P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN...

348
NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10 VOORLOPIGE UITGAVE PE 486.812 EUROPEES PARLEMENT 2012 - 2013

Transcript of P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN...

Page 1: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

NL NL

In verscheidenheid verenigd

AANGENOMEN TEKSTEN

van de vergadering van

donderdag 10 mei 2012

DEEL 2

P7_TA-PROV(2012)05-10 VOORLOPIGE UITGAVE PE 486.812

EUROPEES PARLEMENT

2012 - 2013

Page 2: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10
Page 3: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

PE 486.812\ I

NL

INHOUDSOPGAVE

AANGENOMEN TEKSTEN

P7_TA-PROV(2012)0164

Kwijting 2010: prestaties, financieel beheer en controle van de EU-agentschappen

(A7-0103/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de agentschappen van de Europese Unie voor het

begrotingsjaar 2010: prestaties, financieel beheer en controle van de agentschappen van de

Europese Unie (2011/2232(DEC))................................................................................................ 1

P7_TA-PROV(2012)0165

Kwijting 2010: Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

(A7-0125/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Vertaalbureau voor de organen van de

Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0280/2011 – 2011/2219(DEC)).................... 20

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0280/2011 – 2011/2219(DEC)) .......................................................... 21

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0280/2011 – 2011/2219(DEC)) ............................................ 22

P7_TA-PROV(2012)0166

Kwijting 2010: Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

(A7-0129/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van

de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0274/2011 – 2011/2213(DEC))........... 29

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0274/2011 – 2011/2213(DEC))..................................................... 31

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0274/2011 – 2011/2213(DEC))................ 32

Page 4: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

II /PE 486.812

NL

P7_TA-PROV(2012)0167

Kwijting 2010: Europese Politieacademie

(A7-0119/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0290/2011 – 2011/2230(DEC)) .......................................................... 39

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0290/2011

– 2011/2230(DEC))..................................................................................................................... 41

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0290/2011 – 2011/2230(DEC)) ........................................................................................... 43

P7_TA-PROV(2012)0168

Kwijting 2010: Communautair Bureau voor visserijcontrole

(A7-0130/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0293/2011 – 2011/2234(DEC)) ............................................ 53

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0293/2011 – 2011/2234(DEC)) .................................................................................. 55

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0293/2011 – 2011/2234(DEC)) .......................................................... 56

P7_TA-PROV(2012)0169

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

(A7-0124/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van

de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0285/2011 – 2011/2224(DEC)) ...................... 63

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0285/2011 – 2011/2224(DEC)) .......................................................... 65

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de

luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0285/2011 – 2011/2224(DEC)) ........................... 66

P7_TA-PROV(2012)0170

Kwijting 2010: Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(A7-0123/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 inzake het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -

bestrijding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0287/2011 – 2011/2227(DEC)) .......................... 76

Page 5: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

PE 486.812\ III

NL

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en bestrijding voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0287/2011 – 2011/2227(DEC)) .......................................................... 78

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -

bestrijding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0287/2011 – 2011/2227(DEC)) .......................... 79

P7_TA-PROV(2012)0171

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor chemische stoffen

(A7-0126/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0294/2011 – 2011/2235(DEC)) ............................................ 85

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0294/2011 – 2011/2235(DEC)) .................................................................................. 87

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0294/2011 – 2011/2235(DEC)) .......................................................... 88

P7_TA-PROV(2012)0172

Kwijting 2010: Europees Milieuagentschap

(A7-0105/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0278/2011 – 2011/2217(DEC)) .......................................................... 96

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0278/2011 – 2011/2217(DEC)) ........................................................................................... 98

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0278/2011 – 2011/2217(DEC)) ................................................................................ 100

P7_TA-PROV(2012)0173

Kwijting 2010: Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

(A7-0106/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC)) .......................................... 109

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC)) ................................................................................ 111

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC)) ........................................................ 112

Page 6: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

IV /PE 486.812

NL

P7_TA-PROV(2012)0174

Kwijting 2010: Europees Instituut voor gendergelijkheid

(A7-0132/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0351/2011 – 2011/2264(DEC)) .................................................. 122

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0351/2011 – 2011/2264(DEC)) ......................................................................................... 124

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0351/2011 – 2011/2264(DEC)) ........................................................ 125

P7_TA-PROV(2012)0175

Kwijting 2010: Europees Geneesmiddelenbureau

(A7-0107/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0281/2011 – 2011/2220(DEC)) ........................................................ 130

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0281/2011 – 2011/2220(DEC)) ......................................................................................... 132

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0281/2011 – 2011/2220(DEC)) ........................................................ 133

P7_TA-PROV(2012)0176

Kwijting 2010: Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

(A7-0134/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0277/2011 – 2011/2216(DEC))................ 145

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0277/2011 – 2011/2216(DEC)) .................................................. 147

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0277/2011 – 2011/2216(DEC))................ 148

P7_TA-PROV(2012)0177

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

(A7-0137/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme

veiligheid voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0284/2011 – 2011/2223(DEC)) ......................... 155

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0284/2011 – 2011/2223(DEC)) ........................................................ 157

Page 7: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

PE 486.812\ V

NL

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0284/2011 – 2011/2223(DEC))................................................... 158

P7_TA-PROV(2012)0178

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

(A7-0136/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0288/2011 – 2011/2228(DEC))....... 165

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0288/2011 – 2011/2228(DEC)) ........................................................ 167

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0288/2011 – 2011/2228(DEC))....... 168

P7_TA-PROV(2012)0179

Kwijting 2010: Europees Spoorwegbureau

(A7-0118/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Spoorwegbureau voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0289/2011 – 2011/2229(DEC)) ........................................................ 174

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0289/2011 – 2011/2229(DEC)) ......................................................................................... 176

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0289/2011 – 2011/2229(DEC)) ................................................................................ 177

P7_TA-PROV(2012)0180

Kwijting 2010: Europese Stichting voor opleiding

(A7-0135/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting voor opleiding voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0283/2011 – 2011/2222(DEC)) ........................................................ 185

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Stichting voor opleiding voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0283/2011 – 2011/2222(DEC)) ......................................................................................... 187

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Stichting voor opleiding voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0283/2011 – 2011/2222(DEC)) ........................................................ 188

Page 8: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

VI /PE 486.812

NL

P7_TA-PROV(2012)0181

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

(A7-0117/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de

gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0279/2011 – 2011/2218(DEC))... 194

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0279/2011 – 2011/2218(DEC)) .......................................... 196

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de

gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0279/2011 – 2011/2218(DEC))... 197

P7_TA-PROV(2012)0182

Kwijting 2010: Voorzieningsagentschap van EURATOM

(A7-0131/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0295/2011 – 2011/2236(DEC)) .................................................. 203

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0295/2011 – 2011/2236(DEC)) ......................................................................................... 204

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0295/2011 – 2011/2236(DEC)) ........................................................ 205

P7_TA-PROV(2012)0183

Kwijting 2010: Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden

(A7-0116/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 maart 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de

levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0275/2011 –

2011/2214(DEC))...................................................................................................................... 208

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 maart 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0275/2011 – 2011/2214(DEC)) ... 210

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0275/2011 – 2011/2214(DEC)) ... 211

P7_TA-PROV(2012)0184

Kwijting 2010: EUROJUST

(A7-0128/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 (C7-

0282/2011 – 2011/2221(DEC))................................................................................................. 219

Page 9: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

PE 486.812\ VII

NL

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0282/2011 – 2011/2221(DEC)) .. 220

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0282/2011 –

2011/2221(DEC))...................................................................................................................... 221

P7_TA-PROV(2012)0185

Kwijting 2010: EUROPOL

(A7-0111/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0316/2011 – 2011/2255(DEC)) ................................................................................ 230

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0316/2011 –

2011/2255(DEC))...................................................................................................................... 232

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0316/2011 – 2011/2255(DEC)) ......................................................................................... 233

P7_TA-PROV(2012)0186

Kwijting 2010: Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

(A7-0122/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Bureau van de Europese Unie voor de

grondrechten voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0276/2011 – 2011/2215(DEC)) .................... 237

2 Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0276/2011 – 2011/2215(DEC)) ........................................................ 239

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0276/2011 – 2011/2215(DEC)) .......................................... 240

P7_TA-PROV(2012)0187

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking

aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (FRONTEX)

(A7-0133/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor het beheer van de

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0291/2011 – 2011/2231(DEC)) .......................................... 246

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele

samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0291/2011 – 2011/2231(DEC)) ........................................................ 248

Page 10: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

VIII /PE 486.812

NL

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor het beheer van de

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0291/2011 – 2011/2231(DEC)) .......................................... 250

P7_TA-PROV(2012)0188

Kwijting 2010: Europees GNSS-Agentschap

(A7-0127/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0292/2011 – 2011/2233(DEC)) ........................................................ 257

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0292/2011 – 2011/2233(DEC)) ......................................................................................... 259

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0292/2011 – 2011/2233(DEC)) ................................................................................ 260

P7_TA-PROV(2012)0189

Kwijting 2010: ARTEMIS - Ingebedde computersystemen

(A7-0109/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0299/2011 – 2011/2240(DEC)) .......................................... 267

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0299/2011 –

2011/2240(DEC))...................................................................................................................... 269

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0299/2011 –

2011/2240(DEC))...................................................................................................................... 270

P7_TA-PROV(2012)0190

Kwijting 2010: Clean sky - Luchtvaart en milieu

(A7-0115/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0298/2011 – 2011/2239(DEC)) .......................................... 277

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0298/2011 – 2011/2239(DEC)) ................................................................................ 279

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-298/2011 – 2239/2011(DEC)) .......................................................... 281

Page 11: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

PE 486.812\ IX

NL

P7_TA-PROV(2012)0191

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming ENIAC

(A7-0112/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0352/2011 – 2011/2265(DEC)) .......................................... 287

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0352/2011 – 2011/2265(DEC)) ......................................................................................... 289

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0352/2011 – 2011/2265(DEC)) ........................................................ 290

P7_TA-PROV(2012)0192

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(A7-0110/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming

brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0301/2011 –

2011/2242(DEC))...................................................................................................................... 298

2.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0301/2011 – 2011/2242(DEC))................................................... 300

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en

waterstof voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0301/2011 – 2011/2242(DEC)) .......................... 302

P7_TA-PROV(2012)0193

Kwijting 2010: Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(A7-0108/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming inzake

innovatieve geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0300/2011 –

2011/2241(DEC))...................................................................................................................... 307

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het

gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0300/2011 – 2011/2241(DEC)) ........................................................ 309

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering

van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0300/2011 – 2011/2241(DEC)) .......................................... 310

Page 12: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

X /PE 486.812

NL

P7_TA-PROV(2012)0194

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van

fusie-energie

(A7-0113/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de

ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0296/2011 –

2011/2237(DEC))...................................................................................................................... 318

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de

ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0296/2011 –

2011/2237(DEC))...................................................................................................................... 320

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER

en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0296/2011 –

2011/2237(DEC))...................................................................................................................... 322

P7_TA-PROV(2012)0195

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming SESAR

(A7-0114/2012 - Rapporteur: Monica Luisa Macovei)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming SESAR

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC)) .......................................... 328

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC)) ......................................................................................... 330

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC)) ........................................................ 331

Page 13: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

1

P7_TA-PROV(2012)0164

Kwijting 2010: prestaties, financieel beheer en controle van de EU-

agentschappen

Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de agentschappen van de Europese Unie voor het

begrotingsjaar 2010: prestaties, financieel beheer en controle van de agentschappen van

de Europese Unie (2011/2232(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien het verslag van 14 november 2011 van de Commissie aan het Europees Parlement

en de Raad inzake de follow-up van de kwijting voor het begrotingsjaar 2009

(COM(2011)0736) en de bijbehorende werkdocumenten van de diensten van de Commissie

(SEC(2011)1350 en SEC(2011)1351),

– gezien de mededeling van 11 maart 2008 van de Commissie getiteld "Europese

agentschappen – Verdere ontwikkelingen", COM(2008)0135),

– gezien zijn resolutie van 10 mei 2011 over de kwijting 2009: prestaties, financieel beheer

en controle van de agentschappen van de EU1,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, als bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen3,

en met name artikel 96,

– gezien speciaal verslag nr. 5/2008 van de Rekenkamer getiteld "Agentschappen van de

Europese Unie: resultaten bereiken",

– gezien de specifieke jaarverslagen4 van de Rekenkamer over de jaarrekeningen van de

gedecentraliseerde agentschappen voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien zijn studie "Opportunity and feasibility of establishing common support services for

EU agencies" over de mogelijkheid en haalbaarheid van het opzetten van

gemeenschappelijke ondersteunende diensten voor EU-agentschappen, die is uitgebracht op

7 april 2009,

– gezien zijn resolutie van 15 september 2011 over de inspanningen van de EU ter bestrijding

van corruptie1, zijn verklaring van 18 mei 2010 over de inspanningen van de Unie ter

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 269. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 4 PB C 368 van 16.12.2011.

Page 14: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

2

bestrijding van corruptie2, en de mededeling van de Commissie aan het Europees

Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité over

corruptiebestrijding in de EU (COM(2011)0308),

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en

binnenlandse zaken (A7-0103/2012),

A. overwegende dat deze resolutie voor elk orgaan in de zin van artikel 185 van Verordening

(EG, Euratom) nr. 1605/2002 de horizontale op- en aanmerkingen bevat die zijn vervat in

de kwijtingsbesluiten volgens artikel 96 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002

en artikel 3 van bijlage VI bij zijn Reglement;

B. overwegende dat het aantal agentschappen het afgelopen decennium sterk is toegenomen,

van 3 in 2000 tot 24 in 2010;

C. overwegende dat de besluiten over de oprichting en toewijzing van agentschappen die in

de afgelopen jaren door de Raad zijn genomen tot hoge uitgaven en ondoelmatig

functioneren van de betrokken agentschappen hebben geleid, aangezien zij niet zijn

gebaseerd op overwegingen van doelmatigheid, hetgeen onder meer tot afgelegen en

hogekostenplaatsen heeft geleid;

D. overwegende dat de begroting van de gedecentraliseerde agentschappen tussen 2007 en

2010 aanzienlijk is gestegen van EUR 1 055 000 000 (voor 21 agentschappen) tot EUR 1

658 000 000 (voor 24 agentschappen);

E. overwegende dat de bijdragen van de Unie aan de gedecentraliseerde agentschappen voor

het begrotingsjaar 2010 meer dan EUR 620 000 000 bedroegen;

F. overwegende dat het Parlement, de Raad en de Commissie na de goedkeuring van de

reeds aangehaalde mededeling van de Commissie van 11 maart 2008 het project tot

vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de agentschappen opnieuw hebben

gelanceerd en in 2009 een interinstitutionele werkgroep voor de agentschappen hebben

ingesteld;

G. overwegende dat deze interinstitutionele werkgroep op 13 december 2011 voor de

zevende maal bijeen is gekomen op politiek niveau, waarbij de volgende punten zijn

besproken: de criteria voor de oprichting van nieuwe agentschappen, de keuze van de

zetel van de agentschappen en de overeenstemming hierover, de samenstelling van

besturen, de benoemingsprocedure voor directeuren, de beoordeling en de prestaties, het

meerjarig programma en de administratieve ondersteuning;

H. overwegende dat het speciaal verslag van de Rekenkamer over het vaststellen van

kostenbenchmarks voor de agentschappen van de Europese Unie vóór eind 2011 zou

verschijnen; voorts overwegende dat de Rekenkamer het Parlement bij schrijven van 15

februari 2012 een synthesedocument heeft doen toekomen met uittreksels van de

gegevens voor de periode van 2008 tot en met 2010 betreffende de governancekosten, het

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0388. 2 PB C 161 E van 31.5.2011, blz. 62.

Page 15: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

3

financieel beheer en de operationele doelmatigheid van de agentschappen; overwegende

dat de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit per brief van 18 april 2012 heeft laten weten dat

ze niet voornemens is het speciaal verslag over het vaststellen van kostenbenchmarks

voor de agentschappen van de Europese Unie op te stellen;

I. GEMEENSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN OP HET GEBIED VAN FINANCIEEL

BEHEER

Beheer van begrotingsmiddelen (waaronder overdrachten en annuleringen)

1. verzoekt de Commissie om de kwijtingsautoriteit jaarlijks geconsolideerde informatie per

agentschap over de totale jaarlijkse financiering uit de algemene begroting van de Unie te

verstrekken; benadrukt dat het document de volgende informatie dient te bevatten:

- de oorspronkelijke in de begroting voor het agentschap opgenomen bijdrage van de

Unie,

- het van de terugvordering van overschotten afkomstige bedrag,

- de totale bijdrage van de Unie voor het agentschap,

- het bedrag van de bijdrage van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA);

verzoekt de Commissie om de kwijtingsautoriteit jaarlijks geconsolideerde informatie te

verstrekken over, indien van toepassing, het niveau van door de agentschappen

gegenereerde inkomsten en het niveau van de bijdragen van lidstaten en derden;

2. verzoekt de Commissie de in paragraaf 1 genoemde informatie voor het begrotingsjaar

2010 op vergelijkbare en transparante wijze ook voor de voorgaande begrotingsjaren te

verstrekken ten einde het Parlement en het publiek in de gelegenheid te stellen de

bijdrage van de Unie aan elk agentschap voor die periode te vergelijken; is van oordeel

dat een en ander zal bijdragen tot duidelijkheid, transparantie en publieke controle op de

besteding van EU-gelden;

3. dringt er bij de Commissie op aan om een einde te maken aan de stijgingen van de

begrotingen van de agentschappen en zelfs een verlaging van de bijdrage van de Unie aan

hun begrotingen in overweging te nemen; dringt er voorts bij de agentschappen op aan

om hun exploitatie- en overheadkosten terug te dringen, onder andere door agentschappen

met vergelijkbare of elkaar overlappende taken of met meerdere vestigingsplaatsen samen

te voegen, en mechanismen in te stellen om de besteding van iedere euro zichtbaar en

controleerbaar te maken en om aanzienlijk op EU-middelen te besparen;

4. dringt erop aan dat alle agentschappen gewijzigde begrotingen, overschrijvingen en

overdrachten in hun verslag over de definitieve jaarrekening en in hun jaarverslag over

het begrotings- en financieel beheer stelselmatig motiveren;

5. merkt op dat een aantal agentschappen problemen heeft met het tijdig uitgeven van hun

begroting en dat middelen worden vastgelegd voor projecten die geen verband houden

met het begrotingsjaar; is bezorgd over het feit dat aanzienlijke bedragen van de begroting

aan het einde van het begrotingsjaar worden toegewezen; ziet dit als een mogelijk teken

dat geldmiddelen van de Unie in sommige gevallen onnodig worden aangewend; verzoekt

Page 16: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

4

de Rekenkamer en in het bijzonder de agentschappen zelf om aanvullende informatie en

verantwoording in de gevallen van CEDEFOP, CPVO, EFSA, EMSA, ENISA, ERA,

Eurojust en FRA die meer dan 25% van hun begroting in de laatste twee maanden van

2010 hebben besteed, alsook in de gevallen van CEPOL, CPVO, Frontex en wederom

EMSA, die continu hoge percentages van overdrachten vertonen die moeten worden

geannuleerd;

6. is bezorgd over het feit dat in de gevallen van ECHA, ENISA, ERA, EUROFOUND,

FRA, CEPOL, EU-OSHA, EFSA, Eurojust, ECDC, Frontex en BHIM de verhouding van

de overlopende posten ten opzichte van overdrachten in 2010 lager was dan 50%; dringt

aan op aanvullende informatie en verantwoording van de bovengenoemde agentschappen,

aangezien dit betekent dat meer dan de helft van hun overdrachten verband houdt met

activiteiten die in het volgende jaar worden ondernomen, hetgeen, indien niet

gerechtvaardigd, in strijd zou zijn met het jaarperiodiciteitsbeginsel;

7. wijst erop dat meerdere agentschappen in het begrotingsjaar 2010 veel operationele

kredieten hebben overgedragen of geannuleerd, hetgeen de Rekenkamer in haar verslagen

over de jaarrekeningen voor het begrotingsjaar 2010 niet significant of ongegrond achtte;

wenst dan ook van de Rekenkamer te vernemen welke criteria zij hanteert om te

beoordelen wat significante of ongegronde overdrachten zijn;

8. wijst erop dat een hoog niveau van overdrachten en annuleringen in het algemeen

aangeeft dat een agentschap niet met een grote verhoging van zijn begroting kan omgaan;

wenst dat de absorptiecapaciteit en de voor de uitvoering van nieuwe taken benodigde tijd

een grotere rol spelen bij begrotingsbesluiten; dringt aan op verlaging van het jaarlijkse

budget voor het agentschap in kwestie, indien geen structurele actie wordt ondernomen

om dit probleem aan te pakken;

9. dringt bij de agentschappen aan op verbetering van het beheer van hun vastleggingen

alsook van de interne planning en de algemene prognoses van hun inkomsten ten einde

hun overdrachts- en annuleringspercentages en hun uitgaven te optimaliseren; herinnert

de agentschappen eraan dat ze hun programmering en bewakingssysteem moeten

verfijnen en eerder in het kalenderjaar aanbestedingen op gang moeten brengen ten einde

de overdracht van kredieten te beperken; verzoekt de Commissie voorts daartoe

richtsnoeren te verstrekken en hierop strikt toezicht te houden;

10. beseft evenwel dat sommige agentschappen, zoals EMA, als gevolg van hun financiële

opzet vrijwel ieder begrotingsjaar eindigen met een grote hoeveelheid overdrachten;

verzoekt deze agentschappen om een solide mechanisme in te stellen waarmee zij het

geraamde aantal overdrachten tijdig kunnen vaststellen; is van oordeel dat een dergelijk

mechanisme van essentieel belang is om te beoordelen of het aantal overdrachten aan het

einde van het jaar gerechtvaardigd is en of de agentschappen in staat zijn hun begroting

naar behoren te beheren;

11. is zich bewust van het feit dat bepaalde agentschappen die werkzaam zijn op het gebied

van vrijheid, veiligheid en justitie operationele agentschappen zijn en dat de uitvoering

van hun begroting afhankelijk kan zijn van externe factoren;

12. is verheugd over het voornemen van CEDEFOP om zijn overdrachten verder terug te

dringen middels controle met behulp van gestandaardiseerde sjablonen voor de

uitvoering van de begroting (vastleggingen, betalingen) en de voortgang van de

Page 17: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

5

aanbestedingen; beschouwt deze maatregel als een praktijk die door de andere

agentschappen moet worden nagevolgd;

13. wijst erop dat, alvorens tot uitbesteding of fusie wordt overgegaan, eerst een grondige

kosten-batenanalyse moet plaatsvinden om te bezien of de administratieve kosten kunnen

worden teruggedrongen bij bijvoorbeeld de budgettaire planning of het personeelsbeheer;

verwijst in dit verband naar de studie 'Opportunity and Feasibility of Establishing

Common Support Services for EU Agencies' (Mogelijkheid en haalbaarheid voor het

opzetten van gemeenschappelijke ondersteunende diensten voor Europese

agentschappen), die het Parlement al in 2009 heeft laten uitvoeren;

14. herinnert eraan dat de begroting van de agentschappen evenwichtig moet zijn; benadrukt

dat sommige agentschappen met hun activiteiten winst maken, hetgeen soms tot een

overschot leidt; is van oordeel dat, voor de agentschappen die volledig worden bekostigd

uit de begroting van de Europese Unie, het in jaar n ontstane overschot in jaar n+1 zonder

meer in mindering moet worden gebracht op de steun van de Unie;

15. verzoekt de agentschappen om hun interne administratieve procedures te onderzoeken ten

einde de administratieve lasten te verminderen; wijst er met name op dat de

aanbestedings- en aanwervingsprocedures misschien nog aanzienlijk kunnen worden

ingekort;

16. dringt er bij de agentschappen op aan om bij de planning van hun toekomstige middelen

hun eigen administratieve kosten te vergelijken met die van de andere agentschappen en

rekening te houden met de vergelijkende tabel voor rangen van administratief personeel

bij toekomstige benoemingen op dergelijke posten;

17. is voorts van mening dat klanten van deels zichzelf financierende agentschappen de

kosten van de door de agentschappen aan hen geleverde diensten, waaronder de pro rata

werkgeverspensioenbijdrage, volledig dienen te betalen; verzoekt de Commissie om, in

verband met de vraag wat te doen in geval van een mogelijk tekort ten opzichte van

eerdere prognoses van de premieopbrengsten van de klanten en de noodzaak om de

beschikbaarheid van de nodige middelen voor agentschappen te garanderen, onderzoek te

doen naar de noodzaak en de mogelijke modaliteiten van het creëren van een beperkt

afgeschermd en op transparante wijze beheerd reservefonds;

18. verzoekt alle relevante begrotingsinstanties om hun taken in het kader van de

begrotingsprocedure naar behoren uit te voeren en hun verzoeken met betrekking tot de

begrotingen van de agentschappen (d.w.z. oorspronkelijke aanvraag, verhogingen,

verlagingen) naar behoren te motiveren en in de toekomst zorgvuldiger te werk te gaan bij

besluiten over verhogingen van de begroting van een agentschap in het licht van de voor

de uitvoering van de nieuwe activiteiten benodigde tijd; is van oordeel dat de begrotingen

van de agentschappen gebaseerd moeten zijn op hun echte reële behoeften; verzoekt de

Commissie en alle belanghebbende partijen die bij de begrotingsprocedure betrokken zijn

om zo spoedig mogelijk over te gaan tot uitvoering van de aanbeveling van de

Rekenkamer voor een op nulgroei gebaseerd begrotingsbeleid voor agentschappen bij het

opstellen van de begrotingen voor de agentschappen, hetgeen betekent dat de begroting

van elk agentschap wordt opgesteld zonder verwijzing naar bedragen in het verleden en

dat deze wordt bepaald door de afzonderlijke behoeften van elk agentschap;

Page 18: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

6

19. dringt er bij de agentschappen op aan het aantal te late betalingen middels corrigerende

maatregelen tot een minimum te beperken; maakt zich met name zorgen over het feit dat

vertragingen in de betaling het risico vergroten dat rente en heffingen moeten worden

betaald in verband met te late betalingen waarvoor in de begroting geen kredieten zijn

voorzien;

20. verzoekt de agentschappen voorts om accuraat en volledig verslag uit te brengen over

uitzonderingen overeenkomstig de interne controlenorm N. 16;

Tekortkomingen in aanbestedingsprocedures

21. wijst op de tekortkomingen in aanbestedingsprocedures; roept de agentschappen ertoe op

de doelmatigheid van hun interne controlesysteem te verbeteren om hardnekkige fouten

die de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen van de agentschappen in gevaar

brengen, te voorkomen of op te sporen;

22. dringt er bijgevolg bij de agentschappen op aan om hun aanbestedingsprocedures en met

name hun goedkeuringsprocedures voor aanbestedingen in het kader van het

financieringsbesluit en het werkprogramma te verbeteren; wijst er bijvoorbeeld op dat

door het ontbreken van gegevens waarop het financieringsbesluit van EMSA over

geplande operationele aanbestedingen berust, de geldigheid van het besluit van het

agentschap in gevaar komt;

23. verzoekt de agentschappen om in hun jaarlijkse werkprogramma's (AWP) duidelijke

informatie op te nemen over het begrote totaalbedrag voor opdrachten en het indicatieve

aantal en type voorziene opdrachten; is bezorgd over het feit dat in de jaarlijkse

werkprogramma's van de agentschappen vaak niet alle in het Financieel Reglement en de

uitvoeringsbepalingen ervan bedoelde informatie expliciet wordt vermeld; wijst erop dat

deze tekortkomingen zich met name voordoen bij EMSA en ERA;

24. verzoekt de agentschappen te zorgen voor tijdige en correcte verslaglegging en ervoor te

zorgen dat de uitzonderingen in hun jaarlijkse activiteitenverslagen (AAR) volledig

worden vermeld; is van oordeel dat de agentschappen met behulp van uitvoerige

controlelijsten en “routing slips” de taken van iedere personeelsfunctie duidelijk moeten

kunnen omschrijven en moeten kunnen zorgen voor een adequate follow-up van

mogelijke onregelmatigheden;

25. dringt er bovendien bij de agentschappen op aan om ervoor te zorgen dat de

onderhandelingsprocedure, die volgens nauwkeurig vastgelegde voorwaarden dient te

worden toegepast, tijdig en naar behoren wordt gerapporteerd aan de raad van bestuur,

zodat deze volledig op de hoogte is van de stand van zaken rond deze procedures;

26. verzoekt de agentschappen voorts om controles achteraf te ontwikkelen en daarover

verslag uit te brengen om te zorgen voor een adequate follow-up van mogelijke

onregelmatigheden; steunt in dit verband de initiatieven gericht op de ontwikkeling van

een centrale en gecoördineerde capaciteit op intern directoraatsniveau van ieder

agentschap om het risico op niet-efficiënt gebruik van middelen en ongecoördineerde

bewaking van opdrachten te verkleinen;

27. verwelkomt het initiatief van de EFSA om een praktische handleiding voor

aanbestedingen op te stellen met een nauwkeurige omschrijving van de taken en

Page 19: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

7

verantwoordelijkheden voor iedere fase van het proces die regelmatig wordt bijgewerkt;

beschouwt deze maatregel als een praktijk die door de andere agentschappen zou moeten

worden nagevolgd;

28. is verheugd over het feit dat de Rekenkamer met redelijke zekerheid heeft kunnen

vaststellen dat de jaarrekeningen van alle agentschappen die werkzaam zijn op het gebied

van vrijheid, veiligheid en justitie voor het begrotingsjaar 2010 op alle essentiële punten

betrouwbaar zijn en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn; wijst

erop dat de kwijting met betrekking tot de uitvoering van de begroting van deze

agentschappen ook in de toekomst gebaseerd moet zijn op hun prestaties gedurende het

gehele jaar;

II. GEMEENSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN OP HET GEBIED VAN PRESTATIES

Meerjarig programma (MP)

29. dringt er bij de agentschappen op aan meerjarige strategische programma's en

richtsnoeren op te stellen, die afgestemd zijn op de specifieke kenmerken van hun

activiteiten; hecht er belang aan dat een dergelijke meerjarige planning van activiteiten

(doelstellingen en de manieren om deze te bereiken) wordt gekoppeld aan een meerjarige

planning van (met name begrotings- en personele) middelen en dat deze duidelijk wordt

vertaald in het AWP; verzoekt de agentschappen voorts om het Parlement in dit verband

te raadplegen;

30. moedigt de agentschappen aan om een meerjarig IT-strategieplan op te stellen ter

ondersteuning van hun operationele activiteiten;

Jaarlijks werkprogramma (AWP)

31. is van mening dat het interne proces van de agentschappen ter ondersteuning van de

totstandkoming van hun AWP van grote invloed is op de betrouwbaarheid van de

informatie die het agentschap aan zijn belanghebbenden en aan de kwijtingsautoriteit

verstrekt; dringt er derhalve bij de agentschappen op aan om te zorgen voor samenhang in

hun planning, adequate procedures en richtsnoeren, en voldoende documentatie ter

ondersteuning van het AWP ten einde informatie over alle uit te voeren activiteiten en

over de per activiteit geplande middelen te kunnen verstrekken;

32. acht het dringend noodzakelijk dat de voor de agentschappen verantwoordelijke

commissies de AWP's van deze agentschappen zo nauwgezet mogelijk controleren en

erop toezien dat zij aan de actuele situatie en de politieke prioriteiten beantwoorden;

33. verwacht in dit verband dat de agentschappen bij het opstellen van hun AWP nauwer met

de Commissie samenwerken;

34. pleit voor nauwe samenwerking tussen de agentschappen ten einde tot een efficiënte

coördinatie van hun AWP te komen;

35. dringt er met name bij de agentschappen op aan dat zij actie ondernemen om ervoor te

zorgen dat hun AWP volledig genoeg is en alle benodigde informatie bevat (d.w.z.

informatie over alle door het agentschap uitgevoerde activiteiten en over de per activiteit

geplande middelen) en dat zij daarnaast gedetailleerde gegevens en ramingen opnemen

voor de kredieten die naar het volgende jaar worden overgedragen;

Page 20: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

8

36. moedigt de agentschappen met het oog hierop aan om hun AWP te baseren op een

sjabloon om vergelijkingen eenvoudiger te maken; verzoekt de Commissie in dit verband

om richtsnoeren voor dit sjabloon op te stellen;

37. is bezorgd over het feit dat het oprichtingsbesluit van bepaalde agentschappen

(bijvoorbeeld EUROJUST) niet voorziet in de toekenning van verantwoordelijkheid voor

de voorbereiding en aanneming van het AWP; is van oordeel dat dit kan leiden tot

verwarring en gebrek aan eigenaarschap ten aanzien van de voorbereiding en aanneming

van het AWP; ziet uit naar het voorstel van de Commissie tot wijziging van de

rechtsgrondslag;

Jaarlijks activiteitenverslag (AAR)

38. dringt er bij de agentschappen op aan de structuur van hun AAR's te standaardiseren

overeenkomstig het model dat de directoraten-generaal (DG's) van de Commissie

hanteren en dienovereenkomstig gedetailleerde en volledige informatie te verstrekken

over: de uitvoering van hun AWP, begroting en personeelsbeleidsplan, indicatoren voor

het begrotingsbeheer zoals uitgaven aan het einde van het jaar (d.w.z. de

begrotingsvastleggingen die het agentschap in de laatste drie maanden van het jaar heeft

gedaan), beheer en interne controlesystemen, bevindingen inzake interne/externe

controles, de follow-up van de controleaanbevelingen, de kwijtingsaanbeveling en de

betrouwbaarheidsverklaring van de uitvoerend directeur; verzoekt de agentschappen

voorts om in hun AAR informatie op te nemen die afkomstig is van de financiële staten

en van het verslag over het begrotings- en financieel beheer dat in het kader van de

kwijtingsprocedure is voorzien, met inachtneming van de termijnen voor de

voorbereiding van de geconsolideerde jaarrekening van de Unie;

39. wenst dat de structuur van het AAR van ieder agentschap een aantal gemeenschappelijke

onderdelen bevat op basis van beste praktijken bij de agentschappen ten einde

vergelijkingen gemakkelijker te maken; dringt er in dit verband bij de Commissie op aan

om in samenwerking met de agentschappen een indicatieve sjabloon uit te werken;

40. verzoekt de directeuren van de agentschappen voorts om hun AAR voor het jaar n en de

beoordeling van de raden van bestuur uiterlijk 1 juli van het jaar n+1 aan de Rekenkamer,

het Parlement, de Raad en de Commissie toe te zenden;

41. juicht het toe dat het EU-OSHA in zijn AAR voor 2010 uitgebreide gegevens heeft

opgenomen waarin het ene jaar met het andere wordt vergeleken zodat de

kwijtingsautoriteit in staat is de prestaties van het agentschap effectiever te beoordelen; is

van oordeel dat deze praktijk door de andere agentschappen moet worden nagevolgd;

42. verzoekt de agentschappen voorts om zich verdere inspanningen te getroosten om ervoor

te zorgen dat hun AAR een effectieve weergave is van hun AWP; benadrukt dat dit een

cruciaal onderdeel is om de activiteiten en de uitkomsten van de agentschappen, afgezet

tegen de bijdrage van de Europese Unie, naar behoren te kunnen beoordelen en aldus hun

prestaties te kunnen vaststellen; prijst in dit verband met name de AAR’s en AWP’s van

ECHA, EMSA en EUROPOL; wijst er echter op dat sommige agentschappen (zoals

EMCCDA en GSA) in dit opzicht tekortkomingen vertoonden en dat hun

planningscapaciteiten voor activiteiten (ABB) niet zodanig op de organisatiestructuur van

hun agentschap waren afgestemd dat controle op de uitvoering van de begroting mogelijk

was;

Page 21: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

9

43. is verheugd over het initiatief van CEDEFOP om Gantt-diagrammen voor de

belangrijkste operationele activiteiten in zijn AAR voor 2010 beschikbaar te stellen;

herinnert de agentschappen eraan dat deze diagrammen bondig weergeven hoeveel tijd

een personeelslid aan een bepaald project heeft besteed en aansporen tot een meer

resultaatgerichte benadering; verzoekt het agentschappen om in de programmering van

elk van hun operationele activiteiten een Gannt-diagram op te nemen;

Evaluatie van de agentschappen

44. verzoekt de agentschappen om in opdracht van de Commissie, het Europees Parlement

en/of de Europese Rekenkamer een tweejaarlijkse algemene evaluatie van hun activiteiten

en prestaties uit te voeren en te presenteren en het verslag op hun internetsite te

publiceren; verzoekt de agentschappen voorts een routekaart op te stellen met een follow-

upactieplan op basis van de conclusies van die evaluaties en jaarlijks verslag uit te

brengen over de geboekte vooruitgang;

Verslag overeenkomstig artikel 96

45. herinnert eraan dat de agentschappen overeenkomstig artikel 96, lid 2, van de financiële

kaderregeling wordt verzocht om bij de kwijtingsautoriteit een verslag in te dienen over

de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de opmerkingen en aanbevelingen

van de kwijtingsautoriteit in haar vorige kwijtingsverslagen;

46. betreurt dat de informatie die de agentschappen in de verslagen als bedoeld in artikel 96

hebben opgenomen, van de agentschappen zelf afkomstig is en dat de juistheid van hun

verklaringen derhalve niet volledig kan worden gegarandeerd; verzoekt de

interinstitutionele werkgroep voor de agentschappen derhalve te overwegen een bepaling

over de totstandkoming en uitvoering van een controlemechanisme op te nemen met

betrekking tot de informatie die de agentschappen verstrekken in het verslag als bedoeld

in artikel 96, om de kwijtingsautoriteit zekerheid te kunnen bieden over de geldigheid van

de ontvangen informatie en om een grondige follow-up van de opmerkingen en

aanbevelingen van het Parlement in zijn vorige kwijtingsresoluties mogelijk te maken;

Tabel bij de jaarverslagen aan de Rekenkamer

47. is verheugd over het feit dat de agentschappen in een tabel bij de specifieke jaarverslagen

2010 aan de Rekenkamer een vergelijkend overzicht hebben opgenomen van de in 2009

en 2010 bereikte resultaten, zodat de kwijtingsautoriteit de prestaties van de

agentschappen beter van jaar tot jaar kan beoordelen; wijst erop dat dit door de

kwijtingsautoriteit sinds de kwijtingsprocedure 2008 van de agentschappen wordt

verlangd;

Rol van coördinator van het netwerk van agentschappen

48. feliciteert het ECHA met zijn doeltreffende inspanningen als coördinator van het netwerk

van de agentschappen gedurende de kwijtingsprocedure 2010; is van oordeel dat deze

praktijk door het groeiend aantal gemeenschappelijke ondernemingen moet worden

nagevolgd;

Page 22: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

10

III. GEMEENSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN OP HET GEBIED VAN

TRANSPARANTIE

Internetsite van de agentschappen

49. dringt er bij de agentschappen op aan om via hun internetsites de nodige informatie te

verstrekken om te zorgen voor transparantie, met name financiële transparantie; dringt er

in het bijzonder bij de agentschappen op aan om op hun internetsite de volgende gegevens

beschikbaar te stellen: de lijst met opdrachten die de afgelopen drie jaar zijn toegekend,

de lijst met de leden van hun raden van bestuur met de opgave van hun belangen, en een

lijst met alle ondernemingen die bij PPP-opdrachten betrokken zijn of die andere

commerciële banden hebben met agentschappen; verzoekt de Commissie zich te blijven

inspannen om deze informatie volledig toegankelijk te maken en deze in haar systeem

voor financiële transparantie te integreren;

Betrekkingen met belanghebbenden

50. roept de agentschappen op om ervoor te zorgen dat ze hun taken in coördinatie met de

verschillende belanghebbenden uitoefenen;

51. dringt er bij de agentschappen op aan om de betrokkenheid van de Europese instellingen,

en met name het Parlement, in hun jaarlijkse planning te vergroten;

Belangenconflicten

52. roept de agentschappen ertoe op om doelmatige procedures vast te stellen ten einde

aantijgingen met betrekking tot bestaande belangenconflicten binnen de agentschappen

en/of de raad van bestuur, met name bij EASA, EEA en EFSA terdege aan te pakken;

53. is verheugd over het initiatief van sommige agentschappen, zoals het Europees Bureau

voor visserijcontrole, waarvan de dienst Interne audit een interne opleiding heeft

ontwikkeld en de nodige cursussen over ethiek en integriteit bij het agentschap heeft

verzorgd; is met name verheugd over het feit dat de opleiding verplicht is voor alle

medewerkers, zodat zij zich bewust worden van ethische en organisatorische waarden, in

het bijzonder ethisch gedrag, het voorkomen van belangenconflicten, fraudepreventie en

het melden van onregelmatigheden;

54. verzoekt de agentschappen om hun controlesystemen zorgvuldig te archiveren en te

evalueren om belangenconflicten tussen hun personeel en deskundigen die bij hun

agentschap werkzaam zijn, te voorkomen; roept de raden van bestuur van de

agentschappen voorts op om de strengst mogelijke regels en controlemechanismen voor

hun leden vast te stellen en toe te passen ten einde ervoor te zorgen dat ze volledig

onafhankelijk van persoonlijke belangen handelen; herinnert er nogmaals aan dat

aantijgingen in verband met belangenconflicten de reputatie van een agentschap schaden

en een negatieve weerslag hebben op de reputatie van de Unie;

55. herinnert eraan dat de Europese Ombudsman kritiek had op de EFSA vanwege de manier

waarop zij mogelijke belangenconflicten en "draaideurgevallen" beoordeelde; verzoekt

andere agentschappen om efficiënte procedures in te stellen ter opsporing en voorkoming

van belangenconflicten; is van oordeel dat de "afkoelingsperiode" voor personen die als

Page 23: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

11

directeur van een agentschap werkzaam zijn geweest of die binnen het agentschap een

verantwoordelijke functie hebben bekleed nader moet worden omschreven;

56. verzoekt de agentschappen dan ook om de bevoegde commissies alsook de Commissie

begrotingscontrole van het Parlement een uitgebreid overzicht te geven van de

procedures, criteria en de controlemechanismen die worden gehanteerd om

"draaideurgevallen" en belangenconflicten te voorkomen; dringt er bij de agentschappen

op aan om, in gevallen waarin zij met de nationale tegenhangers samenwerken, deze

gedeelde rol te verduidelijken om in geval van belangenconflicten hiaten in de

verantwoordelijkheid te voorkomen;

57. herhaalt voorts zijn verzoek aan de Commissie om uiterlijk eind 2012 informatie te

verstrekken over het bestaan en de toepassing van regelgeving en voorschriften inzake de

afkoelingsperioden en soortgelijke gevallen bij alle agentschappen;

58. is verheugd over het voornemen van de Rekenkamer om een alomvattende analyse uit te

voeren van de beleidsaanpak van de agentschappen en de concrete praktijk voor het

beheer van situaties waarin sprake is van belangenconflicten ten einde

belangenconflicten te voorkomen met inachtneming van de definitie van de OESO en

daaraan gerelateerde regelgeving;

59. herinnert eraan dat het Parlement in voornoemde resolutie van 15 september 2011 over de

inspanningen van de EU ter bestrijding van corruptie de Commissie en de EU-

agentschappen onder meer heeft verzocht om voor meer transparantie te zorgen door

opstelling van gedragscodes of verbetering van reeds bestaande codes, met een minimum

aan duidelijke regels voor wat betreft belangenverstrengeling;

60. herinnert eraan dat belangenconflicten leiden tot corruptie, fraude, wanbeheer van

fondsen en personeel, en bevoorrechting en een negatief effect hebben op de

onpartijdigheid van de besluiten en de kwaliteit van het werk en het vertrouwen van de

EU-burgers in de instellingen van de Unie, waaronder de agentschappen, ondermijnt;

Aanwerving van directeuren voor de agentschappen

61. verzoekt de Interinstitutionele Werkgroep (IWG) om zich te buigen over de modaliteiten

voor de benoeming van directeuren voor de agentschappen ten einde tot een open,

transparante en betrouwbare aanwervingsprocedure te komen; doet in dit verband een

beroep op de IWG om in haar gezamenlijke verklaring op te nemen dat de voor de functie

van directeur van een agentschap geselecteerde kandidaten worden onderworpen aan een

openbaar sollicitatiegesprek in de parlementaire commissies;

62. wijst erop dat voor de Europese Autoriteit voor effecten en markten, de Europese

Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

(agentschappen die in 2010 zijn opgericht en in 2011 operationeel zijn geworden) de

uitvoerend directeur wordt benoemd door de raad van toezichthouders, doch niet voordat

de benoeming door het Parlement als kwijtingsautoriteit is bevestigd; onderstreept dat

deze procedure de regel zou moeten zijn bij de benoeming van de uitvoerend directeuren

van alle agentschappen;

Page 24: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

12

Fraudepreventie

63. verzoekt de agentschappen actiever te zijn op het gebied van de fraudepreventie en om

adequaat en regelmatig over deze activiteiten te communiceren; benadrukt dat de rol van

het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) voor wat betreft de agentschappen

moet worden geformaliseerd en versterkt, en zichtbaarder moet worden;

Waarschuwingssysteem

64. is van oordeel dat de Commissie, wanneer zij ernstige redenen heeft om aan te nemen dat

een agentschap op het punt staat om besluiten te nemen of activiteiten te ondernemen die

mogelijk niet in overeenstemming zijn met het mandaat van het agentschap, in strijd zijn

met EU-wetgeving of duidelijk in strijd zijn met de beleidsdoelstelling van de Unie, de

plicht heeft het Parlement en de Raad hierover onverwijld te informeren ten einde deze in

de gelegenheid te stellen passende stappen te ondernemen;

IV. GEMEENSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN OP HET GEBIED VAN PERSONELE

MIDDELEN

Aanwervingsprocedures

65. dringt er bij de agentschappen op aan om de noodzakelijke maatregelen te treffen om de

rechtmatigheid, transparantie en objectiviteit van hun aanwervingsprocedures te

verhogen; constateert opnieuw dat er bij verschillende agentschappen tekortkomingen in

de procedures voor de personeelsselectie zijn, die de transparantie van deze procedures in

gevaar kunnen brengen en/of afbreuk kunnen doen aan het beginsel van gelijke

behandeling bij de toepassing van de geschiktheidscriteria; neemt met name ter kennis dat

de Rekenkamer herhaaldelijk heeft gewezen op de volgende tekortkomingen:

- het ontbreken van bewijs dat de selectiecriteria en de drempelwaarden waaraan

kandidaten moeten voldoen om te worden uitgenodigd voor schriftelijke tests en

gesprekken, zijn vastgesteld voordat de beoordelingsprocedure begint,

- onvoldoende documentatie betreffende aanwervingsprocedures,

- ongelijke behandeling van interne en externe kandidaten in het kader van de

aanwervingsprocedures,

- beperkte concurrentie;

is van oordeel dat deze tekortkomingen ten koste gaan van het vermogen van de

agentschappen om te reageren op mogelijke beschuldigingen van willekeur bij de

aanwerving van personeel en passende besluiten te nemen om een en ander aan te pakken;

66. is verheugd dat het CEDEFOP in 2010 het initiatief heeft genomen voor een online-

aanwervingsinstrument, RECON - Recruitment Online, dat het Centrum in staat stelt de

snelheid, efficiëntie en transparantie van zijn aanwervingsprocedures te vergroten; roept

alle agentschappen op deze procedure na te volgen;

67. is van oordeel dat werknemers, inclusief directeuren, jaarlijks tussen de agentschappen

moeten roteren; verzoekt de Commissie het Parlement een overzicht te geven van alle

Page 25: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

13

personeelsleden, met name directeuren en personen met leidinggevende functies, die

vanaf 2008 van agentschap zijn gewisseld of van een EU-instelling naar een andere zijn

gegaan;

68. verzoekt de Commissie het Parlement een uitgebreid overzicht te verstrekken met de

criteria die worden gehanteerd om de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en de juiste

kwalificaties van het aangeworven personeel te garanderen, inclusief de criteria om

belangenconflicten te beëindigen of te voorkomen alsook om afschrikkende sancties te

nemen in geval van vastgestelde onregelmatigheden;

69. betreurt dat sommige agentschappen in 2010 nog steeds een hoog vacaturepercentage

hadden; roept deze agentschappen op alle nodige stappen te ondernemen om te

voorkomen dat deze situatie zich weer voordoet;

Aan interim-personeel toegewezen gevoelige taken

70. doet nogmaals een beroep op de agentschappen om ervoor te zorgen dat gevoelige taken

niet aan interim-personeel worden toegewezen; betreurt dat agentschappen in sommige

gevallen zulke personeelsleden in dienst hebben genomen om gevoelige taken uit te

voeren of hun toegang hebben gegeven tot gevoelige informatie; wijst op de potentiële

veiligheidsrisico's, wanneer tijdelijk personeel toegang heeft tot gevoelige informatie en

niet op de hoogte is van de juiste procedures of van eventuele belangenconflicten;

Flexibele werktijden – vrije dagen

71. dringt er bij alle agentschappen op aan de betreffende kwijtingsautoriteit mede te delen

hoeveel verlofdagen er in het kader van de flexibelewerktijdenregeling ("Flexitime") en

de overwerkcompensatie voor de respectieve rangen in 2010 zijn toegekend;

V. UITDAGINGEN OP HET GEBIED VAN HET INTERNE CONTROLESYSTEEM

72. spoort de agentschappen ertoe aan om hun interne controlesystemen verder te verbeteren

teneinde de jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring van hun directeur te onderbouwen;

benadrukt daarnaast hoe belangrijk het voor een agentschap is om daadwerkelijk een

risicobeheerfunctie in te stellen voor het registreren van risico's en het maken van plannen

ter voorkoming van risico's;

Dienst Interne audit (IAS)

73. wijst erop dat de agentschappen uit hoofde van de vigerende wetgeving niet per se

verplicht zijn om de verslagen van de IAS ter beschikking te stellen van de Commissie

begrotingscontrole; beschouwt het als een tekortkoming in de wetgeving; is van oordeel

dat de verslagen van de interne controleur aan de leden van de Commissie

begrotingscontrole ter beschikking moeten worden gesteld, eventueel met beperkte

toegang; dringt er bij de medewetgevers op aan om tijdens de lopende onderhandelingen

het Financieel Reglement in die zin te wijzigen dat de interne controleur verplicht wordt

om zijn verslagen via het secretariaat van de Commissie begrotingscontrole aan de

kwijtingsautoriteit toe te zenden;

Page 26: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

14

74. is van oordeel dat de taak van de IAS als interne controleur van de gedecentraliseerde

agentschappen van cruciaal belang is; benadrukt in het bijzonder dat de IAS

onafhankelijke adviezen uitbrengt omtrent de kwaliteit van beheer- en controlesystemen

en aanbevelingen formuleert ter verbetering van de uitvoeringsvoorwaarden van de

verrichtingen en ter bevordering van een gezond financieel beheer door de

agentschappen;

75. verzoekt de raden van bestuur van de agentschappen dan ook terdege rekening te houden

met de aanbevelingen van de IAS teneinde de vastgestelde tekortkomingen op korte

termijn te verhelpen, en afwijzingen en vertragingen bij de uitvoering van de

aanbevelingen van de IAS tegenover de kwijtingsautoriteit te motiveren;

VI. UITDAGINGEN OP HET GEBIED VAN HET EXTERNE CONTROLESYSTEEM

Controles van de Rekenkamer op de agentschappen

76. wijst erop dat zowel de IAS als de Rekenkamer de agentschappen aanbevelen om iets

aan hun tekortkomingen te doen; verwelkomt de inspanningen van beide controle-

instanties om de agentschappen te voorzien van bruikbare adviezen om hun

tekortkomingen aan te pakken; herinnert de agentschappen er nadrukkelijk aan dat zij de

aanbevelingen serieus dienen te nemen en de noodzakelijke maatregelen moeten treffen

om hun tekortkomingen te verhelpen; wenst dat de IAS de begrotingsautoriteit

informeert over tekortkomingen in de verslagen die door de directeuren van de

agentschappen zijn opgesteld overeenkomstig artikel 72, lid 5, van Verordening (EG,

Euratom) nr. 2343/2002 en de aan de agentschappen gedane aanbevelingen openbaar

maakt ten einde het openbare karakter en aldus de effectiviteit van de audittaken te

waarborgen;

77. merkt op dat de Rekenkamer in 2010 32 openbare documenten inzake de agentschappen

heeft uitgebracht die allemaal in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn

gepubliceerd en beschikbaar zijn op de internetsites van zowel de Rekenkamer als de

Commissie begrotingscontrole; spoort de Rekenkamer er dan ook toe aan om haar

auditfunctie voor de agentschappen op onpartijdige wijze te blijven uitoefenen en haar

bevindingen en aanbevelingen op te nemen in haar openbare jaarverslagen of speciale

verslagen ten einde de begrotingsautoriteit in de gelegenheid te stellen haar

kwijtingsfunctie ten volle uit te oefenen en de burgers van de Unie op de hoogte te

houden;

78. merkt op dat de Rekenkamer als onderdeel van haar jaarlijkse audits van de

agentschappen de aanbestedingsprocedures controleert; steunt de Rekenkamer in haar

rol van externe controleur ten einde ervoor te zorgen dat zij alles in het werk stelt om zo

volledig mogelijke informatie over aanbestedingsprocedures te krijgen om vast te

kunnen stellen dat de agentschappen bij de voorbereidings-, publicatie-, evaluatie- en

contractbeheersfase van aanbestedingen het beginsel van maximale en open

concurrentie en het beginsel van “waar voor je geld” volledig naleven alsook om de

daadwerkelijke omzet van de door ieder agentschap gecontracteerde ondernemingen te

controleren ten einde te garanderen dat de omzet niet gerelateerd is aan wijzigingen in

de officiële naam van de contractanten;

Page 27: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

15

79. verzoekt de Rekenkamer om, naarmate de relevante gegevens in de loop van het

auditproces beschikbaar komen, te voorzien in een openbare gegevensbank met onder

meer de volgende informatie in gemakkelijk toegankelijke bestandsformaten (bijv.

Excel-bestanden en/of CSV-bestanden):

– begrotingsvastleggingen die in de laatste drie maanden van het jaar zijn gedaan,

– kredieten die zijn overgedragen in verband met de begroting van de agentschappen,

– verschil tussen de geschatte (ex-ante) en feitelijke (ex-post) overgedragen kredieten

van de agentschappen,

– gemiddeld liquiditeitenbezit per maand,

– geannuleerde kredieten in verband met het gemiddelde liquiditeitenbezit gedurende

het jaar,

– rentebaten in verhouding tot het gemiddelde liquiditeitenbezit van de agentschappen,

– gemiddeld liquiditeitenbezit in verhouding tot de gemiddelde uitgaven per dag,

– unieke gebruikers op de internetsite van agentschappen en door de agentschappen

uitgebrachte publicaties/persberichten in verband met aan public relations toegewezen

middelen;

dringt er bijgevolg bij de agentschappen op aan om de Rekenkamer tijdig van de nodige

gegevens en ramingen te voorzien;

80. verzoekt de Rekenkamer om een vrij toegankelijke en transparante

rangschikkingsprocedure voor agentschappen op te stellen door gebruik te maken van

belangrijke indicatoren op het gebied van goed financieel en begrotingsbeheer, lage

governancekosten en efficiënte operationele doelmatigheid, en om de onderliggende

gegevens in gemakkelijk toegankelijke bestandsformaten (bijv. Excel-bestanden en/of

CSV-bestanden) beschikbaar te stellen;

Verslagen van de Rekenkamer over de jaarrekening

81. herinnert eraan dat de kwijtingsautoriteit bij de vorige kwijtingen van de agentschappen

de Rekenkamer heeft verzocht nadere informatie te verstrekken over:

- de efficiëntie van de interne controlesystemen van ieder agentschap,

- de mogelijke belangenconflicten binnen de agentschappen,

- een beoordeling van het AAR van elk agentschap,

- de prestaties van het agentschap;

82. is verheugd dat de Rekenkamer bij haar evaluatie van de AAR's van de agentschappen

een specifieke tabel heeft gevoegd met een vergelijking tussen de activiteiten in 2009 en

2010 en het publiek aldus informatie verstrekt met betrekking tot deze activiteiten;

Page 28: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

16

83. herinnert eraan dat de Rekenkamer als een externe, onafhankelijke controleautoriteit

optreedt om recht te doen aan de Europese burgers die wensen te weten hoe hun geld

wordt besteed en hoe de agentschappen worden beheerd; wijst er in dit verband op dat de

agentschappen het openbaar belang dienen en rekenschap dienen af te leggen aan de

burgers wier belangen zij moeten dienen; verzoekt de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit

zo volledig mogelijk informatie te verstrekken over de follow-up van eerdere controles

alsook over onregelmatigheden die de Rekenkamer niet belangrijk genoeg acht voor

vermelding teneinde de kwijtingsautoriteit te steunen bij haar taak als controleorgaan van

de agentschappen;

Twee speciale verslagen van de Rekenkamer: het ene gepland maar niet verschenen, het

andere te verwachten in de loop van 2012

84. is bezorgd over het feit dat de Rekenkamer, ondanks de in haar AWP van 2011 verstrekte

informatie en de aanhoudende verzoeken van het Parlement, het speciaal verslag over

kostenbenchmarks voor de agentschappen niet heeft uitgebracht; erkent de inspanningen

van de Rekenkamer om het Parlement te voorzien van informatie over kostenbenchmarks

voor de agentschappen; is evenwel verbaasd over het feit dat de Voorzitter van de

Rekenkamer op 15 februari 2012 een brief met bijlage heeft gestuurd aan de Voorzitter

van het Parlement heeft gestuurd waarin in wezen staat dat de bijlage (i) niet het speciaal

verslag is over kostenbenchmarks voor de agentschappen, (ii) een niet-openbaar karakter

heeft en (iii) deze voor de kwijting 2011 kan worden gebruikt, alhoewel de gegevens in

de bijlage betrekking hebben op de jaren 2008-2010; betreurt dat de Rekenkamer niet

voornemens is het speciaal verslag over kostenbenchmarks voor de agentschappen op te

stellen, zoals aangegeven in de brief van de Rekenkamer van 18 april 2012 aan de

kwijtingsautoriteit;

85. wijst erop dat de Rekenkamer uiterlijk eind juni 2012 een speciaal verslag over

belangenconflictbeheersing bij de agentschappen van de Unie zal publiceren; is, in het

licht van de gevallen van belangenconflicten die zich herhaaldelijk bij verschillende

agentschappen schijnen voor te doen, verheugd over dit besluit en dringt er bij de

Rekenkamer op aan om haar inspanningen op te voeren ten einde dit speciaal verslag

binnen de gestelde termijn uit te brengen;

Externalisering van de controles van de Rekenkamer op de agentschappen

86. is van oordeel dat, mochten controleurs uit de particuliere sector bij de externe controle

van de rekeningen van de agentschappen worden betrokken, de selectie en benoeming van

de particuliere controleurs dient te geschieden overeenkomstig de vigerende regelgeving,

waaronder die betreffende transparantie van overheidsopdrachten, en dat passende

controlemechanismen moeten worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat werkzaamheden

in verband met de wettigheid en regelmatigheid van ontvangsten en uitgaven en de

betrouwbaarheid van de rekeningen van de agentschappen overeenkomstig de vereiste

normen worden uitgevoerd; is eveneens van oordeel dat aspecten van zulke uitbestede

externe controles, met inbegrip van de gerapporteerde controlebevindingen, volledig

moeten blijven vallen onder de verantwoordelijkheid van de Rekenkamer, die alle

vereiste administratieve en aanbestedingsprocedures zal moeten beheren en uit haar eigen

begroting zal moeten financieren, zonder aanspraak te kunnen maken op een aanvullende

begroting, aangezien deze taak onder de bevoegdheid van de Rekenkamer valt; is voorts

van oordeel dat de huidige crisis geen ruimte biedt voor aanvullende begrotingen voor de

Page 29: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

17

uitvoering van taken die onder de bevoegdheid vallen van één EU-instelling, in

voorkomend geval de Rekenkamer;

87. dringt er bij de Rekenkamer op aan om bij het geven van opdrachten voor een

onafhankelijke controle van de agentschappen belangenconflicten te voorkomen;

88. is voorts van mening dat in geval van uitbesteding het verslag van de onafhankelijke

controleurs door zowel de onafhankelijke controleurs als de Rekenkamer onmiddellijk

openbaar moet worden gemaakt; verlangt daartoe van de Rekenkamer dat zij ervan afziet

vertrouwelijkheidsbedingen op te nemen in het contract met de uiteindelijke

onafhankelijke contractant in verband met de publicatie van de verslagen zoals zij door de

onafhankelijke controleur zijn opgesteld; is van oordeel dat de Rekenkamer tegelijkertijd

de verantwoordelijkheid voor deze onafhankelijke controle dient te aanvaarden en

dienovereenkomstig dient te handelen;

VII. BESTUUR VAN DE AGENTSCHAPPEN

Raad van bestuur

89. merkt op dat de grote omvang van de raden van bestuur van bepaalde agentschappen en

de aard en omvang van het personeelsverloop kunnen leiden tot een inefficiënt

besluitvormingsorgaan; roept de IWG voor de agentschappen dan ook op deze kwestie

aan te pakken en voorts de aard van de status van hun leden, de reikwijdte van de

bevoegdheden en belangenconflictkwesties opnieuw te evalueren; stelt daarnaast voor om

de mogelijkheid van een fusie van raden van bestuur van agentschappen die op

aanverwante terreinen werkzaam zijn, in overweging te nemen ten einde vergaderkosten

te beperken;

90. wijst op de verantwoordelijkheid van de raden van bestuur op het vlak van het beheer van

en het toezicht op de agentschappen; is van oordeel dat bepaalde beslissingen van de raad

van bestuur, zoals het verwerpen van een of meerdere aanbevelingen van de interne

controleur zonder geldige redenen, negatieve gevolgen kunnen hebben voor het beheer

van het agentschap; wenst dat de positie van de Commissie in de raden van bestuur van

de agentschappen opnieuw wordt bekeken ten einde haar stemrecht te verlenen en haar de

mogelijkheid te bieden een blokkerende minderheid te vormen bij beslissingen over het

begrotings-, financieel en administratief beheer; verzoekt de Commissie voorts om de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van door de raden van bestuur genomen

beslissingen die tegen het beginsel van goed begrotings- en financieel beheer van

agentschappen of tegen het Financieel Reglement indruisen;

91. is verheugd over de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de suggesties van

de Rekenkamer voor invoering van nauwlettender toezicht en controle op

kredietoverschijvingen, en verwacht dat ook in de toekomst nauwlettende controle zal

worden uitgeoefend op de begrotingen van de agentschappen; is van oordeel dat de

problemen rond activiteitengerelateerde budgettering ontstaan doordat de uitgaven voor

personeelskosten, administratieve kosten en operationele kosten in de praktijk moeilijk te

scheiden zijn, wanneer het werkgebied zaken omvat als informatie, adviesverlening en

vertrouwenwekkende maatregelen;

Page 30: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

18

92. verzoekt de agentschappen in hun activiteitenverslagen hun personeelsaantallen,

waaronder ook arbeidscontractanten, op een meer transparante wijze aan te geven; ziet uit

naar het akkoord van de IWG voor de agentschappen, dat een belangrijke bijdrage zal

leveren aan de budgettering en werking van de agentschappen;

93. stelt met bezorgdheid vast dat bij acht agentschappen, te weten CEPOL, ECHA, EFSA,

EMCDDA, EMSA, ETF, FRA en FRONTEX, de kosten van de raad van bestuur in 2010

per vergadering en per lid gemiddeld tussen EUR 1.017 en EUR 6.175 bedroegen; is van

oordeel dat deze kosten buitensporig zijn en drastisch dienen te worden verlaagd;

Administratieve ondersteuning

94. doet voorts een beroep op de agentschappen om de volgende opties in overweging te

nemen, wanneer zij zich buigen over de mogelijkheden om de administratieve

ondersteuning zo efficiënt mogelijk te laten functioneren:

- een fusie van kleinere agentschappen om kosten te besparen en overlappende

doelstellingen weg te nemen en/of te voorkomen, en verdere uitgaven uit de

begroting van de Unie te voorkomen,

- gezamenlijke gebruikmaking van diensten door meerdere agentschappen, ofwel

volgens het criterium van de nabijheid van de locaties ofwel volgens beleidsgebied;

prijst in dit verband het initiatief van EMSA-CFCA om de interne controlefunctie te

delen; ziet dit evenwel als een begin dat een vervolg moet krijgen in de vorm van

herstructurering en fusies, ook met betrekking tot de agentschappen;

95. verzoekt de Commissie en/of Rekenkamer om een evaluatie van alle agentschappen uit te

voeren ter opsporing en analysering van:

- de potentiële synergieën alsook gevallen van onnodige of overlappende activiteiten

van agentschappen,

- onnodig hoge overheadkosten als gevolg van de vestigingsplaats,

en een alomvattende kosten/batenanalyse en effectbeoordeling te maken van de fusie of

sluiting van sommige agentschappen, wanneer de toegevoegde waarde of

doeltreffendheid van het agentschap niet voldoende is, en het Parlement hierover tijdig

vóór de kwijting 2011 te informeren;

96. dringt er bij de Commissie en de Raad op aan om rekening te houden met de werkelijke

behoeften van ieder agentschap en de noodzaak om in deze tijd van financiële en

economische crisis geld van de EU-belastingbetalers te besparen, en geen rekening te

houden met de wensen van sommige lidstaten om een agentschap in hun land te hebben,

als het openbaar belang van de Unie daarbij niet gediend is;

Disciplinaire procedure

97. herinnert er nogmaals aan dat het Parlement, sinds zijn kwijtingsresolutie voor 2006, een

beroep op de agentschappen heeft gedaan om een gemeenschappelijke tuchtraad in

overweging te nemen die op onpartijdige wijze disciplinaire sancties tot en met uitsluiting

kan opleggen; constateert dat er nog steeds moeilijkheden zijn bij de verwezenlijking van

dit project; verzoekt het voor de coördinatie van het netwerk van agentschappen

verantwoordelijke agentschap om een netwerk van personeelsleden in de vereiste rang in

het leven te roepen om als onpartijdige leden in de tuchtraad zitting te nemen;

Page 31: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

19

VIII. BESCHOUWING OVER DE AGENTSCHAPPEN: EEN

GEMEENSCHAPPELIJKE AANPAK

98. is verheugd over de voortdurende inspanning van de IWG voor de agentschappen, die tot

taak heeft de rol en de positie van de gedecentraliseerde agentschappen in het

institutionele bestel van de Unie, de oprichting, de structuur en werking ervan, en

aangelegenheden in verband met financiering, begroting, controle en beheer tegen het

licht te houden; verzoekt de IWG om met een ontwerpvoorstel voor een gezamenlijk

akkoord tussen het Parlement, de Raad en de Commissie over de agentschappen te

komen;

99. verzoekt de Commissie opties uit te werken voor de organisatie en uitvoering van een

professioneel beheer van de kasmiddelen van de agentschappen;

100. verzoekt de IWG na te gaan waar sprake is van dubbel werk en overlappende activiteiten

binnen bestaande agentschappen en of sommige agentschappen zouden kunnen worden

samengevoegd;

101. is van oordeel dat de agentschappen, net als de samenwerking tussen het Comité van de

Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité, baat zouden kunnen hebben bij

gezamenlijke administratieve diensten; verzoekt de IWG met klem zich te buigen over de

kwestie van de geografische spreiding van de agentschappen, die hun kosten aanzienlijk

verhoogt en samenwerking moeilijk maakt; is van oordeel dat de agentschappen, wanneer

zij op een klein aantal locaties zouden worden gegroepeerd, overhead- en beheerkosten

zouden kunnen delen, met name voor wat betreft IT, personeel en financiële

administratie;

102. concludeert tot slot dat met name in deze tijd van crisis de feitelijke toegevoegde waarde

van de agentschappen serieus en snel moet worden geanalyseerd om niet-verplichte en

niet absoluut noodzakelijke uitgaven te voorkomen teneinde tegemoet te komen aan de

meest noodzakelijke behoeften van de Unie en aan de behoeften en bezorgdheden van de

burgers en hun behoefte aan vertrouwen in onze instellingen; benadrukt dat de Unie en

haar lidstaten van de EU-burgers geen bezuinigingen kunnen verlangen zonder zelf te

besparen; roept op tot redelijkheid bij grotere bezuinigingen door de organen van de

Unie - inclusief de agentschappen - en dat geldt ook voor haar burgers, de

belastingbetalers, die bijdragen aan de begroting van de Unie;

o

o o

103. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de agentschappen waarop

deze kwijtingsprocedure van toepassing is, alsmede aan de Raad, de Commissie en de

Rekenkamer.

Page 32: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

20

P7_TA-PROV(2012)0165

Kwijting 2010: Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Vertaalbureau voor de organen van de

Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0280/2011 – 2011/2219(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese

Unie voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de

organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting

van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie3, en met name artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0125/2012),

1. verleent de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van

de Europese Unie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor de

publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 117. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1.

Page 33: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

21

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0280/2011 – 2011/2219(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese

Unie voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de

organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Bureau2,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen3, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting

van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie4, en met name artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0125/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Vertaalbureau voor de

organen van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, de Raad, de Commissie en de

Rekenkamer en te zorgen voor de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie

(serie L).

1 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 2 PB C 366 van 15.12.2011, blz 117. 3 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 4 PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 34: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

22

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese

Unie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0280/2011 – 2011/2219(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese

Unie voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de

organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting

van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie3, en met name artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0125/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie ("het

Vertaalbureau") voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat Parlement de directeur van het Vertaalbureau op 10 mei 2011 kwijting

heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Vertaalbureau voor het

begrotingsjaar 20095, en overwegende dat het in zijn begeleidende resolutie bij het

kwijtingsbesluit het Vertaalbureau o.a. heeft verzocht:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 117. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 125.

