opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web...

52
1 Sadan opdracht Phebe Bloes Opvoedings -

Transcript of opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web...

Page 1: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

1

Sadan opdracht Phebe Bloes

Opvoedings-ondersteuning

Page 2: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Wiki–opdracht: Opvoedingsondersteuning

Stap 1: Onderwerpsverkenning

Artikel

Boendermaker, L. & Ince, D. (2008). Effectieve interventie tegen jeugddelinquentie. Jeugd en Co: Kennis, 2(4), 26-38.

Geen tucht en discipline, maar oudertraining en therapie

Effectieve interventiestegen jeugddelinquentie

Door Leonieke Boendermaker en Deniz IncebWie afgaat op de media kan de indruk krijgen dat heel Nederlandgebukt gaat onder groepen delinquente hangjongeren. Na elkincident klinkt de roep om harde maatregelen, tot zelfs het voorstelhet leger de wijk in de sturen aan toe. Of zulke maatregelen effectopleveren, is nog maar de vraag. Wat we´l werkt is bekend:opvoedingsondersteuning en oudertraining, trainingen voorkinderen en jongeren, en intensieve gezinsinterventies kunnendelinquentie voorkomen en verminderen.

De media besteden veel aandacht aan kinderen en jongeren dieoverlast veroorzaken en delicten plegen. Het lijkt alsof de problementoenemen en de voorstellen voor harde maatregelen volgen elkaarsnel op: het leger naar een Goudse probleemwijk sturen, oudersdwingen tot opvoedhulp op straffe van boetes, en jongeren opsluitenin heropvoedingsinternaten gebaseerd op tucht en discipline.Maar de jeugdcriminaliteit is stabiel, van een grote stijging is geensprake. Toch is jeugdcriminaliteit een probleem dat om een oplossing

2

Page 3: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

vraagt. Die oplossing is een breed pakket aan opvoedingsondersteuningen oudertraining, dat dicht bij huis of thuis gevolgd kanworden. Daarnaast moeten trainingen voor kinderen en jongeren enintensieve gezinsinterventies breder beschikbaar worden.

Omvang en aard

Onder delinquent gedrag vallen alle gedragingen die door de wetgeverstrafbaar zijn gesteld en dus de mogelijkheid van een boete ofandere straf met zich meebrengen. Het Nederlandse jeugdstrafrechtkent een ondergrens van 12 jaar. Vanaf die leeftijd kunnen kinderenvervolgd en veroordeeld worden. Bij jongere kinderen die delictenplegen kan er ingegrepen worden door inzet van kinderbeschermingsmaatregelenof de jeugdzorg.Geregistreerde gegevens over jeugdcriminaliteit zijn slechts vanaf12 jaar beschikbaar. En dan nog is het onduidelijk hoeveel jongerendelicten plegen en of de jeugddelinquentie toeneemt. Verschillendebronnen leveren verschillende gegevens op. Onderzoek waarbij dejeugd zelf informatie verschaft, levert doorgaans hogere aantallendelicten op dan onderzoek op basis van de registratiesystemen vanpolitie of justitie. Niet alle gepleegde delicten komen immers onderde aandacht van politie en justitie.Verder is de betekenis van gegevens niet altijd duidelijk. Een stijgingin de geregistreerde criminaliteit wijst niet automatisch opmeer gepleegde delicten: het aantal geregistreerde delicten is afhankelijkvan de aangiftebereidheid van slachtoffers en de opsporingdoor de politie. Afhankelijk van bepaalde beleidsdoelstellingen kande politie meer of minder aandacht besteden aan bepaalde delicten,die daardoor meer of minder geregistreerd worden.

Geregistreerde jeugdcriminaliteit

De Monitor Jeugd Terecht 2007 (Blom en Van der Laan, 2007) geeft inzichtin de aantallen door de politie geregistreerde processen-verbaaltegen minderjarige verdachten van 12 tot 18 jaar, in de periode 2002-2005. De monitor rapporteert over misdrijven als diefstal, diefstal

3

Page 4: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

met geweld, inbraak en brandstichting. Overtredingen, zoals zwartrijdenen illegaal vuurwerk afsteken, blijven buiten beschouwing.Volgens deze monitor neemt het aantal 12-plussers dat in aanrakingkomt met de politie licht toe. Het aantal geregistreerde verdachtenbedraagt in 2002 2 procent van de 12- tot 18-jarigen, oplopendnaar 2,7 procent in 2005. Er worden verhoudingsgewijs meerprocessen-verbaal geregistreerd van jongens, allochtonen, 17- en 18-jarigen, en jongeren die in grotere gemeentes wonen.Ook is er een lichte stijging te zien in het aantal recidivisten. Datzijn jongeren tegen wie minstens twee processen-verbaal zijn opgemaakt.In 2002 krijgt 36 procent van de verdachten voor de tweede keer of vaker een proces-verbaal. In 2005 gaat het om 39 procent vande verdachten.

Zelfrapportage

Uit de Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit 2005 (Van der Laan enBlom, 2006) blijkt dat 45 procent van de 12- tot 18-jarigen wel eenseen delict heeft gepleegd, bijvoorbeeld stelen en iemand bedreigen ofslaan. De overtredingen zwartrijden en illegaal vuurwerk afstekenzijn hierbij buiten beschouwing gelaten.Gegevens over Nederland uit de onlangs verschenen InternationalSelf-report Delinquency Study (Junger-Tas en anderen, 2008) laten eenvergelijkbaar beeld zien. Van de jongeren in de eerste drie klassenvan het voortgezet onderwijs zegt 45 procent ooit een delict te hebbengepleegd. En 29,5 procent heeft in peiljaar 2006 een delict gepleegd.De meest voorkomende delicten zijn vechtpartijen, winkeldiefstal,wapendracht en vandalisme. Van de ondervraagde jongerenzegt 8 procent regelmatig een delict te plegen.Hoewel de officie¨le cijfers van politie en justitie een lichte stijginglaten zien in het aantal jongeren dat zich schuldig heeft gemaakt aaneen delict, bevestigen de gegevens uit zelfrapportages en slachtofferenqueˆtes die stijging niet. De zelfgerapporteerde jeugdcriminaliteit

4

Page 5: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

blijft over de jaren heen stabiel, net als het aantal slachtoffers vancriminaliteit: jaarlijks circa 25 procent van de bevolking van 12 jaaren ouder.Het aantal jongeren dat toegeeft ooit een delict te hebben gepleegdligt wel beduidend hoger dan de cijfers van politie en justitie suggereren.Hoewel er dus geen sprake lijkt te zijn van een werkelijketoename van de jeugdcriminaliteit is het feit dat 45 procent van dejongeren zegt een delict te hebben gepleegd een gegeven dat de toegenomenaandacht voor jeugdcriminaliteit rechtvaardigt.

