0 h} 0 - IR Pocket · 2019. 12. 23. · 0 h} 0 0 cÐQúfø ^0 g O¡
P'(14-0+', -. # A2#0 +1# -,',%+ 0)2 F3, +# 0'(112'(% 0 … Prijsvorming op Amsterdamse...ING...
Transcript of P'(14-0+', -. # A2#0 +1# -,',%+ 0)2 F3, +# 0'(112'(% 0 … Prijsvorming op Amsterdamse...ING...
Fundament forse prijsstijging
brokkelt af
ING Economisch Bureau / januari 2017
Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt
ING Economisch Bureau 2 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Drivers die Amsterdamse prijzen beïnvloeden Wijst op afvlakkende
prijsstijgingen
Verhoogt risico
op prijscorrectie
Betaalbaarheid
Hypotheeklasten t.o.v. inkomen steeds hoger
Leencapaciteit
Neemt minder toe dan huizenprijzen
Aanbod en demografie
Nieuwbouw kan bevolkingsgroei niet opvangen
Kopen versus huren
Kopen iets minder aantrekkelijk versus huren
Invloed van AirBnB
Effect steeds meer verdisconteerd in prijzen
Invloed van ouders
Vaker kopen met hulp van vermogen ouders
Invloed van investeerders
Toenemend belang van ‘buy-to-let’
Sentiment
Sterke ‘present bias’ op Amsterdamse woningmarkt
Samenvatting
Fundament onder huizenprijsstijging Amsterdam brokkelt af
Sinds 2013 stijgen de huizenprijzen in ons land weer. Vooral in Amster-
dam is de prijsstijging flink. Hierdoor is de betaalbaarheid daar snel en
sterk afgenomen. De komende jaren zouden prijzen in de hoofdstad
daarom minder hard moeten stijgen. Wanneer ze echter in hetzelfde
tempo doorstijgen, neemt het risico op een prijscorrectie toe. Prijsstij-
gingen worden dan namelijk steeds minder ondersteund door funda-
mentele, maar meer door vluchtige ‘drivers’. Voorbeelden zijn de fluctu-
erende vermogensstromen van ouders en beleggers en de hoogge-
spannen verwachtingen op verdere prijsstijgingen. Door deze verande-
rende aard van de vraag neemt de gevoeligheid voor schokken toe.
Huizenprijzen kunnen nog jaren doorstijgen
Buitenlandse steden als Londen en Stockholm laten zien dat huizenprij-
zen jarenlang bovengemiddeld kunnen stijgen zonder dat een correctie
volgt. Huizenprijsdalingen worden vaak in gang gezet door een ‘trigger’.
Denk aan economische tegenwind, forse rentestijgingen of strengere
regelgeving. Het is zeer belangrijk wat zo’n trigger vervolgens doet met
het sentiment. Wanneer mensen niet langer geloven dat prijzen zullen
stijgen, kan dat een prijscorrectie veroorzaken of verdiepen. De recente
crisis is hiervan een goed voorbeeld.
Huizenkopers minder snel in de problemen dan voorheen
Nieuwe huizenkopers in Amsterdam, die daar slechts kort willen blijven
wonen, moeten zich ervan bewust zijn dat prijsstijgingen kunnen afvlak-
ken. Hetzelfde geldt voor particuliere beleggers die instappen met als
doel binnen enkele jaren weer te verkopen. Bij een eventuele prijscor-
rectie komen particulieren die onlangs hebben gekocht niet direct in de
problemen. Het maximale bedrag dat ze mogen lenen ten opzichte van
de woningwaarde (LTV) daalt jaarlijks (dit jaar 101%, volgend jaar naar
100%). Daarnaast lossen starters voortaan verplicht af. Hierdoor staat
hun woning bij een correctie veel minder snel ‘onder water’ dan tijdens
de vorige crisis.
Fundamentele drivers duiden op afzwakking, vluchtige drivers verhogen risico op correctie
Welke drivers beïnvloeden de huizenprijzen in Amsterdam? Zijn dit fundamentele of vluchtige drivers? En in
hoeverre duiden ze op afvlakkende prijsstijgingen dan wel op een verhoogd risico op een prijscorrectie?
Fundamentele
driver
Vluchtige
driver
ING Economisch Bureau 3 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Inleiding en inhoud
Doel van publicatie
Met deze publicatie geeft het ING Economisch Bureau antwoord op de
vraag:
Waarom Amsterdam?
In Amsterdam zijn huizenprijzen de laatste jaren spectaculair gestegen.
In het derde kwartaal van 2016 betaalden kopers gemiddeld 376.000
euro voor een woning, ruim 50 duizend euro meer dan een jaar eerder.
De gemiddelde Amsterdamse woning gaat op dit moment voor de helft
meer van de hand dan een gemiddelde woning elders. Deze ‘opslag’ was
nog nooit zo hoog en loopt nog altijd op. In 2005, nog maar een decenni-
um geleden, was een Amsterdamse woning nog even duur als een ge-
middelde woning in Nederland.
Vierkante meter in Amsterdam bijna dubbel zo duur
Aangezien woonruimte in Amsterdam gemiddeld veel kleiner is dan el-
ders in Nederland, is het verschil in vierkante meterprijzen nog groter.
Voor een vierkante meter woonruimte in Amsterdam wordt inmiddels
bijna 90% meer betaald dan elders in Nederland.
Welke factoren bepalen de prijzen in Amsterdam?
Gezien de sterke stijging van de huizenprijzen en het oplopende verschil
met de rest van Nederland kijken we in deze publicatie specifiek naar de
Amsterdamse woningmarkt. We beoordelen aan de hand van verschil-
lende ‘drivers’ voor huizenprijzen of deze duiden op afzwakkende prijsstij-
gingen of het risico op een prijscorrectie verhogen. We geven inzicht in
hoe deze indicatoren zich ontwikkelen ten opzichte van hun ‘historisch
gebruikelijke’ waarden en/of ten opzichte van eerdere perioden waarin
snelle huizenprijsstijgingen werden gevolgd door een correctie.
Inhoud
Samenvatting 2
Drivers
Inkomens en betaalbaarheid 5
Leencapaciteit 11
Kopen versus huren 13
Invloed van investeerders 15
Invloed van ouders 16
Invloed van Airbnb 17
Aanbod en demografie 18
Sentiment 20
Conclusie 22
Welke drivers duiden op afzwakkende prijsstijgingen of verhogen
het risico op een prijscorrectie op de Amsterdamse woningmarkt?
ING Economisch Bureau 4 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
0%
20%
40%
60%
80%
100%
1996 2001 2006 2011 2016
0%
20%
40%
60%
80%
100%
1996 2001 2006 2011 20160
20
40
60
80
100
120
140
1996 2001 2006 2011 2016
Amsterdam
Nederland
Verantwoording: waarom Amsterdam?
Geen data beschikbaar
Amsterdamse huizenprijzen stijgen flink sneller dan
gemiddeld...
Huizenprijs (PBK, index 2010 = 100)
...voor een Amsterdamse woning wordt nu de helft
meer betaald dan een woning elders in Nederland...
Verschil tussen gemiddelde transactieprijs Amsterdam en
Nederland (excl. Amsterdam)
...per vierkante meter woonruimte is het verschil
zelfs bijna 90%
Verschil tussen gemiddelde vraagprijs per m2 in
Amsterdam en Nederland (excl. Amsterdam)
Bron: Huizenzoeker, CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS
ING Economisch Bureau 5 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
2
4
6
8
10
12
1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011 2016
Price to income NL
Lange termijngemiddelde
Inclusiefoverdrachtsbelasting
40
60
80
100
120
140
160
1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004 2008 2012 2016
Zweden
VK
Nederland
Eurozone
VS
Koopwoning kost gemiddeld 5,5 jaarinkomens
5,5 netto jaarinkomens voor een koopwoning
De prijs van een gemiddelde koopwoning in Nederland komt op dit mo-
ment overeen met zo’n 5,5 netto jaarinkomens van een gemiddeld Ne-
derlands huishouden. Dat is iets boven het lange termijngemiddelde van
de laatste 35 jaar. In 2008 moest een gemiddeld huishouden bijna 7 keer
het netto jaarinkomen neerleggen. Dat was toen het hoogste niveau
sinds 1980.
