Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor...

39
Brandweeracademie Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 10 F 026 351 50 51 [email protected] Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) Ontwikkelgroep leergang Bevelvoerder Versie 7 November 2007

Transcript of Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor...

Page 1: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Brandweeracademie

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

T 026 355 24 10

F 026 351 50 51

[email protected]

Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie)

Ontwikkelgroep leergang Bevelvoerder

Versie 7

November 2007

Page 2: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

2 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Voorwoord

Het opleidingsplan voor de leergang Bevelvoerder is gebaseerd op het kwalificatieprofiel

en de proeven van bekwaamheid Bevelvoerder. Deze documenten zijn tot stand

gekomen door middel van ontwerpbijeenkomsten van de ontwikkelgroep Bevelvoerder.

Aan de totstandkoming van dit opleidingsplan is bijgedragen door de leden van de

ontwikkelgroep Bevelvoerder:

Jaap Molenaar, vakgroepdecaan operationeel optreden Nifv

Rijk Hofman, onderwijskundig redacteur Nifv

Anne-Marie de Graaf, beleidsmedewerker Nbbe

Maarten Leune, beleidsmedewerker Nbbe

Peter Jansen, postcoördinator brandweer Nijmegen

Adri Koedam, hoofd preparatie brandweer Ede

Jan Hazeleger, plv. hoofd repressie brandweer Utrecht

Jeffrey Schamper, beleidsmedewerker afdeling repressie brandweer Den Haag

Geurt Trip, coördinator operationele voorbereiding regio Noord Oost Gelderland

Page 3: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

3

Inleiding

In dit werkdocument leggen we de resultaten vast van de ontwerpbijeenkomsten voor de

leergang Bevelvoerder.

Dit document is bestemd voor alle personen die betrokken zijn bij (de verdere inrichting

en organisatie van) de leergang Bevelvoerder: ontwikkelgroep, onderwijskundige(n),

ontwikkelaars, etc. Dit document vormt voor hen de leidraad bij het op detailniveau

uitwerken van de leergang Bevelvoerder.

In dit document werken we van grof naar fijn. Eerst gaan we in op de uitgangspunten

van de leergang Bevelvoerder, het basisontwerp en de gedachten daarachter. Vervolgens

worden de besproken opleidingsonderdelen concreet uitgewerkt.

De opleiding Bevelvoerder leidt op in de repressieve taken van de bevelvoerder. Het gaat

hierbij om de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de

operationele leiding en uitvoeringscoördinatie van mensen en middelen vanaf het

moment van uitruk tot en met het moment van terugkeer op de kazerne.

Page 4: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

4 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

1. Uitgangspunten

1.1 Verkenning van de functie

De functie van bevelvoerder maakt onderdeel uit van de basisbrandweerzorg en brengt

verschillende verantwoordelijkheden met zich mee.

De bevelvoerder heeft de leiding over de bemensing van een tankautospuit en de

bemensing van bijzondere voertuigen die aan zijn tankautospuit gekoppeld worden.

De bevelvoeder heeft taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking

tot de operationele leiding en uitvoeringscoördinatie van bemensing en materieel

vanaf het moment van uitruk tot en met het moment van terugkeer op de kazerne.

De bevelvoerder heeft in het geval van opschaling de leiding over de bluseenheden

tot de aankomst van de Officier van Dienst (OvD). Als deze aanwezig is handelt hij

onder verantwoordelijkheid van de OvD.

De bevelvoerder voert zijn taken uit binnen de basisbrandweerzorg. Als eerst

aankomende leidinggevende bij een incident heeft de bevelvoerder ook basiskennis

van natuurbrandbestrijding, scheepsbrandbestrijding, vliegtuigbrandbestrijding,

incidenten op spoorwegen, vloeistofbranden en branden in een kleine industriële

omgeving. Hij kan op die gebieden een voorlopig plan maken.

De basiseenheid van de brandweer bij grootschalig optreden is de tankautospuit. De

bevelvoerder is verantwoordelijk voor de coördinatie van de samenwerking met

politie en GHOR tot de aankomst van de OvD.

Binnen het kwalificatieprofiel zijn er voor de bevelvoerder vier kerntaken gedefinieerd.

Deze kerntaken gelden voor iedere bevelvoerder. De context en de competenties

(vakinhoudelijke kennis) verschillen afhankelijk van het type incident (specifiek).

De bevelvoerder vervult de volgende vier kerntaken:

Kerntaak 1: Optreden bij brandbestrijding

De bevelvoerder voert taken uit in het kader van het bestrijden van brand in de

ruimste zin van het woord. De bevelvoerder maakt daarbij gebruik van de uitrusting

die hem daarvoor ter beschikking staat.

Kerntaak 2: Optreden bij technische hulpverlening

De bevelvoerder voert taken uit in het kader van de technische hulpverlening in de

ruimste zin van het woord. De bevelvoerder maakt daarbij gebruik van de uitrusting

die hem daarvoor ter beschikking staat.

Kerntaak 3: optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen

De bevelvoerder voert taken uit in het kader van de bestrijding van incidenten

waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De bevelvoerder maakt daarbij gebruik van

de uitrusting die hem daarvoor ter beschikking staat.

Kerntaak 4: optreden bij bestrijding van waterongevallen

De bevelvoerder voert taken uit ter voorbereiding van de inzet van de duikploeg. Hij

geeft leiding aan de eigen eenheid en de duikploegleider. Zijn ploeg kan indien nodig

zelfstandig een oppervlakteredding uitvoeren.

In het kwalificatieprofiel Bevelvoerder zijn deze kerntaken verder uitgewerkt in

werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes en dilemma's.

1.2 Eisen aan het onderwijs

De bevelvoerder wordt, conform het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel, functiegericht

opgeleid. Functiegericht opleiden stelt de volgende eisen aan het onderwijs:

opleiden tot beginnend beroepsbeoefenaar

beroepspraktijkvorming

integratie tussen kennis, inzicht, vaardigheden, persoonseigenschappen en houding

situationeel en activerend onderwijs.

Page 5: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

5

Opleiden tot beginnend beroepsbeoefenaar

Na het met succes afronden van de leergang Bevelvoerder beheerst de

onderwijsdeelnemer de kerntaken (zoals beschreven in het kwalificatieprofiel

Bevelvoerder) op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. De leergang

Bevelvoerder moet de onderwijsdeelnemer in staat stellen om alle kerntaken uit het

kwalificatieprofiel Bevelvoerder in voldoende mate te beheersen. De proeve van

bekwaamheid Bevelvoerder toetst of de onderwijsdeelnemer het vereiste niveau per

kerntaak beheerst.

Beroepspraktijkvorming

Beroepspraktijkvorming veronderstelt een stevige integratie tussen theorie en praktijk.

Daarom wordt uitgegaan van duaal onderwijs. Duaal leren houdt in dat de

onderwijsdeelnemer afwisselend leert in de beroepspraktijk (werkend leren) en binnen

een onderwijsinstituut. De deelnemer heeft een aanstelling bij een werkgever; bij de

brandweer is dat (meestal) de gemeente/het brandweerkorps. Bij duaal leren doorlopen

de deelnemers hun leerproces:

door werkend te leren bij de werkgever (het brandweerkorps), waarbij

gebruikgemaakt wordt van leeropdrachten

door te leren in het onderwijsinstituut, waarbij gebruikgemaakt wordt van

gevarieerde werkvormen.

De regio is verantwoordelijk voor het werkend leren. Het brandweeropleidingsinstituut

(aan de hand van de leermiddelen) voor het verzorgen, ondersteunen en evalueren

ervan. De trajectbegeleider en de leerwerkplekbegeleider(s) voor de begeleiding en het

inrichten van een werkplek.

Integratie tussen kennis, inzicht, vaardigheden, persoonseigenschappen en houding

De functiegerichte brandweeropleidingen worden op een competentiegerichte wijze

ingevuld. Een competentie is het vermogen om het in een arbeidssituatie vereiste gedrag

uit te voeren en heeft betrekking op een samenhangend geheel van kennis, inzicht,

vaardigheden, persoonseigenschappen en houdingsaspecten. Eenvoudig gezegd: om een

klus te klaren moeten de benodigde kennis, inzicht, vaardigheden en

persoonseigenschappen tegelijkertijd aanwezig zijn en vloeiend op elkaar aansluiten.

Daarom worden deze aspecten tijdens de leergang niet los van elkaar behandeld, maar

per kerntaak als een geïntegreerd geheel in de leeractiviteiten verwerkt.

Volgens het functie- en competentieprofiel Bevelvoerder moet de bevelvoerder

beschikken over de volgende competenties:

- accuratesse

- samenwerken

- stressbestendigheid

- analyseren

- plannen, organiseren en coördineren

- oordelen

- resultaatgericht

- probleem oplossen

- leren en reflecteren

- daadkracht

- taakgericht leiderschap

- onafhankelijk

- mondeling communiceren

- inleven.

Page 6: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

6 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

De eerste drie competenties zijn kerncompetenties. Deze kerncompetenties zijn op alle

operationele functies van toepassing. Ze zijn dus functieoverstijgend en spelen een

belangrijke rol bij werving en selectie.

De competenties uit het functie- en competentieprofiel Bevelvoerder zijn in het

kwalificatieprofiel Bevelvoerder functiespecifiek uitgewerkt in beoordelingscriteria en

keuzes & dilemma's. Deze lopen als een rode draad door de leergang heen, zowel in de

opleiding als de examinering. Hiermee is in dit opleidingsplan rekening gehouden.

Daarnaast spelen de competenties een belangrijke rol bij het leren op de werkplek. De

leerwerkplekbegeleider beoordeelt niet alleen de kennis en vaardigheden, maar ook de

algehele houding en het gedrag van de onderwijsdeelnemer. Door feedback te krijgen op

hun gedrag, krijgen de onderwijsdeelnemers zicht op hun competentieontwikkeling. Zo

kunnen zij gericht werken aan competenties die verbetering behoeven. Ook de evaluaties

van praktijkonderdelen zoals oefeningen bij het opleidingsinstituut worden

competentiegericht ingevuld, hetgeen eveneens bijdraagt aan de

competentieontwikkeling van de onderwijsdeelnemer.

De essentie van competentieontwikkeling in de leergang Bevelvoerder is dat

onderwijsdeelnemers per kerntaak werken aan het voor die kerntaak benodigde gedrag,

in samenhang met de benodigde kennis, vaardigheden en houdingsaspecten.

