NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht...

42
November 2011 CULTUURBELEID 2013-2016 Actualisatienota

Transcript of NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht...

Page 1: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

November 2011

CULTUURBELEID 2013-2016Actualisatienota

Page 2: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector
Page 3: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 3

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016

Page 4: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 20164

Inhoudsopgave

1. InleIdIng 5

2. Stand van zaken 11

3. Beleidsmaatregelen 17

BIjlagen

1 Impressie Cultuurmeeting 28 november 2011 30

2 lelystadsgeluiden Cultuur 2011, Cultuurpeiling 2011 33

Page 5: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 5

1. InleIdIng

Kunst en cultuur zijn van alle tijden en kennen vele verschijningsvormen. Binnen die verscheidenheid is er echter een constante die de opgegraven artefacten uit de prehistorie tot de laatste upload op youtube met elkaar verbindt: verbeeldingskracht en creativiteit.

Kunst en cultuur vormen de spiegel van de samenleving. Hun uitingen laten ons lachen, genieten, stemmen ons tot nadenken en beschouwing of verwarren ons soms. In elk geval leiden ze tot bijzondere en betekenisvolle ervaringen die boven het dagelijkse bestaan uitstijgen. Waar cultuur bijdraagt aan de overdracht van maatschappelijke waarden, codes, tradities, en culturele conventies, daagt kunst uit om na te denken over bestaande ideeën en opvattingen en stimuleert het onafhankelijk denken.

de waarde van kunst en cultuur heeft daarmee een persoonlijk en een maatschappelijk component. Individueel ne-men veel inwoners deel aan cultuuruitingen; door zelf kunst te creëren of door kunstwerken te beschouwen. Samen cultuur beleven geeft mensen het gevoel ergens bij te horen, zich verbonden te voelen met anderen. Cultuur geeft mensen de gelegenheid elkaar te ontmoeten en met elkaar in gesprek te raken.

een divers en aantrekkelijk cultureel aanbod zorgt zo voor levendigheid in de stad. een goed cultureel voorzieningen-niveau in de nabijheid geeft inwoners een gevoel van eigenwaarde, waarbij het geen verschil uitmaakt of ze veelvuldig gebruikmaken van het cultuuraanbod of zelden. Het simpele feit dat in de nabijheid culturele aanbod is en er gebruik van kan worden gemaakt (de zogeheten optiewaarde) zorgt dat inwoners zich verbonden voelen hun stad. Culturele voorzieningen blijken ook een positief effect te hebben op de waarde van vastgoed. dat geldt zowel voor nieuwbouw gebieden als voor oudere stadswijken. Bijzondere culturele ‘landmarks’ in de openbare ruimte dragen bij aan de her-kenbaarheid van de stad en haar identiteit en verleiden cultuurtoeristen tot een bezoek.

Hoewel het misschien niet altijd tot uiting komt, is er in nederland een zeer breed draagvlak voor kunst en cultuur. Het overgrote deel van de nederlandse bevolking vindt het belangrijk dat er zoiets is als kunst en cultuur 1. Het belang dat mensen aan kunst en cultuur hechten komt onder meer tot uiting in publieksbetrokkenheid, ama-teurkunst, vrijwilligerswerk en cultuureducatie. Op het gebied van publieksbetrokkenheid behoort nederland ook tot de koplopers van europa: met theaterbezoek, het lezen van boeken en het bezoeken van historische monumenten, musea of galerieën staat nederland in de europese top drie 2. dit brede draagvlak voor kunst en cultuur vormt een belangrijke legitimatie voor de overheid om zorg te dragen voor een divers en kwalitatief aanbod van kunst en cultuur. Maar aanbod alleen is niet voldoende, er ligt ook een taak bij de overheid om te zorgen dat alle inwoners in voldoende mate kennis kunnen nemen van kunst en cultuur en daar actief aan kunnen deelnemen.

gemeenten dragen een medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het lokale leven. dit betreft niet alleen de inrichting van de openbare ruimte, lokale veiligheid en zorgvoorzieningen, maar ook de mogelijkheden voor persoon-lijke ontwikkeling. deze maatschappelijke kwaliteit wordt ondermeer geleverd door deelname aan kunst en cultuur. Van alle overheden dragen de gemeenten financieel gezien het meeste bij aan het cultuurbeleid. de autonomie van gemeenten op het terrein van kunst en cultuur is groot. er is weinig wet- en regelgeving die voorschrijft wat ge-meenten moeten doen. deze beleidsvrijheid biedt gemeenten kansen. Cultuurbeleid is bij uitstek een beleidsterrein waar gemeenten zich positief kunnen onderscheiden als een aantrekkelijke woon- en leefstad. In de context van een krimpende bevolking in nederland zal die van lelystad de komende jaren blijven groeien, maar dit is in hoofdzaak autonome groei. door de moeizame huizenmarkt is het de komende jaren van essentieel belang dat het voorzienin-genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters.

ontwikkelingen in de cultuursectorde cultuursector bevindt zich in een maatschappelijke context die aan verandering onderhevig is.

1 “Een brede kijk op de belangstelling voor kunst en cultuur, een eerste verkenning. Motivaction (2007) 2 ‘Cultuur in beeld’, OCW (2011)

Page 6: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 20166

Onderzoeken door onder meer Het Sociaal Cultureel Planbureau, signaleren deze ontwikkelingen3. Voor lelystad zijn de belangrijkste:

• Deopkomstvandemediamaatschappijwaarinsteedsmeermensen-zijnaangehaaktbij‘socialemedia’ (Facebook, Hyves, Twitter enz.): interactiviteit en mobiel bereik worden steeds belangrijker.• Hetpubliekisdoordeaudiovisuelemediagewendgeraaktaaneenhoogkwaliteitsniveaubij(passieve) cultuurconsumptie; het is kritisch als het gaat om levende kunstuitingen. • Eriseenzeergroteconcurrentieopdevrijetijdsmarkt• Cultuurconsumentenvertonenzapgedragenzoekeninhetaanbodnaar(uitingenvan)identiteitenauthenticiteit.• Maatschappelijkisdebewegingrichtingminderverzorgingsstaatenmeereigen Verantwoordelijkheid voor burgers voor hun individuele en maatschappelijke ontwikkeling.• Indatlichtwordtookvancultureleinstellingenenkunstproducentenintoenemendemateondernemerschap verwacht.

Trends in lokaal cultuurbeleiddeze algemene trends vertalen zich naar concrete ontwikkelingen in het lokale cultuurbeleid:Zijn:• Steedsmeeronderscheidtussenstedelijkeculturelefuncties(uitgaan,levendigheid,Profilering/aantrekkelijkheid binnenstad) versus culturele functies in de wijk (sociale cohesie, emancipatie); • Culturelefunctiesophetgebiedvaneducatieeninformatie(bibliotheken,centravoordekunsten)worden geïntegreerd in multifunctionele centra en brede scholen, terwijl theaters, festivals en musea in een (binnen-) stedelijke context functioneren en in toenemende mate benut worden voor citymarketing;• Vanwegedebezuinigingenzijnsteedsmeeroverhedenaanhetkijkenhoedebasisvoorzieningenvoordeeigen inwoners gehandhaafd kunnen blijven en voor specifiek aanbod zoals theaters en musea naar een regionale taak verdeling met andere gemeenten kan worden aangegaan;• Consumentenzijndaarentegengewendgeraaktaanaanbodinhundirectenabijheid.Minderdan20%vande bezoekers is bereid meer dan 20 minuten te reizen voor regulier podiumaanbod;• Veelinteressevoorinvesteringeninculturelegebouwen,maarbeperkteaandachtvoorvoldoendeexploitatie- budgetten voor adequaat gebruik daarvan.

de economische waarde van cultuurdiscussies over cultuur gaan vaak over de legitimiteit van de overheidssubsidies. Maar cultuur kost geen geld, het levert geld op. de markt is namelijk veruit de grootste financieringsbron voor cultuur. de economische waarde van kunst en cultuur komt tot uitdrukking in de omzet van de culturele sector en in de bijbehorende werkgelegenheid. In 2009bedroegdetoegevoegdewaardevandeNederlandseculturelesectorcirca3%vanhetbrutonationaalproduct,ofwel zo’n 18 miljard euro. Het gesubsidieerde deel van de culturele sector genereerden 2009 een omzet van onge-veer 5 miljard euro. Maar ook in dit deel van de sector komt een deel van de omzet uit de markt. de overige baten komen uit publieke middelen, vooral in de vorm van subsidies van gemeenten, het rijk (inclusief de publieke cultuur-fondsen) en provincies. In de culturele sector waren eind 2008 circa 243.000 mensen werkzaam; nederland is koplo-per op het gebied van culturele werkgelegenheid in europa 4.

attractiewaarde van de stadSinds 2003 wordt met de publicatie van de ‘Atlas voor gemeenten’ een jaarlijks overzicht gegeven van de ontwikkeling van wijken, steden en regio’ s van de 50 grootste gemeenten in nederland. de Atlas krijgt veel aandacht vanwege de klassementen over de aantrekkelijkheid van gemeenten die jaarlijks worden opgemaakt. In 2007 en 2011 richtte de Atlas zich op het thema ‘cultuur’. lelystad neemt in 2011 in de aantrekkelijkheidindex van de 50 grootste gemeenten de 39 plek in. Op het gebied van cultuur staat de gemeente op de 43 plaats. (in 2010 was dit plaats 40). In inwoners-aantal is lelystad de 41e gemeente.

In 2009 promoveerde de verantwoordelijk onderzoeker gerard Marlet op zijn onderzoek naar de aantrekkelijke stad5.

3 “Kansen voor cultuur’, gemeente Venlo (2010)4 ‘Cultuur in beeld’, ministerie OCW (2011)5 ’De aantrekkelijke stad’, Gerard Marlet (2009)

Page 7: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 7

In zijn dissertatie combineert Marlet inzichten uit de stedelijke economie met inzichten uit de geografische economie. Met zijn model ontwierp Marlet een index om de aantrekkelijkheid van steden te meten. In deze index zijn factoren opgenomen zoals cultuur, bereikbaarheid, veiligheid, kwaliteit woonvoorraad en horeca. In zijn studie is Marlet op zoek gegaan naar verklaringen voor de verschillen in aantrekkingskracht tussen nederlandse steden. Zijn voornaam-ste bevinding is dat steden die een gunstige ligging ten opzichte van werk en natuur combineren met een gevarieerd aanbod aan stedelijke voorzieningen de grootste aantrekkingskracht hebben op huishoudens. dit zijn steden met veel historie, cultuur, horeca en andere woonattracties. Aantrekkelijke steden zijn dus volgens Marlet steden met veel woonattracties naast de deur, natuur in de buurt en werk op acceptabele reisafstand. Steden die zo’ n aantrekkelijke woonomgeving kunnen bieden slagen erin kansrijke mensen aan te trekken en vast te houden. Aantrekkelijke steden doen het daardoor ook economisch beter. Want wonen, volgt niet alleen werken (het oorzakelijk verband dat vroeger aan de orde was), maar werken volgt - zie het vorige hoofdstuk - tegenwoordig ook wonen: bedrijven vestigen zich daar waar geschikte werknemers zijn te vinden. Het blijkt dat vooral new towns en groeikernen (waaronder lelystad) hier niet in voldoende mate aan kunnen voldoen en daardoor volgens de Atlas hun aantrekkingskracht op de midden- en hogere inkomensgroepen dreigen te verliezen.

lokale bestuurders kunnen de attractiewaarde van een stad enigermate beïnvloeden door te investeren in de kwali-teit van de woonvoorraad, een veilige woonomgeving en stedelijke voorzieningen zoals cultuur. echter, niet alle cul-turele voorzieningen, zo blijkt uit het onderzoek, bevorderen in rechtstreekse zin de aantrekkelijkheid van een stad. Vooral kleinschalig continu beschikbare aanbod dat is gericht op de plaatselijke bevolking dragen bij aan woonattrac-tie. dit is waarschijnlijk ook de verklaring voor het ontbreken van aantrekkingskracht van locatiegebonden culturele festivals, musicals en musea. door hun tijdelijke karakter groeien zij niet uit tot woonattractie. Je kunt er immers ook voor een avond, dagje of eventueel een weekeinde heen reizen. Het gaat dus om kunst en cultuur waarvan de inwo-ners van een stad zelf kunnen genieten. en niet (alleen) de toeristen en dagjesmensen zoals het geval is bij festivals en musea. een uitgekiende plek in de stad is volgens Marlet een locatie die het voor de bewoners mogelijk maakt om op loop- en fietsafstand van hun woning spontaan en ongepland gebruik te kunnen maken van het culturele aanbod. die plek zal doorgaans de binnenstad zijn, ook al omdat daar interactie met de horeca, de historie en de esthetiek van de binnenstad mogelijk is.

Opmerkelijk zijn ook de conclusies van Marlet over de aanwezigheid van kunstenaars in de stad. Hij signaleert dat veel beleidsmakers zich sinds het verschijnen van het boek ‘The Rise of the creative class’ van Richard Florida (2002) laten leiden door de veronderstelling dat louter de aanwezigheid van kunstenaars in een stad er al toe leidt dat andere hoogopgeleide, creatieve mensen daar gaan wonen en zo de werkgelegenheid stimuleren. Marlet heeft voor de veronderstelling dat de aanwezigheid van kunstenaars leidt tot een groei van de werkgelegenheid geen bewijs kunnen vinden. er is wel een stevige relatie gesignaleerd tussen het culturele aanbod in de stad en de werkgelegen-heidsontwikkeling. Kennelijk is het dus zo dat de culturele producten als de woonattractie gelden en niet de kunste-naars zelf. de hoogopgeleide, creatieve mensen komen af op het culturele aanbod, waardoor in steden met veel cul-tuur de voorraad menselijk kapitaal groter is, bedrijven zich daarom er vestigen en de economie groeit. In dat opzicht sluiten de bevindingen van Marlet beter aan bij de conclusies van Peter Hall ‘Cities in Civilizations’ (1998). In zijn boek onderzoekt Hall de relatie tussen de bloeiperiode van steden en hun culturele betekenis. Volgens Hall komt die ver-bintenis tussen creativiteit en de ontwikkeling steden enerzijds voort uit de mogelijkheden die in het bijzonder steden bieden voor het onderhouden van face-to-face contacten en de openheid voor nieuwkomers en ideeën, anderzijds is de sociale turbulentie die steden kenmerkt een wezenlijke factor in de ontwikkeling van steden.

Waar de Atlas voor gemeenten minder aandacht aan besteed is het effect van cultuur in wijken waar het minder goed mee gaat. dat is recentelijk door het nicis Instituut onderzocht 6. Met cultuuractiviteiten in de wijk krijgen bewoners de kans het podium te bestijgen en nieuwe talenten te ontwikkelen. de buurt wordt levendiger, leefbaarder en hech-ter. Bovendien zijn publiektrekkende activiteiten goed voor de reputatie en de omzet van ondernemers in de buurt. Cultuur in (aandachts)wijken leidt tot vermogensvorming in de wijk en een extra vastgoedwaarde van gemiddeld 1.000 euro per woning per jaar. dat zijn de conclusies van het nicis Instituut. ‘een investering in cultuur verdient zich-zelf ruimschoots terug,’ stellen de auteurs.

6 De kracht van cultuur. Effectieve cultuurimpulsen in de wijk’, Nicis Instituut (2011)

Page 8: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 20168

In dat opzicht is van belang dat lelystad zich door goede culturele voorzieningen en -activiteiten in stad en wijk kan positioneren als een complete en volwaardige stad, aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en bedrijven.

goede mixde reikwijdte van het gemeentelijk cultuurbeleid beperkt zich tot die cultuuruitingen die van belang worden geacht voor de lelystadse samenleving en die zonder gemeentelijke steun niet tot stand zouden komen. dit kan door subsi-die te verlenen of door facilitaire voorwaarden te bieden. Maar dit betekent niet dat kunstuitingen die zonder gemeen-telijke steun tot stand komen daarmee onbelangrijk zijn voor de lelystadse samenleving. een vitaal lokaal cultuur-klimaat is een juiste mix van bijzondere culturele activiteiten die volledig zelfstandig gerealiseerd kunnen worden en activiteiten waarvoor dit (nog) niet geldt.

1.2 kaders voor het gemeentelijk cultuurbeleid blijven gelijk.

4-jarige beleidscyclusMet de Cultuurnota 2005 – 2008 is het cultuurbeleid van de gemeente lelystad voor het eerst integraal vastgesteld. daarbij is gekozen voor een beleidsperiode van 4 jaar. In 2008 is vervolgens het cultuurbeleid voor de periode 2009 – 2012 vastgesteld. We zetten de 4-jaarcyclus voort, maar niet met een volledig nieuwe cultuurnota, maar door een actualisatie van het bestaande beleid. de centrale doelstelling van het gemeentelijk cultuurbeleid dient aan te sluiten bij de beleidskaders van de gemeente lelystad. dit algemene uitgangspunt voor het gemeentelijk cultuurbeleid is ook voor periode 2013 – 2016 ook nog steeds valide, in de zin dat het cultuurbeleid primair dient bij te dragen aan de maatschappelijke ontwikkeling van lelystad. Op basis van deze algemene legitimatie kan de huidige doelstelling voor het gemeentelijk cultuurbeleid ook in de komende beleidsperiode in grote lijnen worden gehandhaafd.

doelstelling gemeentelijk cultuurbeleid: het realiseren van een cultureel voorzieningen- en activiteitenniveau dat: A] bijdraagt aan een aantrekkelijk woon- en leefklimaat; B] bewoners en bezoekers van lelystad stimuleert om kennis te nemen van en deel te nemen aan een breed aanbod van culturele activiteiten; C] de ontwikkeling van lelystad tot een open, dynamische en volwaardige stad ondersteunt.

Om te zien in welke mate de beleidsinspanningenbij aan de doelstellingen van het beleid zullen de volgende indicato-ren worden gehanteerd 7:

%inwonersdattevredenismethetaanbodvanculturelevoorzieningeninLelystad%inwonersdateenkunstzinnigeactiviteitheeftgedaan(18+)%inwonersdatvindtdatcultureelaanbodbijdraagtaandeaantrekkelijkheidvanLelystad

Volgend op de investeringen in hoogwaardige culturele voorzieningen, is vanaf 2009 het gemeentelijk beleid gericht de brede cultuurparticipatie; met bijzondere inzet voor de mogelijkheden voor de amateurkunst en de beeldende kunst, de ontwikkeling van ‘community art’ en voor het kunstaanbod op bijzondere locaties. Cultuurdeelname is ech-ter een lange ontdekkingreis, geen dagtrip. Het is een traject dat in zijn aard een lange adem vergt.

de uitgangspunten voor het gemeentelijk cultuurbeleid die in de kadernota 2009 – 2012 zijn vastgesteld zijn daarom nog steeds van toepassing. Ook in de periode 2013 – 2016 staat het cultuurbeleid in het teken van het realiseren van een adequaat cultureel voorzieningen- en activiteitenniveau gericht op het stimuleren een brede cultuurparticipatie en de ontwikkeling van een aantrekkelijke stad. niet zozeer omdat de cultuurparticipatie zo zorgelijk is – de cultuur-deelname in lelystad is op een goed niveau - maar veeleer om de inwoners de mogelijkheid te kunnen blijven bieden ommiddelseendiversaanbodkennistenemenvanofdeeltenemenaaneenbreedspectrumvanamateur-en/ofprofessionele kunstuitingen. daarnaast willen we met het cultuurbeleid een voorzieningenniveau tot stand brengen

7 Op grond van het advies uit het Doelmatigheidsonderzoek naar het cultuurbeleid, is er voor gekozen om het aantal indicatoren aanzienlijk terug te brengen en een beperkte set aan centrale indicatoren te hanteren.

Page 9: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 9

8 Concept Cultuurpeiling 2011, gemeente Lelystad (2011)9 Thorbecke (1798-1872): ‘ de regering is geen oordelaar van kunsten en wetenschap’

dat blijft bijdragen aan de ontwikkeling en de aantrekkelijkheid van de stad voor (nieuwe) inwoners en bezoekers. Wanneer we kijken naar de ontwikkelambities van lelystad, dan kan zonder meer worden gesteld dat het huidige culturele voorzieningen- en activiteitenniveau bijdraagt aan de realisatie van deze ambities.

Om de nota compact te houden, wordt voor het beleidskader voor gemeentelijk cultuurbeleid verwezen naar de kadernota voor het cultuurbeleid 2009 – 2012, aangezien dit beleidskader ook voor de komende beleidsperiode van toepassing blijft. deze nota biedt een overzicht van de beleidsmaatregelen voor de periode 2013 – 2016.

Inzet blijft gericht op een brede cultuurparticipatie en de ontwikkeling van een aantrekkelijke stadlelystad is in cultureel perspectief geen stad van makers, maar van genieters. In vergelijking met provinciale hoofd-steden als Zwolle, Arnhem, Maastricht, ’s Hertogenbosch, groningen, of zelfs Haarlem, die een kunstvakopleiding (nabij) kennen, hebben we geen omvangrijk productieklimaat. In dat opzicht zijn we meer te vergelijken met de collega-steden Middelburg, Assen en leeuwarden. de realisatie van het Agora theater, de nieuwe accommodatie voor de bibliotheek, het poppodium Underground en de gerenoveerde grote zaal van de Kubus hebben er voor gezorgd dat lelystad de afgelopen jaren een adequate culturele infrastructuur heeft gekregen. de investeringen in culturele gebouwen en activiteiten die door de gemeente zijn gedaan, blijken een positief effect te hebben op de tevredenheid vandeinwonersoverhetaanbodvanculturelevoorzieningeninLelystad.In2004wasnogmaar40%vandeinwoners(zeer) tevreden over het culturele voorzieningenniveau van de stad. In 2011 is het aandeel inwoners dat (zeer) tevre-denisopgelopentot57%.Endestelling‘tegenwoordigiserinLelystadophetgebiedvankunstencultuurmeertedoendanvierjaargeleden’wordtdoor70%vandeinwonersonderschreven8. gelijktijdig moet echter ook worden opgemerkt dat het culturele aanbod op onderdelen extra aandacht verdient om de doelstelling van een volledige en complete stad waar te kunnen maken. de constatering dat lelystad voor wat betreft het culturele aanbod op de 43 plaats staat op de aantrekkelijkheidindex van de 50 grootste gemeenten is hiervoor een indicatie.

adviseringIn het cultuurbeleid in nederland wordt in de regel het uitgangspunt gehanteerd dat de overheid geen oordeel heeft over de inhoud van kunst. dit is de zogenaamde ‘Thorbecke-doctrine’ 9. dit betekent dat het bestuur wel de beleids-randvoorwaarden kan bepalen, maar dat de artistieke beoordeling van kunst zelf buiten de invloed van de politiek wordt gehouden. Bij subsidieverlening voor kunstuitingen wordt daarbij veelal gebruik gemaakt van onafhankelijke adviseurs. Met het oog op de hoogte van de huidige subsidieplafonds voor de incidentele projectsubsidies, wordt de instelling van een structurele externe adviescommissie in de lelystadse context nog niet opportuun geacht. de kosten van een externe adviescommissie staan niet in verhouding tot de omvang van het subsidiebudget. de voor-keur gaat uit om het beschikbare budget zoveel mogelijk in te zetten voor activiteiten. Bij omvangrijke eenmalige kunstprojecten – bijvoorbeeld bij plaatsing van kunst in de openbare ruimte - kan incidenteel de toepassing van een onafhankelijke adviescommissie worden overwogen.

