Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6...

182
Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 bron Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2007 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006200701_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m.

Transcript of Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6...

Page 1: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

bronOver Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2007

Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006200701_01/colofon.php

Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermdzijn.

i.s.m.

Page 2: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

2

[Nummer 58][Inleiding]

‘2 × 2 = 4’(Multatuli,Wys my de plaats waar ik gezaaid heb, VW I:447)‘Ik, byv. vind het geloof aan 'n God, even bespottelyk als 2 × 2 = 5’(Multatuli, Aantekening bij Idee 855)

‘Ik ben het ermee eens, dat twee-maal-twee-is-vier een voortreffelijk dingis; maar als we toch aan het aanprijzen zijn, laat dan gezegd wezen dattwee-maal-twee-is-vijf soms ook een alleraardigst artikeltje is.’(F.M. Dostojewski, Aantekeningen uit het ondergrondse, VW IV:163)

Zes jaar na het verschijnen van een themanummer vanOverMultatuli overWoutertjePieterse (nr. 47) is er voldoende aanleiding om opnieuw aandacht te schenken aandit werk dat het, zoals bekend, tijdens Multatuli's leven nooit tot een zelfstandigeuitgave heeft gebracht. Die aanleiding ligt voor de hand: twee nieuwe bewerkingenvanWoutertje Pieterse.Eind vorig jaar verscheen een bewerking van Ivo deWijs. Hij heeft in zijnWouter

passages weggelaten, de taal gemoderniseerd en het boek van een slot voorzien.Daarover verscheen op 16 december 2006 in NRC Handelsblad een vermakelijkvraaggesprek van Elsbeth Etty met de bewerker die zelf overigens de voorkeur geeftaan de omschrijving ‘bewerkt en bekort door Ivo de Wijs’. Vermakelijk omdat aanEtty's interview een misverstand ten grondslag ligt. Dat zij tegen een bewerking enhertaling is, is haar goed recht. Dat zij op verontwaardigde toon de indruk wekt datDe Wijs iets geheel nieuws heeft gedaan, wekt bevreemding. Juist bijWoutertjePieterse is er altijd sprake van een bewerking omdat niemand het in zijn hoofd zalhalen het verhaal over Woutertje in het geheel, inclusief de Ideën, uit te geven. Etty'sbezwaren richten zich onder meer op de modernisering van het taalgebruik en hetfeit dat De Wijs er een slothoofdstuk aan heeft ‘gebreid’. Dat is op verzoek van zijnuitgever gebeurd, haast De Wijs zich te zeggen, maar evengoed had hij naar debewerking van KarlMischke kunnen verwijzen die aan het begin van de vorige eeuwvoor zijn Duitse vertaling ook al een eigen slot had bedacht.Dat een verhaal in een hertaling wordt uitgegeven, is vaak aanleiding voor

cultuurpessimisten om gemakkelijk hun gelijk te halen. Daarentegen windt niemandzich op als er om de pakweg twintig jaar een nieuwe vertaling van een klassiekgeworden buitenlands boek verschijnt. De Wijs' bewerking maakt verder geen deeluit van de Delta-reeks of serie ‘Nederlandse Klassieken’, waarin klassieke literairewerken verschijnen, maar is veeleer een uitgave die nieuwe lezers kan trekken. Jongelezers bijvoorbeeld, voor wie het taalgebruik van Multatuli te

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 3: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

3

moeilijk is en die de vele verwijzingen niet begrijpen. Dat laatste geldt waarschijnlijkook voor vrijwel alle hedendaagse geletterde lezers zodat we moeten wachten op deverantwoorde (want dat ontbreekt wel bij DeWijs) versie met annotaties die in 2009of 2010 in de Delta-reeks zal verschijnen.De Wijs' hertaling is volgens ons zeker geschikt voor jonge lezers die nog nooit

iets van Multatuli hebben gelezen. We hebben de gymnasiaste Josefien vanDusseldorp, die met haar twaalf jaar de jongste publicist in de geschiedenis vanOverMultatuli is, gevraagd om De Wijs'Woutertje Pieterse te lezen en verslag van haarbevindingen te doen. Daaruit blijkt dat zijn hertaling bij haar aanslaat en ook DeWijs' slot van het boek beoordeelt zij positief. In hoeverre haar leeservaring doorandere jonge lezers zal worden gedeeld, zal de toekomst leren, maar duidelijk is weldat zijn versie geschikt is voor jonge lezers als eerste kennismaking met Multatuli'swerk. Dat is belangrijk want zij zullen in de toekomst mogelijk lezers van zijncomplete werk zijn, met docenten van middelbare scholen het Multatuli Museumgaan bezoeken en eventueel lid worden van het Genootschap.Cultuurpessimisten hebben altijd gelijk en zijn nooit origineel. Daarom zijn ze

ook zo vervelend en saai. Ver verheven boven de wereld laven ze zich aanondergangvisioenen. Je krijgt de indruk dat ze helemaal niet willen dat oude tekstenworden afgeklopt, opgelapt en gepolijst. Want dan bestaat de kans dat ze wordengelezen. Wat ons betreft wordt er veel te weinig met klassieke teksten gedaan enmag er naast de bewerking en hertaling van DeWijs ook een toneelversie, een opera,een versie op rijm, een rapversie, een haiku, eenWoutertje Pieterse-spel, een‘Idols’-versie met het ‘Roverslied’ en een Woutertje-kledinglijn uitkomen. Dat zouduidelijk maken dat Multatuli springlevend is.Er is nog een ander aspect dat bij de opwinding rond De Wijs' uitgave bijna

vergeten wordt: alles wat er rónd Multatuli's werk verschijnt, krijgt - gelukkig - veelaandacht: Dik van der Meulens biografie of de dreigende sluiting van het Museum.Over de inhoud van zijn werk zelf verschijnen daarentegenweinig nieuwe publicaties.En dat ondanks het feit dat Multatuli enkele jaren geleden door de leden van deMaatschappij der Nederlandse Letterkunde tot de belangrijkste Nederlandse schrijverwerd gekozen en datMax Havelaar onlangs één van de vijftig vensters in de canonvan Nederlandse geschiedenis en cultuur is geworden. Veel invloed op het lezen vanhet werk heeft dat niet: lijstjes en canons zijn richtlijnen en nemen in het triplet ‘ich’,‘es’ en ‘über-ich’ van Freud de plaats van het ‘über-ich’ in. In Nederland heeft zichna Sötemann en Oversteegen geen hoogleraar meer substantieel metMultatuli's werkbeziggehouden. Docenten aan universiteiten doen dat wel, al is het vaak zijdelingszoals blijkt uit de bijdrage van Olf Praamstra in dit nummer over de relatie tussenBusken Huet en Multatuli. Daarmee loopt hij vooruit op zijn biografie over BuskenHuet die eind dit jaar zal verschijnen. In het onderzoek van de extramuraleneerlandistiek speelt Multatuli's werk daarentegen wel een grote rol. Kees Snoek,die onlangs in Parijs tot hoogleraar Nederlandse letterkunde werd benoemd, wijddezijn oratie aan Multatuli. We hebben die in het geheel opgenomen, ook om de lezernog

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 4: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

4

eens kennis te latenmakenmet een bijna vergeten academische traditie waarbij vormen inhoud elkaar in belangrijke mate bepalen.Tevens gaan we door met het uitgeven van brieven die in het Volledig Werk

ontbreken. In dit nummer gaat het om de correspondentie tussenMultatuli (enMimi)en zijn uitgever Funke uit de jaren 1873-1879, gelocaliseerd tijdensconserveringswerkzaamheden van papieren erfgoed in het kader van hetMetamorfozeproject.Op de omslag ziet u ten slotte een lachendeMultatuli van Jan Kruis. Het blijft niet

bij deze ene tekening: binnenkort zal er opnieuw een versie vanWoutertje Pieterseverschijnen met talrijke illustraties van Jan Kruis. Een interview met hem vindt u alin dit nummer. De tekst bij die uitgave is weliswaar niet hertaald maar is opnieuwwel een keuze uitWoutertje Pieterse. Op de reacties in de pers verheugen we ons nual.

De redactie

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 5: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

5

Meerten WellemanDe Wouter van Jan Kruis

Hoe ben je op het idee gekomen om een bewerking te gaan maken vanWoutertjePieterse?

Ik had natuurlijk al wel eens vanWoutertje Pieterse van Multatuli gehoord, maar ikkende het niet. In 1980 ging ik naar New York op vakantie en toen kocht ik op hetvliegveld een pocketeditie. Ik zag mijn kans schoon om eens te kijken wat dat verhaalnu eigenlijk inhield. Ik heb toen tien dagen door New York rondgewandeld met inmijn achterzakWoutertje. Ik vond het een leuk boek. Dat was dus mijn eerstekennismaking. Niet lang daarna kwam ik op het idee om er eens iets mee te gaandoen als ik opgehouden zou zijn met mijn strip Jan, Jans en de kinderen. Ik ben toenwel al vrij gauw begonnenmet de allereerste schetsjes. Die heb ik hier nog wel ergensstaan in een boekje. Maar ik kon toen nog niet weten dat het nog vijftien jaar zouduren, of langer, eigenlijk bijna twintig jaar. Ik hebWouter daarna nog een paar keergelezen, want het is enerzijds een boek waar je niet gemakkelijk in komt en anderzijdseen boek waarin je kunt blijven lezen. Dat bracht me op het idee dat als ik er ietsmee zou gaan doen ik het dan zo moest maken dat het boek er makkelijker leesbaarvan zou worden. Het mocht naar mijn smaak wel wat toegankelijker worden, de geineraan moest wat meer worden geaccentueerd. Die vorm te geven zag ik als mijnbelangrijkste taak. Dat is dus het begin van dit project geweest.

Heb je er ooit over gedacht om het boek naar deze tijd toe te tekenen of te schrijven?

Nee, nooit, ik peins er niet over. Ik heb zelfs met opzet de oude spelling gehandhaafd,want Multatuli was een geweldig stilist en zonder die stijl van schrijven, het verhaalop zich, had dat nooit de waarde gehad die het nu heeft. Ook wel een beetje uitnoodzaak, omdat ik ook niet zo goed zou weten welke spelling ik anders had moetengebruiken. Maar die taal van Multatuli is nog heel goed leesbaar en naar mijn smaakzou het er minder leuk van worden als je daaraan zou tornen.

Je hebt met veel verschillende technieken gewerkt in dit boek. Dat moet voor heteerst in jaren zijn dat je dat weer doet?

Weet je, ik heb voor dit boek aan niemand verantwoording af te leggen. Het is mijnproject, mijn boek, ik heb het concept helemaal zelf ontwikkeld, mijn eigen plangetrokken. En daarmee ben ik naar De Bezige Bij gegaan. En die zeiden: we vindenhet leuk, we gaan het doen. Het kan dus nu per pagina, per spread [twee A3-pagina'snaast elkaar, red.] anders zijn. En natuurlijk ga je op een gegeven moment herhalen,want onuitputtelijk zijn die verschillende toepasbare tech-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 6: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

6

nieken niet. Maar dat is nu juist het leuke, de variatie, de afwisseling. Met Jan, Jansen de kinderen deed ik elke week hetzelfde kunstje. Bij het maken vanWouter pasteik het beeld steeds aan bij de stemming die de tekst opriep. Daarom staan erfragmenten strips in, met tekstballonnen en al, want persoonlijk heb ik moeite methet tekenen van mensen die niets zeggen.

Maar met het opfrissen van al die technieken die je ooit had geleerd had je geenmoeite?

Dat was af en toe even zoeken en zwoegen. Maar het zat er allemaal nog.

Ik neem aan dat je je de meeste gebruikte technieken hebt eigen gemaakt in de tijddat je veel reclamewerk maakte?

Ja, en in de periode daarna toen ik illustraties maakte voor de bladen, zoalsMargrieten zo. In de jaren vijftig en zestig deed ik dat vooral. In 1970 ben ik begonnen metJan, Jans en de kinderen in Libelle waardoor de rest van mijn werk wat naar deachtergrond verschoof.

En staan er nu ook tekeningen in het boek waarvan je de eerste keer het gevoel haddat ze niet helemaal uit de verf kwamen?

Natuurlijk, maar omdat ik geen deadline had, heb ik er veel langer over kunnen doen.Ik ben steeds terug gaan kijken en als ik niet tevreden was, heb ik tekeningenovergemaakt. Bovendien heb ik bij dit project het voordeel dat het om veel prentengaat. Dan maakt het wat minder uit dat er paar tekeningen bij zitten die niet helemaalgeworden zijn wat je ervan hoopte. Dat is onvermijdelijk.

Het boek is een mengeling van illustraties en strips geworden.

Ja, ik probeer alle vormen uit die het verhaal duidelijk kunnen maken. Maar omdatik vind dat in illustraties een tekstje hoort, zul je dus ook in de plaatjes veel tekstaantreffen. Zo is het een grafische multimediashow geworden.

Maar er zitten toch ook pure stripelementen in?

Je hebt gelijk, er zitten duidelijke stripinvloeden in, maar het kan mij eigenlijk nietzoveel schelen hoe je het noemt.

Soms zie je scènes à la Jan, Jans en de kinderen.

Ja, maar dan van een paar honderd jaar geleden.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 7: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

7

Is dat per ongeluk gebeurd?

Nee, ik kan niet anders. [Lacht]

Er is dus geen sprake van een bewuste, vooraf gemaakte keuze?

Nee. Ik ben namelijk eerst gaan selecteren in de tekst. Daar ben ik trouwens watdrastischer in geweest danMultatuli's weduweMimi. Tijdens dat selecteren en lezenheb ik wat in me opkwam bij bepaalde scènes in schets op papier gezet. Uiteraardheb ik wel geprobeerd een balans in de verschillende technieken aan te brengen. Ikben het verhaal dus wel gaan indelen. Maar daar waar ik echt een stripverhaal nodighad, heb ik dat ook gebruikt.

Je hebt het boek dus niet helemaal, integraal overgenomen?

Nee, ik heb het boek, zoals ik al zei, naar mijn smaak toegankelijker gemaakt. InIdee 1065 zegt Multatuli: ‘Ik gis en vrees dat velen de Wouter-geschiedenis lezenom... nu ja, om iets wat my bijzaak is. Doch zonder die velen zou m'n uitgever weldragenoodzaakt zijn, m'n kopie te weigeren.’ Die bijzaak werd voor mij hoofdzaak.Mijn eerste doel is de verhaallijn van het leven van Wouter zo helder mogelijk temaken. Daarom heb ik, nog meer dan Multatuli's weduwe al had gedaan in deElsevier-uitgave van 1890, het verhaal ontdaan van uitweidingen en breedsprakigheid.Wie ook maar een greintje bescheidenheid bezit, doet zoiets niet zonder er een grootschuldgevoel aan over te houden. Want wie ben ik om in de tekst van Multatuli inte grijpen. Maar anderzijds moest ik ook ruimte veroveren voor mijn illustraties.Heel veel waarde hecht ik aan de herkenbaarheid van het levensverhaal. Of het nuom de lezer uit Multatuli's tijd of om de lezer van nu gaat, de meeste mensen zullende dromen en fantasieën, de belevenissen, de vreugde en het verdriet van Wouterherkend hebben en herkennen. Het is niet voor niets één vanMultatuli's meest gelezenen meest populaire boeken. Ook hadden Multatuli en vele van zijn tijdgenoten degewoonte elk hoofdstuk te beginnen met een voorbeschouwing van wat er stond tegebeuren. Die hoofdstukkenindeling heb ik laten vervallen en de geschiedenisingedeeld met verwijzing naar de nummers van de Ideën. Door mijn ingrijpen in detekst zouden immers de tekstjes van de voorbeschouwingen mogelijk niet meerkunnen kloppen.

Je hebt de eerste druk gebruikt vanWoutertje Pieterse?

Jazeker, die had ik al enige tijd in huis. Van het Multatuli Museum heb ik een tweedeset te leen gekregen om mee te kunnen werken.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 8: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

8

‘De lachende Multatuli’, door Jan Kruis geschetst op verzoek van Jos van Waterschoot, die ervanovertuigd is dat Multatuli ondanks alles toch veel gelachen moet hebben.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 9: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

9

Is er nog een bruggetje te leggen naar Jan, Jans en de kinderen?

Ja hoor. Dat heeft natuurlijk veel met de beperkte mogelijkheden van de tekenaar temaken. Je oeuvre is hoe je het wendt of keert een beperkt reservoir waaruit je kuntputten. Ik vind die Pennewip bijvoorbeeld een heel leuke figuur om te laten acteren.En onbewust gaat die dan toch een beetje lijken op opa uit Jan, Jans en de kinderen.

Maar je hebt doelbewust de figuren uit je strip niet als figuranten opgevoerd.

Kijk eens op de eerste pagina, daar zie je de rode je-weet-wel kater uit Jan, Jans ende kinderen zitten. En ook verderop in het verhaal komt hij nog eens terug.

Heb je je veel moeten documenteren?

Ja, maar dat is wel leuk. Om je te verdiepen in de Romantiek, Biedermeier, de tijdvan Lodewijk Napoleon. Het enemoment heeft hij het over de keizer, drie bladzijdenlater over de koning. Er zit geen continuïteit in. Bij het gezin van Woutertje Pieterseis het van hetzelfde laken een pak: in het begin heeft hij drie jongere broertjes enzusjes. Een paar hoofdstukken verder is Wouter weer de jongste. Multatuli is watdat betreft wat chaotisch.

Zijn er nog bepaalde historische illustraties waardoor je je hebt laten leiden?

Nee, ik heb me wel ingelezen en illustraties gezien die bijWoutertje Pieterse gemaaktzijn, maar die vond ik allemaal niks. Juffrouw Laps werd bijvoorbeeld altijd nogalnegatief afgebeeld, als een oude, lelijke kwezel. Maar ik had vanaf heb begin hetgevoel dat het een jonge en best aardige vrouw is. Ik voelde wel wat voor haar. Inde loop van de geschiedenis Geschiedenis begon ik haar steeds sympathieker tevinden. Daarom heb ik haar niet als monster afgebeeld. Maar historische illustratiesals inspiratiebron, nee, ik vond ze niet goed voor zover ze er al zijn. En dat beeldjedat op de Noordermarkt staat vind ik als leidraad ook niks. Multatuli wilde in zijnWouter hoog en laag vatten in één greep. Het motto van het boek is niet voor niets:een parelduiker vreest den modder niet.

Het boek geeft een goed beeld van die periode?

Nou dat betwijfel ik.Want de periode waarin het boek zich afspeelt, de eeuwwisseling,ik vind niet dat hij daar een echt beeld van geeft. De historische context is overigensinWoutertje Pieterse een verhaal apart. Als je een historische geschiedenis gaatillustreren, is het van groot belang te weten wanneer het verhaal zich afspeelt en datis in deWouter niet eenvoudig. Het verhaal begint al gelijk met de zinsnede: ‘Hetjaar weet ik niet.’ Voorts heeft Multatuli er schik in

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 10: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

10

de lezer in verwarring te brengen. In Idee 1090 is hij daar expliciet over. Hij zegtdaar dat hij op het Wouter-verhaal geen jaartal wil plakken ‘1. gemakshalve en 2.om waar te kunnen blijven in hoofdzaken’. In Idee 1156 begint hij er nog eens over:‘Vooreerst heeft m'n verhaal geen dagtekening - de welberekende fout die my devryheid verschaft naar hartelust rondtegrabbelen in de aard der dingen...’ Het gingMultatuli dus niet in de eerste plaats om het chronologisch geschetste leven van hetjongetje Wouter, maar om de omgeving, het milieu en de sfeer waarin hij opgroeiten de ideeën die Multatuli daarover had. Voor mij steekt het wat deverschijningsvormen betreft dus ook niet op een jaartje. Ik heb het gesitueerd in deeerste tien, twintig jaar van de negentiende eeuw.

Jij bent al jaren geleden met dat boek begonnen...

Ja, ik had het Multatuli Museum ook al eens bezocht, toen Jos nog geen idee had dathet bestond, heel lang geleden. Dat was toen naar aanleiding van mijn kennismakingmetWoutertje Pieterse. Jos bezocht op zijn beurt een paar jaar geleden alsstripliefhebber het net geopende Stripmuseum in Groningen en daar zag hij toenschetsjes hangen die ik van het Wouterverhaal gemaakt had. Jos barstte toen totverbazing van zijn rondleider, Klaas Kuperus, in citaten uit. En die zei toen: jij moeteens contact opnemen met Jan Kruis, want die vindt dat wel leuk. En toen zat Joshier drie dagen later. Jos heeft me toen uitgenodigd een nachtje te komen doorbrengenin het geboortehuis van Multatuli. Daar hebben we toen ook de allereerste afspraakmet De Bezige Bij gemaakt. En daar is het project dus echt opgestart.

Maar wat voor rol speelde Jos nu precies? Hoe zou jij dat willen noemen? Redacteur?

Nee, dat gaat te ver. De redacteur zit bij De Bezige Bij. Jos is mijn vraagbaak en datis niet onbelangrijk. Ik krijg er een prettig gevoel van. Hij kentWoutertje Pieterseen Multatuli, en moedigde mij steeds aan dit boek af te maken.

Wat maaktWoutertje Pieterse nu zo'n uniek boek? Er zijn toch veel van dat soortverhalen geschreven?

Het is natuurlijk niet toevallig dat dit verhaal zoveel mensen aansprak en nog steedsaanspreekt. VóórWoutertje Pieterse werden kindertjes beschreven volgens de vastepatronen van eerzaamheid en deugdzaamheid. Jantje zag eens pruimen en laat zedan hangen omdat zijn vader hem het verbood ze te plukken. Dat was het type kinddat werd beschreven. En hier gaat het om het jongetje dat alle eigenschappen heeftvan een echt mens, met al zijn twijfels en zorgen, zijn angst voor de meester, voorzijn eigen falen vooral, bang omdat hij het allemaal niet kan. Dat soort getob vanzo'n jongetje van een jaar of twaalf, dat was nog nooit vanuit die optiek beschreven.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 11: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

11

Geschilderd portret van Multatuli door Jan Kruis

(Jos van Waterschoot) Het meest gelezen kinderboek tot die tijd was De braveHendrik dat vele tientallen drukken beleefde. De braafheid droop af van Hendrik.Kinderen herkenden zich er niet in, er werd hun geen spiegel voorgehouden, maareen voorbeeld. En toen kwam Wouter die zijn bijbeltje verkwanselde om eenroverromannetje te kunnen lezen, die erover droomt een rover te worden en datbeschrijft in ‘Het Rooverslied’. Multatuli psychologiseerde. Hij beschrijft wat eenkind echt voelt en denkt, waarom een kind handelt zoals het handelt.(Jan Kruis) Hij ging daarbij uit van zijn ervaringen, dus wat hij zelf had

meegemaakt, want hij had toen zelf nog geen kinderen grootgebracht. Hij had zewel, kinderen, maar het is ons allemaal bekend hoe het daarmee is gegaan. Hij hader wel allerlei ideeën over hoe je kinderen moest opvoeden, dat zie je aan dokterHolsma in het boek. En dat je ze niet naar school moest sturen, maar ze zelf van allesmoest leren. Hij was er zelf echter nooit, hij heeft zijn eigen kinderen dus nietopgevoed. Maar hij heeft zijn eigen kindzijn wel heel diep ervaren, anders kun je erzo niet over schrijven.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 12: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

12

Je kunt dus zeggen dat Multatuli zijn tijd ver vooruit was.

Ja, kijk maar eens naar de belangrijke rol van het atheïsme in het boek. Dat was zekerniet alledaags. Ik heb dan ook de god van Michelangelo genomen als uitgangspunten daar een brilletje op de neus getekend.

Is Multatuli voor jou als mens door dit project tot leven gekomen?

Jazeker, meer en meer. Al werkend ga je dingen afvragen, ga je biografieën lezen.De laatste biografie bijvoorbeeld van Dik van der Meulen heb ik altijd onderhandbereik. Het leuke aan dat boek is dat Van der MeulenMultatuli's leven vergelijktmet het Wouterverhaal. Bijvoorbeeld dat stuk over die pepermuntjes inWoutertjePieterse, dat schijnt echt gebeurd te zijn. Multatuli was eigenlijk geen echteromanschrijver. Hij bedacht heel weinig zelf. Wel zijn de karakters heel sterkgetekend. Die jongetjes Halleman,Wouter, Pennewip, Stoffel, dat roept allemaal omtekeningen. Het zijn door Multatuli neergezette karakters die nog niet in beeld warengebracht. Daar lag voor mij de uitdaging. De Bezige Bij en de mensen van het VanGoghmuseum, waar een tentoonstelling over het boek komt, vonden dat daar eenportret van Multatuli niet mocht ontbreken. Dat kunnen de bezoekers aan detentoonstelling zien.

Ben je dan niet bang voor de kritiek?

Nou, er zijn volgens mij niet zoveel mensen dieWoutertje Pieterse helemaal tot heteinde hebben gelezen.Maar bang, nee. Je zou van deWoutertje Pieterse ookmakkelijkeen film of een musical kunnen maken, er is al een opera vanWoutertje Pietersegemaakt. Weet je, als de editie die ik maak je niet bevalt, kun je kiezen uit nog zoveelandere edities.

Het lijkt me voor lezers die het verhaal helemaal niet kennen een bijzonder boek teworden.

Het is heel leuk en staat wat de humor betreft in een traditie. Er loopt een lijntje vanElsschot en Carmiggelt zo terug naar Multatuli. Carmiggelt las Multatuli ook graag.Het verhaal en het taalgebruik zijn heel erg geestig. Als er al iets op Multatuli aante merken is, dan is het dat hij hier en daar nogal breedsprakig is. Maar ja, de meestevan zijn tijdgenoten waren nog breedsprakiger. Daar steekt hij nog heel gunstig bijaf.

Ter afronding: de belangrijkste drijfveer tijdens dit project was dus om het boektoegankelijker te maken?

Ja, en daar heb ik van genoten. Ik vond het maken van dit boek verschrikkelijk leukom te doen. Lees die scènes aan het begin, de scènes met Pennewip, die zijn

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 13: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

13

kostelijk. En door mijn tekeningen en de typografie is het leuke eraan wellicht nogduidelijker naar voren gehaald. Je hoeft deWoutertje Pieterse nu niet meer als eenklein stoffig boekje te lezen, vanaf mei 2007 is er een mooi royaal tafelformaatbeschikbaar met heel veel plaatjes.

Stoffel en juffrouw Laps, door Jan Kruis

Eind mei wordt de bewerking vanWoutertje Pieterse gepresenteerd in hetVan Goghmuseum te Amsterdam. Daar zullen dan gedurende enkelemaanden de tekeningen van het verhaal te bezichtigen zijn. Ter gelegenheidvan de opening zal de mini-opera ‘Het Rooverslied’ worden opgevoerd.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 14: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

14

Jaap GraveWouter en het maatwerk van Procrustus

I Inleiding

Over de status vanWoutertje Pieterse bestaat geen overeenstemming - onderdeelvan de Ideën, illustratie van de Ideën, een roman in fragmenten of na de uitgave vanMimi Douwes Dekker in 1890 een onvoltooid gebleven roman? AlsMultatuli getuigewas geweest van deze Pennewipse ordeningswoede zou hij zich vermoedelijk in zijngraf omdraaien.Woutertje Pieterse behoort als roman onmiskenbaar tot de ontwikkelings-, beter

nog: Bildungsromans. Daarin gaat het om de confrontatie tussen jonge personagesen de ideologie van de maatschappij. Ontevreden met het perspectief dat deomringende wereld biedt, willen zij eigen ervaringen opdoen en nieuwe wegenverkennen. Het is een populair genre en Woutertje heeft dan ook veel tijdgenoten:denk aan Sara Burgerhart uit Betje Wolff en Aagje Dekens gelijknamige roman(1782),WilhelmMeister uit GoethesWilhelmMeisters Lehrjahre (1795-1796), JulienSorel uit Stendhals Le rouge et le noir (1830) of Pip uit Charles Dickens' GreatExpectations (1861). Voor de twintigste eeuw behoren onder anderen Arthur Ducroouit Du Perrons Land van herkomst (1935) en, recenter, Theo Altink uit ThomasRosenbooms Vriend van verdienste (1985) en Ewout Meyster uit Wessel teGussinklo's De opdracht (1995) tot personages uit het genre. Slechts een paar vanhen - Sara Burgerhart, Pip en Ducroo - slagen er na aanvankelijke moeilijkheden inom een plaats in de wereld van de volwassenen te vinden, al blijven zij ten delebuitenstaanders. Verder zijn het overwegend mannelijke personages en, nietonbelangrijk, behalve bij Ducroo zijn één of beide ouders van de personages al vroegoverleden. Dat kan onder meer verwijzen naar een ‘beschadigd’ leven of eenverklaring zijn voor het grote ego van de personages die niet met een vaderfiguurhebben moeten concurreren.In Nederland is weinig tot niets aan de theorievorming over Bildungsromans

gedaan zodat het zinvol is naar het land te kijken waar het genre zijn naam vandaanheeft. Een genre dat zo versmolten is met dat betreffende land dat Thomas Mannvan mening was dat de Bildungs- en ontwikkelingsroman een cadeau van Duitslandvoor de wereld was. (Voßkamp 2005:7f) In deze bijdrage zal ik twee lijnen voorstellendie in theorieën over de Bildungsroman van belang zijn: allereerst enkele opvattingenvan de filosoof Hegel en vervolgens die van de literatuurwetenschapper WilhelmVoßkamp. De overkoepelende vraag daarbij luidt tenslotte of met behulp van detopoi van de BildungsromanWoutertje Pieterse van een slot kan worden voorzien.

II Zwoegen

Hegel gaat in zijn ‘Vorlesungen über die Ästhetik II’ uitgebreid in op de voorstellingendie jongeren van hun toekomst hebben: volgens hem zijn zij ‘nieuwe ridders’ die deburgerlijke maatschappij, de staat en de wetten bestrijden omdat

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 15: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

15

ze een belemmering vormen bij het bereiken van hun idealen en het verbeteren vande wereld. De jongeren bevinden zich in hun leerjaren, vervolgt hij, jaren waarin derealiteit de jongeren in een model probeert te persen. Uiteindelijk leggen de jongevolwassenen zich neer bij de bestaande verhoudingen. De voorstellingen van gelukdie zij in hun jeugd hadden, wijken sterk af van de realiteit. Het einde van de rebelsejaren van de personages vormt in zijn betoog het begin van een kleinburgerlijk levendat één grote ontluistering is. De rebel trouwt, wordt vader en een kleinburger diezijn ambities op zijn werk niet kan of wil verwezenlijken. Zijn vrouw - Hegel heefthet alleen over mannelijke personages wier uiterlijk er verder niet toe doet - verandertvan een onaards en buitengewoon knap wezen in een zwoegende huisvrouw die haarunieke karakter verloren heeft. Hegel gebruikt het begrip ‘Katzenjammer’ (Hegel1993:220) om duidelijk te maken dat de huwelijkse staat en een werkzaam leven opgespannen voet staan met de voorstellingen van geluk die de personages in hun jeugdhadden.

III Multatuli en Procrustus

In de Ideën - in het verhaal over Woutertje Pieterse - neemt Multatuli, die in hetvolgende citaat vanuit de eeuwigheid schrijft (en in dat opzicht heel alwetend is),negen berichten op die in de vijftigste eeuw in dagbladen verschijnen. In het achtstebericht staat onder meer het volgende:

Het verheugt ons, onze lezers te kunnen onthalen op de aangename tyding,dat onze stad dezer dagen 'n waar feestgenot heeft gesmaakt, en wel 'ngenot dat meermalen zal kunnen herhaald worden.Er is namelyk 'n aanvang gemaakt met 't verbranden van alle in onzehanden vallende personen, die zich verstouten langer of korter te zyn danonze burgemeester.De behoefte aan dezen maatregel werd sedert lang gevoeld, maar de onwilvan enige buitenmatige personen heeft ons tot-nog-toe weerhouden, gevolgte geven aan de algemene billyke wensen des volks, en de eerste beginselenvan tucht, orde, godsdienst, deugd en fatsoen, (VW II:584)

Later komt hij daarop terug om de ‘pointe’ van het bericht toe te lichten. Allereerstgeeft hij toe dat hij niet origineel is, maar het ook niet hoeft te zijn omdat de‘waarheid’ oud is. Vervolgens introduceert hij Procrustus:

Lang voor brandstapels en katechiseermeesters, was er 'n man die zichvermaakte met het ‘terechtbrengen’ van de voorbygangers, door ze in zynbedstee te leggen, en uit te rekken tot zyn maat, als ze te kort waren, ofdoor, in 't omgekeerd geval, af te knippen wat uitstak.Dien man heeft Theseus doodgeslagen, en daaraan deed Theseus wél.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 16: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

16

Maar-i heeft de bedstee laten bestaan, en dat is niet goed, want deerfgenamen van dien juiste-maatstelselaar zetten op hun gemak 't handwerkvoort. (VW II:612)

Procrustus komt onder meer voor in Ovidius'Metamorphosen. Hij woonde in debuurt van Athene en nam reizigers gevangen, niet om ze van hun bezittingen teberoven maar, zoalsMultatuli schrijft, om ze in zijn ‘bedstee te leggen’ en vervolgensuit te rekken of in te korten. Het is een wreed verhaal en Procrustus is als schurk degeschiedenis ingegaan. Toch heeft hij ook een zorgzame kant, want hij stelt reizigers,die van de reis wellicht vermoeid zijn, een bed ter beschikking. Hij heeft problemenmet het inschatten van de juiste maat en doet dat consequent fout, steeds in hunnadeel.Procrustus' bedden vormen als het ware een initiatie: alleen de reizigers die in een

passend formaat zijn gebracht, kunnen of mogen de maatschappij betreden en daareen rol innemen. In Bildungsromans uit alle tijden blijkt dat passen en meten eenconstante is, een centraal motief, hoewel iedere cultuur zijn eigen Procrustus heeft:jonge volwassenen moeten voldoen aan de eisen van de maatschappij. InBildungsromans uit de achttiende en negentiende eeuw blijken de meeste personageszich uiteindelijk te verzoenen met die maatschappelijke realiteit en laten ze zich inProcrustus' bed ijken. Procrustus levert maatwerk af - met alle trauma's van dien.Uniformiteit neemt de plaats in van verscheidenheid en Multatuli noemt met ‘tucht,orde, godsdienst, deugd en fatsoen’ morele en opvoedkundige categorieën die dezeeenheid ondersteunen.

IV Walging en schoonheid

Multatuli wil zich daar niet bij neerleggen en omdat deze waarheid van alle tijden is- voorkomt in de Griekse mythologie en in de vijftigste eeuw - presenteert hij in Idee361 Woutertje Pieterse als sprookje dat Fancy zal ‘vóórzeggen’. Het uitgangspuntvanWoutertje Pieterse is Multatuli's ‘walging over zoveel walglyks òm my’. Hijklaagt ‘'t verrot gebouw, dat zich 'n maatschappy noemt’ aan en ‘god die niet bestaat’(VW II:523) maar toch passief toekijkt. Tegenover de walging plaatst hij Woutertjesschoonheid en goedheid waarbij Fancy en Multatuli zelf diens buikspreker zijn.Schoonheid en walging zijn twee elementen die onlosmakelijk met elkaar verbondenzijn. Wie net als Wouter schoon en goed wil of moet zijn heeft een contrast nodig,namelijk een wereld waarin de meeste personages lachwekkend, lelijk en dom zijnen waarvan de structuren geen ruimte bieden aan de ontplooiing van zijn talenten.In Idee 1209 komt dit dilemma tot uitdrukking:

Wouter moest zich leren verdedigen tegen 't kleine.Dit nu gelukt byna allen, omdat weinigen daartoe te hoog staan. Maartegelykertyd was hem opgedragen het grote in 't oog te houden... rein teblyven by aanraking met vuil... buigend en bukkend niet te breken...

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 17: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

17

steeds gereed te staan tot krachtig opspringen als 'n gebogen veer...temidden van zoveel smetstof gezond te blyven... in één woord: steedszichzelf te zyn. Dit gelukt weinigen!Thema van dezen bundel, en in zekeren zin van de geheleWoutergeschiedenis:1209a Een parelduiker vreest den modder niet. (VW VII:351)

Multatuli maakt duidelijk datWouter weliswaar demechanismen van demaatschappijmoet leren kennen, maar toch zuiver moet blijven. Hij moet ‘zichzelf [...] zyn’, de inhem aanwezige kern tot ontwikkeling brengen, los van maatschappelijke invloeden.Hoe moeilijk dat is blijkt uit Multatuli's karakterisering van jongeren in Idee 1218.Bij het postkantoor, waar Wouter de post voor Ouwetyd & Kopperlith moetonderscheppen, staan ‘onrype jongeheertjes’. Multatuli karakteriseert hen opvallendnegatief:

En hier werd veel kwaads uitgebroed, want in geen stadium, klasse ofontwikkelingsperiode vertoont zich de Mens lelyker dan in die vanhalfwassen jongeling, 'n leeftyd die door de ene helft van ons geslachtmoest kunnen overgewipt worden. Al wat de Maatschappy oplevert, staatin rang boven hen: kinderen, meisjes, vrouwen, mannen, grysaards, jonkers,prinsen, soldaten, sjouwerslui, ambachtslieden... alles, tot publiekevrouwspersonen toe. Zyzelf zyn de enigen die dit niet weten, en staanverbaasd als 'n wezenlyk mens blyk geeft van den misselyken indruk dienze op hem maken. (VW VII:388-389)

Voor een Bildungsroman is deze karakterisering opmerkelijk. Eerder betoogdeMultatuli dat de maatschappij verrot was, nu voegt hij eraan toe dat jongens ook nietdeugen. Het is een pessimistische visie die uitzichtloos is. Uit het boven vermeldecitaat van Hegel bleek immers dat juist jongeren de structuren van de maatschappijwillen veranderen.Wil een personage een volwaardig lid van demaatschappij worden,aldus de teneur van veel Bildungsromans, dan zal hij een groot deel van zijn utopischevoorstellingen op moeten geven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Aangeraakt door goden(2003) van Wessel te Gussinklo, een ander literair werk waarin het opgroeien wordtbeschreven. Net alsMultatuli gebruikt Te Gussinklo de oppositie zuiver en onzuiver:‘Niets had mij voorbereid op de onbenulligheid, de alledaagsheid, deverwisselbaarheid van mezelf, van wie ik was [...]. En niets had mij erop voorbereidhoe warrig en groezelig je wordt - hoe bevuild - als je, ouder wordend, steeds verderhet leven ingetrokken wordt [...]’. (Te Gussinklo 2003:123) Woutertje is zich daarop naïeve wijze van bewust want hij meende ‘dat het slenteren en draaien en 'tschipperen met halve waarheden, tot de attributen van volwassenheid behoorde [...]’.(VW VII:57) Woutertje is in het universum van Multatuli een van de weinige zuiverejongeren.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 18: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

18

De oppositie deugd en ondeugd is een volgende belangrijke topos in Bildungsromans.Die komt ter sprake in Wouters ‘Roverslied’ waarin hij het leven van een dolenderidder beschrijft. Hij beleeft avonturen, vecht met vijanden, neemt een vrouw alsbuit en plundert. Hij roept een wereld op die een scherp contrast vormt met dekleinburgerlijke wereld vol regels waartoe hij behoort. Tot verontwaardiging van devolwassenen gebruikt Wouter het begrip ‘genot’ voor deze avonturen en is er vandeugd geen sprake. Multatuli verwijst hiermee indirect naar het beeld van de smalleen brede weg in christelijke voorstellingen waarbij een personage een keuze tussenbeide moeten maken: de ene weg leidt via de wellust naar de hel, de andere via dedeugd naar de hemel. Wouter lijkt in het denkkader van Pennewip voor de hel tehebben gekozen. Deze christelijke versie gaat terug op het bekende beeld vanHeraclesop de tweesprong.Multatuli maakt de keuze opmultatuliaanse wijze gecompliceerderdoor onder meer in deMinnebrieven te schrijven: ‘Genot is deugd’. Dat hij de tweewegen niet samenvoegt, heeft ongetwijfeld te maken met een in de negentiende eeuwgeldende ruimere opvatting van het begrip genot.

V Beelden

Een tweede constante in Bildungsromans zijn de beelden die jonge personages alsvoorbeeld nemen voor hun levensweg. Die beeldenworden hier als utopieën opgevatdie vooral in de ‘leerjaren’ te vinden zijn. WilhelmVoßkamp betoogt in ‘Ein anderesSelbst’. Bild und Bildung im deutschen Roman des 18. und 19. Jahrhunderts (2005)dat er in Bildungsromans - en uit de Duitse aanduiding van het genre worden debegrippen direct afgeleid - drie concepten te vinden zijn: beeld (‘Bild’), algemeneontwikkeling, vorming (‘Bildung’) en verbeeldingskracht (‘Einbildungskraft’). Mijgaat het hier in het bijzonder om de beelden en de verbeeldingskracht, ook omdat‘Bildung’ in elk land een eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt (en nog doormaakt),waarbij het vooral gaat om de eisen die de burgers aan zichzelf hebben gesteld ende mogelijkheden die zij in een maatschappij met een bepaalde politieke cultuurhebben gekregen. Hun politieke invloed was in Duitsland (en in de staten die eraanvooraf gingen) bijvoorbeeld een heel andere dan in Nederland waardoor cultuur daareen ander soortelijk gewicht heeft gekregen.Voßkamp laat zien dat er in Bildungsromans een specifiek gebruik van beelden

kan worden vastgesteld, waarbij de beelden een tweeledige oorsprong hebben: eenpicturale door verwijzingen naar schilderijen of tekeningen en een literaire door topoiuit de mythologie, de bijbel of literaire werken op te nemen. Via deze beeldenontwerpen de personages een beeld van zichzelf, van anderen en van demaatschappij.Het tweede punt betreft de verbeeldingskracht: die speelt volgens Voßkamp eencentrale rol in Bildungsromans en is de drijvende kracht voor de personages om hundoelen te bereiken. Op de verbeeldingskracht berust verder de mogelijkheid ombeelden te ontwerpen. Vanzelfsprekend hebben het culturele kader van een personageen de technische ontwikkelingen invloed op zijn

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 19: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

19

verbeeldingskracht. Bovendien oefenen in het bijzonder foto's en beelden uit filmseen andere invloed uit op romanpersonages dan literaire beelden die meer ruimteoverlaten aan de verbeeldingskracht.Wouter ruilt de deugd al snel in voor het avontuur: het Nieuwe Testament voor

Glorioso. Daarmee betreedt hij ‘de toverwereld der romanlektuur’. (VW II:527) Alshij bij de firma Motto, Handel & Cie gaat werken, waar ook een leesbibliotheek is,heeft hij veel tijd om te lezen. Daar kan hij zijn behoefte aan een andere, fantastischewereld bevredigen. Een grote rol spelen verder prenten uit ‘enige in zyn tyd populairetreur- en zangspelen. Hy bezat de zeer nauwkeurig gecostumeerde afbeeldingen derfiguren uit Macbeth, Othello, Koning Lear, Hamlet, Toverfluit, Barbier van Sevilla,Freischütz en nog 'n tal van andere stukken, waarvan het een hem nog romantischervoorkwam dan 't ander’. (VW VI:397) In deze fantasiewereld is hij heer en meesteren kan hij vrij beschikken over de toekomst van zijn personages, waartoe ookMeesterPennewip behoort: die ‘ontving 'n splinternieuwe pruik, en wel van gouddraad,waartoe 't model werd ontleend aan den strooien krans van zekeren King Lear’. (VWVI:425)De prenten zijn meer dan alleen een spel. Ze verwijzen ook naar Wouters eigen

toekomst. Het is zijn doel om ooit zo beroemd te worden dat hij ook op zo'n prentwordt afgebeeld. Daarvoor is het nodig dat hij een belangrijke functie krijgt,bijvoorbeeld koning van Afrika wordt. Dokter Holsma legtWouter uit dat hij ‘zweeft’en dat het ‘gekheid’ is. Het is volgens hem gemakkelijk om over grote daden in eenver land te fantaseren, maar ze staan ‘het vervullen van onze werkelyke plichten inden weg.’ Dat is Holsma's filosofie van de ‘ware verhevenheid’ waarin het eromgaat zijn ‘naastby-liggende plicht’ te vervullen (Idee 1186). AlsWouter die opvattingoverneemt, is dat het einde van zijn dromen en een overgang naar het protestantseplichtbesef van de volwassenen.

VI Besluit

In zijn biografie over Multatuli geeft Dik van der Meulen een aantal verklaringenvoor het feit dat Multatuli in de laatste tien jaar van zijn leven niets meer heeftgepubliceerd enWoutertje Pieterse geen slot heeft: hij had geen aanvallen van‘werklust’ meer, hij was teleurgesteld in zijn lezers, leed onder ‘mismoedigheid’ enwas gewoon ‘uitgeschreven’, al gold dat weer niet voor zijn correspondentie. (Vander Meulen 2002: 765-769)Om te verduidelijken wat Multatuli en de bewerkers nog hadden kunnen doen om

Woutertje Pieterse van een slot te voorzien, moet ik een verschil maken tussenWoutertje Pieterse als vervolgroman in de Ideën enWoutertje Pieterse als zelfstandigeBildungsroman zoals die na zijn dood is uitgegeven. Het is opvallend dat er in hetverhaal over Woutertje Pieterse in de Ideën steeds minder ruimte is voor het jongetjeWoutertje en steeds meer voor de volwassen verteller. Het verliest daardoor aanvaart. Het lijkt erop dat Multatuli Woutertje als het negentiende-eeuwse achterneefjevan Jezus naar Amsterdam heeft overgeplant. Woutertje blijft een positief, wat naïefpersonage dat voortdurend naar het goede blijft stre-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 20: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

20

ven en daarom niet oud en volwassen mág worden. Doordat Woutertje Pieterse deeluitmaakt van de Ideën - en die Ideën samenhangen met het verhaal over Woutertje- trekt Multatuli zich niets aan van de romanconventies en hoeft hij zich daar ookniet veel van aan te trekken. Uiteiteindelijk gaat het om zijn waarheid en zijn depersonages maar in beperkte mate interessant genoeg om die waarheid te belichamen.Om het in twee zinnen samen te vatten: in eerste instantie maaktWoutertje Pieterseals fictief verhaal deel uit van de Ideën. Dat verandert en op een gegeven momentmaakt Woutertje Pieterse als fictief personage deel uit van de niet-fictieve Ideën.Wat als beschrijving van een humanistische leer misschien een juiste strategie is,

is in de vorm van een roman zoals die na zijn dood is uitgegeven minder geslaagd.Nu wordt het een Bildungsroman en uit de topoi van het genre blijkt al gauw datWoutertje in het tweede deel van de roman weinig ontwikkeling doormaakt en er inzijn ontwikkeling nauwelijks breuken voorkomen. De stap van een jongen naar hetleven van een volwassen man verloopt via initiaties. Wouter had als personage in deloop van het verhaal meer daadkracht moeten vertonen, seksueel actief moetenwordenen zijn droomwereldmoeten opgeven. Bovendien brengt een overdaad aan schoonheiden goedheid bij de lezer niet altijd bewondering of fascinatie teweeg maar kan diegemakkelijk omslaan in het tegendeel: in verveling of onverschilligheid. Dat leidttot minder belangstelling voorWoutertje in het tweede deel van de roman zoalsMimiDouwes Dekker en Stuiveling hem hebben samengesteld. Daarin zitten nog te veelIdeën. Net als inMax Havelaar neemt ook in de romanWoutertje Pieterse (niet inde Ideën!) - alleen is de exacte plaats moeilijk aan te wijzen en ga ik er even van uitdat het hem is - Multatuli ‘de pen op’ en verstikt Woutertje Pieterse.WieWoutertje Pieterse van een slot wil voorzien moet allereerst rekening houden

met de eisen van het genre. Omdat die kenmerken meer en meer naar de achtergrondverdwijnen, is het raadzaam flink te snoeien in het tweede deel. In Bildungsromansgaat het grofweg om het ontwerp van twee uitersten: een utopie of, het tegendeelervan, een dystopie. De hemel of de hel. De utopie bestaat uit Wouters streven koningvan Afrika te worden. Dat praat dokter Holsma hem uit het hoofd. GezienMultatuli'sweerzin tegen de ontwikkelingen in de wereld waarin hij leefde, was een dystopiedenkbaar geweest: Woutertje als terrorist, als strijdmakker van Julien Sorel. Dat waseen grote breuk met het voorgaande geweest, en, belangrijker nog, de bewerker moetWoutertje dan vanaf het begin als een genie presenteren dat uiteindelijk ten ondergaat en sterft. Ten slotte kan hij Wouters geslaagde overgang naar de wereld van devolwassenen beschrijven (Sara Burgerhart, Pip en Ducroo). Die mogelijkheid ligthet meest voor de hand en is daarom vermoedelijk voor Multatuli nooit een optiegeweest. Voor de bewerkers wel, maar dat maakt nu net het verschil uit tussenMultatuli en de bewerkers.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 21: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

21

Literatuur

- Baker 1991 - Gary Lee Baker, ‘Object van verlangen en ongewenste kennis inMultatuli'sWoutertje Pieterse’, in: Over Multatuli, jg. 13, nr. 26, p. 54-65.

- Te Gussinklo 2003 -Wessel te Gussinklo, Aangeraakt door goden. Amsterdam.- Hegel 1993 - G.W.F. Hegel, ‘Vorlesungen über die Ästhetik II’, in:Werke 14.Auf der Grundlage derWerke von 1832-1845 neu edierte Ausgabe. RedaktionEva Moldenhauer und Karl Markus Michel. Frankfurt am Main 19932. und 3. (=Suhrkamp-Taschenbuch Wissenschaft; 614).

- Kets-Vree 2001 - Annemarie Kets-Vree, ‘Een editie van Woutertje Pieterse: dekwadratuur van een cirkel’, in: Over Multatuli, jg. 23, nr. 47, p. 4-14.

- Leibfried 2002 - Erwin Leibfried, ‘Multatulis zweite Antwort. Oder: taugt derWouter als Messias? Multatulis Roman vom kleinen Walther (1862-1874) imKontext europäischer Narrativik’, in: Bernd Schenk & Hans-Jürgen Fuchs(Hrsg.),Mitteilungen der Internationalen Multatuli-Gesellschaft Ingelheim.Band VIII, 2002, p. 44-64.

- Keijsper 2001 - Chantal Keijsper, ‘‘'t Staat in 'n boek... omdeliefdewil, geloofme... 't staat in 'n boek.’ Literatuur in Woutertje Pieterse, in: Over Multatuli, jg.23, nr. 47, p. 54-66.

- Van der Meulen 2002 - Dik van der Meulen,Multatuli. Leven en werk vanEduard Douwes Dekker. Nijmegen.

- Voßkamp 2005 - Wilhelm Voßkamp, ‘Ein anderes Selbst’. Bild und Bildungim deutschen Roman des 18. und 19. Jahrhunderts. Göttingen. (= EssenerKulturwissenschaftliche Vorträge. Bd. 15)

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 22: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

22

Josefien van DusseldorpVrolijk, dapper en stoer

Josefien (12 jaar) leest Ivo de Wijs' bewerking vanWoutertje Pieterse

De redactie van Over Multatuli heeft mij gevraagd het boekWoutertje Pieterse telezen. Dat heb ik dan ook met plezier gedaan. Ik zal eerst even in het kort vertellenwaar het over gaat: Wouter Pieterse is een jongen die deel uit maakt van een vrijchristelijk gezin. Hij heeft een broer, Stoffel, die erg slim is. Zijn moeder zit vaak tekletsen met andere vrouwen uit de buurt. Wouter zelf is ook wel slim, maar toch iszijn meester niet altijd tevreden over hem en bovendien heeft Wouter een oogje opFemke. Femke is een meisje uit de buurt. Ze zit niet bij Wouter op school. Hij willater met haar trouwen. Op een gegeven moment maakt hij zijn school af en zal hijeen beroep moeten kiezen. Hij wordt handelaar, maar na een tijdje gaat dat niet zogoed. Hij raakt zijn kleren kwijt en maakt ondertussen van alles mee. Hoe het boekeindigt, verklap ik niet.Ik vond het een heel leuk boek omdat je heel erg wordt meegesleurd in zijn

wereldje. Er zit een hoop spanning en humor in. Soms merkte ik dat ik - zonder datik het doorhad - vaak lachte omWouter en de dingen die hij meemaakte. Ik vind dater een soort van speciale spanning in het boek zit. Spanning om dingen zoals:

- hoe zal zijn moeder reageren?- wat zal er gebeuren met Femke en Wouter?- wat zal meester Pennewip zeggen?

Allemaal spanning om kleine dingen. Er zat ook wel spanning in om groteregebeurtenissen, maar dat was toch minder.Wat me heel erg opviel, is dat Wouter zo snel groeide. In het hele boek is hij toch

een flink aantal jaren gegroeid en zelf had ik dat niet zo goed door onder het lezen.Ikzelf dacht dan soms: ‘Hé, hij is weer een stuk ouder’. Dat vond ik niet zo leuk.Multatuli had beter moeten laten merken dat hij groeide. En wat me ook opviel, isdat Wouter heel veel straf krijgt. Alles moet volgens de regels en zoals God het wil.Maar dat hoort natuurlijk ook bij het geloof en de familie Pieterse is streng gelovig.Wouter kreeg ook een behoorlijke straf toen hij niet had gedaan wat de meester hemhad gezegd. Hij had wel een gedicht geschreven, maar niet over de deugd. Het gedichtdat hij had geschreven heette ‘Het Roverslied’ en het maakte sommige mensen ergboos.Op sommige bladzijdes stonden wel veel moeilijke woorden/zinnen die ik niet

begreep, maar meestal kon ik de betekenis wel een beetje raden. Ik vond het wel ergleuk dat er woorden werden gebruikt als: mot, segge, sijn, nie enz. Er worden ookwel wat woorden in gebruikt die ik vrij ouderwets vind, maar meestal kon ik debetekenis wel raden.Het stukje waarin juffrouw Laps protesteert omdat ze een zoogdier is, vind ik heel

erg grappig. Dat is echt lachwekkend. Het is natuurlijk waar dat juffrouw

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 23: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

23

Laps een zoogdier is, maar zelf vindt ze dat echt belachelijk. Het hoofdstuk ‘Moorden doodslag’ vind ik ook erg leuk. Juffrouw Laps is daar helemaal van slag en zit teklagen over de moordenaars die in de stad rondlopen omdat haar aardappelen zijngestolen! Ik had verwacht dat ze was overvallen of dat er iets heel ergs was gebeurd.Dan even over de personen... (ik vertel niet over alle hoofdrolspelers uit het boek).

Femke vind ik een heel aardig meisje. Ze is heel zorgzaam en lief voor Wouter. Ikvind het dan ook heel leuk dat ze op het eind gaat trouwen met Wouter. Leentje vindik ook een leuk meisje. Ze is heel vrolijk, dapper en stoer. Ik vind het wel heel sneudat ze doodgaat. Stoffel weet alles en zegt vaak wijze dingen. Er wordt vaak ietsgezegd als: ‘vind je niet Stoffel?’ Mevrouw Pieterse kwebbelt vaak met anderevrouwen uit de buurt. Het is heel leuk dat de familie Pieterse zo verschillend is.Alleen de vader komt er niet in voor. Juffrouw Laps vind ik een akelig mens. Meestaldoet ze heel kattig, maar als Wouter bij haar thuis komt, gaat ze opeens heel ergslijmen. Juffrouw Laps is niet te vertrouwen! Natuurlijk moet ik ook iets over dehoofdpersoon vertellen:Wouter Pieterse. Ik vind het een slimme, aardige en moedigejongen maar in het boek uit hij zijn gevoelens niet. Hij huilt niet of vertelt niet aananderen hoe hij zich voelt. Wouter is heel slim, maar hij laat dat pas merken op schoolals Femke dat tegen hem zegt.Heel veel dingen in het boek zijn anders dan nu en dan heb ik het over bijvoorbeeld

dat ze vroeger geen wasmachine hadden. De inhoud is eigenlijk heel ouderwets enhet boek is heel modern hertaald. Meester Pennewip heeft, zoals ze vroeger hadden,een pruik op. De was wordt gedaan met een wastobbe en de school is ook heelouderwets. Maar dat was heel normaal in die tijd. Ik heb het boek met veel pleziergelezen, hoewel er dus wel een paar minpunten bijzaten. Ik vind het zeker eenaanrader!

Multatuli, Woutertje Pieterse. Hertaald en bezorgd door Ivo de Wijs.Uitgeverij Hoogland & Van Klaveren 2007. Paperbackeditie € 17,50;gebonden editie € 24,50.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 24: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

24

Kees SnoekMultatuli's beeld van Nederland*)

Mijnheer de Decaan, Dames en Heren Professoren, Lectoren, Docentenen Studenten aan Université de Paris-Sorbonne, Paris IV, en voorts gijallen die deze plechtigheid met uw tegenwoordigheid vereert,

Zeer gewaardeerde toehoorderessen en toehoorders,

Nederlands beroemdste schrijver van de negentiende eeuw, en misschien wel vande hele Nederlandse literatuur, is Multatuli. Dit betekent in het Latijn: Ik heb veelgedragen, ook wel vertaald als: Ik heb veel geleden. Het is het enigszins larmoyantepseudoniem van Eduard Douwes Dekker, in 1820 geboren in een van de oudstebuurten van Amsterdam en in 1887 overleden in de Duitse plaats Niederingelheim.In Amsterdam staat niet ver van Multatuli's geboortehuis zijn meer dan levensgroteborstbeeld dat een eeuw na zijn dood werd onthuld. Hiermee bewees de Nederlandsenatie postuum eer aan een schrijver die zich grondig aan eigen volk had geërgerd,omdat bij alle schrijversroem die hij had geoogst zijn boodschap was genegeerd.In 1838 - hij was achttien jaar oud - ging Eduard Douwes Dekker naar

Neder-lands-Indië, waar hij carrière maakte als bestuursambtenaar. Hij zou er tot1857 blijven. Later zou hij schrijven: ‘Myn hart klopt warm voor 't schoone landwaar ik 't eigenlyk leven intrad, waar ik m'n ziel voelde geboren worden. [...] Eerstin Indië ontwaakten m'n vermogens, m'n gedachten en m'n hart.’1. Dekkers literairetalent was al gebleken in de brieven die hij schreef en in een toneelstuk, maar deschrijverMultatuli werd pas tegen het einde van zijn verblijf geboren, puur uit ergernisover het feit dat de koloniale autoriteiten niet wilden luisteren naar zijn aanklachtdat de regent van Lebak zijn eigen volk knevelde. De zaak is bekend: op 22 januari1856 werd Dekker benoemd tot assistent-resident van het verarmde district Lebakin West-Java, op 29 maart van hetzelfde jaar nam hij ontslag na conflicten met zijnsuperieuren over de wijze waarop hij de regent wilde uitschakelen en berechten. Kortdaarna, op 9 april 1856 schreef hij een vurige brief aan de gouverneur-generaal. Bijnader inzien verstuurde hij die brief niet. In plaats daarvan trachtte hij persoonlijktoegang te krijgen tot de hoogste chef van het land - wat hem werd geweigerd. Eendeel van zijn conceptbrief verwerkte hij twee jaar later in zijn ‘Brief aan denGouverneur-Generaal in ruste’, een ander deel werkte hij om tot het slot vanMaxHavelaar, zijn roman uit 1860 die naar het woord van een parlementariër ‘een rillingdoor het land’ deed gaan. Die rilling werd teweeggebracht door de hoofdstrekkingvan de roman,

*) Nederlandse basistekst van de tekst, als oratie uitgesproken op 21 november 2006 aan deUniversité de Paris-Sorbonne (Paris iv) ter gelegenheid van de benoeming tot gewoonhoogleraar in de Nederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis (professeur des universitésen littérature et civilisation néerlandaises).

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 25: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

25

dat de Javaan wordt mishandeld, en door de peroratie aan het slot over het land datdaarvoor de verantwoordelijkheid droeg, ‘een roofstaat aan de zee, tussenOostfriesland en de Schelde’. In de niet verzonden brief van 9 april 1856 stondenveel forsere statements, zoals: ‘Van Houtman af tot Uwe Excellentie toe heeft hetNederlandsch bestuur in Indië zich gekenmerkt door lafhartigheid jegens sterken,geweldenarij jegens zwakken, door laagheid, hebzucht, trouwbreuk jegens allen!’Multatuli's biograaf E. du Perron merkt op: ‘De ambtenaar die deze brief schreef,deed dat met één voet, neen, met twee voeten in het graf; maar de geboorte vanMultatuli heeft hier (tot in de woorden “ik heb veel geleden”) plaats.’2.

We zouden wellicht geen schrijverMultatuli hebben gehad, indien de Nederlandseautoriteiten hem in het gelijk hadden gesteld en hem een hoge positie in Indië haddenaangeboden. TerwijlMax Havelaar nog slechts in manus-criptvorm bestond, gingin regeringskringen al de mare dat Multatuli een onthullende roman had geschreven,die beter niet kon verschijnen.3.Dekker was genegen zijn roman in te trekken, indienhem een ‘hoogst-eervolle benoeming’ ten deel viel, zijn handelwijze in Lebak werdgeapprouveerd en die van het toenmalig bestuur gedesavoueerd.4. Een benoemingals Raad van Indië zou kunnen voorkomen dat hij Multatuli werd.5.Maar de ministervan Koloniën J.J. Rochussen zag geen reden om Dekker op een hoge post tebenoemen.6. En zo werd hij Multatuli, de ‘klokkenluider’ van Lebak, en ontpoptezich als een openbare figuur met een vlammende boodschap. De zaak van Lebak isde zaak van Multatuli's fictionele alter ego Max Havelaar, de heroïsche figuur diestrijdt voor de rechten van de inlanders. Deze zaak heeft Multatuli voor het levengetekend. Aanvankelijk ging het hem alleen om het misbruik van de inlander. Hijwas principieel geen antikoloniaal en geloofde in het behoud van het kolonialesysteem, mits op humane wijze gehanteerd. Maar toen zulk humaan beleid uitbleef,heeft hij zijn standpunt gewijzigd: in een aantekening bij zijn roman uit 1875 citeerthij het gewelddadig-apocalyptische gedicht van zijn vriend S.E.W. Roorda vanEysinga ‘De laatste dag der Hollanders op Java’, in 1876 schrijft hij aan een jongein Indië geboren Nederlander: ‘Insulinde is 'n prachtig paard waarop 'n dief zit.’Insulinde is Multatuli's naam voor de Indonesische archipel. Hij is ervan overtuigddat het Hollands gezag er in betrekkelijk korte tijd zal worden verjaagd, maar hooptalleen dat de inheemse oppositie tegen die tijd de teugels van het paard stevig inhanden zal hebben7.. In 1883 herhaalt hij zijn voorspelling: ‘Holland raakt Insulindekwyt. Dit is 'n feit van weinig tientallen jaren.’8.Dit veranderde inzicht heeft te maken met het gegeven dat de Nederlandse

autoriteiten zich doof hadden gehouden voor zijn aanklacht en hadden geweigerd deambtenaar ‘Max Havelaar’ te rehabiliteren. Multatuli legt een rechtstreeks verbandtussen het negeren van zijn aanklacht en het lot van Indië: ‘Nederland heeft nietverkozen recht te doen in de Havelaarszaak. Zolang tweemaal twee vier zal wezen,blyft het zeker dat dit verzuim - dat deze misdaad! - het punt van uitgang wordenzal van 't verlies zyner indische bezittingen.’9. Hij gaat

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 26: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

26

nog een stapje verder wanneer hij verband legt tusssen ‘den toestand van ons landje,en de wyze waarop men van machthebbende zyde voortgaat my te behandelen’.10.Wie de romanMax Havelaar niet kent, zou wellicht kunnen denken dat het hier

gaat om een tendensroman die een tijdlang de gemoederen bezighield, maar inwerkelijkheid is het een complexe, gelaagde roman die nog steeds geldt als een derhoogtepunten van de Nederlandse literatuur. Dit is juist wat Multatuli zo irriteerde:dat zijn boek ‘mooi’ gevonden werd en de boodschap niet werd gehoord. Toen hijde roman publiceerde, meende hij dat iedereen de schellen van de ogen zouden vallenen dat er eindelijk gehandeld zou worden. Ondanks de rilling die door het land voer,was dit geenszins het geval. Ook Multatuli's latere waarschuwing om geenimperialistische oorlog te beginnen tegen de rebelse provincie Atjeh werd in de windgeslagen - en zo kon het gebeuren dat na een eerste ‘chirurgische’ expeditie in 1873de oorlog zich jaar na jaar voortsleepte, het land zeer veel geld kostte, alsook zeerveel slachtoffers onder militairen en opstandelingen. Het doet denken aan kostbareoorlogen in de Derde Wereld die zich in onze tijd jaar na jaar voortslepen, alleoptimistische voorspiegelingen en berekeningen ten spijt. In 1872 had Multatuli erfijntjes op gewezen dat het Rijk van Atjeh ‘in den worstelstryd met Spanje, het eerstons erkende als onafhankelyke staat.’11. In 1883 overwoog hij een ‘Manifest aan 'tNederlandsche Volk’ te schrijven, waarin hij onder meer de geldverslindendeAtjeh-oorlog zou behandelen. Deze had toen al een paar honderd miljoen guldengekost en de ‘flagrante échecs’ in de oorlog hadden het prestige van het koloniaalbestuur geschaad.12.

