Onderwijsvisie Stichting jong Leren

10
Onderwijsvisie Januari 2007 1 Boeiend (jong) Leren in de 21e eeuw. Een gezamenlijke visie op goed onderwijs. Deze onderwijskundige visie is het beeld van de toekomst van het onderwijs, zoals we dat op de scholen binnen de Stichting jong Leren met zijn allen willen creëren. Door deze visie te formuleren laten we zien welke richting we willen inslaan; de visie is voor ons een soort magneet, die ons allen in deze richting doet bewegen. We zien de visie als het onderwijsfundament onder onze scholen. Ze geeft vorm en richting aan de toekomst van ons onderwijs en ze helpt ons om deze toekomst waar te maken. De visie zorgt ervoor, dat we stap voor stap werken in de richting van een gezamenlijk streefbeeld en dat we streven naar optimale betrokkenheid van bestuurders, directies, leerkrachten, ouders, leerlingen en anderen die bij het onderwijs betrokken zijn. Onze visie is een voortdurende bron van inspiratie, een ideaalbeeld over ons toekomstig onderwijs, het gaat bij onze visie niet om de vraag van de haalbaarheid. Dat geldt wel voor de doelen, die we uit deze visie afleiden. Groot denken, klein handelen: op bovenschools niveau, maar zeker ook op het niveau van de school. Bij de doelen maken we gebruik van de SMART principes. Elke school binnen de Stichting formuleert immers doelen, die passend zijn voor de betreffende school, die aansluiten bij de eigen situatie en bij de eigen identiteit. De visie vormt daarbij voortdurend het uitgangspunt voor het maken van beleidskeuzes en geeft tevens de algemene kaders aan, waarbinnen eigen initiatief van scholen wenselijk en mogelijk is. Elke school zal de algemene kaders verder invulling geven, concretiseren, omzetten in doelen, plannen en activiteiten. Onze visie is beschreven in een aantal onderdelen: De doelen en inhouden van ons onderwijs Didactische uitgangspunten Omgaan met verschillen: Leerlingenzorg De school en de omgeving Overige aspecten.

description

Visie op onderwijs

Transcript of Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Page 1: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

1

Boeiend (jong) Leren in de 21e eeuw.

Een gezamenlijke visie op goed onderwijs.

Deze onderwijskundige visie is het beeld van de toekomst van het onderwijs, zoals we dat op de scholen binnen de Stichting jong Leren met zijn allen willen creëren. Door deze visie te formuleren laten we zien welke richting we willen inslaan; de visie is voor ons een soort magneet, die ons allen in deze richting doet bewegen. We zien de visie als het onderwijsfundament onder onze scholen. Ze geeft vorm en richting aan de toekomst van ons onderwijs en ze helpt ons om deze toekomst waar te maken. De visie zorgt ervoor, dat we stap voor stap werken in de richting van een gezamenlijk streefbeeld en dat we streven naar optimale betrokkenheid van bestuurders, directies, leerkrachten, ouders, leerlingen en anderen die bij het onderwijs betrokken zijn. Onze visie is een voortdurende bron van inspiratie, een ideaalbeeld over ons toekomstig onderwijs, het gaat bij onze visie niet om de vraag van de haalbaarheid. Dat geldt wel voor de doelen, die we uit deze visie afleiden. Groot denken, klein handelen: op bovenschools niveau, maar zeker ook op het niveau van de school. Bij de doelen maken we gebruik van de SMART principes. Elke school binnen de Stichting formuleert immers doelen, die passend zijn voor de betreffende school, die aansluiten bij de eigen situatie en bij de eigen identiteit. De visie vormt daarbij voortdurend het uitgangspunt voor het maken van beleidskeuzes en geeft tevens de algemene kaders aan, waarbinnen eigen initiatief van scholen wenselijk en mogelijk is. Elke school zal de algemene kaders verder invulling geven, concretiseren, omzetten in doelen, plannen en activiteiten.

Onze visie is beschreven in een aantal onderdelen:

De doelen en inhouden van ons onderwijs

Didactische uitgangspunten

Omgaan met verschillen: Leerlingenzorg

De school en de omgeving

Overige aspecten.

