Nova Magazine def

24
NO V A Over de top Het beste uit je medewerkers krijgen 10 jaar dansopleiding Leven op het podium Kennis koesteren Fokker houdt kennis in het bedrijf pagina 6 pagina 14 pagina 20 ROC Nova College Magazine nummer 13, december 2012

description

nova magazine, def

Transcript of Nova Magazine def

Page 1: Nova Magazine def

NOVAOver de topHet beste uit je medewerkers krijgen

10 jaar dansopleidingLeven op het podium

Kennis koesterenFokker houdt kennis in het bedrijf

pagina 6

pagina 14

pagina 20

ROC Nova College Magazinenummer 13, december 2012

Page 2: Nova Magazine def

Gezocht: hoogvliegersOnze beste jongeren blijven achter

bij andere Europese uitblinkers. Dat

constateert Huub Nelis van Young­

Works. Maar het tij begint te keren.

pagina 6

pagina 10

pagina 22

pagina 20

Overbrugde kraamkloofDe Randstad kampt met een tekort

aan kraamverzorgend personeel,

dus klopten vijf kraamzorgbureaus

aan bij drie roc’s, waaronder Nova.

Mijn DroomCursist Kaylee Plumstead staat als het

aan haar ligt de komende tien jaar aan

het roer op de grote vaart.

Hoe behoud je kennis in een bedrijf?

Fokker Services liet ervaren mede­

werkers trainen door Nova College

Bedrijfsscholing.

Bakens van kennis

Jong geleerd 9

Column 11

Allerlei 12

Dansopleiding 10 jaar 14

Stage lopen 16

Op scherp 18

Dit ben ik 19

Vijf tips 21

Alumni 24

Colofon

Hoofdredactie: Jan van der Laan

Eindredactie: Marjan Dirkse

Teksten: Maters & Hermsen Journalistiek

Art direction: Bert Rorije

Vormgeving: Def. grafische vormgeving

Fotografie: Jaap Stahlie (omslag), Alexandra Hunts,

Mieke Meesen, Hugo Schuitemaker, Ester Grass

Vagara, Wouter de Wit

Redactie: Anneke van Bruggen, Wendy Eilers,

Esther van Gog, Mieke Jacobse, Gea Meems,

Louis Meijll, Pauline Rote, Anita van der Wielen en

Judith van Zelst

Aan dit nummer werkten mee: Matthijs van

der Pijl, Roel van der Wal, Chantal Verburg, Guido

Veldheer, Huub Nelis, Tycho Achten, Paul Zwolinski,

Esther Lorjé, Grace Smith, Ellen Eeman, Brian Farley,

Rudi Schaafsma, Thijs van Kouteren, Carine Vos,

Michaël van Straalen, Reza Bosman, Romy Marijnis,

Thomas den Haas, Arian Doeser, Toon Reeuwijk,

Ursula Schrever, Kaylee Plumstead, Sander

Holthuijsen, Giovanna Kuipers en Marnix van

Hotwegen

Druk en verspreiding: Station Drukwerk.

Oplage: 18.500 exemplaren

Reageren: [email protected]

NOVA is een uitgave van het ROC Nova College

in de regio Haarlem, IJmond, Haarlemmermeer,

Amstelveen en Duin- en Bollenstreek. Uitspraken

in dit blad weerspiegelen niet noodzakelijk de visie

van het Nova College.

Omslagfoto: Gül Ocak is eerstejaars bij de

opleiding Detailhandel. Ze loopt stage bij Holzhaus

in winkelcentrum Schalkwijk. ‘Ik had verwacht dat

ik zou moeten beginnen met schoonmaken en

dat soort klusjes, maar ik mag al heel veel: etaleren,

poppen aankleden, kledingrekken inrichten, kassa

draaien. Dingen die ik leerde over verkoop tech-

nieken, kan ik meteen in de praktijk brengen.

Heel erg leuk!’

INHOUD

2

Page 3: Nova Magazine def

De HANDHAAf-DrIetrApsrAket

Foto

grafi

e: W

oute

r de

Wit

Meer toezicht en handhaving in woon-, werk- en winkel-

omgeving en een logischer stage-opbouw voor cursisten.

Het kán. Kregen cursisten Handhaving vroeger op dag één

een uniform aan en mochten ze meteen de straat op, nu zit er

een logischer opbouw in hun stage: via een woningcorporatie

naar de gemeente en uiteindelijk bij de politie.

Bij woningcorporatie Ymere lopen cursis­

ten mee met huismeesters en gebieds­

beheerder. ‘In het begin verbazen ze zich

dat iemand zoveel rotzooi op een galerij

kan zetten. Of in een portiek zijn

behoefte doet’, vertelt Chantal Verburg,

‘Haarlemmers winnen ook bij deze stageopzet’Matthijs van der Pijl, gemeente Haarlem

senior consulent gebiedsbeheer bij

Ymere. ‘Onze huismeesters zijn al wat

gewend en hebben overwicht.

Maar het is meegenomen als cursisten

in ieder geval geïnteresseerd raken in

ons werkveld.’

Het gaat Ymere uitdrukkelijk niet om

haar eigen belang: goed gekwalificeerd

personeel. De corporatie wil met deze

begeleiding haar maatschappelijke verant­

woordelijkheid nemen en betrokkenheid

tonen. En: goede contacten met andere

partners in handhaving en toezicht onder­

houden. Verburg: ‘Daaruit kan méér vol­

gen. Het is goed als partners elkaars

belangen beter kennen.’ Ook die van een

cursist. Een van hen wilde na de stage bij

de gemeente de problemen aanpakken

waar de huismeesters van Ymere tegenaan

lopen.’ Na de stage is de cursist in meer­

dere organisaties inzetbaar. En omgekeerd:

cursisten nemen van de verschillende

stages ook kennis mee. Daarom beveelt

Verburg zo’n samenwerkingsstage van

harte aan. ‘Praat niet te lang, maar doe.

Begin, dan kun je daarna altijd nog fijn

slijpen. Dan maar even de druk omhoog

en een datum stellen.’

ProeverijMatthijs van der Pijl, teamleider Hand­

having Openbare Omgeving gemeente

Haarlem, is ook enthousiast over deze

stage­opzet waarbij cursisten eerst stage­

Matthijs van der Pijl

3

Page 4: Nova Magazine def

lopen bij een woningcorporatie en daarna

bij de gemeente: ‘Het is een proeverij voor

de cursist. Voor de organisaties zit de

winst in beter ingewerkte (potentiële)

medewerkers.’ Van der Pijl herinnert zich

hoe vroeger iemand die aan de slag ging,

meteen een uniform aankreeg en op straat

werd aangesproken. ‘Dat waren cursisten

niet gewend. Die zijn pas na twee jaar

handelingsbekwaam.’ Een cursist was

voorheen voor twee jaar gekoppeld aan

één begeleider. ‘Dat maakte mijn organi­

satie minder flexibel’, legt Van der Pijl uit.

‘Voor cursisten is de afwisseling ook beter:

die zit niet vast aan één plek en leert nu

meer.’ Het gat tussen opleiding en praktijk

moet door die flexibiliteit verkleinen. En

cursisten maken een bewustere keuze.

‘Meer dan: “Ik vind het wel leuk om in een

uniform te lopen.”’

Meer ogen en orenHet werk is afwisselend, de vereiste kennis

en vaardigheden veelzijdig: communicatie,

omgang met agressie en geweld, maat­

schappelijke problematiek, bekeuringen

uitschrijven, kennismaking met mensen bij

betrokken organisaties. Van der Pijl: ‘We

zullen ze hier soms een les geven of een

training omgaan met agressie.’ De cursis­

ten solliciteren zelf voor een stageplek. Bij

de selectie wordt gelet op motivatie, leer­

doelen, fysieke fitheid én representativiteit.

Naast de cursist en de betrokken organi­

saties winnen ook de Haarlemmers bij

deze opzet. Van der Pijl: ‘Er lopen dadelijk

méér ogen en oren op straat.’

VeiligheidBetere cursisten, betere handhaving en

beter toezicht. Dat is het doel van de

samenwerking tussen de deelnemende

Criminaliteitsbestrijding: ‘Wij zijn de

Haarlemmer olie.’

OptredenDeze stageopzet moet tot betere cursisten

leiden en tot betere handhaving en toe­

zicht. ‘Niet dat het onvoldoende was, maar

het kan altijd beter’, stelt Van der Wal. ‘Een

handhaver die bij diverse organisaties

partners in het convenant Werken aan

sociale veiligheid in de regio Haarlem.

