P-taak 3mirjanwiki2012.wikispaces.com/file/view/Stageverslag.pdf · 2 Stageverslag; Vakcollege...

P-taak 3

Het Vakcollege, Heerenveen

Mirjan van der Meer 197335 Edith de Vries 30 mei 2011

2 Stageverslag; Vakcollege Heerenveen

2

Inhoudsopgave

INLEIDING: MIJN STAGESCHOOL 3

MIJN ERVARING MET DE SCHOOL 5 MIJN STAGEPLAN VERSIE 1 6 MIJN STAGEPLAN VERSIE 2 7

COMPETENTIE LOGBOEK 9

FEEDBACK COACH 16 MIJN REACTIE 17 TERUGBLIK & VOORUITBLIK 18

BIJLAGE 19

FEEDBACK CONTACTPERSOON, NHL 20 LOGBOEK 21

3

Inleiding: Mijn Stageschool. Ik heb stage gelopen bij het Vakcollege, te Heerenveen. Het is een vrij nieuwe school omdat het Vakcollege nu onderdeel is van OSG Sevenwolden (openbare scholen gemeenschap). Daarvoor was het een zelfstandige school met de naam SBO op een andere lokatie in Heerenveen. Nu zijn ze anderhalf jaar verder met Het Vakcollege. Het is een school wat zich bezig houdt met praktijk gerichte vakken. De leerstof is onderverdeeld in theorie en praktijk van niveau 1 tot en met niveau 4 om ze te helpen door te stromen naar het MBO. Het lesprogramma in het eerste jaar is zo samengesteld dat de leerstof van verschillende vakken goed op elkaar aansluiten (vakkenintegratie). Dat er samenhang is tussen de gegeven vakken, zoals: aardrijkskunde, geschiedenis en economie wat zich allemaal onder het leergebied; mens & maatschappij valt. In het tweede leerjaar krijgen ze les in alle studierichtingen; PSO (praktisch sector oriëntatie). Zo maken de leerlingen kennis met alle beroepen die de school aanbied. Ze krijgen een overzicht van alle beroepen waarvan ze de basis kunnen leren na mate ze in het derde leerjaar de keuze maken. Zo hebben ze keus uit:

• Bouwtechniek • Metaaltechniek • Verzorging • Uiterlijke verzorging • Elektrotechniek • HTV (horeca, toerisme & voeding) • Voertuigen techniek • SDV (sport, dienstverlening & veiligheid)

Doordat ze in aanmerking komen met verschillende richtingen kunnen ze voor hunzelf de juiste keuze maken voor het derde leerjaar. Hiermee ontwikkelen ze het denkvermogen en de handvaardigheiden. De verschillende leerwegen. Een leerweg is een onderwijsprogramma met een eigen samengestelde examenpakket. Er zijn er in totaal vier VMBO‐leerwegen; Basisberoepsgerichte leerweg (BB) MBO niveau 1 / 2 Kaderberoepsgerichte leerweg (KB) MBO niveau 3 / 4 Gemengde leerweg (G) MBO niveau 3 / 4 Theoretische leerweg (T) HAVO en of MBO niveau 3 / 4


4

Er is een mogelijkheid voor de leerlingen om over te stappen naar een andere leerweg tijdens en aan het eind van het schooljaar. Ze kijken eerst naar de mogelijkheden en maken de overstap naar een andere leerweg. Dit komt met name vooral voor tijdens de onderbouwfase leerjaar 1 en 2. MBO – Niveau 1 Assistentenopleiding MBO – Niveau 2 Basisberoepsopleiding MBO – Niveau 3 Vakopleiding MBO – Niveau 4 Middenkaderopleiding BB Basisberoepsgerichte leerweg KB Kaderberoepsgerichte leerweg GL Gemengde leerweg LWOO Leerwegondersteunend onderwijs Tijdens mijn stage heb ik les geven aan een tweede klas Kaderberoeps en een LWOO klas. LWOO staat voor ondersteunend onderwijs, en je komt daarvoor in aanmerking als het door de regionale verwijzingscommissie is vastgesteld. Je werkt dan met kleine klassen en ze hebben een aangepast lesrooster in de basisgerichte leerweg. Daarbij kunnen ze extra individuele ‘hulptijd’ krijgen bij meer of een vak. Hulptijd betekend een extra lesuur en dat kun je ‘s morgens een uur eerder op school te komen of na je dagrooster. Daarna biedt het Vakcollege nog een leerwerktraject aan. Dat houdt in als een leerling te weinig heeft met het ‘schoolse leren’ kan hij/zij meer praktijk werk gaan doen. Zo gaan ze twee dagen per week op stage en drie dagen naar school. De school heeft contacten met verschillende bedrijven waar ze terecht komen. Het Vakcollege is altijd bezig met het verbeteren van les methodes, en is op zoek naar bedrijven die daarbij kunnen hebben. De leerlingen doen examen in het beroepsgerichte vak en Nederlands, eventueel met een ondersteunend vak waarvoor een extra certificaat wordt uitgereikt, zoals;

- Lasdiploma - Zwemdiploma

In het derde jaar worden de leerlingen voorbereid op het examen en krijgen ze tussentijdse toetsen. Het examen wordt gemaakt met computers. Ze krijgen elk een eigen computer met koptelefoon waaruit ze de keuze hebben om zelf te lezen, en dat de computer het voorleest. Zo kunnen ze twee keer de informatie beluisteren en de vragen beter beantwoorden. Zijn ze geslaagd dan is het aan hun of ze verder gaan studeren of gelijk gaan werken.

5

Mijn ervaring met de school.

Het is een compleet nieuw gebouw en dat kun je zien en voelen. Wanneer je het gebouw binnen loopt voel je de ruimte en de openheid van de architectuur. In het midden van het gebouw is de grote kantine te vinden en daaromheen vind je alle leerwegen van verschillende beroepen. De sfeer is rustig en de leerlingen hebben genoeg ruimte om pauze te houden. Het schoolgebouw is vrolijk met veel kleur en mooie grote posters. Het is overzichtelijk en je weet waar je moet zijn. Buiten het nieuwe gebouw staat het grote sportlocatie. Het vakcollege is onderverdeeld in twee gebouwen waarvan de 1e en 2e jaars hun eigen locatie hebben en de 3e en 4e jaars hebben ook hun eigen gebouw. Dat zorgt voor rust en overzicht. Je kunt het gebouw binnen lopen door verschillende ingangen. Je hebt een hoofdingang voor bezoekers en een ingang voor alle leerlingen. De docenten hebben contact met de leerlingen tijdens de pauzes en dat zorgt voor een open sfeer. De docentenkamer is naast de kantine en daar kunnen de docenten zich even afzonderen van het lawaai en tot rust komen voordat de bel gaat. In deze kamer worden alle updates van de dag bekend gemaakt via blackboard en kun je kiezen uit verschillende tijdschriften als je iets wilt lezen. Het is voorzien van een keukentje en er is genoeg plek voor iedereen om te zitten. Elk docent heeft zijn eigen lokaal, en soms delen ze dat met een collega docent. Ze hebben een eigen kluisje en een klein kantoor waar ze, als ze geen les geven, hun werk doen. De sfeer onderling is goed, ze kunnen goed met elkaar opschieten en organiseren momenten buiten het werk, zoals een barbecue of andere activiteiten.