Situationeel en activerend onderwijs

Omdat de relatie met de beroepscontext bij functiegericht opleiden essentieel is, lopen

concrete arbeidssituaties als een rode draad door de leergang heen. Dit geldt niet alleen

voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het

brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties en casuïstiek

worden typerende arbeidssituaties centraal gesteld. Tevens wordt de onderwijsdeelnemer

uitgedaagd om de gesimuleerde of geschetste arbeidssituatie tot een goed einde te

brengen. Het onderwijs is dus situationeel en activerend: het prikkelt de

onderwijsdeelnemer om zich een goed beeld van arbeidssituaties te vormen en zelf het

initiatief te nemen om deze situaties te leren beheersen.

1.3 Eisen aan de leeromgeving

Op het moment van schrijven van dit opleidingsplan bestaat nog geen duidelijkheid over

de uitkomsten van het onderzoek naar de leeromgeving in het kader van het Besluit

Kwaliteit Brandweerpersoneel (onderzoek in opdracht van de NVBR). Omwille van de tijd

die beschikbaar is voor ontwikkeling van de leergang Bevelvoerder, worden in dit

opleidingsplan de eisen aan de leeromgeving geformuleerd zoals deze op dit moment

door de ontwikkelgroep voorzienbaar zijn. Wellicht is in een later stadium bijstelling

nodig.

De leeromgeving van een leergang is het geheel aan plaatsen waar wordt geleerd,

inclusief de leermiddelen die op die plaatsen worden gebruikt. Gedacht kan worden aan

de klas (klassikaal onderwijs), thuis (zelfstudie), de digitale snelweg (e-learning), een

oefencentrum (voor de praktijkonderdelen), de werkplek (werkplekleren) en virtual

reality (simulatie).

In de leergang Bevelvoerder wordt de leeromgeving voornamelijk gevormd door

klassikaal onderwijs, praktijkoefeningen, werkplekleren en zelfstudie.

Om een effectieve leeromgeving te creëren, worden er eisen gesteld aan de:

afstemming met de beroepscontext

rollen in de leeromgeving

faciliteiten van het brandweeropleidingsinstituut.

Page 7: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

7

Afstemming met de beroepscontext

De leeromgeving moet per leerdoel zijn afgestemd op de bij dat leerdoel horende

beroepscontext. Hoe meer een leerdoel samenvalt met de uitvoering van een taak in de

praktijk, hoe realistischer de leeromgeving moet zijn. Soms is alleen de werkplek een

effectieve leeromgeving om een leerdoel te behalen, terwijl bij andere leerdoelen kan

worden volstaan met een klassikale les of zelfstudie.

In de leergang Bevelvoerder wordt ervan uitgegaan dat taken met betrekking tot de

uitrukfase van de incidentbestrijding (informatieverzameling en beeldvorming) klassikaal

kunnen worden behandeld, en dat vanaf de verkenningsfase (het moment dat een

bevelvoerder opdrachten geeft) een simulatie (virtueel of praktijk) nodig is om de taken

van de bevelvoerder goed te kunnen leren.

Rollen in de leeromgeving

Bij de leergang Bevelvoerder zijn de volgende onderwijsuitvoerenden betrokken:

onderwijsdeelnemer

instructeur

leerwerkplekbegeleider

trajectbegeleider.

Elke onderwijsuitvoerende speelt in de leeromgeving een eigen rol, in nauwe samenhang

met de rollen van de andere onderwijsuitvoerenden. Hierna wordt elke rol afzonderlijk

toegelicht.

Onderwijsdeelnemer

De onderwijsdeelnemer moet beschikken over een actieve werkhouding. Hij/zij moet zich

gedurende het leertraject zelfstandig voorbereiden op de bijeenkomsten, relevante

leerstof voor en/of na de bijeenkomsten bestuderen en leeropdrachten op de werkplek

uitvoeren.

Functie- en competentiegericht opleiden brengt met zich mee dat de onderwijsdeelnemer

zelf de verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces neemt en daar voldoende op

reflecteert.

Instructeur

De instructeur vervult in een leergang verschillende rollen:

hij/zij brengt de (theoretische) vakinhoud bij de onderwijsdeelnemer tot ontwikkeling

(docentrol)

hij/zij ondersteunt het leerproces van de deelnemer door het uitleggen, voordoen en

trainen van vaardigheden (trainerrol)

hij/zij coacht de onderwijsdeelnemer bij het leerproces (coachrol)

De instructeur helpt de onderwijsdeelnemer het leerproces op gang te brengen, aan

te sturen en in goede banen te leiden. Hij/zij schept voorzieningen en

randvoorwaarden voor het leren en zorgt voor feedback.

hij/zij beoordeelt de leerresultaten diagnostisch, tijdens het leerproces van de

onderwijsdeelnemer (assessorrol).

De instructeur heeft regelmatig overleg met de trajectbegeleider en de

leerwerkplekbegeleider(s) om het werkend leren en het leren op het opleidingsinstituut

op elkaar af te stemmen.

Aan instructeurs van de leergang Bevelvoerder worden de volgende eisen gesteld:

coachingsvaardigheden

repressief actief

voldoende didactisch geschoold

Page 8: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

8 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

ervaring/diepgang met betrekking tot het vakgebied (denk aan leiderschap en

incidenttypen) .

De instructeurs verzorgen het klassikaal en praktijkonderwijs bij het regionaal

opleidingsinstituut. Ze kunnen hun lessen onder andere voorbereiden met behulp van de

lesplannen in de instructeurshandleiding.

Bij het verzorgen van praktijkoefeningen kunnen (indien nodig) hulpinstructeurs worden

ingeschakeld bij de voorbereiding. De instructeurs kunnen zich dan richten op de

oefenleiding en de beoordeling van de onderwijsdeelnemers. Hulpinstructeurs moeten de

praktijkonderdelen van de functie Bevelvoerder voldoende beheersen en de oefeningen

kunnen voorbereiden en ensceneren. Ook het voorbereiden en verzorgen van

praktijkdemonstraties in lessen kan een taak zijn van de hulpinstructeurs.

Leerwerkplekbegeleider

De leerwerkplekbegeleider begeleidt de onderwijsdeelnemers tijdens het leren op de

werkplek. Het gaat om een ervaren bevelvoerder die als rolmodel en coach van de

bevelvoerder in opleiding fungeert. Hij/zij moet beschikken over het diploma

brandmeester.

De leerwerkplekbegeleider heeft voldoende kennis van en ervaring met de functie van

bevelvoerder om te weten waar hij een bevelvoerder in opleiding op moet coachen. Ook

beschikt hij over voldoende coachingsvaardigheden om de leerwerkplekbegeleiding op

een didactisch verantwoorde manier uit te voeren.

De leerwerkplekbegeleider gebruikt de leeropdrachten en beoordelingscriteria in de

leerwerkplekbegeleidershandleiding als uitgangspunt voor zijn begeleiding van de

onderwijsdeelnemers.

De leerwerkplekbegeleider wordt geworven en geselecteerd door de regio. Voor de

leergang bevelvoerder gaat het concreet om een persoon die werkzaam is in het korps

van de onderwijsdeelnemer en voldoende en recente ervaring heeft in de

werkzaamheden die een bevelvoerder verricht. De leerwerkplekbegeleider moet er

rekening mee houden dat hij/zij drie uur per week met deze taak bezig is. De exacte

werkbelasting van de leerwerkplekbegeleiding hangt uiteraard af van het aantal

onderwijsdeelnemers. Dit kan betekenen dat er meerdere leerwerkplekbegeleiders nodig

zijn.

De leerwerkplekbegeleider heeft regelmatig overleg met de instructeur om het werkend

leren en het leren op het opleidingsinstituut (met betrekking tot de te begeleiden

onderwijsdeelnemer) op elkaar af te stemmen. De leerwerkplekbegeleider wordt

ondersteund door de trajectbegeleider.

Trajectbegeleider

De trajectbegeleider verzorgt geen onderwijs, maar richt zich vooral op de

leerorganisatie. Hij/zij wordt geworven en geselecteerd door de regio.

De trajectbegeleider bewaakt de voortgang van het werkend leren tijdens de opleiding en

is aanspreekpunt bij problemen. Hij/zij draagt er zorg voor dat de deelnemers leerzaam

werk kunnen doen, dat alles goed is georganiseerd en dat de voorwaarden aanwezig zijn

voor effectief leren. Onderdeel hiervan is het bewaken van de kwaliteit van de

leerwerkplek en het volgen van de deelnemers in hun leerproces. De trajectbegeleider

verzorgt de inroostering of laat deze verzorgen en begeleidt de samenwerking tussen de

onderwijsdeelnemer en de leerwerkplekbegeleider.

De trajectbegeleider is goed op de hoogte van:

de uitgangspunten van het functie- en competentiegericht opleiden binnen de kaders

van het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel

Page 9: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

9

de inrichting en opbouw van de diverse leergangen

de proeve van bekwaamheid die de deelnemers moeten afleggen gedurende de

leergang.

De trajectbegeleider heeft regelmatig overleg met de instructeurs en de

leerwerkplekbegeleiders om het werkend leren en het leren op het opleidingsinstituut

(met betrekking tot de te begeleiden onderwijsdeelnemer) op elkaar af te stemmen.

Faciliteiten van het brandweeropleidingsinstituut

De leergang bevelvoerder zal uitgevoerd worden onder verantwoordelijkheid van de

diverse brandweeropleidingsinstituten. Zij verzorgen het theorie-onderwijs, de

praktijkoefeningen en eventuele simulaties. De brandweeropleidingsinstituten zijn

verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs.

De brandweeropleidingsinstituten moeten ervoor zorgen dat aan alle randvoorwaarden

voldaan wordt die nodig zijn om de leergang goed te laten verlopen en daarmee de

onderwijsdeelnemers in staat te stellen de kerntaken uit het kwalificatieprofiel als

beginnend beroepsbeoefenaar te beheersen.

Dit betekent onder andere concreet:

afspraken maken met de korpsen over het werkend leren

Een belangrijke factor hierin is vooral ook voorlichting over het werkend leren, de

verwachtingen van het brandweeropleidingsinstituut met betrekking tot de

werkplekbegeleiders in het kader van de leergang Bevelvoerder en de samenwerking

tussen het instituut en deze werkplekbegeleiders.