Page 35: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

23

– de evaluatie van zijn prestaties verder te ontwikkelen door de koppelingen te

verbeteren tussen zijn strategische acties en de in zijn jaarlijkse werkprogramma

opgenomen acties en door de indicatoren voor het volgen van zijn prestaties te

beoordelen, teneinde te voldoen aan SMART-criteria,

– doeltreffender maatregelen te nemen om de continue stijging van zijn overschot tegen

te gaan; in 2009 bedroeg het overschot 24 000 000 EUR, in vergelijking met

26 700 000 EUR in 2008, 16 900 000 EUR in 2006, 10 500 000 EUR in 2005 en

3 500 000 EUR in 2004,

– de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de stappen die zijn ondernomen om het

ABAC-boekhoudsysteem op doeltreffende wijze operationeel te maken;

C. overwegende dat de definitieve begroting van het Vertaalbureau voor 2010

55 928 077 EUR was, in vergelijking met 62 630 000 EUR in 2009, hetgeen een daling is

van 11,98%;

D. overwegende dat het volume aan vertalingen in 2010 het grootste was sinds de oprichting

van het Vertaalbureau, met een toename van het aantal vertaalde bladzijden met 20,1% in

vergelijking met 2009;

Budgettair en financieel beheer

1. maakt uit het jaarlijkse activiteitenverslag en de jaarrekening voor 2010 van het

Vertaalbureau op dat de oorspronkelijke begroting ervan voor 2010 van 48 100 000 EUR

het onderwerp van twee gewijzigde begrotingen was; merkt in het bijzonder op dat het

doel van de twee gewijzigde begrotingen tweeledig was:

– om het begrotingsoverschot van voorgaande jaren op te nemen, namelijk

24 000 000 EUR, teneinde de werknemersbijdragen aan de Commissie voor

pensioenen van 1998 - 2009 te betalen, een totaalbedrag van 18 400 000 EUR, en de

grootste klant van het Vertaalbureau, het Bureau voor harmonisatie binnen de interne

markt, het bedrag terug te betalen van het economische resultaat voor 2009, namelijk 6

121 255 EUR,

– om de begroting in evenwicht te brengen met het bedrag van 8 000 000 EUR, als

gevolg van een verwachte substantiële toename van het aantal klanten;

2. stelt op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag van het Vertaalbureau vast dat door het

grotere totale aantal vertaalde pagina's in 2010 de inkomsten van het Vertaalbureau zijn

toegenomen tot 51 200 000 EUR in 2010, een toename van 13,71% in vergelijking met

2009; maakt eveneens uit het verslag op dat het uitvoeringscijfer van de uitgaven van het

Vertaalbureau is gestegen tot 43 040 000 EUR, hetgeen overeenkomt met 86,79% van de

kredieten, een toename van 18,27% in vergelijking met 2009;

3. herinnert eraan dat overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2965/94

betreffende de oprichting van het Vertaalbureau, de inkomsten en uitgaven in de begroting

van het Vertaalbureau in evenwicht moeten zijn; stelt vast dat voor het begrotingsjaar

2010 het totale overschot van het Vertaalbureau van 2009 24 000 000 EUR bedroeg;

neemt er evenwel kennis van dat het Vertaalbureau er voornamelijk door de overdracht

van middelen naar de pensioenregeling van de Unie en de terugbetaling aan zijn klanten,

Page 36: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

24

in is geslaagd het voornoemde overschot te beperken tot 9 200 000 EUR; heeft bovendien

van het Vertaalbureau vernomen dat de raad van bestuur in 2011 heeft besloten dit bedrag

van 9 200 000 EUR te gebruiken voor het aanleggen van een reserve voor uitzonderlijke

investeringen (4 300 000 EUR) en van een reserve voor prijsstabilisering (4 900 000

EUR);

4. is tevreden met de schikking in het langdurige geschil tussen het Vertaalbureau en de

Commissie over het vraagstuk van de werkgeversbijdrage aan de pensioenregeling van de

Unie;

5. is tevreden met het hierboven vermelde besluit van de raad van bestuur om een reserve

van 4 300 000 EUR aan te leggen voor investering in het in de jaren 2012-2013 te

realiseren programma e-CDT en een reserve van 4 900 000 EUR ter stabilisering van de

prijzen, teneinde de potentiële terugloop van zijn inkomsten als gevolg van de verwachte

daling van de vertaalvraag van zijn klanten te compenseren;

6. is er verheugd over dat naar aanleiding van het verzoek van de kwijtingsautoriteit de

definitieve jaarrekening van het Vertaalbureau voor het begrotingsjaar 2010 openbaar is

gemaakt op de website van het Vertaalbureau;

Aanbestedingsprocedures

7. verzoekt het Vertaalbureau ervoor te zorgen dat artikel 60 van het Financieel Reglement

wordt nageleefd door financieringsbesluiten vast te stellen voor operationele uitgaven;

vraagt het Vertaalbureau met name een betere controle in te stellen voor het proces van

aanbestedingsplanning;

8. neemt kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag van het Vertaalbureau

dat het Vertaalbureau twee nieuwe procedures heeft gestart voor vertaal-/revisiediensten

op het gebied van het spoor en op maritiem gebied;

9. merkt eveneens op dat een totaal van 47 raamcontracten is getekend;

Personeelszaken

10. stelt vast dat, aangezien acht medewerkers met hogere punten niet zijn bevorderd, terwijl

enkele andere medewerkers in dezelfde rang bevorderd zijn, artikel 45 van het Statuut niet

is geëerbiedigd, terwijl nota bene aanvullende discretionaire elementen in het uiteindelijke

bevorderingsbesluit waren opgenomen; neemt kennis van de verklaring van het

Vertaalbureau dat de dienst Interne controle (IAS) heeft erkend dat de "Besluiten over de

loopbaan en de bevordering van ambtenaren en tijdelijk personeel" die door de Raad van

bestuur op 7 februari 2008 zijn goedgekeurd, ruimte voor interpretatie laten en dat het

Vertaalbureau naar aanleiding van de definitieve beoordeling door de Dienst interne

controle (IAS) van de "Uitvoering van de bevordering van het personeel", die in

september 2010 is gepubliceerd, zijn interpretatie aan die van de Dienst interne controle

(IAS) heeft aangepast, waarbij de bijkomende criteria die eerder voor bevorderingen

werden gehanteerd, zijn afgeschaft;

11. neemt bovendien kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag dat het

Vertaalbureau in 2010 22 selectieprocedures heeft georganiseerd voor tijdelijk en vast

personeel, alsmede twee vergelijkende onderzoeken met het oog op aanstelling tot vast

ambtenaar;

Page 37: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

25

12. merkt op dat het Vertaalbureau een beroepsoriëntatiedienst heeft opgericht om

mogelijkheden voor medewerkers te identificeren en mobiliteit en beroepsoriëntatie

mogelijk te maken;

Prestaties

13. is tevreden met de uitbreiding van de dienstverlening van het Vertaalbureau, wat het

volume aan vertalingen betreft, aan de instellingen van de Unie in vergelijking met

2009, met name met de toename van 20,1% van het aantal vertaalde documenten,

terwijl de begroting van het Vertaalbureau ten opzichte van het voorgaande jaar met

11,98% was verlaagd;

14. stelt vast dat het Vertaalbureau overeenkomstig zijn jaarlijkse activiteitenverslag in

2010 overeenkomsten heeft ondertekend met zes nieuwe klanten, namelijk de

gemeenschappelijke ondernemingen ARTEMIS, ENIAC, IMI en FCH, het Europees

Ondersteuningsbureau voor asielzaken en het Agentschap voor de samenwerking tussen

energieregulators, en dat eerste contacten zijn gelegd met de Europese Bankautoriteit,

de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de Europese Autoriteit voor

verzekeringen en bedrijfspensioenen;

15. stelt vast dat het Vertaalbureau overeenkomstig zijn jaarlijkse activiteitenverslag

gedurende het begrotingsjaar 2010 circa 55% van het totale volume aan vertaalde

pagina's heeft uitbesteed; neemt bovendien kennis van de informatie in het verslag dat

het Vertaalbureau stappen heeft ondernomen om het beheer van zijn

vertaalwerkschema's in 2010 te consolideren door de afdelingen vraagbeheer en

freelancebeheer samen te voegen; neemt in het bijzonder kennis van het feit dat een

extern onderzoek inzake de validering van de verhouding tussen werkzaamheden die

intern worden uitgevoerd en uitbesteding is afgesloten en dat het door het Vertaalbureau

gehanteerde berekeningsmodel gevalideerd werd;

16. is ingenomen met de inspanningen van het Vertaalbureau om de kwaliteit van de

vertalingen te verbeteren; onderstreept dat 17 terminologieprojecten vóór eind 2010 zijn

afgerond, waardoor de terminologiedatabank werd verbeterd; moedigt het

Vertaalbureau aan cursussen voor zijn vertalers te organiseren die hun productiviteit

helpen te verbeteren;

17. verzoekt het Vertaalbureau de huidige gegevensstroom en de instrumenten die worden

gebruikt voor begrotingsplanning, te analyseren en controles in te stellen; merkt in

verband hiermee op dat de begrotingsplanning van het Vertaalbureau is gebaseerd op

Excel-instrumenten en manuele of op systemen gebaseerde controles van gegevens,

hetgeen kan leiden tot rekenfouten en een foutieve uitgavenplanning en uiteindelijk een

negatief effect kan hebben op de prijsstelling van het Vertaalbureau;

18. moedigt het Vertaalbureau aan minimumeisen te stellen wat prognoses betreft en de

samenwerking en informatie-uitwisseling met betrekking tot prognoses met

geselecteerde klanten te intensiveren, om het overschatten van uitgaven en

prijsstellingen te vermijden;

Page 38: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

26

Interne Audit

19. merkt op dat 12 "zeer belangrijke" aanbevelingen van de dienst Interne controle (IAS)

op 31 december 2010 nog steeds open stonden; is bezorgd dat de tenuitvoerlegging van

7 van deze aanbevelingen vertraging heeft opgelopen; stelt met name vast dat de

vertragingen betrekking hebben op de volgende belangrijke kwesties:

– de kwaliteit van de klantprognoses,

– informatie over begrotingsjaar 2008,

– de beoordeling van het interne controlesysteem;

verzoekt het Vertaalbureau derhalve deze vertragingen aan de kwijtingsautoriteit uit te

leggen en met een oplossing voor de situatie te komen;

20. merkt op dat het Vertaalbureau, wat de 12 "zeer belangrijke" aanbevelingen van de IAS

betreft, de aanbeveling betreffende financiële verslaglegging heeft verworpen; verzoekt

het Vertaalbureau de kwijtingsautoriteit de redenen voor dit besluit mede te delen;

21. stelt vast dat de IAS een controle heeft uitgevoerd van de begroting van de uitgaven,

een follow-upcontrole heeft afgewerkt van het personeelsbeleid en van de toepassing

van de interne controlenormen en een IT-risicobeoordeling heeft uitgevoerd;

22. neemt kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag van het

Vertaalbureau dat uit het definitieve verslag van de IAS over de follow-up van de

controle blijkt dat er 41 aanbevelingen waren gedaan, dat 29 aanbevelingen nog in

behandeling waren, dat 10 aanbevelingen waren uitgevoerd en dat 2 aanbevelingen

slechts gedeeltelijk of helemaal niet waren aanvaard;

23. erkent dat de interne-auditcapaciteit formele consultingactiviteiten heeft uitgevoerd op

de volgende terreinen:

– advies inzake de optimalisering van de organisatiestructuur en de daarmee

verbonden verlaging van de kosten,

– coördinatie van de IT-risicobeoordeling,

– facilitering van en advies inzake de jaarlijkse risicobeheersactie van het

Vertaalbureau,

– ondersteuning van en begeleiding bij de kwaliteitscontrole;

24. wijst op zijn aanbevelingen in eerdere kwijtingsverslagen, zoals uiteengezet in de

bijlage bij deze resolutie;

Page 39: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

27

25. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn

resolutie van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het

toezicht op de agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 40: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

28

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Vertaalbureau voor de

organen van de

Europese Unie 2006 2007 2008 2009

Prestaties n.v.t.

- Doelstellingen en prestatie-

indicatoren zijn vaak niet

meetbaar

- Neemt er kennis van dat in 2007

9 300 000 EUR werd terugbetaald

aan zijn klant

- Verbeteringen op het gebied van IT

(FLOSYSWEB)

- Neemt er kennis van dat in 2008 11 450 000

EUR werd terugbetaald aan zijn klant

- Verzoekt het Vertaalbureau de evaluatie van zijn prestaties

verder te ontwikkelen door de koppelingen te verbeteren tussen

zijn strategische acties en de in zijn jaarlijkse werkprogramma

opgenomen acties en door de indicatoren voor het volgen van

zijn prestaties te beoordelen, teneinde te voldoen aan SMART-

criteria

Budgettair en

financieel beheer

n.v.t.

- De programmering moet een

duidelijk, consistent verband

vertonen tussen de gestelde

doelen en de inzet van de

begrotingsmiddelen die nodig zijn

om deze te halen

- Verzoekt het Vertaalbureau doeltreffender

maatregelen te nemen om de continue stijging

van zijn overschot tegen te gaan→ 2008: 26

700 000 EUR; 2006: 10 500 000 EUR - Verzoekt de Commissie de omvang van de

kasmiddelen van het Vertaalbureau te

onderzoeken: 48 405 006 EUR - Verzoekt het Vertaalbureau zijn klanten in de

toekomst kostendekkende diensten aan te

bieden

- Verzoekt het Vertaalbureau om systematische toepassing van

artikel 8, lid 2, van het Financieel Reglement, waarin wordt

gesteld dat "vastleggingskredieten de totale kosten dekken van

de juridische verbintenissen die worden aangegaan gedurende

het lopende begrotingsjaar"

- Verzoekt het Vertaalbureau doeltreffender maatregelen te

nemen om de continue stijging van zijn overschot tegen te gaan,

dit overschot houdt vooral verband met een gebrek aan precisie

van de prognoses van vertaalverzoeken die van zijn klanten

worden ontvangen

Personeelszaken

-Zwakheden in de

aanwervingsprocedures: geen

schriftelijke bewijzen van de

regels die zijn toegepast bij de

evaluatie van het dossier van de

kandidaat -Het conflict tussen het

Vertaalbureau en de Commissie

betreffende het

werkgeversgedeelte van de

bijdragen voor het personeel is

niet opgelost

n.v.t.

- Het Vertaalbureau moet zijn

aanwervingsprocedures op een realistischer en

doelmatiger wijze plannen, zodat de

tijdslimieten in acht worden genomen en kan

worden voorzien in alle behoeften als gevolg

van de uitbreiding van het personeelsbestand

(zowel kwantitatief als kwalitatief)

- Het conflict tussen het Vertaalbureau en de

Commissie betreffende het werkgeversgedeelte

van de bijdragen voor het personeel is niet

opgelost

- Verzoekt het Vertaalbureau om in functiebeschrijvingen

informatie op te nemen over gevoelige functies en ervoor te

zorgen dat alle risicobeperkende controles waarin is voorzien,

worden geïdentificeerd

- Moedigt het Vertaalbureau aan om de uitvoeringsbepalingen

inzake opleiding te actualiseren en hiervoor een nieuw

tijdschema vast te stellen

Interne controle

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

- Verzoekt het Vertaalbureau een uitgebreide schriftelijke

procedure vast te stellen met de taken en de tijd- en

werkschema's voor de opstelling, validering en boeking van

invorderingsopdrachten voor aan klanten geleverde transacties

Page 41: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

29

P7_TA-PROV(2012)0166

Kwijting 2010: Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van

de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0274/2011 – 2011/2213(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum

voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende

oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding3, en

met name artikel 12 bis,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0129/2012),

1. verleent de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het

begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 127. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 42: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

30

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Centrum voor de

ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te

zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 43: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

31

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0274/2011 – 2011/2213(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum

voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende

oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding3, en

met name artikel 12 bis,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0129/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Centrum voor

de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Europees

Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Raad, de Commissie en de

Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie

(serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 127. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 44: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

32

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0274/2011 – 2011/2213(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum

voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien het EG-Verdrag, en met name artikel 276,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende

oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding3, en

met name artikel 12 bis,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0129/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de

beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de directeur van het Centrum op 10 mei 2011 kwijting heeft

verleend voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 127. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 45: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

33

20091 en dat het Parlement in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere:

-– het Centrum verzocht heeft om de begrotingsbeginselen van specialiteit en transparantie

effectiever toe te passen,

– erop gewezen heeft dat het Centrum kredieten heeft overgedragen (31% van de

administratieve uitgaven - titel II) en betalingskredieten heeft geannuleerd (24% van de

totale kredieten voor beleidsuitgaven),

– de directeur van het Centrum verzocht heeft om specifiekere informatie over de inhoud

van de 15 aanbevelingen van de dienst Interne Audit (IAS) die op 31 december 2008

nog openstonden, alsmede over de 14 nieuwe aanbevelingen die de IAS die op

31 december 2009 nog openstonden,

– het Centrum verzocht heeft om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de

stappen die het ondernomen heeft in het kader van de procedure voor vrijmakingen om

de transparantie van de inventaris van activa verder te verbeteren;

C. overwegende dat de totale begroting van het Centrum 18 300 000 EUR bedroeg voor 2010,

hetgeen een daling van 1,6% betekent ten opzichte van het begrotingsjaar 2009;

D. overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van het Centrum 16 920 000

EUR bedroeg voor het begrotingsjaar 2010, hetgeen een toename van 2% betekent ten

opzichte van 2009;

Financieel en begrotingsbeheer

1. neemt er via de jaarrekening van het Centrum voor het begrotingsjaar 2010 (CAA) kennis

van dat het midden december 2010 een aanvullende en gewijzigde begroting heeft

ontvangen ter waarde van 810 000 EUR voor de financiering van studies op verzoek van

DG Werkgelegenheid op het vlak van het voorspellen van de behoefte aan vaardigheden;

2. neemt nota van de verklaring van de raad van bestuur inzake de definitieve jaarrekening

van het Centrum voor 2010 dat de begroting voor 2010 gefinancierd met de bijdrage van de

Unie voor 99% werd uitgevoerd;

3. neemt er via de CAA eveneens kennis van dat de kosten voor representatie en

vergaderingen met respectievelijk 233% en 37% gestegen zijn ten opzichte van 2009;

bevestigt de ontvangst, bij schrijven d.d. 23 februari 2012, van de motivering van deze

uitgavenstijging; stelt in het bijzonder vast dat de stijging van de

vertegenwoordigingskosten het gevolg was van de organisatie van een receptie voor het

afscheid van de voormalig directeur; verzoekt het Centrum de kosten van representatie en

vergaderingen te beperken tot werkelijke behoeften;

4. merkt op dat het Centrum jaarlijkse bijdragen ontvangt van twee niet-EU-lidstaten die

profiteren van het werk van het Centrum; merkt op dat de bijdragen van Noorwegen en

IJsland aan de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2010 samen 421 308

EUR bedroegen; herinnert eraan dat deze middelen als bestemmingsontvangsten worden

1 PB L 250 van 27.09.11, blz. 130.

Page 46: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

34

beheerd, waardoor zij voor specifieke projecten moeten worden vastgelegd; merkt op dat

het streefdoel voor het gebruik van deze middelen in 2010 niet bereikt werd door het

Centrum; onderstreept dat de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2009 al gewezen had op

de tekortkomingen van het Centrum betreffende het gebruik van deze middelen; bevestigt

de ontvangst, bij schrijven d.d. 23 februari 2012, van de motivering van deze situatie;

constateert in dit verband met voldoening dat het doel in 2011 bereikt was en dat 100% van

het geplande budget was uitgevoerd; neemt kennis van de verklaring van het Centrum dat

het voor 2010 gestelde doel niet bereikt werd als gevolg van het feit dat de

herstelwerkzaamheden aan de gebouwen van het Centrum werden uitgesteld; neemt ook

kennis van de toezegging van het Centrum dat het de bijdragen van Noorwegen en IJsland

van vorige jaren in 2012 volledig zal opgebruiken; verzoekt het Centrum de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de wijze waarop deze bijdragen gebruikt

worden;

Overdracht van kredieten

5. stelt in de CAA vast dat het Centrum in 2010 een bedrag van 794 700 EUR heeft

overgedragen naar 2011 van kredieten uit titel 1 (personeel) en titel 2 (administratie);

herinnert eraan dat automatische overdrachten van kredieten enkel betrekking hebben op

uitgaven onder titels 1 en 2;

6. stelt in CAA ook vast dat er een niet-automatische overdracht werd uitgevoerd ter waarde

van 55 910 EUR in verband met uitgaven uit hoofde van Titel 2;

7. stelt enige verbetering vast, aangezien de geannuleerde betalingskredieten daalden van

24% in 2009 naar 14% in 2010; is voorts ingenomen met de belofte van het Centrum om

zijn overdrachten verder te beperken door monitoring op basis van standaardmodellen uit te

voeren van de begrotingsuitvoering (vastleggingen, betalingen) en het verloop van het

plaatsen van opdrachten;

8. verzoekt het Centrum desalniettemin om meer inspanningen te leveren om de overdracht

van kredieten te beperken om zo het jaarperiodiciteitsbeginsel beter in acht te nemen;

herinnert het Centrum eraan dat het dit kan doen door zijn programmerings- en

monitoringstelsels beter af te stemmen en door vroeger in het kalenderjaar van start te gaan

met het plaatsen van opdrachten;

Overschrijvingen

9. is ingenomen met het feit dat het Centrum de kwijtingsautoriteit kon verzekeren dat het

transparantiebeginsel doeltreffend werd toegepast, door regelmatig verslag uit te brengen

aan de raad van bestuur over alle overschrijvingen tussen begrotingsonderdelen die in de

loop van het jaar werden uitgevoerd; merkt in het bijzonder op dat er sinds 20 september

2011 vijf overschrijvingen van vastleggingskredieten (ter waarde van maximum 35 000

EUR) tussen begrotingsonderdelen werden uitgevoerd door het Centrum en dat de raad van

bestuur regelmatig in kennis werd gesteld van deze overschrijvingen; verzoekt het Centrum

desalniettemin om deze overschrijvingen zo veel mogelijk te beperken om tevens het

specialiteitsbeginsel toe te passen;

Page 47: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

35

Personeelszaken (PZ)

10. erkent dat de directeur het Centrum op 15 oktober 2010 heeft verlaten aan het eind van zijn

mandaat en nu een andere functie bekleedt in het Italiaanse agentschap voor

beroepsonderwijs- en opleiding, werkgelegenheid en sociaal beleid;

11. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van het Centrum (AAR) kennis van dat het

Centrum op 31 december 2010 96 personeelsleden in dienst had, wat neerkomt op 5

functies minder dan het aantal dat voorzien is in het organigram; merkt op dat er eveneens

24 arbeidscontractanten en 5 gedetacheerde nationale deskundigen werden toegevoegd aan

het totaal aantal personeelsleden en dat de verhouding tussen het operationeel en het

administratief personeel 90/35 bedroeg;

12. neemt nota van de verklaring van de raad van bestuur in zijn advies inzake de definitieve

jaarrekening van het Centrum voor 2010 dat de wervingsprocedures voor elk van de vijf

vacatures nog liepen of met succes afgerond waren voor 31 december 2010;

13. is ingenomen met het feit dat het Centrum in 2010 een online wervingsinstrument heeft

uitgewerkt, RECON – Recruitment Online, dat het Centrum in staat zal stellen om sneller

en doeltreffender personeelsleden aan te werven;

Prestaties

14. stelt met tevredenheid vast dat het Centrum, zoals verzocht door de kwijtingsautoriteit,

Gannt-diagrammen beschikbaar heeft gesteld voor elk van de belangrijkste operationele

activiteiten van 2011; herinnert het Centrum eraan dat deze grafieken bondig weergeven

hoeveel tijd een personeelslid aan een bepaald project heeft besteed en een meer

resultaatgerichte benadering stimuleren;

15. stelt in het AAR vast dat het prestatiemeetsysteem (PMS) volledig werd toegepast en

moedigt het Centrum aan om de kwalitatieve beoordelingen verder te ontwikkelen als

aanvulling op de eerder kwantitatieve PMS-indicatoren;

Interne audit

16. neemt nota van het feit dat het Centrum bepaalde aanbevelingen die de IAS in het kader

van de audits betreffende het beheer van personeelszaken in 2008 en betreffende ethiek in

2009 gedaan heeft, nog moet toepassen; bevestigt de ontvangst, bij schrijven d.d. 23

februari 2012, van een motivering; is ingenomen met het feit dat voor de audit betreffende

personeelszaken in 2008 13 van de 14 aanbevelingen zijn uitgevoerd; is ook verheugd dat

voor de audit op ethisch gebied in 2009 16 van de 17 aanbevelingen zijn uitgevoerd;

verzoekt het Centrum de kwijtingsautoriteit te informeren over de vorderingen bij de

uitvoering van de resterende aanbevelingen;

17. stelt in het AAR vast dat de IAS in 2010 een risicobeoordeling van ICT heeft uitgevoerd; is

ingenomen met het feit dat het Centrum alle acties die het naar aanleiding van de

Page 48: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

36

bevindingen van zijn ICT-risicobeoordeling had gepland, op 31 december 2011 had

voltooid;

18. neemt er eveneens nota van dat de IAS in april 2010 nog een audit heeft uitgevoerd

betreffende het AAR en over de bouwsteen "betrouwbaarheid" bij het Centrum; neemt er

via het Centrum kennis van dat het eindverslag van de IAS op 5 juli 2010 beschikbaar werd

gemaakt voor het Centrum en dat dit verslag redelijke waarborgen bood ten aanzien van de

verwezenlijking van jaarlijkse rapportage, met inbegrip van een

betrouwbaarheidsverklaring van de directeur; is ingenomen met de informatie die het

Centrum bij schrijven d.d. 23 februari 2012 heeft verstrekt, waarin het meldt dat alle zeven

IAS-aanbevelingen eind december 2011 waren uitgevoerd;

19. verneemt in het AAR dat het Centrum begonnen is met de toepassing van de nieuwe

internecontrolenormen (Internal Control Standards – ICS) in 2009 en dat er tegen eind

2010 volledig werd voldaan aan de basisvereisten, met uitzondering van ICS 8 en ICS 10;

is ingenomen met de informatie die het bij schrijven d.d. 23 februari 2012 heeft ontvangen,

waarin het Centrum meldt dat eind 2011 volledig was voldaan aan de basisvereisten voor

ICS 8; neemt kennis van de toezegging van het Centrum dat in de eerste helft van 2012 aan

de basisvereisten voor ICS 10 zal worden voldaan;

Interne auditcapaciteit (IAC)

20. verneemt uit het AAR dat er in het IAC-auditplan voor 2010 voorziet in verschillende ex-

post-audits en audits tijdens de processen van de aanbestedingsprocedures, in het bijzonder

voor de studie naar aanbestedingen en gunningsprocedures; merkt bovendien op dat het

Centrum naar aanleiding van een IAC-audit betreffende de subsidieprocedures overging tot

de terugvordering van bedragen die waren uitbetaald aan nationale subsidiebegunstigden

ter waarde van 23 647,67 EUR;

21. is bezorgd over het feit dat de IAC het Centrum op 31 augustus 2010 heeft verlaten; is van

mening dat de verslagen van de IAC zouden kunnen leiden tot verdere verbeteringen in de

interne controlemaatregelen voor procedures voor het plaatsen van opdrachten en

subsidieprocedures;

22. neemt desalniettemin nota van de opmerkingen van het Centrum dat de IAC-functies

tegenwoordig zijn afgedekt door externe contractanten (zoals de audit betreffende de

financiële software van het Centrum (FIBUS) die in 2011 werd uitbesteed en afgerond) of

door interne projectgroepen;

23. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit eerdere kwijtingsverslagen, zoals toegelicht

in de bijlage bij deze resolutie;

o

o o

Page 49: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

37

24. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 50: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

38

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Cedefop (Europees

Centrum voor de

ontwikkeling van de

beroepsopleiding)

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t.

- Doelstellingen en prestatie-

indicatoren zijn vaak niet

meetbaar het Centrum dient zijn

programmering te verbeteren. In

de programmering moet een

duidelijk, consistent verband

worden gelegd tussen de gestelde

doelen en de tenuitvoerlegging

van de begrotingsmiddelen die

nodig zijn om deze te bereiken.

- Verzoekt het Centrum om SMART-doelstellingen en

RACER-indicatoren vast te leggen en een Gannt-diagram op

te stellen –> een resultaatgerichte benadering bevorderen

- Verzoekt het Centrum om een diachronische analyse uit te

werken van de werkzaamheden die dit jaar en in de vorige

jaren zijn uitgevoerd.

- Verzoekt het Centrum en de Europese Stichting voor

opleiding in hun activiteitenverslag 2009 een gedetailleerd

vervolgverslag over de samenwerkingsovereenkomst op te

nemen;

- Verzoekt het Centrum om een duidelijke vergelijking op

te stellen van de activiteiten die werden uitgevoerd tijdens

het jaar waarvoor de kwijting moet worden verleend en

tijdens het vorige begrotingsjaar

Financieel en

begrotingsbeheer

- het specialiteitsbeginsel werd niet strikt

in acht genomen; 43% van de

vastleggingen werd overgedragen naar het

volgende begrotingsjaar. Voor

beleidsuitgaven werd meer dan 20% van

de betalingskredieten geannuleerd. Groot

aantal begrotingsoverschrijvingen - Problemen rond transparantie in de

aanbestedingsprocedures

n.v.t.

- Tekortkomingen in de programmering en monitoring van

gesplitste kredieten voor beleidsactiviteiten: 25% van de

betalingskredieten werd overgedragen

- Verzoekt het Centrum de begrotingsbeginselen van

specialiteit en transparantie effectiever toe te passen

Personeelszaken

- Problemen rond transparantie: in twee

gevallen heeft het Centrum de nodige

beroepservaring die vereist was op basis

van de vacatureaankondiging niet correct

getoetst tijdens de preselectiefase

n.v.t.

n.v.t.

- Merkt op dat het Centrum veranderingen heeft

doorgevoerd in zijn aanwervingsprocedures, nadat de

Rekenkamer in zijn kwijtingsverslag 2009 het Centrum

heeft verzocht de transparantie verder te verbeteren; is

ingenomen met het initiatief dat het Centrum in juni 2010

heeft genomen om de vragen in schriftelijke testen en

gesprekken vóór de preselectie op te stellen;

Interne audit - De procedures voor interne controle

waren niet volledig

n.v.t.

- Verzoekt het Centrum om 15 van de 30 aanbevelingen van

de IAS toe te passen: i.e. het beheer van personeelszaken

(prestaties van het personeel, persoonlijke doelstellingen

bepalen en de rol en verantwoordelijkheden van het

personeelscomité vastleggen)

- verzoekt de directeur van het Centrum om specifieke

informatie over de inhoud van de 15 aanbevelingen van de

IAS van 31 december 2008, en van de 14 nieuwe

aanbevelingen van de IAS van 31 december 2009

- Verzoekt het Centrum om de kwijtingsautoriteit op de

hoogte te stellen van de stappen die het ondernomen heeft

in het kader van de procedure voor vrijmakingen om de

transparantie van de inventaris van activa verder te

verbeteren. Voorts is het Centrum begonnen met het

documenteren van de belangrijkste controleprocessen.

Page 51: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

39

P7_TA-PROV(2012)0167

Kwijting 2010: Europese Politieacademie

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0290/2011 – 2011/2230(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar

2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

Academie1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de

Europese Politieacademie (EPA)3, en met name artikel 16,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien Beschikking C(2011)4680 van de Commissie van 30 juni 2011 houdende inwilliging

van een verzoek van de Europese Politieacademie om een derogatie van Verordening (EG,

Euratom) nr. 2343/2002,

– gezien het verslag van de Europese Politieacademie van 12 juli 2010 over de terugbetaling

van privé-uitgaven (10/0257/KA),

– gezien de externe audit over de terugbetaling van privé-uitgaven waartoe de Europese

Politieacademie opdracht heeft gegeven (contract CEPOL/2010/001),

– gezien het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de Europese

Politieacademie (contract CEPOL/CT/2010/002),

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 134. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 52: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

40

– gezien het jaarverslag 2009 van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid,

– gezien het vierde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering

van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-

2014 van de Europese Politieacademie,

– gezien de nota van de dienst Interne audit (IAS) van 4 juli 2011 (Ares-ref. (2011) 722479)

over het derde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van

haar meerjarenactieplan 2010-2014,

– gezien het verslag en de bijlagen daarbij van de Europese Politieacademie over de

uitvoering van de resolutie van het Europees Parlement over "Kwijting 2009: Europese

Politieacademie",

– gezien het verslag en de bijlage daarbij van de Europese Politieacademie over de toepassing

van haar handleiding voor aanbestedingen in de periode 1 juli 2010 - 1 juli 2011,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0119/2012),

1. verleent de directeur van de Europese Politieacademie kwijting voor de uitvoering van de

begroting van de Academie voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese Politieacademie, de Raad, de

Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van

de Europese Unie (serie L).

Page 53: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

41

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0290/2011

– 2011/2230(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar

2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

Academie1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de

Europese Politieacademie (EPA)3, en met name artikel 16,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien Beschikking C(2011)4680 van de Commissie van 30 juni 2011 houdende inwilliging

van een verzoek van de Europese Politieacademie om een derogatie van Verordening (EG,

Euratom) nr. 2343/2002,

– gezien het verslag van de Europese Politieacademie van 12 juli 2010 over de terugbetaling

van privé-uitgaven (10/0257/KA),

– gezien de externe audit over de terugbetaling van privé-uitgaven waartoe de Europese

Politieacademie opdracht heeft gegeven (contract CEPOL/2010/001),

– gezien het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de Europese

Politieacademie (contract CEPOL/CT/2010/002),

– gezien het jaarverslag 2009 van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid,

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 134. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 54: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

42

– gezien het vierde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering

van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-

2014 van de Europese Politieacademie,

– gezien de nota van de dienst Interne audit (IAS) van 4 juli 2011 (Ares-ref. (2011) 722479)

over het derde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van

haar meerjarenactieplan 2010-2014,

– gezien het verslag en de bijlagen daarbij van de Europese Politieacademie over de

uitvoering van de resolutie van het Europees Parlement over "Kwijting 2009: Europese

Politieacademie",

– gezien het verslag en de bijlage daarbij van de Europese Politieacademie over de toepassing

van haar handleiding voor aanbestedingen in de periode 1 juli 2010 - 1 juli 2011,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0119/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Europese

Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese

Politieacademie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 55: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

43

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0290/2011 – 2011/2230(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar

2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

Academie1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de

Europese Politieacademie (EPA)3, en met name artikel 16,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien Beschikking C(2011)4680 van de Commissie van 30 juni 2011 houdende inwilliging

van een verzoek van de Europese Politieacademie om een derogatie van Verordening (EG,

Euratom) nr. 2343/2002,

– gezien het verslag van de Europese Politieacademie van 12 juli 2010 over de terugbetaling

van privé-uitgaven (10/0257/KA),

– gezien de externe audit over de terugbetaling van privé-uitgaven waartoe de Europese

Politieacademie opdracht heeft gegeven (contract CEPOL/2010/001),

– gezien het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de Europese

Politieacademie (contract CEPOL/CT/2010/002),

– gezien het jaarverslag 2009 van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid,

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 134. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 56: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

44

– gezien het vierde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering

van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-

2014 van de Europese Politieacademie,

– gezien de nota van de dienst Interne audit (IAS) van 4 juli 2011 (Ares-ref. (2011) 722479)

over het derde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van

haar meerjarenactieplan 2010-2014,

– gezien het verslag en de bijlagen daarbij van de Europese Politieacademie over de

uitvoering van de resolutie van het Europees Parlement over "Kwijting 2009: Europese

Politieacademie",

– gezien het verslag en de bijlage daarbij van de Europese Politieacademie over de toepassing

van haar handleiding voor aanbestedingen in de periode 1 juli 2010 - 1 juli 2011,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0119/2012),

A. overwegende dat de Europese Politieacademie ("de Academie") in 2001 is opgericht en per

1 januari 2006 is omgevormd tot een communautair orgaan in de zin van artikel 185 van het

algemeen Financieel Reglement, waarop de financiële kaderregeling voor de agentschappen

van toepassing is;

B. overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslagen over de jaarrekeningen van de Academie

voor de begrotingsjaren 2006, 2007 en 2009 een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van

zijn beoordeling van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen op

grond van het feit dat de aanbestedingsprocedures niet in overeenstemming met de

voorschriften van het Financieel Reglement waren;

C. overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslag over de jaarrekeningen van de Academie

voor het begrotingsjaar 2008 een toelichting heeft gevoegd bij zijn oordeel over de

betrouwbaarheid van de rekeningen, zonder dit uitdrukkelijk te beperken, en dat hij zijn

oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen heeft

beperkt;

D. overwegende dat het Parlement in zijn besluit van 7 oktober 2010 heeft besloten de

directeur van de Academie geen kwijting te verlenen voor de uitvoering van de begroting

van de Academie voor het begrotingsjaar 2008;

E. overwegende dat het Parlement bij zijn besluit van 10 mei 2011 heeft beslist het besluit tot

het verlenen van kwijting aan de directeur van de Academie voor de uitvoering van de

begroting voor 2009 uit te stellen1 en deze kwijting vervolgens heeft verleend bij zijn

besluit van 25 oktober 20112;

F. overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Academie

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 260. 2 PB L 313 van 26.11.2011, blz. 17.

Page 57: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

45

voor het begrotingsjaar 2010 voor het eerst sinds de Academie een orgaan is geworden een

goedkeurende verklaring heeft afgegeven over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de

wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen;

G. overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslag over de uitvoering van het

meerjarenactieplan 2010-2014 van de Academie heeft verklaard dat de Academie

vooruitgang boekt bij het bereiken van de in het actieplan vastgestelde mijlpalen;

H. overwegende dat de IAS in zijn nota van 4 juli 2011 aan de directeur van de Academie heeft

verklaard dat de beschrijving van de uitvoering van het actieplan van de Academie in het

voortgangsverslag weliswaar vrij algemeen blijft, maar een duidelijk overzicht biedt van de

stand van zaken bij het bereiken van de mijlpalen en derhalve een toereikende basis vormt

om de verschillende belanghebbende partijen te informeren;

I. overwegende dat de Commissie bij beschikking C(2011)4680 van 30 juni 2011 heeft

besloten de Academie een derogatie van de bepalingen van artikel 74 ter van Verordening

(EG, Euratom) nr. 2343/2002 te verlenen;

J. overwegende dat de begroting van de Academie voor 2010 7 800 000 EUR bedroeg,

tegenover 8 800 000 EUR in 2009, hetgeen een daling van 11,4% betekent; overwegende

dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie voor 2010 7.800.000 EUR1

bedroeg;

Financieel en begrotingsbeheer – algemene opmerkingen

1. neemt kennis van de opmerking van de Academie dat deze in het begrotingsjaar 2010 over

onvoldoende financiële middelen beschikte door een verlaging met 1 000 000 EUR van de

bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie; is verbaasd over dit standpunt, met

name in deze tijden van crisis, aangezien goed beheer garant staat voor een correcte en

kostenefficiënte besteding van de beschikbare begroting en 31,6% van de begroting van de

Academie voor 2010 naar 2011 is overgedragen;

2. erkent op basis van gegevens van de Commissie evenwel dat de totale bijdrage van de Unie

in 2009 8 800 000 EUR bedroeg, waarvan 7 800 000 EUR werd gefinancierd uit de

begroting voor 2009 en het resterende saldo van 1 000 000 EUR gefinancierd werd met

bestemmingsontvangsten van 2007 uit de terugvordering van het overschot van de

Academie voor het begrotingsjaar 2007; merkt op dat de Commissie voor 2010 had

voorgesteld de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie voor 2010 te

verlagen tot de voor 2009 goedgekeurde kredieten, te weten 7 800 000 EUR, gezien het lage

uitvoeringspercentage in 2008; moedigt de Academie dan ook aan in haar definitieve

jaarrekening steeds een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende onderdelen

van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie;

3. stelt in de jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010 een aantal

tekortkomingen vast met betrekking tot individuele begrotingen en vastleggingen voor

cursussen en studiebijeenkomsten, waarbij in 2010 kredieten werden vastgelegd en betaald

voor uitgaven van 2009; herinnert de Academie eraan dat dit in strijd is met het

jaarperiodiciteitsbeginsel; spoort de Academie aan maatregelen te treffen om herhaling van

dergelijke tekortkoming in de toekomst te voorkomen;

1 PB L 64 van 12.03.10, blz. 1047.

Page 58: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

46

4. leest in het jaarverslag voor begrotingsjaar 2010 van de Academie dat 99,56% van de

vastleggingskredieten is vastgelegd en dat 46% van de betalingskredieten is besteed, maar

dat de definitieve bestedingscijfers onder titel III (Operationele uitgaven) pas eind 2011

beschikbaar zouden zijn; stelt vast dat volgens de definitieve jaarrekening van de Academie

voor begrotingsjaar 2010 59,12% van de betalingskredieten is besteed in 2010;

5. neemt kennis van de door het nieuwe management en het nieuwe bestuur van de Academie

genomen maatregelen om, in reactie op het verzoek van het Parlement om actie te

ondernemen, de tekortkomingen aan te pakken, na de ernstige onregelmatigheden bij de

uitvoering van de begroting voor 2009;

6. vestigt de aandacht op het feit dat hoewel de Rekenkamer de onderliggende verrichtingen

bij de jaarrekening van de Academie als wettig en regelmatig beschouwt, zij eveneens

benadrukt dat, met betrekking tot uitgaven voor de organisatie van cursussen en seminars,

de procedure van de Academie voor de goedkeuring van de kostendeclaraties betreffende

deze activiteiten niet streng genoeg was, vooral wat betreft de volledigheid van de

bewijsstukken; merkt op dat de Academie hierop heeft geantwoord dat in besluit

11/2011/GB van de raad van bestuur van de Academie van 10 maart 2011 de eis is

opgenomen dat bij de indiening van financiële verslagen en kostendeclaraties een volledig

gesigneerde lijst van deelnemers moet worden overgelegd;

7. neemt kennis van het feit dat bij besluit 11/2011/GB de regels met betrekking tot

terugbetalingen voor de activiteiten van de Academie grotendeels zijn herzien, waarbij ook

verschillende maatregelen met betrekking tot de strenge toepassing van het Financieel

Reglement en een strikt gedisciplineerde aanpak op het gebied van subsidiabele kosten, met

inbegrip van verplichte verslaglegging, werden verduidelijkt;

8. betreurt het feit dat vóór de goedkeuring van besluit 34/2010/GB van de raad van bestuur

van de Academie van 29 september 2010 de sluitingsdata voor de terugbetaling van kosten

niet werden gehandhaafd, zodat er geen duidelijke verbetering merkbaar was in de naleving

van deze sluitingsdata; herhaalt dat het niet naleven van sluitingsdata één van de

belangrijkste factoren is die goed financieel beheer kunnen belemmeren; neemt kennis van

het feit dat er, in overeenstemming met besluit 34/2010/GB, geen terugbetalingen

plaatsvinden van na de sluitingsdatum ontvangen kostendeclaraties; vraagt de Academie de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de tenuitvoerlegging van besluit

34/2010/GB;

9. neemt kennis van de verklaring van de Academie dat de Commissie haar begroting voor

2010 met 1 000 000 EUR heeft verminderd, maar benadrukt dat het voor 2010 toegekende

bedrag hetzelfde is als voor 2009;

Overdracht van kredieten

10. concludeert uit de definitieve jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010

dat 2 469 984,20 EUR van de voor 2010 vastgelegde kredieten, ofwel 31,6% van de

begroting van de Academie voor 2010, naar 2011 is overgedragen en herinnert de Academie

eraan dat deze overdracht in strijd is met het jaarperiodiciteitsbeginsel;

11. betreurt dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Academie voor het

begrotingsjaar 2010 geen melding maakt van de kredieten die de Academie heeft

overgedragen;

Page 59: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

47

12. is bezorgd over het feit dat, hoewel de Rekenkamer met redelijke zekerheid heeft kunnen

vaststellen dat de jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010 op alle

essentiële punten betrouwbaar is, ze eveneens heeft vastgesteld dat meer dan 1 600 000

EUR, hetgeen overeenkomt met 48% van de uit 2009 overgedragen kredieten, in 2010

geannuleerd moest worden; herinnert de Academie eraan dat deze situatie in strijd is met het

begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit en kan worden verbeterd door een betere

programmering en bewaking van de uitvoering van haar begroting, ter beperking van de

overdracht van kredieten; verzoekt de Academie dan ook om dienaangaande doeltreffende

actie te ondernemen;

13. neemt kennis van het antwoord van de Academie, waarin deze aangeeft dat de overdracht

van in 2010 vastgelegde kredieten aan strenge voorwaarden werd onderworpen, teneinde

herhaling van de door de Rekenkamer beschreven situatie te voorkomen en de annuleringen

in 2011 tot een minimum te beperken;

14. neemt kennis van het feit dat de Academie in 2010 wekelijkse vergaderingen over het

financiële beheer heeft ingevoerd teneinde de uitvoering en de controle van de begroting te

verbeteren en dat in juni 2011 alle openstaande betalingsverplichtingen zijn nagekeken met

het oog op een betere begrotingsbewaking en een optimale uitvoering van de begroting voor

2011; verzoekt de Rekenkamer en de IAS om het Parlement te verzekeren dat er

daadwerkelijke verbeteringen op dit gebied zijn doorgevoerd en dat alle instrumenten voor

deze programmering en bewaking aanwezig zijn;

Aanbestedingsprocedures

15. neemt kennis van het feit dat de Academie op 8 juni 2010 een voor intern gebruik bestemde

handleiding voor aanbestedingen heeft aangenomen, zoals het Parlement had gevraagd in

zijn kwijting van de Academie voor 2008; merkt tevens op dat deze handleiding op 1 juli

2010 van kracht is geworden en dat er een aanbestedingscoördinator is aangesteld;

Volledigheid van de interne registratie van kosten van dienstreizen

16. verzoekt de Academie om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de effectieve

uitvoering van de "zeer belangrijke" aanbeveling van de IAS over de volledigheid van de

interne registratie van de kosten van dienstreizen;

Activiteiten van de Academie

17. heeft van de Rekenkamer vernomen dat uitgaven voor de organisatie van cursussen en

studiebijeenkomsten een aanzienlijk deel van de begroting van de Academie

vertegenwoordigen; erkent dat de procedure voor de goedkeuring van kostendeclaraties

betreffende dergelijke activiteiten niet streng genoeg was, met name wat de volledigheid

van de bewijsstukken betreft;

18. neem evenwel kennis van de verklaring van de Academie dat de verslaglegging over en de

controle op haar activiteiten is verbeterd en dat de procedure voor de goedkeuring van

kostendeclaraties en de daarbij horende bewijsstukken is herzien, met de volgende concrete

maatregelen:

– invoering van de verplichting om door alle deelnemers ondertekende lijsten over te

leggen bij de indiening van financiële verslagen en kostendeclaraties,

Page 60: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

48

– herziening en verduidelijking van de regels voor de terugbetaling van uitgaven voor

activiteiten van de Academie,

– strikte handhaving van de op 29 september 2010 ingevoerde uiterste indiendatum, waarna

verzoeken tot terugbetaling niet langer worden aanvaard,

– organisatie van een nieuwe opleiding voor organisatoren van cursussen om de controle

over de cursussen en de kwaliteit van de betalingsbewijzen verder te verbeteren,

– invoering in 2011 van verificaties achteraf van de door de Academie georganiseerde

cursussen,

– verificatie van vier activiteiten die in 2010 in Zweden hebben plaatsgevonden, alsook van

zes activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, waarvan één activiteit in. 2010 en vijf in

2011;

verzoekt de IAS om de kwijtingsautoriteit een grondige evaluatie te bezorgen van deze door

de Academie doorgevoerde veranderingen;

19. neemt kennis van Besluit C(2011)4680 waarbij de Commissie is ingegaan op het verzoek

van de Academie om het Financieel Reglement te wijzigen door invoering van een artikel

(artikel 74 quater) dat een derogatie van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 omvat,

inhoudende dat geen aanbesteding hoeft plaats te vinden bij de selectie van

onderwijsdeskundigen, zodat gebruik kan worden gemaakt van deskundigen afkomstig van

nationale politieopleidingsinstituten;

Fouten in de rekeningen

20. verzoekt de Academie het Parlement te informeren over de vorderingen die zijn gemaakt

met de invoering van de nieuwe reeks van zestien internecontrolenormen van de Commissie

die de raad van bestuur van de Academie ter vervanging van de vorige reeks heeft

aangenomen;

Kredieten die zijn aangewend voor particuliere doeleinden

21. neemt kennis van het feit dat een externe controle achteraf is verricht van de kredieten die in

2007 en 2008 voor particuliere doeleinden zijn aangewend en dat de externe beoordelaars

daarbij tot de slotsom zijn gekomen dat geen extra middelen meer kunnen worden

gerecupereerd; heeft van de Academie vernomen dat de invorderingsopdracht volgens

welke de vroegere directeur een bedrag van 2 014,94 GBP (2 196,72 EUR) moest

terugbetalen, in december 2011 is geïnd; verzoekt de Academie de invorderingsprocedure

voort te zetten tot alle middelen volledig zijn gerecupereerd;

Het meerjarenactieplan 2010-2014 van de Academie

22. neemt er kennis van dat de IAS de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-2014 heeft

beoordeeld, zoals de kwijtingsautoriteit had verzocht; stelt vast dat eind september 2010 19

van de 44 mijlpalen waren bereikt, terwijl de Academie volgens het vastgestelde tijdspad op

schema zit voor 18 andere mijlpalen en met de werkzaamheden voor de overige 7 nog moet

worden begonnen;

23. neemt kennis van de opmerking van de IAS dat de beschrijving van bepaalde elementen in

Page 61: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

49

het meerjarenactieplan niet duidelijk zijn en dat de verslaglegging over de voortgang niet

altijd nauwkeurig genoeg is om zich een duidelijk beeld te kunnen vormen van de concrete

acties die voor de individuele mijlpalen worden ondernomen; neemt er bovendien kennis

van dat de IAS een overlapping van bepaalde mijlpalen heeft vastgesteld, waardoor de

uiteindelijke voortgang van de desbetreffende acties over het geheel genomen maar moeilijk

kan worden beoordeeld; erkent de verklaring van de Academie dat het meerjarenactieplan

overeenkomstig de aanbevelingen van de IAS is bijgewerkt, alsook de verbeteringen die

zijn opgenomen in het derde voortgangsverslag dat op 8 december 2010 door de raad van

bestuur is goedgekeurd; verzoekt de IAS te bevestigen dat in het bijgewerkte

voortgangsverslag over het meerjarenactieplan van de Academie naar behoren gevolg wordt

gegeven aan zijn aanbevelingen;

Interne audit

24. heeft van de IAS vernomen dat de zeer belangrijke aanbeveling over de volledigheid van de

interne registratie van de kosten van dienstreizen door de Academie is uitgevoerd en

momenteel door de IAS wordt geëvalueerd; verzoekt de Academie en de IAS om de

resultaten van die evaluatie aan de kwijtingsautoriteit mee te delen;

25. neemt kennis van het feit dat de IAS een zelfbeoordeling van de IT-risico's heeft gemaakt

teneinde de belangrijkste IT-risico's van de Academie te bepalen en te beoordelen; stelt vast

dat de IAS heeft geconstateerd dat de belangrijkste risico's zich voordoen op het gebied van

de IT-strategie, het E-netsysteem, gegevensbeheer en de afhankelijkheid van individuen;

roept de Academie dan ook op om passende maatregelen te treffen teneinde deze risico's

aan te pakken en te voorkomen;

26. neemt kennis van het feit dat de interne auditdienst (IAC), een adviesorgaan van de raad van

bestuur, bij zijn controle geen wezenlijke fouten heeft aangetroffen in de jaarrekening van

de Academie voor 2010;

Bestuurlijke en structurele tekortkomingen

27. onderstreept dat de beheerskosten van de Academie hoog zijn in verhouding tot haar

activiteiten; verwelkomt daarom de inspanningen van de Academie om de beheerskosten te

verminderen, zoals werd besloten tijdens de vijfentwintigste vergadering van de raad van

bestuur in juni 2011, en waarbij is overeengekomen in 2012 alle comités van de raad van

bestuur op te heffen en alle werkgroepen van de raad van bestuur kritisch tegen het licht te

houden;

28. neemt ook kennis van het feit dat de Academie op bestuurlijk gebied de volgende

maatregelen neemt:

– Vanaf 2012 komt de raad van bestuur slechts tweemaal per jaar bijeen. Zich tussentijds

voordoende dringende aangelegenheden zullen tijdens onlinevergaderingen worden

besproken en daaraan gerelateerde beslissingen zullen volgens een schriftelijke procedure

worden genomen,

– De raad van bestuur zal zich uitsluitend toeleggen op de taken die hem bij het

oprichtingsbesluit zijn toevertrouwd, terwijl de overige taken die voor een overbelasting

van de raad van bestuur zorgden door de directeur worden overgenomen,

Page 62: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

50

– De lidstaten worden aangemoedigd om ten hoogste twee afgevaardigden naar

vergaderingen te sturen,

– De Academie regelt de reizen van deelnemers die hun kosten terugbetaald kunnen krijgen

om ervoor te zorgen dat deze reizen op zo goedkoop mogelijke wijze plaatsvinden en

waardoor het achteraf vergoeden van reiskosten overbodig wordt;

29. ziet het komende voorstel van de Commissie tot wijziging van de rechtsgrondslag voor de

Academie en de afloop van de onderhandelingen tussen het Parlement en de Raad

belangstellend tegemoet;

30. merkt bovendien op dat in het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de

Academie wordt geconcludeerd dat er goede gronden zijn voor een andere standplaats van

de Academie;

31. is ingenomen met besluit 24/2011/GB van de raad van bestuur van de Academie van 15 juni

2011 om de bestaande commissies met ingang van 1 januari 2012 te ontbinden, waardoor de

overlapping tussen verschillende structuren kleiner wordt; roept de raad van bestuur op

drastische besluiten te nemen met betrekking tot de bestaande werkgroepen; herhaalt dat in

artikel 10, lid 10, van besluit 2005/681/JBZ is opgenomen dat de raad van bestuur, wanneer

dit strikt noodzakelijk is, werkgroepen kan instellen om aanbevelingen te doen en om

andere door de raad van bestuur noodzakelijk geachte adviserende taken voor te stellen en

te ontwikkelen;

32. neemt kennis van het antwoord van de Academie dat het reglement van orde is aangepast

om het aantal gewone vergaderingen van de raad van bestuur te beperken tot één per

voorzitterschap en om de omvang van nationale delegaties in te perken, door elke lidstaat

aan te moedigen ten hoogste twee afgevaardigden naar iedere vergadering te sturen;

33. wijst erop dat het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de

Academie ook in de toekomst gebaseerd moet zijn op haar prestaties gedurende het jaar;

o

o o

34. wijst op zijn aanbevelingen in voorgaande kwijtingsverslagen, als uiteengezet in de bijlage

bij deze resolutie;

35. verwijst voor andere opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 10 mei

20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 63: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

51

BIJLAGE In de voorbije jaren door het Europees Parlement gedane aanbevelingen

Europese

Politieacademie

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

- Is bezorgd over het feit dat de Rekenkamer ernstige

tekortkomingen heeft geconstateerd in de administratieve en

financiële regels inzake de uitgaven voor de organisatie van

cursussen en studiebijeenkomsten, hoofdzakelijk doordat het

herziene Financieel Reglement van de Academie nooit in

werking is getreden

- Beveelt aan dat de Academie rechtstreeks inzicht verleent in

haar gedetailleerde begroting

Financieel en

begrotingsbeheer

- De begrotingskredieten werden niet

volgens het beginsel van goed financieel

beheer aangewend

- Het systeem voor het plaatsen van

opdrachten strookte niet met de

bepalingen van het Financieel

Reglement

- De Academie heeft nagelaten de

noodzakelijke systemen en procedures

op te zetten om een financieel verslag te

kunnen opstellen dat beantwoordt aan de

vereisten van de financiële kaderregeling

die van toepassing is op de organen

- In het Financieel Reglement van de

Academie is sprake van de noodzaak

van gedetailleerde voorschriften voor de

uitvoering ervan

- Het orgaan respecteert het beginsel van eenheid en

begrotingswaarachtigheid niet (een in 2007 van de

Commissie ontvangen bijdrage van 1,5 miljoen EUR voor

de uitvoering van een MEDA-programma werd niet in de

begroting opgenomen)

- Het orgaan respecteert het transparantiebeginsel niet

- Het hoge niveau van overdrachten (1,7 miljoen EUR) en

annuleringen van kredieten wijst op problemen bij het

begrotingsbeheer

- De voorlopige rekening en het verslag over het

financieel en begrotingsbeheer waren niet opgesteld

- In het Financieel Reglement van de Academie is sprake

van de noodzaak van gedetailleerde voorschriften voor de

uitvoering ervan

- Het systeem voor het plaatsen van opdrachten strookte

niet met de bepalingen van het Financieel Reglement

- Er werden gevallen geconstateerd waarin kredieten

werden gebruikt voor de financiering van privé-uitgaven

van sommige personeelsleden van de Academie

- Het orgaan respecteert het

jaarperiodiciteitsbeginsel niet (van

de voor 2008 vastgelegde

betalingskredieten moesten kredieten

ter waarde van ruim

2,7 miljoen EUR worden

overgedragen)

- Tekortkomingen in de

programmering en de bewaking van

de uitvoering van de begroting

- Van de voor 2009 vastgelegde kredieten werden kredieten ter

waarde van meer dan 3,8 miljoen EUR (43% van de totale

begroting) naar 2010 overgedragen.

- 46% van de uit 2008 overgedragen kredieten moest worden

geannuleerd, wat wijst op aanzienlijke tekortkomingen in de

programmering en bewaking van de uitvoering van de

begroting en wat in strijd is met het jaarperiodiciteitsbeginsel

- Voor 2008 moest 31% van de begroting worden

overgedragen

- Er werden aanzienlijke vertragingen en fouten bij de

opstelling van de voorlopige rekening voor 2009

geconstateerd.

Page 64: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

52

BIJLAGE

In de afgelopen jaren door het Europees Parlement gedane aanbevelingen

Europese

Politieacademie

2006

2007

2008

2009

Aanbestedings-

procedure

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

- Bezorgdheid over het voortdurend niet-naleven door de

Academie van het Financieel Reglement wat de regels voor

overheidsopdrachten betreft - Een aanzienlijk deel van de

totale begroting van de Academie vertoont onregelmatigheden.

Personeelszaken

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

- Meerdere tekortkomingen wat de personeelsselectie betreft

- Acht het onaanvaardbaar dat:

- de drempelvoorwaarden waaraan kandidaten moesten

voldoen vaak na de beoordeling en rangschikking van de

kandidaten werden vastgesteld;

- de vragen voor het sollicitatiegesprek dikwijls pas werden

opgesteld nadat de sollicitaties waren beoordeeld;

- de documentatie van de procedures ontoereikend was

- Maakt zich zorgen over praktijken die verboden zijn op

grond van het Statuut van de ambtenaren van de EU of die

onwettig zijn.

Interne audit

n.v.t.

- Gebrek aan internecontrolenormen en ondoeltreffende

begrotingsbewaking

- Er werden gevallen geconstateerd waarin kredieten

werden gebruikt voor de financiering van privé-uitgaven

van sommige personeelsleden van de Academie

- Uit de controle van een steekproef

van vastleggingen is in drie gevallen

gebleken dat er geen controlespoor

was om de financiële uitvoering na

te trekken

- Met betrekking tot deze gevallen is

nog geen externe controle verricht

- Wijst erop dat het verlenen van kwijting voor de uitvoering

van de begroting van de Academie in de toekomst gebaseerd

moet blijven op diens functioneren gedurende het jaar.

Page 65: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

53

P7_TA-PROV(2012)0168

Kwijting 2010: Communautair Bureau voor visserijcontrole

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0293/2011 – 2011/2234(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Communautair

Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot

oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole3, en met name artikel 36,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

visserij (A7-0130/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Communautair Bureau voor visserijcontrole

kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor

visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 1. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 66: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

54

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor

visserijcontrole (voorheen het Communautair Bureau voor visserijcontrole), de Raad, de

Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van

de Europese Unie (serie L).

Page 67: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

55

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0293/2011 – 2011/2234(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Communautair

Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot

oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole3, en met name artikel 36,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen 4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

visserij (A7-0130/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Communautair Bureau

voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Bureau voor visserijcontrole (voorheen het Communautair Bureau voor

visserijcontrole), de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 1. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 68: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

56

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0293/2011 – 2011/2234(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Communautair

Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot

oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole3, en met name artikel 36,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

visserij (A7-0130/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen van het Communautair Bureau voor visserijcontrole ("het

Bureau")voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Bureau op 10 mei 2011

kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het

begrotingsjaar 20095 en dat het Parlement in zijn resolutie behorende bij het

kwijtingsbesluit onder andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 1. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.09.11, blz. 135.

Page 69: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

57

– het Bureau heeft opgeroepen zijn jaarlijkse werkprogramma te verbeteren door de

introductie van specifieke, meetbare doelstellingen op het niveau van

beleidsontwikkeling en op operationeel niveau, met inbegrip van de instelling van

SMART-indicatoren,

– de uitvoerend directeur heeft opgeroepen om zijn verplichtingen na te komen en in zijn

verslag aan de kwijtingsautoriteit een samenvatting te geven van het verslag van de

dienst Interne audit (IAS) met alle daarin vermelde aanbevelingen en op welke wijze

gevolg is gegeven aan de aanbevelingen,

– het Bureau heeft verzocht om zijn internecontrolesysteem te herzien en te baseren op de

jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring van zijn directeur, en voor alle operationele en

administratieve procedures overlegging van documentatie over de workflow en

essentiële controle mogelijk te maken;

C. overwegende dat de totale begroting van het Bureau voor 2010 11 000 000 EUR bedroeg,

ten opzichte van 10 100 000 EUR in 2009, wat neerkomt op een stijging van 8,9%;

D. overwegende dat de eerste bijdrage van de Unie aan de begroting van het Bureau voor 2010

7 695 223 bedroeg, hetgeen een toename betekent van 34,9% ten opzichte van de eerste

bijdrage van de Unie in 20091;

Financieel en begrotingsbeheer

1. herinnert eraan dat de eerste bijdrage van de Unie aan de begroting van het Bureau voor

2010 7 695 223 EUR bedroeg; merkt echter op dat aan dit bedrag 714 777 EUR is

toegevoegd, afkomstig van de terugvordering van overschotten, waardoor de totale bijdrage

van de Unie voor 2010 op 8 410 000 EUR komt;

2. stelt op basis van de definitieve jaarrekening van het Bureau vast dat het Bureau 98,3% van

de toegekende bijdrage heeft vastgelegd en 85,6% van de beschikbare betalingskredieten

(met uitzondering van uitgaven gedaan uit andere inkomstenbronnen) heeft uitbetaald; is

ingenomen met het feit dat het Bureau de kwijtingsautoriteit in zijn jaarlijks

activiteitenverslag (AAR) 2010 gegevens ter beschikking heeft gesteld waaruit het totale

uitvoeringspercentage van de begroting van het Bureau blijkt wat vastleggingen en

betalingen betreft;

3. stelt daarnaast op basis van het IAS-verslag vast dat de automatische overdracht van het

Bureau voor het begrotingsjaar 2010 naar 2011 EUR 1 160 393 (vastleggingen RAL) en

EUR 629 517,41 (betalingskredieten) bedroeg en dat de niet-automatische overdrachten

EUR 530 875,59 bedroegen; moedigt de Rekenkamer aan in haar verslag over de

jaarrekening van het Bureau voor het begrotingsjaar 2011 informatie over overdrachten te

vermelden;

4. roept het Bureau op om het jaarperiodiciteitsbeginsel in acht te nemen; merkt in het

bijzonder op dat enkele van de vastleggingen in de begroting van het Bureau voor 2010

betrekking hadden op uitgaven voor projecten in 2011; betreurt dat de Rekenkamer in haar

verslag over de jaarrekeningen van het Bureau voor 2010 de kwijtingsautoriteit niet kon

voorzien van nadere details inzake deze kwestie;

1 PB L 64 van 12.03.10, blz. 837.

Page 70: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

58

Boekhoudsysteem

5. stelt op basis van de definitieve jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 vast dat de

begrotingsboekhouding van het Bureau wordt beheerd door middel van het ABAC-systeem

en de algemene boekhouding door middel van het SAP-systeem, dat een directe koppeling

heeft met het algemene boekhoudsysteem van de Commissie;

6. roept het Bureau niettemin op om de toegangsrechten van de gedelegeerde ordonnateurs tot

ABAC in overeenstemming te brengen met het delegatiebesluit;

7. merkt daarnaast op dat het Bureau met het oog op het identificeren van verbeterpunten en

het voorkomen van dubbel werk een herziening heeft uitgevoerd van alle zijn in procedures

gebruikte circulaires, sjablonen en formulieren;

Procedures voor het plaatsen van opdrachten

8. roept het Bureau op de nodige maatregelen te treffen om te waarborgen dat

aanbestedingsdocumenten naar behoren worden ondertekend en gedagtekend; merkt op dat

de Rekenkamer zwakke punten op dit gebied heeft geconstateerd;

Personele middelen

9. moedigt het Bureau aan om te zorgen voor meer transparantie in zijn

aanwervingsprocedures; merkt op dat de Rekenkamer zwakke punten op dit gebied heeft

geconstateerd; stelt in het bijzonder vast dat bij de procedures voor de selectie van

personeel noch de drempelwaarden waaraan kandidaten moesten voldoen om te worden

uitgenodigd voor het selectiegesprek noch de drempelwaarden die vereist waren om op de

reservelijst te worden geplaatst van tevoren vastgesteld werden;

10. merkt op dat uit het AAR van het Bureau blijkt dat tien van de elf vacatures voor tijdelijke

medewerkers ingevuld zijn, wat resulteert in een bezettingsgraad van 98% voor de posten

die in de personeelsformatie voor 2010 voorzien zijn (52 van de 53 posten voor tijdelijke

medewerkers);

11. stelt vast dat uit het AAR blijkt dat het personeelsverloop beperkt bleef tot het vertrek van

twee contractmedewerkers en het pensioen van een tijdelijke medewerker;

12. is verheugd dat de Rekenkamer heeft verklaard dat de verrichtingen waarop de

jaarrekening van het bureau betreffende het begrotingsjaar 2010 gebaseerd is, op alle

materiële punten wettig en regelmatig zijn;

Prestaties

13. merkt op dat het Bureau op 19 oktober 2010 zijn meerjarig werkprogramma voor 2011-

2015 heeft vastgesteld; benadrukt dat dit document van belang is om het Bureau in staat te

stellen de strategie en doelstellingen van het Bureau op een efficiënte manier te

organiseren;

14. roept het Bureau nogmaals op een Gantt-diagram te ontwikkelen voor de planning van al

zijn operationele activiteiten, om snel te kunnen nagaan hoeveel tijd een personeelslid aan

een bepaald project heeft besteed en zo een meer resultaatgerichte benadering te

Page 71: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

59

verwezenlijken; erkent evenwel dat het Bureau de kwijtingsautoriteit een grafiek met de

gevraagde informatie heeft verstrekt;

15. is ingenomen met het initiatief van de interne auditdienst van het Bureau die een interne

opleiding heeft ontwikkeld en de nodige opleiding heeft verstrekt met betrekking tot ethiek

en integriteit in het Bureau; is met name verheugd dat de opleiding voor alle medewerkers

verplicht is, zodat zij zich bewust worden van ethische en organisatorische waarden, in het

bijzonder ethisch gedrag, het voorkomen van belangenconflicten, fraudepreventie en de

noodzaak tot het melden van onregelmatigheden;

16. onderstreept het belang van de taken van het Bureau en is verheugd dat de Commissie

visserij tijdens haar bezoek aan het Bureau in juni 2010 heeft kunnen vaststellen dat het

Bureau zich op efficiënte en doeltreffende wijze van deze taken kwijt en dat deze

commissie in 2012 opnieuw een controlerend bezoek zal afleggen;

Interne audit

17. is verheugd over het initiatief van het Bureau om in 2008 een eenheid interne audit in te

stellen om op het gebied van interne controle, risicobeoordeling en interne audit

ondersteuning en advies te bieden aan de uitvoerend directeur en het bestuur; merkt op dat

het Bureau niet beschikt over een fulltime internecontrolefunctie, maar de functie deelt met

het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) in Lissabon; stelt vast dat

daartoe op 17 juni 2008 een dienstverleningsovereenkomst is ondertekend tussen het

Bureau en het EMSA;

18. merkt op dat uit het AAR van het Bureau blijkt dat de IAS, overeenkomstig het strategisch

plan 2010-2012, een audit heeft uitgevoerd met betrekking tot de uitvoering van de

begroting, alsmede een risicobeoordeling op het gebied van informatietechnologie;

19. stelt vast dat de IAS in 2010 een audit heeft uitgevoerd inzake de begrotingsuitvoering om

te beoordelen of het internecontrolesysteem redelijke waarborgen bood met betrekking tot

de naleving van de rechtsgrondslag, de doeltreffendheid en efficiëntie van de processen en

de betrouwbaarheid van informatie ter ondersteuning van het toezicht op het beheer;

20. verzoekt het Bureau de nodige maatregelen te treffen inzake de volgende punten:

– toegangsrechten tot ABAC voor gedelegeerde ordonnateurs,

– vertragingen in de betaling,

– het opzetten van beleid voor de behandeling van uitzonderingen en een centraal

uitzonderingenregister;

merkt op dat het Bureau heeft laten weten inmiddels stappen te hebben genomen inzake

twee zeer belangrijke aanbevelingen van de IAS, namelijk het instellen van ABAC-

toegangsrechten voor de gedelegeerde ordonnateurs en het vaststellen en uitvoeren van

beleid voor de behandeling van uitzonderingen, inclusief een centraal

uitzonderingenregister, en dat hierop momenteel door de IAS controles worden uitgevoerd;

roept het Bureau desondanks op om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de

getroffen maatregelen en de bereikte resultaten;

21. verzoekt het Bureau onmiddellijk actie te ondernemen inzake onderstaande belangrijke

Page 72: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

60

punten en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de getroffen maatregelen:

- de invoering van een risicobeheersysteem,

- het op regelmatige basis toetsen van het internecontrolesysteem;

22. wijst op zijn aanbevelingen uit eerdere kwijtingsverslagen, die zijn opgenomen in de

bijlage bij deze resolutie;

o

o o

23. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen in verband met het kwijtingsbesluit naar

zijn resolutie van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het

toezicht op de agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 73: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

61

BIJLAGE In de afgelopen jaren door het Europees Parlement gedane aanbevelingen

Communautair

Bureau voor

visserijcontrole

(opgericht in

2007)

2007

2008

2009

Prestaties

n.b. -Roept het Bureau op om een diachronische analyse

te maken van de operationele activiteiten die in dit

jaar en in voorgaande jaren zijn uitgevoerd

-Roept het Bureau daarnaast op om te overwegen

een Gantt-diagram op te stellen bij de planning van

al zijn operationele activiteiten

-Roept het Bureau op om een meerjarig

werkprogramma op te stellen

-Verzoekt het Bureau een vergelijkend overzicht op te stellen van de tijdens

het onderhavige verslagjaar en het voorgaande begrotingsjaar bereikte

resultaten, zodat de kwijtingsautoriteit de prestaties van het Bureau over de

jaren heen beter kan beoordelen

- Roept het Bureau op zijn jaarlijkse werkprogramma te verbeteren door de

introductie van specifieke, meetbare doelstellingen op het niveau van

beleidsontwikkeling en op operationeel niveau, met inbegrip van de instelling

van SMART-indicatoren

-Verzoekt het Bureau om essentiële prestatie-indicatoren te ontwikkelen op

het vlak van administratieve ondersteunende taken

-Roept het Bureau op om te overwegen een Gantt-diagram op te stellen bij de

planning van al zijn operationele activiteiten

Financieel en

begrotingsbeheer

-De internecontroleprocedures die zijn

voorgeschreven in artikel 38 van het

Financieel Reglement om te zorgen

voor doorzichtigheid en goed financieel

beheer zijn nog niet alle

gedocumenteerd→ geen

controlestandaarden en geen procedures

voor het plaatsen van opdrachten

- Het Bureau neemt het specialiteitsbeginsel niet

strikt in acht: het Bureau moet de tekortkomingen

in de planning van zijn operationele activiteiten

verhelpen; bepaalde juridische verbintenissen (1

400 000 euro) zijn aangegaan vóór de

desbetreffende begrotingsvastlegging, hetgeen

strijdig is met wat in het Financieel Reglement is

bepaald

n.b.

Page 74: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

62

Communautair

Bureau voor

visserijcontrole

(opgericht in

2007)

2007

2008

2009

Personele

middelen

n.b. -Roept het Bureau op om het toezicht op de

uitvoering van de begroting te verbeteren, in het

bijzonder op het gebied van personele middelen

- Verzoekt het Bureau om een oplossing te zoeken voor de tekortkomingen in

de planning voor de personeelswerving

Interne audit

n.b. -Verzoekt het Bureau om vijftien aanbevelingen

van de dienst Interne audit uit te voeren met

betrekking tot het ontwikkelen van indicatoren die

alle activiteiten van het Bureau omvatten, de interne

organisatie en procedurele structuur ter

ondersteuning van het toezicht op het beheer, het

beheer van personele middelen en de noodzaak van

interne procedures ter vermindering van de

vertragingen in de betalingen door het Bureau

- Roept het Bureau op om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden over

de aanbevelingen van de IAC en de maatregelen die het Bureau heeft genomen

-Roept de directeur van het Bureau op om zijn verplichtingen na te komen en

in zijn verslag aan de kwijtingsautoriteit een samenvatting te geven van het

verslag van de IAS met alle daarin vermelde aanbevelingen en op welke wijze

gevolg is gegeven aan de aanbevelingen

-Verzoekt het Bureau om zijn internecontrolesysteem te herzien en te baseren

op de jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring van zijn directeur, en voor alle

operationele en administratieve procedures overlegging van documentatie over

de workflow en essentiële controle mogelijk te maken -Moedigt het Bureau aan een functie voor risicobeheer op te richten, zodat

risico's kunnen worden vastgesteld en maatregelen kunnen worden genomen

om de kosten terug te brengen

Page 75: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

63

P7_TA-PROV(2012)0169

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van

de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0285/2011 – 2011/2224(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de

luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185 daarvan,

– gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en met name

artikel 60 daarvan,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 daarvan,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0124/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de

luchtvaart kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 21. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 76: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

64

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor

de veiligheid van de luchtvaart, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen

voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 77: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

65

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0285/2011 – 2011/2224(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de

luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185 daarvan,

– gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en met name

artikel 60 daarvan,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 daarvan,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0124/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de jaarrekeningen van het Europees

Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, de Raad, de Commissie en de

Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie

(serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 21. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 78: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

66

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de

luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0285/2011 – 2011/2224(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de

luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185 daarvan,

– gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en met name

artikel 60 daarvan,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 daarvan,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0124/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

("het Agentschap") voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 21. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 79: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

67

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Agentschap op 10 mei

2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van zijn begroting voor het begrotingsjaar

20091 en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere

– bij het Agentschap erop aandrong een op activiteiten gebaseerde structuur van de

operationele begroting in te voeren om een duidelijk verband tussen het

werkprogramma en de financiële prognoses tot stand te brengen en de monitoring en

rapportage van de prestaties te verbeteren,

– de aandacht vestigde op het feit dat het Agentschap opnieuw een groot aantal kredieten

voor administratieve uitgaven heeft overgedragen naar 2010,

– wenste dat aan de begroting van elk jaar een verslag wordt gehecht over de

begrotingsoverschotten van de voorgaande jaren, waarin wordt aangegeven waarom

deze middelen niet zijn gebruikt, alsmede hoe en wanneer ze gebruikt zullen worden,

– kennis nam van tekortkomingen in de procedures voor de selectie van personeel, die

een risico vormen voor de transparantie van deze procedures;

C. overwegende dat het Agentschap gefinancierd wordt met vergoedingen en rechten en een

bijdrage van de Unie;

D. overwegende dat de begroting van het Agentschap 137 200 000 EUR bedroeg voor het

begrotingsjaar 2010, tegenover 122 200 000 EUR in 2009, hetgeen een toename van

12,27% betekent; overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van het

Agentschap 34 197 000 EUR2 bedroeg voor 2010, hetgeen een toename van 0,87%

betekent ten opzichte van 2009;

Budgettair en financieel beheer

1. herinnert eraan dat twee derde van de begroting van het Agentschap afkomstig is van

vergoedingen en rechten die door de industrie worden betaald, dat een derde afkomstig is

uit subsidies van de Unie en dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het

Agentschap 32 879 000 EUR bedroeg voor 2010; merkt echter op dat aan dat bedrag

1 318 000 EUR is toegevoegd, afkomstig uit teruggevorderde overschotten, waardoor de

totale bijdrage van de Unie voor 2010 neerkomt op 34 197 000 EUR;

2. merkt op dat de begroting van het Agentschap is toegenomen met 61% van 85 200 000

EUR in 2007 tot 137 200 000 EUR in 2010 en dat het aantal personeelsleden is gestegen

van 333 naar 524;

3. merkt op dat krachtens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie

van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de

luchtvaart geheven vergoedingen en rechten3 de ontvangsten uit vergoedingen

beschouwd worden als toegewezen ontvangsten die door het Agentschap overgedragen

kunnen worden als zij niet gebruikt zijn;stelt vast dat de ontvangsten van de industrie

meer dan één begrotingsjaar kunnen betreffen;constateert dat de reserve die de

daaropvolgende jaren gebruikt kan worden, wordt aangepast op basis van het

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 140. 2 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 613. 3 PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3.