6

Mijn stageplan/versie 1.

PLAN VOOR HET WERPLEKLEREN (STAGEPLAN) jaar 1 NAAM: Mirjan van der Meer VAK: P-taak P-taakbegeleider: Edith de Vries. CONCEPTVERSIE STAGEPLAN Datum:

/ BIJGESTELDE VERSIE STAGEPLAN 1 Beschrijving van mijzelf en mijn motivatie:

Mijn naam is Mirjan van der Meer, ik ben 23 jaar oud en woon in Akkrum. Mijn motivatie om docent te worden is om de kennis die je hebt over het vak op een creatieve manier over te dragen. Als docent ben je een bron van kennis en om die te delen met je leerlingen is waardevol. Om je leerlingen te inspireren, maar ook dat je geïnspireerd word door je leerlingen, de samenwerking.

2 Beschrijving van wat ik (van tevoren) aan de weet ben gekomen over mijn stageschool:

3 Praktische vragen aan mijn stagecoach: Zijn er schoolregels? Zo, ja wat zijn de regels. Zijn er voor mij als stagiaire ook regels, waar moet ik rekening mee houden. Mag ik in de lessen filmen, om een compilatie te maken voor mijn stage opdrachten. Mijn leerdoelen voor p-taak 3: Ik wil graag meer inzicht krijgen over het vak docentschap. Ik wil graag leren beter te plannen en structuur te krijgen. Ik wil graag meer inzicht krijgen over de leerlingen en hun leefomstandigheden.

4.1

Wensen/voorkeuren t.a.v. de uitvoering van p-taak 3: Ik zou graag willen ervaren hoe het is om voor de klas te staan en te leren hoe je het beste je informatie kunt overdragen aan je studenten. En ook om te weten wat een docent naast zijn lesgeven nog meer doet.

Mijn leerdoelen/leervragen voor het werkplekleren: Om meer inzicht te krijgen in het vak. En ik zou graag willen weten hoe een docent zijn tijd indeelt, en waar je allemaal op moet letten. Als het lesgeven voorbij is, wat er dan nog erbij komt kijken. Zijn er onderlinge samenwerkingen met andere docenten.

4.2

Gewenste activiteiten: Een les voorbereiden. Ik zou graag een oefening/lesmateriaal willen maken. Leerlingen interviewen. Een klas observeren. Een vergadering bijwonen, of andere schoolactiviteiten.

5 Bronnen die ik wil gaan gebruiken: Planning van de activiteiten voor het werkplekleren: Datum: Activiteit: Geschatte uren:

6

7

PLAN VOOR HET WERPLEKLEREN (STAGEPLAN) jaar 1/ versie 2

NAAM: Mirjan van der Meer VAK: P-taak P-taakbegeleider: Edith de Vries. Datum: 30 mei 2011 BIJGESTELDE VERSIE STAGEPLAN 1 Beschrijving van mijzelf en mijn motivatie:

Mijn naam is Mirjan van der Meer, ik ben 23 jaar oud en woon in Akkrum. Mijn motivatie om docent te worden is om de kennis die je hebt over het vak op een creatieve manier over te dragen. Als docent ben je een bron van kennis en om die te delen met je leerlingen is waardevol. Om je leerlingen te inspireren, maar ook dat je geïnspireerd word door je leerlingen, de samenwerking.

2 Beschrijving van wat ik (van tevoren) aan de weet ben gekomen over mijn stageschool: Dat het Vakcollege nu anderhalf jaar onderdeel is van het OSG Sevenwolden. En daarvoor was het SBO op een andere locatie in Heerenveen.

3 Praktische vragen aan mijn stagecoach: Zijn er schoolregels? Zo, ja wat zijn de regels? Aanvang lessen; leerlingen moeten op tijd zijn. Vertrek tijdens lessen; leerlingen mogen alleen de school verlaten met toestemming van de docent. Lesverzuim; melden dat je ziek bent voor 09:00 en eventueel een briefje van ouders om aan te geven dat het zo is. Bij lichamelijke oefeningen:

- Dragen van een wit t-shirt en sportbroek. - Juiste zaalschoenen. - Leerlingen die niet mee kunnen doen, briefje van ouders. - Bij langdurige blessures graag een doktersverklaring. - Kauwgom tijdens lessen niet toegestaan.

Snipperdag. Klassenboek; een leerling is verantwoordelijk voor het klassenboek en krijgt daarvoor een extra snipperdag. Fietsenstalling; alle fietsen en brommers moeten daarin bestemde plekken staan en op slot. Schoolplein; fietsen en brommers niet toegestaan. Genotmiddelen; alcohol & drugs uit den boze! Zijn en onderlinge handelingen kunnen ze van school worden gestuurd en of inschakeling van politie. Nergens in de school of schoolplein mag worden gerookt. Aula; eten en drinken alleen toegestaan in de aula. Na pauzes hebben sommige leerlingen corvee. Veilig werken; in de werkplaatsen wordt er veilig gewerkt. Voor ouders zijn er informatie formulieren te krijgen. It’s Learning; hiermee werken de leerlingen mee op de computers, kunnen ze eigen woordenlijsten en of oefeningen maken. Telefoon; er is een telefoon bij de conciërge, mobieltjes en andere apparatuur is niet toegestaan tijdens de lessen. Leermiddelen; benodigde studieboeken en goed teken-en schrijfgerei is verplicht. Een leerling zonder studieboek kan de toegang tot de lessen worden ontzegt. Inhalen repetities; Elke leerling die een toets mist mag het inhalen tijdens de huiswerk begeleidingsuren. Mag ik in de lessen filmen, om een compilatie te maken voor mijn stage opdrachten. Ja, dat mag, tenzij een leerling niet wil dat hij/zij wordt gefilmd.

4.1 Mijn leerdoelen voor p-taak 3: Ik wil graag meer inzicht krijgen over het vak docentschap. Ik wil graag leren beter te plannen en structuur te krijgen. Ik wil graag meer inzicht krijgen over de leerlingen en hun leefomstandigheden.


8

Wensen/voorkeuren t.a.v. de uitvoering van p-taak 3: Ik zou graag willen ervaren hoe het is om voor de klas te staan en te leren hoe je het beste je informatie kunt overdragen aan je studenten. En ook om te weten wat een docent naast zijn lesgeven nog meer doet.

Mijn leerdoelen/leervragen voor het werkplekleren: Om meer inzicht te krijgen in het vak. En ik zou graag willen weten hoe een docent zijn tijd indeelt, en waar je allemaal op moet letten. Als het lesgeven voorbij is, wat er dan nog erbij komt kijken. Zijn er onderlinge samen werkingen met andere docenten.

4.2

Gewenste activiteiten: Een les voorbereiden. Ik zou graag een oefening/lesmateriaal willen maken. Een klas observeren. Schoolactiviteiten bijwonen. (projectweek voor het goede doel.)

5 Bronnen die ik wil gaan gebruiken: Planning van de activiteiten voor het werkplekleren: Datum: Activiteit: Geschatte uren: Zie P-taak 3 verslag voor alle activiteiten.

