Optimale inrichting sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant...
Transcript of Optimale inrichting sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant...
1
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
2017
Optimale inrichting sportbureau/ innovatiewerkplaats
Abiant Lycurgus
Ontwerpspecificaties sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus &
Hanzehogeschool Groningen
Versie 1
2
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
2017
Optimale inrichting sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant
Lycurgus
Auteur: Ronald Paans
School: Hanzehogeschool Groningen
Instituut: Instituut voor Sportstudies
(HIS)
Opleiding: Sport, Gezondheid &
Management
Studiejaar: 2016-2017
Afstudeerbegeleider: Harold Hofenk
Werkveldbegeleider: Mello Veenstra
Plaats en datum: Groningen, 9 juni 2017
Soort rapportage: Praktijkgericht onderzoek
Ontwerpspecificaties sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus
& Hanzehogeschool Groningen
Versie 1
3
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Voorwoord Dit rapport is onderdeel van het afstudeeronderzoek van Ronald Paans, waarin hij werkzaam is
geweest als stagiair voor zowel Abiant Lycurgus als de Hanzehogeschool te Groningen. Dit onderzoek
is ter afsluiting van de studie Sport, Gezondheid & Management aan de Hanzehogeschool te
Groningen.
Dit onderzoek zou niet uitgevoerd kunnen worden indien niet de hulp van de stagebegeleider(s)
Marcel van Delden en Mello Veenstra en afstudeerbegeleider Harold Hofenk was verkregen.
Daarnaast wil de onderzoeker alle respondenten betrokken bij dit onderzoek bedanken. Zonder hun
inbreng en openheid had de onderzoeker dit onderzoek niet kunnen verrichten en tot een
eindresultaat kunnen komen.
Veel leesplezier gewenst!
Ronald Paans
4
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Managementsamenvatting Het afgelopen jaar heeft er een onderzoek plaatsgevonden bij Abiant Lycurgus. Abiant Lycurgus is
onderdeel van de Stichting Topvolleybal Groningen en speelt haar wedstrijden in de eredivisie. In
2015 is het plan Ambitie 2020 geïmplementeerd en hiermee is destijds de eerste stap gezet om als
club te willen professionaliseren. Binnen Abiant Lycurgus is opgevallen dat het veelal afhankelijk is
van vrijwilligers en dat het bestuur voornamelijk uitvoerend werkt en dus niet de club bestuurt. Om
deze reden heeft de Stichting Topvolleybal Groningen besloten om in samenwerking met de
Hanzehogeschool en het Alfa-college Sport & bewegen een Sportbureau/ Innovatiewerkplaats op te
willen zetten.
De aanleiding vanuit de Hanzehogeschool is vanuit een ander perspectief. Het HIS wil graag naast
onderwijsinstelling ook een kennisinstelling zijn en daarnaast ook een bijdrage leveren aan de regio.
Het thema duurzaamheid is hier in heel belangrijk. De opleidingsdidactiek is veranderd waardoor de
studenten meer in een beroepsechte context aan het werk zijn. De opleiding sportkunde wil de drie
hoogste clubs in de regio Groningen aan zich verbinden, waaronder ook Abiant Lycurgus.
Het doel van dit onderzoek is om antwoord te geven op de volgende onderzoeksvraag: “Hoe ziet het
sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus eruit in het seizoen 2017/2018?”
Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden is een ontwerponderzoek uitgevoerd, waarbij er
gebruik gemaakt is van drie typen onderzoek: behoefte-, literatuur-, & benchmarkonderzoek.
Om tot een concrete advies te komen over de optimale invulling van een sportbureau/
innovatiewerkplaats is het voornamelijk dat de voorwaarden vanuit beide partijen goed omschreven
worden. De onderzoeker heeft deze voorwaarden vanuit beide partijen gebundeld en verwerkt in de
resultaten. Uiteindelijk zijn er een aantal aanbevelingen gegeven met betrekking tot het sportbureau/
innovatiewerkplaats voor het seizoen 2017/2018.
5
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................... 3
Managementsamenvatting ...................................................................................................................... 4
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 5
1. Inleiding ............................................................................................................................................... 6
Vraagstelling ........................................................................................................................................ 8
Theoretisch kader ................................................................................................................................ 9
2. Onderzoeksmethoden ....................................................................................................................... 12
3. Resultaten.......................................................................................................................................... 14
4. Conclusie ........................................................................................................................................... 24
5. Discussie ........................................................................................................................................... 25
6. Aanbevelingen ................................................................................................................................... 26
7. Begrippenlijst ..................................................................................................................................... 28
Bibliografie ............................................................................................................................................. 29
Bijlagen .................................................................................................................................................. 30
Inhoudsopgave bijlagen ..................................................................................................................... 30
Bijlage 1: Ontwerponderzoek ............................................................................................................ 31
Bijlage 2: Uitwerking interview met Arjan Taaij ................................................................................. 32
Bijlage 3: Uitwerking interview met Hayo Bijl .................................................................................... 36
Bijlage 4: Uitwerking interview met Duncan Hoeppertz & Edwin Bolt ............................................... 39
Bijlage 5: Uitwerking interview met Jack Suiveer .............................................................................. 41
Bijlage 6: Uitwerking interview met Paul van Gestel ......................................................................... 44
Bijlage 7: Uitwerking gesprek met Alfa-college S&B ......................................................................... 47
Bijlage 8: Uitwerking evaluatie studenten Sportbureau Abiant Lycurgus ‘16/’17 .............................. 48
Bijlage 9: Uitwerking interview Gerard van Pijkeren.......................................................................... 52
Bijlage 10: Uitwerking interview met Kris Tuinier .............................................................................. 55
Bijlage 11: Uitwerking interview met Paul van der Wijk .................................................................... 56
Bijlage 12: Uitwerking evaluatie experimenteel jaar Sportbureau Abiant Lycurgus .......................... 57
Bijlage 13: Uitwerking interview Peter de Vries ................................................................................. 60
Bijlage 14: Uitwerking interview Ben Spaai ....................................................................................... 64
Bijlage 15: Uitwerking interview Harold Hofenk................................................................................. 66
6
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
1. Inleiding “De afgelopen jaren is er een dalende lijn waargenomen in het Eredivisie volleybal”.
De Nevobo is al geruime tijd aan het onderzoeken hoe zij de Eredivisie zaalvolleybal kan versterken.
Voornamelijk de sportieve resultaten, media-aandacht, kwaliteit van de trainingsprogramma’s,
stabiliteit van de Eredivisieclubs alsmede het binden van talenten is gedaald. Dit onderzoek moet een
bijdrage gaan leveren aan de professionaliseringslag van Abiant Lycurgus en hierbij specifiek het
implementeren van een Sportbureau/ IWP. Hierbij wordt eerst het probleem vastgesteld en uiteindelijk
een oplossing aangedragen. Uiteindelijk leidt dit tot verbetering van de club Abiant Lycurgus en de
bovenliggende Stichting Topvolleybal Groningen.
Eredivisie
In het onderzoek dat de Nevobo uitvoert is een schets uitgewerkt van het toekomstbeeld waar zij met
de Eredivisie zaalvolleybal naar toe willen. Dit toekomstbeeld is tot stand gekomen na een langdurig
traject van interviews, onderzoek en consultatie. Met alle direct betrokkenen rondom de Eredivisie
zaalvolleybal is één of meerdere keren gesproken om het beeld aan te scherpen, respectievelijk te
toetsen en het plan te optimaliseren. Om een sterke volleybalinfrastructuur in Nederland te behouden,
is een sterke Eredivisie cruciaal. In het toekomstbeeld van de Nevobo ziet de Eredivisie zaalvolleybal
er als volgt uit:
Eredivisie organisaties die een regionale positie innemen;
Eredivisie organisaties die duurzaam topsport bedrijven;
Topsportwaardige accommodaties met een capaciteit van minimaal 500 toeschouwers;
Gedeeltelijk centraal marketingmodel met naam gevende sponsoren;
Bovenstaande moet ertoe leiden dat talenten langer in Nederland blijven, (ex-) internationals
terugkeren in de Nederlandse competitie, de sportieve resultaten (Europees) toenemen, de media-
aandacht groeit, en de publieke belangstelling en het aantal sponsoren zal toenemen. Als het lukt om
de negatieve ontwikkeling te keren, zal een spiraal ontstaan waar de verschillende elementen elkaar
in positieve zin gaan beïnvloeden (Nederlandse Volleybalbond, 2016).
Abiant Lycurgus
“ABIANT LYCURGUS PRESENTEERT AMBITIE 2020”
Abiant Lycurgus heeft grootse plannen voor de toekomst. (Volleybalkrant, 18 maart 2015)
Ambitie 2020 is een plan geschreven door twee experts in opdracht van Abiant Lycurgus. Abiant
Lycurgus wil in de toekomst namelijk een professionaliseringsslag slaan zowel op bestuurlijk- als op
sportief niveau. Een eerste aanzet hiervan is het plan: Ambitie 2020 (Hanzehogeschool Groningen,
2015) (Koenis & Jager, 2014).
De Stichting Topvolleybal Groningen bestaat uit één volleybalteam dat uitkomt in de eredivisie,
namelijk Abiant Lycurgus. Doordat het een stichting is en vrijwel alleen uit vrijwilligers bestaat, is het
probleem ontstaan dat er veel werk rust op een kleine groep mensen. Hierdoor kunnen zij niet de
gewenste taken en activiteiten uitvoeren. De club heeft professionals nodig die deze taken en
activiteiten gaan uitvoeren. Om een professionaliseringsslag te kunnen maken binnen de stichting is
er de vraag vanuit het bestuur naar een professioneel sportbureau/ IWP (innovatiewerkplaats) die
ondersteunend is aan het bestuur. Op dit moment is het bestuur veelal uitvoerend bezig. Het bestuur
is zelf niet aan het besturen en werkt veel uitvoerend.
Om deze reden heeft de Stichting Topvolleybal Groningen besloten om in samenwerking met de
Hanzehogeschool sportbureau ofwel een innovatiewerkplaats op te willen zetten. Vanaf september
2016 is een pilot gestart van een ‘sportbureau’ die deels werd ingevuld door studenten van de
Hanzehogeschool, Alfa-college en Noorderpoort college. De volgende stap is dat er een ‘tastbaar’
sportbureau/ IWP in de toekomst geïmplementeerd wordt en aangestuurd door 1 betaalde
professional.
7
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Hanzehogeschool Groningen
De Hanzehogeschool Groningen presenteerde in 2016 haar nieuwe strategische plan Vernieuwen in
Verbinding. Kern van dit strategische plan is de ontwikkeling van de Hanzehogeschool Groningen tot
een leergemeenschap: een plek waar studenten, docentonderzoekers en mensen uit het werkveld van
elkaar leren en samen werken aan het oplossen van vraagstukken uit de samenleving.
“In het charter formuleert de Hanzehogeschool Groningen dat zij gezamenlijk concrete doelstellingen
maken passen bij de strategische ambities. Met het onderschrijven van dit charter, nemen zij samen
de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen, binnen de kaders en werkwijze van
de Hanzehogeschool. Een van de pijlers waarop de Hanzehogeschool de komende jaren zich wil
gaan richten is: Innovatiewerkplaatsen” (Hanzehogeschool Groningen, 2016).
Instituut voor Sportstudies
De opleidingsdidactiek is veranderd waardoor de studenten meer in een beroepsechte context aan het
werk zijn. Kortom, door de afgelopen jaren op deze manier uitgevoerd te hebben is de
Hanzehogeschool, en in het specifiek het HIS (Instituut voor sportstudies), te weten gekomen dat
voornamelijk praktijkgericht werken voor de studenten meer oplevert. Hierdoor wordt zoals hierboven
vermeld een verandering binnen de Hanzehogeschool en haar opleidingen doorgevoerd. Een van die
veranderingen is het intensiever gaan samenwerken met Innovatiewerkplaatsen zoals in het
strategisch plan van de Instituut voor Sportstudies staat vermeld (Instituut voor Sportstudies, 2016)
(Smulders, Hoeve, & Meer van der, 2013).
8
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Vraagstelling Vanaf september 2016 loopt de student al stage bij Abiant Lycurgus. In het eerste halfjaar is er een
adviesrapport geschreven met betrekking tot de inrichting van een Sportbureau voor Abiant Lycurgus.
Dit adviesrapport tezamen met het theoretisch kader zorgen voor een basis voor dit onderzoek en legt
het fundament voor het ontwerp van een Sportbureau/ IWP. Doel van dit onderzoek is om antwoord te
geven op de volgende onderzoeksvraag:
“Wat is de inrichting van het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 in het seizoen
2017/2018?”
Naast het beantwoorden van de hoofdvraag is het van belang om ook de volgende deelvragen te
beantwoorden en wordt het makkelijker om de hoofdvraag te beantwoorden:
1. Wat is de optimale inrichting van het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 in het
seizoen 2017/2018 tegen de achtergrond van:
a)”De ontwerpspecificaties voor IWP’s 2020 vanuit de Hanzehogeschool te Groningen?”
b)”De ontwerpspecificaties voor een sportbureau vanuit het nieuwe bestuur van Abiant Lycurgus?”
2. “Wat kunnen we leren van het experimentele jaar ‘16/’17 waarin een pilot ten aanzien van een
sportbureau is uitgevoerd?”
3. “Wat kunnen we leren van het concept ‘buitenwerkplaatsen’ van het Lectoraat Duurzame innovatie
in de regionale kenniseconomie?”
4. “Wat kunnen we leren van andere experimenten met sportbureaus/ IWP’s elders in de regio en in
het land?”
9
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Theoretisch kader
Professionalisering van topsportorganisaties
Figuur 1: Oriëntatierichtingen binnen sportverenigingen (Boessenkool & Waardenburg, Sportverenigingen: tussen
tradities en ambities, 2011).
Tijdens dit onderzoek staat het professionaliseren van een topsportorganisatie centraal en in het
specifiek Abiant Lycurgus. Om een goed beeld te kunnen verkrijgen van het professionaliseren van
een topsportorganisatie is het van belang om de definitie van professionalisering te weten.
Professionaliseren is volgens (Nederlandse Encyclopedie, 2017). Alle activiteiten die tot doel hebben
kennis en vaardigheden van een beroepsgroep te verbeteren en verder te ontwikkelen. Hiertoe
behoren:
bevorderen van de organisatieontwikkeling en het waarmaken van de doelstellingen vanuit het
strategische plan;
kwaliteitsbevordering (het opstellen van richtlijnen inclusief de implementatie ervan).
Geconstateerd kan worden dat de term professionalisering geen eenduidig begrip is, maar in de
sportliteratuur vaak in één adem wordt genoemd, namelijk het aanstellen van betaalde krachten
(Metgod, 2014).
In bovenstaande figuur van Boessenkool en Waardenburg worden de verschillende
oriëntatierichtingen binnen sportverenigingen weergegeven. De hedendaagse sportorganisaties
moeten vaak kiezen tussen vermarkting en vermaatschappelijking , maar ook tussen
commercialisering en professionalisering. Vermarkting, betekent dat de sport gebruikt wordt voor
commerciële doeleinden (vercommercialisering). Vermaatschappelijking, betekent dat de sport als
middel en niet meer als doel wordt ingezet. De sportorganisaties zijn bezig met het maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Kortom, de hedendaagse sportverenigingen moeten vaak kiezen tussen enerzijds ambitieuze
(sportieve) doelstellingen. Deze doelstellingen dragen bij aan de verdere ontwikkeling van de
organisatie. Echter kennen deze kansen ook een keerzijde en zijn ze het tegenovergestelde van de
kenmerken van een traditionele sportvereniging.
Voor Abiant Lycurgus betekent dus zoals in hoofdstuk 1 staat vermeld het waarmaken van het in 2015
geschreven: Plan Ambitie 2020. Daarbij horen voornamelijk sportieve doelstellingen, maar ook zeker
bestuurlijke doelstellingen. Met dit plan heeft de stichting een ambitie voor de komende vijf jaren
waarin ze een professionaliseringsslag wil maken.
10
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
In een nieuwsbericht van de Stichting Topvolleybal Groningen, geschreven op 17 maart 2015, stelt de
club dat zij zich wil professionaliseren op de volgende zaken.
Groningen, City of Talent, een volleybalstad bij uitstek met veel talentvolle jeugd en met kennis en
innovatie op het gebied van topsport en topvolleybal. De STG wil al deze krachten nog meer
bundelen.
Dat moet leiden tot een fulltime volleybalprogramma in een professionele structuur die nodig is voor
optimale talentontwikkeling, het leveren van topprestaties en daarmee het winnen van prijzen. Een
topsport waardige omgeving waar ook sponsors en andere partners zich uitstekend kunnen profileren
(Voth, 2015).
Innovatiewerkplaats
Allereerst is het goed om uit te leggen wat precies een innovatiewerkplaats is: “Een IWP is een fysieke
of virtuele vorm waar onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk bij elkaar komen (Instituut voor
Sportstudies, 2016).
De Hanzehogeschool te Groningen is bezig met het veranderen van haar opleidingsdidactiek. De
afgelopen jaren is het onderwijs zo ingericht dat studenten zowel praktijkgericht werken maar ook
theoretisch. Met praktijkgericht werken wordt bedoeld dat studenten daadwerkelijk ‘de boer op gaan’
en in de praktijk vaak bij stageorganisaties aan de slag gaan. Met theoretisch te werk gaan wordt
bedoeld het leren van bijvoorbeeld tentamens en het volgen van de hoorcolleges.
Door dit de afgelopen jaren op deze manier uitgevoerd te hebben is de Hanzehogeschool en in het
specifiek het HIS (Instituut voor sportstudies), te weten gekomen dat voornamelijk praktijkgericht
werken voor de studenten meer oplevert. Hierdoor wordt zoals hierboven vermeld een verandering
binnen de Hanzehogeschool en haar opleidingen doorgevoerd. Een van die veranderingen is het
intensiever gaan samenwerken met Innovatiewerkplaatsen zoals in het strategisch plan van de
Instituut voor Sportstudies staat vermeld (Instituut voor Sportstudies, 2016).
Een IWP is onderscheidend van andere onderwijsvormen omdat een IWP (in meer of mindere mate)
voldoet aan de volgende criteria:
1. Complexiteit: de vraagstukken binnen de IWP zijn gecompliceerd;
2. Multidisciplinair/interprofessioneel: meerdere vakgebieden dragen bij vanuit de eigen
invalshoek en/of beroep.
3. Learning community/leren en co-creëren: De IWP is gericht op leren en co creëren in een
community en uitwisseling tussen communities.
4. Diversiteit partners. Er zijn 3 typen partners: uit onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk.
Uiteraard staat het opleidingen vrij naar eigen inzicht verbindingen te maken met het werkveld en/of
onderzoek te doen in het kader van hun eigen discipline (monodisciplinair). We noemen dit geen IWP,
maar zien daarvan de grote relevantie voor de eigenheid van opleidingen en de vragen uit het
werkveld (Hanzehogeschool Groningen, 2016) (Cremers & Wierenga, 2017).
11
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Hieronder zijn twee figuren weergegeven met betrekking tot innovatiewerkplaatsen. Figuur 2, geeft
een beeld weer van de ontwikkeling van innovatiewerkplaatsen. Het ideaalbeeld is dat de
verschillende partijen uit zowel werkveld als onderwijs bij elkaar komen en in één IWP worden
gefaciliteerd. Figuur 2 geeft een beeld van de verschillende onderwijsvormen waarbij de praktijk een
rol speel. Kenmerkend voor een ideale IWP is dat het niet plaats vindt binnen het onderwijs en ook
niet binnen de organisatie van een bedrijf, maar in een aparte organisatie. Dit wordt ook wel een
Publiek Private Samenwerking genoemd.
Figuur 2: Innovatiewerkplaatsen in ontwikkeling (Instituut voor Sportstudies, 2016).
Figuur 3: Verschillende onderwijsvormen en een ideale IWP (Cremers & Wierenga, 2017).
12
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
2. Onderzoeksmethoden Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van Abiant Lycurgus behorend bij de Stichting
Topvolleybal Groningen en de Hanzehogeschool Groningen. Het advies over het ontwerp van het
sportbureau/ IWP zal uiteindelijk worden opgeleverd aan het bestuur van Abiant Lycurgus en het
managementteam van de Hanzehogeschool Groningen. In dit hoofdstuk wordt een vertaling gegeven
naar het onderzoek ontwerp, doelgroep, meetinstrumenten, procedure en protocol en data-analyse.
Onderzoek ontwerp
Het onderzoek dat door de student is uitgevoerd kan gedefinieerd worden als ontwerponderzoek. “De
term ontwerponderzoek kent twee componenten: ontwerpen en onderzoeken. Ontwerpen betekent
op een systematische wijze bedenken en ontwikkelen van een oplossing voor een probleem”.
Tijdens dit onderzoek wordt er een ontwerp gemaakt voor de inrichting van een Sportbureau/ IWP
Abiant Lycurgus voor het seizoen 2017/2018. Dit advies over het ontwerp wordt gegeven aan het
Management Team HIS en het bestuur van Abiant Lycurgus (Vereniging van Lerarenopleider in
Nederland, 2017).
Methoden
Doordat het ontwerponderzoek bestaat uit een: behoefte-, literatuur-, & benchmarkonderzoek wordt er
gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden. Tijdens dit onderzoek wordt gebruik gemaakt
van semigestructureerde interviews. Dit omdat er tijdens de interviews verschillende thema’s zijn
besproken met betrekking tot de ontwerpspecificaties van een sportbureau/ IWP. De onderzoeker
heeft hierbij doorgevraagd naar de mening van de respondent. Dit levert meer informatie op. Deze
semigestructureerde interviews zijn met zowel interne als externe partijen gevoerd. De resultaten
hebben meer informatie gegeven en kunnen worden gebruikt binnen het ontwerponderzoek
(Dingemanse, 2017).
Dataverzameling
In totaal zijn er 11 respondenten geïnterviewd. Hiervan zijn er 4 respondenten intern betrokken bij dit
onderzoek. Dit betekent dat ze bij de Hanzehogeschool of Abiant Lycurgus actief betrokken zijn.
Vanuit beide organisaties is het namelijk van belang om te achterhalen wat de voorwaarden voor een
Sportbureau/ IWP zijn. De onderzoeker heeft met deze interne respondenten semigestructureerde
interviews afgenomen. Het behoefte onderzoek is uitgevoerd bij het MT-team van het HIS en
bestuursleden van Abiant Lycurgus.
De overige respondenten zijn extern die als onderdeel van het benchmarkonderzoek zijn
geraadpleegd. De respondenten die extern zijn geïnterviewd, hebben een functie bij
topsportorganisatie of een relatie met de topsport hebben. Er zijn interviews afgenomen met experts
t.o.v. van een sportbureau of een Innovatiewerkplaats. Als toevoeging op het onderzoek en als basis
voor het sportbureau/ IWP Abiant Lycurgus 2.0 is er ook een evaluatie gehouden. Deze evaluatie is
met de stakeholders van het sportbureau ‘16/’17 (Hanzehogeschool Groningen, Alfa-college en Abiant
Lycurgus) gehouden. Daarnaast is er een evaluatie/ reflectie gezamenlijk met de studenten van het
sportbureau ‘16/’17 georganiseerd.
Data-analyse
Behoefte- en literatuuronderzoek:
Zoals hierboven vermeld is door de onderzoeker een behoefte onderzoek gehouden met het
Management Team van het HIS en bestuursleden van Abiant Lycurgus. Tezamen met hen is
voornamelijk deelvraag 1a en 1b beantwoord, namelijk wat zijn de ontwerpspecificaties ofwel
voorwaarden voor een Sportbureau/ IWP. De resultaten van deze semigestructureerde interviews zijn
verwerkt in de bijlage. Naast het behoefte onderzoek is er ook literatuur onderzocht. Belangrijke
bestanden voor het literatuuronderzoek waren voornamelijk de beleidsplannen van beide organisaties.
