NRC Handelsblad

2
Zaterdag 29 oktober & Zondag 30 oktober 2011 Het verleden aan de Theems Honderden vrijwilligers zoeken naar sporen van vroegere inwoners van Londen PAGINA 8-9 Betekenisloze woorden verraden wie wij zijn PAGINA 4-5 Zandkorrels meten de tijd PAGINA 6-7 Witte schimmel nekt vleermuizen PAGINA 11 FOTO N. COHEN

Transcript of NRC Handelsblad

Page 1: NRC Handelsblad

Zaterdag 29 oktober & Zondag 30 oktober 2011

Het verledenaan de Theems

Honderden vrijwilligers zoeken naarsporen van vroegere inwoners van LondenPAG I N A 8 - 9

B etekenislozewoorden verradenwie wij zijnPAG I N A 4 - 5

Zandkorrelsmeten de tijdPAG I N A 6 - 7

Wi t t eschimmel nektvleermuizenPAG I N A 11

FO

TO

N. C

OH

EN

Page 2: NRC Handelsblad

NRC Weekend Zaterdag 29 oktober & Zondag 30 oktober 2011

8 We t e n s ch a p

A RC H E O LO G I E Er wonen al duizenden jaren

mensen langs de Theems. Een groot

onderzoeksproject zoekt naar hun sporen.

Theo Toebosch

Vijf zwarte aalscholvers zit-

ten op hun gemak op een

dukdalf in de Theems. De

Tower Bridge en het drij-

vende museum HMS Belfast vormen

hun natuurlijke omgeving. “Het be-

wijs dat de Theems weer een schone

rivier is”, zegt archeoloog Gustav

Milne van University College of Lon-

don.

Maar hij is hier niet voor de vogels.

Milne leidt het Thames Discovery

Programme, een driejarig project

waarbij vrijwilligers archeologische

vondsten langs de oevers van de

Theems in kaart brengen. Het pro-

ject werd in oktober 2008 gelanceerd.

Het academische gedeelte ervan

wordt dit najaar afgerond, maar de

vrijwilligers zullen ook in de toe-

komst nog worden begeleid.

Voor Milne is de rivier met zijn

vooroevers één grote archeologische

vindplaats. “Een die loopt van de pre-

historie tot aan de moderne tijd.”

Niet voor niets zei Labour-politicus

John Burns in 1929, toen iemand een

volgens hem ongunstige vergelij-

king maakte tussen de Theems en de

Amerikaanse Mississippi: “De

Theems is vloeibare geschiedenis.”

Al millennia lang is de rivier een

levensader. Tijdens de steentijd was

de Theems een bron van vers water en

voedsel voor jager-verzamelaars.

Voor de Romeinen vormde de rivier

eerst een obstakel, waar ze voor de

verovering van Brittannië stammen

als de Catuvellauni en de Atrebates

moesten verslaan. Later werd hij voor

hen een strategische en economische

waterweg. In de Middeleeuwen bleef

de Theems een belangrijke handels-

route. En daarna nam de bedrijvig-

heid op en langs de rivier alleen maar

toe. Tijdens de Industriële Revolutie

werden aan de oever de eerste stoom-

schepen gebouwd. In de Eerste en

Tweede Wereldoorlog hoorde de

Theems tot de vitale verdedigingsli-

nies van Engeland. De laatste decen-

nia zijn de vervuilende industrieën

rond de rivier verdwenen en heeft hij

Jutten langs de Theems

door het toerisme een nieuwe econo-

mische betekenis gekregen.

Over de historische betekenis van

de rivier is iedereen het wel eens. Al-

leen ging men er lang van uit dat door

de stroming en de getijden de meeste

sporen van die lange geschiedenis

waren weggespoeld. Milne: “Al vanaf

de zeventiende eeuw worden in en

rond de Theems archeologische

vondsten gedaan, maar iedereen

dacht dat het alleen maar losse vond-

sten waren en dat er geen stratigrafie

meer was te beschrijven.” Hij dacht er

anders over en ging tussen 1993 en

1999 met studenten en lokale erf-

goedverenigingen een uitgebreide

veldverkenning doen van de vooroe-

vers, het niet beklede gedeelte van de

oever tussen de waterlijn en de vlak-

ke bodem. Daarbij toonden ze aan

dat er wel degelijk veel intacte arche-

ologische vindplaatsen zijn. “En-

glish Heritage heeft daarna bepaald

dat ook bij bebouwing en ontwikke-

ling van de (voor)oevers van tevoren

archeologisch onderzoek moet wor-

den gedaan.”