Landelijke kaders, zoals vastgelegd in het project Besluit Kwaliteit

Brandweerpersoneel, zijn hierbij leidend.

afspraken maken met de trajectbegeleider en regelmatig overleg met deze persoon

In veel gevallen zal de trajectbegeleider werkzaam zijn op het opleidingsinstituut,

maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Duidelijke afspraken zijn nodig om de gang van

zaken voor de onderwijsdeelnemers goed te laten verlopen.

eisen stellen aan de instructeurs

De instructeurs die door het brandweeropleidingsinstituut worden ingezet, dienen te

voldoen aan de eisen die eerder in deze paragraaf zijn geformuleerd.

eisen stellen aan de opleidingslocatie

De opleidingslocaties moeten in overeenstemming zijn met de leeractiviteiten die

daar plaats gaan vinden.

Een aandachtspunt hierbij is dat theorie en praktijk in de instructie meer geïntegreerd

zullen moeten worden aangeboden dan in het verleden het geval is geweest. Dit

vereist van de opleidingslocatie dat het laten plaatsvinden van zowel theorie- als

praktijkonderwijs in één bijeenkomst mogelijk moet zijn, met andere woorden: dat de

daarvoor geschikte locaties in elkaars nabijheid moeten liggen.

NB: Dit heeft ook tot gevolg dat het mogelijk moet zijn dat er meerdere instructeurs

per bijeenkomst ingezet worden (vanwege de praktijkinstructie en –oefening).

eisen stellen aan de opleidingsmiddelen

De bevelvoerder is als beginnend beroepsbeoefenaar in staat om leiding te geven aan

een tankautospuit met bemanning en standaardbepakking (aangevuld met

ondersteunende voertuigen zoals de HV en redvoertuigen). Dit ten behoeve van een

veilig en effectief optreden bij brandbestrijding, hulpverlening, ongevalsbestrijding

gevaarlijke stoffen en de bestrijding van waterongevallen.

Dit betekent dat de bevelvoerder in opleiding gedurende de leergang voldoende met

een tankautospuit inclusief bemanning moet kunnen oefenen. Het

brandweeropleidingsinstituut is ervoor verantwoordelijk dat dit ook daadwerkelijk

mogelijk is.

opleidingsprogramma in overeenstemming laten zijn met de leeropdrachten.

Door middel van de leeropdrachten moeten de onderwijsdeelnemers een vertaalslag

Page 10: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

10 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

maken van de verworven kennis en vaardigheden op het opleidingsinstituut, naar hun

werkpraktijk. In het opleidingsprogramma moet daarvoor (in de doorlooptijd)

voldoende tijd zijn ingepland. Het opleidingsprogramma moet flexibel genoeg zijn om

deze leeropdrachten ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren.

1.4 Eisen aan de leermiddelen

In de leergang Bevelvoerder wordt een aantal leermiddelen gebruikt. De opzet en inhoud

van deze leermiddelen is afgestemd op het kwalificatieprofiel, de proeve van

bekwaamheid en het opleidingsplan Bevelvoerder. Indien gewenst kan het

brandweeropleidingsinstituut/de instructeur de landelijk ontwikkelde leermiddelen naar

eigen inzicht aanvullen met regionaal materiaal.

In de leergang Bevelvoerder worden de volgende leermiddelen gebruikt:

instructeurshandleiding (met bijbehorende dvd)

leerwerkplekbegeleidershandleiding

diverse tekstboeken

werkboek (inclusief deelnemershandleiding)

overige leermiddelen.

Instructeurshandleiding

Deze is bedoeld voor de instructeurs. De instructeurshandleiding biedt de instructeurs

handreikingen op het terrein van functie- en competentiegericht opleiden en de

bijbehorende didactiek.

Lesplannen en opdrachten (zoals beeldcasussen) bieden de instructeurs concrete

ondersteuning bij de lessen uit de leergang.

Op de dvd bij de handleiding staan de afbeeldingen en videofragmenten die in de

theorielessen worden gebruikt.

Handleiding leerwerkplekbegeleider

De leerwerkplekbegeleiders kunnen met behulp van de handleiding

leerwerkplekbegeleider extra informatie en aanwijzingen krijgen ten behoeve van de

begeleiding van het leren op de werkplek. In de handleiding wordt ingegaan op de

achtergronden van het functie- en competentiegericht opleiden bij de brandweer en meer

specifiek op het begeleiden van het leren op de werkplek. Bij elke leeropdracht wordt

uitgelegd hoe deze begeleid en eventueel beoordeeld zou moeten worden.

Tekstboeken

Deze zijn thematisch gerangschikt en bevatten de theorie bij het thema (geïllustreerd

met relevante functionele afbeeldingen), gericht op de doelgroep (bevelvoerders).

Kijkend naar de kerntaken en proeve van bekwaamheid Bevelvoerder wordt vooralsnog

uitgegaan van de volgende tekstboeken: Oriëntatie, Brandbestrijding, Hulpverlening,

Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen en Soorten incidenten.

Werkboek

Het werkboek biedt de onderwijsdeelnemers door middel van een deelnemershandleiding

ondersteuning bij het inzicht krijgen in en werken aan de diverse leeractiviteiten van de

leergang. Het werkboek bevat onder andere leeropdrachten, casuïstiek en documenten

ten behoeve van zelfevaluatie.

Overige leermiddelen

In de leergang Bevelvoerder wordt een inhoudelijke vernieuwingsslag gepleegd door het

tot stand brengen van een betere integratie tussen de kennis van brandontwikkeling en

de kennis van brandbestrijding. Om de principes van brandontwikkeling, maar ook de

effecten van brandbestrijding op de brandontwikkeling, effectief over te kunnen dragen is

Page 11: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

11

een vakdidactiek nodig die aansluit bij deze dynamiek. In de praktijk betekent dit een op

visualisatie gerichte benadering.

Naast het verwerken van de achtergrondkennis over brandontwikkeling, blustactiek en

blustechniek in het tekstboek Brandbestrijding, zijn er leermiddelen nodig die de

benodigde visualisatie ondersteunen. Concreet betreft dit twee aanvullende

leermiddelen:

een oefenplan waarin de uitvoeringstechnische kant van de thematiek wordt verwerkt

een cd-rom met een elektronische scenariotraining (systematische uitwerking aan de

hand van foto's en videofragmenten).

1.5 Werkend leren in de leergang Bevelvoerder

Het werkend leren (ook wel werkplekleren of leren op de werkplek genoemd) is een

logisch onderdeel van functiegericht, duaal onderwijs en een concrete invulling van de

beroepspraktijkvorming. Daarom vormt het werkend leren een belangrijk onderdeel van

de leergang Bevelvoerder. Dit geldt voor alle deelnemers aan de leergang, dus zowel

voor beroepskrachten als vrijwilligers.

Het doel van werkend leren is dat taken in een realistische context aangeleerd kunnen

worden. De ultieme leerwerkplek voor een bevelvoerder zou een uitruk voor brand

(kerntaak 1), hulpverlening (kerntaak 2), ongeval met gevaarlijke stoffen (kerntaak 3) of

waterongeval (kerntaak 4) zijn. Deze ultieme leerwerkplek is echter om meerdere

redenen ongeschikt.

De frequentie van uitrukken is voor sommige regio's erg laag, waardoor de

toekomstige bevelvoerders onvoldoende zouden kunnen oefenen. Het leereffect zou

in dit geval ook afhangen van het aantal en het soort meldingen. Vooral bij kleinere

korpsen op het platteland zal dit effect op voorhand beperkt zijn. Aan het volgen van

stages bij grotere korpsen kleven veel uitvoeringstechnische problemen. Bovendien is

er dan een derde partij (het stagekorps) betrokken bij het leren op de werkplek en de

beoordeling daarvan. Dit zou een complicerende factor in de toch al complexe

organisatie van het leren op de werkplek betekenen.

Om organisatorische redenen is het ingewikkeld om standaard extra personeel mee te

nemen op uitruk.

Vrijwilligers hebben wekelijks slechts een beperkte tijd beschikbaar voor opleiden en

oefenen. Het beschikbaar zijn voor een uitruk in het kader van werkend leren zou

daarbij een extra belasting vormen.

De beoordeling van de leeractiviteit door de leerwerkplekbegeleider is bij een reële

uitruk niet of vrijwel onmogelijk.

Veiligheid op de leerwerkplek is een belangrijk uitgangspunt. Vanwege het feit dat de

werkgever te allen tijde verantwoordelijk blijft voor de veiligheid van het in te zetten

personeel, vormt de inzet van onvoldoende opgeleid personeel bij een uitruk een

onaanvaardbaar risico.

Voor de leergang Bevelvoerder moet daarom naar een geschikte vervangende

leerwerkplek gezocht worden. Een leerwerkplek kan worden gedefinieerd als de

omgeving waarbinnen de leeropdracht naar behoren kan worden uitgevoerd, begeleid en

beoordeeld. Het wat van de leeropdracht bepaalt waar deze het beste kan worden

uitgevoerd en wie de begeleiding ter hand neemt.

In de leergang Bevelvoerder is er sprake van twee verschillende soorten

leerwerkplekken:

leren in een gesimuleerde omgeving

leren in het korps.

Page 12: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

12 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Leren in een gesimuleerde omgeving

De werkplek van bevelvoerders bestaat uit de tankautospuit (TS) en de plaats incident.

Binnen de leergang Bevelvoerder wordt deze werkplek gesimuleerd met behulp van

praktijkoefeningen. De onderwijsdeelnemer volgt deze oefeningen deels aan het

opleidingsinstituut, deels bij een realistisch oefencentrum en deels in het korps waar

hij/zij werkt.

Leren in het korps

Tijdens de leergang werken de bevelvoerders in opleiding in een korps (als manschap),

maar zijn ze nog niet praktisch inzetbaar als bevelvoerder. Ze gebruiken hun

(toekomstige) werkplek om aan de hand van leeropdrachten theorie en praktijk met

elkaar te verbinden. Hierbij past men het geleerde in de praktijk toe, doet men

praktijkervaring op, reflecteert men op deze praktijkervaring en verdiept men de

praktijkervaring met nieuwe (theoretische) inzichten.

De leeropdrachten die voor dit doel worden gebruikt, hebben betrekking op het

verzorgingsgebied van het eigen korps, zoals het bezoeken van (risico)objecten en

specifieke risicolocaties.

Het is belangrijk dat tijdens het werkplekleren de volledige basisbrandweerzorg aan bod

komt. Dit betekent dat er aandacht moet zijn voor alle vier kerntaken uit het

kwalificatieprofiel.