Page 80: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

68

begrotingsoverschot van het boekjaar; merkt op dat het bedrag van de reserve de

afgelopen twee jaar gedaald is van 29 000 000 EUR aan het eind van 2008 tot 21 000 000

EUR aan het eind van 2010;

4. neemt er via de definitieve jaarrekening kennis van dat het Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010 enkel niet-gesplitste kredieten heeft gebruikt en dat de

vastleggingskredieten bijgevolg gelijk waren aan de betalingskredieten; merkt bovendien

op dat het algemene begrotingsuitvoeringspercentage 99,51% bedroeg voor de kredieten

voor 2010;

5. verzoekt het Agentschap verdere adequate maatregelen te treffen om tekortkomingen te

voorkomen die de transparantie van de procedure voor het plaatsen van opdrachten en het

beginsel van goed financieel beheer in gevaar brengen;

Boekhouding

6. stelt op basis van de definitieve jaarrekening vast dat het Agentschap in 2010 zijn

methode voor het erkennen van ontvangsten heeft aangepast van een op kosten

gebaseerde methode naar de lineaire methode die wordt voorgesteld in boekhoudregel 4

van de EG;

7. begrijpt uit de verklaringen van het Agentschap dat de wijziging werd doorgevoerd om de

nauwkeurigheid en de transparantie betreffende de manier waarop de basis voor de

verdiende ontvangsten berekend wordt, te verbeteren en om rekening te houden met de

aanbeveling van de Rekenkamer van 2009 om een methode toe te passen die

nauwkeuriger weergeeft hoeveel ontvangsten er voor een bepaald begrotingsjaar worden

toegewezen;

8. neemt er via het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap kennis van dat het

capaciteitsplanningssysteem verder verbeterd werd en systematisch gebruikt wordt voor

alle soorten financiële transacties en voor het afsluiten van de rekeningen op het einde

van het jaar;

Procedures voor het plaatsen van opdrachten

9. neemt er via het jaarlijks activiteitenverslag kennis van dat er in 2010 23

inschrijvingsprocedures met een hoge waarde werden beheerd om tegemoet te komen aan

zowel operationele als administratieve behoeften, dat 20 van die procedures werden

afgerond en dat er 29 contracten met een hoge waarde werden gesloten ter waarde van

ongeveer 14 000 000 EUR; merkt bovendien op dat er 428 contracten gesloten werden

naar aanleiding van procedures voor het plaatsen van opdrachten met een lage waarde,

voor een totaal van ongeveer 1 650 000 EUR;

10. neemt in het bijzonder kennis van de verklaring van de Rekenkamer dat voor twee grote

procedures voor het plaatsen van opdrachten inschrijvingen met de beste financiële

offerte bij de gebruikte evaluatiemethode niet de meeste punten voor de prijs behaalden;

neemt er via het Agentschap kennis van dat deze twee procedures voor het plaatsen van

opdrachten betrekking hadden op:

– de verlenging van een vierjarig contract voor schoonmaakdiensten ter waarde van

1 000 000 EUR,

Page 81: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

69

– een kadercontract voor maximum vier jaar voor studies naar de certificeringsvereisten

en -normen voor vliegtuigmotoren met een maximumwaarde van 2 500 000 EUR

waarvoor de gekozen contractant niet alle kostenelementen in zijn aanvraag had

ingevuld;

merkt op dat het Agentschap antwoordde dat er geen negatieve weerslag op het resultaat

te melden was en zal niettemin rekening houden met de overwegingen van de

Rekenkamer en voortaan letten op het aangetoonde risico door nog meer aandacht aan

financiële beoordelingsformules te besteden;

Personeelszaken

11. stelt vast dat de kwijtingsautoriteit opnieuw tekortkomingen heeft vastgesteld in de

procedures voor personeelsselectie die de transparantie van zulke procedures in gevaar

brengen; neemt er via de Rekenkamer kennis van dat er geen bewijs was dat de

drempelvoorwaarden voor uitnodiging voor een gesprek of plaatsing op de reservelijst

waren vastgesteld voordat de beoordeling van de sollicitaties begon; merkt op dat dit

mogelijk zo gedaan werd om nepotisme of belangenconflicten te verhullen; dringt erop

aan dat alles in het werk wordt gesteld om belangenconflicten te voorkomen; vraagt de

Commissie zich ervan te vergewissen dat het agentschap de EU-voorschriften correct

toepast; benadrukt het belang van transparantie bij de aanbestedings- en

aanwervingsprocedures;

12. stelt vast dat het Agentschap de kwijtingsautoriteit niet op de hoogte heeft gesteld van de

maatregelen die het getroffen heeft om de selectieprocedures voor zijn

deskundigen/personeelsleden transparanter te maken, zoals verzocht in 2009, maar heeft

vernomen dat de kwestie in 2010 is aangepakt nadat de Rekenkamer deze kwestie in zijn

verslag andermaal heeft onderstreept; onderstreept andermaal dat het effect van deze

tekortkomingen des te groter is als men bedenkt dat het Agentschap de volgende

doelstellingen moet nastreven: certificeringsspecificaties vaststellen, besluiten nemen

over luchtwaardigheids- en milieucertificering, en normalisatie-inspecties uitvoeren bij de

bevoegde autoriteiten in de lidstaten;

13. neemt nota van het antwoord van het Agentschap aan de Rekenkamer dat het in zijn

richtsnoeren voor panelleden een duidelijke minimumdrempel heeft opgenomen waaraan

kandidaten moeten voldoen om uitgenodigd te worden op een gesprek (50%) of om op de

reservelijst geplaatst te worden (65%), maar dat het zich het recht voorbehoudt om te

bepalen wat een redelijk maximumaantal kandidaten is om uit te nodigen op basis van

hun verdiensten;

14. herinnert het Agentschap aan het belang van afdoende opleiding en kwalificatiecriteria

voor inspectieteams en teamleiders; verzoekt het Agentschap om concrete stappen te

ondernemen en de kwijtingsautoriteit daarvan op de hoogte te brengen;

15. neemt nota van het feit dat aantal personeelsleden van het Agentschap is gestegen van

509 in 2009 naar 578 in 2010, inclusief tijdelijke en contractuele personeelsleden;

Belangenconflicten

16. merkt op dat de technische personeelsleden van het Agentschap gewoonlijk aangeworven

moeten worden uit nationale luchtvaartautoriteiten en uit de luchtvaartsector; begrijpt dat

Page 82: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

70

personeelsleden over voldoende en actuele technische werkervaring in de luchtvaart

moeten beschikken om een technische controle van de documenten voor het aantonen van

naleving uit te voeren ter waarborging van een adequaat niveau van veiligheid van de

luchtvaart, zoals in de toepasselijke EU-wetgeving wordt geëist; is echter bezorgd dat

deze situatie, indien niet ontdekt en behoorlijk aangepakt, tot belangenconflicten zou

kunnen leiden als een personeelslid dat aangeworven werd bij een vliegtuigfabrikant bij

het Agentschap werkt en daar beslissingen neemt inzake de certificering van het vliegtuig

waaraan hij/zij werkte toen hij/zij in dienst was bij de fabrikant; neemt echter kennis van

het feit dat het Agentschap een certificeringsprocedure heeft ingevoerd waarmee de

onpartijdigheid van het besluitvormingsproces wordt gewaarborgd middels de

collegialiteit van de technische beoordelingen en het besluitvormingsproces als zodanig;

heeft tevens vernomen dat het Agentschap bezig is met het invoeren beleid in het hele

Agentschap van een inzake gedragscodes met inbegrip van identificatie, preventie,

monitoring en de omgang met de gevolgen van potentiële gevallen van

belangenconflicten, een beleid dat het Agentschap zal helpen om het opsporen en

aanpakken van situaties van belangenconflicten zodanig verder te verbeteren dat de

veiligheid van de luchtvaart geen gevaar loopt;

17. verzoekt het Agentschap om terdege rekening te houden met de beroepsachtergrond van

zijn personeelsleden om belangenconflicten te vermijden; is van mening dat het beleid

van het Agentschap inzake belangenconflicten zou moeten specificeren in hoeverre en

onder welke voorwaarden werknemers van het Agentschap betrokken mogen zijn bij de

certificering van een vliegtuig waaraan zij gewerkt hebben voor ze bij het Agentschap aan

de slag gingen;

18. doet een beroep op het Agentschap om doeltreffende processen in te voeren waarmee

potentiële gevallen van meldingen van belangenconflicten binnen het Agentschap naar

behoren worden aangepakt; doet tevens een beroep op het Agentschap om op zijn website

de opgave van belangen en de professionele achtergrond te plaatsen van zijn deskundigen,

leidinggevend personeel, leden van de raad van bestuur, en eventuele andere personen die

bij het certificeringsproces betrokken zijn; verklaart dat het Agentschap de OESO-

richtsnoeren op het gebied van belangconflicten moet volgen;

19. aangezien het Agentschap betrokken is bij besluiten die voor alle burgers van

fundamenteel belang zijn en rekening houdend met de kwetsbare positie van het

Agentschap vanwege zijn belang voor de industrie, kijkt de begrotingsautoriteit ernaar uit

de conclusies en aanbevelingen te ontvangen en te bespreken van het speciaal verslag

over belangenconflicten dat de Rekenkamer vóór eind juni 2012 zal publiceren;

Prestaties

20. doet een beroep op het Agentschap om de bestaande op activiteiten gebaseerde structuur

van de operationele begroting verder in te voeren om een duidelijk verband tussen het

werkprogramma en de financiële prognoses tot stand te brengen en de monitoring en

rapportage van de prestaties verder te verbeteren;

21. verzoekt het Agentschap om bij de planning van al zijn operationele activiteiten, waar

relevant, gebruik te maken van een Gannt-diagram; onderstreept tevens hoe belangrijk het

voor het Agentschap is om in zijn programmering SMART-doelstellingen en RACER-

indicatoren vast te stellen, zoals sedert 2008 is geschied in zijn jaarlijkse werkprogramma

en zijn jaarlijkse activiteitenverslag;

Page 83: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

71

Interne controles

22. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag kennis van dat het Agentschap zijn

geïntegreerd beheerssysteem in 2010 heeft geconsolideerd, met inbegrip van het concept

"interne controle", dat ervoor moet zorgen dat risico's correct worden aangepakt om het

Agentschap beter in staat te stellen om operationele, kwaliteits-, nalevings- en financiële

doelstellingen te verwezenlijken;

23. merkt op dat het geïntegreerd beheerssysteem van het Agentschap in december 2010

gecertificeerd werd volgens de internationaal erkende ISO 9001:2008-norm voor

kwaliteitsbeheer;

Proces voor normalisatie-inspecties

24. doet een beroep op het Agentschap om de documentatie van de planning en

programmering van inspecties verder te verbeteren; herinnert het Agentschap aan het

belang van het documenteren van de risicobeoordeling en de criteria die gebruikt worden

voor het opstellen van de inspectieplanning om zijn interne besluitvormingsprocessen te

rechtvaardigen in die gevallen waarin er grote tekortkomingen worden vastgesteld die de

veiligheid van de EU-burgers in gevaar brengen;

25. doet bovendien een beroep op het Agentschap om zijn doeltreffendheid in het omspringen

met belangrijke veiligheidsproblemen verder te verbeteren door:

– het monitoren van informatie,

– het verkorten van de termijnen voor verslaglegging en tenuitvoerlegging,

– het besluitvormingsproces tussen het Agentschap en de Commissie te documenteren,

– de risico's van belangenconflicten adequaat in te perken;

26. verzoekt het Agentschap voorts om te zorgen voor de classificatie, monitoring en

follow-up van zijn inspectiebevindingen die ingedeeld worden als "opmerkingen";

verneemt van het Agentschap dat het een werkwijze heeft ontwikkeld om die

bevindingen vast te stellen en ze aan de Commissie mee te delen; verzoekt het

Agentschap daarom de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de maatregelen die

worden genomen;

Interne audit

27. erkent dat verschillende "zeer belangrijke" aanbevelingen van de dienst Interne Audit

(IAS) aan het Agentschap met het oog op het beperken van de bestaande risico's, nog

hangende zijn en momenteel door de IAS bestudeerd worden;

28. merkt in het bijzonder op dat de IAS in 2010 een audit heeft uitgevoerd van het

normalisatie-inspectieproces om op een onafhankelijke manier de betrouwbaarheid van

het interne controlesysteem voor het normalisatie-inspectieproces in het Agentschap te

beoordelen en te verzekeren, om aldus de toepassing van de desbetreffende regelgeving

van de Unie door de nationale luchtvaartautoriteiten te monitoren en verslag uit te

brengen aan de Commissie; merkt tevens op dat het Agentschap reeds een corrigerend

actieplan heeft ontwikkeld waarmee de IAS heeft ingestemd en dat reeds aan de IAS is

Page 84: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

72

voorgelegd ter bestudering van de bewijzen van de tenuitvoerlegging van de

aanbevelingen in de paragrafen 25 tot en met 27 van dit verslag;

29. verzoekt het Agentschap in dat verband voorts om:

– zijn risicobeoordelingen na de jaarlijkse inspectieprogramma's en het inspectiebezoek

te documenteren;

– de monitoring van en verslaglegging over grote tekortkomingen die tot bezorgdheid

strekken op het vlak van veiligheid te verbeteren;

– te zorgen voor follow-up en monitoring van zijn opmerkingen na inspectiebezoeken;

30. verwijst naar zijn aanbevelingen in vorige kwijtingsverslagen als opgesomd in de bijlage

bij deze resolutie;

31. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 85: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

73

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europees

Agentschap

voor de

veiligheid

van de

luchtvaart

2006

2007

2008

2009

Prestaties

- het Agentschap dient de

consistentie van de geraamde

uitgaven nauwkeurig te controleren:

het kostenanalysesysteem van het

Agentschap gaf kosten aan ter

waarde van ongeveer 48 miljoen

EUR, tegenover ontvangsten ter

waarde van ongeveer 35 miljoen

EUR ontoereikende

programmering;

- het Agentschap dient zorgvuldig na te

gaan of de geraamde uitgaven die ter

goedkeuring aan de

begrotingsautoriteit worden

voorgelegd, consistent zijn.

- verzoekt het agentschap om een diachronische

analyse van de tijdens dit en vorig jaar

uitgevoerde verrichtingen uit te werken

- verzoekt het Agentschap om SMART-

doelstellingen en RACER-indicatoren op te

stellen

- verzoekt het Agentschap om een Gannt-

diagram uit te werken

- verzoekt het Agentschap om SMART-doelstellingen en

RACER-indicatoren op te stellen

- verzoekt het Agentschap om bij de planning van al zijn

operationele activiteiten gebruik te maken van een Gantt-

diagram, om snel te kunnen natrekken hoeveel tijd een

personeelslid aan een bepaald project heeft besteed

- dringt er bij het Agentschap op aan een op activiteiten

gebaseerde structuur van de operationele begroting in te

voeren om een duidelijk verband tussen het

werkprogramma en de financiële prognoses tot stand te

brengen en de monitoring en rapportage van de prestaties

te verbeteren;

- verzoekt het Agentschap om een vergelijking op te

stellen van de activiteiten die het heeft uitgevoerd tijdens

het jaar waarvoor de kwijting moet worden verleend en

tijdens het voorgaande begrotingsjaar

Verordening

betreffende

vergoedingen

en rechten

n.v.t.

- het Agentschap dient de vorige

verordening betreffende geheven

vergoedingen niet te verwarren met de

nieuwe.

- verzoekt het Agentschap om een

monitoringsysteem uit te werken voor

certificeringsprojecten

- verzoekt het Agentschap om met een

gedetailleerd plan te komen om te garanderen

dat het systeem van jaarlijkse forfaits geen

ontvangsten zal opleveren die ver boven de reële

kosten van de geleverde diensten liggen

- verzoekt het Agentschap zijn bewakingssysteem voor

certificeringsprojecten te verbeteren om ervan verzekerd

te zijn dat de geheven vergoedingen gedurende de gehele

looptijd niet significant afwijken van de reële kosten.

- verzoekt het Agentschap om met het oog op de

opstelling van het jaarverslag voor 2010 een correcte

raming uit te voeren van de transitorische passiva in

verband met het beheer van de aan nationale

luchtvaartautoriteiten uitbestede

certificeringswerkzaamheden

Page 86: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

74

Europees

Agentschap voor

de veiligheid van

de luchtvaart

2006

2007

2008

2009

Overdracht van

kredieten/kwesties

in verband met

het plaatsen van

opdrachten

- het begrotingsbeginsel van

jaarperiodiciteit werd niet in acht

genomen: het Agentschap heeft, in strijd

met zijn financieel reglement, zijn

gesplitste betalingskredieten van 2005

overgedragen ondanks het feit dat het

voldoende betalingskredieten had voor

2006

- problemen rond de

transparantie van de

gunningscriteria en de

financiële

evaluatiemethode

- verzoekt het Agentschap om

tekortkomingen in het

capaciteitsplanningssysteem, die te wijten

zijn aan vertragingen bij de ondertekening

van het dienstencontract, te verhelpen;

(verzoekt het Agentschap om de komende

jaren veel realistischere vooruitzichten

voor te leggen aan de Commissie en het

Parlement)

- verzoekt de Commissie om op zoek te

gaan naar manieren om te verzekeren dat

het beginsel van een op behoeften

gebaseerd beheer van liquide middelen

volledig wordt toegepast, om ervoor te

zorgen dat de kasvoorraden van het

Agentschap op een zo laag mogelijk

niveau gehouden worden

- het Agentschap heeft een grote hoeveelheid kredieten

voor beleidsuitgaven overgedragen naar 2010 (65% van

titel III, beleidsuitgaven. Het percentage overgedragen

vastleggingskredieten bedraagt 13%)

- verzoekt om contracten nauwkeuriger en tijdig te

beheren en om het komende begrotingsjaar veel

realistischere vooruitzichten voor te leggen aan het

Parlement en de Commissie.

- wenst dat er aan de begroting van elk jaar een verslag

wordt gehecht over de begrotingsoverschotten van de

voorafgaande boekjaren, waarin wordt aangegeven

waarom die middelen niet zijn gebruikt en hoe en

wanneer ze zullen worden aangewend.

Personeelszaken

n.v.t. - verzoekt het Agentschap

om zijn systemen voor

werving en

capaciteitsplanning te

verbeteren

- verzoekt het Agentschap om zijn

systemen voor werving en

capaciteitsplanning te verbeteren

- neemt kennis van tekortkomingen in procedures voor

de selectie van personeel, die een risico vormen voor de

transparantie van deze procedures. De Rekenkamer

meldde dat de besluiten van de selectiecomités

onvoldoende waren gemotiveerd en gedocumenteerd

aangezien de drempelvoorwaarden voor uitnodiging

voor een gesprek of plaatsing op de reservelijst niet

vooraf waren vastgesteld en er notulen ontbraken.

- dringt er bij het Agentschap op aan de

kwijtingsautoriteit mee te delen wat er wordt gedaan

om deze situatie te corrigeren en de selectieprocedures

voor deskundigen/personeelsleden transparanter te

maken

Interne audit

- het Agentschap heeft nog geen doeltreffend

systeem voor het beheer van vorderingen,

eventueel met inbegrip van interesten op

achterstallige betalingen, toegepast

n.v.t.

- verzoekt het Agentschap om stappen te

ondernemen om aan 13 van de 28

aanbevelingen van de dienst Interne Audit

te voldoen (waarvan er 2 beschouwd

worden als cruciaal) → i.e. de

aanbevelingen inzake

begrotingsonzekerheid, het ontbreken van

risicoanalyses, het ontbreken van een

beoordelings- en bevorderingsbeleid, de

sluitingsprocedures en een procedure voor

het opnemen van uitzonderingen die

gesloten werden

- erkent dat het Agentschap uitvoering heeft gegeven

aan 20 van de 26 sinds 2006 door de IAS gedane

aanbevelingen

Page 87: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

75

Page 88: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

76

P7_TA-PROV(2012)0170

Kwijting 2010: Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

(ECDC)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 inzake het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -

bestrijding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0287/2011 – 2011/2227(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -

bestrijding voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor

ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april

2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding3 en met

name artikel 23,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0123/2012),

1. verleent de directeur van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 122. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 89: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

77

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Centrum voor

ziektepreventie en -bestrijding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen

voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 90: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

78

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en bestrijding voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0287/2011 – 2011/2227(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -

bestrijding voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor

ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april

2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding3 en met

name artikel 23,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0123/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Centrum voor

ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Europees

Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer,

en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 122. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 91: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

79

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -

bestrijding voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0287/2011 – 2011/2227(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -

bestrijding voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor

ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april

2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding3 en met

name artikel 23,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0123/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding ("het

Centrum") voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de directeur van het Centrum op 10 mei 2011 kwijting heeft

verleend voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar

20095 en dat het het Centrum in zijn resolutie bij het kwijtingsbesluit onder andere heeft

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 122. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 145.

Page 92: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

80

verzocht:

– in een tabel die als bijlage bij het verslag van de Rekenkamer gevoegd moet worden,

een vergelijking op te nemen van de activiteiten die zijn uitgevoerd in het jaar waarvoor

de kwijting moet worden verleend en de activiteiten in het begrotingsjaar voordien,

– het hoge niveau van overdrachten, dat negatieve gevolgen heeft voor de

begrotingsuitvoering en indruist tegen het beginsel van jaarperiodiciteit, aan te pakken,

– zijn verplichting na te komen om de kwijtingsautoriteit een verslag toe te sturen dat is

opgesteld door zijn directeur en waarin de inhoud van de aanbevelingen van de dienst

Interne Audit (IAS) wordt samengevat;

C. overwegende dat de totale begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2010

57 800 000 EUR bedroeg, tegenover 49 200 000 EUR in 2009, hetgeen een toename is van

17,5%; overwegende dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van het Centrum

voor 2010 56 225 000 EUR bedroeg;

Financieel en begrotingsbeheer

1. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het Centrum voor 2010

53 078 000 EUR bedroeg; merkt echter op dat er 145 000 EUR aan toegevoegd is uit de

terugvordering van overschotten, met als resultaat een totale bijdrage van de Unie voor

2010 van 53 223 000 EUR;

2. onderstreept dat de totale bijdrage aan het Centrum volgens de algemene begroting van de

Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 bestond uit:

– een bijdrage van 33 360 000 EUR in de titels I en II en

– een bijdrage van 22 895 000 EUR in titel III, waarvan 10 000 000 EUR is uitbetaald;

merkt echter op dat in hetzelfde document sprake is van een totale bijdrage van de Unie

voor 2010 van 53 522 3000 EUR; neemt kennis van de verklaring van de Commissie dat de

bijdrage van de Unie aan het Centrum in 2010 56 225 000 EUR bedroeg en dat het cijfer

van 53 223 000 EUR het gevolg in van inconsistenties in de begeleidende tekst bij de

begrotingscijfers; is van mening dat hieruit blijkt hoe noodzakelijk het is dat de Commissie

de kwijtingsautoriteit elk jaar geconsolideerde informatie verstrekt over de totale jaarlijkse

bijdrage per Agentschap die ten laste van de algemene begroting van de Unie wordt

uitbetaald;

3. verneemt van het Centrum dat een tweede subsidieovereenkomst is gesloten met

DG Uitbreiding voor een aanvankelijke looptijd van twee jaar en dat vervolgens in 2010 een

verhoging van de begroting met 400 000 EUR voor de periode 2009-2010 is toegepast;

merkt op dat het Centrum in 2011 een aanvraag moest indienen voor de verlenging van de

looptijd van de subsidie;

4. erkent op basis van de definitieve jaarrekening van het Centrum voor het begrotingsjaar

2010 dat de begrotingsuitvoering 95% bedroeg, wat de vastleggingskredieten betreft; is

echter bezorgd over het feit dat het begrotingsuitvoeringscijfer voor de betalingen niet meer

bedroeg dan 68% van de totale begroting; beschouwt dit evenwel reeds als een verbetering

Page 93: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

81

ten opzichte van de 59% van 2009, maar is van mening dat het Centrum meer inspanningen

moet leveren in dit verband;

5. onderstreept het feit dat de uitvoering van de betalingskredieten is verbeterd, met een

stijging tot to 92,7%, hetgeen neerkomt op een bedrag aan onbenutte kredieten van

3 800 000 EUR; merkt op dat deze onderbesteding verband houdt met het feit dat het

Centrum zijn verzoek om betalingskredieten heeft beperkt, om de geldhoeveelheid op zijn

bankrekening op het einde van het jaar te verminderen, overeenkomstig het verzoek van de

Rekenkamer en de Commissie;

6. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van het Centrum voor 2010 kennis van dat de

directeur, als bevoegde ordonnateur, de financiële verantwoordelijkheid gedelegeerd heeft

aan de vijf eenheidshoofden en, gedurende een bepaalde periode, aan de coördinator van het

kabinet van de directeur; merkt echter op dat alle contracten ter waarde van meer dan

250 000 EUR door de directeur ondertekend moeten worden;

Overdracht van kredieten

7. neemt kennis van de informatie van de Rekenkamer dat in 2010 een bedrag van 15 600 000

EUR, ofte 27% van de totale begroting, inclusief 50% van de uitgaven voor titel III –

huishoudelijke kosten, is overgedragen naar 2011; dringt er nogmaals bij het Centrum op

aan om de tekortkomingen die door de Rekenkamer zijn vastgesteld op het gebied van

overdrachten, aan te pakken; onderstreept dat een hoog niveau van overdrachten negatieve

gevolgen heeft voor de uitvoering van de begroting;

8. is bezorgd door het feit dat dit hoge niveau van overdrachten, in combinatie met een laag

niveau van transitorische passiva, buitensporig is en indruist tegen het beginsel van

jaarperiodiciteit;

Boekhoudsysteem

9. neemt kennis van de informatie in het verslag over het begrotings- en financiële beheer van

het Centrum dat 2010 het eerste volledige begrotingsjaar was waarvoor het Centrum zijn

begroting het hele jaar heeft uitgevoerd via ABAC WF (het geïntegreerde begrotings- en

boekhoudsysteem van de EU;

10. neemt kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag voor 2010 dat het

Centrum de interne procedures voor betalingen en vastleggingen heeft herzien;

Aanbesteding

11. neemt kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag van het Centrum dat het

aanbestedingsbureau in 2010 50 open procedures en 18 onderhandelde procedures heeft

afgehandeld, alsmede 8 oproepen tot het indienen van voorstellen; verzoekt het Centrum om

de resultaten van elk van de aanbestedingsprocedures over te maken aan de

kwijtingsautoriteit;

12. merkt op dat er na vijf jaar onderhandelen een zetelovereenkomst is ondertekend tussen het

Centrum en het ministerie van Ouderenzorg en Volksgezondheid van Zweden;

Page 94: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

82

Personeelszaken

13. neemt kennis van het feit dat de voormalige directeur het Centrum in februari 2010 heeft

verlaten om een functie op te nemen bij het regionale kantoor voor Europa van de

Wereldgezondheidsorganisatie;

14. dringt er bij het Centrum op aan voldoende maatregelen te treffen om de transparantie van

zijn aanwervingsprocedures te garanderen; is in het bijzonder door over de bevindingen van

de Rekenkamer: noch de criteria waaraan kandidaten moesten voldoen om te worden

uitgenodigd voor een gesprek, noch die om op de reservelijst te worden geplaatst, waren

vooraf vastgesteld; merkt op dat hierachter een situatie kan schuilgaan van nepotisme of

belangenvermenging;

15. neemt er via het verslag over het begrotings- en financiële beheer van het Centrum kennis

van dat op 31 december 2010 in totaal 175 tijdelijke medewerkers bij het Centrum in dienst

waren, op een totaal van 200 posten in het organigram voor 2010;

16. verneemt tevens uit het verslag dat het verloop van tijdelijke werknemers en

arbeidscontractanten in 2010 7% bedroeg;

17. beschouwt het Centrum als een belangrijk orgaan van de Unie, dat ermee belast is het

Europese ziektetoezicht te verbeteren en te ontwikkelen, bestaande en opkomende gevaren

voor de menselijke gezondheid als gevolg van besmettelijke ziekten te beoordelen en

informatie hierover te verspreiden en de Europese kennis op het gebied van gezondheid te

bundelen;

Prestaties

18. neemt kennis van het feit dat het Centrum nu samenwerkt met zijn partners om

veranderingen door te voeren op basis van de lessen die geleerd zijn uit de H1N1-pandemie

in 2009, om de prestaties van het Centrum in de toekomst te verbeteren; wijst

desalniettemin op de belangrijke bijdragen die het Centrum aan de maatregelen ter

bestrijding van de H1N1-pandemie heeft geleverd door in 2009 voorlopige richtsnoeren

over het "gebruik van specifieke pandemische influenzavaccins" op te stellen;

Interne audit

19. neemt kennis van de informatie in het verslag over het begrotings- en financiële beheer van

het Centrum dat een herziening van de tenuitvoerlegging van het internecontrolesysteem is

uitgevoerd; is in het bijzonder bezorgd door het feit dat twee van de normen nog steeds niet

ten uitvoer zijn gelegd, namelijk bedrijfscontinuïteit en evaluatie van de activiteiten, en dat

vier andere slechts gedeeltelijk ten uitvoer zijn gelegd; dringt er daarom bij het Centrum op

aan snel maatregelen op dit gebied te nemen en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen

van de fase van tenuitvoerlegging van deze normen;

20. maakt uit het verslag over het begrotings- en financiële beheer van het Centrum op dat de

geplande audit van de dienst Interne Audit (IAS) van de "processen ter ondersteuning van

de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma, met focus op het

beheersinformatiesysteem" is uitgesteld tot 2011; verzoekt het Centrum daarom de

kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de bevindingen van de IAS;

Page 95: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

83

21. neemt ook kennis van de informatie van het Centrum dat de IAS-audit eind 2010 geen

kritieke bevindingen te melden had; dat echter nog zes belangrijke bevindingen hangende

waren; verneemt van het Centrum dat vier van deze aanbevelingen betrekking hebben op de

communicatie over gezondheid, de prestatie-indicatoren, de checklist die gebruikt wordt

door de financiële actoren en de kostenraming voor de vergaderingen van het Centrum;

dringt er bij het Centrum op aan om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de

twee andere aanbevelingen die nog steeds door het Centrum moeten worden uitgevoerd;

22. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen in eerdere kwijtingsverslagen, zoals toegelicht in

de bijlage bij deze resolutie;

23. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 96: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

84

Bijlage Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europees Centrum voor

ziektepreventie en -

bestrijding

2006

2007

2008

2009

Prestaties/

Aanbestedingen

- De voorschriften inzake aanbestedingen worden niet

strikt gehandhaafd: gebrek aan duidelijke

selectiecriteria; onjuiste procedurekeuze; niet-

naleving van de in de aankondiging van de opdracht

beschreven procedure; ontoereikende documentatie

van de procedure

n.v.t.

- Verzoekt het Centrum om een vergelijkend

overzicht op te stellen van de activiteiten die

werden uitgevoerd tijdens het jaar waarvoor

de kwijting moet worden verleend en tijdens

het vorige begrotingsjaar, zodat de

kwijtingsautoriteit de prestaties van het

Centrum over de jaren heen beter kan

beoordelen

- Geen zetelovereenkomst tussen het

Centrum en de Zweedse regering aangezien

er nog heel wat kwesties op tafel lagen

waarover verder onderhandeld moest

worden

- Verzoekt het Centrum om een

vergelijking op te stellen van de

activiteiten die werden uitgevoerd tijdens

het jaar waarvoor de kwijting moet worden

verleend en tijdens het vorige

begrotingsjaar

Overdracht van

kredieten

- Het jaarperiodiciteitsbeginsel wordt niet strikt in

acht genomen: bijna 45% van de vastleggingen die

tijdens dit jaar werden ingeschreven, werd

overgedragen. Bovendien werden er tijdens de tweede

helft van 2006 talrijke overschrijvingen gedaan �

onnauwkeurige raming van personeelsbehoeften

- Het jaarperiodiciteitsbeginsel wordt niet strikt in

acht genomen: zwakke punten op het gebied van

de programmering, de monitoring en de

daaropvolgende tenuitvoerlegging van de

begroting van het Centrum - Na het besluit tot begrotingswijzigingen is geen

evaluatie gemaakt van de impact hiervan op het

werkprogramma en het halen van de

doelstellingen.

- Het jaarperiodiciteitsbeginsel wordt niet

strikt in acht genomen: zwakke punten op

het gebied van de programmering en de

daaropvolgende tenuitvoerlegging van de

begroting van het Centrum

- Verzoekt de Commissie om te onderzoeken

hoe ervoor kan worden gezorgd dat het

beginsel wordt geëerbiedigd van een op

behoeften gebaseerd beheer van liquide

middelen � het Centrum houdt enorm hoge

reserves van liquide middelen aan over een

lange periode (31 dec. 2008: 16 705 091

EUR)

- Verzoekt het Centrum de

kwijtingsautoriteit mee te delen welke

maatregelen zijn genomen om de

tekortkoming te verhelpen; Hoog niveau

van overdrachten, wat negatieve gevolgen

heeft voor de begrotingsuitvoering en

indruist tegen het beginsel van

jaarperiodiciteit

Personeelszaken

n.v.t.

n.v.t. - Tekortkomingen bij de planning van de

aanwervingsprocedures

n.v.t.

Interne audit

- Juridische verbintenissen werden aangegaan vóór de

desbetreffende begrotingsvastlegging, wat een inbreuk

vormt op het financieel reglement

- Het Centrum heeft het Financieel Reglement en

het beginsel van spaarzaamheid niet in acht

genomen: in 2007 betaalde het 0,5 miljoen EUR

voor de renovatie van zijn hoofdgebouw, naar

aanleiding van een overeenkomst tussen het

Centrum en de eigenaar van het gebouw. In die

overeenkomst is de aard van de uit te voeren

werken niet gespecificeerd, noch de termijnen en

betalingsvoorwaarden

- Het Centrum is zijn verplichting niet

volledig nagekomen om de

kwijtingsautoriteit een door zijn directeur

opgesteld verslag toe te sturen waarin de

interne audits dat zijn uitgevoerd door de

interne auditeur, wordt samengevat

- Het Centrum is zijn verplichting niet

volledig nagekomen om de

kwijtingsautoriteit een door zijn directeur

opgesteld verslag toe te sturen waarin de

inhoud van de aanbevelingen van de dienst

Interne Audit (IAS) wordt samengevat

Page 97: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

85

P7_TA-PROV(2012)0171

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor chemische stoffen

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0294/2011 – 2011/2235(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van het Europees

Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van.21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot

oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen3, en met name artikel 97,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0126/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar

2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.11, blz 33. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 396 van 30.12.06, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.02, blz. 72.

Page 98: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

86

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor

chemische stoffen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de

bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 99: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

87

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0294/2011 – 2011/2235(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van het Europees

Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot

oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen3, en met name artikel 97,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0126/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap

voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Agentschap voor chemische stoffen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer,

en zorg te dragen voor de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie

(serie L).

1 PB C 366 van 15.12.11, blz 33. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz.. 1. 3 PB L 396 van 30.12.06, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.02, blz. 72.

Page 100: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

88

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0294/2011 – 2011/2235(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van het Europees

Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van.21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot

oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen3, en met name artikel 97,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0128/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen ("het

Agentschap")voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor

chemische stoffen kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het

Agentschap voor het begrotingsjaar 20095 en dat het in zijn resolutie behorende bij het

kwijtingsbesluit onder andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 33. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 396 van 30.12.06, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.02, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.09.11, blz. 150.

Page 101: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

89

– het Agentschap heeft verzocht om de kwijtingsautoriteit te informeren over de genomen

maatregelen om het controlesysteem te verbeteren door de financiële circuits,

werkstromen, actieplannen en risicobeoordelingen te versterken;

– het Agentschap heeft aangemoedigd om er daadwerkelijk voor te zorgen dat:

– alle bestanddelen voor financieringsbeslissingen aanwezig zijn,

– de benodigde informatie op elk niveau in de organisatie goed gedefinieerd en

aangepakt is,

– in het werkprogramma alle middelen worden genoemd die uit de begroting

beschikbaar zijn gemaakt,

– de documentatie van financiële procedures en controlelijsten afgerond en

bijgewerkt is;

– verzocht het Agentschap om de planning en monitoring van zijn aanbestedingen en

begrotingsuitvoering verder te ontwikkelen zodat het aandeel overgedragen kredieten

kan worden verminderd;

C. overwegende dat de totale begroting van het Agentschap voor 2010 75.500.000 EUR

bedroeg, ten opzichte van 70.400.000 EUR in 2009, wat neerkomt op een stijging van

7,24%;

D. overwegende dat het Agentschap een tijdelijke bijdrage van 36.000.000 EUR heeft

ontvangen van de Europese Unie en de EVA;

Budgettair en financieel beheer

1. merkt op dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat de begroting van het Agentschap voor

2010 75.000.000 EUR bedroeg, terwijl het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010

melding maakte van een begroting van 75.500.000 EUR;

2. concludeert uit de gegevens van het Agentschap dat het wordt gefinancierd door middel

van heffingen die de sector betaalt voor de registratie van chemische stoffen en door een

eventuele bijdrage van de Unie;

3. herinnert eraan dat de initiële bijdrage van de Unie aan het Agentschap voor 2010

25.305.000 EUR bedroeg; merkt echter op dat daaraan 8.700.000 EUR, afkomstig uit een

teruggevorderd overschot, is toegevoegd, hetgeen de totale bijdrage van de Unie voor

2010 heeft doen uitkomen op 34.005.000 EUR1; neemt bovendien kennis van het feit dat

aangezien de inkomsten uit de heffingen gewoonlijk pas aan het eind van het jaar aan het

Agentschap worden gecrediteerd, de bijdrage van Unie noodzakelijk werd geacht om de

gebruikskosten tot oktober 2010 te kunnen betalen;

4. merkt op dat het Agentschap melding maakt van naar een tijdelijke bijdrage van de Unie

van 36.000.000 EUR voor 2010, hoewel dit bedrag de EVA-bijdrage omvat;

1 PB L 64 van 12.03.2010, blz. 447.

Page 102: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

90

5. neemt kennis van de informatie in het verslag over het begrotings- en financieel beheer

van het Agentschap dat het Agentschap heeft toegezegd de tijdelijke bijdrage van de Unie

volledig terug te betalen aan de Commissie na ontvangst van de overeenkomstige

debetnota; heeft van het Agentschap vernomen dat de tijdelijke bijdrage in maart 2011 is

terugbetaald en dat er rente is betaald aan de Commissie;

6. neemt kennis van de informatie in het verslag over het begrotings- en financieel beheer

van het Agentschap dat de oorspronkelijke begroting van het Agentschap voor 2010

86.481.700 EUR bedroeg; merkt echter op dat de raad van bestuur gedurende het jaar

twee gewijzigde begrotingen heeft aangenomen, waardoor de begrotingsuitgaven in totaal

met 11.000.000 EUR (12,75%) is verminderd;

7. neemt kennis van de informatie in bovengenoemd verslag dat de aangenomen begroting

voor Titel 1 in 2010, 47.214.285 EUR, neerwaarts is bijgesteld met 8 %, d.i. met

3.787.650,18 EUR; neemt kennis van de toelichting van het Agentschap dat de

belangrijkste reden voor de daling een trager aanwervingstempo was dan in de

oorspronkelijke plannen; merkt tevens op dat het totale uitvoeringspercentage voor Titel I

uitkwam op 97,2 %;

8. stelt op basis van het genoemde verslag vast dat de uitgaven in Titel 2 goed zijn voor

92,4% van de gewijzigde begroting (10.739.727,92 EUR tegenover 11.624.281,05 EUR),

als gevolg van het afblazen van verscheidene IT-adviesprojecten, die zullen worden

uitgevoerd binnen het kader van de toekomstige uitbestedingsovereenkomst in 2011;

9. stelt op basis van het jaarverslag van het Agentschap vast dat het Agentschap bijna 23.000

binnenkomende betalingen van heffingen heeft kunnen verwerken, met als resultaat

contante heffingsbaten van 349.700.000 EUR;

10. neemt kennis van de informatie van de Rekenkamer dat het Agentschap in 2010 volledig

zelfbedruipend is geworden, maar dat het financieel reglement van het Agentschap

wellicht moet worden uitgebreid met een mechanisme om inkomstenoverschotten van het

Agentschap te behouden voor de financiering van toekomstige activiteiten;

11. neemt kennis van het antwoord van het Agentschap dat het bij de komende herziening

van zijn financieel reglement een voorstel zal opnemen voor een mechanisme om

inkomstenoverschotten te beheren; begrijpt uit het jaarlijkse activiteitenverslag van het

Agentschap dat een regeling is opgezet met een externe bewaarnemer van hoog niveau en

dat een tweede regeling wordt voorbereid om te zorgen voor zekerstelling en

risicospreiding van de geaccumuleerde kasreserves, die de belangrijkste financieringsbron

van het Agentschap moeten zijn tot het financiële kader voor de periode 2014-2020 er is;

concludeert uit de gegevens van het Agentschap dat kasreserves voor beheer van de activa

zijn geplaatst bij de Europese Investeringsbank en de Centrale Bank van Finland;

Overdracht van kredieten

12. neemt kennis van de informatie in het verslag over het begrotings- en financieel beheer

van het Agentschap dat de overdracht van vastleggings- en betalingskredieten,

12.254.740,59 EUR, voornamelijk verband houdt met IT-kosten voor ondersteuning van

activiteiten (5.747.560,42 EUR) en met het algemeen beheer van het Agentschap

(1.555.943,82 EUR);

Page 103: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

91

13. neemt ook kennis van de informatie in het verslag dat het totale bedrag van 2.533.156,09

EUR is geschrapt uit de vastleggings- en betalingskredieten die uit de begroting in 2009

zijn overgedragen; wijst er met name op dat dit hoofdzakelijk Titel 2 van de begroting

van het Agentschap betreft;

14. betreurt het feit dat de Rekenkamer in zijn verslag over de jaarrekening van het

Agentschap voor het begrotingsjaar 2010 geen melding maakt van de geannuleerde

overdrachten;

15. is tevreden met de inspanningen van het Agentschap om de planning en monitoring van

middelen te verbeteren en richtlijnen in te voeren om het jaarperiodiciteitsbeginsel te

bevorderen; erkent met name dat het Agentschap erin is geslaagd het

overdrachtspercentage te verminderen van 29,7% in 2009 tot 16,3% in 2010;

16. onderstreept tevens het feit dat, aangezien het Agentschap in al zijn Titels werkt met niet-

gesplitste kredieten, het niet realistisch is te verwachten dat alle werkzaamheden die voor

een kalenderjaar zijn begroot, in hetzelfde begrotingsjaar kunnen worden vastgelegd en

uitbetaald, vooral voor projectmatige operationele uitgaven (bv. IT-

systeemontwikkelingen);

Procedures voor het plaatsen van opdrachten

17. neemt ook kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag van het

Agentschap dat in 2010 350 aanbestedingen zijn georganiseerd, waaronder de meerjarige

raamovereenkomsten voor IT, veiligheid, kwaliteits- en managementadviesdiensten, voor

verschillende communicatiegerelateerde kwesties en voor taalcursussen;

18. neemt met name kennis van het feit dat een groot aantal aanbestedingen is uitgevoerd in

het kader van bestaande raamovereenkomsten op het gebied van IT-adviesdiensten,

alsmede voor wetenschappelijke, technische, milieu- en sociaaleconomische vraagstukken

in verband met REACH;

Personeelsbeheer

19. neemt kennis van de informatie in het activiteitenverslag van het Agentschap dat het

Agentschap in 2010 meer dan 120 nieuwe medewerkers heeft aangeworven; merkt met

name op dat sterk de nadruk is gelegd op de aanwerving van deskundigen ter versterking

van de wetenschappelijke capaciteit van het Agentschap; merkt voorts op dat ook de

aanwerving van midden- en hoger management prioriteit genoot, ter waarborging van de

implementatie van de nieuwe organisatiestructuur vanaf januari 2011;

20. verzoekt het Agentschap om op het moment van de vaststelling van zijn jaarlijkse

werkprogramma zijn Human Resources (HR)-activiteiten en -projecten beter te plannen;

stelt met name op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag van het Agentschap vast dat

door het hoge aantal registratiedeadlines en de impact daarvan op HR-diensten,

trainingsactiviteiten minder prioriteit kregen en verscheidene HR-projecten zijn uitgesteld

of op een lager niveau gemanaged dan oorspronkelijk was gepland;

Page 104: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

92

Belangenconflicten

21. merkt op dat het Agentschap betrokken is bij besluiten die van groot belang zijn voor de

consument en kijkt, rekening houdend met de blootstelling van het Agentschap, doordat

het belangrijk is voor de sector, ernaar uit de bevindingen en aanbevelingen te ontvangen

en te bespreken van het speciale verslag over belangenconflicten dat de Rekenkamer vóór

eind juni 2012 zal opstellen;

22. meent dat het Agentschap er na de eerste, op procedures gerichte opbouwfase voor moet

zorgen dat zijn begroting en zijn personeel zo worden ingezet dat het de beste resultaten

kan behalen wat inhoud betreft, met name met betrekking tot evaluaties, beperkingen en

vergunningen;

Interne audit

23. is van mening dat het Agentschap zijn administratieve processen (inclusief financiële

circuits) en zijn operationele workflows heeft verbeterd door de ontwikkeling van een

geïntegreerd kwaliteitssysteem (ISO9001); is daarnaast tevreden met het feit dat het

Agentschap risicobeoordelingen heeft geïntegreerd in zijn prioriteitsstelling voor audits

en zijn werkprogramma, en, in voorkomend geval, als basis voor besluitvorming;

beschouwt dit als een goede praktijk die navolging verdient door de andere

agentschappen;

24. neemt kennis van de informatie van het Agentschap dat de dienst Interne Controle een

advies heeft opgesteld over de "paraatheid voor registratie", dat op 14 april 2010 is

gepubliceerd en toegezonden aan de directeur van het Agentschap; onderstreept dat deze

audit als doel heeft te beoordelen in hoeverre het Agentschap in staat is om aan

toekomstige registratiedeadlines te voldoen;

25. is in verband hiermee tevreden met de oprichting door het Agentschap van een

afzonderlijke registratie- en indieningseenheid en een contingency task force; verzoekt het

Agentschap desalniettemin om de consistentie bij de behandeling van dossiers te

verbeteren; merkt op dat dit een voorwaarde is voor registratieactiviteiten en dat het

Agentschap zijn inspanningen dienaangaande dient te intensiveren door vaststelling van

een standaardprocedure voor actualiseringen van registratieregels, en een toereikend

informatiespoor en toereikende documentatie voor besluiten die zijn genomen met

betrekking tot de bijwerking van regels;

26. verzoekt het Agentschap tevens om de medewerkers van de registratie-eenheid voor te

bereiden op een hogere werkdruk in vergelijking met het huidige niveau, door hen te

trainen (met name het middenmanagement van de eenheid) en door back-upregelingen op

te zetten voor belangrijke medewerkers; benadrukt dat de taak van de registratie-eenheid

dient te zijn gericht op kernactiviteiten waarvoor specifieke kennis inzake registratie is

vereist;

27. verzoekt het Agentschap om voor verslaglegging een stringente top down/bottom up-

methodologie en duidelijke uitgangspunten te hanteren, teneinde de relevante indicatoren

en instrumenten te definiëren die het Agentschap moet gebruiken;

Page 105: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

93

28. neemt kennis van de informatie van het Agentschap dat de interne-auditcapaciteit in 2010

twee interne kwaliteitsborgingsaudits heeft verricht: één van het "Staff back-up Process"

en één van het "Fee Invoicing Process";

Prestaties

29. merkt op dat eind 2010 twee belangrijke deadlines voor REACH en de Verordening

betreffende de indeling, etikettering en verpakking zijn verstreken; is daarom tevreden

emet het feit dat het Agentschap met succes de ontvangst en verwerking heeft weten af te

handelen van 25.000 registratiedossiers inzake 4.300 chemische stoffen die ofwel veel

worden gebruikt in Europa of het gevaarlijkst zijn, en van 3 miljoen kennisgevingen voor

meer dan 100.000 stoffen die zijn ingedeeld en moeten worden geëtiketteerd ter

bescherming van de gebruiker;

30. is tevreden met de initiatieven van het Agentschap voor de verbetering van zijn

klantgerichtheid en zijn terugkoppelingsprocedures; is met name tevreden dat het

Agentschap bijzondere aandacht besteedt aan communicatie, onder meer door de

organisatie van infodagen voor belanghebbenden, publicaties en ondersteuning via een

helpdesk;

31. is tevreden over de werking van het Agentschap, wat de tenuitvoerlegging van de

chemicaliënwetgeving van de Unie betreft;

32. is van mening dat de ontwikkelingen op het gebied van IT-contracten het gevolg zijn van

de aanzienlijke kosten hiervan en van de vertragingen die zijn opgetreden tijdens de

opbouwfase;

Rol van coördinator van het netwerk van agentschappen

33. prijst het Agentschap om zijn effectieve inspanningen als coördinator van het netwerk van

de agentschappen gedurende de kwijtingsprocedure 2010;

34. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen in voorgaande kwijtingsverslagen, die zijn

opgenomen in de bijlage bij deze resolutie;

35. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 106: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

94

Bijlage Aanbevelingen van het Europees Parlement in de afgelopen jaren

Europees Agentschap voor

chemische stoffen

2008

2009

Prestaties Het agentschap zou baat hebben bij de ontwikkeling van

terugkoppelingsprocedures en een meer uitgesproken klantgerichtheid; -Verzoekt de Rekenkamer het agentschap aan doelmatigheidscontroles te onderwerpen;

Financieel en

begrotingsbeheer

-Verzoekt het Agentschap maatregelen te nemen om de planning van en het

toezicht op zijn middelen en kredieten te verbeteren (41% van de

vastleggingskredieten voor operationele activiteiten werden overgedragen en

37,5% werd geannuleerd

-Verzoekt de Commissie na te gaan welke mogelijkheden er bestaan voor de

volledige toepassing van een op de behoeften gericht beheer van de kasmiddelen

(kasvoorraden in 2008: 18.747.210,75 EUR)

-Verzoekt het Agentschap om de planning en monitoring van zijn aanbestedingen en

begrotingsuitvoering verder te ontwikkelen zodat het aandeel overgedragen kredieten kan

worden verminderd; merkt op dat de Rekenkamer heeft gemeld dat 20.000.000 EUR (29%

van de kredieten) is overgedragen naar het begrotingsjaar 2010, waarvan ongeveer 88%

betrekking heeft op nog niet uitgevoerde activiteiten (of in sommige gevallen op nog niet

ontvangen goederen) aan het einde van het jaar; merkt verder op dat 5% van de kredieten

(3.000.000 EUR) is geannuleerd

Page 107: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

95

Europees Agentschap voor

chemische stoffen

2008

2009

Personeelszaken

- Herinnert het Agentschap eraan om de tenuitvoerlegging van de

aanwervingsprocedure ter hand te nemen

-Transparantiekwesties: in 14 wervingsprocedures was de onafhankelijkheid van

de leden van de selectiecomité niet verzekerd door het feit dat de directeur van het

Agentschap fungeerde als voorzitter van dit comité-PRIJST het besluit van het

Agentschap om de directeur niet langer te laten deelnemen aan de beraadslagingen

van selectiecomités -Verzoekt het Agentschap te zorgen voor duidelijk vastgelegde

overdrachtprocedures

-Het is van belang voor het Agentschap om de implementatie van zijn begrotings- en

wervingsplan te blijven monitoren

Interne Audit

-De controle van drie procedures wees op tekortkomingen in de documentatie met

de samenvatting van de werkzaamheden van de selectiecomités (gebrek aan

rechtvaardiging):

-Verzoekt de uitvoerend directeur van het Agentschap om de kwijtingsautoriteit te

informeren over de inhoud van zijn auditplan;

-Verzoekt het Agentschap om de kwijtingsautoriteit te informeren over de genomen

maatregelen om het controlesysteem te verbeteren door de financiële circuits, werkstromen,

audits, actieplannen en risicobeoordelingen te versterken;

-Moedigt het Agentschap aan om er daadwerkelijk voor te zorgen dat:

-alle bestanddelen voor financieringsbeslissingen aanwezig zijn;

-de benodigde informatie op elk niveau in de organisatie goed gedefinieerd en aangepakt is;

-in het werkprogramma alle middelen worden genoemd die uit de begroting beschikbaar

zijn gemaakt;

-de documentatie van financiële procedures en controlelijsten wordt afgerond en daarna

bijgewerkt.

Page 108: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

96

P7_TA-PROV(2012)0172

Kwijting 2010: Europees Milieuagentschap

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0278/2011 – 2011/2217(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 inzake de oprichting

van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en

-informatienetwerk3, en met name artikel 13,

– gezien Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april

2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en

-informatienetwerk4, en met name artikel 13,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0105/2012),

1. stelt zijn besluit over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het

Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 57. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1. 4 PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 109: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

97

het begrotingsjaar 2010 uit;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees

Milieuagentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 110: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

98

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0278/2011 – 2011/2217(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 inzake de oprichting

van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en

-informatienetwerk3, en met name artikel 13,

– gezien Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april

2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en

-informatienetwerk4, en met name artikel 13,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0105/2012),

1. stelt de afsluiting van de rekeningen van het Europees Milieuagentschap voor het

begrotingsjaar 2010 uit;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 57. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1. 4 PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 111: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

99

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Milieuagentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 112: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

100

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0278/2011 – 2011/2217(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 inzake de oprichting

van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en

-informatienetwerk3, en met name artikel 13,

– gezien Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april

2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en

-informatienetwerk4, en met name artikel 13,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0105/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat de

onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 57. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1. 4 PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 113: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

101

op 10 mei 2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het

Agentschap voor het begrotingsjaar 20091, en dat het in zijn resolutie behorende bij het

kwijtingsbesluit onder andere:

- het Agentschap heeft aangemoedigd zich te blijven inspannen om zijn

communicatiemethoden verder te ontwikkelen om meer aandacht van de media voor

zijn bevindingen te krijgen, omdat dergelijke maatregelen kunnen leiden tot een

transparantere werkmethode en een grotere publieke belangstelling voor het werk van

het Agentschap;

- bezorgd was over de praktijk van het Agentschap overschrijvingen te verrichten met het

doel een begrotingsonderdeel te verhogen om de huur van het pand van het Agentschap

van het eerste kwartaal van 2010 te betalen, terwijl dit ten laste gebracht werd van de

begroting van 2009, wat in strijd is met het jaarperiodiciteitsbeginsel;

- het Agentschap heeft verzocht een oplossing te zoeken voor de tekortkomingen in de

procedures voor personeelswerving die de transparantie van die procedures in gevaar

brengen;

C. overwegende dat de begroting voor 2010 van het Agentschap 50 600 000 EUR bedroeg, wat

26% meer is dan in 2009; overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting voor

2010 van het Agentschap 35 258 000 EUR bedroeg, ten opzichte van 34 560 000 EUR in

20092, wat een stijging betekent van 2%,

1. stelt de verlening van kwijting aan het Agentschap uit in afwachting van substantiële

antwoorden en maatregelen naar aanleiding van de kritische opmerkingen en de gedane

verzoeken;

Financieel en begrotingsbeheer

2. merkt op dat de mate van uitvoering van de begroting van het Agentschap voor de

vastleggings- en de betalingskredieten respectievelijk 100% en 90,75% bedroeg;

3. stelt uit de definitieve rekeningen van het Agentschap vast dat, voor het begrotingsjaar

2010, de totale betalingen van het Agentschap 38 898 533,88 EUR bedroegen;

4. merkt op dat het agentschap gedurende vijf maanden, van 22 mei 2010 tot oktober 2010,

zijn gebouw heeft bedekt met een groene façade die 294 641 EUR heeft gekost en dat het

contract is uitgevoerd door de bedrijven Ramboll, als algemeen contractant, en Green

Fortune; is verbaasd over het feit dat er geen openbare aanbesteding is uitgeschreven; vraagt

de directeur van het agentschap om gedetailleerde informatie over de manier waarop de

bedrijven als contractant zijn geselecteerd; neemt kennis van de informatie die wordt

verstrekt door de directeur van het agentschap in haar brief van 11 april 2012, dat het

bedrag in kwestie is betaald uit begrotingslijnen 2140 – Inrichting van dienstruimten

(180 872 EUR) en 3323 – Communicatie (113 769 EUR); onderstreept het feit dat de

vastleggingskredieten van begrotingslijn 2140 zijn gestegen van 85 000 EUR naar 271 049

EUR, tegen het advies van het hoofd Administratie van het agentschap in; merkt ook op dat

het hoofd Administratie in mei 2010 in ziekteverlof is gegaan en dat de post sindsdien

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 155. 2 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 677.

Page 114: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

102

wordt bezet door een interim-hoofd; neemt kennis van de informatie die door de directeur

van het agentschap wordt verstrekt in haar brief van 30 april 2012, dat het bedrag van

begrotingslijn 2140 is verhoogd door een kredietoverschrijving van 180 872 EUR van

begrotingslijn 2100 – Huurgeld; herinnert eraan dat het agentschap in december 2009 het

huurgeld heeft betaald voor het eerste kwartaal van 2010, om te voorkomen dat het bedrag

dat moest worden terugbetaald aan de Commissie, zou worden verlaagd; verzoekt het

agentschap bijgevolg om aan de kwijtingsautoriteit uit te leggen waarom het 180 872 EUR

heeft weggehaald van de begrotingslijn voor huurgeld, terwijl het huurgeld een vast bedrag

is op basis van een contract, en verzoekt het agentschap informatie en schriftelijk bewijs

over de procedures met betrekking tot de kredietoverschrijvingen te verstrekken; verwacht

van het agentschap dat het alle gevraagde acties eind augustus 2012 zal hebben

ondernomen;

5. merkt op dat het agentschap in december 2011 een raamcontract voor de levering van

diensten heeft gegund voor monitoring van de media gedurende 48 maanden, voor een

totale waarde van 250 000 EUR, veel meer dan de kosten van soortgelijke dienstverlening

in de voorgaande jaren; merkt op dat het agentschap met dit contract gemiddeld 62 500

EUR per jaar zal uitgeven aan monitoring van de media en is van mening dat deze kosten

buitensporig zijn en strijdig met het principe van efficiënt gebruik van het geld van de

belastingbetalers;

Overdracht van kredieten

6. merkt op dat uit de definitieve rekeningen van het Agentschap blijkt dat 12 809 551,05 EUR

van de kredieten van 2010 overgedragen is naar 2011; bevestigt dat van het totale

overgedragen bedrag 8 941 279 EUR externe bestemmingsontvangsten met een meerjarig

karakter betreft, en het jaarperiodiciteitsbeginsel daar dus niet op van toepassing is;

7. concludeert uit de definitieve rekeningen van het Agentschap dat er voor een bedrag van

585 282,87 EUR van het voorgaande jaar overgedragen niet-bestede betalingskredieten

geannuleerd zijn; begrijpt van het Agentschap dat dit bedrag lager is dan het bedrag dat in

2009 werd geannuleerd, namelijk 693 127,02 EUR; merkt daarom op dat een

annuleringspercentage van slechts 1,5% erop wijst dat beter op de financiële behoeften

wordt ingespeeld;

8. betreurt dat de Rekenkamer de omvang van de overgedragen en geannuleerde kredieten van

het Agentschap niet voldoende heeft geacht om deze op te nemen in haar verslag over de

jaarrekening van het Agentschap betreffende het begrotingsjaar 2010;

Aanbestedingsprocedures

9. neemt kennis van de verklaring van het agentschap dat de Rekenkamer in oktober 2011 een

audit heeft uitgevoerd van de aanbestedingsprocedures voor kantinediensten,

schoonmaakdiensten, veiligheidsdiensten en meubilair; verzoekt het agentschap de

kwijtingsautoriteit uiterlijk eind september 2012 mee te delen tot welke vaststellingen deze

audit heeft geleid, welke antwoorden het agentschap heeft verstrekt en welke acties het

heeft ondernomen;

10. verzoekt de dienst Interne audit (IAS) een controle te verrichten van de overeenkomsten van

het Agentschap op het gebied van kantinediensten, schoonmaakdiensten,

veiligheidsdiensten en meubilair om vast te stellen of de voorbereidings-, publicatie-,

Page 115: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

103

beoordelings- en contractbeheerfases van de aanbestedingen de volgende beginselen

eerbiedigen: maximale concurrentie en prijs/kwaliteitverhouding, en om de

kwijtingsautoriteit ten gepaste tijde in te lichten over zijn bevindingen;

Personeelszaken

11. neemt kennis van het feit dat het Agentschap zijn aanwervingsprocedures overeenkomstig

de door de kwijtingsautoriteit en de Rekenkamer gemaakte opmerkingen heeft herzien om

de tekortkomingen bij de kennisgevingen van vacatures, de documentering van het besluit

van de selectiecomités, de criteria voor uitnodiging voor een gesprek en de notulen van de

gesprekken aan te pakken;

12. erkent op basis van het jaarlijks managementplan eveneens dat het Agentschap uitvoering

heeft gegeven aan het "personeelsbeleid van het EEA" dat de basis voor het

personeelsbeleid vormt;

13. is ervan op de hoogte gebracht dat in 2010, 7 interne kandidaten en 40 externe sollicitanten

werden aangenomen; erkent dat de interne kandidaten in verschillende categorieën kunnen

worden onderverdeeld, namelijk 1 ambtenaar, 5 tijdelijke functionarissen en

1 arbeidscontractant, en dat het extern aangeworven personeel bestaat uit 1 ambtenaar,

13 tijdelijke functionarissen, 29 arbeidscontractanten en 4 nationale deskundigen; merkt op

dat de afgelopen vijf jaar 12 gastwetenschappers in de vestiging van het Agentschap hebben

gewerkt; verzoekt het Agentschap het curriculum vitae van de gastwetenschappers – met

vermelding van ten minste de opleiding en eerdere werkervaring – te publiceren, ten einde

de transparantie te vergroten;

Strategie van het Agentschap voor de periode 2009-2013

14. is ingenomen met het feit dat de personeels- en managementactiviteiten, de

kwaliteitscontroleprocedures, producten en diensten, en de administratieve en bouwkundige

diensten van het Agentschap ondergebracht zijn onder het strategische gebied van het

Strategisch Plan 2009-2013 van het Agentschap;

15. roept het Agentschap op om een explicieter verband te leggen tussen maatregelen,

financiële middelen en resultaten;

Belangenconflict

16. merkt op dat de uitvoerend directeur van het Milieuagentschap van juni 2010 tot april 2011

beheerder en lid was van de internationale adviescommissie van Earthwatch – een

internationale charitatieve milieuorganisatie die mensen betrekt bij wetenschappelijk

veldonderzoek en educatie – en naar verluidt ook lid was van de Europese adviescommissie

van Worldwatch Europe; erkent dat de uitvoerend directeur overeenkomstig haar verklaring

in april 2011 op advies van de voorzitter van de Rekenkamer haar functie bij Earthwatch

heeft neergelegd omwille van mogelijke belangenverstrengeling;

17. is ernstig bezorgd over het feit dat in 2010, toen de uitvoerend directeur direct betrokken

was bij Earthwatch, 29 personeelsleden van het Agentschap, met inbegrip van de uitvoerend

directeur, tot 10 dagen op onderzoeksreis zijn geweest bij verschillende

biodiversiteitsprojecten in het Caribische of Middellandse Zeegebied die beheerd worden

Page 116: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

104

door Earthwatch, en dat het Agentschap, volgens verklaringen van de uitvoerend directeur,

in totaal 33 791,28 EUR betaald heeft aan de ngo;

18. erkent dat speciale cursussen voor de personeelsleden deel uitmaken van hun

loopbaanontwikkeling, en neemt kennis van het totale bedrag dat voor deze opleidingen is

betaald;

19. is verbaasd door het feit dat het op 5 november 2010 opgerichte Worldwatch Institute

Europe als zijn adres het adres opgaf van het agentschap en dat dit instituut de gebouwen

van het agentschap gebruikte als waren het de zijne, zonder huur te betalen aan het

agentschap, zodat het gebruik maakte van gebouwen die worden betaald uit de begroting

van de EU; betreurt het feit dat in de brief van de directeur van 30 april 2012 alleen wordt

verwezen naar het Worldwatch Institute in de VS en niet naar het Worldwatch Institute

Europe, dat de gebouwen van het agentschap gebruikte zonder betaling van huur; merkt

voorts op dat de directeur van het Worldwatch Institute Europe een gastwetenschapper was

van het agentschap; verzoekt het agentschap de kwijtingsautoriteit uiterlijk eind augustus

2012 concrete, gedetailleerde informatie en ondersteunende documenten met betrekking tot

deze kwestie te verstrekken, waarbij het met name moet meedelen wie hiervoor binnen het

agentschap toestemming heeft verleend, op welke data het Worldwatch Institute Europe zijn

gebruik van de gebouwen van het agentschap heeft stopgezet en of het door de

gastwetenschapper van het agentschap verrichte werk gepubliceerd is onder de naam van

het Worldwatch Institute Europe dan wel onder die van het agentschap;

20. is ingenomen met de samenwerking tussen het Agentschap en ngo's die actief zijn op het

gebied van milieu, zoals ook het geval is bij andere gespecialiseerde agentschappen, maar

herinnert eraan dat zelfs de schijn van belangenverstrengeling het vertrouwen in de

instellingen kan schaden en vragen oproept bij de belastingbetaler;

21. vraagt het Agentschap met het oog op meer transparantie wat betreft het voorkomen en

bestrijden van belangenverstrengeling onmiddellijk over te gaan tot een actieplan en

uiterlijk 30 juni 2012 de belangenverklaringen, of indien deze niet beschikbaar zijn, de cv's

– met ten minste de opleiding en eerdere werkervaring – van de directieleden, de leden van

het wetenschappelijk comité, de deskundigen en de leden van de Raad van bestuur op zijn

website te publiceren; is van mening dat dergelijke maatregelen de kwijtingsautoriteit en het

publiek inzicht geven in hun bevoegdheden en dat mogelijke belangenverstrengeling

daarmee kan worden voorkomen;

Prestaties

22. neemt kennis van het initiatief van het Agentschap om regelmatig een onafhankelijke

externe beoordeling te laten uitvoeren op basis van de oprichtingsverordening (EEG)

nr. 1210/90 en van de door de Raad van bestuur vastgestelde werkprogramma's; neemt met

name kennis van het feit dat de volgende beoordeling in 2012 zal plaatsvinden en dat die

zich zal richten op de efficiëntie en doeltreffendheid van de verwezenlijking van de

bedrijfsstrategie;

23. neemt kennis van het initiatief van het Agentschap om zijn prestaties te meten met behulp

van het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) en interne beheersystemen met vier

nauw met elkaar verbonden perspectieven – financieel, klant, business en ontplooiing en

groei;

Page 117: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

105

24. erkent op basis van opmerkingen in het jaarlijks managementplan van het Agentschap, de

inspanningen van het Agentschap om samen met verschillende internationale instellingen en

organen van de Europese Unie, Eionet en het Wetenschappelijk Comité, een

netwerkstructuur op te richten om banden te onderhouden met de wetenschappelijke en

onderzoeksgemeenschap en om de resultaten van onderzoeksactiviteiten, met name

informatie en gegevens, op Europees en nationaal niveau op een meer systematische wijze

te verspreiden en te gebruiken;

25. merkt bovendien op dat, naar aanleiding van het verzoek van de kwijtingsautoriteit voor de

kwijting van 2009, het Agentschap in 2011 zijn inspanningen heeft opgevoerd om een

breder publiek te bereiken en proefprojecten heeft opgezet met sociale media als publiek

communicatiemiddel;

26. verzoekt het Agentschap om gedetailleerde informatie te verstrekken aan de

begrotingsautoriteit, en in het bijzonder aan de begrotingscontroleautoriteit, over:

- de door het Agentschap gebruikte bronnen om verslagen, stukken en andere verwante

documenten op te stellen;

- het aantal verslagen en andere in 2010 geleverde producten;

- bewijsmateriaal voor de mogelijke toegevoegde waarde van de verslagen van het

Agentschap ten opzichte van verslagen van andere organen over milieuvraagstukken;

- de controleprocedure – indien aanwezig – voor de door de lidstaten aangeleverde

gegevens, de frequentie van de controle en de wijze waarop de door de lidstaten

verstrekte gegevens door het Agentschap worden gebruikt;

27. is ingenomen met het feit dat het Agentschap in 2010 extra aandacht heeft besteed aan

biodiversiteit, aan de wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (GMES), aan het

Eye on Earth-platform en aan het verslag over de toestand van het milieu 2010 (SOER);

28. spoort het Agentschap aan te blijven streven naar de verdere uitbouw van zijn

communicatiemethoden om meer media-aandacht voor zijn bevindingen te genereren en

daarmee een impuls te geven aan het openbaar debat en om het grote publiek meer milieu-

informatie te verstrekken over belangrijke milieukwesties zoals klimaatverandering,

biodiversiteit en beheer van natuurlijke rijkdommen;

Interne audit

29. erkent dat de dienst Interne audit in 2010 een controle heeft afgerond betreffende het

"managementplansysteem (MPS)/toezicht op de activiteiten" met als doel de planning van

en het toezicht op de activiteiten van het Agentschap te beoordelen en zekerheid te

verschaffen over de toereikendheid ervan; merkt in het bijzonder op dat de dienst Interne

audit acht aanbevelingen heeft gedaan, waarvan er zes de beoordeling "belangrijk" en twee

de boordeling "wenselijk" meekregen;

30. verzoekt met het oog hierop het Agentschap om:

- richtsnoeren voor doelstellingen en meetbare indicatoren voor de projectplanning en de

controle van de vooruitgang op te stellen;

Page 118: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

106

- kosten aan de projecten toe te rekenen;

- het projectbeheer en de procedures voor de controle van de correctheid van nieuwe

gegevens die in het MPS worden ingevoerd doeltreffender te maken;

31. roept het Agentschap bovendien op om zonder uitstel maatregelen te treffen om de tijdens

vorige controles door de dienst Interne audit vastgestelde tekortkomingen op het gebied van

kwaliteits- en subsidiebeheer aan te pakken om:

- een QA/QC-checklist voor het inventarisatierapport over broeikasgassen te ontwikkelen

en te gebruiken;

- relevante kwaliteitscontroles te plannen, te beschrijven en te documenteren;

- toezicht op kwaliteitscontroles te waarborgen;

- op continuïteitsvraagstukken te anticiperen;

- controles ter plaatse en subsidiecontroles uit te voeren;

- toe te zien op de uitvoering van subsidies en deze op te volgen;

o

o o

32. verwijst naar de aanbevelingen van vorige kwijtingsverslagen, als uiteengezet in de bijlage

bij deze resolutie;

33. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0164.

Page 119: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

107

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europees

Milieuagentschap

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t.

n.v.t.

- Verzoekt het Agentschap om een diachronisch

onderzoek te plannen naar de verrichtingen van dit jaar en

de vorige jaren

- Verzoekt het Agentschap om iedere vijf jaar opdracht te

blijven geven tot een onafhankelijke externe beoordeling

op basis van de oprichtingsverordening en de door de

Raad van bestuur vastgestelde werkprogramma's

- Positieve trends: het Agentschap heeft een goed

ontwikkeld activiteitsgestuurd beheersysteem, een

meerjarig werkprogramma, een evenwichtig scorebord

met indicatoren en een geïntegreerd

managementcontrolesysteem opgebouwd

- Roept het Agentschap op om een vergelijking op te stellen

van de verrichtingen die uitgevoerd zijn tijdens het jaar

waarvoor kwijting dient te worden verleend en tijdens het

begrotingsjaar ervoor

- Roept het Agentschap op om 4 belangrijke terreinen met

voorrang te behandelen en hun verdere ontwikkeling sterker

te stimuleren

- Moedigt het Agentschap aan zich te blijven inspannen om

zijn communicatiemethoden verder te ontwikkelen om meer

aandacht van de media voor zijn bevindingen te krijgen;

dergelijke maatregelen kunnen leiden tot een transparantere

werkmethode en een grotere publieke belangstelling voor het

werk van het Agentschap

- Verzoekt de Rekenkamer het Agentschap aan

doelmatigheidscontroles te onderwerpen

Financieel en

begrotingsbeheer

- Het begrotingsbeginsel van

jaarperiodiciteit werd niet strikt in

acht genomen: meer dan 30% van de

vastleggingen en 50% van de

beleidsuitgaven moesten

doorgeschoven worden

- Tekortkomingen in de

aanbestedingsprocedures:diensten werden

direct gegund zonder dat de voorschriften van

het Financieel Reglement werden nageleefd,

een specifiek contract voor diensten werd

gegund in strijd met de bepalingen van de

kaderovereenkomst

- Tekortkomingen op het gebied van het

beheer van subsidieovereenkomsten

(European Topic Centre)

n.v.t.

- Moedigt het Agentschap aan om de samenhang tussen de

begroting en het werkprogramma te verbeteren

- Is bezorgd over de praktijk van het Agentschap om

overschrijvingen te verrichten om een begrotingsonderdeel

te verhogen om de huur van het pand van het Agentschap te

betalen voor het eerste kwartaal van 2010 en dit ten laste te

brengen van de begroting van 2009, omdat dit in strijd is met

het jaarperiodiciteitsbeginsel

- Roept het Agentschap op ervoor te zorgen dat de

operationele afdelingen aan het einde van het jaar betere

informatie verstrekken over de raming van de transitorische

operationele uitgaven

Page 120: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

108

Personeelszaken

n.v.t.

- Tekortkomingen in de procedures voor

aanwerving van personeel: kandidaten die niet

aan de selectiecriteria voldeden, werden toch

in aanmerking genomen voor verdere

evaluatie, en er waren geen criteria

gedocumenteerd om de beste kandidaten te

selecteren en uit te nodigen voor een gesprek

n.v.t.

- Roept het Agentschap op een oplossing te zoeken voor de

tekortkomingen in de procedures voor personeelswerving die

de transparantie van die procedures in gevaar brengen

- De Rekenkamer constateerde de volgende tekortkomingen:

op kennisgevingen van vacatures werd niet meegedeeld

hoeveel kandidaten maximaal op de reservelijst kwamen te

staan, de vragen voor schriftelijke testen en

sollicitatiegesprekken werden pas samengesteld na

beoordeling van de sollicitaties, de besluiten van de

selectiecomités waren onvoldoende gedocumenteerd, de

notulen waren onvolledig en de criteria voor uitnodiging

voor een gesprek of plaatsing op de reservelijst waren niet

vooraf vastgesteld

Interne audit

- In strijd met het beginsel van de

scheiding van taken verrichtte

dezelfde gesubdelegeerde ordonnateur

niet alleen controles ex ante maar

beheerde ook de toegangsrechten tot

het IT-systeem voor budgettaire

boekhouding

n.v.t.

- Verzoekt het Agentschap gevolg te geven aan 17 van

de 27 aanbevelingen van de dienst Interne audit: d.w.z.

opstellen van financiële procedures, instellen van

controles ter plaatse en subsidiecontroles, toezicht op en

opvolging van de uitvoering van subsidies en de

uitvoering van de interne controlenormen

- Stelt vast dat 3 van de aanbevelingen van vorige controles

van de follow-up van IAS nog moeten worden uitgevoerd; het

gaat voornamelijk om gevoelige posten, controles ter

plaatse/subsidiecontroles en financiële procedures; deze

worden als zeer belangrijk beschouwd.

Page 121: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

109

P7_TA-PROV(2012)0173

Kwijting 2010: Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van de Autoriteit1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, en met name artikel 44,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0106/2012),

1. stelt zijn besluit tot verlening van kwijting aan de uitvoerend directeur van de Europese

Autoriteit voor voedselveiligheid voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor

het begrotingsjaar 2010 uit;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 122: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

110

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor

voedselveiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 123: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

111

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van de Autoriteit1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, en met name artikel 44,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0106/2012),

1. stelt de afsluiting van de rekeningen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor

het begrotingsjaar 2010 uit;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en

te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 124: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

112

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van de Autoriteit1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, en met name artikel 44,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0106/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor

voedselveiligheid op 10 mei 2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de

begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 20095, en dat het in zijn resolutie bij

het kwijtingsbesluit onder andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 31 van 01.02.02, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.02, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 162.