6

9

Competentielogboek.

Interpersoonlijk competent. 1.1a. Ik beheers sociale en communicatieve vaardigheden zoals presentatie,

vergadertechnieken, luistervaardigheden, feedback vaardigheden.

Tijdens mijn stage heb ik veel contact gehad met leerlingen en vrijwel elke week stond ik voor de klas om les te geven. Ik weet van mezelf dat mijn introductie beter en duidelijker kan. Ik ga vaak te snel naar de inhoud van mijn opdracht, en daardoor kan het verwarrend werken voor de leerlingen. Elke week ging dat beter en probeer ik mijn introductie beter aan te passen door introductievragen te stellen aan de leerlingen. Gebruik maken van een foto en daarover vragen stellen. Mijn eigen ervaringen vertellen en de link leggen met de persoonlijke ervaringen van de leerlingen zelf. Luisteren naar de leerlingen en daarop doorvragen. Alleen soms moet je keuzes maken op welk antwoord je verder wilt gaan. Als leerlingen enthousiast zijn en gaan ze door elkaar verhalen vertellen. En hoelang moet je daarop doorgaan. Dat zijn nog aspecten waaraan ik moet werken. De leerlingen zijn praktisch ingesteld, en daarom maak ik gebruik van beeldmateriaal wat interessant is een aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen. En als ik zelf iets niet begrijp, bijvoorbeeld over de computer, vraag ik de leerlingen en dat vinden ze interessant. Het is belangrijk om de leerlingen erbij te betrekken ook met zaken die je niet zelf kunt oplossen. Ze zijn erg vindingrijk en zijn creatief met oplossingen.

1.1.b. Ik kan sociale interacties in de klas herkennen en verklaren.

Wat mij opviel is de fase van jonge adolescenten. Bijvoorbeeld Aaltsje, ze is goed in leren en haalt mooie cijfers. Totdat klasgenoten ermee bemoeien en argumenten hebben. Nu is ze opstandiger geworden en boeit het haar niet meer. En als ze alleen moet zitten vind ze dat stoer. Terwijl de klas het eigenlijk niet zoveel kan schelen. Na de les heb ik het gesprek bij gewoond waarin mijn coach samen met Aaltsje over de situatie hadden. Als docent ben je dan scherp in het observeren van ontwikkelingen van de leerling. Tijdens mijn stage heb ik gebruik gemaakt van de observatielijsten uit het boek; vijf rollen van de leraren. Het heeft mij geholpen om gerichter te observeren en kijken gericht naar de docent en gericht naar de leerlingen hoe ze erop reageren. De klassen waarmee ik heb gewerkt was een kadergerichte groep en een LWOO groep. De kadergroep is wat volwassener in hun manier van werken en nemen de leerstof serieus. Dat is ook bepalend wat voor persoonlijkheid de leerling heeft. De LWOO groep is een groep wat altijd in beweging is, en de lessen zijn grotendeels afhankelijk van de manier hoe zij zich voelen. Ze zijn sfeerbepalend, en als het ze lukt, nemen ze zelf de touwtjes in handen. Je moet daarom sterk in je schoenen staan om deze leerlingen te begeleiden. Ik had goed contact met ze en ik mag deze klas graag. Juist omdat ze meer begeleiding nodig hebben vind ik boeiend. Soms had ik moeite om ze allemaal bij de les te houden, omdat, als een de sfeer overneemt gaat de rest vaak mee. En daarin merk ik dat ik meer mijn grenzen moet aangeven, ik ben dan te vriendelijk. En daar moet ik mijn weg nog in zien te vinden, daarin gaf mijn coach begeleiding en heeft mij daarbij geholpen.


10

Pedagogisch Competent. 2.1.a. Ik heb een beeld van de leef‐en belevingswereld van 12‐18 jarigen.

Juist deze leerlingen hebben meer begeleiding nodig in het behalen van hun diploma. Ze zijn afhankelijk van de docent die de leerstof geeft. Je hebt vrij snel in de gaten of een leerling de stof begrijpt of niet. Ik probeer zoveel mogelijk creatieve oplossingen te vinden om de leerstof uit het handboek over te brengen op een praktische wijze. Door middel van een interessante PowerPoint presentatie, en gebruik maken van visueel beeld en hun namen in de opdracht. Het is voor hen belangrijk dat ze iets van hun zelf kunnen herkennen in de lesstof. Dan kunnen ze ook gemakkelijker de stof toepassen in de praktijk. En juist als je een opdracht maakt ga je op zoek naar materiaal wat bij hun belevingswereld past. En dat is soms best lastig, en om daar achter te komen ga je aan de slag om de leerlingen beter te leren kennen. Waar liggen de interesses, wat voor onderwerpen vinden ze interessant. Wat voor hobby’s ze hebben en wat ze zoal doen in het dagelijks leven. Als docent met je continue bezig met het verbeteren van je lesstof en het overdragen ervan. Elke leerling heeft zijn eigen manier van leren en het bekijken van de stof. Daarnaast heb je nog de verschillende persoonlijkheden in een klas. Hoe kun je ze allemaal meekrijgen en ze zo goed mogelijk de lesstof overdragen.

11

Vakinhoudelijk & didactisch competent. 3.1.a. Ik kan onderwijsactiviteiten voorbereiden en uitvoeren waarbij ik de vakinhoudelijke en didactische keuzes die ik gemaakt heb onderbouw.

Tijdens mijn stage ik heb veel gebruik gemaakt van de Britse cultuur. Het is belangrijk voor de leerling om te weten waarmee ze bezig zijn en waarvoor ze het doen. Om mezelf te introduceren heb ik gebruik gemaakt van de opdrachten die ze moesten maken. Ze moesten een presentatie geven over een onderwerp wat ze zelf interessant vonden. En daarvan een brochure maken en presenteren in het Engels voor de klas. En dat vond ik een manier om mezelf te presenteren als stagiaire en zo kon ik mijn eerste contact maken om voor de klas te staan en te voelen hoe dat is. De leerlingen reageerden positief op mijn presentatie over Robin Hood. Ze waren stil en na mijn les kwamen de vragen. Ze vonden het onderwerp interessant en wouden graag meer weten. Dit heb ik meegenomen met mijn lessenserie. Om veel gebruik te maken van visueel en realistisch materiaal wat de leerlingen boeit. Tijdens mijn lessen heb ik veel gesproken met mijn leerlingen over de onderwerpen en kwamen ze zelf ook met ideeën. Er was wisselwerking tussen mij als docent/stagiaire en de leerlingen. Voor mijn coach had ik een lesformulier zodat ze wist wat er ging gebeuren. Voor mezelf had ik mijn papieren zodat ik wist als ik iets was vergeten om dat terug te halen en om in de gaten te houden dat alles werd gezegd en gedaan. Ondanks dat ik alles voor mekaar heb en mij goed voorbereid op de lessen, mist er nog wat structuur in mijn planning. Ik reageer op de prikkels die ik krijg van de leerlingen en ga daarop mijn werkwijze toepassen. En soms ben ik te lang met iets bezig, zoals huiswerk nakijken. En dat merk ik dan ook aan mezelf. Daarin moet ik groeien. Je hebt maar twee lesuren en daarmee moet je je stof over kunnen brengen en je lesdoelen halen.