Nederlandse ‘price-to-income’ ratio flink gedaald
Tijdens de crisis daalde deze zogenaamde ‘price-to-income’-ratio snel.
Inkomens kregen weliswaar een tik, maar de daling van de huizenprijzen
werkte veel sterker door. In 2013 werd een bodem gevonden. Sindsdien
stijgen huizenprijzen in Nederland weer sneller dan het inkomen en loopt
de ratio dus iets op.
Verlaging overdrachtsbelasting
In 2011 werd de overdrachtsbelasting bij het kopen van een bestaande
woning verlaagd van 6% naar 2% naar de woningwaarde. Dit scheelt
duizenden euro’s bij aankoop. Wanneer we de overdrachtsbelasting mee-
nemen in de ‘price-to-income’ ratio, is deze op dit moment nog verder
verwijderd van het niveau van 2008.
Hoge ratio’s in Zweden en het Verenigd Koninkrijk
In andere landen, zoals Zweden en het Verenigd Koninkrijk, ligt de ratio
historisch gezien op een veel hoger niveau dan in Nederland. In Zweden
ligt deze zelfs 50% boven het historisch gemiddelde in dat land. Daar ligt
de rente nog lager dan in de eurozone. In de VS zijn huizen nu juist rela-
tief goedkoop in relatie tot het inkomen.
Woningprijs versus inkomen
‘Price-to-income’ ratio in Nederland nog lang niet terug op hoogste punt Prijs van koopwoningen versus inkomen van huishoudens*
* De huizenprijs is gebaseerd op de prijsindex bestaande koopwoningen met als basis de gemiddelde
huizenprijs in 2010. Het huishoudinkomen is het netto beschikbaar inkomen per huishouden
Bron: CBS, OECD, ING Economisch Bureau
Hoge ‘price-to-income’ ratio in Zweden en VK ‘Price-to-income’- ratio van verschillende landen t.o.v hun lange termijngemiddelde
(index: gemiddelde 1980-2016 = 100)
Bron: OECD
ING Economisch Bureau 6 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
* De huizenprijs is gebaseerd op de prijsindex bestaande koopwoningen met als basis de gemiddelde huizenprijs in 2010. De ver-
laagde overdrachtsbelasting is in de prijs meegenomen Het huishoudinkomen is het netto beschikbaar inkomen per huishouden.
Bron: CBS, OECD, ING Economisch Bureau
0
2
4
6
8
10
1995 1998 2001 2004 2007 2010 2013 2016
Price-to-incomeAmsterdam
o.b.v. inkomensA´dammers met eigenwoning
Price to income NL
Amsterdam: woningprijs versus inkomen terug op niveau 2008 Amsterdamse ‘price-to-income’ ratio loopt snel op
In Amsterdam loopt de ‘price-to-income’ ratio veel sneller op dan gemid-
deld in Nederland. Een Amsterdamse woning (inclusief overdrachtsbelas-
ting) kost de gemiddelde Nederlander inmiddels weer acht netto jaarin-
komens, bijna net zoveel als in 2008.
Wiens inkomen?
Voor de ontwikkeling van Amsterdamse woningprijzen zijn inkomens van
potentiële Amsterdamse woningbezitters eigenlijk relevanter dan de inko-
mens van alle Nederlanders. Maar hier zijn geen data over beschikbaar:
wie deze mensen zijn is immers nog niet bekend. Ter benadering kan
gekeken worden naar inkomens van huidige Amsterdamse woningbezit-
ters. Ook op basis van die gegevens blijft dezelfde conclusie overeind: voor
een Amsterdamse woning moet een koper weer vrijwel evenveel jaarin-
komens neertellen als in 2008.
Gebruik ‘price-to-income’ als indicator?
Het vergelijken van de huizenprijzen met het inkomen is een veelgebruik-
te manier* om te onderzoeken of huizenprijzen overgewaardeerd zijn. De
‘price-to-income’ ratio wordt vooral gebruikt om zijn eenvoud. Maar op
het gebruik van deze indicator is wel een en ander aan te merken. Het
belangrijkste is dat huishoudens bij het kopen van een huis niet alleen
naar hun inkomen kijken, maar vooral ook naar de maandlasten die ze
moeten betalen. Deze worden niet alleen bepaald door de prijs van het
huis, maar ook door de rente. Juist in een situatie waar de rente al erg
laag is, zijn maandlastengevoelig voor een verdere daling van de rente.**
Daarom beoordelen we deze indicator als niet bruikbaar.
* Zie bijvoorbeeld UBS Housing bubble index , OECD
** Wanneer de rente bijvoorbeeld daalt van 3% naar 2%, scheelt dat maar liefst
33% aan bruto rentelasten. Een daling van 5% naar 4% (eveneens 1%-punt)
scheelt slechts 20%.
Woningprijs versus inkomen
Conclusie: ontwikkeling woningprijs versus inkomens
Geen bruikbare indicator
In Amsterdam is price to income terug op recordniveau Prijs van koopwoningen versus inkomen*
ING Economisch Bureau 7 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
0%
10%
20%
30%
40%
1996 2001 2006 2011 2016
Annuitaire Hypotheek
Starters (benadering)
Doorstromers (benadering)
Alleen rentelasten(=gelijk aan 100% afl.vrij)
Koopwoningen in Nederland goed betaalbaar
Betaalbaarheid Nederlandse koopwoningen op historisch gemiddelde
Hoe hoog de hypotheeklasten zijn als percentage van het inkomen, be-
paalt hoe betaalbaar de woning is. Kopers besteden historisch gezien zo’n
15 tot 30% van hun netto inkomen aan woonlasten.* De laatste jaren zijn
starters in Nederland zo’n 22% van het inkomen kwijt aan woonlasten
direct na aankoop. Dat is zo rond het historisch gemiddelde. Sinds 2008 is
de betaalbaarheid licht verbeterd. Door de gedaalde rente zijn vooral de
rentelasten gedaald. De totale lasten daalden minder sterk, doordat ko-
pers nu moeten aflossen. De verbetering van de betaalbaarheid heeft
bijgedragen aan de recente toename van de vraag naar koopwoningen -
en daarmee aan prijsstijgingen.
Gevolgen van slechte betaalbaarheid
Wanneer de betaalbaarheid afneemt leidt dat op den duur tot minder
vraag en neerwaartse druk op de prijzen. Deze neerwaartse druk vertaalt
zich vaak in geleidelijk afvlakkende prijsstijgingen, zoals in de periode
2000-2005. Maar een slechte betaalbaarheid kan ook worden gevolgd
door een forse prijscorrectie, zoals gebeurde in 2009. Zo’n plotse correctie
wordt meestal in gang gezet door een bepaalde ‘trigger’, zoals een eco-
nomische crisis.
* Bron: CBS, DNB, berekeningen ING Economisch Bureau. Er is uitgegaan van een woning met
een gemiddelde woningwaarde. Het inkomen is gelijk aan het gemiddeld inkomen van Neder-
landse huishoudens. Koopstarters lossen sinds 2013 verplicht volledig annuitair af. Doorstro-
mers mogen een deel aflossingsvrij financieren. Daardoor hebben zij bij eenzelfde woning
lagere lasten. Hun betaalbaarheid ontwikkelt zich gunstiger dan die van starters.
Betaalbaarheid
De betaalbaarheid wordt uitgedrukt als de totale netto hypotheeklasten als percentage van het net-
to inkomen in de eerste maand na aankoop van een woning met een gemiddelde woningwaarde.
Sinds 2012 zijn huizenkopers verplicht geheel (starters) of gedeeltelijk (doorstromers) af te lossen.
