Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een...

30
Nummeren van museumobjecten Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp te kunnen identificeren. Het nummer laat toe te verwijzen naar de gegevens die over het voorwerp zijn genoteerd op de inventarisfiche of opgeslagen in een record binnen de geautomatiseerde collectieregistratie. Wanneer een nieuw voorwerp binnenkomt, bijvoorbeeld door aankoop of schenking, of wanneer pas met inventariseren wordt gestart, krijgt het object meestal eerst een voorlopig volgnummer. Dit nummer kan met een label aan een touwtje tijdelijk aan het object worden bevestigd. Als het inventarisnummer definitief vaststaat, kan het op het voorwerp zelf worden aangebracht. Het nummer moet onlosmakelijk met het voorwerp verbonden zijn, op een manier dat het niet bij de minste handeling of verplaatsing geheel of gedeeltelijk onleesbaar wordt. Anderzijds geldt dat het nummer te allen tijde verwijderbaar (reversiebel) moet zijn, zonder dat het object hierdoor schade oploopt. Denk altijd goed na voor je met het nummeren begint. De aard en het materiaal, maar ook de bewaringstoestand van een voorwerp bepalen welke nummeringmethoden geschikt zijn en welke vermeden moeten worden. Ook bij het bepalen van de plaats van het nummer moet men overdacht, logisch en consequent te werk gaan. Men doet er best aan om de afspraken of regels hierover in een handleiding vast te leggen.

Transcript of Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een...

Page 1: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Nummeren van museumobjecten Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp te kunnen identificeren. Het nummer laat toe te verwijzen naar de gegevens die over het voorwerp zijn genoteerd op de inventarisfiche of opgeslagen in een record binnen de geautomatiseerde collectieregistratie. Wanneer een nieuw voorwerp binnenkomt, bijvoorbeeld door aankoop of schenking, of wanneer pas met inventariseren wordt gestart, krijgt het object meestal eerst een voorlopig volgnummer. Dit nummer kan met een label aan een touwtje tijdelijk aan het object worden bevestigd. Als het inventarisnummer definitief vaststaat, kan het op het voorwerp zelf worden aangebracht.

Het nummer moet onlosmakelijk met het voorwerp verbonden zijn, op een manier dat het niet bij de minste handeling of verplaatsing geheel of gedeeltelijk onleesbaar wordt. Anderzijds geldt dat het nummer te allen tijde verwijderbaar (reversiebel) moet zijn, zonder dat het object hierdoor schade oploopt.

Denk altijd goed na voor je met het nummeren begint. De aard en het materiaal, maar ook de bewaringstoestand van een voorwerp bepalen welke nummeringmethoden geschikt zijn en welke vermeden moeten worden. Ook bij het bepalen van de plaats van het nummer moet men overdacht, logisch en consequent te werk gaan. Men doet er best aan om de afspraken of regels hierover in een handleiding vast te leggen.

Page 2: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Welke methode kiezen? Vernis-stift-vernismethode Het nummer wordt geschreven op een vooraf aangebracht strookje vernis. Na droging wordt hierover een tweede vernislaagje gestreken, ter bescherming. Over het algemeen wordt hierbij gebruik gemaakt van ofwel het acrylhars Paraloid B72 25% in aceton, ofwel een lak zoals Golden Polymer Varnish with UVLS (mat). Hierop wordt het nummer geschreven met Oost-Indische inkt, of met een stift (gebruiksvriendelijker. Merken als Pilot, Rotring, Edding enz.). Het ICN te Amsterdam (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) deed onderzoek naar geschikte merken en types.

Potlood Vooral voor het nummeren van voorwerpen van papier. Bij voorkeur een potlood van hardheidsgraad B.

Page 3: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Label aan een katoenen touw of katoen-polyester draad

Etiketten Met niet-zure lijm op te plakken, of archiefkwaliteit zuurvrije, wateroplosbare gegomde kleefband.

Stoffen etiket Genaaid op textiel

Page 4: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Elektronische tags Interactieve chip, aangebracht bij of op het voorwerp, of in de verpakking; de radiogolven worden gelezen door middel van een antenne, zodat het voorwerp niet hoeft aangeraakt of verplaatst te worden.

Page 5: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp
Page 6: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Do's en don'ts bij het nummeren • Bij voorkeur steeds in dezelfde kleur nummeren, contrasterend. Bij voorkeur zwart; gebruik

wit op donkere voorwerpen en op gekleurd glas.