12

Organisatorisch competent. 4.1.a Ik kan plannen en structuren.

Zoals ik al eerder had vermeld bij de vorige competentie kan mijn planning strakker en overzichtelijker. Ik moet mijn lesdoel voor ogen houden en daar naar toe werken. Je bent tijdgebonden en ondanks dat je je lesstof zo goed mogelijk wilt overbrengen zit je met tijd en een schema. Mijn introducties kunnen beter en duidelijker, en mijn afsluiting kan beter door leerstof te herhalen en nog een keer de hersenactiviteit de activeren. Als ik voor de klas sta dan straal ik rust uit en daar reageren de leerlingen op. Terwijl ik als ik begin met de les onrustig kan zijn in mijn hoofd. Ik reageer op de prikkels die komen van de leerlingen en dat kan zorgen dat mijn planning anders verloopt. Al heb ik mijn materiaal en de lesstof in orde, de leerlingen zijn sfeerbepalend, en daarop stem je als docent weer op af. Ik vind het boeiend en interessant, en ik merk als ik voor de klas sta dat ik het leuk vind en dat ze mijn uitleg begrijpen en kunnen toepassen. Gedurende de lessenserie heb ik gebruikt gemaakt van verschillende werkvormen. Ik heb een luister/kijk opdracht gedaan, een leesopdracht en een praktijkopdracht waarbij de leerlingen gingen tekenen. Elke opdracht was een individuele opdracht, waarbij ze elkaar konden helpen als iemand het antwoord niet wist. Bij overige activiteiten zat er een groepsopdracht tussen, het memorie spel van werkwoorden. Een tweetal opdracht die ze samen gingen maken met de buurman en of buurvrouw. Bij elke opdracht heb ik nagedacht wat het meeste effectief was, om het individueel te doen, met de gehele klas of in groepjes. En als ze groepjes gingen maken dan liet ik dat aan de klas over. Veel zelfstandigheid in de klas.

13

Competent in het samenwerken met collega’s. 5.1.a. Ik kan –in verschillende rollen‐ samenwerken in een team.

Tijdens mijn stage heb ik mee gedaan met de projectweek. Samen met mijn coach en docente Nederlands waren we de groep ‘media’. En was het de bedoeling dat onze groep leerlingen posters gingen ontwerpen, interviews gingen houden, activiteiten te bedenken om geld in te zamelen voor het goede doel. Mijn coach gaven mij het vertrouwen, en al snel was ik alleen met de groep leerlingen. Ik heb daar veel van geleerd omdat er leerlingen tussen zaten die ik al les gaf, maar ook een tweetal niet. En dan kom je in aanmerking met verschillende aspecten zoals onderlinge communicatie. De leerlingen hebben contact met elkaar tijdens de pauzes. Ze gaan zoveel mogelijk dingen uithalen, zoals krijtjes door het lokaal gooien etc. En dan zit je daar zonder je begeleiders en moet je zelf voor een oplossing zorgen. Dat was zeker een leermoment, omdat ik niet zo snel kan aangeven wat ik wel en niet wil, waar mijn grenzen liggen. Dus in eerste instantie probeer je er met je stem op normaal gesprek niveau uit te leggen dat je het niet wil. Ik moest leren om mijn stem te gebruiken om aan te geven wat mijn grens is. Uiteindelijk heb ik het gelaten zoals het was en heb ik gewacht totdat een van mijn begeleiders terug was. Mijn grens was duidelijk, maar er waren ook leerlingen die wel gemotiveerd waren, en die moet je niet vergeten. We hebben er met zijn allen er een interessante dag van gemaakt, en voor mij was het maar een dag. Ik kon goed samenwerken met mijn collega’s, en de sfeer was goed. Als ik vragen had dan toen ik ze gerust stellen en ze kwamen zelf ook met tips en ideeën hoe je een situatie als deze kunt oplossen. En ze lieten mij vrij om mee te denken over het project. Het is een succesvolle projectweek geweest. In de docentenkamer was ik meestal stiller en luisterde ik naar de gesprekken die ze met elkaar hadden. En observeerde ik de docenten, ook om te zien hoe ze zelf met situaties omgaan en dat ze dat met elkaar oplossen. Het is zeker een team.


14

Competent in het samenwerken met de omgeving. 6.1.a Ik heb een globaal beeld van de verschillende partijen waarmee de school

contact onderhoudt. Het Vakcollege is een school wat praktijkgericht is, en zo hebben ze verschillende bedrijven die zich hebben aangesloten om stagiaires aan te nemen. Bedrijven zoeken kan lastig zijn omdat ze vaak mensen willen hebben met ervaring en niet zo snel een jonge adolescent aannemen. De school blijft bezig om nieuwe bedrijven te vinden en blijven ontwikkelen in het verbeteren van hun eigen leerdoelen.

15

Competent in reflectie en ontwikkeling. 7.1.a. Ik kan reflecteren op mijn eigen professionele ontwikkeling en studiegedrag.

• Ik merk aan mezelf dat mijn Engels beter kan, en dan vooral de grammatica.

Ik twijfel te veel over de juiste antwoorden en ik kan in de war raken als een leerlingen een antwoord geeft en ik weet niet zeker of het nou juist of onjuist is.

• Mijn planning kan meer structuur gebruiken, en ik moet denken aan mijn

introductie en afsluiting van mijn les. Ik moet aan mijn lesdoel denken en houden tijdens de lessen.

• Ik moet leren mijn grenzen aan te geven en mijn stem daarbij te gebruiken.

• Meer Engelstalig gaan spreken tijdens de lessen.

Korte conclusie:

Deze stage heeft mijn gevoel bevestigd dat ik graag docente Engels wil worden. Als mijn stagedag voorbij was ging ik naar huis met een glimlach en was ik tevreden over hoe het was gegaan. Mijn coach was duidelijk, en gaf mij elke week tips en opdrachten om aan mijn onzekerheden te werken; zoals twijfelen, stemgebruik en introductie/afsluiting beter te doen. En dan mocht ik dezelfde opdracht bij de andere klas nog nogmaals overdoen. En na de lessen kreeg ik feedback, samenwerking tussen mij en mijn coach was goed. Ik voelde me daar erg thuis en had contact met de leerlingen en ik was blij als ze mijn uitleg konden toepassen en dat ze het leuk vonden om de opdrachten te doen. Ik heb genoten van de stage, en ik heb veel geleerd en durfde vragen te stellen als ik het niet snapte. Als ik huiswerk met de leerlingen aan het nakijken was en ik snapte het niet vroeg ik mijn coach wat het antwoord was, en daar kon ze wel om lachen. Ik vind het belangrijk dat de leerlingen weten dat ik niet hoger in rang ben dat hun. Ik ben docent en dat weten ze, maar ik maak ook fouten, en dat is menselijk. En dat kunnen ze waarderen. Ze durven dan te zeggen dat ik een foutje maak, en daar bedank ik ze voor. Dat zorgt ervoor dat ik weer op mijn goede weg ben en zij vinden het fijn omdat ik het waardeer. Ik ben persoonlijk gegroeid, en ik heb meer zelfvertrouwen opgebouwd en de rust die ik uitstraal is mijn sterkste punt. De leerlingen voelen zich op gemak en durven vragen te stellen, en als ik iets fout doe dan geven ze dat aan. En daar ben ik alleen maar blij mee, zo krijg je een band met de klas en dat zorgt voor een open en rustgevende sfeer.