Page 125: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

113

- heeft de Autoriteit verzocht over te gaan tot een versterking van de begrotingsprocessen

inzake gesplitste kredieten en de planning en controle van haar meerjarige uitvoering;

- heeft de Autoriteit bovendien aangespoord haar begrotingsbeheer te verbeteren teneinde

de overdracht van zulke hoge bedragen te beperken;

- heeft de Autoriteit verzocht een onderzoek te starten naar mogelijke belangenconflicten

van zijn belangrijkste wetenschappers, bestuurs- en panelleden, zodat eventuele

omissies in de belangenverklaringen kunnen worden opgespoord, en tijdig kan worden

opgetreden;

C. overwegende dat de totale begroting van de Autoriteit voor 2010 74 700 000 euro

bedroeg, hetgeen in vergelijking met het bedrag van 71 400 000 euro in 2009 een

verhoging van 4,6% betekent; overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie

aan de begroting van de Autoriteit voor 2010 69 041 000 bedroeg, een toename van

4,36% in vergelijking met de aanvankelijke bijdrage voor 2009;

D. overwegende dat de werkdruk met de goedkeuring van meer dan 560 wetenschappelijke

adviezen zowel qua omvang als qua complexiteit een stijgende lijn blijft vertonen;

Budgettair en financieel beheer

1. brengt in herinnering dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de Autoriteit voor

2010 69 041 000 euro bedroeg; merkt echter op dat aan dit bedrag 3 950 000 euro is

toegevoegd, afkomstig uit teruggevorderde overschotten, waardoor de totale bijdrage van

de Unie voor 2010 neerkomt op 72 991 000 euro;

2. constateert aan de hand van het jaarlijks activiteitenverslag dat de Autoriteit in 2010 een

begrotingsuitvoeringspercentage van 98,8% had met betrekking tot vastgelegde kredieten

en van 83,5% van de betalingskredieten; merkt op dat de begroting onder hoofdstuk 1

(Personeel) en 2 (Infrastructuur) volledig is uitgevoerd, terwijl het uitvoeringspercentage

voor hoofdstuk 3 (Operationele zaken) 96,5% was;

3. merkt echter op grond van het jaarlijks activiteitenverslag op dat de Autoriteit in 2010 een

begrotingsuitvoeringspercentage van slechts 83,5% had van betalingskredieten, 11% lager

dan het doel dat de Autoriteit zich had gesteld; stelt op basis van opmerkingen van de

Autoriteit vast dat het uitvoeringspercentage van betalingskredieten lager is dan verwacht,

met name om de volgende redenen:

- in november 2010 zijn omvangrijke gegevensverwerkings- en IT-

ondersteuningsprojecten gestart, die pas in 2011 tot betalingen ter waarde van

4 300 000 zullen leiden;

- vertragingen bij de aanbesteding van wetenschappelijke samenwerkingsactiviteiten en

lagere uitbetalingen op grond van het bestaande subsidie- en aanbestedingsprogramma

hebben geleid tot een onderuitputting van de relevante gesplitste kredieten ter waarde

van 1 300 000 euro;

- betalingen ter waarde van 1 100 000 euro voor specifieke projecten op het gebied van

bestuur en communicatie zijn tot 2011 uitgesteld;

Page 126: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

114

4. neemt er kennis van dat de begrotingsuitvoering maandelijks aan de bestuurders werd

doorgegeven, dat afwijkingen van de doelstellingen van de begrotingsuitvoering werden

gesignaleerd per activiteit of in verband met het wetenschappelijke

samenwerkingsprogramma, en dat er corrigerende maatregelen zijn genomen;

5. roept de autoriteit echter op om verdere maatregelen te nemen zodat een bevredigende

begrotingsuitvoering mogelijk wordt, zowel wat betreft vastleggingen en

betalingskredieten als wat betreft de informatie aan de kwijtingsautoriteit over de

geboekte vooruitgang;

6. begrijpt van de Autoriteit dat de overstap naar het boekhoudsysteem op transactiebasis

(ABAC) volgens het tijdschema van de Commissie voor september 2011 was gepland en

toen ook heeft plaatsgevonden;

7. acht het onaanvaardbaar dat de raad van bestuur van de Autoriteit slechts 15 leden telt

maar dat elke vergadering gemiddeld 92 630 EUR kost, d.w.z. 6 175 EUR per lid;

benadrukt dat dit bedrag bijna driemaal zo hoog is als dat van de op een na duurste raad

van bestuur van een gedecentraliseerd agentschap; is van mening dat de vergaderkosten

van de raad van bestuur buitensporig hoog zijn en drastisch omlaag moeten; verzoekt de

Autoriteit en haar raad van bestuur de situatie onmiddellijk recht te zetten en de

kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 in kennis te stellen van de genomen

maatregelen;

Het proces van overdrachten en contractbeheer

8. neemt er kennis van dat 6% (270 000 000 euro) van de vastleggingen voor operationele

zaken, overgedragen uit 2009, geannuleerd moesten worden; merkt op dat dit een

verbetering betekent ten opzichte van het voorgaande jaar, waarin 19% van de

vastleggingen voor operationele zaken waren overgedragen uit 2008, 37% van dergelijke

vastleggingen waren overgedragen uit 2007 en 26% van dergelijke vastleggingen waren

overgedragen uit 2006;

9. spoort de Autoriteit nogmaals aan haar begrotingsbeheer te verbeteren teneinde de

overdracht van zulke hoge bedragen te beperken; merkt in het bijzonder op dat deze

situatie laat zien dat de Autoriteit in gebreke blijft op het vlak van contractbeheer en het

toezicht op verslagen en kostenoverzichten;

10. roept de Autoriteit op om een gemeenschappelijk toezichtsysteem voor het beheer van

alle contracten te ontwikkelen en in te voeren; neemt met name kennis van de

afwezigheid van een centrale en gecoördineerde capaciteit op bestuursniveau,

verantwoordelijk voor het toezicht op de contracten; onderstreept dat dit een risico op

ondoelmatig gebruik van middelen en ongecoördineerd toezicht op contracten met zich

meebrengt, en vraagt de Autoriteit zodoende om deze verantwoordelijkheden op de

verschillende directieniveaus te centraliseren;

11. dringt er daarnaast bij de Autoriteit op aan om de verslaglegging over de uitvoering van

contracten te verbeteren, om te garanderen dat er een doeltreffend toezicht en beheer

plaatsvindt van haar operationele activiteiten;

Page 127: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

115

Aanbesteding

12. merkt naar aanleiding van opmerkingen in het jaarlijkse activiteitenverslag van de

Autoriteit op dat de Autoriteit in 2010 24 aanbestedingsprocedures heeft afgerond op het

gebied van communicatie en bestuur, voor een bedrag van 48 800 000 euro, en daarnaast

75 aanbestedingscontracten en 10 subsidieovereenkomsten in het kader van het

wetenschappelijke samenwerkingsprogramma met een waarde van respectievelijk

5 700 000 en 2 100 000 euro;

13. merkt op dat de Autoriteit sinds 2008 beschikt over een praktisch aanbestedingshandboek,

met praktische aanwijzingen voor het personeel bij het voorbereiden en uitvoeren van

aanbestedingsprocedures en de contracten die daaruit voortvloeien, en dat dit handboek

regelmatig wordt bijgewerkt; merkt bovendien op dat dit handboek wordt herzien om

rekening te houden met de onlangs door de Commissie aangenomen aanbestedingsregels

en de herziening van het Financieel Reglement;

Personeelszaken

14. merkt op dat 99% van de voorziene formatieplaatsen vóór einde 2010 vervuld waren of

dat hiervoor een sollicitatieprocedure liep;

15. verzoekt de Autoriteit de zwakke punten te herstellen in de procedures voor

personeelswerving die de transparantie van die procedures in gevaar brengen; neemt, met

name op grond van informatie van de Rekenkamer, kennis dat de Autoriteit de

anonimiteit van schriftelijke examens en het slagingscijfer in de verschillende stadia van

het selectieproces, na de start van het beoordelingsproces, niet heeft gewaarborgd;

16. is bezorgd dat de Autoriteit de "zeer belangrijke" aanbeveling van de dienst Interne Audit

gedurende 12 maanden heeft vertraagd, waarin de Autoriteit werd opgeroepen de

contractverlengingsprocessen vast te leggen en te zorgen voor transparante

besluitvorming; roept de Autoriteit daarom op tot het verschaffen van uitleg aan de

kwijtingsautoriteit over de redenen voor deze vertraging, en de tekortkoming snel te

herstellen;

Belangenconflict en "draaideurgevallen"

17. merkt met name op dat in september 2010 over de directievoorzitter werd geschreven dat

deze directe banden met de voedingsmiddelenindustrie had en lid was van de directie van

het International Life Science Institute (ILSI) – Europe;

18. is van mening dat een dialoog met de industrie over productbeoordelingsmethoden

weliswaar legitiem en nodig is, maar dat die dialoog de onafhankelijkheid van de

Autoriteit en de integriteit van risicobeoordelingsprocedures niet mag ondermijnen;

verzoekt de Autoriteit derhalve de deelname, nu en in het verleden, van leden van haar

raad van bestuur, haar panels of werkgroepen of haar personeel aan activiteiten van het

ILSI zoals task forces, wetenschappelijke comités of voorzitterschappen van conferenties,

als een situatie van belangenconflict te beschouwen;

19. verzoekt de Rekenkamer met klem haar audit met betrekking tot belangenconflicten bij

de Autoriteit af te ronden en te presenteren;

Page 128: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

116

20. herinnert eraan dat de huidige voorzitter van de raad van bestuur in 2010 heeft nagelaten

melding te maken van haar lidmaatschap van het bestuur van het ILSI; merkt op dat het

ILSI wordt gefinancierd door ondernemingen uit de sectoren levensmiddelen, chemische

en farmaceutische producten;

21. is daarom van mening dat er een grondige analyse van individuele meldingen en van

mogelijke en feitelijke belangenconflicten moet worden uitgevoerd, om de objectiviteit en

onpartijdigheid van de Autoriteit op alle activiteitenniveaus te beoordelen; roept de

Autoriteit daarnaast op om een grondige toetsing uit te voeren van de

belangenverklaringen van de medewerkers, deskundigen en leden van de directie,

gevolgd door concrete maatregelen om een einde te maken aan belangenconflicten en om

informatie te verstrekken aan het publiek; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit

uiterlijk op 30 juni 2012 middels een gedetailleerd schriftelijk verslag te informeren over

het toetsingsproces en de genomen concrete maatregelen;

22. merkt op dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat het beoordelingsproces van de

belangenverklaringen van de leden van de directie niet grondig of nauwkeurig genoeg is

en een risico vormt voor de volledigheid en de transparantie van de procedure;

23. is van mening dat productbeoordelingen niet alleen op gegevens van de industrie

gebaseerd moeten zijn, maar naar behoren rekening moeten houden met onafhankelijke

wetenschappelijke publicaties in aan collegiale toetsing onderworpen vaktijdschriften;

benadrukt dat extra waakzaamheid geboden is ten aanzien van de invloed van de industrie

op de ontwikkeling van richtsnoeren en beoordelingsmethoden die door de industrie

gesponsorde studies niet op speculatieve gronden mogen bevoorrechten, maar op een

open, transparante en evenwichtige wijze tot stand moeten komen;

24. herinnert de autoriteit eraan dat de regels met betrekking tot de belangenverklaringen

gepaard moeten gaan met bepaalde sancties wanneer deze regels niet worden nageleefd;

merkt voorts op dat de autoriteit zich bovendien in haar onafhankelijke besluitvorming

moet richten op het algemeen belang door alle relevante gegevens en informatie in

overweging te nemen;

25. merkt op dat een Duitse NGO zich in maart 2010 heeft gewend tot de Europese

Ombudsman met de klacht dat de Autoriteit onvoldoende reageerde op een mogelijk

belangenconflict met betrekking tot de overstap van het hoofd van de afdeling genetisch

gemodificeerde organismen naar een biotechnologiebedrijf in 2008, minder dan twee

maanden nadat de betreffende medewerker de Autoriteit had verlaten, zonder een

"afkoelingsperiode";

26. onderstreept dat de Ombudsman heeft geconcludeerd dat de Autoriteit geen grondige

beoordeling van het vermeende mogelijke belangenconflict had uitgevoerd en de

Autoriteit heeft opgeroepen om haar regels en procedures voor toekomstige

"draaideurgevallen" beter toe te passen; benadrukt daarnaast dat de Ombudsman er

eveneens op wees, dat onderhandelingen door een in dienst zijnde medewerker over een

toekomstige baan die kan leiden tot een "draaideurgeval" op zichzelf al een

belangenverstrengeling is, en de aanbeveling deed dat de Autoriteit de regels en

procedures hierop moest aanpassen; roept de Autoriteit op om de kwijtingsautoriteit te

informeren over de concreet aangenomen maatregelen en het tijdschema daarvan, zodat

de conclusies van de Ombudsman op de juiste wijze kunnen worden behandeld;

Page 129: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

117

27. roept de Autoriteit nogmaals op om passende maatregelen te nemen in het geval van

belangenconflict en "draaideurgevallen", ook wanneer die gevallen zich voordoen in de

directie, en om de kwijtingsautoriteit en het grote publiek snel te informeren over de

genomen maatregelen;

28. merkt op dat het jaarlijks activiteitenverslag over 2010 aangeeft dat de Autoriteit een

aantal initiatieven heeft genomen ter preventie en beheersing van belangenconflicten:

- opdracht geven tot een onafhankelijk rapport ter beoordeling van de implementatie

door de Autoriteit van het beleid inzake belangenverklaringen uit 2007;

- opdracht geven tot een onafhankelijk rapport ter vergelijking van het

onafhankelijkheidssysteem van de Autoriteit met de systemen van nationale en

internationale vergelijkbare organisaties;

- uitvoeren van een externe, onafhankelijke beoordeling van de beoordelingen van

belangenverklaringen;

29. juicht het toe dat de Autoriteit een nieuwe definitie van belangenconflict heeft

vastgesteld, die gebaseerd is op de OESO-definitie, maar waarschuwt dat er nog meer

verbetering nodig is om het beleid van de Autoriteit inzake onafhankelijkheid te

versterken; benadrukt met name dat de criteria voor het definiëren van een

belangenconflict verduidelijkt en verbreed moeten worden en betrekking moeten hebben

op activiteiten in zowel het verleden als het heden;

30. neemt er kennis van de Autoriteit dat er in 2011 een herziening heeft plaatsgevonden van

het beleid inzake belangenverklaringen en dat haar raad van bestuur een nieuw beleid

inzake onafhankelijkheid en wetenschappelijke besluitvormingsprocessen heeft

vastgesteld;

31. merkt op dat de Autoriteit herhaaldelijk onder vuur ligt vanwege vermeende

belangenconflicten waarbij leden van deskundigenpanels betrokken zijn, met name in het

geval van het panel voor levensmiddelenadditieven en aan levensmiddelen toegevoegde

bronnen van voedingsstoffen (ANS) en het panel voor genetisch gemodificeerde

organismen (GMO); benadrukt dat acht van de panels van de Autoriteit plus haar

wetenschappelijk comité in maart 2012 opnieuw worden samengesteld en dat het

vermogen van de Autoriteit om het nieuwe beleid ten uitvoer te leggen onder de loep

wordt genomen; verzoekt de Autoriteit derhalve de kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni

2012 schriftelijk in kennis te stellen van de maatregelen die zij genomen heeft om bij het

samenstellen van haar nieuwe panels en haar nieuwe wetenschappelijk comité het nieuwe

beleid inzake onafhankelijkheid en wetenschappelijke besluitvormingsprocesssen toe te

passen en af te stemmen op de OESO-definitie van belangenconflicten; verzoekt de

Autoriteit tevens de kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 te informeren over de

nieuwe samenstelling van de panels en het wetenschappelijk comité;

32. neemt er kennis van dat de Autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om

te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit

artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de

Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van

de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 1 van

1 PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

Page 130: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

118

de Raad; werd ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de Autoriteit

hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun

verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere

verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om

"draaideurgevallen", die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft

gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het

personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit

ondergraven;

33. merkt op dat de Rekenkamer de Autoriteit aan een audit heeft onderworpen in het kader

van het speciaal verslag over het beheer van belangenconflicten bij de agentschappen van

de Unie en begrijpt van de Rekenkamer dat dit speciaal verslag eind juni 2012 wordt

gepubliceerd;

34. ontleent aan het speciaal verslag dat de Commissie voor de toekomst een wijziging van de

financiering van de Autoriteit overweegt en aan de kwijtingsautoriteit en de Raad heeft

voorgesteld een gedeeltelijk op leges gebaseerde financieringsstructuur voor de Autoriteit

te overwegen; merkt op dat de Commissie hieromtrent een effectbeoordeling uitvoert;

geeft echter blijk van bezorgdheid dat de nieuwe door de Commissie voorgestelde

financieringsmethode de onafhankelijkheid van de Autoriteit kan beïnvloeden;

Prestaties

35. merkt op dat uit het jaarlijks activiteitenverslag van de Autoriteit blijkt dat in 2010, met

de start van het e3-programma, een beoordeling van haar doelmatigheid is gestart onder

leiding van externe adviseurs; neemt er kennis van dat de opstartfase van het programma

betrekking had op de inrichting van een programmaportfolio, een structuur en bestuur ter

voorbereiding op de structurele reorganisatie van 2011; nodigt de Autoriteit uit om de

kwijtingsautoriteit te informeren over de conclusies van deze beoordeling en de door de

Autoriteit aangenomen en uitgevoerde maatregelen om daarop in te spelen;

36. is ingenomen met de plannen van de Autoriteit om haar planning voor de middellange

termijn te verbeteren om de lidstaten meer te betrekken bij haar werk en haar middelen in

heel Europa beter te bundelen; steunt het voornemen van de Autoriteit om meer met de

lidstaten te gaan samenwerken op het gebied van risicomanagement;

37. onderstreept dat de Autoriteit ervoor moet zorgen dat haar advies kwalitatief hoogwaardig

en onafhankelijk is om te garanderen dat voldaan wordt aan de EU-veiligheidsnormen en

om te zorgen voor wetenschappelijke excellentie en onafhankelijkheid met betrekking tot

alle vraagstukken die directe of indirecte gevolgen hebben voor de voedselveiligheid, de

veiligheid van diervoeders en gewasbescherming; beveelt, in het bijzonder ter wille van

de transparantie, maatregelen aan om de interne regels inzake de opgave van de belangen

van personeel van de Autoriteit en deskundigen die voor de Autoriteit werken verder te

stimuleren en toe te zien op de naleving ervan;

38. meent dat de voornaamste taken van de Autoriteit erin bestaan om onafhankelijk

wetenschappelijk advies te verstrekken over aangelegenheden met rechtstreeks of

onrechtstreekse gevolgen voor de voedselveiligheid, om risicobeoordelingen uit te voeren

waarmee de EU-instellingen, de lidstaten en de beleidsmakers hun wet- en regelgevende

maatregelen van een stevige wetenschappelijke grondslag kunnen voorzien, en om

wetenschappelijke gegevens te verzamelen en te analyseren;

Page 131: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

119

Interne audit

39. neemt er kennis van dat zes "zeer belangrijke" aanbevelingen van het IAS nog moeten

worden uitgevoerd en dat drie daarvan al twaalf maanden vertraagd zijn; merkt op dat

deze vertragingen betrekking hebben op: informatiebeveiligingsbeheer, het

contractverlengingsproces en de transparantie van besluitvorming, en het

informatiebeheers- en archiveringsbeleid; roept daarom de Autoriteit op tot snelle

maatregelen tegen deze tekortkomingen en het informeren van de kwijtingsautoriteit over

de resultaten;

o

o o

40. verwijst naar de aanbevelingen van vorige kwijtingsverslagen als vastgesteld in de bijlage

van deze verordening;

41. verwijst voor andere opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 10 mei

20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 132: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

120

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement in de afgelopen jaren

Europese Autoriteit voor

voedselveiligheid

2006

2007

2008

2009

Prestaties

-Afwezigheid van

risicobeoordeling,

vastgestelde prestatie-

indicatoren,

gedocumenteerde systemen

of interne

controleprocedures met

betrekking tot de activiteiten

n.v.t.

-Roept de Autoriteit op om SMART-

doelstellingen en RACER-indicatoren op te

stellen, en een Gant-diagram te maken om

een resultaatgerichte aanpak te bevorderen

-Adviseert de Autoriteit de planning en monitoring van begrotingsprocessen

die verband houden met gedifferentieerde kredieten te verbeteren

-Onderstreept de noodzaak dat de Autoriteit zorgt voor onafhankelijk advies

van hoge kwaliteit Beveelt maatregelen aan om interne regels inzake

belangenverklaringen van personeel en deskundigen die voor de Autoriteit

werken te stimuleren en toe te zien op de naleving ervan

-verzoekt de Rekenkamer de Autoriteit aan doelmatigheidscontroles te

onderwerpen

Financieel en

begrotingsbeheer/

Aanbestedingen

-Men heeft zich niet strikt

gehouden aan het

jaarperiodiciteitsbeginsel: Er

is een groot aantal

overdrachten uitgevoerd met

een hoge concentratie aan

het eind van het jaar (31 van

de 49 overdrachten)

-{}-

-Zwakke punten in de

aanbestedingsprocedures de

selectiecriteria waren niet

bekendgemaakt; de

prijsbeoordelingsmethode

was niet vastgesteld totdat

de beoordelingsprocedure al

gaande was; vage

omschrijving van de

kwaliteitscriteria

-Men heeft zich niet strikt gehouden aan het

jaarperiodiciteitsbeginsel: zwakke punten in de

programmering en begroting van de geplande

activiteiten

-Zwakke punten in de

aanbestedingsprocedures: met betrekking tot

de bijdragen van de Commissie aan Kroatië en

Turkije (pre-accessiestrategie): deze hadden

voor de begroting als bestemmingsontvangsten

behandeld moeten worden. Echter, deze

ontvangsten werden behandeld alsof zij

onderdeel waren van de gebruikelijke subsidie

van de Gemeenschap

-Men heeft zich niet strikt gehouden aan het

jaarperiodiciteitsbeginsel: zwakke punten in

de programmering, het toezicht op

contractuele termijnen en de begroting van

de Autoriteit

1) spoort de Autoriteit aan haar

begrotingsbeheer te verbeteren teneinde de

overdrachtsbedragen te verminderen: 23% in

2008; 16% in 2007; 20% in 2006;

2) Een hoog percentage verplichtingen

moest worden geannuleerd (37% van de

verplichtingen voor operationele activiteiten

die waren overgedragen uit 2007 en 26% uit

2006)

-Roept de Commissie op om te onderzoeken

hoe gezorgd kan worden dat het principe van

op behoeften gebaseerd liquiditeitenbeheer

volledig wordt toegepast→ hoge

liquiditeitenreserves (19 990 492,26 euro)

-verzoekt de Autoriteit over te gaan tot een versterking van de

begrotingsprocessen inzake gesplitste kredieten en de planning en controle

van haar meerjarige uitvoering

-roept de Autoriteit op om haar begrotingsbeheer te verbeteren, zodat de

hoge overdrachten worden verminderd, benadrukt dat de Rekenkamer heeft

gewezen op kredietoverdrachten naar het volgende jaar in de zin dat deze

situatie wijst op zwakke punten in het contractbeheer van de Autoriteit en het

toezicht op transactieverslagen en kostenspecificaties

-de Rekenkamer wees erop dat de vastleggingen voor operationele

activiteiten die van het voorgaande jaar waren overgedragen geannuleerd

moesten worden, en drong er bij de Autoriteit op aan om deze situatie te

veranderen en de Rekenkamer op de hoogte te brengen van de genomen

maatregelen

-Merkt op dat de Rekenkamer moeilijkheden heeft geconstateerd bij de

invoering van het werkprogramma voor 2009, roept de Autoriteit op om de

nodige maatregelen te nemen om deze gebreken te herstellen

Page 133: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

121

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement in de afgelopen jaren

Europese Autoriteit voor

voedselveiligheid

2006

2007

2008

2009

Personeelszaken

-Geen realistische

wervingsdoelstellingen

-de Autoriteit was in staat haar

wervingsdoelstellingen te bereiken en in 273

van de 300 posten uit haar personeelsformatie

te voorzien. Uit de controle van de

wervingsprocedures bleek dat doorgaans noch

over de weging van de toe te passen

selectiecriteria, noch over de drempelwaarden

voor de overgang naar het volgende stadium

van de vergelijkende onderzoeken een besluit

was genomen door het selectiecomité binnen

de in de vacature vastgestelde termijn.

n.v.t.

n.v.t.

Interne audit

n.v.t.

n.v.t.

a- aan 20 van de 25 (80%) aanbevelingen

van de dienst Interne audit van de

Commissie en de interne controle-instanties

van de Autoriteit is uitvoering gegeven

-is bezorgd dat van de 48 aanbevelingen 1 als kritiek wordt beschouwd, 27

als zeer belangrijk en 20 als belangrijk, maar dat er aan de kwijtingsautoriteit

geen informatie is verstrekt over de inhoud van deze aanbevelingen; roept de

directeur van de Autoriteit op om deze informatie te verstrekken

-herhaalt zijn vraag aan de Autoriteit om passende maatregelen in geval van

belangenconflict, nodigt de Autoriteit uit om een enquête te organiseren over

mogelijke belangenverstrengeling onder het hoger wetenschappelijk

personeel, het bestuur van de organisatie en commissieleden, zodat

mogelijke omissies in de belangenverklaringen kunnen worden vastgesteld

en zodat tijdig actie kan worden ondernomen

Page 134: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

122

P7_TA-PROV(2012)0174

Kwijting 2010: Europees Instituut voor gendergelijkheid

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Instituut voor gendergelijkheid

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0351/2011 – 2011/2264(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Instituut voor

gendergelijkheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Instituut1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van

20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid3, en met

name artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0132/2012),

1. verleent de directeur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Instituut voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 173. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 403 van 30.12.2006, blz. 9. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 135: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

123

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Instituut voor

gendergelijkheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 136: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

124

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0351/2011 – 2011/2264(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Instituut voor

gendergelijkheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Instituut1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van

20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid3, en met

name artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0132/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Instituut voor

gendergelijkheid voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Europees

Instituut voor gendergelijkheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen

voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 173. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 403 van 30.12.2006, blz. 9. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 137: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

125

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0351/2011 – 2011/2264(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Instituut voor

gendergelijkheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Instituut1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van

20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid3, en met

name artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad4, en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0132/2012),

A. overwegende dat het Europees Instituut voor gendergelijkheid ("het Instituut") werd

opgericht op grond van Verordening 1922/2006 van 20 december 2006, en op 15 juni 2010

onafhankelijk is geworden;

B. overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen van het Instituut voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat

de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

C. overwegende dat de totale begroting voor het begrotingsjaar 2010 van het Instituut

6 500 000 EUR bedroeg; overwegende dat de begroting van het Instituut volledig wordt

gefinancierd uit bijdragen van de Unie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 173. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 403 van 30.12.2006, blz. 9. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 138: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

126

1. is ingenomen met het eerste verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het

Instituut betreffende het begrotingsjaar 2010;

Financieel en begrotingsbeheer

2. merkt op dat het Instituut op 15 juni 2010 administratieve en financiële autonomie heeft

gekregen;

3. is van mening dat een fusie van het Instituut met het Europees Bureau voor de

grondrechten moet worden overwogen om overlapping te voorkomen en de

overheadkosten te reduceren;

4. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag van het Instituut dat het Directoraat-

generaal werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie (DG EMPL), het toezichthoudende

DG van het Instituut, van 1 januari t/m 15 juni 2010 de verantwoordelijkheid voor het

financieel beheer droeg namens het Instituut, met name voor personeels- en

administratieve uitgaven, en dat DG EMPL gedurende deze periode betalingen heeft

verricht voor een totaal bedrag van 846 876,91 EUR;

5. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat binnen de beperkte tijdsspanne van zes

maanden na de vaststelling van het jaarlijks werkprogramma 2010 en het verkrijgen van

administratieve en financiële onafhankelijkheid, het Instituut een uitvoeringsgraad van de

begroting van 65% had voor de vastleggingskredieten en van 26% voor de

betalingskredieten; verzoekt het Instituut onmiddellijk stappen te ondernemen om in de

toekomst te zorgen voor een toereikende uitvoeringsgraad van de begroting;

6. merkt uit het jaarlijks activiteitenverslag van het Instituut op dat na een herziening van de

ontwerpbegroting 2010, de raad van bestuur van het Instituut de aandacht vestigde op

twee begrotingsonevenwichtigheden voor een totaal bedrag van 415 000 EUR:

– een begrotingsonevenwicht van 195 000 EUR bij titel II, dat verband houdt met

een te geringe besteding voor huurkosten aangezien de Litouwse overheid de

huurkosten voor de gebouwen van het Instituut in Litouwen voor de eerste twee

jaren van zijn activiteiten voor haar rekening neemt;

– een begrotingsonevenwicht van 220 000 EUR bij titel III vanwege de verwachte

lagere besteding voor werkingsgerelateerde uitgaven;

merkt op dat de raad van bestuur in oktober 2010 ermee instemde deze bevroren

kredieten niet toe te wijzen aan het Instituut; verzoekt het Instituut de kwijtingsautoriteit

op de hoogte te brengen van de ondernomen acties met betrekking tot deze bevroren

kredieten;

Boekhouding

7. stelt vast dat het Instituut in 2010 de verantwoordelijkheden van de financiële actoren

voor personeelsleden heeft vastgelegd en financiële procedures heeft ontwikkeld voor

vastleggingen; merkt bovendien op dat het Instituut alle financiële actoren heeft benoemd

en tegen het einde van 2010 hun rol en verantwoordelijkheden heeft bepaald;

Page 139: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

127

8. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag van het Instituut dat de directeur van het

Instituut de bevoegdheid van ordonnateur heeft gedelegeerd aan het Hoofd Administratie

voor een maximaal bedrag van 500 000 EUR voor titel I en II, en beperkt tot een jaar voor

titel III; neemt er ook kennis van dat een vervanger voor de rekenplichtige werd

aangesteld;

9. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat er eind 2010 procedures waren

ingevoerd en werden uitgevoerd voor de volgende administratieve gebieden: dienstreizen,

klachtenbeheer, open forum voor overheidsopdrachten, btw, kwalitatief boekhouden,

afstemming van het banksaldo, betalingscyclus, vastleggingen en betalingen, en dat er een

telecommunicatiebeleid en een kader voor documentenregistratie zijn ontwikkeld en

uitgevoerd;

Openbare aanbestedingen

10. merkt op dat er in 2010 63 aanbestedingen zijn uitgevoerd en contracten voor de

aanbestede diensten werden ondertekend; merkt op dat het totale bedrag waarvoor een

contract werd afgesloten 1 974 626 EUR bedroeg;

11. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat er zich bij de aanbestedingsprocedures

twee grote moeilijkheden hebben voorgedaan:

– de beschikbare tijdsspanne voor het uitvoeren van een aanbestedingsprocedure

was erg strak en bracht de uitvoering van de geplande studies en de daaraan

verbonden begroting in gevaar;

– het gebrek aan gekwalificeerde ondersteuning voor de eenheid Operaties, waarin

het merendeel van de personeelsleden weinig of geen kennis had van openbare-

aanbestedingsprocedures;

wijst erop dat deze complicaties zorgden voor bepaalde vertragingen en dat een aantal

aanbestedingsprocedures moest worden geannuleerd, waardoor het merendeel van de

begrotingsvastleggingen moest worden overgeheveld naar 2011; verzoekt het Instituut

bijgevolg de situatie te verbeteren en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van

de ondernomen acties;

12. merkt verder op dat 85% van de aanbestede contracten (1 628 122 EUR) verband hield

met diensten ter ondersteuning van beleidsuitgaven, en dat het resterende bedrag van

292 504 EUR (15%) werd aanbesteed voor goederen en diensten die de administratieve

activiteiten ondersteunden;

Personeelszaken

13. merkt uit het jaarlijks activiteitenverslag op dat het Instituut 23 tijdelijke functionarissen

en 6 arbeidscontractanten heeft aangeworven, en 92,3% van de doelstelling van zijn

personeelsformatie heeft verwezenlijkt;

14. wijst op de noodzaak alle vacatures in te vullen die noodzakelijk zijn voor de

doeltreffende werking van het Instituut en voor de verwezenlijking van de vastgestelde

doelen;

Page 140: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

128

Prestaties

15. wijst erop dat het Instituut overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr.

1922/2006 tot oprichting van het Instituut, tegen 18 januari 2010 opdracht had moeten

geven voor een onafhankelijke externe beoordeling van zijn prestaties; merkt uit het

jaarlijks activiteitenverslag op dat de raad van bestuur de ex post beoordeling heeft

uitgesteld aangezien het Instituut pas op 19 januari 2010 operationeel werd, maar besloot

in 2010 opdracht te geven tot een ex ante beoordeling en tot een tussentijdse beoordeling

tegen 2013; verzoekt het Instituut de resultaten van deze ex ante beoordeling onmiddellijk

mee te delen aan de kwijtingsautoriteit;

16. erkent dat het Instituut, gesteund door DG EMPL, in december 2010 specificaties heeft

opgesteld voor de "tweede ex ante beoordeling van het Europees Instituut voor

gendergelijkheid die zich concentreert op de specifieke doelstellingen en activiteiten van

het Instituut";

17. verzoekt het Instituut de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de uitvoering van

deze beoordelingen en van hun respectieve conclusies;

18. herinnert de Rekenkamer eraan dat de werkzaamheden van het Instituut uiterst belangrijk

zijn voor de bevordering van gendergelijkheid in de Unie; merkt dan ook op dat in

toekomstige verslagen uitgebreid kenbaar moet worden gemaakt of de activiteiten van het

Instituut worden belemmerd door problemen in een van de stadia van de

begrotingsprocedure;

19. benadrukt dat in een tijd van economische crisis en bezuinigingen het van wezenlijk

belang is dat de kosten-batenverhouding bij het Instituut optimaal is zonder dat de

uitvoering van zijn belangrijke taken hierbij in het gedrang komt;

Vestigingsplaats

20. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag van het Instituut dat het personeel van het

Instituut op 1 maart 2010 werd overgeplaatst van zijn tijdelijke gebouwen in Brussel naar

de permanente zetel van het Instituut in Vilnius, Litouwen;

Interne audit

21. is er door het Instituut van op de hoogte gebracht dat de eerste audit door de dienst Interne

audit zal worden uitgevoerd in de loop van 2012;

22. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat OLAF in november 2010 het Instituut

heeft bezocht en een eerste opleidingssessie voor het personeel heeft verzorgd over

controlebeginselen en de normen voor interne controle; erkent bovendien dat in 2010 een

samenwerkingsovereenkomst tussen OLAF en het Instituut is voorbereid en dat de raad

van bestuur van het Instituut deze heeft aangenomen op 26 januari 2011;

o

o o

Page 141: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

129

23. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 142: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

130

P7_TA-PROV(2012)0175

Kwijting 2010: Europees Geneesmiddelenbureau

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0281/2011 – 2011/2220(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Geneesmiddelenbureau betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2 en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en met name artikel 68,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0107/2012),

1. stelt zijn besluit over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het

Europees Geneesmiddelenbureau voor de uitvoering van de begroting van het bureau voor

het begrotingsjaar 2010 uit;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 27. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 143: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

131

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees

Geneesmiddelenbureau, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 144: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

132

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0281/2011 – 2011/2220(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Geneesmiddelenbureau betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en met name artikel 68,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0107/2012),

1. stelt de afsluiting van de rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010 uit;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Geneesmiddelenbureau, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen

voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 27. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 145: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

133

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0281/2011 – 2011/2220(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Geneesmiddelenbureau betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden

van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad3 tot

oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en met name artikel 68,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0107/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslag over de jaarrekeningen van het Europees

Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2009 een voorbehoud heeft gemaakt ten

aanzien van zijn beoordeling van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende

verrichtingen;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 27.

2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1 3 PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 146: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

134

B. overwegende dat het Parlement in zijn besluit van 10 mei 2011 heeft aangegeven de

verlening van de kwijting aan de uitvoerend directeur van het Bureau voor de uitvoering

van zijn begroting voor 20091 uit te stellen, maar die kwijting vervolgens verleende in

zijn besluit van 25 oktober 20112;

C. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Bureau op 25 oktober

2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het

begrotingsjaar 2009 en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder

andere

– beklemtoonde dat de kwijtingsautoriteit tijdens de op handen zijnde kwijtingsprocedures

nauwlettend moet blijven toezien op de uitvoering van de maatregelen die genomen zijn

om de door de verslagen van de Rekenkamer en de dienst Interne audit (IAS) aan het

licht gebrachte ernstige tekortkomingen van het Bureau aan te pakken,

– het Bureau verzocht de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van maatregelen die

zijn genomen op punten met betrekking tot de doeltreffende naleving van zijn

gedragscode inzake de omgang met belangenconflicten,

– het Bureau erop wees, en het hier ook voor waarschuwde, dat alle maatregelen die

vermeld worden in de respectieve controleverslagen, met inbegrip van dat voor 2010,

volledig moeten worden uitgevoerd vóór het begin van de volgende kwijtingsprocedure;

D. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

E. overwegende dat de begroting van het Bureau 208 400 000 EUR bedroeg voor 2010,

hetgeen een toename van 7,20% betekent ten opzichte van het begrotingsjaar 2009;

F. overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van het Bureau

28 279 600 EUR bedroeg voor 2010 ten opzichte van 36 390 000 EUR in 20093, en

overwegende dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van het Bureau

36 600 100 EUR bedroeg voor 2010;

Follow-up van de kwijting voor 2009

1. verwacht dat het Bureau de kwijtingsautoriteit op de hoogte houdt over de resultaten van

de maatregelen die met betrekking tot de volgende punten worden genomen:

– de vaststelling door de Raad van bestuur van het actieplan met specifieke maatregelen

en een tijdschema voor de uitvoering ervan om de in de aanbestedingsprocedures

vastgestelde tekortkomingen te verhelpen,

– een grondig verificatieproces waarin wordt nagegaan of de bestaande procedures

betreffende de vaststelling van en de omgang met belangenconflicten voor zijn

personeel en deskundigen doeltreffend worden toegepast,

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 173. 2 PB L 313 van 26.11.2011, blz. 27. 3 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 445.

Page 147: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

135

verzoekt de Rekenkamer om met redelijke zekerheid te stellen dat het Bureau de

tekortkomingen in verband met de aanbestedingsprocedures effectief heeft verholpen; en

verzoekt de IAS aan de kwijtingsautoriteit de verzekering te geven dat de bestaande

procedures voor de omgang met belangenconflicten voor het personeel en de deskundigen

van het Bureau effectief worden gebruikt;

2. verzoekt het Bureau en de IAS om onmiddellijk na te gaan of alle in de auditverslagen

vermelde maatregelen, met inbegrip van die in het auditverslag voor 2010, volledig zijn

uitgevoerd en de kwijtingsautoriteit hierover in te lichten;

3. merkt op dat de raad van bestuur van het Bureau op 15 december 2011 een voorstel heeft

goedgekeurd waarin het zich ertoe verbindt op de vergadering van de raad van bestuur

van juni 2012 gedetailleerde uitvoeringsmaatregelen te presenteren met betrekking tot:

– de invoering van de nieuwe structuur en bevoegdheden van het raadgevend comité voor

aankopen en contracten,

– de opstelling van een meerjarig aankoopplan,

– de vaststelling van de bevoegdheden van bovengenoemd orgaan,

dringt erop aan dat de Raad van bestuur van het Bureau het actieplan uiterlijk op 30 juni

2012 aan de kwijtingsautoriteit toestuurt;

Financieel en begrotingsbeheer

4. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het Agentschap voor 2010

26 335 100 EUR bedroeg; merkt echter op dat aan dit bedrag 10 265 000 euro is

toegevoegd, afkomstig uit teruggevorderde overschotten, waardoor de totale bijdrage van

de Unie voor 2010 neerkomt op 36 600 100 euro;

5. benadrukt dat de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010,

zoals definitief vastgesteld, twee verschillende cijfers bevat als aanvankelijke bijdrage

van de Unie aan de begroting van het Bureau, namelijk 28 279 600 EUR en 26 335 100

EUR; dringt er daarom bij de Commissie op aan om de kwijtingsautoriteit op de hoogte

te brengen van de exacte subsidie die aan het Bureau wordt toegekend;

6. wijst erop dat de financiële middelen van het Bureau enerzijds voortkomen uit de EU-

begroting en anderzijds uit vergoedingen die door de farmaceutische industrie worden

betaald voor het verkrijgen of verlengen van een EU-vergunning voor het in de handel

brengen van geneesmiddelen; maakt uit het jaarlijks activiteitenverslag op dat naar

schatting 73% van de inkomsten van het Bureau in 2010 uit vergoedingen afkomstig was

en dat, parallel met een stijging van die inkomsten uit vergoedingen, het relatieve

percentage inkomsten uit de EU-begroting afnam van 23% in 2006 tot 14% in 2010;

7. maakt uit het jaarlijks activiteitenverslag op dat er 17 gevallen in de lijst van

uitzonderingen werden opgenomen in 2010;

8. stelt gebreken vast in het systeem van het bureau voor de validering van

crediteurenvorderingen met betrekking tot IT-contractanten; neemt kennis van de

verklaring van het Bureau dat de door de Rekenkamer vastgestelde gebreken verband

hielden met een menselijke fout en werden verholpen, dat het zijn operationele en

Page 148: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

136

financiële controle vooraf van facturen heeft versterkt en dat er geen andere gebreken

werden vastgesteld; verzoekt de Rekenkamer dit na te gaan en het Parlement hierover in

te lichten;

Overdracht van kredieten en annuleringen

9. stelt in het verslag over het begrotings- en financieel beheer van het Bureau vast dat de

automatische overdracht naar het begrotingsjaar 2011 in totaal 41 655 049,44 EUR

bedroeg, of 20,90% van de vastgelegde kredieten, en dat er één niet-automatische

overdracht naar het begrotingsjaar 2010 werd aangevraagd van in totaal 3 500 000 EUR,

of 1,68% van de definitieve kredieten;

10. is er bezorgd over dat de Rekenkamer onder titel II (administratieve uitgaven) nogmaals

een grote overdracht van 17 600 000 EUR heeft vermeld; benadrukt dat deze situatie wijst

op vertragingen in de uitvoering van de activiteiten van het Bureau die vanuit Titel II van

de begroting worden gefinancierd en dat deze werkwijze van het Bureau in strijd is met

het jaarperiodiciteitsbeginsel;

11. neemt met bezorgdheid kennis van de bijkomende opmerking van de Rekenkamer dat

amper 36% van de naar 2011 overgedragen kredieten overeenstemt met de in 2010

toegenomen uitgaven, terwijl de overige 64% van het overgedragen bedrag niet terug te

brengen is tot het begrotingsjaar 2010;

12. wijst erop dat de Rekenkamer in vorige begrotingsjaren al op het hoge niveau van

overdrachten heeft gewezen; merkt in het bijzonder op dat de Rekenkamer in de begroting

voor 2009 een overdracht van 19 500 000 EUR (38% van de verbintenissen van het

Bureau) vermeldde, terwijl dit in 2008 36 000 000 EUR (19,7% van de begroting voor

2008) bedroeg;

13. maakt uit het verslag over het begrotings- en financieel beheer van het Bureau op dat er in

2010 voor in totaal 9 074 296,49 EUR aan kredieten werd geannuleerd ten opzichte van

7 693 276,58 EUR in 2009; neemt kennis van het antwoord van het Bureau dat het niveau

van de geannuleerde uitgaven voortvloeit uit een strikt toezicht op de feitelijke inkomsten

en bijstellingen van de uitgaven; verzoekt het Bureau onmiddellijk maatregelen te treffen

om het aantal geannuleerde kredieten te verminderen en uiterlijk op 30 juni 2012 een

actieplan aan te nemen met concrete maatregelen, die onder meer gericht zijn op een

preciezere raming van de te innen vergoedingen en hun betalingsdatum, en termijnen om

dit aanhoudende probleem aan te pakken;

Aanbestedingsprocedures en overschrijvingen

14. stelt in het jaarlijks activiteitenverslag vast dat het Bureau in 2010 naast de 165 onder

raamovereenkomsten gesloten specifieke overeenkomsten, 70 nieuwe

aanbestedingsovereenkomsten ten belope van meer dan 25 000 EUR heeft afgesloten;

15. merkt in het verslag over het begrotings- en financieel beheer van het Bureau op dat er in

2010 13 overschrijvingen van in totaal 13 714 500 EUR (15,29% van de uiteindelijke

kredieten) zijn goedgekeurd; merkt verder op dat het Bureau in 2009 al 10

overschrijvingen van in totaal 9 609 000 EUR had aangenomen; verzoekt het Bureau een

actieplan aan te nemen met concrete maatregelen en termijnen om dit aanhoudende

probleem aan te pakken;

Page 149: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

137

Systeem voor de vergoeding van diensten

16. vraagt het Bureau met nadruk een systeem in te voeren om de door de nationale

autoriteiten van de lidstaten verleende diensten te vergoeden op basis van de werkelijke

kosten van de lidstaten; verzoekt het Bureau ook de kwijtingsautoriteit onmiddellijk op de

hoogte te brengen wanneer dit systeem operationeel is; merkt in dat opzicht op dat er in

de vergadering van 10 december 2009 al een nieuw betalingssysteem aan de raad van

bestuur werd voorgesteld, die het voorstel uiteindelijk afwees;

17. staat achter de inspanningen die het Bureau op uitvoerend en administratief niveau levert

met het oog op de hervorming van het systeem van betaling voor door de nationale

overheden verleende diensten, dat duidelijk gebaseerd moet zijn op de werkelijke kosten;

verzoekt de Raad van bestuur met klem om hieraan te werken;

18. merkt op dat de raad van bestuur door zijn afwijzing van het nieuwe betalingssysteem de

rechtstreekse verantwoordelijkheid aanvaardt en draagt voor grote risico's, zoals de niet-

naleving van wettelijke voorschriften, de mogelijke financiële gevolgen van het huidige

vergoedingssysteem en reputatieschade; is bijgevolg niet bereid deze laakbare houding

van de Raad van bestuur te aanvaarden en verzoekt het Bureau een passend actieplan aan

te nemen en de begrotingsautoriteit hierover uiterlijk op 30 juni 2012 in te lichten;

Personeelsbeheer

19. verzoekt het Bureau nadrukkelijk zijn aanwervingsprocedures te verbeteren en ervoor te

zorgen dat zijn documentatie correct wordt beheerd; verzoekt het Bureau in het bijzonder

om de documentatie van aanwervingsdossiers voor arbeidscontractanten te verbeteren en

verzoekt het tot aanstelling bevoegde gezag om de door de selectiecomités voorgestelde

reservelijsten aan te nemen;

20. verneemt ook van de Rekenkamer dat het Bureau niet voldoende onderscheid maakte

tussen de aanwerving van uitzendkrachten en arbeidscontractanten; verzoekt het Bureau

bijgevolg om uitzendkrachten alleen in te zetten om tegemoet te komen aan

kortetermijnbehoeften en om op doorzichtige wijze toegang te bieden tot posten voor

arbeidscontractanten;

Omgang met belangenconflicten

21. spoort het Bureau aan om de ontwikkeling van een voor alle nationale bevoegde

autoriteiten gemeenschappelijke beoordelingsmethode voor deskundigen en het toezicht

erop centraal te coördineren; merkt op dat het Bureau sinds het memorandum van

overeenstemming (MoU) tussen het Bureau en elke nationale bevoegde autoriteit over het

toezicht op het wetenschappelijke niveau van de deskundigen op 4 juli 2011 van kracht

werd, nog altijd verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en coördinatie van een

gemeenschappelijke door deskundigen toegepaste beoordeling en methodiek;

22. benadrukt dat het bureau de ondertekening van een MoU over de onafhankelijkheid van

wetenschappelijke evaluaties moet afronden, interne procedures dienovereenkomstig

moet aanpassen en de databank van deskundigen moet bijwerken; neemt kennis van het

antwoord van het Bureau dat het sinds oktober 2011 een aantal MoU's over de

onafhankelijkheid van wetenschappelijke evaluaties heeft ondertekend en dat de databank

van deskundigen werd bijgewerkt om rechtstreeks uploaden van de elektronische

Page 150: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

138

belangenverklaringen in de databank mogelijk te maken; verzoekt het Bureau de

kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 in te lichten over de uitvoering van deze

maatregelen; verzoekt daarnaast de IAS de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen

wanneer deze zeer belangrijke aanbevelingen effectief door het bureau zijn uitgevoerd;

23. verzoekt het Bureau om de kwijtingsautoriteit te laten weten hoe het zal waarborgen dat

de procedures voor de inbreng van deskundigen volledig worden nageleefd zolang de

MoU's over de onafhankelijkheid van wetenschappelijke evaluaties niet door alle

nationale bevoegde autoriteiten zijn ondertekend;

24. verzoekt het Bureau verslag uit te brengen over zijn aandeel in de organisatie van

conferenties door privé-organisaties zoals de organisatie voor beroepsmensen in

regelgevingsaangelegenheden;

25. neemt kennis van het feit dat de Raad van bestuur van het Bureau op 1 februari 2012 het

"besluit betreffende de bepalingen ten aanzien van de artikelen 11 bis en 13 van het

Statuut inzake de omgang met opgegeven belangen van personeelsleden van het Europees

Geneesmiddelenbureau" heeft goedgekeurd, en dat de uitvoerend directeur het "besluit

betreffende de bepalingen inzake de omgang met opgegeven belangen van gedetacheerde

nationale deskundigen, andere deskundigen, stagiairs en tijdelijke werknemers van het

Europees Geneesmiddelenbureau" heeft goedgekeurd; verzoekt het Bureau de

kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 de concrete genomen maatregelen ter

uitvoering van deze besluiten te doen toekomen, opdat het Parlement de beschikbare

procedures kan beoordelen voor de omgang met mogelijke belangenconflicten voor alle

in beide besluiten genoemde categorieën medewerkers, plus de leden van de Raad van

bestuur;

26. merkt met bezorgdheid op dat er ook in financiële kringen mogelijk belangenconflicten

kunnen ontstaan bij de verwerking van betalingen wanneer de taken onvoldoende

gescheiden zijn; spoort het Bureau bijgevolg aan om voldoende rekening te houden met

dit belangrijke risico en om onmiddellijk maatregelen te treffen om deze tekortkoming

aan te pakken;

27. merkt op dat de voormalige uitvoerend directeur van het bureau op 28 december 2010

schriftelijk aan het bureau meedeelde welke beroepsbezigheden hij na afloop van zijn

mandaat zou uitoefenen; wijst erop dat de voorzitter van de Raad van bestuur van het

Bureau op 11 januari 2011 toestemming gaf aan de voormalige uitvoerend directeur van

het Bureau om zijn nieuwe bezigheden uit te oefenen, en beschouwt dit als een inbreuk op

de bepalingen van de Unie inzake belangenvermenging, met name op titel II, artikel 16,

van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen; herinnert eraan dat

deze bepaling overeenkomstig titel II, artikel 11, en titel IV, artikel 91, van de regeling

welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

naar analogie van toepassing is op tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten;

merkt op dat de Raad van bestuur op 17 maart 2011, en dit slechts na hevig openlijk

protest, beperkingen vastlegde betreffende de toekomstige activiteiten van de voormalige

uitvoerend directeur, en ziet hierin een duidelijk bewijs dat het bureau het Statuut

aanvankelijk niet correct heeft toegepast, wat tevens ernstige vragen doet rijzen over de

manier waarop het bureau het Statuut in het algemeen toepast; verzoekt de uitvoerend

directeur van het EMA om een gedetailleerd rapport over de toepassing van artikel 16 van

het Statuut in het Bureau;

Page 151: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

139

28. maakt zich ernstig zorgen over het verzuim van het Bureau en zijn Raad van bestuur om

de kwestie van de belangenconflicten effectief aan te pakken; merkt op dat het Bureau in

april 2012 een gewijzigd beleidskader heeft vastgesteld voor belangenconflicten onder de

leden van het wetenschappelijk comité en deskundigen, alsmede een procedure voor

vertrouwensbreuken onder die leden en deskundigen; stelt dat de effectiviteit van dit

nieuwe beleid en deze nieuwe procedure uitsluitend aangetoond kan worden door middel

van tenuitvoerlegging en concrete resultaten; is van oordeel dat het Bureau in 2012 alle

belangenverklaringen van deskundigen en van leden van het wetenschappelijk comité

moet verifiëren; dringt er om die reden bij het Bureau op aan na tenuitvoerlegging van

deze procedure gegevens over te leggen, waaronder cijfers en namen; dringt er bij het

Bureau op aan uiterlijk eind augustus ten minste 75% van de belangenverklaringen van

deskundigen en 75% van de belangenverklaringen van leden van het wetenschappelijk

comité te verifiëren en de kwijtingsautoriteit de resultaten daarvan over te leggen,

alsmede een actieplan met een tijdsplanning voor de resterende verificaties van

belangenverklaringen;

29. herinnert eraan dat, gezien het feit dat de voormalige uitvoerend directeur van het Bureau

vrijwel onmiddellijk na zijn vertrek bij een consultancybedrijf ging werken dat onder

meer advies geeft aan farmaceutische bedrijven, de kwijtingsautoriteit zich vragen heeft

gesteld bij de feitelijke onafhankelijkheid van het Bureau en bij de manier waarop de

Raad van bestuur artikel 16 van het Statuut toepast; is bovendien bezorgd over de

beschuldigingen dat de voormalige uitvoerend directeur van het Bureau een eigen

consultancybedrijf heeft opgericht terwijl hij nog zijn functie bekleedde; verzoekt het

Bureau de kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 meer informatie over deze kwestie

te verstrekken;

30. verzoekt de Rekenkamer met klem haar huidige audit met betrekking tot

belangenconflicten bij het Bureau af te ronden en te presenteren;

31. betreurt het dat veel deskundigen hebben nagelaten hun belangenverklaring te publiceren

en dat de vergelijking van de belangenverklaringen die zijn gepubliceerd door de

bevoegde nationale agentschappen met die van het Bureau in een aantal gevallen

aanzienlijke verschillen aan het licht brengt; betreurt verder dat minstens één lid van de

Raad van bestuur van het Bureau, dat tevens plaatsvervangend lid is van het Comité voor

geneesmiddelen voor menselijk gebruik, heeft nagelaten zijn recente beheersfuncties in

een farmaceutisch bedrijf kenbaar te maken;

32. is ingenomen met het initiatief van het Bureau om de belangenverklaringen van zijn

personeelsleden die een managementfunctie bekleden en van de deskundigen die

betrokken zijn bij de beoordeling van geneesmiddelen, op zijn website te publiceren; stelt

met belangstelling vast dat de lijst van deskundigen ook aangeeft welk risico op

belangenconflicten zij inhouden; is van mening dat ten minste de vorige werkplekken

(professionele achtergrond) samen met de belangenverklaringen moeten worden

gepubliceerd, zodat de belangenverklaringen kunnen worden geverifieerd en mogelijke

belangenconflicten kunnen worden geïdentificeerd; verzoekt het Bureau bijgevolg het

Parlement uiterlijk op 30 juni 2012 te informeren over de stand van zaken betreffende de

uitvoering van deze maatregelen;

Page 152: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

140

33. verzoekt het Bureau met klem de belangenverklaringen die het ontvangt te verifiëren en

een aantal ervan op willekeurige basis grondig te controleren, met name door een systeem

in te stellen waarmee de belangenverklaringen op basis van kruiscontroles kunnen worden

afgetoetst aan de gegevens van de industrie en van de bevoegde nationale agentschappen;

34. is evenwel bezorgd over de manier waarop het Bureau het onderzoek van

belangenverklaringen aanpakt, namelijk eerder op grond van vertrouwen dan van

controle; is met name bezorgd over het feit dat de vergelijking van de

belangenverklaringen van deskundigen die zijn gepubliceerd door de bevoegde nationale

agentschappen met die van het bureau in een aantal gevallen aanzienlijke verschillen aan

het licht brengt; verzoekt het Bureau bijgevolg een echt mechanisme in te voeren

waarmee de belangenverklaringen die het bureau ontvangt behoorlijk kunnen worden

onderzocht, en de kwijtingsautoriteit hierover uiterlijk op 30 juni 2012 te informeren;

35. verzoekt het Bureau met klem zijn beleid inzake belangenconflicten op zijn Raad van

bestuur toe te passen;

36. merkt op dat de Rekenkamer het Bureau aan een audit heeft onderworpen in het kader van

het speciaal verslag over het beheer van belangenconflicten bij de agentschappen van de

Unie; begrijpt van de Rekenkamer dat dit speciaal verslag eind juni 2012 zal worden

gepubliceerd; is van mening dat, gezien de talrijke vraagtekens die bij belangenconflicten

worden geplaatst, het besluit inzake het verlenen van kwijting moet worden uitgesteld tot

de publicatie van het speciaal verslag opdat de desbetreffende bevindingen van de

Rekenkamer in aanmerking worden genomen;

37. is van mening dat een efficiënt omgang met belangenconflicten van cruciaal belang is om

het vertrouwen van het publiek in de werking van het Bureau te handhaven;

38. erkent dat het Bureau bereid is om de belangenverklaringen van de bij de evaluatie van

geneesmiddelen betrokken deskundigen openbaar te maken, maar betreurt dat veel

deskundigen hun belangenverklaringen nog niet hebben gepubliceerd;

39. neemt nota van het feit dat de Raad van bestuur op 17 maart 2011 beperkingen vastlegde

betreffende de toekomstige activiteiten van de voormalige uitvoerend directeur, en dit na

openlijk, door het Parlement gesteund protest tegen het besluit van de Raad van bestuur

van januari 2011 om volledige toestemming te geven voor diens nieuwe bezigheden;

herinnert er in dit verband aan dat een delegatie van de Commissie milieubeheer,

volksgezondheid en voedselveiligheid in juni 2011 een bezoek aan het Bureau heeft

gebracht om gevolg aan deze zaak te geven en nadere informatie over de verbeterde

procedures te verkrijgen; herinnert er voorts aan dat de commissie in juli 2011 de kwestie

tijdens een gedachtewisseling met de voorgedragen uitvoerend directeur opnieuw aan de

orde heeft gebracht om een dergelijk voorval in de toekomst te voorkomen;

Prestaties

40. vindt de beoordeling van de effectiviteit en toereikendheid van de in het Bureau

aanwezige systemen ter ondersteuning van de verschaffing van wetenschappelijke

adviezen voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik een belangrijk hulpmiddel om de

prestaties van het Bureau te meten;

41. merkt op dat het aantal producten en diensten (adviezen, verslagen, wetenschappelijk

Page 153: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

141

advies, inspecties) is toegenomen ten opzichte van 2009; is ook verheugd over de

tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de

Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen en spoort het Bureau aan om

stimulansen te blijven creëren voor het onderzoek naar en de ontwikkeling en het in de

handel brengen van specifieke weesgeneesmiddelen;

Interne audit

42. verneemt van het Bureau dat er nog 11 "zeer belangrijke" aanbevelingen van de IAS

moeten worden uitgevoerd; merkt op dat het Bureau een van die aanbevelingen als zijnde

uitgevoerd heeft gemeld en dat die nu door de IAS wordt beoordeeld;

43. merkt op dat zeven van deze "zeer belangrijke aanbevelingen" tot meer dan 12 maanden

vertraging hebben opgelopen; merkt op dat deze aanbevelingen betrekking hebben op:

– de naleving van artikel 110 van het Statuut,

– het aanwervingsproces,

– het gebruik van databanken,

– de bepaling van regels om producten aan te vragen,

– de richtsnoeren voor de omgang met mogelijke belangenconflicten voor personeel,

– de procedures voor de inbreng van deskundigen,

– de scheiding van taken in financiële procedures;

spoort het Bureau daarom aan om deze door de IAS vastgestelde tekortkomingen

onmiddellijk aan te pakken en om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de

getroffen maatregelen;

44. maakt zich voorts zorgen over het feit dat het Bureau twee "zeer belangrijke"

aanbevelingen afwees met betrekking tot:

– de vergoedingen die aan nationale agentschappen worden betaald,

– de vermindering van het aantal interne consultants;

spoort het Bureau aan om de kwijtingsautoriteit onmiddellijk uit te leggen waarom het

deze twee aanbevelingen heeft afgewezen;

45. merkt op dat indien de IAS in zijn follow-upverslag van september 2010 de beoordeling

van de onafhankelijkheid van de deskundigen nog steeds ontoereikend acht, de

uitvoerend directeur een lijst van alle betrokken toegelaten geneesmiddelen openbaar

moet maken en moet laten weten hoe het Bureau van plan is deze procedures te

verbeteren;

Page 154: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

142

o

o o

46. verwijst naar de aanbevelingen van vorige kwijtingsverslagen als vastgesteld in de bijlage

van deze verordening;

47. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen in verband met het kwijtingsbesluit naar

zijn resolutie van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het

toezicht op de agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 155: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

143

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de voorbije jaren

Europees

Geneesmiddelenbureau

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t.

- Het beginsel van gezond financieel

beheer werd niet nauwgezet

vervuld: de kasstroomvoorspelling

van het Bureau werd niet correct

voorbereid

- Het Bureau voert zijn activiteiten op twee

locaties uit, wat extra kosten met

zich brengt (rechtstreekse

functies: 450 000 EUR)

- Goede resultaten bij de invoering van een

geavanceerde op activiteiten gebaseerde

begrotingsopstelling en een meetsysteem

voor de klanttevredenheid

- Verzoekt het Bureau om zijn makelaarsbeleid te

herbekijken in het licht van de tijdens het

jaar gelopen financiële risico's

- Het Bureau voert zijn activiteiten op twee

locaties uit, wat extra kosten met zich

brengt

- Onaanvaardbaar dat het Bureau de desbetreffende regels voor de

omgang met belangenconflicten niet effectief toepast

- 12 zeer belangrijke aanbevelingen en 1 kritieke aanbeveling uit

verschillende eerdere jaarlijkse auditverslagen van de IAS waren in

2009 nog altijd niet uitgevoerd

- Onaanvaardbaar dat het Bureau zijn gedragscode niet naleeft;

verzoekt het Bureau om de desbetreffende toewijzingsbesluiten met

bewijsstukken te staven, de controle ervan te beoordelen, ze te

archiveren en op de website beschikbaar te stellen

- Verzoekt het Bureau met aandrang de kwijtingsautoriteit de

elementen te verstrekken waarin het sinds zijn oprichting heeft

voorzien om de onafhankelijkheid van de deskundigen te garanderen;

- Vraagt het Bureau om de databank van Europese deskundigen aan te

vullen en regelmatig bij te werken zoals vereist door Verordening (EG)

nr. 726/2004

Overdracht van

kredieten

- Het begrotingsbeginsel van

jaarperiodiciteit werd niet strikt

in acht genomen: het

bestedingspercentage voor

vastleggingskredieten bedroeg

minder dan 60%. Meer dan 40%

van de vastlegging werd

overgedragen naar het

begrotingsjaar 2007

- Het Bureau ondervond problemen met de

programmering, budgettering en uitvoering

van zijn activiteiten: 32 miljoen euro werd

overgedragen en 4 miljoen euro werd

geannuleerd. Verzoekt het Bureau om het

beginsel van jaarperiodiciteit in acht te

nemen

- Verzoekt het Bureau om het beginsel van

jaarperiodiciteit in acht te nemen: de overgedragen

en geannuleerde begrotingskredieten bedroegen

respectievelijk 36 000 000 EUR (19,7% van de

begroting) en 9 700 000 EUR (5,3% van de

begroting)

- De Rekenkamer meldt een overdracht van 19,5 miljoen euro (38%

van de verbintenissen van het Bureau), waarvan 14,8 miljoen euro

bestemd was voor activiteiten die aan het einde van het jaar nog niet

waren uitgevoerd; dit duidt op vertragingen bij de uitvoering van de uit

titel II gefinancierde activiteiten; de werkwijze van het Bureau is in

strijd met het jaarperiodiciteitsbeginsel

Page 156: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

144

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de voorbije jaren

Europees

Geneesmiddelenbureau

2006

2007

2008

2009

Aanbestedingsprocedures

n.v.t.

- Problemen met de transparantie van de

selectiecriteria en de evaluatiemethoden

voor de prijscriteria en gezamenlijke

aanbestedingsprocedure

- Herinnert eraan dat de aanbestedingen

beter moeten worden beheerd

- Verzoekt het Bureau om zijn

aanbestedingsprocedures kwalitatief te verbeteren

om een eind te maken aan de tekortkomingen, met

name op het vlak van de toepassing van

evaluatiemethoden voor de prijscriteria en op het

vlak van de essentiële behoefte aan bewijsstukken

voor de keuzeprocedure

- Is bezorgd over de bevindingen van de Rekenkamer met

betrekking tot fouten in de aanbestedingsprocedures overeenkomend

met een aanzienlijk deel van de totale begroting voor 2009 van het

Bureau. Tekortkomingen in evaluatiecriteria zoals de prijs en keuze

van procedures

- Dringt er bij het Bureau op aan zijn aanbestedingsprocedures

kwalitatief te verbeteren om een eind te maken aan de door de

Rekenkamer vastgestelde tekortkomingen

- Dringt er bij het Bureau op aan een meerjarig aanbestedingsplan op

te stellen

- Verzoekt het Bureau ervoor te zorgen dat de resultaten van

aanbestedingsprocedures worden gecontroleerd vóór contracten

worden gegund

Ontvangsten uit

vergoedingen

- Het Bureau is er niet in

geslaagd om de door de

rapporteurs van de lidstaten

gemaakte kosten uitvoerig te

analyseren om op die manier een

objectieve en gedocumenteerde

basis te verkrijgen aan de hand

waarvan de betalingen aan de

rapporteurs en bijgevolg de aan

de klanten aangerekende

vergoedingen kunnen worden

aangepast: deze situatie is een

inbreuk op de

vergoedingsregeling

- Problemen met de transparantie van het

bedrag dat aan de rapporteurs van de

lidstaten wordt vergoed

- Verzoekt de Commissie om het opvallend grote

aantal kastegoeden van het Bureau te evalueren

(41 887 000 EUR)

- Verzoekt het Bureau om een betere coördinatie te waarborgen

tussen zijn financiële en wetenschappelijke diensten om het

probleem van de onaanvaardbaar lange vertragingen bij

invorderingsopdrachten te verhelpen

Interne audit

n.v.t.

n.v.t.

- Verzoekt het Bureau om een door de dienst

Interne audit van de Commissie gedane "kritieke"

aanbeveling met betrekking tot

belangenconflicten bij deskundigen en acht

andere "zeer belangrijke" aanbevelingen op het

gebied van het documenteren van

belangenconflicten voor het personeel van het

Bureau, databanken ter ondersteuning van de

administratieve beoordelingsprocedures en de

ontwikkeling van richtsnoeren voor de

archivering en de volledige naleving van

dergelijke richtsnoeren na te leven;

- Onaanvaardbaar dat de betrouwbaarheidsverklaring van de

uitvoerend directeur geen voorbehoud omvat, waardoor de met de

door het Bureau vastgestelde gedragscode aangegane verplichting

ten aanzien van de betrouwbaarheidsverklaringen van de dienst

Interne audit en de Rekenkamer niet wordt nagekomen;

- Vraagt het Bureau om alle verslagen van de IAS sinds 2007 tegen

30 juni 2011 aan de kwijtingsautoriteit te bezorgen

- Dringt er bij het Bureau op aan om de aanbevelingen van de IAS

onmiddellijk uit te voeren en om de kwijtingsautoriteit een overzicht

te bezorgen van de getroffen en uitgevoerde maatregelen

Page 157: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

145

P7_TA-PROV(2012)0176

Kwijting 2010: Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs

en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0277/2011 – 2011/2216(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2010,

vergezeld van de antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12

december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving (herschikking)3, en met name artikel 15,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0134/2012),

1. verleent de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Waarnemingscentrum voor het

begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 156. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 158: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

146

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor

drugs en drugsverslaving, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 159: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

147

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0277/2011 – 2011/2216(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2010,

vergezeld van de antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12

december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving (herschikking)3, en met name artikel 15,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0134/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees

Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Europees

Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, de Raad, de Commissie en de

Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie

(serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 156. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 160: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

148

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0277/2011 – 2011/2216(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2010,

vergezeld van de antwoorden van het Centrum1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12

december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en

drugsverslaving (herschikking)3, en met name artikel 15,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0134/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor

drugs en drugsverslaving op 10 mei 2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de

begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 20095, en dat het in zijn bij het

kwijtingsbesluit behorende resolutie onder andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 156. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 167.

Page 161: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

149

– het Centrum verzocht heeft om in de nodige instructies en procedures te voorzien om

mogelijke overdrachten te analyseren en om de programmering en monitoring van

activiteiten te verbeteren om de overdrachten te beperken,

– het Centrum verzocht heeft om een consequente tenuitvoerlegging van de goedgekeurde

procedure voor de beoordeling van personeel te verzekeren,

– er bij het Centrum op heeft aangedrongen om 9 "zeer belangrijke" aanbevelingen van de

dienst Interne Audit (IAS) onverwijld toe te passen en om de kwijtingsautoriteit op de

hoogte te brengen van de geboekte vooruitgang;

C. overwegende dat de aanvankelijke begroting van het Centrum 15 900 323 EUR bedroeg

voor het jaar 2010, tegenover 14 700 000 EUR in 2009, hetgeen een toename van 8,16%

betekent ten opzichte van 2009; overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting

van het Centrum 14 800 000 EUR bedroeg voor 20101, hetgeen een toename van 4,59%

betekent ten opzichte van 2009;

Financieel en begrotingsbeheer

1. merkt in de definitieve jaarrekening van het Centrum op dat de werkelijke ontvangsten

van het Centrum 16 245 886 EUR bedroegen voor het begrotingsjaar 2010; merkt op dat

het verschil tussen de werkelijke ontvangsten in 2010 en de ontvangsten die zijn

opgenomen in de begroting voor 2010 toe te schrijven is aan de volgende factoren:

– de betaling in 2010 van 362 000 EUR uit de bijdrage van de Unie voor de

begrotingsontvangsten van het Centrum voor 2008 en 2009;

– de verrekening van 16 437 EUR in overeenstemming met de positieve balans van de

resultatenrekening van de bijdrage van Noorwegen aan de begroting van het

Centrum van 2008 en 2009;

– het bedrag van 1 980,00 EUR dat in 2010 werd ontvangen maar niet in de begroting

van 2010 werd ingeschreven;

2. merkt op dat de bijdrage van de Unie voor 2010 in het totaal 14 800 000 EUR bedraagt,

waarvan een bedrag van 200 000 EUR uit de invordering van overschotten werd

toegevoegd aan het bedrag van 14 600 000 EUR dat in de begroting werd ingeschreven;

3. neemt er via de definitieve jaarrekening van het Centrum kennis van dat het Centrum een

bestedingspercentage voor kredieten uit de begroting van 2010 van 98,82% bereikte (-

0,03% ten opzichte van 2009) voor vastleggingskredieten, van 94,85% voor

betalingskredieten met betrekking tot vastlegging (-1,66% ten opzichte van 2009) en van

93,73% voor betalingen met betrekking tot de definitieve begroting (-1,67% ten opzichte

van 2009);

4. merkt bovendien op dat de gegevens over de begrotingsuitvoering van titels I en II

(personeel en ondersteunende activiteiten) een toename laten optekenen ten opzichte van

de bestedingspercentages van 2009, zowel op het vlak van vastleggingen als op dat van

betalingen, respectievelijk +0,57% en +13,4%; merkt op dat het bestedingspercentage

1 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1056-1057.

