OM Product Control 6.012 NL A ext · • Draag geschikte persoonlijke veiligheidsuitrustingen •...
Transcript of OM Product Control 6.012 NL A ext · • Draag geschikte persoonlijke veiligheidsuitrustingen •...
Product Control 6.012Product Control 6.012Product Control 6.012Product Control 6.012
Rev. 00
Doc. Nr.:
OM_Product_Control_6.012_NL_A_ext.doc
Gebruiksa
anwijzing
InhoudsopgaveInhoudsopgaveInhoudsopgaveInhoudsopgave
1111 VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriften 5555
1.1 Verklaring van de symbolen .................................................................................................... 5
1.2 Basisveiligheidsmaatregelen .................................................................................................. 5
1.3 Plicht van de operator voor gepaste zorgvuldigheid .......................................................... 6
1.4 Bescherming tegen letsel veroorzaakt door elektrische stroom ..................................... 6
1.5 Bescherming tegen letsel door mechanische stootbelasting .......................................... 7
1.6 Transport, installatie en opstarten ......................................................................................... 7
1.7 Buitenkant van de behuizing reinigen ................................................................................... 8
1.8 Touchdisplay reinigen .............................................................................................................. 8
2222 Omschrijving van camerahardwareOmschrijving van camerahardwareOmschrijving van camerahardwareOmschrijving van camerahardware 9999
2.1 Cameraonderdelen .................................................................................................................... 9
2.2 Bediening van de camera ........................................................................................................ 9
2.3 Aansluiting-, weergave- en bedieningscomponenten ....................................................... 9
3333 AansluitmogelijkhedenAansluitmogelijkhedenAansluitmogelijkhedenAansluitmogelijkheden 11111111
3.1 Toewijzing voor de systeemstekkers ................................................................................... 12
4444 Controletypes van de caControletypes van de caControletypes van de caControletypes van de cameramerameramera 14141414
5555 Bediening van de cameraBediening van de cameraBediening van de cameraBediening van de camera 15151515
5.1 Toetsen ...................................................................................................................................... 16
5.2 Schuif ......................................................................................................................................... 18
5.3 Het virtuele toetsenbord ......................................................................................................... 19
6666 Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)Camera in bedrijf stellen (Nieuw product) 20202020
6.1 Positiecontrole ......................................................................................................................... 20
6.2 Pixelcontrole............................................................................................................................. 21
6.3 Flessenhalscontrole ................................................................................................................ 22
6.4 Objecttellen ............................................................................................................................... 23
6.5 Koppeling controle .................................................................................................................. 24
7777 ProgrammastructuurProgrammastructuurProgrammastructuurProgrammastructuur 25252525
7.1 Overzicht ................................................................................................................................... 25
7.2 Product wijzigen ...................................................................................................................... 26
7.3 Product bewerken ................................................................................................................... 26
7.4 Productbeheer ......................................................................................................................... 31
7.5 Statistiek Menu ........................................................................................................................ 31
7.6 Servicemenu............................................................................................................................. 33
7.6.1 Livebeeld ......................................................................................................................... 33
7.6.2 Diagnose ......................................................................................................................... 33
7.6.3 Systeemparameters ...................................................................................................... 34
7.6.4 Gebruikers- en Wachtwoordbeheer .......................................................................... 36
Product Control 3
8888 "Positiecontrole" Controletype"Positiecontrole" Controletype"Positiecontrole" Controletype"Positiecontrole" Controletype 37373737
9999 "Pixelcontrole" Con"Pixelcontrole" Con"Pixelcontrole" Con"Pixelcontrole" Controletypetroletypetroletypetroletype 41414141
10101010 " Flessenhalscontrole" Controletype" Flessenhalscontrole" Controletype" Flessenhalscontrole" Controletype" Flessenhalscontrole" Controletype 42424242
11111111 "Objecttellen" Controletype"Objecttellen" Controletype"Objecttellen" Controletype"Objecttellen" Controletype 43434343
12121212 BijlageBijlageBijlageBijlage 45454545
12.1 Afstellen van de beeldscherpheid/leesafstand ................................................................. 48
12.2 Behuizingsafmetingen, Grootte 1 ......................................................................................... 49
VoorwoordVoorwoordVoorwoordVoorwoord
Algemeine instructiesAlgemeine instructiesAlgemeine instructiesAlgemeine instructies
Deze gebruiksaanwijzing levert een bijdrage aan het juiste en veilige gebruik van de PCE-
componenten. Neem om de reden de volgende instructies in acht.
I. Het is noodzakelijk voor het opstarten van de PCE-componenten de volledige
gebruiksaanwijzing te lezen om een verkeerd gebruik van de apparatuur te
voorkomen.
II. Neem voor uw eigen veiligheid de veiligheidsvoorschriften in acht die in de
gebruikershandleiding zijn vermeld. Lees de instructies zorgvuldig door, zelfs als u
de toepassing en de werking van pc-componenten al kent.
III. Met dit symbool wordt verwezen naar de veiligheidsvoorschriften of letselgevaar,
gevaar voor productschade en milieuschade.
< Signal >
< type gevaar >
< gevolgen >
< maatregelen >
IV. Dit symbool verwijst naar belangrijke algemene aanwijzingen.
< Opmerking >
< belangrijke referenties >
V. De gebruikershandleiding moet altijd in al zijn volledigheid beschikbaar zijn voor de
operator, op de plaats waar het apparaat is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de
gebruikershandleiding op de plaats blijft waar de machine is geïnstalleerd.
VI. Deze gebruiksaanwijzing is geen vervanging voor installatie en onderhoud door
opgeleid personeel!
VII. De gebruiksaanwijzing moet strikt vertrouwelijk worden behandeld. De informatie
die hierin wordt vermeld, mag niet worden gekopieerd, misbruikt of beschikbaar
gesteld aan derden zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming.
VIII. PCE spant zich voortdurend in alle componenten verder te ontwikkelen.
Modificaties in het leveringstoebehoren in vorm, techniek en configuratie kunnen
worden gewijzigd. Wij vragen om uw begrip dat er geen rechten kunnen worden
ontleend aan de informatie en afbeeldingen in deze gebruikershandleiding.
Product Control 5
1111 VeiligheidsvoorschrifVeiligheidsvoorschrifVeiligheidsvoorschrifVeiligheidsvoorschriftentententen
1.11.11.11.1 Verklaring van de symbolen Verklaring van de symbolen Verklaring van de symbolen Verklaring van de symbolen
De volgende symbolen en notities zijn waarschuwingssignalen voor mogelijk persoonlijke of
materiële schade of zijn bestemd als richtlijnen.
GEVAAR!
Dit symbool staat in de gebruikershandleiding bij alle referenties over de
operationele veiligheid. Indien deze niet worden gevolgd is er gevaar voor lijf en
leven van personen.
Neem de instructies altijd zorgvuldig in acht en ga met uiterste aandacht en
voorzichtigheid te werk.
Opmerking
Dit symbool verwijst naar de juiste behandeling van PCE-componenten.
1.21.21.21.2 Basisveiligheidsmaatregelen Basisveiligheidsmaatregelen Basisveiligheidsmaatregelen Basisveiligheidsmaatregelen
De volgende punten moeten in acht worden genomen voor het veilige bedrijf van de PCE-
componenten:
• De componenten moeten worden gemonteerd op een stabiele, mechanische, vaststaande
verbinding.
• De componenten moeten worden beschermd tegen de invloeden van extern licht, wanneer
deze in bedrijf zijn.
• De stroomvoorziening van de componenten wordt gerealiseerd via 24 V DC-technieken en
wordt geleverd door een externe krachtbron. Voor dit soort techniek dienen alle vereiste
veiligheidsbepalingen in acht te worden genomen.
• Het apparaat mag alleen door gekwalificeerde en bevoegde personen worden bediend, die
de gebruiksaanwijzing kennen en die het apparaat kunnen bedienen volgens de daarin
vermelde instructies.
GEVAAR!
Verlichting:
• De verlichting veroorzaakt oogbeschadiging • Kijk niet in het flitslicht zonder geschikte oogbescherming.
Om een veilige werking van het systeem te kunnen waarborgen, moeten herhaaldelijk
inspecties worden uitgevoerd voor alle betreffende veiligheidsonderdelen en moeten in het
bijzonder bovengenoemde punten en de gebruikershandleiding in acht worden genomen.
6 Product Control
1.31.31.31.3 Plicht van de operator voor gepaste zorgvuldigheidPlicht van de operator voor gepaste zorgvuldigheidPlicht van de operator voor gepaste zorgvuldigheidPlicht van de operator voor gepaste zorgvuldigheid
De PCE-componenten zijn ontwikkeld en geconstrueerd met inachtneming van de
geharmoniseerde normen die moeten worden gevolgd, evenals overige technische
specificaties. Deze voldoen aan de meest recente technische vereisten en garanderen het
hoogste veiligheidsniveau tijdens het bedrijf.
De zekerheid en betrouwbaarheid van het systeem kan alleen in de praktijk worden
gegarandeerd indien alle daarvoor noodzakelijke maatregelen getroffen zijn. Een onderdeel
van de verantwoordelijkheid van de systeemoperator om gepast zorgvuldig te werk te gaan, is
het plannen van deze maatregelen en de implementatie daarvan te controleren.
De operator dient ervoor te zorgen, dat
• het systeem wordt gebruikt in overeenstemming met de bepalingen,
• het systeem alleen in een foutloze, volledig functionele toestand wordt gebruikt,
• de gebruikershandleiding altijd in een leesbare toestand en in al zijn volledigheid
beschikbaar is op de plaats waar het apparaat is geïnstalleerd,
• Alleen gekwalificeerd en bevoegd personeel het systeem bedient en onderhoudt,
• dit personeel periodiek wordt geïnstrueerd over alle relevante aspecten met betrekking tot
veiligheid op het werk en dat dit de gebruikershandeling en de veiligheidsmaatregelen die
erin worden vermeld, kent,
• alle systeemeigenschappen met betrekking tot de veiligheid periodiek, zorgvuldig worden
getest,
• Hoe groter de veiligheidsrisico’s, waartegen dit apparaat bescherming biedt, des te vaker
moeten de periodieke controles worden uitgevoerd.