16

17

Mijn reactie. Ik heb veel aan mijn coach gehad, en ik heb veel van haar geleerd. De manier hoe zij les geeft heeft mij geïnspireerd. De leerlingen hadden respect voor haar en luisterden, ze is duidelijk in haar planning en weet wat ze doet. Ze zorgt voor een gemoedelijke en open sfeer tijdens de lessen. Ze zorgt voor rust door verschillende korte activiteiten te doen en geeft de leerlingen de kans om ook hun mening te laten horen. De leerlingen weten wat de grenzen zijn en houden zich eraan. Je merkt dat ze een band heeft met de leerlingen, en de leerlingen mogen haar graag. Ze zorgt voor humor, en verteld over haar eigen ervaringen op school. Ik was blij dat mijn coach zo direct was, zodat je er gelijk iets mee kunt doen en voort kunt zetten met de volgende lessen. Het was een leerzame ervaring.


18

Terugblik.

Zoals ik al eerder heb vermeld, ik ben tevreden over mijn stage en ik heb ontzettend veel geleerd en niet alleen over het docentschap zelf, maar ook persoonlijke ontwikkeling. Ik zie mezelf wel les geven voor deze groep leerlingen met een leerachterstand, en dat ze begeleiding nodig hebben bij het leren. Ik wil ze graag helpen en ik kan hier mijn creativiteit laten gaan omdat de leerlingen het interessant vinden en boeiend. In de bijlage heb ik nog een groot deel van mijn logboek. En nog feedback van de contactpersoon die is langs geweest.

Mijn vooruitblik, waar wil ik aan werken. Een strakkere planning met structuur.

• Geen onzekerheden meer in mijn werk en wat ik doe. • Mij houden aan mijn lesdoelen. • Meer Engels gaan spreken tijdens de lessen. • Meer rust vinden in mijn hoofd, en niet twijfelen aan of ik het wel goed doe. • Minder tijd besteden aan mijn PowerPoint presentaties naar het zoeken van

de juiste beelden etc. Daar gaat altijd te veel tijd in zitten. • Mijn grammar goed op orde zetten, het begrijpen en kunnen uitleggen. • Mijn kennis vergroten, en het toepassen in mijn lessen en het delen.

19

Bijlage.


20

Feedback contactpersoon NHL:

bezoek verzijlberg [[email protected]] Verzonden: maandag 9 mei 2011 22:21 Aan: Laudy, R.M.J.B.

CC: meer, M. van der

Dag collega, Vandaag ben ik op bezoek geweest bij Mirjam van de Meer in OSG Sevenwolden. De vraag, enige tijd geleden, om op bezoek te komen werd door Mirjan positief beantwoord. Het lesbezoek was plezierig. Mirjan liet in haar les een paar positieve kanten zien In het eindgesprek toonde Mirjan ook goed aan in te zien waar haar leerpunten zitten. Mirjan is heel gemotiveerd voor het vak van docent. Haar coach was bovendien heel tevreden over de ontwikkeling van Mirjan. Al met al een positief resultaat. Groeten, Marja Verzijlberg P.s. Als je nog meer informatie wilt, kan ik dat natuurlijk altijd geven.

21

Logboek

Stagedag 1, 31 januari 2011. Vandaag was mijn eerste stagedag op het Vakcollege in Heerenveen. Ik heb kennis gemaakt met mijn coach, Hetty Schuil. Op maandag geeft Hetty Engels aan de tweede klas en ik mag mee. Na de kennismaking heb ik een rondleiding gekregen door de school en kennis gemaakt met de andere docenten. Daarna heb ik de middag meegedaan met de lessen, en geholpen met de opdrachten. De groep had de opdracht gekregen om een flyer, brochure te maken van een onderwerp, hobby wat ze zelf interessant vinden, en dat in het Engels. Volgende week gaan ze het voor de klas presenteren en ieder krijgt dan een brochure, flyer. Het was een computeropdracht, en ik heb verschillende jongeren geholpen met het maken van de flyer en samen gekeken spellingfouten etc. Het is fijn om te zien hoe snel ze aan een nieuw persoon gewend raken. In het begin was het onwennig, en vroegen ze of ik hen les zou gaan geven. Ze zijn nieuwsgierig naar je. Het was een klas dat verdeeld was met jongens en meiden, de jongens in de meerderheid. De tweede klas die dag was een groep met 11 jongens. Een groep met ieder zijn eigen achtergrond. Het is boeiend en bijzonder om te zien hoe ze zich uiten en meedoen met de les. Volgende week hebben ze een grammar toets, en vandaag was het huiswerk nakijken en kijken of er nog eventuele vragen waren. Ik heb vandaag veel geleerd. Ik heb gezien hoe mijn coach voor de klas staat, en hoe de leerlingen daarop reageren. Je merkt dat ze goed luisteren, op hun manier, ook al is het moeilijk voor hun om de aandacht erbij te houden. Deze week zal ik zelf een flyer gaan maken en mezelf presenteren voor de klas met mijn onderwerp. Zodat ze mij ook een beetje beter leren kennen. En misschien ga ik zelf de grammar toets wel maken, om mijn eigen basiskennis bij te spijkeren.

Stagedag 2, 7 februari 2011. Mijn tweede dag ging gemoedelijk. Vandaag kregen ze les in de irrelugar verbs en was het huiswerk nakijken. Volgende week heeft klas 2a een toets over de werkwoorden. Vandaag had ik twee feedbackformulieren meegenomen uit het boek “de vijf rollen van de leraar’’. Achterin het boek kun je twee formulieren gebruiken die gaan over de docent en een andere die over de leerling gaat. Hoe reageren ze op elkaar. Het resultaat kun je vinden in de bijlage. Als afspraak voor volgende week ga ik een memory spel bedenken over de irregular verbs. Ze hebben hierin al les gehad en ze hebben de woordjes geleerd. Klas 2D heeft vandaag een lijst gemaakt van de werkwoorden op de computer met het programma WRTS.nl. Op deze site kunnen de leerlingen zelf een oefening maken en het op verschillende manieren oefenen/leren. Ik had er zelf nog nooit van gehoord en vind het een mooie manier van leren. Ze typen de woorden zelf, en daarna gaan ze het leren. Hoe vaker je het doet hoe beter je het zult onthouden. Mijn coach had vandaag een leuke manier gevonden om de les te gaan introduceren. Ze had het over de verschillende manier van leren, en hoeveel ervan onthoudt. Elke manier zoals, schrijven, lezen , woordjes stampen en het hard op zeggen of vertellen, zorgen ervoor dat je het steeds beter kunt onthouden. De leerlingen vonden dat ze te veel woordjes moesten leren en zo reageerde mijn coach erop. Hoe je brein werkt, en dat je op verschillende manieren woordjes kunt leren.