1.3 Financiële consequenties

Financiële rek is er uitde financiële situatie van de gemeente biedt de komende jaren geen ruimte voor nieuwe impulsen, ook het cultuur-beleid wordt beïnvloed door de financiële taakstelling die de gemeente zichzelf heeft gesteld. dit betekent dat in tijden van bezuinigingen het behoud van bestaande culturele voorzieningen en het huidige culturele activiteitenniveau prioriteit krijgt. Waar wordt gekeken naar de mogelijkheden om het culturele aanbod te versterken of te vernieuwen, zal dit leiden tot nieuwe afwegingen over de inzet van bestaande budgetten. daarnaast zal bij de subsidieverlening scherper worden gekeken naar de mogelijkheden om het aandeel eigen inkomsten te verhogen. dit betekent dat:

- Het geheel aan beleidsmaatregelen past binnen de raming van de meerjarenbegroting;- Dekortingvan3%voordecultureleinstellingen(Agoratheater,Underground,DeKubus,FlevoMeerBibliotheek) hierin is verwerkt.- Het geheel aan beleidsmaatregelen niet leidt tot een aanvullende budgetaanvraag.

Page 10: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201610

1.4 Begripsbepaling

Bij de ontwikkeling van het lokale kunst- en cultuurbeleid gaan wij uit van de volgende definitie: kunst en cultuur be-vatten alle uitingen en bronnen op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunsten, literatuur, audio-visuele kunst, architectuur en het culturele erfgoed. de reikwijdte van het gemeentelijk cultuurbeleid beperkt zich tot die cultuuruitingen die van belang worden geacht voor de lelystadse samenleving en die zonder gemeentelijke steun niet tot stand zouden komen.

1.5 Ten slotte nog even dit

Alle aandacht voor kunst en cultuurbeleid in termen van maatschappelijke participatie, sociale samenhang, citymar-keting – of andere instrumentele gemeentelijke beleidsdoelstellingen - ten spijt. In de kern gaat het bij cultuurbeleid uiteindelijk nog steeds om de intrinsieke waarde die kunst en cultuur aan de inwoners biedt: verbeeldingskracht en creativiteit. Maar kunst krijgt pas betekenis als het er daadwerkelijk is. en ofschoon de overheden er op verschillende manieren aan bijdragen, ontstaat kunst en cultuur alleen omdat velen in lelystad zich professioneel of als amateur vol enthousiasme inzetten om een levendig cultureel klimaat tot stand te brengen! Als cultuur de aanjager is van binding en ontmoeting of de motor voor de economie, dan is kunst de brandstof. Zon-der die brandstof gebeurt er niets. en we realiseren ons dat vernieuwing – vooral in de kunst – vooral daar gebeurt waar de overheid niet kijkt. dit houdt in dat het overheidsbeleid de autonomie van de kunst en de kunstenaar moet blijven respecteren, ook als dat in maatschappelijk perspectief misschien niet direct tot iets lijkt te leiden.

Page 11: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 11

2. sTand van zaken

2.1 overheidsbeleid

de periode dat de overheden in nederland zich verantwoordelijk achten voor kunst en cultuurpolitiek is relatief kort. Pas na de Tweede wereldoorlog, in de tweede helft van de 20e eeuw hebben de drie overheden vanuit verschillende motieven (beschaving, emancipatie, economie) als onderdeel van de verzorgingsstaat een actief kunst- en cultuurbe-leid ontwikkelt. dit heeft ertoe geleid dat een aanzienlijk deel van het culturele leven in nederland tot stand komt door medefinanciering door de overheid. Om het cultuurbeleid van de diverse overheden beter op elkaar af te stemmen is halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw een rolverdeling afgesproken. Binnen die rolverdeling is het Rijk gro-tendeels verantwoordelijk voor het aanbod, de ontwikkeling en de conservering van kunst en cultuur. de provincie richt zich op participatie en spreiding op regionaal niveau. de gemeenten hebben de zorg voor de locale culturele infrastruc-tuur en de ondersteuning aan plaatselijke culturele activiteiten. In het afgelopen decennium is deze rolverdeling in de praktijk minder strikt geworden. Gemeentenwarenmeteenbijdragevan1.890miljoeneuroin2008degrootstebronvanpubliekemiddelen(65%).Zijsubsidieerden vooral lokale voorzieningen zoals bibliotheken, kunstaccommodaties, cultuureducatie en musea. Pro-vinciessubsidieerdendeculturelesectormet261miljoeneuro(5%),vaakgerichtopdetoegankelijkheidvanregionalevoorzieningen.HetRijkdroegin2009860miljoeneuro(30%)bijaandeculturelesector.Ditgebeurdevooralindevormvan directe subsidiëring van theater- en muziekgezelschappen en sectorinstellingen die tot de culturele basisinfra-structuur behoren en subsidiëring van culturele projecten via de publieke cultuurfondsen.

Rijksbeleidde juridische basis voor het rijksbeleid vormt de Wet op het specifiek cultuurbeleid. daarmee is het rijk verantwoorde-lijk voor het in stand houden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden of anderszins verbreiden van cultuurui-tingen. Het cultuurbeleid van het Rijk wordt vastgesteld aan de hand van de vierjaarlijkse cultuurnota van het minis-terie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. de huidige cultuurnota loopt tot en met 2012 en een volgende nota is in voorbereiding. de contouren van het aanstaande beleid zijn al geschetst in de nota ‘Meer dan Kwaliteit’ uit 2011. Het huidige kabinet beoogt een omslag in het cultuurbeleid. die is volgens het kabinet nodig omdat de samenleving is veranderd en het cultuurbeleid daarmee niet langer in de pas loopt. de overheid treedt te veel op als financier en bij de verlening van subsidies is nu te weinig aandacht voor publiek en ondernemerschap. Het kabinet wil dat culturele instellingen en kunstenaars ondernemender worden en een groter deel van hun inkomsten zelf verwerven. Culturele instellingen moeten minder afhankelijk worden van de overheid en daardoor flexibeler en krachtiger worden. daarom bezuinigt het kabinet op cultuur. Het gaat om een bezuiniging van € 200 miljoen, waarvan ca. € 125 miljoen op de culturele basisinfrastructuur: de culturele instellingen en de fondsen die een directe subsidie van het rijk ontvan-gen. Het kabinet kiest voor een focus op negen kernpunten. deze kernpunten bevinden zich in de regio’s noord, Oost, Zuid, Midden en de g3: Amsterdam, Rotterdam, den Haag. In Flevoland is geen kernpunt aanwezig. Het kabinet gaat tevens een aantal fondsen samenvoegen. Het Fonds Podiumkunsten zal samengaan met het Fonds Cultuurparticipatie. de financiering voor architectuur, vormgeving en nieuwe media, nu in handen van drie verschillende fondsen, wordt gebundeld in één Fonds voor de Creatieve Industrie. Het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst en de Mondriaan Stichting zullen al in 2011 fuseren.

een van de prioriteiten van het kabinet is de cultuureducatie. Het kabinet focust op het primair onderwijs omdat daar het fundament ligt voor de persoonlijke ontwikkeling en voor de creativiteit die cultuur losmaakt. Het kabinet komt met een programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’.

Het kiest daarin voor een nieuwe aanpak om een stevig fundament voor cultuureducatie te bieden. er dient meer duide-lijkheid te komen over wat er van scholen en culturele instellingen wordt verwacht op het gebied van cultuureducatie, bijvoorbeeld door het borgen van doorlopende leerlijnen. deze behoefte aan duidelijkheid geldt voor de verantwoor-delijkheidsverdeling tussen rijk, provincies en gemeenten. daarvoor neemt het kabinet maatregelen die scholen en culturele instellingen in staat stellen de kwaliteit van cultuureducatie te versterken.

Page 12: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201612

10 “Zelfstandig en uniek, coalitieakkoord 2011-2015”, Provincie Flevoland (2011).

de effecten van het rijksbeleid zullen in lelystad vooral merkbaar zijn bij de podiumkunsten en de cultuureducatie. Vooraldeverhogingvandebtw-opdepodiumkunstennaar19%heefteenprijsverhogendeffectopdevoorstellingenin de Agora, Underground en de Kubus. Het wegvallen van de Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs zal ertoe leiden dat minder scholieren voorstellingen gaan bezoeken. Wat het effect zal zijn van het programma cultuureducatie is nog onduidelijk.

geldstroom beeldende kunstPer 2009 is een kwart van het rijksbudget voor hedendaagse beeldende kunst en vormgeving gedecentraliseerd naar 36 steden. dit zijn alle provinciehoofdsteden en gemeenten met meer dan 90.000 inwoners. de middelen van het rijk voor de provincies kwam daarmee te vervallen. Met het verleggen van de geldstroom beeldende kunst naar de ge-meenten is een financiële impuls gegeven aan het beeldende kunstklimaat in lelystad van € 150.000, - per jaar. deze geldstroom wordt na 2012 gecontinueerd.

provinciaal beleidHet cultuurbeleid van de provincie Flevoland wordt vastgesteld aan de hand van de vierjaarlijkse cultuurnota. de hui-dige cultuurnota loopt tot en met 2012. Ook bij de provincie is sprake van een wijziging in de taakopvatting. dit blijkt uit het coalitieakkoord 2011 – 2015 10. na de brede voortrekkersrol die de pioniersfase van de provincie kenmerkte, gaat de provincie zich strikter concentreren op de bovenlokale taken waarvoor de primaire verantwoordelijkheid bij de provin-cie ligt. daartoe zullen taken waarvoor andere overheden (rijk, gemeenten) verantwoordelijk zijn worden afgebouwd.

Bij het behoud van de regionale culturele infrastructuur, een provinciale kerntaak, zal sprake zijn van versobering. de provincie gaat ondermeer besparen op de steunfunctie Centrum Amateurkunst Flevoland en op de kunstzinnige vorming in zowel primair als voortgezet onderwijs en op de ondersteuning van cultuurparticipatie. Het behouden van het cultureel erfgoed is ook een kerntaak van de provincie. Vanwege de huidige financiële situatie zal ook hier een versobering noodzakelijk zijn.

Ofschoon de provincie dit primair als een gemeentelijke taak ziet, blijft de provincie wel subsidies aan kunstuitingen verlenen voor zover er sprake is van een achterstand op het gebied van kunst. de focus wordt gelegd op kunstuitingen die bijdragen aan de sociale cohesie, regionale betekenis en de Flevolandse identiteit. Het beleid van de provincie leidt ertoe dat er op het terrein van cultuureducatie en lokale kunstprojecten een grote financiële verantwoordelijkheid bij de gemeenten komt te liggen. In lelystad zal dit met name gevolgen hebben voor de provinciale subsidie voor de cul-tuureducatietaken bij CKC de Kubus.

2.2 gemeentelijke beleidskaders

In deze paragraaf wordt een overzicht geven van de gemeentelijke beleidskaders die van invloed zijn op het cultuurbe-leid. Masterplan versnelde groei (1996)In het Masterplan Versnelde groei (1996) heeft lelystad de centrale ambitie uitgesproken om als hoofdstad van de provincie Flevoland in de komende tien jaar uit te groeien naar een stad van 80.000 inwoners. de beoogde groei van de stad is geen doel op zich, maar een middel om de samenstelling van de bevolking van lelystad in evenwicht te brengen en daarmee het draagvlak voor de voorzieningen te vergroten. Kenmerkende knelpunten worden op een voortvarende wijze aangepakt, zodat lelystad zich verder ontwikkelt tot een aantrekkelijke woon-, werk -en leefstad.

visie op een uitzonderlijke stad (1997)In Visie op een uitzonderlijke stad en de Plannen van aanpak en Structuurmodellen van Bureau Vliegwiel wordt aan kunst en cultuur een prominente rol toegeschreven voor de ontwikkeling van de stad. lelystad dient hierbij een eigen cultureel imago te ontwikkelen waar de inwoners van de stad zich in herkennen en identiteit aan ontlenen. Bovendien

Page 13: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 13

wordt gewezen op het belang dat de verbondenheid met de directe woonomgeving wordt versterkt door de ontwikkeling vandewoon–enleefcultuurperstadsgebied/wijktebevorderen.

Masterplan stadshart lelystad (2000)Het ‘Masterplan Stadshart” stelt dat culturele voorzieningen deel uitmaken van een stedelijk leefpatroon en dat het stadshart de beste locatie is voor dergelijke voorzieningen. Culturele voorzieningen leveren een goede bijdrage aan de beleving van de stad en kunnen ook andere stedelijke functies stimuleren. Het Masterplan voorziet onder meer in de bouw van nieuwe accommodaties voor het theater en bibliotheek en de bouw van het jongerencultuurhuis.

stadsvisie 2020 (2007)lelystad is een stad in ontwikkeling, een stad in beweging. dat heeft niet in het minst te maken met onze unieke ont-staansgeschiedenis. Met de sluiting van de afsluitdijk werd 75 jaar geleden een verleden afgesloten en een toekomst gestart. We zijn hoofdstad van een unieke provincie, volledig uit nieuw land gecreëerd. de meest in het oog springende eigenschappen van onze stad zijn: groen, water, rust en ruimte, maar gelijk ook dynamisch, centraal gelegen en open en zelfbewust. deze kernkwaliteiten bepalen de kwaliteit van wonen, werken en recreëren, en bieden lelystad de mo-gelijkheid uit te groeien tot een uitzonderlijk aantrekkelijke stad. Maar waar gaat onze stad naartoe? In de Stadsvisie op lelystad in 2020 is dit omschreven op basis van begrippen: ontwikkeling, diversiteit en openheid.

programma Binding & ontmoeting (2007)Het gemeentelijk beleid is vanuit het sturingsprincipe van het programmatische werken opgebouwd in zeven pro-grammalijnen. Het cultuurbeleid sluit dicht aan bij de doelstellingen van het Programma Binding & Ontmoeting. dit betekent dat het gemeentelijk cultuurbeleid primair een bijdrage levert aan de realisatie van de doelstellingen in dit programma. Waar nodig kan het cultuurbeleid ook een bijdrage leveren aan de beleidsdoelstellingen van andere pro-gramma’s bijvoorbeeld het programma Kernkwaliteiten en het programma Jeugd.

Collegeprogramma 2010 – 2014 dit collegeprogramma heeft als missie “Samen verder Werken”. Ondanks het feit dat de omstandigheden op het fi-nancieel gebied totaal anders zijn dan vier jaar geleden blijft het de opdracht van en aan het College om als inwoners, bedrijven, instellingen en organisaties in de stad, maar ook als politiek samen verder te werken. de financiële- en economische crisis zal de komende jaren een sterk stempel zal drukken op de uitvoering van beleid. Afgesproken is dat het financiële beleid de komende periode binnen de bandbreedte zal blijven van enerzijds het niet afbreken van effectief sociaal beleid en anderzijds het niet verhogen van de lasten van de inwoners.

lelystad geeft verhoudingsgewijs veel geld uit aan zijn burger. lelystad heeft een begroting van € 300.000.000, - bij een inwonersaantal van 75.000, wat betekent dat lelystad per inwoner € 4000, - uitgeeft. dat is ruim als je het legt naast vergelijkbare gemeenten. Het college heeft deze situatie en de negatieve landelijke financiële ontwikkelingen onderkend en in haar coalitieakkoord opgenomen dat, te beginnen met € 3.400.000, - in 2011, vanaf 2012 € 10.000.000, - structureel moet worden bezuinigd.

Het college is vanwege de bezuinigingsopdracht waarvoor lelystad staat, terughoudend in het aangaan van nieuwe – kostenverhogende - beleidsvoorstellen. Om deze reden wordt zo strikt mogelijk het principe nieuw beleid voor oud beleid gehanteerd. dat wil zeggen dat er geen middelen voor nieuw beleid beschikbaar worden gesteld als er niet oud beleid wordt geschrapt. Het College is er voor de samenleving en niet andersom. Het wil de samenleving in een vroeg stadium te betrekken bij onze voornemens en plannen. dat vergt dat het College duidelijk aangeeft waar de mogelijk-heden en de grenzen liggen van de participatie die daarmee wordt gevraagd. Participatie is de komende jaren dan ook een speerpunt van beleid.lelystad wil een sterke stad zijn die in balans is. een balans in bevolkingsopbouw en woningaan-bod, maar ook een balans tussen bevolkingsopbouw en bedrijvigheid. de komende periode groeit lelystad in een lager tempo door dan voorheen. Volgens de laatste prognose naar circa 80.000 inwoners in 2020. Voor deze groeiambitie van lelystad zijn drie speerpunten in relatie tot elkaar van cruciaal belang, en wel:

Page 14: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201614

•groeivandewerkgelegenheid,•diversiteitvanwoonmilieus,•versterkingvanhetimagovanLelystad.

In dat kader heeft het college er voor gekozen om het cultuurbeleid onder te brengen in het programma Sterke Stad . Uitgangspunt hierbij is dat de culturele voorzieningen in stand worden gehouden. Zo is de bibliotheek is een culturele basisvoorziening, die uitgroeit naar een brede informatiebank, de Agora een laagdrempelig cultuurpaleis, de Under-ground hét centrum voor popcultuur en de Kubus hét centrum voor de amateurkunst.

2.3 het culturele voorzieningen niveau

Op basis van het ringenmodel van de Vng dat in 2003 ten behoeve van een analyse van het lokale culturele voorzie-ningenniveau is opgesteld, beschikt lelystad momenteel over een cultureel voorzieningenniveau dat bij een gemeente van 76.000 kan worden verwacht.

Op grond van dit schema valt waar te nemen dat gemeenten tussen de 30.000 ten 90.000 inwoners veelal beschikken over een uitgebreid cultuurbeleid met een cultureel voorzieningenniveau bestaande uit: een openbare bibliotheek, een centrumvoorkunstzinnigevorming,eenmultifunctioneelpodiumaccommodatie,eenjazz/poppodium,eenoudheids-kamer of museum, een lokale omroep, kleinere filmvertoners en een archief. In gemeenten met deze omvang zijn bovendien voorzieningen aan te treffen op het terrein van de beeldende kunst: een percentageregeling, een kunstuit-leen, een aankoopfonds en een tentoonstellingsruimte. de gemeenten van deze omvang besteden daarbij zorg aan de vormgeving van de openbare ruimte, monumenten, amateurkunst, bouwkunst, literaire activiteiten en een aanbod van festivals.

12

2.3 Het culturele voorzieningen niveau Op basis van het ringenmodel van de VNG dat in 2003 ten behoeve van een analyse van het lokale culturele voorzieningenniveau is opgesteld, beschikt Lelystad momenteel over een cultureel voor-zieningenniveau dat bij een gemeente van 76.000 kan worden verwacht.

Op grond van dit schema valt waar te nemen dat gemeenten tussen de 30.000 ten 90.000 inwo-ners veelal beschikken over een uitgebreid cultuurbeleid met een cultureel voorzieningenniveau bestaande uit: een openbare bibliotheek, een centrum voor kunstzinnige vorming, een multifuncti-oneel podiumaccommodatie, een jazz/poppodium, een oudheidskamer of museum, een lokale om-roep, kleinere filmvertoners en een archief. In gemeenten met deze omvang zijn bovendien voor-zieningen aan te treffen op het terrein van de beeldende kunst: een percentageregeling, een kunstuitleen, een aankoopfonds en een tentoonstellingsruimte. De gemeenten van deze omvang besteden daarbij zorg aan de vormgeving van de openbare ruimte, monumenten, amateurkunst, bouwkunst, literaire activiteiten en een aanbod van festivals.

Het culturele voorzieningenniveau van Lelystad past in belangrijke mate in dit algemene profiel. Met de realisatie van het Agora theater, de nieuwe bibliotheek, de upgrade van de podiumzaal in De Kubus en de ontwikkeling van Underground naar een volwaardig poppodium, is de culturele infrastructuur van Lelystad geactualiseerd en toekomstbestendig. Aandachtspunt blijft de voorzie-ningen op het terrein van de beeldende kunst. In Lelystad worden tevens diverse bijzondere cultu-rele manifestaties georganiseerd die bijdragen aan de levendigheid van de stad. De Lelystadse kunstenaarsgemeenschap is weliswaar niet omvangrijk, maar ontwikkelt zich wel. Op het gebied van de amateurkunst zijn in Lelystad tientallen verenigingen actief, vooral koren. De grootste groep amateurkunstenaars is ongeorganiseerd actief.

Page 15: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 15

Het culturele voorzieningenniveau van lelystad past in belangrijke mate in dit algemene profiel. Met de realisatie van het Agora theater, de nieuwe bibliotheek, de upgrade van de podiumzaal in de Kubus en de ontwikkeling van Under-ground naar een volwaardig poppodium, is de culturele infrastructuur van lelystad geactualiseerd en toekomstbesten-dig. Aandachtspunt blijft de voorzieningen op het terrein van de beeldende kunst. In lelystad worden tevens diverse bijzondere culturele manifestaties georganiseerd die bijdragen aan de levendigheid van de stad. de lelystadse kunste-naarsgemeenschap is weliswaar niet omvangrijk, maar ontwikkelt zich wel. Op het gebied van de amateurkunst zijn in lelystad tientallen verenigingen actief, vooral koren. de grootste groep amateurkunstenaars is ongeorganiseerd actief.In de ‘Atlas voor gemeenten 2011’ neemt lelystad op het gebied van cultureel aanbod de 43e positie is. In de metingen die voor de Atlas worden gedaan blijkt dat lelystad bovengemiddeld scoort bij het aantal musea (plaats 16), bibliothe-ken (plaats 10) en evenementen (plaats 9). lelystad scoort gemiddeld lager bij het aantal podiumkunstuitvoeringen: theater (plaats 44), popmuziek (plaats 32), klassiek (plaats 47), galerieën (plaats 39), boekwinkels (plaats 42), bioscoop-stoelen (plaats 37) en – niet geheel onverwacht – rijksmonumenten (plaats 49).

Waardering neemt toeIn 2004 is in het kader van het leefsituatieonderzoek voor het eerst de cultuurparticipatie van de inwoners van 18 jaar en ouder onderzocht. Om inzicht te krijgen in de beleidsmatige effecten van het cultuurbeleid, heeft de uitkomst van de Cultuurpeiling 2004 gediend als een nul-meting van de cultuurdeelname bij de inwoners in lelystad. In 2007 en in 2011 is het onderzoek herhaald. door de uitkomsten van de onderzoeken met elkaar te vergelijken kan een indicatief beeld worden gekregen van de ontwikkeling van de effecten van het lokale cultuurbeleid.

Uit het onderzoek blijkt dat de tevredenheid bij de inwoners over het aanbod aan culturele voorzieningen de afgelopen jarenaanzienlijkistoegenomen.Wasin2004nogmaar42%vandeinwonerstevredentotzeertevredenoverdecultu-relevoorzieningeninLelystad.In2011blijktdatmet57%demeerderheidvandeinwonerstevredentotzeertevredenis over het aanbod aan culturele voorzieningen in lelystad. Het aandeel inwoners dat ontevreden tot zeer ontevreden isoverdeculturelevoorzieningenblijktindezeperiodetezijngedaald.Slechts1%vandeinwonersisin2011nogzeerontevreden.