Oorzaken en achtergronden

Delinquentie blijkt te ontstaan door een complex samenspel vanfactoren die geen directe aanleiding zijn voor het plegen van eendelict maar wel het risico daarop vergroten. Tegenover die risicofactorenstaan beschermende factoren die het risico op problemen juistverkleinen.In het algemeen veronderstellen de huidige theoretische modellendat delictgedrag voortkomt uit zowel psychosociale als biologische factoren die elkaar op een complexe manier versterken of juist afzwakken.Ook uit recent Nederlands onderzoek blijkt dat er bijjongeren met ernstige gedragsproblemen en delinquent gedragsprake is van een opeenstapeling van risicofactoren (Van der Laan enBlom, 2006). Door per individu de risico- en beschermende factorenvast te stellen, kunnen gericht interventies ingezet worden die deinvloed van risicofactoren verminderen en die van beschermendefactoren versterken.

Risicofactoren in het gezin en de opvoeding

In het gezin en in de opvoeding zijn factoren te onderscheiden diehet risico op het plegen van delicten vergroten. Zo is bekend datjongeren een groter risico op gedragsproblemen lopen als hun ouderszelf psychische problemen hebben. Ouders met problemen zijn namelijkminder beschikbaar en minder sensitief en kunnen daaromminder goed reageren op het gedrag van hun kind.

5

Page 6: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Ook het hanteren van een inconsequente en ruwe opvoedingsstijl,het ontbreken van basale opvoedingsvaardigheden, veel wisselingenvan opvoeders en het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zijnrisicofactoren die in het gezin aan de orde kunnen zijn. In veel gezinnenvan jongeren met gedragsproblemen is een manier van omgaanmet elkaar ontstaan die is gebaseerd op het onderling afdwingenvan negatief gedrag. Kinderen leren door negatief gedrag, zoalszeuren, slaan en driftig zijn, hun zin te krijgen en vertonen datgedrag daarom steeds meer, ook buiten het gezin. Dat maakt henniet bepaald geliefd bij leeftijdgenoten, waardoor ook op school en inde buurt problemen ontstaan.Wanneer in een gezin problemen spelen, maar ouders betrokkenheidtonen bij hun kind, onderling op een positieve manier metelkaar omgaan of bijvoorbeeld hun eigen boosheid goed in de handkunnen houden, zijn er beschermende factoren aanwezig.

Risicofactoren in de omgeving

Ook in de omgeving van jeugdigen kunnen risicofactoren aanwezigzijn: armoede, een slechte buurt of een vriendenkring die negatiefgedrag vertoont. Personen in de buurt of het gezin met wie de jeugdigewel een goede band heeft kunnen beschermende factoren zijn.

Risicofactoren in het kind

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat er naast de risicofactoren in hetgezin en de omgeving ook neuropsychologische en biologische factorenin het kind zelf bestaan. Die factoren zorgen voor verschillenin temperament, motorische ontwikkeling, concentratievermogen,logisch redeneren en zelfcontrole.Zo hebben jeugdigen met gedragsstoornissen vaak een lage hartslagin rust, wat een indicatie is voor een laag angstniveau: ze zijnniet snel bang voor de consequenties van hun gedrag. Daarnaastmaken ze veelal gebruik van vaststaande opvattingen – ‘ik benwaardeloos’, ‘ze moeten altijd mij hebben’ – waardoor ze socialeinformatie vaak verkeerd interpreteren. Reacties van anderen interpreterenze bijvoorbeeld al snel als agressief, en ze reageren dienovereenkomstig.

6

Page 7: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Beschermende factoren in het kind zijn bijvoorbeeld een vrolijkkarakter en gevoel voor humor, waardoor de omgang met het kindmakkelijker is.

Ontwikkelingspaden

Longitudinaal onderzoek, waarin grote groepen kinderen lange tijdzijn gevolgd, heeft patronen blootgelegd in de ontwikkeling vandelinquent gedrag. Zo blijkt uit onderzoek van de Amerikaansepsycholoog Terrie Moffitt uit 1993 dat er verschil bestaat tussenkinderen bij wie de problemen al op jonge leeftijd beginnen envoortduren tot in de volwassenheid, en kinderen bij wie de problemenbeperkt blijven tot de adolescentie. Bij de eerste groep spelenindividuele risicofactoren en factoren in het gezin een grotere rol danbij de tweede groep, waar de invloed van vrienden met risicogedraggroter is.Onderzoek van de onderzoeksgroep rond psycholoog Rolf Loeberin Pittsburgh heeft aangetoond dat er verschillende ‘ontwikkelingspaden’bestaan. Kinderen die op jonge leeftijd anderen pesten enagressief zijn, lopen een groter risico om betrokken te raken bijvechtpartijen, een delinquente vriendenkring op te bouwen en tegenhet begin van de volwassenheid gewelddadige delicten als berovingen verkrachting te plegen. Bij een andere groep beginnen de problemenmet bijvoorbeeld winkeldiefstal, liegen of vandalisme en eindigenze met serieuze delicten als fraude, inbraak en diefstal. Eenderde en laatste ‘pad’ begint op jonge leeftijd met opstandig entegendraads gedrag en leidt via bijvoorbeeld weglopen en spijbelentot delinquent gedrag op jongere leeftijd dan in de beide anderetrajecten.Delinquent gedrag staat dus doorgaans niet op zichzelf, maarmaakt onderdeel uit van een scala van gedragsproblemen. En vooralbij kinderen die agressief en driftig zijn en niet luisteren is het risicoaanwezig dat die problemen uitgroeien tot ernstige gedragsproblemenen delinquent gedrag. Vroegtijdig ingrijpen kan dat voorkomen.

Preventie

7

Page 8: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Drie soorten interventies helpen om de ontwikkeling van gedragsstoornissenen delinquent gedrag te voorkomen: cognitieve gedragstherapievoor kinderen, training van opvoedingsvaardighedenvan ouders en trainingen die beide elementen combineren.

Cognitieve gedragstherapie voor kinderen

Het uitgangspunt van cognitieve gedragstherapie is dat wat individuendenken, bepaalt hoe zij zich voelen en gedragen. Kinderen metvaststaande opvattingen – ‘iedereen is tegen mij’, ‘nooit lukt mij iets’– leren in een cognitief gedragstherapeutische training dat ze vanuiteen ander perspectief naar dezelfde situatie kunnen kijken en datdaar een andere manier van reageren bij hoort. Ze verwerven op diemanier nieuwe sociale en probleemoplossende vaardigheden – eenklacht uiten, hulp vragen, onderhandelen – en vergroten daardoorhun zelfcontrole.In een meta-analyse – een vergelijking van de resultaten van verschillendeonderzoeken – hebben psycholoog Denis Sukhodolsky enanderen (2003) specifieke elementen van cognitieve gedragstherapiebekeken: vaardigheden trainen, gevoelens leren herkennen, probleemoplossingen een combinatie van elementen. De vaardigheidstrainingen de combinatieaanpak bleken het beste te werken bij hetverminderen van agressief gedrag. Het trainen van probleemoplossendevaardigheden bleek juist goed te werken voor het verminderenvan gevoelens van boosheid en woede. Interventies die gebruik makenvan voordoen, rollenspel, feedback geven en huiswerkopdrachtenbleken betere uitkomsten te hebben.Uit de meta-analyse blijkt ook dat jongere kinderen – tot een jaarof 10 – minder baat hebben bij een cognitief gedragstherapeutischeaanpak voor dit soort problemen dan kinderen vanaf 10 jaar.Een voorbeeld van een in Nederland beschikbare cognitief gedragstherapeutischeaanpak voor wat oudere kinderen is het programmaZelfcontrole, ontwikkeld door psycholoog Teun van Manen.Dit programma is voor kinderen tussen de 9 en 12 jaar oud en bestaatuit elf sessies in een groep van vier of vijf kinderen. De interventie is

8

Page 9: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

in Nederland onderzocht. Kinderen die de interventie hebben doorlopen,vertonen minder gedragsproblemen dan vergelijkbare kinderen die een sociale vaardigheidstraining kregen (Van Manen, Prins enEmmelkamp, 2004). Ook een onderzoek naar de toepassing van Zelfcontroleop de basisschool toonde een afname in antisociaal gedragaan (Muris en anderen, 2005).

