OP1 LIJN magazine december... · 2016-11-22 · Hasselt, Diepenbeek en Genk 18 8 6 12 OP1 LIJN...

De juiste ingreep op de juiste plaats

De Lijn past tarieven aan in februariNieuwe Campushopper verbindt campussen van Hasselt, Diepenbeek en Genk

18

8

6

12

OP1 LIJNLOKALE BESTUREN EN DE LIJN, PARTNERS IN DUURZAME MOBILITEIT

NR 93 - december 2015 - driemaandelijks magazine afgiftekantoor Gent X - P409030

Een vlotte doorstroming: win-win voor alle partijen

DossierDoor-

stroming

2 | OP 1 LIJN - DECEMBER 2015

2 Edito

3 Tijdig strooien is cruciaal

4 Vraag van een gemeente: Bilzen

5 Korte berichten

De juiste ingreep op de juiste plaats 6

5 praktische tips 8 voor een vlotter verkeer

Task Force Doorstroming pakt knelpunten aan 10

Wat doet een doorstromingsdeskundige? 11

12 De Lijn past tarieven aan in februari

14 Voor het eerst met de bus? Een Buddy helpt je op weg!

16 Hoe zou het nog zijn met … basisbereikbaarheid?

17 Limburg promoot duurzaam vervoer naar bedrijventerrein

18 Nieuwe Campushopper verbindt campussen van Hasselt, Diepen-beek en Genk

20 Eerste draadloze elektrische bussen rijden in Brugge

COLOFON

‘De gemeente Liedekerke stimuleert haar inwoners om vaker de bus te nemen. Minder files betekent minder tijdverlies, en ook het milieu vaart er wel bij. Daarom namen we de afgelopen jaren heel wat maatregelen om de doorstroming te verbeteren en het openbaar vervoer te promoten.’

‘In samenwerking met AWV legden we op de gewestweg N207 verhoogde busperrons aan. De Warandestraat werd opnieuw aangelegd en verfraaid met een zelf ontworpen schuilhuisje in de vorm van een piramide. Sinds 2013 richten we ook de stationsomgeving van Liedekerke opnieuw in. Gemotoriseerd verkeer wordt gescheiden van fietsers en voetgan-gers, we leggen ecobruggen aan en er komen nieuwe, langere busperrons. De rotonde werd al vernieuwd, waardoor bussen er makkelijker kunnen draaien. In 2017 worden de werken afgerond.’

‘Tijdens de werkzaamheden aan de stationsomgeving bieden we onze inwo-ners korting aan op een tienrittenkaart van De Lijn. Ook abonnementen bieden we goedkoper aan, via een derdebetalersys-teem. Zo willen we mensen aansporen om niet met de wagen maar met de bus naar het station of naar de wekelijkse markt te komen. Nu parkeren moeilijker wordt door de wegenwerken, staan meer mensen open voor dat alternatief.’

‘We weten dat De Lijn veel inspanningen doet om kwalitatief openbaar vervoer aan te bieden. Door onze infrastructuur aan te passen, dragen we als gemeente ons steen-tje bij. Zo werken we samen aan duurzaam vervoer.’

Veel leesplezier!

Kenneth De ManVerkeersdeskundige Liedekerke

Kleine ingrepen, groot resultaat

!

Inhoud

REACTIES ALTIJD WELKOM

Wil je graag reageren op een artikel in dit Op 1 Lijn-magazine? Of heb je suggesties voor een onderwerp dat in een volgend nummer aan bod kan komen? Laat het dan weten aan de redactie via [email protected].

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Tamara De Bruecker, De Lijn, Motstraat 20, 2800 Mechelen REDACTIE Katleen Put (Pantarein), Stefanie Holvoet (Pantarein), Katelijne Norga (Pantarein), Cécile Dusart (De Lijn), Astrid Hulhoven (De Lijn), Griet Similon (De Lijn), Michel Teughels (De Lijn), FOTOGRAFIE Stefan Dewickere, Thomas Geunens, Ivan De Cuyper, Stefaan Van Hul, jorisvo / Shutterstock.com (p. 4)

Edito

Meer nieuws en praktische info

vind je elke maand (behalve juli en augustus)

in ons gratis e-zine.Schrijf je nu in op

www.delijn.be/op1lijn-ezine

CONTACTPERSONEN Michel Teughels, De Lijn, Motstraat 20, 2800 Mechelen, tel: 015 40 89 24, fax: 015 40 89 99, [email protected] Erwin Debruyne, VVSG, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel, tel: 02 211 56 09, fax: 02 211 56 00, [email protected] EINDREDACTIE PantareinOPMAAK ArtoosDRUK Geers Offset

De papiersoort van het Op 1 Lijn-magazine, de Condat matt Perigord, heeft een label FSC-Mixed Sources.

DossierDoor-

stroming

3DECEMBER 2015 - OP 1 LIJN |

Tijdig strooien is cruciaal In de winter kunnen sneeuw en vrieskou het verkeer flink hinderen. Om het openbaar vervoer vlot te laten verlopen, is tijdig zout strooien een must. ‘Bij barre weersomstandigheden laten mensen hun auto vaker aan de kant staan en nemen ze de bus of de tram’, zegt Griet Similon van De Lijn. ‘Voor het openbaar vervoer zijn veilige wegen dan extra belangrijk. De Lijn strooit zelf geen dooizouten: dat doen de wegbeheerders (de lokale besturen en het Agentschap Wegen en Verkeer). Het is cruciaal dat zij tijdig beginnen te strooien, liefst nog voor het effectief glad is. Op een gladde weg is strooizout minder efficiënt en vraagt het strooien meer werk.’ De Lijn vraagt aan de wegbeheerders om routes waar bussen of trams rijden prioriteit te geven bij het strooien. Het KMI en Meteo Wing zorgen voor snelle weersinformatie, zodat de wegbeheerders tijdig aan de slag kunnen. Het AWV staat in voor de overkoepelende coördinatie: via hun Winteractieprotocol zorgen zij elk jaar voor een vlotte communicatie tussen alle betrokken partners.