• Gebruik een kleine maar leesbare letter, strak en schreefloos. • Verwarrende cijfers (606, 66, 99 enz.) onderlijnen of voorzien van een punt. • Niet krassen, graveren of schroeven in het materiaal (eventuele uitzondering: zie voorbeeld

glasramen). • Geen metaal gebruiken (nummerplaatje, bevestigingsdraad). • Geen nagellak, zelfklevende stickers, plakband of ander ondeugdelijk materiaal gebruiken. • Het nummer moet altijd reversiebel blijven: in geval van hernummeren moet het oude

nummer verwijderd kunnen worden zonder schade aan te brengen aan het object. Wanneer oude nummering verwijderd moet worden, gebeurt dit enkel nadat alles administratief bewaard en gedocumenteerd werd, eventueel gefotografeerd.

• Nummer op een zuivere, dus niet vervuilde ondergrond. Vergewis vóór het nummeren of het voorwerp in goede conditie verkeerd (bijvoorbeeld niet schrijven op loskomende polychromie, donker aangelopen zilver of tranend glas).

• Breng het nummer eveneens op de verpakking aan (doos, hoes, …) zodat u het object niet moet uitpakken voor identificatie.

Page 8: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Ingeval van het opbergen van niet-verpakte objecten van diverse aard en vorm, is het praktisch om een contourtekening mét het inventarisnummer van het object aan te brengen op de legplank.

Page 9: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

De plaats van het nummer • Bij voorkeur op dezelfde plaats en op een zo onopvallend mogelijke plaats. • Op een plaats die geen risicovolle manipulaties vereist om het nummer te kunnen lezen. Bij

meubels die tegen een muur staan beter niet op de rugzijde nummeren, maar aan de binnenzijde, bijvoorbeeld van de rechterdeur (die eerst opengaat).

• Alle losse of los te maken onderdelen moeten genummerd worden.

• Zeer kleine objecten krijgen een label, of indien dit onmogelijk is (bijvoorbeeld schelpjes, muntstukken, miniatuurobjecten, enz.): nummeren op de verpakking

Page 10: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Goede praktijkvoorbeelden (deel I) Boeken, albums, schetsboeken

• Plaats Benedenhoek binnenzijde omslag (andere mogelijke keuze:linksboven). Indien de binnenzijde van de omslag geïllustreerd is: op eerste blanco pagina

• Methode: potlood (B of HB)

• Variant: In het boek een aparte legger van zuurvrij papier of polyesterfolie schuiven, waarop het nummer geschreven is (bovenstrook zichtbaar). Bij herbaria: nummer op het blad waarop het specimen gemonteerd is.

Opgezette dieren

• Plaats: label, bv. bevestigd aan poot, of vernis-stift-vernis aan onderzijde sokkel of zitstok • Methode: label of vernis-stift-vernis

Page 11: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Been, hoorn, ivoor, schildpad

• Plaats: onderzijde; in geval van ivoren plaketten: rugzijde; in geval van kruit- of drinkhoorn en armband: rand van de opening, minst zichtbare plaats

• Methode: vernis-stift-vernis of label

Fotografisch materiaal

• Plaats: achterzijde; ook op eventuele passe-partouts en lijsten • Methode: rechtstreeks op papier: potlood B

Polyethyleen: strookje papier zuurvrij gelijmd Papier en polyethyleen: op etiket op hoesje Foto’s in kastjes en op porselein: los label

Page 12: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp
Page 13: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp
Page 14: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Glas (en emails) Holglas

• Plaats: onder voet of op steel (beneden) • Methode; vernis-stift (wit) –vernis

Melinex bandje rond steel of voet, of opgekleefd strookje mica met nummer

Page 15: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Vlakglas

• Plaats: onderaan op het glas, of op een van de koperen of loden strippen • Methode: vernis-stift-vernis. In geval van nieuwe strippen kan het nummer gegraveerd

worden in de vrij zachte loden strip, of als gegraveerd koperen plaatje vastgezet in de loden strip.

Fragmenten archeologisch glas

• Methode: bewaren in minigripzakjes, waarop het inventarisnummer geschreven of op label gekleefd is.

Page 17: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Goede praktijkvoorbeelden (deel II) Blank houten object

• Plaats: onderzijde (mits niet schurend over ondergrond), zijkant of achterzijde van groter object

• Methode: vernis-stift-vernis, of indien niet mogelijk: label

Gepolychromeerd object

• Plaats: onderzijde (mits niet schurend over ondergrond) of achterzijde van groter object • Methode: vernis-stift-vernis, of indien niet mogelijk: label

Page 18: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Keramiek

• Plaats: onderzijde (mits niet schurend over ondergrond), of onopvallende gemakkelijk terug te vinden plaats

• Methode: vernis-stift-vernis • Opmerking: onderzijde (mits niet schurend over ondergrond), of onopvallende gemakkelijk

terug te vinden plaats. Bij tegels: op de zijkant of een vaste plaats op de achterkant.

