Onderwijs Huisartsgeneeskunde Utrecht Jaarverslag 2011

61
Onderwijs Huisartsgeneeskunde Utrecht Jaarverslag 2011 Studentenonderwijs Huisartsopleiding Post-Academisch Onderwijs Divisie Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde

Transcript of Onderwijs Huisartsgeneeskunde Utrecht Jaarverslag 2011

Onderwijs Huisartsgeneeskunde UtrechtJaarverslag 2011

StudentenonderwijsHuisartsopleidingPost-Academisch Onderwijs

Divisie Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde

Onderwijs Huisartsgeneeskunde UtrechtJaarverslag 2011

Studentenonderwijs

Huisartsopleiding

Post-Academisch Onderwijs

Divisie Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen

en Eerstelijns Geneeskunde

Jaarverslag 2011 | Onderwijs Huisartsgeneeskunde Utrecht 3

Inhoud

Studentenonderwijs

Inleiding 9

1 Formatie, stafbezetting en taken 13

2 Ontwikkelingen in 2011 17

3 Taken ten opzichte huisartsdocenten (hado’s) 21

4 Onderwijsfaciliteiten en ondersteuning 23

5 Monitoren professioneel gedrag 25

6 Beleidsvoornemens voor onderwijs en onderzoek van onderwijs 27

7 Kwalificaties en publicaties 31

Huisartsopleiding

Inleiding 39

1 Ontwikkelingen in 2011 43

2 Voorzieningen voor de huisartsopleiding/formatie/stafbezetting 55

3 Opleidingscapaciteit 63

4 Opzet en uitvoering van het opleidingsprogramma 71

5 De huisartsopleiders 79

6 Onderwijsfaciliteiten 87

7 Geschillen m.b.t. de opleiding 89

8 Wetenschappelijk onderzoek 91

9 Missie, Visie en Beleidsvoornemens 95

10 Publicaties 103

Post-academisch onderwijs voor huisartsen Utrecht

Voorwoord 113

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van de Divisie Juliuscentrum van het UMC Utrecht.

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 7

Voorwoord

Hierbij bieden wij met genoegen het jaarverslag 2011 van de afdeling onderwijs huisarts-geneeskunde van het Julius Centrum van het UMC Utrecht aan. Vanaf 2009 zijn de jaarverslagen van het studentenonderwijs, huisartsopleiding en het postacademisch onderwijs samengevoegd. Vanuit de gedachte van de ontwikkeling van een continuüm huisartsgeneeskundig onderwijs heeft deze samenvoeging plaatsgevonden. Natuurlijk zijn voor de externe partijen de onderdelen wel goed herkenbaar aanwezig.

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 98 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Inleiding

De initiële medische opleiding aan het UMC Utrecht kent twee curricula: de traditionele 6-jarige medische opleiding (CRU) die uit een 3-jarige bachelor en een 3-jarige master bestaat en een 4-jarige master tot arts en klinisch onderzoeker (SUMMA). Jaarlijks starten 304 eerstejaars studenten in de bachelor van de reguliere opleiding en 40 studenten in de master SUMMA. Deze master is toegankelijk voor bachelor graduates in Health Sciences, Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen. Selectie vindt plaats op motivatie, biomedische kennis, communicatieve en reflectieve vaardigheden. In beide opleidingen heeft huisartsgeneeskunde in de eerste jaren een stevige inbreng in werkgroepen waar klinisch redeneren rond patiëntproblemen uit de huisartspraktijk wordt getraind. Daarnaast volgen alle studenten een coassistentschap in de huisarts-praktijk. In het laatste studiejaar is er de mogelijkheid voor een ASAS (Algemene Semi Arts Stage) van 12 weken.

In maart 2011 zijn beide opleidingen (CRU bachelor en master en SUMMA) gevisiteerd met het oog op her accreditatie door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). In aansluiting op een zelfevaluatierapport worden onderwijshandleidingen, toetsen, werkstukken en dergelijke bestudeerd en studenten, docenten, examinatoren en management gehoord. Vanuit huisartsgeneeskunde waren Dr. S. (Saskia) S.L. Mol (Opleidingscommissie Geneeskunde) en Dr. M. (Marijke) M. Kuyvenhoven (coschappen CRU en SUMMA) betrokken bij de voorbereiding en de gesprekken. Daarnaast was ook mevrouw M. (Ria) van Bodegom, een van onze actieve Hado’s bij een van de gesprekken uitgenodigd. Als afsluiting van de visitatie heeft de commissie mondeling een zeer positief voorlopig oordeel over de opleidingen gepresenteerd, zodat niets her accreditatie in de weg staat (formeel eind 2012).

In samenwerking met het onderwijsinstituut van het UMC Utrecht (de d’OO) wordt de kwaliteit van het onderwijs bewaakt door een continue monitoring van de studentwaar-deringen en een docentprofessionalisering programma. Jaarlijks worden de waarderingen van de studenten en mogelijke verbeteringen in de programma’s met de betrokken onderwijscoördinatoren besproken. Verder wordt van alle stafleden verwacht dat zij zich

Studentenonderwijs

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 1110 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

jaarlijks door observaties en cursussen (bij)scholen op didactisch gebied. In dit kader hebben M. (Merijn) Bosman en A. (Anne) Decanniere in het afgelopen jaar hun Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) gehaald.

Landelijk wordt nauw contact onderhouden met de zusterafdelingen Huisartsgeneeskunde binnen het IOH-b (Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde- basis). Dit biedt de mogelijkheid gezamenlijk op te trekken in de acht initiële opleidingen. Dit is bijvoorbeeld vruchtbaar bij onderwerpen die in ieder geval door huisartsgeneeskunde in het curriculum moeten worden gebracht en verder ten aanzien van leerboeken en toetsen. Deze samen-werking heeft in het afgelopen jaar geresulteerd in een landelijk project rond DVD’s van arts-patiënt consulten met patiënten met veel voorkomende klachten. Eenendertig van deze DVD’s zijn te vinden op de site van het leerboek Diagnostiek van alledaagse klach-ten*). Deze site is toegankelijk voor alle kopers van de 3e druk van dit leerboek.

Verder hebben we in 2011 een aantal stappen gezet naar verdere kwaliteitsverbetering van het onderwijs en professionalisering van de docenten:- verbeteren van de studentwaarderingen van het klinisch lijn onderwijs (KLO) (CRU)- verdere profilering van huisartsgeneeskunde in de bachelor (CRU)- uitvoeren van een pilot van de Introductieweek voor de coschappen en de participatie

van de Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra (LRJG) in deze introductieweek (CRU)- uitdragen van het DEPTh-trainingsmodel in de hele klinische fase (CRU)- ontwikkelen van begeleiding van coassistenten door Aios (het zogenaamde

Aios-co model)- verbeteren van de administratieve ondersteuning van de organisatie van de

klinische stages

Marijke Kuyvenhoven en Alfred Sachs

*) Diagnostiek van alledaagse klachten, De Jongh e.a., BSL Houten, 3e herziene druk 2011 (ISBN 978 90 313 8363 4)

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 1312 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

1Formatie, stafbezetting en taken

Onze afdeling beschikte in 2011 over ongeveer 4 FTE staf en ruim 2 FTE secretariële ondersteuning, zie de tabel op de volgende pagina. We verzorgden ongeveer 600 uur werkgroeponderwijs en 720 uur coördinatie van blok- en lijnonderwijs in de bachelor en de eerste 2 jaar van de master SUMMA. Coördinatietaken betreffen onderwijsontwikke-ling, toetsen, organiseren en kwaliteitszorg van blok- en lijnonderwijs. Verder verzorgen we de plaatsing en begeleiding van bijna 400 studenten voor een coschap/klinische stage in de huisartspraktijk, zie het overzicht hieronder. Dank zij de inzet van een grote groep huisartsen in de regio is dit mogelijk. We zijn deze dan ook uitermate erkentelijk om steeds zo gastvrij onze studenten te ontvangen.

Benodigde opleidingscapaciteit voor klinische stages huisartsgeneeskunde per jaar in de

initiële opleiding geneeskunde (UMC Utrecht) sinds 2006

Curriculum Jaar Stage Aantal studenten

Aantal weken

Totaal aantal weken

SUMMA 1 Pvd Z 5 2 10

CRU bach 1 Oriënterende stage 24 2 48

SUMMA 3 Coschap 40 5 200

CRU master 2 Coschap 280 6 1.680

Schakeljaar ASAS (semiarts) 40 12 480

CRU/SUMMA Keuze coschappen 20 6 120

Buitenland*) Keuze stages 8 6 48

Totaal Stages huisartspraktijk 389 studenten 2.538 weken

*) Telt niet mee

Er zijn enkele personele wisselingen in het docententeam geweest. Dr. H. (Bertien) Hart is per 1 januari 2011 coördinator van de NHG-kaderopleiding Diabetes Mellitus geworden. Ze is opgevolgd door L. (Wies)A. Dokkum, huisarts in Amersfoort. Verder heeft A.

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 1514 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

(Anouk) van der Berg E.(Els) Kuijper vervangen tijdens haar zwangerschapsverlof en tenslotte is J. (Janneke) Witte de afdeling komen versterken als docent vernieuwing. Vanwege een zogenaamde efficiëntieslag is er ook een personeelswisseling op het secreta-riaat geweest. Mw. A. (Angela) Berrens, die sinds 1 april 2010 samen met mw. I. (Inge) Laurens de CRU coschappen coördineerde, vertrok noodgedwongen naar de afdeling interne geneeskunde. Gelukkig heeft mw. M. (Monique) Pot, die al elders in de divisie werkte haar kunnen vervangen. Doordat mw. A. (Annelies) van der Burg ook 0,1 FTE is gaan werken, hebben we in dit proces 0,2 FTE ingeleverd, terwijl met ingang van 31 december jl ook de secretariële ondersteuning van het hoofd verdween. Al met al dus een verlies van ervaring en expertise en inkrimping van 15 % op onze formatie.

Naast de uitvoerende taken dragen we als afdeling huisartsgeneeskunde samen met ande-re afdelingen van het UMC Utrecht verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het onderwijs, toetsing en kwaliteitszorg op facultair niveau. Zo participeren we in tal van facultaire commissies, zoals de Opleidings Cie Geneeskunde (OCG) (Saskia Mol), de Cie Kwaliteitszorg Toetsing (CKT) (Jan Schakelaar) en de Cie Professioneel Gedrag (CPG) (Saskia Mol voor de bachelor en Marijke Kuyvenhoven voor de master).

Tabel 1 / Formatie studentenonderwijs huisartsgeneeskunde (31 december 2011)

Naam (onderwijskwalificatie)*) Functie/onderdeel Formatie

Management dagdelen

Dr. A.P.E. (Alfred) Sachs Hoofd / Examinator klinische fase 0,20

Dr. M.M. (Marijke) Kuyvenhoven (SKO) Hoofd / Coördinator klinische fase 0,50

Totaal 0,70

Docenten

Drs. M. (Merijn) Bosman (BKO) Huisarts/docent 0,20

Drs. A. (Anne) Decanniere (BKO) Huisarts/docent 0,22

Drs. L. (Wies) A. Dokkum Huisarts/docent SUMMA 0,22

Drs. E. (Els) Kuijper** Huisarts/docent vernieuwing 0,25

Dr. M.M. (Marijke) Kuyvenhoven (SKO) Huisarts/docent 0,30

Dr. S.S.L.(Saskia) Mol (SKO) Socioloog/NHG-supervisor/docent SUMMA 0,40

Drs. J.H. (Jan) Schakelaar Huisarts/docent 0,22

Drs. E. (Ernst) Scheele Huisarts/docent SUMMA pm

Drs. W. (Wies) Remmers Huisarts/docent pm

Naam (onderwijskwalificatie)*) Functie/onderdeel Formatie

Dr. H.A.E. (Harriët) Vreugdenhil (BKO) Huisarts/docent 0,25

Subtotaal 2,06

Drs. J. (Janneke) Bossenbroek Huisarts/docent Terugkomdagen klinische fase 0,20

Drs. H. (Heleen) Brehler Huisarts/docent Terugkomdagen klinische fase 0,20

Drs M. (Marieke) Mennink Huisarts/docent Terugkomdagen klinische fase 0,10

Drs R. (Ravee) Rambharose Huisarts/docent Terugkomdagen klinische fase 0,20

Drs A. (Alike) Visser Huisarts/docent Terugkomdagen klinische fase 0,20

Drs C. (Charles) Helsper Arts/docent vernieuwing 0,10

Drs R. (Rebecca) Houtman Huisarts/docent vernieuwing 0,20

Drs J. (Janneke) A.M. Witte Huisarts/docent vernieuwing pm (1-11)

Subtotaal 1,20

Totaal 3,96

Ondersteunend personeel

A (Angela) Berrens / M. (Monique) Pot Secretaresse CRU coschap, ASAS 0,90

A. (Annelies) van der Burg Secretaresse coschap SUMMA 0,90

I.C. (Inge) Laurens Secretaresse coschap CRU 0,50

J. (Jeanny) Weel Secretaresse stage jr 1 (CRU en SUMMA 0,50

E. M. (Marlies) Blijleven Secretaresse secr. Hoofd studenten- onderwijs 0,30

Totaal 3,10

*) onderwijskwalificaties: - Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) - Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO)

**) tijdens zwangerschapsverlof vervangen door mw. A.(Anouk) van der Berg

Zie voor informatie over de medische curricula (CRU en SUMMA) van het UMC Utrecht: http://www.umcutrecht.nl/onderwijs/opleidingen

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 1716 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Ontwikkelingen in 2011

In het afgelopen jaar hebben we de inbreng en de kwaliteit van ons onderwijs waar we reeds tevreden over waren gestabiliseerd. Daarnaast zijn een aantal verbeteringen gerealiseerd (2.1). En hebben we ingrijpende veranderingen in het coschap van de CRU studenten op gang gebracht (2.2).

2.1 Stabilisatie bereikte resultaten en verbeteringen in het onderwijs

– Studentevaluaties stabiliseren. De studentevaluaties van het Startblok bachelor (coördinatie: Harriet Vreugdenhil) en de oriënterende stage (coördinator: Marijke Kuyvenhoven) zijn op 7.0 en 7.5 (10-puntsschaal) blijven staan;

– Participatie van huisartsgeneeskunde in onderwijs van derden. Onze inbreng in de blokken Acute Geneeskunde, Medical Humanities, Infectie en afweer, Geneeskunde en Maatschappij en het coschap oogheelkunde is kwantitatief en kwalitatief stabiel gebleven

– Verbeteren studentevaluaties. - De studentenevaluaties van het Klinisch Lijn Onderwijs jaar 1 zijn dankzij een verbe-

terslag van Saskia Mol, Els Kuijper en Harriet Vreugdenhil gestegen naar 7,0. Dit is vooral te danken aan de verbeteringen in formatie, casuïstiek en organisatie en een meer uitgebreide instructie van de werkgroep docenten van andere afdelingen in het UMC Utrecht;

- De studentevaluaties van het Klinisch Denken van de afdeling huisartsgeneeskunde in jaar 1 en 2 van de master SUMMA (Jan Schakelaar en Wies Dokkum) waren zeer hoog. Deze zijn gemiddeld met ongeveer 0,5 punt gestegen tot 4.2 tot 4.6 op een 5-puntsschaal.

– Profilering van huisartsgeneeskunde in de bachelor. Alfred Sachs heeft met verschil-lende blok coördinatoren uit andere divisies contact kunnen leggen om de inbreng van huisartsgeneeskunde te vergroten: Zo geeft Sachs nu een college in Circulatie II en III. Dit houdt in dat de Introductie en een casus in de betrokken blokboeken worden aan-gevuld vanuit het DEPTh denken en dat in één of enkele colleges zowel de huisarts als de er na optredende specialist het DEPTh model hanteren.

2

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 1918 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

– Uitdragen DEPTh model in de klinische fase. Alfred Sachs is via de commissie Theoretisch Lijn Onderwijs (TLO)/DEPTh gevraagd een programma te ontwikkelen om het klinische redeneren te trainen volgens het DEPTh model en daarnaast te leren de kennis uit de basiswetenschappen toe te passen in het klinisch handelen.

– Verbetering van de administratieve ondersteuning. Dankzij de inzet van het secreta-riaat is de administratieve procedure voor ondersteuning van het plaatsen en monito-ren van de coschappen verbeterd. Zo hebben we inmiddels de NAW gegevens, bank en BIG nummer van de vaste Hado ingevoerd. Voor verbetering van werving, matching en verdere administratie dient echter nog een fors pad te worden afgelegd.

2.2 Het coassistentschap: Introductieweek, huisartsenveld in Apeldoorn en Aios-co model

De introductieweek van de CRU coschappen

Als geheel is het coschap de afgelopen jaren zeer goed beoordeeld: gemiddeld rapport-cijfer is 7,7 (tien-puntsschaal). Het meest gewaardeerd worden: de individuele begeleiding door de Hado’s, het ontvangen van veel feedback, vaak is er een eigen spreekkamer en de TKD-docenten zijn zeer gemotiveerd. De leerervaringen van de coassistenten lopen echter sterk uiteen door de grote variatie in zorginhoudelijke en didactische kwaliteiten van opleiders. Daarom zijn we gestart met het opzetten van een algemene Introductie-week. Doel van de Introductieweek is dat coassistenten huisartsgeneeskundig klinisch denken en handelen leren kennen binnen de context van een optimale eerste lijnsetting. Daarbij dienen ze ook vertrouwd te raken met ander voor de eerste lijn relevante compe-tentiedomeinen: Kennis en wetenschap, Samenwerken, Communicatie, Maatschappelijk handelen, Organisatie en Professionaliteit1. De locaties voor deze week: zijn de Huisartsopleiding in Zeist en de LRJG (locaties: Parkwijk en Veldhuizen). Meer specifiek gaat het om:– Consultvoering observeren en nabespreken: a) hulpvraag/klacht, b) diagnostiek, c)

prognostiek, d) interventie en e) communicatie/persoonlijk functioneren aan de hand van video consulten (acute klachten en klachten van patiënten met chronische aan-doeningen) en directe observatie in de spreekkamer inclusief discussie.