In beeld



Het antwoord

‘Op oudejaarsnacht rijden in Limburg op twaalf lijnen feestbussen. Dat is mogelijk dankzij de financiële steun van de provincie en zestien gemeenten. De inwoners van de deelnemende gemeenten kunnen vooraf een gratis feestbiljet afhalen in hun gemeentehuis. Op de bus kost zo’n biljet 3 euro. Met een feestbiljet mag je onbeperkt alle bussen van De Lijn gebruiken van 18 uur op 31 december tot middernacht op 1 januari. Je kunt dus met de bus naar een fuif of een feestje, maar evengoed bij je familie gaan eten of nog snel naar de winkel.’

Promoten‘De Lijn doet heel wat inspanningen om de feestbus-sen te promoten. Sinds 1 december is alle info beschik-baar op onze website, www.delijn.be/oudejaar. We hangen affiches in onze bussen, roepen audiobood-schappen om en zetten de sociale media in. Specifiek in Limburg zenden we ook reclamespotjes uit op de regionale televisie, TVLimburg.’

‘Daarnaast is ook de steun van de steden en gemeen-ten heel belangrijk. Alle lokale besturen krijgen van ons een advertentie en een artikel op maat, met de juiste info voor hun inwoners. Die materialen kunnen ze delen via hun eigen website, een infoblad, een digitale nieuwsbrief, digitale infoborden … Sommige steden en gemeenten werken samen met de lokale horeca: ze vragen cafés en restaurants om affiches van De Lijn op te hangen en folders te verspreiden. Zo sporen we samen zoveel mogelijk mensen aan om zich op oude-jaarsnacht veilig en duurzaam te verplaatsen.’ •

EVELINE VEULEMANS, HOOFD COMMUNICATIE DE LIJN LIMBURG

DE TIJDLIJN 14 oktober

Nieuwe app verwittigt reizigers als ze moeten afstappen.

Vraag van een gemeente

BILZEN

‘In onze gemeente rijden op oudejaarsnacht feestbussen om mensen naar feestjes en terug naar huis te brengen. Welke voordelen hebben die bussen? En hoe motiveren we onze inwoners om er gebruik van te maken?’ Duurzaam naar het werk met

De TestkaravaanIn West-Vlaanderen kunnen bedrijven sinds 2014 makkelijk nieuwe mobiliteitsvormen uittesten. Via de woon-werkcampagne ‘De Testkara-vaan komt eraan!’ beschikken ze twee weken lang over een vloot aan duurzame vervoermiddelen.

De campagne is een initiatief van het Provinciaal Mobiliteitspunt West-Vlaan-deren. Per deelnemend bedrijf stelt de provincie gratis twee weken lang 95 duurzame vervoermiddelen ter beschikking: gewone fietsen, elektrische fiet-sen, bakfietsen, vouwfietsen, fietskarren, maar ook bus- en treinpassen, Blue Bikes, carpoolmogelijkheden … Werknemers kunnen zo makkelijk uitproberen hoe ze de auto wat vaker op stal kunnen laten. De provincie West-Vlaande-ren is de eerste die een dergelijke woon-werkcampagne aanbiedt. In 2015 hield de Testkaravaan halt in 19 bedrijven die samen 12.000 mensen tewerk-stellen. Voor 2016 is de campagnekalender al volzet, maar in 2017 kunnen bedrijven en lokale besturen opnieuw deelnemen.

Waar wonen de meeste 65-plussers Heel wat 65-plussers nemen graag en vaak de bus. Met een voordelig MOBIB-abonnement reizen ze voor 50 euro een jaar lang met alle bussen en trams van De Lijn. Hiernaast vind je de kaart van Vlaanderen met per gemeente het percentage 65-plussers die reeds een MOBIB-abonnement koch-ten. Vooral aan de kust en in stedelijke gebieden hebben heel wat 65-plussers een MOBIB-abonnement op zak.

?

Heb jij ook een vraag?

Wij beantwoorden ze graag!

Mail je vraag naar

[email protected]

Meer dan 50 % (9 gemeenten)

35 % - 50 % (28 gemeenten)

20 % - 35 % (92 gemeenten)

15 % - 20 % (83 gemeenten)

10 % - 15 % (78 gemeenten)

Minder dan 10 % (18 gemeenten)


Eerste draadloze elektrische bussen rijden in Brugge.

17 oktober

Lancering van Abokado, de aller-eerste cadeaubon van De Lijn.

7 december

Het getal

De langste busbaan van Vlaanderen is 7,1 kilometer lang en ligt tussen Kampenhout-Sas en Steenokker-zeel. Deze busbaan op de Haachtsesteenweg heeft de rittijd voor lijnbussen tijdens de spitsuren gehal-veerd. Vandaag doet een bus gemiddeld 10 minuten over het traject. Voor de aanleg van de busbaan was dat 20 tot wel 35 minuten.

Korte berichten

Nieuwe app verwittigt als je moet afstappenDe reisinfoapp van De Lijn bevat sinds kort de nieuwe functie ‘halteaan-kondiging’. Die verwittigt reizigers als ze hun afstaphalte naderen.