Ik zou nog lang kunnen doorgaan met het geven van voorbeelden van Multatuli'skritiek op het Nederlandse koloniale beleid, maar ik wil mijn aandacht verleggennaar het beeld dat hij geeft van Nederland en de Nederlanders -een onderwerp datnooit systematisch is bestudeerd. De man wiens ziel in Indië werd geboren, bekendeals vijfentwintigjarige bestuursambtenaar aan zijn verloofde Tine van Wijnbergendat hij ‘niet hollandsch gezind’ was.13. Al slaagde zíj erin hem weer van Holland tedoen houden,14.Dekker is zich altijd kosmopoliet blijven voelen.15. In zijn werk blijktzijn verwantschap met de beste geesten van de Europese romantiek. We moetenMultatuli plaatsen in dit romantische kader dat zulke verschillende figuren heeftopgeleverd als Jean-Jacques Rousseau, Jean Paul, Heinrich Heine, Lord Byron,Walter Scott, Victor Hugo en Alphonse de Lamartine. Multatuli was idealistisch alsRousseau, experimenteerde met de romanvorm als Jean Paul, was satirisch als Heine,vrijheidlievend en opstandig als Byron, hij deelde Scotts fascinatie voor degeschiedenis en de politieke ambitie van Hugo en Lamartine.Multatuli had de onbevangenheid van de negentiende-eeuwse dilettant die zich

over tal van onderwerpen uitliet. Sommige van zijn standpunten doen ouderwets aan,maar andere zijn verrassend actueel. Door hem gecreëerde nationale typen zijnopgenomen in het culturele geheugen van Nederland. Dat zijn

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 27: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

27

allereerst de typen uit de romanMax Havelaar: de koffiehandelaar BatavusDroogstoppel, die zich steeds beroept op het fatsoen maar enkel oog heeft voor dehandel, voorts dominee Wawelaar met zijn lege preken en de zeurende residentSlijmering die zich achter wetten en regels verschuilt. De ondertitel vanMaxHavelaarluidt: De koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Deze in 1824 doorKoning Willem I opgerichte maatschappij staat model voor het Nederlandseeigenbelang, waarvan Batavus Droogstoppel het vleesgeworden symbool is. De driegenoemde typen hebben hun opvolgers in figuren die voorkomen in het verhaal vanWoutertje Pieterse, satirische schetsen en beschouwingen over een opgroeiendejongen in het Nederland van Koning Willem I. Multatuli heeft deze geschiedenis alseen onregelmatig feuilleton uitgestrooid over de zeven bundels Ideën die hijpubliceerde tussen 1862 en 1877. In Woutertje Pieterse wordt eenhistorisch-sociologisch interessant beeld geschetst van het Amsterdam uit Dekkersjeugd, van een Nederlandse samenleving waarin standsbesef en de godsdienst eenuiterst discriminerende rol spelen.Multatuli's Ideën bevatten veel méér dan deze episoden uit het leven van een arm

maar fantasierijk jongetje, en wel: aforismen, parabelen, korte beschouwingen overeen keur van onderwerpen tot bladzijdenlange essays. Multatuli noemde zijn Ideënde ‘Times’ van zijn ziel. Hij zegt dat hij zal schrijven ‘naar den indruk van 'toogenblik, zonder my te bekommeren, noch om verband, noch om homogeniteit,noch om eindelyke konklusie. Vandaar dan ook dat ik zoo dikwyls van onderwerpverander.’16. Om enige samenhang te ontdekken in Multatuli's gedachten overNederland en de Nederlanders, moeten we dus gaan sprokkelen in zijn Ideën, maarandere werken van zijn hand, zoals zijn brochure tegen Pruisen, leveren ookmateriaalop, evenals de brieven en documenten die zijn gepubliceerd in deel VIII t/m XXV vanMultatuli's Volledige werken, waarvan het laatste deel het licht zag in 1995.

Om maar met het ergste - of het mooiste - te beginnen: er is een fraaie bloemlezingsamen te stellen van Multatuli's ideeën over de minder fraaie eigenschappen vanNederlanders. Het is niet zo dat Multatuli zichzelf hiervan volledig uitsluit. Ook hijis, zijns ondanks, Nederlander. In een van zijn Ideën zegt hij tegen een heetgebakerdpersoon in Marseille: ‘Wees bedaard’ - om daar meteen aan toe te voegen: ‘Eenimperatief, waarmee wy Hollanders gewoon zyn kalme menschen driftig, en driftigemenschen dol te maken.’ Maar dol werd de aangesprokene niet: ‘Ik denk dat-i geenacht had geslagen op m'n irritant hollandisme.’17.

In diverse voordrachten die Multatuli in den lande heeft gegeven, maakte hij eenonderscheid tussen deugden en hun spotvormen. Deugden zijn te prijzen, maar hunspotvormen zijn ridicuul. Bekend is de Hollandse zindelijkheid, maar ‘de boen- enschrobmanie van Nederlandsche huismoeders en zeelieden’ is de spotvorm van diedeugd.18. Zo beweerde hij, dat bedaardheid ‘inheemsch [is] in Holland als kaas enjenever’. Als tegenhanger van prikkelbaarheid en opvliegendheid, is bedaardheidinderdaad een deugd. Maar bedaardheid onder alle omstan-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 28: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

28

digheden, ook waar actie geboden is, komt neer op ‘eene inertie, die wij metonbezielde voorwerpen gemeen hebben, in één woord: lamlendigheid, dat is despotvorm der bedaardheid.’19.

Hij heeft evenmin veel op met het ‘salondeugdje bescheidenheid’, hij propageertjuist de hoogmoed, d.w.z. de ‘moed om hoog te staan’20.. In zijn brochure Een enander over Pruisen en Nederland zegt hij: ‘Wy [Nederlanders] willen ons grootmaken, door al wat uitsteekt neer te halen tot onze laagte. Dat is de ware manier nietom te stygen, want dit leidt tot voortdurende apotheose van 't kleine, en stelt premiënop middelmatigheid of erger.’21. Multatuli verwoordt hier een klacht die ook nu nogwordt vernomen: in Holland worden bijzondere verdiensten niet naar waarde geschat.Wie boven het maaiveld uitsteekt, wordt een kopje kleiner gemaakt. Holland is warsvan heroïsme en werpt een dam op tegen grootse daden. Een van de Hollandse heldenis niettemin Van Speyk (1802-1831), commandant van een kanonneerboot die lievermet vriend en vijand de lucht in vloog dan de vijand in handen te vallen. VolgensMultatuli zou Van Speyk, indien hij afhankelijk was geweest van het oordeel vaneen vergadering, het advies hebben gekregen om het kruit eerst nat te maken. Zo eisthet de Nederlandsche ‘voorzichtigheid.’22.

Multatuli geeft een staalkaart van Hollandse eigenschappen: Nederlanders zijn opde penning,23. bekrompen24. en hypocriet, vooral in de seksuele moraal.25. Er wordtgefronst als een vrouw ‘van deftige positie’ optreedt als actrice.26. Veel van dezebezwaren tegen Holland kunnen worden herleid tot het overheersendeprotestants-christelijke karakter ervan. In een brief aan een Vlaamse vriend vankatholieken huize zet Dekker zich met de hartstocht van een renegaat af tegen zijnprotestantse afkomst: ‘Protestant zyn heet eigenlyk: voordeelbrengend fatsoen,effecten-soliditeit, droogstoppels-wysheid. Een protestant offert niet, hy bespot alleoffer. Hy belacht kinderlyke dwaling, en mest zich met andere dwaling die betergenoteerd staat op de beurs. [...] De protestanten zwygen in 't publiek, lasteren in 'tgeheim, en smoren den vrydenker die zonder eer vergaat.’27.

Multatuli is de vrijdenker die voortdurend knuppels werpt in het Hollandsehoenderhok. Nederlanders mogen de mond vol hebben van zedelijkheid, juist op ditpunt is er van alles mis. Het is Multatuli de vrijdenker die meent dat ‘die vervloektezeden [...] schande maken van wat zo lieflijk is’28.. Die zeden, de ‘katechismus vande maatschappij’, leiden ertoe dat pasgeboren kinderen worden omgebracht, uitschaamte, omdat de moeder niet getrouwd is.29. In een aantekening uit 1865 beweertMultatuli: ‘Liefderykheid is uitzondering. Byna overal schynt het bezit van kindereneen lastpost op de levensbegroting van geluk. Ik heb vaders - uit den beschaafdenstand, ditmaal - zich in tegenwoordigheid hunner dochters horen beklagen “dat hetzo moeilijk was van 'n meisje af te komen, dat jongens zoveel beter konden zorgenvoor zichzelf,” enz.’30.

Met de massa van het volk is het al niet beter gesteld. In de tweede helft van denegentiende eeuw zijn in Nederland wreedheden tegen dieren toegestaan die inFrankrijk en België al niet meer voorkomen, zoals het ‘dryven van varkens’ en het

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 29: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

29

‘vervoer van kalveren met gebonden poten’. Verder ageert Multatuli tegenbatbaarsheden op de kermis31. en tegen het barbaarse volksvermaak van palingtrekken,waarbij het erom ging om vanuit een boot een glibberige paling van een over hetwater gespannen lijn af te trekken, met het risico om in het water te vallen.32.

Palingtrekken was sinds 1851 wettelijk verboden, maar werd nog steeds oogluikendtoegelaten. Had Multatuli nu geleefd, hij zou lijstduwer hebben kunnen worden vande Partij voor de Dieren, want wreedheden tegen dieren komen nog steeds voor. Ombij de palingen te blijven: anno 2006 bestaat nog steeds de praktijk om levendepalingen te laten rondkruipen in een bak met zout om hun slijmlaag af te branden,voordat ze worden gedood en voor consumptie verwerkt.

Een literaire strategie die Multatuli vaak toepast is die van de omkering. We vindendaarvan een voorbeeld inMax Havelaar, als de verteller spreekt van ‘vermeendverschil van beschaving’ tussen Europeanen en Euraziaten. In een aantekening uit1875 relativeert hij het Europese begrip van beschaving door te stellen: ‘De Europeaanvergist zich in de mening dat de hogere beschaving waarop hy roemt, overal als 'naxioma wordt aangenomen. Ook hierin dat hy in alle opzichten beschaafder is.’33. InIdee 451 volgt hij een vergelijkbare gedachtegang: Nederland mag dan hoog scorenals het gaat om lotelingen of bruidsparen die hun naam kunnen schrijven, maar datduidt nog niet op intelligentie. Volgens Multatuli is de Nederlandse middenstandniet erg ontwikkeld, vooral niet in de steden. Als je de gesprekken aanhoort in dekoffiehuizen, word je getroffen door ‘de verrassende onwetendheid en de nietigheidvan die heeren.’ En nu komt de omkering: ‘Gewoonlyk komt by my 't denkbeeld op:dat zyn de luî die den Javaan willen beschaven, verlichten, tot mensch maken, enz.,en onwillekeurig doen we de vraag, of 't niet tyd wezen zou eene aziatischezendingzaak in 't leven te roepen, tot beschaving en verlichting van den Nederlander.’Multatuli laat deze boutade volgen door een doodsteek aan de superioriteitsgevoelensvan de koloniserende Nederlander: ‘Wy weten overigens dat in de overzeeschebezittingen de inlanders 't minst beschaafd en 't diepst verdorven zyn op de plaatsenwaar ze 't meest in aanraking kwamenmet Nederlanders. De intelligentie onzer natieschynt zich dus 't best te openbaren in het meedeelen van bederf, of misschien weldaarin alleen.’34.

Multatuli's omkeringen zijn herdefinities van algemeen aanvaarde begrippen. Zogeeft hij een herdefinitie van het begrip zedelijkheid. In het land waar ‘zedelijkheid’hoog in het vaandel staat geschreven, beticht hij ministers die hun plicht niet doenvan ‘onzedelijkheid’. Hij gaat immers uit van een ander soort zedelijkheid dan deheersende christelijke fatsoensnormen. In 1863 roept hij uit: ‘Waar isondernemingsgeest? Welke groote flinke dingen worden tot stand gebragt?’35. In1864, het jaar dat het Paleis van Volksvlijt wordt geopend, meent hij dat het Nederlandvan Koning Willem III lijdt aan een ‘totale absentie van

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 30: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

30

wil, geest, gevoel, smaak’, aan een ‘leêgte’ die niet anders dan ‘onzedelyk’ magheten.36.

Deze hartenkreten van een pamflettist klinken ons al te schril in de oren. Hetingedutte postnapoleontische Nederland dat geen initiatief bezat: dat was toch hetNederland van Koning Willem I (1815-1840), de Koopman-Koning, die zich danigergerde aan de lusteloosheid van het eigen volk? Toch was er ook in de tijd vanWillem I vooruitgang geboekt, er waren kanalen gegraven en wegen aangelegd. Nietvoor niets had Willem I ook de bijnaam ‘Kanalen-Koning’ gekregen. Van 1825dateert het Noordhollands Kanaal, bijna 80 km lang en leidend vanAmsterdam-Noordnaar DenHelder.Multatuli, die de voortzetting verdedigde van een humaan gehanteerdCultuurstelsel in Nederlands-Indië, moet hebben geweten dat de winsten daaruit dietussen 1830 en 1870 naar de Nederlandse schatkist vloeiden, grotendeels warengebruikt voor de aanleg van een spoorwegnet en kanalen in Nederland.37.

Het traditionele Nederlandse vertrouwen in waterwegen leidde ertoe dat pas in1839 het eerste spoorlijntje werd geopend, maar hierna ging de ontwikkeling snel.Het is een idée reçue dat Nederland in 1851, op de wereldtentoonstelling in Londen,met een schok heeft beseft hoezeer het in industrieel en technisch opzicht achterliepbij Europese koploper Engeland.38. De wereldtentoonstelling had de Amsterdamsearts en filantroop Samuel Sarphati (1813-1866) geïnspireerd tot de oprichting vaneen Vereniging voor Volksvlijt, die land en volk moest verheffen. Tussen 1855 en1864 kwam het Paleis van Volksvlijt tot stand, een glas- en staalconstructie bestemdvoor tentoonstellingen. Hoewel de industrialisatie in Nederland pas laat op gangkwam, was er in absolute zin al enkele decennia een geleidelijke vooruitgangwaarneembaar.39. In zijn recente boek over het ontstaan van het moderne Nederlandtoont hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis Van der Woud aan, datNederland in de tweede helft van de negentiende eeuw niet achterbleef in hetmoderniseren van de infrastructuur en het opvoeren vanmechanisatie en organisatie.Langzamerhand veroverde de mens steeds meer macht over tijd en ruimte.40.

Dekker had zeker oog voor de verbeteringen op het gebied van het verkeer envervoer: in 1878, ruim een jaar na de opening, besloot hij een kijkje te nemen bij hetNoordzeekanaal, dat de verbinding van Amsterdam met de Noordzee tot standbracht.41. In 1866, enkele jaren na zijn sombere diagnose van Nederland, werdbegonnen met het graven van de Nieuwe Waterweg, de verbinding van Rotterdammet de Noordzee. Dit brede kanaal, dat Rotterdam tot een wereldhaven zou maken,werd in 1872 voltooid.42.

Maar diverse andere zaken die we tegenwoordig als exponenten van vooruitgangplegen te beschouwen, hadden geenszins de instemming van het zelfbenoemdegeweten van de natie. Zo wasMultatuli gekant tegen inenting, tegen leerplicht, d.w.z.tegen de plicht je kind naar een door de staat gecontroleerde school te sturen, tegenkunstmest en zelfs tegen kunstboter oftewel margarine, een Franse uitvinding die opgrote schaal werd geproduceerd en geëxporteerd

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 31: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

31

door de Nederlandse firma's van Van den Bergh en Jurgens, de voorlopers vanUnilever.43.

Ook fulmineerde hij meermalen tegen het vermaledijde Nederlandse stelsel omdijken aan te leggen langs de rivieren. In Idee 1050d betoogt hij dat ‘het eeuwen-oudeknoeisysteem van die dykjes’ het land juist kwetsbaarder heeft gemaakt voor hogewaterstanden. Zijn redenering luidt, dat Nederland allang niet meer bedreigd zouworden door overstromingen als we de Rijn ongemoeid zouden hebben gelaten. Deaanleg van rivierdijken heeft knelpunten doen ontstaan die het overstromingsgevaarjuist hebben vergroot.44. Multatuli komt hierop terug in 1879 als hij in Den Briel eenvoordracht houdt. Een daarbij aanwezige journalist heeft zijn gedachtegang aldussamengevat: ‘Spreker meent daar, dat, als wij in vroegere dagen, uit zucht om denabijliggende weiden droog te houden, niet de rivieren en dijken hadden gekneld,de slib, die de stroomen uit het hoogland met zich meevoerden, onze bodemlangzamerhand zoodanig zou verhoogd hebben, dat die thans boven het peil derjaarlijksche overstroomingen zou liggen.’45.

Multatuli's beeld lijkt sterk gechargeerd, maar feit is dat men in Nederland eeneeuw na zijn dood anders is gaan denken over de bescherming van het land tegenoverstromingsgevaar. Niet langer ziet men het versterken van de rivierdijken alsalleenzaligmakend. Natuurlijke overstromingen van de rivieren in onbebouwdegebieden worden nu zelfs mogelijk gemaakt. Het gevaar van dijkdoorbraken wordtverder tegengegaan door uiterwaarden en zijgeulen van rivieren in ere te herstellenen door moerassen en zoetwatergetijdengebieden te creëren als reservoir. Op dit punthaalt Multatuli postuum ten dele zijn gelijk.

Multatuli's axioma was dat je de Natuur (door hem dikwijls met een hoofdlettergeschreven) vooral haar gang moest laten gaan. Dit is het standpunt van eenvrijdenker, maar het zou evengoed dat van een notoir conservatief kunnen zijn. Devraag rijst waar Multatuli stond in politiek opzicht. Daar is geen eenduidig antwoordop te geven. De communistische schrijfster en activiste Henriette Roland Holst mochthem - zeket om zijnMinnebrieven - de vader van het anarchisme in Nederlandnoemen,46. maar hij was - vooral in zijn brochures over vrije arbeid -ook vóór hetwettige gezag en vóór een krachtige rol van de staat. Zelf noemde hij zich meermaleneen ‘behouder’, stellig géén liberaal. Zijn diverse brieven aan de Koning tonen aan,hoezeer hij de vorst beschouwde als het unieke symbool en aanspreekpunt van denatie. Hij verzette zich tegen het parlementaire stelsel dat van kracht werd met deliberale grondwetswijziging van 1848. De Koning verloor daardoor zijn reële macht,voortaan zouden de ministers de volle verantwoordelijkheid dragen. Het parlementwerd wetgevend en de Tweede Kamer zou direct worden gekozen. De kieswet diein 1850 tot stand kwam gaf aan bijna 75.000 mensen op een bevolking van driemiljoen het censuskiesrecht.47. Multatuli interpreteerde deze veranderingen als hetdiffuus worden van de macht en een restauratie van de regentenheerschappij uit detijd der Republiek. Het land zou weer

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 32: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

32

gecontroleerd worden door 2 á 3000 families.48. Zelf verdiende hij niet genoeg omte mogen stemmen!In Idee 1254 suggereert hij dat in ons regeringsstelsel de macht zo vaak wisselt

dat niemand meer aansprakelijk is. De werkelijke macht is in handen van defortuinmakers, zij die aandelen nemen ‘in allerlei maatschappyen, associatiën,negociatiën’ en daarvoor invloed kopen, ‘zonder een cent te verliezen.’49. Het ishierom dat hij Nederland ongeschikt acht voor het vertegenwoordigend stelsel: ‘deonzedelykheid der kapitaals-vorming’ maakt dat 99% der bevolking buiten spel staat,wegens gebrek aan middelen. ‘Die 99/100 staan achter de spelers als lakeien in dezaal te Homburg, en wachten met lakeiachtige onderdanigheid of er iets afvalt vande winst.’50. In Idee 452 had hij al verzucht: ‘Wy, gy, ik, onze vrouwen en kinderen,zyn de biljardballen waarmeê de heeren in den Haag carambole maken.’ Idee 451,een lang essay over de ellendige materiële toestand van het volk, besloot hij met eenoproep om het kiesrecht te verruimen en ook vrouwen erin te laten delen. Inwerkelijkheid zou het tot 1917 duren voordat in Nederland het algemeen kiesrechtvoor mannen werd ingevoerd en in 1919 ook voor vrouwen.Was Multatuli dan een socialist? Socialisten hebben hem soms geclaimd, maar

zelf heeft hij meermalen duidelijk afstand genomen van hun ideologie. Weliswaarwas hij tegen de scherpe afscheiding van de standen, maar daarmee predikte hij noggeen gelijkheid. ‘Gelykheid? O neen! Geen twee bladen aan een boom zyn gelyk.Geen twee bladen zelfs in de heele natuur. Geen twee stofjes. Neen, geen gelykheid!Er is verschil, en groot verschil, tusschen een mensch en een mensch.’51. Nietteminvoelde hij ‘sympathie voor 't streven der socialisten, voorzoover ze oprecht verbeteringbejagen’.52. De sociale kwestie had Multatuli's intense aandacht. Zijn Ideën 451 en452, die in de vierde bundel Ideën ruim honderd bladzijden in beslag nemen, zijn ergrotendeels aan gewijd.53. Hij profileerde zich als ‘de man van de “derde party”,conservatief noch liberaal, een voorvechter van het volk.’54.

In zijn euforie na het verschijnen vanMax Havelaar had hij gemeend dat er eengrote rol voor hem was weggelegd in de Nederlandse politiek. Maar toen hij inoktober 1860 zijn kandidatuur stelde als kamerlid in het district Tiel, kreeg hij slechtsnegen van de 945 stemmen, ondanks de verspreiding van zijn door Thieme gedruktebrief ‘Aan de stemgerechtigden in het kiesdistrikt Tiel’.55. Aanvankelijk liet hij zichniet ontmoedigen. In zijnMinnebrieven uit 1861 spreekt hij nog over de mogelijkheidvan een derde partij en een eventuele nieuwe kandidatuur voor de Kamer.56. Toen hijdoorhad dat hij geen kansmaakte op een politieke carrière, wilde hij een eigen dagbladbeginnen om daarmee een groter publiek te bereiken dan met zijn Ideën. Er werd in1862 gesproken over de afschaffing van de belasting op de krant en op de advertenties.De verwachte effecten daarvan waren een grotere persvrijheid en veel meer lezers,omdat de krant veel goedkoper werd.57. De belasting werd pas in 1869 afgeschaft,maar Multatuli was er ook niet in geslaagd een beginkapitaal bij elkaar te krijgen enin 1866 migreer-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 33: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

33

de hij naar Duitsland. Hij werd toen Rijnlands correspondent van de OpregteHaarlemsche Courant. Zijn taak was overzichten te leveren van de inhoud van deDuitse kranten, maar via een door hem verzonnen krantMainzer Beobachter slaagdehij erin ruimschoots lucht te geven aan eigen opinies. Dit spel duurde tot en metdecember 1869, toen hij er zelf de brui aan gaf. Hij had toen 115 bijdragen ‘Van denRijn’ geschreven.

Moeten we Multatuli beschouwen als anti-Nederlands, hij die had geschreven: ‘Deschelmachtige Nederlanders zijn mijn landgenoten niet, ik behoor tot de grote natieMensheid.’58. Maar in Duitsland wonend, dient hij ieder die zich schamper uitlaatover de Nederlandse taal, stevig van repliek. En zijn brochure Een en ander overPruisen en Nederland (1867) is een hartstochtelijke waarschuwing aan het vaderlandom het Pruisische annexatiegevaar niet te onderschatten.59. Het zijn niet de minsteschrijvers die de wijk hebben genomen naar een buurland en toch in eenhaat-liefdeverhouding aan Nederland gebonden bleven. We hoeven maar te denkenaan Willem Frederik Hermans, levenslang bewonderaar van Multatuli, die vanuitFrankrijk en België het gezapige vaderland met zijn opvattingen is blijven bestoken.Dit neemt niet weg dat Multatuli werkelijk verbitterd was. Hoe vaak klinkt niet inzijn werk de leuze: ‘Publiek, ik veracht u!’ - want het publiek dat zo gretig zijnMaxHavelaar en zijn Ideën had gelezen, had zijn boodschap genegeerd. Ook hamerdehij voortdurend op de onwetendheid en leugenachtigheid van de dagbladen en decultuur van de doofpot. Tegenwoordig is er op de Nederlandse televisie een kritischprogramma met de titel ‘De leugen regeert’. Deze titel is geïnspireerd door eenuitspraak van Koningin Beatrix, die enig stof heeft doen opwaaien toen zij zich aldusuitliet over de Nederlandse journalistiek.60. Maar Multatuli schreef al in een van zijnIdeën: ‘Leugen heerscht en regeert. Meent men dat de Wilhelmen en Napoleons aldie schreeuwdrift hadden kunnen gaande-maken, indien ze niet van oudsher doorschryvers waren geholpen in 't vermoorden van gezond verstand?’61.

Multatuli zag het als zijn taak als schrijver om waarheid na te streven, omvooroordeel tegen te gaan en vrije studie te bevorderen, kortom om zijn volk te lerenlezen, i.e. ‘beoordeelend schiften’.62. Vanzelfsprekend is het ‘beoordelend schiften’een belangrijke eigenschap voor ons die ons bezighoudenmet wetenschap.Misschienverlangde Multatuli teveel toen hij deze eigenschap in het bereik wilde zien van hetganse volk. Dat zijn verontwaardiging vaak voortkwam uit teleurgesteldevaderlandsliefde, bewijzen de verslagen van zijn voordrachten uit de jaren zeventig.In februari 1879 pleitte hij er in Delft voor om onze kunstschatten binnenslands tehouden. Het ging erom de vreemdeling te laten zien dat Nederland opwetenschappelijk en kunstzinnig gebied niet achter stond bij andere volken:‘[...] wemoesten de toestand zoo doen worden, dat vreemde naties hier kwamen om onzekunstschatten te bewonderen en onze taal gingen bestudeeren omdat ze overtuigdwaren veel schoons en belangrijks te leeren kennen. Dan zouden we eerbied enbewondering afdwingen.’63.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 34: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

34

Dit lijkt me een mooi citaat om deze oratie mee af te sluiten, ten overstaan van eenpubliek waaronder zich studenten in de Nederlandse taal en letteren bevinden.Multatuli zou de bloei van de extramurale neerlandistiek hebben toegejuicht.Misschien zou hij zich vooral hebben verwonderd dat Nederland anno 2006 überhauptnog bestaat. Ik denk dat hij - leefde hij nu - pagina's zou hebben volgeschreven overhet broeikaseffect, de verwachte stijging van de zeespiegel en de bedreiging die ditvormt voor het kleine landje aan de Noordzee - en dat alles omdat we, in onzehovaardij, met de Natuur geen rekening meer wensen te houden.

Het past mij thans in de eerste plaats mijn oprechte dank te betuigen aan de Ministervan Onderwijs die gunstig heeft beschikt op de voordracht van een commissie vanhoogleraren die strekte tot mijn benoeming tot hoogleraar aan deze universiteit. Toenik als buitengewoon hoogleraar in dienst trad van deze universiteit, nu meer dan tweejaar geleden, was de post van gewoon hoogleraar in de Nederlandse literatuur encultuurgeschiedenis juist afgeschaft. Dit bracht mij in een positie die ik in mijnextramurale loopbaan meer dan eens heb ingenomen: die van een internationaleneerlandicusmet een onzekere verwachtingshorizon. Soms vreesde ik dat ik gedoemdwas als een vliegendeHollander te blijven zwerven over de wereldzeeën, maar dankzijeen beschikking van het Ministerie kan ik thans mijn plaats aan deze universiteitinnemen. Dit vervult mij met grote vreugde en ik hoop de verwachtingen die menvan mij heeft niet te zullen beschamen.Waarde Heer Desportes,Uw toewijding aan de vakgroep Nederlands heeft ertoe bijgedragen dat deze thans

weer beschikt over twee hoogleraren. Ik verzeker u, dat ik alles zal doen wat in mijnvermogen ligt om de wetenschap te dienen, de belangen van onze universiteit tebevorderen en de vakgroep Nederlands die uitstraling te geven die zelfs aanMultatulieen tevreden gebrom zou ontlokken.Waarde Heer Pekelder,Multatuli werd door zijn vriend Roorda van Eysinga een ‘koppig koraaldiertje’

genoemd. Het is niet in de laatste plaats aan uw multatuliaanse vasthoudendheid tedanken dat ik nu uw collega proximus mag worden. Ik verzeker u dat ik mijn bestzal doen om de groei van onze vakgroep te waarborgen. Koraalriffen zijn kwetsbaar,maar wij zullen het onze goed onderhouden.Waarde Mevrouw Stouten,U stond als ‘directeur d'habilitation’ aan het begin van mijn Parijse loopbaan. Uw

bekwaamheid en toewijding hebben mij de weg gewezen, die nu is geresulteerd indeze benoeming. Ik ben u daar zeer erkentelijk voor en hoop ook uw vertrouwen niette beschamen.Dames en Heren Professoren, Lectoren en Docenten van Paris IV,Het vervult mij met grote vreugde nu in het openbaar deze plaats te mogen innemen.

Ik ben u erkentelijk voor de grote welwillendheid waarmee u

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 35: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

35

mij in uw kring hebt opgenomen en hoop op uw hulp, wanneer ik door gebrek aanervaring of kennis tekort mocht schieten. Ik ben gaarne bereid u naar vermogen tehelpen en mijn aandeel in de gemeenschappelijke werkzaamheden te aanvaarden.Dames en Heren Studenten,De meesten van u heb ik in de afgelopen jaren al leren kennen en het stemt mij

vreugdevol deze relatie te kunnen continueren. Ik verzeker u dat uw belangen mijnzorg zullen zijn. Ik wilde u in deze openbare les laten zien dat de studie van deNederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis geen stoffige bedoening is, maar eenavontuur en een ontdekkingstocht. Als we het stof van de eeuwen afblazen, kan eenauteur die al bijna 120 jaar dood is, nog steeds tot ons spreken en zelfs verrassendactueel blijken. Ik prijs mij gelukkig dat ik u op uw universitaire avontuur magbegeleiden en ik hoop velen van u te prikkelen tot eigen arbeid op het onmetelijketerrein van de Nederlandse studiën.Het zij mij ten slotte vergund, mijn grote blijdschap uit te spreken over de

aanwezigheid van zo velen, ook zij die voor deze plechtigheid speciaal uit Nederlanden België zijn overgekomen.Ik heb gezegd.

Eindnoten:

1. Multatuli, Volledige werken (voortaan: VW) XVIII:332 (5-4-76 aan G.J.A. Boulet).2. E. du Perron, Verzameld werk, deel IV, Amsterdam: G.A. van Oorschot 1956, p. 368.3. Cf. Multatuli, VW X:104-105 (11-11-1859, W.J.C. van Hasselt aan ].]. Rochussen).4. Cf. Multatuli, VW X: 100 (ongedateerd, aan Tine).5. Cf. Multatuli, VW X: 138 (29-11-1959, aan Tine).6. Cf. Multatuli, VW X:167 (11-12-1859, J. van Lennep aan J.J. Rochussen).7. Multatuli, VW XVIII:333 (5-4-76 aan G.J.A. Boulet).8. Multatuli, VW XXII:640 (10/12-7-1883 aan J.H. de Haas en G.C. de Haas-Hanau).9. Multatuli, VW I:301 (aantekening uit 1875).10. Multatuli, VW VI:389 (‘Naschrift by den derden druk’).11. Multatuli, VW III:445.12. Multatuli, VW XXII:649 (13-7-1983 aan Kallenberg van den Bosch).13. Multatuli, VW VIII:550 (27-11-1845 aan E.H. van Wijnbergen).14. Multatuli, VW VIII:595 (23-12-1845 aan E.H. van Wijnbergen).15. Cf. Multatuli, VW XV:102 (16-2-1972 aan Roorda van Eysinga): ‘Ja “'t is een hard lot welgeaard

enNederlander te zyn.” Dat zegt ge wél. Nu, daarom ben ik geenNederlander.Myne denkbeeldendaarover zyn van zeer ouden datum.’

16. Multatuli, VW II:16.17. Multatuli, VW IV:535.18. Multatuli, VW XVII:697.19. Multatuli, VW XVII: 701.20. Multatuli, VW VI:265.21. Multatuli, VW IV:81-82.22. Multatuli, VW XI:217.23. Cf. Multatuli, VW XVI:672 (21-8-74 aan Mina Krüseman).24. Multatuli, VW XVI:459 (12-3-74 aan Funke).25. Cf. Multatuli, VW III:287: ‘Onze zeden hebben een gemaakten afschuw uitgevonden tegen

geslachtsdrift, en zy veroorlooven eerder een opgedrongen leugen, dan 'n wysgeerige waarheid,die niet “fatsoenlyk” wezen zou.’

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 36: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

26. Multatuli, VW XVII:76 (2-11-74).27. Multatuli, VW XI:572.28. Multatuli, VW XI:162 (15-7-1863 aan Mimi Hamminck Schepel). In 1867 gaf Multatuli toe dat

er op het gebied van de zeden ook wel iets ten goede was veranderd: ‘Men zegt nu dingen diemen toen [twintig jaar voorheen, KS] niet durfde denken.’ Zie: Multatuli, VW XII:456.

29. Multatuli, VW III:24; VW XI:258-259.30. Multatuli, VW III:30.31. Cf. Multatuli, VW III:416.32. Cf. Multatuli, VW XXIII:707.33. Multatuli, VW I:32;328.34. Multatuli, VW III:102.35. Multatuli, VW XI:160-162 (15-7-1863 aan Mimi).36. Multatuli, VW XI:261 (19-1-1864 aan Hotz). Voor het paleis van Volksvlijt zie: Dr. Jan Romein,

De lage landen bij de zee, Utrecht 1934, p. 622.37. Cf. J.J.P. de Jong, De waaier van het fortuin. Van handelscompagnie tot koloniaal imperium,

Den Haag 1998, p. 274. Overigens waren ook de spoorwegen in Luxemburg gefinancierd uitde Indische baten.

38. Deze eerste wereldtentoonstelling, met 17.000 deelnemers uit de hele wereld, werd op 1 mei1851 in het Londense Crystal Palace geopend. Zij trok 6,2 miljoen bezoekers, die werdenvoorgelicht over de technische en industriële vooruitgang en daartoe een route moesten volgendie het productieproces volgde.

39. E.H. Kossmann, De lage landen 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België. Deel 11780-1914, Amsterdam-Brussel 1986, p. 221. Volgens Jan Romein begon het economisch levenin Nederland pas in de jaren na 1860 snel te veranderen. Cf. Dr. Jan Romein, De lage landenbij de zee, p. 533.

40. Auke van derWoud, Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland, Amsterdam2006. Van der Woud bevestigt dat Nederland in de techniek achterliep bij andere landen, maarhet compenseerde dit met zijn sterk ontwikkelde waterbouwkunde (p. 115-118). Nederland‘werkte niet met ijzer en vuur, maar met wind en water.’ Na een cultuuromslag rond 1850 isNederland in de tweede eeuwhelft gaandeweg gemoderniseerd door een stelselmatige aanpakvan de infrastructuur. Rivieren werden genormaliseerd, 23 nieuwe kanalen werden gegraven,havens aangelegd, bruggen gebouwd en vanaf 1860 werd er ook ernst gemaakt met deontwikkeling van een spoorwegnet. Verder werd de massamobiliteit enorm gestimuleerd doorverharding van wegen en aanleg van zogenaamde kunstwegen en vonden de telegraaf en telefoonbinnen korte tijd massaal ingang.

41. Multatuli, VW XIX:107 (13-2-1878 aan Funke). Het Noordzeekanaal was op 1 november 1876geopend.

42. Cf. Van der Woud, Een nieuwe wereld, p. 265: ‘De Nieuwe Waterweg was een technischetopprestatie, maar alleen kenners wisten dat.’

43. Cf. Multatuli, VW XXII:660; VW XXIII:54, 150; VW XXIII:441; VW XX:252. Voor demargarineproductie zie: Prof. Dr. H.P.H. Jansen, Levend verleden.De Nederlandse samenlevingvan de prehistorie tot in onze tijd, Amsterdam 1983, p. 208.

44. Multatuli, VW VI:455-456. Zie ook: VW VII: 108-109.45. Multatuli, VW XX:28.46. Cf. Gerard Brom,Multatuli, Utrecht/Antwerpen 1958, p. 132.47. Cf. E.H. Kossmann, De lage landen 1780-1980. Deel 1 1780-1914, p. 166. Kossmann ziet in

dit getal - in verhouding tot het aantal kiesgerechtigden in België - een bewijs dat Nederlandnog ‘betrekkelijk welvarend en democratisch’ was.

48. Multatuli, VW IV:75; VW XXII:640-41 (10/12-7-1883 aan J.H. de Haas en G.C. de Haas-Hanau):‘Zal men over 100 jaar de knoeikontrakten te lezen krygen waarmee de 2, 300 menschen diethans den buit deelen, elkander beloven alleen de vrindjes toetelaten, en elken dwarskyker erbuiten te houden?’

49. Multatuli, VW IV: 76.50. Multatuli, VW XII:68-9 (8-2-1867 aan J. de Geyter). Vier jaar voor zijn dood beklemtoont hij

nogmaals dat ‘de kwaal’ schuilt ‘in de verrotting van de cliques die ons landje opvreten, en die- hoe ook schynbaar verdeeld door partyschap - één lyn trekken om beurtelings op 't kussen tekomen.’ Zie:Multatuli,VWXXII:640-41 (10/12-7-1883 aan J.H. deHaas enG.C. deHaas-Hanau).

51. Multatuli, VW III:90.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 37: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

52. Multatuli, VW XXII:242 (25-11-84 aan H.C. Muller). In het voorgaande staat onder meer:‘Vriendelyk dank voor gelykstelling met iedereen, in moreelen en intellectueelen zin. En watgemeenschap van goederen aangaat, waar ieder evenveel bezit, heeft niemand wat. Een loterymet louter pryzen kan niet bestaan.’

53. Multatuli's aandacht voor de behuizing en voeding van het stadsproletariaat doet denken aandie van de eerder genoemde arts dr. Samuel Sarphati. Zie: Dr. Jan Romein, De lage landen bijde zee, p. 622-623.

54. Tom Bühm, ‘Droog als Grutte? - De Mainzer Beobachter als frissche bron! - Multatuli, desociale kwestie en het socialisme - (II)’, in: Over Multatuli, jg. 22, nr. 45, 2000, p. 64-96. (p.66).

55. Multatuli, VW II:182, 325.56. Multatuli, VW II:75. Hij schrijft: ‘Die Tweede Kamer zou my een ware pynkamer wezen. Maar

als ze my kiezen, ga ik!’57. Cf. Multatuli, VW XI:46.58. Cf. Gerard Brom,Multatuli, p. 126.59. De eerste druk droeg de titel: Een en ander naar aanleiding van J. Bosscha's Pruisen en

Nederland. Meteen al in 1867 werd een tweede druk opgelegd met de bekorte titel.60. Cf. Margriet van Oostveen, ‘Hofvrees’. In: NRC Handelsblad, 4-12-1999.61. Multatuli, VW IV: 469.62. Multatuli, VW XXIII:37 (9-1-1884 aan J.H. de Haas).63. Multatuli, VW XIX 348.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 38: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

38

Olf PraamstraVan ‘solide bondgenoot’ tot ‘gemeen sujet’De relatie tussen Multatuli en Conrad Busken Huet*

Inleiding

In 1878 had Conrad Busken Huet voorzichtig vriendschap geslotenmet Jan ten Brink.In de de negentiende eeuw was Ten Brink een bekend letterkundige: hij schreefromans en kritieken en was redacteur van het literaire tijdschrift Nederland. Aan dattijdschrift werkte Huet vanaf 1878 mee en als gevolg daarvan was hij met Ten Brinkbevriend geraakt. Ze schreven elkaar geregeld, al bleven ze altijd buitengewoongereserveerd tegen elkaar.Conrad Busken Huet is vooral bekend geworden als redacteur vanDeGids, waarin

hij tussen 1862 en 1865 literaire portretten en kritieken schreef waarin hij opongekende wijze huis hield in de Nederlandse republiek der letteren. Daarvoor hadhij aan de weg getimmerd als popularisator van de moderne theologie. Hij waspredikant geweest, maar dan wel een predikant die de mensen de kerk uitpreekte inplaats van er in. Hij was nog geen vijfentwintig jaar toen hij in Haarlem voorgangerwerd van de Waalse gemeente en was zijn carrière begonnen als een diepgelovigman. Maar na tien jaar was van dat geloof praktisch niets meer over en hij hield zijngemeente van die ontwikkeling nauwgezet op de hoogte. De negentiende eeuw, hieldhij hun voor, was een eeuw van twijfel; en wie niet twijfelde, die dacht niet na.Maar wat Huet onderschat had, was dat veel kerkgangers helemaal niet wilden

nadenken, zij wilden gesticht worden. Het gevolg was dat hij in 1862 gedwongen deKerk moest verlaten. Hij vond een nieuwe broodwinning als journalist bij deOpregteHaarlemsche Courant - het was werk dat hij vanaf het begin met tegenzin deed - enhij vond een nieuw ideaal in de hervorming van de Nederlandse literatuur. Die moestnaar een hoger niveau getild worden en daarom schreef hij zijn scherpe, afbrekendekritieken inDe Gids. Hervormen begon immers met het afbreken van het bestaande.Ook dit werk werd hem niet in dank afgenomen en in 1865 verliet hij De Gids -

opnieuwwas het een gedwongen vertrek. Nog drie jaar lang werkte hij met nog meertegenzin voor de Opregte Haarlemsche Courant, totdat hij in 1868 naarNederlands-Indië verttok om redacteur van de Java-Bode te worden. Een paar jaarlater begon hij voor zichzelf en stichtte hij zijn eigen krant: het Algemeen Dagbladvan Nederlandsch Indie. Na acht Indische jaren keerde hij terug naar Europa envestigde zich in Parijs. Vandaaruit bleef hij schrijven voor zijn Indische krant

* Lezing voor de najaarsvergadering van het Multatuli Genootschap op 4 november 2006. Ditoverzicht van de relatie tussen Multatuli en Conrad Busken Huet is een bewerking van watik over hen heb geschreven inmijn biografie over BuskenHuet die in mei 2007 zal verschijnenbij uitgeverij SUN te Amsterdam. Daarin staan de bronnen vermeld waarop dit artikel berust.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 39: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

39

maar zocht nu ook weer toenadering tot literaire kringen in Nederland en kwam zoin contact met Jan ten Brink en het tijdschrift Nederland.

Jan ten Brink

Behalve redacteur van Nederland was Ten Brink ook redacteur en auteur van dereeks Onze hedendaagsche Letterkundigen. In 1882 was Ten Brink begonnen aaneen reeks monografieën over de toen belangrijkste nog levende schrijvers inNederland; vandaar de naam. De eerste aflevering was gewijd aan A.L.G.Bosboom-Toussaint, de tweede aan Nicolaas Beets en de derde aan J.J.L. ten Kate.Alle drie grote namen in de negentiende eeuw.Na de derde aflevering leek de onderneming een vroegtijdige dood te sterven,

omdat de uitgever er geen brood meer in zag. Maar in 1885 vond Ten Brink eennieuwe uitgever en werd de serie voortgezet. Er verschenen nieuwe biografischeschetsen over J.P. Hasebroek, J.A. Alberdingk Thijm en Carel Vosmaer; en het sprakvanzelf dat Ten Brink ook bij Huet aanklopte om te vragen of hij wilde meewerkenaan een biografie gewijd aan hem. Omdat Ten Brink schreef over nog levende auteurs,kon hij hun om bio- en bibliografische gegevens vragen en van die mogelijkheidmaakte hij gretig gebruik.Natuurlijk wilde Huet hieraan meewerken, maar, vroeg hij aan Ten Brink, hoe

kwam het dat Multatuli in deze reeks ontbrak? Dat kon toch eigenlijk niet: ‘Laat erons rond voor uitkomen, Multatuli staat onder onze hedendaagsche letterkundigenzeer hoog.’ Ten Brink ontkende dat niet, maar weigerde desondanks om zijn biografiete schrijven. Hij kon het niet, schreef hij aan Huet, er waren bezwaren die het hemonmogelijk maakten. Maar als Huet bereid was om een aflevering over Multatuli teschrijven, dan was hij welkom.Welke bezwaren Ten Brink tegenover Huet heeft aangevoerd voor zijn weigering,

is nier bekend, maar Ten Brink had alle reden om een onoverkomelijke hekel aanMultatuli te hebben. Ooit was hij een bewonderaar van hem geweest, maar in 1868- tijdens het tiende Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres - hadden ze ruziegekregen. Dat congres werd in Den Haag gehouden, de plaats waar Ten Brink toenwoonde, en een Vlaamse deelnemer aan het congres had hem naar het adres vanMultatuli gevraagd. Ook Multatuli was op dit congres aanwezig. Hij woonde toenal in Duitsland, maar logeerde voor de duur van het congres in Den Haag.Ten Brink had op de vraag van de Vlaming geantwoord datMultatuli waarschijnlijk

zijn intrek genomen had bij Marie Anderson. Multatuli was woedend, toen hij dithoorde. Hij vond het een schandalige verdachtmaking. Hij was op dar moment noggetrouwd met Tine en woonde in Duitsland samen met Mimi. Marie was een goedevriendin van hem, maar: ‘Ik heb haar nooit aangeraakt.’Multatuli zou dit incident niet vergeten en vier jaar later nam hij wraak. In de

vierde bundel Ideeën - in Idee 942 - schrijft hij over het congres en een op dar congresaanwezige ‘litterator’ die ‘gewoon was zich te behelpen met het liederlyk regimevan den ryksdaalder’. Eerder al - in Idee 448 - had Multatuli uitgelegd dat

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 40: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

40

hij met deze omschrijving mensen bedoelde die prostituées bezochten. Zonder hembij naam te noemen maakte hij Ten Brink in Idee 942 dus uit voor hoerenloper.Tegenwoordig zijn mensen hier minder gevoelig voor, maar in de negentiende

eeuw wilde niemand zo bekend staan. Weliswaar had Multatuli zijn naam nietgenoemd, maar Ten Brink wist dat er genoeg mensen waren die gemakkelijk kondenraden dat Multatuli naar hem verwees. Bovendien was Multatuli altijd bereid ommensen die dat niet konden hierover opheldering te geven.Woedend was Ten Brink dat hij op deze manier te kijk gezet werd, maar hij kon

zich tegen deze beschuldiging niet verdedigen zonder nog meer de aandacht op zichte vestigen. Hij sloeg terug door Multatuli's rol in de Nederlandseliteratuurgeschiedenis zoveel mogelijk naar de achtergrond te dringen. In 1877publiceerde hij een Kleine geschiedenis der Nederlandsche letteren, bestemd voorhet middelbaar onderwijs, waarin hij de naam Multatuli slechts in het voorbijgaaneven liet vallen. Multatuli ergerde zich aan dit ‘doodzwygen’, vooral ook omdat TenBrink een man van gezag was in de Nederlandse letteren. Zijn Kleine geschiedeniswerd in 1882 herdrukt en weer twee jaar later werd hij benoemd tot hoogleraarNederlandse letterkunde aan de universiteit van Leiden. Kort voor die benoeminghield Ten Brink een lezing over de Nederlandse literatuur van de laatste vijftig jaar,waarin hij het presteerde omMultatuli niet eens te noemen. ToenMultatuli dat hoorde,ontstak hij in woede. Hij vond het ‘laaghartig’, maar was niet in staat om er iets aante veranderen. En had het aan Ten Brink gelegen dan was hij ook niet opgenomenin Onze hedendaagsche letterkundigen, maar hier steekt Huet een stokje voor, wanthij neemt de taak op zich om in deze reeks Multatuli's biografie te schrijven. Als TenBrink het niet wil, doet hij het wel.

Toenadering

Waarschijnlijk had Huet het nooit gedaan, als hij geweten hadmet hoeveel minachtingMultatuli in deze jaren over hem dacht en sprak. Huet en Multatuli waren in 1885al ruim vijftien jaar gebrouilleerd, maar desondanks was Huet een bewonderaar vande schrijverMultatuli gebleven.Misschien heeft hij zelfs wel gedacht dat het schrijvenvan zijn biografie had kunnen bijdragen tot het herstel van hun oude vriendschap.Ooit waren zij immers goede vrienden geweest.Multatuli en Busken Huet zijn de twee belangrijkste auteurs van hun tijd en hebben

als geen ander invloed uitgeoefend op het denken van hun landgenoten. Het wasonvermijdelijk dat zij elkaar een keer zouden ontmoeten en sympathie voor elkaaropvatten. Zij hadden in veel opzichten verwante ideeën en het kon niet anders dandat zij in elkaar geïnteresseerd waren.Toch had Huet tot 1865 nauwelijks belangstelling voorMultatuli getoond. DeMax

Havelaar vond hij een prachtig boek, maar in de jaren daarna was Multatuli hemtegengevallen. Ook de eerste bundels Ideeën konden hem niet op andere gedachtenbrengen. In 1864 oordeelde Huet dat Multatuli ‘voor de vaderlansche

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 41: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

41

letteren eene teleurstelling geweest’ was en dat er op het ‘schitterend vuurwerk’ vande Havlaar ‘eene dikke duisternis’ was gevolgd.Multatuli dacht in die jaren een stuk gunstiger over Huet. In het najaar van 1864,

publiceerde hij Idee 453, waarin hij in bedekte vormen Huet zijn lof toezwaait. Ineen parabel over pasteibakkers - waarmee hij dominees bedoelt - hekelt hij dezeverkondigers van het christendom, die niets anders doen dan het volk dom houden.Maar op die hele bende pasteibakkers is er één waarvoor hij een uitzondering maakt:

Een [van deze pasteibakkers] voelde zich bezwaard over 't verkopen vanongezond voedsel. Hy waarschuwde z'n publiek, en zeide dat hy voortaangeen taartjes zou verkopen, dan aan wie uitdrukkelyk verklaren zou, diete begeren, en dan nog met zo weinig slaapstroop als maar enigszinsmogelyk was, al zou hy dan ook, gedurende den tyd dien-i daardooroverhield, zich moeten bezighouden met heel ander werk. Ja, al zou-i eencourant samenstellen, mits zonder papaver-feuilleté of leading-articles.Een krant, alleen van deeg. Dit lukte vry wel, schoon 't eigenlyk geenarbeid was voor iemand die werd opgeleid tot pasteibakker. Maar de manwas hoogst bekwaam, en schikte zich in z'n lot.Dat was 'n eerlyke en flinke pasteibakker.

In deze parabel over de Nederlandse predikanten die nog een paar bladzijden doorgaat,is Huet de ‘eerlyke en flinke pasteibakker’. Als predikant had hij eerlijk zijn ongeloofbeleden en daarna verdiende hij zijn loon als medewerker aan de OpregteHaarlemsche Courant, een dagblad dat zich toelegde op het geven van louternieuwsfeiten, zonder commentaar, zonder hoofdartikelen, ‘een krant, alleen vandeeg.’Misschien hoopte Multatuli Huet met deze lovende woorden gunstig te stemmen.

Huet was toen nog redacteur van De Gids en daardoor een man van aanzien in deNederlandse letteren. Multatuli wist dat en ongeveer gelijktijdig met de verschijningvan deze parabel stuurde hij Huet een briefje met de vraag waarom zijn werk in DeGids nooit besproken werd. Hierop geeft Huet een ontwijkend antwoord. Hijsuggereert dat hij niet precies op de hoogte is van wat er in de redactievergaderingenvoorvalt en hij ontkent datDeGids opzettelijk het werk vanMultatuli niet recenseert.Het is een diplomatiek antwoord, want Huet wist, dat met name Potgieter - de

leider van het tijdschrift - weinig ophad met Multatuli. Maar dat schrijft Huet niet.Hij schrijft: ‘Mogten er onder de redacteuren van den Gids - mij is daarvan nooit ietsgebleken - enkelen gevondenworden die tegen u vooringenomen zijn, met mijzelvenis zulks geenszins het geval.’Het is niet alleen een diplomatiek, het is ook een oneerlijk antwoord, want nog

geen maand tevoren had Huet aan Potgieter geschreven: ‘Gij zult van mij wel willengelooven dat ik Multatuli niet uit kan staan.’

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 42: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

42

Multatuli heeft nooit geweten hoe slecht Huet hem in die tijd gezind was. Een paarmaanden later stuurde hij hem zijn portret. Onder het portret schreef hij dat hij hethem toezond, omdat Huet een pasteibakker was die van zijn hart geen moordkuilmaakte.Huet was hier heel blij mee. Enkele weken eerder namelijk had hij de redactie van

DeGidsmoeten verlaten en hij voelde zich in dezemoeilijke weken door veel mensenmet de nek aangekeken. Hij zocht Multatuli op z'n zolderkamertje in Amsterdam open, herinnerde Multatuli zich, ‘zei zoo iets als: Jy hebt me dus niet in de ban gedaan!waaruit my z'n gevoeligheid bleek. Nu dat gaf een soort toenadering.’De toezending van het portret in februari 1865 gaf een zekere toenadering, maar

de vriendschap tussen Multatuli en Huet kreeg pas echt gestalte in 1866. In januarivan dat jaar verliet Multatuli Amsterdam en vertrok naar Duitsland. Het ging hemtoen bijzonder slecht. Hij had in december 1865 gevochten in een variété-theater inAmsterdam en was daarvoor tot vijftien dagen gevangenisstraf veroordeeld. Die strafweerhield hem ervan om naar Nederland terug te keren, zodat er niets anders opzatdan in Duitsland zijn geld te verdienen. Dat lukte nauwelijks en in juli schreef hijten einde raad vanuit Koblenz: ‘Waarde Heer Huet! Ik heb 't heel moeielyk, enletterlyk niet te eten. Ik vraag U my wat te helpen als 't u enigszins mogelyk is.Nogeens 't is letterlyk om te eten.’Huet antwoordde per kerende post en zond hem een bankbiljet van vijfentwintig

gulden. Multatuli bedankte hem in een lange brief, waarin hij behalve een uitvoerigeuiteenzetting over zijn ellendige situatie ook enkele regels schreef over de toestandin het Rijnland. Het rommelde in Duitsland. Van de koning van Pruisen had Bismarckde vrije hand gekregen ommet miltair geweld van de oude, versnipperde verzamelingstaten en staatjes waaruit Duitsland bestond, een nieuw federaal rijk te maken. ToenOostenrijk zich daartegen verzette, brak er een korte oorlog uit die in juli 1866 metovermacht door het Pruisische leger gewonnen werd. Ook in het Rijnland voeldemen de druk van het dominante Pruisen.Voor Huet was wat Multatuli over het Rijnland schreef aanleiding om hem te

polsen correspondent in Duitsland te worden van de Opregte Haarlemsche CourantMultatuli was blij met dat aanbod en onder de kop ‘Van den Rijn’ zou hij voortaanregelmatig over de toestand in Duitsland publiceren. Hij verdiende er vijftig guldenper maand mee. Dat was niet veel, maar hij hoefde er ook niet veel voor te doen. DeOpregte Haarlemsche Courant had hem niet om zijn naam aangetrokken.Multatuli'sbijdragen verschenen anoniem en hij werd gedwongen om zich aan te passen aan destijl van de krant: dat wil zeggen dat hij korte, zakelijke nieuwsoverzichten moeststuren, zonder daaraan zijn eigen commentaar toe te voegen.

Vriendschap

De brief om hulp die Multatuli op 3 juli 1866 aan Huet schreef, was het begin vaneen vriendschap per brief die tot de zomer van 1868 zou duren. De tijd was er rijpvoor. In 1864 kon Huet nog aan Multatuli schrijven: ‘Mijne houding tegenover

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 43: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

43

de maatschappij is minder negatief dan de uwe, en ten gevolge daarvan heb ik meervoorspoed.’ Maar van die voorspoed was twee jaar later weinig meer over. In 1866antwoordtMultatuli op een vraag vanMimi: ‘Intiem ken ik hem niet, maar als publiekpersoon heb ik achting voor hem. Hy is betrekkelyk aan onzen kant’. Het leven hadze tot elkaar gedreven en er waren voldoende aanknopingspunten om zich bewustte worden van hun verwantschap. Beiden verrichtten ondergeschikt werk voor deOpregte Haarlemsche Courant, beiden voelden zich miskend, beiden waren in eenmaatschappelijk isolement geraakt, en voor beiden zag de toekomst er somber uit.Wel leed Huet geen armoede als Multatuli, maar dat was dan ook het enige dat hijop hem voor had.Huet klaagt, in tegenstelling tot Multatuli, weinig in zijn brieven, maar als hij

klaagt dan is het over zijn ondergeschikte positie aan de krant en het feit dat hij doorde eigenaren van de krant, de gebroeders Enschedé, als een bediendewordt behandeld.Trouwens allebei zijn ze het erover eens - en dat schrijven ze elkaar ook - dat ze tegoed zijn voor het werk dat ze doen. Ze doen het alleen om het geld.Vooral voor Huet was dat belangrijk. Multatuli heeft zijn hele leven niet met geld

kunnen omgaan, en heeft herhaaldelijk in behoeftige omstandigheden verkeerd.Maar,al leed hij daaronder, hij kon er toch ook tegen en zijn leven getuigt van eenroekeloosheid die Huet volkomen vreemd was. Voor Huet moet het leven vanMultatuli een schrikbeeld zijn geweest. Aan zo'n onzekere toekomst en zoveelarmoede zou hij zichzelf en zijn gezin nooit durven blootstellen. Met name na zijnhuwelijk en de geboorte van zijn zoon is Huet er altijd op bedacht geweest om éénding zeker te stellen, namelijk een geregeld inkomen. Om die reden was hij na zijnontslag als predikant in dienst getreden bij deOpregte Haarlemsche Courant, en omdie reden hield hij het werk vol.De brief om hulp die Multatuli op 3 juli 1866 aan Huet schreef, is dus het begin

van hun vriendschap. Jammer genoeg is de correspondentie tussenMultatuli en Huetniet in z'n geheel overgeleverd. VanMultatuli bleven er achtenvijftig brieven bewaard,van Huet niet meer dan eenentwintig. Het jaar 1867 vormt wat dat aangaat eendieptepunt: tegen de negenentwintig brieven vanMultatuli - dat betekent dat hij elketwee weken wel een brief aan Huet schreef! - staan er slechts twee van Huet.Wat onmiddellijk, zelfs bij deze gehavende briefwisseling, opvalt, is dat zij van

de kant van Multatuli met veel meer enthousiasme gevoerd wordt dan omgekeerd.Op de hartelijke en openhartige brieven, waarin Multatuli in zijn nerveuze enopgewonden stijl hem overstelpt met privéproblemen, reageert Huet met name heteerste jaar opvallend koel. Hij is veel terughoudender en schrijft meestal korte,zakelijke brieven. In het begin vraagt Multatuli, kennelijk verrast door de geringerespons die zijn uitboezemingen opwekken, nog wel eens of Huet zijn brief welontvangen heeft. En in januari 1867 schrijft hij: ‘Ik ben niets vriendelyk omtrent Ugezind. Ik verdien beter dan uw styve briefjes.’ Toch, voegt hij hieraan toe, zal dathem er niet toe brengen anders te gaan schrijven. Het antwoord van Huet op dezeklacht is niet bewaard, maar valt uit een brief van

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 44: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

44

Multatuli wel op te maken: ‘Dat ge zegt styf te zijn, vind ik niet styf. Maar ge hebthet regt in uw vordering genomen te worden zooals ge zyt, en ik vind het al veel datge myn losheid verdraagt.’Huet mag dan tamelijk gereserveerd antwoorden opMultatuli's uitbundige brieven,

zijn vroegere afkeer is totaal verdwenen en hij staat nu sympathiek tegenover hem.Hij helpt hem bij zijn werk voor de Opregte Haarlemsche Courant, hij stuurt hemboeken, tijdschriften en brochures, hij nodigt hem uit om in Bloemendaal te komenlogeren en hij is onvermoeibaar in het beantwoorden van zijn vele vragen. Multatuliis hem daar dankbaar voor en beschouwt hem als een vriend en bondgenoot.Regelmatig ondertekent hij in 1867 zijn brieven met ‘Wees hartelyk gegroet van uwliefhebbenden Douwes Dekker’. Bijzonder verheugd was Multatuli, toen Huet hemook in het openbaar bijviel. In april 1867 schreef Huet een bewonderende recensieover Multatuli's brochure Een en ander naar aanleiding van J. Bosscha's Pruisenen Nederland (1857).In een eerdere brief aan Huet hadMultatuli zich erover beklaagt, dat hij stelselmatig

werd doodgezwegen door de Nederlandse pers en dat ook nu weer niemand van zijnlaatste brochure notitie had genomen. Nog geen maand later publiceert Huet eenlovende kritiek in Nederland. Multatuli is dolgelukkig met deze recensie, die Huetop zijn aandringen ook als afzonderlijke brochure laat uitgeven. ‘Zoo iets geeft moed’,schrijft hij aan Tine. En vanaf dat moment beschouwt hij Huet meer en meer als zijnbeste vriend, als zijn enige bondgenoot. Hij zou, schrijft hij, zo graag eens iets voorhém doen.Niet lang daarna zal Multatuli hem inderdaad een dienst bewijzen. Al de tijd dat

Huet en Multatuli met elkaar corresponderen is Multatuli bezig met het maken vanplannen om aan zijn armoedige bestaan in Duitsland een einde te maken. Hij isintussen verhuisd van Koblenz naar Keulen, maar dat leidt niet tot een verbeteringin zijn omstandigheden. Van het werk voor de Opregte Haarlemsche Courant kanhij niet bestaan. Zeker niet, nadat in oktober 1866 zijn honorarium is gehalveerd totvijfentwintig gulden per maand.In sommige van zijn plannen speelt ook Huet een rol. Als deOpregte Haarlemsche

Courant hemminder gaat betalen, steltMultatuli voor om in plaats van korte berichtenuit Duitsland, langere berichten uit Parijs te sturen. Hij vraagt Huet of die niet aande heren Enschedé wil voorstellen hem voor honderd gulden per maand te benoementot correspondent in Parijs. Vanuit Parijs zal het hem niet moeilijk vallen dagelijkseoverzichten te sturen van het Italiaanse, Duitse, Franse en overige Europese nieuws.Gezien de hoeveelheid werk die hij aanbiedt, vraagt Multatuli niet te veel, maar, laatHuet hem weten, de gebroeders Enschedé zullen er weinig voor voelen. Was hij zelfeigenaar van de krant, ja, dan zou hij niet geaarzeld hebben om Multatuli's voorstelaan te nemen. Maar hij is slechts een ondergeschikte. Hij raadt Multatuli aan om zelfeen brief te schrijven aan de Enschedé's.Die raad volgt Multatuli niet op. Hij wist zonder die brief te schrijven ook wel dat

de Enschedé's hem niet als correspondent in Parijs zouden aanstellen. Wel

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 45: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

45

vraagt hij Huet waarom die eigenlijk niet voor zichzelf begint, waarom hij niet zijneigen krant opricht? Dat lijkt Multatuli de oplossing voor alle problemen; Huet kandan schrijven wat hij wil, hij is niet langer knecht maar eigen baas en hij kan hem,Multatuli, tegen een redelijke vergoeding aan zijn blad verbinden. Een krant doorhen beiden geschreven, schrijft Multatuli opgewonden bij het idee, moest welwinstgevend zijn.Of zo'n krant echt winstgevend zou zijn geweest is de vraag, maar ongetwijfeld

was het iets bijzonders geworden. Alleen voelt Huet er niets voor. Zo'n plan is hemveel te gewaagd, hiervoor durft hij zijn goedbetaalde baan bij de Enschedé's niet opte geven.Maar in december 1857 krijgt Huet een aanbod dat veel meer zekerheid biedt en

dat hem wél aantrekkelijk lijkt. En hierbij kan hij de hulp van Multatuli goedgebruiken.

Grootse plannen

Vanuit Nederlands-Indië wordt Huet gevraagd of hij redacteur wil worden van deJava-Bode. Het is een aantrekkelijk aanbod: het blad verschijnt slechts twee keer perweek (met af en toe een extra-nummer), hij krijgt de vrijheid om zijn opinie overallerhande zaken te geven en het salaris is duizend gulden per maand, meer dan hetdubbele van wat hij bij de Haarlemmer verdient. Er zijn echter twee grote bezwarenaan het voorstel verbonden: het contract dat hij krijgt aangeboden heeft een looptijdvan slechts één jaar en verlenging ervan hangt af van het succes van de Java-Bodeonder zijn redactie. Daarnaast moet hij de kosten van de overtocht naarNederlands-Indië zelf betalen. Die voorwaarden maken dat Huet aarzelt. Hij wil,schrijft hij aan Multatuli, geen oude schoenen weggooien voor hij een paar nieuweheeft.Maar Multatuli denkt daar heel anders over. Hij vindt het een fantastisch aanbod.

Huet moet het doen. Het zou hém uitstekend van pas komen als Huet juist nu alsjournalist naar Indië zou gaan, want in de plannen die hem op dat momentbezighouden, komt de aanwezigheid van Huet overzee als geroepen. Multatuli staatnamelijk op het punt om het bestuur van Nederland over te nemen en maakt zich opvoor ingrijpende veranderingen in de samenleving. Eindelijk wordt hij door politiekDen Haag serieus genomen.Ongeveer twee weken voordat Huet het aanbod van de Java-Bode had gekregen,

had Multatuli in de Opregte Haarlemsche Courant gelezen dat de Tweede Kamerde begroting van de minister van Buitenlandse Zaken had afgestemd. Daardoordreigde de val van het kabinet Van Zuylen-Heemskerk, een conservatiefminderheidskabinet dat een jaar eerder was aangetreden, omdat de liberalen onderlingre verdeeld waren om zelf een regering te vormen. De kans was groot dat als ditkabinet zou aftreden, de liberalen aan de macht zouden komen. Dat leek Multatulieen ramp en om die ramp te voorkomen schreef hij een brief aan het conservatieveTweede Kamerlid J.J. Rochussen, die hij nog van vroeger kende. Rochussen waseen invloedrijk man in de politiek: hij was minister geweest en

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 46: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

46

gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Multatuli schreef hem, dat hij hadvernomen dat de ministers hun ontslag hadden aangeboden en dat daardoor de kansgroot was, dat de ‘liberaliserende praatjesmakers eerlangweer vrij spel zullen hebben.’Om dat te verhinderen bood hij zijn hulp aan. Als er nieuwe verkiezingen zoudenworden uitgeschreven, zou hij door te schrijven tegen de liberale politiek, zodaniginvloed kunnen uitoefenen op de kiezers, dat er ‘“nieuw bloed” in ons Parlementkome’.Het is niet zo dat Multatuli zich door dit aanbod onvoorwaardelijk aan de kant van

de conservatieven schaart, maar hij denkt met hun steun een aantal belangrijkehervormingen op binnen- en buitenlands gebied tot stand te kunnen brengen. En hijdenkt Rochussen goed genoeg te kennen om te weten, dat die zulke hervormingeneveneens nastreeft. Om die hervormingen te verwezenlijken is hij bereid deconservatieve regering in Den Haag te steunen.Tot Multatuli's eigen verbazing reageert Rochussen positief op dit aanbod: ‘ik ben

[ervan] overtuigd dat Uwe pen invloed op de openbare meening heeft en gevolgelykeen steun voor de Regering zou zyn.’ Eén ding echter moet Multatuli hem beloven:namelijk dat hij het cultuurstelsel niet zal aanvallen. Verder moet Multatuli hemmaar laten weten op welke voorwaarden hij zijn steun wil verlenen.Die belofte vormt voor Multatuli geen enkel probleem. Hij is nooit tegen het

cultuurstelsel geweest. Al in 1862 had hij een brochure tegen de ‘vrije arbeid’geschreven en om alle twijfel hierover in conservatieve kring weg te nemen, schrijfthij over hetzelfde onderwerp een tweede brochure: Nog eens: Vrije-Arbeid inNederlandsch-Indië. Die brochure wordt pas in 1870 gepubliceerd, maar fragmenteneruit zendt hij in handschrift naar Den Haag.Op de vraag van Rochussen over de voorwaarden waarop Multatuli de

conservatieve partij wil steunen, heeft hij niet meteen een antwoord. Die vraagovervalt hem, hij moet er nog eens over nadenken. Evenmin staat hem helder voorogen hoe hij de conservatieven kan helpen. Het lijkt erop alsof het antwoord vanRochussen voor Multatuli als een totale verrassing komt. Het duurt een paar dagen,maar dan beseft Multatuli dat hier grote zaken gedaan kunnen worden en een weeklater schrijft hij aan Huet, dat hij in serieuze onderhandeling is met de regering,onderhandelingen waar hij veel van verwacht. Al zijn andere werk moet hiervoorwijken. Hij hoopt spoedig naar Den Haag te zullen verhuizen. Als hij daar eenmaalis, zal hij Huet opzoeken.Multatuli heeft van deze onderhandelingen de meest overspannen verwachtingen.