Het platform van gemeente, politie en

ondernemers heeft contacten en vervulde

zo een brugfunctie tussen deelnemende

partijen. Maar ook tijdens de stage blijft

het Regionaal Platform betrokken, zij het

in de ondersteuning. Roel van der Wal,

programmamanager Regionaal Platform

Roel van der Wal

‘Wij zijn de Haarlemmer Olie’Roel van der Wal (Programmamanager Regionaal Platform Criminaliteits bestrijding)

44

Page 5: Nova Magazine def

HANDHAVerGuido Veldheer (18) uit Hoofddorp is tweedejaars cursist van de opleiding Handhaver Toezicht en Veiligheid aan de Zijlweg in Haarlem.

‘Handhaven betekent voor mij het toezien op rust en veiligheid. In principe moeten we ons allemaal aan wetten en regels houden. Als dat niet gebeurt, ga ik als handhaver met mensen in gesprek. Het communiceren vind ik het leukste van het vak. Tijdens mijn stage bij Handhaving Haarlem maak ik vaak mee dat hangjongeren overlast veroorzaken voor omwonenden. Meestal stel ik ze vragen, ik leg de bal bij hen neer. Hoe zouden zij het vinden om daar te wonen, tussen de rommel en herrie van anderen? Ik zoek oplossingen zonder dat iemand beboet of aangehouden hoeft te worden.’

‘Ik houd ervan om op straat te werken. Lekker vrij, in de buitenlucht. Het ene moment vang ik een oude meneer op die van zijn fiets is gevallen, het volgende moment praat ik met iemand die met zijn scooter op de stoep rijdt. Ik wil graag doorgroeien in het vak, daarom ga ik solliciteren bij de Politie Academie. Het liefst word ik wijkagent. Ik bouw dan een band op met de mensen in de buurt en ik werk samen met de buurt- en jongerenwerkers. Ik weet al vanaf mijn zesde dat ik bij de politie wil. Ik ben geïnspireerd door mijn opa. Hij was vroeger hoofdinspecteur bij de politie in Amsterdam en hij vertelde de mooiste verhalen.’

‘Tijdens mijn stages heb ik gemerkt dat dit vak geschikt voor mij is, dat ik de juiste opleiding gekozen heb. Ik ben communicatief sterk, heb een natuurlijk overwicht. Ik blijf altijd rustig, ik ben gewoon niet ‘op te fokken’. Op het Nova College heb ik geleerd goed te luisteren naar mensen, om niet al te zwart-wit te denken. Daar ben ik in gegroeid en heb er op straat profijt van. Burgers – ook als ze overlast veroorzaken – voelen zich serieus genomen als je ze hun verhaal laat doen. Ik merk dat mensen mijn autoriteit accepteren, ondanks mijn jonge leeftijd .’

heeft gewerkt, begrijpt deze beter. Dat

scheelt tijd bij optreden.’ Naast dat begrip

is een cursist die zijn opleiding heeft

af gerond volgens Van der Wal veel breder

inzetbaar. ‘Een beter ingewerkte mede­

werker kan sneller optreden en draagt zo

eerder bij tot criminaliteitsvermindering.’

PrioriteitEn er zit méér in het vat. ‘Cursisten kunnen

ondernemers tips geven voor “veilig

ondernemen”. Hoewel ze samenwerken,

hebben de partijen ook verschillende

belangen: de politie gaat het om hand­

having van wetgeving, de gemeente om

handhaving van “schoon, heel en veilig”

en winkeliers hebben de prioriteit winst te

maken. Zo heeft huisvuiloverlast bij een

corporatie een hogere prioriteit dan bij de

politie.’ Nog betere samenwerking tussen

overheid, onderwijs en ondernemers

werkt, maar kan wat Van der Wal betreft

nog beter. De ervaringen in Schalkwijk en

Haarlem­Oost waren positief. ‘Dit soort

initiatieven mogen verder worden uitge­

breid. En daarvoor ligt nu een basis met

het convenant sociale veiligheid.’

DrietrapsraketDit cursusjaar volgen twaalf cursisten een stage Handhaver Toezicht en Veiligheid. Dat doen ze in twee jaar tijd in maximaal dertig weken, drie dagen per week. Cursisten beginnen bij een woning-bouwcorporatie met eenvoudig toezicht en hand-en-spandiensten. Vervolgens stromen ze door naar de gemeente Haarlem (Handhaving Openbare Om geving) waar ze de straat op gaan om de stage te eindigen bij de politie. Drie trap-pen dus – vandaar de drietraps-raket. Dit is afgesproken in het convenant sociale veiligheid met de gemeente Haarlem, Politie Ken nemerland, Hoofdbedrijfschap Detailhandel Keurmerk Veilig Ondernemen, MKB-Haarlem, Ymere, Pré Wonen, Elan Wonen, Kenniscentrum ECABO en Nova College.

5

Page 6: Nova Magazine def

Foto

grafi

e: M

ieke

Mee

sen

Paul Zwolinski won met zijn kapsalon de titel duurzaamste zaak van Haarlem

6

Page 7: Nova Magazine def

Wat is er zo lastig aan de combinatie jongeren en excelleren?‘De eerste behoefte van jongeren tussen

15 en 25 is sociaal contact. Hoe je in de

groep ligt, is dus erg belangrijk. Naar

school gaan is belangrijk omdat je er

andere jongeren kunt ontmoeten. Uit

onderzoek blijkt dat vijftig procent van de

jongeren last heeft van sociale afremming:

ze houden zich in om niet op te vallen.

Jongeren zien uitblinken als een bewuste

keuze waar je veel sociale contacten voor

moet opgeven. Je kiest voor ‘een leuk

leven hebben’ of om topprestaties te leve­

Hoe komt het dat onze beste jongeren achterblijven bij

andere Europese uitblinkers? Er was lang een blinde vlek

voor hoogvliegers, constateert Huub Nelis, oprichter van

communicatie- en onderzoeksbureau YoungWorks. Maar

het tij begint te keren. Want juist de toppers zijn hard

nodig om te blijven innoveren.

GezOcHt: HOOGVlIeGers

Paul Zwolinski (31) is nog geen jaar bezig met zijn eigen kapsalon. Afge lopen jaar won hij samen met Simon Lévelt de titel duurzaamste zaak in Haarlem. Maar wat zijn cli-entèle vooral bevalt, zijn de ruime openings tijden: tot ’s avonds tien uur. Ideaal voor werkende vrouwen. Vriendinnen kunnen zelfs als groep een avondje knippen en kleuren boeken. De liefde bracht hem vanuit Polen naar Nederland. Hij ging haar en make-up doen. Doorzettingsver-mogen, ambitie en doelgerichtheid onderscheidden hem naar eigen zeggen van zijn medecursisten. ‘Je kunt verder leren om hogerop te komen, maar het kan net zo goed met ondernemen.’ Hij was begin twintig toen hij startte bij Nova

College, ouder dan de rest in de klas. ‘Hoe je met een klant omgaat, hoefde ik niet meer te leren.’ Je kunt nog zo goed knippen, de klant is pas tevreden als je tijd voor hem neemt. ‘Gastvrijheid is voor mij be langrijk. Ik vraag niet naar de laatste vakantie, maar onthoud wat mensen doen en wat hun voor-keuren zijn. Dat zorgt ervoor dat klanten terug komen.’ Dat laatste moeten we overigens niet verwar-ren met ‘u vraagt, wij draaien’. Zwolinski: ‘Ik knip en kleur alleen waar ik achter kan staan. Als ik denk dat een kleur niet staat, doe ik het niet.’ Toekomst dromen heeft hij volop. Een tweede zaak openen in Polen, de mensen zelf opleiden en eens in de vier weken naar de zustervestiging.

‘Ik knip alleen waar ik achter kan staan’

ren. In de praktijk blijkt deze keuze niet

altijd een harde keuze. Bovendien werkt

een actief sociaal leven niet negatief maar

juist positief door op prestaties, zo blijkt

uit recent onderwijskundig onderzoek.’

Waarom is excellentie nodig? Niet iedereen is toch een hoogvlieger?‘Over drie tot vier jaar vallen heel veel

stoelen in bedrijven en organisaties leeg.