1) In het Raamplan 2009 zijn deze domeinen als volgt benoemd: Medisch Deskundige, Academicus, Samenwerker, Communicator, Gezondheidsbevorderaar, Organisator en Beroepsbeoefenaar (Raamplan 2009).

– Aanvullende diagnostiek; leren kennen, oefenen, uitslag interpreteren en leren beslissen.

– NHG-Standaarden/EBM; leren ‘waarderen’ en kritisch toepassen.– Vertrouwd raken met verslaglegging en registratie in HIS met ICPC.– Kennis maken met Capita Selecta, zoals: de zorg voor patiënten met chronische aan-

doening en ouderen in de huisartspraktijk, acute geneeskunde in de huisartspraktijk/triagering op de HAP en de receptuur voor acute en chronische klachten en aandoeningen.

Van februari tot en met augustus 2011 is deze introductieweek 6 keer gedraaid voor de coassistenten. Ze waren bijzonder positief over de gemotiveerde docenten, de spreekuur-observaties en de trainingen in klinisch denken. Het tempo van de modules zou echter hoger kunnen en er is behoefte aan meer farmacotherapie, acute en spoedgeneeskunde, kleine kwalen en oefeningen rond de top 10 aandoeningen. Daarom hebben we het pro-gramma aangevuld met modules over pijnmedicatie en diagnostiek en beleid bij huidpro-blemen. De presentaties van praktijkassistente, POH en fysiotherapeute zullen dieper ingaan op demonstratie van diagnostische en therapeutische verrichtingen, zoals spiro-metrie, urinestick en -dipslides etc. In de eerste helft van 2012 zal de Introductieweek definitief worden geïmplementeerd na een verbouwing voor betere didactische voorzie-ningen in Veldhuizen.

Huisartsenveld in Apeldoorn

De waardering van de SUMMA coschappen is altijd zeer hoog (gemiddelde score 8,6). De SUMMA coassistenten volgen in toenemende aantallen hun coschap in de regio Apeldoorn. Het Gelre Ziekenhuis is hun opleidingsziekenhuis en het is dus verheugend dat we daar met onze afdeling op aan kunnen sluiten. Kees Gorter heeft aan het einde van het jaar de coördinatie van het veld op zich genomen.

Ontwikkeling aios co model

Begeleiding van coassistenten door Aios is in de kliniek een gangbaar opleidingsmodel. In de huisartspraktijk begeleidt de huisarts over het algemeen zelf een coassistent, maar ook bij ons zijn er goede inhoudelijke redenen om dit model in te voeren. De Aios heeft

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 2120 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

op deze wijze de mogelijkheid opleidingservaring op te doen. Dit geeft een invulling van competentiegebied 6 Kennis en wetenschap. Ook voor de coassistent heeft dit model voor-delen; een Aios staat dichtbij de coassistent en is een aantrekkelijk rolmodel. Daarnaast biedt dit model de mogelijkheid het opleidingsveld zo efficiënt mogelijk te benutten en kunnen we kwalitatief betere opleidingsplaatsen aan coassistenten aanbieden. Tenslotte is de huisartsgeneeskunde gediend met zo aantrekkelijk mogelijke opleidingsplaatsen om zo een optimale wervingskracht naar coassistenten toe te hebben om een zo groot en goed mogelijk aantal kandidaten voor de huisartsopleiding te enthousiasmeren. Om deze rede-nen hebben we zowel lokaal als landelijk stappen ondernomen om dit opleidingsmodel in te voeren. Landelijk is de discussie met de huisartsopleiding aangezwengeld om dit model verder te faciliteren vanuit de huisartsopleiding en de Huisarts Opleiding Nederland (HON). Lokaal hebben we in een tweetal praktijken in Utrecht een begeleiding van coas-sistenten geëvalueerd om op korte termijn de invoering te kunnen aanpakken door mid-del van een voorbereidende didactische scholing van de Aios.

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 2322 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Taken ten opzichte van huisarts-docenten (HADO’s)

Wat bieden wij HADO’S ?

De vergoeding voor de HADO’s bedraagt 105 euro per week zowel voor de begeleiding van de coschappen als voor de begeleiding van de Algemene Semi Arts Stages (ASAS). Verder bieden wij de HADO’s als waardering voor het begeleiden van coassistenten:– HADO nieuwsbrief (3x per jaar).– Accrediteringspunten voor coschap en Asas-begeleiding. – Korting voor HADO’s bij het Utrechtse PAOH.

Terugkomdagen voor de HADO’s

In het voorjaar waren er twee trainingen (TKD’en) voor onze HADO’s. Deze werd goed bezocht; 25 HADO’s kwamen naar De Bilt. De training betrof:– Geven van casusgebonden feedback aan coassistenten en semi-artsen (inclusief

oefeningen).– Bespreken van patiëntverslagen, m.n. de diagnostische en prognostische invalshoek

(inclusief oefeningen).– Het uitwisselen van praktijkperikelen.– Het zelf oefenen maakte de deelnemers meer bewust van hun eigen overwegingen in

hun klinisch redeneringen. Juist het expliciet maken van je overwegingen is leerzaam voor de coassistent. In de toekomst zullen we de coassistenten daar meer gericht op trainen.

Nieuwsbrief

De afgelopen jaren hebben twee à driemaal per jaar een nieuwsbrief aan de Hado’s toegezonden. Inmiddels is er ook afdelingsnieuwsbrief. Deze wordt elektronisch gedistribueerd. Daarmee is de frequentie van de papieren nieuwsbrief gedaald. We zullen ons beraden op het voortbestaan van deze laatste nieuwsbrief.

3

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 2524 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Onderwijsfaciliteiten en ondersteuning

Alle werkgroep- en lijnonderwijs wordt in het onderwijsgebouw van het UMC Utrecht, het Hijmans van den Berghgebouw gegeven. Dit gebouw beschikt over vijf grote college-zalen en diverse werkgroepruimtes voor 15 – 30 personen ingericht met beamer en een pc (met internet) voor kleinschalig onderwijs, practicumruimtes en een vaardigheidslab. Daarnaast is er een Studielandschap (met ongeveer 100 plaatsen). Deze onderwijs voorzie-ningen worden vanuit de divisie Onderwijs en Opleiding (d’OO) van het UMC Utrecht professioneel ondersteund.

De Introductieweek voor de CRU coschappen vindt plaats in het gebouw van de huisarts-opleiding en de LRGC, locatie Parkwijk. De terugkomdagen voor coassistenten en ASAS vinden eveneens bij de huisartsopleiding plaats. De aanwezigheid van een computer-leer-zaal en een vaardigheden lab maakt de huisartsopleiding uiterst geschikt voor kleinscha-lig onderwijs in de klinische fase. De mogelijkheden zijn met de verhuizing naar het Broederhuis in Zeist verbeterd.

Daarnaast is hard gewerkt aan het ontwikkelen van onderwijsvoorzieningen in de LRJG. Zo is er in Parkwijk een groepsruimte voor onderwijs ingericht met een videoverbinding naar drie spreekkamer-ruimtes om met onderwijsgroepen de consultvoering door een huisarts te kunnen volgen en na te bespreken. Daarbij wordt vanzelfsprekend veel aan-dacht aan de bewaking van de privacy van de patiënten besteed. Tenslotte gaat het moge-lijk worden om vanuit Parkwijk een video-conference verbinding met het UMC te leggen. Dit bleek echter minder eenvoudig dan verwacht en zal pas voorjaar 2012 gereed zijn.

Al onze docenten hebben een werkruimte in het Stratenum, een van de gebouwen van het UMC Utrecht op de Uithof. De Terugkomdagdocenten van de coschappen en het semi-artsschap hebben een flexibele werkplek in Zeist.

4

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 2726 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Monitoren professioneel gedrag

Afgelopen jaar heeft een Commissie Professioneel Gedrag aanbevelingen gedaan om de ontwikkeling van professioneel gedrag systematisch te monitoren en zo nodig een remedial traject in te stellen. Saskia Mol participeerde in de subcommissie voor de bachelorfase en Marijke Kuyvenhoven voor de masterfase. De commissies hebben zich parallel uitgesproken voor een regelmatige beoordeling van de kwaliteit van het professioneel gedrag van studenten ten opzichte van patiënten, collega’s en docenten van af het Startblok van de Bachelor. Deze beoordeling volgt een driedeling: voldoende, behoeft aandacht en onvoldoende. Bij een onvoldoende wordt de student direct naar de commissie Professional Gedrag verwezen voor een remedial traject. Bij een oordeel ‘behoeft aandacht’ komt er slechts een aanbeveling een remedial traject te zoeken, maar de student is vrij deze aanbeveling te volgen. Bij een derde beoor-deling ‘behoeft aandacht’ verdwijnt de vrijblijvendheid. We hopen hiermee problematisch gedrag van studenten in een vroeger stadium op te sporen en bij te sturen. Bij blijvende problemen dient het voor de student onmogelijk te zijn coschappen te starten of te vervolgen. De praktische uitvoering en juridische consequenties van dit advies worden in 2012 uitgewerkt.

5

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 2928 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Beleidsvoornemens voor onderwijs en onderzoek van onderwijs

Algemeen

– Implementeren van de (divisie) ‘Onderwijsstrategie 2011-2015”: innoveren van de onderwijs-organisatie, toetsen en onderwijsmethoden en professionaliseren van docenten, met speciale aandacht voor innovatie van onderwijsmethoden, ontwikkelen van weblectures voor het blokonderwijs en het ontwikkelen van digitale onderwijs-modules als ondersteuning in de klinische fase en het ontwikkelen van digitale toetsmethoden.

– Uitbouwen van de continuïteit van het onderwijs huisartsgeneeskunde in de beide curricula: verbeteren van de opbouw van het huisartsgeneeskundig onderwijs in CRU en SUMMA, en het parallel lopen van het onderwijs in de beide opleidingen.

– Inhoudelijk, personeelmatig en organisatorisch uitbouwen van het continuüm van initiële opleiding, opleiding tot huisarts en PAOH.

Bachelor CRU en jaar 1 en 2 SUMMA:

– Meer profileren huisartsgeneeskunde en imago van huisartsgeneeskunde aan-trekkelijker maken.

– Nieuwe toetsvormen ontwikkelen t.b.v. het Startblok en het KLO jaar 1 voor 2012/2013

Coschappen

– CRU coschap: Implementeren Introductieweek vanaf 23 april 2012; aanpassen programma van de Terugkomdagen (TKD’en), invoeren nieuwe TLO/DEPTh programma en invoeren van twee- wekelijkse lunch met praatjes en reduceren portfolio opdrachten.

6

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 3130 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Landelijk / IOH b

– Meer samenwerken in ontwikkelen onderwijsmethoden ten aanzien van klinisch redeneren, toetsen, aios co model.

– Participatie studentenonderwijs in Interstavendag via IOH-b.

Secretariaat

– Verder automatiseren van administratie van coschappen, inzet van Hado’s en eerste stappen zetten voor de implementatie van Hagport, de elektronische database die voor de huisartsopleiding wordt ontwikkeld.

– SUMMA: de coschappen vormen als het ware een opleiding in een multicenter kli-niek. Daarom is het belangrijk voeling met de coassistenten in de diverse praktijken te houden. Daartoe is het plan ontwikkeld dat elke SUMMA coassistent gedurende zijn/haar coschap twee Terugkomochtenden (TKO’en) meemaakt. In maart en april zal een pilot plaats vinden (begeleiding van dr Kees Gorter). Doel van de ochtenden is dat de coassistenten ervaringen uitwisselen (met aandacht voor variatie in werkwijze tussen huisartsen) en eventuele indrukwekkende ervaringen te bespreken, differentiaal diag-nostische redeneringen vanuit het epidemiologisch perspectief van de huisarts oefenen en een patiënt presenteren. Doel van de pilot komende maart en april is om ervaring op te doen en te zien waar de behoeften van de co’s liggen. Het plan is dit in september 2012 definitief in te voeren.

– Aios co model. Plan faciliteren landelijke invoering Aios-co model vanuit IOH basis ontwikkelen en locaal met de invoering te starten in samenwerking met het MT van de huisartsopleiding.

Internationalisatie

– Uitbouwen samenwerking met Cardiff en Southampton (UK) ten behoeve van uitwisseling coschappen en wetenschappelijke stages

– Exploreren samenwerking met de University of Queensland (Australie) ten behoeve van uitwisseling coschappen en wetenschappelijke stages

UMC Utrecht

– Uitbouwen TLO DEPTH in ons eigen en de andere CRU-coschappen (Alfred Sachs/facultaire TLO/Depth cie).

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 3332 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Kwalificaties en publicaties

Kwalificaties

Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO): drs A (Anne) Decanniere, september 2011. Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO): drs M (Merijn) Bosman, september 2011.

Wetenschappelijke publicaties

Broekhuizen, B.D.L., Sachs, A.P.E., Moons, K.G.M., Cheragwandi, S.A.A., Damste, H.E., Wijnands, G.J., Verheij, Th.J.M. & Hoes, A.W. (2011). Diagnostic value of oral prednisolo-ne test for chronic obstructive pulmonary disorders. Annals of Family Medicine, 9(2), 104-109.

Broekhuizen, B.D.L., Sachs, A.P.E., Janssen, K.J.M., Geersing, G.J., Moons, K.G.M., Hoes, A.W. & Verheij, Th.J.M. (2011). Does a decision aid help physicians to detect chronic obstructive pulmonary disease? British Journal of General Practice, 61(591), 674-679.

Mol, S.S.L., Peelen, J.H. & Kuyvenhoven, M.M. (2011). Patients’ views on student partici-pation in general practice consultations: a comprehensive review. Medical Teacher, 33(7), e397-e400.

Vermeulen, M.I., Kuyvenhoven, M.M., Zuithoff, N.P.A., Graaf, Y. van der & Pieters, H.M. (2011). Attrition and poor performance in general practice training: age, competence and knowledge pay a role. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 155, A2780-A2780.

Zwart, D.L.M., Langelaan, M., Vooren, R.C. van der, Kuyvenhoven, M.M., Kalkman, C.J., Verheij, Th.J.M. & Wagner, C. (2011). Patient safety culture measurement in general practice. Clinimetric properties of ‘SCOPE’. BMC Family Practice [E], 2011(12), 117.

7

Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht 3534 Jaarverslag 2011 | Studentenonderwijs Utrecht

Vakpublicatie

Ketelaar, P., Vreugdenhil, H.A.E. & Schers, H.J. (2011). Health Bridge: de specialist virtu-eel in de spreekkamer en de huisarts virtueel in het ziekenhuis. Bijblijven, 26(8), 47-54.

Verheij, Th.J.M., Hopstaken, R.M., Prins, J.M., Salome, Ph.L, Bindels, P.I., Ponsioen, B.P., Sachs, A.P.E., Thiadens, HA & Verlee, E. (2011). NHG-Standaard Acuut hoesten-Eerste herziening. Huisarts en Wetenschap, 54(2), 68-92.

Bijdragen aan boeken

Sachs, A.P.E., Jongh, T.O.H. de, Verheij, Th.J.M. & Broek, P.J. van den (2011). Hoesten. In T.O.H. de Jongh, H. de Vries & H.G.L.M. Grundmeijer (Eds.), Diagnostiek van alledaagse klachten (pp. 307-323). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 3938 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Inleiding

Zoals te doen gebruikelijk is er in ons jaarverslag een terugblik op 2011 en is ook het beleidsplan voor 2012 opgenomen. Naast het realiseren van de uitbreiding van de opleidingscapaciteit en het verzorgen van onderwijs op hoog niveau voor onze aios en opleiders mag 2011 gekenschetst worden als een hectisch jaar: - De verhuizing van de huisartsopleiding Utrecht met alle voorbereidingen voor en in

gebruikneming van onze nieuwe ruimtelijke voorziening op een pracht locatie in Zeist - kwaliteitsbewaking en – bevordering met twee visitaties van de commissie prestatie

indicatoren in maart 2011 en Pauk-H in juni 2011. In nog geen half jaar tijd betekende dit de nodige hoeveelheid extra werk.

- Perikelen met de HVRC over de invulling van stages van een aantal aios in de zieken-huisperiode in het tweede jaar van de opleiding. Deze problemen speelden ook voor de zomer en kostten de nodige energie vanwege het hoog oplopen van dit conflict met helaas ook gebruik van juridische ondersteuning. Op een adequate wijze is de HVRC met een oplossing gekomen voor deze aios. Met enkele goede gesprekken zijn de relaties van onze afdeling met de HVRC ook op betrekkingsniveau hersteld.

- Internationale samenwerking en uitwisseling met Southampton en Cardiff werd verder uitgebouwd met een wederbezoek van een afvaardiging van de afdeling huis-artsgeneeskunde van Cardiff en Southampton aan Utrecht in juni 2011

- Academisering van het onderwijs op het niveau van aios, docenten, opleiders en de academische positionering binnen het UMCU en het verzorgen van evidence based huisartsgeneeskunde. In dit licht konden wij tevreden zijn met twee promoties van stafleden. Dorien Zwart promoveerde in juni 2011 op ‘Incident reporting in general practice’ en Charles Helsper in december 2011 op Identification strategies for hepatitis C infection . Ook het starten van twee postdoc onderzoekers die hun onderzoekswerk aan de afdeling huisartsgeneeskunde combineren met het volgen van de huisarts-opleiding kan als innovatief op dit gebied worden gezien. Ook de uitbreiding van het aantal aiotho’s met vier tot een totaal van dertien mag tot tevredenheid stemmen.