Een groot deel van de hypotheeklasten bestaat dus feitelijk uit vermogensopbouw. Deze situatie is
fundamenteel anders dan in de jaren vóór de kredietcrisis. Toen waren aflossingsvrije hypotheken in
zwang en werd er nauwelijks afgelost. Anderen kiezen er voor alleen de rentebetalingen en niet de
aflossingen mee te nemen om de betaalbaarheid te berekenen. Het ING Economisch Bureau neemt
echter ook aflossingen mee, omdat de totale lasten bepalen of de maandelijkse hypotheekverplich-
tingen ‘betaalbaar’ zijn voor een huishouden, niet alleen de rentelasten.
Betaalbaarheid
Betaalbaarheid in Nederland verbeterd sinds 2008, vooral voor doorstromers
Betaalbaarheid (hypotheeklasten als % van inkomen, netto, direct na aankoop)
Slecht
betaalbaar
Goed
betaalbaar
ING Economisch Bureau 8 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
0%
10%
20%
30%
40%
1996 2001 2006 2011 2016
Annuitaire Hypotheek
Starters (benadering)
Doorstromers (benadering)
Alleen rentelasten(=gelijk aan 100% afl. vrij)
Betaalbaarheid Amsterdam verslechtert
Betaalbaarheid Amsterdam verslechtert, met name voor starters
De betaalbaarheid van Amsterdamse woningen neemt momenteel snel
af. Door de snelle prijsstijgingen is een koopstarter* in Amsterdam bijna
35% van het huishoudinkomen kwijt aan lasten. Dat is meer dan rond de
eeuwwisseling en meer dan in 2008. Dat de betaalbaarheid voor starters
ondanks de lagere rente nu slechter is dan in 2008 komt doordat starters
nu moeten aflossen. Voor doorstromers die een woning willen kopen in
Amsterdam is de situatie een stuk minder verslechterd. Zij mogen een
groot deel van de woningwaarde aflossingsvrij financieren**. Ze hebben
meer profijt van de lage rente dan starters en hun betaalbaarheid is nog
lang niet zo slecht als in 2008. Maar ook voor doorstromers neemt de
betaalbaarheid nu af.
Verleden: slechte betaalbaarheid gevolgd door prijscorrectie
Huizenprijzen zijn in Amsterdam volatieler dan gemiddeld, waardoor de
betaalbaarheid ook sterker fluctueert. In de afgelopen twintig jaar waren
er in Amsterdam twee eerdere perioden waarin de betaalbaarheid sterk
verslechterde, namelijk 1999-2001 en 2007-2009. Beide perioden werden
gekenmerkt door sterk stijgende huizenprijzen, waarop vervolgens perio-
den met prijsdalingen volgden. Twee keer waren crises (respectievelijk de
dot-com en de kredietcrisis) met bijbehorend vertrouwensverlies de
‘triggers’ voor de omslag in de hoofdstad.
Geleidelijke afzwakking of plotse correctie?
Nu de betaalbaarheid afneemt is het aannemelijk dat de sterke huizen-
prijsstijgingen in de hoofdstad de komende jaren zullen afzwakken. Wan-
neer deze forse stijgingen toch aanhouden, neemt het risico op een plot-
se prijscorrectie steeds meer toe. Een nieuwe periode van economische
tegenwind, een sterke rentestijging (zie p. 9-10) of een andere trigger zou
zo’n correctie kunnen ontlokken.
*koopstarter met een inkomen gelijk aan dat van een gemiddeld huishouden in Nederland
** Aanname: doorstromers financieren gemiddeld 50% aflossingsvrij
Wanneer leidt slechte betaalbaarheid tot minder prijsstijgingen?
Relevant voor de huidige situatie is de vraag of de omslagen in 2001 en 2009 ook hadden plaatsge-
vonden wanneer genoemde crises er niet waren geweest. Waren de huizenprijzen dan ‘gewoon’ ver-
der doorgestegen? Met andere woorden, hoe ver had de betaalbaarheid kunnen afnemen tot een
correctie zou volgen? Best ver, zo laten buitenlandse steden als Londen en Stockholm zien. In die
steden wordt immers al jarenlang gesproken van overwaardering. Toch blijven prijzen daar sterk
doorstijgen. We sluiten niet uit dat dit ook in Amsterdam kan gebeuren.
Betaalbaarheid
Conclusie: huidige ontwikkeling betaalbaarheid...
duidt op afzwakking: verhoogt risico op correctie:
Betaalbaarheid Amsterdamse woning neemt snel af, vooral voor starters
Betaalbaarheid (hypotheeklasten als % van inkomen, netto, direct na aankoop)
Slecht
betaalbaar
Goed
betaalbaar
ING Economisch Bureau 9 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Wat als de rente stijgt? Twee scenario’s
Stijgende rente hangt samen met stijgende inkomensgroei
Het ING Economisch Bureau verwacht dat de rente bij aanhoudend eco-
nomisch herstel licht oploopt. Dit zal een drukkend effect hebben op de
betaalbaarheid van woningen. Maar bij een stijgende rente ‘hoort’ nor-
maal gesproken ook inkomensgroei: beide zijn meestal het gevolg van
positieve economische ontwikkelingen. Deze bijbehorende inkomensgroei
heeft een opwaarts effect op de betaalbaarheid. De hypotheekrenteaf-
trek vormt daarnaast nog een extra dempende factor bij oplopende ren-
tes: bij een hogere rente mogen huizenkopers een groter deel van hun
bruto lasten aftrekken. De netto lasten zijn dan relatief lager.
Scenario’s brengen inzicht
Des te sterker de rente oploopt, des te groter het effect op de betaalbaar-
heid. Wij werken hier twee scenario’s uit voor de komende drie jaar: sce-
nario ‘Basis’, waarin de rente geleidelijk oploopt, en scenario ‘Extreem’,
waarin de rente sterk oploopt. Scenario ‘Basis’ is volgens ons het meest
plausibel. Toch is het goed ook inzicht te geven in wat er gebeurt met de
betaalbaarheid en de maximale leencapaciteit als de rente onverwacht
sterk oploopt.
Scenario ‘Basis’
Als gevolg van economisch herstel en geleidelijke normalisatie van het monetair beleid loopt de
rente (hypotheekrente, 10 jaar vast) vanaf nu met 0,25% per jaar op. De rentestijging blijft beperkt
door beperkte wereldwijde groei en investeringsvraag, vergrijzing en de toegenomen concurrentie
op de hypotheekmarkt. De inkomensgroei is 2% per jaar.
Scenario: ‘Extreem’
Als gevolg van plotse politiek-economische gebeurtenissen ontstaat onzekerheid en krapte op ka-
pitaalmarkten, waardoor gebrek aan ’funding’ ontstaat. Hypotheekverstrekkers zijn minder bereid
om geld uit te lenen en verlangen een hogere rente. Dit wordt nog eens versterkt door de toegeno-
men eisen van regelgeving (hogere buffers). Als gevolg hiervan stijgt de hypotheekrente met 1%
per jaar, wat voor het laatst voorkwam meer dan 25 jaar geleden (periode 1989-1992). De inko-
mensgroei is 2% per jaar: deze blijft achter bij wat je zou verwachten bij dergelijke rentestijgingen
omdat het gaat om een extreem schokscenario.
Betaalbaarheid
ING Economisch Bureau 10 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
0%
10%
20%
30%
40%
1996 2001 2006 2011 2016
AnnuitaireHypotheek
Starters(benadering)
Doorstromers(benadering)
100% Aflossingsvrijehypotheek
Scenario ‘basis’
Als de rente stijgt, verslechtert de betaalbaarheid
Rente: +0,25%
Inkomen: + 2% per jaar
Betaalbaarheid neemt af, ook bij beperkte prijsstijging
Als gevolg van de stijgende rente verslechtert de betaalbaarheid in het basisscenario. Ook
als huizenprijsstijgingen in Amsterdam vanaf nu terugvallen van ruim 10% naar 4% op
jaarbasis, worden woonlasten van zowel starters als doorstromers geleidelijk hoger. De
betaalbaarheid voor starters loopt dan in drie jaar terug tot netto woonlasten van bijna
40% van het netto inkomen. Ook doorstromers betalen steeds hogere woonlasten. In
2019 is de betaalbaarheid voor doorstromers weer net zo slecht als in 2008. Deze ver-
slechterende betaalbaarheid zet neerwaartse druk op de prijzen.
