ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline...

144
ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET INDOMMELEN VAN DE WETGEVER TOT DE ONLINE INFILTRATIE Aantal woorden: 51132 Paulien Van Robaeys Studentennummer: 01202893 Promotor: Prof. Dr. Charlotte Colman Commissaris: dhr. Frank Schuermans Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Rechtswetenschappen Academiejaar: 2017 2018

Transcript of ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline...

Page 1: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

ONLINE DRUGSHANDEL OP HET

DARKNET: VAN HET INDOMMELEN

VAN DE WETGEVER TOT DE ONLINE

INFILTRATIE

Aantal woorden: 51132

Paulien Van Robaeys Studentennummer: 01202893

Promotor: Prof. Dr. Charlotte Colman

Commissaris: dhr. Frank Schuermans

Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Rechtswetenschappen

Academiejaar: 2017 – 2018

Page 2: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

II

Page 3: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

III

WOORD VOORAF

Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn studiecarrière aan de Universiteit Gent en werd

neergelegd met het oog op het behalen van het masterdiploma in de Rechtswetenschappen.

Graag wil ik iedereen bedanken die dit alles heeft helpen verwezenlijken. Eerst en vooral wil ik wijlen

Prof. Dr. Brice De Ruyver bedanken voor het helpen opstarten van deze masterproef en het vertrouwen

te geven om deze masterproef tot een goed einde te brengen.

Daarnaast wil ik ook Prof. Dr. Charlotte Colman bedanken om de begeleiding van deze masterproef zo

onverwacht over te nemen en mij verder te ondersteunen met de nodige feedback. Ook gaat mijn dank

uit naar commissaris, dhr. Frank Schuermans voor het lezen van de masterproef.

Verder wil ik Commissaris Vancoillie, en cybercrime experten, onderzoeksrechter Philippe Van Linthout

en federaal magistraat Jan Kerkhofs bedanken voor het delen van hun expertise.

Ten slotte wil ik mijn ouders, broer, grootouders en vrienden bedanken, met in het bijzonder Dries, voor

de steun tijdens mijn gehele studiecarrière.

Page 4: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

IV

Page 5: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

V

INHOUDSTAFEL

WOORD VOORAF ........................................................................................................................ III

INHOUDSTAFEL ............................................................................................................................ V

VOORAFGAANDE INFORMATIE ..................................................................................................... 1

1 Algemene inleiding ...................................................................................................................... 3

2 Concrete doelstellingen ............................................................................................................... 5

3 Methodologie .............................................................................................................................. 6

DEEL I: ONLINE DRUGSHANDEL VIA HET DARKNET: WHAT’S IN A NAME? ....................................... 7

1 Inleiding ....................................................................................................................................... 9

2 De metafoor van de ijsberg ....................................................................................................... 10

3 De relatieve anonimiteit ............................................................................................................ 11

3.1 De metafoor van de ui: The Onion Router ........................................................................ 11

3.1.1 Het verhullen van het IP-adres .................................................................................. 11

3.1.2 Cryptomarkten .......................................................................................................... 13

3.1.2.1 Wat zijn cryptomarkten? ....................................................................................... 13

3.1.2.2 Welke druggerelateerde producten zijn erop te vinden? ..................................... 15

3.2 Het gebruik van een codetaal ............................................................................................ 15

3.3 De verborgen betaling ....................................................................................................... 16

4 Inpakken en wegwezen ............................................................................................................. 18

5 Blind vertrouwen ....................................................................................................................... 20

5.1 Vertrouwen als motor van de gehele business ................................................................. 20

5.1.1 Rating en feedback .................................................................................................... 20

5.1.2 Online discussieforums.............................................................................................. 21

5.1.3 Escrowsysteem, multisignature en finalise early ...................................................... 21

6 Pro en contra’s verbonden aan online drugshandel via het darknet ........................................ 23

7 Conclusie ................................................................................................................................... 25

DEEL II: HET WETTELIJK KADER ROND CYBERCRIME SENSU LATO ................................................. 27

1 Inleiding ..................................................................................................................................... 29

2 Hinderpalen voor een efficiënte aanpak ................................................................................... 30

2.1 De snelheid van de digitale evoluties ................................................................................ 30

2.2 Gebrek aan diepgaand onderzoek .................................................................................... 30

2.3 Gebrek aan een gepaste opleiding .................................................................................... 31

2.4 Tekort aan middelen en specifiek opgeleide mensen ....................................................... 31

2.5 Gebrek aan internationale samenwerking ........................................................................ 32

Page 6: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

VI

2.6 Gebrek aan duidelijk wetgevend kader ............................................................................. 33

3 De evolutie van het digitaal wettelijk kader .............................................................................. 35

3.1 Het prille begin en de snelle stagnatie .............................................................................. 35

3.1.1 Definiëring van het begrip informaticacriminaliteit .................................................. 35

3.1.2 Het Cybercrime verdrag ............................................................................................ 36

3.1.3 België als goeie leerling van de klas .......................................................................... 37

3.1.3.1 Het materieel strafrecht ........................................................................................ 38

3.1.3.2 Het strafprocesrecht .............................................................................................. 41

3.1.4 De BOM-wetgeving van 2003 .................................................................................... 47

3.2 Wake-up call ...................................................................................................................... 48

3.2.1 Een ziekte is maar zo gevaarlijk als het gebrek aan geneesmiddelen ....................... 48

3.2.2 Het doorvoeren van een mentaliteitswijziging ......................................................... 49

3.2.3 Belofte maakt schuld ................................................................................................. 51

3.2.3.1 De invloed van de Potpourri-II wet ....................................................................... 51

3.2.3.2 De woelige geschiedenis van de dataretentie....................................................... 52

3.2.3.3 Kerstgeschenkje voor de digitale speurneuzen ..................................................... 58

3.3 Wordt vervolgd… ............................................................................................................... 65

3.3.1 De Agora-zaak ............................................................................................................ 65

3.3.2 Onduidelijkheden omtrent de inbeslagname en verbeurdverklaring van bitcoins .. 69

3.3.2.1 De inbeslagname ................................................................................................... 69

3.3.2.2 Het beheer ............................................................................................................. 70

3.3.2.3 De verbeurdverklaring ........................................................................................... 71

3.3.2.4 Hervorming ............................................................................................................ 72

3.4 Conclusie: dweilen met de kraan open ............................................................................. 73

DEEL III: DE ONLINE INFILTRATIE ................................................................................................. 75

1 Inleiding ..................................................................................................................................... 77

2 Wettelijk kader van de infiltratie light ...................................................................................... 78

2.1 Aard en toepassingsgebied ............................................................................................... 78

2.1.1 Het doel ..................................................................................................................... 78

2.1.2 Online infiltratie als bijzondere opsporingsmethode ................................................ 80

2.1.3 De verantwoording van het soepeler regime............................................................ 81

2.1.4 Het toepassingsgebied .............................................................................................. 82

2.2 Toepassingsvoorwaarden .................................................................................................. 82

2.2.1 De rode draad doorheen de BOM-methoden: subsidiariteit en proportionaliteit ... 82

2.2.2 Machtiging verleend voor de online infiltratieprocedure ......................................... 84

2.2.3 Politionele interactie versus politionele infiltratie .................................................... 86

Page 7: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

VII

2.2.4 De vereiste skills van de infiltrant ............................................................................. 87

2.2.5 Registreren van contacten ........................................................................................ 88

2.3 De burgerdeskundige ........................................................................................................ 89

2.4 Fictieve identiteit ............................................................................................................... 90

2.5 Het plegen van strafbare feiten door de politiediensten .................................................. 93

2.5.1 Online infiltratie als dekmantel voor het plegen van misdrijven door de politie ..... 93

2.5.2 Te plegen misdrijven door de politie ......................................................................... 95

2.5.3 De politionele onderzoekstechnieken ....................................................................... 97

2.5.3.1 Vinden de politionele onderzoekstechnieken toepassing in de onlinewereld? ... 97

2.6 Het vertrouwelijk dossier .................................................................................................. 98

3 De online infiltratiemethode in de praktijk ............................................................................. 100

3.1 Vormt de online infiltratie een even adequaat instrument in de praktijk? .................... 100

3.1.1 Visie van de cybercrime-experten ........................................................................... 100

3.2 Is het wettelijk kader voldoende duidelijk en toepasbaar in de praktijk? ...................... 101

3.2.1 Onduidelijkheden omtrent de politionele onderzoekstechnieken ......................... 101

3.2.1.1 Visie van de cybercrime-experten ....................................................................... 104

3.2.2 Onduidelijkheden omtrent de opleiding van de online infiltrant ........................... 105

3.2.2.1 Visie van de cybercrime-experten ....................................................................... 105

3.2.3 Onduidelijkheden omtrent het vertrouwelijk dossier ............................................. 106

3.2.3.1 Visie van de cybercrime-experten ....................................................................... 106

3.3 De grens tussen online infiltratie en provocatie ............................................................. 107

3.3.1 Wettelijk kader van de politionele provocatie ........................................................ 108

3.3.2 Visie van de cybercrime-experten ........................................................................... 109

3.4 Online infiltratie en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer ........... 110

3.4.1 Visie van de cybercrime-experten ........................................................................... 111

3.5 Invloed van online infiltratie op de verkoop van drugs via het darknet ......................... 112

3.5.1 Visie van de cybercrime-experten ........................................................................... 112

4 Conclusie ................................................................................................................................. 113

BESLUIT ..................................................................................................................................... 115

BIJLAGEN .................................................................................................................................. 119

Bijlage 1: de metafoor van de ijsberg .......................................................................................... 121

Bijlage 2: de metafoor van de ui ................................................................................................. 121

Bijlage 3: Soorten drugs verhandeld op het darknet .................................................................. 122

Page 8: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

VIII

BIBLIOGRAFIE ............................................................................................................................ 123

1. Internationale regelgeving en aanbevelingen ......................................................................... 125

2. Wetgeving ................................................................................................................................ 125

3. Voorbereidende werken.......................................................................................................... 127

4. Jaarverslagen ........................................................................................................................... 127

5. Rechtspraak ............................................................................................................................. 128

6. Rechtsleer ................................................................................................................................ 129

7. Krantenartikels ........................................................................................................................ 133

8. Internetbronnen ...................................................................................................................... 134

Page 9: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

VOORAFGAANDE INFORMATIE

Page 10: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel
Page 11: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

3

VOORAFGAANDE INFORMATIE

1 Algemene inleiding

1. De laatste decennia gaat de ICT-evolutie razendsnel vooruit. Internet is vandaag niet meer weg te

denken uit de maatschappij, het bevindt zich overal en maakt ons leven voor een groot stuk

eenvoudiger. Toch mogen we niet blind zijn voor het feit dat de faciliterende rol van het internet ook

potentiële gevaren inhoudt. Internet voedt criminaliteit. Er wordt steeds meer misbruik gemaakt van de

digitale wereld om een brede waaier aan criminele daden te plannen en uit te voeren.1 Meer en meer

worden de klassieke misdrijven gefaciliteerd door het gebruik van internet.2 Zo ook het klassiek misdrijf

drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan

absurd. Vanuit je luie zetel drugs bestellen is vandaag kinderspel. Daartegenover staat een steeds meer

achterop hinkende overheid.

2. Het darknet is een deel van het internet dat het meest geassocieerd kan worden met illegale

activiteiten, vooral omdat gebruikers van dat netwerk relatief anoniem kunnen blijven.3 Anonimiteit

maakt iets los bij mensen, ze verliezen hun verantwoordelijkheidsgevoel en de stap naar criminele

daden is bijgevolg veel kleiner. Deze relatieve anonimiteit is toe te schrijven aan drie elementen: de

anonimiserende diensten van Tor4., de cryptovaluta zoals Bitcoin5 en de mogelijkheid tot het coderen

van de communicatie door middel van PGP6.

3. Er kan geen toegang worden verkregen tot het darknet via de standaard webbrowsers. Dit moet via

specifiek te downloaden software gebeuren waarvan de meest gebruikte Tor is. Deze probeert de

anonimiteit van de surfer zo veel als mogelijk te verzekeren. Door middel van Tor kan toegang verkregen

worden tot cryptomarken waarop alles online verhandeld wordt, van kinderporno tot wapens en drugs

zonder dat het IP-adres van de computer en dus de identiteit onthult wordt. Op die cryptomarkten komen

kopers en verkopers met andere woorden virtueel samen en kunnen ze, na het vergelijken van de

verschillende ratings net zoals op Ebay7, overgaan tot een koop/verkoop. Daarna wordt er betaald met

crypto-valuta, meestal bitcoins8, die de anonimiteit verder verzekeren.9 Dit betaalmiddel staat niet onder

1 K. GEENS en J. JAMBON, Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019, p.21,

justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf. 2. K. KRUITHOF, J. ALDRIDGE, D. DECARY-HETU, M. SIM, E. DUJSO en S. HOORENS, Internet-facilitated drugs trade. An

analysis of the size, scope and the rol of the Netherlands, Santa Monica California, RAND, 2016, p.167. 3 EMCDDA, EU Drug Markets Report: in-depth Analysis, 2016, 192, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2373/TD0216072ENN.PDF. 4 www.torproject.org. 5 https://bitcoin.org/nl/. 6 www.openpgp.org. 7 www.ebay.be. 8 A. DOMINICK ROMEO, “Hidden threat: The dark web surrounding cyber security”, Northern Kentucky law Review 2016, p.78. 9 J. ALDRIDGE en R. ASKEW, “Delivery dilemmas: How drug cryptomarket users identify and seek to reduce their risk of detection by law enforcement”, International journal of Drug Policy 2017, p.101-109.

Page 12: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

4

toezicht van enige centrale overheid. Ook het gebruik van gecodeerde communicatie, door middel van

PGP (Pretty Good Service) speelt een pertinente rol binnen deze online wereld. Verder kan bijna elke

soort van illegale drug besteld worden op het darknet en geleverd worden met de reguliere post, zonder

dat de koper en dealer fysiek met elkaar in contact komen. Kinderspel dus. Het gemak waarmee dit

fenomeen gepaard gaat vormt een van de grotere gevaren voor de maatschappij.

4. Deze vorm van cybercriminaliteit sensu lato10 is vandaag een van de grootste uitdagingen voor de

opsporings- en vervolgingsdiensten. De klassieke initiatieven zijn niet langer toereikend en de

opsporingsdiensten beschikken niet over voldoende geschikte tools om dit fenomeen te bestrijden.

Naast uiteraard een versterking van de bescherming en responsabilisering van de gebruikers, zijn

innovatievere vormen van bestrijding noodzakelijk,11 maar het is net daar dat het schoentje wringt.

Wanneer de autoriteiten met succes een darknet forum neerhalen, zoals Silk Road in 201312, vormt dit

zowel voor de opsporingsambtenaren als voor cybercriminelen een bron aan informatie. Voor de

opsporingsambtenaren geeft dit de modus operandi weer volgens dewelke cybercriminelen op het

darknet handelen. Maar ook voor de cybercrimineel zelf is dit belangrijk. Ze ontwikkelen namelijk nieuwe

mogelijkheden die inspelen op de gehanteerde technieken van de onderzoekers om zo verdere

opsporing te verhinderen. De overtreders zijn steeds een stap vooruit op de opsporingsdiensten en zo

blijft het een vicieus kat- en muisspel.

5. Eén van de beleidsprioriteiten van de Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019 (verder KIV) is het

aanpakken van ‘het internet en ICT als facilitator voor criminaliteit’.13 Het doel is te komen tot een

integraal en geïntegreerd beleid met betrekking tot cybercrime sensu lato. Om de handel op het darknet

te kunnen neutraliseren is er nood aan een meervoudige aanpak, van beeldvorming tot nazorg, met de

focus op zowel de private als de publieke sector. Er dienen maatregelen genomen te worden op alle

niveaus, van een aangepaste opleiding voor politiediensten tot een goede samenwerking met

postdiensten.14 Daarenboven zijn er nog steeds fysieke aspecten verbonden aan het online bestellen

van drugs, zoals het verpakken en versturen van de bestelling. Dit zijn opportuniteiten waarop de

wetgever dient in te spelen. Ten slotte moet nog onderstreept worden dat internet geen effectieve

nationale grenzen kent. Om onderzoek te kunnen verrichten is samenwerking op Europees niveau een

minimale vereiste.15 Vandaag is het voor eenieder mogelijk online drugs te kopen via het darknet,

waardoor de druk voor wethandhavingsautoriteiten om bij te benen steeds toeneemt. De autoriteiten

10 A. ENGELFRIED, “De wet computercriminaliteit: Wat is computercriminaliteit?”, Ius Mentis, 2012, www.iusmentis.com/beveiliging/hacken/computercriminaliteit/cybercrime. 11 P. VANDENBRUWANE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.763. 12 J. ALDRIDGE en D. DECARU-HETU, “Not an ebay for drugs”: The Cyrptomarket “Silk Road” as a Paradigm Shifting Criminal Innovation”, SSRN Electronic Journal 2014, p.1, https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2436643. 13 K. GEENS en J. JAMBON, KIV 2016-2019, p.20-23; justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf. 14 J. ALDRIDGE en R. ASKEW, “Delivery dilemmas: How drug cryptomarket users identify and seek to reduce their risk of detection by law enforcement”, International Journal of Drug Policy 2017, p.101-109. 15 EUROPOL, Darknets and hidden services, www.europol.europa.eu/iocta/2016/darknets.html.

Page 13: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

5

moeten de nieuwe kennis betreffende de werkwijze van georganiseerde criminaliteit op het internet

gebruiken en samenbundelen om meer transnationale operaties te kunnen uit voeren.16

2 Concrete doelstellingen

6. Deze thesis heeft als doel duidelijkheid te verschaffen omtrent het fenomeen van drugshandel via het

darknet en hoe hierop ingespeeld wordt door de wethandhavingsautoriteiten. Vertrekkende van deze

doelstelling kunnen we drie centrale onderzoeksvragen formuleren: (1) Wat houdt drugshandel via het

darknet precies in? (2) Speelt de Belgische wetgever voldoende in op de potentiëlen die het internet

biedt? (3) Is de online infiltratie even efficiënt in de praktijk als op papier?

Het eerste deel van de thesis is vooral gewijd aan een precieze definiëring van het begrip darknet. Op

een meer technisch niveau wordt gepreciseerd wat de centrale elementen hiervan zijn. Het doel is een

duidelijk beeld te creëren over dit fenomeen zowel ten aanzien van de burgers als ten aanzien van de

autoriteiten. De beeldvorming is cruciaal voor de volgende schakels van het veiligheidsketen. Vooraleer

efficiënt kan ingegrepen worden, is voldoende kennis over dit probleem een primaire vereiste.

In een tweede deel wordt het juridisch aspect onder de loep genomen. Hierin worden de in België reeds

bestaande beleidsprioriteiten en opsporings- en vervolgingsmodaliteiten besproken. Aangezien er over

dit specifiek probleem op zich weinig nationale juridische bronnen te vinden zijn, zal dit vooral benaderd

worden vanuit het oogpunt van de cybercriminaliteit sensu lato. Toch kan evenwel niet betwist worden

dat er in België al notie is van deze vorm van cybercriminaliteit, waarbij gewezen kan worden op de KIV

en de wet digitaal speurwerk. Ook Europese entiteiten zoals Europol en Raad van Europa spelen een

belangrijke rol.

In een derde deel wordt de focus gelegd op de maatregel ‘online infiltratie’ die recent via de wet digitaal

speurwerk17 in voege trad. Eerst wordt de juridische omkadering overlopen, waarbij een vergelijking

gemaakt wordt met de klassieke infiltratie zoals voorzien door de wet bijzondere opsporingsmethoden

van 2003.18 Vervolgens wordt de vraag gesteld of de online infiltratie een even efficiënt en adequaat

instrument vormt in de praktijk, als voorgesteld op papier. Om op deze vraag een praktijkgericht

antwoord te kunnen bieden werd een interview afgenomen met dhr. Commissaris Marc Van Coillie,

expert bij de Federale Politie. Hij staat aan het hoofd van de centrale directie voor de bestrijding van

zware en georganiseerde criminaliteit (DJSOC), met als hoofdbekommernis drugs. Verder werd ook

een interview afgenomen met cyberexperten Philippe Van Linthout, onderzoeksrechter te Mechelen en

Jan Kerkhofs, federaal magistraat.

16 EUROPOL, Organised Crime Groups exploiting hidden internet in online criminal service industry, 2014,

www.europol.europa.eu/newsroom/news/organised-crime-groups-exploiting-hidden-internet-in-online-criminal-service-industry. 17 Wet 25 december 2016 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en Strafwetboek, met het oog op de verbetering van de bijzondere opsporingsmethoden en op bepaalde onderzoeksmethoden met betrekking tot internet en elektronische en telecommunicatie en tot de oprichting van een gegevensbank stemafdrukken, BS 17 januari 2017. (verder Wet Digitaal Speurwerk) 18 Wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, BS 12 mei 2003. (verder BOM-wet)

Page 14: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

6

3 Methodologie

7. Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden wordt de focus gelegd op een literatuur- en

bronnenonderzoek. Het gaat hierbij om een theoriegericht onderzoek, waarbij tot doel gesteld wordt de

bestaande kennislacunes op te vullen. Dit onderzoek vertrekt van de Belgische situatie. Het fenomeen

van online drugshandel via het darknet is een vrij recent probleem, waaruit volgt dat slechts geringe

bronnen hierover beschikbaar zijn, zeker wanneer enkel binnen het Vlaamse gamma gezocht wordt.

Hierdoor wordt voornamelijk gebruik gemaakt van buitenlandse bronnen. Vanuit dit literatuur- en

bronnenonderzoek wordt verder getracht om een kritische kijk te ontwikkelen op het reeds voorhanden

zijnde wetgevend kader ter bestrijding van de informaticacriminaliteit sensu lato.

Omwille van het beperkte arsenaal aan bronnen wordt besloten om de literatuurstudie verder aan te

vullen met een interview. Dit interview wordt afgenomen van Commissaris Marc Van Coillie (DJSOC),

van onderzoeksrechter en cyberspecialist Philippe van Linthout en federaal magistraat Jan Kerkhofs.

Het gaat hierbij om een half-gestructureerd interview, wat wil zeggen dat er geen vaste structuur aan

het interview verbonden is. Open vragen zullen gesteld worden aan de ondervraagden en hierbij

beschikken ze over voldoende ruimte om hun eigen mening te formuleren. Op voorhand wordt de

vragenlijst evenwel voorgelegd aan de betrokken personen.

Niet enkel wegens het tekort aan bronnen wordt overgeschakeld op het afnemen van interviews, maar

hiertoe wordt ook beslist met het oog op een praktijkgerichte evaluatie van de bijzondere

opsporingsmethode online infiltratie. Op deze manier kunnen mogelijke problemen hieromtrent

blootgelegd worden en aanbevelingen geformuleerd worden om de bevoegdheid in de toekomst

toegankelijker te maken.

Page 15: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

DEEL I: ONLINE DRUGSHANDEL VIA

HET DARKNET: WHAT’S IN A NAME?

Page 16: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel
Page 17: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

DEEL I: ONLINE DRUGSHANDEL VIA

HET DARKNET: WHAT’S IN A NAME?

1 Inleiding

8. Burgers en autoriteiten kunnen zich tot op heden geen duidelijk beeld vormen van het darknet,

namelijk wat het precies inhoudt, hoe het in zijn werk gaat, etc. In België zijn er nauwelijks bronnen

hierover te vinden. Wanneer de modale burger in België aan internet denkt, denkt hij automatisch aan

vertrouwde websites zoals Facebook, Google, Youtube, etc. Vaak is er niet het besef dat dit slechts een

klein deeltje van het internet uitmaakt, een deel van een veel groter geheel. Toch blijkt het darknet niet

geheel onbekend terrein. De term darknet gaat vaak gepaard met een negatieve connotatie wat vooral

te wijten is aan de berichtgeving hierover in diverse media. Mensen zien het als louche, donkere sites

op het internet waar je beter weg blijft. Het is een wereld waarover vaak gepraat wordt, maar die

weinigen uit eigen ervaring kennen.19

9. Het eerste doel bij het schrijven van deze masterproef is verduidelijken van wat ‘door het internet

gefaciliteerde drugshandel’ inhoudt, zowel voor de burgers als voor de verschillende beleidsorganen.

Verder worden de hiermee gepaarde gevaren belicht. Dat is ook een van de prioriteiten van de

kadernota integrale veiligheid in de strijd tegen de door internet gefaciliteerde criminaliteit. “Het gaat

erom burgers, bedrijven, verenigingen, publieke instellingen en besturen via preventie en

bewustmakingsstrategieën bewust te maken van de risico’s van een onvoldoende veilig gebruik van het

internet.”20 Een eerste stap in dit proces is de verduidelijking wat het darknet precies inhoudt, wat je er

allemaal op kan terugvinden en vooral wat de gevaren ervan zijn. Hierbij dient onderstreept te worden

dat surfen op het darknet op zich niet verboden is, maar wel de illegale praktijken die erop plaatsvinden,

zoals het virtueel verhandelen van drugs.

19 J. BARTLETT, Dark Net. Daal af in de digitale onderwereld van hackers, seks, bitcoins en wapens, Amsterdam, Maven Publishing, 2015, p.10. 20 K. GEENS en J. JAMBON, KIV 2016-2019, p.22, justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf.

Page 18: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

10

2 De metafoor van de ijsberg

“Searching on the internet today can be compared to dragging a net across the surface of the ocean.

While a great deal may be caught in the net, there is still a wealth of information that is deep and,

therefore, missed.”21

10. Eerst moet een grote misvatting de wereld uit geholpen worden. Het internet bestaat uit veel meer

dan wat de modale burgers zien. Wat de modale burger ziet als ‘het internet’, is slechts een klein deeltje

van wat het in de realiteit inhoudt. Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen drie verschillende

‘lagen’: het surface web, het deepweb en het darknet.22 Verscheidene bronnen gebruiken deze termen

door elkaar terwijl het nochtans geen synoniemen uitmaken. Net zoals in talloze andere bronnen

gebeurt, zal dit fenomeen uitgelegd worden via de metafoor van de ijsberg in de oceaan. [Zie bijlage 1]

11. De top van de ijsberg, alles wat zich boven het oppervlak van het water bevindt, kan het surface

web of clearnet genoemd worden. Dit is het deel van het internet dat volledig voor het publiek

toegankelijk is en dagelijks door eenieder geraadpleegd wordt. Het houdt biljoenen sites in, meer

specifiek alle sites die kunnen worden geïndexeerd door een traditionele zoekmachine zoals Google,

Bing of Yahoo.23 Toch houdt dit slechts het kleinste deel van het internet in.

12. Wanneer je onder de zeespiegel daalt, zie je het deep web. Dat maakt het grootste deel van de

ijsberg uit. Het zijn webpagina’s die toegankelijk zijn op het publieke internet, maar niet via de

traditionele zoekmachines.24 Het houdt onder andere betalende websites in, inhoud enkel toegankelijk

via bedrijfs- of academische databases, elke vorm van database dat niet direct kan worden opgezocht

door google, websites die niet gekoppeld zijn aan andere websites, privéwebsites en forums en grote

hoeveelheden inhoud van sociale netwerksites (bijvoorbeeld niet-openbare Facebook inhoud).25 Zij zijn

enkel bereikbaar door het rechtstreeks ingeven van de URL of door het ingeven van een wachtwoord.26

13. De laatste en diepste laag van de ijsberg maakt het darknet uit. Het darknet is een klein deel van

het deep web dat opzettelijk verborgen gehouden wordt.27 Het is niet toegankelijk via de standaard

webbrowsers zoals Google of Bing maar enkel via specifieke software zoals The Onion Router (Verder

Tor).28 Voor digibeten klinkt dit op zich al veel moeilijker dan het in werkelijkheid is, want via de site van

Tor kan eenieder door middel van een paar muisklikken de software gratis downloaden. Zo makkelijk is

toegang te verkrijgen tot de diepere laag van het internet. De belangrijkste reden waarom mensen zich

op het darknet wagen, is het feit dat deze laag van het internet gepaard gaat met een zekere graad van

21 M.K. BERGMAN, “The deep web: surfacing hidden value”, BrightPlanet, 24 september 2001, www.brightplanet.com/wp-content/uploads/2012/03/12550176481-deepwebwhitepaper1.pdf. 22 A. DOMINICK ROMEO, “Hidden threat: The dark web surrounding cyber security”, Northern Kentucky law Review 2016, p.73-86. 23 Ibid., p.75. 24 D. BRADBURRY, “Unveiling the dark web”, Network Security 2014, p.14. 25 M.J. BARRATT en J. ALDRIDGE, “Everything you always wanted to know about drug cryptomarkets (but were afraid to ask)”, International Journal of Drug Policy 2016, nr.35, p.2. 26 C. CONINGS, “De politie op het darknet”, T. Strafr. 2017/5, p.331. 27 X, “Clearing confusion: Deep Web vs Dark Web”, BrightPlanet, 27 maart 2014, www.brightplanet.com/2014/03/clearing-confusion-deep-web-vs-dark-web. 28 www.torproject.org.

Page 19: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

11

anonimiteit. Die anonimiteit wordt via verschillende elementen geconcretiseerd. Ten eerste via de

anonimiserende diensten zoals deze van Tor, waardoor onder andere het IP-adres van de computer

verscholen wordt en ten tweede door de mogelijkheid van het gebruik van cryptovaluta zoals de

welbekende bitcoin om betalingen over te maken. 29 Daarnaast bestaan tal van manieren om op een

versleutelde manier te communiceren.

Op het darknet zijn verschillende markten te vinden waar tal van activiteiten plaatsvinden, zoals het

witwassen van geld, verkoop van wapens of drugs, verhandelen van kinderporno, etc. Wat er allemaal

op te vinden is gaat de verbeelding ver te boven. Toch moet de negatieve connotatie die aan dit begrip

verbonden wordt enigszins gerelativeerd worden. Zo biedt het darknet ook een opportuniteit voor

mensen in onderdrukte landen om via deze weg toch hun mening te kunnen uiten, met slechts een

beperkt risico op represailles.

3 De relatieve anonimiteit

3.1 De metafoor van de ui: The Onion Router

3.1.1 Het verhullen van het IP-adres

14. Het darknet kent zijn succes dankzij de relatieve anonimiteit die ermee gepaard gaat. Wanneer

drugs of andere illegale producten verkocht of gekocht worden, wil men niets liever dan buiten de radar

van de opsporingsdiensten blijven. De online cryptomarkten op het darknet bieden hierbij de ideale

oplossing. Illegale goederen van overal ter wereld kunnen door middel van een paar muisklikken aan

huis bezorgd worden, zonder dat de koper en verkoper fysiek met elkaar in contact zijn gekomen en

bovendien zonder het gevaar hun identiteit aan elkaar of aan heimelijke opsporingseenheden te

onthullen. Geen face-to-face handel meer met de hieraan verbonden gevaren zoals deze bestaan op

de offline drugsmarkten.

15. Zoals hierboven vermeld, wordt de relatieve anonimiteit deels verzekerd door het gebruik van

anonimiserende software. In deze masterproef wordt de anonimiserende diensten van Tor besproken

aangezien dit de meest gebruikte online anonimiserende tool is. De Tor-software kan volledig gratis

gedownload worden via de publieke site op het surface web.30 Hierbij moet duidelijk benadrukt worden

dat het volkomen legaal is om Tor te downloaden. Iedereen heeft het recht om anoniem op het internet

te surfen, behalve wanneer dit gebeurt met het oog op het plegen van strafbare feiten.31 De

anonimiserende dienst op zich is niet illegaal en er zijn tal van legale redenen om deze te gebruiken.

29 EMCDDA, The Internet and drug markets, 2016, p.7, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 30 www.torproject.org. 31 RAAD VAN EUROPA, Declaration on freedom of communication on the Internet, 28 mei 2003, p.3, www.osce.org/fom/31507?download=true.

Page 20: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

12

Het laat gebruikers toe om te surfen op het internet sensu lato zonder het onthullen van hun identiteit of

locatie.32

16. Natuurlijk wordt deze anonimiserende dienst, niet zomaar ‘the Onion Router’ genoemd. Een ui bevat

verschillende lagen die een per een afgepeld kunnen worden. Deze software wordt hier metaforisch

gelijk aan gesteld, aangezien het werkt volgens hetzelfde principe. “The core of onion routing is

seperating where you are in the world an on the network from where you are connecting in the world on

the network”.33 Hieronder volgt een beknopte beschrijving van wat het routingproces inhoudt.

17. Het is een vaststaand feit dat wanneer op het internet gesurft wordt, er sporen nagelaten worden.

Alles kan perfect nagegaan worden, welke sites bezocht werden, wanneer, hoelang, etc. Wanneer

bijvoorbeeld naar een bepaalde site gesurft wordt, dan worden de data van de verzender direct naar de

ontvanger gestuurd, dus van de server van de site naar de computer van de ontvanger. Het is net alsof

bij het versturen van een brief er meteen geadresseerd wordt aan de ontvanger van die brief. Wanneer

de brief door de overheidsdiensten onderschept wordt is het eenvoudig om zowel de herkomst als

ontvanger van de brief te achterhalen.34

Dat is net het verschilpunt met anoniem surfen via de Tor-services. Hierbij wordt er geen rechtstreekse

connectie meer gemaakt tussen gebruiker en de ontvanger, maar zal een hele weg afgelegd worden

vooraleer de data tot bij de gebruiker raken. [zie bijlage 2] Tor is een systeem van versleuteling. Het

versleutelt alle gegevens meerdere keren en leidt deze om via diverse netwerkknooppunten, waardoor

herkomst, bestemming en inhoud van de gegevens worden verhuld. Tor-gebruikers kunnen niet worden

getraceerd, evenmin als websites, forums en blogs die zijn opgezet als Tor Hidden Services en hetzelfde

versleutelingssysteem gebruiken om hun locatie geheim te houden.35 Met andere woorden worden de

data in verschillende laagjes ingepakt en vervolgens via een willekeurige ketting verstuurd, waarbij aan

elke halte een laagje ontcijferd kan worden. Aan geen enkel tussenstation kan nagegaan worden wie

de oorspronkelijke verzender van het bericht is en de uiteindelijke ontvanger van het bericht zal zijn.

Enkel de finale ontvanger zal de kern van het pakje kunnen aanschouwen 36

18. Om dit alles, voor digibeten ietwat laagdrempeliger voor te stellen kan gewezen worden op het werk

van het EMCDDA, waarin een duidelijke analogie gemaakt wordt met de reguliere postdiensten. De

postdiensten kunnen nagaan hoe vaak men brieven of pakketjes verstuurt, hoe zwaar deze brieven of

pakketjes zijn en wie de zender en de ontvanger van deze brieven of pakketjes zijn. Dit toont aan hoe

makkelijk het is om uw contacten in kaart te brengen en te sorteren volgens meest gecontacteerd, etc.

32 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcement, research and policy, 2017, p. 20, www.europol.europa.eu/publications-documents/drugs-and-darknet-perspectives-for-enforcement-research-and-policy. 33 A. LEWMAN, “The Internet and Drug markets: Tor and links with cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.33, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 34 Ibid. 35 J. BARTLETT, Dark Net, daal af in de digitale onderwereld van hackers, seks, bitcoins en wapens, Maven Publishing, Amsterdam, 2015, p. 15. 36 F.W.J. VAN GEELKERKEN, “Egregious use of Tor servers? Data retention, anonymity and privacy online”, Rechtenforum, 2007, p.4, www.rechtenforum.nl/files/Onion_routing.pdf.

Page 21: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

13

Ook op het internet is dit zo. Vanaf men zich op het internet begeeft laat men sporen na. Iedereen kan,

met de nodige moeite, nagaan op welke sites gesurft werd, wie gecontacteerd werd, etc.37

Deze werkwijze wordt niet door iedereen evenveel op prijs gesteld. Sommigen zijn van oordeel dat al

deze data privé moeten blijven. Hierbij kan Tor de oplossing bieden. Om dit alles wat eenvoudiger voor

te stellen, kan ook hier weer een analogie gemaakt worden met de reguliere postdiensten: “Alice wil een

brief sturen naar Bob, maar omdat het nogal om een gevoelige inhoud gaat, wil ze het privé houden.

Daarom schrijft ze drie enveloppes: één naar Alfred, één naar Barbara en één naar Charles. Alice steekt

de gevoelige brief voor Bob in een enveloppe voor Charles. Dan stopt ze die enveloppe voor Charles in

een enveloppe voor Barbara. Uiteindelijk stopt ze de enveloppe voor Barbara in een enveloppe voor

Alfred. Alice gaat naar het postkantoor en verstuurt de enveloppe naar Alfred. Wanneer Alfred de

enveloppe ontvangt, ziet hij dat de inhoud bestemd was voor Bararba en stuurt hij deze op. Wanneer

de enveloppe toekomt bij Barbara ziet zij dat de inhoud ervan bestemd was voor Charles, waarop zij

opnieuw de enveloppe in de postbus stopt. Charles ontvangt de brief en verstuurt hem op zijn beurt

naar Bob. Uiteindelijk, na de brief te hebben verstuurd van Alfred naar Barbara, van Barbara naar

Charles, van Charles naar Bob, opent Bob de enveloppe en kan hij de brief lezen. Iemand die de

postdiensten zou controleren kan niet meer nagaan dat oorspronkelijk de brief eigenlijk van Alice naar

Bob werd verstuurd.”38

3.1.2 Cryptomarkten

3.1.2.1 Wat zijn cryptomarkten?

19. Op het darknet komen via hetzelfde principe als hierboven beschreven, namelijk via de hidden

services van Tor, online markten tot stand. Er is de mogelijkheid om anoniem een online verkooppagina

op te richten waar kopers en verkopers van allerlei illegale goederen en diensten elkaar ontmoeten. Dit

wordt een cryptomarkt genoemd. Eens toegang is bekomen tot het darknet, is de stap klein zich naar

de online drugsmarkten te begeven of zelf zo’n pagina op te richten. Wanneer nagegaan wordt hoe de

economische wereld vandaag verhuisd is naar het internet, zoals het online shopping forum Zalando, is

het niet verwonderlijk dat dit ook gebeurt in de criminele wereld. We zijn geëvolueerd tot een

maatschappij waarbij drugs zomaar in het online winkelmandje geplaatst kan worden, om vervolgens

via de reguliere postdiensten aan huis te worden geleverd.

Cryptomarkten of darknet markten zijn dus online marktplatformen die enkel te vinden zijn op het

verborgen deel van het internet. Zo’n markt wordt opgericht door een beheerder, die de mogelijkheid

biedt aan drugshandelaars om een virtueel kraampje te openen om zo allerlei drugs aan te bieden. Het

brengt met andere woorden handelaars van verschillende illegale en legale goederen en diensten

samen met potentiële kopers. Net zoals op Amazon of op eBay het geval is, kunnen de verschillende

aanbiedingen met elkaar vergeleken worden. Het grote verschil is echter dat het gepaard gaat met

37 A. LEWMAN, “Tor and links with cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.33-34, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 38 Ibid., p.34.

Page 22: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

14

anonimiteit als gevolg van de hierboven besproken diensten van Tor.39 Bovendien behoort het ook tot

de gebruiken van de cryptomarkten om een pseudoniem of nickname aan te nemen.

20. Niet enkel druggerelateerde producten kunnen op deze online markten gevonden worden, maar ook

wapens, kinderporno, gestolen bankkaartgegevens, etc. Ook legale zaken zoals boeken, cd’s, etc. zijn

erop te verkrijgen. Potentiële kopers kunnen zich op deze markten aanmelden, de verschillende

verkopers vergelijken om daaropvolgend een bestelling te plaatsen die een paar dagen later met de

reguliere postdiensten aan huis geleverd wordt. Achteraf kan een rating gegeven worden of feedback

nagelaten worden over hun ervaringen met de verkoper. Hierdoor worden de volgende potentiële kopers

geïnformeerd over de betrouwbaarheid van de verkoper of behoed voor de slechte service. Ten slotte

moet ook nog onderstreept worden dat een cryptomarkt geen ongereguleerde plaats op het internet

uitmaakt, maar daarentegen iedere beheerder een eigen ‘huisreglement’ opstelt. Daarop kan

bijvoorbeeld bepaald worden dat het verhandelen van kinderporno of illegale wapens op hun

cryptomarkt uit den boze is.40

21. Zoals uit het voorgaande blijkt zijn er dus drie hoofdactoren actief op de cryptomarken. Ten eerste

de beheerder van de cryptomarkt, de persoon die de markt opricht en de werkwijze ervan bepaalt. Ten

tweede de verkopers, die een virtueel standje oprichten op de cryptomarkt om illegale goederen of

diensten aan te bieden. Als laatste kunnen de kopers onderscheiden worden, die de verschillende

verkopers en goederen zullen vergelijken om daaropvolgend een bestelling te plaatsen en vervolgens

de mogelijkheid hebben om hun ervaringen hierover te delen. Ook de verkopers zullen hun ervaringen

ten aanzien van een bepaalde koper, kunnen delen met andere verkopers op het forum.

22. Het succes van deze cryptomarkten is te verklaren door de reeds aangehaalde elementen van

anonimisering. Zowel kopers en verkopers genieten een relatieve anonimiteit ten gevolge van het

gebruik van cryptovaluta, Tor-services en versleutelde communicatie. Darknet markten bieden enorme

potentiëlen voor drugsdealers, namelijk een wereldwijde markt voor hun producten, de kans om

anoniem te verkopen aan consumenten die ook anoniem blijven, een verminderde pakkans wegens de

voorziene anonimiteit, een omgeving met een verhoogde persoonlijke veiligheid en minder kans op

geweld.41 Deze virtuele drugsmarkten blijven bovendien technieken ontwikkelen om de anonimiteit

verder te verbeteren en het de opsporingsautoriteiten zo moeilijk mogelijk te maken.

23. De meest populaire cryptomarkt die wellicht bij velen een belletje doet rinkelen, is SilkRoad. Silkroad

ontstond in 2011 en was vooral bekend om zijn online anoniem drugsnetwerk. Toch was deze online

drugsmarkt een relatief kort leven beschoren. Het werd in 2013 neergehaald door de FBI. Deze

39 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.16, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/6585/TD0417834ENN.pdf. 40 K. KRUITHOF, J. ALDRIDGE, D. DECARY-HETU, M. SIM, E. DUJSO en S. HOORENS, Internet-facilitated drugs trade. An analysis of the size, scope and the rol of the Netherlands, Sancta Monica California, RAND, 2016, p.25. 41 Ibid., p.22.

Page 23: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

15

cryptomarkt maakte wel voor het eerst duidelijk hoe internet drugshandel faciliteert en welk crimineel

netwerk hieruit kan ontstaan. SilkRoad was een echte gemeenschap waarop niet enkel illegale drugs

werden verkocht, maar waarop ook aan de vrije meningsuiting een prominente rol toebedeeld werd. Het

doel was een online commune oprichten waar de overheid volledig buiten spel gezet werd. Aan het

hoofd hiervan stond Ross Ulbricht, virtueel beter bekend als Dread Pirate Roberts. Hij werd veroordeeld

tot een levenslange gevangenisstraf onder andere op grond van het verkopen van drugs,

witwaspraktijken en het in stand houden van een criminele organisatie.42 Na het platleggen van

SilkRoad, kwam al snel een SilkRoad 2.0 ten tonele, maar ook deze werd even later van het net gehaald.

Ook AlphaBay en Hansa waren hetzelfde lot bezegeld.43 Toch blijft het aantal cryptomarkten tot op

heden gestaag toenemen en dat op een gedecentraliseerde manier.

3.1.2.2 Welke druggerelateerde producten zijn erop te vinden?

24. Op de vraag welke druggerelateerde producten allemaal op een cryptomarkt worden aangeboden

is een zeer uitgebreid en gevarieerd antwoord mogelijk. Er wordt een enorm gamma aan drugs

aangeboden, die uitgebreider is dan op straat. Judith Aldridgde en David Décary-Hétu, twee experten

op het gebied van online drugshandel op het darknet, deden in 2014 onderzoek op acht verschillende

cryptomarkten. Zij kwamen tot de conclusie dat er een grote verscheidenheid van drugssoorten

aanwezig is op de cryptomarkten maar, dat het aantal aanbiedingen (listings) sterk verschilt: “er waren

het meest cannabisaanbiedingen (30% van alle aanbiedingen), dan de middelen op voorschrift (24%)

gevolgd door XTC (17%), stimulantia (13%) en psychedelica (11%). Heroïne maakte slechts 3% van de

aanbiedingen uit en aanbiedingen voor alcohol en tabak maakten slechts 1% of minder uit. Alles

samengenomen, is er een overgewicht van drugs die kan geassocieerd worden met recreatief of ‘feest’

gebruik.”44 Ook andere, meer recente, bronnen bevestigen deze tendens.45 Heroïne zal minder verkocht

worden via online cryptomarkten, daar dit product sterk verslavend werkt en de gebruikers hiervan vaak

niet het geduld en organisatorisch vermogen bezitten om de bestelling te plannen. Online bestellen van

drugs vraagt een zekere organisatie, een zekere planning. Ten slotte blijkt ook dat drugs aangeboden

op het darknet van een hogere kwaliteit zijn dan deze verkocht op de offline markten.46

3.2 Het gebruik van een codetaal

25. Aangezien de communicatie op cryptomarkten vaak wijst op illegale praktijken, zoals het sluiten van

een deal over het verhandelen van drugs, verkiezen de gebruikers om deze te gaan coderen. Op die

42 S. THIELMAN, “Silk Road operator Ross Ulbricht sentenced to life in prison”, The Gardian 29 mei 2015, www.theguardian.com/technology/2015/may/29/silk-road-ross-ulbricht-sentenced. 43 E. BELLENS, “Net sluit zich rond dark web drugssites”, Datanews Knack, 24 juli 2017, www.datanews.knack.be/ict/nieuws/net-sluit-zich-rond-dark-web-drugssites/article-normal-880709.html.. 44 K. KRUITHOF, J. ALDRIDGE, D. DECARY-HETU, M. SIM, E. DUJSO en S. HOORENS, Internet-facilitated drugs trade. An analysis of the size, scope and the rol of the Netherlands, Sancta Monica California, RAND, 2016, p.39. 45 D. RHUMORBARBE, L. STAEHLI, J. BROSEUS, Q. ROSSY en P. ESSEIVA, “Buying drugs on a Darknet market: A better deal? Studying the online illicit drug market through the analysis of digital, physical and chemical data”, Forensic Science International 2016, nr.267, p.175-176; M.J. BARATT en J. ALDRIDGE, “Everything you always wanted to know about drug cyrptomarkets (but where afraid to ask)”, International Journal of Drug Policy 2016, nr.35, p.2. 46 F. CAUDEVILLA, M. VENTURA, I. FORNIS, M.J. BARATT, C. VIDAL, C.G. ILADANOSA, P. QUINTANA, A. MUNOZ en N. CALZADA, “Results of an international drug testing service for cryptomarket users”, International Journal of Drug Policy 2016, nr.35, p.38-41.

