R e g i o n a a l O r g a a n V e r k e e r s v e i l i g h e i d U t r e c h t

2010Jaarverslag

Voorwoord

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

2010Jaarverslag

Voor u ligt het jaarverslag 2010 van het ROV-Utrecht, met daarin alle uitgevoerde

projecten op het gebied van verkeersveiligheid. Het jaarverslag wordt dit jaar alleen

digitaal verspreid. Wel krijgen onze doelgroepen allemaal een folder met een

samenvatting van onze activiteiten in 2010 en een verwijzing naar de website

www.rov-utrecht.nl.

Het ROV-Utrecht is het uitvoeringsorgaan van het beleid op het gebied van

verkeersveiligheid voor de provincie Utrecht en het Bestuur Regio Utrecht.

De basiselementen in dat beleid zijn: permanente verkeerseducatie voor alle

leeftijdsgroepen, gedragsbeïnvloeding en kennisontwikkeling op het gebied van

verkeersveiligheid.

In 2010 is het Dagelijks Bestuur van het ROV-Utrecht (DB ROV-Utrecht) met een

grotendeels nieuw bestuur aan de slag gegaan.

In december 2009 heeft ondergetekende de heer J. Ekkers opgevolgd als gedeputeerde.

Uit hoofde van deze functie ben ik ook voorzitter van het DB ROV-Utrecht. Door de

gemeenteraadsverkiezingen in 2010 zijn er ook andere vertegenwoordigers vanuit het

Bestuur Regio Utrecht en Regio Amersfoort.

Het streven is om de provincie verkeersveilig te maken en te houden, zodat het aantal

verkeersslachtoffers en verkeersongevallen wordt teruggedrongen. In 2010 is gestart

met een herbezinning op de samenwerking in de provincie Utrecht en de manier

waarop wij aan verkeersveiligheid werken. In 2011 zijn hier met de partners nadere

afspraken over gemaakt, zodat we op een verfrissende wijze de verkeersveiligheid

verder kunnen verbeteren.

Namens het dagelijks bestuur en de medewerkers van het ROV-Utrecht wens ik u

veel leesplezier.

J.W.R. van Lunteren

Voorzitter Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Utrecht

Inhoud

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

COLOFON

Uitgave: ROV-Utrecht

Tekst: Henk Jonkers, Lyris Communicatie

Eindredactie: ROV-Utrecht

Vormgeving: Alfred van Rossum, Utrecht

Datum: juni 2011

ROV-Utrecht

Postbus 80300

3508 TH Utrecht

Bezoekadres: Pythagoraslaan 101, Utrecht

T (030) 258 33 80

E info.rov@rov-utrecht.nl

I www.rov-utrecht.nl

3

Bestuur ROV-Utrecht 4

Peuters met politiepet 5

UVL: meer dan 200 scholen bezig met verkeersveiligheidslabel 6

Verkeerseducator op school 7

Vernieuwd: Veilig door de schoolspits 7

Dode hoek raakt brugklassers 8

Kruisende meningen 9

Fietsen met je aandacht bij het verkeer 9

Power of Control 10

Landelijk bromfietsexamen vervangt bromfietscursus 11

Trials nog te weinig in actie 12

Landelijke campagnes in de provincie 13

Regionale knelpunten helder in beeld 13

30 en 60 kilometer: voorlichting en handhaving 14

Oudere automobilist frist kennis op 15

De weg op dankzij scootmobielcursus 15

Fietsinformatiedag: 37% ouderen fietst vaker 16

Langer veilig in het verkeer 17

Uitvoeringsplan centraal tijdens scholingsdag VVC’ers 18

Website belangrijk voor kennisoverdracht 18

Knooppunt Utrecht: Goed Verkeer(d) 18

Bestuur ROV-Utrecht

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

4

Sinds 2005 is het ROV-Utrecht formeel onderdeel van de provinciale organisatie.

Het ROV-Utrecht maakt deel uit van de afdeling Mobiliteit.

Het ROV-Utrecht wordt beleidsmatig aangestuurd door het Dagelijks Bestuur (DB).

In 2010 bestaat het DB uit de gedeputeerde Verkeer en Vervoer van de provincie Utrecht

de heer J.W.R. van Lunteren, de portefeuillehouder Verkeer van het Bestuur Regio

Utrecht (BRU), de heer C. van Dalen, de portefeuillehouder van de Regio Amersfoort

de heer A. Noordergraaf en het hoofd van de afdeling Verkeer en Vervoer van

Rijkswaterstaat directie Utrecht, de heer R. Splitthoff.

J.W.R. van Lunteren

C. van Dalen

A. Noordergraaf

R. Splitthoff

Kinderen van nul tot vier jaar nemen nog niet zelfstandig deel

aan het verkeer. Peuters, en zelfs baby’s, blijken het verkeer

om hen heen echter wel degelijk waar te nemen. Daarbij letten

ze er precies op hoe hun ouders zich gedragen. Zo wordt in de

eerste jaren al de basis gelegd voor het latere verkeersgedrag.

Voor ouders is het dus zaak het goede voorbeeld te geven.

Het educatieve programma JONGleren in het verkeer is

bedoeld voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven.

Het bestaat uit één of meerdere themaweken over verkeer

voor de kinderen en een informatiebijeenkomst voor ouders.

BLIKVELDVoor de verkeersthemaweken gebruiken de instellingen een kist

vol materialen over verkeer: posters, puzzels, een politiepet en

materialen om een verkeersparcours uit te zetten, inclusief ver-

keersborden en verkeerslichten.

De informatieavond leert ouders meer over de verkeersbeleving

van kinderen. Een film laat onder andere zien dat het blikveld van

jonge kinderen veel beperkter is dan dat van volwassenen.

Snelheden en afstanden zijn voor kinderen nog moeilijk te schat-

ten. De film weet ouders te verrassen en te raken. Ze hebben vaak

geen idee dat de verschillen zo groot zijn.

POPULAIRJONGleren wordt steeds populairder in de provincie Utrecht.

In 2010 hebben 107 peuterspeelzalen en kinderdagverblijven het

programma uitgevoerd. Dat zijn er 29 meer dan in 2009. Daarmee

wordt het doel - een jaarlijkse groei van 20 instellingen - ruimschoots

gehaald. Het aantal deelnemende gemeenten steeg van 11 naar

maar liefst 24.

EVALUATIEIn 2010 is een evaluatie gehouden van het effect van JONGleren.

Het blijkt dat het programma vooral ouders (en kinderen) bereikt

die uit zichzelf al gunstig verkeersgedrag laten zien. De verbeterin-

gen bij deze groep zijn dan ook klein. Wel weten de ouders na de

ouderavond meer over het (gebrek aan) verkeersinzicht van hun

kinderen. Met name de film draagt hieraan bij.

