Nova Magazine December

Artikel

ROC Nova College Magazine > no 9 > december 2010

Teamwerk

Drie praktijkvoorbeelden

Luisteren naar bedrijven

Nova’s Juan Hofland

Landelijk Ambassadeur Beroepsonderwijs

Derdejaars en ver van huis

Inwijding in de zeevaart

Rubriek

Mathijs Toen (19), tweedejaars kok niveau 2, wil graag in een restaurant werken. Dat weet hij nu al zeker. Tot die tijd krijgt hij waardevolle tips van zijn docent Bart Zandvliet (36).

Mathijs: ‘Ik heb zoveel van Bart geleerd. Het snijden, bouillon clarifiëren. Maar ook het overzicht in de keuken bewaren of communiceren met andere koks.’

Bart: ‘Hij is een enthousiaste cursist. Mathijs had in het begin best moeite met de theorie. Ook concentreren was lastig. Maar hij heeft zich goed ontwikkeld.’

Mathijs: ‘Ik was vroeger heel verlegen. Maar dat is minder geworden nu ik hier zit.’

Bart: ‘Ik zeg altijd: of je nu aardig of slim bent, is niet belangrijk. Met inzet en motivatie kom je veel verder.’

Mathijs: ‘Ik wil zeker kok worden, het liefst in een restaurant. Het is hard werken, maar het omgaan met eten vind ik leuk. En het is niet erg ’s avonds te werken. Want ik houd niet van vroeg opstaan.’

Jong geleerd

2 www.novacollege.nl

Als voorzitter van MKB-Nederland draag ik het middelbaar beroepsonderwijs een warm hart toe. Het mbo is de hofleverancier van het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen en het midden- en kleinbedrijf, mijn achterban, in het bijzonder. Niet minder dan veertig procent van de werknemers op de arbeids-markt heeft een mbo-diploma op zak. Het belang van het mbo voor het bedrijfsleven staat daarmee als een paal boven water. Andersom is het belang van het bedrijfsleven voor het middelbaar beroepsonderwijs zeker zo groot. Minstens vijftig procent van het onderwijs vindt immers plaats in de praktijk, op de werkvloer van de ruim tweehonderd-duizend bedrijven die stage- en leerwerk-plekken aanbieden. Met andere woorden: het bedrijfsleven kan niet functioneren zonder het mbo, en het mbo niet zonder het bedrijfsleven. Beide partijen hebben elkaar keihard nodig. Samenwerken is dus gewoon een must.

In de praktijk echter valt er aan die samen-werking nog wel wat te verbeteren. Van leer bedrijven hoor ik bijvoorbeeld klachten over de gebrekkige voorbereiding en begelei-ding van cursisten. Een ander struikelblok is

het gebrek aan uniformiteit tussen de verschillende mbo-scholen. Formulieren, onderwijsprogramma’s, communicatie en administratie verschillen. Voor een leerbedrijf dat met verschillende scholen samenwerkt – en dat zijn er veel – levert dat een onover-zichtelijke en onwerkbare situatie op.

Gelukkig behoort dit soort problemen binnenkort tot het verleden. Tot mijn vreugde tekenden wij eerder dit jaar een intentie-verklaring met de MBO Raad, waarmee we de onderlinge samenwerking verbeteren en verder vorm en inhoud geven. We hebben afgesproken dat bedrijfsleven en mbo voortaan niet alleen bindende sectorale afspraken maken over de kwalificaties voor de opleidingen, maar ook over de beroeps-praktijkvorming – de stages – en de examen-standaarden. Ook over die zaken dus heeft het bedrijfsleven straks medezeggenschap. Mijns inziens doet dat recht aan onze betrokkenheid bij het mbo. We moeten op gelijkwaardige basis samenwerken om goed opgeleide vakmensen voor de arbeidsmarkt af te leveren. Dat is ons gemeenschappelijke belang. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken.

ColofonNOVA is het relatiemagazine van het ROC Nova College in de regio IJmond, Haarlem, Haarlemmermeer, Amstelveen en de Duin- en Bollenstreek. Uitspraken in deze uitgave weerspiegelen niet noodzakelijk de visie van het Nova College.

Hoofdredactie: Jan van der Laan Eindredactie: Marjan DirkseBladconcept en teksten: Maters & Hermsen JournalistiekArt direction en vormgeving: Barlock

Redactie: Peggy Donker, Wendy Eilers, Guido Le Fevre, Esther van Gog, Mebel ’t Hart, Mieke Jacobse, Titia Leurs, Gea Meems, Louis Meijll, Mieke van Rooij, Pauline Rote, Anita van der Wielen en Judith van Zelst

Aan dit nummer werkten mee: Bart Zandvliet, Mathijs Toen, Loek Hermans, Robin van Galen, Jes Hernandez, Justin Kunst, Roy van Rijsbergen, Denise van Lierop, Erik de Mink, Koos van Duijn, Erwin Cardol, Danielle Warmerdam, Arja de Winter, Ben de Boer, Toon Reeuwijk, Martin Jansen, Gina Aini, Flip van Veen, Juan Hofland, Folkert Pans, Frank van ’t Hoen, Sem Schuurman, Albert Mulder, Maria van den Broek, Hans Emmerik en Moos van Dril.

Fotografie: Ester Gebuis (omslag),Eric de VriesIllustratie: Aad GoudappelDruk & verspreiding: Station DrukwerkOplage: 18.500 exemplaren

Reageren: [email protected]

Jong geleerd Column Nova Nieuws Hier ben ik dan Onderwijs nieuwe stijl Maatwerk Stage lopenPraat meeTwee zielen, één gedachte Vijf tips Alumni

Samenwerken is een must

Inhoud

Ghizlan Fattah (19) is nu derdejaars bij de opleiding Directiesecretaresse. ‘Als ik mijn diploma heb, wil ik naar het hbo. Ik denk nu dat het Human Resource Management wordt. Ik ben sociaal, houd van mensen en wil later heel graag leidinggeven. Die opleiding past daar goed bij, ik kan er alle kanten mee op.’

2

3

4

6

9

14

16

20

22

23

24

De snelste kart tussen opleiding en werk


Nieuwe rubriek: Wereldverbeteraars

7

10

18

Column

Loek Hermans, voorzitter MKB-Nederland:Het bedrijfsleven kan niet functioneren zonder het mbo, en het mbo niet zonder het bedrijfs-leven. Beide partijen hebben elkaar keihard nodig. Daarom is het goed dat bedrijven meer inspraak krijgen over stages en examens.

NOVA december 2010 3

Veel cursisten dromen ervan later een eigen zaak te beginnen. Nova Ondernemershuis leert ze alles over ondernemen en wat daarbij komt kijken. Ze volgen workshops, trainingen, krijgen les van ervaringsdeskundi-gen, kunnen praktijkopdrachten uitvoeren en stage lopen. Wellicht ontmoeten ze via Nova Ondernemershuis zelfs een toekomstige opdrachtgever.

Voor het stimuleren van ondernemerschap krijgt Nova Ondernemers-huis subsidie. Onder meer van Agentschap NL, die het project Onderwijs Netwerk Ondernemen startte. In het kader hiervan biedt Nova College hulp bij het aanvragen van microkredieten en coacht starters.