Page 24: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

16

manier wordt de anonimiteit verder gewaarborgd en de opsporingsrisico’s zoveel als mogelijk

geminimaliseerd. Het meest gebruikte berichtversleutelingsprogramma is PGP (Pretty Good Privacy).47

PGP zorgt ervoor dat de berichten en bestanden versleuteld worden, zodat alleen de beoogde

ontvanger deze kan decoderen. Daarenboven zorgt het programma ervoor dat een gebruiker digitale

berichten kan ondertekenen, zodat de gesprekspartner zeker weet dat de berichten afkomstig zijn van

wie ze zeggen dat ze zijn.48 PGP gebruikt ‘paren van sleutels’ waarbij elk paar bestaat uit een openbare

sleutel, gebruikt om de berichten te coderen en een privésleutel die wordt gebruikt om ze terug te

decoderen.49 De publieke sleutel wordt openbaar gemaakt. Wanneer iemand een gecodeerd bericht wil

zenden, dan zal deze de publieke sleutel van de ontvanger moeten opzoeken. Het gecodeerde bericht

kan dan opgestuurd worden naar de ontvanger die vervolgens zijn privésleutel gebruikt om het bericht

te decoderen. Enkel de inhoud van een bericht wordt gecodeerd via dit mechanisme, niet metadata

zoals de datum waarop het bericht is verzonden, het e-mailadres van de gebruiker, etc.50 PGP is vooral

belangrijk voor de kopers om hun afleveringsadres mee te delen aan de verkoper. Zo lopen ze niet het

risico dat hun berichten meegelezen worden door de opsporingsdiensten en deze zo hun adres

achterhalen.51

3.3 De verborgen betaling

26. Wanneer de koper een bestelling geplaatst heeft bij de door hem uitverkoren verkoper, kan

overgegaan worden tot de betaling ervan. Om de anonimiteit verder te verzekeren, moet ook de

financiële kant van de transactie zo anoniem mogelijk uitgevoerd worden.52 De betaling mag in geen

geval sporen nalaten. Dit wordt gerealiseerd door een ander succeselement van online drugshandel op

het donkere web, het gebruik van cryptovaluta. Op darknet markten is Bitcoin53 de meest gebruikte

virtuele munt. Ook andere virtuele munten zijn beschikbaar bijvoorbeeld Litecoin54 en Webmoney55.56

De werking van de bitcoin bestaat uit een reeks complexe technieken. Een goed ontwikkelde

technologische kennis is vereist om dit alles te kunnen begrijpen. Door het gecompliceerde karakter van

deze techniek van betaling worden hieronder slechts de basisprincipes toegelicht.

47 www.pgp.com. 48 J. COX, “Internet and drug markets: staying in the shadows; the use of bitcoin and encryption in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.42, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 49 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.22, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/6585/TD0417834ENN.pdf. 50 J. COX, “Internet and drug markets: staying in the shadows; the use of bitcoin and encryption in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.46, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 51 Ibid. 52 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcement research and policy, 2017, p. 22, www.emcdda.europa.eu/systems/files/publications/6585/TD0417834ENN.pdf. 53 https://bitcoin.org. 54 https://litecoin.org. 55 www.wmtransfer.org. 56 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-2017, nr.13, p.484.

Page 25: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

17

27. Een bitcoin is louter een unieke code die een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Het is niet tastbaar

en kan dus niet vergeleken worden met een klompje goud. Wel kunnen bitcoins met traditionele munten

aangekocht worden, via een soort wisselkantoor. Deze munten hebben niet de juridische status van

geld, maar zijn dus wel inwisselbaar tegen traditionele munten.57 Andere manieren voor het verkrijgen

van de virtuele munten is via de traditionele ruilhandel, goederen of diensten aanbieden in ruil voor

bitcoins of door ‘te mijnen’ namelijk, transacties verifiëren waarvoor men bitcoins als beloning krijgt.58

Wat deze munten zo uniek maakt, is dat dit alles zonder enige bemoeienis van een overheid of bank

werkt. De bitcoin is een gedecentraliseerde, cryptografisch beveiligde digitale valuta die peer-to-peer

betalingen tussen twee mensen in de wereld mogelijk maakt, zonder afhankelijk te zijn van overheids-

of regelgevend toezicht.59 Met andere woorden de betalingen vinden direct plaats tussen koper en

verkoper zonder tussenkomst van een overheid of bank. De waarde van een bitcoin is bijgevolg volledig

afhankelijk van het mechanisme van vraag en aanbod en kent dan ook enorme waardeschommelingen.

28. Eens deze virtuele munten in je bezit zijn moeten deze natuurlijk op een of andere manier bewaard

worden. Dit kan op twee manieren. Ten eerste kan een virtuele portefeuille aangemaakt worden op het

internet. Hierdoor bevinden de bitcoins zich in een online cloud, die vanuit eender welk

informaticasysteem (computer, smartphone, tablet, etc.) kan geconsulteerd worden.60 Dit wordt ook de

hot wallet genoemd.61 Bij deze optie kan een gebruiker, net zoals bij internetbankieren, inloggen via zijn

internetbrowser om zo zijn balans te bekijken en transacties te doen. De portefeuille zal niet gekoppeld

worden aan de identiteit van een bepaald persoon, maar wel aan een unieke code, ook ‘bitcoinadres’

genaamd. Wanneer bitcoins van de ene naar de andere persoon getransfereerd moeten worden zal dit

niet gebeuren via de identiteit van de persoon maar dus wel via het bitcoinadres.62 Een andere optie

voor het bewaren van bitcoins is dat ze extern opgeslagen worden, op een harde schijf, USB-stick, etc.

Dit wordt cold storage genoemd.63 Hierdoor zijn de bitcoins beter beschermd tegen hackers aangezien

ze niet online opgeslagen zijn.

29. De virtuele munt wordt vooral gekenmerkt door zijn anonimiteit. Via deze betalingstechnologie

kunnen transacties plaatsvinden met een lagere kans op onthulling van de identiteit van de koper of

verkoper. Net zoals bij het coderen van de communicatie wordt binnen ‘het bitcoinproces’ gewerkt met

het systeem van versleuteling, waarin iedere gebruiker een publieke en een private sleutel heeft.

Wanneer persoon A bitcoins naar persoon B wil verzenden, versleutelt hij ze met de publieke sleutel

van B, zodat enkel B ze met zijn private sleutel kan ontsleutelen.64 Hierdoor wordt het voor de

57 Ibid., p.483. 58 C. HAUBEN, “Bitcoin: lessen uit de schaduwmunterij”, Juristenkrant 2015, afl. 317, p.16. 59 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.22, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/6585/TD0417834ENN.pdf. 60 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.485 61 https://en.bitcoin.it/wiki/Hot_wallet. 62 J. COX, “Internet and drug markets: staying in the shadows; the use of bitcoin and encryption in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.42, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 63 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-2017, nr.13, p.486. 64 Ibid., p.485.

Page 26: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

18

opsporingsdiensten bijzonder moeilijk om een bitcoin te herleiden naar de oorspronkelijke eigenaar.

Bovendien bestaat een bitcoin enkel en alleen uit een unieke code. Uit die code zelf valt de identiteit

van de eigenaar niet te achterhalen, tenzij deze aan persoonlijke gegevens is verbonden.

30. Toch is deze anonimiteit slechts relatief. De manier waarop de bitcoin wordt aangekocht speelt een

rol bij de anonimiteit. De beste garantie voor anonimiteit is door de bitcoins aan te kopen in persoon of

via overschrijving van contanten. Een ietwat risicovollere aanpak is door de bitcoins online aan te kopen

via een bitcoinverdeler. Deze sites vereisen vaak identificatiegegevens, waardoor de bitcoin steeds naar

de eigenaar kan worden teruggeleid. Daarenboven zijn de kredietkaarten waarmee online wordt betaald

verbonden aan persoonlijke gegevens van de kopers.65

Toch proberen gebruikers van deze cryptomunten hun anonimiteit verder te verzekeren door gebruik te

maken van verschillende programma’s.66 Een voorbeeld hierbij is een centrale portefeuille waarin de

bitcoins verzameld worden en waarin transacties van meerdere gebruikers tegelijk door elkaar geklutst

worden. Pas daarna worden deze naar hun definitieve bestemming doorgestuurd. 67 Wegens de

complexiteit van deze programma’s wordt hier niet dieper op ingegaan.

31. Ten slotte moet gesteld worden dat centraal in het systeem van bitcoins het gebruik van de ‘block

chain’ staat. Dit is een soort boekhouding waarin van eenieder wordt bijgehouden hoeveel valuta men

heeft en welke transacties gedaan worden. Dit werd gecreëerd opdat bitcoins geen twee keer gebruikt

zouden worden. Het is dus een lijst waarin niet alleen elke bitcoin (via serienummer) bijgehouden wordt,

maar ook wie eigenaar is van deze bitcoin op eender welk tijdstip. Na een transactie wordt deze

boekhouding automatisch geüpdatet om zo de eigenaar van de bitcoin te veranderen van de koper naar

de verkoper.68 Deze lijst is voor eenieder toegankelijk, wat ook zorgt voor een lek in de algemeen

aangenomen anonimiteit van de virtuele munt. Alle transacties en elk saldo zijn verbonden aan elke

publieke sleutel voor iedereen raadpleegbaar. Aan de publieke sleutel zullen echter geen

identiteitsgegevens kleven, maar via randinformatie, zoals boekhouding van een bedrijf of gegevens

over het internetverkeer, is het in vele gevallen toch mogelijk te achterhalen wie een betaling met

bitcoins heeft verricht.69

4 Inpakken en wegwezen

32. Zoals reeds enkele malen aangehaald werd, verloopt het gehele darknet proces online, zonder dat

koper en verkoper rechtstreeks met elkaar in contact komen. Alles vindt plaats binnen de virtuele wereld.

Toch dringt zich een fysiek aspect op eens de bestelling geplaatst is. De drugs moet ingepakt worden

65 J. COX, “Staying in the shadows: the use of bitcoin and encryption in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.42, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 66 Ibid., p.43-44. 67 J. BARTLETT, Dark net. Daal af in de digitale onderwereld van hackers, seks, bitcoins en wapens, Amsterdam, Maven

Publishing, 2015, p.169. 68 H. HALABURDA en S. MIKLOS, Beyond Bitcoin, the economics of digital currencies, Palgrave Macmillan, 2017, p. 101. 69 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.485.

Page 27: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

19

en tot bij de koper raken. Dit is de enige fase in het gehele online proces waarin fysieke handelingen

plaats vinden en daardoor ook gepaard gaat met de meeste risico’s.

33. Prioritair moeten verkopers ervoor zorgen dat pakketten heelhuids aankomen bij de kopers zonder

dat deze worden opgemerkt door de opsporingsdiensten. Wanneer dit toch het geval zou zijn, moet

tijdens het inpakken ervoor gezorgd worden dat alle sporen die kunnen leiden naar zowel de koper als

de verkoper uitgewist worden. Dit alles vergt een zekere graad van professionaliteit en creativiteit. Er

worden verschillende methoden aangewend om de inhoud van het pakketje zo efficiënt mogelijk te

verdoezelen zodat dit er in geen geval verdacht uitziet. Alle sporen die kunnen leiden naar de

oorspronkelijke afzender, zoals vingerafdrukken, moeten uitgewist worden. Men gaat hierbij heel

professioneel te werk. Verkopers wordt aangeraden om handschoenen te gebruiken tijdens het

verpakken om zo eventuele bewijzen tegen hen te elimineren. Andere tips zijn het gebruik van

vacuümverpakking of verzegelde aluminiumzakken.70 Alternatieve werkwijzen zijn de bestellingen zo

klein mogelijk te verpakken of zelfs in verschillende stukken te splitsen, zodat ieder pakketje in de

postbus van besteller past opdat deze in geen geval zouden opvallen. De verpakking lijkt meestal op

normale of zelfs professionele verpakking, met als bestemming een vals adres.71 Sommige verkopers

verzenden eerst lege pakketten naar nieuwe klanten om zo met zekerheid te kunnen vaststellen dat ze

niet met undercover inspectiediensten te maken hebben.72

Desalniettemin mag er niet overdreven worden met het verdoezelen van de identiteit en inhoud van het

pakketje aangezien ook dit argwaan kan opwekken. Zo raden verschillende verkopers aan om de echte

naam te gebruiken voor het bezorgen van het pakket. Bij gebruik van valse namen of valse adressen

stijgt de kans dat pakketten bij levering door de postmannen als verdacht beschouwd worden en dit als

dusdanig resulteert in verder onderzoek door de autoriteiten.73

34. De pakketten of brieven met illegale inhoud worden daarna geleverd door traditionele postdiensten

of pakketbezorgers zonder dat zij hier enige weet van hebben.74 Meestal wordt de voorkeur gegeven

aan het verzenden van de pakketjes binnen eigen landsgrenzen omdat transnationale verzendingen

eerder gepaard gaan met een hoger risico op onderschepping door grensofficieren.75 De meeste risico’s

verbonden aan het online bestellen van drugs bevinden zich namelijk in het stadium van de verzending.

70 J. ALDRIDGE en R. ASKEW, “Delivery dilemmas: How drug cryptomarket users identify and seek to reduce their risk of detection by law enforcement”, International Journal of Drug Policy 2017, 41, p.106. 71 M. TZANETAKIS, G. KAMPHAUSEN, B. WERSE en R. VON LAUFENBERG, “The transparency paradox. Building trust, resolving disputes and optimising logistics on conventional and online drugs markets”, International Journal of Drug Policy 2016, 35, p.66. 72 X., “Shedding light on the dark web”, The Economist 16 juli 2016, p.4, www.economist.com/news/international/21702176-drug-trade-moving-street-online-cryptomarkets-forced-compete. 73 G. BRANWEN, “Tor Black-Market-Related Arrests: A listing of all known arrests and prosecutions connected to the Tor-Bitcoin drug black-Markets”, www.gwern.net/Black-marketarrests. 74 M., TZANETAKIS, G., KAMPHAUSEN, B., WERSE, R. VON LAUFENBERG, “The transparency paradox. Builidng trust, resolving disputes and optimising logistics on conventional and online drugs markets”, International Journal of Drug Policy 2016, 35, p.66. 75 J., ALDRIDGE en D., DECARY-HETU, “Cryptomarkets and the future of illicit drug markets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.26, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf.

Page 28: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

20

5 Blind vertrouwen

5.1 Vertrouwen als motor van de gehele business

35. Vertrouwen staat centraal op cryptomarkten, het vormt de basis van deze louche business. Kopers

en verkopers zijn beiden anoniem en komen in geen enkele fase van het verkoopproces fysiek met

elkaar in contact. Natuurlijk vormt deze anonimiteit vaak een bron van misbruik. Zo kunnen anonieme

verkopers op cryptomarkten, zonder enig gevaar op represailles, een lage kwaliteit van drugs leveren

of zelfs helemaal geen drugs leveren en er toch vandoor gaan met de bitcoins. Daarenboven kunnen

beheerders van de cryptomarkt, de markt neerhalen en verdwijnen met de in escrow gegeven bitcoins

(zie verder). De koper staat hier machteloos tegenover. Niet enkel in hoofde van de kopers ontstaat er

vaak misbruik, maar ook in hoofde van de verkopers. Er bestaat steeds een risico voor zowel de

verkoper als koper, dat deze een deal sluiten met een infiltrant van de politie.

36. Verschillende systemen werden bedacht om dit misbruik en deze misleiding te minimaliseren,

systemen die het vertrouwen van de potentiële koper en verkoper gaan handhaven. Het creëren van

een vertrouwensband komt niet enkel ten goede van business van de verkoper maar ook ten goede van

de koper.

5.1.1 Rating en feedback

37. Ten eerste is er het systeem van de ratings. Na de aankoop van goederen op de cryptomarkt

bestaat er de mogelijkheid voor de koper om aan de verkoper virtuele sterren toe te delen. Deze ratings

zijn typisch een cijfer tussen nul en vijf, in dezelfde stijl als de traditionele ‘vijf sterren’ rating.76 Nul staat

voor een slechte service, vijf voor een topservice. Daarenboven kunnen de kopers feedback nalaten

waarin hun ervaringen met de verkoper en zijn producten gedeeld worden. Op deze manier worden de

verkopers ertoe gedwongen degelijke prestaties te leveren, want wanneer ze nieuwe klanten willen

aantrekken zal dit afhankelijk zijn van de reeds ontvangen feedback. De volgende potentiële kopers

laten zich leiden door de gegeven feedback en ratings. Een verkoper met hoge ratings en positieve

feedback, lijkt betrouwbaarder en zal zo sneller worden gekozen voor een volgende aankoop. Een

goede reputatie opbouwen is dus belangrijk om een succesvolle ‘carrière’ op te bouwen op de

cryptomarkten. De feedback en de ratings minimaliseren het risico om opgelicht te worden door

gewetenloze verkopers. Ze bieden kopers een relatief betrouwbare verzameling aan van eerdere

transacties, evenals een garantie op een kwalitatief product. Ze kunnen de kopers helpen de

betrouwbaarheid te verifiëren van de verkoper om drugs te leveren een de beloofde kwaliteit.77 Dit alles

komt ten goede aan de consument op de online drugsmarkt aangezien er alles aan gedaan zal worden

deze tevreden te stellen, wat ook leidt tot een hogere kwaliteit van drugs. De gehele business van de

76 J. COX, “The internet and drug markets: Reputation is everything: the role of ratings, feedback and reviews in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.49, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 77 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcemennt research and policy, 2017, p.27, www.emcdda.europa.eu/systems/files/publications/6585/TD0417834ENN.pdf.

Page 29: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

21

verkoper hangt uiteindelijk van de tevredenheidsgraad van de koper af. Toch is ook dit systeem niet vrij

van misbruik en kan de verkoper bijvoorbeeld zelf verschillende accounts aanmaken om zo op zijn eigen

verkooppagina valse positieve feedback en ratings na te laten.78

5.1.2 Online discussieforums

38. Een cryptomarkt maakt vaak meer uit dan een loutere verkooppagina. Het ontwikkelt zich tot een

ware gemeenschap, een netwerk waarbij de verschillende actoren samenspannen om tot een vrije

online omgeving te komen zonder inmenging van enige overheid. Op de cryptomarkten zijn forums en

discussiepagina’s te vinden waar kopers en verkopers elkaar waarschuwen voor mogelijke oplichters

en opsporingsdiensten. Deze worden ook gebruikt door verkopers om zich hierop verder voor te stellen

en om zo te bewijzen dat ze legitiem en betrouwbaar zijn.79 Daarnaast zijn allerlei tips en adviezen te

vinden over hoe bepaalde drugs het best gebruikt worden, in welke hoeveelheid, hoe men best drugs

verpakt om opsporingsdiensten te misleiden etc. Er wordt samengewerkt om tot een zo ‘veilig’ mogelijke

manier van online drugshandel te komen. Verder vinden er ook constant nieuwe technologische

ontwikkelingen plaats die van het darknet een gebruiksvriendelijke online plaats maken waar de

pakkans tot het minimum herleid wordt.

5.1.3 Escrowsysteem, multisignature en finalise early

39. Ten derde dient het escrowsysteem vermeld te worden. Dit systeem zorgt ervoor dat de betaling

van de bestelling pas aan de verkoper overgemaakt wordt wanneer de kopers bevestigen dat deze goed

is aangekomen en ze voldoet aan de verwachte kwaliteit. In tussentijd worden de bitcoins bijgehouden

door de administrator van de cryptomarkt, die hiervoor een commissie zal aanrekenen. Vanuit een ander

perspectief bekeken wil dit ook zeggen dat de verkoper slechts moet overgaan tot het verzenden van

de bestelling na bericht van storting van de bitcoins aan de administrator. Dit systeem werd onder meer

gehanteerd op SilkRoad.80 De keerzijde van de medaille hierbij is het gevaar op exit scams. Dit betekent

dat de administrator van de cryptomarkt de markt plots sluit en ervandoor gaat samen met de in escrow

geplaatste bitcoins. Volgens een rapport van EUROPOL in samenwerking met EMCCDA, is dit zelfs de

meest voorkomende reden voor het sluiten van een cryptomarkt.81

40. Een andere techniek is deze van de multisignature transactions en gaat nog een stap verder. Deze

techniek zorgt ervoor dat situaties van excit scams vermeden worden. Dit betekent dat niet enkel de

78 J. COX, “The internet and drug markets: Reputation is everything: the role of ratings, feedback and reviews in

cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.50, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 79 M. TZANETAKIS, G. KAMPHAUSEN, B. WERSE en R. VON LAUFENBERG, “The transparency paradox. Building trust, resolving disputes and optimising logistics on conventional and online drugs markets, International Journal of Drug Policy 2016, nr.35, p.62. 80 J. BARTLETT, Dark net. Daal af in de digitale onderwereld van hackers, seks, bitcoins en wapens, Amsterdam, Maven Publishing, 2015, p.166. 81 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcement, research and policy, 2017, p.18, www.europol.europa.eu/publications-documents/drugs-and-darknet-perspectives-for-enforcement-research-and-policy

Page 30: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

22

koper zijn bestelling moet confirmeren waardoor de betaling plaatsvindt, maar ook een goedkeuring

moet gegeven worden door zowel de verkoper als de beheerder van de cryptomarkt.82

41. Wanneer het vertrouwen in de verkoper voldoende groot is, kan ook steeds gekozen worden voor

‘finalise early’. Dit houdt in dat de volledige betaling aan de verkoper reeds overgaat, nog voor de

bestelling geleverd wordt.83 De koper bevindt zich dan natuurlijk in een zwakkere positie, maar zal hier

slechts op vertrouwen na eerdere positieve transacties met de verkoper.

82 Ibid., p.24. 83 J. COX, “The internet and drug markets: Reputation is everything: the role of ratings, feedback and reviews in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.50. www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf.

Page 31: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

23

6 Pro en contra’s verbonden aan online drugshandel via het

darknet

42. Internet biedt verschillende opportuniteiten om de gevaren die gepaard gaan met offline

drugshandel te reduceren. Anderzijds zorgt het ook voor de creatie van nieuwe gevaren. Niets is

onfeilbaar. Het gevaar voor exit scams en andere gevallen van oplichting blijft bestaan. Vertrouwen

staat centraal, maar wordt net zoals in de reële wereld hier vaak misbruikt. Daarenboven speelt

anonimiteit niet enkel in het voordeel van de kopers en verkopers op de cryptomarkten, maar ook de

opsporingsdiensten kunnen hiervan gretig gebruik maken. Zo lopen zowel de koper als de verkoper

steeds het risico zaken te doen met een anonieme politieagent, in het kader van een online

infiltratieopdracht.

Een argument in het pleidooi van Ross Ulbricht, oprichter van SilkRoad, was dat het verhandelen van

drugs via cryptomarkten een veiliger drugsgebruik tot gevolg had.84 Ook verschillende artikelen

ondersteunen deze stelling.85 Het is inderdaad zo dat fysiek geweld zal dalen, aangezien er enkel sprake

is van virtueel contact tussen koper en verkoper, maar toch moet ook de keerzijde van de medaille

bekeken worden. Het geweld gaat zich in andere, virtuele vormen gaan manifesteren. Zo ontstond

bijvoorbeeld ‘doxing’ waarbij men toegang probeert te verkrijgen tot persoonlijke informatie van een

koper en deze gaat chanteren met het vrijgeven ervan.86 Daarnaast heb je ook nog diefstal via het

internet, fraude, etc. Verder moet er gewezen worden op het gevaar dat gepaard gaat met het

verzenden van de bestelling via de traditionele postdiensten. De bestelling kan als verdacht beschouwd

worden en onderschept worden door de overheidsautoriteiten, met alle gevolgen van dien. Vooral

internationale verzendingen blijken een groot risico te bevatten, wegens de controle aan de

internationale grenzen.87

Een andere reden voor het vermijden van het darknet is de moeilijkheidsgraad waarmee het gepaard

gaat. Er moet toch van enige technologische kennis sprake zijn vooraleer op ‘een verantwoorde manier’

het darknet betreden kan worden. Zo moet men op de hoogte zijn van hoe de anonimiserende diensten

zoals Tor werken en hoe gewerkt wordt met cryptovaluta, etc. 88 Daarenboven is het bestellen tijdrovend

en moet het druggebruik enigszins gepland worden.

Ten slotte kan ook nog vermeld worden dat de aankoop van drugs via het darknet duurder is dan de

aankoop op straat. Ten eerste doen de kosten verbonden aan het verpakken van de drugs en het

84 A. GREENBERG, “Ahead of sentencing, Ulbricht defense argues Silk Road made drug use safe”, Wired, 18 mei 2015, www.wired.com/2015/05/ahead-sentencing-ulbricht-defense-argues-silk-road-made-drug-use-safer/. 85 E. ORMSBY, “Silk Road: insights from interviews with users and vendors” in EMCDDA, The Internet and drug markets, 2016, p.65, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 86 M. TZANETAKES et al., “The transparency paradox. Building trust, resolving disputes and optimising logistics on conventional and online drug markets”, International Journal of Drug Policy 2016, nr.35, p.65. 87 D. DECARY-HETU, M. PAQUET-CLOUSTON en J. ALDRIDGE, “Going international? Risk taking by cryptomarket drug vendors”, International Journal of Drug Policy 2016, nr.35, p.69-76. 88 J. ALDRIDGE en D. DECARY-HETU, “Cryptomarkets and the future of illicit drug markets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.26, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf.

Page 32: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

24

verzenden ervan de prijs logischerwijze stijgen.89 Daarenboven wordt gesteld dat de drugs aangekocht

via het darknet van een hogere kwaliteit is dan deze die op straat aangekocht wordt. De online

drugshandelaars zullen er namelijk alles aan doen om goede feedback te krijgen aangezien hun

volledige business hiervan afhangt. De levering van drugs van hogere kwaliteit is dus essentieel voor

de reputatie. Verder wil men zich natuurlijk ook onderscheiden van de vele concurrentie op de online

cryptomarkt. Aan dit alles hangt natuurlijk een prijskaartje vast.

43. Niettegenstaande de ‘nieuwe’ gevaren die gepaard gaan met het online verhandelen van drugs en

de verschillende overheidsinterventies die voor een deuk in het vertrouwen zorgen, kan er toch

vastgesteld worden dat het aantal cryptomarkten gestaag toeneemt.90 Verschillende redenen kunnen

hiervoor aangegeven worden. Een van de belangrijkste redenen is, dat er op het darknet sprake is van

een groter gamma aan drugs en een hogere kwaliteit.91 Die hogere kwaliteit van drugs is zoals hierboven

aangehaald onder meer het gevolg van de nood aan het behalen van een goede rating en feedback.

Daarenboven zorgen de systemen van feedback en ratings en het bestaan van de verschillende

discussieforums ervoor dat met een positief gevoel overgegaan kan worden tot het bestellen van drugs.

De cryptomarkten stralen een zeker gevoel van professionaliteit uit, wat vertrouwen inboezemt.

Vervolgens speelt natuurlijk de anonimiteit de grootste rol, noch de koper noch de verkoper moeten

enige persoonlijke informatie onthullen aan elkaar, met uitzondering van het adres waar de middelen

moeten afgeleverd worden. Dan nog wordt gebruik gemaakt van versleutelingstechnieken om de

communicatie zo anoniem mogelijk te maken. Mensen kunnen op het donkere web als het ware hun

masker afzetten en hun ware aard naar boven laten komen. De relatieve anonimiteit en de virtuele

munten waarmee de koop gepaard gaat, vormen een topcombinatie.

Bovendien weten ook de criminelen dat er tot op heden weinig kennis is bij de opsporingsambtenaren

over dit fenomeen en dat deze daarenboven niet over de juiste tools beschikken, waardoor de kans om

gevat te worden slechts miniem is. Hiervan maken ze handig gebruik. Ten slotte is het gemak waarmee

het bestellen gepaard gaat een belangrijke stimulerende factor. Iedereen met een technologische basis

en een internetverbinding kan hierop vertoeven, ongeacht hun locatie of leeftijd.

89 X., “Shedding light on the dark web”, The Economist 16 juli 2016, p.6,

www.economist.com/news/international/21702176-drug-trade-moving-street-online-cryptomarkets-forced-compete. 90 J. ALDRIDGE en D. DECARY-HETU, “Cryptomarkets and the future of illicit drug markets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.24, www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf. 91 M.J. BARATT, J.A. FERRIS en A.R. WINSTOCK, “Use of Silk Road, the online drug marketplace, in the United Kingdom, Australia and the United States”, Addiction 2013, nr.109, p.778.

Page 33: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

25

7 Conclusie

44. Een markt die vandaag sterk onderschat wordt is de online drugsmarkt op het darknet. Dit blijkt

alleen al uit het feit dat slechts geringe bronnen hierover te vinden zijn. Anderzijds vallen de geringe

bronnen ook te verklaren door het feit dat het om een recent fenomeen gaat. Voor overheidsdiensten is

dit vaak nog onontgonnen terrein. Hier maakt de cybercrimineel sensu lato gretig gebruik van. Deze

markt biedt enorme mogelijkheden voor handelaars die beschikken over enige technologische kennis

en illegale goederen. Wanneer men over een degelijk virtueel kraampje beschikt, valt er enorm veel

geld mee te verdienen terwijl de pakkans door tal van technieken gereduceerd wordt tot het minimum.

De sleuteltechnieken hierbij zijn de anonimiserende diensten van TOR, cryptovaluta zoals bitcoin en de

communicatieversleutelingstechnieken zoals deze van PGP. Bovendien blijft de cybercrimineel verder

experimenteren en technieken ontwikkelen om de anonimisering uit te breiden en zo de pakkans te

verkleinen. De opsporingsambtenaren daarentegen beschikken niet over voldoende technologische

kennis om hiermee gelijke tred te houden.

45. Vertrouwen staat centraal op het darknet en vormt de basis van de gehele business. Door het

systeem van de ratings en de feedback wordt de gehele handel naar de hand van de consument gezet.

Toch kan ook dit vertrouwen geschonden worden. Hiervoor werden reeds tal van mechanismen

ontwikkeld. Hierbij kan gedacht worden aan de hierboven besproken systemen van escrow en multi-

signature.

46. Anderzijds mag het succes van de online drugshandel op het darknet ook niet overschat worden.

De anonimiteit is slechts relatief. Het is wel degelijk mogelijk voor opsporingsdiensten om binnen te

dringen tot de kern van een cryptomarkt en deze vervolgens neer te halen. Dit werd reeds aangetoond

aan de hand van verschillende succesverhalen zoals het neerhalen van Silkroad, Hansa en Alphabay.

Deze acties tonen aan dat ook het darknet geen vrijplaats uitmaakt voor crimineel gedrag en er steeds

een risico op arrestatie aanwezig is. Bovendien zorgen de overheidstussenkomsten voor een serieuze

deuk in het vertrouwen, terwijl net dat de motor is van het gehele gebeuren. Ten slotte blijven er ook

fysieke aspecten verbonden aan online drugshandel. Dit vormen opportuniteiten waarop de wetgever

dient in te spelen.

Page 34: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel
Page 35: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

DEEL II: HET WETTELIJK KADER

ROND CYBERCRIME SENSU LATO

Page 36: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

28

Page 37: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

DEEL II: HET WETTELIJK KADER

ROND CYBERCRIME SENSU LATO

1 Inleiding

47. ‘Old crimes, new tools’ zoals verwoord door Jan Kerkhofs en Philippe Van Linthout is op deze

masterproef van toepassing.92 Het klassieke misdrijf drugshandel ondergaat een ware reïncarnatie door

het ontstaan van het internet. De offline drugshandel verplaatst zich stapje per stapje naar de online

wereld. Deze tendens zorgt voor tal van nieuwe problemen. Bij de zoektocht naar bewijsmateriaal

worden politie en justitie geconfronteerd met nieuw aangewende technieken, zoals de in Deel I

besproken anonimiserende diensten, om enerzijds het misdrijf te plegen, maar anderzijds ook om

correctionele vervolging te vermijden.93 Daarom dient een nieuwe stijl ontwikkeld te worden in het

opsporen van misdrijven, aan de hand van een nieuw of up-to-date gebracht arsenaal van

strafprocesrechtelijke instrumenten.94 Dit blijkt evenwel een werk van lange adem te zijn. De wetgever

moet continu bijbenen om aan de onophoudelijk verder evoluerende technologische tendensen te

kunnen voldoen. Toch dreigt hij steeds opnieuw weer in slaap te vallen. Desalniettemin kan uit

verschillende bronnen, zoals uit de KIV95 en het rapport van het EMCDDA in samenwerking met Europol

201796, een groeiend besef afgeleid worden dat er een steeds hogere nood aan modernisering van de

wetgeving bestaat.

48. De KIV vormt een soort keerpunt in de ietwat conservatieve mentaliteit van de Belgische wetgever.

Met de Potpourri-wetten zorgt Koen Geens, de huidige minister van justitie, eindelijk voor een

modernere kijk op de hedendaagse wetgeving. Hij is het die België wakker schut en de politieke druk

opvoert om op verschillende rechtsgebieden tot modernisering over te gaan. Dit deel van de masterproef

bevat een overzicht van de aanpassingen aan de klassieke wetgeving. Deze was voornamelijk gericht

op de reële wereld, terwijl er nood is aan overeenstemming met de virtuele realiteit. De vraag waarop

in dit deel een antwoord gezocht wordt, is of de recente aanpassingen meer slagkracht verlenen aan

de politie en magistratuur of dat daarentegen de wetgever weer in slaap durft te dommelen. De

verschillende hinderpalen worden overlopen en de bestaande opsporings- en vervolgingsmodaliteiten

van België worden onder de loep genomen. Hierbij wordt vertrokken van cybercrime sensu lato

aangezien de wetgeving hierop toegespeeld is.

92 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.179. 93 Ibid. 94 Ibid. 95 K. GEENS en J. JAMBON, KIV 2016-2019, p.20-23, justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf. 96 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, Perspectives for enforcement research and policy, 2017, www.emcdda.europa.eu/publications/joint-publications/drugs-and-the-darknet.

Page 38: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

30

2 Hinderpalen voor een efficiënte aanpak

49. De digitale revolutie en de nieuwe vormen van criminaliteit die hiermee gepaard gaan, vormen tot

op heden een van de grootste uitdagingen voor zowel de wetgever als politie en overheidsdiensten.

Digitalisering behoort tot de meest populaire woorden van deze eeuw. Naast de fysieke wereld, is er nu

ook een virtuele wereld waarmee rekening gehouden dient te worden. Ook in andere sectoren wordt

men hiermee dagelijks geconfronteerd. Op het gebied van strafrecht kan gesteld worden dat

cybercriminelen hun ‘digitale werkmethode’ aanpassen aan de voorhanden zijnde tools van de politie

waardoor deze laatsten alsmaar achterop hinken. Daarenboven wordt het diepste laagje van het internet

steeds complexer. Het zorgt niet enkel voor de toegang tot de online drugsmarkten maar, vormt

daarenboven ook een sleutel voor andere criminele sectoren, bijvoorbeeld door toegang te verlenen tot

financiële data om zo verschillende frauduleuze betalingen te kunnen uitvoeren.97 De

wethandhavingsautoriteiten en de vervolgingsdiensten stuiten op verschillende uitdagingen bij het

bestrijden van cybercrime sensu lato en meer specifiek bij het bekampen van online drugshandel via

het darknet.

2.1 De snelheid van de digitale evoluties

50. Een eerste belangrijke uitdaging is de snelheid waarmee de digitale maatschappij evolueert.

Wanneer nieuwe wetten in voege treden of wanneer in nieuwe opsporingsmethoden voorzien wordt,

zijn deze direct weer verouderd of hebben criminelen reeds een oplossing gevonden om ze te omzeilen.

De wetgever kan niet snel genoeg inspelen op de technologische ontwikkelingen waardoor het zoals in

Deel I gesteld, een vicieus kat- en muisspel blijft tussen de autoriteiten en cybercriminelen.

Daarenboven bemoeilijkt ook de snelheid en de dynamiek van het ontstaan van de cryptomarkten de

opsporingswerken. Cryptomarkten schieten als paddenstoelen uit de grond, maar verdwijnen terug aan

dezelfde snelheid. Dit door tal van redenen zoals besproken in Deel I, namelijk de exit scams, de

overheidstussenkomsten, etc. Het aantal cryptomarkten neemt gestaag toe en dit op een

gedecentraliseerde manier. Zo wordt het voor de politiediensten onnoemelijk moeilijk om grondig

onderzoek te verrichten op een bepaalde markt aangezien deze binnen een paar seconden terug van

het net verdwenen kan zijn.

2.2 Gebrek aan diepgaand onderzoek

51. Daarnaast is er een gebrek aan onderzoek over cybercrime en specifiek over dit online

drugsfenomeen. Een steeds terugkerend probleem bij het schrijven van deze masterproef was het tekort

aan bronnen, zeker wanneer binnen de nationale bronnen gezocht werd. Dit is ook deels te wijten aan

het feit dat het om een zeer recent fenomeen gaat. Toch dient dit enigszins genuanceerd te worden,

aangezien in tal van bronnen uitgelegd wordt wat het fenomeen van online drugshandel via het darknet

inhoudt, toch wordt er nergens dieper ingegaan op de concrete aanpak ervan. Het rapport opgesteld

97 EUROPOL, Internet Organised Crime Threat Assessment, 2017, p.69, www.europol.europa.eu/activities-services/main-

reports/internet-organised-crime-threat-assessment-iocta-2017.

Page 39: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

31

door het EMCDDA in samenwerking met EUROPOL duidt ook het kennistekort aan als een van de

voornaamste problemen. Er zijn significante kennislacunes met betrekking tot de darknet handel.98 De

verschillende takedowns, zoals die van SilkRoad in 2013, leverden belangrijke inzichten op over het

functioneren van en de interacties die plaatsvinden op het darknet, maar toch blijft men kampen met

een tekort aan kennis over verschillende andere aspecten.

2.3 Gebrek aan een gepaste opleiding

52. Bijgevolg is er ook niet voorzien in een gepaste opleiding. De wijze waarop cybercriminaliteit thans

wordt gepleegd is dermate inventief, technisch en complex dat de aanpak daarvan – vaak tevergeefs

tot op heden – dezelfde gedrevenheid en kennis vergt van zowel magistraten als politiediensten.99 De

technologische evolutie draait op volle toeren, virtuele criminelen passen voortdurend hun werkwijze

aan. Reeds in 1999 werd gesteld dat om hierop een antwoord te kunnen bieden deskundigen een

doorgedreven training moeten ondergaan in het onderzoek naar en de vervolging van hightechzaken.100

Toch zijn de lokale politiediensten tot op heden te weinig technologisch onderlegd om dit fenomeen de

baas te kunnen. De leden van de lokale politie hebben niet steeds de noodzakelijke ICT-kennis en

ervaring om klachten op de juiste manier te behandelen. Ze hebben er ook geen vorming voor

gekregen.101 Wel bestaan reeds op Europees niveau tal van initiatieven.102 Daarenboven promoot

EUROPOL het oprichten van darknet onderzoeksteams die zowel op nationaal als op internationaal

niveau ingezet worden en op dagelijkse basis de darknet markten zullen gaan analyseren en de strijd

tegen dit fenomeen gaan coördineren.103 Ook in Nederland zijn reeds tal van initiatieven van kracht.104

Toch moeten hier nog vele stappen worden gezet.

2.4 Tekort aan middelen en specifiek opgeleide mensen

53. Een van de grootste problemen is het tekort aan middelen en specifiek opgeleide mensen. Voor

een efficiënte en daadwerkelijke aanpak van ‘het internet als facilitator voor criminaliteit’, dient in de

nodige capaciteit -zowel personele als operationele middelen- voorzien te worden en dienen de nodige

investeringen ook daadwerkelijk te gebeuren.105 Er moet geïnvesteerd worden in voldoende mensen

met knowhow. Men moet zich ervan bewust zijn dat het gaat over een wereldwijd criminaliteitsfenomeen

98 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, Perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.56, www.emcdda.europa.eu/publications/joint-publications/drugs-and-the-darknet. 99 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.180. 100 M.A. SUSSMANN, “The critical challenges from international high-tech and computer-related crime at the millennium”, Duke journal of comparative en international law 1999, Vol 9:451, p.464. 101 L. BEIRENS, “De politie, uw virtuele vriend? Nadenken over een beleidsmatige aanpak van criminaliteit in virtuele gemeenschappen in cyberspace”, De orde van de dag 2010, afl. 49, p.61. 102 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, Perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.59, www.emcdda.europa.eu/publications/joint-publications/drugs-and-the-darknet.; EUROPOL, Internet organized crime threat assessment, 2017, p.64, www.europol.europa.eu/activities-services/main-reports/internet-organised-crime-threat-assessment-iocta-2017. 103EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, Perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.62,

www.emcdda.europa.eu/publications/joint-publications/drugs-and-the-darknet.. 104 W.P.H. STOL, E.R. LEUKFELDT en H. KLAP, “Cybercrime en politie. Een schets van de Nederlandse situatie anno 2012”, Justitiële verkenningen 2012, jrg. 38, nr.1, p.26. 105 P. VANDENBRUWAENE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.771.

Page 40: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

32

dat steeds meer in de lift zit en waarbij het beschikken over voldoende opgeleide mensen dus een

cruciale factor is. De nood aan voldoende middelen en mensen wordt in verschillende bronnen

onderstreept zoals in het rapport opgesteld door EUROPOL en het EMCDDA: “There is a need for

capacity building and increased investment. EU Member States are often faced with significant skills

gaps for conducting investigations on the darknet, and many authorities lack experts who have both a

technical understanding of cybercrime investigation and expertise in operational drug-related crime

activities. Capacity-building efforts in this area also need to consider the needs of the judiciary.”106 In

België beschikken we over een Federal Computer Crime Unit (FCCU) die belast is met de bestrijding

van cybercriminaliteit, waaronder ook het bestrijden van illegale handel op het internet valt. Ook op

regionaal niveau is voorzien in de Regional Computer Crime Units (RCCU).107 Zij helpen zowel de lokale

politiediensten als de andere centrale opsporingsdiensten in hun strijd tegen informaticacriminaliteit.108

Bij deze teams groeit een enorme frustratie die te wijten is aan enerzijds een tekort aan personeel en

middelen en anderzijds het stilzitten van de overheid.109 Reeds in 2001 werd een tekort aan

werkkrachten aangekaart.110 Het is betreurenswaardig dat anno 2018 hier nog steeds geen gehoor aan

gegeven is. De krant De Tijd haalt in een recent artikel, daterend van begin 2018, dit probleem nogmaals

aan. Guy Theyskens, politiewoordvoerder, stelt hierin dat als het tekort aan personeel bij de computer

crime unit groeit of indien er niet tijdig voldoende gespecialiseerd personeel kan komen, het risico reëel

is dat België in de toekomst zijn rol niet optimaal zal kunnen opnemen om een gepast antwoord te

bieden bij cyberaanvallen. Bijna de helft van de plaatsen bij het FCCU raken niet ingevuld.111 Binnen de

KIV wordt cybercrime en internet als facilitator voor criminaliteit gezien als topprioriteiten. Zolang niet

voorzien wordt in voldoende personeel en middelen, zal deze topprioriteit een teleurstellend resultaat

opleveren. Zonder voldoende personeel en middelen kan niet op een efficiënte manier te werk gegaan

worden. Om deze discussie deels te ontladen moet aangedrongen worden op samenwerking met de

privésector, met personen of bedrijven gespecialiseerd in informatica en de misdrijven hiermee

verbonden.

2.5 Gebrek aan internationale samenwerking

54. Internet kent geen grenzen, cybercriminaliteit logischerwijze ook niet. Criminele activiteiten kunnen

ten volle op het World Wide Web floreren. Digitale data worden op verschillende plaatsen opgeslagen

waardoor het vaak onduidelijk is welk land jurisdictie heeft en welke juridische regels gelden met

106 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, perspectives for enforcement, research and policy, 2017, p. 11, www.europol.europa.eu/publications-documents/drugs-and-darknet-perspectives-for-enforcement-research-and-policy. 107 www.police.be/5998/nl/over-ons/centrale-directies/federal-computer-crime-unit. 108 L. BEIRENS, “De politie, uw virtuele vriend? Nadenken over een beleidsmatige aanpak van criminaliteit in virtuele gemeenschappen in cyberspace”, De orde van de dag 2010, afl. 49, p.61. 109 L. BOVE, “Strijd tegen cybercrime moet een versnelling hoger”, De Tijd 7 juni 2014, www.tijd.be/politiek-economie/belgie-federaal/Strijd-tegen-cybercrime-moet-versnelling-hoger/9510528.; R. WOUTERS, “Politie vindt geen mensen voor strijd tegen cybercrime”, De Morgen 22 augustus 2017, www.demorgen.be/binnenland/politie-vindt-geen-mensen-voor-strijd-tegen-cybercrime-b8aa25aa/. 110 M. VANDERSMISSEN, “Reportage. Federal Computer Crime Unit: te weinig personeel en materieel”, DS 5 oktober 2001, www.standaard.be/cnt/dst05102001_029. 111 L. BOVE, “Politie slaat alarm over cyberaanvallen”, De Tijd 3 maart 2018, www.tijd.be/politiek-economie/belgie/algemeen/politie-slaat-alarm-over-cyberaanvallen/9988346.html.

Page 41: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

33

betrekking tot de bewijsvoering en opsporingsmethodes.112 De locatie van opgeslagen gegevens is niet

langer een statisch gegeven, maar is ook dynamisch geworden waarbij een derde, als het ware met één

klik, een massa gegevens kan verplaatsen van het ene land naar het andere.113 Hackers en andere

criminele digitale techneuten zijn niet gebonden aan de nationale grenzen, de opsporingsautoriteiten

daarentegen wel. Een geharmoniseerde internationale aanpak dringt zich op, maar dit wordt tot op

heden slechts in geringe mate beantwoord. Integendeel, staten hechten nog steeds veel belang aan de

principes van soevereiniteit en territorialiteit, wat de discussie alleen maar verder bemoeilijkt. Er is

sprake van een ware versplintering van nationale wetgeving en wereldwijde onduidelijkheden over de

gezamenlijke aanpak van cybercriminaliteit sensu lato. De cybercriminelen spelen in op dit gebrek aan

wetgevende en uitvoerende samenwerking en kiezen zo bewust landen uit waarvan zij menen dat dit

voor hen ‘veilige safehavens’ zijn, namelijk landen waarmee de internationale samenwerking in

strafzaken op zijn minst moeizamer verloopt, zo niet onbestaande is.114 Toch is reeds enige tijd duidelijk

dat een internationale aanpak cruciaal is. Een eerste stap in de goede richting zou alvast het creëren

zijn van een Europees wettelijk kader omtrent cybercrime sensu lato waarbij de principes van

territorialiteit en soevereiniteit eventjes op de achtergrond worden geschoven. Verder is er ook nood

aan een beter mechanisme van kennis en informatie-uitwisseling tussen de verschillende landen.

Bovendien moeten internationale acties aangemoedigd worden aangezien reeds ondernomen acties

zoals de takedowns van Alphabay en Hanza hiervan het succes aanduiden. Ten slotte kan verwezen

worden naar het werk van Michael A. Sussmann, dat reeds in 1999 werd geschreven. Toen, bijna 20

jaar geleden, werd gewezen op het feit dat gebrek aan internationale samenwerking met betrekking tot

cybercrime een serieus probleem zou worden in de toekomst.115 Tot op heden is hier nog niet veel aan

veranderd.

2.6 Gebrek aan duidelijk wetgevend kader

55. Een laatste en misschien wel belangrijkste hinderpaal die voortvloeit uit alle bovenstaande

problemen is het tekort aan een duidelijk wetgevend kader die toepasselijk is in een digitale context.

