Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de...

112
UNIVERSITEIT ANTWERPEN – FACULTEIT TOEGEPASTE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT GENT – FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Oorlogsmisdaden op zee: Over oorlogszones, zeemijnen en verraad, en het gebrek aan regelgevende houvast Student: Stephanie Plasschaert Verhandeling voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Master in de Maritieme Wetenschappen Promotor: Prof.dr. E. Somers Commissaris: Prof. Dr. A. Cliquet Academiejaar 2013 – 2014

Transcript of Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de...

Page 1: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

 

 

 

 

 

 

UNIVERSITEIT ANTWERPEN – 

FACULTEIT TOEGEPASTE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN 

UNIVERSITEIT GENT – 

FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID 

 

 

Oorlogsmisdaden op zee: 

Over oorlogszones, zeemijnen en verraad, en het 

gebrek aan regelgevende houvast 

 

Student: Stephanie Plasschaert 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verhandeling voorgedragen tot het bekomen van de graad van: 

 

Master in de MaritiemeWetenschappen

Promotor:

Prof.dr. E. Somers 

 

Commissaris: Prof. Dr. A. Cliquet 

Academiejaar 2013 – 2014 

Page 2: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Page 3: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  3

 

 

  

 

 

 

  

 

Page 4: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  4

Woord vooraf  

Na een boeiende carrière als studente aan de Rechtsfaculteit, kwam  ik  tot het besluit om 

mijn  academische  horizonten  te  verbreden,  en  de  stoffige wetboeken  een  jaartje  of wat 

achter  mij  te  laten.  Een  Manama  opleiding  Maritieme  Wetenschappen  zou  mij  beslist 

aanmoedigen om iets meer uit mijn juridische schulp te kruipen, en zou mijn geest prikkelen 

met  niet  alleen  de  economische  facetten,  maar  zelfs  met  enkele  technologische 

opleidingsonderdelen,  passend  in  de  bedrijfswereld.  En  of  ik  geprikkeld  werd:  al  gauw 

diende ik toe te geven dat zo’n lange rechtenopleiding mij ‘gevormd’ had. Niet alleen is het 

onwennig gebleken om na het bestuderen van al die juridische gebieden, plots te duiken in 

een volledig nieuw avontuur, maar ook voelde ik mij, zonder het zelf beseft te hebben, nog 

steeds  het meeste  thuis  in  de  juridische  wereld.  Ik maakte  dan  ook  de  keuze  om  een 

Masterproef te schrijven, die zich situeert in het juridische kader. 

Desalniettemin heeft de  keuze  voor deze opleiding   mijn bruisende  zin  in avontuur enkel 

doen  toenemen. En welk avontuur spreekt meer  tot de verbeelding dan het zeeavontuur? 

Deze Masterproef  wordt  dan  ook  een  verhaal  dat  terugblikt  op  oorlogsvoering  ter  zee 

tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Dodelijke onderzeeërs, een uitgebreid arsenaal 

aan zeemijnen, slinkse vermomde koopvaardijschepen en valselijk aangewende vlaggen en 

camouflagetechnieken zullen in deze verhandeling de revue passeren. 

Maar vooraleer dit onderzoek van wal steekt, zou ik graag enkele personen bedanken. Mijn 

oprechte dank gaat uit aan Prof. Dr. Somers, in het bijzonder voor het vrijmaken van tijd en 

de  vriendelijke  goede  raad  die  ik  gekregen  heb.  Ook mijn  altijd  opbeurende  vriend  en 

steunende familie bedank ik graag bij deze. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Page 5: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  5

 

1. Inhoudstafel 

 

Woord vooraf .......................................................................................................................... 4 

1. Inhoudstafel ........................................................................................................................ 5 

2. Inleiding ............................................................................................................................ 10 

3. Bronnenmateriaal ........................................................................................................... 12 

4. Uiteenzetting onderzoeksvraag ................................................................................... 13 

Hoofdstuk I. Inleidend kader van de problematiek ...................................................... 15 I.1. Algemeen overzicht van de regelgeving betreffende het maritieme oorlogsrecht ... 15 I.1.A. Beknopt overzicht van het maritieme oorlogsrecht van de negentiende eeuw tot 

nu ................................................................................................................................................................ 15 I.1.A.1. Negentiende eeuw tot de Eerste Wereldoorlog ........................................................................ 15 I.1.A.2. De Eerste Wereldoorlog tot en met de Tweede Wereldoorlog ........................................... 16 I.1.A.3. Regelgeving sinds de Tweede Wereldoorlog .............................................................................. 16 

I.1.B. Weergave van de voor dit onderzoek meest gehanteerde regelgeving omtrent 

maritiem oorlogsrecht.......................................................................................................................... 17 I.2. Het ontbreken van regelgeving, een trend? ...................................................................... 18 Besluit .............................................................................................................................................. 21 

Hoofdstuk II. Toepassingsgebied van het maritieme oorlogsrecht ............................ 22 II.1. Toepassingsveld: actoren van internationale gewapende conflicten ......................... 22 II.1.A. Actoren ......................................................................................................................................... 22 II.1.B. Gewettigde doelwitten ............................................................................................................ 23 

Besluit ................................................................................................................................................................. 24 II.2. Wat is het toegestane strijdtoneel voor maritieme oorlogsvoering? .......................... 24 II.2.A. Het Continentaal Plateau ........................................................................................................ 24 

II.2.A.1. Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake het continentale plateau ........................ 25 II.2.A.2. Militaire activiteiten op het continentaal plateau ................................................................... 25 

II.2.B. Exclusieve Economische Zone ............................................................................................... 25 II.2.C. Internationale zeestraten ....................................................................................................... 26 

II.2.C.1. Recht op doorgang in vredestijd ..................................................................................................... 26 II.2.C.2. Recht op doorgang in oorlogstijd ................................................................................................... 26 

Kuststaat is een neutrale staat ................................................................................................................... 26 Kuststaat is een belligerente partij ........................................................................................................... 27 

II.2.D. Volle zee ....................................................................................................................................... 27 Besluit ................................................................................................................................................................. 28 

II.3. Rol van represaillemaatregelen .......................................................................................... 28 II.3.A. Definitie van represaillemaatregelen.................................................................................. 28 

II.3.A.1. Noodzakelijkheid .................................................................................................................................. 29 II.3.A.2. Problematiek van de rechten van neutrale partijen ............................................................... 29 

Page 6: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  6

II.3.A.3. Welke daden zijn toegestane represaillemaatregelen? ......................................................... 30 II.3.A.4. Represaillemaatregelen met gevolgen voor de rechten van neutrale partijen ............. 30 

Besluit ................................................................................................................................................................. 31 Besluit .............................................................................................................................................. 32 

Hoofdstuk III. Oorlogsmisdaden op zee .......................................................................... 33 Inleiding ........................................................................................................................................... 33 III.1. Wat zijn oorlogsmisdaden op zee?.................................................................................... 33 III.1.A. Definitie van oorlogsmisdaden op zee .............................................................................. 33 III.1.B. Categorieën van oorlogsmisdaden op zee ....................................................................... 34 

III.1.B.1. Onbetwiste oorlogsmisdaden op zee .......................................................................................... 35 III.1.B.2. Betwiste oorlogsmisdaden op zee ................................................................................................ 35 III.1.B.3. Keuze voor te bespreken oorlogsmisdaden in dit onderzoek ............................................. 35 

Besluit ................................................................................................................................................................. 36 III.2. De wettigheid van oorlogszones ........................................................................................ 37 III.2.A. Inleiding ....................................................................................................................................... 37 III.2.B. Definitie ....................................................................................................................................... 38 III.2.C. Bespreking van de evolutie van het concept oorlogszone .......................................... 39 

III.2.C.1. De fase voor de Eerste Wereldoorlog ......................................................................................... 39 III.2.C.2. De Eerste Wereldoorlog ................................................................................................................... 39 

Gevarenzones ................................................................................................................................................... 39 Free fire zones .................................................................................................................................................. 40 Intrieste hoogtepunt: het zinken van de Lusitania ............................................................................. 41 Beschouwing .................................................................................................................................................... 41 Juridische argumentatie van de wettigheid van de oorlogszones ................................................ 42 

III.2.C.3. De Spaanse Burgeroorlog en de Overeenkomst van Nyon van 1937 ............................... 42 III.2.C.4. De Tweede Wereldoorlog ................................................................................................................ 43 

En Duitsland verandert haar attitude... of toch niet? ........................................................................ 43 Terug bij af: Duitse gevarenzones woekeren opnieuw ..................................................................... 44 Juridische argumentatie ............................................................................................................................... 44 De processen van Neurenberg ................................................................................................................... 44 

III.2.D. Het zoeken van een juridische grond ................................................................................ 46 Blokkades en oorlogszones? ....................................................................................................................... 46 Redelijkheid en oorlogszones? ................................................................................................................... 46 Besluit ................................................................................................................................................................. 46 

III.3. Oorlogsvoering met mijnen en de ongebreidelde duikbotenoorlog .......................... 48 III.3.A. Inleiding ....................................................................................................................................... 48 

III.3.A.1 De effectiviteit van mijnen: goedkoop en zeer betrouwbaar .............................................. 48 III.3.A.2. Technische zaken ................................................................................................................................ 49 

III.3.B. Bespreking van duikboten en zeemijnen doorheen de geschiedenis ..................... 50 III.3.B.1. Duikboten en zeemijnen voor de Eerste Wereldoorlog ........................................................ 50 III.3.B.2.  Duikboten en zeemijnen tijdens de Eerste Wereldoorlog .................................................. 51 

Toenmalige visie van de rechtsleer .......................................................................................................... 51 Duikboten en zeemijnen in de totale oorlog ........................................................................................ 52 

III.3.B.3. Duikboten en mijnen tijdens de Tweede Wereldoorlog ....................................................... 53 Duitsland laat zich verleiden tot een ongebreidelde duikbotenoorlog ....................................... 53 Britse passagiersschip Athenia doet gemoederen hoog oplaaien ................................................ 55 

Page 7: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  7

Het doen zinken van koopvaardijschepen en hospitaalschepen en het vermoorden van de 

drenkelingen door de Japanse marine .................................................................................................... 55 Van populair technisch hoogstandje tot achterophinkend oorlogsschip ................................... 56 Wettigheid van de duikbotenoorlog? ...................................................................................................... 57 

III.3.C. Beschouwing .............................................................................................................................. 57 III.3.C.1. Militaire noodzakelijkheid en humaniteit .................................................................................. 57 III.3.C.2. Het onderscheid tussen neutralen en belligerenten .............................................................. 58 

III.3.D. De Corfu Channel Case ........................................................................................................... 58 Besluit ................................................................................................................................................................. 59 

III.4. Over listen en verraad ......................................................................................................... 60 III.4.A. Inleiding ....................................................................................................................................... 60 

III.4.A.1. Definitie .................................................................................................................................................. 60 III.4.A.2. Onderscheid tussen listen en verraderlijke daden ................................................................. 61 III.4.A.3. Overzicht van veelgebruikte misleidingstechnieken en perfide daden........................... 61 

Het gebruik van beschermende symbolen, signalen en insignes .................................................. 61 Misbruik van het beschermde burgerstatuut ....................................................................................... 62 Het gebruik van valse vlaggen .................................................................................................................... 62 Misleidende verlichting ................................................................................................................................ 63 

III.4.B. Overzicht van het gebruik van listen en perfide daden tijdens de wereldoorlogen

 ..................................................................................................................................................................... 64 III.4.B.1. Oorlogsschepen vermomd als koopvaardijschepen ............................................................... 64 III.4.B.2. Bewapende koopvaardijschepen en ‘offensieve verdediging’ ........................................... 64 III.4.B.3. Het valselijk aanwenden van andermans vlag .......................................................................... 65 III.4.B.4 Misleidende verftechnieken: optische illusie en camoufflagetactieken .......................... 65 

Besluit ................................................................................................................................................................. 66 Besluit .............................................................................................................................................. 66 

Hoofdstuk IV. Het internationaal regelgevend kader voor oorlogsmisdaden op zee

 ................................................................................................................................................ 68 IV.1. Inleiding ................................................................................................................................. 68 IV.2. Bespreking van internationale regelgeving ..................................................................... 69 IV.2.A. Verklaring houdende zekere bepalingen van het zeerecht in tijd van oorlog van 

16 april 1856 ............................................................................................................................................ 69 Einde aan de kaapvaart ................................................................................................................................ 69 Internationaal gewoonterecht ................................................................................................................... 69 

IV.2.B. Verdragen van den Haag ....................................................................................................... 69 IV.2.B.1. Inleiding ................................................................................................................................................. 69 IV.2.B.2. Bespreking............................................................................................................................................. 70 

Oorlogsdoelwitten .......................................................................................................................................... 70 Listen en perfide handelingen .................................................................................................................... 70 

IV.2.C. Verdrag van den Haag (VII) nopens de verandering van koopvaardijschepen in 

oorlogsschepen ...................................................................................................................................... 71 IV.2.C.1. Bespreking ............................................................................................................................................. 71 IV.2.C.2. Besluit ..................................................................................................................................................... 71 

IV.2.D. Verdrag van den Haag (VIII) van 18 oktober 1907 nopens het stellen van 

zelfwerkende onderzeese contactmijnen. ..................................................................................... 72 IV.2.D.1. Inleiding ................................................................................................................................................. 72 IV.2.D.2. Bespreking ............................................................................................................................................ 72 

Page 8: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  8

Enkel van toepassing op automatische contactmijnen? ................................................................... 73 IV.2.D.3. Besluit ..................................................................................................................................................... 74 

Bedroevende meerwaarde van het Verdrag (VIII) .............................................................................. 74 IV.2.E. Verklaring van Londen van 1909 betreffende het zeeoorlogsrecht ........................ 75 

Valselijk gebruik van neutrale vlag ........................................................................................................... 75 IV.2.F. Oxford Manual van 1913........................................................................................................ 76 

IV.2.F.1. Inleiding .................................................................................................................................................. 76 IV.2.F.2. Bespreking ............................................................................................................................................. 76 

Listen en perfide handelingen .................................................................................................................... 76 IV.2.F.3. Besluit ..................................................................................................................................................... 76 

IV.2.G. Vredesconferentie van Parijs van 1919 ............................................................................ 77 Onenigheid over duikboten ........................................................................................................................ 77 

IV.2.H. De Conferentie van Washington van 1922 ...................................................................... 77 Regulering van duikboten ............................................................................................................................ 77 

IV.2.I. De Vlootconferentie van Genève van 1927 ...................................................................... 78 En nogmaals een gefaalde poging: regulering van duikboten ........................................................ 78 

IV.2.J. Verdrag van Londen van 1930, inzake de limitatie van maritieme bewapening en 

het Protocol van Londen van 1936 .................................................................................................. 78 IV.2.J.1. Inleiding ................................................................................................................................................... 78 IV.2.J.2. Bespreking .............................................................................................................................................. 78 

Nood aan definiëring: wat is een koopvaardijschip? ......................................................................... 79 IV.2.K. Verdrag van Nyon van 14 september 1937 ..................................................................... 80 

Over duikboten en piraterij ......................................................................................................................... 80 IV.2.L. Eerste Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 augustus 1949 

inzake de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten ....... 80 IV.2.L.1. Inleiding .................................................................................................................................................. 80 IV.2.L.2. Bespreking ............................................................................................................................................. 81 

Algemeen ........................................................................................................................................................... 81 Principe van onderscheiding en de bescherming van de burgerbevolking ................................ 81 Algemene regels betreffende wapens en methodes van oorlogsvoering .................................. 81 Perfide handelingen en oorlogslisten ...................................................................................................... 82 

IV.2.L.3. Besluit ...................................................................................................................................................... 83 IV.2.M. Seabed Arms Control Verdrag van 11 februari 1971 .................................................. 84 

Verbod op nucleaire wapens versus zeemijnen? ................................................................................ 84 IV.2.N. Tweede Protocol bij het Verdrag van 1980 inzake bepaalde conventionele 

wapens ...................................................................................................................................................... 84 IV.2.O. VN‐Zeerechtverdrag van 1982 ............................................................................................ 84 

Oorlogszones .................................................................................................................................................... 84 IV.2.P. San Remo Manual van 1994 over gewapende conflicten op zee ............................. 85 

IV.2.P.1. Inleiding .................................................................................................................................................. 85 IV.2.P.2. Bespreking ............................................................................................................................................. 85 

Koopvaardijschepen ...................................................................................................................................... 85 Oorlogszones .................................................................................................................................................... 86 Targeting ............................................................................................................................................................ 86 Het gebruik van zeemijnen .......................................................................................................................... 86 Listen en verraad............................................................................................................................................. 89 

IV.2.Q. Nicaragua case .......................................................................................................................... 90 Besluit .............................................................................................................................................. 90 

Page 9: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  9

Hoofdstuk VI. Beschouwingen voor de toekomst ......................................................... 92 VI.I. Inleiding ................................................................................................................................... 92 VI.2. Bespreking ............................................................................................................................. 92 VI.2.A. Algemene beschouwingen met betrekking tot toekomstige maritieme 

oorlogsregelgeving ................................................................................................................................ 92 VI.2.A.1. Het bestaande regelgevend kader behouden? ....................................................................... 93 VI.2.A.2. Of... van nul beginnen? .................................................................................................................... 93 VI.2.A.3. Het probleem van de innovatie ..................................................................................................... 94 VI.2.A.4. Het maritieme oorlogsrecht, een alleenstaande rechtstak? .............................................. 95 VI.2.A.5. Enkele onopgeloste zaken ............................................................................................................... 96 

VI.2.B. Toekomstige regelgeving inzake oorlogszones .............................................................. 96 VI.2.B.1. Aftandse regelgeving uit vervolgen tijden voor een steeds evoluerend concept ....... 96 IV.2.B.2. Discriminerende wapens versus toename van de potentiële doelwitten ..................... 97 IV.2.B.3. Oorlogszones: reguleren of verbieden? ..................................................................................... 97 

VI.2.C. Toekomstige regelgeving met betrekking tot duikboten en zeemijnen ................ 98 VI.2.C.1. Zeemijnen: reguleren of verbieden? ........................................................................................... 98 VI.2.C.2. Implicaties voor het mariene milieu ............................................................................................ 99 VI.2.C.3. Geavanceerde wapens met lange afstandsmogelijkheden ................................................. 99 

VI.2.D. Toekomstige regelgeving met betrekking tot oorlogslisten en perfide 

handelingen ........................................................................................................................................... 100 VI.2.D.1. Elektronische tijdperk: nieuwe bijkomende problemen .................................................... 100 

Besluit ........................................................................................................................................... 103 

5. Algemeen besluit .......................................................................................................... 104 

6. Bibliografie ..................................................................................................................... 106 

I. Internationale regelgeving en soft law ...................................................................... 106 

II. Rechtspraak ................................................................................................................... 107 

III. Rechtsleer ..................................................................................................................... 107 A. Gedrukte bronnen ................................................................................................................. 107 Boeken ..................................................................................................................................................... 107 

Verzamelwerken ................................................................................................................................................. 108 Tijdschriften ........................................................................................................................................... 108 

B. Online bronnen ...................................................................................................................... 111 

 

 

 

 

 

 

Page 10: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  10

 

 

2. Inleiding  

Het maritieme oorlogsrecht  is bijna  integraal gevestigd ten tijde van de eeuwwisseling van 

de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag 

de dag zijn het vooral het internationale gebruiken en gewoonterecht die de plak zwaaien.2 

Voorbeelden hiervan zijn onder andere de Verklaring van Londen van 1909 en het Protocol 

van  Londen  van  1936.3  De  grootste  wijzigingen  in  de  regelgeving  zijn  er  gekomen  door 

enorme veranderingen in de wijze van oorlogsvoering.4  

Desondanks  het  veelvuldig  voorkomen  van  internationale  gewapende  conflicten  na  de 

Tweede Wereldoorlog, wordt slechts een zeer klein gedeelte hiervan uitgevochten op zee.5 

De  rechtsleer  lijkt  het  er  over  eens  te  zijn  dat  de  bestaande  internationale  regelgeving 

betreffende het maritieme oorlogsrecht niet in overeenstemming is met het gewoonterecht 

en  de  gevestigde  statenpraktijken.6  De  hedendaagse maritieme  oorlogsvoering  is  enorm 

veranderd en geëvolueerd buiten het  regelgevend kader van de Verdragen van den Haag 

om.7 

Gezien  de  enorme  veranderingen  op  het  vlak  van  maritieme  oorlogsvoering,  is  nieuwe 

regelgeving dan ook noodzakelijk. Na de Tweede Wereldoorlog behandelt de Conventie van 

Genève  II  van  1949  de  humanitaire  aspecten  van  het  maritieme  oorlogsrecht,  maar 

eigenlijke regels over het voeren van oorlog komen niet aan bod.8 Het valt niet te ontkennen 

dat moderne  regelgeving  vooral  betrekking  heeft  op  het  vreedzaam  gebruik  van  de  zee, 

terwijl vernieuwingen op het vlak van het maritieme oorlogsrecht achterblijven.9  

Oorlogsvoering de dag  van  vandaag  verschilt  enorm  van oorlogsvoering  tijdens de  eerste 

helft  van  de  twintigste  eeuw,  en  gebeurt  aan  de  hand  van  supersonische  vliegtuigen, 

hightech onderzeeërs, hypermoderne raketten, verfijnde radartechnologie en hoogstaande 

IT.10 Wat niet geëvolueerd is, is het belang van staten bij deze oorlogsvoering: controle over 

                                                             1 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, a collection of agreements and documents with commentaries, Dordrecht, Martinus Nijhoff Publishers, 1988, 1, (hierna: N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare). 

2 J. ROACH, “The law of naval warfare at the turn of two centuries”, American Journal of International Law 2000, 64, (hierna: J. ROACH, The law of naval warfare). 3 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 1. 

4 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 64. 5 W. FENRICK, “Legal aspects of targeting in the law of naval warfare”, Canadian Yearbook of International Law 1991, 255. 6 X, "Developments in the law of naval warfare: custom of codification", Proceedings of the American Society for International Law (USA) 1989, 147 (hierna X, "Developments"). 7 X, "Developments", supra noot 6, 147. 8 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 1. 

9 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 3. 10 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 64. 

Page 11: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  11

de  zee,  en  er  voor  zorgen  dat  de  vijand  deze  niet  heeft,  waarbij  zowel  politieke  als 

economische  tactieken  aangewend worden.11 Het  spreekt  voor  zich  dat  een  regelgevend 

kader om alles in goede banen te leiden, essentieel is. 

Er  is  echter  sprake  van  een  algemene  tendens  in  de  literatuur  om  het  maritieme 

oorlogsrecht  in  grote mate  te  negeren.12  Aan  de  grondslag  hiervan,  liggen  verscheidene 

motieven. Op deze motieven wordt verder in deze Masterproef ingegaan. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                             11 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 64. 12 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 1. 

Page 12: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  12

 

3. Bronnenmateriaal 

 

Het bronnenmateriaal van deze Masterproef bestaat uit verscheidene elementen.  

Als  basis  heb  ik  mij  gericht  tot  verschillende  boekwerken,  die  de  materie  van  de 

oorlogsmisdaden  op  zee  enerzijds,  en  het  maritieme  oorlogsrecht  anderzijds,  ruim 

bespreken. De werken  van de  auteurs Ronzitti  (‘The  law of naval warfare, a  collection of 

agreements and documents with commentaries’) en Politakis (‘Modern aspects of the laws of 

naval warfare and maritime neutrality’) vormen de belangrijkste werken in deze categorie. 

Aangezien het aantal uitgebreide boeken omtrent de problematiek eerder schaars is, heb ik 

mij  vervolgens  gebaseerd  op  verschillende  artikelen,  over  de  specifieke  onderwerpen  en 

deelhoofdstukken  van  dit  onderwerp.  Ik  ben  hier  in  selectief  geweest,  en  heb  vooral  de 

artikelen over de hier besproken oorlogsmisdaden in de Eerste en Tweede wereldoorlog, en 

het gebrek aan desbetreffende  regelgeving, gehanteerd. Ook artikelen met verwachtingen 

naar de toekomst toe, zijn zeer behulpzaam gebleken. 

Een groot deel uit deze Masterproef bestaat uit de bespreking van de verdragsteksten van 

het maritieme  oorlogsrecht.  Bijgevolg  komen  ook  deze  teksten  als  rechtsbron  aan  bod. 

Tevens  doe  ik  een  beroep  op  enkele  belangrijke  en  toonaangevende  casussen  uit  de 

internationale rechtspraak. 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Page 13: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  13

 

4. Uiteenzetting onderzoeksvraag  

De rol van het maritieme aspect inzake oorlog is niet te onderschatten. Leiderschap over de 

zee brengt historisch gezien vaak leiderschap over het land teweeg.13 Vandaag de dag is dit 

nog steeds het geval. Het enorme belang van het maritieme aspect van de wereldeconomie 

wordt  als  een  onomkeerbaar  gegeven  geacht.14  Toch  kan  men  niet  ontkennen  dat  het 

hedendaagse maritieme oorlogsrecht oubollig is, en niet up to date, rekening houdend met 

de  trend  van modernisering  inzake  oorlogsvoering  en wapens.  Bovendien wordt  er  in  de 

literatuur opvallend weinig aandacht besteed aan het oorlogsrecht op zee. 

Hoewel  de  maritieme  oorlogsvoering  tijdens  de  Eerste  Wereldoorlog  zich  voornamelijk 

voltrekt op basis van  internationale gebruiken en gewoontes, en de oorlogsvoering ter zee 

gedurende de Tweede Wereldoorlog zich ook baseert op verdragsrechtelijke regelgeving, is 

er een zeker continuïteit merkbaar doorheen deze periodes.15 Beide wereldoorlogen hebben 

de  wijzen  van  oorlogsvoering  volledig  veranderd,  waardoor  het  maritieme  oorlogsrecht 

achterop hinkt.16  

Deze  Masterproef  heeft  als  opzet  om  stil  te  staan  bij  het  fenomeen  van  maritieme 

oorlogsmisdaden en het niet bestaan van bevredigende regelgeving. Aangezien vandaag de 

dag  nog  steeds  gewerkt  wordt met  regelgeving  die  teruggaat  tot  de  Eerste  en  Tweede 

Wereldoorlog,  zal  dit werkstuk  voornamelijk  de  focus  leggen  op  de  oorlogsmisdaden  die 

gepleegd  zijn  tijdens  deze  periodes,  aangezien  de  gepleegde  oorlogsmisdaden  een 

illustratieve  graadmeter  zijn  van  de  staat  van  deze  regelgeving.  Bovendien  zijn  het  deze 

praktijken  ten  tijde  van  de  Eerste  en  Tweede Wereldoorlog,  die  er mede  voor  hebben 

gezorgd dat de internationale visie op de bestaande regelgeving voorgoed gewijzigd wordt. 

Ook hier wordt ruimschoots aandacht aan besteed. De daden en houding van staten in deze 

periode  levert  immers  tal  van  lessen  op,  met  het  oog  op  toekomstige  regelgevende 

initiatieven.  Aangezien deze Masterproef slechts een geringe lengte heeft, in verhouding tot 

de  aanzienlijke  lijst  van  potentiële  oorlogsmisdaden,  wordt  er  voor  gekozen  om  zich  te 

beperken tot enkele in het oog springende rechtsschendingen. Deze keuze berust louter op 

subjectieve  redenen. Omwille  van  dezelfde  redenen  richt  dit  onderzoek  zich  zo  goed  als 

uitsluitend op oorlogsmisdaden gepleegd door de Westerse mogendheden. Ter volledigheid 

en ter illustratie worden toch enkele voorbeelden van oorlogsmisdaden begaan door andere 

mogendheden aangehaald.  

Vervolgens  worden  deze  oorlogsmisdaden  bekeken  in  verhouding  tot  het  bestaande 

regelgevend  kader.  Aangezien  dit  onderzoek  zich  zal  focussen  op  drie  kernonderwerpen, 

wordt er voor gekozen om eerst de praktijk te bespreken, en daarna pas de regelgeving.  

                                                             13 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 1. 14 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 1. 15 S. MALLISON en T. MALLISON, “The naval practices of belligerents in World War II: Legal criteria and development”, International Law Studies 1993, 87. 16 C.  WEISS, “Problems of submarine warfare under international law”, Intramural Law Review of New York University 1967, 136, (hierna: C. WEISS, Problems). 

Page 14: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  14

Hierna  staan  we  stil  bij  lessen  voor  de  toekomst,  rekening  houdend  met  de  steeds 

evoluerende ontwikkelingen op het vlak van oorlogsvoering. Bovendien wordt onderzocht 

welke factoren de verdere ontwikkeling van de regelgeving belemmeren. 

 

Ten slotte ronden we af met een besluit. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Page 15: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  15

Hoofdstuk I. Inleidend kader van de problematiek  

In  dit  onderdeel  van  deze  Masterproef  wordt  een  inleidend  kader  voor  het  verdere 

onderzoek  geboden. De werkwijze  luidt  als  volgt. We  gaan  van  start met  een  schetsend  

overzicht van de ontwikkeling van het maritieme oorlogsrecht. Hierna wordt uitgewijd over 

het  feit  waarom  er  in  het  hedendaagse  recht  weinig  aandacht  wordt  besteed  aan  het 

maritieme oorlogsrecht. Vervolgens staan we stil bij de invloed van de Eerste Wereldoorlog 

en de Tweede Wereldoorlog op de ontwikkeling van de bronnen van het oorlogsrecht op 

zee. Tevens bespreken we kort de invloed van het Handvest van de Verenigde Naties op de 

gelding van het maritieme oorlogsrecht. Tenslotte werpen we een blik op de grote  invloed 

van de technologische vooruitgang inzake oorlogsvoering. 

De bewuste keuze wordt gemaakt om de eigenlijke regels uit de  internationale regelgeving 

in een ander hoofdstuk  te bespreken. Het overzicht dat hier geboden wordt,  functioneert 

louter als  schets van het kader van de problematiek. Toch worden de bronnen  reeds hier 

vermeld, aangezien er in de volgende hoofdstukken veelvuldig naar wordt verwezen. 

 

I.1. Algemeen overzicht van de regelgeving betreffende het maritieme 

oorlogsrecht   

In  dit  deelhoofdstuk  wordt  het  ontstaan  van  de  regelgeving  inzake  het  maritieme 

oorlogsrecht nader bekeken, om de  lezer alvast van een algemeen kader  te voorzien. We 

gaan van start met een zeer summiere schets van het oorlogsrecht op zee van het einde van 

de negentiende eeuw tot en met hedendaagse tijden. De beknoptheid van deze bespreking 

is  gelegen  aan  het  feit  dat  deze  bronnen  op  zich  uitgebreid  zullen  besproken worden  in 

volgende hoofdstukken.  

Vervolgens  wordt  er  een  overzicht  geboden  van  de  meest  essentiële  bronnen  van  het 

maritieme oorlogsrecht voor dit onderzoek.  

 

I.1.A.  Beknopt  overzicht  van  het  maritieme  oorlogsrecht  van  de 

negentiende eeuw tot nu 

I.1.A.1. Negentiende eeuw tot de Eerste Wereldoorlog 

 

In deze periode  is het niet eenvoudig om te bepalen waar het oorlogsrecht te  land eindigt, 

en waar het maritieme oorlogsrecht aanvangt.17 

                                                             17 M. HUDSON, “Seizures in land and naval warfare distinguished”, American Journal of International Law  1922, 375, (hierna: M. HUDSON, Seizures). 

Page 16: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  16

In 1856 ontstaat de Verklaring van Parijs, die het verbiedt om vijandelijke goederen – met 

uitsluiting van smokkelwaar – op neutrale schepen  in beslag te nemen.18 Kaperstechnieken 

worden aan banden gelegd. De Verklaring wordt door de meeste van de belangrijke staten 

op maritiem vlak toegetreden.19 

Het Verdrag van den Haag  (III) van 1899 bepaalt dat de beginselen van de Conventie van 

Genève  van  1864  van  toepassing  zijn  op  het  maritieme  oorlogsrecht.  Verder  houdt  de 

Haagse  Vredesconferentie  van  1899  zich  weinig  bezig met  het  oorlogsrecht  ter  zee.  De 

Verdragen van den Haag van 1907 hebben meer relevantie voor het maritieme oorlogsrecht. 

 

I.1.A.2. De Eerste Wereldoorlog tot en met de Tweede Wereldoorlog 

 

Op  het  vlak  van  de  maritieme  oorlogsregelgeving,  zijn  de  grootste  inspanningen  reeds 

geschied  voor  deze  periode.  Toch  ontstaan  er  enkele  bronnen  die  in  het  kader  van  dit 

onderzoek  relevant  zijn.  Deze  regelgeving  ontstaat  vooral  naar  aanleiding  van  de  grove 

rechtsschendingen van de belligerenten tijdens de Eerste Wereldoorlog. 

Voorbeelden hiervan luiden het Verdrag van Londen van 1930, inzake de limitatie van 

maritieme bewapening en het Protocol van Londen van 1936, inzake de duikbotenoorlog. 

Ook het Verdrag van Nyon van 1937, naar aanleiding van aanvallen door duikboten gepleegd 

op niet‐strijders, is een voorbeeld. 

 

I.1.A.3. Regelgeving sinds de Tweede Wereldoorlog 

 

Na de Tweede Wereldoorlog wordt er bitter weinig regelgeving omtrent het maritieme 

oorlogsrecht ontwikkeld. De aandacht van staten en internationale organisaties gaat uit naar 

andere domeinen van het internationaal recht. Wel ontstaan er enkele verdragen die, al dan 

niet rechtstreeks, weerslag hebben op één of meerdere facetten van het maritieme 

oorlogsrecht, zoals bijvoorbeeld het Seabed Arms Control Verdrag van 11 februari 1971. De 

belangrijkste verwezenlijking voor het maritieme oorlogsrecht, is de San Remo Manual van 

1994. 

 

 

 

 

                                                             18 A. NUSSBAUM, A concise history, supra noot 18, 186. 19 A. NUSSBAUM, A concise history, supra noot 18, 186. 

Page 17: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  17

I.1.B.  Weergave  van  de  voor  dit  onderzoek  meest  gehanteerde 

regelgeving omtrent maritiem oorlogsrecht  

De bronnen op welke deze Masterproef zich baseert zijn de volgende. Voor de vlotheid van 

dit werkstuk wordt er voor de meest gebruikte verdragen voor gekozen om met afkortingen 

te werken, zoals die hier worden weergegeven. 

 

Aanvullend  Protocol  bij  de  Conventies  van  Genève  van  12  augustus  1949  inzake  de 

bescherming van  slachtoffers van  internationale gewapende conflicten  (Protocol  I), hierna 

genoemd: Eerste Aanvullend Protocol. 

Verklaring houdende zekere bepalingen van het zeerecht in tijd van oorlog van 16 april 1856, 

hierna genoemd: Verklaring van Parijs van 1856. 

Verdrag van den Haag  (IV) nopens de wetten en gebruiken van de oorlog  te  land, hierna 

genoemd: Verdrag van den Haag (IV). 

Verdrag  van  den  Haag  (VII)  nopens  de  verandering  van  koopvaardijschepen  in 

oorlogsschepen, hierna genoemd: Verdrag van den Haag (VII). 

Verdrag  van  den  Haag  (VIII)  van  18  oktober  1907  nopens  het  stellen  van  zelfwerkende 

onderzeese contactmijnen, hierna genoemd: Verdrag van den Haag (VIII). 

Verdrag van den Haag  (X) van 18 oktober 1907 voor de  toepassing op den  zeeoorlog der 

beginselen van het Verdrag van Genève, hierna genoemd: Verdrag van den Haag (X).20 

 

Oxford  Manual  van  9  augustus  1913  betreffende  het  maritieme  oorlogsrecht,  hierna 

genoemd: Oxford Manual. 

Vredesconferentie van Parijs van 1919. 

 

Verdrag van Washington van 1922. 

Vlootconferentie van Genève van 1927. 

Verdrag  van  Londen  van  1930,  inzake  de  limitatie  van  maritieme  bewapening,  hierna 

genoemd: Verdrag van Londen van 1930. 

Verdrag  van  Londen  van  1936,  inzake  de  limitatie  van  maritieme  bewapening,  hierna 

genoemd: Protocol van Londen. 

Verdrag van Nyon van 14 september 1937, hierna genoemd: Verdrag van Nyon. 

Handvest van de Verenigde Naties van 1945, hierna genoemd: VN Handvest. 

