Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

11
N ieuwsbrief Samenwerkingverband Zuid Met extra aandacht voor: communicatie met ouders 23 april 2013

description

Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

Transcript of Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

Page 1: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

Nieuwsbrief Samenwerkingverband Zuid

Met extra aandacht voor: communicatie met ouders

23 april 2013

Page 2: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

2

INHOUDHet LeSLokaaL dit keer de SBo St. Paulusschool

De voorZitter verteLt over ouders als gesprekpartners

oP PaDnaar de workshop ‘ouders als educatief partner’ van onze studiemiddag

Punt uit! over de stelling ‘als Passend onderwijs straks een feit is, communiceer ik op de schoolwebsite welke onder-wijsondersteuning ik kan aanbieden’

SteDeLijk nieuwSprikkelende en informatieve eerste bijeenkomst ondersteuningsplanraad

ScHooL in BeeLD dit keer 6e Montessorischool anne Frank

agenDa alle activiteiten van 24 april tot en met 7 juli

COLOFON

coördinator emmy Lugthartredactie Lise-Lotte kerkhofontwerp roquefort ontwerpers

Het samenwerkingsverband maakt de nieuwsbrief om iedereen op de hoogte te houden van de activiteiten. Daarnaast wil het samenwerkingsverband via de nieuwsbrief alle scholen nog meer bij de ontwikkelingen betrekken.

Ideeën voor het magazine, commentaar op de nieuwsbrief of zelf kopij insturen? E-mail de redactie via [email protected].

Page 3: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

3

Het leslOkaalOnze lens is op zoek naar de praktijk van Passend Onderwijs. Heeft u een geschikte rekenmethode voor kinderen met rekenproblemen, een handige klassenopstelling voor gedifferentieerd lesgeven of een ander voorbeeld in of rondom uw leslokaal? E-mail dan de redactie en wie weet staat uw klas de volgende keer in ‘Het leslokaal’.

Als je bij de SBO St. Paulusschool in Amsterdam Zuid binnenkomt krijg je meteen een kijkje in de schatkamer. In de ontvangsthal gunnen drie vitrines de bezoeker een blik op de kunsten van de school. Er wordt geknutseld, gezaagd, geknipt, gekleid en geschilderd. De kinderen maken trekpoppen van oude dozen en geven nieuwe vormen aan oude spellen, zoals het boter-kaas-en-eieren-spel. Leerlingen kunnen eenmaal in de week verder werken aan hun projecten in het handvaardigheidlokaal. Eigenheid, vrije expressie, motorische vaardigheden, planmatig denken en ruimtelijk inzicht zijn zo een vast onderdeel van het lesprogramma. Naast professoren, advocaten en directeuren heeft Nederland immers ook timmermannen, modeontwerpers en patissiers nodig.

Page 4: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

4

De nieuwe wet Passend Onderwijs geeft de scholen meer ruimte voor het scheppen van passende onderwijssituaties. Niet langer gelden bijvoorbeeld de strakke regels en procedures voor het aanvragen van een rugzak. Tegelijkertijd verplicht de wet in het kader van de ‘zorgplicht’ de school waarop het kind is aangemeld te zoeken naar een passend aanbod voor het betreffende kind. Dat betekent in beide situaties dat er sprake moet zijn van maatwerk. Dit brengt ook een verschuiving in de relatie met de ouders met zich mee. Van het begin af aan zullen ouders goed geïnformeerd moeten worden over de mogelijkheden en beperkingen van de school. Dat betekent meer dan het uitbrengen van een heldere schoolgids.

Bij maatwerk zal altijd sprake moeten zijn van een gesprek met de betreffende ouders. De school kan het zich daarbij niet permitteren alleen maar aan te geven wat de formele kaders zijn. In elke specifieke situatie zal verkend moeten wat er wel en niet concreet mogelijk is. Een toelating of

verwijzing vereist dus een duidelijke communicatie met de ouders.