Ook NL EVD Internationaal subsidieert Nova Ondernemershuis. De EVD is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken en

richt zich op initiatieven in internationaal ondernemen. Het Onderne-mershuis organiseert onder meer internationale ondernemersmarkten, waarbij jongeren, regionale en internationale bedrijven elkaar kunnen leren kennen. Daarnaast is een film gemaakt over stage lopen in het buitenland en zijn er workshops over cultuurverschillen.Het netwerk van Nova Ondernemershuis bestaat uit gemeenten, banken, lokale ondernemingen, leerbedrijven, FNV Zelfstandigen en andere instellingen. Samen zetten ze zich in voor de lokale economie en jonge ondernemers in de regio. Dat is belangrijk omdat de arbeidsmarkt van de toekomst vraagt om flexibele en ondernemende mensen.

Meer weten over activiteiten en netwerkbijeenkomsten? Dat kan via (023) 530 20 10, [email protected] of www.novacollege.nl/ondernemershuis. Daar vindt u ook verschillende films.

Voorzitter Van Zijl test tilliftOnder het motto Veelzijdig mbo organiseerde de MBO Raad van 4 tot en met 9 oktober voor de tweede keer de 6-daagse Beroepsonder-wijs. Het evenement benadrukte het belang van beroepsonderwijs en vakmanschap in de samenleving. Jan van Zijl, voorzitter MBO Raad, nam tijdens de 6-daagse een kijkje op een leerafdeling van het Nova College. In verpleeghuis Het Zonnehuis in Amstelveen testte de voorzitter de tillift en hielp met de bingo. Een middag meedraaien was een uitstekende manier om het leren en werken in de zorg te ervaren.

Behalve Jan van Zijl staken vele cursisten beroepsonderwijs als vrijwilliger de handen uit de mouwen. Cursisten Welzijn van het Nova College hielpen bij drie andere zorginstellingen bij een verwenochtend of -middag. De bewoners konden meedoen aan activiteiten als handmassage, koekjes bakken en gezel-schapsspelletjes. Ook onderdeel van de 6-daagse is het uitblinkersgala. Hier werd Nova-uitblinker Juan Hofland gekozen tot landelijk ambassadeur beroepsonderwijs. Lees meer over Juan op pagina 18-19.

Voor meer informatie over de 6-daagse Beroepsonderwijs: www.6dbo.nl.

Ondernemerschap stimuleren


CIOS-studiedag over coachen Nova College organiseerde onlangs voor de tweede keer een landelijke studiedag voor de medewerkers van de vijf CIOS’en. Het thema was ‘het begeleiden en coachen van cursisten in het onderwijs’.

Een van de sprekers was Robin van Galen, de bondscoach van de waterpolodames toen zij goud wonnen op de Olympische Spelen. Hij vertelde welke lessen je kunt trekken uit de topprestatie van de waterpoloërs voor het onderwijs. ‘Als je zelf kritisch bent naar je eigen functioneren en je staat open voor feedback, dan stellen de mensen om je heen zich ook steeds meer zo op. In de klas werkt dat ook zo.’

Het middagprogramma bestond uit verschillende workshops. Volgens Jes Hernandez, opleidingsmanager CIOS Haarlem van het Nova College en organisator van deze dag, voldeed de bijeenkomst aan de verwach-tingen. ‘De vijf opleidingen leerden elkaar beter kennen, gingen met elkaar in gesprek en konden volop van elkaar leren.’

De MBO Raad, VNO-NCW, MKB-Nederland, FNV, AOb, CNV Onderwijs, CNV Publieke Zaak en UNIENFTO hebben in een gezamenlijke brief hun zorgen geuit over de dertig-plusmaatregel van het kabinet.

Ze schrijven minister Van Bijsterveldt dat deze bezuiniging op het middelbaar beroepsonderwijs voor dertigplussers de instroom in de arbeidsmarkt hard treft. Daarmee berokkent het kabinet grote schade aan onze Nederlandse economie.

De organisaties vrezen dat de tienduizenden herintreders en zij-instro-mers hierdoor niet de opleiding zullen krijgen die ze nodig hebben. Bijna zestigduizend mensen van boven de dertig jaar volgen nu landelijk een mbo-opleiding. Bij het Nova College volgen zo’n 1.400 dertigplussers een opleiding. Ruim 600 daarvan doen een opleiding in de zorg. In de begrotingsbijlage bij het regeerakkoord van CDA en VVD staat een structurele bezuiniging ingeboekt van 170 miljoen euro voor het schrappen van de overheidsbekostiging van het onderwijs aan dertigplussers. De gevolgen voor de branches waar veel dertigplustra-jecten worden gegeven en voor mbo-scholen, zijn zeer groot en zullen desastreus uitpakken voor samenleving en scholen.

Dertigplusmaatregel desastreus voor economie

Conferentie motorvoertuigen in de ArenaOp 7 februari 2011 organiseert het Nova College samen met de andere roc’s in Noord-Holland een conferentie in de Amsterdam Arena voor stagebedrijven in de branche motorvoertuigen. Met name de directeuren, HRM’ers en praktijkopleiders zijn van harte welkom. Het thema is Aansluiting of kortsluiting. De roc’s willen de praktijkopleiders nog meer betrekken bij het onderwijs. Deze conferentie gaat over de vraag hoe we dat gaan vormgeven. Het programma met verschillende workshops duurt van 16.00 tot 21.00 uur. Dus houd 7 februari vast vrij in uw agenda!

Nieuwe telefoonnummers De locatie Laurens Baecklaan 23/25 in Beverwijk heeft een nieuw telefoonnummer: (023) 530 30 00. Ook de Tetterodestraat 109 in Haarlem heeft een nieuw nummer gekregen en Nassaulaan 37: (023) 530 24 50. Op www.novacollege.nl/locaties staan alle locaties, adressen en telefoonnummers.


Naam: Denise van LieropLeeftijd: 16Opleiding: Handhaver Toezicht & Veiligheid, niveau 3

Ik ben goed in…‘…samenwerken, ideeën verzinnen en doorzetten. Gisteren werkte ik heel goed samen met een ander meisje aan een flyer over de veiligheid van baby’s in auto’s. Dan heb ik vooraf al een beeld in mijn hoofd over hoe ik dat wil aanpakken.’

Een echte uitdaging is…‘…om straks bij de politie terecht te komen. Ik wil al vanaf mijn vierde bij de politie. Ik heb al eens een dagje meegelopen. Toen werd er een maffiabaas gearresteerd. Dat heeft veel indruk op me gemaakt. Binnen-kort ga ik een keertje mee naar de schietbaan.’

Blijf werken aan…‘…mijn conditie. Die is prima, maar dat wil ik graag zo houden. Sinds ik gestopt ben met voetbal ga ik twee keer per week naar de sportschool. En bij de jeugdbrandweer ren ik volop om ervoor te zorgen dat de man-schappen snel klaar zijn met alles.’

Naam: Roy van RijsbergenLeeftijd: 17Opleiding: Technicus Engineering (ETECH), niveau 4

Het leukste vind ik…‘…dat ik na mijn opleiding in mijn eigen huis de elektriciteit kan aanleggen.’

Mijn grootste uitdaging is…‘…tekeningen lezen. Op mijn vorige school heb ik daar nauwelijks les in gehad. Nu heb ik iedere week twee uur les in tekeningen lezen bij netwerktheorie.'

Een droombaan zou zijn om…‘…uitvoerder te worden en dan leiding te geven op het gebied van elektro-techniek. Het lijkt me leuk om verantwoordelijkheid over anderen te hebben. En dat je dan eindverant-woordelijk voor het resultaat bent.’

Naam: Justin KunstLeeftijd: 18Opleiding: Cosmo Academy, Entertainment, Vrije Tijd en Evenementen, niveau 4

Een baan moet voor mij…‘…leuk zijn om te doen en ik moet er een gezin van kunnen onderhouden. Ik vind vooral evenementen organise-ren leuk. Het is mooi om te zien dat mensen plezier hebben van jouw werk.’