Page 2: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

2

De doelen en de inhouden van ons onderwijs Hierbij gaat het om de vraag wat we willen bereiken met ons onderwijs en wat we de kinderen aanbieden. Het aanbod en de doelen bestaan op onze scholen uit: - een basispakket: de kerndoelen en de standaarden (zoals door de inspectie aangereikt) zijn

daarvoor richtinggevend - een pluspakket: in het pluspakket willen we vooral leersituaties aanbieden die aansluiten bij de

affiniteiten en kwaliteiten van kinderen. De metafoor van het “lopend buffet” is daarbij van toepassing. We vragen expliciet aan kinderen wat ze graag willen leren en hoe ze dat zouden willen. We luisteren echt naar kinderen en we stimuleren persoonlijk meesterschap.

Gezien de ontwikkelingen in onze samenleving is een evenwichtig aanbod van kennis, creativiteit en brede doelen (m.b.v. denkgewoonten en meervoudige intelligentie) voor ons een belangrijk streven.

Didactische uitgangspunten

Op welke wijze leren de kinderen binnen de scholen van jong Leren?

We willen ons de komende jaren laten inspireren door enkele kenmerken van het “nieuwe leren”. Op alle scholen willen we de komende jaren stapsgewijs investeren in de volgende ontwikkelingen:

- De leerkracht als coach en begeleider van de kinderen en als vormgever van het lopend buffet: het creëren van velerlei kansrijke leersituaties. Hij/zij is niet de enige bron van alle leren, maar schept een diversiteit aan leermogelijkheden.

- Adaptief onderwijs We willen onderwijs realiseren, dat aansluit bij de pedagogische en didactische behoeften van alle kinderen.

- Diverse vormen van interactief en coöperatief leren Met en van elkaar leren is voor onze Stichting op alle niveaus een kernpunt; dit geldt dus ook voor de klas. We willen kinderen niet slechts laten samenwerken, maar hen dat ook leren! We leren kinderen een gezamenlijke verantwoordelijkheid te dragen voor proces en product. Het gaat om samen doen, samen denken, samen leren en samen werken tussen alle betrokken partijen.

- Betekenisvol leren

Betekenisvolle situaties, inhouden, doelen en onderwerpen dragen bij aan betrokkenheid en kwaliteit van proces en product. Het gaat onder meer om betekenisvolle contexten in combinatie met bewuste doelstellingen. Uiteraard zijn de kinderen voor ons een belangrijke bron van waaruit we die betekenisvolle contexten kunnen halen. Wat houdt kinderen bezig? Wat doen ze buiten school?

- Gebruik maken van de rijke mogelijkheden die het concept meervoudige intelligentie biedt.

Page 3: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

3

- De vijf disciplines in de klas.

Gezamenlijke visie: b.v. samen met kinderen vorm geven van regels en afspraken Persoonlijk meesterschap: aansluiten bij en stimuleren van passies van kinderen Mentale modellen: leren communiceren, mijn waarheid is niet dé waarheid Teamleren: in de klas is dit coöperatief leren Systeemdenken: cyclisch leren denken, samenhangen zien tussen verschillende

leerervaringen.

De toename van de beeldcultuur houdt in dat we veel gebruik maken van visuele hulpmiddelen. Ontwikkeling van systeemdenken in de klas speelt hierbij een centrale rol.

- Er is sprake van product- én procesevaluatie op alle niveaus. Kinderen krijgen feedback, maar daarnaast is er met name ook sprake van zelfreflectie en zelfevaluatie (beoordelen van je eigen leren)

- Kinderen krijgen de ruimte: vrijheid om zich te ontwikkelen - Deze uitgangspunten over leren gelden voor alle kinderen: onder-, midden- én bovenbouw.

Omgaan met verschillen; leerlingenzorg

Kern van onze leerlingenzorg: elk kind is speciaal!!