De resultaten van het literatuuronderzoek zijn verwerkt in de beantwoording op deelvraag 1a en
deelvraag 1b.
13
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Benchmarkonderzoek:
Aanvullend aan het ontwerponderzoek is er een benchmark geraadpleegd zoals hierboven vermeld.
Er zijn semigestructureerde interviews afgenomen met personen die een functie bij een
topsportorganisatie hebben of een relatie hebben met de topsport. Daarnaast zijn er twee evaluaties
geweest met alle betrokken van het Sportbureau Abiant Lycurgus ‘16/’17.
De semigestructureerde interviews zijn opgenomen en uiteindelijk verwerkt en gecodeerd in de
bijlagen.
Dataverzameling deelvragen
De tabel hieronder geeft een overzicht van de manier(en) van data verzamelen. Per deelvraag worden
de methoden & technieken behorend bij de deelvraag besproken.
Deelvraag Methode Onderzoekstechniek
1a. Wat is de optimale inrichting van het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 in het seizoen 2017/2018 tegen de achtergrond van: ”De ontwerpspecificaties voor IWP’s 2020 vanuit de Hanzehogeschool te Groningen?”
Deskresearch & fieldresearch
Literatuurstudie & semigestructureerde interviews
1b. Wat is de optimale inrichting van het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 in het seizoen 2017/2018 tegen de achtergrond van: ”De ontwerpspecificaties voor een sportbureau vanuit het nieuwe bestuur van Abiant Lycurgus?”
Deskresearch & fieldresearch
Literatuurstudie & semigestructureerde interviews
2. “Wat kunnen we leren van het experimentele jaar ‘16/’17 waarin een pilot ten aanzien van een sportbureau is uitgevoerd?”
Fieldresearch Semigestructureerde interviews
3. “Wat kunnen we leren van het concept ‘buitenwerkplaatsen’ van het Lectoraat Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie?”
Fieldresearch Benchmarkonderzoek & semigestructureerde interviews
4. “Wat kunnen we leren van andere experimenten met sportbureaus/ IWP’s elders in de regio en in het land?”
Fieldresearch Benchmarkonderzoek & semigestructureerde interviews
Tabel 1: Dataverzameling deelvragen
14
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
3. Resultaten In dit hoofdstuk worden de bevindingen vanuit de interviews gepresenteerd en worden de deelvragen
van dit onderzoek grondig beantwoord. Met het beantwoorden van deze deelvragen, kan er een
antwoord worden gegeven op de hoofdonderzoeksvraag. Deze wordt beantwoord in het volgende
hoofdstuk, conclusie. Daarnaast worden de bevindingen vanuit de interviews samengevoegd met de
bevindingen uit het theoretisch kader.
De resultaten geven antwoord op de in hoofdstuk 1 opgestelde deelvragen. Hieronder wordt elke
deelvraag apart beantwoord. Bij de beantwoording van deze deelvragen wordt gebruik gemaakt van
de verschillende soorten verzamelde data.
Deelvraag 1a
Wat is de optimale inrichting van het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 in het
seizoen 2017/2018 tegen de achtergrond van “de ontwerpspecificaties voor IWP’s 2020 vanuit de
Hanzehogeschool te Groningen?”
Het inrichten van een sportbureau is een langdurig proces waarin geleidelijk aan stappen ondernomen
moeten worden. Echter kan men aan de voorkant voorwaarden creëren om een sportbureau/ IWP in
te kunnen richten. Deze voorwaarden of kenmerken voor een sportbureau zullen hieronder vanuit het
perspectief van de Hanzehogeschool beschreven worden.
Voor de Hanzehogeschool moeten de volgende voorwaarden sowieso gecreëerd worden willen zij
mede-participeren in het sportbureau/ IWP Abiant Lycurgus 2.0.
Onderwijs en onderzoek
Indien het sportbureau/ IWP vanaf het seizoen 2017/2018 geïmplementeerd wordt is de
Hanzehogeschool Groningen en in het specifiek het Instituut voor Sportstudies bereid om te gaan
investeren in het sportbureau. Hoe en op welke manier dit ingevuld gaat worden is nog niet duidelijk.
Uit de gesprekken tussen het HIS en Abiant Lycurgus moeten afspraken gemaakt worden voor de
toekomst. De investering vanuit de Hanzehogeschool zal voornamelijk zijn, voor de uren van een
toekomstig manager van het sportbureau.
Deze manager is naast het runnen van het sportbureau/ innovatiewerkplaats van Abiant Lycurgus ook
werkend voor het Instituut voor Sportstudies onder de functie: docent-assistent. Met het aanstellen
van een docent-assistent is het HIS bekend en dit is al eens vaker gedaan. Voor de aanstelling van
een docent-assistent geldt een maximale termijn van twee jaren. Dit om ervoor te zorgen dat er in de
toekomst nieuwe professionals als docent-assistenten aangesteld kunnen worden.
Een zekere factor is dat de termen onderwijs en onderzoek zeer hoog op het lijstje, met betrekking tot
de voorwaarden van het sportbureau/ IWP, staan. De Hanzehogeschool Groningen pleit er namelijk
voor dat er binnen een dergelijk sportbureau/ IWP goed vervangend onderwijs wordt aangeboden. Dit
betekent niet dat er daadwerkelijk lessen op locatie gegeven moeten worden, maar dat er wel
opdrachten voor de studenten liggen passend bij hun leerjaar en uitstroomprofiel. Daarnaast is
onderzoek doen zowel voor de Hanzehogeschool als voor Abiant Lycurgus zeer relevant. Door
onderzoek te doen m.b.t. strategische thema’s wil men een impact op de regio creëren. De opleiding
wil dat de toekomstige manager van het sportbureau hier zich ook zeker mee bezig houdt.
Duurzaamheid
Vanuit de Hanzehogeschool is één van de voorwaarden voor een IWP de term: duurzaamheid.
Duurzaamheid betekent dat er constant een toestroom en doorstroom van studenten is. Continuïteit
speelt hierbij een zeer grote rol en er moet constant een warme overdracht zijn zodat studenten weten
wat voor opdrachten er liggen en dat ze ook daadwerkelijk met deze opdrachten aan de slag kunnen.
Kortom moet het sportbureau een langdurig karakter kennen. Voor de Hanzehogeschool betekent dit
dat zij ieder jaar vacatures moeten opstellen voor het sportbureau/ IWP Abiant Lycurgus.
15
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Om de continuïteit te kunnen waarborgen moet het bestuur van Lycurgus ieder jaar opdrachten
formuleren. Deze opdrachten moeten een verlengstuk zijn van de missie en de visie van de club en
haar doelstellingen. Indien deze goed zijn geformuleerd kan het sportbureau ook deze missie en visie
overnemen en implementeren.
Tussen de Hanzehogeschool Groningen en Abiant Lycurgus moet een contract worden opgesteld
zodat beide partijen zich aan de afspraken moeten houden. Zoals gezegd is duurzaamheid voor de
Hanzehogeschool Groningen een zeer belangrijke term en één van de voorwaarden voor het
implementeren van een IWP.
Multidisciplinair
Een andere voorwaarde voor de implementatie van een innovatiewerkplaats is dat het multilevel en
multidisciplinair wordt ingericht. In de toekomst bestaat het idee om naast multilevel (mbo & hbo) ook
multidisciplinair vraagstukken aan te vliegen. De ambitie is dat het sportbureau zich zo ontwikkelt dat
de club de komende jaren meer op de kaart wordt gezet, zowel maatschappelijk als sportief.
Het zou zomaar eens voor kunnen komen dat bepaalde complexe opdrachten niet opgelost kunnen
worden door studenten van het Instituut voor Sportstudies. Alleen daarom al moet het Sportbureau/
IWP gevuld worden door een multidisciplinair studententeam. Bij dit multidisciplinair studententeam
zijn meerdere Schools en Bachelors betrokken. Door een breed scala aan studenten van
verschillende opleidingen te hebben, kunnen deze complexe vraagstukken makkelijker aan gevlogen
worden. Dit wordt ook wel een living-lab genoemd, waar daadwerkelijk onderwijs, het bedrijfsleven en
praktijk samen komen.
Zoals gezegd is het inrichten van een Sportbureau/ IWP een langdurig proces, omdat niet alles in een
keer perfect gedaan kan worden. Stap voor stap wordt een innovatiewerkplaats steeds verder
geprofessionaliseerd. Het is de bedoeling dat er voor de toekomst een duidelijk plan ligt. Belangrijk is
namelijk dat men groot moet denken en niet alleen op korte termijn. Indien er alleen ad hoc gedacht
wordt, blijf je als sportbureau/ innovatiewerkplaats ook erg klein. Reëel is alleen niet dat er volgend
jaar al een innovatiewerkplaats is ingericht met verschillende studenten vanuit verschillende
opleidingen. Hierbij speelt het afgelopen experimenteel jaar een grote rol, maar hier wordt bij de
beantwoording van deelvraag 2 verder op ingegaan.
Complexe opdrachten
Ieder jaar moeten er complexe opdrachten liggen en deze zullen door Abiant Lycurgus geformuleerd
moeten worden. De opdrachten worden geformuleerd aan de hand van de missie, visie, strategie en
doelstellingen van de club. Dit zodat student, docent en werkveld gezamenlijk aan deze complexe
opdrachten kunnen werken. Definitie van een innovatiewerkplaats. Deze complexe opdracht(en) zijn
een set van samenhangende deelopdrachten.
Vanuit de Hanzehogeschool te Groningen is het belangrijk dat de docent de vraagarticulatie van de
opdrachten en voor de studenten bewaakt. Dit betekent niet dat hij de rol van de manager van het
sportbureau moet hebben, maar juist gezamenlijk met de manager over deze opdrachten het kan
hebben. Studenten van de opleidingen bevinden zich in een piramidaal model met daarbij passend de
functie en competenties. Dit betekent ook dat er van vierdejaars meer wordt gevraagd dan van
tweedejaars.
Indien een innovatiewerkplaats wordt gecreëerd is het van belang dat de studenten, docenten en
werkveld regelmatig zichtbaar aanwezig zijn op locatie. Door gezamenlijk projecten en opdrachten aan
te vliegen komt dit ten goede aan zowel de ontwikkeling van de student, maar ook van de docent en
natuurlijk van de desbetreffende organisatie. Daarnaast hebben deze opdrachten en projecten een
directe relatie met de strategische thema’s van het Instituut voor Sportstudies.
De Hanzehogeschool te Groningen staat er voor open om met partners uit de omgeving te gaan
samenwerken, zoals Abiant Lycurgus. Een belangrijke criteria vanuit de Hanzehogeschool te
Groningen is dan ook dat er een gunstig leerklimaat voor de studenten is.
16
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Waarborgen van continuïteit:
Om de continuïteit van een Sportbureau/ IWP te kunnen waarborgen moet er een zogenoemde
‘dakpanconstructie’ komen zodat er een overlapping van studenten ontstaat.
De onderzoeker heeft in februari een adviesrapport voor het toenmalige bestuur van Abiant Lycurgus
geschreven. Hierbij heeft de onderzoeker een model ontwikkeld, deze is terug te vinden in bijlage 16.
Het model garandeert de continuïteit van het sportbureau en daarbij horend de participerende
studenten. Om de toekomst van het bureau te garanderen is het van belang dat er telkens een warme
toedracht aanwezig moet zijn binnen het bureau. Door een manager aan te stellen kan de continuïteit
van het sportbureau al vrij snel gewaarborgd worden. Dit kan gewaarborgd worden, omdat door het
aanstellen van een manager er iemand structureel aanwezig kan zijn.
Het model, zie bijlage 16, zorgt voor continuïteit, omdat het een soort van ‘dakpannen systeem’ is.
Ieder jaar zullen er nieuwe studenten aan het bureau toegevoegd worden.
Aan de linkerkant van het model wordt het eerste halfjaar van een schooljaar beschreven, waarin
zoals het nu lijkt het eerste halfjaar 4e jaars studenten leidinggevend aan het bureau zijn.
Ondersteunend tijdens deze periode zijn de 2e jaars hbo Sportkunde studenten en de mbo studenten
van het Alfa-college.
Aan de rechterkant van het model wordt het tweede halfjaar van een schooljaar beschreven, waarin
de 4e jaars gaan afstuderen en dus een ‘stapje’ terug zouden moeten zetten. In het model is te zien
dat de 4e jaars dan ondersteunend worden aan de 2e jaars. In de praktijk zou dit echter niet zo zijn,
maar de tweedejaars zullen wel meer verantwoordelijkheden krijgen en daarbij zullen de afstuderende
studenten ondersteunend zijn. In het tweede halfjaar zullen ook 3e jaars Sportkunde of 4e jaars minor
studenten in stromen. De derdejaars moeten alleen in het tweede semester van een schooljaar
stagelopen. Voor de 4e jaars minor studenten geldt dat zij vanaf het schooljaar 2017-2018 hun minor
ook in het tweede semester van jaar 4 kunnen volgen of in het derde jaar. Door daarnaast een
manager of leidinggevende aan het bureau toe te voegen wordt deze in zeker zin extra gewaarborgd.
Deelvraag 1b
Wat is de optimale inrichting van het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 in het
seizoen 2017/2018 tegen de achtergrond van “de ontwerpspecificaties een sportbureau vanuit het
nieuwe bestuur van Abiant Lycurgus?”
Het inrichten van een sportbureau is een langdurig proces waarin geleidelijk aan stappen ondernomen
moeten worden. Echter kan men aan de voorkant voorwaarden creëren om een sportbureau/ IWP in
te kunnen richten. Deze voorwaarden of kenmerken voor een sportbureau zullen hieronder vanuit het
perspectief van Abiant Lycurgus beschreven worden. Voor Abiant Lycurgus moeten de volgende
voorwaarden sowieso gecreëerd worden willen zij mede-participeren bij de implementatie van het
sportbureau/ IWP Abiant Lycurgus 2.0.
Waarborging van continuïteit
Bij de uitwerking van de voorwaarden voor innovatiewerkplaats vanuit het perspectief van de
Hanzehogeschool is ook het waarborgen van continuïteit meegenomen. Deze voorwaarde vanuit het
perspectief van de Hanzehogeschool geldt idem voor Abiant Lycurgus. Ook zij heeft zoals gezegd er
belang bij dat er studenten in het sportbureau participeren en het liefst voor meerdere jaren.
Om de continuïteit van een sportbureau/ innovatiewerkplaats te kunnen garanderen zijn een aantal
zaken voor Abiant Lycurgus van belang. Allereerst is de club afhankelijk van opleidingsinstituten zoals
de Hanzehogeschool te Groningen en het Alfa-college. Het is afhankelijk van deze partners, omdat zij
studenten kunnen leveren voor het toekomstige sportbureau/ innovatiewerkplaats. Clubs zoals Abiant
Lycurgus zijn vaak vrijwel geheel afhankelijk van vrijwilligers en/of studenten. Studenten zijn flexibel
en kunnen doordeweeks ingezet worden, doordat de opleiding hiervoor tijd inplant. Daarnaast moeten
studenten zich kunnen ontwikkelen en bij Abiant Lycurgus is dit zeker mogelijk. Lycurgus biedt veel
vrijheid aan studenten en qua invulling van opdrachten kunnen studenten hun eigen ideeën.
17
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Ondersteuning bestuur
Indien het sportbureau het volgend seizoen geïmplementeerd wordt is het van belang dat de rol van
het sportbureau goed beschreven is. Eerder genoemd zal het sportbureau voornamelijk
ondersteunend aan het bestuur zijn en de operationele taken binnen Abiant Lycurgus op gaan
pakken. Tezamen met het bestuur is het doel om de missie, visie, doelstellingen en strategieën van de
club te bewaken.
Op dit moment zit Abiant Lycurgus in een fase waarin zij verder wil groeien zowel op sportief als
bestuurlijk vlak. Door te investeren in een sportbureau kan de club zich organisatorisch en op sportief
vlak blijven professionaliseren.
Voor het bestuur van Abiant Lycurgus is het van belang dat er een beroep gedaan kan worden op het
sportbureau. De bestuursleden zijn allen vrijwillig bezig met het runnen van de club en daarnaast
hebben ze allemaal nog een baan. Voor het bestuur is het dus belangrijk om met zo weinig mogelijk
tijd Abiant Lycurgus zo goed mogelijk en professioneel te besturen. Door niet te investeren in een
sportbureau zal het bestuur naast het besturen van de club ook de uitvoerende taken op moeten gaan
pakken. Door als club te gaan investeren in een professioneel sportbureau zullen de taken en
verantwoordelijkheden binnen de club ook duidelijker en overzichtelijker worden. Indien de taken en
verantwoordelijkheden duidelijk zijn van zowel het bestuur als het sportbureau kunnen zaken
gemakkelijker opgepakt worden. Daarnaast worden studenten en vrijwilligers ook verantwoordelijk
gesteld en kunnen ze aangesproken worden op de taken en verantwoordelijkheden die zij hebben.
Structuur aanbieden in een organisatie zoals Lycurgus blijkt een ‘lastige klus’. Echter door het
sportbureau te implementeren wordt er een bepaalde structuur in de organisatie aangebracht. Dit is
waarom de club wil professionaliseren en daarom moet er een sportbureau komen die ondersteunend
is aan het bestuur en dagelijks met de club bezig is.
Kernwaarden voor het sportbureau zijn de volgende pijlers: maatschappelijk verantwoord
ondernemen, wedstrijdzaken en marketing en communicatie. In het begin gaat het sportbureau zich
eerst op deze 3 pijlers richten. Het kernwoord van het sportbureau/ innovatiewerkplaats is talent.
De club heeft als doel om met meer partijen samen te werken die hun talenten kunnen ontplooien
zowel binnen als buiten de club. De ontwikkeling van het sportbureau is hier een mooi voorbeeld van.
Op deze manier worden kennis en expertise tussen de verschillende partijen uitgewisseld.
Daarnaast is de slogan van de Hanzehogeschool: Share your talent. Move the World. En is een van
de campagnes van de stad Groningen: Groningen, City of Talent (Groningen: City of Talent, 2017).
Diversiteit
Vanuit de Hanzehogeschool Groningen is het een voorwaarde om bij IWP’s innovatief, multilevel en
multidisciplinair te werken. Voor Abiant Lycurgus is dit ook van belang, omdat opdrachten zo op een
nieuwe en innovatieve manier kunnen worden aangevlogen.
Het zou zomaar eens voor kunnen komen dat bepaalde complexe opdrachten niet opgelost kunnen
worden door studenten van het Instituut voor Sportstudies. Alleen daarom al moet het sportbureau
gevuld worden door een multidisciplinair studententeam. Bij dit multidisciplinair studententeam zijn
meerdere Schools en Bachelors betrokken. Door een breed scala aan studenten van verschillende
opleidingen te hebben, kunnen deze complexe vraagstukken makkelijker aan gevlogen worden. Dit
wordt ook wel een living-lab genoemd, waar daadwerkelijk onderwijs, het bedrijfsleven en praktijk
samen komen.
Zoals gezegd is het inrichten van een sportbureau een langdurig proces, omdat niet alles in een keer
perfect gedaan kan worden. Stapsgewijs wordt een sportbureau steeds verder geprofessionaliseerd.
Het is de bedoeling dat er voor de toekomst een duidelijk plan ligt. Belangrijk is namelijk dat men groot
moet denken en niet alleen op korte termijn. Indien er alleen ad hoc gedacht wordt, blijf je als
sportbureau ook erg klein. Het is niet reëel dat er volgend jaar al een sportbureau is ingericht met
verschillende studenten vanuit verschillende opleidingen. Nogmaals omdat het creëren van een
sportbureau een langdurig proces is waarbij stap voor stap vorderingen kunnen worden geboekt.
18
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Manager sportbureau
Om de club te professionaliseren en te investeren in een sportbureau is het aanstellen van een
manager voor het sportbureau een ‘must’. Gebleken uit de evaluaties is dat er iemand structureel
aanwezig moet zijn, om de studenten aan te kunnen sturen, de opdrachten te bewaken en continuïteit
op de belangrijke posities te kunnen garanderen.
Hieronder is puntsgewijs een overzicht gemaakt van het profiel van de manager van het sportbureau.
- Professionele begeleiding bieden aan de studenten;
- Daadkracht & slagvaardigheid, maatschappelijk betrokken persoon en een beslisser.
- Schakelen tussen werkvloer en het bestuur;
- Hbo werk- en denkniveau.
- Affiniteit met sport/volleybal;
- Coachen, begeleidende managende vaardigheden beschikken;
- Flexibel zijn;
- Een allrounder die vooral anderen het werk kan laten doen;
- Heeft een breed netwerk;
- Contact kunnen leggen met spelers, staf en bestuursleden
Voldoende geformuleerde opdrachten
Ieder jaar moeten er complexe opdrachten liggen en deze zullen door Abiant Lycurgus geformuleerd
moeten worden. De opdrachten worden geformuleerd aan de hand van de missie, visie, strategie en
doelstellingen van de club. Dit zodat student, docent en werkveld gezamenlijk aan deze complexe
opdrachten kunnen werken. Deze complexe opdracht(en) zijn een set van samenhangende
deelopdrachten.
Door als sportbureau gezamenlijk projecten en opdrachten aan te vliegen komt dit ten goede aan
zowel de ontwikkeling van de student, maar ook van de docent en natuurlijk van Abiant Lycurgus.
Daarnaast hebben deze opdrachten en projecten een directe relatie met de missie, visie,
doelstellingen en strategie van de club, Abiant Lycurgus en de beleidsdoelstellingen van de club.
Eén van haar doelstellingen kan bijvoorbeeld zijn: impact hebben in de regio en iets terug doen voor
haar verzorgingsgebied. Een opdracht passend bij deze doelstelling is het verzorgen van clinics voor
basisscholen in de regio. Tevens moet het bestuur van Abiant Lycurgus eindverantwoordelijk zijn en
ieder jaar nieuwe opdrachten tezamen met de manager van het sportbureau formuleren. Dit om te
voorkomen dat er ieder een draaiboek voor de student klaarligt en studenten zichzelf niet kunnen
ontwikkelen of eigen ideeën in kunnen brengen. Hierdoor wordt de kwaliteit van zowel de opdrachten
als het sportbureau gewaarborgd.
Om elk jaar studenten voor het sportbureau te kunnen aantrekken moet bovenstaande, dus het
formuleren van complexe opdrachten aanwezig zijn. Echter moet Abiant Lycurgus er ook voor zorgen
dat er elk jaar studenten kunnen worden aangetrokken.
Het is dus van belang dat allereerst studenten het een uitdagende stage vinden. Daarnaast is het van
belang om studenten tevreden te stellen en te houden. Zodat er ieder jaar studenten het een eer
vinden om te kunnen participeren en bij willen dragen aan de ontwikkelingen van Abiant Lycurgus.
(Ver)binding
Een belangrijke rol die het sportbureau voor de club Abiant Lycurgus gaat spelen is het verbinden,
zowel binnen als buiten de organisatie. Het sportbureau moet als verbinder gaan participeren binnen
de organisatie. Het moet zorgen dat er een verbondenheid is met het topsportvolleybal. Wederom
zowel binnen als buiten de organisatie. Binnen de organisatie moet meer verbinding gecreëerd
worden met waar het primair omgaat namelijk het volleybal. Het sportbureau kan hier in zekere zin
een belangrijke rol in gaan spelen. Door meer verbinding te creëren wordt de zichtbaarheid van
individuen in organisaties beter gepositioneerd. Tussen de verschillende organen binnen Abiant
Lycurgus moet meer interactie ontstaan.
19
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Door op de hoogte te zijn van elkaars taken en opdrachten heeft dit een positieve invloed op relatie
tussen individuen.