Training van ouders

In studies over interventies voor kinderen tot 12 jaar neemt hettrainen van de opvoedingsvaardigheden van ouders een centraleplaats in. De Amerikaanse psychologen Ted Taylor en AnthonyBiglan (1998) geven een overzicht van onderzoek waaruit blijkt datouders trainen om op een positieve manier op te voeden, bijdraagtaan het verminderen van de gedragsproblemen bij hun kinderen.Ouders leren daarbij op een effectieve manier regels te stellen en tehandhaven, en effectief te straffen, bijvoorbeeld door het toepassenvan milde, korte straffen zoals een time-out en het verlies van privileges.Het vergroten van de opvoedingsvaardigheden van oudersbrengt bij jonge kinderen meer gedragsverandering teweeg dan hettrainen van de kinderen zelf (McCart en anderen, 2006). Vaardigheidstrainingenvoor kinderen leveren betere resultaten op als zegecombineerd zijn met een opvoedvaardigheidstraining voor ouders.Dergelijke trainingen zijn vaak groepstrainingen, die worden gegeven‘op kantoor’ bij de hulpverleningsinstantie. Vooral voorouders in moeilijke economische omstandigheden blijkt het deelnemenaan zulke trainingen lastig. Hun dagelijkse problemen zijngroot, zodat zij de prioriteit vaak elders leggen, en reiskosten enoppasproblemen bemoeilijken deelname. Uit onderzoek blijkt datdeelname voor hen aantrekkelijker wordt als de training bij henthuis wordt gegeven. (Lundahl en anderen, 2006).Bekende programma’s voor het trainen van opvoedingsvaardighedenbij ouders van kinderen tot een jaar of 12 zijn de Parent ManagementTraining, ontwikkeld in Oregon (VS) en in Nederland bekend alsPMTO, en Triple P, het Positive Parenting Program. Beide interventiesverminderen de gedragsproblemen van kinderen. Ze zijn recent in

9

Page 10: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Nederland ingevoerd en worden nog onderzocht op hun effectiviteitbij Nederlandse ouders.

Interventies

De in Nederland beschikbare interventies die in dit artikel worden genoemd,zijn opgenomen in de databank Effectieve jeugdinterventies of erkend door deErkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Meer informatie over deinterventies is te vinden op www.jeugdinterventies.nl en www.justitie.nl >Onderwerpen > Criminaliteit > Erkenningscommissie.

Training van ouder en kind

Er zijn in Nederland twee programma’s beschikbaar die zich richtenop training van ouders en kind. Het gaat om STOP 4-7 en Minder Boosen Opstandig.Stop 4-7 is een Vlaams trainingsprogramma voor kinderen van 4 tot7 jaar die thuis of op school ernstige gedragsproblemen vertonen.Het programma biedt een training voor kinderen, ouders e´n leerkrachtenen wordt op effectiviteit onderzocht.Minder Boos en Opstandig is een vertaling en bewerking van het CopingPower Program voor kinderen van 8 tot 12 jaar en hun ouders. Hetprogramma bestaat uit een training van opvoedingsvaardighedenvoor ouders en een training van sociale en probleemoplossendevaardigheden voor kinderen. Uit buitenlands onderzoek blijkt datde problemen van kinderen afgenomen zijn na de training. Onderzoekin Nederland laat zien dat gedragsproblemen afnemen en prosocialegedrag toeneemt.

Ingrijpen bij delinquent gedrag

Bij kinderen met probleemgedrag werkt dus vooral het ingrijpen viade ouders goed, in combinatie met trainen van de kinderen. Ook alsde gedragsproblemen zich ontwikkeld hebben tot gedragsstoornissenof als jongeren op wat latere leeftijd delicten plegen, blijken deze

10

Page 11: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

elementen effectief. Bij chronische problemen is vaak een zogenaamdemultisysteemaanpak nodig: het trainen van jongeren enouders, gecombineerd met ingrijpen op school en in de vriendenkring.

Cognitieve gedragstherapie voor jongeren

Uit studies komen goede resultaten naar voren bij interventies diejongeren sociale en probleemoplossende vaardigheden aanleren enirrationele cognities – vaststaande ideee¨n of overtuigingen – veranderen.Ze behalen veel betere resultaten dan psychotherapie die gerichtis op het verwerven van inzicht, afschrikkingprogramma’szoals het bezoeken van gevangenen, en maatregelen als de verlagingvan de caseload van begeleiders van proefverlof (Lipsey en Wilson,1998).Interventies die gebaseerd zijn op cognitieve herstructurering incombinatie met het leren beheersen van boosheid – anger control – endie bestaan uit zowel groepsbijeenkomsten als individuele begeleiding,behalen de beste resultaten: een reductie van de recidive met 50procent.Interventies die uitsluitend gericht zijn op het leren kijken naar degevolgen van een delict voor het slachtoffer, en interventies waarinalleen gedragsverandering plaatsvond zonder verandering van deonderliggende cognities, hebben negatieve uitkomsten: de deelnemersrecidiveren juist meer (Landenberger en Lipsey, 2005).Wanneer cognitieve gedragstherapie wordt toegepast bij jongerenmet een hoog recidiverisico, de interventie op de juiste manier wordttoegepast en de aanpak onderdeel is van een breder pakket van interventies,bijvoorbeeld een oudertraining, zijn de resultaten beterdan wanneer dat niet het geval is. Ook hebben interventies met eenhoge intensiteit – meer sessies en een langere totale duur – betereuitkomsten.Voorbeelden van in Nederland beschikbare cognitief gedragstherapeutischeprogramma’s voor jongeren zijn de Washington State AggressionReplacement Training (WSART) en Equip. Deze interventies integrerenverschillende elementen: sociale vaardigheidstraining, het

11

Page 12: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

trainen van cognitieve vaardigheden (eerst nadenken, dan doen; nagaanwat de gevolgen van gedrag zijn; alternatieven afwegen), hetveranderen van irrationele cognities (anderen de schuld geven), hetdelict minimaliseren (‘de verzekering betaalt toch?’) en moreel redeneren(leren nadenken over de gevolgen van een delict voor hetslachtoffer). Andere voorbeelden zijn Sociale vaardigheden op maat,Agressie regulatie op maat en Tools4u, een training in cognitieve ensociale vaardigheden als taakstraf voor minderjarigen.