Er zijn niet genoeg jongeren om die plek­

ken te vullen. Uit de mensen die er wel

zijn, moeten we het maximale halen. Dat

betekent dat iedereen zo goed mogelijk

moet worden in zijn vak. Ook in deze

beroepen kan je excellent zijn, dat geldt

niet alleen voor sporters en zangers. Van

iedere werknemer, van netwerkbeheerder

tot verzorgende, wordt straks verwacht dat

ze actief meedenken over hoe je het werk

op hetzelfde niveau kunt blijven doen met

minder mensen. Dat is de uitdaging waar

we voor staan als samenleving. De discus­

sie gaat er niet over dat iedereen naar de

universiteit moet, maar wel om binnen de

mogelijkheden het maximale eruit te

halen.’

Is talent aangeboren of is juist door-zettingsvermogen van doorslaggevend belang?‘Talent is een aanvangssituatie, maar geen

eindpunt. Het is een belofte die je eerst

moet waarmaken. Je kunt een sociaal

talent hebben en grandioos kunnen

omgaan met mensen. Maar als je dat niet

ontwikkelt, blijft het daarbij. Vaak gaan we

in Nederland bij excellentie uit van een vrij

statisch mensbeeld, alsof een mens zich

bijna niet kan ontwikkelen. Als een Azia­

tische student iets verknalt, krijgt hij te

horen dat hij harder moet werken. Hier

zeggen we dan: je hebt het niet in je. Een

essentiële voorwaarde om te excelleren is

motivatie, de wil om jezelf te ontplooien

en te presteren. Motivatie is de brandstof

die nodig is om iets goed te doen.’

Dan is de Nederlandse zesjescultuur geen grote stimulans? ‘Nederland kent geen prestatiecultus.

Ouders en scholen sturen jongeren weinig

om het beste uit zichzelf te halen. Neder­

landse ouders zeggen vaak: ‘Als mijn kind

maar gelukkig wordt’. Duitse en Belgische

ouders zijn daar heel verbaasd over en

vinden dat we als opvoeders een kans

laten liggen. Want om gelukkig te worden

7

Page 8: Nova Magazine def

moet je óók soms afzien. Ik geloof oprecht

dat het ontdekken en uitbreiden van talen­

ten mensen uiteindelijk gelukkiger maakt.

Dat mogen ouders best wat meer

benadrukken.’

Deze generatie wordt wel smalend de ‘applausgeneratie’ genoemd. Hoe breek je door die zelfverzekerde houding heen?‘Het is een heel zelfbewuste generatie.

Internationaal onderzoek waarin het zelf­

vertrouwen en zelfbeeld van jongeren

wordt aangegeven op een schaal van 0 tot

40 (de Roseberg Scale of Selfesteem) is

nauwelijks meer bruikbaar in de VS en in

West­Europa, omdat bijna alle jongeren

tussen de 35 en 40 punten zitten. Ouders

hebben sterk de nadruk gelegd op het

geven van zelfvertrouwen – vaak ongeacht

de prestatie. Een tekening is altijd prachtig,

hoe gering de inspanning ook is geweest.

Als deze jongeren op de werkvloer komen,

komen ze onvermijdelijk in de problemen.

Het is niet leuk om opeens te horen dat

je er nog lang niet bent en nog flink wat

stappen te nemen hebt.’

‘Om gelukkig te zijn, moet je ook afzien’ Huub Nelis

Is het bedrijfsleven klaar voor deze nieuwe generatie werknemers?‘Ik ben ervan overtuigd dat werkgevers

nog niet genoeg open staan voor de

mogelijkheden van deze nieuwe generatie.

Jongeren van nu willen vooral kennis delen

en netwerken. Terwijl de veertigplus­

generatie kennis ziet als macht. Dat botst.

Ze krijgen te maken met jonge mensen die

snel stappen willen maken en resultaat wil­

len zien. Maar zo werkt het niet bij de zit­

tende werknemers. Zij hebben er zelf jaren

over gedaan voor een volgende carrière­

move, dus zij vinden dat jongeren dat

geduld ook maar moeten hebben. Maar

dat hebben ze niet! En binnenkort kunnen

ze weer kiezen in een krappe arbeids­

markt.’

En dus?‘En dus worden goede ideeën onderdrukt,

omdat gekeken wordt naar dienstjaren in

plaats van kwaliteit. Ik sprak een twintiger

die bij een installatiebedrijf kwam en aller­

lei ideeën had over hoe het beter en slim­

mer kon. Daar was geen ruimte voor. “Kom

over een paar jaar maar terug”, zeiden ze

letterlijk tegen hem. Nu werkt hij bij de

concurrent en leidt een team. Zijn eerste

baas baalt: “Dat had hij bij mij ook kunnen

doen”. Maar bij jou kreeg hij die kans niet,

dat is het verschil.’▲

Huub Nelis

8

Page 9: Nova Magazine def

Hij was nauwelijks klaar met zijn opleiding Allround Operationeel Technicus of Tycho Achten (20) kon al kiezen uit twee banen. In tijden van crisis best bijzonder, beaamt hij. Tycho koos voor energie- en afval-nutsbedrijf HVC.

‘De combinatie van afvalverwerking en energie opwekking maakt het pro-ces veel zijdig en uitdagend.’Zijn twee oudere zussen kwamen na de middelbare school terecht in het hoger onderwijs, Tycho werkte liever met zijn handen. ‘Mijn ouders lieten ons zelf kiezen, maar pushten ons wel op een positieve manier om alles eruit te halen wat erin zit. Je bent jong, je kan het, pak die kans.’ Hij overwoog een vervolgopleiding op hbo-niveau, maar die bestaat alleen nog in Zeeland. ‘Dan zou ik mijn sociale leven hier moeten opgeven.’ HVC biedt hem straks de mogelijkheid te studeren naast zijn werk. Bij HVC kreeg hij een tijdelijk contract als leerling-ope rator. Een jaar lang leert hij alle facetten van het proces. Maar Tycho is ambitieus, het liefst ging hij nu al aan de slag als proces-operator. Toen er een vacature bij HVC vrijkwam, solliciteerde hij. ‘Deze functie krijg je normaal pas na een jaar, maar ik wil verder. Ik had een goed gesprek maar ben het helaas niet geworden. De andere kandidaat had meer ervaring.’

Nova Uitblinker Esther Lorjé (27) zit in het derde jaar van de opleiding Laboratoriummedewerker. Ze loopt stage bij Albemarle in Amsterdam. Grace Smith begeleidt haar.

Esther Lorjé: ‘Ik deed eerst een koksopleiding, maar roeren in de pannen bleek niets voor mij. Een restaurantkeuken vraagt om een strakke planning.’Grace Smith: ‘Esther vindt het moeilijk om te schakelen. De productie van katalysatoren loopt hier dag en nacht door. Gaat er iets niet goed, dan komt er een spoedmonster binnen. Dat moet meteen worden gecontroleerd en de planning moet worden aangepast en dat is voor Esther soms erg verwarrend.Esther: ‘Ik ben met deze opleiding begonnen met twee weken ver traging en een vakkenpakket van niks. Ik had geen scheikunde, wiskunde of biologie. Het kostte veel doorzettingsvermogen om door te gaan, zeker omdat ik ook nog doof ben.’Grace: ‘Albemarle maakt katalysatoren voor de olie-industrie, deze zorgen onder andere dat er geen zwavel en stikstof in de lucht komen. Samen met andere analisten doet Esther de kwaliteitscontrole van monsters die uit verschillende fabrieken komen.’Esther: ‘Normaal doe je in het derde jaar twee stages. Maar het klikte hier zo goed, dat ik het hele jaar mocht blijven.’Grace: ‘Aan een nieuwe omgeving moet Esther wennen. Hier voelde ze zich al na drie weken op haar plek. De sfeer voelde voor haar als een warme deken.’Esther: ‘Dat ik Nova Uitblinker 2012 werd, is een grote erkenning voor mijn doorzettingsvermogen. Maar de echte erkenning komt pas als ik mijn diploma heb.’

Foto

grafi

e: M

ieke

Mee

sen

‘Ik kan met iedereen goed opschieten’

Over de Top – Haal het allerbeste uit jongeren van Huub Nelis en Yvonne van Sark, uitgeverij Kosmos € 24,95.

Wil je kans maken op het boek Over de Top? Meld je dan snel aan voor de Nova College groep op LinkedIn.

Hoe ga jij om met je talent? Ga naar www.testjetoptalent.nl of download de gratis iPhone-app (Test je toptalent).

Zie ook pagina 21 voor 5 snelle tips voor stagebedrijven.

Jong geleerd

9

Page 10: Nova Magazine def

OVerbrUGDe krAAmklOOf

De Randstad kampt met een tekort aan kraamverzorgend

personeel, dus klopten vijf kraamzorgbureaus aan bij drie

roc’s, waaronder Nova. Ze sloten een convenant dat in de

komende jaren voor meer kraamverzorgenden moet zorgen.