Een ander opvallend punt is, dat lang niet alle ouders die hun kind

met de auto naar het kinderdagverblijf brengen, hun kind aan de

veilige (stoep)kant laten uitstappen. Veel van deze ouders geven

aan daar beter op te gaan letten.

Er zijn nog heel wat jonge kinderen en ouders die moeilijker te

bereiken zijn. Een mogelijke ingang kan de Voor- en Vroegschoolse

Educatie (VVE) bieden, die gericht is op kinderen met een taal-

achterstand. VVE bereikt veel allochtone kinderen, waarvan som-

migen minder goed voorbeeldgedrag zien in het verkeer.

BURGEMEESTERJONGleren bleek ook dit jaar weer een dankbaar onderwerp voor

publiciteit in de media. In tien gemeenten waar het programma

voor het eerst werd aangeboden, vond een feestelijke opening

door de wethouder of zelfs de burgemeester plaats. In alle geval-

len waren vertegenwoordigers van lokale of regionale media aan-

wezig.

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

Peuters met politiepet

5

Goed verkeersonderwijs, een verkeersveilige schoolomgeving

én betrokkenheid van ouders. Dat zijn pijlers van het Utrechts

VerkeersveiligheidsLabel (UVL). Het aantal basisscholen in de

provincie Utrecht dat het Label heeft behaald, groeit gestaag.

Scholen die het UVL willen behalen, kunnen rekenen op hulp

van het ROV-Utrecht. Ze krijgen o.a. ondersteuning via

advies, een pakket met praktijklessen en de materialen om

gedurende drie weken een themaweek over verkeer op school te

organiseren.

Aan welke criteria moeten scholen voldoen om het UVL in de wacht

te slepen? Ze moeten:

• in alle groepen theoretische verkeerslessen geven

• regelmatig tijd besteden aan praktische verkeerslessen

• ouders actief betrekken bij verkeersactiviteiten

• inzet tonen om de verkeersveiligheid in de schoolomgeving en

op school-thuisroutes te verbeteren

• verkeerseducatie en verkeersveiligheid verankeren in het

schoolbeleid.

Eind 2010 waren meer dan 200 scholen in de provincie Utrecht

bezig met het behalen van het Label. 143 basisscholen waren toen

in het bezit van het

Label, een stijging

van 21 ten opzichte

van het jaar ervoor.

Het verkeersveilig-

heidskeurmerk voor

basisscholen bestaat

ook in andere pro-

vincies. Iedere twee

jaar krijgt een UVL-

school bezoek van

een adviseur om te

toetsen of de school

nog voldoende actief is op het gebied van verkeer en verkeerson-

derwijs en dus aan de criteria voldoet.

GEMEENTENNaast scholen zijn ook gemeenten erg belangrijk bij het creëren

van een veilige schoolomgeving. UVL-gemeenten werken samen

met scholen, politie en afdelingen van Veilig Verkeer Nederland.

Ook ondersteunen ze scholen gericht bij de verkeersveiligheid in

de schoolomgeving.

OUDERSBetrokkenheid van ouders is ook een pijler van het UVL. Dat kan

bijvoorbeeld door kinderen niet of minder vaak met de auto naar

school te brengen. Maar ook door te helpen bij het praktisch ver-

keersexamen of verkeersprojecten op school.

UVL: meer dan 200 scholenbezig met verkeersveiligheids-label

NIEUWE OPZET

In 2010 is gestart met de nieuwe opzet van het UVL. HetActieplan UVL staat daarin centraal. In een Actieplan staatprecies omschreven welke stappen de school gaat nemenom het UVL in de wacht te slepen.

UVL-ADVISEUR

Het vernieuwde traject voor het behalen van een UVL is als volgt:

zodra een school zich aanmeldt om het UVL te behalen, komt er een

adviseur langs die voorlichting geeft, de criteria bespreekt en helpt

bij het maken van een Actieplan. De school ontvangt ook het UVL-

startpakket en stelt zelf een verkeerswerkgroep samen. Vervolgens

werken adviseur en school samen het Actieplan UVL uit.

Heeft een school eenmaal een Actieplan, dan kunnen scholen die

nog geen actuele verkeersmethode gebruiken, er een aanschaffen

via het ROV-Utrecht, tegen 25% van de aanschafprijs. Bekende ver-

keersmethoden zijn Wegwijs of Wijzer door het verkeer. Daarnaast

kan de school gebruikmaken van het praktische verkeersproject het

Groot VerkeersMysteriespel.

STREETWISE

Scholen die al wel een actuele verkeersmethode gebruiken, kunnen

via het ROV-Utrecht een praktisch verkeersproject kiezen.

Bijvoorbeeld Streetwise van de ANWB, waarin onder meer met elek-

trische auto’s, zebrapaden, en verkeerslichten de praktijk zoveel

mogelijk wordt nagebootst. Of toegangskaartjes voor een bezoek

aan de Utrechtse Verkeerstuin waarbij in een levensecht ingerichte

tuin de verkeerspraktijk kan worden geoefend.

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

6

De twee boekjes

van het ROV-

Utrecht uit 2003:

‘De schoolspits’

en ‘Spitsuur rond

de school’ zijn

samengevoegd tot

één nieuwe uitga-

ve: ‘Veilig door de

schoolspits’.

Veilig door de schoolspits’ staat boordevol nuttige informatie,

tips en voorbeelden om het verkeer rondom de basisschool

veiliger te maken. De uitgave is bedoeld voor verkeersou-

ders van scholen in heel Nederland. Scholen die in de provincie

Utrecht bezig zijn met het Utrechts VerkeersveiligheidsLabel krijgen

het boekje automatisch gratis toegestuurd. Verkeersouders van

alle overige scholen kunnen het boekje tegen een gereduceerd

tarief bestellen.

Vernieuwd: Veilig door de schoolspits

DIGITALE BIJDRAGESamen met het nieuwe boekje is ook de website van het ROV-Utrecht

(www.rov-utrecht.nl/schoolspits) aangepast. Naast de mogelijkheid

een digitale versie van het boekje ‘Veilig door de schoolspits’ te

downloaden of om een gedrukte versie te bestellen, staan op de

website ook praktijkvoorbeelden van verkeersveilige situaties waar-

voor geen plek meer was in het gedrukte exemplaar. Tevens is daar

ruimte gereserveerd voor nieuwe voorbeelden die ouders en anderen

kunnen aanleveren. Daarnaast staan er veel links naar verkeers-

organisaties. Dat maakt de website van het ROV-Utrecht tot een

actuele bron van informatie voor scholen, ouders en andere instanties.

