De Eerste Lijn: Spijbelen

16
spijbelen “Mijn leraren hadden niets in de gaten” 13

description

Als bijlage bij Klasse voor Leraren behandelt De Eerste Lijn telkens één thema: van crisiscommunicatie tot nieuwe gezinsvormen. De Eerste Lijn ondersteunt elke leraar in de aanpak en preventie van probleemgedrag op school.

Transcript of De Eerste Lijn: Spijbelen

Page 1: De Eerste Lijn: Spijbelen

spijbelen“Mijn leraren hadden niets in de gaten”

13

Page 2: De Eerste Lijn: Spijbelen

verhaal

MICHAEL (21) WAS EEN HARDNEKKIGE SPIJBELAAR

“Hoe meer je brost, hoe moeilijker het is om terug te gaan”

Niet het café om de hoek, maar de angst voor zijn eigen klas en een moeilijke thuissituatie hielden Michael (21) weg van school. Uiteinde-lijk slaagde een leerlingenbegeleider erin om hem terug aan boord te

halen. “Ik wilde voor mezelf bewijzen dat ik het kon.”

“Brossen stond vroeger niet in mijn woor-denboek. Ik heb ooit wel met een klasge-noot een baaldag genomen, maar toen schaamde ik me daar nog over”, zegt Mi-chael. “Pas toen ik in het vierde jaar van school veranderde, begon ik geregeld te brossen. De reden? Ik werd gepest op school. Als nieuweling die niet gauw soci-ale contacten legt, kwam ik terecht in een klas vol macho’s. Ik was het schaap tussen de wolven, een makkelijk doelwit. Boven-dien hadden we het thuis niet makkelijk. Mijn vader is gestorven toen ik zes was, mijn moeder was zwaar ziek en moest gere-geld naar het ziekenhuis. Dus beredderden mijn twee zussen en ik het huishouden al-leen. Omdat we veel geld uitgaven aan me-dicijnen, moesten we elke euro omdraaien. Ik schaamde mij daarvoor, maar durfde dat op school niet te vertellen.”

“Mijn leraren hadden eerst niets in de ga-ten, want ik verdween altijd nadat ze de af-wezigheden opnamen. Ik ging dan niet naar

het café, maar hing gewoon wat rond, thuis of op het strand. Alles was goed, zolang ik die rotklas niet onder ogen hoefde te komen. In het begin is dat geestig, maar uiteindelijk werd het een vicieuze cirkel. Hoe meer ik broste, hoe minder ik het zag zitten om terug te gaan. Mijn moeder had wel door wat er aan de hand was, maar ze had de kracht niet meer om mij bij te sturen. Al zorgde mijn brosgedrag thuis wel voor heel veel stress.”

“In het tweede semester ging ik nog maar één à twee dagen per week naar de les. Toen een leerlingenbegeleider me erover aan-sprak, heb ik het er allemaal uitgegooid. De problemen thuis, de ziekte van mijn ma, de angst voor de klas. Ik kreeg geen straf, maar hij vroeg of ik toch zou proberen wat vaker naar school te komen. Dat was heel moeilijk. Als je je niet goed in je vel voelt, is school het minste van je zorgen. Wanneer ik ging, voel-de ik alle ogen op mij gericht. Ik kreeg ook opmerkingen: ‘Waarom wordt Michael niet gestraft als hij spijbelt en ik wel?’”

2

Page 3: De Eerste Lijn: Spijbelen

“Uiteindelijk ging het steeds slechter met mijn moeder. Zij moest voor lange tijd naar het ziekenhuis, en ik naar het internaat. Dat deed me veel deugd. Ik leerde er hoe ik me moest gedragen in een groep. De leerlingen-begeleider heeft ook aan de klas uitgelegd hoe de vork in de steel zat, en dat hielp. Ze hadden het niet meer zo op mij gemunt. Ik wilde voor mezelf bewijzen dat ik het kon: een A-attest halen, ondanks mijn rotjaar en de situatie thuis. Als hulp kreeg ik van de school een blad waarop ik per lesuur een handtekening van de leraar moest verzame-len. Met elke handtekening leken ze te zeg-gen: goed dat je er bent. Uiteindelijk heb ik mijn jaar afgemaakt, en heb ik zonder zit-tenblijven mijn diploma tso chemie gehaald. Met één goed gesprek heeft die leerlingen-begeleider mijn schoolcarrière gered. Want als je niet weet waarom leerlingen spijbelen, heeft straffen alleen geen zin.”