                                                             20 Dit verdrag vervangt het Verdrag van den Haag (III) van 1899 nopens de toepassing op de zeeoorlog van de beginselen van de Conventie van Genève van 22 augustus 1864. 

Page 18: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  18

Verdrag van Genève van 12 augustus 1949 voor de verbetering van het  lot der gewonden, 

zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee.  

Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake de volle zee. 

Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake de territoriale zee en de aansluitende zone. 

Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake het continentale plateau. 

Verdrag van 11 februari 1971 inzake het verbod op de plaatsing van kernwapens op of onder 

de zeebodem. 

VN‐zeerechtverdrag van 10 december 1982, hierna genoemd: Zeerechtverdrag. 

San  Remo  Manual  van  12  juni  1994  inzake  het  internationaal  toepasbare  recht  op gewapende conflicten op zee, hierna: San Remo Manual. 

 

I.2. Het ontbreken van regelgeving, een trend?  

Ronzitti omschrijft de situatie van het maritieme oorlogsrecht alsof het  ‘vervloekt  is om  in 

een  regelgevend  vacuüm werkzaam  te  zijn’.21 Het  grote  gebrek  aan  codificaties  is  echter 

geen inherente eigenschap van de rechtstak.22 Er liggen zowel systematische moeilijkheden 

als  politieke  onwil  aan  de  basis  van  dit  probleem.23 Door  de  jaren  heen  is  gebleken  dat 

wereldleiders liever het recht vervormen door een beroep te doen op unilaterale praktijken, 

in plaats  van de  schouders  te  zetten onder  internationale onderhandelingen.24 Het wordt 

vaak  eenvoudiger  geacht  om  nationale  belangen  te  beschermen  aan  de  hand  van  een 

eenzijdige  ‘manual’, dan om  te werk  te  gaan  via  internationale  fora, waar  compromissen 

sluiten  een  noodzakelijk  kwaad  is.25  Lange  tijd  ligt  de  focus  op  het  uitbouwen  van  de 

regelgeving  rond  het  vreedzaam  gebruik  van  de  zee:  er  is meer  interesse  gebleken  voor 

onderwerpen als milieubescherming, dan het oppoetsen van de stoffige Verdragen van den 

Haag rond maritiem oorlogsrecht.26 

Verscheidene auteurs zijn van mening dat de internationale rechtsorde niet rijp is voor een 

nieuwe  ellenlange  ronde  aan  de  tafel,  om  moderne  maritieme  oorlogsregelgeving  te 

bespreken.27 Liever zou de rechtsleer bepaalde pijnpunten van het maritieme oorlogsrecht 

aanpakken,  in  plaats  van  een  nieuwe  jarendurende  conferentie  te  houden.28  Bovendien 

                                                             21 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 8. 22 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 9. 23 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 9. 24 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 9. 25 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 9. 26 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 9. 27 H. ROBERTSON, “New technologies and armed conflicts at sea”, Syracuse Journal of International Law and Commerce 1988, 711 en 715, (hierna: H. ROBERTSON, New technologies). 28 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 711. 

Page 19: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  19

zouden staten bepaalde wapenpraktijken toch toelaten, hoewel de letter van de regelgeving 

iets anders dicteert, aldus sommigen.29 

De trend van onwil tussen de mogelijke initiatiefnemers om zich in te zetten voor recente en 

hedendaagse maritieme oorlogsregelgeving, zet zich vandaag de dag nog steeds verder, met 

als bewijs het gebrek aan hedendaagse verdragen. 

 

 

I. 3. Invloed van WOI en WOII op de rechtsbronnen 

Met  het  uitbreken  van  de  Eerste Wereldoorlog  is  de  toon  van  de  ontwikkeling  van  het 

maritieme  oorlogsrecht  gezet.  De  Haagse  Vredesconferentie  van  1907  uit  als  wens  dat 

toekomstige juristen zich zullen buigen over de regelgeving omtrent het oorlogsrecht.30 Met 

het  uitbreken  van  de  Eerste Wereldoorlog  komen  de Haagse  vredesconferenties  tot  een 

einde.31 

In de aanvang van de Eerste Wereldoorlog lijken de oorlogsvoerende partijen geneigd zich in 

te  zetten  om  hun  oorlogsvoering  in  overeenstemming  te  houden  met  het  traditionele 

maritieme  oorlogsrecht.32 Maar met  het  verstrijken  van  de  oorlog  zal men  de  bestaande 

regelgeving in een dergelijke mate uithollen, negeren en schenden, dat de internationale kijk 

op de bestaande  regels  voorgoed  zal  veranderen.33 Deze  jammerlijke  trend wordt  verder 

gezet tijdens de Tweede Wereldoorlog.34 De principes van het recht op zich zijn tijdens de 

oorlogen niet  veranderd, maar de praktijk die de  staten aanhouden  is het bewijs dat het 

maritieme oorlogsrecht niet langer voldoet aan de noden van de praktijk. 35 

Met het gebruik van luchtmacht en onderzeeërs, ontwikkelt zich bovendien als het ware een 

driedimensionale vorm van oorlogsvoering, wat tevens zijn sporen nalaat op het maritieme 

oorlogsrecht.36 

 

I.4. Rol technologische vooruitgang 

Een niet te onderschatten impact heeft de technologische vooruitgang van de wapens en de 

oorlogsvoering. Het internationale kader, waarin het maritieme oorlogsrecht zich situeert, is 

                                                             29 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 721. 30 H. LEVIE, “Means and methods of combat at sea”, Syracuse Journal of International Law and Commerce 1998, 227, (hierna: H. LEVIE, Means and methods). 31 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 227. 32 D. HUMPHREY, “Belligerent interdicton of neutral shipping in international armed conflict”, Journal of Conflict and Security Law 1997, 26, (hierna: D. HUMPHREY, Belligerent interdicton). 33 D. HUMPHREY, Belligerent interdicton, supra noot 32, 26. 34 D. HUMPHREY, Belligerent interdicton, supra noot 32, 26. 35 D. HUMPHREY, Belligerent interdicton, supra noot 32, 27. 36 L. GOLDIE, “Targeting enemy merchant shipping: an overview of law and practice”, International Law Studies 1993, 5, (hierna: L. GOLDIE, Targeting). 

Page 20: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  20

veranderd.37 Mensenrechten en bescherming van het milieu zijn prioriteiten geworden, en 

er bestaat een sterke relatie tussen militaire kracht, diplomatie en economie enerzijds, en de 

samenwerking tussen overheidsinstanties en NGO’s anderzijds.38 

De enorme ontwikkelingen inzake computers en telecommunicatie hebben een grote impact 

op  de  concepten  tijd  en  afstand.39  Zo  speelt  ook  de  media  een  grote  rol  in  moderne 

oorlogstrategieën.40  Door  de  snelle  verspreiding  van  berichtgeving  en  nieuws,  worden 

diplomaten, beleidsvoerders  en militaire  aanvoerders met de uitdagingen  geconfronteerd 

om ten alle tijde een zo snel mogelijk beleidsantwoord te voorzien.41 Met de hete adem van 

de media  voortdurend  in de nek, worden militaire  instanties  geacht om  immer paraat  te 

staan en op alle prikkels te reageren, en in dit proces worden al hun daden geanalyseerd en 

bekritiseerd.42 

In moderne oorlogen stelt men het doel voorop om de strijd zo snel mogelijk te winnen met 

zo weinig mogelijk  slachtoffers.43  Dit  is  echter  geen  sinecure,  rekening  houdend met  de 

moeilijkheden van moderne oorlogsvoering. Met de moderne  lange afstandswapens  is het 

onderscheid  tussen niet‐strijders en militaire eenheden niet altijd makkelijk  te maken, en 

door de grote impact van de wapens leveren ze tevens heel wat nevenschade op.44 

Heden ten dage krijgen staten te maken met het fenomeen van de  ‘combination warfare’: 

deze  vorm  van  oorlogsvoering  heeft  betrekking  op  alle  facetten  van  de  menselijke 

activiteit.45 Staten die succesvol gebruik maken van dergelijke combinatietactieken, kunnen 

hun  tegenstanders  verrassen  met  diverse  multidimensionale  aanvallen.46  Combination 

warfare  is een vorm van polyfone oorlogsvoering, aangezien oorlogsvoerende partijen hun 

tegenstanders bejegenen vanuit zo veel mogelijk verschillende domeinen of activiteiten.47  

Ook  andere  soorten  van  oorlogsvoering  maken  een  enorme  opkomst,  zoals 

informatieoorlogsvoering, ecologische oorlogsvoering en media oorlogsvoering.48 Bovendien 

moet men er rekening mee houden dat in combination warfare alles als wapen gehanteerd 

kan worden:  van een  computervirus  tot de aandelenmarkt.49 Deze  trends  zetten  zich ook 

door  in  het  maritieme  oorlogswezen,  door  een  gebruik  te  doen  op  altijd  evoluerende 

wapens en geautomatiseerde hoogtechnologische aanvalssystemen, waardoor het creëren 

van nieuwe maritieme oorlogsregelgeving geen sinecure is. 

 

                                                             37 J. DOYLE, “International law and naval operations”, International Law Studies 1998, 30, (hierna: J. DOYLE, International law). 38 J. DOYLE, International law, supra noot 37, 30. 39 J. DOYLE, International law, supra noot 37,  31. 40 J. DOYLE, International law, supra noot 37,  31. 41 J. DOYLE, International law, supra noot 37,  31. 42 J. DOYLE, International law, supra noot 37,  31. 43 J. DOYLE, International law, supra noot 37,  32. 44 J. DOYLE, International law, supra noot 37,  32. 45 J. CALLARD en P. FABER, “An emerging synthesis for a new way of war: combination warfare and future innovation”, Conflict and security 2002, 62, (hierna: J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis) 46 J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis, supra noot 45, 62. 47 J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis, supra noot 45, 62. 48 J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis, supra noot 45, 62‐63. 49 J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis, supra noot 45, 65. 

Page 21: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  21

 

Besluit  

In  de  negentiende  eeuw  komt  de  ontwikkeling  van  internationale  regelgeving  met 

betrekking tot het maritieme oorlogsrecht op gang. Verschillende elementen dragen echter 

bij tot het stopzetten van deze trend. Zo zorgen de afwijkende belligerente praktijken tijdens 

de Wereldoorlogen en de toenemende interesse in andere domeinen van het internationaal 

recht  voor  het  achterop  hinken  van  het  creëren  van  regelgeving. Deze  praktijken  zorgen 

tevens voor enkele nieuwe verdragen, zoals het Verdrag van Nyon van 1937, maar een echte 

heropleving  van  het  maritieme  oorlogsrecht  komt  er  niet  meer.  Ook  de  enorme 

technologische  groeispurt,  die  zich  uit  in  de  wijze  van  oorlogsvoering,  bemoeilijkt  het 

ontwikkelen van nieuwe regelgeving. 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Page 22: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  22

Hoofdstuk  II.  Toepassingsgebied  van  het  maritieme 

oorlogsrecht  

In  het  tweede  hoofdstuk  van  dit  onderzoek, worden  het  algemene werkingsveld  en  het 

toepassingsgebied  van  oorlogsmisdaden  op  zee  summier  besproken.  Hoewel  de 

onderwerpen  van  de  volgende  deelhoofdstukken  in  dit  onderdeel  op  zich  voldoende 

materiaal  zouden  opleveren  voor  een  zelfstandig  onderzoek,  wordt  de  bewuste  keuze 

gemaakt om de onderwerpen toch aan te halen, met het oog op de samenhangendheid van 

deze Masterproef. 

Ten eerste staan we stil bij de actoren van internationale gewapende conflicten. Ten tweede 

werpen we een blik op wat verstaan wordt onder het mogelijke strijdtoneel van oorlogen op 

zee.  Aangezien  de  theorie  van  de  represaillemaatregelen  aan  het  concept  van  de 

oorlogsmisdaden verankerd is, wordt ten slotte ook deze rechtsfiguur toegelicht.  

 

II.1. Toepassingsveld: actoren van internationale gewapende conflicten  

II.1.A. Actoren  

Op grond van artikel 1 (4) van het Eerste Aanvullend Protocol van 1977 bij de Conventies van 

Genève, is de definitie van de actoren van internationale gewapende conflicten uitgebreid.50 

De dag van vandaag zijn niet alleen soevereine staten mogelijke actoren, maar zijn  tevens 

oorlogen  van  nationaal  liberalisme  een  mogelijke  optie.51  Hiermee  worden  conflicten 

bedoeld, waarin  volkeren  vechten  tegen  koloniale overheersing  en  vreemde bezetting  en 

tegen  racistische  regimes,  in  de  uitoefening  van  hun  recht  op  zelfbeschikking,  zoals 

neergelegd  in  het Handvest  van  de  Verenigde Naties  en  in  de  Verklaring  betreffende  de 

beginselen  van  het  internationaal  recht  inzake  vriendschappelijke  betrekkingen  en 

samenwerking tussen de Staten overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties.52 

Op grond van artikelen 43 en 44 van het Eerste Aanvullend Protocol verkrijgen  leden van 

strijdkrachten  de  status  van  strijders  en  desgevallend  van  krijgsgevangenen.53  Bijgevolg 

kunnen zij gebruik maken van de zee als strijdtoneel.54 

                                                             50 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 11. 

51 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 11. 

52 Artikel 1 (4), Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 augustus 1949 inzake de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I). 53 Artikelen 43 en 44, Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 augustus 1949 inzake de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I). 54 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 11. 

Page 23: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  23

De  volgende  vraag  die  zich  stelt,  is  of  het  insluiten  van  deze  oorlogen  van  nationaal 

liberalisme onder de noemer van internationale gewapende conflicten, als gevolg heeft dat 

alle traditionele rechten van het maritieme oorlogsrecht van toepassing zijn.55 

 

Indien  er  sprake  is  van  vijandelijkheden  tussen  de  overheid  en  de  nationale 

vrijheidsbeweging,  zijn  sommigen  van mening  dat  de  schepen  van  deze  strijders  niet  als 

oorlogsschepen  in de zin van artikel 8 van de Conventie van Genève van 1958 betreffende 

de volle zee of artikel 29 Zeerechtverdrag beschouwd kunnen worden.56 Op grond van deze 

artikelen  zijn  oorlogsschepen  namelijk  schepen  die  behoren  tot  een  staat,  wat  bij  de 

desbetreffende schepen niet het geval is. 

Anderen menen  echter  dat  het maritieme  oorlogsrecht wel  van  toepassing  is,  indien  de 

partijen de verklaring, voorzien in artikel 96 (3) van het Eerste aanvullend Protocol, hebben 

afgelegd.57 

Zowel de overheid als de nationale vrijheidsstrijders hebben echter geen rechten tegen de 

schepen van derde partijen op volle zee.58 De oorlogsvoerende staat beschikt  immers niet 

over meer rechten dan zij heeft in een burgeroorlog.59  

 

II.1.B. Gewettigde doelwitten  

Vandaag de dag verduidelijkt de van kracht zijnde internationale regelgeving niet voldoende 

wat onder de definitie van maritieme militaire doelwitten valt.60 Deze problematiek  is één 

van  de  grootste  pijnpunten  in  de  hedendaagse  maritieme  oorlogsvoering.61  Dit  is  het 

resultaat van het grote onevenwicht dat bestaat tussen enerzijds de enorme technologische 

veranderingen  op  het  gebied  van  wapens  en  anderzijds  het  gebrek  aan  technologische 

vooruitgang voor wat betreft het duidelijk waarnemen en onderscheiden van de doelwitten 

op zee.62 Men zou dit probleem op een functionele manier moeten aanpakken: tot op welke 

hoogte  is het potentiële doelwit op directe wijze aan het deelnemen  in de oorlog of  levert 

het een bijdrage aan de vijandelijke oorlogsvoering?63 

 

 

 

                                                             55 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 11. 56  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 12. 57 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 12. 58 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 12. 59 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 12. 60 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 279. 61 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 281. 62 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 281. 63 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 279. 

Page 24: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  24

Besluit 

De  conclusie  luidt  dat  nationale  bevrijdingsbewegingen  op  volle  zee  vallen  onder  het 

maritieme oorlogsrecht.64 Zij hebben echter geen rechten jegens neutrale schepen op zee.65 

Het  Eerste  Aanvullend  Protocol  schakelt  nationale  bevrijdingsoorlogen  gelijk  met 

internationale  gewapende  conflicten.66  Omtrent  de  regeling  van  toegestane  militaire 

doelwitten, is onvoldoende regelgeving voor handen. 

 

 

II.2. Wat is het toegestane strijdtoneel voor maritieme oorlogsvoering?  

In het traditionele maritieme oorlogsrecht, sluit men enkel neutrale territoriale wateren uit 

van  het  mogelijke  slagveld:  de  partijen  zijn  in  staat  om  oorlog  te  voeren  in  elkaars 

territoriale  wateren  en  op  volle  zee.67  Vijandelijke  schepen  kunnen  gevangen  genomen 

worden  in de volle zee of  in de  territoriale wateren van de  tegenstander.68 Na de Tweede 

Wereldoorlog vallen steeds meer maritieme zones onder de soevereiniteit van kuststaten.69 

Ook door de introductie van het continentaal plateau en de exclusieve economische zone, is 

het maritieme oorlogsrecht beïnvloed.70 

De  vraag  stelt  zich  of  belligerenten  toegestaan  zijn  om  te  strijden  in  de  exclusieve 

economische zone of het continentaal plat van een neutrale staat, aangezien de kuststaat 

over soevereine rechten beschikt over deze zones.71 Er wordt ook aandacht besteed aan de 

rechten inzake internationale straten, aangezien de juridische status van deze internationale 

straten niet altijd duidelijk is geweest.72 

 

 

II.2.A. Het Continentaal Plateau  

De staten beschikken over soevereine  rechten over het continentaal plateau, met het oog 

op  de  verkenning  en  exploitatie  van  de  natuurlijke  rijkdommen  ervan.73  Is  het  de 

                                                             64 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 13. 65 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 13. 66 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 13. 67 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 13. 68 M. HUDSON, Seizures, supra noot 17, 376.  69 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 67. 70 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 14. 71 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 14. 72 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 14. 73 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 27. 

Page 25: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  25

oorlogvoerende partijen toegestaan om gebruik te maken van het continentaal plateau van 

een andere staat om militaire acties uit te voeren?74  

 

II.2.A.1. Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake het continentale plateau 

 

Op grond van de interpretatie van artikel 1 van dit verdrag en de voorbereidende werken, is 

het toegestaan om militaire installaties te plaatsen op het zeebed aansluitend bij de kust van 

een  vreemde  staat,  op  voorwaarde  dat  deze  niet  botsen  met  het  recht  van  de 

laatstgenoemde  staat om de natuurlijke  rijkdommen  te  verkennen  en  te ontginnen.75 Dit 

recht zou immers voortkomen uit de soevereine rechten waarover de staat beschikt, en uit 

artikel 60 juncto 80 van het Zeerechtverdrag verdrag.76 

Zulke  installaties  zijn  wettig  in  zoverre  dat  zij  niet  interfereren met  de  rechten  van  de 

kusstaat inzake natuurlijke rijkdommen.77 Problematisch in dit kader zijn mijnen. In principe 

vormen deze geen probleem, in zoverre zij vreedzame navigatie in de zee niet verhinderen.78  

 

II.2.A.2. Militaire activiteiten op het continentaal plateau 

 

Activiteiten die op het continentaal plateau zijn toegestaan in vredestijd, zijn ook toegestaan 

in oorlogstijd.79 Voor wat betreft de overige activiteiten, beschikt de  kuststaat enkel over 

soevereine  rechten  in  zover  dat  deze  rechten  verbonden  zijn  aan  de  exploitatie  van  de 

zeebodem.80  De  plaatsing  van  installaties  niet  toegestaan  door  ad  hoc‐verdragen,  blijft 

bijvoorbeeld verboden.81 

 

 

II.2.B. Exclusieve Economische Zone  

De  artikelen  58  en  59  Zeerechtverdrag  zijn  niet  van  toepassing  op  het  maritieme 

oorlogsrecht.82 Hoe dan ook behoort de EEZ niet tot de soevereiniteit van de kuststaat: de 

                                                             74 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 26. 75  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 27. 76  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 27‐28. 77  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 28. 78  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 28. 79  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 28. 80  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 28. 81  N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 28. 82 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 31. 

Page 26: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  26

kuststaat  heeft  enkel  soevereine  rechten  met  betrekking  tot  de  exploitatie  van  de 

natuurlijke rijkdommen binnen de EEZ.83  

Hoewel  in  principe  de  exclusieve  economische  zone  de  rechten  van  de  oorlogsvoerende 

partijen niet inkort, is territorialisatie tegenwoordig de trend.84 Neutrale staten zijn geneigd 

om vijandigheden zo ver als mogelijk van hun kusten te verwijderen.85  

Als  voorbeeld  van  deze  praktijk  geldt  de  ‘protected  zone’  voor  neutrale  scheepvaart  die 

Saoedi‐Arabië in 1984 ingeroepen heeft.86 

 

II.2.C. Internationale zeestraten  

II.2.C.1. Recht op doorgang in vredestijd 

 

Artikel 16 (4) van het Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake de territoriale zee en de 

aansluitende zone stelt dat er een recht van doorgang  is  in zeestraten die gebruikt worden 

voor internationale navigatie tussen delen van de volle zee, of tussen een deel van de volle 

zee en de territoriale zee van een vreemde staat. Ook artikel 38 Zeerechtverdrag bevestigt 

dit  recht. Deze  toegang mag  niet  verhinderd worden,  voor  zowel  koopvaardijschepen  als 

voor oorlogsschepen.87 

Deze beide conventies gelden echter enkel  in vredestijd, en zijn niet van toepassing  in tijd 

van oorlog.88 

 

II.2.C.2. Recht op doorgang in oorlogstijd 

 

Kuststaat is een neutrale staat 

Over het  recht  van doorgang  in oorlogstijd  is nauwelijks  regelgeving  te  vinden.  Indien de 

kuststaat neutraal is, geldt het recht van doorgang voor koopvaardijschepen, oorlogschepen 

en belligerente partijen.89 Het is de kuststaat echter toegestaan om restricties op te leggen, 

met het oog op de bescherming van neutrale schepen en veiligheid en neutraliteit.90  

 

                                                             83 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 30‐31. 84 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 32. 85 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 32. 86 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 32. 87 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 14. 88 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 15. 89 E. SOMERS, Inleiding tot het internationaal zeerecht, Kluwer, 2010, 347, (hierna: E. SOMERS, Internationaal zeerecht). 90 E. SOMERS, Internationaal zeerecht, supra noot 89, 347. 

Page 27: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  27

Kuststaat is een belligerente partij 

Indien  de  kuststaat  daarentegen  een  belligerente  partij  is,  staat  het  de  kuststaat  vrij  om 

vijandelijke schepen hetzelfde  te behandelen als  in de overige rechtsgebieden.91 Het recht 

van doorgang wordt sterk gelimiteerd wanneer de kuststaat een oorlogvoerende partij  is.92 

Bijgevolg dringt de vraag zich op hoe ver het recht van doorgang reikt in deze situatie.93 

Neutrale schepen genieten van het recht van doorgang, maar ook hier is het mogelijk dat er 

beperkingen worden opgelegd door de belligerente kuststaat.94 Zo is het zelfs plausibel dat 

de kuststaat de straat afsluit door het  leggen van zeemijnen.95 De oorlogvoerende partijen 

beschikken bijvoorbeeld ook over het recht om de neutrale schepen te doorzoeken.96 

 

 

II.2.D. Volle zee  

Op grond van artikel 2 van het Verdrag  inzake de volle zee en artikelen 87 en 89 van het 

Zeerechtverdrag, geldt de vrijheid van de volle zee, en kunnen staten geen deel van de volle 

zee aan hun soevereiniteit onderwerpen.  

Op  grond  van  artikel  88  Zeerechtverdrag  dient  de  volle  zee  gebruikt  te  worden  voor 

vreedzame doeleinden.97 Voorziet artikel 88 Zeerechtverdrag tevens in een beperking van de 

militaire activiteiten?  

Aan de hand van de overige artikelen van het Zeerechtverdrag kan men de betekenis van 

artikel 88 Zeerechtverdrag trachten te herhalen. Artikel 19 Zeerechtverdrag spreekt zich uit 

over  de  illegaliteit  van  militaire  activiteiten  in  de  territoriale  zone,  waarvan  de 

nadrukkelijkheid  opmerkelijk  is,  aangezien  de  buitenlandse  activiteiten  sowieso  aan 

restricties onderworpen zijn  in deze gebieden.98 Gelet op het feit dat de volle zee toegang 

verschaft tot alle staten, kan men veronderstellen dat militaire activiteiten niet in strijd zijn 

met artikel 88 Zeerechtverdrag.99 Het is volgens de rechtsleer niet de bedoeling om in artikel 

88 Zeerechtverdrag strengere verplichtingen te voorzien dan in artikel 2 paragraaf 4 van het 

VN Handvest.100 

                                                             91 E. SOMERS, Internationaal zeerecht, supra noot 89, 347. 92 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 24. 93 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 24. 94 E. SOMERS, Internationaal zeerecht, supra noot 89, 347. 95 E. SOMERS, Internationaal zeerecht, supra noot 89, 347. 96 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 23. 97 R. WOLFRUM, “Military activities on the High Seas: what are the impacts of the U.N. Convention on the Law of the Sea?”, International Law Studies 1998, 501, (hierna: R. WOLFRUM, Military activities). 98 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 504. 99 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 504. 100 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 505. 

Page 28: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  28

Wel dient er een evenwicht te ontstaan tussen enerzijds de vrijheid van navigatie op volle 

zee  en  toegestane militaire  activiteiten  anderzijds.101 Oorlogsschepen  op  volle  zee  varen 

onder de uitsluitende rechtsmacht van hun vlagstaat.102 

 

Besluit 

Belligerenten voeren oorlog  in elkanders territoriale wateren, of op volle zee. Wel dient er 

een  evenwicht  te  zijn  tussen  de  vrijheid  van  de  volle  zee  en  de  toegestane  militaire 

activiteiten. 

Voor wat het continentaal plat betreft, beschikken de kuststaten over  soevereine  rechten 

voor de  verkenning  en  exploitatie  van natuurlijke  rijkdommen. Het plaatsen  van militaire 

installaties  op  het  zeebed  van  de  vreemde  kuststaat  is  toegestaan, mits  deze  soevereine 

verkennings‐ en exploitatierechten gerespecteerd worden. Activiteiten die  in vredestijd zijn 

toegestaan, zijn toegestaan in oorlogstijd. 

Ook  in de EEZ beschikken de kuststaten enkel over soevereine rechten voor wat betreft de 

exploitatie van natuurlijke rijkdommen. Dit exploitatierecht mag niet verhinderd worden. 

In  internationale zeestraten van neutrale kuststaten geldt dat alle schepen, zowel neutrale 

als  belligerente,  en  koopvaardijschepen  of  oorlogsschepen,  recht  van  vrije  doorgang 

genieten. Restricties ter bescherming van de neutraliteit of veiligheid zijn evenwel mogelijk. 

Belligerente  kuststaten  mogen  in  hun  internationale  zeestraten  dezelfde  beperkingen 

opleggen voor vijandelijke schepen, als in hun andere vergelijkbare zones. Neutrale schepen 

beschikken  in theorie nog steeds over een recht van vrije doorgang, maar de praktijk wijst 

uit dat dit recht enorm beperkt wordt doordat ze hoe dan ook gevaren van oorlogsoperaties 

trotseren.103  

 

 

II.3. Rol van represaillemaatregelen 

 

II.3.A. Definitie van represaillemaatregelen  

De theorie van de represaillemaatregelen luidt als volgt. 

Indien de  tegenstander  van  een oorlogsvoerende  partij onwettige oorlogsdaden  stelt  ten 

opzichte van deze oorlogsvoerende partij,  is het de oorlogsvoerende partij  toegestaan om 

                                                             101 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 505. 102 Art. 95 Zeerechtverdrag. 103 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 23. 

Page 29: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  29

zelf  illegale oorlogsdaden  te  stellen bij wijze van weerwraak, die anders verboden zouden 

zijn.104  

 

II.3.A.1. Noodzakelijkheid  

 

Essentieel  is  dat  de  oorlogsvoerende  partij  uitsluitend  een  beroep  doet  op 

represaillemaatregelen,  indien het stellen van deze daad noodzakelijk  is.105 Het nemen van 

represaillemaatregelen is rechtvaardigbaar op grond van het zelfbehoud van een staat.106 De 

daad die gesteld is, is op zich niet te rechtvaardigen, maar wel in de bredere context.107 De 

weerwraak is voor de oorlogsvoerende partij met andere woorden een laatste toevlucht, na 

op enorme wijze geprovoceerd te zijn.108 De weerwraak heeft volgens sommigen eerder een 

morele  grond,  in  plaats  van  een  juridische.109  Aangezien  er  geen  supranationale 

gezaghebbende  autoriteit  bestaat,  zou  het  voor  oorlogsvoerende  partijen  aanlokkelijk 

kunnen zijn om zich te pas en te onpas te beroepen op het noodzakelijkheidsprincipe.110 Een 

theorie die gecontesteerd wordt, is dat het recht op represailles een straf zou uitmaken voor 

de vijandelijke partij.111 Dit  is echter een merkwaardige aanname, aangezien men de vraag 

kan stellen op grond van welke macht staten elkaar zouden kunnen bestraffen.112 

De  illegale daad die door de oorlogsvoerende partij gepleegd wordt, hoeft niet dezelfde te 

zijn als de provocerende daad die  initieel gepleegd  is door de oorlogsvijand.113 De gekozen 

represaillemaatregel mag de regels van de mensenrechten niet schaden.114 

 

II.3.A.2. Problematiek van de rechten van neutrale partijen  

 

Een vaak voorkomend probleem inzake represailles in het maritieme oorlogsrecht, is dat de 

represaillemaatregel slechts zelden de rechten van neutrale partijen ongeschonden  laat,  in 

tegenstelling tot wat meestal geldt voor oorlogsrecht te land.115 

De theorie van represailles in het maritieme oorlogsrecht roept vragen op. Ten eerste moet 

men onderzoeken welke daden of handelingen toegestaan zijn bij wijze van weerwraak, en 

                                                             104 A. HIGGINGS, “Retaliation in naval warfare”, British Yearbook of International Law 1927, 129, (hierna: A. HIGGINS, Retaliation). 

105 A. HIGGINS, Retaliation, supra noot 104, 130. 106 H. YNTEMA, “Retaliation and neutral rights”, Michigan Law Review 1919, 569, (hierna: H. YNTEMA, Retaliation). 107 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 569. 108 A. HIGGINS, Retaliation, supra noot 104, 145. 109 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 570. 110 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 570. 111 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 571. 112 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 571. 113 A. HIGGINS, Retaliation, supra noot 104, 130. 114 A. HIGGINS, Retaliation, supra noot 104, 131. 115 A. HIGGINS, Retaliation, supra noot 104, 577. 

Page 30: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  30

welke niet, en ten tweede of represailles, die gevolgen hebben voor de rechten van neutrale 

partijen, wettig zijn.116 

 

II.3.A.3. Welke daden zijn toegestane represaillemaatregelen? 

 

Op  grond  van  artikel  47  van  het  Verdrag  van  Genève  van  12  augustus  1949  voor  de 

verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter 

zee  zijn  represailles  jegens gewonden,  zieken,  schipbreukelingen, personeel, vaartuigen of 

materieel, beschermd door het Verdrag, verboden. Het Eerste Aanvullend Protocol heeft de 

categorie  van  beschermde  personen  en  goederen  op  zee  uitgebreid met  de  artikelen  8 

juncto 20.117 

Niet volledig duidelijk  is echter of het verbod op represaillemaatregelen  in Deel  IV van het 

Eerste Aanvullend Protocol ook van  toepassing  is op maritieme oorlogsvoering.118 Behalve 

voor wat betreft bombardementen,  is het niet duidelijk of onder deze represailles ook die 

handelingen gerekend worden, die weerslag hebben op de burgerbevolking of hun goederen 

aan wal.119 

 

II.3.A.4. Represaillemaatregelen met gevolgen voor de rechten van neutrale partijen 

 

Represailles  zijn maatregelen die wettig worden  geacht,  indien  ze  gesteld  zijn  jegens een 

tegenpartij,  die  een  onrechtmatige  daad  gesteld  heeft.120  In  het  oorlogsrecht,  worden 

represailles  genomen  door  een  oorlogvoerende  partij  tegen  zijn  tegenstander.121  Ook 

neutrale  partijen  kunnen  het  slachtoffer  worden  van  represailles,  in  zoverre  zij  een 

onrechtmatige  daad  begaan  hebben  tegen  een  oorlogsvoerende  partij,  bijvoorbeeld 

wanneer een neutrale  staat haar wateren openstelt om als basis  te dienen voor vijandige 

militaire  operaties.122  Ronzitti  benadrukt  echter  dat  represaillemaatregelen  derde  staten 

niet mogen viseren uit principe.123 Door de specificaties van het maritieme strijdtoneel en de 

methode van oorlogvoeren op  zee,  is dit principe moeilijker na  te  leven dan bij oorlog  te 

land.124  Zo  kunnen  neutrale  partijen  bijvoorbeeld  slachtoffer  worden  van mijnvelden  op 

volle zee.125 De  stelling dat dit  risico behoort  tot het  ‘normale  risico’,  indien deze partijen 

                                                             116 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 47. 117 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 47. 118 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 47. 119 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 48. 120 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 48. 121 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 48. 122 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 48. 123 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 48. 124 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 48. 125 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 48. 

Page 31: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  31

zich  dichtbij  het  strijdtoneel  begeven,  geldt  echter  niet  voor  de  gevolgen  van 

represaillemaatregelen.126 

Indien  de  rechten  van  neutrale  partijen  geschonden  worden  door  de  daad  van  een 

oorlogspartij,  geeft  deze  schending  aan  de  tegenpartij  niet  het  recht  om 

represaillemaatregelen te stellen en zich te mengen.127 Het recht om represaillemaatregelen 

te stellen schuilt namelijk in het noodzakelijkheidsprincipe en de bijkomende schending van 

de eigen belangen, en niet in de schending van de rechten van neutrale partijen.128  

Volgens  sommigen  moeten  neutrale  partijen,  die  het  slachtoffer  zijn  geworden  van 

represaillemaatregelen,  vergoed  worden  voor  het  ongemak  dat  zij  geleden  hebben.129 

Anderen  zijn  echter  van  mening  dat  het  recht  op  represailles  een  recht  is  van  de 

oorlogsvoerende partij, en geen recht op vergoeding inhoudt voor de neutrale staten.130  

Op grond van het noodzakelijkheidsprincipe  is het niet uitgesloten dat neutrale staten, ook 

indien  zij  niet  geviseerd worden  door  de maatregel,  toch  ongemak  ondervinden  van  de 

represailles.131 Deze mogelijkheid houdt echter niet  in dat een vergoeding aan de neutrale 

staten uitgesloten zou moeten worden.132 Vanuit het oogpunt van de neutrale partijen dient 

het  ongemak  en  de  schade  die  zij  ondervinden,  beperkt  te  worden  tot  het  hoogst 

noodzakelijke.133 

 

Besluit 

Op  grond  van de  theorie  van de  represaillemaatregelen,  is het de oorlogsvoerende partij 

toegestaan om  zelf  illegale oorlogsdaden, die anders  verboden  zouden  zijn,  te  stellen, bij 

wijze  van  represaillemaatregelen,  indien  de  tegenstander  van  een  oorlogsvoerende  partij 

onwettige oorlogsdaden heeft gesteld ten opzichte van de oorlogsvoerende partij. Vereist is 

dat het stellen van deze represaillemaatregelen noodzakelijk is voor de belligerent. Op grond 

van deze noodzakelijkheid, is het mogelijk dat neutrale partijen door de represaillemaatregel 

beïnvloed worden. Dit dient echter tot het minimum te worden beperkt. 

In het algemeen wordt het aanvaard dat represaillemaatregelen  jegens gewonden, zieken, 

schipbreukelingen,  personeel,  vaartuigen  en materieel,  beschermd  door  het  Verdrag  van 

Genève  van  12  augustus  1949  voor  de  verbetering  van  het  lot  der  gewonden,  zieken  en 

schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee, verboden is. 