Dit bouwt voort op onder meer het gebrek aan kennis, het gebrek aan internationale samenwerking en

de snelle digitale evolutie. De wetgever moet constant bijbenen en kan deze snel evoluerende wereld

niet de baas. Van zodra een wetgeving van kracht is, is deze vaak alweer verouderd. Zoals Jan Kerkhofs

stelt worden misdrijven die al zo oud zijn als de mensheid, nu uitgevoerd op een andere manier. We

moeten dus vooral vat krijgen op die nieuwe methodes. Als dit niet lukt zitten we met een ernstig

probleem.116 Hiervoor is een modernisering van de bestaande wetgeving vereist. Vooral op het gebied

van het strafprocesrecht schuilt het probleem. Er wordt wel degelijk in digitale misdrijven in het

strafwetboek voorzien maar de opsporingsmogelijkheden en onderzoekstechnieken om deze misdrijven

112 EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, Perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.58, www.emcdda.europa.eu/publications/joint-publications/drugs-and-the-darknet. 113 P. VANDENBRUWAENE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.768. 114 Ibid., p.763. 115 M.A. SUSSMANN, “The critical challenges from international high-tech and computer-related crime at the millennium”, Duke journal of comparative en international law 1999, Vol 9:451, p.459-462, p.451-457, p.465-473. 116 D. LEESTMANS, “Er is te weinig bekommernis over cybercirminaliteit”, De Juristenkrant 2015, afl. 312, p.8.

Page 42: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

34

aan te pakken blijven vaak een vaag gegeven. Dit met grote rechtsonzekerheid tot gevolg, zowel ten

aanzien van de politieambtenaren als ten aanzien van de burgers. Het darknet wordt door politici nog

te vaak gezien als een ‘ver-van-hun-bed-show’, terwijl het gevaar veel groter is en veel dichter schuilt

dan ooit tevoren. Zolang men de ernst van het probleem niet onder ogen durft te zien, zal het

logischerwijze moeilijk zijn om tot een duidelijk wettelijk kader en de nodige tools te komen. Op papier

komen reeds veelbelovende voorstellen vast te staan, maar deze dienen natuurlijk nog te worden

omgezet in de praktijk. Desalniettemin ligt het probleem niet enkel bij de politici, ook de burgers staan

terughoudend ten aanzien van aanpassingen van de bestaande wetgeving. De illusie speelt dat internet

toegang verleent tot een vrije wereld waarop inmenging van de overheid uit den boze is. Ook Kerkhofs

is deze mening toegedaan en stelt dat, terwijl mensen hun hele leven ten grabbel gooien op Facebook,

twitter, etc. men zich betast voelt als de overheid ernaar kijkt en mensen ermee confronteert.117 Er is

nood aan een mentaliteitswijziging zowel bij de burger als bij de overheid.

117 Ibid.

Page 43: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

35

3 De evolutie van het digitaal wettelijk kader

56. Hoewel de reële en de virtuele wereld als twee verschillende omgevingen beschouwd moeten

worden, lijkt een zo groot mogelijke juridische gelijkschakeling tussen offline en online sterk aan te

raden. Een aparte cyberregelgeving zou de wetgeving immers onnodig complex maken.118 Dit is ook

het uitgangspunt in Nederland namelijk, ‘wat offline geldt, moet online gelden’.119 Maar zo simpel is het

jammer genoeg niet. Dit deel bespreekt kort de evolutie naar een wetgeving aangepast aan de

maatschappij anno 2018. Een evolutie die tot op heden aan de gang is en in de toekomst blijvend vereist

zal zijn. Het is zoals het leren van een taal. Wanneer deze niet voldoende gesproken wordt, zal ze

vergeten worden.

3.1 Het prille begin en de snelle stagnatie

3.1.1 Definiëring van het begrip informaticacriminaliteit

57. Wat onder het begrip informaticacriminaliteit, beter bekend als cybercrime, moet worden begrepen

is nergens precies afgelijnd. Wat vroeger onder cybercrime viel is niets in vergelijking met wat er

vandaag allemaal valt onder te catalogeren. Cybercime kan zoveel verschillende vormen aannemen dat

het moeilijk is dit onder één definitie samen te vatten. Het is een hyper dynamisch begrip dat zowel qua

tijd als qua plaats anders ingevuld kan worden. Wanneer aan cybercrime gedacht wordt, wordt dit vaak

direct gelinkt aan het misdrijf hacking120, desalniettemin dekt het begrip een veel ruimere lading. Zoals

de Procureur-Generaal van Antwerpen opmerkte verschilt cybercrime van de klassieke criminaliteit op

enkele wezenlijke punten: cybercrime is niet lokaal, maar globaal, niet persoonlijk, maar doorgaans

anoniem en niet individueel maar massaal. Bovendien is het in wezen een technology-driven sector en

kent dit bijgevolg een exponentiële groei.121 Om toch enigszins een beschrijving te geven van het begrip,

kan verwezen worden naar de definitie zoals voorzien in het Cybercrimeverdrag122: “Alle strafbare

gedragingen die gericht zijn tegen de vertrouwelijkheid, de integriteit en de beschikbaarheid van

geautomatiseerde processen en middelen en de strafbare handelingen die zich richten op het verstoren

of beïnvloeden van de werking van computersystemen of met die systemen en onderhouden

geautomatiseerde processen.”

58. Een onderscheid dient te worden gemaakt tussen informaticacriminaliteit sensu stricto en sensu

lato. De eerste categorie zijn de bij wet inzake informaticacriminaliteit ingevoerde ICT-specifieke

misdrijven: informaticavalsheid en gebruik van valse informaticagegevens (art 210bis Sw.),

informaticabedrog (art 504quater Sw.), hacking (art 550bis Sw.) en informaticasabotage (art 550ter

Sw.).123 Dit zijn misdrijven die enkel in de virtuele wereld kunnen plaatsvinden en waarvan geen

118 C. CONINGS en P. VAN LINTHOUT, “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor politie en justitie”, Panopticon 2012, nr.33 (2), p.213. 119 L.A.R. SIEMERINK, “Bob logt in: infiltratie en pseudokoop op het internet”, Computerrecht 2000, nr.3, p.141. 120 Art 550bis Sw. 121 P. VANDENBRUWAENE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.765. 122 Convention on Cybercrime Council of Europe ETS no.185, 2001. Budapest. 123 Wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit, BS 3 februari 2001.

Page 44: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

36

alternatief voorhanden is in de reële wereld. Hierbij is het doel van het misdrijf het internet zelf. Het

online onderhouden van een drugshandel op het darknet kan daarentegen gecatalogeerd worden onder

informaticacriminaliteit sensu lato. Hierbij gaat het om klassieke misdrijven die bestaan in de reële

wereld maar via het medium van internet gepleegd worden. Hier vormt het internet dus louter de modus

operandi. Aan de bestanddelen van het misdrijf op zich verandert er niets, wel aan de manier waarop

het gepleegd wordt. Eigen aan beide categorieën is het feit dat een nieuwe stijl dient ontwikkeld te

worden in het opsporen van deze misdrijven, aan de hand van een nieuw of up-to-date gebracht

arsenaal van strafprocesrechtelijke instrumenten.124

3.1.2 Het Cybercrime verdrag

“Overtuigd van de noodzaak om bij voorrang een gemeenschappelijk strafrechtelijk beleid na te streven,

gericht op de bescherming van de samenleving tegen strafbare feiten verbonden met elektronische

netwerken, onder andere door het invoeren van passende wetgeving en het bevorderen van

internationale samenwerking”125

59. Het cybercrimeverdrag was het eerste bindende internationale instrument in de

wetgevingsgeschiedenis die de mogelijk bedreigende potentiëlen van de computer en het internet onder

ogen zag. Dit verdrag kwam er in 2001. Het is bovendien tot op heden het enige internationale verdrag

die cybercrime onder handen neemt. Het kwam er na verschillende aanbevelingen van de Raad van

Europa, zoals aanbeveling nr. R(89)9 van 13 september 1989 inzake computer gerelateerde

criminaliteit126. Dit was een aanbeveling voor de nationale wetgevers om computercriminaliteit mee te

betrekken bij het opstellen van hun wetgeving en bevatte hier dan ook een aantal richtlijnen voor.127

Verder volgde de aanbeveling nr. R(95)13 van 11 september 1995 die zich vooral toespitste op de

strafprocesrechtelijke problemen.128 De Raad van Europa heeft op het gebied van de bestudering van

de strafprocesrechtelijke problemen in een informaticaomgeving pionierswerk verricht met de opstelling

van deze laatste richtlijn.129. Hoewel het document reeds werd opgesteld in de vorige eeuw, dient

vandaag nog steeds vastgesteld te worden dat de voorliggende procedurele problematieken

ongewijzigd blijven.130 Desalniettemin kan gesteld worden dat de Europese Raad hiermee de

fundamenten voor een internationaal discussieforum legde dat uiteindelijk zal leiden tot de

124 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.179. 125 Convention on Cybercrime Council of Europe ETS no.185, 2001. Budapest. 126 Recommendation Council of Europe No. R (89) 9 adopted by the Committee of Ministers of the Council of Europe, 13 september 1989, concerning Computer-Related Crime and Report by the European Committee on Crime Problems, Strasbourg, 1990. 127 M.A. SUSSMANN, “The critical challenges from international high-tech and computer-related crime at the millennium”, Duke journal of comparative en international law 1999, Vol 9:451, p.459-462, p.451-457, p.478. 128 Recommendation Council of Europe No. R (95) 13 adopted by the Committe of Ministers of the Council of Europe, 11 september 1995, concerning Problems of Criminal Procedural Law connected with information technology and explanatory memorandum, Strasbourg, 1995. 129 P. DE HERT en G. LICHTENSTEIN, “De wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit en het formeel strafrecht”, in D. VAN GERVEN, D. DESCHRIJVER en J. BAEL (eds.), CBR jaarboek 2002-2003, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2003, p.350. 130 P. VANDENBRUWAENE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.770.

Page 45: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

37

‘Cybercrimeconventie’.131 De regisseur verantwoordelijk voor dit verdrag is dan ook niet verwonderlijk

de Raad van Europa. Het verdrag werd op 23 november 2001 in Boedapest ondertekend. Achterna

volgden nog verschillende aanvullende protocollen zoals het protocol betreffende de strafbaarstellingen

van handelingen van racistische of xenofobische aard verricht via computersystemen.132 Pas in 2012

ratificeerde België het verdrag133, maar reeds in 2000 werd op de situatie geanticipeerd met de wet

informaticacriminaliteit.

60. Het hoofddoel van het Cybercrimeverdrag is een betere samenwerking tussen landen te garanderen

om zo het fenomeen van de cybercriminaliteit op een meer adequate manier te kunnen bestrijden.

Namelijk harmonisatie bereiken tussen de verschillende nationale wetgevingen in verband met het

materieel en strafprocesrecht op gebied van cybercrime en een goede samenwerking en informatie-

uitwisseling tussen de verschillende lidstaten tot stand brengen. Zoals hierboven beschreven, kent het

internet geen grenzen en is een internationale aanpak van dit fenomeen daarom cruciaal. Gelet op het

grote belang dat staten hechten aan hun soevereiniteit is dit allesbehalve een makkelijke opdracht. Het

cybercrime verdrag kan op drie punten als zeer belangrijk beschouwd worden: (1) het zorgde voor

harmonisatie van het materiële strafrecht met betrekking tot informaticacriminaliteit; (2) Het voerde de

verplichting in om bepaalde opsporingsmethoden te regelen binnen het nationale wettelijke kader; (3)

Het zorgde voor de creatie van een systeem voor snelle internationale samenwerking.134

3.1.3 België als goeie leerling van de klas

61. België ratificeerde het Cybercrime verdrag slechts in 2012, maar dit wil daarom niet zeggen dat

België achterop hinkt. Reeds in 2000 beschikte België over een wet inzake informaticacriminaliteit. Dit

was een eerste sprong naar de aanpassing van de wetgeving aan de digitale samenleving. Hiermee

werd getracht een antwoord te bieden op de strafrechtelijke en strafprocesrechtelijke vraagstukken die

rezen door het ontstaan van het internet. De wetgever liet zich hierbij inspireren door de richtlijnen

uitgewerkt door de Raad van Europa, die hierboven werden aangehaald.135 Door deze wet werd

voorzien in enerzijds een aantal nieuwe informaticamisdrijven sensu stricto en anderzijds in nieuwe

opsporingstechnieken die voldeden aan de digitale realiteit. Ze boden een oplossing voor wat voordien

in de rechtspraak diende te worden opgelost.136 Uit de memorie van toelichting bij deze wet blijkt dat

het de wetgever al snel duidelijk werd dat de informatietechnologie een onbeduidende invloed heeft op

de samenleving. Zo stelde hij dat in de verschillende rechtstakken, waaronder ook het strafrecht,

131 P. DE HERT en G. LICHTENSTEIN, “De wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit en het formeel strafrecht”, in D. VAN GERVEN, D. DESCHRIJVER en J. BAEL (eds.), CBR jaarboek 2002-2003, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2003, p.350. 132 Additional Protocol to the Convention on Cybercrime Council of Europe ETS no. 189, 2003, concerning the criminalization of acts of a racist and xenophobic nature committed through computer systems, Strasbourg. 133 Wet van 3 augustus 2012 houdende de instemming met het Verdrag betreffende de computercriminaliteit, BS 21 november 2012. 134 J.J. OERLEMANS, Investigating Cybercrime, proefschrift Rechten Universiteit Leiden, 10 januari 2017, p.59-60. 135 M.v.t., Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr. 50K0214/001, p.9-10. 136 P. VAN LINTHOUT en J. KERKHOFS, “Actuele uitdagingen in cybercrime voor de advocatuur en magistratuur: vervolgen en verdedigen met een bot scalpel?” in P. VALCKE en J. DUMORTIER (eds.), Themis-ICT- en Mediarecht, Brugge, Die Keure, 2013, p.28.

Page 46: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

38

verplicht nagegaan moest worden of de klassieke juridische begrippen in staat zijn de nieuwe problemen

die samenhangen met de IT op te vangen. Het strafrecht moet ook in de context van de IT worden

gehandhaafd.137 De wetgever was wel degelijk klaarwakker. Natuurlijk moet dit vooruitstrevende

wetgevend initiatief verder gezet worden en constant aangepast worden aan de verder evoluerende

praktijk. Tot op heden blijkt dit een stuk moeilijker te zijn. Ten slotte moet gewezen worden op de wet

van 15 mei 2006, die een wijziging inhield van de oorspronkelijke tekst van de wet van 2000 opdat deze

beter zou ingespeeld zijn op het cybercrimeverdrag.138

3.1.3.1 Het materieel strafrecht

62. De wetgever in 2000 maakte een onderscheid tussen informatica als middel voor criminaliteit en

informatica als doel van de criminaliteit. Bij de misdrijven met informatica als middel wordt terecht

de vraag gesteld of de constitutieve bestanddelen van traditionele delicten voldoende technologie-

neutraal zijn om onverkort te kunnen worden toegepast in de context van de IT.139 Dit zal bijvoorbeeld

wel het geval zijn met betrekking tot het leiden van een drugshandel via het darknet, aangezien aan het

strafbaar feit van drugshandel op zich niets verandert door het loutere gegeven dat de modus operandi

via het internet verloopt. Toch stelde men vast dat voor tal van andere vormen van cybercriminaliteit

een vernieuwing vereist was aangezien deze niet herleid konden worden tot een traditioneel misdrijf of

de traditionele delicten niet voldoende technologie neutraal omschreven waren.140 Voor deze

cybermisdrijven sensu stricto moest een nieuwe rechtsgrond gecreëerd worden, aangezien geen

variant beschikbaar was in de reële wereld en er zo dus nog geen incriminatie voorhanden was.

63. Hierbij mag echter niet vergeten worden dat dit alles zich situeert in de jaren 1999-2000, dus dat dit

wetgevend initiatief op zich enorm innoverend was. Belangrijk is dat de wetgever in 2000 met het begrip

informaticasysteem doelde op “alle systemen voor de opslag, verwerking of overdracht van data. Hierbij

wordt vooral gedacht aan computers, chipkaarten en dergelijke, maar ook aan netwerken en delen

daarvan, evenals aan telecommunicatiesystemen of onderdelen daarvan die een beroep doen op IT”.141

Dus Facebook en Twitter maken evenzeer informaticasystemen uit volgens deze wet. Ook het begrip

gegevens werd binnen deze wet gedefinieerd als “voorstellingen van informatie die geschikt zijn voor

opslag, verwerking en overdracht via een informaticasysteem”.142 De wetgever trachtte zo technologie-

neutraal mogelijk te werk te gaan, opdat de wetgeving soepel kon worden toegepast ten aanzien van

verdere technologische evoluties. Zo ontstonden tal van nieuwe incriminaties in het strafwetboek.

Hieronder volgt een kort overzicht.

137 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr. 50K0214/001, p.3. 138 Wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de artikelen 259bis, 314bis, 504quater, 550bis en 550ter van het Strafwetboek, BS 12 september 2006. 139 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr. 50K0214/001, p.5. 140 Ibid., p.6. 141 Ibid., p.12. 142 Ibid., p.12.

Page 47: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

39

Informatie- en communicatietechnologie als middel van een misdrijf

64. In artikel 210bis, §1 Sw werd de valsheid in informatica ingevoerd. Dit kan omschreven worden

als het opzettelijk vermommen van de waarheid via datamanipulatie met betrekking tot juridisch

relevante gegevens.143 Het maakt niet uit hoe de datamanipulatie uitgevoerd werd. Zowel het invoeren

van data in een informaticasysteem, als het wijzigen of het wissen ervan is strafbaar.144 Volgens de

memorie van toelichting was hierbij een algemeen opzet vereist145 maar onder kritiek van de Raad van

State was men genoodzaakt dit aan te passen en is vandaag een bijzonder opzet vereist namelijk

valsheid in informatica met een bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden.146 Een simpel voorbeeld

is het aanpassen van de resultaten op het digitale rapport waardoor de schijn wordt opgewekt toch

geslaagd te zijn. Een ander voorbeeld is valsheid inzake digitale contracten waar de juridisch relevante

documenten niet meer op papier worden geprint en de manu worden ondertekend.147 Dit artikel moet

los gezien worden van het klassieke misdrijf schriftvervalsing148 die in de tastbare wereld plaatsvindt.

Daarenboven stelt §2 van dit artikel een andere daarmee verbonden handeling strafbaar, namelijk het

gebruik van die valse informaticagegevens. Dit betekent dat hij die, terwijl hij weet dat de verkregen

gegevens vals zijn, hiervan gebruik maakt, gestraft zal worden alsof hij de dader van de valsheid was.

Hierbij is een algemeen opzet vereist.149

65. In artikel 504quater Sv werd het misdrijf informaticabedrog ingevoerd. Dit houdt

gegevensmanipulatie in, met het oogmerk voor zichzelf of voor een ander een bedrieglijk

vermogensvoordeel te verwerven.150 Sinds de wet van 15 mei 2006 wordt niet meer vereist dat het

voordeel zich daadwerkelijk verwezenlijkt.151 Het fenomeen skimming vormt hierbij een interessant

voorbeeld: dit is fraude die erin bestaat dat door criminelen heimelijk apparatuur wordt geïnstalleerd op

een bankbiljettenverdeler waardoor de magneetstrip van de bankkaarten van de gebruikers van de

automaat wordt gekopieerd terwijl gelijktijdig hun ingetikte pincode wordt geregistreerd. Dienvolgens

worden de bankkaartgegevens gelinkt aan de respectieve codes en overgebracht op zogenaamde white

plastics om hiermee vervolgens geldafhalingen te verrichten in het buitenland.152, Een ander voorbeeld

is het wijzigen van gegevens in een personeelsregistratiesysteem om zijn aanwezigheid te registreren

en een alibi te creëren aangezien het niet strafrechtelijk veroordeeld worden een economisch voordeel

inhoudt.153 Een bijzondere opzet is vereist, namelijk het oogmerk om voor zichzelf of voor een ander

een onrechtmatig economisch voordeel te verwerven.154

143 Ibid., p.14. 144 J. KERKHOFS en P., VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.181. 145 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr. 50K0214/001, p.14. 146 J. KERKHOFS en P., VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.182.; artikel 193 Sw. 147 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr. 50K0214/001, p.14. 148 Artikel 193 Sw. 149 Artikel 210bis, §2 Sw. 150 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr. 50K0214/001, p.15. 151 Artikel 4 wet 15 mei 2006. 152 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.183.; Corr. Dendermonde 14 mei 2007, T.Strafr. 2007, afl.7, p.403. 153 J. KEUSTERMANS en T. DE MAERE, “Tien jaar wet informaticacriminaliteit”, RW 2010-11, nr.14, p. 564. 154 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.184.

Page 48: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

40

Informatica- en communicatietechnologie als doel van het misdrijf

66. De volgende twee misdrijven werden in het strafwetboek ondergebracht onder een aparte titel,

namelijk onder de titel IXbis ‘Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van

de informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of

overgedragen’. Hieronder kan eerst het reeds ingeburgerde misdrijf hacking of de ongeoorloofde

toegang tot een informaticasysteem gecatalogeerd worden, onder artikel 550bis Sv. Dit wordt

omschreven als het wederrechtelijk toegang bekomen tot een informaticasysteem of een deel daarvan

waartoe men niet gerechtigd is.155 Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen interne (§2) en

externe hacking (§1). Een voorbeeld van interne hacking is de situatie waar werknemers die hun

toegangsbevoegdheid in het intern bedrijfsnetwerk misbruiken om bepaalde data voor eigen rekening

te benutten.156 Hierbij heeft men dus toegangsbevoegdheid tot een informaticasysteem, maar wordt die

bevoegdheid overschreden. Een bijzonder opzet is hierbij vereist. Bij externe hacking heeft men

daarentegen geen toegangsbevoegdheid tot een informaticasysteem, maar gaat men onbevoegd het

systeem binnendringen. Als voorbeeld hierbij, het inbreken in een informaticasysteem door misbruik te

maken van de inherente zwakheden van het systeem.157 De strafbaarheidsdrempel ligt lager bij de

externe hacking aangezien slechts een algemeen opzet vereist is. Desalniettemin kan een bijzonder

opzet als verzwarende omstandigheid beschouwd worden.158

67. Ten slotte werd ook het misdrijf data- en informaticasabotage ingevoerd in artikel 550ter Sv. dat

elke kwaadwillige manipulatie van gegevens omvat.159 In plaats van tastbare voorwerpen viseert de

wetgever hier de niet-tastbare digitale data. Het manipuleren of vernietigen van deze data wordt

gesanctioneerd. Dit is bijvoorbeeld de situatie waarin een harde schijf of een centrale server onbruikbaar

wordt gemaakt of de situatie waarbij een virus wordt ingebracht.160 Net zoals bij de externe hacking het

geval is, is hier een algemeen opzet vereist en zal een bijzonder opzet aangenomen kunnen worden

als verzwarende omstandigheid.161

Evaluatie van de toekomst

68. De technologische evolutie blijft zich volop verder manifesteren, zo ook de mogelijkheden voor

criminelen om misdrijven op tal van andere manieren te voltrekken. De wetgever in 2000 was innovatief

en vooruitstrevend. Het is op zijn minst frustrerend om vast te stellen dat deze trend een stille dood

gestorven is. Heden ten dage zijn reeds tal van nieuwe vormen van cybercriminaliteit opgedoken

waarmee de wetgever zich geen raad weet. Ook zijn er tal van lacunes en onduidelijkheden in de

wetgeving omtrent de aanpak van traditionele misdrijven binnen een digitale context. Hierbij kan

bijvoorbeeld gedacht worden aan het misdrijf valse naamdracht162 die volledig toegespitst is op de reële

155 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr. 50K0214/001, p.16. 156 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.186. 157 Corr. Brussel 8 november 1990, Computerr. 1991, afl. 1, p.31. 158 Artikel 550bis, §1, lid 2 Sv. 159 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr.50K0214/001, p.18. 160 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.189. 161 Artikel 550ter, §1 Sv. 162 Artikel 231 Sw.

Page 49: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

41

wereld. De vraag die hierbij rijst is of het aannemen van een nickname hier ook onder te catalogeren

valt.163 Zo’n situaties leiden tot grote rechtsonzekerheid, zowel ten aanzien van de burger als ten

aanzien van de overheid.

3.1.3.2 Het strafprocesrecht

69. Door de wet informaticacriminaliteit werden ook een aantal nieuwe opsporings- en

onderzoekshandelingen aangereikt die toepasbaar zijn binnen een digitale context. Reeds in 2000,

situeerde het probleem zich voornamelijk hier, namelijk het gebrek aan effectiviteit van de opsporing en

de bewijsvoering in de IT-context. Opsporing en bewijsvoering werden als het voornaamste probleem

ervaren bij de bestrijding van de criminaliteit op de informatiesnelweg.164 Wegens de beperkte omvang

van deze masterproef volgt hieronder slechts een beknopte bespreking van de door deze wet voorziene

bevoegdheden. Ondertussen werden reeds verschillende wijzigingen aangebracht, wat later in de

masterproef duidelijk zal worden.

Het digitaal databeslag

70. Ten eerste kan gewezen worden op de mogelijkheid van het digitaal databeslag in handen van de

procureur des Konings (oud artikel 39bis Sv). Ook voor de onderzoeksrechter werd in deze mogelijkheid

voorzien.165 De klassieke inbeslagname166 was onvoldoende opgewassen tegen de digitale realiteit

waardoor in een virtueel alternatief voorzien werd. Het in beslagnemen van digitale gegevens met het

oog op de bewijslevering of verbeurdverklaring leverde heel wat problemen op in de praktijk aangezien

de klassieke inbeslagname louter gericht was op de onttrekking van het materiële goed. Inbeslagname

van elektronische gegevens an sich was niet mogelijk.167 De gerechtelijke overheid wil daarentegen

soms enkel over de data beschikken en het informaticasysteem of andere drager ter plaatse laten.168

De wet van 2000 zorgde ervoor dat het nog steeds mogelijk was om digitaal bewijs in beslag te nemen

door de drager in beslag te nemen, zoals de computer of de smartphone zelf waarop de data

beschikbaar zijn. Maar, wanneer dit overbodig of onmogelijk is en enkel de data beschikbaar op de

computer of smartphone geviseerd worden, mogen de opsporingsautoriteiten deze kopiëren op eigen

materiële dragers. De data worden op de oorspronkelijke drager bij de verdachte verder ontoegankelijk

gemaakt maar blijven wel ter plaatse. Wanneer het om technische redenen niet mogelijk is om data te

kopiëren en over te zetten op eigen dragers, kan men de gegevens ter plaatse laten staan en

ontoegankelijk maken om zo de integriteit van de gegevens te waarborgen.169 In sommige gevallen

wordt de in beslag genomen data niet geblokkeerd en blijft het mogelijk voor de beslagene om deze

verder te gebruiken, namelijk wanneer dit bijvoorbeeld nodig blijkt te zijn voor de continuïteit van de

163 C. CONINGS en P., VAN LINTHOUT, “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor justitie en politie”, Panopticon 2012, nr.33(2), p.215. 164 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr.50K0214/001, p.7. 165 Oud artikel 89 Sv. 166 Artikel 35 e.v. Sv. 167 P. DE HERT en G. LICHTENSTEIN, “De wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit en het formeel strafrecht” in D. VAN GERVEN, D. DE SCHRIJVER, J. BAEL (eds.), CBR Jaarboek 2002-2003, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2003, p.392. 168 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr.50K0214/001, p. 20. 169 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.190.

Page 50: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

42

werking van een organisatie.170 In twee gevallen moet na het kopiëren van de data, verplicht overgegaan

worden tot het wissen ervan, wanneer deze in strijd zijn met de openbare orde of goede zeden of

wanneer ze een gevaar inhouden voor schade bv. virussen.171 De eigenaar van het informaticasysteem

zal van het databeslag op de hoogte moeten worden gesteld aangezien dit een niet-heimelijke

maatregel betreft.172

De netwerkzoeking

71. Naast het digitaal databeslag werd ook voorzien in de netwerkzoeking (oud artikel 88ter Sv.).

Wanneer bijvoorbeeld tijdens een huiszoeking een informaticasysteem aangetroffen wordt, mag op

basis van de informaticazoeking enkel en alleen worden gezocht in het aangetroffen systeem zonder

daarbij verbinding te maken met andere systemen. Daartegenover staat echter dat het net kenmerkend

is voor de cyberwereld dat computers en andere digitale snufjes met elkaar verbonden zijn door middel

van verschillende netwerken. Op dit fenomeen speelt de netwerkzoeking in. Dit artikel bepaalt de

voorwaarden voor de uitbreiding van de zoeking in een informaticasysteem naar elders gesitueerde

systemen. Hierbij moet het gaan om onderling verbonden systemen.173 Na het aftoetsen van

verschillende cumulatieve voorwaarden174, wordt toegelaten dat niet enkel gezocht wordt in het

voorhanden zijnde informaticasysteem of een deel daarvan maar ook in het informaticasysteem of een

deel daarvan dat zich op een andere plaats bevindt dan daar waar de zoeking plaatsvindt.175 Zo zullen

speurders bijvoorbeeld via het onderzochte informaticasysteem kunnen overgaan tot een zoeking op

het facebookaccount van de betrokkene. De wet van 2000 bepaalde dat de onderzoeksrechter hierbij

tot de nodige beoordeling zou overgaan aangezien hij hiervoor bevoegd was.176 Toch is deze

bevoegdheid enigszins beperkt aangezien enkel een netwerkzoeking kan worden uitgevoerd ten

aanzien van informaticasystemen waarvan de geviseerde persoon gerechtigd is het te gebruiken.177

Dus niet om het even welk computersysteem die in verbinding staat met het onderzochte

informaticasysteem kan onderzocht worden. De technische verbinding via de netwerken moet een

element van permanentie en stabiliteit inhouden, en niet louter occasioneel zijn.178 Daarenboven is het

ook niet toegelaten dat de overheid via eigen systemen binnendringt in andere systemen.179 Ten slotte

moet hierbij gewezen worden op het openlijk karakter van de netwerkzoeking, wat het onderscheidt van

de tapbevoegdheid van artikel 90ter Sv.180

170 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr.50K0214/001, p. 20. 171 Ibid., p. 20-21. 172 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr50K0214/001, p.21. 173 Ibid., p. 22. 174 Ibid. 175 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Internetrecherche: informaticatap en netwerkzoeking, licht aan het einde van de tunnel”, T. Strafr. 2008/2, p.88. 176 Oud artikel 88ter, §1 Sv. 177 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr.50K0214/001, p.23. 178 Ibid. 179 Ibid. 180 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijsmateriaal, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.131.

Page 51: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

43

De medewerkingsverplichting

72. De wetgever voorzag vervolgens in een medewerkingsverplichting (Art 88quater Sv) waarbij een

onderscheid dient gemaakt te worden tussen de actieve en de passieve versie er ervan. Deze

bevoegdheid ligt in handen van de onderzoeksrechter. In artikel 88quater, §1 Sv. werd voorzien in een

passieve medewerkingsverplichting, wanneer een informaticasysteem doorzocht wordt, kan de

onderzoeksrechter eenieder waarvan hij vermoedt dat hij over een bijzondere kennis in verband met dit

informaticasysteem beschikt, verplichten inlichtingen hierover te verstrekken. In artikel 88quater, §2 Sv.

werd daarentegen voorzien in een actieve medewerkingsplicht, de persoon die de onderzoeksrechter

geschikt acht, zal hierbij zelf het informaticasysteem moeten bedienen. Deze bevoegdheid van de

onderzoeksrechter is tot op heden van groot belang, gezien de kennislacunes waar de politie zelfs op

vandaag nog mee te kampen heeft. Zo kan eenieder waarvan vermoed wordt dat hij/zij over een

bijzondere kennis van het onderzochte informaticasysteem beschikt, gedwongen worden om de

beveiliging van gegevens en/of de versleuteling van gegevens te doorbreken, en de gegevens in

verstaanbare vorm voor te leggen aan de onderzoeksrechter.181 Rekening houdende met de

voorhanden zijnde encryptiemogelijkheden, is deze medewerkingsverplichting van zeer groot belang.

De hulp van deskundigen om voor het onderzoek belangrijke informatie in leesbare vorm om te zetten

kan cruciaal zijn. Dit kan ook van belang zijn in de situatie waarbij bitcoins in beslag dienen te worden

genomen, maar deze echter verscholen zitten achter een beveiligde wallet.182 Personen die hierover

een specifieke kennis ontwikkeld hebben kunnen gedwongen door de onderzoeksrechter om de

beveiliging op te heffen. Aan de niet-medewerking is in beide gevallen een strafrechtelijke beteugeling

verbonden.183 Hierbij dient erop gewezen te worden dat wegens het verbod op zelfincriminatie, de

actieve medewerkingsverplichting niet gehanteerd kan worden ten aanzien van de verdachte zelf of

diens nabije familie.184 De passieve medewerkingsverplichting daarentegen wel. Dit standpunt werd

recent bevestigd door de kamers van inbeschuldigingstelling van Gent en Antwerpen.185 Het is de

onderzoeksrechter bijvoorbeeld toegelaten om de verdachte via een bevel te dwingen de pincode van

zijn gsm te geven. Dit is zoals advocaat-generaal Frank Schuermans het verwoordt

‘Straatsburgbestendig’ en niet in strijd met het zwijgrecht, aangezien aan de informaticasleutels zelf

geen incriminatie vasthangt. Het is alleen wat er nadien mee gevonden kan worden, dat kan

incrimineren.186

73. Ook operatoren van elektronische communicatienetwerken en aanbieders van elektronische

communicatiediensten zijn gebonden aan een medewerkingsverplichting.187 Door de wet digitaal

speurwerk, die later in deze masterproef zal besproken worden, en meer bepaald als gevolg van de

Yahoo-rechtspraak, werd een ruime omschrijving gegeven aan het begrip verstrekker van een

181 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.192. 182 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.497. 183 Artikel 88quater, §3 Sv. 184 Artikel 88quater, §2, 2de lid Sv. 185 KI Antwerpen inzake S.A., 17 december 2017, onuitg.; KI Gent, inzake R.P., 8 februari 2018, onuitg. 186 F. SCHUERMANS, “Verdachte heeft passieve medewerkingsplicht bij zoekingen in zijn smartphone”, De Juristenkrant 2018, afl. 364, p.1 en 3. 187 Artikel 46bis, 88bis en 90quater Sv.

Page 52: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

44

elektronische communicatiedienst. Met de wet van 2000 maakte dit een aanpassing uit van artikel

109ter van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische

overheidsbedrijven.188 Sinds 2007 is de rechtsbasis hiervan definitief te vinden in artikel 46bis Sv.189

Hierdoor kan een operator gedwongen worden over te gaan tot het meedelen van

identificatiegegevens, bijvoorbeeld wie schuilgaat achter een bepaald IP-adres, telefoonnummer, e-

mailadres, etc..190 Op basis van artikel 88bis Sv. kunnen verkeers- en locatiegegevens bekomen

worden, bijvoorbeeld wie met wie verbinding heeft gemaakt, wanneer twee verschillende nummers met

elkaar verbinding hebben gemaakt, de lokalisatie van een gsm ten aanzien van een mast, etc.191 Ten

slotte heeft artikel 90quater, §2 Sv betrekking op de medewerkingsverplichting van de operatoren en

aanbieders binnen het kader van de tapregeling. Hierdoor wordt het mogelijk om ook de inhoud van

de communicatie te bekomen. Ook hier zal niet-medewerking strafrechtelijk worden gesanctioneerd.192

74. Belangrijk hierbij is dat het in alle gevallen enkel gaat om het verstrekken van bepaalde informatie

die de dienstverstrekker onder zich heeft en niet dat bepaalde gegevens door de betrokkene moeten

worden gecreëerd of bewaard, want dat wordt geregeld in de aparte dataretentiewet.193 (zie verder).

188 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr.50K0214/001, p.30. 189 Wet van 23 januari 2007 tot wijziging van artikel 46bis Sv., BS 14 maart 2007. 190 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T.Strafr. 2010/4, p.191. 191 Ibid., p.192. 192 Artikel 46bis, §2, 4de lid Sv; Artikel 88bis, §4, 3de lid Sv.; Artikel 90quater, §2, derde lid Sv. 193 C. CONINGS en S. ROYER, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem Crimen 2017, p.321.

Page 53: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

45

De aanpassing van de klassieke tapwetgeving

75. Ten slotte werd in de wet van 2000 ook voorzien in een aanpassing van de klassieke

tapwetgeving. De klassieke tapwetgeving voorziet in een wettelijke omkadering van de bevoegdheid

tot het onderscheppen van telecommunicatie. Met andere woorden de bevoegdheid tot het

onderscheppen van de inhoud van de communicatie. Nochtans verkrijgt de communicatie onder artikel

8 EVRM bescherming aangezien het deel uitmaakt van het begrip ‘privéleven’.194 Een aantasting

hiervan moet met voldoende wettelijke waarborgen zijn omgeven en is slechts in beperkt aantal gevallen

toelaatbaar.195 Hierbij gaat het wel degelijk om de inhoud van de communicatie die onderschept wordt

en niet om de metadata zoals door de hierboven besproken, artikelen 88bis en 46bis Sv mogelijk

gemaakt wordt. Toch dient hierbij opgemerkt te worden dat ook metadata vallen onder de bescherming

van de artikelen 8 EVRM.

76. Wegens het sterk indringende karakter van deze maatregel werd de bevoegdheid hiertoe beperkt

tot de situatie waarin er ernstige aanwijzingen zijn van misdrijven voorkomend op de taplijst, wat de

meest ernstige misdrijven uitmaakt.196 Ook inbreuken op de drugswetgeving behoort tot de taplijst(34°).

Het belangrijkste kenmerk is dat dit alles heimelijk verloopt. Principieel werd deze bevoegdheid in

handen van de onderzoeksrechter gelegd tenzij er sprake is van betrapping op heterdaad. Dan kan de

procureur des Konings in geval van specifiek bepaalde misdrijven ook overgaan tot het nemen deze

maatregel.197

77. De tapwetgeving werd reeds in 1994 geïntegreerd in de artikelen 90ter en volgende Sv. en was

volledig gebaseerd op de klassieke communicatie en telecommunicatie die de digitale evolutie verder

volledig negeerde.198 Dit met als gevolg dat deze wet al snel afgeschreven raakte. Er werd volledig

voorbijgegaan aan de eigen realiteit van het internet, waar elektronische gegevens het voorwerp

uitmaken van communicatie op de elektronische snelweg.199

78. Reeds in 1998 werd de klassieke tapwetgeving aangepast aan de constant evoluerende

telecommunicatiesector.200 Ook de wetgever in 2000 zorgde voor verdere aanpassingen. Hij heeft aan

artikel 90ter Sv. een interpretatie gegeven die het artikel mee aanpaste aan de voorhanden zijnde

internetrealiteit en de nieuw opgedoken problematieken.201 Hierdoor werd het toepassingsgebied van

194 Artikel 8, lid 1 EVRM: een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 195 Artikel 8, lid 2 EVRM: Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. 196 Oud artikel 90ter, §2 Sv. 197 Artikel 90ter, §5 Sv. 198 Wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en openen van privécommunicatie en telecommunicatie, BS 24 januari 1995. 199 Mvt, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.6. 200 Wet tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie, BS 22 september 1998. 201 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.193.

Page 54: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

46

de tapmaatregel verruimd naar elke vorm van moderne telecommunicatie, die tapbaar of afluisterbaar

is tijdens de overbrenging ervan.202 Daarnaast moet erop gewezen worden dat de oorspronkelijke

tapmaatregel enkel van toepassing was op telecommunicatie tijdens de overbrenging ervan.203 Dus de

fase tussen het versturen en de ontvangst van het bericht. Dit is een moeilijk te situeren fase, zeker

wanneer dit moet worden toegepast op de internetwereld. De minister heeft in het kader van de

bespreking van de wet van 2000 heeft een ruimere interpretatie gegeven aan het begrip ‘transmissie’

waardoor het toegestaan is om deze gegevens op de plaats waar ze -tijdelijk – terechtgekomen zijn te

onderscheppen. Een bericht blijft in het stadium van de overbrenging zolang het niet door de

geadresseerde werd ontvangen.204 De wet van 2000 paste de bestaande maatregel verder op drie

punten aan: ten eerste werd de lijst van misdrijven waarvoor een tapmaatregel mogelijk is uitgebreid tot

de nieuwe digitale situaties. Daarnaast werden ook bijzondere medewerkingsverplichtingen voor

operatoren en dienstenverstrekkers ingevoerd inzake het onderscheppen van telecommunicatie, zoals

hierboven besproken en ten slotte werd bepaald dat de beveiligings- en versleutelingstechnieken die

thans beschikbaar zijn, ook door de gerechtelijke overheid kunnen worden aangewend om de

vertrouwelijkheid en de integriteit van het tapmateriaal te waarborgen.205

79. In het kader van de tapmaatregel moet ook gewezen worden op de wijziging aangebracht door de

hieronder besproken BOM-wetgeving. Deze wet zorgde er namelijk voor dat in het kader van artikel

90ter Sv het mogelijk werd om binnen te dringen in een woning of een private plaats om het mogelijk te

maken telecommunicatie af te luisteren, er kennis van te nemen of op te nemen met technische

hulpmiddelen.206

Evaluatie van de toekomst

80. Reeds in 1999 werd het tekort aan strafprocesrechtelijke regels ervaren als het grootste probleem

van de toenmalige strafrechtelijke aanpak van cybercriminaliteit.207 De wet informaticacriminaliteit

probeerde hier enigszins een oplossing voor te bieden en had de niet mis te verstane ambitie om de

actoren van justitie de adequate juridische instrumenten aan te reiken om de criminaliteit op de

informatiesnelweg te kunnen bestrijden.208 Toen reeds werd onder meer gesteld dat er dringend nood

was aan specialisatie bij de politionele en gerechtelijke diensten.209 Het is enigszins teleurstellend dat

gedurende lange tijd de roep naar specialisatie te weinig beantwoord bleef en de actoren van justitie en

politie tot op heden nog steeds niet beschikken over de nodige adequate juridische instrumenten om

cybercrime te lijf te gaan. De ter beschikking gestelde tools door de wet van 28 november 2000 inzake

informaticacriminaliteit zijn reeds achterhaald. Bovendien zijn ze gebaseerd op slechts een beperkt

aantal artikelen in het wetboek van strafvordering, terwijl hun belang steeds meer toeneemt. Het is

202 Ibid., p.194. 203 Artikel 90ter, §1 Sv. 204 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.193. 205 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr.50K0214/001, p.29-30. 206 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.208. 207 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr.50K0214/001, p.7. 208 J. KERKHOFS en P. VAN LINTHOUT, “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p.179. 209 Mvt, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr.50K0213/001 en nr.50K0214/001, p.7.

Page 55: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

47

betreurenswaardig vast te stellen dat het tot 2016 duurt vooraleer aan deze wetgeving verder gesleuteld

wordt opdat deze beter zou aangepast zijn aan de digitale realiteit.

3.1.4 De BOM-wetgeving van 2003

81. Deze wet creëerde na aandringen van zowel de burgers als de politieambtenaren een wettelijke

grondslag voor de bijzondere opsporingsmethoden210 die voordien louter in circulaires geregeld

werden. Het doel bij het opstellen van deze wet was onder meer het scheppen van rechtszekerheid

voor zowel de rechtsonderhorigen die het voorwerp kunnen zijn van die methoden als voor de

politieambtenaren die deze methoden dienen uit te voeren. Het regelt de bijzondere tools die ter

beschikking gesteld worden van de opsporingsambtenaren in uitvoering van hun taak zoals voorzien

door artikel 8 Sv namelijk het bestrijden van criminaliteit. Bovendien vormen de bijzondere

opsporingsmethoden vaak een inbreuk op het recht op eerbiediging van het privé-leven. Een beperking

van dit recht behoeft, ingevolge de werking van artikel 8(2) EVRM, een wettelijke basis die voldoet aan

de kwalitatieve vereisten van voorzienbaarheid en toegankelijkheid.211

De wetgever heeft doelbewust het begrip ‘bijzondere opsporingsmethode’ niet gedefinieerd, aangezien

hij stelt dat het om een evolutief begrip gaat.212 De misdadiger past zijn methode constant aan, met als

gevolg dat de beschikbare tools voor de politieambtenaren ook flexibel dienen te kunnen zijn. Daarom

heeft de wetgever zich beperkt tot het exhaustief opsommen van de methoden die deel ervan uitmaken

namelijk de observatie, de infiltratie en de informantenwerken.213 Deze onderzoeken vinden heimelijk

plaats, zonder dat de verdachte hiervan op de hoogte wordt gesteld. Wanneer anders zou gehandeld

worden zouden de methoden compleet zinloos zijn.214 Naast de bijzondere opsporingsmethoden

worden ook ‘de andere onderzoeksmethoden’ geregeld zoals het direct afluisteren, het openen en

onderscheppen van post, etc. Deze maatregelen zijn vaak minder indringend en hierbij wordt niet

voorzien in een vertrouwelijk dossier, wat ze onderscheid van de bijzondere opsporingsmethoden. Een

derde categorie die geregeld wordt door de BOM-wetgeving zijn ‘de politionele

onderzoekstechnieken’. Dit zijn technieken die binnen een bepaalde bijzondere opsporingsmethode

kunnen aangewend worden en die ter ondersteuning ervan dienen zoals de pseudo-koop, de pseudo-

verkoop, de gecontroleerde doorlevering, etc.215 Deze laatste worden verder uitgewerkt in een KB van

9 april 2003 betreffende de politionele onderzoekstechnieken216 en zijn vooral van belang in het kader

van de infiltratie. (Zie Deel III)

210 Wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, BS 12 mei 2003. 211 C. DE ROY en S. VANDROMME, Bijzondere opsporingsmethoden en aanverwante onderzoeksmethoden, Antwerpen, Intersentia, 2004, p.2. 212 Mvt, Parl. St. Kamer 2001-02. nr.50K1688/001, p.8. 213 H. BERKMOES en J. DELMULLE, De bijzondere opsporingsmethoden en enig andere onderzoeksmethoden, Brussel, Politea, 2011, p.129. 214 Mvt, Parl. St. Kamer 2001-02. nr.50K1688/001, p.8. 215 Ibid. 216 BS 12 mei 2003.

Page 56: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

48

82. Misdrijven vinden meer en meer plaats op het internet. De politiediensten hebben ook voldoende

bijzondere virtuele tools nodig om deze heimelijk te lijf te gaan. Het grote probleem met de BOM-

wetgeving is dat deze in 2003 opgesteld werd met het oog op de reële wereld. Er was nog onvoldoende

interesse in of besef van de enorme potentiëlen die het internet biedt zowel ten aanzien van de

misdadiger als ten aanzien van de politieambtenaar. De BOM-methoden zouden enorme kansen

kunnen bieden in het kader van de digitale recherche, maar bij de opstelling van de wet werd geen

duidelijkheid verschaft omtrent de vertaling ervan naar de virtuele wereld. De BOM-wet heeft lange tijd

geen technologische herziening gekend terwijl de digitale samenleving alsmaar verder evolueerde.

Hierdoor stond de cybercrimineel sterker in zijn schoenen dan de cyberagent. Dit had tot gevolg dat

zowel ten aanzien van de politie als ten aanzien van de burger er terug rechtsonzekerheid ontstond.

Het digitale kader waarbinnen de politie kon opereren was niet wettelijk afgelijnd en ook de burgers

konden niet correct inschatten aan welke bijzondere onderzoeksmethoden ze mogelijk blootgesteld

werden op het internet. Opnieuw is het frustrerend om vast te stellen dat het duurde tot 2016 vooraleer

een digitale aanpassing tot stand kwam.

