © Betina SkovbroPagina 9: © Diana ChepishevaPagina 10: © Steve TroesPagina 11: © Neringa OrlaitėPagina 12: © Patrizia LenzariniPagina 13: © Radio noticiasPagina 14: © Stad Gent - Dienst Voorlichting Pagina 15: © Poolse ministerie van Regionale ontwikkelingPagina’s 16-17: © IstockphotoPagina 22: © Musikpark Mannheim GmbHPagina 23: © The Centre for NanoHealthDit magazine werd op gerecycleerd papier in het Engels, Frans en Duits gedrukt.Het is online beschikbaar in 21 talen: http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/panora_en.htm De standpunten in deze publicatie zijn die van de auteur en geven niet noodzakelijk de visie van de Europese Commissie weer.

panorama 32 3

Communicatie: elk woord telt

In heel Europa zijn al duizenden levens veranderd dankzij projecten die door het regionaal beleid gesubsidieerd werden: projecten die proper water voorzien,

nieuwe transportverbindingen, verjongde mijnbouwgemeenschappen, nieuwe banen. Achter elk project schuilt een verhaal: een investering in een grote infrastructuur

die binnen een gemeenschap banen oplevert; steun voor innovatieve kmo’s waardoor jonge mensen hun kansen lokaal kunnen wagen in plaats van naar de hoofdstad te trekken;

of een betere waterbehandeling waardoor de lokale rivier voor iedereen een bron van plezier wordt. Dit is slechts een greep uit de activiteiten die regionaal beleid subsidieert. Het geld vloeit naar programma’s in de hele EU met slechts één duidelijk doel: een beter leven voor de inwoners van die regio’s. De efficiënte communicatie van de activiteiten inzake regionaal beleid is even belangrijk als een efficiënte financiële controle, want beide maken de belastingbetaler duidelijk dat een derde van het Europese budget correct en efficiënt wordt gespendeerd.

Toch blijft het paradoxaal: als zo velen uit die programma’s voordeel halen, waarom zijn er dan zo weinig die dat beseffen? Een aantal redenen: de pers vindt de subsidiëring van het regionale beleid niet interessant genoeg, regio’s hebben de neiging om de betekenis van de Europese context en bijdrage te bagatelliseren, en niet alle medewerkers hebben de gepaste kennis, middelen of tijd om een degelijke bijdrage te leveren aan de communicatie ervan.

Wat kunnen we doen? Hoewel men het er wijdverbreid over eens is dat een menselijk verhaal in het middelpunt van de communicatie over Europees regionaal beleid belangrijk is, is dit niet altijd een haalbare kaart. Toch verhoogt een verhaal over “echte” mensen (cf. bepaalde regio’s) de kans dat het regionale beleid meer interesse zal wekken in de media. Dankzij zijn halfjaarlijkse conferenties en website biedt het Inform-netwerk van communicatieverantwoordelijken een uitgelezen kans om ervaringen met verschillende communicatiemiddelen met elkaar te delen en zo van anderen te leren. Iedereen kan voordeel halen uit het Inform-netwerk om de waardevolle boodschap van regionaal beleid nog beter uit te dragen.

In dit nummer van Panorama leest u meer over de behoefte aan efficiënte communicatie en waarom die zo dringend is. Daarnaast komt u te weten wat anderen van plan zijn en ontdekt u wat journalisten precies aan het schrijven brengt.

De tijd dat communicatie naar het publiek eerder toevallig en van secundair belang was, zou voorgoed voltooid verleden tijd moeten zijn. Laat ons nu allen een versnelling hoger schakelen en onze taak au sérieux nemen om het verhaal van dit succesvolle beleid uit te brengen. Wij weten alvast hoe waardevol het is. En anderen ook na het horen van meer succesverhalen.

Dirk AhnerDirecteur-generaal, Europese CommissieDirectoraat-generaal Regionaal beleid

De tijd dat communicatie naar het publiek eerder toevallig en van secundair belang

was, zou voorgoed voltooid verleden tijd

moeten zijn.

HooFDARtIKeL

“”

panorama 324 panorama 32

Regionaal beleid – een veRhaal van iedeReenEnorm budgetten, ambitieuze programma's en grootschalige projecten ... Het Europees Regionaal beleid is dan wel een invloedrijk element van de Europese Unie, maar heeft nog steeds moeite om de aandacht te krijgen die het verdient. In dit nummer van Panorama staan we stil bij het belang van communicatie, onder-zoeken we de voorschriften die communicatie verplicht maken, gaan we na hoe de communi-catieverantwoordelijken hun boodschap kunnen overbrengen en bespreken we boeiende voor-beelden van activiteiten die hun succes eerder aan creativiteit dan budget te danken hebben.

Wat moet er gebeuren? In het kader van de regels voor het beheer van een programma dat regionale financiering krijgt van de EU, zijn overheden verplicht over hun activiteiten te communiceren.

Uiteraard zijn nauwe contacten met de media en verstandig gebruik van het internet twee van de meest gebruikte methoden om het grote publiek te bereiken. Maar de beheersautoriteiten hebben ook de plicht mogelijke begunstigden van het project te bereiken. Bij deze inspanningen moeten een of meer van de volgende instanties worden betrokken:

• nationale, regionale en lokale overheden;

• vak- en beroepsorganisaties;

• economische en sociale partners;

• niet-gouvernementele organisaties;

• organisaties die bedrijven vertegenwoordigen;

• informatiecentra;

• onderwijsinstellingen.

Jaarlijks moet minstens één grote informatiecampagne worden opgezet om bijvoorbeeld de prestaties van het programma bekend te maken. Dit kan een nieuwe website, een conferentie of een opendeurdag zijn. Voorts moet de beheersautoriteit op 9 mei de EU-vlag hijsen, en dit voor een week lang. De bedoeling hiervan is de regio’s vertrouwd te maken met het regionaal beleid van de EU: projecten maken een verschil voor de burgers.

Als u een programma hebt lopen dat gefinancierd wordt door het regionaal beleid, dan wordt 2010 een belangrijk jaar voor u. Vanaf 2010 moeten de jaarlijkse uitvoeringsrapporten (uiterlijk op 30 juni 2011 te bezorgen in Brussel) namelijk voor het eerst een apart hoofdstuk bevatten met de resultaten van de informatie- en publiciteitsactiviteiten die tot dusver door de beheersautoriteiten zijn ondernomen. Het opzet hiervan is ervoor te zorgen dat de beheersautoriteiten even tijd nemen om te beoordelen of hun communicatieprioriteiten die aan het begin van de programmaperiode werden vastgelegd, nog

steeds relevant zijn, en of de ondernomen acties om deze doelstellingen te bereiken ook doeltreffend zijn geweest. Deze oefening zal helpen de in het communicatieplan vastgelegde doelstellingen en instrumenten zo nodig te verfijnen.

"Deze oefening moet niet gezien worden als een bureaucratische last maar als een kans voor elk programma om zijn communicatieactiviteiten beter af te stemmen op de reële noden die worden vastgesteld na twee tot drie jaar werking", benadrukt Raphaël Goulet, hoofd van de eenheid Informatie en Communicatie van het Directoraat-Generaal Regionaal beleid (DG Regio).

Waarom de nadruk leggen op resultaten? Ongeveer een derde van het totale EU-budget gaat naar steunfondsen voor regionaal beleid. De omvang van de dotatie leidt dan ook altijd tot stevige debatten. Het aandeel dat wordt toegewezen aan regionale steun moet worden verantwoord. Dit kan enkel in de vorm van duidelijke voorbeelden van hoe goed het geld is besteed en hoe succesvol de programma’s wel worden uitgevoerd.

Ook de transparantie is cruciaal voor de verantwoording: de manier waarop het geld wordt toegewezen, moet aantoonbaar levensvatbaar en eerlijk zijn.

Aangezien het beheer van de fondsen en de toewijzing ervan meestal in handen is van nationale en regionale autoriteiten en niet van het DG Regio, moeten de informatie- en communicatieactiviteiten uitgaan van de beheersautoriteiten.

“De verordening, die werd goedgekeurd door de lidstaten, werd ingevoerd omdat dit voor iedereen een belangrijke stimulans was om te zeggen wat zij met het geld in kwestie bereiken”, aldus Annabelle Maupas, persvoorlichter bij het DG Regio.

Door communicatie op te leggen aan de beheersautoriteiten, geeft de verordening van de structuurfondsen regio's de kans te tonen hoe succesvol zij hun programma uitvoeren en hoeveel zij voor hun burgers doen.

De taak van het DG Regio bestaat erin ervoor te zorgen dat de verordeningen betref fende het gebruik van de structuurfondsen worden nageleefd en de beheersautoriteiten te helpen hun verplichtingen na te komen.

oveRzIcHt

panorama 32 5

Luisteren de mensen wel?

Een snel Eurobarometer-onderzoek (begin 2008) naar de perceptie van de bevolking van de Europese

financiering voor het regionaal beleid, wijst op het voordeel van een nauwe betrokkenheid tussen communicatieverant-

woordelijken en de media. In de 27 EU-lidstaten werden ruim 27 000 willekeurig gekozen burgers van 15 jaar en ouder onder-

vraagd, en de resultaten laten zien dat een grotere nadruk op communicatie loont.

De helft (49%) van de respondenten wist dat hun stad of regio steun ontving van de EU. Ruim twee derde van die respondenten

die van de EU-steun wisten, zegden ook dat deze steun gunstig was (70%). Slechts één op vijf respondenten zag geen gun-

stige effecten van het regionale beleid van de EU (22%). In de 12 jongere lidstaten zijn meer mensen op de

hoogte van de EU-steun (60% tegenover 47% in de 15 oudere lidstaten).

Zorg voor transparantie - de lijst van begunstigden

De lijst van begunstigden is een belangrijk element van de communicatievereisten die werden ingevoerd voor de programmaperiode 2007-2013. Dit kadert in het transparantie-initiatief dat beheersautoriteiten verplicht alle begunstigden van Structuurfondsen te vermelden, het hen toegewezen bedrag en de namen van de ondersteunde activiteiten. Met uitzondering van enkele Europese Territoriale Samenwerkingsprogramma's, voldoen alle programma's aan deze verplichting. Het DG Regio moedigt alle betrokken partijen aan de transparantie te verhogen en heeft een interactieve kaart op zijn website geplaatst met alle begunstigden van het EU-Cohesiebeleid. Belangrijk hierbij is dat de publicatie van de begunstigden wordt gekoppeld aan het controlesysteem van het betreffende programma, door een volledig geïntegreerd beheers- en communicatiesysteem te creëren.

In het kader van het Inform-netwerk van communicatie-verantwoordelijken voor het regionaal beleid, blijft het DG Regio de regio's aansporen meer te doen dan de minimale publiciteitsvereisten en de lijst van begunstigden tot een uitvoerig communicatie-instrument uit te werken. Bijvoorbeeld door de informatie op de nationale/regionale websites naast de landstaal ook in een andere veel gespro-ken taal beschikbaar te stellen, of door websites aan te bieden met een zoekfunctie en digitale kaarten waarop de projectlocaties zijn aangeduid.

Het Europees Parlement hecht veel belang aan transparantie. Uit een recente studie “The Data Transparency Initiative and its Impact on Cohesion Policy” (Het gegevenstransparantie-initiatief en het effect hiervan op het cohesiebeleid) blijkt dat gegevens over begunstigden over het algemeen gemakkelijk toegankelijk zijn. Niettemin worden er een aantal aanbevelingen geformuleerd op basis van reeds bestaande goede praktijken in sommige lidstaten. Bijvoorbeeld de verstrekte informatie gebruiksvriendelijker maken: de contactgegevens van de begunstigden, samenvattingen van goedgekeurde projecten en het werkterrein en het soort ontvangen steun toevoegen.

Een uitstekend voorbeeld van een website die aan vrijwel alle bovenstaande kenmerken beantwoordt, werd voorgesteld tijdens de Inform-netwerkbijeenkomst in december 2009. De Hongaarse website www.ropter.nfu.hu is een online informatie- en communicatie-instrument en tegelijk ook een geïntegreerd managementinstrument. Er werd één enkel IT-systeem opgezet dat alle belangrijke managementinformatie en -procedures (bv. steunaanvraag) bevat en volledig online toegankelijk is.

Hoewel misschien niet alle programma's de middelen hebben om op deze manier te werken, maakte deze website duidelijk indruk en kan men andere EU-regio's alleen maar aanmoedigen dit voorbeeld te volgen.


DG Regio helpt u uw verplichtingen na te komen Hoe duidelijk de nood ook is, toch zouden de verordeningen als een last kunnen worden ervaren. Het DG Regio nodigt de regio's echter uit hun efficiënte communicatiemethoden te promoten, met name via het Inform-netwerk.