SAMENWERKINGHet nieuwe boekje legt de nadruk op samenwerking tussen scho-

len en instanties als de gemeente, politie, Veilig Verkeer Nederland

of de Fietsersbond. Door het goed onderhouden van contacten met

dergelijke organisaties ontstaat een sfeer waarin makkelijker zaken

van de grond komen. Bovendien kunnen scholen gebruik maken

van de kennis en het advies van deskundigen.

Ook binnen de school is samenwerking belangrijk, bijvoorbeeld

tussen verkeersouders en het team. Ook het belang van betrokken-

heid van directie, team en medezeggenschap is niet te onderschatten.

VOORBEELDENIn het boekje ‘Veilig door de schoolspits’ en op de website staan

voorbeelden van scholen die maatregelen hebben getroffen om de

verkeersveiligheid te verhogen. Een kleine greep uit de collectie:

• een project over de school-thuisroute

• inrichting van schoolzones met opvallende verkeersmarkeringen

• het houden van verkeerstellingen en -enquêtes (evt. door de

kinderen)

• organisatie van avonden voor verkeersouders

• brigadiers die helpen met oversteken.

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

‘i

Scholen die zich inzetten om het UVL (Utrechts Verkeers-

veiligheidsLabel) te behalen, konden de afgelopen jaren

meedoen aan de pilot verkeerseducator. Professionele

verkeerseducatoren gaven verkeersonderwijs en brachten

hun kennis en ervaring over op de leerkrachten.

De pilot startte in het schooljaar 2008/2009 en loopt tot de

zomervakantie van 2011. In 2010 was op het geplande aan-

tal van 12 scholen in de provincie een verkeerseducator

actief, verdeeld over de gemeenten Utrecht, Veenendaal, Maarssen

en Amersfoort.

In 2010 werd de pilot ook geëvalueerd. De beoordeling van de ver-

keerseducatoren en ook die van de praktische verkeerslessen en

de materialen die ze gebruiken is zeer positief. Omdat de verkeer-

seducatoren nog op de meeste scholen actief zijn, was nog niet

duidelijk of de scholen de praktijklessen zelf oppakken en de doel-

stelling van overdracht van kennis en vaardigheden naar de docen-

ten is geslaagd.

Verkeerseducator op school

DRAAGVLAKDaarnaast, zo bleek uit de evaluatie, zou het handig zijn als de ver-

keerseducatoren hun taken verder zouden uitbreiden. Het gaat niet

alleen om kennisoverdracht, maar ook om draagvlak bij leerkrach-

ten, de organisatie van de lessen op school en de introductie en

evaluatie van de verkeerseducator.

HOE VERDERDe kosten van de inzet van de verkeerseducator zijn hoog. De

vraag is daarom: hoe nu verder? De komende jaren zal duidelijk

worden of de professionele verkeerseducatie een goede én betaal-

bare plek kan krijgen binnen het verkeersonderwijs op basisscholen.

UVLHoewel de verkeerseducator formeel geen onderdeel vormt van het

UVL, vonden veel scholen dit onderdeel de meeste toegevoegde

waarde leveren. Dit oordeel zegt veel over de hoge kwaliteit van

verkeersonderwijs die de verkeerseducatoren konden bieden.

7

In het voortgezet onderwijs wordt

nog steeds weinig aandacht

besteed aan verkeerseducatie.

In tegenstelling tot het basis-

onderwijs is verkeerseducatie in

het middelbaar onderwijs geen

verplicht onderdeel. Scholieren

en hun ouders denken vaak dat

ze inmiddels vaardig genoeg zijn

in het verkeer. Terwijl zeker de

12- tot 16-jarigen heel kwetsbaar

zijn.

Daarom wil het ROV-Utrecht middelbare scholieren de geva-

ren in het verkeer laten zien en de invloed van hun eigen

gedrag daarop. Te beginnen in de brugklas. Sinds enkele

jaren geven gastdocenten van Veilig Verkeer Nederland (VVN) drie

lessen in het project Verkeerseducatie Jongeren.

DE LESSEN VERKEERSEDUCATIE JONGERENDe eerste les heet ‘Verkeerslokaal’, en bestaat uit een quiz over

verkeersregels. Daarin zitten foto’s en filmpjes van lokale, herken-

bare verkeerssituaties. Jongeren zijn erg betrokken bij die voor-

beelden omdat ze er vaak dagelijks langskomen.

‘Fietsen voor je leven’ is een film die centraal staat tijdens de twee-

de les. In de film krijgen een paar jongeren een verkeersongeval.

Daarna vindt in de groep een discussie plaats over wat ze hebben

gezien en over de gevaren in het verkeer.

Voor de derde les staat een grote vrachtauto klaar. Dat trekt uiter-

aard de aandacht van de brugklassers. De jongeren krijgen bij de

vrachtauto uitleg over de gevaren van de dode hoek, het zicht van-

uit de vrachtauto en hoe je daar als fietser het best op kunt inspelen.

Dode hoek raakt brugklassers

RESULTAAT 2010In 2010 zijn de doelstellingen van Verkeerseducatie Jongeren vrij-

wel gehaald. In totaal deden 268 groepen mee met de lessen, ver-

deeld over 36 scholen in 14 gemeenten. VVN had soms moeite met

het inplannen van de lessen, vanwege het drukke programma op

scholen.

VERSPREIDDe drie lessen vonden tot op heden plaats op één dag. In de toe-

komst wil het ROV-Utrecht samen met scholen en VVN bekijken of

de lessen meer verspreid over het jaar kunnen plaatsvinden. Door

meerdere momenten van verkeerseducatie gedurende het jaar te

plannen, is de verwachting dat het effect van de afzonderlijke les-

sen groter zal zijn.

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

8

Docenten van de Fietsersbond gaven in 2010 in de onderbouw

van het voortgezet onderwijs een fietsvaardigheidstraining

speciaal voor jongeren. Doel van de training is om jongeren

bewust te maken van hun eigen verkeersgedrag en van

gevaarlijke situaties in het verkeer.

In 2009 was de Fietsvaardigheidstraining nog een pilot. Het doel

voor 2010 was om op vijf scholen in vijf gemeenten de training

aan te bieden. Doordat de Fietsersbond pas in mei kon beginnen

met acquisitie is het aantal scholen op drie blijven steken. Wel zijn

14 lessen gegeven, dat is meer dan de doelstelling.

Fietsen met je aandacht bijhet verkeer

DRIE LESSENDe inhoud van de lessen is verder

verbeterd. Deze sluit nu beter

aan op de belevingswereld van

jongeren. De Fietsvaardigheids-

training bestaat uit drie lesonder-

werpen die nu nog op één dag

worden gegeven. In de toekomst

is het de bedoeling de lessen

meer te verspreiden over het jaar.