Interventies in het gezin

Over het trainen van opvoedingsvaardigheden bij ouders van jongerenvanaf een jaar of 14 is niet veel bekend; onderzoek naar oudertrainingenheeft meestal betrekking op ouders van jongere kinderen.Het lijkt erop dat de problemen bij jongeren vaak al te complex enchronisch zijn om aan te pakken met alleen het trainen van opvoedingsvaardighedenvan ouders. Er zijn intensievere interventies nodig.Functional Family Therapy (FFT) bijvoorbeeld, een gezinstherapiegericht op het veranderen van de interacties tussen gezinsleden enhet verbeteren van het functioneren van de individuele gezinsledenen van het gezin als geheel. Omdat de leden van gezinnen met gedragsgestoordekinderen elkaar vaker beschuldigen, defensief opelkaar reageren en elkaar minder steunen, probeert de behandelaarde onderlinge communicatiepatronen te veranderen. In de therapieleren gezinsleden te verduidelijken welk gedrag zij van elkaar verwachten,elkaar positief te bekrachtigen, problemen constructief tebespreken en gezamenlijk oplossingen voor problemen te vinden.In het buitenland zijn goede resultaten behaald met FFT. De eersteuitkomsten van onderzoek in Nederland zijn positief: minder geweldsdelicten,agressie en gezinsconflicten in vergelijking met jongerendie een ‘reguliere’ justitie¨le afdoening kregen (Breuk, 2008;lees meer over dit onderzoek op pagina 7).

Interventies gericht op meerdere ‘systemen’

Bij Multisysteemtherapie (MST) is de aanpak nog wat breder dan bij12

Page 13: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

FFT. MST gaat ervan uit dat een gedragsstoornis veroorzaakt wordten in stand blijft door factoren in het gezin, de familie, de school, deomgang met leeftijdgenoten en de buurt. De behandeling dient zichdus ook op al die gebieden – systemen – te richten. MST richt daaromeen pakket van interventies op de jongere zelf, het gezin en alsdat nodig is de school, de vriendenkring, de buurt en verdere familie.Welke interventies worden ingezet, hangt af van de factoren die ineen individueel geval het probleemgedrag in stand houden. Zo kaneen jongere deelnemen aan een training in agressiebeheersing ofprobleemoplossende vaardigheden, terwijl de ouders een training inopvoedingsvaardigheden volgen en leerkrachten advies krijgen overhun aanpak van de jongere. Als het nodig is, wordt de jongere incontact gebracht met niet-delinquente jongeren, zodat na enige tijdeen andere sociale omgeving ontstaat.MST is, net als FFT, enige jaren geleden geı¨ntroduceerd in Nederland.Een implementatie- en onderzoeksprogramma gefinancierddoor Zo’n Mw moet de komende tijd uitwijzen of de effecten hier netzo uitvallen als in het buitenland. Een buitenlandse meta-analysetemperde enige jaren geleden de verwachtingen omtrent MST: erbleek nog maar weinig onderzoek verricht door anderen dan deontwikkelaars van de interventie. Onafhankelijk onderzoek is nodigom de uitkomsten goed te kunnen vaststellen.Een aan MST verwante aanpak biedt Multidimensional TreatmentFoster Care (MTFC). Het Leger des Heils heeftMTFC twee jaar geledenin Nederland geı¨ntroduceerd, na goede resultaten in het buitenland.Bij MTFC woont een jongere tijdelijk in een pleeggezin met grondiggedragstherapeutisch getrainde pleegouders. De jongere en zijnouders volgen samen e´n apart vaardigheidstrainingen. Net als bijMST wordt gezocht naar een andere, prosociale vriendenkring ensociale steun in de omgeving.

Andere factoren

Niet alle belangrijke risicofactoren laten zich beı¨nvloeden door interventiesdie gericht zijn op het kind of zijn ouders, gezin, leerkrachtenen vriendenkring. Ook de buurt en de financie¨le situatievan het gezin kunnen bepalend zijn voor probleemgedrag en delinquentie.En ook op die terreinen zijn interventies mogelijk. Door

13

Page 14: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

bijvoorbeeld het jongerenwerk terug te brengen in een buurt, dooreen beter huisvesting en door financie¨le regelingen die kinderenlaten deelnemen aan sport en clubs is compensatie mogelijk voor denegatieve invloed van omgevingsfactoren. Een interventiepakket dataandacht besteedt aan die factoren is Communities that Care (voor meerinformatie: www.ctcholland.nl).Er is veel kennis beschikbaar over effectieve interventies tegenoverlast en delinquentie, maar ook is er nog veel onbekend. Zo is veelkennis afkomstig uit onderzoek onder jongens. De Amerikaansepsychologen Alison Hipwell en Rolf Loeber gaven in 2007 een overzichtvan interventies voor meisjes met gedragsstoornissen. Zij vondenaanwijzingen dat negatieve gezinsrelaties bij meisjes meer invloedhebben op het ontwikkelen van gedragsstoornissen en datinterventies die zich daarop richten leiden tot vermindering van deproblemen.Ook is weinig bekend over eventuele specifieke risicofactoren bijverschillende groepen allochtone jongeren in Nederland en over dewerkzaamheid van interventies voor deze groepen. Wel is bekendhoe belangrijk het is om interventies af te stemmen op de factorendie bij een jongere problemen veroorzaken en op diens karakteristieken.Die algemeen werkzame factoren van interventies bepalenvoor een groot deel de werkzaamheid van interventies. Het dossierGedragsstoornissen op www.nji.nl biedt informatie over de basisprincipesvan effectieve behandeling, waaronder algemeen werkzamefactoren.

Het dossier Delinquentie op www.nji.nl bundelt informatie over jeugddelinquentie,waaronder informatie over risicofactoren, beleid, interventies enonderzoek.

14

Page 15: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Enkele vraagjes

1.Bekijk en beschrijf de onmiddellijke context van het artikel. Wat is het geheel rond het artikel [uit welk vak-tijdschrift komt het precies, welke organisatie geeft dit uit, …] én beschrijf kort dit geheel.

Leonieke Boendermaker en Deniz Ince beschrijven in ‘Jeugd en Co’ eerst een vooral wat delinquentie inhoud en hoe vaak het voorkomt. Daarna volgen de mogelijke oorzaken van delinquent gedrag. En deze kunnen van zeer verschillende aard komen. Ze komen ook niet altijd uit de jongere zelf voor. Ook de ouders en directe omgeving kunnen een gevaar vormen. Maar meestal is dit gedrag het gevolg van meerdere problemen die zich op hetzelfde moment voordoen.Daarop volgt de preventie van delinquent indien deze mogelijk kan voorkomen. En wanneer het te laat is en het zich dus al voordoet bespreken ze hoe ze het kunnen oplossen. Daarvoor doen ze interventies bij de jongere zelf, het gezin of bij meerdere systemen. Afhankelijk van wat de precieze oorzaak is.Jeugd en Co schrijft zoals de titel zelf al vertelt over de jeugd. Van jongeren in pleeggezinnen tot jonge delinquenten. Voor ouders en ook voor de jongeren is dit een zeer informatief tijdschrift.