Eerlijk is eerlijk: de werkuren zijn onregel­

matig (’s nachts en in het weekend) en het

beeld van het werk als kraamverzorgende

is vaak gebaseerd op snuffelstages van

één, twee dagen. En dan hadden veel

kraamorganisaties zelf ook nog wel eens

een negatief beeld van jonge meiden van

15, 16 jaar die kraamverzorgende willen

worden. ‘Ongeïnteresseerd, inflexibel,

komen te laat of niet’, vat Ellen Eeman,

opleidingscoördinator van kraamzorg­

organisatie De Kraamvogel dat beeld

samen. Tel daar de (tot vijf jaar geleden)

versnippering van de markt door de vele

kleine kraambureaus bij op en je hebt een

verklaring waarom pas onlangs, ondanks

het tekort aan kraamverzorgenden in de

Randstad, een convenant is gesloten met

drie roc’s in de regio Groot­Amsterdam.

Dat convenant moet leiden tot meer

instroom van cursisten en meer uitstroom

van gediplomeerde kraamverzorgenden.

Dat betekent dat vanuit het roc de theorie

meer gaat aansluiten op de kraamzorg.

Eeman: ‘Bij uitstroom zijn er dan gediplo­

meerde verzorgenden met specifieke

kraamzorgkennis. Theoretisch en praktisch.’

SnuffelstageHet convenant moet de kloof tussen prak­

tijk en theorie dus dichten door eerder in

de opleiding verzorgende cursisten met

kraamzorg in aanraking te laten komen.

Dat kan bijvoorbeeld door het geven van

gastlessen en stages. Al is dat laatste in

de kraam complexer dan in bijvoorbeeld

de verpleeghuiszorg. Eeman: ‘Een snuffel­

stage in de kraamzorg is lastig te regelen

en twee, drie dagen meelopen geeft je

geen compleet beeld van het vak.’ Een

kraamperiode duurt gemiddeld acht

dagen. ‘De eerste dagen zijn wezenlijk

anders dan de laatste dagen.’ Wie nog

helemaal geen beeld van de zorg heeft,

wat voor beginnende cursisten vaak het

geval is, krijgt dat door die twee dagen

snuffelen bij een kraamgezin ook niet,

weet Eeman. Een oplossing zou een

andere stagevorm kunnen zijn. In plaats

van de lintstage (twee dagen stagelopen,

de rest van de week naar school) de

invoering van de blokstage (een aantal

weken aaneengesloten stage).

Gefronste wenkbrauwenTijdens die stage moeten cursisten aan

strenge competenties voldoen. ‘Flexibel,

Fotografie: Ester Grass Vagara

10

Page 11: Nova Magazine def

WereldkampioenJe faalt pas echt, als je niet durft te falen. Je wint geen wereldtitel zonder dat je ooit een wedstrijd hebt verloren. Om jezelf te ontwikkelen moet je fouten maken en daarvan leren. Dat betekent dat je uit je comfortzone moet komen. Die plek is veilig, maar gevaarlijk want er is geen vooruit-gang. Als je bereid bent om te leren, maar niet om te veranderen, sta je stil. Het is zoals Einstein zegt: “Insanity is doing the same thing, over and over again, but expecting different results.”

Als je beter wilt worden, moet je durven te veranderen. Het is mijn taak de spelers uit te dagen, zodat ze het moeilijk krijgen, maar niet té moeilijk. Ze moeten wel vooruitgang zien. Want daardoor worden ze niet alleen fysiek, maar ook mentaal sterker. Ze krijgen meer vertrouwen in eigen kwaliteiten. En dat laatste is absoluut een voorwaarde voor succes. Ik ben van mening dat je overtuigingen je succes bepalen. Een negatief perspectief zorgt voor een negatief resultaat. Ik heb de spelers uitgedaagd om hun gedachten uit te dagen. Als je denkt dat je verliest, verlies je ook. Maar als je denkt dat je kunt winnen, kún je ook winnen.

Om wereldkampioen te worden moet er ook een basis van talent binnen het team zijn. Maar dat betekent niet dat ik de beste spelers kies. Ik kies de spelers die het best in het team passen. Individuele kwaliteiten zijn minder belangrijk dat het succes van het team. Je moet samen willen werken aan één doel en soms je eigen ego opzij zetten. Als je aan al deze voorwaarden voldoet, is er een kans dat je wereldkampioen wordt. Of je dat ook wordt, bepaalt het team op het beslissende moment. Dan ontstaat er een wedstrijd waarin spelers niet meer denken aan hoe ze moeten vangen, gooien en slaan. They see the ball and they play the ball. Zonder nadenken.

Brian Farley (52) is voormalig CIOS-docent aan het Nova College en sinds 2010 hoofdcoach van het Nederlands honkbalteam. Het team werd in 2011 wereldkampioen door 25-voudig wereldkampioen Cuba met 2-1 te verslaan.

column

verantwoordelijk, zelfstandig’, somt Eeman

op. Dat vereist ook goede begeleiding

vanuit de kraamzorgorganisaties. De

Kraamvogel, de grootste van Nederland,

investeert zelf voortdurend in de expertise

van haar medewerkers, zowel in de zorg

als in de opleidingen. Dat moet ook. ‘Je

bent als kraamverzorgende met nadruk

géén hulp in het huishouden’, onderstreept

Eeman. ‘Naast de zorg voor moeder en

kind ben je soms ook maatschappelijk

werker. Je moet stevig in je schoenen

staan.’ Dat beeld willen kraamzorgbureaus

ook uitstralen naar cliënten. ‘Al onze ver­

zorgenden zijn geschoold en kunnen zelf­

standig werken – anders hadden we ze

niet gestuurd.’ Toch fronsen ouders nog

wel eens hun wenkbrauwen als een jonge

meid binnenkomt – ‘Gaat dat goed?’, hoor

je ze denken. ‘Ja’, zegt Eeman volmondig.

EffectEeman heeft in Groningen, Friesland en

Drenthe ervaring met vergelijkbare con­

venanten opgedaan. Daar zijn vorig jaar

de eerste cursisten kraamverzorging uit­

gestroomd. Er is nu geen tekort, maar een

licht overschot aan verzorgenden op de

markt. Afspraken tussen roc’s en bureaus

werken dus, al zal in de Randstad het

directe effect nog even op zich laten

wachten. De eerste cursisten beginnen

volgend jaar aan de opleiding en stromen

in 2016 uit. In het derde en laatste jaar

staat de stage geheel in het teken van de

kraam. Eeman: ‘Altijd samen met een werk­

begeleider, een ervaren en getrainde

kraamverzorgende naar een kraamgezin.

Tijdens de opleiding werken ze dus niet

zelfstandig, maar onder begeleiding.’

‘Naast de zorg voor moeder en kind ben je soms ook maat-schappelijk werker.’ Ellen Eeman

11

Page 12: Nova Magazine def

Foto

grafi

e: H

ugo

Schu

item

aker

Een kleine groep op een kleinschalige locatie. Intensieve, persoonlijke coaching. Aandacht voor het groepsproces en dichtbij huis. Dát is wat de Entree opleiding in Hoofddorp jongeren heeft te bieden. Na hun Entreediploma kunnen ze werk zoeken of, wie meer kan en wil, naar een niveau 2-opleiding. In de Haarlemmermeer ontbrak een onderwijsvoorziening voor jongeren die een extra steuntje in de rug nodig hebben om hun talenten te benutten. De feestelijke opening vond plaats op 27 november.

Jim is een van de veertien jongeren die de Entreeopleiding volgt in Hoofddorp. Hij vertelt in Nova Entreebewijs over zijn ervaringen. ‘Alles draait om het opbouwen van het zelfvertrouwen.’Vraag de Entreebewijs op bij [email protected] of lees verder op www.novacollege.nl/entreebewijs.

Nieuw! Entreeopleiding Hoofddorp

Allerlei

Schoolzwemles wordt gymzwemles

Haarlemse basisschoolleerlingen in groep 6, 7 en 8 hebben vanaf dit schooljaar te maken met een nieuwe vorm van schoolzwemmen. De schoolzwemles wordt gymzwemles. In de nieuwe CIOS Beweegt vertellen een docent en een CIOS-cursist hoe ze dat aanpakken.

Lees verder in de CIOS Beweegt op www.novacollege.nl/ciosbeweegt of vraag hem op bij [email protected].