In de eerste les staat de fietsroute

van huis naar school centraal.

Leerlingen brengen hun route

digitaal in kaart en geven de las-

tige punten in het verkeer aan.

Deze worden daarna ook klassi-

kaal besproken.

In een tweede les volgt de

inspectie van de eigen fietsen van

de leerlingen. Hoe is het met de

verlichting, de banden of de remmen? Medewerkers van de

Fietsersbond geven de leerlingen tips ter verbetering. Leerlingen

controleren elkaars fiets.

Tijdens de derde les staat het groepsfietsen centraal. De leerlingen

worden bewust gemaakt van groepsregels bij het fietsen. Wat doe

je bijvoorbeeld als je in een groep een verkeerslicht passeert dat

halverwege het oversteken van de groep op rood springt?

De leerlingen rijden daarna over een behendigheidsparcours om

hun vaardigheden bij het groepsfietsen te testen. Tot slot volgt,

mits het organisatorisch mogelijk is, een groepsrit over de openba-

re weg. Bij die rit bleek in de praktijk dat de groep jongeren niet te

groot moet zijn om de veiligheid te garanderen. Een groep van

ongeveer 10 jongeren lijkt een goed uitgangspunt. Bij elke groep

moeten minimaal twee begeleiders meefietsen.

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

Een decor van verkeerslichten, verkeersborden en fietspaden.

Twee groepen jongeren fanatiek met elkaar in debat over

heikele situaties in het verkeer. Een deskundige jury

beoordeelt de debatvaardigheid en de inzet van de groepen.

Zo ziet in het kort een sessie van Kruispunt eruit.

Kruispunt is een project voor de bovenbouw van het voort-

gezet onderwijs. Met behulp van prikkelende stellingen als

‘Meisjes maken meer fouten in het verkeer dan jongens’

discussiëren jongeren met elkaar in een Lagerhuis-achtige setting.

Ook worden filmpjes gebruikt van herkenbare verkeerssituaties.

VOOR EN TEGENAan Kruispunt doen meestal drie of vier klassen tegelijk mee. Er is

een groep jongeren vóór de stelling, een groep tegen en een groep

publiek, die vooraf en achteraf haar mening geeft.

Kruisende meningen

Deze publieksgroep kan ook via blauwe en rode kaarten aangeven

of ze het eens zijn met de stelling. De debaters kunnen zo zien of

ze het publiek hebben kunnen overtuigen.

Ook is er een jury bij het debat, die haar oordeel geeft. In de jury

zit soms een wethouder van de gemeente en meestal iemand van

de politie.

Onderwerpen die de revue passeren zijn bijvoorbeeld: opgevoerde

brommers, drank of drugs in het verkeer of zonder helm op een

brommer rijden. Een debatsessie duurt anderhalf uur, meestal zijn

er drie debatronden. De organisatie is in handen van TeamAlert,

een verkeersveiligheidsorganisatie voor en door jongeren.

DOEL GEHAALDDe Kruispuntsessies zijn in 2010 met succes uitgevoerd. Scholieren

deden enthousiast mee en het gestelde doel is gehaald: vijf keer

drie sessies op vijf scholen in vijf verschillende gemeenten. Het

ROV-Utrecht bekijkt de mogelijkheden om in de toekomst meer ver-

keersprojecten van TeamAlert op middelbare scholen aan te bieden.

9

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

Verkeerseducatie op een bijzondere manier: dat is Power of

Control. Wie snel agressief reageert in het dagelijks leven,

zal waarschijnlijk ook agressiever aan het verkeer deelnemen.

Kinderen die niet voor zichzelf durven op te komen, vertonen

ook in het verkeer twijfelend gedrag, dat ook gevaarlijk kan

zijn. En wie stevig in zijn schoenen staat, beweegt zich ook

met meer zelfvertrouwen door het verkeer.

Power of Control leert jongeren meer over hun eigen gedrag.

Het idee is: maak contact met jezelf en met je omgeving,

wees bewust van wat er in je omgeving gebeurt. Dan pas

kun je opkomen voor jezelf, dan ben je weerbaar. Een thema als

verkeer heeft als voordeel dat het herkenbaar en concreet is voor

jongeren.

LEEFTIJDSGROEPENDe training bestaat uit 8 tot 14 lessen. Op de deelnemende scholen

krijgen verschillende leeftijdsgroepen les. De eerste vier lessen zijn

algemene weerbaarheidslessen met een knipoog naar verkeersvei-

ligheid. Jongeren leren door fysieke en mentale oefeningen, zoals

een rollenspel of balspel om te gaan met prikkels uit hun omgeving.

Vanaf de vijfde les gaat de training meer in op verkeerssituaties.

De centrale boodschap in de training is: ‘Ken jezelf’. Dus: weet

waar je door wordt beïnvloed en wat werkelijk waarde heeft.

Daardoor leren jongeren hun eigen gedrag beter in te schatten, ook

in het verkeer. Ze worden bijvoorbeeld uitgedaagd om voor zichzelf

op te komen of ze leren hun grenzen kennen.

BROMMER UITLENENEen voorbeeld van een rollenspel: Een van de spelers heeft zijn

brommerrijbewijs gehaald. Hij heeft van zijn ouders een brommer

gekregen. Daarbij sprak hij af dat hij de brommer niet uitleent aan

vrienden die geen brommerrijbewijs hebben. De andere speler is

een goede vriend zónder brommerrijbewijs die alles in het werk

moet stellen om de brommer toch te lenen.

De regels van het rollenspel zijn: verbaal mogen de deelnemers

alles in het werk stellen, behalve schelden of vloeken. Fysieke

overtuiging is ook verboden. Jongeren leven zich doorgaans sterk

in in de rol die ze mogen spelen. Ze voelen in hun lijf hoe het is om

oprecht nee te zeggen. Smoesjes prikt de tegenstander bijvoor-

beeld meteen door.

PROEFPower of Control is nog in de proeffase en is in de provincie Utrecht

op één school gegeven in 2010. De training wordt ook in

Gelderland en Limburg aangeboden.

Uit een procesevaluatie, uitgevoerd door onderzoeksinstituut ITS

in Nijmegen blijkt onder meer dat van het programma op termijn

positieve effecten te verwachten zijn. Daarbij zijn wel enkele verbe-

teringen mogelijk. Zo vraagt het ontwikkelen van een nieuw pro-

gramma als Power of Control veel investering en maatwerk per

school.

Een grotere rol voor docenten kan mogelijk helpen bij een betere

inbedding in het schoolprogramma. De training Power of Control

heeft zeker mogelijkheden volgens het ITS.