Ook als hij miljonair wordt, schrijft hij aan Huet, zal hij - uit piëteit - zijn bulletinvoor de Opregte Haarlemsche Courant aanhouden. Aan Tine laat hij weten, dat hijhoop heeft op ‘herstel, en dan later zelfs op een groote carrière.’ Hij verwacht, datTine en de kinderen op korte termijn bij hem terug kunnen komen. Ze zullen in DenHaag gaan wonen, waar hij denkt wel vijfhonderd gulden huur te kunnen betalen.Hij weet nu ook wat hij wil: hij wil een functie als adviseur in dienst van de regering.Hij heeft vergaande plannen op het gebied van de binnenlandse politiek - eengrondwetsherziening is naar zijn mening noodzake-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 47: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

47

lijk -, de buitenlandse politiek - België moet tussen Nederland en Frankrijk verdeeldworden - en de koloniale politiek. De conservatieve regering moet die plannenuitvoeren en hij, Multatuli, zal door middel van de publiciteit ervoor zorgen, dat dieplannen door de Tweede Kamer aanvaard worden en dat zij kunnen rekenen op desteun van een meerderheid van de bevolking.In ruil voor zijn hulp stelt Multatuli enkele forse eisen: hij wil eerherstel, dat wil

zeggen dat zijn ontslag uit de Indische dienst ongedaan gemaakt moet worden en hijeist de uitbetaling van twaalf jaar achterstallig wachtgeld; daarna moet hij terbeschikking gesteld worden van deminister van Binnenlandse en die van BuitenlandseZaken. Het spreekt vanzelf, dat hij daarvoor een goed salaris zal ontvangen.Het spreekt eigenlijk ook vanzelf dat dit allemaal veel te hoog gegrepen is. Als

Huet hiervan hoort, vraagt hij ongelovig aan Multatuli: ‘Kunnen zy doen wat gevraagt?’ Het antwoord van Multatuli is: ‘Ja! En nog meer, 't zou verstandig zyn.’Het klinkt achteraf onvoorstelbaar maar de regering was inderdaad in ernstige

onderhandeling met Multatuli. Om hem persoonlijk te kunnen spreken werd zijngevangenisstraf ongedaan gemaakt. Hij reisde van Keulen naar Den Haag en spraker met Rochussen, met de leider van het kabinet, de minister van BuitenlandseJ.Ph.J.A. graaf van Zuylen van Nijevelt, en de minister van Koloniën, J.J. Hasselman.Men verwachtte veel van Multatuli. Door tegen de liberalen te schrijven zou hij deconservatieven aan een meerderheid kunnen helpen. Ondenkbaar was dit niet. Dedemocratie die Thorbecke in 1848 in Nederland had geïntroduceerd was eendemocratie voor een kleine burgerlijke elite. De Tweede Kamer telde ongeveerzeventig leden, die gekozen werden door de rijkste inwoners van het land, de hoogstaangeslagenen in de belastingen. In totaal ging het om niet meer dan elf procent vanalle mannen boven de drieëntwintig, dat wil zeggen nog geen drie procent van detotale bevolking, minder dan honderdduizend kiezers. Bij de verkiezingen voor deTweede Kamer ging het dus om kleine getallen.

‘Een hooggeplaatst persoon’

Al in een vroeg stadiumwordt ook Huet bij deze megalomane plannen vanMultatulibetrokken. Als hij hem in december 1867 schrijft over het aanbod van de Java-Bodestuurt hij hem tegelijkertijd een programma toe met zijn ideeën over de kolonialepolitiek, dat hij via de Java-Bode bekendheid wil geven. Multatuli is opgetogen overdit programma, want het stemt bijna geheel met dat van hem overeen. Wat Huet vanhem wil weten, is: kan een krant die deze ideeën uitdraagt in Indië bestaan en zijner mensen in Nederland die zich voor zijn programma interesseren?Nu ziet Multatuli een kans om eindelijk eens iets voor Huet terug te doen, terwijl

het tegelijkertijd volkomen strookt met zijn eigen plannen. Allebei willen ze immersde liberale koloniale politiek bestrijden en zou Huet redacteur van de Java-Bodeworden, dan kon die hem in Indië goed helpen. Aan Tine schrijft hij: ‘Huet is eensolide bondgenoot! Dat hij naar Indië gaat is goed voor my, voor z'n

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 48: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

48

invloed dáár, maar hier in Holland zal ik hem zeer missen.’ Op Huets vragenantwoordt Multatuli met een wedervraag:

Mag ik over het u gedaan voorstel, over uwe waarschynlyke aanneming,schryven aan een hooggeplaatst persoon, met het voorstel u met hem inaanraking te brengen? Ik ben zeker, dat hy u gaarne zou willen spreken.Hy moet er belang in stellen u te zien.

Dat wil Huet wel en een paar dagen later schrijft Multatuli een aanbevelingsbriefvoor Huet aan Rochussen. Rochussen ruikt een nieuwe kans om een invloedrijkschrijver voor de conservatieve zaak te winnen en nodigt Huet uit voor eenvertrouwelijk onderhoud; dit tot grote vreugde van Huet, want hier opent zich hetvooruitzicht om naar Indië te gaan en tegelijkertijd het risico van een contract vooréén jaar zoveel mogelijk te beperken. Wat hij wil is een vaste aanstelling in dienstvan de regering, zodat, mocht het misgaan bij de Java-Bode, hij tenminste van eeninkomen verzekerd is. Dankzij Multatuli's bemiddeling lijkt dit mogelijk te wordenen dankbaar schrijft hij hem:

Weet gij wel dat gij een toovenaar zijt, mijnheer, en dat het uwe schuldniet zal zijn, indien door uwe tusschenkomst mijne positie tegenover denuitgever van den Javabode niet aanmerkelijk verbeterd wordt? Van hartewensch ik dat uit den invloed, dien gij thans uitoefent, iets goeds voor umoge voortspruiten en ook ik eenige droppelen zal mogen opvangen vanhet stortbad van zegeningen hetwelk over u staat uitgegoten te worden.

Dat stortbad van zegeningen liet lang op zich wachten en uiteindelijk liepen deonderhandelingen op niets uit. Ook Rochussen die zoveel tijd in hem gestoken had,moest tot de conclusie komen dat Multatuli veel te onhandelbaar was om hem voorde politieke doeleinden van de conservatieve partij te kunnen gebruiken. Teleurgesteldschrijft hij in maart 1868 aan Van Zuylen: ‘De onderhandeling met D. Dekker looptniet zooals ik gehoopt had. Hij is wel bijzonder geniaal en knap, maar ook zeerexcentriek en verwaand. Hij denkt dat van hem of van zijne pen alles afhangt.’Een maand lang heeft Multatuli in Den Haagmet de conservatieven onderhandeld,

maar als hij op 5 april hoort dat er zelfs van eerherstel geen sprake kan zijn, druipthij verbitterd en teleurgesteld weer af naar Keulen.Tijdens zijn bezoek aan Den Haag hebben Multatuli en Huet elkaar een paar keer

gezien. Multatuli logeerde nog maar een paar dagen in Den Haag, toen Huet hemopzocht. Op zaterdag 7 maart had Huet een afspraak met Hasselman. Huet haddankbaar gebruik gemaakt van de introductie van Multatuli en in een vertrouwelijkonderhoud met Rochussen zijn diensten aangeboden aan de conservatieven. Zonderomhaal van woorden had hij aan Rochussen gevraagd wat het

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 49: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

49

de regering waard zou zijn, als hij als redacteur van de Java-Bode ervoor zou zorgendat tenminste een van de Indische kranten zou ophouden ‘stelselmatig oppositie tevoeren’. Het opvallendste kenmerk namelijk van de Indische pers was de politiekeeensgezindheid: alle daar verschijnende kranten waren liberaal en tegen hetcultuurstelsel.Rochussen stuurde hem door naar Hasselman. Opmerkelijk is dat Huet Multatuli

hierover aanvankelijk niets verteld heeft. Pas als Multatuli hem er nadrukkelijk naarvraagt, geeft Huet toe dat hij met Hasselman en Rochussen heeft gesproken.Multatuliis hier niet blij mee. Hij laat Huet weten, dat het niet zijn bedoeling is geweest, datHuet buiten hem om afspraken zoumakenmet de regering.Wat dan wel de bedoelingvan de introductie was, onthult Multatuli niet, maar dat laat zich wel raden. Ze haddenin deze zaak samen moeten optrekken.Maar Huet trekt zich daar niets van aan. Als hij op 7 maart op audiëntie gaat bij

Hasselman, heeft hij alleen zijn eigen belangen op het oog. Na afloop van hetonderhoud zoekt hij Multatuli op.Het gesprek, vertelt hij hem, is teleurstellend verlopen. Wat hij eigenlijk wil -een

aanstelling in dienst van het gouvernement in Indië - zit er niet in. Het enige wat zehem kunnen aanbieden, is een aanbeveling van de regering om zich ter beschikkingte stellen van de gouverneur-generaal. In ruil daarvoor kunnen ze hem en zijn gezineen vrije overtocht geven ter waarde van drieduizend gulden -een aanzienlijk bedragin die tijd. Hij heeft het geaccepteerd, maar alleen bij gebrek aan beter. Hij is duidelijkteleurgesteld. Multatuli heeft met Huet te doen en zegt hem troostend toe dat zodrahij de macht in handen heeft, hij voor een vaste aanstelling zal zorgen.Die troostende woorden getuigen van een vriendschap die in schril contrast staat

met het gebrek aan openhartigheid dat Huet hier aan de dag legt. Want wat hijMultatuli niet vertelt, is, dat hij behalve een aanbeveling voor de gouverneur-generaalook een opdracht heeft gekregen; een opdracht om te onderzoeken hoe de dagbladpersin Indië het best in toom gehouden kon worden. De voortdurende aanvallen van deliberale pers waren de conservatieven een doorn in het oog. Huet zou, na onderzoek,de gouverneur-generaal van advies dienen welke maatregelen er genomen moestenworden om de schadelijke invloed van de liberale pers tegen te gaan. Die opdrachtwas geheim - en Huet houdt die opdracht geheim; ook voor Multatuli.Eén of twee weken later - waarschijnlijk in het weekend van 21 op 22 maart -komt

Multatuli in Bloemendaal logeren. Het is voorlopig hun laatste ontmoeting; eenontmoeting waaraan Huet goede herinneringen bewaarde:

In het dagelijksch leven vonden mijne huisgenooten en ik Multatuli zeerbeminlijk. De jeugd wist hij bezig te houden en te vermaken door haar opde knie te nemen, en met haar zich te verdiepen in uitknipsels enkaartehuisjes. De vrouwen boeide hij door den toon van overtuigingwaarophij paradoxale maatschappelijke stellingen verdedigde.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 50: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

50

Tijdens zijn verblijf op Sorghvliet [zo heette het huis van Huet], herinnerik mij, was hij vervuld met het denkbeeldig huwlijk van een jongenHollander en eene jonge Hollandsche zijner kennis. Het meisje was nietgevraagd. De jonge man, erg bedeesd, durfde niet. Van eene gewoneechtverbindtenis kon geen spraak zijn. Maar wat zou dit? Het meisje moestaangemoedigd worden. Zij moest leeren het als hare levenstaak tebeschouwen den jongen man te ‘ontbolsteren’.Voor zoover ik weet is deze ontbolsteringsproef nooit genomen, of nietop denzelfden persoon. Hetgeen niet verhinderde dat wanneer Multatuli,'s avonds in de huiskamer, bij een kopje thee onder de lamp, zulkestokpaarden bereed, men het eene oogenblik genoeglijk lachte, het anderemet hem de vleugels van den geest repte, en steeds aan zijne lippen hing.

Maar over de opdracht en de vrije overtocht werd dat weekend met geen woordgesproken.Toen Multatuli terugging naar Den Haag, had hij nog steeds het idee, dat Huet

zijn beste vriend was. Ook na de mislukking van zijn eigen onderhandelingen en zijnsmadelijke aftocht naar Keulen, kwam er geen verandering in die gevoelens. AlsHuet op het punt staat naar Batavia te vertrekken, schrijft Multatuli aan Tine: ‘Huetgaat eerstdaags naar Indie. Dat is my een groot verlies. Hy was een soliede steun, alkon hy dan ook niet regtstreeks helpen met geld.’

De breuk

Terwijl Huet op weg was naar Indië viel in Nederland het kabinet en trad een liberaalkabinet aan. Het betekende het definitieve einde van Multatuli's plannen; van eenliberaal kabinet had hij niets te verwachten. Het betekende voor Huet het einde vande geheimhouding van zijn opdracht. Eén van de eerste dingen die het nieuwe kabinetdeed was onthullen dat Huet een betaalde overtocht had ontvangen, in ruil voor hetgeven van een advies om de pers in Indië aan banden te leggen. Toen Multatulihoorde wat Huet met de regering in Den Haag had bekokstoofd, verbrak hij allebanden. Hij voelde zich door hem verraden. TegenMimi zei hij: ‘Ik vertrouwde hem.Ik zond hem naar Rochussen in de overtuiging, dat hy en ik eenzelfde schoone zaakvoorstonden, en als een lakei, zonder zich om onze zaak te bekommeren, empocheerthij een nietige fooi.... fi donc!’Op zijn eigen, hem kenmerkende manier vertekent Multatuli hier de geschiedenis.

Van ‘eenzelfde schoone zaak’, van ‘onze zaak’ is nooit sprake geweest. Het enigewat zij in de onderhandelingen gemeen hadden, was dat zij alle twee iets van deregering gedaan wilden krijgen. Beiden boden aan de conservatieve regering hundiensten aan en beiden vroegen in ruil daarvoor een overheidsbetrekking. MaarMultatuli's eisen en verlangens waren buitensporig. Dat de onderhandelingen vanMultatuli met de regering niets opleverden, kan geheel geweten worden aan zijnhalstarrige, compromisloze houding. Ook waren zijn verwachtingen veel te hoog.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 51: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

51

Huet was veel meegaander. Zijn eisen waren redelijker, en als het ene niet kon, namhij genoegen met het andere. Het resultaat was, dat hij wel iets bereikte.De voorstelling van zaken, die Multatuli geeft, als zouden zij samen hebben

gestreden voor één zelfde zaak, klopt dus niet.Wel - maar dat spreekt vanzelf -hooptenze voor elkaar, dat ze zouden slagen in hun onderhandelingen; ook dachten ze overvele politieke zaken gelijk, en hadden ze waardering voor elkaar; maar samengewerkthebben ze nooit. Het enige watMultatuli voor Huet gedaan heeft, is hem introducerenbij Rochussen. Dat is alles. Hij had in feite geen enkele reden om Huet iets teverwijten, of het moest zijn dat Huet het feit dat hij een geheime opdracht hadgekregen voor hem verzweeg.Jaren later heeft Multatuli hierover aan Vosmaer geschreven:

Ik weet (in zekeren zin) meer van Huet dan gy en vooral dan Publiek. Z'nf 3000-historie is verkeerd beoordeeld. Hy is te-gelykertyd onschuldigeren schuldiger dan ‘men’ meent. Ik weet het quia pars magna fui in diezaak [omdat ik daar zeer nauw bij betrokken was] (Niet in 't geld, by Jove!)‘Men’ weet er 't rechte niet van! De opheldering zou me wel 3, 4 vel drukskosten [Multatuli dacht dus zo'n vijftig à zestig bladzijden nodig te hebbenom deze zaak op te helderen], dus: tot later, en liefst mondeling.

Het is jammer dat die opheldering er nooit is gekomen, want dan hadden we numisschien geweten wat Multatuli Huet precies verweet.Huet had er geen idee van. Hij begreep niet waarom Multatuli boos op hem zou

moeten zijn. Hij had hem twee jaar lang met raad en daad ter zijde gestaan. De laatstekeer dat ze elkaar gezien hadden, waren ze als goede vrienden uit elkaar gegaan. Hijhad Multatuli op de hoogte gehouden van de voortgang van zijn onderhandelingen;alleen over de opdracht had hij gezwegen. Het aannemen van die opdrachtbeschouwde hij als zijn zaak en hij zag niet in hoe hij daardoor de belangen vanMultatuli ook maar in het minst had kunnen schaden. Bovendien zou hij in deJava-Bode, geheel in overeenstemming met zijn door Multatuli indertijd zotoegejuichte programma, zijn ideeën over de koloniale politiek uiteenzetten.Nee, Huet was zich van geen kwaad bewust. In december 1868 stuurt hij Multatuli

een uitvoerige en hartelijke brief uit Batavia. Die brief heeft Multatuli niet meerbeantwoord.

Groeiende vijandschap

Aanvankelijk liet Multatuli zich in het openbaar nog gunstig over Huet uit. In 1873,in de zesde bundel Ideeën, schreefMultatuli over de criticus Huet: ‘Wat de Fantasieënvan Busken Huet aangaat, dát is Kritiek!’ Maar dat is wel de laatste keer dat hij zichzo positief over Huet uitlaat.Na 1873 ontwikkelde Multatuli een groeiende afkeer van Huet. Het zal wel

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 52: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

52

geen toeval zijn dat die ontwikkeling begint in hetzelfde jaar dat hij bevriend raaktemet Vosmaer. Ooit was Vosmaer een van Huets beste vrienden geweest, maar dievriendschap was in de loop der jaren omgeslagen in haat en het kan haast niet andersdan dat Vosmaer die gevoelens overbracht op Multatuli.Een nog grotere hekel kreeg Multatuli aan Huet na 1876. Hij kon het niet

verkroppen dat Huet, die zonder een cent op zak naar de kolonie was vertrokken, alseen - ogenschijnlijk - gefortuneerd man was teruggekeerd. Sinds zijn terugkeerwoonde hij in de mooiste appartementen op de mooiste locaties in Parijs. Daar stakde armoede waaronder Multatuli te lijden had schril bij af. Dat de door Huetuitgedragen weelde op niets anders gebaseerd was dan op een opeenstapeling vanschulden kon Multatuli niet weten. Dat wisten zelfs Huets vrouw en zoon niet; daarzouden zij pas na zijn dood achterkomen.In elk geval is het niet de affaire Hasselman dieMultatuli's oordeel over Huet deed

omslaan. Pas na 1876 spreekt Multatuli in steeds negatievere bewoordingen overhem. Dan krijgt hij ook spijt van het gunstige oordeel over Huets kritieken. Het wasdom van hem geweest om in 1873 zo waarderend over zijn kritiek te hebbengesproken. Multatuli zoekt dan naar een geschikt moment om het oude oordeel teherroepen.Hij doet dat in twee etappes: eerst neemt hij in 1877, in een noot bij de zevende

bundel Ideeën, afstand van zijn uitspraak uit 1873 en vervolgens voegt hij aan detweede druk vanDuizend en eenige hoofdstukken over Specialiteiten een felle aanvaltoe op Huets persoon en kritiek. Als die tweede druk verschijnt is het al 1879.Huet was dat niet ontgaan. Vosmaer was zo vriendelijk geweest om in De

Nederlandsche Spectator de mensen er uitdrukkelijk op te wijzen. Maar wat Huetniet wist, was hoe kwaadaardig Multatuli zich in zijn particuliere correspondentieover hem uitliet: ‘Die kerel is my 'n walg’. Huet maakte misbruik van zijn pen: hij‘knoeit, draait, seurt, en zanikt’; hij maakte zich zich schuldig aan ‘taalbederf’ envervuilde de Nederlandse taal met gallicismen. Als Huet een roman vertaalt van deFranse schrijver Xavier de Montépin, is het volgens Multatuli typisch iets voor Huetom ‘een roman van zo'n Franse flikker’ te vertalen.Multatuli heeft - het zal duidelijk zijn - na 1876 voor Huet geen goed woord meer

over.Maar Huet wist dat niet; hij kon niet weten hoeMultatuli in vertrouwelijke brieven

over hem sprak.

‘Een gemeen sujet’

Na 1868 hebbenMultatuli en Huet elkaar nog één keer ontmoet, op een zondagavondin februari 1880 op het station van Rotterdam. Multatuli was op toernee doorNederland en had een paar dagen tevoren een lezing inMiddelburg gehouden en wasnu op weg naar zijn volgende bestemming, Hengelo, waar hij een dag later zouspreken; Huer was op doorreis van Brussel naar Arnhem. Terwijl Multatuli met eenkruier in gesprek was over het dragen van zijn bagage, kwam Huet aanlopen. Ookhij had iemand nodig voor zijn koffers. Hij had haast en

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 53: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

53

drong zich in het gesprek. Multatuli herkende zijn stem en negeerde hemdemonstratief; hij sprak druk verder met de kruier, niet van plan Huet de kans tegeven er tussen te komen. Huet, die Multatuli intussen ook herkend had, probeerdedat ook niet; hij deed een stap terug en wachtte geduldig tot Multatuli was uitgepraat.Die beschouwde dit als een triomf: hij had Huet het zwijgen opgelegd. Had Huetzijn geduld niet kunnen bedwingen en zou hij zich in het gesprek gemengd hebben,dan had Multatuli zijn antwoord al klaar gehad: ‘Als-i doorgesproken had, zou ikhem waarschynlyk 'n ruwheid gezegd hebben. Misschien: “eerst heeren en danlakeien” of zoo iets. Nu 't hoefde niet.’ Achteraf vond Multatuli het eigenlijk weljammer dat Huet hem die gelegenheid niet gegeven had en aan vrienden mocht hijlater graag vertellen dat hij Huet met deze woorden een keer op zijn nummer hadgezet.Huet heeft van deze kleine triomf van Multatuli niets gemerkt. Het onvriendelijke

gedrag op het station maakte weinig indruk op hem en beïnvloedde zijn oordeel niet.Hij bewonderde hem als schrijver en dacht met plezier aan de jaren terug dat hij hempersoonlijk had gekend. Hij begint zijn biografie voor Onze hedendaagscheletterkundigen met het ophalen van herinneringen aan de paar keer dat zij elkaarontmoet hadden. Het zijn liefdevolle, weemoedige herinneringen die getuigen vansympathie.Maar Multatuli is niet ontvankelijk voor enig vriendelijke gebaar van zijn kant.

Als hij van Vosmaer hoort dat Huet zijn biografie zal schrijven, begrijpt hij niet waardie het lef vandaan haalt. ‘Hy moest verlegen zyn m'n naam te noemen [...]: hy is 'ngemeen sujet’. Multatuli is niet van plan om op welke manier dan ook hieraan zijnmedewerking te verlenen. Nog bozer is hij als hij hoort dat Huet een dagboek vanhem in handen heeft gekregen, dat hij in zijn Indische jaren had bijgehouden. Huethad, schrijft hij in deze biografie, ‘vergunning bekomen’ hieruit ‘deze en gene proefmede te deelen.’Maar die vergunning hadMultatuli hem nooit verleend en hij begrijptniet waar Huet dit zogenaamde dagboek vandaan heeft. ‘Dat ik dat werkelykgeschreven heb, is duidelyk’, zei Multatuli tegen Mimi nadat hij Huets biografieonder ogen gekregen had, ‘dat is zonder twyfel; maar waarom heb ik dat geschreven,en aan wien? Een dagboek heb ik nooit gehouden, dat begryp je zoo wel. Geenmensch die wezenlyk iets beteekent, houdt ooit een dagboek! Maar wat is dat danvoor schryvery, en hoe komt Huet er aan?’Op zoek naar biografische gegevens overMultatuli had Huet inlichtingen gevraagd

aan de Haarlemse uitgever A.C. Kruseman, die in zijn jeugd met Multatuli bevriendgeweesr was. Kruseman had hem inzage gegeven in een brief die Multatuli in 1851vanuit Menado aan hem gestuurd had. Nadat Multatuli uit Nederland vertrokkenwas, hadden zij elkaar uit het oog verloren totdat onverwachts, na dertien jaar,Multatuli weer contact met zijn vroegere jeugdvriend gezocht had, die intussenuitgever geworden was. Hij schreef hem een brief van maar liefst vierenveertigdichtbeschreven kantjes, die tussen 24 februari en 6 mei 1851 was ontstaan eninderdaad trekken van een dagboek vertoont. Multatuli

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 54: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

54

was het bestaan van deze brief totaal vergeten. Iemand moest dit geschrift van hemgestolen hebben.Huet maakte gebruik van deze brief om de schrijver Multatuli, die pas negen jaar

later zijn debuur zoumaken, al in een pril stadium te leren kennen. Zulke documentengaven inzicht in de ontwikkeling van zijn schrijverschap. In de literaire portrettendie hij indertijd voor De Gids had geschreven, had hij met hetzelfde doel ook weleens van ongepubliceerde brieven gebruik gemaakt. Alleen citeerde hij er toen nietuit. Nu deed hij dat wel, en toestemming ervoor had hij niet gevraagd. Wel was hijzich ervan bewust dat het kopijrecht van deze brief bij Multatuli berustte, maartegelijkertijd realiseerde hij zich dat hij van hem nooit toestemming zou krijgen omhieruit te citeren. Bovendien had hij niet het idee dat hij hiermee een erge zondebeging. De citaten uit de brief namen nog geen tien procent van het totaal in beslagen lieten Multatuli bovendien van zijn beste kant zien. in zijn onschuld stuurt Huethem de aflevering nog toe, met zijn vriendschappelijke groeten. Maar Multatuli isniet van plan hierop te antwoorden. Hij is buiten zichzelf van woede over dit‘indelikaat gebruik maken van gestolen stukken’. Het grijpt hem zo aan dat hij eentijd lang bijna geen brieven meer durft te schrijven uit angst dat ze later gestolenzullen worden: dit schandalige optreden van de ‘arrikelfabrikant’ Huet maakt ‘allevertrouwelykheid in korrespondentie onmogelyk’.Weer was Huet zich van geen kwaad bewust. Hij hadMultatuli alle lof toegezwaaid.

Hij had hem geniaal genoemd, hij had hem uitgeroepen rot ‘den oorspronkelijkstennederlandschen schrijver van onzen tijd’. Multatuli was, verklaarde hij, een van deweinige Nederlanders die in het bezit waren van ‘stijl’, een zaak waarmee ‘iets vanblijvende waarde bedoeld wordt’. Door die stijl hadden zijn werken onafhankelijkvan de zaak die erin bepleit werd een reden van bestaan, en die stijl was de reden dat‘men hem liefheeft en bewondert ook wanneer menmet hem van gevoelen verschilt.’Mooier en beter kon Huet zijn bewondering niet onder woorden brengen en toenKruseman dit gelezen had, schreef hij: ‘Als Dekker nu nog boos zou kunnen wezenover het gebruiken van zijn brief, wanneer zou hij dan ooit content kunnen zijn!’Kruseman was de enige niet die er zo over dacht. Zowel zijn tijdgenoten als latereMultatuli-kenners waren en zijn van mening dat Huet in deze eerste biografie vande grote schrijver hem in alle opzichten recht gedaan heeft. Maar Multatuli was desduivels over Huets werk, hij wilde het niet eens lezen.

Slot

Achteraf kan men niet anders dan vaststellen dat bij alle verwanrschap die er tussenhen bestond, de verschillen toch nog groter waren. Over politieke zaken waren zijhet in veel opzichten eens en Huets respect voor Multatuli's literaire kwaliteiten wasen bleef groot. Maar een langdurige vriendschap tussen hen was onmogelijk. Het isopvallend dat het in het begin steeds Multatuli is van wie het initiatief uitgaat, diezich als het ware opdringt aan Huet. Multatuli had graag

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 55: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

55

met hem iets op touw gezet, samen een dagblad begonnen bijvoorbeeld. Huet heeftzich van zulke plannen steeds gedistantieerd. Zijn antwoorden op Multatuli'svertrouwelijke, persoonlijke en vaak geestdriftige brieven, maken een afwerendeindruk. Huet voelde stellig sympathie voor hem,maar hij wilde zich niet metMultatuliverbinden. Multatuli daarentegen wilde niets liever dan een bondgenootschap. Hijbombardeert Huet tot zijn beste vriend en bondgenoot. Dat Huet dat meer was in zijnfantasie dan in werkelijkheid, heeft Multatuli nooit beseft. Zijn woede over Huetstrouweloosheid was daarom even onrechtvaardig als zij oprecht gemeend was. ToenMultatuli hem bij Rochussen introduceerde dacht hij samenmet Huet één zelfde doelna te streven. Hij zou vanuit Den Haag Nederland reorganiseren en Huet zou vanuitBatavia, onder zijn supervisie, hetzelfde doen in Nederlands-Indië.Zulke megalomane plannen heeft Huet nooit gekoesterd.Huet en Multatuli waren geen mensen voor elkaar. Huet had geen hoge

verwachtingen van de wereld. In de loop der jaren had het idealisme bij hem plaatsgemaakt voor een berustend scepticisme. Dat de wereld niet deugde, dat wist hij.Dat de godsdienst een zaak van het verleden was, daarvan was hij overtuigd. Zijnvertrouwen in de mens was gering. Hij was niet blind voor de misstanden in demaatschappij, maar hij geloofde niet dat een revolutie hierin verandering kon brengen.Zijn intelligentie verbood hem om te geloven in een paradijs op aarde. De kunst enmet name de literatuur was het enige wat nog glans gaf aan het leven, zijn enigetroost in een chaotische en door onbeheersbare krachten bestuurde wereld.Het idealisme van Multatuli was onverenigbaar met Huets scepticisme. Multatuli

heeft de hoop op een betere wereld nooit opgegeven. Hij was een idealist, overtuigdvan zijn eigen gelijk en bereid daarvoor te vechten. Hij geloofde in een wereld waarinuiteindelijk het recht zou zegevieren. Hij werd de profeet en de martelaar van heteigen gelijk. Hij paste zich niet aan, hij sloot geen compromissen, hij bleef trouwaan zichzelf en zijn zaak.Die oprechte idealistische houding heeft, ondanks de voorspelbare

onvruchtbaarheid, een grote aantrekkingskracht gehad op vele groepen in desamenleving. De onderdrukten, de ontevredenen, de miskenden, de slachtoffers vanhet systeem; zij voelden zich tot hem aangetrokken. Hij kreeg in hun ogenbovenmenselijke afmetingen. Het leidt tot reacties als die van E. du Perron: ‘Menhoudt van Multatuli of niet, compleet, dus met zijn fouten, het wikkend oordelenkomt bij deze figuur nog altijd op bedillen neer, door de wonderlijke hitte die zijnnaleven nog afstraalt.’ Multatuli dwong de mensen om te kiezen: men was voor ofmen was tegen hem. Huet koos voor zichzelf, en daardoor, zonder het te beseffen,tegen Multatuli.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 56: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

56

Teruggevonden brieven Multatuli-Funke

Inleiding

Sinds enkele jaren wordt er in Nederland werk gemaakt van het conserveren vanbeschreven en bedrukt papieren erfgoed. In het kader van dit landelijke project,Metamorfoze genaamd, werden eerst papieren literaire collecties en worden thansook andere cultureel belangrijke collecties vastgelegd op microfilm om de informatieop het kwetsbare materiaal voor het nageslacht te bewaren. Kwetsbaar, want heterfgoed waar we het hier over hebben dateert uit de periode 1840-1950, waarinveelvuldig gebruik werd gemaakt van houthoudend papier. Deze papiersoort blijktniet tegen de tand des tijds bestand: hij verzuurt, verkruimelt en verdwijnt tenslotte.

Het Multatuli Museum heeft de afgelopen jaren diverse deelcollecties bij hetMetamorfozeproject onder kunnen brengen, bijvoorbeeld de brochures enkrantenknipsels. Dit jaar wordt de bruikleencollectie brieven en andere handschriftenvan Multatuli behandeld. Dit bruikleen berust sinds de jaren dertig van de vorigeeeuw bij de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Bij voorbereiding van hetverfilmingstraject werden alle documenten van het bruikleen stuk voor stuk bekekenen is er een inventaris gemaakt waarin elk document afzonderlijk werd opgenomen.De hoeveelheid blijkt indrukwekkend: het gaat om ongeveer 5000 items. Als leidraadbij de inventarisatie hebben de Volledige werken (VW) gediend. Bij deze inventarisatiebleek dat er vele tientallen documenten nimmer zijn opgenomen in de VW. Nu washet wel bekend dat de bezorgers van de VW brieven geheel of deels hebbenweggelaten. Maar bij het inventariseren van de als aparte deelcollectie bewaardgebleven correspondentie tussen Multatuli en zijn uitgever George Lodewijk Funke(1836-1885) blijken 21 epistels geheel niet of slechts ten dele gepubliceerd te zijn:in de VW, of in de Briefwisseling tusschen Multatuli en G.L. Funke 1871-1885(Amsterdam 1947) of in de brievenuitgave (1891-1896) bezorgd door Multatuli'sweduweMimi Hamminck Schepel. Tijdens het werken aan deel 15 en 16 van de VW,respectievelijk verschenen in 1983 en 1984, waren deze brieven kennelijk nietbeschikbaar of zijn ze over het hoofd gezien. Eén brief komt uit 1873, negentienbrieven stammen uit 1874 en er is één ongedateerd fragment. De meeste brieven zijnvan Multatuli afkomstig; een paar zijn geschreven door Mimi. De inhoud, hoewelniet spectaculair, lijkt voldoende reden te geven om ze voor het publiek beschikbaartemaken. Daarmeeworden de leemtes opgevuld die in bovengenoemdeBriefwisselingdoor tekstbezorger Funke (kleinzoon van de uitgever) als volgt werden verantwoord:‘Voor het grootste deel weggelaten heb ik het heen en weer geschrijf over drukproevenen andere technische details der uitgeverij, over geldelijke regelingen.’ (t.a.p., p. 5-6)We delen echter de mening van Marita Mathijsen die er in haar standaardwerk

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 57: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

57

Naar de letter (Assen 1995) op wijst dat onbelangrijk lijkende epistels over dagelijksebeslommeringen, met veel herhalingen in thematiek, juist aandacht verdienen: zehelpen om het innerlijk van de schrijver scherper voor de lezer neer te zetten.Mathijsen noemt de hiaten in de briefwisseling Multatuli-Funke als voorbeeld (p.370-372).

Wijze van annoteren

De wijze van tekstbezorging en commentaar is ons duidelijk ingegeven door debescheiden ruimte die een aflevering vanOver Multatuli nu eenmaal biedt. Voor eengoed begrip van de periode waarin deze correspondentie zich afspeelt moeten wedaarom verwijzen naar de inleidingen van en naar (de toelichtingen bij) de tekstenzelf in de delen 15 en 16 van de VW, naar de biografie van Dik van der Meulen ennaar in sommige noten genoemde secundaire literatuur. Een prominent onderwerpin deze brieven is de portrettenkwestie, waar Hans Rooseboom veel verduidelijkendsover heeft geschreven in Over Multatuli 24, nr. 49, 2002, p. 18-37.De belangrijkste personen en zaken die in de brieven voorkomen worden wel in

noten toegelicht. Een ‘gemiddelde’ lezer van de correspondentie wordt hiermeegeacht een eerste leesronde te kunnen maken zonder al te veel raadpleegwerk vansecundaire bronnen. De keuze war wel en wat niet te verklaren, altijd subjectief,komt voor rekening van de redactie. Kenners van Multatuli's werk, zoals de vastelezers van dit blad, zullen vele annotaties ongetwijfeld kunnen overslaan.Voor de presentatie conformeren we ons grotendeels aan de annoratiewijze van

de VW. Dat wil onder andere zeggen: de brieven zijn op de gebruikelijke wijzegetranscribeerd; noten en tekstuele aantekeningen bij de transcriptie (zoals oplossingenvan sommige afkortingen of vermelding van doorhalingen) worden vóór de brieftekstgegeven. Onderstreepte woorden zijn gecursiveerd.Woorden die dubbele, driedubbeleof meer onderstrepingen hebben staan in KLEIN KAPITAAL. Multatuli's (en Mimi's)y is y gebleven. Aaneenschrijvingen zijn gehandhaafd. Waar achter zinnen puntenontbraken, zijn die stilzwijgend toegevoegd. Kennelijke verschrijvingen zijn ookstilzwijgend verbeterd. Af en toe zette Multatuli bij wijze van ‘witregels’ russen dealinea's lange strepen in de tekst. Deze zijn aangegeven met - De alinea-indeling vande brieven is aangehouden.De ondertekeningen zijn steeds gelijk: ‘DD’ (Douwes Dekker/Multatuli) en

‘MimiHS’ (Mimi Hamminck Schepel). In de brieven komen nogal eens titels van(herdrukken van) Multatuli's werk voor, zoals Ideen, Minnebrieven, VerspreideStukken, Vrije Arbeid, De Bruid daarboven, Max Havelaar. Deze worden niettoegelicht.

Vindplaats

Zoals hierboven vermeld komen de aangetroffen brieven uit het bezit van deUniversiteitsbibliotheek van Amsterdam. Signaturen zijn niet bekend; voor zoverwij hebben kunnen nagaan zijn er geen enveloppen bewaard gebleven.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 58: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Kopieën van de opgedoken brieven liggen ter inzage in het Multatuli Museum.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 59: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

58

1. Brief van Funke aan Multatuli, 3-4-1873

Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, tot onderaan blz. 3 beschreven.Amsterdam, 3 April 18731.

Waarde Vriend!

Ik zit in zeer groote drukte. Allerlei correspondentien, proeven, mijn reis e.t.q.2. houdtmij zoodanig op dat ik geen tijd vind U behoorlijk op elken brief te antwoorden.Houd mij dus mijn stilzwijgen ten goede.Hierbij de verlangde f 100.-, alsmede de kwit. van vHelden3.. Maak U omtrent vH.

niet bezorgd. Tot Juni toe kan ik er best komen, maar dan.....? Hij slacht de kip methet gouden ei en leeft voor de rest van plannen, waar niets van komen zal.Hoe kunt Ge in Eltville4. gaan wonen? Daar immers ziet Ge niets, geen journalen,

geen boeken, niemendal, zelfs geen typen. In Eltville zult Ge U énorm vervelen. Galiever meer zuidelijk maar altijd in een centrum, waar ‘men’ komt en waar Geleeszalen hebt. Of de proeven daardoor wat langer onder weg zijn, hindert zooveelniet. Begraaf Uzelf in geen geval in zoo'n leelijk duitsch landstadje.De Thaler5. kost tegenw. f 1.77 à f 1.78 3% is dus te veel maar 2 à 2% mogen ze

nemen. De Thalerberekening neem ik dadelijk aan als Ge dat in ernst verlangt, wantGe hebt gelijk: ‘schatrijk’ zal ik worden, als ik maar geduld en tijd van leven houd!Dat Max Havelaar herdrukt wordt, is niet waar. In dat geval zou V. Santen6. mij

dat zeker niet verborgen hebben. Hij is ook nog lang niet uitverkocht.De brief van Mina Kruseman7. heb ik aan Betsy Perk8. ter opzending gestuurd.

Noch aan haar hotel, noch aan de Keizerskroon wist men waar zij woonde. Ik

1. 1873: 187 gedrukt in briefhoofd.2. e. t.q.: e tutti quanti; en alles bij elkaar.3. vHelden: Christiaan van Helden (18351-1900), uitgever te Amsterdam.4. Eltville: stadje in Hessen aan de Rijn, vlakbij Wiesbaden.5. Thaler: Duitse munteenheid.6. V. Santen: P. van Santen, boekhandelaar te Leiden, compagnon van Funke7. Mina Kruseman:Wilhelmina Jacoba Pauline Rudolphine (Mina) Krüseman (1839-1922),

schrijfster en toneelspeelster.8. Betsy Perk: Chrisrina Elisabeth (Betsy) Perk (1833-1906), pionier in de vrouwenbeweging.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 60: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

59

geloof dat die jonge dame wat heel hard van stapel is geloopen. Aan moed ontbreekthet haar stellig niet, ook niet aan talent. Ze trekt heel wat publiek, vooral jongelui.Mijn gereis verhinderde mij haar ook eens te gaan hooren.

Van bundel I en II9. stel ik minstens 12 ex tot Uw beschikking. Het maximum moetGe zelf maar bepalen. In België worden geen 5 ex van elken bundel in een heel jaarverkocht, maar soit!Aan M: Schook10. zend ik van bundel v even als aan al de anderen een exemplaar,

zooals ik U vroeger verzekerde.Wat mij betreft mag men Uw V.S.11. gerust in alle talen overzetten Ik zal nooit

lastig wezen.Aflev. 2 zal ik eerstdaags verzenden. Tot nog toe loopt bundel V erg lui, maar 't

zal wel beteren. Stop echter in Gods naam met Bilderdijk, anders noemen ze dezenbundel nog den Floris bundel!12.

Hartelijk groetend tt13. GLFunke Waar blijft Vrije-Arbeid??

2. Brief van Multatuli aan Funke, 8-4-1874

Enkel velletje postpapier, aan beide zijden beschreven.

Wiesbaden, 8 April 1874

Waarde Funke, ik ben onwel. Vandaar het talmenmet kopie. Ik heb voorraad genoeg,maar bij 't verzenden begin ik telkens overtewerken en te veranderen.Dank voor uwe remise naar Venetie1. die zeer welkom was. Wilt ge zoo mij ook

SVP. f 100 zenden?Weet ge wel wat de oorzaak is dat ik sedert eenige dagen geen proeven uit Haarlem2.

ontvang? Ik heb schoone vellen t/m 14, maar geen proeven nà dat vel.Hartelyk van ons gegroetttDDAls ge eens de opera omnia van Langendyk3. tegenkomt, wilt ge ze dan voor my

koopen?

9. bundel 1 en 11: herdrukken van de Ideën. Verderop in de correspondentie komen ook anderedelen aan de orde.

10. M. Schook:Willem Ferdinand Schook (1832-1878), advocaat te Utrecht. Harlingen en Balk.11. V.S.: Vorstenschool, een van M.'s toneelstukken.12. Bilderdijks toneelstuk Floris v wordt behandeld in de Ideën (zie VW VI:492-593).13. tt: totus tuus; geheel de uwe.1. remise naar Venetië: geld voor Multatuli's vrouw Tine en de kinderen.2. Haarlem: vestigingsplaats van drukkerij Woest, waar Funke veel van zijn werk liet drukken.3. opera omnia van Langendyk: de complete werken van Pieter Lagendijk (1683-1756),

blijspeldichter.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 61: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

60

OP KEERZIJDE, HANDSCHRIFT VAN FUNKE:

B.B.N.Alweer wat vergeten! Haal lorgnet nummer twee Amiens. Zend terstond

zorg-vuldig gepakt adres boekdrukker Boekhoven4. UtrechtF.

3. Brief van Multatuli aan Funke, 12-4-1874

Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. I beschreven.

Waarde Funke, ingesloten een briefje van den heer Kraft1. te 's Hage. Wilt gy zoogoed zyn die f 71.30 te betalen. Het schiktmy van hier uit, op 't oogenblik zeer slecht,en daarom is 't maar best de zaak aldus te regelen. De heer Kraft heeft me zeerfatsoenlyk behandeld, en ik zou graag 't lange wachten goed. maken. Kàn dat? Ikmeen door rente. Ik begryp best dat men geen 4, 5 jaarop z'n geld wachten kan. Hetzou U ook niet schikken van Uw debiteuten. Ik ben onwel (neuralgie, geloof ik) enkan haast niet zien. M'n oogen zijn goed, maar 't doet me pyn achter de oogen.

Hartelijk gegroetttDDHelp me SVP aan 'n middel om den heer K schadeloos te stellen. Hy was steeds

zeer humaan.Hebt ge't stuk van Vosmaer in 't Vaderland2. gelezen?

4. Brief van Multatuli aan Funke, 24-4-1874

Dubbel velletje postpapier, tot onderaan blz. 3 beschreven.

4. Boekhoven: niet geïdentificeerd.1. Kraft: P.J. Kraft. boekhandelaar te Den Haag.2. stuk van Vosmaer in 't Vaderland: het feuilleton van 9-4-1874, opgenomen in VW XVI:504-508.

Het feuilleton is later met kleine wijzigingen herdrukt in Een Zaaier (titel van een studie overMultatuli's werken).Vosmaer: Carel Vosmaer (1826-1888), letterkundige en criticus te Den Haag. Wbaden 12April 1874

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 62: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

61

Wbaden 24 April 74

Waarde funke, ik ben zeer onwel en byna moedeloos. Ik heb den 16 April de f 100die de heer W. V. E.1. zond, behoorlyk ontvangen.Ik ben zoo zenuwachtig dat ik ternauwernood de pen houden kan. Dat ik u heden

schryf is hoofdzakelyk om u te verzoeken my te zenden (p post SVP)1 Van Pesch Lacroix' goniometrie en Trigonometrie2. by Brinkman.1 Nederl. Kunstbode3. no. 5 waarin volgens 't Nieuws4. ‘Harde maar ware woorden

over Mina Krüseman en haar in man, door Cd Busken Huet.’Ik zal verplicht zyn - neen ik weet niet, maar in allen geval moet u weten wat dit

‘in man’ beduidt, om zoo noodig haar party te trekken. Zou 't 'n drukfout zyn voor‘roman’?)Ik zag dat uw Nieuws my (en Vosmaer) onder de illustraties zet van de Regeering

vanWillem III en wel op 't staartje tusschen... Piet Paaltjens5. en Cremer6.! Ik verzekeru dat ik er ernstig aan denk - neen, ik weet niet wàt te doen tegen zúlke bestryders.Maar als ik weer wel ben hoop ik 't te weten. 't Is treurig werken op zoo'n wys!Hartelyk gegroetttDDOok las ik nu eerst het stuk van v. Vloten7. in den levensbode8.. Dat 's 'n infamie9.!

Hij is Q. die in den Arnhemmer10. - enfin! En dat alleen omdat zyn stuk over VryeStudie niet11. geen opgang maakte! Kan ik dat helpen?

5. Brief van Multatuli aan Funke, 26-4-1874

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 2 beschreven.

Wiesbaden 26 April 74

Waarde funke, tot mn schrik zie ik dat de correctie van vel 9 niet geexpedieerd was!Ik had hem, vele dagen geleden reeds voorloopig gereed gemaakt, maar wilde iets

1. W. V. E.: niet geïdentificeerd.2. Nederlandse vertaling van een standaardwerk van de Franse wiskundige Silvestre François

Lacroix (1765-1843).3. Nederl. Kunstbode: verscheen in de periode 1874-1877 en 1879-1881.4. 't Nieuws: Het Nieuws van den Dag, dagblad opgericht door Funke en P. van Santen in

1870.5. Piet Paaltjens: pseudoniem van dichter en dominee François Haverschmidt (1835-1894).6. Cremer: Jacobus Jan Cremer (1827-1880), prozaschrijver en kunstschilder.7. v. Vloten: Johannes van Vloten (1818-1883), hoogleraar in de Nederlandse geschiedenis

en letterkunde te Deventer.8. levensbode:De Levensbode, tijdschrift van Van Vloten, verscheen in 12 delen van 1865-1881.

Het gaat om het stuk ‘A.S. Kok en Bilderdijks Floris v’ (zie VW XVI: 477-479).9. 'n infamie: schande.10. Anonieme schrijver van een negatief stuk over Multatuli in de Arnhemsche Courant van 12

december 1870. Zie aantekening bij Idee 62 (VW II:673).11. niet: dubbel doorgehaald.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 63: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

veranderen (of by voegen) en deponeerde het vel in de meening ‘morgen’ te kunnenverbeteren wat me niet beviel. Maar die ‘morgen’ is niet gekomen omdat ik onwelwas. Heden ochtend my vermannende om te werken - want ik ben als suf - vond ikde proef onverzonden liggen. Vergeef me dat, ik ben onwel.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 64: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

62

Ik heb moeite de eenvoudigste zaken te begrypen, en voel me als gedachteloos.Vandaar dan ook 't verzuim in 't verzenden van die proef. Toch voel ik me althansphysiek wat beter en hoop opteknappen. Doch wáár is het dat m'n gemoed zeerontstemd is. Sedert vele weken, maanden byna, zit ik te wachten op 'n vleugje.Vergeet niet my goniometrie en trigonometrie van Van Pesch te zenden. Zóó iets

is de eenige bezigheid die me weer aan den gang kan helpen om mn denkvermogenoptescherpenDe stukken van Vosmaer in 't Vaderland doen my goed.Hartelyk gegroet ttDD

6. Brief van Multatuli aan Funke, mei 18741.

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 3 beschreven.

Wiesbaden Mei 1874

Waarde funke, Ik heb geld noodig. Wilt u my SVP. f 100 zenden?Ja, ik zie in dat ge gelyk hebt omtrent de vorm der Ideen. Maar ik zit erg te tobben

met de verandering. Nu reeds hok ik met het uitlaten of overwerken van afwykingen,die telkens stof geven zouden tot 'n afzonderlyk stuk, en in den Wouter2. den bundelbezwaren voor de pleizier lerens. Ik wil inderdaad de inrichting veranderen, maar deuitvoering is moeielyk. Toch zie ik in dat dit moet.Dank voor goniometrie. Ik wacht het stuk van Huet3. over Jufvrouw Kruseman.

Vosmaer schryft me dat het ‘vuil’ is. Dit verdient ze niet! Zy is 'n nobel meisje.Hartelyk gegroetttDDHoor eens, te oordeelen naar 't resumé van t Nieuws zyn die stukken van Keller

& TenBrink4. heel min! Dàn liever vertaalde stukken! Van vertalen gesproken, is nietdat artikel over Victor Hugo's 17935. eene vertaling? Het riekt naar 'n fransche reclame,waarvoor zn uitgevers schatten betalen. Frederickx6. (pseudoniem?) kreeg 'n enormhonorarium voor dezelfde stukken in de Indépendance,7. en ik

1. Gezien het antwoord van Funke op deze brief, gedateerd 18 mei 1874 (vw xvi: 546), moetdeze brief kort daarvoor geschreven zijn.

2. Wouter:Woutertje Pieterse.3. Huet: Conrad Busken Huet (1826-1886), o.a. redacteur van De Gids en literair criticus.4. Stukken van Keller & TenBrink: ‘Het blauwe lint’ en ‘Familie uit de Oost’ (zie VW XVI:546).5. Roman uit 1874 van Victor Hugo (1802-1885).6. Frederickx: niet geïdentificeerd.7. Independance: l'Indépendance Belge, liberaal tijdschrift.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 65: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

63

moet zeggen hy verdiende zn geld! Grooter bluf heb ik nooit gezien. 't Was nogmooiet dan de stukken van Hugo zelf.Nu, dit is zyn en hun zaak. Maar 'n holl. krant moest niet meehelpen aan dat zot

in de hoogte steken van zulk werk. 't Boek van V. Hugo is niets dan de gewonefaiserie8. die (ook in frankryk) haar tyd gehad heeft.Eilieve, vraag eens of die aanpryzing niet vertaald is? Maar... aan den schryver

zelf, en onverwachts. En let op z'n gezicht. Vraagt ge 't door derden, dan heeft-i tydzich gereed te maken voor liegen.Doch, let wel, hoe verdacht nu de zaak is, toch varaag ik maar. Bevestigen kan ik

't niet. Toch durf ik wedden 10 tenen 1! De tournure9. is fransch.

7. Brief van Mimi/Multatuli aan Funke, 22-5-18741.

Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven.

Waarde Funke, Dek heeft my opgedragen met een photograaf te gaan spreken, endaarna u rapport te doen. De photograaf tot wien we ons gewend hebben is niet devoornaamste van de stad maat ik geloof dat geen beter werkt dan hy.In uwe brief over deze zaak spreekt ge van afdrukken voor de postoctavo2. uitgave

der Ideen èn over afdrukken in salonformaat.3. Ik nam dus een bundel Ideen mee, enzie, 't kwam den photograaf en my voor, dat juist de salon of cabinetformaat4. in dienbundel passen zou. dit is de grootte van het inliggende damesportret.Er bleef dus slechts naar ééne grootte te informeeren over. Per duizend exempl

zou den prys per stuk op dun karton 5 à 6 Silbergroschen zyn. In dezelfde pose zouhy eenige clichés moeten nemen, daar het anders te lang duren zou. De heerWagner5.

scheen de platte niet gaarne te verkoopen, hy zeide dit zou ook veel duurder zyn,maar hy verzekerde plechtig dat van den 1000 portretten het laatste even goed zouzyn als het eerste.My viel den prys tegen. Wilt ge dat ik by een ander informeer?Wagner werkt overigens schoon, niet waar? Het inliggende damesportret heeft hy

onlangs gemaakt W. gaf het my om u te toonen en om de grootte. Het jongs-

8. faiserie: maakwerk.9. tournure: vorm.1. Deze brief is gedeeltelijk opgenomen in Briefwisseling tusschen Multatuli en G.L. Funke

1871-1885, Amsterdam 1947, p. 145-146. Het eerste gedeelte is geschreven door Mimi, hetTweede deel door Multatuli.

2. postoctavo: boekformaat.3. salonformaat: 18 × 24 cm.4. cabinet-formaat: 11 × 16 cm.5. Wagnet: L. Wagner, fotograaf te Wiesbaden.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 66: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

64

ke dat ik er by doe is Riekje Anderson.6. Mooi, niet waar? Wat ziet men dat blondegoed.Wagner zou dek natuurlyk eenigemalenmoeten nemen om daarna uit te kiezen.

Dezer dagen ontving D. uw brief met dien kostelyken ingeslotenen. Ook met den f10.- dank u zeer. Wy stellen er ons veel genoegen van voor weldra persoonlyk kennismet den heer Vosmaer te maken. Ja, wat zyn diens stukken in het Vaderland schoon!Op 't oogenblik is Jufvr. Kruseman hier op haar terugreis uit Italie. Ik maak metzooveel genoegen kennis met haar - Een en ander noopt D. u door my te latenverzoeken ons wat van het ééne noodige te zenden. Maar hy moet het zelfbescheinigen.7.

Ik groet u zeer hartelykMimi HS

Wiesbaden 22 Mei 74.

Waarde funke, ja, we hebben geld noodig, al vind ik het komiek dat Mimi 't mybescheinigen laat. Wat het me kost aan die portretzaak te beginnen! 't Is nog ergerdan haarsnyden! Niemand weet hoeveel moeite 't my kost om te poseeren. Vandaardan ook dat Mimi 't heeft dóórgedreven vreezende dat gy ongeduldig zoudt worden.Ik weet niet8. of Neen, 5 a 6 groschen (en wel per duizend) is bespottelyk duur. Hetis 30 à 36 cents! Ik begryp niet dat het zóó duur kan zyn. En hy gaat niet door voorde voornaamste! Vraag in Holland eens naar den prys.Hartelyk gegroetttDDM. Kr.9. zegt me daar dat men te Londen 'n eigenaardig toestel heeft om goedkoop

kopien te maken. Is dat zoo? En kan dit niet in Holland ook geschieden? In dat gevalzou ik hier kunnen volstaan met een dozyn.Ik vind den prys van 30, 36 cents bespottelyk.

8. Brief van Multatuli aan Funke, 29-5-1874

Twee dubbele velletjes postpapier, tot en met blz. 5 beschreven.

6. Riekje Anderson: Friedrich Anderson (geb. 1870), zoon van Marie Anderson en jhr. F.A.Hartsen.

7. bescheinigen: bevestigen.8. Ik weet niet: doorgehaald; het woord of erna is doorgehaald.9. M. Kr.:Mina Krüseman.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 67: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

65

Wiesbaden 29 Mei 74

Waarde funke, ik kom van den fotograaf, en ben doodmoe van 't poseeren. Voorvisite- en salon formaat beide heb ik - maal gezeten, en 't slot was dat-i me verzochtmorgen terug te komen. Hy scheen niet tevreden en zei op 't laatst dat ik niet ruhigmeer zat. Nu dit kan waar zyn, want ik was zenuwachtig.Eerst had ik met hem niet afgesproken1. over de conditien, maar 't slot was dat ik

nu slechts voor 12 kleine & 12 salonformaat geaccordeerd heb (zonder cliché) omdaarna, en na u die producten getoond te hebben, met u overeentekomen over de 2of 3,000, dan wel cliché. En hy zal dan z'n pryzen opgeven. Zie, aan Mimi had-iimmers gezegd: 5 À 6 groschen? Nu zeide hy bestimmt 6. Ik maakte hem hieropopmerkzaam, en zei dat gy handelsman waart, en misschien als de pryzen u nierbevielen zoudt willen wachten tot ik mogelyk van den zomer te Amst. kwam. Ookdat ik zeer populair (zegge: bekend) was in Holland, en dat het reusseren hemhollandsche klanten zou aanbrengen. Enz.Dus morgen meer. Ik vrees altyd dat de pose niet deugt. Gewoonlyk te styf. En

als men zelf zich wil zetten, houdt zyn verantwoordelykheid op.Voor die 12 visite2. - en 12 kabinetsformaat is geaccordeerd f 18.- Is dàt duur? Ik

weet het niet. In allen geval komt het er op dat sommetje niet op aan. Ik zeg 't u maarom zn pryzen te vergelyken met Holland, en daaruit de groote zaak te beoordeelen.Het zenden van f 200 in plaats van f 100 is allerliefst van u en kwam zeer goed te

pas, schoon de beste nobele M. Kruseman daarvan niet de oorzaak was. Ze verkoosin haar hotel te blyven, en heeft ons waarachtig niet op onkosten gejaagd! Zy is deeenvoudigheid zelf, en nam genoegen met brood en vleesch. Maar wel had ik geeneremise noodig voor Italie en heb dus ook 't grootste gedeelte daarheen gezonden.

Komiek, ik ben suf en halfblind van 't poseeren, en 't lykt wel of ik dat nu zoo breeduitmeet om me wichtig te maken. Welnu, dat is niet waar, en toen ik u zeide dat iker zoo tegen opzag, dacht ik niet dááraan. Nu herinner ik me dat het ook bijMickiwicz3. te Brussel zoo lang duurde voor den man tevreden was maar 't was meontgaan. Neen, dat opzien tegen portret heeft 'n andere oorzaak (reden is 't niet). Ikben schuw en bloo4.. Dit gelooft men niet, maar 't is zoo. Ik zag en zie er altydvreesselyk tegen op. Ik heb hetzelfde met haarsnyden. Als ik dat moet laten doen,maakt het me dagen vooruit zenuwachtig.Daar ik nu met de bestelde 24 portretten opgave van pryzen kryg (2 à 3 000, èn

clihé zonder andere portretten dan die 24) behoef ik nu eigenlijk daarover niet te

1. afgesproken: af is eerst doorgehaald en vervolgens is er boven geschreven: niet: af.2. visite: visitekaartformaat.3. Mickiwicz:CésarMitkiewicz, fotograaf te Brussel; vervaardigde in 1864 een van de bekendste

portretten van Multatuli.4. bloo: laf.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 68: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

66

schryven. Toch voorloopig dit: ge zegt by5. de salon formaat op zwaar plaat papier.Beteekent dit dat de portretten van6. visite-formaat slechts op 't dunne vliesje geleverdkunnen worden? Dit maak ik hieruit op dat gy 't facsimilé wilt laten drukken. Indiendit wél begrepen is, hoe maakt ge 't dan met de facsimilés der salonportretten. Kandat à costi7. gedrukt worden nà dat het vliesje er is opgeplakt. En nog eens: zoo ja,waarom dan van de kleine niet ook maar 't karton.8.Waarom niet van beide werken hier slechts de vliesjes laten leveren? Dan waart

gy baas over karton en facsimilé.Wilt u dat ik de facsimilés SCHRYF? Dat is autentieker. Doch dan zou 't karton hier

moeten geleverd worden.Ik weet niet hoe ze noemen wat ik hier nu maar ‘vliesje’ betitel. Doch hy zei: ‘Ja,

als ik geen karton lever, is 't natuurlyk iets goedkooper.’ Hoeveel? Dit zal ik hemlaten noteeren by de prysopgave. Hy komt me voor 'n fatsoenlyk mensch te zyn,maar toch wou ik me wapenen tegen eventueele kwesties.Wees hartelyk gegroet ook van Mimi. Morgen wacht ik Vosmaer. Ja, 't stuk van

Feringa9. is goed. Kyk, de zaak zit 'm niet zoo zeer in mooi of leelyk vinden, in goed- of afkeuren, maar in 't terrein waarop de10. behandeling der zaak gebracht wordt11.in de toonhoogte, in den sleutel waaruit de muziek geschreven is. Adieu voor vandaag.Weldra meer van 't portret. Ik ben maar geengageerd voor die 2x12 stuks (zondercliché)ttDD

9. Brief van Mimi aan Funke, ongedateerd

Dubbel velletje postpapier, tot en met blz. 2 beschreven.

Waarde heer Funke. Hiernevens 't bewys dat D althans gezeten heeft. Wy noch V.2.

vinden dit portret goed, zoo erg streng, ik zend het u alleen omdat D. vreest geongeduldig zult worden. het is afgekeurd. Op dit oogenblik is hy weer naar W.1. omte poseeren. Hy zegt: het is wurmen. De moeilykheid is dat D. zenuwachtig wordten zyn lippen en oogleden dan trillen. enfin, eindelyk zal 't toch gelukken hopen wy.- Wagner schynt niet erg genegen de negatieven te verkoopen. Duizend goede afdr.zou hy zich verbinden binnen 8 weken te leveren ook sprak hy iets over de wyze vande betaling - maar het allereerste moet nu toch een goed portret zyn.

5. by: doorgehaald.6. portretten van: boven de regel toegevoegd.7. à costi: te uwent.8. Deze gehele zin is doorgehaald.9. Feringa: F. Feringa (1840-1905), o.a. redacteur van het ongeregeld tussen 1872 en 1874

verschijnende tijdschrift De Vrije Gedachte.10. waarop de: boven de regel toegevoegd; het woordje van is hier doorgehaald.11. der zaak gebracht wordt: boven de regel toegevoegd.2. V.: Vosmaer.1. W.:Wagner.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 69: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Het hierby gaande zendD. u alleen om te laten zien dat er althans werk van gemaaktwordt.De heer Vosmaer zal dezer dagen weer de terugreis onderneemen wat ons spyt.

Wy genieten van zyn byzyn. Hy is zoo goed en sympathiek. - Ik geloof dat er nog

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 70: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

67

verscheiden proeven voor D. liggen die hy nazien moet. Wy gaan te veel uit dezerdagen en ook tehuis doen we niets dan praten. Nu, ge zult dit wel begrypen. Helaas,moeten we weer verhuizen. 't Spyt my. D. was hier naar zyn zin, en de huizen zynhier zoo duur. Maar 't zal moeten. De familie die 't ons afgestaan had, is teruggekeerden heeft reeds een gedeelte betrokken.D. en ik groeten u hartelykMimi HS.In haastwe gaan naar Sonnenberg3.

10. Brief van Multatuli aan Funke, I9-6-1874

Dubbel velletje postpapier, tot en met blz. 3 beschreven.

Wiesbaden, 19 Juni 74

Waarde funke, zoo even bracht Wagner me weer twee proeven (d.h. van ieder weerslechts één) die hiernevens gaan #1. Nog weet ik niet of ze goed zyn, namelyk vooruw doel. Want al zy, strikt genomen, de gelykenis volmaakt, 't blyft de vraag of 'twenschelyk is de uitdrukking te... vereeuwigen. De knevel toont zich mal dik. Datzou anders wezen als ik wat meer en face genomen was. Nu schyn ik zoo'n dikkebovenlip te hebben, 't geen aan het geheel iets ontevredens geeft.Hy voegde bygaande twee notaatjes by de portretten. Ik had hem dit verzocht om

misverstand voortekomen. Of zyn verzoek om 1/3 voorschot billyk is, weet ik niet.Misschien wel, omdat ik hier niet thuis hoor, en niets bezit.Hy vroeg me of ik nog eens wou zitten als ik wel was (wat ik niet ben, want ik

heb moeite te schryven, alles trilt me.) Dit zou ikzelf wel willen, en dan aandringenop meer face, ten-eerste die dikte van den knevel wegtekrygen. Hy echter zei dat hetwas om dan met méér clichés, sneller te kunnen leveren. Nu, dit weet ik ook wel.Maar wie verzekert ons dat-i niet ook de andere clichés gebruikt, waarvan ik geenproeven gezien heb? Hy komt me evenwel voor, 'n zeer eenvoudig eerlyk mannetjete zyn. Ook zou ik, by 't ontvangen alles afwyzen, dat niet overeenkwam met degoedgekeurde. Maar... waar zouden in dat geval die afgekeurde exempll. blyven?Zie, dit bezwaart me.Van achteren beschouwd hadden we anders moeten handelen. Ik had 1/2 dozyn

portfetten moeten bestellen van beide groottes, en dáárna eenvoudig moeten vragen:‘voor hoeveel geef je my die clichés?’ Nu er van duizenden gesproken is, spreekthet vanzelf dat hy voor de cliché zooveel vraagt, als-i anders op die 2000 denkt teverdienen, en gy blyft van hem afhangen! Maar nog eens hy

3. Sonnenberg: plaatsje ten noorden van Wiesbaden.1. Bij de # in deze regel is een streep naar boven gezet waar het woord morgen! in potlood bij

isgeschreven.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 71: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

68

schynt me 'n oprecht man, en zelfs byzonder naïf en eenvoudig. Dus zal m'npessimisme geen grond hebben hoop ik.

Wat bygaande proef aangaat, ik heb er geen oordeel over, maar toch erken ik dat deuitdrukking wat beter is, als men 't aangeplakt papiertje op den achtergrond-knevellegt.