1.41.41.41.4 Bescherming tegen letsel veroorzaakt door elektrische stroomBescherming tegen letsel veroorzaakt door elektrische stroomBescherming tegen letsel veroorzaakt door elektrische stroomBescherming tegen letsel veroorzaakt door elektrische stroom
GEVAAR!GEVAAR!GEVAAR!GEVAAR!
Het systeem werkt op netspanning! Contact met delen die onder spanning
staan, kan gevaarlijke stroomschokken en ernstige brandwonden veroorzaken.
• Gebruik het systeem alleen, wanneer de behuizing naar behoren is
gemonteerd.
• Haal vóór reiniging en verzorging de stroomstekker uit het stopcontact.
• Gebruik het systeem alleen, wanneer de behuizing naar behoren is
gemonteerd.
Product Control 7
1.51.51.51.5 Bescherming tegen letsel door mechanische stootbelastingBescherming tegen letsel door mechanische stootbelastingBescherming tegen letsel door mechanische stootbelastingBescherming tegen letsel door mechanische stootbelasting
GEVAAR!GEVAAR!GEVAAR!GEVAAR!
Letselgevaar door beweegbare en roterende delen!
Neem altijd de volgende richtlijnen in acht:
• Draag geschikte persoonlijke veiligheidsuitrustingen
• Schakel het apparaat uit voor aanvang van mechanische
afstelwerkzaamheden.
1.61.61.61.6 Transport, installatie en opstartenTransport, installatie en opstartenTransport, installatie en opstartenTransport, installatie en opstarten
Zorg er tijdens transport voor dat het apparaat zodanig is verpakt en wordt vervoerd dat het
beschermd is tegen vocht en stoten.
Wanneer het apparaat in een industriële omgeving moet worden geïnstalleerd, mag dit alleen
gebeuren op een locatie waar de negatieve effecten van stof, vocht, temperatuur en trilling het
allerlaagst zijn.
Het is alleen mogelijk een veilig bedrijf van het apparaat te waarborgen, als speciaal opgeleid
personeel de installatie en het opstarten heeft uitgevoerd.
GEVAAR!
Gevaar voor ongevallen door struikelen en vallen!
Ongevallen door struikelen en vallen leiden tot ernstig letsel!
Installeer apparatuuraansluitingen (kabels) naar behoren om struikelen te
voorkomen!
GEVAAR!
Roterende assen!
Roterende assen! - kunnen haren, kleding, sieraden erin trekken en
afscheuren.
Gebruik het apparaat niet met een geopende kap!
Houd lang haar, losse kleding, sieraden, enz., uit de buurt van het apparaat!
8 Product Control
1.71.71.71.7 Buitenkant van de behuizing reinigenBuitenkant van de behuizing reinigenBuitenkant van de behuizing reinigenBuitenkant van de behuizing reinigen
De componenten zijn speciaal ontwikkeld voor industriële belasting. Daardoor wordt een veilig
bedrijf gegarandeerd onder de omstandigheden die op productielocaties gebruikelijk zijn, mits
de componenten door gekwalificeerd personeel zijn gemonteerd.
Gebruik voor reiniging van de roestvrijstalen oppervlakken de alcoholhoudende,
desinfecterende middelen die in de handel verkrijgbaar zijn.
OPGELET!
Voor een foutvrije bediening van het apparaat is het noodzakelijk dat het
glaspaneel regelmatig wordt gereinigd.
De buitenkant van de behuizing kan door oplosmiddel resp. bijtend
reinigingsmiddel worden beschadigd.
Reinig het glas met een vochtige doek, wanneer het sterk is vervuild. Gebruik
enkel warm water, en veeg de glasplaat droog na het reinigen. Reinig het glas
alleen met een zachte doek, omdat het anders kan worden beschadigd.
1.81.81.81.8 Touchdisplay reinigenTouchdisplay reinigenTouchdisplay reinigenTouchdisplay reinigen
Het displayoppervlak is gemaakt van glas en de behuizing van roestvrij staal.
Voor een nauwkeurige werking is het noodzakelijk om de ruit van de touchdisplay periodiek te
reinigen. Gebruik voor het reinigen alleen speciale reinigingsdoeken en reinigingsmiddelen:
• in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen voor pc’s
• desinfecterende middelen met alcohol
OPGELET!
Gebruik nooit verdunner, benzeen, schuurmiddelen of andere sterke
verdunningen, omdat deze de display kunnen beschadigen!
Product Control 9
2222 Omschrijving van camerahardwareOmschrijving van camerahardwareOmschrijving van camerahardwareOmschrijving van camerahardware
2.12.12.12.1 CaCaCaCameraonderdelen meraonderdelen meraonderdelen meraonderdelen
De LAN-Smart-Camera bestaat uit een intelligente camera met geïntegreerde
signaalprocessor en software die de bediening op verschillende manieren mogelijk maakt. De
camerahardware bestaat verder uit een geheugen, een netwerkinterface, optische
componenten en de belichting. De belichting kan in de camera geïntegreerd worden of extern
worden aangesloten.
2.22.22.22.2 Bediening van de cameraBediening van de cameraBediening van de cameraBediening van de camera
De camera wordt via een LAN (Local Area Network) kabelnetwerk bediend. In deze LAN-
verbinding dient een PC beschikbaar te zijn voor de bediening van de camera. PCE biedt met
de Pharmacontrol PCE-PILOT uitermate geschikte software en hardware om de camera
comfortabel te kunnen bedienen. Intuïtieve visualiseringen laten de operator de
instelmogelijkheden zien via een touchedisplay en maken bediening mogelijk door gebruik van
grote touchpads.
De PC stelt de noodzakelijke functies voor het bedienen van de camera tot uw beschikking. Op
het touchedisplay wordt bijvoorbeeld een pc-toetsenbord afgebeeld om tekens in te kunnen
voeren. Voor het monteren van de camera en het inrichten van de software, kan het
camerabeeld op het display worden weergegeven.
2.32.32.32.3 AansluitingAansluitingAansluitingAansluiting----, weergave, weergave, weergave, weergave---- en bedieningscomponentenen bedieningscomponentenen bedieningscomponentenen bedieningscomponenten
Op de volgende afbeelding wordt het aanzicht van de achterzijde van de camera
weergegeven.
De precieze toewijzingen worden in de tabellen op de volgende pagina’s vermeld.
LED indicatie voor uitvoer
LED indicatie voor invoer
Drukknop
Systeemstekker Optioneel extra in-
en uitgangen
Optioneel externe
verlichting
LED indicatie voor
stroomtoevoer
10 Product Control
Met de drukknop in de achterwand van de camera kan een camera-trigger tot stand worden
gebracht. Daardoor start de camera een beeldopname en controle.
Via de LED’s aan de achterzijde wordt de toestand van de in- en uitgangen aangegeven. Deze
worden telkens in een regel vermeld. Een LED is verlicht, wanneer het betreffende signaal is
geactiveerd.
Beschrijvi
ng Functie
IN0 Machine-trigger
IN1 Signaal van de drukknop
IN2 Signaal herstellen
IN3 Universeel, afhankelijk van software-instellingen
OUT0 Goed-signaal
OUT1 Camera-Gereed-Signaal
OUT2 Universeel, afhankelijk van software-instellingen
OUT3 Universeel, afhankelijk van software-instellingen
Kunststof montageblok
Product Control 11
3333 AansluitmogelijkhedenAansluitmogelijkhedenAansluitmogelijkhedenAansluitmogelijkheden
De camera wordt met het open kabeleinde in de schakelkast aan schroefklemmen
aangesloten. Bij een minimale bedrading kan de camera direct aan de LAN-interface van de
PC worden aangesloten. Voor het gebruik van meerdere camerasystemen wordt een LAN-
schakelaar gebruikt. Naast de LAN-interface dienen alleen nog een 24V stroomaansluiting te
worden gerealiseerd, alsmede een verbinding met de machinesignalen.
Touch-Display
Camera
Camera
Filters, stroomtoevoer,klemmen enz.
PC
LAN-I/O-extension
Switch
Stroomvoorziening en systeemsignalen
Stroomvoorziening en systeemsignalen
Standaardbedrading van de LAN Smart Camera. (Kleine-) Schakelkast
Camera
Camera
12 Product Control
3.13.13.13.1 Toewijzing voor de systeemstekToewijzing voor de systeemstekToewijzing voor de systeemstekToewijzing voor de systeemstekkerskerskerskers
Met de 8-polige systeemstekker wordt de camera met 24V spanning voorzien en kan met een
in- en uitgang aan de machine worden aangesloten. Met vier aders wordt de camera in
verbinding gebracht met het LAN-netwerk (Local Area Network). Verdere in- en uitgangen zijn
optioneel, beschikbaar voor gebruik in een LAN-I/O-uitbreiding of door middel van een extra
I/O-kabel.
SysteemkabelSysteemkabelSysteemkabelSysteemkabel
Pin van de
8-pol. stekker Kabelkleur Beschrijving Functie
1 wit / blauw +24V Stroomvoorziening +24V
2 blauw GND Stroomvoorziening GND
3 bruin In0 /Trigger Ingang 0 = Trigger-Signaal
4 wit-bruin Out0 / Gut Uitgang 0 = Goed-signaal
Camera gekoppeld aan
PC
(vlgs. TIA 568 A)
met 1:1 LAN-kabel
Camera gekoppeld aan
Schakelaar
(vlgs. TIA 568 B)
met 1:1 LAN-kabel
5 wit/oranje LAN RJ45 Pin 3 – TxD- RJ45 Pin 1 – TxD-
6 oranje LAN RJ45 Pin 6 – TxD+ RJ45 Pin 2 – TxD+
7 wit/groen LAN RJ45 Pin 1 – RxD- RJ45 Pin 3 – RxD-
8 groen LAN RJ45 Pin 2 – RxD+ RJ45 Pin 6 – RxD+
I/OI/OI/OI/O----KabelsKabelsKabelsKabels
Pin van de
8-pol. stekker Kabelkleur Beschrijving Functie
1 bruin
In1
Ingang 1 = drukknop in achterwand van camera
Functie volgens software-instelling.