Betaalbaarheid neemt af, zelfs als prijzen stabiliseren
Als gevolg van de snel stijgende rente verslechtert de betaalbaarheid in het extreme sce-
nario fors. Zelfs als huizenprijzen in Amsterdam in dit scenario vanaf nu niet langer stijgen,
worden woonlasten snel hoger. In 2019 is de betaalbaarheid voor zowel starters als door-
stromers slechter dan in 2008. Het verschil tussen de annuitaire en aflossingsvrije hypo-
theek neemt af, doordat een groter deel van de totale lasten van een annuitaire hypo-
theek bestaat uit rentelasten. De verslechterende betaalbaarheid zet neerwaartse druk op
de prijzen. Het risico op prijsdalingen neemt sterk toe.
Betaalbaarheid
Conclusie: ontwikkeling betaalbaarheid in scenario ‘extreem’
duidt op afzwakking: verhoogt risico op correctie:
Betaalbaarheid neemt geleidelijk verder af
Aanname: huizenprijzen stijgen door met 1% per kwartaal
Scenario ‘extreem’
Rente: +1%
Inkomen: + 2% per jaar
Betaalbaarheid neemt zeer sterk af
Aanname: huizenprijzen blijven gelijk
0%
10%
20%
30%
40%
1996 2001 2006 2011 2016
Annuitaire Hypotheek
Starters (benadering)
100% Aflossingsvrijehypotheek
Doorstromers(benadering)
Aanname om betaalbaarheid te bepalen: huizen-
prijzen stijgen met 4% tussen 2016 en 2019 Aanname om betaalbaarheid te bepalen: huizenprijzen blijven gelijk tussen 2016 en 2019
Conclusie: ontwikkeling betaalbaarheid in scenario ‘basis’
duidt op afzwakking: verhoogt risico op correctie:
ING Economisch Bureau 11 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Normen strenger, leencapaciteit blijft op peil
Kredietvoorwaarden sterk ingeperkt
Ruime kredietverstrekking vormde een belangrijke verklaring voor de sterke huizenprijsstij-
gingen in de periode vóór het uitbreken van de kredietcrisis. Tijdens de kredietcrisis zijn
financieringsnormen sterk teruggebracht. Huishoudens mogen, bij gelijkblijvende rente,
een kleiner bedrag van hun inkomen betalen aan woonlasten (zie figuur hieronder). Met
name huishoudens met een relatief laag inkomen mogen nu fors minder lenen dan voor-
heen.
Leencapaciteit
€ 0
€ 50.000
€ 100.000
€ 150.000
€ 200.000
€ 250.000
€ 300.000
€ 350.000
2008 2011 2014 2017
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
Lagere leencapaciteit - bij gelijke rente en inkomen
Maximale hypotheeksom eenverdiener bij rente van 5% (per inkomensgroep)
Bron: Nibud, bewerking ING Economisch Bureau
Werkelijke leencapaciteit niet gekrompen
Terwijl kredietvoorwaarden strenger zijn geworden, is het feitelijke maximale bedrag dat
huizenkopers kunnen lenen veel minder afgenomen. Sinds dit jaar neemt dit bedrag zelfs
weer toe. De gemiddelde hoofdkostwinner kan in zijn eentje nu weer ruim 220 duizend
euro lenen, meer dan in 2008 (zie figuur hieronder). Dit heeft verschillende oorzaken:
1. De hypotheekrente is sinds 2008 fors afgenomen. Zo kunnen huizenkopers tegen
dezelfde maandlasten een fors hoger hypotheekbedrag lenen. Weliswaar kunnen wo-
ningkopers minder aftrekken van de belasting (rente is immers lager), maar dit weegt
lang niet op tegen het voordeel van de dalende rentestand.
2. Inkomens blijven niet constant. Het gemiddeld inkomen is ook gedurende de crisis-
jaren blijven toenemen. Sinds 2015 is deze inkomensgroei sterker, omdat de economie
groeit en de werkloosheid daalt.
3. Voor 2016 werden voor het eerst in tijden de Nibud-normen niet verder aange-
scherpt. Bij stijgende inkomens en dalende rentestanden was het maximale hypo-
theekbedrag dat huizenkopers dit jaar konden lenen zo hoger dan vorig jaar. In 2017
worden de normen opnieuw iets verruimd.
Eenverdiener mag meer lenen dan in 2008
Maximale hypotheeksom van hoofdkostwinner met gemiddeld inkomen*
* Op basis van rentevastperiode van 10 jaar en gem. persoonlijk inkomen van hoofdkostwinner = 44dzd (2008) -
48dzd (2016), aanname rente stijgt in 2017 met 0,25%
Bron: NIBUD, bewerking ING Economisch Bureau
200.000
210.000
220.000
230.000
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
ING Economisch Bureau 12 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Alleen als rente flink stijgt, daalt leencapaciteit
Leencapaciteit ontwikkelt zich gunstiger voor tweeverdieners
De ontwikkeling van de leencapaciteit zoals hierboven weergegeven is op basis van het gemiddelde kostwinnersinkomen. In Amsterdam sluiten veel huizenkopers echter een hypotheek af
op basis van twee inkomens. Tweeverdieners profiteren momenteel van steeds ruimere kredietnormen. In 2015 werd het 2de inkomen nog voor 33% meegeteld bij de bepaling van het
financieringslastpercentage. Dit jaar was dit voor 53% en vanaf volgend jaar stijgt het percentage jaarlijks met 6,6%-punt (van 60% in 2017 tot 100% in 2023). Dit heeft tot gevolg dat twee-
verdieners jaarlijks duizenden euro’s meer mogen lenen dan voorheen. Voor hen zal de ontwikkeling van de leencapaciteit daarmee in beide scenario’s iets gunstiger uitpakken.
Effect van stijgende rente op leencapaciteit
Als de hypotheekrente oploopt beïnvloedt dat niet alleen de betaalbaarheid van woningen, maar ook de maximale leencapaciteit van kopers. We hanteren eerdergenoemde scenario’s (zie
bladzijde 9) om inzicht te krijgen in hoe de leencapaciteit de eerstkomende drie jaren verandert bij een stijgende rentestand. We gaan er hierbij vanuit dat de NIBUD- financieringslastper-
centages voor 2017 ook in 2018 en 2019 geldig zullen blijven.*
Leencapaciteit
Scenario ‘Basis’ Rente: +0,25% per jaar, inkomen: +2% per jaar
Ontwikkeling leencapaciteit hoofdkostwinner tot 2019:
+1% per jaar Doordat de inkomensstijging de rentestijging compenseert, zal de gemiddelde leenca-
paciteit voor hoofdkostwinners licht groeien. Deze lichte toename van de leencapaci-
teit heeft een afzwakkend effect op huizenprijsstijgingen. Huizenprijzen stijgen nu im-
mers met zo’n 4 a 5% per jaar, terwijl de leencapaciteit slechts met 1% op jaarbasis
zal toenemen.
Scenario ‘Extreem’
Ontwikkeling leencapaciteit hoofdkostwinner tot 2019:
-4% per jaar De rentestijging is zo sterk, dat het stijgende inkomen niet kan compenseren. Als
gevolg hiervan daalt de leencapaciteit. Hierdoor zullen huizenkopers jaarlijks vele
duizenden euro’s minder kunnen lenen dan het jaar ervoor. Afzwakkende huizen-
prijzen zijn onvermijdelijk. Het risico op een prijscorrectie neemt sterk toe.
Conclusie: ontwikkeling leencapaciteit in scenario ‘extreem’
duidt op afzwakking: verhoogt risico op correctie:
* De leennormen voor 2017 zijn eind oktober vastgesteld door het ministerie van binnenlandse zaken op advies van het
NIBUD. Deze zijn licht verruimd ten opzichte van 2016. Mogelijk dat komende jaren nieuwe aanpassingen volgen.