- ontwikkeling en onderzoek van onderwijs en implementatie van nieuwe onderzoeken zoals de Pinet studie.

- onderwijs en onderzoek vanuit het perspectief van patiëntveiligheid werd verder uitgebreid.

- samenwerking met de overige onderwijsafdelingen binnen het Julius Centrum werd vorm gegeven in de oprichting van de Julius Academy.

Huisartsopleiding Utrecht

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 4140 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

In het eerste hoofdstuk wordt specifiek ingegaan op deze ontwikkelingen in 2011.In Utrecht wordt het hoofd van de huisartsopleiding gezien als het aanspreekpunt voor het onderwijs in de huisartsgeneeskunde. Dit is vergelijkbaar met de positie “opleider” binnen de andere specialismen. Het realiseren van het continuüm van onderwijs in de basis-, vervolg opleiding en het post academisch onderwijs vergt de nodige energie om tot een goede aansluiting en uitwisseling te komen. Het aios – co-assistent model kan een voorbeeld zijn van het realiseren van deze aansluiting. In het onderdeel studentenonder-wijs is hier meer informatie over gegeven.

In 2011 hebben wij helaas afscheid moeten nemen van enkele zeer ervaren medewerkers binnen de huisartsopleiding. De vacatures konden wij gelukkig op een goede wijze invul-len met nieuwe enthousiaste medewerkers. Vanwege de uitbreiding van de huisartsoplei-ding moesten wij in 2011 ook extra docenten aannemen. Het is altijd een goed gebruik om alle medewerkers te bedanken voor hun inzet voor het onderwijs. Met recht kan er gesteld worden dat er met veel inzet en enthousiasme wordt gewerkt aan de verbetering van het onderwijs in de huisartsgeneeskunde zowel in het studentenonderwijs als in de vervolgopleiding en in het post academisch onderwijs. Het verslag geeft hiervan een weergave. Ron Pieters, Hoofd Huisartsopleiding

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 4342 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Ontwikkelingen in 2011

Academisering van de opleiding

In 2011 zijn wij verder gegaan om de academiseringsgedachte vorm te geven. Op verschil-lende niveaus, van zowel onderwijs, onderzoek van onderwijs, onze docenten, onze oplei-ders en onze organisatie zijn wij bezig deze academische kwaliteit te realiseren. Doel is om kritische huisartsen af te leveren, die betrokken en met oog voor de noden van de patiënt op een wetenschappelijk en maatschappelijk verantwoordde wijze het vak uitoefe-nen. Het middel om dit doel via de academisering te bereiken is het realiseren van een verbetering van de koppeling tussen de patiëntenzorg, de opleiding tot huisarts en weten-schappelijk onderzoek binnen de universitaire afdelingen huisartsgeneeskunde, waardoor het wetenschappelijk niveau van de huisartsopleiding kan worden verhoogd. Samen met de huisartsopleiding van de UvA zal er een studie worden verricht naar de houding ten opzichte van EBM toepassing in de praktijk en het onderwijs in EBM. Er is hiervoor in 2010 een subsidie verkregen van het Cash fonds.

‘Postdoc Aios’

Er kan een nieuw woord worden toegevoegd aan de Dikke van Dale: ‘Postdoc Aios’. “Dat is een arts in opleiding tot huisarts die als senior onderzoeker gedurende perioden ook is verbonden aan de afdeling huisartsgeneeskunde. Aiotho’s promoveren tijdens de oplei-ding, maar deze aios zijn al gepromoveerd. Er zijn wel eerder gepromoveerde aios geweest, maar die aios waren niet verbonden aan de afdeling huisartsgeneeskunde. Voor zover wij weten, heeft Utrecht de primeur. Het is een gezamenlijk initiatief van de afdeling Huisartsgeneeskunde Utrecht, de huisartsopleiding Utrecht en wordt gesteund door de HVRC en de SBOH als een aiotho traject.

In hun toekomstige carrière willen deze aios graag onderzoek blijven doen en daarnaast ook andere organisatorische en managementtaken op zich nemen. Naast het bezig zijn met individuele patiënten willen deze aios ‘het huisarts zijn’ graag combineren met nadenken over hoe bepaalde zorg voor een hele groep patiënten kan worden verbeterd. Zo kan een bijdrage worden geleverd aan kennisvermeerdering van Evidence Based behandelingen en therapieën. Deze kennis kan door middel van onderwijs aan nieuwe (huis)artsen worden overdragen.

1

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 4544 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

gie, public health, biostatistiek) meer te bundelen. Hiermee zou een efficiency slag gemaakt kunnen worden. In 2009/2010 hebben activiteiten plaatsgevonden om enerzijds een adequate business case neer te leggen bij de Raad van Bestuur en anderzijds op zoek te gaan naar een geschikte locatie. De Julius Academy zal zich gaan richten op het Post Academisch Onderwijs (=nascholing). In 2011 zijn deze plannen gerealiseerd. Het bureau van de Julius Academy heeft zich ook gevestigd op het Broederplein in Zeist. Het hoofd van de huisartsopleiding is als locatiebeheerder bij de organisatie van deze activiteiten betrokken.

Landelijke samenwerking

NHG Kaderopleiding

Het NHG heeft hun kaderopleidingen ondergebracht bij de diverse Universitaire instellin-gen voor huisartsgeneeskunde. De Huisartsopleiding Utrecht heeft de Kaderopleiding Supervisie en Coaching onder zijn hoede genomen. In 2011 heeft opnieuw een groep supervisoren de opleiding afgerond.Daarnaast wordt ook de kaderopleiding diabetes in Utrecht georganiseerd onder de para-plu van de Julius Academy.

Samenwerking met HON / SBOH

De Utrechtse Huisartsopleiding heeft diverse stafleden geleverd die nu in dienst zijn van de HON voor onderwijsactiviteiten, die vanuit dit centrale orgaan worden georganiseerd. Daarnaast heeft het hoofd zitting in de Landelijke Beleidsadvies commissie Onderwijs en Toetsing. Het hoofd van de huisartsopleiding Utrecht heeft verder samen met het hoofd van Amsterdam deelgenomen aan een studiereis in oktober 2011 waar met afgevaardigden van de HON en SBOH werd gebrainstormd over de toekomst van de “Startclass”. Deze aanzet voor nieuwe plannen over inhoud en organisatie van de Startclass zal in 2012 en 2013 worden geïmplementeerd.Het hoofd heeft ook zitting in het afstemmingsoverleg van de hoofden met de SBOH.

De één zal gedurende 2,5 jaar een aantal projecten trekken op het gebied van zorginnova-tie in de huisartsgeneeskunde die bijdragen aan betere patiëntenzorg. Zij zal zich het 1e jaar volledig op onderzoek kunnen concentreren en start dan met de huisartsopleiding en gaat het vervolgens combineren. De ander gaat starten met een project waarin gekeken wordt naar lichamelijke activiteit bij patiënten bij wie na screening een verhoogd cardio-vasculair risico is vastgesteld. Bij deze personen is de ‘diagnose’ gesteld: ‘U heeft risicofac-toren’. Er zijn vragenlijsten afgenomen en na 3 jaar weer. Het idee is te gaan kijken of die patiënten door die boodschap meer zijn gaan bewegen. Zij doet dit voor 1 dag per week en de andere dagen volgt zij de opleiding.

Onderzoek van Onderwijs

In een samenwerkingsproject van Nijmegen en Utrecht wordt onderzoek gedaan naar de selectie van kandidaten voor de opleiding. In Utrecht is de samenhang onderzocht van de competentieontwikkeling en uitval in de opleiding. Deze observationele studie beschrijft problemen bij de voortgang van aios in het eerste jaar van de opleiding tot huisarts en factoren die daarmee samenhangen. De onderzoekvragen luidden:– Hoeveel aios tonen onvoldoende voortgang of vallen onvrijwillig uit en op welk taak-

gebied hebben ze problemen of lacunes?– In hoeverre hangen persoonskenmerken, danwel onvoldoende kennis of competenties

in het eerste kwartaal samen met onvoldoende voortgang/onvrijwillige uitval aan het eind van jaar 1?

In 2011 heeft verder in het kader van dit onderzoek een pilot plaatsgevonden met een nieuwe selectie methodiek. Eind 2012 begin 2013 zal dit project afgerond worden met een promotie.

Samenwerking met de overige onderwijsafdelingen binnen de divisie Julius Centrum

Julius Academy

In 2008 werden er ideeën ontwikkeld om de onderwijsinspanningen van de diverse onderdelen van de divisie Julius Centrum (huisartsgeneeskunde, klinische epidemiolo-

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 4746 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

De afdeling Huisartsgeneeskunde in Utrecht heeft ongeveer een jaar geleden het plan opgevat om de mogelijkheden tot structurele samenwerking met enkele afdelingen in het buitenland te verkennen. De keuze viel, niet geheel verrassend, op twee Britse afdelingen. Naast de toegankelijkheid van de Engelse taal waren er nog twee belangrijke aspecten: de huisartsgeneeskunde is qua inhoud en organisatie goed vergelijkbaar met de Nederlandse situatie. En onze academische partners in Groot-Brittannië hebben kwalitatief echt wat te bieden.Tijdens het bezoek in Cardiff en Southampton waren wij onder de indruk van de kwali-teit van het onderwijs en het onderzoek op beide afdelingen Huisartsgeneeskunde. Op 9 en 30 juni legden de collega’s een tegenbezoek af. Ze bezochten de academische gezond-heidscentra in Leidsche Rijn en we discussieerden over de ontwikkelingen in de zorg in beide landen. Vervolgens presenteerden we op het UMC de belangrijkste studies die momenteel lopen en onze bijdragen aan het studenten onderwijs. We bespraken tevens enkele belangrijke onderdelen van de Huisartsopleiding, zoals het scholen van opleiders en het toetsen van klinische kennis en vaardigheden.Beide dagen waren inspirerend voor zowel bezoekers als onszelf en we besloten in het komende jaar de volgende activiteiten te ontplooien: – Uitwisseling van medisch studenten die een wetenschappelijke stage moeten lopen. – Uitwisseling van opleiders en staf van de huisartsopleiding, waarbij met name

aandacht zal worden besteed aan het trainen van opleiders en het toetsen van aios. – Verkennen van mogelijkheden om nauwer samen te werken op het gebied van weten-

schappelijk onderzoek.

Na een jaar wordt de samenwerking geëvalueerd. Alle betrokkenen zijn gemotiveerd en zien uit naar de uitwisselingsprogramma’s

Charles Helsper heeft in 2011 een werkbezoek van 5 weken afgelegd aan de Bond Universiteit in Australië. Hij had het genoegen om inspirerende en leerzame gesprekken te voeren met drie ervaren onderzoekers. Voor hem interessant bleken deze onderzoekers ook fanatieke golf-surfers te zijn. Deze (ex)praktiserende huisartsen zijn tevens professor op het gebied van het gebruik van wetenschap in de huisartsgeneeskunde, bij ‘The Centre for Research in Evidence-Based Practice’, onderdeel van de geneeskunde faculteit van ‘Bond University’. Daar wordt hard gewerkt aan de verbetering van het EBM onderwijs in de wereld. Paul Glasziou was jarenlang directeur van ‘The Centre for Evidence-Based Medicine van Oxford University.

Andere Landelijke organen

Het hoofd zit namens de universitaire huisartsinstituten in het Capaciteitsorgaan Kamer Huisartsen en in een commissie van het College voor Geneeskundig Specialisten, die voor de erkenning van het profiel internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde de opleidings- en erkenningseisen vaststelt.

Externe Contacten

Internationaal – WONCA

Ook internationaal laten wij ons als afdeling zien. In september 2011 was er wederom een vertegenwoordiging van onze docenten op de WONCA in Warschau aanwezig. Door hen werden diverse workshops en presentaties verzorgd. Naast de presentaties van de senior onderzoekers van de afdeling huisartsgeneeskunde gaf Charles Helsper een presentatie over opsporen van hepatitis C bij druggebruikers en de sterk verhoogde kans op hepatitis C bij een verhoogd ALAT. Alma van de Pol, één van onze post doc aios, illustreerde de discrepantie tussen het vóór-komen van aandoeningen in de huisartsgeneeskunde en het aantal gepubliceerde trials. Zo is er weinig onderzoek verricht naar psychische aandoeningen: dat zou anders moeten.

Internationale uitwisseling

In 2010 gingen Theo Verheij, Alfred Sachs en Ron Pieters op bezoek bij de afdelingen huisartsgeneeskunde van Cardiff en Southampton om te praten over samenwerking en uitwisseling. In 2011 heeft het wederbezoek plaatsgevonden en is er een verder concretise-ring van de samenwerking uitgewerkt. Mensen wonen steeds vaker buiten het land waarin ze zijn geboren en opgegroeid. Dus ook patiënten en hun artsen. Steeds meer groeit dan ook het besef dat samenwerking over de grenzen en internationaal contact met collega’s zinvol kan zijn.Internationalisering is in toenemende mate een belangrijke ontwikkeling binnen de Huisartsgeneeskunde. In wetenschappelijk onderzoek en onderwijs is er steeds meer con-tact over de grenzen.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 4948 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

extra vaardigheden op andere gebieden, zoals arts-patiënt communicatie, samenwerken, organiseren en professionaliteit.

Het pilot-project vond plaats in 2007/2008. Vijf aios liepen toen stage bij verschillende instellingen voor reizigersadvisering en daarna stage in Tanzania. De aios gaven aan veel geleerd te hebben op het gebied van alle mogelijke pathologie en van (samen)werken in een totaal andere context. Huisvesting en onderwijs-on-the spot konden beter. Die laatste twee punten zijn nu steviger geregeld via de Universiteit van Pretoria, waarmee het UMC Utrecht al een samenwerkingsovereenkomst had. Martien Bac werkt daar nu als docent Family Medicine. Hij was huisarts in Leerdam en voormalig huisartsopleider bij de huis-artsopleiding van Leiden en wilde graag onze contactpersoon zijn in Zuid-Afrika. Verdere verbetering verwachten we door de huisartsopleiders die deze aios’ in hun laatste jaar coachen meer te betrekken bij de planning van de stages.

Wellicht zijn ook andere modules mogelijk onder de paraplu van Internationale gezond-heidszorg. Denk aan ‘multiculturele zorg’ met een stage in Marokko en stage in een asiel-zoekerscentrum. Of aan ‘huisarts in Europa’ met een stage bij een beleidsorgaan en een huisarts elders in Europa. Voor de huidige opzet met de stages bij de GGD en in Zuid-Afrika is momenteel veel belangstelling, ook vanuit de andere huisartsopleidingen in Nederland. Zo geven we dat internationale tintje van Utrecht nog wat meer kleur.

Huisvesting

Het jaar 2011 heeft in het teken gestaan van de verhuizing van de opleiding naar Zeist. Na de nodige bouwperikelen konden wij in oktober 2011 ons prachtige nieuwe pand betrekken. Het beschikt over adequate onderwijsruimten aangepast aan de wensen van de huidige tijd, een grote zaal voor het samenvoegen van groepen, en mooie, functionele ruimten voor de medewerkers. En dit alles in een prachtige historische inspirerende omgeving. Een woord van dank is hier op zijn plaats voor de medewerkers die extra inzet hebben getoond om dit project te realiseren. Ook hebben alle medewerkers zich op een bijzondere behulpzame wijze geschikt in alle inconveniënties die zich voordoen bij een verhuizing.

Professor Chris del Mar is voormalig redacteur voor de ‘Cochrane Collaboration’ en professor Mieke van Driel doet veel onderzoek naar het belang van wetenschappelijke onderbouwing van de huisartsgeneeskunde. Zij doceren en onderzoeken al tientallen jaren hoe huisartsgeneeskunde wetenschappelijk onderbouwd kan worden. Daarbij kwa-men zij al snel tot de conclusie dat het EBM onderwijs vaak veel te ver van de dagelijkse praktijk af staat. Daarnaast lijkt de huidige boodschap dat huisartsen opgeleid moeten worden tot mensen die wetenschap moeten en willen uitvoeren. Dit hoeft natuurlijk niet. Wetenschap is bedoeld om de dagelijkse praktijk beter te onderbouwen en handvatten te geven aan beslissingen die gemaakt moeten worden. De NHG standaarden zijn daar een mooi voorbeeld van. Onderwijs zou gericht moeten zijn op het optimaal kunnen gebruiken van wetenschap en niet op het ‘doen’ van wetenschap.

Internationale gezondheidszorg

De spreekkamer van de huisarts is een global village geworden: er komen mensen met uiteenlopende socioculturele achtergronden, mensen met een chronische ziekte die naar de tropen willen reizen en mensen die van verre reizen ziek terugkomen. Vanaf 2010 is de differentiatie module Internationale gezondheidszorg een optie voor gemotiveerde 3e jaars aios’, die bovengemiddeld scoren tijdens de opleiding. Ze volgen de basiscursus reizigersgeneeskundig huisarts en lopen daarna in hun laatste jaar een stage reizigersadvisering en public health bij de GGD Midden-Nederland en een stage import-ziekten van zes weken in Themba Hospital, Zuid-Afrika. De afdeling huisartsgeneeskun-de Utrecht kiest voor internationalisering en de ontwikkeling van deze differentiatiemo-dule past in die lijn. De Utrechtse PAO-H heeft al jaren een naam opgebouwd op het gebied van reizigersgeneeskunde. Ook wil onze afdeling blijven aansluiten bij het werk-veld, waarin huisartsen de bijzondere bekwaamheid ‘reizigersadvisering’ kunnen verwerven.