Voor ik sluit, ga ik nog eens naar hem toe. Van nogeens poseeren zal wel geen spraakzyn vandaag. Ik ben ziek van zenuwachtigheid. Door 't onverwachts thuiskomen vanonzen verhuurder, zyn we geen baas in de woning. 't Schriftelyk contract liep maartot mei (geloofik)maar er wasmondeling bygezegd dat we blyven konden tot October.En op-eens stond dat volk voor ons, en eischte intetrekken. 't Is om dol te wordenMaar dat is alles niet wat me drukt. De loop der officiële zakenmaakt mymoedeloos.Is men nu in Holland nóg niet ingelicht over 't regeeringsbeleid van V.D. Putte3. &consorten? Wat kan ik schryven voor 'n Natie die niet lezen kan? Vandaag weer leesik in 't Nieuws: ‘er is hevig gevochten. Niemand der onzen is gewond!’

Enfin! Ik ga eens naar Wagner.

Hy was bezet. Ik zend de portretten en de notaatjes van prys morgen, omdat ik hemeerst spreken wil.Hartelyk gegroetttDD2.

11. Brief van Mimi/Multatuli aan Funke, 23-6-1874

Een dubbel en een enkel velletje postpapier, geheel beschreven.

3. V.D. Putte: I.D. Fransen van de Putte (1822-1902), liberaal en premier van het naar hemgenoemde kabinet dat aantrad in 1866.

2. Laatste alinea geheel in potlood.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 72: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

69

23 JuniWaarde Funke, D. vraagt my op u te schryven. Wy zyn hier in een gachis1. van

onaangenaamheden, die (in verband met zyn geheelen toestand natuurlyk) hemletterlyk ziek maken van zenuwachtigheid. - 't Is daarom dat hy my verzocht heeftu te schryven. - Zooals ge weet moeten we primo Juli verhuizen. De eigenaars vandit woninkje, hebben ons, tegen2. de verzekeringen in die ze ons vroeger gaven, uitde helft reeds verdreven, en maken ons het leven hier erg lastig. We (of juister gezegdik) heb de fout gemaakt ze3. binnen te laten, wat we hadden kunnen weigeren, maarik deed het om geen kwaad bloed te zetten wel wetende ze ons zouden kunnen plagen.Welnu, die toegeeflykheid was 'n fout, want ze zyn4. in weerwil daarvan zooonaangenaam mogelyk.Daar de gemeubileerde woningen vooral in 't hartje van den zomer peperduur zyn

(2 kamertjes 25 gulden 's weeks - wat gek genoeg is, daar er weinig vreemden zyn)waren wy genoodzaakt ongemeubileerd te huren. We hebben een klein woninkje,nier mooi, maar ik geloof voldoende voor f 260 's jaars. dat gaat dus nogal.D. vond 't heel erg dat we nu geen meubels hadden, maar daar ik zag hoe 't hem

bezwaarde u om geld te vragen, zocht ik hem die kwestie uit 't hoofd te praten. Kom,zeide ik, voor de5. volstrekt noodige kleinigheden heb ik geld, we hebben een bed,stoelen en 'n kast zullen we zien op krediet te krygen - we zullen schipperen en onswat behelpen, en by dat alles nog bly wezen geheel tehuis te zyn. Denk liever nietaan geld vragen - maar aan iets anders - byv aanMina Kr. en hoe Huet haar behandeldheeft, of aan Atchin,6. of aan den stryd over7. de Vivisectie - want al deze onderwerpenhielden hem bezig - en misschien zou je over een van die onderwerpen wel eenbrochure kunnen schryven buiten de Ideen om, dan kon je die aan funke zenden. -D. vond dit ook. Hy was toch niet in staat op dit oogenblik de draad van de Ideenweer op te vatten. Ook 't plan ommaar af te wachten hoe we 't8. zoudenmaken zondermeubels nam hy aan - maar zie, daar komt een nieuw toegifje van onaangenaamheden9.

- 't beetje kalmte verstoren, dat hy niet zooveel inspanning veroverd had. Onzehuisheer biedt ons een rekening aan, volgens welke hy (behalve andere buitenkansjesvoor ons) v.a. 142f reclameert voor 't bed waarop in Maart 11 de jonge Opdecoul10.

gestorven is. Eigenlyk weet ik niet, hoeveel gy van die geschiedenis weet, D. schreefzoo weinig in dien tyd. Genoeg, die jonge man is toen by ons gestorven.Het is nu eene questie of wy verplicht zyn dat bed over te nemen, eene tweede

questie is de waarde van dat bed. Ik heb me overal geinformeerd, by politie en by

1. gachis: rommeltje.2. Na tegen volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.3. Na ze volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.4. Na zyn volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.5. Na de volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.6. Atchin: de oorlog in Atjeh.7. den stryd over: boven de regel toegevoegd.8. Na 't volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.9. Na onaangenaamheden zijn de woorden zyn met zoveel moesten doorgehaald.10. Opdecoul: Theodoor Op de Coul (1850-1874), beschermeling van Multatuli.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 73: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

70

't gerecht - welnu, die zaak is niet anders uittemaken dan door een proces. Zelfs kanik 't bed zonder proces niet ‘amtlich’11. getaxeerd krygen. Behalve dat de sop de koolniet waard zou zyn, dat zoo'n proces dek erg zou irriteeren, zou den eigenaar hierons met primo Juli niet laten verhuizen, hy zou om gedekt te zyn12. al onze boekenetc etc achterhouden, tenzy dan dat wy de geeischte som aan 't gerecht deponeerden.- we weten nog niet wat 't best zal zyn te doen - maar hoe we 't wenden of keeren -altyd zal er geld moeten wezen. - ‘Ja, zei den D... aan funke vragen, dat is 't eenige,maar doe jy 't, ik ben er niet toe instaat! en vertel hem dan zoo'n beetje de toedracht,dat-i begrypt hoe noodig het is!

Van morgen was Wagner hier met 'n proef, ik doe 'm hierby om u re laren zien, nat.volstrekt niet omdat-i in aanmerking komt. 't is al te akelig13. D. ziet er al te naar opuit. - Is de laatst gezondene niet nog al goed?Zoodra mogelyk trekken we hier uit. De andere woning is reeds leeg, en we laten

hem reeds14. schoongemaakt, we verlangen er zoo naar - al zal i dan wat kaal zyn. D.zal er zich op z'n gemak voelen en geen menschen gezichten tegen komen. Ik hoopu ons helpen zult. -Tot overmaat van treurige indrukken, heeft D. gister en heden morgen bezoek

gehad van een jong mensch die zich ‘geestverwant’ ‘leerling’ enz noemt - hy wasnog slechts kort by ons, toen we merkten hy in de war is, en, denk u, z'n stokpaardjeis 't genezen van krankzinnigen, waarvoor15. hy meent 'n byzonderen16. aanleg tehebben. Alas, poor mankind!17. ‘En dàt18. komt van Holland om me te spreken, ennoemt zich geestverwant! zucht dek.Op z'n doorreis was ook de heer Lodeesen19. onlangs hier. Dien te spreken deed

D. genoegen. Ziet Ge, zei D. in den man is iets mennists20. dat ik mag. Dat stipteontleden en juiste denken - ja waarlyk dat is mennist!’ En dat van 'n dominé, en dezegeestverwant deed hem zuchten. -Wees hattelyk gegroet waaide heer funke vanUw zeer toegenegenMimi HS.Bitte, het portretje by gelegenheid terug, ik wou 't graag hebben.

12. Brief van Mimi aan Funke, 29-6-1874

11. ‘amtlich’: officieel.12. Na zyn volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.13. Deze zin is geheel doorgehaald.14. we laten hem reeds: boven de regel toegevoegd; hierna volgt een onherkenbaar doorgehaald

woord.15. waar: boven de regel toegevoegd.16. 'n byzonderen: boven de regel toegevoegd boven het doorgehaalde het woord zoveel.17. Zie Idee 519.18. Na dàt volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.19. Lodeesen: waarschijnlijk David Lodeesen.20. mennists: er stond menists, boven de regel is een extra n toegevoegd. Andere term voor

mennist is ook mennoniet (doopsgezind).

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 74: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Dubbel velletje postpapier, alleen blz. I beschreven.

Waarde Funke, Dank voor uwe hulp (ik meen de f 160) We zyn over:Schwalbacherstrasse 9a. Het gewurm dat we gehad hebben is onbeschryvelyk. Dekis maar zoo... zoo, maar tot m'n groote vreugd zie ik dat-i aan 't corrigeeren is gegaan.Hoewel ons boeltje boeken, papieren enz. nog grootendeels op den grond ligt heefthy nu toch een hoekje waar hy rustig zitten kan. Dit is veel waard, want de wyzewaarop wy gedurende den laatsten tyd in die vorige woning zyn geplaagd enmishandeld geworden is onbeschryvelyk. Ik hoop nu dat hy wel-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 75: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

71

dra weer heelemaal op streek zal zyn. Ik vond het nuttig om dit even mee te deelen.Hartelyk gegroet!Mimi HS.

Wiesb. 29 Juni 1874.

13. Brief van Multatuli aan Funke, 11-7-1874

Dubbel velletje postpapier, aan beide zijden beschreven.

Wiesbaden 11 Juli 1874

Waarde funke!

Dank voor 't pak! Met veel moeite moet ik me losrukken van de Lennepiade1., wantdie interesseert me byzonder. Er is in die 18 eeuw veel geschied wat me persoonlykaangaat. Behoudens eenige aanmerkingen (vooral over den niet goed volgehoudenbluf van familiehoogheid!) houd ik 't voor 'n hoogstverdienstelyk werk. Na eeuwennog zal't dikwyls aangehaald worden, al verzwygt de Auteur dan veel. De gewonelezer merkt dit niet, maar ik wel. Er bestaan koddige gapingen.Maar ik leg 't terzyde, omdat ik ander werk heb.1.o Wel gezocht, heb ik NB. geen ‘Minnebrieven’ en geen ‘Verspreide Stukken’

meer. Wilt ge my een-en-ander met spoed zenden? Ik wist niet dat ik ze niet had, enschyn ze weggegeven te hebben (Van beiden is er wel een Ex. maar dar is ingebondenmet Mimi's naam op den rug. En ze wou dat zoo graag houden)2.o Ge zegt: ‘ik kocht laatst 'n ‘heele collectie tooneelspelen, waaronder ook van

Langendyk’. Nu, eigenlyk had ik die graag allemaal. Maar dat zou 'n al te groot pakwordenmisschien, en de vracht is duur. Hier laten zemy altyd nog bybetalen.Waaromweet ik niet. Zeker kan de frankeering slechts geschieden tot zeker punt, misschienzoover V.G&L2. het transport brengt. Nu bedoel ik niet dat zulke uitgaven ten uwenlaste moeten komen, maar soms schikt het me niet, en daarom ben ik bang voor'tbestellen van een groot pak.Overigens zag ik graag al die Tooneelspelen, want... ik ken de eisch niet van zoo'n

ding! En ik zou zien... niet hoe die eisch is, doch waarmeê men genoegen nam.Molière3. kan ik niet meer slikken. 't Is alles enorm grof en onnatuurlyk.

1. Lennepiade: hoogstwaarschijnlijk de in brief 15 genoemde boeken.2. V.G&L: Van Gend & Loos.3. Molière: ps. van Jean Baptiste de Poquelin (1621-1673), Frans toneelschrijver.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 76: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

72

Juist, over andere werken van Gedenkschriften-aard, zal ik aan V.4. schryven.

Dus voorloopig alleen s.v.p.1 Minnebr1 Verspreide Stukken

Die 4o5. uitgaaf van den M.H.6. is mooi. Dat geeft 'n flink voorkomen aan 'n boek.Dankje wel!Hartelyk gegroetttDD

14. Brief van Multatuli aan Funke, Juli 18741.

Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven.

Wbaden Juli 74

Waarde funke! Hoe erg ik er ook tegen opzie, want ik weet wel, helaas, dat ik slechtleverde, moet ik u wel omwat geld verzoeken. Velerlei zaken hebbenmy zeer gedrukt,en ik heb alle inspanning noodig om staande te blyven. Maar in allen geval moet ikleven. Zonder dàt houdt alles op.Ik verzond zoo even een correctie van vel 20, herdruk bundel III, en schryf heden

'n voorberichtje voor dien herdruk, dat ik maar rechtstreeks aan Woest & Coadresseeren zal, gelyk ik hun dan ook op de proef meedeel. Ze vragen my om spoedte maken en ze hebben gelyk. Maar noch zy noch iemand weet wat ik, inwendigvooral, te dragen heb. Enfin! Ik moet wel voortgaan. En als ik eens weer aan dengang ben gaat het gauw. De ontevredenheid met de vele vellen van m'nWouterhistorie, kost me wat! Telkens dwaalde ik af, en de inspanning om op denweg te blyven die nu eenmaal in verband met de einde der publicatie noodzakelykis, maakte my suf.Ook met het afbreken en overgaan op kortere meer afgesloten stukken, weet ik

geen raad.Hoe dit zy, ik zal myn best doen, coûte que coûte. Maar help me aan geld, want

als de Kreutzer & groschen2. gêne er ook nog bykomt, is 't om gek te worden.

4. V.: Vosmaer.5. 4o: kwarto, boekformaat.6. M.H.:Max Havelaar.1. Deze brief is gepubliceerd in Briefwisseling tusschen Multatuli en G.L. Funke 1871-1885,

blz. 147-148, met weglating van de laatste twee alinea's. Dit is de verloren gewaande briefwaarvan sprake is in de annotatie van de brief van Funke aan Multatuli van 21 juli 1874,vw xvi: 625-626.

2. Kreutzer & groschen: munteenheden in Duitsland.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 77: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

73

Wees hartelyk gegroetttDDDe zaak der portretten verveelde en irriteerdemy. Ik heb verledenweek aanWagner

gezegd dat-i dan my maar 12×12 (Kabinet & visite) zou leveren voor f 18. Zoodramogelyk zullen we de zaak op nieuw optouw zetten, liefst als ik eens à costi komenkan. Want ik deug niet voor tusschenpersoon.Myn nieuwe woning is als zoodanig uitstekend. Maar ik had de middelen niet ze

geheel te meubileeren. Nog altyd is m'n waschtafel 'n omgekeerde verhuiskist. Deprys is modiek3.. 260 gl 's jaars voor 21/2 kamer en keukentje en zoo goed als geheelvry.

Dank voor Vosmaers teekening die uitstekend is! Zn stukken in 't Vaderland doenme goed, in alle beteekenissen! En u ook, naar ik hartelyk hoop4..

15. Brief van Multatuli aan Funke, 6-8-1874

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 4 beschreven.

Wiesbaden, 6 Aug 74

Waarde funke! Ziehier 't slot van de correctie IV2. bundel. Ik hoop nu in een ademdoor te gaan met ander werk. Wat het meeste haast heeft, is druk bundel VII.Ik ontving myn bestelde 24 portretten nog altyd niet, en vraag et niet om,

voornamelyk omdat ik er geen f 18 voor over heb. Ik zou nooit 'n portret van mylaten maken voor m'n eigen pleizier. Het irriteert me vreesselyk. En vooral door debediscussieering van de conditien. Toch zal ik zoodta mogelyk de zaak weer op touwzetten. Maar ik ben genoodzaakt geweest m'n haar te laten afsnyden. Dat mocht eerstwat groeien. Ik was zoo suf, en zocht daarin - in verband met baden - wat herstel. Ikhoop dat het lukt. Ik baad nu alle dagen, en hoop dat vol te houden ook als 't koudwordt.

Ik verzoek u vriendelyk my f 100 te zenden, en dan asjeblieft eens 'n opgave hoe ikfinancieel met u sta. Sedert maanden heb ik - onwel zynde! - niets genoteerd. Ik zou't graag weten om als 'n bliksem by te werken.

3. modiek: laag.4. naar ik hartelyk hoop: overdwars in de marge toegevoegd.2. IV: dit en VII verwijst naar respectievelijke bundels Ideën.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 78: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

74

Hartelyk gegroetttDD

Correctie vel II van bundel IV is verzonden. Ze drukken goed, weet ik.(Ik heb VERDRIETEN die gy niet weet. Het knaagt me.

Als op 'n verkooping eens voorkomt:J.v.Lennep. 't Leven van D.J.v.L.&JvL 't Leven van z 'n grootvader.3.

koop dat dan S. VP. voor my.

O ja nog iets. Als ze by u komen, zet 'n kwittantie van f 2,50 voor contributie van 'nSchaakbond, wilt u dat betalen?

Ik heb nu god zydank m'n laatste party gewonnen. Ik wil er geen meer verliezen. 'tIs schande.1.

16. Ongedateerd fragment1.

Enkel velletje postpapier, geheel beschreven.

Ik open weer om de opmerking te maken dat m'n bedoeling met de vraag ‘of 'tmisschien voorzichtig is hem te laten begaan?’ niet is om hen in 'n val te laten loopen,maar om eventueel 't recht aan onzen kant te houden. Er zyn hier twee zaken1 't overnemen zelf,2 De manier waarop, met de daaraan verbonden strekking.

Indien ze nu by-tyds gewaarschuwdworden omtrent het laatste, zouden ze dàt kunnenveranderen, en daardoor 't klemmende der aanklacht over 't eerste verzwakken.Maarde heele zaak is aan U gedemandeerd2..De zaak is maar dat gy op let, en ter juiste tyd3.. Dat wil misschien niet zeggen4.:

terstond - uw maatregelen neemt.

3. Bedoeld wordt J. van Lennep, Het leven van Mr. C. en Mr. D.J. van Lennep, beschreven entoegelicht uit hunne gedichten en andere oorspronkelijke bescheiden en in verband methunnen tijd beschouwd. Amsterdam, 1861-1862.

1. De brief Funke-Multatuli dd. 7-8-74, opgenomen in VW XVI:650-653, is het antwoord ‘opeen niet teruggevonden brief van Multatuli.’ (t.a.p.)

1. Onderaan de opmerking in potlood: ‘zat tussen 6-8 en 8-8-1874’. Niet zeker of dit fragmentstamt uit (augustus) 1874 of dat het bestemd was voor Funke.

2. gedemandeerd: toevertrouwd.3. ter juister tyd: is boven de regel toegevoegd in plaats van het doorgehaalde by tyds.4. Hier is een letter doorgehaald.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 79: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

By 'n aanval op 't Kopierecht zou de accessoire klacht over de manier waarop zemynwerk overnemen, van invloed kunnen zyn. Dáárommoet ge misschien hen eerstlaten begaan, niet uit valschheid, maar om uw eventueel recht te versterken door 'tbewys van hun boos opzet.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 80: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

75

17. Brief van Multatuli aan Funke, 8-8-1874

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 4 beschreven.

Wiesbaden 8 Aug 1874

Waarde funke, Hartelyk dank voor de f 100.De Rekening-Ct is natuurlyk juist, en 't Saldo dus opheden f 780.- goed! Ik ben

er niet bang voor, en hoop 't snel by te werken. By m'n andere sufhedens, kan ik uverzekeren, dat ik niet dacht zóó erg achteruit te zyn. Zoo gaat het altyd als mentoegeeft in slordigheden.Maar juist daarom heb ik nu lust dat eens gaan bytespykeren.Ik ben gelukkig wèl. Ik doe dagelyks kamergymnastiek en daarna baden. Het staat3 voet van m'n bed. En we wonen zoo prettig! Toch maar van f 26b 's jaars, en demeubels komen successivelyk. 't Noodige is er reeds. Vroeger betaalde ik voor 1 1/2kamer (zoogenaamd gemeubileerd) 30 gl, maands, & 's zomers zelfs f 35!'n Havelaar is 4o? Gut, hoe gek!Ja, ik zal alle correcties snel afmaken. Zoo even zond ik 'n brief met 'n paar

nacorrecties van blad 2, bundel IV naar Haarlem.Proef blad 3 is ook al weg.Havelaar, Minnebrieven & Verspreide Stukken zal ik terstond afdoen.Leg S.V.P. voor my een Bruid daarboven op zy.1.

Eerst nu bedank ik u voor 'n werk dat ge my eens present gaaft, omdat ik 't eerstnu goed gelezen heb, nam: ‘Hartog, Spectatoriale Geschriften.’2. Dàt is 'n best werk.Ik zal dien heer verzoeken meer te schryven. Door z'n wroeten in de 18 eeuw moet-istof hebben.

Goed de twee Lennepiades krygt ge terug, en ik zal er niet in krabben. Boeken diemy hooren bederf ik in den grond. Ik vraagme af of ze daarom later op Verkoopingenmeer of minder zullen waard zyn? Die ‘Hartog’ is onvertoonbaar. Wat 'n gekkemanie, hè? M'n moeder deed het ook.

Ik wacht nog altyd Langendyk. En als er op verkoopingen voorkomt Hollandschememoirelitteratuur ('n arm vak ten onzent!) die dienen kan tot toelichting der zeden,denk dan eens aan my.

Mimi beweert dat òf van Helden of gy eens gezegd zoudt hebben dat er hier- of daar‘Navorschers’3. lagen als 't ware voor scheurpapier (de term was: ‘op zolder’).Nu, als er goedkoop aan Navorschers te komen is, ik heb ze graag.

1. Zie Idee 1239 (VW VII:679).2. ‘Hartog, Spectatoriale Geschriften.’: bedoeld wordt J. Hartog, De spectatoriale geschriften

van 1741-1800, verschenen in 1872.3. ‘Navorschers’: De Navorscher, tijdschrift dat van 1851-1960 verscheen.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 81: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

76

Van v. Helden ontving ik de jaargangen van:1851 (de eerste)18621864 nieuwe1866 reeks.1867

18. Brief van Multatuli aan Funke, 24-8-18741.

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 2 beschreven.

Wiesbaden, 24 Aug 1874

Waarde funke! Dank voor de f 100.Wat de noten van Havelaar aangaat, het is zeker dat ze, kort zynde, beter onder de

blz staan. Maar er zullen ook zyn van meer uitgebreidheid. Hoe dan? En er zyn velen.Nu, op vel 11, ben ik al aan over de zestig! 't Best is dit te beoordeelen als ze af zyn.Des verkiezende kunt ge in 't Nieuws, als vervolg op de mededeeling over

Vorstenschool, laten opnemen dat men ook te Antwerpen van plan is, dat stuk tespelen. 't Wordt my geschreven door De Geyter2., dus: “van goeder hand” kunt gezeggen.Hartelyk gegroetttDD

19. Brief van Multatuli aan Funke, 11-9-1874

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 2 beschreven.

Wiesbaden 11 Septr1874

Waarde funke! Voor eenige weken reeds ontving ik van U terug het eerste deel vanden gekorrigeerden Havelaar doch niet de vellen 2 & 8 die ik U ook zond. Hebt gedie, en wilt gy ze bewaren tot het noodig is, goed! Als we maar akkoord gaan dat zeby u zyn.

Ik heb nu de korrektie van Havelaar. Minnebrieven en Verspreide Stukken gereed.

Hierby kopie van vel 12 van bundel VII. Ik zal zoo spoedig voortgaan als eenigszinsmogelijk is. Wilt ge zoo goed zyn me geld te zenden?

1. Deze brief is een antwoord op een brief van Funke aan Multatuli van 22 augustus 1874, vwxvi: 677-678.

2. De Geyter: Julius de Geyter (1830-1905), een der voormannen van de Vlaamse Beweging.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 82: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

77

Tot m'n verwondering ontving ik sedert 'n paar dagen geen proef van Haarlem. Ikkorrigeerde t/m vel 5 van Vorstenschool en drie vellen die ook Vorstenschool zullenvolgen, gewacht hebben om de pagineering te doen doorloopen.Wees hartelyk van ons beiden gegroetttDouwes Dekker

20. Brief van Multatuli aan Funke, 13-9-1874

Dubbel velletje postpapier, alleen blz. 1 beschreven.

Wiesbaden 13 Sept 74

Waarde funke, zie inliggend telegram1.. Dat is my 'n donderslag. Daar zitten nu dietwee kinderen2. zonder hulp. Ik weet niet, wat ik doen zal. Hierby voorloopig 1/2 velkopie. Morgen zal ik meer zenden. Ik begryp dat het noodig is.adieuDD

De kopie gaat niet mee omdat de post gesloten is, en ik niet aanteekenen kan. Als zegestolen word, kan ik ze niet overmaken.

21. Brief van Multatuli aan Funke, 22-9-18741.

Dubbel velletje postpapier, tot en met blz. 3 beschreven.

Wiesbaden 22 Sept 74

Waarde funke, haastige spoed is zelden goed. Hedenmiddag, spoedig de korrektievan vel 12 willende wegzenden, ben ik te snel geweest. Nu, avend, zie ik dat ik zeerslordig gekorrigeerd heb. Vandaar nevengaand suppletoir lystje. Wilt ge dit

1. telegram: telegram over overlijden Tine (ZIE VW XVI:711 e.v.].2. Zie volgende brief.1. Een andere brief van 22 september 1874 werd gepubliceerd in dr. Julius Pée, Multatuli en

de zijnen, Amsterdam 1937, p. 203-204 en is opgenomen in vw xvi: 735-736.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 83: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

78

dan aan de drukkery zenden? En dan SVP omdat ik geen revisie vraag, nauwkeuriglaten kontroleeren?

Ook met den laatsten post niets ontvangen! De zaak begint my treurig helder teworden. Ik ben nu byna verzekerd dat Eduard2. zich tot anderen gewend heeft, endaarommy niet durft schryven. Zelfs heeft-i3.my de ontvangst niet bericht van 't gelddat ik hem zond, te zamen f 1604. 120 gl, en Vosmaer f 40. Ook ontving hy 25 francuit Zwitserland die ik gerembourseerd5. heb.De reis naar Padua is nu moeielyker dan ooit. Want ik kan daar geen dag vertoeven,

zonder de middelen te verliezen voor de terugreis. Ook moet ik daar wachten omveel stukken en papieren van m'n vrouw6. # uit Venetie te krygen, die ik niet àl'abandonmag laten7.. Er blykt me dat schryven of telegrafeeren niet helpt. De toestandis pynlyk. Hoe 't ga, ik laat Nonni8. niet in handen van vreemden die eerst my zoudenbeletten voor haar te zorgen, dan uitstrooien dat ik zoo'n slechte vader ben, en daarnahaar op straat zetten! Zóó hebben ze met m'n vrouw gedaan!Hartelyk gegroetttDD

# onder anderen 't zeer schoone portret van my door Mickiwicz te Brusselgephotografd Me dunkt dat kan gekopieerd worden.

2. Eduard: Pieter Constant Jan Eduard (Edu) Douwes Dekker (1854-1930).3. Na heeft-i volgt een onherkenbaar doorgehaald woord.4. f 160: doorgehaald.5. gerembourseerd: terugbetaald.6. van m'n vrouw: is boven papieren geplaatst.7. niet à l'abandon mag laten: mag negeren.8. Nonni: Elisabeth Agnes Everdine Douwes Dekker (1857-1933).

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 84: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

79

Multatuli-Kroniek 2006

Laten we dit jaaroverzicht beginnen met een nagekomen nieuwtje uit 2005. Hetpixelportret van Multatuli in de ‘Philologische Bibliothek der Freien Universität’ teBerlijn dat toen aangekondigd werd maar waarover geen duidelijkheid bestond, staatinmiddels. U heeft het op het omslag van Over Multatuli 55 kunnen zien.

Het jaar 2006 was een rustig jaar. Misschien wel vanwege de spreekwoordelijkestilte voor de storm, want dit jaar staat er het een en ander op stapel wat betreftWoutertje Pieterse. Een voorbode was er in november 2006 toen een hertaling,bewerking, inkorting vanWoutertje Pieterse verscheen van de hand van Ivo deWijs.Dit boek maakte in de pers veel kritische reacties los. Er werd openlijk een discussiegevoerd of je wel zo met een tekst mag omgaan als Ivo de Wijs deed. En het laatstewoord is er nog niet over gesproken. Dat belooft wat voor de bewerking van het boekdoor striptekenaar Jan Kruis die mei dit jaar zal verschijnen.

Al was het rustig, helemaal stil zal het rondMultatuli wel nooit zijn. In juni verscheener voor het eerst sinds 1987 weer een postzegel met Multatuli erop. De zegel wasonderdeel van een vel met daarop de ‘Keuze van Nederland’. Via de website vanTPG-post was er in 2005 aan de Nederlanders gevraagd welke prominente historischefiguur of gebeurtenis op een postzegel moest komen. Na telling van de stemmenbleek dat Multatuli een van de gekozenen was, naast onder anderen Elvis Presley enPino uit het kinderprogramma Sesamstraat. Het vel met vijf postzegels verscheen op6 juni in een oplage van 650.000 exemplaren.

Na een jaar lang vergaderen, afwegen en kiezen was afgelopen jaar in oktober deNederlandse canon gereed. Deze historische en culturele canon bevat vijftiggebeurtenissen, personen en materiële objecten die tezamen de hoofdpunten vormenvan de Nederlandse geschiedenis en cultuur. Multatuli en zijn Max Havelaar zijnopgenomen in deze canon. Nadat het boek enkele jaren geleden al verkozen werdtot het belangrijkste boek uit onze literatuur en Multatuli tot de belangrijkste auteurviel deze uitverkiezing wel re verwachten. Hoe dan ook, Multatuli is één van de vijfopgenomen schrijvers (Erasmus, Spinoza, Anne Frank en Annie Schmidt zijn deanderen). De canon werd overigens samengesteld door een groep wetenschappersonder voorzitterschap van professor Frits van Oostrom.

Multatuli's werk was de afgelopen jaren niet alleen te lezen, maar er was ook werkte zien in het theater. In 2006 werd daar een nieuwmedium aan toegevoegd.Multatuliis wel vaker voorgelezen of op de plaat gezet, maar uitgeverij Cossee kwam maartvan dit jaar met een luisterboek van het beroemdeMultatuliverhaal Saïdjah en Adindaop cd. Uitgever Eva Cossee, voorlezer Thom Hoffman, het publiek en de kritiekwaren er zo enthousiast over, dat

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 85: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

80

er in 2007 een vervolg zal komen: fragmenten uitWoutertje Pieterse gekozen doorThom Hoffman en ondergetekende. Daarover in de volgende kroniek dus wellichtmeer.Minder goed nieuws was er ook. In het vorige nummer heeft u het laatste interview

kunnen lezen met Hans de Leeuwe. Kort daarna werd hij ziek en overleed hij. DeLeeuwe was na de Tweede Wereldoorlog een van de drijvende krachten binnen hetMultatuli Genootschap. Hij was vele jaren bestuurslid en al jaren erelid, en heeftveel over Multatuli gepubliceerd, onder andere zijn proefschrift over Multatuli, hetdrama en het toneel en vele artikelen voor het tijdschrift dat u thans leest.

Twee brieven, een van Jacob van Lennep en een van Multatuli, beide geschrevenaan J.W. Tydeman, konden in maart van het afgelopen jaar verworven worden doorde Universiteits-bibliotheek Amsterdam voor de Multatulicollectie. Daar kwamenin augustus nog een paar bijzondere handschriften bij. Uit de collectie van KarelJonckheere werden twee strokenWoutertje Pieterse en een brief van Mimi DouwesDekker-Hamminck Schepel aangeboden. Opnieuw ging de Universiteitsbibliotheektot aankoop over.

De fragmenten uitWoutertje Pieterse stammen wellicht uit dezelfde (Vlaamse) bronals de fragmenten die eind 2003 opdoken en werden verworven, al is daarvoor geenbewijs.

Op de website van het Multatuli Museum werd in 2006 een inhoudsopgavegepubliceerd van alle afleveringen vanOverMultatuli tot en met nummer 55. U kuntop auteur, titel en trefwoorden zoeken. Tevens werden er vijf niet meer in drukverkrijgbare Multatuliteksten gepubliceerd. Het gaat om Brief aan de kiezers te Tiel.Japansche gesprekken. Minnebrieven. Verspreide stukken en Over vryen arbeid inNederlandsch-Indië. De website (www.multatuli-museum.nl) blijkt een groot succeste zijn. Afgelopen jaar werd de website 48.000 keer bezocht, gemiddeld 4.000 keerper maand. Daardoor heeft de nieuwsrubriek op de website een steeds belangrijkerrol gekregen. Iedereen die interessante informatie over Multatuli heeft kan daarvoorcontact opnemen met het Museum. Het bericht wordt dan eventueel geplaatst.

Het aantal bezoekers dat de museum-drempel dit jaar overschreed was 1002.

Jos van Waterschoot

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 86: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

2

[Nummer 59]Multatuli's invloed op de wereldrevolutieof waarom een mislukt revolutionair zijn vader kan vermoordenmaar er altijd nog vragen overblijven

Het is avond in de Berggasse 19 te Wenen. In gedachten verzonken staat SigmundFreud voor de boekenkasten in zijn werkkamer. Plotseling valt zijn oog op de Brievenvan Multatuli. Hij haalt ze uit de kast en slaat het eerste deel open. Uren later legthij de boeken naast zich op zijn sofa. Hij steekt een sigaar op, loopt naar zijnschrijftafel en begint geconcentreerd te schrijven. Pas als de ochtendzon over de tafelkruipt, legt hij zijn pen neer. Voor hem ligt een stapel papier. Zijn artikel over hetoedipuscomplex is af.Zürich, 1917. In Rusland is een paar maanden eerder de Februari-revolutie

uitgebroken. In de Spiegelgasse 14 leest Lenin Multatuli'sMax Havelaar.Opgewonden slaat hij het boek dicht en ontwerpt zijn revolutionaire programma, de‘April-thesen’. Verwijzingen naarMultatuli laat hij weg. Onmiddellijk daarna springthij in de trein. De Duitse regering helpt hem bij zijn reis naar Rusland.Hermann Hesse...Dat Multatuli prominente lezers had, is bekend. Maar in welke vertaling lazen

Freud en LeninMultatuli's werk?Wie waren de vertalers? Hoe zijn ze aan de boekengekomen en bij welke uitgeverij zijn ze verschenen? Dit themanummer van OverMultatuli zoekt antwoorden op deze en andere vragen. Vragen die geënt zijn op de‘Fragen eines lesenden Arbeiters’, een gedicht van Bertolt Biecht. U vindt artikelenover verschillende aspecten van Multatuli en diens werk in het buitenland. Daartoezijn neerlandici in het buitenland gevraagd aandacht te besteden aan cultural transferin ruime zin, de selectie, het transport en de integratie van literatuur. Een uitgebreidebeschrijving van de vragen die daarbij een rol spelen, vindt u in de inleidende bijdrage.We bieden u zelfs een tweeluik aan. In dit nummer gaat het in eerste instantie over

Multatuli in Zweden, Denemarken, Frankrijk, Hongarije, Spanje en Zuid-Afrika. Ineen vervolgaflevering komt Multatuli's werk in enkele andere landen ter sprake. Uvindt voor het eerst biografieën van Multatuli's vertalers in de zojuist genoemdelanden, informatie over het politieke en culturele klimaat waarin de vertalingverscheen en pogingen om Multatuli tot een voorloper van het communisme tebestempelen. Uit de bijdragen in dit nummer blijkt verder dat Multatuli's werk vaakniet op het Nederlandse origineel gebaseerd was maar via een al bestaande vertalingwerd vertaald. Een lijst met de vertalingen van Multatuli's werk die bij het MultatuliMuseum bekend zijn, staat sinds kort op de website van het Museum.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 87: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

3

Freud en Leninmogen tot de verbeelding spreken, maar de vertalers en bemiddelaarsover wie u in dit nummer zult lezen, doen niet voor hen onder. De levensloop vande Hongaar György Faludy, die ter sprake komt in Judit Gera's bijdrage, is sterkbepaald door de politieke gebeurtenissen van de twintigste eeuw. Niels-Erik Larsenstelt vast dat de eerste vertaler van Multatuli in het Deens een nu nog wereldwijdvermaard specialist in pissebedden is. Uit Anne van Raemdoncks artikel wordtduidelijk dat de anarchist Felipe Alaiz de Pablo een selectie uit Multatuli's werk inde gevangenis vertaalde en Wium van Zyl laat zien dat de vitaliteit van Multatuli inZuid-Afrika uit Elsa Jouberts roman Gordel van smarag, 'n reis met Leipoldt blijkt.Het zijn enkele voorbeelden, resultaat van recent onderzoek, en meer interessantedetails kunt u in dit nummer vinden. Details die een nieuw licht op Multatuli's werkwerpen.Multatuli had om verschillende redenen veel belang bij vertalingen. Hij hoopte

op morele steun, maar ook financiële overwegingen speelden een rol. Zijn opvattingover het vertalen zelf was naïef. Mimi maakte de eerste Duitse vertaling vanMaxHavelaar. Met haar Nederlands was niets mis, bij het Duits had ze wel wat hulpnodig: ‘Het Duitsch is moeielijk’, schrijft Multatuli in een brief van 22 april 1868aan Tine. ‘Nu heeft ze geen andere hulp dan dat meisje dat ternauwernood lezen enschryven kan, en niets heeft dan haar gehoor. Toch gaat ze met grooten yver voorten ik denk dat ze 't klaar krygt, schoon het later nog eens schoolmeesterig moetnagezien worden. Ze heeft al 1/8 af.’ De vertaling zou nooit verschijnen en dat lagvolgens Multatuli aan de Duitse uitgevers: ‘Maar de Uitgevers hier zyn niet tebewegen tot eene onderneming die buiten hun gezigtskring ligt. Wat weet men in 'tverwaande Duitsland van 't landje “waar platduits wordt gesproken?”’

Op de omslag vindt u een houtgravure van de schilder, schrijver en kunstcriticusFélix Vallotton (1865-1925). Die verscheen in 1896 in het Franse tijdschrift La Revueblanche, in hetzelfde nummer waarin Alexander Cohens vertaling van Multatuli'sIdeeënwerd gepubliceerd. Vertalers vanMultatuli leefden gevaarlijk want niet alleenCohen maar ook de eerder genoemde Felipe Alaiz de Pablo en de Duitsers WilhelmSpohr en Carl Derossi zaten als politieke gevangenen een gevangenisstraf uit. In LaRevue blanche zijn meer houtgravures van Valloton te vinden: bijvoorbeeld van deschrijvers Henrik Ibsen en Henry David Thoreau, waarvan vertalers en recensentenvonden dat ze verwant waren met Multatuli.

De redactie

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 88: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

4

Jaap GraveMultatuli in het licht van cultural transfer

I Cultural transfer

Cultural transfer is een populair onderwerp. Er verschijnen steeds meer studies overde culturele betrekkingen tussen verschillende landen, over de receptie vanNederlandse auteurs in het buitenland of buitenlandse schrijvers in Nederland.Onderzoekers willen graagwetenwelke gemeenschappelijke kenmerken verschillendenationale culturen hebben. Misschien is de populariteit ook te verklaren door devoortschrijdende uitbreiding van Europa, de uitholling van het traditionele zelfbeelden de daaropvolgende behoefte aan bezinning op de plaats van een nationale cultuurin dat grotere verband. Nationale culturen zijn constructies die altijd staan te wankelenen in sommige tijden meer bewegen. Naarmate ze meer bewegen, krijgen sommigemensen grote behoefte aan stilstand. Die wordt wel aangeduid met het begrip canon.In het buitenland speelt de canon van een andere cultuur overigens bijna geen rol -cultuur moet zich meestal opnieuw bewijzen.Cultural transfer vindt plaats door individuen en culturele instellingen. Zij vormen

niet alleen twee uitersten op de lijn van bemiddeling maar geven ook de ontwikkelingin de geschiedenis vanaf de zeventiende eeuw weer. De verantwoordelijkheid voorde selectie, het transport en de integratie van literatuur lag eeuwenlang bij vertalers,schrijvers, docenten in het vreemde talenonderwijs en wetenschappelijk personeelaan hogescholen en universiteiten, eventueel journalisten, emigranten, immigrantenof reizigers, die ik samenvat onder de noemer bemiddelaars. Aan het eind van detwintigste eeuw is de literaire bemiddeling grotendeels geïnstitutionaliseerd waarbijhet Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (NLPVF) en het Vlaams Fondsvoor de Letteren (VFL) een invloedrijke rol spelen. Bemiddelaars zijn zelden altruïsten:ze hebben et belang bij dat werken in een andere taal verschijnen. Dat kunnen ideëlemotieven zijn, maar veel vaker financiële of nationalistische.Onderzoek naar cultural transfer is verbondenmet veel bezoeken aan bibliotheken

en archieven. Allereerst moet er veel materiaal worden verzameld. Dat betreftbijvoorbeeld biografieën van vertalers, informatie over uitgeverijen, recensies, hetprofiel van kranten en tijdschriftenwaar die recensies zijn verschenen en een zoektochtnaar het werk dat aan de basis stond van de vertaling - want dat was bij Multatuliniet altijd de Nederlandse versie. Pas als de elementaire gegevens in kaart zijn gebracht(en vaak, bijvoorbeeld bij biografieën, zijn de gegevens niet meer te achterhalen),kan verder onderzoek beginnen.Precies daar beginnen de problemen: je hoeft maar in een paar recent verschenen

bundels of artikelen over cultural transfer te kijken, of je ziet dat er grote verschillenzijn: enerzijds zijn er bijdragen die alleen over de theorie van cultural transfer gaanzonder dat duidelijk wordt of ze geschikt zijn om grensoverschrij-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 89: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

5

dende culturele processen adequaat te beschrijven. Anderzijds verschijnen er veelcase studies waarin nogal eens de theoretische uitgangspunten ontbreken en alleeneen samenvatting van recensies te vinden is. Nadere informatie over de recensent ofhet profiel van de krant en informatie over de selectie en het transport ontbreken inde meeste gevallen.Wie besluit dergelijk onderzoek te doen heeft er allereerst veel profijt van als hij

niet alleen kennis van twee of meer disciplines (bijvoorbeeld literatuur, geschiedenisen politiek) maar ook van twee of meer culturen heeft. Het gebruik van recenteontwikkelingen binnen de methodologie van cultural transfer, die zich sinds eenaantal jaren in een stroomversnelling bevindt, maakt het fundament van het onderzoeksteviger en resultaten beter vergelijkbaar. Niet te veronachtzamen voor de onderzoekeris ten slotte de bereidheid zich in studies te verdiepen die al over het onderwerp zijngepubliceerd.

II Vragen met Multatuli

Multatuli en zijn werk zijn bij uitstek geschikt voor onderzoek van cultural transfer.Zijn Volledig Werk is gepubliceerd, inclusief de brieven en documenten. Zijnbekendste roman,MaxHavelaar, is in circa veertig talen vertaald, in en buiten Europa.De buitenlandse belangstelling blijft aanhouden: et komen vertalingen bij enverouderde vertalingen worden door nieuwe vervangen. Multatuli is niet meer wegte denken uit de niet-Nederlandse literatuur. Maar om welke Multatuli gaat het enwelke rol speelt bijvoorbeeldMax Havelaar in de literatuur van het betreffendetaalgebied? Dat zou wel eens een heel andereMultatuli kunnen zijn dan in Nederland- maar daar zijn er vermoedelijk ook meerdere.Naar de vertalingen en de beeldvorming van Multatuli in het buitenland is

incidenteel onderzoek gedaan. De situatie in Duitsland is vrij goed in kaart gebracht(Vanrusselt, Van Uffelen, Grave en Eickmans). Verder zijn er alleen al in OverMultatuli artikelen verschenen over Multatuli in Spanje (Francisco Carrasquer, nr.8), Bulgarije (Nina Smeets-Sirakova, nr. 16), Polen (Jerzy Koch, nr. 24 en 28),Indonesië (Kees Snoek en Gerard Termorshuizen, nr. 21 en 26), Estland (Külli Prosa,nr. 32), de Sovjet-Unie (Jan Paul Hinrichs en Petra Couvée, nr. 34 en 57), Korea(Myong-Suk Chi, nr. 37) en Engeland (Oskar Wellens, nr. 48). Ook Diederik Grit,J.J. Oversteegen en Oscar Levertien en Bernt Luger publiceerden over Multatuli inde wereld.De verleiding is groot om via Multatuli verschillende theoretische modellen uit te

proberen. Maar er ontbreken nog teveel gegevens. Pas als die in kaart zijn gebracht,kan het systematische en vergelijkende onderzoek beginnen. Voorlopig gaat het omeen paar vragen waarmee het onderzoek gericht wordt gestuurd:- Allereerst de receptie van Multatuli's werk. Daarbij gaat het om de

literatuuropvatting van de betreffende recensent, zijn andere recensies, zijn status enhet profiel van het tijdschrift of de krant waarin de recensies zijn verschenen. Eén

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 90: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

6

van de vragen die daarbij aansluit, luidt welke impliciete en explicieteliteratuuropvattingen een rol spelen bij de receptie. De aandacht gaat daarbij uit naarthema's, discussiepunten, topoi en eventueel signaalwoorden die in dieliteratuuropvatting worden gebruikt;- DoordatMax Havelaar vaak niet alleen als esthetisch kunstwerk maar vooral

ook als aanklacht tegen het Nederlandse kolonialisme werd beschouwd is de wijzevan belang waarop binnen de receptie is ingegaan op de verhouding tussen kunst enwerkelijkheid (authenticiteit, rol van de verbeelding, echtheid, kunst en leven) entussen literaire en esthetische categorieën (engagement, morele taak van de schrijver,estheticisme). Deze vraagstelling, die nauw samenhangt met de eerder genoemdeliteratuuropvatting, geldt voor alle werken van Multatuli;- Gezien demeer dan honderdjarige geschiedenis van de introductie vanMultatuli's

werk in het buitenland (dat geldt bijvoorbeeld voor de grote Europese taalgebieden)is inzicht in de verschuiving binnen de receptie een belangrijk punt van onderzoek.Zijn de vragen die nu aan Multatuli's werk worden gesteld andere dan die van vijftigof honderd jaar geleden? Deze vraag doelt op de receptie van het werk in de tijd;- Ten vierde is in veel landenMax Havelaar de eerste vertaling van Multatuli's

werk geweest en omdat dit werk, dat ook in de canon als zijn belangrijkste wordtgezien, nauw samenhangt met de levensloop van de schrijver, is de vraag relevantof het beeld van de schrijver sinds de eerste vertaling veranderingen heeft ondergaan.In een taalgebied waarin verschillende biografieën of biografische schetsen overMultatuli zijn verschenen, kunnen deze bijvoorbeeld ook aan een uitgebreid onderzoekworden onderworpen.Voor enkele van deze punten geldt bovendien dat bemiddeling van literatuur nauw

samenhangt met de waardering ervan. Dat is voor André Lefevere, een prominentvertegenwoordiger van de ‘Manipulation School’, aanleiding geweest te betogen dater door rewriting van teksten of een auteur door het bemiddelingsproces (bijvoorbeeldin literatuurgeschiedenissen, wetenschappelijke artikelen, encyclopedieën ennaslagwerken) een ‘gemanipuleerd’ imago van de tekst of de auteur ontstaat dat eengroter publiek bereikt dan de tekst zelf. Kan deze continuïteit in het imago vanMultatuli en diens werk (of een van diens werken) worden vastgesteld? Geldt datook voor landen met sterk wisselende politieke ideologieën - bijvoorbeeld de tot1989 communistische staten? Het zou voor de hand liggen dat de opvattingen overMultatuli's werk en zijn biografie juist daar grote wijzigingen hebben ondergaan.Onderzoeksresultaten uit die landen kunnen ook verhelderen welke rol zijn werk intheorieën over het imperialisme, racisme en kolonialisme heeft gespeeld (te denkenvalt aan opvattingen van Hannah Arendts The Origins of Totalitarianism en FrantzFanon die binnen de ‘Postcolonial Studies’ een opmerkelijke revival beleven).Verder kan worden vastgesteld dat onderzoek naar bemiddeling zich vaak richt

op het resultaat van het bemiddelingsproces (vertaalde werken, antholo-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 91: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

7

gieën en recensies). Maar over de oorzaak van het bemiddelingsproces, de aanleidingvan de belangstelling voor het werk van Multatuli en de pogingen zijn werk voor heteigen literaire systeem toegankelijk te maken, is weinig bekend. Daarbij is de rolvan bemiddelaars belangrijk: zij introduceren auteurs en thema's in hun land enonderzoek moet uitwijzen welke betekenis ze in de nieuwe context - de context vande vertaalde literatuur - krijgen. Daarbij wordt uitgegaan van de volgende elementairevragen:- wie waren de vertalers van Multatuli's werk?- waren zij zich bewust van de verschillen tussen hun eigen cultuur en de

Nederlandse? Indien dit het geval is geweest: op welke wijze werden zegethematiseerd?- ten slotte is het antwoord op de vraag met welke ‘eigen’ auteurs Multatuli bij de

introductie van zijn werk werd vergeleken belangrijk voor het beeld dat lezers in denieuwe cultuur van hem krijgen.Een laatste punt betreft de vraag welke rol imago's bij de receptie een rol spelen

en welke specifieke opvattingen er binnen de receptie vast te stellen zijn overMultatuli's Nederlandse achtergrond en de Nederlandse literatuur in het bijzonder.De verwachting luidt dat naarmate een literair werk sterker verankerd is binnen eenandere cultuur, buitenliteraire factoren, zoals de herkomst van de auteur, een steedsgeringere rol spelen.

III Antwoorden met Multatuli

Cultural transfer is populair, schreef ik in de inleiding. Elke filologie buiten decontext van de moedertaal is daar mee bezig. Dat geldt ook voor de neerlandicibuitengaats, onafhankelijk van hun nationaliteit: zij zullen in veel gevallengebruikmaken van het culturele kader van hun studenten waardoor ze automatischvergelijkend werkzaam zijn. Bovendien zijn zij door hun talenkennis de enigen dieonderzoek kunnen doen naar de basiselementen van cultural transfer, zoals recensiesen vertalers. Er valt, kortom, nog veel te verwachten van het onderzoek naarMultatuli.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 92: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

8

Ingrid Wikén Bonde*

Eeuwige strijd tegen het kwaadDe receptie vanMax Havelaar in Zweden

Het literaire veld in Zweden rond de eeuwwisseling

Het literaire polysysteem1. in Zweden is in de negentiende en twintigste eeuw nauwverbonden met het Europese mega-polysysteem: romantiek, realisme, naturalisme,doorbraak van het modernisme, liberaal radicalisme, neoromantiek.De doorbraak van het modernisme in Zwedenwordt in 1879 ingeluidmet de roman

Röda rummet (De rode kamer) van Strindberg, een realistische, maatschappijkritischeroman over de ontwikkelingsgang van een jonge man. Naast de introductie van hetnieuwe paradigma kwamen vormen voor als parodie en ironie, mengeling van stijlen,historische roman, familieroman, realisme, tendensroman en emancipatieroman.De ideoloog van het nieuwe ideeënparadigma was de Deense literatuurcriticus

Georg Brandes. Hij vertegenwoordigde in navolging van Comte, Taine, Mill enSpencer de droom van een nieuwe en gelukkige maatschappij gebaseerd op gelijkerechten van alle mensen, vrijheid van gedachte en gelijkheid tussen mannen envrouwen in het huwelijk en op de arbeidsmarkt. De Zweedse generatie van Tachtigstreefde eveneens naar vrijheid en gelijkheid. De tendensroman viert hoogtij, depersoonlijkheid van de schrijver wordt belangrijk geacht. De taal wordt vrijgemaaktuit de retoriek en aangepast aan de werkelijke manier van spreken. Opvallend vaakgaan romans over een jonge man die in opstand komt tegen zijn naaste omgeving,de familiekring en de autoriteit van de vader, of over een idealist die de maatschappijuitdaagt.In de jaren negentig komt er een reactie op. Tot de personen die van richting

veranderen, behoort de vooraanstaande criticus, dichter en hoogleraar literatuur inStockholm, Oscar Levertin, ‘rood’ begonnen in de jaren tachtig, nu een Negentiger.In protest tegen de grauwe jaren tachtig wordt een uitstervende boerencultuurbezongen door neoromantische schrijvers als Heidenstam en Selma Lagerlöf, en doorde dichters Fröding en Karlfeldt.

Eerste receptieperiode van Multatuli: 1899-1906 introductie

De eerste publicatie in het Zweedse literaire veld van een tekst van Multatuli isAuktoritet, die op 13 augustus 1899 zonder commentaar of inleiding in de zondagsebijlage van Svenska Dagbladet wordt afgedrukt. De les luidt dat kinderen niet doordwang en bijbelspreuk van hun ouders zullen blijven houden maar

* De geciteerde passages uit Multatuli's werk zijn vertaald door de auteur van dit artikel.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 93: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

9

alleen door de liefde die ze krijgen. In datzelfde jaar hadWilhelm Spohr in Duitslandzijn grootse presentatie van Multatuli gepubliceerd. In die tijd was de kennis van hetDuits bij Zweedse intellectuelen aanzienlijk beter dan nu. De roem en het tekstje vanMultatuli waren waarschijnlijk uit Duitsland overgewaaid.De tweede tekst die geïntroduceerd wordt is de vertaling vanMax Havelaar in

1902. De vertaling was gemaakt door Petrus Hedberg (1849-1926), leraar, journalisten vertaler. Het boek verscheen bij Wilhelm Silén te Stockholm, een uitgeverij vanromans en praktische handboeken. Hedberg had voor Silén onder andere Bunyan(The Pilgrim's Progress), Tolstoj (Oorlog en vrede, waarschijnlijk niet uit hetRussisch), Scott (Ivanhoe) en Mark Twain (Tom Sawyer en Huckleberry Finn)vertaald. Hij was redacteur van twee christelijk conservatieve tijdschriften, Vårt Landen Svea, het laatste een geïllustreerd weekblad. Hedberg speelde geen opvallenderol binnen het literaire systeem. De publicaties van de uitgeverij en de titels dieHedberg vertaalde doen vermoeden datMax Havelaar ter vertaling was uitgekozenom het publiek romantische, (ont)spannende en exotische lectuur aan te bieden. Detendens van het boek is door de vertaling sterk verdoezeld, zoals blijkt uit het zeernegatieve oordeel van Bernt Luger (1973) over deze vertaling.Luger toont aan dat de Deense vertaler, Carl Michelsen, veel uit de tekst van 1881

(5e druk) heeft weggelaten. De typografie van de tekst is veranderd en de Maleisewoorden zijn vertaald weergegeven, zodat de couleur locale verloren is gegaan. Veelachtergrondinformatie over Indië en de bestuurstructuur van de kolonie behoort totde weglatingen. Er zijn ook banaliserende veranderingen en weglatingen in deweergave van het karakter van Havelaar. Ook de kritiek op de Kerk in het laatstestuk van het verhaal van Saïdjah en Adinda is geschrapt.De Zweedse vertaling is volgens Luger ‘een schaamteloos plagiaat van de Deense’.

Hedberg liet nog meer weg dan Michelsen en voegde een paar leesfouten toe aan detekst. Tot de weglatingen behoorden bijvoorbeeld passages die kritiek op de Luthersereligie uitdrukten.Over de bespreking van het werk in Svenska Dagbladet (zie hieronder) door Oscar

Levertin is Luger echter zo gelukkig dat hij het hele essay vertaalt in het Nederlands.In een recente biografie over Levertin (Shachar 2006) wordt uitvoerig op zijn joodseafkomst ingegaan. Zijn voorouders hadden ooit in Leeuwarden gewoond, vandaarde naam Levertin. De voorouders waren volgens het familieverhaal via Duitslanden Denemarken doorgetrokken naar Zweden, waar in 1779 een edict vangeloofsvrijheid was uitgevaardigd. Maar zijn herkomst van Leeuwarden wasnauwelijks de reden waarom Levertin zijn recensie schreef. Svenska Dagbladet waseen krant die in die tijd de ideeën van Negentig vertegenwoordigde, gericht was opkunst en minder op politiek, vrij conservatief maar toch met een zekere belangstellingvoor sociale hervormingen. In dat blad presenteerde Levertin de moderne literatuuruit binnen- en buitenland. Levertin was centraal gepositioneerd in het literairepolysysteem in Zweden, hij bewoog zich op het breukvlak tussen de ZweedseTachtigers en Negentigers (zie boven).

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 94: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

10

HoewelMax Havelaar in veel opzichten een roman is voor de Zweedse jaren tachtig- tendensroman, jonge man in opstand tegen een autoriteit - verschijnt de vertalingpas in 1902. Men mag vermoeden dat de Zweedse uitgever het boek niet zozeer lietvertalen omdat het in de tijdgeest paste maar vooral omdat het in Duitsland opganghad gemaakt. Het was een ‘beroemd’ boek en diende dus vertaald. Maar het moestaangepast worden aan de veronderstelde wensen van het publiek. Het niveau ervanwerd in de vertaling verlaagd naar meer ‘populair’. Luger heeft aangetoond dat et inde bespreking van Levertin veel citaten en gegevens uit Spohrs Auswahl2. staan endat hij stukken uitMax Havelaar citeert die door de Zweedse vertaler warenweggehaald. Lugers vondsten doen vermoeden dat Levertin Multatuli bekeek doorde ogen van Spohr, niet door de ogen van Hedberg en dat hij niet de Zweedse maarde Duitse uitgave had gelezen. In de bibliotheek van de Universiteit van Stockholm,waar Levertin hoogleraar was, staat inderdaad de eerste uitgave van Spohrs Auswahl,verschenen in Minden in 1899.

Recensies

De eerste recensie vanMax Havelaar verscheen op 18 februari 1902 in Dagensnyheter. Dit landelijke blad was toen liberaal, radicaal op cultureel gebied en richttezich tot brede lagen van de bevolking. De (anonieme) recensent rangschikt Multatulionder de grote schrijvers van zijn rijd. Hij constateert dat Dekker reeds tot een ouderegeneratie behoort. Zijn snelle carrière in het Nederlands-Indische bestuursapparaatwordt geschetst en daarna zijn plotselinge afscheid omdat hij het doel van hetkolonialisme niet aanvaardde: het uitzuigen van de bevolking, wier protesten in bloedwerden gesmoord. In het boek zit leven, vaart, couleur locale, gevoel en sarcasme.De vormeloosheid maakt niet uit. Dekkers humor wordt vergeleken met die vanDickens. Ook Heine wordt genoemd en Dekker wordt een voorloper van Nietzschegenoemd. De invloed van het werk op de Nederlandse literatuur wordt geconstateerden overige werken van de schrijver worden opgesomd. De recensent beveeltgeïnteresseerden aan om het essay van Lublinski in de verzamelbundelModerneEssays zur Kunst und Litteratur te lezen.De tweede bespreking verschijnt een paar dagen later in twee delen (op 23 en 25

februari) in Stockholms dagblad, een conservatieve krant. De recensent S.S.-m verteltdat de Duitse geleerde Wilhelm Spohr het werk van Multatuli voor Europa heeftontdekt, en dat er daarom nu in Duitsland een Multatuli-cultus heerst, dat hij metNietzsche vergeleken wordt en zelfs beter dan deze wordt bevonden. De recensentis het daar niet mee eens.Multatuli is wél een originele en belangrijke persoonlijkheid,een agressieve revolutionair, een subjectieve natuur, een vat vol tegenstrijdigheden,een idealistische pessimist als Tolstoj. Met de egoïstische hoogmoed van eennietzscheaan strijdt hij voor het geluk van de mensen en plaatst zichzelf daarbijvoortdurend in het middelpunt. De recensent ergert zich over Multatuli's eigenwaan,zijn grenzenloze martelaarschap, maar stelt ook vast dat Dekker een bekwaambestuurder was en ontsla-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 95: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

11

gen werd toen hij opkwam voor de belangen van de inlanders.Max Havelaar wordtvergeleken met De hut van oom Tom, met het voorbehoud datMax Havelaar niettot verbeteringen van de omstandigheden, de mishandeling en uitbuiting van deJavanen, heeft geleid. De Nederlandse regering en de pers hebben de aanvankelijkeverontwaardiging over de misstanden gesust. De recensent uit scherpe kritiek op deZweedse tekst. Bij de vertaling werd een methode gebruikt die men alleen voormiddelmatige, onpersoonlijke ontspanningsliteratuur mag gebruiken; vooral deweglatingen en de verdwenen couleur locale worden gelaakt. De recensent gaateveneens in op Minnebrieven, waarin een ik-cultus wordt vastgesteld, en op deel 7(1877) van de Ideën, waarin Dekkers veelzijdigheid en kennis op verschillendegebieden ter sprake komt. Van alle werken worden de titels in het Duits genoemd,wat aantoont dat de recensent zijn informatie uit Duitse teksten heeft gehaald.Een maand later, op 11 maart, staat een bespreking in Socialdemokraten. De

recensent N.W. gaat in op de schokkende toestanden in de Nederlandse koloniën inIndië en noemt het boek een kreet om gelijkheid en rechtvaardigheid voor de armeJavanen die worden uitgezogen door zowel binnenlandse als buitenlandse heren. DeNederlandse regering smoorde de belangstelling die door het boek opgeroepenwerd.Alleen de socialistenwistenDekker te waarderen.Wilhelm Spohr wordt gepresenteerdals ‘jonge socialist’, medewerker van Der Sozialist in Berlijn. De recensent merktde verminking van de tekst door de vertaler op en noemt die onvergeeflijk bij eenschrijver van rang, zoals Multatuli. Hij mist ook een karakteristiek van de schrijveren een verslag over de omstandigheden waaronder het boek tot stand was gekomen,zoals in de Duitse uitgave. Multatuli tekent op geniale wijze hoe het hele gebouwvan de maatschappij ineenstort door de geniale verkondiging van de gelijkheid dermensen. De figuur Droogstoppel is een meesterwerk: de moderne burgerman metzijn beperkte horizon en gebrek aan altruïsme. Ook de weergave van de preek vanWawelaar over de inlanders is geniaal in zijn sarcasme: de lompe verkondiger vande religie in dienst van het kapitalisme.Levertins recensie in Svenska Dagbladet verschijnt als laatste op 5 en 7 april. Later

zal het als essay worden herdrukt in zijn Samlade skrifter (1907). Levertin plaatstMultatuli in de positie van ideeënrijkste en boeiendste schrijver van zijn land in denegentiende eeuw. De bevolking van dat land schetst hij als flegmatiek, farizeïschen bigot. Schaamteloos buit het zijn koloniën uit. Hij verwijst naar de editie vanSpohr en diens levensbericht over Multatuli. Hij vermeldt dat Multatuli in Duitslandwordt geplaatst naast Ibsen en Nietzsche. Levertin voegt daar Strindberg aan toemaar is wel van oordeel dat Multatuli door al deze veelzijdige schrijvers wordtovertroffen. Over stijl en personages gebruikt hij woorden als ‘hartstochtelijk’,‘allerminst objectief’ en ‘Don-Quichot-achtig’ en hij beklemtoont dat Multatuli nietop zijn literaire waarde wilde worden beoordeeld maar dat hij in de eerste plaatsverandering tot stand wilde brengen. De persoon Dekker wordt gekarakteriseerd alsiemand met een opborrelend rechtvaardigheidsgevoel, een strijdvaardigeheersersnatuur die door zijn twee vrouwen van de ondergang wordt gered. Multatuli'sfascinatie voor ‘het offer’ in

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 96: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

12

Oosterse zin boeit Levertin, die zich ook zelf door het Oosten voelt aangetrokken.De receptie vanMax Havelaar in eigen land wordt geschetst, de oppressie vanbovenaf, gesteund door Van Lennep, de toenemende verbittering van Dekker, zijngrandioze persoonlijkheid. Levertin vergelijkt hem met de Zweedse schrijver C.J.L.Almqvist, die ook graag voor geluksbrenger wilde spelen. Dan volgt een weergavevan de inhoud vanMax Havelaar, zijn meest evenwichtige en heldere werk, en eenbeschrijving van het systeem van uitzuiging en uitbuiting in Nederlands-Indië. OverMultatuli's volgende werken is Levertin niet enthousiast, hij noemtMinnebrievennerveus, zelfs spasmodisch.Als derde manifestatie van de receptie van Multatuli doet zich een recensie voor

van Frauenbrevier vanMultatuli, uitgegeven doorWilhelm von [sic!] Spohr in 1905.De recensie werd in twee afleveringen, op 3 en 4 april 1906 in Svenska Dagbladetgepubliceerd en draagt de titelEn kvinnobok (‘Een vrouwenboek’). Zewas geschrevendoor de eerste professionele recensente van kinder- en jeugdboeken in Zweden, GurliLinder. Linder noemt Dekker een ‘apostel’, een ‘Don Quichot’, ‘in Zweden bekenddoor het essay van Levertin’. Spohrs vertaling beslaat 300 pagina's die betrekkinghebben op de vrouw en de liefde, ‘nu eens overspannen dromerig, dan weer giftighonend, soms verwarrend als vuur, soms koud flinkerend als vuurwerk’. Lindergebruikt uitdrukkingen als ‘paradoxale originaliteit’ en spreekt van een ‘hypermoderneschrijver’ die zijn tijd vooruit was en ze vergelijkt Dekker met Ellen Key.3. ‘Vreugdeis deugd en de liefde is het belangrijkste van alles.’ Linder haalt ook Dekkers opvattingover de nonchalante behandeling van het kind aan (‘kinderen houdt ieder’), zijnkritiek op het schoolwezen en zijn pleidooi voor het kiesrecht der vrouwen. Zijnwerk bevat veel hoon maar Gurli Linder drukt de schrijver de hand vanwege de veleliefde die er ook een belangrijke rol in speelt. Alle titels van werken worden in hetDuits genoemd.

Samenvattend kun je vaststellen dat Multatuli door het hele spectrum vanvertegenwoordigers van politieke richtingen wordt gerecipieerd, maar dan via hetDuits, niet in Zweedse vertaling. Ook de kennis over Dekker wordt aan Spohrsintroductie ontleend. Alle recensenten zijn het eens over het heldhaftige en rechtmatigevan Dekkers strijd tegen de koloniale uitbuiting van de bewoners van Java maar éénrecensent ergert zich aan Dekkers eigenwaan. De vrouwelijke recensent legt denadruk op zijn uitspraken over vrouwen en kinderen, die door de heren niet genoemdworden. De allereerste introductie van Dekker geschiedde trouwens, zoals we hebbengezien, binnen het discours ‘positie van het kind’.

Entourage

In deze eerste decade van de twintigste eeuw vindt men in 1903 ook een recensievan Van EedensDe blijde wereld en in 1906 twee recensies van de Zweedse vertalingdaarvan (En lycklig värld. Tankar om människan och samhället). In datzelfde jaarverschijnen vier recensies van Ut bland människorna (De kleine Johannes II), in1909 twee recensies van S. Ulfers Dorpsnovellen (Holländska byhistorier) en drierecensies

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 97: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

13

van Heijermans' Diamantstaden. Couperus werd vóór deze periode reedsgeïntroduceerd en gerecipieerd. Veel belangstelling was er ook in de pers voor Tinevan BerkensMijn zusters en ik.