Uit het volgende overzicht blijkt dat naast de tevredenheid over het culturele voorzieningenniveau, ook de cultuurdeel-name bij de inwoners op de verschillende beleidsterreinen de afgelopen vier jaar is toegenomen.

Resultaten cultuurpeiling 2011Indicator 2011 2007 2004%inwonersdateenkunstzinnigeactiviteitheeftgedaan(18+) 49% 46% 39%%inwonersdatéénvandekunstlocatiesinLelystadheeftbezocht** 20% 27% 17%%inwonersdatzichverbondenvoeltmet(=gehechtaan)Lelystad 66%* %inwonersdatinLelystadcultuurhistorischeelementenbenoemd 63% *%inwonersdateenpodiumvoorstellingheeftbezocht 71% 70% 59%%inwonersdatexpositiesinhetstadhuis/Lelystadbezoekt 19% 19% 13%%inwonersdatgebruikmaaktvanBibliotheekLelystad 52% 45% 38%%inwonersdatnaarliterairebijeenkomstengaat 2% 2% *%inwonersdateenvandekunstfestivalsheeftbezocht*** 10% 7% 17%%inwonersdatCKVdekubusbezochtheeft 24% 21% 15%%inwonersdatUndergroundbezochtheeft 10% 7% 4%%inwonersdatdeelneemtaancommunityartactiviteiten 5% *%inwonersdatnaarradioLelystadgeluisterdheeft 43% 43% 47%%inwonersdattevredenismethetaanbodvanculturelevoorzieningeninLelystad 57% 54% 42%%inwonersdatvindtdatcultureelaanbodbijdraagtaanaantrekkelijkLelystad 67% *%inwonersdatvinddatinLelystadmeertedoenisopcultureelgebieddanvier 70% *jaar geleden *Voorgaandejarenandersofnietbevraagd**in2007eenlocatieextra ***In2011warenerminderkunstfestivals

Page 16: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201616

2.4 BudgettenIn onderstaande grafiek is de relatieve verdeling van de beschikbare structurele subsidie over de verschillende beleid-sterreinen in 2011 weergeven, inclusief de eventuele bijdragen voor de huurlasten.

de omvangrijke uitgaven voor culturele voorzieningen zoals de FlevoMeer bibliotheek, de Kubus en de Agora laten zich verklaren door de structurele personeelskosten en accommodatiekosten voor deze voorzieningen. de activiteiten die vanuit de andere posten worden gefinancierd zijn merendeel incidentele activiteiten die veelal door freelancers of vrijwilligers worden verzorgd. naast de culturele activiteiten en voorzieningen die worden gefinancierd binnen de begrotingspostCultuur,wordenookuitanderegemeentelijkbegrotingspostenstructureelen/ofincidenteelcultureleactiviteiten ondersteund. Het zwaartepunt ligt bij de subsidie voor Underground (uit het Jongerenbeleid). Afhankelijk van de vraagstukken en mogelijkheden die zich voordoen, kunnen daarmee de incidentele uitgaven voor kunst en cul-tuur uit die begrotingsposten per jaar verschillen.

BeleidsregelsIn het kader van de subsidieregelingen voor amateurkunst, podiumkunsten, community art en beeldende kunst zijn op grond van de Algemene Subsidieverordening beleidsregels van toepassing. Met de beleidsregels zijn de criteria, methode en verdeelregels voor de subsidieverlening op het gebied van de amateurkunst door het college vastgelegd.

2.3. Conclusie

de investeringen in cultuurvoorzieningen en -activiteiten die in de voorbij jaren door de gemeente zijn gedaan, blijken een resultaat op te leveren. Met de Kubus, het popcentrum Underground, het Agora theater en de nieuwe bibliotheek, filmtheateraanbod, en het scala aan projecten waaronder com¬munity art en (podium)kunsten op locatie, beschikt lelystad over een breed cultureel voorzieningenniveau. Tevens kan worden geconcludeerd dat het (on)gesubsidieerde culturele aanbod bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van lelystad. de stijging van de cultuurdeelname en de toege-nomen tevredenheid van de inwoners over het culturele aanbod in lelystad, geeft aan dat met het gemeentelijk cul-tuurbeleid de goede weg is ingeslagen. Anderzijds blijkt ook dat het culturele aanbod op onderdelen nog versterking behoeft. dit geldt vooral voor de presentatiemogelijkheden voor beeldende kunst en een goede bioscoopvoorziening in het centrum. dit zijn aandachtpunten die de komende jaren in bepaalde mate vanuit het cultuurbeleid beïnvloedt kun-nen worden en relevant zijn voor een attractief cultureel voorzieningenniveau. de financiële situatie van de gemeente biedt de komende jaren echter geen ruimte voor nieuwe financiële impulsen, hetgeen betekent dat vooral gekeken wordt hoe de bestaande budgetten effectiever kunnen worden ingezet.

14

In onderstaande grafiek is de relatieve verdeling van de beschikbare structurele subsidie over de verschillende beleidsterreinen in 2011 weergeven, inclusief de eventuele bijdragen voor de huurlas-ten.

De omvangrijke uitgaven voor culturele voorzieningen zoals de FlevoMeer bibliotheek, De Kubus en de Agora laten zich verklaren door de structurele personeelskosten en accommodatiekosten voor deze voorzieningen. De activiteiten die vanuit de andere posten worden gefinancierd zijn meren-deel incidentele activiteiten die veelal door freelancers of vrijwilligers worden verzorgd. Naast de culturele activiteiten en voorzieningen die worden gefinancierd binnen de begrotingspost Cultuur, worden ook uit andere gemeentelijk begrotingsposten structureel en/of incidenteel culturele activi-teiten ondersteund. Het zwaartepunt ligt bij de subsidie voor Underground (uit het Jongerenbeleid). Afhankelijk van de vraagstukken en mogelijkheden die zich voordoen, kunnen daarmee de inciden-tele uitgaven voor kunst en cultuur uit die begrotingsposten per jaar verschillen.

Beleidsregels

In het kader van de subsidieregelingen voor amateurkunst, podiumkunsten, community art en beeldende kunst zijn op grond van de Algemene Subsidieverordening beleidsregels van toepassing. Met de beleidsregels zijn de criteria, methode en verdeelregels voor de subsidieverlening op het gebied van de amateurkunst door het college vastgelegd.

2.3. Conclusie De investeringen in cultuurvoorzieningen en -activiteiten die in de voorbij jaren door de gemeente zijn gedaan, blijken een resultaat op te leveren. Met De Kubus, het popcentrum Underground, het Agora theater en de nieuwe bibliotheek, filmtheateraanbod , en het scala aan projecten waaronder community art en (podium)kunsten op locatie, beschikt Lelystad over een breed cultureel voorzie-ningenniveau. Tevens kan worden geconcludeerd dat het (on)gesubsidieerde culturele aanbod bij-draagt aan de aantrekkelijkheid van Lelystad. De stijging van de cultuurdeelname en de toegeno-men tevredenheid van de inwoners over het culturele aanbod in Lelystad, geeft aan dat met het gemeentelijk cultuurbeleid de goede weg is ingeslagen. Anderzijds blijkt ook dat het culturele aan-bod op onderdelen nog versterking behoeft. Dit geldt vooral voor de presentatiemogelijkheden voor beeldende kunst en een goede bioscoopvoorziening in het centrum. Dit zijn aandachtpunten die de komende jaren in bepaalde mate vanuit het cultuurbeleid beïnvloedt kunnen worden en relevant zijn voor een attractief cultureel voorzieningenniveau. De financiële situatie van de gemeente biedt de komende jaren echter geen ruimte voor nieuwe financiële impulsen, hetgeen betekent dat voor-al gekeken wordt hoe de bestaande budgetten effectiever kunnen worden ingezet.

2.364.849

1.841.770

959.188

407.067 107.000

125.000 20.000 60.000

147.000

45.000 20.000

2011

Bibliotheek

De Kubus

Agora

Underground

Community Art

Amateurkunst

Cult erfgoed

projecten podiumk

projecten bk en vormgeving

projecten letteren

audio visueel

Page 17: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 17

3. BeleIdsMaaTRegelen

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de Beleidsmaatregelen op de verschillende gebieden waar het ge-meentelijk cultuurbeleid betrekking op heeft.

Beleidsmaatregelen amateurkunst

Subsidie amateurkunst

Het subsidiebeleid voor amateurkunst voorziet in het verstrekken van projectsubsidies voor amateurkunst- uitvoeringen, de subsidieregeling deskundigheidsbevordering en de subsidieregeling Kleine investeringen voor accommodaties.

het beleid wordt na 2012 aangepast;

• desubsidieregelingenvoorDeskundigheidbevorderingenKleineInvesteringenaccommodatieswordtde maximale te verlenen subsidie € 750, -. Voor deze regeling geldt al een eigen inkomstenniveau van minimaal50%.Hetbeschikbaresubsidiebudgetwordtverlaagdtot€5.000,-.Hetresterendebudgeta € 5.000,- wordt toegevoegd aan het budget voor projectsubsidies Amateurkunstuitvoeringen.

• Omtetoetsendateenamateurkunstprojectovervoldoendemaatschappelijkdraagvlakbeschikt,wordtbij desubsidieverleningvoorprojectendevoorwaardevooreenminimaleeigeninkomstenniveauvan25% ingevoerd.

• Minimaal10%vanhetbudgetwordtgereserveerdvoornieuweaanvragers.Hierbijwordtgeeneigen inkomsteneis gehanteerd.

• Voordeaanvraagvanprojectsubsidieswordentweehalfjaarlijksetermijnengehanteerd.

Intendant Amateurkunst

de Intendant Amateurkunst heeft sinds 2009 als servicepunt voor de amateurkunst een goed netwerk opge-bouwd en organiseert diverse activiteiten voor amateurkunstenaars, zoals koepelbijeenkomsten voor koren enpodiumkunsten,culturelekaart,dagenweekv/damateurkunst.Vooralmetdelaatstetweeactiviteitenwordt ook de grote groep ongebonden amateurkunstenaars bereikt. de functie Intendant Amateurkunst is vanaf 2009 organisatorisch ondergebracht bij de Kubus.

het beleid wordt na 2012 gecontinueerd. Voor de organisatorische en facilitaire ondersteuning van de ama-teurkunstverenigingen, blijft een functionaris aangesteld die relevante informatie en kennis verzamelt en op een toegankelijke wijze aan de amateurkunstenaarsverenigingen beschikbaar stelt. de intendant fungeert als steunpunt voor de grote groep ongeorganiseerde amateurkunstenaars en organiseert stimuleringprojec-ten op het gebied van amateurkunst

Page 18: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201618

12 De kracht van cultuur. Effectieve cultuurimpulsen in de wijk’, Nicis Instituut (2011)

Continuering beschikbaarheid van De Kubus, Underground en Agora

Voor uitvoeringen en repetities van amateurkunstproducties worden de zalen bij de Kubus, de Agora en Underground tegen lagere tarieven beschikbaar gesteld. Via de uitvoeringsovereenkomsten worden met de Kubus en de Agora afspraken gemaakt voor de toepassing van gereduceerde tarieven voor o.a. amateur-kunstactiviteiten.het beleid wordt na 2012 gecontinueerd.

Het stimuleren van actieve cultuurdeelname in het bijzonder door specifieke doelgroepen.

de beleidsmaatregel wordt niet meer gecontinueerd. doelgroepenbeleid maakt geen onderdeel meer uit van het collegeprogramma.

Beleidsmaatregelen Community art

Continuering Cultuurscout

Aan de hand van community art willen we de cultuurparticipatie en zelfredzaamheid van de inwoners sti-muleren, sociale contacten bevorderen en de betrokkenheid tussen burgers onderling, met de wijk en de stad versterken. de cultuurscout die in 2009 is begonnen heeft als opdracht om relaties tot stand te brengen tussen particuliere initiatieven, bewoners, kunstenaars, culturele- en welzijnsinstellingen, scholen, zelfor-ganisaties en ondernemers om met als doel culturele projecten te realiseren die enerzijds bijdragen aan een beter sociaal en cultureel leefklimaat in de wijk en de stad en anderzijds de ontwikkeling van de maatschap-pelijke competenties van de deelnemers stimuleren. Uit de publicatie ‘Kracht van Cultuur’ 2011 van het nicis Instituut 12 blijkt dat de inspanningen van cultuurscouts relatief onzichtbaar en dienstbaar zijn; maar wel geliefd. de functie is misschien niet zichtbaar, de resultaten echter wel. Met andere woorden: niet de cul-tuurscout staat voorop, maar de wijkbewoners en de kunstenaars.

de functie Cultuurscout is vanaf 2009 organisatorisch ondergebracht bij de Kubus. de cultuurscout heeft sindsdien met bewoners en kunstenaars uit diverse wijken (Waterwijk, landstrekenwijk, Atol) diverse kunst-projecten geïnitieerd, die hebben geresulteerd in verschillende presentaties waaronder: wijkmusicals en een wijkstripverhaal. Kenmerkend voor de activiteiten van de cultuurscout is dat aan de cultuurprojecten deelne-mers participeren die daar normaal gesproken nooit zouden hebben gedaan. Bij sommige projecten is bij de voorbereiding of tijdens de uitvoering samengewerkt met werkers uit de buurt. het beleid wordt na 2012 gecontinueerd.

Continuering incidentele subsidies voor wijkgerichte community art activiteiten

Om in lelystad de uitvoering van Community art projecten te stimuleren wordt aan de cultuurscout een werkbudget beschikbaar gestel voor projecten waarin professionele kunstenaars nauw samenwerken met specifieke groepen in de lelystadse samenleving die op afstand staan van het meer reguliere kunstaanbod en kunstactiviteiten. deze initiatieven worden gedragen door de culturele initiatiefnemers zelf. Als cofinan-ciering voor deze regeling wordt een deel van geldstroom bkvb ingezet die de gemeente lelystad van het rijk ontvangt. dat betekent dat dit onderdeel van budget specifiek ingezet dient te worden voor beeldende com-munity art activiteiten.

Page 19: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 19

Het cultuurprogramma Brede School vormt geen onderdeel van het gemeentelijk cultuurbeleid, maar is onderdeel van het Onderwijsbeleid.de beleidsmaatregel wordt na 2012 aangepast: om te toetsen dat een project ook over voldoende maat-schappelijk draagvlak beschikt, wordt bij de subsidieverlening voor community art de voorwaarde voor een minimaleeigeninkomstenniveauvan25%ingevoerd.

Beleidsmaatregelen Cultuureducatie

Subsidiëring Stichting CKC De Kubus

Bij het Centrum voor Kunst en Cultuur de Kubus kunnen inwoners van lelystad bij gekwalificeerde docenten diverse cursussen, lessen en workshops volgen voor muziek, dans, beeldende kunst en theater. de Kubus heeft daarvoor een kwaliteitskeurmerk ontvangen van de stichting Certificering Kunsteducatie & Amateur-kunst. Tevens organiseert de Kubus jaarlijkse diverse culturele presentaties en manifestaties.de gemeente heeft een budgetrelatie met de Stichting de Kubus voor de prestaties voor het cursusaanbod, de dienstverlening in het onderwijs en het faciliteren van lokale amateurkunst. de uit te voeren prestaties worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente lelystad en de Stichting de Kubus. een bijzonder aandachtspunt voor de komende jaren is de functie die de stichting de Kubus zou kunnen vervullen ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de amateurkunst en voor het realiseren van kunstacti-viteiten in de wijken, bijvoorbeeld in het kader van community art en in de brede scholen.

de beleidsmaatregel wordt na 2012 gecontinueerd, met de kanttekening dat de omvang van de subsidie wordt verminderd conform de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling.

Cultuureducatie in PO en VO Kunstzinnige oriëntatie is sinds 2009 een verplicht kerndoel in het primair onderwijs (PO).een van de prioriteiten van het kabinet is de cultuureducatie. Het kabinet focust daarbij op het primair onderwijs omdat daar het fundament ligt voor de persoonlijke ontwikkeling en voor de creativiteit die cul-tuur losmaakt. Het kabinet komt met een programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’. Het kiest daarin voor een nieuwe aanpak om een stevig fundament voor cultuureducatie te bieden. er dient meer duidelijkheid te komen over wat er van scholen en culturele instellingen wordt verwacht op het gebied van cultuureducatie, bijvoorbeeld door het borgen van doorlopende leerlijnen. . de middelen die het rijk aan scholen beschikbaar stelt zullen worden ingezet via een zogeheten ‘prestatiebox’ binnen de lumpsum. Het ministerie OCW gaat de besteding van deze middelen laten monitoren door de onderwijsinspectie. de behoefte aan duidelijkheid betreft ook de verantwoordelijkheidsverdeling tussen rijk, provincies en gemeenten. daarvoor neemt het kabinet maatregelen die scholen en culturele instellingen in staat stellen de kwaliteit van cultuureducatie te versterken.Anderzijdsheeftdeverhogingvandebtw-opdepodiumkunstennaar19%eenprijsverhogendeffect op de schoolvoorstellingen in de Agora en de Kubus.Ook het cultuurbeleidbeleid van de provincie Flevoland zal er toe leiden dat er op het terrein van cultuuredu-catie in het onderwijs een grote financiële verantwoordelijkheid bij de gemeenten komt te liggen.

Beleid wordt aangepast. de toekomstige wijzigingen in verantwoordelijkheden van de overheden op het gebied van cultuureducatie in het Po en VO zullen tot gevolg hebben dat in de loop van 2013 – 2016 ook het gemeentelijk beleid op onderdelen dient te worden aangepast. Uitgangspunt van het gemeentelijk beleid blijft dat het onderwijs een belangrijke omgeving vormt om met kunst en cultuur in contact te komen, dat geldt vooral voor kinderen voor wie kennismaking met kunst en cultuur nog steeds niet vanzelfsprekend is.

Page 20: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201620

Beleidsmaatregelen podiumkunsten

Subsidiering Stichting Agora.

In 2007 is het nieuwe Agora theater in gebruik genomen. Met twee technisch goed geoutilleerde theaterza-len van respectievelijk 750 plaatsen en 200 plaatsen, biedt het nieuwe theater de inwoners en bezoekers de mogelijkheid om in lelystad een breed aanbod van professionele voorstellingen (theater, muziek cabaret, musical, e.d. ) te bezoeken. de gemeente heeft een budgetrelatie met de Stichting Agora voor de door de stichting te leveren producten op het gebied van het aanbod aan professionele podiumkunsten en faciliteiten voor amateurkunst. de uit te voeren prestaties worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente lelystad en de Stichting Agora.

Het brede aanbod in het nieuwe theater in de grote zaal en kleine zaal blijkt een impuls te geven aan het culturele klimaat van lelystad. de culturele programmering biedt differentiatie in aanbod van groot- en kleinschalige podiumkunsten zoals theater, dans, muziek, cabaret en overige podiumkunstvormen. Het totale podiumaanbod en culturele activiteiten zorgden in 2010 voor een nieuw record van meer dan 55.000 bezoe-kers. Op grond van de publieksrespons op het aanbod in de Agora, kan worden geconcludeerd dat de het Agora theater hard op weg is om een voorziening voor alle lelystatters te worden.

de beleidsmaatregel wordt na 2012 gecontinueerd, met de kanttekening dat de budgetsubsidie voor de stichting wordt verminderd conform de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling.

Subsidiering popodium Underground

Op basis van het nieuwe Bedrijfsplan uit 2008, heeft Underground zich ontwikkeld tot een lokaal en regionaal popodium. In Underground wordt het actuele en landelijke popaanbod wordt geprogrammeerd, waarin regi-onaal talent zich middels o.a. voorprogramma’s aan een groter publiek kan presenteren. daarnaast kunnen lokale band in Underground studio’s huren en eventueel begeleiding krijgen. de gemeente heeft een budgetrelatie met de Stichting de Kubus voor de door Underground te leveren pop-concerten en overige activiteiten op het gebied van en faciliteren van lokale popinitiatieven. de uit te voeren prestaties worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente lelystad en de Stichting de Kubus.

de beleidsmaatregel wordt na 2012 gecontinueerd, met de kanttekening dat de budgetsubsidie voor Under-ground wordt verminderd conform de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling. Het budget voor Underground wordt in de gemeentebegroting ondergebracht bij de post cultuurbeleid.

Structureel subsidiebudget voor subsidie voor (kleinschalige) professionele podiumkunsten op bijzon-dere locaties.

Op basis van dit budget is het mogelijk om het aanbod aan professionele podiumkunsten te verbreden met verschillende concerten en theaterproductie. Jaarlijks worden tussen 7 – 10 projecten gehonoreerd. de lo-caties waar deze uitvoeringen plaatsvonden waren onder meer: het natuurpark, het stadshart, het stadhuis, in het buitengebied en in verschillende wijken. Vanwege het bijzondere karakter van dit soort voorstellingen, vormen locatieproducties een interessante aanvulling op het reguliere programma in de reguliere podia Het gebruik van de locaties heeft ook een drempelverlagend effect, wat betekent dat op deze wijze ook doelgroe-pen worden bereikt waarvoor het niet vanzelfsprekend is om een theater te bezoeken.

Page 21: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 21

de beleidsmaatregel wordt na 2012 aangepast. •Omtetoetsendateenprojectookovervoldoendemaatschappelijkdraagvlakbeschikt,wordtbijde subsidieverleningvanprojecteneenminimaleeigeninkomstenniveauvan25%ingevoerd.•10%vanhetbudgetwordtgereserveerdvoornieuweaanvragen.Hierbijwordtgeeneigeninkomsteneis gehanteerd.•Voordeaanvraagvanprojectsubsidieswordentweehalfjaarlijksetermijnengehanteerd.

Beleidsmaatregelen Beeldende kunsten

Subsidieregeling projecten beeldende kunst en vormgeving

de regelingvoor voorziet in het verstrekken van projectsubsidies voor projecten. er worden geen exploitatie-subsidies verleend. Jaarlijks worden tussen 10 –15 beeldende kunstprojecten gehonoreerd.

de beleidsmaatregel wordt na 2012 aangepast; • Omtetoetsendateenprojectookovervoldoendemaatschappelijkdraagvlakbeschikt,wordtbijde subsidieverleningvanprojecteneenminimaleeigeninkomstenniveauvan25%ingevoerd.

• Minimaal10%vanhetbudgetwordtgereserveerdvoornieuweaanvragers.Hierbijwordtgeeneigen inkomsteneis gehanteerd.

• Voordeaanvraagvanprojectsubsidieswordentweehalfjaarlijksetermijnengehanteerd.

Werk en presentatievoorzieningen voor beeldend kunstenaars en vormgevers

Vanwege het onderaanbod aan adequate en betaalbare accommodaties blijkt het niet eenvoudig om dit beleid te implementeren. dit neemt niet weg dat de beleidsdoelstelling nog steeds actueel is en volop naar uitvoe-ringwordtgestreefd.Deinhoudelijkeen/oforganisatorischesamenwerkingmetandereorganisatiesophetgebied van de beeldende kunst wordt hierbij gestimuleerd.

het beleid wordt na 2012 gecontinueerd. Het budget voor dit beleid is afkomstig uit de landelijke regeling geldstroom BKVB van het rijk. deze regeling wordt ook na 2012 door het Rijk gecontinueerd. de middelen kunnen daardoor alleen voor beeldend kunstbeleid wordt ingezet.