Daarbij is het lastige dat de ouders niet één homogene groep zijn met gelijkluidende wensen en belangen. Er is sprake van minstens drie categorieën van ouders. In de eerste plaats zijn er de ouders van een kind waarvoor een specifiek arrangement gewenst en noodzakelijk is. Zij hebben per definitie een eenzijdig belang, namelijk dat hun kind met zijn/haar specifieke behoeften geaccepteerd wordt in de groep en in de school. Daarnaast hebben we dan de ouders van de andere kinderen in de betreffende groep. Zij zullen minstens moeten accepteren, maar het liefst zelfs moeten toejuichen, dat bij het onderwijs aan hun kinderen rekening wordt gehouden met de diversiteit aan (leer) gedrag in de groep.

Tenslotte is er nog de categorie ouders die in medezeggen­schapsraad of in de overkoepelende Ondersteuningsplanraad (OPR) op een meer algemeen niveau gaan meedenken en meebeslissen over ons ondersteuningsaanbod.

Communiceren met ouders betekent dus praten op verschillende niveaus en vanuit meerdere invalshoeken met direct en indirect belanghebbenden. Daarbij wordt van ons enerzijds een grote mate van empathie gevraagd, maar anderzijds ook een duidelijk professioneel standpunt over wat kan en wat (nog) niet kan. Dat vereist in wisselende mate nabijheid en distantie, goed luisteren en uitleggen. Meebewegen en grenzen stellen.

De komende tijd zal het vooral van belang zijn dat we onze ervaringen op dit vlak met elkaar gaan delen.In deze nieuwsbrief al een stukje uit de OPR en een terugkoppeling van de workshop ouders als educatieve partner van onze studiemiddag.

De VOORZItteR VeRtelt

De voorzitter van het samenwerkings­verband (swv) is Peter Bovelander. Peter is al een aantal jaren de voorzitter van ons swv. Daarnaast is hij voorzitter van het nieuwe samenwerkings verband en plaatsvervangend algemeen direc­teur van Openbaar Onderwijs aan de Amstel.

Ouders als gesprekspartner

Page 5: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

5

OP PaD

De redactie neemt u mee naar plekken waar driftig wordt gewerkt aan nog beter onderwijs. Voor deze nieuwsbrief waren we op de studiemiddag van ons samenwerkingsverband. De middag was bedoeld voor intern begeleiders en directies. In deze ‘Op pad’ een impressie van de workshop ‘Ouders als educatief partner’ van Happy Kids en Vertaaltank.

Istra van Happy Kids: “We gaan in het komende uur van ervaringen en inzichten delen naar het schetsen van de ideale oudersamenwerking om te eindigen met de persoonlijke uitdaging. Dit lijkt erg veel, maar ik heb er vertrouwen in dat het ons gaat lukken. Mijn collega Lydie zal uitleggen hoe we te werk gaan.” Na de uitleg over de te nemen stappen, gingen de deelnemers met de buurman of –vrouw van start met het delen van positieve

samenwerkingservaringen. Plenair werd de essentie van het succes van de samenwerking eruit gehaald. Monique: “Ik heb wel een voorbeeld van een positieve oudersamenwerking. Bij ons op school zit een kind, waarbij de leesontwikkeling niet goed op gang kwam. Er was al eens contact met moeder geweest, maar we hadden nog niet samen aan tafel gezeten. We namen het initiatief voor een gesprek,

“Geef ouders de gelijkwaardige erkenning die ze verdienen” 5 maart- De studiemiddag van ons samenwerkingsverband ging over Passend Onderwijs en gedrag. ‘Ouders als educatief partner’ van Happy Kids en Vertaaltank was één van de workshops. De insteek? Persoonlijke ervaringen delen om te ontdekken waaraan een constructieve samenwerking voldoet. Niet onbelangrijk, want constructief communiceren is één van de randvoorwaarden van educatief partnerschap. Na het delen van de voorbeelden creëerden de directeuren en intern begeleiders hun ideaalbeeld van de samenwerking om tot slot een concreet voornemen uit te spreken voor de eigen praktijk.