“Ik durfde mijn klas niet onder ogen te komen”

3

Page 4: De Eerste Lijn: Spijbelen

fenomeen

Van eenmalig uitje tot nooit meer op schoolElke school wordt vroeg of laat geconfronteerd met leerlingen die ongewettigd afwezig zijn. Soms weet je dat het eenmalig is. Bij andere leerlingen is het een teken dat er iets aan de hand is en maak je je terecht zorgen.

WAT?Als leerlingen zonder geldige reden – zoals bijvoorbeeld ziekte – of een ‘wetti-ging’ daarvan, wegblijven van school, dan is dat spijbelen.

VIER SOORTEN SPIJBELAARS1 Eline (16) gaat samen met een vriendin op vrijdagnamiddag naar de bioscoop.

Ze kan niet langer wachten om de nieuwe film met haar grote idool te zien. ► ‘Incidentele’ of ‘occasionele’ spijbelaar: een leerling die eens een les ‘brost’.

2 Jordy (12) is als de dood voor zijn leraar biologie. Telkens als het biologieles is, lijkt hij van de aardbol verdwenen.

► ‘Berekende’ spijbelaar: een leerling die systematisch theorievakken over-slaat, altijd bij dezelfde leraar afwezig is of hetzelfde uur wegblijft ...

3 Pelin (18) haar mama is ernstig ziek. Als ze in het ziekenhuis ligt, blijft Pelin thuis om het huishouden te doen.

► ‘Periodieke’ spijbelaar: een leerling die een bepaalde periode spijbelt, dan een tijdje niet meer en dan weer wel.

4 Lander (17) is de school beu. Hij is al eens definitief uitgesloten en op zijn nieu-we school lukt het ook niet. Hij hoopt thuis te blijven tot hij achttien wordt.

► ‘Permanente’ of ‘problematische’ spijbelaar: een leerling die helemaal niet naar school gaat, hoewel hij/zij ingeschreven is.

Sommige leerlingen vertrekken vroeger met vakantie of komen later terug. Dat is luxeverzuim. Om dat te voorkomen, hebben leerlingen bij een afwezigheid wegens ziekte in de week voor of na een schoolvakantie altijd een medisch attest van een dokter nodig. Een briefje van de ouders volstaat niet.

4

Page 5: De Eerste Lijn: Spijbelen

SPIJBELEN IS EEN SIGNAALHet zijn vooral de oorzaken die elke spijbelaar anders maken. Als achterlig-gende oorzaken ervoor zorgen dat leerlingen niet goed kunnen functione-ren op school, is spijbelen ‘symptoomgedrag’. Dat heet signaalverzuim.

LEERLING• is niet gemotiveerd door een foute

studiekeuze• is bang voor slechte resultaten• voelt zich niet goed op school• wordt gepest• gaat werken, eventueel om

gezinsfacturen te betalen

SCHOOL• leraren krijgen te weinig

vorming of steun• de relatie leraar-leerling

is verstoord• er is geen goede opvang

als er lessen wegvallen• er heerst een slechte

sfeer

OUDERS• hebben geen vat op de kinderen• hebben geen interesse in de

schoolloopbaan van hun kinderen• hebben andere prioriteiten om te

overleven• zien het belang van school niet in• weten niet wat de leerplicht inhoudt• er zijn problemen binnen het gezin

SAMENLEVING• onzekere toekomst:

behaalde diploma’s zijn geen garantie op werk

• afwijkend gedrag geldt als norm in de jongerencultuur, groepsdruk

3 OP DE 4 SPIJBELAARS ZIJN SCHOOLMOE• Tijdens het schooljaar 2011-2012 was in het basisonderwijs 0,34 procent

(1421 leerlingen) van alle leerlingen problematisch afwezig (30 B-codes of meer). In het eerste leerjaar ligt dat percentage het hoogste, wat er op wijst dat ouders het belang van school op jonge leeftijd niet altijd inzien of niet weten vanaf wanneer de leerplicht geldt.