In de nieuwe versie van de app kun je een ‘afstapwaarschuwing’ instel-len: een alarm dat je verwittigt als je bijna aan je afstaphalte bent. Dat gebeurt via een melding op het scherm (als de app geopend is) of via een beltoon. Je moet dan wel de gps-functie van je gsm aanzetten. Ook enkele andere vernieuwingen in de app verhogen het comfort van de reiziger. Zo kun je routes plannen, actief volgen en bewaren om ze later opnieuw te gebruiken. Als vertrek- of aankomstpunt kun je niet alleen haltes en sta-tions aanduiden, maar ook adressen van contactpersonen. Met de nieuwe functies in de reisinfoapp wil De Lijn het nog makkelijker maken om de bus of de tram te nemen.

met een MOBIB-abonnement?

7,1 km


De bus die mee in de file staat: het is fervente busreizigers een doorn in het oog. Een vlotte doorstroming is belangrijk om het openbaar vervoer een streepje voor te geven. Maar hoe pakken we dat aan? ‘Voldoende overleg tussen De Lijn en de lokale besturen is belangrijk’, zegt docent Verkeerskunde Joris Willems.

DossierDoor-

stroming

De juiste ingreep op de

juiste plaats


Dossier Doorstroming

‘Doorstroming vraagt een genuanceerde aanpak, in overleg met alle betrokkenen’

Sinds 2009 geldt in Vlaanderen het STOP-principe: stappen, trappen en openbaar vervoer krijgen de voorkeur op personenwagens. Maar als bussen en trams mee vastzitten in het auto-verkeer, is dat niet motiverend om de wagen op stal te laten. ‘Door ons drukke verkeer neemt de nood aan doorstro-mingsmaatregelen toe’, bevestigt Joris Willems, docent Verkeerskunde aan het PCVO Limburg. ‘In het kader van het STOP-principe gaat de aandacht eerst naar een vlotte doorstroming van het openbaar vervoer en dan pas naar het autoverkeer. De ruimte en het budget zijn immers beperkt. Als we moeten kiezen tussen een extra busbaan of een extra rijstrook voor al het verkeer, gaat de voorkeur uit naar een busbaan.’

ComplexToch wil dat niet zeggen dat de wagen automatisch moet wijken voor de bus of de tram. ‘Verkeersdrukte is een com-plex probleem’, legt Joris Willems uit. ‘Als het verkeer door een busbaan zo in de war raakt dat de bus al in de file staat voor ze aan de busbaan komt, heeft het natuurlijk geen zin. De hinder voor het autoverkeer mag niet buitenpropor-tioneel zijn. Bovendien is voor doorstro-mingsmaatregelen ruimte en geld nodig. Dat leidt tot moeilijke afwegingen. Als er ruimte is voor een busbaan, maar die ruimte wordt ingenomen door parkeer-plaatsen, haal je die dan weg? En welke gevolgen heeft dat voor omwonenden en handelszaken? Ook andere factoren, zoals foutparkeren, hebben een invloed op de doorstroming. Elke ingreep vraagt daarom een genuanceerde benadering.’

OverlegEen eerste stap om het probleem van doorstroming efficiënt aan te pakken, is voldoende overleg. Lokale besturen nemen soms met de beste bedoelingen maatregelen die het openbaar ver-voer hinderen. Ze leggen bijvoorbeeld

verkeersdrempels of wegversmallingen aan om het verkeer af te remmen. ‘Maar omdat bussen breder en zwaar-der zijn, lopen zij extra vertraging op. Dat kan niet de bedoeling zijn’, meent Joris Willems. ‘De bus hoeft niet sneller te rijden dan de auto’s, maar hij moet wel nog kunnen bewegen. Een ander voorbeeld zijn rotondes. Die lijken de doorstroming te verbeteren, maar eigen-lijk bieden ze minder capaciteit dan een kruispunt met goed afgestelde ver-keerslichten. Bovendien kun je met een rotonde de bus geen voorrang geven, tenzij met dure en complexe maatrege-len zoals bypasses. Als lokale besturen zulke maatregelen overwegen, kunnen ze altijd advies vragen aan De Lijn. Vaak zijn er betere alternatieven denkbaar.’

Hoe dan wel?In sommige gevallen is de beste oplos-sing een betere doorstroming voor ál het verkeer, waar de bus mee van profiteert. Daarnaast zijn er verschil-lende maatregelen die specifiek de doorstroming van het openbaar vervoer bevorderen. Joris Willems: ‘De klassieke busbaan is nog altijd een efficiënte ingreep. Je hebt er wel geld én ruimte voor nodig, want een busbaan mag niet ten koste gaan van fiets- of voetpa-den. Je kunt ook opteren voor selectief toegankelijke wegen: straten waar de auto niet door mag, maar de bus wel. Dat kun je aangeven met verkeers-borden of verdwijnpalen. In Gent en Turnhout werkt dat systeem heel goed: grote delen van de stad zijn autovrij, maar de bus mag er wel door. Maar het hoeft niet altijd zo duur of ingrijpend te zijn. Verkeerslichten met een goede busbeïnvloeding, die bussen prioriteit geven als ze eraan komen, zijn efficiënt én budgetvriendelijk. De belangrijkste boodschap is: pak het genuanceerd aan en overleg met alle betrokkenen. We zoeken de juiste maatregel op de juiste plaats.’ •

op de juiste plaats

Docent Verkeerskunde Joris Willems neemt doorstromingsmaatregelen onder de loep


Bij een vlotte doorstroming van trams en bussen wint iedereen: reizigers, chauffeurs, lokale overheden. Via enkele slimme ingrepen kunnen steden en gemeenten de doorstroming van het openbaar vervoer gevoelig verbeteren. Een overzicht.