3.2 Wake-up call

3.2.1 Een ziekte is maar zo gevaarlijk als het gebrek aan geneesmiddelen

83. Een ziekte is maar zo gevaarlijk als het gebrek aan geneesmiddelen.217 Het gebrek aan tools voor

opsporingsambtenaren in de strijd tegen cybercrime is tot op vandaag de grootste zorg. Wanneer niet

voldoende digitale tools voorhanden zijn en er geen duidelijk wettelijk kader geschapen wordt omtrent

de toepassing van de bestaande tools in een digitale context, hebben de virtuele criminelen vrij spel. Ze

zullen bovendien handig gebruik maken van deze onzekerheden. De wetgever viel in 2000 in een diepe

slaap, zoals vaak eens het geval is in België. Het digitale landschap liet hem volledig koud wat alleen al

blijkt uit het feit dat het tot 2016 duurde vooraleer een aanpassing van de bijzondere

opsporingsmethoden plaatsvond met de wet digitaal speurwerk.218 Politie en justitie werden

daarentegen steeds meer geconfronteerd met de belangrijke beperkingen van het toenmalige juridische

kader, dat voornamelijk gericht was op de reële wereld. Het gebrek aan aangepaste wetgeving maakte

het bijzonder moeilijk voor parketmagistraten of onderzoeksrechters om te bepalen hoe en in welke

mate zij hun politiemensen konden toelaten zich in de cyberwereld te begeven om er bewijsmateriaal te

vergaren.219 Tijdens een interview in 2015 merkten onderzoeksrechter Philippe van Linthout en federaal

magistraat Jan Kerkhofs op dat de Belgische politie nog steeds diende te roeien met de riemen die ze

hadden. Ze moesten de doos met wetten uitkappen op tafel om te zien wat ze er mee konden doen in

217 D. LEESTMANS, “Er is te weinig bekommernis over cybercriminaliteit”, De Juristenkrant 2015, afl. 312, p.8. 218 Wet van 25 december 2016 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en het Strafwetboek, met het oog op de verbetering van de bijzondere opsporingsmethoden en bepaalde onderzoeksmethoden met betrekking tot internet en elektronische en telecommunicaties en tot oprichting van een gegevensbank stemafdrukken, BS 17 januari 2017. 219 C. CONINGS en P. VAN LINTHOUT, “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor politie en justitie”, Panopticon 2012, nr.33(2), p.213.

Page 57: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

49

een digitale context. De pragmatische benadering kon volgens hen beter vervangen worden door een

nieuw arsenaal aan wettelijke mogelijkheden aangepast aan de noden van de tijd.220

3.2.2 Het doorvoeren van een mentaliteitswijziging

84. Koens Geens, minister van justitie sinds 2014, is volop bezig met de modernisering van de

wetgeving in de verschillende rechtstakken.221 In 2016 en 2017 werden reeds belangrijke stappen gezet

tot een hervorming van het straf- en strafprocesrecht met de welbefaamde Potpourri-II wet.222 Na lange

tijd ontwaakt de wetgever. De KIV223, opgesteld onder leiding van de minister van Justitie Koen Geens

en de minister van Veiligheid en Binnenlandse zaken Jan Jambon, kan hierbij gezien worden als een

van de kantelmomenten. Het vormde het startpunt van de aanpassing van het strafprocesrecht aan de

digitaliserende maatschappij aangezien dit na lange tijd, het eerste officiële document was die het

gevaar van ‘internet als facilitator voor criminaliteit’ onder woorden bracht. Verder kan ook gewezen

worden op het hoofdstuk betreffende ‘Cybercrime en Cybersecurity’.224 De nood werd gevoeld om een

actualisatie door te voeren van de middelen die door de gerechtelijke autoriteiten ter beschikking werden

gesteld om bewijzen te kunnen verzamelen in informaticasystemen.225 Het wetgevend kader diende

dringend aangepast te worden aan de noden van de digitale realiteit. Een van de transversale thema’s

en uitdagingen in de KIV 2016-2019 luidt ‘het internet en ICT als facilitator voor criminaliteit maar

ook voor veiligheidshandhaving en opsporing’. Hierbij wordt gesteld dat de internetinnovatie en bij

uitbreiding alle technologische innovaties, ervoor zorgen dat nieuwe technologieën de concrete

uitvoering van de verschillende fases van een als misdrijf omschreven feit continue wijzigen.226 Toch is

er ook het besef dat internet niet enkel mogelijkheden biedt voor criminelen, maar daarentegen ook een

opportuniteit vormt voor de criminaliteitsbestrijding en voor de veiligheidshandhaving.227 Daartoe zullen

verschillende stappen gezet moeten worden. Een integrale en geïntegreerde aanpak vormt hierbij het

uitgangspunt.

85. Een eerste stap binnen het veiligheidsketen is de beeldvorming. Deze masterproef kan hieraan een

steentje bijdragen. De virtuele criminelen moeten wakker geschud worden. Volgens het KIV moet de

nadruk hierbij zo veel mogelijk liggen op de detectie en finale arrestatie van daders en georganiseerde

misdaadgroepen om de illusie terug te dringen dat internet een vrijplaats is voor crimineel gedrag.228

220 D. LEESTMANS, “Er is te weinig bekommernis over cybercriminaliteit”, De Juristenkrant 2015, afl. 312, p.9. 221 K. GEENS, Potpourri-wetten overzicht, www.koengeens.be/policy/potpourri-wetten-overzicht. 222 Wet van 5 februari 2016 betreffende de wijziging van het strafrecht en de strafvordering houdende diverse bepalingen in justitie, BS 19 februari 2016. 223 K. GEENS en J. JAMBON, KIV 2016-2019, p.20-23, justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf. 224 Ibid., p.83-88. 225 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.7. 226 K. GEENS en J. JAMBON, KIV 2016-2019, p.21, justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf. 227 Ibid. 228 Ibid.

Page 58: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

50

86. Wat de preventie betreft moeten zowel de burgers als de overheid zich bewust zijn van de risico’s

verbonden aan een onvoldoende veilig gebruik van het internet.229 Ook de gevaren waaraan men bloot

gesteld wordt bij het gebruik van het darknet moeten benadrukt worden. Hierbij dient opgemerkt te

worden dat de media hier goed werk leveren. Wanneer nieuws over het darknet wordt verspreid gaat

dit steeds gepaard met een negatieve connotatie, wat angst inboezemt bij de burgers.

87. Vooral op vlak van repressie zullen tal van wijzigingen moeten plaatsvinden. Zo wordt er algemeen

gesteld dat er meer ingezet moet worden op het efficiënter online detecteren van misdrijven door

politiediensten. Maar dit vereist een aanpassing en evaluatie van de bestaande wetgeving en de uitbouw

van ‘internetpatrouilles’ en ‘internetrecherche’.230

Eerst wordt de herziening van de wetgeving vooropgesteld opdat deze zou aangepast zijn aan de

digitale wereld. Vooral een hervorming van de wetgeving betreffende de bijzondere

opsporingsmethoden wordt bovenaan op de agenda geplaatst. Ook tal van andere wetgeving,

afgestemd op de reële wereld, zullen aan evaluatie en aanpassing onderhevig zijn. Dit dient te gebeuren

met respect voor verschillende fundamentele rechten zoals het recht op bescherming van de

persoonlijke levenssfeer. Er moet daarbij ook oog zijn voor het behoud van de nodige flexibiliteit voor

mogelijke verdere evoluties.231

Vervolgens wordt als uitdaging gesteld dat de uitbouw van internetpatrouilles en internetrecherche met

de nodige aandacht voor de opleiding van deze online politieagenten gebeurt.232 Twee factoren hierbij

zijn cruciaal: enerzijds moeten de nodige tools ter beschikking gesteld worden in het strafprocesrecht

om deze vorm van criminaliteit te bestrijden en anderzijds moet er voldoende specialisatie van de

cyberpolitie zijn opdat zij die tools op een correcte manier kunnen hanteren. Specialisering, een

doorgedreven investering in mensen en middelen en een voortdurende uitwisseling van expertise en

kennis tussen de verschillende schakels van het veiligheidsketen is een must.233

Ten derde wordt gewezen op het belang van een goede samenwerking tussen de overheid, de burgers

en bedrijven.234 Daar waar de politie vaak geconfronteerd wordt met capaciteitsproblemen kan er

misschien op deze manier hierop een antwoord geboden worden. Bovendien moet niet enkel de politie

vertrouwd raken met de opportuniteiten die internet biedt maar, ook de magistratuur zodat voorzien kan

worden in een aangepast vervolgingsbeleid.235

88. Ten slotte wordt binnen het KIV gewezen op het belang van zowel een goeie internationale

samenwerking als een goeie samenwerking tussen verschillende nationale actoren. Er wordt benadrukt

dat het internet dynamischer is dan ooit te voor, wat ervoor zorgt dat er nood is aan een permanente

overlegstructuur om op een zo adequaat mogelijke wijze informatie te verzamelen. Men moet een

229 Ibid., p.22. 230 Ibid. 231 Ibid. 232 Ibid. 233 Ibid., p.23. 234 Ibid., p.22. 235 Ibid., p.23.

Page 59: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

51

antwoord kunnen bieden op de constante digitale veranderingen en vernieuwingen. Deze permanente

overlegstructuur zou bestaan uit specialisten van de politie-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten,

gespecialiseerde inspectiediensten, het openbaar ministerie, de academische wereld en de private

sector en heeft als doel de nieuwe ontwikkelingen op te volgen en na te gaan welke mogelijkheden deze

bieden op vlak van veiligheidshandhaving en criminaliteitsbestrijding.236

89. Men kan dit transversaal thema van de KIV samenvatten in drie woorden: moderniseren, investeren

en samenwerken. Mooie beloften werden gemaakt op dit stukje papier, maar deze moeten natuurlijk

ook omgezet worden in de praktijk. Hierbij kan geconcludeerd worden dat de KIV eigenlijk een loutere

herhaling is van wat reeds enige tijd door verschillende bronnen geopperd werd. Toch kan dit gezien

worden, als eerste nationale officiële document dat bijdraagt tot de bewustwording omtrent de

achterhaalde wetgeving van vandaag. Dit document schudt de wetgever wakker. Een eerste officiële

roep, na een lange periode van stilzwijgen.

3.2.3 Belofte maakt schuld

90. De wetgever bleef niet langer bij de pakken zitten en zette verschillende beloften om in daden.237

Zo kwam er de welbefaamde Potpourri-II wet die zorgde voor een serieuze hervorming van het

strafrechtelijke landschap. Modernisering was hierbij het uitgangspunt. Wat betreft het IT-onderzoek,

paste de tweede Potpourri-wet onder meer de opsporingsbevoegdheden met betrekking tot

elektronische communicatie op meerdere punten aan.238 Er werd daarenboven ook voorzien in een

nieuwe dataretentiewet239 waarmee ook de toegangsmogelijkheden van speurders tot bewaarde data

werden aangepast.240 Ten slotte werd er eindelijk werk gemaakt van een herziening van de bestaande

BOM-wetgeving, wat vorm kreeg door de reeds hierboven aangehaalde, nieuwe wet digitaal speurwerk.

3.2.3.1 De invloed van de Potpourri-II wet

91. Wat de wijzigingen betreft, aangebracht door de Potpourri-II wet met betrekking tot het digitale

opsporingswerk, zijn vooral de aanpassingen aan het telefonieonderzoek opvallend.241 De artikelen 65

tot 68 van de Potpourri-II wet zijn hierbij van belang. Op vier punten werden wijzigingen aangebracht:

(1) wijzigingen betreffende het verzoek tot medewerking door de onderzoeksrechter; (2) het wegvallen

van de nietigheidssanctie bij welbepaalde lacunes in de afluisterbeschikking; (3) de overschrijving van

de relevante communicaties wordt beperkt tot de van belang geachte gedeelten van de opgenomen

communicaties (4) het verkrijgen van het geheel van de opnames van de (tele)communicaties waarvan

236 Ibid. 237 D. SCHOETERS, “Telefonie en de potpourri II: Wat is nog te verwachten?”, Openbaar Ministerie, 22 november 2016, www.politiestudies.be/userfiles/Schoeters,%20Telefonie%20en%20de%20potpourri%20II.pdf. 238 C. CONINGS en S. ROYEN, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem Crimen 2017, p.311-312. 239 Wet van 29 mei 2016 betreffende het verzamelen en het bewaren van gegevens in de sector van de elektronische communicatie, BS 18 juli 2016. 240 C. CONINGS en S. ROYEN, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem Crimen 2017, p.312. 241 D. SCHOETERS, “Telefonie en de potpourri II: wat is nog te verwachten”, Openbaar Ministerie, 22 november 2016, www.politiestudies.be/userfiles/Schoeters,%20Telefonie%20en%20de%20potpourri%20II.pdf.

Page 60: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

52

bepaalde van belang geachte gedeelten werden overgeschreven.242 Wegens de beperkte omvang van

deze masterproef en het feit dat deze wijziging geen nieuwe bevoegdheden creëert voor de

opsporingsambtenaren, zal hier niet dieper op ingegaan worden.

3.2.3.2 De woelige geschiedenis van de dataretentie

92. Een korte bespreking van de woelige geschiedenis van de dataretentie is binnen deze masterproef

onontbeerlijk. Dataretentie maakt het mogelijk voor overheden en commerciële organisaties om

telefonie- en internetgegevens op te slaan.243 Hierbij dient onderstreept te worden dat louter metadata

kunnen opgeslagen worden namelijk verkeers-, identificatie- en locatiegegevens en dat dit geenszins

betrekking heeft op de inhoud van de communicatie. Deze maatregel maakt een van de belangrijkste

tools uit van de opsporingsambtenaren in de strijd tegen criminaliteit sensu lato.

De vernietiging van de oorspronkelijke dataretentiewet

93. Door de oorspronkelijke dataretentiewet244 werd in oud artikel 126 WEC245 de verplichting opgelegd

voor aanbieders van aan het publiek aangeboden vaste telefoniediensten, mobiele telefoniediensten,

internettelefoniediensten, internettoegangsdiensten, internet e-maildiensten en de aanbieders van

onderliggende openbare elektronische communicatienetwerken om de verkeersgegevens, de

locatiegegevens, de gegevens voor identificatie van de eindegebruikers, de gegevens voor

identificatie van de gebruikte elektronische-communicatiedienst en de gegevens voor identificatie van

de vermoedelijke gebruikte eindapparatuur, die door hen worden gegenereerd of verwerkt bij het leveren

van de betreffende communicatiediensten, te bewaren gedurende een termijn van twaalf maanden.

Deze gegevens werden onder meer bewaard met het oog op de opsporing, het onderzoek en de

vervolging van strafbare feiten zoals bedoeld in artikelen 46bis en 88bis SV.246 Enkel de bevoegde

autoriteiten konden deze gegevens raadplegen.247 Er dient nogmaals benadrukt te worden dat louter

gegevens in verband met het elektronische verkeer, de locatie en identificatie worden bijgehouden

(metadata) en niet de inhoud van dit verkeer. Met andere woorden kan er bijgehouden worden met wie

gemaild wordt, wanneer ge-sms’t wordt, hoelang getelefoneerd wordt etc. maar niet waarover de

gesprekken gaan. De Belgische dataretentiewet maakte de omzetting uit van de Europese

Dataretentierichtlijn.248

94. Deze vorm van dataretentie kan als zeer verregaand beschouwd worden aangezien de verplichting

wordt opgelegd aan telecom- en internetbedrijven om alle communicatiegegevens van alle Belgen

242 L. ARNOU, “De wijzingen aan de bepalingen betreffende het telefonieonderzoek door Potpourri II”, Nullem Crimen. 2016, p.467-473. 243 http://ictrecht.be/featured-2/dataretentie-hoe-en-wat/ 244 Wet van 30 juli 2013 houdende wijziging van de artikelen 2, 126 en 145 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en van artikel 90deciesvan het Wetboek van Strafvordering, BS 23 augustus 2013. 245 Wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, BS 20 juni 2005. 246 Oud artikel 126, §2, a) WEC. 247 Oud artikel 126, §2, laatste lid WEC. 248 Richtlijn 2006/24/ EG van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in

verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van Richtlijn 2002/58/EG.

Page 61: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

53

gedurende één jaar bij te houden met het oog op de opsporing en vervolging van de strafbare feiten.249

Volgens verschillende bronnen wordt het recht op privacy zoals voorzien in artikel 8 EVRM hiermee

volledig langs de kant geschoven.250 Niet enkel de inhoud van gesprekken wordt door dit artikel

beschermd, maar ook de metadata maken deel uit van die beschermde communicatie.251 Anderzijds

moet toch gewezen worden op het doel van de dataretentie namelijk, het enorme belang dat deze

gegevens kunnen uitmaken betreffende strafrechtelijke onderzoeken. Deze gegevens kunnen een bron

van aanwijzingen vormen in het bestrijden van misdaad en zo bijdragen tot de veiligheid van de burger.

95. In 2013 moest het Europees Hof van Justitie zich uitspreken over een prejudiciële vraag met

betrekking tot de geldigheid van de dataretentierichtlijn. Meer bepaald of deze verenigbaar was met

onder meer het recht op eerbiediging van het privéleven (artikel 7 Handvest grondrechten Europese

Unie) en recht op bescherming van de persoonsgegevens (Artikel 8 Handvest grondrechten Europese

Unie).252 Het Hof oordeelde dat de algemene bewaarplicht van de communicatiegegevens zoals

ingesteld door de dataretentierichtlijn wel degelijk een aantasting uitmaakte ten aanzien van

voornoemde fundamentele rechten en van het artikel 8 EVRM, dit met de vernietiging van de

dataretentierichtlijn tot gevolg.

96. Vervolgens bewandelde het Belgische Grondwettelijk Hof met het arrest van 11 juni 2015253

hetzelfde pad, waardoor ook de Belgische dataretentiewet slechts een kort leven beschoren was. Deze

beslissing werd gebaseerd op quasi dezelfde redenering als deze van het Hof van Justitie. De

vernietiging werd verantwoord worden op grond van drie punten:

Primair was er het feit dat er een algemene bewaarplicht werd opgelegd, zonder enig verder

onderscheid. De Europese richtlijn bepaalde dat de bewaring van toepassing was op alle gegevens van

alle personen, ook de personen waartegen geen enkele aanwijzing bestond van enige strafrechtelijke

intentie. Daarenboven werd geen beperking gesteld met betrekking tot een bepaalde periode of een

bepaalde geografische zone.254 Dit was eveneens het geval bij de Belgische dataretentiewet, ook deze

was van toepassing op personen tegen wie er geen enkele aanwijzing bestond dat hun gedrag – zelfs

maar indirect of van ver – een verband vertoonde met de in de bestreden wet opgesomde inbreuken.255

Bovendien werden er zowel bij de Europese richtlijn256 als bij de Belgische wet257 geen uitzonderingen

voorzien, waardoor ook gegevens die normalerwijze onder het beroepsgeheim vallen dienden bewaard

te worden.

249 C. DE GEEST en R. JESPERS, “Dataretentie: buitensporig en onevenredig”, MondiaalNieuws, 18 maart 2015,

www.mo.be/opinie/dataretentie-buitensporig-en-onevenredig. 250 Ibid. 251 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p. 176. 252 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, Digital rights Ireland en Seitlinger e.a. 253 GWH 11 juni 2015, nr. 84/2015. 254 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, overweging 56-59. 255 GWH 11 juni 2015 nr. 84/2015, B.10.1. 256 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, overweging 58. 257 GWH 11 juni 2015 nr. 84/2015, B.10.1.

Page 62: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

54

Secundair werd aangehaald dat er geen materiële en procedurele voorwaarden golden betreffende de

toegang van de bevoegde nationale autoriteiten tot de gegevens en het latere gebruik ervan.258 Weer

kon eenzelfde leemte teruggevonden worden in de Belgische dataretentiewet.259

Het laatste pijnpunt was de bewaartermijn. Er werd geen enkel onderscheid gemaakt naargelang het

nut van de informatie voor het nagestreefde doel of volgens de voorhanden zijnde aanwijzingen tegen

de betrokken personen. Ook werd nergens gepreciseerd op basis van welke objectieve criteria de

termijn moest bepaald worden aangezien deze volgens de Europese richtlijn kon variëren tussen zes

maanden en 24 maanden.260 Bij de Belgische dataretentierichtlijn waren de telecom- en

internetbedrijven daarentegen verplicht alle gegevens, zonder onderscheid, voor een periode van 12

maanden te bewaren.261

Op basis van deze drie vaststellingen werd overgegaan tot de nietigverklaring van de Belgische

dataretentiewet. Het gevolg is dat het oorspronkelijke artikel 126 WEC terug in voege trad zodat België

opnieuw slechts een vage dataretentieplicht kende, waarbij de wetgever de concrete uitwerking overliet

aan de Koning.262

Kritiek op de vernietiging van de dataretentiewet

97. Zowel de Procureur-Generaal van Antwerpen263 als onderzoeksrechter Philippe van Linthout264

hebben kritiek op de zienswijze van het Hof. Volgens Philippe Van Linthout maakt de vernietiging van

de oorspronkelijk Belgische dataretentiewet zelfs een zwarte dag uit voor justitie.265 Hun kritiek betreft

onder meer de onmogelijkheid om op voorhand te bepalen wie een misdrijf zal plegen en wie niet. Het

is dus onmogelijk om reeds op voorhand te bepalen van wie de gegevens moeten worden bijgehouden

en van wie niet, er is met andere woorden geen andere optie dan het doorvoeren van een algemene

bewaarplicht. De raadpleging van de bewaarde gegevens bij operatoren is bovendien in de meeste

gevallen de eerste noodzakelijke stap om op te sporen wie de mogelijke verdachten zijn van het

misdrijf.266 Daarenboven biedt de Belgische wetgeving volgens hen voldoende wettelijke waarborgen in

de hierboven besproken artikelen 46bis en 88bis Sv en in de privacywet267, maar hier lijkt het

Grondwettelijk Hof geen rekening mee te houden.

Verder dient het belang van de dataretentie binnen strafonderzoeken niet onderschat te worden.

Communicatiegegevens vormen voor het strafonderzoek een bron van informatie en kunnen

richtinggevend zijn in de opsporing van bepaalde verdachten. Identificaties en retroactief telefonie-

258 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, overweging 61. 259 GWH 11 juni 2015, nr. 84/2015, B.10.3. 260 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, overweging 63-64. 261 GWH 11 juni 2015, nr. 84/2015, B.10.4. 262 C. CONINGS, “Dataretentieplicht en Privacy”, NJW 2015, afl.333, p.912. 263 P. VANDENBRUWAENE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.769. 264 G. PAELINCK, “Vernietiging Dataretentiewet zwarte dag voor justitie”, De Redactie 12 juni 2015, deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2365320. 265 Ibid. 266 P. VANDENBRUWAENE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.769. 267 Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, BS 18 maart 1993.

Page 63: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

55

onderzoek in zowat elk belangrijk strafonderzoek naar feiten van onder andere handel in verdovende

middelen, vormen vaak de eerste en enige stap om de misdrijven op te helderen en de daders te

identificeren in een tijdperk waar deze criminelen meer en meer gebruik maken van moderne

communicatietechnologieën om deze misdrijven voor te bereiden en te plegen, en onderling op

geëncrypteerde wijze te communiceren.268

98. Het Europees Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof ontkenden dit belang ook niet. Integendeel,

zo werd gesteld door het Europees Hof van Justitie dat de gegevens, die op grond van de

dataretentierichtlijn moeten bewaard worden, gelet op het groeiende belang van elektronische

communicatiemiddelen, de nationale strafvervolgingsautoriteiten extra mogelijkheden bieden om

ernstige gevallen van criminaliteit op te helderen en in die zin dus een waardevol instrument vormen bij

strafonderzoeken. 269 Maar hoe wezenlijk deze techniek ook is, dit kan volgens het Hof de zware

inmenging in het privéleven niet rechtvaardigen.270 De prijs die betaamd moet worden voor dit weliswaar

nuttige onderzoeksinstrument is te hoog voor een democratische rechtsstaat.271

99. Na het lezen van de arresten dient geconcludeerd te worden dat het Europees Hof van Justitie en

het Grondwettelijk Hof niet onverbiddelijk gekant zijn tegen de algemene bewaarplicht. Maar dat deze

duidelijke en precieze regels betreffende de toepassing van de betrokken maatregel moet bevatten, die

minimale vereisten opleggen, zodat de personen van wie de gegevens zijn bewaard over voldoende

garanties beschikken dat hun persoonsgegevens doeltreffend worden beschermd tegen het risico van

misbruik en tegen elke onrechtmatige raadpleging en elk onrechtmatig gebruik ervan.272 Bijgevolg werd

de bestaande dataretentierichtlijn en wet niet proportioneel bevonden ten aanzien van het

vooropgestelde doel, namelijk het bestrijden van criminaliteit.

De nieuwe dataretentiewet anno 2016

100. Na de vernietiging bleef de wetgever niet stil zitten. Al snel trad een nieuwe dataretentiewet in

werking. Hierbij werd een afweging gemaakt tussen enerzijds het respecteren van het recht op privacy

en recht op bescherming van de persoonsgegevens en anderzijds de noden van de

criminaliteitsbestrijding.273 Wanneer er namelijk voorzien wordt in voldoende garanties ter bescherming

van artikel 7 en 8 van het handvest van de Europese Unie, zal de algemene bewaarplicht geen

schending uitmaken. De wetgever heeft met de nieuwe wet zijn huiswerk duidelijk goed gemaakt. De

dienstverleners zijn nog steeds onderworpen aan een algemene bewaringsplicht van telefonische en

elektronische communicatiegegevens voor een periode van twaalf maanden maar deze is echter meer

begrensd.

268 P. VANDENBRUWAENE, “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017, nr.20, p.770. 269 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, overweging 49. 270 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, overweging 51. 271 J. MEESE, “Dataretentie: het Hof van Justitie waakt over onze privacy”, RW 2016-17, nr.41, p.1639. 272 HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, overweging 54. 273 C. CONINGS, “Dataretentieplicht en Privacy”, NJW 2015, afl. 333, p. 912.

Page 64: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

56

Een eerste belangrijke wijzing is met betrekking tot de bewaringstermijn van de gegevens. Een

onderscheid dient gemaakt te worden naargelang de ernst van het misdrijf.274 Met andere woorden, hoe

ernstiger een bepaald misdrijf, hoe langer de gegevens hieromtrent bewaard zullen worden. Wel geldt

nog steeds een maximum bewaartijd van twaalf maanden. Een andere verbetering is dat barrières

werden opgebouwd met betrekking tot het opvragen van telecommunicatiegegevens en

lokaliseringsdata, dit om de privacy van de gebruiker te beschermen (artikel 88bis Sv.).275 Bovendien

wordt duidelijk gemaakt welke overheden toegang kunnen vragen tot de bewaarde gegevens en werden

zwaardere beveiligingsvereisten voor de operatoren opgelegd.276

De nieuwe dataretentiewet onder vuur

101. Reeds veel inkt is over het onderwerp ‘de dataretentie’ gevloeid, maar tot op heden lijkt hier nog

steeds geen einde aan te komen. Door een nieuw arrest van het Hof van Justitie van 21 december

2016277 komt ook deze nieuwe dataretentiewet weer onder druk te staan. Na de vernietiging van de

dataretentierichtlijn in 2014 weigerde een Zweeds telecommunicatiebedrijf nog verder gegevens te

bewaren op grond van de algemene bewaarplicht voorzien in de Zweedse dataretentiewetgeving.

Nochtans bleek uit de eerdere rechtspraak van het Europees Hof van Justitie, zoals hierboven

overlopen, dat deze niet per se gekant was tegen een algemene bewaarplicht op voorwaarde dat deze

voldoende gedetailleerd wordt geregeld en in voldoende waarborgen voorziet. De duur van de bewaring,

de toegang tot de gegevens en de beveiliging ervan moeten gedetailleerd geregeld worden.278 De

Zweedse rechter wou uitsluitsel over hoe de Zweedse algemene bewaarplicht diende te worden

geïnterpreteerd in het licht van de eerdere rechtspraak van het Hof van Justitie.

102. Het antwoord van het Hof van Justitie zorgde echter voor heel wat verwarring. Het Hof bevestigde

dat het zich verzet tegen een algemene en ongedifferentieerde bewaring van de gegevens.279 Met

andere woorden verzet het Hof zich tegen een bewaring van de gegevens van alle burgers, zonder enig

verder onderscheid te maken. Enkel de bestrijding van ernstige criminaliteit kan een dergelijke

maatregel rechtvaardigen en dit dient dan nog beperkt te blijven tot het strikt noodzakelijke.280 Het Hof

van justitie stelt dat het bewaren van alle data van alle burgers te verregaand is. Er moet een verband

zijn tussen de bewaarde gegevens en mogelijke aanwijzingen van bedreiging van de openbare

veiligheid. Meese maakt hierbij een vergelijking met het bewaren van DNA-profielen van alle burgers.

Ook dit zou handig zijn voor de opsporingsautoriteiten maar is op zijn minst disproportioneel te noemen.

281 Volgens het Hof dient met betrekking tot de dataretentie reeds op voorhand een daadwerkelijke

274 Artikel 8 en 9 nieuwe dataretentiewet. 275 B. DE SMET, “Nieuwe regels voor de dataretentie van telecomoperatoren: een obstakel voor de waarheidsvinding?”, RW 2016-17, nr.11, p.402. 276 C. CONINGS, “Dataretentieplicht en Privacy”, NJW 2015, afl.333, p.912. 277 Arrest HvJ 21 december 2016, C-203/15, Tele2 Sverige AB/Postoch telestyrelsen, en C-698/15, Secretary of State for the Home Department/Tom Watson. 278 S. ROYER en C. CONINGS, “Ook hervormde dataretentiewet staat onder druk”, De Juristenkrant 2017, nr.341, p.1. 279 J. MEESE, “Dataretentie: het Hof van Justitie waakt over onze privacy”, RW 2016-17, nr.41, p.1639. 280 HvJ 21 december 2016, C-203/15, Tele2 Sverige AB/Postoch telestyrelsen, en C-698/15, Secretary of State for the Home Department/Tom Watson, overweging 107. 281 J. MEESE, “Dataretentie: het Hof van Justitie waakt over onze privacy”, RW 2016-17, nr.41, p.1639.

Page 65: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

57

afbakening te gebeuren op basis van objectieve elementen die een verband leggen tussen de te

bewaren gegevens en het nagestreefde doel.282 Reeds op voorhand dient dus afgebakend te worden

van wie de gegevens zullen worden bijgehouden. Vanzelfsprekend zal het opstellen van deze objectieve

criteria geen gemakkelijke klus zijn.

103. Dat de balans tussen enerzijds de privacy en anderzijds de veiligheid een moeilijke

evenwichtsoefening is, hoeft geen verdere uitleg. Toch blijkt uit recente rechtspraak dat het Hof van

Justitie meer de kant van de privacy rechten lijkt te kiezen. Wanneer ook de nieuwe Belgische

dataretentiewet ongrondwettelijk bevonden zou worden, zou dit een groot verlies betekenen voor de

opsporingsambtenaren. Tijd brengt raad.

282 Arrest HvJ 21 december 2016, C-203/15, Tele2 Sverige AB/Postoch telestyrelsen, en C-698/15, Secretary of State for the Home Department/Tom Watson, overweging 108, overweging 110-111.

Page 66: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

58

3.2.3.3 Kerstgeschenkje voor de digitale speurneuzen

104. Met de wet digitaal speurwerk kwam de wetgever eindelijk grondig tegemoet aan de prangende

vraag tot aanpassing van het wetboek van strafvordering aan de digitale maatschappij van vandaag,

waaronder ook de bijzondere opsporingstools en andere onderzoeksmethoden behoren. Deze wet werd

goedgekeurd op 25 december 2016. Een mooier kerstgeschenkje konden de opsporingsambtenaren

zich dus niet wensen. De politie moet over dezelfde virtuele wapens beschikken als de cybercriminelen.

Bij alle vormen van criminaliteit die in meer of mindere mate gerelateerd zijn aan informatietechnologie,

is steeds het gebrek aan effectiviteit van de opsporing en de bewijsvorming aan de orde.283 Deze wet

moet zorgen voor een oplossing. De memorie van toelichting verduidelijkt welke de voornaamste

wijzigingen aan het Wetboek van Strafvordering zijn.284 Hieronder volgt, wegens de beperkte omvang

van deze masterproef, slechts een korte bespreking van de belangrijkste ondergane wijzigingen.

De niet-heimelijke zoeking in een informaticasysteem

105. Vooreerst geeft de wet digitaal speurwerk het onderzoek in informaticasystemen vorm.285 Vanaf

nu dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de openlijke en heimelijke zoekingen in

informaticasystemen.

106. De openlijke onderzoeken, de netwerkzoeking en de informaticazoeking, worden voortaan

beiden ingevuld door artikel 39bis Sv. Waar voor 2016, artikel 39bis Sv. uitsluitend betrekking had op

het databeslag, zoals hierboven beschreven in 3.1.3.2, is dit vandaag het referentieartikel voor de niet-

heimelijke zoekingen in informaticasystemen. Dit is het gevolg van de integratie van oud artikel 88ter

Sv met betrekking tot de netwerkzoeking in artikel 39bis Sv. De regels die louter betrekking hebben op

het databeslag zijn een paar paragrafen opgeschoven, namelijk naar §6-8 Sv. De nieuwe wet behoudt

de oorspronkelijke regeling van de zoeking en de uitbreiding van de zoeking, maar voegt er bepaalde

bevoegdheden aan toe.286

107. Door de wet digitaal speurwerk krijgt de informaticazoeking287 een uitdrukkelijke rechtsgrond

waarbij dit voordien slechts impliciet het geval was. De informaticazoeking is van belang wanneer tijdens

zoekingen in woningen, voertuigen of andere plaatsen en tijdens fouilleringen informaticasystemen

worden aangetroffen. De speurders moeten onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid hebben om

deze systemen uit te lezen.288 Enkel de gegevens die op het aangetroffen systeem opgeslagen zijn

kunnen geconsulteerd worden, dus niet de gegevens die elders zijn opgeslagen (bv. e-mails op een

webmailaccount als Gmail) anders begeeft men zich op het gebied van de netwerkzoeking waarvoor

andere regels gelden.289 Elke externe verbinding die het toestel maakt (gsm-verbinding, wifi-connectie,

283 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.7. 284 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.3. 285 C. CONINGS en S. ROYER, “Wetgever maakt digitaal speurwerk makkelijker”, De juristenkrant 2017, afl.344, p.3. 286 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.14. 287 Artikel 39bis, §2 Sv. 288 C. CONINGS en S. ROYER, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem crimen 2017, p.313. 289 Ibid.

Page 67: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

59

etc) moeten worden uitgezet.290 Toch moet dit sinds de wet digitale speurwerk genuanceerd worden,

want wanneer een korte staking plaatsvindt van de informaticazoeking, kan de verbinding terug

aangezet worden en is het niet problematisch dat er nieuwe berichten binnenstromen.291 De grens met

de tapbevoegdheid werd verlegd door de wet digitaal speurwerk. De smartphone is deel geworden van

eenieders leven, alles wordt erop bijgehouden. Het vormt dan ook een schat aan informatie voor

speurders. De uitlezing van een informaticasysteem vormt een cruciale onderzoekstechniek voor het

speuren naar bewijsmateriaal in strafzaken. Daartegenover staat wel dat dit een ernstige privacy-

inmenging uitmaakt en dus met de nodige waarborgen omgeven dient te worden.292

108. Naast de informaticazoeking is er ook sprake van de in 3.1.3.2 besproken netwerkzoeking. De

wet digitaal speurwerk heeft aan de inhoud zelf van het artikel niets veranderd. Nog steeds vormt de

netwerkzoeking een uitbreiding van de initiële informaticazoeking. Wel werd het oorspronkelijke

basisartikel overgeheveld naar artikel 39bis, §3 Sv en waar voorheen de onderzoeksrechter hiervoor

bevoegd was, beschikt nu ook de procureur des Konings over deze mogelijkheid, wat dus een

versoepeling betekent.

109. Wanneer een zoeking in een informaticasysteem data onthult die essentieel zijn om de waarheid

aan het licht te brengen is databeslag mogelijk.293 Verder is het ook mogelijk met het oog op de latere

verbeurdverklaring. Omgekeerd geldt ook dat databeslag automatisch de bevoegdheid tot

informaticazoeking inhoudt.294 Met betrekking tot het databeslag kan nog eens kort herhaald worden

dat in het Belgisch recht gegevens zowel op grond van het klassieke beslag, met hun materiële drager

(art 35 e.v. Sv) als op grond van het databeslag (art. 39bis, §6 Sv) in beslag genomen worden. Het

databeslag is een lex specialis, het fysieke beslag de regel.295 Deze maatregel houdt in dat speurders,

belangrijke informatie gevonden op een informaticasysteem kunnen kopiëren en overzetten naar eigen

systemen en deze verder ontoegankelijk maken.296 Voor een verdere toelichting hierbij kan verwezen

worden naar 3.1.3.2.

110. Het is sinds de wet digitaal speurwerk dat uitdrukkelijk bepaald werd welke instantie voor de

informaticazoeking bevoegd is. Voordien heersten in de rechtsleer verschillende opvattingen.297 Er zijn

vier bevoegdheidsniveaus te onderscheiden: (1) De zoeking waartoe de officier van de gerechtelijke

politie kan beslissen, nl. de zoeking in een informaticasysteem dat in beslag genomen is.298 Dus de

290 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.16-17.; artikel 39bis, §2, derde lid SV. 291 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.119. 292 S. ROYER en J.J. OERLEMANS, “Naar een nieuwe regeling voor beslag op gegevensdragers”, Computerr. 2017/200, p.277-278. 293 C. CONINGS en S. ROYER, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem Crimen 2017, p.330. 294 Ibid, p.329. 295 Ibid., p.328. 296 Artikel 39bis, §6 Sv. 297 S. ROYER en J.J. OERLEMANS, “Naar een nieuwe regeling voor beslag op gegevensdragers”, Computerr. 2017/200, p.277-278.; C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.122-124. 298 Artikel 39bis, §2, eerste lid Sv.

Page 68: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

60

politie kan het rechtmatig in beslag genomen informaticasysteem gaan uitlezen zonder voorafgaande

machtiging van de procureur des Konings of de onderzoeksrechter.299 Hierdoor wordt wettelijk

vastgelegd dat een beslag automatisch het recht tot informaticazoeking inhoudt. Maar wanneer een

wachtwoord vereist is om toegang te verkrijgen tot het informaticasysteem en dit dus een belemmering

vormt voor de toegang ervan, zal wel een afzonderlijke machtiging vereist zijn van de procureur des

Konings; (2) Wanneer de zoeking plaatsvindt in een informaticasysteem dat in beslag kan genomen

worden, maar niet in beslag genomen is, dan is daarvoor een machtiging vereist van de procureur

des Konings300; (3) Wanneer overgegaan wordt tot een netwerkzoeking kan dit, waar dit voorheen

exclusief voorbehouden was voor de onderzoeksrechter, voortaan bevolen worden door de procureur

des Konings op voorwaarde dat geen extra paswoorden dienen te worden gekraakt. Anders zal ook hier

een tussenkomst van de onderzoeksrechter vereist zijn301; (4) Ten slotte werd nog voorzien in een

restcategorie van openlijke zoekingen waarvoor de onderzoekrechter bevoegd is. 302 Tot op heden

is niet duidelijk wat de wetgever met deze restcategorie voor ogen had. In ieder geval moet de

verantwoordelijke van het informaticasysteem op de hoogte gebracht worden van de zoeking of de

uitbreiding ervan, tenzij diens identiteit of woonplaats redelijkerwijze niet achterhaald kan worden.303

De heimelijke zoeking in informaticasystemen

111. Naast de openlijke zoekingen zijn er ook heimelijke IT-zoekingen. Namelijk zoekingen die

plaatsvinden in informaticasystemen zonder dat de eigenaar hiervan op de hoogte gesteld wordt.

112. Door de wet digitaal speurwerk werd de mogelijkheid tot een inkijkoperatie in een

informaticasysteem geïncorporeerd in artikel 89ter Sv., waar ook de klassieke inkijkoperatie in de reële

wereld geregeld wordt. Dit artikel dient samen gelezen te worden met artikel 46quinquies Sv. De

inkijkoperatie in een informaticasysteem wordt gelijkgeschakeld met de inkijkoperatie in de woning.304

Met andere woorden wordt het mogelijk om heimelijk in een informaticasysteem rond te neuzen.

Door de wet digitaal speurwerk ondergaat ook de klassieke inkijkoperatie, eerder ingevoegd door de

BOM-wetgeving, tal van wijzigingen en versoepelingen. Op grond van artikel 89ter Sv hebben

politieambtenaren de bevoegdheid om fysiek of door middel van technische hulpmiddelen een private

plaats binnen te dringen, zonder toestemming van de eigenaar of de rechthebbende.305 Vroeger kon op

de binnengedrongen plaats enkel rondgekeken worden. Een echte zoeking was uit den boze. Met de

wet digitaal speurwerk werd hier volop aan gesleuteld en krijgt de inkijkoperatie steeds meer het elan

van een werkelijke heimelijke doorzoekingsbevoegdheid.306 Sindsdien wordt het ook toegelaten om een

voorwerp, waarvan onderzoek ter plaatse niet mogelijk is, mee te nemen voor een strikt beperkte duur,

299 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.15. 300 Artikel 39bis, §2, tweede lid Sv. 301 Artikel 39bis, §5 Sv. 302 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.15.; Artikel 39bis, §4 Sv. 303 Artikel 39bis, §7 Sv. 304 C. CONINGS en S. ROYER, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem Crimen 2017, p.317. 305 Artikel 46quinquies, §1 Sv. 306 C. CONINGS en S. ROYER, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem crimen 2017, p.317.

Page 69: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

61

indien de informatie niet op een andere manier verkregen kan worden.307 Bovendien kunnen gesloten

voorwerpen die zich op de plaats van de heimelijke zoeking bevinden geopend worden bv. slotvaste

kasten of safes.308 Deze gesloten voorwerpen houden geen informaticasystemen in aangezien daarvoor

een afzonderlijke machtiging van de onderzoeksrechter is vereist op basis van artikel 89ter Sv. De

finaliteit van de inkijkoperatie, zowel in een private plaats als in een informaticasysteem, is niet het

verzamelen van bewijsmateriaal maar wel nagaan of er bewijsmateriaal bestaat.309 Dit is wat hen

onderscheidt van de heimelijke doorzoeking zoals bepaald in artikel 90ter Sv.310

Wat de inkijkoperatie in een informaticasysteem betreft is de onderzoeksrechter hiervoor exclusief

bevoegd.311 Dit kan verantwoord worden door het feit dat onder meer door het heimelijk karakter van

deze bevoegdheid, dit een serieuze privacy inmenging inhoudt, aangezien een informaticasysteem

ongelofelijk veel persoonlijke gegevens bevat zoals foto’s, agenda, berichten, etc..312 Bovendien zal het

enkel toegelaten worden wanneer aanwijzingen zijn van misdrijven voorkomend op de taplijst.

113. Naast de inkijkoperatie in IT-systemen wordt ook voorzien in de heimelijke doorzoeking van

informaticasystemen (artikel 90ter e.v. Sv). Deze bevoegdheid werd binnen het kader van de

tapmaatregel ingevoerd, waardoor de tapmaatregel aanzienlijk werd uitgebreid. De tapbevoegdheid

groeit uit tot een bevoegdheid om heimelijk laptops en andere IT-systemen binnen te dringen om ze te

doorzoeken en/of in real time te volgen wat er op het toestel gebeurt.313 Dit maakt met andere woorden

dus een politionele hackingsbevoegdheid uit. Het gaat dus volgens de letter van de wet om het toegang

nemen en doorzoeken van eender welk informaticasysteem, gericht op gegevens die niet voor het

publiek toegankelijk zijn.314 Daarenboven wordt ook voorzien in de heimelijke variant van de

netwerkzoeking.315 Het criterium van ‘communicatie in overdracht’ werd door de wet digitaal speurwerk

verlaten.316 Het is met andere woorden mogelijk in een informaticasysteem data te kopiëren ongeacht

in welke doorsturingsfase deze zich zouden bevinden.317

Een ander belangrijke wijziging aan de tapmaatregel is dat de mogelijkheid geschapen werd om elke

beveiliging van de betrokken informaticasystemen tijdelijk op te heffen en om technische middelen in

de betrokken informaticasystemen aan te brengen teneinde de door dat systeem opgeslagen, verwerkte

of doorgestuurde gegevens te ontcijferen en decoderen.318 Zo verkrijgen speurders toegang tot de

307 Artikel 46quiquies, §5 Sv. 308 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.34.; artikel 46quinquies, §1 Sv. 309 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.35.; artikel 46quinquies, §2 Sv. 310 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.51-52. 311 Artikel 89ter, 1ste lid Sv. 312 Ibid., p.52. 313 C. CONINGS en S. ROYER, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem Crimen 2017, p.318. 314 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijsmateriaal, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.276-277. 315 Artikel 90ter, §1, lid 1 Sv. 316 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr. 54K1966/001, p.54. 317 Ibid., p.58. 318 Artikel 90ter, §1, 3de lid Sv

Page 70: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

62

onderzochte communicatie in een verstaanbare vorm.319 Wegens het indringende karakter van de

tapmaatregel is het nog steeds de onderzoeksrechter die hiervoor bevoegd is. Bij betrapping op

heterdaad van bepaalde misdrijven kan ook door de procureur des Konings overgegaan worden tot het

onderscheppen van de communicatie. Deze bevoegdheid van de procureur des Konings werd

uitgebreid naar terroristische misdrijven.320 Ten slotte werd de taplijst voorzien in artikel 90ter §2 Sv

aanzienlijk uitgebreid.321

Snelle bewaring gegevens

114. De nieuwe wet digitaal speuren tracht verder uitvoering te geven aan het cybercrimeverdrag322 via

de nieuwe artikelen 39ter (nationale bewaring) en 39quater Sv. (grensoverschrijdende bewaring). Deze

artikelen voorzien in een procedure voor de snelle bewaring van elektronische gegevens opdat de

gegevens in de schoot van een persoon, niet beschadigd of verloren zouden raken.323 Het onderscheid

met de inbeslagname is dat de informatie niet in handen komt van de speurders, maar louter dient

bewaard te worden door de persoon die over de gegevens beschikt.324 De overheid zelf gaat niet over

tot een zoeking en inbeslagname van de gegevens. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de personen die

de gegevens onder zich hebben, te goeder trouw zijn. Dit onderscheid zich van de inbeslagname,

aangezien daar de gegevens in handen komen van de overheid uit angst voor manipulatie. Dit mag niet

gelijkgesteld worden aan de bevriezing, daar niet verwacht wordt dat de gegevens in bezit van de

personen ontoegankelijk gemaakt worden. Het bevel tot bewaring van gegevens kan gaan over alle

soorten informaticagegevens (identificatiegegevens, verkeers- en locatiegegevens of andere).325

Eenzelfde concept werd ingevoerd voor gegevens die in het buitenland opgeslagen zijn.326 De

politieambtenaren kunnen in het bezit komen van deze gegevens op basis van de

medewerkingsverplichtingen.

De online infiltratie

115. Een volgende belangrijke vernieuwing ingevoerd door de wet digitaal speurwerk is de bevoegdheid

tot de online infiltratie of de infiltratie light. Dit is de digitale tegenhanger van de klassieke infiltratie, maar

voor de infiltratie light geldt een soepeler regime. Deze regeling werd ingevoegd in artikel 46sexies Sv.