Inform – haal het maximum uit uw succes Elke beheersautoriteit heeft aan het DG Regio de namen bekendgemaakt van het bevoegde personeel dat verantwoor-delijk is voor de informatie en publiciteit van elk operationeel programma. Daarnaast hebben de lidstaten één enkele con-tactpersoon aangesteld voor alle operationele programma's van een land. Deze communicatieverantwoordelijken wisselen ideeën uit tijdens netwerkbijeenkomsten, zoals de halfjaar-lijkse Inform-netwerkconferenties die worden georganiseerd door het DG Regio.

Tijdens deze evenementen komen de communicatieverant-woordelijken inzake regionaal beleid van alle 27 lidstaten bijeen om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Op de bijbehorende website vinden gebruikers vernieuwende ideeën, een forum met oplossingen voor problemen en hulpmiddelen om hun verwezenlijkingen in de verf te zetten. De website toont de informatie-instrumenten die beheersau-toriteiten met trots presenteren: “Het Inform-netwerk en zijn website zijn zo dynamisch als wat de leden ervan maken. Het biedt de communicatieverantwoordelijken een kans om goede praktijken uit te wisselen. Het DG Regio is er niet bij om programma's op te leggen hoe ze in een bepaalde regio moeten communiceren. Dit is immers een beslissing die op regionaal niveau moet worden genomen. Maar met de hulp

van Inform geven wij voorbeelden van interessante commu-nicatie-instrumenten die andere programma's met succes hebben toegepast voor de promotie van hun projecten”, aldus Peter Fischer, verantwoordelijk voor transparantie- en publi-citeitsthema's bij het DG Regio.

Hoewel affiches en gedenkplaten noodzakelijk zijn, hebben communicatieverantwoordelijken creatievere ideeën. Concepten, activiteiten en opvallende publiciteitscampagnes komen uitvoerig op de site aan bod. Wat in het ene land werkt, kan voor een ander worden aangepast.

In een bepaald deel van de site worden de activiteiten ingedeeld volgens de media waarvan zij gebruikmaken. Publicaties beschrijven voorbeelden van beste praktijken maar ook richtlijnen om over structuurfondsen te communiceren. De gebruikers vinden er hierdoor zowel praktische tips als voorbeelden van wat zij zouden kunnen bereiken. In een ander deel worden de meest innovatieve communicatieactiviteiten in de EU belicht.

De verordeningen roepen op tot evaluatie, maar wat houdt dat precies in? Ook hier biedt de website van het Inform-netwerk hulp met een reeks documenten die bijvoorbeeld bespreken hoe activiteiten die op journalisten gericht zijn, een evenement of een website kunnen worden beoordeeld. Er zijn er negen in totaal, beschikbaar in het Duits, Engels, Spaans, Frans, Italiaans en Portugees.

Inform groeide voort uit het informatieteam voor de structuurfondsen (Structural Funds information team, SFIT), dat in 2002 op vraag van communicatieverantwoordelijken werd opgericht. Tegen eind 2006 telde het ongeveer 100 leden uit alle 25 lidstaten en waren er 8 bijeenkomsten geweest. Eind 2009 telt het Inform-netwerk meer dan 350 leden. Voor 2010 wil het DG Regio nauwere banden smeden tussen de communicatieverantwoordelijken van de beheersautoriteiten en de vertegenwoordigingen van de Commissie in de hoofdsteden van de lidstaten, om de aandacht voor het regionale beleid van de EU in de regionale media te vergroten.

oveRzIcHt

De hort op

in Nederland

Twintig projectbeheerders kwamen samen om hun verhaal te vertellen over

hoe EU-steun een verschil maakt voor hun activiteiten, via film, manifestaties en interviews, met behulp van toneel en muziek. Zij trokken met hun boodschap de straat op

om de mensen in het oosten van Nederland te laten weten dat Europees geld

belangrijk is en dat er voor elk goed idee financiële steun is.

panorama 32 7panorama 32panorama 32 7

Een paar ideeën om

u aan het denken te zetten

Recente bijeenkomsten van communicatieverantwoor-delijken leverden de volgende voorbeelden op van innovatieve

methodes om de boodschap over te brengen:

• Reizende tentoonstelling met reusachtige computers met aanraakscherm die informatie verstrekken over het EFRO-programma 2000-2006. Geslaagde

outreach aanpak uit Italië;

• Samenwerking met middelbare scholen in de regio waar de leerlingen een videocamera kregen om zelf een film te maken over de impact van investeringen van het cohesiebeleid

(‘voor’ en ‘na’). Dit initiatief kreeg een best practice award, eveneens uit Italië;

• Dag van Europa ‘Watershow’: om de bevolking in Litouwen bewust te maken van de klimaatverandering, voer een ‘ecoboot’ een maand lang over de belangrijkste rivieren van het land. Deze reis eindigde op 9 mei, de start van het festival voor de Dag van Europa. De “kapitein” hield een blog bij met bespiegelingen over de klimaatverandering en commentaren bij talloze door de EU gefinancierde projecten die hij op zijn route passeerde. Een van de meest geslaagde aspecten hiervan waren de synergieën die werden ontwikkeld

met alle partners die betrokken waren bij de organisatie van het evenement;

• EU-jongerenquiz op de nationale televisie over het Estse lidmaatschap van de EU, met 150 deelnemende scholen. Slaagde erin Europese studies in het programma

te betrekken en informatie op een luchtige manier te brengen;

• Oostenrijkse videoclips en podcasts waarin de begunstigde van het project zich kan uitspreken over de verwezenlijkingen

van het project.

Luxemburg trekt

de interactieve kaart

Demografische verandering – het is geen term die je zomaar in de mond neemt. Maar als u eind september

2008 in Luxemburg was geweest, had u een interactieve straattentoonstelling kunnen bezoeken waarin het onderwerp

tot leven werd gebracht. Als een belangrijk onderdeel van het INTERREG IVB Noordwest-Europa programma, kwamen het onderwerp

en de financiering van het programma zelf tijdens conferenties, muziekoptredens, theater en zelfs speeddating aan bod.

Meer dan 400 mensen reageerden op de show door een boodschap met een gekleurd lint aan een boom te binden. EU-financiering en een verouderende bevolking zijn geen voor de hand liggende

redenen om een straatfeestje op poten te zetten, maar door hun creativiteit en verbeelding lieten de communicatieverantwoor-

delijken zien dat men ook zonder een reusachtig budget een boodschap doeltreffend kan overbrengen.

panorama 328

oveRzIcHt

8

Haal het maximum uit de beschikbare instrumenten Volgens de European Communication Monitor – een van de grootste transnationale onderzoeken inzake strategische communicatie in Europa – zullen online communicatie en interactieve websites die gebruikmaken van beeld en geluid, de komende jaren almaar belangrijker worden voor de public relations. In Brandenburg heeft de beheersautoriteit op deze trend ingespeeld met de lancering van zijn opvallende, interactieve site. De knappe en informatieve site is in die zin ongewoon dat hij kan worden veranderd door de gebruiker. Die kan elementen verslepen en zo belangrijke berichten over het EFRO en de rol van de EU ontdekken.

De site wordt in 160 scholen in Brandenburg getoond en maakt gebruik van de geavanceerde technologie ‘Kubikfoto’. De site laat bezoekers kennismaken met een driedimensionale wereld waarin honderden afzonderlijke foto's worden samengevoegd tot een flitsend animatieverhaal.

Door verschillende afbeeldingen te selecteren, die abstracte processen visueler maken, ontmoet de gebruiker verschillende mensen die bezig zijn met EFRO-onderwerpen, zoals het hoofd van de beheersautoriteit, projectpartners of een verantwoordelijke voor de beoordeling van aanvragen voor EFRO-steun. De site geeft de Europese financiering een menselijk gezicht. Het dagelijkse werk van deze medewerkers wordt uitgelegd, waardoor gebruikers een beter beeld krijgen van hoe het toewijzingsproces precies in zijn werk gaat.

In andere delen van de site www.entdecke-efre.de krijgen de gebruikers een interactieve ‘eregalerij’ van beste praktijken te zien. Projecten kunnen op hun beurt dan weer informatie insturen en zichzelf voorstellen. Zo stroomt de informatie in twee richtingen (site-gebruiker-site).

Martin Mueller, lid van een team van communicatieverantwoor-delijken bij de beheersautoriteit, gaf een belangrijke bestaans-reden voor de site: „Wij richten ons tot mensen die vertrouwd zijn met het internet, het voor hun plezier gebruiken en er informatie vergaren. Daarom voegden wij geluid, beeld, wat tekst en interactieve foto's samen om complexe ideeën op een levendige manier over te brengen. Door alle online mogelijk-heden te benutten, houden wij de aandacht van onze bezoekers vast en moedigen wij ze aan om te ontdekken. De statistieken laten zien dat het werkt.“

Het Centraal Europa Programma, dat zijn basis heeft in Wenen, verzamelt acht EU-landen en vijf grensregio's van Oekraïne en financiert verschillende projecten. Om hun begunstigden te helpen communiceren met de pers en het publiek, haalden zij er een professioneel communicatiebedrijf bij om een tweedaags seminarie te geven over de praktische facetten van public relations.

Ruim 70 personen – voornamelijk belangrijke partners en communicatiemanagers van reeds goedgekeurde projecten – namen deel aan workshops over het schrijven van een persbericht, de beste timing van een publiciteitscampagne en de beste manier om de nodige aandacht te trekken. Markus Stradner, hoofd van de communicatie-eenheid voor het gemeenschappelijke technische secretariaat (Joint Technical Secretariat) van het programma, verklaarde dat de reacties zeer positief waren. „Sommige mensen hadden reeds een project uitgevoerd en waren dus al beter op de hoogte dan de nieuwkomers. Maar we vonden een goed evenwicht zodat iedereen aan zijn trekken kwam.“

Carsten Debes was erbij en twijfelt niet aan het nut. Hij is een hoofdpartner van het „Resource project“ dat voormalige mijn-gebieden nieuw leven wil inblazen. „Tijdens een rollenspel moesten we een journalist aanspreken. De communicatiespe-cialisten keken toe en legden uit welke fouten we maakten. Ik merk dat ik nu in mijn werk regelmatig toepas wat ik daar geleerd heb.“ Hij is zodanig overtuigd van het nut van dit soort leerproces, dat hij vervolgens alle bij dit project betrokken partners verzamelde voor een interne trainingssessie. „Het mooiste aan dit soort training is dat je het kunt doorgeven“, vindt Debes.

RegioStars – expertise ten top

Als onderdeel van de jaarlijkse conferentie “Regio's voor economische verandering” is RegioStars een van de hoogtepunten van het evenement. Opgericht om “de informatie over goede praktijken te verbeteren, de uitwisseling van ervaring te bevorderen en aandacht te krijgen voor vooruitstrevend denken”, bekronen de prijzen nu informatie- en communicatieactiviteiten.

In 2009 werd de prijs voor een programma, of radio- of televisiespot waarin de voordelen van het cohesiebeleid in de verf worden gezet, toegekend aan Griekenland voor de eigenzinnige, amusante tv-spot “Kent u ... ESPA?”.

Voor de categorie Informatie en Communicatie van de RegioStars 2010 werden 39 geldige inzendingen van websites inzake regionaal beleid ontvangen. De winnaar krijgt zijn RegioStar op 20 mei 2010 in het kader van de conferentie “Regio's voor economische verandering”. De concurrentie is bijzonder groot, de onafhankelijke jury van experts staat dus voor een moeilijke keuze.

panorama 32 9panorama 32panorama 32

InteRvIew

Diana ChEpishEvaBulgaarse nationale Radio, correspondente in Brussel

Diana Chepisheva gaat het effect van EU-lidmaatschap op haar land al sinds het prille begin van het proces na en kreeg de Robert Schuman-prijs voor radiojournalistiek van de Europese Commissie.

Vindt u dat het grote publiek in uw land/regio geïnteresseerd is in en goed geïnformeerd is over het Europees regionaal beleid? En indien niet, waarom niet?

Het regionaal beleid is van groot belang voor Bulgarije – het armste lid van de EU –, maar er is nog veel werk opdat we kunnen begrijpen hoe dit beleid werkt. Er is heel wat geld bevroren als gevolg van onregelmatigheden en fraude. Tegelijkertijd is de Bulgaarse overheid er niet in geslaagd om voldoende conformiteitsbeoordelingen voor de operationele programma’s in te dienen en meer dan €6 miljard die voor het land bedoeld was, blijft buiten handbereik.