We respecteren verscheidenheid op basis van gelijkwaardigheid. We erkennen dat kinderen op verschillende manieren leren; dat houdt in dat we gebruik maken van verschillende werkvormen en dat we inspelen op verschillende leerstijlen. We willen op alle scholen van jong Leren verschillen tussen kinderen niet alleen accepteren, maar leren waarderen. Dit betekent onder meer dat we verschillen tussen kinderen zien als kans voor coöperatief leren: leren doen we met en vooral ook van elkaar. De beste vorm van leerlingenzorg is voor ons zichtbaar werken aan adaptief onderwijs: niet zozeer uitgaan van wat kinderen kunnen, maar wat ze nodig hebben. Werken aan de hand van de uitgangspunten van meervoudige intelligentie sluit in ons onderwijs naadloos aan bij de kenmerken van adaptief onderwijs. Leerlingenzorg is gedeelde zorg: de diverse betrokkenen binnen en buiten de school werken samen om zorg voor alle kinderen vorm te geven. Net als onderwijs in het algemeen is ook onze specifieke leerlingenzorg ontwikkelingsgericht. De rol en de verantwoordelijkheid van elke leerkracht krijgt veel aandacht: professionalisering, reflectie en collegiale coaching (door de interne begeleider) zijn belangrijk. We willen een ontwikkeling doormaken van leerlingbespreking naar leerkrachtbespreking.

Page 4: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

4

De school en de omgeving

Kinderen groeien op in een samenleving met vele prikkels: internet, computers, CD-roms, televisie, allerlei verenigingen, enzovoort. Kinderen leren steeds meer buiten de school en dit leren is vaak veel leuker: een mogelijk gevolg is onder meer dat er in de klas minder motivatie is voor het “schoolse leren”. Betrokkenheid van kinderen bij hun eigen leren vergroten door aandacht voor betekenisvol leren in een rijke leeromgeving (ontwikkelingsgericht onderwijs). Dit kan onder meer door steeds meer het leven en het leren aan elkaar te koppelen: de werkelijkheid in de klas of de klas in de werkelijkheid. Voor alle scholen geldt het streven naar samenwerking tussen school en samenleving, met andere opvoeders en instanties die in het leven van het kind een rol spelen. We willen geen tegenstanders tegen wil en dank zijn, maar activiteiten en visies zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. Dit begint al met de ouders; zij zijn immers mede-verantwoordelijk voor de ontwikkeling van onze kinderen. Gezien de huidige ontwikkelingen in onze samenleving willen we actief aandacht besteden aan waarden en normen. We willen deze koppelen aan regels en afspraken die we samen opstellen. Ook hier respecteren we verscheidenheid op basis van gelijkwaardigheid volgens de in de Nederlandse samenleving geldende waarden en normen. Wij leven dit zelf voor, onder meer door adaptief onderwijs. We praten hier met de kinderen over: filosofisch, staatsrechtelijk. Veel aandacht ook voor sociale redzaamheid en communicatieve vaardigheden. De omgeving is voor onze Stichting een belangrijke toetssteen; we nemen cliënten serieus, communiceren tweezijdig en vragen ouders en kinderen naar hun beelden over de school (bijvoorbeeld door middel van enquêtes) We kenmerken ons door een open communicatie/dialoog met onze omgeving en voortdurende reflectie op ons handelen.

Overige aspecten

a) Het gaat in onze scholen dus vooral om mensen en manieren en niet alleen om regels en papieren! b) Het is daarbij vanzelfsprekend dat we veel aandacht besteden aan een pedagogisch

klimaat waarin veiligheid, geborgenheid en wederzijds respect voor iedereen gegarandeerd zijn.

c) Tenslotte willen we de naam van onze Stichting is het onderwijs van alledag eer aandoen: er is veel aandacht voor alle aspecten van (nieuw en levenslang) leren, leren leren, passie voor leren.