Kunstuitleen

Omdat wij het van belang vinden dat de inwoners van lelystad in de gelegenheid worden gesteld om via de kunstuitleen ook thuis (tijdelijk) beeldende kunst te ervaren, ontvangt de stichting Kunstuitleen Flevoland subsidie voor de kunstuitleenfunctie. de huidige subsidie voor de kunstuitleen dekt echter alleen de huisves-tingslasten. Omdat de collectie beperkt is en zich weinig vernieuwd, verliest de kunstuitleen op ten duur zijn aantrekkelijkheid voor de gebruikers. Om de maatschappelijke functie goed uit te kunnen oefenen is een wis-selendecollectieeenvoorwaarde.Deinhoudelijkeen/oforganisatorischesamenwerkingmetandereorgani-saties op het gebied van de beeldende kunst wordt hierbij gestimuleerd.

het beleid wordt na 2012 aangepast; waarbij de subsidie aan de kunstuitleen t.b.v. de verbreding van de col-lectiewordtverhoogd,ondervoorwaardedathetaantalledenin2016metminimaal50%istoegenomen.

Page 22: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201622

Exposities in het stadhuis

Tot aan de verbouwing organiseerde de Stichting Kunstuitleen Flevoland openbare exposities in de hal van het Stadhuis. Met deze exposities wordt aan de bezoekers aan het Stadhuis op een toegankelijke wijze inzicht gegeven in de ontwikkelingen in de beeldende kunst in nederland. Omdat wij het van belang vinden dat de inwoners van lelystad op een laagdrempelige wijze in de gelegenheid worden gesteld om via de exposities in het stadhuis kennis te nemen met een breed spectrum van beeldende kunst, wordt het beleid na 2012 aangepast: bij de programmering van de exposities in het stadhuis zal ook structureel aandacht zijn voor de presentatie van amateurkunst.

Betere spreiding beeldende kunst in de openbare ruimte over de stad

Beeldende kunst in de openbare ruimte heeft in onze gemeente een belangrijk functie bij het bevorderen van een aantrekkelijk leefklimaat. Tijdens de RIJP periode is veel aandacht besteed aan plaatsing aan kunst in de openbare ruimte. In latere perioden ontbraken daar de middelen of de aandacht voor. dit heeft ertoe geleid dat de spreiding van kunst in de openbare ruimte onevenredig is. In de oudere wijken staat relatief veel kunst, terwijl in de jongere wijken het kunstaanbod gering is. Bij een aantal bestaande kunstwerken is de omgeving in de loop der jaren zo gewijzigd dat het kunstwerk op de locatie niet meer volledig tot recht komt. Indien mo-gelijk zullen we kijken of in dat geval een kunstwerk kan worden verplaatst naar een nieuwe locatie waar het kunstwerk wel tot zijn recht komt. Hierbij gaat een voorkeur uit voor verplaatsing naar de wijken met weinig kunstwerken. het beleid wordt na 2012 gecontinueerd.

Onderhoudsprogramma gemeentelijke collectie

In de auteurswet van 1912 is vastgelegd dat eigenaren van een kunstwerk de verplichting hebben dit werk naar behoren te beheren, te onderhouden en waar nodig te restaureren. Als eigenaar van een groot aantal kunstwerken draagt dus ook de gemeente deze verantwoordelijkheid. daarnaast is het bij enkele kunstwerken(o.a. de Zuil van lely) voor de openbare veiligheid noodzakelijk dat de constructie van de werken periodiek worden geïnspecteerd. Voor de gemeentelijke kunstcollectie in de openbare ruimte is in samen-werking met externe deskundigen een meerjarig onderhoud- en inspectieprogramma opgesteld. dit onder-houdsprogramma wordt in 2009 - 2012 gecontinueerd. het beleid wordt na 2012 gecontinueerd.

Implementatie Warandewijzer

de gemeente lelystad heeft zich ten doel gesteld om te groeien naar een bevolkingsaantal van 80.000 inwo-ners. deze groei dient vooral plaats te vinden in uitbreidingslocaties, in het bijzonder Warande. de ambities en beelden voor Warande zijn in 2003 uitgewerkt in het ‘Omgevingsplan voor lelystad-Zuid’. In het Ontwik-kelingsplan is aandacht voor de beeldkwaliteit die voor Warande wordt geambieerd. de toepassing van kunst heeft aldus het Ontwikkelingsplan een meerwaarde voor beleving en herkenning en identiteit. de gemeente heeft buro MA.An uit Rotterdam gevraagd voor Warande een beeldend masterplan te maken. de ‘Warande-wijzer’ (2007) is daarvan het resultaat. In de ‘Warandewijzer’ wordt op deze continuïteit ingespeeld door bij voorhand geen concrete kunstopgaven voor specifieke locaties in Warande te benoemen, maar bewust ruimte te bieden aan en gebruik te maken van de ontwikkeling die Warande als uitbreidingslocatie de komende jaren door gaat maken. de uitwerking van enkele zogeheten ‘observaties’ en van kunsttoepassingen in de verschil-lende ontwikkelingsstadia van de Warande, zijn vervolgens niet alleen vanuit een culturele optiek zeer inte-ressant te noemen, maar hebben ook de potentie bij te dragen aan de promotie van het gebied (branding) als een hoogwaardig gebied en een bijzondere woonlocatie voor de beoogde bewoners afkomstig buiten lelystad. Om de Warandewijzer tot uitvoering te brengen heeft de stichting de Barak de opdracht gekregen om voor Warande culturele activiteiten te ontwikkelen. deze opdracht heeft ertoe geleid dat in de afgelopen jaren culturele interventies zijn ontwikkeld die aansluiten bij de ontwikkeling van Warande als nieuwe woonwijk;

Page 23: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 23

o.a.hetprogramma‘Opjachtnaargeluk’.Deinhoudelijkeen/oforganisatorischesamenwerkingmetandereorganisaties op het gebied van de beeldende kunst wordt hierbij gestimuleerd.

Vanwege de technisch slechte staat van de opstal op de boerderijkavel aan de Buizerdweg was het niet meer mogelijk om de locatie in te richten als een permanente culturele broedplaats voor Warande. Uiteindelijk is een alternatief gevonden door de Stichting de Barak een tijdelijke productiekantoorruimte te bieden in de tijdelijke infowoning in Warande.

het beleid wordt aangepast; Voor de uitvoering van Warandewijzer wordt in 2013 –n 2016 wederom een budget gereserveerd. Het budget voor dit beleid is afkomstig uit de regeling geldstroom BKVB van het rijk. deze regeling wordt ook na 2012 door het Rijk gecontinueerd. deze middelen kunnen alleen voor beeldend kunstbeleid wordt ingezet.

Bijzondere manifestaties op wisselende locaties.

de gemeente Almere heeft in 2009 besloten om de middelen vanuit de geldstroom BKVB niet meer in te zetten voor het Centrum beeldende kunst Flevoland, maar het volledig in te zetten voor de activiteiten van de stichting Corrosia in Almere-haven. Het budget dat de gemeente lelystad voor het CBK had gereserveerd was te beperkt om een provinciaal CBK te kunnen continueren. Op grond van een onderzoek dat de Stichting Corrosia in 2009 heeft uitgevoerd naar het beeldende kunstklimaat in lelystad, is besloten dit budget in te zetten ten behoeve van tijdelijke beeldendekunstmanifestatiesoftentoonstellingenopwisselendelocatiesinLelystad.Deinhoudelijkeen/oforganisatorische samenwerking met andere organisaties op het gebied van de beeldende kunst wordt hierbij gestimuleerd.

het beleid wordt na 2012 gecontinueerd. Het budget voor dit beleid is afkomstig uit de regeling geldstroom BKVB van het rijk. deze regeling wordt ook na 2012 door het Rijk gecontinueerd. de middelen kunnen daar-door alleen voor beeldend kunstbeleid wordt ingezet.

Onderzoek naar structurele financiering voor beeldende kunst in de openbare ruimte

Beeldende kunst in de openbare ruimte zorgt niet alleen voor versterking van de visuele kwaliteit van een gebied. Het draagt ook bij aan de eigen identiteit van een stad. Zie de plaatsing van de zuil van lely van Hans van Houwelingen, als icoon voor het centrum van de stad. Met het oog op de kwalitatieve ontwikkeling van onze stad vinden wij het van belang om deze bijdrage aan de openbare ruimte een structureel karakter te geven.DoordeRijksdienstIJsselmeerpolderswerdmetde1%-regeling,waarbijeenprocentvandebouw-kosten van rijksgebouwen werd gereserveerd voor beeldende kunst, de basis gelegd voor een kwalitatief hoogwaardigecollectiekunstwerkenindeopenbareruimte.De1%-regelingisaljarengeledenvanuitbezui-nigingsmotieven afgeschaft. In de cultuurnotaperiode gaan we onderzoeken of er mogelijkheden er zijn om wederom middelen vrij te maken voor een structurele toepassing van kunst in de openbare ruimte.

het beleid wordt niet gecontinueerd. Vanwege de actuele financiële situatie van de gemeente is er binnen eenafzienbaretijdindegemeentebegrotinggeenruimteisde1%-regelingweermogelijktemaken.Paswanneer weer zicht is op een gewijzigde financiële situatie, worden de mogelijkheden tot uitvoering weer nader onderzocht.

Page 24: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201624

Programma Kunst op rotondes

Vanuit het project Hoofdwegennet is het idee ontwikkeld het middenterrein van rotonden op de Hoofdwegen in te vullen door middel van kunstuitingen. deze kunstuitingen komen, mede naar aanleiding van belang-stelling uit ondernemerskringen, in aanmerking voor sponsoring. de verwachting is dat deze kunstuitingen op het hoofdwegennet een positief effect hebben op de uitstraling van lelystad. er wordt een meerwaarde gecreëerd voor lelystad; de herkenbaarheid van de stad wordt uitgebreid, de plaatsbepaling binnen de stad duidelijker en er wordt een bijdrage geleverd aan vergroting van de uitstraling in de ruimtelijke invulling, bin-nen de stedelijke omgeving. Sponsoring van kunstuitingen op rotonden is voor het bedrijfsleven een moge-lijkheid om haar betrokkenheid bij de samenleving en lelystad in het bijzonder te tonen.

Vanwege de veranderde economische situatie is er vanuit de particuliere sector geen belangstelling om in het programma te participeren. Vanuit het project Hoofdwegennet zijn geen middelen meer beschikbaar om op de betreffende rotondes kunstwerken te plaatsen. dit geldt ook voor het gemeentelijk cultuurbeleid. het programma wordt beëindigd. Pas wanneer weer zicht is op een gewijzigde financiële situatie, worden de mogelijkheden tot uitvoering weer nader onderzocht.

Aankoopbudget gemeentelijke collectie

In 2009 en 2010 zijn vanwege de renovatie van het stadhuis slechts in zeer beperkte mate kunstaankopen gedaan. In het gerenoveerde stadhuis is het minder goed mogelijk om kunstwerken op te hangen. Om die reden is besloten om de gemeentelijke kunstcollectie grotendeels af te stoten. Toch kan het voorkomen dat het om representatieve overwegingen gewenst is dat de gemeente een kunstwerk verwerft. Om die reden is het gewenst om een aankoopbudget beschikbaar te houden

de beleidsmaatregel wordt vanaf 2012 aangepast; het jaarlijkse aankoopbudget wordt gehalveerd tot € 2.500,00. Het resterende budget wordt ingezet voor uitbreiding van de cocollectie kunstuitleen.

Beleidsmaatregelen Bibliotheekwerk/letteren

1.Subsidiering Stichting FlevoMeer Bibliotheek

de gemeente ziet het als haar maatschappelijke verantwoordelijk¬heid dat de inwoners van lelystad kunnen beschikken over een goede en moderne bibliotheekvoorzie¬ning waar burgers met hun kennis- en informa-tievragen terecht kunnen en kennis kunnen nemen van een adequaat aanbod van op media vastgelegde cul-tuur en informatie. de nieuwe bibliotheekaccommodatie heeft in het stadshart ook een belangrijke inloop- en ontmoetingsfunctie gekregen.

de gemeente heeft een budgetrelatie met de Stichting FlevoMeer Bibliotheek voor wat betreft de door de stichting te leveren producten op het gebied van het openbare bibliotheekwerk vanuit de locatie (front-Office) in lelystad. de uit te voeren prestaties van de openbare bibliotheek worden vastgelegd in een uitvoerings-overeenkomst tussen de gemeente lelystad en de Stichting FlevoMeer Bibliotheek.

de nieuwe bibliotheekaccommodatie in het stadscentrum heeft een gunstig effect gehad op de maatschappe-lijke functie van de bibliotheek. dit is vooral te zien bij de stijging van het lidmaatschapspercentage. Ondanks alleinspanningenbleefditpercentagetot2009met22%onderhetlandelijkgemiddeldevoorstedenmeteen

Page 25: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 25

vergelijkbareomvang.In2010isditpercentagegestegennaarbijna25,8%,waarmeehetlandelijkgemiddel-de ruim wordt gehaald. Het ledenaantal is overigens slechts een beperkte indicator voor het gebruik van de openbare bibliotheek. Het aantal bezoekers aan de bibliotheek is ook aan relevante indicator. dit aantal stijgt ook. In 2010 steeg het aantal fysieke bezoeken aan de bibliotheek met bijna 50.000 naar 382.490 bezoeken. Voortsblijktuitdecultuurpeiling2011dat52%vandeinwonersgebruikmaaktvandebibliotheek.

het beleid wordt na 2012 gecontinueerd, met de kanttekening dat de budgetsubsidie voor de stichting con-form de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling wordt verminderd.

Clickpunt/Digitaal trapveld

In februari 2001 startte met het project Clickpunt een digitaal trapveld in lelystad. Het digitaal trapveld is bedoeld om bewoners van de gSB-aandachtswijken in staat te stellen kennis te nemen van en vaardigheden op te doen met informatie- en communicatietechnologie.

In verband met de gemeentelijke bezuinigingen is vanaf 2011 de subsidie aan de Flevo-Meer Bibliotheek voor de Clickpunten beëindigd. de bibliotheek blijft in de Clickpunten nog wel cursussen aanbieden. deze worden vanuit het reguliere bibliotheekbudget vraaggericht georganiseerd. Voor de open-inloopuren en het beheer van de Clickpunten in de Boswijk, Zuiderzeewijk en Atol, is in samenwerking met het buurthuis de Brink en Stichting Welzijn een ander model ontwikkeld. het beleid wordt na 2012 niet gecontinueerd.

Subsidies festivals en manifestaties

lelystad heeft enkele literaire festivals op locatie die uniek zijn voor nederland. Sunsation is qua omvang zelfs het tweede poëziefestival van nederland. Het tijdstip en de locatie - het landschapskunstwerk van Robert Morris -, draagt bij aan het bijzondere karakter. dit geldt ook voor de nationale Stadsdichtersdag dat zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot een bijzonder evenement, waarbij bezoekers tevens kennis maken met bijzondere locaties in de stad.

het beleid om beide manifestaties te subsidiëren wordt ook na 2012 aangepast; • omtetoetsendateenprojectovervoldoendemaatschappelijkdraagvlakbeschikt,wordtdevoorwaarde vooreenminimaleeigeninkomstenniveauvan25%ingevoerd.• Minimaal10%vanhetbudgetwordtgereserveerdvoornieuweaanvragers.Hierbijwordtgeeneigen inkomsteneis gehanteerd.• Voordeaanvraagvanprojectsubsidieswordentweehalfjaarlijksetermijnengehanteerd.

Stadsdichter

In 2005 heeft het college voor de eerste maal besloten om een Stadsdichter voor lelystad te benoemen. de stads-dichter heeft als taak om in deze periode jaarlijks zes gedichten te schrijven naar aanleiding van bijzondere gebeur-tenissen in de stad. deze gedichten worden in elk geval geplaatst in publicaties van de gemeenten. Op grond van de ervaringen die sindsdien met het fenomeen ‘Stadsdichter’ zijn opgedaan wordt het beleid gecontinueerd.

Page 26: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201626

13 Vanwege ontwikkelingen op het gebied van digitaal aanbod, worden momenteel op rijksniveau voorstellen ontwikkeld om het verplichte televisie- en radioaanbod op de kabel te verbreden. De functie van de program-maraden zou daarmee op termijn kunnen komen te vervallen.

Beleidsmaatregelen audiovisueel

Budgetsubsidie bijzonder filmaanbod

de Stichting Filmtheater lelystad organiseert onder de naam Cine Utopia vanaf 2004 een tweewekelijks filmthea-teraanbod in lelystad als aanvulling op het brede commerciële filmaanbod in de bioscoop. de stichting werkt daarbij samen met de Utopolis bioscoop in lelystad. Op grond van de toenemende bezoekcijfers blijkt het filmtheater Cine Utopia in een behoefte te voorzien. In 2010 is in opdracht van Stichting Filmtheater lelystad door bureau gerard Bunnink Cinema en Cultuur Consultancy (gBCCC) een verkennend scenario-onderzoek uitgevoerd. de belangrijkste constatering uit het gBCCC-rapport is dat een zelfstandig filmtheater met een eigen accommodatie en een eigen bedrijfsvoering in lelystad niet haalbaar is. daarvoor ontbreekt het aan publiekspotentieel en draagvlak. dat bete-kent dat Stichting Filmtheater lelystad permanent is aangewezen op een sterke samenwerkingspartner dat idealiter beschikt over een goed toegeruste zaal met een eigen, herkenbare uitstraling en met een sfeervolle ruimte voor ontmoeting voor en na de filmvoorstellingen.

de beleidsmaatregel wordt na 2012 gecontinueerd. Waar mogelijk wordt hierbij ingespeeld op ontwikkelingen van een nieuwe bioscoopvoorziening in het stadshart.

Budgetsubsidie Stichting Radio Lelystad

Stichting Radio lelystad verzorgt als vrijwilligersorganisatie verschillende radioprogram-ma’s, een internetsite en aanvullendemedia-uitingen.RadioLelystadvoorziethierbijineenbehoefte.Ongeveer43%vaninwonersvanLelystadluistert wel eens naar de uitzendingen Bij haar programmering werkt Radio lelystad mee of biedt ondersteuning aan verschillende lokale activiteiten en evenementen. Met haar informatieve programma’s heeft Radio lelystad een inter-mediairfunctie tussen de bevolking en het lokale stichting- en verenigingsleven, met maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en de overheid. Op grond van de zendtijdtoewijzing door Commissariaat voor de Media, ligt bij de gemeente de wettelijke zorgplicht om de continuïteit van lokale omroep te waarborgen. nader onderzoek zal moe-ten bepalen of en in welke mate de investeringen in de hardware noodzakelijk zijn voor de continuïteit van de lokale omroep in lelystad. de beleidsmaatregel wordt na 2012 gecontinueerd.

Budgetsubsidie Stichting Regionale Programmaraad Zuid-Oost Flevoland

In het kader van de Mediawet dient de gemeente lelystad te beschikken over een Regionale Programmaraad dat advies uitbrengt over de samenstelling van het zenderpakket op de kabel. de Regionale Programmaraad Zuid-Oost Flevoland bestaat uit twaalf onafhankelijke leden uit de gemeenten lelystad, Almere, dronten en Zeewolde, met een brede vertegenwoordiging van de lokale samenleving. de Regionale Programmaraad Zuid-Oost Flevoland brengt advies uit over het standaardpakket voor het televisie- en radioaanbod van de kabelaanbieder UPC. lelystad is in de raad vertegenwoordigd met vier leden die worden benoemd door de gemeenteraad. door de deelnemende gemeen-ten wordt naar ratio voorzien in een bijdrage in de kosten van de programmaraad.Het beleid wordt na 2012 gecontinueerd. In overleg met de andere gemeenten wordt gekeken naar een actualisering van de jaarlijkse bijdrage 13.

Page 27: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 27

Beleidsmaatregelen Cultureel erfgoed

Onderzoek effecten gemeentelijke monumenten. Voorafgaand aan het opstellen van een gemeentelijke monumentenlijst, wordt aan de hand van acht gebouwen en complexen in kaart gebracht wat de financiële en ruimtelijke consequenties zijn van een gemeentelijke monumen-tenlijst. de invoering van ondermeer de WABO heeft ertoe geleid dat binnen de gemeentelijke organisatie geen capa-citeit voorhanden was om binnen het beoogde tijdsbestek dit onderzoek volledig ui te voeren. het onderzoek wordt daarom voortgezet.

Gemeentelijke monumentenverordening en monumentencommissieOp grond van een op handen zijnde wijziging van de Monumentenwet 1988, dienen ge-meenten vanaf 1 januari 2009 te beschikken over een gemeentelijke monumentenverordening en een onafhankelijke monumentencommissie. In 2009 is de gemeentelijke erfgoedverordening vastgestel en in 2010 is de gemeentelijke erfgoedcommissie benoemd. het beleid wordt na 2012 gecontinueerd.

Projectsubsidies Cultureel erfgoed

de groeiende aandacht voor de aanwezigheid voor cultuurhistorische elementen in lelystad heeft ertoe geleid dat sinds enkele jaren ook in lelystad een de open monumentendag wordt georganiseerd. het beleid na 2012 aangepast; Vanuit het budget voor het cultureel erfgoed wordt daarom de mogelijkheid gecreëerd om ook voor manifestaties op het terrein van cultureel erfgoed projectsubsidies te verlenen. Om te toetsen dat een project over voldoende maatschappelijk draagvlak beschikt, wordt de voorwaarde voor een minimale eigen inkom-stenniveauvan25%ingevoerd.

Gemeentelijk archeologiebeleid

Archeologiebeleid vormt geen onderdeel van het cultuurbeleid, maar is op grond van het Verdrag van Malta in eerste plaats onderdeel van ruimtelijk beleid.