2 geel In2 Ingang 2 = ACK-signaal
3 oranje In3
Ingang 3 = universeel, afhankelijk van software-
instellingen
4 zwart
Out1
Uitgang 1 = Signaal Camera klaar
of behoort toe aan software-instellingen
5 groen Out2
Ingang 2 = universeel, afhankelijk van software-
instellingen
6 rood Out3
Ingang 3 = universeel, afhankelijk van software-
instellingen
7 blauw TxD RS232: TxD van de camera
8 violet RxD RS232: RxD van de camera
Product Control 13
Externe belichtingsaansluitingExterne belichtingsaansluitingExterne belichtingsaansluitingExterne belichtingsaansluiting
Pin van de
4-pol. stekker Kabelkleur Beschrijving Functie
1 - - -
2 groen +24V +24V Voorziening voor externe belichting van de
camera afgegeven
3 bruin Trigger Trigger-signaal voor externe belichting, van de
camera afgegeven
4 wit GND GND
Meerdere externe belichtingen worden over een verdeler aan een camera aangesloten.
14 Product Control
4444 Controletypes van de cameraControletypes van de cameraControletypes van de cameraControletypes van de camera
- Flessenhalscontrole (BNC venster) voor het detecteren van defecte Flessenhalscontrole (BNC venster) voor het detecteren van defecte Flessenhalscontrole (BNC venster) voor het detecteren van defecte Flessenhalscontrole (BNC venster) voor het detecteren van defecte
flessenmondenflessenmondenflessenmondenflessenmonden
- Positiecontrole (POPositiecontrole (POPositiecontrole (POPositiecontrole (POS venster) voor absolute en relatieve positiemeting van S venster) voor absolute en relatieve positiemeting van S venster) voor absolute en relatieve positiemeting van S venster) voor absolute en relatieve positiemeting van
objectenobjectenobjectenobjecten
- Pixelcontrole (PIX venster) voor controle op aanwezigheid en voltooidheid Pixelcontrole (PIX venster) voor controle op aanwezigheid en voltooidheid Pixelcontrole (PIX venster) voor controle op aanwezigheid en voltooidheid Pixelcontrole (PIX venster) voor controle op aanwezigheid en voltooidheid
- Objecttellen (OBJ venster) voor het tellen van objectenObjecttellen (OBJ venster) voor het tellen van objectenObjecttellen (OBJ venster) voor het tellen van objectenObjecttellen (OBJ venster) voor het tellen van objecten
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
De afzonderlijke controlesoorten (vensters) kunnen gecombineerd
worden.
Product Control 15
5555 Bediening van de cameraBediening van de cameraBediening van de cameraBediening van de camera
Het PCE-beelverwerkingssysteem wordt bediend via een eenvoudige menunavigatie op het
display en via het geïntegreerde touchscreen. De gebieden die moeten worden gecontroleerd,
worden aan de hand van de venstertechniek gemarkeerd en gecontroleerd. Voor afzonderlijke
producten worden bedieningsinstructies weergegeven. Op de volgende afbeelding wordt het
hoofdmenu getoond nadat er een camera is geselecteerd en de toets “Menu” op het
touchscreen werd ingedrukt.
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Bij het inschakelen van het systeem wordt de productierun – de eigenlijke
controlemodus - gestart. Na het selecteren van de camera en de optie
"MENU" is het mogelijk het productieverloop te beëindigen. Dan wordt het
hoofdmenu weergegeven.
Statusregel
Menuselectie
16 Product Control
5.15.15.15.1 Toetsen Toetsen Toetsen Toetsen
De volgende toetsfuncties gelden voor de verschillende menu’s: De volgende toetsfuncties gelden voor de verschillende menu’s: De volgende toetsfuncties gelden voor de verschillende menu’s: De volgende toetsfuncties gelden voor de verschillende menu’s:
Via het touchscreen is het mogelijk een menu-item te selecteren.
• De selectie van een menu-item vindt plaats, nadat een menu-item werd losgelaten.
• Een submenu verlaten of annuleren geschiedt via het selecteren van de Exit-knop.
Vensters, omrandingen en pijlen instellen:Vensters, omrandingen en pijlen instellen:Vensters, omrandingen en pijlen instellen:Vensters, omrandingen en pijlen instellen:
De vensters voor verschillende besturingssoorten worden via besturingssymbolen op het
touchscreen geconfigureerd.
Vensters kunnen rechtstreeks via het touchscreen (muis) worden veranderd. Indien op het
centrum van het venster wordt gedrukt, kan het venster worden verplaatst, indien er aan de
zijkant naast het venster wordt gedrukt, dan kan het formaat van het venster worden gewijzigd.
• Door de middelste knop te selecteren is het mogelijk van actieve modus te wisselen.
o In de modus bladeren kan het venster met behulp van de pijltoetsen
worden verplaatst.
o In de modus vergroten kan het venster met behulp van de pijltoetsen
worden vergroot.
o In de modus verkleinen kan het venster met behulp van de pijltoetsen
worden verkleind.
• Met de toets kunt u wisselen naar de rotatiemodus. U kunt nu de muis
gebruiken om het venster te roteren. Het opnieuw inschakelen van de toets schakelt u
terug naar de blader- en opschaalmodus. (alleen voor pixelvensters)
• Met de toetsen en kunt u kiezen tussen rechthoekige en elliptische
vensters. (alleen voor pixelvensters)
• Met de toetsen en kkunt u de vensters roteren in stappen van graden.
(alleen voor pixelvensters)
Pijltoetsen
Modus
Afslag-pijltoets (alleen voor
pixelvensters)
Product Control 17
• De en toetsen worden gebruikt om de invoer te bevestigen
of te annuleren.
18 Product Control
5.25.25.25.2 SchuifSchuifSchuifSchuif
Als algemene regel wordt de schuif geassocieerd met een grafische weergave in het
videobeeld. De weergave wordt altijd bijgewerkt wanneer de schuif wordt losgelaten.
Schuif
Histogram (wordt
niet altijd weergegeven)
Instelling accepteren
Annuleren
invoer
Grafische weergave in het videobeeld
Product Control 19
5.35.35.35.3 Het virtuele toetsenbordHet virtuele toetsenbordHet virtuele toetsenbordHet virtuele toetsenbord
Er bestaat een virtueel toetsenbord via het touchscreen voor de invoer van alfanumerieke
tekens. Dit verschijnt altijd op het moment, wanneer het systeem een invoer verwacht.
• Omschakeling tussen hoofd- en kleine letters, evenals getallen en speciale
tekens.
• Bevestigt de invoer van tekens of sluit de invoer af.
• Annuleert de invoer.
• Verschuift het toetsenbord omhoog, . Verschuift het toetsenbord omlaag.
• zodat het toetsenbord zich vrij kan positioneren
• verbergt het toetsenbord
20 Product Control
6666 Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)
6.16.16.16.1 PositiecontrolePositiecontrolePositiecontrolePositiecontrole
Type controle
PositiecontrolePositiecontrolePositiecontrolePositiecontrole
Positiezoekvenster
Selecteer zoekrichting
Pas randdrempelwaarde aan
Productbeheer Nieuw
product
Nieuwe
productnaam: ...
Livebeeld
Livebeeld met trigger
Pas positietolerantie aan in de X en Y richtingen
Product Control 21
6.26.26.26.2 PixelcontrolePixelcontrolePixelcontrolePixelcontrole
Type controle
PixelcontrolePixelcontrolePixelcontrolePixelcontrole
Positiecontrolevensters
Grijswaardedrempel instellen
Donkere of lichte pixels
tellen?
Productbeheer Nieuw
product
Nieuwe
productnaam: ...
Livebeeld
Livebeeld met trigger
Voer minimum pixelaantal in
Voer maximum pixelaantal
in
22 Product Control
6.36.36.36.3 FlessFlessFlessFlessenhalscontroleenhalscontroleenhalscontroleenhalscontrole
Zie de sectie "flessenhalscontrole" voor precieze informative over de individuele stappen.
Type controle
FlessenhalscontroleFlessenhalscontroleFlessenhalscontroleFlessenhalscontrole
Positiezoekvenster
Pas zoekdrempelwaarde van de
flessenhals aan
Positioneringsring 1
Productbeheer Nieuw product
Nieuwe productnaam: ...
Livebeeld Livebeeld met trigger
Positioneringsring 2
Positioneringsring 3
Product Control 23
6.46.46.46.4 ObjecttellenObjecttellenObjecttellenObjecttellen
Type controle
ObjecttellenObjecttellenObjecttellenObjecttellen
Positiecontrolevensters
Samenvoegen/opsplitsen instellen
Productbeheer Nieuw
product
Nieuwe
productnaam: ...
Livebeeld
Livebeeld met trigger
Objectkleur donker/lichtdonker/lichtdonker/lichtdonker/licht
Grijswaardedrempel instellen
Vergroten/verkleinen instellen
Minimum objectoppervlakgebied
instellen
Maximum objectoppervlakgebied
instellen
Minimum objectaantal instellen
Maximum objectaantal instellen
24 Product Control
6.56.56.56.5 Koppeling controleKoppeling controleKoppeling controleKoppeling controle
Positiecontroles en pixelcontroles kunnen aan elkaar wordt gekoppeld. De positiecontroles
worden eerst uitgevoerd, in numerieke volgorde. Als twee vensters aan elkaar zijn gekoppeld
(de weergave van de bruine koppelingslijn kan worden ingeschakeld met "Diagnose"), het
huidige venster zal worden verplaatst door de huidig geïdentificeerde positieverplaatsing.
Voorbeeld: Het "POS2" venster zoekt voor de zijrand van de bovenzijde. Als deze rand iets meer
naar onder wordt gevonden, dan worden de vensters "PIX0" en "PIX1" ook verder naar onder
bewogen.