Rente: +1% per jaar , inkomen: +2% per jaar
Conclusie: ontwikkeling leencapaciteit in scenario ‘basis’
duidt op afzwakking: verhoogt risico op correctie:
ING Economisch Bureau 13 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
€5
€6
€7
€8
€9
€10
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Kopen aantrekkelijker ten opzichte van huren
Kopen steeds goedkoper ten opzichte van huren
Een huis kopen in Nederland werd de afgelopen jaren steeds goedkoper
ten opzichte van huren. De vraagprijs van een koopwoning komt nu over-
een met 20 keer de kale jaarhuur van een vergelijkbare huurwoning in de
vrije sector*. In 2010 was dat nog 24 keer de jaarhuur. Dit komt overeen
met een daling van bijna 20%. Deze ‘price-to-rent’ ratio daalde, omdat
huizenprijzen fors daalden tot 2013, terwijl huurprijzen in de vrije sector
vrijwel constant bleven. Vanaf 2013 zijn koopwoningen weliswaar duurder
geworden, maar ook de huurprijzen liepen verder op. Hierdoor is de ‘Price-
to-rent’ ratio sindsdien nauwelijks veranderd.
‘Maandlasten-to-rent’ geeft beter beeld
Net als bij de ‘price-to-income’ houdt de ‘price-to-rent’ ratio geen rekening
met veranderingen van rente of regelgeving. We construeren daarom een
‘maandlasten-to-rent’-index**, die de maandlasten van kopen en huren
vergelijkt. Deze laat beter zien dat kopen in Nederland vanaf 2013 flink
aan aantrekkingskracht heeft gewonnen ten opzichte van huren.
Aantrekkelijkheid van huren beïnvloedt huizenprijzen
Nu huren steeds duurder wordt ten opzichte van kopen, zal er wat vraag
verschuiven van huur naar koop. Niet alleen particulieren zullen eerder
geneigd te kopen, ook investeerders worden extra uitgelokt woningen op
te kopen met als doel deze te gaan verhuren (zie p. 15). Beide ontwikkelin-
gen leveren opwaartse druk op de huizenprijzen in Nederland.
* Het overgrote deel van de huurwoningen in Nederland bestaat uit sociale huurwoningen. Deze
zijn niet toegankelijk voor mensen met een midden- en hoog inkomen. Daarbij zijn er in veel
regio’s wachtlijsten. Zo vormt de sociale huursector de facto geen alternatief voor mensen die
overwegen te kopen. Daarom vergelijken we koopprijzen hier met vrije sector huurprijzen.
** Berekend o.b.v. gemiddelde netto hypotheeklasten van koopstarters direct na aankoop. De
koop-huur afweging is voor hen het meest relevant. Extra woonlasten (onderhoud, OZB, etc.)
zijn niet in de analyse verwerkt)
Conclusie: zie volgende pagina
Kopen versus huren
Kopen goedkoper ten opzichte van huren
“Price-to-rent” en “Maandlasten-to-rent” indices, (2010 = 100)
Bron: Pararius, CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Huurprijzen in Nederland pas recent opgelopen
Kale huurprijs vrije sector, per m2
Bron: Pararius, bewerking ING Economisch Bureau
70
75
80
85
90
95
100
105
110
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Maandlasten-to-rent
Price-to-rent
Vanaf 2013 hogere lasten
door verplicht aflossen
ING Economisch Bureau 14 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Huren in Amsterdam weer iets aantrekkelijker ten opzichte van kopen Huren in Amsterdam stegen tot voor kort sterk
Tussen 2010 en 2013 waren Amsterdamse koopwoningen weliswaar
minder in trek, de vraag naar vrije sector huurwoningen bleef onvermin-
derd groot. Hierdoor stegen Amsterdamse huurprijzen in die periode
door, terwijl gemiddelde huurprijzen in Nederland vrijwel stabiliseerden.
De Amsterdamse huurprijzen liggen fors boven het landelijke niveau. De
vraag naar vrije sectorhuurwoningen is er groot, terwijl het aandeel van
dit soort woningen in de hoofdstedelijke voorraad—met een groot aantal
sociale huurwoningen— klein is.
Tot voor kort: kopen in Amsterdam aantrekkelijker versus huren...
De combinatie van stijgende huren en dalende huizenprijzen zorgde er-
voor dat ‘price-to-rent’ en ’maandlasten-to-rent’ ratio’s in Amsterdam
tussen 2010 en 2013 met bijna een kwart daalden. Kopen in Amsterdam
werd in korte tijd dus fors aantrekkelijker ten opzichte van huren. Vanaf
2013 tot eind 2015 zijn koopwoningen in Amsterdam weer duurder ge-
worden, maar ook de huurprijzen liepen verder op. De ’price-to-rent’ bleef
zo constant. Door de dalende rente daalde de ‘maandlasten-to-rent’ wel
verder: kopen bleef zo ook in die jaren aan aantrekkingskracht winnen.
...maar huren wint nu terrein terug
Dit jaar lopen de ratio’s weer op in de hoofdstad. Dit komt door de sterk
stijgende huizenprijzen, terwijl de huren even niet verder stijgen en de
rente niet verder daalt. Het is te vroeg om te spreken van een echte om-
slag. De vraag naar vrije sector huurwoningen is groot, met name onder
expats, flexwerkers en mensen met een middeninkomen, terwijl het aan-
bod nog altijd beperkt is. De ratio’s liggen nog ruim onder het pre-crisis
niveau. Deze indicator wijst op dit moment dus slechts in beperkte mate
op afnemende prijsstijgingen. Hij duidt in ieder geval niet op een ver-
hoogd risico op een prijscorrectie in de hoofdstad.
Kopen versus huren
Conclusie: huidige ontwikkeling kopen versus huren...
verhoogt risico op correctie: duidt op afzwakking:
Huurprijzen stegen tot voor kort snel in Amsterdam
Kale huurprijs vrije sector, per m2
70
80
90
100
110
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Maandlasten-to-rent
Price-to-rent
Huren sinds eind 2015 weer aantrekkelijker ten opzichte van kopen
Price-to-rent en maandlasten-to-rent indices, (2010 = 100)
Bron: Pararius, Huizenzoeker, CBS, bewerking ING Economisch Bureau
€ 5
€ 10
€ 15
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Huurprijs per m2 Adam
Huurprijs per m2 Nederland
Bron: Pararius, bewerking ING Economisch Bureau
Vanaf 2013 hogere lasten
door verplicht aflossen
ING Economisch Bureau 15 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
11% 11% 10%8% 8% 9% 9% 11% 10%
13%16%
0%
5%
10%
15%
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Q1
De invloed van beleggers neemt toe
Vermogen: rol van beleggers op Amsterdamse woningmarkt
Op dit moment zorgen hoge huurprijzen ten opzichte van koopprijzen voor een
goed aanvangsrendement voor beleggers. De lage rente en matige rende-
mentsvooruitzichten van andere investeringsmogelijkheden verhogen de vraag
naar Amsterdamse woningen als beleggingsobject nog eens extra. Bij een lage
rente is de netto contante waarde van toekomstige huurinkomsten namelijk
hoger dan bij een hoge rente*. Naast permanente verhuur kan ook toeristische
verhuur interessant zijn voor particuliere beleggers. Ouderen kopen soms alvast
een appartement dat ze een aantal jaar verhuren, voordat ze er zelf naar toe
verhuizen.
Woning kopen om te verhuren zeer aantrekkelijk
Uit data van het Kadaster blijkt dat ‘Buy-to-let’ aankopen een steeds groot deel
uitmaken van de totale woningaankopen in Amsterdam, zelfs meer dan in
2008. De sterke vraag vanuit particuliere investeerders heeft een opwaarts
effect op de prijzen. De komende jaren wordt dit effect niet kleiner, gezien het
beperkte aandeel vrije sectorhuurwoningen en de nog altijd lage ‘price-to-
rent’ (=hoog aanvangsrendement) in de hoofdstad. Deze indicator duidt daar-
mee niet op een afzwakking van prijsstijgingen. Pas op de lange termijn wordt
de opwaartse druk van ‘buy to let’ op de Amsterdamse woningmarkt vermoe-
delijk iets kleiner. In de hoofdstad worden relatief veel vrije sectorhuurwoningen
gebouwd. Als de gemeente dit beleid de komende jaren doorzet wordt de huur-
voorraad groter. Dit kan huurprijzen dan drukken, waardoor investeren in wo-
ningen minder aantrekkelijk wordt.