De extra competenties die de aios in deze module verwerven zijn natuurlijk op het gebied van vakinhoudelijk handelen, denk aan infectieziekten als HIV, TBC, malaria en tyfus. Maar ook op het gebied van beheersing van infectieziekten in Nederland, zoals hepatitis A, Q-koorts of Mexicaanse griep. Het werk als arts in een ‘vreemde’ cultuur vergt ook

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 5150 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Een aantal externe instanties vormen of vormden tevens een oordeel over de kwaliteit van onze opleiding:– Project Audit Kwaliteit Huisartsopleidingen Nederland (PAUK-H)– Prestatie-indicatoren

PAUK-H

De gezamenlijke huisartsopleidingsinstituten en hun achterban wensen inzicht in de kwaliteit van de huisartsopleiding om die kwaliteit waar nodig te verbeteren en om een goed beeld van die kwaliteit te kunnen geven aan aios, opleiders, beleidsmakers en financiers.De huisartsopleidingsinstituten laten zich volgens het PAUK-H model toetsen. NHG Praktijk Accreditering BV voert deze toetsing van de opleidingsinstituten als onafhanke-lijk instituut uit. De partijen zullen gezamenlijk toekomstige ontwikkelingen oppakken. Op 14 en 15 juni 2011 heeft de audit van PAUK-H plaatsgevonden bij de Huisartsopleiding Utrecht. Deze audit was een thema-audit waarbij drie thema’s aan de orde kwamen:– Verantwoordelijkheid voor kwaliteit – Kwaliteitsmanagement documentatie en registratie – Onderwijs op het instituut: afstemming individueel leertraject

Uit het rapport zijn een aantal aandachtspunten naar voren gekomen. Er zal een docu-ment worden opgesteld waarin de professionalisering van de stageopleiders nader wordt beschreven. Ook de huidige kwaliteitsbewaking van onze opleiding zal worden vastgelegd in een kwaliteitsinstructie. Het auditteam heeft tevens gezien dat de opleiding de aios veel ruimte biedt om hun individueel opleidingsplan vorm te geven. Ook is gebleken dat de huisartsopleiders de individuele opleidingsplannen gebruiken en betrekken in hun begeleiding en dat de opleiders worden gecoacht in het begeleiden van aios in het gebruik hiervan.

Het volledige rapport van PAUK-H en de daaruit voortkomende beleidsacties is te vinden op onze website (www.huisartsopleidingutrecht.nl).

Vertrokken en nieuwe collega’s

2011 stond in het teken van vertrek van een aantal zeer ervaren collega’s. Om diverse rede-nen hebben deze docenten een keuze gemaakt om of meer landelijk of meer in de praktijk te gaan werken vanwege afstand of veranderde praktijk cq privé omstandigheden of om een uitdaging in het buitenland aan te gaan. Dit vraagt de nodige soepelheid en inzet van de zittende docenten om met deze veranderingen om te gaan. Wij gaan ervanuit dat de nieuwe docenten hun plek in de organisatie snel zullen vinden. 2012 zal in het teken staan van het omgaan met de uitdaging om van deze vernieuwing een nieuw elan te geven aan de opleiding in Utrecht met aandacht voor de missie en visie. Dit vergt zeker inspanning daar de opleiding verder is uitgebreid. Samenhang in een groter wordend team bereiken is een uitdaging voor het management.

Kwaliteitsbewaking en -bevordering

Belangrijk punt bij het verzorgen van een opleiding is het op peil houden van de kwaliteit. Om zicht te krijgen op deze kwaliteit is het belangrijk om enerzijds intern de kwaliteit te bewaken, en anderzijds externen een oordeel te laten vormen over de kwaliteit van de opleiding.

Kwaliteitsbewaking

De Huisartsopleiding Utrecht streeft naar continue kwaliteitsverbetering van het onder-wijs. Een belangrijke doelstelling is het onderwijs goed te laten aansluiten op de wensen en kennishiaten van de aios. Feedback van de aios, maar ook van de docenten wordt mee-genomen in de besluiten over de (her)inrichting van het curriculum.

De Huisartsopleiding Utrecht werkt in het kader van kwaliteitsbeleid ook aan toets- en beoordelingsinstrumenten voor de docenten en opleiders. In dit kader zijn er beoorde-lingsformulieren ontwikkeld voor de functioneringsgesprekken met de docenten en opleiders op basis van het competentieprofiel.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 5352 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Prestatie indicatoren

Begin januari 2009 is gestart met het project prestatiegerichte indicatoren in opdracht van de SBOH. Het doel hiervan is om een systeem te ontwikkelen waarmee gemeten wordt hoe huisartsopleidingen presteren. Op grond van deze prestaties worden de huis-artsopleidingen vervolgens beloond: welke opleiding beter presteert, krijgt meer geld. Er is afgesproken dat de helft van de prestatiebeloning besteed wordt aan algemene kwali-teitsverbetering. In maart 2011 heeft de tweede ronde van de prestatie-indicatoren plaats gevonden. In tegenstelling tot de dataverzameling in 2009 werd er in 2011 informatie gevraagd op zeven verschillende domeinen. Utrecht scoort goed op de verschillende domeinen, voornamelijk op docent niveau en academisch niveau. Aandachtspunt is dat Utrecht meer moet gaan documenteren. De beleidsmedewerker zal in 2012 de huidige onderwijs -en kwaliteitsactiviteiten vast leggen in procedures en protocollen.

In 2012 zullen de prestatie-indicatoren en Pauk-h worden samengevoegd in een nieuw landelijk kwaliteitssysteem GEAR (Gecombineerde Evaluatie en Audit Ronde).

NIVEL enquête

Naar aanleiding van de uitkomsten van de landelijke aios enquête heeft Utrecht een aan-tal aandachtspunten geformuleerd die de komende tijd prioriteit krijgen. – Informatievoorziening in het 3e jaar krijgt meer aandacht – Consult in het bijzijn van opleider. Utrecht vindt het belangrijk dat een opleider live

ziet hoe zijn/haar aios werkt. – Uitvoeren individuele leerplan tijdens de klinische stage. Er wordt aandacht gegeven

aan het leerplan na de StartClass. Er zal gekeken worden hoe wij beter in de professio-nalisering van de stagebegeleiders kunnen investeren.

– Omgaan met disfunctionerende collega’s. Omgaan met disfunctionerende collega’s valt onder de competentie professioneel handelen. Dit onderwerp is tijdens de Summerschool 2011 uitgebreid aan de orde geweest. De landelijke aios enquête was toen al gesloten.

– APC toets. De APC toetsing zal onder de loep worden genomen met als doel het leer-rendement voor de aios te verhogen.

In hoofdstuk 9, beleidsvoornemens, wordt nader op een aantal van bovenstaande punten ingegaan.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 5554 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Voorzieningen Huisartsopleiding/Formatie/Stafbezetting

Algemene gegevens

Onderwerp Datum Bijzonderheden

Hoofd in functie sinds 1 januari 1997

Laatste visitatie HVRC 22 juni 2010

Erkenning geldig tot 1 juli 2015

Instituutsreglement goedgekeurd 1 september 2009

Visitatie Beperkte Instellings Accreditering (BIA) 8 oktober 2009

Visitatie Beperkte Instellings Accreditering (BIA) 8 oktober 2009

2

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 5756 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Formatie 2011 Soort Functie Naam Formatie

FTE RD

Wetenschap-pelijk personeel

Huisartsdocenten (inclusief regis-tratiedatum huis-arts= RD)

Drs. C. (Cees) van Beek 0,40 1994

Drs. A. (Annelies) Belgraver 0,44 1988

Drs. P. (Petra) Blommendaal 0,44 1986

Dr. L.J. (Bert-Jan) de Boer 0,40 1979

Drs. S. ( Stijn) van de Broek 0,11 1993

Dr. C.F. (Carien) Dagnelie 0,22 1985

Dr. R.A.M.J. (Roger) Damoiseaux (vanaf 01-09-2011) 0,44 1995

Drs. M.S. (Mariëlle) van den Dool-Mulder 0,33 2004

Drs. M.(Mariska) van Eenige 0,44 2003

Drs. M.K.E. (Marja) Feijen 0,44 1998

Drs. M.J. (Margreeth) Fraanje (vanaf 01-03-2011) 0,44 2003

Drs. N. (Niek) de Grunt 0,20 1981

Drs. M.M. (Michiel) van Halteren 0,44 2000

Drs. A. (Adri) Jobse 0,22 1981

Drs. H.M. (Hilde) de Jong (vanaf 01-01-2011) 0,44 1989

Drs. J.E. (José) Konings (tot 1-11-2011) 0,44 1991

Drs. C.M.J. (Ellen) Meijers 0,44 1985

Drs. S. (Saskia) Mol 0,10

Drs. E.J.M. (Ernest) Mutsaerts 0,44 1979

Drs. M.H. (Marike) Kroon-Meutgeert 0,33 2009

Dr. O. (Otto) Quartero (tot 01-10-2011) 0,44 1995

Drs. P. (Paulien) Rietman (vanaf 01-06-2011) 0,44 2002

Dr. F. (Frans) Rutten 0,10 1986

Drs. A.R.J. (Ariëtte) Sanders- van Lennep 0,44 1996

Dr. Th. (Theo) Verheij 0,10

Drs. L.A. (Lidewij) Wind (vanaf 01-11-2011) 0,44 2006

Dr. D.L.M. (Dorien) Zwart 0,55 1999

Dr. S. (Sjoerd) Zwart 0,44 1989

Subtotaal 10,92

Formatie 2011

Soort Functie Naam Formatie

Management Hoofd Dr. H.M. (Ron) Pieters 0,78

Manager opleiding aios / plaatsvervangend hoofd

Drs. M.E.D. (Monique) Filippo 0,66

Manager opleiding huisartsopleiders Drs. M.M.H.M. (Rien) van Hemert(tot 01-09-2011)

Drs. L. (Loes) Truijens (vanaf 01-09-2011)

0,55

Manager ontwikkeling en onderzoek Drs. M.I. (Margit) Vermeulen 0,80

Beleidsmedewerker Drs. C. (Carolien) Nusse 0,78

Teamleiders Teamleider 1e jaar Drs. M. (Maartje) Schouten(psycholoog)

0,20

Teamleider 2e jaar Drs. J. (Jannie) Maaijen(huisarts)

0,20

Teamleider 3e jaar Drs. A.J. (Aad) van Leeuwen (psycholoog)

0,20

Coördinator Wetenschappelijke Vorming (Hoogleraar Epidemiologie in de eerste lijn)

Prof. dr. A.W. (Arno) Hoes 0,10

Voorzitter afdelingHuisartsgeneeskunde

Prof. dr. N.J. (Niek) de Wit 0,10

Subtotaal 4,92

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 5958 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Soort Functie Naam Formatie

FTE

Overig Weten-schappelijk Perso-neel

Externe docenten terugkomdag-onderwijs (Inclusief docenten voor wetenschappelijke vor-ming en stafleden epidemiologie voor de EBM cursus, docenten voor de JGZ-cursus en Ethiek)

1,0

Dr. M.M. (Marijke) Kuyvenhoven 0,2

Drs. C.E.M. (Karien) Wielaart-Oomen (Organisatie JGZ-cursus)

0,2

Dr. A.J. (Anne) Leendertse (Farmacotherapie onderwijs)

0,22

Supervisoren 1,2

Subtotaal 2,82

Ondersteunend personeel

Secretariaat M. (Marga) Bogaards-Godschalk assistente 3e jaar

0,77

R. (Rixt) Groothedde - Zeilstra Algemeen assistent

0,44

W. (Wiebke) van Haperen - Mertens assistente manager huisarts opleiders

0,89

S. (Sandy) van den Hoeven- van Ingen algemeen assistent

0,59

I. (Ineke) Van den Hoeven- van Vriesland algemeen assistent

0,87

S. M. (Sarie) van Honk assistente 2e jaar

0,83

H.M. (Hilde) Jordan-Carels medewerker digitalisering onderwijsmateriaal

0,78

Drs. E.M. (Liesbeth) Rijnierse assistente 1e jaar

0,88

E.S. (Erna) Schonagen-Scholten BBA management assistent

0,67

H. Wisselo-Peek vervangend medewerker digitalisering onderwijsmateriaal

0,44

T.W.P.M. (Tecla) Wolf-Verschuure stafadviseur organisatie en planning

0,67

Uitzendkrachten 0,40

Oproepkrachten S. (Silvia) van Drie, receptioniste H. (Hanneke) Lankhof, receptioniste S. (Stanley) Op ’t Root, communicatiemedewerker

0,10 0,10 0,55

Subtotaal 8,23

Automatisering S. (Saloua) Bouabdellaoui 0,89

Subtotaal

Soort Functie Naam Formatie

FTE RD

Huisartsdocenten onderwijs en ontwikkeling (inclusief regis-tratiedatum huisarts= RD)

Drs. M.J. (Marloes) de Groot (tot 01-12-2011)

0,22 2009

Dr. C.W. (Charles) Helsper 0,67

Drs. M.E.V. (Marcelle) Ledoux 0,22 2004

Drs. J. (Jannie) Maaijen 0,24 1999

Drs. M.A. (Mirjam) Mathot 0,33 2001

Drs. M.M. (Maaike) Paf 0,44 2010

Drs. E.S. (Liesbeth) Rozendaal 0,44 2009

Drs. W. (Willem) van Stempvoort 0,22 1995

Drs. F. (Frank) Smit 0,22 2003

Subtotaal 3,00

Psycholoog-docenten

Drs. E. (Erik) van Bruggen 0,44

Drs. M.I. (Marjorie) van der Cingel 0,44

Drs. M. (Marjam) Djajadiningrat 0,44

Drs. P.J. (Peter) Kruithof 0,40

Drs. A.J. (Aad) van Leeuwen 0,24

Dr. A.R. (Rianne) Maillé (staffunctionaris supervisie)

0,54

Drs. C.J. (Lijan) Mutsaers 0,44

Drs. M. (Maartje) Schouten

Drs. S. (Simone) de Vocht 0,44

Drs. S. (Stijn) Vossen (tot -01-09-2011) 0,44

Drs. M.J.G. (Mariëlle) de Wilt 0,44

Subtotaal 3,00

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 6160 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

De exacte cijfers voor het aantal fte ligt iets lager vanwege de mutaties in het jaar 2011. Er vertrokken vijf huisartsdocenten en één psycholoogdocent. Er zijn vijf nieuwe huis-artsdocenten bijgekomen. De positie van psycholoogdocent is begin 2012 opgevuld. Achter de vertrokken docenten zijn de fte’s nog wel ingevuld, daar zij tot augustus, september en november in dienst zijn geweest. In het financiële jaarverslag zijn exacte cijfers te vinden met correcties voor de maanden die een medewerker daadwerkelijk in dienst geweest is vanwege het in – en uit dienst treden. Wij hebben ervoor gekozen om het aantal aanwezige stafleden durante het jaar 2011 te vermelden met de fte.

In september 2011 zijn wij met een extra groep gestart; vier in plaats van drie. Gezien deze instroom bereikten wij op dat moment 7 groepen aios op jaarbasis en zouden er eind 2011 21 groepen in opleiding zijn (totaal theoretisch 252 aios), althans in het laatste kwartaal. Volgens de opgave van de SBOH waren er over 2011 gemiddeld 244 aios in opleiding. In december 2011 waren er volgens de SBOH 255 aios in opleiding.Conform de budgettering van de SBOH wordt er niet met groepen gerekend, maar met aanwezige aios. Bij de bepaling van de benodigde hoeveelheid personeel zal met deze gegevens rekening moeten worden gehouden.

Als wij de opgave van de SBOH verdisconteren dan zou de rekensom voor aantal mede-werkers moeten zijn: gemiddeld aantal aios over 2011 (244) maal 0,15 fte personeel per aios (0,1 wp en 0,05 nwp) maakt een totaal aan 36,60 fte personeel. Volgens onze berekeningen 36,13 fte. Verhouding wetenschappelijk personeel versus ondersteuning: 0,1 maal 244 is 24,4 en voor niet-wetenschappelijk personeel 244 maal 0,05 is 12,2.

Soort Functie Naam Formatie

FTE

Manager bedrijfs-voering

Dr. Ir. A.M.W. (Anne-Marie) Laeven 0,20 0,20

Financiële zaken G. Horstink 0,60 0,60

Personele zaken/organisatie

W. Edixhoven 0,20 0,20

K. Blom 0,20 0,20

M.H. Bekkers 0,20 0,20

Subtotaal 1,40 1,40

Supervisoren

P.M Baeten-van Reineck Leyssius C. Frantzen-Piek M.C. de Paepe

M. Beliën E.A.P. van der Heijden M. Pauw

A. Belgraver M.L. Jansen M. Pel

L.G.M. van Berkestijn M.M. Kuyvenhoven M. Schouten

R.J. Botman S.K. Kwee J. Schellart

E. van Bruggen R. Maillé L. Truijens

H. Brinkman C.M.J. Meijers B. Trum

K.M.A.E. van den Ekart S.W. Mogendorff F.E.M. Wolffenbuttel

L.J. Filius J.S.D. Mulder

WP Management Teamleiders Ondersteuning

FTE FTE FTE FTE

Huisartsdocenten 14,14 2,79 0,2

Psycholoogdocenten 4,50 0,4

Overige WP 2,60 0,20

Ondersteuning 0,78 10,52

Totaal 21,24 3,77 0,6 10,52

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 6362 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Opleidingscapaciteit

Capaciteit

Vanaf 2011 leidt de huisartsopleiding in Utrecht theoretisch 240 huisartsen in opleiding op. Gelukkig waren wij ook in 2011 in staat om voor al deze aios voldoende stageplaatsen in de huisartspraktijk en in de ELWP te realiseren.In Utrecht is in vergelijking met 2010 het aantal aanmeldingen van aspirant aios met ongeveer 16% afgenomen. In 2010 lag het aantal aanmeldingen op 148. In 2011 hebben 124 kandidaten gesolliciteerd naar een opleidingsplaats.