Page 5: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

5

Boeiend (jong) Leren

in de 21e eeuw

Op weg naar een gezamenlijke visie op goed onderwijs

Toelichting bij het concept visie

Page 6: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

6

1. Inleiding De Stichting jong Leren bestaat uit veertien scholen, die alle hun eigen karakter en identiteit hebben. Dit is en blijft ook in de toekomst een belangrijk uitgangspunt. Toch wil de Stichting meer zijn dan een verzameling van veertien afzonderlijke scholen; er zal ook iets gezamenlijks zijn, we willen immers als Stichting met zijn allen iets realiseren met het onderwijs. De vraag is dan: Wat is dat gezamenlijke binnen jong Leren? Waardoor kenmerkt een school van jong Leren zich? Wat zien we op alle veertien scholen terug? Met andere woorden: wat is de eenheid in de verscheidenheid? Bovenstaande vragen zijn de aanleiding geweest om gedurende twee dagen met alle directeuren bij elkaar te komen en gezamenlijk onderwijskundige kaders te ontwikkelen, die voor alle scholen van de Stichting kunnen gelden. De bedoeling is , dat de onderwijskundige visie een leidraad vormt voor de ontwikkeling van het onderwijs op alle veertien scholen. Van groot belang daarbij is, dat elke school op een eigen wijze vorm kan geven aan deze gemeenschappelijke kaders. De streefrichting is dezelfde; de invulling is per school anders, afhankelijk van onder meer: - de specifieke situatie van de school: mogelijkheden en beperkingen, geschiedenis, schoolgrootte,

e.d. - de omgeving waarin de school staat - de beginsituatie van de school - de eigenheid van de school en van de mensen die er werken In deze toelichting wordt kort beschreven op welke wijze de (voorlopige) visie tot stand is gekomen en welke achtergronden een rol hebben gespeeld. Alle directeuren hebben gedurende twee dagen gewerkt aan het formuleren van gezamenlijke kaders. De eerste dag stond vooral in het teken van het verkennen van een aantal recente ontwikkelingen rond leren en goed onderwijs in deze tijd. Daarnaast werd aandacht besteed aan de snelle ontwikkelingen in onze samenleving en de gevolgen die deze ontwikkelingen hebben voor scholen en voor de mensen die er werken. In paragraaf 2 worden kort de ontwikkelingen beschreven, zoals die ook tijdens de eerste dag met de directeuren aan de orde zijn geweest. In paragraaf 3 gaan we in op de gevolgen daarvan voor scholen. In paragraaf 4 komen enkele algemene ontwikkelingen in onze samenleving aan bod met de mogelijke consequenties voor jong Leren. De notitie wordt afgesloten met een eerste verkenning over de vervolgstappen. Al deze overwegingen zijn aan bod gekomen tijdens de tweedaagse en hebben geleid tot het nu voorliggende stuk over de onderwijskundige visie. 2. Recente ontwikkelingen over leren en onderwijzen Er is steeds meer bekend over leren en onderwijzen. Met name de laatste jaren neemt de kennis en het inzicht over leren een vlucht. Recent hersenonderzoek speelt daarbij een belangrijke rol. In deze paragraaf zetten we enkele ontwikkelingen op een rijtje.

Page 7: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

7

2.1. Algemeen Om de komende jaren goed onderwijs te realiseren is het van belang rekening te houden met ontwikkelingen van buiten en met nieuwe inzichten over leren. Belangrijk bij alle (succesvol) leren zijn de volgende aspecten: - Wil ik dit graag leren? Sluit het aan bij eigen behoeften? - Is dit zinvol om te leren? - Heeft dit betekenis voor me? Sluit het aan bij hetgeen ik al weet of kan? - Ben ik van binnen uit betrokken? - Is het leren over… of is het leren om…? (kennis of vaardigheid?) - Welke emoties spelen een rol bij mij als lerende? Deze uitgangspunten gelden voor iedereen die iets leert. Leerkrachten zullen dit zeker herkennen voor hun eigen situatie, maar we vergeten soms dat e.e.a. ook geldt voor kinderen! 2.2. Leren op school, leren in het leven…… Kinderen zijn ongeveer 15% van hun tijd op school; 85% dus niet!! Toch hebben we vaak nog steeds het idee (mentale model): “Leren gebeurt op school.” Kinderen groeien op in een samenleving met vele prikkels: internet, computers, CD-roms, televisie, allerlei verenigingen, enzovoort. “Kinderen hebben het druk; van wie zouden ze het hebben?” is een slogan van SIRE in een recente campagne. Kinderen leren dus steeds meer buiten de school en dit leren is vaak veel leuker: het gevolg is onder meer dat er in de klas minder motivatie is voor het “schoolse leren”. De leerkracht wordt dan meer en meer politie-agent. Niet alles wat kinderen leren vinden we “wenselijk”; we hebben vaak veel last van hetgeen kinderen buiten de school leren (of juist niet meer leren). 2.3. De inhoud van het leren Hierbij gaat om de vraag: wat leren we onze kinderen? Onze samenleving verandert heel snel. Dat houdt in, dat onze kennis heel snel achterhaald is. Als we vandaag een les geven over de landbouw, is dit wellicht over een jaar niet meer geldig. Computers waarmee kinderen nu werken, zijn over een jaar verouderd. Over 10 tot 15 jaar beginnen onze leerlingen aan hun maatschappelijke loopbaan. Wat van hetgeen ze nu op school leren is dan nog van toepassing? Leerkracht zijn betekent ook profeet zijn! Bereiden we onze kinderen niet voor op een maatschappij die nu al niet meer bestaat? Wat hebben we nodig in het leven van de 21e eeuw? Kijk naar de eisen die aan mensen worden gesteld in personeelsadvertenties: niet zozeer veel kennis is van belang, maar vaardigheden als doorzettingsvermogen, communicatie, flexibel denken, creëren, innoveren en fantaseren, denken in samenhangen, openstaan voor levenslang leren. Hoeveel aandacht besteden we hieraan als school? “Our job is not to produce workers, our job is to produce thinkers who can work!”