Leerboeken en naslagwerken

In een leerboekje Nederlands voor Zweedse germanisten van de Nederlander N.C.Stalling (1910) staat De Japansche steenhouwer van Multatuli in het tekstgedeelte.In het korte overzichtje van de letterkunde wordt over hem medegedeeld dat hij eenspeciale plaats inneemt in de Nederlandse letterkunde.Ook in het naslagwerk Nordisk familjebok (1904-1926) vindt men het trefwoord

Dekker (deel 6, 1907, 37 regels,4. met portret). Daar wordt vermeld dat hij zijn baanmoest opgeven vanwege zijn oppositie tegen de koloniale regering. Van zijn werkenwordt als eersteMaxHavelaar vermeld (met een korte karakteristiek ‘merkwaardigeroman’, ‘grotendeels autobiografie’, ‘egoïsme en systematisch systeem van uitbuitingvan de Hollanders’. Multatuli wordt geciteerd: ‘In Holland heerst alleen het geld’.Zijn stijl wordt ‘vulkanisch’ genoemd. Als bronnen van het artikel worden publicatiesaangegeven van Jonckbloet, Spohr en Kok.In het stuk over de Nederlandse literatuur (‘Holländska litteraturen’, 1909) is er

sprake van ‘een tendensroman van grote betekenis [...] het meesterwerk van E.Douwes Dekker [...] Max Havelaar [...] dat in de levendigste kleuren de socialemisstanden in de Nederlandse koloniën afschildert.’In Svensk uppslagsbok (1929-1937) vindt men eveneens het trefwoord Dekker

(deel 6, 1931, 23 regels). Ook daar is sprake van ‘meedogenloos uitbuiten van deinlanders op Java door de Nederlandse regering’, zoals beschreven inMaxHavelaar.Multatuli's overige werken worden genoemd, maar stilistisch minder bevonden dande gepassioneerde, schitterend geschrevenMax Havelaar.In het stuk over de Nederlandse literatuur (‘Holländska litteraturen’, deel 13, 1932)

is sprake van Multatuli, ‘een van de meest geniale schrijvers van de negentiendeeeuw in Holland’, die de romanMax Havelaar uitgaf ‘waarin hij de wrede politiekvan de Hollandse regering op Java hekelt’.

De nadruk ligt in deze eerste Zweedse receptie sterk op de meedogenloze uitbuitingvan de Javanen door Nederland, de levendige stijl van Dekker, zijn moed, zijn carrièreen zijn latere moeilijke levensomstandigheden gesymboliseerd door de naam ‘multatuli’.

Tweede receptieperiode van Multatuli in Zweden: 1945

Tussen 1943 en 1946 laat uitgeverij Natur och Kultur in een serie van dertig volumeseen keuze van klassieke werken uit de moderne wereldliteratuur het licht zien. Indeel 22 (1945) staan in één volume samengebonden Lord Jim van Joseph Conrad enMax Havelaar van Multatuli. Ook Lord Jim speelt zich gedeelte-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 98: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

14

lijk af in Nederlands-Indië, maar het is geen tendensroman.WatMaxHavelaar betreftis het Hedbergs vertaling die nu opnieuw wordt uitgegeven maar deze keer met eennawoord van Artur Lundkvist (1906-1991), die tot de gecanoniseerdemodernistischedichtergeneratie Fem unga (‘Vijf jongeren’) uit de jaren dertig behoorde. Hij speeldeeen belangrijke rol in het Zweedse literaire veld en zou in 1968 tot lid van de SvenskaAkademienworden gekozen. Het feit datMaxHavelaar in deze serie werd opgenomenmet een nawoord van de centraal in het literaire veld gepositioneerde dichter encriticus Lundkvist toont aan dat het werk nu wordt geacht te behoren tot deonsterfelijke internationale canon.Lundkvist trekt parallellen tussen Multatuli en de Zweedse dichter Almqvist,

eveneens een meester van de grillige compositie. Lundkvist acht de ongelijkmatigeconstructie vanMax Havelaar uiterst doeltreffend, vooral dat Droogstoppel alsinitiator van het boek wordt voorgesteld is van betekenis: ‘In deze grootse karikatuurvan een spitsburger vind je de hele achtergrond van de koloniale ellende, deonbeschrijfelijk zelfingenomen leugenachtigheid die het krasse materialisme, denietsontziende uitzuiging, nauwelijks kan verdoezelen.’ De tegenstelling tussen degeslaagde dikhuidige Droogstoppel en de vernederde idealist heeft een vernietigendeironische uitwerking. ‘Havelaar is een oprechte, levendige en geniaal begaafdepersoonlijkheid die nog steeds toverkracht bezit hoewel hij voor de huidige smaakals al te edel wordt voorgesteld.’ Lundkvist besluit met de conclusie datMaxHavelaarnog steeds de hoogste actualiteit bezit, dat de tendens ervan nog steeds in hoge mategeldig is. In 1955, na een periode van reizen over de wereld, publiceert Lundkvisteen revolutionaire dichtbundel over de bevrijding van volkeren uit honger, gewelden onderdrukking. Alweer pastMax Havelaar uitstekend in de tijdgeest. De nieuweuitgave verschijnt immers op het moment dat de verschrikkingen van de TweedeWereldoorlog in Zweden bekend begonnen te worden. Het engagement voor deonderdrukten wordt uitgebreid en gaat ook de volkeren buiten Europa omvatten.Het thema van de Nederlandse koloniën was in Zweden al geactualiseerd door

vertalingen vanwerken vanMadelon Székely-Lulofs.Rubber (1931) enKoelie (1932)werden beide in 1933 voor het eerst vertaald en Rubber beleefde in datzelfde jaarnog drie herdrukken en in het jaar daarop nog een vijfde druk. Een nieuwe uitgavevan Rubber verscheen in 1944, herdrukt in 1947. Ook van De hongertocht (1936)verschenen twee drukken in het Zweeds (1936 en 1937). Het zal echter voornamelijkhet spannende en exotische karakter van haar werken zijn geweest wat het grotepubliek aantrok, en niet zozeer de sociale verontwaardiging. Van Koelie verscheenimmers maar één druk.5.

Literatuurgeschiedenis van Martha A. Muusses

In 1947 verschijnt Hollands litteraturhistoria geschreven door de lector Nederlandsaan de universiteiten in Stockholm enUppsala,Martha A.Muusses.Multatuli, schrijftze, voelde zich ‘martelaar van zijn liefde voor de gerechtigheid en van zijn moed omde waarheid te zeggen, ook al kostte hem dat zijn carrière’ (p. 99).

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 99: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

15

In Muusses' tekst is de schurk het inlandse hoofd, de Nederlanders zijn alleen laf enlui. De nadruk van de Zweedse beoordelaars op de ellende in de koloniën en hunverontwaardiging over de houding van de Nederlandse regering ontbreekt bij haar;ze is meer op de persoonlijkheid en de taal van Dekker gericht. Muusses is vanoordeel dat Multatuli zich had kunnen ontwikkelen tot een werkelijk groot schrijverals zijn gebrek aan zelfbeheersing en zijn overtuiging van de eigen genialiteit hetniet hadden belet. Ze vergelijkt Multatuli met Strindberg, hoewel van kleiner formaatdan deze. Beide schrijvers hadden het gevoel miskend te zijn, beiden waren veelzijdig.Ook stilistisch zijn er overeenkomsten. Op twee punten is het verschil echter groot:Bij Multatuli is nergens een spoor van vrouwenhaat te vinden en Multatuli bekeerdezich niet maar bleef rationalist en atheïst. Zijn God is ‘logos’, is ‘de waarheid’.

Derde receptieperiode van Multatuli in Zweden: rond 1980 een geheelnieuwe uitgave

Sinds de jaren zestig waren verschillende actoren geëngageerd bezig om voor deNederlandse literatuur een plaats te veroveren in het Zweedse literaire veld. De wegwas bereid door Martha A. Muusses, die als een missionaris door haar vertalingen,literatuuroverzichten in het Zweeds, tekstboekjes voor haar studenten en lezingenbewees dat de Nederlandse literatuur er één van goede kwaliteit was.In de jaren zestig werd haar rol overgenomen door andere ‘missionarissen’, zoals

de hoogleraren Scandinavische talen in Groningen en Gent, Amy van Marken enAlex Bolckmans, de vertaalstersMarguerite Törnqvist en Sonja Pleijel en de cultureleredacteur bij de Zweedse radio, Kerstin Axberger. De Stichting voor Vertalingen6.

droeg door het subsidiëren van vertalingen van kwaliteitsliteratuur sterk bij tot deverspreiding van goede Nederlandse literatuur in Zweden, in plaats van de grotehoeveelheden populaire ontspanningsliteratuur. Toen De Kapellekensbaan in 1975in het Zweeds verscheen gonsde het van geruchten dat de Nobelprijs aan Boontoegekend zou worden. Door de Nederlandse hausse bleek uitgeverij Atlantisgeïnteresseerd in mijn voorstel om vanMaxHavelaar een nieuwe vertaling te maken.Naar mijn opvatting moest het Zweedse publiek vanzelfsprekend Multatuli's eigenoorspronkelijke versie lezen, niet een door anderen bewerkte tekst, niet de vertalingvan Hedberg, maar de ‘nulde druk’, in 1949 uitgegeven door Garmt Stuiveling.Atlantis was het daar mee eens en vond Max Havelaar geschikt voor zijn serie‘Atlantis kiest uit de wereldliteratuur’. Op voorstel van Joost de Wit, toen directeurvan de Stichting voor vertalingen, werd als woord vooraf het essay over Multatulivan D.H. Lawrence uit 1927 toegevoegd en ikzelf mocht een kleine inleiding schrijvenwaarin ik kon uitleggen waarom er een nieuwe vertaling moest komen. De nieuwevertaling (1979) paste alweer uitzonderlijk goed in de tijdgeest, want het was inZweden het tijdperk van de politiek geëngageerde literatuur, protesten tegen deVietnamoorlog, tegen het kapitalisme, tegen het imperialisme, tegen

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 100: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

16

het racisme en het kolonialisme en tegen allerlei onderdrukking van vrouwen,homoseksuelen en scholieren en studenten.Lawrence ordent de roman onder de ‘strijdschriften’ en vergelijkt hemmetDe hut

van oom Tom. Anders dan de Zweedse recensenten stelt Lawrence vast dat deNederlandse regering wél wat aan de situatie in Nederlands-Indië heeft veranderd.De constructie van het boek is a mess, beweert hij. Het is geen boek voor het grotepubliek. Het engagement is verouderd. Maar het gaat helemaal niet om hetengagement, het gaat erom dat Dekker gelezen wil worden, niet omwille van deJavaan maat omwille van zijn haat. Het boek is een satire. En de satire overDroogstoppel slaat nog steeds op ieder succesvol zakenman overal ter wereld.Daardoor is het boek zo vernietigend actueel. Het is ook een satire over alle bestuuren over alle regeringen. Het boek wordt gedreven door haat tegen de autoriteit, nietdoor mededogen met de verdrukte Javaan. De mens tendeert naar ontaarding inDroogstoppels, gouverneurs-generaal en Slijmeringen. Multatuli treedt op en levertstrijd tegen dat kwaad. Pas als de Droogstoppels, de gouverneurs-generaal en deSlijmeringen dood zijn kan Havelaar naar het museum. Havelaar is een geneesmiddel.We kunnen dat geneesmiddel beter blijven innemen want de ziekte van demaatschappij is nog altijd even erg, aldus Lawrence in 1927.

De recensies:Max Havelaar actueler dan ooit

Reeds in 1974, lang voor het verschijnen van de nieuwe vertaling, schreef SonjaPleijel een artikel over Multatuli in Studiekamraten, oorspronkelijk een tijdschriftvoor volksverheffing van de sociaaldemocraten, in de tijd van Pleijel overgenomendoor Bibliotekstjänst, het serviceorgaan van de Zweedse volksbibliotheken. Haarartikel is gebaseerd op het werk van de Amerikaanse neerlandist Peter King (1972).Haar belangstelling voor Nederlands-Indië kwam door haar Javaanse afkomst vanmoederskant. Ze schetst het levensverhaal en de carrière van Dekker, en laat wetendat hij al van jongs af aan naar een rechtvaardiger maatschappij verlangde. In zijndromen was hij gezonden om de wereld te redden. Pleijel/King schetst Dekkersliteraire en persoonlijke ontwikkeling waarbij de nadruk op zijn verlangen naar machten martelaarschap ligt. Ze beschrijft de sociale achtergrond van de kolonialeexploitatie en de manier waarop die georganiseerd was (het cultuurstelsel) alsmedede dualistische administratie van de kolonie die de niet afgesproken ‘belastingheffing’door de inlandse vorsten door de vingers zag. Ze gaat in op de romanMax Havelaar,de lotgevallen van de tekst en de uitwerking van zijn boodschap in Nederland,Multatuli's publicaties naMax Havelaar, zijn opvatting over de opvoeding vankinderen, zijn invloed op Freud worden nagegaan. Het leidmotief van zijn werknoemt Pleijel ‘Vrijheid’ en Waarheid' en de tegenpolen daarvan ‘Onderdrukking' enLeugen’. Ze stelt vast dat hij, hoewel hij in Nederland de weg had geëffend voor desocialisten, zelf geen dogma's aanhing.De eerste recensie van de nieuwe vertaling verscheen op 26 september 1979 in

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 101: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

17

Sydsvenska Dagbladet en draagt de titel Klassiker med liv ik (‘Klassiek werk volleven’). De recensent, Sven Christer Swahn, ‘weet dat men dit werk behoort tekennen’, dat het ooit gepubliceerd is in een grijzige serie klassieke werken en hijjuicht de nieuwe uitgave toe. Hij vindt het een goed idee om als inleiding het essayvan Lawrence af te drukken. De roman is merkwaardig, de stijl is merkwaardig, deschrijver is merkwaardig. De ironie is geslaagd. De vertellagen hebben een functie.Net zoals door Lundkvist wordt hier de constructie niet meer ‘a mess’ (Lawrence)genoemd. Swahn constateert dat ‘de eerste moderne Hollandse roman stevig in deromantiek verankerd is’, de romantische ironie, het spel van de vertelniveaus, delotgevallen van het manuscript. Het drukt medelijden met de bewoners van het landuit, vermengd met romantische verliefdheid in volkse oorspronkelijkheid. Nieuw isde authentieke documentatie. Het meest stelt Swahn de analyse van de‘gouverneursziekte’ op prijs, het verhaal van Saïdjah en Adinda doet hem denkenaan Almqvist.In het socialistische Aftonbladet schrijft Holmer op 5 november over ‘de

zielenherder van een imperium’. Hij begint met informatie over de overdracht vande zelfstandigheid aan Indonesië in 1949 gevolgd door een stuk kolonialegeschiedschrijvingmet de nadruk op de voordelen voor Nederland van de uitbuiting.Daarna volgt het levensverhaal van de schrijver, uitleg over de koloniale organisatieen het morele bederf van het systeem. De geschiedenis van de totstandkoming vanhet werk, zijn invloed op de Nederlandse literatuur, de story van het boek. Holmeris blij met de nieuwe vertaling als vervanger van de vroegere, verminkte tekst. Overde structuur is Holmer minder te spreken maar hij stelt de satire in de figuur vanDroogstoppel zeer op prijs. Hij stelt vast dat het boek inderdaad tot hervorming vanhet koloniaal systeem leidde.Een paar korte notities (Hansén en Granfelt) leggen de nadruk op de uitzuiging

van Java door het Nederlandse koloniale bewind. De humor in het boek, de satireover de Nederlandse brave burger wordt op prijs gesteld, één van de besprekers(Granfelt) vindt de compositie vreemd.De volgende recensie (14 januari 1980) staat in het op het bedrijfsleven gerichte

Svenska Dagbladet. Er wordt vastgesteld dat Multatuli één van de groten is in deNederlandse literatuur en datMax Havelaar zijn actualiteit heeft behouden. Dit isbegrijpelijk omdat het gaat over universele zaken als corrupte bureaucraten, cynischezakenlieden en intolerante predikanten. De recensie draagt de titel Huichelarij,geldzucht en machtsmisbruik. De recensent, Göran Börge, juicht het toe dat er naeen aantal moderne schrijvers uit de Nederlandse letterkunde nu ook een oudereauteur ter sprake komt. Ook de nieuwe vertaling, zonder weglatingen, is heuglijknieuws.Multatuli wordt gekenschetst als een sterk voelende persoonlijkheid met eenscherp intellect. Het werk stond aan de basis van de moderne Nederlandse literatuur.De organisatie van het koloniale systeem wordt geschetst met zijn ingebouwdetendens misstanden oogluikend toe te staan. De gewetensbezwaren van Dekker ende ellende na zijn ontslag worden beschreven. De roman schenkt duidelijk inzichtin het feit dat elke bureaucratie uiteindelijk alleen voor zichzelf werkt, schrijft derecensent. Dat de hoofdpersoon een beetje te edel lijkt is niet erg, er bestaan zulkemensen, constateert

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 102: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

18

hij. Door de figuur van Droogstoppel legt Multatuli terecht de schuld bij deNederlandse burgerij in het moederland. Her is een vernietigend portret van deburgerman met zijn krasse materialisme, zijn vooroordelen, zijn gebrek aan cultuur.Dekker wordt een misantroop als Swift genoemd. De verdere lotgevallen van deroman worden geschetst alsmede het verdere leven van Dekker. Het boek leeft doorzijn satire, die universeel is. Dekker is een waardig opvolger van zijn grote landgenootErasmus, die zijn ironie ook gebruikte tegen de domheid, de vooroordelen en dehuichelarij.Onder de titel ‘Hollandse klassieker in schitterende nieuwe uitgave’ schrijft

Wilhelm Fischer op 9 februari 1980 een bespreking in de links-liberale regionaleVästerbottens-Kuriren. Hij noemt Dekker een mensenvriend en idealist voor wie derechten van demens belangrijker waren dan zijn eigenmareriële welzijn. Het artistiekehoogtepunt van het werk is het verhaal van Saïdjah en Adinda, meent Fischer. Zoalsvele andeten maakt hij de vergelijking metDe hut van oom Tom. De constructie, metzijn velschillende stijlniveaus en bodems, noemt Fischer ‘zijn tijd ver vooruit’. Alsmaatschappijcriticus toont Dekker verwantschap met Almqvist. Fischer is zeer tespreken over de nieuwe vertaling.Op 14 juni is de universiteitsstad Uppsala aan een recensie toe. De recensent, Carl

Axel Westholm, behandelt werken van Kropotkin en Multatuli, twee‘roemenswaardige nieuwe uitgaven’. VanMultatuli wordt gezegd dat hij teleurgesteldwas omdat het Nederlandse bestuur het flagrante machtsmisbruik van de inheemsefeodale vorsten liet voortgaan maar er wordt ook vermeld dat het cultuurstelselbijdroeg tot de ellende. De karikatuur van het Hollandse burgermannetje wordtmoordend scherp genoemd. Het is geen slecht idee om de inleiding van Lawrencetoe te voegen. Ook deze recensent plaatst Multatuli in de buurt van Almqvist enStrindberg.Magnus Hedlund gebruikt op 23 juni in Dagens Nyheter de titel ‘Juridische en

administratieve corruptie en uitzuiging’ in het Nederlandse koloniale bewind. Hijwaardeert de nieuwe vertaling die de verschillende stijlen van het boek op de voetvolgt. Multatuli is een teleurgestelde idealist die heeft ontdekt dat de praktijk achterde mooie woorden onmenselijk is. Hij gebruikt de satire als wapen. ‘Het begin waarde brave burger Droogstoppel over de moeilijkheden bij het schrijven van een romanredeneert en over de merkwaardige relatie tussen fictie en werkelijkheid behoort tothet geestigste wat ik ooit heb gelezen binnen het vak burgerlijke esthetica, magnifiek’,schrijft Hedlund. Uitspraken van Droogstoppel zijn letterlijk terug te vinden in enpaar conservatieve hoofdartikelen tijdens het actuele conflict op de Zweedsearbeidsmarkt, merkt hij op. Lawrence heeft er gelijk in dat de haat de drijfveer vanDekker is, maar dat maakt zijn medelijden niet minder. Multatuli trekt het systeemvan het kolonialisme niet in twijfel maat toch is de twijfel totaal. Het boek leidde totzekere hervormingen en droeg daardoor misschien zelfs bij tot een verlenging vanhet Hollandse koloniale bewind. Hedlund besluit met vast te stellen dat het boekactueel is: wat aangevallen wordt leeft nog steeds in alle weelderigheid voort.In het plaatselijk blaadje van Värmland,Wermlands-Tidningen van 26 augustus

1980, is de zeer conservatieve Sven Stolpe tevreden over de mooie nieuwe uitga-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 103: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

19

ve van Atlantis maar hij vindt de inleiding van Lawrence verschrikkelijk en hadliever gezien dat het essay van Levertin was afgedrukt. De onderdrukking van deJavanen is zowel te wijten aan de binnenlandse vorsten als aan de Nederlandseambtenaren. Stolpe stelt vast dat Dekker twee vrouwen had, dat hij scheidt van deeerste en dat die vrouw zijn kinderen meeneemt. Verder is ook hij van oordeel dathet boek in onze tijd opnieuw actualiteit heeft.Van gecanoniseerde schrijvers komen recensies in de beste literaire tijdschriften.

In Bonniers litterära magasin schrijft Arne Melberg in 1983 over ‘De dichter, debrave burger en het kwaad’. Hij meent te weten dat er een film overMax Havelaarbestaat en dat die misschien in Zweden zal worden vertoond. Na een inleiding overnamen van personages in romantitels analyseert hij de functie van de verschillendevertellers in de roman. Het onrecht dat Havelaar is aangedaan is het onrecht aanDekker, en de vorm is gekozen om zijn eigen zaak te kunnen bepleiten. Dat Sterneen van de vertellers is brengt de recensent tot een vergelijking met Karl Moor inDie Räuber van Schiller. Het satanische portret van Droogstoppel maakt het mogelijkHavelaar au serieux te nemen. Hij vertegenwoordigt Don Quichot als idealist aan dekant der onderdrukten. Droogstoppel behoort tot de magnifieke kleinburgerportrettenin de literatuur, en wordt vergeleken met Flauberts Bouvard et Pécuchet. Deconstructie van de roman biedt de schrijver de mogelijkheid om de wereld aan teklagen om haar kwaad en tegelijkertijd zijn medeschuldigheid te bekennen.

Film

In december 1983 draaide in de Zweedse bioscopen de filmMax Havelaar van FonsRademakers. Hoewel de recensenten het belangrijk vinden dat de filmwordt vertoonden zich erover ergeren dat er een veel te kleine bioscoop voor is gekozen, schrijvenze nog steeds voornamelijk over het boek. De recensies dragen titels als ‘Eenvolksheld voor onderdrukten’, er wordt gezegd dat het Nederlandse kolonialisme totde wreedste systemen in de geschiedenis behoorde (Eva af Geijerstam). MikaelTimm, recensent van het belangrijke filmtijdschrift Chaplin, vindt de film echterveel slechter dan het boek. Het boek is fantasievol, intelligent en onverschrokkenterwijl de film nogal braaf is.MaxHavelaar is een klassieke roman geworden dankzijde rijkdom van de tekst. De figuur Droogstoppel, de gecompliceerde constructie, degedachten over het schrijven van de roman zelf en over literatuur, alles is geweldiggeestig, zoals ook het satirische gegeven van de strenge openbare moraal inzakekleine details terwijl de onderdrukking vanmiljoenen Javanen wordt aangemoedigd.Door zijn modernisme is de schrijver de voorloper van Joyce. De film daarentegenis zeer eenvoudig. Het is zo erg dat de hoofdpersoon is gereduceerd tot een strijdervoor rechtvaardigheid. Soms is de film zelfs mierzoet, zoals in de scènes met de tweegelieven uit het volk. In het boek reserveert de schrijver zich tegen het idyllische vanhet liefdesverhaal over Saïdjah en Adinda, in de film daarentegen wordt een sjablonegetoond. De roman doet de lezer nadenken over zijn eigen idealistische kijk oponderdrukking terwijl de film enkel vanuit een perspectief als ‘ach wat

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 104: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

20

zielig toch’ is gemaakt. De roman bindt een strijd aan met het wereldbeeld van delezer, de film bevestigt zijn wereldbeeld. Timm roept op tot lezen van de roman inplaats van tot het zien van de film.Vele besprekingen verwijzen echter naar de actualiteit van de film. Parallellen

worden getrokken met het huidige optreden van de koloniale mogendheden inbijvoorbeeld San Salvador en Afghanistan.

Samenvatting

Men kan zeggen dat Multatuli in Zweden drie keer goed in het tijdsklimaat heeftgepast. Als de wisselende tijdgeest een boek herhaaldelijk verwelkomt, dan kun jemisschien beweren dat het tijdloos is. De eerste keet beantwoordde het thema vanhet boek aan het paradigma van de Zweedse Tachtigers, aan het opkomend socialismeen aan de behoefte van het grote publiek naar exotische verhalen. De roem die Dekkerdoor de introductie in Duitsland ten deel was gevallen droeg bij tot zijn geslaagdereceptie in Zweden. De belangstelling van een goed gepositioneerde criticus alsLevertin zorgde ervoor dat het werk een plaatsje in de canon kreeg. Multatuli wordtvergeleken met Strindberg en Almqvist, twee controversiële genieën uit de Zweedseliteratuur. Buitenlandse schrijvers die ter vergelijkingworden aangehaald zijn Dickens,Twain, Nietzsche, Heine, Flaubert en Joyce, ja zelfs Erasmus. Havelaar wektassociaties met Don Quichot.Voor de tweede receptieperiode was het van betekenis dat de bodem van het

Zweedse literaire veld vanaf de jaren veertig was bewerkt door de missionaris voorde Nederlandse literatuur in Zweden, Martha A. Muusses.Max Havelaar wordtopgenomen in een belangrijke reeks klassieken en krijgt een nawoord van ArturLundkvist, evenals Levertin behorend tot de toplaag binnen het Zweedse literaireveld. In de jaren zeventig wordt de roman opnieuw opgenomen in zo'n reeks, bij eengerenommeerde uitgeverij van kwaliteitsliteratuur. Het literaire paradigma van dezederde receptieperiode heeft Multatuli op het gebied van de literaire vormgevingingehaald en men spreekt waarderend over de functie van de structuur vanMaxHavelaar. Multatuli als voorloper van Joyce, dat plaatst hem hoog in de canon. Inde laatste periode wordt er echter ook gesuggereerd dat Multatuli op ideologischgebied de kern van de zaak toch niet heeft begrepen: ‘Het probleem van Havelaar isdat hij niet inziet dat de Nederlandse kolonie afhankelijk is van de goede verhoudingtot de inlandse hoofden en dat die daarom hun onderdanenmogen uitzuigen’, schrijftéén van de filmrecensenten.In de jaren zestig en zeventig doemde in besprekingen soms het beeld van een

Nederlandse burgerlijke, gezapige, calvinistische cultuur op. Is dit te wijten aanMultatuli? Of wordt het beeld gewoon in leven gehouden door vertaalde angry youngmen als Wolkers? In berichten over andere cultuuruitingen, zoals architectuur enmode, begint zich de laatste tijd een beeld te vormen van een Nederlandse cultuurdie vol creativiteit zit.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 105: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

21

Conclusie

In crisistijden worden schrijvers van stal gehaald die de situatie bevestigen. Havelaardiende drie keer als held van allen die tegen misbruik van macht in opstand kwamen.Evenals Anne Frank is hij een symbool geworden. Zij vertegenwoordigt het kind datdoor de oorlog vernietigd wordt. De uitstraling van het dagboek van Anne Frank isvandaag in Zweden veel groter dan die vanMax Havelaar, zeker bij jonge mensen.Misschien komt dat door een generatie van leraren die na de oorlog door het dagboekgetroffen was en het door hun leerlingen liet lezen. Misschien komt het door watdoor een enkele recensent overMax Havelaar wordt opgemerkt ‘het boek is nietmakkelijk om door te komen’.

Stockholms UniversitetNederländska avdelningenInstitutionen för nordiska språk

[email protected]

Literatuur

Anoniem 1902 - Anoniem, ‘Max Havelaar.’ Recensie. In: Dagens Nyheter, 18februari 1902.Artikelsök 1979 - http://www.btj.se/sb/FrontServlet, geraadpleegd 26 juni 2007.Börge 1980 - Göran Börge, ‘Hyckleri, snikenhet och maktmissbruk.’ RecensievanMax Havelaar. In: Svenska Dagbladet, 14 januari 1980.Den svenska litteraturen (1987-1990). Lönnroth, Lars & Delblanc, Sven (red.).Stockholm: Bonniers.Douwes Dekker 1902 - Douwes Dekker Multatuli,Max Havelaar. Stockholm:Silén.Douwes Dekker 1945 - Eduard Douwes Dekker - Multatuli,Max Havelaar. In:Modern värld-slitteratur: de levande mästerverken. Deel 22. Nawoord: ArturLundkvist. Stockholm: Natur och Kultur, p. 325-566.Fischer 1980 - Wilhelm Fischer, ‘Holländsk klassiker i lysande ny utgåva.’Recensie vanMax Havelaar. In: Västerbottens-Kuriren, 9 februari 1980.Geijerstam 1982 - Eva af Geijerstam, Recensie van de filmMax Havelaar. In:Dagens Nyheter, 27 december 1982.Granfelt 1980 - Lotten Granfelt, Recensie vanMax Havelaar. In: Bokrevy,Bibliotekstjänst, nr. 1, 1980.Hansén 1979 - Stig Hansén, Recensie vanMax Havelaar. In: Förr och nu,Tidskrift för folkets kultur, nr. 4, 1979.Hedlund 1980 -MagnusHedlund, ‘Korruption, rättsröta och utsugning.’ RecensievanMax Havelaar. In: Dagens Nyheter, 23 juni 1980.Holmer 1979 - Per Homer, ‘Ett imperiums själasörjare.’ Recensie vanMaxHavelaar. In: Aftonbladet, 5 november 1979.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 106: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

22

Holmer 1983 - Per Holmer, ‘En folkhjälte för eftersatta.’ Recensie van de filmMax Havelaar. In: Aftonbladet, 2 januari 1983.Levertin 1902 - Oscar Levertin, ‘Multatuli’. In: Svenska Dagbladet, 5 en 7 april1902. Ook in: Samlade skrifter. Elfte delen. Essayer II, 1907. Stockholm:Bonniers, p. 217-238.Linder 1906 - Gurli Linder, ‘En kvinnobok.’ Recensie van Multatuli,Frauenbrevier.Herausgegeben von Wilhelm Spohr, in: Svenska Dagbladet, 3 en 4 april 1906.Luger 1973 - Bernt Luger, ‘Multatuli in Scandinavië. O. Levertin - “Multatuli”vertaald en ingeleid met een beschouwing over de Deense en Zweedse MaxHavelaar-vertalingen’. In:Geschriften van hetMultatuligenootschap XIII. Utrecht.Melberg 1983 - Arne Melberg, ‘Diktaren, småborgaren och ondskan. OmMultatuli och Max Havelaar’. In: Bonniers Litterära Magasin, 52, nr. 2, 1983.Multatuli 1899 - Multatuli, ‘Auktoritet’. In: Svenska Dagbladet, 13 augustus1899.Multatuli 1979 - Multatuli,Max Havelaar, eller Nederländskahandelskompaniets kaffeauktioner.Woord vooraf en vertaling: Ingrid Wikén Bonde. Inleiding: D.H. Lawrence.Stockholm: Atlantis.Multatuli 1983 -Multatuli, ‘Saidjah sång.’ Uit:MaxHavelaar (1860). Vertaling:Niklas Anderberg. In: Bonniers Litterära Magasin (BLM), 52, nr 2, p. 119.Muusses 1947 - Martha A. Muusses, Hollands litteraturhistoria. Stockholm:Forum.Nationalencyklopedin (1989-1996). Höganäs: Bra böcker.Nordisk familjebok (1904-1926). Stockholm: Nordisk familjeboks förlag.N.W. 1902 - N.W., ‘Multatuli.’ Recensie vanMax Havelaar. In:Socialdemokraten, 11 maart 1902.Pleijel 1974 - Sonja Pleijel, ‘Multatuli och “MaxHavelaar”’. In: Studiekamraten,jg 56, nr. 4/5, p. 73-76.Schiller 1982/1983 - Hans Schiller, ‘Verhaal vol spanning over het kolonialisme.’Recensie van de filmMax Havelaar. In: Svenska Dagbladet.Shachar 2006 - Nathan Shachar, Blodseld och nordisk längtan. Oscar Levertinoch hans tid.Stockholm: Atlantis.Stolpe 19080 - Sven Stolpe, ‘Sven Stolpe beskriver en holländsk klassiker.’Recensie vanMax Havelaar. In:Wermlands-tidningen, 26 augustus 1980.Stalling 1910 - N.C. Stalling, Holländsk språklära. Kortfattad kurs inederländska språket och litteraturen. Stockholm: Fritzes.Stegeman 1991 - Jelle Stegeman, Übersetzung und Leser. Untersuchungen zurÜbersetzungsäquivalenz dargestellt an der Rezeption von Multatulis ‘MaxHavelaar’ und seinen deutschen Übersetzungen. Berlin: de Gruyter.S.S.-m 1902 - S.S.-m, ‘Multatuli.’ Recensie. In: Stockholms dagblad, 23 en 25februari 1902.Swahn 1979 - Sven Christer Swahn, ‘Klassiker med liv i.’ Recensie vanMaxHavelaar. In: Sydsvenska Dagbladet, 26 september 1979.Svenskt Pressregister (1967-1998). Literaturvetenskapliga institutionen, Lund:avdelningen för pressforskning, deel 1-6 (periode 1889-1902).

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 107: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Svenskt pressregister (periode van 1904-1907) http://www.svep.bib.mh.se/.Svensk uppslagsbok (1929-1937). Malmö: Svensk uppslagsbok A.B.Timm 1983 - Mikael Timm, Recensie van de filmMax Havelaar. In: Chaplin,184, februari 1983, p. 36-37.Westholm 1980 - Carl Axel Westholm, ‘Multatuli och Krapotkin i berömvärdanyutgåvor.’Recensie vanMax Havelaar. In: Upsala Nya Tidning (UNT), 14 juni 1980.

Eindnoten:

1. De structuralist Ferdinand de Saussure spreekt in zijn Cours de linguistique générale (1915)over de taal als een systeem dat door de tijden heen evolueert. Met de term ‘polysysteem’ wilItamar Even-Zohar (1990) erop wijzen dat er binnen een veld altijd verschillende systemen ofontwikkelingsstadia van ‘het’ systeem tegelijk aanwezig zijn.

2. Multatuli (1899):Auswahl aus seinenWerken in Übersetzung aus demHolländischen, eingeleitetdurch eine Charakteristik seines Lebens, seiner Persönlichkeit und seines Schaffens vonWilhelmSpohr. Mit Bildnissen und handschriftlicher Beilage. Titelzeichnung von Fidus. Minden.

3. Je zou de Zweedse Ellen Key kunnen beschrijven als liberale socialiste, feministe ondervoorbehoud en pedagoge. De vrouw moet de man niet trachten te imiteren maar ze moet doorhaar vrouwelijke eigenschappen bijdragen tot de ontwikkeling van de maatschappij. Ze schreefhet bekende werk De eeuw van het kind.

4. Het trefwoord Heinrich Heine beslaat 222 regels.5. Van Székely-Lulofs werden verder nog vertaald De andere wereld (twee maal verschenen, bij

verschillende uitgevers, twee drukken in 1934, één in 1935, de nieuwe uitgave in 1942), Hetlaatste bedrijf (twee drukken in 1938) en Emigranten en andere verhalen (1933, vert. 1943).

6. De volledige naam van deze instantie luidde: ‘Stichting ter Bevordering van de Vertaling vanNederlandstalig Letterkundig werk’. Tegenwoordig is de naam Nederlands Literair Productie-en Vertalingenfonds'.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 108: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

24

Niels-Erik LarsenDe door de vrouwen zo zinloos verwende manMultatuli in het Deens

De Nederlandstalige literatuur is in Denemarken één van de betrekkelijk onbekendeliteraturen. Vermoedelijk als een gevolg van de ‘Frankfurter Buchmesse’ in 1993,waar Vlaanderen en Nederland een zogenoemd ‘Schwerpunkt’ waren, en als resultaatvan een meer gericht en beter gesubsidieerd Nederlands vertaalbeleid is de situatiein de laatste tien tot vijftien jaren gewijzigd zodat het nu mogelijk is een indruk vanenkele belangrijke oeuvres zoals die van Harry Mulisch, Hugo Claus en CeesNooteboom te krijgen. Deze schrijvers hebben een zekere bekendheid bij het literairgeïnteresseerde lezerspubliek verworven. Ook de nieuwste literatuur van meestaldebuterende schrijvers wordt in zekere mate vertaald. Daarentegen is een schrijverals Willem Frederik Hermans nauwelijks gerecipieerd. De donkere kamer vanDamocles werd weliswaar al in 1961 vertaald. Dat bleek echter te vroeg. Er werd,gedeeltelijk door wanbeleid van de uitgever, nauwelijks nota genomen van de roman,die dan ook behalve een paar korte teksten door geen andere vertalingen van dezeschrijver werd opgevolgd.Voor de jaren negentig was het anders. Er zijn in de twintigste eeuw niet weinig

Nederlandstalige romans vertaald, maar karakteristiek voor het toenmaligevertaalbeleid is dat hoofdzakelijk de zogenoemde ‘damesromans’, vooral in de periode1930-60, de Nederlandse literatuur moesten representeren, terwijl de uitgeverijenminder belangstelling toonden voor de nu gecanoniseerde literatuur. In de negentiendeeeuw verscheen een twintigtal vertalingen vanHendrik Conscience, maar ook bekendeschrijvers als A.L.G. Bosboom-Toussaint, J.J. Cremer, Jacob van Lennep, CarelVosmaer en anderen werden in het Deens toegankelijk gemaakt.1.

Van Multatuli zijn er tot op heden vier vertalingen verschenen, namelijk hetSaïdjah-verhaal uit deMax Havelaar, een hoewel met enige coupures in principevolledige vertaling vanMax Havelaar uit 1901, een nieuwe vertaling van dezelfderoman uit 1981, alsmede een keuze van de brieven uit 1969. In het vervolg wordendeze vertalingen in de genoemde volgorde behandeld.

Saïdjah. En Kjaerlighedshistorie fra Java,oversat fra Nederlandsk af G. Budde-Lund. Kjøbenhavn: E.L.Thaarups Forlag 1880 [zonder de naam van de auteur op het titelblad]

De vertaler van deze ‘liefdesgeschiedenis uit Java’ is de zoöloog en fabrikant Gustav(Henrik Andreas) Budde-Lund (11 januari 1846-19 september 1911).2. Budde-Lundis in Kopenhagen geboren en studeerde aan de Universiteit van

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 109: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

25

Kopenhagen zoölogie, in het bijzonder entomologie. Hij was 1868 medeoprichtervan de Entomologisk Forening (‘Entomologische vereniging’), maar slaagde 1872niet voor zijn examen, mogelijk wegens een strijd van twee hoogleraren. Hij heeftniet geprobeerd te herkansen, maar ging het bedrijfsleven in, werd groothandelaaren eigenaar van een borstel- en bezemfabriek. Budde-Lund kreeg veelvertrouwensposten binnen het bedrijfsleven en werd later lid van het gemeentebestuurvan Kopenhagen (liberaal, later voor de linksliberale partij Det radikale Venstre,hierover later). Hoewel hij nooit afstudeerde, zette hij zijn entomologische studiesvoort en werd internationaal de grootste specialist in de isopoden (pissebedden)waarover hij uitgebreid publiceerde, hij werd lid van verschillende internationalewetenschappelijke genootschappen. Zijn hoofdwerk is het systematische overzichtvan de isopoden: Crustacea Isopoda terrestria per familias et genera et speciesdescripta (1885).Van Budde-Lund zijn geen andere vertalingen dan die van het Saïdjah- verhaal

bekend en het is niet duidelijk hoe een zoöloog en industrieel als hij in contact isgekomen met het werk van Multatuli. Een mogelijkheid is dat Budde-Lund door eenander vroeg lid van de Entomologisk Forening, P.A. Klein (1853-1889), erop isgeattendeerd. P.A. Klein studeerde 1877 af in de medicijnen en was vanaf 1878legerarts in Nederlands-Indië. Hij heeft aan de Vereniging een waardevolle collectieinsecten geschonken, die hij op Sumatra zelf verzameld en geprepareerd heeft. Hijstierf 1889 in Nederland.3. De veronderstelling dat Budde-Lund Multatuli door hemheeft leren kennen, vindt echter geen voeding in de literatuur over Multatuli.

De Saïdjah-vertaling van Budde-Lund wordt voorafgegaan door een inleiding vande vertaler waarin hij heel kort de rol vanDouwes Dekker in de koloniale administratieschetst en ook diens inzet na de thuiskomst voor de belangen van de Javaansebevolking - ‘naar het lijkt zonder succes’. In deMax Havelaar, die Budde-Lundabusievelijk in 1865 laat verschijnen, ‘onthult’ Multatuli ‘de talrijke misgrepen vande Nederlandse regering bij het besturen van deze kolonie en de ongelukkigelevensomstandigheden van de inlanders.’Het grootste gedeelte van de inleiding bevat echter een vertaling van de lezing

van Douwes Dekker (in het Frans) aan het Congres der internationale vereenigingter bevordering der sociale wetenschappen dat van 26 september tot en met 1 oktober1864 gehouden werd in het Paleis op de Dam (en niet 1870 zoals Budde-Lundveronderstelt).4. Omdat Budde-Lund de door Multatuli aangebrachte correcties vaneen aantal verkeerd begrepen namen in de congresverhandelingen overgenomenheeft alsmede de afsluitende vraag van de heer Dumonçeau na de lezing of niemandvan de aanwezigen het standpunt van de Nederlandse regering zou willen verdedigen,moet aangenomen worden dat hij de tekst in nr. 535 in een editie van de tweedebundel der Ideën (1865) gebruikt heeft en niet de congresakten.5.DeDeense lezer van de Saïdjah- vertaling krijgt dus de waarheid volgens Douwes

Dekker van de toestanden in Nederlands-Indië onomwonden voorge-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 110: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

26

schoteld. De vertaling geeft naar schatting meer dan negentig procent van de lezingweer inclusief de geciteerde afsluitende alinea's van deMax HavelaarwaarMultatulikoning Willem III aanspreekt, en bevat passages zoals

Wilt gij, dat ik U het bloedige beheer verhale, zoo er van beheer sprakewas van de O.I.Comp. van die gewapende kruideniers die met den bybelin de eene hand en den degen in de andere aan de inboorlingen den hemeltoonden door ze van de aarde te verdelgen? Wilt gy, dat ik U de feitenaanhale, die zich in myn geheugen verdringen, wilt gij, dat ik U debeschrijving geve van de dorpen, vernietigd en verbrand door de heldenvan het Ned. leger? Wilt gij, dat ik U de lijken der vrouwen en kinderentoone, vermoord onder de vlag van Neêrlands God?

en

Ik heb gezegd, vier jaren geleden in een boekje, dat ik hier heb, dat deJavaansche Hoofden zich het goed der inboorlingen toeeigenden en datde residenten, ads. residenten en andeten in plaats van die misdaden testraffen zich om zoo te zeggen tot medeplichtigen maken van dieboosdoeners. [...] Alle staatshuishoudk[unde] is in Indie gebaseerd op deingekankerde eerbied van de inboorling voor zijn natuurlyk hoofd. Devreeze des hoofds van zyn stam is voor hem byna hetzelfde als de vreezedes Heeren. Zyn hoofd is zyn God, zijn geloof. Ook heeft het koloniaalbestuur, zoogenaamd conservatief, volmaakt begrepen, welk een pattymen kon trekken van deze omstandigheid. Men heeft gezegd, dat om zichmeester te maken van het goed der inboorlingen, het voldoende was hetJavaansche Hoofd een deel van den buit te geven, alzoo heeft men gedaan.6.

De Deense lezer kan dus niet in onzekerheid verkeren over de politieke houding vanMultatuli.

Een beoordeling van de Saïdjah-vertaling van Budde-Lund wordt samenmet die vande Max Havelaar-vertaling van Carl Michelsen hierbeneden gegeven.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 111: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

27

Multatuli (Douwes Dekker),Max Havelaar eller Det hollandskeHandelsselskabs Kaffeauktioner. Oversat fra Hollandsk af CarlMichelsen.

København: Gyldendalske Boghandels Forlag 1901

De vertaler van de eerste in principe volledige vertaling van de Max Havelaar, CarlMichelsen (1842-1911), had Romaanse talen gestudeerd.7. Omdat deze studie in dietijd een slechte reputatie had en hij om die reden geen beurzen kon verwerven,studeerde hij nooit af, maar moest in zijn levensonderhoud voorzien als onderwijzerbij verschillende instellingen. Carl Michelsen werd een zeer gewaardeerde leraarFrans en auteur van een serie veel gebruikte leerboeken. Bovendien was hij zeeractief als vertaler van Franse literatuur en had, toen hij deMax Havelaar vertaalde,al een lange lijst vertalingen op zijn naam staan, hoewel geen Nederlandse.Carl Michelsen was zijn hele leven zeer geïnteresseerd in de politiek en engageerde

zich in de liberale stromingen aan het eind van de negentiende eeuw. Hoewel zelfgeen socialist vertaalde hij voor een socialistische krant The civil war in France vanKarl Marx en correspondeerde in verband daarmee met Friedrich Engels. Zelf washij links-liberaal en verkeerde in de kringen van de veel ophef makende ‘modernedoorbraak’ (moderne gennembrud) rond de literator Georg Brandes (ik kom erdadelijk op terug). Tekenend voor zijn politieke verbondenheid en de politiekecontroversen van die tijd is het feit dat het links-liberale dagblad Politiken bij zijnoverlijden een uitvoerige necrologie publiceerde en weinig dagen later uitvoerigverslag deed van zijn begrafenis. De conservatieve Berlingske Tidende liet het bijeen notitie van een paar regels.8.

De vertalingen van G. Budde-Lund en Carl Michelsen

Budde-Lund en Carl Michelsen waren als vertalers kinderen van hun tijd. Inovereenstemmingmet de niet ongewone praxis rond de vorige eeuwwisseling hebbenze de exotische en vreemde verhaalstof aangepast in die zin dat ze de lezers de veleMaleise woorden en andere exotismen wilden besparen. Carl Michelsen schrijft inhet voorwoord van zijn vertaling dat hij uit consideratie met de Deense lezers ‘deMaleise en Javaanse woorden welbewust zo veel als doenlijk vermeden heeft omdathet immers noodzakelijk zou zijn geweest ze in een noot uit te leggen’. Hij steltechter ‘dat het boek toch in hoge mate bijzonder (“ejendommelig”) is en blijft doorzijn schildering van de Javaanse toestanden en zijn satire op de Amsterdamse filisters.’Deze aanpassingen, die door beide vertalers worden toegepast - bij Carl Michelsenexpliciet en bij Budde-Lund impliciet -, uit zich op die manier dat vreemde woordenzoals padie, sarong, kris, poeaka door beiden met hun Deense equivalenten wordenweergeven. Beide heren hebben moeilijkheden met bijvoorbeeld het werkwoord enhet toen blijkbaar niet zeer bekende procédé batikken, maar in het algemeen lukt de

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 112: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

28

omzetting van de exotische uitdrukkingen Carl Michelsen beter dan Budde-Lund.Laatstgenoemde heeft zo grote problemen bij een passage zoals ‘Bovendien, geenbuffel had een oeser-oeseran als de zyne. De penghoeloe zelf had gezegd dar erontong was in den loop van die haarwervels op de achterschoften’ (17:72-74)9. dathij de vertaling ervan heeft weggelaten en om die reden later een punt mist (‘Wèlwas er ontong geweest in de oeser-oeseran van dien buffel!’, 17:109-110). Michelsenvertaalt de passage correct, zeker omdat hij als uitgangspunt een uitgave van deMaxHavelaarmet de noten van Multatuli gebruikt heeft. Dat blijkt uit zijn weergave vande uitdrukking ‘den Soesoehoenan van Solo’ (17:348) waarMichelsen het heeft over‘Kejseren in Surakata’ (p. 212; ‘de keizer in Soerakata’) zoals Multatuli in zijn noot141 aangeeft. Budde-Lund is een beetje stuntelig met zijn ‘Keiseren af Soesoehoenanvan (sic!) Solo’ (p. 30; ‘de keizer van S. van Solo’).De vertaling van Carl Michelsen heeft wegens zijn ingrepen een slechte reputatie

gekregen. Diederik Grit karakteriseert in zijn proefschrift de vertaling als volgt:

De gevolgen van deze actie zijn zeer ingrijpend: meer dan een kwart isgeschrapt, onder andere de Barbertje-scène, Frits' liefdesgedicht, grotedelen van het pak van Sjaalman en van Droogstoppels commentaren.Allerlei voor Multatuli zo typerende tussenopmetkingen zijn weggelatenof ‘keurig’ syntactisch geïntegreerd. Typografische eigenaardighedenontbreken eveneens: de beroemde laatste scène bijvoorbeeld is gezet uitéén letter, zonder regels wit, spaties, cursiveringen en kapitalen, zelfszonder een vraagteken achtet de laatste wanhoopsvraag. Wie deNederlandse Havelaar erbij neemt, kan zich blindelings het effect van deDeense voorstellen. - Politikens recensent noemt het boek moeilijk om inte komen, en het lijkt niet gewaagd te veronderstellen dat Michelsensvertaling daar mede debet aan is.10.

Het is duidelijk datMichelsens ingrepen en coupures in de tekst vanMultatuli vandaagde dag niet goedgepraat kunnenworden. Vergelekenmet de vertaling van Budde-Lundis zijn prestatie echter niet zo slecht als men uit de karakteristiek van Diederik Gritzou kunnen denken. Budde-Lund heeft incidentele vertaalfouten, bijvoorbeeld in hetlied van Saïdjah waar hij in de passage ‘En buiten het huis zal een groot geroep zynvan menschen [...]’ (17:275) geroep met groep verwisselt en bijgevolg met ‘enMenneskehob’ (‘een hoop mensen’) vertaalt (Michelsen heeft het juiste ‘Raab afFolk’). Ook zijn er blijkbaar niet begrepen passages waar Budde-Lund over de nieuwebuffel schrijft dat hij ‘gjorde [...] dog et godt Arbeide’ (p. 16; hij [: de buffel] deedimmers goed werk) waar het origineel zegt dat Saïdjah ‘werkte [...] dat gaarne bymet zyn patjol, zoveel hy kon’

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 113: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

29

(17:71-72); het gaat hier om de bewerking van het land waar ‘de aardklontenondoorgesnedenwaren omgegaan.’ Kenmerkender voor de vertaling van Budde-Lundzijn echter de soms vage en omschrijvende verwoordingen - soms met een formeeltintje - die opvallen omdat Michelsen meestal een precieze idiomatische uitdrukkinggebruikt. De passage ‘En hy kon niet eten, langen tyd, want zyn keel was te nauwals hy slikte’ (17:58-59) wordt door Budde-Lund weergegeven met ‘og i flere dagenød han naesten Intet’ (p. 15; ‘en in meerdere dagen gebruikte hij bijna niets’), waarMichelsen het betere heeft: ‘Og han kunne i lang Tid ikke spise noget, fordi Madenblev ham siddende i Halsen’ (202).

Carl Michelsen

Michelsen blijft pregnant waar Multatuli pregnant is, bijvoorbeeld bij debeschrijving van de buffel oog in oog met de tijger: ‘dens Naeseboer fnyste, denprustede, sitrede og gøs’ (Multatuli: ‘men zag den adem uit zyn neusgaten... hyblaasde, sidderde, rilde...’ (17:85-86); Budde-Lund heeft hier het kleurloze ‘den trakVeiret dybt igjennem sine Naeebor, rystede over hele Kroppen’ (p. 16; ‘hij haaldediep adem door zijn neusgaten, sidderde met zijn hele lichaam’).

Gustav Budde-Lund

Michelsen is ook meer dan Budde-Lund gevoelig voor de poëtische beeldspraakvan Multatuli, bijvoorbeeld ‘thi vort Hjerte et som Voks, hvori Indtrykkene hurtigudviskes for at give Plads for den senere Skrift’ (203) is een veel betere weergavevan Multutuli's ‘Want, helaas, de wasindrukken van ons hart worden zoo lichtgladgestteken, om plaats te maken voor later schrift’ (17:63-64) dan Budde-Lunds‘Erindringen om de Bortgangne udslettes let af vore Hjerter for at give Plads for nyIndtryk’ (p. 15, ‘De herinnering aan de heengeganen wordt gemakkelijk uit onze

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 114: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

harten uitgewist om plaats te geven voor nieuwe indrukken’). Dat betekent echterniet dat Michelsen in alle gevallen de juiste oplossing heeft gevonden, en ook nietdat Budde-Lund soms de intentie van Multatuli niet beter weergeeft dan Michelsen.Dat is bijvoorbeeld het geval in de passage waar er over Adinda staat: ‘Ze had reeds

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 115: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

30

gedachten te brengen in den loop van haar verfschuitje, en ze teekende droefheid ophaar weefsel, want ze had Saïdjah zeer treurig gezien’ (17:114-116). Bij Budde-Lundktijgt de lezer in ieder geval de indruk dat Adinda haar treurigheid in haar werk‘hineininterpretiert’ hoewel hij de mooie verwoordingen van Multatuli niet kanevenaren; Michelsen 204 heeft dit beeld niet: ‘Mens hun flittig lod Vaeverskyttengaa, antog hendes Tanker et mørkt Praeg; thi hun havde set Saïdjah bedrøvet’ (p.204; ‘Terwijl ze het weefschuitje [fout voor “verfschuitje”] liet gaan, namen haargedachten donkere trekken aan; want ze had Saïdjah treurig gezien’).Alles bij elkaar bestaat er geen twijfel dat de vertaling van Budde-Lund, die

mogelijk een Franse uitgave voor zijn vertaling heeft gebruikt,11. een minder gelukteprestatie is dan die van Carl Michelsen. Met al zijn tekortkomingen is het duidelijkdat de vertaling door een ervaren vertakt gemaakt is.

Multatuli, Max Havelaar eller Det hollandske Handelskompagniskaffeauktioner.På dansk ved Grete Bentsen & Gerard Cruys. København:Hekla 1981 - herdruk als pocket Valby: Borgen 1998

De tweede vertaling in het Deens van deMax Havelaar is ontstaan op initiatief vande Stichting ter bevordering van de vertaling van Nederlands letterkundig werk,duidelijk als gevolg van de groeiende internationale belangstelling voor de schrijverna de verfilming van de roman door Fons Rademakers (1976), die in Denemarkenpositiever werd ontvangen dan in Nederland. De vertaling werd gemaakt door devertalers Grete Bentsen en Gerard Cruys (Kruisman). Gerard Kruisman is een inDenemarken gevestigde Nederlander, slavist en vertaler van een groot aantal boekenuit het Russisch en Deens naar het Nederlands. Voor zijn bijna veertig vertalingenuit het Deens zijn hem verschillende vertaalprijzen toegekend, het laatst de Deensevertaalprijs 2005.De vertaling is opmerkelijk omdat hij op instigatie van de Stichting12. op basis van

de voor het eerst in 1949 gepubliceerde zogenaamde nulde druk gemaakt is, dat wilzeggen op basis van de oorspronkelijke tekst zoals Douwes Dekker die in het nethad geschreven, maar zonder de door J. van Lennep geschrapte en gewijzigdepassages, zonder diens indeling in hoofdstukken en ook zonder de pogingen totreconstructie die Multatuli in de vierde en vijfde druk aangebracht had, hieronderook de vele voetnoten. De vertaling is voorzien van een lijst van Maleise woordenen een kort nawoord van de vertalers. Het resultaat is een congeniale vertaling diede brontekst heel nauw volgt zonder te zondigen tegen het Deense taaleigen.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 116: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

31

Multatuli, Drømmen om Insulinde. Breve i udvalg og oversaettelse vedIngeborg Buhl. København: Steen Hasselbalchs Forlag 1969

In de serie Hasselbalchs Kulturbibliotek verscheen in 1969 als deel 283 een keuzevan de brieven van Multatuli. De door de schrijver Jacob Paludan geredigeerdeHasselbalchs Kulturbibliotek is geïnspireerd op de befaamde Duitse Insel Bibliotheken bracht tussen 1941 en 1970 bijna driehonderd delen uit, aanvankelijk in eentypografische verzorging die aan het Duitse voorbeeld deed denken, later in een meerbescheiden jasje. De serie bevat hoofdzakelijk minder bekende werken van bekendeschrijvers of werken van auteurs die in Denemarken weinig bekend waren. In nietweinig gevallen is de editie in de serie de eerste vertaling van de betreffende schrijverin het Deens. Nederlandstalige literatuur is er behalve Multatuli door FelixTimmermans en Simon Vestdijk vertegenwoordigd.Vierentwintig delen van de Hasselbalchs Kulturbibliotek werden in de jaren

1951-1969 verzorgd en ook vertaald door de schrijfster Ingeborg Buhl (1890-1982).13.

Ingeborg Buhl was een dochter van de bekende godsdiensthistoricus en oriëntalistFrants Buhl en groeide op in een gezin waar musische en academische interesses inhet centrum stonden. Hoewel ze uit gezondheidsredenen zelf geen academischeopleiding kreeg, ontwikkelde ze door omvattend lezen en uitgebreid reizen een fijngevoel voor kunst en literatuur dat ze in talloze essays uitmuntte. Vooral in haarlatere jaren schreef ze een aantal novellebundels. ‘In een rijke, traditiegebonden taalheeft ze over een kern van alledaagse, reis- of kunstbelevenissen haar fabulerendevertellingen gevormd die een sceptische levenshouding combinerenmet een gevoelvolopenstaan voor het donkere, soms demonische in het mensenleven.’14. Sinds 1935woonde Ingeborg Buhl - hoewel zelf niet van adel - in het Adellijke Vrouwengestichtvan Roskilde waar ze geteisterd door haar zwakke gesteldheid een afgezonderd, maargeestelijk open leven voerde. Ze bezat uitstekende talenkennis, ze heeft vertaald uithet Engels, Duits, Frans, Iraliaans, Zweeds, Noors en dus ook het Nederlands; erbestaat nauwelijks twijfel dat haar Multatuli-editie direct uit het Nederlands isvertaald.15.

Deel 283 van Hasselbalchs Kulturbibliotek bevat een keuze of eerder langere enkortere citaten uit de brieven van Multatuli, reikend van de liefdesbrieven aan Tineuit 1845 tot in de laatste jaren van zijn leven. In de woorden van de samenstelster envertaalster is deze ‘bizar flikkerende veelheid’ van brieven in haar uitgave‘gecomponeerd volgens een filmisch collageprincipemet vrij samengestelde knipselsen enkele flashbacks, alles vrij superieur gehanteerd zoals het onderwerp het nu eiste’(p. 86-87). Tussen deze brieffragmenten in heeft Ingeborg Buhl haar eigenverbindende commentaren geschreven zodat de lezer op die manier een korte, maarvrij informatieve schets van de biografie en de opvattingen van Multatuli krijgt.Ingeborg Buhl ziet het koloniale bewind vanNederland als ‘een op intriges en egoïsmegebaseerd koloniaal bestuur waar

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 117: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

32

iedereen van iedereen afhankelijk was en waar iedere verantwoordelijkheidvervluchrigde’ (p. 9). De Max Havelaar beschouwt ze als Multatuli's ‘desperateaanklacht tegen het onvermogen van het Indische koloniale bewind tegenover het alte geduldig lijdende volk, maar ook zijn hoop om als schrijver zijn levensonderhoudte kunnen vinden’ (p. 28). Het is echter kenmerkend voor de keuze dat niet zo zeerde Havelaar-geschiedenis in het centrum van het boek staat; meer plaats wordtbesteed aan de relatie met Tine en vooral met Mimi, de behoeftigheid van Multatulizelf en zijn gezin in Europa na de jaren in de kolonie, zijn opvattingen ten aanzienvan godsdienst, onderwijs, vrouwenemancipatie, zijn afkeer van het establishmentenz. Verwante persoonlijkheden vindt Ingeborg Buhl in Henry Thoreau, maar vooralook in de Zweedse toneelschrijver August Strindberg, niet zozeer wegens detoneelstukken vanMultatuli, maar wegens ‘het gevoelsleven van de door de vrouwenzo bijna zinloos verwende man’ (p. 59).Ingeborg Buhl blijkt een goed geïnformeerde kenner van de werken en de biografie

van Multatuli te zijn; haar keuze van de brieven en haar uitstekende maat vrijevertaling ervan heeft een zeer aansprekend boekje opgeleverd dat verdienstelijk goedontvangen werd (zie hieronder).

Context en receptie van de Multatuli-vertalingen

Toen de literator Georg Brandes in 1871 met zijn lezingen over de ‘Hoofdstromingenin de literatuur van de negentiende eeuw’ aan de Universiteit Kopenhagen begon,werd dat een inleiding tot een levenslange strijd om het Deense geestesleven tevernieuwen. In zijn lezingen verdedigde hij de opvatting dat de romantische literatuurmet haar tegenstand tegen de verlichtingsidealen zich tot religieuze orthodoxie enpolitieke behoudzucht had ontwikkeld, een situatie die in Europa pas door hetopkomen van dichteis als Byron, Victor Hugo, Balzac en Heine veranderde - inEuropa, maar niet in Denemarken dat volgens hem was blijven zitten in eenepigoonachtige romantiek. In plaats daarvan wilde hij een literatuur die, zoals hijzei, ‘problemen in debat brachten’, een literatuur die de werkelijkheid moestbeschrijven en de emancipatie op velerlei gebied zou propageren. In traditioneleburgerlijke kringen waren de gedachten die Brandes in de volgende jarenproclameerde, choquerend: de biologische opvatting van het leven contra degeopenbaarde waarheden, de positie van de vrouw en de publieke moraal, de liefdeen het huwelijk, de opvoeding, en de machtsverhoudingen in de samenleving. Deideeën van Brandes vonden ingang bij jongere schrijvers en kunstenaars. In de 1884gestichte krant de Politiken kregen Blandes en zijn aanhangers een spreekbuiswaardoor ze hun literaire en politieke ideeën konden verspreiden. Deze ideeën kregenmede ingang in delen van de liberale partij Venstre, wat uiteindelijk een afsplitsingervan, het links-liberale Det radikale Venstre, in 1905 deed ontstaan. Opgemerktmoet worden dat

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 118: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

33

Georg Brandes in zijn uitgangspunt in de liberale vrijheidsideeën zich afzijdig hieldvan het socialisme; vooruitgang werd volgens hem altijd door de grote individuenteweeggebracht (bekend is zijn inzet voor Nietzsche). De problemen in verband methet kolonialisme schijnen aanvankelijk niet zijn aandacht te hebben gehad, in iedergeval niet wat de Nederlandse tegenwoordigheid in Indië betreft. In een kort verslagvan een verblijf in Nederland in het jaar 1891 karakteriseert hij Kongo als ‘een nogsteeds slechts door ambtenaren wanbeheerd land’, terwijl Nederlands-Indië - ‘deAtjeh-oorlog ten spijt - een geweldig ontplooiingsgebied voor het nationaleentrepreneurship en een nog steeds stromende bron van rijkdommen’ is.16. Een mandie zoiets schrijft, kanMultatuli nooit hebben gelezen. Er moet echter gezegd wordendat Brandes na 1900, en in het bijzonder onder de indruk van de EersteWereldoorlog,zich fel tegen het imperialisme keerde.17.Hoe sterk de gelijkenissen en de verschillentussen de emancipatorische gedachten van Multatuli en Georg Brandes ook mogenzijn - dat zou een interessant onderzoeksobject kunnen zijn, maar kan hier nietbeantwoord worden, - Brandes zelf schijnt in ieder geval pas laat tot kritiek van hetkolonialisme te zijn gekomen.Opmerkelijk is dat niet alleen de twee eerste Multatuli-vertalers, G. Budde-Lund

en Carl Michelsen, een zekere affiniteit met deze ‘moderne doorbraak’ hadden, maardat anderen die in die tijd over Multatuli publiceerden zoals Alfred Ipsen en MadsJepsen, aanvankelijk Brandesianen waren (zie noot 21). Bij Budde-Lund is deconnectie meer perifeer en vermoedelijk hoofdzakelijk politiek. Hij kreeg laat in zijnleven een politieke carrière als lid van het gemeentebestuur in Kopenhagen, het eersttussen 1898-1904 voor de Venstre en weer 1907-1909, nu voor de linksliberale Detradikale Venstre, waarvan hij een tijd ook voorzitter van de lokale kiesverenigingwerd. Ook was hij een periode recensent van natuurkundige werken in de Politiken.18.De Saïdjah-vertaling laat zien dat Budde-Lund letterkundige belangstelling moet

hebben gehad. Het is niet bekend of hij ook in het meet literaire deel van de bewegingverkeerde. Bij Carl Michelsen is dit wel heel duidelijk het geval, al was hij geencentrale figuur. Hij was in 1872medeoprichter van het eerste ‘Brandesiaanse’ orgaan,de Litteraturselskabet en van de ‘cultuur-radicale’ studentenvereniging, deStudentersamfundet, in 1882 gesticht in oppositie tot de meer behoudendeStudenterforeningen. Ook was hij - behalve met Brandes zelf - persoonlijk bekendof bevriend met schrijvers van de ‘Moderne doorbraak’ zoals J.P. Jacobsen, HolgerDrachmann (die later met de Brandes-kring brak) en Sophus Schandorph,laatstgenoemde was tevens een collega van Michelsen.