 

 

                                                             126 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 573. 127 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 576. 128 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 576. 129 A. HIGGINS, Retaliation, supra noot 104, 139. 130 A. HIGGINS, Retaliation, supra noot 104, 139. 131 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 574. 132 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 574. 133 H. YNTEMA, Retaliation, supra noot 106, 578. 

Page 32: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  32

Besluit  

De  actoren  van  maritieme  oorlogsvoering  zijn  zowel  soevereine  staten  als  nationale 

bevrijdingsbewegingen,  in oorlogen  van nationaal  liberalisme. Beide  actoren  vallen onder 

het toepassingsgebied van het maritieme oorlogsrecht. 

Belligerenten voeren oorlog in elkanders territoriale wateren, of op volle zee; een evenwicht 

tussen  de  vrijheid  van  de  volle  zee  en  de  toegestane militaire  activiteiten  indachtig.  In 

internationale zeestraten van neutrale kuststaten geldt dat alle schepen, zowel neutrale als 

belligerente; koopvaardijschepen of oorlogsschepen, recht van vrije doorgang genieten, mits 

eventuele restricties. Neutrale schepen beschikken in theorie nog steeds over een recht van 

vrije  doorgang  in  internationale  zeestraten  van  belligerente  kuststaten, maar  de  praktijk 

wijst uit dat dit recht vaak beperkt wordt.134  

Op  grond  van  de  theorie  van  de  represaillemaatregelen  is  het  de  oorlogsvoerende  partij 

toegestaan om zelf noodzakelijke  illegale oorlogsdaden  te stellen bij wijze van weerwraak, 

die  anders  verboden  zouden  zijn,  indien  de  tegenstander  onwettige  oorlogsdaden  heeft 

gesteld ten opzichte van de oorlogsvoerende partij.  Ten opzichte van bepaalde personen en 

goederen, is het verboden om represaillemaatregelen te treffen. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

                                                             134 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 23. 

Page 33: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  33

Hoofdstuk III. Oorlogsmisdaden op zee 

 

Inleiding  

In  dit  hoofdstuk  bespreken  we  drie  soorten  maritieme  oorlogsmisdaden,  die  door  de 

belligerenten  in de Eerste en Tweede Wereldoorlog vaak gepleegd worden. We gaan van 

start met de definitie  van het  concept  van oorlogsmisdaden op  zee. Vervolgens  gaan we 

dieper in op de drie specifieke soorten oorlogsmisdaden. Vooreerst komen de oorlogszones 

aan bod. Ten tweede bespreken we oorlogsvoering met mijnen en onderzeeërs. Vervolgens 

worden  listen  en  perfide  handelingen  als  oorlogstactiek  besproken.  Ten  slotte  volgt  een 

besluit. 

 

III.1. Wat zijn oorlogsmisdaden op zee?  

III.1.A. Definitie van oorlogsmisdaden op zee  

Niet elke wetsovertreding valt onder de noemer oorlogsmisdaad: oorlogsmisdaden houden 

uitsluitend die wetschendingen in, die als ontzettend ernstig worden beschouwd volgens het 

internationaal recht.135 

Vooraleer een bepaalde gedraging van een staat onder de definitie van een oorlogsmisdaad 

valt,  is  het  dus  vereist  dat  deze  gedraging  in  kwestie  niet  alleen  verboden, maar  tevens 

misdadig  is.136 Een oorlogsmisdaad houdt een schending  in van de Conventies van Genève, 

of  van  andere  internationale  verdragen  of  gewoonteregelen,  die  betrekking  hebben  op 

internationale conflicten.137 

Onder  andere moord,  verminking  en marteling,  het  nemen  van  gijzelaars,  aanvallen  die 

bewust  gericht  zijn  op  de  burgerbevolking,  aanvallen  die  bewust  gericht  zijn  op 

godsdienstige, wetenschappelijke  of  historische  gebouwen,  seksuele  geweldplegingen  en 

het inlijven van kindsoldaten zijn vormen van oorlogsmisdaden.138 

Principe  VI  van  de  Principes  van  Neurenberg  stelt  dat  oorlogsmisdaden  schendingen 

inhouden  van  het  oorlogsrecht  of  de  desbetreffende  gewoontes,  zoals  onder  andere 

                                                             135 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 41. 136 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 41. 137 INTERNATIONAL CRIMINAL COURT, “Frequently Asked Questions”, www.icc‐cpi.int/en_menus/icc/about%20the%20court/frequently%20asked%20questions/pages/faq.aspx. 

 138 INTERNATIONAL CRIMINAL COURT, “Frequently Asked Questions”, www.icc‐cpi.int/en_menus/icc/about%20the%20court/frequently%20asked%20questions/pages/faq.aspx. 

Page 34: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  34

moorden, mishandeling, deportatie of slavernij, het vermoorden of slecht behandelen van 

zeevarenden,  het  vermoorden  van  gijzelaars,  het  plunderen  of  vernielen  van  publieke 

eigendom en het vernielen van zaken zonder militaire noodwendigheid.139 

Het klassieke maritieme oorlogsrecht van de Verdragen van den Haag heeft het concept van 

de oorlogsmisdaad onvoldoende kunnen ontwikkelen.140 Enkel het Verdrag van den Haag (X) 

van 18 oktober 1907 nopens de toepassing op den zeeoorlog der beginselen van het Verdrag 

van Genève voorziet het opleggen van strafregels voor hen die de basis humanitaire regels 

overtreden.141 

Bovendien  zijn  verschillende  onderwerpen  inzake  het maritieme  oorlogsrecht  nog  steeds 

controversieel, met  als  gevolg  dat  het  niet  altijd  duidelijk  is  of  een  specifieke  gedraging 

toegestaan  of  verboden  is  volgens  het  internationaal  recht.142  Als  dit  laatste  reeds  een 

juridisch probleem vormt, dan  lijdt het geen twijfel dat het geen eenvoudige taak  is om te 

specificeren of een bepaalde daad een oorlogsmisdaad vormt of niet.143 

 

III.1.B. Categorieën van oorlogsmisdaden op zee   

Zonder  een  degelijke  codificatie  van  het  bestaande  maritieme  oorlogsrecht,  is  het  een 

moeilijke  taak  om  een  sluitende  lijst  te  geven  van welke  daden  beschouwd worden  als 

oorlogsmisdaden op zee.144   

Volgens Oppenheim zijn onder andere de volgende daden oorlogsmisdaden op zee.145 

Als  eerste  voorbeeld  beschouwen  we  het  ongerechtvaardigd  bombardement  door 

maritieme  troepen  van  niet‐verdedigde  zones.146  Ook  het  aanvallen  van  vijandige 

koopvaardijschepen,  zonder  een  voorafgaand  verzoek  om  de  schepen  te  betreden  en  te 

onderzoeken, of het aanvallen van zinkende schepen of zich overgevende schepen worden 

beschouwd  als  oorlogsmisdaden.147  Ook  het  gebruik  van  de  vijandelijke  vlag  door  een 

oorlogvoerend schip tijdens de aanval is een maritieme oorlogsmisdaad.148 

 

                                                             139 AMNESTY INTERNATIONAL, “Principes van Neurenberg”, www.amnesty.nl/mensenrechten/encyclopedie/neurenberg‐principes. 

140 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 141 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 142 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 143 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 144 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 46. 145 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 146 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 147 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 148 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 42. 

Page 35: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  35

Ronzitti  stelt  dat  er  in  feite  twee  categorieën  van  schendingen  van  de  oorlogswetten 

waarneembaar zijn.149  

 

III.1.B.1. Onbetwiste oorlogsmisdaden op zee 

 

Ten  eerste waarnemen we  daden waarvan  de  categorisering  als  oorlogsmisdaad,  niet  als 

controversieel wordt beschouwd.150 Deze omvatten  schendingen  van humanitair  recht,  al 

dan  niet  voorzien  in  de  Conventies  van  Genève  en  het  Eerste  Aanvullend  Protocol, 

bijvoorbeeld het doden van drenkelingen.151 Ook schendingen van de regels van het Eerste 

Aanvullend Protocol die als zware overtredingen worden gesanctioneerd, zoals het valselijk 

gebruiken van een witte vlag, vallen binnen deze categorie152 

 

III.1.B.2. Betwiste oorlogsmisdaden op zee 

 

Ten tweede zijn er daden die verboden zijn volgens het oorlogsrecht op zee, maar waarvan 

de categorisering als oorlogsmisdaad gecontesteerd is.153 Hieronder vallen schendingen van 

bepaalde  oorlogsregels  op  zee,  zoals  het  zonder  waarschuwing  doen  zinken  van 

koopvaardijschepen, en de overtreding van  regels van het Eerste Aanvullend Protocol, die 

als  zware  wetschendingen  worden  beschouwd,  maar  waarvan  de  toepassing  in  het 

maritieme oorlogsrecht als oorlogsmisdaad niet algemeen aanvaard wordt.154 Een voorbeeld 

van deze laatste categorie is de toepassing van artikel 56 van het Eerste Aanvullend Protocol 

in het maritieme oorlogsrecht, dat  stelt dat werken of  installaties die gevaarlijke krachten 

bevatten geen voorwerp van een aanval mogen zijn.155  

 

III.1.B.3. Keuze voor te bespreken oorlogsmisdaden in dit onderzoek 

 

Op grond van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafgerechtshof 

wordt onder oorlogsmisdaden de ernstige  inbreuken op de Verdragen van Genève van 12 

augustus 1949,  zoals het opzettelijk doden of martelen van dergelijke personen verstaan. 

Ook behoren  schendingen van andere wetten en gebruiken,  toepasselijk  in  internationaal 

gewapende conflicten,  tot de categorie van oorlogsmisdaden,  zoals het opzettelijk  richten 

                                                             149 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 46. 150 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 46. 151 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 46. 152 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 46. 153 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 46. 154 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 46. 155 Artikel 56, Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 augustus 1949 inzake de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I): als een schending hiervan kan beschouwd worden, het vernietigen van een militaire installatie op de kust. 

Page 36: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  36

van  aanvallen  op  de  burgerbevolking  als  zodanig  of  op  individuele  burgers  die  niet 

rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden; het opzettelijk richten van een aanval in de 

wetenschap dat een dergelijke aanval voor burgers incidentele verliezen aan levens of letsel 

zal  veroorzaken  of  schade  aan  burgerdoelen  of  grote,  langdurige  en  ernstige  schade  aan 

natuur  en  milieu  zal  aanrichten,  die  duidelijk  buitensporig  is  in  verhouding  tot  het  te 

verwachten concrete en directe militaire voordeel; het op ongepaste wijze gebruik maken 

van een witte vlag, een vlag of de militaire onderscheidingstekens en het uniform van de 

vijand  of  van  de  Verenigde  Naties,  alsmede  van  de  emblemen  van  de  Verdragen  van 

Genève, en de dood of ernstig  lichamelijk  letsel  ten gevolge heeft; en het op verraderlijke 

wijze doden of verwonden van personen die behoren tot de vijandige natie of het vijandige 

leger.  

Het is dan ook in dit kader, dat deze Masterproef zich verder zal situeren. 

In dit onderzoek wordt er voor gekozen om ten eerste het gebruik van oorlogszones en de 

legitimering  ervan  door  de  belligerenten  te  bespreken.  Oorlogszones  beïnvloeden    de 

rechten van enerzijds neutrale partijen, en anderzijds van niet‐strijders  immers aanzienlijk. 

Tevens  sneuvelen er door deze oorlogspraktijk  talloze  zeevarenden op  zee, die geen deel 

uitmaken van de militaire strijdkrachten. 

Vervolgens bespreken we oorlogvoering aan de hand van duikboten en zeemijnen. Opnieuw 

brengt deze oorlogstactiek gevolgen teweeg voor neutrale partijen en niet‐strijders. De hele 

situatie  wordt  bemoeilijkt  door  het  inzetten  van  bewapende  koopvaardijschepen  ten 

opzichte van de onderzeeërs. 

Ten slotte zal dit onderzoek zich richten op misleidende  tactieken en perfide handelingen. 

Waar misleidende oorlogstactieken zijn toegestaan, zijn perfide handelingen verboden. Zo is 

het onbetwist dat het valselijk hanteren van de witte vlag een oorlogsmisdaad uitmaakt. 

 

Besluit 

Oorlogsmisdaden zijn daden die zowel bij internationale regelgeving verboden, als misdadig 

zijn,  en  de  regelen  van  de  Conventies  van  Genève  en  andere  internationale  regelgeving 

schenden. Er  zijn daden waarvan de categorisering als oorlogsmisdaad niet gecontesteerd 

wordt.  Dit  zijn  schendingen  van  het  humanitaire  recht.  Daarnaast  zijn  er  ook  daden  die 

verboden zijn, maar waarvan het onzeker is of zij onder de categorie oorlogsmisdaad vallen. 

 

  

 

 

Page 37: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  37

III.2. De wettigheid van oorlogszones  

In dit gedeelte wordt er voor gekozen om het fenomeen van de oorlogszones te bespreken. 

Dit deel gaat van start met een inleiding. Gezien de grote invloed van zowel de Eerste als de 

Tweede Wereldoorlog op de oorlogszones, worden zowel de  feitelijke omstandigheden als 

de  juridische argumentatie doorheen beide oorlogen belicht.  In dit onderdeel werpen we 

tevens een blik op de  relevantie  van de Processen  van Neurenberg. Ook het  gebruik  van 

oorlogszones  in  de  Spaanse  burgeroorlog  komt  aan  bod,  gelet  op  het  ontstaan  van  de 

Overeenkomst  van Nyon  van  1937.  Ten  slotte  staan we  stil  bij  de waarschijnlijkheid  van 

oorlogszones  in  de  toekomst,  en  of  –  en  zo  ja,  hoe  –  het  internationale  recht  deze  zou 

moeten opvangen. Hierna ronden we af met een besluit. 

 

III.2.A. Inleiding  

Het maritieme  oorlogsrecht  staat  het  toe  dat  schepen  van  de  vijandelijke  vloot,  die  zich 

buiten  neutrale  wateren  bevinden  of  de  regels  van  een  blokkade  overtreden,  gevat 

worden.156  In  bepaalde  omstandigheden,  bijvoorbeeld  wanneer  de  schepen  in  opstand 

komen  tegen het doorzoekrecht,  is het  toegestaan om de  schepen aan  te vallen.157 Het  is 

echter uit den boze dat koopvaardijschepen aangevallen worden zonder voorafgaandelijke 

waarschuwing en de kans om zich over te geven.158 

 

De rechten van neutrale partijen op zee mogen niet beperkt worden, maar toch  is het een 

veelvoorkomend  fenomeen dat oorlogsvoerende partijen restricties opleggen aan de hand 

van  ‘uitsluitende  zones’.159  De  geschiedenis  heeft  reeds  meermaals  bewezen  dat 

belligerenten  graag een beroep doen op het belemmeren  van de navigatiemogelijkheden 

van de tegenpartij.160 Het vermijden van de aantasting van de vrijheid van navigatie van de 

neutrale  partijen  is  een  fenomeen  dat moeilijk  vermeden  kan worden,  indien men  zulke 

zones oplegt in een internationaal conflict.161  

Het wordt algemeen aanvaard dat een oorlogsvoerende partij het recht heeft om bepaalde 

beperkingen  in  te  voeren met  betrekking  tot  navigatie  van  neutrale  staten  in  bepaalde, 

                                                             156 W. FENRICK, “The exclusion zone device in the law of naval warfare”, Canadian Yearbook of International Law 1986, 94, (hierna: W. FENRICK, The exclusion zone device). 157 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 94. 158 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 94. 159 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 233. 160 C. MICHAELSEN, “Maritime exclusion zones in times of armed conflict at sea: legal controversies still 

unresolved”, Journal of Conflict and Security Law 2003, 363, (hierna: C. MICHAELSEN, Maritime exclusion 

zones). 161 W. VON HEINEGG, “Current legal issues in maritime operations: maritime interception operations in the global war on terrorism, exclusion zones, hospital ships and maritime neutrality”, International Law Studies 2006, 208, (hierna: W. VON HEINEGG, Current legal issues). 

Page 38: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  38

beperkte  gebieden.162  Oorlogsvoerende  partijen  hebben  het  recht  om  controle  uit  te 

oefenen over neutrale schepen die binnen een bepaalde zone varen, aangrenzend aan de 

territoriale wateren van de belligerent.163 

Men  dient  in  het  achterhoofd  te  houden  dat  oorlogszones  niet  hetzelfde  inhouden  als 

waarschuwingszones,  en  dat men  ze  tevens  dient  te  onderscheiden  van  het  gewoonlijke 

recht  van  de  oorlogsvoerende  partij  om  nabije  maritieme  operaties  te  controleren.164 

Exclusieve  zones  kunnen ook worden aangewend om onnodige  schade aan  schepen  in  te 

perken, door de intensieve strijdkern van een conflict in een fysieke ruimte af te bakenen.165 

Deze zones worden hier niet besproken. 

 

III.2.B. Definitie  

Een oorlogszone wordt beschouwd als de zone die bereikbaar is door de wapens of de vloot 

van de oorlogsvoerende partij, die vijandelijke eenheden benadert of aanvalt.166 Deze zone 

omvat zowel het water als het  luchtruim erboven, en de oorlogsvoerende partij  streeft  in 

deze  zone  controle  na,  die  ze  verkrijgt  door  de  schepen  en  luchtmacht  de  toegang  te 

ontzeggen.167  Het  concept  oorlogszone  bestaat  reeds  een  eeuw,  maar  een  sluitende 

juridische  benadering  is  nog  niet  gevonden.168  Doorheen  de  geschiedenis  verschijnen 

dergelijke  zones  onder  andere  onder  de  namen  ‘maritieme  beveiligingszones’, 

‘blokkadezones’, ‘maritieme operatiezones’ en ‘zones gevaarlijk voor scheepvaart’.169 

 

Wat een evolutie heeft veroorzaakt  inzake het begrip oorlogszones,  is de opkomst van de 

duikboten.170 De Eerste Wereldoorlog wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door de opmerkelijke 

inactiviteit van de gewone schepen van de Britse vloot, tegenover de enorme Duitse U‐boot 

campagne.171  In dit  kader  is het niet eenvoudig om de  zone  van maritieme dreiging  in  te 

schatten of te definiëren.172  

In  het  opzicht  van  de  oorlogszones  stelt  de  vraag  zich  onvermijdelijk wanneer  en  tot  op 

welke  hoogte  een  vijandelijk  koopvaardijschip  als  een  wettig  militair  doelwit  mag 

beschouwd  worden,  waardoor  het  op  dezelfde  wijze  kan  behandeld  worden  als  een 

vijandelijk oorlogsschip of een militair hulpschip.173  Indien alle koopvaardijschepen van de 

                                                             162 R. POWERS, “International law and open‐ocean mining”, JAG Journal 1961, 58, (hierna: R. POWERS, International law). 163 R. POWERS, International law, supra noot 162, 58. 164 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 216. 165 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 366. 166 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 35. 167 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 366. 168 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 35. 169 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 365. 170 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 171 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 172 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 173 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 94.  

Page 39: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  39

tegenpartij  als  wettige  doelwitten  worden  beschouwd,  dan  heeft  de  oorlogszone  een 

controlerende  en  conflictbeperkende  functie, waardoor men  het  effectieve  strijdveld  van 

het conflict verkleint.174  Indien vijandelijke koopvaardijschepen echter geen wettig doelwit 

uitmaken,  verhoogt  de  oorlogszone  de  intensiteit  van  het  conflict  door  de  uitzonderlijke 

maatregelen die binnen de zone genomen worden.175 

 

III.2.C. Bespreking van de evolutie van het concept oorlogszone 

III.2.C.1. De fase voor de Eerste Wereldoorlog 

 

Tijdens  de  Russisch‐Japanse  oorlog  van  1904‐1905  wordt  het  gebruik  van  oorlogszones 

geïntroduceerd.176  Deze  oorlogszone  is  echter  niet  verwant  met  de  invulling  van 

oorlogszones  als  uitsluitingszones.  Deze  zone  is  in  feite  een  soort  van  defensieve  zelf‐

blokkade, via welke Japan de absolute controle over het verkeer van buitenlandse schepen 

in  haar  zee  probeert  te  bekomen.177  Het  zonder  waarschuwen  aanvallen  van  neutrale 

koopvaardijschepen  is dan ook niet aan de orde: de vrijheid van de buitenlandse schepen 

wordt  sterk gereguleerd, maar niet verboden.178  In het uiterste geval worden de  schepen 

gevat en geconfisqueerd, of volgt er een blokkade.179 

Een nieuwe evolutie bestaat er in om een vaste zone te definiëren en te vestigen.180 Op deze 

manier kan de  locatie van deze  zone publiek bekendgemaakt worden.181 Hieruit komt het 

idee van de zeeverdedigingszone voort.182 Aan de hand van deze vaste zones wil men het 

aantal onschuldige neutrale slachtoffers van de oorlog inperken.183 

 

III.2.C.2. De Eerste Wereldoorlog 

 

Gevarenzones 

In september 1914 roept het Verenigd Koninkrijk een ‘gevarenzone’ met mijnen in het leven 

in de Straat van Dover aan de Belgische kust.184 Deze beslissing komt er naar aanleiding van 

de onderzeeërcampagne van de Duitsers.185 Frankrijk doet hetzelfde in de kanalen tussen de 

                                                             174 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 94. 175 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 94. 176 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 39. 177 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 39. 178 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 39. 179 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 39. 180 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 181 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 182 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 183 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 184 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 41‐42. 185 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 95. 

Page 40: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  40

Dalmatische  eilanden,  en  kort  hierop  waarschuwt  ook  Rusland  voor  het  bestaan  van 

soortgelijke gevaarlijke zones aan de Golf van Riga.186 

Deze maatregelen  zijn  stuk voor  stuk genomen als  repliek en  represaille op acties van de 

oorlogsvijand.187  Al  gauw  wordt  het  onderscheid  tussen  aanval  en  wederaanval  

gerelativeerd en moeilijk zichtbaar.188 Het wordt duidelijk dat deze zones aangewend zullen 

worden  als  oorlogsmiddel  in  nieuwe  situaties,  los  van  de  initiële  bedoeling  als 

wederaanval.189  

 

Free fire zones 

In  november  1914  verklaart  het  Verenigd  Koninkrijk  dat  het  de  volledige  Noordzee 

beschouwt als een militaire zone, waarin koopvaardijschepen, visserschepen en alle andere 

schepen zichzelf zullen blootstellen aan de grote gevaren die mijnen met zich meebrengen, 

en  waar  oorlogsschepen  dag  en  nacht  zullen  patrouilleren.190  Deze  geplaatste  mijnen 

bewerkstelligen niet‐onderscheidende aanvallen.191 

Het Duitse antwoord hierop komt in februari 1914, wanneer Duitsland stelt dat al het water 

rond  het  Verenigd  Koninkrijk  een  oorlogszone  is, waar  alle  vijandige  schepen  vernietigd 

zullen worden,  ook  indien  het  niet mogelijk  is  om  het  personeel  en  de  passagiers  op  de 

schepen te redden.192 Neutrale schepen worden er op gewezen dat het niet altijd mogelijk is 

om te voorkomen dat ook zij slachtoffer worden van de oorlog, wanneer zij in een dergelijke 

zone varen.193 

De reacties op deze evolutie zijn niet min. Zelfs Duitsland erkent dat het gaat om een nieuwe 

manier  van  oorlogsvoering.194  De  Verenigde  Staten  benadrukt  dat  niet‐onderscheidende 

aanvallen  ten  zeerste onwettig  zijn.195 De hoogst uitzonderlijke aard van de  free  fire  zone 

wordt  herhaaldelijk  bevestigd,  en  de  legitimiteit  ervan  wordt  enkel  erkend  als 

represaillemaatregel, hoewel overwegingen van militaire noodwendigheid de zones  in feite 

niet rechtvaardigen.196 De free fire zone heeft geen enkele legale bestaansgrond.197  

Zowel de daden van de geallieerden als van de  centrale machten worden  fel bekritiseerd 

door de neutrale partijen.198 

 

                                                             186 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 42. 187 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 42. 188 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 42. 189 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 42. 190 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 42‐43. 191 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 42. 192 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 43. 193 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 43. 194 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 45. 195 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 43. 196 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 45; W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 215. 197 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 215. 198 A. NUSSBAUM, A concise history, supra noot 18, 246. 

Page 41: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  41

Intrieste hoogtepunt: het zinken van de Lusitania 

De gevolgen van deze grote veranderingen in oorlogsmentaliteit zijn niet te onderschatten. 

Waar  in het begin sprake  is van een waarschuwing en het verstrijken van enkele minuten 

vooraleer  de  U‐boten  koopvaardijschepen  aanvallen,  verdwijnt  zelfs  dit  gebaar.199  De 

wreedheid van de nieuwe oorlogspraktijken wordt schrijnend tentoongesteld met het zinken 

van  de  Lusitania,  een  schip  dat munitie  naar  het  Verenigd  Koninkrijk  vervoert.200  Na  de 

aanval met een torpedo zinkt het schip in zo’n achttien minuten tijd, en komen er meer dan 

duizend passagiers om het leven.201  

Eind 1915 verplaatst de oorlogsvoering zich naar de middellandse zee, waar ook de Ancona, 

een Italiaans cruiseschip en het Brits passagiersschip Persia, tot zinken worden gebracht.202 

In deze gevallen wordt er overigens vooraf geen enkele melding gemaakt van het bestaan 

van een oorlogszone.203 

 

Beschouwing 

Een grote ommekeer voor het concept van de oorlogszones, vormt de visie op deze zones 

tijdens de Eerste Wereldoorlog. Waar een oorlogszone voor de Eerste Wereldoorlog er voor 

dient om de zijdelings en onbedoelde schade zoveel mogelijk te beperken, komt men tijdens 

deze  periode  op  dit  idee  terug.204  De  oorlogszone  verwordt  tot  een  zone  waarin  een 

oorlogvoerende partij het recht opeist om het maritieme verkeer  in deze bepaalde zone te 

doen staken, en waarin derde partijen de verplichting wordt opgelegd om niet in deze zones 

te varen, met het risico van zinken  in het achterhoofd.205 De zones worden aangewend om 

een  zo groot mogelijke  schade aan  te  richten aan de neutrale  schepen die handel drijven 

met de  tegenpartij.206 Zo viseert de Duitse U‐boot campagne neutrale koopvaardijschepen 

als  doelwit.207 Het  concept wordt  te  pas  en  te  onpas  aangewend,  om  tal  van maritieme 

oorlogsoperaties  te  maskeren.208  In  aanzienlijk  korte  tijd  ontpopt  de  defensieve 

waarschuwingszone  zich  in een praktijk die grote delen van de  zee aanwendt om,  zonder 

waarschuwing, voorbijvarende schepen aan te vallen, en die een continue dreiging voor de 

scheepvaart uitmaakt.209 

Er  is  een  algemene  visie  in  de  rechtsleer  waarneembaar  die  van  oordeel  is  dat  de 

oorlogszones die aangewend worden  tijdens de Eerste Wereldoorlog hoe dan ook  illegaal 

zijn.210 

                                                             199 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 46. 200 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 48. 201 J. ROSENBERG, “Sinking of the Lusitania”, www.history1900s.about.com/cs/worldwari/p/lusitania.htm. 202 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 49. 203 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 49. 204 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 36. 205 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 37. 206 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 37. 207 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 37. 208 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 40. 209 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 41. 210 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 215. 

Page 42: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  42

Juridische argumentatie van de wettigheid van de oorlogszones 

Alle  partijen  erkennen  het  uitzonderlijke  karakter  van  de  nieuwe  oorlogsmethodes. 

Duitsland spreekt over  ‘de vestiging van nieuwe vormen  inzake maritieme oorlogsvoering’, 

en het Verenigd Koninkrijk benoemt het als ‘uitzonderlijke maatregelen’.211 De onwettigheid 

van de eigen zones wordt niet erkend, maar de oorlogvoerende staten  lijken wel  in te zien 

dat de maatregelen op  zijn  zachtst gezegd afwijken van wat  juridisch aanvaarbaar geacht 

wordt.212  De  partijen  menen  daarentegen  wel  dat  de  daden  van  de  tegenstander  als 

onwettig moeten worden beschouwd, zelfs  indien deze handelingen onder de noemer van 

represaillemaatregelen zouden worden geplaatst.213 

Duitsland stelt in 1917 dat deze nieuwe vorm van oorlogsvoering, en de nieuwe invulling van 

het  concept oorlogszone, beschouwd moeten worden  als noodzakelijke middelen om het 

bestaan  van  de  Duitse  staat  te  verdedigen.214  Een  juridische  grond  voor  het  zonder 

waarschuwing roekeloos doen zinken van schepen, zonder enige rekening te houden met de 

levens van neutrale, niet‐militaire personen aan boord, kan echter niet gevonden worden.215 

Het Verenigd Koninkrijk stelt dat de oorlogszones een redelijke wijziging van het traditionele 

recht inhouden, op maat van de huidige moderne omstandigheden, in conformiteit met het 

concept van de blokkade.216 

De gevestigde statenpraktijk volstaat niet om de zones legitimiteit te verschaffen, in zoverre 

deze  praktijk  niet  gesteund wordt  door  de  internationale  consensus,  zoals  hier  het  geval 

is.217 

 

III.2.C.3. De Spaanse Burgeroorlog en de Overeenkomst van Nyon van 1937 

 

Bij de aanvang van de Spaanse Burgeroorlog verklaart Spanje het bestaan van verscheidene 

oorlogszones,  waar  er  blokkademaatregelen  zullen  gelden.218  In  1937  volgt  er  een 

waarschuwing  die  stelt  dat  schepen  die  in  de wateren  van  Valencia  en  Barcelona  varen, 

aangevallen  zullen worden.219  Hierop  volgen  verschillende  niet‐onderscheidende  en  niet‐

uitgelokte aanvallen op koopvaardijschepen, die door de Overeenkomst van Nyon van 1937 

benoemd  worden  als  ‘daden  die  tegenovergesteld  zijn  aan  de  meest  elementaire 

humanitaire regels, en die behandeld moeten worden als daden van piraterij’.220 

Tijdens een conferentie van afgevaardigden van Engeland, Frankrijk en Italië wordt  in 1938 

besloten  dat  duikboten  binnen  de  oorlogszones  aangevallen  en  zo  mogelijk  vernietigd 

                                                             211 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 51. 212 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 51. 213 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 51. 214 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 53 en C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 369. 215 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 53. 216 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 368. 217 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 367. 218 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 54. 219 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 55. 220 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 55; preambule Overeenkomst van Nyon van 14 september 1937. 

Page 43: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  43

dienen  te  worden,  waardoor  de  volledige  westerse  middellandse  zee  getransformeerd 

wordt  in  een  anti‐duikboten‐uitsluitingszone.221  Deze  orders  betreffen  enkel 

oorlogsschepen, dus de kans dat een koopvaardijschip slachtoffer wordt van de maatregel, 

is vrij onwaarschijnlijk.222 

Met deze regelgeving roept de Spaanse Burgeroorlog een uitsluitende zone in het leven, die 

enkel  en  alleen  onderzeeërs  viseert,  en  die  in  geen  enkel  opzicht  in  verband  staat met 

economische oorlogsvoering.223 

 

III.2.C.4. De Tweede Wereldoorlog 

 

De oorlogsvoering  ten tijde van de Tweede Wereldoorlog treedt het gedachtegoed van de 

partijen uit de Eerste Wereldoorlog bij, door de oorlogszone  te beschouwen als een groot 

gedeelte van de zee waarin het maritieme verkeer het risico loopt om slachtoffer te worden 

van verrassingsaanvallen.224  

 

En Duitsland verandert haar attitude... of toch niet? 

De Duitse troepen verklaren bij het begin van de Tweede Wereldoorlog zich strikt te zullen 

houden aan het Protocol van Londen van 1936  inzake oorlogsvoering met onderzeeërs.225 

Dit verdrag stelt dat, behoudens uitzonderingen, het niet toegestaan  is voor duikboten om 

koopvaardijschepen van de  tegenpartij aan  te vallen, zolang de passagiers van de schepen 

niet in veiligheid zijn gebracht.226  

 Het Verenigd Koninkrijk besluit om de Britse koopvaardijschepen te bewapenen en beveelt 

hen om de positie van duikboten door te geven, indien zij die tegen het lijf lopen, en om de 

wapens  op  te  nemen.227  Deze  beslissing  maakt  het  voor  de  Duitsers  dan  ook  niet 

vanzelfsprekend  om  zich  bij  hun  woord  te  houden.228  De  Duitse  onderzeeërs  krijgen 

bijgevolg de opdracht om alle gewapende vijandige koopvaardijschepen aan te vallen zonder 

voorafgaande waarschuwing.229  

 

 

 

                                                             221 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 56. 222 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 56. 223 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 56. 224 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 37. 225 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 57. 226 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 57. 227 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 57. 228 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 57. 229 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 57. 

Page 44: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  44

Terug bij af: Duitse gevarenzones woekeren opnieuw 

In 1939 waarschuwt de Duitse staat er voor dat de zee rond de Britse eilanden en vlakbij de 

Franse kust niet langer veilig is voor scheepvaart van neutrale staten.230 Deze handeling is in 

contrast met de praktijk uit de Eerste Wereldoorlog, waar Duitsland prompt free fire zones 

in het  leven roept.231  Iets  later blaast Duitsland het  leven  in verscheidene oorlogszones, en 

de  Verenigde  Staten  gebruiken  een  aanzienlijk  gedeelte  van  de  Atlantische  Oceaan  als 

strijdzone, waar verkeer van burgers, scheepvaart en luchtvaart uitgesloten wordt.232 

Al gauw worden oorlogszones opnieuw aangewend om niet onderscheidende aanvallen  te 

plegen, net zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog het geval is.233 

 

Juridische argumentatie 

Een groot verschil tussen de vermeende rechtvaardiging van het gebruik van oorlogszones in 

de Eerste Wereldoorlog en respectievelijk de Tweede Wereldoorlog, is het volgende. Initieel 

beroept Duitsland zich op de rechtsfiguur van de represaille, als reactie op het gedrag van de 

wederpartij.234 In het verdere verloop van de oorlog verschuilen beide partijen zich achter de 

theorie van de represailles.235 

Tijdens  de  Tweede  Wereldoorlog,  beroept  Duitsland  zich  niet  langer  op  het  recht  op 

represaillemaatregelen. Duitsland stelt dat zij eenvoudigweg het recht heeft om gebruik te 

maken van oorlogszones, aangezien het een handelswijze is waar alle andere staten reeds in 

hebben toegestemd.236 Engeland beroept zich nog steeds op represailles.237  Er komt in deze 

periode dan ook veel minder protest vanuit de neutrale staten op deze oorlogsvoering, die 

niet  bijster  veel  kritiek  laten  blijken.238  De  Verenigde  Staten maken  nu  ook  gebruik  van 

oorlogszones.239 

 

De processen van Neurenberg  

De Duitse oorlogszones worden onderzocht  in het proces van Neurenberg  jegens militaire 

aanvoerder Dönitz240, die er van beschuldigd wordt de regels van het Protocol van Londen 

                                                             230 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 58. 231 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 370. 232 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 58. 233 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 59. 234 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 61. 235 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 61. 236 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 62. 237 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 99. 238 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 370. 239 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 100. 240 Karl Dönitz (°16 september 1891 – 24 september 1980) was een admiraal, Duitse marinecommandant en uiteindelijk rijkspresident over Duitsland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Hij is in Nüremberg berecht wegens het plegen van misdaden tegen de vrede, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid. Zaken die hier in prominent aan bod komen zijn zijn onbeperkte duikbotenoorlog en de zaak over de Laconia en haar drenkelingen. Uit: DEUTSCHES HISTORISCHES MUSEUM, “Biographie: Karl Dönitz, 1891‐1980”, www.dhm.de/lemo/html/biografien/DoenitzKarl/; UMKC SCHOOL OF LAW, “Charter of the International Military 

Page 45: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  45

van 1936 overtreden te hebben met zijn onderzeeërcampagne.241 Ook aanvoerder Raeder242 

wordt beschuldigd van het plegen van oorlogsmisdaden.243  

Dönitz gaat de verdediging  in door te stellen dat de maatregelen omtrent de oorlogszones 

geëvolueerd  zijn  tot een  internationale gewoonte, en niet  langer alleen  te  rechtvaardigen 

zijn op grond van de theorie van de represaillemaatregelen.244 Oorlogszones maken deel uit 

van een evolutie, die typerend is voor het maritieme oorlogsrecht.245 Bovendien volgden de 

onderzeeërs  initieel het Protocol van Londen.246 Ze  zouden de koopvaardijschepen  slechts 

aanvallen indien ze zich verzetten tegen het doorzoekrecht van de Duitsers .247  

Het tribunaal valt niet voor deze redenering en stelt Dönitz  in het ongelijk.248 Het  is echter 

opvallend  dat  de  oorlogszones  op  zich  niet  letterlijk  onwettig  worden  geacht.249 

Hiertegenover staat dat het tribunaal ze ook niet zwart op wit rechtvaardigt.250 Wel besluit 

het  Tribunaal  dat  Dönitz  niet  schuldig  wordt  bevonden  voor  de  oorlogstactiek  van  de 

duikboten  jegens  de  Britse  koopvaardijschepen,  aangezien  het  Verenigd  Koninkrijk  de 

schepen het bevel heeft gegeven om de Duitse onderzeeërs aan  te vallen.251  In dergelijke 

omstandigheden  houdt  het  Protocol  van  Londen  de  aanvallende  koopvaardijschepen 

immers niet langer een hand boven het hoofd.252 

Een  groot  probleem  stelt  zich  voor  wat  betreft  het  bevel  om  ook  neutrale 

koopvaardijschepen zonder waarschuwing te doen zinken.253 Deze praktijk wordt dan ook als 

een schending van het Protocol van Londen beschouwd.254 

Deze  rechtszaak  is  de  enige waarin maritieme  oorlogszones worden  besproken.255 Het  is 

bijgevolg een spijtige zaak voor de rechtszekerheid, dat de bewoordingen van het tribunaal 

opvallend summier en onduidelijk zijn.256 De rechtsleer meent echter dat oorlogszones, die 

deel  uitmaken  van  de  oorlogsvoering  van  de  tegenpartij  en  jegens  vijandelijke 

koopvaardijschepen worden opgesteld, niet onwettig  zijn.257 Volgens  sommigen mag men 

                                                                                                                                                                              Tribunal”, www.law2.umkc.edu/faculty/projects/ftrials/nuremberg/NurembergIndictments.html#Doenitz en  X, “The Laconia Incident”, 2005, www.uboataces.com/battle‐laconia.shtml. 

