Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via...

8
Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010

Transcript of Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via...

Page 1: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010

Page 2: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

Stichting Historie derTechniek

Techniek speelt binnen onze samenleving een centrale rol. Sinds haar oprichting in 1988 spant de Stichting Historie der Techniek (SHT) zich in om die rol in het maatschappelijk ontwikkelingsproces zichtbaar te maken. Daartoe wordt een breed scala aan activiteiten ontplooid. Het gaat hierbij onder andere om het mogelijk maken en uitvoeren van grote nationale en internationale onderzoeksprogramma’s en individuele onderzoekspro-jecten en het toegankelijk presenteren van de resultaten via boeken, artikelen en nieuwe media.

Baanbrekend werkDe sht verricht baanbrekend werk op het terrein van techniekgeschiedenis. De in 1994 afgeronde zesdelige serie Geschiedenis van de techniek in Nederland in de negentiende eeuw. De wording van een moderne samenleving 1800-1890 (TIN-19) en de in 2003 voltooide zevendelige serie Techniek in Nederland in de twintigste eeuw (TIN-20) zijn daarvan het resultaat. De geschiedenis van Nederland is opnieuw geschreven vanuit het perspectief van de techniek en tevens is inzichtelijk gemaakt hoe maat-schappelijke en technische ontwikkelingsprocessen met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden. De beide series kwamen tot stand met steun van het bedrijfsleven, de overheid, de universiteiten, NWO en verschillende maatschappelijk organisaties.

Internationale contextDe SHT heeft haar activiteiten ontwikkeld langs twee sporen. Het eerste spoor is de ontwikkeling van een Europees netwerk met de naam Tensions of Europe en de formulering en realisatie van een onderzoeksagenda voor onderzoek naar de rol van technologische ont-wikkelingen binnen Europa. De resultaten worden komende jaren gepubliceerd in de zesdelige boekenserie met de (werk)titel Making Europe. Technology and Transformations, 1850-2000. Daarnaast worden de resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen.

Nationale projectenHet tweede spoor wordt gevormd door nationale projecten. Deze zijn geclusterd rondom thema’s als ‘transport en vervoer’, ‘ontwikkeling van de kenniseconomie’ en ‘geschiedenis van innovatieprocessen’. Beide sporen ver-sterken het wetenschappelijk onderzoek bij de School of Innovation Sciences aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Mede dankzij de initiatieven van de SHT heeft deze groep een leidende positie opgebouwd. De sht werkt ook samen met andere universiteiten, in het bijzonder de Universiteit Twente, de Technische Universiteit Delft en de Universiteit van Maastricht.

Kwalitatief hoogwaardig onderzoekVoorop staat altijd dat een onderzoek moet voldoen aan wetenschappelijke kwaliteitseisen. De sht is samen met negen historische onderzoeksinstituten medeonder-tekenaar van de in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) opgestelde Richtlijnen voor historisch-wetenschappelijk onderzoek in opdracht. Deze richtlijnen geven aan hoe de wetenschappelijke onafhankelijkheid van onderzoek in opdracht wordt gewaarborgd.

Hoe zou de wereld er uit hebben gezien zonder de technische vernieuwingen van de afgelopen twee eeuwen? Waar zouden wij zijn zonder elektriciteit, computers, telefoons, auto’s, vliegtuigen en zo meer? Een wereld zonder moderne techniek kunnen we ons niet of nauwelijks voorstellen. Techniek vormt immers een cruciaal onderdeel van onze cultuur en geschiedenis. De Stichting Historie der Techniek spant zich al ruim twee decennia in om te laten zien hoe maatschappelijke en technische ontwikkelingsprocessen met elkaar zijn verweven. In dit overzicht over 2009 en 2010 vindt u daarvan weer verschillende voorbeelden.

Het onderzoeks- en publicatieprogramma Making Europe. Technology and Transformations 1850-2000 neemt momenteel een centrale plaats in. De onderzoekers laten zien hoe Europa vanaf het midden van de negentiende eeuw vorm kreeg vanuit de dagelijkse praktijk van bedrijven en huis-houdens, via grensoverschrijdende netwerken, door internationaal onderzoek en via transnatio nale infrastructuren voor transport, energie en commu-nicatie. De eerste resultaten van het programma worden in de loop van 2011 zichtbaar via een reeks voor een breed publiek toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Deze komen voort uit een unieke samenwerking tussen Europese techniekmusea en techniekhistorici. Vanaf 2012 zal ook de Making Europe boekenserie verschijnen, een nieuwe mijl-paal in de geschiedenis van de SHT.

Maar er is meer, nationaal wordt volop onderzoek uitgevoerd naar de historische achtergronden van de kenniseconomie, naar het verloop van innovatieprocessen, naar research- en development binnen de industrie, naar transport en vervoer in de negentiende en twintigste eeuw en naar de geschiedenis van de informatietechnologie.