• In het secundair onderwijs was 1,5 procent (5927 leerlingen) van het totaal aantal leerlingen problematisch afwezig. In het deeltijds secundair onderwijs gaat het om meer dan een derde van de leerlingen.

• 74 procent van de spijbelaars in het secundair onderwijs is schoolmoe en de helft voelt zich niet goed op school.

• In vier op de tien gevallen hebben ouders geen vat op hun spijbelende kind. In drie op de tien gevallen is de opvoedingssituatie problematisch.

Bron: ‘Wie is er niet als de schoolbel rinkelt? Evaluatie 2011-2012’, AgODi

5

Page 6: De Eerste Lijn: Spijbelen

expert

“Laat merken dat je ze mist”

Sommige leraren denken ‘als ik de ene dag tien leerlingen in mijn klas heb en de andere dag zes, dan is dat een probleem voor de leerlin-

genbegeleiding’. “Dat is nefast voor het spijbelbeleid van hun school”, zegt Bram Spruyt (VUB), die onderzoek deed naar het profiel van spij-belaars en hun school. “Want de meest efficiënte manier om spijbelen

tegen te gaan, is een leraar die zegt ‘Waar zat je? Ik heb je gemist’.”

Waarom is de rol van de leraar zo cruciaal?“Denken dat spijbelaars gewoon schoolmoe zijn, is te eng. Ze vinden school wel belangrijk, maar ze voelen zich er niet mee verbonden. Net een leraar kan aan een leerling laten merken dat hij hem wel degelijk gemist heeft. Als een leerling merkt ‘ik word verwacht’, voelt hij zich meer verbonden met de school. Leerlingen het ge-voel geven dat ze erbij horen, kost geen geld. Daar kun-nen leraren vandaag al mee starten.”

Waarom werkt bij de ene school het spijbel-beleid wel en bij de andere niet?

“Er is niet één toverformule te vinden die het spijbelpro-bleem op een school oplost. De meeste scholen passen wel een aantal maatregelen toe, maar gaan niet na of ze wel efficiënt zijn. Als je elke afwezigheid nauwkeurig re-gistreert, maar je leerlingen weten dat niet, heeft dat niet veel effect. Soms beweren scholen ook dat ze niet veel

spijbelaars hebben, terwijl de leerlingen zeg-gen dat ze nog nooit ‘gepakt’ zijn. Je moet je maatregelen evalueren en bijsturen.

Bovendien werkt je spijbelbeleid enkel als je verder kijkt dan je registratie van afwe-zigheden. Bij meer dan de helft van het spijbelgedrag zijn ouders op de hoogte en ‘legitimeren’ ze met zelfgeschreven brief-jes en doktersbriefjes. Daardoor blijven de problemen van die leerlingen onder de ra-dar. Daarom moet je ook met de ouders een band opbouwen, nog voor het spijbelen be-gint. Sowieso is de lijn tussen geoorloofd en ongeoorloofd verzuim erg dun. Een leerling met zware psychische problemen die thuis-blijft zonder doktersbriefje spijbelt, maar is hij wel in staat om naar school te gaan? Daar moet je als school erg gevoelig voor zijn.”

Wat denken spijbelaars daar zelf over?

“Als problematische spijbelaars achteraf hun schoolloopbaan reconstrueren, vin-den ze de strengste school meestal de beste school. Scholen met ambitie maken het ver-schil: ze willen het beste voor hun leerlingen. Daarom eisen ze dat ze naar school komen. Dat combineren ze met oprechte interesse en een uitgebreide zorg. Daardoor voelen leerlingen zich begrepen en erkend. Net daar hebben ze behoefte aan.”

6

Page 7: De Eerste Lijn: Spijbelen

test

JA NEE ● ●

● ●

● ●

● ●

● ●

● ●

● ●

● ●

● ●

● ●

● ●

• Mijn school zorgt ervoor dat leerlingen graag naar school komen.

• Bij de inschrijving peilt de school naar het schoolverleden van de leerling en bespreekt ze het belang van aanwezig zijn.