Maar even belangrijk zijn…'…goeie collega’s en een fijne samenwerking.’

Maar eerst…‘…moet ik deze opleiding afronden. Ik heb hier nog drieënhalf jaar voor de boeg en daarna wil ik graag naar het hbo. Pas daarna ga ik op zoek naar een baan.’

Wilt u meer weten over onze cursisten? Als u serieus werk maakt van een stage, bel dan met het Nova Informatiepunt (023) 530 20 10.

Roy

Denise

Justin

Hier ben ik dan…


Artikel

Zelf het businessplan, de financiering en het ontwerp van de meest duurzame kart ontwikkelen. Is dat nog school? Jawel, de Techno Challenge brengt praktijk dichter bij de theorie, en de jonge technicus bij een baan.

Je moet even om je heen kijken om weer te beseffen dat we in een klaslokaal van een roc zitten, en niet in de directiekamer van een bedrijf. Verder praten de heren over financiering, sponsoring en transport alsof ze al een bedrijf runnen. De vijf cursisten Technisch Specialist Personenauto's, drie cursisten Werkplaatsmanager en twee cursisten Elektrotechniek vormen één van de teams die meedoen aan de First Electro League. In de wedstrijd strijden negen teams tegen elkaar. Doel is jongeren te interesseren voor een beroep in de techniek. Er is namelijk dringend behoefte aan technici.‘Met name de afgelopen vier jaar kregen we te maken met een krappe arbeidsmarkt’, vertelt Erik de Mink,

werkzaam bij Tata Steel (voorheen Corus) en voorzitter van de Techno Challenge. ‘De technische bedrijven in Nederland vinden steeds moeilijker goede en ervaren mensen. Steeds minder jongeren kiezen voor de techniek.’

CoureurHet team van het Nova College in Hoofddorp is zeer gemotiveerd. De laptops liggen in de aanslag. ‘Dit is een uniek project’, beseft Danny, die technisch specialist wordt. ‘Op andere scholen hebben ze dit niet.’ ‘Je leert zo meer dan uit een boekje’, vindt ook Roel, die de opleiding voor werkplaatsmanager volgt. Net als Robbin. ‘Het is leuk dat het niet voorgekauwd is en we zelf alles moeten uitzoeken.'

De challenge bestaat niet alleen uit het maken van een kart, die het snelst én het zuinigst van alle ingezonden karts is. Het komt ook aan op het maken van een goed bedrijfsplan, het werven van voldoende financiering, het aankopen van benodigde materialen en het verdelen van de verschillende organisatierollen.Sjoerd is de kleinste en de lichtste en lijkt gemaakt te zijn voor de rol van coureur. Danny en Steven willen technisch specialist worden en lijken dus aangewezen

De snelste kart tussen opleiding en werk

NOVA december 2010 7NOVA december 2010 7

monteurs te zijn. Maar dát is niet gezegd. Danny: ‘De bedoeling is dat we de rollen wisselen. Zo krijg je met alles te maken, ook het aansturen van mensen. Je ervaart dan hoe dat is.’ De managers in spe, zoals Pieter, Roel en Robbin, gaan dus ook sleutelen.

CertificaatTata Steel besloot dan maar zelf opleidingen te ondersteunen. De stagecontacten werden uitgebreid en Jet-Net, een samenwerkingsnetwerk van middelbare scholen, werd aangeboord. Er zit natuurlijk ook een direct belang voor Tata Steel bij deze inspanningen voor de Techno Challenge. ‘Wil je de echte talenten ontdekken, dan moet je eigenlijk al op de basisschool beginnen.’ De samenwer-king met het netwerk moet de visvijver aan personeel vergroten en de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven verkleinen. De Mink: ‘Cursisten moeten ermee aan de slag, werkelijk gaan samenwerken en ook zoiets als marktonderzoek doen. Uiteindelijk willen we toe naar een extra kwalificatie voor onze deelnemers, in “techni-sche duurzaam ondernemen”. Een certificaat dat aangeeft dat zij hier extra voor zijn opgeleid.’

RuimtevaartBij het team in Hoofddorp is intussen wat tegenslag. De heren kunnen wel al aan de slag met het bedrijfsplan, maar er is vertraging met de financiering en de levering van de basiskart. De Mink: 'Het is net als in het bedrijfsleven. Daar ben je ook van andere partijen afhankelijk.' ‘Dat is demotiverend,' zegt Roel. ‘We wachten al een tijdje. We moeten echter niet opgeven, want dan komt deze kans niet meer terug. Ondertussen vullen we de tijd door het normale lesprogramma verder

te volgen.’Docent Arian de Keyzer meent dat bij de volgende challenge de voorbereidingen eerder klaar moeten zijn, zodat de teams meteen uit de startblokken kunnen. ‘Ze zijn enorm gemotiveerd. Geef ze een vinger en ze nemen je hele hand. Maar dan moet je ze wel een hand kunnen geven.’De Mink van Tata Steel herkent het probleem. Hij verwacht dat in januari alle teams hun materialen hebben. ‘Tot die tijd verzorgen wij workshops op de

scholen voor de teams die deelnemen.’ Het bestuur van de Techno Challenge neemt de lessen uit deze wedstrijd mee naar de volgende lesprogramma’s, op het gebied van

duurzaam wonen en lucht- en ruimtevaart.

HandigHet team van het Nova College laat zich door de vertraging niet uit het veld slaan. ‘Hier leer je ook van’, zegt Pieter. ‘Ik had dit niet willen missen. Je leert jezelf goed kennen.’ Pieter speelt al langer met het idee een raceteam op te zetten. Dankzij hem heeft dit team een voorsprong bij het opzetten van een stichting en een bedrijfsplan. Sjoerd ziet in dit beginstadium al de voordelen. ‘Je doet enorm veel contacten op. Handig voor later.’

Maar eerst is er de competitie. Met als grootste concurrent het team uit Beverwijk, óók Nova College. De winnaar wordt duidelijk op het circuit van Zandvoort. Sjoerd ziet het al helemaal zitten. Als we zijn brede grijns zo mogen vertalen.

'Het is net als in het bedrijfsleven. Daar ben je ook van andere partijen

afhankelijk'

8 www.novacollege.nl8 www.novacollege.nl

Samen een katapult maken om een bal weg te schieten en op te vangen. Metershoog de bomen in voor een lastig touwenparcours. Kortom: sporten met jongeren om aansluiting met de arbeidsmarkt te vinden. Koos van Duijn, al twintig jaar gymleraar, vond sport als middel om werk te vinden tot een maand geleden vooral ‘theorie’. Maar die theorie heeft de afgelopen maand inhoud gekregen. Sport eist volgens Van Duijn van mensen vaak hetzelfde als een baan of stage: doorzettingsvermogen, discipline, samenwerken, hulp vragen en initiatief nemen.

DoorstromenAnders gezegd: als een potje voetbal niet ontaardt in een scheldpartij, waarom zou dat wel gebeuren tijdens de stage? Eind september sportte Van Duijn met ruim 180 cursisten op het adventurepark Saplaza in Haarlem. Het is de nulmeting op basis waarvan hun eigenschappen, nodig voor een startkwalificatie of een baan, verder worden ontwikkeld. De jongeren moeten via de pilot van de afdeling Toeleiding & Toerusting (T&T) van Nova College uiteindelijk doorstromen naar een baan of een mbo-opleiding.