Voorbeeld van bepaalde zaken van het sportbureau die bijdragen aan het verbinden binnen de club
zijn: het geven van een presentatie aan de spelers/staf of bestuur, aanwezig zijn bij trainingen en
wedstrijden en aanwezig bij de spelerspresentatie. Belang hiervan is niet alleen de binding en
verbinding binnen Abiant Lycurgus maar ook duidelijkheid creëren (welke mensen zitten erin het
bureau, wat doen ze en waar staan ze voor).
Financiën
Om het sportbureau te kunnen inrichten is er een locatie/ ruimte nodig waar het sportbureau zich kan
vestigen. Hieronder zijn de opties voor een eventuele locatie weergegeven. Naast het faciliteren van
een ruimte moet Abiant Lycurgus ook investeren in een manager.
Echter hoeft zij dit niet alleen te doen omdat het Instituut voor Sportstudies ook wil investeren in een
docent-assistent. Dit betekent dat hij of zij voor zowel de Hanzehogeschool opdrachten zal gaan
uitvoeren en voor Abiant Lycurgus. Het aantal uren dat er in een manager van geïnvesteerd moet
worden is dus nog niet duidelijk. Hierover zullen gesprekken tussen het HIS en Abiant Lycurgus
gevoerd moeten worden. Op dit moment is het geven van een kostenoverzicht lastig omdat er nog te
veel onzekerheden zijn met betrekking tot de aanstelling van de manager en het investeren in een
ruimte/locatie. Vanuit beide organisaties moet er een budget beschikbaar worden gesteld.
Locatie
Vanuit de semigestructureerde interviews kwam naar voren dat de ideale locatie voor het sportbureau,
binnen het Alfa-college sportcentrum te Kardinge is. Dit omdat Abiant Lycurgus dan gecentraliseerd is
en kan opereren vanaf één locatie. Hierover moeten dus gesprekken gevoerd worden zowel binnen
de club als met het Alfa-college. Indien het niet lukt om het sportbureau binnen het sportcentrum te
realiseren, moet er verder gekeken worden. Er zijn een aantal opties om het sportbureau ergens
anders te vestigen. Allereerst zou het bureau zich kunnen vestigen bij de hoofdsponsor van de club,
Abiant. Het hoofdbureau van Abiant Lycurgus staat in Groningen en het bedrijf heeft nog meer
vestigingen in de stad. Daarnaast zit het bureau en automatisch de club ondergebracht bij een groot
bedrijf met veel expertise en tevens hun hoofdsponsor. Als Abiant het toestaat om het bureau bij haar
bedrijf onder te brengen kan dit gezien worden als een goede samenwerking tussen sponsor en club.
Voor de club kan dit betekenen dat zij in de toekomst ook nog steeds door Abiant gesponsord wordt,
waardoor er een duurzame relatie tussen beide partijen wordt gecreëerd.
Een andere optie zou kunnen zijn het sportbureau onderbrengen bij een van de andere topclubs in
Groningen die aangesloten zijn bij de Energy Valley Topclub. Daarnaast kan alle administratieve werk
van Abiant Lycurgus ook bij één van hun professionals ondergebracht worden. Het
TopsportZorgCentrum dat eind 2018 af moet zijn bij Corpus den Hoorn zou ook een goede thuisbasis
voor het bureau kunnen zijn in de toekomst
Het advies is dat er een mix moet gevonden worden tussen een bedrijfscultuur en een sportcultuur.
Het is belangrijk dat studenten binnen een bedrijfscultuur geplaatst worden omdat in deze cultuur
automatisch meer verantwoordelijkheid wordt gedragen. Het is ook belangrijk dat men binnen een
sportcultuur werkt en zich snel kan aanpassen aan de veranderingen binnen de sport. Het is
belangrijk dat er een plan komt om een ruimte te realiseren. De volgende voorwaarden voor een
sportbureau zijn van belang:
- Een kantoorruimte voor minimaal 6 personen met de nodige inventaris (minimaal twee
bureaus, twee pc’s, kopieerapparaat, koffieapparaat en een kast);
- Een aparte vergaderruimte die te allen tijde beschikbaar is voor het sportbureau en andere
medewerkers van Abiant Lycurgus.
20
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Deelvraag 2
“Wat kunnen we leren van het experimentele jaar ‘16/’17 waarin een pilot ten aanzien van een
sportbureau is uitgevoerd?”
Het afgelopen jaar (2016-2017) is ten aanzien van het sportbureau/ innovatiewerkplaats al een pilot
geweest waarin veel zaken zijn opgevallen. De zaken die zijn opgevallen zullen door de onderzoeker
bij het beantwoorden van deze deelvraag worden meegenomen. De onderzoeker heeft namelijk het
gehele jaar tijdens het experimenteel jaar geparticipeerd.
Daarnaast zijn er twee evaluaties op het afgelopen jaar gehouden met zowel de stakeholders
(Hanzehogeschool Groningen, Abiant Lycurgus & Alfa-college) als studenten die geparticipeerd
hebben in dit bureau. Hiermee wil men ten aanzien van volgend jaar zaken verbeteren. Om deze
vraag te kunnen beantwoorden heeft de onderzoeker dus voornamelijk behoefte onderzoek gedaan.
Allereerst is er een evaluatie aangegaan met studenten die een jaar lang hebben geparticipeerd in het
sportbureau ‘16/’17. Zie hiervoor bijlage 8.
Naast de evaluatie met de studenten heeft de onderzoeker ook geëvalueerd met de stakeholders die
betrokken zijn geweest bij het experimentele sportbureau. Vanuit Abiant Lycurgus participeerde
Marcel van Delden (bestuurslid Sport en Maatschappij), vanuit het Instituut voor Sportstudies
participeerde Harold Hofenk en vanuit het Alfa-college Sport en Bewegen, Laurens Bloem. Centraal
tijdens deze evaluatie stond om vanuit verschillende perspectieven te kijken naar het sportbureau het
afgelopen jaar.
Vanuit deze evaluatie kwamen de sterke en zwakke punten van het afgelopen jaar naar voren komen.
Vervolgens werden er eventuele afspraken gemaakt t.a.v. het Sportbureau voor het seizoen
2017/2018. Zie bijlage 11 voor de uitwerking van deze evaluatie.
De volgende conclusies kunnen vanuit deze evaluaties genomen worden en deze zullen door de
onderzoeker hieronder behandeld worden. Hieronder zullen alleen de verbeterpunten vanuit de
evaluaties benoemd worden. De zaken die het afgelopen jaar goed zijn gegaan zullen volgend jaar
doorgezet worden en zijn tevens in de bijlagen verwerkt.
Communicatie
Vanuit de evaluatie met de studenten kwam het volgende duidelijk naar voren: de communicatie
kanalen hadden korter moeten zijn. Dit betekent dat er tussen de studenten en begeleiding een korter
communicatiekanaal moet komen. Studenten ervaarden voornamelijk dat ze moeilijk in het begin in
contact konden komen met belangrijke personen. Of dat ze bepaalde vragen hadden, maar niet
wisten aan wie zij de vragen moesten stellen. Hierbij kan de conclusie ook getrokken worden dat de
studenten niet wisten wat de taken en verantwoordelijkheden van bepaalde personen binnen Abiant
Lycurgus waren. Of dat de studenten niet direct in het begin door de organisatie zijn opgenomen als
stagiaires en pas later zijn meegenomen in het communicatieproces. Hierdoor duurde het voor de
studenten telkens erg lang voordat zij antwoorden kregen. Hiervan kan dus geleerd worden en dit
moet in de toekomst veranderd worden.
Binding met de organisatie
Vanuit de evaluatie met studenten kwam voornamelijk naar voren dat ze te weinig binding hadden met
de totale organisatie. Voor de tweedejaars studenten is het voornamelijk van belang dat zij mee
draaien binnen de organisatie. Dit is echter dit jaar niet gebeurd. De studenten hebben aan het begin
van het jaar een aantal opdrachten meegekregen en moesten zich er maar mee redden. Constateert
kan dus worden dat tweedejaars studenten zelfstandig te werk moesten gaan en proactief te werk
moesten gaan. De opdrachten waren vaak voor een langere periode terwijl het voor tweedejaars
studenten voornamelijk zaak is dat zij alles binnen de organisatie hebben kunnen zien. De studenten
hadden voornamelijk contact met de begeleiders vanuit Abiant Lycurgus en een aantal bestuursleden.
Zij hadden geen contact met de spelers en staf van Abiant Lycurgus. Vanuit hun perspectief hadden
zij graag meer zaken omtrent het team willen organiseren.
21
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Citaat van één van de studenten: ‘’Wij hadden weinig betrokkenheid met de club. In het begin hebben
zij ons direct overal mee heen moeten nemen, bijvoorbeeld al bij de spelerspresentatie of bij een
training of bij een uit-/thuiswedstrijd. Het gevoel van erbij horen.” Echter is dit voor een deel logisch,
omdat op stagedagen (woensdag en donderdag) er vanuit Abiant Lycurgus er niet vaak iemand
aanwezig was. Daarnaast speelt Abiant Lycurgus haar thuiswedstrijden eenmaal in de 2 week en is dit
altijd in het weekend. Soms is het voor studenten lastig om hierbij aanwezig te zijn.
Zaak is dus om aan het begin van het nieuwe seizoen de studenten een gevoel te geven dat ze erbij
horen. Vanuit het interview met Arjan Taaij is dit onderwerp ook naar voren gekomen en hij pleit voor
de volgende slogan: “One Team, One Family”.
Studentenaantal
Vanuit de evaluaties met zowel studenten als met de betrokken partijen kwam naar voren dat er te
veel studenten betrokken waren bij dit experimenteel jaar. Aan het begin van dit experimenteel jaar
participeerden, 3 vierdejaars studenten van Sportkunde en 4 tweedejaars studenten Sportkunde, in
het sportbureau. Na een half jaar werd dit: 1 vierdejaars, 2 derdejaars en vier tweedejaars. Gedurende
het jaar zijn er dus telkens 7 studenten van het hbo aanwezig geweest. De constatering dat er te veel
studenten in het sportbureau participeerden kan komen doordat er te veel studenten waren voor de
locatie. Ruimte technisch gezien te veel studenten voor 8 studenten vanuit hbo en mbo.
Een optie is om naar een andere locatie te zoeken naast het faciliteren van een ruimte bij het Alfa-
college voor een aantal dagen. Bijvoorbeeld: de Hanzehogeschool dit is ook interessant voor mbo
studenten (living-lab). Dus eventueel het sportbureau op twee locaties faciliteren.
Echter is het doel voor in de toekomst om met het sportbureau/ IWP naast multilevel (mbo en hbo) ook
multidisciplinair vraagstukken aan te vliegen. Dit betekent dat er vanuit verschillenden richtingen en
opleidingen meerdere studenten bij het sportbureau/ IWP betrokken zullen zijn. Over de hoeveelheid
studenten kan nu nog geen antwoord op gegeven worden.
Conclusie die getrokken kan worden is dat de locatie bepalend is voor het aantal studenten die
gefaciliteerd kunnen worden in een sportbureau/ innovatiewerkplaats. Te veel studenten zorg namelijk
voor oproer en minder kwalitatief werk, omdat er geen plek is om rustig te kunnen werken.
Sollicitatieprocedure
Bij het werven van nieuwe studenten voor het sportbureau/ innovatiewerkplaats voor het seizoen
2017/2018 is het van belang om de wederzijdse verwachtingen goed te waarborgen. In de vacature
voor studenten moet goed omschreven worden wat de taken en verantwoordelijkheden voor de
student zijn. Het is belangrijk om geen verkeerde verwachtingen te schetsen, zodat er geen
misverstanden ontstaan. Vanuit de evaluaties met beide partijen is namelijk gebleken dat de taken en
verantwoordelijkheden voor de studenten aan het begin anders geschetst waren. Dit heeft ervoor
gezorgd dat de studenten andere verwachtingen hadden bij de invulling van hun stage.
Citaat van een student: “In het begin werd ons verteld dat wij met het team Abiant Lycurgus aan de
slag gingen. En op de eerste stagedag kwamen wij erachter dat het Lycurgus in de Maatschappij was.
De verwachtingen toen waren al verkeerd geschept. En toen hoorden wij pas dat het een
experimentele jaar was.”
Aan de andere kant is het goed om bij de sollicitaties de ‘waarom’ vraag aan de student te stellen.
Hierbij moet de studenten zichzelf de vraag gaan stellen: ‘Waarom wil ik bij Abiant Lycurgus
stagelopen?’, ‘Waarin wil ik mij ontwikkelen?’, ‘Wat heb ik te bieden en wie wil ik zijn?’ Door de
studenten deze vragen te laten beantwoorden, kan hij of zij voor zichzelf bepalen of de stage
daadwerkelijk bij hem/haar past en zich voor deze organisatie wil inzetten. Een voordeel voor zowel
de student als de organisatie, omdat de student op deze manier proactief te werk zal moeten gaan om
de doelen van zowel de organisatie als voor hen zelf te kunnen behalen.
22
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Begeleiding
Eén van de belangrijkste punten die vanuit de evaluaties naar voren toe kwam is dat er niet structureel
iemand in het sportbureau het afgelopen jaar heeft gezeten die de leiding had en de studenten kon
begeleiden. Voor tweedejaars studenten is het hun eerste jaar dat ze een volledig stagejaar hebben.
Zoals gezegd moeten zij mee worden genomen in de processen rondom en binnen een
stageorganisatie. Het afgelopen jaar is dit helaas niet gebeurd en hebben de studenten veelal
zelfstandig gewerkt. De behoefte aan sturing is groot, indien er vragen zij moeten de studenten deze
kunnen stellen aan iemand binnen de organisatie. De studenten lopen maar twee keer in de week
stage en willen daarom zo snel mogelijk antwoorden krijgen, zodat zij weer verder kunnen met de
opdrachten.
De conclusie die getrokken kan worden is dat de aansturing van het sportbureau door een manager
gecoördineerd moet worden.
Dit om de communicatie beter en sneller tussen studenten en de stageorganisatie te laten verlopen.
Daarnaast kan de betaalde kracht zorgen voor de sturing binnen het sportbureau. Dat wil zeggen dat
hij of zij de opdrachten (tezamen) met en voor studenten kan formuleren. Daarnaast kan de manager
ervoor zorgen dat er een bepaalde commitment ontstaat tussen de betrokken partijen en
participerende studenten. Echter moet het bestuur van Abiant Lycurgus ook haar
verantwoordelijkheid nemen. Uiteindelijk zijn zij de eindverantwoordelijke voor het sportbureau.
Deelvraag 3
“Wat kunnen we leren van het concept ‘buitenwerkplaatsen’ van het Lectoraat Duurzame innovatie in
de regionale kenniseconomie?”
Vanuit het interview met het Lectoraat Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie zijn een
aantal zaken ter sprake gekomen die voor het onderzoek van belang kunnen zijn. Om antwoord op
bovenstaande vraag te geven, worden hieronder de kritische succesfactoren ten opzichte van IWP’s
volgens het Lectoraat opgesomd. Voor een uitwerking hiervan zie bijlage 15.
Kritische succesfactoren met betrekking tot een sportbureau/ IWP vanuit het perspectief van het
Lectoraat Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie:
Gelijkwaardigheid;
Multilevel werken (mbo en hbo);
Multidisciplinair (zowel studenten als docenten);
Coproductie;
Gunstig leerklimaat voor studenten;
Beleid om studenten aan te sturen;
Identiteit en imago organisaties.
Op de vraag: “Wat kunnen we leren van het concept ‘buitenwerkplaatsen’ van het Lectoraat Duurzame
innovatie in de regionale kenniseconomie?” Kan het volgende geconstateerd worden. Het Lectoraat
Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie heeft, doordat zij ervaring heeft met maar liefst
16 IWP’s, een goed beeld van de kritische succesfactoren van IWP’s hierboven beschreven.
Daarnaast weet het lectoraat op welke manier zij het onderwijs erbij kunnen betrekken. Op deze
manier kan er dus geleerd worden van het lectoraat.
Echter is het zo dat een samenwerking zoals die gecreëerd wordt tussen het HIS en Abiant Lycurgus
nog niet eerder is voorgekomen. Hiermee is het lectoraat dus nog niet bekend, maar kunnen zij juist
leren van de ontwikkelingen omtrent een IWP voor Abiant Lycurgus. Kort gezegd kunnen zowel het
lectoraat als het IWP Abiant Lycurgus in de toekomst van elkaar leren en zo zich blijven
professionaliseren.
23
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Deelvraag 4
“Wat kunnen we leren van andere experimenten met sportbureaus/ IWP’s elders in de regio en in het
land?”
Tijdens het onderzoek doen naar vergelijkbare sportbureaus/ IWP’s elders in de regio en in het land
kwam de onderzoeker erachter dat dit tot nu toe nog niet in een vergelijkbare opzet is gedaan. In
Groningen heeft Donar alleen een managementbureau opgezet. Dit betekent dat Donar ook een
samenwerking met de Hanzehogeschool te Groningen is aangegaan. Echter is dit al een aantal jaren
geleden opgezet en werd er toen nog niet gesproken over innovatiewerkplaatsen. De onderzoeker
heeft desalniettemin toch een benchmark gehouden bij Donar Basketbal Groningen en een aantal
andere topsportorganisaties. De topsportorganisaties waarbij een benchmark is gehouden zijn: FC
Groningen, Draisma Dynamo, Orion Volleybal, Donar en de Nevobo. Vanuit deze interviews zijn toch
nog veel relevante zaken benoemd en deze kunnen bijdragen aan het onderzoek en zullen hieronder
benoemd worden. Vanuit de verschillende interviews met de topsportorganisaties werd duidelijk dat
het hebben van een capabel bestuur die de MVDS van een organisatie bewaken uiterst belangrijk is.
Daarnaast is het van belang dat het bestuur de beleidsdoelstellingen formuleert. Binnen
topsportorganisaties is het nodig om een duidelijke structuur te creëren en hierbij de taken en
verantwoordelijkheden voor de medewerkers/vrijwilligers scherp in beeld te hebben.
Echter is het aanbrengen van een (nieuw) structuur lastig, omdat mensen gewend zijn aan
vastigheden. Tevens is het in een grote mate van belang dat de opdrachtformulering voor zowel het
sportbureau als de studenten goed wordt weggezet. Door dit goed weg te zetten worden de taken en
verantwoordelijkheden binnen een organisatie overzichtelijker.
Ook moet het duidelijk zijn dat een projectbureau of sportbureau altijd naast de organisatie staat en
niet eronder als een soort stafbureau. Indien het bureau onder het bestuur komt te staat en niet
ernaast dan stuurt het bureau (hiërarchisch gezien) de commissies aan dit gebeurt echter niet.
Overigens zorgt dit ervoor dat een sportbureau niet de organisatie gaat aansturen maar het bestuur dit
doet. Vanuit de interviews met de overige organisaties is duidelijk geworden dat veel
topsportorganisaties vaak met dezelfde problematiek(en) zitten. Het maken van een blauwdruk voor
verschillende topsportorganisaties kan in de toekomst helpen. Het advies dat uit dit onderzoek komt
kan hiervoor een eerste aanzet zijn.
Een mooi voorbeeld van het nut van een sportbureau is: Donar heeft het afgelopen seizoen géén
hoofdsponsor gehad, maar zijn toch kampioen geworden. Vanuit het interview met Hayo Bijl kwam
naar voren dat het managementbureau van Donar dit heeft opgevangen door vooral relaties te
onderhouden. Dus zonder hoofdsponsor en met een professioneel sportbureau met vaste krachten
kan een topsportorganisatie kampioen worden.
Concluderend kan gesteld worden dat het beantwoorden van deelvraag 4 lastig was omdat er weinig
vergelijkingsmateriaal is. Toch hebben de interviews een meerwaarde kunnen leveren aan dit
onderzoek, omdat er nuttige informatie vergaard is. Daarnaast had de onderzoeker het theoretisch
kader omtrent innovatiewerkplaatsen ook vanuit het perspectief van de studenten meer kunnen
belichten. Dit is deels gedaan, maar door meer vanuit het perspectief van de student naar IWP’s te
kijken kan het sportbureau nog optimaler ingericht worden.
24
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
4. Conclusie In het vorig hoofdstuk zijn alle deelvragen van dit onderzoek beantwoord. Door de deelvragen
beantwoord te hebben, kan nu de hoofdvraag van dit onderzoek beantwoord worden. “Wat is de
inrichting van het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 in het seizoen 2017/2018?”
Om tot de implementatie van een sportbureau/ IWP te komen moet er overeenkomsten zijn vanuit
beide organisaties. Het beantwoorden van de hoofdvraag kan dus door voornamelijk naar deelvraag
1a en 1b te kijken. Hierbij worden de voorwaarden voor een sportbureau/ IWP vanuit beide
organisaties belicht. Het antwoord op bovenstaande hoofdvraag wordt hieronder beantwoord. Dit
wordt gedaan door de belangrijkste factoren voor de inrichting van een sportbureau/ IWP Abiant
Lycurgus 2.0 op te sommen.
Waarborgen van continuïteit
Vanuit beide organisaties komt naar voren dat zij het waarborgen van continuïteit erg belangrijk
vinden. Dit is ook logisch, omdat er een nieuwe samenwerking voor een aantal jaren kan worden
aangegaan door twee verschillende organisaties. Het waarborgen van continuïteit kan door studenten
te faciliteren in het sportbureau/ IWP. De Hanzehogeschool heeft namelijk baat bij een gunstig
leerklimaat voor haar studenten. Abiant Lycurgus heeft ook baat bij studenten. Naast het feit dat
studenten de continuïteit kunnen waarborgen indien zij meerdere jaren actief blijven binnen de club,
kunnen studenten van grote betekenis zijn met hun denk- en werkkracht. Het sportbureau is de
schakel tussen onderwijs, sport en organisatie.
Complexe opdrachten
Vanuit de Hanzehogeschool geldt dat de opdrachten passend moeten zijn bij het niveau, opleiding en
bijdragen aan de ontwikkelingen van de studenten. Daarnaast moeten de opdrachten uiteraard ook
passen bij de organisatie. Voor Abiant Lycurgus geldt dus dat de opdrachten gerelateerd zijn aan de
(top)volleybalsport en (top)volleybalcultuur. Abiant Lycurgus moet ervoor zorgen dat er opdrachten zijn
die aansluiten bij haar missie, visie en doelstellingen.
Multilevel en multidisciplinair
Een sportbureau dat een multidisciplinaire organisatie heeft met mbo en hbo studenten met enkele
betaalde kracht(en). Het draagt bij aan de professionalisering van de club en zo kunnen studenten van
verschillend opleidingen verschillende vraagstukken tegelijkertijd aanvliegen. Daarnaast draagt het bij
aan de continuïteit, omdat er in een grotere vijver gevist kan worden indien studenten vanuit
verschillende opleidingen komen. Dit is uiteraard ook weer van belang voor Abiant Lycurgus.
Daarnaast wil Abiant Lycurgus ook graag studenten multilevel en multidisciplinair faciliteren in het
sportbureau. Vraagstukken kunnen hierdoor grondiger en vanuit een breed perspectief beantwoord
worden.
(Ver)binding
Het sportbureau moet voornamelijk een verbindende rol gaan spelen binnen de totale organisatie,
maar ook daarbuiten. Door het sportbureau op te nemen in de organisatie, zorgt het ervoor dat
uitvoerende taken worden opgepakt en is het ‘de schakel’ tussen het team en het bestuur. Door meer
verbinding te creëren wordt de zichtbaarheid van individuen in organisaties beter gepositioneerd.
Tussen de verschillende organen binnen Abiant Lycurgus moet meer interactie ontstaan. Voor
studenten geldt dat zij in een organisatie terechtkomen waarin zij veel vrijheid kennen, maar ook snel
een bepalende rol kunnen spelen. Voor de ontwikkeling van studenten is dit zeer positief. De slogan
die vanaf volgend seizoen een belangrijke rol binnen Abiant Lycurgus kan gaan spelen luidt: “One
Team, One Family”.