Het houdt de bevoegdheid in voor politieambtenaren om, al dan niet onder een fictieve identiteit, contact

te onderhouden op het internet met een of meerdere personen waarvan aanwijzingen zijn dat zij

bepaalde misdrijven zullen plegen of reeds gepleegd hebben.327 Voor verdere uitleg kan verwezen

worden naar Deel III van deze masterproef.

319 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijsmateriaal, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.209. 320 Artikel 90ter, §5 Sv. 321 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.59-64. 322 Meer bepaald aan de artikelen 16,17, 29, 30 CC-verdrag 323 Mvt, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.26. 324 C CONINGS en S. ROYER, “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem Crimen 2017, p.326. 325 Ibid., p.327. 326 Artikel 39quater Sv. 327 Artikel 46sexies, §1 Sv.

Page 71: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

63

Kritiek door de Orde van Vlaamse Balies

116. Natuurlijk blijft ook deze wet niet zonder kritiek. Zo uit de Orde van Vlaamse Balies in hun

jaarverslag de nodige bezorgdheid.328 Enerzijds erkennen ze volledig het belang van een aanpassing

van de wetgeving aan de digitale evolutie opdat een effectieve misdaadbestrijding mogelijk zou zijn,

maar anderzijds zijn ze van oordeel dat bij de aanpassingen de balans te veel doorgeslagen is ten

voordele van die misdaadbestrijding en ten nadele van de fundamentele rechten van de burger.329 Zo

wordt bijvoorbeeld gesteld dat het niet te verantwoorden valt dat de informaticazoeking zoals bepaald

in artikel 39bis Sv. in handen komt te liggen van de procureur des Konings, terwijl een

informaticasysteem tal van privacygevoelige informatie inhoudt en een rechterlijke machtiging hierbij

dus op zijn plaats zou zijn.330 Ook het feit dat nergens sprake is van een doelgerichte zoeking, maar

daarentegen alle data uitgepluisd kunnen worden, wordt bekritiseerd.331

Heeft de wet digitaal speurwerk de slagkracht van de politie om online te speuren uitgebreid?

117. In het kader van deze masterproef werd een interview afgenomen met twee autoriteiten in België

op vlak van cybercrime. Aan zowel onderzoeksrechter Philippe van Linthout als aan federaal magistraat

Jan Kerkhofs werd de vraag gesteld of met de wet digitaal speurwerk de slagkracht van de politie in een

online omgeving uitgebreid werd.

118. Onderzoeksrechter Philippe van Linthout geeft hierop een genuanceerd antwoord. Volgens hem

is de wet van 25 december 2016 wel degelijk een wet die nodig was om enerzijds nieuwe dingen te

kunnen doen, maar anderzijds ook om een juridisch kader te bieden aan handelingen die reeds

uitgevoerd werden. De wetgever is met deze wet klaarwakker, maar het is niet de bedoeling dat hij nu

weer in slaap valt. De slagkracht op het terrein is volgens hem wel degelijk uitgebreid met deze wet,

maar toch dringen zich een drietal bedenkingen op. De eerste bedenking is dat de beloofde koninklijke

besluiten nog steeds niet voorhanden zijn. De wet is sinds 1 januari 2017 in voege getreden, maar tot

op heden kan deze wet niet toegepast worden wegens het gebrek aan KB’s. De Koning moet

bijvoorbeeld nog steeds aanduiden wie instaat voor de online infiltratie. De vraag is bijgevolg wat de

politie met een wet, als de wet digitaal speurwerk is, wanneer deze niet toegepast kan worden in de

praktijk. “Het is net als een Ferrari voor uw deur hebben staan, waar geen benzine in zit.”

Vervolgens rijst volgens Philippe van Linthout de vraag of het reeds technisch mogelijk is de voorziene

onderzoekstechnieken toe te passen. Ook al zijn er wetten die toelaten om bepaalde

onderzoekstechnieken toe te passen, technisch moet het ook mogelijk zijn deze toe te passen in de

praktijk. Er dient tot op heden vastgesteld te worden dat reeds een wet voorhanden is, maar dat op

328 ORDE VAN VLAAMSE BALIES, BOM-wet en informaticarecherche. Jaarverslag 2016, Brussel, 2016, p.50-51, http://ovb-jaarverslag.be/wp-content/uploads/2017/06/OVB_Jaarverslag2016.pdf. 329 ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Standpunt: uitbreiding BOM-wet en informaticarecherche ondergraaft de grondrechten van de burger, Brussel, 2016, p.1-2, www.advocaat.be/DipladWebsite/media/DipladMediaLibrary/Documenten/Standpunten/2016/Standpunt-OVB-Uitbreiding-BOM-wet-en-informaticarecherche.pdf. 330 Ibid., p.4-5. 331 Ibid.

Page 72: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

64

technisch vlak nog steeds achterop gelopen wordt. Dit hangt volgens dhr. Van Linthout samen met

andere grotere discussies, zoals de discussie rond encryptie. Wanneer Europa vindt dat encryptie

belangrijker wordt en steeds meer geïnstalleerd dient te worden voor de bescherming van de privacy

van de burgers, dan kan een wet zoals de wet digitaal speurwerk het wel mogelijk maken om

bijvoorbeeld een computer te doorbreken, maar als de encryptie zo zwaar is zal dit toch niet lukken. Dit

alles hangt allemaal samen. Het is een debat dat op dit moment gevoerd wordt en waarvan nog niet

voorspeld kan worden hoe het zal aflopen.

Ten slotte kan er volgens de onderzoeksrechter nog een derde bedenking gemaakt worden. Wanneer

zowel een wet voorhanden is als de nodige technische middelen, dan zijn er natuurlijk ook steeds

voldoende gespecialiseerde politiemensen nodig. Vooral daar wringt het schoentje. Volgens dhr. Van

Linthout lopen er hiervoor tot op heden bij wijze van spreken nog steeds “twee mannen met een

paardenkop rond”.

Bijgevolg kan men zich afvragen, wat het nut is van deze nieuwe wet, als de vorige drie premissen niet

ingevuld worden.

119. Ook federaal magistraat Jan Kerkhofs is hierbij dezelfde mening toegedaan en stelt dat de wet

digitaal speurwerk wel degelijk gezorgd heeft voor een verruimd wettelijk kader, maar dat dit in contrast

staat met het politionele-logistieke kader. “Het is niet omdat nu een wet voorhanden is, die bijvoorbeeld

politioneel hacken toelaat, dat daarom onmiddellijk aan de slag kan gegaan worden met hacken.

Politiemensen dienen daar nog opgeleid voor te worden, etc.” Ook hij wijst op het probleem, dat er tot

op heden, geen KB voorhanden is die aanduidt wie bijvoorbeeld bevoegd is voor de online infiltratie.

Hieromtrent dienen dus nog veel stappen gezet te worden.

Page 73: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

65

3.3 Wordt vervolgd…

120. De wetgever laat nog steeds wat leemtes betreffende de digitale toepassing van de wetgeving en

durft nu en dan opnieuw in slaap te dommelen. Er is een constante opvolging nodig van de digitale

realiteit, maar dit vergt echter heel wat inspanningen. De wetgever moet steeds op het puntje van zijn

stoel zitten, maar dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. De rechtspraak zal hier en daar zijn

steentje bijdragen en de leemtes proberen opvullen.

3.3.1 De Agora-zaak

121. Een van de vooropgestelde doelen van de KIV was de effectieve uitbouw van internetpatrouilles

en internetrecherche.332 Namelijk de mogelijkheid voor de politiediensten om op een meer

systematische manier een oogje in het zeil te houden op (semi-) publiek toegankelijke plaatsen op het

internet. In zijn beleidsnota van 2016 stelde de minister van justitie dat hij de nodige aandacht zou

besteden aan de formulering van een wettelijk kader hieromtrent.333 Tot op heden is dit nog steeds niet

voorhanden.334 De hierboven besproken opsporingsbevoegdheden hebben allen betrekking op private

informaticagegevens en -systemen, maar nergens heeft de wetgever een regeling uitgewerkt

betreffende de bevoegdheid om toezicht te houden en te speuren op publiek en semi-publiek

toegankelijke plaatsen op het internet. Nochtans is hierop enorm veel informatie te vinden. Mijns

inziens vormt dit een groot probleem aangezien op deze manier niet preventief ingegrepen kan worden

op het internet en hiermee een enorme kans gemist wordt.335

122. Op basis van artikel 26 van de wet op het politieambt (WPA) wordt te toestemming gegeven aan

de politie in de reële wereld om steeds “de voor publiek toegankelijke plaatsen alsook de verlaten

onroerende goederen te betreden teneinde toe te zien op de handhaving van de openbare orde en de

naleving van de politiewetten en -verordeningen”.336 In het tweede lid wordt daarenboven bepaald dat

“zij diezelfde plaatsen ook kunnen betreden teneinde hun opdrachten van de gerechtelijke politie uit te

voeren.”337 De wetgever had bij het opstellen van dit artikel enkel de situatie in de tastbare wereld voor

ogen terwijl, vandaag echter ook rekening gehouden moet worden met een virtuele wereld, waar de

politie net zoals op straat, in staat moet zijn om virtueel te patrouilleren en surveilleren om zo de

openbare orde te handhaven en misdrijven op te sporen. Ze moeten de kans krijgen om de voor het

publiek toegankelijke online plaatsen te betreden en te bekijken net zoals iedereen.

332 K. GEENS en J. JAMBON, KIV 2016-2019, p.22, justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf. 333 K. GEENS, Algemene Beleidsnota, 2016, Doc.54 2111/021, p.43, www.ordeexpress.be/UserFiles/ArtikelDocumenten/54K2111021_BN_Justitie.pdf. 334 F. SCHUERMANS, “Cassatie vult wettelijke leemte op over politionele internetpatrouille- en recherche”, De juristenkrant 2017, afl.351, p.3. 335 L. BEIRENS, “De politie, uw virtuele vriend? Nadenken over een beleidsmatige aanpak van criminaliteit in virtuele gemeenschappen in cyberspace”, De orde van de dag 2010, afl.49, p.62. 336 Artikel 26, §1, lid 1 wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, BS 22 december 1992. 337 Artikel 26, §1, lid 2 WPA.

Page 74: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

66

123. In 2015 werd reeds een wetsontwerp ingediend waarin een wijziging van artikel 26 WPA

vooropgesteld werd opdat dit ook toegespitst zou zijn op de virtuele wereld. Hierbij kan gewezen worden

op het bijhorende advies van de Privacycommissie.338 Er werd namelijk geopperd om tussen lid 1 en lid

2 van artikel 26 WPA een nieuw lid toe te voegen dat stelt: “Voor de toepassing van deze wet worden

de voor het publiek toegankelijke plaatsen op het internet of op andere elektronische

communicatienetwerken, ongeacht of er voor het nemen van de toegang daartoe bepaalde vormelijke

toegangsformaliteiten moeten worden ondernomen, gelijkgesteld met publiek toegankelijke plaatsen.

De politieambtenaren mogen deze plaatsen bezoeken, bestuderen en er kopieën van nemen.” Dus

wanneer de voor publiek toegankelijke internetplaatsen gelijk worden gesteld aan publiek toegankelijke

plaatsen zoals bepaald in artikel 26, lid 1 WPA zouden politieagenten ook binnen de publieke virtuele

wereld kunnen patrouilleren en speuren.

124. Onder publiek toegankelijke plaatsen op het internet kunnen begrepen worden, virtuele

plaatsen waarop eenieder zich kan begeven onafhankelijk van persoonsgebonden factoren. Eenieder

kan hierop vertoeven. Het feit dat de toegang tot de online plaats afhankelijk is van louter formele

factoren, bijvoorbeeld de registratie van een e-mailadres, maakt die plaats daarom nog niet tot een

private plaats. Deze formele vereisten verhinderen met andere woorden niet de publieke toegang.339

Deze vormen dan de semi-publiek toegankelijke plaatsen op het internet zoals bijvoorbeeld

Facebook. Het is niet de bedoeling dat hiermee afbreuk gedaan wordt aan de bestaande BOM-

methodes, waar strengere regels voor gelden. Er mag bijvoorbeeld niet overgegaan worden tot een

duurzame interactie met andere personen op de (semi-) publiek toegankelijke online plaats, aangezien

dit onder infiltratie valt waaraan verschillende wettelijke waarborgen verbonden zijn. Ten slotte zijn er

nog de private plaatsen op het internet. Hier vormen de toelatingsvereisten wel een effectief beletsel

voor een hele groep personen om toegang te bekomen tot een site of forum.340 De toegang tot het forum

hangt af van persoonsgebonden factoren, die aan controle onderhevig zijn.

125. Bovendien stelt zich de vraag hoe de politie zich binnen dit kader moet gedragen wanneer publieke

sites bezocht worden, maar waarop gewoonlijk onder een nickname geageerd wordt. Bestaat met

andere woorden de mogelijkheid voor de politie om ook een nickame aan te nemen, zonder hierdoor

onder de BOM-wetgeving te vallen.341 Door de Privacycommissie werd gesteld dat het voor de

politieambtenaren wel degelijk mogelijk moet zijn “om op het voor publiek toegankelijke virtuele plaatsen

te opereren onder een anonieme dekmantel voor zover hun registratie zuiver formeel is en de fictieve

identiteit noch ongeloofwaardig noch provocerend is.”342 Ook volgens Charlotte Conings en Philippe van

Linthout kan dit geen probleem uitmaken zolang het gaat om een niet-geloofwaardige fictieve

338 Privacycommissie, advies nr.13/2015 van 13 mei 2015. 339 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.294. 340 C. CONING en P. VAN LINTHOUT, “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor politie en justitie”, Panopticon 2012, nr.33(2), p.219. 341 L. BEIRENS, “De politie, uw virtuele vriend? Nadenken over een beleidsmatige aanpak van criminaliteit in virtuele gemeenschappen in cyberspace.”, De orde van de dag 2010, aflevering 49, p.64. 342 Advies Privacycommissie nr.13/2015 van 13 mei 2015, overweging 25.

Page 75: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

67

identiteit.343 De politie kan met andere woorden onder de naam Goofey444 of HomerSimpson deze taak

uitvoeren.

126. Dit voorstel zou eindelijk duidelijkheid geschapen hebben, zowel voor de burger als voor de politie,

omtrent het online surveilleren en patrouilleren op publiek toegankelijke plaatsen op het internet. Toch

gaf de wetgever hier verder geen gehoor aan en sliep rustig verder. Nochtans is het van primordiaal

belang dat hierover duidelijkheid bestaat. Vooral in hoofde van de burger namelijk, wanneer politie

online surveilleert en hierbij gegevens verzamelt, kan dit een inbreuk op het recht op privacy vormen.

De schending op het recht van privacy moet bij wet voorzienbaar zijn. De burgers verwachten namelijk

minder snel dat informatie uit publieke internetbronnen wordt verzameld door de politie.344 Daarom

dringt een aanpassing van de bestaande wetgeving zich op zodat burgers hun verwachtingspatroon

hieraan kunnen aanpassen.

127. Het Hof van Cassatie vulde met het Agora-arrest van 28 maart 2017, deze wettelijke leemte

gedeeltelijk in.345 Daarenboven wordt het ook, met betrekking tot het darknet, een stuk duidelijker. In

casu werd de eiser voor het hof van Beroep in Antwerpen veroordeeld wegens de verkoop en uitvoer

van verdovende middelen op grond van vaststellingen betreffende zijn aanwezigheid en zijn gedrag op

een darknetforum Agora.346 Tijdens een huiszoeking in het kader van een drugszaak werd in de woning

van de eiser een pc aangetroffen waarin het openstaande programma (netwerk) ‘Agora’ werd

aangetroffen met zijn e-mailadres zichtbaar waaruit bleek dat hij zich bewoog onder een nickname.347

Agora is een bekende cryptomarkt op het darknet waar voornamelijk drugs verhandeld worden. Deze

site is enkel toegankelijk na het downloaden van de voor het publiek toegankelijke TOR-browser en na

ontvangst van een uitnodigingslink van een ander Agora-lid. Daarnaast kan deze sleutel ook vrij

verkregen worden via een website die de werking van de darknet markten monitort. De politie had in

casu zich via de TOR-browser toegang verschaft tot het darknet en nadien via de website die de werking

van de darknet markten reguleert een uitnodigingslink ontvangen. Zo werd toegang bekomen tot het

agoraplatform en kon men verder onder een alias de profielpagina van de beklaagde opzoeken en

verschillende vaststellingen doen.

De verdediging ging ervan uit dat de cryptomarkt Agora een private plaats op het internet uitmaakte

aangezien voor toegang tot deze ondergrondse markt een uitnodiging vereist is van een ander Agora-

lid en de politie hier dus niet zomaar vrij kon op handelen. Zij waren van oordeel dat een machtiging van

343 C. CONING en P. VAN LINTHOUT, “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor politie en justitie”, Panopticon 2012,

nr.33(2), p.219. 344 J.J. OERLEMANS en B.J. KOOPS, “Surveilleren en opsporen in een internetomgeving”, Justitiële verkenningen 2012, jrg. 38, nr.5, p. 37-38. 345 Cass. 28 maart 2017, nr. P.16.1245.N. 346 Cass. 28 maart 2017, nr. P.16.1245.N., randnummer 1. 347 F. SCHUERMANS, “Cassatie vult wettelijke leemte op over politionele internetpatrouille- en recherche”, De Juristenkrant 2017, afl.351, p.3.

Page 76: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

68

de onderzoeksrechter vereist was op grond van de netwerkzoeking en er sprake was van hacking door

de politieambtenaren.348

Het Hof van Cassatie was een andere mening toegedaan. Zij waren van oordeel dat Agora een voor

het publiek toegankelijke plaats op het internet uitmaakte en dat het op basis van artikel 8 Sv,

samengenomen met artikel 26 WPA, wel degelijk toegelaten was voor de politieambtenaren om

bewijzen te verzamelen op het darknet forum Agora.349 Eenieder kon een uitnodigingslink aanvragen

via de site die de darknet markten monitort, wat er dus voor zorgde dat dit geen toegangsbelemmering

uitmaakte. Het maakte daarentegen een louter vormelijke toegangsvereiste uit, zonder dat enige

inhoudelijke of kwalitatieve persoonsgebonden controle hieraan verbonden was.350 Verder stelt het Hof

van Cassatie dat de politie op geen enkel ogenblik gebruik had gemaakt van een wachtwoord, login of

sleutel die toebehoorde aan de eiser of een andere persoon.351 Verder stelt het Hof dat het gebruik van

een alias door de politie behoorde tot de normale wijze van het bezoeken van dat deel van het internet,

mits dat gebruik niet bestaat in het aannemen van een geloofwaardige fictieve identiteit en de gebruikte

alias niet van die aard is om het plegen van een misdrijf uit te lokken.352

128. Wanneer de redenering van het Hof van Cassatie gevolgd wordt, kan aangenomen worden dat

artikel 26 WPA wel degelijk de bevoegdheid verleent tot het betreden van (semi-)publieke plaatsen op

het internet. Loutere formele toegangsvereisten maken deze plaats niet tot een private plaats. Tijdens

het betreden gaan de politieambtenaren louter rondneuzen, maar gaan ze niet in interactie met andere

betrokkenen, aangezien ze zo onder een BOM-methode kunnen vallen. Bovendien is het gebruik van

een nickname toegelaten zolang deze niet provocerend is.

348 C. CONINGS, “De politie op het darknet”, T. Strafr. 2017/5-2017/44, p.331. 349 Cass. 28 maart 2017 nr. P.16.1245.N., randnummer 2 en 3. 350 Ibid., randnummer 4. 351 Ibid., randnummer 5. 352 Ibid., randnummer 3.

Page 77: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

69

3.3.2 Onduidelijkheden omtrent de inbeslagname en verbeurdverklaring van bitcoins

129. Er zijn nog twee andere recente zaken waaruit duidelijk blijkt dat de wetgever blijft worstelen met

de digitale realiteit. Op 21 oktober 2015 werden voor de rechtbank van Tongeren 104,9 bitcoins in

beslag genomen en verbeurdverklaard.353 De bitcoins maakten crimineel vermogen uit afkomstig van

online drugshandel op het darknet. Naderhand bleek echter dat justitie zich geen raad wist met de

inbeslaggenomen bitcoins.354

Een andere recente zaak dateert van 6 januari 2017 voor de rechtbank te Brugge. Hier werden, onder

dezelfde omstandigheden in totaal 946 bitcoins in beslag genomen en verbeurdverklaard. Nog steeds

bleek niet duidelijk uit de wet wat met de bitcoins aangevangen moest worden.355 Het virtueel geld zat

lange tijd in de portefeuille van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring

(COIV) terwijl deze geen specifieke procedure voor het bewaren en beheren van deze bitcoins

voorhanden had.

3.3.2.1 De inbeslagname

130. Wat de zoektocht naar virtuele criminele vermogensvoordelen zoals bitcoin betreft, komen de

netwerkzoeking enerzijds en de informaticazoeking anderzijds zeker van pas. De netwerkzoeking zal

baten wanneer de bitcoins worden opgeslagen in een online cloud, terwijl de informaticazoeking

belangrijk zal zijn wanneer de bitcoins offline opgeslagen worden.356

131. De inbeslagname in België maakt geen strafsanctie uit, maar is daarentegen een louter voorlopige

dwangmaatregel in het kader van een strafonderzoek.357 Zo kan beslag aangewend worden opdat

belangrijk bewijsmateriaal niet verloren zou gaan. Maar daarnaast is deze werkwijze mogelijk in het

kader van de verbeurdverklaring.358 In casu werden de bitcoins in beslag genomen met het oog op de

verbeurdverklaring, aangezien deze het resultaat uitmaakten van criminele activiteiten. Het vormden

vermogensvoordelen voortvloeiend uit online drugsverkoop. Door de inbeslagname van fysieke

goederen raakt de eigenaar normalerwijze het eigendomsrecht over de goederen of gelden niet kwijt,

maar zal hij wel de beschikkingsrechten verliezen.359 De vraag is of dit bij bitcoins ook het geval zal zijn

aangezien dit loutere digitale gegevens uitmaken.

353 Corr. Tongeren (12de k.) 21 oktober 2015, AR 1287/2015, niet gepubliceerd. 354 N. VANHECKE, “Justitie weet niet wat aan te vangen met bitcoins”, De Standaard 15 april 2017, www.standaard.be/cnt/dmf20170414_02835694. 355 B. KURSTJENS, “Geens aast op verkoop in beslag genomen bitcoins”, De Tijd 14 april 2017, www.tijd.be/politiek-economie/belgie-federaal/Geens-aast-op-verkoop-in-beslag-genomen-bitcoins/9883178. 356 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.493-494. 357 J. JANSSENS, S. SOETAERT en A. DE VOS, “Beslag en beheer van cryptovaluta: de Bitcoin”, Panopticon 2017, nr.38(1), p.43. 358 Artikel 35 Sv. en artikel 89 Sv. 359 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.495.

Page 78: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

70

132. Zoals in 3.1.3.2. beschreven werd, moet een onderscheid gemaakt worden tussen het klassieke

beslag360 enerzijds en het databeslag361 anderzijds. Aangezien bitcoins een louter algoritme vormen,

zou ervan uit gegaan kunnen worden dat ze onder het toepassingsgebied van artikel 39bis Sv. vallen.

Toch kan hierrond twijfel bestaan. Bij het klassieke beslag wordt de materiële drager in zijn geheel in

beslag genomen en gaat hierdoor het beschikkingsrecht teniet, terwijl bij het databeslag louter de

gegevens gekopieerd worden en ontoegankelijk worden gemaakt om vervolgens over te zetten op

dragers van de overheid. Maar het onttrekken van de beschikkingsmacht over bitcoins van de beslagene

houdt meer in dan het kopiëren en ontoegankelijk maken van de bitcoins alleen.362 Om een effectieve

inbeslagname van de bitcoins in de hand te werken zal overgegaan moeten worden tot het transfereren

ervan naar een wallet in het bezit van de overheid, wat in België het COIV uitmaakt.363

3.3.2.2 Het beheer

133. Eens de vermogensvoordelen, in casu de bitcoins, in beslag genomen waren stond het COIV in

voor het beheer en de bewaring ervan. Het COIV maakt deel uit van het Openbaar Ministerie en staat

in voor de centralisatie van gegevens inzake inbeslagneming en verbeurdverklaring en beheert

vermogensbestanddelen die in beslag genomen werden ter ondersteuning van de politie, het openbaar

ministerie en de onderzoeksrechters.364 In casu was het probleem dat geen regeling bestond in de oude

COIV-wet omtrent het beheer en bewaren van bitcoins. Met andere woorden moest ook hier weer

geroeid worden met de riemen die voorhanden waren.

134. Volgens de omzendbrief COL 7/2004 kunnen onder vermogensbestanddelen worden aangemerkt

(1) alle gelden en effecten ongeacht de waarde; (2) alle gemotoriseerde voertuigen; (3) alle

vermogensbestanddelen met een prima facie waarde van minstens 2500 euro (4) onroerende

goederen.365 De bitcoins in beslag genomen in de hierboven besproken zaken voldoen aan de derde

optie aangezien ze op het moment van de in beslagname ruim boven de grens van 2500 euro zaten

(Tongeren: 115000 euro; Brugge +/- 1 miljoen euro).366 Ze kunnen echter niet onder optie een

gecatalogeerd worden, aangezien bitcoins in België juridisch niet gezien worden als officieel

betaalmiddel.367

135. Wat het beheer betreft is het COIV verplicht om te voorzien in een ‘waardevast’ beheer van de in

beslag genomen goederen en gelden.368 Het grote probleem met bitcoins is de waardeschommelingen

360 Artikel 35 e.v. Sv 361 Artikel 39bis Sv. 362 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.496. 363 Ibid. 364 Artikel 3, §2 van de wet van 26 maart 2003 houdende de oprichting van een COIV en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties, BS 2 mei 2003. 365 Omzendbrief College Procureurs-generaal 2 april 2004: COIV- praktische richtlijnen, nr. COL 7/2004, www.om-mp.be, p.8. 366 B. KURSTJENS, “Geens aast op verkoop in beslag genomen bitcoins”, De Tijd 14 april 2017, www.tijd.be/politiek-economie/belgie-federaal/Geens-aast-op-verkoop-in-beslag-genomen-bitcoins/9883178. 367 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.487. 368 Artikel 6 oude COIV-wet.

Page 79: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

71

waaraan deze onderhevig zijn. Zoals in Deel I gesteld, is de waarde volledig afhankelijk van het

mechanisme van vraag en aanbod, aangezien geen enkele overheid of bank hierin tussenkomt.

Wanneer een auto van een drugsdealer in beslag genomen en verbeurd verklaard wordt moet deze

tegen een correcte prijs verkocht worden, hetzelfde geldt voor de bitcoins. Door de zeer onvoorspelbare

koers loop het COIV het risico ze te verkopen voor een lager bedrag dan ze waard waren toen ze in

beslag genomen werden.369 Een mogelijke oplossing hierbij is de bitcoins zo snel mogelijk vervreemden

en deze zo om te zetten in officiële valuta. Dit zou echter ook mogelijk zijn op basis van artikel 28octies

en 61sexies Sv aangezien deze artikelen voorzien in de mogelijkheid tot vervreemding van de in beslag

genomen vermogensbestanddelen wanneer de bewaring ervan kan leiden tot waardevermindering.

Toch bestond in België geen duidelijke wettelijke basis betreffende de vervreemding van bitcoins.370

136. In Nederland is dit wel reeds het geval. In het Nederlandse wetboek van strafvordering wordt in

artikel 117 bepaald dat de bitcoins zo snel mogelijk dienen omgezet te worden in officiële valuta, zonder

rekening te houden met eventuele toekomstige koersstijgingen- of dalingen. Men baseert zich op de

waarde van de bitcoins op het moment van de inbeslagname.371 Dus vanaf de bitcoins zijn omgezet, zal

het probleem omtrent het waardevast beheer opgelost zijn. België werd aangeraden hetzelfde pad te

bewandelen en in een wettelijke basis te voorzien voor het waardevast beheer van deze digitale munten.

Een ander gevaar die schuilgaat bij het beheer en bewaren van bitcoins is het gevaar op hacking.

Wanneer virtuele munten louter opgeslagen en bewaard worden in een wallet van het COIV, kunnen

deze het voorwerp uitmaken van hacking.372 Bijgevolg kan ook wegens dit gevaar aangedrongen

worden op een snelle omzetting van de bitcoins in officiële valuta.

137. Wanneer bovendien de wallet van de betrokken persoon beveiligd is, kan artikel 464/24 Sv. een

oplossing bieden aangezien dit artikel de tegenhanger is van artikel 88quater Sv. in de fase van de

strafuitvoering en voorziet in een vergelijkbaar geformuleerde informatieverplichting en actieve

handelsplicht.373

3.3.2.3 De verbeurdverklaring

138. De verbeurdverklaring van de bitcoins hield in casu een straf in.374 Hierdoor verliest de

oorspronkelijk criminele eigenaar de eigendom over de bitcoins en gaan deze over naar de staat. De

bitcoins maakten namelijk primaire vermogensvoordelen uit afkomstig van het onderhouden van een

online drugshandel op het darknet en werden verbeurdverklaard op grond van artikel 42, 3° Sw.375 De

369 N. VANHECKE, “Justitie weet niet wat aan te vangen met bitcoins”, DS 15 april 2017, www.standaard.be/cnt/dmf20170414_02835694. 370 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.497. 371 J. JANSSENS, S. SOETAERT en A. DE VOS, “Beslag en beheer van cryptovaluta: de Bitcoin”, Panopticon 2017, nr.38(1), p.43. 372 X., “COIV worstelt met bitcoin”, Juristenkrant 2015, afl. 302, p.14. 373 S. ROYER, “Bitcoins in het Belgsiche strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.500. 374 S. ROYER, “De verbeurdverklaring in de digitale wereld”, Nullem Crimen 2015, speciaal nummer april, p.57. 375 Artikel 42, 3° Sw.: Bijzondere verbeurdverklaring wordt toegepast op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het

misdrijf zijn verkregen, op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en op de inkomsten uit de belegde voordelen.

Page 80: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

72

wettelijke basis voor het verbeurdverklaren van de bitcoins vormt geen probleem aangezien ook

immateriële vermogensvoordelen verbeurdverklaard kunnen worden volgens de wetgever.376

3.3.2.4 Hervorming

139. In het Justitieplan werd reeds een optimalisering van de werking van het COIV vooropgesteld

waarbij onder meer het beheer van bitcoins georganiseerd zou worden.377 Toch viel de wetgever alweer

in slaap. Het is naar aanleiding van de twee hierboven besproken zaken dat de aanpassing van het

COIV tot een van de prioriteiten behoorde. Koen Metsu, N-VA-kamerlid, stelde in navolging van de zaak

in Tongeren, een parlementaire vraag aan de minister van justitie, namelijk of de procedure voor het

opslaan en bewaren van bitcoins door het COIV reeds op punt stond.378 Het antwoord hierop luidde als

volgt: “Het COIV werkt momenteel samen met een gespecialiseerde politiedienst (FCCU), het

expertisenetwerk cybercrime van College van procureurs-generaal en de FOD Financiën om de

procedure voor de inbeslagneming en de tegeldemaking van bitcoins en eventuele andere cryptovaluta

op punt te stellen. Er zal binnen de kortst mogelijke tijd in samenwerking met gespecialiseerde diensten

een methodologie ontwikkeld worden voor de verkoop van in beslag genomen en verbeurdverklaarde

bitcoins.”379

140. Dit mondde uiteindelijk uit in het wetsontwerp van 24 oktober 2017.380 Hierin wordt verduidelijkt dat

het COIV in het kader van het facultatief beheer in de toekomst geldwaarden zoals bitcoins zal kunnen

beheren.381 In tussentijd werd het wetsontwerp goedgekeurd en is reeds een nieuwe COIV-wet

voorhanden.382 Deze wet is tot op heden nog niet in werking getreden. Bitcoins zijn onderworpen aan

het facultatief beheer aangezien deze een vermogensbestanddeel uitmaken die gespecialiseerd beheer

behoeven.383 Hierbij kan ook gewezen worden op artikel 18 van de nieuwe COIV-wet waar uitdrukkelijk

de virtuele valuta vermeld worden.

376 S. ROYER, “De verbeurdverklaring in de digitale wereld”, Nullem Crimen 2015, speciaal nummer april, p.64 en p.79. 377 K. GEENS, Het Justitieplan. Een efficiëntere justitie voor meer rechtvaardigheid, 2015, p.87-88,

https://cdn.nimbu.io/s/1jn2gqe/assets/Plan_justitie_18maart_NL.pdf. 378 Parlementaire vraag Koen Metsu, raadpleegbaar op: www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=qrva&language=nl&cfm=qrvaXml.cfm?legislat=54&dossierID=54-b099-866-1515-2016201712790.xml. 379 Antwoord Koen Geens, raadpleegbaar op: www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=qrva&language=nl&cfm=qrvaXml.cfm?legislat=54&dossierID=54-b099-866-1515-2016201712790.xml. 380 Mvt, Parl. St. Kamer 2017-18, nr.54K2732/001. 381 Mvt, Parl. St. Kamer 2017-18, nr.54K2732/001, p.9.; Artikel 3 nieuwe COIV-wet 382 Wet van 4 februari 2018 houdende de opdrachten en de samenstelling van het COIV, BS 26 februari 2018. 383 Mvt, Parl. St. Kamer 2017-18, nr.54K2732/001, p.9.

Page 81: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

73

3.4 Conclusie: dweilen met de kraan open

141. De essentie van het verhaal is dat wetgever steeds een stap te laat is of anders gesteld, de

cybercrimineel steeds een stap verder staat. Dweilen met de kraan open is hierbij de gepaste

uitdrukking. Wanneer in nieuwe methoden voorzien wordt, zullen deze slechts voor een beperkte termijn

effectief zijn en zal de cybercrimineel snel weer manieren vinden om deze te omzeilen. Bovendien blijkt

het quasi onmogelijk de wetgeving ooit helemaal up-to-date te krijgen aangezien een wetswijziging een

bepaalde termijn in beslag neemt. Wetgeving is iets vrij statisch, die enkel door toedoen van de wetgever

aangepast kan worden, terwijl de technologische maatschappij iets dynamisch is die constant aan

evoluties onderhevig is. Wanneer vernieuwde wetgeving uiteindelijk van kracht is, zal deze vaak alweer

verouderd zijn. Commissaris Marc Vancoillie stelt, dat wat de wet digitaal speurwerk betreft, dit ook het

geval zal zijn. Deze heeft de slagkracht van de opsporingsdiensten in cybersfeer gevoelig uitgebreid,

maar anderzijds moet ook dit genuanceerd worden en zal de cybercrimineel manieren vinden om ook

deze nieuwe methoden weer verder te omzeilen via nieuwe technologische uitvindingen. Volgens

commissaris Vancoillie ligt het probleem dus niet zozeer bij de wetgever, maar moet onder ogen gezien

worden dat de cybercrimineel steeds een stap voorop zal zijn. Toch dient onderstreept te worden dat

met de wet digitaal speurwerk de wetgever wel degelijk een grote inspanning geleverd heeft. De online

slagkracht van de politie breidde hiermee aanzienlijk uit. Nu is het de taak van de wetgever om niet weer

in slaap te dommelen en verdere aanpassingen en evoluties op de voet te volgen.

142. Een ander steeds terugkerend probleem is het evenwicht tussen enerzijds het bestrijden van de

criminaliteit in de cybersfeer en anderzijds het respect voor de fundamentele rechten van de burger.

Vooral met betrekking tot het recht op eerbiediging van het privéleven, blijft dit een delicate kwestie. Of

ooit een evenwicht zal gevonden worden, waarmee beide partijen zich kunnen verzoenen, blijft echter

de vraag.

Page 82: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel
Page 83: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

DEEL III: DE ONLINE INFILTRATIE

Page 84: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

76

Page 85: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

77

DEEL III: DE ONLINE INFILTRATIE

1 Inleiding

143. Dat de mensheid moeilijk kan weerstaan aan verleiding is een vaststaand feit. Het eeuwenoude verhaal

van Adam en Eva is hier direct al een bekend voorbeeld van.384 Maar in hoeverre kan deze menselijke

zwakheid gehandhaafd worden door de opsporingsautoriteiten als middel om strafbare feiten aan het daglicht

te brengen? De bijzondere opsporingsmethode infiltratie maakt van deze zwakheid gebruik. Het vormt een

van de belangrijkste en meest gebruikte verleidingstechnieken van de opsporingsdiensten. Centrale

kenmerken ervan zijn misleiding, participatie en verborgenheid.385 Het is een bijzondere opsporingsmethode

waarbij een politieman zich, onder een fictieve identiteit, mengt in het criminele milieu in de hoop zo bewijzen

en informatie te verzamelen over potentiële of reeds voltrokken misdrijven waarvan ernstige aanwijzingen

bestaan.386 De infiltrant creëert een context waarbinnen het plegen van misdrijven aanlokkelijk is. De taak

van de infiltrant is allicht bij iedere burger gekend, al is het maar door naar films of series te kijken. In realiteit

vormt dit toch nog vaak een bron van discussie zoals over de grens met provocatie.

144. Door de wet digitaal speurwerk is er ook voor de virtuele wereld een mogelijkheid geschapen tot

infiltratie, de infiltratie light genaamd. Dit vormt de digitale variant van de klassieke infiltratie of de full infiltratie.

Het is een specifieke maatregel voor interacties of infiltraties die uitsluitend op het internet plaatsvinden. Dit

werd ingevoegd in het nieuwe artikel 46sexies van het wetboek van strafvordering. Ook het darknet valt

onder de draagwijdte van het begrip ‘internet’ en kan dus het voorwerp uitmaken van een online

infiltratieopdracht. De anonimiteit die een cruciale rol speelt op het darknet, speelt niet enkel in het voordeel

van de criminelen, maar ook in dat van de opsporingsautoriteiten. Deze anonimiteit zal de opdracht van

online infiltratie alleen maar faciliteren. Zo kan de politie zich via de verschillende anonimiserende diensten

en onder een pseudoniem voordoen als een potentiële online koper om zo meer informatie en bewijzen te

verzamelen rond de identiteit van de online drugshandelaar op het darknet.

145. Toch laat de wet digitaal speurwerk nog heel wat leemtes over. Nog steeds heersen er tal van

onduidelijkheden over hoe de klassieke regels zoals ingevoerd in 2003, moeten worden toegepast op de

digitale wereld anno 2018. Ook met betrekking tot de online infiltratie of infiltratie light rijzen vragen. Op papier

384 F. VERBRUGGEN, “De kat bij de melk. Strafrechtelijke grenzen aan praktijktests: het verbod op burgerinfiltratie en op de

uitlokking van misdrijven” in B. VAN KEIRSBILCK, R. VAN RANSBEECK en A. DE BOECK (eds.), Mystery shopping, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.7-8. 385 E.W. KRUISBERGEN en D. DE JONG, “Undercoveroperaties: een noodzakelijk kwaad? Heden, verleden en toekomst van een

omstreden opsporingsmiddel”, Justitiële verkenningen 2012, jrg. 38, nr.3, p.50. 386 Artikel 47octies Sv.

Page 86: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

78

lijkt alles fantastisch geregeld, maar dit moet natuurlijk ook toegepast kunnen worden in de praktijk. Om op

deze vragen vanuit de praktijk een antwoord te kunnen bieden, werd een interview afgenomen met

verschillende experten binnen dit vakgebied namelijk met dhr. Commissaris Marc Vancoillie (DJSOC),

onderzoeksrechter te Mechelen Philippe Van Linthout en federaal magistraat Jan Kerkhofs.

2 Wettelijk kader van de infiltratie light

2.1 Aard en toepassingsgebied

2.1.1 Het doel

146. Artikel 47octies, §1, lid 1 Sv biedt een wettelijke rechtsgrond voor de klassieke infiltratie en bepaalt dat

hieronder kan begrepen worden “Het onder een fictieve identiteit, duurzaam contact onderhouden met een

of meerdere personen, waarvan er ernstige aanwijzingen zijn dat zij strafbare feiten in het kader van een

criminele organisatie, zoals bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek, of misdaden of wanbedrijven als

bedoeld in artikel 90ter, §§ 2 tot 4 plegen of zouden plegen.”387

147. Artikel 46sexies, §1 Sv vormt daarentegen het digitale alternatief en bepaalt dat “bij het opsporen van

de misdaden en wanbedrijven, wanneer het onderzoek zulks vereist en de overige middelen van onderzoek

niet lijken te volstaan om de waarheid aan de dag te brengen, de procureur des Konings de politiediensten

bedoeld in het tweede lid kan machtigen om op het internet, desgevallend onder een fictieve identiteit, contact

te onderhouden met een of meerdere personen waarvan er ernstige aanwijzingen zijn dat zij strafbare feiten

die een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf tot gevolg kunnen hebben,

plegen of zouden plegen.”388

148. Het concept van de klassieke infiltratie verschilt nauwelijks van dat van de online infiltratie, met

uitzondering van de omgeving waarin dit plaatsvindt en de misdrijven waarvoor deze maatregel ingeschakeld

kan worden. De online infiltratie vindt louter plaats in de virtuele wereld, terwijl de klassieke infiltratie

plaatsvindt in de fysieke wereld. De kernprincipes van zowel de fysieke als virtuele infiltratieopdrachten zijn

nochtans dezelfde namelijk verborgenheid, misleiding en participatie.389 Via het opbouwen van een valse

vertrouwensband wordt gepoogd binnen te dringen in de leefwereld van de verdachte om zo informatie en

bewijsmateriaal van mogelijke gepleegde of nog te plegen misdrijven te bekomen. Daarenboven is de

bijzondere onderzoeksmethode infiltratie ook belangrijk om inzicht te krijgen in de modus operandi die

gehanteerd wordt in de criminele wereld. Elk vermoeden dat erop wijst dat de ‘vertrouwenspersoon’ in

387 Artikel 47octies, §1 Sv. 388 Artikel 46sexies, §1 Sv. 389 E.W. KRUISBERGEN en D. DE JONG, “Undercoveroperaties: een noodzakelijk kwaad? Heden, verleden en toekomst van een omstreden opsporingsmiddel”, Justitiële verkenningen 2012, jrg. 38, nr.3, p.50.

Page 87: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

79

werkelijkheid een opsporingsambtenaar uitmaakt, zal leiden tot het einde van het contact en dus het

mislukken van de infiltratieopdracht. Dit risico zal enigszins ingedekt worden door de mogelijkheid van het

aannemen van een fictieve identiteit.

Verder dient opgemerkt te worden dat een virtuele infiltratie steeds kan overgaan in een fysieke infiltratie,

namelijk een infiltratie die eerst op het internet plaatsvindt (online), maar later overschakelt tot de fysieke

wereld (offline).390 Het gevolg is dat er overgeschakeld moet worden van het online wettelijk regime naar het

strengere offline wettelijk regime. Het is dus van alle belang te weten wanneer precies overgeschakeld moet

worden. Dit is bijvoorbeeld de situatie waarin een virtuele infiltrant via het darknet contact onderhoudt met

een drugsdealer en overgaat tot een pseudo-koop, met een afspraak in de reële wereld tot gevolg.

149. Samenvattend kan gesteld worden dat infiltratie dus inhoudt dat politieambtenaren al dan niet met een

fictieve identiteit contacten onderhouden met mensen die ze willen benaderen in het kader van een

strafrechtelijk onderzoek.391 De Van Dale omschrijft dit begrip als “het binnendringen in vijandelijk gebied of

beperkte kringen voor het verkrijgen van gegevens”.392 Zowel bij de online als bij de offline infiltratie is het de

procureur des Konings die, na het toetsen van verschillende voorwaarden, overgaat tot het machtigen van

de bevoegde politieagenten.393 Na het verkrijgen van de machtiging kan worden overgegaan tot “het

onderhouden van contacten” met reeds op voorhand bepaalde targets waartegen ernstige aanwijzingen

bestaan van bepaalde criminele intenties of daden.394 Met betrekking tot het onderhouden van contacten kan

opgemerkt worden dat daar waar er bij de klassieke infiltratie sprake is van ‘duurzaam contact’, er bij de

online infiltratie hier geen gewag van gemaakt wordt. Toch had de wetgever eenzelfde interpretatie voor

ogen en moet ook bij de online infiltratie duurzaam contact nagestreefd worden. Onder duurzaamheid mag

niet de duurtijd van het contact begrepen worden, maar wel de intensiteit van het contact.395 Men moet een

vertrouwensband opbouwen met de verdachte zodat deze overgaat tot het delen van informatie die hij niet

met iedereen zou delen.396 Deze vertrouwensband kan niet opgebouwd worden door middel van een

eenmalig contact. Actief interfereren in het leven van het verdachte individu is de boodschap. Dit is dan ook

het cruciale verschil met de bijzondere opsporingsmethode observatie, aangezien die laatste gelimiteerd is

tot het loutere observeren van het gedrag van de verdachte, zonder actief te gaan interfereren.397

390 L.A.R. SIEMERINK, “Bob logt in: infiltratie en pseudokoop op het internet”, Computerrecht 2000, nr.3, p.144. 391 L. BOVE, “Politie mag meer infiltreren op het internet”, De Tijd 17 maart 2016, www.tijd.be/tablet/newspaper-politiek-economie/Politie-mag-meer-infiltreren-op-het-internet/9744825. 392 www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/Infiltratie#.Wt2Y54hubIU 393 Artikel 46sexies, §1-2 Sv. en artikel 47octies, §2 Sv. 394 Artikel 46sexies, §1, lid 1 Sv. en artikel 47octies, §1, lid 1 Sv. 395 MvT, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr. 50K1688/001, p. 34. 396 C. CONINGS, Een coherent regime voor strafrechtelijke zoekingen in de fysieke en digitale wereld, doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2016, p.474. 397 Artikel 47sexies Sv.

Page 88: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

80

Het heimelijk karakter waarmee de infiltratie samengaat, veronderstelt dat een fictieve identiteit aangenomen

wordt. Zonder het aannemen van een fictieve identiteit zou de infiltratieopdracht sowieso geen nut hebben

aangezien een crimineel nooit een vertrouwensband zou opbouwen met een persoon waarvan hij weet dat

het om een opsporingsambtenaar gaat. Bovendien vormt de fictieve identiteit een soort schild bij

ontmanteling van de infiltratieopdracht.

150. Toch zal mijns inziens de online vertrouwensrelatie niet zo intens ervaren worden als in de fysieke

wereld aangezien hierbij op geen enkel moment sprake is fysiek contact. De opsporingsambtenaar die zich

virtueel vermomt als potentiële koper op het darknet zal inderdaad ook een zekere vertrouwensband moeten

opbouwen met de verkoper-verdachte vooraleer deze zal overgaan tot het verkopen van drugs of het delen

van bepaalde informatie. Vertrouwen staat bovendien centraal op cryptomarkten en vormt de basis van de

gehele business zoals duidelijk gemaakt in Deel I van deze masterproef. Maar toch moet onder ogen gezien

worden dat deze vertrouwensband zich tot louter virtuele contacten terwijl het bij de klassieke infiltratie om

een fysieke vertrouwensband gaat waarbij niet enkel de verdachte om de tuin geleid wordt maar ook zijn

gehele leefomgeving. De infiltrant dringt letterlijk binnen in het leven van de verdachte. Hierdoor zal er mijns

inziens bij de online infiltratie minder snel sprake zijn van een onverantwoorde inmenging in het privéleven

van de verdachte door de overheid, zeker wanneer dit op het darknet plaatsvindt. De conversaties zullen

vaak niet veel verder gaan dan het bespreken van de deal. Personen trekken naar het darknet net omdat ze

anoniem willen blijven en dit via verschillende technieken willen verzekeren. Het zal dan ook moeilijk zijn om

hierop een vertrouwensband op te bouwen die zo ver gaat dat persoonlijke informatie zal gedeeld worden.