22

Stagedag 3, 14 februari 2011. Vandaag zou mijn spel aan het bod komen, alleen liep de middag anders dan gepland. Mijn coach had die middag een afspraak en dus was er alleen les voor 2A. Omdat ze een SO hadden en mijn coach iets moest regelen mocht ik surveilleren tijdens het SO. Was er iemand die afkeek of iets geks deed mocht ik eventueel een 1 geven. Alles is goed gegaan. Het spel wat ik had ontwikkeld wordt na de vakantie behandeld. Vandaag heb ik geobserveerd en geholpen met het huiswerk, begeleiding gegeven. Na de les heb ik samen met mijn coach te plannen door gesproken voor na de vakantie, ik mag les geven aan twee klassen, mijn spel meenemen en een SO opgeven over de regelmatige en onregelmatige werkwoorden. Ik mag gelijk de les beginnen en kijken hoever ik kan komen. Daarna wordt het weer overgenomen door mijn coach. Stagedag 4, 28 februari 2011. Vandaag was het een spannende dag, voor het eerst mocht ik les geven vanaf het moment dat ze de klas binnen komen. Ik was nu geen stagiaire meer, maar de docent. Op deze dag zijn er twee klassen elk twee blokuren. Om voor mezelf het programma duidelijk op papier te zetten heb ik twee lesformulieren gemaakt met daarop mijn programma. Deze programma’s heb ik voor de les aan mijn coach gegeven zodat ze wist wat er ging gebeuren. Ik heb er veel plezier in gehad, mijn les ging als volgt;

‐ welkom heten ‐ mijn programma besproken ‐ presentatie gehouden over Robin Hood ‐ mijn spel geïntroduceerd ‐ spel gespeeld ‐ nabespreking ‐ afsluiten

Mijn eerste klas van klas 2A, een klas van 20 leerlingen. Mijn presentatie ging over Robin Hood, was goed ging. Ik had flyers gemaakt (zie bijlage) deze uitgedeeld en besproken. Ik maakte daarnaast gebruik van het activ board om mijn verhaal te tekenen en meer duidelijkheid te geven. Ze vonden het zo interessant, dat het mij overrompelde, en op dat moment raakte ik even mijn onderwerp kwijt. Ze waren allemaal heel stil, en na de tijd begonnen ze meer vragen te stellen over Robin Hood. Mijn spel vonden ze interessant over de onregelmatige en regelmatige werkwoorden. Het is een andere manier van kijken en onthouden. Mijn spel is gelinkt aan memory, het was de bedoeling dat ze van een werkwoord de voltooide en verleden tijd konden vinden. Het was een uitdaging omdat ze in groepjes moesten werken. Ze vonden het anders en leerzaam. Ik heb ze na de tijd nog om tips gevraagd en ze vonden dat er meer beeld bij mocht, of dat je beter misschien een kwartetspel van kunt maken. En dat heeft mij wel aan het denken gezet. Daarna heb ik een SO opgeven voor volgende week, de les afgesloten en mijn coach het woord gegeven. Bij klas 2D mocht ik hetzelfde doen, dit keer stond ik er echt alleen voor omdat mijn coach zelf niet in de klas aanwezig was. Het was aan mij om de les te beginnen zonder mijn begeleider, en dat gaf wel een stukje onrust. De leerlingen gaan je uittesten en kijken hoever ze kunnen gaan met hun grapjes. Zij vonden mijn spel ook interessant en leerzaam. Ze vonden zelfs dat er te weinig kaartjes waren om mee te spelen. Elk groepje had zijn eigen kaartjes, dus als er een groep klaar was ruilden ze de kaartjes om met een andere groep om zo weer nieuwe woorden te leren.

23

Na een 20 minuten heb ik ook deze klas een SO opgegeven over de werkwoorden en gaf ik het woord weer aan mijn coach. Na de lessen heb ik nog een kort gesprekje gehad met mijn coach. Mevrouw Schuil heeft me feedback gegeven op mijn lessen en is te vinden in de bijlage van mijn verslag. Ik heb de leerboeken (Stepping Stones) van 2A mee gekregen om zelf de opdrachten te gaan maken. Stagedag 5, 7 maart 2011. Voor de tweede keer mocht ik vanaf het begin de les beginnen en weer afsluiten. vandaag was het de bedoeling dat ik voor de klassen 2A en 2D een SO zou maken over de regelmatige en de onregelmatige werkwoorden. Elk krijgen 10 woordjes waarvan ze de voltooide, verleden en de Nederlandse vertaling moeten noteren. Klas 2A werd in rijen gesplitst, je had een A groep en een B groep zodat ze niet bij elkaar kunnen afkijken. Groep A 10 woorden en voor groep B weer 10 andere. Na het SO zijn we verder gegaan met de presentaties die in week 1 zijn begonnen. Daarna het huiswerk nakijken wat ze vorige week in de les hadden gemaakt. Dat ging niet geheel soepel, ik had zelf de opdracht thuis gemaakt en kwam erachter dat ik toch te weinig tijd had besteed aan de les. Je voelt de verwarring als iemand met een ander antwoord komt en bedenkt dat dat misschien ook goed kan zijn. Op dat moment komt mijn onzekerheid naar boven en ga ik twijfelen. Ondanks dat durfde ik wel mijn vragen te stellen aan mijn coach om niet mijn onzekerheid te verbergen. Het nakijken ging voor mijn gevoel veels te langzaam en dat was ook het geval. Wat ik niet zag was dat sommige leerlingen niet goed bezig waren met nakijken en niet de juiste antwoorden aan vinkten. Dan merk je wel dat je inzicht moet groeien, er gebeurd veel in een aantal minuten. Na deze les heb ik feedback gekregen van mijn coach en zijn er een aantal punten naar boven gekomen;

‐ Om voor jezelf een doel te stellen wat je met je les wilt gaan bereiken. ‐ Ik ben te vriendelijk waardoor ze mij vaak niet goed kunnen horen, ik moet de antwoorden

herhalen zodat iedereen het kan horen, dus stemgebruik. ‐ Meer gebruik maken van het materiaal wat er ligt, meer interactie met de leerlingen. ‐ Je lessen goed voorbereiden. ‐ Orde houden in de klas, kijken wat iedereen doet, en doen ze ook mee? ‐ Duidelijk zijn, en aan mijn twijfel en onzekerheid werken.

En om te oefenen gaf mijn coach een opdracht voor 2D. Proberen duidelijk te zijn, dat ze eerst goed zitten en naar mij luisteren voordat ik het SO zal introduceren. Dat het volkomen stil is, en dat ik controle heb over de klas. Het ging gelijk een stuk beter. Het was voor mezelf duidelijker en voor de leerlingen ook. Ze hebben mijn SO gemaakt, ik heb het samen na gekeken met mijn coach. En ze kregen zelfs nog de kans om extra 25 min te leren om dan alsnog het SO te maken, de cijfers gingen gelijk omhoog. Ik heb vandaag veel geleerd, mijn coach is duidelijk en direct, en dat is fijn. Voor volgende week heb ik twee nieuwe opdracht gekregen:

‐ Aan klas 2A uitleg geven over woordvolgorde, dan hebben we het over I usually go, en they are always late. Hoe pak je dat aan met de shit‐regel etc.. tijdsaanduidingen, to en at etc.. Van deze stof mag ik een lesje maken.