25
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoek
Binnen het sportbureau/ innovatiewerkplaats Abiant Lycurgus 2.0 moet onderzoek naast het
kernwoord talent hoog aangeschreven worden. Vanuit de Hanzehogeschool is onderzoek zeer
belangrijk. De toekomstige manager van het sportbureau/ IWP moet bezig zijn met onderzoek. De
manager moet telkens onderzoek doen naar relevante opdrachten, maar ook onderzoek doen om het
sportbureau steeds verder te professionaliseren. Voor Abiant Lycurgus is dit automatisch ook weer
van belang. Door onderzoek te doen m.b.t. strategische thema’s wil men een impact op de regio
creëren. Hierdoor is Abiant Lycurgus maatschappelijk verantwoord aan het ondernemen en creëert zij
een meerwaarde voor de regio. Tevens zullen hierdoor partners sneller gaan investeren in een club
die zich inzet voor de maatschappij.
De conclusie die getrokken kan worden bij de beantwoording van deze hoofdvraag is: het sportbureau
is een ondersteunend orgaan binnen Abiant Lycurgus waarin talent en professionaliteit samen komen
op topsport gebied. Hierbij worden de factoren: (Ver)binding, duurzaamheid, complexe opdrachten,
multilevel en multidisciplinair en onderzoek als één geheel gezien. Hierdoor is het voordeel voor beide
organisaties dat het sportbureau/ IWP in optima forma kan gaan functioneren en heeft het sportbureau
bestaansrecht. Bovenstaande voorwaarden voor een sportbureau zijn allen even belangrijk en zijn
complementair aan elkaar.
5. Discussie Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat er in de regio en elders in het land nog nooit een
vergelijkbaar sportbureau/ IWP is ontwikkeld. Een van de deelvragen van dit onderzoek heeft
betrekking hierop en daarom heeft de onderzoeker deze vraag minimaal weten te beantwoorden.
Er was nauwelijks tot geen literatuur aanwezig dat toepasbaar was voor een vergelijkbaar experiment
en dus voor het onderzoek. De validiteit van dit onderzoek kan dus in diskrediet gebracht worden.
De semigestructureerde interviews die gehouden zijn tijdens dit onderzoek zijn goed verlopen en dit
heeft geleid tot nieuwe inzichten. Het implementeren van een ‘operationeel orgaan’ binnen een
topsportorganisatie zoals een sportbureau voor Abiant Lycurgus werd door de overige
topsportorganisaties herkend en gezien als innovatief. Doordat het onderzoek voor twee organisaties
is gehouden, was het onderzoek complex en nam het veel tijd in beslag. Van belang om onderzoek te
doen naar de voorwaarden voor een sportbureau/ IWP vanuit beide organisaties. Hierdoor zijn maar
vijf andere topsportorganisaties geïnterviewd (extern). Indien er meer externe respondenten waren
geïnterviewd, was de betrouwbaarheid groter geweest tijdens dit onderzoek. Hierdoor had er meer
relevante informatie vergaard kunnen worden tijdens dit onderzoek en was de betrouwbaarheid van
dit onderzoek groter geweest. De betrouwbaarheid van dit onderzoek kan dus in diskrediet worden
gebracht.
Als de onderzoeker terug kijkt op het totale onderzoek zou hij de volgende dingen de volgende keer
anders doen. De volgende keer zou de onderzoeker niet alleen maar gebruik maken van
semigestructureerde interviews, omdat er ook informatie is verschaft die niet wenselijk of minder
relevant waren. Daarnaast had de onderzoeker het theoretisch kader omtrent IWP’s vanuit het
perspectief van de studenten aangevlogen. Desalniettemin is dit deels door de onderzoeker gedaan,
maar door vanuit het perspectief van de student ernaar te kijken had het advies met betrekking tot de
inrichting van een sportbureau geoptimaliseerd kunnen worden.
26
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
6. Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de aanbevelingen van dit onderzoek gegeven. Deze aanbevelingen komen
voort vanuit de inzichten en ervaringen die opgedaan zijn tijdens dit onderzoek.
Commitment
Om het sportbureau te kunnen realiseren moet de afzonderlijke partijen: Abiant Lycurgus,
Hanzehogeschool Groningen (HIS) en het Alfa- college met elkaar om tafel. Hierbij moet er iemand
vanuit het bestuur van Lycurgus verantwoordelijk worden gesteld.
Nadat het advies is gegeven aan de Hanzehogeschool Groningen en Abiant Lycurgus, moeten op
korte termijn met gesprekken gevoerd worden. Zoals gezegd is het Instituut voor Sportstudies in staat
om te investeren in een Sportbureau/ IWP in ieder geval voor de komende twee jaren.
Dit is voor Abiant Lycurgus zeer positief en een eerste aanzet tot het Sportbureau, maar ook in zeker
zin richting het professionaliseren van haar organisatie.
Met het Alfa- college moeten gesprekken worden gevoerd met betrekking tot het faciliteren van een
locatie voor het sportbureau. Het Alfa- college te Kardingerweg is bezig met een renovatie binnen
haar schoolgebouw en heeft al te kennen gegeven dat er een ruimte beschikbaar komt. Deze ruimte is
ideaal om het sportbureau voor de eerstkomende jaren te faciliteren.
Manager aanstellen
Een van de aanbevelingen is het aanstellen van een professionele manager voor het sportbureau.
Indien er geïnvesteerd wordt in een manager is dit de eerste aanzet tot de professionalisering van
Abiant Lycurgus. De manager van het sportbureau moet een soort van office manager zijn en niet een
commercieel persoon. Een commercieel persoon kan namelijk nooit een ‘projectbureau’ aansturen
waarin studenten participeren. De manager moet dus voornamelijk naast het runnen van de dagelijkse
(operationele) activiteiten ook studenten kunnen aansturen (onderwijskundig). Tevens valt binnen het
takenpakket van deze office manager dat hij of zij administratieve zaken moet uitvoeren.
Het volleybalseizoen eindigt in mei en daarna moeten (nieuwe) spelers etc. worden aangesteld. Deze
periode is voor een topvolleybal organisatie cruciaal en hierbij komen veel administratieve
werkzaamheden kijken. In deze drukke periode zitten studenten ook vaak in hun afrondende fase en
dus is het mogelijk dat de manager deze administratieve werkzaamheden kan oppakken. Door een
manager aan te stellen worden de voorwaarden die genoemd zijn bij de conclusie gewaarborgd. Het
investeren in een manager hoeft Abiant Lycurgus niet alleen te doen, maar tezamen met het Instituut
voor Sportstudies. Hierover moeten dus gesprekken gevoerd worden en moet contracten worden
opgesteld. Tevens wordt het sportbureau bemand en is dit één van de voorwaarden op de
hoofdvraag, namelijk het optimaal inrichten van een sportbureau/ innovatiewerkplaats.
Financiën
Zoals al eerder vermeld moet het bestuur van Abiant Lycurgus gaan kijken op welke manier zij kunnen
investeren in het sportbureau dit kan tezamen met het HIS. Daarnaast moet zij de keuze maken:
investeren wij in het team of investeren wij in het sportbureau of eventueel beide. Verder is voor de
onderzoeker niet duidelijk hoe de financiën van Abiant Lycurgus er op dit moment eruit zien en dus
kan hier verder geen uitspraak over gedaan worden.
De manager van het sportbureau zal hoogstwaarschijnlijk parttime in dienst worden genomen door de
Hanzehogeschool te Groningen parttime door Abiant Lycurgus. Dit zal worden gedaan conform het
salaris sport CAO. Een vergelijkbare manager voor een sportbureau komt terecht in schaal 6. Dit
betekent dat de manager zo rond de € 2.100,- bruto betaald krijgt. Doordat deze functie vanuit twee
organisaties wordt gefinancierd zal dit salaris worden gesplit en blijft er voor beide partijen een bruto
maandsalaris over van € 1.050,- (CAO Sport-salarisschalen, 2017).
27
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Daarnaast kan er vanuit gegaan worden dat de ruimte/locatie voor het sportbureau gefaciliteerd wordt
en dat hiervoor geen kosten in rekening worden gebracht. De ruimte/locatie voor het sportbureau
wordt waarschijnlijk ’in kind’ gesponsord door één van de sponsoren van Abiant Lycurgus. Over de
kosten hiervan en de kosten voor inventaris kunnen nog geen uitspraken worden gedaan.
Het advies is dus voor beide partijen om budget vrij te maken en te investeren in het sportbureau door
het aanstellen van een professioneel manager.
Takenpakket
Het is van belang dat het bestuur van Abiant Lycurgus een goede omschrijving gaat geven van het
takenpakket van de manager van een sportbureau. Intern moet er dus een overeenstemming komen
over de taken en verantwoordelijkheden van de manager. Ook moet het HIS meegenomen worden in
dit proces, omdat zij ook deels de manager van het sportbureau zullen aanstellen.
De taken en verantwoordelijkheden die minimaal noodzakelijk zijn voor de manager van het
sportbureau zijn: Coördineren van het sportbureau op een professionele manier
(studenten/vrijwilligers), inhoud en voortgang opdrachten (voor de studenten) formuleren, verbindende
factor zijn tussen bestuur en sportbureau en betrokken zijn bij de club in alle facetten.
28
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
7. Begrippenlijst
Afkorting Definitie
IWP Innovatiewerkplaats
HIS Hanze Instituut voor Sportstudies
STG Stichting Topvolleybal Groningen
MT Management Team
EVTC Energy Valley Topclub
TSZC Topsport Zorgcentrum
MVDS Missie, visie, doelstellingen en strategie
FCG FC Groningen
ReCoMaLab Regionale Co-makership Laboratorium
CVB College van Bestuur
STD Stichting Topvolleybal Dynamo
Begrip Definitie
Professionaliseren Alle activiteiten die tot doel hebben kennis en vaardigheden van een beroepsgroep te verbeteren en verder te ontwikkelen.
Multilevel Studenten van het mbo en hbo
Multidisciplinair Meerdere vakgebieden waarbij kennis vanuit meerdere disciplines gecombineerd worden ingezet om de activiteit te voltooien
29
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bibliografie Boessenkool, J., & Waardenburg, M. (2011, Oktober 11). Sportverenigingen: tussen tradities en
ambities. Opgehaald van www.sportknowhowxl.nl: http://www.sportknowhowxl.nl/nieuws-en-
achtergronden/open-podium/item/86948/
Boessenkool, J., Lucassen, J., & Waardenburg, M. &. (2011). Sportverenigingen: tussen tradities en
ambities. Nieuwegein: Arko Sports Media BV.
CAO Sport-salarisschalen. (2017). Opgehaald van sportwerkgever.nl:
http://www.sportwerkgever.nl/werknemers/46447-cao-sport-salarisschalen.html
Cremers, P., & Wierenga, L. (2017). Zelfgestuurd leren in innovatiewerkplaatsen. Groningen:
Onderwijsinnovatie.
Dingemanse, K. (2017, Mei 2). Stappenplan – Interview in je scriptie. Opgehaald van www.scribbr.nl:
https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/stappenplan-voor-het-gebruiken-van-een-
interview-je-scriptie/
Groningen: City of Talent. (2017). Opgehaald van cityoftalent.nl: https://www.cityoftalent.nl/city-of-
talent
Hanzehogeschool Groningen. (2015). Adviesrapport Ambitie 2020. Groningen.
Hanzehogeschool Groningen. (2016, November 24). CHARTER: Verbinden en Vernieuwen in
onderwijs. Groningen: Hanzehogeschool.
Instituut voor Sportstudies. (2016). Samenvatting strategisch plan 2016-2020 . Groningen:
Hanzehogeschool.
Koenis, M., & Jager, M. (2014). Abiant Lycurgus 2015-2020. Groningen. Opgehaald van
file:///C:/Users/HP/Downloads/Ambitie%20Abiant%20Lycurgus%202015-2020%20v04.pdf
Lucassen, J., & Eekeren van, J. (2008). discussieartikel over moderniseren en professionaliseren van
sportverenigingen. 13.
Metgod, E. (2014). Professionalisering van de zelfredzame sportvereniging. Sport Management
Institute, Wagner Group.
Nederlandse Encyclopedie. (2017, May). Opgehaald van encyclo.nl:
http://www.encyclo.nl/begrip/Professionalisering
Nederlandse Volleybalbond. (2016, Mei 12).
https://www.nevobo.nl/cms/download/571/7%20Opzet%20Eredivisie%202016+.pdf.
Opgehaald van Opzet Eredivisie Zaalvolleybal 2016+: www.nevobo.nl
Smulders, H., Hoeve, A., & Meer van der, M. (2013). Krachten bundelen voor vakmanschap: over co-
makership tussen onderwijs en bedrijfsleven . Utrecht: Ecbo .
Vereniging van Lerarenopleider in Nederland. (2017, Mei). Vereniging van lerarenopleider in
Nederland. Opgehaald van www.lerarenopleider.nl:
http://www.lerarenopleider.nl/velon/blog/tijdschrift/j2008/ontwerponderzoek-in-volgelvlucht/
Voth, C. (2015, Maart 17). ABIANT LYCURGUS GAAT VOOR AMBITIEUZE TOEKOMST EN
BESTUURLIJKE VERNIEUWING. Opgehaald van www.lycurgus.nl:
https://www.lycurgus.nl/nieuws/abiant-lycurgus-gaat-voor-ambitieuze-toekomst-en-
bestuurlijke-vernieuwing/
30
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlagen
Inhoudsopgave bijlagen
Type onderzoek Bijlagen
Behoefteonderzoek Bijlage 2,5,8,10,11 & 12
Benchmarkonderzoek Bijlage 3,4,6,9,13,14 & 15
Evaluaties Bijlage 7,8,& 12
31
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 1: Ontwerponderzoek
32
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 2: Uitwerking interview met Arjan Taaij
Datum: 15 maart 2017 Tijd: 11:00– 12:00
Introductie
Arjan Taaij is al voor zijn derde jaar trainer van het eerste van Abiant Lycurgus. Daarnaast is hij leraar aan de
ALO en lector sportwetenschappen.
Onderzoeker: “Op dit moment is er veel gaande in de organisatie, er vinden overdrachten plaats. Kun je als
begin van dit gesprek hierover meer informatie geven?”
Arjan:
-Er gebeurt nu van alles in de organisatie qua veranderingstraject;
-In 2013 ging Lycurgus bijna op de fles en is de club gesaneerd
-Vervolgens een ambitieplan 2020 geschreven tezamen met Marcel Koenis/Marc Jager
-Toen is Mark Boumans als voorzitter aangesteld; daarmee wilde de club zich gaan professionaliseren
-Echter is dit niet gebeurd; organisatie is gewoon doorgegaan en Mark is daar ‘gewoon’ bijgekomen
-Toch zijn er wel positieve veranderingen binnen Lycurgus geweest; zoals financiële situatie, winnen prijzen,
spelen in Martiniplaza, meer live tv & imago verbetering.
Onderzoeker: “Hoe kijk jij tegen het Plan Ambitie 2020 aan en in hoeverre denk jij dat Abiant Lycurgus hieraan
voldoet?”
Arjan:
-Je ziet dat de sportieve ambitie doorgroeit en de organisatie omdat te faciliteren achtergebleven is;
-Dit maakt dat je niet echt veel meer sportieve ambities kan hebben, omdat de organisatie niet doorgroeit;
-Al langer de wens dat er qua professioneel structuur iets moet veranderen. Dat speelt al sinds 2010
-Sinds begin januari 2017; zijn er gesprekken geweest voor een nieuw bestuur;
-Los van personen & namen moet Lycurgus de transitie positief beïnvloeden;
-Achter de schermen staat een 6 koppig bestuur klaar;
-Plan van de toekomst gepresenteerd bij Abiant op 14 maart 2017
-Nieuw bestuur moet de regie gaan voeren over de organisatie
-Ambitie geschetst: waar zien we de organisatie staan in 2020?
-Dit betekent wat vraagt dat op: bestuurlijk, organisatorisch, sportief, technisch en commercieel/financieel
omdat te realiseren.
Onderzoeker: “In hoeverre is er al meer zekerheid met betrekking tot het nieuwe bestuur?”
Arjan:
-Streven voor 1 april een persbericht eruit te doen; met het presenteren van nieuw bestuur en/of andere
belangrijke zaken;
-Belangrijk om de bestendigheid van volleybal te waarborgen en om een stap te maken dat er iets gaat
gebeuren;
-Een nieuw bestuur met nieuwe mensen en met nieuwe vaardigheden, andere kennis en een andere
betrokkenheid is gezond om daarin een eerste belangrijke stap te maken;
-Daarna verder professionaliseren van de organisatie (invloed op bestuur (taken/verantwoordelijkheden
aanscherpen), aansturingmechanisme, de organisatie en positionering van Lycurgus (breed))
-Als organisatie moet je een missie, visie, doelstellingen en strategieën hebt en dat als rode draad van de
organisatie ziet en op lange termijn moet deze goed gewaarborgd zijn.
33
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Wat moet er volgens jij op korte en lange termijn beter gewaarborgd worden?”
Arjan:
-De kunst om tussen sportbureau en bestuur een gezamenlijk proces te ontwikkelen en stappen kunnen maken;
-Deels is dat door scherp te krijgen wat de taken/verantwoordelijkheden binnen een organisatie zijn;
-Dat iemand op de inhoud zakelijk benaderd kan worden; je hebt gewoon een taak en een verantwoordelijkheid
ook als vrijwilliger;
-Er moeten ambities zijn voor de komende 2-4 jaar;
-Niet alleen maar woorden spreken, maar ook daadwerkelijk implementeren;
-Alles binnen een organisatie houdt elkaar in verband en verstand.
Onderzoeker: “Wat voor een soort manager moet er in het sportbureau komen?”
Arjan:
-Dit moet een commercieel persoon of een office manager zijn;
-Op lange termijn allebei, maar je moet ergens beginnen;
-Voorbeeld commerciële man: Doelstelling: elke 2 week 1 businessclub binnenhalen twv x bedrag euro. Dit
betekent 24 op jaarbasis verspreid over 3 jaar zullen dit 72 in totaal zijn.
-Ergens in de organisatie moet je de risico durven nemen of moet je er geld beschikbaar stellen voor een
persoon in vaste dienst;
-Een manager die commitment heeft met de club en deze commitment ook terugbrengt in de organisatie.
Onderzoeker: “Wat is zijn jouw ideeën bij een sportbureau? Of een sportbureau op het alfa-college?“
Arjan:
-Een sportbureau is een mooi kans voor de club; misschien moet je dit nog formeler positioneren;
-Taken verantwoordelijkheden in kaart brengen ook bij advies aan het nieuwe bestuur;
-Voorbeeld waar je naartoe moet is: Knack Volley Roeselare (ONE TEAM, ONE FAMILY)
-Het hebben van een sportbureau betekent ook iets voor de organisatie; andere mensen moeten weten wat de
taken/verantwoordelijkheden van een sportbureau zijn;
-Bestaansrecht van Lycurgus is alleen maar topvolleybal bedrijven; alleen moet je wel topvolleybal willen
bedrijven met business, burgers, partners, b2b, neveneffecten;
-Het sportbureau moet zitten op het training/wedstrijd locatie;
-Daar moet je een sportbureau hebben met een betaalde professional (3 a 5 dagen in de week);
-Deze manager heeft verschillende taken/verantwoordelijkheden en daarom heen verschillende studenten heeft
vanuit verschillende opleiding (die ondersteunend zijn);
-Bij het bureau moeten ook spelers binnen kunnen lopen; waar spelers hun vragen kunnen stellen maar ook uit
nieuwsgierigheid of om een kop koffie te drinken;
-Ergens in mei/juni de knoop doorhakken m.b.t. het aanstellen van 1 of 2 mensen in vaste dienst;
-2 mensen zijn erg mooi, omdat je dan 2 karakters; Makkelijker in combi met andere bezigheden;
-Moet bij wijze van spreken ook 1 persoon teamverantwoordelijke taken vervullen. Er is nu wel een
teammanager maar werkt ook 40 uur in de week;
-Daarnaast liggen er vele taken zoals: administratieve klussen, HRM-beleid, contracten opstellen met spelers,
partners, sponsoren maar ook coaches.
Onderzoeker: “Hoe kijk je naar het sportbureau van afgelopen jaar en wat zou er beter kunnen?”
Arjan:
-Positief beeld van het bureau – veel zaken opgepakt en weg kunnen zetten;
-Echter mistte ik de verbondenheid met het volleybal, te weinig verbinding met de sport waar het primair
omgaat hier kan het sportbureau zeker een rol in gaan spelen;
-Verbinding meer creëren waardoor de zichtbaarheid van individuen in organisaties beter gepositioneerd
34
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
worden; meer interactie; invloed op de positieve relatie tussen individuen;
-TIP: geef eens een presentatie van het sportbureau aan de spelers: welke mensen zitten erin het bureau, wat
doen ze en waar staan ze voor.
Onderzoeker: “Welke taken zouden de personen in een sportbureau volgens jou moeten hebben?”
Arjan:
-1 op commercieel terrein zijn acties ontplooit/ meer extern georiënteerd;
-1 die de interne processen bewaakt vanuit een bestuurlijke lijn;
-En mensen in de praktijk nodig om de uitvoerende taken op te pakken.
Onderzoeker: “Welke functies en hierbij taken/verantwoordelijkheden gaat het nieuwe bestuur innemen?”
Arjan:
-Mensen in het nieuwe bestuur: commercieel bestuurder, financieel bestuurder, 2 interne bestuurders,
vicevoorzitter en een voorzitter;
-Technisch manager ziet niet in het nieuwe bestuur, maar je kunt de afspraak maken dat er een commissie
technische zaken komt.
Onderzoeker: “Hoe ziet het sportbureau er voor jou het komende jaar uit?”
Arjan:
-Er moet inderdaad een dagelijks bureau komen en hierin zitten nogmaals 1 of 2 mensen in. Stel dat je 3 dagen
hebt dan moet je als organisatie tussen 9 en 5 bereikbaar zijn;
-Of je nou op het alfa-college, bij Abiant of Martiniplaza zit er moet een sportbureau komen met 2 computers en
2 telefoons en eventueel een auto van de club zodat je overal heen kan rijden;
-Er moet ergens een overlap zijn dat de 2 medewerkers wel elkaar een dag zien;
-De taak en verantwoordelijk zit deels in het managen van een sportbureau, maar ook administratieve,
wedstrijd gelieerde en commerciële targets hebben;
-De medewerkers verdienen zich terug in de kwaliteit van de organisatie maar ook in de inkomstenbron die zij
kunnen genereren;
-Multi level inzetten van studenten;
-Om taken/verantwoordelijkheden te beschrijven en dicht bij de club te staan heb je een betaalde kracht nodig,
maar ook een bestuur die dichter bij de mensen staat (meer in contact staat).
Onderzoeker: “Is het een idee om dit advies te presenteren aan het nieuwe bestuur?”
Arjan:
-Ik zit ook denken aan: het nieuwe bestuur zijn allemaal mensen met goede functies en die hebben snel gevoel
bij wat deze organisatie nodig heeft, net zoals een bedrijf moet het een MVDS hebben en een aansturingmodel
hebben;
-Als ik jullie plan zie, zitten er al veel goede dingen in die richting kunnen geven aan hoe de organisatie straks
moet gaan handelen.
Onderzoeker: “Tijdens mijn onderzoek zijn locatie en financiën van uiterst belang, hoe zie jij dit?”
Arjan:
-Volgens mij moeten wij het eerst bij onze partners/sponsoren gaan zoeken;
-Abiant zou ook geen gekke gedachte zijn; daar een werkbureau hebben en snel linkjes kunt leggen bij Abiant,
zoals bijvoorbeeld zaken t.a.v. contracten/salarissen etc.
-Misschien ook bij gemeente zitten/ voorbeeld Kardinge;
-Professionele werkomgeving hebben die het liefst zo dicht mogelijk bij de sport staat omdat dit een positief
effect oplevert.
