Onderzoekskunde 3

17
Onderzoekskunde Methoden en Technieken Vakcode: ODK Week 3 Yuro Dipotaroeno MSc

description

College 3

Transcript of Onderzoekskunde 3

Page 1: Onderzoekskunde 3

OnderzoekskundeMethoden en Technieken

Vakcode: ODKWeek 3

Yuro Dipotaroeno MSc

Page 2: Onderzoekskunde 3

Typen Onderzoek

Page 3: Onderzoekskunde 3

Classificatie van het onderzoeksdoel

• Verkennend onderzoek

• Beschrijvende onderzoeken

• Verklarende onderzoeken

Page 4: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (1)

Experiment Action research

Grounded theory Enquête

Etnografie Casestudy

Archiefonderzoek

Page 5: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (2)

Een experiment omvat:

• Definitie van een theoretische hypothese• Een keuze van steekproeven uit bekende populaties• Willekeurige toekenning van steekproeven• Geplande wijziging of manipulatie• Het meten van een klein aantal afhankelijke variabelen• Controle van de overige variabelen

Page 6: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (3)

Een klassiek experiment

Page 7: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (4)

De enquête: kenmerken

• Populair in het bedrijfsleven• Wordt gezien als gezaghebbend• Voor het verzamelen van kwantitatieve gegevens• Gegevens kunnen kwantitatief worden geanalyseerd• Steekproeven moeten representatief zijn• Geeft de onderzoeker onafhankelijkheid• Gestructureerde observatie en vraaggesprekken

mogelijk

Page 8: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (5)

De casestudy: kenmerken

• Goed beeld van real-life events• Triangulatie van meerdere gegevensbronnen

Er zijn vier casestudymethoden, gebaseerd op twee dimensies:

Enkelvoudige versus meervoudige caseHolistische versus ingebedde case

Yin (2003)

Page 9: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (6)

Action research: kenmerken

• Onderzoek IN actie – niet OVER actie• Omvat mensen uit de praktijk• De onderzoeker wordt onderdeel van de organisatie• Bevordert verandering in de organisatie• Kan twee focussen hebben (Schein, 1999): het doel van

het onderzoek en de vereisten van de sponsor

Page 10: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (7)

De action-researchspiraal

Page 11: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (8)Grounded theory: kenmerken

• Theorie wordt opgebouwd door inductie en deductie

• Helpt gedrag te voorspellen en te verklaren

• Theorie wordt opgebouwd met gegevens uit observatie

• Interpreterend proces, geen logisch-deductief proces

Page 12: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (9)

Etnografie: kenmerken

• Gericht op het beschrijven en verklaren van de sociale omgeving van de onderzoeker

• Vindt plaats gedurende langere tijd

• Is naturalistisch

• Omvat uitgebreide observatie van deelnemers

Page 13: Onderzoekskunde 3

Onderzoeksmethoden (10)

Archiefonderzoek: kenmerken

• Gebruikt administratieve documenten als belangrijkste gegevensbron

• Maakt aan het verleden gerelateerde onderzoeksvragen mogelijk

• Wordt beperkt door de aard en inhoud van de documenten

Page 14: Onderzoekskunde 3

Enquête (onderzoek)

• Een enquête of bevraging is een manier van onderzoek doen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vragenlijst, die aan meerdere personen wordt voorgelegd. Deze personen kunnen de hele doelgroep vormen, of zijn gehaald uit een representatieve steekproef. Het onderzoek kan gaan om zowel feiten als meningen (zoals bij een opiniepeiling). De uitslag van een enquête kan op zichzelf gehouden worden, maar dient meestal ter ondersteuning van andere gegevens.

• Een enquête is meestal anoniem en het resultaat is een gemiddelde van meningen. Een al dan niet geslaagd resultaat is afhankelijk van de mate waarin de steekproef van een doelgroep representatief is, en in hoeverre de antwoorden op de enquêtevragen bijdragen aan het onderzoek.

Page 15: Onderzoekskunde 3

Wijze van enquêteren

Een enquête kan bestaan uit open vragen, meerkeuzevragen of een combinatie van beiden. Bij onderzoek naar feiten (kwantitatief onderzoek) wordt met name van meerkeuzevragen gebruikgemaakt, terwijl in onderzoek naar meningen (kwalitatief onderzoek) eerder van open vragen gebruikgemaakt zal worden. De klassieke manieren om een enquête te houden zijn met de komst van de Informatie- en Communicatie technologie aanzienlijk uitgebreid. Men onderscheidt onder meer:

mondeling (interview) schriftelijk elektronisch (telefonisch of via internet) via SMS via fax

Page 16: Onderzoekskunde 3

Drie niveaus• De term enquête wordt op drie niveaus gebruikt.1. Op het laagste niveau is de term enquête synoniem aan de term vragenlijst.2. Op het middelste niveau heeft de term enquête de betekenis van vragenlijst plus alles

wat er bij komt kijken voor het afnemen ervan. Bij een persoonlijke (face to face) afname spelen andere zaken een rol dan bij een telefonische of een schriftelijke afname of een afname via internet. Een spreker of auteur gebruikt nu zinsneden als een enquête afnemen of een enquête opsturen, een telefonische enquête, schriftelijke enquête of webenquête. Dit is de meest gebruikelijke betekenis van het begrip enquête.

3. Op het hoogste niveau verstaat men onder een enquête een onderzoeksvorm. De spreker of auteur gebruikt dan termen als: een enquête uitvoeren of een enquête doen.

In de onderzoeksliteratuur worden de termen enquête en interview nogal eens door elkaar gebruikt. De auteur kan het hebben over een telefonisch interview of een telefonische enquête. Een verslaggever van een krant die mensen op straat een paar vragen stelt is aan het interviewen; een onderzoeker die ook een paar vragen stelt is aan het enquêteren. Het onderscheid tussen interviewen en enquêteren is gradueel en hangt samen met de mate van gestructureerdheid van de vragenlijst en de noodzaak dat er een interviewer aanwezig moet zijn.

Page 17: Onderzoekskunde 3