Page 8: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

8

2.4. De manier van leren Onder meer door middel van hersenonderzoek weten we steeds meer hoe leren werkt. Een aantal zaken, die we tot nu toe vermoedden, worden door hersenonderzoek over leren bevestigd. Resultaten van (hersen)onderzoek tonen onder meer aan: - het grote belang van veiligheid: onveilige situaties en gevoelens van bedreiging kunnen

hersencellen zelfs doden! - emoties zijn wezenlijk bij leren - de actieve rol van de lerende is belangrijk - betekenis is voor hersenen belangrijker dan informatie - hersenen ontwikkelen zich sneller door “samenwerking met andere hersenen” - visuele hulpmiddelen zijn zeer belangrijk voor het lange termijn geheugen - kinderen zijn niet zomaar “dom” of “slim”; er is sprake van meervoudige intelligentie en deze

kan ontwikkeld worden - leren is niet hetzelfde als “onderwijs ontvangen”: er is sprake van een ontwikkeling van

instructivisme naar constructivisme 3. Wat betekent dit alles voor scholen? 3.1. Als het gaat om motivatie en betrokkenheid - zoeken naar een aanpak die betrokkenheid vergroot: uitgaande van onderzoek waarui blijkt dat

betekenis belangrijker is dan informatie - betekenisvol leren in een rijke leeromgeving - velerlei werkvormen, die kinderen met verschillende leerstijlen mogelijkheden biedt om te leren - inspelen op wat kinderen boeit: persoonlijk meesterschap bij kinderen - inspelen op waar kinderen goed in zijn: meervoudige intelligentie

“It’s not how smart you are, it’s how you are smart1” (Howard Gardner) - inspelen op pedagogische en didactische behoeften van kinderen: adaptief onderwijs - inhouden aan bieden in samenhang en niet in vele losse elementen die schijnbaar niets met

elkaar te maken hebben: systeemdenken met behulp van visuele hulpmiddelen 3.2. Als het gaat om de inhouden en de doelen - heroverwegen van “wat” we willen dat kinderen leren, wetende dat kennis snel veroudert en dat

er ook andere zaken nodig zijn in deze tijd, met name op het gebied van vaardigheden en attitudes

- van kennis bijbrengen naar brede leerdoelen, die van belang zijn voor deze tijd - intelligentie ontwikkelen: het scheppen van situaties waarin dit mogelijk is - intelligent gedrag ontwikkelen: denkgewoonten - leren samenwerken en communiceren: teamleren in de klas 3.3. Als het gaat om de omgeving - niet alleen naar binnen kijken, maar ook naar buiten: wat gebeurt er in onze samenleving en

welke zijn de gevolgen voor de school, de kinderen, de leerkrachten de schoolleiders, het onderwijs.

- hoe slagen we erin, onderwijs te realiseren wat passend is voor kinderen van onze tijd. Waarbij kinderen passie voor leren ontwikkelen en houden, waarin ze voorbereid worden op levenslang leren.