waarin wij onze zorgen uitten. Het positieve was dat moeder aangaf dat ze dit initiatief op prijs stelde. Lydie van Vertaaltank: “Wat was volgens jou de essentie van de samenwerking?” Monique: “Moeder voelde zich gezien en gehoord. Ze kreeg erkenning van de problemen die zij thuis ook signaleerde. Samen werd gekeken hoe het verder moest, waarbij we gebruik maakten van elkaars ervaringen.”

Lydie van Vertaaltank legt uit wat de deelnemers te wachten staat.

Page 6: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

6

Een ander voorbeeld? Een leerling die van groep 3 naar groep 4 ging, waarbij de relatie tussen leerling en leerkracht niet goed zat. De leerkracht wilde de leerling doorverwijzen naar het speciaal basisonderwijs, er leek voor de leraar geen andere oplossing. De school ging om tafel met ouders, leraren en leerling. In het gesprek werd duidelijk dat er toch nog een kans lag om het te proberen. Er werden duidelijke afspraken gemaakt over gewenst gedrag in de klas. De oplossing bleek uiteindelijk het belonen van goed gedrag op school met iets waar de leerling thuis helemaal idolaat van is (redactie: voetbal). Idee van de ouders. Nicole: “We moeten ouders veel meer als gelijkwaardig expert inzetten, zo krijgen ouders de erkenning die ze vaak zoeken en kunnen we kinderen sneller en makkelijker verder helpen.”

Waardevolle inzichtenDe andere voorbeelden die boven tafel kwamen, bevatten ook waardevolle observaties zoals: schets en benadruk het gezamenlijke doel, ga in gesprek over de oplossing daar zit vaak het verschil van inzicht, geef als school je grens aan als die echt bereikt is en laat zien dat je het probleem van het kind begrijpt, maar maak ook duidelijk waarom iets niet kan en waar de handelingsverlegenheid van school zit. Over dat laatste daar wil je juist samen over nadenken. Een ander voorbeeld was nog: maak zichtbaar wat een kind teweeg brengt op school. Ouders kunnen zich hier niet altijd een voorstelling van maken. “Wij lieten de overhoop gegooide koffiekamer staan totdat de ouders gezien hadden wat hun kind in zijn paniek gedaan had.”

De ideale samenwerkingNa het bespreken van deze inzichten, gingen de deelnemers in kleine groepen de ideale samenwerking schetsen.

Sandra: “Ideaal gezien, is de samenwerking in balans. We hebben daarom gekozen voor een weegschaal. Ouders en school zorgen voor uitwisseling en balans.” Nicole: “Wij kozen voor een boot als metafoor van de ideale samenwerking. Idealiter staat het kind zelf achter het stuur. De leraar en ouders staan op het dek

en geven aanwijzingen. Er zijn ook elementen waar we rekening mee moeten houden, zoals de zon, de wind en de deining van het water. Máár ook de spreekwoordelijke bril van ouders, leraren en het kind. Hoe observeer en interpreteer je de situatie? Dat is geen vast gegeven. Het is echt belangrijk om regelmatig bij elkaar na te gaan hoe je ‘de dingen’ ervaart.”

Ja maar, hoe dan?Hoewel niemand ­ misschien wel door het expliciete verzoek van Lydie daartoe ­ ‘ja, maar’ had uitgesproken, was het nog wel zaak om de ideale samenwerking te spiegelen aan de eigen praktijk. De directies en intern begeleiders kregen daarom een paar minuten de tijd om het ideaalbeeld te vertalen naar hun eigen situatie. Lydie: “Welke stap kun jij zelf zetten om dichterbij die ideale samenwerking te komen?” Ronald: “Ik voel dat wij als school de verantwoordelijkheid moeten nemen om de samenwerking nog sterker vorm te geven. Ik ga, als directeur, het initiatief nemen om op mijn school de relatie met onze ouders meer in balans te krijgen.” Een ander: “Ik ga morgen contact leggen met een ouder, waarbij het contact op dit moment ingewikkeld verloopt. Ik wil nu snel samen aan tafel zitten.” Mooie persoonlijke voornemens, na een interactieve en persoonlijke workshop.