Gevoeliger voor schokken
Des te meer de woningmarkt wordt beïnvloed door investeerders, des te gevoe-
liger deze is voor schokken. De aard van de vraag wordt namelijk vluchtiger:
beleggers worden gedreven door rendement en wanneer zij in andere markten
meer rendement verwachten (bijvoorbeeld als de rente stijgt), zal de vraag
naar woningen terugvallen. Zo verhoogt de rol van beleggers het risico op een
prijscorrectie.
* Contant gemaakt tegen dan geldende spaarrente op vrij opneembare tegoeden
Invloed van investeerders
Conclusie: huidige ontwikkeling invloed van investeerders...
verhoogt risico op correctie: duidt op afzwakking:
0%
2%
4%
6%
2008 2010 2012 2014 2016
Rendement 'buy to let' Amsterdam veel aantrekkelijker dan in 2008
Gemiddeld jaarlijks rendement, eerste 10 jaar, o.b.v. netto contante waarde*
Bron: Pararius, CBS, DNB, bewerking ING Economisch Bureau
** Benadering 'Buy-to-let transacties’: kopers met 2-9 woningen, waarvan het gekochte niet het hoofdverblijf is en geen recreatiewoning
Bron: Kadaster, bewerking ING Economisch Bureau
Invloed kleine beleggers op Amsterdamse woningmarkt groter dan voor crisis
'But-to-let-transacties’'**, aandeel van totaal aantal transacties, bij benadering
ING Economisch Bureau 16 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Grotere rol vermogens van ouders
Spaargeld van vermogende ouders stroomt Amsterdamse woningmarkt op
Schenken en lenen aan kinderen voor de aankoop van een woning wordt
steeds populairder. Meer kinderen worden door hun ouders gesteund bij het
kopen van een huis dan vroeger, zo blijkt uit de ING Financieel fit Barometer.
Wie meer kan bieden, zal ook meer bieden. Vooral in Amsterdam is het ver-
mogen van ouders van invloed op de stijgende huizenprijzen: de hoofdstad
trekt namelijk bij uitstek jongeren en jongvolwassenen aan. Velen van hen
hebben in de huidige markt zelf niet de financiële ruimte om te kopen. Ouders
springen in en doen dat vaker dan vroeger. Dit heeft verschillende redenen:
1. Bij lage spaarrentes en matige rendementen van aandelen en obligaties, is
lenen aan kinderen of investeren in een woning vanuit financieel perspec-
tief aantrekkelijk.
2. Ouderen hebben veel meer financieel vermogen dan vroeger. Ze hebben
hun hypotheek vaak grotendeels afgelost en krijgen steeds hogere erfe-
nissen van hun ouders. Het is voor hen hiermee makkelijker om een deel
af te staan. Daarbij hebben ze minder kinderen om tussen te verdelen.
3. De belastingvrijstelling bij schenken is ruimer dan vroeger. Vanaf 2017
wordt de verruimde schenkingsvrijstelling bovendien permanent.
4. Het is voor jongeren steeds moeilijker om de aankoop van een woning te
financieren. Ze worden verplicht veel eigen geld in te brengen, terwijl ze
zelf vaak weinig spaargeld hebben. Ook hebben ze vaker dan vroeger een
flexibel contract.
Rol van vermogen van ouders zal komende jaren blijven
Ook de komende jaren zullen vermogende ouders van invloed blijven op de
Amsterdamse woningmarkt. De rente zal op den duur stijgen, maar de andere
drie factoren blijven bestaan. Deze indicator duidt op dit moment dus niet op
afzwakking van de prijzen. Wel neemt het risico op een prijscorrectie enigszins
toe. Wanneer ouders zich beginnen af te vragen hoe duurzaam de Amster-
damse woningprijsstijgingen eigenlijk zijn, kan dat de vermogensstroom plots
doen afnemen.
Invloed van ouders
Conclusie: huidige ontwikkeling invloed van ouders...
verhoogt risico op correctie: duidt op afzwakking:
Aantal keer gezocht op 'schenken aan kind' Aantal keer gezocht op 'familiehypotheek'
Bron: google trends
0
20
40
60
80
100
120
2010 2012 2014 2016
Bron: google trends
0
5
10
15
20
25
30
2010 2012 2014 2016
Jongeren krijgen vaker steun dan vroeger
Toen ik voor het eerst in een koopwoning ging wonen...
Bron: ING Financieel fit Barometer
10%
4% 3%
6%
3%6%
2%
0%
1%
0%
5%
10%
15%
20%
35 min 35-55 55+
Hebben mijn ouder(s) de woninggekocht
Hebben mijn ouder(s) mij eengroot geldbedrag geleend
Hebben mijn ouder(s) mij eengroot geldbedrag geschonken
ING Economisch Bureau 17 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Prijsopdrijvend effect Airbnb neemt zeker af
Airbnb heeft prijsopdrijvend effect
Airbnb heeft een grote vlucht genomen in de hoofdstad. Ruim 11 duizend volledige wonin-
gen en nog eens 2,5 duizend kamers worden via de site aangeboden aan reizigers. Inmid-
dels biedt één op de zes woningbezitters in toeristische Amsterdamse buurten overnach-
tingen aan via Airbnb. Met de sterke opkomst van Airbnb en andere verhuursites is een
woning plotseling meer dan alleen om in te wonen: het is een verdienmodel geworden. Dit
heeft een prijsopdrijvend effect gehad.
Amsterdam zet in op betere handhaving
Als het aan de gemeente Amsterdam ligt, wordt de sterke groei van vakantieverhuur in de
hoofdstad teruggedrongen. De gemeente zet vooral in op het tegengaan van verhuurders
die langer dan 60 dagen verhuren (’illegale hotels’). Onlangs zijn nieuwe afspraken ge-
maakt met Airbnb. Vanaf 1 januari krijgen Amsterdamse Airbnb-verhuurders een dagen-
teller te zien op de site. Zodra ze 60 dagen verhuurd hebben, kunnen ze geen nieuwe boe-
kingen meer accepteren.
Aanbod verandert maar vraag blijft bestaan
Amsterdam is zeer aantrekkelijk voor toeristen. De vraag naar vakantieverhuur zal de ko-
mende jaren vermoedelijk niet afnemen. Gezien de inspanningen van de gemeente ver-
wachten wij dat het aanbod vanuit illegale hotels wel iets zal afnemen. Als de naleving
verbetert wordt het uitbaten van een illegaal hotel minder aantrekkelijk en neemt de
vraag van malafide investeerders naar woningen af: dit heeft een drukkend effect op de
huizenprijzen. Aan de andere kant kunnen Airbnb-tarieven door het dalende aanbod van
illegale hotels juist iets stijgen (de vraag blijft immers gelijk). De verdiencapaciteit van de
eigen woning wordt voor particulieren zo hoger. Dit heeft een verhogend effect op de hui-
zenprijzen en kan weer nieuw aanbod van particulieren uitlokken.
Prijsopdrijvend effect zal zeker afnemen
Hoe bovenstaande effecten per saldo uitwerken, is moeilijk te voorspellen. Zoals wij eerder
stelden, is het moeilijk te bepalen hoe groot het effect van Airbnb precies is. Wat wel dui-
delijk is: naarmate Airbnb langer bestaat, is een steeds groter deel van dit effect in de hui-
zenprijzen verdisconteerd. Het prijsopdrijvend effect zal de komende jaren daarom vrijwel
zeker afvlakken.