12

Page 13: Nova Magazine def

De mobiele website www.novacollege.nl heeft een nieuwe vormgeving. Bovendien is de meest uitgebreide opleidings-informatie nu ook mobiel te raadplegen. Benieuwd? Scan de QR-code en bekijk

bijvoorbeeld het interview met Kaylee Plumstead (zie pagina 22) of de beroepenclips.

Mobiele website Nova College vernieuwd

Het taal- en rekenniveau moet dringend omhoog. Dat heeft het ministerie van Onderwijs bepaald. Daarom investeert het Nova College intensief in taal- en rekenonderwijs. Als oplei-dingscentrum vinden we deze basisvaardigheden onontbeerlijk. Taal en rekenen zijn nu eenmaal nodig in de beroepen waar-voor wij opleiden. Een monteur die niet mondeling kan over-leggen met een klant, doet zijn werk niet goed. Hetzelfde geldt voor rekenen: iedere administratieve medewerker moet in pro-jectteams kunnen budgetteren.

De lessen taal en rekenen zijn onderdeel van het reguliere on-derwijsprogramma en gaan dus niet ten koste van de stagetijd. Wel moeten alle cursisten examen doen, ook de bbl’ers die gemiddeld een dag per week naar school gaan. Die examens nemen drie tot zes uur in beslag. Wie zakt krijgt in de toekomst geen diploma. Dit geldt voor alle mbo-niveau 4 cursisten die volgend cursusjaar examen doen, en geldt vanaf examenjaar 2014/15 voor alle mbo’ers.

Het ministerie van Onderwijs heeft landelijk examenperiodes vastgesteld. In het cursusjaar 2012-2013 betreft het nog pilot-examens. Het gaat voornamelijk om laatstejaarscursisten. Examenperiode 1 heeft al plaatsgevonden.

Examenperiodes Nederlands en rekenen bekend

Examenperiode 2Week 2 en 3 (7 tot en met 18 januari): Nederlands 2FWeek 3 en 4 (14 tot en met 25 januari): Rekenen 2FWeek 5 en 6 (28 januari tot en met 8 februari): Rekenen 3FWeek 6 en 7 (4 tot en met 15 februari): Nederlands 3F

Examenperiode 3Week 11 en 12 (1 tot en met 22 maart): Nederlands 2FWeek 12 en 13 (18 tot en met 28 maart): Rekenen 2FWeek 14 en 15 (2 tot en met 12 april): Rekenen 3FWeek 15 en 16 (8 tot en met 19 april): Nederlands 3F

Onze cursisten ontvangen enkele weken voor hun examen een brief met de definitieve dag en het tijdstip. Dit kan zijn op een moment dat de cursist normaal gesproken stage loopt. Cursisten regelen dan zelf met hun stagebedrijf wanneer ze de verloren tijd inhalen. Stagebedrijven zijn hierover al eerder geïnformeerd.

Meer informatie over bijvoorbeeld de niveaus 2F en 3F staat op www.taalenrekenen.nl.

Cursisten Transport & Logistiek steunen Voedselbank Cursisten Transport & Logistiek hebben een logistieke actie bedacht om de Voedselbank Haarlemmermeer te steunen. Veel mensen die hulp krijgen van de Voedsel-bank hebben maar € 2,00 per dag te besteden om rond te komen. Om deze mensen in de kerstperiode te steunen, verspreiden de cursisten begin december tasjes en een oproep om voedingsmiddelen te doneren in de omliggende wijken van de Novalocatie in Hoofddorp. Half december halen ze de tasjes weer op en brengen ze de bijdragen langs bij de Voedsel-bank Haarlemmermeer. De cursisten organiseren deze actie in het kader van de lessen Projectorganisatie en Loopbaan en Burgerschap.

13

Page 14: Nova Magazine def

Cursisten van de dansopleiding lopen niet,

maar zweven. Ondanks hun grote sport­

tassen gaan ze met veerkrachtige stap en

een rechte rug door de gangen. Stilzitten

is er niet bij: ruim voor de les klassiek

ballet staan ze in de pauze buiten tussen

de rokers al op één been sprongen te

oefenen. Je vraagt je af wanneer ze daar­

mee ophouden. Als ze de school uitgaan?

Als ze thuiskomen? Nooit? Dat laatste

waarschijnlijk. De cursisten van Rudi

Schaafsma, hoofd vakgroep klassiek, wer­

ken aan een leven voor de spiegel. Dat is

een dagtaak. Rudi wil het best weten als je

iets even niet kan, maar voor smoesjes is

geen tijd. Het tempo is moordend.

Onwillig beenZodra Rudi om aandacht klapt komt de

volledige terminologie uit het klassieke

ballet in een paar seconden voorbij. De

pianist kleurt de gevraagde maatsoorten

en tempi in met noten. Op laatkomers

wordt hier niet gewacht. ‘En één en

ehtwee en ehdrie en ehvier’, dirigeert Rudi.

‘Let op, hou ‘m aangeplakt, ónder de knie.

Ja, dáár.’

Het opwarmen neemt met drie kwartier

de halve les in beslag. De piano kabbelt,

schlp schlp gaan de schoentjes heen en

weer over de vloer, pok pok doen de

verzwaarde spitsen. Verder is het stil en

iedereen geconcentreerd. Een blik, een

aanwijzing van Rudi is genoeg, soms

springt hij bij om een onwillig been bij te

staan, een torso net dat zetje in de goede

richting te geven of die ene spier aan te

wijzen die zorgt dat het wél kan.

Samen en toch alleen zwoegen ze sierlijk

op de oefeningen. Het op de spitsen staan

zonder de barre vast te houden, vormt nog

een enorme uitdaging. De een weet dat

beter te verbergen dan de ander. Het is

de kunst om erbij te blijven lachen of er

in elk geval bij te kijken alsof het allemaal

niets is.

Geen grijze muizen‘Het is een competitieve wereld’, zegt Rudi

even later, als de cursisten staan uit te

‘Elke keer dat ik de barre in mijn hand heb, weet ik waarvoor ik het doe.’Giovanna Kuipers, cursist.

De dansopleiding van Nova College bestaat tien jaar en

doet het prima: cursisten komen goed terecht in gezelschap-

pen, op scholen of in de vervolgopleiding. Hoe dóen ze dat

toch? ‘Gewoon: we zijn realistisch.’

Fotografie: Wouter de Wit

‘ een leven voor de spiegel? Da’s hard werken!’

14

Page 15: Nova Magazine def

blazen. Hij kan het weten: hij heeft zelf

een grote carrière achter de rug bij

Scapino en een gezelschap in Israël en

leverde cursisten af van Parijs tot Polen.

‘Ik zweep ze op om in dit land van grijze

muizen juist wél bijzonder te willen zijn.

Nú meteen. Want als ze een paar jaar

wachten is het te laat. Als ze hard werken,

dan komen ze er wel.’

RealistischKlopt het dan niet wat kranten schrijven

over al die dansers zonder werk? ‘Er zijn

gewoon te veel dansopleidingen. Maar

onze cursisten doen het goed. We zijn

realistisch en zorgen dat het tot ze door­

dringt dat ze aan hun toekomst moeten

denken. Ze beheersen straks niet alleen

de techniek, maar kunnen die ook aan

anderen uitleggen. Dat is een vak apart.

Ik denk dat dat het geheim van ons succes

is: die van ons komen altijd wel érgens

terecht.’

Dat kan best wezen, maar voor Marnix van

Hofwegen (21) en Giovanna Kuipers (20)

is er voorlopig maar één ‘ergens’: het

podium. ‘Velen zijn geroepen, weinigen

uitverkoren’, weet Marnix. ‘Dat weten we

hier allemaal. Bezuinigingen… geen

geweldige tijden dus. Maar we laten ons

daardoor niet ontmoedigen. We praten er

wel veel over, oriënteren ons. Hebben er

allemaal projecten naast om zo veel

mogelijk er varing op te doen.’

Hoe je dat volhoudt? Giovanna: ‘Het is

hard werken, maar daar hebben we voor

gekozen. Elke keer als de pianist begint

te spelen en ik de barre in mijn hand heb,

weet ik weer waar ik het voor doe. Als ik

zelf naar een voorstelling ga, ben ik zo

onder de indruk… Dát gevoel, dat wil ik

anderen ook kunnen geven op een dag.

Dat praat niemand me uit het hoofd.’