‐ Voor 2D mag ik de betekenis uitleggen over de voltooide tijd, maakt niet uit hoe, als ze het maar begrijpen.

‐ Uitslag nakijken SO werkwoorden doorgeven aan klas 2A. Maandag 17 maart: Vandaag heb ik les gegeven aan klas 2A en 2D. 2A was bezig met voorbereiding van aankomende toets waar ze grammatica hebben, en daarover mocht ik “woordvolgorde” uitleggen; always, never, sometimes and often plus vorm van ‘to be’. Ik had een powerpoint voorbereid plus opdrachten zelf bedacht (zie bijlage). De leerlingen luisterden naar mijn uitleg en hebben met interesse de


24

opdrachten gemaakt, ondanks dat mijn laatste opdracht iets te hoog was voor hun niveau, vonden ze het een uitdaging om het te maken. Door middel van een visuele powerpoint kon ik mijn informatie goed overbrengen. Bij 2D heb ik het gehad over de voltooide tijd, present perfect. Ook hier had ik een powerpoint gemaakt en kreeg ik een compliment van Niels (leerling) dat hij mijn manier van lesgeven plezierig vond en dat hij de lesstof begreep. Juist op het moment dat ik bang was dat mijn informatie niet zou overkomen. Ik heb vandaag geleerd dat mijn manier van les geven okay is. En dat ik duidelijk kan zijn met het uitleggen van de lesstof, en dat gaf mij een goed/blij gevoel. Ik ging met een positief gevoel naar huis. Maandag 21 maart. Klas 2A: Vandaag had 2A de toets over grammatica, ik mocht alles in de gaten houden en als ze klaar waren mochten ze een tijdschrift pakken en voor zichzelf lezen totdat iedereen klaar was met de toets. Daarna kwamen er nog een paar mondelinge presentaties, en er waren twee leerlingen die een mooie presentatie hadden voorbereid. Nadat deze presentaties waren geweest, mochten ze een spel doen. En daarbij moest de klas in tweeën worden verdeeld en kreeg ieder een woord wat ze moesten tekenen op het bord. Toen was de hel los, ze waren enthousiast en duidelijk aanwezig, het was een feest. 2D: De eerste opdracht van mijn lessenserie. Voor mijn lessenserie wou ik het hebben over “the arts” uit Groot Brittannië, en om een begin te maken had ik een luisteropdracht bedacht wat ging over street artist Banksy. Deze opdracht had ik voor 2D gemaakt, juist omdat zij kaderberoeps zijn wou ik graag zien hoe ze op deze opdracht zouden reageren en of ze alle vragen konden beantwoorden. In mijn activiteiten verslag kunt u daar meer over lezen. De opdracht was goed bevallen, en ze vonden het interessant. Ze hadden vragen en wouden meer weten over deze meneer, en ze konden alle antwoorden vinden uit het fragment. Daarna heb ik samen met hun het huiswerk na gekeken en geholpen met het huiswerk. Na deze les heb kreeg ik feedback van mijn coach; Mijn materiaal was leuk, alleen had ik geen duidelijke start. Ik mocht nog wel meer op het onderwerp ingaan en wat meer over vertellen. Voor de volgende keer kreeg ik als opdracht om bij 2A dezelfde opdracht te doen met een duidelijke inleiding en een betere introductie maken. Maandag 28 maart ‐> geen stage, coach op schoolreis naar Parijs. Maandag 4 april ‐> Herkansingsweek op school. Maandag 11 april. 2A: Ze moesten vandaag een leesopdracht doen uit het werkboek en daarbij gaf mijn coach duidelijk aan wat voor verschillende leesstrategieën zijn. Ze vroeg aan de leerlingen wat je als eerste doet als je een tekst gaat lezen. De leerlingen krijgen al les in het leren lezen, en wisten wat ze moesten doen om te beginnen met eerst de plaatjes te bekijken en de titel lezen. De sfeer was goed vandaag, het was open met een grapje ertussendoor. Vandaag mocht ik dezelfde luisteropdracht doen als met 2D, en het enige verschil met deze klas was dat 2A de vragen in het Engels hadden en 2D in het Nederlands, en 2A had echt moeite om de antwoorden te vinden. En je kon zien dat na mate het niet lukte dat ze de pennen neerleggen. Na de tijd ga ik ze vragen waar de moeilijkheid zat en waarom ze het niet konden vinden. Ze vonden het te lastig en het ging te snel. Na

25

de luistertoets mocht ik het huiswerk ook nakijken. En als laatste mochten ze uit de vocabulaire uit het lesboek galgje doen. 2D: deel twee van mijn lessenserie; Ik had het artikel meegenomen van Freddie Linsky met als introductie informatie over hoe Britten over kunst denken, en daarbij had ik een PowerPoint gemaakt (zie bijlage). Het ging goed, en de leerlingen waren enthousiast, en vroegen of zij zelf mochten tekenen. Als huiswerk kregen ze opdracht om een woord te nemen wat iets zegt over hun zelf. Het woord moet in het Engels zijn en dat gaan we tekenen. Ook kregen ze de opdracht om zelf een werkstukje mee te nemen en tekenmateriaal. Maandag 18 april 2A: samen huiswerk gemaakt en geholpen met een opdracht wat ging over vragen maken in het Engels aan een celebrity. Ze zijn bezig met do/doesn’t vragen en de WH‐questions. Ik heb ze geholpen bij het maken van juiste vraag zinnen. En zo nu en dan moest ik uitleg geven waarom je do en wanneer je doesn’t gebruikt. Het was zeker een leerzame en leuke les. 2D: Laatste deel van de lessenserie, en het ging niet zonder slag of stoot. De leerlingen kwamen gelijk rumoerig de klas binnen, en ondanks dat ik duidelijk was met mijn huiswerk hadden merendeels niks bij zich, wat jammer was. Alsnog zijn we bezig gegaan met tekenen en het woord. Mijn idee was om na de tijd de tekeningen te bespreken en ze op de muur te plakken, dat is uiteindelijk niks geworden. Samen met mijn coach heb ik het besproken en ik ga nadenken over hoe ik deze serie het beste kan afsluiten om ze weer naar de les‐ en werkboeken te krijgen. Als opdracht van mijn coach voor de volgende keer is om mijn grenzen laten zien in de klas, wat mag wel en wat mag niet. Dat word een uitdaging en leren om duidelijk te zijn, wat zijn mijn regels. Dinsdag; 26 april 2011, Het is examenweek en daarom is er een aangepast rooster, vandaag heb ik meegelopen met klas 2D. Ik had juist voor deze klas gekozen omdat het uit 11 jongens bestaat, en ik wou weten hoe het met hun zou zijn als ze andere lessen volgen. Alle lessen bestaat uit twee blokuren, en vandaag hadden ze gym en mentorles. Bij gymnastiek hebben we het volgende gedaan, voor vrijdag moeten de jongens een opvoering maken met acro gymnastiek. Ze werden in groepjes verdeeld, twee groepjes van vier en een groepje van drie. Het was een mooi gezicht om te zien hoe ze met elkaar samen werken en knap hoe ze de opdracht uitoefenen. Het is geen gemakkelijke sport, en het is wel een manier waarop je elkaar moet kunnen vertrouwen. Na een half uur te hebben geoefend was het tijd voor een potje voetbal, er was enige onenigheid tussen twee leerlingen wat een beetje uit de hand liep. De docent loste dat goed op om een regel toe te passen dat iedereen op de grond moest blijven zitten. Ze is een jonge docente en het was leuk om te zien hoe zij met de jongens om gaat. Deze groep is duidelijk aanwezig en kunnen vaak maar even concentreren, ze zijn continue in beweging en elk woord wat er word gezegd komt een show erbij. Het is dus even zoeken naar de juiste orde en controle. Ze worden nog drukker doordat iets interessants staat te gebeuren en dan is het wel eens lastig om controle te houden. Na gym is er een kwartier pauze en dan gelijk door naar mentorles, naar mevrouw Dekkers. In een week hebben ze 12 uren les van mevrouw Dekkers. Dan hebben ze niet alleen mentorles maar ook Nederlands en Mens & Maatschappij. Zo waren ze vandaag bezig met een werkstuk over de tweede wereld oorlog, 500 woorden met voorblad, inhoud en afsluiter. Ze krijgen huiswerk wat ze zo veel mogelijk op school zelf kunnen doen. Omdat het thema tweede wereld oorlog is ook omdat het straks weer met 5 en 4 mei zover is, waren ze al bezig met een film; Saving Private Ryan. Tijdens dat de leerlingen bezig waren met het kijken naar de film heb ik een gesprek gehad met mevrouw Dekkers.