Wanneer een nieuwe opmaak wordt toegepast, worden de koppelingen daarna ingesteld.
Deze koppelingen kunnen later worden gewijzigd in de parametertabel voor positiecontrole of
pixelcontrole.
De allocatie van de individuele groepsresultaten op de gewenste uitvoeren kunnen naar wens
worden geconfigureerd in de parametertabel.
Product Control 25
7777 ProgrammastructuurProgrammastructuurProgrammastructuurProgrammastructuur
7.17.17.17.1 Overzicht Overzicht Overzicht Overzicht
Chargeprotocol starten
Chargeprotocol bekijken
Chargeprotocol beëindigen
Foutbeelden weergeven
Teller wissen
StatistiekStatistiekStatistiekStatistiek
Nieuw product
Product weergeven
Product hernoemen
Product kopiëren
Product wissen
ProductbeheerProductbeheerProductbeheerProductbeheer
Livebeeld
Controlevenster toevoegen
Controlevenster wissen
Camera AAN en UIT zetten
Parameters positiecontrole
Parameters pixelcontrole
Parameters flessenhalscontrole
Parameters objecttellen
Resultaten & I/O’s
Product beProduct beProduct beProduct bewerkenwerkenwerkenwerken
Livebeeld
Diagnose
Systeemparameters
Gebruikersbeheer
ServiceServiceServiceService
BNC: binaire afbeelding
Weergave koppeling
POS: binaire afbeelding
POS: tekst weg
PIX: binaire afbeelding
PIX: tekst linksboven
OBJ: objectoppervlak geel
OBJ: binaire afbeelding
OBJ: pixelaantal
OBJ: ongeldige objecten
---
---
XML-gegevens op poort 23
(expertmodus)
GUI-gegevens op poort 23
(expertmodus)
---
Zend XML ACK op Poort 23
DiagnoseDiagnoseDiagnoseDiagnose----niveauniveauniveauniveau
Sluitertijd van de sluiter
Time Out
Klok overbelasting
Config. d. beeldtransmissie
Trigger-flank
Noodopslagtellers
Beeldgeometrie
Lengte prod.naam
Configureren van verlichting
Opschalen
Taal
SysteemparametersSysteemparametersSysteemparametersSysteemparameters
Productie
Product wijzigen
Product bewerken
Productbeheer
Statistiek
Service
Wachtwoord wijzigen
Zoom
HoofdmenuHoofdmenuHoofdmenuHoofdmenu
26 Product Control Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)
7.27.27.27.2 Product wijzigenProduct wijzigenProduct wijzigenProduct wijzigen
Hier worden verschillende producten opgeslagen zodat een productwisseling heel snel kan
plaatsvinden. Na de oproep verschijnt een lijst van de tot nu toe aangelegde producten. Het
gewenste product kan daarna geselecteerd worden. Daarmee worden alle instellingen die
onder dit product zijn opgeslagen opgeroepen en geactiveerd.
7.37.37.37.3 Product bewerkenProduct bewerkenProduct bewerkenProduct bewerken
Door de knop “menu” in te drukken, wisselt u naar het "Hoofdmenu" en naar het submenu
"Product bewerken". Hier worden de verschillende mogelijkheden gegeven voor het wijzigen
van een beschikbaar product. Dit wordt noodzakelijk wanneer bijv. De vensterpositie,
venstergrootte, lijnpositie, lijngrootte, etc. niet langer juist zijn. Dit kan worden opgeroepen en
bewerkt onder de betreffende menuopti.
LivebeeldLivebeeldLivebeeldLivebeeld
Het menu wordt gebruikt om een afbeelding op te nemen. "Live afbeelding met trigger" wordt
gebruikt om de beeldopname op het juiste moment te starten voor bewogen objecten.
Controlevenster toevoegenControlevenster toevoegenControlevenster toevoegenControlevenster toevoegen
Andere controlevenster kunnen worden toegevoegd aan de hier al bestaande vensters.
Controlevenster wissenControlevenster wissenControlevenster wissenControlevenster wissen
Individuele controlevensters kunnen hier worden verwijderd.
Camera AACamera AACamera AACamera AAN en UIT zettenN en UIT zettenN en UIT zettenN en UIT zetten
De camera kan worden uitgeschakeld via het menu ‚Product bewerken’. Tijdens productie
wordt de melding "Camera is uitgeschakeld" weergegeven. De volgende statusaanduidingen
gelden voor een aanpassing aan de machinesturing:
Camera AAN System Ready = High Goed-signaal komt overeen met de service-
instelling
Camera UIT System Ready = Low Goed-signaal altijd = High
Camera UIT System Ready = High Goed-signaal altijd = High
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Als de camera is uitgeschakeld, stuurt deze een "GOED-signaal" naar de
machine.
Parameters positiecontroleParameters positiecontroleParameters positiecontroleParameters positiecontrole
Parameters pixelcontroleParameters pixelcontroleParameters pixelcontroleParameters pixelcontrole
Parameters flessenhalscontroleParameters flessenhalscontroleParameters flessenhalscontroleParameters flessenhalscontrole
Parameters objecttellenParameters objecttellenParameters objecttellenParameters objecttellen
Product Control 27
De individuele parameters van de verschillende controles kunnen hier worden gewijzigd. Meer
gedetailleerde informative hierover kan worden gevonden in de hoofdstukken "Positiecontrole",
"Pixelcontrole", "Flessenhalscontrole" en "Objecttellen".
28 Product Control Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)
Resultaten & I/O’sResultaten & I/O’sResultaten & I/O’sResultaten & I/O’s Goede uitvoeren en resultaten-koppeling voor vensters groepen
Controlevensters kunnen worden georganiseerd in groepen. Elk controlevenster mag slechts in een
groep zijn.
In de basisinstelling is elk venster in de eerste groep G0.
De goede uitvoer van een groep bepaalt welke camera het resultaat van het controlevenster voor deze
groep uitvoert.
De goede/slechte resultaten van het controlevenster of venstergroepen is gegeven in de basisinstelling
op de “goede uitvoer” (OUT0) van de camera. Er is echter een verdere uitvoer (OUT2) van de camera
beschikbaar die kan worden gebruikt als een goede uitvoer.
Binnen een groep worden de resultaten van vensterbewaking aan elkaar gekoppeld en krijgen daarom
een groepsresultaat. De resultaten worden EN gekoppeld in de basisinstelling.
Als de resultaten van verschillende groepen naar een algemene uitgang gaan, dan zullen deze
groepsresultaten EN of OF worden gekoppeld, afhankelijk van de instelling. EN is in dit geval ook de
basisinstelling.
Koppelingslogica:Koppelingslogica:Koppelingslogica:Koppelingslogica:
ENENENEN - een slechte lezing van slechts een controlevenster leidt tot een totaal ‘slecht’ resultaat. ("Slecht wint")
OFOFOFOF - een goede lezing van slechts een controlevenster leidt tot een totaal ‘goed’ resultaat. ("Goed wint")
Voorbeeld:
Koppeling met OUT0 - in dit geval worden de resultaten van de gekoppelde groepen met OF gekoppeld;
OUT0 geeft een algeheel resultaat weer van goed ("Goed wint")
Groep G0
POS0 POS1
EN
Slecht Goe
OUT0
Uitgang OUT0
Goe
Groep G1
PIX0 PIX1
OF
OF
Product Control 29
Configuratie van de goede uitvoerenConfiguratie van de goede uitvoerenConfiguratie van de goede uitvoerenConfiguratie van de goede uitvoeren
De camera biedt een "Goed-uitgang", die bij een goede lezing High (+24V) en bij een foutieve of
slechte lezing Low (0V) aangeeft. Voor de selectie staan er vier varianten van het verloop van
het Goed-signaal.
Modus 0: Bij de instelling "goed-impuls na evaluatie tot de volgende trigger" is de goed-uitgang Hoog (High) of Laag (Low), afhankelijk van iedere evaluatie na een trigger-impuls. Gedurende
de evaluatietijd is de goed-uitgang Laag (Low).
Modus1: Bij de instelling "Latchbedrijf" blijft de goed uitgang na een slechte evaluatie Laag (Low), ook als er verdere trigger-impulsen en eventuele Goed-lezingen volgen. Voor het
terugzetten van een Slecht-lezing moet gebruik worden gemaakt van de bevestigingstoets.
Deze toets bevindt zich aan de terminal of separaat aan de machine. Gedurende de
evaluatietijd blijft de goed-uitgang op Hoog (High).
Modus 2: Bij de instelling "Goed-impuls na evaluatie tot afloop van de gedefinieerde tijd" wordt
de uitgang na de evaluatietijd tot aan de afloop van een bepaalde vooraf vastgelegde tijd
ingesteld. Bij een negatief leesresultaat blijft de uitgang op low. De goed-impulslengte is
instelbaar tussen 5 en 100 ms.
Modus 3: Bij de instelling "Goed-impuls een puls later met negatieve trigger-flank en tot afloop van de gedefinieerde tijd" wordt een puls gegeven die een instelbare pullengte van 5 -100 ms
kan hebben. Deze wordt met de negatieve flank van de trigger-impuls gegeven. Bij een slechte
lezing blijft het signaal op GND-niveau.
Modus 4: "Goed-impuls een puls later met pos. trigger-flank en tot volgende pos. trigger-flank"
Modus 5: in ontwikkeling
Modus 6: Voor de instelling "zoals configuratie ' 2 ', alleen met extra RESULTAAT-KLAAR signaal bij uitgang ' OUT3" wordt de uitgang na de evaluatietijd tot aan de afloop van een
bepaalde instelbare tijd ingesteld. Bij een negatief leesresultaat blijft de uitgang op low. De
goed-impulslengte is instelbaar tussen 5 en 100 ms. Bovendien wordt de uitgang ’OUT3’ op
High ingesteld. Dat betekent dat vanaf dit tijdstip een GOED-signaal kan worden geactiveerd.
Bij een positief leesresultaat komen op die manier 2 identieke signalen tegelijkertijd.