• Leerlingen weten bij wie ze terechtkunnen met school- en privéproblemen.

• Ouders weten wanneer hun kind afwezig mag zijn en hoe ze dit moeten wettigen.

• Leerlingen weten wanneer ze ongewettigd afwezig zijn.

• Mijn school heeft een uitgewerkt spijbelbeleid.

• Mijn school evalueert geregeld alle antispijbelmaatregelen.

• Alle leraren weten hoe ze moeten omgaan met afwezigheden.

• Mijn school houdt voor elk lesuur nauwkeurig bij wie wanneer afwezig was.

• Mijn school werkt structureel samen met het CLB om spijbelaars te begeleiden.

• Ouders en leerlingen weten welk gevolg de school geeft aan spijbelen.

Hoe meer je ‘ja’ antwoordt, hoe meer je school in staat is om spijbelen te voorkomen.

Is je school spijbelproof?Doe de test

7

Page 8: De Eerste Lijn: Spijbelen

preventie

“De beste remedie?Graag naar school gaan!”In een school die goed zorgt voor haar leerlingen, raken de leer-lingen meer verbonden met de school. Daardoor zullen ze minder snel spijbelen. Een degelijk spijbelbeleid zit dus verankerd in het algemene zorgbeleid van de school.

1 ZORG VOOR EEN POSITIEF EN WARM SCHOOLKLIMAAT

• Stimuleer dat leerlingen en leraren correct en respectvol met elkaar omgaan. Leraren hebben een voorbeeldfunctie op het vlak van op tijd komen en baaldagen.

• Geef leraren en leerlingen een stem in het schoolbeleid via de schoolraad, de leerlingenraad en klasgesprekken.

• Creëer een aangenaam werkklimaat voor leraren, zodat ze enthousiast voor de klas staan.

• Geef leerlingen verantwoordelijkheid door begeleide zelfstudie of zelfevaluatie.• Geef leerlingen en leraren inspraak bij het opstellen van regels.• Bouw een degelijke leerlingenbegeleiding uit. • Organiseer activiteiten tijdens de pauzes.

2 WERK EEN VISIE UIT ROND SPIJBELEN EN TE LAAT KOMEN

Een duidelijke visie over spijbelen en te laat komen zorgt ervoor dat alle leden van het schoolteam op dezelfde manier reageren. Het maakt ouders en leerlingen ook duidelijk wat wel en niet kan. Communiceer over je visie met leerlingen, ouders en de leden van je schoolteam. OUDERS/MEERDERJARIGE LEERLINGEN• Informeer ouders over je visie op afwezig zijn tijdens het intakegesprek, een

info vergadering …• Vraag hoe en wanneer je het beste met hen je zorgen over de leerling deelt.• Informeer hen over de regels rond afwezig zijn (medisch attest binnenbrengen,

afwezigheid voor een begrafenis aanvragen …) en over hoe en aan wie ze afwe-zigheden moeten melden. Dat kan via het schoolreglement, een folder …

• Geef ouders geregeld een overzichtje van alle afwezigheden van hun kind.• Besteed extra aandacht aan anderstalige ouders en ouders die nooit naar het ou-

dercontact komen.• Bouw een goede band op met alle ouders, ook als er geen problemen zijn met een

leerling. Zo voorkom je dat ouders pas op school komen als er al een probleem is.

8

Page 9: De Eerste Lijn: Spijbelen

LEERLINGEN• Sta met je leerlingen stil bij het belang van regelmatig naar school gaan. • Informeer hen over wanneer ze gewettigd afwezig zijn en wanneer niet. Maak

duidelijk dat ze niet alleen spijbelen wanneer ze op café gaan, maar telkens ze ongewettigd afwezig zijn.

• Benadruk dat je elke spijbeldag (en -uur) registreert en dat je hun ouders altijd op de hoogte brengt.

• Maak duidelijk bij wie leerlingen terechtkunnen, zowel met school- als met privéproblemen.

LERAREN/SECRETARIAAT• Maak duidelijke afspraken rond codes toekennen. Is een leerling die pas het

tweede lesuur toekomt te laat (code L) of een halve dag problematisch afwe-zig (code B)? Pas de codes uniform toe.

