Omzendbrief betreffende de bewaking van Salmonella … aangevuld met de specifieke maatregelen die...

3
1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende de bewaking van Salmonella bij vleesvarkens Referentie PCCB/S2/KVH/164992 Datum 10/01/2014 Huidige versie 2 Van toepassing vanaf Datum van publicatie Trefwoorden Salmonella - vleesvarkens Opgesteld door Goedgekeurd door Katie Vermeersch, attaché Herman Diricks, directeur-generaal 1. Doel Deze omzendbrief heeft als doel de uitvoering van het bewakingsprogramma voor Salmonella bij vleesvarkens toe te lichten. 2. Toepassingsgebied De bestrijding is verplicht voor alle varkensbedrijven met een capaciteit van 31 of meer vleesvarkens. 3. Referenties 3.1. Wetgeving - KB van 27 april 2007 betreffende de bewaking van Salmonella bij varkens zoals gewijzigd. - MB van 27 april 2007 betreffende de bewaking van Salmonella bij varkens. 3.2. Andere - Niet van toepassing 4. Definities en afkortingen BSAP: Bedrijfsspecifiek Salmonella Actie Plan ARSIA: Association Régionale de Santé et d’Identification Animales DGZ: Dierengezondheidszorg Vlaanderen FAVV: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen SAP: Salmonella Actie Plan 5. Salmonellabestrijding bij vleesvarkens In het kader van de monitoring op Salmonella moet op elk bedrijf éénmaal per jaar, met een tussentijd van minimaal 10,5 maanden en maximaal 13,5 maanden na de laatste staalname, stalen genomen worden. De staalname wordt uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts en bestaat uit 10 (bedrijven met 31 tot 120 vleesvarkens en opfokvarkens) tot 12 (bedrijven vanaf 121 vleesvarkens en opfokvarkens) bloedstalen.

Transcript of Omzendbrief betreffende de bewaking van Salmonella … aangevuld met de specifieke maatregelen die...

Page 1: Omzendbrief betreffende de bewaking van Salmonella … aangevuld met de specifieke maatregelen die het bedrijf zal toepassen om de situatie te verbeteren. Eveneens wordt de datum ingevuld

1

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Omzendbrief betreffende de bewaking van Salmonella bij vleesvarkens Referentie PCCB/S2/KVH/164992 Datum 10/01/2014 Huidige versie 2 Van toepassing vanaf Datum van

publicatie

Trefwoorden Salmonella - vleesvarkens

Opgesteld door Goedgekeurd door

Katie Vermeersch, attaché Herman Diricks, directeur-generaal

1. Doel

Deze omzendbrief heeft als doel de uitvoering van het bewakingsprogramma voor Salmonella bij vleesvarkens toe te lichten.

2. Toepassingsgebied

De bestrijding is verplicht voor alle varkensbedrijven met een capaciteit van 31 of meer vleesvarkens.

3. Referenties

3.1. Wetgeving

- KB van 27 april 2007 betreffende de bewaking van Salmonella bij varkens zoals gewijzigd.

- MB van 27 april 2007 betreffende de bewaking van Salmonella bij varkens.

3.2. Andere

- Niet van toepassing

4. Definities en afkortingen

BSAP: Bedrijfsspecifiek Salmonella Actie Plan ARSIA: Association Régionale de Santé et d’Identification Animales DGZ: Dierengezondheidszorg Vlaanderen FAVV: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen SAP: Salmonella Actie Plan

5. Salmonellabestrijding bij vleesvarkens

In het kader van de monitoring op Salmonella moet op elk bedrijf éénmaal per jaar, met een tussentijd van minimaal 10,5 maanden en maximaal 13,5 maanden na de laatste staalname, stalen genomen worden. De staalname wordt uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts en bestaat uit 10 (bedrijven met 31 tot 120 vleesvarkens en opfokvarkens) tot 12 (bedrijven vanaf 121 vleesvarkens en opfokvarkens) bloedstalen.

Page 2: Omzendbrief betreffende de bewaking van Salmonella … aangevuld met de specifieke maatregelen die het bedrijf zal toepassen om de situatie te verbeteren. Eveneens wordt de datum ingevuld

2

Om praktische redenen worden alle bloedstalen die genomen worden in het kader van het Aujeszkyprogramma eveneens onderzocht op Salmonella-antistoffen. Dit betekent dat de meeste bedrijven één maal per jaar een salmonellaresultaat zullen hebben maar bedrijven met buitenbeloop of die eveneens fokvarkens verkopen zullen 3 maal per jaar een resultaat hebben. Er zijn vacaties voorzien voor de bemonstering door de bedrijfsdierenarts in het kader van het Aujeszkyprogramma. De analyses worden betaald door het Agentschap. Op het VKI-document wordt altijd de gemiddelde S/P-ratio van de laatste staalname vermeld. Indien de gemiddelde S/P-ratio per bemonsteringsperiode (10 tot 12 stalen) drie maal na elkaar groter is dan 0,6 krijgt het bedrijf de status van Salmonellarisicobedrijf. De verantwoordelijke zal verwittigd worden door DGZ of ARSIA en door het FAVV op het ogenblik dat het bedrijf een risicobedrijf wordt. Aan risicobedrijven worden volgende maatregelen opgelegd:

Er wordt door de bedrijfsdierenarts een checklist ingevuld dat terug te vinden is in het Salmonella Actie Plan (SAP) samengesteld door DGZ en ARSIA. Dit Salmonella Actie Plan is terug te vinden op de website van DGZ (www.dgz.be) en van ARSIA (www.arsia.be). Een kopie van de ingevulde checklist wordt binnen de 2 maanden na het toekennen van de status van Salmonellarisicobedrijf overgemaakt aan DGZ (Vlaanderen) of ARSIA (Wallonië).