35
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Welke vragen of welke mensen zijn van belang voor mijn onderzoek?”
Arjan:
-Uiteraard het nieuwe bestuur. Zij moeten ook een commitment hebben met dit plan;
-Landstede basketbal is een mooi voorbeeld en zit een onderwijsinstelling achter en leerwerkplekken achter;
-Draisma Dynamo of Seesing Orion.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
36
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 3: Uitwerking interview met Hayo Bijl
Datum: 20 maart 2017 Tijd: 14:00- 15:00
Introductie
Hayo Bijl is medewerker van het managementbureau van Donar. Deze functie bekleedt hij nu bijna twee jaar.
Zijn hoofdtaak is alles regelen omtrent de wedstrijdzaken.
Onderzoeker: “Wil graag te weten komen; wat zijn de dagelijkse bezigheden zijn binnen het
managementbureau van Donar? Daarnaast hoe is het bureau ontstaan.”
Hayo:
-Over het ontstaan zelf kan ik niet veel vertellen, omdat ik nog maar anderhalf jaar in dienst ben van Donar. Ben
in september 2015 begonnen, was toen net afgestudeerd en tevens daarvoor ook stagegelopen bij Donar;
-Vanuit stage ingewerkt op de huidige functie die hij nu betreedt;
-Kan over de afgelopen 2 a 3 jaar veel vertellen, echter over het ontstaan van het managementbureau niet.
Onderzoeker: “Kun je een beeld geven van de organisatie Donar?”
Hayo:
-Als Donar zijnde, bestaan ze uit een vijfkoppig bestuur die de lange termijn doelstellingen (MVDS ) bewaakt;
-Daaronder zit het managementbureau (uitvoerend).
-Vroeger zaten er vier betaalde krachten in het bureau;
-Daarna is het financieel wat minder gegaan en toen zijn (mede door geen hoofdsponsor) twee mensen uit het
bestuur getreden;
-Het managementbureau bestaat uit 2 fte en stagiaires. Doelstelling is dat per halfjaar minimaal twee
studenten te hebben van de Hanze.
-Heden: meer studenten. Maar voor het managementbureau zijn er twee stagiaires die zich bezighouden met de
dagelijkse gang van zaken en vaste opdrachten hebben (organisatie qua clinics die gegeven worden)
Onderzoeker: “Wat is jouw functie binnen het bureau en wat zijn je taken/verantwoordelijkheden?”
Hayo:
-Mijn functie is: medewerker managementbureau met als hoofdtaak de wedstrijdorganisatie;
-80 a 90 vrijwilligers aansturen waarvan ongeveer 40 op een wedstrijddag;
-Daarnaast stuur ik de stagiaires aan;
-Heeft een groot aandeel in ticketing/ kaartverkoop. Hoe kunnen wij kaartverkoop stimuleren;
-Daarnaast een groot deel verantwoordelijk voor de communicatie en zit in de communicatie commissie;
-In een andere commissie ook bezig met entertainment, omdat dit een groot deel is van de wedstrijdorganisatie.
Onderzoeker: “Wat is de functie van de andere fte die in het managementbureau zit?”
Hayo:
-Collega Peter van der Molen is verantwoordelijk voor het commerciële gedeelte (voornamelijk voor de business
club en andere sponsoren);
-Doelstelling voor de komende jaren is dat er nog een fte bijkomt;
-Op dit moment heeft Donar geen hoofdsponsor, indien ze dit krijgen willen ze een extra fte aannemen;
-De taken nu zijn over twee man verspreid en dat is te weinig;
-Door een derde fte aan te nemen wil Donar stappen zetten en zich verder professionaliseren. Onderzoeker: “Was het een grote stap voor Donar om twee fte in dienst te nemen?”
Hayo:
37
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
-In principe zijn we als club juist teruggegaan. Eerder waren er zoals gezegd 4 mensen in dienst (twee fulltime
en twee parttime.
-Nu is het zo dat we veel taken op kunnen pakken, maar veelal afhankelijk zijn vrijwilligers en stagiaires.
Onderzoeker: “Hebben jullie ook een beleid qua aanstelling van stagiaires?”
Hayo:
-Minimaal twee hbo-studenten;
-Op dit moment zelfs 4 hbo-studenten, waarvan twee derdejaars en twee vierdejaars van de opleiding SGM;
-Plus één mbo-student en eens stagiaire die de bedrijfsadministratie in kaart brengt.
Onderzoeker: “Richten jullie je binnen het managementbureau alleen op de twee pijlers: commercie en
wedstrijdzaken? Of hebben jullie ook nog andere commissies?”
Hayo:
-Donar heeft verschillende commissies;
-Nogmaals structuur Donar: Bestuur (vrijwillig) daaronder staat het managementbureau en daaronder vallen de
vrijwilligers. Deze vrijwilligers (80 stuks) zijn onderverdeeld in 40 tijdens wedstrijden, overige 40 zijn verdeeld in
de entertainment-, communicatie-, marketing &sales
& programmaboekje commissie.
-Natuurlijk zijn de belangrijkste pijlers de wedstrijdorganisatie en de commercie;
-Ticketing en communicatie hebben een grote saamhorigheid met de wedstrijdorganisatie, omdat je dit graag
wilt verkopen en mensen voor wedstrijden wil werven;
-Vanuit het managementbureau hebben ze alle controle in hadden en toegang tot alle media en alle platforms.
Onderzoeker: “Hoe ziet de dag van Hayo Bijl eruit? Hoe moet ik dat zien?”
Hayo:
-Heel veel bezig met het managen/beheren van relaties met stakeholders. En kijken hoe wij ervoor kunnen
zorgen dat alle betrokken partijen bij een wedstrijddag dat die samenvallen en alles goed verloopt;
-Voornamelijk beheer van taken/verantwoordelijkheden op een wedstrijddag;
-Ervoor zorgen dat alles goed verloopt op een wedstrijddag.
Onderzoeker: “In hoeverre zijn jullie maatschappelijk betrokken of hebben jullie maatschappelijke
doelstellingen?”
Hayo:
-Een aantal grote clinics per jaar waar Donar met het team naartoe gaat;
-I.v.m. Europees spelen is dat dit jaar lastig geweest;
-Grote clinics met het team o.a. in roden;
-UMCG kinderziekenhuis doen we clinics voor;
-Normale clinics; hiervoor worden clinic gevers ingezet;
-Energizer clinics: Lifestyle interventie, waarbij kinderen een clinic krijgen en daarnaast een theoretisch
gedeelte. Waarbij 2 spelers bij zijn (bijvoorbeeld: uitleg gezond eten);
-Daarnaast aanvraag voor goede doelen/veilingen etc.
38
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Zijn jullie een stichting net zoals Lycurgus?”
Hayo:
-Wij hebben drie entiteiten: een stichting, een vereniging en hebben nog een stichting voor de businessclub;;
-Alle gelden komen binnen in de stichting en de verenigingen is puur voor de leden (spelers 1e elftal en onder
24).
Onderzoeker: “Heb jij nog tips voor het opzetten van een sportbureau voor Abiant Lycurgus en zijn er zaken
waarop gelet moeten worden?”
Hayo:
-Indien je een bureau wil opzetten, moet je wel goed weten wat prioriteit heeft, want je kan wel iemand
aannemen maar als niet duidelijk is welke functie iemand vervult;
-Oppassen dat je het niet te groot maakt en niet te divers;
-Wedstrijdorganisatie neemt geen 40 uur in de week in.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
39
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 4: Uitwerking interview met Duncan Hoeppertz & Edwin Bolt
Datum: 21-03-2017 Tijd: 10:00 -11:00
Introductie
Duncan Hoeppertz werkt sinds augustus 2016 bij de Jeugdopleiding van FC Groningen. Zijn functie bij de
Jeugdopleiding is: medewerker afdeling voetbalzaken. In 2016 is hij afgestudeerd aan de opleiding SGM te
Hanzehogeschool Groningen. Edwin Bolt is al een aantal jaren actief binnen de Jeugdopleiding en zijn functie
op dit moment is Coördinator Jeugdopleiding FC Groningen.
Onderzoeker:
- ‘Welke raakvlakken heeft het onderzoek van jou met die van mij?’
Duncan:
-Efficiëntie en effectiviteit zijn van belang voor een organisatie;
-Ik heb een casestudie qua onderzoek gedaan.
Onderzoeker: ‘Wat was het probleem tijdens je onderzoek bij de Jeugdopleiding van FC Groningen?’
Duncan:
-Onderzoek aan de hand van een praktijkprobleem;
-Het probleem: de structuur binnen de Jeugdopleiding was onduidelijk;
-Verschillende taken lagen bij verschillende mensen (secretariaat, commercie, coördinator FCG en
teammanager FCG)
Edwin Bolt:
-Structuur aanbrengen binnen een organisatie is lastig, omdat veel mensen gewend zijn aan vastigheden;
Onderzoeker: ‘Welke technieken heb jij gebruikt binnen je onderzoek?’
Duncan:
-Heb een aantal scenario’s uitgeschreven binnen zijn onderzoek voor de Jeugdopleiding;
-Heb deze scenario’s gebruikt ook om eventuele continuïteit te waarborgen.
Onderzoeker: ‘Heb je nog tips voor mijn onderzoek i.v.m. het onderzoek wat jij hebt gedaan?’
Duncan:
-Conceptueel model opnemen in je rapport;
Onderzoeker: ‘Welke stappen moeten er gezet worden om het onderzoek (sportbureau) daadwerkelijk te
kunnen implementeren?’
Duncan:
-Eerst halfjaar heb ik een intern onderzoek gedaan naar de exacte werkzaamheden waren;
-Waar lagen de werkzaamheden en wie was er verantwoordelijk voor;
-Wat moet binnen de Jeugdopleiding qua werkzaamheden komen en wat zijn de procedures;
-Duidelijkheid creëren en inzien hoeveel tijd alles gaat kosten;
-Beeld van de organisatie van dat moment gemaakt en dit is hij gaan vergelijken bij andere clubs
(benchmarkonderzoek);
-Plus een literatuuronderzoek die je ernaast doet, hieruit kwamen de scenario’s;
Onderzoeker: ‘Wat voor literatuuronderzoek heb jij gedaan?’
Duncan:
-Voornamelijk gericht literatuuronderzoek gedaan naar de effectiviteit en efficiëntie (wat houdt dit in en hierbij
modellen gezocht);
-Daarnaast onderzoek gedaan naar kwaliteitsverbetering, organisatieverbreding & arbeidsdeling;
40
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
-Dit zijn begrippen die binnen je proces (afstudeeronderzoek) die aan bod komen;
-Boek Scenariogericht werken van Nekkers gebruikt;
-Onderzoek gedaan naar besluitvorming – wie gaat waar over;
-Door dit alles toe te passen heb je al een aardig buffertje voor je onderzoek;
-Veelal benchmark onderzoek verricht.
Onderzoeker: ‘Was vooraf al bekend dat er iets dergelijks moest komen binnen de Jeugdopleiding of was het
voornamelijk structuur binnen de organisatie aanbrengen?’
Duncan:
-Er was wel duidelijk dat er iets moest gebeuren, omdat 60 uur niet alleen door Edwin Bolt vervult kon worden;
-Toen aangegeven dat er een extra iemand in de organisatie moest komen of dat er eventueel werkzaamheden
geschrapt moeten worden;
-Of een nieuwe stagiair elk jaar, echter neemt dit risico’s met zich mee omdat je nooit weet wat voor stagiair je
binnen haalt; (scenario’s)
Onderzoeker: ‘Welke websites of boeken heb je gebruikt tijdens je literatuuronderzoek?’
Duncan:
-Verschillende websites (zoals Pub MEd etc.);
-Het boek Scenariogericht denken van Nekkers veel afbeeldingen en modellen uit dit boek kunnen gebruiken;
-Tijdschrift voor leraren opleiders;
-Voornamelijk gerelateerde onderzoeken gebruikt;
-Winnaars van morgen;
-Verandermanagement modellen.
Onderzoeker: ‘Ben je tijdens je onderzoek nog ergens tegen aangelopen of waarvan je achteraf denkt dit had ik
anders of beter moeten doen?
Duncan:
-Heb maar 3 organisaties bezocht. In principe is dit voldoende, maar om meer draagvlak te kunnen krijgen is het
van belang genoeg organisaties te bezoeken.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
41
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 5: Uitwerking interview met Jack Suiveer
Datum: 21 maart 2017 Tijd: 11:15 – 12:45
Introductie
Jack Suiveer is de commerciële manager van Abiant Lycurgus. Hij is financieel directeur van de Effektief Groep,
een schoonmaakbedrijf met 700 werknemers. Naast deze baan doet hij op vrijwillige basis commerciële
klussen voor Lycurgus.
Onderzoeker: “Goedemorgen Jack, ik heb je vandaag uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek ben ik
benieuwd naar jouw mening en ideeën ten aan zien van het sportbureau?”
Jack:
-Lycurgus moet een keuze maken (geld is er wel): 1. Ga je in spelers investeren? 2. Of ga je investeren in iemand
voor op kantoor?
-Ik ben van mening indien je advies geeft dat je gewoon moet zeggen: dat moet je gaan doen en middelen voor
vrij maken. Maar door wie moet het sportbureau bemand worden?
Onderzoeker:
-Door een manager van het sportbureau (betaalde kracht) dit hoeft/moet geen commerciële man zijn. Deze zou
wel naast de manager van het sportbureau kunnen fungeren. Dus 2 fte (bijvoorbeeld voor 50 uur in de week
gedeeld door 2)
Jack:
-Waarom zou dat niet iemand zijn die commercieel en administratief onderlegd?
-Die kan het allebei doen, want 50 uur is erg veel;
Onderzoeker: “Manager van het sportbureau heeft vele taken waaronder commercieel maar ook bijvoorbeeld
wedstrijd gelieerde taken. Of kijk jij hier anders naar?”
Jack:
-Keuze maken binnen het bestuur wat de prioriteiten zijn;
-Moet een vast iemand in het bureau zitten anders geen continuïteit.
Onderzoeker: Hanzehogeschool heeft ook baat bij het sportbureau, hoe kijk jij hier tegenaan?”
Jack:
-Dat is zeker positief ook met betrekking tot het faciliteren van studenten;
-Gewoon aandragen aan het bestuur, want Arjan en ik hebben tijdens de presentatie bij Abiant dit ook
voorgelegd;
-Tot in detail hebben wij toen niets kunnen vertellen, maar daar is dit uitstekend voor Lycurgus.
Onderzoeker: Hoe kijk je er tegenaan dat volgend jaar het sportbureau bij het Alfa- college gevestigd is? En wat
betekent dit financieel/commercieel?
Jack:
-Dat kost natuurlijk ook weer geld, dus als club moet je investeren in mensen/middelen;
-Ook overwegen om een sponsor te vragen om een ruimte te faciliteren.
-Hoe kijk je er tegenaan dat een bureau niet bij speel locatie in de buurt zit?
Onderzoeker:
-Moet niet heel veel uitmaken;
-Dit is alleen van meerwaarde als het bureau direct in contact staat met spelers (bijvoorbeeld administratie van
contracten etc.). Echter is het wel van belang dat er meer binding komt tussen spelers en club.
-Ligt er dus aan op welke pijlers je je als club wil richten en hoe je de commissies dan wegzet.
42
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Jack:
-Goed als de commissievoorzitters van de commissies ook in het bestuur zitten;
-Om het bestuur direct te kunnen informeren en snel beslissingen kunt nemen;
-Nadeel van sportbureau in alfa: tijdens vakanties kun je niet in het gebouw;
Onderzoeker: “Welke stappen moeten er nu gezet worden met betrekking tot het sportbureau?”
Jack:
-Z.s.m. als nieuw bestuur er is het advies geven en idee sportbureau opperen;
-Het sportbureau borduurt mooi voort op hetgeen wat geopperd is. Mooi al in details verwerkt;
-Wat stopt de Hanzehogeschool erin qua geld? En wat is de meerwaarde van een bureau voor hen?
Onderzoeker:
-Hanze stopt er uren in en de meerwaarde is dat er een gunstig leerklimaat wordt gecreëerd voor de studenten;
Jack:
-Heb je ook een stappenplan indien het bestuur groen licht geeft?
-Stel dat ze verder willen dan moet er een actieplan gemaakt worden.
Onderzoeker:
-Door middel van onderzoek maken je die stappen al en veel stappen zijn er al gemaakt;
-Acties zijn dus het vinden van een locatie plus geld.
Jack:
-Er moet dus een actieplan gemaakt worden (wanneer gaan we wat doen om iets te bereiken?)
-Wie gaat wat doen? Er moet geld beschikbaar komen? Wie is verantwoordelijk voor de locatie? Wie gaat de
sollicitatiegesprekken houden?
-Ik zit eraan te denken dat misschien de gemeente in middelen (bijvoorbeeld een kantoor) wil voorzien in plaats
van subsidies;
-Hanzehogeschool zou ook een optie zijn qua locatie; alfa heeft ook meerdere locaties;
-Eerst bestuur overtuigen; direct aan de bel trekken en zeggen dit is het idee;
-Marcel van Delden daar ook voor gebruiken.
Onderzoeker: Heb jij verder nog tips ten aanzien van mijn onderzoek en voor de komende periode?
Jack:
-Belangrijk is met het bestuur praten;
-Stel het bestuur zegt wij willen dit wel, kun jij gaan nadenken of je een rol wil spelen in de volgende stap;
-Wetend dat het nieuwe bestuur een beleid gaat uitstippelen en dan niet uitvoerend is, moet toch iemand zijn
die sollicitatiegesprekken gaat voeren en de locaties voor een sportbureau bekijken.
Kortom: misschien is de kans aanwezig dat er niemand vanuit het nieuwe bestuur dit wil gaan oppakken en
implementeren.
-Dan moet je de vraag voorleggen of wij het gezamenlijk kunnen doen;
-Heb jij ook een kostenplaatje met wat het allemaal gaat kosten?
43
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: Ligt eraan of er een go is vanuit het bestuur en wat de opties zijn dan pas kan er een
kostenplaatje gemaakt worden
Jack:
-Je kan er wel iemand voor commercie neerzetten, maar het allerbelangrijkste is dat er iemand moet zitten die
goed kan organiseren, administratief onderlegd, technische zaken, maatschappelijke zaken kan uitvoeren en
wedstrijdzaken;
-Voordeel van een manager van sportbureau is dat je echt iemand verantwoordelijk kan stellen en niet iemand
meer kan schuilen achter zijn/haar taken/verantwoordelijkheden;
-Vrijwilliger zijn is niet vrijblijvend.
-Hoe zie je de rol tussen iemand van het alfa-college en van de Hanze? Wie heeft er meer verantwoordelijkheid?
Onderzoeker:
-Moet allereerst een evaluatie komen van het afgelopen jaar en dit bespreekbaar maken en dan stappen hierin
nemen. “Zijn er nog mensen met wie ik in gesprek moet voor dit onderzoek?”
Jack:
-Eerst met mensen van de club in gesprek gaan;
-Nianne Vos;
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
44
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 6: Uitwerking interview met Paul van Gestel
Datum: 4 april 2017 Tijd: 11:15 – 12:45
Introductie Paul van Gestel is sinds 2006 de drijvende kracht achter Verbeter Presteren. Hij geeft training & advies op maat
aan iedereen die ondersteuning vraagt op het persoonlijke en mentale vlak en is gespecialiseerd in het
begeleiden van (top)talenten in de sport en managers uit het bedrijfsleven
Paul van Gestel is een trainer/coach die met overtuigende commitment en inspiratie zijn klant centraal heeft
staan. Met meer dan 30 jaar topsportervaring en 20 jaar ABNAMRO ICT ervaring staan de functies als
trainer/coach, project-, veranderings- en portfoliomanager centraal in zijn loopbaan. Hij is onder andere ook
coach geweest van E&O en DOS(handbal).
Daarnaast is Paul actief binnen de NOC*NSF voor het Nederlands Handbal Verbond. Ook is hij trainer geweest
op het Carmel Handbalschool Drenthe.
Gesprek
Eerste gedeelte van het gesprek niet opgenomen, tijdens dit gedeelte heeft de onderzoeker tezamen met Paul
de gehele opdracht op papier gezet. Daarnaast heeft Paul uitgelegd hoe het concept: projectbureau er voor
hem uitziet en wat de kritische succesfactoren voor een dergelijk bureau zijn.
Paul van Gestel:
-De belangrijkste vraag tijdens het project is: Waarom doen we dit? Waarom wil het bestuur een sportbureau?
Waarom wil de organisatie bestaan?
-Wat houdt de professionaliseringsslag in? Waarom een professionaliseringsslag?
Onderzoeker:
-Dit doen we, omdat het bestuur het plan ambitie 2020 wil behalen (doelstellingen op sportief en bestuurlijk
niveau). De bestuurlijke doelstellingen zijn nog niet behaald;
-Het sportbureau is opgezet, omdat het bestuur niet een organisatie kon sturen (alleen uitvoerend bezig);
-Geen structuur binnen bestuur (taken/verantwoordelijkheden onbekend, uitvoerend bezig)
Paul:
-Als je niet weet waarom je dit doet dan vlieg je alle kanten op;
-Je gaat pas naar de wat en hoe als je de waarom vraag hebt beantwoord.
Paul:
-Waarom bestaat Lycurgus? Wat is hun bestaansrecht?
-Vanuit hier komt een visie en strategie en dan pas een professionaliseringslag willen slaan;
-Als de onderzoeker het model (gemaakt met Paul) aan het bestuur laat zien. En aantoont dat een sportbureau
alleen een bestaansrecht heeft indien andere zaken ook geregeld worden dan wordt het onderzoek naar een
hoger niveau getrokken.
-De meeste clubs gaan door gebrek aan beleid onder, omdat alleen één team wordt gezien;
-Gebeurt bij heel veel clubs en dit komt doordat trainers (als voorbijgangers) het voortouw bij verenigingen
neemt en als trainers smal blijven kijken dan gaat het mis.
45
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Wat vind jij van het idee dat studenten multilevel worden ingezet en multidisciplinair moeten
werken?”
Paul:
-Dit kan zeer goed en is een goed idee binnen een sportbureau. Dit moet je in je opdracht verwerken en in je
project;
-Aan het bestuur de vraag stellen: waarom zouden jullie een sportbureau willen hebben? Doordat te vragen
kom je achter de drijfveren.
-Geld is een slechte drijfveer en kan het ook niet zijn;
-Ze moeten gaan dromen en geloven wat ze willen met Lycurgus.
Onderzoeker: “Waar en hoe zou het sportbureau gepositioneerd moeten worden binnen de organisatie van de
Stichting Topvolleybal Groningen?”
Paul:
-Een projectbureau staat altijd naast de organisatie en niet onder. Als een soort stafbureau;
-Voorzitters van de commissies vallen onder het bestuur en niet onder het bureau;
-Het bestuur stuurt het bureau aan. Het sportbureau kan aanvragen krijgen van het bestuur voor de
commissies. Of andersom: de commissies doet aanvragen bij het bureau en akkoord moet krijgen van het
bestuur;
-Voorbeeld: Als voorzitter van een commissie doe ik een voorstel bij het bestuur. Dit is opgenomen in het
strategieplan (X jaren plan) en hebben zij een (x aantal) projecten. En deze projecten worden goedgekeurd door
het bestuur en worden uiteindelijk neergelegd bij het sportbureau.
Onderzoeker: “Wat zijn de voor- en nadelen van een sportbureau voor een organisatie zoals Lycurgus?”
Paul:
-Het linke van een sportbureau binnen organisaties zoals Lycurgus is dat: het sportbureau gaat als feite de
organisatie aansturen. Dit moet het bestuur doen!;
-Indien het bureau onder het bestuur komt te staat en niet ernaast dan stuurt het bureau (hiërarchisch gezien)
de commissies aan dit gebeurt echter niet!