Selectieprocedure

Startdatum 1 maart 2011 1 september 2011 Totaal 2011

V M Totaal V M Totaal V M Totaal

Plaatsen - - 38 48 86

Sollicitaties 49 21 70 45 20 65 94 41 135

Uitnodigingen 49 19 68 45 19 64 94 38 132

Gesprekken 49 19 68 45 18 63 94 37 131

Toegelaten 18 11 29 29 12 41 47 23 70

Reserves 10 1 11 6 0 6 16 1 17

Afgewezen 21 7 28 10 6 16 31 13 44

Groep

Startdatum

I, II en III 2011

maart

V M Totaal

IV, V, VI en VII 2011

september

V M Totaal

In opleiding gekomen 27 11 38 36 12 48

Teruggetrokken (hiervoor reservekandidaten ingezet)

2 0 2

Samenstelling groepen bij begin opleiding I 9 4 13 IV 9 3 12

II 10 3 13* V 10 3 13*

III 9 4 13 VI 10 3 13*

VII 10 3 13*

* 12 startende aios + 1 instromende aios na zwangerschapsverlof of ziekte

3

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 6564 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Cijfers SBOH

Onderstaande tabel toont de cijfers zoals wij die van de SBOH hebben ontvangen.

UMC Utrecht

Aantal per

persoon

Gemiddeld aantal Aios per persoon per ultimo van de maand naar rato van het

aantal dagen dienstverband

Totaal Totaal

jan-11

feb-11

mrt-11

apr-11

mei-11

jun-11

jul- 11

aug-11

sep-11

okt-11

nov-11

dec-11

2011 2010

1e jaars 87,0 87,0 93,0 93,0 93,0 93,0 92,5 91,0 92,0 92,0 92,0 92,0 91,5 79,2

2e jaars 74,0 74,0 68,0 68,0 68,0 68,0 68,0 68,0 85,0 85,0 85,0 85,0 74,7 75,2

3e jaars 52,0 51,6 67,6 65,9 63,6 59,0 57,6 55,9 62,6 61,0 59,6 55,2 59,3 57,7

Totaal PP 213,0 212,6 228,6 226,9 224,6 220,0 218,1 214,9 239,6 238,0 236,6 232,2 225,5 212,1

4e jaars en

hoger

10,4 9,0 23,5 22,4 19,7 16,9 14,9 13,7 26,1 25,0 24,4 23,0 19,1 15,1

Totaal PP 223,4 221,6 252,1 249,3 244,3 236,9 233,0 228,6 265,7 263,0 261,0 255,2 244,6 227,2

Mutaties per persoon

Mutatie per maand naar rato van het aantal dagen dienstverband Totaal Totaal

jan-11

feb-11

mrt-11

apr-11

mei-11

jun-11

jul-11 aug-11

sep-11

okt-11

nov-11

dec-11

2011 2010

Instroom 1,0 - 41,0 - - - - - 51,0 - - 1,0 94,0 87,0

Uitstroom:

Succes

einde

opleiding

-6,0 -1,8 -10,5 -2,8 -5,0 -7,4 -3,4 -2,9 -12,9 -2,7 -2,0 -6,8 -64,2 -70,9

Eigen

verzoek

- - - - - - -0,5 -1,5 -1,0 - - - -3,0 - 5,0

Verzoek

opleidings-

instituut

- - - - - - - - - - - - - - 2,0

Totaal uitstroom

-6,0 -1,8 -10,5 -2,8 -5,0 -7,4 -3,9 -4,4 -13,9 -2,7 -2,0 -6,8 -67,2 -77,9

Saldo mutatie PP

-5,0 -1,8 30,5 -2,8 -5,0 -7,4 -3,9 -4,4 37,1 -2,7 -2,0 -5,8 26,8 9,1

Aios in opleiding per 1 januari en per 31 december 2011

Peildatum 1 januari (2011) 31 december (2011)

V M Totaal V M Totaal

Jaar 1 62 21 83 70 21 91

Jaar 2 40 12 52 38 13 51

Jaar 3 61 14 75 64 21 85

Zwevend ivm:

Zwangerschapsverlof 8 - 8 4 4

Vakantie na zwangerschapsverlof - - - 0 0

Aiotho onderzoeksdeel 5 - 5 11 1 12

Ziekte (volledig) 3 1 4 2 0 2

Geschil - - -

Niet aan een jaar gekoppelde aios (bv alternatieve stage)

- - - 1 1

Ouderschapsverlof - - - 3 3

Overig - - - 0 1 1

Totaal 179 48 227 192 58 250

Gezien de instroom van 7 groepen aios op jaarbasis zouden er eind 2011 theoretisch 21 groepen in opleiding zijn (totaal 252 aios). Volgens de opgave van de SBOH waren er over 2011 gemiddeld 244 aios in opleiding, wij komen uit op gemiddeld 239 aios in opleiding. Dit is een gevolg van het feit dat niet alle twaalf aios gedurende het hele jaar in hun onderzoeksdeel actief waren.In december 2011 waren er volgens de SBOH 255 aiotho’s in opleiding. In onze telling komt het totaal aantal aios op 250. Dit is te verklaren doordat er aios zijn die op 31 decem-ber hun onderwijsdeel op het instituut hebben afgerond, maar nog wel werkzaam zijn in de praktijk. Deze aios hebben geen verlenging van zes weken of langer (flexgroep). Zij bevinden zich ook niet meer in een reguliere groep en vallen daarom buiten onze telling.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 6766 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Onderbrekingen 2011

Reden V M Totaal aantal aios

Duur = gemiddelde duur in maanden

Zwangerschap 33, waarvan 2 bevallen in voorgaande jaar

- 33 gemiddeld 3,3 maand

Ouderschapsverlof 17 17

Ziekte > 2 wk 17 2 19

Onderwijskundig 1 1 alternatieve stage: 1 maand

Aiotho onderzoeks-deel

13 1 14

Geschil -

Overig 5 1 6 2 aios buitengewoon verlof: gemiddeld 0,42 maand

1 aios onderbreking door ontkoppeling: 0,45 maand

1 aios onderbreking opleiding: 2 maanden

2 aios zorgverlof: gemiddeld 1,2 maand

* In afwijking van de vorige jaarverslagen worden vanaf 2009 alle verlofperiodes vanwege zwangerschap in een verslagjaar meegenomen.

Deeltijd

Aantal aios in deeltijd op 31 december:

70 – 75% 76 – 85% 86 – 90% 91-95%

2011 9 23 36 7

Totaal 2010 29%

Totaal 2011 29%

Vrijstellingen

De rekensom voor de vrijstellingen is als volgt (zie onderstaande tabel): 17 aios een vrijstelling van 3 maanden = 51 maanden, 26 aios 6 maanden = 156 maanden, 11 aios een vrijstelling van 9 maanden = 99 maanden en 1 aios een vrijstelling van 12 maanden = 12 maanden. In totaal is dit een verkorting van de opleiding van 318 maanden (ongeveer 27 aios minder op jaarbasis). Als wij dan de verlengingen berekenen : 34 zwan-gerschappen x 4 maanden = 136 maanden, verlenging vanwege ziektes 25 maanden, ver-lengingen vanwege deeltijd 183 maanden. In totaal verlengingen 208 maanden. Verkortingen 318 minus de verlengingen 208 levert 110 maanden verkorting. Dit zou over-eenkomen met 9 aios en dan zouden wij op een theoretisch aantal uitkomen van 231 aios.

Vrijstellingen

Startdatum AIOS Verzoeken ELWP Verzoeken HLWP

N 3 m 6 m 9 m 12 m Totaal 6 m 9 m 12 m Totaal

Maart (2011) 38 8 13 3 - 24 1 - - 1

Sept (2011) 50 9 13 8 1 31 3 - - 3

Totaal (2011) 88 17 26 11 1 55 4 - - 4

Startdatum AIOS Vrijstellingen ELWP Vrijstellingen HLWP

N 3 m 6 m 9 m 12 m Tot 6 m 9 m 12 m Totaal

Maart (2011) 38 8 12 3 - 23 1 - - 1

Sept (2011) 50 8 12 8 1 29 1 - - 1

Totaal (2011) 88 16 24 11 1 52 2 - - 2

In 2011 werden 55 verzoeken ingediend voor vrijstelling voor onderdelen van de ELWP, daarnaast waren er 4 verzoeken voor vrijstelling voor de HLWP. Van de 59 aios die een vrijstelling aanvroegen zijn er 54 vrijstellingen gerealiseerd.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 6968 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Voltooiing in 2011

A. Regulier 2011

Cohort V M Totaal

Startdatum:

September 2006 2 - 2

Maart 2007 3 3

September 2007 4 4

Maart 2008 12 3 15

September 2008 14 4 18

Maart 2009 11 4 15

September 2009 2 2 4

Totaal 48 13 61

B. Niet-regulier 2011

Cohort V M Totaal

Startdatum:

1-3-2006 1 - 1

1-3-2007 1 - 1

Totaal - 2

In 2008 zijn wij in Utrecht met zes groepen op jaarbasis gestart. Theoretisch hadden er maximaal 72 aios hun driejarige opleiding kunnen beëindigen in 2011. Uit dit overzicht blijkt dat 46% (33 aios) van de 72 aios die in 2008 zijn gestart, hun opleiding in 2011 hebben afgerond.

Vroegtijdige beëindiging 2011

Initiatief Reden V M Duur*

Hoofd Onderwijskundig - - -

Negatieve voortgangskwalificatie - - -

> 4 maanden onderbroken - - -

Aios Ziekte 1 - 12

Te grote belasting -

Opleiding te moeilijk - - -

Opleiding past niet

Andere opleiding 1 1 4,5

Anders -

* Gemiddelde duur van aanvang tot einde opleiding in maanden

A. Overplaatsing naar ander instituut

Reden V M Totaal wisseling

Verhuizing - - - -

Anders - - -

B. Overplaatsing van elders naar Utrecht

Reden V M Totaal Wisseling

Verhuizing 4 1 5 1 mrt; 1 sept; 1 dec 2011

Anders - - -

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 7170 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Opzet en uitvoering van het opleidingsprogramma

Uitvoering opleidingsprogramma

De uitvoering van het onderwijs vond plaats onder verantwoordelijkheid van de manager opleiding. Deze stuurde op haar beurt de teamleiders eerste, tweede en derde jaar aan. De teamleiders hielden een wekelijks werkoverleg met de groepsbegeleiders van de groepen die in dezelfde fase van de opleiding verkeren. Daarin stemden de docenten de onderwijs-uitvoering met elkaar af en consulteerden zij elkaar over door hen als lastig ervaren situa-ties in de aios-groep en met individuele aios en opleiders. Tevens was er afstemming met de ontwikkelaars op inhoudelijk vlak.

Curriculum

Het curriculum werd twee maal bijgesteld in 2011. De programmering van de te behande-len onderwerpen en de fasering daarvan binnen de drie opleidingsjaren werd centraal vastgesteld. Deze centrale aansturing resulteerde erin dat elk koppel docenten inhoudelijk grotendeels dezelfde terugkomdagprogrammering per jaar aanhoudt.

De elektronische leeromgeving (elo)

Het onderwijsmateriaal werd aangeboden via onze elektronische leeromgeving, ‘elo’ geheten (http://www.elo.huisartsopleidingutrecht.nl/). Alle betrokkenen (aios, opleiders, docenten) vonden op deze site de programmering met al het daarbij horend onderwijs-materiaal, inclusief zelfstudie, praktijkopdrachten en toetsen. Er zijn naast de zogenaamde groepspagina’s informatieve jaarpagina’s en aparte pagina’s voor o.a. EBM, vaardigheden en differentiatieonderwijs. Elo is het communicatiemiddel tussen docenten en aios en tussen aios onderling (discussieforums, feedback aan elkaar op producten). In die zin versterkt en ondersteunt elo het principe van het ‘sociaal constructivistisch leren’ in vaste en wisselende ‘peer-groups’.

4

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 7372 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Toetsen

De aios werden tijdens de opleiding getoetst volgens het landelijke Protocol Toetsing en Beoordeling. In dat kader werden de LHK (landelijke huisartsgeneeskundige kennistoets), de KOV (kennis over vaardigheden) en de STARtclasstoets afgenomen. Aios werden in alle drie de jaren regelmatig beoordeeld op alle competentiegebieden middels de ComBeL. Er is een aparte versie voor de docenten ontwikkeld. De ComBel voor het 2e jaar bestaat onder andere uit stagespecifieke indicatoren. De videoplustoets toetste het vakinhoudelijk handelen en de arts-patiënt communicatie in de praktijk bij eerstejaars aios door getrainde onafhankelijke toetsers. Vanaf 1 september 2011 werden 4 consulten van eerstejaars aios beoordeeld; 2 door de onafhankelijke toetsers in combinatie met het vakinhoudelijke handelen, 1 in de groep en 1 door de opleider. Opleiders werden hiervoor extra getraind. In het derde jaar werd met de psychosociale consultvoeringstoets verder ervaring opgedaan.Alle aios werkten met een ontwikkelingsdossier en een gestructureerd Individueel Opleiding Plan. Veel onderwijsprogramma’s bevatten CGO (competentiegerichte opdrachten) en OWKT’s (onderwerpgebonden kennistoetsen) ter voorbereiding van het onderwijs.Van de VATIP (vaardighedentoets in de praktijk) werd gebruik gemaakt door opleiders in de vorm van praktijkscoringslijsten voor vaardigheden.

In de introductieweek werden basisvaardigheden getoetst. Later in dat jaar volgde een toets van het bewegingsapparaat.In het kader van de lijn acute geneeskunde werd getoetst op reanimatievaardigheden (introductieperiode), BLS (basic life support) in het eerste en derde jaar en in de start-class, en de ABCDE toets van het NHG in alle jaren. De ABCDE toets is in de loop van 2011 komen te vervallen, omdat de toets niet meer overeenkomt met de doelen van de StartClass.

Het dossier dienstdoen werd gevolgd in het eerste en derde jaar.De supervisie in het derde jaar werd beoordeeld halverwege en aan het eind van de sessies. Het eindoordeel werd meegenomen in de overall beoordeling van de aios.

Onderwijs in vaardigheden

Het vaardighedencurriculum bestond uit het oefenen en toetsen van vaardigheden zoals die door de huisarts op indicatie worden verricht en zoals landelijk vastgesteld door de HON. Het onderwijs in vaardigheden werd grotendeels vorm gegeven in de huisartsenpraktijk.Tijdens de evaluatiegesprekken met aios werd systematisch nagegaan in hoeverre de benodigde competenties in vaardigheden bereikt waren. De mogelijkheid tot het oefenen van vaardigheden in het vaardighedenlaboratorium werd zowel structureel als ‘on demand’ aangeboden. Een aantal vaardigheden werd tijdens de terugkomdagen getoetst. In het derde jaar werd reanimatietraining met de automatische externe defibrillator (AED) aangeboden.

Evidence Based Medicine

De onderwijslijn Evidence Based Medicine werd gecontinueerd. Opzet is de verworven vaardigheden (het formuleren van een klinische vraag, het gericht en efficiënt zoeken naar een antwoord hierop in verschillende databases, het kritisch beoordelen en wegen van het gevonden materiaal en het formuleren van een antwoord voor de praktijk) zoveel mogelijk te blijven integreren in het reguliere opleidingsprogramma. Dit werd o.a. uitge-werkt in het onderdeel ‘kritisch denken’ dat gaandeweg steeds meer in bestaande onder-wijsprogramma’s toegevoegd wordt. In de nieuwe opzet van het derdejaarscurriculum is daarnaast vier maal per jaar een (verplicht) dagdeel huisarts en wetenschap opgenomen. In het PINET onderzoek werd verder getoetst of structurele aandacht voor zoeken naar evidence daadwerkelijk meer zoekacties opleverde.

Broodje wetenschap

Ter bevordering van de integratie van onderzoek en het onderwijs werd er maandelijks een ‘broodje wetenschap’ georganiseerd. In de lunchpauze vertelden gepromoveerde of promoverende stafleden en aios over hun onderzoek en welke plaats dit naar hun idee zou moeten hebben in het onderwijs. De broodjes werden goed bezocht en leverden interessante discussies op.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 7574 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Professionalisering van docenten

In 2011 hebben alle docenten opnieuw hun jaarlijks functioneringsgesprek gehad. Per docent werd een persoonlijk scholingsplan opgesteld. Daarnaast namen alle docenten gedurende 4 dagen (twee hele en vier halve) dagen gezamenlijk deel aan deskundigheids-bevordering met regelmatig terugkerende thema’s, zodat bij docenten een cyclisch leer-proces in gang wordt gezet en gehouden. Deze thema’s waren: didactische kennis en vaardigheden (onderwijswerkvormen, toetsing en beoordeling), groepsdynamische vaar-digheden (uitwisselen onderwijservaringen), vakinhoudelijke kennis en vaardigheden (o.a. EBM), vaardigheden bij gebruik van ICT in onderwijs en samenwerking. Alle nieuwe docenten volgden de beginnerscursus, voor onderwijsontwikkelaars werd opnieuw een DSH cursus ‘bouwen van onderwijs’ aangeboden.