Voorrang voor de hoofdstraat Bus- en tramlijnen van De Lijn volgen veelal de hoofdwe-gen. Door haaientanden te plaatsen aan het einde van een zijstraat, en het verkeer op de hoofdweg daarmee voorrang te geven, verloopt de verkeersdoorstroming meteen een stuk vlotter. Het is een kostenefficiënte ingreep die al op veel plaatsen wordt gebruikt.

5 praktische tips voor een vlotter verkeer

2

1Busbanen en wissellichten Bij de (her)aanleg van een autoweg is het aangewezen om al in de planfase rekening te houden met de (toekomstige) routes van het openbaar vervoer. Indien moge-lijk geniet een vrije busbaan de voorkeur, maar ook kleinere ingrepen helpen. Op bepaalde assen kan voor het busverkeer in een eenrichtingsgedeelte een vrije zone worden voorzien. Een wissellicht geeft de bus dan uitzonderlijk toestemming om de straat in te rijden.

Vlotte doorstroming: win-win voor alle partijen Voor de reiziger:• Zekerheid over aansluitingen• Zekerheid over uur van aankomst• Minder stress• Comfortabeler reizen• Grotere tevredenheid over openbaar vervoer Voor de lokale overheden:• Meer mensen kiezen voor het openbaar vervoer• Meer leefbaarheid• Meer verkeersveiligheid• Tevreden inwoners• Indien mogelijk en aangewezen: extra openbaar-

vervoeraanbod met dezelfde middelen Voor de chauffeur van De Lijn:• Aangenamer werken• Minder stress• Minder agressie• Respect voor rij- en rusttijden


5 X doorstroming


Bussen halteren op de rijbaan Bussen die in een haltehaven moeten stoppen, hebben het nadien vaak moeilijk om opnieuw in te voegen. De snelste optie is dan ook halteren op de rijbaan. Een halteperron is bovendien slechts 20 meter lang en daardoor veel kleiner dan een haltehaven over 45 meter. Zo komt ruimte vrij om aan de halte bijvoorbeeld fietsparkeerplaatsen te voorzien. Toch is deze inrichting sterk afhankelijk van de verkeersveilig-heid. In zones van 70 km/uur wordt best gekozen voor een haltehaven, in zones van 50 km/uur voor een halteperron.

5 praktische tips voor een vlotter verkeer 4

Rijbaankussens als snelheidsremmer Op routes van het openbaar vervoer is het in principe niet toegelaten om verkeersdrempels aan te brengen, maar in de praktijk gebeurt dit wel degelijk. Een volwaardig alternatief is een rijbaankussen: comfortabeler voor de bus om over te rijden, stiller voor omwonenden, goedkoper, en nog altijd een hindernis voor het autoverkeer om te snel te rijden.

Venstertijden voor afvalophaling en laden en lossen In heel wat steden en gemeenten valt de afvalophaling ’s ochtends samen met de och-tendspits. Hetzelfde geldt voor de vensteruren voor laden en lossen. Om het openbaar vervoer voor pendelaars en de schoolgaande jeugd vlotter te laten verlopen, gaat De Lijn graag in dialoog. Sinds dit jaar organiseert IOK Afvalbeheer (Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen) bijvoorbeeld extra vroege ophaalrondes, op vraag van lokale gemeenten en De Lijn. Hierdoor zijn de vuilniswagens rond 8 uur al uit de centra en de drukke invalwegen verdwenen. •

3

5



In het voorjaar van 2015 blies Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts de Task Force Doorstroming (TFD) nieuw leven in. Via dit overlegplatform wordt de doorstroming op verschillende knelpunten in Vlaanderen systematisch aangepakt.

In 2005 richtte de Vlaamse Regering een Task Force op om werk te maken van een vlottere doorstroming voor het openbaar vervoer, maar de werking van dat overlegplatform verwaterde. In het voorjaar van 2015 riep Vlaams minister Ben Weyts de TFD opnieuw samen en verzekerde hij prompt een jaarlijks werkingsbudget van ruim 17 miljoen euro.

In de TFD zetelen het kabinet van Vlaams minister Ben Weyts, het Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid (BMV), het Agentschap voor Wegen en Ver-keer (AWV) en De Lijn. Op aangeven van De Lijn stelden de partners een lijst op van twaalf prioritaire vervoerassen. Het AWV onderzoekt momen-teel welke ingrepen daar nodig zijn: structurele infrastructuurwerken, een aangepaste wegmarkering of aanpassingen van de verkeerslichten. Die ingrepen moeten vanaf 2016 uitgerold worden. Het doel? Aantrekkelijker openbaar vervoer en vooral winst in efficiëntie en stiptheid •


Task Force Doorstroming pakt knelpunten aan

Mobiliteitspartners worden buschauffeurs voor één dag

Medewerkers van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid (BMV) namen eind september plaats achter het stuur van een lijnbus tijdens studiedagen in Antwerpen en Brugge. Op een afgesloten oefencircuit konden ze zelf ervaren hoe een grote draaicirkel of wegversmallingen aanvoelen. De Lijn is van plan om voor haar mobiliteitspartners per provincie een gelijkaardige studiedag te organiseren.