241 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 371. 242 Erich Raeder (24 april 1876 – Kiel, 6 november 1960) is de groot‐admiraal van de Duitse oorlogsvlot tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt tijdens de Neurenbergprocessen levenslang veroordeeld. Uit: SIMKIN, J., “ERICH RAEDER”, 1997, www.spartacus.schoolnet.co.uk/GERraeder.htm;  DEUTSCHES HISTORISCHES MUSEUM, “Biographie: Erich Raeder , 1876‐1960”, www.dhm.de/lemo/html/biografien/RaederErich/. 

243 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 101. 244 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 371. 245 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 371. 246 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 101. 247 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 101. 248 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 371. 249 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 371. 250 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 371. 251 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 102. 252 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 102. 253 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 104. 254 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 104. 255 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 372. 256 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 372. 257 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 371. 

Page 46: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  46

uit deze rechtspraak echter niet het bestaan van een praktijk afleiden die het internationale 

recht  zou  veranderen,  maar  enkel  dat  alle  partijen  de  internationale  maritieme 

oorlogsreglementering hebben geschonden.258 

 

III.2.D. Het zoeken van een juridische grond  

Blokkades en oorlogszones? 

De geschiedenis  toont aan dat een beroep op het  recht van  represailles niet voldoende  is 

voor wat betreft het rechtvaardigen van een oorlogszone, en al wat zich in de zone afspeelt. 

Een andere mogelijkheid zou zijn om de oorlogszones  te bekijken vanuit de optiek van de 

blokkade. Men zou kunnen stellen dat traditionele blokkades niet meer uitvoerbaar zijn door 

de  revolutionaire  technologie.259  Dit  kan  echter  eenvoudig weerlegd worden.  Zo worden 

traditionele  blokkades  aangewend  om  handel met  de  vijand  stil  te  leggen.260 Dit  staat  in 

groot  contrast  met  het  agressieve  ‘sink  at  sight  beleid’  dat  tijdens  de  wereldoorlogen 

gehandhaafd wordt.261 Desalniettemin zouden de regels betreffende de klassieke blokkade 

eventueel hulp kunnen bieden in het streven naar passende regelgeving voor wat betreft de 

oorlogszones, via het opstellen van een ‘Europese gevarenzone’ en een ‘veiligheidszone’.262 

 

Redelijkheid en oorlogszones? 

Sommige rechtsgeleerden pleiten voor het gebruik van het criterium van de redelijkheid.263 

Men  mag  echter  niet  uit  het  oog  verliezen  dat  het  een  op  zijn  minst  merkwaardige 

redenering betreft om oorlogszones, die  gezien de  activiteiten binnen de  zone onder het 

traditionele  recht  zo  nauw met  oorlogsmisdaden  verwant  zijn,  via  het  criterium  van  de 

redelijkheid in tegenwoordige tijden toelaatbaar te achten.264 

 

Besluit 

Oorlogszones spelen een aanzienlijke rol in zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog, en 

de  Spaanse  Burgeroorlog.  Door  de  oorlogszones  en  de  onwettige  praktijken  die  er  in 

plaatsvinden, laten de oorlogsvoerende partijen de internationale regelgeving los, en laat de 

gevestigde  statenpraktijk zaken  toe die volledig ondenkbaar en niet  te  rechtvaardigen zijn 

op  grond  van  het  traditionele maritieme  oorlogsrecht.  De  praktijk  van  de  oorlogszones 

                                                             258 J. JACOBSON, “The law of submarine warfare today”, International Law Studies 1991, 212, (hierna: J. JACOBSON, Submarine warfare). 259 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 378. 260 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 378. 261 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 378. 262 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 378. 263 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 383. 264 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 384. 

Page 47: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  47

vormt de belichaming van het alarmerende bewijs dat het klassieke maritieme oorlogsrecht 

dringend aan vernieuwing toe is. 

Het  recht op  represaillemaatregelen  ligt  in veel gevallen aan de basis van het gebruik van 

oorlogszones. Maar net door een beroep  te doen op de  figuur van de  represailles, wordt 

weergegeven dat de oorlogszone op zich in feite een illegaal gegeven is.265  

Bovendien kan men uit de neutrale en onverschillige houding van derde partijen tijdens de 

Tweede Wereldoorlog ten opzichte van oorlogszones niet afleiden dat er een internationaal 

recht bestaat dat deze oorlogstechniek toelaat.266 Niet de free fire zones zijn als toegestaan 

te beschouwen, maar wel het recht op represailles.267 

Het grootste probleem met oorlogszones is overigens niet zo zeer de zones op zich, dan wel 

het recht dat in de zone van toepassing is.268 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                              265 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 64. 266 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 64. 267 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 64. 268 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 382. 

Page 48: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  48

III.3. Oorlogsvoering met mijnen en de ongebreidelde duikbotenoorlog  

III.3.A. Inleiding  

In dit hoofdstuk wordt  stilgestaan bij duikboten en  zeemijnen als oorlogswapens. Na een 

inleidend stuk, dat de technische facetten belicht, blikken we terug op de geschiedenis van 

onderzeeërs. Deze bespreking zal starten met een bespreking van de periode voor de Eerste 

Wereldoorlog, tot en met de Corfu Channel case.269 Ten slotte bespreken we de wettigheid 

van oorlogsvoering aan de hand van duikboten en zeemijnen, en de restricties daaromtrent. 

We ronden af met een besluit. 

 

III.3.A.1 De effectiviteit van mijnen: goedkoop en zeer betrouwbaar 

 

Duikboten zijn  ingenieuze sluipmachines, die  tijdens oorlogen zeer handig van pas kunnen 

komen om verrassingsaanvallen uit te voeren.270  

Mijnen  bewijzen  zich  als  zeer  effectieve  oorlogsmiddelen.  Ze  veroorzaken  een  uniek 

psychologisch  effect,  doordat  ze  onzichtbaar  zijn  voor  wie  de  zee  bevaart:  het 

veronderstelde risico, door het besef dat de mogelijkheid bestaat dat er mijnen liggen, is in 

feite groter dan het werkelijke  risico.271 Bijgevolg  zal de  scheepvaart,  indien men van een 

bepaalde plek verwacht dat er mijnen gesitueerd zijn, deze  locatie vermijden.272 Daardoor 

hebben mijnenvelden ook grote gevolgen voor de onderbreking van de goederenstromen, 

het  ruimen  van  mijnenvelden,  extra  gemaakte  kosten  door  het  heroriënteren  van  een 

bepaalde route, en zelfs de ontmoediging van de bemanning.273  

Ook  de  scheepvaart  van  neutrale  staten wordt  in  het  gevaar  gebracht  in  gebieden waar 

mogelijk mijnen  zouden  liggen, dus bijgevolg dringen de neutrale  staten op die bepaalde 

locaties hun scheepvaart terug.274 

Het maritieme oorlogsrecht  inzake zeemijnen houdt een  innerlijke tweestrijd  in.275 Er moet 

een evenwicht gevonden worden tussen enerzijds de vrijheid van navigatie en anderzijds het 

recht  op  zelfverdediging.276 Het  principe  van  de  redelijkheid  speelt  in  beide  facetten  een 

rol.277 

                                                             269 IGH, Corfu Channel (United Kingdom v. Albania), Preliminary Objection, ICJ Reports 1948, 15. 270 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 206. 271 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 168. 272 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 169. 273 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 169. 274 J. REED, “’Damn the torpedoes!’: International standards regarding the use of automatic submarine mines”, 

Fordham International Law Journal 1985, 287, (hierna: J. REED, Damn the torpedoes). 275 T. CLINGAN, “Submarine mines in international law”, International Law Studies 1991, 351, (hierna: T. CLINGAN, Submarine mines). 276 T. CLINGAN, Submarine mines, supra noot 275, 351. 277 R. POWERS, International law, supra noot 162, 55. 

Page 49: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  49

 

III.3.A.2. Technische zaken 

 

Enerzijds bestaan er contactmijnen, en anderzijds invloedmijnen.  

Contactmijnen  zijn  mijnen  die  verankerd  zijn  aan  een  zwaar  gewicht,  via  een  kabel  of 

ketting.278 Een contactmijn wordt geactiveerd wanneer een schip met een van de antennes 

of  stekels  van  de  mijn  in  aanraking  komt.279  Indien  de  contactmijn  loskomt  van  de 

verankering, zou de mijn zichzelf onschadelijk moeten maken.280 Het  is echter mogelijk dat 

dit niet gebeurt, door een technisch mankement, waardoor de vrij drijvende mijn een groot 

gevaar  inhoudt voor de nietsvermoedende  scheepvaart, die nog  steeds  tegen de antenne 

zou kunnen botsen.281 

Niet‐verankerde mijnen of drijvende mijnen worden  tijdens de Haagse Vredesconferentie 

beschouwd  als  een  buitensporig  gevaar  voor  de  scheepvaart.282  Dit  idee  is  echter 

achterhaald: de drijvende mijnen zijn ontzettend moeilijk  in gebruik, en  indien men ze als 

defensief wapen wil hanteren, heeft men een  zeer groot aantal mijnen nodig – wat geen 

sinecure is, gezien de grote plaats die ze aan boord innemen.283 

Grondmijnen zijn niet‐drijvende mijnen, gelegen op de bodem van de zee.284 Grondmijnen 

zijn ofwel invloedsmijnen, ofwel worden ze gecontroleerd en bediend via een elektronisch of 

akoestisch signaal van op de kust.285  Hun effectiviteit hangt in grote mate af van de diepte 

van het water waarin ze gelegen zijn: hoe ondieper het water, hoe effectiever de mijn zal 

functioneren.286 Aangezien de grondmijn niet hoeft  te kunnen drijven,  zijn de explosieven 

vaak zwaarder.287 Er bestaan grondmijnen, die aangedreven worden door een propeller, en 

in staat zijn om een doelwit op te sporen en dit na te jagen.288 

Gecontroleerde  mijnen  kunnen  grondmijnen  zijn,  maar  ook  verankerde  mijnen  kunnen 

gecontroleerd worden.289 De bediener van de mijn kan ze van op afstand laten ontsteken.290 

Contactmijnen vangen via hun antenne op of er een schip in de buurt is.291 Dit signaal wordt 

doorgegeven aan de mijn zelf, waardoor ze explodeert.292 

                                                             278 H. LEVIE, Mine warfare at sea, Dordrecht, Martinus Nijhoff Publishers, 1992, 98, (hierna: H. LEVIE, Mine warfare). 279 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 99. 280 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 99. 281 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 99. 282 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 100. 283 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 100. 284 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 100. 285 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 100‐101. 286 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 101. 287 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 101. 288 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 101. 289 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 102.  290 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278,. 291 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 102‐103. 292 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 103. 

Page 50: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  50

 

III.3.B.  Bespreking  van  duikboten  en  zeemijnen  doorheen  de 

geschiedenis  

III.3.B.1. Duikboten en zeemijnen voor de Eerste Wereldoorlog 

  

Mijnen maken reeds lange tijd deel uit van de oorlogsvoering. Het eerste succesvolle gebruik 

van mijnen  gaat  terug  tot de Amerikaanse Burgeroorlog.293  In de Russisch‐Japanse oorlog 

gebruiken beide partijen mijnen in hun oorlogstactiek.294 

Tijdens de Haagse Vredesconferentie stuit men op drie grote juridische knelpunten voor wat 

betreft zeemijnen.295 Ten eerste stelt zich de vraag welke soorten mijnen als wettige wapens 

kunnen  worden  beschouwd.296  Vervolgens  rijst  de  vraag  voor  welke  doeleinden  mijnen 

kunnen  worden  ingezet.297  Ten  slotte  overweegt men  op  welke  plaatsen mijnen  wettig 

kunnen worden aangewend.298 

In deze periode kent men slechts twee types mijnen: elektronisch gecontroleerde zeemijnen 

en automatische contactmijnen van onderzeeërs.299 De eerste categorie wordt aangewend 

om  ingesloten  havens  en  baaien  te  kunnen  beschermen,  terwijl  ze  rechtstreeks worden 

aangestuurd vanuit een controle basis aan de kust. 300 De automatische contactmijn  is een 

controversieel wapen, aangezien er geen controle meer over bestaat, van zodra de duikboot 

de mijn de zee instuurt.301 

Voor wat betreft de doeleinden van het gebruik van mijnen, besluit de Haagse Conferentie 

dat  automatische  contactmijnen  bij  de  kust  of  havens  van  vijanden,  die  enkel  als  doel 

hebben  om  commerciële  zeevaart  te  belemmeren,  verboden  zijn.302 

Deze beslissing roept vraagtekens op, aangezien oorlogsvoerende partijen niet veel moeite 

moeten  doen  om  te  veinzen  dat  ze  over  nog  een  ander motief  beschikken,  behalve  het 

platleggen van de economie van de vijand.303 

Uiteindelijk komt men tot een regelgevend compromis, dat slechts weinig beperkingen aan 

het  gebruik  van mijnen oplegt.  Indien men niet‐verankerde mijnen  gebruikt, dienen deze 

zichzelf onschadelijk  te maken binnen een uur na de plaatsing, en  indien men verankerde 

                                                             293 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 272 en J. REDDISH, “Forgotten fears present imminent threats to the maritime shipping and recreation industries: the risk posed by the availability of sea mines”, Tulane Maritime Law Journal 2004, 125 (hierna: J. REDDISH, Forgotten Fears). 294 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 272. 295 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 272. 296 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 272. 297 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 272. 298 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 272. 299 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 273. 300 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 273. 301 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 273. 302 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 273. 303 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 274. 

Page 51: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  51

mijnen  gebruikt,  dienen  ze  zichzelf  onschadelijk  te  maken  van  zodra  hun  verankering 

loslaat.304 

 

III.3.B.2.  Duikboten en zeemijnen tijdens de Eerste Wereldoorlog 

 

Tijdens deze periode worden mijnen vooral aangewend om oorlogszones af te bakenen en 

te  vestigen.305 Duikboten worden  juridisch  bekeken  als  oppervlakteschepen, waardoor  ze 

ook  aan  de  desbetreffende  regels  onderworpen  zijn.306  In  deze  periode  zijn  onderzeeërs 

traag en bijzonder kwetsbaar wanneer ze aan de oppervlakte komen.307 Ze bevatten tevens 

niet veel ruimte binnenin.308 

Beide belligerenten houden er andere praktijken op na, dan wat  toegelaten  is volgens het 

traditionele recht.309 Ook de technologische vooruitgang inzake oorlogswapens speelt hier in 

een aanzienlijke rol.310  

De oorlogsvoerende partijen maken  gebruik  van  langeafstandsblokkades  in het  kader  van 

economische oorlogsvoering.311 Door oorlogszones aan  te wenden om een blokkade af  te 

dwingen,  is  de  internationale  standaard  omtrent  mijnen  gewijzigd.312  Mijnen  worden 

vooreerst  voornamelijk  gebruikt  om  een  blokkade  te  veroorzaken.313  Ze  worden  vooral 

gebruikt  in  de  territoriale  zee  van  oorlogsvoerende  partijen.314  Duitsland  maakt  echter 

gebruik  van mijnen om delen  van de  volle  zee  af  te  sluiten  voor  vijandelijke  schepen, en 

hierdoor wordt het geaccepteerd dat verankerde  contactmijnen gebruikt worden op volle 

zee.315  

 

 

Toenmalige visie van de rechtsleer  

Mijnen zijn een wettig middel van oorlogsvoering tussen belligerente partijen.316 Bovendien 

zijn  ze  relatief  goedkoop  in  verhouding  tot  de  zelfverdediging  die  ze  aan  staten  kunnen 

                                                             304 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 276. 305 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 303‐305. 306 J. GILLILAND, “Submarines and targets: suggestions for new codified rules of submarine warfare”, 

Georgetown Law Journal  1985, 976, (hierna: J. GILLILAND, Submarines and targets). 307 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 206. 308 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 206. 309 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 301. 310 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 301. 311 W. MALLISON (ed.), International law studies 1966, Washington, 1968, 60. 312 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 305. 313 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 305. 314 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 305. 315 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 305. 316 NAVAL WAR COLLEGE, International law topics and discussions 1905, Washington, 1906, 148, (hierna: NAVAL WAR COLLEGE, International law). 

Page 52: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  52

bieden.317 Dit houdt vanzelfsprekend niet in dat de oorlogsvoerende partijen mijnen op een 

onbedachtzame wijze mogen  aanwenden, waardoor ook de niet‐strijders  gevaar  lopen.318 

De rechtsleer  is er dan ook voorstander van dat er beperkingen op het gebruik van mijnen 

zullen worden gelegd, waardoor niet‐oorlogvoerende partijen beschermd zullen worden van 

dit oorlogswapen.319 Vroeg in de geschiedenis pleit men er voor om restricties te leggen op 

het gebruik van onverankerde contactmijnen.320 Dit soort mijnen veroorzaakt een explosie 

van zodra een schip fysiek contact maakt.321 Door deze karakteristiek vallen ze niet binnen 

de controle van de onderzeeër die de mijn de zee in laat, en kunnen ze ook ontploffen van 

zodra er bijvoorbeeld een neutraal  schip of een koopvaardijschip  tegen vaart.322 Dit  soort 

praktijken kunnen de principiële vrijheid van de volle zee in gevaar brengen.323 Er is dan ook 

sprake van een tegenstelling tussen enerzijds de belangen van zelfverdediging van staten, en 

anderzijds de vrijheid van de volle zee.  

Mijnen die exploderen na het verstrijken van een bepaalde – korte ‐ tijdspanne, daar heeft 

de  rechtsleer geen bezwaren  tegen.324 De  rechtsleer  is er  zich van bewust dat, binnen de 

jurisdictie van de kuststaat, er een grote vrijheid bestaat inzake het leggen van mijnen.325 De 

oorlogsvoerende partij moet er echter op  toezien dat de mijnen onder dergelijke controle 

geplaatst zijn, dat ze de neutrale schepen geen schade kunnen toebrengen.326  

 

Duikboten en zeemijnen in de totale oorlog 

Kort  na  de  aanvang  verwordt  de  Eerste  Wereldoorlog  tot  een  totale  oorlog:  de 

oorlogsvoerende  partijen  zetten  al  hun  mogelijkheden  in  om  alle  middelen  van  de 

tegenstander  te  vernietigen.327 De  oorlog wordt  gevoerd  tussen  twee  staten,  niet  tussen 

twee militaire legers.328 Dit houdt in dat de oorlogsvoerende partijen elkanders scheepvaart, 

of neutrale hulpverstrekkende scheepvaart, willen verhinderen en inperken.329 

Op 4 augustus 1914 legt de Duitse Königin Luise het eerste mijnenveld nabij de oostkust van 

het Verenigd Koninkrijk.330 Een week  later verklaart het Verenigd Koninkrijk dat haar geen 

andere keuze rest, dan het treffen van ‘gelijkaardige maatregelen’, waardoor het gevaar van 

het bevaren van de Noordzee onvermijdelijk zal toenemen.331 Er worden mijnen gebruikt om 

                                                             317 C. STOCKTON, “Submarine mines and torpedoes in time of war”, American Journal of International Law 1908, 277, (hierna: C. STOCKTON, Submarine mines). 318 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 148. 319 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 148. 320 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 149. 321 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 149. 322 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 149. 323 C. STOCKTON, Submarine mines, supra noot 317, 277. 324 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 150. 325 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 152. 326 NAVAL WAR COLLEGE, International law, supra noot 316, 152. 327 C. WEISS, Problems, supra noot 16, 136. 328 W. PARKS, “Making law of war treaties: lessons from submarine warfare regulations”, International Law Studies 2000, 344, (hierna: W. PARKS, Lessons). 329 C. WEISS, Problems, supra noot 16, 136. 330 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 175. 331 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 176? 

Page 53: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  53

grote delen van de oceaan af te sluiten voor schepen die geen toelating krijgen om langs te 

varen, als reactie op de Duitse duikbotencampagne.332 

Ter staving wendt Duitsland alle  lacunes van het Verdrag van den Haag  (VIII) aan, door  te 

stellen  dat  het  verdrag  niet  bindend  is,  doordat  Rusland  het  niet  ondertekende,  terwijl 

Rusland  wel  een  oorlogsvoerende  partij  is.333  Ten  tweede  repliceert  Duitsland  met 

betrekking op het leggen van mijnen op volle zee, dat het verdrag niet stipuleert hoe ver de 

mijnenvelden van de kusten en havens verwijderd moeten zijn.334 

In 1915 stellen de Verenigde Staten voor dat het plaatsen van mijnenvelden beperkt wordt 

tot mijnen  voor  defensieve  doeleinden,  en  dat  alle mijnen  gekenmerkt worden  door  de 

overheid van wie ze zijn, en dat de mijnen onschadelijk zijn van zodra ze loskomen van hun 

ligplaatsen.335 Gelet op de effectiviteit van het offensieve mijnenbeleid, kan Duitsland zich 

hier echter niet  in vinden.336 Het  leggen van mijnen vormt dan ook de kern van de Duitse 

oorlogsstrategie van de Eerste Wereldoorlog.337 

Door  de  technologische  vooruitgang  zijn  duikboten  inmiddels  in  staat  om  achttien  tot 

vierendertig contactmijnen per reis in de zee te leggen.338 

Met  het  einde  van  de  Eerste  Wereldoorlog  ijvert  men  er  voor  om  het  gebruik  van 

onderzeeërs te verbieden of te beperken, maar deze pogingen zullen nog twintig jaar duren 

vooraleer ze resultaat opleveren.339 

 

III.3.B.3. Duikboten en mijnen tijdens de Tweede Wereldoorlog 

 

Duitsland laat zich verleiden tot een ongebreidelde duikbotenoorlog 

Tegen 1940 vormen er zich nieuwe hoogtepunten in de ontwikkeling van mijnenvelden.340 Er 

wordt nog frequenter gebruik gemaakt van mijnen als oorlogswapens, in vergelijking met de 

Eerste Wereldoorlog.341 Vliegtuigen kunnen  inmiddels mijnen plaatsen  in delen van de zee 

die voor oorlogsschepen ontoegankelijk zijn.342 Ook bestaan er nu magnetische, akoestische 

en drukgevoelige mijnen.343  

Het Verenigd Koninkrijk voorziet haar koopvaardijschepen van bewapening.344 Als argument 

geeft  ze  dat  deze  bewapening  enkel  dient  voor  redenen  van  zelfverdediging  van  de 

                                                             332 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 301. 333 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 177. 334 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 177. 335 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 178. 336 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 179. 337 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 186. 338 J. REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 127. 339 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 344. 340 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 187. 341 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 302. 342 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 187. 343 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 188 en J. REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 128. 344 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 139. 

Page 54: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  54

desbetreffende  schepen,  zoals  gewoonlijk  gebeurde  onder  het  internationaal  recht.345 

Bijgevolg zouden deze koopvaardijschepen nog steeds beschouwd worden als niet‐strijders, 

en moeten de onderzeeërs de procedure voor het doorzoeken van een schip volgen, indien 

het  tot  een  ontmoeting  komt.346  De  koopvaardijschepen  van  de  vijand  beschouwt  het 

Verenigd  Koninkrijk  daarentegen  als  hulpschepen  van  de  oorlogsschepen,  bij  welke  het 

toegestaan is om ze aan te vallen zonder enige waarschuwing.347  

De Verenigde  Staten  voeren een  intensieve duikbotencampagne  jegens  Japan, naar eigen 

zeggen als reactie op het onwettige bombarderen door Japan van Pearl Harbor, bij wijze van 

represaillemaatregel. 348 

Aanvankelijk  staat de Duitse marine onder het  strikt bevel om  zich aan de  regels van het 

internationaal  recht  te  blijven  houden. Volgens  sommigen  gedragen  de Duitse  duikboten 

zich bijna  ridderlijk gedurende de eerste zeven maanden van de oorlog.349 Desondanks de 

oorlogsverklaring van Frankrijk aan Duitsland, dienen de onderzeeërs af te zien van geweld 

tegen Franse schepen,  tenzij  in geval van zelfverdediging.350 Zowel de beslissingen van het 

Verenigd Koninkrijk betreffende het  inzetten  van  koopvaardijschepen  in de oorlog, als de 

beslissing  van  de  Verenigde  Staten  om  een  ongebreidelde  duikbotenoorlog  te  voeren, 

maken het Duitsland niet makkelijk om zich aan deze visie te blijven vastklampen.351 

Duitsland acht het dan ook noodzakelijk om de beruchte koopvaardijschepen aan te vallen 

met haar duikbotencampagne.352 Het  traditionele  recht wordt opnieuw geschonden, deze 

keer  door  niet‐verankerde mijnen  te  gebruiken,  die  niet  over  de  verplichte  tijdsrestrictie 

beschikken.353 Vliegtuigen droppen in grote getale mijnen in internationale wateren.354 

Duitsland  en  de  Verenigde  Staten  voeren  bijgevolg  beiden  een  ongelimiteerde 

duikbotenoorlog.355 Volgens het merendeel van de rechtsleer is deze oorlogsvoering in strijd 

met  de  regelen  van  het  internationaal  recht.356  Anderen  zijn  echter  van  mening  dat 

Duitsland het recht had om Britse schepen aan te vallen, aangezien deze schepen niet meer 

vallen  onder  de  definitie  van  ‘koopvaardijschepen’.357 Duitsland  zelf  is  dan  ook  ten  volle 

overtuigd van de wettigheid van haar campagne.358 

 

 

                                                              345 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 139. 346 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 139. 347 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 139. 348 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 140. 349 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 359. 350 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 358. 351 K. ASSMANN, “Why U‐Boat affair failed?”, Foreign affairs 1950, 662, (hierna: K. ASSMANN, U‐Boat). 352 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 139. 353 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 302‐303. 354 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 303. 355 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 136. 356 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 136. 357 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 136. 358 R. POWERS, International law, supra noot 162, 57. 

Page 55: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  55

Britse passagiersschip Athenia doet gemoederen hoog oplaaien 

Het aanvallen van vijandelijke koopvaardijschepen wordt aangemoedigd door het besef dat 

de schepen onder valse vlag zouden kunnen varen, met als bedoeling om de duikboot uit te 

nodigen om de  identiteit  van het  schip  te  controleren, en  vervolgens de duikboot  aan  te 

vallen.359 

Op  3  september  1939  brengt  een  duikboot  het  Britse  schip  passagiersschip  Athenia  tot 

zinken.360 De onderzeeërs menen dat het om een Brits hulpschip  gaat, en 118 passagiers 

komen om het leven.361 

Iets  later  krijgen  de  duikboten  groen  licht  om  Franse  oorlogsschepen  aan  te  vallen.362  In 

oktober  hebben  de  Duitse  aanvoerders  de  toestemming  om  oorlogsvoerende 

koopvaardijschepen aan te vallen zonder waarschuwing.363  In 1940 komt de ongebreidelde 

duikbotenoorlog van Duitsland ten volle tot ontwikkeling.364 

Neutrale  staten  zoals  Noorwegen  en  Argentinië  komen  in  protest  tegen  het  leggen  van 

mijnen op volle zee, en stellen dat dit een illegale praktijk is.365 

Al gauw blijkt dat het onpraktisch is om het doorzoekrecht uit te oefenen met een duikboot, 

die slechts voor een bepaalde korte periode aan de oppervlakte kan blijven.366 Deze neiging 

wordt enkel versterkt indien de vijandelijke kust nabij is.367 

 

De  onderzeeërs  van  het  Verenigd  Koninkrijk  zijn  bij  de  aanvang  van  de  oorlog  niet  zeer 

succesvol.368 Door morele, wettelijke en politieke  redenen, en door slechte  training, duurt 

het tot eind 1939 vooraleer ze een Duitse onderzeeër tot zinken kunnen brengen.369 In 1940 

krijgen ze de toelating om alle Duitse schepen tot zinken te brengen, ongeacht of het gaat 

om een oorlogsschip of een koopvaardijschip.  

 

Het doen zinken van koopvaardijschepen en hospitaalschepen en het vermoorden van de 

drenkelingen door de Japanse marine 

Ter volledigheid wordt hier nogmaals gewezen op het zich voordoen van maritieme 

oorlogsmisdaden door Japan.  Een voorbeeld van deze gruwelijkheden is het doen zinken 

van de Centaur, een Australisch hospitaalschip door een Japanse onderzeeër. De Centaur is 

                                                             359 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 359. 360 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 352. 361 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 359. 362 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 359. 363 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 359. 364 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 359. 365 R. POWERS, International law, supra noot 162, 57. 366 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 661. 367 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 661. 368 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 360. 369 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 360. 

Page 56: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  56

duidelijk voorzien van de beschermende kentekens van het Rode Kruis.370 De Centaur wordt 

geraakt door een torpedo en zinkt binnen de drie minuten.371 De overlevenden drijven 

gedurende maar liefst dertig uur in de zee, zich vastklampend aan wrakstukken, terwijl ze 

aangevallen worden door haaien.372 Uiteindelijk worden de 64 overgebleven drenkelingen 

gered door een Amerikaans oorlogsschip.373 

In 1943 geven de aanvoerder van de Japanse marine en de Japanse overheid het bevel om 

alle drenkelingen van aangevallen koopvaardijschepen om te brengen.374 Het doen zinken 

van koopvaardijschepen en het doden met machinegeweren van de drenkelingen maakt 

deel uit van een vaste routine.375 Tijdens het aanvallen van de SS Jean Nicolet, een 

bewapend koopvaardijschip,376 worden zestig overlevenden aan boord gebracht van een 

Japanse duikboot, waar ze gruwelijk gemarteld worden, en uiteindelijk terug in de zee 

worden geworpen, in een gebied waar haaien actief zijn.377 

 

Van populair technisch hoogstandje tot achterophinkend oorlogsschip 

Desondanks de  technologische  vooruitgang,  is de duikboot aan het einde  van de Tweede 

Wereldoorlog  een  relatief  ineffectief  wapen  geworden.378  Bovendien  is  het  aantal 

beschikbare  onderzeeërs  niet  geschikt  om  een  echte  ongebreidelde  duikbotenoorlog  te 

voeren.379 Van alle beschikbare onderzeeërs is slechts een derde actief op missie; een derde 

is op terugtocht en het overige deel wordt gerepareerd of opgelapt op de militaire basis.380 

Men mag niet uit het achterhoofd verliezen dat ook de andere oorlogsschepen een grote 

technologische sprong gemaakt hebben.381 De komst van de luchtmacht maakt de duikboten 

het er niet makkelijker op: de onderzeeërs zijn zo traag in vergelijking, dat ze de vliegtuigen 

niet kunnen ontwijken door zich onder het waterpeil terug te trekken.382 Uiteindelijk worden 

de  duikboten  nog  geavanceerder  door  radartechnologie,  die  onthult waar  de  vijand  zich 

bevindt, zonder de eigen locatie prijs te geven, en zijn ze na een tijdje ook in staat om zich te 

verweren tegen de luchtmacht; maar dit alles zijn slechts kleine heroplevingen.383 Binnen de 

kortste tijd is de luchtmacht technisch zo veel krachtiger, dat duikboten zich met moeite aan 

                                                             370 X, “War crimes committed by the imperial Japanese Navy”, http://www.pacificwar.org.au/JapWarCrimes/TenWarCrimes/WarCrimes_Jap_Navy.html, (hierna: X, War crimes Japanese Navy). 371 X, War crimes Japanese Navy, supra noot 370. 372 X, War crimes Japanese Navy, supra noot 370. 373 X, War crimes Japanese Navy, supra noot 370. 374 X, War crimes Japanese Navy, supra noot 370. 375 X, War crimes Japanese Navy, supra noot 370. 376 X, “Japanese Atrocities ‐ S.S. Jean Nicolet”, http://www.armed‐guard.com/ag87.html. 

377 X, War crimes Japanese Navy, supra noot 370. 378 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 143. 379 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 664. 380 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 664. 381 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 667. 382 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 667. 383 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 668. 

Page 57: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  57

de  oppervlakte  kunnen  vertonen.384  Duitsland  blijft  tijd  en  middelen  investeren  in 

duikbotentechnologie, maar dit zal tevergeefs blijken.385 

 

Wettigheid van de duikbotenoorlog? 

De  duikbotencampagne  van  de  Duitsers  wordt  niet  door  iedereen  als  even  onwettig 

beschouwd. Volgens de Neurenbergprocessen dient men  er  rekening mee  te houden dat 

ook de Verenigde Staten een dergelijke duikbotenoorlog voerden, vanaf het ogenblik dat ze 

deelnamen  aan  de  oorlog,  en  wordt  Dönitz  niet  schuldig  bevonden  op  grond  van 

schendingen van het  internationaal recht  inzake de ongebreidelde duikbotenoorlog.386 Wel 

is  Dönitz  schuldig  voor  het  inroepen  van  oorlogszones  waarin  duikboten  neutrale 

koopvaardijschepen aanvallen zonder voorafgaande waarschuwing.387 

Tijdens beide wereldoorlogen worden de bepalingen van het Verdrag van den Haag VIII door 

beide  partijen  geschonden,  met  als  vermeende  rechtvaardigingsgrond  het  recht  op 

represaillemaatregelen.388 

 

III.3.C. Beschouwing  

Door  de  totale  oorlog  die  de  partijen  voeren, wordt  het  traditionele  internationale  recht 

genegeerd en is er nood aan een modern maritiem oorlogsrecht.389 Zwakkere staten wenden 

zeemijnen  aan  in hun oorlogsvoering  jegens maritiem  sterkere  staten.390 Het  gebruik  van 

zeemijnen heeft niet‐onderscheidende vernietiging tot gevolg.391 

 

III.3.C.1. Militaire noodzakelijkheid en humaniteit 

 

Twee basisprincipes van het oorlogsrecht zijn de militaire noodzakelijkheid en humaniteit.392 

Deze twee principes vullen elkaar aan en vormen een basisreferentiekader voor het militaire 

personeel  in  hun  beslissingen,  in  elke  rang.393  Beide  principes moeten  in  balans  zijn  ten 

opzichte  van  elkaar.394  De militaire  noodzakelijkheid  staat  enkel  de  vernietiging  toe  die 

noodzakelijk is om een wettig militair doel te bereiken.395 Militaire noodzakelijkheid is geen 

                                                             384 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 668. 385 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 670. 386 K. ASSMANN, U‐Boat, supra noot 351, 662. 387 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 211. 388 R. POWERS, International law, supra noot 162, 57. 389 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 140. 390 J.REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 129. 391 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 263. 392 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 979. 393 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 979. 394 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 980. 395 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 980. 