2.1.2 Online infiltratie als bijzondere opsporingsmethode

151. In de memorie van toelichting bij de BOM-wet wordt gesteld dat het begrip ‘bijzondere

opsporingsmethoden’ een evolutief begrip is, die in de toekomst ongetwijfeld aan verschillende wijzigingen

onderhevig zal zijn. Daarom werd niet in een allesomvattende definitie van dit begrip voorzien.398 De online

infiltratie kan gezien worden als een van die voorspelde toekomstige evoluties.

152. Deze bijzondere variant van infiltratie dient beschouwd te worden als een bijzondere

opsporingsmethode sensu lato, eerst en vooral omdat hierbij ook gebruik wordt gemaakt van een

vertrouwelijk dossier.399 Bovendien wordt ook een machtiging vereist van de procureur des Konings of in het

kader van een gerechtelijk onderzoek door de onderzoeksrechter.400 Verder kan de aard als bijzondere

opsporingsmethode afgeleid worden uit het heimelijke verloop van de online infiltratie. Ook de mogelijke

inmenging in de fundamentele rechten, zoals het recht op privacy401 en inbreuken op fundamentele

398 MvT, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr.50K1688/01, p.8. 399 Artikel 46sexies, §3, lid 7 Sv. 400 C. VAN DEN WYNGAERT, P. TRAEST en S. VANDROMME, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2017, p.1135.; artikel 46sexies, §2 en §5 Sv. 401 Art. 8 EVRM.

Page 89: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

81

beginselen van de strafrechtspleging, zoals het loyaliteitsbeginsel bij het zoeken naar bewijzen zorgen voor

het karakter als BOM-methode.402 Ten slotte kan ook nog gewezen worden op het feit dat ook de online

infiltratie enkel uitgevoerd mag worden door gespecialiseerde politieambtenaren.403

2.1.3 De verantwoording van het soepeler regime

153. Belangrijk op te merken is dat er geen aanpassing plaatsvond van de klassieke infiltratie aan de digitale

evolutie, maar dat er daarentegen in een afzonderlijk artikel voor de online infiltratie voorzien werd. De online

infiltratie bestaat naast de klassieke infiltratie. In het nieuwe artikel werd voorzien in een soepeler regime. De

memorie van toelichting verantwoordt dit soepeler regime aan de hand van twee argumenten: primair is het

te verklaren door het minder indringende karakter van de online infiltratie aangezien deze louter op het

internet plaatsvindt.404 Bij de klassieke infiltratie is er sprake van een fysieke confrontatie tussen de infiltrant

en de potentiële misdadiger. De infiltrant dringt binnen in de leefwereld van de verdachte, wat ook wil zeggen

dat hij met andere mensen uit de dichte omgeving van de verdachte in contact komt. Het ‘familiale’ karakter

komt hierbij gauw om de hoek loeren. Hiervan is geen sprake bij de online infiltratie en zeker niet wanneer

dit op het darknet plaatsvindt. Alles verloopt via virtuele contacten, tussen de opsporingsambtenaar en de

potentiële verkopers bijvoorbeeld, waarbij minder snel andere personen betrokken zullen worden. Zoals

hierboven gesteld, zullen de virtuele contacten minder intens ervaren worden dan in de fysieke wereld. Dit

zal ervoor zorgen dat de overheid op het darknet minder snel een inbreuk zal maken op recht op eerbiediging

op het privéleven. Bovendien brengt de online infiltratie minder risico’s met zich mee in hoofde van de

infiltrant, zoals een verminderd risico op de ontmaskering, op represailles en vergeldingen etc. Bij de

klassieke infiltratie daarentegen wurmt de infiltrant zich letterlijk binnen in het leven van het geviseerde target.

De vertrouwensband zal hierbij veel intenser ervaren worden, aangezien men elkaar letterlijk kent. Dit zal

ervoor zorgen dat bij ontmaskering van de infiltrant als opsporingsambtenaar er een enorme ontgoocheling

zal ontstaan bij de verdachte en deze er alles zal aan doen om wraak te nemen, zowel ten aanzien van de

speurder als ten aanzien van zijn familie. Dit verantwoordt het feit dat in een strenger kader voorzien werd

voor wat betreft de offline infiltratie.

154. Toch wordt in de memorie van toelichting gesteld dat de ontwikkeling van internet tot gevolg heeft dat

duurzame interacties op het internet ook een aanzienlijke impact kunnen hebben op de persoonlijke

levenssfeer.405 Er wordt met andere woorden erkend dat ook bij de online infiltratie de inmenging zo sterk

kan zijn dat er sprake is van een schending van de eerbiediging van het privéleven van de verdachte. Daarom

is verantwoording uit een tweede belangrijke invalshoek vereist. Alle contacten op het internet worden

402 MvT, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr.50K1688/01, p.8. 403 C. DE ROY en S. VANDROMME, Bijzondere opsporingsmethoden en aanverwante onderzoeksmethoden, Antwerpen, Intersentia, 2004, p.3.; Artikel 46sexies, §1, lid 2 Sv. 404 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.36. 405 Ibid.

Page 90: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

82

geregistreerd.406 Hierdoor wordt de maatregel a posteriori veel transparanter en wordt het risico op misbruik

voorkomen.407 In de fysieke wereld is altijd sprake van één op één situaties en is achteraf weinig controle op

wat er daadwerkelijk gebeurd is, terwijl op het internet woord voor woord vastgelegd kan worden wat een

infiltrant doet. Dat zorgt ervoor dat achteraf makkelijk en snel gecontroleerd kan worden of er sprake geweest

is van onder meer uitlokking. De online infiltratie biedt dus meer mogelijkheden vanuit het oogpunt van

controle.408 Een constante registratie van de contacten bij de fysieke infiltratie zou daarentegen een gevaar

inhouden voor de integriteit van de infiltrant aangezien zo het risico op ontmaskering verhoogd wordt.

Daarenboven, wanneer bij de offline infiltratie overgegaan wordt tot het registreren van de contacten, maakt

dit een loutere veiligheids- en beschermingsmaatregel uit en mogen de opgevangen gesprekken niet als

bewijs gebruikt worden en dienen ze onmiddellijk na de operatie vernietigd te worden.409

2.1.4 Het toepassingsgebied

155. Belangrijk voor deze masterproef is dat de memorie van toelichting bevestigt dat de infiltrant kan

opereren binnen een ruim digitaal speelveld, waaronder ook het darknet behoort.410 De gemachtigde

politieagent kan undercover opereren op het darknet om bijvoorbeeld tot belangrijke informatie te komen

omtrent online drugshandel in handen van een bepaalde verdachte. Hierbij reikt de memorie van toelichting

een voorbeeld aan dat toegepast kan worden op de context van het darknet: “De politie beschikt over ernstige

aanwijzingen dat een bepaalde persoon online een handel heeft opgezet in drugs. De procureur des Konings

kan een infiltratie op het internet bevelen om de persoon en eventuele mededaders verder te identificeren.”411

Het feit dat deze online handel opgezet werd op een cryptomarkt op het darknet vormt dus geen hinderpaal

voor de online infiltratie aangezien dit ook op het darknet uitgevoerd kan worden.

2.2 Toepassingsvoorwaarden

2.2.1 De rode draad doorheen de BOM-methoden: subsidiariteit en proportionaliteit

156. Zoals hierboven vermeld, kan geconcludeerd worden dat net zoals de klassieke infiltratie, de online

infiltratie ook een bijzondere opsporingsmethode uitmaakt. Een van de factoren bepalend voor dit karakter

is het voldoen aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Deze beginselen vormen een rode

draad doorheen de klassieke bijzondere opsporingsmethoden en mutatis mutandis ook doorheen de huidige

digitale versie ervan. De procureur des Konings moet te allen tijde deze beginselen aftoetsen vooraleer hij

406 Artikel 46sexies, §4 Sv. 407 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr. 54K1966/001, p.36. 408 L.A.R. SIEMERINK, “Bob logt in: infiltratie en pseudokoop op het internet”, Computerrecht 2000, nr.3, p.143. 409 C. CONINGS, Een coherent regime voor strafrechtelijke zoekingen in de fysieke en digitale wereld, doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2016, p.181. 410 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr. 54K1966/001, p.36. 411 Ibid., p.37.

Page 91: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

83

kan overgaan tot het machtigen van de infiltratie. Dit zal binnen de machtiging ook verder gemotiveerd

moeten worden.

157. Ten eerste moet er rekening gehouden worden met het subsidiariteitsbeginsel wat op eenzelfde wijze

geïmplementeerd is in de nieuwe wet.412 De wetgever wil met het subsidiariteitsbeginsel benadrukken dat

bedachtzaam met de maatregel van online infiltratie omgesprongen moet worden. Geen enkel andere,

minder indringende en vergaande maatregel mag mogelijks tot hetzelfde resultaat leiden.413 “Enkel wanneer

het onderzoek zulks vereist en de overige middelen van onderzoek niet lijken te volstaan voor de

waarheidsvinding mag een infiltratie op het internet worden toegestaan.”414 De techniek moet met andere

woorden dienen als laatste redmiddel, wanneer op geen enkel andere redelijke wijze hetzelfde doel bereikt

kan worden.415 Bij het ontmantelen van online drugshandel via het darknet zal snel aan de

subsidiariteitsvereiste voldaan zijn aangezien de verschillende technologieën die gebruikt worden om de

identiteit en locatie te verbergen ervoor zorgen dat de waarheid moeilijk via andere manieren aan het licht

gebracht kan worden.

158. Daarnaast moet aan het proportionaliteitsbeginsel voldaan worden. Dit betekent dat de maatregel

van de infiltratie in verhouding dient te staan met de ernst van het misdrijf.416 De online infiltratie maakt net

zoals de offline infiltratie, een verregaande bevoegdheid uit en mag niet bij elk miniem vermoeden van

misdaad ingesteld worden, maar er moet sprake zijn van ernstige aanwijzingen van strafbare feiten die een

correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf tot gevolg kunnen hebben.417 De

grens ligt hier laag, maar hiervoor werd bewust gekozen aangezien tal van misdrijven kunnen plaatsvinden

via het medium van internet. Bij de klassieke infiltratie daarentegen moet sprake zijn van ernstige

aanwijzingen van strafbare feiten die op de taplijst voorkomen of feiten gepleegd binnen het kader van een

criminele organisatie.418 Met andere woorden zal de infiltratie slechts toegelaten worden in een onderzoek

naar de meest ernstige misdrijven. De drempel ligt hier dus veel hoger dan wat geldt voor de online infiltratie.

De hoogdrempelige proportionaliteitstoets bij de klassieke infiltratie verantwoordt zich door de graad van

inbreuk op de individuele rechten en vrijheden die met een infiltratieopdracht gepaard gaan.419 Zoals

hierboven gesteld is de klassieke infiltratie indringender en verregaander dan de online infiltratie en kan

412 Artikel 47octies, §1-§2 Sv. en Artikel 46sexies, §1, lid 1 en §2 Sv 413 C. VAN DEN WYNGAERT en P. TRAEST, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2017, p.1136. 414 Artikel 47octies, §2 Sv. en artikel 46sexies, §1 Sv. 415 C. DE ROY en S. VANDROMME, Bijzondere opsporingsmethoden en aanverwante onderzoeksmethoden, Antwerpen, Intersentia, 2004, p.11. 416 C. CONINGS, Een coherent regime voor strafrechtelijke zoekingen in de fysieke en digitale wereld, doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2016, p.160. 417 Artikel 46sexies, §1, lid 1 Sv. 418 Artikel 47octies, §1, lid 1 Sv. 419 MvT, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr. 50K1688/01, p.35.

Page 92: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

84

daardoor op zijn minst verwacht worden dat deze maatregel slechts bij ernstige gevallen aangewend zal

worden. De online infiltratie, die minder verregaand is, zal met andere woorden sneller in verhouding staan

tot het gepleegde misdrijf.

Wat de proportionaliteitstoets betreft, moet er verder nog gewezen worden op het begrip ‘aanwijzingen’. Er

moet geen sprake zijn van vaststaande bewijzen tegen de verdachte vooraleer overgegaan kan worden tot

infiltratie, ernstige aanwijzingen volstaan. Maar wat precies onder ernstige aanwijzingen begrepen moet

worden, wordt nergens in de wetgeving verder gepreciseerd. De vereiste van ernstige aanwijzingen mag niet

te strikt geïnterpreteerd worden, aangezien het niet uitgesloten kan worden dat de contacten van de infiltrant

zich ook uitstrekken tot de entourage van de personen tegenover wie geen ernstige aanwijzingen bestaan.

Zo niet wordt de infiltratie in de praktijk totaal onmogelijk.420 Met betrekking tot infiltratieopdrachten op het

darknet kan dit echter wat genuanceerd worden.

2.2.2 Machtiging verleend voor de online infiltratieprocedure

159. De bevoegdheid tot het machtigen van de infiltratieopdracht komt, zoals bepaald in de artikelen

47octies, §2 en 46sexies, §§1-2 Sv, in beide gevallen toe aan de procureur des Konings. De vereisten

waaraan deze machtiging dient te voldoen zijn daarentegen niet gelijklopend. Die bij de klassieke infiltratie

zijn veel uitgebreider geformuleerd dan wat geldt voor de online infiltratie.

Wat de klassieke infiltratie betreft wordt bepaald in artikel 47octies, §3 Sv dat: “De machtiging tot infiltratie

schriftelijk is en volgende informatie vermeldt:

1° de ernstige aanwijzingen van het strafbaar feit die de infiltratie wettigen

2° de redenen waarom de infiltratie onontbeerlijk is om de waarheid aan de dag te brengen;

3° indien bekend, de naam of anders een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de persoon of personen

bedoeld in § 1;

4° de wijze waarop aan de infiltratie uitvoering zal worden gegeven, daaronder begrepen de toelating

kortstondig een beroep te doen op de deskundigheid van een burger, zoals bepaald in § 1, tweede lid, en de

toelating politionele onderzoekstechnieken, zoals bepaald in § 2, tweede lid, aan te wenden;

5° de periode tijdens welke de infiltratie kan worden uitgevoerd en die niet langer mag zijn dan drie maanden

te rekenen van de datum van de machtiging;

6° de naam en de hoedanigheid van de officier van gerechtelijke politie, die de leiding heeft over de uitvoering

van de infiltratie.”

420 H. BERKMOES en J. DELMULLE, De bijzondere opsporingsmethoden en enig andere onderzoeksmethoden, Brussel, Politea, 2011, p.675-678.

Page 93: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

85

Wat de online infiltratie betreft, wordt in §2 louter gesteld in dat: “De maatregel bedoeld in §1 door de

procureur des Koning wordt bevolen met een voorafgaandelijke en met redenen omklede schriftelijke

machtiging.”421

160. In beide gevallen moet de machtiging dus schriftelijk zijn en voorafgaandelijk aan de

infiltratieopdracht afgeleverd worden. In de spoedeisende gevallen waarbij voorafgaande machtiging niet

meer mogelijk is, kan in beide gevallen de machtiging mondeling worden verleend, maar dient dit achteraf

zo spoedig als mogelijk bevestigd te worden in schriftelijke vorm en volgens dezelfde voorwaarden.422

161. Daarenboven dient de machtiging door de procureur des Konings gemotiveerd te worden. Bij de online

infiltratie houdt dit in dat de procureur des Konings expliciet motiveert dat aan de voorwaarden van

subsidiariteit en proportionaliteit zijn voldaan en dat er ernstige aanwijzingen zijn van strafbare feiten waarop

minstens één jaar gevangenisstraf staat.423 Verder worden er geen vereisten gesteld. Daarentegen is met

betrekking tot de offline infiltratie zoals hierboven gesteld, een limitatieve lijst opgesomd van wat de

motivering allemaal moet inhouden.424

Deze strengere motiveringsvereisten ten aanzien van de klassieke infiltratie bouwt eerst en vooral verder op

het indringende karakter ervan. De infiltrant gaat zich fysiek inmengen in de leefwereld van de verdachte.

Hierdoor zal het recht op eerbiediging van het privéleven sneller in het gedrang komen dan bij de online

infiltratie aangezien bij het laatste enkel sprake is van virtuele contacten en er geen fysieke inmenging in het

privéleven plaatsvindt. Daarom zijn strengere motiveringsvereisten ten aanzien van de offline infiltratie

vereist, opdat deze verantwoord en bedacht zou worden toegelaten door de procureur des Konings.

Daarenboven zorgt de uitgebreide motivering ervoor dat achterna rechterlijke controle van de infiltratie

mogelijk wordt.425 De offline infiltratieopdracht wordt in tegenstelling tot de online versie niet geregistreerd

wat het moeilijker maakt voor de rechter om de bedachtzame en correcte aanwending van de offline infiltratie

achterna te beoordelen. De voorafgaandelijke uitgebreide motivering van de procureur des Konings kan deze

discussies ontmijnen.

162. Ook in het kader van een gerechtelijk onderzoek kan als mogelijkheid voorzien worden in de (online)

infiltratie. In tegenstelling tot het opsporingsonderzoek wordt deze dan niet door de procureur des Konings

bevolen, maar zal een bevel uitgaan van de onderzoeksrechter overeenkomstig artikel 56bis Sv.426 De

machtiging van de onderzoeksrechter wordt steeds ten uitvoer gelegd door de procureur des Konings, die

421 Artikel 46sexies, §2 Sv. 422 Artikel 46sexies, §2, lid 2 en Artikel 47octies, §5 Sv. 423 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.41. 424 Artikel 47octies, §3 Sv. 425 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.270. 426 Artikel 46sexies, §5 Sv. en Artikel 47octies, §7 Sv.

Page 94: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

86

tevens - in voorkomend geval - ten aanzien van de betrokken politieambtenaren een machtiging verleent tot

het plegen van strafbare feiten.427

163. Bij beide vormen van infiltratie is de machtiging geldig voor een termijn van drie maanden te rekenen

vanaf de datum van de machtiging. Deze termijn kan verlengd worden door een nieuwe machtiging van de

procureur des Konings die aan dezelfde vormvereisten zoals hierboven gesteld dient te voldoen.428

2.2.3 Politionele interactie versus politionele infiltratie

164. In het laatste lid van paragraaf een van artikel 46sexies Sv. wordt een belangrijk standpunt ingenomen

door de wetgever: “Dit artikel is niet van toepassing op de persoonlijke interactie op het internet van

politieambtenaren, bij de uitvoering van hun opdrachten van gerechtelijke politie, met een of meerdere

personen, die enkel een gerichte verificatie of een arrestatie tot direct doel heeft, en dit zonder gebruik te

maken van een geloofwaardige identiteit.”

165. Hierin wordt verduidelijkt dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen online interactie en online

infiltratie. Geen toepassing is vereist van artikel 46sexies Sv. in situaties waarin politieambtenaren overgaan

tot een persoonlijke interactie op het internet die slechts een gerichte verificatie of arrestatie tot doel heeft.

De online infiltratie strekt ertoe contact te onderhouden met een of meerder personen en dit op een duurzame

manier.429 Het contact moet in zekere zin voldoende intens zijn opdat een minimale vertrouwensband kan

opgebouwd worden. Interactie daarentegen, die slechts een gerichte verificatie of arrestatie tot doel heeft,

vergt slechts een kortstondig contact. Er wordt geen vertrouwensrelatie opgebouwd. De voorbereidende

werken verstrekken hierbij duidelijke voorbeelden. Als voorbeeld van een persoonlijke interactie die enkel

een gerichte verificatie tot direct doel heeft, wordt de situatie gegeven waarin dreigende berichten op het

internet worden geanalyseerd. Een korte persoonlijke interactie met de persoon die het bericht geplaatst

heeft, kan al uitwijzen of deze een “echte’ radicaal/terrorist/ etc. is, dan wel een flauwe grappenmaker of een

fantast.430 Als voorbeeld van interactie die een gerichte arrestatie tot doel heeft, wordt een situatie

voorgesteld waarin een politieambtenaar onder valse voorwendselen met een internetgebruiker afspreekt

om elkaar fysiek te ontmoeten, teneinde deze persoon te kunnen arresteren.431 Bij beide voorbeelden is de

regeling van artikel 46sexies SV niet van toepassing en is dus ook geen machtiging vereist van de procureur

des Konings. Hierbij moet duidelijk gesteld worden dat bij interacties, in tegen stelling tot infiltratie, geen

427 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.44-45. 428 Artikel 46sexies, §2, lid 1 Sv. en artikel 47octies, §3, 5° en §6 Sv. 429 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.348. 430 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr. 54K1966/001, p.38. 431 Ibid., p.39.

Page 95: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

87

gebruik gemaakt mag worden van een fictieve identiteit.432 De politieambtenaar dient hierbij van zijn eigen

naam gebruik te maken, maar zal wellicht niet vermelden dat hij behoort tot het politiewezen.

2.2.4 De vereiste skills van de infiltrant

166. Artikel 46sexies §1, lid 2 Sv. stelt dat: “De koning de voorwaarden bepaalt, onder meer wat opleiding

betreft, en de nadere regels voor de aanwijzing van de politiediensten die bevoegd zijn om de maatregel,

bedoeld in dit artikel, ten uitvoer te leggen.” Dus niet om het even welke onderzoeker kan belast worden met

de uitvoering van een dergelijke infiltratieopdracht. Toch dient vastgesteld te worden dat tot op heden nog

geen KB voorhanden is en het dus gissen blijft naar wie bevoegd is voor het uitvoeren van de online

infiltratieopdracht. Bovendien zal in een specifieke opleiding voor de beoogde politiediensten voorzien dienen

te worden met het oog op zowel de bescherming van de persoonlijke levenssfeer als het verzekeren van het

goede verloop van de onderzoeken.433 Met betrekking tot de opleiding is het onder andere belangrijk dat de

infiltrant de grens met provocatie af leert te tasten en steeds de nodige psychologische afstand leert te

bewaren met het criminele milieu. Ook hier worden er bij de klassieke infiltratie terecht weer strengere eisen

gesteld.

167. De klassieke infiltratie stelt hogere eisen opdat een politieagent geschikt zou zijn voor de uitoefening

van de infiltratieopdracht.434 De uitvoering van de opdracht wordt voorbehouden voor de leden van de

speciale eenheden van de federale politie (DSU).435 Dit valt terug te verantwoorden door de grotere fysieke

risico’s voor de infiltrant en zijn omgeving die met de offline infiltratie gepaard gaan. De infiltrant kan bij wijze

van spreken letterlijk op een stoel naast de verdachte plaatsnemen in tegenstelling tot de online infiltrant die

louter achter het computerscherm blijft zitten op een andere locatie. De infiltrant moet perfect weten hoe hij

moet handelen om ontmaskering te vermijden en wanneer dit toch plaatsvindt hoe hij op een zo veilig

mogelijke manier hierop moet reageren. Ook de memorie van toelichting onderstreept het belang van een

goede opleiding: “Het uitermate delicate karakter van een offline infiltratieoperatie en het enorme belang van

een juiste sturing en strikte controle van de betrokken vanuit hun eigen politionele hiërarchie laten niet toe

dat om het even welke politieambtenaar in dergelijke operaties worden ingezet.”436 Door de opgebouwde

fysieke vertrouwensband in de offline wereld ontstaat daarenboven in sommige gevallen een bepaalde

sympathie voor de verdachte en wordt het moeilijker om het hoofd koel te houden en zich verder te focussen

op de infiltratieopdracht. Bij de online infiltratie zijn al deze risico’s veel kleiner aangezien dit beperkt is tot

louter virtuele contacten. De verdachte heeft de infiltrant nooit in levenden lijve gezien of gesproken.

Daarenboven wordt op het darknet gebruik gemaakt van een nickname en anonimiserende diensten zoals

432 Ibid., p.38-39. 433 Ibid., p.40. 434 Artikel 47octies, §2, lid 2 Sv. 435 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.40. 436 MvT, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr.50K1688/001, p. 11.

Page 96: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

88

die van Tor, wat ervoor zorgt dat bij de ontmaskering van de online infiltratieopdracht het voor de verdachte

zoeken is naar een naald in een hooiberg en het zo dus ook veel moeilijker zal zijn om wraak te nemen.

168. Ten slotte wordt er bij de klassieke infiltratie voorzien in de mogelijkheid voor de procureur des Konings

om extra veiligheidsmaatregelen te nemen indien daartoe grond bestaat.437 Dit duidt nog maar eens aan dat

de klassieke infiltratie ‘gevaarlijker’ is dan de online infiltratie en een soepeler regime voor de online infiltratie

dus verantwoord is.

2.2.5 Registreren van contacten

169. Een van de belangrijkste redenen voor het soepelere regime van de online infiltratie is dat alle contacten

geregistreerd worden.438 Het is hierbij dan ook veel eenvoudiger om alle contacten te registeren aangezien

alles verloopt via het toetsenbord en zo komt vast te staan op virtueel papier die achteraf geraadpleegd kan

worden. Deze geregistreerde contacten worden bij het dossier gevoegd of ter griffie neergelegd.439 Dit zorgt

ervoor dat nadien moeiteloos gecontroleerd kan worden of de opdracht binnen de vastgestelde richtlijnen

verlopen is en of er geen sprake is van enig misbruik of provocatie. Bovendien kunnen deze geregistreerde

contacten als bewijs gebruikt worden, wat bij de klassieke infiltratie uitgesloten wordt.440

De officier van de gerechtelijke politie is ten slotte verplicht om proces-verbaal op te stellen van de

verschillende fases van de uitvoering van de maatregel en moet de geregistreerde contacten die hij relevant

acht, onder het toezicht van de procureur des Konings overnemen in zijn proces-verbaal, die uiteindelijk

gevoegd zullen worden bij het dossier.441 Dit alles maakt de online infiltratie dusdanig transparant, dat een

soepeler regime zeker en vast toelaatbaar dient te worden geacht.

170. Bij de reële infiltratie daarentegen is het veel moeilijker om de contacten te gaan registeren en

bovendien zorgt dit ervoor dat de kans op ontmaskering stijgt, met alle gevolgen van dien. Wanneer toch

overgegaan wordt tot het registreren van de contacten, bijvoorbeeld door een microfoon op het lichaam van

de infiltrant te plaatsen, maakt dit een loutere veiligheids- en beschermingsmaatregel uit. De aldus

opgevangen gesprekken kunnen op geen enkele manier in de strafprocedure worden aangewend en zullen

nadien zelfs direct moeten worden vernietigd. 442 Wanneer bij het plaatsen van de microfoon het toch deels

437 Artikel 47octies, §2, lid 3 Sv. 438 Artikel 46sexies, §4, lid 2 Sv. 439 Ibid. 440 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.349. 441 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.44.; Artikel 46sexies, §4 Sv. 442 MvT, Parl.St. Kamer 2001-2002, nr.50K1688/001, p.40.

Page 97: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

89

de bedoeling is informatie te verzamelen in het kader van de bewijsvoering, dan is een machtiging van de

onderzoeksrechter vereist zoals voorzien in artikel 90ter e.v. Sv.443

2.3 De burgerdeskundige

171. Door artikel 46sexies, §1, lid 3 Sv. wordt de mogelijkheid geschapen om kortstondig beroep te doen op

een burgerdeskundige. De wetgever voorziet dat “In uitzonderlijke omstandigheden en mits uitdrukkelijke

machtiging van de procureur des Konings, de ambtenaar van de in het tweede lid bedoelde politiediensten

bij een welbepaalde operatie kortstondig een beroep kan doen op de deskundigheid van een persoon die

niet tot de politiediensten behoort, indien dit strikt noodzakelijk voorkomt voor het welslagen van zijn

opdracht. De machtiging en de identiteit van deze persoon worden bewaard in het in paragraaf 3, zevende

lid, bedoelde dossier.” Ook voor de klassieke infiltratie wordt in deze mogelijkheid voorzien.444

Hierop mag slechts beroep gedaan worden in uitzonderlijke gevallen, namelijk wanneer dit noodzakelijk is

om de operatie te laten slagen. Deze hulp rust op een uitdrukkelijke machtiging van de procureur des

Konings.445 Hierbij mag de figuur van de burgerdeskundige echter niet verward worden met deze van de

burgerinfiltrant. De burgerdeskundige is een persoon die niet behoort tot de politiediensten en die bovendien

niet zelf de opdracht van infiltratie uitvoert, maar de infiltrant louter op bepaalde gebieden gaat bijstaan. De

burgerinfiltrant daarentegen is ook een persoon die geen deel uitmaakt van de politiediensten, maar

daarentegen wel de infiltratieopdracht zelf gaat uitvoeren in opdracht van de politiediensten. De

burgerinfiltrant heeft vaak banden met het criminele milieu. Het gebruik van burgerinfiltranten in België werd

echter verboden wegens de verschillende risico’s die hiermee gepaard gaan. Het handelen met een

burgerinfiltrant, zeker met een criminele burgerinfiltrant, heeft immers een erg hoge risicograad, gezien deze

persoon moeilijk controleerbaar is en vaak opereert met een zogenaamde ‘dubbele agenda’ of gedreven

wordt door persoonlijke belangen.446 Wanneer gebruik gemaakt wordt van een burgerdeskundige moet de

machtiging en de identiteit van deze persoon bewaard worden in een vertrouwelijk dossier dat onder controle

staat van de Kamer van Inbeschuldigingstelling.447

172. Meestal is het gebruik van een burgerdeskundige noodzakelijk voor het wekken van het nodige

vertrouwen bij de geviseerde persoon. Zo moet de infiltrant de ‘internettaal’ beheersen en over voldoende

technische kennis beschikken, wil hij contacten kunnen leggen op het darknet en niet meteen ontmaskerd

worden als opsporingsambtenaar.448 Zo zal er in de context van het darknet bijvoorbeeld nood zijn aan

specifieke kennis omtrent de cryptologische communicatie om geen argwaan op te wekken. Hierbij kan dan

443 Ibid. 444 Artikel 47octies, §1, lid 2 Sv. 445 C. VAN DEN WYNGAERT en P. TRAEST, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2017, p.1136.; artikel 46sexies, §1, lid 3 Sv. en artikel 47octies, §1, lid 2 Sv. 446 Mvt, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr.50K1688/001, p.34. 447 Artikel 46sexies, §1, lid 3 en §3, lid 7 Sv. en artikel 47novies, §2, lid 2 Sv. 448 L.A.R. SIEMERINK, “Bob logt in: infiltratie en pseudokoop op het internet”, Computerrecht 2000, nr.3, p.144.

Page 98: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

90

beroep gedaan worden op een burgerdeskundige aangezien dit noodzakelijk is voor het slagen van de

infiltratieopdracht. Dezelfde regeling geldt ook met betrekking tot de klassieke infiltratie.449

2.4 Fictieve identiteit

173. Ook de online infiltranten krijgen de mogelijkheid toegereikt om een fictieve identiteit aan te nemen.450

De fictieve identiteit hoort hierbij in functie te staan van de infiltratie en mag op zichzelf niet provocerend

zijn.451 Net zoals bij de klassieke infiltratie het geval is, heeft het aannemen van een fictieve identiteit een

dubbele doelstelling: enerzijds is het noodzakelijk ter bescherming en beveiliging van de infiltrant en zijn

familie tegen vergeldingsmaatregelen en anderzijds is het noodzakelijk voor het welslagen van de

infiltratieopdracht.452 Toch dient dit enigszins genuanceerd te worden met betrekking tot de infiltratieopdracht

op het darknet. Bij de offline infiltratie is het vaak belangrijker om een fictieve identiteit aan te nemen ter

beveiliging en ter bescherming van de infiltrant en zijn familie. Volgens de memorie van toelichting valt het

op dat “wanneer de toepassing van bijzondere opsporingsmethoden leidt tot haar ontmanteling, de

hoofdbekommernis van de criminele organisatie heel vaak in de eerste plaats uitgaat naar het detecteren en

identificeren van de undercoveragent en naar het blootstellen van de gebruikte technieken”.453 Wraakacties

zijn hier dus niet vreemd aan. In de virtuele wereld en meer specifiek op het darknet, is het daarentegen veel

complexer om de ware identiteit van een infiltrant te achterhalen. Enerzijds komt dit door het feit dat beiden

elkaar nooit in levenden lijve hebben ontmoet en anderzijds door de gebruikte anonimiserende technieken

zoals besproken in Deel I. Bovendien blijft de cyberagent achter de computer zitten, dus is er geen fysiek

gevaar. Desalniettemin is het aannemen van een fictieve identiteit bij online infiltratie noodzakelijk gezien de

aard van de infiltratieopdracht. Bij gebrek aan een fictieve identiteit bestaat het risico dat de infiltratie reeds

in de beginfase stopgezet moet worden.454 Het is logisch dat een verdachte, noch online, noch offline een

vertrouwensrelatie zal aangaan met een persoon waarvan gedacht kan worden dat deze een

opsporingsambtenaar is. Bovendien is het op het darknet de gewoonte om een nickname aan te nemen. 455

Anders handelen door de speurders zou argwaan kunnen opwekken.

174. In het door Deel II besproken Agora-arrest maakte het Hof van Cassatie duidelijk dat het de

politieambtenaren toegelaten is om onder een nickname te surveilleren en patrouilleren op het internet zolang

deze niet geloofwaardig en provocerend is. Hierbij werd gesteld dat: “het gebruik van dit alias tot de normale

wijze van het bezoeken van delen van het internet behoort, mits het gebruik niet bestaat in het aannemen

449 Artikel 47octies, §1, lid 2 Sv. 450 Artikel 46sexies, §1, lid 1 Sv. 451 C. CONINGS, Een coherent regime voor strafrechtelijke zoekingen in de fysieke en digitale wereld, doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2016, p.222. 452 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.263. 453 Mvt, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr.50K1688/001, p.36. 454 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.263. 455 Een nickname is een zelf gekozen bijnaam waaronder een persoon fungeert op het internet. Het kan gezien worden als een pseudoniem.

Page 99: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

91

van een geloofwaardige fictieve identiteit en de gebruikte alias niet van aard is het plegen van een misdrijf

uit te lokken.”456 Het darknet maakt zo’n plaats op het internet uit. Zo is het veeleer normaal om op dit deel

van het internet een nickname aan te nemen dan een geloofwaardige fictieve identiteit. Wanneer de politie

anders zou handelen, zou dit reeds enig wantrouwen kunnen opwekken en zo de infiltratieopdracht in gevaar

brengen. Op deze digitale onderwereld wordt, zoals in Deel I duidelijk gemaakt, de privacybescherming hoog

in het vaandel gedragen. Anonimiteit is net de reden waarom mensen naar het darknet trekken, zodat ze

onder een pseudoniem, vrij kunnen doen wat ze willen zoals het verhandelen van drugs. Dit doel zou

helemaal tenietgaan door het gebruik van de correcte identiteit. Als voorbeeld hierbij kan gewezen worden

op Ross Ulbrich, de beheerder van de befaamde cryptomarkt SilkRoad, die enkel bekend stond als ‘Dread

Pirate Robert’. Daar waar elke internaut gebruik kan maken van een (ongeloofwaardige) fictieve identiteit,

zonder enige vorm van controle door de dienstenaanbieder, mag de politie dit ook om verder informatie in te

winnen.457 Daarenboven introduceerde de Raad van Europa een recht op anonimiteit op het internet in hun

Declaration on freedom of communication on the Internet. Krachtens het zevende beginsel heeft iedere

Europeaan formeel het recht om zich anoniem op het internet te begeven.458 Dit werd ingevoerd met het oog

op bescherming tegen online toezicht en het verzekeren van de vrije meningsuiting. 459 Hieruit kan dus

afgeleid worden dat eenieder op het internet het recht heeft om online een nickname aan te nemen met het

doel hun anonimiteit op het internet te verzekeren. Het recht op anonimiteit op het internet is echter niet

absoluut en wordt gelimiteerd ten aanzien van personen met criminele bedoelingen.460 Personen die een

nickname aannemen met de bedoeling om zo anoniem drugs te verhandelen, kunnen zich dus niet beroepen

op dit recht.

175. Hierbij kan de vraag gesteld worden of het aannemen van een nickname valt onder het misdrijf van

valse naamdracht zoals voorzien in artikel 231 Sw.461 Volgens onderzoeksrechter Philippe Van Linthout en

Charlotte Conings zou dit redelijk onlogisch zijn aangezien op het internet hiervan frequent gebruik gemaakt

wordt. Volgens hen is dit misdrijf gericht op de reële wereld en werd weinig rekening gehouden met het erg

courante gebruik van nicknames in de virtuele wereld.462 Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden

tussen het aannemen van een fictieve identiteit en het gebruiken van een nickname. Bij een nickname is het

meestal duidelijk dat het niet gaat om de werkelijke naam van een persoon. Vaak wordt hierbij een

456 Cass. 28 maart 2017, nr. P.16.1245.N/1. 457 C. CONINGS en P., VAN LINTHOUT, “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor justitie en politie”, Panopticon 2012, nr.33(2), p.215. 458 P. DE HERT, “De zeven van internet”, De Juristenkrant 2003, nr.73, p.8. 459 RAAD VAN EUROPA, Declaration on freedom of communication on the Internet, 28 mei 2003, p.3, www.osce.org/fom/31507?download=true. 460 RAAD VAN EUROPA, Declaration on freedom of communication on the Internet, 28 mei 2003, p.8, www.osce.org/fom/31507?download=true. 461 Art 231 Sw: het in het openbaar aannemen van een naam die hem niet toekomt. 462 C. CONINGS en P., VAN LINTHOUT, “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor justitie en politie”, Panopticon 2012, nr.33(2), p.213.

Page 100: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

92

pseudoniem gebruikt (bv. Goofey89, DonaldTrump333). Deze personen hebben niet tot doel een andere

identiteit aan te nemen om mensen te gaan misleiden, maar willen anoniem surfen op het internet, wat

volgens de Raad Van Europa hun volste recht is.463 Bij het aannemen van een fictieve identiteit kan hierrond

twijfel bestaan. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van een pseudoniem, maar daarentegen wel van een

naam waaraan een redelijke geloofwaardigheid gehecht kan worden. (bv.PaulienVanRobaeys23,

DriesDeBacker66). Een constitutief bestanddeel van het misdrijf valse naamdracht is de intentie te laten

geloven dat de fictieve naam overeenkomt met de werkelijke naam. Men wil mensen wijsmaken dat de

aangenomen naam, de naam is die terug te vinden is op hun paspoort. Bij het aannemen van een nickname

ontbreekt vaak deze intentie. Wanneer iemand als nickname DonaldTrump333 aanneemt, kan van ieder

redelijk persoon verwacht worden dat deze weet dat hij niet echt met de president van Amerika te maken

heeft. Het element van misleiding ontbreekt en kan daarom niet gecatalogeerd worden onder het misdrijf van

valse naamdracht. Dit toont nogmaals aan dat het bestaande strafrecht niet aangepast is aan de digitale

realiteit.

176. Ten slotte dient onderstreept te worden dat het makkelijker is om een fictieve identiteit aan te nemen in

de virtuele wereld dan in de werkelijke wereld. Bijna iedereen begeeft zich anoniem, onder een nickname,

op het internet.464 In de werkelijke wereld zijn er verschillende factoren die de ware identiteit kunnen verraden,

terwijl via de virtuele wereld een volledig nieuw mens kan gecreëerd worden zonder dat dit aan enige controle

onderworpen blijkt te zijn. Hierbij kan gedacht worden aan het programma “Catfish” op de commerciële

zender MTV. Dit programma toont aan hoeveel mensen zich laten leiden door identiteiten aangenomen op

het internet die vaak niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Het aannemen van verschillende

identiteiten op het internet is even van zelfsprekend. Bij de online infiltratieopdracht mag de politieambtenaar

volgens de wet een stap verder gaan dan het aannemen van een nickname en wel degelijk misleiding

veroorzaken omtrent zijn ware identiteit.465 Het is een feit dat de politie zich anders zal voordoen dan in

realiteit, bijvoorbeeld als een potentieel geïnteresseerde klant. Wegens het frequent gebruik van een

nickname op het darknet, is het aangeraden dat de politieambtenaren zich hiernaar gedragen en zich geen

geloofwaardige identiteit aanmeten. Als uitgangspunt geldt wel dat de nickname of het fictieve profiel op het

darknet nooit suggestief of provocerend mag zijn (artikel 30 VT.sv).

463 RAAD VAN EUROPA, Declaration on freedom of communication on the Internet, 28 mei 2003, p.3, www.osce.org/fom/31507?download=true. 464 L.A.R., SIEMERINK, “Bob logt in: infiltratie en pseudokoop op het internet”, Computerrecht 2000, nr.3, p.143. 465 Artikel 46sexies

Page 101: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

93

177. Charlotte Conings raadt de wetgever aan om een duidelijk standpunt in te nemen over het gebruik van

fictieve identiteiten door politie en justitie bij het uitwerken van een nieuw juridisch kader voor het speurwerk,

nu dat in de toekomst steeds vaker nodig zal zijn.466

2.5 Het plegen van strafbare feiten door de politiediensten

2.5.1 Online infiltratie als dekmantel voor het plegen van misdrijven door de politie

178. Om als undercoveragent bij de verdachte, het misleidend vertrouwen op te wekken dat deze te maken

heeft met bijvoorbeeld een oprecht geïnteresseerde klant zal dit vaak onvermijdelijk gepaard gaan met het

plegen van strafbare feiten zoals het bestellen van drugs. Dit is zowel bij de online infiltratie als bij de offline

infiltratie het geval. Zoals in Deel I gesteld, staat het vertrouwen op het darknet centraal. Ook bij infiltratie

maakt vertrouwen een van de kernelementen uit. Daarom was het belangrijk te voorzien in de mogelijkheid

voor de infiltrerende politieambtenaar om misdrijven te plegen om op die manier vals vertrouwen te

handhaven en hun veiligheid te verzekeren. De verdachte mag alles behalve het vermoeden krijgen dat hij

met een online opsporingsambtenaar te maken heeft en daarvoor moet een speurder soms ver durven te

gaan. Het plegen van misdrijven is niet beperkt tot cyberspace.

179. De wetgever legt de mogelijkheid voor de politieambtenaren tot het plegen van misdrijven binnen het

kader van de online infiltratie vast in artikel 46sexies, §3 Sv. Bij de klassieke infiltratie is dit terug te vinden

in artikel 47octies, §2, lid 2 en §4 Sv. Hierbij moet verwezen worden naar de memorie van toelichting bij de

online infiltratie, die net zoals bij de klassieke BOM-methodes toepassing maakt van artikel 47quinquies

Sv.467 Dus zowel bij de klassieke infiltratie als bij de online versie ervan wordt het plegen van misdrijven door

politieambtenaren gestoeld op eenzelfde artikel. Ook de bijzondere opsporingsmethode observatie steunt

hierop, doch zullen binnen dat kader vaak minder ernstige misdrijven gepleegd worden dan wat ten aanzien

van de infiltratieopdracht gebeurt.468

180. Artikel 47quinquies, §1 SV betreft het algemeen verbod voor de politieambtenaar om strafbare feiten te

plegen tijdens de uitvoering van de bijzondere opsporingsmethoden, aangezien dit in strijd is met het

legaliteitsbeginsel, dat bij de bewijslevering moet worden geëerbiedigd.469 Er geldt een algemene opvatting

dat de politie misdrijven moet opsporen, maar geen misdrijven mag plegen. Zowel uit artikel 8 Sv als artikel

15, 1° WPA blijkt dat de taak van de gerechtelijke politie “het opsporen van misdaden en wanbedrijven is,

het verzamelen van de bewijzen ervan en het overleveren van daders aan de rechtbanken die belast zijn

466 C. CONINGS, Een coherent regime voor strafrechtelijke zoekingen in de fysieke en digitale wereld, doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2016, p.223. 467 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.41. 468 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, p.249-251, p.263. 469 Mvt, Parl. St. Kamer 2001-02., nr.50K1688/001, p.70.

Page 102: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

94

met hun bestraffing.” Uit de artikels kan niet afgeleid worden dat het de politieambtenaren daarbij toegelaten

is misdrijven te plegen.

Toch houdt artikel 47quinquies Sv geen absolute verbodsbepaling in. Zoals alles in zijn context geplaatst

moet worden, zo ook het plegen van misdrijven door de politie. Artikel 47quinquies, §2 Sv houdt namelijk

uitzonderingen in: “Blijven vrij van straf de politieambtenaren die, in het kader van hun opdracht en met het

oog op het welslagen ervan of ter verzekering van hun eigen veiligheid of deze van andere bij de operatie

betrokken personen, strikt noodzakelijke strafbare feiten plegen, mits uitdrukkelijk akkoord van de procureur

des Konings.” Er is hierbij niet voorzien in een exhaustieve opsomming van de mogelijk te plegen misdrijven.

181. De goede afloop van de operatie en de veiligheid van de politieambtenaar zijn net zoals bij de klassieke

infiltratie van groot belang om de contouren van de uitzonderingen op het algemeen verbod op het plegen

van misdrijven juist af te leiden.470 Slechts wanneer dit strikt noodzakelijk is voor het slagen van de opdracht

of voor hun veiligheid kan een politieambtenaar strafbare feiten plegen en zal dit vallen onder de door de

wetgever ingevoerde strafuitsluitende verschoningsgrond.471 In het kader van de online infiltratie op het

darknet zal het plegen van misdrijven voor politieambtenaren sneller gebeuren met het oog op het slagen

van de opdracht, dan met betrekking tot hun veiligheid aangezien er minder risico’s aan verbonden zijn.

182. De strafuitsluitende verschoningsgrond werd ook voorzien in artikel 46sexies, §3, lid 1 Sv. Bovendien

mogen de gepleegde misdrijven niet ernstiger zijn dan die waarvoor de maatregel aangewend wordt, de

strafbare feiten gepleegd door de infiltrant dienen in verhouding te staan tot het doel van de

infiltratieopdracht.472 De te plegen of reeds gepleegde misdrijven zullen getoetst worden door de procureur

des Konings, die zich met de strafbare feiten akkoord dient te verklaren. Dit moet gebeuren vooraleer de

feiten voltrokken zijn, of wanneer dit niet kon gebeuren, moet dit achteraf zo snel mogelijk ter kennis gebracht

worden.473 Hij zal moeten nagaan of de te plegen of reeds gepleegde feiten wel degelijk noodzakelijk zijn

voor het slagen van de opdracht of voor het beschermen van de integriteit van de infiltrant en of deze in

verhouding staan met het onderzochte misdrijf. Ook zal de machtiging van de onderzoeksrechter duidelijke

richtlijnen moeten bevatten, namelijk de grenzen waarbinnen de infiltrant mag opereren. Bij de behandeling

ten gronde zal dit nogmaals in concreto moeten worden beoordeeld door de vonnisrechter.

183. De strafuitsluitende verschoningsgrond is bij beide gevallen slechts op een beperkt aantal personen

van toepassing.474 Ten eerste is deze natuurlijk van toepassing op de persoon van de infiltrant, namelijk de

politieambtenaar die binnen het kader van de infiltratieopdracht strafbare feiten pleegt. Daarnaast is ze ook

470 Ibid., p.22. 471 Artikel 46sexies, §3, lid 1 Sv. 472 Artikel 46sexies, §3, lid 2 Sv. en Artikel 47quinquies, §2, lid 2 Sv. 473 Artikel 47quinquies, §3.Sv.; Artikel 47octies, §4 Sv.; Artikel 46sexies, §3, lid 5-6 Sv. 474 Artikel 46sexies, §3 Sv.; Artikel 47quinquies, §2 Sv.