Daarom is het grote publiek niet zozeer geïnteres-seerd in het strategische concept van het Europees regionaal beleid, maar zien ze de situatie meer als een nationale mislukking: “De EU staat klaar met veel geld om ons te helpen onze achterstand goed te maken, maar wij zijn niet in staat om aan hun voorwaarden te voldoen.” Eén van de belangrijkste redenen trouwens waarom de vorige regering werd afgevoerd. De nieuwe regeringsleiders beloofden plechtig komaf te maken met corruptie en erop toe te zien dat het EU-geld goed beheerd werd. De belangrijkste vraag is nu of we het tij nog kunnen keren, om uiteindelijk toch nog dat geld te krijgen. Dan kunnen we beginnen de complexiteit van termen als “Cohesie” echt te vatten, door te zien wat er zich werkelijk afspeelt.

Wat maakt een artikel over regionale fondsen interessant?

Het idee alleen al om de ongelijkheid te verminderen in een Unie van 27 landen, is interessant in Centraal- en Oost-Europa. Uit ervaring heb ik geleerd dat praktische voorbeelden en succesverhalen de beste uitleg zijn. Die bewijzen immers dat “meer groei en jobs” geen lege slogan is. Zelfs in Bulgarije bestaan veel voorbeelden van hoe de EU-financiering een verschil kan maken.

Welke verhalen over het regionaal beleid van de EU wilt u graag met uw publiek delen?

Ik zou graag een ommekeer zien: gedaan met verhalen over geblokkeerde betalingen, maar meer verhalen over geld dat in het land gepompt wordt. Het is allemaal een kwestie van goed bestuur.

Dan kunnen we ons concentreren op de belangrijke zaken: hoe we ten volle kunnen profiteren van EU-financiering; hoe we hernieuwbare energie kunnen promoten en alternatieven kunnen zoeken om niet meer van Rusland afhankelijk te zijn; hoe we het regionaal beleid kunnen gebruiken om “groen”

te worden en lage-emissietechnologieën te verkrijgen en tegelijk nieuwe jobs te creëren.

Nog een belangrijke kwestie is het belang van deze innovaties voor de EU en wat

ze betekenen voor KMO’s. De lijst is lang. Op dit moment lijkt dat voor veel Bulgaren vrij abstract, maar ik geloof dat het mogelijk is.“In Bulgarije

bestaan veel voorbeelden van hoe de EU-financiering een verschil kan maken.

”


Eva MaRtinEz OROsaCommunicatieverantwoordelijke voor het programma intERREG iv noordwest-Europa


Ik kan alleen spreken vanuit het standpunt van de “samenwerkingszone” waarop mijn programma van toepassing is, nl. Noordwest-Europa. Het gaat in totaal om 19% van de totale oppervlakte van de EU-27 en er wonen 179 miljoen mensen. Als we kijken naar het aantal projectaanvragen dat we ontvangen, kunnen we wel stellen dat de bevolking van Noordwest-Europa over het algemeen goed geïnformeerd is over het Europees regionaal beleid en de financiering. Er is echter nog wat werk te doen. De kennis over de fondsen is niet zo diepgaand als we zouden willen. Eén van de redenen daarvoor is het grote aantal programma’s dat met gelijkaardige dingen bezig is in overlappende regio’s. Hierdoor begrijpt de meerderheid moeilijk wat de reikwijdte en prioriteiten van elk programma zijn en welk effect die op het beleid hebben.


De duidelijkste verhalen over regionale financiering zijn de gefinancierde projecten zelf. Die maken veel kans om mensen aan te trekken omdat ze een menselijke dimensie hebben en het leven van alledag helpen verbeteren. De onder het programma voor Noordwest-Europa gefinancierde projecten hebben een voordeel: het zijn concrete maatregelen en dus ‘voelbaar’ voor de burgers. In ons geval zijn ze ook bijzonder omdat ze het product zijn van een internationale ‘magie' die toelaat dat afgelegen gebieden voor een gemeenschappelijk resultaat kunnen samenwerken. In ons vakjargon noemen we dit ‘transnationaal’. Een collega vergeleek dit ooit met een groep koks die elk een ingrediënt meebrengen om samen een cake te bakken. Dit internationale karakter is tegelijk ook het moeilijkst te begrijpen en naar de media toe te communiceren.

Wat is qua communicatie de grootste uitdaging voor een programma als INTERREG Noordwest-Europa?

Het grootste probleem is een etiket creëren voor het programma, om het te onderscheiden van de andere INTERREG-programma’s. Wanneer ze informeren over onze projecten, vermelden de media vaak het feit dat ze mede met EFRO-geld worden gefinancierd, maar ze vertellen daar niet altijd de naam van het programma bij.

InteRvIew

“De projecten ... maken veel kans om mensen

aan te trekken omdat ze een menselijke dimensie

hebben en het leven van alledag helpen verbeteren.

”

panorama 32 11panorama 32panorama 32

Van 2005 tot 2009 werkte Giedrius Surplys als voorlichtingsmedewerker voor het programma INTERREG IIIA/TACIS voor Litouwen, Polen en de Regio Kaliningrad en het ETC/CBC-programma Litouwen-Polen.


Er was vroeger in de Sovjetunie een grap over een man die op korte tijd veel gewicht was verloren. Hij legde het zo uit: “Ik zet de tv aan en ik zie Brezjnev. Ik luister naar de radio en ik hoor Brezjnev. Ik durf mijn koelkast niet eens meer te openen”.

Ik vrees dat de situatie voor wat betreft EU-communicatie daar sterk begint op te lijken.

In elk dagblad in Litouwen staan een hoop artikels met “Order Nr.“ en de EU-vlag, weliswaar in

doodsaaie taal. Zo begint de EU-communicatie op propaganda te lijken en kan dat ons publiek

binnenkort beginnen te ergeren.

Dus heb ik besloten een kleinschalige elektronische opiniepeiling over de EU-communicatie in Litouwen te voeren. Verrassend genoeg blijkt uit de antwoorden van de 117 deelnemers dat sommige Litouwers de EU nog niet beu zijn. Volgens de meerderheid krijgen ze niet te veel informatie over de EU. Ook

zien zij artikels met de EU-vlag erboven niet als propaganda.

Ik ben blij dat mijn pessimisme niet terecht was. Maar ik ben

bang dat dezelfde poll een verschillend resultaat zou kunnen

opleveren in andere EU-landen, of later in Litouwen.


Die artikels zijn gewoon interessant omdat ze over mijn leven en mijn buurt gaan. Zo kan ik me echt Europeaan voelen. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat ik een regionale subsidie wel kan gebruiken, dus ben ik geïnteresseerd en gemotiveerd. Iedereen in de EU haalt er voordeel uit.

Ik heb zelf met de CBC- en de buurtprogramma’s samengewerkt, waar naburige regio’s van verschillende landen samen projecten opstarten. Dit is een unieke kans om bruggen te bouwen, en een interessant verhaal.

Vooral daar waar de relaties op het hoogste politieke niveau niet zo goed zijn. Ik zou in zulke situaties toch liever aardappelen rooien dan samen staan te vliegeren. Poëtisch is het niet, maar het is concreet en kan de weg vrijmaken voor vriendschap op hoger niveau.

Kan communicatie over het beleid van de Europese Unie als een nieuw beroep gezien worden?

Europromo wordt meestal uitgevoerd door niet-professionele communicatiespecialisten, voornamelijk met een bureaucrati-sche achtergrond. Gezien de enorme hoeveelheid specifieke informatie die voor onze job nodig is, zou een pure communi-catiespecialist het er niet noodzakelijk beter vanaf brengen.

Door Europromo als een apart beroep te beschouwen zouden we onze activiteiten gemakkelijker kunnen coördineren en ontwikkelen (zowel theoretisch als praktisch). Opnieuw nadenken over het bestaande EPSO-systeem, dat eerst een

gigantische test afneemt en pas daarna naar een cv vraagt, zou ook helpen om die knappe koppen

aan boord te krijgen.

GiEDRius suRplysvoorlichtingsmedewerker bij het Enpi/CBC-programma letland-litouwen-Wit-Rusland

InteRvIew

“Ik ben ervan overtuigd dat ik

een regionale subsidie wel kan gebruiken, dus ben

ik geïnteresseerd en gemotiveerd.

”


patRizia lEnzaRini Buitenlands correspondente voor het italiaanse persagentschap ansa


Het grote publiek in Italië is sterk geïnteresseerd in wat Europa via het regionaal beleid voor hen doet. In het licht daarvan is de Italiaanse pers – en dan vooral de regionale kranten, die wat betreft hun grootte en oplage belangrijk zijn in Italië – erg ontvankelijk voor informatie uit Brussel over het beheer van de Europese regionale fondsen. En hun interesse reikt nog veel verder. Zo willen ze graag weten hoe de projecten voor een beter leven zullen zorgen voor de mensen die hier baat bij zouden hebben.


Een artikel wordt interessant wanneer het de nieuwsgierigheid van mensen kan bevredigen over eventuele ERFO-steun voor investeringen in nieuwe technologie in hun stad, of dat allemaal op tijd klaar zal zijn, of er vertragingen verwacht worden en indien wel, waarom dan. En of het geld goed besteed is, dan wel gedeeltelijk verspild.

Zodra het project gestart wordt, willen mensen weten hoeveel banen het zal opleveren. Ze willen eigenlijk gewoon weten of het de moeite waard is.

Hoe kunnen we burgers in de meest geïsoleerde en armste streken van Italië laten weten dat Europa en het regionaal beleid hen niet vergeten zijn?

Het regionaal beleid van de EU heeft alles mee om voor het grote publiek het meest gerespecteerde en meest herkenbare beleid te worden. Hiervoor moet de Europese Commissie informatie “op maat” voorzien.

Ik ben al meer dan 20 jaar een erkend journalist, maar ik heb nog altijd moeite om de informatie over met Europese bijdragen gefinancierde projecten goed over te brengen. Niet omdat ik niet wil, maar omdat communicatie over regionaal beleid gebaseerd is op een enkele entiteit, terwijl het er eigenlijk miljoenen zijn. De oplossing? Er moeten eenheden komen, specifiek per land, die informatie kunnen verstrekken aan journalisten in Brussel die willen weten hoe kleine projecten het leven van de inwoners van de armste en meest afgelegen dorpen in Italië kunnen verbeteren. Als een bepaald project niet gerealiseerd wordt, is het essentieel om uit te leggen waarom.

InteRvIew

“ Zodra het project gestart

wordt, willen mensen weten hoeveel banen

het zal opleveren.

”

panorama 32 13panorama 32

In dit nummer kijkt Panorama naar drie landen en hoe zij het aanpakken om te commu-niceren over hoe regionale financiering hun burgers ten

goede komt.

In de periode 2007-2013 zal Portugal €21,5 miljard regionale

financiering ontvangen. Dat betekent allerlei potentiële projecten die het leven van veel mensen kunnen veranderen. Zoals vaak, komt het erop aan de mensen te laten weten waaraan het geld dat bedoeld is om hen te helpen, wordt uitgegeven. Daarom nam het netwerk van Portugese communicatieverantwoordelijken bin-nen het nationaal strategisch referentiekader (National Strategic Reference Framework, NSRF) zijn toevlucht tot de ether, met radioprogram-ma's waarin de financieringsprogramma's wer-den toegelicht.

“Objectief 2013” is een radiospot van drie minuten die elke weekdag wordt uitgezonden, en op zaterdag worden alle spots van de hele week achter elkaar herhaald. Bijna de hele tijd wordt besteed aan het beschrijven van projecten.

Op dezelfde golflengte Het idee van radio kwam er omdat de boodschap over regionale financiering volgens de Portugese communicatieverantwoor-delijken in begrijpelijke taal moet worden gebracht. Al te vaak sluipt er saaie en gortdroge vaktaal binnen die voor het grote publiek ontoegankelijk is. Bovendien wilden zij ten volle ge-bruikmaken van een medium dat een groot publiek bereikt.

Het radioprogramma “Objectief 2013” maakt deel uit van een poging om de communicatie naar het publiek te vereenvoudigen, door middel van een aangenaam taalgebruik dat beter bij hun dagelijks leven aansluit.

Alle zenders die het hele land bestreken en hoge luistercijfers haalden, kregen een uitnodiging tot het indienen van voorstellen. TSF werd uiteindelijk gekozen als radiostation om de programma's uit te zenden.

Op drie minuten tijd stelt de journalist het project voor en beschrijft hij het operationele programma en het fonds dat dit ondersteunt. Er komt ook altijd een uitspraak van een begunstigde in voor, die het belang van het project onderstreept. De begunstigde praat ook over verwachtingen op (middel)lange termijn, wat de regionale financiering voor hem heeft betekend en in sommige gevallen krijgen de luisteraars advies over hoe zij een aanvraag kunnen indienen.

Wie de spots tijdens de week mist, kan ze herbeluisteren op de website van het radiostation.