Page 58: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  58

vrijbrief  voor  het  schenden  van  de  regels  van  het  oorlogsrecht,  aangezien men  bij  het 

opstellen  van  de  regelgeving  reeds  rekening  heeft  gehouden  met  het  concept  van  de 

noodzakelijkheid.396 Het Protocol van Londen is duidelijk geïnspireerd door beide concepten, 

aangezien  men  koopvaardijschepen  uitsluitend  mag  vernietigen  indien  de  passagiers, 

bemanning en de papieren van het schip zich op een veilige plaats bevinden.397 Tijdens beide 

wereldoorlogen worden deze principes echter voortdurend met de voeten getreden. 

 

III.3.C.2. Het onderscheid tussen neutralen en belligerenten 

 

Voor de Eerste Wereldoorlog zijn neutrale en belligerente rechten met elkaar in balans en in 

verhouding.398 Dit  onderscheid  is  gebaseerd  op  het  onderscheid  tussen  strijders  en  niet‐

strijders.399  Door  de  wereldoorlogen  is  het  onderscheid  tussen  beide  partijen  echter 

vervaagd.400 Duikboten die aan de oppervlakte varen zijn kwetsbaarder dan de bewapende 

koopvaardijschepen.401 Hierdoor  zijn  de  verhoudingen  tussen  beide  partijen  veranderd.402 

De koopvaardijschepen bevinden zich immers niet langer per se in de kwetsbare positie ten 

opzichte van de oorlogsschepen, namelijk de onderzeeërs. 

 

III.3.D. De Corfu Channel Case403  

In 1946 botsen  twee mijnenvegers uit het Verenigd Koninkrijk op Albanese mijnen  in het 

Korfu  Kanaal,  in  de  territoriale  wateren  van  Albanië.404  Het  Verenigd  Koninkrijk  is  van 

mening dat Albanië aansprakelijk  is.405 Het  is volgens de Britten namelijk niet mogelijk dat 

Albanië geen weet heeft van de mijnen,  terwijl Albanië heeft nagelaten om de vreedzame 

scheepvaart  te  waarschuwen.406  Vanuit  het  oogpunt  van  Albanië  heeft  het  Verenigd 

Koninkrijk een  fout begaan, door het Korfu Kanaal mijnvrij  te maken  zonder  toestemming 

van Albanië.407 Het Internationaal Hof van Justitie stelt echter dat Albanië niet automatisch 

aansprakelijk  is  voor  de  aanwezigheid  van  de  mijnen,  louter  omdat  deze  zich  in  haar 

territoriale wateren bevinden.408 Het Hof stelt dat het doorslaggevend  is of Albanië van de 

aanwezigheid  van  deze  mijnen  op  de  hoogte  was.409  Op  Albanië  rust  de  plicht  om  te 

                                                             396 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 980. 397 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 980. 398 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 981. 399 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 983. 400 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 981. 401 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 984. 402 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 984. 403 IGH, Corfu Channel (United Kingdom v. Albania), Preliminary Objection, ICJ Reports 1948, 15. 404 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 309. 405 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 309. 406 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 310. 407 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 310. 408 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 311. 409J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 311. 

Page 59: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  59

verwittigen  dat  er  mijnen  aanwezig  zijn,  en  dit  op  basis  van  algemene  principes.410 

Uiteindelijk wordt Albanië aansprakelijk gesteld.411 

Het Hof stelt niet dat het gebruik van mijnen  in vredestijd op zich  illegaal  is.412 Hoewel het 

Verdrag van den Haag  (VIII)  in dit geval niet van toepassing  is, gelden er toch meer strikte 

regels, op basis van algemene internationale principes.413 

 

Besluit 

 

Duikboten  zijn wettige oorlogswapens, maar  ze  zijn net als andere wapens aan  restricties 

onderworpen.414 Een bewijs voor hun wettigheid wordt gevonden in het summiere Verdrag 

van  den  Haag  (VIII)  en  de  rechtspraak  van  de  Neurenbergprocessen  tegen  militaire 

aanvoerder  Dönitz.415  Duikboten  zijn,  net  zoals  andere  oorlogsschepen,  toegestaan  om 

buiten neutrale wateren  andere oorlogsschepen  aan  te  vallen,  zelfs  zonder  voorafgaande 

waarschuwing.416 

Een  groot  probleem  betreft  de  notificatie  van  het  plaatsen  van  zeemijnen.  Indien  het 

verwittigen  van  de  oorlogsvoerende  partijen  op  zich  een  voldoende  voorwaarde  is  om 

gerechtigd  te  zijn  om  mijnen  te  plaatsen,  zou  men  kunnen  stellen  dat  de  eenvoudige 

aankondiging dat men een bepaalde onwettige daad wil stellen, volstaat om de daad legaal 

te maken.417 De internationale principes van noodzakelijkheid en humaniteit worden tijdens 

de Wereldoorlogen voortdurend geschonden. Bovendien is het onderscheid tussen neutrale 

partijen en belligerenten vervaagd. 

Het gebrek aan degelijke regelgeving betreffende de oorlogsvoering op zee zorgt er voor dat 

beide  oorlogsvoerende  partijen weigeren  om  de  regels  na  te  leven,  en  dat  het  bijgevolg 

moeilijk is om een partij hiervan te veroordelen.418 

 

  

 

 

                                                             410 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 312. 411 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 312. 412 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 312. 413J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 313. 414 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 220. 415 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 220. 416 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258,, 220. 417 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 263. 418 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 144. 

Page 60: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  60

III.4. Over listen en verraad  

Dit  hoofdstuk  gaat  dieper  in  op  oorlogstactieken  van  listen  en  perfide  daden.  Na  een 

inleiding, waarin we stilstaan bij de definitie van beide begrippen, volgt er een overzicht van 

de  verschillende  soorten  listen  en  perfide  handelingen.  Vervolgens worden  verscheidene 

voorbeelden uit beide wereldoorlogen besproken. Hierna ronden we af met een besluit. 

 

III.4.A. Inleiding  

Een constante in het maritieme oorlogsrecht is het belang van listen en tactische verrassing 

in de oorlogsvoering.419 Oorlogsschepen die aan de oppervlakte varen boksen op tegen het 

feit  dat  ze  zichtbaar  zijn  van  op  lange  afstand,  waardoor  het  niet  eenvoudig  is  om  de 

tegenstander te verrassen.420 

 

III.4.A.1. Definitie 

 

Het oorlogsrecht  staat  toe dat de partijen zich op  listen beroepen om de  tegenstander  te 

misleiden, om hem tegen te houden van het ondernemen van actie, of om de tegenstander 

uit te nodigen tot roekeloos gedrag.421 Listen worden gedefinieerd als daden van verwarring 

die  de  tegenstander  niet  doen  geloven  dat  het  oorlogsrecht  bijzondere  gedragingen 

voorschrijft, maar die desalniettemin listig zijn.422 

Listen  kunnen bestaan uit optische of operationele misleiding.423 Hoewel het  gebruik  van 

misleidingen  en  listen  een  vaak  voorkomend  fenomeen  is  in  oorlogsstrategie,  is  het 

wenselijk  dat  er  een  zekere  grens  wordt  gesteld  aan  het  gebruik  en  de  reikwijdte  van 

misleidingen  ten  opzichte  van  de  oorlogsrivaal.424  De  regels  die  gelden  in  gewapende 

conflicten  mogen  niet  geschonden  worden.425  Zelfs  tussen  oorlogtegenstanders  is  een 

zekere mate  van goede  trouw noodzakelijk.426 De  lijn  tussen heldhaftig en  sluw optreden 

enerzijds, en oneervolle misdaden anderzijds, is fragiel, wanneer listen ten tonele komen.427 

                                                             419 C. GRIGGS, “False colours in the law of naval warfare”, New Zealand Armed Forces Law Review 2003, 5, (hierna: C. GRIGGS, False colours). 420 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 5. 421 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies  1999, 507. 422 M. MORRIS, “’Hiding amongst a crowd’ and the illegality of deceptive lighting”, Naval Law Review 2007, 236, (hierna: M. MORRIS, Deceptive lighting). 423 D. FLECK, “Ruses of war and prohibition of perfidy”, Mil. L. & L. War R. 1974, 271, (hierna: D. FLECK, Ruses). 424 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 272. 425 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 507. 426 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 272. 427 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 272. 

Page 61: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  61

Perfide daden verbreken het wederzijdse vertrouwen dat  tussen oorlogsvoerende partijen 

speelt, met escalaties van conflicten tot gevolg.428 

Wat geen duidelijkheid schept  ter zake,  is het gegeven dat er een  trend waarneembaar  is 

onder de klassieke juristen, die veronderstelt dat er bijzondere, afwijkende regels gelden in 

maritiem  oorlogsrecht,  ten  opzichte  van  het  oorlogsrecht  te  land.429    Het  maritieme 

oorlogsrecht sluiert zich nog steeds  in mysterie.430 Zeker  inzake misleiding en  listen,  lijkt de 

rechtsleer uit te gaan van een bijzonder afwijkend karakter voor wat betreft het maritieme 

oorlogsrecht.431 

Listen die onder  andere  zijn  toegestaan,  zijn misleidende  tactieken  zoals het  gebruik  van 

camouflage,  hinderlagen,  zich  valselijk  terugtrekken  uit  het  gevecht,  elektronische 

misleiding, en dies meer.432  

 

III.4.A.2. Onderscheid tussen listen en verraderlijke daden 

 

Listen die niet zijn toegestaan, zijn perfide daden van verraad en trouweloosheid.433 Perfide 

daden bestaan er in om de tegenstander uit te nodigen om de vijand te vertrouwen, om de 

vijand  te  doen  geloven  dat  zijn  tegenstander  van  een  beschermde  status  van  het 

oorlogsrecht geniet, met de uiteindelijke bedoeling om dit vertrouwen  te  schaden.434 Een 

voorbeeld van verraad is het zich valselijk overgeven aan de vijand, om de vijand in de val te 

lokken.435 Doordat de beschermde statussen  in het oorlogsrecht misbruikt worden, maken 

perfide daden oorlogsmisdaden uit.  

 

III.4.A.3. Overzicht van veelgebruikte misleidingstechnieken en perfide daden 

 

Het gebruik van beschermende symbolen, signalen en insignes 

Het misbruiken van beschermende symbolen, signalen en  insignes vallen onder de noemer 

van onwettig verraad, wanneer zij aangewend worden om de vijand te verwonden, doden of 

vangen.436  Zo  is  ook  het  valselijk  gebruiken  van  de witte  vlag, met  de  bedoeling  om  een 

militair voordeel ten opzichte van de vijand te bekomen, onwettig.437 

                                                             428 R. CLARKE, “The Club‐K anti‐ship missile system: a case study in perfidy and its repression”, The Human Rights Brief 2013, 22, (hierna: R. CLARKE, Club‐K). 429 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 272‐273. 430 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 273. 431 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 273. 432 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 507. 433 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 509. 434 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 509. 435 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 509. 436 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 510. 437 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 510. 

Page 62: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  62

Voor  wat  betreft  het  maritieme  oorlogsrecht,  bestaat  er  een  uitzondering.  Onder  de 

internationale gewoonte  is het toegestaan om onder valse kleuren te varen, of het uitzicht 

van het schip zo te vermommen dat de vijand gelooft dat het gaat om een neutraal schip, op 

voorwaarde dat het oorlogsschip haar ware aard vertoont, alvorens zij  in de aanval gaat.438 

Het gebruik van neutrale insignes, vlaggen of uniformen tijdens de strijd is verboden.439 

Het  is  een  perfide  daad  om  te  veinzen  dat  het  schip  in  nood  verkeert met  gebruik  van 

internationaal erkende signalen zoals ‘SOS’ en ‘MAYDAY’.440 

 

Misbruik van het beschermde burgerstatuut 

Het wordt als een schending van het maritieme oorlogsrecht beschouwd om de vijand aan 

te  vallen,  te  doden,  te  verwonden  of  te  vangen,  terwijl men  veinst  dat men  onder  het 

beschermd  burgerstatuut  valt,  schipbreukeling  is  of  ziek  of  verwond.  Het  aanvallen  van 

vijandelijke eenheden vermomd als burger, brengt alle burgers in gevaar, en is dan ook een 

oorlogsmisdaad.441 

 

Het gebruik van valse vlaggen 

Het  gebruik  van  een  valse  vlag,  vooraleer  het  schip  aanvalt,  is  onder  het  internationaal 

gewoonterecht toegestaan, maar het duurt tot 1977 vooraleer het een verdragsrechtelijke 

basis krijgt als wettige oorlogslist.442 De Oxford Manual van 1913 doet een poging om de list 

op  te nemen, maar krijgt  tegenwind van verscheidene neutrale  staten, die er voor vrezen 

dat  hun  vlaggen  misbruikt  zouden  worden.443  Artikel  39,3  van  het  Eerste  Aanvullend 

Protocol is het enige verdragsartikel dat de wettigheid er van beaamt.444 

In  beide  wereldoorlogen  wordt  het  gebruik  van  valse  vlaggen  aangewend  tijdens  de 

oorlogsvoering.445  Zo  zou  de  Lusitania  de  Amerikaanse  vlag  gebruikt  hebben,  tijdens  het 

vervoeren van oorlogswapens.446 Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de list aangewend 

wanneer het maar kan, en het gebruik van valse   vlaggen maakt dan ook een vast deel uit 

van de Duitse oorlogstactiek op zee.447 

 

 

 

                                                             438 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 511. 439 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 511. 440 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 514. 441 X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 515. 442 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 6 en 7. 443 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 7. 444 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 8. 445 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419,. 446 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 7. 447 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 8. 

Page 63: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  63

Misleidende verlichting 

Misleidende  verlichting  wordt  niet  uitdrukkelijk  besproken  in  de  verdragen  omtrent 

maritiem oorlogsrecht.448 Aan de hand van misleidende verlichting tracht men de verlichting 

van een schip op een dergelijke wijze te veranderen, dat het oorlogsschip geen oorlogsschip 

meer lijkt van op afstand.449 De verlichting en de hoge antennes verraden namelijk de status 

van oorlogsschip; schepen worden geacht bepaalde regelgeving te volgen over de plaatsing 

van  hun  verlichting.450  Door  de  verlichting  op  een  bepaalde  wijze  te  manipuleren,  zien 

oorlogsschepen er van op afstand uit als vissersschepen of koopvaardijschepen.451 Dergelijke 

verlichting  in  offensieve militaire missies  is  in  strijd met  de  internationale  regelgeving.452 

Volgens  de militaire manual  ‘Commander’s  handbook  on  the  law  of  naval  operations’  is 

misleidende verlichting wel degelijk toegestaan als oorlogslist.453 

Schepen hebben ook reeds gepoogd om zo weinig mogelijk verlichting te gebruiken.454 Men 

heeft  echter weinig  verbeelding  nodig  om  te  beseffen  dat  een  groot metalen  schip,  dat 

zonder verlichting aan komt varen, een oorlogsschip zou kunnen zijn.455 

Misleidende verlichting dient te voldoen aan de drie voorwaarden, gesteld door het Eerste 

Aanvullend Protocol, om het tot een perfide daad te rekenen.456 Ten eerste is het een daad 

die het  vertrouwen  van de  vijand poogt  te winnen.457 Ten  tweede  zorgt de  verlichting  er 

voor  dat  het  lijkt  alsof  het  schip  van  een  beschermende  status  geniet,  zoals  een 

koopvaardijschip of een vissersschip.458 Ten slotte bewijst de specifieke wijze van verlichting 

dat  de  schepen wel  degelijk  als  bedoeling  hebben  om  onder  het  beschermingsstatuut  te 

vallen.459  Indien  deze  schepen  er  gewoon  ‘anders’  zouden  willen  uitzien  dan  een 

oorlogsschip,  zouden  ze  hun  verlichting  niet  op  zo’n  manier  aanwenden,  dat  ze  even 

typerende  felle verlichting hebben als bijvoorbeeld een vissersschip.460 Op grond van deze 

argumenten  is de  techniek  van misleidende  verlichting  een  vorm  van  trouweloosheid, op 

grond van het Eerste Aanvullend Protocol, indien ze aangewend wordt om de vijand aan te 

vallen of te vermoorden.461  

 

 

 

                                                             448 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 236. 449 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 236. 450 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 245. 451 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 246. 452 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 236. 453 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 246. 454 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 246. 455 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 246. 456 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 248. 457 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 249. 458 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 249. 459 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 249. 460 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 250. 461 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 251. 

Page 64: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  64

III.4.B. Overzicht van het gebruik van  listen en perfide daden tijdens de 

wereldoorlogen  

De  ‘mystery ships’, verdoken bewapende koopvaardijschepen, uit de Eerste Wereldoorlog, 

belast met de  taak om duikboten nader  te  lokken en aan  te vallen, overschrijden vaak de 

grens van wat men zou verwachten van misleidingmanoeuvres.462 

 

III.4.B.1. Oorlogsschepen vermomd als koopvaardijschepen 

 

In zowel de Eerste Wereldoorlog als de Tweede Wereldoorlog doet Duitsland een beroep op 

het  inzetten  van  schepen  vermomd  als  koopvaardijschepen.463  Vaak  varen  ze  onder  een 

valse en neutrale vlag.464 Ze lokken nabije oorlogsschepen, en van zodra ze dicht genoeg zijn, 

vallen  ze het  schip  in kwestie aan met een verrassingsaanval.465 Het personeel aan boord 

wordt gevangen genomen, en de buit wordt binnengerijfd.466 Beruchte dergelijke  schepen 

zijn de schepen Möwe en Wolf.467 

 

III.4.B.2. Bewapende koopvaardijschepen en ‘offensieve verdediging’ 

 

Het Verenigd Koninkrijk ziet in het bewapenen van koopvaardijschepen een antwoord op de 

niet‐onderscheidende  verrassingsaanvallen  van  de  Duitse  onderzeeërs.468  Duitsland 

daarentegen  acht  het  bewapenen  door  de  Britten  van  hun  koopvaardijschepen  een 

voldoende  feit  om  de  desbetreffende  schepen  hetzelfde  te  behandelen  als  vijandige 

oorlogsschepen.469  Volgens  Duitsland  heeft  het  Verenigd  Koninkrijk  de  bewapende 

koopvaardijschepen bevolen om de Duitse onderzeeërs met alle mogelijke middelen aan te 

vallen.470 De Verenigde Staten treden het Verenigd Koninkrijk bij, en melden dat ze tig keer 

hebben  vastgesteld  dat  Duitse  onderzeeërs  de  koopvaardijschepen  van  hun  tegenpartij 

aanvallen, waardoor zij de geallieerde koopvaardijschepen toestaan om vanuit de notie van 

de zelfverdediging zo snel mogelijk het vuur te openen, om te vermijden dat de onderzeeërs 

te dichtbij kunnen komen en de koopvaardijschepen doen zinken.471  

 

                                                             462 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 276. 463 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 279. 464 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 279 en M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 256. 465 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 279. 466 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 279. 467 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 279. 468 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 284. 469 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 284. 470 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 287. 471 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 288. 

Page 65: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  65

Ook voor de neutrale staten is het bewapenen van koopvaardijschepen niet evident: zouden 

zij dergelijke schepen moeten verhinderen om te vertrekken vanuit hun neutrale haven, en 

hoe worden  ze  geacht  om  te  gaan met  bewapende  koopvaardijschepen  die  binnen  hun 

jurisdictie varen?472 

De  enige  neutrale  staat  die  de  koopvaardijschepen  van  het  Verenigd  Koninkrijk  niet 

binnenlaat  in haar havens,  is Nederland: oorlogsschepen, of gelijkaardige schepen, zijn niet 

welkom.473 

In  de  Tweede  Wereldoorlog  stellen  de  Verenigde  Staten  dat  het  bewapenen  van 

koopvaardijschepen onwettig is.474 

Tijdens het Neurenberg Tribunaal treedt men de Duitse visie bij en stelt men dat bewapende 

koopvaardijschepen,  die  bevel  hebben  gekregen  om  de  tegenstander  aan  te  vallen, 

beschouwd moeten worden als zijnde oorlogsstrijders.475 

 

III.4.B.3. Het valselijk aanwenden van andermans vlag 

 

Historische voorbeelden van het valselijk gebruikmaken van een vlag van een andere staat, 

zijn  de  schepen  Lusitania  en  Emden.476  In  1915  staat  het  Verenigd  Koninkrijk  haar 

koopvaardijschepen toe om te varen onder een neutrale vlag, met het doel om aan het oog 

van  de  Duitse  vijand  te  ontsnappen,  in  geval  van  nood.477  De  Verenigde  Staten  komen 

hiertegen in opstand en stellen dat het hoe dan ook onwettig is om valselijk te varen onder 

de Amerikaanse vlag.478 

 

III.4.B.4 Misleidende verftechnieken: optische illusie en camoufflagetactieken 

 

Een meer passieve vorm van misleiding dan het varen onder andermans vlag, is bijvoorbeeld 

het gebruik maken van verwarrende of slecht zichtbare verftechnieken.479  

Verwarrende  verftechnieken  bestaan  uit  bijzondere  patronen  van  vormen  en  kleuren, 

waardoor vijandige onderzeeërs de afstand van het schip niet goed kunnen  inschatten, en 

waardoor het oorlogsschip ook minder zichtbaar is.480 

                                                             472 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 284. 473 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 289. 474 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 291. 475 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 292. 476 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 292. 477 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 292‐293. 478 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 293‐294. 479 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 294. 480 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 296. 

Page 66: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  66

Een voorbeeld hiervan is het Special Coastal Squadron in 1914, wat in feite een plan inhoudt 

om een groep koopvaardijschepen er te doen uitzien als bestaande Britse oorlogsschepen.481 

Hierdoor wordt de tegenstander in verwarring gebracht: welk schip is het koopvaardijschip, 

en welk is het echte oorlogsschip?482 

Deze tactiek wordt herhaald tijdens de Tweede Wereldoorlog, met onder andere de Force 

W‐schepen.483 

 

Besluit 

In het  recht  is een  tendens waarneembaar, waar uit blijkt dat  listen  tot op zekere hoogte 

acceptabel  zijn  in  het maritieme  oorlogsrecht.484  Voorbeelden  van misleiding  en  perfide 

handelingen  zijn  het  misbruiken  van  beschermde  symbolen,  het  misbruiken  van  het 

burgerstatuut,  het  gebruiken  van  valse  kleuren  en  het  aanwenden  van  misleidende 

verlichting. Tijdens beide Wereldoorlogen worden deze tactieken veelvuldig aangewend en 

technisch verder ontwikkeld.  

Er  zijn praktijken die  ten alle  tijde verboden  zijn en als verraad worden beschouwd,  zoals 

bijvoorbeeld het veinzen dat men over de beschermde burgerstatus beschikt, of dat men 

zich  overgeeft.485  Deze  handelingen  vallen  onder  de  noemer  van  perfide  daden.  Andere 

daden  en  handelingen  zijn  niet  universeel  verboden  en  worden  niet  beschouwd  als 

verraad.486  

 

Besluit  

Oorlogsmisdaden  zijn daden die  zowel  verboden,  als misdadig  zijn,  en de  regelen  van de 

Conventies  van Genève  en  andere  internationale  regelgeving  schenden. Oorlogsmisdaden 

houden schendingen in van het humanitaire recht. 

Voor wat betreft oorlogszones, kunnen we stellen dat deze veelvuldig worden aangewend in 

beide  Wereldoorlogen,  en  dat  de  belligerenten  deze  zones  op  verscheidene  wijzen 

onterecht  rechtvaardigen. Hierdoor  ontstaat  een  statenpraktijk  die  uiteindelijk  onder  het 

slaafse  internationale  oog  wordt  getolereerd,  tegen  de  geest  van  het  traditionele 

internationale recht in. 

Oorlogsvoering  met  behulp  van  onderzeeërs  en  zeemijnen  is  toegelaten,  maar  een 

ongebreidelde duikbotenoorlog is dit niet. Het ontbreken van degelijke en goed uitgewerkte 

                                                             481 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 294. 482 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 295. 483 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 295. 484 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 242. 485 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 242. 486 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 242. 

Page 67: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  67

regelgeving – het minimaal kader van het Verdrag van den Haag (VIII) indachtig, werkt niet‐

onderscheidende aanvallen en ongelimiteerde duikbotenoorlog jammerlijk in de hand. 

Misleiding in de oorlogstactiek is toegestaan, perfide daden zijn verboden. Tijdens zowel de 

Eerste als Tweede Wereldoorlog worden beide tactieken aangewend, en leidt de technische 

vooruitgang  tot  een  toename  van  de  listen  en  de  beduvelende  creativiteit  in  de 

oorlogsvoering. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Page 68: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  68

Hoofdstuk  IV.  Het  internationaal  regelgevend  kader  voor 

oorlogsmisdaden op zee   

Dit hoofdstuk heeft de bedoeling om een algemeen overzicht te bieden van het regelgevend 

kader voor wat betreft het maritieme oorlogsrecht. Bij de voor dit onderzoek belangrijkste 

bronnen  uit  het  verleden wordt  stilgestaan.  Per  tekst worden  de  voor  deze Masterproef 

meest  in het oog springende artikelen besproken, rekening houdend met hun relevantie  in 

de toekomst. De teksten worden naargelang de chronologie besproken. 

Gelet  op  de  specifieke  wendingen  die  dit  onderzoek  aangenomen  heeft,  wordt  er  bij 

bepaalde verdragen  langer en meer uitgebreid stilgestaan dan bij andere teksten. Zo spitst 

de  aandacht  van  dit  onderzoek  zich  vooral  toe  op  regelgeving  die  belang  heeft  voor 

oorlogsvoering met  duikboten,  het  vestigen  van  oorlogszones  en  oorlogslisten  en  perfide 

daden.  Ook  regelgeving  die  belangrijk  zou  kunnen  zijn  voor  toekomstige  wetgevende 

initiatieven,  wordt  aangehaald.  Onder  andere  de  San  Remo  Manual  wordt  uitgebreid 

besproken. Militaire manuals worden niet behandeld, wegens de praktische belemmeringen 

die de beperkte  lengte van dit onderzoek met zich meebrengt. De keuze om een bepaalde 

tekst  of  artikel  al  dan  niet  te  bespreken,  is  volledig  subjectief.  Indien  dit  relevant wordt 

geacht,  of  indien  de  bepaalde  verdragstekst  van  bijzonder  belang  is  voor  het maritieme 

oorlogsrecht, wordt er stilgestaan bij een korte  inleidende bespreking van de regelgevende 

tekst. In andere gevallen is er bewust voor gekozen om dit niet te doen. 

 

IV.1. Inleiding  

Hierna  komen  de  pijlers  van  het  maritieme  oorlogsrecht  aan  bod.  Met  het  oog  op  de 

volledigheid  wordt  het  volgende  betreffende  manuals  zeer  summier  toegelicht.  

De manuals die  tijdens de Tweede Wereldoorlog worden gebruikt, worden beschouwd als 

optekeningen van de bestaande statenpraktijken, zonder formele bindingskracht, waardoor 

het bindend karakter van de regelgeving die de manuals bevatten afhangt van het feit of de 

desbetreffende manual  het  recht  op  correcte  wijze  optekent  en  weergeeft.487 Moderne 

militaire manuals houden rekening met de moderne oorlogstechnieken en nieuwe wapens, 

en trachten parallelle regelingen te treffen met het oorlogsrecht te land.488 

 

 

 

 

                                                             487 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 386. 488 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 67. 

Page 69: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  69

IV.2. Bespreking van internationale regelgeving 

IV.2.A. Verklaring houdende zekere bepalingen van het zeerecht  in  tijd 

van oorlog van 16 april 1856  

Einde aan de kaapvaart 

De  Verklaring  van  Parijs  van  1856  brengt  een  einde  aan  de  kaapvaart met  behulp  van 

kaapbrieven,  door  het  verbod  op  kaapvaart.489  Bovendien  treft  ze  regelingen  inzake 

smokkelwaar en blokkades.490 

 

Internationaal gewoonterecht 

De Verklaring wordt beschouwd als internationaal gewoonterecht.491 In de tweede helft van 

de negentiende eeuw houden alle staten de regels van de Verklaring van Parijs betreffende 

de blokkade in acht, zelfs de niet‐ondertekenende staten.492 Tijdens de Eerste Wereldoorlog 

achten  de  Verenigde  Staten  de  Verklaring  van  Parijs  bindend  als  internationaal 

gewoonterecht voor alle oorlogsvoerende partijen.493 

 

IV.2.B. Verdragen van den Haag  

IV.2.B.1. Inleiding 

 

De Verdragen van den Haag van 1907 die betrekking hebben op het maritieme oorlogsrecht, 

zijn  het  Verdrag  van  den  Haag  (VI)  nopens  de  rechtstoestand  van  de  vijandelijke 

handelsvaartuigen bij de aanvang van de vijandelijkheden, het Verdrag van den Haag  (VII) 

nopens  de  verandering  van  koopvaardijschepen  in  oorlogsschepen,  het  Verdrag  van  den 

Haag (VIII) nopens het stellen van zelfwerkende onderzeese contactmijnen, het Verdrag van 

den  Haag  (IX)  nopens  het  bombarderen  door  een  scheepsmacht  in  tijd  van  oorlog,  het 

Verdrag  van  den  Haag  (X)  voor  de  toepassing  op  den  zeeoorlog  der  beginselen  van  het 

Verdrag  van  Genève,  het  Verdrag  van  den  Haag  (XI)  nopens  zekere  beperkingen  van  de 

uitoefening van het buitrecht in de zeeoorlog en het Verdrag van den Haag (XIII) nopens de 

rechten en verplichtingen van de onzijdige Mogendheden in geval van een zeeoorlog. 

                                                             489 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 68. 490 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 68‐69. 491 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 70. 492 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 70. 493 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 70. 

Page 70: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  70

De  Verdragen  (VIII)  en  (XIII)  hebben  vandaag  de  dag  nog  steeds  waarde  voor  het 

hedendaagse  maritieme  oorlogsrecht.494  Gezien  het  specifieke  onderwerp  van  deze 

Masterproef,  wordt  er  voor  gekozen  om  deze  teksten  in  het  bijzonder  te  bespreken. 

Hieronder worden  kort  enkele  relevante  punten  uit  de  andere  Verdragen  van  den  Haag 

aangehaald. 

 

IV.2.B.2. Bespreking 

 

Oorlogsdoelwitten 

De Verdragen van den Haag  stellen niet welke  schepen uitgesloten worden van aanvallen 

door oorlogsschepen.495  

Er is geen verdrag dat een algemene definitie inhoudt van de notie ‘militair doelwit’ voor het 

maritieme  oorlogsrecht.496  Sommige  verdragen  bevatten  lijsten  die  als  leidraad  kunnen 

dienen,  maar  deze  zijn  vaak  niet  sluitend,  onvolledig  of  onduidelijk.497  Het  London 

Submarine  Protocol  van  1936  stelt  dat  koopvaardijschepen  niet  zomaar mogen  worden 

aangevallen,  maar  definieert  bijvoorbeeld  niet  welke  lading  de  term  koopvaardijschip 

dekt.498  Bijgevolg  wordt  er  tijdens  de  oorlogsvoering  creatief  omgesprongen  met  het 

invullen van de wettelijke bepalingen.499 Artikel 4 van het Vredesverdrag van den Haag (XI) 

van  1907  stelt  bijvoorbeeld  dat  schepen  belast met  een  religieuze, wetenschappelijke  of 

filantropische  missie  niet  gevangen  mogen  worden.500  Geldt  dit  dan  ook  voor  de 

hedendaagse  schepen  die  aan wetenschappelijk  onderzoek  doen, met  een  hoge militaire 

waarde?501 Een strengere  invulling van het begrip oorlogsdoelwit dringt zich dan ook op.502 

Een functionele definitie zou aan de basis kunnen  liggen  in nieuwe regelgeving: men hoort 

de  vraag  te  stellen wat een bepaald  schip doet, en  in welke mate het deelneemt aan de 

oorlogsvoering, in plaats van zich star te focussen op het soort schip.503 

 

Listen en perfide handelingen 

Artikel 23 van het Verdrag van den Haag (IV) nopens de wetten en gebruiken van de oorlog 

te  land stelt dat het ongepast gebruik van vlaggen,  insignes, uniformen, en de vlag van de 

overgave  verboden  zijn.504  Ook  het  verraderlijk  doden  of  verwonden  van  de  vijand  zijn 

                                                             494 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 65. 495 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 69. 496 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 497 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 498 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243.  499 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5,  243. 500 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 501 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 502 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 503 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 279. 504 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 240. 

Page 71: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  71

verboden.505 Hoewel artikel 23 van het Verdrag van den Haag (IV) niet letterlijk over perfide 

handelingen  spreekt,  is  het  duidelijk  dat  deze  bepaling  aan  de  bakermat  ligt  voor  de 

artikelen 37 tot en met 39 van het Eerste Aanvullend Protocol.506 

 

IV.2.C.  Verdrag  van  den  Haag  (VII)  nopens  de  verandering  van 

koopvaardijschepen in oorlogsschepen  

IV.2.C.1. Bespreking 

 

Het Verdrag van den Haag (VII) besluit tot zes voorwaarden in de artikelen 1 tot en met zes, 

vooraleer een koopvaardijschip aangewend mag worden als oorlogsschip.507 Het schip moet 

geplaatst  worden  onder  de  directe  autoriteit,  controle  en  verantwoordelijkheid  van  de 

vlagstaat,  het  moet  de  onderscheidende  kenmerken  van  oorlogsschepen  dragen,  de 

aanvoerder  moet  in  dienst  zijn  van  de  staat,  en  de  bemanning  moet  onder  militaire 

discipline staan.508 Tijdens de militaire operaties moet het schip zich houden aan de regels 

van het oorlogsrecht.509 De transformatie van koopvaardijschip tot oorlogsschip dient zo snel 

mogelijk bekend gemaakt worden via de nationale lijst van oorlogsschepen.510 

Door deze transformatie tot oorlogsschip, worden deze schepen een wettig doelwit zonder 

waarschuwing van de tegenpartij.511 Tevens geniet het personeel van de beschermde status 

van krijgsgevangenen, en worden de gewonden en zieken beschermd door het humanitaire 

recht.512 

 

IV.2.C.2. Besluit 

 

Het Verdrag is nooit opgezegd door de ondertekenende partijen, maar het moet gezegd dat 

verscheidene  staten het verdrag nooit hebben  toegetreden,  zoals de Verenigde Staten en 

China.513 Hier tegenover staat dat onder andere de Navy Manual betreffende het maritieme 

oorlogsrecht van 1955 van de Verenigde Staten dezelfde regelgeving bevat als het Verdrag 

(VII).514 Bijgevolg wordt het Verdrag (VII) beschouwd als internationaal gewoonterecht voor 

wat betreft de definitie en voorwaarden van transformatie tot oorlogsschepen.515 

                                                             505 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 240. 506 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 240. 507 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 120. 508 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 121. 509 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 121. 510 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 121. 511 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 121. 512 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 121. 513 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 122. 514 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 122. 515 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 122. 

Page 72: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  72

IV.2.D.  Verdrag  van  den  Haag  (VIII)  van  18  oktober  1907  nopens  het 

stellen van zelfwerkende onderzeese contactmijnen.  