Page 28: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201628

overzicht Beleidsmaatregelen per beleidsveld

26

Overzicht Beleidsmaatregelen per beleidsveld

Beleidsveld

Beleidmaatregelen

Amateurkunsten

Subsidie projectsubsidies voor amateurkunstuitvoeringen Subsidie deskundigheidsbevordering Subsidie aanpassing accommodatie

Ondersteuning Intendant amateurkunst Overig Beschikbaarheid Kubus, Agora, Underground Stimulering specifieke doelgroepen

Wordt aangepast Wordt aangepast Wordt aangepast Wordt gecontinueerd Wordt gecontinueerd Wordt niet gecontinueerd

Community Art Subsidies Cultuurscout Projectsubsidies community art activiteiten

Wordt gecontinueerd Wordt aangepast

Subsidies Subsidie Stichting CKC De Kubus Cultuureducatie in Po en VO

Wordt gecontinueerd Wordt aangepast

Podiumkunsten Subsidies Subsidie Stichting Agora Subsidie poppodium Underground Projectsubsidie podiumkunst bijzondere locaties - Clickpunt

Wordt gecontinueerd Wordt gecontinueerd Wordt aangepast

Beeldende kunsten Subsidies Projectsubsidies beeldende kunst en vormgeving Subsidie werk- en presentatievoorzieningen Subsidie Stichting Kunstuitleen Flevoland Budget bk manifestaties op bijzondere locaties Overig Exposities stadhuis Aankoopbudget gemeentelijke collectie Onderhoud kunstwerken openbare ruimte Betere spreiding kunstwerken openbare ruimte Onderzoek financiering kunst openbare ruimte Programma kunst op rotondes Voorziening culturele broedplaats Warande Implementatie Warandewijzer

Wordt aangepast Wordt gecontinueerd Wordt aangepast Wordt gecontinueerd

Wordt aangepast Wordt aangepast Wordt gecontinueerd Wordt gecontinueerd Wordt niet gecontinueerd Wordt niet gecontinueerd Wordt niet gecontinueerd Wordt gecontinueerd

Bibliotheek-werk/Letteren

Subsidies Subsidie Stichting FlevoMeer Bibliotheek Projectsubsidies literaire festivals en manifestaties

Overig Stadsdichter Clickpunt/Digitaal trapveld

Wordt gecontinueerd Wordt aangepast Wordt gecontinueerd Wordt niet gecontinueerd

Audiovisueel Subsidies Subsidie tbv bijzonder filmaanbod Subsidie Stichting Radio Lelystad Bijdrage Stichting Regionale programmaraad

Wordt gecontinueerd Wordt gecontinueerd Word gecontinueerd

Cultureel erfgoed

Onderzoek effecten gemeentelijke monumenten Gemeentelijke erfgoedcommissie Projectsubsidies Cultureel erfgoed

Wordt gecontinueerd Wordt gecontinueerd Wordt aangepast

Financieel kader Conform meerjarenbegroting 2013 - 2016 Wordt gecontinueerd

Page 29: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 29

BijlagenActualisatienota voor het

Cultuurbeleid 2013- 2016

Page 30: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201630

BIjlage 1 IMpRessIe CulTuuRMeeTIng 28 noveMBeR 2011

Op uitnodiging van de gemeente lelystad, kwam op maandagavond 28 november 2011 een brede vertegenwoordig van het culturele veld naar Poppodium Underground. Ongeveer 35 personen van professionele en vrijwilligersor-ganisaties waren aanwezig om aan de hand van de discussienotitie met elkaar van gedachten te wisselen over het gemeentelijk cultuurbeleid voor de periode 2013 – 2016.

na een kort woord van welkom door wethouder Fackeldey, waarbij ook werd stilgestaan bij het overlijden van de voormalige directeur van de Agora, Ruud neerings, werden de deelnemers aan de hand van de medewerkers van ‘Ja-Maar’ meegenomen in het zogeheten Omdenken. Het Omdenken staat tegenover het Vastdenken; de manier van denken waarbij problemen alsmaar groter worden. Het Omdenken is juist een denktechniek om problemen te veranderen in mogelijkheden.

stellingenna deze interventie, die er onder meer toe leidde dat de deelnemers aan de meeting hun gedachten los hadden ge-maakt en mentaal in stelling waren gebracht om constructief te discussiëren, werd in verschillende groepen aan de hand van de volgende stellingen het gemeentelijk cultuurbeleid besproken. de discussie over de stellingen leverden een aantal relevante conclusies op.

Het gemeentelijk cultuurbeleid beperkt zich tot die cultuuruitingen die zonder gemeentelijke steun niet tot stand zouden komen. Maar wat zonder gemeentelijke steun tot stand komt, is niet per definitie onbelangrijk voor de Lelystadse samenle-ving.

Mee oneens -3- -2 -1 0 1 2 3 mee eens

de meeste deelnemers waren het hier mee eens. er werd opgemerkt dat het gemeentelijk beleid zich niet zou moe-ten beperken tot de gesubsidieerde cultuuruitingen. Het beleid kan ook goede voorwaarden creëren waardoor ook niet gesubsidieerde activiteiten worden gestimuleerd. Bijvoorbeeld door ook netwerkvorming te stimuleren, initiatie-ven koppelen en de promotie van lokale cultuuractiviteiten te ondersteunen.

Innovatie is het basisprincipe voor cultuurbeleid. Stilstaand water rot snel. In gemeentelijk cultuur-beleid moet altijd ruimte worden gemaakt voor nieuwe ontwikkelingen, ook als dit betekent dat van iets vertrouwds afscheid wordt genomen.

Mee oneens -3- -2 -1 0 1 2 3 mee eens

Ook deze stelling werd positief gewaardeerd. nieuwe initiatieven moeten een kans krijgen, bijvoorbeeld door een bepaalde deel van het jaarlijkse subsidiebudget te reserveren voor nieuwe aanvragers (opstartsubsidie). Anderzijds is het ook de uitdaging voor bestaande instellingen om hun activiteiten en projecten constant te toetsen aan veranderin-gen in hun omgeving en te blijven innoveren. Maar er dient in het beleid ook aandacht te blijven voor traditie, bewezen kwaliteit en waardering bij het publiek.

De overheid maakt geen cultuur, het zijn mensen die cultuur maken. Niet de ‘culture of asking’, maar zelf de mogelijkheden creëren is de belangrijkste drijfveer in het culturele klimaat in Lelystad.

Mee oneens -3- -2 -1 0 1 2 3 mee eens

de score lag hier ook aan de rechterzijde van de schaal. Het initiatief ligt primair bij de mensen. dit moeten ook in de eerste plaats zelf zoeken naar de mogelijkheden (materieel, financieel) om hun ideeën uit te kunnen voeren. Maar ondersteuning/faciliteringvanprofessionelekunstenaarsenamateursvanuitdegemeenteisuiteindelijknogwelnodig, mede omdat sponsormogelijkheden of andere vormen van private financiering in lelystad zeer beperkt zijn.

Page 31: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 31

Cultuurdeelname biedt bijzondere en betekenisvolle ervaringen die boven het dagelijkse bestaan uitstijgen. Daar moet iedereen toegang tot blijven krijgen. Stimulering cultuurdeelname bij inwoners dient in het beleid prioriteit te krijgen boven handhaving cultureel voorzieningenniveau.

Mee oneens -3- -2 -1 0 1 2 3 mee eens

Vanwege de onderlinge correlatie werd bij de discussie over deze stelling in de regel ook de volgende stelling ook meegenomen. Beide stellingen scoorden vooral hoog halverwege de schaal. dit gaf al aan dat er niet echt een keuze kon worden gemaakt; het een kan niet zonder de ander; er moet een balans zijn tussen het beleid dat zich richt op het actief beoefenen van cultuur en beleid gericht op het ondergaan van cultuur. In de discussie werd onder meer gewezen op de verandering bij wijze waarop vooral jongeren met cultuuruitingen omgaan. de invloed van internet en sociale media doet zich hierbij gelden. Het beleid van de gemeente en de instellingen moet hierop inspelen om ook deze groep te kunnen bereiken. Bijvoorbeeld door bij de culturele instellingen mogelijkheden te creëren voor de maatschappelijke stage die leerlingen in het VO moeten gaan doen.

Omdat de gemeente zich hiermee naar buiten toe kan onderscheiden als aantrekkelijke woon- en leefstad, moet handha-ving van het culturele voorzieningenniveau in het beleid prioriteit krijgen boven stimulering cultuurdeelname.

Mee oneens -3- -2 -1 0 1 2 3 mee eens

Zie de vorige stelling

Bij bezuinigingen op cultuur moet de gemeente een goed overwogen keuze en geen algemene bezuinigingsmaatregel ne-men. Voor een vitaal cultuurklimaat is het : “Beter to kill one, than cripple all”.

Mee oneens -3- -2 -1 0 1 2 3 mee eens

Hoewel met deze stelling een gevoelig punt werd besproken, stond de meerderheid van de aanwezigen wel achter de stelling. de kaasschaaf kan wel bij kleine bezuinigingen, maar bij substantiële bezuinigingen moeten er keuzes gemaakt worden, anders wordt de hele culturele infrastructuur zwakker. Opgemerkt werd dat de gemeente hierbij de dialoog met het culturele veld moet aangaan om deze keuzes samen te bespreken: er is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het culturele klimaat van de stad. geen besluit van bovenaf. Tevens moet gekeken worden of de verantwoordelijkheid voor de lokale culturele infrastructuur ook met andere gemeenten kan worden gedeeld door bepaalde culturele functies te regionaliseren.

Beleidsmaatregelen

de deelnemers werd ook gevraagd om aan te geven welke beleidsmaatregel • Indedefinitievenotamoetwordentoegevoegd:• Indedefinitievenotamoetwordenaangepast:• Indedefinitievenotamoetwordenbeëindigd:

dit leverde de volgende oogst op:• Culturele projecten specifiek voor lelystadse scholen op maat faciliteren;• Het uitvoeren van de landelijke geldstroom beeldende kunst meer gericht in zetten en niet verdelen over 3 – 4 organisaties;• exposities in het stadhuis uitbreiden naar andere locaties zoals cafe’s, bibliotheek;• Financiële ondersteuning voor traditionele evenementen zoals Koninginnedag;• Budget reserveren voor nieuwe initiatieven en hier doelstelling aan koppelen: prestatielevering en doelbereiking;

Page 32: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201632

• Cultuureducatie in PO en VO overeind houden met transparantie tussen gemeentelijke en provinciale taken;• Projectsubsidie amateurkunst;• netwerkvorming stimuleren, uitdagen om verbindingen aan te gaan;• dag van het Park;• Samenwerking culturele instellingen stimuleren door projectmatige subsidie te verlenen voor gemeenschappelijke activiteiten/evenementen• Stadsgedichten op gebouwen

• Koppel subsidie voor evenementen aan deelname amateurkunstverenigingen;• Verbindingen leggen tussen de maatregelen met betrekking tot exposities in stadhuis, Corrosia e.d.;• expositie in stadhuis verplaatsen naar voormalig postkantoor;• Intermediair tussen burgers, verenigingen, instellingen en sponsors; • er zijn al veel evenementen, maar zijn ze ook voor iedereen?• Waarom gebruik maken van Corrosia (Almere-haven), Is er geen (kleinschalig initiatief) uit lelystad?• Koppelsubsidie tussen professioneel en amateurs (voorbeeld Uitgast)• Aanvraagtermijnsubsidieloskoppelenvankalender/begrotingsjaar;• na verdwijnen Cultuurkaart voor het VO, specifieke beleid voor cultuureducatie in het VO

• Is er nog wel behoefte aan kunstuitleen? Waarom subsidie omhoog? Waarom pas in 2016 stijging van het aantal leden toetsen?

Page 33: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 33

14 Meer informatie over de onderzoeksmethoden zijn te vinden in de Onderzoekverantwoording (OZV) en fre-quentieverdeling cultuur 2011. Te vinden op www.lelystad.nl/onderzoek

15 RCO-definitie van culturele voorstelling: concert pop/wereld-muziek, cabaret of kleinkunst, musical, toneel, concert klassieke muziek, jazz-/blues, ballet/dans, dance/houseparty, opera/operette, koor, harmonie/ fanfa-re/brassband, literaire bijeenkomst, lezing over kunst/kunstgeschiedenis

16 Door een fout in de internetvragenlijst heeft een deel van de respondenten niet de mogelijkheid gekregen om de frequentie van het podiumbezoek in te vullen. De schattingen omtrent de frequentie van podiumbezoek zijn voor 2011 met iets meer onzekerheid omgeven.

BIjlage 2 lelysTadsgeluIden CulTuuR 2011’, CulTuuRpeIlIng 2011

InleIdIngVoor u ziet u de rapportage ‘lelystadsgeluiden Cultuur 2011’. de uitkomsten in dit onderzoek zijn gebaseerd op een cultuuronderzoek onder lelystedelingen, gehouden in mei en juni 2011. Het is om twee redenen uitgevoerd. Als eer-ste als onderdeel van de evaluatie en doeltreffendheid van de huidige cultuurnota (2009-2012). Ten tweede dienen de uitkomsten van dit onderzoek als input voor de nieuwe cultuurnota. Aan het onderzoek hebben in totaal 1.560 inwoners meegedaan. Hiervan waren 1.222 personen lid van het lelyStads-Panel. de overige 338 personen hebben gereageerd op een vragenlijst die is verstuurd aan een steekproef onder 1.500 inwoners tussen 18 en 79 jaar .de vragen in de enquête zijn grotendeels een herhaling van de cultuuronderzoeken gehouden in 2004 en 2007. Bij het opstellen van de vragenlijst is toen rekening gehouden met de landelijke richtlijnen voor cultuuronderzoek gevolgd (RCO).

CulTuRele vooRsTellIngen

Bezoek aan podiumkunstenIndetwaalfmaandenvoorafgaandaandecultuurpeilingheeft71%vandeinwonersvanLelystadeenofmeerpodiumkunst(en)bezocht.Ditpercentageisvrijwelgelijkgeblevenaan2007(70%).Dithoudtindatgroep‘niet-be-zoekers’ ook ongeveer even groot is als in 2007.

Intabel1staatdefrequentievanhetpodiumbezoekafgebeeld.Helaasisvan25%vanderespondentenin2011onbe-kend gebleven hoe vaak zij een podiumkunst bezochten3. Inwoners die een podiumkunst bezochten deden dit gemiddeld 8 keer in het onderzoek van 2011. In 2007 lag het gemiddelde bezoek op 6 voorstellingen. er lijkt sprake te zijn van een toename van de bezoekfrequentie.

Uit grafiek 1 kan afgelezen worden dat per leeftijdscategorie het podiumbezoek ongeveer even groot is. Het verschil inbezoek2004tussendejongsteleeftijdsgroep(18-29jaar)endeoudsteleeftijdsgroep(55+jaar)isin2011verdwe-nen.

30

Bijlage 2 LelystadsGeluiden Cultuur 2011’, Cultuurpeiling 2011 INLEIDING Voor u ziet u de rapportage ‘LelystadsGeluiden Cultuur 2011’. De uitkomsten in dit onderzoek zijn gebaseerd op een cultuuronderzoek onder Lelystedelingen, gehouden in mei en juni 2011. Het is om twee redenen uitgevoerd. Als eerste als onderdeel van de evaluatie en doeltreffendheid van de huidige cultuurnota (2009-2012). Ten tweede dienen de uitkomsten van dit onderzoek als input voor de nieuwe cultuurnota. Aan het onderzoek hebben in totaal 1.560 inwoners meegedaan. Hiervan waren 1.222 personen lid van het LelyStadsPanel. De overige 338 personen hebben gereageerd op een vragenlijst die is ver-stuurd aan een steekproef onder 1.500 inwoners tussen 18 en 79 jaar14. De vragen in de enquête zijn grotendeels een herhaling van de cultuuronderzoeken gehouden in 2004 en 2007. Bij het opstellen van de vragenlijst is toen rekening gehouden met de landelijke richtlijnen voor cultuuronderzoek gevolgd (RCO). CULTURELE VOORSTELLINGEN Bezoek aan podiumkunsten In de twaalf maanden voorafgaand aan de cultuurpeiling heeft 71% van de inwoners van Lelystad een of meer podiumkunst(en) bezocht15. Dit percentage is vrijwel gelijk gebleven aan 2007 (70%). Dit houdt in dat groep ‘niet-bezoekers’ ook ongeveer even groot is als in 2007. Tabel 1: Aantal keer bezoek podiumkunst in (%) 1 2-3 4-11 12+ Onbe-

kend Totaal

2007 15 21 26 8 - 70 2011 11 17 28 10 2516 71 In tabel 1 staat de frequentie van het podiumbezoek afgebeeld. Helaas is van 25% van de respon-denten in 2011 onbekend gebleven hoe vaak zij een podiumkunst bezochten3. Inwoners die een podiumkunst bezochten deden dit gemiddeld 8 keer in het onderzoek van 2011. In 2007 lag het gemiddelde bezoek op 6 voorstellingen. Er lijkt sprake te zijn van een toename van de bezoekfrequentie. Uit grafiek 1 kan afgelezen worden dat per leeftijdscategorie het podiumbezoek ongeveer even groot is. Het verschil in bezoek 2004 tussen de jongste leeftijdsgroep (18-29 jaar) en de oudste leeftijdsgroep (55+ jaar) is in 2011 verdwenen. 14 Meer informatie over de onderzoeksmethoden zijn te vinden in de Onderzoekverantwoording (OZV) en fre-quentieverdeling cultuur 2011. Te vinden op www.lelystad.nl/onderzoek 15 RCO-definitie van culturele voorstelling: concert pop/wereld-muziek, cabaret of kleinkunst, musical, toneel, concert klassieke muziek, jazz-/blues, ballet/dans, dance/houseparty, opera/operette, koor, harmonie/ fanfa-re/brassband, literaire bijeenkomst, lezing over kunst/kunstgeschiedenis. 16 Door een fout in de internetvragenlijst heeft een deel van de respondenten niet de mogelijkheid gekregen om de frequentie van het podiumbezoek in te vullen. De schattingen omtrent de frequentie van podiumbezoek zijn voor 2011 met iets meer onzekerheid omgeven.

Page 34: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201634

17 Disciplines zijn afkomstig uit RCO.

Tussen 2007 en 2011 zijn geen belangrijke veranderingen in podiumbezoek zichtbaar, zie tabel 2. Tussen verschil-lende bevolkingsgroepen kunnen wel verschillen geconstateerd worden. niet-westerse allochtonen, mensen met eenlageopleidingen/ofinkomenbezoekenhetminstvaakeenpodiumkunst.Autochtonen,personenmeteenhogeopleidingen/ofinkomenbezoekenhetvaakstpodiumkunsten.

Bezoek aan podiumkunsten naar disciplineVoor dertien verschillende disciplines van podiumkunst is het bezoek onderzocht, zie tabel 3.

31

Grafiek 1. Bezoek podiumkunsten naar leeftijd (%)

Tabel 2: Bezoek podiumkunst naar herkomst, opleiding en inkomen (%)

2011 2007 2004 Herkomst Autochtonen 73 72 62 Westerse alloch-tonen 69 67 51

Niet-westerse allochtonen 50 51 40

Opleiding Laag 57 58 45 Midden 72 73 63 Hoog 78 81 74 Inkomen Laag 51 45 43 Midden 73 71 59 Hoog 79 82 70 Tussen 2007 en 2011 zijn geen belangrijke veranderingen in podiumbezoek zichtbaar, zie tabel 2. Tussen verschillende bevolkingsgroepen kunnen wel verschillen geconstateerd worden. Niet-westerse allochtonen, mensen met een lage opleiding en/of inkomen bezoeken het minst vaak een podiumkunst. Autochtonen, personen met een hoge opleiding en/of inkomen bezoeken het vaakst podiumkunsten. Bezoek aan podiumkunsten naar discipline Voor dertien verschillende disciplines17 van podiumkunst is het bezoek onderzocht, zie tabel 3. Tabel 3: Bezoek podiumkunsten inwoners (%)

2011 2007 2004 toneelvoorstelling 28* 22 17 cabaret of kleinkunst 37* 29 21 concert klassieke muziek 14* 10 9 opera of operette 6 4 5 uitvoering van een koor 17* 13 10 concert harmonie, fan-fare of brassband 7 6 5

concert pop-/wereldmuziek 29 29 24

jazz-/bluesconcert 12 11 9 dance-/houseparty 7 8 6 musical 25 25 19 ballet-/dansvoorstelling 14* 10 7

17 Disciplines zijn afkomstig uit RCO.

72% 70% 72% 69% 71%

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

18-29 30-39 40-54 55+ Gemiddelde

2004 2007 2011

31

Grafiek 1. Bezoek podiumkunsten naar leeftijd (%)

Tabel 2: Bezoek podiumkunst naar herkomst, opleiding en inkomen (%)

2011 2007 2004 Herkomst Autochtonen 73 72 62 Westerse alloch-tonen 69 67 51

Niet-westerse allochtonen 50 51 40

Opleiding Laag 57 58 45 Midden 72 73 63 Hoog 78 81 74 Inkomen Laag 51 45 43 Midden 73 71 59 Hoog 79 82 70 Tussen 2007 en 2011 zijn geen belangrijke veranderingen in podiumbezoek zichtbaar, zie tabel 2. Tussen verschillende bevolkingsgroepen kunnen wel verschillen geconstateerd worden. Niet-westerse allochtonen, mensen met een lage opleiding en/of inkomen bezoeken het minst vaak een podiumkunst. Autochtonen, personen met een hoge opleiding en/of inkomen bezoeken het vaakst podiumkunsten. Bezoek aan podiumkunsten naar discipline Voor dertien verschillende disciplines17 van podiumkunst is het bezoek onderzocht, zie tabel 3. Tabel 3: Bezoek podiumkunsten inwoners (%)

2011 2007 2004 toneelvoorstelling 28* 22 17 cabaret of kleinkunst 37* 29 21 concert klassieke muziek 14* 10 9 opera of operette 6 4 5 uitvoering van een koor 17* 13 10 concert harmonie, fan-fare of brassband 7 6 5

concert pop-/wereldmuziek 29 29 24

jazz-/bluesconcert 12 11 9 dance-/houseparty 7 8 6 musical 25 25 19 ballet-/dansvoorstelling 14* 10 7

17 Disciplines zijn afkomstig uit RCO.

72% 70% 72% 69% 71%

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

18-29 30-39 40-54 55+ Gemiddelde

2004 2007 2011

Page 35: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 35

18 Doordat een fout in de internetvragenlijst geslopen is, zijn de schatting over ‘Lelystads’ bezoek alleen geba-seerd op mensen die een schriftelijke vragenlijst hebben ingevuld. De uitkomsten zijn daardoor in 2011 met iets meer onzekerheid omgeven..

Hoewel het bezoekpercentage tussen 2011 en 2007 gelijk gebleven is, is wel een toename van het bezoek aan een aantal disciplines op te merken. dit komt doordat bezoekers meerdere typen podiumkunsten bezoeken. In 2011 bezocht men gemiddeld 2,9 verschillende disciplines. In 2007 was dit 2,5. Het bezoek aan een cabaret of kleinkunst-voorstellingistussen2007en2011flinktoegenomen(+8%).Eenanderedisciplinedieeenbelangrijketoenamevanbezoekkendeis‘toneelvoorstelling’(+6%).Daarnaastkendeook‘concertklassiekemuziek’,‘uitvoeringvaneenkoor’en‘ballet-/dansvoorstelling’eensignificantegroei(+4%).Voordeoverigedisciplinesishetbezoekongeveergelijk gebleven. geen van de podiumkunsten heeft in 2011 belangrijk minder bezoek getrokken.

podiumbezoek in lelystadOngeveer60%vandeinwonersdieeenpodiumkunstbezoeken,gaat(ook)inLelystadnaareenvoorstelling.In2007was dit nog 49. dit is een belangrijke toename van het ‘lelystadse’ bezoek18.