InitiatiefGebruikmakend van een experimenteerregeling van het UWV, kreeg T&T ondersteuning van de Universiteit van Amsterdam, Mind at Work en de sportacademie van Hogeschool Windesheim. Een unieke pilot in roc-land, zegt Van Duijn, waaraan ook de CIOS-opleidingen van het Nova College meedoen. Samen met de collega’s op de afdeling T&T proberen ze op deze manier een kwetsbare groep jongeren aan een baan of een opleiding

te helpen.Voor deze groep gaat het bijvoorbeeld op de stages mis in de sociale en organisatorische vaardigheden. Dat is vreemd, want veel jongeren die Van Duijn begeleidde, sporten. Ze komen op tijd bij hun club, houden zich aan de regels van hun sport, organiseren hun eigen teams, nemen initiatief. Eigenschappen waarover ze dus beschikken, maar die ze toch niet bij een baan aanwen-den. ‘Op zo’n sportdag leggen we een directe link tussen wat er gebeurt in het veld en wat er gebeurt op hun stage.’

Verborgen eigenschappenTijdens de sportdagen komen tot nu toe verborgen eigenschappen aan de oppervlakte. Ervaringen of gebeurtenissen kunnen direct met jongeren worden besproken. Waarom durft iemand de touwbaan niet op? Hoe gaat hij of zij om met angst? Is het gebrek aan zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen of iets anders? ‘Als iemand weigert omhoog te gaan, kun je direct met hem of haar in gesprek, je kunt motiveren en het achterliggende probleem bespreekbaar maken.’

Succes is daarbij niet verzekerd, weet ook Van Duijn. ‘Er is vaak meer aan de hand met deze jongeren. Het is niet genoeg om alleen de werknemerseigenschappen te ontwikkelen om ze succesvol aan het werk te krijgen.’ Maar sport legt volgens hem wel een belangrijke basis. ‘Ze leren dat zij ertoe doen. En als het dan misgaat tijdens de stage, dan hebben ze nu een ervaring waarmee ze problemen kunnen benoemen.

Afspraken nakomen, discipline tonen, samenwerken, initiatief nemen, organiseren. Sport staat dichterbij het werk dan velen denken. Nova College neemt daarom deel aan een unieke pilot om 180 cursisten van mbo-niveau 1 werknemerservaringen aan te leren. Met sport.

Onderwijs nieuwe stijl

Sporten voor een baan


Groene handen in het lab Wat: opleiding groene (biotechnologisch) analist. Een driejarige laboratoriumopleiding (bbl) op mbo-4 niveauWie: Seed Valley, Clusius College en Nova College

Erwin Cardol, programmamanager bij Seed Valley, weet niet eens precies meer van wie het idee kwam om de opleiding tot groene analist te starten. Deze driejarige mbo-opleiding voor biotechnologisch laborant kwam tot stand door een samenwerking van drie partijen: stichting Seed Valley, het Clusius College en het Nova College. Seed Valley vertegenwoordigt tientallen bedrijven uit de zaadindustrie in Noord-Holland, het Clusius College verzorgt ‘groene’ opleidingen op mbo-niveau en het Nova College leidt laboranten op.

De opleiding komt voort uit een reële behoefte, stelt Cardol. ‘Een onderzoek onder alle bedrijven wees uit dat er jaarlijks twintig vacatures zijn voor groene analisten in de sector.’ De zaadveredeling is de klassieke planten-genetica (de kruising van planten) ruimschoots voorbij en bevindt zich inmiddels op high-tech niveau: DNA-onderzoek met behulp van cellulaire en moleculaire technologie. Jaarlijks gaat bijna een kwart van de totale omzet in de sector naar research & development.

De zaadindustrie in Noord-Holland bestaat uit tientallen specialistische bedrijven die wereldwijd telers van groente en bloemen voorzien van zaden en stekken. De bedrijven in Seed Valley zijn wereldmarktleiders. De industrie is stabiel en sterk groeiend. De vraag naar speciaal voor het groene laboratorium opgeleid personeel is groot. Niet alleen door de groeiende markt of door de technologische ontwikkelingen, maar ook omdat over vijf tot tien jaar veel vergrijsd personeel wegstroomt. Het aantal gediplomeerden is nu nog te laag om dit verloop op te vangen.

De boer opReden om de boer op te gaan en hier verandering in te brengen. Seed Valley legde de vraag van het bedrijfsle-ven neer bij het Nova College. Erwin Cardol organiseerde voor docenten een excursie langs wat zaadlaboratoria. Nova’s bestaande kennis over biotechnologie brachten zij in de nieuwe opleiding samen met de groene ervaring van het Clusius College. In april dit jaar ging de opleiding van start met veertien toekomstig groene analisten.

Als een bedrijf verlegen zit om specialistisch personeel, is wachten geen optie. Samenwerken met Nova College werkt beter. Drie voorbeelden uit de praktijk.


Nova College kiest voor teamwerk


Wat: opleiding CIOS Sport en Bewegen Voetbal, tweejarige bol-opleiding, niveau 2Wie: AZ, CIOS Haarlem onderdeel van Nova College

Ze zitten in de jeugdselectie van de Alkmaarse voetbal-club AZ en willen dolgraag profvoetballer worden. Op de training verschijnen is voor hen belangrijker dan naar school gaan. Wat ook best een pittige combinatie is, als je zoveel moet trainen. ‘Deze jongens kunnen school en voetbal moeilijk combineren door hun trainingstijden’, weet Ben de Boer, opleidingsmanager van het Nova College. ‘Daarom kwamen AZ en het CIOS met het idee om de school naar de jongens toe te brengen.’

De twaalf jongens van de jeugdselectie van voetbalclub AZ zijn tussen de 16 en 19 jaar oud. Sinds september volgen ze de opleiding tot Sport- en Bewegingsbegeleider Voetbal. Het rooster is afgestemd op het trainingsschema. De lessen worden bij AZ gegeven. Naast reguliere vakken als rekenen en Nederlands bestaan de lessen uit lesgeven en organise-ren van evenementen en projecten. Naast veel voetbal is er ook aandacht voor bijvoorbeeld trainingsleer en didactiek.’ De verhouding tussen praktijk en theorie ligt ongeveer op 80/20. Het is vooral leren door te doen. ‘En waar leer je dat beter dan bij je eigen club?’ vindt De Boer. De

jongens krijgen voetbaltraining van Dennis Haar, de jeugdtrainer van het A1 en ex-cursist van het CIOS. Ook geven ze aan elkaar les. Op woensdagmiddag lopen ze stage en geven training aan jeugdige voetballers bij amateurclubs in de buurt.

Gedisciplineerd‘De totstandkoming van de opleiding was een een-tweetje’, licht De Boer toe. Gerard Timmers, studiecoör-dinator van AZ, en Aloys Wijnker, hoofd jeugdopleiding AZ kwamen in april met het verzoek aan CIOS om een keer te komen praten. Op een mooie voorjaarsdag reed

De Boer er met zijn collega Frank Meijerman heen. Ze sloegen snel spijkers met koppen. Zij zetten dit volledig op voetbal gerichte program-

ma op. Nog voor de zomer werd een informatieavond georganiseerd voor de ouders en cursisten. Inmiddels volgen de twaalf jongens gedisciplineerd – want dat zijn ze – de op maat gemaakte opleiding.

Als de cursisten deze opleiding afronden zijn ze niet alleen sporten bewegingsbegeleider, maar ook gekwalificeerd KNVB trainer/coach III. Ben de Boer: ‘We proberen ook nog een niveau-3 KNVB-opleiding tot profvoetballer op te zetten. Daarover praten we momenteel met de KNVB en AZ’.