Luisteraars worden betrokken met hun eigen verhalen, waar gelukkig geen gebrek aan is aangezien Portugal zijn dotatie

onder de structuurfondsen gebruikt om vaardigheden te ontwikkelen, duurzame groei te stimuleren, de sociale cohesie te verzekeren, de plattelands- en stadsontwikkeling te bevorderen en beter bestuur te garanderen. U hoeft niet diep te graven om de mensen achter te prioriteiten te ontdekken.

Hoe gaat het in zijn werk?Elke maand stemmen gemiddeld 2,2 miljoen mensen af op de uitzendingen, die zich week per week concentreren op verschillende operationele programma's. Portugal heeft er trouwens 14 lopen. Maar naast alle programma's komen ook alle regio's aan bod. “Op logistiek vlak en door het aantal mensen dat betrokken is bij dit initiatief, is het een uitdaging, want alle NSRF-autoriteiten moeten bijzonder proactief zijn: een dagelijks programma dat een jaar lang loopt, is inhoudelijk buitengewoon veeleisend”, aldus Elisabete Quintas, coördinator van de communicatieafdeling bij het NSRF-observatorium.

Hoewel de structuur van het radioproject duidelijk omschreven is, vindt Quintas de onafhankelijk van de zender belangrijk. Ze maakten duidelijk dat er een partnerschap werd voorgesteld en dat de communicatieverantwoordelijken van de fondsen niet de intentie hadden de volledige inhoud te bepalen of de programma's te screenen voordat ze op antenne gingen. “De journalisten kunnen door de Structuurfondsen ondersteunde projecten voorstellen die zij relevant vinden. Wij twijfelen niet aan hun gevoel om een goed human interest verhaal te herkennen”, voegt Quintas toe.

Vanuit het standpunt van de zender is dit idee interessant omdat het hen een thema biedt waarrond zij het leven van hun luisteraars kunnen verkennen.

“Dit is belangrijk”, zegt journalist Cláudia Timóteo, lid van een team van vier mensen die aan dit project werken. “Wij helpen mensen in te zien dat het mogelijk is hun droom waar te maken dankzij financiering voor hun project. Bovendien krijgen zij zo een beeld van waar het geld vandaan komt en waarvoor het gebruikt wordt.”

Ze twijfelt er niet aan dat ze zich op een plek bevindt waar boeiende verhalen ontstaan. "Het is een voorrecht op de hoogte te zijn van zoveel projecten en initiatieven die een stuwende kracht zijn voor verandering in mijn land."

Standpunt van de mediaVoor de directeur van het radiostation, Paulo Baldaia, is het partnerschap met het NSRF-observatorium een belangrijk instrument om nieuwe en nuttige informatie te verstrekken aan de luisteraars. “Wij zijn een privézender, maar zijn van mening dat voor ons programma een taak van openbare dienstverlening is weggelegd. NSRF is de steun van de Europese Unie voor de modernisering en ontwikkeling van het land. Voor het publiek is het belangrijk te weten wat er in heel het land op stapel staat en gedaan wordt. Tegelijk informeren we iedereen die voordeel kan halen uit de structuurfondsen.”

PRogRamma's in de etheR in PoRtugal

oP Het teRReIn

panorama 3214

De EFRO-afdeling van de Vlaamse overheid zorgt ervoor dat ze zichtbaar aanwezig is op alle regionale evenementen die verband houden met EU-financiering. Ze voeren voortdurend evaluaties uit over de beste communicatiewijze alsook over hoe ze de efficiëntie van hun inspanningen meten.

Liliane Stinissen, communicatieverantwoordelijke bij de EFRO-afdeling van de Vlaamse overheid, is heel duidelijk over het feit dat “je het publiek goed moet kennen als je de boodschap op een correcte manier wil overbrengen”. Voor veel regionale ontwikkelingskansen gaat het erom dat bedrijven en organisaties hun mogelijkheden kennen. In dat geval is een nieuwe aanpak voor de verspreiding van een boodschap niet zo betrouwbaar als de regelmatige communicatie van de feiten via seminaries, netwerkevenementen en in brochures of essays, zowel op papier als online.

De middelen worden zorgvuldig gericht op een gekend publiek en met de tijd verdienen de opgebouwde contactnetwerken hun eigen waarde door de impact van de basisinformatie te vergroten. Om die stevige inspanning nog te versterken, benadrukt de Vlaamse overheid echte voorbeelden van hoe bedrijven er voordeel hebben uitgehaald en hoe de economie dankzij de Europese cofinanciering in zijn geheel groeit. Bijvoorbeeld: toen de investering in het Xpo in Kortrijk voltooid was en de lokale hotelreservaties stegen, was dat een ideaal moment om bekend te maken hoe de Europese financiering in het plaatje paste.

Naast de goed gedefinieerde parameters in de zakenwereld is er echter de bredere taak om de bevolking aan onze kant te houden. De Vlaamse overheid grijpt elke publiciteitskans en combineert haar rijkdom aan feitelijke informatie met vindingrijke manieren om mensen van elke leeftijd en in elke levenssituatie aan te spreken. Op speciale evenementen, zoals dat in Gent, kan je investeringsprojecten uit de eerste hand zien. Een speciale tentoonstelling legt uit hoe EU-financiering een verschil maakt met bepaalde soorten investeringen. Als je een tiener bent, wordt de informatie met jou in gedachten opgebouwd. Ze omvat interviews en interactieve games om je denken uit te dagen.

De echte impact van deze publiciteit evalueren is altijd een uitdaging, maar dankzij onlineonderzoeken en de lokale media wordt duidelijkere informatie steeds meer beschikbaar. Op de website van de Vlaamse overheid kan het publiek aan onderzoeken deelnemen, maar in de toekomst zullen de vragen

face to face gesteld worden, zodat mensen persoonlijk kunnen antwoorden en ze weten dat hun visie gehoord wordt.

Vrijuit spreken in GentDe Europese cofinanciering is de kern van regeneratie en innovatieve ontwikkeling in Gent. “Lokale bewoners moeten er nooit aan twijfelen dat de rijkdom van hun stad gedeeltelijk aan het EU-lidmaatschap te danken is”, zegt Kathleen Tavernier, ambtenaar bij de stad Gent.

Op 8 mei vorig jaar organiseerde de stad samen met de provincie Oost-Vlaanderen “Europe Day”, een reeks evenementen die verklaarden welke inspanningen de EU voor lokale, jonge mensen en bedrijven levert. De dag vond plaats in de wijk Rabot, een voormalig vervallen deel van de stad en de thuis van een grote en diverse immigrantengemeenschap. Europa bloeide werkelijk voor hun ogen open, want er werd een collectieve plantsessie gehouden om de Europese vlag volledig met bloembollen te creëren.

Er werd specifiek aandacht besteed aan de woonwijken Rabot en Blaisantvest. Sinds 2003 is een

herontwikkelingsprogramma op lange termijn gaande dat de sociale identiteit

van de wijk opnieuw herstelt, het economische potentieel opnieuw

doet opleven en duurzame huisvesting van goede kwaliteit voorziet.

Het innovatieve gebruik van tijd en opportuniteiten heeft daarenboven geleid tot een tijdelijk gemeenschapscen-

trum op een voormalige indus-triële site in Rabot-Blaisantvest.

De site is bestemd voor nieuwe woningen, maar terwijl ze leeg

blijft, hebben sociale en artistieke groepen de Europese cofinanciering

goed benut en “De Site” opgericht. Daar kunnen verschillende gemeenschappen bij elkaar

komen. Er zijn tuinpercelen beschikbaar voor de bewoners en er is plaats voor allerlei culturele activiteiten.

In oktober organiseerde de stad Gent samen met de Vlaamse overheid een evenement om het huisvestingsinitiatief ‘Living in the City’ voor te stellen. Bewoners kregen de kans om uit de eerste hand te zien hoe hun stad met de steun van de EU een weelderige toekomst wacht. Er werden boottochtjes georganiseerd om de renovatie van de dokken te laten zien, om te tonen hoe andere sites getransformeerd worden in plaatsen voor duurzame huisvesting en hoe investeringen in infrastructuur de positie van de stad in Vlaanderen versterken.

een fRisse aanPak vooR stadsveRnieuwing

in gent en vlaandeRen

oP Het teRReIn

panorama 32 15

Er kan discussie ontstaan over hoe de volgens het regionale ontwikkelingsprogramma toegekende fondsen gebruikt moeten worden. Waar en voor welk type project het geld het best gebruikt kan worden. Eén ding, waar iedereen echter hetzelfde over denkt, is het verlangen dat hun land mooier wordt. Die unanieme ondersteuning van dat eenvoudige idee gebruikt het Poolse ministerie van Regionale ontwikkeling om de regionale financiering over het hele land te promoten.

Zoals bij elke wedstrijd het geval is, kent Poland Growing More Beautiful, dat nu aan de derde editie toe is, in verschillende categorieën prijzen toe. Wat deze reclamecampagne voor de EU zo interessant maakt, is het volgende: de prijzen zijn gratis publiciteit voor de winnende projecten. Ze houden allemaal verband met de toeristische industrie, deze publiciteit is dus essentieel. Niet alleen de attractie krijgt hierdoor een boost. De publiciteit benadrukt immers ook het feit dat het leeuwendeel van het geld, waarmee het project gesteund wordt, van regionale financiering afkomstig is.

Anna Sulińska-Wójcik, hoofd van het departement voor Informatie, Promotie en Training, kan haar glimlach niet onderdrukken: “Wij vinden het een goed idee.”

En of het een goed idee is De wedstrijd Poland Growing Beautiful (nu ‘Growing More Beautiful’) is een voorbeeld van een project dat gefinancierd wordt door een subsidieprogramma dat het departement als deel van haar communicatiestrategie voor Europese fondsen leidt. Het programma omvat jaarlijks 20 projecten die de betrokkenheid van de EU in Polen promoten: de financiering van de EU loven en aan een zo breed mogelijk publiek uitleggen hoe het systeem werkt. Eén van de geselecteerde projecten stelt een gids voor over de belangrijkste toeristische attracties van het land. Hieruit ontstond het idee om een jaarlijkse wedstrijd te organiseren.

“We wisten dat het een goed idee was toen we het zagen,” zegt Sulińska-Wójcik. “We wilden de echte impact van de Europese subsidies aan het publiek tonen: toeristische projecten zijn erg zichtbaar, opvallend en aantrekkelijk. Daarom wilden we voor zulke projecten een wedstrijd organiseren om te bewijzen dat de subsidies echt naar iets tastbaars gaat.”

Hoe de media erbij betrekken Zodra de deelnemers meedoen, worden de media daarover geïnformeerd en wordt een tipje van de sluier opgelicht over welke publiciteit de

winnende projecten mogen verwachten. “Wanneer we de lijst van genomineerden verzenden, krijgen we veel aandacht in de pers. Hun interesse is meteen geprikkeld. De lokale media promoten hun favoriete projecten, waardoor de wedstrijd onmiddellijk in de pers verschijnt,” legt Sulińska-Wójcik uit.

Voorbeelden van attracties zijn een vervallen textielmolen in het mistroostige, postindustriële Łódź die getransformeerd wordt in een bekende kunstgalerij of een interactief wetenschappelijk park in Krakau. “We wisten dat de wedstrijd interessante projecten met zich mee zou brengen, maar we waren echt onder de indruk van de vele toepassingen,” voegt evenementenexpert Edyta Meczyńska eraan toe.

Het is de kwaliteit van de persaandacht waardoor een nominatie nuttig en winnen natuurlijk nog leuker wordt. Een deel van de promotie van het project was een regelmatig terugkerend item op een populaire ontbijtshow op tv die tijdens het weekend werd uitgezonden en die door een bekende persoonlijkheid werd gepresenteerd. In primetime werd getoond hoe de journalist de verschillende winnaars bezocht en niet alleen de site in kwestie toonde, maar ook uitlegde welke rol de Europese financiering bij de organisatie van het project had gespeeld.

Dat wordt dan allemaal ondersteund door goed geplaatste advertenties in tijdschriften aan boord van binnenkomende vluchten en een aantrekkelijke, ultramoderne tentoonstelling met een prachtige vormgeving die in de luchthaven werd opgezet.

En de winnaar is … Op de eerste prijsuitreiking was het de minister voor Regionale ontwikkeling die de prijzen overhandigde. Aangezien veel winnaars afkomstig waren uit kleine dorpen was het moment van erkenning erg emotioneel. “Bij veel winnaars rolden de tranen over hun wangen”, herinnert Magdalena Dziubek-Grudzinska zich, hoofdexpert in internationale betrekkingen van de afdeling.

Is het niet moeilijk om hooggeplaatste politici te overtuigen om op een dergelijke ceremonie aanwezig te zijn? “Ja, dat is het

inderdaad”, en ze legt uit dat ze de avond zo gepland hadden dat hij samenviel met een erg belangrijke bijeenkomst

niet ver daarvandaan. “We wisten dat ze in de buurt zouden zijn en dus hebben we ons

evenement erg omzichtig gepland. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen: ze waren er.”