Voorstel

Voorgesteld wordt om, gelet op het voorgaande, het werkend leren in het korps in de

leergang Bevelvoerder op de volgende manier in te vullen:

door middel van leeropdrachten die gericht zijn op de praktijk

Deze worden bij voorkeur uitgevoerd in het korps zelf. Wanneer de leeropdracht niet

uitgevoerd kan worden in het korps omdat een bepaald gereedschap, object of

vraagstuk zich daar niet bevindt of voordoet, kan onder leiding van de

leerwerkplekbegeleider (in samenspraak met de trajectbegeleider) een geschikte

leerwerkplek voor die specifieke opdracht in de regio gezocht worden.

gebruikmaken van de korpsoefenavonden.

De onderwijsdeelnemer kan hierbij, aan de hand van gerichte (persoonlijke)

leerdoelen en onder begeleiding van de leerwerkplekbegeleider, bepaalde

vaardigheden oefenen en plaatselijke kennis opdoen. Daarnaast werkt de

bevelvoerder in opleiding op dat moment ook aan zijn integratie in het korps.

Korpsoefeningen die onderdeel uitmaken van het leren op de werkplek moeten conform

de Leidraad Oefenen zijn opgezet en ingevuld. Deze werkplekoefeningen staan los van de

oefeningen aan het opleidingsinstituut.

De trajectbegeleider bepaalt in overleg met de werkgevers in de regio de uiteindelijke

leerwerkplek(ken). Uitgangspunt dient daarbij wel te zijn dat de onderwijsdeelnemer in

staat wordt gesteld om alle leeropdrachten naar behoren te kunnen uitvoeren.

Daar waar korpsen de mogelijkheid zien om hun bevelvoerders in opleiding daadwerkelijk

in te zetten bij de incidentbestrijding, verdient dit alternatief de voorkeur boven de

oefenvariant.

De trajectbegeleider is verantwoordelijk voor het monitoren van de kwaliteit van de

leerwerkplek.

Begeleiding

Tijdens de uitvoering van korpsoefeningen en leeropdrachten op de werkplek krijgt de

onderwijsdeelnemer begeleiding van zijn leerwerkplekbegeleider.

Tijdens de oefeningen ‘schaduwt’ de bevelvoerder in opleiding een of meer ervaren

bevelvoerders in hun functioneren als bevelvoerder. Na verloop van tijd draaien de rollen

Page 13: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

13

om; de onderwijsdeelnemer functioneert dan als bevelvoerder tijdens de oefeningen,

waarbij hij wordt geschaduwd door een of meer ervaren bevelvoerders. Bij dit schaduwen

en geschaduwd worden kunnen bij elke oefening andere accenten worden gelegd. Deze

accenten worden voorbereid met behulp van gerichte (persoonlijke) leerdoelen, waarmee

de leerwerkplekbegeleider, ervaren bevelvoerder en de onderwijsdeelnemer samen de

oefening voorbereiden.

De leerwerkplekbegeleider bewaakt de voortgang op de werkplek en zorgt voor de

afstemming tussen de verschillende ervaren bevelvoerders. De leerwerkplekbegeleider is

ook een ervaren bevelvoerder.

Planning binnen de leergang

De leergang Bevelvoerder kent, in tegenstelling tot de al bestaande leergangen in het

kader van het functie- en competentiegericht opleiden van officieren, geen vaste ritmiek

(zoals 1 dag werkend leren per week). Het werkend leren in de leergang Bevelvoerder

wordt bepaald door de leeractiviteiten en leeropdrachten.

In de planning van de leergang (zoals geadviseerd in het rooster in de

instructeurshandleiding) zal geprobeerd worden het werkend leren zo veel mogelijk

evenredig over de leergang te verdelen.

Relatie met proeve van bekwaamheid

Het leren op de werkplek bereidt de onderwijsdeelnemer voor op de uitvoering van

kerntaken in de praktijk. Deze kerntaken zijn vastgelegd in het kwalificatieprofiel

Bevelvoerder en worden getoetst met de proeve van bekwaamheid Bevelvoerder. De

leeropdrachten zijn afgeleid van de kerntaken en bereiden voor op een adequate

uitvoering daarvan. De resultaten van de leeropdrachten wegen niet mee in de

eindbeoordeling en vormen daarom geen onderdeel van de proeve.

1.6 Studiebelasting

De studiebelasting van een leergang behelst de uren die een onderwijsdeelnemer

gemiddeld besteedt aan het leren op het brandweeropleidingsinstituut (contacturen), de

benodigde zelfstudie (bestuderen en verwerken van theorie) en het werkend leren.

Vanzelfsprekend zijn vooral de uren die worden besteed aan zelfstudie en werkend leren

afhankelijk van de studievaardigheden van de onderwijsdeelnemer en de regionale

faciliteiten en mogelijkheden voor het werkend leren.

Vaststelling studiebelasting

De studiebelasting van de leergang Bevelvoerder is gebaseerd op alle leeractiviteiten die

de ontwikkelgroep per kerntaak nodig vond, om deze kerntaak als beginnend

beroepsbeoefenaar in voldoende mate te beheersen. Bij het uitwerken van kerntaken in

leeractiviteiten heeft de ontwikkelgroep zowel onderwijskundige als vakinhoudelijke

keuzes gemaakt. Deze keuzes zijn gemaakt op basis van ervaringen met bepaalde

leeractiviteiten in de praktijk. De studiebelasting is de som van de tijdsduur van alle

leeractiviteiten.

De tijdsduur per leeractiviteit is gebaseerd op een schatting. De ervaring op basis

waarvan de schatting plaatsvindt, is via de ontwikkelgroep Bevelvoerder ingebracht door

docenten en andere vertegenwoordigers van de opleidingsinstituten. Zo is er binnen

brandweer Nederland een brede consensus over de gemiddelde duur van een klassikale

les of praktijkoefening. De ontwikkelgroep Bevelvoerder heeft bij de vaststelling van de

studiebelasting dus een empirische insteek gekozen. Deze studiebelasting is een

adviserende indicatiestelling, aangezien het opleidingsplan als geheel een adviserend

karakter heeft.

Page 14: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

14 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Referentiekader

In het project Wijziging Besluit brandweerpersoneel is afgesproken om de studiebelasting

voor de 'oude' opleiding tot bevelvoerder (de voornamelijk repressieve modules voor de

rangen brandmeester en onderbrandmeester zoals hiervoor genoemd) als

referentiekader voor de studiebelasting voor de nieuwe leergang Bevelvoerder te

hanteren. Dit referentiekader bestaat uit de volgende modules uit de huidige

brandweeropleidingsstructuur:

Onderbrandmeester Verbranding en blussing (80 uur)

Onderbrandmeester Organisatie (20 uur)

Onderbrandmeester Gevaarlijke stoffen (40 uur)

Onderbrandmeester Repressie (180 uur)

Onderbrandmeester Materieel (60 uur)

Onderbrandmeester/Brandmeester Repressie (220 uur).

In totaliteit betekent dat een studiebelasting van 600 uur.

Na invulling van de diverse leeractiviteiten is, in overleg met de ontwikkelgroep, de

studiebelasting van de leergang Bevelvoerder vastgesteld op 600 uur. Dit komt dus

overeen met de studiebelasting van de 'oude' opleiding.

In de onderstaande tabel is de studiebelasting uitgesplitst in uren voor de diverse

leeractiviteiten. In het opleidingsplan zullen deze uren nader worden verdeeld over de

verschillende inhoudelijke onderdelen van de leergang.

Leeractiviteit Uren Toelichting

Contactonderwijs (theorie en

praktijk bij het

brandweeropleidingsinstituut)

270 De theorie wordt op interactieve wijze behandeld

in lessen en workshops, de praktijk wordt

gesimuleerd met behulp van oefeningen.

Werkplekleren

(leeropdrachten en

korpsoefeningen)

141 Het werkplekleren bestaat uit het uitvoeren van

leeropdrachten en het deelnemen aan

korpsoefeningen.

Elke leeropdracht en korpsoefening wordt

voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd volgens

de systematiek van het werkplekleren.

Zelfstudie (thuis) 189 Zelfstudie bestaat de volgende activiteiten:

zelfstandig bestuderen van theorie

maken van verwerkingsopdrachten

maken van zelftoetsen

voorbereiden van lessen (theorie en praktijk)

(eventueel) maken van voorbeeldexamens

Totaal 600

uur

Nuancering: afhankelijk van de faciliteiten op de

werkplek kan er overlap zijn tussen

werkplekleren en zelfstudie.

Tijdsinvestering

De doorlooptijd (studieduur) van de leergang Bevelvoerder is maximaal drie jaar.

Opleidingsinstituten die dagonderwijs aanbieden kunnen deze leergang veel sneller

afronden, maar zullen daar de planning van de lessen en de leeropdrachten wel op

moeten aanpassen.

1.7 Instroomeisen

Onderwijsdeelnemers aan de leergang Bevelvoerder moeten aantoonbaar voldoen aan

het mbo- werk- en denkniveau (minimaal niveau 3). Daarnaast moeten zij voldoen aan

het kwalificatieprofiel Manschap A. Verder wordt van hen een actieve studiehouding

verwacht. Belangrijke randvoorwaarden om de leergang met succes te kunnen doorlopen

Page 15: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

15

zijn de bereidheid tot zelfstudie en het zelfstandig willen en kunnen uitvoeren van

leeropdrachten. Functiegericht opleiden brengt met zich mee dat de onderwijsdeelnemer

zelf de verantwoordelijkheid over het eigen leerproces neemt en daar voldoende op

reflecteert.

2. Uitwerking onderdelen leergang

2.1 Basisontwerp leergang Bevelvoerder

Blok Brandweeropleidingsinstituut

(contacturen inclusief

brandweeroefencentrum)

Leerwerkplek

(leeropdrachten en

korpsoefeningen)

Totaal

Algemeen 21 uur (7 dagdelen) 6 uur (2 dagdelen) 27 uur

Uitruk en

verkenning

102 uur (34 dagdelen) 36 uur (12 dagdelen) 138 uur

Inzet 39 uur (13 dagdelen) 45 uur (15 dagdelen) 84 uur

Afbouw en

nazorg

33 uur (11 dagdelen) 18 uur (6 dagdelen) 51 uur

Speciale

incidentsoorten

36 uur (12 dagdelen) 36 uur (12 dagdelen) 72 uur

Integratie 39 uur (13 dagdelen) 39 uur

Proeve van

bekwaamheid

Tijdens de leergang vinden er geen summatieve toetsen plaats. De uren voor de examinering zijn daarom niet meegenomen in de studiebelasting. Uren voor formatieve toetsing zijn meegenomen in de studiebelasting van leeropdrachten.