Modus 7: Bij de instelling "zoals configuratie ‘6’, echter nu mogen het goed-impuls en de volgende trigger elkaar overlappen" wordt de uitgang ingesteld volgens de evaluatietijd tot aan
het aflopen van een in te stellen tijd. Bij een negatief leesresultaat blijft de uitgang op low. De
goed-impulslengte is instelbaar tussen 5 en 100 ms. Bovendien wordt de uitgang ’OUT3’ op
High ingesteld. Dat betekent dat vanaf dit tijdstip een GOED-signaal kan worden geactiveerd.
Bij een positief leesresultaat komen op die manier 2 identieke signalen tegelijkertijd.
Bovendien is het mogelijk dat het goed-impuls en de daaropvolgende trigger elkaar overlappen
zonder dat dat problemen veroorzaakt.
30 Product Control Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)
De volgende grafiek dient ter verduidelijking van het afzonderlijke signaalverloop.
Signaaloverzicht van het trigger- en Goed-signaal.
Trigger-signaal van de machine
Aantal goede uitgangenAantal goede uitgangenAantal goede uitgangenAantal goede uitgangen
De camera heeft twee goede uitgangen (OUT0 en OUT2) die aan de machine kunnen worden
verbonden. De signalen van de groepen kunnen individueel worden gekoppeld en aan een van
de twee uitgangen worden toegewezen.
24 V
0 V
24 V
0 V
24 V
0 V
24 V
0 V
Resultaat (Modus 0)
Resultaat (Modus 1)
Resultaat (Modus 2)
Evaluatie-tijd
Evaluatie-tijd
Evaluatie-tijd
Goed-lezing
Goed-lezing Goed-lezing
Goed-lezing Goed-lezing
Goed-lezing Fout(en)
"Goed-impuls naevaluatie"
Evaluatie-tijd
"Latch-Bedrijf"
Fout
BevestiginLengte instelbaar tussen 5-100ms
Evaluatie-tijd
Evaluatie-tijd
Evaluatie-tijd "Goed-impuls met
gedef. Lengte na evaluatie"
Product Control 31
7.47.47.47.4 ProductbeheerProductbeheerProductbeheerProductbeheer
Nieuw productNieuw productNieuw productNieuw product
Om een nieuw product weer te geven, wordt verwezen naar het hoofdstuk "Camera in bedrijf
nemen (Nieuw product)". De aanleerprocedure is in principe voor alle cameratypes (Teach-In,
OCV, OCR, code, pixel en Datamatrix) identiek: beeldopname, productnaam afgeven,
controlesoort selecteren, vensters instellen en verschillende parameters instellen. Dit proces
wordt voor ieder gewenst controlevenster herhaald.
Product weergevenProduct weergevenProduct weergevenProduct weergeven
Hier kunnen alle productspecifieke data worden weergegeven. Om de gegevens af te drukken,
moet de schuif naar de rechterzijde van het venster worden geschoven totdat de menuoptie
"Gegevens afdrukkenGegevens afdrukkenGegevens afdrukkenGegevens afdrukken" verschijnt aan het einde van de lijst en daarna moet het
aanraakscherm worden gebruikt om het te selecteren.. De gegevens zullen dan worden
geëxporteerd via Ethernet, TCP/IP, poort 23 (Telnet-poort).
Product hernoemenProduct hernoemenProduct hernoemenProduct hernoemen
Product kopiërenProduct kopiërenProduct kopiërenProduct kopiëren
Product wissenProduct wissenProduct wissenProduct wissen
Voordat een product hernoemd, gekopieerd of verwijderd kan worden, dient eerst het
gewenste product te worden geselecteerd in de Productlijst. Daarna kan het product bewerkt
of gewist worden.
7.57.57.57.5 Statistiek MenuStatistiek MenuStatistiek MenuStatistiek Menu
Chargeprotocol startenChargeprotocol startenChargeprotocol startenChargeprotocol starten
Chargeprotocol bekijkenChargeprotocol bekijkenChargeprotocol bekijkenChargeprotocol bekijken
Chargeprotocol beëindigenChargeprotocol beëindigenChargeprotocol beëindigenChargeprotocol beëindigen
Binnen het statistiek-menu kan een batchprotocol worden gestart. Een batchprotocol is
bedacht als documentatie van het product. In dit batchprotocol kunnen bij het starten alle
relevante data, zoals bij voorbeeld opdrachtnummer, productieaantal, notities, opgenomen
worden. De eerste drie regels, die zijn aangeduid met "<Fix>", zijn eenmalige invoer en zullen
vanaf dat moment bij elke protocolstart verschijnen.
De informatie in de eerste "<Fix>" regel (max. 45 karakters in lengte) zal ook worden
weergegeven in de productierun en in het hoofdmenu in het bovenste gedeelte van het
scherm.
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Voor de display in het menuscherm is een nieuwe herstart noodzakelijk.
Foutbeelden weergevenFoutbeelden weergevenFoutbeelden weergevenFoutbeelden weergeven
De laatste vier foutbeelden zullen worden weergegeven.
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Foutbeelden gaan na het uitschakelen van het systeem verloren.
In het servicemenu kan gekozen worden of er geengeengeengeen foutbeeld, eeneeneeneen
32 Product Control Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)
foutbeeld of viervierviervier foutbeelden weergegeven moeten worden.
Teller wissenTeller wissenTeller wissenTeller wissen
De tellers voor de Goed- en Slecht-lezing worden op nul ingesteld. Het wissen van de tellers is
alleen actief als geen batchprotocol is gestart. De foutbeelden worden ook in dit menu
verwijderd.
Product Control 33
7.67.67.67.6 ServicemenuServicemenuServicemenuServicemenu
Bij het oproepen van menuonderdeel "Service" wordt het wachtwoord voor de toegang van de
service-instellingen gevraagd. Het PCE-wachtwoord na uitlevering van het apparaat luidt:
"000".
Het menuonderdeel "Service" in het Hoofdmenu wordt geselecteerd als men specifieke
systeeminstellingen wil wijzigen.
7.6.17.6.17.6.17.6.1 LivebeeldLivebeeldLivebeeldLivebeeld
Het menu wordt gebruikt om een afbeelding op te nemen. "Live afbeelding met trigger" wordt
gebruikt om de beeldopname op het juiste moment te starten voor bewogen objecten.
7.6.27.6.27.6.27.6.2 DiagnoseDiagnoseDiagnoseDiagnose
De diagnosewaarde wordt gewijzigd om verschillende afbeeldingsfuncties van het systeem
aan en uit te schakelen. De diagnosewaarde is op die manier ook een behulpzaam instrument
voor het zoeken van fouten. De volgende functies zijn op dit moment beschikbaar als
diagnoseweergaven:
• BNC: binaire afbeelding
• Weergave koppeling
• POS: binaire afbeelding • POS: tekst weg
• PIX: binaire afbeelding • PIX: tekst linksboven • OBJ: objectoppervlak geel • OBJ: binaire afbeelding • OBJ: pixelaantal • OBJ: ongeldige objecten • --- • --- • XML-gegevens op poort 23 (expertmodus)
• GUI-gegevens op poort 23 (expertmodus)
• --- • Zend XML ACK op Poort 23
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Let op dat door wijzigingen van de diagnoseniveaus de evaluatietijd van
de camera kan toenemen.
De "expertmodus" weergavefuncties kunnen niet worden gebruikt tijdens
normale productie.
Gegevens die worden gezonden naar poort 23 (Ethernet, TCP/IP, Telnet-poort) kunnen worden
bekeken met programma’s zoals het PCE onderhoudsprogramma "JDATATRANS" of een ander
standaard werkstationprogramma.
34 Product Control Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)
7.6.37.6.37.6.37.6.3 SysteemparametersSysteemparametersSysteemparametersSysteemparameters
In het onderste menu "Systeemparameters" worden specifieke cameraparameters ingesteld
die in de regel alleen bij de cameramontage gewijzigd kunnen worden.
Sluitertijd van de sluiterSluitertijd van de sluiterSluitertijd van de sluiterSluitertijd van de sluiter
De sluiterwaarde geeft de belichtingsduur van het beeld aan. Bij grote waarden wordt het
beeld lichter en bij kleinere waarden donkerder. De belichtingsduur heeft betrekking op de
lichtduur van de interne LED’s in de camerakop en de belichtingsduur van het door de camera
opgenomen beeld.
Time OutTime OutTime OutTime Out
Met de ingestelde tijdswaarde "Time Out" wordt de maximale controletijd van de camera
begrensd. De waarde wordt in milliseconden weergegeven [msec].
OverklokbeschermingOverklokbeschermingOverklokbeschermingOverklokbescherming
De camera biedt een functie om een snelle machineloop te herkennen. Wordt de camera
binnen de controle tijd getriggerd dan verschijnt de foutmelding "Machine overbelast" op het display. Deze kan door het drukken van een willekeurige toets weer worden opgeheven. De
machinesnelheid kan daarna worden gereduceerd.
De functie kan in- en uitgeschakeld worden.
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Voorzichtig: Bij bijv. een stuiterend trigger-signaal, is het uitschakelen van
de overbelastingsbescherming aan te bevelen.
Config. d. beeldtrConfig. d. beeldtrConfig. d. beeldtrConfig. d. beeldtransmissieansmissieansmissieansmissie
Hier kunt u de kwaliteit van de overgedragen afbeeldingen wijzigen of beeldoverdracht
uitschakelen. Afhankelijk van of beeldoverdracht wordt in- of uitgeschakeld, wordt het scherm
bijgewerkt in de productiemodus. Beeldoverdracht wordt standaard standaard standaard standaard ingeschakeldingeschakeldingeschakeldingeschakeld en de
kwaliteit is ingesteld naar '2', wat betekent dat alleen elke andere pixel in X en elke andere
pixel in Y met een resolutie van 640 x 480 zal worden overgebracht. De evaluatietijd kan
verhogen tot 30 ms als elke pixel wordt overgedragen.