Numoet de betekenis van de ‘Moderne doorbraak’ voor het feit dat deMaxHavelaaraan het einde van de negentiende eeuw vertaald wordt, niet overdreven worden. Infeite hebben we geen directe getuigenis dat et een oorzakelijk verband bestond. Hetis echter een feit dat de eerste vertalers liberalen waren, terwijl de meer conservatievekringen zich, bijvoorbeeld in verband met de publi-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 119: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

34

citeit rond de vertaling uit 1901 eerder afzijdig hielden. Dit is dus de context waarinwe de receptie van de eerste Multatuli-vertalingen moeten zien. Het blijkt dat tweethema's telkens weer in de recensies opduiken, namelijk 1) Multatuli's aanklachttegen het koloniale bewind in Indië en 2) de literaire kwaliteiten van deMaxHavelaar.Ze worden hier in deze volgorde behandeld.De enige mij bekende recensie van Budde-Lunds Saïdjah-vertaling19. laat deze

twee thema's zien. Vooral de inleidingmet de weergave vanMultatuli's congreslezing(zie hierboven) vindt de anonieme recensent belangwekkend. Het Saïdjah-verhaalzelf beschouwt hij als een scherpe kritiek op het koloniale bewind. De inzet vanMultatuli geldt volgens hem ‘niet feitelijke gruweldaden’, maar meer ‘de bekrompenhandelsmentaliteit, dezelfde principes van uitzuiging die de Engelsen voortdurendoorlog met hun kolonies doen voeren’. Ook twintig jaar later vindt de recensent vande Social-Demokraten naar aanleiding van de vertaling van Carl Michelsen dat hetEngelse koloniale bewind de juiste vergelijking voor de toestanden in Indië is, maarhij vraagt zich ook af of het boek van Multatuli iets bewerkstelligd heeft: ‘is hetkoloniale bewind misschien humaner geworden? Nauwelijks. Een algemene“kolonisatie”-woede, d.w.z. een kapitalistische hebzucht naar uitzuigings-markten,heeft de laatste twintig jaar de grote mogendheden in Europa en Noord-Amerikabeetgepakt, en de misdrijven tegen de mensheid en de bestrijding ervan, waaraanMultatuli zijn leven had gewijd, vindt waarschijnlijk plaats aan zoveel meer plekkenter wereld die door het koloniale bewind onderworpen zijn.’ Het is duidelijk dat deoverigens goed geïnformeerde recensent van de socialistische krant de roman alsafzet gebruikt voor een felle aanklacht tegen het kolonialisme, minder blik heeft hijvoor de rol van de inheemse regenten in de toestanden op Java ‘waar de inlandersonderdrukt en uitgezogen werd door de Hollandse koloniale regering’. De recensentvan Politiken heeft vooral oog voor de literaire kwaliteiten van de roman, mindervoor de ‘de gemene manier waarop de Hollandse regering haar Indische koloniesmishandelt.’ Er is hier een duidelijk verschil in de houding tegenover het kolonialismein de socialistische en de links-liberale krant.20. Terughoudend is ook de dichter AlfredIpsen in zijn hoofdstuk van hetzelfde jaar over de geschiedenis van de Nederlandseliteratuur waar over Multatuli wordt gezegd dat hij ‘beweerde dat de Javanenmishandeld werden’ en dat hij in deMax Havelaar met zijn ‘agressievehardvochtigheid’ wel ‘opzien baarde, hoewel er in zijn aanval veel overdrijving enmisverstand’ lijkt te zijn geweest.’21.

De recensies van de vertaling uit 1981 (en van de herdruk uit 1998) beschouwendeMax Havelaar nog steeds als ‘een schrijnende negatieve schildering van hetNederlandse imperialisme’, maar nu tevens ook als ‘een tijdloze, getalenteerde enhartstochtelijke bijdrage aan het debat over de anatomie van bonzenmacht enbureaucratie, van corruptie en machtmisbruik’ en als ‘een historisch monument, [...]een boek dat de moeite waard is ommee kennis te maken.’22.De situatie is veranderdnu de westelijke machten afstand hebben gedaan van hun

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 120: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

35

overzeese bezittingen. Het boek wordt niet meer gezien als een gerichte aanklachtmet een duidelijk gedefinieerd voorwerp, namelijk de voormalige toestanden inNederlands-Indië; de strekking van deHavelaarwordt nu veralgemeend en klassiekverklaard. Zo'n beschouwing is ook heel duidelijk de oorzaak om een brievenuitgavein Drømmen om Insulinde samen te stellen waarin de schrijverspersoonlijkheid vanMultatuli in het centrum staat ten koste van zijn betekenis voor het koloniale beleid(gesteld dat de twee aspecten uit elkaar kunnen worden gehouden).23.

De recensent van Budde-Lunds vertaling is, zoals ik al eerder schreef, gefascineerddoor het Saïdjah-verhaal: ‘De kleine geschiedenis van Saïdjah zelf is uitermatebedaard en mooi verteld, en toch geeft Dekker ons misschien een Javaans evenbeeldvan Coopers Indiaanse gentlemen; je kunt in ieder geval lichtelijk betwijfelen dat deinlanders een bestaan en een manier van denken hebben die zo idyllisch zijn als hierwordt geschilderd, hoe mooi ook het zou zijn, indien het waar was.’In de recensie van deze vertaling, die immers slechts een gedeelte van de roman

bevat, komt de structuur natuurlijk niet ter sprake. Dat is echter in recensies van devolledigeHavelaar-vertalingenwel het geval. De recensent van de Social-Demokraten(1881) waardeert de vorm met de verschillende verhaallijnen en bewondert de stijlvan de roman, en ziet hierin de reden dat hij opzien heeft gebaard: ‘De stijl is hetgeweldigste wapen vanMultatuli.’ - Ook Politiken (1881) is positief over de opbouwvan de Havelaar met de afwisseling van de vermakelijke Droogstoppel-handelingen de Indische gedeeltes: ‘Je begrijpt niet meteen wat de bedoeling van al dezeomwegen eigenlijk is [...], maar de grote schoonheid van dit boek is dat je na hetgelezen te hebben precies door deze vermenging van het blijkbaar slechts komiekeen het ernstige begrijpt hoe en waarom het werk ontstaan is.’ De recensent vindt dathet boek op deze manier ‘niet slechts de aanklachten bevat, maar ook het onthaal dathet vond. Het onderwerp van het boek is in zeker opzicht in het vuur - de publiekeopinie - gehard voor het verscheen’ en hij ziet daar een parallel met Henrik Ibsensdrama En folkefiende (Een vijand van het volk) dat over het vroegere dramaGengangere (Spoken) gaat en over het onthaal dat laatstgenoemde stuk vond.Het is opmerkelijk dat de recensenten van de eerste Havelaar-vertaling helemaal

geen bezwaar lijken te hebben gehad tegen de ongewone en gecompliceerde structuurvan de roman, maar dat ze hem functioneel en effectief vinden om de strekking ervannaar voren te laten komen. Dat is bij de hervertaling tachtig jaar later niet meer hetgeval, enigszins verrassend want je zou denken dat de recensenten inmiddels heelwat experimentele literatuur hadden gelezen. In de Jyllands-Posten vindt HenningIpsen (zelf schrijver!) dat het boek weliswaar goed geschreven is, ‘hoewel je aansommige plaatsen in de war raakt door zijn naar het schijnt rommelige compositie,door zijn sprongen van de ene naar de andere verteller, die het schrijven overneemt,en weer terug.’ Johan de Mylius (litera-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 121: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

36

tuurwetenschapper en Andersen-expert) in Berlingske Tidende is vrijwel negatiefwat de structuur betreft:

Ik denk dat hij als roman behoorlijk wat lezers zal teleurstellen. Et zit bijwijze van spieken geen voortgang in. De 287 bladzijden bieden ruimteaan één lange inleiding en achtergrondinformatie voor dat beetje handelingop de laatste bladzijden. [...] De roman is vol van digressies en omhaalvan woorden wat heel veel geduld zijdens de lezers vergt. Het is eenkwestie van smaak of je vindt dat dit geduld beloond wordt.

In het algemeen zijn de recensenten het echter eens - en dat geldt ook debrievenvertaling van Ingeborg Buhl - dat hier een belangrijke schrijver met eenbelangrijk oeuvre aan Deense lezers gepresenteerd wordt. Zoals de recensent uit dePolitiken 1881 al vond: ‘Het interessante aan Multatuli is juist dat hij op niemandlijkt.’

Københavns UniversitetInstitut for Engelsk, Germansk og Romansk

[email protected]

Eindnoten:

1. Het standaardwerk over de literaire betrekkingen tussen de Nederlanden en Denemarken is dedissertatie van Diederik C. Grit, Driewerf zalig Noorden, Maastricht 1994, die een volledigelijst bevat van de in boekvorm verschenen literaire vertalingen Nederlands-Deens in de periode1900-1990. Opmerkelijk is dat - nu nog steeds zo - de vertalingen van kinder- en jeugdliteratuurde overhand hebben ten opzichte van literatuur voor volwassenen. De beschouwingen over deMultatuli-vertalingen in Scandinavië van Oscar Levertien en Bernt Luger in Geschriften vanhet Multatuli-Genootschap, nr. 13 (1973) heb ik helaas niet kunnen inzien.

2. De belangrijkste literatuur over G. Budde-Lund zijn de artikelen over de geschiedenis van deEntomologisk Forening: Chr. Engelhart, ‘Oversigt over Entomologisk Forenings Historie.1868-1918’. In: Entomologiske Meddelelser 12 (1918), p. 1-44; S.L. Tuxen, ‘EntomologiskForenings Historie 1868-1968’. In: Entomologiske Meddelelser 36 (1968), p. 5-125 en de kortebiografieën in Dansk Biografisk Leksikon. 2de ed., deel IV, Kopenhagen 1934 (R.H. Stamm),3de ed., deel III 1979 (R.H. Stamm), alsmede Budde-Lunds autobiografie in Kraks Blaa Bog.Tre tusinde danske Maend og Kvinders Levnedsløb indtil Aar 1911, Kopenhagen 1911. Zie ookTorben Wolff, ‘More than 200 years of crustacean research in Denmark’. In: Frank Truesdale(ed.), History of Carcinology. Rotterdam, Brookfield 1993 (= Crustacean Issues Vol. 8), p.207-223.

3. Engelhart, op. cit., p. 17-18.4. Zie hierover Dik van der Meulen,Multatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker.

Amsterdam 2002, p. 500-502. De Annales van het congres verschenen in 1865, zie VolledigeWerken XI, p. 386-393. Budde-Lund heeft het moeilijk met jaartallen: de lijst over gestolenbuffels in februari 1856 waar Multatuli het in zijn lezing over heeft, is bij hem van 1857.

5. Zie Volledige Werken III: p. 368-373. Multatuli verandert daar de woorden Pancyrien, Malte,alfome van de congresverhandelingen in het juiste panguérang, Menado enAlfour. Een uittrekselvan de congresakten is te vinden in VW XI, p. 386-393; Multatuli's eigen onuitgegeven vertaling

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 122: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

ervan in VW XXIV, p. 611-615 en de herinnering van F. Domela Nieuwenhuis ibid., p. 615-616.Zie ook Idee nr. 534 en andere documenten in verband met de lezing VW XIII, p. 554-572. Ikheb de gelijktijdige vertalingen van de Ideën helaas niet kunnen gebruiken.

6. Uit Multatuli's eigen vertaling van de congreslezing, VW XXIV, p. 611-6157. Over Carl Michelsen, zie de necrologie in Politiken 21 mei 1911; Dansk biografisk

Haandleksikon, Bd. 2, Kbh. 1923 (Viggo Brøndal); Dansk biografisk Leksion, Bd. 15, Kbh.1938 (Kr. Sandfeld);Dansk biografisk leksikon, Bd. 9, Kbh. 1981 (Karsten Thorborg); FrederikNielsen, J.P. Jacobsen. I: Mennesket. En litteraer undersøgelse. 3de ed., [Kbh.]: Gad 1968, p.76-77, 99. De energieke en enthousiaste persoonlijkheid van Carl Michelsen, in het bijzonderin zijn functie als leraar, is gekarakteriseerd door veel schrijvers van memoires van die tijd.Michelsen heeft ook enkele korte Ideën vertaald die in februari en maart 1902 als bladvullingwerden gepubliceerd in het weekblad Illustreret Tidende alsmede de ‘Negende geschiedenisvan gezag’ uit deMinnebrieven (VW II: p. 42-44); van de laatste wordt weliswaar Carl Kohl alsvertaler vermeld, het register zegt echter Carl Michelsen.

8. Zie Politiken 21 en 25 mei 1911, Berlingske Tidende (ochtenduitgave) 22 mei 1911.9. De verwijzingen naar de roman hier en in het vervolg zijn naar de historisch-kritische uitgave,

verzorgd door A. Kets-Vree, Assen/Maastricht 1992 (Monumenta Literaria Neerlandica deel6.1): voor de dubbele punt het hoofdstuk en erachter het regelnummer.

10. Diederik Grit, op. cit., p. 179-180. Vergelijk ook het nawoord van de Havelaar-vertaling uit1981 door Grete Bentsen en Gerard Cruys: ‘deze vertaling is zo gebrekkig en vertekenend(“mangelfuld og forvraengende”) dat deze gebeurtenis de “Deense” Multatuli niet bevorderlijkis geweest’, (p. 282)

11. Het is me niet mogelijk geweest de vertalingen uit die tijd in te zien, ik kan het dus niet nagaan.De schrijfwijzen Lebac met c en Varung-Gunung met v voor Waroeng-Goenoeng zouden eropkunnen duiden dat Budde-Lund een Franse vertaling heeft gebruikt. Opvallend is dat hij tussende schrijfwijzen oe en u voor de klinker oewisselt, zo schrijft hij Soesoehoenan van (sic!) Solo,Badoer enz.

12. Persoonlijke mededeling Gerard Kruisman.13. Over Ingeborg Buhl zie naast de algemene naslagwerken in het bijzonder: Anne Birgitte Richard,

‘Ingeborg Buhl’. In: Danske digtere i det 20. århundrede, udg. af Torben Brostrøm og MetteWinge. Deel 3, Kopenhagen 1981, p. 77-84; Ingeborg Buhl 1890-1990. Udg. af Anne MarieDitlevsen, Helga Monrad Møller og Eva Tønnesen. [Herning] 1992. Zie ook Ingeborg Buhlsautobiografie in twee delen: Viltre tråde: barndom og ungdom. Herning 1975; Trådene tvindes:modningsår. Herning 1976.

14. Marie-Louise Paludan in Dansk Biografisk Leksikon, 3de ed., deel 3 Kopenhagen 1979.15. Over haar kennismaking met Nederland en het Nederlands - onder meer via wetenschappelijke

contacten van haar vader met bijvoorbeeld de befaamde arabist C. Snouck Hurgronje - zie haarTrådene tvindes: modningsår, p. 62-63.

16. Georg Brandes, ‘Holland’. In: Samlede Skrifter. Deel 11, Kopenhagen 1902, p. 241-259; citaatop p. 254-255.

17. Zie Thomas Nordby, ‘Georg Brandes og imperialismen. Georg Brandes' politiske journalistikfra det 20. århundrede’. In: Hans Hertel & Sven Møller Kristensen (red.), Den politiske GeorgBrandes, København: Hans Reitzel 1973, p. 139-156. SvenMøller-Kristensen,Georg Brandes.Kritikeren liberalisten humanisten. København: Gyldendal 1980, p. 122-130.

18. Zie Kraks Blaa Bog 1911; de informatie hierin is van hemzelf afkomstig.19. Illustreret Tidende jg. 22, 13 februari 1881, p. 267 (gedigitaliseerde uitgave: illustrerettidende.dk).

Vermoedelijk heb ik hier en bij de volgende werken niet alle kritieken opgespoord.20. Demij bekende recensies van deHavelaar-vertaling van 1901 verschenen in Social-Demokraten,

11 november 1901 (anoniem) en Politiken, 8 november 1901 (P.L.).21. Alfred Ipsen, ‘Nederlandene’, in: Julius Clausen (red.), Illustreret Verdens-Litteraturhistorie.

Deel 3. Kopenhagen 1901, p. 231-264. Alfred Ipsen (1852-1922), dichter en publicist, wasaanvankelijk een fervent aanhanger van Brandes, maar werd tegen het eind van de eeuw eeneven fervent tegenstander van Brandes. Hij is ook auteur van een boek, Holland. Rejseindtrykog Studier, Kopenhagen 1891, over zijn reisimpressies in Nederland. In het-zelfde jaar alsIpsens literatuurgeschiedenis verscheen een artikel van de hand van Mads Jepsen, ‘Multatuli’.In: Dansk Tidsskrift, 1901, p. 716-728, dat op basis van Duitse vertalingen een goede indrukvan deHavelaar en het conflict in Lebak geeft. Mads Jepsen (1868-1916), publicist en schrijver,was zoals A. Ipsen oorspronkelijk Brandesiaan, later tegenstander van Brandes.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 123: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

22. De citaten uit de recensies in Berlingske Tidende, 30 mei 1998 (Søren Kassebeer); Politiken, 9juni 1998 (Anders Rou Jensen), Berlingske Tidende, 10 april 1982 (Johan de Mylius). Andererecensies: Jyllands-Posten, 10 februari 1982 (Henning Ipsen), B.T., 24 mei 1998 (HolgerRuppert).

23. Recensies vanDrømmen om Insulinde: Berlingske Aftenavis, 30 oktober 1969 (Helge Hultberg),Aktuelt, 27 november 1969 (Per Gudmundsen), Politiken, 8 november 1969 (L.L. Hammerich),Jyllands-Posten 7 december 1969 (Henning Ipsen), Information, 20 januari 1970 (ToveKirchheiner), Kristeligt Dagblad, 5 januari 1970 (Johanne Birch-Hansen), Berlingske Tidende,9 maart 1970 (anon.).

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 124: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

39

Kim AndringaVan anarchist tot altermondialistMultatuli in Frankrijk

De verspreiding en ontvangst van Multatuli en zijn werk in Frankrijk zijn voor deperiode 1860 tot 1938 op verdienstelijke wijze in beeld gebracht door Jaak Kolenberg,in een uitgebreide studie in Les Lettres Romanes1. en een artikel in Ons Erfdeel.2. Zijnintensieve zoekwerk heeft een aantal lacunes in de bibliografieën van De Mare, Vander Plank en Pée3. gecorrigeerd en een juist beeld gegeven van vooral de literairekwaliteit en getrouwheid van de verschillende vertalingen die in deze periodeverschenen zijn. Niettemin is zijn onderzoek op enkele punten in gebreke gebleven,zoals ook dit artikel dat zal blijken te zijn: er is stof voor maandenlang gespit inBelgische en Franse krantenarchieven, waar dit nummer van Over Multatuli helaasniet op kon wachten. Dat ik niettemin in de volgende bladzijden nog wat nieuw lichtop de zaak Multatuli in Frankrijk kan werpen, is enerzijds te danken aan het feit datde publicaties van Kolenberg inmiddels bijna veertig jaar oud zijn, anderzijds aande digitalisering die sinds die tijd veel informatie ontsloten heeft.De eerste keer dat in de Franse pers de naam Multatuli valt is in 1860, als in de

Annuaire des Deux Mondes (p. 391) in een paar regels melding wordt gemaakt vande opschudding dieMaxHavelaar veroorzaakt in de Tweede Kamer. De auteur wijdtook enige gunstige woorden aan de literaire kwaliteit van het werk: hij acht het‘dramatique et en quelque sorte poétique’, Multatuli beheerst een ‘attrait de style quil'a placé au rang des écrivains les plus éminents.’ Multatuli zal later in Nog-eens:Vrye-arbeid in Nederlandsch-Indië nog terugkomen op dit stukje om te protesterentegen het feit dat de Max Havelaar er wordt gepresenteerd als een pleidooi voor vrijearbeid, en Multatuli zelf als een liberaal.Het is ten zeerste de vraag of de Franse lezers zich dit korte berichtje nog heugen

als zeven jaar later, in 1867-68, in de op de Germaanse landen georiënteerde RevueModerne de eerste vier hoofdstukken van de Havelaar verschijnen in een vertalingvan A.J. Nieuwenhuis. Het succes laat kennelijk te wensen over: na twee afleveringenwordt het feuilleton onderbroken. Volgens het BWSA4. verschijnen in mei '68 dezelfdevier hoofdstukken wel nog als afzonderlijk boekje. Ondanks deze matige ontvangstverschijnt in 1876 de eerste FranseMax Havelaar-verta-ling, van dezelfde A.J.Nieuwenhuis, in samenwerking ditmaal met de Franse auteur Henri Crisafulli, intwee delen.Nieuwenhuis is saint-simonist, vrijdenker en vrijmetselaar. Hij is een oom van

Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Na zijn breuk met het lutheranisme verdedigt hijeen religieus socialisme. In 1857 vertrekt hij definitief naar Frankrijk, waar hij enigesaint-simonistische werken in het Nederlands vertaalt en ook

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 125: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

40

een paar boekjes over het christendom en de vrijmetselarij gepubliceerd heeft. Beginjaren zestig komt hij in contact met Douwes Dekker, die later over hem zal zeggen:‘Hy had iets van 'n idealen Jezus... Hij dweepte, wilde altijd verbeteren, staat, kerk,maçonnerie, luchtspoorwegen... weet ik 't.’5. Het is dan ook niet verwonderlijk datNieuwenhuis deMax Havelaar allereerst ziet als een wapen in de strijd tegen dekoloniale misstanden, en het boek ook als zodanig vertaalt. Kolenberg heeft in zijn‘Multatuli en France’ een aardig overzicht gegeven van de weglatingen enongetrouwheden waar Nieuwenhuis zich zoal aan schuldig maakt. De Nederlandsepers is unaniem over de slechte kwaliteit van de vertaling, waarvan ook Multatulischrijft dat deze veel te wensen overlaat. In de Franse pers maakt de verschijningvan het boek nagenoeg geen enkele reactie los. Dat is weinig verwonderlijk, aangezienhet noch inleiding, noch noten bevat die het de Franse lezer mogelijk hadden kunnenmaken het werk te situeren en te begrijpen: zelfs de noten van de auteur worden doorde vertalers grotendeels weggelaten. Er verschijnt nog wel een herdruk, twee jaarlater, maar deze is geheel door een Rotterdamse uitgever verzorgd, terwijl de eersteook nog in Parijs uitkwam. Een andere Multatuli-vertaler, Alexander Cohen, diehieronder nog ter sprake zal komen, schrijft in 1900 vanuit Parijs aan Mimi DouwesDekker: ‘Den “Havelaar” kent niemand hier - wat niet erg te betreuren is, gegevende ergerlyke vertaling van Nieuwenhuis en Crisafulli. Die Crisafulli is trouwens eenpaar weken geleden gestorven, wat zyn verdiende loon was - al ontving hij 't watlaat - voor zyn knoei- en prulwerk.’6.

Cohen heeft niettemin met Nieuwenhuis gemeen dat hij het werk van Multatuliallereerst ziet als een strijdkreet, en zijn auteur als een slachtoffer van de Nederlandsemaatschappij. Ook hij hecht dan ook meer aan het overbrengen van de ideeën danaan de vorm. Dit zal een algemene tendens blijken te zijn in de receptiegeschiedenisin Frankrijk in de daaropvolgende decennia.Multatuli wordt een wapen in de politiekestrijd van zijn vertalers, een martelaar van de burgerlijke maatschappij. Dat de manook nog kon schrijven is daarbij mooi meegenomen, maar bijzaak. Zijn leven, datwil zeggen het onrechtvaardig bejegende genie Douwes Dekker, interesseert henuiteindelijk meer dan de schrijver Multatuli.Het overlijden van Multatuli is in 1887 de aanleiding om de stilte te doorbreken

die sinds de Nieuwenhuis-Crisafulli-vertaling weer over zijn naam en werk wasneergedaald. Het internationaal en links georiënteerde Belgische tijdschrift La SociétéNouvelle zal vanaf dat moment een belangrijke rol spelen in de introductie vanMultatuli en diens werk. De socialistische redacteur Cesar de Paepe is een vurigpleitbezorger van Multatuli, die hij met nadruk in een dito daglicht presenteert. Dereeks artikelen in La Société Nouvelle begint in 1887 met een zwart omkaderdenecrologie van De Paepe zelf, die Multatuli beschijft als een voorganger van het vrijewoord en de sociaal-democratie in Nederland, en als een gesmade en vervolgdewegbereider voor Domela Nieuwenhuis, van wie hij wel toegeeft dat deze praktischeris en dichter bij het volk staat dan Multatuli,

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 126: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

41

Busken Huet of Roorda van Eysinga. De Paepe zelf is ook een praktisch man:Kolenberg merkt op dat hij in de door hem in vertaling geciteerde passages gewoonweglaat wat hij niet functioneel acht. Desondanks is deze eerste inleiding in het levenen werk van Douwes Dekker / Multatuli van belang voor het Franse publiek, te meerdaar ze gevolgd wordt door een flink aantal vertalingen: meteen op de inleiding vanDe Paepe volgt Het gebed van den onwetende (een eetde-re vertaling was in 1868in Gent verschenen, maar in Frankrijk verboden), waarschijnlijk door De Paepe zelfvertaald, en hetzelfde jaar nog volgen Impressario, Chresos en Kruissprook (vert.Cornelie Doff), en Saïdjah en Adinda (vert. Nieuwenhuis). In 1888 worden de eerstehoofdstukken van de Max Havelaar nog eens van Nieuwenhuis overgenomen.In de tussentijd is het in de overige pers niet geheel stil gebleven rond Multatuli:

in 1886 verschijnt het begin van Saïdjah en Adinda in een zeer vrije en anoniemevertaling in de Revue Contemporaine, het vervolg valt in het water doordat hettijdschrift verdwijnt. In 1888 publiceert Henry Meyners d'Estrey in de NouvelleRevue de ‘Oriëntaalse legenden van een onbekende Arabische auteur’, die wel ergveel lijken op wat er in La Société Nouvelle verschenen is. Van plagiaat beschuldigd,verklaart hij ze jaren eerder in een Duits blad gelezen te hebben, maar publiceert zedesondanks enige maanden later opnieuw in de Annales de l'Extrême-Orient et del'Afrique, ditmaal als Multatuli-vertalingen. In 1893 worden ze opgenomen in deMercure de France, en in 1895 verschijnen ze nog eens in de Revue des Revues, watvoldoende aantoont dat het exotisme van deze ‘sprookjes’ goed past in dekosmopolitische tendens van die tijd.Na deze eerste aanloop bereikt de bekendheid van Multatuli haar hoogtepunt in

de jaren 1892-94. De belangrijkste bijdrage hieraan is wellicht het artikel van deBelg Louis van Keymeulen in de veelgelezen Revue des deux Mondes, ‘Multatuli.Un écrivain hollandais.’ (Dit artikel is ook opgenomen in zijn Esquisses flamandeset hollandaises, Anvers, 1899) Naar deze studie zal in het vervolg veelvuldig verwezenworden door vertalers en commentatoren. Voor Van Keymeulen is Multatuli nog hetmeest een wellevend soort anarchist; een positivistische atheïst met een afkeer vanhet calvinisme, maar met sympathie voor Christus in wie hij een soort onvolmaaktalter ego ziet. Zijn lacuneuze eruditie is vooral gebaseerd op de achttiende-eeuwsefilosofen. Multatuli wordt duidelijk neergezet als antisocialistisch en antiautoritairmaar gelovend in het ideaal van een staat die bestuurd zou worden door een verlichtegeest als hijzelf. Van Keymeulen acht zijn ‘negatieve utopieën en optimistischmaterialisme’ niet in de Nederlandse praktijk toepasbaar, maar kent Multatuli deverdienste toe de natie en haar geweten wakker geschud te hebben. Literair gezienvalt het oordeel niet erg gunstig uit: overMax Havelaar verklaart Van Keymeulendat het niet zozeer een roman is als een fragment van een autobiografie. De stijl enopbouw zijn bovendien niet erg naar zijn smaak:

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 127: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

42

Si nous avions à juger Max Havelaar comme un roman ordinaire, nous enparlerions avec sévérité et peut-être n'en parlerions-nous pas du tout.L'action presque nulle, mal conduite et médiocrement intéressante, setraîne de chapitre en chapitre entre des conversations sans vivacité et desdescriptions en style d'ingénieur.7.

Deze mening wordt gedeeld door de literaire criticus Theodor de Wyzewa, die in deRevue de Deux Mondes over Multatuli schrijft als de enige Nederlandse schrijverdie het Franse publiek kent: ‘les qualités dominantes de la littérature hollandaised'aujourd'hui sont celles précisément dont il manque le plus: la clarté, la simplicité,une correction toute classique de la composition et du style.’In de trage, onregelmatige prozastroom dieMax Havelaar heet, hebben maar een

paar bladzijden werkelijke literaire waarde, schrijft Van Keymeulen: het verhaal vanSaïdjah en Adinda. Als de rest van het boek ook zo was geweest, zou hij het nietalleen vanuit eenmenselijk, maar ook vanuit een literair oogpunt verdienen gelauwerdte worden. De enkele bladzijden uit het oeuvre van Multatuli die in de ogen van VanKeymeulen genade vinden zullen hem niettemin meer roem bezorgen bij hetnageslacht dan zijn Ideën:

Pour la postérité, ses véritables titres de gloire, ce ne seront pas ses théorieshumanitaires, ce sera l'histoire de Saïdjah, quelques apologues orientauxdes Lettres d'amour, quelques souvenirs personnels racontés avec unmélange charmant d'émotion et de raillerie, enfin quelques chapitres duroman deWouter Pieterse (...).8.

Gezien dit oordeel is het niet verwonderlijk dat Saïdjah en Adinda in 1892 nog maareens vertaald wordt, door Alexander Cohen voor de Revue de l'Evolution, herdruktin La Révolte, en een maand later volgen de Geschiedenissen van gezag, die een jaarlater herdrukt zullen worden in La Société Nouvelle. In 1893 verschijnen in Gent inhet symbolistische tijdschrift Le Réveil een nieuwe versie van het Gebed van deonwetende, en ‘Le Banjir’, een passage uitWys my de plaats waar ik gezaaid heb(beide vert. Emile van Heurck). In 1893 en 1894 publiceert Le Réveil bovendien inafleveringen een groot deel van Vorstenschool, vertaald door Meyners d'Estrey enJulius Pée.Hoogstwaarschijnlijk heeft Le Réveil in Frankrijk slechts een beperkt publiek

bereikt, net als andere tijdschriften als het Frans-Belgische La Nervie en La Révolte,die eveneens een paar bladzijden voor Multatuli inruimden. Anders was het gesteldmet deMercure de France, volgens Oversteegen ‘het belangrijkste, vooruitstrevendstelitteraire tijdschrift van die jaren.’9. DeMercure publiceert in 1893 achtereenvolgenseen scène uit (vert. Roland de Marès) het vervolg van de al genoemde‘Geschiedenissen van Gezag’ (vert. Cohen), een artikel overMultatuli door DeMarèsgevolgd door drie parabelen (vert. Van Heurck), nog een ‘Geschiedenis van Gezag’door Cohen, ‘Microcosme’ (fragment uitMillioenen-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 128: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

43

studiën, vert. Cohen), en ten slotte begin 1894 de Ideën 101 en 102 alsmede hetGebed van den onwetende (vert. Van Heurck). De Marès schrijft tegelijkertijdbovendien een zeer gunstige kritiek van de door Julius Pée uitgegeven editie van hetGebed..., waarin Multatuli eens te meer in een slachtofferrol aan de lezers wordtgepresenteerd ‘Ensuite M. Pée nous conte ce que Multatuli après ce poème, commetoujours, comme après le Havelaar, comme après les Ideën - eut à souffrir de sescompatriotes, vils commerçants momifiés par le protestantisme.’10.

We zien dat in deze jaren niet minder dan vijf vertalers regelmatig teksten vanMultatuli voor het Franstalige publiek toegankelijkmaken: Julius Pée, HenryMeynersd'Estrey, Roland de Marès, Alexandre Cohen en Emile van Heurck. Wie zijn zij? DeVlaming Pée, socialist en groot kenner van Multatuli (op wie hij promoveerde), isvolgens Kolenberg de centrale figuur van deze groep, die onderling geregeldecontacten onderhoudt. De zoon van Julius Pée, Willem, schrijft over zijn vader: ‘Hijheeft steeds getracht onpartijdig te zijn, maar in zijn verering voor Multatuli kon hijdat niet zijn. Ik heb zelfs de indruk dat hij dat besefte, maar dat hij tevens wist dathij er niets aan kon veranderen.’11. Meyners d'Estrey en De Marès zijn journalist; deeerste Fransman, de tweede Belg (en directeur van L'Indépendance belge). DeAntwerpenaar Emile van Heurck geniet vooral bekendheid als folklorist. Hij slaagter in 1898 in om ‘La sainte Vierge’ (de ‘Zeeziektegeschiedenis’ uit de Ideën, 229-242)van Multatuli op te laten nemen in de Belgische Spectateur Catholique, en ook nogals losse plaquette te laten drukken. Het exemplaar dat het Multatuli Museum bezit,gaat vergezeld van een recensie waarvan de herkomst helaas onduidelijk is (getekendPierrepot), die spreekt van van vroomheid doordrongen bladzijden, en de auteur zelfskatholieke bekeringsdrift toeschrijft, wat op zijn minst verbazend mag heten.De interessantste figuur uit deze groep vertalers is Alexander Cohen. Hij leert het

werk vanMultatuli kennen als hij zijn tijd in het KNIL dankzij zijn opstandige karaktergrotendeels in militaire gevangenissen doorbrengt. Terug in Nederland wordt hijmedewerker van Recht voor Allen, het blad van Domela Nieuwenhuis, met wie hijvriendschap sluit. Wegens majesteitsschennis moet hij uitwijken naar Gent envervolgens naar Parijs, waar hij zich in 1888 definitief vestigt. Hij vertaalt er DomelaNieuwenhuis, Multatuli, maar ook Zola. Het volgende jaar wordt hij wegens zijnvele kosmopolitische contacten, maar vooral vanwege zijn anarchistische sympathieënuitgezet naar Londen. In 1899 keert hij terug naar Parijs, en werkt daar als journalistvoor de Figaro, de Revue Blanche (die van 1896 tot en met 1899 in zeven van haarafleveringen Multatuli-vertalingen van Cohen opneemt) en de Mercure de France.12.

Voor dit laatste orgaan brengt hij een tijdlang verslag uit over de Nederlandse letteren,en betoont zich ook in deze rol een vurig verdediger van het werk van, maar vooralook van de persoonMultatuli. Zo beschimpt hij de Karakterstudie van J.B.Meerkerkover Multatuli in weinig terughoudende bewoordingen. In zijn verontwaardigingspaart hij zelfs de omslag van het boek niet:

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 129: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

44

M.J.B. Meerkerk est un pion de derrière les fagots, et styliste petit-nègre,qui, sous prétexte d' ‘étudier le caractère’ de Multatuli, débite, sous unecouverture pustuleuse et caca d'oie, 288 pages d'une inepte ‘chroniquescandaleuse’ sur le grand écrivain que fut Douwes Dekker. M. Meerkerklui reproche notamment d'avoit été vaniteux et d'une fidélité conjugaleplutôt... pas exemplaire. Et à l'appui de cette dernière imputation M.M.,délicatement, a catalogué les femmes avec qui Douwes Dekker a, ou aurait,couché.13.

De toewijding van Cohen wordt in 1901 bekroond met de eerste boekuitgave in hetFrans sinds deMax Havelaar-vertaling van 1876: zijn al verschenen vertalingenaangevuld met een aantal nieuwe, waaronder ook passages uit deMax Havelaar,verschijnen gebundeld onder de titel Pages Choisies. Het boek kent in 1906 eentweede druk. Het voorwoord is van Anatole France, in die tijd zeer populair. De groteschrijver wekt de indruk weinig door zijn onderwerp geïnspireerd te zijn, zoalsOversteegen zeer juist opmerkt: ‘De interesse die sommige critici voor deze uitgavetoonden, moet gebaseerd zijn geweest op de waarde van Multatuli en niet op die vanFrance. Een stijver, men zou haast zeggen potgieteriaanser, voorwoordje kan menzich moeilijk denken.’14. Desondanks lijkt hij hier de plank mis te slaan: één van debewuste critici, de schrijver Henri de Régnier, zingt juist de lof van de inleiding vanAnatole France (‘admirable’, ‘pages élégantes, précises et judicieuses’], voor hijtoegeeft Multatuli niet te kennen (‘un écrivain nouveau pour nous’) maar zeer voorhem ingenomen te zijn na wat hij over hem heeft kunnen lezen: ‘Alexandre Cohena bien fait de nous aider à connaître Multatuli en nous permettant de le lire, sinondans son entier, au moins en ses endroits principaux et les plus caractéristiques.’15.

Wat de Franse Potgieter schrijft blijft voor het merendeel beperkt tot banaliteitenals ‘Multatuli est un écrivain très extraordinaire: il dit ce qu'il pense. Il s'en trouvefort peu de cette sorte en Hollande et ailleurs’ of ‘Il a dans le pessimisme une jovialitécharmante et rien n'est plus divertissant que son amère bonne humeur’.16. Ten slottenoemt hij Multatuli een Nederlandse en wat minder geraffineerde Voltaire. Heel watgeïnspireerder zijn de daaropvolgende pagina's, waarin Alexander Cohen Multatuliin de context van de Nederlandse maatschappij van zijn tijd plaatst. Het zal niemandverbazen dat zijn anarchistischeminachting voor de ‘hypocrisie protestante et piétistedes bons bourgeois hollandais’ en zijn bewondering voor Multatuli uitmonden ineen vurig pleidooi waarin Douwes Dekker haast messiaanse, zij het watangstaanjagende dimensies krijgt:

Multatuli fut un négateur et un démolisseur de choses et de formules. Ilfut un destructeur et, par cela même, un libérateur et un rénovateur. Il adéfriché, en y laissant des lambeaux de son âme, le champ épineux dupréjugé. Il a brisé, au grand effarement et au

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 130: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

45

scandale intense des honnêteté emmitouflées, les vitres de la vétuste maisonqu'était la société bourgeoise et petite-bourgeoise de son époque, pour yfaire pénétrer l'air vivifiant de la rue.Il a combattu, inlassable et implacable, sincère toujours, injuste rarement,tout ce qui s'interposait entre lui et son but: la lumière. Et sa gloire suprêmeaura été d'avoir irréparablement endommagé cette pire des superstitions:le respect.17.

Is het het al te nietszeggende voorwoord van de een, of de al te radicale inleidingvan de ander die de lezers heeft afgeschrikt? Is de opkomst van het nationalisme erschuldig aan, zoals P. Delsemme volgens Kolenberg beweert, of heeft Kolenbergzelf gelijk en komt het doordat verschillende tijdschriften die Multatuli publiceerdenverdwijnen en Cohen bij deMercure de France vertrekt, en door de ontdekking vande recentere Tachtigers? Feit is dat er na de Pages Choisies een lange stilte valt. In1902 verschijnt in Le Mouvement Socialiste nog een nieuwe vertaling van Le Banjir(vert. Bodde), en pas in 1911 komt vervolgens in België weer een bundeling uit:Quelques pages de Multatuli, maar deze bevat geen teksten die voor het Fransepubliek nog onbekend waren, en zelfs de biografische nota van Cesar de Paepe isniets anders dan het artikel dat hij in 1887 voor La Société Nouvelle schreef.

Pas in 1937, ter gelegenheid van de vijftigste sterfdag van Douwes Dekker, herleeftde belangstelling. Dat is althans de indruk die gewekt wordt door de voornaamstebronnen: De Mare noemt in de tussentijd niets, als we de terloopse, weinig gunstigevermelding door J.J. Salverda de Grave in La Hollande (1932) buiten beschouwinglaten, en Kolenberg sluit zich hier in Ons Erfdeel bij aan. Dit is opmerkelijk, aangezienhij in zijn artikel in Les Lettres Romanes een passage van Henry Poulaille uit 1938citeert die deze absolute stilte op zijn minst relativeert. Poulaille schrijft:

Quelques dix ou quinze articles ont été consacrés à l'homme et à sonoeuvre, depuis l'étude deM. van Keymeulen parue dans la Revue des DeuxMondes, en 1892. Ceux de M. Cohen, la préface d'Anatole France auxMorceaux Choisis, les articles de Bazalgette, de Léon Treich, de Habaru,de Ch. Wolff les miens... Et c'est à peu près tout...18.

Kolenberg tekent hierbij aan: ‘Tel serait le bilan en 1938. Est-il exhaustif?’, maardoet er vervolgens het zwijgen toe. Het et merendeel van de namen die de opsommingvan Poulaille bevat komt noch bij De Mare voor, noch in de studie van Kolenbergdie de periode tot 1901 bestrijkt. In het geval van Bazalgette, Léon Treich, Habaru,en Ch. Wolff gaat het om auteurs of vertalers die na 1900 werkzaam waren, en voor1938. Kolenberg behandelt in ‘Multatuli in Frankrijk’ de

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 131: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

46

twintigste eeuw, maar heeft niettemin kennelijk niet de behoefte gevoeld zich enigeopheldering over deze onbekenden te verschaffen.Feit is, dat dit een allesbehalve gemakkelijke taak is. Poulaille geeft geen enkele

aanwijzing met betrekking tot datering, lokalisering of titel van de publicaties waarophij zinspeelt. Boekuitgaven zullen het zeker niet geweest zijn. Enig zoekwerk heeftmij weliswaar geen concrete artikelen opgeleverd, maar wel wat gegevens over degenoemde auteurs die het ons mogelijk maken de interesse voorMultatuli in de eerstehelft van de twintigste eeuw op haar waarde te schatten: geheel in de geest van watwe al voor de negentiende eeuw hebben kunnen constateren, is de belangstellingvoor Multatuli niet zozeer literair, als wel ideologisch van aard en ziet men hem inlinkse kringen als een geestverwant. Dat Douwes Dekker geen proletariër was, vormtkennelijk geen belemmering.Léon Bazalgette (1873-1929) schreef voor het pacifistische en internationalistische

tijdschrift Europe, voor hetMagazine International, en verzorgde een tijdlang voorhet communistische dagblad L'Humanité de rubriek buitenlandse literatuur. Hijvertaalde Thoreau en Whitman in het Frans en is tevens de auteur van het in 1898verschenen L'Esprit nouveau dans la vie artistique, sociale et religieuse.De politieke oriëntatie van Léon Treich (1889-1975) is moeilijker vast te stellen.

Er is weinig anders over deze journalist te vinden dan dat hij werkzaam was voor LeJournal de la France, Paris Magazine en als redacteur voor de Almanach des lettresfrançaises et étrangères (1924).Augustin Habaru (1898-1944) was een Belgische verdediger van de proletarische

literatuur en verzorgde in 1934 kortstondig het Bulletin des écrivains prolétariens.Hij was redacteur in Brussel van de communistischeDrapeau Rouge, correspondentvoor L'Humanité en medewerker van het tijdschrift Monde. Voorts vertaalde hijStreuvels in het Frans.Charles Wolff ten slotte was eveneens lid van de Groupe Prolétarien. Hij was

muziekcriticus en publiceerde samen met Poulaille een brochure over het gebruikvan de grammofoonplaat als pedagogisch instrument. Tijdens de TweedeWereldoorlog onderhield hij nauwe banden met Varian Fry, de ‘AmerikaanseSchindler’ in Zuid-Frankrijk. In 1944 werd hij verraden en doodgemarteld.Henry Poulaille (1896-1980) zelf, Frans journalist en romanschrijver, antimilitarist

en antifascist, was de stichter van de Groupe Prolétarien, na in 1922 in hetaprilnummer van De Stijl een van de ondertekenaars te zijn geweest van het manifestvan de Union Internationale des artistes progressistes. De proletarische literatuurmocht in zijn ogen niet politiek maar uitsluitend artistiek geëngageerd zijn, wat hemop de vijandschap van de communistische partij kwam te staan. Hij schreef ondermeer voor Le Peuple, L'Humanité, Monde en gaf zelf tijdschriften voor proletarischeliteratuur uit als Nouvel Âge en À Contre-courant.In 1937 kent de belangstelling voor Multatuli zoals gezegd een grote opleving.

Die begint al in januari in het anarchistische L'En-dehors dat de nadruk legt op deantibourgeois opvattingen van Multatuli, met name met betrekking tot het

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 132: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

47

huwelijk, in ‘Multatuli et la question sexuelle’ van de Nederlander A.L. Constandse.Voor een groter publiek schrijft de Gentse literator Jan Schepens onder hetpseudoniem Jean Baudoux in deMercure de France een artikel overMultatuli waarinhij schrijft: ‘Le chemin de la gloire fut pour lui un sombre calvaire’. Deze ‘gloire dugenie maudit’ deelt Multatuli in Nederland met Van Gogh, en Baudoux besluit:‘Verlaine, Strindberg, Dostoïevsky, Van Gogh et Multatuli, voilà certainementquelques grands Maudits du XIXE siècle.’19. Schepens publiceert onder zijn echtenaam datzelfde jaar ook nog twee artikelen in het Belgische Le Thyrse en Dante.Een andere studie, in La Nouvelle Revue, vereenzelvigt Multatuli expliciet met MaxHavelaar. De auteur, de Belg François Closset, zet hem neer als een positivist, alsantiautoritair en subversief, maar tegelijkertijd ook conservatief: een man vantegenstellingen. Closset geeft goed weer wat de paradox van Multatuli is: ‘Il fut ungrand artiste individualiste et réformateur, qui dans son orgueil de virtuose semblaitdire au public: je te méprise, tandis que ses tendances réformatrices le portaient versce même public’20.Andere studies verschijnen dat jaar nog in Le Peuple (van de handvan Poulaille), L'Indépendance Belge, Le Journal des Débats, en Cassandre.21. Vaakwordt hierin met lof gesproken over het kort tevoren verschenenMultatuli en dezijnen van Julius Pée, die Douwes Dekker als vader rehabiliteert en verdedigt tegende beschuldigingen van Swart Abrahamsz. Hiermee is het in de Franstalige pers ookal bijna weer afgelopen met de ‘Multatuli-revival.’ DeMare citeert nog drie artikelenvoor de jaren 1938, 1939 en 1942. In boekvorm daarentegen staat in deze jaren nogwel het een en ander te gebeuren.In 1938 verschijnt een nieuwe keuze uit het werk, vertaald door de Belg Lode

Roelandt, Pages Choisies de Multatuli, met een voorwoord van Henry Poulaille eneen biografische inleiding van Julius Pée. Lode Roelandt (1902-1979), pseudoniemvan J.H. van Droogenbroeck, was actief in progressieve kringen. Hij schijnt kort metTrotski gecorrespondeerd te hebben, maar werd door hem als verdacht beschouwd,en het contact werd verbroken.22. Hij vertaalde zowel naar als uit het Frans, ondermeer Henriette Roland Holst en A.M. de Jong, en, samen met Pée, de brieven vanVan Gogh. Samen gaven zij ook eenKeur uit Multatuli enMultatuli de Beeldenbrekeruit.Poulaille trekt in het voorwoord heftig van leer tegen Muret die in een artikel in

Le Journal des Débats de spot heeft gedreven met Anatole France, die het bestondMultatuli met Voltaire te vergelijken:Multatuli is geen voorloper van het naturalisme,maar een verlate romanticus, schrijft Muret, en een die niet kan schrijven op de kooptoe. Het voorwoord van D.H. Lawrence bij de Engelse vertaling vanMax Havelaarkan wel genade vinden bij Poulaille: Lawrence beklemtoont hierin dat haateerbiedwaardig kan zijn, mits gericht tegen de droogstoppels, de laffe bureaucratie,ja, soms zelfs de mensheid. Eens te meer wordt Multatuli gekenmerkt als anarchist,verwant met Proudhon, Stirner, Bakoenin, Nietzsche; geen socialist. Voor Pée is hijallereerst een ‘vrijheidssoldaat.’ De door Roelandt gekozen teksten zijn voor hetmerendeel uit de Ideën afkomstig, maar ook een

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 133: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

48

paar brieven en passages uit de Havelaar zijn door hem - al dan niet opnieuw -vertaald.De Pages Choisies moeten gunstig ontvangen zijn, want in 1942 volgt een -

enigszins ingekorte -Max Havelaar, uitgegeven in Brussel en Parijs, eveneens doorRoelandt vertaald, met een voorwoord van Poulaille en een inleiding van Pée. Wehebben deze uitgave niet kunnen inzien, maar de kans is groot dat deze zijnovergenomen uit de Pages Choisies. In 1943 komt nog eenMaxHavelaar uit, ditmaalvertaald door Edouard Mousset, die nauwgezetter te werk gaat, gehecht als hij is aaneen stijl die in zijn ogen de volmaakte uitdrukking van het gevoel is:

Et le style n'est jamais inférieur au sentiment. Ici, la phrase est courte,incisive, éclatante comme une trompette. Là, elle épouse fidèlement etsans effort toutes les sinuosités d'une pensée qui se cherche. Toujours elleest imagée, colorée, pleine de sens concret, chaude de conviction, richede passion.23.

Eindelijk lijkt er meer interesse te komen voor de literaire aspecten van het werk vanMultatuli. Deze wordt echter door de lezers nog niet gedeeld, zoals blijkt uit eenreactie van de criticus Maurice Brion, die stelt dat het boek zijn actualiteit vetlorenheeft.24. Dit verklaart ongetwijfeld dat et vanaf 1945 nauwelijks nog over Multatuligesproken wordt. Roelandt is een van de weinigen die van tijd tot tijd nog een artikelover hem schrijven, als we wetenschappelijke publicaties (veelal van Nederlandseauteurs) en vermeldingen in literatuurgeschiedenissen buiten beschouwing laten.Desondanks geeft Roelandt in 1968 bij de Éditions universitaires in Parijs een nieuweFranseMax Havelaar uit, dit keer volledig, met een inleiding van J.J. Oversteegen.Roelandt krijgt hiervoor de Nijhoffprijs, wat erop lijkt te duiden dat hij in Nederlandmeer erkenning heeft gekregen dan in Frankrijk, waar ook deze nieuwe editie geenreacties in de pers oproept, als we af mogen gaan op de bibliografie van Van derPlank.De laatste etappe van de Multatuli-receptie gaat in 1991 in, met de verschijning

van de meest recenteMax Havelaar, dit keer vertaald door Philippe Noble, die inzijn voorwoord vermeldt dat de vertaling van Roelandt verschillende herdrukkenheeft gekend. Dit zou betekenen dat ondanks de stilte in de pers, Multatuli tochgelezen werd. Voor Noble zelf is Multatuli allereerst een moderne schrijver, die zichin zijn toon, vorm en stijl bevrijd heeft van de literaire traditie. Hij is eveneens deenige grote romanticus van de Nederlandse literatuur. Guy Toebosch, wiens lezingvan deMax Havelaar in deze uitgave is opgenomen, deelt deze visie en beschrijfthet boek als ‘une forme nouvelle de roman [...], dont les qualités littéraires refoulentau second plan le contenu revendicateur ou justicier.’25. Dit staat lijnrecht tegenoverde manier waarop Cohen, Pée, Poulaille C.S. het werk lazen en aan hun publiekpresenteerden. Niettemin wordt ook heden ten dageMax Havelaar in Frankrijknauwelijks om zijn literaire kwaliteiten gelezen. De hoofdschuldige daaraan is hetgelijknamige keur-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 134: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

49

merk, in Nederland gesticht en sinds 1992 ook op de Franse markt actief. Wie,nieuwsgierig naar wie achter deze naam schuilgaat, bijvoorbeeld op internet op zoekgaat, komt algauw terecht op de website van de organisatie, waar Max Havelaarwordt omschreven als een soort Robin Hood, strijdend tegen een onrechtvaardighandelsapparaat, en verwezen wordt naar de uitgave van de roman bij uitgeverijActes Sud. Deze informatie wordt veelvuldig in de pers overgenomen, zelfs in depersmap van Actes Sud zitten uitsluitend knipsels die in de eerste plaats betrekkinghebben op het keurmerk en slechts terloops naar het boek verwijzen. Het is dus metname aan de huidige interesse voor het alter-mondialisme te danken, dat deze recentstevertaling een bescheiden, maar duurzaam succes kent en in 2003 een tweede editiebeleefde, met een op het keurmerk geïnspireerd omslag. Multatuli als socialistischeof anarchistische held heeft plaatsgemaakt voorMultatuli als revolutionair romanticus.In de toekomst zal moeten blijken in hoeverre de in fair trade geïnteresseerde lezersopenstaan voor de omstreden persoon, de tegenstrijdige ideeën en de literaire innovatievan Multatuli.

Université de Paris-Sorbonne (Paris IV)UFR d'Études GermaniquesDépartement d'Études Néerlandaises

[email protected]

Eindnoten:

1. Jaak Kolenberg, ‘Multatuli en France (1860-1901)’. In: Les Lettres Romanes, februari 1971,p. 16-49; mei 1971, p. 153-177 en augustus 1971, p. 270-309 (Université catholique de Louvain).

2. Jaak Kolenberg, ‘Multatuli in Frankrijk’. In: Ons Erfdeel, jg. 14, nr. 3, Iente-zomer 1971, p.85-89.

3. Julius Pée, ‘Critische Bibliografie der Fransche Multatuli-Vertalingen’. In: NederlandschMuseum XXXIX 1894, p. 225-236.

4. Biografisch Woordenboek von het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. Lemmaover Nieuwenhuis: Hans Moors, BWSA 7, 1998, p. 146-150. Online geraadpleegd:http://www.iisg.nl/bwsa/bios/nieuwenhuis-a.html (02/08/2007).

5. Ibidem.6. ‘De Smaak van Multatuli's geesel’, brief van Alexander Cohen aan Mimi Douwes Dekker,

gedateerd 2-3-1900. In: De Multatulianen groeten u allen zeer, Uitgelezen Boeken jg. 4 nr. 2,3 maart 1990, p. 49-50.

7. Louis van Keymeulen, ‘Multatuli, un écrivain hollandais’. In: Revue des DeuxMondes, 15 april1892, p. 802.

8. Ibidem, p. 819.9. J.J. Oversteegen, ‘Multatuli in het buitenland’. In: Honderd jaar Max Havelaar, Essays over

Multatuli. Rotterdam 1902, p. 140.10. R. de Marès, ‘Het gebed van de Onwetende par J. Pée’. In:Mercure de France, februari 1894,

p. 180.11. WillemPée. In: Jaarboek van deMaatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1973-1974,

p. 107-119. Online geraadpleegd:http://www.maatschappijdernederlandseletterkunde.nl/mnl/levens/73-74/pee.htm (02/08/2007)

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 135: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

12. Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. Lemmaover Cohen: Ronald Spoor, BWSA 4, 1990, p. 29-33. Online geraadpleegd:http://www.iisg.nI/bwsa/bios/cohen-j.html (02/08/2007).

13. A. Cohen, ‘Multatuli, Edouard Douwes Dekker par J.B.Meerkerk’. In:Mercure de France,oktober 1900, p. 258-259.

14. J.J. Oversteegen, ‘Multatuli in het buitenland’. In: Honderd jaar Max Havelaar, Essays overMultatuli. Rotterdam 1902, p.141.

15. Henri de Régnier, ‘Littérature’. In Mercure de France, augustus 1901, p. 493-494.16. Anatole France, ‘Préface’. In: Multatuli, Pages Choisies, Parijs: Société du Mercure de France,

1901, p. 6.17. Alexandre Cohen, ‘Notice’. In: Multatuli, Pages Choisies, Parijs: Société duMercure de France,

1901, p. 57.18. Henry Poulaille, ‘Préface’. In: L. Roelandt, Pages Choisies de Multatuli, Brussel/Parijs: Labor,

1938, p. 8. Dat Poulaille hier de bundel van Cohen abusievelijkMorceaux Choisis noemt, isongetwijfeld om verwarring met deze nieuwe Pages Choisies te voorkomen.

19. Jean Baudoux, ‘Eduard Douwes Dekker, dit Multatuli’. In:Mercure de France, maart 1937, p.415-422.

20. François Closset, ‘Multatuli’. In: La Nouvelle Revue, augustus 1937, p. 303-304.21. Het artikel van Pée in de Revue Belge de Philologie et d'Histoire dat De Mare citeert, is een

Nederlandstalige recensie van een schooluitgave van deMax Havelaar en derhalve voor onsdoel niet van belang. Het in Amsterdam gepubliceerde proefschrift van J. de Graaf, Le réveillittéraire en Hollande et le naturalisme français, waarinMultatuli herhaaldelijk genoemdwordt,heeft in Frankrijk ongetwijfeld ook geen noemenswaardig lezerspubliek bereikt. Voorts isMultatuli enkele jaren eerder, in 1932, nog kort genoemd door J.J. Salverda de Grave in diensLa Hollande. Deze noemt hem een profeet van het atheïsme voor de jeugd en een dilettant, watM. ter Braak (Forum 1932, I) in het verkeerde keelgat schoot, maar in Frankrijk geen grotegevolgen gehad zal hebben.

22. Bronnen: http://marxists.anu.edu.au/francais/trotsky/oeuvres/1929/10/lt19291008.htm enhttp://oasis.harvard.edu:10080/oasis/deliver/ houo30001 (geraadpleegd: 13/08/2007).

23. Edouard Mousset, voorwoord bij zijn vertaling vanMax Havelaar, Brussel/Parijs: La Toisond'Or, 1943. Geciteerd in Kolenberg, ‘Multatuli in Frankrijk’, p. 88.

24. Geciteerd in Kolenberg, ‘Multatuli in Frankrijk’, p. 89.25. Guy Toebosch. In:Max Havelaar (vert. Philippe Noble), Arles: Actes Sud, 1991, p. 431-432.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 136: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

51

Judit GeraDe vier levens van Multatuli in het Hongaars

Inleiding

Het ook voor de auteur van dit artikel verrassende feit dat er vier verschillendeHongaarse vertalingen van het klassieke werk, deMax Havelaar van Multatuli,bestaan, betekent tegelijkertijd een methodologisch probleem. De beschrijving vande vertalingen en de maatschappelijke achtergronden ervan vult al de maximaleomvang van dit artikel. Net zoals tijdens een vertaling moeten hier ook keuzesgemaakt worden. Daarom kan een gedetailleerde theoretische uiteenzetting in verbandmet de vier Hongaarse vertalingen niet aan de orde komen. De beschrijving zal zichop zijn beurt ook weer beperken tot de zogenaamde ‘preliminary data’ van devertalingen (Lambert & Van Gorp 1985:52): de titel en de titelpagina, voor- ennawoorden en het notenapparaat worden onderzocht. Daarnaast kijk ik of het omintegrale of niet-integrale vertalingen gaat. Vervolgens worden de vertalingen in eenbredere ‘systemische context’ (Even-Zohar 1990) geplaatst. Hierbij worden demaatschappelijke achtergronden, de rol van de literaire vertaling in de verschillendepolitieke en maatschappelijke systemen en aspecten van cultuuroverdracht bekeken.Mijn studie is dus van descriptieve aard en zou zeker nog uitgebreid kunnen worden.

1. ‘Preliminary data’

1.1 De Bartos-vertaling (1924)

De eerste vertaling1. is verschenen bij uitgeverij Népszava-Könyvkereskedés(Boekhandel Het woord van het volk). Op de titelpagina staat de naam Multatulivermeld evenals de titel en de ondertitel. Merkwaardig is daarbij dat het woord‘handelmaatschappij’ in het meervoud is vertaald. Uit dit feit veronderstel ik dat devertaler niet precies wist wat voor institutie de Nederlandse handelmaatschappij inwerkelijkheid was. Onder de titel staat de genreaanduiding: roman. Dit wordt gevolgddoor: ‘Vertaald door: Zoltán Barros. De inleidende studie geschreven door: JózsefMigray. Budapest, 1924. Uitgegeven door Népszava-könyvkereskedés. VII,Erzsébet-körút 35.’ Dit laatste betreft het adres van de uitgeverij in Budapest. In deuitgave wordt nergens aangegeven uit welke taal en op grond van welke (al dan niet)oorspronkelijke uitgave de vertaling gemaakt is.Na het voorwoord van zes bladzijden komt weer de titel en het eerste hoofdstuk.

Het voorwerk: de opdracht aan Tine, de tekst van Henry de Péne en hetToneelfragment zijn niet opgenomen. Deze elementen staan in alle Nederlandstaligeedities. De Engelse vertaling van het boek door Nahuys

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 137: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

52

(Edinburgh 1868) bevat wel alle drie de teksten. De weglating was zeer waarschijnlijkeen bewuste keuze van de vertaler, de redacteur of van de uitgever. Evenmin is hetnawoord van Multatuli en het uitgebreide notenapparaat aan het eind van het boekopgenomen.Van de vertaler Zoltán Bartos (1890-1981) weet men dat hij vooral uit het Engels

vertaalde. Schrijvers als Jack London, Jerome K. Jerome, Rudyard Kipling heeft hijin het Hongaars vertaald. Werk van de Indiase dichter Rabindranath Tagore is ookdankzij Bartos in het Hongaars te lezen.Mijn hypothese dat de vertaling niet uit het oorspronkelijke Nederlands is gemaakt,

wordt naast het vertaaloeuvre van de vertaler ondersteund door de afwezigebronvermelding, door een aantal verraderlijke fouten in de vertaling (‘Schrift’ wordtniet als de Bijbel herkend en wordt dus in een verkeerde betekenis vertaald) en hetonvertaalde en oneigenlijke gebruik van het Engelse woord ‘shawl’ in Hongaarsesamenstellingen en afgeleide woorden voor Sjaalman.Ondanks de afwezigheid van de systematische noten van het oorspronkelijke werk

is wel gepoogd om de dubbel-vreemde tekst voor de Hongaarse lezer duidelijker temaken. Ik noem dit werk dubbel-vreemd omdat de Nederlandse cultuur noch die vanNederlands-Indië voor de Hongaren al te goed bekend waren.2. De vertaler heeftnoten in de tekst tussen haakjes gebruikt en voetnoten toegevoegd. Zo wordt na hetgecursiveerde woord Artis tussen haakjes vermeld: ‘(onze dierentuin)’. (Multatuli1:4) Woorden die onvertaald zijn gebleven en die met Nederlands-lndië te makenhebben worden in voetnoten uitgelegd. De vertaler heeft er waarschijnlijk bewustnaar gestreefd zowel de Nederlandse als de Indische ‘kleuren’ van het boek tehandhaven door zoveel mogelijke woorden onvertaald te laten en ze op één van debovenvermelde manieren uit te leggen. Zo blijven in hoofdstuk zes de woorden opeen uithangbord: ‘de rokende jonge koopman’ (VW I:84) gehandhaafd, maar welfoutief gespeld als ‘de rookende junge koopmann’. (Multatuli 1:58) Deze foutenworden echter niet achter in het boek vermeld waar wel een korte, verre van volledige,lijst met drukfouten staat. Als mijn hypothese klopt dat deze vertaling uit het Engelsgemaakt werd, dan zouden deze ‘oorspronkelijk Nederlandse’ woorden ook in deEngelse vertaling gehandhaafd en ook nog op deze manier gespeld zijn. Een anderemogelijkheid is dat de vertaler de woorden automatisch - onbewust ‘geprogrammeerd’door de Duitstalige cultuur die toen in Hongarije overheersend was - deze woorden‘Duits-achtig’ gespeld heeft. In alle komende vertalingen zijn deze woorden in hetHongaars vertaald waardoor deze vertalingen steeds meet doeltaalgericht worden.In deze eerste uitgave zijn sommige moeilijk geachte tekstdelen en gedichten zelfsweggelaten zoals het lange gedicht aan het eind van hoofdstuk drie dat door Fritsgereciteerd wordt op het kransje van de Rosemeyers. Frits heet trouwens in dezevertaling Fred.Dat de vertaler evenmin goed thuis was in de Nederlandse cultuur bewijst een

aantal inhoudelijke fouten. Zo staat in hoofdstuk één een indirect citaat van VanAlphens gedicht ‘Kinderliefde’; in plaats van ‘(dat) myn vader myn beste vrind

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 138: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

53

was’ (VW I:16) ‘(dat) mijn vader zijn beste vriend was’. (Multatuli 1 1924:4)Interessant genoeg wordt deze inhoudelijke fout in de lijst van drukfouten achterinhet boek wel vermeld en rechtgezet. Een andere ‘verrader’ is te vinden in hoofdstukvier waar het gaat om de woning van Sjaalman. In het onderhuis ziet Droogstoppelportretten van Van Speyk. (VW I:50) De vertaler zal gedacht hebben dat Van Speykde schilder van deze schilderijen was: hij vertaalt dat in het onderhuis schilderijendoor Van Speyk te koop waren. (Multatuli 1:29)

1.2 De anonieme vertaling (1950)

De tweede vertaling en de uitgave ervan is de meest ‘geheimzinnige’ van de vier.Hij werd door uitgeverij Szikra (Vonk) te Budapest uitgegeven.In tegenstelling tot de eerste uitgave wordt hier de titel van het oorspronkelijke

werk aangegeven. Er staat (in het Hongaars dan): ‘Oorspronkelijke titel:MaxHavelaarof de koffieveilingen der Nederlandsche handelmaatsche’ (sic!). Er vallen drieeigenaardigheden op:1. Met ‘oorspronkelijke titel’ wordt de informatie verschaft hoe de titel in het

Nederlands luidt, maar niet dat het werk uit het Nederlands vertaald is.2. Het woord ‘handelmaatschappij’ wordt foutief gespeld waardoor het vermoeden

ontstaat dat de mensen die deze uitgave verzorgden - de redacteur, László Szokenoch de vertaler zelf - Nederlands kenden.

3. De opdracht, de tekst van Henry de Péne en het fragment uit het toneelstukontbreken ook in deze editie. Interessant is eveneens dat de redacteur of devertaler van deze uitgave het werk van een geheel andere titel voorzag: ‘Javais rijk en lijdt honger’.