Het betreft hier vooral de reflectie op de leeropdrachten (nabespreking met leerwerkplekbegeleider)

Totaal 270 uur (89 dagdelen) 141 uur (47 dagdelen) 411 uur Er wordt rekening gehouden met 189 uur zelfstudie, waardoor het totale aantal sbu op 600 uur komt.

Tijdens de blokken Uitruk en verkenning, Inzet en Afbouw en nazorg wordt aandacht besteed aan de incidenttypen brand, hulpverlening, ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen en bestrijding van waterongevallen. Dit gebeurt aan de hand van de taken en werkzaamheden die de bevelvoerder in de bijbehorende fase van de incidentbestrijding moet verrichten. Op deze manier komen alle vier kerntaken van de bevelvoerder tijdens de leergang voldoende aan bod.

De opzet van de leergang Bevelvoerder, zoals weergegeven in de tabel, is gebaseerd op

de volgende uitgangspunten:

van algemeen naar specifiek

samenhangende kerntaken, taken en werkzaamheden

inzetchronologie als ordeningsprincipe

brandbestrijding als vertrekpunt

thematische benadering van speciale incidenten

van leren naar integreren

didactiek volgens het principe ‘Beleven, begrijpen en beheersen’.

Van algemeen naar specifiek

De leergang begint met een algemeen blok, waarin een oriëntatie op de functie en het

werkveld van de bevelvoerder wordt geboden. Deze kennis is voor alle kerntaken van de

bevelvoerder van belang. Daarom wordt deze kennis eerst in zijn algemeenheid

aangeboden alvorens deze kennis later in de leergang meer specifiek en praktijkgericht

per kerntaak aan de orde komt.

Page 16: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

16 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Samenhangende kerntaken, taken en werkzaamheden

Het werkproces van bevelvoerders leert dat de vier kerntaken in de praktijk zijn

opgebouwd uit taken en werkzaamheden, die afhankelijk zijn van de fase van de

incidentbestrijding. De volgorde en samenhang van taken en werkzaamheden is bij elke

kerntaak hetzelfde. Dit komt omdat brandbestrijding, hulpverlening, ongevalsbestrijding

gevaarlijke stoffen en de bestrijding van waterongevallen in grote lijnen dezelfde fasering

hebben. Wel verschilt het belang en de invulling van bepaalde taken en werkzaamheden

van kerntaak tot kerntaak. Zo hebben de taken en werkzaamheden in de

verkenningsfase bij brandbestrijding een wat ander karakter dan bij hulpverlening.

In dit opleidingsplan wordt per taak de gewenste leeromgeving beschreven. In de

leeromgeving worden de activiteiten in hun onderlinge samenhang en gericht op de

beroepscontext overgedragen, gesimuleerd en beoefenend, waarbij rekening wordt

gehouden met de verschillen tussen de vier kerntaken.

Inzetchronologie als ordeningsprincipe

In deze functiegerichte leergang staat het werkproces van bevelvoerders centraal. Dit

werkproces loopt synchroon met de fasering van de incidentbestrijding. Het gaat hierbij

om de fasen uitruk & verkenning, inzet, afbouw & nazorg. De leergang volgt het

werkproces van de bevelvoerder, en daarmee ook de fasering van de incidentbestrijding.

In elke fase worden de taken en werkzaamheden behandeld, die de bevelvoerder in die

fase moet uitvoeren. In de onderstaande tabel worden de taken en werkzaamheden per

fase genoemd. Deze indeling is op elke kerntaak van toepassing.

Fase van het incident Taken Werkzaamheden Uitruk & verkenning Situatie analyseren opdracht analyseren

alarmbericht checken gebruikmaken van beschikbare informatie delen van informatie met alle betrokkenen

beeldvorming complementeren verkenningspunten opstellen verkenning laten uitvoeren situatie beoordelen potentieel beoordelen

Prioriteiten stellen anticiperen op ontwikkelingen

prioriteiten stellen

Beslissingen nemen voorlopig plan maken verkenningsplan maken inzetplan maken

Inzet Bevelen geven bevelen geven aan eigen medewerkers

Coördineren aansturen van de eigen eenheid

ontvangen van leiding (van de OvD) overleggen met andere diensten en

deskundigen contact met eigen ploeg onderhouden

eventueel extra deskundigheid inschakelen

Controleren/bijsturen uitvoering van bevelen controleren reageren op nieuwe informatie effect van de inzet controleren veiligheid en schadebeperking van de inzet

controleren

indien nodig inzetplan bijstellen en bijstand regelen

Improviseren oplossingen voor acute problemen bedenken

Afbouw & Nazorg Afbouwen informatie verzamelen voor rapportage

afbouwplan maken

aflossingsplan maken

Evalueren incident nabespreken met de eigen ploeg

Page 17: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

17

rapporten maken leermomenten delen

Nazorg verlenen schadebeperking afhandelen eenheid uitrukgereed maken zorgbehoefte signaleren verslag maken

Het voordeel van deze ordening is dat het bijzondere van elke fase in de

incidentbestrijding benadrukt kan worden. Wat is in een bepaalde fase nu belangrijk, en

wat maakt een fase lastig of kritisch? De keuzes en dilemma's in het werk van de

bevelvoerder verschillen per fase van de incidentbestrijding; ze hebben per fase een

ander karakter. Deze ordening maakt het mogelijk om de keuzes en dilemma's per fase

expliciet onder de aandacht van de onderwijsdeelnemers te brengen.

In het blok Uitruk en verkenning wordt het accent gelegd op het visualiseren,

waarnemen en verzamelen van informatie. De keuzes en dilemma's die in deze fase

spelen hebben betrekking op het beslissen onder tijdsdruk met onvolledige

informatie. Deze fase beslaat de periode vanaf de melding tot en met het maken van

een eerste inzetplan. In volgende fasen van de incidentbestrijding wordt steeds

teruggegrepen naar de informatieverzameling en beeldvorming tijdens de fase Uitruk

en verkenning. De ervaring leert dat bevelvoerders in opleiding moeite hebben met

het gestructureerd voorbereiden van een effectieve inzet. Omdat de fase Uitruk en

verkenning zo cruciaal is voor een inzet, krijgt deze fase veel aandacht in de leergang

Bevelvoerder.

In het blok Inzet wordt specifiek aandacht besteed aan het aansturen van de ploeg op

tactisch en technisch gebied. Behalve aan leidinggeven zal er ook aandacht worden

besteed aan leiding ontvangen van de OvD. De keuzes & dilemma’s van deze fase

hangen voor een groot deel samen met ‘omgaan met jezelf’. Denk hierbij aan het

uitstralen van zekerheid richting de ploegleden, ondanks innerlijke onzekerheid. En

aan het al dan niet ingrijpen in de taakuitvoering door ploegleden.

Het blok Afbouw en nazorg is speciaal gericht op de aandacht voor medewerkers en

omgeving. De keuzes en dilemma’s hangen samen met de manier waarop eigen

ploegleden, andere hulpverleners, externe betrokkenen en omstanders reageren op

het incident en de bestrijding daarvan. Hoe moet je bijvoorbeeld als bevelvoerder

reageren wanneer ploegleden de inzet mentaal of fysiek niet langer aankunnen,

wanneer andere hulpverleners niet doen wat afgesproken is, wanneer externe

betrokkenen tegenwerken of wanneer omstanders agressief gedrag richting de

brandweer vertonen?

Thematische benadering van speciale incidenten

De bevelvoerder voert zijn taken uit binnen de basisbrandweerzorg. Als eerst

aankomende leidinggevende bij een incident heeft hij echter ook basiskennis nodig van

natuurbrandbestrijding, scheepsbrandbestrijding, vliegtuigbrandbestrijding, incidenten op

spoorwegen, vloeistofbranden en branden in een kleine industriële omgeving. Bij deze

speciale incidentsoorten moet de eerst aankomende bevelvoerder een voorlopig plan

kunnen maken.

Omdat de bevelvoerder bij speciale incidenten alleen een rol heeft in de fase uitruk en

verkenning, kan hier worden volstaan met een thematische benadering. Met behulp van

themabijeenkomsten wordt de bevelvoerder geleerd op welke punten hij bij deze

incidenten speciaal moet letten om een voorlopig plan te kunnen maken. De

vaardigheden die bij het maken van een voorlopig plan nodig zijn, moeten daarvoor al

zijn behandeld in het blok uitruk en verkenning.

Brandbestrijding als vertrekpunt

Page 18: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

18 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Omdat brandbestrijding over het algemeen riskanter, complexer en dynamischer is dan

hulpverlening, ogs en de bestrijding van waterongevallen, komen bij brandbestrijding

meer keuzes & dilemma’s aan de orde dan bij de andere kerntaken. Daarom wordt bij

elke fase gestart met brandbestrijding, gevolgd door hv, ogs en wo. De laatste drie

incidenttypen worden ingevuld met behulp van de vraag wat er anders is dan bij brand;

wat zijn specifieke aandachtspunten in vergelijking met brandbestrijding?

Van leren naar integreren

In de leergang leren de onderwijsdeelnemers stapsgewijs diverse theorieën, inzichten en

vaardigheden. In de fasering van deze stappen wordt het werkproces van bevelvoerders

gevolgd, en daarmee de fasering van de incidentbestrijding. Dit betekent dat de

bevelvoerder in elke fase van het werkproces alleen datgene leert, wat voor die fase van

belang is. Omdat het werk in de praktijk nogal eens afwijkt van de fasering, en bij een

concreet incident bovendien alle fasen aan bod komen, moet in de leergang de stap van

leren naar integreren worden gemaakt. Daarom voorziet de leergang bevelvoerder in een

integratieblok. In dit integratieblok worden de drie fasen van de inzet aan de hand van

praktijkoefeningen met elkaar geïntegreerd.

Didactiek volgens het principe ‘Beleven, begrijpen en beheersen’

Over het algemeen geldt dat mensen vooral iets begrijpen als ze het beleven, en

beheersen als ze het begrijpen. Deze benadering kan worden samengevat als 3xB:

beleven, begrijpen en beheersen.