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Voorzichtig: Het videobeeld zal niet worden bijgewerkt in de
productiemodus als beeldoverdracht wordt uitgeschakeld!
Product Control 35
TriggerTriggerTriggerTrigger----flankflankflankflank
Via deze optie is het mogelijk in te stellen of de camera volgens de oplopende trigger-flank van
0V naar 24V, of volgens de aflopende van 24V naar 0V een beeld opneemt. De
standaardinstelling is de oplopende flank.
NoodopslagtellersNoodopslagtellersNoodopslagtellersNoodopslagtellers
Wanneer dit menupunt actief is en er op ingang IN3 een High-signaal is ingeschakeld, worden
de tellerstanden (TOTAAL en GOED) in het bestand "_counter.110" in het Flash-geheugen
opgeslagen. Door deze optie wordt voorkomen dat bij een plotselinge stroomstoring de
tellerstanden van de camera verdwenen zijn. De netspanning van de camera moet hiervoor
langer dan 100 ms worden gebufferd. In het beeldgeheugen wordt de melding “!Power fail!
Counters are saved!" getoond.
BeeldgeometrieBeeldgeometrieBeeldgeometrieBeeldgeometrie
Hier is het mogelijk de geometrie van het opgenomen beeld aan de weergave en verwerking
aan te passen. Een typische toepassing is de correctie van een beeld dat ondersteboven staat.
Mogelijke opties zijn: "Beeld met 180 graden draaien", "Beeld horizontaal spiegelen", "Beeld
verticaal spiegelen" en "Normaal beeld".
Lengte productnaamLengte productnaamLengte productnaamLengte productnaam
Het aantal karakters voor productnamen is normaalgesproken beperkt tot 8 karakters.
Productnamen tot op 16 karakters lengte kunnen invoer zijn als "Lange productnamen" is
ingeschakeld.
Configureren van de belichtingConfigureren van de belichtingConfigureren van de belichtingConfigureren van de belichting
Het is hier mogelijk om te schakelen tussen interne, externe en interne, en externe belichting.
De instelling wordt opgeslagen onder de huidige opmaaknaam.
Deze functie is alleen beschikbaar op bepaalde cameratypes!
TaalTaalTaalTaal
De taal van de gebruikerinterface kan hier worden veranderd. De corresponderende
taalbestanden moeten op de camera zijn geïnstalleerd. In sommige gevallen zijn de huidige
bestaande taalbestanden alleen op verzoek verkrijgbaar.
Duits =pc_de.222, Engels = pc_en.222, Frans = pc_fr.222,
Nederlands = pc_nl.222, Noors = pc_no.222
OpschalenOpschalenOpschalenOpschalen
Het opschalen kan hier worden gekalibreerd, ingeschakeld en uitgeschakeld. Als het is
ingeschakeld geeft het opschalen alle doelposities en toleranties weer van de
positiecontrolevensters in de eenheden "mm" of "mm/100" (automatisch, afhankelijk van het
gezichtsveld). Indien uitgeschakeld gebruikt het opschalen de eenheid "pixels".
Kalibratie: Als "Opschalen kalibreren" is ingedrukt, zal het live beeld van de camera worden
weergegeven met de opdrachtprompt: "Please put a defined measurement in the image"
(Plaats een gedefinieerde meting in het beeld). Voor dit doeleinde kan bijvoorbeeld een liniaal
in het beeld worden geplaatst. Na bevestiging, moeten de posities van twee meetpunten
36 Product Control Camera in bedrijf stellen (Nieuw product)
worden gedefinieerd zodat de afstand daartussen in millimeters bekend is. Hierna moet de
afstand tussen de twee metingen in millimeters worden gegeven. Na bevestiging, zal de
ingeleerde opschaling in een bericht worden weergegeven en in de eenheid "px/(100 mm)".
7.6.47.6.47.6.47.6.4 GebruikersGebruikersGebruikersGebruikers---- en Wachtwoordbeheeren Wachtwoordbeheeren Wachtwoordbeheeren Wachtwoordbeheer
De camera is uitgerust met een intern gebruikersbeheer. Tot 30 gebruikers met individuele
rechten en wachtwoorden kunnen worden geregistreerd. Het is echter mogelijk om
gebruikersbeheer compleet van buiten te regelen (bijv., via de PCE Pilot Line Manager). In dit
geval is het interne gebruikersbeheer inactief.
De beheerder met de naam "admin" en het standaardwachtwoord "000" bestaat altijd en kan
niet worden verwijderd. "admin" is de enige gebruiker die toegang heeft tot gebruikersbeheer.
Klikken op "admin" opent het menu "Beheerdersinstellingen".
Wachtwoord wijzigen:Wachtwoord wijzigen:Wachtwoord wijzigen:Wachtwoord wijzigen:
De beheerder kan zijn/haar wachtwoord hier wijzigen. Andere gebruikers wijzigen hun
wachtwoord onder "Wachtwoord wijigen" in het hoofdmenu.
Wachtwoordniveaus definiëren: Wachtwoordniveaus definiëren: Wachtwoordniveaus definiëren: Wachtwoordniveaus definiëren:
De menuopties die een wachtwoord vereisen zijn hier gedefinieerd. Deze definitie moet
plaatsvinden voordat de eerste gebruiker is geregistreerd.
Minimum wachtwoordlengte: Minimum wachtwoordlengte: Minimum wachtwoordlengte: Minimum wachtwoordlengte:
De minimumlengte die wachtwoorden van gebruikers moeten hebben wordt hier gedefinieerd.
Uitlogtijd:Uitlogtijd:Uitlogtijd:Uitlogtijd:
Ingelogde gebruikers worden automatisch uitgelogd na een bepaalde periode die hier is
gedefinieerd. -1 betekent dat het uitloggen is gedeactiveerd. De gebruiker blijft altijd ingelogd.
Registreren van een nieuwe gebruiker:Registreren van een nieuwe gebruiker:Registreren van een nieuwe gebruiker:Registreren van een nieuwe gebruiker:
Om een nieuwe gebruiker te registreren klikt u simpelweg op een vrije ruimte in de
gebruikerstabel en voert u de naam, het wachtwoord en de rechten in voor de nieuwe
gebruiker.
De nieuwe gebruiker zal worden gevraagd om zijn/haar wachtwoord te wijzigen zodra hij/zij
voor de eerste keer inlogt.
Om de instellingen van een gebruiker te wijzigen:Om de instellingen van een gebruiker te wijzigen:Om de instellingen van een gebruiker te wijzigen:Om de instellingen van een gebruiker te wijzigen:
Klik simpelweg op de naam in de gebruikerstabel. Daarna zal het menu met de selectieopties
"gebruikersprofiel wijzigen", "Gebruiker verwijderen", en "Wachtwoord ongeldig maken"
verschijnen.
Product Control 37
8888 "Positiecontrole" Controletype"Positiecontrole" Controletype"Positiecontrole" Controletype"Positiecontrole" Controletype
Een positiecontrolevenster (POS venster) zoekt naar een grijswaarde van de rand in het beeld.
De referentieposities van de rand worden ingeleerd met de hulp van een Goed product. De
gebruiker kan een ingesteld tolerantiebereik instellen voor deze rand. Het venster zal worden
beoordeeld als Goed zolang de rand binnen het tolerantiebereik ligt.
Fig.: Grijswaarde rand en parameters
Parameters positiecontroleParameters positiecontroleParameters positiecontroleParameters positiecontrole
Zoekgebied:Zoekgebied:Zoekgebied:Zoekgebied:
Het zoekgebied wordt gedefinieerd met vensters. Voor elke regel of kolom in het zoekvenster
zal een licht/donker overgang worden gezocht en zal zijn positie in groen worden gemarkeerd.
Drempelwaarde rand:Drempelwaarde rand:Drempelwaarde rand:Drempelwaarde rand:
De schuif kan worden gebruikt om de grijswaarde af te stellen voor de drempelwaarde van de
rand. De drempelwaarde van de rand definieert de grenswaarde tussen licht en donker (zie
bovenstaand).
Randhoogte:Randhoogte:Randhoogte:Randhoogte:
Voor het detecteren van een rand, moet ook aan het criterium van randhoogte worden voldaan
als toevoeging op dat van de drempelwaarde van de rand. Randhoogte beschrijft het
grijswaardeverschil van de aangrenzende pixels.
Randlengte:Randlengte:Randlengte:Randlengte:
Randlengte beschrijft de afstand tussen pixels voor het bepalen van de randhoogte. De
randlengte is gelijk aan 2 pixels in de bovenstaande figuur.
Pos tolerance
Pixel
Randlengte
Drempelwaarde
Randhoogte
Licht
Donker
38 Product Control
Randpixels:Randpixels:Randpixels:Randpixels:
"Randpixels" is een percentagewaarde en heeft betrekking op het totale aantal pixels dat in
groen is gemarkeerd (randpunten) (zie hieronder).
Randpixels = 15%
Randpixels = 50%
Randpixels = 80%
Product Control 39
Modus:Modus:Modus:Modus:
Modus definieert de richting waarin de rand wordt opgezocht: Afbeelding bijgewerkt
Increment:Increment:Increment:Increment:
De increment specificeert het interval voor het scannen van de rand. In andere woorden, als
de increment is ingesteld naar 1, dan zal in elke regel of kolom binnen het POS-venster naar
een rand worden gezocht. Als de increment is ingesteld naar 2, dan zal elke andere regel of
kolom worden gescand. De evaluatietijd kan worden verkort door een grotere increment te
selecteren. Het aantal randpunten zal echter ook worden gereduceerd.
X doelpositie, Y doelpositie:X doelpositie, Y doelpositie:X doelpositie, Y doelpositie:X doelpositie, Y doelpositie:
De referentiepositie kan worden ingeleerd (zie "Refereren") of hier met de hand worden
ingesteld. De nulpositie is altijd de linkervensterrand voor de X-positie en de bovenste
vensterrand voor de Y-positie.