Summerschool

Al weer voor de vijfde keer organiseerde de Huisartsopleiding Utrecht de Summerschool voor alle aios die in de laatste week van juli en de eerste week van augustus niet op vakan-tie waren. Op donderdag 28 juli was het thema ‘LEEFTIJD’ en voor woensdag 3 augustus stond het thema ‘LEEFSTIJL’ op het programma. De eerste dag werden leeftijd gerelateer-de onderwerpen van (voor) de wieg tot aan het graf behandeld. De dag startte met een lezing over preconceptionele diagnostiek en eindigde met een lezing over het vrijwillig levenseinde door Boudewijn Chabot. Op de tweede dag werd leefstijladvisering in een wat kritisch kader neergezet. Luc Bonneux opende de dag met een lezing aan de hand van zijn nieuwe boek ‘En ze leefden nog lang en gezond’. Deze dag eindigde actief met praktische tips en zelf oefenen onder leiding van een sportarts.

LHK symposium

Op verzoek van de aios werd door en voor de aios twee maal een symposium georgani-seerd. Deze vond plaats aansluitend aan de Landelijke kennistoets. De thema’s van de symposia waren: “Misdaad in de huisartsgeneeskunde”en “Tropical Topics”. De opkomst was hoog met een hoge waardering van de aios.

Derde jaar

In 2011 werd het basisonderwijs in de vaste groep en het module onderwijs in wisselende groepen met enthousiasme uitgevoerd. Module ouderen, medische vaardigheden en medisch inhoudelijke onderwerpen zijn verder uitgewerkt. De keuze mogelijkheden worden gewaardeerd door de aios, net als de mogelijkheid tot verdieping. Een nadeel bleek dat de vaste groepsbegeleiders hun aios minder vaak zien, waardoor het beoordelen lastiger kan zijn. Eind 2011 is voor het eerst de landelijke tweedaagse ‘Chronische Zorg’ gestart voor 3e jaars aios.

Differentiatie

Ten aanzien van de differentiatie hanteerden wij het principe dat de aios ruimte in zijn opleiding moet hebben om deze differentiatie te gaan volgen en de opleiding zonder problemen op een goed niveau heeft kunnen volgen tot dan toe. Aios konden solliciteren voor een differentiatieplaats bij het staflid differentiatie. Zij dienden een duidelijk plan voor ogen te hebben waarom zij een bepaalde differentiatiemodule wilde volgen. De vol-gende differentiaties werden aangeboden: Onderwijs, Wetenschap, Praktijkmanagement, Internationale gezondheidszorg en Palliatieve zorg.

Professioneel handelen

Het succes van de cursus voor moeilijk reflecterende aios heeft geleid tot een toename van het aantal deelnemende aios.Docenten maakten gebruik van de handleiding ‘Reflectie‘en ook de opleiders konden gebruik maken van de handleiding “reflectie in de opleidingspraktijk” om reflectie in de huisartspraktijk te bevorderen.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 7776 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Springschool

Op donderdag 24 maart 2011 konden alle huisartsen, die in 2009 en 2010 bij de Utrechtse huisartsopleiding hun bul hebben gehaald, elkaar ontmoeten op de Springschool 2011. Deze voor het eerst georganiseerde (jaarlijkse) bijeenkomst is een combinatie van reünie en nascholing. Zo’n 60 aios kwamen af op de interessante workshops (“Mindfullness”, “Oplossingsgerichte therapie” en “Help een klacht”), maar vooral om elkaar weer eens te spreken en ervaringen uit te wisselen. Tijdens de borrel en het buffet was hier volop tijd voor. Voor 2012 staat de volgende Springschool gepland.

Website

In 2011 werd de website in het Julius format verder uitgebouwd. Met een heldere indeling is de informatie goed te vinden. Zo is er in 2011 voor het eerst geen Utrechtse gids Huisartsopleiding meer uitgebracht. Alle regelgeving staat op de site; waar mogelijk wordt naar de directe bron gelinkt.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 7978 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

De huisartsopleiders

Het team opleiders

Opleiders en hun praktijken zijn de spil waar het opleiden van nieuwe huisartsen om draait. Het zijn ervaren huisartsen die hun kennis, vaardigheden en inzet aanwenden voor de nieuwe generatie huisartsen. Het is een bijzondere groep huisartsen. Ze zijn geïnteresseerd in het docentschap in al haar facetten. De laatste jaren is terecht meer erkenning en aandacht gekomen voor het opleiden in de praktijk. Het team opleiders binnen de huisartsopleiding Utrecht staat voor een intensieve begeleiding van de opleiders. Het team verzorgt onder andere scholing en evaluatie, zorgt voor de acquisitie en stimuleert verbetertrajecten zoals op het gebied van het opleiden binnen de huisartsenposten en bij de accreditering van opleiderspraktijken.

Cijfers, wachtstanden

In Utrecht sturen wij 261 opleiders aan. Hiervan is 32% vrouw (vorig jaar 30 %), de gemiddelde leeftijd is 53, de werkweek wordt nog maar door 34 % van de opleiders volledig besteed aan het huisartsenvak. Door het parttime werken zijn steeds meer duo constructies ontstaan. In 2011 zijn er in maart 3 groepen van 13 aios en in september vier groepen van 13 eerste-jaars aios gestart. Dat betekent een grote druk op het aantal opleiders dat beschikbaar is. Daarnaast waren er veel bijzondere trajecten, waarvoor ook extra opleiders nodig waren. In 2011 hebben we 14 nieuwe opleiders opgeleid. Desondanks lukte het met veel moeite om alle aios aan een passende opleider te helpen. Daarom zullen we in 2012 zoveel mogelijk nieuwe opleiders van de wachtlijst gaan opleiden. De wachtlijst is daarmee zo goed als leeg.

5

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 8180 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Aios gerichte parallelle terugkomdagen

Er was veel discussie over de balans tussen het parallelle gedeelte (aios gecentreerd) en het modulaire gedeelte (competentie gecentreerd) van het scholingsprogramma voor de opleiders. Er zijn daarom twee facultatieve terugkomdagen extra ingelast. Tijdens de parallelle terugkomdagen wordt een competentiegericht instituutsbreed uur georgani-seerd. Doordat opleiders een steeds zwaarder gewicht krijgen in het opleiden van aios valt een uitbreiding van de scholingsmogelijkheden van opleiders te overwegen.Aan het competentieprofiel gerichte onderwerpen tijdens de parallelle terugkomdagen waren:1. Beoordelen2. Dienstdoen op de post3. Analyse denkprocessen4. Video plus toets en psychosociale consultvoering

Dienstdoen op de huisartsenpost

Spoedeisende huisartsgeneeskundige zorg buiten kantooruren (‘de dienst’) wordt sinds enkele jaren vooral geleverd vanuit een huisartsenpost. In ons opleidingsgebied zijn 7 huisartsenposten actief. De opkomst van de grootschalige dienstenstructuur heeft veel gevolgen voor het karakter van ‘dienstdoen’. De omgeving is gecompliceerder en er zijn veel meer juridische implicaties doordat het een samenspel is tussen aios, opleider en huisartsenpost, met ieder zijn wensen en verantwoordelijkheden. Om de opleidings-situatie daarop te laten aansluiten is het project Dienstdoen op de Huisartsenpost gestart, waarin nadruk ligt op verbeteren van de opleidingsomstandigheden voor de aios en opleider. Een belangrijke stap in het proces is het aanstellen van coördinatoren op de posten die de belangen behartigen voor de opleiding.In 2011 hebben 3 van de 4 dienstenstructuren, die nog geen contract hadden alsnog gete-kend. Voor ruim 95% van de aios is er nu een contract met de dienstenstructuur. Op basis van deze contracten worden de verbeteringen in faciliteiten op de posten vergoed door de SBOH. Een bijzondere plaats neemt de HDS Primair in. Deze overkoepelt 8 posten in de regio Utrecht waar verreweg het grootste deel van onze aios wordt opgeleid tijdens de diensten. Om die reden hebben we daar een overkoepelende coördinator aangesteld (Ineke Volman, tevens huisartsopleider).

Het scholingsprogramma

Competentiegerichte tweedaagse

Dit onderdeel van het scholingsprogramma van onze opleiders werd voor de vierde keer in de vorm van een tweedaagse gegeven. In het Kontakt der Kontinenten in Soesterberg werden 11 modules georganiseerd voor in totaal 129 huisartsopleiders.Naast het inhoudelijke, competentiegerichte deel hechten we veel waarde aan de uitwisseling.Opleiders leren van elkaars verhalen, problemen en oplossingen. Door de grote opkomst werd zichtbaar dat opleiders tot een gemotiveerde en enthousiaste, apart te kwalificeren, groep binnen de huisartsen horen.Nieuw dit jaar was de module “pillen en pegels” over farmacotherapie en polyfarmacie.In onderstaand schema staan de highlights van de modules beschreven.

Module 0 Introductie Competentie opleider, leeromgeving van de praktijk maken, praktische zaken, feedback, leergesprek, leerstijlen, contextleren

Module 1 Mijn eerste aios Beoordelen, leergesprekken, feedback, consultatie, evaluatie

Module 2 Mijn tweede aios Consultvoering, beoordeling, coaching, leergesprekken, persoonsgericht begeleiden

Module 3 Mijn eerste 3e jaars aios Psychosociale consultvoering, chronische zieken, SOLK, managementPersoons gericht leergesprek moeilijke aios

Module 4a Coaching de basis Introductie coaching, stijlen, vaardigheden,

Module 4b De ervaren opleider als Coach

Bateson, confronteren, oplossingsgericht coachen. Omgaan met conflicten

Module 5 Supervisie Supervisie over opleider en huisarts zijn

Module 6 toptob “ver” en “be”oordelen, impliciet en expli-ciet persoonlijke, technische en juridische kanten

Module 7 Palliatieve zorg Medisch technische, ethische en juridische onderwerpen in opleidingsomgeving

Module 8 patiëntveiligheid (her) kennen en analyse van incidenten en fouten en onveilige situaties

Module 9 EBM Systematisch en kritisch beoordelen van onderzoek. Zoekstrategie, epidemiologie, interpretatie onderzoek

Module 10 Filosofie Vrijheid en verantwoordelijkheid, dilemma-training socratisch gespreksvoering

Module 11 Pillen en Pegels Farmacotherapie en polyfarmacie

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 8382 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

– Er is inhoudelijk sturing nodig voor de samenstellers van de scholingprogramma’s van de opleiders om EBM stevig te verankeren in het curriculum van de opleiders.

– Het bieden van begeleiding aan opleiders bij de uitvoering van het onderzoek zal deel-name aan onderzoek vergroten.

– Inventariseren van expertise en behoeften t.a.v. onderzoek.– In 2011 is een groot opgezet onderzoek gestart, waarbij de opleiders betrokken waren:

“Personalised Integrated EBM teaching for Trainees in General Practice”, de Pinet studie.

– In deze studie wordt gekeken naar de effecten van een maximale integratie van evi-dence based medicine (EBM) onderwijs binnen de huisartsopleiding op het gedrag van (toekomstige) huisartsen.

Communicatie

De vele ontwikkelingen binnen het instituut, de verdieping in het opleiders profiel, de projecten als accreditering en diensten op de post en veel andere zaken vragen veel aan-dacht voor een goede communicatie.Opleiders zijn op de eerste plaats huisartsen met een praktijk en praktijkorganisatie. Wij kunnen niet van hen verwachten dat het opleiden altijd op de eerste plaats komt.In een korte frequente nieuwsbrief worden opleiders digitaal voorzien van informatie over de laatste ontwikkelingen. Door de bondige opzet wordt de nieuwsbrief goed gelezen.

Stageopleiders

In het tweede opleidingsjaar volgen de aios een drietal stages buiten de huisartsenprak-tijk. Het gaat hierbij om een klinische stage van zes maanden in een acute somatische set-ting zoals een Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis. Daarnaast zijn er twee stages van ieder drie maanden duur in een chronische zorg instelling (ver-pleeghuis, hospitium, geriatrieafdeling van een ziekenhuis) respectievelijk een GGZ instelling (RIAGG, PAAZ of RPC).

In 2010 vertrok de projectleider diensten (Willem van der Kraan) op de post binnen het instituut. Deze functie werd in 2011 beheerd door het hoofd van de opleiding.In 2011 is verder gewerkt aan het faciliteren van het opleiden van aios op de verschillende posten. Dit betreft: de beschikbaarheid van spreekkamers voor aios, aanwezigheid van videoapparatuur op de post, een feedbackmodule, internettoegang, instrumentarium, organisatie van introductiecursus voor aios, informatievoorziening voor patiënten met betrekking tot het opleiden en samenwerking met assistentes en coördinatoren op de post.

Accreditering praktijken huisartsopleider

In 2009 is een coördinator aangesteld om het project accreditering huisartsopleiders te begeleiden samen met een van de docenten. Dit project loopt 3 jaar. Eind 2011 is 65 % van de opleiders ingestroomd of is al geaccrediteerd. Op de pagina voor opleiders binnen de Elektronische Leer Omgeving is uitgebreid informatie beschikbaar gemaakt.

Academisering huisartsopleiders

Academisering van de opleiding in alle aandachtsgebieden leidt tot verhoging van de kwaliteit van de opleiding en daarmee van de toekomstige huisarts. Academisering vindt al langer plaats en kan bevorderd worden door actief hierop te focussen binnen het onderwijs, binnen docentprofessionalisering en binnen opleidersprofessionalisering.Vergelijkbaar met de kwaliteitsimpulsen voor organisatorische verbeteringen binnen huisartspraktijken door praktijkaccreditering zal academisering een kwaliteitsimpuls zijn voor het wetenschappelijke fundament van de huisartsopleiding.Om het programma voor de opleider optimaal te kunnen uitvoeren, zijn de volgende verbeterpunten geformuleerd:– Informatie over onderzoek aanbieden via de Elektronische Leeromgeving waarbij

inbreng van opleiders gevraagd wordt (startdatum, onderwerp, gevraagde bijdrage, ondersteuning, beloning, contactpersoon).

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 8584 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

De stageplaatsen zijn:In 7 ziekenhuizen zijn SEH stageplaatsen en daarnaast 11 stageplekken bij andere vakge-bieden: kindergeneeskunde, gynaecologie, orthopedie, longen, dermatologie, chirurgie en interne. Er zijn stageplaatsen in 23 chronische zorg instellingen, waarvan 1 nieuwe in 2011Er zijn 18 stageplaatsen in GGZ instellingen waarvan 2 nieuwe in 2011.Op de verschillende stageplaatsen zijn 97 stageopleiders actief, waarvan 20 nieuwe in 2011. Er zijn 10 stageopleiders gestopt in 2011. Ieder jaar wordt een terugkomdag georganiseerd voor de verschillende stageopleiders.

En in 2012…- Wordt de Pinet studie afgerond (“Personalised Integrated EBM teaching for Trainees

in General Practice”)- Faciliteren wij het dienstdoen op de post steeds meer via de coördinatoren.- Komt er training van vaardigheden voor de opleiders tijdens de

opleidersterugkomdagen- Wordt het moduleonderwijs geëvalueerd. - Willen wij het netwerk van opleiders verder ontwikkelen om ook lokaal, in navolging

van landelijk, de invloed van opleiders te borgen.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 8786 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Onderwijsfaciliteiten

Op vrijdag 14 oktober 2011 zijn wij verhuisd van het pand aan de Dorpsstraat in De Bilt naar het monumentale pand aan het Broederplein, naast het Slot Zeist. Door de toegewij-de inzet van onze verhuiscoördinatoren en de ICT-medewerkers werd er vanaf dinsdag 18 oktober weer volop onderwijs gegeven op de nieuwe locatie. Een echte barista zorgde voor een warm ontvangst met een heerlijke espresso of cappuccino. Dit prachtige pand op een lommerrijke locatie zorgt niet alleen voor een inspirerende leer- en werkomgeving, maar de grote onderwijslokalen (ter illustraties in dit jaarverslag) bieden tal van mogelijkheden voor het organiseren van (na)scholingsactiviteiten.

6

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 8988 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Geschillen m.b.t. de opleiding

Geschil met de HVRC

In juni / juli 2011 speelden er enkele opleidingsproblemen rond de invulling van stages in het tweede jaar van de huisartsopleiding. Centraal in deze zaak stond het voorgenomen besluit van de HVRC om niet akkoord te gaan met het voorstel van het hoofd voor een wijziging van het opleidingsschema van een zestal Utrechtse aios. Dit besluit zou voor deze aios enerzijds leiden tot aanpassing van de opleiding met verkorting van de periode in de huisartspraktijk in het derde jaar, maar ook voor een enkele aios tot verlenging van de opleiding.Aan dit besluit lagen drie argumenten ten grondslag: - Het voorstel tot wijziging van de opleidingsschema zou “niet tijdig” ingediend zijn - Het voorstel zou onvoldoende gemotiveerd zijn - Het voorstel zou niet voldoende aan de regelgeving

Het hoofd heeft in juli 2011 een uitgebreide schriftelijke zienswijze ingediend en vervol-gens heeft er een mondelinge zienswijze plaats gevonden. Op basis hiervan heeft de HVRC besloten om alsnog akkoord te gaan met de voorgestelde wijziging van het opleidingsschema van deze aios. Op grond van belangenafweging was dit besluit genomen. Hierbij speelde onder andere dat het hoofd een herhaaldelijke toe-zegging had gedaan dat hij er inmiddels zorg voor had gedragen en er in de toekomst zorg voor zal blijven dragen dat de opleiding wordt vorm gegeven volgens de daartoe vastgestelde regelgeving. De HVRC achtte het aannemelijk dat het belang van het correct uitvoeren van de regelgeving thans wel voldoende was geborgd. De hele procedure heeft veel energie gevergd van de afdeling en heeft ook onrust bij de aios teweeg gebracht. Het vertrouwen in de adequate vormgeving van de opleiding te Utrecht was beschadigd. Wij waren voor onze aios blij met de uitkomst. De aios hebben het gewaardeerd dat zij van het begin af aan op een transparante wijze uitgebreid betrok-ken zijn geweest bij de hele procedure. De turbulente periode heeft gelukkig niet geleid tot een negatief in de publiciteit komen van de afdeling te Utrecht. De rust is wedergekeerd. Na de uitkomst van de zienswijze heeft er ook nog een uitgebreid gesprek plaats gevonden om de verstoorde verhouding van het hoofd met de secretaris en voorzitter van de HVRC aan de orde te stellen. Dit heeft geleid tot een hersteld vertrouwen in elkaar.