Istra van Happy Kids hangt de ervaringen op.

In balans: school, ouder en kind.

Page 7: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

7

Thérèse:

“Als Montessorischool bieden we eigenlijk al 100 jaar

lang Passend Onderwijs. We kijken heel goed naar wat de

kinderen nodig hebben om bepaalde doelen te bereiken.

De verschillen tussen kinderen zijn we gewend, ook in de

dagelijkse gang van zaken op school. We werken immers

met gecombineerde groepen, waarin de kinderen maar ook

de leerkrachten gewend zijn om te gaan met verschillen.

Straks staat er wel heel duidelijk op onze website wat we

niet zijn; een speciale school. Aandacht voor ieders eigen­

heid betekent niet dat we alle kinderen speciaal onderwijs

kunnen geven. Maar we komen een heel eind.

Er is veel ruimte om je zelf te zijn op onze school. Duidelijk­

heid wat betreft de kaders en wat wel en niet kan is dan

nodig. Elk kind is anders en daar houden we rekening mee.

We kijken per kind of wij hem of haar het onderwijs kunnen

bieden dat nodig is. Ouders en kinderen hebben daarbij

behoefte aan duidelijkheid. Het is niet meer dan logisch dat

als je duidelijk kunt aangeven wat je aan kunt als school, je

de kans op succes voor de kinderen en ouders op school

beter kunt duiden.

Helemaal in de toekomst kijken lukt niemand, maar een

realistische verwachting formuleren is straks voor elke

school mogelijk. Hoe we dat precies formuleren op de

website? Daar denken we nog even over na. “

PUNt UIt!In ‘Punt uit!’ leest u in pak en beet 20 regels het commentaar van een collega over een zaak die hij of zij belangrijk acht. Het commentaar kan gericht zijn op een onderwerp in de klas of in de school of een bestuurlijke kwestie. De redactie hoort graag welke zaak u bezighoudt. Aan de redactie welk commentaar wanneer verschijnt. Dit keer Thérèse Heine, directeur van de 12e Montessorischool De Stern.

“Als Passend Onderwijs straks een feit is, communiceer ik op de schoolwebsite welke onderwijs-ondersteuning ik kan aanbieden.”

Meer weten over onderzoek naar educatief partnerschap?Lees online het Radboud onderzoek ‘Scholen op weg naar educatief partnerschap met ouders’.

Nieuwsgierig geworden naar de workshopleiders Istra en Lydie? Kijk dan op: www.happykids.nu en ww.vertaaltank.nl.

Educatief partnerschap

Workshopleiders Lydie en Istra: “Met de term educatief partnerschap benadruk je de wederzijdse betrokkenheid van ouders en school. Bij het begrip partnerschap gaat het niet alleen om een beweging van ouders richting school, maar ook om een beweging van de school richting thuissituatie. School en ouders als gelijkwaardige partners in de opvoeding en het onderwijs, zij het dat de eindverantwoordelijkheden van ouders en professionals verschillen. We moeten werken aan het gezamenlijk belang: zorgen voor optimale ontwikkelingsomstandigheden, op school en thuis. In partnerschap kunnen ouders en school veel meer tot stand brengen dan apart van elkaar. Een voorwaarde voor educatief partnerschap is dat leerkrachten op constructieve wijze met ouders communiceren. Elkaar begrijpen en weten wat het partnerschap voor ouders inhoudt, maakt onderdeel uit van die communicatie. Een partnerschap ontstaat namelijk niet vanzelf, dit moet opgebouwd en onderhouden worden. Onder meer door constructieve communicatie.”