X positietolerantie, Y positietolerantie:X positietolerantie, Y positietolerantie:X positietolerantie, Y positietolerantie:X positietolerantie, Y positietolerantie:
De toelaatbare positietolerantie in de X en Y-richtingen wordt hier ingesteld (zie de figuur
"Grijswaarde rand en parameters"). De eenheid is pixels. De opschaling kan worden
ingeschakeld in de systeeminstellingen om de tolerantie weer te geven in millimeters.
Koppeling:Koppeling:Koppeling:Koppeling:
De POS-vensters kunnen aan elkaar worden gekoppeld. Het venster met het kleinere getal
("POS0" in het voorbeeld) wordt eerst berekend. Het gekoppelde venster ("POS1" in het
voorbeeld) wordt verschoven door de corresponderende positieverschuizing. Klik simpelweg
op de vensters om ze aan elkaar te koppelen. De weergave van de blauwe verbindingslijnen
kan worden ingeschakeld met "Weergave service/diagnose/koppeling“.
Zoeken van rechts naar links
Zoeken van links naar rechts
Zoeken van onder naar boven
Zoeken van boven naar onder
Zoeken van links naar rechts en
van boven naar onder
Zoeken van rechts naar links en
van boven naar onder
Zoeken van rechts naar links en
van onder naar boven
Zoeken van links naar rechts en
van onder naar boven
40 Product Control
Refereren:Refereren:Refereren:Refereren:
De doelrandposities van alle POS-vensters worden opnieuw berekend met "Refereren". Let op
dat het object in het opgenomen beeld ook de referentieafmetingen heeft.
Product Control 41
9999 "Pixelcontrole" Controletype"Pixelcontrole" Controletype"Pixelcontrole" Controletype"Pixelcontrole" Controletype
Een pixelcontrolevenster (PIX venster) telt alle donkere of lichte pixels in het venster. De
gebruiker kan een minimum en een maximum waarde instellen voor het aantal pixels. Het
venster wordt beoordeeld als Goed zolang het aantal binnen de tolerantielimieten is.
Zoekgebied:Zoekgebied:Zoekgebied:Zoekgebied:
Het zoekgebied komt overeen met het gele vensterkader. U kunt de
grootte, hoek en positie van het venster wijzigen via het aanraakscherm.
De pixelcoördinaten en de grootte van het venster in pixels worden
weergegeven in de tabel.
Grijswaaredtrempel:Grijswaaredtrempel:Grijswaaredtrempel:Grijswaaredtrempel:
Pixels met een grijswaarde hoger dan de ingestelde drempelwaarde
zullen worden ingesteld naar zwart. Pixels met een grijswaarde lichter
dan de drempelwaarde zullen worden ingesteld naar wit.
VoVoVoVorm:rm:rm:rm:
Vorm van het controlevenster; Kies tussen rechthoekige en elliptische
vensters.
Kleur: Kleur: Kleur: Kleur:
Donkere of lichte pixels tellen;
MinMinMinMin----Tol [Pixel]:Tol [Pixel]:Tol [Pixel]:Tol [Pixel]:
Minimale aantal lichte of donkere pixels in het venster;
MaxMaxMaxMax----Tol [Pixel]:Tol [Pixel]:Tol [Pixel]:Tol [Pixel]:
Maximaal toelaatbare aantal lichte of donkere pixels in het venster;
Koppeling:Koppeling:Koppeling:Koppeling:
Toont welk controlevenster is gekoppeld aan het huidige venster. Zie de sectie
"Controlekoppeling" voor meer gedetailleerde informatie.
>>Volgende>>:>>Volgende>>:>>Volgende>>:>>Volgende>>:
Spring naar de volgende 4 pixelvensters;
42 Product Control
10101010 " Flessenhalsco" Flessenhalsco" Flessenhalsco" Flessenhalscontrole" Controletypentrole" Controletypentrole" Controletypentrole" Controletype
Filter:Filter:Filter:Filter:
De detectie van de flesmond (gele markering) kan worden gewijzigd met hulp van de twee filterwaarden.
Punten verwijderen: Gebieden op de rand van de flessenhals worden verwijderd. Hoe groter de waarde, hoe
groter de gebieden die zullen worden verwijderd.
Gaten sluiten: Onderbrekingen in de flesmondring worden gesloten. Hoe groter de waarden, hoe breder de gele
ring.
De functie "Punten verwijderen" wordt uitgevoerd voor de functie "Gaten sluiten".
Meetringen Meetringen Meetringen Meetringen (POS):(POS):(POS):(POS):
De positie van de drie meetringen kan hier worden gewijzigd. De gegeven waarde geeft de reductie van de
meetring in pixels aan. De reductie is altijd relatief ten opzichte van de buitenste blauwe ring. Een waarde van 4
betekent bijvoorbeeld dat de straal van de meetring 4 pixels kleiners is dan de straal van de blauwe ring.
Meetringen (Tol):Meetringen (Tol):Meetringen (Tol):Meetringen (Tol):
Er wordt een controle uitgevoerd op de meetringen om te bepalen of flesmonden (geel) of gaten (zwart) worden
weergegeven. De defecte pixels worden voor elke ring opgeteld. "Meetringen (Tol)" geeft het maximale aantal
defecte pixels per ring aan.
A BNC (BBBBottle NNNNeck CCCControl, flessenhalscontrole) venster
detecteert defecten in flesmonden. De positie en de
grootte van de flesmond worden gedefinieerd in het
zoekvenster. Drie cirkels worden daarna op de
gemarkeerde flesmond geplaatst. De defecte pixels
worden langs deze cirkels geplaatst en geteld. De fles
wordt beoordeeld als "slecht" als het toelaatbare aantal
defecte pixels is overschreden.
Parameters flessenhalscontroleParameters flessenhalscontroleParameters flessenhalscontroleParameters flessenhalscontrole
Zoekgebied:Zoekgebied:Zoekgebied:Zoekgebied:
Het zoekgebied wordt gedefinieerd met vensters. Het
venster moet altijd groter zijn dan de flesmond en mag het
niet aanraken.
Grootte:Grootte:Grootte:Grootte:
Wordt automatisch bepaald en kan niet handmatig worden
gewijzigd.
Grijswaaredtrempel:Grijswaaredtrempel:Grijswaaredtrempel:Grijswaaredtrempel:
Zoeken: De schuif kan worden afgesteld om hier te zoeken
naar de flesmond. Wanneer een flesmond wordt
gedetecteerd, wordt het gemarkeerd met een blauwe
cirkel. Als de flesmond goed is gedetecteerd over een
groter schuifafstelgebied, dan moet de schuif op de
middelste positie van dit bereik worden ingesteld.
Kleur:Kleur:Kleur:Kleur:
Hier is het mogelijk om heen en weer te schakelen tussen
wit (flessenhals is lichter dan achtergrond) en zwart
(flessenhals is donkerder dan achtergrond).
Flesmond OK
Flesmond "slecht"
Product Control 43
11111111 "Objecttellen" Controletype"Objecttellen" Controletype"Objecttellen" Controletype"Objecttellen" Controletype
Een OBJ venster telt objecten binnen het zoekgebied. Objecten worden herkend als continue
pixeloppervlakken. Alleen de objecten waarvan de oppervlakken binnen de gespecificeerde
oppervlaktolerantie liggen zullen worden geteld. Als het aantal objecten binnen de
gespecificeerde tolerantie ligt zal het venster als goed worden gewaardeerd.
Parameters objecttellenParameters objecttellenParameters objecttellenParameters objecttellen
ZoekgebiedZoekgebiedZoekgebiedZoekgebied
Het zoekgebied komt overeen met het gele vensterkader. De grootte en de positie van het
venster kunnen worden gewijzigd door het aanraakscherm aan te raken of door de pijltoetsen
te gebruiken. De coördinaten van de hoek linksboven en de grootte van het venster worden in
de tabel weergegeven.
DrempelwaardeDrempelwaardeDrempelwaardeDrempelwaarde
Pixels met een grijswaarde hoger dan de ingestelde drempelwaarde zullen worden ingesteld
naar zwart. Pixels met een grijswaarde lichter dan de drempelwaarde zullen worden ingesteld
naar wit.
KleurKleurKleurKleur
De kleur van de objecten. De objecten zijn licht als zij lichter zijn dan de achtergrond en donker
als zij donkerder zijn dan de achtergrond.
Min. aantal en max. aantalMin. aantal en max. aantalMin. aantal en max. aantalMin. aantal en max. aantal
Getelde
objecten
Onjuist object
Juiste object
Object aantal
tolerantie
Verhogen
44 Product Control
Hier kan de tolerantie voor het aantal objecten worden ingesteld. Bij het invoeren van
toleranties kunnen de objecten en het gevonden aantal in de achtergrond worden
weergegeven.
Min. oppervlakgebied en max. oppervlakgebiedMin. oppervlakgebied en max. oppervlakgebiedMin. oppervlakgebied en max. oppervlakgebiedMin. oppervlakgebied en max. oppervlakgebied
Hier kan de tolerantie voor het oppervlakgebied van de objecten worden ingesteld. Bij het
invoeren van toleranties, zullen alle objecten en hun oppervlakgebieden in de achtergrond
worden weergegeven.
Samenvoegen/opsplitsenSamenvoegen/opsplitsenSamenvoegen/opsplitsenSamenvoegen/opsplitsen
Met het filter samenvoegen/opsplitsen, kunnen objecten worden samengevoegd of worden
opgesplitst, en worden verwijderd. Tijdens het invoeren wordt de weergave altijd gezamenlijk
berekend met het ingestelde filter vergroten/verkleinen.
Groot./klein.Groot./klein.Groot./klein.Groot./klein.
Het filter vergroten/verkleinen wordt gebruikt om de grootte van de objecten te wijzigen.
Tijdens het invoeren wordt de weergave altijd gezamenlijk berekend met het ingestelde filter
samenvoegen/opsplitsen.
IncrementIncrementIncrementIncrement
Hier kunt u opgeven of de objecten in een teller moeten worden opgehoogd met elke
inschakeling. Als het maximumtotaal is overschreden zal vanaf dat moment het OBJ-venster
worden gewaardeerd als slecht. Als optie kunnen goede en slechte resultaten worden
opgehoogd, alleen goede resultaten kunnen worden opgehoogd, of de ophoogfunctie kan
worden uitgeschakeld.