Wat: opleiding Verpleegkundige, bbl op mbo-4 niveauWie: Linnaeusinstituut (het gemeenschappelijk leerhuis van het Kennemer Gasthuis en het Spaarne Ziekenhuis) Ziekenhuis Amstelland, het Rode Kruis Ziekenhuis en Nova College

‘De ziekenhuiszorg verandert constant’, zegt Arja de Winter, opleider van het Linnaeusinstituut. ‘Zorgvragen worden complexer en patiënten blijven steeds korter. Om snel en adequaat te kunnen handelen, is steeds meer kennis en verdieping nodig.’ Van verpleegkundigen wordt dus méér gevraagd. Parate kennis. Weten hoe je met materialen en apparatuur omgaat, die continu in ontwikkeling zijn. Het is logisch om de kennisoverdracht over de technische zorg in de ziekenhuizen zelf te doen, denkt Daniëlle Warmerdam, opleidingsadviseur in het Spaarne Ziekenhuis. ‘Kennis veroudert snel en druppelt maar langzaam door naar de scholen. Zo ontstond het idee om onderdelen in het ziekenhuis te geven.’

TaalEn dus verzorgen sinds vorig jaar mensen uit de praktijk lessen aan rond de 120 cursisten. 'Bijkomend voordeel is daarbij dat de gebruikte materialen ook up-to-date zijn,' zegt De Winter.

ECG’s draaien is zo’n voorbeeld, vertelt Warmerdam. ‘Op school blijft het bij theorie, wij kunnen de cardioloog uitnodigen voor een praatje en een bezoek brengen aan de afdeling. Dan zien ze hoe het in de praktijk gaat en kunnen we zelfs een ECG nabespreken.’ Volgens de opleider zijn de bbl’ers enthousiast over de lessen door praktijkmensen. 'Naast de klassieke lessen denken de opleiders aan elektronisch leren. Maar ook een combina-tie van lessen met eerstejaarsstudenten Geneeskunde is mogelijk. Uiteindelijk zijn alle beroepsgroepen gebaat bij een hoogstaande professionele en resultaatgerichte patiëntenzorg,' stelt De Winter. 'Wat is er mooier dan dat iedereen dezelfde taal spreekt? Wij willen als zorginstel-ling ook een opleiding creëren die beter aansluit op de vervolgopleiding. Er is nu een tekort aan hoger opgeleid personeel. Met dit initiatief willen we het gat tussen mbo- en hbo-opleidingen dichten en de doorstroom bevorderen.’

Het initiatief wordt verder uitgewerkt door ziekenhuizen en Nova College in de werkgroep Nieuw Elan. ‘De ziekenhuizen willen meer diepgang in de opleiding. Er zijn heel veel kansen en mogelijkheden om dat samen te bereiken. Daar gaan we dit jaar hard aan werken.’

Meer verdieping op de werkvloer

Gediplomeerd en gekwalificeerd voetballen

De school naar de jeugdselectie toebrengen


Meer inspraak bedrijvenHet bedrijfsleven krijgt meer te zeggen over de inhoud van het middelbaar beroepsonderwijs. De MBO Raad tekende hierover dit voorjaar een intentieverklaring met het VNO-NCW, MKB-Nederland en een aantal vakbonden. Er komen bindende afspraken over de kwalificaties, de beroepspraktijkvorming (stages) en de examenstandaarden. Daarbij krijgen bedrijfsleven en

Erwin Cardol (41)Opleiding: Moleculaire Biologie, Vrije UniversiteitHuidige functie: programmamanager Seed ValleyWerkt in huidige functie sinds: 2008Werkte daarvoor bij: Wageningen Universiteit en LogicaWilde als 16-jarige worden: wetenschapsjournalistZou nu kiezen voor: communicatiefunctie in groene sector

Ben de Boer (54)Opleiding: Academie voor Lichamelijke Opvoeding (Den Haag)Huidige functie: opleidingsmanager Nova CollegeWerkt in huidige functie sinds: 2003Werkte daarvoor als: docent CIOS en het vroegere Frans Hals CollegeWilde als 16-jarige worden: gymnastiekleraarZou nu kiezen voor: sportmanager of onderwijs adviseur

Arja de Winter (50)Opleiding: Inservice Verpleegkunde, lerarenopleiding Verpleegkunde, volgt nu master Leren & innoverenHuidige functie: opleiderWerkt in huidige functie sinds: 1985 (met tussentijds tien jaar ervaring in andere functies)Wilde als 16-jarige worden: verpleegkundigeZou nu kiezen voor: er zijn zoveel leuke beroepen, waaronder verpleegkundige

Daniëlle Warmerdam (39)Opleiding: Hbo-v en lerarenopleiding VerpleegkundeHuidige functie: verpleegkundige afdeling cardiologie en opleidingsadviseur Linnaeusinstituut locatie Spaarne ZiekenhuisWerkt in huidige functie sinds: 2005Werkte hiervoor als: verpleegkundige Spaarne ZiekenhuisWilde als 16-jarige worden: verpleegkundige of politieagentZou nu kiezen voor: verpleegkundige of basisschooldocent

onderwijs zeggenschap op fifty-fifty basis. De nieuwe afspraken worden bindend voor de onderwijsinstellingen die voor een bepaalde sector opleiden. In het bestuur van Colo, de koepelorganisatie van kenniscentra, krijgt het mbo meer inspraak: ook hier worden de zetels gelijk verdeeld.


De monteurs van Fokker kunnen wel werken met hun

oscilloscoop, maar halen er niet het maximale uit. Een op

maat gesneden training helpt ze verder. ‘Je kunt wel een

kunstje leren, maar je moet het waarom ook begrijpen.’

‘Meten is (niet per se) weten’

Meten is niet altijd weten, bleek bij Fokker. De oudere garde kende de meetapparatuur wel, maar de kennis was wat weggezakt doordat het dagelijkse werk steeds meer van ze vroeg. De jongeren konden de extra kennis sowieso goed gebruiken. Want als metingen een onverwacht resultaat opleverden, wist het leeuwendeel van de monteurs niet goed hoe ze daarmee om moesten gaan. De training Geometrisch Meten, die het Nova College dit voorjaar verzorgde bij Fokker, opende ogen in Amsterdam.

Toon Reeuwijk van Fokker Training Support kijkt tevreden terug: ‘Het was geen standaardtraining, maar eentje die was toegespitst op onze meetinstrumenten en onze werkzaamheden. Dat maakte het interessant en leerzaam.’ Die geluiden krijgt hij ook van de werkvloer. Ze hebben echt wat geleerd, verklaart Reeuwijk: ‘Onze monteurs zijn nu beter in staat de meetresultaten te interpreteren. Ze konden alle nauwkeurige metingen aan vliegtuigonderdelen verrichten, maar als dat geen voorspelbare resultaten opleverde, dan leidde dat vaak tot problemen.’ Zonde, aldus Reeuwijk: ‘Je kunt wel een kunstje leren, maar je moet het waarom ook begrijpen.’

De trainingen, die intern bij Fokker werden gehouden, sluiten aan bij de bedrijfsfilosofie over opleiden. Leren terwijl je werkt is daarin de belangrijkste pijler, legt Reeuwijk uit: ‘Jonge jongens mogen stapsgewijs meer onderdelen van hun werk doen. Stukje bij beetje leren ze het vak van de ervaren mannen. Dat werkt beter dan uit een boekje, of in een klaslokaal.’ Zo ging het ook tijdens deze training. Tijdens zes halve dagdelen combineerde de

Novadocent de theorie van alle meetapparatuur met in de werkplaats aanwezige praktijk. ‘Daar hebben we bewust op gestuurd. Meteen de kennis toepassen op het dagelijks werk.’