Deze vervoerassen krijgen prioriteit

• Vlaams-Brabant - N202• Vlaams-Brabant - Geldenaaksebaan• Vlaams-Brabant - N2 Leuven - Brussel• Vlaams-Brabant - N3 Leuven - Tervuren• Antwerpen - N12• Antwerpen - N177• Oost-Vlaanderen - Tramlijn 1• Oost-Vlaanderen - Tramlijn 4• West-Vlaanderen - N32 Roeselare• West-Vlaanderen - N50 Kortrijk• Limburg N702 Hasselt – Diepenbeek – Genk• Limburg N78 Maasmechelen

(Vroenhoven – Kessenich)


Een vlotte doorstroming is belangrijk voor bussen en trams. Reizigers rekenen op een betrouwbare dienstregeling, en een korte verplaatsingstijd maakt het openbaar vervoer aantrekkelijker. Doorstromingsdeskundige Dries Wathion waakt mee over de doorstromingsmaatregelen in Vlaams-Brabant: ‘Een bus die stilstaat in de file, rendeert niet.’

Dries Wathion: ‘Onze job bestaat erin om de wegbeheerders – zowel het Vlaamse Gewest als de lokale besturen – ervan te overtuigen dat doorstromingsmaatregelen voor het openbaar vervoer belangrijk zijn. We onderzoeken waar de problemen zitten en doen voorstellen om de doorstroming te verbeteren. Als er plannen zijn om een weg (opnieuw) aan te leggen, bekijken wij of het voorstel haalbaar is. De wegbeheerders hoeven voor ons advies niets te betalen.’

Nemen de wegbeheerders zelf contact met jullie op?Dries Wathion: ‘Meestal wel. De lokale besturen vragen vaak onze mening over kleinere plannen, zoals de aanleg van een fietspad. Wij controleren dan waar de bushaltes liggen, of de weg breed genoeg is … Op gewestelijk niveau wor-den we meteen bij de opmaak van de plannen betrokken. Met de regionale overheid, het Agentschap voor Wegen en Verkeer (AWV) en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) loopt de samenwerking erg vlot. Bij de lokale besturen lukt het overleg gewoonlijk wel, maar kan het even duren voor men effectief een besluit neemt.’

Welke doorstromingsmaatregelen raden jullie zoal aan?Dries Wathion: ‘Dat gaat heel breed, we spreken zeker niet alleen over busbanen. Ook zaken als uitstulpende haltes en verkeerslichtenbeïnvloe-ding kunnen een verschil maken. We zoeken voor elke locatie de beste oplossing.’

Stel: een wegbeheerder heeft plannen die de doorstroming negatief beïnvloeden. Hoe reageren jullie dan?Dries Wathion: ‘Een doorstromingsdeskundige heeft in eerste instan-tie een adviserende functie. We proberen altijd om samen met de wegbeheerder tot een gunstig ontwerp te komen. Maar af en toe moeten we toch een negatief advies geven. Als de auto bijvoorbeeld té dominant is in de plannen. In Vlaanderen geldt het STOP-principe: stappen, trappen en openbaar vervoer krijgen de voorkeur boven de personenwagen. Maar dat ligt soms moeilijk.’

Zijn wegbeheerders verplicht om jullie adviezen op te volgen?Dries Wathion: ‘Als de wegbeheerder op eigen houtje een plan ontwerpt en geen subsidies aanvraagt, is hij niet verplicht om onze adviezen op te volgen. Maar veel dossiers rekenen op subsidies, en daarvoor moet de wegbeheerder langs een com-missie passeren. Vanuit zo’n commissie kunnen we een dossier bijsturen. Het gebeurt bijvoorbeeld dat gemeenten niet graag mensen onteigenen als ze een fietspad aanleggen. Dan waken wij erover dat de weg toch voldoende breed blijft, zodat onze bussen elkaar kunnen kruisen.’ •


Wat doet een doorstromingsdeskundige?

In de kijker


Vanaf 1 februari 2016 hanteert De Lijn nieuwe tarieven voor bus- en tramvervoer. Het betreft een verrekening van de gestegen levensduurte. Abonnementen en dagpassen worden iets duurder, maar de correcties voor lage inkomens en leeftijdsgroepen blijven wel gelden. ‘De prijs van sms-tickets, biljetten en rittenkaarten wijzigt niet’, zegt Dimitri Casteleyn, deskundige Tariefbeleid. De Vlaamse Regering moet het voorstel nog bekrachtigen.

Op 14 oktober keurde de raad van bestuur van De Lijn het voorstel voor de nieuwe tarieven goed. De hogere prijzen zijn een gevolg van de gestegen levens-duurte, die ook de vervoermaatschappij treft. ‘Onze jaarabonnementen worden zo’n 2 procent duurder’, weet Dimitri Casteleyn. ‘Daarmee zijn de Buzzy Pazz en de Omnipas nog altijd goedkoper dan vergelijkbare abonnementen in het binnen- en buitenland. Een Buzzy Pazz voor jongeren van 12 tot 24 jaar kost in het nieuwe voorstel 199 euro. Dat is ongeveer één euro per schooldag. Voor een tweede of derde kind betaal je nog minder. De Buzzy Pazz is ook geldig in het weekend en de schoolvakanties.’

Goedkope abonnementen

Een Omnipas, voor volwassenen tussen 25 en 64 jaar, kost straks 299 euro, ofte-wel 0,82 euro per dag. Dat is ook nog altijd goedkoop in vergelijking met veel alternatieven. 65-plussers en kinderen tussen 6 en 11 jaar betalen voor een jaarabonnement slechts 51 euro. Voor één op de drie abonnees geldt bovendien een sociale correctie. Dimitri Casteleyn: ‘Mensen die in aanmerking komen voor een verhoogde tegemoet-koming (VT), omdat ze bijvoorbeeld veel medische kosten hebben, hoeven slechts 51 euro te betalen voor hun jaarabonne-ment. Mensen met een vervoergarantie (VG), die bijvoorbeeld een leefloon krij-gen, betalen maar 41 euro. In totaal gaat het om ongeveer 158.000 mensen: dat is toch 35 procent van onze abonnees.’