Page 162: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

150

99,15% bedraagt voor vastleggingskredieten en 96,64% voor betalingskredieten, ten

opzichte van 98,58% en 95,30% voor 2009;

5. stelt vast dat het bestedingspercentage voor titel III (projecten en operationele activiteiten)

gedaald is met betrekking tot het gebruik van betalingskredieten (-9,58%) ten opzichte van

2009 en licht gedaald is, met 1,37%, met betrekking tot de in de definitieve begroting

vastgelegde kredieten; merkt eveneens op dat het bestedingspercentage 98,04% bedraagt

voor vastleggingskredieten en 88,83% voor betalingskredieten; neemt er via het Centrum

kennis van dat die situatie toe te schrijven was aan de volgende factoren:

– meer dan 70% van de nationale contactpunten konden enkel de betaling van de eerste

tranche van de 2010 REITOX-cofinanciering aanvragen;

– een aantal betalingen die betrekking hadden op de terugbetaling van kosten voor

technische vergaderingen in het laatste deel van het jaar konden niet voor eind 2010

uitgevoerd worden;

– een resterend aantal betalingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van kleine

contracten voor externe technische studies/onderzoeken kon niet worden uitgevoerd

vanwege de laattijdige afronding van de desbetreffende activiteiten voor het plaatsen

van opdrachten/afsluiten van contracten;

is van mening dat het lage bestedingspercentage voor betalingskredieten onder titel III de

ontwikkeling van de projecten en activiteiten van het Centrum beïnvloedt en negatieve

gevolgen kan hebben voor de geplande resultaten ervan; verzoekt het Centrum daarom om

onmiddellijk maatregelen te treffen om het bestedingspercentage voor betalingskredieten in

de toekomst te verhogen en om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de

geboekte vooruitgang;

6. roept het centrum op zijn financieel beheer te consolideren; erkent dat drugsgerelateerde

kwesties afdoende aan bod moeten komen in het nieuwe meerjarig financieel kader (2014-

2020);

Overdracht van kredieten

7. is ingenomen met het initiatief van het Centrum om het volume van overgedragen

kredieten verder te beperken; erkent in het bijzonder, op basis van het jaarlijks

activiteitenverslag, dat het Centrum de volgende maatregelen heeft getroffen:

– er werden vijf opleidingssessies over begrotingstransacties en procedures voor het

plaatsen van opdrachten georganiseerd voor de verschillende financiële en

operationele actoren van het Centrum,

– er werden duidelijkere en meer gestructureerde instructies en procedures ingesteld

voor de analyse en de preventie van overdrachten,

– de inschrijvingprocedure voor de tenuitvoerlegging van het jaarlijks

werkprogramma/de jaarlijkse begroting wordt zo veel mogelijk op voorhand

voorbereid, zodat deze procedures in de regel tijdens het eerste semester van het jaar

plaatsvinden,

Page 163: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

151

– er werd een AD-personeelslid aangeworven om de capaciteit van het Centrum om

zijn activiteiten te plannen en te monitoren, te vergroten;

verzoekt de Rekenkamer desalniettemin om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van

de doeltreffendheid van deze maatregelen;

Boekhoudsysteem

8. neemt er via de definitieve jaarrekening kennis van dat het Centrum een nieuwe

ontvangstenstructuur heeft toegepast die werd gecreëerd in ABAC om de

invorderingsopdrachten eenvoudiger en beter te kunnen beheren;

9. merkt eveneens op dat het Centrum zijn beheersysteem op basis van activiteiten heeft

herzien en een op kosten gebaseerd boekhoudsysteem heeft uitgewerkt; erkent in het

bijzonder dat de relevante ABAC- en SAP CO-toepassingen dienovereenkomstig zijn

geconfigureerd en dat de productiefase in het eerste kwartaal van 2011 van start zou

moeten zijn gegaan; verzoekt het Centrum om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te

houden van de vooruitgang in dit verband;

Overheidsopdrachten

10. neemt er via de definitieve jaarrekening van het Centrum kennis van dat een resterend

aantal betalingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van kleine contracten voor

externe technische studies/onderzoeken niet werd uitgevoerd vanwege de laattijdige

afronding van de desbetreffende activiteiten voor het plaatsen van opdrachten/het

afsluiten van contracten, in overeenkomst met de voortgang van de betrokken projecten

uit het werkprogramma van het Centrum;

Prestaties

11. verzoekt het Centrum om terdege rekening te houden met het niveau van verslaglegging

bij het plannen van zijn activiteiten; dringt er in het bijzonder op aan dat het Centrum

ervoor zorgt dat het jaarlijks activiteitenverslag het jaarlijks werkprogramma effectief

weerspiegelt en dat de planning van de middelen voor activiteiten (activiteitgestuurde

begroting - ABB) in overeenstemming wordt gebracht met de organisatiestructuur van het

Centrum om het mogelijk te maken om de begrotingsuitvoering te monitoren;

12. is ingenomen met de verspreiding van informatie via internet als effectief en

kostenefficiënt onderdeel van de globale communicatiestrategie en

voorlichtingsactiviteiten van het Centrum; roept het Centrum bovendien op verbeteringen

voor te stellen om, met de steun van REITOX, het meertalig beleid van het Centrum aan

te houden;

13. neemt kennis van het feit dat de economische problemen in de Europese Unie moeten

worden overwonnen en roept daarom op tot een hernieuwde flexibiliteit, innovatieve

organisatorische maatregelen en een betere coördinatie tussen de instellingen en

agentschappen van de Unie en nationale autoriteiten;

14. is ingenomen met de verbeterde samenwerking tussen het Centrum en het "European

School Survey Project on Alcohol and other Drugs" (ESPAD); is van mening dat

monitoring van alcohol-, tabaks- en andere verslavingen die niet samenhangen met

Page 164: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

152

verslavende stoffen prioritair dient te worden opgenomen in de volgende strategie voor

drugsbestrijding van de Unie;

Risico-evaluatie

15. neemt er via het jaarlijks activiteitenverslag kennis van dat het Centrum een alomvattende

methodiek heeft goedgekeurd voor het uitvoeren van risico-identificaties en -evaluaties

als instrument om het risicobeheer in het Centrum te verbeteren; verzoekt de Rekenkamer

desalniettemin om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de doeltreffendheid van

de maatregelen die door het Centrum getroffen worden; verzoekt tevens de IAS om

terdege te controleren of het centrale risicoregister effectief werd ingesteld, in

overeenstemming met de aanbevelingen en vereisten van de IAS zoals bepaald in de

interne controlenormen van het Centrum;

Interne audit

16. erkent dat de IAS in 2010 een audit heeft uitgevoerd betreffende het beheer van output

voor externe communicatie om de betrouwbaarheid van de interne controles van de

output voor externe communicatie te beoordelen en te verzekeren; merkt in het bijzonder

op dat er in de loop der jaren verschillende strategiedocumenten inzake communicatie

zijn opgesteld, maar dat zij niet gekoppeld werden aan het jaarlijks werkprogramma voor

2010, noch aan het meerjarenwerkprogramma 2010-2012, en dat er geen periodieke

actualisering van de doelgroepen gepland was tijdens de levenscyclus van de

planningdocumenten, hoewel dat vereist is krachtens de communicatiestrategie van het

Centrum;

17. verzoekt het Centrum in dat verband om zijn toekomstige communicatiestrategie te

koppelen aan zijn jaarlijkse of meerjarenplanningdocumenten en om de behoeften van de

doelgroepen regelmatig opnieuw te bekijken;

18. erkent dat het Centrum nog steeds vijf "zeer belangrijke" aanbevelingen van de IAS-

audits inzake "subsidiebeheer" (uitgevoerd in 2009) en "paraatheid voor de verplaatsing"

(2008) moet toepassen; is bezorgd dat de tenuitvoerlegging van drie "zeer belangrijke"

aanbevelingen uitgesteld is tot na de datum die in het aanvankelijke actieplan van het

Centrum was vastgelegd; merkt eveneens op dat het Centrum voor een andere

aanbeveling heeft verklaard dat zij is toegepast vanaf eind 2010 en dat er in dat verband

een follow-up van de IAS moet worden uitgevoerd om de effectieve tenuitvoerlegging

ervan te bevestigen; dringt er daarom bij het Centrum op aan om onmiddellijke stappen te

ondernemen om de situatie recht te zetten en om de kwijtingsautoriteiten in kennis te

stellen van de getroffen maatregelen;

19. merkt eveneens op dat een aanbeveling ten aanzien van de naleving van de

subsidieovereenkomst door het Centrum is verworpen; dringt er daarom bij het Centrum

op aan om zijn beslissing toe te lichten aan de kwijtingsautoriteit;

o

o o

20. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit eerdere kwijtingsverslagen, zoals bepaald in

de bijlage bij deze resolutie;

Page 165: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

153

21. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 166: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

154

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europees

Waarnemingscentrum

voor drugs en

drugsverslaving

2006

2007

2008

2009

Prestaties

- de begrotingsbeginselen van

jaarperiodiciteit en specialiteit

werden niet strikt in acht genomen:

groot aantal overschrijvingen van

kredieten tussen

begrotingsonderdelen en in veel

gevallen waren de begeleidende

documenten onvoldoende

gedetailleerd

n.v.t.

- verzoekt het Centrum om SMART-doelstellingen en

RACER-indicatoren vast te leggen en een Gannt-

diagram op te stellen –> een resultaatgerichte

benadering bevorderen

- verzoekt het Centrum om in de programmering

van elk van zijn operationele activiteiten een

Gannt-diagram op te nemen

Financieel en

begrotingsbeheer

- de voorschriften voor

overheidsopdrachten werden niet

strikt nageleefd

- het Centrum heeft een meningsverschil met Noorwegen

over de berekening van de Noorse financiële bijdrage

voor zijn deelname aan de werkzaamheden van het

Centrum. Het Centrum dient dit meningsverschil zo snel

mogelijk op te lossen, aangezien het gevolgen heeft voor

de begroting en de financiële staten van het Centrum (de

raming van het Centrum ligt 80 000 EUR hoger dan die

van de Noorse autoriteiten)

n.v.t.

- verzoekt het Centrum om in de nodige

instructies en procedures te voorzien om

mogelijke overdrachten te analyseren en om de

programmering en monitoring van activiteiten te

verbeteren om overdrachten te beperken,

- de Rekenkamer stelde vast dat er 339 000 EUR

aan kredieten werd overgedragen in 2009 voor

titel II, administratieve uitgaven (26%)

Personeelszaken

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

- verzoekt het Centrum om een consequente

tenuitvoerlegging van de goedgekeurde

beoordelingsprocedure voor het personeel te

verzekeren

Interne audit

n.v.t.

n.v.t.

- verzoekt het Centrum om 26 van de 41

aanbevelingen die door de dienst Interne Audit

werden gedaan in 2006 na te leven: i.e.

kwaliteitscontrole van de nieuwe locatie,

voorzorgsmaatregelen om schade door

overstromingen te voorkomen, een

bedrijfscontinuïteitsplan en investeringen in

uitrusting; de tenuitvoerlegging van de

internecontrolenormen (bevordering van personeel,

beoordeling van personeel, risicobeheer)

- verzoekt het Centrum om de kwijtingsautoriteit

te informeren over de voortgang die wordt

geboekt op het gebied van risicobeheer en

jaarlijkse risicoanalyses;

- dringt er bij het Centrum op aan om deze negen

zeer belangrijke aanbevelingen onverwijld uit te

voeren en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te

houden van de geboekte vooruitgang

Page 167: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

155

P7_TA-PROV(2012)0177

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme

veiligheid voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0284/2011 – 2011/2223(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van

het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van

27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid3, en

met name artikel 19,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0137/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar

2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 52. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 168: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

156

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Agentschap voor maritieme

veiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in

het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 169: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

157

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0284/2011 – 2011/2223(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van

het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van

27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid3, en

met name artikel 19,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0137/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap

voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Europees

Agentschap voor maritieme veiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te

zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 52. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 170: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

158

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0284/2011 – 2011/2223(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van

het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van

27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid3, en

met name artikel 19,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0137/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid ("het

Agentschap") voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Agentschap op 10 mei

2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 52. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 171: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

159

voor het begrotingsjaar 20091, en dat het in zijn resolutie bij het kwijtingsbesluit onder

andere:

– het Agentschap heeft verzocht om bij de planning van al zijn operationele

activiteiten gebruik te maken van een Gannt-diagram, om snel te kunnen natrekken

hoeveel tijd een personeelslid aan een bepaald project heeft besteed en om te komen

tot een meer resultaatgerichte benadering; roept het Agentschap derhalve op om de

kwijtingsautoriteit te informeren over de maatregelen die het in dat kader heeft

genomen,

– er bij het Agentschap op heeft aangedrongen de procedures voor het plaatsen van

opdrachten correct toe te passen maar het feit heeft toegejuicht dat het Agentschap

in zijn jaarverslag voor 2009 een specifieke bijlage had opgenomen over de

onderhandelde procedures, met de bedoeling om de begrotingsautoriteit in kennis te

stellen;

C. overwegende dat de aanvankelijke begroting van het Agentschap voor 2010 54 400 000

EUR bedroeg, tegenover 53 300 000 EUR in 2009, een stijging met 6,1%; overwegende

dat de bijdrage van de Europese Unie aan de begroting van het Agentschap voor 2010

31 949 360 EUR bedroeg, tegenover 24 435 000 EUR voor 20092, een toename van

30,75%;

Financieel en begrotingsbeheer

1. neemt kennis van de informatie van het Agentschap dat het 54 400 000 EUR aan

vastleggingskredieten en 50 600 000 EUR aan betalingskredieten heeft ontvangen; neemt

kennis van het feit dat dit een toename van de vastleggingskredieten is met 11,21%, maar

een daling van de betalingskredieten met 5,33% ten opzichte van 2009;

2. neemt kennis van de informatie in het verslag over het begrotings- en financieel beheer

van het Agentschap dat het Agentschap in 2010 een begrotingsuitvoeringspercentage van

98% heeft bereikt voor vastleggingskredieten en van 89% voor betalingskredieten; merkt

eveneens op dat de begrotingsuitvoeringspercentages van het Agentschap ten opzichte

van 2009 gestegen zijn, zowel voor vastleggingskredieten (+ 4%) als voor

betalingskredieten (+ 8%); verzoekt het Agentschap om de nodige maatregelen te treffen

om de tenuitvoerlegging van zijn begroting verder te verbeteren en om de

kwijtingsautoriteit met regelmaat op de hoogte te houden van deze kwestie;

Overdrachten

3. neemt kennis van de informatie in het verslag over het begrotings- en financieel beheer

van het Agentschap dat de kredieten die zijn overgedragen van 2010 naar 2011 ter

dekking van onbetaalde vastleggingen aan het einde van het jaar, 1 214 272,92 EUR

bedroegen; neemt kennis van de informatie van het Agentschap dat dit overdrachtscijfer

43% lager ligt dan dat in 2009; verzoekt het Agentschap desalniettemin om verdere

stappen te ondernemen om de overdrachten te beperken en het beginsel van

jaarperiodiciteit in acht te nemen;

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 181. 2 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 615.

Page 172: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

160

4. betreurt dat de Rekenkamer in zijn verslag over de jaarrekening van het Agentschap voor

het begrotingsjaar 2010 geen gewag maakte van de overgedragen en geannuleerde

kredieten van het Agentschap;

"A posteriori"-verplichtingen

5. merkt op dat het Agentschap op verzoek van het Parlement specifieke informatie over a

posteriori-verplichtingen (juridische verplichtingen die zijn aangegaan vóór de

desbetreffende begrotingsvastleggingen zijn gedaan) opgenomen heeft in zijn jaarverslag

2010; neemt kennis van de inspanningen van het Agentschap om de a posteriori-

verplichtingen te beperken (van meer dan 20 in 2007 tot 5 in 2010); is evenwel bezorgd

dat deze verplichtingen een inbreuk vormen op artikel 62, lid 1, van de financiële

kaderregeling en dat het Agentschap in deze al tekortschiet sinds 2006;

Procedures voor het plaatsen van opdrachten

6. neemt kennis van de informatie in het jaarverslag van het Agentschap dat de eenheid

juridische en financiële aangelegenheden in 2010 in totaal 54 procedures voor het

plaatsen van opdrachten heeft behandeld;

7. dringt er bij het Agentschap op aan om de procedures voor het plaatsen van opdrachten

correct toe te passen en te zorgen voor adequate informatie over geplande

overheidsopdrachten in zijn jaarlijks werkprogramma; is in het bijzonder van mening dat

het feit dat niet alle informatie waarnaar verwezen wordt in het financieel reglement en de

uitvoeringsbepalingen ervan, expliciet openbaar gemaakt wordt in het werkprogramma,

tot bezorgdheid strekt; herinnert het Agentschap eraan dat als een financieringsbeslissing

over een geplande operationele aanbesteding niet voldoende onderbouwd is door

ondersteunende gegevens, dit de geldigheid van de beslissing van het Agentschap op de

helling kan zetten; neemt kennis van de informatie van het Agentschap er sinds 2011 een

specifieke bijlage wordt gevoegd bij het financiële werkprogramma, waarin wordt

aangegeven welk globaal bedrag is voorbehouden voor de plaatsing van opdrachten in de

loop van het jaar, hoeveel contracten naar schatting afgesloten zullen worden en wat de

indicatieve tijdspaden zijn, gegroepeerd per activiteit;

8. verzoekt het Agentschap om te zorgen voor een nauwkeurige en tijdige verslaglegging

aan de raad van bestuur over de onderhandelde procedures; merkt namelijk op dat over de

onderhandelde procedures van het Agentschap, waarop een beroep mag worden gedaan

onder strikte voorwaarden, niet noodzakelijk verslag wordt uitgebracht bij de raad van

bestuur;

Personeelszaken

9. is bezorgd door het feit dat de onafhankelijkheid van de rekenplichtige van het

Agentschap naar verluidt in 2010 op de helling zou komen te staan; merkt inderdaad op

dat:

– de aanstelling van de rekenplichtige van het Agentschap begin 2010 nog een

"tussentijdse" aanstelling was;

– zijn verantwoordelijkheden nog niet formeel waren vastgelegd en

Page 173: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

161

– de beoordeling van de uitoefening van zijn taken werd uitgevoerd door de directeur

van het Agentschap, zonder dat de raad van bestuur daarbij betrokken werd;

10. is ingenomen met de beslissing van de raad van bestuur van het Agentschap van 14 juni

2010 om de aanstelling van de rekenplichtige van het Agentschap te formaliseren; neemt

kennis van de beslissing van de raad van bestuur van het Agentschap van 10 november

2011 tot wijziging van de algemene bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van

artikel 43 van het Statuut, waarin de rol van de raad van bestuur ten aanzien van de

rekenplichtige wordt toegelicht;

11. onderstreept echter dat er nog steeds zwakke punten bestaan ten aanzien van de

rekenplichtige, in het bijzonder op het vlak van de definitie van de verantwoordelijkheden

en de evaluatie van de uitoefening van zijn taken; wijst erop dat het Agentschap actie

heeft ondernomen om de eerder vastgestelde situatie recht te zetten;

Prestaties

12. is ingenomen met het feit dat het Agentschap in maart 2010 zijn

meerjarenwerkprogramma voor vijf jaar heeft goedgekeurd; merkt tevens op dat in het

jaarverslag van het Agentschap voor 2010 voor elke operationele activiteit verslag wordt

uitgebracht over de input en het resultaat van de activiteit en dat elk punt, ter vergelijking,

ook informatie bevat over de geplande input en output, zoals bepaald in het

werkprogramma van het Agentschap voor 2010;

13. betreurt dat de Rekenkamer in zijn jaarverslag voor 2010 niet heeft verwezen naar de

begrotingsoverschrijvingen van het Agentschap; merkt op dat het grote aantal

begrotingsoverschrijvingen bij het Agentschap het Parlement de afgelopen jaren tot

bezorgdheid strekte (49 in 2009, 52 in 2008 en 32 in 2007); verzoekt de Rekenkamer

daarom om de kwijtingsautoriteit onverwijld in kennis te stellen van de situatie op het

gebied van overschrijvingen in 2010;

14. herhaalt zijn oproep aan het Agentschap om te overwegen bij de planning van al zijn

operationele activiteiten gebruik te maken van een Gannt-diagram, om snel te kunnen

nagaan hoeveel tijd een personeelslid aan een bepaald project heeft besteed en zo tot een

meer resultaatgerichte benadering te komen; verzoekt het Agentschap daarom om de

kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de concrete stappen die zijn ondernomen;

15. vestigt de aandacht op de nieuwe taken die aan het Agentschap worden toegewezen in het

voorstel voor een verordening tot wijziging van de oprichtingsverordening (Verordening

(EG) nr. 1406/2002); verzoekt de Commissie de aan het Agentschap toegewezen

middelen op te trekken en verzoekt het Agentschap deze middelen behoorlijk en efficiënt

te beheren, om de nieuwe verantwoordelijkheden die het bij Verordening (EG) nr.

1406/2002 worden toegewezen, naar behoren uit te oefenen;

Interne audit

16. merkt op dat het Agentschap 15 "zeer belangrijke" aanbevelingen van de dienst Interne

Audit nog moet toepassen; is bezorgd door het feit dat de tenuitvoerlegging van 8 van

deze aanbevelingen met 6 tot 12 maanden is uitgesteld en dat één aanbeveling is

verworpen; merkt op dat de eerste 11 "zeer belangrijke" aanbevelingen betrekking hebben

op het juridische en financiële besluitvormingsproces, het personeelsbeheer en de

Page 174: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

162

internecontrolenormen; merkt tevens op dat de verworpen aanbeveling betrekking heeft

op de verantwoordelijkheid voor de prestatie-evaluatie van de rekenplichtige; dringt er

daarom bij het Agentschap op aan om de redenen voor deze verwerping te verklaren aan

de kwijtingsautoriteit en verzoekt het Agentschap om actie te ondernemen ten aanzien

van de vertraagde aanbevelingen;

17. neemt kennis van het initiatief van het Agentschap om een interneauditfunctie (Internal

Audit Capability-IAC) te delen met het Communautair Bureau voor visserijcontrole;

18. merkt in het bijzonder op dat de IAC interne adviesdiensten heeft verstrekt ten aanzien

van internecontrolekwesties, zoals:

– de ontwikkeling van het bedrijfscontinuïteitsplan voor maritieme toepassingen;

– de ontwikkeling van het bedrijfscontinuïteitsplan voor ondersteunende activiteiten;

– de procedure voor de inschrijving van uitzonderingen;

neemt kennis van de verklaring van het Agentschap dat het bedrijfscontinuïteitsplan voor

maritieme toepassingen, het bedrijfscontinuïteitsplan voor ondersteunende activiteiten en

de procedure voor de inschrijving van uitzonderingen zijn goedgekeurd;

o

o o

19. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen in eerdere kwijtingsverslagen, zoals toegelicht

in de bijlage bij deze resolutie;

20. maakt het Agentschap attent op het verslag over "de kwijting 2009: prestaties, financieel

beheer en controle van de agentschappen" van het Parlement van 10 mei 2011 en verzoekt

het agentschap zich daaraan te houden;

21. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 175: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

163

Bijlage Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europees Agentschap voor

maritieme veiligheid

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t. - onjuiste voorstelling van de begroting

- het agentschap heeft geen meerjarenwerkprogramma

voorbereid en zijn jaarlijks werkprogramma stemde niet

overeen met zijn vastleggingsbegroting;

- verzoekt het Agentschap om SMART-doelstellingen en

RACER-indicatoren vast te leggen en een Gannt-diagram

op te stellen –> een resultaatgerichte benadering bevorderen

- verzoekt het agentschap om een diachronische analyse van

de tijdens dit en vorig jaar uitgevoerde werkzaamheden uit

te werken

- verzoekt het Agentschap om te overwegen

om in de programmering van elk van zijn

operationele activiteiten een Gannt-diagram

op te nemen

- verzoekt het Agentschap om een

vergelijking op te stellen van de activiteiten

die het heeft uitgevoerd tijdens het jaar

waarvoor de kwijting moet worden verleend

en tijdens het vorige begrotingsjaar

Financieel en begrotingsbeheer

De procedures voor het

vastleggen van de begroting

en het organigram waren niet

grondig genoeg –>

ontoereikende planning van

aanwerving van personeel en

onjuiste voorstelling van

begroting

- het begrotingsbeginsel van

nauwkeurigheid werd niet

strikt in acht genomen.

- sommige contracten

voorzagen in 100%

prefinanciering: deze

praktijk is niet in

overeenstemming met de

beginselen van goed

financieel beheer

- onjuiste voorstelling van de begroting: voor

gesplitste kredieten bevatte de begroting geen

schema van de betalingen die in de volgende

begrotingsjaren moesten worden uitgevoerd om te

voldoen aan de begrotingsverbintenissen die in

vorige begrotingsjaren waren aangegaan

- juridische verbintenissen werden aangegaan vóór

de desbetreffende begrotingsvastlegging

- de procedures voor het opstellen van de begroting

waren niet voldoende rigoureus –> groot aantal

begrotingsoverschrijvingen (32 in 2007)

- zwakke punten in de planning en monitoring van de

betalingskredieten voor operationele activiteiten (7,5

miljoen euro werd geannuleerd)

- verzoekt het Agentschap om meer inspanningen te leveren

op het vlak van opleiding en communicatie om situaties

waarin juridische verbintenissen worden aangegaan nog

voordat de desbetreffende begrotingsvastleggingen zijn

gedaan, te vermijden

- verzoekt de Commissie om op zoek te gaan naar manieren

om te verzekeren dat het beginsel van een op behoeften

gebaseerd beheer van liquide middelen wordt toegepast

- de Rekenkamer stelde een groot aantal

begrotingsoverschrijvingen vast in 2009,

dringt er bij het Agentschap op aan om zijn

planning en monitoring te verbeteren om het

aantal begrotingsoverschrijvingen te

verminderen

-dringt er bij het Agentschap op aan om de

procedures voor het plaatsen van opdrachten

correct toe te passen

Personeelszaken

n.v.t.

- problemen rond transparantie in de

wervingsprocedures: voor de gecontroleerde

wervingsprocedures werden de selectiecriteria en

drempelscores die moeten worden behaald om tot

de volgende ronde van vergelijkende onderzoeken

te worden toegelaten, niet vastgesteld voordat het

evaluatieproces van start ging

- verzoekt om de strategie voor personeelszaken te

verbeteren –> transparantieproblemen (zie interne audit)

- stelt tekortkomingen vast in de procedures

voor personeelsselectie, dringt er bij het

Agentschap op aan om de zwakke punten

weg te werken

Page 176: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

164

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

.

Europees Agentschap voor

maritieme veiligheid

2006

2007

2008

2009

Interne audit

n.v.t.

n.v.t.

- verzoekt het Agentschap om stappen te ondernemen om

aan 7 van de 32 aanbevelingen van de dienst Interne Audit

te voldoen –> i.e. de aanneming van de

uitvoeringsbepalingen van het Statuut ten aanzien van de

aanwerving van tijdelijk personeel in overeenstemming met

het Statuut; de controlemechanismen in de

selectieprocedure om meer transparantie en een gelijke

behandeling van de kandidaten te garanderen; de

ontwikkeling van een strategie voor loopbaanplanning

- roept het Agentschap op de "zeer belangrijke"

aanbevelingen van de IAS met spoed uit te voeren,

in het bijzonder:

- de bij het Agentschap betrokken partijen, met het

oog op strategische planning en toezicht, te

voorzien van een overzicht van de risico's van

verontreiniging door restolie;

- zich te houden aan administratieve procedures;

- mogelijke opties voor het beheer van apparatuur

en een evaluatie van de financiële en operationele

effecten daarvan te analyseren;

- mobilisatiebeslissingen van vaartuigen te

documenteren;

- merkt op dat de aanbevelingen van de IAS die nog

steeds door het Agentschap dienen te worden

uitgevoerd onder andere betrekking hebben op het

vaststellen van:

- een interne risicobeoordeling;

- een inventaris van bestaande interne procedures;

- een stappenplan voor de ontwikkeling en

tenuitvoerlegging van de overige procedures;

- een register van de uitzonderingenprocedures; &

- een herziening van het internecontrolesysteem

Page 177: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

165

P7_TA-PROV(2012)0178

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0288/2011 – 2011/2228(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad vanvan.21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van

10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging3, inzonderheid artikel 17,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0136/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap

voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 15. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 178: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

166

3. verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt

te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor netwerk-

en informatiebeveiliging, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 179: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

167

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0288/2011 – 2011/2228(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van.21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van

10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging3, inzonderheid artikel 17,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4 inzonderheid

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0136/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap

voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging, de Raad, de Commissie en

de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese

Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 15. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 180: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

168

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0288/2011 – 2011/2228(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van.21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van

10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en

informatiebeveiliging3, inzonderheid artikel 17,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0136/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

("het Agentschap") voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Agentschap op 10 mei 2011

kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 15. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 181: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

169

begrotingsjaar 20091, en dat het in zijn resolutie bij het kwijtingsbesluit onder andere:

– zijn bezorgdheid heeft geuit over het feit dat de naar het volgende jaar overgedragen

kredieten volgens de Rekenkamer goed waren voor 19% van de totale begroting van

het Agentschap,

– het Agentschap heeft gevraagd een volledige fysieke inventaris te maken en de

juistheid van de boekhouding te garanderen,

– het Agentschap heeft gevraagd:

– de transparantie te verbeteren met betrekking tot ramingen en met betrekking

tot de verantwoordelijke persoon,

– zijn goedkeuringsprocedures voor aanbestedingen te versterken op het niveau

van het financieringsbesluit en het werkprogramma,

– ervoor te zorgen dat uitzonderingen volledig openbaar worden gemaakt in zijn

jaarlijkse activiteitenverslag,

– te zorgen voor adequate follow-up van mogelijke onregelmatigheden,

– controles achteraf te ontwikkelen en daarover verslag uit te brengen,

C. overwegende dat de totale begroting van het Agentschap voor 2010 8 113 188 EUR

bedroeg, d.i. 0,05% minder dan zijn begroting voor 2009; overwegende dat voor 2010 de

aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van het Agentschap 7 288 200 EUR2

bedroeg, tegenover 7 800 000 EUR in 2009,

Financieel en begrotingsbeheer

1. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het Agentschap voor 2010

7 288 200 EUR bedroeg; merkt evenwel op dat hieraan 640 000 EUR, afkomstig van de

terugvordering van overschotten, is toegevoegd, waardoor de totale bijdrage van de Unie

voor 2010 kwam op 7 928 200 EUR;

2. neemt kennis van de informatie in de jaarrekening dat de aanvankelijke begroting van het

Agentschap 2010 7 928 200 EUR bedroeg; merkt evenwel op dat de raad van bestuur de

begroting heeft gewijzigd om er de bijdrage in op te nemen van 184 988 EUR van de

EVA-landen;

3. stelt op basis van de jaarrekening vast dat 99,95% van de kredieten is vastgelegd, tegenover

94,40% in 2009, en dat 76,46% van de totale beheerde kredieten is betaald, tegenover

75,67% in 2009;

Kredietoverdrachten

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 186.

2 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 759.

Page 182: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

170

4. constateert op basis van de jaarrekening van het Agentschap dat 1 987 011 EUR van de

vastleggingskredieten waarvoor eind 2010 verplichtingen waren aangegaan, maar die nog

niet waren betaald, overgedragen is naar 2011; constateert ook dat in 2010 89 185 EUR van

de overgedragen kredieten is geannuleerd;

5. is bezorgd door het feit dat de Rekenkamer opnieuw heeft gemeld dat 52% van de

operationele begroting van het Agentschap is overgedragen (titel III); is bezorgd doordat

deze situatie wijst op vertragingen bij de uitvoering van de activiteiten van het Agentschap

die worden gefinancierd uit titel III en in strijd is met het begrotingsbeginsel van

jaarperiodiciteit; vraagt het Agentschap nogmaals om de kwijtingsautoriteit mee te delen

welke maatregelen het neemt om deze tekortkoming te remediëren;

Aanbestedingsprocedures

6. erkent dat het Agentschap in 2011 controles achteraf heeft uitgevoerd om de interne

controles bij aanbestedingsprocedures te verbeteren; vraagt het Agentschap niettemin om

ook doeltreffende verificaties vooraf in te stellen teneinde tekortkomingen in de

aanbestedingsprocedures te voorkomen; verzoekt de Rekenkamer om de doeltreffendheid

van de maatregelen in kwestie te controleren;

7. is er door het Agentschap van in kennis gesteld dat het Agentschap de transparantie heeft

verbeterd met betrekking tot ramingen en met betrekking tot de vraag wie voor projecten

verantwoordelijk is, dat het zijn goedkeuringsprocedures voor aanbestedingen heeft

versterkt op het niveau van het financieringsbesluit en het werkprogramma, dat het ervoor

heeft gezorgd dat uitzonderingen volledig openbaar worden gemaakt in zijn jaarlijkse

activiteitenverslag en dat het heeft gezorgd voor adequate follow-up van mogelijke

onregelmatigheden; verzoekt de Rekenkamer niettemin om de kwijtingsautoriteit zekerheid

te verschaffen over de doeltreffendheid van deze maatregelen;

8. neemt kennis van de informatie in het jaarverslag van het Agentschap dat de in 2010

ingeleide aanbestedingsprocedures tot de volgende resultaten hebben geleid:

– gegunde contracten: 52, waaronder 20 contracten voor dienstverlening en 9

raamcontracten voor dienstverlening,

– geplaatste aankooporders: 233, waarvan 79 in het kader van een bestaand raamcontract

voor dienstverlening,

– ingeleide aanbestedingsprocedures: 36, waaronder 13 open procedures;

Terugbetaling door de belastinginstanties van de gastlidstaat

9. merkt opnieuw teleurgesteld op dat er sinds vorig jaar geen vooruitgang is geboekt met de

terugbetaling van 45 000 EUR, d.i. het bedrag van de btw die het Agentschap aan de

belastinginstanties van de gastlidstaat heeft vooruitbetaald; vraagt het Agentschap derhalve

de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen zodra de gastlidstaat dit bedrag terugbetaalt;

Personele middelen

10. is bezorgd door het feit dat er nog steeds tekortkomingen zijn in de procedures voor de

personeelsselectie, waardoor de transparantie van deze procedures in gevaar komt; stelt

namelijk vast dat de drempelvoorwaarden waaraan kandidaten moesten voldoen om te

Page 183: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

171

worden uitgenodigd voor een gesprek of om te worden opgenomen op de reservelijst,

volgens de Rekenkamer niet vooraf door de jury's waren vastgesteld; vraagt het

Agentschap derhalve deze situatie te corrigeren en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te

houden van de maatregelen die worden genomen; merkt ook op dat de maatregelen die het

Agentschap tot op heden in dit verband heeft genomen, ontoereikend zijn gebleken; is van

mening dat de kwijtingsautoriteit een herhaling van deze tekortkoming niet langer mag

aanvaarden;

11. neemt kennis van de informatie in de jaarrekening van het Agentschap dat zijn personeel

eind 2010 bestond uit 40 tijdelijke functionarissen (TF) en 11 arbeidscontractanten (AC);

merkt ook op dat er eind 2010 4 TF- en 2 AC-vacatures waren, dat de

indienstnemingsprocedures voor 3 TF-vacatures in het vierde kwartaal van 2010 waren

afgerond en dat de indienstnemingsprocedures voor AC-vacatures begin 2011 werden

ingeleid;

12. neemt voorts kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenrapport dat de

personeelsafdeling van het Agentschap voor 2010 de volgende prioriteiten had:

– periodieke personeelsplanning (personeelsbeleidsplan),

– positieve meetbare retentiemaatregelen,

– diensten via elektronische workflows;

verzoekt de Rekenkamer derhalve de kwijtingsautoriteit te bevestigen dat deze prioriteiten

effectief ten uitvoer zijn gelegd;

Internecontrolesystemen

13. erkent dat het Agentschap zijn interne procedures en controles voor alle financiële circuits

uitvoert en consolideert, zoals bepaald in zijn werkprogramma voor 2010;

Interne audit

14. erkent verder dat de dienst Interne Audit (IAS) voor het Agentschap een

laagrisicobeoordeling heeft uitgevoerd om de auditprioriteiten en het IAS-auditplan voor

2010-2012 bij te werken; merkt met name op dat het Agentschap een verhoogd risico heeft

in zijn planning, boekhouding, uitvoering van de begroting, IT-ontwikkeling en

-management, bedrijfscontinuïteit, relaties met belanghebbenden, externe communicatie en

effectenbeoordeling en -evaluatie; vraagt het Agentschap derhalve onverwijld de nodige

maatregelen te treffen om de risico's op de bovenvermelde gebieden te verkleinen;

15. merkt op dat de IAS in 2010 een controle heeft uitgevoerd met als thema "planning:

belanghebbenden en operationele doelstellingen", om een beoordeling te maken van en

redelijke zekerheid te verschaffen over de geschiktheid en doeltreffendheid van het

internecontrolesysteem met betrekking tot de inbreng en de behoeften van de

belanghebbenden, en de doeltreffendheid van de toewijzing van de middelen met

betrekking tot de prioriteiten bij de operationele activiteiten;

Page 184: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

172

16. neemt kennis van de verklaring van het Agentschap dat de IAS 10 aanbevelingen heeft

geformuleerd, waarvan er drie als "zeer belangrijk" en zeven als "belangrijk" zijn

aangemerkt; merkt op dat de "zeer belangrijke" aanbevelingen betrekking hebben op:

– het in kaart brengen van de verwachtingen van de belanghebbenden,

– het bij de projectplanning betrekken van de belanghebbenden,

– het beter beheren van de relaties met de belanghebbenden via een geschikt

IT-hulpmiddel;

17. vraagt het Agentschap derhalve:

– de belanghebbenden meer te betrekken bij de voorbereiding en de opstelling van het

voorlopige werkprogramma van het Agentschap,

– een meerjarenkader te ontwikkelen waarin de belangrijkste aandachtsvelden worden

bepaald en de prioriteiten vastgesteld,

– meer gebruik te maken van de feedback van de belanghebbenden;

verzoekt het Agentschap bovendien om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de

maatregelen die in dit verband zijn genomen;

18. neemt er nota van dat de vier "zeer belangrijke" aanbevelingen naar aanleiding van de in

2009 verrichte controle inzake de aanbestedingsprocedures, volgens een verklaring van het

Agentschap ten uitvoer zijn gelegd en thans worden getoetst door de IAS;

o

o o

19. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen in eerdere kwijtingsverslagen, zoals vermeld in

de bijlage bij deze resolutie;

20. verwijst voor de andere, horizontale opmerkingen bij het kwijtingsbesluit naar zijn

resolutie van 10 mei 20121 over de prestaties, het financieel beheer en de controle van de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 185: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

173

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de voorgaande jaren

Europees

Agentschap voor

netwerk- en

informatie-

beveiliging

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t.

n.v.t. - Verzoekt het Agentschap een diachrone analyse

op te stellen van de in onderhavig jaar en de

voorgaande jaren bereikte resultaten

n.v.t.

Financieel en

begrotingsbeheer

- De uitvoering van de

begroting van het

Agentschap voldeed niet

helemaal aan de beginsels

van jaarperiodiciteit en

specialiteit: er was een

concentratie van

verrichtingen in het laatste

kwartaal van het jaar

- Zwakke punten in de uitvoering van

operationele activiteiten: 40% van de

vastleggingen en ruim 50% van de

betalingen betreffende operationele

activiteiten vonden plaats in november en

december - Zwakke punten in de

aanbestedingsprocedure (de voorselectie

van de offertes was niet met redenen

omkleed, de evaluatiedocumenten waren

niet ondertekend door het evaluatiecomité,

dossiers waren ongestructureerd en

onvolledig)

- De Europese Rekenkamer heeft tekortkomingen

in de procedures vastgesteld: te lage inschatting van

de budgetten van een raamcontract (voor een

driejarig raamcontract voor dienstverlening werden

de behoeften onderschat en het voor een heel jaar

beschikbare budget voor deze uitgaven was binnen

zes maanden opgebruikt) - Verzoekt de Commissie te onderzoeken welke

mogelijkheden er bestaan voor de volledige

toepassing van een op de behoeften gericht beheer

van de kasmiddelen

- Verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de

kasvoorraden van het Agentschap duurzaam tot een

minimum worden beperkt

- Is bezorgd over het feit dat de naar het volgende jaar overgedragen

kredieten volgens de Rekenkamer goed waren voor 19% van de begroting

van het Agentschap

Interne controle

en

personeelszaken

- Ongedocumenteerde

internecontroleprocedures:

er moet worden gezorgd

voor transparantie en een

degelijk financieel beheer

n.v.t.

- Goede tenuitvoerlegging van alle acht de

aanbevelingen van de dienst Interne Audit m.b.t.

personeelsbeleid, verlenging van in 2008 aflopende

contracten, onafhankelijkheid van selectiecomités,

opleidingsvoorzieningen en transparantie van

promotieprocedures

- Tekortkomingen in de procedures voor de personeelsselectie

- Verzoekt het Agentschap controles achteraf te verrichten met bijstand

van een professionele dienstverlener

- Vraagt het Agentschap een volledige fysieke inventaris op te maken en

de juistheid van de boekhouding te garanderen

Aanbestedings-

procedures

n.v.t. n.v.t.

n.v.t.

- Verzoekt het Agentschap zijn interne controles te versterken om ervoor

te zorgen dat contracten en aanbestedingsprocedures correct worden

toegepast

- Vraagt het Agentschap:

- de transparantie te verbeteren met betrekking tot ramingen en met

betrekking tot wie verantwoordelijk is

- zijn goedkeuringsprocedures voor aanbestedingen te versterken in het

kader van het financieringsbesluit en het werkprogramma

- ervoor te zorgen dat uitzonderingen volledig openbaar worden gemaakt

in zijn jaarlijkse activiteitenverslag

- te zorgen voor adequate follow-up van mogelijke onregelmatigheden

- controles achteraf te ontwikkelen en daarover verslag uit te brengen

Page 186: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

174

P7_TA-PROV(2012)0179

Kwijting 2010: Europees Spoorwegbureau

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Spoorwegbureau voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0289/2011 – 2011/2229(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Spoorwegbureau voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april

2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau3, en met name artikel 39,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024 houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0118/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Europees Spoorwegbureau kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Spoorwegbureau,

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 100. 2 PB C 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 187: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

175

de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het

Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 188: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

176

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0289/2011 – 2011/2229(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Spoorwegbureau voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april

2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau3, en met name artikel 39,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024 houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0118/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees

Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Spoorwegbureau, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 100. 2 PB C 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 189: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

177

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0289/2011 – 2011/2229(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Spoorwegbureau voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april

2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau3, en met name artikel 39,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024 houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0118/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Europees Spoorwegbureau

op 10 mei 2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Bureau

voor het begrotingsjaar 20095 en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit

onder andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 100. 2 PB C 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 191.

Page 190: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

178

– het Bureau heeft verzocht om het probleem van de kredietoverdrachten van één

begrotingsjaar naar het volgende op te lossen. De kredietoverschrijving van 41% van

titel II is een flagrante inbreuk op het jaarperiodiciteitsbeginsel,

– kennis heeft genomen dat de Rekenkamer de aandacht heeft gevestigd op annuleringen

van en vertragingen bij aanbestedingen, terugkerende achterstand bij de uitvoering van

betalingen en ingrijpende wijzigingen die in de loop van het jaar in het werkprogramma

zijn aangebracht,

– er bij het Bureau op heeft aangedrongen om een vaste wervingsprocedure op te zetten,

die als leidraad kan worden gebruikt voor al het personeel dat bij nieuwe wervingen

betrokken is;

C. overwegende dat de totale begroting van het Bureau voor 2010 24 147 240 EUR bedroeg,

een stijging van 14,9% ten opzichte van 2009; overwegende dat de aanvankelijke bijdrage

van de Europese Unie aan de begroting van het Bureau voor 2010 23 260 000 EUR

bedroeg, tegenover 16 060 000 EUR voor 2009, wat een toename van 44,83% betekent;

Budgettair en financieel beheer

1. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het Bureau voor 2010

23 260 000 EUR bedroeg; merkt evenwel op dat daaraan 214 000 EUR, afkomstig van de

terugvordering van overschotten, is toegevoegd, waarmee de totale bijdrage van de Unie

uitkomt op 23 474 000 EUR voor 2010;

2. verneemt uit het jaarlijkse activiteitenverslag van het Bureau dat 99% van de kredieten

werden vastgelegd en 77% gebruikt zijn voor betalingen; merkt met name op dat:

– uit hoofde van titel I het totaal van vastgelegde kredieten 14 507 149 EUR bedroeg,

waarvan 99% gebruikt is voor de uitvoering van betalingen, terwijl 77% van de naar

2010 overgedragen kredieten gebruikt is voor de uitvoering van betalingen,

– uit hoofde van titel II bijna 100% van de kredieten is vastgelegd en 62% gebruikt is voor

de uitvoering van betalingen, terwijl 92% van de naar 2010 overgedragen kredieten

gebruikt is voor de uitvoering van betalingen,

– uit hoofde van titel III bijna 100% van de kredieten is vastgelegd, waarvan 62%

opgegaan is aan betalingen, terwijl 95% van de naar 2010 overgedragen kredieten

gebruikt is voor de uitvoering van betalingen;

waardeert het dat het Bureau informatie geeft over het gebruik van de van 2009 naar 2010

overgedragen kredieten;

3. is van mening dat het tegen de achtergrond van de financiële crisis van zeer groot belang is

de besteding van begrotingsmiddelen te optimaliseren, en verzoekt de Commissie en het

bureau de feitelijke behoefte aan middelen van het Bureau te analyseren en vast te stellen,

zodat het bureau de hem toegewezen kan uitvoeren;

Overschrijvingen

4. constateert uit de informatie van het verslag over het budgettaire en financiële beheer dat

het Bureau in december 2009 besefte dat hoofdstuk 11 (personeelsuitgaven) niet juist was

Page 191: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

179

voorzien voor de begroting van 2010, aangezien titel I met ongeveer 1 500 000 EUR

ondergewaardeerd was; begrijpt van het Bureau dat deze situatie veroorzaakt is door:

– een systematische rekenfout in de prognoses van de personeelskosten, aangezien de

berekening van de prognoses gebaseerd was op het basissalarisrooster voor 2007,

vandaar dat drie jaarlijkse indexeringen ontbraken,

– de toename van het aantal arbeidscontractanten als gevolg van de besnoeiing op de door

het Bureau gevraagde nieuwe vaste ambten;

5. neemt kennis van het besluit van het Bureau tot overschrijving van een bedrag van

500 000 EUR van titel II naar titel I en tot overschrijving van een bedrag van 500 000 EUR

van titel III naar titel I; neemt kennis van de informatie van het Bureau dat het besluit is

goedgekeurd door de raad van bestuur en de Commissie;

6. constateert bovendien dat het Bureau om de resterende kloof te overbruggen aanvullende

maatregelen heeft genomen om de uitgaven uit hoofde van titel I te beperken; neemt kennis

van de informatie van het Bureau dat deze maatregelen een extra besparing van minder dan

300 000 EUR mogelijk hebben gemaakt; neemt er kennis van dat dit bedrag teruggestort is

aan titel II;

7. betreurt dat de fouten in budgettaire prognoses geleid hebben tot het annuleren of de

vertraging van bepaalde investeringen; dringt er bij het Bureau op aan de kwijtingsautoriteit

onverwijld mee te delen welke maatregelen zijn genomen om betere uitgavenramingen

mogelijk te maken;

8. acht het zorgwekkend dat de Rekenkamer deze situatie niet gemeld heeft in haar verslag

over de jaarrekening van het Bureau betreffende het begrotingsjaar 2010; roept de

Rekenkamer op om dit verzuim aan de kwijtingsautoriteit uit te leggen;

Overdracht van kredieten

9. constateert uit de informatie van de Rekenkamer dat de naar 2011 overgedragen kredieten

5 500 000 EUR bedroegen, waarvan 4 300 000 EUR (78%) betrekking heeft op goederen en

diensten die in 2011 geleverd moesten worden;

10. wijst erop dat het Bureau in de begrotingsjaren 2008 en 2009 ook al aanzienlijke kredieten

naar het begrotingsjaar 2010 heeft overgeschreven; is van mening dat zulke flagrante

inbreuken op het jaarperiodiciteitsbeginsel in de toekomst niet meer geaccepteerd kunnen

worden en dat, indien in de toekomst opnieuw sprake is van inbreuk op het

jaarperiodiciteitsbeginsel, geen kwijting verleend moet worden; verzoekt het Bureau

onmiddellijk de nodige maatregelen te treffen;

11. is van mening dat het Bureau er niet in geslaagd is het probleem van de kredietoverdrachten

van een begrotingsjaar naar het volgende op bevredigende wijze op te lossen; herinnert aan

het belang van het jaarperiodiciteitsbeginsel; vraagt dat het Bureau de kwijtingsautoriteit op

de hoogte brengt van de maatregelen die genomen zijn om de uitvoering van de

jaarbegroting te verbeteren en de overdracht van kredieten te verminderen;

12. neemt er echter nota van dat het Bureau in zijn antwoord stelt momenteel de mogelijkheid

te analyseren om raamovereenkomsten voor uitvoering van studies veel sneller na

Page 192: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

180

vaststelling van de begroting te sluiten; neemt ook kennis van het feit dat het Bureau het op

zich heeft genomen zijn begrotingsramingen voor 2011 en 2012 aan een herziening te

onderwerpen teneinde deze beter af te stemmen op zijn werkelijke behoeften en zijn

begrotingsmiddelen optimaal te benutten;

13. roept het Bureau op om de kwijtingsautoriteit ervan op de hoogte te stellen wanneer het aan

de begroting van elk jaar te hechten verslag over de begrotingsoverschotten van de

voorafgaande boekjaren gereed is; herinnert het Bureau eraan dat daarom reeds in de vorige

kwijtingsprocedure is verzocht;

Overheidsopdrachten

14. constateert dat het Bureau in het jaarlijkse werkprogramma ter vergemakkelijking van de

jaarlijkse planning van aanbestedingen ABAC-contracten zal invoeren om het

gedecentraliseerd contractbeheer te ondersteunen;

15. constateert naar aanleiding van het jaarverslag van het Bureau dat er in 2010 21 (via

onderhandelingen toegepaste en geopende) aanbestedingsprocedures werden ingeleid en dat

er in 2010 12 werden voltooid;

Boekhoudsysteem

16. constateert naar aanleiding van het jaarverslag van het Bureau dat het Bureau zijn

handleiding voor financiële procedures in overeenstemming met de modules van ABAC-

Workflow en ABAC-Assets heeft bijgewerkt;

17. is verheugd dat het Bureau per 1 september 2010 een centraal systeem voor de registratie

van inkomende facturen in gebruik heeft genomen; benadrukt dat deze maatregel

noodzakelijk is om de tijdige registratie van alle facturen en bijdragen te waarborgen

teneinde vertragingen in de verwerking van betalingen te voorkomen;

Personeelszaken

18. constateert uit de informatie van het verslag van het Bureau over het budgettaire en

financiële beheer dat het Bureau op 31 december 2010 133 tijdelijke functionarissen (AT)

en 9 arbeidscontractanten (AC) in dienst had; neemt er tevens kennis van dat er nog

wervingsprocedures lopen om de in de personeelsformatie voor 2010 voorziene 139

tijdelijke functionarissen en later de voor 2011 voorziene 144 tijdelijke functionarissen te

halen;

19. constateert uit het voornoemde verslag dat het Bureau in 2010 6 gedetacheerde nationale

deskundigen telde;

20. constateert uit de informatie van het Bureau dat het een vaste handleiding over

verschillende regels, instructies en richtsnoeren ten aanzien van personeelswerving heeft

opgesteld; benadrukt dat het van belang is individuele wervingen zodanig te verwerken en

te beheren dat het beginsel van gelijke behandeling van kandidaten niet in gevaar wordt

gebracht;

Page 193: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

181

Prestaties

Jaarlijks werkprogramma en strategische planning

21. roept het Bureau op om duidelijkere informatie over het begrote totaalbedrag voor

overheidsopdrachten en het indicatieve aantal en type opdrachten in zijn jaarlijkse

werkprogramma op te nemen; stelt vast dat artikel 60, lid 3, van het Financieel Reglement

van het Bureau dit verlangt wanneer het stelt: "het werkprogramma van het Bureau staat

gelijk met een financieringsbesluit voor de activiteiten waarop het betrekking heeft, voor

zover deze duidelijk zijn vastgesteld en in overeenstemming zijn met duidelijk vastgestelde

raamcriteria";

22. roept het Bureau bovendien op een meerjarenplan te ontwikkelen waarmee

langetermijndoelstellingen in meerjarenactiviteiten en de desbetreffende essentiële prestatie-

indicatoren worden omgezet; onderstreept dat belanghebbenden daarmee beter zouden

worden geïnformeerd over de doelstellingen/activiteiten, de strategische prioriteiten en de

toewijzing van middelen;

23. verneemt uit het jaarverslag dat de bedrijfsplanning en begrotingsstructuur van het Bureau

in 2010 is beoordeeld met de bedoeling om vanaf 2012 activiteitengeoriënteerde planning in

te voeren;

Twee plaatsen

24. is van mening dat er extra kosten ontstaan doordat het Bureau zijn werkzaamheden verricht

op twee plaatsen (Lille en Valenciennes); merkt eveneens op dat deze constatering al in

2006 is gedaan en dat de Raad geen maatregelen heeft genomen om Besluit 2004/97/EG,

Euratom van 13 december 20031 te wijzigen, dat het Bureau verplicht om een dubbele

vestigingsplaats te hebben;

Interne audit

25. constateert uit de informatie van het Bureau dat de dienst Interne audit (IAS) in 2010 een

audit heeft uitgevoerd van de plannings- en budgetteringsprocessen om redelijke zekerheid

te geven over het interne controlesysteem van het Bureau met betrekking tot zijn plannings-

en budgetteringsprocessen; merkt op dat de aanbevelingen van de IAS betrekking hebben

op de strategische planning, de samenhang en nauwkeurigheid van de inkomsten en

uitgaven in de ontwerpraming, en het jaarlijkse werkprogramma als financieringsbesluit en

IT-strategie voor de middellange termijn; spoort het Bureau derhalve aan de nodige

maatregelen uit te voeren om aan deze IAS-aanbevelingen tegemoet te komen;

1 Besluit 2004/79/EG, Euratom: in onderlinge overeenstemming genomen door de

vertegenwoordigers van de lidstaten, op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders bijeen,

van 13 december 2003 inzake de vestigingsplaatsen van bepaalde bureaus en organen van de

Europese Unie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 15). Zie artikel 1, onder f), daarvan.

Page 194: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

182

26. vraagt het Bureau de IAS-aanbevelingen betreffende de door de IAS in 2009 uitgevoerde

audit van het personeelsbeheer uit te voeren; stelt vast dat bij de uitvoering van drie van

deze aanbevelingen (op het gebied van personeelsbeheer met betrekking tot de jaarplanning,

de naleving van regels en beginselen van transparantie bij de beoordeling van het personeel,

en de openbaarmaking van een uitzondering op het statuut) een vertraging van 6 tot

12 maanden is opgetreden; verzoekt het Bureau de kwijtingsautoriteit te informeren over de

vorderingen bij de uitvoering van deze IAS-aanbevelingen;

27. is verheugd over het initiatief van het Bureau met betrekking tot het instellen van een

interne controlefunctie aan het eind van 2007, die ondersteuning en advies moet bieden aan

de uitvoerend directeur en het bestuur op het gebied van interne controle, risicobeoordeling

en interne audit;

o

o o

28. wijst op zijn aanbevelingen in voorgaande kwijtingsverslagen, als uiteengezet in de bijlage

bij deze resolutie;

29. maakt het Bureau attent op de resolutie van het Europese Parlement van 10 mei 2011 over

"De kwijting 2009: prestaties, financieel beheer en controle van de agentschappen"1;

verzoekt het Bureau zich daaraan te houden;

30. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20122 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 269. 2 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 195: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

183

BIJLAGE

Aanbevelingen van het Europees Parlement in de afgelopen jaren

Europees

Spoorweg-

bureau 2006 2007 2008 2009

Prestaties

- Het Bureau verricht zijn

werkzaamheden op twee

plaatsen, waardoor er extra

kosten ontstaan: het Bureau is er

nog niet in geslaagd de kosten

die voortvloeien uit zijn

verplichte dubbele

vestigingsplaats op enige wijze

te compenseren

- Aan het beginsel van goed financieel

beheer werd niet strikt voldaan: de

kasstroomvoorspelling van het Bureau

werd niet correct voorbereid

- Het Bureau verricht zijn

werkzaamheden op twee plaatsen,

waardoor er extra kosten ontstaan

(directe kosten: 450 000 EUR)

- Verzoekt het Bureau om te zorgen voor een

diachronische analyse van de gedurende dit jaar

en in voorgaande jaren bereikte resultaten; - Verzoekt het Bureau om SMART-

doelstellingen en RACER-indicatoren vast te

stellen, en om een Gannt-diagram te maken→ter

bevordering van een resultaatgerichte aanpak; - Inefficiëntie voornamelijk als gevolg van een

dubbele vestigingsplaats voor één bureau

- Het Bureau verricht zijn werkzaamheden op

twee plaatsen, waardoor er extra kosten ontstaan

- Door het gebruik van een dubbele

vestigingsplaats ontstaan er extra kosten voor

het Bureau

- Verzoekt het Bureau om een vergelijkend

overzicht op te stellen van de tijdens het

onderhavige verslagjaar en het voorgaande

begrotingsjaar bereikte resultaten

Overdracht van

kredieten

- Het begrotingsbeginsel van

jaarperiodiciteit werd niet strikt

in acht genomen: het Bureau

heeft 72% van zijn

vastleggingskredieten

uitgevoerd. Het percentage

kredietoverdrachten bedroeg

37,5% voor administratieve

uitgaven en 85% voor

beleidsuitgaven

- Het Bureau ondervond problemen bij

het programmeren en begroten van zijn

activiteiten: meer dan 35% van de

definitieve kredieten voor 2007 zijn

gedurende het jaar niet besteed -

Verzoekt het Bureau om naar een

hoger bestedingspercentage van de

begroting te streven

- Het Bureau ondervond problemen bij het

programmeren en begroten van zijn activiteiten

- Het Bureau is er niet in geslaagd het probleem

van de kredietoverdrachten van één

begrotingsjaar naar het volgende op te lossen.

De kredietoverschrijving van 41% van titel II is

een flagrante inbreuk op het

jaarperiodiciteitsbeginsel - Wenst dat er aan de begroting van elk jaar een

verslag wordt gehecht over de

begrotingsoverschotten van de voorafgaande

boekjaren

- Rekenkamer heeft de aandacht gevestigd op

annuleringen van en vertragingen bij

aanbestedingen, terugkerende achterstand bij de

uitvoering van betalingen en ingrijpende

wijzigingen die in de loop van het jaar in het

werkprogramma zijn aangebracht

Page 196: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

184

Europees

Spoorweg-

bureau 2006 2007 2008 2009

Aanbestedings-

procedures

- Het Bureau dient

aanbestedingen uit te

schrijven voor die terreinen

waarop thans contracten lopen

waarvoor geen regelmatige

procedures zijn gevolgd

- Transparantiekwesties op het niveau

van de selectiecriteria en op het niveau

van de gunningscriteria:

gebruikmaking van de procedure van

gunning via onderhandelingen was niet

gerechtvaardigd - Roept wederom op tot het verbeteren

van het beheer van de

overheidsopdrachten

- Transparantiekwesties op het niveau van de

selectiecriteria en op het niveau van de

gunningscriteria n.b.

Personeelszaken

n.b.

n.b.

n.b.

- Verzoekt het Bureau om de geplande

toewijzing van personeel beter aan te geven in

het jaarlijkse werkprogramma en het jaarlijkse

activiteitenverslag

- Is bezorgd over het feit dat met terugwerkende

kracht niet voldaan werd aan de voorwaarden

van het Statuut en de uitvoeringsbepalingen

daarbij

- Dringt er bij het Bureau op aan om een vaste

wervingsprocedure op te zetten, die als leidraad

kan worden gebruikt voor al het personeel dat

bij nieuwe wervingen betrokken is

Interne audit

- Het internecontrolesysteem

vertoonde tekortkomingen:

het Bureau heeft geen

uitvoeringsvoorschriften voor

haar financiële regeling

vastgesteld

- Het Bureau houdt zich niet strikt aan

de voorwaarden van het Statuut

- Verzoekt het Bureau om maatregelen te nemen

om 4 van de 36 aanbevelingen van de dienst

Interne audit op te volgen → d.w.z. om bepaalde

interne controlenormen in te voeren met

betrekking tot bankhandtekeningen, scheiding

van functies, gevoelige posten en handhaving

van delegatiebevoegdheden

- Constateert dat 6 van de 10 door de IAS

gedane aanbevelingen ten aanzien van

personeelsbeheer nog moeten worden

uitgevoerd

Page 197: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

185

P7_TA-PROV(2012)0180

Kwijting 2010: Europese Stichting voor opleiding

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting voor opleiding voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0283/2011 – 2011/2222(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekeningen van de Europese Stichting voor opleiding voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting voor

opleiding voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Stichting1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien op artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen, inzonderheid artikel 1852,

– gezien Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16

december 2008 tot oprichting van een Europese Stichting voor opleiding (Herschikking),

inzonderheid artikel 173,

– gezien Verordening nr. 2343/2002 van de Commissie (EG, Euratom) van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van de

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0135/2012),

1. verleent de directeur van de Europese Stichting voor opleiding kwijting voor de uitvoering

van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 145. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 198: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

186

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding, de

Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het

Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 199: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

187

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Stichting voor opleiding voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0283/2011 – 2011/2222(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekeningen van de Europese Stichting voor opleiding voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting voor

opleiding voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Stichting1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien op artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen, inzonderheid artikel 1852,

– gezien Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16

december 2008 tot oprichting van een Europese Stichting voor opleiding (Herschikking),

inzonderheid artikel 173,

– gezien Verordening nr. 2343/2002 van de Commissie (EG, Euratom) van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling voor de organen, bedoeld in artikel 185 van de

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0135/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Europese Stichting voor

opleiding voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese

Stichting voor opleiding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 145. 2 PB L 248 van 16.09.02, blz. 1. 3 PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 200: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

188

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Stichting voor opleiding voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0283/2011 – 2011/2222(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekeningen van de Europese Stichting voor opleiding voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting voor

opleiding voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Stichting1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen, inzonderheid artikel 1852,

– gezien Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16

december 2008 tot oprichting van een Europese Stichting voor opleiding (Herschikking),

inzonderheid artikel 173,

– gezien Verordening nr. 2343/2002 van de Commissie (EG, Euratom) van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling voor de organen, bedoeld in artikel 185 van de

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, inzonderheid

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0135/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de directeur van de Europese Stichting voor opleiding op 10

mei 2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van de stichting voor

het begrotingsjaar 20095 en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder

andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 145. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 196.

Page 201: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

189

– de Stichting dringend heeft verzocht de begrotingsprocedures rigoureuzer vast te

leggen, om het aantal begrotingsoverschrijvingen terug te dringen,

– de Stichting heeft verzocht te voldoen aan haar verplichting om een overzicht op te

nemen van de tijdschema's voor de in latere begrotingsjaren te verrichten betalingen

uit hoofde van vastleggingen van voorafgaande begrotingsjaren,

– de Stichting heeft verzocht om overeenkomstig haar financieel reglement voor

noodzakelijke overschrijvingen toestemming te vragen aan haar raad van bestuur;

C. overwegende dat de totale begroting van de Stichting voor het jaar 2010 EUR 19 300 000

bedroeg, hetgeen in vergelijking met het bedrag van EUR 20 200 000 voor 2009 een daling

van 4,46% inhoudt;

D. overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting voor 2010 van de

Stichting EUR 18 282 000 bedroeg, tegenover een bedrag van EUR 14 772 000 voor 20091;

Budgettair en financieel beheer

1. merkt op dat de bijdrage van de Unie voor 2009 totaal EUR 19 872 000 bedroeg en dat dit

bedrag bestond uit de aanvankelijke bijdrage van de Unie, te weten EUR 14 772 000 plus

EUR 5 100 000 die afkomstig was uit de terugvordering van overschotten uit eerdere jaren;

herinnert er bovendien aan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de Stichting voor

2010 EUR 18 282 000 bedroeg; merkt echter op dat het bedrag van EUR 1 178 000 dat

afkomstig was uit de terugvordering van overschotten hieraan is toegevoegd waardoor de

totale bijdrage van de Unie voor 2010 EUR 19 460 000 bedroeg2;

2. neemt kennis van het feit dat de jaarrekening van de Stichting vermeldt dat de bijdrage van

de Unie voor 2010 in werkelijkheid EUR 19 196 840,29 bedroeg; erkent de verklaring van

de Stichting dat de feitelijk door de Unie toegekende bijdrage in 2010 in totaal EUR 19 297

822 bedroeg, d.w.z. EUR 19 460 000 min een bedrag van EUR 162 178 dat de bijdrage van

de Unie in natura vertegenwoordigt; neemt tevens kennis van de verklaring van de Stichting

dat zij van het van de Unie ontvangen bedrag EUR 19 196 840,29 heeft uitgegeven en de

resterende EUR 100 981,71 aan de Commissie heeft terugbetaald;

3. concludeert uit de jaarrekening van de Stichting dat haar begroting 2010 in november 2010

is geamendeerd om de onvoorziene daling van de ontvangsten van de Stichting deels te

compenseren;

4. concludeert uit het jaarverslag van de Stichting dat zij in 2010 een vastleggingspercentage

kende van 99,9%, tegen 99,8% in 2009 en 98,5% in 2008 en een uitvoeringspercentage van

de betalingen van 96,5%, tegen ongeveer 90% in 2009 en 2008;

Overschrijvingen en overdrachten

5. concludeert uit het jaarverslag van de Stichting dat zij het aantal begrotingsoverschrijvingen

in 2010 heeft teruggebracht tot 15, tegen 33 in 2009, en dat zij slechts 12,8% van het voor

1 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 926. 2 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 927.

Page 202: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

190

2010 vastgelegde bedrag heeft overgedragen naar het volgende begrotingsjaar, tegen 17% in

2009 en 15% in 2008;

Registratie van de uitzonderingen

6. concludeert uit het jaarverslag van de Stichting dat in het register van uitzonderingen 2010 in

totaal 10 uitzonderingen werden vastgelegd, tegen 12 in 2009;

7. merkt op dat geen daarvan een financieel risico van meer dan EUR 50 000 met zich

meebracht; stelt in het bijzonder vast dat deze uitzonderingen totaal een financiële waarde

van EUR 100 183 vertegenwoordigen, zijnde 0,53% van de totale begroting van de Stichting

voor 2010;

Openbare aanbestedingen

8. concludeert uit het jaarverslag van de Stichting dat er sprake was van 8 directe

overeenkomsten met externe opdrachtnemers, geen enkele daarvan bracht een financiële

blootstelling van EUR 50 000 of hoger met zich mee; stelt vast dat de totale waarde van de

directe overeenkomsten EUR 93 575 bedraagt, zijnde 0,50% van de totale begroting van de

Stichting voor 2010;

Personeelsbeleid

9. concludeert uit het jaarverslag van de Stichting dat de Stichting per eind 2010 in haar

personeelsformatie 4 vacatures kende tegen 10 aan het eind van 2009;

10. constateert tevens dat het aantal medewerkers van de Stichting op dit moment 128

bedraagt, 15 daarvan zijn in 2010 bij de Stichting in dienst getreden, terwijl 10

medewerkers in 2010 de Stichting verlieten;

11. concludeert uit het jaarverslag van de Stichting dat het aantal beschikbare posten voor de

uitvoering van het mandaat van de Stichting bestaat uit:

– 96 tijdelijke posten,

– 33 personeelsleden op contractbasis en lokale personeelsleden, en

– 6 gedetacheerde nationale deskundigen;

Prestaties

12. concludeert uit het jaarverslag van de Stichting dat deze een herziene lijst van

bedrijfsprestatie-indicatoren heeft opgesteld, gericht op het versterken van de relevantie en

meetbaarheid van haar doelstellingen en om de prestaties van de Stichting op een

geaggregeerd niveau af te zetten tegen haar kernactiviteiten en functioneren;

13. merkt daarnaast op dat de Stichting een "dashboard"-project heeft opgezet dat actuele

kerngegevens moet leveren voor de dagelijkse bewaking van haar activiteiten, met name

beheer en verslaglegging;

Page 203: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

191

14. constateert bovendien dat in het begin van 2010 een op risico gebaseerde spreiding van

betalingscircuits succesvol is geïmplementeerd, waarbij vereenvoudigde circuits zijn

opgezet voor transacties met weinig risico;

15. is tevreden over het feit dat de Stichting het eerste jaar heeft voltooid van het Turijn-proces

dat is gericht op een beknopte, gedocumenteerde en volledige analyse van de

hervormingen van beroepsonderwijs en bijscholing in ieder land, inclusief het identificeren

van belangrijke beleidstrends, uitdagingen, beperkingen en goede praktijken en

mogelijkheden;

Samenwerking met het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

(Cedefop),

16. merkt op dat in november 2009 de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stichting en

Cedefop is verlengd voor de periode 2010-2013; neemt kennis van het feit dat de Stichting

en Cedefop elk jaar in het kader van hun samenwerking een gezamenlijk werkprogramma

opstellen dat bij het werkprogramma van beide agentschappen is gevoegd; is tevreden met

de intentie van de Stichting om in toekomstige jaarlijkse activiteitenverslagen meer ruimte

te geven aan verslaglegging over de uitvoering van dit gezamenlijke werkprogramma;

Interne audit

17. is tevreden met het feit dat de Dienst interne audit (IAS) in 2010 de planning en bewaking

heeft gecontroleerd; merkt in het bijzonder op dat de IAS acht aanbevelingen heeft gedaan,

waarvan een als "zeer belangrijk" is aangemerkt en betrekking heeft op de noodzaak dat de

Stichting de bruikbaarheid van haar jaarlijkse planningsaanpak helder definieert en

beschrijft;

18. dringt er daarom bij de Stichting op aan dat zij zich richt op kostenefficiënte

verslaglegging die relevant is voor de raad van bestuur van de Stichting en voor de

belangrijkste betrokken partijen, zodat zij in staat zijn de prestaties van de Stichting te

controleren;

19. verzoekt de Stichting verder om uitvoering te geven aan de overige aanbevelingen van de

IAS uit eerdere controles;

20. concludeert uit het jaarlijks activiteitenverslag van de Stichting dat zij de 16 herziene

normen voor effectief beheer, zoals beschreven in het kader van de internecontrolenormen,

heeft overgenomen.

o

o o

21. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit eerdere kwijtingsverslagen zoals vermeld in

de bijlage bij deze resolutie;

22. verwijst voor andere horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over prestaties, financieel beheer en controle van de agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 204: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

192

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement in de laatste jaren

Europese Stichting voor

opleiding

2006 2007 2008 2009

Prestaties

n.v.t.

n.v.t.

-roept het Agentschap op om een historische

analyse op te stellen met betrekking tot de

activiteiten in dit en voorgaande jaren

-wenst in het licht van de vergelijkbare

thematische werkterreinen nauwe samenwerking

en synergie tussen de Stichting en het Cedefop, en

verzoekt regelmatig geïnformeerd te worden via

het activiteitenverslag van beide directeuren.

-problemen bij het leggen van een directe

koppeling tussen de resultaten van de projecten

van de Stichting en de activiteiten van de

instelling;

-verzoekt de Stichting een vergelijking op te stellen

van de verrichtingen gedaan tijdens het jaar waarvoor

kwijting moet worden verleend en tijdens het

voorgaande begrotingsjaar;

Budgettair en financieel

beheer

-de Stichting heeft zich niet

gehouden aan de regels voor de

presentatie van de begroting: de

Stichting heeft slechts de

vastleggingskredieten voor 2006

gepubliceerd en hield geen

rekening met de

betalingskredieten,

In de gewijzigde begroting is

het bedrag van de

bestemmingsontvangsten

onjuist. Het had 1,2 miljoen

EUR moeten zijn, in plaats

van het vermelde bedrag van

3,4 miljoen EUR, waarin

abusievelijk de uit het

voorgaande jaar

overgedragen

bestemmingsontvangsten

waren begrepen.

n.v.t.

-dringt er bij de Stichting op aan de

begrotingsprocedures rigoureuzer vast te leggen, om

het aanzienlijke aantal begrotingsoverschrijvingen te

voorkomen;

-verzoekt de Stichting toestemming te verkrijgen van

haar raad van bestuur, wanneer overschrijvingen

nodig zijn, zoals het financieel reglement van de

Stichting verplicht;

-herinnering om haar verplichtingen te vervullen

betreffende het overleggen van een overzicht van de

tijdschema's voor de in latere begrotingsjaren te

verrichten betalingen uit hoofde van vastleggingen

van voorafgaande begrotingsjaren.

Page 205: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

193

Europese Stichting voor

opleiding

2006 2007 2008 2009

Personeelsbeleid

n.v.t.

n.v.t.

-verzoeken (zie interne audit) aan de Stichting om

zwakke plekken in de wervingsprocedures aan te

pakken→ de beoordelingscomités voor

aanwerving moeten voldoende informatie bieden

over de gevolgde procedures waarbij onder meer

de motivering en data van besluiten niet mogen

ontbreken om de transparantie van deze

procedures te waarborgen;

-verzoekt het Agentschap om te voldoen aan

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27

november 2000;

n.v.t.

Interne audit

n.v.t.

n.v.t.

-verzoekt de Stichting stappen te ondernemen om

te voldoen aan 15 van de 27 aanbevelingen van de

Dienst Interne audit → dat wil zeggen om

onverwijld bepaalde internecontrolenormen in te

voeren (met betrekking tot de documentatie van

procedures, toezicht op financiële transacties en de

continuïteit van de verrichtingen) en om gevolg te

geven aan bepaalde aanbevelingen op het gebied

van personeelsbeheer (met betrekking tot de

jaarplanning en het uitbrengen van jaarlijkse

activiteitenverslagen, het vastleggen van

doelstellingen, en een tijdregistratiesysteem voor

het personeel);

-neemt kennis van het feit dat 11 van de 15

aanbevelingen van de dienst Interne Controle in 2009

zijn gesloten;

Page 206: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

194

P7_TA-PROV(2012)0181

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid

op het werk

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en

de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0279/2011 –

2011/2218(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de

gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar

2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk3, en met name

artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024 houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0117/2012),

1. verleent de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid

op het werk kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 45. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 207: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

195

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Agentschap voor de

veiligheid en de gezondheid op het werk, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te

zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 208: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

196

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het

werk voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0279/2011 – 2011/2218(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de

gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar

2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk3, en met name

artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024 houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0117/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap

voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Europees

Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, de Raad, de Commissie en

de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese

Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 45. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 209: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

197

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de

gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0279/2011 – 2011/2218(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de

gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees

Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar

2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk3, en met name

artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0117/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening over het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de directeur van het Europees Agentschap voor de

veiligheid en de gezondheid op het werk op 10 mei 2011 kwijting heeft verleend voor de

uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 20095 en dat het

in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 45. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 201.