2.De auteur Ga na : a. Wie schreef het artikel ? Wordt er in het artikel zelf informatie gegeven over de auteur(s) ? b. Wat vind je verder op internet over deze auteur(s). Dit kan algemeen, maar probeer zeker ook de site van zijn werkplek ? c. Wat vertellen de catalogi / databanken over de auteur(s); met andere woorden wat heeft deze auteur nog geschreven ?

a. Leonieke Boendermaken en Deniz Ince schreven het artikel. Over hen wordt geen extra informatie in het artikel vermeld.

b. - Leonieke Boendermaker is pedagoog en als onderzoeker werkzaam bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Zij verricht al vele jaren onderzoek naar interventies op het terrein van de residentiële en (justitiële) jeugdzorg.- Deniz Ince is ontwikkelingspsycholoog en werkzaam binnen het Kenniscentrum van het Nederlands Jeugdinstituut. Momenteel is zij werkzaam als projectleider van het project ‘Jeugd- en opvoedingsproblemen in feiten en cijfers’ en werkt ze onder andere mee aan de beoordeling van interventies ten behoeve van de Databank Effectieve Jeugdinterventies.

15

Page 16: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Er is momenteel niets anders te vinden dat ze geschreven zouden hebben.

16

Page 17: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

3.De structuur : beschrijf kort hoe het artikel globaal is opgedeeld. a. Kent het een duidelijke structuur, is die logisch; of is het een lange doorlopende tekst ? b. Wat zijn de tussentitels ? c. Hoe worden de referenties opgemaakt respectievelijk in de tekst en in de bronnenlijst ? d. Wat valt je verder nog op inzake structuur ?

Structuur: a. Deze is heel logisch. Het is onderverdeeld in titels en tussentitels die perfect op elkaar volgen. Ze starten met wat nadere uitleg over delinquentie. Gevolgd door de mogelijk oorzaken, de preventie en als het eventueel al te laat zou zijn wordt het gevolgd door de interventies om de delinquent van zijn gedrag af te helpen.

b. 1. Omvang en aard 2. Geregistreerde jeugdcriminaliteit 3. Zelfrapportage 4. Oorzaken en achtergronden 4.1 Risicofactoren in het gezin en de opvoeding 4.2 Risicofactoren in de omgeving 4.3 Risicofactoren in het kind 5. Ontwikkelingspaden 6. Preventie 6.1 Cognitieve gedragstherapie van kinderen 6.2 Training van ouders 6.3 Training van ouder en kind 7. Ingrijpen bij delinquent gedrag 7.1 Cognitieve gedragstherapie voor jongeren 7.2 Interventies in het gezin 7.3 Interventies gericht op meerdere systemen 8. Andere factoren

c. De referenties staan in de tekst en ook in een bronnenlijst onderaan het artikel.

d. Er valt mij niet zoveel meer op.

4.Neem het artikel verder strikt vormelijk door. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. b.v. Verwijzingen naar gedrukte en digitale bronnen onderlijn je, specialisten kleur je rood, essentiële begrippen, definities en moeilijke woorden kleur je geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen (of neem eigen kleuren of tekens om al deze zaken aan te duiden).

Zie artikel hierboven.

17

Page 18: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

5.Maak ruwweg, vanuit deze globale verkenning, lijsten met (zie vervolg ook Stap 3) 1)met specialisten

Terrie Moffitt, Rolf Loeber, Denis Sukhodolsky, Teun van Manen, Ted Taylor en Anthony Biglan, Alison Hipwell.

2)definities en moeilijke woorden

Geïndiceerde indiceren = aanwijzing zijn voor Segregatie = apartheid Multi-etnisch = meermoterig Externaliserend = uiting geven, naar buiten brengen Internaliserend = tot onderdeel van het innerlijk maken Autoritair = gebaseerd op of gebruikmakend van macht als eerste beginsel,

gewend zijn gezag te laten gelden(bazig, dwingend, …)

Bejegening = zich een bepaalde wijze tegen iem. Of iets gedragen(hartelijk, wijze)

Seculaire = regelmatig Beducht = bang Transculturele = overgaand naar een andere cultuur.

3)soorten therapieën die aan bod komen

-Copy Power Program: Het programma bestaat uit een training van opvoedingsvaardigheden voor ouders en een training van sociale en probleemoplossende vaardigheden voor kinderen.-De Washington State Aggression Replacement Training (WSART) en Equip: Gedragstherapeutische programma’s voor jongeren.-Functional Family Therapy (FFT): een gezinstherapiegericht op het veranderen van de interacties tussen gezinsleden enhet verbeteren van het functioneren van de individuele gezinsledenen van het gezin als geheel.-Multisysteemtherapie (MST): de aanpak nog wat breder dan bijFFT. MST gaat ervan uit dat een gedragsstoornis veroorzaakt wordten in stand blijft door factoren in het gezin, de familie, de school, deomgang met leeftijdgenoten en de buurt. De behandeling dient zichdus ook op al die gebieden – systemen – te richten.

Powerpoint

18

Page 19: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Zie op de wiki ‘Opvoedingsondersteuning’ bij het artikel ‘Jeugddelinquentie’

19

Page 20: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Stap 2: WikiWelkom

Zie op de wiki zelf:

De aangemaakte tabblaadjes De voorstellingen De verschillende artikels …

20

Page 21: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Stap 3: Inhoud in lijsten en syntheses

Lijsten

Trefwoordenlijst

Delict = misdrijfInterventie = tussenkomstIrrationele cognities = vaststaande ideeën of overtuigingenLongitudinaal = op een (lang) tijdsverloop betrekking hebbendMeta-analyse = een vergelijking van de resultaten van verschillende onderzoeken

Specialisten

-Alison Hipwell-Rolf Loeber-Anthony Biglan-Terrie Moffitt

21

Page 22: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Gekozen Specialisten

Alison Hipwell

Alison verkreeg haar doctoraat in in Psychology from the Institute of Psychiatry at the University of London, and her ClinPsyD in Clinical Psychology from the University of East Anglia, UK.Psychologie van het Instituut voor Psychiatrie aan de Universiteit van Londen en haar doctoraat in Klinische Psychologie van de Universiteit van East Anglia in Het Verenigd Koninkrijk. She has been a part of the Pittsburgh Girls Study since November 2001, and her research interests are in the fields of developmental psychopathology and factors related to childrearing. Ze is een deel van de Pittsburgh Girls Study sinds november 2001.Ze heeft onderzoeksinteresses op het gebied van ontwikkelingspsychopathologie en factoren met betrekking tot opvoeding. Alison is also an Assistant Professor of Psychiatry at WPIC and an Assistant Professor of Psychology at the University of Pittsburgh. Alison is ook een assistent-professor in de psychiatrie op WPIC en een assistent-professor in de psychologie aan de Universiteit van Pittsburgh.