Prijs sms-ticket stijgt niet

Voor sms-tickets, biljetten en rittenkaar-ten geldt de geplande prijsverhoging niet. De tarieven voor de Limburgse snellijnen richting Brussel en Antwer-pen evolueren mee met de prijzen van de NMBS. Die snelbussen overbruggen lange afstanden die je normaal met de trein aflegt. Half december buigt de Vlaamse Regering zich over het nieuwe voorstel: dan zal blijken of de geplande prijsaanpassingen ook effectief worden goedgekeurd. •

i De meest actuele informatie over de tarieven vind je op www.delijn.be.

De Lijn past tarieven aan in februari

Geen korting meer voor mensen die auto wegdoenHet DINA-systeem, waarbij mensen die hun auto wegdoen 50 procent korting krijgen op een jaarabonnement van De Lijn, wordt op 1 februari afgeschaft. ‘De grote groep die we wilden bereiken, is inmiddels op de kar gesprongen. Daardoor zijn er steeds minder aanvragen’, zegt Dimitri Casteleyn. ‘We zoeken nu naar nieuwe manieren om duur-zame mobiliteit te blijven promoten.’

Sociale correcties blijven wel gelden


De nieuwe tarieven vanaf 1 februari

Abonnementen Buzzy Pazz6-11 jaar

Buzzy Pazz 12-24 jaar

1 maand - € 303 maanden - € 751 jaar € 51 € 199

De tweede Buzzy Pazz in een gezin kost 159,20 euro, de derde en alle volgende kosten 51 euro.

Abonnementen Omnipas25-64 jaar

Omnipas 65+

VT/VG

1 maand € 46 - -3 maanden € 114 - -1 jaar € 299 € 51 € 51 (VT)

€ 41 (VG)

VT: verhoogde tegemoetkoming. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met erg hoge medische kosten. VG: vervoergarantie. Dit zijn vooral mensen die een leefloon ontvangen.

Dag- enmeerdagenpassen

Dagpas kind

Dagpas 3-dagenpas 5-dagenpas

Voorverkoop € 4 € 6 € 12 € 17Voertuig € 5 € 8 (afgeschaft) (afgeschaft)

Om de buschauffeurs te ontlasten kun je 3- en 5-dagenpassen straks niet meer op de bus kopen. In voorverkoop zijn ze wel nog beschikbaar.

Sociale correcties blijven wel gelden

14 | OP 1 LIJN - DECEMBER 201514 | OP 1 LIJN - DECEMBER 2015


Het verhaal achter de foto

Voor het eerst met de bus? Een Buddy helpt je op weg!

Het openbaar vervoer nemen is niet voor iedereen even eenvoudig. Maar met een beetje goede wil is veel mogelijk. In Gent leren Openbaar Vervoer-Buddy’s mensen met een mobiliteitsbeperking hoe ze de bus, tram of trein kunnen nemen.

Openbaar Vervoer-Buddy’s zijn vrijwilligers die mensen met een mobiliteitsbeperking leren hoe ze het openbaar vervoer kunnen gebruiken. Ze begeleiden zowel ouderen als mensen met een motorische, visuele, auditieve en/of mentale beperking. ‘Een OV-Buddy helpt iemand met een beperking om een reis met de bus, tram of trein te plannen en uit te voeren. Hij of zij zorgt ook voor begeleiding naar en van de halte’, vertelt Delphine Grandsart van initiatiefnemer TreinTramBus. ‘In het beste geval kan de persoon met een mobiliteitsbeperking het traject na enkele keren ook zonder Buddy afleggen.’

ProefprojectOV-Buddy’s krijgen een halve dag opleiding. Daarin wordt aandacht besteed aan het openbaar vervoer, maar ook aan beschikbare hulpmiddelen en de toegankelijkheid van bestemmingen. De Buddy’s kunnen zelf ook uitproberen wat het is om een gehoors- of gezichtsbeperking te hebben of in een rolstoel te zitten. Zo begrijpen ze de noden van mensen met een beperking beter. ‘De eerste ervaringen waren heel positief, zowel voor de Buddy’s als voor de personen die ze begeleiden’, zegt Delphine Grandsart. ‘Nog voor het project was gestart, kwamen de eerste aanvragen voor begeleiding al binnen. In Gent loopt het Buddy-project al zeker tot eind 2016, maar we hopen het nog uit te breiden naar andere steden en gemeenten.’ •

! Wil jouw stad of gemeente ook een Buddy-werking opstarten? Contacteer Delphine Grandsart, [email protected], 09 223 86 12. Meer info op www.treintrambus.be/werking/ov-buddies.

© Thea Swierstra

© TreinTramBus


Hoe zou het nog zijn met … basisbereikbaarheid?Het Vlaams Regeerakkoord ruilt het concept ‘basismobiliteit’, waarop de dienstverlening van De Lijn gebaseerd is, in voor ‘basisbereikbaarheid’. Het Vlaams Parlement stemde daar onlangs een resolutie over en de concrete invulling wordt nu voorbereid. Welke gevolgen kan dit hebben voor het takenpakket van De Lijn?

Basisbereikbaarheid wordt omschreven als ‘het altijd kunnen bereiken van belangrijke maatschappelijke functies, op basis van een vraaggericht systeem en een optimale inzet van middelen’. De klemtoon ligt op de bestemming van de reiziger, niet langer op zijn vertrekpunt. Die verschuiving heeft enkele belang-rijke gevolgen.