Max. totaalMax. totaalMax. totaalMax. totaal
Het maximum objecttotaal voor ophoging kan hier worden gedefinieerd.
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Er mogen niet meer dan 1000 objecten in een OBJ venster zijn, zowel incorrecte als correcte
objecten. Als dit aantal wordt overschreden verschijnt het bericht "TOO MANY OBJECTS!"
(Teveel objecten!) in het OBJ venster.
Product Control 45
12121212 BijlageBijlageBijlageBijlage
Foutmeldingen en fouten oplossenFoutmeldingen en fouten oplossenFoutmeldingen en fouten oplossenFoutmeldingen en fouten oplossen
FoutmeldingFoutmeldingFoutmeldingFoutmelding OplossingOplossingOplossingOplossing
System start niet:
����Systeem uit- en weer inschakelen.
����Aansluitkabels controleren
Het systeem kan niet worden bediend via
het touchscreen
����Is de LAN-verbinding OK?
����Systeem uit- en weer inschakelen.
Systeem laat zich niet via de PC bedienen:
����Is het IP-adres correct geconfigureerd?
����Zijn de netwerkinstellingen op de PC correct?
����Zijn de netwerkhardwarehub, switch en bekabeling in
orde?
����Is de firewall van de PC actief?
Systeem neemt geen beeld op: ����Trigger-signaal controleren
Opgenomen beeld is te onscherp: ����Afstand van de camera tot het object controleren.
Foutlezingen bij hoge snelheid:
����Kloksignaalfrequenties van de machine verlagen.
����Controleren of het trigger-signaal stuitert.
"Geen venster ingesteld!" ����Er moet een venster worden ingesteld.
"!Eerst beeld opnemen a.u.b.!" ����Livebeeld opnemen.
“!! Wachtwoord is onjuist!!" ����Het juiste wachtwoord invoeren.
"Wachtwoorden zijn niet identiek" ����Het tweede nieuwe wachtwoord moet met het eerste
overeenstemmen.
"Fout bij het laden van apparaatdata"
"De standaardinstellingen worden
gebruikt" " < > "
����Er zijn geen data in de camera beschikbaar. Foutmelding
treedt alleen op bij eerste inschakeling.
“!!!! Flash-geheugen is vol!!!!" ����Flash-geheugen is vol; onnodige tekens wissen.
"Fout bij het laden van het product! < > ” ����Laden herhalen of product niet beschikbaar.
� Als fouten hiermee niet kunnen worden opgeheven, dient u zich in verbinding te stellen met
de Klantendienst.
46 Product Control
Zorg en onderhoudZorg en onderhoudZorg en onderhoudZorg en onderhoud
Het apparaat is speciaal volgens industrienormen en -eisen ontwikkeld. Daardoor is de
betrouwbaarheid onder normale productieomstandigheden gegarandeerd voor zover het
apparaat door daarvoor geschoold personeel wordt geïnstalleerd.
Voor een foutvrije bediening van het apparaat is het noodzakelijk dat het glaspaneel regelmatig
wordt gereinigd. Voor de reiniging van het paneel mogen uitsluitend de daarvoor bestemde
reinigingsdoeken en -middelen worden gebruikt.
OpmerkingOpmerkingOpmerkingOpmerking
Het apparaat zelf heeft geen mechanische, aan slijtage onderhevige
onderdelen en behoeft derhalve geen onderhoud.
Technische specificaties Technische specificaties Technische specificaties Technische specificaties
SoftwareSoftwareSoftwareSoftware
Algemeen:Algemeen:Algemeen:Algemeen: � Geïntegreerde menuvlakken;
� Meerdere controlemogelijkheden in één camera;
� Resolutie: 640 x 480 of 1024 x 768 pixels;
� Alle controlemodi zijn willekeurig te combineren
� Laatste 4 opgeslagen foutbeelden
� Uitgebreide diagnoseopties
Flessenhalscontrole:Flessenhalscontrole:Flessenhalscontrole:Flessenhalscontrole: � Detecteert defecten in de flesmond
� Evaluatietijd per flesmondcontrole: ca. 40 ms;
� Filterfuncties van de beeldverwerking;
� Max. 2 venster per flesmondcontrole;
Positiecontrole:Positiecontrole:Positiecontrole:Positiecontrole: � Definieert randpositie in de X en Y richtingen
� Evaluatietijd per Pos-venster: ca. 3 ms;
� Max. 25 POS-vensters;
Pixelcontrole:Pixelcontrole:Pixelcontrole:Pixelcontrole: � Tellen van donkere of lichte pixels
� Evaluatietijd per PIX-venster: ca. 3 ms;
� Maximaal 20 PIX-vensters;
Objecttellen:Objecttellen:Objecttellen:Objecttellen: Tellen van objecten in het venster;
Max. 1000 objecten per objectvenster;
Max. 5 objectvensters;
Diverse filters voor verbeterde objectdetectie
Product Control 47
HardwareHardwareHardwareHardware
De volgende specificaties zijn van toepassing op type 200 grootte 1 camera's. Zie voor andere cameratypes de
corresponderende specificatiebladen.
Hehuizing:Hehuizing:Hehuizing:Hehuizing: Aluminum (LxBxH) 103 x 55 x 55 mm, (Standaard cameratype,
afmetingen zullen anders zijn als andere cameratypes worden
gebruikt),
IP 54 (tegen stof beschermd, tegen opspattend water beschermd);
Spanning:Spanning:Spanning:Spanning: 24 V DC / ca.300mA
Beeldverwerking:Beeldverwerking:Beeldverwerking:Beeldverwerking: Digitale signaalprocessor voor beeldcontrole;
InInInIn----/Uitgangen:/Uitgangen:/Uitgangen:/Uitgangen: Uitvoeren 24 V DC, elektrisch geïsoleerd,
Kortsluitingsbestendig, beschermd tegen ext. voltage tot op 30V,
2 invoeren 24 V DC, elektrisch geïsoleerd (max. 30V),
Drempelwaarde reactie: Hoog ca. 14V, Laag ca. 3V;
Interface:Interface:Interface:Interface: LAN;
Belichting: Belichting: Belichting: Belichting: hangt af van de toepassing
Objectief:Objectief:Objectief:Objectief: hangt af van de toepassing
Afstand object Afstand object Afstand object Afstand object ---- behuizing :behuizing :behuizing :behuizing : hangt af van de toepassing
Kophellingshoek:Kophellingshoek:Kophellingshoek:Kophellingshoek: hangt af van de toepassing
48 Product Control
12.112.112.112.1 Afstellen van de beeldscherpheid/leesafstand Afstellen van de beeldscherpheid/leesafstand Afstellen van de beeldscherpheid/leesafstand Afstellen van de beeldscherpheid/leesafstand
Als de scherpte van het beeld dat wordt weergegeven door de Pilot Line Manager of MSC Cliënt niet voldoet aan
de verwachte kwaliteit of als de scherpte van het beeld opnieuw moet worden afgesteld na het instellen van de
gewenste leesafstand, doe dan het volgende.
o Verhoog de grootte van de weergegeven details door het inschakelen van de “Zoom”
modus in het “Hoofdmenu” of door de beeldkwaliteit naar "1" te schakelen in “Config.
beeldoverdracht“ in het menu "Systeemparameters".
o Schakel de camera daarna naar de modus "Live beeld".
o Wijzig nu de afstand tussen het object en de camera totdat het beeld dat is afgebeeld op
het Pilot-scherm zo scherp mogelijk wordt.
o Stel de kwaliteit van de beeldoverdracht terug in naar de vooraf ingesteld waarde van "2" of
schakel de Zoom-modus uit. Het te hoog instellen van de kwaliteit van de beeldoverdracht
kan de verwerkingstijd tijdens productie verhogen naar meer dan 30 ms.
Standaardcamera’s hebben een leesafstand van 80 mm; als een algemene regel worden de leesafstanden
ingesteld tijdens de installatie van het systeem. U zult de beeldscherpte zelf moeten afstellen als u een gewijzigde
meetafstand nodig heeft voor kleinere producten of grotere labels.
1. Verhoog de grootte van de weergegeven details door het inschakelen van de “Zoom” modus in het
“Hoofdmenu” of door de beeldkwaliteit naar "1" te schakelen in “Config. beeldoverdracht“ in het menu
"Systeemparameters".
2. Schakel de camera daarna naar de modus "Live beeld".
3. Wijzig nu de afstand tussen het object en de camera totdat het beeld dat is afgebeeld op het Pilot-
scherm de grootte is die u nodig heeft.
4. Open de M18x1 schroef die de opening naar het objectief afsluit en draai van buiten aan de focusring
met een geschikt gereedschap zoals een schroevendraaier met een kleine punt, totdat u een merkbaar
scherper beeld op het scherm ziet. Zorg ervoor dat u niet per ongeluk de instelling f-stop wijzigt.
5. Stel de kwaliteit van de beeldoverdracht terug in naar de vooraf ingesteld waarde van "2" of schakel de
Zoom-modus uit. Het te hoog instellen van de kwaliteit van de beeldoverdracht kan de verwerkingstijd
tijdens productie verhogen naar meer dan 30 ms.
AfscherAfscherAfscherAfscher
BrandpuntsafstBrandpuntsafstBrandpuntsafstBrandpuntsafst
andandandand
Aansluiting Objectief
Product Control 49
12.212.212.212.2 Behuizingsafmetingen, Grootte 1Behuizingsafmetingen, Grootte 1Behuizingsafmetingen, Grootte 1Behuizingsafmetingen, Grootte 1
50 Product Control
Auteur: Pharmacontrol Electronic GmbH
Het is niet toegestaan enig onderdeel van deze documentatie zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming te kopiëren, te verzenden, toe te wijzen, te registreren in een
systeem voor gegevensverwerking of te vertalen in een andere taal, ongeacht in welke vorm.