Page 210: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

198

- het Agentschap oproept om het gestegen annuleringspercentage terug te dringen en de

kwijtingsautoriteit te informeren over de genomen maatregelen,

- de rekenplichtige van het Agentschap oproept de methode te beschrijven die werd

gebruikt voor het valideren van zijn boekhoudsysteem en het idee ondersteunt van het

ontwikkelen van een samenwerking tussen de bestaande administratieve netwerken

tussen de agentschappen om te komen tot gemeenschappelijke eisen en het

ontwikkelen van een gezamenlijke methode voor het valideren van de

boekhoudsystemen van de agentschappen,

- benadrukt dat de overboeking van 3 500 000 EUR (47 % van de werkingskredieten

van het Agentschap) met betrekking tot de operationele activiteiten de uitvoering van

de activiteiten van het Agentschap vertraagt en zich niet verdraagt met het

begrotingsprincipe van jaarperiodiciteit, wat gedeeltelijk is te wijten aan het

jaaroverschrijdende karakter van de belangrijke projecten;

C. overwegende dat de totale begroting van het Agentschap voor 2010 15 500 000 EUR

bedroeg, hetgeen een toename van 3,3 % betekent ten opzichte van het begrotingsjaar

2009, overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van het

Agentschap voor 2010 13 743 434 EUR bedroeg ten opzichte van 13 800 000 EUR in

20091, een afname van 0,41%;

Budgettair en financieel beheer

1. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het Agentschap

13 743 434 EUR bedroeg voor 2010; merkt evenwel op dat hieraan 506 566 EUR,

afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd, waardoor de totale

bijdrage van de Unie voor 2010 op 14 250 000 EUR komt;

2. concludeert uit de jaarrekening dat de oorspronkelijke begroting voor 2010 van het

Agentschap tweemaal is geamendeerd en dat er transfers hebben plaatsgevonden; roept

het Agentschap op om de kwijtingsautoriteit informatie over de redenen voor deze

wijzigingen te verstrekken;

3. concludeert uit het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap dat aan het eind van

het jaar 96,1% van het voor 2010 beschikbare budget was toegewezen;

Overdracht van kredieten

4. ziet in de loop der jaren een verbetering van de overdracht van kredieten van het

Agentschap; stelt in het bijzonder dat het Agentschap van 2009 op 2010 zijn

annuleringsmarge terugbracht van 19% tot 11%; roept het Agentschap niettemin op om de

situatie verder te verbeteren door uitstel bij het uitvoeren van zijn activiteiten te

vermijden;

Personeelszaken

5. concludeert uit het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap dat per 31 december

2010 het totale aantal personeelsleden 66 bedroeg; merkt daarnaast op dat het

personeelsbestand bestaat uit 44 tijdelijke functionarissen (TA), 21

1 PB L 64 van 12.03.2010, blz. 509.

Page 211: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

199

contractfunctionarissen (CA) en 1 CA-post voor Netwerken en Coördinatie gefinancierd

uit het IPAC2-programma;

6. roept het Agentschap op de kwijtingsautoriteit te informeren over de maatregelen die het

Agentschap heeft genomen om onderstaande doelstellingen zoals vermeld in het

Jaarwerkprogramma te verwezenlijken:

– opzetten en bewaken van selectieprocedures voor TA en CA,

– effectief en tijdig beheren en administreren van de functie personeelszaken,

– werven van de noodzakelijke gekwalificeerde medewerkers voor het Agentschap

voor uitvoering van de strategie en doelstellingen van het Agentschap ter

uitvoering van de jaarlijkse beleidsplannen;

Prestaties

7. concludeert uit het jaarlijkse activiteitenverslag dat het Agentschap gedetailleerde

gegevens heeft opgesteld die een vergelijking met voorgaande jaren mogelijk maken om

de kwijtingsautoriteit in staat te stellen de prestaties van het Agentschap beter te

beoordelen; beschouwt dit als een werkwijze die ook door de andere agentschappen dient

te worden gevolgd;

8. is verheugd over het initiatief van het Agentschap om uiterlijk in 2020 te komen met een

"prognose" over de veiligheids- en gezondheidseffecten van technologische innovaties in

"groene banen"; merkt op dat tijdens het Wereldcongres en een serie seminars een

aanvang is gemaakt met het verbreiden van de resultaten van deze projecten naar de

doelgroepen; stelt derhalve prijs op ontvangst van feedback van het Agentschap over deze

initiatieven;

Interne controle

9. is verheugd over het initiatief van het Agentschap om de kwijtingsautoriteit het jaarlijkse

verslag over de interne controle van de dienst Interne Audit (IAS) automatisch te

verstrekken; ziet dit als een bewijs van transparantie en een goede praktijk die zou moeten

worden nagevolgd door alle overige agentschappen; gaat ervan uit dat controleverslagen

van de IAS vaak van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van processen en

maatregelen die de risico’s van een agentschap kunnen verminderen/tegengaan;

10. begrijpt van het Agentschap dat de dienst Interne Audit gevolg heeft gegeven aan de open

aanbevelingen op grond van eerdere controles; verwelkomt met name dat de intern

controleur met betrekking tot het gevolg geven aan eerdere aanbevelingen van de dienst

Interne Audit heeft vastgesteld dat alle zeer belangrijke aanbevelingen werden

geïmplementeerd en afgehandeld, met uitzondering van de aanbeveling die betrekking

heeft op het valideren van boekhoudsystemen die vanwege gedeeltelijke implementatie

werd afgewaardeerd naar "belangrijk"; roept daarom het Agentschap op om snel gevolg te

geven aan deze twee aanbevelingen en de kwijtingsautoriteit te informeren over de

maatregelen terzake;

Page 212: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

200

11. stelt daarnaast vast dat de dienst Interne Audit in november 2010 is overgegaan tot een

controle van de website en de externe communicatie; stelt met name vast dat genoemde

dienst bij deze gelegenheid een zevental aanbevelingen heeft gedaan die geen van alle als

‘kritisch’ werden beschouwd, hoewel twee daarvan als ‘zeer belangrijk’ werden

omschreven en betrekking hebben op:

– documentatie over het overeengekomen serviceniveau,

– vaststelling en uitvoering van het veiligheidsbeleid,

roept daarom het Agentschap op om snel gevolg te geven aan deze twee aanbevelingen en

de kwijtingsautoriteit te informeren over de maatregelen terzake;

o

o o

12. verwijst naar de aanbevelingen van vorige kwijtingsverslagen als vastgesteld in de bijlage

van deze verordening;

13. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 213: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

201

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europees

Agentschap voor de

veiligheid en de

gezondheid op het

werk

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.b.

n.b. - verzoekt het Agentschap een diachrone

analyse op te stellen van de in onderhavig jaar

en de voorgaande jaren bereikte resultaten;

- feliciteert het Agentschap met de

aanzienlijke verbetering van zijn financiële

beheer in de drie afgelopen jaren; - spoort het

Agentschap ertoe aan te blijven streven naar

de hoogste kwaliteit op het gebied van

begrotingsplanning, -uitvoering en -controle;

- verzoekt het Agentschap in een aan het

volgende verslag van de Rekenkamer toe te

voegen tabel een vergelijkend overzicht op te

nemen van de tijdens het onderhavige

verslagjaar, waarvoor kwijting wordt

gevraagd, en in het voorgaande begrotingsjaar

bereikte resultaten, zodat de kwijtingsautoriteit

de prestaties van het Agentschap over de jaren

heen beter kan beoordelen;

Beheer van het

Agentschap

n.b.

n.b. De beheerskosten van het Agentschap zijn niet

onbeduidend (Raad van toezicht van 84 leden

en een personeelsbestand van 64);

Overgedragen

beleidskredieten

Het budgettaire beginsel van

specificiteit werd niet strikt

nageleefd (voor de verschillende

artikelen binnen de hoofdstukken

tekende de directeur 19 besluiten

ten bedrage van ongeveer 880 000

EUR ter goedkeuring van

overboekingen); contrair aan de

Financiële Verordening ontving

de raad van toezicht niet de

vereiste informatie;

n.b. - wijst op het belang van gezond financieel

beheer waarbij de budgetvoorspellingen

worden afgestemd op de feitelijke behoeften

(de stand van zaken was niet in

overeenstemming met het principe van

jaarperiodiciteit);

- stelt vast dat het Agentschap 3,5m EUR (47

% van zijn werkingskrediet) met betrekking

tot zijn operationele activiteiten overboekte; -

benadrukt dat deze situatie tot vertraging leidt

bij de uitvoering van de activiteiten van het

Agentschap en zich niet verdraagt met het

beginsel van jaarperiodiciteit wat deels te

wijten is aan het feit dat belangrijke projecten

zich over meerdere jaren uitstrekken; - roept het Agentschap op om het gestegen

annuleringspercentage terug te dringen en de

kwijtingsautoriteit te informeren over de

genomen maatregelen;

Page 214: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

202

Europees Agentschap

voor de veiligheid en

de gezondheid op het

werk

2006

2007

2008

2009

Aanbestedingsproced

ures

n.b.

n.b. - verwacht dat het Agentschap voor de

toekomst een oplossing vindt voor het

probleem van gebruikmaking van een

kaderovereenkomst voor overheidsopdrachten

met overschrijding van het plafond, zodat het

Europees begrotingsrecht wordt nageleefd;

Personeelszaken en

Interne controle

n.b.

n.b. - verzoekt het Agentschap de nodige stappen

te nemen om te voldoen aan 14 van de 33

aanbevelingen van de dienst Interne Audit,

merkt op dat 6 daarvan als zeer belangrijk

worden beschouwd: d.w.z. ingaan op de

verwachtingen van de belanghebbenden en het

naleven van bepaalde normen van interne

controle, met name individuele

opslagproblemen, het jaarverslag inzake

interne controle en het doen naleven van

interne controleprocedures;

- roept de rekenplichtige van het Agentschap

op om de methode te beschrijven die werd

gebruikt voor het valideren van zijn

boekhoudsysteem, steunt het idee van het

ontwikkelen van een samenwerking tussen de

bestaande administratieve netwerken tussen de

Agentschappen om te komen tot

gemeenschappelijke eisen en het ontwikkelen

van een gezamenlijke methode voor het

valideren van de boekhoudsystemen van de

Agentschappen;

- moedigt het Agentschap aan de

controlelijsten te herzien met het oog op de

specifieke kenmerken van verschillende

financiële transacties en deze beschikbaar te

stellen aan alle medewerkers;

- verzoekt het Agentschap zijn

documentatieprocedures te voltooien;

- verzoekt het Agentschap om te komen met

een uitputtende lijst van essentiële processen

die moeten worden afgezet tegen de vereiste

procedures en om deze lijst systematisch bij te

werken;

Page 215: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

203

P7_TA-PROV(2012)0182

Kwijting 2010: Voorzieningsagentschap van EURATOM

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0295/2011 – 2011/2236(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het

Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185 daarvan,

– gezien Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling

van statuten voor het Voorzieningsagentschap van Euratom3, en met name artikel 8,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0131/2012),

1. verleent de directeur-generaal van het Voorzieningsagentschap van Euratom kwijting voor

de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur-generaal van het Voorzieningsagentschap

van Euratom, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.11, blz 6. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15.

Page 216: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

204

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0295/2011 – 2011/2236(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het

Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van het Agentschap2,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen3, en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling

van statuten voor het Voorzieningsagentschap van Euratom4, en met name artikel 8,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0131/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het

Voorzieningsagentschap van Euratom voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur-generaal van het

Voorzieningsagentschap van Euratom, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te

zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 2 PB C 366 van 15.12.11, blz 6. 3 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 4 PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 217: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

205

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0295/2011 – 2011/2236(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het

Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van

de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling

van statuten voor het Voorzieningsagentschap van Euratom3, en met name artikel 8,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0131/2012),

A. overwegende dat als gevolg van Besluit 2008/114/EG, Euratom, het in 1958 in

Luxemburg gevestigde Voorzieningsagentschap van Euratom ("het Agentschap") zijn

vorig statuut heeft vervangen en een Agentschap is geworden;

B. overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn

en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

C. overwegende dat de Rekenkamer ook in zijn verslag over het begrotingsjaar 2010 heeft

benadrukt dat de statuten van het Agentschap in strijd zijn met artikel 54 van het Verdrag

tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie;

1 PB C 366 van 15.12.11, blz 6. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 218: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

206

1. merkt op dat het Agentschap in 2010 geen subsidie voor zijn werkzaamheden heeft

ontvangen en dat de Commissie alle uitgaven van het Agentschap ter uitvoering van zijn

begroting voor haar rekening heeft genomen; merkt op dat deze situatie onveranderd is

sinds de oprichting van het Agentschap in 2008;

2. neemt kennis van het feit dat het Agentschap, aangezien het geen eigen begroting heeft, de

facto deel uitmaakt van de Commissie en dat deze situatie strijdig is met de statuten van

het Agentschap;

3. merkt echter op dat de directeur-generaal per brief van 31 maart 2011 bovengenoemd

probleem heeft erkend en in detail de ondernomen acties heeft beschreven, zoals de

kwijtingsautoriteit had gevraagd; merkt in het bijzonder op dat, om deze situatie te

remediëren, overeenstemming is bereikt over een voorstel om opnieuw een specifieke

begrotingslijn voor het Agentschap in te voeren in de algemene begroting van de Europese

Unie voor 2012;

4. merkt ook op dat de Commissie op 20 april 2011 heeft voorgesteld begrotingslijn 32 01 06

voor het Agentschap te crediteren met 98 000 EUR van de algemene begroting van de

Europese Unie; is van mening dat, als dit eenmaal is goedgekeurd door de

begrotingsautoriteiten van de Unie, dit een belangrijke stap is in de richting van een

oplossing van de bestaande problemen;

o

o o

5. wijst op zijn aanbevelingen in eerdere kwijtingsverslagen, zoals uiteengezet in de bijlage

bij deze resolutie;

6. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 219: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

207

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Voorzieningsagentschap

van Euratom

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Budgettair en financieel

beheer

-38,7 van de kredieten zijn overgedragen

-Aangezien het geen eigen begroting heeft, maakt het

Agentschap de facto deel uit van de Commissie. Deze

situatie doet de vraag rijzen of het nodig is het

Agentschap in zijn huidige vorm en organisatie in stand

te houden

-In 2009 heeft het Agentschap geen subsidie voor zijn

werkzaamheden ontvangen en dat de Commissie alle uitgaven van het

Agentschap ter uitvoering van de begroting 2009 voor haar rekening

heeft genomen Het Agentschap maakt de facto deel uit van de

Commissie

Personeelszaken

n.v.t.

n.v.t.

-Erkent dat, in overeenstemming met artikel 3 van zijn statuut, het

Agentschap zijn eigen intern controleur heeft gekozen, die pas op 1

juli 2009 is gestart met zijn werkzaamheden

Interne controle

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Page 220: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

208

P7_TA-PROV(2012)0183

Kwijting 2010: Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 maart 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de

levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0275/2011 –

2011/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens-

en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting

tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

vergezeld van de antwoorden van de Stichting1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de

oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden3, en met name artikel 16,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0116/2012),

1. verleent de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor

het begrotingsjaar 2010;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 150. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 221: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

209

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van

de levens- en arbeidsomstandigheden, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te

zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 222: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

210

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 maart 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0275/2011 – 2011/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens-

en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting

tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

vergezeld van de antwoorden van de Stichting1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de

oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden3, en met name artikel 16,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0116/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Europese Stichting tot

verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese

Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, de Raad, de Commissie

en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de

Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 150. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 223: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

211

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0275/2011 – 2011/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens-

en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting

tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

vergezeld van de antwoorden van de Stichting1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de

oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en

arbeidsomstandigheden3, en met name artikel 16,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024, houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0116/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement op 10 mei 2011 de directeur van de Europese Stichting tot

verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden kwijting heeft verleend voor de

uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 20095, en in zijn

resolutie, waarvan deze kwijting vergezeld ging, onder andere:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 150. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 210.

Page 224: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

212

- de Stichting verzocht heeft om bewijzen voor te leggen van haar beslissingen op het

vlak van personeelsselectie (bv. bewijs van de drempels voor kandidaten aan het begin

van de wervingsprocedure) om de transparantie van de wervingsprocedures te

garanderen,

- de Stichting opgeroepen heeft om ervoor te zorgen dat kredieten pas beschikbaar gesteld

worden wanneer de overeenkomstige toegewezen ontvangsten binnengekomen zijn,

- opgemerkt heeft dat de Rekenkamer zich genoodzaakt zag een opmerking te maken over

de begrotings- en financiële staat van de Stichting, die ernstige tekortkomingen

vertoonde, met name zwakke punten in de financiële organisatie van de Stichting;

C. overwegende dat de totale begroting van de Stichting voor 2010 20 900 000 EUR bedroeg,

hetgeen een toename van 3,4% betekent ten opzichte van het begrotingsjaar 2009;

overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van de Stichting

voor 2010 19 067 159 EUR bedroeg ten opzichte van 19 450 000 EUR in 20091, een

afname van 0,97%;

Follow-up van de opmerkingen van de Rekenkamer van 2009

1. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag kennis van dat de Stichting onderstaande

verbintenissen aanging en maatregelen trof naar aanleiding van de opmerkingen van de

Rekenkamer van 2009:

– de Stichting heeft zich ertoe verbonden meer aandacht te besteden aan het feit dat

kredieten in de toekomst pas beschikbaar gesteld mogen worden wanneer de

overeenkomstige ontvangsten zijn binnengekomen,

– de Stichting heeft zich ertoe verbonden aanzienlijk meer inspanningen te leveren voor

de sluiting van de rekeningen van 2010 via aanvullende opleiding en middelen; er werd

voor gezorgd dat alle termijnen voor de rekeningen van 2010 nageleefd werden, en dat

er geen grote tekortkomingen vastgesteld werden in de voorlopige rekeningen van 2010,

– de ontbrekende lijst van uitzonderingen werd op 1 juli 2010 toegepast,

– wat de procedures voor personeelsselectie betreft, is er geen bewijs gevonden waaruit

zou blijken dat de drempelvoorwaarden waaraan kandidaten moesten voldoen om

uitgenodigd te worden voor een gesprek en om op de reservelijst geplaatst te worden, op

voorhand waren vastgelegd alvorens de aanvragen onderzocht werden; de Stichting

heeft de drempelvoorwaarden nu opgenomen in de verslagen van haar selectiecomité,

– de Stichting heeft maatregelen getroffen om de evaluatie- en beoordelingsprocedures

verder te versterken om fouten in de aanbestedingsprocedure in de toekomst te

vermijden;

2. verzoekt de Rekenkamer om aan de kwijtingsautoriteit te bevestigen dat deze maatregelen

en verbintenissen volstaan om de tekortkomingen die in 2009 door de Rekenkamer werden

vastgesteld bij de Stichting, weg te werken;

1 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 505.

Page 225: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

213

Financieel en begrotingsbeheer

3. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de Stichting 19 067 159 EUR

bedroeg voor 2010; merkt echter op dat daar 762 841 EUR aan toegevoegd werd uit de

terugvordering van overschotten, wat resulteert in een totale bijdrage van de Unie van

19 830 000 EUR voor 2010;

4. neemt er via de gegevens in haar jaarrekening kennis van dat de Stichting net voor het einde

van het jaar 2010 een gewijzigde begroting van in totaal 20 848 000 EUR heeft

gepubliceerd; betreurt het gebrek aan informatie van de Stichting over de redenen voor die

wijziging; verzoekt de Stichting om de situatie recht te zetten en de kwijtingsautoriteit op de

hoogte te houden van deze kwestie;

5. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag kennis van dat de Stichting een

bestedingspercentage van 98% bereikte voor de vastleggingskredieten; neemt er via de

jaarrekeningen in het bijzonder kennis van dat de bestedingspercentages van de Stichting

onder titel I (personeelsuitgaven), titel 2 (administratie) en titel 3 (huishoudelijke kosten)

respectievelijk 99,8%, 95,1% en 96% bedroegen;

6. concludeert uit de jaarrekening van de Stichting dat de besteding van de kredieten die

werden overgedragen van 2009 naar 2010 96,1% bedroeg op het vlak van betalingen, ten

opzichte van 94,2% in 2009;

Personeelszaken

7. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting kennis van dat het percentage

van de vacatures voor personeel dat werd ingevuld, namelijk 91%, gestegen is in 2010, ten

opzichte van 2009 (78%);

Prestaties

8. onderstreept dat de belangrijkste activiteit van de Stichting erin bestaat bij te dragen aan het

verbeteren van de levens- en arbeidsomstandigheden door de kennis hierover uit te breiden

en via netwerken en onderzoeken te verspreiden; merkt op dat 68% van het personeel van

de Stichting zich met die beleidsactiviteiten bezighoudt, terwijl de rest van het personeel

administratieve taken uitvoert; is daarom van mening dat het bijzonder belangrijk is dat de

kwijtingsautoriteit de efficiëntie en effectiviteit van het beheerproces in de Stichting

evalueert;

9. merkt in het bijzonder op dat de Stichting in 2010 de volgende activiteiten heeft uitgevoerd

binnen haar netwerk van Europese waarnemingscentra en onderzoeken:

– binnen het Europees waarnemingscentrum voor arbeidsverhoudingen (EIRO):

357 informatie-updates toegevoegd; vijf representativiteitsonderzoeken; jaarlijkse

bijwerking van gegevens over loon en werktijd en vakbondsactie; jaarlijkse evaluatie

van arbeidsverhoudingen; zes vergelijkende analyses,

– binnen het Europees waarnemingscentrum voor arbeidsomstandigheden (EWCO):

107 informatie-updates toegevoegd; zes vergelijkende analytische verslagen over

beroepsbevordering van migrerende werknemers en zelfstandigen,

Page 226: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

214

– binnen het Europees waarnemingscentrum voor herstructureringen (ERM): 1 258

herstructureringsfactsheets toegevoegd; vier vergelijkende analytische verslagen,

– in haar tweede Europees onderzoek inzake levenskwaliteit: secundair analyseverslag

over gezinsleven en werk,

– in haar derde Europees onderzoek inzake levenskwaliteit: voorbereiding van veldwerk,

– in haar vijfde Europees onderzoek naar arbeidsomstandigheden: veldwerk met 44 000

interviews in 34 landen; publicatie van de eerste bevindingen (samenvatting),

– in haar Europees onderzoek naar bedrijven: overzichtsverslag gepubliceerd, secundaire

analyse inzake flexibiliteitsprofielen van bedrijven en inzake deeltijdwerk;

10. dringt er bij de Stichting op aan om alle beslissingen van de raad van bestuur inzake

onderzoeken te registreren aangezien de efficiëntie en effectiviteit waarmee deze

beslissingen worden meegedeeld, mogelijk beïnvloed worden door het gebrek aan degelijke

normen voor het documenteren van de genomen beslissingen; erkent in het bijzonder dat de

Stichting op dat vlak tekortschiet en dat de voorzitter van de raad van bestuur de genomen

beslissingen niet noodzakelijk ondertekent en dateert;

11. merkt bovendien op dat de raadgevende comités van de Stichting, die ervoor

verantwoordelijk zijn dat de raad van bestuur een reactie geeft op de voorbereidings- en

evaluatiefases van onderzoeken, niet over een mandaat noch over een huishoudelijk

reglement beschikken voor de organisatie van hun vergaderingen; is van mening dat deze

tekortkomingen tot een verkeerd begrip van de rol en de verantwoordelijkheden van de

raadgevende comités kunnen leiden, wat nadelige gevolgen heeft voor de voorbereiding van

de onderzoeken; roept de Stichting er derhalve toe op om deze situatie recht te zetten en de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de in dat verband getroffen maatregelen;

12. verzoekt de Stichting tevens om schriftelijke procedures uit te werken waarin haar

kernactiviteiten worden omschreven; onderstreept dat dit de Stichting zou kunnen helpen

om haar middelen efficiënt te beheren en mogelijke zwakke punten op te sporen;

13. neemt echter nota van de inspanningen van de Stichting om de controlemaatregelen te

versterken die dienen om de kwaliteit van haar onderzoeken te verbeteren; merkt in het

bijzonder op dat het personeel van de Stichting sommige landen waar de onderzoeken

worden uitgevoerd, bezoekt om na te gaan hoe contractanten hun interviews uitvoeren en

dat haar personeel de bij de onderzoeken gebruikte vragenlijst test door in sommige landen

cognitieve interviews te houden inzake een beperkt aantal elementen uit het monster;

Interne audit

14. merkt op dat de adjunct-directeur van de Stichting sinds februari 2010 de functie

coördinator interne controle bekleedt; neemt nota van het feit dat het jaarlijkse

werkprogramma voor interne controles gemonitord wordt tijdens driemaandelijkse

vergaderingen van een comité voor interne controles met het hoofd van de administratie, het

hoofd van personeelszaken en het hoofd van activiteiten;

15. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting kennis van dat de activiteiten

voor interne audit in 2010 gestoeld waren op het strategische auditplan 2009-2011 dat

Page 227: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

215

gebaseerd is op de risicobeoordeling uit 2008; merkt eveneens op dat er een nieuwe

risicobeoordeling werd uitgevoerd in februari 2011, die geleid heeft tot een nieuw

strategisch auditplan voor 2011-2013, dat de volgende thema's behelst:

– audit betreffende het beheer van onderzoeken – tweede fase (2011),

– verslaglegging/bouwstenen van kwaliteitsborging (2012);

16. merkt bovendien op dat de toekomstige thema's voor 2012/2013 de volgende zijn:

– beheer van personeelszaken: werving, opleiding, beoordeling en bevorderingssysteem,

– kwaliteitsbeheer producten / betrekkingen met klanten / beheer van de betrekkingen met

belanghebbenden,

– documentenbeheer,

– beheer van vergaderingen;

17. merkt op dat de dienst Interne Audit gepland had om in 2010 een audit uit te voeren

betreffende het beheer van de onderzoeken door de Stichting; is bezorgd over het feit dat de

IAS vanwege de beperkte beschikbaarheid van essentieel personeel van de Stichting tijdens

de auditprocedure en vanwege de onvolledige documentatie van het beheer van de

onderzoeken onvoldoende auditbewijs kon verzamelen voor bepaalde modules van het

risicogebaseerde toepassingsgebied; merkt echter op dat er aan het begin van 2011 een

aanvullende fase van deze audit werd uitgevoerd en dat de resultaten daarvan voorgesteld

zullen worden in het jaarverslag betreffende interne audits voor 2011; verzoekt de Stichting

om dit verslag tijdig aan de kwijtingsautoriteit te overhandigen;

18. is bezorgd over het feit dat de aanbeveling van de IAS betreffende de validering van

boekhoudsystemen werd uitgesteld; merkt in het bijzonder op dat deze aanbeveling door de

IAS als "kritiek" wordt beschouwd; dringt er daarom bij de Stichting op aan om

onmiddellijk stappen te ondernemen en om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de

maatregelen die getroffen werden om deze tekortkoming weg te werken;

19. stelt vast dat vijf "zeer belangrijke" aanbevelingen van de IAS eind 2010 nog hangende

waren; merkt op dat deze aanbevelingen betrekking hadden op de behoefte aan:

– het documenteren van de procedure voor het beheer van onderzoeken,

– het waarborgen dat de informatie voor het plannen van onderzoeken nauwkeurig en van

goede kwaliteit is en het monitoren van de geplande activiteiten,

– het bijwerken van het procedurehandboek voor aanbestedingen en het versterken van de

naleving en de goede praktijken,

– het documenteren van financiële circuits,

– het instellen van een methodologie voor ex-post controle;

neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting kennis van dat van drie "zeer

belangrijke" aanbevelingen inzake financieel beheer wordt gemeld dat er door de Stichting

Page 228: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

216

gevolg aan is gegeven, terwijl het jaarverslag betreffende interne audits stelt dat zij

vertraging hebben opgelopen ten opzichte van het aanvankelijke actieplan van de Stichting;

verzoekt de IAS daarom om de kwijtingsautoriteit onverwijld te informeren over de

feitelijke stand van zaken met betrekking tot deze specifieke aanbevelingen;

20. dringt er bij de Stichting op aan om werk te maken van de aanbevelingen die door de IAS

werden gedaan en om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de maatregelen die

daartoe getroffen werden;

21. stelt echter, op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting naar aanleiding

van de aanbeveling van de IAS betreffende financieel beheer in 2009, vast dat de procedure

voor ex-post verificatie werd herzien en bijgewerkt met een risicobeoordeling voor de

rechtvaardiging van de keuze van de monstergrootte;

o

o o

22. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit eerdere kwijtingsverslagen, zoals toegelicht in

de bijlage bij deze resolutie;

23. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 229: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

217

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europese Stichting ter

verbetering van de

levens- en

arbeidsomstandighede

n

2006 2007 2008 2009

Prestaties n.b. n.b.

- verzoekt de Stichting om een

diachronische analyse van de tijdens

dit en vorig jaar uitgevoerde

werkzaamheden uit te werken,

vergelijkbaar met de ex-post analyse

die de voorbije jaren werd uitgevoerd;

- moedigt de Stichting aan haar "Eurofound-systeem

van prestatiebeoordeling" verder te ontwikkelen om

ervoor te zorgen dat de resultaten van de

prestatiebeoordeling worden teruggekoppeld naar de

beslissings- en planningsprocessen van de directie en

dat er periodieke onderzoeken worden uitgevoerd

om feedback van doelgroepen te krijgen;

- onderschrijft de aanbevelingen van de externe

beoordelaars om de doelgroepen van de Stichting op

nationaal niveau beter te definiëren en om een

netwerk van contactpunten in te stellen op basis van

de nationale autoriteiten die in de raad van bestuur

van de Stichting vertegenwoordigd zijn;

Overgedragen

huishoudelijke

kredieten

Het uitvoeringspercentage voor de

vastleggingskredieten van 2006

bedroeg meer dan 97%. Voor de

beleidsuitgaven bedroeg het

overdrachtpercentage 43%. Het

begrotingsbeginsel van

jaarperiodiciteit werd niet strikt in

acht genomen.

n.b.

De Stichting dient actie te ondernemen

om tekortkomingen bij de planning en

programmering weg te werken om te

voldoen aan het beginsel van

jaarperiodiciteit.

- verzoekt de Stichting om ervoor te zorgen dat

kredieten pas beschikbaar gesteld worden, wanneer

de overeenkomstige toegewezen ontvangsten

binnengekomen zijn;

- merkt op dat de Rekenkamer zich genoodzaakt zag

een opmerking te maken over de begrotings- en

financiële staat van de Stichting, die ernstige

tekortkomingen vertoonde, in het bijzonder zwakke

punten in de financiële organisatie van de Stichting;

Begrotings-

overschrijvingen

zonder bewijsstukken n.b. n.b. Begrotingsoverschrijvingen waren

onvoldoende gerechtvaardigd.

n.b.

Page 230: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

218

Europese Stichting ter

verbetering van de

levens- en

arbeidsomstandighede

n

2006 2007 2008 2009

Aanbestedingsproced

ures n.b.

- onregelmatigheden ten aanzien van

de financiële evaluatieprocedure en

selectiecriteria waardoor er geen

degelijke evaluatie van de financiële

capaciteit van de kandidaten kon

worden uitgevoerd;

- verzoekt de Stichting ervoor te zorgen dat er

beter toezicht wordt gehouden op de uitvoering

van door haar aangegane contracten en dat de

planning van haar aanbestedingsprocedures

wordt verbeterd;

- verzoekt de Stichting om maatregelen te treffen om

haar evaluatie- en herzieningsprocedure te

verbeteren om te vermijden dat fouten bij de

aanbestedingsprocedure zich in de toekomst

herhalen;

Personeelszaken

De wervingsprocedure is niet

volledig transparant en niet-

discriminerend.

De wervingsprocedure is niet volledig

transparant en niet-discriminerend.

- verzoekt de Stichting om maatregelen te

treffen om het vertrek van belangrijke

personeelsleden op voorhand beter voor te

bereiden; om het aantal personeelsleden op een

transparante manier te vermelden in het

activiteitenverslag. Er werden verbeteringen aangebracht in de

wervingsprocedures van de Stichting.

- verzoekt de Stichting om bewijzen voor te leggen

ter ondersteuning van haar beslissingen voor

personeelsselectie om de transparantie van de

wervingsprocedures te garanderen; - dringt er bij de

Stichting op aan om de situatie snel recht te zetten en

de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de

geboekte vooruitgang;

Interne audit

- verzoekt om het financiële

beheer te verbeteren: i.e. twee

contracten werden niet

ingeschreven in de begroting

van het desbetreffende jaar;

- verzoekt om het financiële beheer te

verbeteren: i.e. invorderbare btw over

het begrotingsjaar 2007 ten bedrage

van 376,611 euro werd aan het eind

van het jaar niet ingevorderd;

- verzoekt de Stichting om maatregelen te

treffen om haar financiële staten te verbeteren;

- verzoekt de Stichting om stappen te

ondernemen om 28 van de 54 aanbevelingen

van de dienst Interne Audit toe te passen → om

de internecontrolenormen toe te passen; om

toezicht uit te oefenen op de tenuitvoerlegging

van andere internecontrolenormen; om een

doeltreffend plannings- en monitoringssysteem

in te voeren

2 van de 8 aanbevelingen van de IAS werden

toegepast;

- dringt er bij de Stichting op aan om de

aanbevelingen uit het IAS-verslag inzake financieel

beheer onverwijld toe te passen en de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de in

dat verband geboekte vooruitgang;

Page 231: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

219

P7_TA-PROV(2012)0184

Kwijting 2010: EUROJUST

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 (C7-

0282/2011 – 2011/2221(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van Eurojust

betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van Eurojust1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2 en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting

van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit3 te versterken, en

met name artikel 36,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0128/2012),

1. verleent de administratief directeur van Eurojust kwijting voor de uitvoering van de

begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de administratief directeur van Eurojust, de Raad, de

Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van

de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.11, blz. 140. 2 PB C 248 van 16.9.2002, blz.. 1. 3 PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1.

Page 232: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

220

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0282/2011 – 2011/2221(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van Eurojust

betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van Eurojust2,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen3 en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting

van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit4 te versterken, en

met name artikel 36,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0128/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van Eurojust voor het

begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de administratief directeur van

Eurojust, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in

het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 2 PB C 366 van 15.12.11, blz. 140. 3 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 4 PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 233: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

221

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0282/2011 –

2011/2221(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van Eurojust

betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van Eurojust1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2 en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting

van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit3 te versterken, en

met name artikel 36,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0128/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat de

onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de administratief directeur van Eurojust op 10 mei 2011

kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het

begrotingsjaar 20095 en dat het Parlement in zijn resolutie behorende bij het

kwijtingsbesluit onder andere de volgende opmerkingen heeft gemaakt:

– Eurojust verzocht de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de stappen die zijn

1 PB C 366 van 15.12.11, blz 140. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 215.

Page 234: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

222

ondernomen om de overdracht van kredieten te vermijden,

– zijn bezorgdheid uitgesproken over het feit dat de Rekenkamer opnieuw tekortkomingen

heeft gesignaleerd bij de planning en uitvoering van acties voor de aanwerving van

personeel; wijst met name op het feit dat het percentage onbezette posten te hoog is

(24%), hoewel minder hoog dan in 2008 (26%) en in 2007 (33%),

– Eurojust opgeroepen onmiddellijk maatregelen te nemen ter verbetering van de

aanwervingsprocedure, terugdringing van het aantal tijdelijke werknemers,

herstructurering van de eenheid Personeelszaken (HR), ontwikkeling van een HR-

managementsplan, versterking van de monitoring van HR-activiteiten en herziening van

de inhoud van de lijst van uitzonderingen;

C. overwegende dat de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2010 32 300 000 EUR

bedroeg, een toename van 14,5% ten opzichte van het begrotingsjaar 2009;

D. overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van Eurojust voor 2010 30 163

220 EUR bedroeg, in vergelijking met 24 799 400 in 20091, een toename van 21,62%;

Budgettair en financieel beheer

1. merkt op dat Eurojust volgens het jaarlijks activiteitenverslag in 2010 97,8% van zijn

vastleggingskredieten uit de exploitatiebegroting heeft uitgevoerd; merkt met name op dat

in vergelijking met 2009:

– de uitgevoerde begroting in titel 1 (Personeelsuitgaven) is gestegen met 18,6%,

– de uitgevoerde begroting in titel 2 (Administratie) is gestegen met 6%,

– de uitgevoerde begroting in titel 3 (Beleidsuitgaven) is gestegen met 34%;

2. erkent dat Eurojust 2 159 000 toegewezen heeft gekregen door de Commissie voor

deelname aan rechtprogramma's in strafzaken (Gezamenlijke onderzoeksteams) en dat het

in 2010 95% van dit bedrag heeft ontvangen;

Overschrijving en overdracht van kredieten

3. neemt kennis van de informatie in het jaarlijks activiteitenverslag dat in 2010 6

begrotingsoverdrachten hebben plaatsgehad;

4. constateert op basis van voornoemd verslag dat de automatische overdrachten van

vastleggingskredieten (met uitzondering van subsidies) zijn gestegen van 16% in 2009 tot

20% in 2010, met een totaal in 2010 van 6 100 000 EUR;

5. roept Eurojust op de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de stappen die zijn

ondernomen om de overdracht van kredieten te vermijden; is met name bezorgd over de

overvloedige overdrachten in het kader van titel III, die oplopen tot 38% van de totale

begroting voor titel III, en benadrukt het feit dat de Rekenkamer al een aantal jaren op deze

tekortkoming wijst;

1 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1052.

Page 235: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

223

6. betreurt het hoge niveau van de naar 2011 overgedragen operationele uitgaven; neemt

kennis van het antwoord van het agentschap dat dit vooral te wijten was aan het project ter

evaluatie van de organisatiestructuur, een nieuwe computerinfrastructuur en de kosten in

verband met gegevensverwerking; is ingenomen met de maatregelen die het agentschap in

2012 zal nemen, met name de totstandbrenging van aanbestedingsplannen voor elke

afdeling; roept het agentschap op deze maatregelen zonder verder uitstel uit te voeren; is

verheugd over de garantie dat de nodige toestemmingen en vastleggingen voor

aanbestedingen zo vroeg mogelijk in het jaar zullen worden toegekend en roept het

agentschap op deze garantie na te komen;

Aanbestedingsprocedures

7. neemt kennis van de informatie in het jaarlijks activiteitenverslag dat in 2010 negen open

procedures, zeven onderhandelde procedures, drie interinstitutionele procedures en een

gezamenlijke procedure met een internationale organisatie zijn voltooid en hebben geleid

tot 29 nieuwe contracten;

8. neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer dat in één geval het

beoordelingscomité heeft verzuimd de in het bestek bekendgemaakte wegingsfactoren toe

te passen; roept Eurojust daarom op dergelijke fouten verder te voorkomen en ervoor te

zorgen dat de kwaliteitsnormen uit de aanbestedingsprocedures worden gehanteerd;

Lijst van uitzonderingen

9. stelt op basis van het jaarlijks activiteitenverslag vast dat in 2010, 6 nieuwe

uitzonderingsbeslissingen in de lijst van uitzonderingen werden ingevoerd, waarvan 4

betrekking hadden op Begroting, Financiering en Aanbesteding en 2 op Personeelszaken;

10. merkt met name op dat de 4 uitzonderingen inzake Begroting, Financiering en

Aanbesteding respectievelijk verband hielden met:

– de delegatie van het recht om overschrijvingen uit te voeren ingevolge artikel 23, lid 1

van het Financieel Reglement van Eurojust,

– artikel 75 van het Financieel Reglement van Eurojust en de toekenning van een subsidie

door het Europees justitieel netwerk van Eurojust en dat de uitzondering afliep op 31

december 2010,

– de verlenging van een contract dat had moeten aflopen en dat deze situatie eindigde op

27 december 2010 met de ondertekening van een nieuw contract na het afronden van

een aanbestedingsprocedure,

– de verhoging van het geoormerkte bedrag van een toekenningsbesluit van 2008 (in

2008);

roept Eurojust op de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen over de status van de 2

uitzonderingen die eind 2010 nog lopende waren;

11. merkt op dat de 2 uitzonderingen met betrekking tot Personeelszaken verband hielden met:

Page 236: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

224

– de verlenging van de aanstelling van een personeelslid, waarbij dit personeelslid voort

tijdelijk de post van eenheidshoofd bleef bekleden,

– de tijdelijke overdracht van een personeelslid in het belang van de dienst ingevolge

artikel 7 van het Statuut;

neemt kennis van de verklaring van Eurojust dat de 2 situaties op 15 oktober 2010 zijn

afgelopen;

Personeelszaken (HR)

12. spreekt zijn bezorgdheid uit over het feit dat de Rekenkamer opnieuw tekortkomingen heeft

vastgesteld in de uitvoering van aanwervingsprocedures; merkt met name op dat het

percentage onbezette posten (13%) nog steeds hoog is, hoewel lager dan in 2009 (24%), in

2008 (26%) en in 2007 (33%); roept Eurojust derhalve op een uitgebreid

aanwervingsactieplan op te stellen om het percentage vacatures aanzienlijk te laten dalen

en de kwijtingsautoriteit hiervan op de hoogte te stellen;

13. neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer dat, ondanks het feit dat niet kan

worden aangeworven uit verlopen reservelijsten, in 2010 een ambtenaar is aangeworven

aan de hand van een reservelijst die in januari 2009 was verlopen en waarvan geen

verlenging was aanvaard; roept Eurojust op ervoor te zorgen dat alle beslissingen op het

gebied van aanwerving op passende wijze gedocumenteerd zijn om een dergelijke situatie

in de toekomst te voorkomen;

14. betreurt bovengenoemde feit en roept het agentschap op nauw toezicht te houden op de

geldigheid van alle reservelijsten om dergelijke vergissingen in de toekomst te voorkomen;

is ingenomen met het antwoord van het agentschap dat benoemingen op basis van

reservelijsten enkel zullen plaatsvinden na controle van de geschiktheid van de

afzonderlijke benoemingen;

15. roept Eurojust op de genoemde praktijken stop te zetten en de aanwervingsregels na te

leven;

16. betreurt het feit dat het beoordelingscomité de in het bestek bekendgemaakte

wegingsfactoren niet heeft toegepast; is ingenomen met de door het agentschap

aangeleverde informatie dat maatregelen werden genomen, waaronder de indiening van

volledige documentatie bij de administratief directeur met betrekking tot de grondige en

commerciële beoordeling van elke aanbesteding vóór opdrachten worden gegund; is

ingenomen met het engagement van het agentschap om te streven naar eerlijke,

transparante en correcte aanbestedingen, om zo de financiële geloofwaardigheid van de

organisatie te versterken; roept het agentschap op maatregelen te nemen om deze

verplichting volledig na te komen;

Prestaties

Evaluatie van de organisatiestructuur

17. neemt kennis van de informatie in het jaarlijks activiteitenverslag dat de evaluatie van de

organisatiestructuur, die begon in 2009, in 2010 is voortgezet en dat een voorstel voor het

meerjarenplan voor personeelsbeleid 2012-2014 en de personeelsformatie voor de jaren

2011 en 2012 is opgesteld; merkt ook op dat eind 2010 een gedetailleerd plan voor de

Page 237: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

225

uitvoeringsfase door een adviesbureau is ingediend en uiteindelijk besproken en gesteund

door het college van het agentschap;

Financiële verslaggeving en analyse

18. neemt kennis van de verklaring in het jaarlijks activiteitenverslag dat de begroting van de

eenheid Begroting, financiering en aanwerving van Eurojust een verbeterde methode voor

financiële verslaggeving en analyse op eenheidsniveau heeft ingevoerd; begrijpt dat de

eenheidshoofden nu volledige informatie ontvangen over hun uitgaven en vastleggingen

per begrotingsonderdeel en dat de informatie iedere maand en ieder kwartaal wordt

uitgebracht, zodat kan worden vergeleken met de begroting van het lopende jaar en met die

van het vorige jaar, per maand en cumulatief;

19. is van mening dat grondig volgen van deze methode moet leiden tot een beter budgettair en

financieel beheer; roept Eurojust op de kwijtingsautoriteit op de hoogte stellen van de

concrete resultaten als gevolg van het volgen van deze methode;

Verantwoordelijkheden van de administratief directeur

20. herinnert eraan dat de administratief directeur van het agentschap verantwoording moet

afleggen aan de kwijtingsautoriteit voor de uitvoering van de ontvangsten en uitgaven van

de begroting en verantwoordelijk is voor het instellen van de organisatiestructuur, het

interne beheer en de controlesystemen en procedures die nodig zijn om definitieve

rekeningen op te stellen die geen materiële onjuistheden bevatten, en om ervoor te zorgen

dat de transacties die aan de basis van die rekeningen liggen, wettig en regelmatig zijn;

21. neemt echter kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer dat de administratief

directeur de facto niet verantwoordelijk is voor het merendeel van de dagelijkse

beheersbeslissingen, die worden genomen door het college van het agentschap op basis van

de relevante bepalingen van zijn oprichtingsbesluit 2002/187/JBZ; verzoekt het agentschap

deze anomalie zo spoedig mogelijk aan te pakken en te remediëren; wijst erop dat, als er

onduidelijkheden blijven bestaan, deze structurele tekortkoming in de geplande nieuwe

verordening betreffende het agentschap moet worden aangepakt;

22. neemt kennis van de verklaring van het agentschap dat zijn college niet de middelen heeft

om de respectieve rollen en verantwoordelijkheden van de administratief directeur en het

college opnieuw te definiëren, teneinde de aansprakelijkheidsoverlapping op te lossen,

maar dat er maatregelen zijn genomen om ervoor te zorgen dat de administratief directeur

kan optreden in overeenstemming met zijn verantwoordelijkheden;

Jaarlijks werkprogramma

23. onderstreept dat het belangrijk is de indicatoren van het agentschap met de doelstellingen,

de begroting en het jaarlijks werkprogramma ervan te verbinden zodat belanghebbenden de

prestatie van het agentschap kunnen beoordelen; spoort het agentschap daarom aan de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de belangrijkste indicatoren die het heeft

vastgesteld en het verband ervan met de doelstellingen, de begroting en het jaarlijks

werkprogramma;

24. is van mening dat de interne procedures van het agentschap die de oprichting van het

jaarlijks werkprogramma ondersteunen een aanzienlijke impact hebben op de

Page 238: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

226

betrouwbaarheid van de gegevens die het agentschap verschaft aan zijn belanghebbenden

en aan de kwijtingsautoriteit; spoort het agentschap daarom aan om te zorgen voor

samenhang in zijn planning, toereikende procedures en richtlijnen en om voldoende

documentatie ter ondersteuning van het jaarlijks werkprogramma te verstrekken, teneinde

informatie te verstrekken over alle uit te voeren activiteiten en over de voor elke activiteit

bestemde middelen;

25. is bezorgd door het feit dat de toewijzing van de verantwoordelijkheid voor de

voorbereiding en vaststelling van het jaarlijks werkprogramma niet vermeld wordt in het

oprichtingsbesluit 2002/187/JBZ; is van mening dat dit kan leiden tot verwarring en gebrek

aan verantwoordelijkheidsgevoel met betrekking tot de voorbereiding en vaststelling van

het jaarlijks werkprogramma; roept het agentschap daarom op deze tekortkoming snel aan

te pakken en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de ondernomen acties;

26. spoort het agentschap aan actie te ondernemen om ervoor te zorgen dat de rechtsgrond om

zijn begroting uit te voeren niet op de helling komt te staan en dat zijn jaarlijks

werkprogramma volledig is en al de vereiste gegevens bevat (d.w.z. gegevens over alle

door het agentschap uit te voeren activiteiten en de voor elke activiteit bestemde middelen);

27. roept het agentschap ook op om een meerjarig strategieplan voor IT op te stellen, zowel

voor operationele als voor ondersteunende activiteiten;

Interne controle

28. neemt kennis van het feit dat aan 12 "erg belangrijke" aanbevelingen van de dienst interne

audit (IAS) nog steeds geen gevolg is gegeven, waaronder 2 aanbevelingen die door het

agentschap zijn gerapporteerd als uitgevoerd, en roept de IAS te verduidelijken in welke

uitvoeringsfase deze zich bevinden;

29. merkt op dat voor acht "erg belangrijke" aanbevelingen de uitvoering is uitgesteld tot na de

door het agentschap in zijn oorspronkelijke plan vastgestelde datum; merkt op dat een

vertraging van meer 12 maanden is opgelopen door 6 ervan, die betrekking hebben op:

– de beoordeling van de inhoud van de lijst van uitzonderingen en corrigerende acties

ervoor,

– de ontwikkeling van een beheersplan voor Personeelszaken,

– de versterking van het toezicht op de activiteiten van Personeelszaken,

– de beperking van het aantal tijdelijke personeelsleden,

– de herdefiniëring van de opzet van de eenheid Personeelszaken,

– de invoering van een geïntegreerd IT-instrument voor Personeelszaken;

30. dringt er bij het agentschap aan om op passende wijze gevolg te geven aan de door de IAS

gedane aanbevelingen en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen over de in verband

hiermee genomen maatregelen;

Page 239: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

227

o

o o

31. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen in eerdere kwijtingsverslagen, die zijn

opgenomen in de bijlage bij deze resolutie;

32. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 240: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

228

Bijlage Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

EUROJUST

2006

2007

2008

2009

Prestaties

n.v.t. - Het is moeilijk om de prestaties van Eurojust te

beoordelen door het ontbreken van indicatoren,

de gebrekkige meting van de

gebruikerstevredenheid en het ontbreken van

coördinatie tussen de begroting en het

werkprogramma

- Dringt er bij Eurojust op aan om de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van deze

essentiële prestatie-indicatoren en ze te koppelen aan

de doelstellingen van Eurojust, de begroting en het

werkprogramma van Eurojust

Overgedragen

kredieten

- De beginselen van

jaarperiodiciteit en specificatie

worden niet strikt in acht

genomen: het begrotingsbeheer

wordt gekenmerkt door een groot

aantal overschrijvingen tussen

begrotingsonderdeel en in veel

gevallen waren de

ondersteunende documenten

onvoldoende gedetailleerd

- Het beginsel van jaarperiodiciteit

werd niet strikt in acht genomen: een

groot aantal overdrachten en zwakke

punten in de programmering en

monitoring (begroting: 18,9 miljoen

euro; vastleggingen: 18 miljoen euro;

overdracht: 5,2 miljoen euro)

- Het beginsel van jaarperiodiciteit werd niet

strikt in acht genomen: het aantal vastleggingen

dat werd overgedragen uit het vorige jaar en

daarna geannuleerd (1 000 000 EUR of 25% van

de overgedragen vastleggingen) was hoog

- Roept de Commissie op om de kasmiddelen van

Eurojust zo laag mogelijk te houden→ Eurojust

beschikt voortdurend over een groot aantal

kasmiddelen (dec. 2008: 4 612 878,47 EUR)

- De Rekenkamer maakt geen opmerkingen over de

omvang van de overdrachten en annuleringen van

kredieten in 2009

- Dringt er bij Eurojust op aan de kwijtingsautoriteit

op de hoogte te houden van de stappen die

ondernomen zijn om de overdracht van kredieten te

vermijden, aangezien dit een steeds terugkerend

probleem is geweest in vorige kwijtingsprocedures

Aanbestedingspr

ocedures

- Tekortkomingen in de

aanbestedingsprocedure - Tekortkomingen in de

aanbestedingsprocedures zoals in de

twee voorgaande jaren (d.w.z.

Europol verlengde bestaande

contracten op een manier die in strijd

is met de regels)

- Tekortkomingen in aanbestedingsprocedures,

zoals in de drie voorgaande jaren: in de meeste

aanbestedingsgevallen werd vooraf geen

schatting van de marktwaarde gemaakt vóór het

starten van de procedure; zwakke plekken in het

toezicht op de contracten en de programmering

van de aanbestedingen→roept Europol op de

kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van het

plan om deze situatie aan te pakken

- Feliciteert Europol voor het invoeren van

maatregelen om de marktwaarde van relevante

producten/diensten te schatten alvorens een

aanbestedingsprocedure te starten; beschouwt dit

initiatief een belangrijke praktijk die door andere

agentschappen gevolgd zou moeten worden;

verwelkomt bovendien het jaarlijks

aanbestedingsplan van Europol voor 2009 dat de

eenheden en diensten van het agentschap erg heeft

geholpen bij het beheer van hun offertes; is van

mening dat deze initiatieven de sturing en de controle

door de bevoegde ordonnateur verbeteren

Page 241: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

229

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

EUROJUST

2006

2007

2008

2009

Personeelszaken

n.v.t. - Zwakke punten in de

aanwervingsprocedures

- Vermindering van het aantal

vacatures van 34% eind 2007 tot 25%

eind 2008

- Tekortkomingen in de

aanwervingsplanning

- Tekortkomingen in de planning en uitvoering

van aanwervingsprocedures: 26% van de

vacatures staat nog steeds open - Eurojust heeft het specificatiebeginsel niet in

acht genomen

- Roept Eurojust op de kwijtingsautoriteit op de

hoogte te stellen van zijn nieuwe

aanwervingsprocedure

- De Rekenkamer wijst op tekortkomingen in de

planning en uitvoering van de aanwervingsprocedures

(24% van de vacatures staat nog steeds open)

- Dringt bij Eurojust op aan een omvattend

aanwervingsactieplan op te zetten om het

vacaturepercentage aanzienlijk te verlagen en de

kwijtingsautoriteit hiervan op de hoogte te stellen

- Roept Eurojust op het aantal tijdelijke

personeelsleden te verminderen tot het door IAS

aanbevolen aantal

- Geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat

de Rekenkamer heeft geconstateerd dat 3 van de 6

posten in het middenkader bij Eurojust op tijdelijke

basis werden bezet door "waarnemende"

personeelsleden

Interne controle

n.v.t.

n.v.t. - Roept Eurojust op om alle 26 aanbevelingen die

door de dienst interne audit werden gedaan, uit te

voeren→ roept Eurojust op onmiddellijk de

volgende aanbevelingen inzake beheer van

personeelsmiddelen in te voeren: op korte termijn

voor te bereiden om de huidige vacatures in te

vullen; de opzet van de eenheid Personeelszaken

herdefiniëren; het aantal tijdelijke

personeelsleden verminderen; de

aanwervingsprocedure versterken; de

uitvoeringsregels voor carrièreontwikkeling

aannemen; de onafhankelijkheid van de leden van

de selectieraad waarborgen; en ervoor zorgen dat

de openbare aanbestedingsprocedures correct zijn

uitgevoerd

- Dringt er bij Eurojust op aan de kwijtingsautoriteit

op de hoogte te houden van de redenen voor de

vertraging bij het invoeren van de aanbevelingen van

IAS en onverwijld actie te ondernemen voor

verbetering van de aanwervingsprocedure,

terugdringing van het aantal tijdelijke werknemers,

herstructurering van de HR-eenheid, ontwikkeling

van een HR-managementsplan, versterking van de

monitoring van HR-activiteiten en herziening van de

inhoud van de lijst van uitzonderingen

Page 242: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

230

P7_TA-PROV(2012)0185

Kwijting 2010: EUROPOL

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0316/2011 – 2011/2255(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar

2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politiedienst

betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Dienst1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese

Politiedienst (Europol)3, en met name artikel 43,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0111/2012),

1. verleent de directeur van de Europese Politiedienst kwijting voor de uitvoering van de

begroting van deze dienst voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 179. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 243: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

231

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integraal onderdeel

uitmaakt te doen toekomen aan de directeur van de Europese Politiedienst, de Raad, de

Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van

de Europese Unie (serie L).

Page 244: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

232

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0316/2011 –

2011/2255(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar

2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politiedienst

betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Dienst1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese

Politiedienst (Europol)3, en met name artikel 43,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0111/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Europese Politiedienst

voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese

Politiedienst, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan

in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 179. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 245: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

233

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0316/2011 – 2011/2255(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar

2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politiedienst

betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Dienst1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, inzonderheid artikel 185,

– gezien Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese

Politiedienst (Europol)3, en met name artikel 43,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0111/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat de begroting van de Europese Politiedienst voor 2010 in totaal EUR 92

800 000 bedroeg; overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Dienst

voor 2010 een bedrag vertegenwoordigde van EUR 79 724 1505;

Budgettair en financieel beheer

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 179. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1046.

Page 246: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

234

1. betreurt het hoge niveau van overgedragen kredieten, dat gepaard gaat met een laag

niveau van transitorische passiva; neemt kennis van het antwoord van het Agentschap dat

een aanzienlijk deel van de overdrachten het gevolg was van de verhuizing van het

Agentschap naar zijn nieuwe hoofdkwartier; is verheugd over de bijkomende maatregelen

die door het Agentschap werden genomen en de toezegging om in 2012 op maandelijkse

basis toe te zien op de uitvoering van de begroting, met bijzondere aandacht voor

overdrachten;

2. leidt uit het jaarlijkse activiteitenverslag af dat de begroting van de Dienst voor 2010

aanvankelijk een omvang had van EUR 80 100 000; stelt vast dat de begroting voor 2010

is verhoogd met een bedrag van bijna EUR 12 700 000 afkomstig van de overdracht van

kredieten van 2009 naar 2010, subsidies van de Commissie en enkele extra ontvangsten;

neemt nota van de door de Dienst opgegeven beweegredenen daartoe, namelijk het

vereenvoudigen van de overgang naar de status van agentschap;

3. stelt op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag van de Dienst vast dat eind 2010 de

algehele uitvoeringsgraad voor vastleggingen 98,3 procent bedroeg en voor betalingen

73,6 procent;

4. is er verheugd over dat naar aanleiding van het verzoek van de kwijtingsautoriteit de

definitieve rekeningen voor het begrotingsjaar 2010 op 17 februari 2012 openbaar zijn

gemaakt op de website van de Dienst; benadrukt evenwel dat de definitieve rekeningen

voor het begrotingsjaar 2010 onmiddellijk na hun goedkeuring op 13 september 2011

openbaar hadden moeten worden gemaakt; verzoekt de Dienst bijgevolg dit in de

toekomst te doen om de transparantie te bevorderen;

Overdracht van kredieten

5. verzoekt de Dienst om onmiddellijk maatregelen te treffen ter verlaging van de hoge

overdrachten; merkt op dat de Rekenkamer een totaal bedrag aan overdrachten heeft

vastgesteld van EUR 22 600 000, oftewel 25 procent van de totale begroting over 2010;

stelt tevens met teleurstelling vast dat voor Titel II - Administratieve uitgaven het

overdrachtpercentage 49 procent bedroeg en voor Titel III - Beleidsuitgaven 59 procent;

6. stelt vast dat het overgedragen bedrag (EUR 22 600 000) als volgt is samengesteld:

– EUR 11.300.000 voor uitgaven in verband met het nieuwe hoofdkantoor van

Europol,

– EUR 1 800 000 uit hoofde van Hoofdstuk 26 (artikel 58, lid 4, van het Europol-

besluit van de Raad: verplichtingen voortvloeiende uit het voorgaande

rechtskader van Europol),

– EUR 9 500 000 voor overige uitgaven;

7. acht het hoge niveau van overgedragen kredieten, dat gepaard gaat met een laag niveau

van transitorische passiva (EUR 2 900 000), buitensporig en in strijd met het

begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit;

Page 247: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

235

8. wijst er echter op dat het aanzienlijke bedrag van de overdrachten het gevolg was van de

unieke omstandigheid dat de Dienst pas in 2011 naar zijn nieuwe hoofdkantoor is

verhuisd, doordat de oplevering van het gebouw in 2010 vertraging had opgelopen;

Personeelszaken

9. maakt uit het jaarlijkse activiteitenverslag op dat het vacaturepercentage aan het einde van

het jaar 4,5 procent bedroeg in plaats van de verwachte 2,5 procent;

10. verzoekt de Dienst om de uitvoeringsvoorschriften van het EG-personeelsstatuut (en

aanverwante interne instrumenten) in te voeren en een kader te ontwikkelen voor de

opleiding en ontwikkeling van het personeel;

Prestaties

11. is ingenomen met het feit dat het jaarlijks werkprogramma van de Dienst is afgestemd op

zijn strategie voor 2010-2014 en dat daarin voor elke jaardoelstelling

prestatiekernindicatoren worden gegeven, alsmede de daaraan verbonden kritieke risico's

en toebedeelde middelen;

12. verzoekt de Dienst desalniettemin om overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van de

financiële kaderregeling in zijn jaarlijks werkprogramma informatie op te nemen over het

overzicht van geplande aanbestedingsactiviteiten, dat als "financieringsbesluit" dient;

13. verzoekt de Dienst om de vertaling van de organisatorische taakomschrijving in beknopte

beschrijvingen van functies en doelstellingen voor de afdelingen en eenheden af te

ronden;

14. verneemt in het jaarlijkse activiteitenverslag van de Dienst dat het informatieplatform

SIENA 2.0 dat rechtshandhavingsinstanties onderling met elkaar verbindt, op 22 oktober

2010 succesvol in de lucht is gegaan en dat tegen het einde van 2010 reeds 21 lidstaten

alsook acht nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen bij het

platform waren aangesloten;

15. stelt op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag van de Dienst bovendien vast dat er per

31 december 2010 - afgezet tegen het jaarlijks werkprogramma van de Dienst - zeer

goede vooruitgang was geboekt bij veertien (oftewel 82 procent) van de doelstellingen

van het werkprogramma en goede vooruitgang bij de overige drie doelstellingen (achttien

procent);

16. merkt tevens op dat de raad van bestuur in 2010 de strategie van de Dienst voor 2010-

2014 alsook het uitvoeringsplan voor de strategie heeft goedgekeurd;

17. verzoekt de Dienst om in het belang van een grotere transparantie een lijst van de leden

van zijn raad van bestuur te verstrekken, die hun naam moet bevatten, alsook hun

belangenverklaring en hun curriculum vitae, met vermelding van hun beroepservaring en

studies; stelt met tevredenheid vast dat de Dienst op zijn website een lijst met

aanbestedingen en gesloten contracten voor 2010 heeft gepubliceerd;

Page 248: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

236

Interne controle

18. erkent dat de dienst Interne audit een controle heeft gehouden naar de uitvoering van de

internecontrolenormen om te kunnen vaststellen hoever de uitvoering gevorderd is, met

name ten aanzien van de missie en de waarden, personele middelen, het plannings- en

risicobeheersproces, dagelijkse werkzaamheden en controleactiviteiten, informatie en

financiële verslaglegging alsook evaluatie en controle;

19. stelt vast dat de dienst Interne audit vijf "zeer belangrijke" aanbevelingen heeft gedaan

met betrekking tot:

- de scheiding van taken,

- controles achteraf,

- de uitzonderingen op de processen,

- de bedrijfscontinuïteitsplannen,

- de continuïteit van de bedrijfsvoering;

verzoekt de Dienst alle aanbevelingen van de dienst Interne audit uit te voeren en de

kwijtingsautoriteit te informeren over de daartoe getroffen maatregelen;

o

o o

20. verzoekt de Commissie, gezien het feit dat de Europese Politieacademie en de Europese

Politiedienst elkaar aanvullen en er synergieën mogelijk zijn, uiterlijk maart 2013 een

alomvattende effectbeoordeling te verrichten van een mogelijke fusie van deze twee

agentschappen, met vermelding van de kosten en baten hiervan.

21. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0164.

Page 249: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

237

P7_TA-PROV(2012)0186

Kwijting 2010: Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Bureau van de Europese Unie voor de

grondrechten voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0276/2011 – 2011/2215(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de

grondrechten voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Bureau van de

Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 houdende

oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten3, en met name

artikel 21,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0122/2012),

1. verleent de directeur van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Bureau van de Europese Unie voor de

1 PB C 366 van 15.12.11, blz 9. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 250: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

238

grondrechten, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 251: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

239

2 Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0276/2011 – 2011/2215(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de

grondrechten voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Bureau van de

Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 houdende

oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten3, en met name

artikel 21,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0122/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Bureau van de Europese

Unie voor de grondrechten voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Bureau van de

Europese Unie voor de grondrechten, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te

zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.11, blz. 9. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 252: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

240

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0276/2011 – 2011/2215(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de

grondrechten voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Bureau van de

Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van het Bureau1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 houdende

oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten3, en met name

artikel 21,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0122/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten ("het

Bureau") voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de directeur van het Bureau op 10 mei 2011 kwijting heeft

verleend voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 20095,

en dat het in zijn resolutie bij het kwijtingsbesluit:

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 9. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 5 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 220.

Page 253: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

241

– er bij het Bureau op aandrong zijn begrotings- en wervingsbeleid te verbeteren, teneinde

het gebrek aan consistentie tussen zijn begrotings- en personeelsvooruitzichten te

verhelpen,

– het Bureau verzocht vooruitgang te boeken bij het realistisch inschatten van

aanbestedingen,

– het Bureau verzocht de vier niet-uitgevoerde aanbevelingen van de dienst Interne audit

(IAS) alsnog uit te voeren;

C. overwegende dat de totale begroting voor het begrotingsjaar 2010 van het Bureau in totaal

20 200 000 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 17,44% betekent ten opzichte van

2009;

D. overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van het Bureau

voor 2010 19 100 000 EUR bedroeg, in vergelijking met 17 000 000 in 20091 , hetgeen een

toename van 12,35% betekent;

Budgettair en financieel beheer

1. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van het Bureau

voor 2010 19 100 000 EUR bedroeg; merkt echter op dat daar een bedrag aan toe is

gevoegd van 900 000 EUR afkomstig uit het teruggevorderde overschot en dat de totale

bijdrage van de Unie voor 2010 daarmee neerkomt op een bedrag van 20 000 000 EUR;

2. constateert uit het verslag van het Bureau over het budgettair en financieel beheer dat er in

het financiële jaar 2010 twee begrotingswijzigingen zijn doorgevoerd voor een totaal bedrag

van 212 010 EUR; merkt in het bijzonder op dat deze twee wijzigingen een tweeledig doel

hadden:

– rekening houden met de deelname van Kroatië aan de werkzaamheden van het Bureau,

– het feit weerspiegelen dat gedurende de periode januari t/m juni 2010 één derde van de

maandelijkse huursom van het Bureau gedragen is door de Oostenrijkse autoriteiten;

3. maakt uit het verslag over het budgettair en financieel beheer op dat er voor 13 830 000

EUR aan administratieve kosten zijn gemaakt en voor 6 170 000 EUR aan operationele

kosten; merkt op dat deze bedragen in vergelijking met de definitieve begroting voor 2009

een stijging vertegenwoordigen van 12% voor de administratieve uitgaven en een stijging

van 26% voor de operationele uitgaven;

4. neemt van het Bureau aan dat het uitvoeringspercentage van de bijdrage van de Unie

evenals vorig jaar op 100% lag, en dat het uitvoeringspercentage van de betalingen in 2010

61,65% bedroeg, tegenover 60,64% in 2009; stelt bezorgd vast dat het

uitvoeringspercentage van de betalingen onder titel III (Operationele uitgaven) slechts

28,04% bedroeg; verzoekt het Bureau bijgevolg verdere inspanningen te verrichten en

gepaste maatregelen te nemen om een hoger uitvoeringspercentage van de betalingen te

garanderen, in het bijzonder voor wat titel III betreft;

1 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1037.

Page 254: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

242

5. is ingenomen met de door het Bureau ontwikkelde ICT-software voor projectbeheer (i.e.

MATRIX), die een doeltreffend computergestuurd instrument vormt voor het opstellen en

op eenvormige wijze documenteren van projectplannen en voor de uitvoering en het beheer

van projecten, en in de IAS-audit van maart 2011 betreffende planning en monitoring werd

aangemerkt als een goede praktijk en een sterk punt; is eveneens ingenomen met het

initiatief van het Bureau om MATRIX te koppelen aan het begrotingssysteem ABAC

teneinde informatie te verstrekken over het uitvoeringsniveau van de kredieten voor

vastleggingen en de kredieten voor betalingen;

Kredietoverdrachten en -overschrijvingen

6. dringt er bij het Bureau op aan dat het zijn planning voor de uitvoering van de begroting

verbetert om ervoor te zorgen dat er voortaan veel minder overdrachten gedaan hoeven te

worden (nu 6 900 000 EUR); merkt in het bijzonder uit de informatie van de Rekenkamer

op dat het Bureau 48% van zijn jaarlijkse Titel III (Operationele uitgaven) voldaan heeft in

december 2010; is van mening dat een dergelijke concentratie van uitgaven in de laatste

weken van het jaar verregaande invloed heeft op de omvang van overdrachten en een

duidelijke blijk is van het feit dat de planning voor de uitvoering van de begroting van het

Bureau de nodige verbetering behoeft;

7. neemt kennis van de mededeling van het Bureau dat het passende maatregelen heeft

getroffen (zoals planning twee jaar van tevoren) om de uitvoering van de begroting beter

over het jaar te spreiden en zo een uitgavenconcentratie in de laatste maand van het jaar te

vermijden;

8. heeft van het Bureau vernomen dat de uitvoeringsgraad van de automatisch van 2009 naar

2010 overgedragen kredieten in 2010 94% bedroeg, hetgeen betekent dat 414 633 EUR

onbenut is gebleven;

9. stelt op basis van het verslag over het budgettair en financieel beheer vast dat de raad van

bestuur twee begrotingsoverschrijvingen heeft doorgevoerd voor in totaal 2 791 055 EUR;

merkt op dat deze twee wijzigingen verband hielden met de bestemming van het overschot

onder Titel 1 (Personeelsuitgaven) als gevolg van de vertragingen bij de aanwerving van

personeel gegenereerde resultaat;

10. leidt uit het verslag over het budgettair en financieel beheer af dat de directeur van het

Bureau goedkeuring heeft verleend aan 14 begrotingsoverschrijvingen voor een

totaalbedrag van 228 111 EUR; heeft van het Bureau vernomen dat deze overdrachten in

hoofdzaak verband houden met correctiemaatregelen ten behoeve van een doeltreffende

uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma van het Bureau en ten behoeve van

administratieve uitgaven;

11. neemt met bezorgdheid kennis van de opmerking van de Rekenkamer over de vastlegging

van 48% van de beleidsuitgaven tijdens de laatste maand van 2010 en over het hoge niveau

van overdrachten dat hier een gevolg van is; steunt de inspanningen van het Bureau om

deze situatie in de toekomst te vermijden, met name door zijn activiteiten twee jaar op

voorhand te plannen en in de loop van het jaar doelstellingen vast te stellen met betrekking

tot de uitvoering van de begroting; roept het Bureau op ervoor te zorgen dat ad-

hocverzoeken van het Parlement mogelijk zijn in zijn begrotingsplanning; merkt op dat

bijna alle naar 2011 overgedragen bedragen gebruikt zijn, met een definitieve uitvoering

van 98,55% als resultaat voor 2010;

Page 255: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

243

12. verzoekt het Bureau de nodige maatregelen te nemen om de belangrijkste obstakels op het

vlak van begrotingsuitgaven, projectfinanciering, aanwerving en wettelijke en

administratieve beperkingen te achterhalen en weg te werken, teneinde te zorgen voor een

efficiënt beheer van zijn begroting;

Personeelszaken

13. leidt uit het verslag over het budgettair en financieel beheer af dat het Bureau moeite had

om kandidaten te interesseren voor de functie van gedetacheerde nationale deskundige en te

laten reageren op de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling; stelt met

teleurstelling vast dat twee succesvolle kandidaten zich voor deze functie hebben

teruggetrokken;

14. wijst erop dat de kwijting met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Bureau

ook in de toekomst gebaseerd moet zijn op zijn prestaties gedurende het jaar;

15. neemt met bezorgdheid kennis van de vertragingen in de afronding van

aanwervingsprocedures, met als gevolg dat in 2010 slechts 59 van de 72 posten konden

worden ingevuld; roept het Bureau op al het nodige te doen om te vermijden dat deze

situatie zich herhaalt; neemt met bezorgdheid kennis van de beschuldigingen van pesterij

van personeel en van de rechtszaak die is aangespannen; verplicht het Bureau deze

beschuldigingen op een passende manier aan te pakken; roept het Bureau op de positie van

klokkenluiders te verduidelijken en een schriftelijk verslag in te dienen bij het Parlement

over de toepassing van de geldende regels om klokkenluiders te beschermen;

16. merkt bezorgd op dat de Rekenkamer reeds in het kader van de kwijtingsprocedure 2009

heeft opgemerkt dat het Bureau zijn planning op het vlak van begroting en aanwerving zou

kunnen verbeteren, met name met betrekking tot het hoge vacaturepercentage (21%) en het

hoge volume van overgedragen kredieten; herhaalt dat het Bureau al het nodige moet doen

om hierin verbetering aan te brengen;

Prestaties

17. stelt op basis van het jaarlijks activiteitenverslag van het Bureau vast dat het Bureau een

gedragscode heeft aangenomen inzake correct bestuurlijk gedrag, die, samen met het

Statuut, ten doel heeft ethisch gedrag te bevorderen, belangenconflicten te vermijden, fraude

te voorkomen en het melden van onregelmatigheden te stimuleren; stelt verder vast dat er

voor wervingsprocedures en voor jury's van selectieprocedures specifieke maatregelen

gelden op het gebied van bewustmaking en het vermijden van belangenconflicten (te

ondertekenen verklaringen);

18. stelt met tevredenheid vast dat het Bureau ten behoeve van een verdere versterking van de

interne controle de toepassing van de klokkenluidersregels en de bescherming van

klokkenluiders wil verbeteren en dat dit in 2012 zijn beslag zal krijgen; verzoekt het Bureau

om de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen er in dit verband genomen en

uitgevoerd zijn;

Page 256: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

244

Interne audit

19. neemt kennis van het feit dat de dienst Interne controle heeft toegezien op de uitvoering van

zijn aanbevelingen van 2010 en stelt in het bijzonder vast dat al deze aanbevelingen

daadwerkelijk zijn uitgevoerd;

20. stelt op basis van de informatie van het Bureau vast dat de IAS in maart 2011 een audit

betreffende planning en monitoring heeft uitgevoerd en 11 aanbevelingen geformuleerd

heeft, waarvan er één als heel belangrijk werd bestempeld, zeven als belangrijk en drie als

wenselijk; neemt kennis van de verklaring van het Bureau dat de IAS van mening is dat 10

van de 11 aanbevelingen uitgevoerd zijn en dat de laatste "belangrijke" aanbeveling nog in

uitvoering is;

21. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit eerdere kwijtingsverslagen, zoals opgenomen

in de bijlage bij deze resolutie;

22. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen in verband met het kwijtingsbesluit naar zijn

resolutie van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op

de agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 257: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

245

BIJLAGE

Aanbevelingen van het Europeen Parlement van de afgelopen jaren

Bureau voor de

grondrechten

2006 2007 2008 2009

Prestaties

n.v.t.

- Het Bureau moet streven naar

synergieën met andere instellingen die

actief zijn op het gebied van de rechten

van de mens

Er moet bij de beoordeling van de prestaties

gebruik worden gemaakt van SMART-

doelstellingen en RACER-indicatoren

n.v.t.

Budgettair en

begrotingsbeheer:

aanbestedingsprocedures

- Het Bureau heeft de

voorschriften inzake de

presentatie van de

begroting niet nageleefd

- Aandachtspunten in de

aanbestedingsprocedures

- Het beginsel van goed financieel beheer

is als gevolg van de gepubliceerde

evaluatiemethode onder druk komen te

staan→het heeft geleid tot een geringere

nadruk op het prijscriterium (nieuwe

evaluatiemethode nodig)

- Er zijn voor nagenoeg alle kredieten

betalingsverplichtingen aangegaan

(13 900 000 EUR van het totale bedrag

van 14 200 000 EUR)

- Het beginsel van goed financieel beheer is

als gevolg van de gepubliceerde

evaluatiemethode onder druk komen te

staan→het heeft geleid tot een geringere

nadruk op het prijscriterium

- Dringt er bij het Bureau op aan zijn begrotings- en

wervingsbeleid te verbeteren teneinde het gebrek

aan consistentie tussen zijn begrotings- en

personeelsvooruitzichten te verhelpen;

- Verzoekt het Bureau om vooruitgang te boeken bij

het realistisch inschatten van aanbestedingen;

Personeelszaken

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Interne audit

n.v.t.

n.v.t.

- Het Bureau heeft alle aanbevelingen van

de dienst Interne audit uitgevoerd

- Het Bureau dient van de negen door de dienst

Interne audit gedane aanbevelingen er nog vier te

ten uitvoer te leggen

Page 258: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

246

P7_TA-PROV(2012)0187

Kwijting 2010: Europees Agentschap voor het beheer van de operationele

samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

(FRONTEX)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor het beheer van de

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0291/2011 – 2011/2231(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten

voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 houdende

oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele

samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie3, en met name

artikel 30,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0133/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor het beheer van de

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 39. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 259: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

247

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar

2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor

het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de

Europese Unie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 260: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

248

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele

samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0291/2011 – 2011/2231(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten

voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 houdende

oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele

samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie3, en met name

artikel 30,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0133/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap

voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten

van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 39. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1. 4

PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 261: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

249

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de

buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, de Raad, de Commissie en de

Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie

(serie L).