De SHT blijft zich inzetten voor vernieuwende en spraakmakende initiatieven op het terrein van de techniekgeschiedenis. De plannen en ambities kunnen alleen worden gerealiseerd door de inzet van enthousiaste wetenschappers, een gedreven bureau, trouwe donateurs, nieuwsgierige opdracht-gevers, bereidwillige sponsoren en de ruimhartige steun en gastvrijheid van de Technische Universiteit Eindhoven en de Faculteit Industrial Engineering and Innovation Sciences.

Het enthousiasme van de bij de SHT betrokken mensen vormen ook een stimulans voor het bestuur om actief mee te werken aan de verwezen-lijking van de plannen en ambities. U zult de komende jaren nog veel van ons vernemen!

Hans de WitVoorzitter

Voorwoord

inhoud

PAGINA 2

Voorwoord

Stichting Historie

der Techniek

PAGINA 3

Individuele onder-

zoeksprojecten

PAGINA 4

Techniek en de

wording van Europa

PAGINA 5

SHT stimuleert inter-

nationaal onderzoek

PAGINA 6

Recente publicaties

Bijzondere leerstoel

Universiteit Maastricht

Financiering

PAGINA 7

Financieel verslag

PAGINA 8

Bestuur

Bureau

colofon

Redactie Jan KorstenLivia SmitsMet medewerking van:Ernst HomburgJohan SchotHans de Wit

Afbeeldingen Bart van Overbeeke,Fotografie Eindhoven

Vormgeving Kade 05, EindhovenIllustratie: Daniel Rossi

Druk Lecturis

2

Page 3: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

Individuele onderzoeksprojecten

In opdracht van derden voert de SHT historische onderzoeksprojecten uit. Deze projecten worden gegroepeerd rondom centrale onderzoeks-lijnen zoals 'de ontwikkeling van de kennisinfrastructuur', ‘innovaties’ en 'transport en vervoer'. Waar mogelijk wordt ook samengewerkt met de Technische Universiteit Eindhoven en andere universiteiten

KennisinfrastructuurOnderzoek naar de historie van bedrijfslaboratoria, onderzoeksinstituten en coördinerende organen is nodig om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van de kennisinfrastructuur. Dit is één van de speerpunten van de SHT. Eerder verschenen publicaties over Philips Research, DSM-Research, TNO Industrie en Techniek en de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek. Eind 2010 volgde een boek over het International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation (ITC). Momenteel lopen er nog vijf projecten over de kennisinfrastructuur. Deze worden begeleid door prof.dr.ir. Harry Lintsen en dr. Mila Davids (TU/e).

URDV

Sinds 2006 loopt een onderzoek naar de historische ontwikkeling van Unilever Research en Development Vlaardingen (URDV). Het project gaat in op de rol van URDV bij het tot stand komen van innovaties en ontwikkelingen binnen Unilever; welke interne en externe netwerken hierbij van belang waren en hoe de uitwisseling van kennis tussen URDV en zijn omgeving plaats vond. De onderzoekers analyseren hiertoe een aantal URDV-projecten. Aan bod komt onder andere de geschiedenis van Becel. Dit deelonderzoek zal resulteren in een door dr. Ton van Helvoort samengestelde publicatie.

Polymeren

Sinds maart 2010 werkt dr. Marijn Hollestelle (SHT) aan een onder-zoek naar de ontwikkeling van de Nederlandse polymeerwetenschap van 1945 tot 2010. Hij onderzoekt de rol van kennisproducenten zoals universiteiten, de industrie, TNO en verschillende technologische top-instituten bij het ontstaan van nieuwe wetenschappelijke inzichten en innovaties op het terrein van polymeren. Hoe circuleerde kennis tussen de verschillende partijen? Welke invloed hadden onderlinge contacten? Wie profiteerde van de verworven kennis? Het project wordt mogelijk gemaakt door het Dutch Polymer Institute.

Katalyse

Het kennisnetwerk rondom het katalyseonderzoek in Nederland staat centraal in een in 2010 gestart project. Dit zal resulteren in een boek waarin de historische ontwikkeling van het katalyseonderzoek in een maatschappelijke context wordt geplaatst. Centraal staan de verande-rende relaties tussen universiteiten en industrie en keerpunten in de ontwikkeling van zowel het industrieel als het academisch onderzoek in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Ook het nut van katalyse-onderzoek komt aan bod in twee casussen: één 'succesvolle' en een 'mislukte' innovatie. Het project wordt mogelijk gemaakt door de National Research School Combination-Catalysis. Aan het project werken onder meer Harry Lintsen en Marijn Hollestelle mee.