-Belangrijk om een goed beeld te verkrijgen van de visie en strategie van Lycurgus en dus daarbij horend het
sportbureau;
-Invoegen in waarborgen van continuïteit model instroom 1e jaars
Onderzoeker: “Op wat voor een manier moet een sportbureau weggezet worden om Abiant Lycurgus te kunnen
professionaliseren?”
Paul:
-Een blauwdruk gaan maken van het sportbureau, om deze ook toe te kunnen passen bij andere organisaties.
(Alleen afhankelijk per organisatie van hun: visie/strategie en beleidsplannen voor de komende jaren). De
waarom en hoe kan je gewoon als een blauwdruk neer zetten.
-Valt op: in ambitie 2020 zijn sportieve doelstellingen binnen een organisatiestructuur is opgenomen dat past
helemaal niet;
-1 fte als manager van een sportbureau is een optie;
-Het aanstellen van een manager/managers heeft te maken met de inrichting van de visie en strategie van de
club;
-Indien dit gedaan wordt kun je de dingen die gemist worden aantonen en de dingen die nog ontwikkeld
moeten worden. Dit alles wordt in beheerorganisaties of commissie geïmplementeerd.
Onderzoeker: “Is een commerciële man geschikt om een sportbureau/ IWP aan te sturen?”
46
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Paul:
-Sowieso is een commerciële man niet geschikt om projecten aan te sturen;
-Een manager van het sportbureau moet nogmaals studenten en dus projecten aan kunnen sturen en de link
leggen met de commissies;
-De continuïteit is van belang en je moet ervoor zorgen dat je op de key posities de continuïteit garandeert;
-Als je werkt met projecten werkt dan met TOKIG+R (Tijd Organisatie Kwaliteit Informatie Geld & Risico’s). Dat is
in feite hoe je je projecten bekijkt;
-En vanuit TOKIG+R moet je je verantwoording doen over je projecten en organisatie;
-Indien je dit doet dan is alles in balans en een risico is dus als je op je key posities geen continuïteit hebt dan
loop je gevaar. (Continuïteit binnen een organisatie als Lycurgus is erg belangrijk).
Onderzoeker: “In hoeverre zijn deze termen van groot belang voor mijn onderzoek?”
Paul:
-Dat zijn de zaken die je zeker in je plan moet aanbrengen. Daar ben je niet alleen verantwoordelijk voor maar
gezamenlijk in overeenstemming met het bestuur moet je achter het sportbureau gaan staan en hoe het eruit
gaat zien. Anders ben je een luchtbel aan het maken;
-Het plan voor het sportbureau moet duidelijk zijn voor het bestuur en dat ze niet achterover gaan zitten, maar
juist de verantwoordelijkheid gaan oppakken;
-Het bestuur is namelijk verantwoordelijk! Als je als club geen visie/strategie hebt en je weet niet wat je over 2-4
jaar gaat doen en hoe dan houdt het op.
Onderzoeker: “Wat vind je van mijn hoofd- en deelvragen zoals ik ze binnen mijn onderzoek heb geformuleerd?”
Paul:
-Het is inderdaad belangrijk om van beide partijen te weten wat hun beleidsdoelstellingen zijn voor de komende
jaren;
-Nogmaals er moet een concrete opdracht komen en commitment komen om daadwerkelijk het sportbureau te
implementeren;
-Als je geen goede opdrachtformulering hebt voor deze klus dan ben je heel hard aan het werk dan gaat het
bestuur afwachten wat je doet. Terwijl zij een verantwoordelijk hebben omdat ze een bepaalde opdracht aan
mij hebben gegeven. Hier scherp in zijn;
-Belangrijk dat er commitment komt vanuit de opdrachtgever komt en dat moet op papier te komen staan.
Onderzoeker: “Heeft u nog tips ten aanzien van mijn onderzoek?”
-Onderzoek ziet er goed uit alleen je moet het van bovenaf aan gaan vliegen. Hoe zit het qua mijn opdrachten,
qua commitment, qua risico’s en dit nagaan hoe dit werkt?
-Flexibel zijn in het neerzetten van het sportbureau;
-Goed aangeven dat je serieus en professioneel bezig bent met het project aan het bestuur, maar ook aangeven
dat ze zelf ook een grote rol spelen;
-Het sportbureau wordt de kern en rode draad van de organisatie. Sportbureau is een stafbureau die projecten
aanstuurt;
-Sportbureau gewoon neerzetten. En kostenplaatje maken van het bureau;
-Kritische succesfactoren van een bureau moet je goed beschrijven. Dat zijn vaak de risico’s die erin zitten en
voorwaardelijk zijn voor het slagen van het traject of voorwaardelijk zijn om eraan te kunnen starten en dit
opnemen in het plan.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
47
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 7: Uitwerking gesprek met Alfa-college S&B
12 april 2017 Tijd: 11:00– 12:00
Dit gesprek is door de onderzoeker niet opgenomen. Echter wordt hieronder kort beschreven wat er tijdens het
gesprek is besproken en wat de vervolgstappen zijn.
Aan het begin hebben Laurens Bloem en de onderzoeker het woord genomen en aangegeven waarom wij het
gesprek wilden voeren. De onderzoeker heeft aangegeven dat hij het gesprek graag wilde voeren omdat hij de
samenwerking met Alfa-college en Lycurgus graag wilde evalueren en wil inzien wat de plannen voor de
toekomst zijn. Daarnaast heeft de onderzoeker grondig uitgelegd wat hij zoal het afgelopen jaar heeft gedaan
voor Lycurgus en het sportbureau. Ook heeft de onderzoeker aangegeven nu druk bezig te zijn met zijn
afstudeeronderzoek voor Lycurgus & de Hanze naar een ontwerp voor een toekomstig sportbureau.
Vanuit het gesprek werd duidelijk dat het Alfa-college de samenwerking met Abiant Lycurgus en de
Hanzehogeschool Groningen graag wil doorzetten. Het is voor hen en voornamelijk voor de studenten een
goede organisatie om te kunnen leren in de praktijk. Daarnaast zijn ze van mening dat het ideaal zou zijn als het
sportbureau/ IWP volgend jaar bij hun gevestigd is. Hiervoor zijn al een aantal ideeën en hier wordt zeker op
korte termijn nog over gesproken.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
48
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 8: Uitwerking evaluatie studenten Sportbureau Abiant Lycurgus ‘16/’17
Datum: 09-05-2017 Tijd: 14:30- 15.30
Introductie
Als onderdeel van het afstudeeronderzoek heeft de onderzoeker tezamen met tweedejaars SGM studenten en
tevens stagiaires van Abiant Lycurgus geëvalueerd op het afgelopen jaar. Er is geëvalueerd op het
experimentele jaar waarin het sportbureau van Abiant Lycurgus heeft gedraaid. De studenten die tijdens de
evaluatie hebben geparticipeerd zijn: Jody Sijbolts, Luuk Adema, Mike Meijer en Kjel de Vries.
Onderzoeker: ‘Kunnen jullie allemaal aangeven wat jullie opdracht(en) het afgelopen jaar zijn geweest?
Kjel: Mijn opdracht samen met Mike was om de side-event vorm te geven. Kwamen er snel achter dat het lastig
ging (qua budget om wat te realiseren en qua organisatie). Wij hadden geen duidelijk plan en weinig ervaring
en daarom waren wij er al snel klaar mee. Hierna gezocht naar andere opdrachten, maar dit was ook erg
moeizaam. Op dit moment richten wij ons op het vrijwilligersbeleid van de club. Als ik kijk naar wat ik
persoonlijk heb gemist dit jaar is structuur, er hadden wat kortere lijnen gelegd moeten worden tussen ons als
stagiaires en belangrijke personen waarmee je moet werken.
Onderzoeker: ‘Kjel, als je terugkijkt op het afgelopen jaar, hoe ervaren?’
Kjel: Moeizaam.
Onderzoeker: ‘Waarom was het dan voornamelijk moeizaam?’
Kjel: De opdrachten waren niet duidelijk genoeg. Het was telkens een lastige start. Daarnaast als wij vragen
hadden wisten wij niet aan wie we ze moesten stellen en het duurde behoorlijk lang om antwoorden te krijgen.
Onderzoeker: ‘De communicatie is voornamelijk richting jullie slecht geweest?’
Kjel: Er had iemand moeten zijn die richting ons dingen duidelijker maakte. Er lagen dan wel opdrachten klaar,
maar we kregen hierbij te veel vrijheid. Wij moesten maar gewoon iets zelf bedenken en daarmee komen.
Mike: Het is natuurlijk mooi dat je zelf je opdracht mag verzinnen, omdat je minder verantwoordelijkheid hoeft
af te dragen. Alleen is het vervolgens wel lastig om met een opdracht bezig te gaan als je er geen verstand van
heeft of iemand die je helpt daar waar nodig.
Onderzoeker: ‘Hebben jullie naar eigen inziens wat kunnen leren het afgelopen jaar?’
Mike: Ik heb voornamelijk geleerd iets wat ik niet wil, dat is ook een mooie les om te leren. Echter had ik liever
andere dingen geleerd. Bijvoorbeeld: Hoe regel je alles omtrent een wedstrijd of hoe leg je contacten met
externe partijen. Voornamelijk voor mezelf heel veel geleerd.
Onderzoeker: ‘Als we kijken naar het afgelopen jaar, hebben wij dan genoeg neer kunnen zetten of had dit meer
moeten zijn?’
Mike: Het is natuurlijk een experimenteel jaar. Het staat er voor het eerst en in het begin was het even zoeken
naar de taken/verantwoordelijkheden van alle stagiaires. In ieder geval duidelijk op dit moment is: hoe de rollen
van de betrokken partijen ten opzichte van elkaar zijn.
Onderzoeker: ‘Jody, hoe heb jij het afgelopen jaar ervaren?’
Jody: Naar mijn mening zijn er te veel mensen betrokken geweest bij het sportbureau vanuit de
Hanzehogeschool die betrokken zijn geweest bij deze ‘test’. Terwijl voor de studenten die hierin participeren niet
als experimenteel jaar is weggezet. Wij gingen deze stage lopen om ervaringen op te doen en iets te leren, maar
het is meer dat Lycurgus iets heeft geleerd van ons. Ik had persoonlijk geen 4 tweedejaars studenten het
49
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
afgelopen jaar stage laten lopen. Nogmaals te veel studenten betrokken geweest het afgelopen jaar, dit had
anders gekund.
Onderzoeker: ‘Wat had dan volgens jouw anders gemoeten?’
Jody: Misschien had Lycurgus voor zichzelf eerst een stabiele situatie neer moeten zetten voordat zij er allemaal
mensen bij gingen betrekken.
Onderzoeker: ‘Luuk, hoe kijk jij terug op het afgelopen jaar?’
Luuk: Sluit me bij Jody aan. Ik denk dat de verwachtingen anders lagen vanuit de studenten als vanuit het
bestuur. Omdat het bestuur in principe niet wist waar ze mee zouden starten en dat merkte je gewoon.
Persoonlijk vind ik dit erg jammer, want ik denk dat er wel meer uitgehaald had kunnen worden. Lycurgus had
er zelf meer bovenop moeten zitten en met concrete stappen moeten komen.
Jody: Een stukje interesse vind ik ook erg belangrijk. Dat sommige mensen in de organisatie in april nog steeds
niet wisten dat wij een jaar stage zouden lopen vind ik best wel kwalijk.
Onderzoeker: ‘Hoe zagen jullie de rol van de Hanzehogeschool en Alfa-college?’
Luuk: Tuurlijk was er een samenwerking met de Hanzehogeschool en Alfa-college, maar de basis lag bij
Lycurgus en die was niet goed.
Onderzoeker: ‘Hoe kijken we naar de locatie waar we het afgelopen jaar hebben gewerkt? En hadden we
genoeg middelen?’
Luuk: De locatie was prima. Op het laatst niet meer omdat we geen plek hadden.
Jody/Mike/Kjel: De locatie is vanaf het begin al niet goed geweest.
Jody: Vanaf het begin is gezegd dat we pasjes zouden krijgen en een printer zouden krijgen dit is nooit
gerealiseerd. In dat ‘hok’ konden wij niet met zeven man zitten en dat weet je allemaal van tevoren.
Mike: Op een gegeven moment dachten wij allemaal hetzelfde erover om thuis maar aan de slag te gaan. Alfa-
college wilde in het begin heel veel doen en haar naam aan het sportbureau koppelen, maar uiteindelijk hebben
wij vrij weinig van hen gekregen.
Onderzoeker: ‘Stel dat volgend jaar het sportbureau nog wel gewoon op het Alfa-college zit, wat is er dan
nodig?’
Luuk: Een functionele opstelling, waarbij je ook echt kan werken. Een tafel/bureau waar een laptop/computer
op kan staan. En dat iedereen zijn eigen plekje heeft. En natuurlijk een tafel waar je met ze allen aan kan
overleggen. Een ruimte voor maximaal vier personen.
Mike: Misschien een en of ander scheidingswand en niet een stamtafel waar de hele dag muziek gedraaid
wordt. En een ruimte waar iedereen in en uit kan lopen en niet telkens de deur hoeven open te doen.
Onderzoeker: ‘Stel dat er één manager in het sportbureau komt, hoeveel studenten moet het sportbureau
hebben?’
Iedereen: Maximaal vier studenten. Het is echt wel een goede tweedejaars stage, alleen was het dit jaar niet
goed genoeg.
Onderzoeker: ‘Waar heeft het dit jaar nou echt aan gelegen?’
50
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Jody: Samenhang van factoren. Stukje begeleiding, stukje interesse.
Onderzoeker: ‘Of lag het aan de opdrachten? Waren er genoeg opdrachten?’
Jody/ Luuk: Nee de opdrachten waren prima.
Onderzoeker: ‘Als we kijken naar de opdracht m.b.t. side-events, was deze groot genoeg?
Mike: Ik denk dat het een opdracht is zonder grens. Je kon het zo gek maken als jezelf wilde. Voor een
tweedejaars hadden wij alleen te veel vrijheid.
Onderzoeker: ‘Dus als ik het goed begrijp moet er in de toekomst iemand structureel in het sportbureau
komen?’
Iedereen: Ja! Iemand waar we heen kunnen lopen als we vragen hebben of ons tips kan geven en iemand die
verstand van zaken heeft.
Mike: Ik denk serieus dat er weinig stages zijn waarbij je zoveel vrijheid krijgt dat je zelf een opdracht mag
verzinnen.
Onderzoeker: ‘Hoe kijken jullie naar jullie eigen rol? Hadden jullie het achteraf het voor jezelf anders ingevuld?’
Luuk: Ben zeer trots op het neerzetten van de scholenbattle gezamenlijk met Jody. Alleen heb ik niet het gevoel
gehad dat ik alles heb kunnen geven.
Mike: In het begin probeerde ik overal bij te zien, maar op een gegeven moment verloor ik de motivatie. Dat
werkt averechts en daardoor wordt het steeds minder en minder.
Het opzetten van de loterijen en de CL was wel erg leuk en daar ben ik wel trots op.
Jody: Over de scholenbattle mogen wij best tevreden zijn, maar had graag dingen anders gezien.
Luuk: In het begin werd ons verteld dat wij met het team Abiant Lycurgus aan de slag gingen. En op de eerste
stagedag kwamen wij erachter dat het Lycurgus in de Maatschappij was. De verwachtingen toen waren al
verkeerd geschept. En toen hoorden wij pas dat het een experimentele jaar was.
Jody: Er is vast nog wel een overzicht met de beschrijving van onze stage, want daar stond echt iets anders.
Onderzoeker: ‘Jullie hadden dus verwacht dat jullie meer met het team te maken zouden krijgen?’
Luuk: Ja met het team en het managen van het team. Bijvoorbeeld het regelen van vervoer of mensen regelen.
Jody: Wij hebben de spelers van het Bulgaarse team eenmaal van Schiphol mogen halen, maar wat er qua
organisatie achter zit hadden wij geen idee van. Als wij het draaiboek daarvan hadden mogen maken en daar
hadden wij veel van kunnen leren en voldoening uit kunnen halen.
Mike: Wij hadden weinig betrokkenheid met de club. In het begin hadden zij ons direct overal mee heen moeten
nemen, bijvoorbeeld al bij de spelerspresentatie of bij een training of bij een
uit-/thuiswedstrijd. Het geoel van erbij horen.
Onderzoeker: ‘Wat moet er vanaf het begin nog meer direct anders?’
51
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Luuk: In het begin direct een reëel beeld neerzetten van wat de stage inhoudt. Stap 2: Is als je op je eerste
stagedag binnenkomt direct een gesprek met iedereen hebt. De tweede dag heb je een kennismaking met
bestuur en spelers en daarna gas erop.
Kjel: Ik vind persoonlijk dat wij een zeer goede start hadden en de vergaderingen waren goed. Vergaderingen
om de twee weken, geeft een stukje structuur.
Mike: De vergaderingen gaven de bevestiging dat wij er wel met z’n allen voor Lycurgus zaten.
Jody: Ik zou een lijstje maken met zaken die echt bij Lycurgus horen. En duidelijk aangeven bij sollicitatie voor
stageplekken dat je als student ook weleens op een zaterdag of zondag of avond in de week wordt verwacht.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
52
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 9: Uitwerking interview Gerard van Pijkeren
Datum: 11-05-2017 Tijd: 10:00- 11:00
Introductie
Gerard van Pijkeren werkt al bijna 30 jaar bij de Gasunie en is directeur van het bedrijf Gasunie New Energy. Dit
is een dochteronderneming van de Gasunie die ervoor zorgt dat er ook werk is in de gas na het tijdperk
aardgas. Daarnaast zit Gerard al vanaf 2010 in het bestuur van de Energy Valley Topclub. Hij heeft hierbij
voornamelijk ingezet op een verder gaande samenwerking tussen de topclubs in Groningen. Ook is Gerard
iemand die zich bezighoudt met topclubs, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven zitten éen keer in de twee
maand om tafel om te kijken hoe je Groningen meer op de kaart zet. En hoe zorg je ervoor dat je topsport
hiermee faciliteert en sport en regio op de kaart te zetten.
Onderzoeker: “Wetende uw achtergrond met het EVTC, wat zijn uw ideeën bij een Sportbureau/ IWP voor
Abiant Lycurgus?”
Gerard: Indien je een sportbureau wil implementeren dan moet er voor de betrokken partijen iets in zitten. Zorg
ervoor dat er voornamelijk voor studenten een doel gecreëerd wordt, want dan is het geen verplichting.
Daarnaast moet er een goede begeleiding zijn vanuit zowel Lycurgus als de Hanzehogeschool.
Onderzoeker: “Hoe is de samenwerking binnen het EVTC ontstaan?”
Gerard: We zijn begonnen met kennismaking, het uitnodigen van alle clubs met de werknemers van de clubs.
Daarna is er een inventarisatie gezamenlijk gemaakt met de zaken die je eventueel samen kan oppakken. Dat
heeft ertoe geleid dat er vooral aan de MVO-kant er serieuze invulling aan gegeven is.
Onderzoeker: “Hoe is de samenwerking op dit moment tussen de verschillende clubs in Groningen?”
Gerard: De samenwerking tussen de verschillende topclubs is altijd moeilijk van de grond gekomen. Toen wij het
eerste jaar sponsor waren en alle clubs met Energy Valley Topclub achter op hun rug gingen spelen, merkte wij
dat FC Groningen zelf de bedrukking deed en NIC moest voor 65 euro een eigen shirt komen en de kosten voor
bedrukking betalen. Op dat moment zie je dat er wat te halen.
Onderzoeker: “Op wat voor een manier valt er op dat moment wat te halen? En hoe stimuleer je dat als EVTC
zijnde?”
Gerard: Wij hebben altijd gezegd, zorg ervoor dat je je organisatie op orde hebt. Het organiseren van topsport
vraagt een bepaalde solide organisatie en een deel daarvan is gewoon een evenementenbureau en dat kan je
met elkaar delen.
Onderzoeker: “Is hierdoor ook het plan ontstaan om een soort van ‘sportbureau’ voor alle topsportclubs in
Groningen te creëren?”
Gerard: Jazeker. Ik heb heel lang gedacht dat FC Groningen hier een belangrijke rol in zou spelen, omdat zij al
een professionele organisatie heeft. Het probleem met voetbal is dat het erg opportunistisch. Indien zij erg geen
belang bij hebben dan interesseert het hen ook niet.
Onderzoeker: “Heeft FC Groningen er dan geen belang bij op dit moment?”
Gerard: Op dit moment is FC Groningen zo ver geprofessionaliseerd dat het gat tussen hen aan de ene kant en
de overige clubs aan de andere kant is zo groot. Het is dus praktischer dat de overige clubs een samenwerking
zoeken en FCG apart blijft. De problematiek tussen de overige clubs is vaak hetzelfde en dus is de kans groter
dat deze clubs samen zullen gaan werken. Ondanks dat ze veel van FCG kunnen leren en hebben geleerd.
Onderzoeker: “Hoe zetten jullie als EVTC nou echt in op de samenwerking tussen alle betrokken partijen?”
Gerard: Dit gebeurd op verschillende manieren. Op dit moment ligt er nog een sponsorpotje bij FCG waar de
overige clubs ook gebruik van kunnen maken en samen te werken. Wij hebben een aantal sessies met de clubs
53
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
per jaar. Daarnaast zeggen wij tegen de clubs ‘zoek elkaar op’.
Onderzoeker: “Zijn er nog andere partijen betrokken geraakt bij het invullen van de samenwerking tussen de
clubs?”
Gerard: Met de gemeente en onderwijs is een discussie geweest. De gemeente heeft veel belang bij topsport als
promotie van omgeving, maar ook als stimulans voor de breedtesport. Als gemeente kun je mede faciliteren
door bijvoorbeeld faciliteiten beschikbaar te stellen of iemand aan te stellen die een sportbureau voor alle
organisaties mee helpt opzetten. Indien je als universiteit of Hanze zorgt voor studenten voor een sportbureau
zorgt, breng je deze partijen bij elkaar.
Onderzoeker: “Wat zijn de voor- en nadelen voor een sportbureau voor alle topsportclubs in Groningen?”
Gerard: Een voordeel is dat het als een soort van backoffice fungeert en voornamelijk de administratie zaken
samen opgepakt kunnen worden. Een nadeel is dat commerciële zaken niet gezamenlijk opgepakt kunnen
worden, omdat mensen het vervelend vinden dat deze zaken ergens centraal ligt en eenieder het in kan zien.
Een ander nadeel is het coördineren van alle vrijwilligers en deze in zetten bij alle verschillende verenigingen.
Onderzoeker: “Zijn er nog steeds gesprekken over het gezamenlijk opzetten van een sportbureau?”
Gerard: Het is al een aantal maanden geleden dat wij daar een discussie over gehad hebben. Het is in ieder
geval nog steeds relevant, maar indien er een nieuw bestuur ergens komt dat er ook wel weer wijzigingen in
zitten.
Onderzoeker: “Wat vind jij van de samenwerking tussen de Hanzehogeschool Groningen en Abiant Lycurgus?”
Gerard: Persoonlijk denk ik dat de Hanze de begeleiding voor studenten van het sportbureau voor een deels op
zich moet nemen. Maar ik vind ook dat de verantwoordelijkheid bij de sportclubs ligt en misschien ook wel voor
de gemeente. Wij van EVTC hebben ook weleens erover nagedacht om hier een stukje invulling aan te geven.
Voor ons is het ook belangrijk dat de gelden die wij erin stoppen goed besteed worden. Maar dit moet dan wel
voor het gezamenlijk sportbureau er komen.
Onderzoeker: “Waar moet het sportbureau vanuit alle verschillende clubs ondergebracht worden?
Gerard: Persoonlijk vind ik dat de stagiaires die eventueel betrokken zullen zijn bij dit bureau uit hun vertrouwde
omgeving gehaald moeten worden dus niet binnen de Hanze. Het moet ergens zijn dicht bij de clubs.