Dit soort pientere planning is in alles aanwezig. Sulińska-Wójcik vat het zo voor ons samen: “We hebben een manier gevonden om over meer dan alleen geld te praten. Geld is abstract,

slechts een hoog cijfer waar mensen zich geen beeld van kunnen vormen, het is

onpersoonlijk. Als we echter zeggen dat Polen dankzij Europees geld mooier wordt en

groeit, kijken de mensen rond en merken ze op dat sommige dingen echt veranderen.”

Polen – wedstRijden om de boodschaP

te veRsPReiden


fietstochten zoRgen vooR fRisse wind dooR toulouse

De inwoners van Toulouse zijn erg goed bezig om duurzaam transport in hun dagelijkse leven te integreren. De stad verkennen per fiets is gemakkelijk dankzij de fietsverhuurdienst van Vélo Toulouse en een steeds groter netwerk van door de EU gefinancierde fietspaden in de Garonne-streek. Toen Toulouse dus in mei deel uitmaakte van het één week durende Fête de l’Europe in Midi-Pyrénées lokte een fietstocht rond de stad, om te zien hoe het EU-geld de plaatselijke bevolking ten goede kwam, snel veel interesse.

De dag zelf mochten de organisatoren bijna 200 mensen voor de tocht verwelkomen: een aantal journalisten, maar vooral geïnteresseerde mensen uit de buurt. De tocht van 15 kilometer trok langs 12 verschillende investeringsprojecten in de stad, die gedeeltelijk met regionaal ontwikkelingsgeld van de EU werden gefinancierd. Dit bood een duidelijk inzicht in de cruciale rol van Europees geld bij de realisatie van heel wat verschillende projecten, in samenspraak met regionale overheden.

In 2009 kreeg Balade à Velo in Toulouse (onderdeel van het Fête de l’Europe):

• € 4500 van EFRO

• Plus vrijwillige bijdragen in natura van deelnemende organisaties

Op regionaal niveau hebben afgevaardigden van de Franse regering

commentaar geleverd bij het Franse netwerk voor regionale ontwikkeling en

het concept heeft elders in Frankrijk en in de rest van de EU heel wat interesse

opgewekt, dankzij het Inform-netwerk van communicatieverantwoordelijken voor het regionale beleid van de EU. Iedereen heeft positief gereageerd op de combinatie van

een origineel evenement met een minimale budgetlast, dat Europese

regionale projecten promootte. Lokale groepen speelden een directe rol en het

hele evenement was een vindingrijke manier om de bevolking de impact van

EU-financiering te tonen.

IeDeReen Doet Mee


Nieuwe kansen krijgen vorm

Weinig kosten, veel resultaat

De journalisten die meegingen, hadden daarna heel wat materiaal om mee aan

de slag te gaan, en konden bij de plaatselijke bevolking commentaren

sprokkelen. De media waren voor en na het evenement heel positief, en wezen

cynische of kritische houdingen tegenover de EU uiteraard af. Volgens

velen was dit het beste evenement van een hele week Fête de l’Europe en er is

dan ook vraag naar om dit idee in andere contexten toegepast te zien.

Het succes was te danken aan de toewijding en energie van de plaatselijke verenigingen. Faisons L’Europe, onderdeel van de Franse pro-Europese lobby, had het oorspronkelijke idee en nam de

leiding in de uitvoering ervan. Hun leden en die van Association Toulouse Vélo hebben heel wat

vrijwilligers aangebracht om de praktische details te regelen, zoals stewards en security. Samen met

de plaatselijke overheden in Midi-Pyrénées hebben deze verenigingen het concept aan de

plaatselijke bevolking verkocht en hebben ze laten zien hoe iedereen eraan kon meewerken.

Een aantal andere projecten in de stad werd opgestart na de explosie bij AZF, zoals het heropbouwen en verbeteren van een middelbare school. Sommige

projecten hebben delen van de stad via kunstprojecten en esthetische

verbeteringen doen heropleven. Andere waren dan weer positief voor de

inwoners, zoals een kinderopvang.

De fietstocht zelf was een efficiënte en budgetvriendelijke

besteding van fondsen. De EU-middelen werden vooral

gebruikt voor een kleurrijke en informatieve kaart van de

fietsroute, met details over elk van de bezochte sites en

weblinks voor meer informatie. Tijdens het evenement werden

in de hele stad 5000 kaarten uitgedeeld, een eenvoudige

manier om de dag zelf onder de aandacht te brengen.

De tocht hield ook halt aan de Cancéropôle voor een unieke

kans om een kijkje te nemen in dit hypermoderne centrum voor

kankeronderzoek, dat na de verwoestende explosie in de

AZF-raffinaderij in 2001 gebouwd werd. Dit was het grootste en belangrijkste project dat in de

tocht werd opgenomen. Lokaal krijgt dit project uiteraard veel interesse en lokt het ook veel emoties uit. Het was dan ook

goed dat deze site het hoogtepunt van de dag kon zijn.

De kern van de zaak

De fietstocht in Toulouse toonde aan dat informatie over regionale ontwikkeling van de EU

niet obscuur of ingewikkeld hoeft te zijn. Het initiatief klikte met het positieve imago van de fiets in Toulouse, en kon de bevolking op een boeiende manier laten kennismaken met de resultaten van EU-investeringen.

Deelnemers en toeschouwers konden de link leggen tussen een leuk sociaal evenement en

de bijdrage van de regionale ontwikkeling van de EU in Toulouse.

panorama 32181818

Hoe kan men de ruimte berekenen die nodig is voor

de verplichte informatie in verband met de EU op een bord of plaat (Artikel 9 van de Verordening (EG) Nr. 1828/2006 van de Commissie)?

We moeten benadrukken dat de verplichtingen voor

begunstigden in verband met het type informatie dat op

permanente platen voorzien wordt lichtjes van de informatie op borden

verschilt. Beiden moeten beschikken over het symbool van de EU dat verwijst naar de financiering in

kwestie en een vermelding van de Europese meerwaarde.

In geval van borden moet de informatie, waarnaar in artikel 9 verwezen wordt, minstens 25% van het bord in beslag nemen. In geval van platen moet de informatie, waarnaar in artikel 9 verwezen wordt, én de informatie over het type en de naam van het project samen minstens 25% van de plaat beslaan.

Als iemand conferenties en seminaries ter promotie van operationele programma’s organiseert en eraan deelneemt, welke technische bijstand kan die persoon dan vragen?

Technische bijstand tracht het algemene programmabeheer en de toepassing van het programma te vergemakkelijken. Activiteiten moeten dus duidelijk met de bedoeling van het werkprogramma in verband gebracht worden. Voor reclame en informatieve acties kan de technische bijstand van het programma bijvoorbeeld betalen voor bekendmakingsacties die door het programma ondersteund kunnen worden.

Elk communicatieplan moet een richtbudget bevatten (Artikel 2(2c) van de Verordening nr. 1828/2006 van de Commissie). Kunnen dergelijke budgetten gebruikt worden voor de interne kosten van de beheersautoriteiten, zoals training op het vlak van communicatie voor personeel of salarissen voor communicatieverantwoordelijken?

In tegenstelling tot de periode 2000-2006 zijn er geen specifieke bevoegdheidsregels met betrekking tot de kosten voor technische bijstand. Zolang de regels die beschreven zijn in de specifieke regelgeving voor elk fonds nageleefd worden, wordt op nationaal niveau bepaald hoe geschikt de technische bijstand is. Als de nationale voorzieningen het dus toelaten, kan de technische bijstand van het programma in kwestie de opleiding of salarissen van het personeel dat het werkprogramma uitvoert, mee financieren. Het is echter nodig om aan te tonen dat een

dergelijke kost vereist is voor de toepassing van de in het communicatieplan besproken activiteiten.

Op de site van elke operatie moet een bord opgehangen worden (artikel 8 van de Verordening nr. 1828/2006 van de Commissie). Wat moet er echter gebeuren als één operatie op verschillende sites plaatsvindt? Als er 12 bruggen gebouwd worden, telt men dan 12 sites?

De informatie- en reclamevoorzieningen zijn bedoeld om door de EU ondersteunde projecten voldoende zichtbaar te maken zodat burgers zich bewust worden van welke bijdrage het cohesiebeleid aan hun levenskwaliteit levert. Daarom moet artikel 8 geïnterpreteerd worden op een manier die zorgt voor een brede impact van de voorzieningen ervan (art. 8.3): “De begunstigde brengt tijdens de operatie een bord aan op de site van elke operatie die aan de volgende voorwaarden voldoet:

a) de totale overheidsbijdrage in de actie bedraagt meer dan €500.000;

b) de actie bestaat in de financiering van infrastructuur of van bouwprojecten.”

Dus ongeacht de definitie van 12 bruggen als “één” of als “12 operaties”, als de 12 bruggen zich op verschillende plaatsen bevinden en als er verschillende werven voor de bouw ervan werden ingericht, moet aan elke site een bijpassend bord opgehangen worden.

Vanaf wanneer moeten potentiële begunstigden over het algemeen aan de regels voor publiciteit voldoen? Is dat vanaf het moment dat ze een cofinancieringsovereenkomst ondertekenen? Wat gebeurt er als reeds eerder (maar na 1 januari 2007) informatie- en publiciteitsmateriaal voor het project voorbereid werd en de begunstigde die kosten als geschikt wil opeisen? Wat is de situatie als een beheersautoriteit al promotioneel materiaal over een project heeft gepubliceerd terwijl ze van plan is om een projectaanvraag in te dienen?

Begunstigden zijn enkel verplicht om de regels voor publiciteit na te leven zodra het project voor cofinanciering geselecteerd werd en een cofinancieringsovereenkomst met de bevoegde autoriteit ondertekend werd. Over het algemeen geldt dat kosten, inclusief de kosten die verband houden met de publiciteit van de actie, in aanmerking komen als ze effectief betaald werden tussen de datum van indiening van een programma of 1 januari 2007, de vroegste datum van beide, en 31 december 2015 (artikel 56 van de algemene voorwaarden). Kosten voor publiciteitsmateriaal vóór die datum en/of die niet voldoet aan de publiciteitsvereisten van de voorwaarden kunnen niet als geschikt beschouwd worden.

aan uw communicatieveReisten voldoen

In deze rubriek reageert Panorama op uw bezorgdheden en vragen over praktische projectkwesties en eventuele andere vragen die u instuurt. Stuur deze naar: [email protected]

PRoBLeMen oPLossen


elk wooRd telt

Panorama plaatst regionaal beleid in een context en bekijkt hoe andere mensen en organisaties over regionaal beleid communiceren.

Iedereen die zich bezighoudt met de promotie en toepassing van richtlijnen voor regionale ontwikkeling wil dezelfde constante boodschap overbrengen van hoe EU-cofinanciering het verschil maakt voor mensen en gemeenschappen. Het gaat erom te zorgen dat uw organisatie zich rechtstreeks tot de groepen wendt waarmee u werkt. Hieronder beschrijven twee verschil-lende organen hoe zij tot de kern van de zaak doordringen.

Europe Direct tot uw dienstU hoeft Brussel niet te bezoeken om te begrijpen hoe Europa werkt. Mensen die in heel Europa voor Europe Direct werken, weten meer dan u zich kunt inbeelden.

Het personeel van Europe Direct ziet er voornamelijk op toe dat de Europese regionale financiering voor projecten in hun streek goed benut wordt. Ze doen al het mogelijke opdat bedrijven en verenigingen, die in aanmerking zouden kunnen komen voor subsidies, ook echt hun kandidatuur indienen en ze volgen de procedure van begin tot einde op. Ze netwerken voortdurend met hun tegenhangers in andere regio’s om een samenwerking op te zetten en de nieuwste ideeën op te pikken. De medewerkers van Europe Direct grijpen elk kans om mensen uit te leggen hoe Europese financieringen een verschil maken in het dagelijkse leven, om reclame te maken en om up-to-date projectinformatie te geven.

In heel Frankrijk zijn hun kantoren bijvoorbeeld met elkaar verbonden door een werkgroep. Bovendien nemen commissieambtenaren van het DG Regio, werkgelegenheid en landbouw regelmatig deel aan vergaderingen om te bespreken hoe de subsidies het best op regionaal niveau gepromoot kunnen worden. De rechtstreekse betrokkenheid van de commissie zorgt voor meer zichtbaarheid van Europe Direct en garandeert een betere samenwerking tussen Brussel en de Europese lidstaten.

Het personeel van Europe Direct kent de kracht van vindingrijke communicatie en organiseert briefings voor journalisten en bedrijfsforums om toepassingen voor subsidies te promoten, stuurt regelmatig nieuwsbrieven via e-mail en speelt een belangrijke rol “achter de schermen” om het beste resultaat voor een financiële bijdrage te bereiken.