TNO

Binnen de Nederlandse kennisinfrastructuur speelt TNO van oudsher een belangrijke rol. In het kader van het tachtigjarig bestaan van de organisatie in 2012, analyseert de SHT in opdracht van TNO de problemen waarop TNO zich de afgelopen tachtig jaar richtte en de bij-drage die het instituut leverde aan het stimuleren van vernieuwingen. Het project moet ook kennis opleveren die de discussie rondom de toekomstige positionering van TNO voedt.

Innovaties bij het MKB

Hoewel het nodige is gepubliceerd over het innovatieve vermogen van de Nederlandse economie, is er weinig bekend over kennisvragen, kennis-bronnen en het aanpassingsvermogen van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Op initiatief van de SHT is een onderzoek gestart naar het inno-vatief vermogen van het MKB. Het project wordt moge lijk gemaakt door het Ministerie van Economische Zaken en Syntens.

Geschiedenis van de software in NederlandDe afgelopen 15 jaar is systematisch gewerkt aan het schrijven van de geschiedenis van informatietechnologie in Nederland. In 1998 ver-scheen het boek De opkomst van de informatietechnologie in Nederland. Deze studie concentreerde zich op de eerste helft van de 20ste eeuw. Een nieuw initiatief kwam in 2003 van de Stichting Post Academisch Onderwijs in de Informatietechnologie. Zij stelde een subsidie ter beschikking om ook de tweede helft van de 20ste eeuw te onderzoeken. Het project resulteerde in 2008 in het overzichtwerk De eeuw van de computer. De geschiedenis van de informatietechnologie in Nederland. De komende jaren wordt onderzoek verricht naar de softwareproductie en consumptie in Nederland vanaf het midden van de twintigste eeuw. Het project gaat in op de continue wisselwerking tussen producenten, kennisinstituten, gebruikers en intermediaire organisaties. In 2010 ontwikkelde dr. Eric Berkers (TU/e) een onderzoeksvoorstel. Het onderzoek start in 2011. Projectleider wordt dr. Gerard Alberts (UvA).

Transport en vervoerAl jarenlang is onderzoek naar het verleden van transport en vervoer één van de pijlers van de SHT activiteiten. In 2007 werd een mijlpaal bereikt met de presentatie van het tweedelige werk Van transport naar mobiliteit over twee eeuwen Nederlandse mobiliteitsgeschiedenis. In een inter-nationaal vervolg werd het verkeers- en vervoersbeleid in zeven landen vergeleken. Dit leverde inzicht op in de doelmatigheid van de instrumen-ten die de overheid kan inzetten bij het oplossen van verkeerskundige problemen. Tegelijkertijd werd inzichtelijk hoe de ontwikkeling wordt beïnvloed door verschillen in geografische en sociale omstandigheden en het gevoerde overheidsbeleid. Nederland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten, België en Zwitserland waren betrokken bij het onderzoek. Vanuit Nederland gaven dr.ing. Gijs Mom (TU/e) en dr.ir. Ruud Filarski (RWS) vorm aan het project.

PapyrusAls onderdeel van een internationaal consortium werkte de SHT sinds 2008 mee aan het Papyrus-project, een project in het kader van het zevende kaderprogramma van de Europese Unie. Doel van het project was methoden te ontwikkelen waarmee in digitale bibliotheken en dataverzamelingen gerichter naar informatie kan worden gezocht. De SHT vertegenwoordigde de gebruikers, dat wil zeggen techniekhistorici, journalisten en studenten. Onder leiding van dr. Jan Korsten hebben 85 gebruikers de ontwikkelde software geëvalueerd. Dit leverde de pro-grammeurs feedback op voor toekomstige ontwikkelingen. Het project bood de SHT de gelegenheid om een bijdrage te leveren aan de ontwik-keling van zoekmethodes die essentieel zijn voor de toekomst van het historisch onderzoek. Het project werd eind 2010 succesvol afgerond.

Diverse projectenDe opsomming hierboven is niet volledig. Ook kortlopende projecten, zoals de beeldredactie voor een medio 2010 verschenen publicatie van Rijkswaterstaat verdienen hier vermelding. Verder was de SHT betrokken bij het KSI-programma, wat onder andere historische kennis over innovatieprocessen gebruikt om moderne innovaties te stimuleren. Momenteel loopt ook hier een Europees vervolg.

3

Page 4: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

Enkele jaren geleden heeft de SHT het initiatief genomen voor het schrijven van een nieuwe Europese geschiedenis. Een enthousiaste, internationale groep historici en sociale wetenschappers werkt momenteel aan dit ambitieuze en vernieuwende project onder de titel Making Europe: Technology and Transformations, 1850-2000. De resultaten zullen zichtbaar worden in een boekenserie en een reeks via het internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Het Making Europe programma wordt door de SHT gecoördineerd. Centraal thema is de circulatie van goederen, personen, energie, ideeën en informatie tussen landen. Europa kreeg vanaf het midden van de negentiende eeuw namelijk niet alleen vorm via politieke ver dragen, maar juist ook vanuit de dagelijkse praktijk via grensover-schrijdende netwerken en infrastructuren. Vanuit dit perspectief is het logisch dat de rol van techniek integraal wordt meegenomen. Daarbij ligt het accent niet op de techniek zelf, maar op de maatschappelijke invloed van technische ontwikkelingen. Het idee is dat die invloed niet alleen door research and development en ingenieurs is gerealiseerd, maar juist ook door gebruikers van techniek: bedrijven, consumenten, overheden en allerlei internationale organisaties.