Airbnb aanbod in Amsterdam
Invloed van Airbnb
Conclusie: huidige ontwikkeling invloed van Airbnb...
verhoogt risico op correctie: duidt op afzwakking:
Bron: www.insideairbnb.com
ING Economisch Bureau 18 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Amsterdamse bevolking groeit...
Buitenlandse instroom drijft bevolkingsgroei
In Amsterdam zorgt immigratie de laatste twee jaar voor een forse bevolkings-
groei. Ongeveer de helft van deze instroom komt uit de VS, Europa, India of China.
Deze mensen hebben vaak een goede financiële situatie en kiezen daarom vaker
voor een koop– of vrije sector-huurwoning. In de crisisjaren 2008-2013 was de
buitenlandse instroom veel beperkter. Destijds groeide de hoofdstedelijke bevol-
king naast geboortes meer door binnenlandse verhuizingen. Veel jongeren ver-
huisden naar Amsterdam, maar slechts weinig gezinnen vertrokken uit de hoofd-
stad (bijvoorbeeld omdat hun huis onder water stond). De uitstroom van gezinnen
is inmiddels weer op gang gekomen, waardoor er vorig jaar voor het eerst sinds
2007 meer mensen Amsterdam verlieten, dan dat er vanuit elders in Nederland
naar toe kwamen.
Migratie bepaalt of sterke bevolkingsgroei aanhoudt
Of de sterke bevolkingsgroei in Amsterdam de komende jaren doorzet hangt
daarmee samen met de vraag of de buitenlandse instroom op peil blijft. De voor-
uitzichten zijn gunstig. De Amsterdamse dienstensector groeit hard en de vraag
naar gekwalificeerd personeel is hoog. De buitenlandse instroom is overigens niet
de enige driver voor de bevolkingsgroei in de hoofdstad. Ook het stabiele en hoge
geboorteoverschot in Amsterdam zal de komende jaren een belangrijke bodem
leggen onder deze groei.
Migratie is grillig
Maar migratie is grilliger dan binnenlandse verhuizingen. De aantrekkingskracht
van Amsterdam hangt af van het economisch tij en immigratiewetgeving. In 2005
en 2006 vertrokken er meer mensen naar het buitenland vanuit Amsterdam dan
andersom. Mocht zo’n terugval zich in de toekomst weer voordoen, dan vertaalt
zich dat niet 1-op-1 in een sterke daling van de huishoudensgroei. Tijdens de crisis
is het aantal personen per huishouden in de hoofdstad namelijk toegenomen. Dit
komt mede doordat veel Amsterdammers min of meer noodgedwongen samen-
wonen, terwijl ze liever een woning voor zichzelf willen hebben. Deze groep kan
compensatie bieden als de vraag van migranten wegvalt. Het betreft hier echter
met name starters. Juist voor hen is betaalbaarheid een belangrijk issue.
Indicatie bubbelvorming?
Neutraal Indicatie bubbelvorming?
NEE Conclusie: zie volgende pagina
Aanbod en demografie
Bron: OIS Amsterdam (1990-2002) en CBS (2003-2015)
-10.000
-5.000
0
5.000
10.000
15.000
1990 1995 2000 2005 2010 2015
geboorteoverschot binnenlandse migratie
buitenlandse migratie bevolkingsgroei
Amsterdamse bevolkingsgroei leunt sterk op buitenlandse migratie
Aantal personen
ING Economisch Bureau 19 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
- 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000
1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 2015
Koop
Markthuur
Sociale huur
0
20.000
40.000
60.000
80.000
2015-2020 2020-2025 2025-2030
Groei voorraad Groei huishoudens Groei bevolking
...en forse inspanning nieuwbouw is niet genoeg
Gemeente Amsterdam bouwt flink
Vorig jaar is in Amsterdam de bouw opgestart van ruim 8.000 woningen,
het hoogste aantal ooit. Als gevolg van de crisis lagen nieuwbouwpro-
jecten in Amsterdam juist lange tijd stil. Zo werden tussen 2009 en 2013
nog geen 3.000 woningen per jaar gebouwd in de hoofdstad, terwijl de
bevolking groeide met zo’n 10 duizend mensen per jaar. De gemeente
heeft de ambitie om 50 duizend nieuwe woningen te bouwen tot 2025.
De totale woningvoorraad in Amsterdam (inclusief transformatie en
sloop), zal tussen 2015 en 2025 eveneens toenemen met 50 duizend wo-
ningen, zo verwacht ABF Research.
Primos-prognose: aanbod blijft tot 2020 achter bij huishoudensgroei
Ondanks deze sterke groei van het aanbod zal de woningvoorraad vooral
in de komende jaren achterblijven bij de verwachte groei van het aantal
huishoudens. ABF gaat uit van ruim 30 duizend extra huishoudens alleen
al tussen 2015 en 2020. Deze prognose is gebaseerd op een bevolkings-
toename in Amsterdam van zo’n 12 duizend personen per jaar (tot 2020),
in lijn met de afgelopen jaren. Zoals op de vorige pagina aangegeven is
deze prognose afhankelijk van de aanname dat immigratie van buiten-
landers naar Amsterdam de komende jaren blijft voortduren.
Vanaf 2020 neemt druk af
Vanaf 2020 is de verwachting dat de groei van de woningvoorraad meer
in evenwicht komt met de huishoudensgroei. De druk op de Amsterdam-
se huur– en koopmarkten zal vanaf dat moment stabiliseren. Maar vooral
de komende jaren valt er tegen de aantrekkingskracht van de hoofdstad
niet op te bouwen. Het achterblijvende aanbod zal op korte termijn op-
waartse druk uitoefenen op huizenprijzen. Deze indicator duidt op dit mo-
ment dus niet op afnemende prijsdruk. Wel is er een licht verhoogd risico
op prijscorrecties, doordat de vraag vanuit buitenlandse instromers per
definitie grilliger is.
Risico op correctie: Duidt op afzwakking:
Aanbod en demografie
Conclusie: huidige ontwikkeling aanbod en demografie...
verhoogt risico op correctie: duidt op afzwakking:
Groei voorraad blijft achter bij huishoudensgroei
Prognose groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking per 5 jaar
Bron: ABF Primos prognose
Recordaantal nieuwe woningen in 2015
Woningbouwproductie in Amsterdam, per jaar start bouw
Bron: Gemeente Amsterdam
ING Economisch Bureau 20 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
14%
31%
50%
5%
Ja, binnen 3 jaar Ja over 3 tot 10 jaar Nee, niet in deeerstkomende 10 jaar
Nee, prijzen zullen nooitmeer dalen
0
20
40
60
80
100
120
140
2005 2008 2011 2014 2017
Sentiment zeer belangrijk voor prijsvorming
Sentiment is belangrijke factor
Vaak blijken ‘harde’ factoren zoals inkomensontwikkeling, betaalbaarheid
of demografie uiteindelijk niet afdoende om huizenprijsstijgingen te ver-
klaren. Sentiment en verwachtingen van huizenkopers spelen een zeer
belangrijke en vaak cruciale rol, blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek van
Schiller (2007).
Nederlanders zeer positief over huizenmarkt
Het sentiment op de huizenmarkt is zeer positief, zo blijkt uit de Eigen
Huis Marktindicator. Deze indicator schommelt rond de 120, flink hoger
dan in 2008. De Eigen Huis Marktindicator is gebaseerd op hoe Nederlan-
ders denken over de algemene situatie om een woning te kopen, de
koopprijsontwikkeling en de ontwikkeling van de hypotheekrente (zowel
terugkijkend als vooruitkijkend). Over al deze zaken zijn Nederlanders
momenteel zeer positief. Ook uit het ING Woonbericht blijkt dat het senti-
ment zeer hoog is.
Meerderheid verwacht nog minstens 10 jaar prijsstijgingen
De meerderheid (55%) van de Nederlanders verwacht dat huizenprijzen
in Nederland nog minstens 10 jaar stijgen, blijkt uit de ING Financieel fit
Barometer. 1 op de 20 verwacht zelfs dat huizenprijzen nooit meer dalen.