Vraaggericht‘Het uitgangspunt van basismobiliteit was: De Lijn moet overal een aanbod voorzien, hoe klein de vraag ook is. Dat leidde tot een versnippering van onze middelen. Binnen het nieuwe concept van basisbereik-baarheid willen we efficiënter gaan werken’, zegt Koen De Broeck, manager Mobiliteitsontwikkeling & Marktinformatie. ‘Lijnen met veel potentieel, waar de vraag naar openbaar vervoer groot is, krijgen meer aandacht. We baseren ons aanbod niet langer op de woonplaats van de reizigers, maar richten ons op belangrijke, centraal gelegen bestemmingen zoals scholen, winkelcentra, ziekenhuizen ... Die moeten vlot bereikbaar zijn met het openbaar vervoer.’

In de praktijkDoor de nieuwe zienswijze kan het takenpakket van De Lijn er straks anders uitzien. De komende jaren werkt de vervoermaatschappij vooral aan een performant kernnet. Koen De Broeck: ‘Verbindingen met veel potentieel worden maximaal uitgebouwd: een hoge frequentie, een vlotte doorstro-ming, comfortabele voertuigen … Een aanvullend net zal de aanvoer naar dat

kernnet verzorgen en het vervolledigen. Voor kleine woonkernen die niet meer bediend worden door het aanvullende net wordt gedacht aan andere vervoer- initiatieven, niet noodzakelijk binnen de bevoegdheid van De Lijn: buurtbussen, collectieve taxi’s, taxicheques, de fiets … Het stads- en streekvervoer wordt een deel van het totale mobiliteitsnetwerk. Basisbereikbaarheid is de verantwoorde-lijkheid van verschillende partijen. Zo valt niemand uit de boot.’ •

Concrete invulling

ToekomstmuziekVoor we het concept basismobiliteit kunnen inruilen voor basisbereikbaarheid, moet de wetgeving worden aangepast. Dat neemt wel wat tijd in beslag. ‘In de praktijk zullen er in 2016 nog geen grote wijzigingen gebeuren’, meent Koen De Broeck. ‘Er kunnen wel enkele “proeftuinen” worden opgestart om ideeën op kleine schaal te testen. Die projecten kunnen later worden uitgebreid.’

Ravenshout, op de grens tussen Beringen, Ham en Tessenderlo, is het tweede groot-ste bedrijventerrein in Limburg. Er werken ongeveer tienduizend mensen. Maar liefst 89 procent van die werknemers komt met de auto naar het werk. 10 procent fietst en slechts 1 procent neemt het openbaar vervoer. ‘Nochtans rijden er wel bussen naar het industrieterrein’, weet Eveline Veulemans, hoofd Communicatie bij De Lijn Limburg. ‘Maar die stoppen natuur-lijk niet aan de deur van elk bedrijf. De nieuwe Fietssatellietpunten bieden een oplossing voor dat probleem: het laatste stukje doe je gewoon met de fiets.’

Veel voordelenSinds september beschikken drie grote haltes van De Lijn over een Fietssatelliet-punt. Van daaruit kunnen werknemers verder fietsen naar hun werkplek. Dat

kan met een eigen fiets, een (gehuurde of gekochte) Ravenshoutfiets van de vzw Fietsbasis, of soms zelfs met een gratis bedrijfsfiets. ‘Door carpoolen of busvervoer te combineren met de fiets, bieden we in Ravenshout eindelijk een volwaardig alternatief aan voor de auto’, meent Jean-Paul Peuskens. ‘We promo-ten de Fietssatellietpunten nu volop bij de bedrijven, en de interesse neemt stilaan toe.’ Een werknemer die de auto aan de kant laat staan voor zijn woon-werk-verkeer, kan meer dan duizend euro per jaar besparen. Bovendien is het beter voor het milieu en neemt de verkeersdrukte af. In september konden enkele werknemers van Ravenshout de combinatie bus & fiets al gratis uittesten. Hopelijk volgen velen hun voorbeeld! •

ToekomstmuziekVoor we het concept basismobiliteit kunnen inruilen voor basisbereikbaarheid, moet de wetgeving worden aangepast. Dat neemt wel wat tijd in beslag. ‘In de praktijk zullen er in 2016 nog geen grote wijzigingen gebeuren’, meent Koen De Broeck. ‘Er kunnen wel enkele “proeftuinen” worden opgestart om ideeën op kleine schaal te testen. Die projecten kunnen later worden uitgebreid.’

Met Europese subsidies

Het bus & fiets-project ‘Ravenshout, €urologisch op weg’ is een initia-tief van de provincie Limburg, de gemeenten Beringen, Ham en Tessen-derlo, de Provinciale Ontwikkelings-maatschappij (POM) Limburg en De Lijn. Het project wordt gesteund door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), dat subsidies toekent aan initiatieven die de regionale concurrentiekracht versterken en de werkgelegenheid vergroten.


Limburg promoot duurzaam vervoer naar bedrijventerrein

Op het Limburgse industrieterrein Ravenshout is het elke ochtend een gezellige drukte. Het merendeel van de werknemers komt met de auto naar het werk. ‘Maar dat is duur, en slecht voor het milieu. Daarom sporen we mensen aan om voor het openbaar vervoer te kiezen’, zegt gedeputeerde Mobiliteit Jean-Paul Peuskens van de provincie Limburg. ‘Sinds kort bieden we ook fietsen aan om het laatste stukje van de bushalte of de carpoolparking tot aan de werkplek te overbruggen.’