BoekenserieWetenschappelijk vormt de zesdelige boekenserie die naar verwachting in de periode 2012 tot en met 2014 bij Palgrave MacMillan wordt gepubliceerd het belangrijkste wetenschappelijke resultaat van het programma. Deze rijk geïllustreerde serie moet de komende decennia uitgroeien tot één van de standaardwerken op het terrein van de Europese geschiedenis. Aan het programma nemen wetenschappers en instituten uit 12 Europese landen en de Verenigde Staten deel. Ieder boek wordt samengesteld door een team van auteurs. Zij worden geassisteerd door onderzoekers die verspreid over Europa in archieven en literatuur gegevens opsporen. Johan Schot (TU/e) en Phil Scranton (Rutgers University USA) zijn de hoofdredacteuren van de serie. Van september 2010 tot en met juni 2011 zijn de auteurteams ieder een half jaar aanwezig geweest op het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS) in Wassenaar in het kader van een door het NIAS gehonoreerde subsidie-aanvraag. Dit stelde hen in de gelegenheid om daadwerkelijk als team hun boek vorm en inhoud te geven. Om de serie tot een samenhangend geheel te smeden organiseert de SHT regelmatig plenaire bijeen-komsten, waarvoor ook deskundigen van buitenaf worden uitgenodigd. Meer informatie is te vinden op: www.makingeurope.eu

Beeldredactie

Oktober 2010 is in de persoon van de in Parijs woonachtige Katherine Kay-Mouat een ervaren beeldredacteur aangetrokken. Zij zal in overleg met de auteurs beelddossiers aanleggen met afbeeldingen uit heel Europa. Op het terrein van de beeldredactie wordt ook nauw samen-gewerkt met de groep wetenschaps- en techniekmusea die meewerken aan de reeks virtuele tentoonstellingen.

boekenserie De boekenserie zal bestaan uit de volgende zes delen:

Techniek en de wording van Europa

langlopend initiatief

Making Europe is onderdeel van een in 2000 door de SHT opge-start initiatief om de rol van techniek binnen Europa zichtbaar te maken. In de periode 2000-2004 lag de nadruk op het op-bouwen van een wetenschappelijk netwerk, het in kaart brengen van de actuele stand van zaken op het terrein van Europees techniekhis-torisch onderzoek en het formule-ren van een onderzoeksagenda. Het in die periode opgebouwde Tensions of Europe network telt ruim 250 wetenschappers uit vrijwel alle Europese landen en de Verenigde Staten. De SHT coördineert de activiteiten van het netwerk en verzorgt de com-municatie via de website en een nieuwsbrief. De leiding ligt bij Johan Schot en Ruth Oldenziel, beiden hoogleraar aan de TU/e. Op basis van de door het net-werk geformuleerde onderzoek s-agenda hebben de betrokken onder zoekers verschillende natio-nale en internationale projectaan-

vragen ingediend. Dit resulteerde onder andere in een omvangrijk onderzoeksprogramma van 9 projecten waaraan tussen 2007 en 2010 circa 80 onderzoekers meewerkten. Naast de European Science Foundation stelden de onderzoeksraden van 11 Europese landen hiervoor middelen beschik-baar. Een belangrijke bijdrage was afkomstig van NWO. In juni 2010 is dit onderzoeksprogramma afgesloten met een succes volle conferentie in de Bulgaarse hoofdstad Sofia. Deze conferentie werd georganiseerd door de SHT en de universiteit van Sofia. In 2008 is door de SHT een begin gemaakt met een synthese van de onderzoeksresultaten. Het geheel wordt uiteindelijk via de boekenserie en de virtuele tentoonstellingen toegankelijk gemaakt voor verschillende wetenschappelijke disciplines, beleidsmakers, studenten en een breder publiek van belang-stellenden.

Maria Paula Diogo, Dirk van Laak en Matthias Middell, Europe in the Global World– Welke ideeën over Europa werden ontwikkeld door de inter-nationale (en trans-Atlantische) circulatie van goederen, mensen, ideeën en kennis?

Arne Kaijser, Erik van der Vleuten en Per Høgselius, From Nature to Networks: the Infrastruc-tural Transformation of Europe– Hoe werd Europa gevormd door de ontwikkeling van transport, energie en communicatienet-werken?