Kind zelf aan het roer.

Page 8: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

8

Donderdagavond 28 maart jl. kwam de Ondersteuningsplanraad (OPR) voor het eerst bijeen. De OPR bestaat uit ouders en leerkrachten, waarvan een enkele ook remedial teacher is. “Eerst maar eens de inhoud bespreken”, aldus de voorlopige OPR. “De formele oprichting van een raad met statuten en reglementen komt wel.” De raad heeft, net als de ledenvereniging van de schoolbesturen, instemmingsrecht op het ondersteuningsplan. In dit plan wordt duidelijk hoe Passend Onderwijs in Amsterdam en Diemen er uitziet. De eerste bijeenkomst was informatief en prikkelend. Dat belooft wat.

Kwartiermaker Passend Onderwijs Johan van Triest, gaf na een kennismakingsronde een korte toelichting. “In het onderwijs was er veel onvrede over de trage ondersteuning en de ingeslopen bureaucratisering. De wet Weer Samen Naar School pakte op verschillende punten niet uit zoals gedacht. Neem nu de open eind financiering. Mede door het gebrek aan een financieel plafond lijkt het erop dat er veel ondersteuningsaanvragen

zijn gekomen. Niet gek als je als school voor kinderen extra ondersteuning kunt krijgen, maar het kostte ook een hoop papierwerk en talloze overleggen. Tijd en geld dus. En die tijd, die moesten leerkrachten en leerlingen gewoon uitzitten. De bureaucratie zie ik het liefste verdwijnen. Het geld moet veel meer naar de scholen. De nieuwe wet biedt hiervoor kansen. Veel leraren en directeuren die ik spreek zijn het hiermee eens. Ze zijn het ook eens met de nieuwe focus, waarbij het gaat om wat de school zelf kan (organiseren) om te voorzien in de verschillende behoeften van de leerlingen. Er blijft natuurlijk wel ondersteuning voor de scholen bestaan. Sterker nog, het moet straks sneller en praktischer in of nabij de school georganiseerd worden. Een vooruitgang dus, maar ik zie ook wel risico’s. Bijvoorbeeld voor kinderen met psychiatrische­ en/of gedragsproblemen. Ik vraag me af hoeveel scholen straks in hun eigen ondersteuningsprofiel aangeven dat ook deze leerlingen bij hen terecht kunnen.”

Dekkend netwerkEen aandachtspunt is volgens Johan dus het dekkend netwerk binnen onze regio. Hebben we straks alles in Amsterdam/

Diemen om kinderen met uiteenlopende behoeften een plekje te kunnen geven? En hoe zorgen we hiervoor? Scholen mogen vanuit de nieuwe zorgplicht ook hun grenzen aangeven op het gebied van ondersteuning. Dat moeten we ook respecteren. De ondersteuning moet immers ook goed zijn, kwaliteit hebben. Johan: “Dit is echt nog een vraagstuk, we moeten immers voor ieder kind een plek zien te vinden. Een reden om vol in te zetten op het versterken van onze scholen. Denk aan verdergaande professionalisering van leerkrachten, directeuren en intern begeleiders.” Volgens Jos de Wit, secretaris van het stedelijke samenwerkingsverband, is er wel eerst een omslag nodig. “Het veilige transparante bureaucratische systeem valt weg. We moeten het nu zelf organiseren. En daarmee komen

Prikkelende en informatieve eerste bijeenkomst Ondersteuningsplanraad

steDelIJk NIeUWs

“Het veilige transparante bureaucratische systeem valt weg. We moeten het nu zelf organiseren.”

Page 9: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

9

wij ook bij de Ondersteuningsplanraad. Hoe organiseren we de ondersteuningsvormen straks? Wat doen we centraal en wat niet? En hoe regelen we voor kinderen open, eerlijk en effectief hun ondersteuning?