Bijvoorbeeld bij het TSZC of Martiniplaza. Misschien dat de gemeente iets beschikbaar kan stellen, maar maak
er een centraal punt van.
Onderzoeker: “Stel dat u in het bestuur van Lycurgus zou zitten, waarom zou Lycurgus een sportbureau moeten
implementeren?”
Gerard: Daar zitten twee kanten aan. Eén je hebt als sportclub een organisatiestructuur nodig en daarin moet je
taken en verantwoordelijkheden wegzetten. Als tweede moet je als club een structuur voor studenten kunnen
aanbieden waarin zij kunnen werken en begeleid worden. Dit wetende kom je al snel richting een soort van
sportbureau waarin je zelf als club kunt bepalen welke taken/verantwoordelijkheden deze studenten krijgen.
54
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Is een sportbureau per se nodig?
Gerard: Indien je veel vrijwilligers hebt met veel tijd dan niet en kun je stagiaires ook meer verspreiden. Het
koppelen van stagiaires aan vrijwilligers is erg lastig, want de vrijwilligers zijn er ook niet als een stagiaire iets
nodig heeft. Hiervoor is een sportbureau erg handig en moet je ervoor zorgen dat er een aantal mensen zijn die
er bijna fulltime aanwezig zijn.
Onderzoeker: ”Zijn er financiële mogelijkheden voor een sportbureau vanuit bijvoorbeeld de gemeente?”
Gerard: Als je de intentie uitspreekt dat je zegt: ‘dit jaar doen we hetzelfde en volgend jaar willen wij het breder
trekken’ dan wil de gemeente ook wel middelen beschikbaar stellen.
Je zou ook het potje dat bij FCG ligt kunnen gebruiken om bij FCG-faciliteiten te organiseren of een plek te
realiseren waar het sportbureau zich kan vestigen.
Onderzoeker: ‘’Is multilevel werken en multidisciplinair werken ook tijdens de gesprekken voor een sportbureau
voor alle clubs aan bod gekomen?”
Gerard: Nee, wij hebben het alleen gehad over plekken vinden voor stagiaires en een deel van de taakinvulling
laten doen door stagiaires.
Onderzoeker: “Hoe kunnen wij de continuïteit van een sportbureau waarborgen?”
Gerard: Je zult voor een deel afspraken moeten maken met de Hanze en Alfa-college. Je zult zelf ervoor moeten
zorgen als organisatie dat je aantrekkelijk bent voor studenten. Misschien met sponsoren of gemeente een deal
sluiten dat je middelen beschikbaar voor de komende jaren. Een sportbureau moet een eigen budget hebben op
basis waarvan ze mensen aan het werk kunnen zetten. En als je dat voor meerdere jaren plant (niet van jaar tot
jaar) kun je een sportbureau organiseren.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
55
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 10: Uitwerking interview met Kris Tuinier
Datum: 22 mei 2017 Tijd: 09:30 – 10:15 uur
Introductie
Kris Tuinier is de teammanager van de opleiding Sport, Gezondheid en Management (heden: sportkunde). Dit
gesprek is niet opgenomen, maar desalniettemin zijn de voorwaarden voor een innovatiewerkplaats vanuit het
gesprek ten sprake gekomen. Deze zijn door de onderzoeker genotuleerd en verwerkt in de conclusie van dit
onderzoek.
Onderzoeker: “In hoeverre zijn er al stappen en/of gesprekken geweest met betrekking tot het sportbureau/
IWP?”
Kris: Op dit moment wachten wij het onderzoek van jou nog even af. Het initiatief moet vanuit Abiant Lycurgus
komen. Echter zien wij wel het belang in van een sportbureau/ IWP en willen wij hier zeker in mede investeren.
Onderzoek: “Op wat voor een manier wordt er dan in het sportbureau/ IWP geïnvesteerd?”
Kris: Binnen het HIS werken wij met docent assistenten en dit zijn een optie kunnen zijn. Dit betekent dat wij
iemand aanstellen die een aantal dagen per week voor het HIS werkt, maar ook in dit geval voor Abiant
Lycurgus. Dit is een traject van maximaal twee jaar en het zou dus goed kunnen dat wij op deze manier
investeren in een sportbureau/ IWP. Hierover moeten wij dus een gesprek gaan voeren met Lycurgus.
Onderzoeker: “Wat zijn de voorwaarden voor een sportbureau/ IWP vanuit Abiant Lycurgus perspectief?”
Kris: Belangrijk voor ons als opleiding zijn de woorden onderwijs en onderzoek. Dit betekent dat de manager (en
docent assistent) opdrachten formuleert voor de studenten passend bij hun leerjaar etc. Daarnaast stuurt de
manager de studenten aan en is verantwoordelijk voor de studenten. Ook moet de manager kunnen nadenken
over onderzoek. Het is belangrijk dat er voor studenten onderzoeken verricht kunnen worden binnen een erkend
leerbedrijf.
Onderzoeker: “Wat moet er nu nog gebeuren om het sportbureau/ IWP te realiseren?”
Kris: Ik heb begrepen dat jij morgen een gesprek hebt met Paul van der Wijk. Geef bij hem aan dat het HIS wil
investeren in een docent assistent het belangrijk vindt dat het sportbureau/ IWP verder wordt
geprofessionaliseerd. Daarnaast kun je aangegeven dat wij jou wel deze functie zien vervullen en dat jij in het
proces tot implementatie van het sportbureau wil meedenken.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
56
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 11: Uitwerking interview met Paul van der Wijk
Datum: 23 mei 2017 Tijd: 12:00 – 12:30 uur
Introductie
Paul van der Wijk is 51 jaar en is lid van het College van Bestuur van de Hanzehogeschool. Daarnaast is Paul
sinds april 2017 de nieuwe voorzitter van de Stichting Topvolleybal Groningen. Naast Van der Wijk kent het
bestuur van Lycurgus nog vijf nieuwe leden. Bert Eissens wordt vicevoorzitter en is lid van het bestuur van het
UMCG Revalidatiecentrum Beatrixoord in Haren. Verder treden ook Marcel van Delden (sport en
maatschappij), Allard Bloem (technische zaken), Rianne Folkerts (personele zaken) en Fred Hassert (marketing)
toe. Wim Wolfs was al bestuurslid en blijft de financiële zaken doen.
Dit gesprek is niet opgenomen, maar desalniettemin zijn de voorwaarden voor een sportbureau vanuit het
gesprek ten sprake gekomen. Deze zijn door de onderzoeker genotuleerd en verwerkt in de conclusie van dit
onderzoek. Het gesprek duurde echter maar 30 minuten.
Onderzoeker: “In hoeverre zijn er al stappen en/of gesprekken geweest, na de presentatie die ik gegeven heb,
met betrekking tot het sportbureau/ IWP?”
Paul: Op dit moment zijn wij als bestuur van Lycurgus druk met elkaar aan het discussiëren over de invulling van
het sportbureau en het wel of niet aanstellen van een bepaalde manager. Op dit moment zijn wij ook erg druk
met de voorbereidingen voor alweer het volgend seizoen.
Onderzoeker: “In hoeverre zijn er al gesprekken geweest met het Instituut voor sportstudies over een eventuele
samenwerking?”
Paul: Op dit moment zijn er nog geen gesprekken gevoerd, omdat wij voor onszelf eerst een goed beeld willen
hebben met betrekking tot het sportbureau en de daarbij horende zaken.
Onderzoeker: “Wat zijn de voorwaarden voor een sportbureau/ IWP vanuit Abiant Lycurgus perspectief?”
Paul: Dat zijn de sowieso de volgende dingen: het sportbureau moet continuïteit bieden, er moet kwaliteit
geleverd worden, als bestuur er beroep op kunnen doen, diversiteit, verbinding leggen zowel binnen als buiten
de organisatie en de opdrachten moeten voldoende zijn geformuleerd.
Onderzoeker: “Wat zijn de financiële mogelijkheden vanuit Abiant Lycurgus om het sportbureau in te kunnen
richten?”
Paul: Daar moeten wij als bestuur nu een besluit over gaan maken en daarnaast zoals jij aangaf een gesprek
aangaan met het HIS om dit eventueel gezamenlijk in te gaan vullen.
Onderzoeker: “Wat moet er nu nog gebeuren om het sportbureau/ IWP te realiseren?”
Paul: Allereerst moet er vanuit het bestuur van Abiant Lycurgus iemand verantwoordelijk gemaakt worden voor
de zaken omtrent het sportbureau. Er moeten gesprekken gevoerd worden met de Hanzehogeschool over de
aanstelling van een manager. Ook met het Alfa-college moet een gesprek gevoerd worden over de locatie van
een sportbureau.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
57
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 12: Uitwerking evaluatie experimenteel jaar Sportbureau Abiant Lycurgus
Datum: 24 mei 2017 Tijd: 12:00 – 13:00 uur
Aanwezigen:
Marcel van Delden (Abiant Lycurgus)
Laurens Bloem (Alfa- college Sport en Bewegen)
Harold Hofenk (Instituut voor Sportstudies)
Onderzoeker (4e jaars student SGM)
Introductie
Op 24 mei 2017 hebben bovenstaande personen, betrokken bij de pilot: sportbureau Abiant Lycurgus, een
evaluatie gehouden over het afgelopen jaar. Doel van de evaluatie is om vanuit verschillende perspectieven te
kijken naar het sportbureau het afgelopen jaar. Marcel van Delden doet dit vanuit Abiant Lycurgus, Laurens
Bloem vanuit het Alfa- college S&B, Harold Hofenk vanuit het HIS en de onderzoeker vanuit het perspectief van
de studenten die het afgelopen jaar in het bureau hebben geparticipeerd. Vanuit deze evaluatie moeten de
sterke en zwakke punten van het afgelopen jaar naar voren komen. Vervolgens worden er eventuele afspraken
gemaakt t.a.v. het Sportbureau voor het seizoen 2017/2018.
Marcel: Het is goed om te evalueren op het afgelopen jaar en alvast te gaan kijken naar eventuele
vervolgstappen of afspraken.
Laurens: Zijn er nog stappen gezet nadat er een gesprek is geweest met het Alfa- college t.a.v. het faciliteren
van het sportbureau voor volgend jaar? Zelf heb ik daarna geen stappen in ondernomen namelijk.
Onderzoeker: Zelf heb ik hier ook nog geen stappen ingezet. De rol van het bestuur van Abiant Lycurgus komt
hierbij kijken en moet hierover afspraken gaan maken met het Alfa- college.
Marcel: Balans opmaken (wat is goed gegaan, wat kunnen wij verbeteren en wat moet er volgend jaar anders).
Er gaan gesprekken gevoerd worden tussen het bestuur van Lycurgus en het Alfa- college en met de
Hanzehogeschool m.b.t. de invulling van het sportbureau. Voor nu lijkt het mij goed om te evalueren op het
afgelopen jaar.
Harold: We hebben het dan over vlees aan het bot in z’n totaliteit. Dat wil zeggen dat je met 4 hbo studenten
en 4 vanuit mbo genoeg te doen hebt. Als je dan werkt met goede opdrachtbeschrijving dan heb je een mooie
werkbare club.
Laurens: Persoonlijk niets met studenten van het Noorderpoort in deze samenwerking.
Onderzoeker: Daarom moeten er dus heldere afspraken gemaakt worden. Persoonlijk denk ik dat er niet te
veel studenten voor de opdrachten waren. Echter denk ik wel dat er te veel studenten waren voor de locatie.
Misschien een optie om ook nog een andere locatie te zoeken naast het faciliteren van een ruimte bij het Alfa-
college voor een aantal dagen. Bijvoorbeeld: de Hanzehogeschool dit is ook interessant voor MBO studenten
(living-lab). Dus eventueel het sportbureau op twee locaties faciliteren.
Laurens: In het begin voelde ik me zeer verantwoordelijk voor deze pilot, maar dit werd minder.
Wat betreft de studenten van het sportbureau is het goed om na te denken over de fysieke uitstraling en dat
men maar door de school heen en weer loopt en zit. Dit heeft ook te maken met een stukje acceptatie vanuit
de docenten van Alfa. Hierover moeten ook zeker heldere afspraken worden gemaakt.
Onderzoeker: Zorg dat er inhoudelijk ook afspraken worden gemaakt tussen Abiant Lycurgus en het Alfa-
college. Aan de voorkant moet duidelijk zijn dat er studenten zich (een jaar lang) bezig gaan houden met
Lycurgus. Hierover moeten ‘harde’ afspraken worden gemaakt. Voorbeeld: de inzet van studenten voor
wedstrijden van Lycurgus. Maak een projectteam.
58
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Laurens (vanuit Alfa perspectief):
-In het begin waren er een aantal onduidelijkheden, maar het werd vrij snel allemaal duidelijk.
-Daarnaast zijn er zeker resultaten behaald en dat is erg positief;
-De complete mix tussen het Sportservicecenter en het sportbureau die is niet complementair geweest. Vind
dat er goede producten zijn opgeleverd;
-In het begin waren wij er vanuit onze kant zeer scherp op, maar daarna is dat ook verwaterd en is het
sportbureau van Lycurgus ook meer zijn eigen weg gegaan. Dit zonder de lead van het Alfa erbij.
-Ronald hield mij goed op de hoogte van de stavaza. Daarom zijn wij ook minder bij overleggen aanwezig
geweest;
-Product technisch kunnen wij elkaar nog beter kunnen vinden en ondersteunen. Visie die ik heb, onze
studenten zijn daarin de helpende handjes. Voorbeeld: als er een scholenbattle georganiseerd moet worden
daarin kunnen wij zeker studenten van Sport & Bewegen gebruiken;
-Ik hoop dat het Sportbureau gerealiseerd wordt, want bij Lycurgus ligt ook veel te doen voor het Alfa;
-Qua bezetting vond ik het te druk. Wenselijk als dat minder wordt. Ruimte technisch gezien te veel studenten
voor 8 studenten vanuit hbo en mbo;
-Product technisch denk ik dat je het met de helft kunt organiseren. Hierdoor gaan studenten harder werken en
houd je het overzichtelijker;
-Het verplicht stellen van mbo-studenten voor wedstrijden van Abiant Lycurgus kan echter niet.
Marcel (vanuit Abiant Lycurgus perspectief)
-Blij en goed dat wij dit jaar de pilot zijn gestart;
-Enthousiaste studenten gehad en positief over de inzet van de studenten en positief over de behaalde
resultaten;
-Aantal zaken zijn niet goed gegaan;
-Risico van deze pilot zat hem voornamelijk in: beperkte aansturing vanuit de betrokken partijen,
verwachtingen hoog en studenten moeten proactief zijn.
-De aansturing is niet optimaal geweest ook vanuit Abiant Lycurgus en dit trek ik mezelf aan;
-Echter conclusie: manager (betaalde kracht) nodig die het betaalde kracht aanstuurt;
-Zeer content met de verkregen huisvesting vanuit het Alfa- college, maar ook gemerkt dat het soms lastig is
om hier het sportbureau te faciliteren. Voorbeeld het gebruik maken van vergaderruimtes.
-Misschien goed om gedeeltelijk te gaan kijken naar een andere locatie;
-Het nieuwe bestuur ziet het sportbureau als een zeer belangrijk onderdeel in de organisatie en dit willen wij
verder gaan professionaliseren;
-Sportbureau vraagt bij aan de ambities van Abiant Lycurgus;
Onderzoeker (vanuit het perspectief van de studenten)
-Evaluatie gehouden met de tweedejaars SGM studenten;
-Vooraf waren de verwachtingen bij hun anders t.a.v. hun stage. Dachten dat hun stage meer team gerelateerd
was;
-Tip vanuit hun was dat het geen 9 tot 5 stage is, maar ook zaterdag/zondag aanwezig kunnen zijn;
-Vanuit Arjan ook aangegeven dat er meer betrokkenheid vanuit het sportbureau moet zijn met betrekking tot
het team;
-Daarnaast moet er meer binding komen binnen de gehele organisatie en dus ook met het team, maar ook met
het bestuur;
-Volgend jaar moet het sportbureau in het begin aanwezig zijn bij verschillende activiteiten van Lycurgus. Zoals
de wedstrijden (uit-thuis), trainingen en spelerspresentaties. Conclusie: er moet meer binding zijn binnen de
club en hierin liggen zeker kansen.
-Studenten moeten zichzelf de vraag gaan stellen: ‘Waarom wil ik bij Abiant Lycurgus stage lopen?’, ‘Waarin
wil ik mij ontwikkelen?’, ‘Wat heb ik te bieden en wie wil ik zijn?’
-Daarnaast waren de vergaderingen zeer nuttig (1x in de 2 week). De studenten werden hierdoor telkens op de
59
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
hoogte gebracht en hadden het gevoel dat zij erbij hoorden en dat er gezamenlijk ergens en werd gewerkt. Zie
bijlage 8 voor de complete evaluatie met de studenten.
Harold (vanuit Hanzehogeschool perspectief)
-Kijk ook zeker terug op een zeer goed jaar, waarin veel resultaten zijn geboekt;
-Daarnaast denk ik dat het goed is dat er zaken minder goed zijn gegaan, omdat wij hier weer wat mee kunnen;
-Aansluitend bij Laurens, qua opleidingsinstituten wil je met een goede opdrachtbeschrijving je studenten laten
ontwikkelen;
-Dit jaar is dat zeker gebeurd met een mooie en goede mix van studenten;
-De opdrachten moeten aan de voorkant goed worden beschreven en daarom ook de
-Als Hanzehogeschool is de ambitie om multilevel en multidisciplinair te werken en dit moet een doel zijn voor
de komende jaren;
-Qua aansturing en commitment had Abiant Lycurgus zeker meer kunnen doen. Voorbeeld: indien je een
kampioensfeest organiseert en de studenten van het afgelopen jaar niet uitnodigt, kan dit een negatief beeld
bij de studenten en opleidingen opleveren. Dit moet zeker voor volgend jaar veranderd worden;
-Desalniettemin denk ik dat er veel kansen zijn en dat het afgelopen jaar een goede start is geweest voor de
aankomende jaren.
Conclusie
-Iedereen kijkt terug naar een goed en leerzaam experimenteel jaar;
-Het sportbureau moet volgend jaar door worden gezet. Echter moet de hobbels uit de weg worden gehaald en
er moeten concrete afspraken gemaakt worden.
-Daarnaast moet er een commitment ontstaan tussen de betrokken partijen van het sportbureau. Maar ook
het sportbureau moet meer commitment krijgen binnen Abiant Lycurgus zelf.
-Aan de voorkant moeten de verantwoordelijkheden goed beschreven worden;
-Studenten moeten zichzelf de vraag gaan stellen: ‘Waarom wil ik bij Abiant Lycurgus stage lopen?’, ‘Waarin
wil ik mij ontwikkelen?’, ‘Wat heb ik te bieden en wie wil ik zijn?’
-Vervolgstap: indien er meer duidelijkheid is t.a.v. implementatie van het sportbureau nogmaals met elkaar om
tafel. Dit het liefst om korte termijn ook ten opzichte van de aanstelling van nieuwe studenten voor volgend
seizoen.
60
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 13: Uitwerking interview Peter de Vries
Datum: 2 juni 2017 Tijd: 9:00 – 10:00 uur
Introductie
Peter de Vries is 56 jaar is financieel directeur bij een bouwonderneming in Twello. Daarnaast sinds vijf jaar
voorzitter van de Stichting Topvolleybal Draisma Dynamo (eredivisievolleybalclub). Zelf een volleyballer en nog
een actief sportman. De STD kent 3 entiteiten: de vereniging (700 leden), de Stichting (Dames/Heren 1) en een
aparte businessclub (100+ leden). Belang is dat naast de stichting de vereniging en businessclub ook goed
draaien. Dit levert weer meer geld, sponsors etc. op.
Onderzoeker: “Hebben jullie één locatie waar jullie als Draisma Dynamo alles faciliteren?”
Peter: Ja, zoals Lycurgus het Alfa- college heeft, hebben wij het Omnisport. Daar zitten de stichting en
vereniging ondergebracht. Dit is gewoon een sporthal, maar hebben geen kantoorruimtes.
Onderzoeker: “Werken jullie ook tezamen met scholen in Apeldoorn?”
Peter: Nee, wij hebben niet een koppeling met een school maar dit moeten wij zeker gaan krijgen. Dit is
namelijk een groot voordeel. Het hebben van studenten (afstudeeronderzoeken etc.) kunnen veel zaken
opgepakt worden. Wij werken nauw samen met de vereniging en honderden vrijwilligers.
Onderzoeker: “Waarom kiezen jullie voor deze samenwerking met de vereniging?”
Peter: Omdat wij dit zien als de basis voor alle vrijwilligers, maar ook in potentie van een aantal spelers. Wij
streven naar, net zoals bij Ajax, een talentenopleiding waarbij je spelers uit eigen kweek hebt. Overigens is dit
gewoon gegroeid in de loop der jaren.
Onderzoeker: “De STD bestaat uit alleen het heren 1 en het dames 1 team of hebben jullie ook nog een
talententeam?”
Peter: Nee, wij hebben wel een heren 2 die op twee-na-hoogste niveau speelt. In theorie komt het weleens voor
dat een speler van heren 2 door komt naar heren 1. Echter zou dit beter kunnen.
Onderzoeker: “Wat is het ontstaan van de club?”
Peter: De vereniging Dynamo bestaat dit jaar 50 jaar. In 1967 opgericht vanuit twee kleinere volleybalclubs en
die zijn weer ontstaan vanuit een voetbalclub. In eerste instantie was Dynamo voornamelijk gericht op
damesvolleybal. Eind jaar ’80 speelde het dames 1 team eredivisie en Europees. In 1990 is de switch geweest
van dames naar heren en is Piet Zomers hoofdsponsor geworden (20 jaren lang). Door toedoen van een aantal
trainers en bestuursleden is het instituut Dynamo ontstaan met als gevolg 12 x landskampioen, 9x
bekerwinnaar en 8x supercup.
Piet zomer is een aantal jaren gestopt als hoofdsponsor en sindsdien is het niveau wel iets terug gezakt, omdat
het financieel minder ging.
Onderzoeker: “Al een tijdje geleden dat Dynamo kampioen is geworden, komt dit dan doordat het financieel
minder ging?”
Peter: Ja als je het aan mij vraagt wel. Het is natuurlijk wel wat makkelijk gezegd, maar het is voornamelijk een
combinatie van factoren waarbij geld toch wel een grote rol speelt.
61
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Hebben jullie visie ten aanzien van het opleiden van spelers?”
Peter: Nee wij zeggen niet dat wij binnen 5 jaar zeg maar 6 spelers uit eigen kweek willen hebben. Wij willen
wel nadrukkelijk geen spelers van buitenaf, maar voornamelijk spelers uit Apeldoorn en een brede straal
eromheen.
Onderzoeker: “Waarom kiezen jullie hier dan voor?”
Peter: Herkenbaarheid voor de sponsors en publiek. Wij dromen dus niet over een vreemdelingenlegioen.
Onderzoeker: “Hebben jullie als STD ook concrete beleidsdoelstellingen?”
Peter: Wij willen een aantal dingen: topvolleybal (opleiden van spelers vanuit Dynamo naar het Nederlands
team), meedoen met de prijzen (minimaal 1 prijs per jaar winnen), zakelijk Apeldoorn en omgeving aan ons
binden (straal van 80-100 km).
Onderzoeker: “Op welke manier zijn jullie belangrijk voor de doelstelling ‘zakelijk Apeldoorn’?”
Peter: Door middel van de businessclub. Zeer actieve businessclub en houden vaak een businessclub event. Bij
een Europese wedstrijd een dag voor de businessclub gehouden en hierbij waren 250 mensen aanwezig.
Onderzoeker: “Hoe houd je sponsoren dan tevreden?”
Peter: Ervoor zorgen dat sponsors supporters worden en dus niet alleen maar interesse heeft in de businessclub.