Power of Control

10

Jongeren konden op vrijwillige basis via het ROV-Utrecht deze

cursus met praktijklessen volgen. Daarmee heeft het ROV-Utrecht

de aansluiting tussen bromfietstheorie en praktijk verzorgd. Het

nieuwe rijbewijs AM maakte op 1 maart 2010 de bromfietscursussen

overbodig.

TERUGBLIKAlle rijscholen in de provincie Utrecht zijn in het verleden benaderd

met de vraag om de bromfietscursus voor het ROV-Utrecht uit te

voeren. Vier rijscholen hebben daarvoor hun belangstelling

getoond. 16 gemeenten in de provincie Utrecht werkten mee aan

de bromfietscursus.

In de laatste periode van de bromfietscursus, van januari 2009 tot

maart 2010, zijn maar liefst 8264 mogelijke cursisten aangeschre-

ven. Van die potentiële kandidaten hebben zich 1460 jongeren bij

de rijscholen ingeschreven om de bromfietscursus te volgen.

88% AFGERONDDoor de strenge winterperiode eind 2009 werden veel cursusdagen

uitgesteld. Daarnaast was er veel onduidelijkheid over het moment

van invoering van het nieuwe bromfietsrijbewijs. Desondanks heb-

ben 1253 cursisten de bromfietscursus volledig afgerond. Dat is

een percentage van 88 %.

De vier rijscholen, Verkeers Instructie Centrum Kees Eimers,

Verkeersschool Moerkerk, Autorijschool Vermeer en Verkeers-

opleidingen Soesterberg hebben daarmee een fantastische presta-

tie geleverd.

Landelijk bromfietsexamen vervangt bromfietscursus

Jongeren die op een bromfiets willen rijden, zijn vanaf 1 maart 2010 verplicht niet alleen een theoriecertificaat

te halen, maar ook een praktijkexamen af te leggen. Het ROV-Utrecht organiseerde samen met 16 gemeenten

tot die datum bromfietscursussen inclusief praktijklessen.

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

11

De eendaagse cursus Trials om jonge automobilisten van

18 tot 25 jaar bewust te maken van hun rijgedrag sloeg in

2010 nog niet echt aan in de provincie Utrecht.

Trials is voor jonge, beginnende automobilisten. In de eerste

periode na het behalen van het rijbewijs denken jongeren

vaak dat ze kunnen rijden en zijn ze vaak overmoedig. Hun

geringe rij-ervaring, gecombineerd met stoer rijgedrag en soms

het gebruik van alcohol of drugs zijn belangrijke oorzaken voor

het hoge ongevallenpercentage onder de doelgroep. Het ROV-

Utrecht wil jongeren met Trials deze risico’s laten ervaren en hen

zo bewust maken van hun rijgedrag.

AANTAL DEELNEMERSIn 2010 was het doel 500 deelnemers te trekken in de provincie

Utrecht. In de praktijk hebben slechts 81 deelnemers een Trials

cursus gevolgd. Dit aantal moet omhoog.

Het ROV-Utrecht heeft zich in 2010 ingespannen om het aantal

deelnemers te verhogen. Dat gebeurde onder meer via adverten-

ties op websites, folders en radiospots, maar misschien teveel

gericht op de stedelijke gebieden waar relatief weinig jonge auto-

bezitters zitten.

Trials nog te weinig in actie

ANDERE PROVINCIESIn sommige andere provincies is de cursus wel een succes, met

honderden deelnemers per provincie. Daarbij moet worden ver-

meld dat er in die gebieden meer jongeren aangewezen zijn op

eigen vervoer. Ook de samenwerking met een verzekeringsmaat-

schappij trekt in b.v. de provincie Zeeland veel deelnemers.

Op dat laatste is de hoop in Utrecht nu ook gevestigd. In 2011

probeert het ROV-Utrecht het nog één keer met Trials. Dan wil het

ROV-Utrecht samen met een grote verzekeringsmaatschappij én

een grote bank de Trialscursus aanbieden.

12

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

Landelijke campagnes in de provincie

Waar kunnen wegbeheerders in de provincie Utrecht zich het

beste op richten als ze de verkeersveiligheid willen verbete-

ren? De Provinciale Aanpak Utrechtse Knelpunten laat voor

zeven groepen zien waar en welke maatregelen het meest effi-

ciënt zijn.

In 2010 is gestart met een herbezinning op de aanpak en

de samenwerking van verkeersonveiligheid in de provincie.

Een belangrijk onderdeel van de nieuwe aanpak is het

project PAUK. Het ROV-Utrecht gaf samen met Rijkswaterstaat,

het Bestuur Regio Utrecht en de provincie Utrecht opdracht

aan bureau Oranjewoud om de belangrijkste knelpunten op

de Utrechtse wegen in kaart te brengen.

Het resultaat bestaat uit zeven focusgroepen. Binnen een focus-

groep wordt een keuze gemaakt voor de meest efficiënte een kans-

rijke maatregelen.

DE FOCUSGROEPEN ZIJN:• alcohol

• voorrang/doorgang binnen de bebouwde kom

• leeftijdsgroep 12-17 jaar

Regionale knelpunten helderin beeld

• kruispunten binnen de bebouwde kom, 50 km/uur

• motorfietsongevallen enkelstrooks rijkswegen

• bromfietsongevallen van 16-17, 18-24 en 60+ jarigen

• vrachtauto-ongevallen.

MAATREGELENVoor bijvoorbeeld de groep ‘Kruispunten binnen de bebouwde

kom’ zijn vervolgens tien mogelijke maatregelen opgenomen.

De eerste vijf hiervan zijn:

• verbeteren veiligheid school-thuisroutes

• aanbrengen van fietsopstelplaatsen bij verkeerslichten

• aanleg rotonde

• plaatsen handhavingscamera’s

• aanbrengen van plateaus op kruispunten.

HOE PAUK TE GEBRUIKEN?Als wegbeheerders een onveilige situatie in hun gebied signaleren,

kunnen zij zich via PAUK eenvoudig en snel informeren over de

mogelijk te nemen maatregelen. Aandacht voor de focusgroepen

geeft de grootste kans op verbetering van de verkeersveiligheid.

De maatregelen in PAUK zijn gerangschikt op kansrijkheid. Ook vin-

den wegbeheerders doorverwijzingen naar diverse (digitale) infor-

matiebronnen, zoals publicaties van kennisinstituten of educatie-

programma’s.

Een paar weken voordat een landelijke verkeerscampagne

start, kan het ROV-Utrecht de materialen bestellen via het

ministerie van Infrastructuur en Milieu. De belangrijkste

afnemers zijn gemeenten, maar voor de fietsverlichtingscampagne

worden de materialen ook naar scholen en bibliotheken verstuurd.

In 2010 heeft het ROV-Utrecht ook advertentietijd ingekocht bij

Radio M en RTV-Utrecht.