Sentiment kan ontwikkelingen versterken en verlengen
Gedrags-economisch onderzoek toont aan dat huidige ontwikkelingen
onze verwachtingen voor de toekomst sterk beïnvloeden (zgn. ‘present
bias’). Zo worden ook onze verwachtingen voor huizenprijsontwikkelingen
in de toekomst beïnvloed door ontwikkelingen in het heden. Dit feno-
meen versterkt en verlengt huizenprijsstijgingen, maar dalingen ook.
Indica-
tie bub-Conclusie: zie volgende pagina
Sentiment
VEH Marktindicator op zeer hoog niveau
Marktindicator Vereniging Eigen Huis, index
Bron: Vereniging Eigen Huis
Meerderheid verwacht geen prijsdaling in eerste 10 jaar
Zullen Nederlandse koopwoningen weer in prijs gaan dalen?
Bron: ING Financieel fit Barometer
ING Economisch Bureau 21 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
54%
94%
34%
4%
12%
1%
Nederland
Amsterdam
Overgewaardeerd Goed gewaardeerd Ondergewaardeerd
14%
31%
50%
5%9%
21%
57%
14%
Ja, binnen 3 jaar Ja over 3 tot 10 jaar Nee, niet in deeerstkomende 10 jaar
Nee, prijzen zullen nooitmeer dalen
NL
Adam
‘Present bias’ op Amsterdamse woningmarkt
Sentiment op de huizenmarkt zeer positief
Over de Amsterdamse huizenprijsontwikkeling zijn mensen nog positiever
dan over Nederland als geheel. Ruim 70% van de Nederlanders verwacht
in de hoofdstad geen prijsdaling in de komende tien jaar. 1 op de 7 Ne-
derlanders verwacht dat huizenprijzen in de hoofdstad nooit meer dalen.
Dat er sinds de eeuwwisseling al twee perioden zijn geweest waarin Am-
sterdamse huizenprijzen daalden, lijkt deze optimisten niet te beïnvloe-
den.
Overgewaardeerd, maar toch geen prijsdalingen verwacht
Tegelijkertijd vinden Nederlanders juist Amsterdamse woningen overge-
waardeerd. Maar liefst 94% van hen vindt dat woningen in de hoofdstad
momenteel meer kosten dan ze feitelijk waard zijn. Voor Nederland als
geheel is dit slechts 54%. Het lijkt tegenstrijdig dat Nederlanders aan de
ene kant Amsterdamse huizen overgewaardeerd vinden, maar aan de
andere kant zo overtuigd zijn van verdere prijsstijgingen. Want als er in-
derdaad lucht in deze huizenprijzen zit, zou het dan niet logischer zijn als
die er de komende tijd uit zou lopen?
Sentiment kan omslaan
De ‘present bias’ (zie vorige pagina) speelt hier een rol. Het gevaar van
sentiment is, dat het snel om kan slaan. In 2013 waren huizen in Amster-
dam in historisch opzicht zeer betaalbaar en hadden kopers de mooie
woningen voor het uitzoeken, maar werden velen van hen weerhouden
doordat ze verwachtten dat de prijzen nog verder zouden dalen. In 2007
en 2008 daarentegen verwachtten velen* dat huizenprijzen ‘gewoon’
door zouden stijgen. In beide situaties speelde de present bias een be-
langrijke rol. De hooggespannen verwachtingen duiden niet op afzwak-
king van de prijsgroei. Wel verhogen ze het risico op een prijscorrectie in
de hoofdstad.
* Zie bijvoorbeeld: http://financieel.infonu.nl/hypotheek/18127-dalen-de-huizenprijzen.html en
http://sargasso.nl/heeft-nederland-ook-een-huizenprobleem/
Sentiment
Conclusie: huidige ontwikkeling sentiment...
verhoogt risico op correctie: duidt op afzwakking:
Positiever over Amsterdam dan over Nederland
Zullen Nederlandse/Amsterdamse koopwoningen weer in prijs gaan dalen?
Bron: ING Financieel fit Barometer
Vrijwel iedereen vindt Amsterdamse huizen overgewaardeerd
Nederlandse/Amsterdamse huizenprijzen zijn op dit moment...
Bron: ING Financieel fit Barometer
ING Economisch Bureau 22 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Conclusie - Welke risico’s loopt een koper?
Conclusie
Koopwoningen in Amsterdam zijn steeds minder goed betaalbaar. Dit
moet de vraag naar woningen in de hoofdstad doen afnemen, met min-
der grote prijsstijgingen tot gevolg. Wanneer huizenprijzen toch sterk
door blijven stijgen, komt dat doordat de aard van de vraag verandert.
‘Gewone’ huizenkopers die zonder steun een huis willen kopen in Amster-
dam krijgen steeds meer concurrentie van particuliere beleggers of ver-
mogende ouders. In de situatie dat prijzen snel stijgen is het bovendien
aanlokkelijk te denken dat deze ook in de toekomst sterk zullen blijven
stijgen. Deze ontwikkelingen vergroten het risico op een neerwaartse
prijscorrectie als gevolg van een economische schok. Huizenprijzen kun-
nen evengoed nog jaren door blijven stijgen, maar een waarschuwing is
op zijn plaats.
Welk risico loopt een koper?
Hoewel het risico op een prijscorrectie toeneemt, betekent dit niet dat
kopers zelf meer risico lopen. Als gevolg van nieuwe regelgeving mogen
kopers namelijk een minder grote hypotheek afsluiten ten opzichte van
de waarde van het huis (LTV). Ook moeten ze nu verplicht aflossen. Bij
een prijscorrectie komen huizenbezitters die onlangs hebben gekocht zo
niet direct ‘onder water’ te staan. Dit gebeurde in de crisis wel. Toch is
het voor iedereen die overweegt een huis te kopen in Amsterdam ver-
standig zichzelf een aantal vragen te stellen om zijn of haar persoonlijke
risico in te schatten:
Inschatten van persoonlijk risico
1. Ben ik realistisch?
Starters die een paar jaar in Amsterdam willen wonen en vervolgens door willen stromen naar
een andere woning, moeten er niet blind op rekenen dat ze in korte tijd een flinke overwaarde
realiseren. Hetzelfde geldt voor beleggers die instappen met als doel snel weer met veel winst te
verkopen
2. Hoeveel prijsdaling kan ik hebben?
Starters moeten verplicht aflossen, maar de eerste jaren na aankoop is de aflossing nog beperkt.
Na de eerste 5 jaar is bij de huidige rentestand zo’n 11% afgelost. Bij de maximaal toegestane
lening van 101% LTV betekent dit dat een prijscorrectie van zo’n 10% kan worden opgevangen
zonder dat ’onderwaterstand’ optreedt. Wanneer slechts 90% is geleend, kan een prijscorrectie
van 20% worden opgevangen.
3. Hoe stabiel is mijn inkomenssituatie?
Een slechte betaalbaarheid betekent hoge maandlasten. Wanneer de hypotheek op twee inko-
mens rust, is het belangrijk in te schatten hoe bestendig die inkomens op de lange termijn zijn.
Wanneer een van de twee in inkomen terugvalt, is de hypotheeklast dan nog steeds te dragen?
ING Economisch Bureau 23 Prijsvorming op de Amsterdamse woningmarkt / januari 2017
Met dank aan Colofon
Disclaimer
De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning
van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of
meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals
gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING
Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van
ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop
van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING
Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te
zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of
misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De
informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer
van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade
voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie.
Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming
van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregi-
streerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgeslo-
ten op 9 januari 2017
Kijk op ing.nl/kennis en volg ons op Twitter
Senne Janssen ING Economisch Bureau
Matthieu Zuidema Kadaster
Marcel Warnaar Nibud
Ger Jaarsma NVM
Gerco van den Berg
Maartje Martens
Pararius: https://www.pararius.nl/nieuws
Wim Flikweert ING
Marieke Blom ING
Marten van Garderen ING
Maurice van Sante ING
Arjen Boukema ING
Rico Luman ING
Dimitry Fleming ING