Dit zorgt ervoor dat ons tweede doel is bereikt. Daar hebben wij op dit moment nog een subdoel aan gekoppeld,
namelijk grotere bedrijven uit de omgeving aan ons binden (vb. Centraal beheer). De business club leden van
Dynamo betalen 2100 euro per jaar. Maar het streven is om een aantal van 20.000 euro te hebben. Uiteindelijk
is onze laatste doel sociaal maatschappelijk betrokken zijn.
Onderzoeker: “Hebben jullie partners op maatschappelijk gebied?”
Peter: Ja wij hebben op dit moment twee partners op dat gebied: Spelderholt (opleidingscentrum voor mensen
met een beperking) en een zorgcentrum.
Onderzoeker: “Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie sponsors supporters worden?”
Peter: De mensen benaderen en vragen of ze lid willen worden. Zo is simpel is het eigenlijk en hun daarna een
leuk programma aanbieden. Bedrijfsbezoeken doen en niet alleen relaties tijdens wedstrijden onderhouden.
Onderzoeker: “Hebben jullie iemand vanuit het bestuur die zich richt tot deze business club relaties?”
Peter: Wij hebben een apart bestuur (10 man) voor de business club. Dat zijn vertegenwoordigers van die
bedrijven. Deze mensen zijn minder gefocust op het volleybal, maar meer op business club events en het met
elkaar zakendoen. Met minimaal 1x per maand (los van de wedstrijd) een activiteit hebben.
Onderzoeker: “Hebben jullie nog meer samenwerkingspartners? En hebben jullie ooit met scholen
samengewerkt?”
Peter: Met het ROC in Apeldoorn hebben wij 10 jaar geleden een samenwerking gehad. ROC wilde dit niet meer.
Streven is wel om studenten in dienst te nemen en deze kunnen veel uitvoerende taken oppakken. Op dit
moment is dat alleen maar met vrijwilligers en dat is ook prima (binding met de verbinding vinden wij heel
belangrijk).
62
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Werken jullie ook nog samen met andere volleybalverenigingen?”
Peter: Ons streven is om met 10 verenigingen in de omgeving van Apeldoorn samen te werken. Waarbij vv
Alterno (ex-eredivisieclub) een goede samenwerkingspartners kan zijn. Bij de andere verenigingen willen wij
graag clinics geven en wedstrijden spelen en hun bij een wedstrijd van Dynamo aanwezig laten zijn.
Onderzoeker: “Waaruit bestaat uit bestuur?”
Peter: 2 dames voor het secretariaat, 1 technische manager, 1 commerciële manager, 1 manager algemene
zaken, penningmeester en voorzitter. Taken veelal uitvoerend bezig
Onderzoeker: “Besteed u veel tijd aan Draisma Dynamo naast uw huidige baan?”
Peter: Iedere dag ben ik er mee bezig. Bij komt dit ook doordat ik zelf nog speel en training geef aan twee
teams. Maar ik ben wel 15 tot 20 uur in de week met Dynamo bezig (incl. als speler en trainer).
Onderzoeker: “Wat zijn de voornaamste taken in de week die u verricht voor de STD?”
Peter: Uitvoerend hebben wij veel mensen, omdat wij al 25 jaar aan de top staan. Vrijwilligers weten precies
wat te doen. Allemaal op vrijwillige basis.
Onderzoeker: “Hebben jullie een bepaald beleid voor het aansturen van vrijwilligers?” En misschien nog wel
belangrijker hoe houd je je vrijwilligers tevreden?”
Peter: Dit doe je ten eerste om zo nu en dan een praatje met ze te maken. Laten merken dat ze gewaardeerd
worden. Daarnaast hebben wij aan het begin en aan het eind van het seizoen een slot bijeenkomst waarbij
iedereen uitgenodigd wordt van de club.
Onderzoeker: “Waar moeten bestuursleden zich voornamelijk op letten?”
Peter: Voornamelijk oog hebben voor de totale stakeholdersomgeving.
Onderzoeker: “Tegen welke problemen lopen jullie vaak als vereniging op?”
Peter: Het samenstellen van het team is een jaarlijkse opgave. Daarnaast blijven commercie en financiën een
probleem. Het vinden van voldoende vrijwilligers blijft lastig.
Onderzoeker: “Speelt de gemeente Apeldoorn ook nog een rol of werken jullie met hen samen?”
Peter: Nee ze ondersteunen alleen topsportevenementen en geen sportclubs. Ik vind het wel belangrijk dat
indien een sportorganisatie uit je dorp/stad internationaal speelt dat de gemeente daarin een rol moet spelen
(ondersteunend) tezamen met de Nevobo. Het blijft een uitdaging om de gemeente als partner te hebben.
Onderzoeker: “Hoe kijkt u tegen een dergelijk sportbureau en wat zullen de voorwaarden daarvoor moeten zijn”
Peter: Je zult een aantal partijen moeten hebben die de meerwaarde inzien van een sportbureau en daar moet
geld ingestopt worden.
Onderzoeker: “Heeft Draisma Dynamo ook concurrenten in Apeldoorn op topsportniveau?”
Peter: Nee in principe zijn wij de enige club in Apeldoorn die ‘opereert’ op het hoogste niveau. Maar het is
natuurlijk een dorp, maar dit kan zeker gezien worden als een kans voor Dynamo.
Onderzoeker: “Hoe zorgen jullie ervoor dat een bepaalde sponsor (binnen een straal van 80 km) wel naar jullie
toe gaan en niet naar een Orion of Zwolle?”
Peter: Nogmaals je moet ze altijd benaderen en daarnaast moet je ze een bepaald programma (inhoudelijk)
aanbieden waardoor ze willen investeren. Daarnaast moet je zorgen voor kennisopdracht (inhoudelijk 2 a 3 keer
63
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
per jaar een seminar geven). Waarbij kennis aan elkaar wordt overgebracht. Meer bieden dan alleen maar
volleybal! Mensen triggeren en uitdagen om erbij te willen horen!
Onderzoeker: “Hoeveel supporters hebben jullie gemiddeld per thuiswedstrijd?”
Peter: Een gemiddelde van 500/ 600 supporters. Het vol krijgen tijdens thuiswedstrijden is natuurlijk ook een
subdoel.
Onderzoeker: “Hoe kunnen jullie de continuïteit van de club waarborgen?”
Peter: Allereerst door het bestuur. Daarnaast moet je mensen hebben waar je van op aan kan. De vereniging
waarborgt ook onze continuïteit en door de business club.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
64
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 14: Uitwerking interview Ben Spaai
Datum: 2 juni 2017 Tijd: 11:00 – 13:00 uur
Introductie
Ben Spaai is een 59-jarige man uit Doetinchem en is in het verleden onder andere directeur van de
Nederlandse handbalbond geweest. Op dit moment vervult Ben de rol van algemeen manager in het bestuur
van Stichting Topvolleybal Doetinchem. In het verleden heeft Ben ook gewerkt voor Orion. In het begin fulltime
en later als parttime medewerker. Zie het interview voor meer informatie.
Onderzoeker: “Hoe zit de organisatie van Orion eruit?
Ben: Orion Doetinchem kent twee entiteiten namelijk de vereniging Orion en de Stichting Topvolleybal Orion
Doetinchem.
Onderzoeker: “Kunt u mij meer vertellen over het ontstaan van de club?”
Ben: Orion is sinds september 1969 dé volleybalvereniging van Doetinchem. Wat ooit begon als een klein clubje
enthousiastelingen voor de sport volleybal, is het nu uitgegroeid tot één van de grootste volleybalverenigingen
van Nederland. In 2012 heeft Orion een doorstart gemaakt nadat zij failliet waren verklaard. Hierdoor hebben
wij een jaar niet in een competitie gespeeld. Wij zijn failliet verklaart mede door een onbetrouwbare
hoofsponsor die zelf ook failliet ging.
Onderzoeker: “Hoe is de samenwerking tussen de vereniging en de stichting van Orion?”
Ben: In het verleden is er veel wring geweest tussen vereniging en stichting (bijvoorbeeld de licentie was
onduidelijk om volleybal te mogen spelen). Nu is dit niet meer zo en werken de vereniging en stichting veelal
samen.
Onderzoeker: “Hoe heeft Orion ervoor gezorgd dat zij hedendaags weer mee kunnen doen om de prijzen?”
Ben: Structuur neergezet zodat opportunisme weer het hoogtij zal vieren. Administratiebureau heeft de
financiën gedaan en er is een nieuw bestuur gekomen. Daarnaast hebben wij ervoor gekozen om geen dure
spelers te halen.
Onderzoeker: “Op welke manier hebben jullie een nieuwe structuur neer kunnen zetten?”
Ben: Onder leiding van een organisatieadviseur (Johannes Arends) herstructurering en reorganisatie. Wij
zitten nu midden in deze fase
Onderzoeker: “Welke leer hebben jullie getrokken nadat de club failliet was verklaard?”
Ben: Door creativiteit (hoe ga je als club functioneren, hoe ga je met spelers om en hoe bestuur je een club). Dit
heeft geleid dat we nu weer tweede zijn geworden en de beker hebben gepakt.
Onderzoeker: “Hebben jullie weleens nagedacht over een vergelijkbaar sportbureau?”
Er is in het verleden en nog steeds weleens gesproken over een Orion Office (vergelijkbaar sportbureau). Dit is
een fysiek kantoor gevestigd aan het de Graafschap College (mbo-sport en bewegen) te Doetinchem. Vanuit dit
kantoor wordt Orion als het ware aangestuurd. Echter gaat dit proces veel trager dan men zou willen.
Zorgvuldigheid gaat boven snelheid.
Onderzoeker: “Hoe moet zo’n Orion Office eruit komen te zien?”
Ben: In eerste instantie wordt dit vrijwillig aangestuurd en moet het een aantal dagdelen per week open is.
Waar de mensen met hun vragen en opmerkingen kunnen komen. Grote organisatie dus er valt heel veel te
regelen. Het zorgt ervoor dat er minder werk bij de vrijwilligers thuis ligt (vrijwilligersbeleid). In dit office moeten
ook vergaderingen plaats kunnen vinden en allerlei andere activiteiten etc.
65
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Wat voor taken en verantwoordelijkheden had u toen u fulltime in dienst was van Orion?”
Ben: Contactpersoon voor de sponsoren en Nevobo. Voorbereiden, bewaken en uitvoering van de
bestuursvergaderingen. Deed de contractbesprekingen met de spelers en zorgde voor de huisvesting van de
spelers. Echter dit ik dit wel allemaal tezamen met allerlei vrijwilligers.
Onderzoeker: ”Werken jullie ook samen met studenten en opleidingen?”
Ben: Nee, Orion is een zelfstandige vereniging. Wij werken dus niet samen met een opleiding en dus ook niet
met studenten.
Onderzoeker: “Waarom kiezen jullie hier specifiek niet voor?”
Ben: Omdat wij de studenten een gunstig leerklimaat willen bieden en op dit moment kunnen wij dat niet. Orion
is een vrijwillige organisatie en heeft dus geen begeleiding en sturing voor studenten. In de toekomst zullen wij
dit wel graag willen.
Onderzoeker: “Waarin speelt Orion haar thuiswedstrijden en voor hoeveel mensen spelen jullie gemiddeld?”
Ben: In de topsporthal te Doetinchem en het gemiddeld aantal toeschouwers is 300 tot 500. De hal voldoet aan
alle regels en er kunnen 1600 man plaatsnemen. Er liggen in deze hal 6 velden en er is een fitnessbedrijf
aanwezig. Het totale sportcomplex waar ook deze topsporthal ligt wordt ook wel ‘klein Papendal’ genoemd.
Onderzoeker: “Werken jullie ook met andere verenigingen uit de regio?”
Ben: Ja we werken veel samen met een ex-topvereniging uit Lichtenvoorde. Tijdens de thuiswedstrijden
schrijven wij altijd de omliggende verenigingen aan. Op dit moment denken wij erover na om dit gratis te doen.
Onderzoeker: “Hebben jullie ook een businessruimte?”
Ben: Wij hebben wel een business ruimte, maar noemen dit een genodigde ruimte omdat wij geen businessclub
l hebben. Echter hebben wij wel een aparte tribune: de business tribune.
Onderzoeker: “Wat doen jullie op maatschappelijk gebied?”
Ben: Wij committeren ons aan een organisatie die zich inzet voor kinderen met een beperking. Daarnaast geven
wij ook clinics voor scholen en ons inzetten voor de regio.
Onderzoeker: “Wat zijn jullie doelstellingen op korte en lange termijn?”
Ben: Op lange termijn willen wij sportief gezien ieder jaar meedoen om de prijzen. Daarnaast hebben wij een
organisatiedoelstelling: een stabiele toekomstbestendige volleybalorganisatie op te bouwen waarbij wij niet
afhankelijk zijn van één sponsor en betrouwbaar zijn.
Onderzoeker: “Binnen Abiant Lycurgus is mij het afgelopen jaar opgevallen dat de bestuurders uitvoerend te
werk gaan is dit binnen Orion ook het geval?”
Ben: Binnen Orion is dit ook het geval, maar een sportbureau zou ook goed bij ons kunnen passen en daar
denken we ook zeker over na. Nou moet ik wel zeggen dat de bestuurders van nu graag uitvoerend te werk
gaan. Dit heeft ook weer z’n charme.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek
66
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Bijlage 15: Uitwerking interview Harold Hofenk
Datum: 29 mei 2017 Tijd: 15:00 – 16:00 uur
Introductie
Om de derde deelvraag van dit onderzoek te kunnen beantwoorden is bij Harold Hofenk (Lector) een
semigestructureerde interview afgenomen. Harold Hofenk is vanaf de start van dit Lectoraat (Lectoraat
Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie) betrokken geweest en is de verantwoordelijke vanuit de
Hanzehogeschool Groningen. Het Lectoraat is een expert ten aanzien van Innovatiewerkplaatsen en daarom is
deze geïnterviewd.
Onderzoeker: “Kun je vanuit jouw perspectief een introductie geven op het lectoraat?”
Harold: Het lectoraat is een dubbel lectoraat dat betekent dat er mbo en hbo docenten als lectoraat inzitten.
Het was de enige in Nederland, maar op dit moment zie je alleen al binnen de Hanzehogeschool dat er 3
soortgelijke lectoraten zijn. En tegelijkertijd is het een multidisciplinair lectoraat. De veronderstelling is dat de
diversiteit van multilevel en multidisciplinair makkelijker complexe vraagstukken oplost.
Onderzoeker: “Wanneer is dit Lectoraat in werking gaan treden en wat zijn de thema’s binnen dit lectoraat?”
Harold: Twee jaar geleden gestart met 15 docenten (multilevel en multidisciplinair) in een lectoraat. Daarna
heeft elk lectoraat lid twee bedrijven ingebracht in totaal dus 30 bedrijven. Deze 30 bedrijven uit Noord-
Nederland zijn op een aantal criteria geselecteerd dit zijn een soort van partnerprofielen. Hierdoor kun je langer
met elkaar in zee gaan en het doet op basis van gelijkwaardigheid. Coproducerend met elkaar aan de slag gaan.
De vraagstukken die behandeld werden gingen om de volgende 3 thema’s: zorg, vrije tijd en sport en woon en
leefomgeving. Belangrijk hierbij is dat deze vraagstukken omtrent de thema’s vanuit het werkveld komen.
Onderzoeker: “Wat voor een rol speelt het ReCoMaLab binnen dit Lectoraat?”
Harold: Het ReCoMaLab is door het lectoraat opgericht. Dit zijn docenten uit de verschillende organisaties en
verschillende opleidingen. Deze groep adopteert min of meer de vraagstukken en tezamen met studenten wordt
gekeken of er een antwoord is. De kunst van het ReCoMaLab is om te kijken waar de lenigheid in het
onderwijsprogramma’s zit. Zo proberen wij multilevel en multidisciplinaire studenten en docenten bij elkaar te
zetten en antwoord te geven op het complexe vraagstuk. En dit alles moet gebeuren in de beroepspraktijk
(living-labs) en dus niet op de Hanzehogeschool Groningen.
Onderzoeker: “Hoeveel buitenwerkplaatsen/ living labs/ IWP’s zijn er nu al verbonden aan de
Hanzehogeschool?
Harold: In totaal zo’n 16 van zorginstellingen tot en met buitenwerkplaatsen voor mensen met een aandoening.
Zo proberen wij in Noord-Nederland het verschil te maken.
Onderzoeker: “Welke rol speel jij in het Lectoraat? Zit je in het Lectoraat om heel Hanze breed te
vertegenwoordigen of juist vanuit Sportstudies?”
Harold: Nee, het is natuurlijk de bedoeling dat je je eigen professie opzij zet en gaat kijken wat je kan betekenen
voor bijvoorbeeld de zorg. Dit is niet eenvoudig, maar wel uitdagend.
67
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Wat kunnen wij leren van het concept “buitenwerkplaatsen” van het lectoraat in jou ogen?”
Harold: Ik denk dat wij zo langzamerhand weten op welke manier je het onderwijs erbij moet betrekken. De
kritische succesfactoren van een IWP door doen wij onderzoek naar en dit hebben wij al aardig scherp. In de
vormgeving van IWP’s hebben wij ervaring opgedaan (voorwaarden/ mechanismen etc.), want dat doen wij op
16 verschillende plekken.
Veel is rationeel. Belangrijk is dat de relatie goed is tussen de verschillende partijen en dat moet op basis van
goed vertrouwen en op basis van gelijkwaardigheid. De ervaringen vanuit andere IWP’s neem ik mee bij de
evaluatie en reflectie van Lycurgus.
Onderzoeker: “Zijn er vergelijkbaar aan de samenwerking tussen de Hanzehogeschool Groningen en Abiant
Lycurgus ook IWP’s?
Harold: Nou nee. Wat je heel veel ziet is dat sport heel gauw een verbond heeft met ondernemerschap. Dit is in
zekere zin ook bij Lycurgus het geval, namelijk maatschappelijk ondernemerschap. Daarnaast hebben zorg en
techniek ook snel een verbond.
Onderzoeker: “Bij hoeveel IWP’s is de Hanzehogeschool betrokken en in het specifiek het HIS?”
Harold: De uitspraak van het CVB is dat elke student minimaal 1x in aanraking moet zijn gekomen met een IWP.
Sportstudies is voornemend om er eens 4 á 5 op te richten.
Onderzoeker: “Hoeveel IWP’s zijn er op dit moment door het HIS opgericht?”
Harold: Dat begint nu nog te lopen. Op dit moment zijn we wel bezig met het samenwerken alleen is er nog
geen één echt in werking getreden. Dus zo langzamerhand gaan wij experimenteren van verschillende
onderwijsvormen. Samenvattend kan geconstateerd worden: diversiteit loont!
Onderzoeker: “In hoeverre kan het toekomstig sportbureau samen kunnen werken met het Lectoraat?”
Harold: Inmiddels is Marcel van Delden (bestuurslid Lycurgus) in het lectoraat zit en dit was een manier om de
verbinding te leggen. Daarmee is het geborgd dat Abiant Lycurgus een IWP is.
Vanaf september hebben wij als Lectoraat nog twee jaar de tijd om onderzoek te doen naar die nieuwe vorm
van onderwijs en daar kan Abiant Lycurgus van profiteren. Tegelijkertijd denk ik dat het Lectoraat ook weer kan
profiteren van Abiant Lycurgus.
Onderzoeker: “Hoe kan het sportbureau bijdragen aan de thema’s van het Lectoraat?”
Harold: Op dit moment hebben wij één jaar lang sportstudenten gehad in het sportbureau van Lycurgus. Het
kan best zijn dat na nog een jaar sportstudenten we erachter komen dat zij op bepaalde onderdelen niet goed
toegerust zijn. Dan kun je vanuit het werkveld aangeven dat bepaalde dingen ontbreken en deze moeten
opgenomen worden in de onderwijsmodules. Het leerklimaat voor de student is erg belangrijk en dit moet door
beide partijen goed gewaarborgd worden.
Onderzoeker: “Hoe kan ervoor gezorgd worden dat er ieder jaar nieuwe/ innovatie opdrachten zijn voor het
sportbureau? En zou eventueel de Hanzehogeschool ofwel het lectoraat daar aan bij kunnen dragen?”
Harold: In de eerste maanden heb ik wel geprobeerd om het sociaal maatschappelijk ondernemerschap aan te
kaarten. Door middel van conceptuele modellen. Hiermee help je Lycurgus in het denken een stap verder. In de
vraag wat is ons identiteit en wat is onze imago en kun je een koers uitzetten (waar identificeren wij ons mee)
en opdrachten formuleren.
Bij Abiant Lycurgus geldt net zoals vele andere topsportorganisaties: Topsport is compromisloos, maar wie nooit
een compromis zal sluiten komt nooit een stap verder.
68
Juni 2017- Praktijkgericht onderzoek– Ontwerponderzoek Sportbureau/ IWP
Onderzoeker: “Op welke manier kan de continuïteit van het sportbureau/ IWP gewaarborgd worden?”
Harold: Persoonlijk denk ik een uitdagend leerklimaat voor studenten. Je begeeft je natuurlijk in een markt. Als
studenten doorkrijgen dat het hard werken is en minimaal begeleid wordt en ieder weekend er moet staan. Dan
heb je over twee a drie jaar geen studenten meer. Er wordt veel van een student gevraagd.
Onderzoeker: “Dus wat moet er dan wel aanwezig zijn om de continuïteit te waarborgen?”
Harold: Beleid op hoe gaan wij met studenten om en structureel daar tijd voor maken (belonen en mee laten
vieren indien het moment daar is). Dus als organisatie moet je hierop in spelen en het zo leuk maar ook
uitdagend het voor een student houden.
Onderzoeker: “Wat moet er nu nog gebeuren om het sportbureau/ IWP te kunnen realiseren?”
Harold: Lycurgus moet volmondig ja zeggen in dit verhaal en keuzes maken en de consequenties onder ogen
zien. Er moet nu wel een volgende stap worden gemaakt. Als het TSZC doorgaat dan zou je die professionele
sportorganisaties kunnen verbinden.
Onderzoeker: “In hoeverre is het mogelijk om het sportbureau multidisciplinair in te richten?”
Harold: Dat is niet eenvoudig, maar als het lukt dan geeft dat veel sur plus.
Onderzoeker: “Hoeveel studies moeten er dan in zo’n sportbureau/ IWP gezamenlijk komen?”
Harold: Dat is afhankelijk van het vraagstuk. Zo’n MDK en vraagstukken articuleren is een wezenlijk onderdeel
van de methodiek. Indien hier niet aan voldaan wordt, kun je ook geen goede IWP worden.
Onderzoeker: “In hoeverre is dit sportbureau een goede eerste aanzet voor de andere topsportorganisaties in
Groningen onder de vlag van de EVTC?”
Harold: Het blijft lastig om studenten te regelen naast het reguliere onderwijs. De Hanze moet hier zijn
verantwoordelijkheid in nemen en meer minorachtig onderwijs gaan implementeren. Als je minors centraal stelt
(een halfjaarlijks programma) met verschillende studenten is dit gunstig voor de onderwijsstructuur. Om
vervolgens hierbij een vraag vanuit de praktijk neer te leggen kun je in 20 weken veel bereiken.
Onderzoeker: “In hoeverre kan het lectoraat volgend jaar een rol gaan spelen binnen of naast het
sportbureau?”
Harold: Voornemens zijn wij dat er meer bijeenkomsten vanuit het lectoraat worden gehouden met een
interessante gastspreker. Bijvoorbeeld iemand die onderzoek heeft gedaan naar multidisciplinaire teams of hoe
je beter studenten kan begeleiden in dit proces. De komende jaren gaan wij als lectoraat ook vraag gestuurd
aan de slag.
Legenda
Groen: In grote mate relevant voor het onderzoek
Oranje: Relevant voor het onderzoek