Het Thames Discovery Program-

me is een voorzetting van het werk in

de jaren negentig, zegt Milne. Ver-

spreid over ongeveer twee keer veer-

tig kilometer rivieroever, van

Richmond Palace tot aan Bexley, heb-

ben hij en zijn mensen de afgelopen

drie jaar twintig vindplaatsen onder-

zocht. We gaan naar de vindplaats

Custom House in de City, “het vroe-

gere hart van de middeleeuwse haven

van Londen”, genoemd naar het dou-

anekantoor dat, in verschillende ge-

daanten, al sinds 1271 min of meer op

dezelfde plek staat. Volgens Milne is

Custom House een goed voorbeeld

van wat er bij de rivier is te vinden.

Laarzen en stevige schoenen gaan

aan.

Pijpesteel en steekkar

Een glibberige stenen trap met

twee relingen voert naar de vooroe-

ver. Het is laag tij en tussen de rivier-

stenen aan de oppervlakte liggen een

paar middeleeuwse scherven en de

resten van een pijpesteel. Verderop

een fragment van een Romeinse dak-

pan – ook niet vreemd, want in de Ro-

meinse tijd waren het Forum en de

thermen hier in de buurt. Een steek-

karretje, half weggezonken in de

modder, herinnert aan de tijd van de

negentiende- en vroeg twintigste-

eeuwse pakhuizen op de kade. Tien-

tallen oesterschelpen zijn een over-

blijfsel uit de tijd dat van 1873 tot

1982 in Old Billingsgate Market,

naast het Custom House, de vismarkt

huisde. “Verder stroomopwaarts, bij

Chelsea, hebben we de schelpen van

een uitgestorven soort tweekleppige

uit de Nieuwe Steentijd gevonden.”

Vandaag heeft Milne echter geen

oog voor losse vondsten. Hij kijkt

naar de vaste structuren zoals een

verhoogd betonnen pad dat ooit toe-

gang tot de rivier verschafte, maar

dat nu vervallen is. Aan dergelijke

structuren kan hij zien hoe snel de

erosie gaat en vindplaatsen wegspoe-

len. “Toen ik hier in 1995 voor het

eerst kwam, was hij nog intact. Nu

zijn al hele stukken ingestort en weg-

gespoeld.”

Bij het water van de rivier komen

de resten van een eerder exemplaar

van hout tevoorschijn. Dat was in ie-

der geval breder, constateert Milne.

“Grote kans dat hieronder weer een

andere zit. Mogelijk middeleeuws.

We graven hier nauwelijks op. We la-

ten de rivier het werk doen.”

Voor Milne, 64 jaar oud, is de

Theems al bijna veertig jaar zijn be-

langrijkste werkterrein. Een typisch

geval van serendipiteit, zegt hij. Ter-

wijl zijn broer als pianist bij de groep

Mungo Jerry wel het gedroomde suc-

ces in de popmuziek had, werkte hij

in 1973 in een Londense muziek-

groothandel. Daarnaast deed hij in

de weekeinden als vrijwilliger mee

aan een opgraving van onder meer

een Romeinse kademuur. “Heel toe-

vallig hierboven op de oever bij Cus-

tom House.”

Aan het eind van de zomer werd

hij ineens ontslagen bij zijn werk,

maar omdat de meeste studenten bij

de opgraving net weer met hun colle-

ges moesten beginnen, kreeg hij met

een paar anderen een contract voor

twee weken om de opgraving af te

maken. Aan het einde van die twee

weken werd het commerciële opgra-

vingsbedrijf van het Museum of Lon-

don opgericht. “Ze hadden dringend

mensen nodig, wij kwamen net van

een opgraving en hadden ‘e r va r i n g ’

en dus werd onze ploeg zonder ver-

dere sollicitatiegesprekken en cv-on-

derzoek aangenomen.”

Vanwege de opkomende project-

ontwikkeling van de Theems-

oevers bleef Milne de daaropvolgen-

de twintig jaar vaak werken bij nood-

opgravingen langs de rivier. In de

tussentijd haalde hij in de avonduren

een academische graad in de archeo-

logie en schreef hij een doctoraal-

scriptie over oude haveninstallaties.

In 1991 werd hij universitair docent

aan University College London en be-

dacht hij dat de oevers voor zijn stu-

denten een goed terrein waren om

veldwerkervaring op te doen.