Voorlichtingsmedewerkers van het ESF maken werkgelegenheid en opleidingen beter zichtbaarElk jaar wordt, via het Europees Sociaal Fonds, indrukwekkend veel Europees geld geïnvesteerd in werkgelegenheid en opleidingsinitiatieven. De hoogste prioriteit van het informeel netwerk van ESF-voorlichters (INIO) is dan ook ervoor zorgen dat iedereen, die dat geld kan gebruiken, er meer over weet.

Gezien het feit dat die voorlichters over de hele Europese Unie verspreid zijn, is één van de grootste troeven hun netwerk van collega's in heel Europa, waardoor ze hun successen en ideeën met elkaar kunnen delen. Het INIO-netwerk wordt door de Commissie beheerd en toont hoe sterk een goed beleidsbeheer van een actieve samenwerking afhangt. Daarnaast voegt het netwerk een extra dimensie toe aan haar algemene opdracht om informatie en publiciteit van topkwaliteit te voorzien, en ondersteunt het hun eigen expertise om de juiste mensen voor de juiste kans te vinden.

Met een dergelijk netwerk worden alle soorten uitwisselingen en samenwerking mogelijk. Een conferentie die in één land georganiseerd wordt, kan grote namen van andere delen van Europa aantrekken. Op een meer persoonlijk niveau zorgt het contact tussen de voorlichters voor een constante stroom van informatie. Bovendien is het een bewezen manier om goede ideeën door te geven.

Eén van de persoonlijkste manieren om reclame te maken, was een reeks interviews op video. Dit filmpje is te zien op de website van het ESF. De korte interviews met 54 mensen zijn nu ook in boekvorm verkrijgbaar. Ze tonen hoe die personen een grote stap gezet hebben en opnieuw een opleiding gevolgd hebben om aan de veranderende vereisten van de arbeidsmarkt te kunnen voldoen. Dat zijn de echte verhalen van mensen die een opleiding gevolgd hebben die mede door de EU gefinancierd werd. En dat zou niet mogelijk zijn zonder de communicatieambtenaren op het terrein die hun verhalen aan steeds meer mensen vertellen.

GeMeenscHAPPeLIJK BeLAnG

http://www

panorama 3220

MEER WETEN

Regionaal beleid EU communicatielinks RegioStars 2009http://ec.europa.eu/regional_policy/cooperation/interregional/ecochange/regiostars_09_en.cfm?nmenu=4#f

RegioStars 2010http://ec.europa.eu/regional_policy/cooperation/interregional/ecochange/regiostars_en.cfm?nmenu=4#2010

Open Dagen 2009 (Europese Week van regio’s en steden)http://ec.europa.eu/regional_policy/conferences/od2009/index.cfm

Europe Directhttp://ec.europa.eu/europedirect/index_en.htm

European Citizen Action Serviceshttp://www.ecas.org/

De opvattingen van burgers over het Europees Regionaal beleid (Flash Eurobarometer #234)http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_234_en.pdf

http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_234_sum_en.pdf

Links Europese CommissieDe homepage van het directoraat-generaal voor Regionaal beleidhttp://ec.europa.eu/regional_policy/index_en.htm

Inform-netwerk van DG Regio http://ec.europa.eu/regional_policy/country/commu/index_en.cfm

Verordening 1083/2006 (Algemene verordening)http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docoffic/official/regulation/pdf/2007/general/ce_1083(2006)_en.pdf

Verordening 1828/2006 (Uitvoeringsverordening)http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docoffic/official/regulation/pdf/2007/general/ce_1083(2006)_en.pdf

Verordening 1081/2006 (ESF-verordening)http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docoffic/official/regulation/pdf/2007/general/ce_1083(2006)_en.pdf

Links naar projecten/organisaties die in dit nummer werden genoemd“Kent u ESPA?”, Griekenland – RegioStars 2009 audiovisuele clips: de winnaarhttp://ec.europa.eu/regional_policy/cooperation/interregional/ecochange/doc/movie/greek_national.wmv

Swansea University Centre for NanoHealth (Centrum voor nanogeneeskunde)http://www.swan.ac.uk/nanohealth/

Musikpark Mannheim http://www.musikpark-mannheim.de/web09/

Brandenburg beheersautoriteitwww.entdecke-efre.de

Cancéropôle Toulousehttp://www.canceropole-toulouse.com/

“Central Europe” Programma (2007-2013) – Samenwerken voor succeshttp://www.central2013.eu/

Europe Day Gent www.gent.be

Europe Day Toulouse http://www.europe-en-midipyrenees.eu/web/Europe/1210-fete-de-l-europe.php/

Europe Directhttp://ec.europa.eu/europedirect/visit_us/index_fr.htm

ECAShttp://www.ecas.org/

Comité van de Regio’shttp://www.cor.europa.eu/pages/HomeTemplate.aspx/

Het EFRO in Gent, Belgiëhttp://www.gent.be/EFRO

Poland Growing More Beautifulhttp://www.polskapieknieje.pascal.pl/

Netwerkorganisaties Regionaal beleid http://www.interreg4c.eu/

http://www.espon.eu/

http://urbact.eu/

http://www.interact-eu.net/

Andere nuttige linksJaarlijks onderzoek naar toekomstige trends in communicatiebeheer en public relationswww.communicationmonitor.eu

Link naar de belangrijkste websites voor het volgende nummerEvaluaties van de programmeringsperiode 2000-2006http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/evaluation/rado2_en.htm

Evaluaties van de programmeringsperiode 2007-2013http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/evaluation/rado2_en.htm

http://wwwpanorama 32 2121

Een nieuwe, informele adviesgroep van nationale experts – the High Level Group Reflecting on Future Cohesion Policy – werd in het leven geroepen om de Commissie bij te staan bij het ontwikkelen van het cohesiebeleid na 2013. Dit artikel legt uit wat de opdracht van de groep is en plaatst hun werk in de context van het debat over het toekomstige beleid.

In 2007 begon het denkproces over het toekomstige cohesiebeleid samen met de publicatie van het 4e Cohesieverslag. Er werden een aantal vragen vooropgesteld die iedereen kon raadplegen en die voornamelijk met de uitdagingen voor de regio’s in de komende jaren verband hielden. De resultaten van die publieke raadpleging werden samengevat in het “Vijfde voortgangsverslag over de economische en sociale cohesie” (juni 2008). De volgende stap was het “Groenboek over territoriale cohesie” (oktober 2008). De resultaten daarvan werden in het “Zesde voortgangsverslag over de economische en sociale cohesie” gepubliceerd.

De erg waarschijnlijke, regionale impact van de vier grootste uitdagingen die de regio's tegen 2020 zullen moeten aangaan, werden in november 2008 in een werkessay opgesomd: globalisering, demografische veranderingen, klimaatverandering en energie.

In april 2009 stelde Fabrizio Barca het onafhankelijke expertverslag “An Agenda for a Reformed Cohesion Policy” voor, waarin de huidige situatie geëvalueerd wordt en aanbevelingen voor de toekomst worden gedaan.

Naar aanleiding van de voorstelling van een discussienota door voormalig Commissaris Danuta Hübner op de informele ministerraad in Mariánske Láznì in april 2009 werd de High Level Group (HLG) opgericht om een informeel platform te bieden voor discussie over de belangrijkste elementen van een toekomstig cohesiebeleid tussen de Commissie en de lidstaten.

Katarína Mathernová, adjunct-directeur-generaal van het DG Regio legt het uit: “De HLG geeft zowel aan de Commissie als aan de lidstaten de kans om diepgaande discussies aan te gaan over onderwerpen die iedereen interesseert over het toekomstige cohesiebeleid.” Ze benadrukt het voordeel van die groep: “We kunnen discussies voeren over de richting van een toekomstig beleid en ideeën uitwisselen tussen collega’s met een gelijkaardige ervaring in de toepassing van het cohesiebeleid. Aangezien het niet onze taak is om het

budget te bespreken – daarvoor hebben we meer formeel georganiseerde structuren –, ligt onze focus op de inhoud en aflevering van het beleid.”

De bedoeling is om minstens vier bijeenkomsten per jaar te organiseren. We hebben er al twee gehouden. De laatste, in december, was op twee belangrijke thema’s gericht: Commissaris Samecki stelde zijn “Orientation Paper on Future Cohesion Policy” voor en de leden van de HLG bespraken het strategische verband tussen de toekomstige 2020-strategie van de EU (momenteel is een publieke consultatie open) en de rol die het cohesiebeleid kan spelen wanneer het erop aankomt belangrijke kwesties te bespreken. De volgende vergadering is in begin 2010 gepland.

de discussies oveR het cohesiebeleid na 2013 zijn oP til

Een blik achter de schermen van het directoraat-generaal Regionaal beleid

ReGIonALe AAnGeLeGenHeDen

panorama 322222

Tijd voor een audit bij Musikpark Niemand vindt het leuk, maar iedereen moet het doen: tijd voor een audit. Zoals iedereen wel weet die een door het DG Regio gefinancierd project leidt: de administratie en werkuren die in een controle kruipen, horen erbij.

Bij Musikpark is projectmanager Christian Sommer blij dat het achter de rug is en dat alles vlot is verlopen. “We kregen te horen dat de officiële auditoren voor de EU in deze regio in augustus terugkwamen en moesten alle papieren drie weken later op het gemeentehuis krijgen," de hele 50 meter.

De audit bekeek de eerste fase van het project, waarbij geld van het EFRO werd gebruikt om de gebouwen neer te zetten waar Musikpark nu gevestigd is. De week voor de deadline verzamelden Sommer en al zijn collega’s in het park alle documenten vol technische details, plannen, rekeningen en alle communicatie tussen de aannemers, architecten en Musikpark zelf. “Helaas zijn veel van de mensen waar we toen mee werkten ondertussen elders aan de slag. Dus moesten we hen opzoeken en vragen om aanwezig te zijn,” aldus Sommer. Dat was niet gemakkelijk, aangezien ze geen enkele verplichting meer hadden nu ze niet meer voor Musikpark werkten. Maar uiteindelijk kwam iedereen opdagen en het hele proces liep eind september af. “We wachten op een brief, maar mij is verteld dat alles in orde is”, zei Sommer.

Gezien de gewoonte van de stad Mannheim en van Baden-Württemberg om perfect in orde te zijn met de regels voor ERFO, heeft Sommer nooit echt getwijfeld. “Maar het was een gigantisch bouwproject en er zijn altijd kleine dingen waar twee meningen over mogelijk zijn,” zegt hij nog.

Onze regelmatige update van... In elk nummer bekijkt Panorama hoe twee projecten zich ontwikkelen vanuit het perspectief van de mensen die ze beheren. We bekijken de hoogtes en laagtes van het leiden van door het EFRO gesponsorde projecten: problemen identificeren en oplossingen delen.

IN HET MUSIkpARk, MANNHEIMPRoJect

1

Musikpark, Mannheim is een project dat beginnende KMO’s in de muzieksector hun eerste stappen op de ladder helpt te zetten. De 4 300 vierkante meter van Musikpark biedt plaats voor een choreografie- en voorstellingsruimte, een workshop, verschillende geluidsstudio’s, een televisiestudio en een stijlvolle vergaderzaal om over die belangrijke eerste opdracht te onderhandelen.

Feiten en cijfers

Onder Objective II zal meer dan €5 miljoen in Musikpark worden geïnvesteerd. De financiering startte in 2004 en duurt 15 jaar.

Succes betekent meer nood aan ruimte De auditoren zijn dan misschien weer vertrokken, maar de problemen van Sommer zijn verre van voorbij. De idee achter Musikpark was om een kweekvijver voor toekomstige professionals in de muziek te zijn, voor kleine beginnende ondernemingen die hun eerste stappen nog moeten zetten. Vier jaar later en velen zijn groot geworden, te groot voor de beschikbare ruimte en faciliteiten. Het is nu van cruciaal belang dat Musikpark niet het slachtoffer wordt van het grote succes.

“Sommige van de bedrijven doen het erg goed. Zo hebben we een KMO die bezig is met event management en ondertussen klanten heeft in heel Europa. Ze zeggen ons dat ze van ons meer ruimte nodig hebben, of naar iets anders op zoek moeten”, legt Sommer uit. En dat is net wat hij wil vermijden: “Bedrijven die hier bij ons groot zijn geworden, richten zich tot anderen in dezelfde omgeving als ze werk moeten doorspelen.” Hij vreest dat dat zal stoppen als de grotere, succesvolle KMO’s vertrekken, mét hun contacten en contracten.

Die bedrijven aan boord houden, wordt dan ook het doel voor het volgende kwartaal, wanneer er intensief onderhandeld zal worden tussen de stad Mannheim en Musikpark.