Uit grafiek 2 kan afgelezen worden dat het aandeel jongvolwassenen dat (ook) in lelystad podiumkunsten bezoekt forsistoegenomeninvergelijkingmet2007en2004.In2011bezocht55%vande18t/m29jarigen(ook)inLelystadeenpodiumkunst,tegen35%in2007.Eenietsminderspectaculairegroei,maareveneensaanzienlijkkomtvoorbijdeleeftijdsgroep30t/m39jarigen.IndezeLeeftijdsgroepishetpodiumbezoekgestegenvan46%in2007naar59%in2011. In de oudste leeftijdsklassen is het ‘lelystads bezoek’ ongeveer gelijk gebleven. Het aanbod van podiumkunsten in lelystad weet een jonger publiek te boeien.

de podiumkunsten in lelystad die in 2011 die door meer lelystedelingen zijn bezocht zijn cabaret, concert klassieke muziek en toneelvoorstellingen, zie tabel 4. een bezoek aan de opera in lelystad wijst ook in de richting van een toe-name. Voor de overige podiumkunsten is het percentage bezoek in lelystad min of meer gelijk gebleven.

32

literaire bijeenkomst 7 5 3 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 4 4 2

* Significante stijging t.o.v. voorgaande meting Hoewel het bezoekpercentage tussen 2011 en 2007 gelijk gebleven is, is wel een toename van het bezoek aan een aantal disciplines op te merken. Dit komt doordat bezoekers meerdere typen podi-umkunsten bezoeken. In 2011 bezocht men gemiddeld 2,9 verschillende disciplines. In 2007 was dit 2,5. Het bezoek aan een cabaret of kleinkunstvoorstelling is tussen 2007 en 2011 flink toege-nomen (+8%). Een andere discipline die een belangrijke toename van bezoek kende is ‘toneelvoor-stelling’ (+6%). Daarnaast kende ook ‘concert klassieke muziek’, ‘uitvoering van een koor’ en ‘bal-let-/dansvoorstelling’ een significante groei (+4%). Voor de overige disciplines is het bezoek onge-veer gelijk gebleven. Geen van de podiumkunsten heeft in 2011 belangrijk minder bezoek getrok-ken. Podiumbezoek in Lelystad Ongeveer 60% van de inwoners die een podiumkunst bezoeken, gaat (ook) in Lelystad naar een voorstelling. In 2007 was dit nog 49. Dit is een belangrijke toename van het ‘Lelystadse’ bezoek18. Grafiek 2 Aandeel podiumkunst dat in Lelystad wordt bezocht (%)

Uit grafiek 2 kan afgelezen worden dat het aandeel jongvolwassenen dat (ook) in Lelystad podium-kunsten bezoekt fors is toegenomen in vergelijking met 2007 en 2004. In 2011 bezocht 55% van de 18 t/m 29 jarigen (ook) in Lelystad een podiumkunst, tegen 35% in 2007. Een iets minder spectaculaire groei, maar eveneens aanzienlijk komt voor bij de leeftijdsgroep 30 t/m 39 jarigen. In deze Leeftijdsgroep is het podiumbezoek gestegen van 46% in 2007 naar 59% in 2011. In de oudste leeftijdsklassen is het ‘Lelystads bezoek’ ongeveer gelijk gebleven. Het aanbod van podium-kunsten in Lelystad weet een jonger publiek te boeien. De podiumkunsten in Lelystad die in 2011 die door meer Lelystedelingen zijn bezocht zijn cabaret, concert klassieke muziek en toneelvoorstellingen, zie tabel 4. Een bezoek aan de opera in Lelystad wijst ook in de richting van een toename. Voor de overige podiumkunsten is het percentage bezoek in Lelystad min of meer gelijk gebleven. Tabel 4: Bezoek podiumkunsten in Lelystad (%)

2011 2007 toneelvoorstelling 20* 15 cabaret of kleinkunst 27* 21 concert klassieke muziek 8* 4 opera of operette 4 2 uitvoering van een koor 11 10 concert harmonie, fan-fare of brassband 4 4

concert pop-/wereldmuziek 15 12

18 Doordat een fout in de internetvragenlijst geslopen is, zijn de schatting over ‘Lelystads’ bezoek alleen geba-seerd op mensen die een schriftelijke vragenlijst hebben ingevuld. De uitkomsten zijn daardoor in 2011 met iets meer onzekerheid omgeven.

5559

53

65

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

18 t/m 29 30 t/m 39 40 t/m 54 55 en ouder

2004

2007

2011

32

literaire bijeenkomst 7 5 3 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 4 4 2

* Significante stijging t.o.v. voorgaande meting Hoewel het bezoekpercentage tussen 2011 en 2007 gelijk gebleven is, is wel een toename van het bezoek aan een aantal disciplines op te merken. Dit komt doordat bezoekers meerdere typen podi-umkunsten bezoeken. In 2011 bezocht men gemiddeld 2,9 verschillende disciplines. In 2007 was dit 2,5. Het bezoek aan een cabaret of kleinkunstvoorstelling is tussen 2007 en 2011 flink toege-nomen (+8%). Een andere discipline die een belangrijke toename van bezoek kende is ‘toneelvoor-stelling’ (+6%). Daarnaast kende ook ‘concert klassieke muziek’, ‘uitvoering van een koor’ en ‘bal-let-/dansvoorstelling’ een significante groei (+4%). Voor de overige disciplines is het bezoek onge-veer gelijk gebleven. Geen van de podiumkunsten heeft in 2011 belangrijk minder bezoek getrok-ken. Podiumbezoek in Lelystad Ongeveer 60% van de inwoners die een podiumkunst bezoeken, gaat (ook) in Lelystad naar een voorstelling. In 2007 was dit nog 49. Dit is een belangrijke toename van het ‘Lelystadse’ bezoek18. Grafiek 2 Aandeel podiumkunst dat in Lelystad wordt bezocht (%)

Uit grafiek 2 kan afgelezen worden dat het aandeel jongvolwassenen dat (ook) in Lelystad podium-kunsten bezoekt fors is toegenomen in vergelijking met 2007 en 2004. In 2011 bezocht 55% van de 18 t/m 29 jarigen (ook) in Lelystad een podiumkunst, tegen 35% in 2007. Een iets minder spectaculaire groei, maar eveneens aanzienlijk komt voor bij de leeftijdsgroep 30 t/m 39 jarigen. In deze Leeftijdsgroep is het podiumbezoek gestegen van 46% in 2007 naar 59% in 2011. In de oudste leeftijdsklassen is het ‘Lelystads bezoek’ ongeveer gelijk gebleven. Het aanbod van podium-kunsten in Lelystad weet een jonger publiek te boeien. De podiumkunsten in Lelystad die in 2011 die door meer Lelystedelingen zijn bezocht zijn cabaret, concert klassieke muziek en toneelvoorstellingen, zie tabel 4. Een bezoek aan de opera in Lelystad wijst ook in de richting van een toename. Voor de overige podiumkunsten is het percentage bezoek in Lelystad min of meer gelijk gebleven. Tabel 4: Bezoek podiumkunsten in Lelystad (%)

2011 2007 toneelvoorstelling 20* 15 cabaret of kleinkunst 27* 21 concert klassieke muziek 8* 4 opera of operette 4 2 uitvoering van een koor 11 10 concert harmonie, fan-fare of brassband 4 4

concert pop-/wereldmuziek 15 12

18 Doordat een fout in de internetvragenlijst geslopen is, zijn de schatting over ‘Lelystads’ bezoek alleen geba-seerd op mensen die een schriftelijke vragenlijst hebben ingevuld. De uitkomsten zijn daardoor in 2011 met iets meer onzekerheid omgeven.

5559

53

65

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

18 t/m 29 30 t/m 39 40 t/m 54 55 en ouder

2004

2007

2011

32

literaire bijeenkomst 7 5 3 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 4 4 2

* Significante stijging t.o.v. voorgaande meting Hoewel het bezoekpercentage tussen 2011 en 2007 gelijk gebleven is, is wel een toename van het bezoek aan een aantal disciplines op te merken. Dit komt doordat bezoekers meerdere typen podi-umkunsten bezoeken. In 2011 bezocht men gemiddeld 2,9 verschillende disciplines. In 2007 was dit 2,5. Het bezoek aan een cabaret of kleinkunstvoorstelling is tussen 2007 en 2011 flink toege-nomen (+8%). Een andere discipline die een belangrijke toename van bezoek kende is ‘toneelvoor-stelling’ (+6%). Daarnaast kende ook ‘concert klassieke muziek’, ‘uitvoering van een koor’ en ‘bal-let-/dansvoorstelling’ een significante groei (+4%). Voor de overige disciplines is het bezoek onge-veer gelijk gebleven. Geen van de podiumkunsten heeft in 2011 belangrijk minder bezoek getrok-ken. Podiumbezoek in Lelystad Ongeveer 60% van de inwoners die een podiumkunst bezoeken, gaat (ook) in Lelystad naar een voorstelling. In 2007 was dit nog 49. Dit is een belangrijke toename van het ‘Lelystadse’ bezoek18. Grafiek 2 Aandeel podiumkunst dat in Lelystad wordt bezocht (%)

Uit grafiek 2 kan afgelezen worden dat het aandeel jongvolwassenen dat (ook) in Lelystad podium-kunsten bezoekt fors is toegenomen in vergelijking met 2007 en 2004. In 2011 bezocht 55% van de 18 t/m 29 jarigen (ook) in Lelystad een podiumkunst, tegen 35% in 2007. Een iets minder spectaculaire groei, maar eveneens aanzienlijk komt voor bij de leeftijdsgroep 30 t/m 39 jarigen. In deze Leeftijdsgroep is het podiumbezoek gestegen van 46% in 2007 naar 59% in 2011. In de oudste leeftijdsklassen is het ‘Lelystads bezoek’ ongeveer gelijk gebleven. Het aanbod van podium-kunsten in Lelystad weet een jonger publiek te boeien. De podiumkunsten in Lelystad die in 2011 die door meer Lelystedelingen zijn bezocht zijn cabaret, concert klassieke muziek en toneelvoorstellingen, zie tabel 4. Een bezoek aan de opera in Lelystad wijst ook in de richting van een toename. Voor de overige podiumkunsten is het percentage bezoek in Lelystad min of meer gelijk gebleven. Tabel 4: Bezoek podiumkunsten in Lelystad (%)

2011 2007 toneelvoorstelling 20* 15 cabaret of kleinkunst 27* 21 concert klassieke muziek 8* 4 opera of operette 4 2 uitvoering van een koor 11 10 concert harmonie, fan-fare of brassband 4 4

concert pop-/wereldmuziek 15 12

18 Doordat een fout in de internetvragenlijst geslopen is, zijn de schatting over ‘Lelystads’ bezoek alleen geba-seerd op mensen die een schriftelijke vragenlijst hebben ingevuld. De uitkomsten zijn daardoor in 2011 met iets meer onzekerheid omgeven.

5559

53

65

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

18 t/m 29 30 t/m 39 40 t/m 54 55 en ouder

2004

2007

2011

Page 36: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201636

locaties voor podiumkunsten in lelystadIn lelystad liggen drie locaties waar gezamenlijk de meeste podiumvoorstellingen gegeven worden. dit zijn het Agora-theater, CKV de Kubus en Underground.

Tussen 2007 en 2011 is het bezoek van lelystedelingen aan de Agora behoorlijk gestegen. In 2011 is het aantal in-wonersdatzegteenvoorstellingindeAgorabezochttehebbengestegennaar60%vandeinwoners.Ookhetbezoekaan CKV de Kubus en de Underground is in vergelijking met 2007 belangrijk gestegen.

BioscoopenfilmhuisIn lelystad heeft één bioscoop. Hier worden zowel reguliere films getoond als ‘filmhuis’-films. Voor de laatste draagt de stichting ‘Cine Utopia’ zorg. InLelystadkanietsmeerdandehelft(53%)vandeinwonersgerekendwordentotde‘filmbezoekers’.Ditaandeelisgelijk aan 2007. dit aandeel is lager dan in andere (grote) steden. In bijvoorbeeld Almere was in 2011 het filmbezoek ondervolwassenen77%.Hetpercentageinwonersdat‘defilm’inLelystadbezoektligtop64%.KijkenweweernaarAlmeredanzienwehiereenaandeelvan70%.DefrequentievanbioscoopbezoekvanLelystedelingenlijktgedaaldtussen 2011 en 2007. ging in 2007 men gemiddeld 5 keer per jaar naar de film, in 2011 was dit ongeveer 4 keer per jaar.

CulTuReel eRFgoed

VandeLelystedelingenvindt63%datLelystadlocatiesheeftvancultuurhistorischewaarde.HetgebiedrondBata-viahaven(inclusiefdeBataviawerfenBataviastadenNieuwLand)wordtdoor52%alseerstegenoemdalslocatievancultuurhistorischewaarde.Voor28%geldthetgemaalWortmanenLelystad-Haven(w.o.voormaligwerkeilanden1e boom van lelystad) als belangrijkste cultureel historische locatie. In tabel 6 staat een overzicht van de genoemde locaties.

33

jazz-/bluesconcert 8 8 dance-/houseparty 5 4 musical 10 9 ballet-/dansvoorstelling 8 6 literaire bijeenkomst 4 4 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 2 3

* Significante stijging t.o.v. voorgaande meting Locaties voor podiumkunsten in Lelystad In Lelystad liggen drie locaties waar gezamenlijk de meeste podiumvoorstellingen gegeven worden. Dit zijn het Agora-theater, CKV de Kubus en Underground. Tabel 5. Bezoek locaties podiumkunsten in Lelystad19 %

2011 2007 200

4 Agora 60 46 28 CKV Kubus 27 21 17 Underground 13 8 6 Tussen 2007 en 2011 is het bezoek van Lelystedelingen aan de Agora behoorlijk gestegen. In 2011 is het aantal inwoners dat zegt een voorstelling in de Agora bezocht te hebben gestegen naar 60% van de inwoners. Ook het bezoek aan CKV de Kubus en de Underground is in vergelijking met 2007 belangrijk gestegen. Bioscoop en filmhuis In Lelystad heeft één bioscoop. Hier worden zowel reguliere films getoond als ‘filmhuis’-films. Voor de laatste draagt de stichting ‘Cine Utopia’ zorg. In Lelystad kan iets meer dan de helft (53%) van de inwoners gerekend worden tot de ‘filmbezoe-kers’. Dit aandeel is gelijk aan 2007. Dit aandeel is lager dan in andere (grote) steden. In bijvoor-beeld Almere was in 2011 het filmbezoek onder volwassenen 77%. Het percentage inwoners dat ‘de film’ in Lelystad bezoekt ligt op 64%. Kijken we weer naar Almere dan zien we hier een aandeel van 70%. De frequentie van bioscoopbezoek van Lelystedelingen lijkt gedaald tussen 2011 en 2007. Ging in 2007 men gemiddeld 5 keer per jaar naar de film, in 2011 was dit ongeveer 4 keer per jaar. CULTUREEL ERFGOED Van de Lelystedelingen vindt 63% dat Lelystad locaties heeft van cultuurhistorische waarde. Het gebied rond Bataviahaven (inclusief de Bataviawerf en Bataviastad en Nieuw Land) wordt door 52% als eerste genoemd als locatie van cultuurhistorische waarde. Voor 28% geldt het gemaal Wortman en Lelystad-Haven (w.o. voormalig werkeiland en 1e boom van Lelystad) als belangrijkste cultureel historische locatie. In tabel 6 staat een overzicht van de genoemde locaties. Tabel 6. Cultuurhistorische locatie in Lelystad % Bataviawerf/ -stad/ -haven en Hanzecompagnie 52

Wortman/ Lelystad-Haven/ Werkeiland/ Kantine/ 1e boom 28

Diverse musea en landschaps-kunst 6

Natuur en IJsselmeer 4

Diverse gebouwen in stad 4

Scheepswrakken 3

19 Antwoorden tellen niet op tot 100%. Dit komt doordat respondenten meerdere antwoorden konden aankruisen

33

jazz-/bluesconcert 8 8 dance-/houseparty 5 4 musical 10 9 ballet-/dansvoorstelling 8 6 literaire bijeenkomst 4 4 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 2 3

* Significante stijging t.o.v. voorgaande meting Locaties voor podiumkunsten in Lelystad In Lelystad liggen drie locaties waar gezamenlijk de meeste podiumvoorstellingen gegeven worden. Dit zijn het Agora-theater, CKV de Kubus en Underground. Tabel 5. Bezoek locaties podiumkunsten in Lelystad19 %

2011 2007 200

4 Agora 60 46 28 CKV Kubus 27 21 17 Underground 13 8 6 Tussen 2007 en 2011 is het bezoek van Lelystedelingen aan de Agora behoorlijk gestegen. In 2011 is het aantal inwoners dat zegt een voorstelling in de Agora bezocht te hebben gestegen naar 60% van de inwoners. Ook het bezoek aan CKV de Kubus en de Underground is in vergelijking met 2007 belangrijk gestegen. Bioscoop en filmhuis In Lelystad heeft één bioscoop. Hier worden zowel reguliere films getoond als ‘filmhuis’-films. Voor de laatste draagt de stichting ‘Cine Utopia’ zorg. In Lelystad kan iets meer dan de helft (53%) van de inwoners gerekend worden tot de ‘filmbezoe-kers’. Dit aandeel is gelijk aan 2007. Dit aandeel is lager dan in andere (grote) steden. In bijvoor-beeld Almere was in 2011 het filmbezoek onder volwassenen 77%. Het percentage inwoners dat ‘de film’ in Lelystad bezoekt ligt op 64%. Kijken we weer naar Almere dan zien we hier een aandeel van 70%. De frequentie van bioscoopbezoek van Lelystedelingen lijkt gedaald tussen 2011 en 2007. Ging in 2007 men gemiddeld 5 keer per jaar naar de film, in 2011 was dit ongeveer 4 keer per jaar. CULTUREEL ERFGOED Van de Lelystedelingen vindt 63% dat Lelystad locaties heeft van cultuurhistorische waarde. Het gebied rond Bataviahaven (inclusief de Bataviawerf en Bataviastad en Nieuw Land) wordt door 52% als eerste genoemd als locatie van cultuurhistorische waarde. Voor 28% geldt het gemaal Wortman en Lelystad-Haven (w.o. voormalig werkeiland en 1e boom van Lelystad) als belangrijkste cultureel historische locatie. In tabel 6 staat een overzicht van de genoemde locaties. Tabel 6. Cultuurhistorische locatie in Lelystad % Bataviawerf/ -stad/ -haven en Hanzecompagnie 52

Wortman/ Lelystad-Haven/ Werkeiland/ Kantine/ 1e boom 28

Diverse musea en landschaps-kunst 6

Natuur en IJsselmeer 4

Diverse gebouwen in stad 4

Scheepswrakken 3

19 Antwoorden tellen niet op tot 100%. Dit komt doordat respondenten meerdere antwoorden konden aankruisen

33

jazz-/bluesconcert 8 8 dance-/houseparty 5 4 musical 10 9 ballet-/dansvoorstelling 8 6 literaire bijeenkomst 4 4 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 2 3

* Significante stijging t.o.v. voorgaande meting Locaties voor podiumkunsten in Lelystad In Lelystad liggen drie locaties waar gezamenlijk de meeste podiumvoorstellingen gegeven worden. Dit zijn het Agora-theater, CKV de Kubus en Underground. Tabel 5. Bezoek locaties podiumkunsten in Lelystad19 %

2011 2007 200

4 Agora 60 46 28 CKV Kubus 27 21 17 Underground 13 8 6 Tussen 2007 en 2011 is het bezoek van Lelystedelingen aan de Agora behoorlijk gestegen. In 2011 is het aantal inwoners dat zegt een voorstelling in de Agora bezocht te hebben gestegen naar 60% van de inwoners. Ook het bezoek aan CKV de Kubus en de Underground is in vergelijking met 2007 belangrijk gestegen. Bioscoop en filmhuis In Lelystad heeft één bioscoop. Hier worden zowel reguliere films getoond als ‘filmhuis’-films. Voor de laatste draagt de stichting ‘Cine Utopia’ zorg. In Lelystad kan iets meer dan de helft (53%) van de inwoners gerekend worden tot de ‘filmbezoe-kers’. Dit aandeel is gelijk aan 2007. Dit aandeel is lager dan in andere (grote) steden. In bijvoor-beeld Almere was in 2011 het filmbezoek onder volwassenen 77%. Het percentage inwoners dat ‘de film’ in Lelystad bezoekt ligt op 64%. Kijken we weer naar Almere dan zien we hier een aandeel van 70%. De frequentie van bioscoopbezoek van Lelystedelingen lijkt gedaald tussen 2011 en 2007. Ging in 2007 men gemiddeld 5 keer per jaar naar de film, in 2011 was dit ongeveer 4 keer per jaar. CULTUREEL ERFGOED Van de Lelystedelingen vindt 63% dat Lelystad locaties heeft van cultuurhistorische waarde. Het gebied rond Bataviahaven (inclusief de Bataviawerf en Bataviastad en Nieuw Land) wordt door 52% als eerste genoemd als locatie van cultuurhistorische waarde. Voor 28% geldt het gemaal Wortman en Lelystad-Haven (w.o. voormalig werkeiland en 1e boom van Lelystad) als belangrijkste cultureel historische locatie. In tabel 6 staat een overzicht van de genoemde locaties. Tabel 6. Cultuurhistorische locatie in Lelystad % Bataviawerf/ -stad/ -haven en Hanzecompagnie 52

Wortman/ Lelystad-Haven/ Werkeiland/ Kantine/ 1e boom 28

Diverse musea en landschaps-kunst 6

Natuur en IJsselmeer 4

Diverse gebouwen in stad 4

Scheepswrakken 3

19 Antwoorden tellen niet op tot 100%. Dit komt doordat respondenten meerdere antwoorden konden aankruisen

19 Antwoorden tellen niet op tot 100%. Dit komt doordat respondenten meerdere antwoorden konden aankruisen

Page 37: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 37

FesTIvals en eveneMenTen

Jaarlijks worden in lelystad diverse festivals en evenementen georganiseerd. Aan een aantal van deze evenementen kent de gemeente een subsidie toe in het kader van het cultuurbeleid. In de cultuurpeiling 2011 is van een groot aan-tal cultureel getinte festivals de bekendheid onder lelystedelingen onderzocht. daarnaast is ook het bezoek geschat. Verder is in 2011 voor het eerst gevraagd om de waardering voor het evenement uit te drukken in een rapportcijfer, zie grafiek 3

Deopenmonumentendagishetfestival/evenementwaardemeesteLelystedelingenvangehoordhebben(86%).Ditkomt waarschijnlijk om dat dit een landelijk evenement is, die de laatste jaren ook in lelystad plaatsvindt. Het Sea BottomJazzFestivalenhetStadhartfestivalgenietenookeennaamsbekendheidvanboven80%.HetMessfestivalen‘Opjachtnaargeluk’zijnhetminstbekendonderinwonersvanLelystad(9%).Dateenfestivalveelnaamsbekendheidgeniet betekent niet per definitie dat dit festival ook het meeste bezocht wordt, zie grafiek 4.

Het festival dat de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek de meeste lelystedelingen trok is het evenement ‘stadshartfestival’geweest.Vanderespondentenzegt23%hetevenementbezochttehebben.LelystArtvolgtopenigeafstandmet15%.DanceTourtrok,ondanksdejeugdigedoelgroep,6%vanderespondenten.HetNationaalFilmFes-tivalScholierentrokslechts1%,maarditevenementisnogspecifiekeropjeugdigengerichtdanDanceTour.