VERSPREIDINGGemeenten zorgen ervoor dat de posters op straat worden opge-

hangen of de folders worden neergelegd bij de gemeentebalie.

Scholen hangen de posters op in hun eigen gebouw en verspreiden

de folders onder leerlingen. Sommige scholen organiseren eigen

activiteiten rond de Fietsverlichtingscampagne. Ze houden bijvoor-

beeld controleacties om de fietsverlichting van hun eigen scholie-

ren na te lopen.

BOBDe BOB-campagne, een van de bekendste ver-

keers-campagnes, wijst ieder jaar op de gevaren

van de combinatie alcohol en verkeer. De alcohol-

controles door de politie gaan echter het hele jaar

door. Ook in 2010 hebben de Fris!teams van de

Responsible Young Drivers (RYD) in opdracht van

het ROV-Utrecht de politie geassisteerd tijdens de

controles. Ze belonen automobilisten die kunnen

aantonen geen alcohol te hebben gedronken.

Veel bestuurders reageren heel positief op de jongeren van het

Fris!team. Vanwege hun grote inzet en positieve ervaringen heeft het

ROV-Utrecht besloten het contract met Responsible Young Drivers te

verlengen tot en met 2012. RYD is actief in veel Europese landen en

probeert jonge automobilisten te bewegen tot veilig weggedrag.

De meeste landelijke verkeerscampagnes keren ieder jaar

terug, vaak rond dezelfde periode. Denk aan ‘Fiets verlicht’,

‘Hou je aan de snelheidslimiet’ of de ‘BOB campagne’.

Het ROV-Utrecht verzorgde ook in 2010 de distributie van

de voorlichtingsmaterialen in de provincie.

13

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

VEILIG THUISKOMEN HEB JE ZELF IN DE HANDVEILLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGG TTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUU

100 %

0 % op

Het ROV-Utrecht biedt een volledig doe-het-zelf pakket aan

waarmee gemeenten voorlichting kunnen geven. Motto van

dit materiaal is: denk aan ons. Zo zijn er posters voor het

raam, stickers voor op de kliko of spandoeken voor over de weg

om de maximum snelheden onder de aandacht te brengen.

De voorlichting begint meestal met een bewonersavond. Daar kun-

nen aanwonenden van een 30-km of 60-km weg samen met o.a.

politie, gemeente, ROV-Utrecht en Veilig Verkeer Nederland praten

over maatregelen om de eigen straat veiliger te maken. In een

30 en 60 kilometer: voorlichting en handhaving

woonwijk valt te denken aan wegversmallingen, drempels of het

duidelijk aangeven van een 30-km zone.

HANDHAVINGVaak wordt voorlichting gecombineerd met handhaving. De politie

controleert dan gedurende drie maanden de snelheid op deze

wegen. In de eerste week deelt men waarschuwingen uit. Daarna

volgen een week lang boetes. Na een paar weken herhalen deze

acties zich. Ook na de drie maanden controleert de politie nog

regelmatig. Het is gebleken dat veel automobilisten, na aanvanke-

lijke verbetering, toch snel weer in hun oude, te snelle rijgedrag

terugvallen.

In 2010 heeft het ROV-Utrecht samen met andere partners voorlich-

ting en handhaving gecombineerd in Wilnis en Houten en op de

provinciale weg N198 tussen Harmelen en De Meern (de Utrechtse-

straatweg). In Wilnis en Houten was er een actie zowel op een

30-km als een 60-km traject. Ook zijn twee bewonersavonden

georganiseerd, in Doorn en Zeist, zonder dat er handhaving plaats-

vond.

TSV TEAMIn principe handhaaft de politie niet in 30-km en 60-kmgebieden. De fysieke verkeersmaatregelen moeten hetwerk doen, zo is de gedachte. In de praktijk zijn de maat-regelen vaak nog niet af of onvoldoende. Daardoor rijdenveel bestuurders te hard. Er ontstaat zo een ‘subjectiefgevoel van verkeersonveiligheid’ bij bewoners. Zij kunnendit melden bij de gemeente die het doorgeven aan hetTeam Subjectieve Verkeersonveiligheid (TSV) van de politie.Dit team komt ook in actie bij de handhaving in dezegebieden. Voorwaarde voor handhaving door dit team iswel dat de gemeente financiën beschikbaar stelt voorinfrastructurele maatregelen.

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

BASISSCHOOLLeerlingen van basisschool De Boogerd aan de Beusichemse-weg in Houten mochten het verkeershandhavingsteam eenhandje helpen. Ze maten de snelheid van passanten metde lasergun en hielpen mee met het uitdelen van foldersaan automobilisten. De school organiseerde tijdens de ver-keersactie ook extra activiteiten, zoals een verkeersquiz voorde leerlingen en ouders. Bovendien ontwierpen leerlingeneen uniek verkeersbord dat langs de weg is geplaatst.

Dertig kilometer per uur in een woonwijk en zestig op een weg buiten de bebouwde kom zijn snelheden die de veiligheid van

bewoners van deze wegen bevorderen. Hoe kunnen gemeenten zorgen dat er niet te hard wordt gereden?

14

Nieuwe verkeersregels, een test van ogen en reactiesnelheid

én een praktijkles in de eigen auto. Dat is in het kort de

BROEM-cursus, een bekend begrip onder ouderen.

In 2010 namen bijna 800 seniore automobilisten in de provincie

Utrecht deel aan een BROEM-cursus. Zij deden dat in 18 ver-

schillende gemeenten. Het aantal deelnemers bleef daarmee

ongeveer gelijk vergeleken met 2009.

Veel ouderen haalden hun rijbewijs tientallen jaren geleden. Toen

het verkeer nog heel anders was, de regels nog verschilden en ook

het tempo in het verkeer minder hoog lag. Voor hen is het prettig

te weten of hun kennis op peil is en hoe zij presteren in het huidige

verkeer. Dat is precies wat in de BROEM-cursus aan bod komt.

UITBREIDENHet was aanvankelijk de bedoeling de BROEM-cursus in 2010 uit te

breiden met extra mogelijkheden. Bijvoorbeeld met een gehoortest,

een presentatie van een apotheker over medicijngebruik in het ver-

keer of informatie over Het Nieuwe Rijden.

Deze opties stuitten echter op enkele praktische bezwaren. Door

de verlengde duur van een BROEM-cursus konden niet meer twee

cursussen op één dag worden gegeven. Vandaar dat de BROEM-

cursus vooralsnog precies een halve dag zal duren.