Franse kermisNa drie kwartier en even uitblazen mogen

de cursisten eindelijk van de barre af en

laten ze zien waar het écht om draait:

samenwerken en toch je eigen plek vinden

in de krappe ruimte van Studio 5. Meteen

is het chaos en botsen geblazen als er

pirouettes en sprongen van hun volgende

voorstelling worden ingestudeerd. ‘Goed

initiatief!’, klapt Rudi, ‘maar nu niet allemaal

tegelijk.’

Dan oefenen ze in groepjes van vier achter

elkaar. Elke keer komen ze iets harder en

zelfverzekerder naar zichzelf in de spiegel

lachend het podium opgevlogen. Het is net

een ouderwetse Franse kermis, de dansers

draaien en draaien maar. Steeds gracieu­

zer de pirouettes, steeds meer samen de

bewegingen. Tot, vooral de jongens, tus­

sen de bedrijven door moppen beginnen

te tappen en de slappe lach krijgen en

zich hikkend aan elkaar vastgrijpen. Dan

is het mooi geweest voor vandaag.

Maar ja. Díe hebben tussen al die meiden

misschien ook wel het makkelijkst praten.

Vanwege het tienjarig bestaan van de dansopleiding is de voorstelling aan het einde van het cursusjaar extra feestelijk.

15

Page 16: Nova Magazine def

Vanaf zijn elfde sleutelt hij al aan auto’s, nu

zorgt hij als stagiair service-adviseur bij

Motorhuis Heemskerk dat anderen dat doen.

Thijs van Kouteren (22) leert elke dag nieuwe

dingen, nu van mensen. Verstand van en

vooral liefde voor auto’s blijft belangrijk, ook

als je er net gekleed service verleent.

Fotografie: Hugo Schuitemaker

16

Page 17: Nova Magazine def

Ooit moeten hier weilanden zijn geweest,

maar nu ligt hier asfalt, met rotondes ver­

bonden en staan er heel andere koeien:

glimmend in het gelid, merk bij merk, op

eindeloze parkeerplaatsen voor juichende

showrooms met strak wapperende vlaggen.

Vind daar in het gigantische Motorhuis

Heemskerk maar eens een stagiair after­

sales. Hij loopt in dezelfde blauwe bloes

als zijn collega’s en komt met dezelfde

zelfverzekerde blik van de service­ adviseur

op je af. Thijs van Kouteren, rechtop,

kordaat: ‘Kan ik u ergens mee van dienst

zijn?’

Thijs lebt Autos, zoals de Duitsers zeggen

over Opel, een van de merken waarvan

hij de service verzorgt nadat je er een

gekocht hebt. Als elfjarige begon hij al met

zijn vader en twee broers te sleutelen aan

oude Citroëns, op zijn twaalfde reed hij er

stiekem in rond op een veldje achteraf. En

nu dus aftersales. Als er wat met je auto

is, maak je met hem een afspraak en dan

gaat Thijs het voor je regelen. Dat kan ver

gaan. Vandaag bracht hij nog een oude

dame thuis die hij op deze koude herfst­

dag echt niet op een leenfiets kon zetten.

Verstand van auto’s heeft hij hier ook hard

nodig. Er is eigenlijk maar één verschil: als

hij ’s avonds aan zijn antieke Citroën SM

met Maseratimotor heeft gewerkt, moet

hij ’s morgens hard boenen voor schone

handen. Mooi vindt hij klanten die lachend

weggaan, nog mooier klanten die boos

binnenkwamen en daarna lachend weg­

gaan. Monteert hij nu mensen? ‘Ja, dat

zou je wel kunnen zeggen.’

tHIJs lebt AUtOs

1717

Page 18: Nova Magazine def

Fotografie: Ester Grass Vagara

Op scHerp

Carine Vos (studiekeuze adviseur Richting Wijzer Advies):

‘Je moet kiezen met je hart. Het arbeids­

perspectief zou niet mee moeten spelen.

Helemaal aan het eind van het keuze­

proces misschien, als er twee, drie opties

over zijn.

Maar een vervolgopleiding kiezen vanwege

een baan, inkomen en status: dat krijg je

onherroepelijk terug. Dat gaat knagen, dan

zit je niet op de juiste plek. Waarom de

arbeidsmarkt niet mag meewegen? Omdat

we over vier jaar niet weten hoe die er uit

ziet. Zo hebben we nu een overschot aan

toegepaste psychologen.

Vier jaar geleden een gillend tekort, nu

overspoelen ze de arbeidsmarkt. Wat je

leuk vindt, kun je vaak goed. Wat trouwens

niet betekent dat je alleen maar moet doen

wat je leuk vindt. Ik vind dat roc’s die

balans moeten bewaken en begeleiden.

Dat gebeurt nog te weinig.’

Een vervolgopleiding

kies je met je hart. Je

moet doen wat je leuk

vindt. Of gaat het om

arbeidskansen en een

baan?

Michaël van Straalen (vice-voorzitter MKB-Nederland):

‘Een vervolgopleiding kies je met ambitie.

En er is keus zat – te veel denken wij.

Kort door de bocht: je moet niet opleiden

voor een vacature, maar voor een baan.

En ambitie is de enige garantie de

opleiding ook af te maken. Laat ik voorop

stellen dat ik iedereen een goede keus

wens: dat is met perspectief en passend

bij de persoon. En wie een verkeerde

keus maakt, moet de ruimte krijgen daar

op terug te komen. Maar dat is wel heel

filosofisch!

De mogelijkheden voor mbo’ers die

school verlaten, zijn eindeloos. En die

mogelijkheden zullen alleen maar groeien,

al communiceren we dat nog niet goed

genoeg. Ikzelf? Ik koos Nederlandse Taal

& Letterkunde met mijn hart; ik paste niet

bij de opleiding en ben de technische

kant op gegaan.’

18

Page 19: Nova Magazine def

DIt beN Ik

Reza Bosman

Leeftijd: 18

Opleiding: Handhaver Toezicht &

Veiligheid, niveau 3

‘Ik heb een hechte groep vrienden die ik al

ken vanaf de basisschool. In die groep ben

ik de zorgende. Als ik zie dat de anderen

dronken dreigen te worden, houd ik me in.

Dan kan ik ze naar huis brengen als dat

nodig is.

UitdagingDe grootste uitdaging in mijn vak is men­

sen helpen, zorgen dat iedereen de regels

naleeft en dat de orde blijft gehandhaafd.

In mijn stage heb ik meegemaakt dat men­

sen schelden, agressief worden of moeilijk

doen als ze een bekeuring krijgen. Rustig

blijven, dat is belangrijk. Ook al zit je na

afloop misschien te stressen.

Opsporingsambtenaar of politieEerst ga ik deze opleiding afmaken.

Daarna weet ik het nog niet precies,

opsporingsambtenaar of politie. Ik woon

nog thuis, het is niet erg als ik het over

een jaar nog niet zeker weet.’

Thomas den Haas

Leeftijd: 20

Opleiding: ICT beheer,

niveau 4

‘Ik volg nu elke vrijdag, van ’s ochtends

acht tot ’s middags vijf uur een hbo­

opleiding Business IT en Management als

pre­bachelor naast mijn opleiding bij Nova.

Als ik bij het hbo verslagen inlever, dan

vragen docenten mij of ik het zelf wel heb

gemaakt. Dat kan je als compliment zien,

zeker. Of dat ze je niet geloven.

ManagementLiefst ga ik het management in. Na mijn

eindstage, ga ik door naar het tweede

jaar hbo. Mensen aansturen, procedures

verzinnen, problemen oplossen; dat doe

ik het liefst. Op Nova programmeer ik veel.

Ik zorg er voor dat mensen internet op

hun computer hebben.

Druk, druk, drukIn mijn vrije tijd maak ik wel webdesigns.

Dan ontwerp ik in Photoshop. Niet dat ik

alles uitwerk, maar ik probeer eens wat.

En ik heb een baantje, bij de Praxis. Altijd

druk, druk, druk dus. Je kan niet stilstaan

in de ICT.’

Romy Marijnis

Leeftijd: 17

Opleiding: Verpleegkundige,

niveau 4

‘Ik wilde op de middelbare school in het

toerisme werken. Na een stage in een ver­

pleeghuis heb ik besloten verpleegkunde

te gaan doen. We liepen elke week één

dag mee en dat vond ik erg leuk. Het con­

tact met mensen, weten dat je ze echt kan

helpen, hun dankbaarheid. Dat sprak me

gewoon heel erg aan. Je wilt het toeristen

ook naar de zin maken, klopt. Maar in de

verpleging kan je ze echt helpen.