Behoud versus vernieuwingDe wetgever heeft aangegeven dat er een ondersteuningsplan moet komen, waarin deze vragen helder op papier staan. Daarbij gaat de OPR over de centrale vraag: hoe verdelen we over 63.000 leerlingen de ondersteuningsmiddelen? Hoe organiseren en verantwoorden we dat? En hoe delen we de resultaten?” Na deze vragen kwam de raad meteen los. Moeder en lid OPR Gwen: “Ik vind het heel belangrijk dat we niet zomaar zaken overzetten naar het nieuwe systeem. We moeten durven vernieuwen. Ik kan me voorstellen dat er behoefte is om veel mensen die nu ergens werken een nieuwe plek te geven.” Johan: “Je raakt een belangrijk punt. Van die dertig miljoen gaat er namelijk ruim tien miljoen naar het speciaal onderwijs, en van de overgebleven twintig miljoen zit er ook veel geld in personeel.

Het ministerie heeft met de sectorraden en de vakcentrales een tripartiete akkoord afgesloten. De kern hiervan is: kijk hoe het huidige personeel de middelen kan volgen. De vraag is dus hoe we de goede mensen behouden, denk aan mensen van de VIA of ambulante begeleiders. Gwen: “Eens dat we niet zomaar capaciteit verloren moeten laten gaan, maar we kunnen ook andere belangen hebben. Als ouder heb ik de weg afgelegd naar een rugzakje en gemerkt hoeveel geld er in instanties gaat zitten en hoe weinig tijd er overblijft voor de daadwerkelijke ondersteuning in de klas. Vanuit het rugzakje kreeg mijn zoon maar twee keer per week een half uur remedial teaching, terwijl hij een behoorlijke rugzak kreeg. Hoeveel geld gaat er straks naar het samenwerkingsverband, hoeveel minder papierwerk is er en hoeveel effectieve leer­ en ondersteuningstijd is er? Ik wil dit transparant kunnen verantwoorden, maar we moeten uitkijken voor nieuwe bergen papier. Uit de eerste plannen van het samenwerkingsverband blijkt dat er deskundigen aan het werk zijn, maar dit zijn wel de vragen die ik beantwoord wil hebben.”

Welk % gaat naar de scholen?Gwen voegde daar nog aan toe: “Misschien kan er een % worden afgesproken met betrekking tot het geld wat daadwerkelijk bij alle scholen komt?” Jos: “Ik vind het moeilijk om hier nu een concrete uitspraak over te doen. Het uitgangspunt is zeker dat het geld zoveel mogelijk naar de scholen gaat en dat zij ook de autonomie hebben om te bepalen hoe ze hun ondersteuning organiseren. Het is niet zo dat we voor het nieuwe samenwerkingsverband een grote organisatie op willen tuigen. We willen dat scholen elkaar in de wijk opzoeken en samen bedenken hoe ze het voor alle kinderen in de buurt het beste kunnen organiseren.” Johan: “We kijken wel mee met de scholen. Wij verwachten resultaten van de scholen.”

Cultuuromslag nodigVolgens de bestuurders vergt dit ook een cultuuromslag bij de besturen zelf. Jos: “We moeten de organisatie durven uitbesteden aan scholen, waarbij wij sturen op kwaliteit. We zijn dus nu ook bezig met die kwaliteit. Wat is de norm? Wat verwachten we bij het woord basisondersteuning? En hoe leiden we onze mensen, leraren, intern begeleiders en directies op om straks anders te werken? En hoe zorgen we dat ze het geld op de juiste manier uitgeven. Hierover zijn we nu met elkaar in gesprek. Dit zijn ook de thema’s die terugkomen in het ondersteuningsplan, waarbij er ook een duidelijke link is naar de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (de KBA).”