Dit is de enige uitgave van de vier die met een geïllustreerde kaft is verschenen: degekleurde, schematische tekening toont inheemse mensen die koffie aan het oogstenzijn. De afbeelding is van de hand van Vera Csillag, een in Hongarije toen bekendeboekillustrator. In de colofon wordt de oplage vermeld: 12.000.Merkwaardig is verder dat de naam van de vertaler niet wordt vermeld. Er staat

wel een voorwoord in maar daar wordt de auteur evenmin genoemd. Terwijl hetvoorwoord van de eerste uitgave wel een auteur vermeldt en zes dichtbedruktebladzijden telt, is de omvang van dit voorwoord slechts anderhalve bladzijde. Mijnveronderstelling is dat deze tweede uitgave door dezelfde vertaler is vertaald als deeerste, of door iemand die grondig gebruik heeft gemaakt van de eerste vertaling.Zijn naam wordt in deze tweede uitgave dus niet vermeld of omdat hij om een ofandere reden voor de politiek niet aanvaardbaar was of om de overeenkomst met devertaler van de vorige edirie te verzwijgen. Deze vertaling - die in bijna elke zinslechts een heel klein beetje andets is dan de vorige - toont niet alleen dezelfde foutenop het niveau van de woordenschat, maar ook dezelfde oplossingen op het niveauvan de syntaxis en de semantiek. Het is onmogelijk dat een tekst voor honderd procentop dezelfde manier wordt misverstaan wat

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 139: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

54

de woordkeuze betreft. In de zin ‘Ik dacht dikwijls als kind: “man ik wilde u graageens ontmoeten, en als ge my de marmerknikkers weigerde [...] dan houd ik u vooreen leugenaar”’ (VW I:16] staat in beide vertalingen in plaats van marmerknikkers‘lekvár’ wat in het Hongaars jam of marmelade betekent. Ook lijkt hetonwaarschijnlijk dat twee verschillende vertalers dezelfde vertaling geven voor hettweeregelige versje dat Droogstoppel als voorbeeld noemt voor de leugenachtigheidvan de poëzie: ‘De lucht is guur en 't is vier uur’, (UW I:17) Het lange gedicht aanhet eind van hoofdstuk drie ontbreekt hier ook. Zo zijn er nog vele andere voorbeeldente vinden zowel voor identieke fouten oftewel identieke oplossingen. De schilderijendoor Van Speyk worden echter Van Speyk-schilderijen. (Multatuli 2:34) Eeninteressante verandering is verder dat het Engelse woord ‘shawl’ door het Hongaarse‘sal’ wordt vervangen en Fred wordt hier Frits. Er zijn geen voet- of eindnoten, zeerzelden wordt er iets in de tekst uitgelegd, wel bijvoorbeeld het woord baboe aan heteind van hoofdstuk zes (het woord wordt op zijn Hongaars gespeld - ‘babu’ - entussen gedachtestreepjes wordt de volgende uitleg gegeven: ‘men zou haar in Europanurse noemen’); Indische woorden worden waar mogelijk verhongaarst. Sommigetekstdelen zoals de meeste items waaruit het pak van Sjaalman bestaat, wordenweggelaten. Het is een typisch doelcultuur gerichte vertaling.

1.3 De Faludy-vertaling (1955)

In deze uitgave worden de naam Multatuli en de titelMax Havelaar vermeld,ondertitel, opdracht, tekst van De Péne en toneelstuk-ftagment blijven echter weerachterwege. Deze keer vernemen we wel wie de vertaler is: György Faludy. Ookwordt iets vermeld over de bron: ‘De vertaling werd op grond van de NederlandstaligeAmsterdamse uitgave uit 1950 gemaakt. In het Hongaars verschenen in 1950 in deuitgave van Szikra onder de titel “Java gazdag és éhezik” (Java is rijk en lijdt honger- J.G.)’. Een heel slim bericht want er wordt van uitgegaan dat niemand de genoemdevorige Hongaarse uitgave nog in handen heeft en dus ook niemand de pijnlijkespelfout in de ondertitel aldaar ontdekt die meteen verraadt dat ook de vorige uitgaveniet uit het Nederlands vertaald werd. De uitgever is deze keer ÚjMagyar Könyvkiadó(Nieuwe Hongaarse Uitgeverij).Ook deze uitgave werd van een voorwoord voorzien. Deze keer is die afkomstig

van een in Hongarije beroemde en erkende literatuurwetenschapper encultuurhistoricus, Géza Hegedüs (1912-1999).Een opvallend facet van deze editie is de opname van de ‘Aanteekeningen,

opheldetingen en noten van den schryver by de eerste door hem herziene uitgaaf van1875, nog gewijzigd en aangevuld in 1881.’ Het inleidende gedeelte van de‘Aanteekeningen...’ werd integraal vertaald, uit de noten werd duidelijk een keuzegemaakt. Zelfs zo zijn er 92 noten opgenomen plus de aanvulling die de tweedevrouw van Multatuli bij de noten gevoegd heeft. Het gaat om een brief-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 140: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

55

fragment van Multatuli aan Vosmaer. Het gedicht aan het eind van hoofdstuk driedat in de vorige uitgaven ontbrak, pronkt er nu wel in de prachtige en zeerprofessionele vertaling van de Hongaarse dichter-vertaler, Faludy.

1.4. De Balabán-vertaling (198l)

De uitgeverij van deze laatste vertaling is Európa, nazaat van ÚjMagyar Könyvkiadó.Deze uitgeverij had een zeer prestigieuze reeks,Hoogtepunten van de wereldliteratuur.In deze gerenommeerde reeks is deMax Havelaar verschenen, nu wel met de juisteondertitel. Als bron wordt vermeld: de kritische uitgave van Dr. G. Stuiveling, G.A.van Oorschot, Amsterdam. Het jaat ontbreekt, maar het is zeer waarschijnlijk dat hethier om de uitgave van de Volledige werken uit 1950 gaat. De vertaler is PéterBalabán, die ook geen Nederlands kende. Hij vertaalde vooral uit het Engels,misschien ook uit het Frans. Wel werd de vertaling voor de uitgave met deoorspronkelijke tekst vergeleken door Béla Szondi, een filoloog die als autodidactde Nederlandse taal leerde en in 1990 de Martinus Nijhoffprijs heeft gekregen voorzijn Kapellekensbaan-vertaling van L.P. Boon. Dit is dan ook de eerste Hongaarseuitgave waar de opdracht aan Tine, de tekst van Henry de Péne en het stukje uit hetOnuitgegeven Toneelspel opgenomen zijn. De redacteut van het boek, Ilona Róna,heeft het nawoord geschreven.In deze editie werd een ingekorte versie van de inleiding van Multatuli bij de

uitgave van 1875 in vertaling opgenomen. De hoofdstukken worden met cijfersaangegeven. Eindnoten ontbreken, voetnoten zijn schaars, heel soms zijn ze devertalingen van de oorspronkelijke noten. Veel cultuurgebonden informatie wordtin de tekst aangegeven. Zo staat er bijvoorbeeld bij het noemen van Van Alphen nogde in het oorspronkelijke werk niet aanwezige informatie: ‘de dichter vankinderversjes uit de achttiende eeuw’. (Multatuli 4:9) De gedichten die vanMultatulizelf afkomstig zijn, zoals het gedicht aan het eind van hoofdstuk drie, werden nietin de congeniale vertaling van Faludy uit de vorige uitgave overgenomen maar inletterlijke vertalingen gepubliceerd. De vertaalster van de gedichten is Zsuzsa Kissdie geen Nederlands kent.

2. Systemische context

2.1 De Bartos-vertaling

Uitgeverij Népszava-könyvkereskedés was verbonden aan de HongaarseSociaaldemocratische Partij. In het begin gaf ze vooral bellettrie en werken op hetgebied van techniek uit, maar later ook boeken over sociale wetenschappen, vooraldie van de vertegenwoordigers van de verschillende socialistische richtingen zoalsLassalle, Kautsky, Bernstein en Max Adler. De uitgeverij is in 1938 opgehouden tebestaan.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 141: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Merkwaardig is de inleidende studie van JózsefMigray. JózsefMigray (1882-1938)was dichter en journalist. Hij begon als metselaar, en werkte later als letaar

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 142: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

56

in Budapest en Arad. Daarna werd hij journalist en corrector bij drukkerij Atheneumin Budapest. Hij schreef in communistische bladen en hij nam actief deel aan deburgerlijke democratische revolutie (1918) en daarna aan de communistischeRadenrepubliek (1919). Na de val van de Radenrepubliek werd hij gevangengezet.Na zijn bevrijding werd hij medewerker van Népszava, het sociaaldemocratischedagblad dat ook een uitgeverij had, de uitgeverij van onder anderen Multatuli. In1928 stapte hij uit de redactie en werd hij vanwege persoonlijke conflicten uit deHongaarse Sociaaldemocratische Partij gezet. Hij is in politiek opzicht steeds meernaar rechts opgeschoven en uiteindelijk kwam hij in contact met de Hongaarsenazipartij, de Pijlkruisers.Zijn inleiding van deMax Havelaar dateert uit zijn communistische periode. Hij

begint met een in het Hongaars vertaald maar niet gemarkeerd citaat uit Vorstenschool(1872):

Aki nem ád többet, mint amennyitkapott, az - nulla és azzal, hogy meg -született, csak haszontalanságot követett el.3.

Onder het citaat staat alleen de naam Multatuli, de bron wordt niet vermeld. Migraystelt vast dat Nederland zijn rijkdom vooral aan zijn handel op zee en aan de koloniesin de Oost heeft te danken. De Nederlandse havens ontvangen nog steeds - weschrijven 1924! - schepen volgepropt met koloniale waren. Uit deze omstandigheidtrekt Migray de conclusie dat de volksgeest van Nederland sterk bepaald is door dehandel. Vooral de klassen waarvan de levensvoorwaarde door handel en nijverheidbepaald wordt, dragen deze handelsgeest. Daarna geeft Migray een beknoptesamenvatting van de domineespoëzie. Hij stelt vast dat de literatuur aan het beginvan de negentiende eeuw in Nederland aan de eisen van de verzadigde en luie burgersbeantwoordde. De beschrijving is niet zonder spot en ironie waardoor het kritischaandoet. Migray had deze domineespoëzie in principe zelf kunnen lezen omdat eindnegentiende eeuw een groep Hongaarse theologen - bijvoorbeeld Zsigmond Nagy4.

en Károly Szalay - die in Nederland ging studeren heel veel van deze verzen heeftvertaald.5. Vaststaat dat Migray zelfs naar het gedicht van Hendrik Tollens verwijsten wel in het Hongaars: ‘Op de eersten tand van mijn jongst geboren zoontje.’6 Dein 1907 tot stand gekomen Hongaarstalige Nederlandse literatuurgeschiedenis vande bovengenoemde Zsigmond Nagy zou hij gelezen kunnen hebben, het stramiendaarvan heeft hij zeker niet overgenomen. Nagy schrijft als leerling van Beets, metde grootste eerbied en in volle ernst over Tollens en de domineedichters en besteedtslechts een korte alinea aan Multatuli en dat ook niet zonder kritiek. Migraydaarentegen plaatst Multatuli en zijnMax Havelaar in scherp contrast tot debewegingloze, sentimentele ‘stilte’ van de domineespoëzie.Multatuli wordt afgebeeldals de heroïsche strijder tegen de Hollandse bourgeoisie en als iemand die buiten enboven de groep dichters staat die uit pro-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 143: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

57

testantse theologische families afkomstig zijn. Multatuli deelde het lot dat alle ‘grotegeesten’ van de wereld moesten ondergaan: vernedering, achtervolging, armoede enmartelaarschap. Zijn strijd was die van tussen het individu en de maatschappij. In dekapitalistischemaatschappij is doelmatigheid (of nuttigheid] identiek aan zedelijkheid.Volgens Migray is dit niets anders dan het oude horde-principe: de belangen van dehorde worden vóór alles geplaatst zodat degene die tegen deze belangen schijnt inte gaan, wordt verguisd. Hij noemt maar liefst voorbeelden als Socrates en Jezus.Evenals zij heeft Multatuli ook het principe van de algemenemoraal van de mensheidverdedigd tegenover het nuttigheidsprincipe van de christelijk-kapitalistischemaatschappij, aldus Migray.Hierna geeft Migray een levensbeschrijving van Multatuli. Zijn eerlijkheid en

correctheid werden hem volgensMigray niet in dank afgenomen: hoe hoger hij klomop de maatschappelijke ladder, hoe lastiger hem zijn eigen voorstel werd gemaakt.Hij streed voor de inheemse arbeiders tegen de uitbuiting van zowel de plaatselijkearistocratie als die van de Nederlandse ambtenaren. Hij heeft deze strijd verloren.Om zijn hogeremorele wereldorde te laten triomferen heeft hij zijn roman geschreven.Migray vindt dat alle ware en grote geschriften autobiografisch van aard zijn. Zo ziethij ook deMax Havelaar. Dat Multatuli Tine met hun eerste kind en zwanger vanhun tweede in Nederlands-Indië achtergelaten heeft, wordt beschreven als eenonontkoombaar noodlot: door omstandigheden moesten vrouw en kind daarachterblijven en armoede lijden terwijl de familie van Tine alles deed om haar ervante overtuigen dat zij van Douwes Dekker moest scheiden. Zo werkt het principe vanhet kapitalisme ten opzichte van het huwelijk. Tine gaf haat man echter niet op.De invloed van het boek bij de eerste publicatie in Nederland wordt ook

gedetailleerd beschreven. Migray citeert Van Hövell die als lid van de Tweede Kamerin 1860 verklaarde datMax Havelaar een rilling door het land deed gaan. Iedereenwist wie zich achter het pseudoniem Multatuli verborg. Zijn satire had tweeërleikarakter: aan de ene kant was het dodelijk voor de miljoenen behept met de corruptekruideniersgeest, anderzijds was het een bron van frisse lentelucht van de vrijheiden geestelijke zuiverheid voor degenen die naar een nieuwe wereld streefden.Migray gaat eveneens kort in op de geschiedenis van de eerste twee Nederlandse

uitgaven. De eerste editie was snel uitverkocht, maar de nieuwe liet tien jaar op zichwachten aangezien de uitgever het boek ‘vanuit een hoger moreel en vaderlandsbelang’ niet meer wilde publiceren. Pas in 1870, toen de zoon van de uitgever hetwerk aan de auteur ter beschikking stelde, kwam het tot een tweede uitgave.De financiële armoede heeft het gezinsleven van Multatuli vernietigd: terug in

Europa werd Tine door deze armoede van hem weggejaagd; ze zocht werk in Italië,waar ze later ook overleed. Dekker zou door haar dood helemaal verpletterd zijngeweest. Hij had het geluk dat een oude vriendin, Mimi, hem in alle moeilijkhedenbijstond. Met haar sloot hij zijn tweede huwelijk. Dankzij een

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 144: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

58

rijke bewonderaar werd Dekker aan het eind van zijn leven van materiële zorgenbevrijd.De inleiding wordt afgerond met het noemen van ander werk van Multatuli: de

Minnebrieven,Millioenenstudiën, Vorstenschool en de als zijn hoofdwerk beschouwdeIdeeën. Migray stelt tevteden vast dat Multatuli in Nederland alle roem en eer genietdie hij verdient. Ook heeft Multatuli volgens Migray aan het citaat bij het begin vande inleiding voldaan: zijn geboorte en zijn leven waren niet overbodig aangezien hijmeer gaf dan ontving. Met nog twee niet gemarkeerde Hongaarstalige citaten vanMultatuli over de aard van de kunst sluit Migray zijn inleiding af.

Wat was het politieke en culturele klimaat in de jaren twintig in Hongarije? In deEerste Wereldoorlog stond Hongarije aan de kant van de verliezers. In 1918 viel dedubbelmonarchie uiteen. Er brak nog in hetzelfde jaar een burgerlijke revolutie uit.Deze had onder andere het beëindigen van de oorlog als doel, onafhankelijkheid,een democratische staatsinrichting en verzoening van de vele etnische minderhedendie op Hongaars grondgebied woonden. De burgerlijke regering kwam echter omverschillende redenen in een crisissituatie terecht, redenen die te maken hadden metzowel de binnenlandse als de buitenlandse politiek. Van deze crisis werd door desociaaldemocraten en communisten gebruik gemaakt: zij riepen in 1919 een nieuwestaatsvorm uit, de Radenrepubliek. Er werd geprobeerd een staat in te richten naarhet voorbeeld van de Sovjet-Unie. De Radenrepubliekwerd echter na enkelemaandenten val gebracht. In 1920 werdMiklós Horthy (1868-1957) een rechtse, conservatievepoliticus, gouverneur van het land. Tijdens zijn regering werden de eerste antijoodsewetten in Hongarije - eerder dus dan in Duitsland zelf - aangenomen. Eveneens in1920 werd overeenkomstig het Verdrag van Trianon twee derde van het Hongaarsegrondgebied afgesneden en bij de omringende landen gevoegd. Dit gebeurde bijwijze van straf voor de rol die Hongarije in de Eerste Wereldoorlog speelde. DeHongaarse bevolking heeft deze beslissing als een zware onrechtvaardigheid beleefd.Ondanks de vele politieke conflicten of misschien juist daardoor heeft de Hongaarse

cultuur en daarbinnen de literatuur in de eerste drie decennia van de twintigste eeuween zeer grote bloei gekend. Zowel poëzie als proza ontplooiden zich en bereikteneen zeer hoog niveau. Met het oprichten van het toonaangevende literaire tijdschriftNyugat (HetWesten; 1908-1941) vonden alle belangrijke en getalenteerde schrijvershun forum. Deze schrijvers - Árpád Tóth, Mihály Babits, Dezso Kosztolányi en veleandeten - waren ook allemaal zeer actief op het gebied van vertalen. Ze hebben vooralpoëzie vertaald. De vertaling van proza had in die tijd niet hetzelfde prestige als devertaling van gedichten. Toch dateren vertalingen van Nederlandse prozawerken vanCouperus en drama's van Herman Heijermans uit deze periode.7. Tetwijl debelangstelling voor Couperus meer met een esthetiserende literatuuropvatting vandie tijd te

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 145: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

59

maken had, staat achter de belangstelling voor Heijermans en Multatuli een zekerengagement voor de problematiek van de arbeiders en de lagere bevolkingsgroepen.Dit wordt dan ondersteund door de politieke identiteit van de uitgever, de vertaleren de schrijver van het nawoord. De vertegenwoordigers van de sociaal-democratieen de aanhangers van het communisme waren rond 1924 grotendeels geëmigreerd.Degenen die in Hongarije bleven, hoorden niet bij de politieke machthebbers. Devertaling en de publicatie van deMaxHavelaar in de context van de sociaaldemocratie(uitgeverij, nawoordschrijver) met de onderstreping van zijn antiburgerlijke en zijnantikapitalistische karakter in het nawoord zou gezien kunnenworden als een politiekestellingname. Migray is dan ook de meest geïnformeerde van de voor- ennawoordschrijvers wat kennis van de Nederlandse historische en culturele achtergrondbetreft.

2.2 De anonieme vertaling

Uitgeverij Szikra werd in november 1944 opgericht door de HongaarseCommunistische Partij. Na de oorlog hebben ze naast politieke geschriften onderandere werken van communistische auteurs als György Lukács, József Révai enGyula Háy uitgegeven. Deze uitgeverij heeft tot het begin van de jaren zestig bestaan.Daarna werd hij omgedoopt als uitgeverij Kossuth die in de Kádár-era8. de uitgeverijvan vooral politieke en historische en andersoortige wetenschappelijke werken isgeworden.De toon van het voorwoord is bij deMax Havelaar dan ook heel anders dan dat

van de vorige uitgave. Het ontbeert de romantische, ietwat bombastische stijl vanMigray en doet objectief en strijdlustig aan. In een korte alinea vermeldt de anoniemeschrijver het jaat van publicatie en de titel van het boek en noemt het kolonialeonderwerp. Met het typische woordgebruik van de jaren vijftig, de stalinistischeperiode in Hongarije, wordt beweerd dat het boek de uitbuitende politiek van deHollandse kolonialen onthuld heeft. Ook gaat de auteur kort in op de werkelijkenaam van de schrijver en zijn pseudoniem Multatuli.Na de korte eerste alinea volgt de levensbeschrijving van Multatuli gecombineerd

met de gebeurtenissen in Nederlands-lndië. De conflicten tussen kolonialen eninheemsen worden scherp gesteld: aan de ene kant de inheemse aristocraten, regentenen adhipatti's en de corrupte Europese ambtenaren, aan de andere kant de uitgebuiteinheemse bevolking. Er wordt ook melding gemaakt van het koloniale leger dat uithet criminele gespuis van de wereld bestond en dat met bijzondere wreedheid oudenvan dagen, vrouwen en kinderen vermoord heeft. Tevergeefs schreef Multatuli zijnverslagen over de vele misbruiken. Hij werd ontslagen en verliet zijn post in grotearmoede. Er wordt van de koude zolderkamer van Brussel verteld, waar hij deMaxHavelaar heeft geschreven.Het meest typische onderdeel van het voorwoord, dat de tijdgeest het best

weergeeft, is de laatste alinea: ‘Dekker was geen socialist, hij was niet op de juiste

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 146: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

60

weg, niet met het middel van de klassenstrijd op zoek naar de bevrijding van deonderdrukte volkeren. Maar doordat hij de uitbuitende politiek van de Hollandsekolonialen onthuld heeft, diende hij de zaak van de vooruitgang. Zijn werk is vandaag,wanneer de vrijheidsbeweging van de koloniale volkeren steeds sterker wordt, actuelerdan ooit’ (eigen vertaling). (Multatuli 2:6)Overeenkomstig het geestelijk klimaat van de jaren vijftig in Hongarije wordt

Multatuli in dit voorwoord tot voorloper van de communisten. Een voorloper die dejuiste weg nog niet kende, maar die de weg voor de strijd van de onderdrukten tegende kapitalisten voorbereidde.

De periode tussen 1949 en 1956 heet het Rákosi-tijdperk.Mátyás Rákosi (1892-1971),de communistische dictator, heeft in alles de richtlijnen van Stalin gevolgd:eenpartijsysteem, valse, zogenaamde ‘showprocessen’ en honderdduizendenveroordelingen. DeMaxHavelaar komt dan in een context waar het communistischeideeëngoed toonaangevend is. Het is nu niet meer een boek tegen de politiekemainstream in, maar het wordt juist de spreekbuis van de machthebbers. Dat in dieperiode een werk uit de Nederlandse literatuur heruitgegeven werd, kan verklaardworden uit de heersende ideologie die in het boek een verzet tegen het kolonialismeen daarmee tegen het kapitalisme zag. De algemene bedoeling was om goed leesbare,niet al te moeilijke lectuur in deze trant te verzorgen.

2.3 De Faludy-vertaling

Új Magyar Könyvkiadó was één van de vijf grote genationaliseerde uitgeverijen inHongarije. In het begin gaf men vooral Russische literatuur uit, maar na eenreorganisatie in 1955, kwamen ook andere literaturen op het programma te staan. In1957 kreeg de uitgeverij een nieuwe naam: Europa; het is nog steeds de belangrijksteuitgeverij van wereldliteratuur in Hongarije.Hegedüs schrijft zijn voorwoord in een makkelijk leesbare, vertellende trant. Hij

begint met de uitleg van het pseudoniem. Hij staat stil bij het feit dat Multatuli pasmet schrijven is begonnen toen hij al ver in de veertig was en is blijven schrijven tothet eind van zijn leven. Hij onderstreept de internationale bekendheid van dezeNederlandse auteur en vermeldt dat hij in vele talen vertaald is. Dan komt hetlevensverhaal met daarin een korte schets van de geschiedenis van Nederland vanafde zeventiende eeuw. Wat Hegedüs ovet de Nederlandse zeventiende eeuw verteltis een verre echo van wat Marx erover schreef: het was het eerste volk in Europa dathet feodale juk van zich afgeschud had. Dit diende als voorbeeld voor de hele wereld.In deze tijd stond Nederland met haar burgerlijke samenleving en haar vrijheid aanhet begin van de vooruitgang. Het stond open voor iedereen die uit zijn eigen landmoest vluchten zoals Descartes of die in daar wilden studeren als János ApáczaiCsere (1625-1659), de Hongaarse filosoof en pedagoog, die aan de universiteitenvan Franeker, Leiden,

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 147: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

61

Utrecht en Harderwijk gestudeerd heeft, maar die in zijn eigen land met zijnvernieuwende ideeën omtrent pedagogie na zijn terugkeer in Hongarije nietgewaardeerd werd. Hegedüs beschrijft de eeuwen na de Gouden Eeuw toen deNederlandse burgers zich tevreden stelden met wat zij al hadden en het land nietmeer de dynamiek van vroeger had. Merkwaardig is dat ook Hegedüs Multatuli alseerlijke en trouwe echtgenoot afschildert: hij keerde met zijn gezin terug naarNederland en hij en zijn vrouw streden samen tegen armoede; hij in Nederland enin Duitsland, Tine in Italië waar ze dan ook overleed. Multatuli kreeg nog een lateliefde cadeau van het leven en trouwde op hogere leeftijd met Mimi. De reden vanMultatuli's populariteit aan het eind van de jaren zeventig van de negentiende eeuwligt volgens Hegedüs in het feit dat in die tijd de tegenstellingen tussen de gegoedeburgerij en de arbeidersklasse zo opvallend werden dat de problemen niet meerverzwegen konden worden. Wat tien jaar daarvoor nog niet uitgesproken mochtworden, werd nu een waarheid als een koe. De tijd had Multatuli ingehaald. Hoewelhij de wereldbeschouwing van de burgerij niet kon overstijgen, was hij toch eenkritisch-realistische schrijver die gewetensvol ageerde tegen de als gevolg van deburgerlijke economie ontstane onmenselijkheden. Hij stond nog ver van dearbeidersklasse en het socialisme, maar hij had de leugens van de burgerlijkemaatschappij ontmaskerd. Met zijn liefde voor de vrijheid, met zijn solidariteit enmet zijn belangrijke oeuvre is hij een bondgenoot geworden van de verarmdewerkendemassa's. Deze formuleringen getuigen nog steeds van de opgelegde retoriekvan de jaren vijftig in Hongarije.De vertaler György Faludy (1910-2006) was een belangrijk dichtet en schrijver,

een emblematische figuur van de Hongaarse emigrantenliteratuur. Faludy studeerdeaan verschillende universiteiten in Wenen, Berlijn, Parijs en Graz. Hij begon zijnloopbaan in 1937 met vertalingen (of liever gezegd) bewerkingen van de gedichtenvan Villon. Deze bewerkingen zullen een bepalende rol spelen in zijn carrière.Vanwege zijn joodse herkomst verliet hij Hongarije in 1938. Hij vluchtte naar

Patijs, maar een paar jaar later dwong de Duitse bezetting hem om weer verder tevluchten. Via Marokko ging hij naar de Verenigde Staten, waar hij als secretaris enredacteur van de Vrije Hongaarse Beweging werkte. Hij diende drie jaar in hetAmerikaanse leger. Zijn zus bleef in Hongarije. Zewerdwaarschijnlijk doodgeschotendoor de Pijlkruisers en in de Donau gegooid. De boeken van Faludy werden verbrand.In 1945 keerde hij terug naar Hongarije waar hij bij het dagblad Népszava gingwerken. In 1947 werd een dichtbundel van hem gepubliceerd en de bewerkingen vanVillon beleefden al de veertiende druk. Hoewel Faludy een links georiënteerdeschrijver was, werd hij door de communistische machthebbers toch afgewezen. Hijkoos naar hun smaak veel te sterk partij voor de vrijheid van de mens. Zijn werkenmochten niet meer verschijnen. In 1949 werd hij op grond van valse beschuldigingentot drie jaar dwangarbeid veroordeeld: hij werd naar een werkkamp in Recsk gestuurd.Hier schreef hij zijn

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 148: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

62

‘Gevangenisgedichten 1949-1953’ die in 1983 in München gepubliceerd werden.Na zijn vrijlating voorzag hij in zijn levensonderhoud met vertalingen. Dit is deperiode waarin het werk van Multatuli in zijn vertaling het licht zag. In 1956 verliethij het land weer. Hij vestigde zich in Londen waar hij redacteur van hetHongaarstalige tijdschrift Irodalmi Újság (Literair blad) werd. Hij schreef in 1961-62een autobiografie die eerst in Engelse vertaling verscheen (My Happy Days in Hell).In Hongarije werd deze pas in 1987 in een samizdatuitgave gepubliceerd. Hij woondein verschillende plaatsen, in Florence, op Malta en in Toronto. In 1980 werden zijnverzamelde gedichten in New York uitgegeven terwijl hij in Hongarije nog steedseen verboden auteur was. Hij heeft ook een monografie over Erasmus (1970) op zijnnaam staan, waarin hij de rol van Erasmus in de Hongaarse renaissance analyseert.In 1988 keerde hij weer naar Hongarije terug. Zijn werken werden allemaal

uitgegeven en ook kwamen nieuwe dichtbundels en vertalingen van hem uit. Hijwerd een erkende en zeer geliefde dichter, maar hij bleef zelfs als negentigjarige een‘enfant terrible’. Hij kreeg de prestigieuze Kossuth-prijs in 1994. In Toronto werdeen plein naar hem genoemd: George Faludy Place.In het tweede deel van zijn autobiografie - Na mijn vrolijke dagen in de hel (2005)

- beschrijft hij zijn leven vanaf 1953 tot de dood van zijn eerste vrouw tijdens hunemigratie in 1963. In dit boek krijgen we korte maar interessante informatie over hetontstaan van zijnMaxHavelaar-vertaling. Na zijn vrijlating uit het werkkampmoestFaludy werk zoeken om de kost te verdienen. Hij had toen al naam gemaakt alsdichter maar hij werd niet graag gezien in de legitieme schrijvers- en uitgeverskringen.Zoals een van de toen wel geaccepteerde schrijvers, Gyula lllyés, tegen hem zei: ‘Zedurven je nergens af te wijzen en ze durven je nergens aan te nemen.’ lllyés heefthem aangeboden om hem als vertaler uit het Deens, het Noors en het Nederlands telaten registreren bij de Afdeling Vertalers van de Schrijversbond. Faludy stondverbaasd over dit aanbod, omdat hij alleen maar Engels, Duits en Frans kende. Voorvertalingen uit deze talen kregen echter alleen de favoriete vertalers van decommunisten opdrachten. Faludy wees erop dat hij hierdoor nog geen Nederlandsof Noors kende. Het antwoord luidde dat hij bij de Duitse boekhandel van alle boekenuit deze talen goede Duitse vertalingen kon krijgen. Van deze Duitse vertalingen zouhij dan gebruik kunnen maken. Faludy was nog steeds achterdochtig en vroeg zichaf wat er zou gebeuren als de redacteur de vertaling met het oorspronkelijke werkging vergelijken. Hij werd gerustgesteld door de mededeling dat de redacteurDeens-Noors nauwelijks Deens kende en de redacteur van de Nederlandse literatuurgeen woord Nederlands sprak. De redacteur, Erzsébet Gergely, was zelf vertaler uithet Duits en kende inderdaad geen woord Nederlands.9. Op die manier kreeg Faludyde opdracht om onder andere deMaxHavelaar te vertalen. Hij schrijft hierover: ‘Alseerste opdracht kreeg ik het achterhaalde werk, deMaxHavelaar, van de hysterische,maar waanzinnig eerlijke Duitslandse (sic) auteur, Multatuli, daarnaNiels Lyhne vanJacobsen’ (eigen vertaling). (Faludy 2005: 36)

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 149: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

63

Faludy noemt deMaxHavelaar een ‘achterhaald werk’. Het is interessant dat Faludymet een leven als het zijne, dat over niets anders ging dan over de strijd om vrijheidtegen onderdrukkers, in het boek van Multatuli geen actualiteit meer zag. Hij zouwaarschijnlijk van meet af aan met twijfel en tegenzin de door de communisten tervertaling aangeboden boeken bekeken hebben. De net geschetste achtergrond vande manier waarop iemand als Faludy aan werk kon komen in het communistischeHongarije rechtvaardigt zijn voorbehoud. Ook kan hij gedacht hebben dat na deonafhankelijkheid van Indonesië het boek zijn actualiteit verloren had. Omtrent denationaliteit vanMultatuli gebruikt Faludy het in het Hongaars niet bestaande woord:‘németföldi’ dat zoiets als ‘Duitslands’ zou moeten betekenen. Hier gaat hetwaarschijnlijk om een tikfout aangezien het woord ‘németalföldi’ wel in het Hongaarsbestaat: het betekent ‘Lage Landse’ of ‘Nederlandse’. De letters ‘al’ zijn uit het woord‘németalföldi’ ofwel in het manuscript ofwel in de gedrukte versie van deaurobiografie toevallig weggevallen. Vandaar de verhaspeling.Vanwege de verwijzing naar de Duitse boekhandel in Budapest waar allerlei

Deense, Noorse Nederlandstalige boeken in Duitse vertaling te krijgen waren en opgrond van het feit dat het boek door een redacteur geredigeerd werd die zelf vertaleren specialist van Duitstalige literatuur was, veronderstel ik dat deze vertaling uit eenDuitse vertaling van deMax Havelaar gemaakt werd. Het kan zijn dat de Duitsedruk van Spohrs vertaling uit 1903 als brontekst gebruikt werd: deze uitgave heefthelemaal geen voorwerk en verkocht bovendien erg goed.

2.4 De Balabán-vertaling

Met een zeer korte uiteenzetting van het pseudoniem Multatuli vat Róna in haarnawootd de inhoud van het boek samen. Ze citeert het voorwoord van D.H. Lawrencein de Amerikaanse uitgave uit 1927 waarin de Engelse auteur het boek een satire opde Hollandse burger noemt. Róna gaat kort in op de eerste Nedetlandse receptie vanhet boek om daarna de vele buitenlandse vertalingen re noemen. Ze stelt vast datdeze Hongaarse uitgave de derde (!) vertaling van het boek is. Ook weet Róna temelden dat Multatuli met zijn nieuwe, eenvoudige, naar spreektaal neigende stijl detot dan toe heersende, bombastische literaire taal helemaal vernieuwd heeft. Tot slotkomt de levensbeschrijving van Multatuli waarin het einde van de relatie met Tinewordt geformuleerd als: ‘hij heeft zich door de vele zorgen en de vele verhuizingenvan zijn gezin vervreemd. Na de dood van Tine in 1874 trouwt hij opnieuwmetMimiHamminck Schepel die hem trouwhartig tot zijn dood verzorgt.’ Merkwaardig is datin alle voor- en nawoorden iets over de relatie met Tine verteld wordt, maar datnergens melding wordt gemaakt van het feit dat Mulatuli zijn eerste vrouw na degeboorte van hun tweede kind verlaten heeft en met verschillende andere vrouweneen verhouding heeft gehad. De schijn wordt gewekt alsof Mimi braaf na de dood

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 150: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

64

van Tine in het leven van Multatuli gekomen is. Ontrouw in het huwelijk paste nietin het Hongaarse beeld van de heroïsche strijder voor gelijkheid, vrijheid enemancipatie (onder meer van de vrouw). Wel wordt gesuggereerd dat Tine hem inde moeilijke omstandigheden in de steek had gelaten. We weten dat niets minderwaar is.Het nawoord eindigt met het noemen van de belangrijkste werken van Multatuli

zoals De Eerloze, deMinnebrieven, de Ideeën, Vorstenschool en Woutertje Pieterse.Róna meldt de opening van het Multatuli Museum in 1910 in het gebouw van deUniversiteitsbibliotheek van Amsterdam dat later naar het geboortehuis van deschrijver overgeplaatst is.In zijn monografie over het uitgeversbeleid in de Kádár-era stelt Bart (2002) vast

dat de status van de klassieke buitenlandse literatuur het meest bepalend was voorde keuze van uitgevers. Dit was door de eerdere canonisatie vanuit het officiëlepolitieke standpunt van het heersende systeem ook de veiligste keuze. Vandaar hetproject van uitgeverij Európa om verschillende reeksen van de wereldliteratuur uitte geven. De reeks waarop men zich ook abonneren kon en waarin de Max Havelaaris verschenen, was al de tweede reeks in zijn soort. Het gaf de Max Havelaar zekereen prestigieuze status. Interessant is de vaststelling dat in de zeer gedetailleerde enzorgvuldige monografie van Bart noch de uitgave van Nederlandse literatuur in hetalgemeen noch deMax Havelaar in het bijzonder ter sprake komt. De absolutevoorkeur van het uitgeversbeleid werd gevormd door de contemporaine Sovjet- enandere Oostblok-literatuur, aldus Bart. De tweede plaats was voor de klassiekenweggelegd. De gevaarlijkste bron van verzet tegen de communistische ideologie wasde contemporaine Hongaarse literatuur. Daarom is de verhouding van vertaaldeletterkundige werken van alle gepubliceerde bellettrie in Hongarije tussen 1945 en1987 52 procent tegenover 48 procent Hongaarse literatuur. (Bart 2002:77)Bart weidt uit over de praktijk van ‘nawoorden’. Die praktijk hebben de uitgeverijen

er bij wijze van zelfverdediging op na gehouden. In een verordening van de HongaarseSocialistische Arbeiderspartij (MSZMP) uit 1957 stond: ‘Twijfelachtige werken metonjuiste standpunten moeten van het nodige marxistische voorwoord voorzien,tegelijkertijd moeten vijandige werken volstrekt afgewezen worden.’ Later werd hetschrijven van nawoorden vooral bij het uitgeven van de wereldliteratuur een algemenepraktijk die niet meer of niet alleen praktische of literatuurpolitieke functies heeftvervuld. Zelfs teksten die de Kádár-era als politiek neutrale werken bestempelde,zoals de gecanoniseerde klassieken, zijn met een nawoord gepubliceerd. Op diemanier heeft het nawoord zich tot een autonoom kritisch genre ontwikkeld vanwaaruitzelfs de Hongaarse receptie van een buitenlandse auteur te reconstrueren valt. (Bart2002:45)Waarom na de prachtige vertaling van Faludy nog een nieuwe vertaling het licht

moest zien, kan ik alleen maar raden. Faludy was in 1981 nog steeds een verboden,dissidente auteur die in het buitenland verbleef. Hoewel het vertaal-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 151: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

65

beleid in de jaren tachtig van de vorige eeuw in Hongarije al liberaler en opener wasgeworden, kon de prestigieuze uitgeverij het zich toch niet veroorloven om het boekvanMultatuli in de vertaling van een politiek niet geaccepteerde vertaler te publiceren.

Uitleiding

Het verhaal van de vier vertalingen toont aan dat niet alleen boeken hun eigen lothebben - habent sua fata libelli - maar ook hun vertalingen. Wat, wanneer, waar enhoe vertaald wordt, heeft alles te maken met ideologie die op haar beurt hetvertaalbeleid bepaalt. Het verhaal van de Hongaarse vertalingen herhaalt symbolischhet verhaal van Max Havelaar en Droogstoppel: vrijheid van de mens en vanmeningsuiting, politieke censuur, onderdrukking en de relatie tot de ander spelen inhet vertaal-verhaal net zo'n belangrijke rol als in de roman zelf. Wat op het eerstegezicht toeval lijkt, blijkt aan de ongeschreven wetten van de geschiedenis tegehoorzamen.

Eötvös Loránd Tudományegyetem (ELTE)Centrum voor Neerlandistiek

[email protected] tot stand gekomen met de steun van de Hongaarse OTKA-beurs T/F 047131.

Bronnen

Faludy 2005 - György Faludy, Pokolbeli napjaim után. Budapest: Alexandra.Multatuli - Multatuli,Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandse

Handelmaatschappij. Volledige Werken. I. (redactie Garmt Stuiveling.) Amsterdam:G.A. van Oorschot, 1950.Multatuli 1 -Multatuli,MaxHavelaar. Vert.: Zoltán Bartos.Budapest: Népszava-Könyvkereskedés 1924.Multatuli 2 - Multatuli, Jáva gazdag és éhezik. Vert.: niet vermeld. Budapest:

Szikra 1950.Multatuli 3 -Multatuli,MaxHavelaar. Vert.: György Faludy. Budapest: ÚjMagyar

Könyvkiadó 1955.Multatuli 4 - Multatuli,Max Havelaar avagy a Holland Kereskedelmi Társaság

kávéaukciói Vert.: Péter Balabán. Budapest: Európa 1981.Nagy 1907 - Zsigmond Nagy, ‘Németalföldiek’. In: Heinrich, G. (red), Egyetemes

irodalomtörténet. Harmadik kötet. Budapest: Franklin-Társulat, p. 345-398.Over Nagy, Zs zie:

http://www.dbnl.org/tekst/-jaaoo3192301-01/-jaaoo3192301-01-0012.htm Szalay1925 - Károly Szalay, Holland költökböl. Vert. en samengesteld door K. Szalay.Budapest: Királyi Magyar Egyetemi Nyomda.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 152: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

66

Geraadpleegde literatuur

Bart 2002 - István Bart, Világirodalom és könyvkiadás a Kádár-korszakban.Budapest: Osiris.Even-Zohar 1990 - Itamar Even-Zohar, Polysystem Studies. Poetics Today,Volume 11, number I, Spring. Tel Aviv: The Porter Instituite for Poetics andSemiotics.Lambert &VanGorp 1985 - José Lambert &Hendrik van Gorp, ON DESCRIBINGTRANSLATIONS. In: T. Theo Hermans (ed.), The Manipulation of Literature.Studies in Literary Translation.London/Sidney: Croom Helm, p. 42-53.Toury 2004 - Gideon Toury, ‘De aard en de rol van normen in vertaling’. In:Ton Naaijkens et al (eds.):Denken over vertalen. Tekstboek vertaalwetenschap.Nijmegen: Vantilt, p. 163-174.Pusztai & Termorshuizen 2001 - Gábor Pusztai &Gerard Termorshuizen, ‘ErnoZboray: Een Hongaar op Java’. In: Herbert van Uffelen et al (eds.), ActaNeerlandica. Bijdragen tot de neerlandistiek Debrecen 2001/1. Debrecen:Debreceni Egyetem, p. 195-214.Rádai - Andrea Rádai, De receptie van Herman Heijermans' toneelstukken inde eerste helft van de twintigste eeuw in Boedapest. (Doctoraalscriptie)Beschikbaar viahttp://www.ned.univie.ac.at/CMS/Comenius/Amos/Scripties/R-dai-Andrea-De-receptie-van-Herman-Heijermans-toneelstukken-in-de-eerste-helft-van-de-twintigste-eeuw-in-Boedapest/

Eindnoten:

1. Een vertaling van het verhaal van Saidjah en Adinda is al in 1901 verschenen bij uitgeverijLampei in de vertaling van Gábor Ignác.

2. Ondanks het verbluffende feit dat in die tijd meerdere Hongaren naar Nederlands-Indië gingenom te werken, onder wie Erno Zboray en László Székely, de man vanMadelon Székely-Lulofs.Zie hierover onder andere: G. Pusztai-G. Termorshuizen: ‘Erno Zboray: Een Hongaar op Java’.In: Acta Neerlandica, 1 Debrecen 2001, p. 195-214.

3. ‘Wie niet meer geeft dan hy ontving, is... nul,En deed met z'n geboorte onnodig werk’ (VW VI: 22).

4. Zsigmond Nagy was studiegenoot van Adriaan Beets, de zoon van Nicolaas Beets. Hij wastheoloog die met het StipendiumBernardium in Utrecht kwam studeren, daarna keerde hij terugnaar Hongarije. Hij was te gast bij de Beetsen. Hij heeft Vondels Lucifer in het Hongaars vertaald(1913). Hij was het eerste Hongaarse lid van de Maatschappij der Nederlandse Taal- enLetterkunde. Een van de eerste vertalers van de Hongaarse literatuur, mevrouw H.A.C.Beets-Damsté (1871-1954), heeft van Zsigmond Nagy Hongaars geleerd.

5. Zie de anthologie van Károly Szalay uit 1924.6 . Dit gedicht werd in de anthologie van Szalay niet opgenomen en een Hongaarse vertaling ismij niet bekend.

7. Over de Hongaarse receptie van Herman Heijermans zie de doctoraalscriptie De receptie vanHerman Heijermans' toneelstukken in de eerste helft van de twintigste eeuw in Boedapest doorAndrea Rádai. Verder over Hongaarse vertalingen van de Nederlandse literatuur: Szabó, E.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 153: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Beke, K.: ‘Van Guido tot Het geheim. Nederlandse boeken in Hongaarse vertaling’. In: ActaNeerlandica. Bijdragen tot de neerlandistiek. Debrecen 2001/1.

8. János Kádár (1912-1988) was tussen 1956 en 1988 eerst secretaris, later secretaris-generaalvan de Hongaarse Socialistische Partij, dus de belangrijkste politicus in Hongarije in deze tijd.Deze periode werd naar hem genoemd omdat hij in alle opzichten zijn politieke stempel op hetland heeft gedrukt.

9. Dit weet ik zeker: deze mevrouw was in de jaren zeventig een van mijn naaste collega's bijuitgeverij Magvetö.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 154: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

68

Anne van RaemdonckPáginas Selectas enMax HávelaarMultatuli in Spanje

In tegenstelling tot wat vele lezers allicht zouden verwachten, is dereceptiegeschiedenis in Spanje vrij beperkt. Dit is grotendeels te verklaren uit hetfeit dat de meeste Spaanse koloniën in Zuid-Amerika in het begin van de negentiendeeeuw al onafhankelijk waren verklaard, waardoor de mythe van het grote kolonialerijk in duigen viel en de antikoloniale gedachten die Multatuli in 1860 verspreidde,geen weerklank vonden in Spanje. In de twintigste eeuw was het het dictatorialeregime van Franco dat Spanje cultureel geïsoleerd hield van de buitenwereld, en datalles verbood wat een bedreiging was voor het fascistische bewind. In dit artikel zalik de receptiegeschiedenis proberen te reconstrueren aan de hand van de in Spanjegepubliceerde receptiedocumenten. Spaanse vertalingen en publicaties overMultatulidie elders zijn uitgegeven, laat ik hier buiten beschouwing.Tot op heden zijn er in Spanje twee vertalingen van Multatuli's werk verschenen,

namelijk in 1924 Páginas Selectas de Multatuli en in 1975 Max Hávelaar, o lassubastas de café de la compañía comercial Holandesa. Verder zijn er, naar mijnweten, vijf andere receptiedocumenten gepubliceerd die na de vertaling vanMaxHavelaar verschenen zijn. De geraadpleegde literatuurgeschiedenissen1. geven eenheel beknopte beschrijving van Multatuli's leven als assistent-resident inNederlands-Indië en vanMax Havelaar, Minnebrieven en/of Ideeën. Omdat ze alleongeveer dezelfde oppervlakkige informatie geven en weinig of niets bijdragen totdit onderzoek laat ik ze buiten beschouwing. In dit artikel geef ik een bespreking, inchronologische volgorde, van de twee genoemde vertalingen en van de anderereceptiedocumenten.

Páginas Selectas de Multatuli2.

Páginas Selectas de Multatuli is een kleine selectie, van 91 bladzijden, uit Multatuli'swerk. Het is samengesteld en vertaald in gevangenschap3. door de Aragonese journalistFelipe Alaiz de Pablo (1887-1959). Het zal weinig verwondering wekken dat devertaler van Multatuli anarchistische sympathieën had. Tijdens zijn verblijf inCatalonië rond 1921, leerde hij de Anarchistische Beweging kennen en werd éénvan de belangrijkste propagandisten van de anarchistische idealen, als journalist,schrijver en vertaler van onder andere Max Nettlau, Upton Sinclair en Dos Passos.Ook redigeerde hij verschillende anarchistische kranten en weekbladen zoals Tierray Libertad en Solidaridad Obrera. Alaiz werd voor zijn libertaire meningsuitingverschillende malen vervolgd en gevangen genomen. Na de Spaanse burgeroorlogin 1939 vluchtte hij naar Frankrijk en kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 155: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

69

in een concentratiekamp terecht. Na de bevrijding verbleef hij een periode opverschillende plaatsen in het zuiden van Frankrijk waar hij zijn medewerking bijanarchistische tijdschriften voortzette. Ten slotte vestigde hij zich definitief in Parijswaar hij op 72-jarige leeftijd overleed, in eenzaamheid en in armoede.Zijn literaire werk bestaat uit verschillende novellen en één roman:Quinet (1924).

Als journalist heeft hij politieke, sociale en literaire essays geschreven en ontelbareartikels die volgens Francisco Carrasquer uit ongeveer 67 delen van 300 pagina'sbestaan4.. Alaiz was vooral bekend voor zijn ironische en sarcastische kritiek en zijngenadeloze karikaturen, zowel op politiek als op sociaal en literair gebied. Hij gingvrij los om met de bronnen die hij gebruikte en schrapte graag wat hij overbodigvond. Carrasquer karakteriseert het werk van Alaiz als ‘die ventilator die altijd zijn[Alaiz'] stijl was.’5.Op sociaal gebied werd hij nog minder gewaardeerd. Hij was eenextreme individualist die zijn persoonlijke vrijheid boven alles stelde en nooitaanwezig was op anarchistische bijeenkomsten of andere manifestaties. Verder was,volgens Alaiz, ‘het anarchisme geen regime maar een gedragsvorm die in elk regimethuishoort.’6.Het was deze opvatting die hem van andere anarchistische intellectuelenzou isoleren en waardoor zijn werk uiteindelijk in het vergeetboek zou geraken.Volgens Carrasquer was Alaiz' anarchistisch gedrag een puur individueleaangelegenheid en helemaal geen sociaal engagement.7.

Alaiz presenteert Páginas Selectas de Multatuli als ‘aperitief’ van Multatuli's werk.Het boekje bestaat uit zeven hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk,‘Karakteristieken’8., geeft Alaiz een introductie tot Multatuli's werk in de vorm vaneen essay over humor. In een zeer barokke en complexe stijl beschrijft hij tweesoorten humor, namelijk de saaie humor van de conventionele humorist en de jongehumor waartoeMultatuli's humor gerekend kan worden. Samenvattend typeert AlaizMultatuli's humor, in vergelijking met de artificiële, funeste en academische humor,als o.a. oprecht, spontaan en gericht tegen de Nederlandse koloniale bureaucratie,de protestantse dominees en de puriteinse commercanten.WatMultatuli uniek maaktis, volgens Alaiz, zijn universaliteit: ‘[Hij was] modern in de eeuwige moderniteit,actueel in het verleden, het heden en de toekomst [...].’9. Vervolgens geeft hij eenkorte inhoudelijke introductie totMax Havelaar, Indrukken van den Dag,Minnebrieven, Duizend en eenige hoofdstukken over specialiteiten,Millioenenstudiënen Ideeën. Ook hierin wordt het unieke en de kwaliteit van Multatuli's humor alsvorm van protest geprezen en maakt Alaiz de lezer nogmaals attent op Multatuli'swereld, namelijk het Nederlandse koloniale beleid, de handelaars en de dominees,met andere woorden een wereld die weinig of niets te maken had met het katholiekeSpanje dat niet zo lang geleden zijn laatste overzeese kolonies in Amerika verlorenhad.10.

In de volgende vier hoofdstukken, getiteld ‘Cartas de amor’, ‘Ideas’, ‘MaxHavelaar’ en ‘Ensayos millonescos’, worden hele teksten of fragmenten uitrespectievelijkMinnebrieven, Ideeën, Max Havelaar en Millioenenstudiëngepresenteerd. De

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 156: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

70

originele teksten van de vertaalde selecties zijn niet vermeld, maar ik verondersteldat de auteur vanwege zijn contactenmet Frankrijk waarschijnlijk een Franse vertalinggebruikt heeft. De Spaanse vertaling verschilt vaak van de originele Nederlandseteksten van Multatuli. Door de vele toevoegingen en weglatingen van woorden,zinnen of zelfs hele paragrafen lijken sommige teksten in het boekje eerder een doorAlaiz geschreven versie in het Spaans, dan een vertaling van de originele teksten.De politieke situatie op het moment dat het boekje voor het eerst werd uitgegeven,namelijk onder het dictatoriale regime van generaal Primo de Rivera van 1923 tot193011. en het feit dat het in de gevangenis geschreven werd, hebben hierbijwaarschijnlijk een rol gespeeld, maar de aangebrachte veranderingen kunnen ookverklaard worden door de hierboven vermelde reputatie van Alaiz die de brontekstengraag ‘verbeterde’. Dat blijkt ook uit een vertaling van een tekst van Max Nettlaudie volgens Alaiz te zwaar was en wat ‘opgeschoond en opgefrist’12. moest worden.De selectie is duidelijk gebaseerd op Alaiz' voorkeur voor ironie en sarcasme inMultatuli's anarchistische, vooral maatschappijkritische en gezagsondermijndeparabels en verhalen.Het hoofdstuk ‘Cartas de amor’ bevat de eerste zeven Geschiedenissen van Gezag

vanMinnebrieven die als apologieën gepresenteerd zijn. Het hoofdstuk ‘Ideas’ bevatvolgens Alaiz ‘zes bewonderingswaardige kronieken die in een antologie van essayskunnen opgenomenworden als journalistiekemeesterwerken.’13.De eerste vijf komenuit de eerste bundel van de Ideeën.14. De eerste tekst ‘Onsterfelijkheid enbroodbereiding’ bevat Ideeën 75 tot 77, de tweede ‘Zedenles’ is een vertaling vanIdee 374 waarin ‘de oude heer Kappelman’ uit de originele versie tot de naam ‘Piñul’verkort wordt. In ‘Ontbinding’ zijn fragmenten genomen uit Ideeën 143 tot 149,‘Humor’ bevat Ideeën 158 tot 160 en in ‘Socrates’ is Idee 310 vertaald. De zesdetekst ‘Don Alonso Ramirez’ bevat Idee 1238 uit de laatste bundel.De ‘Max Havelaar’-sectie is een gefragmenteerde vertaling uit het negentiende

hoofdstuk vanMaxHavelaar, namelijk waarMultatuli het woord neemt.15.Opvallendis hier de herleiding van ‘Willem den derden, Koning, Groothertog, Prins... meet danPrins, Groothertog en Koning... KEIZER’ in de oorspronkelijke versie tot ‘hij die alsvorst beschouwd wordt’16.. Ook hier heeft de ingreep kennelijk te maken met Alaiz'neiging tot ‘opschonen en opfrissen’, zonder inachtneming van de stilistischeoriginaliteit van Multatuli.In ‘Ensayos millonescos’ presenteert hij een fragment uit ‘Microkosmos’,17.

namelijk delen uit het verhaal van de heer Slenterman dat volgens Alaiz ‘een syntheseis van de ironische capaciteit van Multatuli als waarnemer van gewoonten.’18.

De fragmenten/teksten onder hoofdstuk zes, ‘Varia’, worden door Alaizgepresenteerd als ‘enkele typische bewijzen van Multatuli's kritische en lyrischekracht.’19.. Daaronder ressorteren de volgende teksten: ‘Rechtsgeleerdheid’, dat eenvertaling is van het ‘Onuitgegeven tooneelspel’ inMax Havelaar20.; ‘Ik weet nietwelke dood me wacht’ dat een uittreksel bevat van het verhaal van Saïdjah

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 157: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

71

en Adinda uitMax Havelaar21.; ‘Samoyaanse zedenles’, een vertaling is van Idee447; ‘Nutteloze pontonniers’, wat Ideeën 340 tot enmet 341 bevat, en ‘De impresario’dat een vertaling is van het eerste sprookje uit Minnebrieven. De overige vijf tekstenlaat ik hier buiten beschouwing omdat ik de originele versie ervan niet heb kunnenterugvinden.In het laatste hoofdstuk ‘Apunte biográfico’ herleidt de Duitse anarchist, schrijver

en historicus Rudolf Rocker Multatuli's biografie tot zijn verblijf in Lebak. Rockerschrijft een bijna uitsluitend inhoudelijke weergave vanMax Havelaar en een erglovende kritiek opMinnebrieven, dat duidelijk zijn voorkeur geniet: ‘Max Havelaaris ‘één van de meest originele verschijnselen uit de wereldliteratuur, [...], het is debittere kreet van een hart dat schreeuwt om rechtvaardigheid, niets danrechtvaardigheid.’22. Maar even verder schrijft hij: ‘Minnebrieven is niet alleen éénvan de meest originele boeken uit de wereldliteratuur, het is ook één van de meestrevolutionaire boeken die ooit geschreven werden.’23. Vervolgens deelt Rocker meedat Multatuli's aandacht, naMax Havelaar, met andere woorden inMinnebrieven,niet tot het koloniale probleem beperkt blijft maar zich richt op alle maatschappelijkeinstituties. Hij vergelijktMultatuli hierbij met Doctor Stockman in Ibsens Een vijandvan het volk. Voorts prijst Rocker Multatuli voor zijn kritiek door hem te vergelijkenmet de duivel van Le diable boiteux van Alain-René Lesage (1707): ‘Zoals de duivelalle daken in Madrid wegneemt, zo rukt Multatuli in zijnMinnebrieven de daken afvan instituties en menselijke gewoonten en toont hij hoe ze er werkelijk uitzien.’24.

Merkwaardig is het dat een kritisch-satirisch tijdschrift ten tijde vanMultatuli naardie duivel genoemd werd, namelijk Asmodée, erg weinig sympathie voor Multatulikoesterde.25.

Recensies over Páginas Selectas de Multatuli heb ik niet gevonden. Maar wat mijhet meest opviel is dat Páflinas Selectas de Multatuli noch in de proloog van devertaling vanMax Havelaar noch in de twee recensies die er kort nadien op volgden,vermeld wordt. Verder is Alaiz' werk voor zover ik heb kunnen achterhalen, zowelin literaire als in historische kringen vrij onbekend. Hoewel er onlangs in het dagbladEl País een artikel over Alaiz verscheen van Javier Cercas, auteur van Soldados deSalamina, waarin hij met enthousiasme verslag doet van zijn recente ontdekking vanAlaiz: ‘Hopeloos verloren in de duisternis van de anarchistische beweging, is zijnnaam één van de meest relevante van de schrijvers uit de anarchistischegeschiedenis.’26.Misschien is dit een teken dat de huidige Spaanse samenleving klaaris om haar verleden vanuit een objectiever standpunt te bekijken?Dat Alaiz zichzelf herkende inMultatuli's leven en werk is meer dan waarschijnlijk.

In de biografische en literaire stukken die ik voor dit onderzoek geraadpleegd heb,ben ikmeer dan eens overeenkomsten tussen beiden tegengekomen. Zo is bijvoorbeeldAlaiz' enige roman,Quinet, duidelijk door Multatuli's werk geïnspireerd, zowel naarvorm als naar stijl en inhoud. De

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 158: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

72

hoofdpersoon, Quinet, is de jonge rebel die observeert en nadenkt over alles wat hijhoort en ziet tijdens zijn bezoek aan vier Spaanse steden in de vorm vanbeschrijvingen, dialogen, brieven en parabels waaronder er zelfs enkele vanMultatuligeciteerd zijn. Een gedetailleerde vergelijking laat ik voorlopig buiten beschouwing,maar het is wel vermeldenswaard dat Quinet en Páginas Selectas de Multatuli inhetzelfde jaar (1924) en op dezelfde plaats, namelijk in de gevangenis van Barcelona,geschreven werden. Verder zou het me niet verbazen dat er in Alaiz' latere werkmeer multatuliaanse invloed te vinden is, wat zeker motiverend is voor verderonderzoek.

MaxHavelaar, o las subastas de café de la compañía comercial Holandesa27.

De vertaling, de inleiding en de noten vanMax Havelaar, o las subastas de café dela compañía comercial Holandesa werden verzorgd door Francisco Carrasquer(Albacete de cinca, 1915), die als schrijver, dichter, essayist en vertaler een grootaantal werken op zijn naam heeft, waaronder verschillende anthologieën vanNederlandstalige poëzie, vertalingen van romans28. en het handboek Holanda alEspañol. Nación, pueblo y cultura de Holanda hasta 1990 (1995). Tijdens de Spaanseburgeroorlog was Carrasquer anarchistisch militant aan republikeinse zijde en moest,zoals Alaiz en vele andere anarchisten, op de vlucht naar Frankrijk waar hij zevenmaanden in een concentratiekamp verbleef. Terug in Spanje werd hij weergevangengenomen en voor drie jaar als soldaat naar Afrika gestuurd. Vervolgensweek hij weer uit naar Frankrijk waar hij psychologie studeerde aan de Sorbonne.In Nederland doctoreerde hij in de Letteren en doceerde Spaanse Letterkunde, eerstaan de Universiteit van Groningen en daarna gedurende achttien jaar aan deUniversiteit Leiden tot 1985. In 1980 ontving hij van Koningin Beatrix deonderscheiding van Commandeur van Oranje-Nassau voor zijn verspreidingswerkvan de Nederlandse Cultuur. In december 2006 werd hij bekroond met de Premiode la Letras Aragones door de regering van Aragon Voor zijn progressief en radicaalwerk dat zo lang verzwegen werd’29..

Deze eerste en tot nu toe enige vertaling vanMax Havelaar in Spanje verscheen ineen oplage van 2000 exemplaren in november 1975, in de collectie vanLosLibrosDeLa Frontera, een interdisciplinaire collectie over kunst, letteren ensociale wetenschappen. De inleiding bestaat uit vijf hoofdstukken: namelijk deproloog, het leven van Multatuli, de persoon,Max Havelaar en de colofon.In de proloog stelt Carrasquer dat Multatuli voor de moderne literatuur was wat

Domela Nieuwenhuis was voor de sociale strijd.30. Hij beschuldigt de dictatorialecensuur ervan ‘het land [Spanje] cultureel geamputeerd te hebben gehouden doorMultatuli, wiens geest zo nauwmet de Spaanse verbondenwas, in Spanje te verbieden[...].’31. Hij plaatst Multatuli op hetzelfde niveau als de Spaanse klassiekers, vanCervantes tot Machado ‘maar met meer woede uit

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 159: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

73

noodzaak om het volk te choqueren.’32.Hij stelt hem gelijkmet een positieve Unamunoen eenmeer menslievendeValle-Inclán, beiden befaamde schrijvers van de ‘Generatievan 98’ en met de filosoof Ortega y Gasset, maar zonder diens aristocratischemanieren. Hoewel ze allen sociaal geëngageerd waren, behoorden de genoemden totde intellectuele elite van de middenklasse en hadden ze weinig of geen contact metde arbeiders.33. ‘Multatuli zou een schrijver van het volk geweest zijn’34., aldusCarrasquer.In het tweede hoofdstuk geeft CarrasquerMultatuli's levensschets van zijn geboorte

tot 1860 met de nadruk op zijn verblijf en ervaringen in Oost-Indië die hij afrondtmet een citaat van de conclusies van de ‘Lebak-affaire’ door P.J. Veth, gepubliceerdin De Gids van augustus 1860. Het hoofdstuk eindigt met de vermelding vanMultatuli's financiële problemen, de dood van Tine in Venetië, zijn tweede huwelijkmetMimi Hamminck Schepel en ten slotteMultatuli's overlijden in Nieder-Ingelheimin 1887.In het derde hoofdstuk geeft Carrasquer een beeld vanMultatuli's karakter, zonder

echter in te gaan op zijn temperament, dat hij immers niet belangrijk acht.35. VolgensCarrasquer is Multatuli's karakter een combinatie van uitmuntende expressiviteit,gevoeligheid en intelligentie. Verder schrijft Carrasquer dat Multatuli's intellectueleen affectieve genie tenslotte ‘berustte op zijn moed, zijn durf.36.Overigens beschouwtCarrasquer Multatuli als een romanticus, maar alleen in zijn opstandigheid, in zijnanarchisme en vermoedt dat ‘niemand ooit zoveel, op zoveel manieren of in zoveelliteraire genres tegen het gezag en de macht geschreven heeft als Multatuli. Dat [was]zijn nachtmerrie. Vandaar dat Multatuli het beste van zijn werk in anarchistischetermen geschreven heeft.’37. Daarop volgen citaten uit de proloog in de Franse versievan J.J. Oversteegen en uit de versie van Stuiveling in de Encyclopedie van deWereldliteratuurwaarin het universele karakter vanMultatuli's werk tot uiting komt.Het hoofdstuk overMax Havelaar begint met een ander citaat uit de genoemde

proloog van Oversteegen, gevolgd door een presentatie van de personages inMaxHavelaar en een derde citaat van Oversteegen waarin hij de structuur van het boekuitlegt. Volgens Carrasquer ligt Multatuli's tussenkomst inMax Havelaar ‘op degrens van de artistieke moderniteit zoals Octavio Paz suggereert in zijn essay Loshijos del limo en zoals Beckett ze toont in zijn Fin de partie [...].38. Het hoofdstukeindigt met een citaat van D.H. Lawrence dieMax Havelaar, in vergelijking metUncle Tom's cabin van Beecher Stowe, als een satire beschouwt en als een universeelwerk.In de colofon stelt Carrasquer dat het onmogelijk is een vergelijkbaar auteur te

vinden alsMultatuli in de Spaanse letterenmaar hij denkt dat JoséMartí, de Cubaansedichter/schrijver en leider van de Cubaanse onafhankelijkheidsbeweging, het bestvergelijkbaar zou zijn en zelfs typologisch op Multatuli lijkt. Carrasquer eindigt decolofon met de wens dat er ooit een goede selectie uit de Ideeën gepubliceerd wordt‘om deze gigantische literaire figuur die Multatuli is, voor de lezer uit te tekenen.’39.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 160: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

74

Andere receptiedocumenten

De eerste recensie overMax Havelaar verscheen in februari 1976, in het Spaanseliteraire tijdschrift Insula, onder de rubriek van buitenlands proza in Spanje. Derecensie ‘“Max Havelaar”, de Multatuli’40., werd geschreven door DomingoPérez-Minik (1903-1989), een bekende Spaanse schrijver, essayist en recensent vannationale en internationale literatuur in de twintigste eeuw. De recensie is geschrevenvoor lezers die het boek al kennen maar geeft voldoende informatie om nieuwe lezerste trekken. Aan de andere kant is de gebruikte stijl vaak misleidend, dubbelzinnigen weinig doorzichtig, alsof het stuk voor de censuur-controle geschreven was.41.Netals Carrasquer legt ook Pérez de nadruk op Multatuli's durf. Hij beschouwt niet desociale aanklacht van de onderdrukten als nieuw voor de periode waarin het boekgeschreven werd, maar wel de originaliteit van de inhoud als aanklacht tegen hetkoloniale systeem en de vorm waarin die aanklacht is gegoten. Hij geeft geenuitgesproken oordeel over de biografische elementen in het boek die hij weliswaarheel interessant vindt, maar waarover hij zich niet uitspreekt. Verder blijkt hij ookniet veel interesse te hebben voor Multatuli's sociale, politieke of religieuzestandpunten. Volgens Pérez moet de waarde in de eerste plaats gezocht worden in‘Multatuli's hoedanigheid als non-conformistische intellectueel [...] waarmee hij metveel moed het zeer individuele fort van zijn vrijheid wist te verdedigen.’42. Daarnaprijst hij de verschillende literaire vormen, stijlen en genres die inMax Havelaarvoorkomen, maar merkt op dat oude en totaal nieuwe stijlen door elkaar heen wordengebruikt, wat hij tegenstrijdig vindt. Voorts volgt er nog een korte beschrijving vanDroogstoppel als voorbeeld van Multatuli's versatiliteit en van Havelaar, Stern enSjaalman die allen de auteur vertegenwoordigen. Pérez typeertMax Havelaar alseen vat vol tegenstrijdigheden, ‘een eenvoudig en complex verhaal, academisch ensubversief, helder en obscuur.’43. Daarna vermeldt hij nog Multatuli's sensationeleverschijning aan het einde van het boek, op het moment dat hij de pen opneemt.Daarmee isMax Havelaar, volgens Pérez, ‘iets meer [...] dan Uncle Tom's cabin,iets meer dan de (miserabilistische) roman van Eugène Sue of de geniale fabelachtigekracht van Hard times’.44. Perez eindigt met het citaat uitMax Havelaar waarin delezer gevraagd wordt geduld te hebben met de lange beschrijvingen die in het boekvoorkomen en hij noemt Multatuli: ‘Die Nederlander [...], bereid met voldoendeingrediënten om de meest schaamteloze mens van zijn tijd te zijn.’45. Hoewel Pérezgeen duidelijke oordeel uitspreekt, blijkt hij de voorkeur te geven aan de interpretatievan Multatuli's durf vanuit een literair perspectief.De volgende recensie, met de dubbelzinnige en enigszins enigmatische titel: ‘Een

(anti)koloniale anthologische roman46. verscheen in oktober 1976, in het wekelijkstijdschrift Triunfo, een algemeen cultureel tijdschrift uit de jaren zestig en zeventig,dat progressief-links georiënteerd was en tot doel had de culturele stromingen vanhet Europese denken in Spanje te verspreiden. Het tijdschrift was het symbool vanhet intellectuele verzet tegen het franquisme.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 161: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

75

Francisco Carrasquer

De recensie werd geschreven door Hans Tromp, docent Nederlandse taal, vertaal-en letterkunde aan de Complutense Universiteit van 1967 tot 1997. Tromp verzorgdevanaf de jaren tachtig ook vertaal-colleges Nederlands aan het Instituut voor Vertalers.Hij publiceerde de nieuwe bewerking van de Gramática neerlandesa (1983) en deonder zijn leiding vertaalde bundelNueva narrativa neerlandesa (1981). De recensieis gericht tot een publiek datMax Havelaar nog niet gelezen heeft en wordtgepresenteerd als ‘[...] een vreemdwerk dat verondersteld wordt tijdloos te zijn maardat een Europese klassieker is.’47. Tromp schrijft in één (lange) zin wie Multatuliwas, gevolgd door een korte samenvatting van de plot die overeenkomtmetMultatuli'sbelevenissen in Lebak. Verder geeft hij de politieke redenen waarom Havelaarsverzoek tot onderzoek genegeerd werd, namelijk omdat het Nederlandse kolonialebestuur de inlandse hoofden gebruikte om de orde te bewaren en ervoor te zorgendat de beste landbouwproducten in Nederlandse handen terecht kwamen. Vervolgenskijkt Tromp naar de literaire kwaliteit en stelt datMax Havelaar de vernieuwing vande roman heeft doorgevoerd, door de drievoudige vertelstructuur: de satirischeuiteenzetting van Droogstoppel, het verhaal van Stern over Max Havelaar in Lebaken de aanklacht van Multatuli.Max Havelaar is met andere woorden een romansamengesteld door drie auteurs, wat het enigmatische woordje ‘antologisch’ uit detitel verklaart. Het artikel eindigt met Tromps aanbeveling vanMax Havelaar ‘alseen cruciaal boek voor wie interesse heeft voor de Europese literatuur, voor wie dewonde voelt van het binnen- en buitenlandse kolonialisme en voor al wie iets vanuitzonderlijke betekenis wil lezen.’48.