DynamiekIk loop nu stage in het Spaarne Zieken­

huis, een keer per week. Een ziekenhuis is

afwisselender dan een verpleeghuis, er is

meer dynamiek. In een verpleeghuis heb

je langere relaties met bewoners, in een

ziekenhuis contacten met veel verschil­

lende patiënten.

BloedIk weet echt niet wat ik hierna ga doen –

doorleren of werken. Ik zit in mijn eerste

jaar! Eerst deze opleiding maar eens halen.

Ik weet wel één ding: ik ben in ieder geval

niet bang voor bloed.’

Fotografie: Ester Grass Vagara

19

Page 20: Nova Magazine def

‘Kijk maar even mee’ of ‘ik leg het even één keer uit’. Dat was tot voor kort de wijze

waarop ervaren medewerkers bij Fokker

Services, afdeling Physical Distribution

onervaren medewerkers de kneepjes van

het vak bijbrachten. Ieder deed dat min of

meer op zijn eigen manier en dat begon te

knellen. ‘We vingen kritische geluiden op

over de begeleiding’, beaamt Arian Doeser,

bakens van kennisFokker Services investeert in kennisoverdracht

Hoe behoud je kennis in een bedrijf? Door kennis, ervaring en

inzichten van oudere werknemers succesvol over te dragen op

jongere en onervaren medewerkers. Goede kennisoverdracht

vereist wel vaardigheid. Fokker Services liet acht ervaren

medewerkers hierin trainen door Nova College Bedrijfsscholing.

Arian Doeser en Toon Reeuwijk van Fokker Services vertellen

over de achtergronden.

manager Physical Distribution bij Fokker

Services. ‘Sommige jonge medewerkers

vonden dat ze niet goed begeleid waren.

En sommige mentoren vonden dat de jon­

gere collega het na één keer uitleggen

maar moest weten. Dat strookte niet hele­

maal met elkaar. Met de technische kennis

van de mentoren zit het wel goed, dat

weten we zeker. Het had vooral met de

wijze van kennisoverdracht te maken. Veel

weten over de inhoud van je werk, wil niet

zeggen dat je kennis goed kunt overdra­

gen. We wilden hun rol als mentor beter uit

de verf laten komen door een training aan

te bieden, met daarin veel aandacht voor

leerdynamiek en communicatie.’

InvesterenEerdere trainingen via het Nova College,

zoals die over meettechnieken, waren

goed bevallen. Dus besloot Fokker Services

voor een mentortraining de hulp van Nova

College Bedrijfsscholing in te roepen.

‘Fokker Services vindt het belangrijk om te

investeren in kennisoverdracht,’ zegt Toon

Reeuwijk, HR­manager Training Support.

‘De mentoren zijn bakens van kennis en

daar willen we optimaal gebruik van maken.

Daarom geven we ze graag een steuntje

in de rug.’ Fokker Services ontwikkelde

daarom in samenspraak met Ursula

Schrever van Nova College Bedrijfsscholing

de Mentortraining Kennisoverdracht (zie

hiernaast). Toon: ‘Het fijne is dat Nova

maatwerk kan bieden. Er kan dus een

Fokker Services­sausje over de training

heen. Dat maakt het voor de deelnemers

herkenbaar en toepasbaar en dus veel

bruikbaarder. Tegelijkertijd verhoogt een

externe trainer de objectiviteit. Het is

iemand die boven de partijen staat, die niet

gehinderd wordt door de dagelijkse gang

van zaken, die nog geen beeld heeft van

de mentoren en die daardoor beter kan

spiegelen. Dat is heel leerzaam gebleken.’

SchroomAcht ervaren medewerkers van de afdeling

van Arian Doeser namen als eersten deel

aan de training. Onder hen ook begin­

nende mentoren. Arian: ‘Er zijn medewer­

kers die een drempel voelen omdat ze

bijvoorbeeld onzeker zijn over hun vaar­

digheden als coach. Terwijl wij denken dat

ze het prima zouden kunnen. Die wilden

we met de training helpen hun schroom

te overwinnen.’ Arian zelf bleef bewust

afzijdig en nam geen deel aan de training.

‘De deelnemers moeten zich zo vrij moge­

lijk voelen en als je leidinggevende erbij

zit, is het toch anders.’

CoachenDe deelnemers waren enthousiast en

gaven lovende beoordelingen. De gevol­

gen ervan zijn al merkbaar op de werk­

vloer. Arian: ‘De mentoren hebben meer

plezier in het coachen en de lerende werk­

nemer weet beter wat er van hem of haar

verwacht wordt. De mentoren nemen meer

Toon Reeuwijk

Foto

grafi

e: W

oute

r de

Wit

204

Page 21: Nova Magazine def

5 tIps

VAN stAGIAIr NAAr tOpper

tijd voor het mentorschap. We zijn ervan

overtuigd dat dit leidt tot beter opgeleide

medewerkers die sneller toe zijn aan een

volgende stap in hun loopbaan. En dat is

fijn want de training on the job neemt al

snel twee tot drie jaar in beslag. Als dat

sneller kan, is dat winst.’ Als het aan de

deelnemers ligt komt er nog een terug­

komsessie om de opgedane ervaringen

met elkaar te delen. Arian: ‘We bekijken

nu of het opleidingsbudget voor 2013

ruimte biedt voor een terugkomsessie.’

Mentortraining Kennisoverdracht

Op verzoek van en in samenwerking met Fokker Services stelde Ursula Schrever van Nova College Bedrijfs-scholing een op maat gemaakte training samen. De Mentortraining Kennisoverdracht beslaat twee dag-delen waarin de deelnemers zich be-kwamen in een succes volle overdracht van kennis, ervaring en inzicht.

De aftrap vond plaats in juni, met een eerste groep die bestond uit acht werk-nemers met een logistieke functie. Zij waren geselecteerd op grond van hun inzicht, ervaring en kennis. ‘Het bijzon-dere van deze training is dat ik hele-maal geen boek gebruikt heb’, vertelt Ursula. ‘De training is gebaseerd op de ervaringen en voorbeelden van de deelnemers zelf. De deelnemers leren van elkaar. Ze worden zich bewust van hun voorbeeldfunctie en van hun kwali-teiten. Ze krijgen inzicht in hoe zij zelf leren en hoe ze kennis overdragen. Ook leren ze verifiëren of de medewerker daadwerkelijk geleerd heeft. Het viel me op hoeveel affiniteit deze mentoren hebben met hun bedrijf. Ze zijn zich enorm bewust van de verantwoordelijk-heid die ze hebben. Ik was echt onder de indruk van hun leergierigheid.’

‘Tijdens de training ontstond een bij-zondere sfeer, waarin de deelnemers anders naar elkaar gingen luisteren en kijken. De training had een goede in-vloed op de werksfeer. Dat zag ik ook terug in de evaluatie, die heel positief was. Enkele deelnemers stelden voor om nog een dagdeel bij elkaar te komen. Ik hoop dat dit ook gaat gebeu-ren, want dat is een goede manier om de opgedane vaardigheden “warm” te houden.’

1. Wees verwachtingsvolDurf wat te verwachten van een stagiar of jonge werk-nemer. Leg de lat gewoon zo hoog mogelijk en spreek dat uit. Daarmee geeft een bedrijf aan dat het vertrou-wen heeft. Worden de doelen niet gehaald, dan heb je ook een duidelijk ijkpunt van waaruit je de prestaties kunt beoordelen.

2. Besteed veel tijd aan de sollicitatieWaar sta je nu, wat wil je bereiken? Het zijn vragen die absoluut aan bod moeten komen bij het eerste sollici tatie- of kennismakingsgesprek. Bespreek de stappen die de stagiair gaat doorlopen, zodat duidelijk is wat het bedrijf van een stagiair verwacht.

3. Kijk goed naar potentieNiet iedereen start met dezelfde mogelijkheden. Dat mag best meewegen in de beoordeling. Doorloopt een stagiaire fluitend de stage en presteert ze matig? Benoem dat je meer had verwacht van haar. Neemt een dodelijk verlegen verzorgende een paar cruciale stappen en rondt hij de stage netjes af? Beloon dat!

4. Benoem de vooruitgang‘Toen je binnen kwam, snapte je nog niets van een carburateur. Nu haal je ‘m fluitend uit elkaar en plaats deze weer terug in een wagen.’ Een 18-jarige kan nog niet goed reflecteren op de eigen prestaties en ziet gemakkelijk over het hoofd wat de rol was van het stagebedrijf.