Tussen de drie componenten beleven, begrijpen en beheersen van de vakdidactiek zit

een logische volgorde. De over te dragen leerinhoud wordt eerst met behulp van

bijvoorbeeld een praktijkervaring, een simulatie of een beeldcasus in de belevingswereld

van de cursist geplaatst (beleving). Op deze manier kan de cursist de nieuwe leerinhoud

integreren met zijn bestaande kennis en ervaring en zich daar een beeldende voorstelling

van maken.

Beleven is een randvoorwaarde voor begrijpen, maar er is meer nodig. Voor een goed

begrip van de leerinhoud zullen praktijkvoorbeelden moeten worden vertaald naar de

algemene onderliggende feiten, begrippen, principes en wetmatigheden. Op die manier

wordt de stap van beleving naar begrip (kennis en inzicht) gemaakt. Hierbij is sprake van

inductie: het algemene (het feit, het begrip, het principe of de wetmatigheid) afleiden uit

het bijzondere (het beleefde voorbeeld).

Daarna zal het begrip (kennis van en inzicht in de leerinhoud) moeten worden vertaald

naar beheersing. Beheersing betekent dat de nieuwe kennis en inzichten zo worden

toegepast, dat er situaties mee kunnen worden beheerst. Hierbij kan worden gedacht

aan het uitvoeren van taken en het oplossen van problemen. Begrip is een

randvoorwaarde voor beheersing: zonder de juiste kennis van en het juiste inzicht in een

situatie, kan die situatie nooit worden beheerst. Er is echter meer nodig om de stap van

begrijpen naar beheersen te maken. Het begrip van de leerinhoud zal moeten worden

vertaald naar cognitieve en/of motorische vaardigheden om een situatie te kunnen

beheersen.

De vakdidactiek 3xB is dus gebaseerd op situationeel leren en daarmee uitermate

geschikt voor het aanleren van het brandweervak, dat is gericht op het beheersen van

situaties (incidenten). De situatie vormt het uitgangspunt voor het beleven van de

leerinhoud (beleven), om na het aanleren van de situatieoverstijgende kennis en

inzichten (begrijpen) vergelijkbare en nieuwe situaties te leren beheersen.

Bij de ontwikkeling van leeractiviteiten en leermiddelen voor de leergang Bevelvoerder

zal het 3xB-concept zo consequent mogelijk worden toegepast. Er zal op worden

Page 19: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

19

toegezien dat de 3 B's alledrie en in de juiste volgorde aan bod komen. Elke B stelt eisen

aan de inhoud en vormgeving van de te ontwikkelen leeractiviteiten en leermiddelen.

Proeve van bekwaamheid

De proeve van bekwaamheid bestaat uit negen onderdelen: vijf theorietoetsen en vier

praktijksimulaties.

Theorietoetsen

Er zijn twee theorietoetsen: één voor de eerste drie kerntaken en één voor de vierde

kerntaak.

De theorietoets voor de eerste drie kerntaken bestaat uit gesloten vragen en heeft

betrekking op de volgende thema's:

1. organisatorische aspecten bij het optreden als bevelvoerder

2. verbranding en blussing

3. materieel (inclusief hydrodynamica)

4. repressie

5. gevaarlijke stoffen (als onderdeel van repressie).

De tweede theorietoets bestaat ook uit gesloten vragen en heeft betrekking op

waterongevallen.

Praktijksimulaties

Elke kerntaak wordt afzonderlijk afgetoetst met de volgende praktijksimulaties:

1. brandbestrijding (kerntaak 1)

2. technische hulpverlening (kerntaak 2)

3. incidenten met gevaarlijke stoffen (kerntaak 3)

Alle onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten om de leergang met een

diploma te kunnen afsluiten. De toetsen worden aan het eind van de leergang

afgenomen.

Zie voor een uitgebreide toelichting van de proeve van bekwaamheid het document

"Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Bevelvoerder" van het

Nederlands bureau brandweerexamens (Nbbe).

Formatieve evaluatie tijdens de leergang

Tijdens de leergang zijn er geen summatieve onderdelen of toetsen die meetellen voor de

proeve. Wel zal de ontwikkeling van deelnemers gedurende de leergang op verschillende

momenten formatief in kaart worden gebracht. Dit gebeurt aan de hand van een

evaluatieformulier, waarin alle taken en werkzaamheden van de bevelvoerder per fase

van de incidentbestrijding zijn opgenomen.

Het evaluatieformulier wordt zowel bij oefeningen aan het opleidingsinstituut als bij

korpsoefeningen gebruikt om te toetsen of de bevelvoerder de werkzaamheden op de

juiste wijze uitvoert. Dit levert per taak een puntenscore op, die wordt verwerkt in een

speciaal voor dit doel ontwikkeld voortgangsoverzicht.

Uit het voortgangsoverzicht kan eenvoudig worden afgeleid wat de voortgang is in de

ontwikkeling van de deelnemer.

Naast deze objectieve voortgangsevaluatie houdt de onderwijsdeelnemer ook zelfstandig

een logboek bij, met daarin zijn evaluatie van het leerproces per leeropdracht en

oefening.

Page 20: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

20 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

2.2 Uitwerking per onderdeel leergang

Vanaf de volgende pagina wordt de opzet van elk blok van de leergang Bevelvoerder

afzonderlijk uitgewerkt. Per blok worden de volgende aspecten beschreven:

van toepassing zijnde kerntaken

werkzaamheden

(vak)inhoud

leeractiviteiten

plaats

materialen.

In de instructeurshandleiding wordt elk blok op zijn beurt uitgewerkt in de bijbehorende

lesplannen, leeropdrachten en oefenplannen.

Page 21: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

21

BLOK ALGEMEEN

(7 dd opleidingsinstituut – 2 dd werkend leren)

Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Van belang voor

alle vier

kerntaken:

1. optreden bij

brandbe-

strijding

2. optreden bij

technische

hulpverle-

ning

3. optreden bij

incidenten

met

gevaarlijke

stoffen

4. optreden bij

wateronge-

vallen

Oriëntatie op de

functie en opleiding

van Bevelvoerder

Les ROI (1 dd)

Zie lesplan

Regelgeving, taken,

verantwoordelijkheden

en bevoegdheden

tijdens repressief

optreden

Les

ROI (1 dd)

Zie lesplan

BOB, risico-inschatting

en veiligheidsbewust-

zijn bij repressief

optreden

Les ROI (1 dd)

Zie lesplan

Organisatie van het

optreden (fasering,

opschaling en GRIP)

Les (in relatie

met leeropdracht)

ROI (1 dd)

KORPS (2 dd)

Zie lesplan

en

werkboek

Communicatie:

techniek (C2000)

organisatie (ploeg,

kader en multi)

ZOT (Zenden,

Ontvangen en

Terugkoppelen)

Les

ROI (1 dd)

Zie lesplan

Samenwerking met

andere diensten en

BHV (processen en

BOB van vier

diensten, taken en

bevoegdheden)

Les (met

gastdocenten

politie, GHOR,

gemeente en

BHV)

ROI (1 dd)

Zie lesplan

Rampenbestrijding:

optreden in

pelotons/compag-

niesverband

hv, brand, ogs en

hoogwater

andere organisatie

(context) van het

optreden

Les ROI (1 dd) Zie lesplan

Page 22: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

22 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

BLOK UITRUK EN VERKENNING

Kerntaken:

1. optreden bij brandbestrijding 2. optreden bij technische hulpverlening

3. optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen 4. optreden bij waterongevallen

Taken:

1. situatie analyseren 2. prioriteiten stellen

3. beslissingen nemen

Leeropdrachten met korpsoefening: schaduwen van een ervaren bevelvoerder (analyseren van zijn

uitruk en verkenning, 2 oefeningen, 2 dd)

de oefeningen worden volledig afgehandeld; het accent van de leeropdracht ligt op uitruk en verkenning.

Page 23: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

23

SITUATIE ANALYSEREN (11 dd ROI – 2 dd werkend leren)

Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Situatie analyseren:

opdracht

analyseren

alarmbericht

checken

gebruikmaken van

beschikbare

informatie

delen van

informatie met alle

betrokkenen

beeldvorming

complementeren

verkenningspunten

opstellen

verkenning laten

uitvoeren

situatie beoordelen

potentieel

beoordelen

Situatie analyseren bij brand

BOB (beeldvorming,

oordeelsvorming en

besluitvorming)

Les

ROI

1 dd

Zie lesplan

Beeldvorming:

monodisciplinair

(eenheid en

Bevelvoerders/OVD-

overleg)

multidisciplinair (andere

diensten)

Les

ROI

1 dd

Zie lesplan

Gebruik van bronnen en

vaardigheden:

melding uitvragen

actief luisteren

informatie filteren

informatie inwinnen

eigen ploeg

interne en externe

deskundigen

aanvalsplannen

bereikbaarheidskaarten

volledige verkenning

Oefening

ROI

1 dd

Zie oefenplan

Brandverloop/RSTV Les ROI

1 dd

Zie lesplan

Risico- en

scenarioherkenning bij brand

Les ROI

2 dd

Zie lesplan

Kennis van

verzorgingsgebied en

objecten (inclusief

preventieve en preparatieve

aspecten)

Leeropdracht

KORPS

2 dd

Zie werkboek

Situatie analyseren bij hulpverlening

Aandachtspunten:

compleet incident

verkennen en analyseren

(alle voertuigen)

herkennen van

zwaartepunten

incidentmanagement op

auto(snel)wegen

treinincidentmanagement

(TIM)

afbakening

brandweertaken

hulpverlening versus

dienstverlening

helikopterview

Les

ROI

2 dd

Zie lesplan

Page 24: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

24 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

STIUATIE ANALYSEREN (11 dd ROI – 2 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Vervolg situatie

analyseren

Situatie analyseren bij OGS

Aandachtspunten:

eigen veiligheid,

redding versus

stabilisatie en

persoonlijke

bescherming

gebruik van

naslagwerken (ERIC-

cards) en

Chemiekaartenboek

(focus op fysische

aspecten in relatie

met meteo)

bron- en

effectgebied

omgevingsbewustzijn

(in relatie met

effectgebied)

gebruik van

meetapparatuur en

interpretatie van

meetgegevens

Les ROI

2 dd

Zie lesplan

Handboek OGS

Situatie analyseren bij waterongevallen

Aandachtspunten:

oppervlakteredding

versus

onderwaterredding

locatiebepaling

slachtoffer

(kruispeiling)

omgevingsbewustzijn

(scheepvaart,

stroming, weersoms-

tandigheden)