Kunststof

• Methode: enkel met label(bv. uit zuurvrij karton of teflontape)! Oplosmiddel van vernis kan kunststof aantasten.

Page 19: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Leder en bont

• Plaats: aan de achterzijde (vleeszijde), of zoals bij textiel • Methode: vernis-stift-vernis, label of opgenaaid stoffen etiket (cf textiel). • In geval van donker leder, bijvoorbeeld paardentuig: strookje dun zwart leder met nummer

in slagcijfers, bevestigd met zwart garen.

Schoen

• Plaats: op de onderkant, binnenzijde van de hak • Methode: vernis-stift-vernis; bij stoffen schoen: opgenaaid etiket

Metaal

• Plaats: op gemakkelijk terug te vinden, onopvallende plaats (indien onder de voet: niet schurend op ondergrond)

• Methode: vernis-stift-vernis of label (bij bestekken en sieraden) • Opmerking: munten en penningen: op verpakking, of op zuurvrij kartonnetje onder de munt. • Bestekken en sieraden: label (dat verwijderd kan worden bij tentoonstellen)

Page 20: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Papier

• Plaats: op achterzijde; ook op passe-partout en op lijst (bovenaan links) • Methode: potlood, B of HB

Page 21: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp
Page 22: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Goede praktijkvoorbeelden (deel III) Schilderij

• Plaats: op rugzijde van lijst (paneel) of spieraam (doek): hoek rechts onderaan (andere keuze: links boven)

• Methode: vernis-stift-vernis of etiket op spieraam en lijst • Opmerking: nooit etiketten plakken of nooit schrijven rechtstreeks op achterzijde van doek

of paneel

Textiel

• Plaats: kostuums: in de zoom bij de linker zijnaad, in de linkermouw. Onderzijde van vlak textiel, liefst in twee hoeken, diagonaal over elkaar. Zeer fragiel textiel: op verpakking of op drager. Paraplu: lintje aan balein

• Methode: nooit rechtsreeks op het voorwerp nummeren! Katoenen lint of niet-geweven polyestervlies, waarop vooraf het nummer geschreven is met watervaste textielpen, opnaaien aan achterzijde, met fijne naald en zijdedraad

Page 23: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Steen en steenachtig materiaal

• Plaats: beeld of groot object: onderaan, op makkelijk terug te vinden onopvallende plaats. Gesteente of mineraal: op onopvallende plaats en/of op verpakking

• Methode: vernis-stift-vernis of in geval van kleine gesteenten: label vastgemaakt aan of mee verpakt met object

Veren object

• Methode: label

Meubilair

• Plaats: bovenaan rechts op de zijkant van kabinetten en tafel; stoelen: rechterkant van de zijkant (onderste regel) van de zitting. Kasten: op verborgen plaats, maar voor meubels die tegen een muur moeten staan beter niet op rugzijde, maar aan gemakkelijker bereikbare binnenzijde, bijvoorbeeld van de recherdeur.

• Methode: vernis-stift-vernis

Page 24: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Karren en rijtuigen

• Plaats: systematisch op dezelfde plaats, bijvoorbeeld: onder koetsbak links of rechts, of op de vooras

• Methode: vernis-stift-vernis

Page 25: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Goede praktijkvoorbeelden (deel IV) Natte collecties (biologie)

• Plaats: label aan de binnenzijde van de bewaarpot of –buis, en een zelfde etiket op de buitenzijde gekleefd

• Methode: een label toevoegen van zware kwaliteit perkamentpapier of Tyvek, waarop het nummer geschreven is met potlood of Oost-Indische inkt. Etiket even dopen in ethanol voor het in de bewaarpot wordt gestopt.

Wapens (blanke en andere)

• Plaats: diverse (zie enkele voorbeelden) • Methode: vernis-stift-vernis

Page 26: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Insecten

• Plaats: etiket • Methode: etiket onder het specimen op de insectenspeld geprikt

Kousen, beurzen, tassen...

• Plaats: binnenzijde • Methode: katoenen lint of niet-geweven polyestervlies opnaaien (zie textiel)

Page 27: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp

Lakwerk

• Plaats: op onopvallende maar gemakkelijk terug te vinden plaats • Methode: zuurvrij, archiefkwaliteit en wateroplosbaar gegomd etiket, waarop vooraf

nummer is geschreven in potlood of inkt.

Varia: etnografisch materiaal, muziekinstrumenten, medailles...

• Plaats en methode: volgens aard, materiaal en kenmerken van het type object.

Page 28: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp
Page 29: Nummeren van museumobjecten - depotwijzer.be · Nummeren van museumobjecten . Elk voorwerp uit een collectie krijgt een inventarisnummer, dat individueel en uniek is, om het voorwerp