Een derde artikel, ‘Max Havelaar en la pantalla’49. van Carrasquer, verscheen indecember 1976 in het literaire Catalaanse tijdschrift Camp de l'arpa. Het artikel iseen mededeling over de romanverfilming die zowel in Indonesië als in Nederlandeen groot succes kende maar vanwege de taal helaas ontoegankelijk bleef voor hetSpaanse publiek. Carrasquer prijst bovenal Peter Faber voor zijn zeer natuurlijkeinterpretatie van Max Havelaar, die daardoor vermenselijkt wordt in zijn strijd tegende economische, politieke, sociale, culturele en religieuze onrechtvaardigheid. HijbeschrijftMax Havelaar als een roman over kolonialisme, rassendiscriminatie,economisch-commerciële macht..., geschreven in het hedendaagse Nederlands.Verdere informatie wordt niet gegeven, ook niet over het bestaan van een Spaansevertaling.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 162: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

76

Meer recente informatie over Multatuli is te vinden in het hoofdstuk ‘Multatuli (Ed.DouwesDekker) (1820-1887)’50. in het door Carrasquer in 1995 geschreven handboek,Holanda al Español. Nación, pueblo y cultura de Holanda desde su formación hasta1990, een ‘memorandum van informatie over Nederland’ aldus Carrasquer, waarinhij een historisch, sociaal en cultureel beeld geeft van Nederland tot 1990, het landwaar hij meer dan dertig jaar geleefd heeft. Het hoofdstuk begint met een fragmentuit de brief van 24 februari 185651. van Max Havelaar aan de Resident van Bantamwaarin hij de Regent beschuldigt vanmachtsmisbruik. Carrasquer stelt dat het conflictdat uit deze brief resulteerde, de rest van Multatuli's leven zou bepalen. Daarna gaathij verder in op Multatuli's schrijverschap, zijn frustratie bij het literaire succes datMax Havelaar oogstte en citeert hij de parabel van Oepi52. als voorbeeld van hetuniversele karakter in zijn werk. Vervolgens noemt hij de invloed die Multatuli'swerk gehad heeft op literair, politiek en sociaal gebied en vermeldt hij de invloedvan de parabel ‘Thugater’ op het feminisme. Als voorbeeld van religieuze invloedciteert hij de parabel van de macht van het geloof, namelijk van Hassan die dadelswilde verkopen in Damascus. Voor verdere informatie aangaande Multatuli's levenen werk verwijst hij naar de introductie bij de vertaling vanMax Havelaar en ditkeer wordt ook Páginas Selectas de Multatuli van Felipe Alaiz vermeld. Ten slotteeindigt het hoofdstuk met een aanbeveling van de roman ‘Max Havelaar, deNederlandse Quichot (proporties en afstand in acht genomen), die even vermakelijkis, maar niet minder betoverend door zijn stijl en verrijkend door zijn waarheid, zijnheroïsche gevoel voor rechtvaardigheid en zijn ontroerende schoonheid.’53. In ditreceptiedocument zien we de klemtoon verschuiven van de humor die volgens Alaizgericht was tegen koloniale onrechtvaardigheid enz... naar de picareske humor zoalsdie in Don Quichot.Het meest recente receptiedocument, ten slotte, is een gedicht van Francisco

Carrasquer opgedragen aan Multatuli, uit zijn net verschenen bundel lyrischeportretten van universele beroemdheden zoals Picasso, Einstein en Machado:‘Pondera... ¡Que algo queda!’:54.

A Multatuli55.

‘Multa tuli’. Sí, ‘mucho he soportado’;más que mucho, digamos: ¡demasiado!‘Y no por mis colegas, mis socios, mis hermanos,sino por esos pocos que se las dan de Superioresporque guardan un sello todopoderosoque a fuer de talismán da el Poder a los peores.Sentir que el atropello o el abuso lo ejercenen nombre de tu pueblo es insufrible.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 163: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

77

Valdría más ser de los que padecen,que más que el físico es el dolor moral el más horrible’.Menos mal, Multatuli, que has sabidodescargar tu conciencia con tan ejemplar libro:tu ‘Max Hávelaar’, que ha salvado a tu siglomercantil y empresario de su mitocolonialista y su real mal traumatismo,allá entre la imperial España y el gris Calvino.

Holanda tiene en ti el genio total:como literato, como héroe y como guía moral,capaz de dar una lección tan claracon tan fino y solaz don de tus letras.

Para tu Holanda, ejemplo de alta éticay, para todo el mundo, expresión de arte la más aséptica.

Ik interpreteer dit gedicht als volgt: de dichter erkent Multatuli's lijden en zegt dathij zelfs teveel geleden heeft: enerzijds door de manier waarop hij behandeld werddoor mensen die zich superieur achtten en anderzijds door het gepleegde geweld ende uitbuiting in naam van zijn volk. InMax Havelaar heeft Multatuli zijn gevoelenstegenover onrechtvaardigheid kunnen uitdrukken en de koloniale mythe en het moreletrauma van zijn koopmanstijdperk aan de kaak gesteld. Voor Nederland is hij eenliterair genie, een held en eenmoreel leider. Voor de hele wereld de meest ‘aseptische’artistieke expressie. Voor mij blinkt dit korte gedicht uit door zijn eenvoud maar ookdoor zijn zeggingskracht. Het zegt meer over Multatuli dan wat er vaak over hemgezegd wordt in ellenlange essays. In vergelijking met zijn proloog in de vertalingvanMax Havelaar, waar Multatuli bovenal als symbool van anarchistische durfgezien werd, ligt Multatuli's grootste verdienste, volgens Carrasquer, in zijn artistiekemerites.

Conclusie

Een eerste conclusie die zich opdringt is dat deze beperkte receptie van Multatuli inSpanje overwegend positief is.Wat de Spaanse receptiedocumenten verder van elkaaronderscheidt, zijn de aandachtsgebieden die variëren vanMultatuli's leven, Multatulials persoon en/of zijn werk. Met uitzondering van de recensie van Perez, gaat in alde receptiedocumenten tot 1976 de aandacht overwegend uit naar de persoon alssymbool van dapperheid om zich re verzetten tegen de koloniale en andere socialeonrechtvaardigheden. De beoordeling van zijn literaire werk is op de inhoudgeconcentreerd en geniet erkenning als een uiting van zijn durf. Formele en stilistischeaspecten worden slechts opper-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 164: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

78

vlakkig behandeld en meestal ook gerelateerd aan zijn persoonlijkheid. Dezebeeldvorming is vooral een gevolg van de historische situatie waarin de vertalers enrecensenten zich bevonden, namelijk die van de opkomst van de anarchistischebeweging aan het begin van de twintigste eeuw en van het dictatoriale Francoregime.Multatuli werd gezien als het voorbeeld van de staatsondermijnende,maatschappijkritische anarchist die het Spaanse volk nodig had om zich te verzetten.Zowel Páginas Selectas de Multatuli alsMax Havelaar, o las subastas de café de lacompañía comercial Holandesa zijn vanuit dit standpunt geïntroduceerd. De eerstevertaling verdween heel waarschijnlijk door de controle van de censuur. MaxHavelaar, o las subastas de café de la compañía comercial Holandes verscheen innovember 1975, dezelfdemaand dat Franco stierf, watmeteen de ondergang betekendevan de bijna veertig jaar lange dictatuur. Dat was een moment van euforie waarinalles plotseling mogelijk bleek te zijn en alle hoop op de toekomst was gericht. Alleswat met politieke onderdrukking, machtsmisbruik enz... en het verzet daartegen temaken had, behoorde tot het verleden en werd liever verzwegen of vergeten,waaronder ook de vertaling vanMax Havelaar. Maar ook aan die periode blijkt eeneinde te komen. In het voorlaatste receptiedocument ‘Multatuli (Ed. Douwes Dekker)(1820-1887)’ van 1995 begint, zoals vermeld, de receptie te verschuiven van eeninhoudelijke naar eenmeer literaire waardering vanMultatuli's werk. En in het gedichtvan Carrasquer, ten slotte, krijgen we een voorstelling van Multatuli aan hethedendaagse Spaanse lezerspubliek en een uitleg van de betekenis die zijn werk kanhebben in de actualiteit, namelijk als de meest aseptische kunstuiting.

Universitat de BarcelonaDept. de Filología Anglo-germánicaSección neerlandesa

[email protected]

Bibliografie

Alaiz 1947 - Alaiz, F. (Rasgos y selección), Páginas Selectas de Multatuli.(Apunte biográfico de R. Rocker). [Barcelona, 1924] Toulouse: Tierra y Libertad.Alaiz 1961 - Alaiz, F., Quinet. [1924]. Proloog van José Peirats. Parijs:Solidaridad Obrera.Barreiro 2006 - Barreiro, J. (dir.), Francisco Carrasquer. Premio de las LetrasAragonesas 2006. Aragon: gobierno de Aragón.Carasa 1991 - Carasa, P. e.a., Historia de España, Alfonso XIII y la SegundaRepública (1898-1936). Madrid: Gredos.Carrasquer 1976 - Carrasquer, F., ‘Max Havelaar en la pantalla’. In: Camp del'arpa, Revista de literatura, 39, december 1976, p. 37-38.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 165: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

79

Carrasquer 1981 - Carrasquer, F.,Felipe Alaiz, Estudio y antologia por FranciscoCarrasquer del primer escritor anarquista español. Madrid: Ed. Jucar.Carrasquer 1995 - Carrasquer, F.,Holanda al español. Nación, pueblo y culturade Holanda desde su formación hasta 1990. Madrid: Libertarias/Prodhufi.Carrasquer 2007 - Carrasquer, F.: Carrasquer Pondera... ¡Que algo queda!Zaragoza: Alcaraván.Duez & Linn 1995 - Duez, A. & S. Linn, ‘Bibliografía selecta de traduccionesde literatura en lengua neerlandesa’. In: Compendio de la literatura flamencay neerlandesa, Barcelona: Stichting Liber '95.Espadas & de Urquijo 1990 - Espadas,M& J.R. de Urquijo,Historia de España.Guerra de la independencia y época constitucional (1808-1898). Vol. 11.Madrid: Gredos.Fontana 1995 - Fontana, J., Historia Universal Planeta. Vol. 10. Barcelona:Planeta.Lesage 2004 - Lesage, A., Le Diable boiteux, (1707) Présentation de B. Didier,GF-Flammarion.Maas 2000 -Maas, N.,Multatuli voor iedereen, (maar niemand voorMultatuli).Nijmegen: Vantilt.Multatuli 2005 -Multatuli,MaxHavelaar of de koffiveilingen der NederlandscheHandelmaatschappy. [1998] Uitgegeven en toegelicht door A. Kets. Amsterdam:Bert Bakker.Multatuli 1975 -Multatuli,MaxHavelaar, o las subastas de café de la compañíacomercial Holandesa. Introducción, traducción y notas de F. Carrasquer.Barcelona: Colección LosLibrosDeLa Frontera.Multatuli 1950-1995 -Multatuli, VolledigeWerken. Bezorgd door G. Stuiveling,H. van den Bergh e.a.: Amsterdam.Pérez-Minik 1976 - Pérez-Minik, D., ‘“MaxHavelaar”, deMultatuli’. In: Insula,nr. 351, februari 1976, p. 7.Tromp 1976 - Tromp, H., ‘Una novela (anti)colonialista antológica’. In: Triunfo,3 oktober 1976, p. 61-62.

Eindnoten:

1. Diccionario de literatura. Barcelona, Ed. Bibliograf, 1990, p. 287. Encyclopedia: SalvatUniversal, Vol. 18. Barcelona, Salvat editores, 1996, p. 8183. Encyclopedia universal ilustrada.Europeo Americana. Vol.18. Madrid, Espasa-Calpe, 1915, p. 2119. Garzanti: Encyclopedia dela Literatura. [1959]. Barcelona, ediciones B, 1991, p. 677. Montaner y Simón: DiccionarioBompiani de Autores. Tomo II [1963,]. Barcelona, Hora, 2005, p. 1993. Montaner y Simón:Dicdonario literario Bomprani. Tomo V [1959]. Barcelona, Hora, 2006, p. 5626. Tromp, H.:‘Las letras neerlandesas a través de los siglos’. In: República de las letras. Literaturaneerlandesa. Madrid, oktober 1988, p. 17. Valverde, J., e.a.:Historia de la literatura universal,Vol. 7, Barcelona, Ed. Planeta, 1997, p. 499.

2. Alaiz 1947.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 166: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

3. Volgens de ondertekening van Alaiz op het einde van ‘Rasgos’, de introductie: ‘Carcel deBarcelona 1924’. Alaiz 1947, p. 16.

4. Voor een gedetailleerde bibliografische lijst, zie: Carrasquer 1981, p. 277-280.5. Carrasquer 1981, p. 11.6. ‘[...] la anarquía no es un régimen, sino que es una conducta en cualquier régimen.’ Alaiz 1961,

p. 13.7. ‘[...] “conducta anarquista” a lo Alaiz significa la realización (ilusa) de lo anárquico en la

persona, sin esperar a que se haga hecho social [...]’ Carrasquer 1981, p. 36.8. ‘Rasgos’. Alaiz 1947, p. 5.9. ‘Moderno de imperecedera modernidad, actual de ayer, de hoy y de mañana, [...].’ Alaiz 1947,

p. 11.10. Namelijk Cuba, Puerto Rico en de Filipijnen die in 1898 in handen kwamen van de Verenigde

Staten. Alle andere Spaanse kolonies in Zuid-Amerika waren tegen 1823 al onafhankelijk. Voormeer informatie zie Espadas 1990, p. 240-257 en Fontana 1995, p. 267-297.

11. Voor meer informatie over deze periode zie Carasa 1991, p. 62-75.12. ‘Nettlau piensa y escribe en alemán, aunque lo haga en francés. Hay que esponjar y orear

aquella prosa excesivamente amazacotada.’ Alaiz 1961, p. 9 (mijn cursivering, AVR).13. ‘Se publican seis admirables cronicas que pueden figurar en una antologia como obras maestras

de periodismo en el género “ensayos”.’ Alaiz 1947, p. 29.14. De nummering van de volgende Ideeën komt uit: http://www.dbnl.org/tekst/multoo1ideeoo/.15. Multatuli 2005, p. 335-339.16. ‘Dedico mi libro a quien se tiene por soberano de Insulandia, [...].’ Alaiz 1947, p. 56 (mijn

cursivering, AVR).17. Multatuli, 1950-1995, V, p. 265-285.18. ‘Un solo trabajo “Microcosmos” que sintetiza la potencia irónica deMultatuli como observador

de costumbres.’ Alaiz 1947, p. 56-64.19. ‘[...] algunas pruebas tñpicas del vigor crñtico y lñrico de Multatuli.’ Alaiz 1947, p. 65.20. Multatuli 2005, p. 43.21. Multatuli 2005, p. 283-284.22. ‘[Max Havelaar] es una de las apariciones más originales de la literatura universal, [...], es un

grito amargo de un corazón que clama por la justiica, nada más que la justicia.’ Alaiz 1947, p.81.

23. ‘Las cartas de amor no solamente constituyen uno de los libros más originales de la literaturauniversal, sino que es también uno de los más revolucionarios que hayan sido escritos’. Alaiz1947, p. 88.

24. Del mismo modo como el demonio en El diablo cojuelo de Lesage quita todos los techos deMadrid, [...], así también arrancaMultatuli, en susCartas de amor, los tejados de las institucionesy de las costumbres humanas y las representa en su aspecto verdadero. Alaiz 1947, p. 89.

25. Maas 2000, p. 77-122.26. ‘Perdido en la oscuridad sin remedio de la historia del anarquismo, su nombre es el de uno de

los escritores más relevantes del movimiento libertario.’ (Cercas, J., Suplemento dominical deEl País. Madrid, 28 januari 2007).

27. Multatuli 1975.28. Zie Duez 1995, p. 39-52.29. ‘por su obra progresista y radical, largo tiempo silenciada [...].’ Barreira 2006, dat een

gedetailleerde beschrijving bevat van het leven en werk van Carrasquer.30. ‘En la literatura moderna [Multatuli era] una suerte parecida a la de haber tenido a un Domela

Nieuwenhuis en la lucha social.’ Multatuli 1975, I.31. ‘[...] privar a un país de Multatuli es mantenerlo culturalmente [...] amputado,’ en ‘un espíritu

tan afin a ella como Multatuli [...].’ Multatuli 1975, I.32. ‘[...]pero con más cólera por necesaria reacción de sacudir.’ Multatuli 1975, II.33. Carasa 1991, p. 339-348 en p. 363-365.34. ‘Habría sido el escritor del pueblo.’ Multatuli 1975, II.35. ‘No creo que nos importe gran cosa su temperamento.’ Multatuli 1975, X.36. ‘[...] todo estriba en el valor, en la valentía, [...].’ Multatuli 1975, XI.37. ‘No creo que haya escrito nadie tanto y de tantos modos o con tantos géneros literarios contra

la autoridad y el poder como lo ha hecho Multatuli. Es su pesadilla. De allí, que sabiéndolo ono, Multatuli haya escrito lo mejor de su obra en términos libertarios.’ Multatuli 1975, XII.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 167: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

38. ‘Estamos incluso en el limite de la modernidad artística tal como la sugiere Octavio Paz en [...]Los hijos del limo y tal como nos la apuntan un Becket en su Fin de partie [...]. Multatuli 1975,XX.

39. ‘[para] redondear en el lector esa gigantesca figura literaria que es la de Multatuli.’ Multatuli1975, XXII.

40. Pérez 1976, p. 7.41. Hoewel de dictatoriale censuur de laatste jaren al sterk afgenomen was en met de dood van

Franco in 1975 zo goed als voorbij was, is het niet te verwonderen dat de jarenlange uitgevoerdecensuurdruk de journalistieke stijl nog een tijd bleef beïnvloeden.

42. ‘Su calidad de intelectual disconforme lo reunía todo.’ ‘[con ello] supo defender con muchobrío el castillo muy individual de su libertad.’

43. ‘Max Havelaar es una narración simple y compleja, académica y subversiva, clara y oscura.’44. ‘Con todos estos elementos en las manos, Max Havelaar es algo más que La cabaña del tio

Tom, que la novela miserabilista de Eugène Sue o que el poder fabulador genial de Tiemposdifíciles.’

45. ‘Ese holandés [...], preparado con los suficientes ingredientes para ser el más desvergonzadode los hombres de su historia.

46. Tromp 1976, p. 61-62.47. ‘[...] una extraña obra supuestamente extemporánea, pero que es una de las clásicas europeas.’48. ‘[...] un libro crucial para quien se interese por la literatura europea, para el que sienta la herida

del colonialismo interior y exterior, y simplemente para todo aquel que quiera leer algoeminentemente significativo.’

49. Carrasquer 1979, p. 37-38.50. Carrasquer 1995, p. 205-211.51. Multatuli 2005, 305-306.52. Multatuli 2005, p. 191-193.53. ‘Max Havelaar’, el ‘Quijote’ holandés (guardando proporciones y distancia), pero no menos

encanta por su estilo y enriquece por su verdad, su heroico sentimiento de justicia y suemocionante belleza (p. 211).

54. Carrasquer 2007, p. 19.55. Ik waag me slechts aan een min of meer letterlijke vertaling van het gedicht, een lyrische

vertaling laat ik aan een professionele vertaler over:

Aan Multatuli‘Multa tuli’. Ja, ‘veel heb ik geleden’;Meer dan veel, laten we maar zeggen: teveel!‘En niet door mijn collega's, mijn vennoten, mijn broers,maar door die weinigen die denken Superieur te zijnomdat ze een almachtige stempel bewarendie als een talisman Macht geeft aan de allerslechtsten.Voelen dat men geweld pleegt of uitbuitin naam van je volk is ondraaglijk.

Het zou beter zijn te behoren tot zij die pijn hebben,want meet dan de fysieke, is de morele pijn de ergste’.

Gelukkig, Multatuli, dat je jouw gewetenhebt kunnen uitstorten in zo'n voorbeeldig boek:je ‘Max Havelaar’, dat je koopmans- en ondernemingstijdperk heeft geredvan zijn koloniale mythe en zijn echte traumatisme,daar tussen het imperiale Spanje en het grijze Calvinisme.

Nederland heeft met jou een volmaakt genie:als literator, als held en als moreel leider,bekwaam om een les te geven zo duidelijkmet een gave om te schrijven zo fijn en zo vermakelijk.

Voor jouw Nederland, voorbeeld van verheven moraalen voor de hele wereld, de meest aseptische artistieke expressie.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 168: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 169: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

83

Wium van ZylGenie en vijandMultatuli in het land van de Apartheid

Multatuli's invloed op de Zuid-Afrikaanse en vooral Afrikaanstalige intellectuelewereld, taal en letterkunde is belangrijk maar niet gemakkelijk te beschrijven. Tijdenszijn leven was zijn naam gedurende een aanzienlijke tijd in een ‘Victoriaanse stilte’gehuld. Ik besteed eerst aandacht aan de negentiende eeuw en daarna aan de tweevoornaamste Zuid-Afrikaanse multatulianen, C.J. Langenhoven (1873-1932) en C.Louis Leipoldt (1880-1947). Langenhoven heeft als individu de belangrijkste rolgespeeld bij het verkrijgen van een officiële status voor het Afrikaans. Alsvolksschrijver gaf hij de taal vervolgens een leespubliek en ook een prozastijl. Dejongere Leipoldt zorgde eveneens voor een uitgebreid oeuvre. Hij was een zeerbelangrijke pionier, maar hij was het niet eens met de Afrikaner nationalistischevolksidee. Na een bespreking van deze twee figuren volgt een kort overzicht van deverschillendeMultatuli-uitgaven in Zuid-Afrika in de twintigste eeuw. Tot slot wordter aandacht besteed aan de terugkeer van Multatuli op het Afrikaanse literaire toneelin 1997.Multatuli's werk drong, zonder eerst vertaald te worden, door tot Zuid-Afrika. Tot

1925 was het Nederlands in de verschillende provincies van Zuid-Afrika ofwel eenofficiële taal, ofwel had het belangrijke formele functies. Hoewel het Afrikaans laterdeze rol overnam, bleef er behoorlijk veel ruimte voor het Nederlands. Scholing inNederlandse leesvaardigheid verdween pas in de jaren tachtig van de twintigste eeuwuit Zuid-Afrikaanse middelbare scholen.Men kan ervan uitgaan datMax Havelaar en ook Multatuli's latere werk al heel

snel na publicatie de Kaap bereikten. Boekhandels met Nederlandse boeken warenheel gebruikelijk. Tevens bestond er een gevestigd Nederlandstalig kranten- entijdschriftenbedrijf. De situatie was nochtans heel ingewikkeld.In de eerste plaats waren de Nederlandstaligen op verschillende manieren in de

verdrukking geraakt in de Kaapkolonie, het gebied dat vroeger door de VOC werdbestuurd en dat nu door Engeland werd geregeerd. Het Engels werd vanaf 1828afgedwongen als enige officiële taal. Het Nederlands behield op slechts één terreinzijn hogere functies, namelijk in de Nederduits Gereformeerde Kerk, waar ongeveeralle blanke Nederlandstaligen lid van waren - een niet onbelangrijke groep. Na 1838werden er door de dissidente ‘Voortrekkers’ ten noorden van de KaapkolonieNederlandstalige republieken opgericht, maar tegen 1860 stonden deze kleine statennog in hun kinderschoenen.De geringe aandacht voor Multatuli in de voornaamste Nederlandse krant aan de

Kaap,De Zuidafrikaan, is symptomatisch voor een groep in verdrukking. Zijn naamwordt pas op 1 juni 1872 voor het eerst genoemd in een reactie op een

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 170: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

84

bericht in deMorning Post. Volgens laatstgenoemde krant zou de Engelse consul inBatavia, McLean, aan zijn regering een brief geschreven hebben over de slechtetoestand van de Javanen. Men verwijst ook naar ene ‘Victor’ die in de Engelse krantter staving naar Multatuli verwijst. De Zuidafrikaan gaat onmiddellijk over tot deverdediging (tegen de Engelse) van de Nederlandse koloniale politiek. Multatuli'snaam duikt in de volgende jaren nog enkele malen negatief op in berichtgeving overde situatie in Nederlands-Indië.De eerste positieve verwijzing (2 mei 1882) vindt men in een reactie op een

bewering die een Engelstalige Kaapse bibliothecaris, dr. Theophilus Hahn, maaktein een openbare lezing1.. Hij zou gezegd hebben dat de Nederlandse letterkunde nietsvoorstelt. De Zuidafrikaan antwoordt:

Maar het Hollandsch zoo als het thans door mannen van talent - door eenBeets en een Van Koetsveld, een Busken Huet en een Douwes Dekker -geschreven wordt, voor onbeholpen en vervelend uit te krijten, dat is ietswat slechts in iemand vallen kan die er niets van weet en niets vanvernomen heeft, behalve wat deze en gene hem welligt heeft op de mouwgespeld.

Op 6 mei volgt een eveneens heftige brief door J. van der Tuuk, hoogleraar inModerne Talen aan het Zuid-Afrikaanse Kollege. Hij schrijft onder meer aan Hahn:

Hebt gij Multatuli's ‘Max Havelaar’ gelezen, dat boek die een rilling doorNederland deed gaan? Zo niet, dan zijt gij onbekend met een van degrootste genieën van de tegenwoordige tijd, wiens naam, wat zijn karakterals mensch ookmogen zijn, eeuwig zal voortleven in de harten en hoofdenvan het Nederlandsch volk.

Men verzet zich dus tegen Multatuli's kritiek op de Nederlandse koloniale politiek,omdat het de zaak van de gekoloniseerde Nederlandstaligen benadeelt. Al gauwwijstmen echter op zijn kwaliteit als schrijver als dezelfde groep hier haar voordeel meekan doen. Van der Tuuks uitspraak toont ook dat dit ‘genie’ wel bewonderaars hadaan de Kaap.Tegen 1860 heerst er echter een toestand in de Nederduits Gereformeerde Kerk

aan de Kaap die eveneens een rol in de literaire receptie van Multatuli zou hebben.Er bestond namelijk grote onrust over de invloed die zogenaamde ‘liberale’ theologenen het ‘rationalisme’ zouden hebben op Zuid-Afrikanen die in Nederland voorpredikant studeerden. In reactie richt de Kerk in 1859 een eigen Zuid-Afrikaanse‘kweekskool’ op (te Stellenbosch) waar de ‘orthodoxen’ vervolgens de baas kondenzijn. In de Kerk en onder Nederlandstaligen was er een sterke verdeeldheid enonderlinge achterdocht. De ‘orthodoxen’

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 171: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

85

stonden klaar om op het geringste teken van ‘onrechtzinnigheid’ te reageren. (VanRinsum 2006:48-55) Zelfs de liberale bladen in Zuid-Afrika ontkenden alle steunaan de ‘moderne theologie’. (Hanekom 1951:230) Het gaat dus om een strijd diestrikt binnen de grenzen van de Kerk werd uitgevochten. Welke associatie dan ookmet een figuur als Multatuli, naar wie uiteindelijk in zijn (wel tamelijk uitvoerige)overlijdensbericht in De Zuidafrikaan van 31 maart 1887 werd verwezen als een‘vijand van het Christendom’, zou zeker strategisch heel dom geweest zijn.Ook professor Van der Tuuks kwalificering (‘wat zijn karakter als mensch ook

mogen zijn’) suggereert voorzichtigheid. Het valt dus te verwachten dat multatulianenin Zuid-Afrika zich in die tijd liever op de achtergrond hielden.Een van hen was waarschijnlijk Thomas Francois Burgers (1834-1881), een

Kapenaar die in Utrecht afstudeerde en in 1859 dominee werd in de nieuwe gemeenteHanover in de Karoo, een afgelegen gebied in de Kaapkolonie. Burgers noemdeNederland de plaats van zijn ‘tweede geboorte’. Het is onwaarschijnlijk dat hij nietop de hoogte zou zijn geweest van deMax Havelaar. In 1862 werd hij bij de synodeaangeklaagd omdat hij door ‘het rationalisme besmet zou zijn’ en werd hij geschorst(Engelbrecht 46). Hij spande een rechtszaak aan en werd door de rechter in het gelijkgesteld, maar de synode dwarsboomde de uitvoering van het vonnis en dus Burgers'eerherstel door jarenlang niet te vergaderen. Tijdens dit ‘beleg’, dat ervoor zorgdedat Burgers lange tijd zijn beroep niet ten volle kon uitoefenen, grijpt hij net alsMultatuli de verhaalkunst aan als wapen. Tussen 1866 en 1869 (Lijphart-Bezuidenhout1972:13) publiceerde hij zijn ‘Tooneelen uit ons dorp’, een serie ‘schetsen’ in deliberale krant Het Volksblad. In die verhalen maakt hij regelmatig toespelingen open beschrijft hij situaties waarin de orthodoxen te pakken worden genomen. Van hetpersonage van de zelfingenomen, orthodoxe dominee, maakt Burgers eenDroogstoppel. Net alsMultatuli uit hij zijn kritiek middels verschillende personages:een catechisant, zowel eenvoudige als ontwikkelde boeren en - daarmee een beroepdoend op de pathos - een ongeschonden stervend meisje. Zijn identiteit verschuiltBurgers achter het pseudoniem ‘een dorpsbewoner’.2.

Met zijn ‘Tooneelen’ was Burgers de eerste pionier van belang van deZuid-Afrikaanse verhaalkunst.3.

C.J. Langenhoven

‘Langenhoven vertelde mij dat hij 's ochtends Multatuli las en 's avonds de Bijbel’,zo schreef zijn vriend, de journalist Frederik Rompel. (Rompel 1951:75) Langenhovenverwees inderdaad vaak naar zijn respect voor Multatuli, maar voelde zich latergedwongen om deze bewondering nadrukkelijk te kwalificeren. De veronderstellingdat zijn werk door Multatuli beïnvloed zou zijn, doet hij af als ‘letterkundigeberoepsteoriste’ die ‘nie weet wat hulle praat nie’ en ‘enige ding sommer sê’ en zegtdan:

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 172: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

86

Ek het Multatuli deurgelees en ek lees hom nog herhaaldelik oor en oor,nie omdat ek op verre ná met sy inhoud ooreenkom nie, maar omdat sytreffende styl en noukeurig-netjiese uitdrukkingsvorm vir my 'nintellektuele genot verskaf.(Langenhoven VW XII:310-311)

Wanneer hij precies met het werk van Multatuli kennismaakte, blijft onduidelijk.4.

Volgens de Langenhoven-biograaf, J.C. Kannemeyer (1995:129-130), vond het zekerniet op de universiteit plaats. Voor de rest van de Nederlandse letterkunde hadLangenhoven trouwens geen goed woord over. Het leesmateriaal voor zijn studienoemde hij ‘daardie kinderagtige ou skrywers’ die hem ‘tot die dood toe’ verveelde.De Tachtigers vond hij ‘malkunstenaars’.Hoewel Langenhoven overeenkomsten in zijn werk met dat van Multatuli afdeed

als ‘toevallig’, is het zeker niet zo simpel. T.J. Heyns levert al in 1944 in zijnouderwetse maar degelijke proefschrift getiteld Langenhoven en Multatuli genoegbewijs dat het tegendeel waar is. Hij vindt echter de term ‘beïnvloeding’ niettoepasselijk. Over de overeenkomsten tussen Multatuli en Langenhoven geeft hij devolgende samenvatting:

Bij zo'n studie wordt men getroffen door het feit dat er dikwijls soortgelijkereacties of openbaringen bij hen merkbaar zijn en dat zij soortgelijkeonderwerpen behandelen. De totaal-indrukwijst op een geestelijke affiniteitof geestverwantschap; er is onder andere een soortgelijke romantischegeest; gedurig kommentaar op dingen zoals de spelling van de dag, overprofessoren en literatoren; dezelfde onverdraagzaamheid bij ongunstigekritiek, vooral door anonieme schrijvers en dezelfde gevoeligheid voorlof. Hun opvattingen over kunst zijn dikwels eenders, hoewel Multatulisoms letterkundig zuiverder georienteerd is. Zij tonen ook sterkeovereenkomsten als aforistische schrijvers; soms wint de een aan pittigheiden geestigheid en dan weer de ander aan rake trefkracht maar telkensbewijzen zij met hoeveel vaardigheid zij de wapens ironie, satire ensarcasme kunnen hanteren. Zelfs op het terrein van de godsdienst zijn erondanks grote beschouwelijke verschillen wel vaak overeenkomsten.(Heyns 1944:IV)

Het heeft weinig zin om de meestal overtuigende vergelijkingen van Heyns teherhalen. Ik beperk mij daarom tot een bespreking van overeenkomstige literairekunstgrepen, de inspiratie tot de taalstrijd en de incidentele verdediging vanMultatulidoor Langenhoven.Langenhoven gebruikt regelmatig dezelfde kunstgrepen als Multatuli. Vergelijk

het volgende voorbeeld van satire, als men het zo kan noemen.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 173: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

87

Wanneer Saïdjah inMax Havelaar Batavia bereikt, wordt hij tot verrassing van delezer onmiddellijk door een Nederlander als bediende aangenomen ‘omdat hij Saïdjahniet verstond’. Dit lijkt onlogisch, maar Multatuli zorgt voor een verklaring: ‘Men’zoekt op Batavia namelijk bedienden die ‘nog niet zo bedorven zijn als andere dielanger in aanraking waren met Europeanen’. Het wordt de lezer al snel duidelijk dathij met een voorbeeld van kolonialistische onrechtvaardigheid te maken heeft. Iemandzonder ervaring met Europeanen is immers ook weerloos tegen hun uitbuiting.

C.J. Langenhoven

In zijn roman Herrie op die ou tremspoor (1925, Langenhoven VW II:160-162)laat Langenhoven zijn hoofdpersonage, Sagmoedige Neelsie, solliciteren naar eenbaan als accountant bij een winkelier. De enige vereiste is de vaardigheid om snelte kunnen rekenen. Hij handelt de berekeningen die men aan hem voorlegt ‘soos dieblits’ af. Eén van de personeelsleden doet er vervolgens twee uur over om vast testellen dat alles inderdaad klopt. Dan volgt de verrassing: ‘sekuurheid’ is hier een‘diskwalifikasie’ en hij krijgt daarom de baan niet. Het principe wat hier geldt, is dateen betekening pas goed is als deze de zaak bevoordeelt. Als Neelsie het over‘falsiteit’ heeft, wijst de winkelier hem terecht: ‘in besigheid gebruik 'n mens niesulke lelike woorde nie’:

Dit is nie valse dinge nie, dis foutjies. Errors, mistakes. En wat die klandisiebetref, nege uit die tien is te lui om ooit hul rekenings na te gaan. Die eenwat die fout kry kom hier kla en dan skop ek, voor hom, 'n geweldige baanop met my boekhouer en ek skeur bosse van my hare uit van spyt. Dís diemanier om besigheid te dryf. (169-170)

Deze kunstgreep van ‘satirische omkering’ is natuurlijk niet beperkt tot deze tweeschrijvers, maar het is aannemelijk dat Multatuli's werk hier model stond voorLangenhoven.Langenhoven is even beroemd geworden door zijn rol als taalstrijder als door zijn

schrijverschap. Zijn passie voor de rechten van de Afrikaanssprekenden isvergelijkbaar met Mutatuli's strijd voor de Javanen. Langenhoven bekeerde zichtamelijk laat tot het Afrikaans. Voorheen was hij voorstander van het Engels. Totverrassing en ontsteltenis van velen richtte hij zich allereerst tegen het Nederlandsdat tot op dat moment als synoniem voor het Afrikaans werd gebruikt

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 174: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

88

en in werkelijkheid het Afrikaans uit hogere functies weerde. (Kannemeyer 1995:238)Vooral de Afrikaanstalige elite maakte zichzelf hieraan schuldig.Het is onduidelijk gebleven wat bij Langenhoven precies de ommekeer

veroorzaakte. Niemand heeft tot dusver opgemerkt dat zijn belangrijkste argumentgrote overeenkomsten heeft met een bepaalde argumentering van Multatuli.Laatstgenoemde trekt ettelijke malen te velde tegen de ‘schoolverwaandheid’ vantaalgeleerden die zowel de spelling als de stijl overheersten. (Ideeën 1062, VWVI:636)De ‘conventionele schrijftaal’ is volgensMultatuli ‘voor een groot deel leugen’. (VanLiberalismus, VW V:375) Dit wordt veroorzaakt door de zogenaamde taalkenners dieniet beseffen dat een taal ‘ontstaat’ en niet ‘gemaakt’ wordt. Zo wordt het volkbenadeeld, bedrogen en dom gehouden. Vergelijk zijn volgende uitspraken:

Is het geen stellig kwaad, dat de ooren des volks, dat de smaak der jeugd,dat het gezonde verstand van allen wordt bedorven door de parasieten van‘het woord?’ (VW V: 381)

En:

Is het geen kwaad het volk over te laten aan bedrog? Het onvatbaar te latenmaken voor waarheid? Het laten biologeren tot niet-verstaan, totniet-denken, tot niet-begrypen, tot stompzinnige tevredenheid met ditalles? (VW V:382)

Dat Langenhoven deze uitspraken goed kende, blijkt uit een oordeel dat hij uitspreektover de Nederlandse schrijftaal. De ‘Hollander’ is volgens hem de interessantstemens als hij zijn eigen taal spreekt of in een vreemde taal schrijft. Zijn letterkundehad de ‘boeiendste’ van de wereld moeten zijn. ‘Maar sy skryftaal is deur symenigvuldige doktore en professore ontsiel geword met 'n oneindigheid vankunsmatige belemmerings. Voor hy durf om te begint om te skryf moet hy op syskole en hoë skole geleer word om te verleer om sy kragtige en kleurryke lewendespreektaal op papier te sit’. (Die Burger, 15 oktober 1928)Langenhoven voerde ook aanhoudend strijd tegen Zuid-Afrikaanse neerlandici

die hun kennis van het Nederlands wilden gebruiken om de ontwikkeling van hetAfrikaans te beïnvloeden. Heyns (1944:217b) wijst op de volgende uitspraak vanLangenhoven: ‘'n Taal word dikwels van onderaf opgebou en van bo af bederwe’.Het ontwikkelen van de volkstaal betekent volgens hem automatisch de

ontwikkeling van het volk zelf. Door zich over te geven aan de vreemde taalNederlands5. (en ook Engels) wordt de ontwikkeling van het Afrikaner volk geremd.In een van een reeks stellingen beklemtoont hij in 1914: ‘Ons intellektuele lewekwijn omdat hij uitgesluit is van samehang met ons alledaagse gedagte-gang engedagte-uitdrukking’. (Langenhoven VW XIII:370) Elders

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 175: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

89

beklemtoont hij: ‘Ons beroof ons skrywers van talent en ons lesers van belangstelling.’Het volk zou haar kostbare erfenis - een eigen taal -moeten verzilveren. In plaatsdaarvan wordt haar taal ‘nie net agtelosig verwaarloos nie, maar opsetlik afgesluitonder strenge waarskuwing: “Geen Toegang. Op las van die Staatsman, van dieLeraar, van die Onderwyser”’. (Langenhoven VW X:49-50) (Met ‘leraar’ wordt hierdominee bedoeld.)Het is maar een kleine stap van Multatuli's aanklacht tegen de taal-parasieten die

bedriegers zijn van het volk, tot Langenhovens mening dat de ontwikkeling encreativiteit van de Afrikaanssprekenden verlamd wordt door hun afhankelijkheidvan een vreemde taal, namelijk het Nederlands.Op 11 december 1922 vindt Langenhoven dat de tijd is aangebroken omMultatuli

bij zijn taalgenoten te introduceren. Hij publiceert een Afrikaanse vertaling vanMultatuli's gedicht ‘Kruissprook’ (‘Derde sprookje’) uitMinnebrieven (VW II:106-114)in zijn beroemde rubriek ‘Aan stille waters’ in het dagblad Die Burger. Multatuligeeft in dit gedicht de kruisiging van Christus weer uit de optiek van het volk vanJeruzalem, dat alleen oog heeft voor de vermakelijkheidswaarde. De openingsregelszijn zowel provocatief als veelzeggend: ‘Hoera, hoera voor Golgotha!’ In de vertalinglaat Langenhoven de verwijzing naar de misstanden in Indië weg.De publicatie veroorzaakt een scherpe reactie in een ander blad,De Kerkbode (20

december). Volgens de redacteur heeft hij ettelijke klachten over het gedichtontvangen van lezers en steunt hij deze ook, want ‘zulk een voorstelling is kwetsendvoor iemand die met eerbied en ontzag vervuld is voor Jezus Christus, die eenmaalde levende en de doden oordelen zal’. Hij noemtMultatuli ‘'n ongodsdienstigemens’en ‘zelfs vijandig tegen de christelijke godsdienst’. Er volgt een vriendelijk vermanendslot: ‘Mnr. Langenhoven, die een van onze meest geniale schrijvers is, zal, wij houdenons daarvan overtuigd, niet gaarne willen kwetsen en in de toekomst zekervoorzichtiger zijn.’Langenhoven was wel godsdienstig, maar deelde Multatuli's weerzin tegen

schijnheiligheid. Een directe aanval op de Kerk was voor hem uitgesloten, maarzwijgen ook. In zijn antwoord in Die Burger wijst hij erop dat het gedicht in zijnkern handelt over het feit dat het volk voor wie Christus zijn leven heeft geofferd endat hij liefhad, ook zijn meest verbeten vervolgers waren. Multatuli was volgens heminderdaad ‘'n volslae godloënaar’ maar zelfs hij ‘as diepvoelende kunstenaar’ werddoor dit verschijnsel ‘tot in sy diepste ontroer’. Langenhove merkt op dat Multatulide lezer met zijn gedicht een voorheen ongekende ervaring biedt.Langenhoven verwijst ook naar de kerkhervormer Johannes Hus die door zijn

eigen collega's tot de btandstapel veroordeeld werd. Hij refereert aan het verhaal vaneen oud vrouwtje dat ijverig hielp om hout te verzamelen voor de brandstapel vanHus; een man die zichzelf opofferde voor mensen zoals zij. Hus zou over haar gezegdhebben: ‘O, heilige onnoselheid’.Langenhovens suggestie is duidelijk: niet alleen Multatuli wordt ten onrech-

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 176: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

90

te door De Kerkbode aangevallen over wat in feite een waardevolle bijdrage voorchristenen is, maar ook Langenhoven zelf. De gebeurtenissen rond Johan Hus latenzien dat dit niet de eerste keer is dat de Kerk iemand ten onrechte beschuldigt.Langenhoven voegt eraan toe dat de redacteur duidelijk niet verder heeft gelezennadat hij de naam Multatuli zag.Hijzelf, zegt hij tot slot, heeft nooit De Kerkbode vermaand, zelfs niet toen de

redacteur het in het verleden blijkbaar zo hoog op had met Langenhovens werk, dathij het aanvaardbaar vond om stelselmatig Langenhovens auteursrecht te schendendoor zijn werk zonder vergoeding te gebruiken. Verwijzend naar de indirecte dreigingmet het Laatste Oordeel voegt hij eraan toe: ‘“Wij struikelen allen in vele” - en ekdie meeste van almal. Maar - tog almal van ons sal al swaar genoeg by dieverantwoording verby kom as elkeen sy volle aandag aan die eise van sy eie diensbestee...’Langenhoven verdedigt dus niet alleen Multatuli. Hij valt zijn aanvaller ook in

Multatuliaanse stijl aan!

C. Louis Leipoldt

Leipoldts ouders werkten voor zijn geboorte als zendelingen op Sumatra. Volgensde Leipoldt-biograaf, J.C. Kannemeyer (1999:74), kende het gezin deMaxHavelaaren deMinnebrieven goed. Het verhaal van Saïdjah en Adinda wilde Leipoldt telkensopnieuw horen. Volgens eigen zeggen daagde hij als jongen de beroemde natuurvorseren geestelijke Friedich Carl Kolbe uit met vragen uit de Ideeën. (Kannemeyer1999:105)Jaren later vertaalde hij Saïdjah en Adinda voor een Afrikaans schoolboek. Hij

deed veel moeite om Multatuli te introduceren bij zijn Engelstalige intellectuelevrienden. De Leipoldt-verzameling van de Universiteit van Kaapstad bevatbijvoorbeeld een manuscript van zijn vertaling van het eerste deel van deMinnebrieven in het Engels. Tijdens zijn jarenlange verblijf in Londen schreef hijvele artikelen voor Engelse bladen. Kannemeyer rekent zijn ‘Multatuli and theMaxHavelaar’ in deWestminster Review van oktober 1903 onder zijn beste artikelen.Kannemeyer wijst onder andere op Leipoldts rake beschrijving van de hybridischestructuur van de roman, lang voordat critici in Nederland hiertoe kwamen: ‘It hadno conventionality. It belonged to no particular set, for it was neither the word of aromanticist, nor by its aggressiveness and by the singular originality of its characterand style’. (Kannemeyer 1999:210-212)In Leipoldts eigen oeuvre is deze relatie op minstens drie niveaus terug te vinden:

als ethisch element, als literair thema en als literair model.Ten aanzien van het eerste, de ethiek, dringt de vraag zich op of het voor een

Zuid-Afrikaanse schrijver mogelijk was om Multatuli te bewonderen, zonder zijnkritiek tegen een koloniale klassenverdeling op grond van ras over te nemen. Leipoldtseerste bijdrage als polemist levert onmiddellijk een antwoord op deze vraag op. In1896, op vijftienjarige leeftijd, publiceert hij een brief in The

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 177: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

91

Cape Times. Hij reageert op een bericht in Ons Land waarin men beweert dat detwee blanke bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika moeten samenwerken om ‘hetzwarte baas te raken’. Leipoldt richt zijn aanval vooral op hetNederlands/Afrikaanssprekende deel van de bevolking en op het idee dat onderscheidtussen mensen mogelijk zou zijn op basis van huidskleur. Hij waarschuwt:

The nation who puts a restriction on freedom will ere long cease to be anation. The man who has no love for his fellow creature - the man who,moreover, despises his comrade and contrives in the long struggle of lifeto hamper and handicap him as much as possible, who could give all hecan to see his comrade rooted out and left to perish... that man has not theright to be called a man.

Hij is zijn tijd ver vooruit als hij zijn landgenoten uitdaagt met de woorden: ‘Let usbe worthy of that honour, and let us show our worthiness by carrying out the principleof equal rights and equal freedom for black and white alike!’ (Kannemeyer1999:97-98)Een tweede voorbeeld vindt men in zijn reisboek over zijn reis naar Java in 1912,

Uit my Oosterse dagboek (1932). Hij bespreekt het door Multatuli gewraaktecultuurstelsel en concludeert dat het ‘'n verkeerde, onetiese en deurgaans onregverdigemanier van ontginning van 'n land was’. Hieraan voegt hij toe: ‘Ons het, in ons eieTransvaal, 'n Plakkerswet6., wat in sekere mate net dieselfde gedwonge arbeidvoorskryf aan inboorlinge as dié wat Van den Bosch met soveel ekonomiese suksesen soveel etiese mislukking op die land onder sy heerskappy afgedwing het’.(1932:89-90)Multatuli wordt omgevormd tot literair thema in Leipoldts gedicht ‘AanMultatuli’

in zijn veel herdrukte bundel Uit Drie Wêrelddele (1923):

Kind van die noorderwêreld, waar die kouVan winter weerga vinde in 'n volkWat kalm bly as jy kokend is en flouEn nie jou taal verstaan nie sonder tolk!Die warmer Ooste, waar die son ontstaan,Het jou tot man gemaak, en van jou hartDie ys-gekorste kettings afgeslaan,En jou geleer daar lê ook vreug in smart,En in ellende grootsheid. Ek, as eenMet wie die Ooste ook gepraat het, geeHier, waar Adindas spook by maanlig weenOor Saïdjahs graf in eensaam-stille wee,My huldegroet aan jou as blyk daarvan,Apostel, hoëpriester, lyder, Man!

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 178: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

92

Volgens het gedicht isMultatuli dus dankzij het Oosten de kilheid van Noord-Europaontgroeid en ontwikkelde hij zich daardoor tot ‘man’. Onder ‘man’ wordt hier ‘echte’of ‘ware mens’ begrepen. Als ‘man’ als slotwoord herhaald wordt, krijgt het eenhoofdletter. Hiermee wordt dus geimpliceerd datMultatuli dankzij zijn menselijkheidbovenmenselijke status heeft verworven.Eén keer heeft Leipoldt Multatuli erkenning gegeven voor de invloed die hij heeft

gehad op Leipoldts scheppende werk. Het betreft hier zijn dramatische monoloog‘Oom Gert vertel’ in zijn debuutbundel Oom Gert vertel en ander gedigte (1911).Dit gedicht heeft een klassieke status in de Afrikaanse letterkunde. In een brief aanAlbert Verwey schrijft Leipoldt dat Multatuli's ‘Golgotha’ gold ‘als maat voor watik wou bereiken’. ‘Golgotha’ verwijst naar dezelfde ‘Kruissprook’ uitMinnebrievenwaarover Langenhoven in conflict zou komen met De Kerkbode.7.Hoewel ‘OomGert vertel’ zeker een onafhankelijkmeesterwerk is, zijn er inderdaad

verschillende technische overeenkomsten aan te wijzen. Als men hetinterpretatieprobleem in ‘Oom Gert vertel’ in het licht van het Multatuli-gedichtbekijkt, vindt er een belangrijke accentverschuiving plaats met betrekking tot de veelbediscussieerde leesvoorstellen door Leipoldt-critici. Het Multatuli-thema datpassiviteit met betrekking tot onrecht reeds een onethische daad is, blijkt namelijkook toepasbaar op ‘Oom Gert vertel’.Dit gedicht bewijst dat Multatuli in een kritiek stadium van de geschiedenis van

de Afrikaanse poëzie een richtinggevende functie vervulde.Behalve deze, zijn er nog andere overeenkomsten tussen Leipoldt en Multatuli.

In zijn polemieken uit Leipoldt bijvoorbeeld kritiek op politici en de Kerk. Hij is zelfook niet-christen. Als hij een keertje boos wordt op de Kapenaars, schrijft hij in deTransvaalse krant De Volksstem (9 februari 1924) over hun ‘self-tevredenheid, diesmoesige droogstoppelagtige ingenomenheid met hulself en met alles wat Kaaps is’(Kannemeyer 1999:470).Het is zeker niet verrassend dat de twee Zuid-Afrikaanse multatulianen bij

gelegenheid met elkaar botsen. In 1925 krijgt het Afrikaans mede door de inspanningvan Langenhoven officiële status. In 1926 stelt Leipoldt dat de taal te prematuur alsonderwijstaal werd ingevoerd en dat het Nederlands te vroeg als voedingsbron werdafgesneden. Een bijtende verwijzing naar ‘teenswoordige taal-jingoes’ is kennelijkaan het adres van Langenhoven gericht! (Kannemeyer 1999:474)

Multatuli-uitgaven

Het is moeilijk na te gaan wanneer Multatuli tot de universitaire neerlandistiek inZuid-Afrika doordrong. Een Zuid-Afrikaanse uitgave van zijn werk komt er pas in1942, nadat de import van boeken uit zowel Nederland als Indië onmogelijk wasgeworden. Volgens de literator Gerrit Dekker (1942:175) valt de opleving in deproductie van Nederlandse boeken in het land samen met een sterke‘aangetrokkenheid’ tot de Nederlandse letterkunde die aangewakkerd werd door de

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 179: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

93

jongste Afrikaanse dichtkunst. Hiermee bedoelde hij de belangrijke poëzievernieuwingdoor de zogenaamde Dertigers. De Pretoriase uitgever J. van Schaik bracht binnenkorte tijd niet minder dan twee reeksen Nederlandse boeken op de markt. Het achtstedeel van de reeks ‘Van stamverwante bodem’ wordt een Bloemlesing uit die werkevan E. Douwes-Dekker (Multatuli) (1942).Voor de Zuid-Afrikaanse neerlandistiek van 1942 werd Multatuli dus gerekend

tot de Nederlandse klassieken die studenten zeker moesten lezen. Het boek bevatdelen uit deMax Havelaar, het tweede bedrijf van Vorstenschool en enkele delenuit de Ideeën, terwijlWoutertje Pieterse de meeste ruimte krijgt. T.J. Heyns(1943:26-27) laat in een recensie terecht zijn teleurstelling horen, omdat deMinnebrieven helemaal ontbreekt. Hij wijst ook op de uiterst beperkte keuze uit deIdeeën.Het boek, dat tweehonderdtweeëntachtig pagina's telt, wordt ingeleid door T.J.

Buning. Hij introduceert Douwes Dekker als ‘een van die grootste Nederlandseprosaskrywers’ en ‘'n manwat 'n ontsaglike invloed op sy volk sou uitoefen’. (1942:7)Hij toont zijn afkeer van de ‘onsmaaklikhede’ in Dekker's liefdesleven, maar bespreektzijn werk verder vanuit een professionele neutraliteit. Mogelijk conservatieve lezerskrijgen nauwelijks verhulde waarschuwings van Buning, zoals: ‘Sy growwe spot enhoon met die ortodoks-godsdienstige [...] gee dikwels blyk van 'n gebrek aan goeiesmaak’. (26) Hij wijst op Multatuli's neiging tot scherpe contrasten en voegt hieraantoe: ‘Dit maak Multatuli se werk soms skadelik en selfs gevaarlike lektuur vironoordeelkundige en onontwikkelde lesers’. (26) Ook zijn selectie van Multatuli'swerk toont aan dat Buning zichzelf wilde beschermen tegen het soort reactie waarmeeLangenhoven te maken kreeg. Sinds de voorzichtigheid die Van der Tuuk in 1880in acht nam, was er dus nog niet zoveel veranderd!De belangstelling voor Multatuli in de eerste helft van de twintigste eeuw blijkt

ook uit het eerder genoemde proefschrift van T.J. Heyns over Langenhoven enMultatuli (1944). In 1942 verscheen er ook een bloemlezing van de onderwijskundigeS.J. du Toit, getiteld Land en zee, ‘Nederlandse verhale vir Afrikaanse skole’. Hetboekje bevat twee verhalen van Multatuli: ‘Saïdjah en Adinda’ en ‘Het sprookje derInca's’. Eveneens in 1942, nam Jan Greshoff het gedicht ‘Ik weet niet waar ik stervenzal’ op in zijn bloemlezing Nieuwe Nederlandsche Dichtkunst I, Rondom Tachtig.Scholtz en Lategan namen ‘De Japanse steenhouwer’ op in hun 'n Bloemlesing vanNederlandse verhale die in 1954 verscheen en minstens zes drukken beleefde. P.C.Schoonees nam eveneens ‘De Japanse steenhouwer’ op in zijn Uit de Nederlandseverhaalkunst die in 1954 verscheen en in 1972 werd herdrukt. Deze bloemlezingenwaren veelal bestemd om te dienen als verplichte boeken voor de hoogste klassenvan de middelbare school.In zijn studie Aspekte van die nuwe prosa (1967) wijst de romancier André P.

Brink, de belangrijkste poeticale begeleider van de Zuid-Afrikaanse ‘Sestigers’,8. deMaxHavelaar aan als voorloper van ‘de nieuwe roman’. Het is daarom niet verbazenddat in twee van de voornaamste antiapartheidsromans (Brinks 'n Droë wit seisoen,

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 180: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

94

1979, en John Miles' Kroniek uit die doofpot, 1991) sprake is van documenten dieveel weg hebben van ‘de pak van Sjaalman’.De naam Multatuli verdween in de tweede helft van de twintigste eeuw echter

geleidelijk uit het Zuid-Afrikaanse bewustzijn, om in 1997 ineens terug te keren. Indat jaar verscheen Elsa Jouberts Gordel van smarag, 'n reis met Leipoldt; een goedvoorbeeld van ‘poetic justice’. Als er één Zuid-Afrikaanse schrijver is die aanspraakkan maken op de eer een boek geschreven te hebben dat heeft bijgedragen aan depolitieke omwenteling, is het Joubert. Met haar roman Die swerfjare van PoppieNongena (1978) rukte zij het zware gordijn weg tussen het blanke publiek en hetlijdende zwarte individu. Dit zonder de uiteindelijke directheid en heftigheid die zokenmerkend zijn voor Multatuli'sMax Havelaar. De confrontatie van het publiekmet de meelijwekkende Poppie heeft wel veel weg van Saïdjah en Adinda, maarzonder de negentiende-eeuwse romantische inkleding.De titel Gordel van smarag doet ingewijden onmiddellijk aan Multatuli denken,

maar Joubert kijkt naar de Nederlandse schrijver over de schouder van Leipoldt. Zijbeschrijft een reis naar Indonesië in de sporen van Leipoldt. In haar boek haalt zijzowel zijnUit my Oosterse dagboek als zijn ongepubliceerde Engelstaligemanuscripten dagboeken aan. Deze bronnen versterken haar besef dat Leipoldt ‘gedrenk wasin Dekker se werk’ (1997: 11). Daarom geeft zij in haar reisverslag een samenvattingvan deMax Havelaar en gaat zij nog eens apart in op de geschiedenis van Saïdjahen Adinda. Multatuli en Leipoldt zijn volgens haar beiden ‘kampvegters vir dielydendes’. (1997:60,75)Zo komt Joubert tot een fundamentele vraag: ‘Miskien was Leipoldt nie genóég

deurdrenk van Multatuli nie! Kon Leipoldt óns Multatuli gewees het? Daar in diejare twintig, dertig...’. (1997:36) ‘Miskien, 'n baie groot miskien, sou iets van dieonheile van apartheid en die verskriklikhede van die Rasseregistrasiewet, dieOntugwet en die Wet op Gemengde Huwelike ons gespaar gebly het’. (1997:85)Hierdoor bracht Elsa Joubert dus niet alleen Multatuli opnieuw onder de aandacht

van de Zuid-Afrikaanse lezer. Zij formuleerde aan de hand van Leipoldt ook eenverzuchting van het post-apartheid tijdperk: hoewel de Afrikaanse letterkunde weldegelijk kennis nam van Multatuli en hoewel zijn werk en ideeën in bepaaldeopzichten richting gaven aan haar ontwikkeling, lieten zijn meest invloedrijkevolgelingen het hem niet toe om volledig tot zijn recht te komen.Moet men in Zuid-Afrika troost zoeken in zijn Ideeën 147: ‘Dwaling is noodig’...?

Universiteit van Wes-KaaplandDept. Afrikaans en Nederlands

[email protected]

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 181: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

95

Bibliografie

Brink 1967 - A.P Brink, Aspekte van die Nuwe Prosa. Pretoria/Kaapstad.Brink 1979 - A.P Brink, 'n Droë wit seisoen. Emmerentia.Buning 1942 - Tj. Buning, Bloemlesing uit die werke van E. Douwe-Dekker(Multatuli). Pretoria.Dekker 1942 - G. Dekker, ‘Nederlands’. In: Ons Eie Boek, december.Du Toit 1942 - S.J. du Toit, Land en zee, Nederlandse verhale vir AfrikaanseSkole. Kaapstad.Engelbrecht 1933 - S.P. Engelbrecht, Thomas Francois Burgers.Pretoria/Kaapstad.Greshoff 1942 - J. Greshoff, Nieuwe Nederlandsche Dichtkunst I. RondomTachtig. Pretoria.Hanekom 1951 - T.N. Hanekom, Die Liberale rigting in Suid-Afrika, eerstedeel. Stellenbosch.Heyns 1943 - T. J Heyns, ‘Nederlands’. In: Ons Eie Boek, maart.Heyns 1944 - T. J Heyns, Langenhoven en Multatuli. Ongepubliseerdproefschrift. Stellenbosch.Joubert 1978 - E. Joubert, Die swerfjare van Poppie Nongena. Kaapstad.Joubert 1997 - E. Joubert, Gordel van smarag. Kaapstad.Kannemeyer 1995 - J.C. Kannemeyer, Langenhoven, 'n lewe. Kaapstad.Kannemeyer 1999 - J.C. Kannemeyer, Leipoldt, 'n Lewensverhaal. Kaapstad.Langenhoven 1973 - C.J. Langenhoven, Versamelde werke. Agste uitgawe.Kaapstad.Leipoldt 1932 - C. L Leipoldt, Uit my Oosterse Dagboek. Kaapstad.Leipoldt 1948 - C. L Leipoldt, Uit drie wêrelddele. Agste hersiene druk.Kaapstad.Lijphart-Bezuidenhout 1972 - T. Lijphart-Bezuidenhout, ‘Onderveldsedorpstonele waar niemand van weet of praat’. In: Standpunte XXV, nr. 4, april.Miles 1991 - J. Miles, Kroniek uit die doofpot. Kaapstad/Johannesburg.Praamstra 2005 - O. Praamstra,Dorp in het onderveld. Zuid-Afrikaanse verhalen.Amsterdam.Rinsum 2006 - H.J. van Rinsum, Sol Iustitiae en de Kaap. Hilversum.Rompel 1951 - F. Rompel, ‘Langenhoven en Multatuli (eerste publikasie DieBurger 17 april 1937)’. In: Nienaber, P.J. (red.) Langenhoven Die Volksskrywer.Johannesburg.Scholtz & Lategan 1954 - H. van der Merwe Scholtz & F.W. Lategan, 'nBloemlesing van Nederlandse verhale. Kaapstad.Schoonees 1954 - P.C. Schoonees, Uit de Nederlandse verhaalkunst. Pretoria.Van Zyl 1999 - W. van Zyl, ‘Leipoldt, “Oom Gert vertel” en Multatuli’. In:Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans, juni.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59

Page 182: Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59 · 2020-01-28 · 6 niekenniet.Maardatisnujuisthetleuke,devariatie,deafwisseling.MetJan,Jans endekinderendeedikelkeweekhetzelfdekunstje.BijhetmakenvanWouterpaste

Eindnoten:

1. Hahns lezing vond plaats een dag nadat het Kaapse parlement gestemd heeft om het ‘Hollandsch’naast het Engels in debatten toe te laten en er daarmee dus een belangrijke wending in de officiëlepositie van het Nederlands plaatsvond. In dezelfde lezing deed Hahn het Kaaps Hollandsch(Afrikaans) af als ‘Hottentots in Hollandsch gewaad’!

2. Burgers doet enkele revolutionair antikolonialistische en sympathieke uitspraken over deZuid-Afrikaanse gekleurden die 's avonds naar de ‘locatie’ moeten uitwijken. Zij zijn volgenshem ‘vreemdelingen in eigen land’ en de blanken ‘dikwijls met regt [...] gehaten mensen,veroveraars van haar land’.

3. Praamstra zorgde voor een moderne bloemlezing van de ‘Tooneelen’: Dorp in het onderveld.Zuid-Afrikaanse verhalen.

4. In zijn nagelaten boekenverzameling in het LangenhovenmuseumArbeidsgenot staat een uitgavevan Multatuli's Verzamelde Werken (Elsevier, 1907) die in Kaapstad werd gekocht.

5. Tegen 1875 werd er een ‘Genootskap vir Regte Afrikaners’ opgericht die opkwam voor hetidee dat eerder het Kaapsch-Hollandsch was en dus een dialect genoemd werd, zich heeftontwikkeld tot een eigen taal.

6. Een wet die de vestiging en arbeid van zwarten in “blanke gebieden” moest regelen.7. De verwantschap tussen de twee gedichten heb ik elders (1999) besproken.8. De ‘Sestigers’ plaatsten voor het eerst de Afrikaanse roman op internationaal niveau.

Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59