Rolf Loeber

22

Page 23: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Hij studeerde eerst in Amsterdam in Nederland, en behaalde zijn doctoraat in Psychology at Queen's University in Kingston, Ontario, Canada. in de psychologie aan de Queen's University in Kingston, Ontario, Canada. He has published 4 books and over 250 scientific papers. Hij publiceerde vier boeken en meer dan 250 wetenschappelijke artikelen. Rolf's interests are in how and why young people develop serious problems in their lives, including serious delinquency, mental problems, and drug problems. Rolf's belangen in hoe en waarom jonge mensen ontwikkelen ernstige problemen in hun leven, waaronder ernstige delinquentie, psychische problemen, en drugsproblemen. His challenges are to better understand and document how the behaviors of young people change with development, how risk and protective factors may emerge and persist during that development, and why this information is relevant for prevention and intervention. Zijn uitdagingen zijn om beter te begrijpen en hoe het gedrag van jonge mensen te veranderen met de ontwikkeling document, hoe kan risico-en beschermende factoren ontstaan en aanhouden tijdens die ontwikkeling, en waarom deze informatie relevant is voor preventie en interventie.

Athony Biglan

Dr Biglan is een Senior Scientist bij Oregon Research Institute en directeur van het Center op de vroege adolescentie. He has been doing research for the last 25 years on the prevention of adolescent problem behaviors. Hij deed de laatste 25 jaar onderzoek over de preventie van adolescent probleemgedrag. He has conducted numerous experimental evaluations of interventions to prevent tobacco, other drug use, high-risk sexual behavior, reading failure, and aggressive social behavior. Hij dirigeerde tal van experimentele evaluaties van interventies om tabak, andere drugs, risicovol seksueel gedrag en agressief sociaal gedrag te voorkomen.

He and colleagues at the Center for Advanced Study in the Behavioral Sciences published a book summarizing the epidemiology, cost, etiology, prevention, and treatment of youth with multiple problems (Biglan et al., 2004).Hij en collega's van het Center for Advanced Study in de Behavioral Sciences publiceerde een boek waarin de epidemiologie, kosten, etiologie, preventie, en behandeling van jongeren met meervoudige problematiek werd beschreven.

Dr Biglan was een getuige-deskundige in het Amerikaanse ministerie van Justitie rechtszaak tegen de tabaksindustrie bedrijven uit 2001 tot 2005. He is Past President of the Society for Prevention Research and has been a board member since 1998. Hij is Past President van de Society for Prevention Research en is een bestuurslid sinds 1998.

23

Page 24: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Terrie Moffitt

Terrie Moffitt E. onderzoekt de wisselwerking tussen natuur en opvoeding in het ontstaan van probleemgedrag. Haar bijzondere interesse gaat uit naar antisociaal en crimineel gedrag. Zij is Associate Director van de Dunedin Multidisciplinary Health and Development Study in Nieuw-Zeeland, dat een 32-jarige longitudinale studie van een 1972 geboortecohort van 1000 individuen en hun families voert. Ze stuurt ook de Milieu-Risk Longitudinale Twin Study ("E-risk"), die een 1994 geboortecohort van 1116 Britse families met tweelingen volgt.

Bronnenlijst

BronnenHipwell, A.E. & Loeber, R. (2007). Weten we welke interventies effectief zijn voor disruptieve en delinquente meisjes? Kind en Adolescent Review, jaargang 14, nummer 4, pagina 371-440.

Landenberger, N.A. & Lipsey, M.W. (2005). The Positive Effects of Cognitive-behavioral Programs for Offenders. A Meta-analysis of Factors Associated with Effective Treatment. Journal of Experimental Criminology, jaargang 1, nummer 4, pagina 451-476.

Lundahl, B., Risser, H.J. & Lovejoy, M.C. (2006). A Meta-analysis of Parent Training.Moderators and Follow-up Effects. Clinical Psychology Review, jaargang 26, nummer 1, pagina 86-104.

Manen, T.G. van, Prins, P.J.M. & Emmelkamp, P.M.G. (2004). Reducing Aggressive Behavior in Boys with a Social-Cognitive Group Treatment. Results of a Randomized,Controlled Trial. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, jaargang 43, nummer 12, pagina 1478-1487.

24

Page 25: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

McCart, M.R., Priester, P.E., Davies, W.H. & Azen, R. (2006). Differential Effectiveness of Behavioral Parent-training and Cognitive-behavioral Therapy of Antisocial Youth. Metaanalyses. Journal of Abnormal Child Psychology, jaargang 34, nummer 4, pagina 525-541.

Muris, P., Meesters, C., Vincken, M. & Eijkelenboom, A. (2005). Reducing Children’sAggressive and Oppositional Behaviors in the Schools. Preliminary Results on theEffectiveness of a Social-Cognitive Group Intervention Program. Child & Family Behavior Therapy, jaargang 27, nummer 1, pagina 17-32.

25

Page 26: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Stap 4: Beschikking krijgen en meer zoeken

Internet algemeen

Andere publicaties van auteurs die aan bod komen in het artikel

Auteurs Titel VindplaatsLeonieke Boendermaker Opvoeding en bescherming

achter ’tralies’ : jeugdinrichtingen tussen juridische beginselen en pedagogische praktijk.

• KHLim GEZ en SAW• KULeuven Rechtsgeleerdheid

Deniz Ince samen met Marleen Beumer, Harrie Jonkman en Mieke Vergeer.

Veelbelovend en effectief : overzicht van preventieprojecten en -programma’s in de domeinen gezin, school, kinderen en jongeren, wijk.

• HUBrussel campus Parnas• KULeuven Psych.-Pedag. Wet.

Auteurs Titel VindplaatsBlom, M. & Van der Laan, A.M. Jeugddelinquentie : risico’s en

bescherming. Bevindingen uit de WODC Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit 2005.

• KULeuven Rechtsgeleerdheid

Junger-Tas, J. & Veenman, J. & Bol, M.

Verantwoordelijk jeugdbeleid, opvoedingsondersteuning en intensieve gezinsbegeleiding

• KULeuven Maurits Sabbebib. • KULeuven Psych.-Pedag. Wet.

Manen, T.G. & Prins, P.J.M. Antisociaal gedrag bij kinderen en adolescenten.

•KHKCampus Geel•KHK Campus Lier• KULeuven Psych.-Pedag. Wet.