• Baken duidelijk af wie welke taak opneemt. Beslist de leerlingenbegeleider of een leerling die te laat komt straf krijgt of doet de vakleraar dat? Wie voert het gesprek om naar achterliggende oorzaken te peilen? Belt het secretariaat altijd ouders van afwezige leerlingen op of neemt de directeur over bij ern-stige gevallen?

• Laat leraren afwezigheden systematisch doorgeven aan het secretariaat, bij-voorbeeld als er leerlingen tijdens het laatste lesuur verdwijnen.

3 CREËER EEN DUIDELIJKE STRUCTUUR• Zorg ervoor dat leerlingen die tijdens de schooluren de school verlaten dat

niet onopgemerkt kunnen doen.• Maak duidelijk wie ’s middags buiten de school mag gaan eten en wie niet.• Vervang afwezige leraren systematisch in de plaats van leerlingen vroeger

naar huis te laten vertrekken.

4 WERK STRUCTUREEL SAMEN MET HET CLB• Informeer het CLB systematisch over leerlingen die problematisch afwezig zijn. • Betrek het CLB bij de uitbouw van een preventief spijbelbeleid: gegevens

rond afwezigheden analyseren, informeren van ouders en leraren …• Maak concrete afspraken en neem ze op in beleidsplannen en -contracten,

afsprakennota’s.• Communiceer over de afspraken met het CLB naar je schoolteam.• Evalueer je samenwerking met het CLB en stuur bij.

“Ik bros liever dan elke dag met blauwe plekken thuis te komen”BEN, 16 JAAR

9

Page 10: De Eerste Lijn: Spijbelen

preventie

“Wij zijn een heel ‘spijbelgevoelige’ school”, weet Katrien Legrand, pedagogisch direc-teur van de! Kunsthumaniora Antwerpen. “De school telt twee campussen die ver van elkaar liggen, de leerlingen komen vaak van ver. Bovendien heeft iedereen een individu-eel lessenrooster, dus andere lesuren. Toch waren we verrast toen we onze spijbelran-king van de stad Antwerpen kregen. De leer-lingen geven immers aan dat ze hier graag schoollopen. Samen met het CLB turfden we gedetailleerd onze spijbelgegevens, op zoek naar patronen: welke uren wordt het meest gespijbeld, welke lessen? Nu moeten alle leraren élk lesuur registreren wie aan-wezig is. Voortaan heeft niet enkel de titula-ris, maar het hele schoolteam aandacht voor spijbelaars.”

Greet Cremelie, CLB GO! Antwerpen: “Vroeger sloten we leerlingen die vaak spij-belden een dag uit van school. Nu krijgen leerlingen die niet gewettigd afwezig waren eerst een uitnodiging om die afwezigheid alsnog te wettigen. Vanaf zes halve dagen B-codes spreekt de titularis ze aan. Vanaf tien halve dagen moeten ze samen met hun ou-ders op gesprek komen, en polsen we naar de reden van hun spijbelgedrag. Vaak blijkt daar dat de spijbelaars lessen overslaan om-dat ze bijvoorbeeld schrik hebben van de le-raar, of omdat ze voor hun zieke zus moeten zorgen. Achter spijbelgedrag zit vaak een psychologisch probleem of een problemati-

De! Kunsthumaniora Antwerpen had een aantal jaar geleden een be-labberde spijbelreputatie. Maar in amper twee jaar tijd slaagde de

school erin om het aantal spijbelaars te halveren. Dat deden ze met een strikte opvolging, én een zachte begeleiding.

sche opvoedingssituatie. Daar gaan we mee aan de slag. We zien spijbelen vooral als een zorgprobleem, geen tuchtprobleem. Dus volgt er niet meteen een strafstudie, wel begeleiding op maat, zoals een gesprek met de leer-lingenbegeleider of CLB-medewerker. Je moet vooral blijven communiceren. Een contract gebruiken we pas als allerlaatste stok achter de deur.”