Tijdens het huidige project hou-

den ze niet alleen de erosie bij beken-

de vindplaatsen in de gaten, vertelt

hij. “We proberen tegelijk nieuwe

vindplaatsen te ontdekken.” Een van

die nieuwe vondsten deden ze vorig

jaar bij Vauxhall in Zuid-Londen, in

de vooroever bij het gebouw van MI6,

de Britse geheime dienst. “We had-

den de politie van tevoren om toe-

stemming voor onze aanwezigheid

gevraagd, maar blijkbaar de verkeer-

de, want plotseling stonden er agen-

ten voor onze neus met de vraag wat

we hier deden.”

Milne en zijn mensen waren druk

bezig om een houten structuur, die

bij extreem laag tij was komen bloot

te liggen, te onderzoeken en in te me-

ten. C14-datering van houtmonsters

maakte duidelijk dat een groepje pa-

len, sommige met een doorsnede van

dertig centimeter, bijna zevendui-

zend jaar oud waren. “Het is de oud-

ste houten structuur die tot nu toe bij

de Theems is gevonden. Mogelijk is

het een platform geweest voor een

gebouwtje. Maar of het een tijdelijk

onderkomen voor jager-verzame-

laars was of iets religieus weten we

niet. Het lag in ieder geval indertijd

op de top van een eilandje in de rivier

en was markant.”

Milne wijst op de kademuur onder

de metershoge aanlegsteiger bij de

voormalige vismarkt. Die is gemaakt

van bakstenen. “Aan het type metsel-

werk te zien zou ik zeggen achttien-

de -eeuws.” Onderaan de muur ste-

ken houten palen en planken uit.

“Eerdere steigers gemaakt van her-

gebruikt hout, afkomstig van huizen

en schepen. Dat maakt het lastig om

zo’n steiger te dateren.” Wat de op-

eenvolgende steigers wel duidelijk

maken is dat het peil van de rivier de

afgelopen eeuwen enorm is geste-

gen. “De huidige kademuren zijn bij

extreem hoog tij ook al te laag. Voor

Custom House zie je daarom een

nieuwe betonnen waterwering.”

Gerepareerde kademuur

Milne heeft vorig jaar ontdekt dat

Londen tijdens de Tweede Wereld-

oorlog, zonder dat het grote publiek

het wist, meerdere keren aan ernstige

overstromingen is ontsnapt. “T ij -

dens onze veldverkenningen viel het

op dat de kademuur, die grotendeels

uit het begin van de negentiende

eeuw stamt, op verschillende plek-

ken met beton is gerepareerd. Dat was

voor ons reden om in de London Me-

tropolitan Archives naar de archieven

van de ingenieursdienst van de Lon-

don County Council te zoeken.”

In het archief vonden Milne en

zijn mensen de tot nu toe ongepubli-

ceerde logboeken van een geheime

reparatiedienst. “In 1930, twee jaar

na een grote overstroming met dui-

zenden daklozen en veertien doden

als gevolg, was Thomas Peirson

Langs de oever liggensteeds vakerkokosnoten: ‘Offer svan Aziatischeinwoners van Londen.’

2

3

4

NRC Weekend Zaterdag 29 oktober & Zondag 30 oktober 2011 NRC Weekend Zaterdag 29 oktober & Zondag 30 oktober 2011

9

Contouren van

een schuit in

Wo o l w i ch .

F O T O N . C O H E N

Archeologisch vrijwilligerswerk

Bij het Theems Discovery Program-

me zijn ongeveer 300 vrijwilligers be-

trokken. Het project is daarmee een

voorbeeld van community archaeo-

logy, waarbij het grote publiek na-

drukkelijk bij archeologie wordt be-

trokken en zelfs mag meedoen. In dit

geval zijn de vrijwilligers door Gustav

Milne en vier andere professionals

tijdens weekeinden opgeleid om ar-

cheologische vondsten te herkennen

en vast te leggen. Verder zijn ze ge-

traind om te letten op de gevaren bij

de vooroevers van de Theems. Som-

mige plekken zijn moerasachtig en

het waterpeil kan snel stijgen.

Uit een enquête onder de vrijwilligers

Frank benoemd tot hoofdingenieur

van de County Council. Hij zag de

oorlogsdreiging toenemen en be-

dacht dat als de riviermuren tijdens

een vijandelijk bombardement ge-

raakt zouden worden een catastrofe

dreigde. Denk aan ontelbare doden

in ondergelopen schuilkelders in de

ondergrondse en de chaos die een on-

dergelopen stad met zich mee-

brengt.”