Ideaal, aldus monteur Martin Jansen. Hij deed, ondanks zijn ruim dertig jaar ervaring, mee aan de training: ‘Ik heb dit nooit gehad op de lts, ik leerde het in de praktijk. Maar vroeger mat je mechanisch, nu vooral elektronisch. En het materiaal verandert. Je moet weten wat je in handen hebt en wat je ermee kunt doen. Daarom was deze opfrisser goed.’

De volgende training voor de monteurs is alweer in aantocht. Geen technische dit keer, maar Engels. ‘Onze buitenlandse klanten horen graag gedetailleerd wat er aan hun onderdelen mankeert. En wat er is gedaan om dat te verhelpen. Het valt niet mee om dat in de juiste termen uit te leggen.’ Reeuwijk weet hoe deze training eruit moet zien. Lezen, begrijpen en uitleg geven over Engelstalige technische onderwerpen, het vergroten van de woorden-schat en het oppoetsen van de grammaticale kennis zijn belangrijke onderdelen. ‘De belangstelling is groot. Ook ervaren monteurs halen graag hun Engels nog eens op.’ Jansen beaamt dat: ‘Ik red me wel, maar vooral het spreken en schrijven kan beter. Ik ben in de loop der jaren gegroeid binnen dit bedrijf. Mijn functie is zwaarder geworden, met meer verantwoordelijkheden. Zowel naar klanten als naar collega’s toe. Dan moet mijn kennis meegroeien. Zo lang ik hier werk, ben ik nooit uitgeleerd.’

Maatwerk


‘Meteen de kennis toepassen in het dagelijks werk’

Is een maatwerkopleiding ook iets voor uw bedrijf?Neem dan contact op met de relatiemanager voor uw sector:• sectorTechniek Guido Le Fevre via [email protected]• sectorEconomie Louis Meijll via [email protected]• sectorZorg,WelzijnenLaboratoriumtechniek Esther van Gog via [email protected]• sectorParticipatie,Re-integratieenInburgering Peggy Donker via [email protected]


1

Iiiiiiiiiieee…Sinds december assisteert Gina Aini (18, tandartsassistent) op dinsdag en woensdag tandarts Flip van Veen in zijn praktijk in Heemskerk.

2 43

Stage lopen


Rubriek

7

8

65

Foto 1 Gina en de tandarts door de ogen van een patiënt. ‘De omgang met patiënten vind ik het leukst. Ze zijn vaak angstig. Daarom wacht ik altijd eerst even af hoe ze zich voelen, voor ik wat tegen ze zeg.’

Foto 2 Gina pakt niets zonder handschoenen aan. Hygiëne is belangrijk, daarom draagt ze ook een monddoekje. Op een dag komen dertig tot veertig patiënten langs. Een controle duurt gemiddeld tien minuten, een wortelkanaal behandeling bijna een uur.

Foto 3 Voor elk bezoek legt de tandarts-assistente klaar wat de tandarts nodig heeft. Daar hoeft hij niet om te vragen. Er moet een gaatje gevuld. In de lade met composiet-capsules (witte vullingen) zoekt Gina naar de juiste wittint.

Foto 4 De wortel is schoon, er gaat eerst een zacht soort vulling in. Gina stopt het materiaal in een machine die het goedje heel hard door elkaar schudt, daarna mengt Gina het razendsnel op een blaadje. Klaar voor gebruik.

Foto 5 Er komen veel kinderen in de praktijk, waaronder verstandelijk gehandicapte kinderen. Bijna allemaal gruwen ze van ‘happen’ voor een fluorbehandeling. Gina begrijpt dat: ‘Ik vond het ook altijd heel vies!’

Foto 6 Met alcohol desinfecteert Gina alles wat de tandarts heeft aangeraakt. Tangetjes gaan in de autoclaaf, een speciaal ontsmet-tingsapparaat. Gebruikte vijltjes, naalden en vullingen worden gescheiden van het gewone afval. De stagedag eindigt met schoonmaken.

Foto 7 Een patiënt krijgt bij een behandeling van de assistente altijd een klein slangetje in zijn mond om speeksel af te zuigen. De grote afzuiger, die Gina vasthoudt, zuigt het water op dat vrij komt bij het boren.

Foto 8 Met de ene hand houdt Gina de lamp vast die de vulling droogt. In de andere hand het pistool voor de composietvulling. De extra harde buitenste laag schiet de tandarts er in. Als tandartsassistente moet je een vaste hand hebben en lang stil kunnen zitten.


18

Wereldverbeteraars


Rubriek

Juan Hofland presteert op zijn best in situaties die niet alledaags zijn. Daarom ging hij voor zijn CIOS-stages naar het buitenland. Via sport wil hij de wereld verbeteren, al is het maar een klein beetje.

‘Tijdens mijn eerste stage was ik twee maanden in Suriname om zoveel mogelijk kinderen aan het bewegen te krijgen. Het was zo inspirerend dat ik koos voor een tweede stage in het buitenland. Ik hoorde van de Nederlandse eigenaresse van een Ghanees weeshuis dat ze stageplekken hadden. Naast het geven van sportles zette ik er een winkel op met betaal-bare sportartikelen. Binnen een week was de hele voorraad op.

Ik presteer op mijn best in situaties die niet alledaags zijn. Dat geeft me extra kracht om door te zetten. Ik werd daar echt met mijn eigen gevoel geconfronteerd. Het was zwaar, ik zag veel armoede en ongelijkheid. Maar als je met kinderen sport en speelt, merk je daar niets van. Ondanks alles blijven ze vrolijk. Je krijgt altijd een grote glimlach terug.

Kinderen zijn nog niet vervuild of beïnvloed door de maatschappij. Je kunt ze jouw plan voorleggen; zij staan er altijd voor open. Nog meer dan volwassenen denken kinderen: we zijn samen op deze wereld, het gaat om gelijkheid en liefde. Met eenzelfde open mind ging ik naar het buitenland toe. Als je al met vooroordelen erheen reist, valt het vaak tegen.In al mijn lessen zit een message. Ik wil ze leren samenwerken. De kinderen waren bijvoorbeeld

niet bekend met tikvormen. Ik liet jongens en meisjes samen sporten, zodat ze niet zo met de verschillen bezig zijn. Bij tweelingvoetbal moeten ze elkaars hand vasthouden tijdens de wedstrijd. Dat is wat ik wil uitdragen: op basis van gelijkheid met elkaar omgaan. Ze vonden het geweldig om te rennen en het gezellig te hebben.

Zelf ben ik in mijn tweede levensjaar geadop-teerd en naar Nederland gekomen. Het is een zegen dat ik deze kans kreeg. Ooit keer ik terug naar mijn geboorteland Colombia om te werken met kansarme jongeren in mijn geboortestad Medellin. Maar eerst ga ik in december weer richting Suriname. Mijn toekomst ligt nog niet vast. Maar als er iets moois op mijn pad komt, pak ik dat direct met beide handen aan.’

‘Je krijgt altijd een grote glimlach terug’

Juan sport met kansarme kinderen

Nova UitblinkerJuan Hofland is Nova Uitblinker 2010 en vanuit die rol uit 51 Uitblinkers gekozen tot Landelijk Ambassadeur Beroepsonderwijs. Dit gebeurde tijdens het Uitblinkersgala, het slotevenement van de 6-Daagse Beroepsonderwijs. De jury roemde Juan om zijn durf, enthousi-asme en authenticiteit.