Mikael Hård en Ruth Oldenziel, European Technological Dramas: Histories of Consumption and Use – Hoe droeg de productie, distri-butie en consumptie van een reeks consumptiegoederen bij aan de vorming van een Europese ruimte?

Andreas Fickers en Pascal Griset, Eventing Europe: Electronic Information and Communication Spaces in Europe – Hoe werd Europa ervaren door de opkomst van allerlei (massa) media?

Helmuth Trischler en Martin Kohlrausch, Knowledge Societies, Expert Networks and Innovation Cultures in Europe – Hoe groeide de Europese gedachte door de formulering van Europese standaarden, kennis-netwerken en grootschalige Europese projecten?

Wolfram Kaiser, Johan Schot en Dagmara Jajesniak-Quast, Governing Europe: Technology, Experts and Networks – Hoe kreeg het Europese integratieproces sinds 1850 vorm en inhoud?

1

2

3

4

5

6

44

Page 5: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

Centraal- en Oost-EuropaOm de internationale onderzoeksagenda te realiseren is onderzoek in Centraal- en Oost-Europa nodig. De SHT heeft in 2006 dan ook een PhD-fonds opgezet om de ontwikkeling van het vakgebied techniek-geschiedenis in deze delen van Europa te stimuleren. In het kader daar-van is een samenwerking opgestart met de Universiteit van Plovdiv (Bulgarije) en de Charles Universiteit van Praag (Tsjechië). Vanuit het PhD-fonds worden studiebeurzen beschikbaar gesteld en middelen voor de opbouw van een techniekhistorische bibliotheek ter plaatse. Sinds maart 2007 zijn vier jonge onderzoekers uit Bulgarije en Tsjechië gestart met hun promotieonderzoeken. Deze zullen naar ver-wachting in 2011 en 2012 worden afgerond. De proefschriften zullen worden gepubliceerd in de Technology and European History Series. Eén promotieproject analyseert de plannen die al enkele eeuwen op de agenda staan om de Donau via een kanaal te verbinden met de Oder en de Elbe. Een tweede studie gaat over de geschiedenis van kernenergie in Bulgarije en de invloed van de Koude Oorlog. Het derde promotie-onderzoek gaat over consumptie en voeding en stelt Bulgaarse yoghurt centraal. Het laatste project gaat in op grensoverschrijdende tran s-porten van Oost- naar West-Europa. De projecten versterken lopend onderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven Het streven is de onderzoekers na promotie aan te stellen bij de aan het programma deelnemende universiteiten. De SHT onderzoekt de mogelijkheden om het onderzoek in de regio ook op de langere termijn te kunnen stimuleren.

Karen Johnson Freeze Fellowship FundIn 2009 richtten de SHT en de Society for the History of Technology het Karen Johnson Freeze Fellowship Fund op. Met dit fonds willen we de herinnering aan de op 19 maart 2009 overleden Karen J. Freeze levend houden door in lijn met haar inspanningen techniekhistorisch onderzoek in Centraal- en Oost-Europa te stimuleren. Het fonds stelt jaarlijks één of meerdere beurzen van maximaal tweeduizend Euro beschikbaar als dekking van onderzoekskosten. Karen J. Freeze legde voor de SHT de eerste contacten met techniekhistorici in Centraal en Oost Europa en bracht in kaart op welke wijze techniekhistorisch onderzoek in die regio’s gestimuleerd

zou kunnen worden. De resultaten van haar werk toonden zich duide-lijk tijdens de eerste Tensions of Europe Conferentie in Boedapest (Hongarije) in 2004. Zij legde ook de basis voor het door de SHT opgezette PhD-fonds. De eerste aanvraagronde resulteerde in achttien aanvragen, daarvan werden er drie gehonoreerd. Tijdens de Tensions of Europe Conferentie in Sofia reikten Ruth Oldenziel, de voorzitter van het selectiecomité, en Kostadin Grozev, directeur van het Centre of Excellence Dialogue Europe, de eerste fellowships uit. De Griekse onderzoeker Spyros Tzokas ontving een fellowship ter ondersteuning van zijn project Greek engineers, French reinforced concrete, Ottoman infrastructures: Political fight and technical partnership at the eve of the Balkan Wars. Momir Samardžic uit Servië kreeg een fellowship voor zijn onderzoek naar de totstandkoming van het Servisch Spoorwegnetwerk. The Center of Excellence Dialogue Europe stelde een extra beurs beschikbaar voor het onderzoek naar de ontwikkeling van fotografie in Bulgarije van de in de Verenigde Staten woonachtige Stefka H. Hristova.