Page 103: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

95

van toepassing op de personen die noodzakelijke en rechtstreekse hulp of bijstand hebben verleend aan de

uitvoering van deze onderzoekshandeling. Ook de personen op wiens deskundigheid een beroep wordt

gedaan genieten hiervan. Tot slot blijft ook de magistraat die de machtiging verleent tot het plegen van

strafbare feiten in het kader van de uitvoering van deze onderzoeksmaatregel vrij van straf.475 Hierbij dient

opgemerkt te worden dat de burger op wiens deskundigheid beroep werd gedaan werd ook toepassing zal

kunnen maken van de rechtvaardigingsgrond van het hoger bevel.476

184. Het gaat slechts gaat om een strafuitsluitende verschoningsgrond, dus dat het wederrechtelijk karakter

van de strafbare feiten, net zoals het geval is bij de klassieke infiltratie blijft bestaan.477 Dit wil zeggen dat de

bewijzen verkregen door middel van het plegen van misdrijven door politieambtenaren nog steeds

onrechtmatige bewijsmiddelen uitmaken. In de rechtsleer worden hieromtrent verschillende meningen

aangenomen. Enerzijds kan gesteld worden dat wanneer hierop de Antigoonwetgeving478 wordt toegepast,

het plegen van misdrijven om zo bewijzen te verzamelen echter vaak deloyaal is en in strijd is met het recht

op een eerlijk proces.479 Andere bronnen gaan er dan weer van uit dat deze bewijzen niet uitgesloten mogen

worden als gevolg van de Antigoontoets.480

2.5.2 Te plegen misdrijven door de politie

185. Zoals hierboven gesteld, wordt in de BOM-wet niet voorzien in een opsomming van welke strafbare

feiten een politieambtenaar in het kader van een bijzondere opsporingsmethoden allemaal mag begaan. Ook

bij de online infiltratie is dit niet het geval. De memorie van toelichting bij de BOM-wet, waarnaar verwezen

werd bij de invoering van de online infiltratie, schrijft voor dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen

voorzienbare en onvoorzienbare misdrijven.481 Ook de online infiltrant kan geconfronteerd worden met

situaties die hij vooraf niet kon voorzien. Het voorzien van de mogelijkheid om strafbare feiten te plegen

zonder voorafgaande machtiging van de procureur des Konings is in dezelfde mate noodzakelijk als bij de

klassieke infiltratie.482

475 C. VAN DEN WYNGAERT, P. TRAEST en S. VANDROMME, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2017, p.1136-1137. 476 C. DE ROY en S. VANDROMME, Bijzondere opsporingsmethoden en aanverwante onderzoeksmethoden, Antwerpen, Intersentia, 2004, p.19. 477 A. DE NAUW en F. SCHUERMANS, “De wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden”, RW 2003-2004, nr.24, p.925. 478 Artikel 32 V.T. Sv. 479 C. DE ROY en S. VANDROMME, Bijzondere opsporingsmethoden en aanverwante onderzoeksmethoden, Antwerpen, Intersentia, 2004, p.22. 480 A. DE NAUW en F. SCHUERMANS, “De wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden”, RW 2003-2004, nr.24, p.928. 481 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02., nr.50K1688/001, p.24. 482 MvT, Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.44.

Page 104: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

96

186. De voorzienbare misdrijven zijn deze die inherent zijn aan het gebruik van bijzondere

opsporingsmethoden.483 Dit zijn met andere woorden misdrijven waarvan de politieambtenaar en de

magistraat reeds op voorhand konden voorspellen dat deze zouden plaatsvinden. Bij het ontmantelen van

online drugshandel op het darknet, kunnen de politieambtenaar en magistraat bij aanvang van het onderzoek

al veronderstellen dat het bestellen van drugs een noodzakelijke stap zal vormen in de zoektocht naar

bewijsmateriaal. Dit wil zeggen dat wanneer overgegaan wordt tot het machtigen van een infiltratieopdracht

hierbij terzelfdertijd in een apart schriftelijk stuk ook machtiging verleend zal worden tot het plegen van op

voorhand bepaalde strafbare feiten.484 Een voorbeeld uit de praktijk is de operatie waarbij de cryptomarkt

Hansa een paar weken onder leiding stond van de politie in het kader van een online infiltratieopdracht. Zo

kon de Nederlandse politie tonnen informatie verzamelen omtrent de gegevens van zowel kopers als

verkopers. Voorafgaand aan het uitvoeren van deze opdracht was reeds duidelijk dat politie strafbare feiten

zou plegen zoals het faciliteren van drugshandel en het beheren van een drugssite. Op voorhand werd hier

uitvoerig overleg over gepleegd tussen de infiltrant en de bevoegde procureur des Konings.485 De magistraat

zal dus op voorhand uitvoerig overleg plegen en beslissen welke strafbare feiten hij zal machtigen.

Vervolgens volgt een afzonderlijke machtiging waarin de richtlijnen en grenzen bepaald worden binnen de

welke de infiltrant zal moeten handelen. De strafbare feiten die door de procureur des Konings gemachtigd

worden, worden in een afzonderlijk schriftelijke beslissing opgenomen en worden bewaard in het

vertrouwelijk dossier.486

187. Toch kan zich ook de situatie voordoen waarin onvoorzienbare misdrijven gepleegd moeten worden.

Bij de infiltratie is niet steeds te voorzien welke handelingen nodig zullen zijn, wil de infiltrant zich ten behoeve

van zijn opdracht geloofwaardig maken als deelnemer aan een criminele organisatie.487 De infiltrant komt

hierbij voor een keuze te staan: ofwel meewerken aan het onvoorzienbaar misdrijf om zo de schijn hoog te

houden of niet meewerken met het risico dat de infiltrant ontmaskerd wordt, met alle gevolgen van dien.

Wanneer een onvoorzienbaar misdrijf gepleegd wordt, zullen de politieambtenaren achteraf de procureur

des Konings hiervan onverwijld in kennis stellen en nadien nog schriftelijk bevestigen.488 De procureur des

Konings zal dan toetsen of aan de voorwaarden van noodzakelijkheid en proportionaliteit waren voldaan.

Mocht de magistraat van oordeel zijn dat de gepleegde strafbare feiten het kader van de opdracht of van de

bijzondere opsporingsmethoden volledig te buiten gaan of werkelijk onrechtmatig of onaanvaardbaar zijn,

zal hij hieraan het strafrechtelijk gevolg, dat hij passend acht, verlenen.489

483 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02., nr.50K1688/001, p.24. 484 Artikel 47octies, §§4 en 7 Sv.; artikel 46sexies, §3, 7de lid Sv. en artikel 47quinquies, §3, eerste lid Sv. 485 W. VAN NOORT, “Politie runde platform, handelde niet in drugs”, NRC 21 juli 2017, www.nrc.nl/nieuws/2017/07/21/de-politie-die-een-drugssite-runt-mag-dat-12182585-a1567489. 486 Artikel 46sexies, §3, 7de lid Sv en Artikel 47octies, §4 Sv. 487 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02, nr.50K1688/001, p.26. 488 Artikel 47quinquies, §3, tweede lid Sv.; Artikel 46sexies, §3, lid 6 Sv. 489 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02, nr.50K1688/001, p.27.

Page 105: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

97

2.5.3 De politionele onderzoekstechnieken

2.5.3.1 Vinden de politionele onderzoekstechnieken toepassing in de onlinewereld?

188. Bij de klassieke infiltratie werd door de wetgever voorzien dat de procureur des Konings een machtiging

kan verlenen aan specifiek daartoe opgeleide politieambtenaren om politionele onderzoekstechnieken aan

te wenden in het kader van hun opdracht.490 Zoals in Deel II vermeld, zijn politionele onderzoekstechnieken,

technieken die enkel worden aangewend in het kader van de klassieke infiltratie. Dit betekent dat hun

aanwending moet geschieden binnen hetzelfde wettelijk kader als de infiltratie en dat alle beginselen die het

gebruik van deze bijzondere opsporingsmethode beheersen, zoals proportionaliteit, subsidiariteit, legaliteit

en loyauteit onverkort van toepassing zijn.491 Deze onderzoekstechnieken dienen ter ondersteuning van de

infiltratieopdracht en helpen het doel ervan te verwezenlijken, namelijk het verzamelen van meer informatie

en bewijzen ten aanzien van de verdachte.492 De technieken worden geregeld door het Koninklijk Besluit van

9 april 2003 (verder KB-POT).493 Ze bestaan onder andere uit de pseudo-koop, de vertrouwenskoop, de

testkoop, de pseudo-verkoop, de gecontroleerde doorlevering, de gecontroleerde aflevering en de

frontstore.494

189. Ook in de virtuele wereld kunnen deze politionele onderzoekstechnieken goed van pas komen, oner

andere voor het ontmantelen van online drugsnetwerken op het darknet. Hierbij kan gedacht worden aan

een pseudo-koop van drugs op het darknet. Dit kan belangrijke elementen opleveren voor het onderzoek.

Toch wordt hiervan geen gewag gemaakt in de wettelijke basis van de online infiltratie. De vraag stelt zich

of deze politionele onderzoekstechnieken ook kunnen toegepast worden binnen een digitale context.

190. Een positief antwoord op deze vraag kan mijns inziens afgeleid worden uit een drietal elementen. Ten

eerste werden net zoals in Nederland het geval is, zowel de bijzondere opsporingstechnieken als de

politionele onderzoekstechnieken in België in algemene, technologie-neutrale termen omschreven. Dit zorgt

ervoor dat deze begrippen ook kunnen worden toegepast op hun digitale component.495 Dit wordt ook

bevestigd door Jan-Jaap Oerlemans die stelt dat de technologisch neutrale manier waarop de pseudo-koop

wordt omschreven ruimte biedt om deze ook toe te passen binnen een online context.496

Daarenboven werd er door de wetgever voor gekozen om niet in een exhaustief overzicht van de politonele

onderzoekstechnieken te voorzien aangezien ook deze, net zoals de BOM-methoden, een evolutief karakter

490 Artikel 47octies, §2, lid 2 Sv. 491 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02, nr.50K1688/001,8. 492 H. BERKMOES en J., DELMULLE, De bijzondere opsporingsmethoden en enig andere onderzoeksmethoden, Brussel, Politea, 2011, p.683. 493 K.B. 9 april 2003 betreffende de politionele onderzoekstechnieken, BS 12 mei 2003. 494 Artikel 1 KB-POT. 495 W.PH. STOL, E.R. LEUKFELDT en H., KLAP, “Cybercrime en politie: een schets van de Nederlandse situatie anno 2012”, Justitiële verkenningen 2012, jrg.38, nr.1, p.28. 496 J.J. OERLEMANS, Investigating Cybercrime, proefschrift Rechten Universiteit Leiden, 2017, p.215.

Page 106: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

98

hebben.497 Het criminele milieu past immers voortdurend zijn tactieken en strategieën aan de gebruikte

onderzoekstechnieken aan, zodat op een bepaald ogenblik bepaalde technieken dermate gekend en

achterhaald zijn, dat ze niet langer meer met succes kunnen worden toegepast of dat het gebruik ervan een

verhoogd risico voor de veiligheid en de integriteit van de politieambtenaren in een operatie vormt.498

Aangezien de crimineel zich verplaatst heeft van de offlinewereld naar de onlinewereld, moet ook de

politieambtenaar hierop voorbereid zijn en dienen de politionele onderzoekstechnieken aangepast te worden

aan de digitale evolutie.

Ten slotte kan gesteld worden dat infiltratie onlosmakelijk verbonden is met de politionele

onderzoekstechnieken. Infiltratie zonder het gebruik van deze technieken zou slechts tot een beperkt

resultaat leiden. Dit geldt ook met betrekking tot de online infiltratie waardoor geconcludeerd wordt dat zij

ook in de online wereld toepassing moeten kunnen vinden. De wetgever dient mijns inziens een duidelijk

standpunt in te nemen omtrent de toepassing van de politionele onderzoekstechnieken binnen de online

infiltratieopdracht. Vandaag zorgt dit echter voor rechtsonzekerheid, zowel ten aanzien van de burger die

niet weet aan welke onderzoekstechnieken hij mogelijks blootgesteld kan worden bij het surfen op het

internet, als ten aanzien van de speurders die geen duidelijk wettelijk kader aangereikt krijgen met betrekking

tot de toepassing van de politonele onderzoekstechnieken in een virtuele context.

2.6 Het vertrouwelijk dossier

191. Een ander element dat de online infiltratie tot een bijzondere opsporingsmethode maakt is het feit dat

een vertrouwelijk dossier opgesteld wordt door de procureur des Konings. Een infiltrant die ontmaskerd wordt

door een criminele organisatie, zal terecht vrezen voor zijn eigen veiligheid. Daarenboven riskeert een te

grote openbaring van de gehanteerde technieken ook dat deze in de toekomst niet meer nuttig zullen zijn.

Vandaar dat bepaalde gegevens niet openbaar kunnen worden gemaakt en dienen te worden bewaard in

een vertrouwelijk dossier.499 Dit is de redenering die vooral schuilgaat bij het aanmaken van een vertrouwelijk

dossier in het kader van de offline infiltratie.

192. Bij de online infiltratie daarentegen wordt een vertrouwelijk dossier slechts opgesteld in twee gevallen.

In het vertrouwelijk dossier worden de door de procureur des Konings gemachtigde misdrijven opgenomen500

evenals de machtiging tot inschakeling van een burgerdeskundige501. Al de rest van de informatie zoals de

gebruikte technieken of technologische hulpmiddelen kunnen terug gevonden worden in het openlijk

497 Mvt, Parl. St. Kamer 2001-02, nr.50K1688/001, p.36. 498 Ibid. 499 C. DE ROY. en S. VANDROMME, Bijzondere opsporingsmethoden en aanverwante onderzoeksmethoden, Antwerpen, Intersentia, 2004, p.26. 500 Artikel 46sexies, §3, lid 7 Sv. 501 Artikel 46sexies, §5, lid 2 Sv.

Page 107: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

99

strafdossier. De Kamer van Inbeschuldigingstelling heeft inzagerecht in het kader van haar controletaak,

overeenkomstig artikel 235ter en 235quater Sv.502

193. Bij de klassieke infiltratie werd voorzien in een afzonderlijk artikel betreffende het vertrouwelijk

dossier.503 Ook worden hierbij meer gegevens bewaard zoals bepaald in artikel 47octies, §4 Sv en artikel

47novies Sv.

502 Artikel 46sexies, §3, 7de lid Sv. 503 Artikel 47novies Sv.

Page 108: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

100

3 De online infiltratiemethode in de praktijk

194. Na het bestuderen van het wettelijk kader betreffende de online infiltratiemethode, dient nagegaan te

worden of deze techniek een even werkbaar en adequaat instrument uitmaakt in de praktijk. Na het

bestuderen van het wettelijk kader rezen dan ook een aantal vragen. Om hierop een praktijkgericht antwoord

te kunnen bieden werden interviews afgenomen met een aantal topexperts binnen dit vakgebied. Een

interview werd hierbij georganiseerd met Commissaris Marc Vancoillie, onderzoeksrechter Philippe Van

Linthout en federaal magistraat Jan Kerkhofs.

3.1 Vormt de online infiltratie een even adequaat instrument in de praktijk?

195. Uit het wettelijk kader blijkt dat de online infiltratie in de praktijk veel soepeler toegepast kan worden,

dan wat geldt voor de offline infiltratie. Is dit anno 2018 het geval?

3.1.1 Visie van de cybercrime-experten

196. Volgens onderzoekrechter Philippe Van Linthout vormt de online infiltratie wel degelijk een zeer nuttig

en noodzakelijk instrument, maar wat de toepassing in de praktijk betreft, dienen nog vele stappen gezet te

worden. Een aantal bedenkingen dringen zich hierbij op. Tot op heden is niet voorzien in het beloofde KB

die moet aanduiden wie bevoegd is voor het toepassen van de maatregel. Zolang voor de online infiltratie

niet voorzien wordt in dit KB, zal verder beroep gedaan moeten worden op de klassieke infiltratie. Maar deze

klassieke maatregel is aan zoveel regels en procedures onderworpen dat het volgens de onderzoeksrechter,

niet efficiënt is wanneer het toegepast wordt op de online wereld, waar alles razendsnel gaat. Als zich

vandaag, in een bepaald onderzoek, een opportuniteit stelt om een undercoveroperatie te starten op het

internet, moet dit onmiddellijk mogelijk zijn. In de wereld van het internet gaat alles razendsnel, zodat een

even snelle politonele reactie mogelijk dient te zijn. Tot op heden, zolang niemand als bevoegd aangeduid

is, is dit niet mogelijk en moet nog steeds beroep gedaan worden op de klassieke infiltratie met de daaraan

verbonden logge procedure. Er treedt hierbij een heel mechanisme in werking, namelijk er moet een

undercoveragent beschikbaar zijn, er worden commissies aangesteld, er moet in een machtiging worden

voorzien, etc. Als je dat toepast op een digitale omgeving is dit veel te traag en te heftig. Het is niet adequaat

als er een hele procedure aan vast hangt. Dit duidt volgens dhr. Van Linthout het belang aan van de infiltratie

light die tout de suite dient toegepast te kunnen worden. Het zal volgens hem enkel een adequaat instrument

vormen wanneer in elke politiezone iemand aangeduid wordt die hiertoe speciaal opgeleid is en onmiddellijk

kan optreden wanneer dit nodig is. Samengevat betekent dit volgens Philippe Van Linthout, dat de kritische

succesfactor het beloofde KB is, die duidelijk moet maken wie voor de online infiltratie bevoegd is. Binnen

deze context dient volgens de onderzoeksrechter er ook op gewezen te worden dat intern bij de

politiediensten er verdeeldheid bestaat over wie de maatregel zal uitvoeren. Op de vraag of deze online

onderzoekstechniek reeds veel werd toegepast is het antwoord logischerwijze negatief, omdat tot grote

Page 109: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

101

frustratie van de mensen op het terrein nog steeds geen KB voorhanden is waardoor zoals hierboven gesteld

teruggevallen moet worden op een zwaarder instrument die niet geschikt is voor de online wereld.

197. Federaal magistraat Jan Kerkhofs zit wat deze vraag betreft, op dezelfde golflengte en stelt, dat vanaf

het moment dat het instrument zal toegepast kunnen worden en de bevoegde politiediensten dus worden

aangeduid door het KB, dit ongetwijfeld een goed en adequaat instrument zal vormen, dat veel ingezet zal

worden. De infiltratie light is veel ruimer dan het enkele idee van een undercoveroperatie. Het zal ook nodig

zijn om gewoon op het internet te kunnen chatten, onder een valse identiteit. Tot voor de wet digitaal

speurwerk was het buiten de infiltratieopdracht, verboden om als politieagent enige interactie aan te gaan op

het internet, tenzij het slechts om een eenmalig contact ging. Maar, het is vaak onmogelijk om een realistisch

onderzoek te voeren zonder een bepaalde vorm van interactie aan te gaan. Vandaar dat de infiltratie light in

het leven is geroepen. Momenteel is nog de zware infiltratie van toepassing terwijl er volgens dhr. Kerkhofs,

helemaal geen nood is aan “een gespierde undercoveragent” om een online infiltratieopdracht uit te voeren.

Deze zienswijze werd per e-mail door dhr. Ken Witpas, substituut-procureur des Konings te Antwerpen,

bevestigd.

3.2 Is het wettelijk kader voldoende duidelijk en toepasbaar in de praktijk?

198. Na het bestuderen van het wettelijk kader van de online infiltratie en deze te vergelijken met de klassieke

infiltratie, rezen verschillende vragen met betrekking tot de toepasbaarheid ervan in de praktijk

3.2.1 Onduidelijkheden omtrent de politionele onderzoekstechnieken

199. Wanneer een vergelijking gemaakt wordt met de klassieke infiltratie504 is binnen het kader van de online

infiltratie nergens expliciet bepaald dat de politionele onderzoekstechnieken ook binnen de digitale context

toepasbaar zijn. Zoals hierboven gesteld, kan wegens hun technologie-neutrale omschrijving ervan

uitgegaan worden dat deze ook toepasbaar zijn in de digitale wereld. Bovendien zou de online infiltratie

onwerkbaar zijn zonder het gebruik van politionele onderzoeksmethoden. Hierbij kan gedacht worden aan

de pseudo-koop die een prominente rol kan spelen bij het ontmantelen van online drugsnetwerken op het

darknet. Met betrekking tot de pseudo-koop en vertrouwenskoop kunnen er mijns inziens weinig

interpretatieproblemen rijzen, wanneer zij in het kader van een online infiltratie toegepast worden.

200. Ten eerste hebben we de politionele onderzoekstechniek pseudo-koop. Dit houdt “de techniek in,

aangewend door een politiedienst, waarbij men zich aan een persoon voorstelt of wordt voorgesteld als een

potentiële koper van een dienstverlening van een goed, bedoeld in artikel 42, 1° tot en met 3° van het

strafwetboek, en waarvan deze persoon de eigendom wenst over te dragen voor eigen rekening of voor

504 Artikel 47octies, §2 Sv.

Page 110: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

102

rekening van een ander.” 505 Toegepast op het darknet is dit de situatie waarin een politieambtenaar een

profiel aanmaakt op een cryptomarkt en zich voordoet als potentiële koper van drugs, om zo vals vertrouwen

op te wekken bij de verkoper. Daarna kan overgegaan worden tot het plaatsen van de drugs in het online

mandje en tot de werkelijke bestelling ervan. Bij het ontvangen van het pakket, zal tal van informatie

verzameld kunnen worden en krijgt men meer inzicht in de modus operandi. Hierbij kan verder nog een

afspraak in de reële wereld geregeld worden, waarbij zal kunnen worden overgegaan tot arrestatie of

overgeschakeld moeten worden op het regime van de klassieke infiltratie

201. Ook de omgekeerde versie kan zich voordoen namelijk dat de politieambtenaar zich voordoet als een

verkoper van allerlei drugs op het darknet met het oog op het inwinnen van meer informatie en bewijzen

omtrent de kopers. Zo komen we terecht bij de politionele onderzoekstechniek van de pseudo-verkoop.506

Toegepast op het darknet betekent dit dat de overheid zelf een virtueel standje opricht op een cryptomarkt

en hierbij verschillende soorten drugs aanbiedt. Van deze laatste politionele onderzoekstechniek zal weinig

gebruik gemaakt worden, aangezien de grens met provocatie hierbij flinterdun is.507

202. Binnen het kader van de online infiltratie op het darknet kan ook de vertrouwenskoop als techniek een

rol spelen. Zoals in Deel I duidelijk werd, speelt het vertrouwen op het darknet een prominente rol. De

volledige business van de online dealer is gebaseerd op vertrouwen, denk hierbij maar aan de verschillende

ratingsystemen die ontwikkeld werden opdat een koper met een goed gevoel kan overgaan tot het aankopen

van kwaliteitsvolle drugs. Ook in hoofde van de koper speelt het vertrouwen een grote rol. Zo kan op

verschillende forums het profiel van de koper nagetrokken worden, indien die te vertrouwen is of eerder wijst

op de figuur van een opsporingsambtenaar. Een manier voor de opsporingsambtenaar om deze technieken

enigszins te omzeilen is via de vertrouwenskoop. Dit is “de techniek, aangewend door een politiedienst,

waarbij men zich aan een persoon voorstelt of wordt voorgesteld als een potentiële koper van een

dienstverlening of goed, bedoeld in artikel 42, 1° tot met 3°, van het strafwetboek, en waarvan deze persoon

de eigendom wenst over te dragen voor eigen rekening of voor rekening van een ander, en waarbij de

eigendom effectief overgedragen wordt, teneinde het vertrouwen van de koper te winnen en bijkomende

informatie te verzamelen.”508 Zo kan de politie drugs bestellen bij verschillende verkopers op het darknet,

louter en alleen om het misleidend vertrouwen op te wekken bij verkopers dat het wel degelijk om een

betrouwbare potentiële koper gaat en ze niet te maken hebben met een opsporingsambtenaar. Ook kan men

bij de geviseerde verdachte reeds een paar bestellingen plaatsen, zodat deze geen wantrouwen kweekt ten

aanzien van de opsporingsambtenaar.

505 Art 3, eerste lid, KB-POT. 506 Art 4, eerste lid KB-POT. 507 A. DE NAUW en F. SCHUERMANS, “De wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden.”, RW 2003-2004, nr.24, p.943. 508 Art. 3, tweede lid, KB-POT.

Page 111: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

103

203. Toch kunnen met betrekking tot verschillende andere politionele onderzoekstechnieken vragen rijzen

over hun toepassing in een digitale context. Hoe moet bijvoorbeeld de politionele onderzoekstechniek

frontstore vertaald worden naar de digitale praktijk. De frontstore is “de techniek waarbij door of vanwege

de politiediensten een of meerdere bedrijven, desgevallend aan de hand van fictieve gegevens,

daadwerkelijk worden opgericht of uitgebaat, door middel waarvan ondersteuning in de vorm van goederen

of diensten aan het criminele milieu worden aangeboden”.509 Hierbij kan verwezen worden naar het recente

huzarenstukje van de opsporingsdiensten dat geleid heeft tot het neerhalen van de cryptomarkt ‘Hansa

Market’ midden 2017.510 Dit gebeurde via de techniek van de online infiltratie. Hansa was de derde grootste

online drugsmarkt te vinden op het darknet.511 Deze operatie moet volgens Europol als “een van de grootste

en grondigste onderzoeken tegen cybercrime uit de geschiedenis” gezien worden en men spreekt van “een

gigantische slag die is toegebracht aan criminele online activiteiten op het internet”.512 Deze succesoperatie

werd mogelijk gemaakt dankzij de samenwerking tussen de FBI, de Nederlandse politie en de Amerikaanse

Drug Enforcement Agency (DEA). Dit toont nog maar eens het belang aan van internationale samenwerking

binnen deze context. De Nederlandse politie kreeg in juni het beheer van de marktplaats in handen na de

aanhouding van de twee beheerders van Hansa Market in Duitsland.513 Daaropvolgend namen ze het heft

in handen en zorgden ervoor dat de cryptomarkt verder bleef draaien. De gebruikers hadden er geen idee

van dat het de politie was die deze online marktplaats verder beheerde. Zo kon enorm veel informatie

verzameld worden betreffende zowel kopers als verkopers die actief waren op deze cryptomarkt. Verder

zorgde dit ook voor een duidelijk zicht op de modus operandi die gehanteerd wordt op deze online

marktplaatsen. Toch kan hierbij de vraag rijzen welke technieken precies binnen deze actie gehanteerd

werden en of deze de proportionaliteitstoets zullen doorstaan. In geen enkele bron kan terug gevonden

worden wat er precies gebeurd is. Wel staat vast dat de Nederlandse politie de cryptomarkt enkele weken

draaiende heeft gehouden. Kan dit gecatalogeerd worden onder de digitale versie van de politionele

onderzoekstechniek frontstore aangezien gesteld zou kunnen worden dat de politiediensten met deze actie

een virtueel bedrijf, aan de hand van fictieve gegevens, uitbaat door middel van ondersteuning in de vorm

van goederen of diensten die aan het criminele milieu aangeboden worden.514 Ook de Nederlandse

Siemerink is deze mening toegedaan en stelt dat wanneer de politie een bepaalde site opricht waarop zij

509 Artikel 7 KB-POT. 510 L. VERHAGEN, “Politie neemt illegale drugsmarktplaats Hansa over na infiltratie”, De Morgen 20 juli 2017, www.demorgen.be/technologie/politie-neemt-illegale-drugsmarktplaats-hansa-over-na-infiltratie-b11cbe0e/. 511 EUROPOL, Internet Organised Crime Threat assessment, 2017, p. 51, www.europol.europa.eu/iocta/2017/index.html. 512 Ibid. 513 L. VERHAGEN, “Politie neemt illegale drugsmarktplaats Hansa over na infiltratie”, De Morgen 20 juli 2017, www.demorgen.be/technologie/politie-neemt-illegale-drugsmarktplaats-hansa -over-na-infiltratie-b11cbe0e/. 514 Artikel 7 KB-POT.

Page 112: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

104

meldt dat zij geïnteresseerd is in een bepaald onderwerp, zoals drugs er sprake is van een digitale frontstore,

een vorm van uitlokking die in bepaalde omstandigheden kan zijn toegestaan.515

204. Vervolgens kunnen ook vragen rijzen met betrekking tot de toepassing van de politonele

onderzoekstechniek gecontroleerde aflevering in de digitale wereld. Dit is “de techniek aangewend door

een politiedienst waarbij een illegaal transport van goederen of personen, waarvan de politiediensten op de

hoogte zijn en politieambtenaren zelf het illegaal transport uitvoeren en afleveren, of daartoe hulp

verschaffen, doorgelaten wordt onder de permanente controle van de politiediensten zonder een politionele

tussenkomst en waarbij de politionele tussenkomst wordt uitgesteld uiterlijk tot op de eindbestemming in

België of in het buitenland.”516 Hoe dient dit omgezet te worden naar een digitale variant?

3.2.1.1 Visie van de cybercrime-experten

205. Philippe Van Linthout stelt dat het terrein enorm verlangend is om de politionele onderzoekstechnieken

toe te passen binnen de digitale context, maar dat door het feit dat de techniek van de online infiltratie nog

niet toegepast werd en bovendien slechts vrij recent ingevoerd is, natuurlijk hieromtrent nog veel vragen

rijzen. In de toekomst zullen politie en parket dan ook regelmatig moeten samenzitten. Bovendien stelt hij

zich de vraag of technieken zoals de frontstore en de gecontroleerde aflevering zich zullen voordoen binnen

een digitale context aangezien de overheid enkel misdrijven mag plegen die in verhouding staan met het

voorwerp van het onderzoek. Zo gaf hij als voorbeeld een wapenhandel op het darknet. De overheid zal

hierbij misschien wel wapens aanbieden, maar dit zullen nooit wapens uitmaken die werkelijk kunnen

schieten. De overheid zal het volgens hem nooit riskeren iets in handen te geven van een crimineel waarop

geen verdere controle mogelijk is. Maar dit maken allemaal nieuwe situaties uit, waarbij nog verschillende

vragen rijzen. Volgens de onderzoeksrechter zullen alle zaken die mogelijk zijn in de offline wereld ook

toegepast kunnen worden in de online wereld, maar met die reserve dat het nog nooit toegepast werd in de

praktijk, waardoor er nog veel vraagtekens zijn. Volgens federaal magistraat Jan Kerkhofs is het wettelijk

kader rond de politionele onderzoekstechnieken voldoende duidelijk en dient er niet in een afzonderlijk

wetgevend arsenaal te worden voorzien. “Voor wat betreft de inzet van bepaalde technieken, zullen deze

aan het KB en de regels die daarvoor ontworpen zijn, onderworpen blijven aangezien dit niets te maken heeft

met de inzet of de vorm waaronder de infiltratie gemachtigd wordt.”

515 L.A.R., SIEMERINK, “Bob logt in: infiltratie en pseudokoop”, Computerrecht 2000, nr. 3, p.143. 516 Artikel 5 KB-POT

Page 113: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

105

3.2.2 Onduidelijkheden omtrent de opleiding van de online infiltrant

206. Artikel 46sexies, §1, lid 2 Sv. stelt dat “De koning de voorwaarden bepaalt, onder meer wat opleiding

betreft, en de nadere regels voor de aanwijzing van de politiediensten die bevoegd zijn om de maatregel,

bedoeld in dit artikel, ten uitvoer te leggen.” Dus niet om het even welke politieambtenaar kan de maatregel

van de online infiltratie ten uitvoer brengen. Wat kan hiervan verwacht worden?

3.2.2.1 Visie van de cybercrime-experten

207. Zoals hierboven reeds enkele malen aangehaald werd, is nog steeds geen KB voorhanden die duidelijk

maakt wie bevoegd is voor het uitvoeren van de maatregel online infiltratie en welke opleiding hiervoor

gevolgd dient te worden. Volgens zowel Philippe Van Linthout, als Jan Kerkhofs zijn de magistraten vragende

partij om de vereiste capaciteiten van de online infiltrant zo laagdrempelig mogelijk te houden. Laagdrempelig

wil niet zeggen dat om het even wie kan overgaan tot online infiltratie, maar wel dat hiervan geen middel

mag gemaakt worden dat voorbehouden is voor bijzondere eenheden of voor de federale gerechtelijke politie.

Federaal magistraat Jan Kerkhofs stelt dat net zoals elke burger op het internet gaat, er proportioneel in de

nodige dosis blauw op het internet voorzien moet worden. De nodige opleiding is hierbij cruciaal. Doch is

een “gespierde, intelligente Jerome” niet vereist voor het uitvoeren van een online infiltratieopdracht,

aangezien er enkel virtuele contacten zijn. Dit gaat niet gepaard met dezelfde fysieke risico’s als in de

tastbare wereld. Volgens beide magistraten bestaat er geen enkele reden, waarom leden van de recherche

van de lokale politiezone die in een lokale Computer Crime Unit zitten niet aan infiltratie zouden kunnen doen

in zaken die tot hun echelon behoren. Cruciaal is dat de online infiltrant onmiddellijk ingezet kan worden.

208. Federaal magistraat Jan Kerkhofs maakte een kleine prognose van wat te verwachten valt in de

toekomst. Zo voorspelde hij dat in de eerste fasejaren van de online infiltratie de bijzondere eenheden, de

FCCU en de RCCU’s aan zet zullen zijn, dit in afwachting van een opleidingstraject dat gevolgd zal kunnen

worden. De lokale politiediensten zullen voorlopig nog enigszins uitgesloten worden in afwachting van een

duidelijk opleidingstraject. Er is een zeer grote bezorgdheid over de opleiding en het goed in banen leiden

van de online infiltratieopdracht. Bovendien zullen er volgens Jan Kerkhofs blue-on-blue situaties ontstaan

wanneer de online infiltratieopdrachten volledig ongecoördineerd zouden verlopen. Situaties waarbij de ene

politieambtenaar niet weet dat hij op hetzelfde forum zit als de andere politieambtenaar en ze gewoon tegen

elkaar aan het babbelen zijn. Misschien moet in een systeem van registratie en deconflictering voorzien

worden om zo’n situaties te vermijden.

Page 114: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

106

3.2.3 Onduidelijkheden omtrent het vertrouwelijk dossier

209. Het aanmaken van een vertrouwelijk dossier is bij de online infiltratie enkel in twee gevallen vereist.

Namelijk wanneer binnen dit kader door de procureur des Konings misdrijven gemachtigd worden517 of

wanneer beroep gedaan wordt op een burgerdeskundige518. Alle andere informatie komt terecht in het

openlijk strafdossier. Bij de klassieke infiltratie daarentegen wordt veel meer informatie bewaard in het

vertrouwelijk dossier.519 Het openlijk strafdossier bevat bij de klassieke infiltratie geen elementen die de

afscherming van de gebruikte technische hulpmiddelen en de politionele onderzoekstechnieken of de

vrijwaring van de veiligheid en de afscherming van de identiteit van de uitvoerende politieambtenaren en de

burgerdeskundige, in het gedrag kunnen brengen.520 Volgens Charlotte Conings kan wat de online infiltratie

betreft de vraag gesteld worden of er ook binnen dit kader geen nood is aan een ruimere bescherming van

enerzijds de identiteit van de uitvoerende politieambtenaar en anderzijds de eventueel gebruikte

technologische hulpmiddelen en technieken.521 Volgens de Orde van Vlaamse Balies maakt het daarentegen

net een positieve evolutie uit, aangezien zo “de weinig transparante en niet-tegensprekelijke

wettigheidscontrole door de KI minder ernstig wordt dan wat geldt voor de klassieke online infiltratie.”522

Verschillende zaken komen in het openlijk strafdossier terecht zoals de gemaakte registraties en het proces-

verbaal van uitvoering.523 Inzage kan worden bekomen op basis van artikel 21bis of artikel 61ter Sv.

3.2.3.1 Visie van de cybercrime-experten

210. Volgens commissaris Marc Vancoillie heeft de wetgever het bij het rechte eind wat betreft het

vertrouwelijk dossier. Verdere afscherming van de identiteit van de online infiltrant is volgens hem niet vereist,

aangezien er niet dezelfde bezorgdheden aanwezig zijn als bij de klassieke infiltratie. Bovendien dient steeds

rekening gehouden te worden met de rechten van verdediging van de verdachte.

211. Ook volgens dhr. Jan Kerkhofs is er geen nood aan een uitgebreider vertrouwelijk dossier bij de online

infiltratie. Wanneer er een online infiltratie gaande is, waarbij geen strafbare feiten gepleegd worden en

waarbij geen gebruik gemaakt wordt van een burgerdeskundige, dan is er volgens hem ook niet zoveel aan

gelegen te vertellen wat er precies gebeurd is. Vanaf het moment dat met hele speciale, gesofisticeerde

technieken te werk gegaan wordt zal een machtiging vereist zijn, zoals in het geval van hacking, het begaan

van valsheid in informatica, etc. Hiervoor zal meteen een vertrouwelijk dossier opgesteld worden. De federaal

517 Artikel 46sexies, §3, laatste lid Sv. 518 Artikel 46sexies, §1, derde lid Sv. 519 Artikel 47novies Sv. 520 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.272. 521 Ibid, p.276. 522 ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Standpunt: uitbreiding BOM-wet en informaticarecherche ondergraaft de grondrechten van de burger, Brussel, 2016, p.7. www.advocaat.be/DipladWebsite/media/DipladMediaLibrary/Documenten/Standpunten/2016/Standpunt-OVB-Uitbreiding-BOM-wet-en-informaticarecherche.pdf. 523 Artikel 46sexies, §4 Sv.

Page 115: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

107

magistraat stelt dat het de bedoeling was om bij de online infiltratie een zo soepel mogelijk regime te voorzien,

voor zeer eenvoudige situaties van interactie. “Dit is bijvoorbeeld de situatie waarbij een agent een profiel

aanmaakt op Instagram, waarbij hij zichzelf MickeyMouse heet en hij met dat profiel bepaalde contacten wil

leggen, dan zal die persoon daarvoor geen vertrouwelijk dossier nodig hebben.”

212. Ten slotte is ook Philippe Van Linthout dezelfde mening toegedaan en stelt hij dat de wetgeving op dit

punt zeker niet dient aangepast te worden. “De online infiltrant is een agent die achter een computer zit, die

politieman is nooit fysiek in gevaar. Bovendien staat de maatregel van de online infiltratie garant voor

transparantie omdat alles geregistreerd wordt. Dit biedt ook een garantie naar de rechten van verdediging,

controle op provocatie, etc.”

3.3 De grens tussen online infiltratie en provocatie

213. De bedoeling is dat de politie misdrijven opspoort, niet dat de politie misdrijven pleegt of uitlokt.

Misleiding, verborgenheid en participatie als basiscriteria voor de infiltratie zorgen vaak voor pittige

discussies omtrent de grens met provocatie. Het verbod op provocatie is een van de algemene principes die

in acht genomen moet worden bij het gebruik van de bijzondere opsporingsmethoden en in het

strafprocesrecht in het algemeen.524 Ook de politionele onderzoekstechnieken, van toepassing in het kader

van de infiltratie, gaan allen gepaard met zowel misleiding, verborgenheid als participatie. Speurders

ondernemen, onder een valse identiteit, actief stappen om vertrouwen te winnen van de verdachte met het

oog op het verkrijgen van vertrouwelijke informatie. De grens tussen enerzijds misleiding, verborgenheid en

participatie en anderzijds uitlokking is bijzonder wankel. Steeds zal zorgvuldig de grens met provocatie

afgetast moeten worden. Het proportionaliteitsbeginsel zal hierbij een belangrijke leidraad vormen.

Bovendien wordt bepaald dat wanneer een fictieve naam aangenomen wordt, deze in geen geval

provocerend mag zijn.525 Hierbij dient duidelijk gemaakt te worden dat de beoordeling van de grens met

provocatie een feitenkwestie is die in concreto door de vonnisrechter zal beoordeeld moeten worden. Case

per case zal de grens afgetast moeten worden.

214. De vraag stelt zich of de grens met provocatie sneller overschreden zal worden bij de online infiltratie

in vergelijking met de klassieke infiltratie. Met andere woorden, hoe dient artikel 30 V.T. Sv. vertaald te

worden naar de online drugsmarkten. Er mag contact zijn met een drugsverkoper om zo gegevens te

verzamelen rond zijn identiteit, er mag zelfs worden afgesproken in de reële wereld maar, waar liggen

bijvoorbeeld de grenzen bij de online pseudo-koop.

524 A. DE NAUW en F. SCHUERMANS, “De wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden”, RW 2003-2004, nr. 24, p.921. 525 Mvt, Parl. St. Kamer 2015-16, nr. 54K1966/001, p.37.

Page 116: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

108

3.3.1 Wettelijk kader van de politionele provocatie

215. Zowel bij de klassieke infiltratie als bij de online infiltratie is het verbod op provocatie gestoeld op artikel

30 V.T. Sv. Dit artikel stelt dat er sprake is van provocatie “wanneer in hoofde van de dader het voornemen

om een misdrijf te plegen rechtstreeks is ontstaan of versterkt, of is bevestigd terwijl hij dit wilde beëindigen,

door de tussenkomst van een politieambtenaar of van een derde handelend op het uitdrukkelijk verzoek van

deze ambtenaar.”526 Het uitgangspunt van de wetgever bij het opstellen van de BOM-wet en ook achteraf bij

de actualisering ervan, is dat het gebruik van de bijzondere opsporingsmethoden, waaronder infiltratie, er in

geen geval mag toe leiden dat de vastgestelde misdrijven uitgelokt worden. De memorie van toelichting is

echter duidelijk: uitlokking van misdrijven is in strijd met het loyauteitsbeginsel en daardoor niet toegelaten.527

216. Toch dient onderstreept te worden dat het de overheid wel degelijk toegelaten is een context te creëren

waarin de verdachte op de proef gesteld wordt. De situatie waarin de context geschapen wordt waarin het

makkelijk is over te gaan tot het begaan van een misdrijf, maar de keuze tot het al dan niet daadwerkelijk

overgaan overgelaten wordt aan de verdachte zelf. Hij moet beschikken over een keuzevrijheid, waarbij

steeds de wil tot het plegen van het misdrijf weer ingetrokken kan worden. Een voorbeeld uit de praktijk is

het gebruik van lokfietsen in steden zoals Gent en Antwerpen. Er worden fietsen geplaatst met een

ingebouwde zender. De overheid schept dus een context waarin gecontroleerd wordt of een persoon al dan

niet zal overgaan tot het stelen van de fietsen, maar de beslissing ligt nog steeds bij de persoon zelf. Hij

beschikt over een keuzevrijheid en kan nog steeds verkiezen de fiets te laten staan. Wanneer deze fiets toch

gestolen wordt zal de zender de speurders leiden naar fietsdieven.528 In dit geval is geen sprake van

provocatie aangezien de beslissing tot het daadwerkelijk stelen van de fiets in handen van de verdachte blijft.

De politieambtenaar mag een verdachte niet brengen tot andere strafbare feiten dan deze waarop diens

opzet reeds tevoren was gericht.529

217. In de rechtspraak en rechtsleer werden reeds verschillende criteria uitgewerkt, aan de hand waarvan

bepaald kan worden of er sprake is van politionele provocatie. Ook dient gewezen te worden op de

rechtspraak van het EHRM, waaronder het arrest Taxeiro De Castro tegen Portugal530, waarin het EHRM

verschillende krijtlijnen vastlegt voor het beoordelen van politionele provocatie.531 Volgende criteria werden

vastgelegd om te bepalen of er sprake is van provocatie: (1) De provocatie dient aan de strafbare feiten

vooraf te gaan.;(2) De provocatie dient rechtstreeks te zijn, er moet een causaal verband bestaan tussen het

526 Artikel 30 V.T.Sv. 527 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02. Nr. 50K1688/001, p.16. 528 X., “Dieven trappen in val van de lokfiets”, DS 3 oktober 2015, www.standaard.be/cnt/dmf20151003_01900899. 529 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02. Nr. 50K1688/001, p.16. 530 EHRM 9 juni 1998, Taxeiro de Castro t. Portugal. 531 F. VERBRUGGEN, “De kat bij de melk. Strafrechtelijke grenzen aan praktijktests: het verbod op burgerinfiltratie en op de uitlokking van misdrijven”, in B. VAN KEIRSBILCK, R. VAN RANSBEECK en A. DE BOECK (eds.), Mystery shopping, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.19-21.

Page 117: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

109

handelen van de politieambtenaar en het plegen van het misdrijf door de verdachte. Zonder tussenkomst

van de politieambtenaar zou de verdachte niet zijn overgegaan tot het begaan van de misstap.532 De

provocatie leidt tot onontvankelijkheid van de geprovoceerde feiten, indien anders geoordeeld wordt zal dit

in strijd zijn met het recht op een eerlijk proces van de verdachte.533

218. Ook in de memorie van toelichting bij de wet digitaal speurwerk wordt gesteld dat bij de uitvoering van

de online maatregel de opsporingsdiensten zich in geen geval schuldig mogen maken aan provocatie zoals

bedoeld in artikel 30 V.T.Sv.534 Aangezien hier op dezelfde rechtsgrond gesteund wordt, kan ervan uitgegaan

worden dat eenzelfde toetsing door de rechter vereist is. Toch zal mijns inziens, net zoals in een soepeler

regime werd voorzien voor de online infiltratie, ook een soepelere beoordeling moeten plaatsvinden met

betrekking tot de provocatie. Een belangrijk gegeven hierbij is dat alle contacten die plaatsvinden via de

online infiltratie geregistreerd worden, wat ervoor zorgt dat de maatregel op zich veel transparanter is en

achteraf het dus veel makkelijker zal zijn om eventuele provocatie op te sporen. Bovendien heeft dit ook een

preventief effect, aangezien hierdoor de bevoegde speurder steeds op zijn hoede zal zijn.

219. Wat de klassieke pseudo-koop betreft, wordt gesteld dat de infiltrant ongetwijfeld zijn belangstelling voor

de bewuste koopwaar mag tonen, hij zelfs navraag mag doen of deze producten verkrijgbaar zijn, maar hij

mag niemand aanzetten om ze aan te schaffen of om er handel mee te drijven.535 Deze redenering kan ook

online toegepast worden. Stel dat een verkoper een pagina opricht op een cryptomarkt op het darknet en

daarbij verschillende soorten drugs aanbiedt. Een online infiltrant vraagt naar de kwaliteit en de prijs van de

aangeboden goederen en gaat vervolgens over tot een online pseudo-koop. Nadien zal geen sprake kunnen

zijn van provocatie. De drugs werden reeds aangeboden door de verkoper op de cryptomarkt vooraleer de

online infiltrant interesse toonde, daartoe heeft de overheid hem helemaal niet aangezet. Met andere

woorden, wanneer een politieambtenaar drugs aankoopt van een individu op een online forum, dan werd die

drugs reeds aangeboden aan iedereen die hiervoor interesse had. Dus van uitlokking in zo’n situatie zal

weinig sprake zijn. Anders kan geoordeeld worden, in de situatie dat de undercoverpolitieagent online iemand

aanspoort voor het opstarten van een handel van illegale goederen op het darknet.