Klant centraal bij kwaliteitscontroleMoeder Ingrid: “Ik denk dat klanttevredenheid een veel grotere rol kan spelen in het controleren van de kwaliteit. Nu is er weleens een ouderenquête op school, maar de afname is doorgaans één keer in de vier jaar, namelijk als het schoolplan wordt herzien. Dit moet frequenter en op inhoud anders, tenminste als je echt wilt weten wat ouders vinden. Wellicht kun je zo ook ontdekken of de zorgplicht werkt. Ranada, die als moeder lid is

en via de weblogsite jeugdzorg Dark horse alle jeugdzorgontwikkelingen van commentaar voorziet: “Misschien kan er bij elk contactmoment kort gevraagd worden hoe het wordt ervaren, zo krijgen we een veel beter beeld wat er in de praktijk speelt.” Jos: “Kijk dit is nou precies zo’n thema wat je als de OPR heel goed kunt oppakken. Je kunt nadenken over het instellen van een monitor of onafhankelijke commissie waar je terecht kunt voor zorgen, vragen en klachten.” Keuzevrijheid oudersAndere zorgen die boven kwamen drijven? Wat is nu precies de relatie tot de transitie jeugdzorg en hoe staat het met de keuzevrijheid van ouders als we kijken naar het ondersteuningsaanbod? Ranada: “Ik heb begrepen dat er ouder­ en kindadviseurs komen en dat zij rechtstreeks vanuit Bureau Jeugdzorg op scholen gaan werken. Ik maak me zorgen over deze ontwikkeling, ik zie een inperking van de keuzevrijheid van ouders. Heb ik als ouder straks nog wel iets te zeggen over de ondersteuning van mijn kind? Of gaat een ouder­ en kindadviseur bepalen wat er gebeurt? Naar mijn idee zijn de ouder­ en kindadviseurs jeugdzorgmedewerkers in een nieuw jasje. Zorgelijk, want jeugdzorg heeft een slechte reputatie en de gemeente Amsterdam heeft de ouders en de leerkrachten ook niet gevraagd of zij überhaupt deze adviseurs wel in de school willen. Ongevraagd wordt de grens tussen onderwijs en zorg overschreden. De aanname daarbij is dat er door de synthese een meerwaarde ontstaat, terwijl het omgekeerde naar mijn idee het geval is. Ik wil dat ouders goed worden voorgelicht over de rol­ en taken van de ouder­ en kindadviseurs. Ik maak me zorgen over de rechten van ouders, dat is waarom ik lid ben van de OPR.” Een korte uitleg over de Proeftuinen volgde, waarbij werd opgemerkt dat het idee juist is dat ouders en school de adviseur kunnen inschakelen voor ondersteuning in plaats van dat hij of zij zelf zomaar opdrachten geeft. Er werd ook opgemerkt dat de nieuwe werkwijze nog niet van kracht is, maar eerst in de praktijk wordt getoetst. Inpassingvraagstukken en spelregels worden in twee Proeftuinen onder de loep genomen. Jos: “Jullie kunnen gerust de projectleider van de Proeftuinen, Yolanda Hoogtanders, een keer uitnodigen om te horen hoe

“Het uitgangspunt is dat het geld zoveel mogelijk naar de scholen gaat.”

Page 10: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

10

het precies zit. Dan kunnen jullie ook jullie zorgen meegeven, want dat onderwijsondersteuning op school en thuis veel meer samen gaan lopen, is zeker. Dit zal dus ook terugkomen in het ondersteuningsplan.”

Stip op de horizonIngrid: “Wanneer moet dit plan er eigenlijk liggen? En hoe loopt het proces?” Jos: “Maart volgend schooljaar wil de Inspectie het ondersteuningsplan hebben. Formeel moeten de schoolbesturen het eerst aan haar eigen leden voorleggen, dan gaat het naar de OPR. Maar ook de gemeente Diemen en Amsterdam hebben een rol in dit traject. Tot slot moet de OPR haar instemming geven. We hebben gelukkig een heel jaar om hier samen uit te komen. In dat proces kun je dus als raad een formele rol oppakken. Jullie hebben instemmingsrecht.” Formeel heeft het bestuur geen zitting, maar zowel Jos als Johan, alsmede de OPR lijkt het verstandig regelmatig te overleggen. Jos: “We willen elkaar natuurlijk niet vlak voor de instemming verrassen. Goede

ideeën en zorgen vanuit de raad kunnen we bespreken, onderzoeken en meteen meenemen in het plan.”