Technology and European History seriesIn samenwerking met Aksant Academic Publishers heeft de SHT in 2008 de Engelstalige Technology and European History series opgezet. De reeks biedt onderzoekers de mogelijkheid om de resultaten van onderzoek naar de rol van techniek in de Europese geschiedenis in de negentiende en twintigste eeuw te publiceren. Ruth Oldenziel en Johan Schot fungeren als redactie van de serie. Inmiddels zijn vier boeken in de reeks verschenen. Voor 2011 en 2012 staan verschillende nieuwe publicaties op het programma. Sinds medio 2010 is Aksant onderdeel van Amsterdam University Press.

SHT stimuleert internationaal onderzoek

Virtuele tentoonstellingDe in het kader van Making Europe verzamelde kennis wordt voor een breed publiek ontsloten in een reeks via het internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. In de zomer van 2010 is begonnen met de ontwikkeling. Het is de bedoeling dat de eerste tentoonstellingen medio 2011 online komen. Hierbij wordt voortgebouwd op de ervaringen die in 2008 en 2009 zijn opgedaan bij het bouwen van een eerste proto-type (www.inventingeurope.eu). In de zomer van 2011 wordt niet alleen de inhoud uitgebreid, maar worden ook mogelijkheden gecreëerd waar-door bezoekers hun eigen verhalen kunnen toevoegen. Uniek aan het project is dat wetenschappelijk onderzoek wordt gekoppeld aan de online collecties van wetenschap- en techniekmusea.

Op basis van korte, toegankelijke en geïllustreerde historische essays kunnen bezoekers met één muisklik de gerelateerde informatie van participerende musea en erfgoedinstellingen verkennen. Elf musea en erfgoedinstellingen werken momenteel mee aan het project. In Nederland zijn dat Museum Boerhaave (Leiden), het Instituut voor Beeld en Geluid (Hilversum) en Science Center Nemo (Amsterdam). Onder de internationale partners bevinden zich het Science Museum (Londen), Deutsches Museum (München), Norsk Tekniskmuseum (Helsinki), Museum Vaipirikki (Tampere), Dokumentationszentrum Alltagskultur der DDR (Eisenhüttenstadt), Hungarian Museum of Natural Science (Boedapest), Europeana en Imperial College (Londen).

5

Page 6: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

Recente publicaties

Technology and the Making of the NetherlandsOp 19 november 2009 nam Annemarie Bos, directeur Geestesweten-schappen van NWO, het eerste exemplaar in ontvangst van Technology and the Making of the Netherlands. The Age of Contested Modernization, 1870-1970. Het boek is een door NWO mogelijk gemaakte bewerkte Engelse vertaling van het synthetiserende zevende en laatste deel van de serie Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. De auteurs laten zien hoe de Nederlandse geschiedenis mede is gevormd door de wissel-werking tussen technische en maatschappelijke ontwikkelingen. Aan bod komt een breed scala aan historische veranderingsprocessen, waar-onder de opkomst van de consumptiemaatschappij, de ontwikkeling van de kennissamenleving, de veranderende rol van ingenieurs, het ontstaan van allerlei netwerken en infrastructuren en de invloed van de koloniën.

60 years of ITCIn 2010 kreeg het International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation (ITC) een nieuwe status als faculteit van de Universiteit Twente. Zestig jaar na de oprichting is het instituut daar-mee volledig ingebed in het universitaire systeem. Een goed moment om terug te blikken op de historie van het ITC en de rol die de organi-satie heeft gespeeld binnen de internationale ontwikkelingen op het terrein van geo-informatie, remote sensing, grondregistratie en land inrichting. Het gaat daarbij niet alleen om het ontwikkelen en ver-spreiden van kennis, maar ook om het toepassen daarvan in de praktijk. Het onder auspiciën van de SHT door dr. Nil Disco uitgevoerde project resulteerde eind 2010 in een rijk geïllustreerd boek.

Bijzondere leerstoel Universiteit MaastrichtSinds 2002 bekleedt Ernst Homburg de door de SHT aan de Universiteit Maastricht ingestelde bijzondere leerstoel ‘Geschiedenis van weten-schap en techniek en hun onderlinge samenhang’. Zijn onderzoek en publicaties richten zich op het grensvlak van wetenschap en techniek en de interactie tussen het bedrijfsleven en de universiteiten. Homburg verzorgde verschillende lezingen, onder andere een lezing in Oxford over de ontwikkeling van de Nederlandse chemie tussen 1830 en 1960. Daarnaast verschenen verschillende publicaties. Homburg werkt momenteel met een internationaal team van auteurs aan een boek over de geschiedenis van de Belgische chemisch- farmaceutische multinational Solvay. Hij neemt in het boek de periode 1950-2012 voor zijn rekening. Ten behoeve van het project deed hij onderzoek in verschillende bedrijfsarchieven en interviewde hij ver-schillende bij het bedrijf betrokken personen. Om het onderzoek in een breder kader te plaatsen is er een promotieproject aan gekoppeld over de invloed van organisaties van het internationale bedrijfsleven, waar-onder Solvay, op het proces van Europese integratie. Binnen de SHT is Homburg betrokken bij de begeleiding van het onderzoek naar URDV en naar de geschiedenis van het katalyseonderzoek in Nederland.

financiering

De SHT wordt structureel ondersteund door donateurs en de Technische Universiteit Eindhoven. Voor de uitvoering van onderzoeksprojecten worden middelen geworven bij de Nederlandse universiteiten, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de European Science Foundation (ESF), de overheid, het be-drijfsleven en diverse maatschappelijke instellingen. Daarnaast wordt in opdracht en voor rekening van bedrijven en organisaties historisch onderzoek verricht.