Les

ROI

1 dd

Zie lesplan

Page 25: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

25

PRIORITEITEN STELLEN (8 dd ROI – 4 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Prioriteiten

stellen:

anticiperen

op ontwikke-

lingen

prioriteiten

stellen

Prioriteiten stellen bij brand

Prioriteiten stellen bij

diverse soorten

branden

Les ROI

1 dd

Zie

lesplan

Eigen veiligheid

Les ROI

1 dd

Zie

lesplan

Veiligheid van andere

diensten

Zelfstudie Thuis Zie

werkboek

Risicobeperking en

risicoacceptatie

Les ROI

1 dd

Zie

lesplan

Afweging tussen

resultaat en risico’s

Les ROI

1 dd

Zie

lesplan

Oordeelsvorming:

monodisciplinair

(eenheid en

Bevelvoerders/

OVD-overleg)

multidisciplinair

(andere diensten)

Leeropdracht

KORPS

2 dd

Zie

werkboek

Volgorde van

prioriteiten

Les (in relatie

met

leeropdracht)

ROI (1 dd)

KORPS (2 dd)

Zie

lesplan

en

werkboek

Omgaan met

initiatieven van

manschappen

Les (met

rollenspel)

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Prioriteiten stellen bij hulpverlening

Aandachtspunten:

veilige werkplek

medische en

technische triage

omgaan met

tegengestelde

belangen

bepaling

spoedeisendheid

Les

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Prioriteiten stellen bij OGS

Aandachtspunten:

overschatting van

risico’s

onderschatting van

de eigen

operationele

prestaties

Les

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Prioriteiten stellen bij waterongevallen

Page 26: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

26 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

PRIORITEITEN STELLEN (8 dd ROI – 4 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Vervolg

prioriteiten

stellen

oppervlakteredding

versus inzet

waterongevallen-

team

persoonlijke

bescherming

(i.v.m. weersom-

standigheden)

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Beslissingen nemen (15 dd ROI – 4 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Beslissingen

nemen:

voorlopig plan

maken

verkennings-

plan maken

inzetplan

maken

Beslissingen nemen bij brand

Besluitvorming:

monodisciplinair

(eenheid en

Bevelvoerders/

OVD-overleg)

multidisciplinair

(andere

diensten)

houding en

gedrag

omgaan met

onvolledige

informatie

Oefening (met politie,

BHV en RAV)

ROI

2 dd

Zie oefenplan

Planvorming:

voorlopig plan

plan(nen) +

verkenningsplan

inzetplan eigen

eenheid en

overige

eenheden

Les (beeldcasussen)

Leeropdracht

(veiligheidspas-

poort.nl; individuele

en interactieve

beeldcasus; portfolio)

ROI

2 dd

KORPS

2 dd

Zie lesplan

Zie werkboek

Inzettactiek

brandontwik-

keling

blustactiek

(offensief of

defensief; wel of

geen

binnenaanval)

Les

CBT

praktijkoefening

met houtgestookte

objecten

ROI

2 dd

THUIS

ROI

2 dd

Zie lesplan

CBT

Zie oefenplan

Inzettechniek:

blustechniek

(straalpijpvoe-

ring)

blusmiddelen

Technieken: container ROI

2 dd

Zie oefenplan

Page 27: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

27

Beslissingen nemen (15 dd ROI – 4 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Vervolg

beslissingen

nemen

Bepaling van de

benodigde

slagkracht:

slagkracht TS en

personeel

tijdsverloop van

de inzet

toepassen van

kengetallen

relatie tussen

incidentverloop

en operationele

prestaties

Zelfstudie

(veiligheidspas-

poort.nl; toepassen

van kengetallen in

scenario’s)

THUIS Zie werkboek

Beslissingen nemen bij hulpverlening

Keuze van moderne

bevrijdingstech-

nieken

Les

ROI

1 dd

Zie lesplan

Video's

Holmatro/

Stichting

Saver (ICET) Technische en

medische triage

Keuze van

gereedschappen in

relatie tot materiaal

Zelfstudie THUIS Zie werkboek

Keuzes m.b.t.

andersoortige HV

(stormschade,

wateroverlast,

bedrijfsongevallen;

hoogte)

Leeropdracht

(verzamel

voorbeelden en

bedenk aanpak)

KORPS

2 dd

Zie werkboek

Beslissingen nemen bij OGS

Aandachtspunten:

offensief versus

defensief

optreden (bv.

grijpredding)

tempo

markering

zonering

opstellijn

bepalen

Les (o.a.

gevaarlijke objecten

bekijken op internet)

ROI

2 dd

Zie lesplan

GOOGLE

EARTH

Cyclomedia

Beslissingen nemen bij waterongevallen

Page 28: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

28 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Beslissingen nemen (15 dd ROI – 4 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Vervolg

beslissingen

nemen

Aandachtspunten:

markering van

het inzetgebied

(zoekgebied)

afstemming

taken tussen

Bevelvoerder en

duikploegleider

wel of geen

oppervlaktered-

ding

Les (met

duikinstructeur als

gastdocent)

Demonstratie-inzet

van een

waterongevallenteam

ROI

1 dd

ROI

1 dd

Zie lesplan

Zie lesplan

BLOK INZET

Kerntaken: 1. optreden bij brandbestrijding

2. optreden bij technische hulpverlening 3. optreden bij waterongevallen

4. optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen

Taken: 1. bevelen geven

2. coördineren

3. controleren/bijsturen 4. improviseren

Leeropdracht met korpsoefeningen: schaduwen van een ervaren bevelvoerder (analyseren van zijn

uitruk, verkenning en inzet als eerste bevelvoerder, 4 oefeningen, 4 dd; 2 basisoefeningen met 1 TS + bijzonder

Page 29: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

29

voertuig en 2 eindoefeningen met een middelincident, met 2

TS'en + bijzonder voertuig) leiding geven aan 1 TS (4 dd; 2 basisoefeningen met 1 TS +

bijzonder voertuig en 2 eindoefeningen met een middelincident, met 2 TS’en + bijzonder voertuig); hierbij wordt de

onderwijsdeelnemer geschaduwd door de ervaren bevelvoerder de oefeningen worden volledig afgehandeld; het accent van de

leeropdracht ligt op de inzet.

Page 30: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

30 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Bevelen geven (5 dd ROI –1 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Bevelen geven:

bevelen geven

aan eigen

medewerkers

Bevelen geven bij brand

Situationeel

leiderschap

(aansturen van de

ploeg):

leiding geven

leiding ontvangen

directief

leiderschap

inlevingsvermogen

Les (sociale

vaardigheden;

rollenspellen;

externe docent)

Zelfanalyse +

feedback van

collega's

ROI

2 dd

THUIS

KORPS

1 dd

Zie lesplan

Zie

werkboek

Effectieve

communicatie:

verbale

communicatie

non-verbale

communicatie

ZOT (zenden,

ontvangen en

terugkoppelen)

Les

(communicatie;

rollenspellen;

externe docent)

Praktijk

(beoordeling

bevelvoering in

de praktijk, ook

door de externe

docent)

ROI

1 dd

ROI

2 dd

Zie lesplan

Zie

oefenplan

Aansturen

van/samenwerken

met de tweede

bevelvoerder (in

afwachting van de

OvD; denken in

vakken en afgeronde

taken)

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Bevelen geven bij hulpverlening

Aandachtspunt:

taak van de 2e

eenheid

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Bevelen geven bij OGS

Aandachtspunten:

tijd-tempo-factor

taak van de 2e

eenheid (deco,

gaspakkenteam)

lastige

communicatie

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Bevelen geven bij waterongevallen

Aandachtspunt:

bevelen aan eigen

eenheid en aan de

duikploegleider(s)

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Page 31: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

31

Coördineren (1 dd ROI –4 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Coördineren:

aansturen van

de eigen

eenheid

ontvangen van

leiding (van de

OVD)

overleggen

met andere

diensten en

deskundigen

contact met

eigen ploeg

onderhouden

eventueel

extra

deskundigheid

inschakelen

Coördineren bij brand

Monodisciplinaire

coördinatie:

eigen ploeg

collega-

Bevelvoerders

OvD

Leeropdracht (halen

en brengen van

informatie,

prioriteiten, omgaan

met tegenstrijdige

belangen; op basis

van casus)

KORPS

2 dd

Zie

werkboek

Multidisciplinaire

coördinatie:

andere diensten

ontmoeting en

vervolgafspraken

prioritering van

informatieover-

dracht

Leeropdracht (halen

en brengen van

informatie,

prioriteiten, omgaan

met tegenstrijdige

belangen; op basis

van casus)

KORPS

2 dd

Zie

werkboek

Inzet interne en

externe

deskundigheid (o.a.

bedrijfsbrandweer

en BHV)

Gastles op locatie

bedrijf (accent op

informatieoverdracht;

taakverdeling)

ROI

1 dd

Zie lesplan

Coördineren bij hulpverlening

Aandachtspunt:

sitrap (AC, 2e

Bevelvoerder en

OvD)

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Coördineren bij OGS

Aandachtspunt:

sitrap (AC, 2e

Bevelvoerder en

OvD)

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Page 32: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

32 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Controleren/bijsturen (4 dd ROI –0 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Controleren/bijsturen:

uitvoering van

bevelen

controleren

reageren op

nieuwe informatie

effect van de inzet

controleren

veiligheid en

schadebeperking

van de inzet

controleren

indien nodig

inzetplan bijstellen

en bijstand

regelen

Controleren/bijsturen bij brand

BOB (beeldvorming,

oordeelsvorming en

besluitvorming)

Les (kijken,

denken en

doen; HES;

communicatie;

omgaan met

eigen initiatief

van de ploeg)

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Bewaking van:

incident -en risico-

ontwikkeling

voortgang van de

incidentbestrijding

Rollenspel met

opdracht en

tegenspel (ploeg

voert opdracht

niet of anders

uit)

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Aflossing Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Effectcontrole Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Veiligheid:

afweging tussen

resultaat en

risico's (mono en

multi)

Les ROI

1 dd

Zie

lesplan

Schadebeperking

Les ROI

1 dd

Zie

lesplan

Tijd/tempo-factor

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Sitrap (AC, 2e

Bevelvoerder en OvD)

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Controleren/bijsturen bij hulpverlening

Aandachtspunten:

helikopterview

psychische

belasting

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Controleren/bijsturen bij OGS

Aandachtspunt:

tijd/tempo-factor

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Page 33: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

33

Improviseren (3 dd ROI –2 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Improviseren:

oplossingen

voor acute

problemen

bedenken

Improviseren bij brand

Planmatige aanpak

(vanaf plan+, zie ook

beslissingen nemen)

Blijven letten op de

prioriteiten en

helikopterview

(omgevingsbewustzijn)

Leeropdracht

aan de hand

van

beeldcasussen

Les (bespreking

van de

leeropdracht)

Korps

2 dd

ROI

1 dd

Zie werkboek

Zie lesplan

Omgaan met schaarste

Creativiteit

Loslaten van

bestaande procedures

Durven

Praktijkoefening

(durven onder

druk, doorgaand

incident;

problemen

inbouwen in de

scenario’s)

ROI

2 dd

Zie oefenplan

BLOK AFBOUW EN NAZORG

Kerntaken: 1. optreden bij brandbestrijding

2. optreden bij technische hulpverlening 3. optreden bij waterongevallen

4. optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen

Taken:

1. afbouwen 2. evalueren

3. nazorg verlenen

Leeropdracht met korpsoefening: schaduwen van de ervaren bevelvoerder (als eerste

bevelvoerder van een eindoefening met middelincident, met 2 TS’en + bijzonder voertuig, 1 dd)

leiding geven aan een eindoefening met middelincident, met 2 TS'en + bijzonder voertuig (1 dd; als bevelvoerder van de

eerste TS, de onderwijsdeelnemer wordt hierbij geschaduwd door de ervaren bevelvoerder)

de oefeningen worden volledig afgehandeld; het accent van de leeropdracht ligt op de afbouwfase.