- samenwerken met andere personen en instellingen die in het leven van het kind een rol spelen: wat kunnen we samen doen om voor onze kinderen een goede toekomst te creëren? Hoe kunnen we voorkomen dat we tegenstanders tegen wil en dank worden?

Page 9: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

9

3.4. Als het gaat om de wijze van leren - het nieuwe leren als uitgangspunt - betekenisvol leren: koppelen van leven en leren - denken en werken in samenhangen: systeemdenken - scheppen van een rijke leeromgeving - de leerkracht is niet de enige bron van leren, maar ook:

andere kinderen: coöperatief leren

computers en andere technologie

excursies

velerlei materialen Kortom: onderwijs niet als “voeden”, maar als het inrichten van een lopend buffet

4. Ontwikkelingen in de omgeving Een van de belangrijkste uitgangspunten van de lerende school is het inspelen op ontwikkelingen in de omgeving. Niet met alle winden mee waaien, maar je als school en als bestuur afvragen welke ontwikkelingen er buiten plaats vinden en welke gevolgen dat heeft voor kinderen, leerkrachten en voor onderwijs. Tijdens de beide studiedagen hebben we samen een aantal van deze ontwikkelingen verkend en hebben we ons de vraag gesteld, wat e.e.a. betekent voor goed onderwijs binnen onze Stichting. We willen in elk geval rekening houden met: - de toenemende individualisering van onze samenleving - de hernieuwde reflectie op waarden en normen in onze maatschappij - het toenemend belang van specifieke vaardigheden en attitudes en het afnemende belang van

parate kennis - ontwikkelingen op het gebied van de informatietechnologie - nieuwe kennis en inzichten omtrent leren (zie paragraaf 3) en over verschillen tussen en binnen

mensen - de toename van de leermogelijkheden buiten de klas en de grote hoeveelheid prikkels waarmee

opgroeiende kinderen te maken krijgen Bij het opstellen van onderwijskundige kaders hebben we deze ontwikkelingen vertaald in uitgangspunten voor goed onderwijs bij jong Leren. 5. Het vervolg De studiedagen voor de directies hebben geleid tot de formulering van gemeenschappelijk kaders voor goed onderwijs binnen de Stichting jong Leren. Je zou deze kaders de onderwijskundige visie van de Stichting kunnen noemen. Behalve de directeuren is ook het bestuur van de Stichting bezig geweest met nadenken over de visie. Het bestuur heeft daarin uiteraard een eigen verantwoordelijkheid. De bedoeling is, om op korte termijn overleg te laten plaats vinden tussen bestuur en directies over de vraag, in hoeverre de beide notities coherent zijn. De directies hebben vooralsnog de indruk, dat de notitie van het bestuur een aantal hoofdlijnen aangeeft, die tijdens de beide studiedagen van de directeuren een nadere concretisering hebben gekregen. De komende periode zullen er diverse activiteiten plaats vinden om alle medewerkers van jong Leren omtrent de visie te informeren en te bevragen. Op alle scholen zullen er gesprekken plaats vinden in het team en zal vervolgens de vertaalslag plaats vinden naar doelen en activiteiten. Elke school krijgt dan voldoende ruimte om vanuit de eigen situatie en de eigen identiteit vorm te geven aan onderdelen van de gezamenlijke kaders.

Page 10: Onderwijsvisie Stichting jong Leren

Onderwijsvisie Januari 2007

10

Op 26 maart a.s vindt een studiedag plaats voor alle medewerkers. Deze dag staat in het teken van de inhouden, zoals die in deze notitie en in de visie van jong Leren worden verwoord. Op langere termijn werken we met zijn allen aan het verder vorm geven van goed onderwijs. Daarbij maken we op alle niveaus gebruik van de rijke mogelijkheden van de uitgangspunten van de lerende klas en de lerende school. Gezamenlijke visie, persoonlijk meesterschap, omgaan met mentale modellen, leren van elkaar en systeemdenken zullen een plaats krijgen in de klas, in de school in binnen de Stichting. Ieder zal vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid uitgedaagd worden een bijdrage te leveren aan deze ontwikkeling.