Peirson Frank bracht in het ge-

heim de zwakke plekken langs de ri-

vier in kaart en richtte vier depots in

waar een team klaar stond met zand-

zakken, hout en canvas, om direct

eventuele gaten in de kademuur te

dichten. “Tijdens de Blitz in 1940 z ij n

ze veertig keer uitgerukt om een gat

te dichten. In totaal is de kademuur

tijdens de oorlog zeker 121 keer door

Duitse bommen geraakt. Dankzij het

goed georganiseerde werk van Peir-

son Frank heeft niemand ooit iets ge-

merkt en is het nooit op een overstro-

ming van Londen uitgedraaid. Het

heeft hem wel een ridderschap opge-

leverd, maar bij de verantwoording is

zijn werk in de oorlog niet ge-

noemd.”

Milne en zijn mensen waren be-

nieuwd of de Luftwaffe bewust de ka-

demuur heeft proberen te raken.

“Net zoals de Britten in 1943 bewust

met dam busters het Ruhrgebied on-

der water hebben gezet. Maar het ziet

er naar uit dat alle treffers toevalstref-

fers waren. Geen enkele Duitse aan-

val vond vlak voor hoog tij plaats.”

Milne tikt met zijn paraplu tegen

een verdwaalde kokosnoot. “Dat

soort dingen vinden we steeds vaker.

Offers van Aziatische inwoners van

Londen.” Verderop ligt een twee-

voor-de -prijs-van-één-magnetron-

maaltijd. “Daar moet ook een verhaal

aan vastzitten.”

Het onderzoek naar de verhalen

van de twintig onderzochte vind-

plaatsen heeft tot nu toe verscheide-

ne afstudeerscripties en twee proef-

schriften opgeleverd. In 2012 moet

zijn boek over het onderzoek klaar

zijn. “Het is verder de bedoeling dat

we het aantal vindplaatsen ieder jaar

verdubbelen, net zolang tot alle

vindplaatsen aansluiten.” Ook al

voelt hij zich echt wel 64, toch heeft

hij genoeg ambitie voor nog meer

Theemsonderzoek. Glimlachend:

“Daarna breiden we uit naar East An-

glia en Kent. Is er in Nederland ook

nog een rivier met getijden?”

Londen blijkt tijdens deTweede Wereldoorlogin het diepste geheimaan overstromingen tezijn ontsnapt

blijkt dat het om een diverse groep

gaat. Iets meer dan de helft is vrouw

en een kleine meerderheid is onder de

veertig. Twintig procent is student,

drie procent werkloos en onder de

werkenden bevinden zich leraren,

mensen die in de zorg werken, machi-

newerkers en administratief mede-

werkers. De een doet mee omdat hij in

archeologie in het algemeen is geïnte-

resseerd, een ander omdat hij in de

buurt van de Theems woont en graag

meer van zijn omgeving wil weten.

Naast de training van vrijwilligers is

de organisatie van het project bezig

geweest met de opzet van een River-

pedia, de organisatie van lezingen,

de begeleiding van wandelingen

over de vooroevers voor families en

schoolklassen en de samenstelling

van een tentoonstelling in het Muse-

um of London van vondsten die tij-

dens de veldverkenningen en de pu-

bliekswandelingen zijn gedaan.

Daartoe behoort ook de vondst van

een achtjarige schooljongen: een

malletje met een afbeelding van een

hond dat in de Victoriaanse tijd werd

gebruikt om aardewerk te decore-

ren.

“Ons werk zit er nu op,” zegt Milne,

die het Theems Discovery Program-

me leidt. “De vrijwilligers moeten

vanaf volgend jaar zelf het monitoren

van de vindplaatsen voortzetten.”

1. Romeinse

diepdrukplaat,

gevonden op de

oever van

Southwa r k

F O T O M U S E U M O F

LO N D O N

2. Gestempeld

aardewerk, ge-

vonden bij Trig

Lane.

F O T O N . C O H E N

3. Victoriaanse

gietvorm voor

aardewerk,

vondst van een

8- jarige school-

jongen

F O T O M . W E B B E R

4.Gegoten steen

met merkje, ge-

vonden op de

oevers bij

G r e e n w i ch .

F O T O N . C O H E N

1

NRC Weekend Zaterdag 29 oktober & Zondag 30 oktober 2011