Bekendheid—en niet alleen voor de muzikanten Het duidelijke succes van Musikpark en zusterproject PopAkademie lokt heel wat media-aandacht. Sommer is het gewoon om met journalisten te praten: er zijn al heel wat artikels over Musikpark verschenen in de muziekpers, maar ook in de Financial Times en een pak andere media. “Ik weet zonder enige twijfel hoe belangrijk het is om ook te erkennen aan wie je alles te danken hebt”, zegt hij. De synergie tussen de financiering door de lokale, nationale en Europese regionale overheid is

iets wat hij altijd graag wil bespreken. Sommer is er dan wel op gebrand om die bood-

schap over te brengen, het is nog een heel andere zaak of

journalisten dat dan ook publiceren: “de truc is om

journalisten die infor-matie te doen opne-

men. Het is belangrijk dat het publiek weet hoe projecten als het mijne mogelijk worden gemaakt.”

In onze PRoJecten

panorama 32 2323

Financiering op maatGevarieerde financieringsbronnen getuigen van de rechts-geldigheid van een project en van de kwaliteit van de toepas-singen. Bij het CNH is onze contactpersoon Tim Claypole, de directeur van het centrum, is blij te zien dat er zich slimme synergieën ontwikkelen tussen de projecten waarbij hij betrokken is: “De financiering wordt veel nuttiger en er kan meer mee gedaan worden als het geld uit verschillende bron-nen coherent gebruikt wordt. Het duurt even voordat alles ingebed is,” zei hij.

Maar bij succes komen ook verplichtingen kijken. Minder leuk wordt het wanneer hij elk uur dat hij aan zeven verschillende projecten spendeert, moet inboeken, zeker als die elk op een andere manier gefinancierd worden en elk een ander systeem gebruiken. “Als je hard aan het werk bent, is het moeilijk om de uren onder te verdelen. Tel je de tijd mee dat je op het vliegtuig zat, op weg naar een presentatie? Of alleen de tijd dat je effectief op het podium stond? Een aparte spreadsheet voor elk van de zeven projecten, soms gedeeltelijk gefinancierd vanuit wel vier verschillende bronnen.”

De ingewikkelde administratie even terzijde is er nog het feit dat het nieuwe gebouw van het centrum, dat zowel door Regionale financiering als door het fond van de NHS wordt ondersteund, gebouwd zal worden op grond van de universiteit én op grond van de NHS. Dit stemt Claypole gelukkig: “Het nieuwe gebouw voor life sciences zal onderdak bieden aan klinische testen en nieuwe projecten, dus is het maar gepast dat het de grens oversteekt.”

Er zijn in het Verenigd Koninkrijk vier centra bij uitstek voor wat betreft plastische elektronica: Cambridge, Manchester, Sedgefield en het CNH zelf. Claypole is enthousiast over een toekomstige samenwerking tussen deze vier nationale experten.

Ontwikkeling van de medische hulpmiddelen van morgenMet aan de ene kant klinische proeven en aan de andere kant ontluikende KMO’s, vallen de activiteiten van Claypole bij het CNH daar ergens tussenin. Zijn team werkt aan de ontwikkeling van op maat gemaakte biomedische producten voor de industrie.

Er zijn heel wat schapen in Wales en die hebben de nuttige eigenschap dat ze veel bloed kunnen verliezen zonder dat ze daar ziek van worden. Daardoor lenen ze zich perfect tot het oogsten van antilichamen. Eenmaal ze een virus geïnjecteerd hebben gekregen, produceren de schapen antilichamen die via bloedstalen worden verzameld. Die antilichamen worden dan onderworpen aan het “printproces”, om te zien of ze die grote druk kunnen weerstaan. “Als ze dat kunnen, betekent dit dat we ze op papier of een ander ondersteunend materiaal kunnen printen, met een sensor als resultaat,” aldus Claypole.

PRoJect

2

Door de academische wereld, de privésector en de Britse nationale gezondheidszorg te verenigen, kan het CNH aan het werk om nanotechnologie toe te passen op het ontdekken van ziektes en het identificeren van de gepaste behandeling.

Feiten en cijfers

Er wordt iets meer dan €21 miljoen geïnvesteerd in het Centre for NanoHealth, in het kader van de convergentiedoelstel-ling. De financiering startte in 2009 en duurt vijf jaar.

Het eerste marktpotentieel wordt gezien bij progresteronsensoren voor vruchtbaarheid en bij zwangerschapstesten. “Als dit werkt, krijgt de sector een veel goedkoper alternatief voor wat er momenteel beschikbaar is.” En dat is slechts het begin, gaandeweg zullen er nieuwe toepassingsmogelijkheden opduiken.

Dit team onderzoekt eveneens het printen van gelatine (biopolymeren) om driedimensionale structuren te vormen waarrond celgroei gestimuleerd kan worden. Door het printen zullen de vormen regelmatig kunnen zijn. De machines worden immers gecalibreerd en geprogrammeerd om met grote precisie en op microscopische schaal lijnen te kunnen tekenen. Het oppervlak van de structuur, een stelling genaamd, zal ruw zijn, zodat de cellen daar kunnen groeien en er zich kunnen vasthechten. Eventuele toepassingen zijn wondheling en kweken van stamcellen.

“De enorme variatie van activiteiten die in het CNH plaatsvinden, wordt ondersteund door verschillende bronnen, en dat is de sleutel tot d u u r z a m e projecten,“ aldus Claypole.

IN HET CENTRE FOR NANOHEALTH (CNH) VAN SWANSEA UNIVERSITy


Vanuit heel Europa en verder weg kwamen tijdens de zevende jaarlijkse Open Dagen in Brussel ruim 7 000 mensen bijeen om te praten over duurzaamheid, klimaatverandering, groei, grensoverschrijdende samenwerking en de aangewezen weg voor het Cohesiebeleid. En voor wie er van 5 tot 8 oktober niet bij kon zijn, waren er de hele maand in heel de EU activiteiten in verband met het thema onder het motto “Europa in onze regio's/steden”.

Communicatie, goed voor de planeetOngeveer 1 000 mensen kwamen naar de openingszitting, die startte met toespraken van de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso en de commissaris voor regionaal beleid, Paweł Samecki, met tevens een panelgesprek over het thema “Wereldwijde uitdagingen, Europese antwoorden”.

Tijdens zijn welkomstwoord stelde commissaris Samecki de Open Dagen voor als een conferentie waar ervaring kan worden uitgewisseld en waar gedebatteerd kan worden over de beste manieren om de regio's te ontwikkelen. Ervaring is buitengewoon belangrijk dit jaar: sinds de vorige Open Dagen heeft de wereld turbulente tijden meegemaakt op de financiële markten. De commissaris zei het zo: “We hebben een wereldwijde financiële en economische crisis meegemaakt, waarop wij reageerden met het Europees economisch herstelplan, naast andere maatregelen op nationale en regionale niveaus.”

Voorzitter Barroso beklemtoonde dat ten aanzien van de dubbele uitdaging van klimaatverandering en economische crisis, de oude politieke modellen geen uitkomst bieden, en daarom was het thema van de Open Dagen dit jaar goed gekozen. “Nieuwe vragen vergen nieuwe antwoorden”, zei hij. Hij verheugde zich over de Ierse ‘ja’-stem over het Verdrag van Lissabon eerder die maand, en riep op tot samenwerking voor vooruitgang. “Het is mijn overtuiging dat we alleen door samenwerking Europa tot het Europa kunnen maken waarvan wij allen dromen.”

Gedurende de drie dagen spraken en debatteerden de afgevaardigden over de volgende thema's:

Innovatie als middel om de groei in de regio's en steden te herstellenStrategieën, programma's en projecten op regionale niveaus kunnen tot innovaties leiden in tal van sectoren, van toerisme tot de creatieve economie. De conferentie telde 54 seminaries over dit onderwerp, met onder andere aandacht voor gezondheidszorg, microkrediet en werkgelegenheid en de rol van de openbare sector in innovatie.

oPen dagen 2009, weReldwijde

uitdagingen – euRoPese antwooRden

klimaatverandering – regionale oplossingen bestudeerd in de aanloop naar kopenhagenDe beste praktijken van regionale oplossingen om de klimaatverandering aan te pakken, kwamen aan bod in 19 seminaries over de koolstofarme economie, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en methodes om energiezuinige maatregelen te financieren via het Cohesiebeleid. Tijdens die seminaries werd onder meer gedebatteerd over territoriale cohesie en geïntegreerd beheer van kustzones; hoe een stad werk kan maken van een inventaris van haar emissies, en de rol van coöperatieve banken voor de financiering van ecologische innovaties.

Grensoverschrijdende en interregionale samenwerkingMet de onlangs goedgekeurde EU-strategie voor het Oostzeegebied als uitstekend voorbeeld van Europese en internationale uitwisseling inzake territoriale samenwerking, onderstreepte dit thema het cruciale belang van uitwisseling van ideeën voor beleidsontwikkeling. Gezondheidszorg, de mogelijkheid van macroregio's als de toekomst voor beleidsvorming en de Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) kwamen naast andere onderwerpen binnen het thema in 29 seminaries aan bod.

Hoe was het vroeger, wat brengt de toekomst?Evalueren van het Cohesiebeleid en ontwerpen voor de toekomst – de programma's van de periode 2000-2006 zijn nu geëvalueerd. Dat vormde de gespreksbasis tijdens 22 seminaries die nagingen wat er tot nog toe geleerd is en hoe belangrijke bevindingen van het evaluatieproces het best vorm kunnen geven aan het toekomstige beleid. Regio's die brainstormen over de toekomst van het Cohesiebeleid, een maatschappelijk forum over het partnerschapsprincipe en de praktijk, ESPON 2013 – de eerste resultaten, en een panelgesprek over regionale beleidssamenwerking tussen de EU en Brazilië, waren maar enkele van de activiteiten die plaatsvonden binnen het thema.

Als afsluiting van de manifestatie vatte commissaris Samecki de stemming onder de deelnemers samen toen zij voor de laatste keer bijeenkwamen: “Ik geloof dat debat in een breed forum het perspectief van beleidsmakers kan verruimen en hun vermogen om het beleid op de best mogelijk wijze te vormen en uit te voeren, kan verbeteren.” Hierin stond hij duidelijk niet alleen,

De centrale thema's tijdens de Open Dagen • Groei herstellen: Innovatie in Europa's regio's en steden

• Regio's en klimaatverandering: Europa's weg naar duurzame regionale ontwikkeling

• Territoriale samenwerking: Samenwerken over de grenzen heen

• Resultaten halen, vooruitkijken: Evaluatie van het EU-Cohesiebeleid en toekomstverwachtingen

netweRKen

panorama 32 25panorama 32 25

zoals het succes van de Open Dagen ook laat zien.

Nieuw in 2009Dit jaar waren er een aantal leuke spin-offs:

Projecten van het Cohesiebeleid in de kijker Een aantal projecten die worden gecofinancierd door het Europese Cohesiebeleid werden voorgesteld op een podium voor het Berlaymontgebouw, het hoofdkwartier van de Commissie in Brussel. Via muziek, dans en goochelacts werden enkele bijzonder interessante projecten tot leven gebracht,

met kinderen uit verschillende regio's van over heel Europa. Het succes van het voorstellen van enkele van deze projecten zal worden herhaald in 2010, wanneer regio's van over heel Europa worden uitgenodigd ‘hun projecten naar Brussel te brengen’ of ze voor te stellen tijdens de talloze lokale Open Dagen-manifestaties in de EU.

Open Dagen en universiteitOpen Dagen 2009 pakte voor het eerst uit met een universiteit, naast de gebruikelijke activiteiten die plaatsvinden rond de hoofdevenementen. Deze bracht een aantal befaamde academici en onderzoekers bij elkaar in een reeks lezingen en panels, op basis van voorstellen van regio's en partners.

RegioNetwork 2020 – een nieuw interactief discussieforumOm het netwerken tussen de regio's te bevorderen en hen een instrument aan te reiken om met één muisklik ideeën uit te wisselen, werkt het DG Regio een netwerkinstrument uit naar het voorbeeld van bestaande online sociale netwerken.

Dit dynamische platform zal het ontstaan van nieuwe netwerken bevorderen en de regio's de kans geven informatie over recente beleidslijnen te delen, en gebruikers toelaten hun eigen profiel aan te maken en automatisch updates te ontvangen.

“Ik denk dat de EU-strategie voor het

Oostzeegebied vooral een antwoord is op de globalisering. Het komt erop

aan de uitdagingen en kansen te grijpen die de globalisatie ons biedt,

bijvoorbeeld door onze samenwerking te verbeteren, door jonge

ondernemers en universiteiten in de regio met elkaar in contact te brengen.