Page 34: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

34 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Afbouwen (3 dd ROI –2 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Afbouwen:

informatie

verzamelen

voor

rapportage

afbouwplan

maken

aflossingsplan

maken

Afbouwen bij brand

Afschalen

Herschikken

Informatieverzameling

(voor rapportage)

Afbouwplan (inclusief

nablusplan)

Voortdurend

risicobewustzijn

Aflossingsplan

Overdracht

incidentterrein

Les (accent op

planmatig

werken en

veiligheid)

ROI

1 dd

Zie lesplan

Rol van andere

diensten bij de

afbouw

Leeropdracht

(zelf

inventariseren

van taken van

andere

diensten en het

vervolgtraject)

KORPS

2 dd

Zie

werkboek

Gastles (VOA,

TR, RAV,

Salvage en

gemeente;

tevens

bespreking van

de

leeropdracht)

ROI

2 dd

Zie lesplan

Afbouwen bij OGS

Aandachtspunten:

ontsmetting

ontsmettings-

registratie

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Page 35: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

35

Nazorg verlenen (6 dd ROI –0 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Nazorg verlenen:

schadebeperking

afhandelen

eenheid

uitrukgereed

maken

zorgbehoefte

signaleren

verslag maken

Nazorg verlenen bij brand

Nazorg op de

incidentlocatie:

overleg met

eigenaar/beheer

inschakeling van

andere diensten

(gemeente,

Stichting Salvage,

energiebedrijven)

Gastles door

Stichting Salvage

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Nazorg personeel

Les (door lid van

BOT en door

psycholoog)

ROI

2 dd

Zie

lesplan

Nazorg materieel en

materiaal

Les (door iemand

van Technische

Dienst)

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Verslaglegging bij

nazorg

Zelfstudie THUIS Zie

werkboek

Bestuurlijke

opschaling en M-

factor

Les (bespreking

van kleine

incidenten met veel

impact, zoals

Volendam; omgaan

met

onregelmatigheden)

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Boekje

Eindhoven

Nazorg verlenen bij hulpverlening

Aandachtspunten:

traumanazorg

langdurig en

intens contact

met slachtoffers

Les (zie les over

nazorg personeel)

ROI

Zie

lesplan

Evalueren (2 dd ROI –2 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Evalueren:

incident

nabespreken

met de eigen

ploeg

rapporten

maken

leermomenten

delen

Evalueren bij brand

Direct evalueren na

het optreden

First impression

rapport (ketenbreed)

Lessons learned

Leeropdracht

(combinatie van

casussen met

korpsopdracht;

analyse van

(bijna-)ongevallen

KORPS

2 dd

Zie

werkboek

Delen van

leermomenten:

monodisciplinair

multidisciplinair

in alle schakels

van de

veiligheidsketen

Les (nabespreking

van

leeropdrachten;

warme RIE;

ongevalsregistratie)

ROI

2 dd

Zie

lesplan

Page 36: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

36 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

Nazorg verlenen (6 dd ROI –0 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Vervolg nazorg

verlenen

Nazorg verlenen bij OGS

Aandachtspunten:

ongerustheid

wegnemen bij

alle betrokkenen

informatie

verzamelen over

gezondheids-

risico’s

ontsmetting TS

Les (zie les over

nazorg personeel)

Gastcollege door

AGS en GAGS

ROI

ROI

1 dd

Zie

lesplan

Zie

lesplan

Nazorg verlenen bij waterongevallen

Aandachtspunten:

traumanazorg

langdurig en

intens contact

met slachtoffers

Les (zie les over

nazorg personeel)

ROI

Zie

lesplan

Page 37: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

37

BLOK SPECIALE INCIDENTSOORTEN

Kerntaken: 1. optreden bij brandbestrijding

2. optreden bij technische hulpverlening 3. optreden bij waterongevallen

4. optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen

Speciale incidentsoorten (6 dd ROI – 6 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Zie reguliere

incidenten, tot en

met het maken

van een voorlopig

plan

Algemene

leeropdracht: zoek

uit in je eigen

korps wat er zowel

preventief als

preparatief is

geregeld op het

gebied van alle

speciale

incidentsoorten

zoals hier

genoemd

6 dd (maximaal 1

dd per

incidentsoort)

Natuurincidenten

Workshop op

locatie

Zie algemene

leeropdracht

ROI

2 dd

Zie lesplan

Zie

werkboek

Scheepvaartincidenten

Workshop op

locatie

Zie algemene

leeropdracht

ROI

2 dd

KORPS

2 dd

Zie lesplan

Zie

werkboek

Luchtvaartincidenten

Workshop op

locatie

Zie algemene

leeropdracht

ROI

2 dd

KORPS

2 dd

Zie lesplan

Zie

werkboek

Spoorwegincidenten Workshop op

locatie

Zie algemene

leeropdracht

ROI

2 dd

KORPS

2 dd

Zie lesplan

Zie

werkboek

Vloeistofbranden

Workshop op

locatie

Zie algemene

leeropdracht

ROI

2 dd

KORPS

2 dd

Zie lesplan

Zie

werkboek

Incidenten in een

kleine industriële

omgeving

Workshop op

locatie

Zie algemene

leeropdracht

ROI

2 dd

KORPS

2 dd

Zie lesplan

Zie

werkboek

Page 38: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

38 BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

BLOK INTEGRATIE

Kerntaken: 1. optreden bij brandbestrijding

2. optreden bij technische hulpverlening 3. optreden bij waterongevallen

4. optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen

Integratie (13 dd ROI / oefencentrum – 0 dd werkend leren) Werkzaamheden (Vak)inhoud Leeractiviteiten Plaats Materialen

Alle

werkzaamheden bij

de kerntaak

brandbestrijding,

in alle fasen van

het incident

Brandbestrijding Praktijkoefeningen

36 oefeningen

met twee

oefenbanen, 1

scenario per uur

per oefenbaan

Bij voorkeur

realistisch

oefencentrum

(6 dd)

Zie

oefenplan

Alle

werkzaamheden bij

de kerntaak

hulpverlening, in

alle fasen van het

incident

Hulpverlening Virtuele

oefeningen

12 oefeningen

met twee

opstellingen, 1

scenario per uur

per opstelling

Locatie met

beamer en

groot scherm

(2 dd)

Zie

oefenplan

Alle

werkzaamheden bij

de kerntaak OGS,

in alle fasen van

het incident

OGS

Praktijkoefeningen

24 oefeningen

met twee

oefenbanen, 1

scenario per uur

per oefenbaan

Bij voorkeur

realistisch

oefencentrum

(4 dd)

Zie

oefenplan

Alle

werkzaamheden bij

de kerntaak

bestrijding van

waterongevallen,

in alle fasen van

het incident

Bestrijding van

waterongevallen

Virtuele

oefeningen

12 oefeningen

met twee

opstellingen, 1

scenario per 30

minuten per

opstelling

Locatie met

beamer en

groot scherm

(1 dd)

Zie

oefenplan

Page 39: Opleidingsplan Bevelvoerder (definitieve versie) · voor het leren op de werkplek, maar ook voor het leren op het brandweeropleidingsinstituut. Met behulp van onder andere simulaties

Opleidingsplan leergang Bevelvoerder

BRANDWEERACADEMIE

VASTGESTELD IN DPG 3 OP 1 NOVEMBER 2007

39

Uitgangspunten voor alle oefeningen in het integratieblok:

1. alle fasen en taken komen terug (dus inclusief afbouw en nazorg)

2. tevens examenvoorbereiding (feedback op niveau proeve van bekwaamheid)

3. organisatorische invulling kan op verschillende manieren (bijvoorbeeld 1 week van 6

dagen, 3 blokken van 2 dagen of 2 blokken van 3 dagen)

4. planning zo kort mogelijk vóór de datum van de proeve van bekwaamheid

5. oefenvorm zo praktisch en realistisch mogelijk

6. de spreiding van oefeningen over incidenten per deelnemer is als volgt: brand 3, hv

2, ogs 1 en wo 1

7. de voorgestelde indeling van het integratieblok is gebaseerd op een groepsgrootte

van 12 onderwijsdeelnemers; bij een ander aantal deelnemers veranderen uiteraard

deze kengetallen

8. het accent ligt op brandbestrijding (conform keuzes & dilemma's in het

kwalificatieprofiel)

9. na elke oefening wordt de onderwijsdeelnemer geëvalueerd door de instructeur, en

ook door de ingezette eenheden

10. de onderwijsdeelnemer koppelt op eigen initiatief de resultaten terug met zijn

werkplekbegeleider en gebruikt daarvoor de door de instructeur ingevulde

beoordelingslijst

11. de integratieoefeningen worden afgerond met een afgetekende toetskaart, waarop

alle taken en competenties per fase van de incidentbestrijding worden beoordeeld.

Het opleidingsinstituut wordt aanbevolen om een onderwijsdeelnemer alleen toe te

laten tot het examen, als de toetskaart is afgetekend.