• KaHo SL Campus Sint-Niklaas• Lessius Mechelen Centrale Bib

Kranten / weekbladen / magazines

Antwerpen leert moeders met hun peuters spelen. (07 januari 2009). Gazet van Antwerpen, 15. Geraadpleegd via http://academic.mediargus.be/

Eeckhout, B. (28 februari 2009). De noodkreet van kinderpsychiater Peter Adriaenssens. De Morgen, 99. Geraadpleegd via http://academic.mediargus.be/

26

Page 27: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Netwerk ondersteunt opvoeding. (21 februari 2009). Gazet van antwerpen, 60. Geraadpleegd via http://academic.mediargus.be/

Provincie investeert in opvoeding. (26 januari 2009). Het Belang van Limburg, 4. Geraadpleegd via http://academic.mediargus.be/

Van Bever, J. (03 februari 2009). OCMW start met opvoedingsondersteuning voor jonge ouders. Het Laatste Nieuws, 16. Geraadpleegd via http://academic.mediargus.be/

Vak-tijdschriften

Gelauff-Hanzon, C. (2008). Engelse lessen voor Centra voor Jeugd en Gezin: Verschillende effecten bij verschillende doelgroepen. Jeugd en co kennis. 2, 29-40.

Kalthoff, H. (2009). Opvoedingsondersteuning aan migrantengezinnen schiet tekort: een pleidoor voor een krachtig opvoedoffensief. Jeugd en co kennis. 4, 8-19.

Bijdrage uit een verzamelwerk

Dekovic, M. & Prinzie, P. (2008). Gezin en afwijkende ontwikkeling. Handboek Klinische Ontwikkelingspsychologie. Springerlink, 161-183. DOI: 10.1007/978-90-313-6589-0_6

Eindwerken / bachelorproeven

Debeer, E. (2009). Opvoedingsondersteuning in Midden- en Zuid-West-Vlaanderen. : In welke mate zijn vormingnoden rond opvoeding volgens ouders en volgens professionele organisaties gelijklopend? [eindewerk].KATHO IPSOC.

Nys, K. (2009). //Ouders in perspectief : theoretische onderbouwing en evaluatie van vraag- en perspectiefgericht opvoedingsondersteunend groepswerk met maatschappelijk kwetsbare gezinnen// [eindwerk]. Leuven: KU Leuven.

Handboeken / verzamelwerken / monografieën

Van der Linden, A.P. & ten Siethoff, F.G.A. & Zeijlstra-Rijpstra, A.E.I.J. (2009). Jeugd en Recht. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

27

Page 28: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Van Lieshout, T. (2009). Pedagogische adviezen voor speciale kinderen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Speksnijder-Romijn, I. (2008). Autisme in de dagelijkse praktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Maaskant, A. & Reinders, A. (2010). De zorg voor pleegkinderen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Dekovic, M. & Prinzie, P. (2008). Handboek klinische ontwikkelingspsychologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

28

Page 29: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Excelopdrachten

Oefening 1

Soort bronnen Aantal ProcentBoeken 3 20,00%Tijdschriften 9 60,00%Verzamelwerk 1 6,67%Websites 2 13,33%Grijze literatuur(folders, …) 0 0,00%Overige 0 0,00%Totaal 15 100,00%

20.00%

60.00%

6.67%

13.33%

Soorten bronnen

BoekenTijdschriftenVerzamelwerkWebsitesGrijze literatuur(folders, …)Overige

29

Page 30: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Boeken

Tijdschriften

Verzamelwerk

Websites

Grijze literatuur(folders, …)

Overige

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Soorten bronnen

Aantal

Soorten

Oefening 2

Periode Aantal ProcentVoor 1995 0 0%

1995-1999 2 15%

2000-2005 4 31%

2006-2009 7 54%

2010-2011 0 0%

2012 0 0%Totaal 13 100%

30

Page 31: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

15%

31%54%

jaartallen bronnenVoor 1995 1995-1999 2000-2005 2006-20092010-2011 2012 Totaal

31

Page 32: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Stap 5: Contextualiseren

Organisatie: ‘Kind en Gezin’

Kind en Gezin wil, samen met zijn parters, voor elk kind, hoe het ook geboren is of opgroeit, zo veel mogelijk kansen creëren.

Het is een agentschap v an de Vlaamse overheid.

Het heeft als hoofdopdracht om actief bij te dragen tot het welzijn van jonge kinderen en hun gezinnen door dienstverlening op de beleidsvelden preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang en adoptie.

De waarden van hun medewerkers zijn open, positief, gedreven en deskundig.

Kind en Gezin is verantwoordelijk voor:

-De erkenning van kwaliteitsvolle kinderopvang.

-De criteria waaraan adoptie-organisaties aan dienen te voldoen.

-Aanspreekpunt voor meldingen van mogelijke kindermishandeling.

-De preventieve gezondheidszorg van baby’s en peuters, onder meer via opvolging van verplichte inentingen.

De kerntaken van Kind en Gezin zijn opvoeding en ontwikkeling, gezonde voeding, gezondheidsrisico’s en vaccinatie en een veilige leefwereld voor het kind creëren.

Dit doen ze samen met hun belangrijkste partners: De ouders.

Er zijn 3 voorzieningen binnen Kind en Gezin.

1. Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG)

2. Diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg

3. Vertrouwenscentra Kindermishandeling (VK)

U kunt ook Kind en Gezin raadplegen gewoon voor informatie in brochures, rapporten en filmpjes.

Daarnaast kunt u ook infosessies en opleidingen bijwonen.

32

Page 33: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Stap 6: Afwerking

De afwerking is dit document en ons afgewerkte wiki.

Persoonlijk besluit

Zie verder op pag. 32

33

Page 34: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Persoonlijk besluit

Toen ik vernam dat we een wiki moesten maken brak bij mij het koud zweet al uit. Maar dan hoorde ik dat het een groepsopdracht was en werd daarmee meteen gerustgesteld. Wanneer ik de opdrachten las wist ik helemaal niet wat we moesten doen. Het begrijpen van die opdrachten heeft voor mij meer tijd gekost dan het maken van de opdrachten. Maar dankzij mijn medestudenten is alles toch goed gekomen bij iedereen.We hebben goed samengewerkt en elkaar geholpen waar kon en moest. Kortom, ik ben vrij tevreden over ons eindresultaat.

We hebben veel geluk gehad dat wij allemaal telkens opnieuw in de werkcolleges zaten. Op die manier hebben we altijd veel informatie en uitleg kunnen vragen aan de docent. Dit was met bepaalde opdrachten zeker nodig, want vele vragen waren helemaal niet duidelijk. Vaak wist ik niet meer wat in het begin van de vraag stond als ik aan het einde was. Dat is wel vrij frustrerend als je eens goed wil doorwerken.

Refereren lukt mij vrij goed, al heb ik wel soms moeten teruggrijpen naar de powerpoint van in de les. Maar meestal ging dit vrij vlot.

Excel is en blijft bij een grote ramp. Ik heb hier enkel in het vierde middelbaar even mee gewerkt, maar daarna heb ik het nooit meer nodig gehad. Dus heb ik met de excel-opdrachten altijd mijn medestudenten moeten storen om mij te helpen. Dit vond ik wel niet erg fijn. Sommige dingen snap ik nu wel, maar grafieken maken is nog steeds een probleem. Maar zonder echt les erover te krijgen, denk ik dat het altijd een probleem zal blijven.