Werk zat, voor Hollandse jongens en meiden in de zeevaart. Maar dan moet je wel eerst het vak leren. Sinds kort kunnen cursisten mee op moderne schepen met een eigen oefenbrug.

Een enkeling kan er écht niet tegen, maar voor de meeste cursisten is zeeziekte niet het grootste probleem van hun eerste kennis-making met de zeevaart. Kwestie van een paar dagen ‘inslingeren’, zoals zeelieden dat noemen. Lastiger is langere tijd van huis zijn, de complexe techniek onder de knie krijgen en de kennismaking met de af en toe wat ‘directe’ wereld van de zeevaart. Een officier heeft niet altijd tijd voor een cursist met vragen en het lawaai in de machinekamers kan zo hard zijn dat de communicatie met handen en voeten gaat.

High techHet project IGO2C van de Maritieme Acade-mie van het Nova College en rederij Spliethoff wil zorgen voor een grotere instroom voor de zeevarende beroepen. Een realistisch beeld voor en tijdens de opleiding voorkomt uitval. Een ervaren trainingsofficier begeleidt de jongens tijdens de stage. Hij kent de zee,

heeft alle tijd voor ze én weet hoe hij de liefde voor het vak moet overdragen. Dat gebeurt op negen speciaal voor dit doel uitgeruste vrachtschepen van 160 meter lang die de vloot van rederij Spliethoff rijk is. Die schepen doen wat ze altijd doen, maar maken gebruik van een nieuw programma, speciaal ontwik-keld voor het onderwijs op zee. Bovenop de brug is een tweede brug gebouwd waar geoefend kan worden met navigeren. En dat is nodig, want varen is tegenwoordig een high tech beroep. De cursisten hebben dan ook een bijpassende leer- en werkomge-ving met laptops, internet, navigatiemiddelen, een bibliotheek en computer based training. Daarnaast beschikken ze over een sportzaaltje en een ontspanningsruimte met televisie en spelcomputer. En dat is heel bijzonder.Dat is bij andere rederijen anders. Daar gaan stagiairs alleen of in groepjes van twee mee op een gewoon schip. Een van de officieren aan boord heeft ze onder zijn hoede. Je leert het door het te doen en grondige begeleiding schiet er wel eens bij in. ‘Het succes is dan afhankelijk van hoe snel de jongens volwassen worden’, vertelt psycholoog Albert Mulder die voor Nova College onderzoekt of het project de gewenste resultaten behaalt.‘De cursisten van nu zijn wat softer dan


Praat mee

IGO2CHet IGO2C-project (sms-taal voor I go to sea) wordt financieel gesteund door het Vaderlandsch Fonds ter Aanmoedi-ging van ’s Lands Zeediensten en het Platform Beroepsonderwijs. De Maritieme Academie, onderdeel van Nova College, is projectleider en verantwoordelijk voor het onderwijs-kundig deel. Doel van IGO2C is de instroom voor zeevaartscholen te vergroten en uitval te voorkomen.

Zie voor meer informatie: www.igo2c.nl.



vroeger’, ervaart Frank van ’t Hoen – negen jaar gevaren, tien jaar in het onderwijs en trainingsofficier bij Spliethoff. ‘Wat je overal in het onderwijs ziet, zie je bij deze jongens ook: moeder belt wel even als er een probleem is met een docent. Dat moeten ze op zee heel snel afleren.’

Achter de broekVoor derdejaars Sem Schuurman (20) was de trainingsofficier aan boord de belangrijkste reden om zich op te geven voor het Spliethoffschip. ‘Superhandig dat er een docent bij is. Ik weet van mezelf dat stageverslagen schrijven niet mijn sterkste punt is. Nu heb ik iemand die me achter mijn broek aan zit. Zodat ik straks niet klaar ben met mijn stage, maar het verslag nog moet schrijven.’ Het varen zelf heeft voor Sem weinig verrassingen. Het havenrooster, de Philippijns-Russische bemanning, het ver van huis zijn – hij heeft er geen moeite mee. Zeeziek is hij nog niet geweest. ‘We hebben nog geen zwaar weer gehad.’ Wel heeft hij ontdekt dat de machinekamer niet echt zijn ding is. ‘Het is er warm en lawaaiig en er wordt veel technische kennis verwacht.’ Op de brug staat hij wel graag. ‘Dat is echt kicken. Op de brug vind ik eigenlijk alles wel leuk. Maar of ik nu hydraulische leidingen vervang

op het dek of nautische berekeningen doe op de brug, de uren vliegen altijd voorbij.’

Confrontatie met jezelf De trainingsofficier vaart mee boven de sterkte, en heeft dus de handen vrij. Van ’t Hoen: ‘Ik sta ’s morgens wat vroeger op dan de cursisten en bespreek met de eerste stuurman en de scheepswerktuigkundige wat voor werk er is. Dat verdeel ik dan bij het ontbijt onder de jongens. Ook heb je eens tijd

om wat meer te vertellen over het leven van een zeeman. Het is zo’n mooi beroep. Die rust op zee, de verre landen die je ziet, het vaste dagritme. En ja, je bent lang van huis, maar tussendoor ben je juist langer aaneengesloten thuis dan mensen op kantoor. Het is vier maanden op, ruim twee maanden af. En prima betaald.’ Maar voor je zover bent, moet je wel eerst het vak leren. En dat is ver van huis niet altijd even gemakkelijk, volgens Van ’t Hoen: ‘Ze moeten vier uur per dag de boeken in. Als je niet uitkijkt zijn ze de hele tijd lekker buiten klein onderhoud aan het doen of aan het schil-deren. Dat hoort er natuurlijk ook bij, maar je leert er de kneepjes van het vak niet van.’Ook voor de gewone officieren is het prettig

dat ze zich geen zorgen meer hoeven te maken over de stagiairs. ‘Veel van hen zijn toch allang vergeten hoe het was om die eerste zeereis te maken. En dan wordt de machinist of de stuurman wel eens knorrig als je niet snapt wat hij van je wil.’Folkert Pans, tweede stuurman en een van de andere trainingsofficieren, vaart op het moment van het schrijven van dit artikel tussen Australië, China en Thailand met zeven cursisten aan boord. ‘Het is een confrontatie

met jezelf om zo lang van huis te zijn. Voor het eerst moeten ze echt werken en verantwoordelijkheid nemen. Sommi-gen komen direct bij moeders vandaan en moeten voor het eerst zelf hun was doen. Ik help ze om hun weg te vinden, ben een soort vertrouwenspersoon.’

Echte zeeliedenOf het project succes heeft, wordt nauwlet-tend gevolgd door psycholoog en onderzoeker Albert Mulder. De eerste resultaten zijn hoopgevend. ‘We voeren verbeteringen door naar aanleiding van de evaluaties.’ Het belangrijkste doel lijkt vooralsnog gehaald. ‘De reacties van de cursisten en trainingsofficieren zijn op dat punt uitgesproken positief. Contact met echte zeelieden bepaalt of je van het beroep gaat houden of niet. Dat bereiken we op deze manier.’