34

Wijken/ (historisch) stratenplan/ polderlandschap 2

Oostvaardersdijk/ Kuststrook/ Sluizen 1

Overige niet fysieke cultuur bele-vingen 1

FESTIVALS EN EVENEMENTEN Jaarlijks worden in Lelystad diverse festivals en evenementen georganiseerd. Aan een aantal van deze evenementen kent de gemeente een subsidie toe in het kader van het cultuurbeleid. In de cultuurpeiling 2011 is van een groot aantal cultureel getinte festivals de bekendheid onder Lelyste-delingen onderzocht. Daarnaast is ook het bezoek geschat. Verder is in 2011 voor het eerst ge-vraagd om de waardering voor het evenement uit te drukken in een rapportcijfer, zie grafiek 3. Grafiek 3. Inwoners dat van het festival gehoord heeft %

* Uitsluitend aan internetrespondenten gevraagd De open monumentendag is het festival/evenement waar de meeste Lelystedelingen van gehoord hebben (86%). Dit komt waarschijnlijk om dat dit een landelijk evenement is, die de laatste jaren ook in Lelystad plaatsvindt. Het Sea Bottom Jazz Festival en het Stadhartfestival genieten ook een naamsbekendheid van boven 80%. Het Messfestival en ‘Op jacht naar geluk’ zijn het minst bekend onder inwoners van Lelystad (9%). Dat een festival veel naamsbekendheid geniet betekent niet per definitie dat dit festival ook het meeste bezocht wordt, zie grafiek 4. Grafiek 4. Bezoek van inwoners aan festival %

* Uitsluitend aan internetrespondenten gevraagd Het festival dat de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek de meeste Lelystedelingen trok is het evenement ‘stadshartfestival’ geweest. Van de respondenten zegt 23% het evenement be-zocht te hebben. LelystArt volgt op enige afstand met 15%. Dance Tour trok, ondanks de jeugdige doelgroep, 6% van de respondenten. Het Nationaal Film Festival Scholieren trok slechts 1%, maar dit evenement is nog specifieker op jeugdigen gericht dan Dance Tour. In deze peiling is voor het eerst gevraagd naar een ‘rapportcijfer’ voor het specifieke evenement. Personen die het evenement bezocht hebben, konden een cijfer tussen 1 en 10 geven. Waarbij 10 de hoogste waardering is, zie grafiek 5.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Mess festivalOp jacht naar geluk (Warande)

Dag van de Architectuur of …Nationaal Film Festival Scholieren

‘Stadsmuseum’ aan de kustAtelierroute

DancetourLelystArt

UitgastSunsation

Bevrijdingsfestival LelystadStadshartfestival (vroeger: …

Sea Bottom Jazz FestivalOpen monumentendag*

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Op jacht naar geluk (Warande)Nationaal Film Festival Scholieren

Mess festivalDag van de Architectuur of …

SunsationDancetour

‘Stadsmuseum’ aan de kustSea Bottom Jazz Festival

AtelierrouteOpen monumentendag*

Bevrijdingsfestival LelystadUitgast

LelystArtStadshartfestival (vroeger: …

34

Wijken/ (historisch) stratenplan/ polderlandschap 2

Oostvaardersdijk/ Kuststrook/ Sluizen 1

Overige niet fysieke cultuur bele-vingen 1

FESTIVALS EN EVENEMENTEN Jaarlijks worden in Lelystad diverse festivals en evenementen georganiseerd. Aan een aantal van deze evenementen kent de gemeente een subsidie toe in het kader van het cultuurbeleid. In de cultuurpeiling 2011 is van een groot aantal cultureel getinte festivals de bekendheid onder Lelyste-delingen onderzocht. Daarnaast is ook het bezoek geschat. Verder is in 2011 voor het eerst ge-vraagd om de waardering voor het evenement uit te drukken in een rapportcijfer, zie grafiek 3. Grafiek 3. Inwoners dat van het festival gehoord heeft %

* Uitsluitend aan internetrespondenten gevraagd De open monumentendag is het festival/evenement waar de meeste Lelystedelingen van gehoord hebben (86%). Dit komt waarschijnlijk om dat dit een landelijk evenement is, die de laatste jaren ook in Lelystad plaatsvindt. Het Sea Bottom Jazz Festival en het Stadhartfestival genieten ook een naamsbekendheid van boven 80%. Het Messfestival en ‘Op jacht naar geluk’ zijn het minst bekend onder inwoners van Lelystad (9%). Dat een festival veel naamsbekendheid geniet betekent niet per definitie dat dit festival ook het meeste bezocht wordt, zie grafiek 4. Grafiek 4. Bezoek van inwoners aan festival %

* Uitsluitend aan internetrespondenten gevraagd Het festival dat de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek de meeste Lelystedelingen trok is het evenement ‘stadshartfestival’ geweest. Van de respondenten zegt 23% het evenement be-zocht te hebben. LelystArt volgt op enige afstand met 15%. Dance Tour trok, ondanks de jeugdige doelgroep, 6% van de respondenten. Het Nationaal Film Festival Scholieren trok slechts 1%, maar dit evenement is nog specifieker op jeugdigen gericht dan Dance Tour. In deze peiling is voor het eerst gevraagd naar een ‘rapportcijfer’ voor het specifieke evenement. Personen die het evenement bezocht hebben, konden een cijfer tussen 1 en 10 geven. Waarbij 10 de hoogste waardering is, zie grafiek 5.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Mess festivalOp jacht naar geluk (Warande)

Dag van de Architectuur of …Nationaal Film Festival Scholieren

‘Stadsmuseum’ aan de kustAtelierroute

DancetourLelystArt

UitgastSunsation

Bevrijdingsfestival LelystadStadshartfestival (vroeger: …

Sea Bottom Jazz FestivalOpen monumentendag*

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Op jacht naar geluk (Warande)Nationaal Film Festival Scholieren

Mess festivalDag van de Architectuur of …

SunsationDancetour

‘Stadsmuseum’ aan de kustSea Bottom Jazz Festival

AtelierrouteOpen monumentendag*

Bevrijdingsfestival LelystadUitgast

LelystArtStadshartfestival (vroeger: …

34

Wijken/ (historisch) stratenplan/ polderlandschap 2

Oostvaardersdijk/ Kuststrook/ Sluizen 1

Overige niet fysieke cultuur bele-vingen 1

FESTIVALS EN EVENEMENTEN Jaarlijks worden in Lelystad diverse festivals en evenementen georganiseerd. Aan een aantal van deze evenementen kent de gemeente een subsidie toe in het kader van het cultuurbeleid. In de cultuurpeiling 2011 is van een groot aantal cultureel getinte festivals de bekendheid onder Lelyste-delingen onderzocht. Daarnaast is ook het bezoek geschat. Verder is in 2011 voor het eerst ge-vraagd om de waardering voor het evenement uit te drukken in een rapportcijfer, zie grafiek 3. Grafiek 3. Inwoners dat van het festival gehoord heeft %

* Uitsluitend aan internetrespondenten gevraagd De open monumentendag is het festival/evenement waar de meeste Lelystedelingen van gehoord hebben (86%). Dit komt waarschijnlijk om dat dit een landelijk evenement is, die de laatste jaren ook in Lelystad plaatsvindt. Het Sea Bottom Jazz Festival en het Stadhartfestival genieten ook een naamsbekendheid van boven 80%. Het Messfestival en ‘Op jacht naar geluk’ zijn het minst bekend onder inwoners van Lelystad (9%). Dat een festival veel naamsbekendheid geniet betekent niet per definitie dat dit festival ook het meeste bezocht wordt, zie grafiek 4. Grafiek 4. Bezoek van inwoners aan festival %

* Uitsluitend aan internetrespondenten gevraagd Het festival dat de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek de meeste Lelystedelingen trok is het evenement ‘stadshartfestival’ geweest. Van de respondenten zegt 23% het evenement be-zocht te hebben. LelystArt volgt op enige afstand met 15%. Dance Tour trok, ondanks de jeugdige doelgroep, 6% van de respondenten. Het Nationaal Film Festival Scholieren trok slechts 1%, maar dit evenement is nog specifieker op jeugdigen gericht dan Dance Tour. In deze peiling is voor het eerst gevraagd naar een ‘rapportcijfer’ voor het specifieke evenement. Personen die het evenement bezocht hebben, konden een cijfer tussen 1 en 10 geven. Waarbij 10 de hoogste waardering is, zie grafiek 5.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Mess festivalOp jacht naar geluk (Warande)

Dag van de Architectuur of …Nationaal Film Festival Scholieren

‘Stadsmuseum’ aan de kustAtelierroute

DancetourLelystArt

UitgastSunsation

Bevrijdingsfestival LelystadStadshartfestival (vroeger: …

Sea Bottom Jazz FestivalOpen monumentendag*

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Op jacht naar geluk (Warande)Nationaal Film Festival Scholieren

Mess festivalDag van de Architectuur of …

SunsationDancetour

‘Stadsmuseum’ aan de kustSea Bottom Jazz Festival

AtelierrouteOpen monumentendag*

Bevrijdingsfestival LelystadUitgast

LelystArtStadshartfestival (vroeger: …

Page 38: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201638

Alle festivals krijgen van de bezoekers een voldoende. Sunsation en Uitgast worden met 7,9 het hoogste gewaar-deerd. Het bevrijdingsfestival krijgt de laagste waardering met een 6,2.

IetsmeerdandehelftvandeLelystedelingenwordtgerekendtotfestivalbezoeker(52%).Ditpercentageisietslagerdanin2007,toenlaghetpercentagefestivalbezoekersop58%.

CoMMunITy aRT

In de cultuurnota 2009-2012 is aandacht ingeruimd voor community art projecten. Het afgelopen jaar zijn vier ac-tiviteitenuitgevoerd.Vanhetproject‘Stripboek’indeLandstrekenwijkhaddoor25%vandeinwonersgehoord.Dedeelnamelagveellagerop.Minderdan1%vandeinwonersheeftmeegedaan.Dewijkmusical(AtolenWaterwijk)wasietsminderbekendbijdeinwoners,20%hadhiervangehoord.Dedeelnamelagopongeveer3%.Tweeandereprojecten,sprookjes-envlaggenprojecthaddennauwelijksbekendheidonderinwoners.Slechts3%vandeinwonershad van deze projecten gehoord.Het bereik van community art projecten is klein. deelname beperkt zich vooral tot de omgeving waar het project uit-gevoerd wordt. neemt overigens niet weg dat inwoners wel van het project gehoord kunnen hebben.

FeesTen MeT opTRedens

In de cultuurpeiling is ook specifiek gevraagd naar het bezoek van verschillende soorten feesten. In tabel 7 staat een overzicht van het bezoek aan deze feesten door lelystedelingen.

Het aandeel feestbezoekers is in vergelijking met 2007 behoorlijk gedaald. Het bezoekpercentage per type feest is echter redelijk constant gebleven. dit houdt in dat minder personen meer verschillende soorten feesten bezoeken.Veruit het populairste type feest is een feest met live muziek. Het type feest dat de hoogste bezoekfrequentie heeft iseenfeestmetvj/dj.Gemiddeldwordteendergelijkfeest4keerperjaarbezocht.Feestenmetvoorallivemuziekworden ongeveer 3 keer per jaar bezocht. deze twee typen feesten worden ook het vaakst in lelystad bezocht, beide typen gemiddeld 2 keer per jaar.

35

Grafiek 5. Rapportcijfer voor festival %

Alle festivals krijgen van de bezoekers een voldoende. Sunsation en Uitgast worden met 7,9 het hoogste gewaardeerd. Het bevrijdingsfestival krijgt de laagste waardering met een 6,2. Iets meer dan de helft van de Lelystedelingen wordt gerekend tot festivalbezoeker (52%). Dit per-centage is iets lager dan in 2007, toen lag het percentage festivalbezoekers op 58%. COMMUNITY ART In de cultuurnota 2009-2012 is aandacht ingeruimd voor community art projecten. Het afgelopen jaar zijn vier activiteiten uitgevoerd. Van het project ‘Stripboek’ in de Landstrekenwijk had door 25% van de inwoners gehoord. De deelname lag veel lager op. Minder dan 1% van de inwoners heeft meegedaan. De wijkmusical (Atol en Waterwijk) was iets minder bekend bij de inwoners, 20% had hiervan gehoord. De deelname lag op ongeveer 3%. Twee andere projecten, sprookjes- en vlaggenproject hadden nauwelijks bekendheid onder inwoners. Slechts 3% van de inwoners had van deze projecten gehoord. Het bereik van community art projecten is klein. Deelname beperkt zich vooral tot de omgeving waar het project uitgevoerd wordt. Neemt overigens niet weg dat inwoners wel van het project gehoord kunnen hebben. FEESTEN MET OPTREDENS In de cultuurpeiling is ook specifiek gevraagd naar het bezoek van verschillende soorten feesten. In tabel 7 staat een overzicht van het bezoek aan deze feesten door Lelystedelingen. Tabel 7. Feestbezoek %

2011 2007 2004

Feest met… live muziek 33 37 32

dansvoorstelling 7 10 6

toneelvoorstelling 7 7 5

cabaret 12 13 8

dj/vj 13 14 12

Feestbezoeker 37 46 39 Het aandeel feestbezoekers is in vergelijking met 2007 behoorlijk gedaald. Het bezoekpercentage per type feest is echter redelijk constant gebleven. Dit houdt in dat minder personen meer verschil-lende soorten feesten bezoeken. Veruit het populairste type feest is een feest met live muziek. Het type feest dat de hoogste be-zoekfrequentie heeft is een feest met vj/dj. Gemiddeld wordt een dergelijk feest 4 keer per jaar bezocht. Feesten met vooral live muziek worden ongeveer 3 keer per jaar bezocht. Deze twee ty-pen feesten worden ook het vaakst in Lelystad bezocht, beide typen gemiddeld 2 keer per jaar. Grafiek 5. Feestbezoek naar leeftijd %

5 6 7 8 9 10

Bevrijdingsfestival LelystadMess festival**

Op jacht naar geluk (Warande)**Stadshartfestival (vroeger: Pleinfestival)

‘Stadsmuseum’ aan de kustLelystArt

AtelierrouteNationaal Film Festival Scholieren**

DancetourOpen monumentendag*

Dag van de Architectuur of …Sea Bottom Jazz Festival

UitgastSunsation

35

Grafiek 5. Rapportcijfer voor festival %

Alle festivals krijgen van de bezoekers een voldoende. Sunsation en Uitgast worden met 7,9 het hoogste gewaardeerd. Het bevrijdingsfestival krijgt de laagste waardering met een 6,2. Iets meer dan de helft van de Lelystedelingen wordt gerekend tot festivalbezoeker (52%). Dit per-centage is iets lager dan in 2007, toen lag het percentage festivalbezoekers op 58%. COMMUNITY ART In de cultuurnota 2009-2012 is aandacht ingeruimd voor community art projecten. Het afgelopen jaar zijn vier activiteiten uitgevoerd. Van het project ‘Stripboek’ in de Landstrekenwijk had door 25% van de inwoners gehoord. De deelname lag veel lager op. Minder dan 1% van de inwoners heeft meegedaan. De wijkmusical (Atol en Waterwijk) was iets minder bekend bij de inwoners, 20% had hiervan gehoord. De deelname lag op ongeveer 3%. Twee andere projecten, sprookjes- en vlaggenproject hadden nauwelijks bekendheid onder inwoners. Slechts 3% van de inwoners had van deze projecten gehoord. Het bereik van community art projecten is klein. Deelname beperkt zich vooral tot de omgeving waar het project uitgevoerd wordt. Neemt overigens niet weg dat inwoners wel van het project gehoord kunnen hebben. FEESTEN MET OPTREDENS In de cultuurpeiling is ook specifiek gevraagd naar het bezoek van verschillende soorten feesten. In tabel 7 staat een overzicht van het bezoek aan deze feesten door Lelystedelingen. Tabel 7. Feestbezoek %

2011 2007 2004

Feest met… live muziek 33 37 32

dansvoorstelling 7 10 6

toneelvoorstelling 7 7 5

cabaret 12 13 8

dj/vj 13 14 12

Feestbezoeker 37 46 39 Het aandeel feestbezoekers is in vergelijking met 2007 behoorlijk gedaald. Het bezoekpercentage per type feest is echter redelijk constant gebleven. Dit houdt in dat minder personen meer verschil-lende soorten feesten bezoeken. Veruit het populairste type feest is een feest met live muziek. Het type feest dat de hoogste be-zoekfrequentie heeft is een feest met vj/dj. Gemiddeld wordt een dergelijk feest 4 keer per jaar bezocht. Feesten met vooral live muziek worden ongeveer 3 keer per jaar bezocht. Deze twee ty-pen feesten worden ook het vaakst in Lelystad bezocht, beide typen gemiddeld 2 keer per jaar. Grafiek 5. Feestbezoek naar leeftijd %

5 6 7 8 9 10

Bevrijdingsfestival LelystadMess festival**

Op jacht naar geluk (Warande)**Stadshartfestival (vroeger: Pleinfestival)

‘Stadsmuseum’ aan de kustLelystArt

AtelierrouteNationaal Film Festival Scholieren**

DancetourOpen monumentendag*

Dag van de Architectuur of …Sea Bottom Jazz Festival

UitgastSunsation

Page 39: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 39

Jongvolwassen(18t/m29jaar)zijngemiddeldhetvaakstfeestbezoeker(58%).Ditaandeelislagerdanin2007(65%).55+bezoekenhetminstefeesten(29%).

BehalveeenafnameaanbezoekaanfeestengeldtdatfeestenmeteenDJ/VJmindervaakinLelystadbezochtwor-den, zie tabel 8. Feesten met livemuziek en dansvoorstellingen lijken ook minder vaak in lelystad bezocht. Feesten met toneel of cabaret worden juist frequenter in lelystad bezocht.

aMaTeuRkunsT

naast kunst en cultuurbeleving in de vorm van bezoek aan uitvoeringen, voorstellingen, musea etc. doen lelystede-lingen zelf ook vromen van amateurkunst of andere typen creatieve activiteiten. In tabel 9 staat het deelnamepercen-tage per gemeten activiteit.

36

Jong volwassen (18 t/m 29 jaar) zijn gemiddeld het vaakst feestbezoeker (58%). Dit aandeel is lager dan in 2007 (65%). 55+ bezoeken het minste feesten (29%). Tabel 8. Aandeel feesten dat in Lely-stad wordt bezocht %

2011 2007

feesten met… live muziek 58 61

dansvoorstelling 54 57

toneelvoorstelling 67 64

cabaret 56 51

DJ/VJ 45 51 Behalve een afname aan bezoek aan feesten geldt dat feesten met een DJ/VJ minder vaak in Lely-stad bezocht worden, zie tabel 8. Feesten met livemuziek en dansvoorstellingen lijken ook minder vaak in Lelystad bezocht. Feesten met toneel of cabaret worden juist frequenter in Lelystad be-zocht. AMATEURKUNST Naast kunst en cultuurbeleving in de vorm van bezoek aan uitvoeringen, voorstellingen, musea etc. doen Lelystedelingen zelf ook vromen van amateurkunst of andere typen creatieve activiteiten. In tabel 9 staat het deelnamepercentage per gemeten activiteit. Tabel 9. Deelname aan vormen van ama-teurkunst %

2011 2007 2004 tekenen, schilderen, grafisch werk 17 16 14

beeldhouwen, siera-den maken 10 10 5

werken met textiel 11 8 5

zingen 15 10 9

muziekinstrument bespelen 14 11 10

toneel, mime 3 2 2

(volks)dans, (jazz)ballet 6 4 3

fotografie/film/video 15 10 9

verhalen/gedichten schrijven 9 8 6

0% 20% 40% 60% 80% 100%

55+

40 t/m 54

30 t/m 39

18 t/m 29

Totaal

2011

2007

36

Jong volwassen (18 t/m 29 jaar) zijn gemiddeld het vaakst feestbezoeker (58%). Dit aandeel is lager dan in 2007 (65%). 55+ bezoeken het minste feesten (29%). Tabel 8. Aandeel feesten dat in Lely-stad wordt bezocht %

2011 2007

feesten met… live muziek 58 61

dansvoorstelling 54 57

toneelvoorstelling 67 64

cabaret 56 51

DJ/VJ 45 51 Behalve een afname aan bezoek aan feesten geldt dat feesten met een DJ/VJ minder vaak in Lely-stad bezocht worden, zie tabel 8. Feesten met livemuziek en dansvoorstellingen lijken ook minder vaak in Lelystad bezocht. Feesten met toneel of cabaret worden juist frequenter in Lelystad be-zocht. AMATEURKUNST Naast kunst en cultuurbeleving in de vorm van bezoek aan uitvoeringen, voorstellingen, musea etc. doen Lelystedelingen zelf ook vromen van amateurkunst of andere typen creatieve activiteiten. In tabel 9 staat het deelnamepercentage per gemeten activiteit. Tabel 9. Deelname aan vormen van ama-teurkunst %

2011 2007 2004 tekenen, schilderen, grafisch werk 17 16 14

beeldhouwen, siera-den maken 10 10 5

werken met textiel 11 8 5

zingen 15 10 9

muziekinstrument bespelen 14 11 10

toneel, mime 3 2 2

(volks)dans, (jazz)ballet 6 4 3

fotografie/film/video 15 10 9

verhalen/gedichten schrijven 9 8 6

0% 20% 40% 60% 80% 100%

55+

40 t/m 54

30 t/m 39

18 t/m 29

Totaal

2011

2007

36

Jong volwassen (18 t/m 29 jaar) zijn gemiddeld het vaakst feestbezoeker (58%). Dit aandeel is lager dan in 2007 (65%). 55+ bezoeken het minste feesten (29%). Tabel 8. Aandeel feesten dat in Lely-stad wordt bezocht %

2011 2007

feesten met… live muziek 58 61

dansvoorstelling 54 57

toneelvoorstelling 67 64

cabaret 56 51

DJ/VJ 45 51 Behalve een afname aan bezoek aan feesten geldt dat feesten met een DJ/VJ minder vaak in Lely-stad bezocht worden, zie tabel 8. Feesten met livemuziek en dansvoorstellingen lijken ook minder vaak in Lelystad bezocht. Feesten met toneel of cabaret worden juist frequenter in Lelystad be-zocht. AMATEURKUNST Naast kunst en cultuurbeleving in de vorm van bezoek aan uitvoeringen, voorstellingen, musea etc. doen Lelystedelingen zelf ook vromen van amateurkunst of andere typen creatieve activiteiten. In tabel 9 staat het deelnamepercentage per gemeten activiteit. Tabel 9. Deelname aan vormen van ama-teurkunst %

2011 2007 2004 tekenen, schilderen, grafisch werk 17 16 14

beeldhouwen, siera-den maken 10 10 5

werken met textiel 11 8 5

zingen 15 10 9

muziekinstrument bespelen 14 11 10

toneel, mime 3 2 2

(volks)dans, (jazz)ballet 6 4 3

fotografie/film/video 15 10 9

verhalen/gedichten schrijven 9 8 6

0% 20% 40% 60% 80% 100%

55+

40 t/m 54

30 t/m 39

18 t/m 29

Totaal

2011

2007

Page 40: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201640

In 2011 is een lichte stijging van het aandeel amateurkunstenaars te bespeuren. Ongeveer één op de twee volwas-senen(49%)doetaanéénvandegemetenvormenvanamateurkunst.Demeestevormenvanamateurkunstwordendoor een ongeveer even groot aandeel personen beoefend als in 2007. Fotografie en zingen zijn positieve uitzonderin-gen. Hier is de deelname significant gestegen. Indeleeftijdsgroep18t/m29jarigenishetaandeelamateurkunstenaars(62%)forstoegenomeninvergelijkingmet2007(49%),zietabel10.Indeoverigeleeftijdsgroepenishetaandeelongeveergelijkgebleven.

naar opleiding blijkt hoe hoger de opleiding, hoe meer men aan amateurkunst doet. Van de lager opgeleiden doet ongeveer37%aanamateurkunst.Middelbaaropgeleiden49%envoorhogeropgeleidenisditongeveer56%.Dezepercentages zijn vrijwel gelijk aan 2007.