7

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 9190 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Wetenschappelijk Onderzoek

Per 31 december 2011 waren er 13 aios met een aiotho-traject, 12 vrouwen, 1 man. In 2011 zijn vier nieuwe aiotho’s met onderzoek gestart. Voor het eerst zijn er ook twee gepromoveerde aios die als postdoc naast hun opleiding ook onderzoek doen.

Lopende onderzoeken in 2011:

Corine den Engelsen: Metabool syndroomMarieke Bolkenbaas: Pneumokokkenvaccinatiestudie onder ouderen. Roderick Venekamp: Behandeling van rhinosinusitisSaskia de Vries-van Vugt: Lage luchtweginfecties in de huisartspraktijkMiriam Warnier: Hartritmestoornissen bij longpatiëntenTamara Platteel: Extended-spectrum beta-lactamasesJosien Riphagen-Dalhuisen: Influenzavaccinatie onder gezondheidszorgwerkersPaula Koekkoek: Cognitie bij diabetes mellitus type 2Marlous Koningsveld-Kortekaas: Pinet studie

Nieuw:

Carla Reidsma: Intensieve multifactoriële behandeling van diabetes mellitus type 2Annemarie van Deursen: Pneumokokkeninfecties en -preventie bij ouderenAlma van de Pol (postdoc aiotho): Zorginnovaties in de academische huisartspraktijk Annet Sollie: Registratie en hergebruik van klinische dataMarloes van den Berg-Minnaard: Implementatie van CRP sneltestenHanneke Jansen(post doc aiotho): lichamelijke activiteit bij patiënten bij wie na screening een verhoogd cardiovasculair risico is vastgesteld.

8

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 9392 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Onderzoek van onderwijs

Daar de laatste jaren nogal wat vernieuwingen in het onderwijs zijn ingevoerd, willen wij nagaan wat de waarde is van deze ontwikkelingen. In dit kader is al in 2008 een lijn onderzoek van onderwijs opgezet. Meten is Weten is de naam die het programma Onderzoek van Onderwijs heeft gekregen. Dit programma zal de komende jaren worden uitgevoerd.Er zijn 4 deelprogramma’s:

- In 2008 en 2009 is een belangrijk deel van het onderzoek naar de “Selectiemethode voor de huisartsopleiding”, en “Twijfel en Uitval in de huisartsopleiding” verricht. De resultaten zijn geanalyseerd in 2010 en in 2011 is er een publicatie geweest in het NTVG. Verdere activiteiten zijn een pilot voor een nieuwe selectie methode. Deze heeft plaatsgevonden in 2011 en er zal een vervolg plaatsvinden in 2012. Dit is een samenwerkingsproject met de afdeling huisartsopleiding van Nijmegen. Het is ook het promotie onderwerp van Margit Vermeulen. Laatstgenoemde is ook verantwoordelijk voor de Lijn Onderzoek van Onderwijs op onze afdeling.

- Onderzoek naar het effect van het onderwijs in evidence based medicine. Subsidie is bij het Cash fonds aangevraagd en verkregen in 2010. In 2011 is met dit onderzoek gestart door een aiotho Marlous Koningsveld-Kortekaas onder leiding van Marie Louise Bartelink, de coördinator van ons EBM onderwijs en senior onderzoeker.

- Opleidingssupervisie en het taakgebied professioneel handelen: proces en effectiviteit. Het onderzoekvoorstel is geformuleerd en in 2012 zal op basis van dit voorstel een subsidie worden ingediend

- Ervaringen met en effectiviteit van het management onderwijs. Dit onderzoeksvoor-stel zal in 2012 worden geformuleerd.

Wij hopen dat binnen enkele jaren deze promotietrajecten kunnen worden afgerond.

Onderzoek van stafleden

In 2011 vonden twee promoties plaats van Dorien Zwart en Charles Helsper.

Dorien Zwart

In juli 2011 promoveerde Dorien Zwart op het proefschrift ‘Incident reporting in general practice’Zij onderzocht de mogelijkheden en de voordelen die een meldingsprocedure van fouten en incidenten heeft voor een huisarts. Zij concludeerde dat het belangrijkste voordeel van deze meldingsprocedure is dat je binnen je praktijk een formeel platform creëert, waarin het normaal en gebruikelijk is om waardevrij fouten te bespreken. Het onderzoek laat zien dat je op deze wijze meer gezamenlijk leert en dat je een collectief geheugen creëert. Met elkaar vraag je je af: willen we het de volgende keer weer zo doen of willen we het anders? Het waardevrije melden, dat is natuurlijk helemaal niet zo gemakkelijk en daar gaat ook een deel van dit proefschrift over. Bij het incident melden moeten we in ieder geval af van de ‘fout-en-schuld’ discussie. Het maakt helemaal niet uit of het wel of niet een fout is, maar je kunt wel heel goed kijken wat er nu precies gebeurd is, hoe het gebeurd is en waarom op dat moment. Belangrijk is dat we er niet een ingewikkelde procedure van maken, het moet binnen een praktijk georganiseerd en gerealiseerd kunnen worden.”

Charles Helsper

In december 2011 promoveerde Charles Helsper op het proefschrift ‘Identification strategies for hepatitis C infection Het doel van dit proefschrift is om de opsporing van hepatitis C te verbeteren door evaluatie van verschillende opsporingsstrategieën op het gebied van effectiviteit en kosteneffectiviteit. Daarnaast wordt aandacht besteed aan nieuwe opsporingsstrategieën, kosten van hepatitis C behandeling en de rol van verschillende zorgprofessionals. Charles laat in zijn proefschrift zien dat opsporing van hepatitis C dragers uit de bekende risicogroepen alleen effectief is als de eerstelijnszorg dit ondersteund en erbij betrokken wordt.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 9594 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Missie, visie en beleidsvoornemens

Missie

De Huisartsopleiding Utrecht leidt dokters op tot vakkundige en gemotiveerde huisart-sen, die goed voorbereid zijn op vragen en wensen van de hedendaagse maatschappij. Dit doet zij samen met een team van krachtige/ zelfbewuste huisartsopleiders, docenten en ondersteuners.

De huisarts is eerste aanspreekpunt bij gezondheidsvragen. Hij/zij levert persoonlijke zorg afgestemd op de individuele patiënt en diens context en coördineert de zorg in de eerste en tweede lijn. Dit gebeurt in een toenemende diversiteit aan praktijkvormen.

De opleiding tot huisarts vindt plaats in de opleidingspraktijk onder supervisie van een huisartsopleider. Daarnaast komen de aios één dag per week naar de huisartsopleiding, op de prachtige locatie Broederplein in Zeist, waar zij in een vaste groep onderwijs krijgen van een huisartsdocent en een psycholoogdocent.

Visie

Huisarts en context/ Mens in context

Zoals huisartsen aandacht dienen te hebben voor de context van de patiënt, zo heeft de Huisartsopleiding Utrecht aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen waarin de huisarts steeds zijn positie moet bepalen. In een veilige, inspirerende en flexibele omge-ving leiden wij op tot levenslang leren. Huisartsen werken tegenwoordig steeds meer samen in een team van collega’s, praktijkassistentes, POH’s en andere medewerkers. Wij zien een expliciete rol voor samenwerken in het onderwijs en in de organisatie en ver-wachten daarin ieders eigen verantwoordelijkheid.

9

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 9796 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Beleidsvoornemens

Voor de komende jaren (2012-2015) zijn een aantal beleidsvoornemens opgesteld. De beleidsvoornemens zijn opgedeeld in de volgende onderwerpen: – Verbetering van het onderwijs aan aios– Verbetering van het onderwijs aan opleiders– Verbeteren van het onderwijs aan de docenten– Verbeteren van de organisatie

Verbetering van het onderwijs aan aios

Academisch niveau– In het kader van de academisering hebben de hoofden een landelijk voorstel tot

academisering geformuleerd. Op basis van deze notitie wordt gestreefd naar: - integratie van de huisartsopleiding en de overige eenheden binnen de afdeling

huisartsgeneeskunde c.q. eerstelijnsgeneeskunde. Dit vanuit het perspectief om het wetenschappelijk niveau binnen de huisartsopleidingen te verhogen.

- verwetenschappelijking bewerkstellingen: Onderzoek door aios, aiotho’s, stafleden en opleiders. Academisch carrièrepad van stafleden, scouting van high potentials, onderzoekstrajecten, opstellen formatie begeleiding aios, voorbereiding aanvraag bij SBOH voor aiotho trajecten. Voorbereiding van een onderzoeksfonds voor de eerste-lijnsgeneeskunde. Opstellen van een onderzoeksagenda.

- professionalisering van de opleider en academisering van de opleidingspraktijken. De motivatie voor het evidence based practice helpen vergroten door belemmeringen zoveel mogelijk weg te nemen. Regievoering is noodzakelijk, enerzijds door ruimte te creëren in de praktijkvoering, ander-zijds door de organisatie binnen huisartsop-leiding en Julius Centrum rond evidence based practice en deelnemen aan onder-zoek verder te professionaliseren. ( zie academiseringsnotitie)

- onderzoek van onderwijs: het ontwikkelen van de Research & Development functie, evaluatie van het lopende onderwijs, het uitvoeren van onderzoek dat nieuwe inzich-ten verschaft over de wijze waarop Aios optimaal opgeleid kunnen worden en tevens inzicht verschaft in succesvolle implementatie van onderwijsinnovatie.

– Het begrip EBM meer laten landen in termen van kritisch dokteren – Betrokkenheid aios, docenten en opleiders bij wetenschappelijke activiteiten zoals

Pinet/KKB vergroten

Huisarts als persoon/ Mens als geheel

Zoals huisartsen de mens als geheel zien, zo ziet Huisartsopleiding Utrecht aios, docenten en opleiders als geheel met eigen kracht en mogelijkheden. De cultuur van de opleiding daagt uit te streven naar persoonlijke ontwikkeling en biedt ruimte voor het vormgeven van authenticiteit: wat voor opleider, docent of aios wil je zijn of worden? Vanuit de sterke punten stimuleren wij elkaar om op een creatieve manier om te gaan met onvolkomenheden.

Oog voor detail/ Verdieping

Zoals de huisarts oog heeft voor detail, zo zoekt Huisartsopleiding Utrecht naar verdie-ping door vast te houden aan nieuwsgierigheid en verwondering. De Huisartsopleiding Utrecht biedt ruimte voor reflectie op het dagelijks werk als huisarts, opleider of docent. Aandacht voor elkaar op de werkvloer vinden wij belangrijk door stil te staan bij wezen-lijke gebeurtenissen. Wij geven elkaar feedback, daarin verhelderen we achterliggende motieven bij elkaar en durven we problemen te benoemen.

Kaders

Zoals huisartsen werken binnen vaste kaders, zo beweegt de Huisartsopleiding Utrecht binnen landelijk vastgestelde kaders. De Huisartsopleiding Utrecht werkt vanuit een aca-demische setting op basis van Evidence Based Medicine. Wij voorzien in een curriculum, waarbij de sturing gaandeweg de opleiding losser wordt, passend bij de fase, leerstijl en zelfstandigheid van de aios. Wij streven naar uitdagend onderwijs op de terugkomdag en motiveren tot een actieve leerhouding in de opleidingspraktijk. Omdat het grootste deel van de opleiding in de praktijk plaats vindt, is er veel aandacht voor goede scholing en coaching van de opleiders. Ook in de scholing van docenten vinden wij het essentieel te verleiden tot continue verbetering; in didactiek, begeleiding en als expert.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 9998 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Verbeteren van het onderwijs aan de docenten

Staf– Docentprofessionalisering: introduceren en implementeren document docentprofessi-

onalisering in de opleiding. – Nieuw feedbacksysteem implementeren gebaseerd op de Vlootschouw. Docenten hou-

den hun eigen ontwikkeling bij (POP) in een nog te ontwikkelen elektronisch portfolio.

– Leidinggevenden gaan het sjabloon (gebaseerd op het Competentieprofiel) gebruiken voor verslaglegging van de functioneringsgesprekken

– Streven naar verbetering van de documentatie m.b.t. deskundigheidscurriculum.

Verbeteren van de organisatie

Management – Samenstelling MT: aanpassen aan de vereisten van het onderwijscontinuüm en de

academisering– Structuurrapport: opvolging hoofd opleiding realiseren in een academische setting – Onderwijscontinuüm vorm geven: aios-co model, ontwikkeling van onderwijs– Automatisering van de organisatorische processen, invoer Hagport

Huisvesting– Een optimale invulling en in gebruikname van het nieuwe pand, veiligheidbeleid – Afstemming met de Julius Academy

Kwaliteit– De scores op de kwaliteitsindicatoren van de verschillende visitatie instrumenten zal

vertaald moeten worden naar een systematisch kwaliteitsbeleid en de uitvoering van kwaliteitsplannen

– Tevredenheid: verbeteren tevredenheid medewerkers, bijvoorbeeld door MBTO en t.a.v. werkplek en nieuwe werkomgeving op de nieuwe locatie

– Onderzoek van onderwijslijn verder uitbouwen

Onderwijsprogramma– Verdieping onderwijs op het gebied van zorg voor ouderen en complexe problemen, en

multimorbiditeit– Dekking competenties op het gebied van het werken in zorgketens en delegeren van

taken, preventieve taken– Omgaan met de veranderende werkzaamheden in de huisartsvoorziening, – Differentiatie beter laten aansluiten bij de veranderende positie van de huisarts in de

samenleving dwz aandacht voor onderwijs in Ziekte en Zorg management; praktijk-management. Deze aandachtspunten afstemmen met het landelijk beleid

– Aanpassen van ons onderwijsprogramma aan het landelijk plan Ziekte en Zorg Management

– Inzet van kaderhuisarts / huisartsopleiders bij het uitvoeren en ontwikkelen van het onderwijs

– APC onderwijs aanpassen aan landelijke ontwikkelingen– Aandacht informatievoorziening in het 3e jaar

Toetsing, beoordeling en resultaten– Invoeren van het landelijk toetsplan maart 2011– APC toets verder ontwikkelen en implementeren en laten aansluiten bij het

persoonlijk ontwikkelplan conform landelijke richtlijnen– Het meewerken aan het ontwikkelen van en het introduceren van Kritische

beroepsactiviteiten (KBA’s) op dit moment op o.a. de huisartsposten

Verbetering van het onderwijs aan opleiders

Leeromgeving– Onderwijs en begeleiding in de huisartsenpraktijk: het daadwerkelijk observeren van

de aios en het participeren bij het toetsen van aios, onderwijs in vaardigheden– Onderwijs en begeleiding in de stage-inrichting: focus op professionalisering

stagebegeleiders– Onderwijs en begeleiding op het instituut: aandacht voor individueel leerplan van de

opleiders – Verder ontwikkelen van het scholings- en toetsingsplan van de opleiders– Ervaren opleiders als coach laten functioneren voor beginnende opleider

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 101100 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Internationale samenwerking– Internationale samenwerking en uitwisseling met Southampton en Cardiff op het

gebied van huisartsgeneeskunde– Internationalisering: in wetenschappelijk onderzoek en onderwijs meer contact over

de grenzen

NB: De volgende aandachtspunten uit de NIVEL enquête zijn in bovengenoemde punten ondergebracht: – Informatievoorziening 3e jaar – Aantal leermomenten – Aandacht stagebegeleiding – Aandacht competentiegebieden organisatie en maatschappelijk handelen – APC toets draagt bij aan formuleren leerdoelen

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 103102 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Publicaties European Stroke Organisation; Authors/Task Force Members, Tendera M, Aboyans V, Bartelink ML, Baumgartner I, Clément D, Collet JP, Cremonesi A, De Carlo M, Erbel R, Fowkes FG, Heras M, Kownator S, Minar E, Ostergren J, Poldermans D, Riambau V, Roffi M, Röther J, Sievert H, van Sambeek M, Zeller T; ESC Committee for Practice Guidelines, Bax J, Auricchio A, Baumgartner H, Ceconi C, Dean V, Deaton C, Fagard R, Funck-Brentano C, Hasdai D, Hoes A, Knuuti J, Kolh P, McDonagh T, Moulin C, Poldermans D, Popescu B, Reiner Z, Sechtem U, Sirnes PA, Torbicki A, Vahanian A, Windecker S; Document Reviewers, Kolh P, Torbicki A, Agewall S, Blinc A, Bulvas M, Cosentino F, De Backer T, Gottsäter A, Gulba D, Guzik TJ, Jönsson B, Késmárky G, Kitsiou A, Kuczmik W, Larsen ML, Madaric J, Mas JL, McMurray JJ, Micari A, Mosseri M, Müller C, Naylor R, Norrving B, Oto O, Pasierski T, Plouin PF, Ribichini F, Ricco JB, Ruilope L, Schmid JP, Schwehr U, Sol BG, Sprynger M, Tiefenbacher C, Tsioufis C, Van Damme H. ESC. Guidelines on the diagnosis and treatment of peripheral artery diseases: Document cove-ring atherosclerotic disease of extracranial carotid and vertebral, mesenteric, renal, upper and lower extremity arteries: the Task Force on the Diagnosis and Treatment of Peripheral Artery Diseases of the European Society of Cardiology (ESC). Eur Heart J. 2011 Nov;32(22):2851-906.