3.3.2 Visie van de cybercrime-experten

220. Federaal magistraat Jan Kerkhofs is van mening dat de garanties tegen provocatie in een online

gebeuren veel prominenter aanwezig zijn door het feit dat alles geregistreerd wordt, zoals door middel van

screenshots, opnames van het beeldscherm, etc. Dat is volgens hem ook de reden waarom in een infiltratie

light voorzien is, omdat op een heel transparante wijze het niet-provocatief karakter van een actie met

532 MvT, Parl.st. Kamer 2001-02. Nr. 50K1688/001, p.16-17. 533 Artikel 6 EVRM. 534 Mvt, Parl.st. Kamer 2015-16 Nr. 54K1966/001, p.37. 535 A. VANDEPLAS, “Pseudo-koop”, OSS 2003, afl. 43, p.238.

Page 118: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

110

vertrouwen kan aangetoond worden. In real life daarentegen, zal de undercoveragent steeds voor een stukje

losgelaten moeten worden. Er zullen blinde vlekken zijn waarbij alles gesteund is op het vertrouwen in de

training, de richtlijnen, de instructies, etc. van de undercoveragent. Vervolgens dient volgens de federaal

magistraat ook zeer streng gewaakt te worden over de psychologische stabiliteit van de undercoveragent

omdat hij de nodige weerbaarheid en garanties als persoon dient te kunnen bieden. Dat heb je niet in het

online gebeuren.

221. Vervolgens stelt onderzoeksrechter Van Linthout dat de grens tussen provocatie en online infiltratie een

zeer belangrijke vraag uitmaakt en dit zelf het onderwerp zou kunnen vormen van een andere masterproef.

Volgens hem moeten we ons in België de vraag stellen of niet een beetje te ver gegaan wordt met de

provocatietheorieën. “Provocatie is in iemands hoofd een zaadje planten en ervoor zorgen dat die persoon

iets doet, wat hij normaal niet zou doen. Zo hard duwen dat overgegaan wordt tot het begaan van een

misstap.” Maar volgens Philippe van Linthout wordt er tegenwoordig in België veel te hard provocatie

geroepen, wat ook niet correct is. De grens tussen provocatie en online infiltratie vormt een zeer dunne lijn,

is zeer grillig. Maar net door de transparantie die de online infiltratie biedt, zal hierover grondig debat gevoerd

kunnen worden. Het is een grens die heel hard bewaakt dient te worden en waar magistraten zich vaak het

hoofd over breken. Ook Jan Kerkhofs is ervan overtuigd dat in België, wat betreft de interpretatie van het

begrip provocatie, meer getendeerd moet worden naar de interpretatie zoals in de common law landen. Dit

veronderstelt dat van de verdachte toch enige vorm van weerbaarheid mag verwacht worden. In België gaat

men ervan uit dat geen enkele prikkel uitgedeeld mag worden door de overheid, terwijl dat voor sommige

andere naties net heel evident is.

3.4 Online infiltratie en het recht op bescherming van de persoonlijke

levenssfeer

222. Zoals uit Deel II van deze masterproef blijkt, is het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer

een steeds terugkerend punt van discussie binnen het kader van de digitale opsporingsmethoden. Wanneer

de overheid een zoeking uitvoert in een informaticasysteem, wordt het argument van strijdigheid met

eerbiediging van het privéleven gretig aangehaald. Opdat de inmenging in het privéleven door de overheid

gerechtvaardigd zou zijn moet voldaan worden aan het legaliteitsbeginsel, namelijk de inmenging moet bij

wet voorzien zijn. Daarenboven dient de inmenging noodzakelijk te zijn in een democratische samenleving

(noodzakelijkheidstoets) ter behartiging van een legitieme doelstelling (legitimiteitstoets).536 De klassieke

infiltratie maakt een serieuze aantasting uit van het recht op eerbiediging van het privéleven aangezien dit

opsporingsinstanties in staat stelt zich passief of actief te mengen in het leven van bepaalde

rechtsonderhorigen en deze hun omgeving, door het veroorzaken van misleiding. Daarom zijn bijzondere

536 C. CONINGS, Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.413.

Page 119: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

111

wettelijke waarborgen noodzakelijk, gelet op een hoger risico op willekeur en machtsmisbruik.537 De vraag

die zich hierbij stelt is of dit ook zo vertaald moet worden met betrekking tot de online infiltratieopdracht. De

online infiltratie heeft net als de klassieke infiltratie een heimelijk karakter. De online infiltrant gaat onder een

dekmantel contact onderhouden met een virtueel target op het darknet om zo meer informatie te verkrijgen

en een context te scheppen waarin het vergaren van bewijsmateriaal tot doel gesteld wordt. De memorie van

toelichting ging er bovendien van uit dat, voor het soepeler regime van de online infiltratie, er verantwoording

uit een tweede invalshoek vereist was, aangezien “de ontwikkeling van internet tot gevolg heeft dat duurzame

interacties op internet een aanzienlijke impact kunnen hebben op de persoonlijke levenssfeer van de

persoon.”538 De vraag die hier rijst is of het onderhouden van contacten op het internet zo ver kan gaan, dat

er hierdoor sprake is van schending van het recht op eerbiediging van het privéleven.

223. Wat de online infiltratie betreft kan gesteld worden dat aan de legaliteitsvereiste voldaan is, aangezien

artikel 46sexies Sv een wettelijke grondslag uitmaakt die verschillende waarborgen biedt, waarvan de

registratie de belangrijkste uitmaakt. Deze registratie is een garantie tegen misbruik en vormt een waarborg

voor de controle betreffende de proportionaliteit en noodzakelijkheid. Ten aanzien van de klassieke infiltratie

vormt dit een veel betere garantie. Op basis van deze rechtsgrond kan de burger bovendien voldoende

voorzien wat de reikwijdte van deze bevoegdheid is en waar hij het voorwerp kan van uitmaken. Verder moet

de magistraat de online infiltratie machtigen en zal daarbij voorafgaandelijk de proportionaliteit en de

noodzakelijkheid worden getoetst.

3.4.1 Visie van de cybercrime-experten

224. “De online infiltratie wordt gemachtigd door een magistraat die de proportionaliteit en de subsidiariteit

hiervan nagaat. Natuurlijk vormt de online infiltratie, net zoals de klassieke infiltratie een inbreuk op iemands

privéleven, maar dit is om een ander doel te dienen.” stelt dhr. Philippe Van Linthout. Vervolgens is hij van

mening dat de online infiltratie voldoende garanties biedt om een inbreuk op de privacy tot het minimum te

beperken. Vervolgens maakte de onderzoeksrechter een belangrijke opmerking. Hij vertelt dat het

eigenaardig vast te stellen is, dat in het ontwerp van het nieuwe wetboek van strafprocesrecht, de online

infiltratie onder toezicht blijft van de procureur des Konings, terwijl de klassieke infiltratie zal toekomen aan

de rechter van het onderzoek. Volgens hem is dit onlogisch, aangezien klassieke infiltratie een even grote

inmenging inhoudt als de online infiltratie.

225. Ook dhr. Jan Kerkhofs stelt dat de online infiltratie een louter invasieve maatregel uitmaakt. Het is

volgens hem niet omdat een privacy invasieve maatregel in de wet staat, dat daarom het recht op privacy

537 C. CONINGS, Een coherent regime voor strafrechtelijke zoekingen in de fysieke en digitale wereld, doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2016, p.160. 538 Mvt., Parl. St. Kamer 2015-2016, nr.54K1966/001, p.36.

Page 120: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

112

invasief geschonden wordt. Het wil enkel zeggen dat de mogelijkheid bestaat om precieze chirurgie uit te

voeren vanaf het moment dat dit vereist zou zijn in het kader van een democratische rechtstaat. Bovendien

stelt dhr. Jan Kerkhofs dat magistraten een motiveringsplicht hebben in de beschikking waarin ze bepaalde

maatregelen machtigen, ze daarenboven hierop hun handtekening plaatsen en vervolgens er een cascade

aan gerechtelijke controle volgt. Als hij dit niet had mogen toelaten dan zal hij daarvoor gesanctioneerd

worden en zal het bewijs uitgesloten worden. “Het is toch niet omdat er een kernreactor in Doel staat dat we

daarom allemaal radioactief besmet zijn?”

3.5 Invloed van online infiltratie op de verkoop van drugs via het darknet

226. Ten slotte werd aan de experten de vraag gesteld wat volgens hen het effect is van online

infiltratieopdrachten op het verhandelen van drugs via het darknet.

3.5.1 Visie van de cybercrime-experten

227. Volgens commissaris Marc Vancoillie zal het gevolg van de online infiltratieopdrachten een

decentralisatie van de online drugsmarkten uitmaken. Hierdoor wordt het voor opsporingsambtenaren vaak

nog moeilijker om hiertegen op te treden. Bovendien zullen volgens hem de cybercriminelen de nodige

hinderpalen creëren opdat deze onderzoeksmethode in de toekomst minder adequaat zal zijn. In de

beginfase van de toepassing van de online infiltratie, zal dit goede resultaten opleveren, maar na verloop

van tijd zullen de cybercriminelen opnieuw hinderpalen voorzien waardoor de politie weer aan de kant

geschoven wordt. Hierbij kan volgens commissaris Vancoillie gedacht worden aan het verhandelen van

drugs via versleutelde communicatie in private chatrooms, waar enkel vertrouwde personen toegang tot

verkrijgen. Het verhandelen van drugs in een besloten online ruimte.

228. Onderzoeksrechter Philippe Van Linthout denkt positiever en stelt dat met de maatregel online infiltratie

er een driedubbel effect nagestreefd wordt. Volgens hem, kan hierdoor ten eerste gerechercheerd worden

op plaatsen waar dit voordien niet kon. De mogelijkheid om zaken op te sporen werd hiermee vergroot. Ten

tweede is hierdoor zowel een onderzoek à charge als décharge mogelijk. Wanneer een stuk van het

onderzoek onmogelijk is omdat het zich online afspeelt, kan slechts een half resultaat bekomen worden.

“Wanneer bijvoorbeeld iemand als topdrugsdealer aangemerkt wordt, maar dit in werkelijkheid slechts een

kleine garnaal uitmaakt, omdat in de wet niet in de mogelijkheid werd voorzien om een online gesprek aan

te knopen met de persoon die boven de kleine garnaal staat, dan is dat slechts een halve waarheid waarmee

naar de rechtbank getrokken wordt.” De online infiltratie biedt hiervoor dus een oplossing. Ten derde zorgt

dit volgens de onderzoeksrechter voor een destabilisatie van de darknet omgeving. “Wanneer morgen alle

cybercriminelen weten dat de kans op contact met een online undercoveragent reëel is, zullen ze zich

misschien minder wagen op het darknet.”

Page 121: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

113

229. Ten slotte werd door dhr. Jan Kerkhofs gesteld dat door de invoering van de infiltratie light, men op een

veel soepelere manier op het darknet aanwezig kan zijn en er op een veel soepelere manier zal deelgenomen

kunnen worden aan de activiteiten die erop plaatsvinden, zonder dat onmiddellijk het zwaardere mechanisme

van de klassieke infiltratie geraadpleegd moet worden. Het gaat volgens hem laagdrempeliger worden om

politionele en gerechtelijke activiteit op het darknet te ontwikkelen. Ook hij stelt dat dit alles, een preventief

effect tot gevolg heeft. Wanneer personen weten dat op het darknet de kans reëel is te worden

geconfronteerd met een undercoveragent, zal dit een ontradend effect hebben. Volgens de federaal

magistraat zal de infiltratie light een enorme evolutie uitmaken in de toekomst.

4 Conclusie

230. Met de wet digitaal speurwerk werd een nieuwe digitale BOM-methode ingevoerd, de infiltratie light. Op

basis van deze techniek is het de opsporingsambtenaren toegelaten om onder een dekmantel, online een

vertrouwensband op te bouwen met een potentiële misdadiger. Dit met als doel informatie en bewijsmateriaal

te ontfutselen. Ook het darknet maakt een digitale omgeving uit waarop deze onderzoekstechniek toegepast

kan worden. Zo kan een politieambtenaar zich op een cryptomarkt voordoen als een oprecht geïnteresseerde

koper van aangeboden drugs en een duurzame interactie aangaan met de geviseerde verdachte. Vervolgens

kan overgegaan worden tot een pseudo-koop en eventueel een afspraak in de reële wereld.

Het doel van de wetgever was te voorzien in een soepel regime, waarbinnen cyberagenten online duurzame

interacties kunnen aangaan met potentiële misdadigers om zo bewijsmateriaal en informatie te verzamelen.

Het soepeler regime kan verantwoord worden op basis van twee elementen. Ten eerste door het minder

indringende karakter van de online infiltratie en ten tweede door het feit dat alle digitale contacten

geregistreerd worden, wat de maatregel veel transparanter maakt dan wat de klassieke versie ervan betreft.

In de wereld van het internet gaat alles razendsnel. Door middel van een paar muisklikken kan tal van

informatie verplaatst, aangepast of verwijderd worden. Daarom is het van groot belang dat cyberagenten

aan dezelfde snelheid kunnen reageren. Wanneer tijdens een online onderzoek zich de opportuniteit stelt

om gebruik te maken van de online infiltratie, dient onmiddellijk een hiervoor gespecialiseerde cyberagent

op te reageren. Toch moet opgemerkt worden dat hiervoor geen intelligente, gespierde Jerome vereist is,

maar ook de lokale politieambtenaren mits de nodige opleiding deze taak kunnen volbrengen. Het is met

andere woorden van alle belang dat online een soepel regime toegepast kan worden.

231. Er moet vastgesteld worden, dat in de praktijk van deze souplesse nog niet genoten kon worden. Een

cruciaal element hierbij, waar tot op heden op gewacht moet worden, is het Koninklijk Besluit die de dienst

aanduidt die verantwoordelijk zal zijn voor het uitvoeren van de online infiltratieopdracht. Zolang dit niet

voorhanden is, moet teruggevallen worden op de klassieke infiltratie, waaraan een zeer logge procedure

verbonden is. Wegens het vluchtig karakter van de informatica, is de klassieke infiltratie een te zware

Page 122: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

114

techniek die niet geschikt is om toegepast te worden op een online omgeving. Zoals reeds vaak in deze

masterproef werd vastgesteld moet men tot op vandaag roeien met de riemen die voorhanden zijn.

232. Ten slotte dient onderstreept te worden dat de online infiltratiemethode nog in kinderschoenen staat.

De bijzondere onderzoeksmethode zag slechts zeer recentelijk het daglicht. Het is moeilijk om hierover reeds

praktijkgericht onderzoek te verrichten. In de toekomst zullen nog veel vragen rijzen en zal er veelvoudig

overleg vereist zijn tussen de verschillende actoren van zowel justitie als politie. Toch kan uit de interviews

afgeleid worden dat de online infiltratiemethode in de toekomst zeker en vast een adequaat instrument zal

vormen, waarop menigmaal beroep zal gedaan worden.

Page 123: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

BESLUIT

Page 124: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel
Page 125: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

117

ALGEMENE CONCLUSIE

233. Aan het begin van deze masterproef werden volgende onderzoeksvragen gesteld: (1) Wat houdt

drugshandel via het darknet precies in? (2) Speelt de Belgische wetgever voldoende in op de potentiëlen die

het internet biedt? (3) Is de online infiltratie, zoals ingevoerd door de wet digitaal speurwerk, even effectief in

de praktijk als op papier? Na het schrijven van deze masterproef kunnen de vragen als volgt beantwoord

worden.

234. Op de eerste onderzoeksvraag kan een zeer omvangrijk antwoord gegeven worden. Het darknet maakt

een nieuwe omgeving uit voor het verhandelen van drugs. Aan het misdrijf zelf verandert niets, wel aan de

manier waarop het uitgevoerd wordt. De traditionele drugshandel op straat, verplaatst zich stapje per stapje

naar de online wereld. Aangezien de volledige economische wereld vandaag naar de digitale wereld verhuist,

lijkt het eerder logisch dat dit ook met de zwarte markt gebeurt. Na het vergelijken van de verschillende

aanbiedingen en verkopers op een cryptomarkt, kunnen drugs of andere illegale goederen naar keuze in het

online winkelmandje geplaatst worden om vervolgens aan huis te worden geleverd. Wat allemaal op het

darknet te vinden is gaat de verbeelding ver te boven.

De grootste succesfactor van dit fenomeen is de relatieve anonimiteit die ermee gepaard gaat. Drie

elementen kunnen deze relatieve anonimiteit verklaren: anonimiserende diensten zoals Tor die zowel de

locatie, als de identiteit van de gebruiker verhullen, cryptovaluta zoals bitcoins die het traceren van financiële

transacties bemoeilijken en andere versleutelingstechnieken die ervoor zorgen dat communicatie moeilijk in

verstaanbare vorm kan weergegeven worden.

Koper en verkoper hebben elkaar enkel virtueel gesproken en hebben elkaar nooit face-to-face ontmoet. De

motor van de gehele business op het darknet maakt vertrouwen uit. Na het ontvangen van een bestelling

kunnen zowel koper als verkoper feedback nalaten over hun ervaringen. Ook kunnen op verschillende

discussieforums, ervaringen met elkaar gedeeld worden. Hierop zullen toekomstige potentiële kopers en

verkopers vertrouwen om een nieuwe deal te sluiten. Dit heeft tot gevolg dat verkopers er alles aan zullen

doen om een zo goed mogelijke service te leveren, aangezien hun verkoopcijfers zullen afhangen van de

gekregen feedback. Dit komt ten goede aan de darknet-consumenten, aangezien zo een goede service en

goede kwaliteit van drugs verzekerd wordt.

Toch dient het succes van de online darknet markten enigszins genuanceerd te worden en zijn ook hieraan

verschillende gevaren verbonden. Net zoals in de reële wereld het geval is, zal het blind vertrouwen vaak

misbruikt worden zoals door een excit scam. Bovendien loop je als koper of verkoper steeds het risico een

deal te sluiten met een undercoveragent. Verder zullen gevaren verbonden aan de offline handel, zich online

Page 126: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

118

in een andere vorm manifesteren. Ten slotte dient gewezen te worden op het feit dat nog steeds fysieke

aspecten verbonden blijven aan de online drugshandel op het darknet, namelijk het inpakken en de

verzending. Hieraan zijn dan ook de grootste risico’s verbonden.

235. Wat de tweede onderzoeksvraag betreft dient eerst onderstreept te worden dat de Belgische

opsporingsambtenaren, met verschillende hinderpalen dienen af te rekenen. Vooral het tekort aan kennis,

het tekort aan opgeleide mensen en middelen en het tekort aan samenwerking maken ernstige problemen

uit. Toch durft de Belgische wetgever weleens in slaap te dommelen. Het eerste nationale wetgevende

initiatief met betrekking tot opsporingsmogelijkheden binnen een digitale context, kan gesitueerd worden

tijdens de millenniumwisseling. Vervolgens duurde het zestien jaar vooraleer een grondige aanpassing van

de bestaande opsporingstechnieken plaatsvond aan de digitale realiteit. Minister van Justitie, Koen Geens,

verdient hiervoor een welgemeend schouderklopje.

Tijdens die zestien jaar, vonden talloze technologische evoluties plaats, terwijl opsporingsambtenaren zich

moesten redden met wetten geschreven ten tijde van Napoleon.539 Het zal een moeilijke opdracht worden

om deze achterstand bij te benen. Toch toont de wetgever met de wet digitaal speurwerk aan, dat hij wel

degelijk alert is. De slagkracht van de politiediensten in een online omgeving werd hier duidelijk mee

uitgebreid. Nu is het de taak van de wetgever om niet weer in slaap te dommelen en alert te blijven voor de

technologisch evoluerende maatschappij. Toch duiden zaken, zoals de Agora-zaak en de zaak in Tongeren

aan, dat de wetgever blijft worstelen met de digitale realiteit.

236. Wat de derde onderzoeksvraag betreft, kan hierop slechts een precair antwoord geboden worden. De

online infiltratie trad zeer recent in voege, wat ervoor zorgt dat in de toekomst nog vele vragen zullen rijzen.

Het doel van de wetgever was te voorzien in soepel digitaal opsporingsinstrument, direct toepasbaar in een

online omgeving. Maar, zolang het beloofde uitvoeringsbesluit niet voor handen is en de bevoegde dienst

niet aangeduid wordt, zal op de klassieke infiltratiemethode beroep moeten gedaan worden, met de daaraan

verbonden tijdrovende procedure, die niet geschikt is om te worden toegepast op een vluchtige online

omgeving.

De tijd zal leren. Enkel de toekomst zal op vele vragen een antwoord kunnen bieden.

539 N. VANHECKE, “Strijden tegen cybercrime met wetten van Napoleon”, DS 18 december 2013, www.standaard.be/cnt/dmf20131217_00893181.

Page 127: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

BIJLAGEN

Page 128: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

120

Page 129: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

121

BIJLAGEN

Bijlage 1: de metafoor van de ijsberg

Bron: www.deepwebtech.com/blog/company-blog/page/7/

Bijlage 2: de metafoor van de ui

Bron: www.vpngids.nl/artikel/wat-is-tor/

Page 130: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

122

Bijlage 3: Soorten drugs verhandeld op het darknet

Bron: www.economist.com/news/international/21702176-drug-trade-moving-street-online-cryptomarkts-

forced-compete

Page 131: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

BIBLIOGRAFIE

Page 132: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel
Page 133: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

125

BIBLIOGRAFIE

1. Internationale regelgeving en aanbevelingen

- Recommendation Council of Europe No. R (89) 9 adopted by the Committee of Ministers of the

Council of Europe, 13 september 1989, concerning Computer-Related Crime and Report by the

European Committee on Crime Problems, Strasbourg, 1990.

- Recommendation Council of Europe No. R. (95) 13 adopted by the Committee of Ministers of the

Council of Europe, 11 september 1995, Concerning Problems of Criminal Procedural Law connected

with information technology and explanatory memorandum, Strasbourg, 1995.

- Convention on Cybercrime Council of Europe ETS no.185, 2001. Budapest.

- Additional Protocol to the Convention on Cybercrime Council of Europe ETS no. 189, 2003,

concerning the criminalization of acts of a racist and xenophobic nature committed through

computer systems, Strasbourg.

- Richtlijn 2006/24/EG van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn

gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische

communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van richtlijn

2002/58/EG.

2. Wetgeving

- Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, BS 22 december 1992.

- Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de

verwerking van persoonsgegevens, BS 18 maart 1993. (wet privacybescherming)

- Wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren,

kennisnemen en openen van privécommunicatie en -telecommunicatie, BS 24 januari 1995.

- Wet tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer

tegen het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie, BS

22 september 1998.

- Wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit, BS 3 februari 2001.

- Wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, BS 12 mei 2003. (BOM-wet)

- KB van 9 april 2003 betreffende de politionele onderzoekstechnieken, BS 12 mei 2003.

Page 134: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

126

- Wet van 26 maart 2003 houdende de oprichting van een COIV en houdende bepalingen inzake het

waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde

vermogenssancties, BS 2 mei 2003.

- Omzendbrief College Procureur-Generaals 2 april 2004: COIV-praktische richtlijnen, nr. COL 7/2004, www.om-mp.be.

- Wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, BS 30 juni 2005.

- Wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de artikelen 259bis, 314bis, 504quater, 550bis en 550ter van

het Strafwetboek, BS 12 september 2006.

- Wet van 23 januari 2007 tot wijziging van artikel 46bis Sv., BS 14 maart 2007.

- Wet van 3 augustus 2012 houdende de instemming met het Verdrag betreffende de

computercriminaliteit, BS 21 november 2012.

- Wet van 30 juli 2013 houdende wijzigingen van de artikelen 2,126 en 145 van de wet van 13 juni

2005 betreffende de elektronische communicatie en van artikel 90decies van het Wetboek van

Strafvordering, BS 23 augustus 2013.

- Wet 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse

bepalingen inzake justitie, BS 19 februari 2016. (Potpourri-II wet)

- Wet 29 mei 2016 betreffende het verzamelen en het bewaren van de gegevens in de sector van de

elektronische communicatie, BS 18 juli 2016. (Nieuwe Dataretentiewet)

- Wet 25 december 2016 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en Strafwetboek, met het oog op de verbetering van de bijzondere opsporingsmethoden en op bepaalde onderzoeksmethoden met betrekking tot internet en elektronische en telecommunicatie en tot de oprichting van een gegevensbank stemafdrukken, BS 17 januari 2017. (Wet Digitaal Speurwerk)

- Wet van 4 februari 2018 houdende de opdrachten en de samenstelling van het COIV, BS 26 februari

2018.

Page 135: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

127

3. Voorbereidende werken

- Wetsontwerp inzake informaticacriminaliteit, Parl. St. Kamer 1999-2000, nr. 50K0213/001 en nr.

50K0214/001, p.1-75.

- Wetsontwerp betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere

onderzoeksmethoden, Parl. St. Kamer 2001-2002, nr. 50K1688/001, p.1-79.

- Wetsontwerp betreffende de verbetering van de bijzondere opsporingsmethoden en bepaalde

onderzoeksmethoden met betrekking tot internet- en elektronische telecommunicaties, Parl. St.

Kamer 2015-2016, nr. 54K1966/001, p.1-79.

- Wetsontwerp van de wet houdende de opdrachten en de samenstelling van het Centraal Orgaan Voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring, Parl. St. Kamer 2017-18, nr.54K2732/001, 203p.

4. Jaarverslagen en advies

- EMCDDA, EU Drug Markets Report: in-depth Analysis, 2016, p.192,

www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2373/TD0216072ENN.PDF. - EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p. 140,

www.emcdda.europa.eu/system/files/publications/2155/TDXD16001ENN_FINAL.pdf.

- EMCDDA en EUROPOL, Drugs and the darknet, Perspectives for enforcement research and policy, 2017, p.90, www.emcdda.europa.eu/publications/joint-publications/drugs-and-the-darknet.

- EUROPOL, Organised Crime Groups exploiting hidden internet in online criminal service industry,p.3, www.europol.europa.eu/newsroom/news/organised-crime-groups-exploiting-hidden-internet-in-online-criminal-service-industry.

- EUROPOL, Darknets and hidden services, 2016, www.europol.europa.eu/iocta/2016/darknets.html.

- EUROPOL, Internet Organised Crime Threat assessment, 2017, www.europol.europa.eu/iocta/2017/index.html.

- GEENS, K., Het justitieplan. Een efficiëntere justitie voor meer rechtvaardigheid, 2015, https://cdn.nimbu.io/s/1jn2gqe/assets/Plan_justitie_18maart_NL.pdf.

- GEENS, K., Algemene beleidsnota, 2016, Doc 2111/021,

www.ordeexpress.be/UserFiles/ArtikelDocumenten/54K2111021_BN_Justitie.pdf.

- GEENS K. en J. JAMBON, Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019, p.20-23, p.83-88, justitie.belgium.be/sites/default/files/downloads/2016-06-07_kadernota_integrale_veiligheid_nl_0.pdf.

Page 136: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

128

- ORDE VAN VLAAMSE BALIES, BOM-wet en informaticarecherche. Jaarverslag 2016, Brussel, 2016,

http://ovb-jaarverslag.be/wp-content/uploads/2017/06/OVB_Jaarverslag2016.pdf.

- ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Standpunt: uitbreiding BOM-wet en informaticarecherche ondergraaft

de grondrechten van de burger, Brussel, 2016,

www.advocaat.be/DipladWebsite/media/DipladMediaLibrary/Documenten/Standpunten/2016/S

tandpunt-OVB-Uitbreiding-BOM-wet-en-informaticarecherche.pdf.

- PRIVACYCOMMISSIE, advies nr. 13/2015 van 13 mei 2015 betreft de voorontwerpen van wet houdende diverse bepalingen- wijzigingen aan de wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, aan de wet op het politieambt en aan de wet van 18 maart 2014 betreffende het politionele informatiebeheer, p.4-9.

- RAAD VAN EUROPA, Declaration on freedom of communication on the Internet, 28 mei 2003, 8p., www.osce.org/fom/31507?download=true.

5. Rechtspraak

Hof van justitie

- HvJ 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12, Digital rights Ireland en Seitlinger e.a.

- HvJ 21 december 2016, C-203/15, Tele2 Sverige AB/Postoch telestyrelsen en C-698/15, Secretary

of State for the Home Department/Tom Watson.

EHRM

- EHRM 9 juni 1998, Taxeiro de Castro t. Portugal.

Grondwettelijk Hof

- Arrest GWH 11 juni 2015, nr.84/2015.

Cassatie

- Cass. 28 maart 2017, nr. AR P.16.1245.N.

Correctionele rechtbank

- Corr. Dendermonde 14 mei 2007, T. Strafr. 2007, afl.6, p.403.

- Corr. Brussel 8 november 1990, Computerr. 1991, afl.1, p.31.

- Corr. Tongeren (12de k.) 21 oktober 2015, AR 1287/2015, niet gepubliceerd.

Kamer van Inbeschuldigingstelling

- KI Antwerpen inzake S.A., 17 december 2017, onuitg.

- KI Gent, inzake R.P., 8 februari 2018, onuitg.

Page 137: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

129

6. Rechtsleer

Handboeken

- BARTLETT, J., Dark Net. Daal af in de digitale onderwereld van hackers, seks, bitcoins en wapens, Amsterdam, Maven Publishing, 2015, 312p.

- BERKMOES, H. en DELMULLE, J., De bijzondere opsporingsmethoden en enig andere onderzoeksmethoden, Brussel, Politea, 2011, p.129-149, p.671-704.

- CONINGS, C., Klassiek en digitaal speuren naar strafrechtelijk bewijs, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, 862p.

- DE ROY, C. en VANDROMME, S., Bijzondere opsporingsmethoden en aanverwante onderzoeksmethoden, Antwerpen, Intersentia, 2004, p.1-27, p.45-52.

- HALABURDA, H. en MIKLOS, S., Beyond Bitcoin, the economics of digital currencies, Palgrave Macmillan, 2017, p. 186.

- KOOPS, B.J., CONINGS, C. en VERBRUGGEN, F., Zoeken in computers naar Nederlands en Belgisch

recht, Oisterwijk, Wolf Legal Publishers, 2016, 196p.

- KRUITHOF K., ALDRIDGE J., DECARY-HETU D., SIM M., DUJSO E. en HOORENS, S., Internet-facilitated drugs trade., An analysis of the size, scope and the rol of the Netherlands, Santa Monica California, RAND, 2016, p.167.

- VAN DEN WYNGAERT, C., TRAEST, P. en VANDROMME, S., Strafrecht en strafprocesrecht in

hoofdlijnen, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2017, p.1135-1137.

Bijdragen in verzamelwerken

- ALDRIDGE, J., en DECARY-HETU, D., “Cryptomarkets an the future of illicit drug markets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.23-30.

- COX, J., “Reputation is everything: the rol of ratings, feedback and reviews in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.49-53.

- COX, J., “Staying in the shadows: the use of bitcoin and encryption in cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.41-47.

- DE HERT, P. en LICHTENSTEIN, G., “De wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit en het formeel strafrecht” in VAN GERVEN, D., DESCHRIJVER, D. en BAEL, J. (eds.), CBR Jaarboek 2002-2003, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2003, p. 345-408.

- LEWMAN, A., “Tor and links with cryptomarkets” in EMCDDA, The internet and drug markets, 2016, p.33-39.

- VAN LINTHOUT, P. en KERKHOFS, J., “Actuele uitdagingen in cybercrime voor de advocatuur en magistratuur: vervolgen en verdedigen met een bot scalpel?” in VALCKE, P. en DUMORTIER, J. (eds.), Themis ICT en mediarecht, Brugge, Die Keure, 2013, p.28.

Page 138: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

130

- VERBRUGGEN, F., “De kat bij de melk. Strafrechtelijke grenzen aan praktijktests: het verbod op

burgerinfiltratie en op de uitlokking van misdrijven” in VAN KEIRSBILCK, B., VAN RANSBEECK, R. en

DE BOECK, A. (eds.), Mystery shopping, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2017, p.7-29.

Tijdschriften

- AERTS, B., “COIV staat symbool voor alles wat misgaat bij justitie”, De Juristenkrant 2017, afl. 343, p.8-9.

- ALDRIDGE, J., DECARY-HETU, D., “Not an ‘Ebay for Drugs’: The Cryptomarkt “Silk Road” as a paradigm shifting criminal innovation”, SSRN 2014, p.29.

- ALDRIDGE, J. en ASKEW, R., “Delivery dilemmas: How drug cryptomarkt users identify and seek to reduce their risk of detection by law enforcement”, International Journal of Drug Policy 2017, 41, p.101-109.

- ARNOU, L., “De wijzingen aan de bepalingen betreffende het telefonieonderzoek door Potpourri II”, Nullem Crimen. 2016, p.467-473.

- BARRATT, M.J. en ALDRIDGE, J., “Everything you always wanted to know about drug cryptomarkts (but were afraid to ask)”, International Journal of Drug Policy 2016,35, p.1-6.

- BARATT, M.J., FERRIS, J.A. en WINSTOCK, A.R., “Use of Silk Road, the online drug marketplace, in the United Kingdom, Australia and the United states”, Addiction 2013, 109, p.774-783.

- BEIRENS, L., “De politie, uw virtuele vriend? Nadenken over een beleidsmatige aanpak van criminaliteit in virtuele gemeenschappen in cyberspace’’, De orde van de dag 2010, afl.49, p.65-69

- BRADBURRY, D., “Unveiling the darknet”, Network Security 2014, nr.20(4), p.14-17.

- CAUDVILLA, F., VENTURA, M., FORNIS, I., BARATT, M.J., VIDAL, C., ILADANOSA, C.G., QUINTANA, P., MUNOZ, A. en CALZADA, N., “Results of an international drug testing service for cryptomarkt users”, International Journal of Drug Policy 2016, 35, p.38-41.

- CONINGS, C., “Dataretentieplicht en Privacy”, NJW 2015, afl. 333, p. 911-913.

- CONINGS, C., “De politie op het darknet”, T. Strafr. 2017/5-2017/44, p.331-334.

- CONINGS, C. en ROYEN, S., “Verzamelen en vastleggen van digitaal bewijs in strafzaken”, Nullem

Crimen 2017, p.311-338.

- CONINGS, C. en ROYER, S., “Wetgever maakt digitaal speurwerk makkelijker”, De juristenkrant

2017, afl.344, p.3.

Page 139: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

131

- CONINGS, C. en VAN LINTHOUT, P., “Sociale media. Een nieuwe uitdaging voor politie en justitie”, Panopticon 2012, nr.33(2), p.205-230.

- DECARY-HETU, D., PAQUET-CLOUSTON, M., ALDRIDGE, J., “Going International? Risk taking by

cryptomarkt drug vendors”, International Journal of Drug Policy 2016, 35, p.69-76.

- DE SMET, B., “Nieuwe regels voor de dataretentie van telecomoperatoren: een obstakel voor de waarheidsvinding?”, RW 2016-17, nr.11, p.402.

- DE HERT, P., “De Zeven van internet”, De Juristenkrant 2003, nr.73, p.8.

- DE NAUW, A. en SCHUERMANS, F., “De wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden”, RW 2003-2004, nr.24, p.921-953.

- DOMINICK ROMEO, A., “Hidden threat: The darknet surrounding cyber security”, Northern Kentucky law Review 2016, p. 73-86.

- EVERETT, C., “Should the darknet been taken out?”, Network Security 2015, p.10-13.

- HAUBEN, C., “Bitcoin: lessen uit de schaduwmunterij”, Juristenkrant 2015, afl. 317, p.16.

- JANSSENS, J., SOETAERT, S. en DE VOS, A., “Beslag en beheer van cryptovaluta: de Bitcoin”,

Panopticon 2017, 38(1), p.41-47

- KERKHOFS, J. en VAN LINTHOUT, P., “Cybercriminaliteit doorgelicht”, T. Strafr. 2010/4, p. 179.

- KEUSTERMANS, J. en DE MAERE, T., “Tien jaar wet informaticacriminaliteit”, RW 2010-11, nr. 14,

p.562-568.

- KOOPS, B.J., “De dynamiek van cybercrimewetgeving in Europa en Nederland”, Justitiële

verkenningen 2012, jrg. 38, nr.1, p.9-24.

- KRUISBERGEN, E.W. en DE JONG, D., “Undercoveroperaties: een noodzakelijk kwaad? Heden,

verleden en toekomst van een omstreden opsporingsmiddel”, Justitiële verkenningen 2012, jrg.38,

nr.3, p.50-66.

- LEESTMANS, D., “Er is te weinig bekommernis over cybercriminaliteit”, De Juristenkrant 2015, afl.

312, p.8-9.

- MEESE, J., “Dataretentie: het Hof van Justitie waakt over onze privacy”, RW 2016-17, nr.41, p.1639-

1640.

Page 140: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

132

- OERLEMANS, J.J. en KOOPS, B.J., “Surveilleren en opsporen in een internetomgeving”, Justitiële

verkenningen 2012, jrg.38, nr.5, p.35-49.

- RHUMORBARBE, D., STAEHLI, L., BROSEUS, J., ROSSY, Q. en ESSEIVA, P., “Buying drugs on a Darknet market: a better deal? Studying the online illicit drug market through the analysis of digital, physical and chemical data”, Forensic Science International 2016, 267, p.173-182.

- ROYER, S., “Bitcoins in het Belgische strafrecht en strafprocesrecht”, RW 2016-17, nr.13, p.483-501.

- ROYER, S., “De verbeurdverklaring in de digitale wereld”, Nullem Crimen 2015, speciaal nummer

april, 54-88.

- ROYER, S. en CONINGS, C., “Ook hervormde dataretentiewet staat onder druk”, De Juristenkrant

2017, nr.341, p.1.

- ROYER, S. en OERLEMANS, J.J., “Naar een nieuwe regeling voor beslag op gegevensdragers”,

Computerr. 2017/200, afl.5, p.277-284.

- SCHUERMANS, F., “Cassatie vult wettelijke leemte op over politionele internetpatrouille- en

recherche”, De juristenkrant 2017, afl. 351, p.3.

- SCHUERMANS, F., “Verdachte heeft passieve medewerkingsplicht bij zoekingen in zijn

smartphone”, De Juristenkrant 2018, afl. 364, p.1 en 3.

- SIEMERINK, L.A.R., “Bob logt in: infiltratie en pseudokoop op het internet”, Computerrecht 2000,

nr.3, p.141-147.

- STOL, W.P.H., LEUKFELDT, E.R. en KLAP, H., “Cybercrime en politie. Een schets van de Nederlandse

situatie anno 2012”, Justitiële verkenningen 2012, jrg. 38, nr.1, p.25-38.

- SUSSMANN, M.A., “The critical challenges from international high-tech and computer-related crime

at the millennium”, Duke Journal of Comparative en International Law 1999, Vol 9:451, p.451-489.

- TZANETAKIS, M., KAMPHAUSEN, G., WERSE, B., VON LAUFENBERG, R., “The transparency paradox.

Building trust, resolving disputes and optimising logistics on conventional and online drugs

markets”, International Journal of Drug Policy 2016, 35, p.58-68.

- VANDENBRUWAENE, P., “Uitdagingen voor de rechtshandhaving in cyberspace”, RW 2016-2017,

nr.20, p.763-777.

- VANDEPLAS, A., “Pseudo-koop”, OSS 2003, afl. 43, p.237-125.

- VAN LINTHOUT, P. en KERKHOFS, J., “Internetrecherche: informaticatap en netwerkzoeking, licht

aan het einde van de tunnel”, T. Strafr. 2008/2, p.79-95.

Page 141: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

133

- X., “COIV worstelt met bitcoin”, Juristenkrant 2015, afl. 302, p.14.

Doctoraatsproeven, masterproefen, verhandelingen en masterproefs

- CONINGS, C., Een coherent regime voor strafrechtelijke zoekingen in de fysieke en digitale wereld,

doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2016, 620p.

- EECKHAUT, T., Cybercrime: een Casuïstische Benadering, Masterproef UGent, 2015-2016.

- OERLEMANS, J.J., Investigating Cybercrime, proefschrift Rechten Universiteit Leiden, 10 januari 2017, p. 423.

7. Krantenartikels

- BELLENS, E., “Net sluit zich rond dark web drugssites”, Datanews Knack 24 juli 2017, www.datanews.knack.be/ict/nieuws/net-sluit-zich-rond-dark-web-drugssites/article-normal-880709.html.

- BOVE, L., “Politie mag meer infiltreren op het internet”, De Tijd 17 maart 2016,

www.tijd.be/tablet/newspaper-politiek-economie/Politie-mag-meer-infiltreren-op-het-

internet/9744825.

- BOVE, L., “Politie slaat alarm over cyberaanvallen”, De Tijd 3 maart 2018, www.tijd.be/politiek-

economie/belgie/algemeen/politie-slaat-alarm-over-cyberaanvallen/9988346.html.

- BOVE, L., “Strijd tegen cybercrime moet een versnelling hoger”, De Tijd 7 juni 2014,

www.tijd.be/politiek-economie/belgie/federaal/strijd-tegen-cybercrime-moet-versnelling-

hoger/9510528.html.

- DEKMYN, D., VANHECKE, N. en EECHOUT, M., “Drugs met één muisklik- De Standaard koopt cocaïne

op het web”, DS 3 maart 2012, www.standaard.be/cnt/dmf20120302_244.

- DESMET, L., “De bitcoinbubbel: U doet wat u wil, maar moet straks niet komen klagen”, De Morgen 14 november 2017, www.demorgen.be/economie/de-bitcoinbubbel-u-doet-wat-u-wil-maar-moet-straks-niet-komen-klagen-bc961558/.

- KURSTJENS, B., “Geens aast op verkoop in beslag genomen bitcoins”, De Tijd 14 april 2017,

www.tijd.be/politiek-economie/belgie-federaal/Geens-aast-op-verkoop-in-beslag-genomen-

bitcoins/9883178.

- THIELMAN, S., “Silk Road operator Ross Ulbricht sentenced to life in prison”, The Gardian 29 mei

2015, www.theguardian.com/technology/2015/may/29/silk-road-ross-ulbricht-sentenced

Page 142: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

134

- VANDERSMISSEN, M., “Reportage. Federal Computer Crime Unit: te weinig personeel en

materieel”, DS 5 oktober 2001, www.standaard.be/cnt/dst05102001_029.

- VANHECKE, N., “Justitie weet niet wat aan te vangen met bitcoins”, DS 15 april 2017,

www.standaard.be/cnt/dmf20170414_02835694.

- VANHECKE, N., “Strijden tegen cybercrime met wetten van Napoleon, DS 18 december 2013,

www.standaard.be/cnt/dmf20131217_00893181.

- VAN NOORT, W., “De politie die een drugssite runt: mag dat?”, NRC 21 juli 2017,

www.nrc.nl/nieuws/2017/07/21/de-politie-die-een-drugssite-runt-mag-dat-12182585-a1567489.

- VAN NOORT, W., “Politie runde platform, handelde niet in drugs”, NRC 20 juli 2017,

www.nrc.nl/nieuws/2017/07/20/politie-runde-platform-handelde-niet-in-drugs-12177592-

a1567420.

- VERHAGEN, L., “Politie neemt illegale drugsmarktplaats Hansa over na infiltratie, De Morgen 20 juli

2017, www.demorgen.be/technologie/politie-neemt-illegale-drugsmarktplaats-hansa-over-na-

infiltratie-b11cbe0e/.

- WOUTERS, R., “Politie vindt geen mensen voor strijd tegen cybercrime”, De Morgen 22 augustus

2017, www.demorgen.be/binnenland/politie-vindt-geen-mensen-voor-strijd-tegen-cybercrime-

b8aa25aa/.

- X. “Dieven trappen in val van de lokfiets”, DS 3 oktober 2015,

http://www.standaard.be/cnt/dmf20151003_01900899.

- X., “Shedding light on the dark web”, The Economist 16 juli 2016, https://www.economist.com/news/international/21702176-drug-trade-moving-street-online-cryptomarkts-forced-compete.

8. Internetbronnen

- BBC NEWS, “Darknet investigations: Alphabay and Hansa darknet”, Youtube, 20 juli 2017,

www.youtube.com/watch?v=hzA_VjEstac.

- BERGMAN, M.K., “The deep web: surfacing hidden value”, BrightPlanet, 24 september 2001, www.brightplanet.com/wp-content/uploads/2012/03/12550176481-deepwebwhitepaper1.pdf.

- BRANWEN, G., “Tor Black-Market-Related Arrests: A listing of all known arrests and prosecutions

connected tot he Tor-Bitcoin drug black-Markets”, www.gwern.net/Black-marketarrests.

Page 143: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

135

- DE GEEST, C. en JESPERS, R., “Dataretentie: buitensporig en onevenredig”, MondiaalNieuws 18

maart 2015, www.mo.be/opinie/dataretentie-buitensporig-en-onevenredig.

- ENGELFRIED, A., “De wet computercriminaliteit: Wat is computercriminaliteit?”, Ius Mentis, 2012, www.iusmentis.com/beveiliging/hacken/computercriminaliteit/cybercrime.

- GEENS, K., Potpourri-wetten overzicht, www.koengeens.be/policy/potpourri-wetten-overzicht.

- GREENBERG, A., “Ahead of sentencing, Ulbricht defense argues Silk Road made drug use safe”,

Wired, 18 mei 2015, www.wired.com/2015/05/ahead-sentencing-ulbricht-defense-argues-silk-

road-made-drug-use-safer/.

- KOCH, H., “De politie runt een site op het darknet. Mag dat?”, Trouw, 22 juli 2017,

www.trouw.nl/home/de-politie-runt-een-site-op-het-darknet-mag-dat-~ab923b6a/.

- PAELINK, G., “Vernietiging Dataretentiewet zwarte dag voor justitie”, De redactie 12 juni 2015,

http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2365320.

- SCHOETERS, D., “Telefonie en de potpourri II: Wat is nog te verwachten?”, Openbaar Ministerie,

22 november 2016,

www.politiestudies.be/userfiles/Schoeters,%20Telefonie%20en%20de%20potpourri%20II.pdf.

- TORFS, M., “Voor het eerst bitcoins in beslag genomen in België”, De redactie 13 januari 2015,

http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2207224.

- VAN GEELKERKEN, F.J.W., “Egregious use of Tor servers? Data retention, anonymity and privacy online”, Rechtenforum, 2007, www.rechtenforum.nl/files/Onion_routing.pdf.

- X., “Antwerps parket en politie voeren strijd op tegen onlinedrugshandel”, VRT Nieuws, 27 april

2018,

www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/04/27/antwerps_parket_enpolitievoerenstrijdoptegenonlinedrugsha

ndel/

- X., “Clearing confusion: Deep Web vs Dark Web”, BrightPlanet, 27 maart 2014, www.brightplanet.com/2014/03/clearing-confusion-deep-web-vs-dark-web.

- YOUTUBE, “Jeff Sessions Press Conference on Alphabay and Hansa Market take downs”, 2017,

www.youtube.com/watch?v=0XbjNdxvbVE.

- https://bitcoin.org/nl/

Page 144: ONLINE DRUGSHANDEL OP HET DARKNET: VAN HET …€¦ · drugshandel. De stap van de offline drugsmarkt naar de online drugsmarkt klinkt eerder logisch dan absurd. Vanuit je luie zetel

136

- www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=qrva&language=nl&cfm=qrvaXml.cfm?legislat=5

4&dossierID=54-b099-866-1515-2016201712790.xml.

- www.ebay.be.

- https://en.bitcoin.it/wiki/Hot_wallet.

- http://ictrecht.be/featured-2/dataretentie-hoe-en-wat/

- https://litecoin.org.

- www.openpgp.org

- www.pgp.com

- www.theonionrouter.com

- www.torproject.org.

- www.wmtransfer.org.

- www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/Infiltratie#.Wt2Y54hubIU