Cecilia Malmström, Zweeds minister voor Europese zaken

”

“Dit beleid moet een plaatsgebonden beleid zijn

dat niet sectoraal, maar regionaal of lokaal is. Het moet gebaseerd zijn op

investeringen die ter plaatse openbare goederen ontwikkelen en het moet verschillende actoren van

verschillende bestuursniveaus bijeenbrengen.

Mario Pezzini, OESO ”

“Er is een langetermijndoelstelling voor het cohesiebeleid, en die bestaat erin de ontwikkeling binnen Europa te

bevorderen en ervoor te zorgen dat zelfs de regio's die achteroplopen,

hun mogelijkheden kunnen ontplooien en hun kansen kunnen

benutten.Dirk Ahner, directeur-generaal Regionaal beleid,

Europese Commissie ”“Er is een belangrijke rol

weggelegd voor de Europese steden, omdat zij bijna 80% van de uitstoot veroorzaken. Zij moeten bereid zijn

nieuwe maatregelen toe te passen maar ik vrees een beetje dat ze er niet

voldoende klaar voor zijn. Tijd, middelen en kennis hebben ze nodig om beter

voorbereid te zijn. Jirina Jilkova, Instituut voor economisch

en milieubeleid, Praag ”“De concurrentie

daarbuiten is zeer scherp, en dus moeten wij ons uiterste best doen om

onze middelen efficiënter te gebruiken. Wij moeten erop vertrouwen dat mensen

ideeën hebben, dat kleine bedrijven innovatief zijn, maar we moeten voor hen

ook een omgeving creëren waarin zij innovatief kunnen zijn. Ik denk dat we zo de huidige economische crisis te boven

kunnen komen. Maud Olofsson, minister van Ondernemingen en energie,

viceminister-president, vertegenwoordiger van het Zweedse voorzitterschap ”

Zo zeggen zij het

panorama 322626

Netwerken hangen af van de toevoer van infor-matie om ze op gang te houden. In dit nummer praat Panorama met drie vertegenwoordigingen van de EU om na te gaan wat zij denken over de informatie die ze krijgen en over hun deel in de kennisketen.

Standpunt uit RomeDe heer Roland Prenen, die in de EU-vertegenwoordiging in Rome gevestigd is, geeft informatie over het Europese beleid aan geïnteresseerde burgers door middel van communicatie-netwerken zoals Europe Direct en heeft al jaren ervaring in het gebruik van netwerken om beleidsvoeringen te verklaren.

Zoals in veel andere landen varieert de doeltreffendheid van communicatie in Italië van streek tot streek. Hij legt er de nadruk op dat het niet de taak van Europe Direct is om aan regio’s te tonen waar er zich problemen voordoen met de communicatiestrategie van de regio’s. De kantoren van Europe Direct zijn echter wel afhankelijk van de kwaliteit van de informatie die directoraten-generaal zoals Regio doorgeven. “Als die informatie duidelijk, transparant en hapklaar is, zal ze zelfs verspreid worden door regio’s die niet goed georganiseerd zijn,” zegt hij.

“We moeten geen ingewikkelde mechanismen gebruiken om tech-nische teksten te verspreiden. Integendeel, om eenvoudige informatie te verspreiden, moe-ten we eenvoudige netwerken gebruiken,” stelt Prenen.

De boodschap van Rome is duidelijk: als we de netwerken op een efficiënte manier en het geografische potentieel van Europe Direct willen gebruiken, is het heel belangrijk dat de informatie de vertegenwoordiging op een voorspelbare

manier bereikt en dat die informatie vrij is van vakjargon en technische termen. “Doelstelling 1, Doelstelling 2 – mensen verliezen zich in complexiteiten”, vindt Prenen. “In de praktijk moeten we duidelijkheid en relevantie geven aan de man in de straat die misschien geen universitaire studies achter de rug heeft of gewoon niets van die Europese zaken begrijpt.”

Standpunt uit het Verenigd koninkrijk Als hoofd van de Britse netwerken in Londen is Elizabeth Holt zich ervan bewust dat de toevoer van informatie afhangt van goede relaties tussen partners. Om te garanderen dat de communicatie eenvoudig en duidelijk zou verlopen, richtte ze het Britse Structural Funds Communication Network op. “We kijken niet naar het subsidiebeheer, maar willen de menselijke verhalen achter het geld ontdekken,” legt ze uit.

Ze heeft meer dan 30 mensen bij elkaar gebracht die verantwoordelijk zijn voor de bekendmaking van door de EU gesubsidieerde nationale, regionale en lokale projecten in het hele VK om manieren te vinden om de interesse van het publiek op te krikken en aan te tonen dat Europees geld bijdraagt tot de levendigheid van lokale gemeenschappen. Ze heeft een speciaal intranet gecreëerd waarop leden kunnen bespreken waarom

bepaalde bekendmakingsacties een overdonderend succes zijn terwijl andere mislukken. Bovendien zal dat intranet

helpen om mediavriendelijke lokale persoonlijkheden te leren kennen die iets te zeggen hebben.

Holt weet dat succes veel van timing afhangt – publiciteit betekent dat de informatie op exact de juiste tijd gegeven moet worden om een maximale impact te hebben. Partners zullen het intranet ook gebruiken om over aanstaande gebeurtenissen met nieuwswaarde te berichten.

“Het Verenigd Koninkrijk ligt in de EU, dus moet de EU in het VK zijn. Dat wordt nu nog

niet zo bekeken,” zegt Holt. Aangezien de vertegenwoordiging van het VK zoveel aandacht

schenkt aan de overdracht van de boodschap ziet het ernaar uit dat die visie weldra zal veranderen.

de veRsPReiding van de boodschaP dooR middel

van de veRtegenwooRdigingen van de eu

netweRKen

De projecten die mee gefinancierd worden met regionale subsidies van de EU zijn een hoeksteen van de betrekking van Noord-Ierland met Europa. Naar Noord-Ierse normen zijn de bedragen in kwestie gigantisch (€2,2 miljard voor de periode 2000-2006, €1,1 miljard voor 2007-2013). De kennis van de bijdrage die Europa aan lokale bedrijven, werkgelegenheid en ondersteuning van de burgermaatschappij levert, blijven echter gemakkelijk onopgemerkt.

Maurice Maxwell, hoofd van het EU-kantoor in Noord-Ierland, legt uit wat er volgens hem gedaan moet worden om het publieke bewustzijn te verhogen:

“Het is van cruciaal belang dat de vertegenwoordigingen op de hoogte gehouden worden over de belangrijkste ontwikkelingen

in de programma’s, meer bepaald over evenementen die belangrijk zijn voor de media. Dat kan gemakkelijk bereikt worden door te netwerken, niet alleen met collega’s in de Commissie die verantwoordelijk zijn voor het subsidiebeheer, maar ook en vooral met de verschillende pers- en communicatieagenten van de beheersautoriteiten. Het is nuttig om aanwezig te zijn bij bijzondere controlecomités en betrokken te zijn bij communicatienetwerken zoals Inform of het Britse Structural Funds Communication Network, aangezien dat een punt is waarop de samenwerking tussen de beheersautoriteiten, de vertegenwoordigingen van de Commissie en het DG Regio versterkt kan worden.”

De visie van het EU-kantoor in Noord-Ierland, deel van de Britse vertegenwoordiging.

panorama 32 2727

DATA 2010 EVENEMENT PLAATS

19 februari Informele ministerconferentie over het cohesiebeleidhttp://www.eu2010.es/

Madrid (ES)

22-24 februariLokale regering in netwerk voor een nieuw Europahttp://www.europeansummit2010.eu/

Barcelona (ES)

12 maart Territoriale cohesie: welke graden van beleidsinterventie? Brussel (BE)

15-18 maart Vergadering op hoog niveau over innovatie, georganiseerd door het DG Onderzoek in samenwerking met het DG Regionaal beleidhttp://www.eu2010.es/

Granada (ES)

16-18 maart Informele ministerconferentie over territoriale samenwerkinghttp://www.eu2010.es/

Málaga (ES)

19 april (te bevestigen) Cohesiebeleid 2000-2006: wat hebben we bereikt? Brussel (BE)

19-21 mei 6e Europese Conferentie over duurzame steden en dorpen http://www.dunkerque2010.org/

Duinkerke (FR)

20-21 mei Conferentie Regio’s voor economische verandering en RegioStars Awards 2010 Brussel (BE)

24-26 mei Conferentie ‘Regional Responses to Global Shifts: Actors, Institutions and Organisations’(http://www.regional-studies-assoc.ac.uk/)

Pecs (HU)

27 mei 28 mei: Forum over Ultraperifere regio’s Brussel (BE)

4 juni EU-platform voor de inclusie van Roma: van gegevensverzameling en -evaluatie tot een op bewijs gebaseerd beleid

Brussel (BE)

9 juni Conferentie over het Europees Donau-plan Wenen (AT)

21-22 juniInformele ministerconferentie over Huisvesting en stedelijke ontwikkelinghttp://www.eu2010.es/

Toledo (ES)

4-7 oktober Open Dagen – 8e Europese Week van regio’s en steden – ‘Objective 2020: Competitiveness, cooperation and cohesion for all regions’

Brussel (BE)

Thema’s voor Open Dagen 2010 aangekondigd

De Open Dagen 2010 zullen bestaan uit ongeveer 100 sessies zoals seminaries, workshops, debatten, tentoonstellingen, netwerkkansen, enz. voor circa 6 000 deelnemers. Onder het motto ‘Objective 2020: Competitiveness, cooperation and cohesion for all regions’ zullen de 8e Open Dagen zich op drie hoofdthema’s richten (concurrentievermogen, samenwerking en cohesie) en tegelijk de beste praktijken van cohesiebeleidsprogramma’s in heel Europa voorstellen:

• de seminaries aangaande ‘concurrentievermogen’ zullen gericht zijn op innovatie, regionale ontwikkeling en groene economische groei, en op de resultaten die door regio’s gehaald werden met de ondersteuning van de doelstelling ‘Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid’ binnen de Europese cohesiebeleidsprogramma’s;

• wat betreft ‘samenwerking’ zullen debatten over territoriale samenwerking en samenwerking over de grenzen heen, over de Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) en ‘macroregio’s’ de meest recente ontwikkelingen belichten en de wisselwerking verbeteren;

• ten slotte worden voor het luik ‘cohesie’ discussies gehouden die verder zullen uitweiden over de volgende vragen: in hoeverre komt convergentie in de Europese regio’s voor? Wat is de definitie van territoriale cohesie? Er zullen discussies volgen over sociale cohesie en over een geïntegreerde aanpak van beleidsvoeringen die relevant zijn op een lokaal niveau.

Als u graag wilt deelnemen aan het programma van de Open Dagen 2010 en u wilt een evenementpartner worden, raadpleeg dan de website van de Open Dagen voor meer informatie over hoe u zich kandidaat kunt stellen: http://ec.europa.eu/regional_policy/conferences/od2010/index.cfm

AGenDA

Meer informatie over deze evenementen vindt u in de sectie Agenda van onze Inforegio website:http://ec.europa.eu/regional_policy/conferences/agenda/index_en.cfm

laat uw stem hoRen

Europese Commissie, Directoraat-generaal Regionaal beleidEenheid B.1 — Communicatie, informatie en betrekkingen met andere landenRaphaël GouletTervurenlaan 41, B-1040 BrusselFax (32-2) 29-66003E-mail: [email protected]: http://ec.europa.eu/regional_policy/index_nl.htm

ISSN 1725-8146

© Europese Unie, 2009Overneming met bronvermelding toegestaan.

Panorama ontvangt graag uw opmerkingen

en vragen. Wij willen van u horen. Vertel ons dus meer over uw ervaring.

De volgende uitgaven van Panorama zijn:

Panorama 33 (Lente 2010) “Evaluatie Cohesiebeleid 2000-2006”.

Panorama 34 (Zomer 2010) “Geïntegreerde ontwikkeling”. Die uitgave zal handelen over stedelijke ontwikkeling, verbanden tussen de stad en het platteland en hoe een

geïntegreerde aanpak het best gebruikt kan worden voor een goede lokale en regionale economische ontwikkeling. Ook de resultaten van het onderzoek over de levenskwaliteit in steden komen aan bod. En we wijden een apart hoofdstuk aan de regio’s buiten de EU.

Panorama 35 (Herfst 2010) “De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting”. 2010 is het Europese jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. In deze editie onderzoeken we hoe het cohesiebeleid de uitdagingen van de sociale uitsluiting, armoede in de stad en gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma kan

aangaan.

Laat u dus horen. Wilt u hieromtrent graag iets interessants met anderen delen, heeft u vragen of wilt u uw visie over het onderwerp of een andere

kwestie op het gebied van regionaal beleid meedelen? Neem dan zeker contact met ons op via:

[email protected]

KN-LR-09-032-N

L-C

panorama - European Commissionec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/... · gebruik van het...

Documents

Transcript of panorama - European Commissionec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/... · gebruik van het...