Exercise Therapy in Peripheral Arterial Disease Study Group, van Asselt AD, Nicolaï SP, Joore MA, Willigendael EM, Bendermacher BL, Kruidenier LM, van Det RJ, Jörning PJ, Vahl A, Tutein Nolthenius RP, Cuypers PW, Bartelink ML, Hendriks EJ, de Bie RA, Prins MH, Teijink JA.Cost-effectiveness of exercise therapy in patients with intermittent claudication: super-vised exercise therapy versus a ‘go home and walk’ advice. Eur J Vasc Endovasc Surg. 2011 Jan; 41(1):97-103. Damoiseaux RAMJ, Rovers MM. AOM in children. Clin Evid (Online). 2011 May 10;2011. pii: 0301. Damoiseaux RAMJ. Nieuw bewijs voor effect antibiotica bij otitis media acuta. Huisarts Wet 2011;54: 261-262.

10

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 105104 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Venekamp R.P, Thompson MJ, Hayward G, Heneghan CJ, Del Mar C, Perera R, Glasziou PP, Rovers MM. Systemic corticosteroids for acute sinusitis. Cochrane Database of Systematic Reviews 2011, Issue 12. Art no.: CD008115. DOI:10.1002/14651858.CD008115.pub2. Vermeulen MI, Kuyvenhoven MM, Zuithoff NPA, Graaf van de Y, Pieters HM. Poor per-formance and attrition of the residents in first year of GP training. Ned Tijdschr Geneeskd 2011; 155(20): A2780.

S F van Vugt; C C Butler; K Hood; M J Kelly; S Coenen; H Goossens; P Little; T J VerheijFamily Practice 2011; doi: 10.1093/fampra/cmr081Predicting benign course and prolonged illness in lower respiratory tract infections: a 13 European country study in primary care.

Patient safety culture measurement in general practice. Clinimetric properties of ‘SCOPE’. Zwart DLM, Langelaan M, van de Vooren RC, Kuyvenhoven MM, Kalkman CJ, Verheij TJ, Wagner C. BMC Fam Pract. 2011 Nov 1;12:117.

Lessons learnt from incidents reported by postgraduate trainees in Dutch general practi-ce. A prospective cohort study.Zwart DLM, Heddema WS, Vermeulen MI, van Rensen EL, Verheij TJ, Kalkman CJ.BMJ Qual Saf. 2011 Oct;20(10):857-62. Epub 2011 May 21.

Central or local incident reporting? A comparative study in Dutch GP out-of-hours servi-ces. Zwart DLM, Van Rensen EL, Kalkman CJ, Verheij TJ.Br J Gen Pract. 2011 Mar;61(584):183-7.

Feasibility of centre-based incident reporting in primary healthcare: the SPIEGEL study.Zwart DLM, Steerneman AH, van Rensen EL, Kalkman CJ, Verheij TJ.BMJ Qual Saf. 2011 Feb;20(2):121-7. Epub 2011 Jan 5.

Zwart DLM, Veiligheidsproblemen in de huisartsgeneeskunde: belangrijke spelden in vele hooibergen Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A4021

Walen S, Kuipers AF, Berg JWK vd, Damoiseaux RAMJ. Longembolieën. Huisarts Wet 2011;54: 166-9. Damoiseaux RAMJ. Ervaringen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Huisarts Wet 2011;54:332 Damoiseaux RAMJ. Psychologische interventies bij darmziekten niet effectief. Huisarts Wet 2011;54:465. Damoiseaux RAMJ. Follow-up van patiënten met een basaalcelcarcinoom. Ned Tijdschr Geneeskd. 2011:155: A4206.

Van Deursen AM, Verheij TJ, Rovers MM, Veenhoven RH, Groenwold RH, Bonten MJ, Sanders EA.Epidemiol Infect. 2011 Jul 25:1-12. Trends in primary-care consultations, comorbidities, and antibiotic prescriptions for respiratory infections in The Netherlands before imple-mentation of pneumococcal vaccines for infants.

C.W.Helsper. (Proefschrift): ‘Case finding strategies for hepatitis C infection’. ISBN: 9789461082428

C.W. Helsper, B.A. Borkent-Raven, N.J. de Wit, G.A. van Essen, M.J.M. Bonten, M.P. Janssen, A.I.M. Hoepelman, G.A. de Wit. Cost-effectiveness of targeted screening for hepatitis C in the Netherlands. Epidemiology and Infection 2011 Feb; 16:1-12

L. Rust, L. Singels, N.J. de Wit, C.W. Helsper “Hepatitis C: aandacht en opsporing ver-zocht!” Infectieziekten Bulletin. 2011 Dec; (10)22;361

Mathot MA, Vermeulen MI, Zwart S. Hulpvraag en worteltjestaart (ingezonden). Huisarts Wet 2011; 54: 225-6.

Venekamp R.P. Treatment of acute rhinosinusitis: should we focus on inflammation? Treatment Strategies – Respiratory 2011; Vol. 2 Issue 1.

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 107106 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

C.W. Helsper:Research meeting - Bond University, Centre for Research in Evidence-Based Practice. Faculty of Health Sciences and Medicine,Gold Coast, Queensland, Australia, 2011“Early identification of hepatitis C in primary care”

Voorlichtingsbijeenkomst - Saltro Diagnostisch centrum Utrecht, 2011“ALAT, de sleutel tot opsporing van hepatitis?”

Julius centrum research meeting, Utrecht, 2011 “Early identification of hepatitis C in primary care”

Landelijke Hepatitis Week (LHW). Amersfoort, 2011. Workshop Opsporing van hepatitis C

Landelijke Hepatitis Week (LHW). Amersfoort. 2011.Paneldiscussie “Screening en opsporing van hepatitis: Hoe, waar en door wie?”

Landelijke Hepatitis Week (LHW). Amersfoort. 2011. Voordracht “Screening en opsporing van hepatitis door de huisarts”

Wetenschapsdag Nederlands Huisartsen Genootschap, Nijmegen, 2011. Ondersteuning voor de huisartspraktijk is essentieel bij de opsporing van hepatitis C. Wetenschapsdag Nederlands Huisartsen Genootschap, Nijmegen, 2011. Milde ALAT-verhoging, de nieuwe troefkaart voor opsporing van virushepatitis in de huisartspraktijk?

Research meeting Maag Darm leverziekten, UMC Utrecht, 2011“True-life costs of successful and unsuccessful treatment of patients with HCV infection in the Netherlands”

WONCA (World Organization of Family Doctors) Europe. Warsaw, Poland. 2011. Active case finding is highly effective in a campaign aimed at the identification of hepatitis C infection.WONCA (World Organization of Family Doctors) Europe. Warsaw, Poland. 2011.

Zwart DLM, Broek S van der. Veiliger zorg in de praktijk; Praktijkvoering in de huisarts-geneeskunde (hfst 24:279-88). Amsterdam:Reed Business, 2011.

Zwart S, Dagnelie CF. Keelpijn. In: Diagnostiek van alledaagse klachten, pagina 161-170. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2011

Voordrachten / Workshops / Poster op wetenschappelijke congressen /

Nascholing, Presentaties op Vakinhoudelijke Conferenties / Bijeenkomsten

C. den Engelsen:2nd International Congress on Abdominal Obesity (februari 2011, Buenos Aires, Argentinie):– posterpresentatie: Development of cardiovascular risk factors in people with central

obesity after three years– presentatie: Remission of the metabolic syndrome three years after screening for

increased waist circumference

4th International Congress on Prediabetes and the Metabolic Syndrome (april 2011, Madrid, Spanje):– posterpresentatie: Remission of the metabolic syndrome three years after screening for

increased waist circumference – posterpresentatie: On the way to the metabolic syndrome: development of cardio-

metabolic risk factors in centrally obese individuals. A three years follow-up

NHG-Wetenschapsdag (juni 2011, Nijmegen):– posterpresentatie: Verandering in cardiovasculair risico, drie jaar na screening

uitgaande van een verhoogde middelomtrek

Wetenschappelijke Jaarvergadering van Nederlandse Diabetes Onderzoekers (december 2011, Oosterbeek):– presentatie: Development of cardiovascular risk factors in people with central obesity

after three years

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 109108 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

M.I. Vermeulen:18 november 2011: Workshop NVMO: competentiegerichte selectie; ambities en dilemma’s 29 september 2011: Workshop interstavendag: Naar een competentiegerichte selectie in de Huisartsopleiding

S.F. van Vugt:WONCA Europe Conference, September 8-11 in Warsaw, Poland. – Detecting pneumonia in patients with acute cough in primary: results from the

European GRACE study.– Undetected chronic obstructive lung disorders in patients presenting with acute cough

in primary care: results from the European GRACE study

ERS Annual Congress, September 24-28 in Amsterdam, Netherlands. – Detecting pneumonia in patients with acute cough in primary: Results from the

European GRACE study– Undetected chronic obstructive lung disorders in patients presenting with acute cough

in primary care: results from the European GRACE study

NAPCRG, November 12-16 in Banff, Alberta. – Signs, Symptoms, C-reactive Protein And Procalcitonin to Detect Pneumonia. M. Warnier:5 oktober 2011 FIGON Dutch Medicines Days Lunteren Oral presentation: Pharmaco/epidemiological aspects of ECG/abnormalities in patients with lung disease

1-2 September 2011 EPCCS 2011 Berlin, Germany Oral presentation: Do pulmonary drugs increase mortality in patients with heart failure?Posterpresentation: ECG characteristics of patients with COPD

Routine follow up for hepatitis C in patients with mild ALT elevation is an effective strategy for casefinding in primary care

United European Gastroenterology Week 2011 – Stockholm, Zweden ´Real-life costs of successful and unsuccessful hepatitis C treatment in the Netherlands

Werkconferentie Drugsgebruikers en hepatitis C. Utrecht, 2011. Opsporing van hepatitis C, de investering waard.

P. Koekkoek:Januari 2011 PAOH-Diabetes, voordrachtJanuari 2011 NVDO Jonge Onderzoekers, voordrachtMei 2011 Anglo-Danish-Dutch Diabetes Group Meeting, voordrachtJuni 2011 NHG-Wetenschapsdag, voordrachtSeptember 2011 Vascular Cognition Congress, poster presentatie

M. Kortekaas:Marlous Kortekaas, MD, Alma C. van de Pol, MD, PhD*, Alicia Meijer, MD, Niek J. de Wit, MD, PhDVoordracht 2011: WONCA Europe in Warschau Randomized controlled trials in primary care worldwide: analysis of quantity, themes and quality.

M.A. Mathot:16 juni 2011 congres Patiëntveiligheid in opleiding en onderwijs van de Inspectie voor de GezondheidszorgWorkshop “Het mes snijdt aan twee kanten: praktijkopdrachten over patiëntveiligheid voor AIOS.” D.L.M. Zwart en M.A.Mathot 18 november 2011 congres One Health van de Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs Workshop “Als het kalf verdronken is dempt men de put?” J.Vonk en M.A.Mathot

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 111110 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Onderzoeksprijzen

C.W. Helsper: Travel Grant obv abstact Costs of SVR and non-SVR in hepatitis C treatment – a true-life overview. United European Gastroenterology Week (UEGW). Stockholm, Sweden. 2011.

D.L.M. Zwart:Zwart DLM, Heddema WS, Vermeulen MI ,Van Rensen ELJ, Verheij TJM, Kalkman CJ;Incident reports of GP trainees contain valuable lessons for both the trainee and the GP trainer;: Poster presentatie International Forum on Quality and Safety in Healthcare; 5 - 8 April 2011; Amsterdam

Zwart DLM; Practice-based incident reporting in Dutch general practice. Workshop conferentie EQUIP, 7-9 April 2011, Kopenhagen, Denemarken

Zwart DLM, Mathot M; Het mes snijdt aan twee kanten. Praktijkopdrachten over patiënt-veiligheid voor aios. Workshop IGZ jaarcongres, 16 juni 2011, Rotterdam

23 september 2011, Florence, Italië, Deelnemer aan invitational expertmeeting Handover study;

Zwart DLM. Onderwijs kwaliteit en veiligheid tijdens de huisartsopleiding; Presentatie; Invitational conference NFU Best Practices Kwaliteit en veiligheid. 6 oktober 2011, Utrecht

Deelnemer aan expertmeeting ‘Incident reporting systems in primary care’; Europees FP-7 project Linnaeus-Primary care. 13/14 december 2011, Frankfurt, Duitsland

Patiëntveiligheid in de huisartsgeneeskunde. Masterclass PAOH 16 juni 2011, Houten

Patiëntveiligheid in de huisartsgeneeskunde. Workshop. Duodagen Noord-West Utrecht 21 sept 2011, Woerden

Scholingen calamiteitencommissie St Primair Huisartsenposten. 27 september en 7 december 2011. Utrecht

Train the Trainer Patiëntveiligheid in de eerste lijn. Expertmeeting Zorg voor Veilig. 29 november 2011. Utrecht

Scholing VIM commissies St Primair huisartsenposten. 1 december 2011. Utrecht

Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht 113112 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

11Post-Academisch Onderwijs Voor Huisartsen Utrecht

De PAOH-Utrecht (waarbij PAOH staat voor Post-Academisch Onderwijs voor Huisartsen) organiseert jaarlijks in het UMC Utrecht een 10-15tal nascholingen voor praktiserende huisartsen en huisartsen in opleiding. Deze cursussen zijn geaccrediteerd op basis van de door het College voor Accreditering Huisartsen van de KNMG verleende beperkte instellingsaccreditering. De nascholingen op het gebied van reizigersgeneeskunde zijn tevens geaccrediteerd door de LCR (als basisopleiding en reguliere nascholing).De PAOH is praktijkgericht, actueel en evidence-based. De PAOH is ook interactief: door middel van stemkastjes kan altijd actief worden deelgenomen aan de discussie. De voor-drachten worden gehouden door deskundige, goede sprekers en de dagvoorzitter is altijd een huisarts.

Dit PAOH-programma wordt onveranderlijk goed bezocht en eveneens altijd goed gewaardeerd. Afstemming van de onderwerpen vindt plaats met de regionale WDH’s en met andere landelijke aanbieders van nascholing voor huisartsen. Samen met het UMC Utrecht en de regionale WDH’s wordt ook de jaarlijkse UMCU-dag georganiseerd voor verwijzers. De logistieke organisatie is in handen van Bohn Stafleu van Loghum. De inhoudelijke coördinator is dr. M.E.L. (Marie-Louise) Bartelink. Het volledige programma is beschikbaar via www.paoh.nl. Via het daar aanwezige digitale archief zijn alle voordrachten en achtergrondinformatie ook na te lezen en terug te zoeken door de deelnemers. In 2010 kwamen de eerste PAOH-online modules beschikbaar. Deze vormen verdieping voor deelnemers van de cursussen, maar ze kunnen ook los daarvan worden gevolgd. De ontwikkeling van deze PAOH-online modules past ook in het streven de onderwerpen van de PAOH beschikbaar te maken voor het studentenonderwijs en de huisartsopleiding in het kader van het onderwijs continuüm.

114 Jaarverslag 2011 | Huisartsopleiding Utrecht

Onderwerpen in 2011 Datum

13e Diabetesdag 07-01

UMC Utrecht Huisartsendag 09-02

Reizigersgeneeskunde voor gevorderden 18-03

Bewegingsapparaat 15-04

Neurologie 27-05

2daagse Masterclass 16 en 17-06

Hart- en vaatziekten 16-09

Kindergeneeskunde 14-10

Man en vrouw 18-11

Infectieziekten 09-12

Discipline overstijgend EBM–onderwijs

1 en 13 december 2011Jaarlijks wordt deze tweedaagse EBM cursus georganiseerd door de Dienst Onderwijs en Opleidingen in het kader van het discipline-overstijgend onderwijs voor de aios binnen de OOR (Onderwijs-en Opleidingsregio) Utrecht. De OOR-Utrecht bestaat uit een regio-naal opleidingsnetwerk waarin het UMC Utrecht en haar partnerziekenhuizen samen-werken ten behoeve van een optimale invulling van het initiële geneeskunde onderwijs en de medische vervolgopleidingen. Het UMC Utrecht heeft hierin een coördinerende rol, en voor de module EBM ligt de programma coördinatie bij het Julius Centrum. Voor meer informatie zie: www.umcutrecht.nl/onderwijs/opleidingen/E/evidencebasedmedicine. De cursusdoelstellingen zijn de volgende: – Het vertalen van een klinische vraag in een opzoekbare vraag– Snel en efficiënt zoeken naar evidence– Kritisch beoordelen van de gevonden evidence– Toepassen van de gevonden evidenceHet aantal deelnemers bedroeg 25 en zij gaven de cursus een 7,8. Uit de evaluatie bleek verder dat de deelnemers deze in grote meerderheid aanbevelen aan hun collega’s (55% met 4/5 en 41% met 5/5).

Colofon

Uitgave

Afdeling Huisartsopleiding, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Eindredactie en productie

Drs. C. Nusse, beleidsmedewerker

Ontwerp en Lay-out

FB, Multimedia, Henriëtte Wateler

Fotografie

Marlice van der Werff, Kommunikazie.nl

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk,

fotokopie, mikrofilm of welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

van het Hoofd van de Huisartsopleiding, Divisie Julius Centrum voor Gezonheidswetenschappen

en Eerstelijns Geneeskunde

www.huisartsopleidingutrecht.nl