Katrien Legrand: “Omdat we heel kort op de bal spe-len, moesten we vorig jaar tot wel 30 leerlingen per week uitnodigen voor een gesprek. Nu stuurt het secretariaat nog elke week 130 mails naar ouders en leerlingen met de vraag om afwezigheden te wettigen. Maar de strikte opvolging werpt haar vruchten af: geen enkele spijbe-laar blijft hier onder de radar. De leerlingen weten dat ze met hun zorgen op school terechtkunnen. Dat trek-ken we zelfs door tot in de taal van het schoolreglement. Zo spreken we nooit over een problematische afwezig-heid, want de leerling zelf is niet altijd het probleem. Ook daarin willen we een warme school zijn.”

“Niemand blijft hier onder de radar”

GREET CREMELIE EN KATRIEN LEGRAND

10

Page 11: De Eerste Lijn: Spijbelen

aanpak

Zo hou je spijbelaars op schoolSpijbelen is zelden een ‘gemakskeuze’. Achter elke afwezigheid zit een unieke combinatie van oorzaken. Net daarom pak je elke spij-belaar anders aan.

1 REGISTREER AFWEZIGHEDEN Scholen die afwezigheden heel nauwkeurig registreren, ontdekken veel sneller spijbelproblemen. De afwezigheidsgegevens helpen je om doelgroepen af te ba-kenen en acties te evalueren.• Registreer elk lesuur afwezigheden, ook al is dat niet wettelijk verplicht. Zo

voorkom je dat leerlingen na het eerste lesuur de benen nemen.• Besteed ook aandacht aan gewettigde afwezigheden. Opeenvolgende ‘brief-

jes’ van ouders en verschillende huisartsen kunnen wijzen op een achterlig-gend probleem.

• Onderzoek of er trends en patronen terug te vinden zijn in je afwezigheidsge-gevens. Bijvoorbeeld: als de sportdag op een vrijdag plaatsvindt, zijn er meer leerlingen afwezig, tijdens het laatste lesuur verdwijnen er leerlingen … Pas je schoolbeleid aan op basis van je bevindingen.

2 VOLG SPIJBELAARS OP DE VOET OP• Volg elke (on)gewettigde afwezigheid op. Toets wat er aan de hand is: was de

leerling ziek, had hij een baaldag of is er een achterliggend probleem? • Informeer ouders meteen als hun zoon of dochter afwezig is, via e-mail,

sms … Bel de ouders op als een leerling meerdere keren afwezig is. Maak ou-ders mee verantwoordelijk.

• Ga in gesprek met de spijbelaar om te ontdekken waarom de leerling niet naar school komt. Ga er niet van uit dat het probleem altijd bij de leerling ligt of bij de ouders. Misschien durft de leerling niet naar school te komen omdat hij onderweg lastig gevallen wordt of konden de ouders geen doktersbezoek voor hun zieke kind betalen. Zoek samen naar een oplossing.

• Wees alert voor risicojongeren, bijvoorbeeld leerlingen die vorig schooljaar spijbelden, al vaak van school veranderden …

“Gesloten deuren helpen niet. In Alcatraz zijn ook mensen gevlucht” NAJIB CHAKOUH, SPIJBELAMBTENAAR STAD ANTWERPEN

11

Page 12: De Eerste Lijn: Spijbelen

aanpak

3 WERK BEGELEIDING OP MAAT UITEen leerling die altijd te laat komt omdat hij zijn jongere zusje eerst naar school brengt of gaat werken om zijn gezin te helpen, pak je anders aan dan een leerling die op café zat. Als een spijbelaar terug naar school komt, is je aanpak cruciaal om hem te laten volhouden.

ONTHAAL• Laat de leerling tegen het belsignaal komen en spreek een programma voor

die dag af.• Laat voelen dat de leerling welkom is op school en in de klas: ‘Moedig dat je

terugkomt’.• Maak praktische afspraken: laat de leerling zich twee maal per dag aanmel-

den.

PROBLEEM ONTRAFELEN• Vraag met wie de leerling een gesprek wil: de klastitularis, de CLB-medewer-

ker, de leerlingenbegeleider …• Liggen de oorzaken binnen de school, bijvoorbeeld angst voor een leraar,

pesten …? Bespreek samen wat de oplossing kan zijn.• Heeft de school geen vat op de oorzaken, bijvoorbeeld geweld in het gezin,

armoede …? Bekijk wat je zelf kan doen en vraag aan het CLB om zijn net-werkfunctie op te nemen.