Page 262: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

250

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor het beheer van de

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0291/2011 – 2011/2231(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de

operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap

voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten

voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 houdende

oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele

samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie3, en met name

artikel 30,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0133/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekeningen voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar zijn en dat de

onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor

het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen op 10 mei 2011

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz 39. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 263: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

251

kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het

begrotingsjaar 20091, en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder

andere:

– er bij het Agentschap op aandrong het bestedingspercentage van de kredieten te

verbeteren door in de nodige instructies en procedures te voorzien om mogelijke

overdrachten te analyseren en de omvang van de over te dragen kredieten zoveel

mogelijk te beperken,

– zijn bezorgdheid uitte over het feit dat het Agentschap kredieten moest annuleren voor

een bedrag van 13 900 000 EUR in 2009 en 13 000 000 EUR in 2008,

– het Agentschap verzocht een vergelijking in te stellen naar de activiteiten van het jaar

waarvoor kwijting wordt verleend en die van het voorgaande begrotingsjaar;

C. overwegende dat de totale begroting van het Agentschap voor het jaar 2010, 93 200 000

EUR bedroeg, wat een toename betekent van 4,95% ten opzichte van het begrotingsjaar

2009, en overwegende dat de oorspronkelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van het

Agentschap voor 2010, 83 000 000 EUR bedroeg, ten opzichte van 78 000 000 EUR in

20092, wat een toename betekent van 6,41%;

Financieel en begrotingsbeheer

1. herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het Agentschap voor 2010

83 000 000 EUR bedroeg; merkt evenwel op dat hieraan 2 550 000 EUR, afkomstig van de

terugvordering van overschotten, is toegevoegd, waardoor de totale bijdrage van de Unie

voor 2010 op 85 550 000 EUR komt;

2. concludeert uit de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie voor het

begrotingsjaar 2010 dat, voor 2010, onder titel I (personeelsuitgaven) en titel II

(administratie), de vastleggingskredieten van de Unie 23 633 000 EUR bedroegen en de

betalingskredieten 19 000 000 EUR; concludeert verder dat onder titel III (beleidsuitgaven)

de vastleggingskredieten 59 367 000 EUR bedroegen en de betalingskredieten 38 000 000

EUR;

3. concludeert uit zijn algemeen verslag dat het Agentschap in 2010 95% van zijn beschikbare

vastleggingskredieten heeft gebruikt en dat de verschillen tussen de titels beperkt waren,

met titel I op 99%, titel II op 80%, en titel III op 97%;

4. concludeert uit de jaarrekening dat het betalingspercentage van de begroting 2010 is

gestegen van 61% in 2009 naar 69% in 2010; neemt voorts kennis van de informatie van

het Agentschap dat het betalingspercentage voor de operationele begroting van 2010 79%

bedroeg, ten opzichte van 65% in 2009;

Overdracht van kredieten

5. is bezorgd over het feit dat de Rekenkamer al sinds 2006 melding maakt van de overdracht

van kredieten; stelt met name vast dat voor het jaar 2010 een bedrag van 26 500 000 EUR,

dat 28% van de beschikbare begroting vertegenwoordigt, werd overgedragen naar 2011 en

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 224. 2 PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1016.

Page 264: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

252

dat er voor slechts 12 000 000 EUR van dit bedrag transitorische posten bestonden;

verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit hierover uiterlijk op 15 december 2012

informatie te verstrekken; neemt kennis van de door het Agentschap aangereikte

verklaringen, namelijk de noodzaak te zorgen voor de continuïteit van de operationele

activiteiten van het Agentschap alsook middelen toe te wijzen voor het inzetten van teams

in het eerste kwartaal van het volgende jaar; herhaalt dat de gewoonte om kredieten over te

dragen aanzienlijk moet worden ingeperkt en er niet voor mag zorgen dat goed financieel

beheer in het gedrang komt; verzoekt het Agentschap in de toekomst het

jaarperiodiciteitsbeginsel te eerbiedigen;

6. wijst er nogmaals op dat het hoge percentage aan overgedragen en geannuleerde kredieten

erop duidt dat het Agentschap niet in staat is goed om te gaan met een dergelijke grote

verhoging van zijn begroting; vraagt zich af of het niet verstandiger zou zijn als de

begrotingsautoriteit in de toekomst voorzichtiger zijn bij haar besluiten om de begroting van

het Agentschap te verhogen, gezien de tijd die nodig is om de nieuwe activiteiten uit te

voeren; verzoekt het Agentschap derhalve om meer gedetailleerde informatie over de

uitvoerbaarheid van de toekomstige vastleggingen;

7. is zich ervan bewust dat het vanwege het permanente of langdurige karakter van de

gezamenlijke operaties van het Agentschap onvermijdelijk is dat de uitvoering van de

bijbehorende vastleggingen doorloopt tot na het jaareinde; dringt er niettemin bij het

Agentschap op aan door te gaan met het zoveel mogelijk beperken van de omvang van de

overgedragen kredieten door intensiever toe te zien op de gezamenlijke activiteiten,

teneinde de subsidies zo vroeg mogelijk aan te passen;

8. neemt enige actie waar betreffende de herziening door het Agentschap van de zogenaamde

exploitatiekosten van middelen in 2010 om zodoende de programmering en het toezicht te

verbeteren;

Boekhoudsysteem

9. erkent de opmerkingen van de Rekenkamer met betrekking tot tekortkomingen in het

boekhoudsysteem van het Agentschap; stelt vast dat het systeem nog steeds moet worden

gevalideerd door de rekenplichtige, zoals vereist op grond van het Financieel Reglement;

neemt niettemin kennis van het antwoord van het Agentschap, namelijk dat begin 2011 is

gestart met een Business Process Mapping-project (project voor het in kaart brengen van

bedrijfsprocessen) met betrekking tot financiële processen en dat de validatie in de tweede

helft van 2011 afgerond had moeten zijn; hoopt derhalve dat de Rekenkamer op dit punt

gerustgesteld is;

10. neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer met betrekking tot tekortkomingen

in het systeem voor de afstemming tussen de leveranciersverklaringen en de

corresponderende stukken bij het Agentschap; neemt kennis van het antwoord van het

Agentschap dat de meeste overheidsinstanties geen centrale boekhoudsystemen hebben en

sommige daarvan geen periodetoerekening per begrotingsjaar hanteren, wat de afstemming

met de leveranciersverklaringen bemoeilijkt; neemt kennis van de toezegging van het

Agentschap contact op te nemen met de nationale autoriteiten om te proberen alternatieve

procedures in te voeren met het oog op de afstemming van de leveranciersverklaringen op

de desbetreffende registers van het Agentschap; verzoekt het Agentschap de

kwijtingsautoriteit regelmatig in kennis te stellen van de vooruitgang die het met de

nationale autoriteiten boekt bij het oplossen van deze kwestie;

Page 265: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

253

11. verzoekt de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekeningen van het Agentschap voor

het begrotingsjaar 2011 een meer gedetailleerde beoordeling op te nemen van de

begrotingsuitgaven voor operaties met betrekking tot de door het Agentschap nagestreefde

doelstellingen en zijn verwezenlijkingen;

Openbare aanbestedingen en subsidies

12. erkent aan de hand van de definitieve jaarrekening dat het Agentschap twee lopende

geschillen heeft met betrekking tot aanbestedingsprocedures en dat de klagers een

schadevergoeding hebben geëist van 10 794 806 EUR; dringt er bij het Agentschap op aan

de kwijtingsautoriteit regelmatig in kennis te stellen van de ontwikkelingen in deze twee

zaken;

13. maakt uit de jaarrekening op dat het Agentschap 751 subsidieovereenkomsten of specifieke

financieringsbesluiten met partners heeft afgesloten, waarbij de totale som voor activiteiten

met medefinanciering 53 000 000 EUR bedraagt;

14. constateert bovendien dat het Agentschap voor 270 van de 751 subsidies de definitieve

betaling nog niet heeft verwerkt, en dat het Agentschap voor 92 van deze subsidies het

voorfinancieringsbedrag van 5 100 000 EUR heeft betaald;

Beheer van de subsidies

15. verzoekt het Agentschap controles ex post te verrichten in de vorm van bezoeken ter

plaatse;

16. constateert niettemin dat het Agentschap een herziening van exploitatiekosten van middelen

heeft uitgevoerd, die de basis vormen voor begrotingsramingen en aanvragen voor

teruggave;

Personeelszaken

17. maakt uit het algemeen verslag op dat er in 2010 74 aanwervingsprocedures zijn uitgevoerd;

stelt vast dat de aanwervingsprocedures voor vier nieuwe posten uit 2010 nog voortduurden

en naar verwachting zouden worden afgerond in het eerste kwartaal van 2011, en dat het

totaal aantal medewerkers van het Agentschap eind 2010 294 bedroeg, op een totaal van

298 dat was goedgekeurd in de personeelsformatie;

Prestaties

18. verzoekt het Agentschap voor meer samenhang te zorgen in de strategische en jaarlijkse

planning van zijn activiteiten; merkt op dat de doelstellingen van het jaarlijks

werkprogramma voor 2010 geen duidelijk verband houden met die voor 2010 in het

meerjarenplan 2010-2013; herinnert het Agentschap eraan dat het ontbreken van een

duidelijk verband en van coherentie tussen de verschillende planningsdocumenten een

negatief effect kan hebben op de uitvoering van een strategisch plan;

19. maakt uit het algemeen verslag op dat, ondanks het feit dat de begroting van het Agentschap

in 2010 toenam, de netto toegewezen operationele activiteiten afnamen van 48 200 000

EUR tot 47 400 000 EUR, maar dat het aantal operationele manuren met 27% toenam tot

6 411;

Page 266: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

254

20. is ingenomen met de inspanningen van het Agentschap om zijn toezicht op de begroting

voor zijn operaties te verbeteren; erkent dat de eerste snelle grensinterventieteams in

november 2010 zijn ingezet en dat dit heeft geleid tot aanzienlijke wijzigingen van de

begroting van het Agentschap;

21. wijst erop dat de kwijting met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het

Agentschap ook in de toekomst gebaseerd moet zijn op zijn prestaties gedurende het hele

jaar;

Interne controle

22. bevestigt dat de Dienst interne audit (IAS) in 2010 een controle heeft uitgevoerd van de

operationele planning gebaseerd op de inbreng van interne en externe belanghebbenden;

merkt met name op dat de volgende punten onder deze controle vielen:

– de samenhang van de strategische planning en de jaarlijkse planning van activiteiten,

– de geschiktheid van het proces voor de voorbereiding van de operationele planning, met

bijzondere aandacht voor de betrokkenheid van relevante belanghebbenden,

– de geschiktheid van het proces voor het verzamelen van terugkoppeling van

operationele activiteiten en het gebruik ervan voor de voorbereiding van toekomstige

planning,

– de geschiktheid van het proces voor het afhandelen van ad-hocverzoeken van

belanghebbenden met betrekking tot de operationele planning;

23. verzoekt het Agentschap ervoor te zorgen dat alle doelstellingen in het meerjarenplan op

passende en heldere wijze worden vertaald naar het jaarlijkse werkprogramma;

24. is verheugd dat het Agentschap voor elke specifieke activiteit toch de risico's in zijn

operationele plannen aan de orde stelt; constateert bovendien met genoegen dat het

Agentschap lering trekt uit de ervaringen tijdens de implementatie van zijn activiteiten om

de voorbereiding van latere operationele plannen te verbeteren;

25. erkent dat de IAS de implementatie door het Agentschap van zeven "zeer belangrijke"

aanbevelingen uit eerdere controles van de IAS nog moet beoordelen; stelt met name vast

dat deze aanbevelingen betrekking hebben op:

– de controle uit 2009 van het subsidiebeheer, en met name de beoordeling van de

noodzaak om voor het verwerken van een betalingsverzoek een certificaat te eisen, de

voorbereiding van een beleid van verificaties en controles, de juridische overeenkomst

betreffende actieplannen met partners, en de beschrijving van de beoordelingscriteria,

– de follow-upcontrole uit 2008 van de interne controlesystemen, en met name de juiste

medewerkers om de doelstellingen ervan te verwezenlijken,

– de controle uit 2007 van de interne controlesystemen, en met name de herziening van de

registratieprocedure en de juiste complete functiebeschrijving en de mededelingen aan

het personeel;

o

Page 267: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

255

o o

26. wijst op zijn aanbevelingen in eerdere kwijtingsverslagen, zoals uiteengezet in de bijlage bij

deze resolutie;

27. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 268: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

256

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

FRONTEX 2006 2007 2008 2009

Prestaties

n.v.t.

n.v.t.

-Verzoekt het Agentschap snel een verband te leggen tussen zijn

werkprogramma en zijn financiële instelling→ Het Agentschap heeft

voor de periode 2010-2013 een meerjarenplan aangenomen ondanks

het gebrek aan bepaling hiervoor in zijn basisverordening

-Verzoekt het Agentschap een diachronische analyse te maken van

de activiteiten van dit jaar en voorgaande jaren

-Verzoekt het Agentschap een verband te leggen tussen

zijn werkprogramma en zijn financiële prognoses

-Verzoekt het Agentschap een vergelijking in te stellen

naar de activiteiten van het jaar waarvoor kwijting

wordt verleend en die van het voorgaande

begrotingsjaar

-Verzoekt het Agentschap informatie te verstrekken

over het effect van zijn activiteiten en de

kwijtingsautoriteit daarvan in kennis te stellen

Financieel en

begrotings-

beheer

-Juridische verbinte-

nissen werden aan-

gegaan vóór begro-

tingsvastleggingen

-De

begrotingsbegin-

selen van

jaarperiodiciteit en

specificiteit werden

niet strikt in acht

genomen: het

overdrachtspercenta

ge bedroeg ruim

70% in het totaal en

bijna 85% voor

operationele

uitgaven.

-Terugkerende problemen in het

vastleggingssysteem van het Agentschap:

begrotingsvastleggingen werden aangegaan

na juridische verbintenissen (25 gevallen)

en subsidieovereenkomsten met de

partnerlanden werden getekend voor acties

die al waren begonnen of zelfs al afgesloten

-Zwakheden in de programmering en het

toezicht van de activiteiten van het

Agentschap (70% van de beschikbare

kredieten werd niet uitgegeven;

vastleggingskredieten overgedragen op

basis van overmatige kostenramingen)

-Verzoekt het Agentschap zijn functie volledig uit te oefenen en

door te gaan met het verbeteren van zijn financieel beheer

-Verzoekt het Agentschap zijn financieel beheer met betrekking tot

de terugbetaling van door de lidstaten gemaakte kosten te

verbeteren, door de oorzaken van het probleem op te sporen

-Het Agentschap zou een doeltreffend systeem moeten invoeren

voor de programmering van en de controle op contractueel

vastgelegde termijnen; een beoordelingsproces met betrekking tot de

risico's van zijn activiteiten; een systeem van gesplitste kredieten

voor subsidies in de toekomstige begrotingen om het hoge

percentage aan overgedragen kredieten en annuleringen te

verhelpen; het feit dat juridische verbintenissen werden aangegaan

vóór de overeenkomstige begrotingsvastleggingen; het feit dat

aanwervingsprocedures afwijken van de regels (transparante en niet-

discriminerende procedures)

-Dringt er bij het Agentschap op aan het

bestedingspercentage van de kredieten te verbeteren

door in de nodige instructies en procedures te voorzien

om mogelijke overdrachten te analyseren en de

omvang van de over te dragen kredieten zoveel

mogelijk te beperken

-Is bezorgd dat het Agentschap kredieten moest

annuleren (€13,9m voor 2009, €13m voor 2008)

-Een hoog percentage aan overgedragen en

geannuleerde kredieten duidt erop dat het Agentschap

niet in staat is goed om te gaan met een dergelijke

grote verhoging van zijn begroting, verzoekt het

Agentschap derhalve om meer gedetailleerde

informatie over de uitvoerbaarheid van toekomstige

vastleggingen

-Verzoekt het Agentschap zijn subsidiebeheer te

verbeteren

Personeels-

zaken n.v.t. n.v.t. - Problemen met de aanwervingsprocedures n.v.t.

Interne

controle n.v.t. n.v.t.

Verzoekt het Agentschap 4 van de 23 aanbevelingen van de IAS

door te voeren: d.w.z. functiebeschrijvingen te vervolledigen en

doelen te stellen voor medewerkers, de veiligheid, de registratie van

post en het subsidiebeheer te verbeteren en ervoor te zorgen dat het

Financieel Reglement wordt geëerbiedigd

-Erkent dat 6 van de 19 aanbevelingen van de IAS

toereikend en effectief zijn uitgevoerd, dat 10 ervan in

behandeling zijn en dat 3 ervan zijn voltooid maar nog

moeten worden geverifieerd door de IAS

Page 269: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

257

P7_TA-PROV(2012)0188

Kwijting 2010: Europees GNSS-Agentschap

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0292/2011 – 2011/2233(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees GNSS-Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees GNSS-

Agentschap voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van

22 september 2010 tot oprichting van een Europees GNSS-Agentschap3, en met name

artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0127/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van het Europees GNSS-Agentschap kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 112. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 270: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

258

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees GNSS-

Agentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan

in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 271: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

259

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0292/2011 – 2011/2233(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees GNSS-Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees GNSS-

Agentschap voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van

22 september 2010 tot oprichting van een Europees GNSS-Agentschap3, en met name

artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0127/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees GNSS-

Agentschap voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het

Europees GNSS-Agentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 112. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 272: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

260

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0292/2011 – 2011/2233(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van het Europees GNSS-Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees GNSS-

Agentschap voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het

Agentschap1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van

22 september 2010 tot oprichting van een Europees GNSS-Agentschap3, en met name

artikel 14,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0127/2012),

A. overwegende dat het Europees GNSS-Agentschap ("het Agentschap") in 2006 financieel

zelfstandig is geworden;

B. overwegende dat de Rekenkamer heeft aangegeven dat zij zich geen mening heeft kunnen

vormen over de rekeningen van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2007 en erop

wijst dat de gehele opbouw van het Galileo-project in 2007 is herzien en dat de

rekeningen van het Agentschap in een onzekere juridische context zijn voorbereid;

1 PB C 366 van 15.12.2011, blz. 112. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

3 PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 273: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

261

C. overwegende dat de Rekenkamer kanttekeningen heeft geplaatst bij haar verklaring over

de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2008

en over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen;

D. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2009 betrouwbaar is en

dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

E. overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap

voor het begrotingsjaar 2010 een voorbehoud heeft gemaakt bij de betrouwbaarheid van

de jaarrekening voor 2010;

F. overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Agentschap op 10 mei

2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap

voor het begrotingsjaar 20091, en dat het in zijn resolutie behorende bij het

kwijtingsbesluit onder andere:

– het Agentschap aanspoort om de tekortkomingen in de op 31 maart 2010 door het

Agentschap gepubliceerde definitieve begroting te verhelpen omdat deze niet

overeenstemde met de definitieve door de Raad van Bestuur goedgekeurde

begroting 2009 en evenmin de ontvangsten daarvan bevatte;

– het Agentschap ook aanspoort om de tekortkomingen in de selectieprocedures voor

personeel te verhelpen die inbreuk maken op het beginsel van gelijke behandeling

bij de toepassing van de ontvankelijkheidscriteria bij wervingsprocedures die

openstaan voor zowel interne als externe kandidaten;

– het Agentschap oproept de uitsluitingscriteria voor het zevende kaderprogramma

voor onderzoek (KP7) die niet gepubliceerd en gecontroleerd werden, te verhelpen;

– opmerkt dat de kwijtingsautoriteit niet systematisch heeft aangetoond dat de criteria

voor kleine en middelgrote ondernemingen, voor de mogelijke begunstigden van

een van de onderwerpen waaraan niet werd voldaan, gecontroleerd werden;

G. overwegende dat het Agentschap in 2011 de door het Parlement verlangde stappen heeft

ondernomen om transparantie, gelijke behandeling en doeltreffendheid van de

personeelsselectieprocedures te waarborgen;

H. overwegende dat de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010

15 900 000 EUR bedroeg, ten opzichte van 44 400 000 EUR in 2009, wat een daling

betekent van 64,19%; overwegende dat volgens cijfers van het Agentschap de bijdrage

van de Europese Unie aan de begroting 2010 van het Agentschap 8 690 000 EUR

bedroeg;

Betrouwbaarheid van de rekeningen

1. merkt op dat het Agentschap, overeenkomstig de boekhoudpraktijk van het

Galileoprogramma, in 2010 voor een bedrag van 4 400 000 EUR aan onderzoeksuitgaven

heeft geboekt voor magnetotorquers, stuwraketten en brandstoftanks voor satellieten

1 PB L 250 van 27.9.2011, blz. 232.

Page 274: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

262

(validering in de omloopbaan) en rubidium atoomklokken op de grond (volledige

operationele capaciteit);

2. constateert dat deze activa zijn geboekt als onderzoeksuitgaven in plaats van ze als over te

dragen activa van het Agentschap aan de Commissie in te delen; herinnert eraan dat deze

boekhoudpraktijk in overeenstemming is met de desbetreffende voorschriften van de Unie

voor onderdelen van het Galileoprogramma;

3. constateert dat het Agentschap het Parlement in zijn verslag van 28 februari 2012 heeft

uitgelegd waarom deze onderdelen op die manier in de rekeningen werden geboekt;

4. neemt kennis van het desbetreffende antwoord van het Agentschap aan de Rekenkamer en

erkent dat het Agentschap heeft verantwoord dat het deze apparatuur niet als activa in zijn

rekeningen heeft geboekt omwille van de volgende redenen:

– de doelstelling van de IOV/FOC-fase is de technische haalbaarheid van het systeem

te beoordelen, dat in 2010 niet gevalideerd is, aangezien de Commissie, die het

Galileoprogramma beheert en leidt, deze validering pas in een latere fase heeft

gepland;

– volgens de Matimop-overeenkomst is het nooit de bedoeling geweest dat het

materieel door het Agentschap zou worden verworven; het Agentschap heeft er

nooit zeggenschap over gehad en zal dit ook niet krijgen; dat is in de

boekhoudkundige voorschriften van de Unie een van de belangrijkste voorwaarden

voor het opnemen van activa;

– uit boekhoudkundig oogpunt werd het niet verstandig geacht activa op te nemen die

geen economisch voordeel of waarde voor het Agentschap hebben;

– gezien het bovenstaande en in lijn met de consistente boekhoudkundige praktijk van

de Commissie in dergelijke situaties, zijn de kosten voor het materieel in 2010

geboekt als onderzoeksuitgaven;

5. erkent verder de opmerkingen van de Rekenkamer dat, na de inwerkingtreding van

Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008

betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor

navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)1, de meeste activiteiten en activa met betrekking

tot de Egnos- en Galileoprogramma's in december 2009 werden overgedragen aan de

Commissie, maar dat op 31 december 2010 de status van 2 000 000 EUR die in het bezit

was van het Agentschap voor wat betreft technische ondersteuning van het Europees

Ruimteagentschap, nog bepaald moest worden; neemt kennis van de verklaring van het

Agentschap dat het bedrag van 2 000 000 EUR op 3 oktober 2011 werd overgeschreven;

Financieel en begrotingsbeheer

6. neemt kennis van de verklaring van het Agentschap dat, voor 2010, de uiteindelijke

bijdrage van de Unie aan het Agentschap 8 690 000 EUR bedroeg en dat dit bedrag de

oorspronkelijke begroting van 5 135 000 EUR omvat, aangevuld met 2 755 000 EUR

1 PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1.

Page 275: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

263

afkomstig van de terugvordering van voorschotten en een bijkomend bedrag van 800 000

EUR aan betalingskredieten voor Titel III (beleidsuitgaven);

7. concludeert uit het verslag inzake financieel en begrotingsbeheer dat de raad van bestuur

een wijziging heeft aangebracht in de begroting van het Agentschap voor het

begrotingsjaar 2010; stelt vast dat de gewijzigde begroting in overeenstemming was met

een besluit van DG ENTR om de betalingskredieten van het Agentschap voor

begrotingslijn 3100 "Uitgaven voor studies" te verhogen met 800 000 EUR om de

betalingscapaciteit voor vastleggingen die uit de vorige jaren werden overgedragen en

voor de vastleggingen die in 2010 werden gedaan, te behouden;

8. concludeert uit het verslag inzake financieel en begrotingsbeheer dat de uitvoeringsgraad

van de begroting van het Agentschap 97% bedroeg voor uitgaven die door

werkingssubsidies van de Unie worden gefinancierd, en 89% voor de operationele

activiteiten die uit bestemmingsontvangsten worden gefinancierd; merkt met name op dat

de uitvoering van de begroting van het Agentschap de volgende niveaus bereikte:

– 96% van de vastleggingen en 89% van de betalingen in het kader van titel I

(Personeelsuitgaven);

– 99% van de vastleggingen en 78% van de betalingen in het kader van titel II

(Administratieve uitgaven);

– 99% van de vastleggingen en 60% van de betalingen in het kader van titel III

(Beleidsuitgaven);

is bezorgd over het feit dat het Agentschap in het kader van titel III slechts 60% van de

betalingen uitvoerde, ten opzichte van 97% in 2009; is verheugd dat het Agentschap de

nodige maatregelen heeft genomen om deze situatie te verhelpen, waardoor de

uitvoeringsgraad van de betalingen in 2011 zeer hoog lag (90% voor titel III en 94% voor

de volledige begroting);

9. concludeert uit het verslag inzake financieel en begrotingsbeheer dat de uitvoerend

directeur in 2010 twee interne overschrijvingen voor een totale waarde van 205 000 EUR

heeft goedgekeurd;

10. concludeert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap voorfinanciering van

de Commissie heeft ontvangen voor een bedrag van 2 606 675 EUR en 4 556 158 EUR,

in overeenstemming met de delegatieovereenkomst voor het KP7;

Subsidieprocedures

11. roept het Agentschap op de tekortkomingen die door de Rekenkamer werden vastgesteld,

tijdens het evaluatieproces recht te zetten voor de subsidieprocedures voor

KP7/Galileo/tweede oproep, die over een begroting van 26 000 000 EUR beschikken;

bevestigt met name de opmerkingen van de Rekenkamer dat de criteria voor het

beoordelen van de financiële capaciteit van de aanvragers niet werden vastgelegd en

hoewel de status van de aanvrager het maximale vergoedingspercentage bepaalt, deze

status niet door het Agentschap werd gecontroleerd;

Page 276: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

264

12. spoort het Agentschap bovendien aan om de tekortkomingen die de Rekenkamer heeft

vastgesteld wat betreft twee subsidieovereenkomsten binnen het zesde kaderprogramma

voor onderzoek (FP6)/derde oproep, te verhelpen; merkt met name op dat de

kostendeclaraties die de begunstigden hebben ingediend, gebaseerd waren op

standaardpercentages, in plaats van op werkelijke kosten; herinnert het Agentschap eraan

dat dit niet in overeenstemming is met het beginsel dat financiële bijdragen van de Unie

geen winst mogen opleveren en dat het Agentschap deze situatie onmiddellijk moet

rechtzetten;

13. erkent verder de opmerkingen van de Rekenkamer dat vijf gecontroleerde subsidies met

betrekking tot het KP6 een vertraging in hun uitvoering hadden van tussen één en drie

jaar en dat opeenvolgende verhogingen van de beginwaarde van de contracten werden

opgemerkt; merkt op dat het Agentschap deze vertragingen heeft gerechtvaardigd door te

stellen dat door hun technologisch vooraanstaand karakter hun activiteiten voortdurend

veranderen en dat het Agentschap daarom heeft besloten dat deze wijzigingen en

verlengingen voor het Galileoprogramma in zijn geheel nodig en nuttig waren; merkt op

dat het Agentschap er trouwens op wijst dat het vastgestelde maximum voor alle

contracten samen nooit werd overschreden;

Aanbestedingen

14. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap in 2010 de volgende

aanbestedingen heeft verricht:

– 65 bestellingen voor een totaalbedrag van ongeveer 900 000 EUR;

– zes onderhandelde procedures voor een totaalbedrag van ongeveer 470 000 EUR;

– drie openbare aanbestedingen voor een totaalbedrag van ongeveer 9 400 000 EUR;

Consistentie van het jaarlijks werkprogramma en het jaarlijks activiteitenverslag

15. merkt op dat het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap niet noodzakelijk het

jaarlijks werkprogramma weerspiegelt; stelt bovendien vast dat de doelstellingen van zijn

jaarlijks werkprogramma eerder vaag zijn en het daarom moeilijk is ze te beoordelen en te

controleren of ze zijn bereikt; spoort het Agentschap daarom aan zijn jaarlijks

werkprogramma te verbeteren zodat de kwijtingsautoriteit de doeltreffendheid van het

Agentschap beter kan beoordelen; merkt op dat het Agentschap rekening heeft gehouden

met de aanbevelingen van de Rekenkamer en is verheugd dat de toekomstige jaarlijkse

werkprogramma's derhalve aan de vereisten zullen beantwoorden;

Personeelszaken

16. spoort het Agentschap aan de selectieprocedures te verbeteren om de transparantie van

aanwerving niet in het gevaar te brengen; bevestigt de opmerkingen van de Rekenkamer

dat er bij de gecontroleerde procedures voor personeelsselectie geen drempelwaarden

waren vastgesteld voor toelating tot schriftelijke examens en sollicitatiegesprekken of

voor opneming op de lijst van geschikte kandidaten;

Page 277: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

265

17. constateert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap 16

aanwervingsprocedures heeft opgestart en tegen eind 2010 een totale personeelsbezetting

van 40 personen heeft bereikt;

18. constateert tevens uit het jaarlijks werkprogramma dat het Agentschap in totaal in 42

personeelsleden heeft voorzien, terwijl het op 31 december 2010 40 personeelsleden telde

(5 meer dan het jaar voordien): 18 operationele, 14 administratieve en 8 gemengde;

Interne audit

19. concludeert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap zijn risicobeheerbeleid

heeft afgerond en er een register van risico's is opgesteld;

20. concludeert verder uit het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap eind 2010 geen

kritieke aanbevelingen van de dienst interne audit had openstaan, maar dat er aan vijf

aanbevelingen nog geen gevolg was gegeven, met name:

– de vermelding van doelstellingen en prestatie-indicatoren in het jaarlijks

werkprogramma;

– het feit dat de raad van bestuur de rekenplichtige formeel moet aanstellen;

– de vaststelling van adequate financieringsbesluiten;

– de versterking van de fundamentele controles op het gebied van subsidiebeheer;

– de actualisering van financiële delegaties en de regelmatige beoordeling van de

rechten van ABAC-gebruikers;

21. is ingenomen met het feit dat volgens de jaarlijkse toetsing van het Agentschap van

december 2011 betreffende de uitvoering van aanbevelingen, de bovengenoemde vijf

aanbevelingen waaraan nog geen gevolg was gegeven intussen zijn uitgevoerd;

o

o o

22. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit voorgaande kwijtingsverslagen, die zijn

opgenomen in de bijlage bij deze resolutie;

23. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie

van 10 mei 20121 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de

agentschappen.

1 Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2012)0164.

Page 278: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

266

BIJLAGE Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

Europees GNSS-

Agentschap

2006

2007

2008

2009

Financieel en

begrotingsbeheer

- Zwakke punten in de

werking van de beheer- en

controlesystemen: in 12

gevallen had de ambtenaar die

het initiatief nam voor de

transactie geen gedelegeerde

bevoegdheid en werd het

passende financiële circuit

niet gevolgd

- Onduidelijkheden met

betrekking tot de activa van

Galileo en EGNOS

- Zwakke punten in het begrotingsbeheer: ontbreken

van een duidelijke samenhang tussen het

werkprogramma van de Autoriteit en de begroting,

overdrachten die niet behoorlijk gemotiveerd of

gedocumenteerd waren, invorderingsopdrachten die

herhaaldelijk te laat werden geboekt in de

begrotingsrekeningen en inconsistente presentatie

van de begrotingsuitvoering - zelfs met een feitelijke begrotingsverlaging van

50% was de bestedingsgraad van vastleggings- en

betalingskredieten voor beleidsactiviteiten laag:

63% voor vastleggingen en 51% voor betalingen - Betreurt dat de Rekenkamer kanttekeningen heeft

geplaatst bij haar verklaring over de

betrouwbaarheid van de jaarrekening betreffende

het begrotingsjaar 2007 en over de wettigheid en

regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

- Onduidelijkheden met betrekking tot de activa van

Galileo en EGNOS

- Zwakke punten in het begrotingsbeheer:

er werd geen behoorlijke gewijzigde

begroting opgesteld

- Betreurt dat de Rekenkamer

kanttekeningen heeft geplaatst bij haar

verklaring over de betrouwbaarheid van

de jaarrekening betreffende het

begrotingsjaar 2008 en over de wettigheid

en regelmatigheid van de onderliggende

verrichtingen

- Onduidelijkheden met betrekking tot de

activa van Galileo en EGNOS

- De uitsluitingscriteria voor het kaderprogramma

7 werden niet gepubliceerd & gecontroleerd & de

Autoriteit heeft niet systematisch aangetoond dat

het heeft gecontroleerd of de kleine &

middelgrote ondernemingen voldoen aan de

criteria voor mogelijke begunstigden die

deelnemen aan 1 van de onderwerpen

- De op 31 maart 2010 door de Autoriteit

gepubliceerde definitieve begroting niet de

definitieve door de Raad van Bestuur

goedgekeurde begroting 2009 weergaf en

evenmin de ontvangsten daarvan bevatte; spoort

de Autoriteit derhalve aan deze situatie te

verhelpen en de kwijtingsautoriteit in kennis te

stellen van de wijziging

Personeelszaken

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

- Tekortkomingen in de procedures voor

personeelsselectie

- De noodzaak om tekortkomingen te verhelpen

die inbreuk maken op het beginsel van gelijke

behandeling bij de toepassing van de

ontvankelijkheidscriteria bij wervingsprocedures

die openstaan voor zowel interne als externe

kandidaten

Interne audit

n.v.t.

n.v.t.

- Roept het Agentschap op gevolg te

geven aan de laatste twee aanbevelingen

die werden gedaan door de dienst interne

audit in 2007: d.w.z. gevoelige posten en

functiebeschrijving

- Bevestigt dat de twee overgebleven belangrijke

aanbevelingen van de dienst Interne audit die nog

moeten worden uitgevoerd, betrekking hebben op

gevoelige posten en functiebeschrijvingen

Page 279: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

267

P7_TA-PROV(2012)0189

Kwijting 2010: ARTEMIS - Ingebedde computersystemen

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0299/2011 – 2011/2240(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de

oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de tenuitvoerlegging

van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen3, en met

name artikel 11, lid 4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0109/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor

het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integraal deel uitmaakt,

te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 1. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 280: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

268

ARTEMIS, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan

in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 281: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

269

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0299/2011 –

2011/2240(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de

oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de tenuitvoerlegging

van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen3, en met

name artikel 11, lid 4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0109/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de

gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer,

en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 1. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 282: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

270

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0299/2011 –

2011/2240(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de

oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de tenuitvoerlegging

van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen3, en met

name artikel 11, lid 4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van

toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0109/2012),

A. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS ter versterking van het

Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie, alsook ter

bevordering van de ontwikkeling van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen in

december 2007 is opgericht om tijdens een bestaansduur van tien jaar een

onderzoeksagenda op te stellen en ten uitvoer te leggen voor de ontwikkeling van cruciale

technologieën voor ingebedde computersystemen voor uiteenlopende toepassingsgebieden;

B. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming haar werkzaamheden zelfstandig

aanving in oktober 2009;

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 1. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 283: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

271

C. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

D. overwegende dat de maximale EU-bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming

voor genoemde periode van 10 jaar 420 000 000 EUR bedraagt, te betalen uit de

begroting van het zevende kaderprogramma voor onderzoek;

E. overwegende dat voor het begrotingsjaar 2010 de begroting van de gemeenschappelijke

onderneming uitkomt op 38 500 000 EUR;

Budgettair en financieel beheer

1. stelt met bezorgdheid vast dat de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor

het begrotingsjaar 2010 niet voor het einde van het voorgaande jaar was goedgekeurd;

neemt nota van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming dat de vertraagde

goedkeuring van haar begroting voor 2010 in januari 2011 het gevolg is van het feit dat

het operationele deel van de begroting afhankelijk is van de bijdragen van de lidstaten en

dat voor het leeuwendeel van de lidstaten geldt dat deze bijdrage pas kan worden

bevestigd nadat hun nationale begroting is vastgesteld; verzoekt de gemeenschappelijke

onderneming en de bijdragende lidstaten om tot overeenstemming te komen over een

tijdschema en verdere praktische regelingen voor de openbaarmaking van hun

respectievelijke bijdragen, teneinde te kunnen zorgen voor een tijdige goedkeuring van de

begroting van de gemeenschappelijke onderneming en verzoekt de gemeenschappelijke

onderneming tevens de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van deze kwestie;

2. stelt met bezorgdheid vast dat de structuur en de presentatie van de begroting van de

gemeenschappelijke onderneming voor 2010 niet overeenstemt met de voorschriften van

de eigen financiële regels; heeft van de gemeenschappelijke onderneming te kennen

gekregen dat de structuur en de presentatie van de begroting voor 2011 inmiddels zijn

bijgesteld; verzoekt de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit mede te delen of de structuur

en de presentatie van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming nu volledig

overeenstemmen met de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming;

3. maakt uit het jaarlijkse activiteitenverslag van de gemeenschappelijke onderneming voor

2010 op dat de door de gemeenschappelijke onderneming ten behoeve van de

operationele uitgaven gebruikte vastleggingskredieten 36 000 000 EUR bedroegen; stelt

vast dat de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie navolgende verdeling van

de administratieve uitgaven zijn overeengekomen:

− de gemeenschappelijke onderneming en ARTEMISIA: 1 000 000 EUR,

− de Commissie: 1 500 000 EUR;

stelt evenwel vast dat de gemeenschappelijke onderneming slechts 1 900 000 EUR nodig

had voor de administratieve uitgaven en dat dientengevolge de bijdrage van de

Commissie beperkt was tot 935 315,91 EUR;

4. stelt vast dat de definitieve begroting van de gemeenschappelijke onderneming

betalingskredieten omvat ter hoogte van 27 000 000 EUR; maakt uit de definitieve

Page 284: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

272

jaarrekening op dat de kredieten voor 99,9 % zijn vastgelegd, maar betreurt het dat deze

slechts voor 37,78 % zijn uitgevoerd;

5. is bezorgd over de lage uitvoeringsgraad van de begroting en de achterliggende

activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming; benadrukt dat de tegoeden op de

bankrekeningen aan het einde van 2010 16 600 000 EUR bedroegen, oftewel 60 % van de

beschikbare betalingskredieten;

Interne-controlesystemen

6. verzoekt de gemeenschappelijke onderneming haar systemen voor interne controle en

financiële informatie volledig operationeel te maken, met name voor de operationele

verificatie van kostendeclaraties, de door certificaten van nationale autoriteiten verleende

zekerheden en de strategie voor controles achteraf;

7. is bezorgd over het feit dat de gemeenschappelijke onderneming voor de vooraf

uitgevoerde controles volledig en uitsluitend op de door de nationale autoriteiten

verstrekte certificaten vertrouwt en dat de gemeenschappelijke onderneming geen enkele

andere controle uitvoert om na te gaan of de door begunstigden ingediende

onkostendeclaraties wettelijk en feitelijk in orde zijn; verzoekt de gemeenschappelijke

onderneming mechanismen voor controle vooraf tot stand te brengen teneinde fouten

en/of fraude bij de onkostendeclaraties te voorkomen;

8. merkt op dat de achteraf uitgevoerde controle op kostendeclaraties in verband met

projecten volledig gedelegeerd is aan de lidstaten; is om die reden van mening dat het

moeilijk zal zijn voor de gemeenschappelijke onderneming om de financiële belangen van

haar leden naar behoren te beschermen en ervoor te zorgen dat de onderliggende

transacties juridisch en feitelijk correct zijn; roept de gemeenschappelijke onderneming

op om haar strategie ten aanzien van de achteraf uitgevoerde controles van

kostendeclaraties te heroverwegen en de kwijtingsautoriteit mede te delen welke

mechanismen zij heeft ingevoerd teneinde te zorgen voor naleving van artikel 12 van haar

oprichtingsverordening (EG) nr. 74/2008;

9. neemt kennis van de vaststelling van de Rekenkamer dat het IT-beheer en de IT-

processen gezien de omvang en de doelstellingen van de gemeenschappelijke

onderneming volstaan; wijst erop dat de formalisering van beleid en procedures op het

vlak van de strategische plannings- en monitoringscyclus voor IT, van het

bedrijfscontinuïteitsplan en het rampherstelplan evenwel achterloopt; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om deze situatie op te lossen en om de

kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang;

10. stelt vast dat de rekenplichtige van de gemeenschappelijke onderneming de financiële en

boekhoudkundige systemen van de onderneming (ABAC and SAP) heeft gevalideerd;

merkt evenwel op dat de onderliggende operationele processen niet gevalideerd zijn, het

proces dat de financiële informatie levert over de goedkeuring en uitbetaling van de

kostendeclaraties die ontvangen zijn van de nationale autoriteiten in het bijzonder;

verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit op de hoogte te

houden over de stand van zaken ten aanzien van de validatie van de onderliggende

operationele processen;

Page 285: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

273

Interne audit

11. neemt kennis van het feit dat de financiële regelingen van de gemeenschappelijke

onderneming nog niet dusdanig gewijzigd zijn dat deze nu tevens een bepaling bevatten

die verwijst naar de bevoegdheden van de interne controleur van de Commissie ten

aanzien van de algemene begroting als geheel;

12. stelt evenwel vast dat de Commissie en de gemeenschappelijke onderneming maatregelen

getroffen hebben om zich ervan te verzekeren dat de respectievelijke operationele taken

van de dienst Interne audit van de Commissie en de interne-auditfunctie van de

gemeenschappelijke onderneming duidelijk zijn omschreven;

Oproep tot het indienen van voorstellen en projectonderhandelingen

13. maakt uit het jaarlijkse activiteitenverslag op dat de oproep tot het indienen van

voorstellen van de gemeenschappelijke onderneming gepubliceerd is op 26 februari 2010

en dat er in antwoord op de projectplanfase van deze oproep 73 voorstellen zijn ingediend

voor onderzoeksprojecten, waarvan er 72 aan de geschiktheidscriteria voldeden; stelt vast

dat de elf geselecteerde voorstellen qua omvang variëren van 3 400 000 EUR tot

45 000 000 EUR en dat vier projecten daarvan een omvang hadden van 15 000 000 EUR

of meer en aldus 66 % van de totale investeringen vertegenwoordigden; merkt evenwel op

dat een van de oorspronkelijke elf projecten waarvoor de uitvoerend directeur

toestemming had gekregen om er verdere onderhandelingen over te voeren uiteindelijk

onherroepelijk moest worden afgewezen en er aldus uiteindelijk tien projecten succesvol

zijn onderhandeld;

14. stelt vast dat in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen van 2010 het

concept "Maturity Index" is ingevoerd; heeft vernomen dat dit instrument ten behoeve

van nadere analyses tijdens de projectplanfase gebruikt is ter beoordeling van de

subjectieve kwaliteit van de projectenplannen, alsook om de "volwassenheid" van de

reacties van de ARTEMIS-gemeenschap op het werkprogramma te beoordelen;

15. maakt uit het jaarlijkse activiteitenrapport op dat er in verband met de onderhandelingen

over en het opstarten van O&O-projecten enige vertraging was bij de levering van de

"productieomgeving" voor de contractonderhandelingen door de gemeenschappelijke

onderneming, en wel als gevolg van een prioriteitswijziging aan de kant van de

Commissiediensten belast met het beheer van de IT-tools voor KP7; heeft evenwel van de

gemeenschappelijke onderneming vernomen dat de technische vertraging onder controle

is en dat de productieomgeving naar verwachting tegen het midden van januari 2011

geheel operationeel zou zijn; merkt evenwel op dat er om verdere vertragingen bij de

contractonderhandelingen van de gemeenschappelijke onderneming te voorkomen een

reserveoplossing is gecreëerd die gebaseerd is op de manuele verwerking van gegevens,

teneinde te garanderen dat alle onderhandelingen zouden zijn afgerond in het eerste

kwartaal van 2011 (in de veronderstelling dat de nationale contracten dan ondertekend

zijn), dus ook als de IT-tools nog niet gereed zijn;

16. maakt uit het jaarlijkse activiteitenverslag op dat de gemeenschappelijke onderneming

eind 2010 subsidieovereenkomsten heeft afgesloten voor de dertien uit de oproep tot het

indienen van voorstellen van 2009 voortgekomen projecten alsook dat deze projecten

inmiddels zijn opgestart;

Page 286: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

274

17. is ingenomen met het feit dat de gemeenschappelijke onderneming de projecten

voortvloeiend uit de oproep tot het indienen van voorstellen uit 2008 heeft gevolgd en

geanalyseerd; merkt evenwel op dat de evaluatie van de resultaten van de projecten vaak

de nodige details ontberen voor de meting van de prestaties; merkt in het bijzonder op dat

de resultaten van de projecten CHARTER, eDIANA, SYSMODEL, iLAND, INDEXYS,

CHESS en CESAR uitsluitend als "positief" zijn gekenmerkt; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming ten behoeve van het toezicht op en de analyse van haar

projecten nauwkeurigere prestatie-indicatoren te ontwikkelen en te gebruiken;

Prestaties

18. maakt uit het jaarlijkse activiteitenverslag van de gemeenschappelijke onderneming op

dat het verslag van de Commissie over het eerste tussentijdse onderzoek van de

gezamenlijke technologie-initiatieven ARTEMIS en ENIAC op 16 december is

goedgekeurd;

19. benadrukt dat het tussentijdse onderzoek heeft geresulteerd in drie aanbevelingen aan de

gemeenschappelijke onderneming:

− de gemeenschappelijke onderneming dient teneinde het "meeliftprobleem" uit de wereld

te helpen een dusdanig systeem te ontwikkelen dat elke begunstigde die geen lid is een

percentage van de bijdrage die deze van de Unie ontvangt als onkostenvergoeding aan

de gemeenschappelijke onderneming afdraagt;

− het beoordelings- en selectieproces dient dusdanig te worden gewijzigd dat de

ondersteunde projecten beter aansluiten op de strategische Europese doelstellingen van

het programma;

− de lidstaten en de ondernemingsorganisaties dienen samen processen te ontwikkelen in

het kader waarvan organisaties die overwegen een voorstel in te dienen, vroegtijdige en

constructieve feedback gegeven kan worden over hun vooruitzichten op ondersteuning;

verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om de kwijtingsautoriteit in te lichten over

de naar aanleiding van de resultaten van het eerste tussentijdse onderzoek getroffen

maatregelen;

20. neemt nota van het Commissievoorstel tot instelling van het specifieke programma tot

uitvoering van "Horizon 2020" - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-

2020), waarin de Commissie oppert om de gemeenschappelijke ondernemingen

ARTEMIS en ENIAC tot één onderneming te laten fuseren, alsook om nieuwe

gemeenschappelijke ondernemingen op te richten voor het deel "Maatschappelijke

uitdagingen" van Horizon 2020; verzoekt de Commissie om de kwijtingsautoriteit op de

hoogte te houden van deze kwestie;

Geen gastheerschapsovereenkomst

21. herhaalt dat de gemeenschappelijke onderneming spoedig overeenkomstig Verordening

(EG) nr. 74/2008 een gastheerschapsovereenkomst met België dient te sluiten betreffende

kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere ondersteunende maatregelen die

door België aan de gemeenschappelijke onderneming worden verstrekt;

Page 287: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

275

Horizontale opmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

22. wijst er op dat de Commissie tot nu toe zeven gemeenschappelijke ondernemingen heeft

opgericht krachtens artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Unie; merkt op dat zes van deze gemeenschappelijke ondernemingen (IMI, ARTEMIS,

ENIAC, CLEAN SKY, FCH en ITER-F4E) vallen onder de onderzoeksactiviteiten van de

DG's RTD en INFSO van de Commissie en dat één gemeenschappelijke onderneming is

belast met de ontwikkeling van het nieuwe luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR) in

de sector vervoer waarvan de activiteiten worden gecontroleerd door DG MOVE;

23. stelt vast dat de totale indicatieve hulpbronnen die nodig worden geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode uitkomen op

21 793 000 000 EUR;

24. stelt vast dat de totale indicatieve hulpbronnen die nodig worden geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode uitkomen op

11 489 000 000 EUR;

25. stelt vast dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van de gemeenschappelijke

onderneming in het begrotingsjaar 2010 uitkomt op 505 000 000 EUR;

26. verzoekt de Commissie de kwijtingsautoriteit jaarlijks geconsolideerde informatie te

verstrekken over de totale jaarlijkse financiering per gemeenschappelijke onderneming

die wordt onttrokken aan de algemene begroting van de Unie, helderheid te verschaffen

over het gebruik van de gelden van de Unie en het vertrouwen van de Europese

belastingbetalers in dit opzicht te herstellen;

27. is ingenomen met het initiatief van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS om

in haar jaarlijks activiteitenverslag informatie op te nemen over het toezicht op en de

analyse van haar lopende projecten; is van mening dat deze werkwijze moet worden

nagevolgd door de overige gemeenschappelijke ondernemingen;

28. herinnert eraan dat gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private

samenwerkingsverbanden zijn en dat als gevolg daarvan publieke en private belangen met

elkaar verweven zijn; is van mening dat in de gegeven omstandigheden het ontstaan van

belangenconflicten niet moet worden uitgesloten, maar dat daarmee op de juiste wijze

moet worden omgegaan; verzoekt de gemeenschappelijke ondernemingen daarom de

kwijtingsautoriteit te informeren over de verificatiemechanismen binnen hun respectieve

structuren gericht op een juiste aansturing en het voorkomen van belangenconflicten;

29. stelt vast dat de gemeenschappelijke ondernemingen, met uitzondering van met name de

gemeenschappelijke onderneming ITER en de ontwikkeling van fusie-energie,

betrekkelijk kleine en geografisch-geconcentreerde structuren vormen; is daarom van

mening dat ze zoveel mogelijk moeten samenwerken bij het beheer van hun

hulpmiddelen;

30. verzoekt de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit te informeren over de follow-up van haar

commentaar bij de jaarrekening voor 2011 van elk van de gemeenschappelijke

ondernemingen;

Page 288: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

276

31. verzoekt de Rekenkamer op redelijke termijn een speciaal verslag aan het Parlement te

zenden over de meerwaarde van het opzetten van gemeenschappelijke ondernemingen

voor een efficiënte uitvoering van de programma's van de Unie inzake onderzoek,

technologische ontwikkeling en demonstratie; stelt verder dat dit verslag ook dient in te

gaan op de effectiviteit van het opzetten van gemeenschappelijke ondernemingen.

Page 289: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

277

P7_TA-PROV(2012)0190

Kwijting 2010: Clean sky - Luchtvaart en milieu

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0298/2011 – 2011/2239(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2 en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de

oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky3, en met name artikel 11,

lid 4,

– gezien het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky, dat is

vastgesteld bij besluit van haar raad van bestuur van 7 november 2008,

– gezien advies nr. 2/2011 over het financieel reglement van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky van de Rekenkamer van 8 februari 2011,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0115/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz 8. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 290: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

278

kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor

het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 291: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

279

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0298/2011 – 2011/2239(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2 en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de

oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky3, en met name artikel 11,

lid 4,

– gezien het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky, dat is

vastgesteld bij besluit van haar raad van bestuur van 7 november 2008,

– gezien advies nr. 2/2011 over het financieel reglement van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky van de Rekenkamer van 8 februari 2011,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0115/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky voor het begrotingsjaar 2010;

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz 8. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 292: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

280

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de

gemeenschappelijke onderneming Clean Sky, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer,

en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 293: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

281

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-298/2011 – 2239/2011(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2 en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de

oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky3, en met name artikel 11,

lid 4,

– gezien het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky, dat is

vastgesteld bij besluit van haar raad van bestuur van 7 november 2008,

– gezien advies nr. 2/2011 over het financieel reglement van de gemeenschappelijke

onderneming Clean Sky van de Rekenkamer van 8 februari 2011,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van laatstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0115/2012),

A. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky ("de gemeenschappelijke

onderneming") in december 2007 werd opgericht om de ontwikkeling, validering en

demonstratie van schone luchtvaarttechnologieën in de Unie te versnellen, opdat deze zo

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz 8. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 294: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

282

spoedig mogelijk kunnen worden ingevoerd;

B. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming autonoom is gaan functioneren in

november 2009;

C. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van de gemeenschappelijke ondernemingvoor het begrotingsjaar 2010

betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

D. overwegende dat de maximale bijdrage voor 10 jaar van de Unie aan de

gemeenschappelijke onderneming 800 000 000 EUR bedraagt, te financieren uit de

begroting van het zevende kaderprogramma voor onderzoek;

E. overwegende dat de begroting voor de gemeenschappelijke onderneming voor het

begrotingsjaar 2010 168 553 053 EUR bedroeg;

Financieel en begrotingsbeheer

1. merkt op dat de structuur en presentatie van de begroting van de gemeenschappelijke

onderneming voor 2010 niet overeenstemmen met de eisen van haar oprichtingsverordening

(EG) nr. 71/2008, noch met haar financieel reglement; begrijpt van de gemeenschappelijke

onderneming dat de structuur en presentatie van de begroting in de begroting voor 2011 zijn

gewijzigd; verzoekt de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit te garanderen dat de structuur en

presentatie van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming nu volledig voldoen

aan de eisen van Verordening (EG) nr. 71/2008 en van haar financieel reglement;

2. neemt kennis van het feit dat in de uiteindelijke begroting voorzien was in

vastleggingskredieten ter waarde van 168 000 000 EUR en betalingskredieten ter waarde

van 129 000 000 EUR;

3. wijst op de informatie in de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming dat het

bestedingspercentage voor vastleggingskredieten wel 96% bedroeg, maar het percentage

voor betalingskredieten slechts 58%; constateert met bezorgdheid dat dit wijst op

aanzienlijke vertragingen bij de uitvoering van de activiteiten ten opzichte van het

aanvankelijke plan;

4. is bezorgd over het geringe uitvoeringspercentage van de begroting van de

gemeenschappelijke onderneming voor begrotingsjaar 2010 en over het kassaldo van

53 000 000 EUR aan het eind van het jaar, zijnde 41% van de beschikbare

betalingskredieten;

Internecontrolesystemen

5. verneemt van de Rekenkamer dat de gemeenschappelijke onderneming in 2010 haar

systemen van interne controle en financiële informatie niet volledig heeft toegepast en dat

meer aandacht moet worden besteed aan de ex-antecontroleprocedures voor het valideren

van kostendeclaraties; dringt er bij de gemeenschappelijke onderneming op aan de nodige

maatregelen te treffen om haar systemen voor interne controle en financiële informatie te

voltooien;

6. concludeert uit het jaarlijkse activiteitenverslag voor 2010 dat de gemeenschappelijke

Page 295: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

283

onderneming een checklist heeft opgesteld voor de Integrated Technology Demonstrators

om de kwaliteit van de voorgelegde kostendeclaraties te verbeteren en de

verslagleggingsbehoeften voor bepaalde aspecten van de declaraties te verduidelijken;

7. neemt kennis van het feit dat de gemeenschappelijke onderneming kostendeclaraties heeft

verworpen in gevallen waar een lid of een partner het vereiste controlecertificaat niet had

voorgelegd in overeenstemming met de beschrijving van de opdracht in de

subsidieovereenkomsten; concludeert in het bijzonder uit de jaarrekening dat de

gemeenschappelijke onderneming in 2010 kosten heeft gevalideerd die door leden waren

gedeclareerd voor de uitvoering van projecten in 2008 en 2009 en dat de beoordeling van de

subsidiabiliteit van sommige kosten heeft geleid tot de verwerping van ongeveer 11% van

de uitgaven; stelt met voldoening vast dat de te veel betaalde voorfinanciering door de

gemeenschappelijke onderneming is teruggevorderd;

8. merkt op dat de Rekenkamer heeft verklaard dat de gemeenschappelijke onderneming bij

het valideren van de kostendeclaraties in vier gevallen geen rekening heeft gehouden met

uitzonderingen die in de controlecertificaten zijn opgenomen; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming daarom om bij het valideren van de onderliggende

kostendeclaraties rekening te houden met de uitzonderingen die in de controlecertificaten

zijn opgenomen;

9. concludeert uit het jaarlijkse activiteitenverslag dat de gemeenschappelijke onderneming

een ex-postauditstrategie heeft opgesteld die in december 2010 is aangenomen; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de mate

waarin de strategie is toegepast en van de bereikte resultaten; verzoekt daarnaast de

Rekenkamer de strategie te evalueren en de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van zijn

bevindingen;

10. concludeert uit het voornoemde verslag dat de gemeenschappelijke onderneming samen met

de gemeenschappelijke onderneming Initiatief voor innovatieve geneesmiddelen en de

gemeenschappelijke onderneming Brandstofcellen en waterstof een aanbestedingsprocedure

heeft opgesteld voor ex-postauditdiensten van externe firma's; merkt op dat de eerste ex-

postaudits in het tweede kwartaal van 2011 zullen plaatsvinden, na de ondertekening van de

contracten voor de gegunde opdrachten;

11. begrijpt uit de conclusies van de Rekenkamer dat de gemeenschappelijke onderneming over

voldoende IT-aansturing en -praktijken beschikt gelet op haar omvang en opdracht;

benadrukt echter dat de formalisering van het beleid en de procedures van de strategische

IT-plannings- en -bewakingscyclus, het beveiligingsbeleid en de beveiligingsvoorschriften,

het IT-risicobeheer, het bedrijfscontinuïteitsplan en het herstelplan achterblijft; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om een oplossing te vinden voor deze situatie en de

kwijtingsautoriteit een actueel verslag ter zake voor te leggen;

12. stelt vast dat de rekenplichtige van de gemeenschappelijke onderneming de financiële en

boekhoudsystemen (ABAC en SAP) heeft gevalideerd; stelt echter vast dat de

onderliggende bedrijfsprocessen, in het bijzonder het systeem voor financiële informatie

over de validering van de kostendeclaraties, niet zijn gevalideerd; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om deze situatie recht te zetten en de kwijtingsautoriteit

een actueel verslag ter zake voor te leggen;

13. is ingenomen met het feit dat de gemeenschappelijke onderneming een volledig strategisch

Page 296: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

284

internecontroleplan heeft aangenomen voor de periode 2010-2012; betreurt echter dat

enkele kernprocessen, zoals de ex-antevalidering van de kostendeclaraties en de ex-

postaudits, niet vóór 2011 zullen worden aangevat;

Oproep tot het indienen van voorstellen en projectonderhandelingen

14. verneemt van de gemeenschappelijke onderneming dat zij in 2010 vijf oproepen heeft

gelanceerd; stelt vast dat de statistieken betreffende deze oproepen, die moesten worden

opgenomen in bijlage 6, in het jaarlijkse activiteitenverslag ontbreken; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming deze te publiceren;

15. concludeert uit het jaarlijkse activiteitenverslag dat de gemeenschappelijke onderneming in

2010 drie verschillende waarnemers heeft uitgenodigd om de transparantie van het

evaluatieproces te waarborgen; verneemt van de gemeenschappelijke onderneming dat ieder

van hen volledige toegang had tot alle fases van de evaluatie en de consensusvergaderingen;

16. verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit informatie te

verstrekken over de verificatiemechanismen die zij hanteert om de volledige

onafhankelijkheid van deskundigen en waarnemers te garanderen en dus het risico van

belangenconflicten bij de beoordeling van inschrijvingen te beperken;

17. onderstreept dat de gemeenschappelijke onderneming in haar jaarlijkse activiteitenverslag

heeft vermeld dat de evaluatieverslagen van de waarnemers beschikbaar zijn op haar

website; betreurt echter dat dit niet het geval is en verzoekt de gemeenschappelijke

onderneming daarom om deze verslagen onmiddellijk te publiceren;

Bescherming van intellectuele eigendom

18. wijst erop dat de gemeenschappelijke onderneming per ultimo 2010 de interne procedures

om toezicht te houden op de toepassing van de in de consortium- en

subsidieovereenkomsten opgenomen bepalingen betreffende de bescherming, het gebruik en

de verspreiding van onderzoekresultaten, nog niet voltooid had;

Prestaties

19. stelt vast dat de eerste tussentijdse evaluatie van de gemeenschappelijke onderneming door

de Commissie eind 2010 heeft plaatsgevonden; neemt kennis van het feit dat in de

tussentijdse evaluatie is gewezen op de volgende tekortkomingen:

– aanzienlijke vertragingen ten opzichte van de aanvankelijke plannen als gevolg van

moeilijkheden bij het vaststellen van de interne procedures en regels van de

gemeenschappelijke onderneming en het samenstellen van de teams,

– vertragingen van technische aard zoals bleek uit het "bottom-up"-werkplan in juni 2010,

– onvoldoende voorbereiding, zowel op administratief als op technisch niveau, bij het

opstarten van de gemeenschappelijke onderneming;

20. constateert dat de eerste tussentijdse evaluatie een lijst van 34 aanbevelingen voor de

gemeenschappelijke onderneming bevatte, alsmede een lijst van 8 aanbevelingen voor haar

raad van bestuur; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om de kwijtingsautoriteit in

kennis te stellen van de maatregelen die op grond van de eerste tussentijdse evaluatie zijn

Page 297: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

285

genomen;

Interne audit

21. neemt kennis van het feit dat het financieel reglement van de gemeenschappelijke

onderneming nog niet gewijzigd is om er bepalingen in op te nemen betreffende de

bevoegdheden van de interne auditor van de Commissie voor de algemene begroting als

geheel;

22. merkt op dat de Commissie en de gemeenschappelijke onderneming maatregelen hebben

getroffen om te waarborgen dat de respectieve operationele taken van de dienst Interne audit

van de Commissie en de interne-auditfunctie van de gemeenschappelijke onderneming

duidelijk zijn omschreven;

Geen gastheerschapsovereenkomst

23. herhaalt dat de gemeenschappelijke onderneming snel een gastheerschapsovereenkomst

dient te sluiten met België inzake kantoorruimte, privileges en onschendbaarheid en andere

ondersteuning die door België moeten worden geleverd op grond van Verordening (EC) Nr.

71/2008 betreffende haar oprichting; begrijpt uit het antwoord van de gemeenschappelijke

onderneming dat een ontwerp voor een gastheerschapsovereenkomst ter goedkeuring is

voorgelegd aan de Belgische regering;

Horizontale opmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

24. wijst erop dat de Commissie tot nu toe zeven gemeenschappelijke ondernemingen heeft

opgericht krachtens artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Unie; dat zes gemeenschappelijke ondernemingen (IMI, ARTEMIS, ENIAC, CLEAN SKY,

FCH en ITER-F4E) onder de onderzoeksactiviteiten van de DG's RTD en INFSO van de

Commissie vallen en dat één gemeenschappelijke onderneming belast is met het

ontwikkelen van een nieuw luchtverkeerscontrolesysteem (SESAR) op het vlak van vervoer

waarvan de activiteiten onder toezicht staan van DG MOVE;

25. merkt op dat de totale indicatieve middelen die nodig worden geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaan 21 793 000 000 EUR bedragen;

26. merkt op dat de totale bijdrage van de Unie die noodzakelijk wordt geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaan 11 489 000 000 EUR bedraagt;

27. merkt op dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van de gemeenschappelijke

ondernemingen uitkomt op 505 000 000 EUR bedraagt voor het begrotingsjaar 2010;

28. verzoekt de Commissie om de kwijtingsautoriteit geconsolideerde informatie te verstrekken

over de totale jaarlijkse financiering per gemeenschappelijke onderneming uit de algemene

begroting van de Unie om transparantie en duidelijkheid over het gebruik van de middelen

van de Unie te garanderen en het vertrouwen van de Europese belastingbetalers te

herstellen;

29. is tevreden met het initiatief van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS om in

haar jaarlijkse activiteitenverslag informatie op te nemen over de bewaking en controle van

haar lopende projecten; is van mening dat deze werkwijze door de overige

Page 298: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

286

gemeenschappelijke ondernemingen moet worden nagevolgd;

30. herinnert eraan dat gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private partnerschappen

zijn en dat als gevolg daarvan publieke en private belangen met elkaar verweven zijn; is van

mening dat in de gegeven omstandigheden het risico dat er belangenconflicten ontstaan, niet

mag worden uitgesloten, maar op de juiste wijze moet worden aangepakt; verzoekt de

gemeenschappelijke ondernemingen daarom om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen

van de verificatiemechanismen die binnen hun respectieve structuren voorhanden zijn om

een degelijk beheer en preventie van belangenconflicten mogelijk te maken;

31. merkt op dat de gemeenschappelijke ondernemingen, met uitzondering van met name de

gemeenschappelijke onderneming ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, betrekkelijk

kleine en geografisch geconcentreerde structuren zijn; is daarom van mening dat zij hun

middelen zoveel mogelijk moeten bundelen;

32. verzoekt de Rekenkamer om de kwijtingsautoriteit een follow-up te verstrekken van zijn

opmerkingen bij de respectieve jaarrekening van elk van de gemeenschappelijke

ondernemingen voor het begrotingsjaar 2011;

33. verzoekt de Rekenkamer om het Parlement binnen een redelijke termijn een speciaal verslag

voor te leggen over de toegevoegde waarde van het opzetten van gemeenschappelijke

ondernemingen voor een efficiënte uitvoering van de programma's van de Unie inzake

onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie; merkt voorts op dat in dit rapport

ook ingegaan moet worden op de effectiviteit van het opzetten van gemeenschappelijke

ondernemingen.