26

Het mooiste van het gesprek vond ik dat ze mij een formulier liet zien met alle IQ resultaten van de elf leerlingen plus de informatie die noodzakelijk is om te weten. Het laagste IQ was 73, en het hoogste 96. En daar zit nogal een verschil in. Mede met deze informatie weet je als docent wat je te doen staat. Ze zit al 28 jaar in het vak, en is begonnen met het lesgeven op de basisschool naar het speciaal onderwijs en nu zit ze hier op het Vakcollege waar ze nu drie jaar aan het werk is. Wat ik ook interessant vond is dat ze vanaf jaar 1 mentor is van klas 2D. En dat is interessant omdat je zo een band kunt opbouwen met de leerlingen en leer je elkaar goed kennen. Meestal heb je elke jaar of een bepaalde periode een nieuwe mentor, wat inhoud dat je weer opnieuw je informatie moet doorgeven en hetzelfde verhaal moet ophouden. Dit is een veel fijnere manier. En je merkt dat ook, ze zijn veel rustiger en luisteren goed naar de docent. De sfeer is open en voelt vertrouwd. Je ziet nu duidelijk het verschil van de lessen Engels die je zelf meemaakt, omdat je ze dan zelf les geeft. De gymles wat chaotisch en drukkend was, en dan de mentorles waar alles rustiger was en meer vertrouwd. Het was zeker een eyeopener vandaag en het gesprek met de mentor was boeiend en gaf me nog een bevestig dat ik dit wel graag wil. Ze zei ook dat de leerlingen afhankelijk van je zijn als docent en dat ze jou echt nodig hebben. Ze zei ook docenten hier die echt hun vak leuk vinden minder goed contact maken met de leerlingen. Het is noodzakelijk hier om je vak leuk te vinden maar ook de leerlingen. De jongen met de hoogste IQ heeft de meeste moeite om de lessen bij te volgen. Je moet steeds naar een manier zoeken om ze de lesstof te laten onthouden. Een verhaal voorlezen uit een boek onthouden ze, maar ga je ontleden dan word het lastig. Woensdag 27 april 2011, Vandaag heb ik bij de lessen van mijn coach geobserveerd, er waren nieuwe klassen die ik nog niet eerder had gezien. Het waren twee derde klassen en een eerste klas. Het was interessant om te zien wat voor verschillen er zijn tussen de klassen. Je ziet dat ze in hun adolescentie fase zitten, je eigen ik leren kennen en dat ze beïnvloedbaar zijn door klasgenoten. Zo zat ik met een derde klas en ze kregen een opdracht vanuit het boek, een luisteropdracht, en een jongen was alleen maar bezig met zijn blouse te corrigeren en niet opletten. Wat mij opviel is dat ze naast je komen zitten en je vragen beginnen te stellen, en dat ze niet bang zijn om nieuwsgierig te zijn. Ze zijn aanwezig en kunnen maar kort concentreren op 1 ding. Daarnaast zitten ze in een fase dat school saai is, en weinig doen of geen concentratie hebben om maar op te letten. Nablijven vinden ze gewoon en doen daar stoer over, net of is het tof dat je moet nablijven en dat het je niet interesseert. Ze willen opvallen en goedkeuring krijgen van hun vrienden, het speelt een grote rol tijdens hun adolescentie. Mijn coach was niet al te fit en heeft daarom de laatste les afgezegd. Ze had de klas nog wel laten weten dat ze na de vakantie een belangrijke luistertoets hebben en daarna mochten ze gaan. Als opdracht voor morgen mag ik klas 2D zelf doen en komt mijn coach later de dag omdat ze ziek is. Het is voor het eerst dat ik alleen voor de klas moet staan zonder begeleiding, en dat is best spannend. En voor klas 1B mag ik de toets maken van vocabulaire uit het Stepping Stones boek en mag ik nog een andere opdracht verzinnen waardoor zij hun vocabulaire kunnen uitbreiden. Donderdag 28 april 2011, Vandaag was het een kort dagje, mijn les begon om kwart voor negen. Mijn coach zal later die ochtend komen omdat ze ziek is. Samen met klas 2D zijn we achter de computer gekropen en zijn ze bezig geweest met Engels en of rekenen. En omdat ze na de meivakantie een toets hebben van woorden uit het vocabulaire heb ik ze allemaal overhoord, en dat ging goed en ze vonden het een leuke manier van leren. Als iemand het

27

woord niet wist dan vroeg ik iemand anders om het zijn klasgenoot te vertellen/uitleggen. En zo hielpen ze elkaar met het leren van woorden. Na deze les had vielen er lessen uit en moest ik wachten tot half 1. Ondertussen had mijn coach met school gebeld, omdat ze ziek was bleef ze vandaag toch thuis en had de meneer die de roosters regelt 1B uitgeroosterd. Omdat hij niet wou dat ik zonder begeleiding les zou geven. Ik had mijn werk voorbereid, maar ik begrijp dat hij dat niet goed vond, als er wel iets zou gebeuren dan zou er geen docent aanwezig zijn. Ondanks dat ben ik blij met de opdracht die ik heb gemaakt, en zal ik het gebruiken wanneer er een moment is dat het kan. Misschien morgen, het hangt er vanaf of mijn coach beter is. Ik heb inmiddels contact met haar gehad en ze laat morgen weten of het door gaat. Anders moeten we iets verzinnen wat ik eventueel kan doen.


28

P-taak 3mirjanwiki2012.wikispaces.com/file/view/Stageverslag.pdf · 2 Stageverslag; Vakcollege...

Documents

Transcript of P-taak 3mirjanwiki2012.wikispaces.com/file/view/Stageverslag.pdf · 2 Stageverslag; Vakcollege...