AANKLAMPEN• Hou er rekening mee dat je een problematische spijbelaar niet in één keer

weer op school krijgt. Blijf proberen.• Maak leerlingen betrokken op het resultaat: ‘Je staat al zover’, ‘je gaat je di-

ploma toch niet laten varen’ …• Blijf luisteren en coachen. Geef de kans om over problemen te spreken met

een vertrouwenspersoon, ook als het CLB of welzijnsorganisaties al betrok-ken zijn.

“Maak van een spijbelaar geen misdadiger. Vraag je af waar het misloopt”BART, LEERLINGENBEGELEIDER

12

Page 13: De Eerste Lijn: Spijbelen

WAT KAN JE ALS LERAAR DOEN?• Ga bij het begin van elke les in op élke afwezigheid: ‘Ben je weer genezen?’.

Zo weten leerlingen dat je het altijd onthoudt als ze er eens niet waren.• Spreek de leerling apart even aan: ‘Je was er niet. We hebben je gemist’.• Zeg dat je bezorgd bent. Pols naar problemen binnen of buiten de school.

Als spijbelaars na een lange periode afwezigheid de klik maken om terug te keren naar school, spelen leraren een cruciale rol om hen aan boord te houden. • Herhaal telkens kort wat er vorige les gebeurd is. Daar hebben alle leer-

lingen baat bij.• Zeg ‘We zijn blij dat je terug bent, we hebben je gemist’ en niet ‘Daar is

onze toerist weer’.• Pols geregeld hoe het gaat. • Motiveer hen persoonlijk met concrete argumenten: ‘Je ouders zullen

fier zijn’, ‘hoe ga je je droomauto betalen zonder diploma?’, ‘met een di-ploma verdien je elke maand 300 euro meer’ …

4 SCHAKEL JE NETWERK INAls school sta je niet alleen om spijbelen aan te pakken. Het CLB is de partner die het dichtst bij de school staat. Leerlingen met leerplichtproblemen begelei-den is voor hen een verplichte opdracht. Daarnaast zijn er heel wat externe dien-sten waarmee de school kan samenwerken: huisartsen, politie, justitie … In veel steden en gemeenten zijn er ook projecten voor langdurige spijbelaars of onder-neemt het lokaal overlegplatform (LOP) initiatieven om spijbelen en schoolver-zuim te voorkomen. Je vindt hulp via ond.vlaanderen.be/leerplicht/actoren.

13

Page 14: De Eerste Lijn: Spijbelen

help

Vier vragen1 Moet de school spijbelen altijd bestraffen?Alle spijbelaars zijn verschillend. Daarom vragen ze ook een andere aanpak.• Incidentele spijbelaars hebben schrik om betrapt en gestraft te worden. Ze

voelen een band met de school. Daardoor zal duidelijke grenzen trekken door een straf op te leggen, waarschijnlijk effect hebben. Zo geef je ook aan klas-genoten het signaal dat de school spijbelen ernstig neemt.

• Permanente spijbelaars voelen nog maar weinig binding met de school. Daarom deren straffen hen weinig én verminderen ze nog eens de band met de school: ‘De school begrijpt me niet’. Als je hun spijbelgedrag criminali-seert, pak je enkel het symptoom aan, en niet de achterliggende problemen. Problematische spijbelaars verwachten dat je die herkent en erkent.

2 Worden alle incidentele spijbelaars permanente spijbelaars?Een op de vier jongeren spijbelt wel eens. Slechts twee procent daarvan zijn problematische spijbelaars. Een dagje spijbelen loopt dus niet altijd uit de hand. Toch vertonen incidentele spijbelaars slechter sociaal gedrag – zoals vanda-lisme – dan andere jongeren en voelen ze zich minder verbonden met de school. Daarom verdienen ook zij een gepaste aanpak. Permanente spijbelaars blijven soms van de ene op de andere dag weg van school.