Oudere automobilist frist kennis op

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

Tijdens de eendaagse cursus kunnen scootmobielbezitters

hun kennis van de verkeersregels bijspijkeren en hun rijvaar-

digheid verbeteren. In een theorieles leren de deelnemers

welke positie een scootmobiel inneemt in het verkeer en welke ver-

keersregels gelden. Op een speciaal parcours leren ze manoeuvre-

ren, de stoep op- en afrijden, achteruit rijden en inparkeren. Ook

maken de deelnemers een rit over de openbare weg.

Op de meeste cursuslocaties is ook de leverancier van deze voer-

tuigen aanwezig, met een onderhoudsbus en een monteur. Tijdens

De weg op dankzij scootmobielcursus

een rustig moment in de cursus beantwoorden zij vragen van deel-

nemers en verrichten kleine reparaties.

ZELFVERTROUWENDeelnemers geven aan dat ze door de cursus meer zelfvertrouwen

hebben gekregen in het verkeer. De cursus geeft sommige mensen

net een extra zetje om hun scootmobiel voortaan wél te gaan

gebruiken.

GEMEENTEN POSITIEFIn 2010 is de cursus 21 maal gegeven

in 15 gemeenten. In totaal deden

344 mensen mee. Daarmee is het

doel van 375 deelnemers bijna

gehaald. Gemeenten zijn positief

over het houden van een scoot-

mobielcursus. In zeven gemeenten

is de cursus - ondanks veel inspan-

ningen - uiteindelijk niet doorgegaan.

Redenen hiervoor waren o.a. ziekte

van medewerkers of een gebrek aan

aanmeldingen. Het succes per

gemeente is ook afhankelijk van de

inzet van de ouderenbonden, die de

cursus mede organiseren.

Er zijn naar schatting 200.000 scootmobielen in Nederland.

Dat aantal groeit nog altijd. Nieuwe bezitters krijgen bij

aflevering van hun voertuig niet altijd voldoende instructie

over de bediening, laat staan over veilige deelname aan het

verkeer. Heel wat mensen gebruiken hun scootmobiel dan

ook niet, of niet veilig. De Scootmobielcursus biedt uit-

komst.

15

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

Ouderen zijn vaker dan gemiddeld betrokken bij een fietsongeluk.

Veel van deze ongevallen zijn eenzijdig, dus zonder dat andere

weggebruikers erbij betrokken zijn. Die ongevallen kunnen te

maken hebben met het afnemen van het evenwicht, de reactie-

snelheid of het minder goed kunnen overzien van complexe

verkeerssituaties.

De Fietsinformatiedag, bedoeld voor 60 plussers, wil senioren

meer inzicht geven in de eigen fietsvaardigheid en deze -

waar mogelijk - vergroten. Deelnemers worden onder meer

bijgepraat over veranderde verkeersregels en ingewikkelde situaties

in het verkeer. De eigen fiets wordt gekeurd door een fietsenmaker.

Er vindt een gehoortest en een ogentest plaats en ook de reactie-

snelheid wordt onder de loep genomen.

PARCOURSDe dag biedt nog meer: op een fietsparcours testen de ouderen

hun vaardigheden: achterom kijken, evenwicht bewaren, bochten

maken, afstappen en weer opstappen. Een fietstocht over de weg

maakt ook deel uit van het programma. Tot slot bespreekt men

onderling gevaarlijke verkeerssituaties in de gemeente. Dat gebeurt

in aanwezigheid van een verkeersambtenaar, iemand van de politie

en/of een vrijwilliger van de lokale afdeling van de Fietsersbond.

VAKER FIETSENEen evaluatie onder deelnemers en gemeenten laat een zeer posi-

tief beeld zien. Deelnemers zeggen dat ze zich meer bewust zijn

van ingewikkelde verkeerssituaties en van hun functiebeperkingen

en dat ze weten wat ze daaraan kunnen doen. Van de deelnemers

geeft 37% aan dat ze na deze Fietsinformatiedag vaker zullen gaan

fietsen. Van deze groep fietst 60% nu een paar keer per maand tot

een paar keer per jaar.

De gemeenten zijn eveneens enthousiast: zij willen graag doorgaan

met de Fietsinformatiedag. Ook de deelnemersaantallen geven een

positief beeld. Het doel was om 150 deelnemers te trekken in vijf

gemeenten. Uiteindelijk

hebben 224 senioren aan

de Fietsinformatiedag mee-

gedaan, verdeeld over zes

gemeenten.

VAST ONDERDEELDe Fietsinformatiedag was in

2009 nog een proef. Vanaf

2010 is de dag een vast

onderdeel van het ROV-aan-

bod van activiteiten voor

ouderen. Er zijn duidelijke

afspraken gemaakt over de

verantwoordelijkheden. De

Fietsersbond, die de uitvoe-

ring van de dag verzorgt,

stelde een draaiboek op

waarin de organisatie van de

dag staat beschreven.

Fietsinformatiedag: 37% ouderen fietst vaker

16

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

De vergrijzing van Nederland neemt toe.

Tegelijkertijd blijven ouderen langer mobiel,

met bijvoorbeeld auto, (elektrische) fiets, of scootmobiel.

Oudere verkeersdeelnemers blijken kwetsbaar.

Daarom organiseert het ROV-Utrecht Blijf Veilig Mobiel

bijeenkomsten. Deze zijn er op gericht om ouderen te

ondersteunen om op een veilige wijze aan het verkeer

te blijven deelnemen.

Hoe ouder, hoe groter de kans op betrokkenheid bij een

verkeersongeval. Iemand van 70plus heeft al een zes maal

grotere kans dan gemiddeld om verkeersslachtoffer te wor-

den. Bovendien is de kans op (ernstig) letsel groter naarmate de

leeftijd toeneemt. Alle reden om extra aandacht te besteden aan

senioren in het verkeer.

BIJEENKOMSTENEen Blijf Veilig Mobiel bijeenkomst duurt een dagdeel en wordt ver-

zorgd door Veilig Verkeer Nederland. Het basisprogramma bestaat

uit een uitgebreide theorieles, waarbij de kennis van verkeersregels

wordt opgefrist en zo nodig bijgespijkerd. Ook krijgen de deelne-

mers informatie over het cursusaanbod voor ouderen in de provincie

Utrecht: de BROEM-cursus, de scootmobielcursus en de Fietsinfor-

matiedag voor senioren. In overleg met de locatie waar de bijeen-

komst plaatsvindt, kan het basisprogramma worden aangevuld

met een lezing door een apotheker over medicijngebruik in het

verkeer en een workshop met een bewegingstherapeut. De bijeen-

komsten zijn altijd maatwerk. Er is veel gelegenheid om vragen te

stellen. Het programma is een vereenvoudigde versie van het lan-

delijke programma Blijf Veilig Mobiel (www.blijfveiligmobiel.nl).