Ik heb beter leren omgaan met het opzoeken van boeken, artikels, tijdschriften. In het begin was dat net een digitaal doolhof die ik moest doorworstelen. Maar met zoveel te moeten opzoeken voor de wiki is dit nu een vrij duidelijk traject geworden.

Je moest echt alles gebruiken wat je hebt gezien tijdens de hoorcolleges. Refereren, powerpoint, word, excel, bibliotheek,… en dit was zeer goed.Maar zoals ik al eerder zei heeft het me met mijn excel niet geholpen.De vragen zouden wel wat duidelijker moeten worden gesteld. Het zijn zo’n lange en formele zinnen dat ik ze wel 10 keer moest lezen om het toch een beetje te kunnen begrijpen. Ik heb toch wel heel wat tijd aan die wiki gespendeerd die ik misschien zelf

34

Page 35: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

liever anders had gebruikt, maar natuurlijk is het wel een grote oefening naar het examen toe geweest. En dan hoop je natuurlijk ook dat het goed zal zijn zodat je tijd en werk niet voor niets was. Ik zou het echt niet graag nog eens doen.

Ik vind dat alle vaardigheden werden beoefenend bij deze Sadan-opdracht. Vooral het refereren kwam zeer veel aan bod. Dat vind ik goed omdat ik het ondertussen regelmatig heb geoefend. Ik denk wel dat sommige vragen duidelijker en eenvoudiger moeten geformuleerd worden. Sommige opdrachten zijn echt niet duidelijk waardoor we extra uitleg moesten vragen. Bij sommige opdrachten moet je de opdracht dan gewoon weer een aantal keer lezen voor je het begrijpt. Ik vind het vooral goed dat alle vaardigheden voor het examen werden geoefend bij deze opdracht. Het was alleen super veel werk.

35

Page 36: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Bibliografie

Breuk, R.E. (2008). Breaking the Cycle. Day Treatment for Juvenile Delinquents. Amsterdam,Vrije Universiteit. Het proefschrift is te downloaden via www.debascule.com > Actueel.

Blom,M. & Laan, A.M. van der (2007). Monitor Jeugd Terecht. Factsheet 2007-3. Den Haag,Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Hipwell, A.E. & Loeber, R. (2007). Weten we welke interventies effectief zijn voor disruptieveen delinquente meisjes? Kind en Adolescent Review, jaargang 14, nummer 4, pagina371-440.

Junger-Tas, J., Steketee, M. & Moll, M. (2008). Achtergronden van jeugddelinquentie en middelengebruik.Utrecht, Verwey-Jonker Instituut.

Laan, A.M. van der & Blom, M. (2006). Jeugddelinquentie: risico’s en bescherming. Bevindingenuit de WODC Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit 2005. Meppel/Den Haag, BoomJuridische uitgevers/Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Landenberger, N.A. & Lipsey, M.W. (2005). The Positive Effects of Cognitive-behavioralPrograms for Offenders. A Meta-analysis of Factors Associated with Effective Treatment.Journal of Experimental Criminology, jaargang 1, nummer 4, pagina 451-476.

Lipsey, M.W. & Wilson, D. (1998). Effective Intervention for Serious Juvenile Offenders. ASynthesis of Research. In: Loeber, R. & Farrington, D.P. (red.). Serious & Violent JuvenileOffenders. Risk Factors and Successful Interventions. Newbury Park (CA), Sage.

Lundahl, B., Risser, H.J. & Lovejoy, M.C. (2006). A Meta-analysis of Parent Training.Moderators and Follow-up Effects. Clinical Psychology Review, jaargang 26, nummer 1,pagina 86-104.

36

Page 37: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

Manen, T.G. van, Prins, P.J.M. & Emmelkamp, P.M.G. (2004). Reducing Aggressive Behaviorin Boys with a Social-Cognitive Group Treatment. Results of a Randomized,Controlled Trial. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, jaargang43, nummer 12, pagina 1478-1487.

McCart, M.R., Priester, P.E., Davies, W.H. & Azen, R. (2006). Differential Effectiveness ofBehavioral Parent-training and Cognitive-behavioral Therapy of Antisocial Youth. Metaanalyses.Journal of Abnormal Child Psychology, jaargang 34, nummer 4, pagina 525-541.

Muris, P., Meesters, C., Vincken, M. & Eijkelenboom, A. (2005). Reducing Children’sAggressive and Oppositional Behaviors in the Schools. Preliminary Results on theEffectiveness of a Social-Cognitive Group Intervention Program. Child & Family BehaviorTherapy, jaargang 27, nummer 1, pagina 17-32.

Sukhodolsky, D.G., Kassinove, H. & B.S. Gorman (2003). Cognitive-behavioral Therapy forAnger in Children and Adolescents. A Meta-analysis. Aggression and Violent Behavior,jaargang 9, nummer 3, pagina 247-269.

Taylor, T.K. & Biglan, A. (1998). Behavioral Family Interventions for Improving Childrearing.A Review of the Literature for Clinicians and Policy Makers. Clinical Child andFamily Psychology Review, jaargang 1, nummer 1, pagina 41-60.

www.cbs.nl > StatLine databank. Slachtofferschap van criminaliteit.www.cbs.nl > StatLine databank. Aantal jongeren naar geslacht, leeftijd, herkomst enregio.

37

Page 38: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

38

Page 39: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

InhoudsopgaveStap 1: Onderwerpsverkenning..............................................................................................................2

Artikel.................................................................................................................................................2

Enkele vraagjes.................................................................................................................................10

Powerpoint.......................................................................................................................................14

Stap 2: WikiWelkom.............................................................................................................................15

Stap 3: Inhoud in lijsten en syntheses..................................................................................................16

Lijsten...............................................................................................................................................16

Trefwoordenlijst...........................................................................................................................16

Specialisten...................................................................................................................................16

Organisaties / voorzieningen........................................................................................................24

Bronnenlijst..................................................................................................................................24

Stap 4: Beschikking krijgen en meer zoeken.........................................................................................25

Publicaties........................................................................................................................................25

Stap 4 (5): Jeugdcriminologie: Achtergronden van jeugdcriminaliteit..........................................26

Internet algemeen............................................................................................................................26

Hilde Kalthoff: andere werken......................................................................................................26

Kranten / weekbladen / magazines..............................................................................................26

Vak-tijdschriften...........................................................................................................................27

Bijdrage uit een verzamelwerk.....................................................................................................27

Eindwerken / bachelorproeven....................................................................................................27

Handboeken / verzamelwerken / monografieën..........................................................................28

Excelopdrachten...............................................................................................................................29

Oefening 1....................................................................................................................................29

Oefening 2....................................................................................................................................30

.....................................................................................................................................................30

Stap 5: Contextualiseren......................................................................................................................31

Organisatie: ‘Opvoedingswinkel’......................................................................................................31

Stap 6: Afwerking.................................................................................................................................33

Persoonlijk besluit............................................................................................................................33

39

Page 40: opvoedingsondersteuning.wdfiles.comopvoedingsondersteuning.wdfiles.com/local--files...  · Web viewDeniz Ince samen met Marleen Beumer, ... Geraadpleegd via B. (28 februari 2009).

40