5. Maak uitblinken veiligUitslover! Jongeren vinden het niet fijn publiekelijk een compliment te krijgen. Wil je prestaties belonen, geef doel en beloning dan in de groep aan. Zo wordt het normaal om met doelen te werken en werkt belonen niet als rem op prestaties.

Ook het beste halen uit jonge werk-nemers? Vijf tips.

21

Page 22: Nova Magazine def

Kaylee Plumstead volgt

de opleiding Koopvaardij

Officier Alle Schepen in

IJmuiden en staat als het

aan haar ligt de komende

tien jaar aan het roer.

mIJNDrOOm

Stuurvrouw op de grote vaart. Kaylee Plumstead (18),

opleiding Koopvaardij Officier Alle Schepen IJmuiden,

staat als het aan haar ligt de komende tien jaar aan het

roer. ‘Mijn tante is mijn voorbeeld. Zij zegt: “Als je iets

écht wilt, dan lukt het je ook.” Volgens mij is zij de

gelukkigste vrouw ter wereld. Ze werkt keihard.’

‘De simulator vind ik ge­wel­dig. Ik kan het

niet goed uitleggen. Het is net alsof je op

een echt schip staat. Je zet de koers in de

kaart, en dan voel ik: dit is echt wat ik wil.

Dit is mijn passie. Of het moeilijk is om

stuurman te zijn? Je staat met meerdere

mensen op de brug, op een groot schip

zijn drie stuurmannen en van die drie wil ik

er één zijn. Hoewel: ik riep altijd dat ik

geen kapitein wilde worden. Ik wilde de

verantwoordelijkheid niet. Maar nu begin ik

daar toch aan te twijfelen...

SlaapzaalOm te varen heb je inzicht nodig. Je moet

kunnen navigeren, logisch nadenken. Je

moet je kop erbij houden en avontuurlijk

zijn. En als vrouw moet je sterk in je

schoenen staan. Het is een mannenwereld,

het gaat er best grof aan toe. Ik zit intern

in IJmuiden, er komen wel eens oud­cur­

sisten langs. Die vertellen veel. Ik weet

veel al uit eerste hand. Ik heb hiervoor

vmbo binnenvaart gedaan, ook intern. Ik

sliep op een slaapzaal met alleen maar

jongens. Dus ik ken die mannenwereld

wel. Er wordt wel gezegd dat je als vrouw

man wordt in deze wereld. Dat is niet

waar; je bent en blijft een vrouw. Onlangs

vroeg iemand mij nog of ik wel echt wilde

gaan varen. Hij vond dat niks voor mij. Mijn

reactie? Ja ik wil het, het is mijn passie!

JufMijn juf op de lagere school wist dat ik al

iets met varen had. Zij raadde mij aan om

naar het vmbo binnenvaart te gaan. Dus

de keuze voor het varen maakte ik al op

mijn twaalfde. Ik weet al heel lang dat ik

stuurvrouw wil worden. Na het vmbo was

Foto

grafi

e: A

lexa

ndra

Hun

ts

2222

Page 23: Nova Magazine def

de overstap naar Nova eigenlijk ook heel

eenvoudig; het Nova werkt samen met het

vmbo waarop ik zat. Ik was al op het Nova

geweest voor trainingen. Ik ging er heen

om het Open huis te bezoeken. Ik zag de

praktijklokalen en de simulatie: een ruimte

waarin een schip nagebootst wordt. Ik

proefde de sfeer en ontmoette tijdens het

Open huis al docenten. En alles wat ik zag

en proefde, beviel mij wel.

BetrokkenOok informeel heb ik veel over de oplei­

ding gehoord. Op het vmbo vertelden

jongens van het Nova al over deze

op leiding. Dat wil ik graag doorgeven aan

anderen; ik ben zelf ook betrokken bij de

school. Ik ben hier een van de weinige

meisjes en vind het leuk om de opleidin­

gen te promoten, om vmbo’ers te laten

zien wat mijn passie is. Ik wil dat gevoel

met ze delen, in de hoop ze over te halen

deze opleiding ook te gaan volgen.

Goede sfeerIk wil later een goede sfeer, leuke colle­

ga’s. Die sfeer is nu uitstekend. We heb­

ben een roeiteam; we zijn immers een

maritieme school. Drie keer per jaar heb­

ben we een wedstrijd. Dat vind ik leuk van

het Nova, dat dat geregeld wordt. Onze

docenten zijn betrokken. Huisvesting zit

vast aan school en bestaat uit kleine huur­

huisjes. Om de zoveel tijd komt er iemand

langs om te kijken of je huis schoon is. Je

kan ervoor kiezen om intern te wonen. Ik

woon samen met drie jongens. Als we ons

huiswerk niet snappen, helpen we elkaar.

En de stad? Ik ben hier in IJmuiden opge­

groeid. Hier ligt mijn hart en de opleiding

is mijn passie. Of ik ook blijf varen? Ik

weet niet waar ik over tien jaar sta. De

meeste stuurlui gaan na 7 tot 9 jaar aan

wal. Ik wil later een vaste relatie en een

gezin. Dan wil ik niet meer varen; je bent

dan te vaak van huis. Tegen die tijd wil ik

misschien bij een rederij aan wal werken.

Of iets heel anders, met kinderen.’

Voorbeeld‘Mijn tante is mijn voorbeeld. Zij zegt: als

je iets écht wilt, dan lukt het je ook. Zij

wilde haar eigen bedrijf, en ze heeft dat

nu. Volgens mij is ze de gelukkigste vrouw

ter wereld, al werkt ze keihard. Voor mij is

het allerbelangrijkste aan een baan het

hebben van leuke collega’s. Dan kun je

volgens mij elke baan wel doen.’

Als coachend praktijkopleider help je stagiairs theorie en praktijk met elkaar te verbinden. Je begeleidt hen bij schoolopdrachten, houdt de opleidingsvoortgang in de gaten en je hebt een belangrijke rol bij de beoordeling. Naast de vakkennis van je stagiairs heb je veel aandacht voor de houding waarmee stagiairs hun werk doen. Daarnaast geef je als coachend praktijkopleider leiding aan stagebegeleiders en ben je mede verantwoordelijk voor het ontwikkelen van het opleidingsbeleid in de praktijk. De opleiding tot coachend praktijkopleider duurt een cursusjaar van een dag per week. Toelatingsvoorwaarden zijn een mbo-diploma niveau 3 en werkervaring in een relevante werkomgeving. Je ontvangt een landelijk erkend diploma niveau 4 en het certificaat assessor. Meer weten? Kijk op novacollege.nl/praktijk opleider, bel Ursula Schrever (023) 530 21 38 of mail [email protected].

Opleiding Coachend Praktijkopleider

23

Page 24: Nova Magazine def

Fotografie: Wouter de Wit

‘Halverwege mijn opleiding heb ik wel getwijfeld, ja. Ik bleef toen ook zitten. Nova heeft mij toen wel over de streep getrokken. “Kom op, nog een half jaar niveau 3 en een stage en dan heb je een diploma.” Ik liep die stage bij het NIOZ. Ik vond dat zulk mooi werk, we namen monsters van de Waddenzee. Ik heb dat acht jaar lang vrijwillig gedaan, naast een baan in Amsterdam als petrochemisch analist en adviseur. Toch knaagde het NIOZ; dat was mijn plek. Ik ben in 2004 daarom milieukunde gaan studeren in Leeuwarden. Op het hbo.

De wis­ en scheikunde was op het hbo echt heel eenvoudig. Dat is op het mbo echt stukken moeilijker. Dankzij mijn

opleiding had ik ook al de nodige lab­vaardigheden. Daar is veel geïnvesteerd in het wegnemen van apparatenangst en daar heb ik nu nog profijt van. Ik ben niet bang iets kapot te maken. Dat werkt snel en efficiënt.

Ik studeerde in 2008 af, in september. Het NIOZ startte een groot project. Ik heb, letterlijk, in de rubberboot gesolliciteerd en kreeg een baan aangebo den. Ik ben nu de coördinator van een aantal projecten. En het bemonsteren van de Waddenzee, wat ik lang als vrijwilliger heb gedaan. Dit is echt mijn plek. En die heb ik wel aan Nova te danken; als ze me niet binnen­boord hadden gehouden, had ik hier niet gezeten.

‘Geen apparatenangst’

Naam:

Sander Holthuijsen

Beroep:

Laborant/analist Koninklijk

Nederlands Instituut voor

Onderzoek der Zee (NIOZ)

Opleiding:

Allround Laborant, niveau 3

Diploma: 2001

24

AlUmNI

23