Page 299: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

287

P7_TA-PROV(2012)0191

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming ENIAC

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0352/2011 – 2011/2265(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming ENIAC voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van

de gemeenschappelijke onderneming ENIAC3,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van eerstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0112/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het

begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daar integraal deel van uitmaakt, te

doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 48. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 300: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

288

ENIAC, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in

het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 301: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

289

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0352/2011 – 2011/2265(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming ENIAC voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van

de gemeenschappelijke onderneming ENIAC3,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van eerstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0112/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de gemeenschappelijke

onderneming ENIAC voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de

gemeenschappelijke onderneming ENIAC, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te

zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 48. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 302: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

290

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0352/2011 – 2011/2265(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming ENIAC voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van

de gemeenschappelijke onderneming ENIAC3,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94 van eerstgenoemde verordening,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0112/2012),

A. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming ENIAC ("de gemeenschappelijke

onderneming") op 20 december 2007 voor een periode van 10 jaar is opgericht om een

"onderzoeksagenda" vast te stellen en ten uitvoer te leggen voor de ontwikkeling van

cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden;

B. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming in juli 2010 haar financiële

autonomie heeft verkregen;

C. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming zich nog in de aanloopfase bevindt

en dat haar interne systemen voor toezicht en financiële rapportage eind 2010 nog niet

volledig waren ontwikkeld;

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 48. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 303: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

291

D. overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslagen over de jaarrekening van de

gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar 2010 een voorbehoud heeft

gemaakt ten aanzien van de betrouwbaarheid van de rekeningen op grond van het feit dat de

gemeenschappelijke onderneming de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de

aansluiting hiervan op de economische resultatenrekening niet in de rekeningen heeft

opgenomen;

E. overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslagen over de jaarrekening van de

gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar 2010 verklaart redelijke

zekerheid te hebben verkregen dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

F. overwegende dat de maximale EU-bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming voor

de periode van 10 jaar 450 000 000 EUR bedraagt, te betalen uit de begroting van het

zevende kaderprogramma onderzoek;

G. overwegende dat de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het

begrotingsjaar 2010 38 440 000 EUR bedroeg;

Betrouwbaarheid van de rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming

1. stelt met bezorgdheid vast dat de gemeenschappelijke onderneming van de Rekenkamer een

verklaring met beperking heeft ontvangen over de betrouwbaarheid van de rekeningen, op

grond van het feit dat zij de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de

aansluiting hiervan op de economische resultatenrekening, die worden voorgeschreven door

EG-boekhoudregel 16 "Presentatie van informatie over het budget in de jaarrekening", niet

in de rekeningen heeft opgenomen;

2. maakt uit het commentaar van de gemeenschappelijke onderneming op dat de verklaring

met beperking te wijten is aan het feit dat de gemeenschappelijke onderneming en de

Rekenkamer van verschillende data zijn uitgegaan om te bepalen vanaf wanneer de

gemeenschappelijke onderneming autonoom is gaan werken;

Begrotings- en financieel beheer

3. erkent dat de begroting van de gemeenschappelijke onderneming van 1 januari 2010 tot

4 mei 2010 werd beheerd door directoraat-generaal INFSO; merkt op dat de huishoudelijke

kredieten in mei 2010 aan de gemeenschappelijke onderneming werden overgedragen, maar

dat de operationele begrotingsonderdelen niet werden overgedragen en in het

boekhoudsysteem ontoegankelijk bleven tot de gemeenschappelijke onderneming op 26 juli

2010 officieel financiële autonomie kreeg; wijst erop dat de gemeenschappelijke

onderneming pas op 22 september 2010, met de overdracht van kredieten voor operationele

activiteiten, de middelen verkreeg om haar eigen begroting uit te voeren;

4. maakt uit de opmerkingen van de gemeenschappelijke onderneming op dat de definitieve

begroting een bedrag van 38 440 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten omvatte,

en dat daarvan 36 168 000 EUR werd besteed aan de oproep van 2010;

5. stelt vast dat de bestedingsgraad voor de beschikbare vastleggings- en betalingskredieten

respectievelijk 99 % en 24 % was; is bezorgd over de lage uitvoeringsgraad van de

betalingskredieten en met name over de onderliggende activiteiten van de

gemeenschappelijke onderneming; onderstreept dat het kassaldo aan het einde van het jaar

Page 304: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

292

20 000 000 EUR bedroeg, oftewel 53 % van de voor 2010 beschikbare betalingskredieten;

6. merkt op dat de lage uitvoering van de betalingskredieten te wijten is aan de vertraagde

overdracht van de operationele activiteiten en de bijbehorende middelen van de Commissie

aan de gemeenschappelijke onderneming;

7. maakt uit de opmerkingen van de gemeenschappelijke onderneming op dat een handboek is

opgesteld, waarin de scheiding van functies staat vermeld; hierdoor konden de onderstaande

vijf uitzonderingen worden vastgesteld die zich in de aanvangsfase bij de uitvoering van de

eigen begroting voordeden:

– 3 contracten werden ondertekend terwijl de ABAC-verrichtingen nog niet voltooid

waren, omdat de duur van de ABAC-procedure onderschat was,

– 1 contract dat aan een bestaande vastlegging gekoppeld was, werd ondertekend voordat

werd bepaald dat er een nieuwe vastlegging vereist was,

– 1 ontbrekend contract werd ontdekt tijdens de overdracht van de autonomie en werd

ondertekend nadat de eerste betalingen waren goedgekeurd,

stelt vast dat de corrigerende maatregelen zijn uitgevoerd en dat er verder geen

uitzonderingen zijn waargenomen;

Systemen voor interne controle

8. verzoekt de gemeenschappelijke onderneming met klem haar systemen voor interne

controle en financiële informatie te voltooien; roept de gemeenschappelijke onderneming

met name op om belangrijke onderdelen van haar internecontrolesysteem, zoals de

boekhoudprocedures en controles met betrekking tot de afsluiting van de rekeningen en de

opname en waardering van de operationele uitgaven, vast te stellen en te documenteren;

9. neemt kennis van de vaststelling van de Rekenkamer dat er controlegebreken zijn ontdekt

op het gebied van financiële verificatie vooraf van voorfinancieringsbetalingen, met name

met betrekking tot de berekening en validering van de betaalde bedragen; onderstreept dat

voor voorfinancieringsbetalingen en voor de aanvaarding van kosten volledig werd

vertrouwd op de van de nationale financierende autoriteiten ontvangen certificaten en dat er

geen andere controles werden verricht om de wettigheid en regelmatigheid van de

gedeclareerde kosten te waarborgen;

10. merkt op dat de controle achteraf van de met de projecten verband houdende

kostendeclaraties volledig aan de lidstaten is gedelegeerd; vindt het niettemin belangrijk dat

de gemeenschappelijke onderneming garandeert dat de financiële belangen van haar leden

op adequate wijze worden beschermd en dat de onderliggende verrichtingen wettig en

regelmatig zijn; is daarom van mening dat de gemeenschappelijke onderneming het

moeilijk zal krijgen te garanderen dat de financiële belangen van haar leden naar behoren

worden beschermd en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn; roept de

gemeenschappelijke onderneming op haar strategie om de kostendeclaraties achteraf te

controleren, te heroverwegen en de kwijtingsautoriteit te informeren over het ingevoerde

mechanisme dat naleving van artikel 12 van haar oprichtingsverordening (EG) nr. 72/2008

garandeert;

Page 305: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

293

11. stelt vast dat de rekenplichtige van de gemeenschappelijke onderneming de financiële en

boekhoudkundige systemen (ABAC en SAP) heeft gevalideerd; stelt echter vast dat de

onderliggende bedrijfsprocessen niet werden gevalideerd, met name het proces dat

financiële informatie levert over de validering en betaling van de van de nationale instanties

ontvangen kostendeclaraties; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de

kwijtingsautoriteit te laten weten hoe ver het staat met de validering van de onderliggende

bedrijfsprocessen;

12. neemt kennis van de bevinding van de Rekenkamer dat de gemeenschappelijke

onderneming, gelet op haar omvang en taken, beschikt over een toereikende IT-organisatie

en toereikende IT-praktijken; benadrukt echter dat de cyclus voor strategische IT-planning,

de indeling van gegevens in overeenstemming met de vereisten inzake vertrouwelijkheid en

integriteit, alsook een rampenherstelplan achterliggen op schema; roept de

gemeenschappelijke onderneming op de situatie te verbeteren en de kwijtingsautoriteit

hierover een bijgewerkt verslag voor te leggen;

Interne audit

13. stelt vast dat de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming nog niet

dusdanig zijn gewijzigd dat daar nu tevens een bepaling in staat die verwijst naar de

bevoegdheden van de interne controleur van de Commissie ten aanzien van de algemene

begroting als geheel;

14. stelt echter vast dat de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming de

taakomschrijving van de dienst Interne audit van de Commissie heeft aangenomen;

Vertraagde financiële autonomie

15. herhaalt dat de gemeenschappelijke onderneming in februari 2008 is opgericht, maar pas in

juli 2010 autonoom begon te werken; spreekt zijn grote bezorgdheid erover uit dat de

gemeenschappelijke onderneming een vierde van haar looptijd, tot en met 31 december

2017, heeft gebruikt om financieel autonoom te worden; stelt vast dat de

gemeenschappelijke onderneming pas net na september 2010 operationele betalingen kon

doen, toen de overdracht van contanten van de Commissie aan de gemeenschappelijke

onderneming die de operationele kredieten dekte, had plaatsgevonden; staat erop dat deze

vertragingen geen verlenging van haar bestaansperiode van 10 jaar tot gevolg mogen

hebben, maar het bestuur van de gemeenschappelijke onderneming veeleer moeten

aanmoedigen om alle gebreken aan te pakken en haar doelstellingen binnen de looptijd van

10 jaar te halen;

Oproep tot het indienen van voorstellen en projectbeheer

Oproep van 2010

16. maakt uit de opmerkingen van de gemeenschappelijke onderneming op dat er veel reactie is

gekomen op oproep 3 tot het indienen van voorstellen; neemt kennis van het feit dat 10

voorstellen voor financiering zijn geselecteerd, maar dat 11 subsidiabele projecten niet

konden worden gefinancierd, omdat de beschikbare begroting uitgeput was;

Oproep van 2008 en van 2009

Page 306: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

294

17. is ernstig bezorgd over de langzame voortgang van de projecten in het kader van oproep 1

(2008) en oproep 2 (2009);

18. maakt uit het jaarverslag 2010 van de gemeenschappelijke onderneming op dat voor oproep

1 de situatie aan het eind van 2010 er als volgt uitzag:

– van de in totaal 166 partners hadden er 6 (3,6 %) geen nationale subsidieovereenkomst,

hoofdzakelijk vanwege lopend papierwerk na doorgevoerde wijzigingen;

– 15,1 % van de partners (25, hoofdzakelijk partners uit Italië) had een nationale

subsidieovereenkomst afgesloten, maar nog niet het toelatingsformulier ondertekend;

19. concludeert uit de opmerkingen van de gemeenschappelijke onderneming dat de contracten

voor de projecten uit oproep 2 nog langzamer vorderden; dat aan het eind van 2010 hiervoor

slechts 6 subsidieovereenkomsten voor gemeenschappelijke ondernemingen konden worden

ondertekend, terwijl de overige 5 projecten vertraging opliepen om de volgende redenen:

– 3 projecten hebben Italiaanse projectcoördinatoren die nog steeds wachten op het

landsbesluit en die het niet eens waren met hun vervanging door partners uit andere

landen,

– het SMART-project is herschreven nadat Frankrijk, een aantal maanden na de

financieringsbeslissing van de overheidsraad, de financiering wegens bezuinigingen had

stopgezet,

– MIRANDELA was klaar voor ondertekening, maar werd op het laatst gewijzigd met

betrekking tot de verantwoordelijke persoon die voor ondertekening bevoegd was;

20. stelt op basis van het jaarverslag vast dat sinds het begin van het programma tot en met eind

2010 de gemeenschappelijke onderneming meer dan 300 subsidiebetalingen heeft gedaan

voor in totaal 9 800 000 EUR; merkt op dat de gemeenschappelijke onderneming de situatie

van contracten en betalingen onaanvaardbaar vindt en heeft besloten actie te ondernemen

teneinde:

– er zeker van te zijn dat de bij het proces betrokken entiteiten bekend zijn met de

procedures,

– duidelijkheid te verschaffen over de volgorde van de handelingen en uitwisselingen die

plaats moeten vinden met de nationale financierende autoriteiten,

– de te nemen stappen te definiëren en de procedures te versnellen,

– de vooruitgang te volgen door nationale entiteiten te bezoeken om de stand van zaken na

te gaan of de procedures toe te lichten;

21. roept de gemeenschappelijke onderneming op aan de kwijtingsautoriteit het volgende over

te leggen:

– een bijgewerkt verslag over de actuele situatie met betrekking tot de projecten in het

kader van oproep 1 en 2 wat betreft de voortgang van de afwikkeling van contracten en

subsidiebetalingen,

Page 307: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

295

– een evaluatieverslag over de genomen maatregelen teneinde het contracterings- en

betalingsproces te versnellen en over de gerealiseerde voortgang door de

tenuitvoerlegging ervan,

– een bijgewerkt verslag over de actuele situatie met betrekking tot de projecten in het

kader van oproep 3 zowel wat contracten als wat betalingen betreft;

Prestaties

22. maakt uit het jaarverslag op dat op 16 december 2010 het verslag van de Commissie over de

eerste tussentijdse beoordeling van de gezamenlijke technologie-initiatieven van ARTEMIS

en ENIAC is aangenomen;

23. onderstreept dat de tussentijdse beoordeling drie aanbevelingen voor de

gemeenschappelijke onderneming bevat:

– het probleem van ‘free riding’ oplossen; de gemeenschappelijke onderneming moet een

systeem uitwerken waarbij ieder niet-aangesloten begunstigde land een percentage van

zijn bijdrage aan de Unie betaalt als een vergoeding voor de kosten van de

gemeenschappelijke onderneming,

– het evaluatie- en selectieproces moet worden gewijzigd teneinde de portefeuille van

ondersteunde projecten en de strategische Europese doelstellingen van het programma

beter op elkaar af te stemmen,

– de lidstaten en de industrieverbonden moeten samenwerken teneinde procedés vast te

stellen waarbij mogelijke indieners in een vroeg stadium constructieve feedback krijgen

over hun vooruitzichten op ondersteuning;

verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit te informeren over de

ingevoerde maatregelen naar aanleiding van de resultaten van deze eerste tussentijdse

beoordeling;

24. stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming de onderbesteding van haar operationele

begroting als het belangrijkste knelpunt beschouwt om haar opdracht te kunnen uitvoeren;

stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming daarom in 2010 overging tot opstelling

van een lijst actiepunten die de situatie ten goede moeten keren, waaronder:

– de bevordering van het bepalen van strategisch relevante projecten,

– de identificatie van nationale programma’s die er voordeel mee zouden doen als ze in

een Europese context worden geplaatst,

– de betrokkenheid van extra nationale financierende entiteiten,

– de optimalisering van de financieringssplitsing tussen EUREKA-cluster CATRENE en

de gemeenschappelijke onderneming;

verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit te informeren over de

stand van de tenuitvoerlegging van deze actiepunten en over de behaalde resultaten;

25. neemt kennis van het voorstel van de Commissie tot vaststelling van het specifieke

Page 308: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

296

programma tot uitvoering van "Horizon 2020" – het kaderprogramma voor onderzoek en

innovatie (2014-2020), waarbij de Commissie de mogelijkheid schept om ARTEMIS en

ENIAC te combineren tot één initiatief en om nieuwe gemeenschappelijke ondernemingen

op te richten in het kader van de aanpak van de ‘maatschappelijke uitdagingen’ die deel

uitmaken van Horizon 2020; verzoekt de Commissie de kwijtingsautoriteit hierover op de

hoogte te houden;

Ontbrekende gastheerschapsovereenkomst

26. herhaalt dat de gemeenschappelijke onderneming spoedig overeenkomstig Verordening

(EG) nr. 72/2008 een gastheerschapsovereenkomst met België moet sluiten betreffende

kantoorruimte, de voorrechten en immuniteiten en andere ondersteunende maatregelen van

Belgische zijde;

Horizontale opmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

27. wijst erop dat de Commissie tot dusver zeven gemeenschappelijke ondernemingen heeft

opgericht krachtens artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Unie; merkt op dat zes van deze gemeenschappelijke ondernemingen (IMI, ARTEMIS,

ENIAC, CLEAN SKY, FCH en ITER-F4E) zich met onderzoek bezighouden onder toezicht

van de directoraten-generaal RTD en INFSO van de Commissie en dat de zevende, die

belast is met de ontwikkeling van het nieuwe luchtverkeersleidingssysteem (SESAR), onder

DG MOVE valt;

28. merkt op dat het totale voor de gemeenschappelijke ondernemingen voor hun bestaansduur

benodigde bedrag begroot wordt op 21 793 000 000 EUR;

29. merkt op dat de totale voor de gemeenschappelijke ondernemingen voor hun bestaansduur

benodigde financiële bijdrage van de Unie begroot wordt op 11 489 000 000 EUR;

30. merkt op dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van de gemeenschappelijke

ondernemingen in het begrotingsjaar 2010 505 000 000 EUR bedroeg;

31. verzoekt de Commissie de kwijtingsautoriteit jaarlijks geconsolideerde informatie te

verstrekken over de totale jaarlijkse financiering van de individuele gemeenschappelijke

ondernemingen uit de algemene begroting van de Unie, dit teneinde te zorgen voor

transparantie en duidelijkheid over de aanwending van de communautaire middelen en zo

mede het vertrouwen van de Europese belastingbetaler te herstellen;

32. is ingenomen met het initiatief van ARTEMIS om in haar jaarverslag informatie op te

nemen over het toezicht op en de analyse van lopende projecten; is van mening dat dit

goede voorbeeld gevolgd moet worden door de overige gemeenschappelijke

ondernemingen;

33. herinnert eraan dat gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private partnerschappen

zijn en dat publieke en private belangen daardoor onderling vervlochten zijn; is van mening

dat onder die omstandigheden de kans op belangenconflicten niet mag worden

gebagatelliseerd, maar naar behoren dient te worden aangepakt; verzoekt de

gemeenschappelijke ondernemingen daarom de kwijtingsautoriteit mede te delen over

welke verificatiemechanismen hun organisaties beschikken om belangenconflicten te

voorkomen en zo nodig op te lossen;

Page 309: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

297

34. merkt op dat, met de grote uitzondering van de gemeenschappelijke onderneming voor

ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, gemeenschappelijke ondernemingen relatief

klein en geografisch geconcentreerd zijn; is daarom van mening dat zij waar mogelijk hun

krachten dienen te bundelen;

35. verzoekt de Rekenkamer, in haar verslag over de jaarrekeningen van de gemeenschappelijke

ondernemingen voor het begrotingsjaar 2011, aan de kwijtingsautoriteit vervolginformatie

te verschaffen over de opmerkingen die de Rekenkamer voor elk van hen heeft gemaakt;

36. nodigt de Rekenkamer uit om het Parlement binnen een redelijk tijdsbestek een speciaal

verslag te doen toekomen over de meerwaarde die de oprichting van de gemeenschappelijke

ondernemingen heeft voor de goede uitvoering van de EU-programma's op het gebied van

onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie; merkt verder op dat in dit verslag

tevens moet worden geanalyseerd of bij de oprichting van de gemeenschappelijke

onderneming doeltreffend te werk is gegaan.

Page 310: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

298

P7_TA-PROV(2012)0192

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en

waterstof (FCH)

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming

brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0301/2011 –

2011/2242(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming

brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke

Onderneming brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de

oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof voor de

uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief voor brandstofcellen en

waterstof3,

– gezien Verordening (EG) nr. 1183/2011 van de Raad van 14 november 2011 tot wijziging

van Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting

van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0110/2012),

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 40. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1. 4 PB L 302 van 19.11.2011, blz. 3. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 311: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

299

1. verleent de uitvoerend directeur van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen

en waterstof kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke

onderneming voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Gemeenschappelijke

Onderneming brandstofcellen en waterstof, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en

te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 312: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

300

2.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0301/2011 – 2011/2242(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming

brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke

Onderneming brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de

oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof voor de

uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief voor brandstofcellen en

waterstof3,

– gezien Verordening (EG) nr. 1183/2011 van de Raad van 14 november 2011 tot wijziging

van Verordening (EG) nr. 521/2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke

Onderneming brandstofcellen en waterstof4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0110/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Gemeenschappelijke

Onderneming brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof, de Raad, de Commissie en

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 40. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1. 4 PB L 302 van 19.11.2011, blz. 3. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 313: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

301

de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese

Unie (serie L).

Page 314: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

302

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en

waterstof voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0301/2011 – 2011/2242(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming

brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke

Onderneming brandstofcellen en waterstof voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de

antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de

oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof voor de

uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief voor brandstofcellen en

waterstof3,

– gezien Verordening (EG) nr. 1183/2011 van de Raad van 14 november 2011 tot wijziging

van Verordening (EG) nr. 521/2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke

Onderneming brandstofcellen en waterstof4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement

van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5, en met name

artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0110/2012),

A. overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof ("de

gemeenschappelijke onderneming") is opgericht in mei 2008 om tot en met 31 december

2017 ten behoeve van een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën te

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 40. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1. 4 PB L 302 van 19.11.2011, blz. 3. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 315: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

303

werken aan de ontwikkeling van markttoepassingen en op die manier bijkkomende

inspanningen van de industrie te vergemakkelijken;

B. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming slechts vanaf november 2010

financieel autonoom is beginnen te werken;

C. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar

2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

D. overwegende dat de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, en de

Europese Industriegroepering gezamenlijk technologie-initiatief brandstofcellen en

waterstof (industriegroepering) de oprichtende leden van de gemeenschappelijke

onderneming zijn;

E. overwegende dat de maximale EU-bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming

voor genoemde periode 470 000 000 EUR bedraagt, te betalen uit de begroting van het

zevende kaderprogramma voor onderzoek;

F. overwegende dat voor het begrotingsjaar 2010 de begroting van de gezamenlijke

onderneming 97 400 000 EUR bedroeg;

Budgettair en financieel beheer

1. maakt uit de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming voor het

begrotingsjaar 2010 op dat haar begroting tussen 1 januari 2010 en 14 november 2010

beheerd werd door DG RTD; stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming op 15

november 2010 autonoom werd;

2. stelt op basis van de definitieve jaarrekening vast dat de gezamenlijke onderneming in

2010 haar begroting tweemaal heeft gewijzigd; stelt met name vast dat:

− de eerste begrotingswijziging is uitgevoerd om de structuur van de begroting te doen

aansluiten op de behoeften van de gezamenlijke onderneming en om met het oog op

de latere autonomie van de gezamenlijke onderneming in 2010 de inkomsten te

herverdelen,

− met de tweede begrotingswijziging op verzoek van de Commissie twee

inkomstenposten zijn samengevoegd;

3. maakt uit de definitieve jaarrekening op dat de uitvoerend directeur in 2010 een drietal

begrotingsoverschrijvingen heeft verricht die in totaal 0,11% van de betalingskredieten

voor 2010 vertegenwoordigen;

4. leidt uit de definitieve jaarrekening af dat de begroting van de gezamenlijke onderneming

in 2010 een uitvoeringspercentage van de begroting van 99,01% had met betrekking tot

vastleggingskredieten en van 88,7% van de betalingskredieten; merkt in het bijzonder op

dat:

− de uitvoeringsgraad betreffende personeelskredieten, voornamelijk als gevolg

van vertragingen bij de aanwerving van werknemers, met respectievelijk 19,14%

en 13,63%, laag is,

Page 316: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

304

− de uitvoeringsgraad voor betalingskredieten betreffende infrastructuur als gevolg

van de late autonomie van de gezamenlijke onderneming met 15,39% laag is;

verzoekt de gezamenlijke onderneming de kwijtingsautoriteit uit te leggen waarom de

vertragingen bij de aanwerving van werknemers hebben plaatsgevonden; dringt er

bovendien bij de gezamenlijke onderneming op aan de kwijtingsautoriteit mee te delen

welke maatregelen er getroffen zijn om de situatie te verhelpen en te zorgen voor een

hogere uitvoeringsgraad van haar begroting zowel betreffende vastleggingen als

betalingen;

5. merkt op dat alle operationele betalingen aan begunstigden in 2010 zijn uitgevoerd in de

laatste zes weken van dat jaar;

Interne-controlesystemen

6. roept de gemeenschappelijke onderneming en in het bijzonder haar rekenplichtige op om

overeenkomstig haar financieel reglement de onderliggende operationele processen te

formaliseren en valideren;

7. merkt op dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat het IT-beheer en de IT-processen

gezien de omvang en de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming

volstaan; wijst er echter op dat de formalisering van haar beleid en procedures voor de

strategische plannings- en monitoringcyclus voor IT, van de classificatie van gegevens

overeenkomstig vertrouwelijkheids- en integriteitsvereisten, alsook van het

bedrijfscontinuïteitsplan en het rampherstelplan, niet ver genoeg is gevorderd; dringt er

bij de gemeenschappelijke onderneming op aan deze situatie aan te pakken en de

kwijtingsautoriteit een actueel verslag over deze kwestie te doen toekomen;

8. herhaalt dat de gemeenschappelijke onderneming opgericht is in mei 2008, maar pas in

november 2010 autonoom begon te werken; spreekt zijn bezorgdheid uit over het feit dat

de krachtens haar financiële regels vereiste en op de regels voor deelname van het

zevende kaderprogramma gebaseerde onderzoeksmethodologie voor de waardering van

bijdragen in natura nog altijd ontbreekt; maakte uit het antwoord van de

gemeenschappelijke onderneming op een vraag van de Rekenkamer op dat de

onderneming in het tweede kwartaal van 2011 een dergelijke methodologie ontworpen

heeft en dat deze in november 2011 ter goedkeuring is overlegd aan de raad van bestuur;

roept de gemeenschappelijke onderneming op om de kwijtingsautoriteit te informeren

over de meest recente ontwikkelingen ten aanzien van de goedkeuring en

tenuitvoerlegging van de methodologie;

Interne audit

9. neemt er kennis van dat de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming nog

niet dusdanig zijn gewijzigd met een bepaling die verwijst naar de bevoegdheden van de

interne controleur van de Commissie ten aanzien van de begroting als geheel;

10. merkt echter op dat de Commissie en de gemeenschappelijke onderneming maatregelen

hebben getroffen om te waarborgen dat de respectievelijke operationele taken van de

dienst Interne audit van de Commissie en de interne-auditfunctie van de

gemeenschappelijke onderneming duidelijk zijn omschreven;

Page 317: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

305

Oproep tot het indienen van voorstellen en projectbeheer

11. maakt uit het jaarlijks activiteitenverslag van de gemeenschappelijke onderneming op dat

de gezamenlijke onderneming in 2009 de selectieprocedure voor de oproep tot het

indienen van voorstellen voor 2009 heeft afgerond middels de ondertekening van

subsidieovereenkomsten voor 28 projecten en dat in het kader daarvan reeds tegen het

einde van 2010 voor op één na alle projectconsortia de eerste betalingen verricht zijn;

12. stelt op basis van het jaarlijks activiteitenverslag vast dat de oproep tot het indienen van

voorstellen voor 2010 gepubliceerd is op 18 juni 2010 en dat de financiële bijdrage aan de

oproep van de gezamenlijke onderneming 89 100 000 EUR bedroeg; neemt nota van het

feit dat er vóór de deadline 71 voorstellen zijn ingediend waarvan 43 voldeden aan de

criteria en dat de desbetreffende contractonderhandelingen in 2011 zijn uitgevoerd;

13. verzoekt de gezamenlijke onderneming om de kwijtingsautoriteit:

− een actueel verslag over de huidige stand van zaken ten aanzien van de projecten

betreffende betalingen en voorlopige resultaten krachtens de oproepen tot het

indienen van voorstellen van 2009 te bezorgen,

− een actueel verslag te doen toekomen over de huidige stand van zaken ten

aanzien van de projecten betreffende de afsluiting van contracten als betalingen

krachtens de oproepen tot het indienen van voorstellen van 2010;

14. is ervan op de hoogte dat de oproep tot het indienen van voorstellen van 2010 is

beoordeeld door een team van 32 onafhankelijke deskundigen en een voorzitter en dat

twee onafhankelijke waarnemers erop hebben toegezien dat het beoordelingsproces op

een eerlijke, onpartijdige en vertrouwelijke wijze werd uitgevoerd; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om de kwijtingsautoriteit mee te delen van welke

verificatiemechanismen zij gebruikmaakt om erop toe te zien dat de deskundigen en

waarnemers volledig onafhankelijk zijn en aldus het risico op belangenverstrengelingen

tijdens de beoordeling van offertes tot een minimum te beperken;

Geen gastheerschapsovereenkomst

15. herhaalt dat de gemeenschappelijke onderneming spoedig overeenkomstig Verordening

(EG) nr. 521/2008 een gastheerschapsovereenkomst met België dient te sluiten

betreffende kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere ondersteunende

maatregelen die door België aan de gemeenschappelijke onderneming worden verstrekt;

Horizontale opmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

16. onderstreept dat er tot dusver zeven gemeenschappelijke ondernemingen zijn opgericht

door de Commissie krachtens artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de

Europese Unie; merkt op dat zes van deze gemeenschappelijke ondernemingen (IMI,

ARTEMIS, ENIAC, CLEAN SKY, FCH en ITER-F4E) actief zijn op het gebied van

onderzoek en onder de DG's RTD en INFSO van de Commissie vallen en de zevende

belast is met de ontwikkeling van het nieuwe luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)

en - omdat zij actief is op het gebied van vervoer - onder DG MOVE valt;

Page 318: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

306

17. merkt op dat het indicatieve totaal aan hulpbronnen dat nodig werd geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansduur 21 793 000 000

bedraagt;

18. merkt op dat de volledige bijdrage van de Unie die nodig werd geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansduur 11 489 000 000 EUR

bedraagt;

19. merkt op dat in het begrotingsjaar 2010 de volledige bijdrage van de Unie aan de

begroting van de gemeenschappelijke ondernemingen 505 000 000 EUR bedroeg;

20. verzoekt de Commissie de kwijtingsautoriteit jaarlijks geconsolideerde informatie te

verstrekken over de totale jaarlijkse financiering van de individuele gemeenschappelijke

ondernemingen uit de algemene begroting van de Unie, dit teneinde te zorgen voor

transparantie en duidelijkheid over de aanwending van de middelen van de Unie en zo

mede het vertrouwen van de Europese belastingbetaler in dit opzicht te herstellen;

21. is ingenomen met het initiatief van ARTEMIS om in haar jaarlijks activiteitenverslag

informatie op te nemen over het toezicht op en de analyse van lopende projecten; is van

mening dat dit goede voorbeeld gevolgd moet worden door de overige

gemeenschappelijke ondernemingen;

22. wijst erop dat gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private partnerschappen zijn

en dat dientengevolge publieke en private belangen met elkaar verweven zijn; is van

mening dat onder deze omstandigheden de kans op belangenconflicten niet moet worden

onderschat maar op een juiste manier moet worden aangepakt; roept daarom de

gemeenschappelijke ondernemingen op de kwijtingsautoriteit te informeren over de in

hun structuur aanwezige verificatiemechanismen die tot taak hebben een goed beheer te

waarborgen en belangenconflicten te voorkomen;

23. merkt op dat met grote uitzondering van de gemeenschappelijke onderneming voor ITER

en de ontwikkeling van fusie-energie gemeenschappelijke ondernemingen relatief kleine

structuren zijn en geografisch begrensd zijn; is daarom van mening dat zij waar mogelijk

hun krachten dienen te bundelen;

24. verzoekt de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit te informeren over haar opmerkingen over

iedere gemeenschappelijke onderneming in de respectievelijke verslagen over de

jaarrekening voor het begrotingsjaar 2011;

25. verzoekt de Rekenkamer binnen een redelijke termijn een speciaal verslag op te stellen

voor het Parlement over de toegevoegde waarde van het bestaan van de

gemeenschappelijke ondernemingen voor de doeltreffende uitvoering van de EU-

programma's op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie;

merkt verder op dat dit verslag tevens een analyse dient te omvatten van de

doeltreffendheid van de oprichting van de gemeenschappelijke ondernemingen.

Page 319: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

307

P7_TA-PROV(2012)0193

Kwijting 2010: Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming inzake

innovatieve geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0300/2011 –

2011/2241(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming voor de

uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve

geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming inzake innovatieve geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld

van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2 en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van

de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-

initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen3, en met name artikel 11, lid 4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0108/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming voor de

uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve

geneesmiddelen voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke

onderneming voor het begrotingsjaar 2010;

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz 17. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 320: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

308

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daar een integraal onderdeel van

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur gemeenschappelijke onderneming

voor de uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve

geneesmiddelen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie

ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 321: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

309

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het

gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0300/2011 – 2011/2241(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming voor de

uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve

geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming inzake innovatieve geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld

van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van

de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-

initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen,3 en met name artikel 11, lid 4,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0108/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de gemeenschappelijke

onderneming voor de uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake

innovatieve geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de

gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gemeenschappelijke

technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen, de Raad, de Commissie en de

Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie

(serie L).

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz 17. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38.

Page 322: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

310

3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering

van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen voor

het begrotingsjaar 2010 (C7-0300/2011 – 2011/2241(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming voor de

uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief inzake innovatieve

geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming inzake innovatieve geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld

van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming2,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 - C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen3, en met name artikel 185,

– gezien Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van

de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-

initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen4, en met name artikel 11, lid 4,

– gezien het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming voor de

uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen,

dat bij besluit van haar raad van bestuur van 2 februari 2009 is goedgekeurd,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen5,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0108/2012),

A. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming inzake innovatieve geneesmiddelen

("de gemeenschappelijke onderneming") in december 2007 voor een periode van tien jaar is

1 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. 2 PB C 368 van 16.12.2011, blz 17. 3 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 4 PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38. 5 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 323: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

311

opgericht teneinde de efficiëntie en effectiviteit van het ontwikkelingsproces van

geneesmiddelen aanzienlijk te verbeteren, opdat de farmaceutische sector op de lange

termijn doeltreffender en veiliger innovatieve geneesmiddelen ontwikkelt;

B. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming op 16 november 2009 autonoom is

beginnen te werken;

C. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar

2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

D. overwegende dat de maximale EU-bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming over

de periode van tien jaar 1 000 000 000 EUR bedraagt, te betalen uit de begroting van het

zevende kaderprogramma voor onderzoek;

E. dat de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar 2010

107 150 584 EUR bedroeg;

Budgettair en financieel beheer

1. constateert met bezorgdheid dat de raad van bestuur de begroting van de

gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar 2010 en het uitvoeringsplan

daarvan pas op 16 maart 2010 heeft vastgesteld en dat de gemeenschappelijke

onderneming zich gedurende het hele eerste kwartaal van het jaar gedwongen zag om

voor de uitvoering van betalingen gebruik te maken van de begrotingsregel van de

voorlopige twaalfden;

2. is bezorgd over het feit dat de leden van de gemeenschappelijke onderneming er niet in

zijn geslaagd om tijdig tot overeenstemming te komen over de in het jaarlijkse

uitvoeringsplan op te nemen wetenschappelijke prioriteiten en dat daardoor de oproep tot

het indienen van voorstellen voor 2010 pas geplaatst werd op 22 oktober 2010;

3. erkent dat de uiteindelijke begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor 2010

vastleggingskredieten ter waarde van 107 150 584 EUR en betalingskredieten ter waarde

van 29 009 840 EUR bevatte; stelt vast dat de beschikbare vastleggings- en

betalingskredieten respectievelijk slechts 6 procent en 35 procent bedroegen;

4. is bezorgd over de lage uitvoeringsgraad van de begroting en over de achterliggende

activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming; onderstreept dat het kassaldo aan

het einde van het jaar 70 731 612,03 EUR bedroeg, oftewel 65 procent van de voor 2010

beschikbare betalingskredieten;

5. stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming de lage uitvoeringsgraad van de

vastleggings- en betalingskredieten en het hoge kassaldo verklaard heeft met de volgende

elementen:

− de vertraging bij de vaststelling van de wetenschappelijke prioriteiten van de

gemeenschappelijke onderneming en de vertraging bij de vaststelling van de in de

oproep tot het indienen van voorstellen op te nemen onderwerpen, alsmede het feit

dat daardoor de publicatie van de oproep en het daarmee samenhangende

beoordelings- en selectieproces eveneens vertraging hadden opgelopen;

Page 324: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

312

− het feit dat de voorfinancieringsbetalingen aan succesvolle Call 3-

samenwerkingsprojecten als gevolg van de vertragingen binnen de geselecteerde

consortia en de daardoor vertraagde ondertekening van subsidie-overeenkomsten

pas verricht zijn in 2011 en niet zoals oorspronkelijk begroot in 2010;

roept de gemeenschappelijke onderneming en haar leden desalniettemin op alle

benodigde maatregelen te treffen rond te komen tot een tijdige vaststelling van de

wetenschappelijke prioriteiten en de in oproepen tot het indienen van voorstellen op te

nemen onderwerpen, opdat in de komende financiële jaren de begroting wel in evenwicht

is;

Bepaling waarde bijdragen in natura

6. herinnert eraan dat de gemeenschappelijke onderneming in december 2007 is opgericht en

in november 2009 autonoom begon te functioneren; uit zijn diepe bezorgdheid over het

feit dat de raad van bestuur de methodologie ter beoordeling van bijdragen in natura zoals

die overeenkomstig de financiële regels van de onderneming vastgelegd dient te worden

in de interne regels en procedures van de gemeenschappelijke onderneming, nog niet

heeft goedgekeurd en dat de leden van de gemeenschappelijke onderneming die zijn

aangesloten bij de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations

(EFPIA) niet in staat waren om overeenkomstig de subsidieovereenkomsten te

rapporteren over de tijdens de eerste rapportageperiode gemaakte kosten;

7. stelt op basis van de reactie van de gemeenschappelijke onderneming vast dat de aan de

gemeenschappelijke onderneming deelnemende EFPIA-leden momenteel met elkaar in

gesprek zijn over de voor de beoordeling van bijdragen in natura te hanteren

methodologie en dat er na goedkeuring van de herziene modelsubsidieovereenkomst

individuele verslagen zullen worden ingediend over de bijdrage in natura; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming en haar raad van bestuur dringend om de

kwijtingverlenende autoriteit van deze kwestie op de hoogte te houden;

Aanbestedingsprocedures

8. stelt op basis van het jaarlijks activiteitenverslag van de gemeenschappelijke

onderneming vast dat de onderneming in 2010 de "IMI-richtsnoeren voor procedures voor

opdrachten met een lage waarde" heeft vastgesteld met als doel te zorgen voor naleving

van de Algemene handleiding voor openbare aanbestedingen van de Europese Commissie

en aan te sluiten op de drempelwaarden voor openbare aanbestedingen in haar financiële

regels voor aanbestedingsprocedures;

9. stelt verder vast dat de gemeenschappelijke onderneming in 2010 tevens twee procedures

voor opdrachten met een hoge waarde heeft uitgevoerd, en wel voor de IT-infrastructuur

en de controle achteraf, die zijn uitgemond in kaderovereenkomsten die gepubliceerd zijn

een het Publicatieblad; benadrukt dat deze procedures gezamenlijk met andere

gemeenschappelijke ondernemingen zijn opgestart; vindt het initiatief van de

gemeenschappelijke onderneming om gemeenschappelijke aanbestedingsprocedures op te

stellen interessant; is ervan overtuigd dat de gemeenschappelijke ondernemingen op deze

manier schaalvoordelen zullen kunnen realiseren en geld van de belastingbetaler zullen

kunnen besparen; spoort de gemeenschappelijke ondernemingen dan ook aan om zo vaak

mogelijk gebruik te maken van gemeenschappelijke aanbestedingsprocedures;

Page 325: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

313

10. stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming procedures voor opdrachten met een

lage waarde heeft opgestart ten behoeve van de ontwikkeling van zijn website, de

organisatie van communicatie-evenementen gedurende het jaar alsook ten behoeve van de

aankoop van kantoormeubilair voor de nieuwe kantoorruimte;

11. merkt op dat de gemeenschappelijke onderneming op basis van haar juridische

verplichtingen een overzicht van de toegekende contracten geplaatst heeft op haar

website; stelt vast dat het overzicht alle sinds de oprichting van de gemeenschappelijke

onderneming op 31 oktober 2010 toegekende contracten weergeeft; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om haar overzicht van toegekende contracten op

gezette tijden te actualiseren;

Oproep tot het indienen van voorstellen en projectbeheer

12. herinnert eraan dat de gemeenschappelijke onderneming op 22 oktober 2010 een derde

oproep tot het indienen van voorstellen gepubliceerd heeft;

13. neemt kennis van het feit dat de gemeenschappelijke onderneming in 2010 het

onderhandelingsproces voor de tweede oproep tot het indienen van voorstellen heeft

afgerond en zij een aanvang heeft genomen met de ontvangst en betaling van de

kostendeclaraties van begunstigden die deelnamen aan projecten krachtens de eerste door

de Commissie in april 2008 gepubliceerde oproep tot het indienen van voorstellen;

14. stelt op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag van de gemeenschappelijke

onderneming vast dat er onafhankelijke deskundigen zitting hadden in de evaluatiepanels

voor de tweede oproep tot het indienen van voorstellen, zij het met uitzondering van de

definitieve beoordeling en zonder te zijn voorzien van stemrechten, alsmede dat het

uitvoerend bureau van de gemeenschappelijke onderneming onafhankelijke waarnemers

heeft uitgenodigd bij het in twee fasen verlopende beoordelingsproces; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om de kwijtingverlenende autoriteit inlichtingen te

verschaffen over de verificatiemechanismen die zij hanteert om ervoor te zorgen

deskundigen en waarnemers volledig onafhankelijkheid zijn, om op die manier het risico

op belangenconflicten bij de beoordeling van offertes tot een minimum te beperken;

15. stelt op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag vast dat de onafhankelijke waarnemers

voor elke fase van het beoordelingsproces een verslag dienen op te stellen, stelt tevens

vast dat er op basis van het in september 2010 door de onafhankelijke waarnemers

uitgebrachte verslag over beoordelingsfase 2 een actieplan is opgesteld en dat het

uitvoerend bureau van de gemeenschappelijke onderneming deze maatregelen nu bij de

derde oproep tot het indienen van voorstellen ten uitvoer legt; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om de kwijtingverlenende autoriteit inlichtingen te

verstrekken over de vorderingen van de tenuitvoerlegging van alle individuele in het

actieplan opgenomen maatregelen;

16. bevestigt dat de gemeenschappelijke onderneming haar operationele processen heeft

uitgebreid met een aantal uitvoeringsmaatregelen teneinde belangenconflicten te

vermijden; stelt in het bijzonder vast dat bij de activiteiten van de gemeenschappelijke

onderneming betrokken personen dienen te voldoen aan welomschreven en bindende

voorschriften; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om een actieplan op te

stellen met concrete maatregelen en deadlines teneinde belangenconflicten te voorkomen

Page 326: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

314

en de transparantie te vergroten alsook om dit actieplan te doen toekomen aan de

kwijtingverlenende autoriteit;

Internecontrolesystemen

17. verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om haar systemen voor interne controle en

financiële informatie volledig operationeel te maken; verzoekt de gemeenschappelijke

onderneming in het bijzonder om belangrijke elementen van haar

internecontrolessystemen als de boekhoudprocedures en de beheersingsmaatregelen in

verband met de sluiting van rekeningen en de waardering en meting van de operationele

uitgaven, nader te omschrijven en te documenteren;

18. verzoekt de gemeenschappelijke onderneming en haar rekenplichtige in het bijzonder

bovendien om overeenkomstig de financiële regelingen de onderliggende operationele

processen binnen afzienbare tijd te formaliseren en valideren; neemt kennis van de reactie

van de gemeenschappelijke onderneming dat de validatie van de onderliggende

operationele processen ter ondersteuning van het boekhoudkundig systeem in juni 2011 is

afgerond; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om de kwijtingverlenende

autoriteit tekst en uitleg te geven over deze vertraging;

19. neemt kennis van de vaststelling van de Rekenkamer dat het IT-beheer en de IT-

processen gezien de omvang en de doelstellingen van de gemeenschappelijke

onderneming volstaan; wijst erop dat de formalisering van beleid en procedures op het

vlak van de strategische plannings- en monitoringscyclus voor IT, van het

bedrijfscontinuïteitsplan en het rampherstelplan evenwel achterloopt; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming om een actieplan te ontwikkelen met concrete

maatregelen en deadlines teneinde de formalisering van beleid en procedures op

voornoemd vlak te versnellen, alsmede om de kwijtingverlenende autoriteit verslag uit te

brengen over de geboekte vooruitgang;

20. wijst erop dat de strategie van de gemeenschappelijke onderneming voor controle achteraf

middels een besluit van haar raad van bestuur van 14 december 2010 is goedgekeurd;

verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om de strategie onverwijld ten uitvoer te

leggen met behulp van controles ter plaatse en financiële controles onder deelnemers aan

de door de gemeenschappelijke onderneming gefinancierde onderzoeksactiviteiten,

alsook om de kwijtingverlenende autoriteit een jaarverslag te doen toekomen van de hand

van haar uitvoerend directeur met daarin de conclusies van dergelijke controles alsook de

naar aanleiding daarvan opgestelde aanbevelingen en opgelegde financiële correcties;

Interne audit

21. neemt kennis van het feit dat de financiële regelingen van de gemeenschappelijke

onderneming nog niet dusdanig gewijzigd zijn dat daar nu tevens een bepaling in staat die

verwijst naar de bevoegdheden van de interne controleur van de Commissie ten aanzien

van de algemene begroting als geheel;

22. stelt evenwel vast dat de Commissie en de gemeenschappelijke onderneming maatregelen

getroffen hebben om te waarborgen dat de respectievelijke operationele taken van de

dienst Interne audit van de Commissie en de interne-auditfunctie van de

gemeenschappelijke onderneming duidelijk zijn omschreven;

Page 327: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

315

23. neemt nota van de toelichting van de gemeenschappelijke onderneming dat de noodzaak

tot nadere opheldering van de rol van de dienst Interne audit in de financiële regelgeving

van de gemeenschappelijke onderneming geanalyseerd zal worden na afronding van de

huidige herziening van de financiële kaderregeling;

24. leidt uit het jaarlijkse activiteitenverslag van de gemeenschappelijke onderneming over

2010 af dat zij in november 2010 haar eigen internecontrolefunctie (IAC) tot stand heeft

gebracht;

25. stelt op basis van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming aan de

Rekenkamer vast dat de bevoegdheden van de internecontrolefunctie van de

gemeenschappelijke onderneming (IAC) en de dienst Interne audit (IAS) zijn opgehelderd

middels de goedkeuring van de interne handvesten voor boekhoudkundige controle door

IAC en IAS in maart 2011; neemt tevens kennis van het feit dat er momenteel gewerkt

wordt aan een plan voor gecoördineerde strategische controles voor de periode 2012 t/m

2014 teneinde het effect van de geplande controles te optimaliseren en mogelijke

overlappingen tussen de controlewerkzaamheden van de IAS en de IAC tot een minimum

te beperken; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om die reden om de

kwijtingverlenende autoriteit inlichtingen te verschaffen over het stadium waarin de

voorbereidingen en de tenuitvoerlegging van dit plan zich nu bevinden;

Prestaties

26. stelt vast dat de Commissie opdracht heeft gegeven voor een tussentijds onderzoek

overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 73/2008 tot oprichting van de

gemeenschappelijke onderneming en dat het onderzoek zich heeft toegespitst op de

kwaliteit, de doeltreffendheid en de bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming aan

de verwezenlijking van de gestelde doelen;

27. stelt vast dat het tussentijds onderzoek een aantal tekortkomingen aan het licht heeft

gebracht:

− niet optimaal werkende interne controlestructuren,

− een gebrek aan proactieve communicatieactiviteiten,

− onvoldoende benutting van het adviesgevend potentieel van een aantal betrokken

partijen;,

− een onvoldoende aantal prestatiekernindicatoren alsmede onvoldoende gebruik van de

wel aanwezige indicatoren ten aanzien van de risico's die de gemeenschappelijke

onderneming loopt, waardoor de output van het hele initiatief niet erg helder is;

stelt vast dat het tussentijdse onderzoek in december 2010 is afgerond en dat daar zeven

aanbevelingen uit zijn voortgekomen; neemt nota van het feit dat de gemeenschappelijke

onderneming heeft toegezegd de conclusies van het tussentijdse onderzoek ter harte te

nemen en ten uitvoer te leggen;

28. verzoekt de gemeenschappelijke onderneming om die redenen om de kwijtingverlenende

autoriteit mee te delen voor wanneer er welke maatregelen getroffen zijn teneinde de

aanbevelingen van het tussentijds onderzoek ten uitvoer te leggen, en om de

Page 328: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

316

kwijtingverlenende autoriteit op gezette tijden actuele informatie te verschaffen over de

geboekte vooruitgang;

Geen gastheerschapsovereenkomst

29. herhaalt dat de gemeenschappelijke onderneming spoedig overeenkomstig Verordening

(EG) nr. 73/2008 een gastheerschapsovereenkomst met België dient te sluiten betreffende

kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere ondersteunende maatregelen die

door België aan de gemeenschappelijke onderneming worden verstrekt;

Horizontale op- en aanmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

30. wijst erop dat de Commissie tot nog toe zeven gemeenschappelijke ondernemingen heeft

opgericht krachtens artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Unie; merkt op dat zes van deze gemeenschappelijke ondernemingen (IMI, ARTEMIS,

ENIAC, CLEAN SKY, FCH en ITER-F4E) actief zijn op het gebied van onderzoek en

onder de directoraten-generaal van de Commissie RTD en INFSO vallen en de zevende

belast is met de ontwikkeling van het nieuwe luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)

die – omdat zij actief is op het gebied van vervoer – onder DG MOVE valt;

31. merkt op dat het totale voor de gemeenschappelijke ondernemingen voor hun

bestaansduur benodigde bedrag begroot wordt op 21 793 000 000 EUR;

32. merkt op dat de totale voor de gemeenschappelijke ondernemingen voor hun bestaansduur

benodigde financiële bijdrage van de Unie begroot wordt op 11 489 000 000 EUR;

33. merkt op dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van de gemeenschappelijke

ondernemingen in het financiële jaar 2010 505 000 000 EUR bedroeg;

34. verzoekt de Commissie om de kwijtingverlenende autoriteit jaarlijks geconsolideerde

informatie te verstrekken over de totale jaarlijkse financiering van de individuele

gemeenschappelijke ondernemingen uit de algemene begroting van de Unie, dit teneinde

te zorgen voor transparantie en duidelijkheid over de aanwending van de communautaire

middelen en zo mede het vertrouwen van de Europese belastingbetaler te herstellen;

35. is ingenomen met het initiatief van ARTEMIS om in haar jaarlijkse activiteitenverslag

informatie op te nemen over het toezicht op en de analyse van lopende projecten; is van

mening dat dit goede voorbeeld gevolgd moet worden door de overige

gemeenschappelijke ondernemingen;

36. herinnert eraan dat gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private partnerschappen

zijn en dat publieke en private belangen daardoor onderling vervlochten zijn; is van

mening dat onder die omstandigheden de waarschijnlijkheid van belangenconflicten niet

mag worden gebagatelliseerd, maar naar behoren dient te worden aangepakt; verzoekt de

gemeenschappelijke ondernemingen om die reden de kwijtingverlenende autoriteit mede

te delen over welke verificatiemechanismen hun organisaties beschikken om

belangenconflicten te voorkomen en zo nodig op te lossen;

37. merkt op dat met de grote uitzondering van de gemeenschappelijke onderneming voor

ITER en de ontwikkeling van fusie-energie gemeenschappelijke ondernemingen relatief

Page 329: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

317

klein zijn en geografisch geconcentreerd; is daarom van mening dat zij waar mogelijk hun

krachten dienen te bundelen;

38. verzoekt de Rekenkamer om de kwijtingverlenende autoriteit verslag uit te brengen over

haar kanttekeningen bij de jaarverslagen van de verschillende gemeenschappelijke

ondernemingen voor het financiële jaar 2011;

39. verzoekt de Rekenkamer om binnen een redelijk tijdsbestek het Parlement een speciaal

verslag te doen toekomen over de toegevoegde waarde van het bestaan van de

gemeenschappelijke ondernemingen voor de doeltreffende uitvoering van de EU-

programma's op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie;

merkt verder op dat dit verslag tevens een analyse dient te omvatten van de

doeltreffendheid van de activiteiten van de gemeenschappelijke ondernemingen.

Page 330: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

318

P7_TA-PROV(2012)0194

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de

ontwikkeling van fusie-energie

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de

ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0296/2011 –

2011/2237(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor

ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het

begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke

onderneming1,

– gezien de conclusies van de gemeenschappelijke delegatie van het Europees Parlement van

de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole voor ITER in Cadarache van

16-18 mei 2011,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van

de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-

energie van gunsten daaraan3, en met name artikel 5,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0113/2012),

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 24. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 331: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

319

1. verleent de directeur van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de

ontwikkeling van fusie-energie kwijting voor de uitvoering van de begroting van de

gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese gemeenschappelijke

onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, de Raad, de Commissie en

de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese

Unie (serie L).

Page 332: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

320

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de

ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0296/2011 –

2011/2237(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor

ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het

begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke

onderneming1,

– gezien de conclusies van de gemeenschappelijke delegatie van het Europees Parlement van

de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole voor ITER in Cadarache van

16-18 mei 2011,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van

de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-

energie van gunsten daaraan3, en met name artikel 5,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0113/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Europese

gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het

begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 24. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 333: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

321

gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, de

Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het

Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 334: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

322

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor

ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0296/2011 –

2011/2237(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor

ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese

gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het

begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke

onderneming1,

– gezien de conclusies van de gemeenschappelijke delegatie van het Europees Parlement van

de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole voor ITER in Cadarache van

16-18 mei 2011,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen2, en met name artikel 185,

– gezien Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van

de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-

energie van gunsten daaraan3, en met name artikel 5,

– gezien het financieel reglement van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor

ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, door de raad van bestuur van de onderneming

vastgesteld op 22 oktober 2007 (hierna "financieel reglement ITER"),

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen4,

en met name artikel 94,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0113/2012),

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 24. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 335: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

323

A. overwegende dat de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de

ontwikkeling van fusie-energie ("de gemeenschappelijke onderneming") in maart 2007

werd opgericht voor een periode van 35 jaar;

B. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

C. overwegende dat het financieel reglement ITER gebaseerd is op de financiële kaderregeling,

die onlangs is aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de wijzigingen die in

het algemeen Financieel Reglement zijn aangebracht;

D. overwegende dat de Rekenkamer op 9 oktober 2008 advies nr. 4/2008 heeft uitgebracht

inzake het financieel reglement ITER;

E. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming in maart 2008 autonoom begon te

werken;

F. overwegende dat ten tijde van de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming het

indicatieve totaal aan hulpbronnen dat voor de periode 2007-2014 nodig werd geacht,

9 653 000 000 EUR bedroeg;

G. overwegende dat de definitieve begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het

begrotingsjaar 2010 vastleggingskredieten ten belope van 444 100 000 EUR en

betalingskredieten ten bedrage van 241 700 000 EUR bevatte;

Budgettair en financieel beheer

1. merkt op dat de raad van bestuur in januari 2010 het aftreden van de eerste directeur van de

gemeenschappelijke onderneming heeft aanvaard;

2. stelt bezorgd vast dat de Rekenkamer heeft gewezen op de noodzaak om de hulpbronnen

voor het ITER-project aanzienlijk te vergroten ten opzichte van het indicatieve totaal aan

hulpbronnen dat nodig werd geacht voor de periode 2007-2014;

3. merkt op dat de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar

2010 aanvankelijk werd goedgekeurd voor het totale bedrag ten belope van 447 440 000

EUR aan vastleggingskredieten en 254 900 000 EUR aan betalingskredieten; maakt uit de

definitieve rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming op dat haar begroting voor

2010 tweemaal is gewijzigd; erkent met name dat de twee gewijzigde begrotingen vier

doelen dienden:

– het met 3 300 000 EUR verminderen van de administratieve bijdrage van het Euratom

ten einde de aanvankelijke begroting van de gemeenschappelijke onderneming volledig

in overeenstemming te brengen met de algemene begroting van de Unie voor 2010,

– het bijwerken van de bijdrage van de gastlanden voor het ITER: er is een debetnota ten

belope van 13 600 000 EUR gestuurd voor het volledige in de begroting opgenomen

bedrag bestemd voor het betalen van de Franse bijdrage voor 2010; gebaseerd op een

reële betalingsprognose is in 2010 8 000 000 EUR geïnd,

– het bijwerken van de lidmaatschapbijdrages: de gemeenschappelijke onderneming heeft

Page 336: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

324

een aanvulling op de lidmaatschapsbijdrages voor 2009 ontvangen, maar Italië en

Hongarije hebben hun bijdrages voor de begroting van 2010 niet betaald, ondanks

herhaalde herinneringen,

– het opnemen van andere aanvullende ontvangsten afkomstig van de bankrente over de

Franse bijdrage (104 506,54 EUR), de rente over de "lopende rekening" (34 629,49

EUR) en de vergoeding van het vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

(1 389,00);

4. neemt nota van de opmerkingen van de gemeenschappelijke onderneming die aangeven dat

zij 99,9 % van haar begroting voor 2010 heeft uitgevoerd voor wat betreft de

vastleggingskredieten; uit echter zijn bezorgdheid over de vertraging bij de uitvoering van

activiteiten wat ertoe heeft geleid dat de uitvoeringsgraad van de betalingskredieten slechts

63,4 % bedraagt;

5. stelt met bezorgdheid vast dat de overdrachten afkomstig van 2009 voor

vastleggingskredieten 106 800 000 EUR en voor betalingskredieten 52 200 000 EUR

bedroegen en dat deze kredieten hoofdzakelijk toegerekende baten zijn van het ITER-

gastland en aan de ITER-constructie zijn toegewezen;

6. constateert op basis van de definitieve rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming

dat de in 2010 geannuleerde vastleggings- en betalingskredieten voor administratieve

uitgaven 1 090 550,73 EUR bedroegen, en de geannuleerde betalingskredieten voor

beleidsuitgaven 50 713 452,82 EUR bedroegen;

7. wijst met bezorgdheid op het hoge kassaldo dat aan het eind van het jaar 78 800 000 EUR

beliep, wat 26,8 % vertegenwoordigt van de beschikbare betalingskredieten in 2010;

Overheidsopdrachten en subsidies

8. constateert op basis van het jaarverslag van de gemeenschappelijke onderneming dat er in

2010 in totaal 44 overheidsopdrachten werden gegund met een totale waarde van

826 000 000 EUR; constateert met name dat er 42 operationele overheidsopdrachten werden

uitgeschreven, 43 aanbestedingsevaluaties werden opgesteld en 43 aanbestedingscontracten

werden getekend; stelt op basis van voorgenoemd verslag ook vast dat de

gemeenschappelijke onderneming in 2010 in totaal vijf administratieve

aanbestedingscontracten heeft uitgeschreven, zeven administratieve

aanbestedingscontracten heeft gegund voor een totale waarde van 6 000 000 EUR en zes

aanbestedingscontracten heeft getekend;

9. stelt vast dat voor het begrotingsjaar 2010 in totaal 16 subsidieprocedures werden

uitgeschreven, 21 evaluaties werden voltooid, 23 overeenkomsten werden geplaatst en 29

overeenkomsten werden getekend;

10. erkent dat de Rekenkamer in een steekproef negen aanbestedings- en zes

subsidieprocedures heeft getest; is bezorgd over het feit dat van de negen gecontroleerde

aanbestedingsprocedures er drie slechts één aanbieding hebben gekregen; is bovendien

bezorgd over het feit dat er voor de subsidies gemiddeld één voorstel per aanvraag werd

ingediend; roept de gemeenschappelijke onderneming op om een actieplan te ontwikkelen

waarin concrete maatregelen en deadlines komen te staan om de concurrentie te bevorderen

en om bij het opstellen, publiceren en evalueren van de aanvragen en bij het beheer van de

Page 337: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

325

contracten het beginsel van de hoogste economische rendabiliteit te hanteren;

11. merkt op dat de controlemaatregelen die de gemeenschappelijke onderneming toepast,

voordat betalingen in het kader van subsidieovereenkomsten worden verricht, niet

voldoende worden gedocumenteerd om zekerheid te verschaffen over de naleving van de

financiële voorschriften en de subsidiabilieit van de onderliggende kosten; onderstreept dat

de interne controleur van de gemeenschappelijke onderneming ook heeft geconstateerd dat

de aanpak om betalingen voor kostendeclaraties vooraf te controleren niet effectief is en niet

goed is opgezet om kostendeclaraties af te handelen; verzoekt de gemeenschappelijke

onderneming de nodige maatregelen te nemen om de controle voorafgaand aan het

verrichten van betalingen te versterken en om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden

van deze kwestie;

12. merkt op dat de lijst van begunstigden van de contracten en subsidies niet openbaar is

gemaakt op de website van de gemeenschappelijke onderneming en is bezorgd over dit

gebrek aan transparantie; roept derhalve de gemeenschappelijke onderneming op om het

voorbeeld van de gemeenschappelijke ondernemingen CLEAN, SKY, FCH, IMI en SESAR

te volgen en op haar website een complete lijst te publiceren van de begunstigden van alle

contracten en subsidies voor zowel 2010 als voor alle voorgaande begrotingsjaren;

Interne-controlesystemen

13. stelt met bezorgdheid vast dat de interne-controlesystemen van de gemeenschappelijke

onderneming nog niet volledig zijn opgezet en geïmplementeerd zoals voorgeschreven in

het financieel reglement; betreurt het bovendien dat er bezorgdheid is geuit over de

financiële circuits en de scheiding van verplichtingen; erkent dat er op 1 januari 2011 een

nieuwe organisatiestructuur operationeel werd; constateert echter dat de

verantwoordelijkheid voor de financiële procedures nog steeds niet volledig is toegewezen

en dat er nog steeds vacatures zijn voor belangrijke posten binnen de gemeenschappelijke

onderneming;

14. roept de gemeenschappelijke onderneming op om de bedrijfsprocessen te verifiëren aan de

hand waarvan de boekhoudsystemen (ABAC en SAP) van financiële informatie worden

voorzien; dringt er bij de gemeenschappelijke onderneming bovendien op aan om een

geschikt instrument te installeren voor het beheer van de operationele contracten en dit te

integreren met de rapportagesystemen voor de begroting en de financiële procedures;

15. stelt het op prijs dat de gemeenschappelijke onderneming een controlecommissie heeft

ingesteld die direct verslag doet aan de raad van bestuur zoals door de kwijtingsautoriteit is

verzocht;

16. merkt op dat de gemeenschappelijke onderneming een in 2012 uit te voeren strategie voor

controle achteraf aan het ontwikkelen is die tot taak heeft de wettigheid en regelmatigheid

van de onderliggende verrichtingen te beoordelen; onderstreept dat de gemeenschappelijke

onderneming in maart 2008 autonoom begon te werken;

Interne audit

17. neemt er kennis van dat het financiële reglement van de gemeenschappelijke onderneming

nog niet is aangevuld met een bepaling die verwijst naar de bevoegdheden van de interne

controleur van de Commissie met betrekking tot de algemene begroting als geheel;

Page 338: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

326

18. merkt echter opdat de Commissie en de gemeenschappelijke onderneming maatregelen

hebben getroffen om te waarborgen dat de operationele taken van de dienst Interne audit

van de Commissie en de interne-audittaken van de gemeenschappelijke onderneming

duidelijk zijn omschreven;

Te late betaling van de lidmaatschapsbijdrage en gastheerschapsovereenkomst

19. acht het van cruciaal belang dat de leden van de gemeenschappelijke onderneming de

deadline voor het betalen van de lidmaatschapsbijdrage respecteren; merkt op dat er door de

raad van bestuur maatregelen zijn goedgekeurd om in geval van te late betaling rente te

heffen op de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage;

20. erkent dat ondanks ondertekening door het koninkrijk Spanje en de gemeenschappelijke

onderneming van een gastheerschapsovereenkomst inzake accommodatie, ondersteuning,

voorrechten en immuniteiten nog geen permanente kantoorruimte beschikbaar is gesteld aan

de gemeenschappelijke onderneming; merkt echter op dat de gemeenschappelijke

onderneming in een tijdelijk kantoor is gevestigd dat door het koninkrijk Spanje wordt

gefinancierd;

Horizontale opmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

21. onderstreept dat er tot dusver zeven gemeenschappelijke ondernemingen zijn opgericht door

de Commissie krachtens artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de

Europese Unie; merkt op dat zes gemeenschappelijke ondernemingen (IMI, ARTEMIS,

ENIAC, CLEAN SKY, FCH en ITER-F4E) onderzoek uitvoeren onder

verantwoordelijkheid van de DG’s RTD en INFSO en één onderneming binnen het

transportdomein valt en belast is met de ontwikkeling van het nieuwe

luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR) en waarvan de werkzaamheden onder toezicht

staan van DG MOVE;

22. merkt op dat het indicatieve totaal aan hulpbronnen dat nodig werd geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode, 21 793 000 000 EUR

bedraagt;

23. merkt op dat de volledige bijdrage van de Unie die nodig werd geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode, 11 489 000 000 EUR

bedraagt;

24. merkt op dat de volledige bijdrage van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 aan

de begroting van de gemeenschappelijke ondernemingen 505 000 000 EUR bedroeg;

25. verzoekt de Commissie om de kwijtingsautoriteit jaarlijks van geconsolideerde informatie te

voorzien over het totale bedrag aan jaarlijkse financiering per gemeenschappelijke

onderneming dat afkomstig is uit de algemene begroting om de transparantie en

duidelijkheid te waarborgen over het gebruik van de gelden van de Unie en het vertrouwen

van de Europese belastingbetaler te herstellen;

26. verwelkomt het initiatief van ARTEMIS om in haar jaarverslag informatie op te nemen over

het toezicht en de beoordeling van haar lopende projecten; is van oordeel dat deze praktijk

door de overige gemeenschappelijke ondernemingen zou moeten worden overgenomen;

Page 339: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

327

27. wijst erop dat gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private partnerschappen zijn en

dat dientengevolge publieke en private belangen met elkaar verweven zijn; is van mening

dat onder deze omstandigheden de kans op belangenconflicten niet moet worden onderschat

maar op een juiste manier moet worden aangepakt; roept daarom de gemeenschappelijke

ondernemingen op om de kwijtingsautoriteit te informeren over de in hun structuur

aanwezige verificatiemechanismen die tot taak hebben een goed beheer te waarborgen en

belangenconflicten te voorkomen;

28. merkt op dat, met de opmerkelijke uitzondering van de gemeenschappelijke onderneming

voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, de gemeenschappelijke ondernemingen

relatief kleine structuren zijn en geografisch begrensd; is daarom van oordeel dat zij waar

mogelijk hun hulpmiddelen zouden moeten bundelen;

29. roept de Rekenkamer op om de kwijtingsautoriteit te informeren over de opmerkingen over

iedere gemeenschappelijke onderneming in de respectievelijke verslagen over de

jaarrekening voor het begrotingsjaar 2011;

30. roept de Rekenkamer op om binnen een redelijke termijn een speciaal verslag op te stellen

voor het Parlement over de toegevoegde waarde van de oprichting van de

gemeenschappelijke ondernemingen voor het doeltreffend uitvoeren van EU-programma’s

voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie; merkt bovendien op dat

hetzelfde verslag een beoordeling zou moeten bevatten van de doeltreffendheid van de

oprichting van de gemeenschappelijke ondernemingen.

Page 340: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

328

P7_TA-PROV(2012)0195

Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming SESAR

1. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming SESAR

voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gelet op artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen, inzonderheid artikel 1852,

– gezien Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging

van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke

onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie

luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)3, en met name artikel 4 ter,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en

met name artikel 944,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0114/2012),

1. verleent de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming SESAR kwijting

voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het

begrotingsjaar 2010;

2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 32. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 341: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

329

3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel

uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke

onderneming SESAR, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer en te zorgen voor

publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

Page 342: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

330

2. Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de

rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar

2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen, met name artikel 1852,

– gezien Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging

van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke

onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie

luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)3, en met name artikel 4 ter,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en

met name artikel 944,

– gezien artikel 77 en bijlage VI bij zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0114/2012),

1. hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de gemeenschappelijke

onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de

gemeenschappelijke onderneming SESAR, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en

te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

1 PB C 368 van 16.12.11, blz. 32. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 343: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

331

3. Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een

integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de

uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het

begrotingsjaar 2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC))

Het Europees Parlement,

– gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor

het begrotingsjaar 2010,

– gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke

onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de

gemeenschappelijke onderneming1,

– gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

– gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende

het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen, met name artikel 1852,

– gezien Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging

van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke

onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie

luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)3, en met name artikel 4 ter,

– gezien het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming SESAR,

aangenomen door haar raad van bestuur op 28 juli 2009 ("het financieel reglement van

SESAR" genoemd),

– gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de

Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185

van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en

met name artikel 944,

– gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie

vervoer en toerisme (A7-0114/2012),

A. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming SESAR ("de gemeenschappelijke

onderneming") in februari 2007 werd opgericht om het SESAR-onderzoeksprogramma

(Single European Sky Air Traffic Management Research – luchtverkeersleiding voor het

1 PB C 368 van 16.12.2011, blz. 32. 2 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. 3 PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12. 4 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Page 344: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

332

gemeenschappelijk Europees luchtruim) te beheren;

B. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming haar werkzaamheden zelfstandig

aanving in augustus 2007;

C. overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming eigenaar is van alle roerende en

onroerende goederen die door haar worden vervaardigd of die aan haar worden

overgedragen voor de ontwikkelingsfase van het SESAR-project, in overeenstemming met

de specifieke overeenkomsten gesloten met haar leden;

D. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen

dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende

verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

E. overwegende dat de Rekenkamer in april 2010 haar advies nr. 2/2010 over het financieel

reglement van de gemeenschappelijke onderneming SESAR heeft uitgebracht;

F. overwegende dat de begroting voor de ontwikkelingsfase 2008-2013 van het SESAR-

project uitkomt op EUR 2 100 000 000;

G. overwegende dat voor het begrotingsjaar 2010 het definitieve budget voor de

gemeenschappelijke onderneming uitkomt op EUR 143 000 000;

Budgettair en financieel beheer

1. constateert dat in de definitieve begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het

begrotingsjaar 2010 vastleggingskredieten ter hoogte van EUR 135 000 000 en

betalingskredieten ter hoogte van EUR 143 000 000 waren opgenomen; constateert verder

dat de bestedingsgraad voor vastleggings- en betalingskredieten op respectievelijk 97,3% en

82,2% uitkwam;

2. concludeert uit het verslag van de Rekenkamer dat de gemeenschappelijke onderneming aan

het eind van het jaar 2010 beschikte over een positief begrotingssaldo van EUR 53 500 000

en dat de bankdeposito's EUR 57 200 000 bedroegen; stelt vast dat dit is gebaseerd op:

– bijdragen van leden: EUR 55 600 000,

– het resultaat van het voorgaande jaar: EUR 86 500 000,

– betalingen aan de gemeenschappelijke onderneming: EUR 84 900 000,

– overdracht van kredieten: EUR 3 700 000;

3. herinnert de gemeenschappelijke onderneming eraan dat deze situatie zich niet verdraagt

met het budgettaire evenwichtsprincipe; stelt echter vast dat de gemeenschappelijke

onderneming aan de Rekenkamer antwoordde dat de liquide balans over 2010 ten opzichte

van 2009 met 34% afnam en dat uit de bijdragen van leden ter hoogte van EUR 55 600 000

in de laatste weken van 2010 een bedrag van EUR 43 800 000 werd ontvangen ter

financiering van de activiteiten in 2011; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming een

actieplan met concrete maatregelen en deadlines op te stellen om de begroting in evenwicht

te houden en de kwijtingsautoriteit terzake te informeren;

Page 345: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

333

4. onderstreept dat in overeenstemming met artikel 6 van het financieel reglement van SESAR

geen uitgaven mogen worden bewilligd of goedgekeurd boven de kredieten die in de

begroting staan vermeld; is er bezorgd over dat voor de twee begrotingshoofdstukken –

administratieve kosten, onderzoek en ontwikkeling – de uitgaven de toegestane kredieten

met respectievelijk 11% en 9% overschreden; neemt kennis van het feit dat de

gemeenschappelijke onderneming ervan uitgaat dat zij de totale betalingskredieten slechts

in één keer kan opnemen in de totale begroting voor 2007-2016 om te vermijden dat het

totale begrotingsplafond aan het eind van de ontwikkelingsfase van SESAR in 2016 wordt

overschreden; herinnert de gemeenschappelijke onderneming eraan dat zij dient te voldoen

aan de regels van haar eigen financieel reglement en verwacht dat in komende

begrotingsjaren de toegestane uitgaven de begrotingskredieten niet zullen overschrijden;

Interne-controlesystemen

5. stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming in 2010 een begin maakte met het

gebruik van het financieel verslagleggingssysteem (ABAC en SAP) dat ook door de

Commissie wordt gebruikt; betreurt dat het operationeel programmabeheerssysteem van de

gemeenschappelijke onderneming niet in dit financieel verslagleggingssysteem werd

opgenomen en dat de onderliggende zakelijke processen per eind 2010 niet, zoals vereist

door het financieel reglement van SESAR, door de rekenplichtige waren gevalideerd;

6. stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming een operationeel

programmabeheerssysteem heeft ontwikkeld dat een aanvulling vormt op de financiële en

budgettaire informatie en dat zij haar systemen zo goed mogelijk heeft geïntegreerd, binnen

de gebruiksbeperkingen van ABAC en SAP; stelt daarnaast vast dat de gemeenschappelijke

onderneming van plan was ABAC Assets en ABAC Contract aan het eind van 2011 te

implementeren en dat het verslag van de rekenplichtige over de validering van de

plaatselijke systemen in 2011 zal worden opgesteld;

7. verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit informatie te

verstrekken over:

– de aard van de beperkingen die de gemeenschappelijke onderneming ervaart bij het

gebruik van ABAC en SAP,

– de status van de validering van de onderliggende zakelijke processen, in het bijzonder de

plaatselijke systemen;

8. dringt er bij de gemeenschappelijke onderneming niettemin op aan dat zij haar financiële

verslagleggingssysteem (ABAC en SAP) integreert met haar operationeel

programmabeheerssysteem waardoor de kosten aan specifieke activiteitenpakketten kunnen

worden toegewezen en de financieringsbronnen van operationele kosten kunnen worden

geïdentificeerd;

Projectbeheer

9. concludeert uit het jaarverslag dat het SESAR-programma in 2010 bestond uit 304 projecten

waarvan 171 werden geïnitieerd in 2009 terwijl 114 aanvullende projecten in 2010 werden

gelanceerd; stelt vast dat 80,9% van de projecten zich in de uitvoeringsfase bevinden met

uitsluiting van de projecten die werden geannuleerd (3) of opgeschort (10); stelt vast dat de

gemeenschappelijke onderneming voor elk geannuleerd of opgeschort project een

Page 346: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

334

verklaring heeft geleverd en heeft uitgelegd welke verbeteringsmaatregelen zijn genomen;

stelt met betrekking tot de thans opgeschorte projecten vast dat:

– ongeveer 60% ervan betrekking heeft op activiteiten waarvoor eerst volledige resultaten

van andere projecten moeten zijn verkregen voordat deze weer kunnen worden

opgestart;

– ongeveer 20% betrekking heeft op projecten die niet op betrouwbare wijze zijn

gekoppeld aan andere programma-activiteiten;

De overige 20% is opgeschort wegens een onduidelijke relatie met het concept voor de

toekomstige activiteiten vanwege onvolledige afstemming met het masterplan;

10. dringt er bij de gemeenschappelijke onderneming op aan de kwijtingsautoriteit te

informeren over de uitvoering van projecten binnen het SESAR-programma en inzage te

geven in de bereikte resultaten;

Prestaties

11. spoort de Commissie en de lidstaten aan tot meer doelmatigheid bij de uitvoering van de

verordeningen betreffende het Europese gemeenschappelijke luchtruim, om de efficiëntie

van de investeringen in het SESAR-project op te voeren;

12. vraagt aandacht voor het correcte beheer van de financiële middelen en onderstreept dat de

gemeenschappelijke onderneming belangrijk is voor het Europese gemeenschappelijke

luchtruim;

13. concludeert uit het jaarverslag dat er een totaaloverzicht werd opgesteld met betrekking tot

de implementatie van het SESAR-programma en dat de conclusies uitwezen dat de

ambitieuze doelstellingen van het programma zouden moeten worden onderscheiden in

enerzijds technische en anderzijds operationele activiteiten, met een gedetailleerde

vermelding van wat door wie en op welk tijdstip moet worden gedaan waardoor het

SESAR-project kan worden voorzien van duidelijke en gevalideerde resultaten; concludeert

dat dit zal bijdragen aan het verwezenlijken van de doelstellingen van de SESAR-

ontwikkelingsfase en de specifieke strategische doelstellingen voor 2012; verzoekt de

gemeenschappelijke onderneming een actieplan met concrete maatregelen en deadlines op

te stellen gericht op de conclusies van het totaaloverzicht;

14. stelt daarnaast vast dat eind 2009 werd besloten tot instelling van een gemeenschappelijk

uitvoeringskader voor SESAR gericht op een adequaat programma/projectbeheer via

gestroomlijnde bewaking en controle; stelt vast dat dit uitvoeringskader aan het eind van

2010 duidelijk is gedefinieerd en dat rond 85% daarvan is geïmplementeerd en in werking

is; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit te informeren over

de uitvoering van de implementatie en het opzetten van het uitvoeringskader en over de

bereikte resultaten;

15. stelt vast dat de Commissie in 2010 een eerste tussentijdse evaluatie van het werk van de

gemeenschappelijke onderneming heeft opgesteld; stelt vast dat in deze evaluatie wordt

opgemerkt dat de gemeenschappelijke onderneming in staat is optimaal te reageren op de

behoeften van de gebruikers van het luchtruim en van de dienstverleners; meent echter dat

tussentijdse evaluaties en evaluaties moeten worden gedaan door externe en onafhankelijke

Page 347: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

335

deskundigen;

Interne audit

16. verwelkomt het feit dat de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming

eind 2010 een interne-auditfunctie (IAC) heeft ingericht, de voormalige interne controller

van de gemeenschappelijke onderneming aan het hoofd van deze IAC heeft gesteld en

akkoord is gegaan met het activiteitenplan van de IAC voor 2011;

17. concludeert uit het jaarverslag dat de gemeenschappelijke onderneming in mei 2010 een

kaderovereenkomst voor controlediensten is aangegaan;

18. verwelkomt het feit dat de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie maatregelen

hebben getroffen om ervoor te zorgen dat de omschrijvingen van de respectieve

operationele rollen van de dienst Interne Audit van de Commissie en de interne-auditfunctie

van de gemeenschappelijke onderneming duidelijker worden maar stelt vast dat het

reglement van de gemeenschappelijke onderneming niet is geamendeerd;

19. constateert met voldoening dat de dienst Interne Audit op basis van het algemeen financieel

reglement haar verantwoordelijkheden aanvaardt als Interne controller van de

gemeenschappelijke onderneming en dat de Raad van bestuur van de gemeenschappelijke

onderneming het reglement voor de functie interne controle dienovereenkomstig heeft

gewijzigd;

Te late betaling van de lidmaatschapsbijdragen

20. is er bezorgd over dat de deadline voor betaling van de contante bijdragen aan de

gemeenschappelijke onderneming niet door de leden is nageleefd; stelt vast dat de

betalingsachterstanden uiteenliepen van 12 tot 113 dagen en dat twee leden eind 2010 in het

geheel geen bijdrage hadden betaald; stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming

heeft gemeld dat deze bijdragen begin 2011 werden ontvangen;

Horizontale opmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

21. wijst erop dat de Commissie tot nu toe zeven gemeenschappelijke ondernemingen heeft

opgericht krachtens artikel 187 van het Werkingsverdrag van de Europese Unie; dat zes

gemeenschappelijke ondernemingen (IMI, ARTEMIS, ENIAC, CLEAN SKY, FCH en

ITER-F4E) vallen onder de onderzoeksactiviteiten van de DG's van de Commissie RTD en

INFSO en dat één gemeenschappelijke onderneming is belast met het ontwikkelen van een

nieuw luchtvervoerbeheerssysteem (SESAR) in de sector vervoer waarvan de activiteiten

worden gecontroleerd door het DG MOVE;

22. stelt vast dat de totale indicatieve hulpmiddelen die nodig worden geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode uitkomen op EUR

21 793 000 000;

23. stelt vast dat de totale indicatieve hulpmiddelen die nodig worden geacht voor de

gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode uitkomen op EUR

11 489 000 000;

24. stelt vast dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van de gemeenschappelijke

Page 348: P7 TA-PROV 2012 05-10 PAR02 NL - European Parliament...NL NL In verscheidenheid verenigd AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van donderdag 10 mei 2012 DEEL 2 P7_TA-PROV(2012)05-10

336

ondernemingen in het begrotingsjaar 2010 uitkomt op EUR 505 000 000;

25. verzoekt de Commissie de kwijtingsautoriteit geconsolideerde informatie te verstrekken

over de totale jaarlijkse financiering per gemeenschappelijke onderneming die wordt

onttrokken aan de algemene begroting van de Unie, helderheid te verschaffen over het

gebruik van de gelden van de Unie en het vertrouwen van de Europese belastingbetalers in

dit opzicht te herstellen;

26. verwelkomt het initiatief van ARTEMIS om in haar jaarverslag informatie te geven over de

bewaking en controle van haar lopende projecten; is van mening dat deze werkwijze moet

worden nagevolgd door de overige gemeenschappelijke ondernemingen;

27. brengt in herinnering dat de gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private

samenwerkingsverbanden zijn en dat als gevolg daarvan publieke en private belangen met

elkaar verweven zijn; is van mening dat in de gegeven omstandigheden het ontstaan van

belangenconflicten niet moet worden uitgesloten maar dat daarmee op de juiste wijze moet

worden omgegaan; verzoekt de gemeenschappelijke ondernemingen daarom de

kwijtingsautoriteit te informeren over de verificatiemechanismen binnen hun respectieve

structuren gericht op een juiste aansturing en het voorkomen van belangenconflicten;

28. stelt vast dat de gemeenschappelijke ondernemingen, met uitzondering van met name de

gemeenschappelijke onderneming ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, betrekkelijk

kleine en geografisch-geconcentreerde structuren vormen; is daarom van mening dat deze

zoveel mogelijk moeten samenwerken bij het beheer van hun hulpmiddelen;

29. verzoekt de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit te informeren over de follow-up van haar

commentaar bij de jaarrekening over 2011 van elk van de gemeenschappelijke

ondernemingen;

30. verzoekt de Rekenkamer op redelijke termijn een speciaal verslag aan het Parlement te

zenden over de meerwaarde van het opzetten van gemeenschappelijke ondernemingen voor

een efficiënte uitvoering van programma's van de Unie inzake onderzoek, technologische

ontwikkeling en demonstratie; stelt verder dat dit rapport ook dient in te gaan op de

effectiviteit van het opzetten van gemeenschappelijke ondernemingen.