De SHT-activiteiten zijn mogelijk gemaakt door: BOVAG Bulgarian Academy of Science Center of Excellence Dialogue Europe Dutch Polymer Institute (DPI) EIT-Climate-KIC European Science Foundation Europese Unie (Framework 7 Program) Faculteit Industrial Engineering & Innovation

Sciences, Technische Universiteit Eindhoven ITC Foundation KIVI-NIRIA KNAW Ministerie van Economische Zaken National Research School Combination

Catalysis (NRSC-Catalysis) Next Generations Infrastructures (NGI) Netherlands Institute for Advanced Study in the

Humanities and Social Sciences (NIAS) NWO Philips Nederland Plovdiv University Rijkswaterstaat SNS Reaal Fonds Society for the History of Technology Sofia University Stichting KSI, Rotterdam Stichting Fonds Post Academisch Onderwijs

in de Informatietechnologie (Stichting Fonds PAO-Informatica)

Syntens Technische Universiteit Eindhoven TNO Unilever Research & Development Vlaardingen Unilever Universiteit Twente Van der Weele-Schipperfonds Visegrad Fund

6

Page 7: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

balans sht

activa 31-12-2009 31-12-2010 passiva 31-12-2009 31-12-2010 Vaste activa Vermogen Inventaris 3.139 4.043 Basisvermogen (reserve) 150.000 150.000 Investeringsruimte 84.253 71.879Vlottende activa Voorraad boeken 7.991 8.626 Kortlopende schulden Vorderingen 133.240 62.463 Crediteuren 28.443 164.619Liquide middelen 627.116 716.881 Nog te besteden op projecten 455.862 266.821 Belastingen/sociale verzekeringen 30.882 46.995 Overige schulden 22.047 91.699

771.486 792.013 771.487 792.013

exploitatierekening 2009 2010 Opbrengsten Ontvangen bijdragen voor projecten 416.647 671.187Mutatie nog te besteden op projecten 104.735 189.040

Toegevoegde waarde 521.382 860.227

Ontvangsten 101.916 102.440Resultaat boekenverkoop 2.611 -437Financiële baten 17.572 10.624Doorberekende overhead 38.757 53.117 Totale opbrengsten 682.238 1.025.971

Kosten Projectkosten – externe kosten 453.974 716.777Op projecten doorbelaste personeelskosten 129.477 190.093Overige personeelskosten 64.266 87.247Organisatiekosten 35.268 42.786Afschrijvingen 2.553 1.442 Totale kosten 685.538 1.038.345

Exploitatieresultaat -3.300 -12.374

Financieel verslag

Toelichting op de balans en de exploitatierekening:

– De cijfers zijn gebaseerd op de door de accountant goedgekeurde

Jaarrekening 2010 Stichting Historie der Techniek.

– Het begrip ‘Toegevoegde waarde’ beoogt een afspiegeling te geven

van de financiële omvang van de door of namens de Stichting in het

boekjaar uitgevoerde onderzoeksactiviteiten.

– Het vermogen is verdeeld in een ‘basisvermogen’ en een ‘investerings­

ruimte’. Het basisvermogen van de SHT is het bedrag dat wordt

gereserveerd voor het opvangen van noodgevallen. Bedraagt het ver­

mogen meer dan het basisvermogen dan kan het meerdere in overleg

met het bestuur worden geïnvesteerd in projecten.

– Het bedrag ‘Nog te besteden op projecten’ heeft betrekking op per

saldo vooruitontvangen bedragen ten behoeve van projecten, waarvoor

nog uitgaven dienen te worden gedaan. Dit bedrag kan als volgt worden

gespecificeerd:

31-12-2009 31-12-2010

Ontvangen bijdragen op projecten 2.512.388 2.237.136Reeds gemaakte kosten op projecten 2.056.526 1.970.315

Nog te besteden op projecten 455.862 266.821

7

Page 8: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2009-2010 2009-10.pdf · resultaten ontsloten in via internet toegankelijke virtuele tentoonstellingen. Nationale projecten Het tweede spoor