3 Kan de school ‘gewettigde’ afwezigheden toch als problema-tisch beschouwen?

Als je meent dat ouders of leerlingen ziektebriefjes misbruiken, bespreek je dat met hen. Je moet deze afwezigheid niet als gewettigd beschouwen. Je kan dus een ‘code B’ toekennen. Door de registratie als problematische afwezigheid, kan je de leerling samen met het CLB nauwer opvolgen en begeleiden. Dat is vaak ook nodig, omdat zulke attesten een signaal kunnen zijn dat er meer aan de hand is.

4 Hoe overtuigen we leerlingen en ouders dat te vroeg met vakan-tie vertrekken of te laat terugkomen geen goed idee is?

Vertel hen dat de eerste en laatste schooldagen voor leerlingen en ouders cruci-aal zijn. Aan het begin van het nieuwe schooljaar vinden er een aantal belang-rijke momenten plaats, zoals kennismaken met de nieuwe klas en leraren. De laatste dagen voor een schoolvakantie worden vaak afgesloten in groep. Het is voor de sociale ontwikkeling van kinderen belangrijk om dat samen met klasge-noten mee te maken. Daarnaast vinden ook het oudercontact en de bespreking van het rapport plaats tijdens de laatste dagen van het schooljaar. Voor ouders is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de schoolloopbaan van hun kind.

Heb jij ervaring met spijbelen op school? Deel ze via het forum van www.klasse.be/eerstelijn (klik door naar ‘spijbelen’).

14

Page 15: De Eerste Lijn: Spijbelen

MEER INFO?De ‘Leerplicht’-website van het Ministerie van Onderwijs en Vorming bevat informatie over spijbelen en over de rol van alle actoren die betrokken zijn bij de aanpak van spijbelen. ond.vlaanderen.be/leerplicht

Met behulp van de ‘Spijbelkijkwijzer’ (voor basis en voor secundair) werk je een spijbelbeleid uit of neem je het kritisch onder de loep.ond.vlaanderen.be/leerplicht/kijkwijzer

‘Stay on Track’ (Comeniusproject Antwerpen-Wenen) biedt tools aan om spijbelen te stoppen.stayontrack.eu

‘Ik ben blij dat je terug bent op school’ is een kortfilm over stoppen met spijbelen van het LOP Oostende-Middelkerke-Gent Secundair en het ken-nis- en expertisecentrum Kind & Samenleving.vimeo.com/79145241

‘Leerplicht: naar school gaan, moet dat of mag dat?’ Infofolder voor jonge-ren van het Vlaams Informatiepunt Jeugd/De Ambrassade (2 €).www.jeugdinfotheek.be (trefwoord: leerplicht)

Bij deze Eerste Lijn hoort ook een filmpje. TV.Klasse volgde Jeroen (18), die de spijbelspiraal doorbreekt. Kijk en leef mee op www.tvklasse.be.

Deze brochure geeft informatie en aanzetten over hoe een school spijbe-len kan voorkomen en aanpakken. Elke school is anders (type, omvang, in-stroom, structuur van de leerlingenbegeleiding …) en vraagt een spijbelplan op maat.

15

Page 16: De Eerste Lijn: Spijbelen

Hoofdredacteur: Pieter Lesaff er � Redactie: Leen Leemans, Kris Vanhemelryck � Vormgeving: Tim Sels � Verantwoordelijke uitgever: Micheline Scheys � Foto’s: Jonas Roosens � Model foto’s: Mauro Van den Dorpel

Dit dossier werd gemaakt in samenwerking met leerlingen, leraren, directeurs, de spijbelambtenaar van de stad Antwerpen, het Spijbelteam van het Departement Onderwijs en

Vorming en Kind en Samenleving. Het is het dertiende van een vernieuwde reeks. De andere dossiers raadpleeg je op www.klasse.be/eerstelijn.

campagne

VRAAG DE AFFICHE AANWanneer hebben leerlingen een doktersbriefj e nodig en wanneer niet? Dat lees je in de brochure ‘Heb je een doktersbriefj e nodig voor de school?’. Vraag de affi che om ouders en leerlingen te informeren aan. Download de gratis brochure (in tien talen). ond.vlaanderen.be/leerplicht