‘De cursisten van nu zijn wat softer dan vroeger’


Maria van den Broek, mbo- en vmbo-docente Duits op de Maritieme Academie Harlingen: ‘De Maritieme Academie is een school voor binnenvaart, kustvaart en zeevaart met mbo- en vmbo-onderwijs. Vmbo-leerlingen die hier binnenkomen, weten dus al heel goed wat ze later willen. Ze hebben een doel voor ogen, weten waarom ze naar school gaan en dat zorgt ervoor dat ze minder snel uitvallen. Het zijn geen kinderen die graag leren uit boekjes: ze willen praktisch bezig zijn. Al tijdens het tweede jaar van het vmbo gaan ze twee keer een week op stage. Die praktijk moet je heel snel toevoegen aan de opleiding. De vmbo’ers zien dan meteen waarvoor ze op school zitten. De meesten kunnen al gaan varen na hun vmbo-diploma, maar willen graag een opleiding afronden. Onze aanpak werkt: haast alle vmbo-leerlingen stromen door naar onze mbo-afdeling. Omdat ik weet wat deze leerlingen later gaan doen, kan ik mijn lessen daar goed op aanpassen. Ik haal veel voorbeelden uit de praktijk. Veel van mijn leerlingen zijn dyslectisch. Als je eist dat ze in het Duits geen enkele fout maken, dan is het nooit goed. Ik leer ze wel dat ze hoofdletters en punten moeten gebruiken, anders wordt de tekst onduidelijk. Maar het hoeft niet zonder fouten.’

Hans Emmerik, cursistenbegeleider afdeling Toelei-ding & Toerusting op het Nova College: ‘Het Nova College biedt een aantal leerlingen van het praktijkonder-wijs van het Kennemer College in Heemskerk de kans om een Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (niveau 1 mbo) diploma te halen op hun eigen middelbare school. Alge-mene vakken als Engels, Nederlands en rekenen krijgen ze van docenten van het Kennemer College, wij zorgen voor de vakleerlessen zoals Techniek en Economie/Handel. Door deze opleiding aan te bieden in hun vertrouwde omgeving, hopen wij dat deze leerlingen niet na het vmbo afhaken, maar doorgaan voor dat mbo-diploma. Het zijn leerlingen die je praktijkgerichte zaken moet aanbieden, geen kinderen die met hun neus in de boeken zitten. Een stage is daarom een belangrijk onderdeel van de opleiding. Dan bloeien ze op. Ik was vanochtend op stagebezoek bij een leerlinge die niet altijd de makkelijkste is. Nu ze haar handen kan laten wapperen, zie je haar groeien. Het gaat hartstikke goed. Het helpt ook dat deze leerlingen in een kleine groep zitten. Daardoor kunnen we veel meer dan op het vmbo een individueel traject bieden. Ik vind het positief dat wij samen met een vmbo-school proberen deze leerlingen binnenboord te houden. Ik vind dat niet alleen de verantwoordelijkheid van een middelbare school. Deze leerlingen positief benaderen is heel belangrijk. Ze horen meestal al hun hele schoolcarrière wat ze allemaal fout doen. We noemen ze niet voor niets de Kansgroep: wij denken namelijk wel dat zij een grote kans hebben op een mooie toekomst, mét mbo-diploma.’

‘Samenwerken vmbo/mbo: een goede zaak’

Twee zielen,

één gedachte


Wil je je grammatica Nederlands opfrissen of goede

teksten leren schrijven? Of beter Engels leren spreken, je

uitspraak Duits verbeteren, je Franse werkwoorden

ophalen of met Spaans beginnen? Bijvoorbeeld voor je

werk of een vervolgopleiding?

Volg dan een van onze coachingklassen in het voortgezet

algemeen volwassenenonderwijs (vavo) in Amstelveen

en Hoofddorp.

Je leert precies wat je nodig hebt en we hebben

programma’s voor beginners en gevorderden. Je kunt op

elk moment starten.

Meer weten?

Bel (023) 530 20 10

Kijk op www.novacollege.nl/vavo.

TalenkennisbijscholenbijscholenCoachingklassen vavo

Stagiairs wegwijs makenOm ervoor te zorgen dat iedereen iets heeft aan de stage, moeten stagiair en medewerkers elkaar weten te vinden. Vijf manieren om een snelle kennismaking te bevorderen.

1. Introduceer hemHet lijkt een open deur, maar laat de stagiair op zijn eerste werkdag een kennismakingsrondje lopen. Natuurlijk onthoudt hij niet alle namen, of onthoudt niet iedereen zijn naam. Er is tenminste een officieel kennis-makingsmoment geweest, waarnaar de stagiair kan verwijzen. Na het eerste handje is de kop eraf, het ijs gebroken en kan de samenwerking starten.

2. Benut ook andere middelenIs er een intranet, digitale nieuwsbrief of personeelsblad? Regel een artikeltje over de stagiair, waarin hij zich voorstelt en – heel belangrijk – hoe en waar hij te bereiken is. Laat hem even vertellen wat hij komt doen, wat hij wil leren en waar collega’s hem voor kunnen inschakelen.

3. Regel een goed aanspreekpuntBij een stagiair hoort een praktijkopleider. Iemand die regelmatig tijd voor hem vrijmaakt en die inhoudelijke kennis van zaken heeft over de stage. Iemand met wie de stagiair duidelijke afspraken kan maken over het verloop van de stage. Het aanspreekpunt voor de stagiair en het bedrijf: ook de rest van de organisatie moet weten wie de praktijkoplei-der is.

4. Zorg dat er werk klaar ligtNatuurlijk mag de stagiair best een dagje besteden aan rondwandelen, kennismaken met collega’s en inlezen. Maar om snel ingeburgerd te raken, is het allerbeste dat er gewoon een klus of een opdracht klaar ligt. Een stagiair komt niet ineens uit de hemel vallen. Er is dus tijd om je voor te bereiden op zijn komst. Doen dus!

5. Laat 'm overal aan meedoenBedrijfsuitje, afscheidsborrel, sportuurtje, lunchbijeenkomst? Laat de stagiair óók meedoen aan de informele bijeenkomsten. Zo leert hij het bedrijf en de werknemers van een andere kant kennen. En vindt hij sneller de weg buiten het eigen bedrijfsonderdeel.

Vijf tips


Rubriek

Naam: Moos van Dril (24)Beroep: hoofdagent bij de politie in HaarlemOpleiding: Juridisch medewerker aan het Nova College in Haarlem. In 2006 ontving hij zijn diploma.

‘Ik was zeventien en had maar één doel: politieagent worden. Een jong kereltje zonder levenservaring - daar zitten ze bij de politie niet op te wachten. Dus vulde ik de tijd met een andere opleiding tot juridisch medewerker. Als het over strafrecht ging, vond ik het prachtig. Maar de wet op de studiefinancie-ring, sociale wetten? Het interesseerde mij niet. Ik had ook niet echt een klik met mijn klasgenoten, die niet precies wisten wat ze wilden met hun leven. Waarom dan toch díe opleiding? Je kon veertig weken stage lopen

bij politie Kennemerland en dat vond ik geweldig. Ook al deed ik er alleen administra-tieve klusjes. Maar ik wist dat als ik mijn best zou doen, ik mijn stagebegeleider kon gebruiken als referentie voor de politieschool. Dat is ook gelukt. Na mijn stage ben ik aangenomen als agent en startte met een driejarig werk-leer traject. Ik had een voor-sprong omdat ik al kennis had van strafrecht en bestuursrecht. Binnen een jaar mocht ik daarom overstappen naar de opleiding tot hoofdagent. Op 5 november hoop ik mijn diploma te halen. Dit werk is precies wat ik wil. Binnenstappen in een hectische situatie, rustig blijven en hulpverlenen. Prachtig als de chaos uiteindelijk oplost. De spanning die ik zocht, heb ik gevonden in dit werk. Dit is echt mijn plek.’

‘Jongensdroom in vervulling’

Nova alumni


Nova Magazine December

Documents

Transcript of Nova Magazine December