Het bureau is het organisatorische centrum van de stichting. Hier worden projecten gecoördineerd en geadministreerd, bijeenkomsten (zoals de conferentie in Sofia in 2010) en andere activiteiten georganiseerd, boekproductietrajecten begeleid en fondswervingsacties opgestart. Het bureau verzorgt ook de website en nieuwsbrief van het Tensions of Europe netwerk. Het bureau bestaat momenteel uit wetenschap-pelijk directeur Johan Schot, zakelijk directeur Jan Korsten, managementassistente Sonja Beekers, administrateur Loek Stoks, communicatiemede-werker Livia Smits en vrijwilliger Henk Treur. Verschillende bureaumedewerkers werken actief mee aan projecten. Zakelijk directeur Jan Korsten was tot eind 2010 betrokken bij het Papyrus project. Datzelfde gold voor communicatie-medewerker Livia Smits. Zij maken ook deel uit van het team dat werkt aan de realisatie van de virtuele tentoonstelling. Wetenschappelijk directeur Johan Schot is voorzitter van het Tensions of Europe netwerk en zakelijk directeur Jan Korsten secretaris.

samenstelling bestuur (juli 2011)

prof.dr. H. (Hans) de Wit, voorzitter ir. J.M. (Hans) Vernooij, penningmeester ir. S.M. (Saskia) Blom ir. H. (Herman) de Boon dr. R.J. (Reinder) van Duinen dr.ir. M.F.H. (Martin) Schuurmans ir. M.C. (Michiel) Westermann MBA

stichtingsraad

In de Stichtingsraad zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Afdeling Geschiedenis der Techniek van

het KIVI-NIRIA Bataafsch Genootschap der

Proefondervindelijke Wijsbegeerte FNV Bondgenoten KIVI NIRIA Hollandsche Maatschappij der

Wetenschappen Koninklijke Nederlandse Chemische

Vereniging Nederlands Economisch Historisch Archief Nederlands Genootschap voor Informatica Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid

en Handel Nederlandse Vereniging voor Management

NIVE Raad voor de Volksgezondheid en Zorg Rijkswaterstaat Technische Universiteit Delft Technische Universiteit Eindhoven Universiteit Twente

Scheidend voorzitter Hans Linsen en zijn echtgenote Mia Linsen tijdens het minisymposium.

Bestuur

Een minisymposium op vrijdag 3 september 2010 markeerde het afscheid van Hans Linsen als voorzitter van de SHT. Hij bekleedde het voorzitterschap sinds 1999. Zijn opvolger is prof.dr. Hans de Wit. Tijdens het goed bezochte symposium brachten de onderzoekers dr. Ton van Helvoort, dr. Nil Disco en dr. Frank Veraart een aantal SHT-projecten voor het voetlicht, respectie-velijk de geschiedenis van Unilever Research en Development, geschiedenis van de informatietech nologie in Nederland en de geschiedenis van het ITC in Enschede. De nieuwe SHT-voorzitter Hans de Wit richt zich als hoogleraar aan de TU-Delft en consultant op nieuwe vormen van duurzame energie, conversieprocessen en duurzame materialen. Voorheen was hij onder andere lid van de Raad van bestuur van TNO en Chief Technology Officer bij Corus. Als SHT-bestuursvoorzitter zal hij komende jaren nauw betrokken zijn bij de realisatie van het ambitieuze internationale publicatie- en onderzoeks-programma Making Europe.

De realisatie van de Making Europe boekenserie en de daaraan gekoppelde virtuele tentoonstelling domineer-den de agenda van het bestuur. Het bestuur was niet al-leen betrokken bij het werven van de benodigde fondsen, maar maakte ook inhoudelijk kennis met de verschillen-de onderdelen. Verschillende bestuursleden waren aan-wezig op projectbijeenkomsten. Hoewel Making Europe naar verwachting pas in 2014 helemaal zal zijn afgerond, wordt voortuitgeblikt naar de toekomst. Wat wordt na 2014 het centrale aandachts-gebied van de SHT? Het is de bedoeling deze discussie in 2011 in samenwerking met verschillende partners af te ronden en neer te leggen in een toekomstvisie.

Op 7 november 2010 overleed bestuurslid Kees Vijlbrief. Hij was sinds 2005 lid van het bestuur. Hij vond het belangrijk de rol van techniek in de maat-schappij zichtbaar te maken. Als bestuurslid zocht hij dan ook altijd naar mogelijkheden om onderzoeks-resultaten zo breed mogelijk te verspreiden. Hij was een warm pleitbezorger voor samenwerking met het voortgezet onderwijs en musea.

Stichting Historie der Techniek

Per adres: TU/eIPO-gebouw 2.31Postbus 5135600 MB Eindhoven

Bezoekadres: TU/e IPO-gebouw 2.31

T 040 - 247 46 41F 040 - 244 46 02E [email protected]

www.histech.nl

Bureau

8