Langer veilig in het verkeer

In 2010 zijn in de provincie Utrecht vijf bijeenkomsten georgani-

seerd in woongroepen van ouderen, waarmee in totaal circa 160

ouderen zijn bereikt. Het project is enthousiast ontvangen door de

deelnemers en voorziet duidelijk in een behoefte. Daarom biedt

het ROV-Utrecht deze bijeenkomsten ook in 2011 aan.

BLIJF VEILIG MOBIEL: LANDELIJK BELEIDOuderen langer en beter mobiel houden. Dat is al enkelejaren landelijk beleid in het programma Blijf Veilig Mobiel,dat steun ontvangt van het ministerie van Infrastructuur enMilieu.

Doel is om de verkeersveiligheid van senioren te verbete-ren door het risico op een ongeluk te verlagen. De mobili-teit van ouderen moet daarbij op z’n minst gelijk blijven.Het programma sluit aan bij wat er op veel plekken in hetland al plaatsvindt op het gebied van mobiliteit voor senio-ren.

EUROPESE PRIJSOp 1 februari 2011 heeft het programma Blijf Veilig Mobielde European Road Safety Award gewonnen. Het programmakreeg de prestigieuze award in de categorie 'Associations,NGO's and similar organisations’.De prijs is bedoeld voor de meest innovatieve, praktischeactiviteiten in de EU in 2010 om de verkeersveiligheid teverhogen. Blijf Veilig Mobiel is uitgekozen omdat dit pro-ject zich richt op 'het vitaal oud worden en een leven langleren'. Gelet op de vergrijzing in Europa wordt dat eensteeds actueler thema.

17

De website van het ROV-Utrecht is ook in 2010 goed bezocht.

De site biedt een schat aan informatie over verkeersveiligheid

in de provincie Utrecht. In totaal wisten 9.668 unieke bezoekers

www.rov-utrecht.nl te vinden. De voorbereidingen voor een

vernieuwde site gingen van start.

Het ROV-Utrecht wil ook digitaal met haar tijd meegaan.

Daarom werd in 2010 de website onderzocht op mogelijke

verbeteringen, zoals meer beeldmateriaal, films en foto’s.

De vernieuwingen zijn bedoeld om een nog beter beeld te geven

van de projecten. Zodat bezoekers precies weten wat er gebeurt tij-

dens bijvoorbeeld een educatieproject.

MEEST GEZOCHTHet meest gezochte item op de website was in 2010 ‘Schoolspits’,

gevolgd door ‘30-km’, ‘Jongleren’, ‘Vacatures’ en ‘UVL’. 67% van de

bezoekers kwam via Google op de website terecht, 20% heeft het

adres rechtstreeks ingetikt en 13% kwam via een link van een

andere website.

Vanaf 2011 zal de vernieuwde website verder vorm krijgen, onder

meer door het aanbieden van promotiefilmpjes van de producten.

Website belangrijk voor kennisoverdracht

R O V - U T R E C H T I N 2 0 1 0

Uit 17 (van de 29) Utrechtse gemeenten was er een verkeers-

veiligheidscoördinator op de scholingsdag aanwezig.

Centraal op de dag stond het maken van een ‘gemeentelijk

integraal uitvoeringsplan verkeersveiligheid’. Alle deelnemers

maakten een opzet voor dit plan dat vanaf 2011 zal gelden.

KNELPUNTENAan de hand van onder meer een verkeersveiligheidsanalyse in

hun eigen gemeente bepaalden de deelnemers de belangrijkste

verkeersknelpunten. Die vormden de basis voor het bepalen van de

meest efficiënte maatregelen. Aan het einde van de dag had iedere

gemeente een overzicht van de belangrijkste knelpunten en bijbe-

horende maatregelen.

De inhoud en opzet van de scholingsdag werd door de meerderheid

Uitvoeringsplan centraal tijdens scholingsdag VVC’erspositief beoordeeld. Er was veel interactie en mogelijkheid tot uit-

wisseling van kennis en ervaring. De gemeenten gaan de komende

tijd verder met de uitwerking van hun integraal uitvoeringsplan.

VVC’ER VAN HET JAARAnnemieke Lodewijk van de gemeente Soest ontving van het ROV-

Utrecht de pluim voor verkeersveiligheidscoördinator van het jaar

2010. Deze pluim is een jaarlijkse blijk van waardering voor VVC’ ers

die zich bovengemiddeld hebben ingezet.

Annemieke is de ‘spil’ van het lokale verkeersveiligheidsbeleid. Ze

heeft ervoor gezorgd dat meer inwoners in Soest deel konden

nemen aan verkeerseducatieprojecten. Ook brengt ze de verkeers-

educatieprojecten in haar gemeente actief onder de aandacht van

het gemeentebestuur.

Knooppunt Utrecht is hét programma

op RTV Utrecht over verkeer en ver-

keersveiligheid. Aan de 8 afleverin-

gen van het seizoen 2010 leverde het

ROV-Utrecht een bijdrage.

Het programma is een verzameling van korte en langere

rubrieken en duurt ongeveer 20 minuten. Het behandelt

praktische zaken over verkeer. Zoals de inrichting van een

nieuwe weg of het aanleggen van een 30-km zone. Vast onderdeel

is de verkeersquiz Goed Verkeer(d). Daarvoor leverde het ROV-

Utrecht de vragen aan. Bijvoorbeeld: Aan welke kant van de weg

moet je hardlopen? Wat is de plaats op de weg van een brom-

mobiel? Of wat zijn de regels voor een quad?

In 2010 zijn er 8 afleveringen gemaakt

van Knooppunt Utrecht . Het jaar ervoor

waren dat nog 17 afleveringen. De ver-

mindering heeft onder meer te maken

met een teruglopend aantal deelnemen-

de organisaties die het programma

ondersteunen.

INSPECTEUREen ander vast onderdeel van het programma is de deelname van

een weginspecteur van de provincie Utrecht, die iets vertelt over

zijn dagelijks werk. In 2010 was het weginspecteur Ramon Terpstra.

In de rubriek ‘Op weg met Ramon’ nam hij de kijkers mee naar ver-

schillende plekken in de provincie Utrecht. Zo vertelde hij over de

aanpak van de beschoeiing bij de Eem, het verwijderen van illegale

reclame, een verkeerscontrole op de N198 bij Harmelen of maatre-

gelen om zeldzame orchideeën te beschermen.

>> een informatief programma over mobiliteit

en verkeersveiligheid in Utrecht >>

Knooppunt Utrecht: Goed Verkeer(d)

18

Het ROV-Utrecht organiseerde op 12 oktober 2010 een scholingsdag voor de verkeersveiligheidscoördinatoren (VVC’ers)

van Utrechtse gemeenten.