IV.2.D.1. Inleiding 

 

Het enige verdrag dat van toepassing is op oorlogsvoering met zeemijnen is het Verdrag van 

den  Haag  (VIII)  van  18  oktober  1907  nopens  het  stellen  van  zelfwerkende  onderzeese 

contactmijnen.516  Mijnen  worden  echter  reeds  lang  voor  het  verdrag  aangewend  in  de 

oorlogsvoering.517  Toch  komt  men  pas  in  1907  tot  het  ontwikkelen  van  internationale 

regelgeving.518  

De commissie die zich over de materie buigt,  is zich bewust van de grote moeilijkheid om 

een  zo  technische  branche  te  reguleren.519  De  internationale  visies  op  het  verdrag  zijn 

onenthousiast:  voor  de  wereldoorlogen  zien  de  meeste  verdragsluitende  partijen  de 

regelgeving  graag  strenger,  en  hopen  dan  ook  dat  een  volgend  verdrag  –  dat  er  nooit 

gekomen  is  ‐  strikter  zal  optreden.520  Staten met  een  kleine  vloot  zien  graag  vrije  regels 

omtrent het gebruik van mijnen, en staten voor wie de scheepvaart een belangrijk element 

vormt, vrezen dat vrij mijngebruik hun vloot zal belemmeren.521 Door enerzijds de houding 

van Duitsland, en anderzijds de houding van het Verenigd Koninkrijk, is dit verdrag één van 

de minst succesvolle verdragen  in de  reeks geworden.522 De compromissen die men moet 

sluiten om alle  twisten  tussen de grootmachten  te overbruggen, hebben als  resultaat dat 

men slechts tot de conclusie van enkele regeltjes met weinig waarde komt.523  

 

IV.2.D.2. Bespreking 

 

Een belangrijk uitgangspunt voor het Verdrag (VIII)  is de vrijheid van de zee.524 Het volledig 

verbannen van mijnen  lijkt echter een onmogelijke opgave, dus opteert het verdrag ervoor 

om het gebruik te reguleren.525 

Over  het  gebruik  van  mijnen  op  volle  zee,  voorziet  het  verdrag  geen  regelgeving.526 

Reglementering  komt  er door de  statenpraktijk  en de Corfu Channel  case.527 Het  verdrag 

vormt wel een  startpunt  in een deelgebied waaromtrent voorheen geen  regelgeving voor 

                                                             516 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 231. 517 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 23 518 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 23. 519 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 25. 520 C. STOCKTON, “Submarine mines and torpedoes in time of war”, American Journal of International Law 1908, 284, (hierna: C. STOCKTON, Submarine mines). 521 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 294. 522 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 25. 523 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 25. 524 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 298. 525 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 299. 526 R. POWERS, International law, supra noot 162, 56. 527 R. POWERS, International law, supra noot 162, 56. 

Page 73: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  73

handen geweest is.528  Bovendien is het een verdienste dat het verdrag een duidelijk verschil 

maakt  tussen  strijders en niet‐strijders, en dat  ze verplichtingen oplegt voor belligerenten 

om de vreedzame scheepvaart en de vrijheid van navigatie te verzekeren.529 

 

Enkel van toepassing op automatische contactmijnen? 

 

Een groot pijnpunt van het Verdrag van den Haag (VIII) is het feit dat het verdrag beperkt is 

tot regelgeving betreffende de automatische contactmijnen.530 Moderne invloedsmijnen zijn 

geen contactmijnen, en zijn dikwijls niet‐verankerde grondmijnen.531 

In de hedendaagse rechtsleer zijn er discussies waarneembaar of dit vooroorlogse verdrag 

van  toepassing  is op de moderne en hedendaagse zeemijnen, zoals de magnetische en de 

akoestische mijnen,  die  geen  fysiek  contact  behoeven met  de  tegenstander  vooraleer  ze 

kunnen exploderen. 532 Ten tijde van het Verdrag van den Haag (VIII) zijn er  immers slechts 

twee soorten mijnen voor handen.533 Volgens sommigen dient men het verdrag restrictief te 

interpreteren, waardoor het niet van toepassing is op deze hedendaagse oorlogswapens.534 

Anderen zijn echter van mening dat het verdrag wel toegepast dient te worden.535 

Magnetische  mijnen  zijn  mijnen  die  zo  ontworpen  zijn  dat  ze  ontsteken  door  het 

magnetische  veld  van  de  doelwitschepen.536  Akoestische  mijnen  zijn  voorzien  van  een 

hydrofoon die de geluiden van nabije schepen filtert, en wanneer het geluid een bepaalde 

intensiteit  behaalt, wordt  de mijn  ontstoken.537  Een  drukmijn  is  zo  ontworpen  dat  deze 

ontsteekt indien een druksensor een bepaald dalen van de waterdruk door het deplacement 

van  een  schip  waarneemt.538  Bovendien  combineren  moderne  mijnen  magnetische  en 

akoestische, of magnetische en drukgevoelige, of akoestische en drukgevoelige technieken, 

waardoor beide sensoren gelijktijdig of naargelang een bepaald patroon beïnvloed moeten 

worden, indien men de mijnen wil vegen. 

Nieuwe mijnen brengen nieuwe juridische problemen met zich mee. De torpedomijn is een 

mijn  die  onderzeeërs  detecteert,  en  deze  ‘aanvalt’ wanneer  de mijn  het  signaal  van  de 

duikboot oppikt.539 De torpedomijn sluimert tot die tijd inactief op de zeebodem.540  

                                                             528 C. STOCKTON, Submarine mines, supra noot 317, 284. 529 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, “Legal aspects of contemporary naval mine warfare”, Loyola of Los Angeles International and Comparative Law Review  1999, 565, (hierna: M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, 

Legal aspects).  530 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 105. 531 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 106. 532 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 231. 533 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 273. 534 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 231. 535 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 231. 536 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 106. 537 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 108. 538 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 109. 539 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 232. 540 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 232. 

Page 74: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  74

Indien het verdrag van toepassing is op dit soort mijnen, moet men er echter rekening mee 

houden dat artikel 1(1) van het verdrag stelt dat niet verankerde contactmijnen binnen het 

uur na de plaatsing onschadelijk dienen te worden.541 De torpedo wordt echter uitsluitend 

geactiveerd via het signaal van een duikboot,  in tegenstelling tot  ‘gewone’ niet verankerde 

contactmijnen.542 Daartegenover staat dat de torpedo’s ook moeten voldoen aan artikel 1(3) 

van dit verdrag, op grond van welke ze onschadelijk gemaakt moeten worden wanneer ze 

hun  doel  missen.543  Torpedomijnen  kunnen  echter  op  een  dergelijke  manier 

geprogrammeerd worden, waardoor  ze aan deze  regel voldoen.544  In elk geval  toont deze 

ouderwetse juridische indeling aan dat vernieuwing zich opdringt.545 

Artikel  4  van  het  Verdrag  (VIII)  stelt  dat  neutrale  staten  die mijnen  gebruiken,  zich  aan 

dezelfde  regels  dienen  te  houden  als  belligerente  partijen.546  Zonder  voorafgaande 

verwittiging is het plaatsen van mijnen onwettig, aldus artikel 3 van het verdrag.547 

 

IV.2.D.3. Besluit 

 

Bedroevende meerwaarde van het Verdrag (VIII) 

Het  Verdrag  van  den  Haag  (VIII)  heeft  slechts  een  bedroevend  resultaat  behaald,  in  zijn 

opzet om betekenisvolle regelgeving betreffende zeemijnen op te maken.548 Opvallend is het 

falen van het verdrag om  regelgeving  in het  leven  te  roepen voor wat betreft het gebruik 

van mijnen op volle zee.549 Bovendien is de onbekwaamheid van het verdrag om rekening te 

houden met mogelijke toekomstige vernieuwing en modernisering frappant.550 Het verdrag 

gaat de geschiedenis  in als een  ‘ontmande, waardeloze en buitengewoon  teleurstellende’ 

verdragstekst.551  En waar  het  verdrag  een  eeuw  geleden  reeds  teleurstelde,  doet  het  dit 

vandaag de dag des te meer.552 

We kunnen besluiten dat het gebruik van mijnen in de oorlogsvoering wettig is, volgens het 

Verdrag van den Haag (VIII), mits de belligerenten zich aan de voornoemde regels houden.553 

Ook neutrale  staten kunnen een beroep doen op mijnen uit  zelfverdediging.554 Aangezien 

het verdrag niet de bedoeling heeft om mijnen op zich  te verbieden, maar hun gebruik  te 

reguleren,  zouden  we  een  dergelijke  interpretatie  kunnen  aanhouden  voor  nieuwe, 

moderne mijnen, die nog niet bestaan bij de sluiting van het verdrag. 

                                                             541 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 231. 542 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 231. 543 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 232. 544 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 232. 545 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 231. 546 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 298. 547 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 307. 548 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 52. 549 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 52. 550 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 52‐53. 551 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 53. 552 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 53. 553 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 315. 554 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 315. 

Page 75: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  75

Het Verdrag van den Haag (VIII) geldt vandaag de dag nog steeds, en wordt in het algemeen 

nageleefd, maar men mag  niet  uit  het  achterhoofd  verliezen  dat  de  regelgeving  die  het 

verdrag bevat minimaal is.555 

 

IV.2.E. Verklaring van Londen van 1909 betreffende het zeeoorlogsrecht  

De Verklaring van Londen opteert om zowel het bestaande  recht, als nieuwe  regels op  te 

nemen.556  Het  is  het  Verenigd  Koninkrijk  dat  aandringt  op  de  Verklaring, maar  ironisch 

genoeg botst het Verenigd Koninkrijk op de tegenstand van de House of Lords, waardoor de 

Verklaring  niet  wordt  geratificeerd.557  De  overige  staten,  die  wachten  op  het  goede 

voorbeeld  van  voorloper  het  Verenigd  Koninkrijk,  gaan  ook  niet  over  tot  ratificatie.558 

Desalniettemin wordt de Verklaring  in haar tijd beschouwd als het  internationaal geldende 

gewoonterecht.559  Zo  handelen  verscheidene  staten  tijdens  de  Eerste  Wereldoorlog  in 

overeenstemming met de Verklaring van Londen.560 Voor de toekomst zijn de onderwerpen 

van de Verklaring nog steeds  interessant om opnieuw te ontwikkelen.561 De  inhoud van de 

Verklaring zelf  is niet  langer relevant om te  implementeren  in het toekomstige recht.562 De 

inhoud van de Verklaring kan opgedeeld worden in enerzijds regels betreffende vijandelijke 

koopvaardijschepen en anderzijds regelgeving omtrent scheepvaart van neutrale staten.563 

 

Valselijk gebruik van neutrale vlag 

De Verklaring van Londen  stelt  in haar artikel 56 dat het gebruik van een neutrale vlag  in 

oorlogstijd nietig  is,  tenzij wordt  aangetoond dat deze  vlag niet wordt  aangewend om  te 

ontkomen aan de oorlogsgevolgen. 

 

 

 

 

 

 

                                                             555 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 146. 556 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 269. 557 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 271. 558 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 271. 559 D. HUMPHREY, Belligerent interdicton, supra noot 32, 24. 560 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 271. 561 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 274. 562 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 274. 563 D. HUMPHREY, Belligerent interdicton, supra noot 32,  24. 

Page 76: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  76

IV.2.F. Oxford Manual van 1913 

IV.2.F.1. Inleiding 

 

In 1913 maakt het  Instituut  van  Internationaal Recht een handleiding op betreffende het 

maritieme  oorlogsrecht.564  Deze  handleiding,  bekend  als  de  Oxford  Manual,  is  een 

toentertijdse hedendaagse restatement van het maritieme oorlogsrecht.565  

De  Manual  behandelt  verscheidene  onderwerpen  niet:  onderzeeërs  en  het  recht  op 

represailles komen bijvoorbeeld niet aan bod,  terwijl de Manual over oorlogsrecht  te  land 

deze  onderwerpen  wel  bespreekt.566  Langs  de  andere  kant  bespreekt  de  Manual 

onderwerpen,  die  in  andere  verdragen  genegeerd  worden,  zoals  het  bewapenen  van 

koopvaardijschepen en oorlogszones.567 

 

IV.2.F.2. Bespreking 

 

Listen en perfide handelingen 

In de Oxford Manual van 1913 over recht in de oorlog op zee zijn oorlogslisten toegestaan, 

maar perfide handelingen niet.568 

Het gebruik van een valse vlag op zee wordt  in artikel 15 van de Oxford Manual verboden 

gesteld.569 Dit is opmerkelijk, aangezien het gebruik van valse vlaggen veel voorkomt in deze 

periode.570 De neutrale staten pleiten echter voor een verbod, aangezien ze vrezen dat hun 

vlaggen misbruikt zouden worden.571 

 

IV.2.F.3. Besluit 

 

Door de vele technologische, politieke en  juridische veranderingen sinds 1913  is de Oxford 

Manual niet meer up to date met het hedendaagse recht.572 De Manual zou in hedendaagse 

verdragen  wel  zinvol  kunnen  zijn,  om  aan  te  tonen  waar  de  internationale  pijnpunten 

betreffende  maritieme  oorlogsrecht  gesitueerd  zijn;  namelijk  de  onderwerpen  waar  de 

                                                             564 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 238. 565 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 238. 566 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 339. 567 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 339. 568 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 239. 569 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 7. 570 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 7. 571 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 7. 572 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 238. 

Page 77: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  77

Manual niets over vermeldt.573 Ook zou men de achterliggende theorie en ideologie kunnen 

aanwenden, om nieuwe regelgeving te ontwerpen.574 

 

IV.2.G. Vredesconferentie van Parijs van 1919  

Onenigheid over duikboten 

De Vredesconferentie van Parijs erkent het nut van duikboten  in toekomstige conflicten.575 

De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en  Japan kunnen het niet met elkaar vinden 

betreffende het gebruik van duikboten.576 Het Verenigd Koninkrijk probeert om onderzeeërs 

te  verbannen,  maar  slaagt  niet  in  zijn  opzet.577  Duitsland  neemt  niet  deel  aan  de 

onderhandelingen, en richt zich verder op de technische ontwikkeling van duikboten.578 

Het Verdrag is nooit formeel opgezegd, waardoor het in feite nog steeds geldt.579 Maar door 

het  gedrag  van  de  belligerenten  tijdens  de  Wereldoorlogen,  stelt  zich  de  vraag  of  het 

verdrag  in  de  praktijk  nog  steeds  gevolgd  wordt.580  Sommige  bepalingen  zijn  door  de 

technologische vooruitgang immers niet meer toepasbaar in hedendaagse oorlogsvoering.581 

 

IV.2.H. De Conferentie van Washington van 1922  

Regulering van duikboten 

Het Verenigd Koninkrijk probeert opnieuw om het gebruik van onderzeeërs  te verbieden, 

maar  slaagt  hier  niet  in.582  Uiteindelijk  wordt  er  een  verdrag  opgesteld  betreffende  de 

regulering van duikboten, maar zal het nooit  in werking treden, door de opstandigheid van 

Frankrijk.583 

 

 

 

 

                                                             573 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 340. 574 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 340. 575 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 345. 576 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 346. 577 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 347. 578 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 347. 579 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 73. 580 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 73. 581 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 73. 582 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 348. 583 WW. PARKS, Lessons, supra noot 328, 351. 

Page 78: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  78

IV.2.I. De Vlootconferentie van Genève van 1927  

En nogmaals een gefaalde poging: regulering van duikboten 

De Vlootconferentie van Genève gaat de geschiedenis in als ‘één van de meest dramatische 

onsuccesvolle  internationale  samenkomsten  van de  twintigste  eeuw’.584 Men probeert de 

bewapening van de onderzeeërs te reguleren, aangezien een volledig verbod op het gebruik 

van  duikboten  niet meer  denkbaar  is.585  Opnieuw  is  Duitsland  niet  uitgenodigd  voor  de 

onderhandelingen.586 Uiteindelijk draait de Vlootconferentie op een fiasco uit.587 

 

IV.2.J. Verdrag van Londen van 1930,  inzake de  limitatie van maritieme 

bewapening en het Protocol van Londen van 1936  

IV.2.J.1. Inleiding 

 

De  steeds  voortdurende  onderhandelingen  tussen  1919  en  1936  leveren  slechts  één 

document op dat in regelgeving betreffende duikboten voorziet, namelijk het proces‐verbaal 

dat deel uitmaakt van Deel IV van het Verdrag van Londen van 1930.588 

Bij  de  aanvang  van  de  Tweede  Wereldoorlog  zijn  49  staten  lid,  maar  alle  grote  leden 

schenden de voorzieningen op systematische wijze gedurende het verloop van de oorlog.589 

 

IV.2.J.2. Bespreking 

 

Het Verdrag van Londen van 1930 bevat regelgeving  inzake duikbotenoorlog, die herhaald 

wordt door het Protocol van Londen van 1936.590 De regelgeving over het onderwerp is tot 

vandaag de dag uniek  in zijn soort, maar  is tevens ontzettend naïef  in zijn opzicht en geeft 

geen enkele blijk van realiteitszin, wegens de grote kloof tussen de inhoud van de regels en 

de  statenpraktijken.591  Al  gauw wordt  het  verdrag  afgedaan  als  een  ‘onwerkbaar  ideaal, 

gehuld  in  ambigue  verwoordingen,  dat  het  praktische  facet  van  oorlogsvoering  met 

onderzeeërs volledig negeert’.592  

                                                             584 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 352. 585 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 352. 586 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 353. 587 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 353. 588 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 341. 589 W. PARKS, Lessons, supra noot 328, 342. 590 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 234. 591 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 978. 592 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 979. 

Page 79: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  79

Volgens het verdrag dienen de duikboten te voldoen aan regelgeving die geldt voor gewone 

schepen en  is het hen verboden om koopvaardijschepen  tot zinken  te brengen, zonder de 

bemanning, passagiers en de papieren van het schip  in veiligheid te brengen.593 Aangezien 

deze  regels op  zo brutale wijze geschonden worden  in de Tweede Wereldoorlog,  lijdt het 

geen  twijfel  dat  oorlogsvoering  in  de  toekomst  deze  regels  niet  zou  respecteren.594  Het 

Verdrag  negeert  het  feit  dat  duikboten  niet  te  vergelijken  zijn  met  gewone  schepen, 

waardoor de traditionele methode van oorlogsvoering een nieuwe impuls krijgt.595 

De Verenigde Staten zijn bijvoorbeeld van mening dat men rekening dient te houden met de 

moderne  technologie  aanwezig  op  hedendaagse  koopvaardijschepen,  en  met  de 

statenpraktijken  sinds  de  Tweede  Wereldoorlog.596  Hierdoor  zouden  aanvallen  op 

vijandelijke  koopvaardijschepen  enkel  zijn  toegestaan  indien  deze  schepen  als  wettige 

militaire doeleinden kunnen worden beschouwd.597 De San Remo Manual voorziet criteria 

voor  het  bepalen  of  een  koopvaardijschip  een  oorlogsdoelwit  kan  zijn  in  haar  paragraaf 

60.598 Hoe dan ook is het aanvallen van een koopvaardijschip louter omwille van het feit dat 

het schip tot de vloot van de tegenpartij behoort, onwettig en dus verboden.599  

 

Nood aan definiëring: wat is een koopvaardijschip? 

De sleutel tot een goede universele  interpretatie en toepassing van deze regelgeving,  is de 

correcte  invulling  van  het  begrip  ‘koopvaardijschip’  vastleggen.600  Echte  pure 

koopvaardijschepen zijn in oorlogstijden nauwelijks te vinden: de belligerenten hebben een 

dergelijk niveau  van  controle over hun  vloot, en neutrale  schepen  voeren dikwijls handel 

met  nabijgelegen  belligerente  partijen,  waardoor  koopvaardijschepen  al  gauw  worden 

ingezet als hulpschepen.601 In ieder geval sluit de term ‘koopvaardijschip’ alle belligerente en 

neutrale schepen uit, die zich vermengen  in de oorlogsvoering.602 Het comité dat artikel 22 

van  het  Verdrag  van  Londen  van  1930  heeft  opgesteld,  benadrukt  dan  ook  dat 

koopvaardijschepen die op een zekere wijze deelnemen aan de oorlogsvoering, niet onder 

het begrip ‘koopvaardijschepen’ van het Verdrag van Londen vallen.603 Men mag niet uit het 

oog verliezen dat het op zee geen sinecure  is om te bepalen of een schip dat er uitziet als 

een koopvaardijschip, wel degelijk onder deze indeling thuishoort.604 

Een  ander  problematisch  punt  met  deze  regelgeving  is  het  feit  dat  het  verdrag 

vooronderstelt  dat  een  oorlogsschip  niets  te  vrezen  heeft  in  de  benadering  van  een 

                                                             593 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 235; artikel 22 Verdrag van Londen van 1930. 594 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 235. 595 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 979. 596 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 70. 597 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 70. 598 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 70. 599 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 70. 600 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 253. 601 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 106. 602 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 123. 603 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 137. 604 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 983. 

Page 80: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  80

koopvaardijschip.605  Hierbij  verliest  het  verdrag  uit  het  oog  dat  duikboten  aan  de 

oppervlakte kwetsbaarder zijn dan een degelijk bewapend koopvaardijschip.606 

 

IV.2.K. Verdrag van Nyon van 14 september 1937  

Over duikboten en piraterij 

Het  Verdrag  van Nyon  stelt  vast  dat  er  aanvallen  door  duikboten  gepleegd  zijn  op  niet‐

oorlogvoerende partijen, en dat deze acties zouden moeten beschouwd worden als daden 

van piraterij.607 

De International Naval Patrol wordt opgericht, en uiteindelijk wordt bekendgemaakt dat alle 

duikboten binnen hun rechtsmacht tot zinken gebracht zullen worden, aldus paragraaf II van 

dit verdrag.  

 

IV.2.L. Eerste Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 

augustus  1949  inzake  de  bescherming  van  slachtoffers  van 

internationale gewapende conflicten  

IV.2.L.1. Inleiding 

 

Inzake  internationale  gewapende  conflicten,  en  gewapende  conflicten  waarin  volkoren 

strijden  tegen  koloniale  overheersing,  vreemde  bezetting  en  racistische  regimes,  is  het 

Eerste Aanvullende Protocol van toepassing.608 Het is de bedoeling om met dit Protocol het 

recht van gewapende conflicten op te poetsen en om de pijnpunten er van aan te pakken en 

te verbeteren.609 Het maritieme oorlogsrecht wordt niet  systematisch besproken door het 

Protocol.610 Toch heeft het Protocol invloed op deze rechtstak.611 Verscheidene artikelen zijn 

algemeen  toepasbaar,  en  bovendien  zijn  er  bepalingen  die  specifiek  voor  het maritieme 

oorlogsrecht ontworpen zijn.612  

                                                             605 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 983. 606 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 983. 607 L. GOLDIE, Targeting, supra noot 36, 8. 608 RODE KRUIS‐VLAANDEREN, “Het Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 augustus 1949 inzake de bescherming van de slachtoffers van internationale gewapende conflicten”, 2011, www.ihr.rodekruis.be/ref/home‐ihr/IHR‐Home‐Verdragen/Aanvullend‐Protocol‐bij‐de‐Conventies‐van‐Genve‐van‐12‐augustus‐1949‐inzake‐de‐bescherming‐van‐de‐slachtoffers‐van‐internationale‐gewapende‐conflicte.html. 609 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 760. 610 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 760. 611 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 760. 612 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 760. 

Page 81: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  81

Hoewel  het  grootste  deel  van Deel  IV,  Sectie  I  niet  van  toepassing  is  op  het  viseren  van 

doelwitten  op,  over  of  onder  het  zeeoppervlak,  houdt  het  toch  enkele  bepalingen  in  die 

zinvol  zouden  kunnen  zijn  voor  het maritieme  oorlogsrecht,  zoals  het  verdragsrechtelijke 

principe  van  de  proportionaliteit  in  artikelen  51  en  57  of  een  invulling  van  het  begrip 

‘militaire objectieven’ in artikel 52.613 

 

IV.2.L.2. Bespreking 

 

Algemeen 

In  artikel  1  van  het  Eerste  Aanvullend  Protocol  wordt  vermeld  dat  het  toepassingveld 

bepaald wordt door artikel 2 van de Conventies van Genève.614 Op grond van deze regel  is 

het Eerste Aanvullend Protocol van toepassing op maritieme conflicten.615 

 

Principe van onderscheiding en de bescherming van de burgerbevolking 

Op grond van artikel 49.3 Eerste Aanvullend Protocol wordt het  toepassingsgebied van de 

artikelen  48‐67  beperkt  tot  de  gevallen  waarin  een  zeeslag  gevolgen  heeft  voor  de 

burgerbevolking  aan wal.616 Dit heeft  als  gevolg dat  aanvallen  van  schip  tot  schip  en  van 

schip tot  luchtmacht niet gedekt worden door deze bepalingen, tenzij de aanvallen schade 

berokkenen aan burgers te land.617 

 

Algemene regels betreffende wapens en methodes van oorlogsvoering 

De  artikelen  35  tot  41 worden  niet  voorzien  door  artikel  49  van  het  Eerste  Aanvullend 

Protocol, en zijn dus van  toepassing op maritieme oorlogsvoering.618 Dit  is een belangrijke 

ontwikkeling  in  het maritieme  oorlogsrecht,  aangezien  dergelijke  algemene  regels  enkel 

worden  bepaald  door  de  Haagse  regelgeving  betreffende  oorlog  te  land.619  Door  deze 

laatstgenoemde regels zou men kunnen stellen dat dergelijke regelgeving reeds opgenomen 

is door het  internationaal  gewoonterecht betreffende maritieme oorlogsvoering, maar de 

verdragsrechtelijke versie ervan is nieuw.620 

 

 

                                                             613 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 266. 614 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 760. 615 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 760. 616 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 761. 617 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 762. 618 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 762. 619 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 762. 620 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 762. 

Page 82: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  82

Perfide handelingen en oorlogslisten 

Artikel 37 van het Eerste Aanvullend Protocol verbiedt het stellen van perfide handelingen, 

om de tegenstander te doden, te verwonden of gevangen te nemen.621 Ook de gedragingen 

die  het  vertrouwen wekken  bij  een  tegenstander  teneinde  deze  te  doen  geloven  dat  hij 

gerechtigd  is op bescherming krachtens de regels van het  internationale recht, toepasselijk 

ingeval van gewapende conflicten, of dat hij verplicht  is zodanige bescherming te verlenen 

met  de  bedoeling  dat  vertrouwen  te  misbruiken,  zijn  verboden.622  

Dit artikel somt tevens enkele voorbeelden op van handelingen die verboden zijn, zoals het 

veinzen  van  de  overgave  en  het  veinzen  van  bezit  van  status  van  niet‐strijder.623  

Artikel  37  benadrukt  vervolgens  dat  krijgslisten,  gedragingen  die  bedoeld  zijn  om  de 

tegenstander te misleiden of hem er toe aan te zetten om roekeloos te handelen, zonder dat 

de toepasselijke internationale regelgeving inzake gewapende conflicten geschonden wordt, 

niet verboden zijn.624 Tevens mogen deze daden niet het vertrouwen van de  tegenstander 

wekken  met  betrekking  tot  bescherming  uit  de  internationale  regelgeving  betreffende 

gewapende  conflicten.625  Voorbeelden  van  dergelijke  listen  zijn  camouflagetechnieken  en 

schijnoperaties.626  

Artikel 37 poogt niet om alle perfide handelingen te verbieden. Het benadrukt  immers dat 

de  algemene  regel  is,  dat  deze  slechts  verboden  zijn  indien  ze  gesteld  worden  om  de 

tegenstander te doden, te verwonden of gevangen te nemen.627 

Artikelen 38 en 39 borduren hierop voort.  

Zo  is  het  krachtens  artikel  38  niet  toegestaan  om  gebruik  te maken  van  internationaal 

gekende beschermingssymbolen, zoals het teken van het Rode Kruis.628 Ook het gebruik van 

vlaggen  of  kentekens  van  neutrale  staten  is  verboden.629  Tijdens  de  aanval  is  ook  het 

gebruiken  van  vlaggen  of  kentekens  van  de  tegenpartij  verboden.630  

De  derde  paragraaf  van  artikel  39  is  echter  essentieel. Volgens  dit  artikel  kan  het  Eerste 

Protocol  geen  afbreuk  doen  aan  bestaande  en  algemeen  erkende  regels  betreffende  het 

gebruik van vlaggen tijdens conflicten op zee.631 

Volgens de rechtsleer  is er een grote  leemte  in het Eerste Aanvullend Protocol betreffende 

perfide handelingen  en oorlogslisten.632  Perfide handelingen die de beschermingsstatuten 

van het internationale recht misbruiken worden immers niet verboden, indien deze gesteld 

zijn  met  andere  militaire  doelen  dan  het  doden,  verwonden  en  vangen  van  de 

                                                             621 Art. 37 Eerste Aanvullend Protocol. 622 Art. 37 Eerste Aanvullend Protocol. 623 Art. 37 Eerste Aanvullend Protocol. 624 Art. 37, 2 Eerste Aanvullend Protocol. 625 Art. 37, 2 Eerste Aanvullend Protocol. 626 Art. 37, 2 Eerste Aanvullend Protocol. 627 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 238. 628 Art. 38 Eerste Aanvullend Protocol. 629 Art. 39, 1 Eerste Aanvullend Protocol. 630 Art. 39, 2 Eerste Aanvullend Protocol. 631 Art. 39, 3 Eerste Aanvullend Protocol. 632 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 238. 

Page 83: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  83

tegenstander.633  Zo  is  het  volgens  het  Protocol  toegestaan  om  te  veinzen  dat  men  de 

burgerstatus heeft, om de tegenstander te misleiden, of terwijl men wacht op toevoer van 

herbewapening.634 Ook  het  gebruik  van militaire  kentekens  van  de  tegenpartij  is  volgens 

artikel 39, 2  in bepaalde omstandigheden toegestaan, wanneer deze niet tijdens de aanval 

of om een aanval te beïnvloeden worden aangewend.635 

Misleidende verlichting behoort tot de categorie van de perfide handelingen, op grond van 

artikel  37  van  het  Eerste  Aanvullend  Protocol.  Het  is  namelijk  de  bedoeling  om met  de 

misleidende verlichting het vertrouwen van de  tegenstander op  te wekken, en  te veinzen 

dat men onder een beschermd statuut valt, waardoor men van een zeker privilege geniet of 

de  tegenstander  bepaalde  verplichtingen  heeft, met  de  bedoeling  om  dit  vertrouwen  te 

schenden.636  Dit  houdt  echter  niet  in  dat  de  perfide  handeling,  namelijk  de misleidende 

verlichting, ook verboden is. Om verboden te zijn,  is het vereist dat het de bedoeling is om 

met behulp van de misleidende verlichting de tegenstander te kwetsen, gevangen te nemen 

of te doden.637 

De artikelen 37 tot en met 39 zijn geïnspireerd door artikel 23 van het Verdrag van den Haag 

(IV). 

 

IV.2.L.3. Besluit 

 

We  kunnen  besluiten  dat  het  Eerste  Aanvullend  Protocol  het  verbiedt  om  perfide 

handelingen te stellen, met het oog op het doden, verwonden of gevangen nemen van de 

tegenpartij.638  Ten  tweede  stelt  het  Eerste  Aanvullend  Protocol  drie  voorwaarden  om  te 

besluiten of een handeling verboden  is of niet.639 Ten eerste dient men het vertouwen van 

de vijand op te wekken, ten tweede moet er sprake zijn van een intentie om dit vertrouwen 

te schenden, en ten slotte moet het vertrouwen betrekking hebben op een verplichting of 

privilege, toegestaan door het internationaal humanitair recht.640 Deze regelen doen echter 

niet af aan het bestaande gewoonterecht op zee met betrekking tot het gebruik van valse 

vlaggen.641 

Op  grond  van  artikel 39, derde paragraaf  van het  Eerste Aanvullend Protocol  kunnen we 

stellen dat het gebruik van een neutrale vlag geen perfide daad is, maar het gebruik van een 

witte vlag wel, op grond van artikel 37, eerste paragraaf.642 

 

                                                             633 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 238. 634 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 238. 635 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 239. 636 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 249. 637 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 251. 638 Art. 37 Eerste Aanvullend Protocol. 639 Art. 37 Eerste Aanvullend Protocol. 640 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 242. 641 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 243. 642 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 763. 

Page 84: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  84

IV.2.M. Seabed Arms Control Verdrag van 11 februari 1971  

Verbod op nucleaire wapens versus zeemijnen? 

Het Seabed Arms Control Verdrag bepaalt dat het niet toegestaan is om nucleaire wapens of 

massavernietigingswapens op de zeebodem  te plaatsen.643 Over de  interne wateren en de 

zeebodem binnen de twaalf mijl vanaf de kust bepaalt het verdrag echter niets.644 

Dit verdrag doet enkele vragen  rijzen met betrekking  tot het gebruik van  zeemijnen. Hoe 

luidt bijvoorbeeld de regeling voor verankerde mijnen die boven de zeebodem drijven, maar 

wel  degelijk  verankerd  zijn  in  de  zeebodem?645  En wat met mijnen  die  op  de  zeebodem 

rusten, maar mobiel worden en drijven van zodra zij een doelwit gedetecteerd hebben?646 

Ook  deze  problematiek  mag  niet  uit  het  oog  verloren  worden,  bij  het  opstellen  van 

toekomstige regelgeving. 

 

IV.2.N.  Tweede  Protocol  bij  het  Verdrag  van  1980  inzake  bepaalde 

conventionele wapens  

Artikel  1  van  het  Tweede  Protocol  bij  het  verdrag  bepaalt  dat  het  Protocol  niet  van 

toepassing  is op het  gebruik  van  zeemijnen, maar het  is mogelijk dat dit  verdrag  een  rol 

speelt  bij  het  opmaken  en  interpreteren  van  andere  verdragsteksten  betreffende 

zeemijnen.647 Bijgevolg is dit Protocol vermeldenswaardig voor dit onderzoek. 

 

IV.2.O. VN‐Zeerechtverdrag van 1982  

Oorlogszones 

In het licht van Zeerechtverdrag werpt de vraag zich op of oorlogszones, die de scheepvaart 

belemmeren,  in  strijd  zijn  met  de  vrijheid  van  navigatie.648  Op  grond  van  artikel  88 

Zeerechtverdrag genieten alle staten vrijheid van navigatie op volle zee.649 Deze vrijheid  is 

echter niet absoluut en kan beperkt worden in verhouding tot de vrijheden en belangen van 

de  overige  staten,  zoals  het  uitoefenen  van  hun militaire  doeleinden.650  De  vrijheid  van 

navigatie kan echter niet  inhouden dat de ene staat, om haar eigen behoeften te voldoen, 

                                                             643 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 136. 644 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 136. 645 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 136. 646 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 136. 647 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 138. 648 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 505. 649 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 505. 650 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 506. 

Page 85: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  85

de vrijheid van de overige staten volledig inperkt: beperkingen op de scheepvaart zijn enkel 

toegestaan in de meest noodzakelijke gevallen.651 

 

IV.2.P. San Remo Manual van 1994 over gewapende conflicten op zee 

 

IV.2.P.1. Inleiding 

 

De San Remo Manual is een hedendaagse restatement van het internationale recht dat van 

toepassing is op gewapende conflicten op zee.652 

De  San  Remo  Manual  behandelt  de  meest  kritische  pijnpunten  van  het  hedendaagse 

maritieme  oorlogsrecht,  en  focust  zich  voornamelijk  op  het  recht  op  zelfverdediging, 

noodzakelijkheid  en  proportionaliteit  en  de  posities  van  de  belligerente  en  neutrale 

partijen.653 

 

IV.2.P.2. Bespreking 

 

Koopvaardijschepen 

 

In haar definities verklaart de San Remo Manual onder andere de term ‘koopvaardijschip’.654 

Met  deze  definitie  tracht  de  San  Remo  Manual  om  een  compromis  te  vinden  tussen 

enerzijds  de  gevestigde  statenpraktijken  en  anderzijds  de  verschillen  tussen  de  vier 

scheepscategorieën  (oorlogsschepen,  hospitale  schepen,  hulpschepen  en 

koopvaardijschepen).655    Indien  een  schip  niet  tot  één  van  de  eerste  drie  categorieën 

behoort, valt het onder de noemer  koopvaardijschip.656 Een koopvaardijschip  is een  schip 

dat, in tegenstelling tot een oorlogsschip of een hulpschip, private of commerciële diensten 

uitvoert.657  Artikel  69  van  de  San  Remo Manual  benadrukt  dat,  het  enkele  feit  dat  een 

koopvaardijschip bewapend  is, niet  tot gevolg heeft dat het  schip wettig aangevallen mag 

worden.658 

 

                                                             651 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 506. 652 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 6. 653 X, "Developments", supra noot 6, 146. 

654 Art. 13 (i) San Remo Manual.  655 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual on international law applicable to armed conflicts at sea, Cambridge University Press, 1995, 91, (hierna: L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual). 656 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 91. 657 Art. 13 (i) San Remo Manual. 658 Art. 69 San Remo Manual. 