De bedrijfsdierenarts neemt stalen voor bacteriologisch onderzoek voor Salmonella. Per

beslag worden minimaal 4 stalen genomen, elk bestaande uit 1 paar overschoenen. Van elk van volgende leeftijdsgroepen wordt minimaal 1 staal genomen:

o gespeende biggen, o vleesvarkens in het begin van de mestperiode, o vleesvarkens halverwege de mestperiode, o vleesvarkens op het einde van de mestperiode.

Indien er geen 4 leeftijdsgroepen aanwezig zijn worden de 4 stalen verdeeld over de aanwezige leeftijdsgroepen. Per leeftijdsgroep worden minstens 2 hokken bemonsterd (één vooraan en één achteraan de stal) en de gang tussen de 2 hokken. Elk paar overschoenen wordt in een steriel recipiënt gestopt. Op elk recipiënt komen volgende gegevens:

o beslagnummer, o leeftijdsgroep, o datum staalname.

De stalen worden opgestuurd naar DGZ of ARSIA voor analyse. Op het inzendformulier dat te bekomen is bij DGZ of ARSIA worden volgende gegevens vermeld:

o staalnummer, o beslagnummer, o sanitelnummer van de bedrijfsdierenarts, o datum staalname, o type varken, o gemiddeld gewicht van de varkens.

De bedrijfsdierenarts stelt samen met de varkenshouder een Bedrijfsspecifiek Salmonella Actie Plan (BSAP) op voor een periode van 12 maanden. In het BSAP worden dezelfde rubrieken opgenomen als diegenen die voorkomen in het SAP samengesteld door DGZ en ARSIA, aangevuld met de specifieke maatregelen die het bedrijf zal toepassen om de situatie te verbeteren. Eveneens wordt de datum ingevuld waarop de verschillende maatregelen ten laatste zullen toegepast/uitgevoerd worden. Er wordt ook plaats voorzien voor het invullen van de datum van effectieve uitvoering van de maatregel. Dit wordt ingevuld door de verantwoordelijke op het ogenblik van uitvoering. De bedrijfsdierenarts volgt de uitvoering op. Er wordt een kopie van het BSAP opgestuurd naar DGZ of ARSIA binnen een termijn van 2 maanden na bekendmaking van de status van risicobedrijf.

In de laatste maand dat het bedrijf de status van risicobedrijf heeft, worden nieuwe

bloedstalen genomen door de bedrijfsdierenarts. Indien deze bemonstering niet op hetzelfde

Page 3: Omzendbrief betreffende de bewaking van Salmonella … aangevuld met de specifieke maatregelen die het bedrijf zal toepassen om de situatie te verbeteren. Eveneens wordt de datum ingevuld

3

ogenblik kan uitgevoerd worden als de jaarlijkse bemonstering voor de ziekte van Aujeszky, worden de kosten voor bemonstering gedragen door de verantwoordelijke. De analyses worden bekostigd door het Agentschap.

Voor de opheffing van de status van risicobedrijf wordt rekening gehouden met de gemiddelde S/P-ratio’s van alle verplichte bemonsteringen die uitgevoerd werden na de toekenning van de status van risicobedrijf. Indien één of meerdere gemiddelde S/P-ratio’s 0,6 of lager is, wordt de status van risicobedrijf opgeheven 12 maanden na de bekendmaking van de status van risicobedrijf. Indien de gemiddelde S/P-ratio’s hoger zijn dan 0,6 en/of indien in de toekomst het beslag nog eens 3 opeenvolgende gemiddelde S/P-ratio’s van meer dan 0,6 heeft, krijgt het opnieuw de status van risicobedrijf. Nu moet het bedrijf zich verplicht laten begeleiden door DGZ of ARSIA. De begeleiding bestaat uit dezelfde elementen als de begeleiding door de bedrijfsdierenartsen. Het BSAP wordt opgesteld door DGZ of ARSIA, in overleg met de bedrijfsdierenarts en de verantwoordelijke. De bedrijfsdierenarts volgt de uitvoering van het BSAP door de verantwoordelijke op. Het is de taak van de verantwoordelijke om de bedrijfsdierenarts of om DGZ of ARSIA de opdracht te geven het bedrijf te begeleiden. Alle kosten die voortvloeien uit de begeleiding, zowel door de bedrijfsdierenarts als door DGZ of ARSIA worden gedragen door de varkenshouder. DGZ en ARSIA zorgen voor de nodige ondersteuning van de bedrijfsdierenartsen. Voor bijkomende informatie is het steeds mogelijk contact met hen op te nemen. Deze omzendbrief is eveneens terug te vinden op de website van het FAVV (www.favv.be).

6. Bijlagen

Niet van toepassing

7. Overzicht van de revisies

Overzicht van de revisies van de omzendbrief

Versie Van toepassing vanaf Reden en omvang van de revisie

1 10/07/2007 - Niet van toepassing

2 Datum van publicatie - Aanpassing van de format van de omzendbrief van

10/07/2007 betreffende de bewaking van salmonella bij

varkens;

- Publicatie van het KB van 22/11/2013 tot wijziging van

het KB van 27/04/2007 betreffende de bewaking van

Salmonella bij varkens:

o Wijziging van de bemonsteringfrequentie;

o Toevoegen van een bijkomende bemonstering

in de laatste maand van de risicoperiode.