Praktische zaken Tot slot werd er nog even stilgestaan bij het proces en de praktische oprichtingszaken. Zo werd gedeeld dat er medio april een landelijk model voor het reglement van de OPR komt en dat er ook een ambtenaar vanuit het ministerie van OCW beschikbaar is voor advies. Jos: “Een belangrijke vraag voor jullie is ook: hoe zorg je voor legitimatie en hoe vertegenwoordig ik de achterban?” Gwen: “Ik ben van plan om de komende tijd met veel leraren, directeuren en ouders te gaan praten, verder neem ik natuurlijk mijn eigen ervaringen mee.”

Meer weten over de Ondersteunings-planraad? Neem dan contact op met Daan Oxener die de raad op dit moment ondersteunt. Hij is te bereiken via [email protected] en 06­10665623.

“Maart volgend schooljaar wil de Inspectie het plan hebben. We willen elkaar natuurlijk niet vlak voor de instemming verrassen. Goede ideeën en zorgen vanuit de raad kunnen we bespreken, onder zoeken en meteen meenemen in het plan.”

Page 11: Nieuwsbrief zuid - 23 april 2013

11

aGeNDavoor de komende periode staan de volgende overleggen op de agenda:

wijkgericHt werkenDonderdag 25 april Binnenstad + Centrum­west 09.00 – 12.00 uur Dinsdag 28 mei Binnenstad 09.00 – 11.00 uur Dinsdag 11 juni Pijp 09.00 – 11.00 uur SpringstokDonderdag 13 juni Buitenveldert 09.00 – 13.00 uur BMSDonderdag 13 juni Apollobuurt 13.00 – 15.00 uur AMSDonderdag 20 juni Museumkwartier 09.00 – 11.00 uur Nicolaas MaesDinsdag 25 juni Hoofddorpplein 09.00 – 11.00 uur EuropaschoolDinsdag 25 juni Centrum­west 13.00 – 15.00 uur OKC

SBo-overLeg Dinsdag 11 juni 13.00 – 15.00 uur OOG Onderwijs en Jeugd

kerngroePMaandag 10 juni 13.00 – 15.00 uur OOG Onderwijs en Jeugd

DageLijkS BeStuurDinsdag 24 april 11.00 – 13.00 uur OOadAWoensdag 22 mei 15.00 – 16.30 uur OOadA

BeSturenoverLegDonderdag 30 mei 09.00 – 11.00 uur OOG Onderwijs en Jeugd

sCHOOl IN BeelDDe scholen in het samenwerkingsverband zien er erg verschillend uit. Logisch, want de ene school ligt middenin de stad aan de gracht, terwijl de andere school nabij een weiland ligt. Om een beeld te krijgen van onze prachtige scholen laten we elke keer een andere school zien. Dit keer de 6e Montessorischool Anne Frank in de Rivierenbuurt.

Over enkele dagen is het weer dodenherdenking. En wordt stil gestaan bij de mensen die helaas de Tweede Wereldoorlog niet over­leefden. Anne Frank is één van hen. In 1934 gaat Anne naar de 6e Montessorischool bij haar in de buurt. Ze blijft daar tot ze in 1941 naar het voortgezet onderwijs gaat. In 1983 krijgt de school de naam Anne Frank. In de school hangen foto’s uit die tijd. Er is één lokaal nog steeds ingericht zoals het was in de tijd dat Anne naar de school ging. Op de gevel? Teksten uit Anne haar dagboek.