Page 86: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  86

Oorlogszones 

De San Remo Manual bevat geen concreet verbod op het vestigen van oorlogszones.659 Wel 

reikt de San Remo Manual enkele richtlijnen aan om te beslissen of een oorlogszone wettig 

gevestigd is.660 

Artikel  105  gaat  van  start  met  het  stellen  dat  een  belligerente  partij  niet  van  zijn 

internationale  humanitaire  verplichtingen  verlost  wordt,  door  het  oprichten  van  een 

oorlogszone.661 

Paragraaf 106 geeft een mooi evenwicht weer tussen enerzijds de vrijheid van navigatie op 

volle zee, en waar de rechten van alle staten met elkaar  in aanraking komen.662 De vrijheid 

van de ene partij stopt waar de vrijheid van de overige staten begint, waardoor het vestigen 

van  oorlogszones  enkel  toegestaan  kan  worden  als  een  uitzonderlijke  maatregel,  waar 

bijvoorbeeld met de rechten van neutrale partijen voldoende rekening wordt gehouden.663 

Indien de kans groot is dat neutrale schepen door de zone zullen varen, dienen er routes te 

worden voorzien en dient de belligerente staat bijzondere maatregelen  te nemen, om het 

risico  voor  de  neutrale  scheepvaart  te minimaliseren.664 Voor wat  betreft  de  duur  en  de 

locatie van de zone stelt de Ronde Tafel Commissie dat deze in redelijke verhouding moeten 

zijn tot het desbetreffende conflict.665 

Oorlogszones worden  tot  op  de  dag  van  vandaag  onbehandeld  gelaten  in  internationale 

verdragen.666 De San Remo Manual zou dan ook een handig opstapje kunnen vormen voor 

de toekomstige regelgevende initiatieven.667 

 

Targeting 

Artikel 39 stelt dat de partijen ten alle tijde een onderscheid zullen maken tussen burgers of 

andere beschermde personen en strijders, evenals tussen hun respectievelijke goederen.668 

Deze bepaling vloeit uit het onderscheidingsprincipe, waarvoor de Ronde Tafelcommissie er 

mee  instemt dat het ook  inzake maritiem oorlogsrecht van  toepassing  is.669 Artikel 42  (b) 

stelt het dan ook verboden om niet‐onderscheidende aanvallen te plegen.670 

 

Het gebruik van zeemijnen 

 

                                                             659 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 387. 660 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 387. 661 Art. 105 San Remo Manual. 662 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 507. 663 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 507. 664 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 183. 665 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 182. 666 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 389. 667 C. MICHAELSEN, Maritime exclusion zones, supra noot 160, 389. 668 Art. 39 San Remo Manual. 669 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 114. 670 Art. 42 (b) San Remo Manual. 

Page 87: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  87

De San Remo Manual baseert zich op de regelgeving van het Verdrag van den Haag (VIII), in 

combinatie  met  de  algemene  statenpraktijken  en  algemene  rechtsprincipes  uit  onder 

andere het Eerste Aanvullend Protocol.671 

De San Remo Manual handhaaft het principe dat mijnen uitsluitend gebruikt mogen worden 

voor  legitieme militaire doelstellingen.672 Niet‐onderscheidende mijnpraktijken op de volle 

zee zijn bijgevolg onwettig.673  

Ten  eerste  dienen  mijnen  enkel  gebruikt  te  worden  voor  wettige  militaire  doeleinden, 

inclusief  het  ontzeggen  van  toegang  aan  de  vijand  tot  gebieden  van  de  zee.674  Zowel 

oorlogsschepen,  vijandelijke  koopvaardijschepen  die  effectief  deelnemen  aan  de 

oorlogsvoering, als neutrale koopvaardijschepen die de vijandelijke militaire actie steunen, 

worden beschouwd als militaire doelwitten.675 In tegenstelling tot het Verdrag van den Haag 

(VIII)  erkent  de  San  Remo  Manual  het  nut  van  mijnen  om  de  vijandelijke  toegang  tot 

zeegebieden  te  belemmeren,  waardoor  deze  nieuwe  regel  rekening  houdt  met  reële 

moderne oorlogsstrategieën.676 Wat wel verzekerd dient  te worden,  is het  feit dat mijnen 

geneutraliseerd worden  indien  ze  loskomen, of wanneer men de controle over de mijnen 

verliest.677 Dit houdt  in dat de  staten hun mijnen  voortdurend  dienen  te monitoren, wat 

appreciatie  toont voor de beslissing  in de Corfu Channel Case.678 Op grond van artikel 84 

zullen oorlogsvoerende partijen bijhouden op welke plaatsen ze mijnen hebben geplaatst.679 

Deze plaatsen dienen niet openbaar gemaakt te worden, tenzij ze een gevaar vormen voor 

de neutrale scheepvaart.680 

Het recht om de eigen belangen en veiligheid van de staat te beschermen via het plaatsen 

van  zeemijnen,  moet  in  verhouding  staan  tot  de  verplichting  om  voldoende 

beschermingsmaatregelen voor de andere niet‐belligerente  staten  te  treffen, waardoor  zij 

veilig  kunnen  navigeren.681  Het  plaatsen  van  mijnen  dient  te  voldoen  aan  het 

noodzakelijkheids‐ en proportionaliteitsprincipe.682 De San Remo Manual voorziet enkel dat 

de oorlogsvoerende partij voldoende veilige alternatieve  routes dient  te voorzien.683  In dit 

licht  volstaan de  voorzieningen  in artikel 88  van de  San Remo Manual niet, aangezien de 

uitzonderlijke  aard  van  het  beperken  van  de  vaarmogelijkheden  van  niet‐belligerenten 

onvoldoende wordt benadrukt.684 Het principe van de noodzakelijkheid en proportionaliteit 

komen  voort uit het  internationaal  gewoonterecht.685 Onder  andere de Nicaragua  case686 

bevestigt dat beide principes nog steeds gehandhaafd dienen te worden.687 

                                                             671 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 580. 672 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 242. 673 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 242. 674 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 581; art. 80 San Remo Manual. 675 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 581. 676 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 581. 677 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 582 en art. 81 San Remo Manual. 678 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 582. 679 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 585. 680 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 585. 681 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 508. 682 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 508. 683 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 509. 684 R. WOLFRUM, Military activities, supra noot 97, 509. 685 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 75. 

Page 88: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  88

Artikel 82 stelt dat het verboden is om drijvende mijnen te gebruiken, tenzij deze gericht zijn 

tegen een militair doelwit en de mijnen onschadelijk worden binnen een uur nadat men de 

controle  over  de mijnen  verloren  is.688  Drijvende mijnen  worden  geacht  om  een  nuttig 

tactisch wapen te zijn in hedendaagse oorlogsvoering.689 Het probleem met dit artikel is dat 

drijvende  mijnen  in  feite  een  schending  zijn  van  het  verbod  op  niet‐onderscheidende 

aanvallen.690 Door er van uit te gaan dat de militaire noodzakelijkheid maakt dat drijvende 

mijnen toch gebruikt kunnen worden, accepteert men in feite de marginale schade die deze 

wapens te weeg kunnen brengen.691 Ook al hebben oorlogsvoerende partijen het recht om 

zichzelf te verdedigen, toch kan deze noodzakelijkheid niet vergoelijken dat er schade wordt 

toegebracht  aan  onschuldige  partijen.692  Het  recht  op  zelfverdediging  en  het 

noodzakelijkheids‐  en  proportionaliteitsprincipe  kunnen  niet  verantwoorden  dat  er  een 

schending van het recht van gewapende conflicten ontstaat.693 

Op grond van artikel 85 van de San Remo Manual dient men er bij het plaatsen van mijnen in 

de  interne wateren,  territoriale  zee  en  archipelagische wateren  van  een oorlogsvoerende 

partij voor te zorgen dat de neutrale scheepvaart vooreerst de mogelijkheid krijgt om deze 

gebieden  te  verlaten.694  Deze  regel  is  een  nieuwe  bepaling,  en  komt  niet  voort  uit  het 

Verdrag van den Haag (VIII), maar is gebaseerd op het principe van het verbod van de niet‐

onderscheidende aanvallen.695 

Het plaatsen van mijnen in neutrale wateren is verboden volgens artikel 86 van de San Remo 

Manual. Neutrale wateren worden gedefinieerd als de  interne wateren,  territoriale zee en 

archipelagische  wateren  van  een  staat.696  Internationale  zeestraten met  een  sui  generis 

karakter worden niet tot de neutrale wateren gerekend.697 Door het plaatsen van mijnen in 

dergelijke  zeestraten  zullen  de  internationale  spanningen  echter  zodanig  stijgen  dat  de 

staten hun verplichting op dienen  te nemen om de veiligheid van neutrale scheepvaart  te 

verzekeren, waardoor het nut van een dergelijke operatie klein zal zijn.698 Hier op volgt dat 

het  leggen  van  mijnen  niet  tot  gevolg  mag  hebben  dat  het  recht  op  doorgang  tussen 

neutrale en  internationale wateren verhinderd wordt.699 Deze  regel houdt geen verbod  in 

voor het plaatsen van mijnen op dergelijke  locaties, maar probeert de problematiek wel te 

reguleren.700 

                                                                                                                                                                              686 IGH, Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v. United States of America), Judgement, ICJ Reports 1986, 14.   687 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 75. 688 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 583. 689 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 583. 690 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 583. 691 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 583. 692 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 583. 693 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 76. 694 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 585. 695 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 585. 696 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 586. 697 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 586. 698 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 587. 699 Art. 87 San Remo Manual. 700 M. FITZPATRICK and D. STEPHENS, Legal aspects, supra noot 562, 587. 

Page 89: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  89

In  artikel  45  benadrukt  de  San  Remo Manual  dat  gewone  schepen,  onderzeeërs  en  de 

luchtmacht aan dezelfde regels moeten voldoen.701 Waar het verleden heeft uitgewezen dat 

er  in  sommige  gevallen  een  onderscheid  gemaakt  dient  te worden  voor  de  categorieën 

oorlogsschepen  en  oppervlakte  schepen,  brengt  de  San  Remo  Manual  deze  aanpassing 

rechtstreeks in de desbetreffende artikelen aan.702 

 

Listen en verraad 

De artikelen 110 tot 111 bespreken perfide handelingen en oorlogslisten. 

De San Remo Manual haalt het beste uit het Eerste Aanvullend Protocol betreffende perfide 

daden en  listen.703  In het  traditionele  recht  is enkel het varen onder valse vlag  tijdens de 

aanval verboden.704 De hypermoderne hedendaagse  technologie  indachtig,  stelt de Ronde 

Tafel Commissie zich dan ook de vraag of de traditionele regels betreffende oorlogslisten op 

zee gevolgd moet worden.705  

Vooral  de  vreedzame  scheepvaart  is  een  potentieel  slachtoffer  van misleiding  op  zee.706 

Indien men pleit voor een volledige bescherming van de vreedzame scheepvaart, dient men 

misleiding  op  zee  absoluut  en  in  zijn  totaliteit  te  verbieden.707  Dit wordt  echter  als  een 

onbereikbare  doelstelling  gezien,  aangezien  ook  het  gewone  oorlogsrecht  bepaalde 

misleidingtechnieken  zoals  camouflage  toelaat.708  Artikel  110  stelt  dat  oorlogslisten  zijn 

toegestaan.709  Het  is  echter  verboden  dat  oorlogsschepen  en  hulpschepen  schepen 

aanvallen  terwijl  ze  onder  valse  vlag  varen.710 Merk  op  dat  de  San  Remo Manual  niets 

vermeldt  over  het  gebruik  van  een  valse  vlag  op  zich,  zonder  dat men  de  tegenstander 

aanvalt.711   Het actief veinzen van een beschermde status  is echter ten alle tijde verboden 

voor oorlogsschepen en hulpschepen.712 Een voorbeeld van een dergelijke actieve veinzing is 

het gebruik van radiosignalen voor hospitaalschepen.713 

Artikel 111 van de San Remo Manual benadrukt nogmaals dat het valselijk opwekken van 

het vertrouwen van de tegenpartij dat men een beschermde status geniet, met de bedoeling 

om dit vertrouwen te schenden, een verraderlijke en perfide daad is. Dit is een herhaling van 

artikel  37  van  het  Eerste  Aanvullend  Protocol,  van  toepassing  op  maritieme 

oorlogsvoering.714 Tevens  stelt  artikel 111 dat perfide handelingen  verboden  zijn.715 Dit  is 

                                                             701 Art. 45 San Remo Manual. 702 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 122. 703 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 72. 704 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 184. 705 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 184. 706 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 184. 707 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 184.  708 L. DOSWALD‐BECK (ed.), San Remo Manual, supra noot 655, 184. 709 Art. 110 San Remo Manual. 710 Art. 110 San Remo Manual. 711 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 241. 712 Art. 110 San Remo Manual. 713 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 10. 714 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 241. 715 Art. 111 San Remo Manual. 

Page 90: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  90

een vernieuwing  ten opzichte van het Eerste Aanvullend Protocol, dat als algemene  regel 

stelt  dat  perfide  handelingen  slechts  verboden  zijn,  indien  ze  gesteld  worden  om  de 

tegenstander te kwetsen, te doden of gevangen te nemen.716 Op grond van deze regel is het 

gebruiken  van  misleidende  verlichting  in  alle  gevallen  verboden,  mits  men  aan  de 

voorwaarden van artikel 111 van de San Remo Manual voldoet.717 

 

IV.2.Q. Nicaragua case  

Het Hof beslist in deze zaak dat, indien er geen staat van oorlog is tussen bepaalde landen, 

en indien bijgevolg het Verdrag van den Haag (VIII) niet van toepassing is, dat internationale 

gebruiken en het gewoonterecht  toch vereisen dat de partijen publieke mededeling doen 

betreffende aanwezige mijnenvelden, zodat koopvaardijschepen op de hoogte zouden zijn 

van de gevaren bij het bevaren van een bepaalde zone.718 

 

Besluit  

Op basis van deze bespreking, kunnen we concluderen dat de Verdragen van den Haag (VII), 

(VIII),  (IX),  (X) en  (XI)  relevant  zijn  voor het maritieme oorlogsrecht. Het Verdrag  van den 

Haag  (VII)  en  het  Verdrag  van  den  Haag  (VIII)  zijn  voor  deze  Masterproef  het  meest 

essentieel gebleken. 

De Oxford Manual van 1913, de Overeenkomst van Nyon van 1937, het Eerste Aanvullend 

Protocol en de San Remo Manual vormen de belangrijkste bronnen voor het ontwerpen van 

toekomstige,  nieuwe  regelgeving  met  betrekking  tot  het  maritieme  oorlogsrecht  en 

oorlogsmisdaden op zee. 

Voor  wat  betreft  het  gebruiken  van  oorlogszones  in  de  oorlogsvoering  is  de  San  Remo 

Manual  een  uitstekend  startpunt,  aangezien  het  rekening  houdt  met  de  toekomstige 

waarschijnlijkheid dat oorlogszones  in hedendaagse oorlogsvoering opnieuw zullen worden 

aangewend. Bijgevolg opteert de San Remo Manual er voor om deze zones te reguleren, in 

plaats van ze te verbieden. 

Inzake duikbotenoorlog en zeemijnen zijn de Vredesconferentie van Parijs, de Conferentie 

van Washington van 1922 en de Vlootconferentie van Genève van 1927, ondanks hun goede 

bedoelingen, betrekkelijk  zinloos gebleken. Ook het Protocol  van  Londen  van 1936 wordt 

voortdurend  met  de  voeten  getreden.  De  Overeenkomst  van  Nyon  is  relevant  met 

betrekking tot niet‐onderscheidende aanvallen door onderzeeërs. Opnieuw is ook op dit vlak 

de San Remo Manual een zinvol toekomstig en richtinggevend element, aangezien het een 

                                                             716 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 254. 717 M. MORRIS, Deceptive lighting, supra noot 422, 254. 718 H. LEVIE, Mine warfare, supra noot 278, 166. 

Page 91: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  91

goede poging doet om deze zeer gevoelige politieke kwestie gepast te reguleren. Via cherry 

picking  filtert  ze  de  beste  bepalingen  uit  de  karige,  bestaande  regelgeving,  en werpt  ze 

duidelijk een blik op het verleden om de lacunes in te vullen. 

Toegestane  listen en perfide handelingen worden reeds tijdloos behandeld door de Oxford 

Manual  van  1913.  Ook  het  Eerste  Aanvullend  Protocol  doet  een  poging  om  de 

vaakvoorkomende maritieme oorlogspraktijken  aan  regels  te onderwerpen. De  San Remo 

Manual  slaagt  er  opnieuw  in  om  zich  te  baseren  op  de  beste  traditionele,  bestaande 

regelgeving. Waar  nodig  voert  zij  nieuwe  regels  in,  de modernisering  en  technologische 

groeispurten indachtig. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

Page 92: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  92

Hoofdstuk VI. Beschouwingen voor de toekomst 

VI.I. Inleiding  

Op basis van de grootste pijnpunten die tijdens de bespreking van oorlogspraktijken van de 

beide wereldoorlogen aan de oppervlakte  zijn verschenen, en op basis van de bespreking 

van de bestaande desbetreffende regelgeving, poogt dit hoofdstuk om enkele richtlijnen en 

bedenkingen voor toekomstige regelgeving neer te zetten. Deze bespreking gebeurt  in het 

kader  van  de  enorme  technologische  veranderingen,  die  hun  weerslag  hebben  op  de 

oorlogsmethodes.  

Aangezien  de  problematiek  rond  oorlogsmisdaden  onlosmakelijk  verbonden  is  met  het 

grotere kader, namelijk maritieme oorlogsregelgeving op zich, wordt ten eerste stilgestaan 

bij de gevolgen van de technologische evolutie op algemeen regelgevend vlak. Ten tweede 

wordt stil gestaan bij toekomstige regelgeving met betrekking tot oorlogszones. Vervolgens 

wordt kritisch gekeken naar oorlogsvoering aan de hand van mijnen en onderzeeërs. Hierna 

volgen enkele opmerkingen met betrekking  tot  listen en perfide daden  in de  toekomstige 

oorlogstactiek. Ten slotte ronden we dit hoofdstuk af met een besluit. 

 

VI.2. Bespreking  

VI.2.A.  Algemene  beschouwingen  met  betrekking  tot  toekomstige 

maritieme oorlogsregelgeving  

Sommige auteurs zijn van mening dat men een beroep moet blijven doen op de algemene 

principes  van  het  oorlogsrecht,  anderen  zijn  van  mening  dat  er  een  modernisering 

doorgevoerd  zou moeten worden, met  concrete  regels.719 Het  zich  baseren  op  algemene 

principes  zou  immers  gebruikt  kunnen  worden  als  passe‐partout  in  allerlei  al  dan  niet 

wettige omstandigheden.720 Beter is het om op voorhand rekening te houden met potentiële 

toekomstige  vormen  van  oorlogsvoering.721  De  gedragingen  en  reacties  van  de 

oorlogsvoerende partijen tijdens beide wereldoorlogen zijn, als gevolg op het slecht passend 

en onbruikbaar juridisch kader, meer wanhopig dan zij geweest zouden zijn,  indien er geen 

regelgeving voor handen was.722 

 

 

                                                             719 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 704‐705. 720 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 705. 721 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 706. 722 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 146. 

Page 93: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  93

VI.2.A.1. Het bestaande regelgevend kader behouden? 

 

De  statenpraktijken uit het  verleden  en  rechtspraak  als de Corfu Channel Case723  kunnen 

aangewend worden  als  startbasis  voor  toekomstige  regelgeving  omtrent  het  gebruik  van 

duikboten in oorlogsvoering.724 Ook dient men rekening te houden met het principe van de 

redelijkheid en de feiten betreffende een specifiek geval, zoals de bepaalde tijdsgeest, om te 

bepalen of de vrijheid van navigatie ingeperkt kan worden.725 

Enkele auteurs nemen genoegen met de reeds bestaande regelgeving, aangezien de staten 

die  geen  belang  hebben  bij  maritieme  oorlogsregelgeving,  de  staten  met  een 

indrukwekkende  vloot  zouden  kunnen  saboteren.726  Zowel  vertegenwoordigers  van 

vlootloze staten als van NGO’s zouden een stem hebben, hoewel zij weinig of geen ervaring 

hebben met  het  maritieme  oorlogsrecht.727  Toch  zou  hun  kwantitatief  doorslaggevende 

stem  het  beleid  bepalen  dat  de  maritieme  staten  zouden  moeten  volgen.728  Andere 

rechtsgeleerden  staan  er  achter  om  de  regels  die  niet meer  bruikbaar  zijn,  te  vervangen 

door nieuwe internationale regelgeving.729  

Het  is  onmogelijk  om  het  traditionele  maritieme  oorlogsrecht  te  moderniseren  via 

interpretatie en het zo aan te passen aan de enorme technologische veranderingen van het 

hedendaagse strijdtoneel.730 Een optie bestaat er  in om de huidige regelgeving verder door 

de praktijk  te  laten evolueren.731 Een goede hulp hier bij  is het opstellen  van manuals.732 

Door de praktijk is immers gebleken dat het maritieme oorlogsrecht meer vooruitgang heeft 

gekend aan de hand van deze  instrumenten, dan aan de hand van het sluiten van nieuwe 

internationale verdragen.733 

Tucker  is van mening dat nieuwe maritieme oorlogsreglementering voor wat betreft haar 

inhoud  zal  aanleunen  bij  de  traditionele  regelgeving.734  De  San  Remo  Manual  zou  een 

passend startpunt kunnen vormen voor de revisie van de gedateerde oorlogsregelgeving.735 

 

VI.2.A.2. Of... van nul beginnen? 

 

De  codificaties  van  het  maritieme  oorlogsrecht  na  de  Tweede  Wereldoorlog  door  de 

Vredesverdragen van den Haag en het Protocol van Londen van 1936, zijn toentertijd reeds 

                                                             723 IGH, Corfu Channel (United Kingdom v. Albania), Preliminary Objection, ICJ Reports 1948, 15. 724 J. REED, Damn the torpedoes, supra noot 274, 314. 725 R. POWERS, International law, supra noot 162, 55. 726 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 235. 727 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 77. 728 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 77. 729 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 235. 730 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 50. 731 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 76. 732 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 77. 733 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 77. 734 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 145. 735 J. ROACH, The law of naval warfare, supra noot 2, 77. 

Page 94: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  94

voorbijgestreefd en oubollig.736 Het  traditionele  recht  is  zo ontworpen om passend  te  zijn 

voor de oorlogsvoering zoals zij bestond voor de Eerste Wereldoorlog.737 Inmiddels zijn alle 

facetten van oorlogsvoering echter drastisch gewijzigd. Zo  is bijvoorbeeld het onderscheid 

tussen oorlogsschip en koopvaardijschip niet meer zonneklaar.738 

Het  is  noodzakelijk  dat  nieuwe  maritieme  oorlogsregelgeving  praktisch  te  hanteren  is, 

waardoor  de  partijen  de  regelgeving  graag  toepassen.739  In  dit  kader  zou  het  volgens 

sommigen  beter  zijn  om met  een  nieuwe  lei  te  starten,  in  plaats  van  om  de  bestaande 

regelgeving te filteren en up to date te maken.740 

Helaas  lijkt  het  de  trend  om  nieuwe  voorstellen  inzake  het maritieme  oorlogsrecht  niet 

warm te ontvangen, en deze gedragingen zijn zelfs terug te zien in de houding van de staten 

en instellingen die hun schouders onder een nieuwe codificatie horen te zetten.741 

Essentieel  in  de  lacune  aan  regelgeving  is  het  feit  dat  het  momentum  ontbreekt.742 

Gewapende conflicten op zee komen sinds 1945 niet vaak meer voor, en zijn gelimiteerd in 

aantal,  intensiteit of duur.743 Wanneer men  er  voor  streeft om nieuwe  regelgeving op  te 

maken, op het moment dat de tijd er nog niet rijp voor is, is de kans groot dat men nieuwe 

problemen creëert,  in plaats van dat men de oude oplost.744 Een algemeen  juridisch kader 

met niet al te formalistische regeltjes kan de partijen meer hulp bieden in het oplossen van 

een bepaald probleem inzake het toepassen van het maritieme oorlogsrecht.745 

De  traditionele  regelgeving  heeft  geen  enkele  realiteitszin.746  Zelfs  duidelijkere 

bewoordingen en meer concrete terminologie zouden slechts een druppel op de hete plaat 

zijn,  aangezien  de  regelgeving  dan  nog  te  ver  af  zou  staan  van  de moderne manier  van 

oorlogsvoering.747 

 

VI.2.A.3. Het probleem van de innovatie 

 

In de hedendaagse regelgeving wordt geen rekening gehouden met de steeds evoluerende 

strijdwijze, en auteurs pleiten er voor om regels op te stellen die niet alleen nu, maar ook in 

de  toekomst  bruikbaar  zouden  blijven.748  Militaire  aanvoerders  zouden  de  regelgeving 

zonder problemen moeten kunnen  toepassen, ook  in het heetst van de strijd, wanneer er 

                                                             736 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 50. 737 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 146. 738 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 146. 739 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 708. 740 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 708. 741 N. RONZITTI (ed.), The law of naval warfare, supra noot 1, 51. 742 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 9. 743 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 9. 744 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 226. 745 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 226. 746 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 149. 747 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 149. 748 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 702. 

Page 95: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  95

vaak geen  tijd of mogelijkheid  is  tot het consulteren van  juridisch advies.749  Innovatie  zou 

altijd in regelgeving geïntegreerd moeten worden: partijen dienen rekening  te houden met 

hun eigen vernieuwingen en met de potentiële  innovaties van de  tegenpartij.750 Het  is de 

taak  van  staten  om  er  voor  te  zorgen  dat  ze  andere  staten  steeds  van  een wederwoord 

kunnen voorzien.751 Dit alles dient deel te maken van een integraal regelgevend proces.752 

Zeggenschap  over  de  zee  dient  niet  alleen  benaderd  te  worden  vanuit  militaire 

mogelijkheden,  maar  ook  vanuit  economisch,  diplomatisch,  politiek  en  strategisch 

oogpunt.753  In  de  toekomst  zal  economische  oorlogsvoering  een  voorrol  nemen.754 Het  is 

dan  ook  noodzakelijk  om  de  te  schetsen  regelgeving  hier  op  te  voorzien.  Economische 

oorlogsvoering  zorgt dat er  sprake  is van een  totale oorlog, waarin alle middelen worden 

aangewend om de tegenpartij een stok tussen de wielen te steken.755 Humanitaire principes 

van het  traditionele  recht zijn onbruikbaar wanneer het doel er uit bestaat om de handel 

van de vijand plat te leggen.756 

Academici vandaag de dag hebben geen enkele voeling met de technologische vooruitgang 

inzake maritieme oorlogsvoering.757 Maar ook indien alle pogingen, die vermijden dat het tot 

een  gewapend  conflict  komt,  falen,  is  een  regelgevend  kader  binnen  het welke  de  strijd 

uitgevochten moet worden,  een  onmisbare  houvast.758 Men mag  echter  de  uiteindelijke 

doelen  van  de  oorlogsvoerende  partijen  niet  uit  het  oog  verliezen,  in  het  opmaken  van 

regelgeving.759 

 

VI.2.A.4. Het maritieme oorlogsrecht, een alleenstaande rechtstak? 

 

Een  groot  cliché  is  dat  het maritieme  oorlogsrecht  eigen  regels  heeft, waardoor  er  geen 

enkele nood zou zijn aan een verband tussen het maritieme oorlogsrecht enerzijds, en het 

oorlogsrecht  ter  land  of  in  de  lucht  anderzijds.760  Nochtans  is  er  in  de  praktijk  grote 

samenhang  tussen  deze  militaire  operaties.761  Een  voorbeeld  hiervan  zijn  helikopters 

gestationeerd  op  een  zeeschip,  die  schepen  beschermen  tegen  duikboten.762 

Het uitbouwen van aan elkaar verwante  rechtstakken, die verweven  zijn met humanitaire 

normen en waarden, dringt zich op.763 

                                                             749 J. DOYLE, International law, supra noot 37,  32. 750 J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis, supra noot 45, 61. 751 J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis, supra noot 45, 61. 752 J. CALLARD en P. FABER, An emerging synthesis, supra noot 45, 61. 753 R. BYERS, “Seapowers and arms control: problems and prospects”, International Journal 1981, 488. 754 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 147. 755 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 147. 756 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 147. 757 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 239. 758 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 239. 759 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 92. 760 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 10. 761 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 10. 762 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 10. 763 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 10. 

Page 96: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  96

Tegenargumenten zijn echter dat het maritieme oorlogsrecht een zeer specifieke rechtstak 

is,  met  specifieke  onderwerpen  in  deze  branche,  bijvoorbeeld  regelgeving  rond 

oorlogsbuiten op  zee. Kritiek op deze visie  is dat  zo’n veronderstelling er  toe  zou kunnen 

leiden dat deze  specifieke maritieme onderwerpen buiten de mazen  van het humanitaire 

net  vallen,  wat  niet  het  geval  zou  mogen  zijn.764  Ten  tweede  wordt  genegeerd  dat  de 

luchtmacht  verschillende  taken  van  de  maritieme  oorlogsvoering  heeft  overgenomen, 

waardoor er een sterke samenhang tussen de handelingen van beiden bestaat.765 

 

VI.2.A.5. Enkele onopgeloste zaken 

 

De  vraag  stelt  zich  bijvoorbeeld,  hoe  strijders  en  niet‐strijders  van  elkaar  onderscheiden 

kunnen blijven, wanneer er langeafstandswapens op het strijdtoneel verschijnen.766 

Koopvaardijschepen opdelen  in verschillende categorieën,  zou een mogelijkheid  zijn.767 Zo 

zijn  er  enerzijds  koopvaardijschepen,  volledige  non‐militaire  schepen,  bijvoorbeeld 

passagiersschepen,  en  cargoschepen  die militaire  cargo  vervoeren.768  Het  probleem  stelt 

zich echter dat het niet eenvoudig  is om te bepalen hoe men op volle zee de schepen van 

elkaar  zou  kunnen  onderscheiden,  aangezien  men  –  des  te  meer  met  het  oog  op 

langeafstandswapens  en  onderzeeërs  –  niet  kan  verwachten  dat men  de  inhoud  van  elk 

schip  zal  nakijken.769 Bovendien  stelt  zich  een  volgend obstakel: hoe  en wie  zal beslissen 

welke cargo nut heeft voor militaire doeleinden?770 

 

 

VI.2.B. Toekomstige regelgeving inzake oorlogszones  

VI.2.B.1. Aftandse regelgeving uit vervolgen tijden voor een steeds evoluerend concept 

 

Op grond van de geschiedenis kan men  stellen dat een oorlogszone een  free  fire  zone  is, 

waarvan de historische ontwikkeling geleid heeft tot het wettigen of niet verantwoordelijk 

gehouden worden voor het aanvallen van vijandelijke of neutrale koopvaardijschepen.771 

Het  concept  van  de  oorlogszones  leunt  sinds  de  wereldoorlogen  nog  steeds  aan  bij  de 

toenmalige  invulling er van.772 Gelet op het gebruik van oorlogszones  in de geschiedenis,  is 

                                                             764 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 11. 765 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 11. 766 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 703. 767 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 709. 768 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 712. 769 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 712. 770 H. ROBERTSON, New technologies, supra noot 27, 712. 771 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 38. 772 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 37. 

Page 97: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  97

het  waarschijnlijk  dat  deze  zones  ook  in  moderne  oorlogsvoering  aangewend  zullen 

worden.773  Hoe  het  bestaande  maritieme  oorlogsrecht  er  voor  staat,  de  statenpraktijk 

indachtig,  is  het  onwaarschijnlijk  dat  de  nu  geldende  internationale  regels  zullen worden 

gevolgd in toekomstige oorlogsvoering. Eveneens dient men rekening te houden met de zich 

steeds  evoluerende  aard  van  de  hedendaagse  en  geavanceerde  wapens  in  de moderne 

oorlogsvoering.  

 

IV.2.B.2. Discriminerende wapens versus toename van de potentiële doelwitten 

 

Bovendien gaan moderne wapens meer discriminerend te werk dan de wapens ten tijde van 

de  Tweede  Wereldoorlog.774  Door  het  toenemend  aantal  koopvaardijschepen  op  zee, 

bestaat de kans dat er meer schepen verweven zijn  in de oorlogsvoering van de potentiële 

vijand, waardoor hun aanwezigheid een grotere dreiging vormt.775 Militaire eenheden  zijn 

dan ook  genoodzaakt om  grote  delen  van de  zee  streng  te  controleren  in  het  kader  van 

zelfbescherming en het bereiken van hun militaire doeleinden.776 

 

IV.2.B.3. Oorlogszones: reguleren of verbieden? 

 

Een deel van de rechtsleer  is groot voorstander van het verstrekken van  juridische houvast 

voor wat betreft het aanwenden van dergelijke zones; een ander gedeelte van de rechtsleer 

blijft vasthouden aan de onwettigheid er van. 

Men  zou  kunnen  oordelen  dat  het  maritieme  oorlogsrecht,  zoals  het  voor  de  Eerste 

Wereldoorlog gold, nog steeds van  toepassing  is, en dat alle  feiten die nadien voorkomen 

betreffende oorlogszones, onwettig zijn.777 Volgens sommige auteurs wordt het bestaande 

internationaal recht wel degelijk als algemeen kader en richtlijn gebruikt, hoe onvolledig en 

gebrekkig het ook is, en hoort deze trend zich in de toekomst verder te zetten.778  

Men  kan  er  echter  niet  omheen  dat  deze  visie  jammer  genoeg  niet  strookt  met  de 

realiteit.779 Reglementering opstellen die wel  rekening houdt met de geschiedenis, en met 

wat  hoogst waarschijnlijk  komen  zal,  heeft  dan  ook  een  hoger  slaagpercentage  voor wat 

betreft de toepassing er van.780 Het toekomstige recht hoort niet alleen rekening te houden 

met het verleden, maar moet ook praktisch  zijn vanuit militair opzicht en dient menselijk 

                                                             773 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 122. 774 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 215‐216. 775 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 216. 776 W. VON HEINEGG, Current legal issues, supra noot 161, 216. 777 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 123. 778 A. NUSSBAUM, A concise history, supra noot 18, 247. 779 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 123. 780 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 123. 

Page 98: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  98

leed zo veel mogelijk te beperken en voorkomen.781 Tevens dient men rekening te houden 

met enige ruimte voor speling, aangezien het recht nu eenmaal geen statisch gegeven is.782 

Door  de  stijging  van  het  aantal  doden  en  gewonden  onder  de  burgerbevolking  tijdens 

internationale  gewapende  conflicten,  suggereert  de  rechtsleer  dat  er  steeds meer  niet‐

onderscheidende  aanvallen  gepleegd worden.  Fenrick  stelt  dat men met  deze  trend  een 

ongeschreven principe van het maritieme oorlogsrecht met de voeten treedt.783 Het concept 

van de strijdbeperkende oorlogszones zou hier  in zekere zin een oplossing kunnen bieden, 

indien de nodige voorbereidende maatregelen vis à vis alle partijen en de neutrale staten 

worden  getroffen.784  Het  staat  echter  buiten  kijf  dat  zulke  zones  geen  rechtsgrond 

hebben.785  De  geschiedenis  heeft,  zoals  hierboven  veelvuldig  vermeld,  voldoende 

aangetoond dat zulke zones gauw leiden tot misbruik.786 

 

Wat  verwachtingen  voor  de  toekomst  betreft,  is  het  dan  ook  waarschijnlijk  dat 

uitsluitingszones aangewend zullen worden in internationale conflicten, die enkele maanden 

duren,  die  zich  op  volle  zee  afspelen  en  waarbij  beide  partijen  controle  over  de  zee 

opeisen.787 

 

VI.2.C.  Toekomstige  regelgeving  met  betrekking  tot  duikboten  en 

zeemijnen 

 

VI.2.C.1. Zeemijnen: reguleren of verbieden? 

 

Voor  de  scheepvaart  kan  de  aanwezigheid  van  mijnen  grote  gevolgen  hebben.  Een 

handelsroute  zou  in  onbruik  kunnen  raken.788  Bovendien  stijgen  de  verzekeringspremies 

voor  schepen  die  van  deze  routes  gebruik  maken.789  Dit  effect  is  ongewenst  in  een 

wereldeconomie,  die  haar  goederen  zo  goedkoop mogelijk wil  kunnen  vervoeren.790  Ten 

slotte  is  er  potentieel  gevaar  voor  het milieu  van  dergelijke  zones,  indien  een  schip  tot 

zinken wordt gebracht.791 

                                                             781 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 124. 782 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 124. 783 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 242. 784 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 785 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 786 W. FENRICK, Legal aspects, supra noot 5, 243. 787 W. FENRICK, The exclusion zone device, supra noot 156, 122. 788 J.REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 134. 789 J.REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 134. 790 J.REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 136. 791 J.REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 134. 