Deplaatswaarmensenhunkunstzinnigeactiviteitbeoefenenisvooral‘Ongeorganiseerd/zelfthuis’,zietabel11.Invergelijking met 2007 lijkt sprake te zijn van toename van inwoners die een kunstzinnige activiteit bij een vereniging doen. daarentegen is ‘anders’ minder vaak ingevuld.

kunsTeduCaTIe

In lelystad is CKV de Kubus de grootste locatie waar in lelystad cultuureducatie plaatsvindt. In 2007 werd ook Under-ground genoemd, maar vanaf 2010 is een koerswijziging ingezet, waardoor hier geen cultuureducatie meer plaats-vindt. deze activiteiten zijn geconcentreerd op CKV de Kubus. gemiddeld gingen bezoekers van de CKV de Kubus 6 keerin12maandennaardeKubus.IndemeestegevallenwerddeKubusbezochtvooreenvoorstelling.78%vandebezoekerskwam(ook)vooreenvoorstelling,zietabel12.Daarnaastkwamhetgeregeldvoor(28%)datdebezoekeriemand bij de Kubus kwam ophalen. Hieruit leiden we af dat iemand meer kans heeft om bij de Kubus (binnen) te komenalshij/zijiemandkentdiebijdeKubuskomt.

37

muziek maken op de computer 6 4 4

websites ontwerpen 10 7 7

Amateurkunst-beoefenaar 49 46 39

In 2011 is een lichte stijging van het aandeel amateurkunstenaars te bespeuren. Ongeveer één op de twee volwassenen (49%) doet aan één van de gemeten vormen van amateurkunst. De meeste vormen van amateurkunst worden door een ongeveer even groot aandeel personen beoefend als in 2007. Fotografie en zingen zijn positieve uitzonderingen. Hier is de deelname significant gestegen. In de leeftijdsgroep 18 t/m 29 jarigen is het aandeel amateurkunstenaars (62%) fors toegenomen in vergelijking met 2007 (49%), ziet abel 10. In de overige leeftijdsgroepen is het aandeel onge-veer gelijk gebleven. Tabel 10. Amateurkunstenaars naar leeftijd

2011 2007

18 t/m 29 jaar 62%* 49%

30 t/m 39 jaar 48% 45%

40 t/m 54 jaar 48% 46%

55+ 45% 43% * significante stijging t.o.v. voorgaande meting Naar opleiding blijkt hoe hoger de opleiding, hoe meer men aan amateurkunst doet. Van de lager opgeleiden doet ongeveer 37% aan amateurkunst. Middelbaar opgeleiden 49% en voor hoger op-geleiden is dit ongeveer 56%. Deze percentages zijn vrijwel gelijk aan 2007. De plaats waar mensen hun kunstzinnige activiteit beoefenen is vooral ‘Ongeorganiseerd/ zelf thuis’, zie tabel 11. In vergelijking met 2007 lijkt sprake te zijn van toename van inwoners die een kunstzinnige activiteit bij een vereniging doen. Daarentegen is ‘anders’ minder vaak ingevuld. Tabel 11. Plaats van amateurkunst-beoefening %

2011 2007

Kubus 6 7

Underground 2 1

Binnen vereniging 20 15

Bij privé docent 9 10

Ongeorganiseerd/ zelf thuis 76 74

Anders 11 16 KUNSTEDUCATIE In Lelystad is CKV de Kubus de grootste locatie waar in Lelystad cultuureducatie plaatsvindt. In 2007 werd ook Underground genoemd, maar vanaf 2010 is een koerswijziging ingezet, waardoor hier geen cultuureducatie meer plaatsvindt. Deze activiteiten zijn geconcentreerd op CKV de Ku-bus. Gemiddeld gingen bezoekers van de CKV de Kubus 6 keer in 12 maanden naar de Kubus. In de meeste gevallen werd de Kubus bezocht voor een voorstelling. 78% van de bezoekers kwam (ook) voor een voorstelling, zie tabel 12. Daarnaast kwam het geregeld voor (28%) dat de bezoeker ie-mand bij de Kubus kwam ophalen. Hieruit leiden we af dat iemand meer kans heeft om bij de Ku-bus (binnen) te komen als hij/zij iemand kent die bij de Kubus komt. Tabel 12. Reden bezoek aan CKV de

37

muziek maken op de computer 6 4 4

websites ontwerpen 10 7 7

Amateurkunst-beoefenaar 49 46 39

In 2011 is een lichte stijging van het aandeel amateurkunstenaars te bespeuren. Ongeveer één op de twee volwassenen (49%) doet aan één van de gemeten vormen van amateurkunst. De meeste vormen van amateurkunst worden door een ongeveer even groot aandeel personen beoefend als in 2007. Fotografie en zingen zijn positieve uitzonderingen. Hier is de deelname significant gestegen. In de leeftijdsgroep 18 t/m 29 jarigen is het aandeel amateurkunstenaars (62%) fors toegenomen in vergelijking met 2007 (49%), ziet abel 10. In de overige leeftijdsgroepen is het aandeel onge-veer gelijk gebleven. Tabel 10. Amateurkunstenaars naar leeftijd

2011 2007

18 t/m 29 jaar 62%* 49%

30 t/m 39 jaar 48% 45%

40 t/m 54 jaar 48% 46%

55+ 45% 43% * significante stijging t.o.v. voorgaande meting Naar opleiding blijkt hoe hoger de opleiding, hoe meer men aan amateurkunst doet. Van de lager opgeleiden doet ongeveer 37% aan amateurkunst. Middelbaar opgeleiden 49% en voor hoger op-geleiden is dit ongeveer 56%. Deze percentages zijn vrijwel gelijk aan 2007. De plaats waar mensen hun kunstzinnige activiteit beoefenen is vooral ‘Ongeorganiseerd/ zelf thuis’, zie tabel 11. In vergelijking met 2007 lijkt sprake te zijn van toename van inwoners die een kunstzinnige activiteit bij een vereniging doen. Daarentegen is ‘anders’ minder vaak ingevuld. Tabel 11. Plaats van amateurkunst-beoefening %

2011 2007

Kubus 6 7

Underground 2 1

Binnen vereniging 20 15

Bij privé docent 9 10

Ongeorganiseerd/ zelf thuis 76 74

Anders 11 16 KUNSTEDUCATIE In Lelystad is CKV de Kubus de grootste locatie waar in Lelystad cultuureducatie plaatsvindt. In 2007 werd ook Underground genoemd, maar vanaf 2010 is een koerswijziging ingezet, waardoor hier geen cultuureducatie meer plaatsvindt. Deze activiteiten zijn geconcentreerd op CKV de Ku-bus. Gemiddeld gingen bezoekers van de CKV de Kubus 6 keer in 12 maanden naar de Kubus. In de meeste gevallen werd de Kubus bezocht voor een voorstelling. 78% van de bezoekers kwam (ook) voor een voorstelling, zie tabel 12. Daarnaast kwam het geregeld voor (28%) dat de bezoeker ie-mand bij de Kubus kwam ophalen. Hieruit leiden we af dat iemand meer kans heeft om bij de Ku-bus (binnen) te komen als hij/zij iemand kent die bij de Kubus komt. Tabel 12. Reden bezoek aan CKV de

37

muziek maken op de computer 6 4 4

websites ontwerpen 10 7 7

Amateurkunst-beoefenaar 49 46 39

In 2011 is een lichte stijging van het aandeel amateurkunstenaars te bespeuren. Ongeveer één op de twee volwassenen (49%) doet aan één van de gemeten vormen van amateurkunst. De meeste vormen van amateurkunst worden door een ongeveer even groot aandeel personen beoefend als in 2007. Fotografie en zingen zijn positieve uitzonderingen. Hier is de deelname significant gestegen. In de leeftijdsgroep 18 t/m 29 jarigen is het aandeel amateurkunstenaars (62%) fors toegenomen in vergelijking met 2007 (49%), ziet abel 10. In de overige leeftijdsgroepen is het aandeel onge-veer gelijk gebleven. Tabel 10. Amateurkunstenaars naar leeftijd

2011 2007

18 t/m 29 jaar 62%* 49%

30 t/m 39 jaar 48% 45%

40 t/m 54 jaar 48% 46%

55+ 45% 43% * significante stijging t.o.v. voorgaande meting Naar opleiding blijkt hoe hoger de opleiding, hoe meer men aan amateurkunst doet. Van de lager opgeleiden doet ongeveer 37% aan amateurkunst. Middelbaar opgeleiden 49% en voor hoger op-geleiden is dit ongeveer 56%. Deze percentages zijn vrijwel gelijk aan 2007. De plaats waar mensen hun kunstzinnige activiteit beoefenen is vooral ‘Ongeorganiseerd/ zelf thuis’, zie tabel 11. In vergelijking met 2007 lijkt sprake te zijn van toename van inwoners die een kunstzinnige activiteit bij een vereniging doen. Daarentegen is ‘anders’ minder vaak ingevuld. Tabel 11. Plaats van amateurkunst-beoefening %

2011 2007

Kubus 6 7

Underground 2 1

Binnen vereniging 20 15

Bij privé docent 9 10

Ongeorganiseerd/ zelf thuis 76 74

Anders 11 16 KUNSTEDUCATIE In Lelystad is CKV de Kubus de grootste locatie waar in Lelystad cultuureducatie plaatsvindt. In 2007 werd ook Underground genoemd, maar vanaf 2010 is een koerswijziging ingezet, waardoor hier geen cultuureducatie meer plaatsvindt. Deze activiteiten zijn geconcentreerd op CKV de Ku-bus. Gemiddeld gingen bezoekers van de CKV de Kubus 6 keer in 12 maanden naar de Kubus. In de meeste gevallen werd de Kubus bezocht voor een voorstelling. 78% van de bezoekers kwam (ook) voor een voorstelling, zie tabel 12. Daarnaast kwam het geregeld voor (28%) dat de bezoeker ie-mand bij de Kubus kwam ophalen. Hieruit leiden we af dat iemand meer kans heeft om bij de Ku-bus (binnen) te komen als hij/zij iemand kent die bij de Kubus komt. Tabel 12. Reden bezoek aan CKV de

Page 41: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 2016 41

20 Antwoorden tellen op tot meer dan 100%. Dit komt doordat respondenten meerdere antwoorden konden aan-kruisen.

Voor de tijdelijke sluiting van het stadhuis werden in de burgerzaal geregeld kunst geëxposeerd. Omdat hier tijdens de verbouwing geen mogelijkheid voor was is gevraagd of inwoners exposities in lelystad hebben bezocht. In het af-gelopenjaarheeft19%vandeinwonersexpositiesinLelystadbezocht.Gemiddeldwerd2keereenexpositiebezochtindetwaalfmaandenvoorafgaandaanhetonderzoek.In2007gaf18%vandeinwonersaandetentoonstellingeninhet stadhuis te bezoeken. Ondanks de sluiting van het stadhuis bezocht een even groot aandeel inwoners dus kunst-exposities in lelystad. Eenkunstgalerieof–beursinLelystadisdoor9%vandeinwonersbezocht.Ookditpercentageligtdichtbij2007(7%).

TweekunstzinnigefestivalswarenindezeonderzoeksperiodeLelystARTendeAtelierroute.Vandebevolkingis14%naarLelystARTgeweest.VoordeAtelierroutewasdit10%.Intotaalheeftongeveer20%minstenséénvanbeidefesti-valsbezochtenongeveer4%heeftbeidebezocht.Defestivalstrekkenduseenredelijkverschillendpubliek.

BIBlIoTheek

In september 2009 is de bibliotheek in lelystad verhuisd naar een geheel nieuwe locatie. de resultaten uit dit onder-zoek zijn volledig gebaseerd op de ervaringen van respondenten in de ‘nieuwe bibliotheek’.Vandeinwonerszegt52%gebruikgemaakttehebbenvandebibliotheek.In2007wasdit45%.Sindsdelaatsteme-ting is het gebruik van de bibliotheek door inwoners belangrijk toegenomen. gemiddeld gebruikt een lelystedeling de bibliotheek 15,5 keer per jaar. In 2007 was dit 13 keer.

MedIa

OphetgebiedvanmediaisgevraagdofinwonersnaarradioLelystadluisteren.Vandeinwonerszegt43%daar(weleens) naar geluisterd te hebben in de afgelopen twaalf maanden. dit percentage is gelijk aan 2007.

MenIng oveR CulTuuR

de inwoners van lelystad is behalve naar hun cultuurparticipatie ook gevraagd naar hun mening over het culturele aanbodinLelystad.82%vandeinwonersvanLelystadmistgéénculturelevoorzieningenindestad.Ditpercentageisgelijkaandeonderzoekenin2007en2004.Vandeoverigeinwonersis16%vanmeningdatbepaaldecultureleinstel-lingen in onvoldoende mate in lelystad aanwezig zijn òf dat bepaalde culturele instellingen in zijn geheel ontbreekt. 2%vandeinwonersmistculturelevoorzieningenènvindtvoorzieningeninonvoldoendemateaanwezig.Welkevoor-zieningen worden vooral genoemd als onvoldoende mate aanwezig en welke worden gemist? Respondentenmakenvaakgeenonderscheidttussenactiviteitenenvoorzieningen.Ongeveer6%noemtnamelijkeencultureleactiviteitalsonvoldoendeaanwezigofontbrekendinLelystad,inplaatsvaneenculturelevoorziening/in-stelling. Concerten klassieke muziek is de activiteit die het vaakst genoemd wordt. gevarieerde uitgaansgelegenheid voordiverseleeftijdsgroepenwordthetvaakst(2%)genoemdalsvoorzieningdieonvoldoendeaanwezigisinLelystad.Men zou graag live muziek in deze gelegenheden horen. een bioscoop, inclusief gevarieerde filmhuis-programmering

38

Kubus20 %

2011

Volgen van cursus/ workshop e.d. 24

Bezoek van voorstelling/ pre-sentatie e.d. 78

Ophalen cursist/ bezoeker 28

Anders 5 Voor de tijdelijke sluiting van het stadhuis werden in de burgerzaal geregeld kunst geëxposeerd. Omdat hier tijdens de verbouwing geen mogelijkheid voor was is gevraagd of inwoners exposities in Lelystad hebben bezocht. In het afgelopen jaar heeft 19% van de inwoners exposities in Lelystad bezocht. Gemiddeld werd 2 keer een expositie bezocht in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek. In 2007 gaf 18% van de inwoners aan de tentoonstellingen in het stadhuis te bezoe-ken. Ondanks de sluiting van het stadhuis bezocht een even groot aandeel inwoners dus kunstex-posities in Lelystad. Een kunstgalerie of –beurs in Lelystad is door 9% van de inwoners bezocht. Ook dit percentage ligt dicht bij 2007 (7%). Twee kunstzinnige festivals waren in deze onderzoeksperiode LelystART en de Atelierroute. Van de bevolking is 14% naar LelystART geweest. Voor de Atelierroute was dit 10%. In totaal heeft onge-veer 20% minstens één van beide festivals bezocht en ongeveer 4% heeft beide bezocht. De festi-vals trekken dus een redelijk verschillend publiek. BIBLIOTHEEK In september 2009 is de bibliotheek in Lelystad verhuisd naar een geheel nieuwe locatie. De resul-taten uit dit onderzoek zijn volledig gebaseerd op de ervaringen van respondenten in de ‘nieuwe bibliotheek’. Van de inwoners zegt 52% gebruik gemaakt te hebben van de bibliotheek. In 2007 was dit 45%. Sinds de laatste meting is het gebruik van de bibliotheek door inwoners belangrijk toegenomen. Gemiddeld gebruikt een Lelystedeling de bibliotheek 15,5 keer per jaar. In 2007 was dit 13 keer. MEDIA Op het gebied van media is gevraagd of inwoners naar radio Lelystad luisteren. Van de inwoners zegt 43% daar (wel eens) naar geluisterd te hebben in de afgelopen twaalf maanden. Dit percen-tage is gelijk aan 2007. MENING OVER CULTUUR De inwoners van Lelystad is behalve naar hun cultuurparticipatie ook gevraagd naar hun mening over het culturele aanbod in Lelystad. 82% van de inwoners van Lelystad mist géén culturele voorzieningen in de stad. Dit percentage is gelijk aan de onderzoeken in 2007 en 2004. Van de overige inwoners is 16% van mening dat bepaalde culturele instellingen in onvoldoende mate in Lelystad aanwezig zijn òf dat bepaalde culturele instellingen in zijn geheel ontbreekt. 2% van de inwoners mist culturele voorzieningen èn vindt voorzieningen in onvoldoende mate aanwe-zig. Welke voorzieningen worden vooral genoemd als onvoldoende mate aanwezig en welke worden gemist? Respondenten maken vaak geen onderscheidt tussen activiteiten en voorzieningen. Ongeveer 6% noemt namelijk een culturele activiteit als onvoldoende aanwezig of ontbrekend in Lelystad, in plaats van een culturele voorziening/ instelling. Concerten klassieke muziek is de activiteit die het vaakst genoemd wordt. Gevarieerde uitgaansgelegenheid voor diverse leeftijdsgroepen wordt het vaakst (2%) genoemd als voorziening die onvoldoende aanwezig is in Lelystad. Men zou graag live muziek in deze gelegenheden horen. Een bioscoop, inclusief gevarieerde filmhuis-programmering (1%) wordt daarnaast genoemd als onvoldoende aanwezig. 20 Antwoorden tellen op tot meer dan 100%. Dit komt doordat respondenten meerdere antwoorden konden aan-kruisen.

37

muziek maken op de computer 6 4 4

websites ontwerpen 10 7 7

Amateurkunst-beoefenaar 49 46 39

In 2011 is een lichte stijging van het aandeel amateurkunstenaars te bespeuren. Ongeveer één op de twee volwassenen (49%) doet aan één van de gemeten vormen van amateurkunst. De meeste vormen van amateurkunst worden door een ongeveer even groot aandeel personen beoefend als in 2007. Fotografie en zingen zijn positieve uitzonderingen. Hier is de deelname significant gestegen. In de leeftijdsgroep 18 t/m 29 jarigen is het aandeel amateurkunstenaars (62%) fors toegenomen in vergelijking met 2007 (49%), ziet abel 10. In de overige leeftijdsgroepen is het aandeel onge-veer gelijk gebleven. Tabel 10. Amateurkunstenaars naar leeftijd

2011 2007

18 t/m 29 jaar 62%* 49%

30 t/m 39 jaar 48% 45%

40 t/m 54 jaar 48% 46%

55+ 45% 43% * significante stijging t.o.v. voorgaande meting Naar opleiding blijkt hoe hoger de opleiding, hoe meer men aan amateurkunst doet. Van de lager opgeleiden doet ongeveer 37% aan amateurkunst. Middelbaar opgeleiden 49% en voor hoger op-geleiden is dit ongeveer 56%. Deze percentages zijn vrijwel gelijk aan 2007. De plaats waar mensen hun kunstzinnige activiteit beoefenen is vooral ‘Ongeorganiseerd/ zelf thuis’, zie tabel 11. In vergelijking met 2007 lijkt sprake te zijn van toename van inwoners die een kunstzinnige activiteit bij een vereniging doen. Daarentegen is ‘anders’ minder vaak ingevuld. Tabel 11. Plaats van amateurkunst-beoefening %

2011 2007

Kubus 6 7

Underground 2 1

Binnen vereniging 20 15

Bij privé docent 9 10

Ongeorganiseerd/ zelf thuis 76 74

Anders 11 16 KUNSTEDUCATIE In Lelystad is CKV de Kubus de grootste locatie waar in Lelystad cultuureducatie plaatsvindt. In 2007 werd ook Underground genoemd, maar vanaf 2010 is een koerswijziging ingezet, waardoor hier geen cultuureducatie meer plaatsvindt. Deze activiteiten zijn geconcentreerd op CKV de Ku-bus. Gemiddeld gingen bezoekers van de CKV de Kubus 6 keer in 12 maanden naar de Kubus. In de meeste gevallen werd de Kubus bezocht voor een voorstelling. 78% van de bezoekers kwam (ook) voor een voorstelling, zie tabel 12. Daarnaast kwam het geregeld voor (28%) dat de bezoeker ie-mand bij de Kubus kwam ophalen. Hieruit leiden we af dat iemand meer kans heeft om bij de Ku-bus (binnen) te komen als hij/zij iemand kent die bij de Kubus komt. Tabel 12. Reden bezoek aan CKV de

Page 42: NOTA CULTUURBELEID 2013-216 - Lelystad · genniveau van de stad voldoende aantrekkingskracht uitoefent op potentiële nieuwe lelystatters. ontwikkelingen in de cultuursector de cultuursector

Actualisatienota voor het Cultuurbeleid 2013- 201642

(1%)wordtdaarnaastgenoemdalsonvoldoendeaanwezig.

Demensendievoorzieningenmissennoemeneveneensuitgaansgelegenheden(1%)endebioscoop(1%).Eencon-certgebouwen/ofruimtenomteexposeren,kunsttebeoefenenwordtookdoor1%gemist.

VandeLelystedelingenvindt70%datnu(anno2011)meertedoenisinLelystadophetgebiedvankunstencul-tuurdanvierjaargeleden.Ookvindtongeveer67%dathetcultureleaanbodbijdraagtaandeaantrekkelijkheidvanlelystad. drie op de vijf inwoners vindt dat in lelystad genoeg voorzieningen zijn om zelf een culturele activiteit te ondernemen. Of deelname aan culturele activiteiten bijdraagt aan het ontmoeten van nieuwe inwoners daar stemt 49%meein.

Beknopte onderzoeksverantwoording

In mei en juni 2011 heeft de cultuurpeiling onder de lelystadse bevolking plaatsgevonden. Hiervoor is het lelyStads-Panel benaderd met een vragenblok over cultuur en is een steekproef uit het bevolkingsbestand getrokken. de vra-gen zijn voor een groot deel een herhaling van de peiling in 2007 en 2007. Om ook landelijke vergelijkingen mogelijk te kunnen maken voldoen enkele vragen aan de landelijke richtlijnen voor cultuurdeelname-onderzoek (RCO).

Vanhetpanelrespondeerde75%,vandesteekproef23%Intotaalhebben1.560respondentenmeegewerktaanhetonderzoek.

Om de onderzoeksresultaten representatief te maken voor de inwoners van de gehele stad is gewogen op de kenmer-ken geslacht, leeftijd en klasse van de woning.

een uitgebreidere onderzoeksverantwoording vindt u in de aparte bijlage ‘OZV cultuur 2011’