Met bus en fiets naar het werk


Op maat van studenten

Nieuwe Campushopper verbindt campussen van Hasselt, Diepenbeek en Genk


Snel op de bus hoppen en op tijd naar de les: sinds dit academiejaar doen studenten in Genk, Diepenbeek en Hasselt dat met de Campushopper. Op de nieuwe buslijn rijden zes hybride voertuigen die de verschillende hogeschool- en universiteitscampussen met de stations van Hasselt en Genk verbinden.

Nieuwe Campushopper verbindt campussen van Hasselt, Diepenbeek en Genk

Met hun zwarte kleur en felgroene sprink-haanstickers vallen de Campushoppers meteen op in het drukke Limburgse ver-keer. De duurzame hybrides beschikken alle zes over wifi en bieden een snelle verbin-ding tussen de campussen van Hasselt, Die-penbeek en Genk. ‘De concrete aanleiding voor de nieuwe buslijn was de opening van de LiZa-campus in Genk, waar je sinds dit jaar Verpleegkunde kunt studeren’, vertelt Anneliese Meynaerts van De Lijn. ‘Die campus werkt nauw samen met het Zie-kenhuis Oost-Limburg en ligt er ook vlakbij. Maar de bestaande busverbindingen waren niet afgestemd op de noden van studenten. Daarom vroeg de stad Genk of een nieuwe, aparte lijn mogelijk was.’

FinancieringOmdat De Lijn geen extra financiële middelen kon vrijmaken, nam de stad de exploitatiekosten van het project op zich. Na overleg met Hasselt en Diepenbeek viel de keuze op een ‘campushopper’, een buslijn die niet alleen het LiZa maar ook andere campussen zou bedienen. Michaël Dhoore, schepen van Mobiliteit in Genk: ‘De lijn die uiteindelijk werd goedgekeurd vertrekt aan het station van Hasselt, doet campussen aan in Hasselt, Diepenbeek en Genk, rijdt langs het station van Genk en eindigt aan het C-Mine-complex in Winter-slag. Van daaruit vertrekt de bus opnieuw in de omgekeerde richting. De exploitatie van de lijn kost de stad Genk bijna 400.000 euro per jaar. Dat is veel, maar openbaar vervoer is dan ook erg belangrijk: daar wil-len we in investeren. De stad Hasselt betaalt wel mee voor de herkenbare stickers op de Campushoppers. De samenwerking met De Lijn verloopt trouwens heel goed: we mogen hen altijd bellen en ze zoeken altijd mee naar de beste aanpak binnen het beschikbare budget.’

Goed onthaaldSinds de lancering van de Campushopper op 14 september kregen De Lijn en de stad Genk al heel wat positieve reacties. Vooral studenten die van Hasselt naar de LiZa-campus komen, zijn enthousiast. Ook de werknemers van het nabijgelegen ziekenhuis maken graag gebruik van de nieuwe lijn. ‘Voor studenten van andere

campussen is het nog even wen-nen’, weet Michaël Dhoore. ‘Omdat de Campushopper meerdere campussen bedient, rijden zij soms via een kleine omweg naar hun bestemming. Dat kost dan een paar minuten tijd, maar de gratis wifi op de bus maakt veel goed. Sommige studen-ten kunnen ook tijd win-nen door aan een andere halte op te stappen. Over zulke zaken gaan we de komende maanden nog gericht communiceren. Het moeilijkst te overtuigen zijn de studenten die momen-teel met de wagen komen. Nochtans kampt elke campus met parkeerproblemen. Voor heel wat studenten is de Cam-pushopper daarom een mooi alternatief.’ •

De Campushopper… is een duurzame

hybride bus… biedt gratis wifi aan… stopt aan campussen

in Hasselt, Diepenbeek en Genk

… rijdt op schooldagen tussen 6 uur en 22.30 uur

… rijdt overdag om het halfuur en ’s avonds (na 19 uur) om het uur

Op maat van studenten

Anneliese Meynaerts

Michaël Dhoore

Uitsmijter

EERSTE DRAADLOZE ELEKTRISCHE BUSSEN RIJDEN IN BRUGGEIn Brugge rijden sinds eind oktober de eerste draadloos geladen, volledig elektrische bussen van ons land. Het gaat om een proefproject van De Lijn. ‘De elektrische bussen hebben twee grote voordelen: ze stoten geen schadelijke stoffen uit en ze zijn veel stiller dan bussen met een dieselmotor’, zei CEO Roger Kesteloot bij de lancering. De Lijn experimenteert al een tijdje met nieuwe aandrijftechnologieën, want de voorraad fossiele brandstoffen is eindig.

Inductief geladen Het belangrijkste nadeel van elektrische voertuigen – de nood aan een stopcontact en een oplaaddraad – werd in Brugge handig weggewerkt. De bussen worden inductief geladen via ‘laadkussens’. Het gaat om dezelfde technologie die wordt gebruikt in inductiekookplaten: de elektrische energie wordt via een magnetisch veld overgebracht van het laad-station naar de bus. 12 minuutjes laden is voldoende om 45 minuten te kunnen rijden: ruim voldoende voor het traject tussen het station van Brugge en ’t Zand. Het proefproject wordt de komende maanden zowel praktisch als financieel geëvalueerd. Op basis van die resultaten kan een eventuele uitbreiding overwogen worden.

OP1 LIJN magazine december... · 2016-11-22 · Hasselt, Diepenbeek en Genk 18 8 6 12 OP1 LIJN...

Documents

Transcript of OP1 LIJN magazine december... · 2016-11-22 · Hasselt, Diepenbeek en Genk 18 8 6 12 OP1 LIJN...