Page 99: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  99

De wereldoorlogen  bewijzen  dat  onrealistische  regelgeving  uitnodigt  tot  de  schending  er 

van.792  De  geschiedenis  van  de  oorlogsvoering met  duikboten  toont  aan  dat  er  tal  van 

facetten  in  de  regelgeving  bestaan,  die  rijp  zijn  voor  wijziging.793  Hopelijk  grijpen  de 

toekomstige  regelgevers de kans om een meer werkbaar kader  te bedenken omtrent het 

gebruik van onderzeeërs.794  

 

VI.2.C.2. Implicaties voor het mariene milieu 

 

Een niet te negeren element in deze problematiek is het effect van oorlogsvoering ter zee op 

het mariene milieu. De gevolgen van olietankers op de maritieme omgeving, die met een 

torpedo  tot  zinken  worden  gebracht,  zijn  niet  te  onderschatten.795  Dit  is  allerminst  een 

nieuw fenomeen, maar is tevens een facet dat meespeelt bij het opstellen van toekomstige 

internationale  regelgeving.796  Door  het  gebruik  van  brandstoffen  als  aandrijfmiddel  van 

schepen, en door de wisselende en  soms potentieel  vervuilende  inhoud die  verschillende 

schepen  kunnen  hebben,  zijn  de  gevolgen  voor  de  maritieme  omgeving  niet  te 

onderschatten, indien een dergelijk schip op een mijn zou varen.797 

 

VI.2.C.3. Geavanceerde wapens met lange afstandsmogelijkheden 

 

Met  de  technologische  vooruitgang  zijn  duikboten  een  veel  geavanceerder  platform 

geworden, dat zich zowel kan richten op oorlogsschepen als op commerciële scheepvaart.798 

Door  alle  nieuwe mogelijkheden  voor  onderzeeërs  om  hun  doelen  zo  snel  en makkelijk 

mogelijk te bereiken, bestaat nog steeds het risico op het niet voldoende  identificeren van 

hun vermeende doelwit.799 

Door  het  gebrek  aan  regelgeving  in  het  verleden,  hebben  staten  zich  ten  volle  kunnen 

storten  op  de  technologische  ontwikkeling  van  zeemijnen,  zonder  toezicht  door 

internationale  organisaties.800  Ook  onder  terroristen  zijn  zeemijnen  een  aantrekkelijk 

wapen.801 

 

                                                             792 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 991. 793 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 145. 794 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 145. 795 H. LEVIE, Means and methods, supra noot 30, 232. 796 G. WALKER, “The tanker war and the maritime environment”, International Law Studies  2000, 483, (hierna: G. WALKER, The tanker war). 797 G. WALKER, The tanker war, supra noot 795, 483. 798 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 986‐987. 799 J. GILLILAND, Submarines and targets, supra noot 306, 988. 800 J. REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 132. 801 J.REDDISH, Forgotten Fears, supra noot 293, 138. 

Page 100: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  100

Inmiddels hebben duikboten zich ontpopt tot schepen die een vergelijkbare snelheid kunnen 

halen  zoals  gewone  schepen  die  aan  de  oppervlakte  varen.802  Ook  hun  huidige 

wapenarsenaal  is  uitgebreid  en  daarmee  veel  indrukwekkender  geworden,  waardoor  ze 

eveneens  torpedo’s  kunnen  afvuren  boven  het  wateroppervlak.803  De  hedendaagse 

duikboten  zijn  dan  ook  op  verschillende  vlakken  niet  te  vergelijken met  de  traditionele 

duikboten  tijdens  de wereldoorlogen.  Ze  zijn  echter  aan  de  oppervlakte  nog  steeds  niet 

gewaagd aan gewone oorlogsschepen, of aan bewapende koopvaardijschepen.804 

Men dient dan ook  in het achterhoofd te houden dat de normale rechten en verplichtingen 

van oorlogsschepen op zee, niet altijd van toepassing kunnen zijn op duikboten. Zo hebben 

onderzeeërs  slechts  een  beperkte  ruimte,  en  is  het  niet  altijd  even  vanzelfsprekend  om 

passagiers mee te nemen.805 Bovendien zijn ze – in tegenstelling tot gewone oorlogsschepen 

– fragiel van aard, zeker indien ze aan het wateroppervlak verschijnen.806 Ook het escorteren 

van een schip naar de haven is niet altijd een even uitnodigende taak.807 

De grote  technologische vooruitgang  inzake zeemijnen vereist dan ook dat de  traditionele 

reglementering plaatsmaakt voor nieuwe regelgeving.808  

 

VI.2.D.  Toekomstige  regelgeving  met  betrekking  tot  oorlogslisten  en 

perfide handelingen  

VI.2.D.1. Elektronische tijdperk: nieuwe bijkomende problemen 

 

Door de eeuwen heen zijn de volgende zaken principiële regels gebleven: het verbod op het 

verraderlijk  vermoorden  van  de  tegenstander  en  het  geven  van  een  eerlijke  kans  op 

verdediging aan de vijand.809 In  internationale regelgeving zijn verwijzingen terug te vinden 

naar deze basisprincipes, bijvoorbeeld  in artikel 42§2 van het Eerste Aanvullend Protocol, 

dat  stelt  dat  personen  die  genoodzaakt  zijn  om  via  een  parachute  uit  een  vliegtuig  te 

springen,  een  kans  moeten  krijgen  om  zich  over  te  geven,  alvorens  ze  aangevallen 

worden.810  

De  hoogtechnologische  ontwikkelingen  en  snufjes  inzake  oorlogsvoering  hebben  de 

voornoemde principes echter uitgehold.811 Contactloos vermoorden is een snel gezette stap, 

aangezien  in  veel  gevallen  het  enige  contact  tussen  oorlogsstrijders  verloopt  via  een 

                                                             802 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 207. 803 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 207. 804 J. JACOBSON, Submarine warfare, supra noot 258, 216. 805 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 138. 806 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 138. 807 C. WEISS, Problems, supra noot 18, 138. 808 T. CLINGAN, Submarine mines, supra noot 275, 351. 809 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 330. 810 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 330. 811 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 330. 

Page 101: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  101

computerscherm.812  Ook  het misleiden  van  de  tegenstander  gebeurt  via  de  kunstmatige 

intelligentie van elektronische wapens.813 De snelle evolutie van militaire technologie is een 

feit,  evenals  het  gegeven  dat  deze  sector  zich  zal  blijven  evolueren  aan  een  razendsnel 

tempo,  met  het  recht  dat  hopeloos  achterop  hinkt.814  Politakis  wijst  eveneens  op  de 

dramatiek van verblindende laserwapens.815 De onwettigheid van zulke wapens bestaat niet 

in het leed dat zij teweegbrengen, dan wel in het feit dat zij de tegenstanders elke kans op 

een eerlijk gevecht ontnemen.816 

Ook  in  moderne  tijden  is  reglementering  betreffende  toegestane  listen  en  verboden 

verraderlijk gedrag nodig. Zo bestaan er ingenieuze raketten, die men kan opbergen binnen 

containers op het dek van een  cargoschip.817 Van  zodra men het deksel van de  container 

opent,  komt  de  Club‐K‐raket  te  voorschijn  en  wordt  ze  afgevuurd.818  Ook  al  indien  de 

slachtoffers  van  de  raket  soldaten  zouden  zijn  van  een  oorlogsschip,  dan  nog  nodigt  het 

systeem uit om de burgerstatus te veinzen en te misbruiken, door als militairen te varen met 

een  cargoschip.819 Deze wapens brengen de  status  van burgers  in  gevaar, doordat  ze het 

onderscheid tussen strijders en niet‐strijders doen vervagen.820 

Wat  het  varen  onder  valse  vlag  betreft,  lijdt  het  geen  twijfel  dat  het  geen  kwestie  van 

dapperheid uitmaakt, om eerst onder een valse vlag te varen, tot men de vijand aanvalt.821 

Indien het  varen onder  valse  vlag  verboden  zou worden, net  zoals  in het oorlogsrecht  te 

land,  zouden  de  beide  facetten  van  het  oorlogsrecht  op  één  lijn  staan.822  Volgens  de 

rechtsleer  zou  het  bovendien  een  goede  zaak  zijn  om  het misbruiken  van  internationaal 

beschermde  kentekens,  vijandelijke  en  neutrale  vlaggen,  insignes  en  uniformen  in meer 

concrete bewoordingen  te  verbieden, dan wat nu het  geval  is.823 De  voorwaarde dat het 

misbruik zou moeten leiden tot het verwonden, doden of gevangen nemen van de vijand, is 

niet meer van deze tijd.824 

Hetzelfde geldt voor wat betreft het bewapenen van koopvaardijschepen. Zulke praktijken 

brengen immers vicieuze cirkels te weeg, waarin het onderscheid tussen oorlogsstrijders en 

onschuldigen  ver  te  zoeken  is,  en waardoor  het  voor  echte  koopvaardijschepen  ronduit 

gevaarlijk wordt om de zee te bevaren, aangezien de oorlogsschepen in elk koopvaardijschip 

een mogelijke bewapende vijand zien.825 

 

                                                             812 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 331. 813 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 331. 814 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 331. 815 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 336. 816 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 336. 817 R. CLARKE, Club‐K, supra noot 428, 22. 818 R. CLARKE, Club‐K, supra noot 428, 22. 819 R. CLARKE, Club‐K, supra noot 428, 22. 820 R. CLARKE, Club‐K, supra noot 428, 22. 821 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 339. 822 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 339. 823 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 287. 824 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 287. 825 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 339. 

Page 102: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  102

Voor de toekomst geldt dat tactische verrassingen even belangrijk zullen zijn als deze waren 

doorheen  de  geschiedenis.826  Het  verhinderen  van  visuele  identificatie  neemt  echter  in 

belang af door de technologische vooruitgang van de radartechnologie, waardoor vijanden 

op lange afstand kunnen worden herkend.827 Op bijvoorbeeld het gebruik van valse vlaggen 

op zee hebben deze moderniseringen zeker grote invloed.828 De rechtsleer stelt echter dat er 

nog  steeds  ruimte  is  voor  valse  kleuren als  list  in moderne oorlogsregelgeving, aangezien 

staten  zich  zodanig  focussen op moderne  technologie, dat het  zo maar  eens  zou  kunnen 

gebeuren dat ze de oude oorlogsgebruiken uit het oog verliezen.829 Bovendien  is deze  list 

nog  steeds nuttig  in gebieden waar de afstand geen belangrijke  factor  is, en waar visuele 

identificatie onmisbaar  is, alvorens aan  te vallen.830 Een voorbeeld hiervan  is de Perzische 

Golf, aangezien er verscheidene gelijkaardige boten van dezelfde grote  in dichte nabijheid 

van elkaar varen.831 

Meer  internationale  regelgeving  in  het maritieme  oorlogsrecht  omtrent  listen  en  perfide 

daden is zeker gewenst.832 De wijze waarop dit onderwerp het beste zou worden aangepakt, 

is echt niet onbetwist.833 Zo nodigt een exhaustieve  lijst van  toegestane daden uit  tot het 

bedenken  van  nieuwe  listige  praktijken,  om  de  letter  van  de  regelgeving  te  ontwijken.834 

Anderzijds geldt dat hoe minder dubbelzinnig de regelgeving  is, hoe vanzelfsprekender het 

zal  zijn  om  een  minimum  aan  wederzijds  vertrouwen  tussen  de  oorlogspartijen  te 

behouden.835  De  regelgeving  zou  in  elk  geval  moeten  vertrekken  vanuit  de  veelvuldige 

praktijken van listen en verraderlijke daden en de internationale conflicten.836 

De essentie uit de definitie van perfide handelingen  is het veinzen van een situatie, waarin 

men bescherming  zou genieten op grond van het  internationale  recht.837 Wie een beroep 

doet op misleiding, heeft  in bijna alle gevallen het genieten van een bijzonder statuut voor 

ogen.838 Een  te strenge definitie voor  listen  in het oorlogsrecht  is overigens niet wenselijk, 

aangezien te nauwe definities in de praktijk vragen om ontduiking door nieuwe praktijken.839 

Bovendien  is er voor sommige  listen geen standvastige rechtspraktijk te vinden, en dekken 

de  definities  van  wat  verschillende  partijen  onder  een  list  verstaan,  dikwijls  andere 

ladingen.840  De  nationale  standaarden  van  wat  een  bepaalde  staat  onder  wederzijds 

vertrouwen in tijden van oorlog verstaat, verschillen.841 

                                                             826 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 9. 827 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 9. 828 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 9. 829 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 10. 830 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 10. 831 C. GRIGGS, False colours, supra noot 419, 10. 832 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 298. 833 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 298. 834 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 298. 835 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 298. 836 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 298. 837 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 288. 838 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 288. 839 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 271. 840 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 272. 841 D. FLECK, Ruses, supra noot 453, 272. 

Page 103: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  103

Echter  houdt  het  aanhouden  van  een  zekere moraal  inzake  oorlogsvoering  sowieso  een 

paradox in: hoe moreel verantwoordbaar is het nemen van mensenlevens?842 

 

Besluit  

Uit de statenpraktijken en regelgeving van het verleden kunnen we talloze lessen leren voor 

de toekomstige regelgevende initiatieven. Voor wat betreft het huidige regelgevend kader, 

pleiten sommige auteurs voor het behouden van het bestaande regelgevend kader. Anderen 

menen echter dat het meest wijze besluit luidt dat men het beste van nul kan herbeginnen.  

Het probleem stelt zich dat de bestaande regelgeving niet meer aan de noden van de 

hedendaagse maatschappij en de mogelijkheden van maritieme oorlogsvoering voldoet. 

Hier tegenover staat dat de snelle innovatie op vlak van wapentechnologie en 

oorlogsvoeringmethodes het creëren van een passend regelgevend kader bemoeilijken, 

waardoor het recht geen voeling heeft met de praktijk. Ook de isolatie van de rechtstak ten 

opzichte van het oorlogsrecht te land, staat vernieuwende initiatieven in de weg.  

Ten opzichte van oorlogszones kunnen we samenvatten dat er zowel voorstanders als 

tegenstanders van het reguleren ervan bestaan. Mijn inziens houden toekomstige 

initiatiefnemers best rekening met de praktijk en realiteit, waardoor het verschaffen van 

regelgeving omtrent oorlogszones onmisbaar is om toekomstige rechtsschendingen te 

voorkomen.  

Inzake mijnen en onderzeeërs toont de geschiedenis aan dat onrealistische regelgeving leidt 

tot grove schendingen ervan. Bijgevolg dringt meer realistische regelgeving zich op. 

Gebieden om in deze branche niet over het hoofd te zien, zijn de impact op het milieu en de 

mariene omgeving van bepaalde zeemijnen, en de mogelijkheden die geavanceerde wapens 

met zich mee brengen.  

De razendsnelle evolutie in oorlogsvoeringmethodes zorgt voor nieuwe vormen van listen en 

perfide daden. Essentieel om te bepalen is of men opteert voor een exhaustieve opvatting 

van listen en perfide daden in de regelgeving, of dat men een breed en algemeen 

richtinggevend kader zal ontwerpen, met regels die in meer moderne tijden nog steeds 

inzetbaar zijn. Mijn inziens geniet de laatste optie de voorkeur, aangezien het verleden 

ruimschoots bewezen heeft dat het recht al te gauw achterop hinkt, wanneer de technologie 

een groeispurt maakt. 

 

 

 

                                                              842 G. POLITAKIS, Modern aspects, supra noot 9, 340. 

Page 104: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  104

5. Algemeen besluit  

In  de  negentiende  eeuw  komt  de  ontwikkeling  van  internationale  regelgeving  met 

betrekking tot het maritieme oorlogsrecht op gang. Verschillende elementen dragen echter 

bij tot het stopzetten van deze trend. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog doen de 

belligerenten  veelvuldig  een  beroep  op  bedenkelijke  oorlogstactieken.  Ze  maken 

voortdurend  gebruik  van  oorlogszones  en  perfide  handelingen.  Tevens  voeren  ze  een 

ongebreidelde  duikbotenoorlog.  Deze  tactieken  maken  dat  er  een  enorm  aantal  niet‐

onderscheidende aanvallen plaatsvinden, met vele doden als gevolg. Deze oorlogsmisdaden 

worden vergoelijkt door ze te rechtvaardigen aan de hand van het recht op represailles, of 

door beschuldigend met de vinger naar de  tegenstander  te wijzen.  In deze verwikkelingen 

verwatert  het  onderscheid  tussen  de  strijdende  partijen  enerzijds,  en  de  burgers  en 

neutralen  anderzijds.  De  statenpraktijk  ontvreemdt  zich  volledig  van  de  heersende 

regelgeving, zelfs in dergelijke mate dat de daden uiteindelijk amper bekritiseerd worden. 

 

Dit onderzoek poogt aan  te  tonen dat het niet  langer mogelijk  is om krampachtig vast  te 

houden aan aftandse verdragen, die niet meer  in overeenstemming zijn met hedendaagse 

praktijken. Dat sommige gebruiken op onwettige basis in de oorlogsvoering geslopen zijn, is 

een discussie die op academisch vlak zeer  interessant  is. Maar het  is cruciaal dat het recht 

boven alles en  in eerste plaats  toepasbaar  is, en dat  staten uitgenodigd worden om deze 

regels  toe  te  passen.  Zonder  een  goed werkend  sanctiemechanisme  zijn  staten  namelijk 

geneigd om, in het heetst van de strijd, de geldende regels slechts in die mate toe te passen, 

voor zover het vanuit het oogpunt van de belligerente partijen lonend blijft om dit te doen.  

Niet alleen zijn de bestaande verdragen vaak reeds voorbijgestreefd bij hun totstandkoming, 

oorlogsvoering vandaag de dag  is niet meer  te vergelijken met die van een eeuw geleden. 

Technologische vooruitgang en nieuwe gebruiken in de oorlogstactieken zorgen er voor dat 

staten handelen naar eigen goeddunken, bij gebrek aan moderne  juridische richtlijnen. De 

bestaande  regelgeving  heeft  geen  enkele  voeling  met  de  nieuwste  technologische 

oorlogsmethodes, en is bijgevolg niet langer toepasbaar en bevredigend.  

De bestaande regels en gebruiken  laten evolueren, zodat staten ze naar eigen goeddunken 

al  dan  niet  kunnen  aanwenden  en  aanpassen,  lijkt  mij  geen  optie.  Het  verleden  toont 

namelijk  aan dat  een dergelijke houding de  internationale  conflicten  kan  laten  escaleren, 

met vele verloren burgerlevens tot gevolg.  

Helaas  zijn  er  enkele  factoren  die  het  zich  buigen  over  nieuwe  internationaal  geldende 

regels  bemoeilijken.  Zo  is  er  de  onwil  van  staten  om  samen  te  zitten  omtrent  dergelijke 

gevoelige materies, aangezien het sluiten van compromissen inzake deze problematiek niet 

eenvoudig  is.  Bovendien  zijn  er  ook  andere  branches  die  veel  tijd  en  inspanning  van  de 

staten en internationale lichamen vragen, zoals bijvoorbeeld het internationaal milieurecht. 

Men  mag  ook  niet  uit  het  oog  verliezen  dat  het  momentum  ontbreekt  om  dergelijke 

Page 105: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  105

investeringen van tijd en moeite te doen: maritieme oorlogsvoering is niet meer zo populair, 

en dus voelen weinig partijen zich geroepen tot het creëren van nieuwe verdragen. 

Dit  onderzoek  toont  aan  dat  toekomstige  regelgevende  initiatieven  een  beroep  kunnen 

doen  op  zowel  de  rechtspraak, militaire manuals  als  de  statenpraktijken,  aangezien  deze 

richtlijnen en advies kunnen geven voor het uitbouwen van een modern juridisch kader. De 

toekomstige relevante regelgeving die richtlijnen zouden kunnen bieden met betrekking tot 

deze problematiek zijn de Oxford Manual van 1913 en het Eerste Aanvullend Protocol. Deze 

instrumenten beschikken elk over hun eigen typerende kwaliteiten. Het instrument dat mijn 

inziens boven alle andere uitblinkt, is de San Remo Manual van 1994. De San Remo Manual 

tracht lessen te trekken uit de geschiedenis, door bepaalde zaken al dan niet te regelen. De 

Manual tracht om de lacunes in de bestaande regelgeving op te vangen, en kiest er voor om 

bepaalde zaken uitgebreid te reguleren (denk maar aan de bepalingen omtrent het gebruik 

van oorlogszones), in plaats van het te verbieden. De geschiedenis toont immers voldoende 

aan dat het niet reguleren en verbieden leidt tot grovere schendingen, dan het wel voorzien 

van bepalingen. Door de regulering van bepaalde praktijken, kan men namelijk een poging 

doen  om  de  praktijken  niet  te  laten  escaleren,  en  alles  binnen  aanvaardbare  grenzen  te 

houden. Ook slaagt de Manual er in om uit de bestaande regelgeving de beste bepalingen te 

plukken, om die vervolgens op  te poetsen en aan  te passen aan moderne  tijden  (zoals de 

bepalingen omtrent listen en perfide handelingen). 

Tevens zal men moeten beslissen welke vorm de nieuwe regelgeving zal aannemen. Opteert 

men  voor  een  gedetailleerd  regelgevend  kader,  dat  oorlogsvoering  tot  in  de  puntjes  van 

richtlijnen voorziet en niets aan het toeval overlaat? Of worden beknopte, multitoepasbare 

algemene regels de nieuwe handleiding voor de wettige maritieme oorlogsvoering? In welke 

mate  zal  men  in  de  toekomst  rekening  houden  met  het  economische,  diplomatische, 

politieke  en  strategische  oorlogsvoeren?  Zal men  in  de moderne  regelgeving  vasthouden 

aan het bijzondere ‘eigen karakter’ van het maritieme oorlogsrecht, dat enerzijds als gevolg 

heeft dat meer praktische maritieme regels mogelijk zijn, maar er anderzijds voor zorgen dat 

het een rechtstak is, die verwaarloosd wordt? 

 

Dit  onderzoek  laat  vragen  onbeantwoord. Wat  bijvoorbeeld met militaire manuals? Door 

welke  regelgeving zijn deze  instrumenten uit de praktijk geïnspireerd?    Ik hoop echter dat 

één zaak voor goed opgehelderd is. Het maritieme oorlogsrecht is hoe dan ook dringend aan 

vernieuwing  toe.  Het  blijven  haperen  en  zich  vastklampen  aan  achterop  hinkende  dode 

verdragen  zou    catastrofale  gevolgen  kunnen  teweegbrengen,  indien  het  ooit  tot  nieuwe 

zeeslagen  komt.  Het  is  hopelijk  aan  de  toekomst  om  uit  te  wijzen  in  welke  zin  deze 

vernieuwing zal worden opgevat, de vele lessen uit het verleden indachtig.   

 

 

 

Page 106: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  106

6. Bibliografie  

I. Internationale regelgeving en soft law  

Verklaring  van  16  april  1856  houdende  zekere  bepalingen  van  het  zeerecht  in  tijd  van 

oorlog. 

Verdrag van den Haag  (X) van 18 oktober 1907 voor de  toepassing op den  zeeoorlog der 

beginselen van het Verdrag van Genève.  

 Verdrag  van den Haag  (IV)  van 18 oktober 1907 nopens de wetten  en  gebruiken  van de 

oorlog te land. 

Verdrag  van  den  Haag  (VIII)  van  18  oktober  1907  nopens  het  stellen  van  zelfwerkende 

onderzeese contactmijnen. 

Verdrag  van  den  Haag  (VII)  van  18  oktober  1907  nopens  de  verandering  van 

koopvaardijschepen in oorlogsschepen. 

Oxford Manual van 9 augustus 1913 betreffende het maritieme oorlogsrecht. 

Vredesconferentie van Parijs van 1919. 

Verdrag van Washington van 1922. 

De Vlootconferentie van Genève van 1927. 

Verdrag van Londen van 1930, inzake de limitatie van maritieme bewapening. 

Verdrag van Londen van 1936, inzake de limitatie van maritieme bewapening. 

Verdrag van Nyon van 14 september 1937. 

Neurenbergse Principes. 

Verdrag van Genève van 12 augustus 1949 voor de verbetering van het  lot der gewonden, 

zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee.  

Aanvullend  Protocol  bij  de  Conventies  van  Genève  van  12  augustus  1949  inzake  de 

bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I). 

Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake de volle zee. 

Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake de territoriale zee en de aansluitende zone. 

Verdrag van Genève van 29 april 1958 inzake het continentale plateau. 

Page 107: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  107

Verdrag van 11 februari 1971 inzake het verbod op de plaatsing van kernwapens op of onder 

de zeebodem. 

Tweede Protocol bij het Verdrag van 1980 inzake bepaalde conventionele wapens. 

Het VN‐zeerechtverdrag van 10 december 1982. 

San  Remo  Manual  van  12  juni  1994  inzake  het  internationaal  toepasbare  recht  op 

gewapende conflicten op zee. 

Statuut van Rome van 10 september 1998 inzake het Internationaal Strafgerechtshof. 

 

II. Rechtspraak  

IGH, Corfu Channel (United Kingdom v. Albania), Preliminary Objection, ICJ Reports 1948, 15. 

IGH, Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v. United States 

of America), Judgement, ICJ Reports 1986, 14.   

III. Rechtsleer  

A. Gedrukte bronnen   

Boeken  

HERSHEY,  A.,  The  essentials  of  international  public  law  and  organization,  New  York, 

Macmillan, 1927, 626‐658. 

LEVIE, H., Mine warfare at sea, Dordrecht, Martinus Nijhoff Publishers, 1992, 215 p. 

NAVAL WAR COLLEGE, International Law Documents 1943, Washington, 1945, 51‐63. 

NAVAL WAR  COLLEGE,  International  law  topics  and  discussions  1905, Washington,  1906, 

147‐153. 

NUSSBAUM, A., A concise history of the law of nations, New York, Macmillan, 1947, 361 p. 

POLITAKIS, G., Modern aspects of the laws of naval warfare and maritime neutrality, Londen, 

Kegan Paul International Limited, 1998, 256 p. 

 

Page 108: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  108

Verzamelwerken 

 

RONZITTI, N. (ed.), The law of naval warfare, a collection of agreements and documents with 

commentaries, Dordrecht, Martinus Nijhoff Publishers, 1988, 888 p. 

DOSWALD‐BECK,  L.  (ed.),  San  Remo  Manual  on  international  law  applicable  to  armed 

conflicts at sea, Cambridge University Press, 1995, 257 p. 

LAMONT‐BROWN, R., Ships From Hell : Japanese War Crimes on the High Seas, The History 

Press, 192 p. 

LINTON, S. (ed.), Hong Kong’s War Crime Trials, Oxford University Press, 2013, 254 p. 

MALLISON, W. (ed.), International law studies 1966, U.S. Government Printing Office  Washington, 1968, 55‐96.  

SIBLEY, D., The Behar Massacre: The Execution of 69 Survivors from the British Merchant Ship 

"Behar" in 1944 by the Imperial Japanese Navy, University of Virginia, 118 p. 

 

 

Tijdschriften  

Aangezien  deze  tijdschriften  niet  uit  België  afkomstig  zijn, wordt  er  voor  gekozen  om  de 

officiële  afkorting  van het  tijdschrift  te  gebruiken,  zoals die  in het  tijdschrift  zelf  gebruikt 

wordt. Indien een dergelijke afkorting niet voor handen is, wordt de volledige naam van het 

tijdschrift gehanteerd. 

ASSMANN, K., “Why U‐Boat affair failed?”, Foreign affairs 1950, 659‐670. 

BENTWICH, N., “Belligerents and neutrals at sea”, The Law Quarterly Review 1916, 214‐225. 

BYERS,  R.,  “Seapowers  and  arms  control:  problems  and  prospects”,  International  Journal 

1981, 485‐514. 

CALLARD,  J.  en  FABER,  P.,  “An  emerging  synthesis  for  a  new  way  of  war:  combination 

warfare and future innovation”, Georgetown Journal of International Affairs  2002, 61‐68. 

CLARKE, R., “The Club‐K anti‐ship missile system: a case study in perfidy and its repression”, 

The Human Rights Brief 2013, 22‐28. 

CLINGAN, T., “Submarine mines  in  international  law”,  International Law Studies 1991, 351‐

361. 

DOYLE, J., “International law and naval operations”, International Law Studies 1998, 18‐38. 

Page 109: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  109

FENRICK, W., “The exclusion zone device in the law of naval warfare”, Canadian Yearbook of 

International Law 1986, 91‐126. 

FENRICK, W., “Legal aspects of targeting in the law of naval warfare”, Canadian Yearbook of 

International Law 1991, 238‐282. 

FITZPATRICK, M., and STEPHENS, D., “Legal aspects of contemporary naval mine warfare”, 

Loyola of Los Angeles International and Comparative Law Review 1999, 553‐590. 

FLECK, D., “Ruses of war and prohibition of perfidy”, The Military Law and the Law of War 

Review. 1974, 269‐314. 

GILLILAND,  J.,  “Submarines  and  targets:  suggestions  for  new  codified  rules  of  submarine 

warfare”, Georgetown Law Journal 1985, 975‐1005. 

GOLDIE, L., “Maritime war zones & exclusion zones”,  International Law Studies 1991, 156‐

204. 

GOLDIE,  L.,  “Targeting  enemy  merchant  shipping:  an  overview  of  law  and  practice”, 

International Law Studies 1993, 1‐26. 

GRIGGS,  C.,  “False  colours  in  the  law  of  naval warfare”, New  Zealand Armed  Forces  Law 

Review 2003, 5‐10. 

HARLOW,  B.,  “The  law  of  neutrality  at  sea  for  the  80’s  and  beyond”,  Pacific  Basin  Law 

Journal 1984, 42‐54. 

HEINEGG, W., “The current state of the  law of naval warfare: a fresh  look at the San Remo 

Manual”, International Law Studies 2006, 269‐296. 

HENSELER, S., “Self‐defense  in  the maritime environment under  the new standing  rules of 

engagement/standing rules for the use of force (SROE/SRUF)”, Naval Law Review 2006, 211‐

228. 

HIGGINGS, A.,  “Retaliation  in  naval warfare”, British  Yearbook  of  International  Law  1927, 

129‐146. 

HUDSON,  M.,  “Seizures  in  land  and  naval  warfare  distinguished”,  American  Journal 

International Law 1922, 375‐390. 

HUMPHREY, D., “Belligerent interdicton of neutral shipping in international armed conflict”, 

Journal of Conflict and Security Law 1997, 23‐44. 

JACOBSON, J., “The  law of submarine warfare today”,  International Law Studies 1991, 205‐

240. 

LEBOWITZ, M., “’Terrorist speech’: detained propagandists and  the  issue of extraterritorial 

application of the first amendment”, First Amendment Law Review 2011, 573‐601. 

Page 110: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  110

LEVIE, H., “Means and methods of combat at sea”, Syracuse Journal of International Law and 

Commerce 1998, 227‐237. 

LEVIE, H., “Mine warfare and international law”, International Law Studies 1980, 271‐279. 

MALLISON, S. en MALLISON, T., “The naval practices of belligerents  in World War  II: Legal 

criteria and development”, International Law Studies 1993, 87‐103. 

MICHAELSEN,  C.,  “Maritime  exclusion  zones  in  times  of  armed  conflict  at  sea:  legal 

controversies still unresolved”, Journal of Conflict and Security Law 2003, 363‐390. 

MORRIS, M., “’Hiding amongst a crowd’ and the  illegality of deceptive  lighting”, Naval Law 

Review 2007, 235‐249. 

PARKS,  W.,  “Making  law  of  war  treaties:  lessons  from  submarine  warfare  regulations”, 

International Law Studies 2000, 339‐386. 

POWERS, R., “International law and open‐ocean mining”, JAG Journal 1961, 55‐58 en 77. 

REDDISH,  J.,  “Forgotten  fears  present  imminent  threats  to  the  maritime  shipping  and 

recreation  industries: the risk posed by the availability of sea mines”, Tulane Maritime Law 

Journal 2004, 125‐138. 

REED,  J.,  “’Damn  the  torpedoes!’:  International  standards  regarding  the use of  automatic 

submarine mines”, Fordham International Law Journal 1985, 286‐322. 

RICHMOND, H., “The value of the right of capture at sea in time of war”, British Yearbook of 

International Law 1928, 50‐58. 

ROACH,  J.,  “The  law  of  naval  warfare  at  the  turn  of  two  centuries”,  American  Journal 

International Law 2000, 64‐77. 

ROBERTSON,  H.,  “New  technologies  and  armed  conflicts  at  sea”,  Syracuse  Journal  of 

International Law and Commerce 1988, 699‐725. 

RONZITTI, N., “The right of self‐defense and the  law of naval warfare”, Syracuse  Journal of 

International Law and Commerce 1988, 571‐579. 

STOCKTON,  C.,  “Submarine  mines  and  torpedoes  in  time  of  war”,  American  Journal  of 

International Law 1908, 276‐284. 

VON  HEINEGG,  W.,  “Current  legal  issues  in  maritime  operations:  maritime  interception 

operations  in  the  global war  on  terrorism,  exclusion  zones,  hospital  ships  and maritime 

neutrality”, International Law Studies 2006, 207‐233. 

WALKER, G.,  “The  tanker war  and  the maritime  environment”,  International  Law  Studies 

2000, 481‐604. 

WEISS, C., “Problems of submarine warfare under international law”, Intramural Law Review 

of New York University 1967, 136‐153. 

Page 111: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  111

WELCH, J., “Without a Hangman, Without a Rope:  Navy War Crimes Trials After World War 

II”, International Journal for Naval History 2002, 1‐7. 

WOLFRUM,  R.,  “Military  activities  on  the  High  Seas:  what  are  the  impacts  of  the  U.N. 

Convention on the Law of the Sea?”, International Law Studies 1998, 501‐514. 

X, "Developments  in  the  law of naval warfare: custom or codification", Proceedings of  the 

American Society for International Law (USA) 1989, 145‐148. 

X, “Deception during armed conflict”, International Law Studies 1999, 507‐516. 

YNTEMA, H., “Retaliation and neutral rights”, Michigan Law Review 1919, 564‐588. 

 

   

B. Online bronnen  

AMNESTY INTERNATIONAL, “Principes van Neurenberg”, 

www.amnesty.nl/mensenrechten/encyclopedie/neurenberg‐principes. 

DEUTSCHES HISTORISCHES MUSEUM, “Biographie: Erich Raeder , 1876‐1960”, 

www.dhm.de/lemo/html/biografien/RaederErich/. 

DEUTSCHES HISTORISCHES MUSEUM, “Biographie: Karl Dönitz, 1891‐1980”, 

www.dhm.de/lemo/html/biografien/DoenitzKarl/. 

INTERNATIONAL CRIMINAL COURT, “Frequently Asked Questions”, www.icc‐

cpi.int/en_menus/icc/about%20the%20court/frequently%20asked%20questions/pa

ges/faq.aspx. 

RODE KRUIS‐VLAANDEREN, “Ius ad bellum en Ius in bello”, 2011, 

www.ihr.rodekruis.be/ref/home‐ihrOLD/Over‐Internationaal‐Humanitair‐

RechtOLD/A‐tot‐Z‐van‐het‐internationaal‐humanitair‐rechtOLD/Jus‐ad‐bellum‐en‐

jus‐in‐bello.html. 

ROSENBERG, J., “Sinking of the Lusitania”, 

www.history1900s.about.com/cs/worldwari/p/lusitania.htm. 

SIMKIN, J. “ERICH RAEDER”, 1997, www.spartacus.schoolnet.co.uk/GERraeder.htm. 

UMKC SCHOOL OF LAW, “Charter of the International Military Tribunal”, 

www.law2.umkc.edu/faculty/projects/ftrials/nuremberg/NurembergIndictments.html#Doen

itz. 

X, “Japanese Atrocities ‐ S.S. Jean Nicolet”, http://www.armed‐guard.com/ag87.html. 

X, “The Laconia Incident”, 2005, www.uboataces.com/battle‐laconia.shtml. 

Page 112: Oorlogsmisdaden op zee - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/163/384/RUG01... · de twintigste eeuw, met als spil de verdragen van den Haag van 1899 en 1907.1 Ook vandaag

  112

X, “War crimes committed by the imperial Japanese Navy”, 

http://www.pacificwar.org.au/JapWarCrimes/TenWarCrimes/WarCrimes_Jap_Navy.html.